De schakelunit bestuurt de ketel door een potentievrij, triocontact relais. Deze
zijn: 1 (NO), 2 (COM) en 3(NC). De kabels van het toestel worden met 1 (NO) en
2 (COM) verbinding verbonden als wij een verwarmingstoestel besturen. In het
geval van een klimaattoestel gebruiken wij de 2 (COM) en 3 (NC).
PAS OP! Houdt u in ieder geval aan de voorschriften van de fabrikant van het
verwarmings- (koel) toestel
Op de 1, 2, 3- contacten spanning hangt slechts van het besturingssysteem.
Het type en de isolatie van de gebruikte leiding wordt door het type van de bestu-
urde middelen bepaald. De lengte van de leiding is niet belangrijk, de schakelunit
kan naast de ketel of verder daarvan worden gemonteerd.
Mocht de afstand door omstandigheden tussen de thermostaat en de
schakelunit te groot zijn, plaats dan de schakelunit verder af van de ketel en
gebruik een langere leiding.
Let op bij het plaatsen van de leiding tussen de ontvangstunit en de ketel. In de
regel stroomt in deze leiding zwakstroom, en zo kunnen er, als hiermee parallel
een sterkstroomleiding loopt wisselwerkingen optreden. (Daarom is niet aanbev-
olen om een 230 V voedingsleiding parallel met de besturingsleiding te leiden.
Mocht deze onvermijdelijk zijn dan dient men de besturingsleiding af te schermen.)
7.2 In werking brengen van de schakelunit.
Schakel de stroomvoorziening van de schakelunit in. Na enkele minuten zullen
de radiofrequentieele systemen (thermostaat en schakelunit) op de aangegeven
frequentie intreden. Voor controle druk meerdere malen de knop in, net zolang
dat de temperatuur 2-3 gr.C. hoger wordt dan het temperatuur ter plaatse. Op de
thermostaat moet dan de te zien zijn, ten teken dat de verwarming aan is.
Tegelijkertijd moet op de schakelunit de rode LED ingeschakeld zijn,
aangevend dat de schakelunit de besturing van de zender volgt.
Gebeurt dit niet, dan dient u het systeem opnieuw in te stellen. Hiervoor druk
op en houdt ingedrukt de M/A knop van de schakelunit net zo lang dat de groene
LED begint te knipperen. Druk dan de LEARN knop van de thermostaat in en
houdt deze tenminste 2 sec. ingedrukt, zo zal hij de nieuwe adrescode van de
schakelunit "leren". Dan zal de groene LED van de schakelunit uitgaan, ten teken
dat het systeem ingesteld is. In het geval van stroomonderbreking zal de nieuw
code niet verloren gaan, maar wordt door het systeem automatisch onthouden.
7.3 Controle van de actieradius
Met behulp van de TEST knop is te controleren of de thermostaat zich binnen
de actieradius bevindt. Druk hiervoor de TEST knop in. Dan zal de thermostaat
met 5 sec. afwisselend in-en uitschakelingsbesturing zenden (in de display zal de
afwisselend verschijnen, vervolgens weer uitgaan). De waarneming van het
signaal op de schakelunit wordt door het oplichten van de rode LED weergegeven.
Mocht op de schakelunit deze overschakeling niet zichtbaar zijn, dan is de ther-
mostaat buiten de actieradius komen te staan.
- 10 -