Wat te doen bij storingen? nl
29
Serviesgoed niet droog. Geen of te weinig
glansspoelmiddel in het
voorraadbakje.
Glansspoelmiddel bijvullen.
Een programma zonder drogen
gekozen.
Programma met drogen kiezen (zie
Programma-overzicht, Programmaverloop).
Waterophoping in het
serviesgoed en bestek.
Voor een schuine stand zorgen bij het
inruimen, de serviesdelen zo mogelijk
schuin plaatsen.
Het gecombineerde afwasmiddel
heeft een slechte
droogcapacitiet.
Andere combireiniger met beter
droogvermogen gebruiken. Extra gebruik
van glansspoelmiddel verbetert het
droogvermogen.
Intensief drogen voor versterkte
droging niet geactiveerd.
Intensief drogen activeren (zie Apparaat
bedienen)
Het serviesgoed is te vroeg
uitgeruimd of het droogproces
was nog niet afgelopen.
Wachten tot het programma is afgelopen of
het serviesgoed pas 30 min. na afloop van
het programma verwijderen.
Het gebruikt eco-
glansspoelmiddel heeft een
slecht droogvermogen.
Een kwaliteitsglansspoelmiddel gebruiken.
Eco-producten zijn duidelijk minder effectief.
Kunststofserviesgoed niet
droog.
Speciale eigenschappen van
kunststof.
Kunststof heeft een lager
warmteopslagvermogen en droogt
daardoor slechter.
Bestek niet droog. Bestek niet goed geordend in de
bestekkorf.
Bestek zo veel mogelijk los van elkaar
plaatsen, aanraakpunten vermijden.
Bestek niet goed gesorteerd in de
besteklade.
Bestek goed sorteren en zoveel mogelijk los
van elkaar plaatsen.
Binnenzijden van het
apparaat nat na het
spoelen.
Geen fout van het apparaat. Wegens het droogprincipe
„condensatiedrogen” zijn waterdruppels in
het reservoir noodzakelijk en gewenst. Het
vocht in de lucht condenseert tegen de
binnenzijden van de afwasautomaat,
stroomt omlaag en wordt weggepompt.
Storing Oorzaak Oplossing