Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
181
Bereiding met stoom
Bepaalde gerechten worden bij de bereiding met stoom
knapperiger. Zij krijgen een glanzend oppervlak en
droger minder uit.
Gebruik een open vorm. De vormen dienen hitte- en
stoombestendig te zijn. Schakel de stoomfunctie in,
zoals aangegeven in de insteltabel. De watertank tot de
markering "MAX" vullen. Wanneer de tank gevuld is,
wordt de bereiding van het gerecht met de ingestelde
verwarmingsmethode voortgezet, zonder toevoeging
van stoom.
Stomen in de stoombak
In tegenstelling tot de bereiding met stoom wordt het
vlees met de functie Stomen behoedzamer bereid en
krijgt het geen korstje. Het blijft bijzonder mals.
Als smaakvariant kunt u stukken vlees voor het stomen
kort bakken, de bereidingsduur wordt dan korter. Voor
grotere stukken is een langere bereidingsduur nodig.
Stukken vlees hoeven niet gekeerd te worden.
Voor het stomen van gevogelte, vlees of vis legt u het
product in de stoombak in de glazen braadslede. Plaats
deze vervolgens op inschuifhoogte 3. De watertank tot
de markering "MAX" vullen. Wanneer de watertank
tijdens het gebruik leegraakt, wordt het programma
onderbroken. Op het display wordt u hierop
opmerkzaam gemaakt.
Grillen
Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen
gesloten. Nooit grillen terwijl de apparaatdeur geopend
is.
Leg het te grillen stuk op het rooster. Plaats ook de
glazen braadslede onder het rooster. Afdruipend vet
wordt opgevangen.
Neem indien mogelijk grillstukken van ongeveer
dezelfde dikte en hetzelfde gewicht. Dan worden ze
gelijkmatig bruin en blijven lekker mals. Leg de te
grillen stukken rechtstreeks op het rooster.
Keer ze met een grilltang. Wanneer u met een vork in
het vlees prikt, verliest het sap en wordt het droog.
Bestrooi vlees pas na het grillen. Zout onttrekt water
aan het vlees.
Aanwijzingen
■ De grillverwarmingsstaven schakelen steeds weer in
en uit. Dit is normaal. Hoe vaak dit gebeurt, is
afhankelijk van de ingestelde grillstand.
■ Bij het grillen kan rook ontstaan.
Aanbevolen instelwaarden
De instelwaarden gelden voor ongevuld vlees,
braadklaar gevogelte en vlees en vis op
koelkasttemperatuur, die in de onverwarmde
binnenruimte worden geplaatst.
In de tabel vindt u gegevens voor gevogelte, vlees en
vis en voorgestelde gewichten. Wilt u zwaarder
gevogelte, vlees of vis bereiden, gebruik dan in elk
geval de lagere temperatuur. Om bij meerdere stukken
de bereidingsduur te bepalen dient u uit te gaan van het
gewicht van het zwaarste stuk. De stukken dienen
ongeveer even groot te zijn.
Hoe groter het gevogelte, het vlees of de vis, des te
lager de temperatuur en des te langer de bereidingstijd.
Keer gevogelte, vlees of de vis wanneer dit in de
insteltabel is aangegeven.
Gevogelte
Prik bij eend of gans het vel onder de vleugels in. Zo
kan het vet weglopen.
Snijd bij eendenborst het vel in. Keer de eendenborst
niet.
Let er bij het keren van gevogelte op dat eerst de
borstzijde resp. de kant van het vel onder ligt.
Vlees
Bestrijk mager vlees naar wens met vet of leg er
reepjes spek op.
Voeg aan braadstukken van mager vlees een beetje
vloeistof toe. In glazen vormen moet de bodem van de
vorm net bedekt zijn.
Snij een zwoerd kruisgewijs in.
Als het braadvlees klaar is, moet het nog 10minuten in
de uitgeschakelde, gesloten binnenruimte blijven
liggen. Zo kan het vleessap zich beter verdelen. Wikkel
het braadvlees evt. in aluminiumfolie. Bij de opgegeven
bereidingstijd is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen.
Braden en stoven in een vorm is comfortabeler. U kunt
het braadvlees met de vorm eenvoudiger uit de
binnenruimte nemen en de saus direct in de vorm
bereiden.
De hoeveelheid vloeistof is afhankelijk van het soort
vlees en het materiaal van de vormen en of u een
deksel gebruikt. Wanneer u vlees in geëmailleerde of
donkere braadvormen klaarmaakt, is er wat meer
vloeistof nodig dan in glazen vormen.
Tijdens het braden verdampt de vloeistof in de vorm.
Voeg zo nodig voorzichtig wat vloeistof toe.
De afstand tussen het vlees en het deksel moet
minstens 3cm bedragen. Het vlees kan tijdens de
bereiding uitzetten.
Voor het stoven braadt u het vlees naar wens eerst aan.
Voeg er voor het braadsap water, wijn, azijn of iets
soortgelijks aan toe. De bodem van de vorm dient ca 1-
2cm bedekt te zijn.
Vis
Hele vis hoeft niet gekeerd te worden.De vis is gaar
wanneer de rugvin gemakkelijk loslaat.
Wilt u vis klaarmaken op het rooster, bestrijk dit dan van
tevoren met wat olie. Dan komt de vis later
gemakkelijker los.