554140
3
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/356
Pagina verder
Het online-instructieboek
j
e
Als u het instructieboekje online raadpleegt, hebt u tevens
toegang tot de meest recente informatie. Deze informatie
is gemakkelijk te herkennen aan de paginamarkeringen die
worden weergegeven met dit pictogram:
Als de rubriek "MyCitroën" niet beschikbaar is op de website van
het merk voor uw land, kunt u uw instructieboekje op het volgende
internetadres raadplegen:
http://service.citroen.com
Selecteer:
Uw instructieboekje is ook te vinden op de website van Citroën,
in de rubriek "MyCitroën".
Op deze persoonlijke pagina vindt u informatie over onze producten
en diensten en kunt u rechtstreeks contact opnemen met het merk:
een voor u op maat gemaakte pagina.
de link in het gedeelte voor "Particulieren",
de taal,
het model van uw auto,
de uitgiftedatum die overeenkomt met de datum van deel 1A op het
kentekenbewijs van uw auto.
U kunt hier uw instructieboekje in dezelfde lay-out bekijken.
Citroën beschikt wereldwijd over
een uitgebreid gamma modellen.
Modellen die worden gekenmerkt door
een geraffineerde mix van hoogwaardige techniek en constante
innovatie, evenals een moderne en creatieve benadering
van het begrip mobiliteit.
Wij danken u voor uw keuze en wensen
u veel plezier met uw auto.
Uw auto is, afhankeli
j
k van het
uitrustin
g
sniveau, de uitvoerin
g
en de
s
pecifieke kenmerken voor het land waarvoor
uw auto
b
estem
d
i
s, s
l
ec
h
ts van een
d
ee
l
van
d
e
i
n
di
t
b
oe
kj
e verme
ld
e u
i
trust
i
n
g
en voorz
i
en.
Het monteren van elektrische uitrustin
g
en o
f
accessoi
r
es
die
n
ie
t
o
n
de
r
ee
n
a
rt
ikel
n
u
mm
e
r
in het assortiment van
C
itroën voorkomen,
kan storin
en in het elektronisch s
steem
van uw auto veroorzaken. Wi
j
verzoeken u
h
ier rekenin
g
mee te houden en contact op te
n
emen met een verte
g
enwoordi
g
er van het
m
erk
C
itrn om u te laten informeren ove
r
h
et assort
i
ment u
i
trust
i
n
g
en en accesso
i
res
v
oo
rz
ie
n v
a
n
ee
n
a
rt
ikel
n
u
mm
e
r.
Achter het stuur van uw nieuwe auto
geniet u optimaal
als u elke uitrusting,
elke schakelaar
en elke instelling kent.
Goede Reis.
Wij maken u attent op het volgende:
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
6
IN EEN
OOGOPSLAG
33
6
TREFWOORDENREGISTER
34
1
ZOEKEN OP
AFBEELDING
Sy
mbolen
veiligheidswaarschuwing
aa
nv
u
ll
e
n
de
in
fo
rm
a
ti
e
a
d
v
i
ezen met
b
etre
kki
n
g
tot
d
e
b
esc
h
erm
i
n
g
v
a
n
he
t m
ilieu
pro
g
rammeren van een
f
unctie via het
c
on
f
i
g
uratiemenu
verw
ij
z
i
n
g
naar aan
g
e
g
even pa
gi
na
001
001
002
002
003
003
004
004COMFORTTOEGANG TOT
DE AUTO
CONTROLE TIJDENS
HET RIJDEN
RIJDEN
30
Instrumenten
p
ane
e
l
31
Verklikkerlampj
e
s
4
0
Me
t
e
r
s
44
R
e
g
e
lk
nopp
e
n
46
Datum en ti
j
d instell
e
n
46
Klok
j
e
4
8 Boordcomput
e
r
52
El
e
ktr
o
ni
sc
h
e
s
l
eu
t
e
l -
afs
t
a
n
dsbed
i
e
ni
n
g
6
1
Ach
t
e
r
kle
p
62
Ala
r
m
6
4
El
e
ktri
sc
h
bed
i
e
n
ba
r
e
r
u
it
e
n
6
6
Cockpit ro
o
f
6
8
Br
a
n
ds
t
o
ft
an
k
6
9
Vulpistoolrestrictie
(
diese
l
)
7
4 V
oo
r
s
t
oe
l
e
n
79
A
c
ht
e
r
ban
k
8
2
S
pie
g
el
s
83
S
tuurwielverstelli
n
g
84
Voorzienin
g
en interie
u
r
88
Voorzienin
g
en van de
b
a
g
a
g
eruim
t
e
89
G
evarendriehoek
(
opber
g
e
n
)
9
0
V
erwarm
i
n
g
en vent
il
at
i
e
9
2
A
utomat
i
sc
h
e a
i
rcon
di
t
i
on
i
n
g
met
g
esc
h
e
id
en re
g
e
lin
g
9
6
A
c
ht
e
rr
u
itv
e
rw
a
rmi
n
g
100
S
tarten - a
f
zetten van de moto
r
10
3
Elektrische parkeerr
e
m
111
Hill
holde
r
11
2
Handgeschakelde
versnellin
g
sb
a
k
113
O
pschakelindicat
o
r
114
Au
t
o
m
a
t
ische
versnellin
g
sb
a
k
11
8
EGS 6-versnellin
g
sba
k
122
S
top
&
S
tar
t
12
5
Lane Departure Warnin
g
Sy
stem
(
LDWS
)
12
6
H
ea
d
-up
di
sp
l
a
y
12
9
S
nelheidsbegrenz
e
r
13
1
Snelheidsre
g
ela
a
r
13
3
Pa
r
kee
r
hul
p
135
A
c
h
teru
i
tr
ij
camer
a
005
005
006
006
007
007
008
008
VEILIGHEID
PRAKTISCHE
INFORMATIE
VEILIG VERVOEREN
VAN KINDEREN
ZICHT
1
3
8
Li
c
ht
sc
h
a
k
e
l
aa
r
1
4
1
Verlichting overd
a
g
142
Au
t
o
m
a
t
ische
v
e
r
lich
t
in
g
1
4
3
A
utomat
i
sc
h
e sc
h
a
k
e
li
n
g
g
rootlicht/dimlic
h
t
1
4
6
Koplampen verstell
e
n
1
4
7
Meedraaiende koplamp
e
n
1
4
9
R
u
it
e
nwi
sse
r
sc
h
a
k
e
l
aa
r
1
5
1
Au
t
o
m
a
t
ische
r
ui
t
e
nw
isse
r
s
1
53 Pl
afo
nni
e
r
s
1
54
Sf
eerverlichti
n
g
1
5
8
Kinderzit
je
s
1
6
4
I
SO
FIX-kinderzitj
e
s
1
67
Ki
n
d
er
b
eve
iligin
g
17
0
Richtin
g
aanwi
j
zer
s
17
1
Urgence-oproep o
f
A
ss
i
stance-o
p
ro
e
p
171
C
lax
o
n
172
Bandenspannin
g
scontroles
y
ste
e
m
17
3
E
S
P
176 Veili
g
heids
g
ordel
s
17
9
Airba
g
s
1
86
Bandenre
p
araties
e
t
1
9
2 Wi
e
l v
e
rwi
sse
l
e
n
19
9
E
en
l
amp vervan
ge
n
2
0
7
Z
e
k
er
i
n
g
en vervan
ge
n
2
1
0
12V-
acc
u
2
1
3
E
co
-m
od
e
2
1
4
Wisserbladen vervan
ge
n
2
1
5
S
le
p
en van uw au
t
o
2
1
6
T
re
kk
en van een aan
h
an
ge
r
2
18
All
es
d
ra
g
ers monter
e
n
2
19
Accessoi
r
e
s
009
009
010
010
011
011
ONDERHOUD TECHNISCHE
GEGEVENS
AUDIO EN
DATACOMMUNICATIE
2
2
5
Op
enen van de motorka
p
2
2
6
B
e
nzin
e
m
o
t
o
r
e
n
227
Diesel
m
o
t
o
r
e
n
2
2
8
Brandsto
f
tank lee
g
(
Diesel
)
2
2
9
Niv
eaus
co
ntr
o
l
e
r
e
n
2
3
2
C
ontrol
e
s
2
3
8
B
e
nzin
e
m
o
t
o
r
e
n
2
3
9
G
ewichten
(
benzin
e
)
241
Diesel
m
o
t
o
r
e
n
242
G
ewichten
(
diesel
)
244
Afmetin
ge
n
2
45 I
de
ntifi
ca
t
i
e
24
8
Ur
g
ence-oproep o
f
Assistance-o
p
ro
e
p
25
1
e
MyW
a
y
3
05
Audio
-
i
n
s
t
alla
t
i
e
In één oogopslag
In één oogopslag
Elektronische sleutel: ke
y
less
entr
y
and start
Met dit s
y
steem kunt u de auto openen en
s
l
u
it
e
n
e
n
de
m
o
t
o
r
s
t
a
rt
e
n z
o
n
de
r
da
t
u
de
s
l
eu
t
e
l
u
it
u
w z
a
k h
oe
ft t
e
h
a
l
e
n. D
e
s
l
eu
t
e
l
m
oet z
i
c
h
we
l
i
n
h
et
d
etect
i
e
g
e
bi
e
d
b
ev
i
n
d
en.
53, 10
0
Buitenzijde
Sto
p
& Start
Dit s
y
steem zet de motor ti
j
deli
j
k af als u stopt
(
bi
j
rood licht,
opstoppin
g
en enz.
)
. De motor wordt automatisch weer
g
estart als u
w
eer we
g
wilt ri
j
den. Het
S
top
&
S
tart-s
y
steem zor
g
t voor een la
g
er
b
randsto
f
verbruik, minder uitstoot van schadeli
j
ke sto
ff
en en een
aangename rust in het interieur tijdens het wachten.
1
22
Meedraaiende ko
p
lam
p
en
Deze voorziening gee
f
t u automatisch meer
zi
c
ht in
boc
ht
e
n.
147
Da
g
ri
j
verlichtin
g
Deze verlichtin
g
, die automatisch
g
aat branden
b
i
j
het starten van de motor, zor
g
t ervoor dat de
auto beter
g
ezien kan worden door de overi
g
e
we
gg
ebruikers.
1
4
1
Eerste kennismaking
Automatische schakelin
g
g
rootlicht
/
dimlicht
Dit s
y
steem zor
g
t ervoor dat, a
f
hankeli
j
k
van de verkeerssituatie, automatisch wordt
overgeschakeld van grootlicht naar dimlicht en
om
g
e
k
eer
d
.
Hi
ertoe
b
ev
i
n
d
t z
op
d
e
bi
nnensp
i
e
g
e
l
.
143
Parkeerhulp voor- en achter
Deze voorzienin
g
waarschuwt u ti
j
dens
parkeermanoeuvres voor obstakels vóór en
ach
t
e
r
de
au
t
o
.
133
B
an
d
enre
p
arat
i
eset
M
et
d
eze com
pl
ete set,
b
estaan
d
e u
i
t een
c
om
p
ressor en een
f
lacon met a
f
dichtmiddel,
kunt u een noodre
p
aratie aan een band
u
itv
oe
r
e
n.
18
6
Buitenzijde
A
c
h
teru
i
tr
ij
camera
Deze functie, die alleen beschikbaar is op
uitvoerin
g
en met navi
g
atie, wordt automatisch
g
eactiveerd als u de achteruitversnellin
g
inschakelt; het zicht naar achteren wordt
vervo
lg
ens weer
g
e
g
even op
h
et
kl
eurensc
h
erm.
135
Openen
1.
O
penen van de brandstoftankklep.
Inhoud van de brandstoftank: on
g
eveer 60 liter.
Brandstoftank
6
8
Openen
Houd uw hand, terwi
j
l de elektronische sleutel zich in het
detectie
g
ebied
A
bevindt, achter de buitenportiergreep
A
om de auto te ont
g
rendelen, trek vervol
g
ens aan de
p
ortier
g
reep om het portier te openen.
Sluiten
Houd, terwi
j
l de elektronische sleutel zich in het
detectie
g
ebied
A
bevindt, een vin
g
er te
g
en de
portier
g
reep
(
bi
j
de merktekens
)
om de auto te
ver
g
rendelen.
Elektronische sleutel
52
A.
O
nt
g
rendelen van de auto.
B
.
Ver
g
rendelen van de auto.
C.
Openen van de koffer en compleet
ont
g
ren
d
e
l
en van
d
e auto.
Ke
y
less entr
y
and start
53
Koffe
r
1.
O
penen koffer
(
druk op de knop tot u de
koffer hoort ont
g
rendelen
)
.
6
1
11
Eerste kennismaking
Interieur
Head-up displa
y
Dit systeem projecteert de in
f
ormatie over de
wa
g
ensnelheid en de snelheidsbe
g
renzer
/
s
ne
lh
e
id
sre
g
e
l
aar op een
g
et
i
nt sc
h
erm
i
n
h
et
g
ez
i
c
h
tsve
ld
van
d
e
b
estuur
d
er, zo
d
at
d
eze
de blik op de we
g
g
ericht kan houden.
Centraal opber
g
vak met uitrustin
g
Dit opber
g
vak, dat diverse compartimenten
bevat, is voorzien van verlichtin
g
en heeft een
k
oe
lf
u
n
c
ti
e
. H
e
t
be
v
a
t v
e
r
de
r r
u
imt
e
v
oo
r
ee
n
halve-literfles en is uit
g
erust met een USB-box.
A
u
di
o- en
c
ommun
i
cat
i
es
y
stemen
Deze s
y
stemen zi
j
n voorzien van de
nieuwste technolo
g
ie: autoradio met MP3-
afspeelmo
g
eli
j
kheid, USB-aansluitin
g
,
Bluetooth-handsfree set, navi
g
aties
y
steem
met kleurenscherm, AUX-aansluitin
g
en, hifi-
audios
y
steem, ...
eMyW
a
y
12
6
84
3
05
25
1
Autoradi
o
Massa
g
efunctie
D
e
z
e
f
u
n
c
ti
e
m
assee
rt
u
w l
e
n
de
n
e
n
g
edurende circa
60
minuten. De massa
g
e
bestaat uit zes c
y
clussen van tien minuten.
7
8
Elektrische
p
arkeerrem
Deze parkeerrem wordt automatisch
a
an
g
etrokken wanneer de motor wordt a
fg
ezet,
en vri
jg
ezet bi
j
het we
g
ri
j
den. Het bli
jf
t echter
mo
g
e
lijk
d
e par
k
eerrem
h
an
d
mat
ig
te
b
e
di
enen.
1
0
3
Het branden van een verklikkerlamp
j
e
g
ee
f
t aan o
f
de bi
j
behorende
f
unctie is in- o
f
uit
g
eschakeld.
Schakelaars
O
penen van de brandsto
f
vulklep.
O
penen van de koffer.
6
8
63
In
b
r
aa
k
a
l
a
rm
u
it
sc
h
a
k
e
l
e
n.
6
1
El
e
k
tr
i
sc
h
e par
k
eerrem
g
eact
i
veer
d
.
1
0
3
Ke
y
less starten en a
f
zetten van de motor.
1
00
Uitschakelen van het
S
top
&
S
tart-
s
y
steem.
1
2
3
Ui
tsc
h
a
k
e
l
en par
k
eer
h
u
l
p.
1
3
4
Elektrische kinderbeveili
g
in
g
.
1
67
Uitschakelen van het CDS-s
y
steem.
1
75
In
sc
h
a
k
e
l
e
n v
a
n A
u
t
o
m
a
ti
sc
h
e
schakelin
g
g
rootlicht/dimlicht.
1
4
3
12
5
I
nsc
h
a
k
e
l
en van
L
ane
D
eparture
W
arn
i
n
g
.
59
Ver
g
rendelen/ont
g
rendelen van het
i
nt
e
r
ieu
r.
13
Eerste kennismaking
Juiste zitpositie
V
oorstoelen
7
4
Handmati
g
verstellen
1.
H
oo
g
te- en
h
oe
k
verste
lli
n
g
van
d
e
hoofds
t
eu
n.
2.
R
u
gl
eun
i
n
g
verste
lli
n
g
.
3.
H
oo
g
teverste
lli
n
g
van
d
e z
i
tt
i
n
g
.
4.
V
erste
lli
n
g
i
n
l
en
g
ter
i
c
h
t
i
n
g
van
d
e stoe
l
.
5
.
V
erste
lli
n
g
van
d
e
l
en
d
ensteun van
d
e
b
estuur
d
ersstoe
l
.
Elektrisch
1.
Hoek- en hoo
g
teverstellin
g
van de zittin
g
e
n verstellin
g
in len
g
terichtin
g
.
2.
Ru
g
leunin
g
verstellin
g
.
3.
V
erste
lli
n
g
van
d
e
l
en
d
ensteun van
d
e
b
estuur
d
ersstoe
l
.
4.
H
an
d
mat
ig
verste
ll
en van
d
e z
i
tt
i
n
g
.
7
5
14.
Sc
h
a
k
e
l
aa
r
s
r
u
it
e
n
/
e
l
e
ktri
sc
h
bed
i
e
n
de
k
indersloten
/
centrale vergrendeling.
15
.
Bedienin
g
spaneel van eM
y
Wa
y
.
16
.
Versnellin
g
spook.
17
.
Bedienin
g
spaneel verwarmin
g
/
airconditionin
g
.
18
.
A
u
t
o
r
ad
i
o
.
19
.
Al
arm
k
n
i
pper
li
c
h
ten.
20
.
Di
sp
l
a
y
.
21.
Mi
dde
l
s
t
e
v
e
r
s
t
e
l
ba
r
e
e
n
afs
l
u
it
ba
r
e
v
e
ntil
a
ti
e
r
oos
t
e
r
s
.
22
.
Klok
j
e.
23
.
Starten met START/ST
O
P-knop.
24
.
L
e
z
e
r v
a
n
de
e
l
e
ktr
o
ni
sc
h
e
s
l
eu
t
e
l.
25
.
Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer.
26
.
Bedienin
g
van de autoradio vana
f
het
s
t
uu
rw
iel
.
Cockpit
1.
H
en
d
e
l
motor
k
apont
g
ren
d
e
li
n
g
.
2.
Koplampverstelling.
3.
V
e
r
s
t
e
l
ba
r
e
e
n
afs
l
u
it
ba
r
e
z
i
j
ventilatieroosters.
4.
O
ntwasemin
g
van de voorportierruiten.
5.
O
ntwasemin
g
voorste zi
j
ruiten.
6
.
Head-up displa
y
.
7.
V
oorru
i
tontwasem
i
n
g
.
8.
Ai
r
b
a
g
passa
gi
er.
9.
Dashboardkast
j
e
/
Uitschakelin
g
p
assagiersairbag.
1
0
.
12
V-aansluitin
g
.
1
1
.
Bedienin
g
ruiten achter.
1
2
.
Middenarmsteun met opber
g
vakken
USB/Jack-aansluitin
g
.
1
3
.
Elektrische parkeerrem.
27.
Ai
r
b
a
g
b
estuur
d
er.
C
laxon.
2
8
.
S
chakelaars snelheidsre
g
elaar
/
-be
g
renzer.
2
9
.
Schakelaarpaneel
(
zie vori
g
e pa
g
ina
)
.
3
0
.
Afstellen buitenspie
g
els.
3
1
.
Schakelaar verlichtin
g
en
r
ichtin
g
aanwi
j
zers.
3
2
.
I
nstrumentenpanee
l
.
3
3
.
V
er
klikk
er
l
amp
j
es ve
iligh
e
id
s
g
or
d
e
l
s
e
n a
i
r
b
a
g
s.
3
4
.
Pl
afo
nni
e
r.
3
5
.
Bedienin
g
head-up displa
y
.
3
6
.
Bedienin
g
zonnescherm cockpit roof.
3
7
.
O
proep naar Citroën Ur
g
ence met
lokaliserin
g
-
O
proep naar Citroën
Assistance met lokaliserin
g
(
per land
verschillend
)
.
1
5
Eerste kennismaking
Juiste zitpositie
V
erstellen van de hoofdsteun
77
1
.
ntgrendelen van het stuurwiel met de
h
e
n
de
l.
2
.
Verstellen in hoo
g
te en diepte.
3.
Ver
g
rendelen van het stuurwiel met de
h
e
n
de
l.
Stuurwiel verstellen
83
Deze handelin
g
en moeten uit
veili
g
heidsoverwe
g
in
g
en uitsluitend
worden uit
g
evoerd als de auto stilstaat.
Bedienin
g
stoelverwarmin
g
0
:
u
it.
1
: laa
g
.
2
:
g
emiddeld.
3
: hoo
g
.
Dr
u
k
de
n
o
k
A
in en druk tegelijkerrtijd de
A
h
oo
f
dsteun naar beneden om deze la
g
er te zetten.
Bewee
g
om de hoo
f
dsteun ho
g
er te zetten deze
om
h
oo
g
tot
d
e
g
ewenste pos
i
t
i
e
i
s
b
ere
ik
t.
Bewee
g
om de hoek van de hoofdsteun te
verstellen de onderzi
j
de van de hoofdsteun naar
v
o
r
e
n
o
f n
aa
r
ac
ht
e
r
e
n.
7
8
17
Eerste kennismaking
Comfort
Buitenspie
g
els
V
erste
ll
en
1.
Selecteren van de linker of rechter
buitenspie
g
el.
2.
Verstellen van de buitenspie
g
el.
3.
In
de
n
eu
tr
aa
l
s
t
a
n
d
z
e
tt
e
n v
a
n
de
s
electieschakelaar van de buitenspie
g
el.
4.
Inklappen van de buitenspie
g
el.
82
Binnenspie
g
el
83
1
.
Automatisch instellen van de da
g
- o
f
n
ac
ht
s
t
a
n
d
.
2
.
Verstellen van de binnenspie
g
el.
V
eili
g
heids
g
ordels vóór
176
1.
V
as
tm
a
k
e
n.
2.
H
oo
g
teverste
lli
n
g
.
Zicht
V
erlichtin
g
Rin
g
A
Rin
g
B
Ruitenwissers
140
Schakelaar A: ruitenwissers vóór
2 . Ho
g
e snelheid.
1
.
N
o
rm
a
l
e
s
n
e
lh
e
i
d
.
Int
.
Int
e
rv
a
l.
0
.
U
it.
AUTO
Au
t
o
m
a
t
ische
r
ui
t
e
nw
isse
r
s
.
È
E
e
n k
ee
r wi
sse
n: tr
e
k
de
h
e
n
de
l
éé
n k
ee
r
n
aa
r
u
t
oe
.
Ruitens
p
roeiers: trek de hendel naar u toe en
houd de hendel eni
g
e ti
j
d in deze stand.
1
4
9
Inschakelen van de stand "AUTO"
)
Bewee
g
de hendel één keer omlaa
g
.
Uitschakelen van de stand "AUTO"
)
Bewee
g
de hendel no
g
maals één keer
omlaa
g
o
f
zet de hendel in een andere
s
tand
(
Int., 1 o
f
2
)
.
Ri
n
g
B
: ru
i
tenw
i
sser ac
h
ter
15
1
15
0
Ui
t.
Automatische verlichtin
g
.
P
a
rk
ee
rli
c
ht.
Dimlicht/
g
rootlicht.
Mistlampen v
óó
r en mistachterlicht.
U
it.
I
nt
e
rv
al
.
R
u
i
tensproe
i
er.
139
19
Eerste kennismaking
Controle tijdens het rijden
W
anneer u
h
et contact aanzet, s
l
aan a
ll
e
m
eters uit en keren vervolgens terug naar de
'0
"-stand.
A
.
Als het contact wordt aan
g
ezet,
g
even de
lichtblok
j
es het resterende brandstofniveau
w
ee
r.
B.
Bij
d
raa
i
en
d
e motor moet
h
et
verklikkerlamp
j
e laa
g
brandsto
f
niveau
u
i
t
g
aan.
Instrumenten
p
aneel
1
.
Als het contact wordt aan
g
ezet,
g
aan de
oran
j
e en rode waarschuwin
g
slamp
j
es
b
r
a
n
de
n.
2.
Bij
d
raa
i
en
d
e motor moeten
d
eze
l
amp
j
es
weer u
i
t
g
aan.
Raadpleeg de desbetre
ff
ende bladzijde als er
lamp
j
es bli
j
ven branden.
V
erklikkerlamp
j
es
31
C.
Al
s
h
et contact wor
d
t aan
g
ezet, wor
d
t op
het display van het instrumentenpaneel het
motorolieniveau weer
g
e
g
even.
Ga indien nodi
g
tanken of vul olie bi
j
.
69, 4
3
Veiligheid voor alle inzittenden
1.
O
pen het dashboardkast
j
e.
2.
S
teek de sleutel
(g
eïnte
g
reerd in de elektronische
s
leutel
)
in de schakelaar.
3.
S
electeer de stand:
"
ON"
(
inschakelen
)
wanneer een passa
g
ier op
de voorstoel zit of een kinderzit
j
e voor vervoer
met het
g
ezicht in de ri
j
richtin
g
is bevesti
g
d,
"OFF"
(
uitschakelen
)
wanneer een kinderzit
j
e voor
vervoer met de rug in de rijrichting is bevestigd.
4.
V
erw
ijd
er
d
e s
l
eute
l
zon
d
er
d
e stan
d
van
d
e
sc
h
a
k
e
l
aa
r t
e
v
e
r
a
n
de
r
e
n.
A
irba
g
voorpassa
g
ier
180
V
eili
g
heids
g
ordels voor en
f
rontairba
g
aan passa
g
ierszi
j
de
A
.
Verklikkerlamp
j
e niet-vast
g
emaakte/
l
os
g
emaa
k
te ve
iligh
e
id
s
g
or
d
e
l
li
n
k
svoor.
B
.
Verklikkerlamp
j
e niet-vast
g
emaakte/
l
os
g
emaa
k
te ve
iligh
e
id
s
g
or
d
e
l
rec
h
tsvoor.
C.
Verklikkerlamp
j
e niet-vast
g
emaakte/
l
os
g
emaa
k
te ve
iligh
e
id
s
g
or
d
e
l
rec
h
tsac
h
ter.
D.
Verklikkerlamp
j
e niet-vast
g
emaakte
/
l
os
g
emaakte veili
g
heids
g
ordel
m
idde
n
ach
t
e
r.
177
E.
Verklikkerlamp
j
e niet-vast
g
emaakte/
los
g
emaakte veili
g
heids
g
ordel linksachter.
F.
V
er
klikk
er
l
amp
j
e u
i
t
g
esc
h
a
k
e
ld
e a
i
r
b
a
g
vóór aan passa
g
ierszi
j
de.
G.
Verklikkerlamp
j
e in
g
eschakelde airba
g
vóó
r
a
an passagierszijde.
21
Eerste kennismaking
Al
s
h
et ver
klikk
er
l
amp
j
e op
h
et
instrumenten
p
aneel brandt, is de
f
unctie
v
a
n h
e
t
au
t
o
m
a
ti
sc
h
a
antrekken
/
v
ri
j
zetten uit
g
eschakeld . Tr
e
k
de
parkeerrem dan handmati
g
aan
.
Controleer voordat u uitstapt o
f
h
et parkeerremlamp
j
e en het
verklikkerlamp
j
e
P
op de bedienin
g
A
p
ermanent branden
.
103
Als u een aanhanger o
f
een caravan trekt
e
n de hellin
g
scondities mo
g
eli
j
k vari
ë
ren
(
transport via de boot, vrachtauto,
s
lepen...
)
trek dan de parkeerrem met de
h
a
n
d
m
a
xim
aa
l
aa
n - tr
e
k
de
h
e
n
de
l
A
zo
A
ver mo
g
eli
j
k uit - totdat de auto stilstaat.
* Vol
g
ens uitvoerin
g
.
Veilig rijden
Elektronisch bediende
p
arkeerrem
Handmati
g
aantrekken
/
vri
j
zetten
v
an de
p
arkeerrem
Het handmati
g
aantrekken van de parkeerrem
i
s mo
g
e
lijk
d
oor aan
d
e
b
e
di
en
i
n
g
A
t
e
tre
kk
en
.
W
anneer
h
et contact aanstaat,
k
unt u
d
e
p
ar
k
eerrem
h
an
d
mat
ig
vr
ij
zetten
doo
r
h
et
r
empedaal in te trappen
e
n
de
h
e
n
de
l
A
naar
u toe te trekken en vervol
g
ens los te laten
.
Wanneer u bi
j
draaiende motor
het bestuurders
p
ortier o
p
ent en u
e
en
g
eluidssi
g
naal hoort, trek dan
handmati
g
de parkeerrem aan.
Laa
t n
ooi
t
ee
n
ki
n
d
z
o
n
de
r t
oe
z
ich
t
i
n
de
au
t
o
ac
ht
e
r w
a
nn
ee
r h
e
t
co
nt
ac
t
aanstaat;
h
et
ki
n
d
zou
d
e par
k
eerrem
dan kunnen vri
j
zetten.
A
utomatisch aantrekken
/
v
ri
j
zetten van de parkeerrem *
Laat het koppelin
g
spedaal lan
g
zaam
opkomen terwi
j
l u
g
as
g
ee
f
t
(
hand
g
eschakelde
versnellin
g
sbak
)
: de parkeerrem wordt
utomat
sc
en
e
e
e
vr
ezet terw
u
gasgee
f
t.
Wanneer de auto stilstaat en de motor is a
fg
ezet,
w
ordt de parkeerrem automatisch aan
g
etrokken.
Starten bi
j
temperaturen boven
nul
- Houd het rempedaal in
g
etrapt.
- Dr
u
k
de
START/STO
P
-knop kort in
(
on
g
eveer 1 seconde
)
.
Starten bi
j
temperaturen onder
nul
Wacht tot het voor
g
loeilamp
j
e is
g
edoofd:
- Dr
u
k
zonder
r
het rem
p
edaal in te tra
pp
en
kort op de START/STOP-knop.
- Wacht tot het voor
g
loeilamp
j
e is
g
edoo
f
d.
-
D
ru
k
, terw
ijl
u
h
et rempe
d
aa
l
i
n
g
etrapt
h
ou
dt
, kort o
p
de
S
TART
/S
T
O
P-kno
p
.
Rijden
Starten - afzetten van
de moter
A
lvorens u de auto start
- Zet de schakelhendel in de vri
j
stand of in
de
s
t
a
n
d
N
bi
j
de EGS-versnellin
g
sbak o
f
au
t
o
m
aa
t.
-
S
teek de elektronische sleutel in de lezer
o
f
le
g
deze in de auto
K
e
yl
ess entr
y
an
d
star
t
.
10
0
23
Eerste kennismaking
Rijden
Snelheidsbe
g
renzer "LIMIT"
1.
S
electeren van de snelheidsbegrenzer.
2.
V
er
l
a
g
en van
d
e
i
n
g
este
ld
e sne
lh
e
id
.
3.
V
er
h
o
g
en van
d
e
i
n
g
este
ld
e sne
lh
e
id
.
4.
O
nderbreken
/
hervatten van de
s
nelheidsbe
g
renzin
g
(
pause
)
.
5
.
Weer
g
ave van de li
j
st met op
g
esla
g
en
s
nelheden
(
via het menu van de autoradio
)
.
Het instellen van de snelheid is alleen mo
g
eli
j
k
bi
j
draaiende motor.
12
9
1
3
1
Snelheidsre
g
elaa
r
"
CRUISE"
1
.
S
electeren van de snelheidsregelaar.
2
.
Instellen van een snelheid
/
Verlagen van de
ingestelde snelheid.
3.
Instellen van een snelheid
/
Verhogen van
de ingestelde snelheid.
4
.
O
nderbreken
/
hervatten van de
s
nelheidsregeling
(
pause
)
.
5
.
Weergave van de lijst met
geprogrammeerde snelheden
(
via het menu
van de autoradio
)
H
e
t in
s
t
e
ll
e
n v
a
n
ee
n
s
n
e
lh
e
i
d
e
n h
e
t
ac
tiv
e
r
e
n
van de snelheidsregelaar is alleen mogelijk
bij een rijsnelheid hoger dan 40 km
/
h, vana
f
de
4
e
versnelling bij een handgeschakelde
versnellingsbak
(2
e
bij een E
GS
-versnellingsbak
o
f
een automatische transmissie
)
.
Weer
g
ave op het instrumentenpaneel
A
ls de snelheidsre
g
elaar of -be
g
renzer is
in
g
eschakeld, verschi
j
nen de instellin
g
en van
het s
y
steem op het instrumentenpaneel.
Schakelindicato
r
11
3
Dit s
y
steem kan u, a
f
hankeli
j
k van de
o
mstan
digh
e
d
en, voorste
ll
en
i
n een
h
o
g
ere
versne
lli
n
g
te sc
h
a
k
e
l
en.
Onder het rijden
Sto
p
& Start
Over
g
an
g
naar de STOP-stand
v
an de motor
122
Het verklikkerlampje
"
ECO"
op
het instrumentenpaneel
g
aat
b
r
a
n
de
n
e
n
de
m
o
t
o
r k
o
mt in
de
standb
y
-stand. Trap bi
j
auto's met
ee
n
E
GS-versnellin
g
sbak bi
j
een snelheid
la
g
er dan 8 km/h het rempedaal in of zet de
selec
t
iehe
n
del
i
n
de
s
t
a
n
d
N
.
