2.1
KAARTPAGINA
9
10
2.1
KAARTPAGINA
Kaartpagina Ẅ
De kaartpagina geeft een grafische afbeelding weer van de navigatie die
momenteel wordt uitgevoerd. Alle waypoints, routes of tracks die u gebruikt
worden weergegeven. Een zwarte ▲ (driehoek) in het midden wijst de richting
aan die u momenteel volgt. Een dataveld onderaan het scherm toont u informatie
van uw keuze over uw positie of navigatie. U kunt in- en uitzoomen op de kaart
door de IN/UITZOOMEN-knop te gebruiken. U hebt een aantal opties om het
beeld aan te passen (zie details hierna).
Opties selecteren Ẅ ẅ
Druk op de kaartpagina de ENTER-knop in en laat los om het optiemenu van de
kaartpagina weer te geven. Gebruik de IN/UITZOOMEN-knop om door de
menusecties te schuiven en druk op de ENTER-knop om naar de gemarkeerde
optie te gaan. Gebruik opnieuw de IN/UITZOOMEN-knop om uw keuze te
markeren en druk op de ENTER-knop om dit te selecteren. Druk op de PAGINA-
knop om terug te keren naar de hoofdpagina.
Optie Oriëntatie ẅ Ẇ
Markeer en selecteer ORIËNTATIE om de oriëntatie van de kaartweergave aan te
geven. Om het scherm altijd het magnetische noorden te laten weergeven,
markeert en selecteert u NOORD OMH (zie Ẅ). Om het scherm altijd de
reisrichting te laten weergeven, markeert en selecteert u TRACK OMH (zie Ẉ).
Optie Data instellen ẅ ẇ Ẉ
Markeer en selecteer DATA INST om de informatie over uw huidige positie of
navigatie te kiezen die u onderaan de kaartpagina wenst af te beelden. Markeer
en selecteer VOLL KAART om het volledige beeld van de momenteel gebruikte
kaart te tonen (zie Ẉ). Markeer en selecteer uit de hierna volgende opties om
onderaan de pagina weer te geven: precisie, gemiddelde snelheid, positie,
datum, bestemming, hoogte, ETA, locatie, maximale snelheid, odometer,
voeding, snelheid, tijd, tripodometer, triptijd (zie Ẅ). (Zie “Beschrijving van
datavelden” op pagina 4 voor meer informatie over de optionele dataselecties.)
vervolg
Ẅ Kaartpagina
(Noorden
omhoog)
ẅ Selecteer
opties
Ẇ Oriëntatie
kaartweergave
ẇ Data instellen
Gebruik van de kaartpagina
Ẉ Volledige kaart
(Track omhoog)
Gebruik van de kaartpagina
Ẋ Autozoom
instellen
ẉ Kaartdetails
Ẍ Standaard
Aan/uit
ẋ Stop Nav
Aan/uit
Optie Kaartdetail ẅ ẉ
Markeer en selecteer DETAIL om enkele of alle details op de kaart te tonen/te
verbergen. Deze details omvatten namen van waypoints; waypoint-symbolen,
uw navigatieroute en de tot nog toe afgelegde afstand (track).*
Optie Autozoom ẅ Ẋ
Markeer en selecteer AUTO ZOOM om deze functie in of uit te schakelen.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt de schaal van de kaart automatisch
aangepast om de volledige navigatie die momenteel in uitvoering is te tonen.
Wanneer deze functie is uitgeschakeld, moet u de schaal van de kaart
handmatig aanpassen met de IN/UITZOOMEN-knop.*
Optie Stop Nav ẅ ẋ
Om de huidige navigatie (GoTo, Route of Track) te stoppen, markeert en
selecteert u STOP NAV. Markeer en selecteer JA om te stoppen. Markeer en
selecteer NEE om de huidige navigatie te laten verdergaan.*
Optie Standaard ẅ Ẍ
Markeer en selecteer STANDAARD om alle oorspronkelijke standaardinstellingen
op de kaartpagina te herstellen. Markeer en selecteer JA om de oorspronkelijke
instellingen te herstellen naar Kaartoriëntatie = noord omh; dataveldinformatie =
snelheid; kaartdetails afgebeeld = namen, symbolen, route, track; autozoom =
aan. Markeer en selecteer NEE om alle huidige instellingen te behouden.
*Zie “Gebruik van de pagina Nav Data” op pagina 15 om meer te leren over
deze functie.