O
nder bepaalde omstandi
g
heden is de
S
T
O
P-
s
tan
d
n
i
et
b
esc
hikb
aar;
h
et ver
klikk
er
l
amp
j
e
"
ECO"
k
n
i
ppert en
k
e
l
e secon
d
en en
g
aat
d
an u
i
t.
Over
g
an
g
naar de START-stand
v
an de motor
Uit-
/
inschakelen
1
2
3
12
3
Het s
y
steem wordt automatisch
o
pnieuw in
g
eschakeld zodra u opnieuw
s
tart met de START/STOP-knop.
Z
et ti
j
dens het tanken en als u
handelin
g
en onder de motorkap wilt
u
itvoeren, alti
j
d het contact af met de
S
TART/ST
O
P-knop.
Het verklikkerlampje "ECO" gaat uit
e
n de motor wordt
g
estart. Bi
j
auto's
me
t
ee
n
E
GS-versnellin
g
sbak :
- laat het rempedaal los als de
se
l
ec
ti
e
h
e
n
de
l in
de
s
t
a
n
d
A
o
f
M
staat,
-
o
f z
e
t
de
se
l
ec
ti
e
h
e
n
de
l in
de
s
t
a
n
d
A
o
f
M
a
l
s
de
z
e
in
de
s
t
a
n
d
N
s
t
aa
t
e
n h
e
t
rempe
d
aa
l
n
i
et
i
n
g
etrapt
i
s,
- o
f
schakel de achteruitversnellin
g
in.
O
nder bepaalde omstandi
g
heden wordt de
S
TART-stand automatisch geactiveerd; het
verklikkerlamp
j
e
"
ECO" kni
pp
ert enkele
seconden en
g
aat dan uit.
U kunt deze functie op elk willekeuri
g
moment uitschakelen
doo
r
de
sc
h
a
k
e
l
aa
r
"
ECO OFF" in te drukken; het
verklikkerlamp
j
e in de schakelaar
g
aat branden.
2
5
Eerste kennismaking
Eco-rijden
Door in de da
g
eli
j
kse prakti
j
k een aantal aanwi
j
zin
g
en op te vol
g
en kunt u het brandsto
f
verbruik en de
CO
2
-
ui
t
s
t
oo
t v
a
n
u
w
au
t
o
v
e
rm
i
n
de
r
e
n.
Maak optimaal
g
ebruik van
d
e versnellin
g
sbak
Als
u
w
au
t
o
is
v
oo
rz
ie
n v
a
n
ee
n
h
an
dg
esc
h
a
k
e
ld
e versne
lli
n
g
s
b
a
k
, r
ijd
d
an rust
ig
we
g
, sc
h
a
k
e
l
zo sne
l
mo
g
e
lijk
d
e twee
d
e versne
lli
n
g
i
n en sc
h
a
k
e
l
bij
voorkeur relatie
f
snel over naar een ho
g
ere
versne
lli
n
g
.
V
o
lg
d
e aanw
ij
z
i
n
g
en van
d
e
s
chakelindicator
(
indien aanwezi
g)
die op het
i
nstrumentenpanee
l
wor
d
en weer
g
e
g
even.
A
l
s
u
w
au
t
o
i
s
v
oo
rzi
e
n v
a
n
ee
n
au
t
o
m
a
ti
sc
h
e
versnellin
g
sbak of een EGS-versnellin
g
sbak,
l
aa
t
de
se
l
ec
ti
e
h
e
n
de
l
da
n in
de
s
t
a
n
d
Driv
e
"
D"
o
f A
u
t
o
"
A"
(
afhankeli
j
k van het
t
y
pe versnellin
g
sbak
)
staan en trap het
g
aspedaal niet bruusk of diep in.
Kies voor een soe
p
ele
r
i
j
sti
j
l
Houd a
f
stand van de auto's voor u, rem bi
j
voorkeur a
f
op de motor in plaats van het
rempe
d
aa
l
te
g
e
b
ru
ik
en en trap
h
et
g
aspe
d
aa
l
g
eleideli
j
k in. Als u deze aanwi
j
zin
g
en nalee
f
t,
nee
mt h
e
t
b
r
a
n
ds
t
of
v
e
r
b
r
u
ik
e
n
de
CO
2
-
uitstoot a
f
en wordt de
g
eluidsoverlast doo
r
h
et ver
k
eer
b
eper
k
t.
Als het verkeer
g
oed doorstroomt,
g
ebruik dan
vanaf een snelheid van on
g
eveer 40 km/h
de snelheidsre
g
elaar
(
indien aanwezi
g)
.
Gebruik op slimme wi
j
ze de elektrische voorzienin
g
en
Al
s
bij
h
et
i
nstappen
blijk
t
d
at
d
e temperatuur
i
n de auto hoo
g
is op
g
elopen, open dan alle
rui
t
e
n
e
n
de
v
e
nt
ila
t
ie
r
oos
t
e
r
s
al
v
o
r
e
n
s
de
a
irconditionin
g
in te schakelen.
Sluit vanaf een snelheid van 50 km/h de ruiten
,
maar laat de ventilatieroosters geopend.
Gebruik de voorzienin
g
en in het interieur
di
e
d
e temperatuurst
ijgi
n
g
k
unnen
b
eper
k
en
(
blinderin
g
spaneel van het panoramadak,
z
onneschermen, enz.
)
.
Schakel de airconditionin
g
uit zodra de
g
ewenste temperatuur is bereikt
(
behalve bi
j
a
uto's met een automatische airconditionin
g)
.
Schakel de achterruitverwarmin
g
en de
ontwaseming uit zodra deze niet meer
n
odi
g
zi
j
n als deze niet automatisch worden
a
an
g
estuur
d
.
Schakel de stoelverwarmin
g
zo snel mo
g
eli
j
k
ui
t.
S
chakel de verlichtin
g
en de mistlampen uit als
he
t z
ich
t v
oldoe
n
de
is
.
L
aa
t
de
m
o
t
o
r v
oo
r
a
l '
s
wint
e
r
s
n
a
h
e
t
s
t
a
rt
e
n
niet stationair warmdraaien, maar ri
j
d zo snel
mo
g
eli
j
k we
g
: uw auto warmt sneller op als
u ri
j
dt.
Sluit als passa
g
ier zo min mo
g
eli
j
k
multimedia-apparatuur
(
DVD-speler, MP3-
s
peler, spelcomputer, enz.
)
op de auto aan
o
m
h
et e
l
e
k
tr
i
c
i
te
i
tsver
b
ru
ik
, en
d
us
h
et
brandsto
f
verbruik, te beperken.
K
o
pp
e
l
externe a
pp
aratuur
l
os a
l
s u
d
e auto
v
e
rl
aa
t.
Be
p
erk de oorzaken van een
ho
g
er brandstofverbruik
V
er
d
ee
l
h
et
g
ew
i
c
h
t evenw
i
c
h
t
ig
over
d
e
a
uto:
pl
aats
d
e zwaarste voorwer
p
en
i
n
de ba
g
a
g
eruimte, zo dicht mo
g
eli
j
k bi
j
de
ac
ht
e
r
ba
nk.
Beperk de beladin
g
en de luchtweerstand
(
dakdra
g
ers, imperiaal, fietsendra
g
er,
a
anhan
g
er, enz.
)
van uw auto. Gebruik lieve
r
ee
n
da
kk
o
ff
e
r.
V
erw
ijd
er na
g
e
b
ru
ik
d
e
d
a
kd
ra
g
ers en
h
et
i
mper
i
aa
l
.
Vervang na de winter zo snel mogelijk de
wint
e
r
ba
n
de
n
doo
r z
o
m
e
r
ba
n
de
n.
Houd u aan de
o
nderhoudsvoorschriften
Controleer re
g
elmati
g
de bandenspannin
g
(
bi
j
koude banden
)
, houd u daarbi
j
aan de
b
an
d
enspann
i
n
g
di
e staat verme
ld
op
d
e st
i
c
k
er
op
d
e port
i
ersponn
i
n
g
aan
b
estuur
d
ersz
ijd
e.
C
ontroleer de bandenspannin
g
met name:
- voor een
l
an
g
e r
i
t,
- bij de wisseling van de seizoenen,
- als de auto
g
edurende lan
g
ere ti
j
d niet is
g
ebruikt.
Ver
g
eet niet de bandenspannin
g
van het
r
eservewiel en van de wielen van de aanhan
g
er
o
f
de
ca
r
a
v
a
n t
e
co
ntr
o
l
e
r
e
n.
Laat uw auto regelmatig onderhouden
(
olie
verversen, olie
f
ilter en lucht
f
ilter vervan
g
en,
e
nz.
)
en houd u daarbi
j
aan het door de
fabrikant voor
g
eschreven interval.
Laat bi
j
het tanken het vulpistool niet meer
dan drie keer afslaan; zo voorkomt u dat
b
r
a
n
ds
t
o
f
u
it
de
t
a
nk
s
tr
oo
mt.
U zult bij een nieuwe auto merken dat pas na
3
000 km het
g
emiddelde brandsto
f
verbruik
zi
c
h
s
t
ab
ili
see
rt.
27
Eerste kennismaking
001
Controle van de werking
Instrumentenpaneel benzine-diesel
1.
Toerenteller
(
x 1000 t
/
min o
f
rpm
)
,
schaalverdelin
g
a
f
hankeli
j
k van de
m
otoruitvoerin
g
(
benzine of diesel
)
.
2.
Br
a
n
ds
t
o
fniv
eau
m
e
t
e
r.
3.
Koelvloeistoftemperatuurmeter.
4.
Snelheidsmeter
(
km/h of mph
)
.
5.
A
anw
ij
z
i
n
g
en van
d
e sne
lh
e
id
sre
g
e
l
aar
o
f
de snelheidsbe
g
renzer.
A
.
Dimmer dashboardverlichting en
verlichtin
g
bedienin
g
selementen.
B
.
- Herhaaldeli
j
k kort
indrukken: bandenspannin
g
scontrole,
opnieuw weer
g
even
onderhoudsinformatie, lo
g
boek
waarsc
h
uw
i
n
g
sme
ldi
n
g
en.
-
L
an
g
i
n
d
ru
kk
en: resetten
van de
g
eselecteerde
f
unctie
(
onderhoudsindicator o
f
dagteller
)
.
6
.
O
pschakelindicator
(
handgeschakelde
versnellin
g
sbak
)
o
f
weer
g
ave positie
s
electiehendel
(
EGS-versnellin
g
sbak o
f
automatische transmissie
)
.
7
.
Displa
y
van het instrumentenpaneel:
da
g
teller, waarschuwin
g
smeldin
g
en,
meldin
g
en over de status van
f
uncties
bi
v.: oliedruk, accu,
eopend portier, ...
,
b
oor
d
computer, mu
l
t
i
me
di
a, nav
ig
at
i
e.
8.
Digitale snelheidsmeter
(
km
/
h o
f
mph
)
.
M
eters en
di
sp
l
a
y
s
B
e
di
en
i
n
g
stoetsen
Controle tijdens het rijden
V
erklikkerlamp
j
es
Z
o
d
ra
d
e motor wor
d
t
g
estart, moeten
d
eze
l
amp
j
es weer u
i
t
g
aan.
Als het lamp
j
e bli
jf
t branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke
f
unctie het betre
f
t.
Bijb
e
h
oren
d
e waarsc
h
uw
i
n
g
en
Sommi
e verklikkerlamp
es kunnen
aan
b
ran
d
en
i
n com
bi
nat
i
e met een
g
e
l
u
id
ss
ig
naa
l
en een meldin
g
op het displa
y
van het
i
nstrumentenpaneel.
Verklikkerlampjes kunnen constant branden o
f
k
nipperen. Sommi
g
e verklikkerlamp
j
es kunnen
o
p
twee manieren o
p
lichten:
p
ermanent o
f
k
nipperend.
S
ommi
g
e verklikkerlamp
j
e kunnen op
twee manieren oplichten: permanent o
f
k
nipperend.
Aan de manier van oplichten in
c
ombinatie met de werkin
g
sfase van de
auto valt a
f
te lezen o
f
er sprake is van
e
en normale situatie o
f
een storin
g
.
R
aa
d
p
l
ee
g
d
e on
d
erstaan
d
e ta
b
e
ll
en
v
oo
r m
ee
r in
fo
rm
a
ti
e
.
D
e ver
klikk
er
l
amp
j
es
g
even
d
e
b
estuur
d
er
in
f
ormatie over de werkin
g
van een
sy
steem
(
in
g
eschakeld o
f
uit
g
eschakeld
)
o
f
waarschuwen de bestuurder in het geval van
e
en storin
g
(
waarschuwin
g
slamp
j
e
)
.
Bij
h
et aanzetten van
h
et contact
Al
s
h
et contact wor
d
t aan
g
ezet,
g
aan
bepaalde waarschuwingslampjes op het
instrumentenpaneel en
/
o
f
op het displa
y
van
et instrumentenpaneel enkele seconden
b
r
a
n
de
n.
V
erklikkerlamp
j
es in
g
eschakelde functies
De vol
g
ende verklikkerlamp
j
es op het instrumentenpaneel en/of op het displa
y
van het instrumentenpaneel
g
even aan dat de desbetreffende functie is in
g
eschakeld.
Controlelamp
je
S
tatu
s
O
orzaa
k
A
cties / Opmerkin
g
en
R
ichtin
g
aanwi
j
zer
l
inks
kni
pp
ert, met
g
eluidssi
g
naal.
Als u de lichtschakelaar omlaa
g
bewee
g
t.
Ri
c
h
t
i
n
g
aanw
ij
zer
r
ec
h
ts
k
n
i
ppert, met
g
e
l
u
id
ss
ig
naa
l
.
Al
s u
d
e
li
c
h
tsc
h
a
k
e
l
aar om
h
oo
g
b
ewee
g
t.
P
ar
k
eer
li
c
h
ten permanent.
De
lich
t
schakelaa
r
s
t
aa
t
i
n
de
s
t
a
n
d
"Pa
r
kee
r
lich
t
e
n
"
.
D
imlich
t
permanent. D
e
li
c
ht
sc
h
a
k
e
l
aa
r
s
t
aa
t in
de
s
t
a
n
d
"Di
m
lich
t
"
.
G
rootlich
t
p
ermanent. Al
s
u
de
li
c
ht
sc
h
a
k
e
l
aa
r n
aa
r
u
t
oe
tr
e
kt.
Trek aan de lichtschakelaar om teru
g
te schakelen
naa
r
d
imli
c
ht.
M
istlam
p
en vóór permanent. De mistlampen v
óó
r zi
j
n
in
g
eschakeld.
Draai de rin
g
twee standen naar achteren om de
m
istlampen vóór uit te schakelen.
Raadplee
g
voor meer in
f
ormatie over de lichtschakelaar de desbetre
ff
ende rubriek.
A
utomat
i
sc
h
e
sc
h
a
k
e
li
n
g
grootlicht
/
dimlich
t
permanent.
U
heb
t
de
lich
t
schakelaa
r n
aa
r
u
t
oe
g
etrokken en de toets
(
links van het
s
tuurwiel
)
is ingedrukt.
Het controlelamp
j
e van de toets
b
r
a
n
d
t.
De camera op de binnenspie
g
el
g
ee
f
t al o
f
niet
toestemm
i
n
g
voor
h
et oversc
h
a
k
e
l
en van
h
et
g
root
li
c
h
t
n
aar het dimlicht, afhankeli
j
k van de buitenverlichtin
g
e
n
de
v
e
rk
ee
r
ss
it
ua
ti
e
.
Tr
e
k
de
li
c
ht
sc
h
a
k
e
l
aa
r n
aa
r
u
t
oe
o
m h
e
t
d
imli
c
ht
w
ee
r in t
e
sc
h
a
k
e
l
e
n.
3
3
Controle tijdens het rijden
Mistachterlichten permanen
t
. De mistachterlichten zi
j
n
in
g
eschakeld.
Draai de rin
g
naar achteren om de mistachterlichten
u
it t
e
sc
h
a
k
e
l
e
n.
C
ontrolelamp
je
Status Oorzaak Acties / Opmerkin
g
en
V
oor
gl
oe
i
en
dieselmoto
r
p
ermanent.
D
e start
k
no
p
"S
TART/
S
TOP"
is
ingedrukt
(C
ontact
)
.
W
ac
h
t met starten tot
h
et contro
l
e
l
amp
j
e u
i
t
g
aat.
W
anneer
h
et
l
amp
j
e u
i
t
g
aat, wor
d
t
d
e motor
onm
idd
e
llijk
g
estart, op voorwaar
d
e
d
at
h
et
rempedaal in
g
etrapt bli
j
ft bi
j
auto's met automatische
versnellin
g
sbak of EGS-versnellin
g
sbak, of het
koppelin
g
spedaal bi
j
een hand
g
eschakelde
versnellin
g
sbak.
De wachtti
j
d is a
f
hankeli
j
k van de
weersomstandigheden
(
in extreme gevallen
3
0 seconden
)
.
A
ls de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact a
f
.
Z
et
h
et contact vervo
lg
ens weer aan en wac
h
t opn
i
euw
tot het lamp
j
e uit
g
aat voordat u de motor start.
E
lektrisch
b
ediende
handrem
permanent. D
e
e
l
e
ktri
sc
h
bed
i
e
n
de
h
a
n
d
r
e
m i
s
aan
g
etrokken.
Zet de elektrisch bediende handrem vri
j
zodat het
c
ontrolelamp
j
e uit
g
aat: trap het rempedaal in en trek
aa
n
de
h
e
n
de
l v
a
n
de
e
l
e
ktri
sc
h
bed
i
e
n
de
h
a
n
d
r
e
m.
Houd u aan de veili
g
heidsvoorschri
f
ten.
Raadplee
g
de desbetre
ff
ende rubriek voor meer
in
fo
rm
a
ti
e
o
v
e
r
de
e
l
e
ktri
sc
h
bed
i
e
n
de
h
a
n
d
r
e
m.
U
itschakelin
g
v
an de
a
utomat
i
sc
h
e
wer
ki
n
g
van
d
e e
l
e
k
tr
i
sc
h
e
p
arkeerrem
permanen
t
.D
e
f
u
n
c
ti
es
"
au
t
o
m
a
ti
sc
h
aa
ntr
e
kk
e
n"
(
bi
j
het afzetten van de motor
)
e
n
"
automat
i
sc
h
vr
ij
zetten
"
z
ij
n
uit
g
eschakeld o
f
werken niet.
A
ctiveer de functie
(
vol
g
ens land van bestemmin
g)
via het configuratiemenu van de auto of raadpleeg het
C
ITRO
Ë
N-netwerk of een
g
ekwalificeerde werkplaats
gg
als de
p
arkeerrem niet meer automatisch wordt
aangetrokken o
f
vrijgezet.
D
e
p
ar
k
eerrem
k
an met
b
e
h
u
lp
van
d
e
p
roce
d
ure voor
d
e noo
d
ont
g
ren
d
e
li
n
g
h
an
d
mat
ig
wor
d
en vr
ijg
ezet.
Raadplee
g
voor meer in
f
ormatie over de elektrische
p
arkeerrem de desbetreffende rubriek.
Controlelamp
je
Statu
s
O
orzaa
k
A
cties / Opmerkin
g
en
A
utomatische
r
uitenwissers
permanen
t
.D
e
r
u
it
e
nwi
sse
r
sc
h
a
k
e
l
aa
r i
s
n
aa
r
beneden bewo
g
en.
D
e
au
t
o
m
a
ti
sc
h
e
s
t
a
n
d
v
a
n
de
r
u
it
e
nwi
sse
r
s
v
óó
r i
s
g
eactiveerd.
B
ewee
g
om
d
e automat
i
sc
h
e stan
d
van
d
e
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaa
g
o
f
zet
de
he
n
del
i
n
ee
n
a
n
de
r
e
s
t
a
n
d
.
Ai
r
b
a
g
aan
p
assa
gi
ersz
ijde
permanent op
h
et
di
sp
l
a
y
van
d
e
ver
klikk
er
l
amp
j
es voor
de veiligheidsgordels
e
n de airba
g
v
óó
r aan
p
assa
g
ierszi
j
de.
D
e sc
h
a
k
e
l
aar
i
n
h
et
d
as
hb
oar
dk
ast
j
e
s
t
aa
t
i
n
de
s
t
a
n
d
"
ON
".
De passa
g
iersairba
g
vóór is
g
eact
i
veer
d
.
Pl
aats
i
n
di
t
g
eva
l
g
een
ki
n
d
erz
i
t
j
e
m
et
d
e ru
g
i
n
d
e r
ij
r
i
c
h
t
i
n
g
op
d
e stoe
l
van
d
e voorpassa
gi
er.
Ze
t
de
schakelaa
r
i
n
de
s
t
a
n
d
"
OFF"
o
m
de
p
assa
g
iersairba
g
vóór uit te schakelen.
I
n
di
t
g
eva
l
k
unt u een
ki
n
d
erz
i
t
j
e met
d
e ru
g
i
n
d
e
rijrichting plaatsen.
Sto
p
& Star
t
permanent. Het
S
top
&
S
tart-s
y
steem hee
f
t
de motor in de ST
O
P-stand
g
ezet
(
verkeerslicht, stopbord, opstoppin
g
,
e
nz.
)
.
Het lamp
j
e
g
aat uit en de motor wordt automatisch
g
estart als u wilt we
g
ri
j
den.
knippert enkele
s
econ
d
en en
g
aat
da
n
ui
t.
De
S
T
O
P-stand is nu niet
beschikbaa
r.
of
De
m
o
t
o
r w
o
r
d
t
au
t
o
m
a
t
isch
i
n
de
S
TART-stand
g
ezet.
Raadplee
g
voor meer informatie over de
bi
j
zonderheden van de STOP- en START-stand de
rubriek "
S
top
&
S
tart".
35
Controle tijdens het rijden
V
erklikkerlamp
j
es uit
g
eschakelde functies
De vol
g
ende verklikkerlamp
j
es
g
even aan dat de desbetreffende functie handmati
g
is uit
g
eschakeld.
S
oms klinkt er ook een
g
eluidssi
g
naal en verschi
j
nt er een meldin
g
op het displa
y
van het instrumentenpaneel.
C
ontrolelamp
je
Status Oorzaak Acties / Opmerkin
g
en
P
assa
gi
ersa
i
r
b
a
g
p
ermanent, o
p
h
et
di
sp
l
a
y
van
d
e
ver
klikk
er
l
amp
j
es voor
d
e ve
iligh
e
id
s
g
or
d
e
l
s
e
n de airba
g
vóór aan
p
assa
gi
ersz
ijd
e.
D
e sc
h
a
k
e
l
aar
i
n
h
et
d
as
hb
oar
dk
ast
j
e
s
t
aa
t in
de
s
t
a
n
d
"OFF".
De airba
g
v
óó
r aan passa
g
ierszi
j
de is
uit
g
eschakeld.
Ze
t
de
schakelaa
r
i
n
de
s
t
a
n
d
"
ON" om de airba
g
vóó
r
aan passagierszijde in te schakelen.
Bevesti
g
in dit
g
eval op deze zitplaats
g
een kinderzit
j
e
m
et de ru
g
in de ri
j
richtin
g
.
Elektronisch
s
ta
bili
te
i
tspro
g
ramm
a
(
CDS/ASR
R
)
p
ermanent. De toets linksonder o
p
het dashboard
wordt in
g
edrukt. Het bi
j
behorende
verklikkerlamp
j
e
g
aat branden.
De functie
C
D
S/
A
S
R wordt
uit
g
eschakeld.
CDS: d
y
namische stabiliteitscontrole.
AS
R: antislipre
g
elin
g
.
Druk o
p
de toets om de
f
unctie
C
D
S/
A
S
R in te
s
chakelen. Het verklikkerlamp
j
e doo
f
t.
De functie CDS/ASR wordt automatisch in
g
eschakeld
als de motor wordt
g
estart.
Na uitschakelen van het s
y
steem, wordt het
automat
i
sc
h
opn
i
euw
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
bij
sne
lh
e
d
en
h
o
g
er dan on
g
eveer 50 km
/
h.
A
ls bij draaiende motor o
f
tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetre
ff
ende systeem
e
n m
oe
t
de
bes
t
uu
r
de
r
ac
ti
e
o
n
de
rn
e
m
e
n.
Lees in het
g
eval van een storin
g
waarbi
j
een waarschuwin
g
slamp
j
e
g
aat branden de aanvullende in
f
ormatie, die via een meldin
g
op het displa
y
van het
i
nstrumentenpanee
l
wor
d
t weer
g
e
g
even.
Raadplee
g
indien nodi
g
het CITROËN-netwerk of een
g
ekwalificeerde werkplaats.
Controlelamp
je
Statu
s
O
orzaa
k
A
cties / Opmerkin
g
en
STO
P
permanent, in combinatie
m
e
t
ee
n
a
n
der
waarschuwin
g
slamp
j
e,
e
en geluidssignaal en
e
en me
ldi
n
g
op
h
et
di
sp
l
a
y
.
Dit waarschuwin
g
slamp
j
e brandt bi
j
een
l
ekke band, een storin
g
met betrekkin
g
tot
het rems
y
steem o
f
de stuurbekrachti
g
in
g
,
een te lage motoroliedruk, een te hoge
k
oelvloeisto
f
temperatuur o
f
een ernsti
g
e
e
l
e
k
tr
i
sc
h
e stor
i
n
g
.
Zet de auto zo snel mo
g
eli
j
k stil op een veili
g
e plaats,
omdat u anders het risico loopt op ernsti
g
e motorschade.
Zet het contact af en raadplee
g
het CITROËN-netwerk
o
f
een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
S
ervic
e
brandt ti
j
deli
j
k. Er is een kleine storin
g
op
g
etreden
waarbi
j
g
een specifiek controlelamp
j
e
g
aat branden.
Identi
f
iceer de storin
g
met behulp van de meldin
g
op het
displa
y
, bi
j
voorbeeld:
- het sluiten van de portieren, achterklep o
f
motorkap,
- het motorolieniveau,
- het niveau van de ruitensproeiervloeistof,
- de batteri
j
van de a
f
standsbedienin
g
,
- de bandenspannin
g
,
- vervuilin
g
van het roetfilter
(
diesel
)
,
- ...
Raadplee
g
in andere
g
evallen het CITROËN-netwerk o
f
e
en
g
ekwalificeerde werkplaats.
p
ermanent.
E
r
i
s een ernst
ig
e stor
i
n
g
op
g
etre
d
en
waarbi
j
g
een speci
f
iek controlelamp
j
e
g
aat
b
ran
d
en.
Identificeer de storing met behulp van de melding op
h
et displa
y
en raadplee
g
het CITRO
Ë
N-netwerk o
f
gg
e
en
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
FAP: roetfilter
dieselauto
permanent, eni
g
e ti
j
d
in
co
m
b
in
a
ti
e
m
e
t
de meldin
g
"Kans op
verstoppin
g
roet
f
ilter".
Geeft aan dat het roetfilter verstopt
be
g
int te raken.
Re
g
enereer het roetfilter, als de
verkeersomstandi
g
heden het toelaten, door met
e
en snelheid van minimaal 60 km/h te ri
j
den tot het
verklikkerlamp
j
e
S
ervice doo
f
t.
p
ermanent.
Geef
t
aa
n
da
t h
e
t minim
u
mniv
eau
v
a
n h
e
t
add
iti
ef
r
ese
rv
o
ir i
s
be
r
e
ikt.
L
aat
h
et reservo
i
r zo sne
l
mo
g
e
lijk
bij
vu
ll
en
d
oor
h
et
CITRO
Ë
N-netwerk of een
g
ekwalificeerde werkplaats.
37
Controle tijdens het rijden
C
ontrolelamp
je
S
tatus Oorzaak Acties / Opmerkin
g
en
El
e
k
tr
i
sc
h
e
p
ar
k
eerrem
k
n
i
ppert.
He
t
aa
ntr
ekke
n v
a
n
de
elek
tr
ische
p
ar
k
eerrem
i
s on
d
er
b
ro
k
en.
Het aantrekken
/
vrijzetten werkt niet.
Z
et
d
e auto zo sne
l
mo
g
e
lijk
st
il
op een ve
ilig
e p
l
aats.
P
ar
k
eer
d
e auto o
p
een v
l
a
kk
e,
h
or
i
zona
l
e
ondergrond, zet het contact a
f
en raadpleeg het
C
ITROËN-netwerk of een
g
ekwalificeerde werkplaats.
Storin
g
e
lektrische
p
arkeerrem
p
ermanent.
S
torin
g
in de elektrische parkeerrem. Raadplee
g
zo snel mo
g
eli
j
k het CITROËN-netwerk o
f
e
en
g
ekwalificeerde werkplaats.
De rem kan handmati
g
worden vri
jg
ezet.
Raadplee
g
voor meer informatie over de elektrische
p
arkeerrem de desbetreffende rubriek.
Rems
y
stee
m
p
ermanent. Het remvloeisto
f
niveau is te laa
g
. Zet de auto zo snel mo
g
eli
j
k stil op een veili
g
e plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een
a
rtik
e
ln
u
mm
e
r v
a
n
C
ITR
N.
j
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het
C
ITR
N-netwerk of door
jy
e
en
g
ekwalificeerde werkplaats.
+ permanent, in
co
m
b
in
a
ti
e
m
e
t h
e
t
waarschuwin
g
slamp
j
e
A
B
S
.
Er is een storin
g
in de elektronische
remdrukre
g
elaar
(
REF
)
.
Zet de auto zo snel mo
g
eli
j
k stil op een veili
g
e plaats.
Laat het s
y
steem controleren door het
C
ITROËN-netwerk of door een
g
ekwalificeerde
wer
k
p
l
aats.
U
itschakelin
g
v
an
d
e
a
utomat
i
sc
h
e
wer
ki
n
g
van
de elektrische
p
arkeerrem
permanent. D
e
f
u
n
c
ti
es
"
au
t
o
m
a
ti
sc
h
aa
ntr
e
kk
e
n"
(
bi
j
het a
f
zetten van de motor
)
e
n
"
automat
i
sc
h
vr
ij
zetten
"
z
ij
n
uit
g
eschakeld o
f
werken niet.
A
ctiveer de functie
(
vol
g
ens land van bestemmin
g)
via het confi
g
uratiemenu van de auto of raadplee
g
het
C
ITROËN-netwerk of een
g
ekwalificeerde werkplaats
als de parkeerrem niet meer automatisch wordt
aan
g
etrokken of vri
jg
ezet.
De parkeerrem kan met behulp van de procedure voor
de noodont
g
rendelin
g
handmati
g
worden vri
jg
ezet.
Raadplee
g
voor meer informatie over de elektrische
p
arkeerrem de desbetreffende rubriek.
Controlelamp
je
Statu
s
O
orzaa
k
A
cties / Opmerkin
g
en
Dy
namische
s
ta
bili
te
i
tscontro
le
(
CDS/ASR
)
knippert. De CDS-/ASR-re
g
elin
g
is actief. Deze functie verbetert de aandri
j
vin
g
en zor
g
t voor
ee
n
be
t
e
r
e
koe
r
ss
t
abili
t
ei
t.
permanent.
S
torin
g
in het
C
D
S
-
/
A
S
R-s
y
steem, tenzi
j
deze is uit
g
eschakeld
(
toets in
g
edrukt en
verklikkerlamp
j
e van de toets brandt
)
.
Laat het s
y
steem controleren door het CITROËN-
n
etwerk of door een
g
ekwalificeerde werkplaats.
Zelfdia
g
nose
m
otor
knippert. Er is een storin
g
in het
m
otormana
g
ements
y
steem.
Kans op beschadi
g
in
g
van de katal
y
sator.
Laat dit controleren door het
C
ITR
N-netwerk o
f
door een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
p
ermanent. Er is een storing in de
e
missiere
g
elin
g
.
Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt
g
es
t
ar
t
.
Raadplee
het CITRO
N-netwerk of een
g
ekwalificeerde werkplaats als dit niet het
g
eval is.
L
aa
g
b
randstofniveau
permanent, terw
ijl
d
e
2 laatste se
g
menten
k
n
ipp
eren.
Al
s
h
et
l
amp
j
e
g
aat
b
ran
d
en z
i
t er
nog
ongeveer 6 liter
r
brandstof
in
f
de
t
a
n
k
.
G
a zo snel mo
g
eli
j
k tanken om te voorkomen dat u
m
et een
l
e
g
e tan
k
stran
d
t.
Di
t ver
klikk
er
l
amp
j
e
g
aat e
lk
e
k
eer na
h
et aanzetten
van het contact branden zolang er niet voldoende
brandsto
f
g
etankt is.
Inhoud brandstoftank: 60 liter.
Ri
j
d nooit door tot de tank helemaal lee
g
is,
omdat anders het emissiere
g
els
y
steem en het
i
n
j
ect
i
es
y
steem
b
esc
h
a
digd
k
unnen ra
k
en.
A
ntiblokkeers
y
steem
(
ABS
)
permanent. Er is een storin
g
in het
a
ntiblokkeers
y
steem.
De normale remwerkin
g
bli
j
ft behouden.
Ri
j
d voorzichti
g
met la
g
e snelheid en raadplee
g
zo snel mo
g
eli
j
k het CITROËN-netwerk of een
g
ekwalificeerde werkplaats.
3
9
Controle tijdens het rijden
C
ontrolelamp
je
Status Oorzaak Acties / Opmerkin
g
en
Ai
r
b
a
g
s t
ijd
e
lijk
.
H
et
l
amp
j
e
b
ran
d
t
g
e
d
uren
d
e en
k
e
l
e
seco
n
de
n
e
n
doof
t
a
l
s
h
e
t
co
nt
ac
t
wor
d
t aan
g
ezet.
H
et
l
amp
j
e moet
d
oven zo
d
ra
d
e motor wor
d
t
g
estart.
Raadplee
het CITRO
N-netwerk of een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats als dit niet het
g
eval is.
p
ermanent. Er is een storin
g
in een van de
airba
g
s of de p
y
rotechnische
g
ordelspanners.
Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk o
f
e
en
g
ekwalificeerde werkplaats.
Bochtverlichtin
g
knippert. Er is een storin
g
in de
bochtverlichtin
g
.
Laat dit controleren door het
C
ITR
O
ËN-netwerk o
f
e
en
g
ekwalificeerde werkplaats.
Auto
g
ordel
(
s
)
niet vast
g
emaakt
of weer
l
os
g
emaak
t
permanent
o
f knippert in
co
m
b
in
a
ti
e
m
e
t
ee
n
g
eluidssi
g
naal.
Een van de auto
g
ordels is niet
vast
g
emaakt of weer los
g
emaakt.
Trek aan de
g
ordel en klik de
g
esp vast in de
g
esphouder.
K
oelvloeistoftem
p
eratuurmete
r
Bij draaiende motor:
- in z
o
n
e
A
, de tem
p
eratuur is in orde,
- in z
o
n
e
B
, de temperatuur is te hoo
g
. Het
waarschuwin
g
slamp
j
e STO
P
g
aat branden,
i
n combinatie met een
g
eluidssi
g
naal
en een meldin
g
op het displa
y
van het
i
nstrumentenpanee
l
.
Stop zo snel mo
g
eli
j
k op een veili
g
e plaats
.
W
ac
ht
e
nk
e
l
e
min
u
t
e
n v
oo
r
da
t
u
de
m
o
t
o
r
af
z
e
t.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
D
e tem
p
eratuur en
d
e
d
ru
k
i
n
h
et
k
oe
l
c
i
rcu
i
t
b
eginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
O
m koelvloeisto
f
bi
j
te vullen:
)
wacht tot de motor is af
g
ekoeld,
)
draai de dop twee omwentelin
g
en los om
de druk te laten dalen,
)
verwi
j
der vervol
g
ens de dop,
)
vu
l
bij
tot aan
h
et mer
k
te
k
en
"MAXI"
.
Wees voorzichtig bij het bijvullen
van de koelvloeisto
f
: kans o
p
brandwonden. Vul niet bi
j
tot boven het
m
aximumniveau
(
aan
g
e
g
even op het
r
eservoir
)
.
Controle tijdens het rijden
Onderhoudsindicato
r
De afstand tot de eerstvol
g
ende
b
eurt is meer dan 3000 km
Al
s
h
et contact wor
d
t aan
g
ezet, versc
hij
nt er
g
een onderhoudsin
f
ormatie op het displa
y
.
De onderhoudsindicator
g
eeft aan hoeveel
kilometer u no
g
verwi
j
derd bent van de
e
erstvol
g
ende onderhoudscontrole vol
g
ens het
o
n
de
rh
oudssc
h
e
m
a
v
a
n
de
f
ab
rik
a
nt.
D
e
z
e
a
f
s
t
a
n
d
w
o
r
d
t
be
r
e
k
e
n
d
v
a
n
a
f
de
l
aa
t
s
t
e
n
ulstellin
g
van de onderhoudsindicator op basis
van twee parameters:
- het aantal af
g
ele
g
de kilometers,
- de verstreken ti
j
d sinds de laatste
o
n
de
rh
oudsco
ntr
o
l
e
.
De afstand tot de eerstvol
g
ende
b
eurt is 1000 tot 3000 km
Al
s
h
et contact wor
d
t aan
g
ezet,
g
aat
g
e
d
uren
d
e 5 secon
d
en
d
e on
d
er
h
ou
d
ss
l
eute
l
branden. De kilometerteller gee
f
t de
r
esterende kilometers tot de eerstvol
g
ende
o
n
de
rh
oudsco
ntr
o
l
e
aa
n.
V
oorbeeld
:
de afstand tot de eerstvol
g
ende
onderhoudscontrole bedraa
g
t 2800 km.
Als het contact wordt aan
g
ezet,
g
eeft het displa
y
g
e
d
uren
d
e 5 secon
d
en
h
et vo
lg
en
d
e aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact
verdwi
j
nt de sleutel; de teller
g
ee
f
t weer de
k
ilometerstand en de stand van de da
g
teller
aan
.
De afstand tot de eerstvol
g
ende
b
eurt is minder dan 1000 km
V
oor
b
ee
ld:
de a
f
stand tot de eerstvol
g
ende
onderhoudscontrole bedraa
g
t 900 km.
Als het contact wordt aan
g
ezet,
g
ee
f
t het displa
y
gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werkin
g
en
b
li
j
ft de sleutel branden om aan
t
e
g
even
da
t
e
r
b
inn
e
nk
o
rt
o
n
de
rh
ouds
w
e
rkz
aa
mh
ede
n
ui
t
g
evoer
d
moeten wor
d
en.
H
et p
i
cto
g
ram van
d
e s
l
eute
l
b
ran
d
t
i
n com
bi
nat
i
e met een me
ldi
n
g
op
h
et
di
sp
l
a
y
van
h
et
i
nstrumentenpanee
l
.
De afstand tot de eerstvolgende
b
eur
t
i
s oversc
h
re
d
en
Al
s
h
et contact wor
d
t aan
g
ezet,
g
aat
g
e
d
uren
d
e
5
seco
n
de
n
de
s
l
eute
l
k
n
ipp
eren
o
m
aa
n t
e
g
even
d
at
d
e on
d
er
h
ou
d
swer
k
zaam
h
e
d
en zo
s
poedi
g
mo
g
eli
j
k uit
g
evoerd moeten worden.
V
oorbeeld
:
u hebt de afstand tot de eerstvol
g
ende
onderhoudsbeurt met
300
km overschreden.
A
ls het contact wordt aan
g
ezet,
g
eeft het displa
y
g
edurende 5 seconden het vol
g
ende aan
:
De factor ti
j
d kan worden mee
g
ewo
g
en
bi
j
de no
g
af te le
gg
en kilometers,
a
f
hankeli
j
k van de ri
jg
ewoonten van de
bes
t
uu
r
de
r.
D
e s
l
eute
l
k
an oo
k
g
aan
b
ran
d
en a
l
s
h
et
interval van twee jaar is overschreden.
Als u na deze handelin
g
de accu wilt
l
oskoppelen, ver
g
rendel dan de auto
en wacht minimaal 5 minuten. Het op
0
zetten van de onderhoudsindicator zal
a
nders niet worden op
g
esla
g
en.
5
seco
n
de
n n
a
he
t
aa
nz
e
tt
e
n v
a
n
he
t
co
nt
ac
t
tree
d
t
d
e
kil
ometerte
ll
er weer
i
n wer
ki
n
g
en
b
lijft de sleutel branden.
O
p
0 zetten van de
o
n
d
er
h
ou
d
s
i
n
di
cator
D
e
o
n
de
rh
ouds
in
d
i
ca
t
o
r m
oe
t n
a
e
lk
e
onderhoudsbeurt op
0
g
ezet worden.
Voer dit als vol
g
t uit:
)
zet het contact af
,
)
d
ru
k
op
d
e reset
k
nop van
d
e
d
a
g
te
ll
er en
h
ou
d
d
eze
i
n
g
e
d
ru
k
t,
)
zet
h
et contact aan;
d
e
kil
ometerte
ll
er
b
e
gi
nt teru
g
te te
ll
en,
)
laat de knop los als het display
"
=0"
aan
g
ee
f
t; de sleutel verdwi
j
nt.
Opnieuw weer
g
even van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsin
f
ormatie
w
eerge
v
en
.
)
D
ru
k
op
d
e
k
nop voor nu
l
ste
lli
n
g
van
d
e
dagteller.
D
e
o
n
de
rh
ouds
in
fo
rm
a
ti
e
w
o
r
d
t
e
nk
e
l
e
s
econden weer
g
e
g
even en verdwi
j
nt
vervol
g
ens weer.
Controle tijdens het rijden
M
otorolieniveaumeter
T
e we
i
n
ig
o
li
e
Al
s
h
et motoro
li
en
i
veau te
l
aa
g
i
s, wor
d
t
een me
ldi
n
g
op
h
et
di
sp
l
a
y
van
h
et
i
nstrumentenpaneel weergegeven.
C
ontroleer het olieniveau met de
p
eilstok. Als
bli
j
kt dat het olieniveau te laa
g
is, moet olie
w
orden bi
jg
evuld om te voorkomen dat ernsti
g
e
m
o
t
o
r
sc
h
ade
o
nt
s
t
aa
t.
Storin
g
motorolieniveaumeter
A
ls de motorolieniveaumeter de
f
ect is,
wor
d
t een me
ldi
n
g
op
h
et
di
sp
l
a
y
van
h
et
instrumentenpaneel weergegeven. Raadpleeg
het CITRO
Ë
N-netwerk of een
g
ekwalificeerde
gg g
werkplaats.
Olie
p
eilstok
Raadplee
g
de rubriek "
C
ontroles" voor de
plaats van de peilstok en het bijvullen van
motorolie voor het motort
y
pe van uw auto.
De motorolieniveaumeter
g
ee
f
t aan o
f
het
mo
t
o
r
o
li
e
niv
eau
in
o
r
de
i
s
.
Bi
j
het aanzetten van het contact wordt eerst
de onderhoudsindicator weer
g
e
g
even en
vervol
g
ens
g
edurende enkele seconden het
mo
t
o
r
o
li
e
niv
eau
.
E
e
n
co
ntr
o
l
e
v
a
n h
e
t
o
li
e
niv
eau
i
s
a
ll
ee
n
betrouwbaar als de auto o
p
een vlakke,
horizontale onder
g
rond staat en de moto
r
minstens 30 minuten niet heeft
g
edraaid.
2
merktekens o
p
de
p
eilstok:
-
A
= maxi; het olieniveau
m
a
g
nooit boven dit niveau
uitkomen,
-
B
= mini
;
als het olieniveau
nie
t
bo
v
e
n
he
t n
i
v
eau
B
u
i
t
k
omt, moet
h
et voor
de
m
o
t
o
r v
a
n
u
w
au
t
o
voorgeschreven type
m
otorolie worden bi
jg
evuld
via de vuldop.
Olieniveau correct
Als het motorolieniveau in orde is
,
wordt
een me
ldi
n
g
op
h
et
di
sp
l
a
y
van
h
et
i
nstrumentenpanee
l
weer
g
e
g
even.
U
k
unt
d
e
li
c
h
tster
k
te van
d
e
d
as
hb
oar
d
ver
li
c
h
t
i
n
g
h
an
d
mat
ig
aanpassen
aan
h
et
li
c
h
t van
d
e om
g
ev
i
n
g
.
D
immer dashboardverlichtin
g
Actief
A
ls de verlichtin
g
van de auto is in
g
eschakeld:
)
druk op de knop om de sterkte van de
d
as
hb
oar
d
ver
li
c
h
t
i
n
g
te var
ren,
)
l
aat
d
e
k
nop
l
os zo
d
ra
d
e
g
ewenste
lich
t
s
t
e
r
k
t
e
is
be
r
eik
t.
Inactief
De dashboardverlichting kan niet worden
i
n
g
este
ld
a
l
s
d
e ver
li
c
h
t
i
n
g
van
d
e auto
i
s
uit
g
eschakeld o
f
, bi
j
auto's met verlichtin
g
over
d
a
g
,
i
n
d
e
d
a
g
stan
d
staat.
De kilometerteller
g
ee
f
t de totale
kilo
m
e
t
e
r
s
t
a
n
d
v
a
n
de
au
t
o
aa
n.
D
e
kil
ometerte
ll
er en
d
a
g
te
ll
er wor
d
en
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
af
zetten van het contact, bi
j
het openen van het
bestuurdersportier en bi
j
het ver
g
rendelen en
ont
g
rendelen van de auto.
K
ilometerteller
De da
g
teller
g
ee
f
t het aantal
g
ereden
kilo
m
e
t
e
r
s
w
ee
r n
ada
t
de
bes
t
uu
r
de
r
de
t
elle
r
op 0 hee
f
t
g
ezet.
)
Druk bij aangezet contact op de knop tot de
da
g
teller op
0
staat.
Da
g
teller
Verander om aan de plaatselijke
r
e
g
e
lg
ev
i
n
g
te
k
unnen vo
ld
oen
d
e
eenheid van de a
f
stand
(
km o
f
mi
j
l
)
zoda
t
de
z
e
o
v
e
r
ee
n
ko
mt m
e
t
de
eenheid die wordt
g
ebruikt in het land
w
aa
r
u
zi
c
h
be
vin
d
t. Dit k
u
nt
u
doe
n vi
a
h
et confi
g
uratiemenu.
4
5
Controle tijdens het rijden
Met dit s
y
steem kan de verlichtin
g
van
b
epaa
ld
e
di
sp
l
a
y
s wor
d
en u
i
t
g
esc
h
a
k
e
ld
voo
r
e
en rust
ig
er
b
ee
ld
t
ijd
ens nac
h
te
lijk
e r
i
tten
(
uitsluitend in combinatie met eM
y
Wa
y
.
O
p het instrumentenpaneel blij
f
t de rijsnelheid,
de weer
g
ave van de
g
ekozen versnellin
g
van
de EGS-versnellin
g
sbak en de informatie
van de snelheidsre
g
elaar/-be
g
renzer
(
indien
in
g
eschakeld
)
verlicht; dat
g
eldt ook voor de
waarschuwin
g
"minimumbrandstofniveau",
i
n
di
en van toepass
i
n
g
.
De black-panel
f
unctie wordt uit
g
eschakeld
a
l
s er een waarsc
h
uw
i
n
g
sme
ldi
n
g
wor
d
t
doorgegeven en bij het wijzigen van
f
uncties o
f
instellin
g
en.
Black-panelfunctie
(
donker
scherm
)
met eM
y
Wa
y
Raadplee
g
voor meer in
f
ormatie het
gedeelte eMyWay van de rubriek "Audio
e
n t
e
l
e
m
a
ti
ca
".
Het analoge klokje is niet voorzien van een
instelkno
p
.
Raadplee
g
voor het op ti
j
d zetten de
p
ara
g
raaf over het confi
g
uratiemenu van het
displa
y
(
autoradio
)
.
Het klok
j
e wordt
g
es
y
nchroniseerd met de
t
ijd
op
h
et
di
sp
l
a
y
; zo
d
ra
d
e t
ijd
op
h
et
di
sp
l
a
y
g
ew
ij
z
igd
en op
g
es
l
a
g
en wor
d
t, ver
d
raa
i
en
d
e
w
ij
zers en wor
d
en ze te
lk
ens na
h
et aanzetten
van het contact gesynchroniseerd met de door
u in
g
estelde ti
j
d.
Datum en tijd instellen
Autoradio
/
Bluetooth
D
ru
k
op
MENU
.
S
electeer met de pi
j
lt
j
estoetsen "
P
ersoonli
j
ke
instellin
g
en - Confi
g
urati
e
" en bevesti
g
uw
keu
z
e
.
Selecteer met de pi
j
lt
j
estoetsen " Confi
g
uratie
displa
y
" en bevesti
g
uw keuze.
S
electeer met de pi
j
lt
j
estoetsen "
D
atum en
ti
j
d instellen " en bevesti
g
uw keuze.
S
electeer de parameter die u wilt wijzigen.
Bevestig uw keuze door op de toets
OK
t
e
K
drukken, verander dan de waarde en bevestig dit
n
ogmaals om de nieuwe instelling op te slaan.
S
tel de parameters één voor één in en bevesti
g
dit steeds door o
p
de toets " OK " t
e
d
r
u
kk
e
n.
S
electeer dan de tab
"
OK" op het displa
y
en
bevesti
g
uw keuze om het menu "
D
atum en
ti
j
d instellen " t
e
v
e
rl
a
t
e
n.
47
Controle tijdens het rijden
e
M
y
Wa
y
S
electeer "Minuten s
y
nchroniseren
v
ia GP
S
" om de instellin
g
van de
m
i
n
u
t
e
n
au
t
o
m
a
t
isch
t
e
la
t
e
n
doe
n
doo
r
h
et s
y
steem.
H
et klok
j
e op het dashboard loopt
sy
nchroon met de ti
j
d op het displa
y
.
B
i
j
het instellen van de ti
j
d via het
me
n
u
"
SETU
P
"
e
n
elke
kee
r
da
t
he
t
c
ontact wor
d
t aan
g
ezet, wor
d
t
h
et
kl
o
kj
e
a
utomat
i
sc
h
g
es
y
nc
h
ron
i
seer
d
.
Druk op SETUP v
oo
r h
e
t m
e
n
u
"
C
onfi
g
urati
e
".
Se
l
ec
t
ee
r " Confi
g
uratie displa
y
"
en
b
evest
ig
u
w
keu
z
e
.
S
electeer "
D
atum en tijd instellen "
e
n
bevesti
g
uw keuze.
S
electeer het item dat u wilt wi
j
zi
g
en.
Druk op de toets O
K
o
m
de
se
l
ec
ti
e
t
e
bevesti
g
en, verander de instellin
g
en bevesti
g
de wi
j
zi
g
in
g
no
g
maals om de nieuwe
g
e
g
evens
op te slaan.
Verander de instellin
g
en één voor één.
Selecteer vervol
g
ens "O
K
" op het scherm en
bevesti
g
de wi
j
zi
g
in
g
en om ze in het
g
eheu
g
en
op te slaan.
Boordcomputer
)
D
ru
k
zo
d
ra
h
et
g
ewenste tra
j
ect wor
d
t
a
an
g
e
g
even
d
e toets op
h
et u
i
te
i
n
d
e van
d
e ru
i
tenw
i
ssersc
h
a
k
e
l
aar
l
an
g
er
d
an
tw
ee
seco
n
de
n in.
De tra
j
ecten "1"
en
"
2" zi
j
n ona
f
hankeli
j
k en
h
ebben dezelfde ei
g
enschappen.
Tra
j
ect "1" kan bi
j
voorbeeld
g
ebruikt worden
voor een da
g
eli
j
ks verbruik en tra
j
ect
"
2" v
oo
r
e
en maandeli
j
ks verbruik.
D
ispla
y
van het instrumentenpaneel
Weer
g
ave van de informatie
)
Druk op de toets op het uiteinde van
de
ruitenwisserschakelaar
o
m
r
a
chtereenvol
g
ens de verschillende
f
uncties weer te
g
even.
- A
c
t
ue
l
e
inf
o
rm
a
ti
e
:
act
i
era
di
us,
actueel brandsto
f
verbruik,
de teller van het
S
to
p
&
S
tart-
systeem.
-
T
ra
j
ect
"1
"
:
g
em
idd
e
ld
e sne
lh
e
id
,
voor het eerste traject.
g
emiddeld brandsto
f
verbruik.
-
T
ra
j
ect
"2
"
:
g
em
idd
e
ld
e sne
lh
e
id
,
voor
h
et twee
d
e tra
j
ect.
gemiddeld brandsto
f
verbruik.
Tra
j
ect resetten
- Radio of mediadra
g
er.
- Navi
g
aties
y
steem.
49
Controle tijdens het rijden
Raadplee
g
het CITROËN-netwerk o
f
e
en
g
ekwalificeerde werkplaats als
ti
j
dens het ri
j
den de streep
j
es continu
worden weer
g
e
g
even.
De
z
e
w
aa
r
de
ka
n v
a
r
r
e
n
doo
r
ee
n
g
ewi
j
zi
g
de ri
j
sti
j
l o
f
het ri
j
den op een
helling, waardoor het momentele
brandsto
f
verbruik aanzienli
j
k kan wi
j
zi
g
en.
Boordcom
p
uter, enkele definities...
Actieradius
(
km o
f
miles
)
De actieradius
g
eeft aan
hoeveel kilometer u no
g
met
de
r
es
t
e
r
e
n
de
h
oe
v
ee
lh
e
i
d
brandstof kunt ri
j
den, berekend
o
p
b
as
i
s van
h
et
g
em
idd
e
ld
e
v
e
r
b
r
uik
o
v
e
r
de
laa
t
s
t
e
a
fg
ele
g
de kilometers.
A
ls de actieradius minder dan 30 km bedraa
g
t,
versc
hij
nen streep
j
es op
h
et
di
sp
l
a
y
.
N
a
h
et
t
a
nk
e
n v
a
n minim
aa
l
5
lit
e
r
b
r
a
n
ds
t
of
w
o
r
d
t
de
act
i
era
di
us opn
i
euw
b
ere
k
en
d
en weer
g
e
g
even
als deze meer dan 100 km bedraa
g
t.
Deze
f
unctie wordt alleen weer
g
e
g
even
bi
j
snelheden vana
f
30 km
/
h.
Momenteel verbruik
(
l/100 km, km/l of mp
g)
Dit is het
g
emiddelde
b
r
a
n
ds
t
o
fv
e
r
b
r
u
ik
o
v
e
r
de
l
aa
t
s
t
e
seco
n
de
n.
Gemiddeld verbruik
(
l/100 km, km/l of mp
g)
Dit is het
g
emiddelde verbruik
si
n
d
s
d
e
l
aatste nu
l
ste
lli
n
g
van
d
e
b
oor
d
computer.
Gemiddelde snelheid
(
km/h of mph
)
Dit is de
g
emiddelde snelheid
s
i
n
d
s
d
e
l
aatste nu
l
ste
lli
n
g
van
d
e
boordcomputer
(
contact aan
)
.
Sto
p
& Start-telle
r
(
minuten
/
seconden o
f
uren
/
minuten
)
A
ls uw auto is uitgerust met het
S
top
&
S
tart-
sy
steem, re
g
istreert een teller hoelan
g
de
S
T
O
P-stand ti
j
dens een tra
j
ect is
g
eactiveerd.
De teller wordt, elke keer als u het contact met
de "START/ST
O
P"-knop aanzet, weer op nul
g
ezet.
002
Toegang tot de auto
Elektronische sleutel
afstandsbediening
O
p
enen van de auto
V
o
ll
e
dig
ont
g
ren
d
e
l
en
Selectief ont
g
rendelen
O
p
enen van de achterkle
p
U kunt om de auto te ontgrendelen o
f
vergrendelen
de centrale ver
g
rendelin
g
bedienen met de sleutel
in het portierslot of met de afstandsbedienin
g
. De
s
leutel met afstandsbedienin
g
dient tevens voor
de
l
o
k
a
li
sa
ti
e
e
n h
e
t
s
t
a
rt
e
n v
a
n
de
au
t
o
e
n m
aa
kt
deel uit van de diefstalbeveili
g
in
g
.
D
e
z
e
fu
n
c
ti
e
k
a
n vi
a
h
e
t
c
onfi
g
uratiemenu worden in
g
esteld.
Standaard is de volledi
g
e
ont
g
rendelin
g
g
eactiveerd.
H
et ont
g
ren
d
e
l
en wor
d
t
b
evest
igd
d
oor
h
et
g
e
d
uren
d
e on
g
eveer
twee secon
d
en sne
l
k
n
ipp
eren van
d
e
r
ichtingaanwijzers.
A
f
hankeli
j
k van de uitvoerin
g
worden
g
eli
j
kti
j
di
g
de buitenspie
g
els uit
g
eklapt.
Sluiten van de auto
Het ver
g
rendelen wordt bevesti
g
d
d
oor
h
et
g
e
d
uren
d
e on
g
eveer
tw
ee
seco
n
de
n
b
r
a
n
de
n v
a
n
de
ri
c
h
t
i
n
g
aanw
ij
zers.
Tegelijkertijd worden de buitenspiegels
in
g
eklapt.
)
Dr
u
k
o
m
u
it
s
l
u
it
e
n
d
h
e
t
bestuurdersportier te
ont
g
rendelen één keer op de
toets met
h
et
g
eopen
d
e
h
an
g
s
l
ot.
)
Druk op de toets met het
g
es
l
oten
h
an
g
s
l
ot om
d
e auto
vo
ll
e
dig
te ver
g
ren
d
e
l
en.
H
ou
d
d
eze toets
i
n
g
e
d
ru
k
t tot
d
e
ruiten volledig gesloten zijn.
)
Druk o
p
deze kno
p
tot u hoort
dat de achterklep ont
g
rendeld
wordt. De auto is nu
g
eheel
ont
g
rendeld.
Z
or
g
ervoor
d
at
ki
n
d
eren z
i
c
h
t
ijd
ens
h
e
t
bed
i
e
n
e
n v
a
n
de
r
u
it
e
n ni
e
t k
u
nn
e
n
be
z
e
r
e
n.
)
Druk op het
g
eopende han
g
slot
o
m de auto te ont
g
rendelen.
)
Druk nogmaals op de toets met het
g
eopende han
g
slot om de overi
g
e
portieren te ont
g
rendelen en de achterklep
te openen.
5
3
Toegang tot de auto
O
p
enen van de auto
"Keyless entry and start"-systeem
S
y
steem waarmee de auto
g
eopend,
g
esloten en
g
estart kan worden zonder dat u de elektronische
s
leutel tevoorschi
j
n hoeft te halen.
V
olledi
g
ont
g
rendelen
)
Als u de elektronische sleutel op zak
heb
t
bi
nn
e
n
de
de
t
ec
t
ie
z
o
n
e
A
,
k
unt u
d
e
auto ont
g
ren
d
e
l
en
d
oor uw
h
an
d
op
d
e
ac
h
terz
ijd
e van
d
e port
i
er
g
reep te
l
e
gg
en.
T
rek vervolgens aan de portiergreep om
het portier te openen.
O
ok uw passa
g
iers kunnen de portieren
openen als de elektronische sleutel zich in
de
de
t
ec
ti
e
z
o
n
e
be
vin
d
t.
Selectief ont
g
rendelen
U
k
unt
di
t
i
nste
ll
en v
i
a
h
et
c
on
f
i
g
uratiemenu.
S
tandaard staat de auto in
g
esteld op
volledi
g
ont
g
rendelen.
)
W
anneer u
d
e e
l
e
k
tron
i
sc
h
e s
l
eute
l
o
p
za
k
h
e
b
t en u a
ll
een
h
et
b
estuur
d
ers
p
ort
i
er w
il
t
o
nt
g
ren
d
e
l
en,
l
e
g
t u uw
h
an
d
ac
h
ter
d
e
port
i
er
g
reep van
h
et
b
estuur
d
ersport
i
er en tre
k
t
u
aan
d
e port
i
er
g
reep om
h
et port
i
er te openen.
)
Wa
nn
ee
r
u
m
e
t
de
elek
tr
o
n
ische
sleu
t
el
op za
k
d
e vo
ll
e
dig
e auto w
il
t ont
g
ren
d
e
l
en,
l
e
g
t u uw
h
an
d
ac
h
ter
d
e port
i
er
g
reep van
e
en passa
gi
ersport
i
er aan
d
e z
ijd
e waar
z
ich
de
elek
tr
o
n
ische
sleu
t
el
be
v
i
n
d
t
e
n
tre
k
t u vervo
lg
ens aan
d
e port
i
er
g
reep om
h
et
p
ort
i
er te o
p
enen.
H
et ont
g
ren
d
e
l
en wor
d
t
b
evest
igd
door het
g
edurende on
g
eveer
2 seconden snel knipperen van de
richtin
g
aanwi
j
zers.
Te
g
eli
j
kerti
j
d worden de buitenspie
g
els
u
itgeklapt.
Wanneer het alarm actief is
,
zal het
g
e
l
u
id
ss
ig
naa
l
d
at te
h
oren
i
s t
ijd
ens
het openen van een van de portieren
met
d
e s
l
eute
l
g
e
ï
nte
g
reer
d
i
n
d
e
afstandsbedienin
g
stoppen, zodra de
motor wor
d
t
g
estart.
Kan ook worden gebruikt als
afstandsbediening; zie de rubriek
"Sleutel / afstandsbediening".
O
mwille van de veili
g
heid en ter
voorkomin
g
van die
f
stal: laat nooit de
e
lektronische sleutel in de auto achter,
oo
k ni
e
t w
a
nn
ee
r
u
in
de
buu
rt
be
nt.
Het is raadzaam de sleutel bi
j
u te
houden, bi
j
voorbeeld in uw kledin
g
of tas.
Sluiten van de auto
)
Druk, als de sleutel zich binnen het
g
ebied
A
bevindt, met een van uw vin
g
ers op een
van de portier
g
repen
(
bi
j
de merktekens
)
om de auto te ver
g
rendelen.
H
ou
d
uw v
i
n
g
er op
d
e port
i
er
g
reep tot
d
e
r
u
i
ten vo
ll
e
dig
g
es
l
oten z
ij
n.
Het ver
g
rendelen wordt bevesti
g
d
d
oor
h
et
g
e
d
uren
d
e on
g
eveer
tw
ee
seco
n
de
n
b
r
a
n
de
n v
a
n
de
ri
c
h
t
i
n
g
aanw
ij
zers.
Tegelijkertijd worden de buitenspiegels
in
g
eklapt.
Als een van de portieren of de
achterklep
g
eopend is o
f
als een van
d
e s
l
eute
l
s van
h
et
K
e
yl
ess entr
y
an
d
s
tart-s
y
steem z
i
c
h
i
n
d
e auto
b
ev
i
n
d
t,
werkt de centrale vergrendeling niet.
Als de auto is ver
g
rendeld en per
on
g
eluk wordt ont
g
rendeld zonder dat
b
innen on
g
eveer
30
seconden een van
de portieren wordt
g
eopend, wordt de
auto automatisch weer ver
g
rendeld.
H
et
i
n- en u
i
t
kl
appen van
d
e
b
uitenspie
g
els met de a
f
standsbedienin
g
k
an wor
d
en u
i
t
g
esc
h
a
k
e
ld
d
oor
het CITROËN-netwerk of een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
Verlaat om veili
g
heidsredenen
(
kinderen in de auto
)
de auto nooit,
zel
f
s niet voor een korte ti
j
d, zonder de
sl
eute
l
van
h
et
K
e
yl
ess entr
y
an
d
s
tart-systeem mee te nemen.
Wees bedacht o
p
die
f
stal als de sleutel
van het Ke
y
less entr
y
and start-s
y
steem
zi
c
h
b
inn
e
n h
e
t
de
t
ec
ti
ebe
r
e
ik
be
vin
d
t
terwi
j
l uw auto ont
g
rendeld is.
A
ls de auto lan
g
niet is
g
ebruikt, worden
de
f
uncties van de sleutel uit
g
eschakeld
o
m t
e
v
oo
r
ko
m
e
n
da
t
de
accu
v
a
n
de
au
t
o
o
ntl
ade
n r
aa
kt.
Geb
r
u
ik in
da
t
geval de a
f
standsbediening van de
s
leutel om de auto te ont
g
rendelen.
Let erop dat niemand het correcte
sluiten van de ruiten in de we
g
staat.
Z
or
g
ervoor
d
at
ki
n
d
eren z
i
c
h
t
ijd
ens
he
t
bedie
n
e
n v
a
n
de
r
ui
t n
ie
t
ku
nn
e
n
be
z
e
r
e
n.
M
e
t
de
z
e
fu
n
c
ti
e
k
u
nt
u
u
w
au
t
o
op a
f
stand lokaliseren, wat vooral
p
raktisch is bi
j
weini
g
licht. De auto
dient hiervoor wel ver
g
rendeld te zi
j
n.
L
okaliseren van de auto
)
Druk op het
g
esloten han
g
slot op de
a
fstandsbedienin
g
.
Hierna zullen
g
edurende enkele seconden
de plafonniers
g
aan branden en de
r
i
c
h
t
i
n
g
aanw
ij
zers
g
aan
k
n
i
pperen.
55
Toegang tot de auto
Superver
g
rendelin
g
De superver
g
rendelin
g
blokkeert het
van buitenaf en van binnenuit openen
van de portieren.
Als de superver
g
rendelin
g
i
s ingeschakeld, is ook de
ver
g
ren
d
e
li
n
g
ssc
h
a
k
e
l
aar
i
n
h
et
i
nter
i
eur
b
u
i
ten wer
ki
n
g
.
S
chakel daarom nooit de
superver
g
rendelin
g
in als er zich
ie
m
a
n
d
in
de
au
t
o
be
vin
d
t.
Met de afstandsbedienin
g
)
D
ru
k
op
h
et
g
es
l
oten
h
an
g
s
l
ot
om
d
e auto vo
ll
e
dig
te
ver
g
ren
d
e
l
en.
H
ou
d
h
et
h
an
g
s
l
ot
i
n
g
e
d
ru
k
t om
de
r
a
m
e
n t
e
slui
t
e
n.
Druk
,
met de elektronische sleutel van het
ke
y
less entr
y
and start-s
y
steem in de lezer o
f
in
h
et
i
nter
i
eur van
d
e auto, zon
d
er een pe
d
aa
l
i
n
te tra
pp
en o
p
de kno
p
"
S
TART
/S
T
O
P" om het
co
nt
ac
t
aa
n t
e
z
e
tt
e
n
e
n z
o
de
v
e
r
sc
hill
e
n
de
accesso
ir
es
t
e
ac
tiv
e
r
e
n.
Contact aan zonder starten
van
d
e motor
(
accessoirestand
)
)
Druk o
p
de kno
p
"
S
TART
/S
T
O
P":
de verlichting en lampjes van
het instrumentenpaneel
g
aan
b
r
a
n
de
n z
o
n
de
r
da
t
de
m
o
t
o
r
wordt
g
estart.
)
Druk no
g
maals op de knop om
h
e
t
co
nt
ac
t
a
f t
e
z
e
tt
e
n
e
n
de
auto te
k
unnen ver
g
ren
d
e
l
en.
Wanneer u de accessoirestand te lan
g
g
ebruikt,
g
aat het s
y
steem automatisch
o
ver op
d
e eco-mo
d
e om te voor
k
omen
da
t
de
accu
o
nt
lade
n r
aak
t.
Met ke
y
less entr
y
and start
Via de portieren:
)
Druk, als de elektronische sleutel zich in de
de
t
ec
ti
e
z
o
n
e
A bevindt, met een vin
g
er op
de portier
g
reep
(
bi
j
de merktekens
)
om de
auto te ver
g
ren
d
e
l
en.
)
Druk binnen vi
jf
seconden no
g
maals op de
p
ort
i
er
g
reep om
d
e superver
g
ren
d
e
li
n
g
i
n
t
e
sc
h
a
k
e
l
e
n.
Zor
g
ervoor dat het correct sluiten van
de ramen niet
g
ehinderd wordt door
personen
.
L
et op
i
n
d
e auto aanwez
ig
e
ki
n
d
eren
w
a
nn
ee
r
u
de
r
a
m
e
n
slui
t.
)
Druk binnen 5 seconden no
g
maals
op het
g
esloten han
g
slot om de
s
uperver
g
rendelin
g
van de auto in te
sc
h
a
k
e
l
e
n.
Noodprocedure
Noodprocedure voor openen/sluiten
m
et
d
e
g
e
ï
nte
g
reer
d
e s
l
eute
l
M
et
d
e
g
e
ï
nte
g
reer
d
e s
l
eute
l
k
an
d
e auto
ver
g
ren
d
e
ld
en ont
g
ren
d
e
ld
wor
d
en a
l
s
d
e
e
l
e
ktr
o
ni
sc
h
e
s
l
eu
t
e
l ni
e
t w
e
rkt:
- le
g
e batteri
j
, accu ontladen o
f
l
os
g
ekoppeld, ...
- auto bevindt zich in een om
g
evin
g
met
veel elektroma
g
netische stralin
g
.
)
Trek aan de knop
1
e
n w
ac
ht t
o
t
de
g
e
ï
nte
g
reer
d
e s
l
eute
l
2
n
aa
r
bui
t
e
n
ko
mt.
V
olledi
g
ont
g
rendelen
)
Verdraai de sleutel naar de voorzi
j
de van
de auto om de auto te ont
g
rendelen.
V
olledi
g
ver
g
rendelen
)
Verdraai de sleutel naar de achterzi
j
de van
de auto om de auto volledi
g
te ver
g
rendelen.
Superver
g
rendelin
g
)
Draai de sleutel richtin
g
de achterzi
j
de
van
d
e auto om
d
e auto vo
ll
e
dig
te
ver
g
ren
d
e
l
en.
)
D
r
aai
bi
nn
e
n
5
seco
n
de
n
de
sleu
t
el
n
o
g
maa
l
s r
i
c
h
t
i
n
g
d
e ac
h
terz
ijd
e van
d
e
a
uto om de supervergrendeling van de auto
in t
e
sc
h
a
k
e
l
e
n.
57
Toegang tot de auto
G
ooi de lege batterijen van de
a
f
standsbedienin
g
niet we
g
: ze bevatten
metalen die schadeli
j
k zi
j
n voor het milieu.
Lever le
g
e batteri
j
en in bi
j
een speciaal
verzamelpunt.
B
atter
ij
van
d
e e
l
e
k
tron
i
sc
h
e
s
l
eute
l
vervan
g
en
Batteri
j
re
f
.:
C
R2032
/
3 V.
Deze batteri
j
is via het CITRO
Ë
N-netwerk o
f
een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats verkri
jg
baar.
Als de batterij vervangen moet worden, wordt u
g
ewaarschuwd door een meldin
g
op het displa
y
van het instrumentenpaneel.
)
Wip het deksel met een kleine
s
chroevendraaier bi
j
de uitsparin
g
los.
)
Verwi
j
der het deksel.
)
V
erw
ijd
er
d
e
l
e
g
e
b
atter
ij
.
)
Pl
aats een n
i
euwe
b
atter
ij
i
n
d
e
j
u
i
ste
ri
c
h
t
i
n
g
i
n
d
e
h
ou
d
er.
)
Dr
u
k h
e
t
de
k
se
l v
as
t.
Storin
g
in en resetten van
d
e afstandsbedienin
g
N
a
h
e
t l
os
ne
m
e
n
e
n w
ee
r
aa
n
s
l
u
it
e
n v
a
n
de
accukabels, het vervangen van de batterij
van de afstandsbedienin
g
of een storin
g
in de
a
f
standsbedienin
g
kan de auto niet meer met
de afstandsbedienin
g
ont
g
rendeld, ver
g
rendeld
e
n
g
elokaliseer
d
w
o
r
de
n.
)
S
teek eerst de mechanische sleutel
(
onder
g
ebracht in de afstandsbedienin
g)
in
h
et slot om de auto te ont
g
rendelen.
)
Plaa
t
s
de
elek
tr
o
n
ische
sleu
t
el
i
n
de
le
z
e
r.
)
Zet het contact aan door op "
S
TART
/
S
T
O
P" t
e
d
r
u
kk
e
n.
D
e
e
l
e
ktr
o
ni
sc
h
e
s
l
eu
t
e
l w
e
rkt n
u
w
ee
r.
Raadplee
g
zo snel mo
g
eli
j
k het CITROËN-
n
etwerk of een
g
ekwalificeerde werkplaats als
de storin
g
niet is verholpen.
E
lektronische sleutel verloren
G
a met het kentekenbewijs van de auto, uw legitimatiebewijs en, indien mogelijk, met het kaartje voorzien van de sleutelcode naar het
C
ITROËN-netwerk.
Het CITROËN-netwerk kan de speciale code van de sleutel en de transponder opzoeken en een nieuwe bestellen.
Elektronische sleutel
De radio
g
rafische elektronische sleutel is een s
y
steem met een
g
root bereik. Het is raadzaam om niet met de knoppen van de sleutel te spelen
om te voorkomen dat de portieren per on
g
eluk ont
g
rendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw elektronische sleutel buiten het bereik en het zicht van uw auto. De sleutel kan dan onbruikbaar worden en
moet
i
n
d
at
g
eva
l
opn
i
euw wor
d
en
g
es
y
nc
h
ron
i
seer
d
.
De elektronische sleutel kan niet als a
f
standsbedienin
g
f
unctioneren als de sleutel in de lezer zit o
f
als het contact is aan
g
ezet.
V
er
g
rendelen van de auto
Het ri
j
den met ver
g
rendelde portieren kan in
g
eval van nood de toe
g
an
g
tot het interieur belemmeren.
Neem uit veili
g
heidsoverwe
g
in
g
en
(
kinderen in de auto
)
de sleutel van het ke
y
less entr
y
and start-s
y
steem mee als u de auto verlaat, zelfs al is
d
it v
oo
r k
o
rt
e
duu
r.
Elektrische storin
g
en
De sleutel van het ke
y
less entr
y
and start-s
y
steem werkt in sommi
g
e
g
evallen niet correct in de nabi
j
heid van elektronische apparatuur:
telefoon, laptop, sterke ma
g
netische velden, ...
Diefstalbeveili
g
in
g
B
ren
g
g
een w
ij
z
igi
n
g
en aan
i
n
d
e e
l
e
k
tron
i
sc
h
e start
bl
o
kk
er
i
n
g
;
di
t
k
an tot stor
i
n
g
en
l
e
id
en.
V
er
g
eet n
i
et aan
h
et stuurw
i
e
l
te
d
raa
i
en om
h
et stuurs
l
ot te act
i
veren.
Bi
j
het aanschaffen van een
g
ebruikte auto
Laat door het CITROËN-netwerk controleren of er een pairing van uw autosleutels heeft plaatsgevonden, zodat u er zeker van kunt zijn dat de in
u
w bezit zi
j
nde sleutels de eni
g
e zi
j
n waarmee de auto kan worden
g
estart.
5
9
Toegang tot de auto
Bediening centrale vergrendeling
A
utomatische centrale
v
er
g
rendelin
g
van de portieren
(
beveili
g
in
g
te
g
en a
g
ressie
)
De portieren en de koffer kunnen ti
j
dens het
r
i
j
den automatisch worden ver
g
rendeld
(
bi
j
een
snelheid ho
g
er dan 10 km
/
h
)
.
O
m deze
f
unctie, die standaard op 'actie
f
'
staat, in o
f
uit te schakelen:
Al
s
d
e superver
g
ren
d
e
li
n
g
i
s
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
,
i
s
d
e
k
nop
b
u
i
ten
werking.
G
ebruik in dat geval de
a
f
standsbedienin
g
om de auto te
o
nt
g
rendelen of trek aan een van de
binnenportier
g
repen.
A
ls een van de portieren open staat
o
f niet
g
oed dicht zit, vindt de centrale
i
nter
i
eurver
g
ren
d
e
li
n
g
n
i
et p
l
aats.
Het ri
j
den met ver
g
rendelde portieren
kan bi
j
een nood
g
eval de toe
g
an
g
tot de
a
uto voor de hulpdiensten belemmeren.
)
B
e
di
en
d
e
k
nop.
Hiermee kunt u de portieren en de ko
ff
er
ver
g
ren
d
e
l
en en ont
g
ren
d
e
l
en.
)
Bedien de knop tot er een
bericht op het displa
y
van het
instrumentenpaneel wordt
w
eergege
v
en
.
V
ervoer van lan
g
e of
g
rote
v
oor
w
erpen
M
oc
h
t u met
g
eopen
d
e ac
h
ter
kl
ep
willen rijden, druk dan op de toets
voor de centrale ver
g
rendelin
g
om de
p
ortieren te ver
g
rendelen.
Noodbedienin
g
Functie die het mogelijk maakt om de portieren
mechanisch te ver
g
rendelen o
f
te ont
g
rendelen
bi
j
een le
g
e accu of in het
g
eval van een storin
g
in de centrale ver
g
rendelin
g
.
V
er
g
rendelen van het
bestuurders
p
ortier
)
S
teek de sleutel in het
p
ortierslot en draai
de
z
e
r
ec
ht
so
m.
U kunt deze procedure ook bi
het andere
voorportier uitvoeren.
Ont
g
rendelen van het
bestuurders
p
ortier
)
Steek de sleutel in het portierslot en draai
de
z
e
link
so
m.
V
er
g
rendelen van het portie
r
a
an passa
g
ierszi
j
de en de
a
chterportieren
)
O
pen de portieren.
)
Controleer of de kinderbeveili
g
in
g
van de
a
chterportieren niet
g
eactiveerd is
(
zie het
h
oofdstuk "Kinderbeveili
g
in
g
"
)
.
)
V
erw
ijd
er met
b
e
h
u
l
p van
d
e s
l
eute
l
h
et zwarte
dop
j
e op de smalle zi
j
de van het portier.
)
S
teek de sleutel voorzichtig in de opening en
duw de hendel zonder de sleutel te verdraaien
,
naar de binnenzi
j
de van het portier.
)
V
erw
ijd
er
d
e s
l
eute
l
en p
l
aats
h
et
k
ap
j
e teru
g
.
)
Sluit de portieren en controleer van
buitena
f
o
f
de auto
g
oed is ver
g
rendeld.
Ont
rendelen van het portie
aan passa
g
ierszi
j
de en de
achterportieren
)
Trek aan de portier
g
reep aan de binnenzi
j
de.
Toegang tot de auto
Achterklep
)
Druk, nadat de achterkle
p
o
f
alle
p
ortieren
van de auto met de elektronische sleutel /
a
fstandsbedienin
g
zi
j
n ont
g
rendeld, op
de schakelaar voor het openen van de
a
chterklep en open de achterklep.
O
p
enen van buitenaf
)
Druk o
p
deze kno
p
tot u hoort dat de
achterklep ont
g
rendeld wordt.
Noodbedienin
g
Ont
g
rendelen
)
Klap de achterbank naar voren om bij het
s
lot in de bagageruimte te komen,
)
S
teek een kleine schroevendraaier in de
openin
g
A van het slot om de achterklep te
ont
g
rendelen.
)
Verplaats de nok naar links.
Hiermee kan bi
j
een le
g
e accu o
f
een eventuele
s
tor
i
n
g
i
n
h
et s
y
steem van
d
e centra
l
e
vergrendeling de achterklep mechanisch
o
nt
g
rendeld worden.
V
er
g
rendelin
g
na het sluiten
W
anneer
d
e ac
h
ter
kl
ep weer wor
d
t
g
es
l
oten,
wor
d
t
d
eze weer ver
g
ren
d
e
ld
a
l
s
h
et pro
bl
eem
n
i
et
i
s ver
h
o
lp
en.
Sluiten
)
Trek de achterklep omlaa
g
met behulp van
de hand
g
reep aan de binnenzi
j
de.
Al
s
d
e ac
h
ter
kl
ep n
i
et
g
oe
d
i
s
g
es
l
oten
bij
draaiende motor
of
r
r
ijd
en
d
e aut
o
(
snelheid
boven de 10 km
/
h
)
, verschijnt er gedurende
enkele seconden een meldin
g
op het displa
y
van het instumentenpaneel.
O
p
enen vanuit het interieu
r
OFF
Dit s
y
steem beveili
g
t uw auto te
g
en inbraak en
diefstal. Het s
y
steem bestaat uit de vol
g
ende
t
y
pen beveili
g
in
g
:
Alarm
- Omtrekbeveili
g
in
g
Di
t s
y
steem
h
ou
d
t
d
e te openen
c
arrosser
i
e
d
e
l
en van
d
e auto
i
n
d
e
g
aten.
Het alarm
g
aat a
f
als iemand een portier, de
a
chterklep o
f
de motorkap probeert te openen.
-
I
nter
i
eur
b
eve
iligi
n
g
Di
t s
y
steem tree
d
t
i
n wer
ki
n
g
a
l
s er
b
ewe
gi
n
g
en
i
n
h
et
i
nter
i
eur wor
d
en waar
g
enomen.
Het alarm gaat a
f
als er een ruit wordt ingeslagen,
a
ls iets o
f
iemand de auto binnendrin
g
t o
f
als iets
of iemand in de auto bewee
g
t.
- We
g
sleepbeveili
g
in
g
Dit s
y
steem treedt in werkin
g
als er veranderin
g
en
in de wa
g
enhoo
g
te worden waar
g
enomen.
Het alarm
g
aat af als de auto wordt op
g
etild,
verplaatst of aan
g
estoten.
A
utomatische
b
eveili
g
in
g
sfunctie
Dit s
y
s
teem treedt in werkin
g
als iemand
p
robeert het alarm te saboteren.
Het alarm
g
aat af als iemand probeert de
a
ccu, de knop of de kabels van de sirene
u
it t
e
sc
h
a
kelen of te beschadi
g
en.
Raadplee
g
het CITRO
Ë
N-netwerk
o
f
een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats
a
l
vorens w
ij
z
igi
n
g
en aan
h
et
a
l
arms
y
steem aan te
b
ren
g
en.
V
er
g
ren
d
e
l
en van
d
e auto met
v
olledi
g
in
g
eschakeld alarm
I
nsc
h
a
k
e
l
en
)
Z
e
t h
e
t
co
nt
ac
t
a
f
e
n v
e
rl
aa
t
de
au
t
o
.
)
D
ru
k
op
d
e ver
g
ren
d
e
lk
nop
van de a
f
standsbedienin
g
o
f
ver
g
ren
d
e
l
d
e auto met
h
et
"K
e
yl
ess entr
y
an
d
start
"
-
sy
steem.
Het alarmsysteem is geactiveerd: het
c
ontrolelamp
j
e van de knop zal
éé
n keer per
s
econde knipperen.
Nadat de ver
g
rendelknop van de
afstandsbedienin
g
is in
g
edrukt of nadat de
auto met het "Ke
y
less entr
y
and start"-s
y
steem
ver
g
ren
d
e
ld
i
s, wor
d
t
d
e u
i
twen
dig
e
b
eve
iligi
n
g
n
a 5 secon
d
en,
d
e
i
nter
i
eur
b
eve
iligi
n
g
na
4
5 secon
d
en en
d
e we
g
s
l
eep
b
eve
iligi
n
g
na
1 minuut en 30 seconden geactiveerd.
Indien een portier o
f
de achterklep niet
g
oed is
g
esloten, wordt de auto niet ver
g
rendeld, maar
wordt de uitwendi
g
e beveili
g
in
g
na
45 seconden wel in
g
eschakeld.
)
D
ru
k
op
d
e ont
g
ren
d
e
lk
nop
van de a
f
standsbediening o
f
o
nt
g
rendel de auto met het
"Ke
y
less entr
y
and start"-
sy
steem.
Uitschakelen van de
i
nterieurbeveili
g
in
g
D
e
i
nter
i
eur
b
eve
iligi
n
g
wor
d
t
ui
t
g
esc
h
a
k
e
ld
;
h
et contro
l
e
l
amp
j
e
van de knop gaat uit.
OFF
OFF
OFF
6
3
Toegang tot de auto
V
er
g
rendelen van de auto
m
et a
ll
een
d
e u
i
twen
dig
e
b
eveili
g
in
g
in
g
eschakeld
S
chakel de interieur- en wegsleepbeveiliging uit
om te voorkomen dat het alarm onnodi
g
wordt
in
g
eschakeld als bi
j
voorbeeld:
- een ruit op een kier bli
j
ft staan,
- de auto wordt
g
ewassen,
- een wiel wordt verwisseld
,
-
d
e auto wor
d
t
g
es
l
eept,
-
d
e auto op een
b
oot wor
d
t vervoer
d
.
Uitschakelen van de interieur- en
we
g
s
l
eep
b
eve
iligi
n
g
)
Z
e
t h
e
t
co
nt
ac
t
a
f
e
n
d
r
u
k
b
inn
e
n
10 seconden op deze knop tot
het controlelamp
j
e bli
j
ft branden.
)
Ve
r
laa
t
de
au
t
o
.
)
D
ru
k
onm
idd
e
llijk
op
d
e
ver
g
ren
d
e
lk
nop van
d
e
a
f
standsbediening o
f
vergrendel
de auto met het "Ke
y
less entr
y
and start"-s
y
steem.
A
lleen de uitwendi
g
e beveili
g
in
g
wordt
in
g
eschakeld; het controlelamp
j
e van de knop
zal één keer per seconde knipperen.
De interieur- en we
g
sleepbeveili
g
in
g
worden
uitsluitend uitgeschakeld als deze procedure
e
lk
e
k
ee
r n
a
h
e
t
af
z
e
tt
e
n v
a
n h
e
t
co
nt
ac
t w
o
r
d
t
u
i
t
g
evoer
d
.
O
p
nieuw inschakelen van de
i
nter
i
eur- en we
g
s
l
eep
b
eve
iligi
n
g
A
f
g
aan van het alarm
Als het alarm a
f
gaat, treedt de sirene in werking
en knipperen de richtin
g
aanwi
j
zers
g
edurende
derti
g
seconden.
Al
s
h
e
t
a
l
a
rm v
oo
r
de
11
e
keer af
g
aat, worden
de alarms
y
stemen uit
g
eschakeld.
)
Druk op de ont
g
rendelknop
van de afstandsbedienin
g
of
ont
g
rendel de auto met het
"Ke
y
less entr
y
and start"-
sy
steem om de omtrekbeveili
g
in
g
u
it t
e
sc
h
a
k
e
l
e
n.
)
D
ru
k
op
d
e ver
g
ren
d
e
lk
nop van
d
e
a
f
standsbedienin
g
o
f
ver
g
rendel
d
e auto met
h
et
"K
e
yl
ess entr
y
an
d
start
"
-s
y
steem om a
ll
e
a
l
arms
y
stemen
i
n te sc
h
a
k
e
l
en.
H
et contro
l
e
l
amp
j
e van
d
e
k
nop
zal o
p
nieuw
éé
n keer
p
er seconde
kni
pp
eren.
A
ls het controlelamp
j
e van de knop
s
nel knippert bi
j
het ont
g
rendelen van
de auto met de a
f
standsbedienin
g
o
f
met
h
et
"K
e
yl
ess entr
y
an
d
start
"
-
s
y
steem, is het alarm ti
j
dens uw a
f
wezi
g
heid
af
gegaan. Het lampje stopt met knipperen als
h
et contact wordt aan
g
ezet.
Storin
g
afstandsbedienin
g
O
m de alarms
y
stemen uit te schakelen:
)
O
nt
g
rendel de auto met de sleutel
(
in de a
f
standsbedienin
g)
in het slot
van het bestuurdersportier.
)
O
pen het portier; het alarm
g
aat a
f
.
)
Zet het contact aan, het alarm stopt. Het
c
ontro
l
e
l
amp
j
e van
d
e
k
nop
g
aat u
i
t.
V
er
g
rendelen van de auto
zonder het alarm in te schakelen
)
Ver
g
rendel de auto of schakel de
s
uperver
g
rendelin
g
in met de sleutel
(
in
de afstandsbedienin
g)
in het slot van het
bestuurdersportier.
Storin
g
Al
s
bij
h
et aanzetten van
h
et contact
h
et
c
ontrolelamp
j
e van de knop bli
jf
t branden, duidt
di
t op een stor
i
n
g
i
n
h
et s
y
steem.
Laat het s
y
steem controleren door het CITRO
Ë
N-
netwerk o
f
door een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
*
Vol
g
ens land van bestemmin
g
.
Automatisch inschakelen
*
H
et s
y
steem wordt 2 minuten nadat het
laatste portier o
f
de achterklep is
g
esloten,
automat
i
sc
h
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
.
)
O
m het a
fg
aan van het alarm bi
j
het
openen van een portier of de achterklep te
voorkomen, moet eerst op de ontgrendelknop
van de afstandsbedienin
g
worden
g
edrukt
o
f
moet de auto ont
g
rendeld worden met het
"Ke
y
less entr
y
and start"-s
y
steem.
Elektrisch bedienbare ruiten
1.
Schakelaar ruitbedienin
g
l
inksvoor
.
2.
Schakelaar ruitbedienin
g
r
echtsvoor
.
3.
Schakelaar ruitbedienin
g
r
echtsachte
r
.
H
an
db
e
di
en
i
n
g
Duw o
f
trek de schakelaar tot het zware
p
unt
om de ruit te o
p
enen o
f
sluiten. De ruit sto
p
t
zodra de schakelaar wordt los
g
elaten.
Automatische bedienin
g
Duw of trek de schakelaar voorbi
j
het zware
p
unt om de ruit te openen of te sluiten. Als u de
s
chakelaar hebt los
g
elaten, opent of sluit de ruit
volledi
g
. Druk opnieuw op de schakelaar om
h
et openen o
f
sluiten te stoppen.
O
n
g
eveer 45 seconden nadat het contact is
a
fg
ezet, kunnen de ruiten niet meer worden
bed
i
e
n
d
.
Ze
t h
e
t
co
nt
ac
t
aa
n
o
m
de
r
u
it
e
n w
ee
r t
e
k
u
nn
e
n
bed
i
e
n
e
n.
4.
Schakelaar ruitbedienin
g
linksachte
r
.
5
.
Bl
o
kk
eersc
h
a
k
e
l
aar e
l
e
k
tr
i
sc
h
bedienbare ruiten achter
,
r
v
er
g
ren
d
e
li
n
g
van
d
e ac
h
terport
i
eren
(
kinderbeveili
g
in
g).
65
Toegang tot de auto
Antiklemvoorzienin
g
A
ls de ruit sluit en te
g
en een obstakel stuit,
s
topt
d
e ru
i
t en
g
aat
d
eze
di
rect
g
e
d
ee
l
te
lijk
w
eer
open
.
Al
s
d
e ru
i
t n
i
et w
il
s
l
u
i
ten,
d
ru
k
d
an o
p
d
e
s
chakelaar om de ruit helemaal te o
p
enen en
trek vervol
g
ens de schakelaar omhoo
g
tot de
ruit volledi
g
is
g
esloten. Houd de schakelaar na
h
et sluiten no
g
on
g
eveer
1
seconde vast.
Ti
j
dens deze handelin
g
en is de
antiklemvoorzienin
g
uit
g
eschakeld.
Blokkerin
g
van de ruitbedienin
g
a
c
h
ter
Resetten van de
r
uitbedienin
g
Wanneer tijdens het bedienen van de
ruit iets tussen de ruit en de sponnin
g
bekneld raakt, moet de ruit weer
worden
g
eopend. Druk daarvoor op de
desbe
tr
e
ff
e
n
de
sc
h
a
k
e
l
aa
r.
W
a
nn
ee
r
de
bes
t
uu
r
de
r
de
r
u
it
aa
n
passa
gi
ersz
ijd
e
b
e
di
ent, moet
d
eze
e
rvan verze
k
er
d
z
ij
n
d
at n
i
ets
h
et
co
rr
ec
t
e
slui
t
e
n v
a
n
de
r
ui
t
hi
n
de
rt.
D
e
bes
t
uu
r
de
r m
oe
t
e
rv
a
n v
e
rz
e
k
e
r
d
z
i
j
n dat de passa
g
iers op de
j
uiste
manier
g
ebruik maken van de
e
lektrische ruitbedienin
g
.
Zor
g
ervoor dat kinderen zich ti
j
dens
h
e
t
bed
i
e
n
e
n v
a
n
de
r
u
it ni
e
t k
u
nn
e
n
be
z
e
r
e
n.
Let op inzittenden en
/
o
f
personen in de
b
uurt van
d
e auto t
ijd
ens
h
et s
l
u
i
ten van
de
r
u
it
e
n m
e
t
de
e
l
e
ktr
o
ni
sc
h
e
s
l
eu
t
e
l
of
het "ke
y
less entr
y
and start"-s
y
steem.
Als de accu los
g
ekoppeld is
g
eweest, moet de
r
u
i
t
b
e
di
en
i
n
g
g
ereset wor
d
en.
Tijd
ens
d
eze
h
an
d
e
li
n
g
en
i
s
d
e
a
nt
ikl
emvoorz
i
en
i
n
g
u
i
t
g
esc
h
a
k
e
ld
:
- open de ruit volledig en sluit de ruit.
T
elkens als de schakelaar omhoo
g
wordt
g
etrokken, sluit de ruit enkele centimeters.
L
aa
t
de
sc
h
a
k
e
l
aa
r l
os
e
n tr
e
k h
e
m
opnieuw omhoo
g
totdat de ruit volledi
g
is
g
esloten,
-
h
ou
d
d
e sc
h
a
k
e
l
aar na
h
et s
l
u
i
ten no
g
minim
aa
l 1
seco
n
de
v
as
t.
D
ru
k
, voor
d
e ve
iligh
e
id
van uw
ki
n
d
eren, op
d
e sc
h
a
k
e
l
aar 5
o
m
de
r
u
i
t
b
e
di
en
i
n
g
ac
h
ter, on
g
eac
h
t
d
e
stand van de ruiten, te blokkeren.
Ter bevesti
g
in
g
g
aat het controlelamp
j
e van
de knop branden en wordt er een meldin
g
weer
g
e
g
even. Het lamp
j
e bli
j
ft branden zolan
g
de kinderbeveili
g
in
g
is in
g
eschakeld.
De binnenportier
g
repen van de achterportieren
worden in dat
g
eval ook
g
eblokkeerd.
Het bli
j
ft mo
g
eli
j
k om de portieren van buitena
f
te openen en de achterportierruiten via het
bedienin
g
spaneel op het bestuurdersportier te
bed
i
e
n
e
n.
Cockpit roof
U hebt de beschikkin
g
over een panoramisch
oppervlak van
g
etint
g
las, waardoor de
lich
t
i
nv
al
e
n
he
t z
ich
t
i
n
he
t
i
nt
e
r
ieu
r w
o
r
de
n
ver
g
root.
De
d
r
ie
elek
tr
isch
bedie
n
ba
r
e
z
o
nn
esche
rm
e
n
zorgen voor een beter thermisch com
f
ort.
Daarnaast hebben ze een
g
eluidsisolerende
werkin
g
voor het interieur.
Zowel het openen als het sluiten is op twee
manieren mo
g
eli
j
k:
Elektrische zonneschermen
)
Duw of trek de schakelaar tot voorbi
j
het
zware pun
t
.
B
ed
i
e
n
de
sc
h
a
k
e
l
aa
r
éé
n k
ee
r
o
m h
e
t
s
cherm volledi
g
te openen o
f
te sluiten.
N
a
d
at u
d
e sc
h
a
k
e
l
aar no
g
maa
l
s
h
e
b
t
b
e
di
en
d
, verp
l
aatst
h
et sc
h
erm z
i
c
h
no
g
ongeveer 2 cm, waarna het stopt.
)
D
u
w
o
f tr
e
k
de
sc
h
a
k
e
l
aa
r t
o
t
aa
n h
e
t
zware punt
(
naar voren voor het sluiten,
naar achteren voor het openen
)
.
W
anneer
d
e sc
h
a
k
e
l
aar wor
d
t
l
os
g
e
l
aten,
verp
l
aatst
h
et sc
h
erm z
i
c
h
no
g
on
g
evee
r
2 cm, waarna het sto
p
t.
67
Toegang tot de auto
Klembeveili
g
in
g
Meteen nadat het scherm ti
j
dens het sluiten
stopt en weer open
g
aat:
)
bed
i
e
n
de
sc
h
a
k
e
l
aa
r t
o
t h
e
t
sc
h
e
rm
volledi
g
is
g
eopend,
)
b
e
di
en vervo
lg
ens
d
e sc
h
a
k
e
l
aar tot
h
et
s
c
h
erm vo
ll
e
dig
i
s
g
es
l
oten.
Tijd
ens
d
eze
h
an
d
e
li
n
g
en wer
k
t
d
e
klembeveiliging niet
.
Wanneer ti
j
dens het bedienen van
het scherm iets bekneld raakt, moet
het scherm weer worden
g
eopend.
Druk daarvoor op de desbetreffende
sc
h
a
k
e
l
aa
r.
W
a
nn
ee
r
de
bes
t
uu
r
de
r h
e
t
sc
h
e
rm
bedient, moet deze ervan verzekerd zi
j
n
da
t ni
e
t
s
h
e
t
co
rr
ec
t
e
s
l
u
it
e
n v
a
n h
e
t
sc
h
e
rm v
e
rhin
de
rt.
D
e
bes
t
uu
r
de
r m
oe
t
e
rv
a
n v
e
rz
e
k
e
r
d
z
i
j
n dat de passa
g
iers op de
j
uiste
manier
g
ebruik maken van het
zo
nn
esc
h
e
rm.
Zor
g
ervoor dat kinderen zich ti
j
dens
h
e
t
bed
i
e
n
e
n v
a
n h
e
t
sc
h
e
rm ni
e
t
ku
nn
e
n
be
z
e
r
e
n.
R
esetten
W
anneer
d
e e
l
e
k
tr
i
sc
h
e voe
di
n
g
van
h
et
zonnesc
h
erm t
ijd
ens
d
e wer
ki
n
g
ervan
onderbroken is geweest, moet u de
klembeveili
g
in
g
resetten:
)
bed
i
e
n
de
sc
h
a
k
e
l
aa
r t
o
t h
e
t
sc
h
e
rm
volledi
g
is
g
esloten,
)
houd de schakelaar no
g
minimaal
3
seconden in
g
edrukt. Er zal dan een lichte
ewe
n
van
et sc
erm waarneem
aar
z
ij
n, ter
b
evest
igi
n
g
van
h
et resetten.
A
ls het zonnescherm ti
j
dens het automatisch
s
luiten bi
j
na volledi
g
is
g
esloten en op een
obstakel stuit, stopt het scherm en
g
aat het
g
edeelteli
j
k weer open.
Brandstoftank
I
nhoud van de brandstoftank: on
g
eveer 60 liter
.
Als er minder dan 5 liter brandstof
g
etankt wordt,
wordt deze sti
jg
in
g
van het brandstofniveau niet
weer
g
e
g
even op de brandstofmeter.
Ti
j
dens het openen van de tankdop kan een
g
eluid van aan
g
ezo
g
en lucht hoorbaar zi
j
n.
D
it w
o
r
d
t v
e
r
oo
rz
aa
kt
doo
r
de
o
n
de
r
d
r
u
k
die ontstaat door de afdichtin
g
van het
b
randstofcircuit. Dit
g
eluid is normaal.
)
Kies bi
j
het tankstation de
j
uiste brandsto
f
(
deze staat vermeld op de sticker aan de
binnenzi
j
de van de brandstofvulklep van
u
w auto
)
.
)
O
pen de vuldop door deze een kwart
o
mwente
li
n
g
li
n
k
som te
d
raa
i
en.
)
V
erw
ijd
er
d
e vu
ld
op en p
l
aats
d
eze op
d
e
s
teun
(
aan de klep
)
.
O
p
enen
Indien u per ver
g
issin
g
de verkeerde
brandstof voor uw auto tankt, moet
de tank beslist worden af
g
etapt
v
oor
d
at
d
e motor
k
an wor
d
en
gestart
.
Tank nooit als de motor door het
S
top
&
S
tart-s
y
steem in de ST
O
P-stand is
g
eschakeld; zet in dat
g
eval alti
j
d het
c
ontact af met "START/ST
O
P"-knop.
T
an
k
en
)
S
teek bi
j
een benzine-uitvoerin
g
het
vu
l
p
i
stoo
l
zo ver mo
g
e
lijk
i
n
d
e vu
l
open
i
n
g
e
n druk hierbij de metalen klep
A
in.
)
Vul de brandsto
f
tank. Laat het vul
p
istool
aximaal drie keer afslaan, aan
ezien e
a
nders storin
g
en kunnen optreden.
)
Plaats de vuldop teru
g
en sluit deze door
de dop een kwart omwentelin
g
rechtsom te
d
r
aaie
n.
)
D
ru
k
d
e
kl
ep van
d
e tan
kd
op
di
c
h
t.
U
w auto
i
s voorz
i
en van een
k
ata
ly
sator,
di
e
d
e
s
c
h
a
d
e
lijk
e
b
estan
dd
e
l
en
i
n
d
e u
i
t
l
aat
g
assen
v
e
rmin
de
rt.
Door de vernauwde vulpi
j
p kan alleen benzine
worden
g
etankt.
Bi
j
benzinemotoren ma
g
uitsluitend
l
oodvri
j
e benzine worden
g
ebruikt
.
)
Druk op de toets.
N
a
a
fz
e
tt
e
n v
a
n h
e
t
co
nt
ac
t i
s
de
z
e
t
oe
t
s
n
o
g
enkele minuten actief. Zet eventueel
opnieuw het contact aan om deze toets weer te
ac
t
i
v
e
r
e
n.
6
9
Toegang tot de auto
Minimumbrandstofniveau
Al
s
h
e
t minim
u
m
b
r
a
n
ds
t
o
fniv
eau
i
s bereikt,
g
aat dit
w
aarschuwin
g
slamp
j
e branden, in
c
ombinatie met een
g
eluidssi
g
naal
en een me
ldi
n
g
op
h
et
di
sp
l
a
y
van
h
et
i
nstrumentenpanee
l
.
Al
s
di
t
l
amp
j
e
g
aat
b
ran
d
en, z
i
t er no
g
on
g
evee
r
6
liter brandsto
f
in de tank.
G
a zo snel mo
g
eli
j
k tanken om te voorkomen
da
t
u
z
o
n
de
r
b
r
a
n
ds
t
o
f k
o
mt t
e
s
t
aa
n.
Onderbrekin
g
b
randstoftoevoer
Uw auto is voorzien van een beveiliging die bij
e
en aanri
j
din
g
onmiddelli
j
k de brandsto
f
toevoer
a
f
s
l
u
it.
H
e
t v
u
ll
e
n v
a
n
de
b
r
a
n
ds
t
of
t
a
nk m
e
t
behulp van een
j
err
y
can is wel mo
g
eli
j
k.
H
oud de tuit van de
j
err
y
can recht,
druk deze niet te
g
en de klep van de
vulpistoolrestrictie en
g
iet voorzichti
g
om ervoor te zor
g
en dat de brandsto
f
net
j
es
i
n
d
e vu
l
open
i
n
g
stroomt.
Vulpistoolrestrictie (diesel) *
Di
t mec
h
an
i
sme
i
s aan
g
e
b
rac
h
t
i
n auto
'
s met een
di
ese
l
motor, waar
d
oor
h
et onmo
g
e
lijk
i
s om
b
enz
i
ne te tan
k
en.
Hi
ermee wor
d
t sc
h
a
d
e aan motoren, ontstaan
d
oor
h
et tan
k
en van
d
e ver
k
eer
d
e
brandsto
f
, voorkomen.
Deze voorzienin
g
, die in
de
t
a
n
k
openin
g
is in
g
ebouwd, is zichtbaar zodra u de brandsto
f
tankdop verwi
j
dert.
Wanneer u bi
j
een dieseluitvoerin
g
een
benzinetankpistool in de tankopenin
g
plaatst,
w
ordt dit te
g
en
g
ehouden door een klep,
w
aardoor het ver
g
rendeld bli
j
ft en er dus niet
g
etankt kan worden.
Probeer in dat
g
eval niet toch te tanken
m
aar
ki
es een
di
ese
l
tan
kpi
stoo
l.
Werkin
g
Reizen naar het buitenland
O
mdat de tankpistolen voor het tanken van
Diesel per land kunnen verschillen, kan de
aanwez
igh
e
id
van een tan
kb
eve
iligi
n
g
op
d
e
auto er toe
l
e
id
en
d
at tan
k
en n
i
et mo
g
e
lijk
i
s.
Wij
a
d
v
i
seren u
d
aarom voor
d
at u naar
h
et
buitenland afreist bij het CITRN-netwerk
te in
f
ormeren o
f
uw auto
g
eschikt is om in het
desbe
tr
e
ff
e
n
de
l
a
n
d
t
e
k
u
nn
e
n t
a
nk
e
n.
* Vol
g
ens land van bestemmin
g
.
DIESEL
Brandstofkwaliteit voor
b
enz
i
nemotoren
Au
t
o
'
s
m
e
t
be
nzin
e
m
o
t
o
r
e
n k
u
nn
e
n
p
robleemloos ri
j
den op biobrandstoffen van
h
et t
y
pe E10 en E24
(
deze bevatten resp. 10%
e
n 24% ethanol
)
die voldoen aan de Europese
r
ichtli
j
nen EN
228
en EN
1
5
3
7
6
.
Brandstoffen van het t
y
pe E85
(
deze bevatten
tot 85% ethanol
)
zi
j
n uitsluitend
g
eschikt voor
a
uto's die speciaal bestemd zi
j
n voor dit t
y
pe
brandstof
(
BioFlex-auto's
)
. De kwaliteit van de
e
thanol moet voldoen aan de Europese richtli
j
n
E
N
15293
.
A
uto's die kunnen ri
j
den op brandstoffen met
e
en ethanol
g
ehalte tot 100%
(
t
y
pe E100
)
,
w
o
r
de
n
a
ll
ee
n v
e
rk
oc
ht in Br
a
zili
ë
.
A
lleen auto's die in Rusland worden verkocht,
kunnen ri
j
den op loodvri
j
e benzine met een
octaan
g
etal van 92 R
O
N.
Brandstofkwaliteit voo
r
di
ese
l
motoren
Auto's met dieselmotoren kunnen probleemloos
r
i
j
den op biobrandstoffen die aan de
h
u
idig
e en toe
k
omst
ig
e
E
uropese r
i
c
h
t
lij
nen
voldoen
(
diesel die voldoet aan de richtli
j
n
EN 590
g
emen
g
d met biobrandsto
f
die voldoet
aan de richtlijn EN 14214
)
en die aan de pomp
g
etankt kunnen worden
(
met een
g
ehalte aan
meth
y
l-estervetzuren van 0 tot 7%
)
.
Het
g
ebruik van biobrandstof B30 is mo
g
eli
j
k
b
i
j
bepaalde dieselmotoren op voorwaarde dat
de bi
j
zondere onderhoudsvoorschriften strikt
worden na
g
eleefd. Raadplee
g
het CITRO
Ë
N-
netwerk o
f
een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
Het
g
ebruik van elk ander t
y
pe
(
bio
)
brandsto
f
(
zuivere o
f
verdunde plantaardige o
f
dierlijke
olie, stookolie ...
)
is nadrukkeli
j
k verboden
(
kans op schade aan de motor en het
b
randstofcircuit
)
.
71
Toegang tot de auto
003
Comfort
Voorstoelen
Handmati
g
1.
Hoofdsteun in hoogte verstellen en
kantelen
Trek de hoofdsteun omhoo
g
om deze
h
o
g
er te stellen.
Houd de pal in
g
edrukt en druk
g
eli
j
kti
j
di
g
op de hoofdsteun om de hoofdsteun la
g
e
r
t
e
s
t
elle
n.
2.
K
ante
l
en van
d
e ru
gl
eun
i
n
g
D
raa
i
aan
d
e
d
raa
ik
nop om
d
e ru
gl
eun
i
n
g
i
n de gewenste hellingshoek te zetten.
3.
Instellen van de zithoo
g
t
e
Bewee
g
de hendel net zo lan
g
omhoo
g
of omlaa
g
tot de
g
ewenste instellin
g
is
be
r
e
ikt.
4.
V
erstellen van de stoel in len
g
terichtin
g
Til de beu
g
el op en schui
f
de stoel naar
v
o
r
e
n
of
n
aa
r
ac
ht
e
r
e
n.
5.
L
en
d
ensteun
b
estuur
d
ersstoe
l
verstellen
Draai aan de draaiknop om de
g
ewenste
ma
t
e
v
a
n
s
t
eu
n v
oo
r
de
l
e
n
de
n
e
n in t
e
s
t
e
ll
e
n.
Comfort
Zet het contact aan o
f
start de motor als de eco-mode is ingeschakeld.
Na het openen van het voorportier kan de bediening van de elektrische
verstelling van de bestuurdersstoel nog ongeveer 45 seconden worden
gebruikt.
O
ngeveer 45 seconden na het a
f
zetten van het contact en in de eco-
m
ode, wordt de bediening van de elektrische stoelverstelling uitgeschakeld.
A
ls het contact wordt aangezet, wordt de bediening van de elektrische
s
toelverstelling weer ingeschakeld.
Elektrisch
1.
Zi
tt
i
n
g
k
ante
l
en en
i
n
h
oo
g
te en
i
n
l
en
g
ter
i
c
h
t
i
n
g
verste
ll
en
)
Li
c
h
t
d
e sc
h
a
k
e
l
aar aan
d
e voorz
ijd
e op
o
f
druk deze neer om de zittin
g
van de
s
t
oel
t
e
ka
nt
ele
n.
)
Li
c
h
t
d
e sc
h
a
k
e
l
aar aan
d
e ac
h
terz
ijd
e
op o
f
druk deze neer om de zittin
g
te
verho
g
en o
f
te verla
g
en.
)
Bewee
g
de schakelaar naar voren o
f
naa
r
ac
ht
e
r
e
n
o
m
de
s
t
oe
l n
aa
r v
o
r
e
n
of
n
aar achteren te bewe
g
en.
2.
Kantelen van de ru
g
leunin
g
Bewee
g
de schakelaar naar voren o
f
n
aar achteren om de hellin
g
shoek van de
r
u
g
leunin
g
in te stellen.
3.
L
endensteun bestuurdersstoel verstellen
D
ruk op de schakelaars om de
g
ewenste
ma
t
e
v
a
n
s
t
eu
n v
oo
r
de
l
e
n
de
n
e
n in t
e
s
t
e
ll
e
n.
4
. Handmati
g
verstellen van de zittin
g
T
re
k
aan
d
e
h
an
dg
reep om
d
e
l
en
g
te van
de zitting in te stellen.
O
p
slaan van zit
p
osities in
het
g
eheu
g
en
Dit s
y
steem slaat de elektrische instellin
g
en
van de bestuurdersstoel en het head-up displa
y
op. U kunt twee standen opslaan met de
toetsen aan
d
e z
ijk
ant van
d
e
b
estuur
d
ersstoe
l
.
O
p
slaan van een zit
p
ositie met
de toetsen M / 1 / 2
)
Z
e
t h
e
t
co
nt
ac
t
aa
n.
)
Zet uw stoel en de head-up displa
y
in de
g
ewenste stand.
)
Druk op de toets
M
en vervol
g
ens binnen
4 seconden op de toets 1
o
f 2
.
Een
g
eluidssi
g
naal
g
ee
f
t aan dat de
z
i
tpos
i
t
i
e
i
s op
g
es
l
a
g
en.
H
et ops
l
aan van een an
d
ere stan
d
annu
l
eert
d
e
vor
ig
e,
i
n
h
et
g
e
h
eu
g
en op
g
es
l
a
g
en stan
d
.
Oproepen van een op
g
esla
g
en
zit
p
ositie
)
Druk kort o
p
de toets 1
of
2
o
m
de
desbetreffende zitpositie op te roepen.
Een
g
eluidssi
g
naal
g
eeft aan dat de
op
g
esla
g
en zitpositie is in
g
enomen.
U kunt de bewe
g
in
g
onderbreken door
o
p de toets
M
,
1
o
f
2
t
e
d
r
u
kk
e
n
of
doo
r
ee
n v
a
n
de
sc
h
a
k
e
l
aa
r
s
v
a
n
de
s
toe
l
verste
lli
n
g
te
b
e
di
enen.
U
k
unt een z
i
tpos
i
t
i
e n
i
et oproepen
t
ijd
ens
h
et r
ijd
en.
Het opvragen van een opgeslagen
zitpositie is tot 45 s na het a
f
zetten van
het contact mo
g
eli
j
k.
Comfort
Voor de veili
g
heid is het
f
rame van de
h
oo
f
dsteun gekarteld om te voorkomen
dat de hoo
f
dsteun zakt in het
g
eval van
e
en aanri
j
din
g
.
D
e
j
uiste stand van de hoofdsteun is
a
ls de bovenzi
j
de van de hoofdsteun
zich ter hoo
g
te van de bovenzi
j
de
van het hoofd bevindt
.
G
a nooit ri
j
den als de hoo
f
dsteunen zi
j
n
verwi
j
derd. De hoo
f
dsteunen moeten
zijn geplaatst en correct zijn a
f
gesteld.
Hoo
g
te- en hoekverstellin
g
hoofdsteun
)
Trek de hoo
f
dsteun omhoo
g
om hem ho
g
er
t
e
z
e
tt
e
n.
)
D
ru
k
o
p
d
e
p
a
l
A
e
n tr
e
k
de
h
oofds
t
eu
n
omhoog om hem te verwijderen.
)
S
teek om de hoo
f
dsteun teru
g
te zetten
de pennen van de hoofdsteun recht in
de openin
g
en van de ru
g
leunin
g
tot de
h
oofdsteun op zi
j
n plaats bli
j
ft.
)
D
ru
k
g
e
lijk
t
ijdig
op
d
e pa
l
A
en op
d
e
h
oo
f
dsteun om deze la
g
er te zetten.
)
Bewee
g
om de hoek van de hoo
f
dsteun te
verstellen de onderzi
j
de van de hoo
f
dsteun
naa
r v
o
r
e
n
of
n
aa
r
ac
ht
e
r
e
n.
Massa
g
efunctie
D
eze functie zor
g
t voor een massa
g
e ter
h
oo
g
te van
d
e
l
en
d
enen van
d
e
b
estuur
d
er.
D
e
f
unctie werkt alleen bi
j
draaiende motor en als
de
S
T
O
P-stand van het
S
top
&
S
tart-s
y
steem
is geactiveerd.
Inschakelen
)
Druk op deze knop.
H
et contro
l
e
l
amp
j
e
g
aat
b
ran
d
en en
d
e
m
assa
g
e
f
unctie wordt voor een ti
j
dsduur van
1 uur in
g
eschakeld.
G
edurende deze tijdsduur wordt de massage
in 6 c
y
cli van 10 minuten uit
g
evoerd
(
6 minuten
m
assa
g
e worden
g
evol
g
d door 4 minuten rust
)
.
Na een uur wordt de functie uit
g
eschakeld, het
c
ontrolelamp
j
e
g
aat dan uit.
Uitschakelen
U kunt de massa
g
e
f
unctie op elk
g
ewenst moment u
i
tsc
h
a
k
e
l
en
d
oor
o
p
d
eze
k
no
p
te
d
ru
kk
en.
Bedienin
g
stoelverwarmin
g
)
Met de draaiknop kan de stoelverwarmin
g
i
n
g
eschakeld worden en kan een
verwarmin
g
sstand worden
g
eselecteerd:
0
:
Ui
t.
1
:
L
aa
g
.
2
:
G
emiddeld.
3
: Hoo
g
.
Bij
d
raa
i
en
d
e motor
i
s
d
e stoe
l
verwarm
i
n
g
voo
r
beide voorstoelen a
f
zonderlijk regelbaar.
7
9
Comfort
Achterbank
U kunt het linkerdeel
(
2
/
3
)
en
/
o
f
het rechterdeel
(
1
/
3
)
van de ru
g
leunin
g
van de achterbank neerklappen om de ba
g
a
g
eruimte te ver
g
roten.
)
S
chui
f
de desbetre
ff
ende voorstoel indien
n
o
dig
naar voren.
)
Zet de hoo
f
dsteunen in de laa
g
ste stand o
f
verwijder ze.
)
Trek de
g
ordel uit de
g
eleider.
N
eer
kl
a
pp
en van
h
et
zit
g
edeelte en de ru
g
leunin
g
)
Zet het zit
g
edeelte
1
vi
a
de
ac
ht
e
rk
a
nt
r
echtop.
)
Kantel het zit
g
edeelte 1 helemaal te
g
en de
v
oo
r
s
t
oe
l.
)
Houd de
g
ordel
g
eleider
2
te
g
en de zi
j
wand
v
a
n
de
au
t
o
.
)
T
r
ek
de
he
n
del
3
n
aa
r v
o
r
e
n
o
m
de
ru
gl
eun
i
n
g
4
te ont
g
ren
d
e
l
en.
)
K
ante
l
d
e ru
gl
eun
i
n
g
4
.
Teru
g
plaatsen van de
r
u
g
leunin
g
en het zit
g
edeelte
)
H
ou
d
d
e
g
or
d
e
lg
e
l
e
id
er
2
te
g
en
d
e z
ij
wan
d
om te voor
k
omen
d
at
d
e
g
or
d
e
l
b
e
kl
em
d
r
aakt tijdens het terugplaatsen van het
z
it
g
edeelte.
)
Zet de ru
g
leunin
g
4
rechtop, plaats de
h
oofdsteunen teru
g
en ver
g
rendel de
r
u
g
leunin
g
.
)
Controleer of de rode markerin
g
bi
j
de
he
n
del
3
n
ie
t m
ee
r z
ich
t
baa
r
is
.
)
Pl
aats
h
et z
i
t
g
e
d
ee
l
te
1
teru
g
.
)
L
aat
d
e
g
e
l
e
id
er van
d
e
g
or
d
e
l
2
los
.
)
Plaats de veiligheidsgordel terug in de
g
eleider.
Let erop dat bi
j
het teru
g
plaatsen van
de ru
g
leunin
g
van de achterbank de
veili
g
heids
g
ordels niet klem komen te
zitt
e
n.
81
Comfort
De hoo
f
dsteunen hebben een
g
ebruiksstand
(
hoog
)
en een ingeklapte stand
(
laag
)
.
D
e
h
oofds
t
eu
n
e
n k
u
nn
e
n
oo
k w
o
r
de
n
verwi
j
derd.
Verwi
j
deren van een hoofdsteun:
)
ont
g
rendel de ru
g
leunin
g
met de hendel
1
,
)
k
ante
l
d
e ru
gl
eun
i
n
g
2
en
ig
sz
i
ns naar
v
oren
,
)
trek de hoo
f
dsteun omhoo
g
tot aan de
aans
l
a
g
,
)
druk vervolgens de pal A in.
Hoofdsteunen achter
G
a nooit ri
j
den als de hoo
f
dsteunen zi
j
n
verwi
j
derd; de hoofdsteunen moeten zi
j
n
g
eplaatst en correct zi
j
n af
g
esteld.
)
V
erw
ijd
er
d
e z
i
tt
i
n
g
1
u
i
t
d
e
b
evest
igi
n
g
en
d
oor
d
e z
i
tt
i
n
g
om
h
oo
g
te tre
kk
en.
V
erwi
j
deren van de zittin
g
T
eru
g
p
l
aatsen van
d
e
zittin
g
)
Plaats de zittin
g
1 in verticale richtin
g
in de
bevesti
g
in
g
en.
Spiegels
D
e verste
lb
are
b
u
i
tensp
i
e
g
e
l
s zor
g
en voo
r
h
et benodigde zicht naar achteren bij een
inhaalmanoeuvre o
f
het
p
arkeren van de auto.
De buitenspie
g
els kunnen ook worden in
g
eklapt
voor het parkeren in een smalle straat.
Buitenspie
g
els
Al
s
d
e
b
u
i
tensp
i
e
g
e
l
s z
ij
n
i
n
g
e
kl
apt met
b
e
h
u
l
p van
d
e sc
h
a
k
e
l
aar
A
, wor
d
en ze
n
i
et automat
i
sc
h
u
i
t
g
e
kl
apt a
l
s
d
e auto
wor
d
t ont
g
ren
d
e
ld
.
H
et automat
i
sc
h
i
n- en u
i
t
kl
appen van
d
e
b
u
i
tensp
i
e
g
e
l
s met
b
e
h
u
l
p van
de
elek
tr
o
n
ische
sleu
t
el
ka
n w
o
r
de
n
g
edeactiveerd door het CITRO
Ë
N-netwerk
of
een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
Kl
ap
d
e
b
u
i
tensp
i
e
g
e
l
s
i
n a
l
s u uw auto
i
n
ee
n
au
t
o
m
a
t
ische
au
t
o
w
ass
tr
aa
t
laa
t
w
assen
.
D
e waar
g
enomen o
bj
ecten
i
n
d
e
buitenspie
g
els li
j
ken verder af dan ze in
w
er
k
e
lijkh
e
id
z
ij
n.
Hiermee moet rekenin
g
worden
g
ehouden om de a
f
stand ten opzichte
van achteropkomend verkeer
g
oed in te
sc
h
a
tt
e
n.
Ontwasemin
g
- ontdooiin
g
V
erstellen
)
Draai de knop
A
n
aa
r link
s
o
f r
ec
ht
s
o
m
de
desbetreffende spie
g
el te selecteren.
)
Duw de knop
A
in de vier richtin
g
en om de
s
pie
g
el af te stellen.
)
Z
et
d
e
k
nop
A
w
ee
r
i
n
he
t m
idde
n.
I
n
kl
a
pp
en
-
A
utomat
i
sc
h
: ver
g
ren
d
e
l
d
e auto met
b
e
h
u
lp
van
d
e e
l
e
k
tron
i
sc
h
e s
l
eute
l
.
Uitklappen
- Automatisch: ont
g
rendel de auto met de
e
l
e
ktr
o
ni
sc
h
e
s
l
eu
t
e
l.
-
H
an
d
mat
ig
:
d
raa
i
bij
aan
g
ezet
co
nt
ac
t
de
schakelaa
r
A
naar
be
n
ede
n.
- Handmati
g
: draai bi
j
aan
g
ezet
co
nt
ac
t
de
schakelaa
r
A
naar
bo
v
e
n.
D
e
z
e
fu
n
c
ti
e
k
u
nt
u
in
sc
h
a
k
e
l
e
n
door op de toets van de
achterruitverwarmin
g
te drukken.
Voor meer informatie
,
zie de rubriek
"Ontwasemin
g
- Ontdooiin
g
achterruit".
De achterruitverwarmin
g
werkt
u
itsluitend bi
j
draaiende motor.
83
Comfort
A
utomat
i
sc
h
di
mmen
d
e
bi
nnensp
i
e
g
e
l
D
an
k
z
ij
een sensor
di
e
d
e
h
oevee
lh
e
id
li
c
h
t
di
e
vana
f
de achterzi
j
de van de auto op de spie
g
el
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de da
g
- in de nachtstand.
V
erste
lb
are sp
i
e
g
e
l
voor
h
et z
i
c
h
t rec
h
t ac
h
te
r
de
au
t
o
.
D
e
bi
nnensp
i
e
g
e
l
i
s voorz
i
en van
e
en nachtstand waardoor de spiegel
do
nk
e
r
de
r w
o
r
d
t
e
n
de
bes
t
uu
r
de
r min
de
r
h
in
de
r
o
n
de
rvin
d
t v
a
n
de
z
o
n
e
n v
a
n
koplampverlichtin
g
van achteropkomend
v
e
rk
ee
r ...
Binnenspie
g
el
Zodra de achteruitversnellin
g
wordt
in
g
eschakeld, wordt de spie
g
el in de
da
g
stand
g
ezet voor een maximaal
zi
c
ht n
aa
r
ac
ht
e
r
e
n.
Stuurwielverstelling
)
Zor
g
dat de auto stilstaa
t
e
n tr
e
k
aa
n
de
h
endel om het stuurwiel te ont
g
rendelen.
)
Verstel het stuurwiel in hoo
g
te en diepte
voor een optimale zithoudin
g
.
)
D
ru
k
d
e
h
en
d
e
l
g
oe
d
vast om
h
et stuurw
i
e
l
te ver
g
ren
d
e
l
en.
Voer deze handelin
g
en om
veili
g
heidsredenen uitsluitend uit bi
j
s
til
s
t
aa
n
de
au
t
o
.
O
m veili
g
heidsrdenen moeten de
s
piegels zo zijn ingesteld dat de "dode
h
oek" zo klein mo
g
eli
j
k is.
Zicht
S
tel voor een beter zicht naar achteren de
binnenspie
g
el zo af dat onder in de spie
g
el het
o
n
de
r
s
t
e
dee
l v
a
n
de
ac
ht
e
rr
u
it zi
c
ht
baa
r i
s
.
Voorzieningen
interieur
1.
D
as
hb
oar
dk
ast
je
2.
Opber
g
va
k
3.
Opber
g
vakken
(
vol
g
ens uitvoerin
g)
4.
K
aartenvak
(
volgens uitvoering
)
5.
U
itneembare asba
k
/
1
2V-aansluitin
g
(
120 W
)
Druk op het deksel om de asbak te openen.
Asbak le
g
en: trek de asbak omhoo
g
om
deze te verwi
j
deren.
6
.
M
iddenarmsteun vóór met ber
g
ruimt
e
D
eze
i
s ver
li
c
h
t,
g
e
k
oe
ld
en voorz
i
en van
ber
g
ruimte
(f
les van 1,5 liter, ...
)
.
7
.
US
B-bo
x
8.
12V-aansluitin
g
(
120 W
)
Houd u aan het maximaal toe
g
estane
vermo
g
en om schade aan uw apparatuur te
v
oo
rk
o
m
e
n.
9.
Bekerhouder
s
i
n de portierbekledin
g
8
5
Comfort
Matten
D
e matten z
ij
n u
i
tneem
b
aar en
b
esc
h
ermen
d
e v
l
oer
b
e
d
e
kki
n
g
van
d
e auto.
)
zet de stoel in de achterste stand,
)
plaats de mat,
)
maak de bevesti
g
in
g
en vast door er op te
d
r
ukke
n.
B
evest
ig
en
V
erwi
j
deren
Verwi
j
deren van de mat aan de bestuurderszi
j
de:
)
zet de stoel in de achterste stand,
)
maak de bevesti
g
in
g
en los; houd daarbi
j
de bevesti
g
in
g
splu
gg
en die op de
vloerbedekkin
g
zi
j
n
g
emonteerd vast,
)
verw
ijd
er
d
e mat.
T
eru
g
p
l
aatsen
T
eru
g
p
l
aatsen van
d
e mat aan
d
e
b
estuur
d
ersz
ijd
e:
)
leg de mat goed op zijn plaats,
)
druk de bevesti
g
in
g
en vast,
)
controleer of de mat
g
oed vastzit.
O
m te voorkomen dat de pedalen
bli
j
ven han
g
en:
-
g
ebruik uitsluitend matten die op de
bevesti
g
in
g
en van de auto passen;
het
g
ebruik van deze bevesti
g
in
g
en
is verplicht.
-
g
ebruik nooit meer dan één mat per
plaats.
Bi
j
g
ebruik van niet door CITROËN
g
oed
g
ekeurde matten kan de
bedienin
g
van de pedalen worden
g
ehinderd en kan de werkin
g
van de
s
nelheidsre
g
elaar/-be
g
renzer ne
g
atief
w
o
r
de
n
beï
nvl
oed
.
)
Dr
u
k w
a
nn
ee
r
u
de
aa
n
s
t
e
k
e
r wilt
g
ebruiken, deze in en wacht enkele
seco
n
de
n t
o
t
de
aa
n
s
t
e
k
e
r
u
it zi
c
hz
e
lf n
aa
r
b
u
i
ten spr
i
n
g
t.
)
V
erw
ijd
er
d
e aanste
k
er en s
l
u
i
t een
g
eschikte adapter aan als u een 12V-
a
ccessoire
(
maximaal vermogen: 120 W
)
wilt
aa
n
s
l
u
it
e
n.
U kunt bi
j
voorbeeld een telefoonlader of een
flessenwarmer op deze aansluitin
g
aansluiten.
Plaats na het
g
ebruik direct de aansteker teru
g
.
Aansteker /
12V-aansluiting
USB-box
D
eze aans
l
u
i
tmo
d
u
l
e,
di
e
b
estaat u
i
t een
J
A
C
K-aansluiting en een U
S
B-poort, bevindt
z
ich in de armsteun vóór
(
onder het deksel
)
.
Hierop kunt u draa
g
bare apparatuur aansluiten,
zoa
l
s
ee
n iP
od
®
of een USB-stick.
®
Dankzi
j
de aansluitmodule kunt u de
audiobestanden op uw draa
g
bare apparatuur
b
e
l
u
i
steren v
i
a
d
e
l
u
id
spre
k
ers van uw
au
t
o
r
adio
.
U
ku
nt
de
z
e
bes
t
a
n
de
n
behe
r
e
n m
e
t
de
t
oe
t
se
n
op het stuurwiel o
f
het bedieningspaneel van
de autoradio en ze weer
g
even op het displa
y
van het instrumentenpaneel.
Ti
j
dens het
g
ebruik van de U
S
B-poort kan de
d
raa
gb
are apparatuur automat
i
sc
h
wor
d
en
opgeladen.
Raadplee
g
voor meer in
f
ormatie over
het gebruik van deze uitrusting de
r
ub
ri
e
k "A
ud
i
o
e
n
da
t
aco
mm
u
ni
ca
ti
e
".
Voor het com
f
ort en als opber
g
mo
g
eli
j
kheid
voor
d
e
b
estuur
d
er en voorpassa
gi
er.
Middenarmsteun
Opber
g
vakken
)
Toe
g
an
g
tot het
g
rote opber
g
vak: druk op
de knop 1 en til het deksel op.
)
Toe
g
an
g
tot het kleine opber
g
vak
(
onde
r
de klep van de armsteun
)
: druk op de knop
2
en til de klep op.
I
n
d
eze op
b
er
g
va
kk
en
k
unt u
d
raa
gb
are
a
pparatuur
(
tele
f
oon, MP3-speler, ...
)
opber
g
en
die op de U
S
B-
/
Jack-aansluitin
g
kan worden
a
angesloten.
Het
g
rote opber
g
vak is voorzien van een
r
e
g
elbare ventilatieopenin
g
zodat
g
ekoelde
l
uc
ht h
e
t v
a
k in k
a
n
s
tr
o
m
e
n.
8
7
Comfort
Skiluik
H
et s
kil
u
ik
k
an wor
d
en
g
e
b
ru
ik
t voor
h
et
vervoeren van
l
an
g
e voorwerpen.
)
Kl
ap
d
e m
idd
enarmsteun ac
h
ter om
l
aa
g
voor een optimaal zitcom
f
ort.
D
e armsteun
i
s
bij
b
epaa
ld
e u
i
tvoer
i
n
g
en
voorzien van bekerhouders. Tevens hebt u, als
de armsteun is neer
g
eklapt, toe
g
an
g
tot het
s
kil
u
ik.
Middenarmsteun achter
Openen
)
Klap de middenarmsteun omlaa
g
.
)
Druk op de ont
g
rendelin
g
sknop van het
lu
ik.
)
L
aa
t h
e
t
s
kil
u
ik z
a
kk
e
n.
)
S
teek voorwerpen vanuit de ba
g
a
g
eruimte
doo
r
he
t
skiluik
.
Voorzieningen van
de bagageruimte
1.
H
oe
d
en
pl
an
k
D
eze
k
an wor
d
en verw
ijd
er
d
zo
d
at
g
rotere
voorwer
p
en vervoer
d
k
unnen wor
d
en.
2.
Haken
(
voor tassen
)
3.
S
j
oro
g
en
4.
Riemen voor de
g
evarendriehoek
89
Comfort
Gevarendriehoek (opbergen)
T
re
k
voor
d
at u u
i
t
d
e auto sta
p
t om
de
g
evarendriehoek uit te vouwen
e
n te plaatsen uw re
f
lecterende
veili
g
heidsvest aan.
Raadplee
g
voor
g
ebruik van de
g
evarendriehoek de
g
ebruiksaanwi
j
zin
g
van de
f
ab
rik
a
nt.
G
ebruik de op de binnenbekledin
g
van de
ac
h
ter
kl
ep
g
emonteer
d
e r
i
emen om een
opgevouwen gevarendriehoek, al dan niet in
e
en koker, op te ber
g
en.
Op de we
g
plaatsen van de
g
evarendriehoek
)
Plaats de
g
evarendriehoek achter de
auto op de in de onderstaande tabel
aan
g
e
g
even afstand, afhankeli
j
k van het
we
g
t
y
pe en
d
e
h
oevee
lh
e
id
b
u
i
ten
li
c
h
t.
Deze waarden zi
j
n
g
ebaseerd op
internationale richtli
j
nen.
Houd u bi
j
het plaatsen van de
g
evaren
d
r
i
e
h
oe
k
aan
d
e ter p
l
aatse
g
eldende wetteli
j
ke voorschri
f
ten.
De
g
evarendriehoek is leverbaar
als accessoire; raadplee
g
het
C
ITR
O
ËN-netwerk of een
g
ekwalificeerde werkplaats.
P
laatsingsafstand (in meter
)
B
u
i
ten
d
e
b
e
b
ouw
d
e
k
o
m
Snelweg
Overda
g
'
s Nachts
5
0
m
80
m
1
5
0
m
Verwarming en ventilatie
B
e
di
en
i
n
g
spanee
l
De lucht kan a
f
hankeli
j
k van de instellin
g
en
van de bestuurder, voorpassa
g
ier o
f
a
chterpassagiers via verschillende circuits
worden toe
g
evoerd.
Stel de temperatuurre
g
elin
g
in: de lucht van de
verschillende circuits wordt
g
emen
g
d om het
g
ewenste comfortniveau te bereiken.
Stel de luchtverdelin
g
in met de desbetreffende
(
combinatie van
)
toetsen: de lucht wordt via de
g
ewenste u
i
tstroomopen
i
n
g
en ver
d
ee
ld
.
S
tel de luchtopbren
g
st in: de aan
j
a
g
ersnelheid
wordt verhoogd o
f
verlaagd.
De bedienin
g
sschakelaars bevinden zich op
h
et paneel
A
v
a
n
de
mi
dde
n
co
n
so
l
e
.
1.
Uitstroomopenin
g
en voor het ontdooien o
f
o
ntw
ase
m
e
n v
a
n
de
v
oo
rr
u
it.
2.
Uitstroomopenin
g
en voor het ontdooien o
f
o
ntwasemen van de voorste zi
j
ruiten en de
voorport
i
erru
i
ten.
3.
A
fs
l
u
it
ba
r
e
e
n v
e
r
s
t
e
l
ba
r
e
zi
j
ventilatieroosters.
4.
A
fs
l
u
it
ba
r
e
e
n v
e
r
s
t
e
l
ba
r
e
mi
dde
l
s
t
e
v
e
ntil
a
ti
e
r
oos
t
e
r
s
.
De ventilatie zor
g
t voor een optimaal com
f
ort
e
n z
ich
t
i
n
he
t
i
nt
e
r
ieu
r.
5
.
Ui
tstroomopen
i
n
g
en
b
eenru
i
mte
bestuurder en voorpassagier.
6
.
A
fs
l
u
it
ba
r
e
e
n v
e
r
s
t
e
l
ba
r
e
v
e
ntil
a
ti
e
r
oos
t
e
r
s
voor de achterpassa
g
iers.
7
.
Uitstroomopenin
g
en beenruimte
a
chterpassa
g
iers.
Luchtverdelin
g
91
Comfort
Neem voor een optimale werkin
g
van de verwarmin
g
, ventilatie en airconditionin
g
de
vol
g
ende
g
ebruiksadviezen in acht:
)
Let erop dat voor een
g
eli
j
kmati
g
e verdelin
g
van de lucht naar het interieur de
uitstroomopenin
g
onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, luchtroosters en
o
veri
g
e uitstroomopenin
g
en alsmede de ventilatieopenin
g
in de ba
g
a
g
eruimte vri
j
bli
j
ven.
)
Let erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt a
fg
edekt. Deze sensor dient
voor
d
e re
g
e
li
n
g
van
d
e automat
i
sc
h
e a
i
rcon
di
t
i
on
i
n
g
.
)
Zet de airconditionin
g
minstens één tot twee keer per maand vi
jf
tot tien minuten aan
o
m het systeem in per
f
ecte staat te houden.
)
C
ontroleer re
g
elmati
g
de staat van het interieur
f
ilter en laat de
f
ilterelementen periodiek
vervan
g
en
(
zie het hoofdstuk "Controles"
)
.
Wi
j
raden u een
g
ecombineerd interieurfilter aan. Dankzi
j
het toe
g
evoe
g
de speciale
actieve middel draa
g
t het bi
j
tot een
g
ezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon
interieur
(
verminderin
g
van aller
g
ische reacties, stank en vetaansla
g)
.
)
L
aat
d
e a
i
rcon
di
t
i
on
i
n
g
re
g
e
l
mat
ig
contro
l
eren zoa
l
s voor
g
esc
h
reven
i
n
h
et
o
nderhoudsboek
j
e, om het s
y
steem in per
f
ecte staat te houden.
)
Gebruik de airconditionin
g
niet als deze niet koelt en raadplee
g
het CITRO
Ë
N-netwerk
of
een gekwali
f
iceerde werkplaats.
O
m het brandsto
f
verbruik te verminderen kunt u de airconditionin
g
uitschakelen
(
toets A
/C)
terwi
j
l de automatische stand in
g
eschakeld bli
j
ft. Als in deze stand de ruiten be
g
innen te
beslaan, kunt u de airconditionin
g
ti
j
deli
j
k inschakelen om de ruiten te ontwasemen.
Bi
j
een zware belastin
g
van de motor
(
trekken van een aanhan
g
er op een steile hellin
g
bi
j
e
en ho
g
e buitentemperatuur
)
kan de airconditionin
g
ti
j
deli
j
k worden uit
g
eschakeld voor een
o
pt
i
ma
l
e tre
kk
rac
h
t van
d
e motor.
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Als de auto lan
g
e ti
j
d in de zon hee
f
t
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoo
g
is op
g
elopen, zet dan de
r
uiten eni
g
e ti
j
d open.
Zor
g
ervoor dat de aan
j
a
g
ersnelheid
voldoende hoo
g
is in
g
esteld, zodat de
l
ucht in het interieur
g
oed ververst wordt.
H
et a
i
rcon
di
t
i
on
i
n
g
ss
y
steem
i
s c
hl
oorvr
ij
e
n
i
s n
i
et sc
h
a
d
e
lijk
voor
d
e ozon
l
aa
g
.
Condensvormin
g
door de
a
i
rcon
di
t
i
on
i
n
g
k
an ertoe
l
e
id
en
d
at z
i
c
h
e
en
kl
e
i
n p
l
as
j
e water on
d
er
d
e auto
vormt.
Di
t
i
s een normaa
l
versc
hij
nse
l
.
Als u
g
een concessies wilt doen aan het
thermische com
f
ort, start dan de moto
r
o
f
laat deze
p
ermanent draaien door o
p
de
t
oe
t
s
E
CO
O
FF t
e
d
r
u
kk
e
n.
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
1. Automatisch pro
g
ramma "comfort"
Wij
ra
d
en aan om een van
d
e
d
r
i
e
AUT
O
-standen te
g
ebruiken: het
s
ysteem zorgt voor een aangenaam
k
limaat in de auto op basis van de
door u in
g
estelde waarde.
In alle drie de standen re
g
elt het s
y
steem zel
f
de comforttemperatuur om zo snel mo
g
eli
j
k het
door u
g
ewenste klimaat te verkri
jg
en.
)
D
ru
k
h
er
h
aa
ld
e
lijk
op
d
e toets "AUTO"
.
- één lamp
j
e brandt; milde instellin
g
,
- twee
l
amp
j
es
b
ran
d
en;
g
em
idd
e
ld
e
instellin
g
,
- drie lamp
j
es branden; ho
g
e instellin
g
.
Gebruik bi
j
voorkeur de instellin
g
en
"g
emiddeld" en "hoo
g
" voor het behoud
van een aan
g
ename temperatuur voor de
achterzitplaatsen.
O
m bi
j
koude motor te voorkomen dat
e
r koude wind in uw gezicht geblazen
wordt, wordt de aan
j
a
g
ersnelheid in
der
g
eli
j
ke situaties
g
eleideli
j
k verhoo
g
d
tot het
g
ewenste niveau is bereikt.
Als de temperatuur in de auto bi
j
het
instappen veel la
g
er of ho
g
er is dan
de in
g
estelde waarde, hee
f
t het
g
een
zin om voor het
g
ewenste com
f
ort de
i
n
g
este
ld
e waar
d
e te w
ij
z
ig
en.
H
et
s
ysteem compenseert bij gesloten
ramen en on
g
eacht het seizoen
automatisch en zo snel mo
g
eli
j
k het
temperatuurverschil.
Het s
y
steem kan in alle
j
aar
g
eti
j
den effectie
f
g
ebruikt worden, mits de ruiten zi
j
n
g
esloten.
A
utomatische werkin
g
93
Comfort
4. Automatisch pro
g
ramma
"
zicht"
O
m het interieur maximaal te verkoelen
o
f
te verwarmen is het mo
g
eli
j
k de
minim
a
l
e
w
aa
r
de
14
o
f
de
m
a
xim
a
l
e
waarde
28
te overschri
j
den.
)
Draai de knop
2
o
f
3
n
aa
r link
s
t
o
t
da
t
"
LO" verschi
j
nt of naar
r
ech
t
s
t
o
t
da
t
"HI"
versc
hij
nt.
Zie "Voorruitontwasemin
g
-
O
ntdooien".
2-3. Re
g
elin
g
bestuurder-
passa
g
ie
r
De bestuurder en de voorpassa
g
ier
k
unnen de temperatuur afzonderli
j
k
n
aa
r w
e
n
s
i
n
s
t
elle
n.
D
e op
h
et
di
sp
l
a
y
weer
g
e
g
even
waarde hee
f
t betrekkin
g
op een bepaald
c
om
f
ortniveau en niet op de werkelijke
temperatuur in
g
raden
C
elsius o
f
Fahrenheit.
)
D
raa
i
d
e
k
no
p
2
of
3
n
aa
r link
s
of
n
aa
r
r
echts om deze waarde te verlagen o
f
te
verho
g
en.
Voor een o
p
timaal com
f
ort wordt de waarde
21 aanbevolen. Niettemin is a
f
hankeli
j
k
van uw wensen een afstellin
g
tussen 18 en
2
4
g
ebruikeli
j
k.
Voor een optimaal comfort is het raadzaam
dat het verschil in instellin
g
links en rechts niet
m
eer dan 3 bedraa
g
t.
H
an
d
mat
ig
verste
ll
en
A
ls u dat wenst
,
kunt u de automatische
b
e
di
en
i
n
g
van
h
et s
y
steem
h
an
d
mat
ig
aanpassen.
D
e contro
l
e
l
amp
j
es
i
n
d
e toets
"
AUTO"
g
aan uit; de overi
g
e
f
uncties bli
j
ven
automatisch geregeld, met uitzondering van de
airconditionin
g
.
)
Druk op de toets "AUTO" om het s
y
steem
weer volledi
g
automatisch te laten
f
u
n
c
ti
o
n
e
r
e
n.
B
i
j
auto's met een Stop & Start-
sy
steem
g
eldt dat zolan
g
de
voorruitontwasemin
g
in werkin
g
is, de
S
T
O
P-functie niet beschikbaar is.
5. Airconditionin
g
aan
/
uit
)
Druk op deze toets om de
a
i
rcon
di
t
i
on
i
n
g
u
i
t te sc
h
a
k
e
l
en.
A
ls de airconditionin
g
wordt uit
g
eschakeld,
w
o
r
d
t h
e
t th
e
rmi
sc
h
e
co
mf
o
rt ni
e
t m
ee
r
g
ere
g
eld
(
vocht, besla
g
en ruiten
)
.
)
D
ru
k
d
e toets no
g
maa
l
s
i
n zo
d
ra
di
t
m
o
g
e
lijk
i
s om
d
e automat
i
sc
h
e wer
ki
n
g
van
d
e a
i
rcon
di
t
i
on
i
n
g
te
h
ervatten.
H
et
l
ampje van de toets
"
A/C" gaat branden.
O
m het interieur sneller te verkoelen kunt u
korte ti
j
d de recirculatiestand inschakelen.
S
chakel vervol
g
ens weer over op de stand
"B
u
it
e
nl
uc
ht".
6. Re
g
elin
g
luchtverdelin
g
)
Druk op één of meer toetsen
o
m
de
luch
t
s
tr
oo
m t
e
v
e
r
dele
n
naar
:
-
d
e voorru
i
t en
d
e z
ij
ru
i
ten,
- de centrale en zi
j
ventilatieroosters,
- de beenruimte van de passa
g
iers.
U kunt de drie luchtstromen ook naar ei
g
en
w
e
n
s
co
m
b
in
e
r
e
n.
7. Re
g
elin
g
luchtopbren
g
st
)
Draai deze knop naar links
om de luchtopbren
g
st te
v
e
rmin
de
r
e
n
of
n
aa
r r
ec
ht
s
o
m
d
eze te ver
h
o
g
en.
De lamp
j
es van de luchtopbren
g
st, tussen
de twee propellers,
g
aan afhankeli
j
k van de
in
g
estelde waarde
g
eleideli
j
k branden.
8. Toevoer van buitenlucht
/
l
uchtrecirculatie
De
lu
ch
tr
eci
r
cula
t
ie
die
nt
o
m
de
t
oe
v
oe
r v
a
n
buitenlucht bi
j
stank en sto
f
overlast a
f
te
sl
u
i
ten:
i
n
g
eva
l
van
d
etect
i
e van vervu
ili
n
g
van
de buitenlucht
(
indien uw auto voorzien is van
e
en luchtkwaliteitssonde
)
.
D
eze tree
d
t
i
n wer
ki
n
g
bij
act
i
ver
i
n
g
van
d
e
ru
i
tensproe
i
er.
D
e wer
ki
n
g
stopt wanneer
d
e
buitentemperatuur beneden de 5
°C
komt, om te
v
oo
r
ko
m
e
n
da
t
de
r
ui
t
e
n
beslaa
n.
- Het branden van het lamp
j
e
m
et
d
e
"A"
d
u
id
t ero
p
d
at
d
e
l
uc
htr
ec
ir
cu
l
a
ti
e
au
t
o
m
a
ti
sc
h
wordt geregeld.
-
H
et
b
ran
d
en van
h
et
l
amp
j
e
zonder de "A" duidt erop dat de
l
uc
h
trec
i
rcu
l
at
i
e
h
an
d
mat
ig
i
n
werkin
g
is
g
esteld.
-
W
anneer
d
e
l
amp
j
es u
i
t
zi
j
n, betekent dat dat de
luch
tr
eci
r
cula
t
ie
au
t
o
m
a
t
isch
wordt
g
ere
g
eld onafhankeli
j
k van
de detectie van luchtvervuiling.
G
een luchtkwaliteitsensor
I
n
d
i
e
n
u
w
au
t
o
ni
e
t v
oo
rzi
e
n i
s
van een luchtkwaliteitsensor,
druk dan o
p
deze toets om de
l
uc
h
trec
i
rcu
l
at
i
e
h
an
d
mat
ig
i
n
wer
ki
n
g
te ste
ll
en.
9
5
Comfort
Uitschakelen van het
s
y
steem
)
D
raa
i
d
e
k
nop van
d
e
l
uc
h
top
b
ren
g
st naar
li
n
k
s tot
all
e
l
amp
j
es u
i
t
g
aan.
Vermi
j
d het te lan
g
ri
j
den met
in
g
eschakelde luchtrecirculatie o
f
e
en uit
g
eschakeld s
y
steem, om te
v
oo
rk
o
m
e
n
da
t
de
r
u
it
e
n
bes
l
aa
n
o
f
de
l
uc
htkw
a
lit
e
it v
e
rmin
de
rt.
Alle
f
uncties van de airconditionin
g
en het
vent
il
at
i
es
y
steem wor
d
en
d
an u
i
t
g
esc
h
a
k
e
ld
.
De tem
p
eratuur wordt dan niet meer
g
ere
g
eld, maar er bli
jf
t een kleine luchtstroom
g
ehandhaafd.
)
Wi
j
zi
g
de instellin
g
en
(
temperatuur,
l
uchthoeveelheid en luchtverdelin
g)
of druk
op de toets
"
AUTO" om het s
y
steem weer
met
d
e
l
aatst
i
n
g
este
ld
e waar
d
en
i
n te
schakele
n.
9. "REST"-functie: maximale
a
irconditionin
g
)
Als
u
de
i
nt
e
r
ieu
r
luch
t
s
n
el
w
il
t
k
oe
l
en,
d
ru
k
d
an op
d
eze toets:
"
LO" wor
d
t weer
g
e
g
even.
O
m vori
g
e instellin
g
en te hervatten, drukt u
o
p
n
i
euw o
p
d
eze toets.
)
Schakel, zodra de omstandi
g
heden
h
et toelaten, de achterruit- en
buitenspie
g
elverwarmin
g
uit,
omdat een
g
erin
g
er stroomverbruik
l
e
id
t tot een ver
l
a
gi
n
g
van
h
et
b
r
a
n
ds
t
of
v
e
r
b
r
u
ik.
Ontwasemen -
Ontdooien vóór
Achterruit- en buitenspiegelverwarming
)
U kunt de achterruitverwarmin
g
ook
ee
r
de
r
ui
t
schakele
n
door
no
g
maa
l
s op
d
e toets te
d
ru
kk
en.
H
et contro
l
e
l
amp
j
e
van de toets gaat uit.
A
utomatisch pro
g
ramma
"
Zicht"
Aan
Bi
j
auto's met een Stop & Start-
sy
steem
g
eldt dat zolan
g
de
voorruitontwasemin
g
in werkin
g
is, de
S
T
O
P-functie niet beschikbaar is.
UIT
De achterruitverwarming wordt automatisch
u
itgeschakeld om onnodig stroomverbruik te
v
oo
rk
o
m
e
n.
)
S
electeer dit programma om de
voorruit en de zi
j
ruiten snel te
o
ntw
ase
m
e
n
o
f t
e
o
nt
doo
i
e
n.
H
et s
y
steem wer
k
t vo
ll
e
dig
automat
i
sc
h
e
n re
g
elt de luchttemperatuur, de
a
an
j
a
g
ersnelheid en de luchttoevoer; het stelt
de luchtverdelin
g
zodani
g
in dat de voorruit en
de zi
j
ruiten zo snel mo
g
eli
j
k schoon worden.
)
Druk no
g
maals op de toets "Zicht" of op
"AUTO" om deze functie uit te schakelen
;
h
et contro
l
e
l
amp
j
e
i
n
d
e toets
g
aat u
i
t en
da
t v
a
n
de
t
oe
t
s
"
AUTO"
g
aat
b
ran
d
en.
Het s
y
steem keert teru
g
naar dezel
f
de
instellingen als die van v
óó
r het uitschakelen.
)
Druk op deze toets
(
op
h
et
b
e
di
en
i
n
g
spanee
l
van
de airconditioning
)
om de
achterruit en de buitenspie
g
els
t
e
o
ntw
ase
m
e
n. H
e
t
c
ontrolelamp
j
e van de toets
g
aat branden.
D
e achterruitverwarmin
g
werkt
u
itsluitend bi
j
draaiende motor.
9
7
Comfort
004
Rijden
Starten - afzetten van de motor
)
S
teek de elektronische sleutel in de lezer.
)
Houd het rempedaal in
g
etrapt
(
auto's
me
t
au
t
o
m
a
ti
sc
h
e
tr
a
n
s
mi
ss
i
e
of
E
GS
-versnellingsbak
)
o
f
houd het
k
oppelin
g
spedaal volledi
g
in
g
etrapt
(
auto's
m
et hand
g
eschakelde versnellin
g
sbak
)
.
Starten met de
e
lektronische sleutel
Starten met het ke
y
less
e
ntr
y
and start-s
y
steem
Al
s
aa
n
ee
n v
a
n
de
v
oo
rw
aa
r
de
n v
oo
r
het starten niet wordt voldaan, wordt ter
herinnerin
g
een meldin
g
op het displa
y
van
het instrumentenpaneel weer
g
e
g
even. In
s
ommi
g
e
g
evallen moet het stuurwiel heen
e
n weer worden bewo
g
en terwi
j
l de knop
"
S
TART
/S
T
O
P" wordt in
g
edrukt om het
s
tuurslot te ont
g
rendelen; u wordt hiervan
via een meldin
g
op de hoo
g
te
g
ebracht.
H
an
dg
esc
h
a
k
e
ld
e versne
lli
n
g
s
b
a
k
: zet
d
e versne
lli
n
g
s
h
en
d
e
l
i
n
d
e neutraa
l
stan
d
.
E
GS-versnellin
g
sbak: z
e
t
de
selec
t
iehe
n
del
i
n
de
s
t
a
n
d
N
.
A
utomatische transmissi
e
: z
e
t
de
se
l
ec
ti
e
h
e
n
de
l in
de
s
t
a
n
d
P
of
N
.
Bi
j
temperaturen onder
0
g
raden wordt bi
j
auto's met
e
en dieselmotor de motor pas
na het doven van het verklikkerlamp
j
e
"Voor
g
loeien"
g
estart.
Al
s
di
t
l
amp
j
e
g
aat
b
ran
d
en na
d
at u
o
p
S
TART
/S
T
O
P-knop hebt
g
edrukt,
moet u het rem- o
f
koppelin
g
spedaal
ingetrapt houden tot dit lampje uitgaat
e
n niet o
p
nieuw o
p
de "
S
TART
/
S
T
O
P-knop drukken, tot de moter is
aan
g
esla
g
en.
)
H
oud, als de elektronische sleutel zich in de
auto bevindt
(
u hoeft hem niet in de lezer te
s
teken
)
, het rempedaal in
g
etrapt bi
j
auto's
met automatische of EGS-versnellin
g
sbak
of
houd het koppelin
g
spedaal volledi
g
in
g
etrapt bi
j
auto's met hand
g
eschakelde
versnellin
g
sbak.
)
D
ru
k
op
d
e
k
nop
"
START/STO
P
".
De motor wordt
g
estart
(
zie de
navo
lg
en
d
e waarsc
h
uw
i
n
g
,
di
e
g
eldt voor dieseluitvoerin
g
en
)
.
)
Druk op de knop " START/STO
P
".
De motor wordt
g
estart
(
zie de
n
avol
g
ende waarschuwin
g
, die
g
eldt voor dieseluitvoerin
g
en
)
.
De
elek
tr
o
n
ische
sleu
t
el
v
a
n
he
t
K
e
yl
ess entr
y
an
d
start-s
y
steem moet
z
ich
bi
nn
e
n
de
de
t
ec
t
ie
z
o
n
e
be
v
i
n
de
n.
Verlaat om veiligheidsredenen deze
zone niet terwi
j
l de motor no
g
draait.
1
0
1
Rijden
Afzetten met de
e
lektronische sleutel
)
Z
e
t
de
au
t
o
s
til.
Als u de elektronische
sleutel ver
g
eet
Al
s u
d
e e
l
e
k
tron
i
sc
h
e s
l
eute
l
i
n
d
e
l
ezer
l
aat z
i
tten,
wordt u bi
j
het openen van het bestuurdersportie
r
g
ewaarschuwd door een meldin
g
.
Afzetten met het ke
y
less
e
ntr
y
and start-s
y
steem
)
Z
e
t
de
au
t
o
s
til.
Als de auto niet stilstaat, wordt de motor
n
iet af
g
ezet.
Contact aan zonder starten
v
an de motor
(
accessoirestand
)
)
Druk terwijl de elektronische
s
leutel zich in de auto bevindt op
de knop " START/STO
P
".
De motor wordt af
g
ezet en het
s
tuurslot wordt ver
g
rendeld.
)
Druk op de knop " START/STOP ".
De motor wordt af
g
ezet en het
s
tuurslot wordt ver
g
rendeld.
Diefstalbeveiliging
Elektronische startbeveili
g
in
g
In de sleutels is een chip aangebracht die ove
r
e
en
g
eheime code beschikt.
O
m te kunnen
s
tarten, moet bi
j
het aanzetten van het contact
de
code
v
a
n
de
s
l
eu
t
e
l w
o
r
de
n h
e
rk
e
n
d
doo
r
de
s
tartbeveili
g
in
g
.
Deze elektronische startbeveili
g
in
g
blokkeert
h
et motormana
g
ements
y
steem zo
d
ra
h
et
ontact wordt a
ezet en voorkomt zo het
s
tarten van
d
e motor
bij
een
i
n
b
raa
k
.
Bij een storing in het systeem wordt u
g
ewaarschuwd door een meldin
g
op het displa
y
van het instrumentenpaneel.
De auto kan dan niet
g
estart worden.
R
aadplee
g
zo snel mo
g
eli
j
k het
C
ITR
O
ËN-netwerk.
Druk, met de elektronische sleutel van het
k
e
y
less entr
y
and start-s
y
steem in de lezer o
f
in
h
et interieur van de auto, zonder een pedaal in
te trappen op de knop "START/ST
O
P" om het
co
nt
ac
t
aa
n t
e
z
e
tt
e
n
e
n z
o
de
v
e
r
sc
hill
e
n
de
accesso
ir
es
t
e
ac
tiv
e
r
e
n.
)
V
erw
ijd
er
d
e e
l
e
k
tron
i
sc
h
e s
l
eute
l
u
i
t
d
e
le
z
e
r.
)
Druk o
p
de kno
p
"
S
TART
/S
T
O
P":
de verlichting en lampjes van het
instrumentenpaneel
g
aan branden
zonder dat de motor wordt
g
estart.
)
Druk no
g
maals op de knop om
he
t
co
nt
ac
t
a
f t
e
z
e
tt
e
n
e
n
de
auto te kunnen ver
g
rendelen.
Wanneer u de accessoirestand te lan
g
g
ebruikt,
g
aat het s
y
steem automatisch
over op de eco-mode om te voorkomen
da
t
de
accu
o
ntl
ade
n r
aa
kt.
Noodprocedure voor het
starten met het ke
y
less entr
y
and
start-s
y
steem
Als
de
elek
tr
o
n
ische
sleu
t
el
z
ich
i
n
he
t
detectie
g
ebied bevindt en uw auto niet start als
u op de knop "
S
TART
/S
T
O
P" drukt:
)
Steek de elektronische sleutel in de lezer.
)
Houd bi
j
auto's met automatische o
f
E
GS
-
versnellin
g
sbak het rempedaal in
g
etrapt
of houd bi
j
auto's met hand
g
eschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal
volledi
g
in
g
etrapt.
)
Druk o
p
de kno
p
"
S
TART
/S
T
O
P".
De motor wordt
g
estart.
In nood
evallen kan de motor
e
orceerd
worden af
g
ezet door de knop "START/ST
O
P"
on
g
eveer drie seconden in
g
edrukt te houden.
In dat
g
eval wordt het stuurslot in
g
eschakeld
zod
r
a
de
au
t
o
s
til
s
t
aa
t.
Als
de
elek
tr
o
n
ische
sleu
t
el
z
ich
n
ie
t m
ee
r
i
n
h
et detectie
g
ebied bevindt ti
j
dens het ri
j
den o
f
wanneer u
(
op een later moment
)
de motor wilt
afzetten, wordt een meldin
g
weer
g
e
g
even op
h
et displa
y
van het instrumentenpaneel.
Noodprocedure voor het afzetten
v
an de motor
Als de elektronische sleutel niet
wordt herkend door het ke
y
less
e
ntr
y
and start-s
y
steem
)
Houd de knop "
S
TART
/S
T
O
P" on
g
eveer
drie seconden in
g
edrukt als u de motor
g
eforceerd wilt afzetten
(
let op: zonde
r
de sleutel kan de motor niet meer
g
estart
worden
)
.
1
0
3
Rijden
Wi
j
raden u aan de parkeerrem niet te
g
ebruiken bi
j
zeer la
g
e temperaturen
(
vorst
)
en bi
j
het trekken van een
aanhan
g
er
(
slepen, caravan, enz.
)
.
Zet in dat
g
eval bi
j
aan
g
ezet contact
de parkeerrem handmati
g
vri
j
en voer,
voordat u het contact afzet, de vol
g
ende
handelin
g
uit:
)
Hand
g
eschakelde
v
ersnellin
g
sbak
:
sc
h
a
k
e
l
de
1
e
versnellin
g
of de
achteruitversnellin
g
in.
)
E
GS-versnellin
g
sbak
:
z
e
t
de
se
l
ec
ti
e
h
e
n
de
l in
de
s
t
a
n
d
A
o
f R.
)
Automatische versnellin
g
sbak
:
z
e
t
de
se
l
ec
ti
e
h
e
n
de
l in
de
s
t
a
n
d
P
o
f R.
D
e e
l
e
k
tr
i
sc
h
e par
k
eerrem
k
an op twee
ma
n
ie
r
e
n w
o
r
de
n
bedie
n
d
:
-
A
utomatisch aantrekken
/
vrijzetten
De
p
arkeerrem wordt automatisch
a
an
g
etrokken bi
j
het afzetten van de motor
n automatisch vri
ezet bi
het we
ri
den
(
standaard
g
eactiveerde functies
)
,
-
H
andmati
g
aantrekken/vri
j
zetten
D
e par
k
eerrem
k
an
h
an
d
mat
ig
wor
d
en
aan
g
etro
kk
en
d
oor aan
d
e
h
en
d
e
l
A
te trekken.
A
U
k
unt
d
e par
k
eerrem
h
an
d
mat
ig
wee
r
vrijzetten door het rempedaal ingetrapt
te houden en
g
eli
j
kti
j
di
g
aan de hendel te
trekken en deze vervol
g
ens los te laten.
A
ls de parkeerrem no
g
niet is aan
g
etrokken en het
bestuurdersportier wordt
g
eopend, klinkt er een
g
eluidssi
g
naal en verschi
j
nt er een meldin
g
op het
di
sp
l
a
y
.
Pro
g
rammeren van de
a
utomat
i
sc
h
e wer
ki
n
g
A
f
hankeli
j
k van het land van bestemmin
g
kan
de
fu
n
c
ti
e
v
oo
r h
e
t
au
t
o
m
a
ti
sc
h
aa
ntr
e
kk
e
n v
a
n
de parkeerrem bi
j
het a
f
zetten van de motor en
h
et automat
i
sc
h
vr
ij
zetten van
d
e par
k
eerrem
bij
h
et we
g
r
ijd
en wor
d
en u
i
t
g
esc
h
a
k
e
ld
.
Raadplee
het CITRO
N-netwerk of een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats om de
f
unctie weer
t
e
ac
t
i
v
e
r
e
n.
De functie wordt in dat
g
eval
g
epro
g
rammeerd via het
c
onfi
g
uratiemenu.
Elektrische parkeerrem
Als de functie is uit
g
eschakeld, dient u de
parkeerrem dus handmati
g
te bedienen.
Als dit verklikkerlamp
j
e brandt op het
instrumentenpaneel, is de automatische
functie uit
g
eschakeld.
Ve
r
laa
t
de
au
t
o
n
ooi
t z
o
n
de
r
da
t
u
z
ich
e
rvan hebt verzekerd dat de
p
arkeerrem
is aan
g
etrokken.
Dit verklikkerlamp
j
e bli
j
ft
permanent branden.
Sticker o
p
het
p
ortier
p
aneel
O
m bi
j
aan
g
ezet contact o
f
draaiende motor
d
e par
k
eerrem vr
ij
te zetten,
t
ra
pt
u
he
t
rempe
d
aa
l
i
n,
t
re
kt
u
aa
n
de
he
n
del
A
i
n
e
n
l
aat u deze vervolgens weer los.
De vri
jg
ezette toestand van de parkeerrem
wordt aan
g
e
g
even door:
Handmati
g
vri
j
zetten
- het uitgaan van het
verklikkerlamp
j
e parkeerrem en het
verklikkerlamp
j
e
P
op de hendel
A
,
- de meldin
g
"Parkeerrem
vri
jg
ezet".
Als
u
aa
n
de
he
n
del
A
tr
ek
t z
o
n
de
r
he
t
r
em
p
edaal in te tra
pp
en, wordt de
p
arkeerrem
niet vri
jg
ezet en verschi
j
nt een meldin
g
op het
instrumentenpaneel.
U kunt, indien nodig, de parkeerrem
e
xtra
stevi
g
aantrekken . Dit
g
ebeurt door de
he
n
de
l
A
lan
g
er te bedienen , tot de meldin
g
"Parkeerrem maximaal aan
g
etrokken" op het
displa
y
verschi
j
nt en er een
g
eluidsi
g
naal klinkt.
Het extra stevi
g
aantrekken van de
p
ar
k
eerrem
i
s noo
d
za
k
e
lijk
i
n
d
e vo
lg
en
d
e
omstan
digh
e
d
en
:
- wanneer een caravan o
f
aanhan
g
er aan
de auto is gekoppeld en de automatische
bedienin
g
is
g
eactiveerd, terwi
j
l u de
p
arkeerrem handmati
g
bedient,
- wanneer de hellin
g
condities vermoedeli
j
k
zullen vari
ë
ren terwi
j
l de auto stilstaat
(
bi
j
voorbeeld wanneer de auto vervoerd
wordt op een boot o
trailer, o
bi
slepen
.
E
xtra stev
ig
aantre
kk
en
In het
g
eval van een aan
g
ekoppelde
aanhan
g
er, wanneer de auto beladen is of op
e
en steile hellin
g
staat, dient u de parkeerrem
e
xtra stevi
g
aan te trekken, bi
j
het parkeren
de voorwielen naar de stoeprand te sturen en
e
en versnellin
g
in te schakelen.
Na het extra stevi
g
aantrekken van de
p
arkeerrem duurt het lan
g
er voordat de
p
arkeerrem weer is vri
jg
ezet.
C
ontroleer voordat u de auto verlaat o
f
de verklikkerlamp
j
es van de parkeerrem
o
p
h
et
i
nstrumentenpanee
l
en op
d
e
he
n
del
A
co
n
s
t
a
nt
b
r
a
n
de
n.
Wanneer de auto stilstaat en u bi
j
draaiende o
f
afg
ezette motor de parkeerrem wilt aantrekken,
tre
kt
u
aa
n
de
he
n
del
A
.
Handmati
g
aantrekken
D
e aan
g
etro
kk
en toestan
d
van
d
e par
k
eerrem
wor
d
t aan
g
e
g
even
d
oor:
- h
e
t
b
r
a
n
de
n v
a
n h
e
t
verklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlamp
j
e
P
op de hendel
A
,
- de meldin
g
"Parkeerrem
aan
g
etr
o
kk
e
n".
W
anneer u
h
et
b
estuur
d
ersport
i
er opent
bij
d
raa
i
en
d
e motor terw
ijl
d
e par
k
eerrem n
i
et
i
s aan
g
etro
kk
en,
kli
n
k
t er een
g
e
l
u
id
ss
ig
naa
l
e
n verschijnt er een melding op het display
(
behalve bi
j
auto's met automatische
transmissie, als de selectiehendel in de stand
P
(
Park
)
staat
)
.
1
05
Rijden
C
ontroleer voordat u de auto verlaat o
f
d
e ver
klikk
er
l
amp
j
es van
d
e par
k
eerrem
op
h
et
i
nstrumenten
p
anee
l
en o
p
d
e
h
e
n
de
l
A
co
n
s
t
a
nt
b
r
a
n
de
n.
L
aa
t kin
de
r
e
n n
oo
it
a
ll
ee
n in
de
au
t
o
wanneer het contact is aan
g
ezet:
ze zouden de parkeerrem kunnen
vri
j
zetten.
Automatisch aantrekken,
m
otor af
g
ezet
- h
e
t
b
r
a
n
de
n v
a
n h
e
t
verklikkerlamp
j
e parkeerrem
e
n het verklikkerlamp
j
e
P
op de
he
n
de
l
A
,
-
d
e me
ldi
n
g
"P
ar
k
eerrem
a
an
g
etro
kk
en
"
.
W
a
nn
ee
r
de
au
t
o
s
til
s
t
aa
t
e
n
u
de
m
oto
r
a
fzet, wordt de
p
arkeerrem automatisch
a
an
g
etro
kk
en
.
D
e aan
g
etro
kk
en toestan
d
van
d
e par
k
eerrem
wordt aangegeven door:
A
utomatisch vri
j
zetten
De elektrische
p
arkeerrem wordt
a
utomatisch
g
eleideli
j
k vri
jg
ezet bi
j
het we
g
ri
j
den :
)
Hand
g
eschakelde versnellin
g
sbak : trap
het koppelin
g
spedaal volledi
g
in en schakel
de
1
e
versnellin
g
of de achteruitversnellin
g
in;
g
eef
g
as en laat het koppelin
g
spedaal
op
k
omen tot
d
e par
k
eerrem wor
d
t vr
ijg
ezet.
)
E
GS-versnellin
g
sba
k
:
selec
t
ee
r
de
s
t
a
n
d
A
,
M
of
R
en
g
ee
f
g
as.
)
Automatische versnellingsbak :
se
l
ec
t
ee
r
de
s
t
a
n
d
D
,
M
of
R
en
g
ee
f
g
as.
De vri
jg
ezette toestand van de parkeerrem
w
ordt aan
g
e
g
even door:
- het doven van het verklikkerlamp
j
e
p
arkeerrem en het
verklikkerlamp
j
e
P
op de hendel
A
,
-
d
e me
ldi
n
g
"P
ar
k
eerrem
vr
ijg
ezet
"
.
Geef, wanneer de auto stilstaat met
draaiende motor, niet onnodi
g
g
as,
omdat u dan het risico loopt dat de
p
arkeerrem wordt vri
jg
ezet.
C
ontroleer voordat u de auto verlaat o
f
de verklikkerlamp
j
es van de parkeerrem
op het instrumentenpaneel en op de
h
e
n
de
l
A
co
n
s
t
a
nt
b
r
a
n
de
n.
Parkeerrem aantrekken,
bi
j
draaiende moto
r
Wanneer de auto stilstaat met draaiende motor
,
dient u de auto te
g
en we
g
rollen te beveili
g
en
d
oor
d
e par
k
eerrem
h
an
d
mat
ig
aa
n t
e
tr
ekke
n.
T
re
k
daa
rv
oo
r
aa
n
de
he
n
del
A
.
D
e aan
g
etro
kk
en toestan
d
van
d
e par
k
eerrem
wordt aangegeven door:
-
he
t
b
r
a
n
de
n v
a
n
he
t
ver
klikk
er
l
amp
j
e par
k
eerrem
e
n het verklikkerlampje
P
o
p
de
h
e
n
de
l
A
,
- de meldin
g
"parkeerrem
aan
g
etrokken".
Wanneer u het bestuurdersportier opent om
uit te stappen terwi
j
l de parkeerrem niet is
aan
g
etrokken, klinkt er een
g
eluidssi
g
naal en
verschi
j
nt er een meldin
g
op het displa
y
(
behalve
bi
j
auto's met automatische versnellin
g
sbak, als
de
se
l
ec
ti
e
h
e
n
de
l in
de
s
t
a
n
d
P
(
Park
)
staat
)
.
Noodremfunctie
Wanneer het rempedaal niet werkt o
f
bi
j
uitzonderli
j
ke situaties
(
bi
j
v. wanneer de
bestuurder onwel wordt
)
, kan de auto worden
gestopt door aan de hendel
A
t
e
tr
e
kk
e
n
e
n
de
z
e
v
as
t t
e
h
oude
n.
D
e
dy
nam
i
sc
h
e sta
bili
te
i
tsre
g
e
li
n
g
zor
g
t
e
rvoor dat de auto stabiel bli
j
ft wanneer de
nood
r
e
m
fu
n
c
ti
e
ac
ti
ef
i
s
.
In
g
eval van een storin
g
aan het s
y
steem
van de noodrem
f
unctie verschi
j
nt de meldin
g
"P
a
rk
ee
rr
e
m
defec
t".
)
Neem het wielblok en de slinger voor
h
et ont
g
rendelen van de handrem uit de
ba
g
a
g
eruimte
(
onder de vloerbekledin
g)
.
)
Als de auto op een hellin
g
staat, beveili
g
deze dan te
g
en we
g
rollen door wielblokken
vóór
auto hellin
a
waarts
eparkeerd
o
a
chter
(
auto hellin
g
opwaarts
g
eparkeerd
)
d
e voorw
i
e
l
en te p
l
aatsen.
De noodremfunctie ma
g
uitsluitend in
u
itzonderli
j
ke
g
evallen worden
g
ebruikt.
Bi
j
een storin
g
aan het
C
D
S
,
aan
g
e
g
even door het branden van dit
verklikkerlamp
j
e, kan de stabiliteit bi
j
het
r
emmen niet worden
g
e
g
arandeerd.
In dat
g
eval
moe
t
de
bes
t
uu
r
de
r
e
r z
e
l
f
voor zor
g
en dat de auto stabiel bli
j
ft door
a
fwi
sse
l
e
n
d
aa
n
de
h
e
n
de
l
A
t
e
tr
e
kk
e
n
e
n
de
z
e
w
ee
r l
os
t
e
l
a
t
e
n.
Noodont
g
rendelin
g
Bij een de
f
ect aan de elektrische parkeerrem o
f
e
en le
g
e accu kan de parkeerrem door middel
van een mechanische noodont
rendelin
worden ont
g
rendeld.
)
Beveili
g
de auto te
g
en we
g
rollen:
- door de eerste versnellin
g
in te
s
chakelen
(
hand
g
eschakelde
versnellin
g
sbak
)
,
-
bij
d
raa
i
en
d
e motor,
d
oor
h
et se
l
ecteren
v
a
n
de
s
t
a
n
d
P
(
automatische
versnellin
g
sbak
)
o
f
M
of
R
(
E
GS
-
versnellin
g
sbak
)
.
)
Z
e
t
de
m
o
t
o
r
a
f
e
n z
e
t h
e
t
co
nt
ac
t
weer aan. Als de auto niet te
g
en
we
g
rollen kan worden beveili
g
d, ma
g
de
noo
d
ont
g
ren
d
e
li
n
g
n
i
et wor
d
en u
i
t
g
evoer
d
e
n moet zo sne
l
mo
g
e
lijk
contact wor
d
en
o
p
g
enomen met het CITRO
Ë
N-netwerk o
f
met een gekwali
f
iceerde werkplaats.
Rijden
Neem in verband met de veili
g
heid
na deze handelin
g
alti
j
d en zo snel
mo
g
eli
j
k contact op met het
C
ITROËN-netwerk om het deksel te
l
aten vervangen.
D
e auto
k
an we
g
ro
ll
en na
d
at
d
e
mec
h
an
i
sc
h
e noo
d
ont
g
ren
d
e
li
n
g
i
s
ui
t
g
evoer
d
.
Al
s
di
t
g
eree
d
sc
h
ap
i
s
aan
g
ebracht, kan de handrem niet mee
r
worden aan
g
etrokken.
D
e
h
e
n
de
l A ma
g
niet worden bediend
e
n de motor ma
g
niet worden uit
g
ezet o
f
g
estart als het ont
g
rendel
g
ereedschap
aangebracht is. Houd de opening vrij
v
a
n
s
t
of
e
n v
oc
ht.
O
m
de
e
l
e
ktri
sc
h
bed
i
e
n
de
h
a
n
d
r
e
m
weer te activeren
(
na het oplossen
van de storin
g
of als de accu op
s
pannin
g
of vervan
g
en is
)
dient u de
h
e
n
de
l
A
aan
g
etrokken te houden tot
het controlelamp
j
e van de handrem
o
p
het instrumenten
p
aneel kni
pp
ert.
H
oud de hendel vervolgens nogmaals
aan
g
etro
kk
en tot
h
et contro
l
e
l
amp
j
e
permanent
b
ran
d
t.
Zet de linker voorstoel in de achterste stand
.
)
S
chui
f
de bestuurdersstoel zo ver mo
g
eli
j
k
naa
r
ac
ht
e
r
e
n.
)
Til het onder de stoel in de vloerbekledin
g
uit
g
esneden
g
edeelte
B
op
.
)
M
aa
k h
e
t
de
k
se
l
C
van de openin
g
D
open
m
et behulp van de slin
g
er
(
die zich in de
ba
g
a
g
eruimte bevindt
)
.
)
Pl
aats
d
e s
li
n
g
er
i
n
d
e open
i
n
g
D
.
)
D
raa
i
d
e s
li
n
g
er meer
d
ere t
i
enta
ll
en
omwente
li
n
g
en
m
et
d
e w
ij
zers van
d
e
k
lok mee
.
V
anwe
g
e d
e
veili
g
heid moe
t
u zo lan
g
a
an de slin
g
er te draaien tot u niet verde
r
kunt. Nu is de handrem ont
g
rendeld.
)
Verwi
j
der de slin
g
er en ber
g
deze op.
)
De werkin
g
van de handrem wordt weer
g
eactiveerd als u het contact af- en weer
aa
nz
e
t. Al
s
h
e
t
ac
tiv
e
r
e
n v
a
n
de
h
a
n
d
r
e
m
niet mo
g
eli
j
k is, raadplee
g
dan het
C
ITRO
Ë
N-netwerk of een
g
ekwalificeerde
wer
k
p
l
aats.
)
H
et
k
an
d
e
k
eer erna
l
an
g
er
d
an normaa
l
duren voor de handrem is aangetrokken.
Storin
g
en
A
ls het storingslampje van de elektrische parkeerrem gaat branden in combinatie met één o
f
meer verklikkerlampjes uit de onderstaande tabel, zet de auto dan op
e
en veili
g
e plaats stil
(
vlakke onder
g
rond, met in
g
eschakelde versnellin
g)
en raadplee
g
zo snel mo
g
eli
j
k het CITROËN-netwerk of een
g
ekwalificeerde werkplaats.
Situaties Gevol
g
en
Weer
g
ave van de meldin
g
"Storin
g
parkeerre
m
"
e
n
b
r
a
n
de
n v
a
n
de
vol
g
ende verklikkerlamp
j
es:
- De automatische bedienin
g
is uit
g
eschakeld.
- D
e
hill h
o
l
de
r i
s
ni
e
t
besc
hik
baa
r.
-
D
e e
l
e
k
tr
i
sc
h
e par
k
eerrem
k
an a
ll
een
h
an
d
mat
ig
wor
d
en
b
e
di
en
d
.
Weer
g
ave van de meldin
g
"Storin
g
parkeerre
m
"
e
n
b
r
a
n
de
n v
a
n
de
vo
lg
en
d
e ver
klikk
er
l
amp
j
es:
- De elektrische parkeerrem kan alleen handmati
g
worden vri
jg
ezet
d
oor
h
et rempe
d
aa
l
i
n te trappen en aan
d
e
h
en
d
e
l
te tre
kk
en.
-
De
hill
holde
r
is
n
ie
t
beschikbaa
r.
-
D
e automat
i
sc
h
e
b
e
di
en
i
n
g
en
h
et
h
an
d
mat
ig
aantre
kk
en van
d
e
p
arkeerrem blijven mogelijk.
Weer
g
ave van de meldin
g
"Storin
g
parkeerre
m
"
e
n
b
r
a
n
de
n v
a
n
de
vo
lg
en
d
e ver
klikk
er
l
amp
j
es:
- De automatische bedienin
g
is uit
g
eschakeld.
-
De
hill
holde
r
is
n
ie
t
beschikbaa
r.
1
0
9
Rijden
Situaties Gevol
g
en
O
m de elektrische parkeerrem aan te trekken:
)
parkeer de auto en zet het contact uit,
)
trek de hendel ten minste 5 seconden uit tot de parkeerrem is
aan
g
etrokken,
)
zet het contact aan en controleer o
f
de verklikkerlampjes van de
el
e
k
tr
i
sc
h
e par
k
eerrem
g
aan
b
ran
d
en.
H
et aantre
kk
en van
d
e par
k
eerrem
d
uurt
l
an
g
er
d
an normaa
l
.
O
m de elektrische parkeerrem vri
j
te zetten:
)
zet het contact aan
,
)
houd de hendel on
g
eveer 3 seconden aan
g
etrokken en laat de
h
e
n
de
l w
ee
r l
os
.
Als het controlelamp
j
e van de elektrische parkeerrem knippert of als
de verklikkerlamp
j
es niet
g
aan branden als het contact wordt aan
g
ezet,
werken deze procedures niet. Parkeer de auto op een vlakke ondergrond
e
n laat het s
y
steem controleren door het CITRO
Ë
N-netwerk of door een
g
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
en
/
o
f
knipperend.
Weer
g
ave van de meldin
g
" Storin
g
parkeerre
m
"
e
n
b
r
a
n
de
n v
a
n
de
vo
lg
en
d
e ver
klikk
er
l
amp
j
es:
- Alleen de functies automatisch aantrekken bi
j
het afzetten van de
motor en automat
i
sc
h
vr
ij
zetten
bij
h
et we
g
r
ijd
en z
ij
n
b
esc
hikb
aar.
- Het handmati
g
aantrekken
/
vri
j
zetten van de elektrische parkeerrem
is niet mo
g
eli
j
k en de d
y
namische noodrem
f
unctie is niet
besc
hik
baa
r.
e
n
/of
knipperend.
Weergave van de melding
"
Storing accu" . - Zet de auto zo snel mogelijk stil
(
rekening houdend met het overige
verkeer
)
en beveili
g
de auto te
g
en we
g
rollen
(
plaats indien nodi
g
een
wielblok achter een wiel
)
.
- Trek de elektrische parkeerrem aan alvorens de motor af te zetten.
Bi
j
zondere omstandi
g
heden
Als de parkeerrem door een storin
g
of bi
j
een
o
nt
lade
n
accu
n
i
et
k
an wor
d
en vr
ijg
eze
t
,
i
s
e
en noo
d
ont
g
ren
d
e
li
n
g
mo
g
e
lijk
.
O
m een
g
oede werkin
g
en dus uw veili
g
heid
te waarborgen, kan de parkeerrem maximaal
acht keer achter elkaar worden aan
g
etrokken
e
n vri
jg
ezet.
Bi
j
overmati
g
g
ebruik wordt u
g
ewaarschuwd
door de meldin
g
"Storin
g
parkeerrem" en
e
en knipperend verklikkerlamp
j
e.
Onder bepaalde omstandi
g
heden
(
starten
van de motor...
)
kan de kracht waarmee de
par
k
eerrem
i
s aan
g
etro
kk
en automat
i
sc
h
wor
d
en aan
g
epast.
Di
t
i
s normaa
l
.
Tra
p
wanneer u de auto enkele centimeters
wilt ver
p
laatsen zonder de motor te starten
bi
j
aan
g
ezet contact het rempedaal in
e
n zet de parkeerrem vri
j
door aan de
h
e
n
de
l
A
te
trekken en deze vervol
g
ens
w
ee
r
l
os te laten . Als de parkeerrem
vo
ll
e
dig
i
s vr
ijg
ezet,
g
aan
h
et
l
amp
j
e op
d
e
he
n
del
A
en
h
et ver
klikk
er
l
amp
j
e op
h
et
i
nstrumentenpanee
l
u
i
t en wor
d
t
d
e me
ldi
n
g
"Parkeerrem vrijgezet" weergegeven.
111
Rijden
Hill holder
Di
t s
y
steem
h
ou
d
t
bij
h
et we
g
r
ijd
en op een
h
elling uw auto ongeveer 2 seconden op
zi
j
n plaats. In die ti
j
d kunt u uw voet van het
rempedaal naar het
g
aspedaal verplaatsen.
D
e
z
e
f
u
n
c
ti
e
i
s
a
ll
ee
n
ac
ti
e
f:
- als de auto volledi
g
stilstaat met het
r
empe
d
aa
l
i
n
g
e
d
ru
k
t,
-
bij
b
epaa
ld
e
h
e
lli
n
g
con
di
t
i
es,
- a
l
s
h
et
b
estuur
d
ersport
i
er
i
s
g
es
l
oten.
D
e
hill
h
o
ld
er
k
an n
i
et wor
d
en u
i
t
g
esc
h
a
k
e
ld
.
A
ls de auto ber
g
opwaarts stilstaat, wordt
d
eze even op z
ij
n p
l
aats
g
e
h
ou
d
en wanneer
u
h
et rem
p
e
d
aa
l
l
os
l
aat
:
- a
l
s
bij
d
e
h
an
dg
esc
h
a
k
e
ld
e versne
lli
n
g
s
b
a
k
de eerste versnelling o
f
de neutraalstand is
in
g
eschakeld,
- als bi
j
de
g
estuurde hand
g
eschakelde
versnellin
g
sbak de stand A
o
f
M
i
s
in
g
eschakeld,
- als bi
j
de automatische transmissie de
s
t
a
n
d
D
of
M
i
s
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
.
Werkin
g
Als de auto ber
g
afwaarts stilstaat en de
a
c
h
teru
i
tversne
lli
n
g
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
i
s, wor
d
t
d
e auto even op z
ij
n p
l
aats
g
e
h
ou
d
en
wanneer u
h
et rempe
d
aa
l
l
os
l
aat
.
Verlaat de auto niet in de korte
p
eriode
dat u de hill holder
g
ebruikt.
A
ls u de auto moet verlaten terwi
j
l de
motor draait, trek de parkeerrem dan
handmati
g
aan en controleer of het
verklikkerlamp
j
e van de parkeerrem en
h
et
l
amp
j
e
P
op de hendel
(
elektrische
parkeerrem
)
permanent branden.
Storin
g
Bij een storing in de hill holder gaan deze
verklikkerlamp
j
es branden. Raadplee
g
het
C
ITROËN-netwerk of een
g
ekwalificeerde
werkplaats om het s
y
steem te laten controleren.
S
chakel de achteruitversnelling alleen
in
a
l
s
de
au
t
o
s
til
s
t
aa
t
e
n
de
m
o
t
o
r
s
t
a
ti
o
n
a
ir
d
r
aa
it.
Voor uw veili
g
heid en om het starten
van de motor te ver
g
emakkeli
j
ken: zor
g
dat de versnellin
g
shendel alti
j
d in de
vr
ij
stan
d
staat.
Handgeschakelde
6-versnellingsbak
)
B
ewee
g
d
e versne
lli
n
g
s
h
en
d
e
l
zo ver
mogelijk naar rechts om de 5
e
o
f
de 6
e
versnellin
g
in te schakelen.
I
nsc
h
a
k
e
l
en van
d
e 5
e
of de
6
e
versnellin
g
I
nsc
h
a
k
e
l
en van
d
e
a
chteruitversnellin
g
)
Trek de ring onder de pookknop omhoog
en bewee
g
de versnellin
g
shendel eerst
naa
r link
s
e
n
da
n n
aa
r v
o
r
e
n.
1
1
3
Rijden
Opschakelindicator *
Dit s
y
steem adviseert de bestuurder op te schakelen om het brandsto
f
verbruik te verminderen
(
auto's met hand
g
eschakelde versnellin
g
sbak
)
.
W
er
ki
n
g
Het s
y
steem
g
ee
f
t uitsluitend adviezen als u
rust
ig
r
ijd
t.
Af
hankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrustin
g
van uw auto kan het s
y
steem u
adviseren één of meer versnellin
g
en op te
s
chakelen. U kunt deze aanwi
j
zin
g
en opvol
g
en
zonder de tussenli
gg
ende versnellin
g
en in te
hoe
v
e
n
schakele
n.
H
et
i
s n
i
et verp
li
c
h
t om
d
e aan
b
evo
l
en
versne
lli
n
g
en oo
k
d
aa
d
wer
k
e
lijk
i
n te
s
c
h
a
k
e
l
en.
D
e
k
euze van
d
e o
p
t
i
ma
l
e
versnelling hangt namelijk altijd a
f
van de
s
ituatie op de we
g
, de verkeersdrukte en
de veili
g
heid. De bestuurder bli
j
ft derhalve
alti
d zelf verantwoordeli
k voor het al dan
n
iet opvol
g
en van een schakeladvies
van
h
et s
y
steem.
De
f
unctie kan niet worden uit
g
eschakeld.
* Afhankeli
j
k van de motoruitvoerin
g
.
-
U
r
ijd
t
i
n
d
e
d
er
d
e versne
lli
n
g
.
Voo
r
beeld
:
-
U
trapt
h
et
g
aspe
d
aa
l
g
e
l
e
id
e
lijk
i
n.
-
H
et s
y
steem
k
an u
i
n
di
t
g
eva
l
a
d
v
i
seren
e
en hogere versnelling in te schakelen.
De informatie wordt in de vorm van een pi
j
l
o
p het instrumentenpaneel weer
g
e
g
even, in
co
m
b
in
a
ti
e
m
e
t h
e
t n
u
mm
e
r v
a
n
de
aa
n
be
v
o
l
e
n
versne
lli
n
g
.
In ri
j
situaties waarin veel van de motor
wordt
g
evraa
g
d
(
diep intrappen van het
g
aspe
d
aa
l
,
bij
voor
b
ee
ld
t
ijd
ens een
inhaalmanoeuvre...
)
zal het s
y
steem
geen schakeladvies geven.
Het s
y
steem zal u nooit adviseren om:
- de eerste versnellin
g
in te schakelen,
-
de achteruitversnellin
g
in te schakelen,
- teru
g
te schakelen.
Weer
g
ave op het instrumentenpaneel
W
a
nn
ee
r
u
de
se
l
ec
ti
e
h
e
n
de
l
doo
r h
e
t
s
c
h
a
k
e
l
patroon
b
ewee
g
t, versc
hij
nt
h
et desbetre
ff
ende picto
g
ram op het
i
nstrumenten
p
anee
l
.
P
Parking
(
parkeerstand
)
R
Reverse
(
achteruitversnellin
g)
N
Neutral
(
neutraalstand
)
D
Drive
(
automatisch schakelen
)
S
Pro
g
ramma S
p
or
t
7
Pro
g
ramma Sneeu
w
1
t
/
m 6
I
n
g
esc
h
a
k
e
ld
e versne
lli
n
g
bij
h
an
d
mat
ig
schakele
n
-
O
n
g
eldi
g
e waarde bi
j
handmati
g
schakelen
B
i
j
de automatische 6-versnellin
g
sbak kunt u
ki
ezen u
i
t automat
i
sc
h
e
b
e
di
en
i
n
g
, aan
g
evu
ld
m
et de pro
g
ramma's
S
port en
S
neeuw. U kunt
m
et de selectiehendel ook handmati
g
schakelen.
Deze versnellin
g
sbak hee
f
t vier
g
ebruiksmo
g
eli
j
kheden:
-
a
u
t
o
matis
c
h schakelen : h
e
t
sc
h
a
k
e
l
e
n
wordt elektronisch aan
g
estuurd,
-
pro
g
ramma Spor
t
: dit schakelpro
g
ramma
m
aakt een meer d
y
namische ri
j
sti
j
l
m
o
g
eli
j
k,
-
pro
g
ramma Sneeu
w
:
d
it
schakelpro
g
ramma vereenvoudi
g
t het
r
i
j
den op een onder
g
rond met weini
g
g
rip,
-
handmati
g
schakelen:
de
z
e
s
t
a
n
d
m
aa
kt
he
t z
e
l
f
sc
h
a
k
e
l
e
n m
e
t
de
se
l
ec
ti
e
h
e
n
de
l
m
o
g
eli
j
k.
Automatische versnellingsbak
1.
S
electiehendel.
2.
T
oe
t
s
"
S"
(
Sport
)
.
3.
T
oe
t
s
"
7
"
(
Sneeuw
)
.
Selectiehendel
Schakel
p
atroon
P
.
P
a
rk
ee
r
s
t
a
n
d
.
- Stilzetten van de auto, met of zonder
aan
g
etrokken handrem.
-
S
tarten van de motor.
R.
Achteruitversnellin
g
.
-
A
c
h
teru
i
tr
ijd
en, st
il
staan
d
e auto, stat
i
ona
ir
t
oe
r
e
nt
al
.
N.
Neu
tr
aals
t
a
n
d
.
-
S
tilzetten van de auto, met aangetrokken
h
a
n
d
r
e
m.
- Starten van de motor.
D.
Automatische werkin
g
.
M
.+
/
- Z
e
lf
sc
h
a
k
e
l
e
n t
usse
n
de
z
es
versnellin
g
en.
)
B
ewee
g
d
e se
l
ect
i
e
h
en
d
e
l
k
ort naar voren
o
m op te sc
h
a
k
e
l
en.
of
)
Beweeg de selectiehendel kort naar
achteren om teru
g
te schakelen.
1
15
Rijden
)
Trap het rempedaal in en selecteer de
s
t
a
n
d
P
o
f N
.
)
S
tart de motor.
Als
n
ie
t
aa
n
de
bo
v
e
n
s
t
aa
n
de
v
oo
rw
aa
r
de
n
wor
d
t vo
ld
aan,
kli
n
k
t een
g
e
l
u
id
ss
ig
naa
l
en
versc
hij
nt een me
ldi
n
g
op
h
et
di
sp
l
a
y
van
h
et
instrumenten
p
aneel.
)
Trap bi
j
draaiende motor het rempedaal in.
)
Zet de handrem vri
j
als deze niet in de
au
t
o
m
a
ti
sc
h
e
s
t
a
n
d
s
t
aa
t.
)
S
electeer de stand R
,
D
o
f
M
,
)
L
aat
h
et rempe
d
aa
l
g
e
l
e
id
e
lijk
l
os.
D
e auto
b
e
gi
nt te r
ijd
en.
We
g
ri
j
den
Als de motor stationair draait
,
het
r
empe
d
aa
l
i
s
l
os
g
e
l
aten en
d
e stan
d
R
,
D
of
M
i
s
g
ese
l
ecteer
d
, zet
d
e auto z
i
c
h
zel
f
s al in bewe
g
in
g
als het
g
aspedaal
ni
et
i
s
i
n
g
etrapt.
Laat bij draaiende motor daarom geen
kin
de
r
e
n
a
ll
ee
n in
de
au
t
o
ac
ht
e
r.
Tr
e
k
de
h
a
n
d
r
e
m
aa
n
e
n
se
l
ec
t
ee
r
de
s
t
a
n
d
P
in
d
i
e
n
e
r
o
n
de
rh
ouds
w
e
rkz
aa
mh
ede
n m
oe
t
e
n
wor
d
en u
i
t
g
evoer
d
bij
d
raa
i
en
d
e motor.
Al
s t
ijd
ens
h
et r
ijd
en per on
g
e
l
u
k
d
e
s
t
a
n
d
N
wor
d
t
g
ese
l
ecteer
d
,
l
aat
h
et
m
o
t
o
rt
oe
r
e
nt
al
da
n z
akke
n t
o
t
s
t
a
t
io
n
ai
r
toerenta
l
, zet
d
e se
l
ect
i
e
h
en
d
e
l
i
n
d
e
s
t
a
n
d
D
en trap
h
et
g
aspe
d
aa
l
weer
i
n.
Ze
t
de
selec
t
iehe
n
del
n
ooi
t
i
n
de
s
t
a
n
d
N
a
l
s
d
e auto r
ijd
t.
Ze
t
de
selec
t
iehe
n
del
n
ooi
t
i
n
de
s
t
a
n
d
P
of
R
als de auto niet volledig stilstaat.
Automatisch
schakelpro
g
ramma
)
S
electeer de stand
D
om
a
utomatisch
t
e
l
a
t
e
n
sc
h
a
k
e
l
e
n t
usse
n
de
z
es
versnellin
g
en.
De versnellin
g
sbak werkt dan in de auto-
adaptieve stand, zonder dat u zelf hoeft
te schakelen. De versnellin
g
sbak kiest
voortdurend de meest
g
eschikte versnellin
g
,
afhankeli
j
k van de ri
j
sti
j
l, het profiel van de we
g
e
n de beladin
g
van de auto.
V
oo
r
ee
n m
a
xim
a
l
e
acce
l
e
r
a
ti
e
z
o
n
de
r
de
s
tand van de selectiehendel te wi
j
zi
g
en,
moet het
g
aspedaal volledi
g
worden
in
g
etrapt
(
kickdown
)
. De versnellin
g
sbak
s
chakelt automatisch teru
g
of handhaaft de
in
g
eschakelde versnellin
g
totdat de motor het
m
a
xim
u
m t
oe
r
e
nt
a
l
be
r
e
ikt.
Bi
j
het remmen schakelt de versnellin
g
sbak
automatisch teru
g
om sterker op de motor af te
remmen
.
O
m de veili
g
heid te verbeteren schakelt de
versnellin
g
bak niet naar een ho
g
ere versnellin
g
als u het
g
aspedaal plotselin
g
loslaat.
Handmati
g
schakelen
)
S
electeer de stand
M
o
m se
q
uentieel
te
s
chakelen in de zes versnellin
g
en.
)
D
uw
d
e se
l
ect
i
e
h
en
d
e
l
naar
h
et s
y
m
b
oo
l
+
om één versnellin
g
op te schakelen.
)
T
re
k
d
e se
l
ect
i
e
h
en
d
e
l
naar
h
et s
y
m
b
oo
l
-
om
éé
n versnelling terug te schakelen.
Het schakelen naar een andere versnellin
g
k
n
ll
n
l
n
lh
i
v
n
t
n
h
et toerental van de motor dit toestaan,
anders wordt er ti
j
deli
j
k over
g
e
g
aan op de
automatische bedienin
g
.
O
p het instrumentenpaneel verdwi
j
nt
de aanduidin
g
D
en verschi
j
nen
a
chtereenvol
g
ens de in
g
eschakelde
versnellin
g
en.
A
ls het motortoerental te laa
g
of te hoo
g
is,
knippert de
g
eselecteerde versnellin
g
enkele
s
econ
d
en en vervo
lg
ens wor
d
t
d
e wer
k
e
lijk
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
e versne
lli
n
g
weer
g
e
g
even.
E
r
ka
n
elk
m
o
m
e
nt v
a
n
de
s
t
a
n
d
D
(
ri
j
den in de
automatische stand
)
naar de stand
M
(
rijden in
de handbediende stand
)
worden
g
eschakeld.
A
ls de auto stopt of lan
g
zaam ri
j
dt, kiest de
automatische versnellin
g
sbak automatisch de
1e
versnellin
g
.
De pro
g
ramma's Sport en Sneeuw kunnen niet
wor
d
en
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
i
n
d
e
h
an
db
e
di
en
d
e stan
d
.
Pro
g
ramma's Sport en
Sneeuw
Pro
g
ramma Sport "S"
)
Druk op de toets
"
S"
a
l
s
de
m
o
t
o
r i
s
g
estart.
H
et sc
h
a
k
e
l
pro
g
ramma maa
k
t
d
an automat
i
sc
h
e
en
dy
nam
i
sc
h
e r
ij
st
ijl
mo
g
e
lijk
.
Op het instrumentenpaneel verschi
j
nt
d
e aan
d
u
idi
n
g
S
.
Pro
g
ramma Sneeuw "
7
"
)
Druk op de toets "
7
"
a
l
s
de
m
o
t
o
r i
s
g
es
t
ar
t
.
De versnellin
g
sbak past zich aan voor het
rijd
en op
gl
a
dd
e we
g
en.
H
et sc
h
a
k
e
l
pro
g
ramma zor
g
t ervoor
d
at u
g
ema
kk
e
lijk
er
k
unt r
ijd
en op een on
d
er
g
ron
d
m
et weinig grip.
O
p het instrumentenpaneel verschi
j
nt
d
e aan
d
u
idi
n
g
7
.
Teru
g
keren naar het
a
utomatische pro
g
ramma
)
O
m teru
g
te keren naar het automatische
pro
g
ramma kunt u het pro
g
ramma Sport
o
f Sneeuw op elk
g
ewenst moment
ui
tsc
h
a
k
e
l
en
d
oor opn
i
euw op
d
e
desbe
tr
effe
n
de
t
oe
t
s
t
e
d
r
u
kk
e
n.
Deze twee specifieke pro
g
ramma's vullen de
a
utomat
i
sc
h
e wer
ki
n
g
aan on
d
er
bij
zon
d
ere
rij
omstan
digh
e
d
en.
117
Rijden
On
j
uiste waarde bi
j
handmati
g
e
bedienin
g
Dit s
y
mbool verschi
j
nt als een
versne
lli
n
g
n
i
et
g
oe
d
i
s
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
(
de selectiehendel bevindt zich
tussen twee standen in
)
.
Parkeren van de auto
Zet, voordat u de motor afzet, de selectiehendel
in
de
s
t
a
n
d
P
o
f
N
o
m
de
n
eu
tr
aa
l
s
t
a
n
d
t
e
se
l
ec
t
e
r
e
n.
T
re
k
i
n
b
e
id
e
g
eva
ll
en
d
e
h
an
d
rem aan om
d
e
auto te blokkeren
(
als de handrem niet in de
automatische stand staat
)
.
A
l
s
de
se
l
ec
ti
e
h
e
n
de
l ni
e
t in
de
s
t
a
n
d
P
staat, klinkt bi
j
het openen van het
bestuurdersportier of na on
g
evee
r
45 seconden een
g
eluidssi
g
naal en
verschi
j
nt een meldin
g
op het displa
y
.
)
Ze
t
de
selec
t
iehe
n
del
i
n
de
s
t
a
n
d
P
;
h
et
g
e
l
u
id
ss
ig
naa
l
stopt en
d
e
m
e
ldi
n
g
ver
d
w
ij
nt.
Storin
g
Bij
aan
g
ezet contact wor
d
t een me
ldi
n
g
op
h
et
di
sp
l
a
y
van
h
et
i
nstrumentenpanee
l
w
eer
g
e
g
even
di
e
d
u
id
t op een stor
i
n
g
i
n
d
e
versnellingsbak.
In dit
g
eval werkt de versnellin
g
sbak met een
n
oodpro
g
ramma en bli
j
ft de 3e versnellin
g
i
n
g
eschakeld. U kunt dan een hevi
g
e schok
w
aarnemen bi
j
het selecteren van
R
v
a
n
u
it
de
s
t
a
n
d
P
, of
P
R
v
a
n
u
it
de
s
t
a
n
d
N
. Dit i
s
ni
e
t
sc
h
a
d
e
lijk
voor
d
e versne
lli
n
g
s
b
a
k
.
Ri
j
d niet harder dan 100 km
/
h
(
a
f
hankeli
j
k
van de
g
eldende snelheidslimiet
)
.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of door een
g
ekwalificeerde werkplaats.
D
e automat
i
sc
h
e versne
lli
n
g
s
b
a
k
k
an
b
esc
h
a
digd
ra
k
en:
- als u het gaspedaal en het
rempedaal
g
eli
j
kti
j
di
g
intrapt,
- als u, indien de accu
g
een stroom
levert, de selectiehendel vanuit
de
s
t
a
n
d
P
g
eforceerd naar een
a
n
de
r
e
s
t
a
n
d
schakel
t.
Zet, om het brandstofverbruik ti
j
dens
l
an
g
duri
g
stilstaan met draaiende motor
(
file...
)
te beperken, de selectiehendel
i
n
de
s
t
a
n
d
N
en tre
k
d
e
h
an
d
rem aan,
behal
v
e
als
de
z
e
i
n
de
au
t
o
m
a
t
ische
s
t
a
n
d
s
t
aa
t.
EGS 6-versnellingsbak
Bij de elektronisch bediende 6-versnellingsbak
kunt u kiezen tussen automatische bedienin
g
e
n handmati
g
schakelen.
Deze versnellin
g
sbak heeft twee
g
ebruiksmo
g
eli
j
kheden:
-
a
utomatisch
e
bedienin
g
, waarbi
j
het
op- en teru
g
sc
h
a
k
e
l
en vo
ll
e
dig
automat
i
sc
h
wor
d
t
g
ere
g
e
ld
,
-
h
an
d
mat
ige
b
e
di
en
i
n
g
, waar
bij
d
e
bestuurder zel
f
se
q
uentieel kan schakelen.
In beide
g
evallen kunt u kiezen voor een
S
p
or
t
-stand die uitstekend past bi
j
een meer
d
y
namische ri
j
sti
j
l.
Bi
j
de automatische bedienin
g
bli
j
ft het alti
j
d
m
o
g
eli
j
k om zelf te schakelen met behulp van
de
f
lippers achter het stuurwiel, bi
j
voorbeeld
o
m
e
v
e
n
s
n
el
i
n t
e
hale
n.
R.
A
c
ht
e
r
u
it.
)
Trap het rempedaal in, trek de
s
electiehendel omhoo
g
en duw deze naar
v
o
r
e
n.
N.
Neu
tr
aals
t
a
n
d
.
)
T
rap
h
et rempe
d
aa
l
i
n en se
l
ecteer
d
eze
s
t
a
n
d
o
m
de
m
o
t
o
r t
e
ku
nn
e
n
s
t
a
rt
e
n.
A.
A
utomat
i
sc
h
e
b
e
di
en
i
n
g
.
)
Du
w
de
selec
t
iehe
n
del
n
aa
r
ach
t
e
r
e
n
o
m
de
z
e
s
t
a
n
d
t
e
selec
t
e
r
e
n.
M.
H
an
d
mat
ig
, sequent
i
ee
l
sc
h
a
k
e
l
en.
)
Til
d
e se
l
ect
i
e
h
en
d
e
l
op en
b
ewee
g
d
eze
n
aa
r
ach
t
e
r
e
n
o
m
de
z
e
s
t
a
n
d
t
e
selec
t
e
r
e
n
e
n sc
h
a
k
e
l
vervo
lg
ens met
b
e
h
u
l
p van
d
e
f
lippers achter het stuurwiel.
S
.
S
port-stand.
)
Druk op de knop om deze stand in o
f
uit te
schakele
n.
Selectiehendel
+.
Opschakelen
(
rechts van het stuurwiel
)
.
)
Trek de
f
lipper aan de rechterzi
j
de achter
he
t
s
t
uu
rw
iel
"
+
"
ee
n
kee
r n
aa
r
u
t
oe
o
m
o
p
te sc
h
a
k
e
l
en.
-.
Terugschakelen
(
links van het stuurwiel
)
.
)
Trek de
f
lipper aan de linkerzi
j
de achter het
s
t
uu
rwi
e
l
"
-" een keer naar u toe om teru
g
t
e
sc
h
a
k
e
l
e
n.
Fli
pp
ers achter het stuurwiel
Met de
f
lippers is het niet mogelijk de
neutraalstand o
f
de achteruitversnellin
g
in t
e
sc
h
a
k
e
l
e
n
o
f
u
it
de
achteruitversnellin
g
te schakelen.
1
1
9
Rijden
Bi
j
het inscha
ke
l
e
n v
a
n
de
achteruitversnellin
g
klinkt een
g
eluidssi
g
naal.
Als u de motor probeert te starten
z
o
n
de
r
da
t
de
selec
t
iehe
n
del
i
n
de
s
t
a
n
d
N staat, knippert de aanduidin
g
N op het
i
nstrumentenpanee
l
i
n com
bi
nat
i
e met
e
en
g
eluidssi
g
naal en een meldin
g
op
h
et displa
y
van het instrumentenpaneel.
Als bij het starten het rempedaal
n
iet wordt in
g
etrapt, knippert op het
i
nstrumentenpanee
l
d
e aan
d
u
idi
n
g
v
oet
o
p
het rem
p
edaal in
co
m
b
in
a
ti
e
m
e
t
e
en
g
e
l
u
id
ss
ig
naa
l
en een me
ldi
n
g
op
h
et displa
y
van het instrumentenpaneel.
Al
s
d
e motor stat
i
ona
i
r
d
raa
i
t, u n
i
et
remt,
d
e par
k
eerrem
i
s vr
ijg
ezet en
d
e
s
t
a
n
d
R
,
A
of
M
i
s
g
ese
l
ecteer
d
, r
ijd
t
d
e
auto zonder dat u gas hoe
f
t te geven.
Weer
g
ave op het
i
nstrumentenpaneel
N Neutral
(
neutraalstand
)
.
R Reverse
(
achteruitversnellin
g)
.
1,
2
,
3
,
4
,
5
,
6
.
Versnellin
g
en bi
j
handmati
g
sc
h
a
k
e
l
e
n.
AUTO
G
aat branden als u kiest voor
automat
i
sc
h
e
b
e
di
en
i
n
g
en
g
aat u
i
t a
l
s u
ki
est voor
h
an
d
mat
ig
e
b
e
di
en
i
n
g
.
S
S
port
(S
port-stand
)
.
)
T
ra
p
het rem
p
edaal in
a
l
s
ee
n
m
e
ldi
n
g
wor
d
t weer
g
e
g
even
op het displa
y
van het
instrumenten
p
aneel.
Starten van de auto
)
S
electeer de stand
N
.
)
Houd het rempedaal in
g
etrapt.
)
S
tart de motor.
O
p het displa
y
van het
instrumentenpaneel verschi
j
nt de
aanduidin
g
N
.
)
S
electeer een versnellin
g
(
stand
M
of
A
) of
A
de achteruitversnelling
(
stand
R
).
R
)
Zet de handrem vri
j
als deze niet
au
t
o
m
a
ti
sc
h w
o
r
d
t
bed
i
e
n
d
.
)
Neem uw voet van het rempedaal en
g
eef
g
as.
Op het displa
y
van het
i
nstrumentenpanee
l
versc
hij
nen
d
e
aan
d
u
idi
n
g
en AUTO
en
1
of
R
.
Automatische bedienin
)
S
tart de auto en selecteer de stand
A
om
de parkeerrem op automatische bedienin
g
t
e
z
e
tt
e
n.
Op het displa
y
van het
instrumentenpaneel verschijnen
de aanduidin
g
AUTO
e
n
de
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
e versne
lli
n
g
.
De versnellin
g
sbak werkt dan automatisch,
z
o
n
de
r
da
t
u
z
e
l
f
h
oef
t t
e
sc
h
a
k
e
l
e
n. D
e
versne
lli
n
g
s
b
a
k
ki
est voort
d
uren
d
d
e meest
g
eschikte versnellin
g
, a
f
hankeli
j
k van de
volgende parameters:
- de ri
j
sti
j
l,
- het profiel van de we
g
.
Trap om krachti
g
te accelereren
(
bi
j
voorbeeld voor een
inhaalmanoeuvre
)
het
g
aspedaal met
k
racht in, tot voorbi
j
het zware punt.
Handmati
g
schakelen
)
Ze
t n
a
he
t
s
t
a
rt
e
n
de
selec
t
iehe
n
del
i
n
de
s
t
a
n
d
M
o
m
de
h
a
n
dbed
i
e
n
de
s
t
a
n
d
in t
e
sc
h
a
k
e
l
e
n.
)
Bedien de flippers
+
o
f
-
.
De aanduidin
g
A
UTO verdwi
j
nt
e
n de achtereenvol
g
ens
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
e versne
lli
n
g
en wor
d
en
weer
g
e
g
even op
h
et
di
sp
l
a
y
van
h
et
i
nstrumenten
p
anee
l
.
He
t
schakel
e
n naar een an
d
ere versne
lli
n
g
i
s
alleen mo
g
eli
j
k als de snelheid van de auto en
he
t m
o
t
o
rt
oe
r
e
nt
al
di
t t
oes
t
aa
n.
Het is niet noodzakeli
j
k om bi
j
het schakelen
h
et
g
aspedaal los te laten.
Bi
j
het remmen of het verminderen van
de snelheid schakelt de versnellin
g
sbak
automat
i
sc
h
teru
g
, zo
d
at
d
e
j
u
i
ste versne
lli
n
g
is
g
eselecteerd op het moment dat u het
g
aspedaal weer intrapt.
Bi
j
de automatische bedienin
g
bli
jf
t het alti
j
d
m
o
g
eli
j
k om zelf te schakelen met behulp van
de flippers achter het stuurwiel, bi
j
voorbeeld
o
m
e
v
e
n
s
n
e
l in t
e
h
a
l
e
n.
)
Bedien de flippers
"+
"
o
f "
-
"
ac
ht
e
r h
e
t
s
t
uu
r.
D
e versne
lli
n
g
s
b
a
k
wor
d
t
d
an
i
n
d
e
desbetre
ff
ende versnellin
g
g
eschakeld, mits
de
s
n
elheid
v
a
n
de
au
t
o
e
n
he
t m
o
t
o
rt
oe
r
e
nt
al
dit toestaan. De aanduiding
A
UT
O
blij
f
t op het
displa
y
staan.
A
ls de stuurbedienin
g
eni
g
e ti
j
d niet meer
g
ebruikt wordt,
g
aat de versnellin
g
sbak wee
r
over op de automatische stand.
Handmati
g
schakelen
Als bi
j
stapvoets ri
j
den de
achteruitversnellin
g
wordt
g
eselecteerd,
wordt deze pas in
g
eschakeld als de
auto volledi
g
tot stilstand is
g
ekomen
(
rempedaal in
g
etrapt
)
. Op het displa
y
van het instrumentenpaneel wordt een
picto
g
ram weer
g
e
g
even.
I
n
de
ha
n
dbedie
n
de
s
t
a
n
d
w
o
r
d
t
bij
k
rac
h
t
ig
acce
l
ereren
d
e
h
oo
g
ste
versne
lli
n
g
n
i
et
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
a
l
s
d
e
bestuurder de
f
lippers achter het stuurwiel
nie
t
bedie
nt.
Se
l
ec
t
ee
r
de
n
eu
tr
aa
l
s
t
a
n
d
N
noo
i
t t
ijd
ens
h
et r
ijd
en.
S
electeer de achteruitversnellin
g
(
stand
R
)
R
R
ui
ts
l
u
i
ten
d
a
l
s
d
e auto vo
ll
e
dig
st
il
staat en
d
e voet op
h
et rempe
d
aa
l
wor
d
t
g
e
h
ou
d
en.
121
Rijden
Houd bi
j
het starten van de motor alti
j
d
het rempedaal in
g
etrapt.
Trek de handrem stevi
g
aan om de auto
volledi
g
te blokkeren, behalve wanneer
de
ha
n
d
r
e
m
au
t
o
m
a
t
isch
w
o
r
d
t
bedie
n
d
.
S
electeer wanneer u de auto met
draaiende motor stilzet alti
j
d de
neu
tr
aa
l
s
t
a
n
d
N
.
C
ontroleer voordat u werkzaamheden
onder de motorkap uitvoert alti
j
d o
f
de
selec
t
iehe
n
del
i
n
de
n
eu
tr
aals
t
a
n
d
N
s
taat en de handrem is aangetrokken.
Stilzetten van de auto
Als dit waarschuwin
g
slamp
j
e
bi
j
het aanzetten van het
c
ontact
g
aat knipperen,
i
n
co
m
bi
n
a
t
ie
m
e
t
ee
n
g
eluidssignaal en een melding op het display
van het instrumentenpaneel, duidt dit op een
s
torin
g
in de versnellin
g
sbak.
L
aat
h
et s
y
steem contro
l
eren
d
oor
h
et
C
ITRO
Ë
N-netwerk of door een
g
ekwalificeerde
werk
p
laats.
Voordat u de motor a
f
zet, kunt u:
-
de
se
l
ec
ti
e
h
e
n
de
l in
de
s
t
a
n
d
N
bewe
g
en
om de neutraalstand te selecteren,
- een versnellin
g
in
g
eschakeld laten. In dat
g
eval kan de auto niet worden verplaatst.
T
re
k
i
n
b
e
id
e
g
eva
ll
en
d
e
h
an
d
rem aan om
d
e
a
uto volledi
g
stil te zetten
(
als de handrem niet
i
n de automatische stand staat in
g
esteld
)
.
Storin
g
S
p
ort-stand
)
D
r
uk
n
a
he
t
selec
t
e
r
e
n v
a
n
de
h
a
n
dbed
i
e
n
de
of
de
automat
i
sc
h
e stan
d
o
p
d
e
k
no
p
S
om de
Sp
ort-stand in
te sc
h
a
k
e
l
en.
D
eze stan
d
i
s
bij
ui
tste
k
g
esc
hik
t voor een mee
r
dy
nam
i
sc
h
e r
ij
st
ijl
.
Naast de ingeschakelde
versnellin
g
wordt de letter
S
weer
g
e
g
even op het displa
y
van
het instrumentenpaneel.
)
Druk no
g
maals op de knop
S
o
m
de
s
t
a
n
d
u
it t
e
sc
h
a
k
e
l
e
n.
De
le
tt
e
r
S
wor
d
t n
i
et meer weer
g
e
g
even
op
h
et
di
sp
l
a
y
van
h
et
i
nstrumentenpanee
l
.
A
ls het contact wordt a
fg
ezet, wordt de
S
port-
s
tand uitgeschakeld.
Stop & Start
Werkin
g
Over
g
an
g
naar de STOP-stand
H
et ver
klikk
er
l
amp
j
e
"
ECO" o
p
h
et
i
nstrumentenpanee
l
g
aat
b
ran
d
en
e
n
de
m
o
t
o
r w
o
r
d
t
au
t
o
m
a
t
isch
i
n
de
S
TOP-stand
g
ezet:
- als u,
b
i
j
een EGS-versnellin
g
sbak
,
bi
j
een snelheid la
g
er dan 8 km/h het
r
empedaal intrapt of de selectiehendel in
de
s
t
a
n
d
N
z
e
t.
Al
s uw auto
i
s u
i
t
g
erust met een te
ll
er, wor
d
t
d
e
duur van de momenten dat de motor a
f
gezet is,
op
g
eteld en weer
g
e
g
even. Elke keer als u het
c
ontact opnieuw aanzet met de knop "START/
S
T
O
P", wordt deze teller op 0
g
ezet.
Tank nooit als de motor door het
S
top
&
S
tart-s
y
steem in de
S
T
O
P-stand is
g
ezet.
Z
et
i
n
d
at
g
eva
l
a
l
t
ijd
h
et contact
af
met de kno
p
"
S
TART
/S
T
O
P".
Het s
y
steem werkt de eerste
1
0
seconden na het inschakelen van de
a
c
h
teru
i
tversne
lli
n
g
n
i
et.
Al
s
d
e motor
d
oor
h
et s
y
steem
i
n
d
e
S
T
O
P-stand wordt gezet, blijven alle
a
ndere componenten zoals de remmen
en de stuurbekrachti
g
in
g
normaal
f
u
n
c
ti
o
n
e
r
e
n.
Bi
j
zonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
De
S
T
O
P-stand wordt niet
g
eactiveerd als:
-
h
et
b
estuur
d
erport
i
er
g
eopen
d
i
s,
-
d
e ve
iligh
e
id
s
g
or
d
e
l
van
d
e
b
estuur
d
er
losgemaakt is,
- de auto sinds de laatste start met de knop
"START/ST
O
P" niet sneller dan 10 km/h
h
eeft
g
ereden,
- de elektrische parkeerrem wordt/is
a
an
g
etrokken,
-
d
e
kli
maatre
g
e
li
n
g
i
n
h
et
i
nter
i
eur
d
at n
i
et
toe
l
aat,
-
d
e voorru
i
tontwasem
i
n
g
i
s
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
,
- er bepaalde bijzondere omstandigheden
zi
j
n
(
laadtoestand accu, motortemperatuur,
r
embekrachti
g
in
g
, buitentemperatuur...
)
.
In dit
g
eval knippert het verklikkerlamp
j
e
"ECO" een
p
aar seconden, waarna
het uit
g
aat.
Het
S
top
&
S
tart-systeem zet de motor tijdelijk a
f
(S
T
O
P-stand
)
als u stopt
(
bij rood licht, opstoppingen enz.
)
. De motor wordt automatisch gestart
(S
TART-stand
)
als u weer we
g
wilt ri
j
den. Het starten
g
ebeurt direct, snel en stil.
Het Stop & Start-s
y
steem is perfect af
g
estemd op stads
g
ebruik en zor
g
t voor een la
g
er brandstofverbruik, minder uitstoot van schadeli
j
ke stoffen en
e
en aan
g
ename rust in het interieur ti
j
dens het wachten.
D
eze wer
ki
n
g
van
h
et s
y
steem
i
s vo
lk
omen
normaa
l.
1
2
3
Rijden
Over
g
an
g
naar de START-stand
H
et ver
klikk
er
l
amp
j
e
"
ECO"
g
aat
u
it
e
n
de
m
o
t
o
r w
o
r
d
t
au
t
o
m
a
ti
sc
h
g
estart
(
EGS-versnellin
g
sbak
)
:
m
e
t
de
se
l
ec
ti
e
h
e
n
de
l in
de
s
t
a
n
d
A
o
f
M
,
laat het rempedaal los,
m
e
t
de
selec
t
iehe
n
del
i
n
de
s
t
a
n
d
N
e
n
h
et rempe
d
aa
l
n
i
et
i
n
g
etrapt, zet
d
e
selec
t
iehe
n
del
i
n
de
s
t
a
n
d
A
of
M
,
of
sc
h
a
k
e
l
de
ac
ht
e
r
u
it in.
D
e
S
TART-
s
t
a
n
d
w
o
r
d
t
au
t
o
m
a
ti
sc
h
g
eactiveerd als:
- het bestuurderportier
g
eopend is,
- de veili
g
heids
g
ordel van de bestuurder
l
os
g
emaakt is,
- de snelheid van de auto ho
g
er is dan
11 km/h
(
EGS-versnellin
g
sbak
)
,
-
d
e e
l
e
k
tr
i
sc
h
e par
k
eerrem wor
d
t
aan
g
etro
kk
en,
- er
b
epaa
ld
e
bij
zon
d
ere omstan
digh
e
d
en
z
i
j
n
(
laadtoestand accu, motortemperatuur,
r
embekrachti
g
in
g
, instellin
g
airconditionin
g
...
)
.
Bi
j
zonderheden: automatisch
a
ctiveren van de START-stand
Als het s
y
steem in de ST
O
P-stand
wordt uit
g
eschakeld, dan wordt de
motor
di
rect weer
g
estart.
U kunt deze
f
unctie op elk willekeuri
g
moment
u
it
sc
h
a
k
e
l
e
n
doo
r
de
sc
h
a
k
e
l
aa
r
"
ECO OFF" in
t
e
d
r
u
kk
e
n.
Het verklikkerlamp
j
e in de schakelaar
g
aat
branden en er verschi
j
nt een meldin
g
op het
di
sp
l
a
y
.
Uitschakelen
H
et ver
klikk
er
l
amp
j
e "ECO"
k
n
i
ppert
e
en paar secon
d
en en
g
aat
d
an u
i
t.
D
at on
d
er
d
eze omstan
digh
e
d
en
d
e
START-stand wordt geactiveerd, is
volkomen normaal
.
Het s
y
steem wordt automatisch
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
zo
d
ra u
h
et contact
o
pn
i
euw aanzet met
d
e
k
nop
"
S
TART
/S
T
O
P".
Inschakelen
D
ru
k
no
g
maa
l
s op
d
e sc
h
a
k
e
l
aar
"
ECO OFF"
.
H
et s
y
steem
i
s
d
an weer
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
;
h
et
verklikkerlampje in de schakelaar gaat uit en e
r
wordt een meldin
g
op het displa
y
weer
g
e
g
even.
Storin
g
Bi
j
een storin
g
in het s
y
steem
g
aat het
verklikkerlamp
j
e in de schakelaar
"
ECO OFF"
k
nipperen en vervol
g
ens constant branden.
Laat het s
y
steem controleren door het CITROËN-
netwerk of door een
g
ekwalificeerde werkplaats.
Als er in de ST
O
P-stand een storin
g
zou
optreden, kan het zi
j
n dat de motor niet meer
wil
aa
n
s
l
aa
n
o
f
d
ir
ec
t
a
f
s
l
aa
t.
Alle verklikkerlamp
j
es
g
aan branden.
Afhankeli
j
k van de uitvoerin
g
kan er daarnaast
e
en waarschuwin
g
smeldin
g
verschi
j
nen,
waarbi
j
verzocht wordt om de schakelhendel in
de
s
t
a
n
d
N
te zetten en opnieuw het rempedaal
in te trappen.
In dat
g
eval moet u het contact uitzetten en
opnieuw starten door op de START/ST
O
P-knop
t
e
d
r
u
kk
e
n.
S
chakel omwille van de veili
g
heid het
S
top
&
S
tart-systeem altijd uit als u
handelin
g
en onder de motorkap wilt
u
itv
oe
r
e
n.
Dit s
y
steem heeft specifieke kenmerken en maakt
g
ebruik van een speciale 12V-accu
(
raadplee
g
voor meer informatie het CITROËN-netwerk
)
.
H
et
g
e
b
ru
ik
van een an
d
ere
d
an
d
e
d
oor
C
ITRO
Ë
N voor
g
eschreven accu's kan leiden
tot stor
i
n
g
en
i
n
h
et s
y
steem.
Maak voor het o
p
laden van de 12V-accu
g
ebruik van een 12V-acculader. De polariteiten
m
o
g
en hierbi
j
niet worden om
g
ekeerd.
Onderhoud
Het
S
top
&
S
tart-systeem maakt
g
ebruik van
g
eavanceerde technolo
g
ie.
L
aa
t
e
v
e
nt
ue
l
e
w
e
rkz
aa
mh
ede
n
uitvoeren bi
j
een
g
ekwalificeerde
werkplaats, bi
j
voorbeeld een
s
ervicepunt van het CITROËN-netwerk,
di
e over a
ll
e
d
es
k
un
digh
e
id
en spec
i
a
l
e
g
eree
d
sc
h
appen
b
esc
hik
t.
1
25
Rijden
Lane Departure Warning System (LDWS)
Di
t s
y
steem s
ig
na
l
eert, met
b
e
h
u
l
p van een
c
amera die door
g
etrokken o
f
onderbroken
s
trepen
h
er
k
ent,
h
et onvr
ij
w
illig
oversc
h
r
ijd
en
van een r
ij
stroo
k
mar
k
er
i
n
g
.
O
m de actieve veili
g
heid te verho
g
en
ana
ly
seert
d
e camera
d
e
b
ee
ld
en en act
i
veert
e
en waarsc
h
uw
i
n
g
, wanneer
d
e aan
d
ac
h
t van
d
e
b
estuur
d
er vers
l
apt en
d
e auto
d
e mar
k
er
i
n
g
overschri
j
dt
(
bi
j
een wa
g
ensnelheid ho
g
er dan
8
0 km
/
h
)
.
Di
t s
y
steem wer
k
t opt
i
maa
l
op sne
l
we
g
en en
autowe
g
en.
A
ctiverin
g
)
Druk op de knop: het lamp
j
e
g
aat
b
r
a
n
de
n.
Het Lane Departure Warnin
g
S
y
stem is
e
en hulpmiddel voor de bestuurder, die
desondanks waakzaam moet bli
j
ven en
verantwoordeli
j
k is.
Uitschakelen
U
wor
d
t
g
ewaarsc
h
uw
d
d
oor
h
et tr
ill
en van
d
e
zi
tt
i
n
g
van
d
e
b
estuur
d
ersstoe
l
:
- rechts: als de rechter rijstrookmarkering
wordt overschreden,
- links: als de linker ri
j
strookmarkerin
g
wordt
o
v
e
r
sc
hr
ede
n.
Als de richtin
g
aanwi
j
zer is in
g
eschakeld,
en on
g
eveer 20 seconden nadat deze
i
s u
i
t
g
esc
h
a
k
e
ld
, wor
d
t er
g
een en
k
e
l
e
w
aarsc
h
uw
i
n
g
g
e
g
even.
Si
g
nalerin
g
- waarschuwin
g
Storin
g
Er kunnen storingen in de signalering
o
p
treden:
- als de ri
j
strookmarkerin
g
en
we
gg
esleten zi
j
n,
- als er weini
g
contrast is tussen het
we
g
dek en de markerin
g
en,
- a
l
s
d
e voorru
i
t vu
il
i
s,
- on
d
er
b
epaa
ld
e extreme
weersomstan
digh
e
d
en: m
i
st,
zware neerslag, sneeuw, sterke
zonnestralin
g
o
f
bi
j
direct zonlicht
(
zeer laa
g
staande zon, uitri
j
den van
e
en tunnel, ...
)
en schaduw.
)
D
ru
k
o
p
n
i
euw o
p
d
e
k
no
p
:
h
et
lampje gaat uit.
In het
g
eval van een storin
g
knippert het lamp
j
e
van de knop.
Raadplee
het CITROËN-netwerk of een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
De status van het s
y
steem bli
j
ft na het afzetten
van het contact in het
g
eheu
g
en op
g
esla
g
en.
Head-up display
S
y
steem dat bepaa
l
de informatie op een
doorzichti
g
scherm pro
j
ecteert, in het directe
g
ezichtsveld van de bestuurder, zodat deze zi
j
n
o
g
en niet van de we
g
hoeft af te wenden.
Dit s
y
steem werkt bi
j
draaiende motor en de
instellin
g
en worden op
g
esla
g
en bi
j
het afzetten
v
a
n h
e
t
co
nt
ac
t.
1
.
Inschakelen/uitschakelen head-up displa
y
.
2
.
Hoo
g
teverstellin
g
weer
g
ave.
3.
Re
g
elin
g
lichtsterkte.
A
ls de head-up displa
y
is in
g
eschakeld,
g
ee
f
t
deze de volgende in
f
ormatie weer:
A
.
D
e
s
n
e
lh
e
i
d
v
a
n
u
w
au
t
o
.
B
.
De informatie van de snelheidsre
g
elaar/-
be
g
renzer.
Informatie o
p
het head-u
p
d
ispla
y
C
.
De aanwi
j
zin
g
en van het navi
g
aties
y
steem
(
vol
g
ens uitvoerin
g)
.
Raadplee
g
voor meer informatie over
het navi
g
aties
y
steem de rubriek "Audio
e
n t
ele
m
a
t
ica"
.
127
Rijden
)
D
ru
k
bij
d
raa
i
en
d
e motor op
d
e
k
nop
1
.
De head-up displa
y
bli
j
ft in
g
eschakeld/
uit
g
eschakeld als de motor na het a
f
zetten
weer wordt
g
estart.
Het scherm wordt automatisch on
g
eveer 3 seconden
n
a het uitzetten van de motor in
g
eklapt, behalve in
de STOP-stand van het Stop & Start-s
y
steem.
Inschakelen
/
uitschakelen
)
S
tel bi
j
draaiende motor de lichtsterkte van
de head-up display in met de knop
3
:
- n
aa
r
ac
ht
e
r
e
n
o
m
de
li
c
ht
s
t
e
rkt
e
t
e
verho
g
en,
- n
aa
r v
o
r
e
n
o
m
de
li
c
ht
s
t
e
rkt
e
t
e
verla
g
en.
Re
g
elen van de lichtsterkte
H
et
i
s raa
d
zaam
d
e
k
noppen u
i
ts
l
u
i
ten
d
bij
st
il
staan
d
e auto te
b
e
di
enen.
Leg nooit voorwerpen rondom het
pro
j
ectiescherm
(
o
f
op de a
f
dekkin
g)
z
odat het uitklappen en de
g
oede
werkin
g
van het scherm niet verhinderd
w
o
r
d
t.
Bij bepaalde weersomstandigheden
(
re
g
en en
/
o
f
sneeuw, zeer zonni
g
, ...
)
k
an de informatie op het head-up
displa
y
ti
j
deli
j
k minder
g
oed leesbaar
z
i
j
n.
Sommi
g
e zonnebrillen kunnen het lezen
v
a
n
de
in
fo
rm
a
ti
e
hin
de
r
e
n.
Geb
r
u
ik
ee
n
sc
h
o
n
e
e
n z
ac
ht
e
doe
k
(
bi
j
voorbeeld een brillendoek
j
e
o
f
micro
f
iber doekje
)
om het
pro
j
ectiescherm te reini
g
en.
G
ebruik
nooit een dro
g
e doek, een schuurspons,
s
choonmaak- of oplosmiddel om te
v
oo
rk
o
m
e
n
da
t
e
r kr
asse
n
o
nt
s
t
aa
n
op het scherm of de anti-reflecterende
f
unctie beschadi
g
d raakt.
Hoo
g
teverstellin
g
)
S
tel de head-up display bij draaiende moto
r
op de
g
ewenste hoo
g
te a
f
met de knop 2:
- naar achteren om de head-up displa
y
h
o
g
er af te stellen,
- naar voren om de head-up displa
y
la
g
er
a
f t
e
s
t
e
ll
e
n.
Snelheden opslaan
)
Selecteer het menu "Persoonli
j
ke instellin
g
en -
c
onfi
g
uratie" en bevesti
g
uw keuze.
)
S
electeer het menu "Parameters auto" en
bevesti
g
uw keuze.
)
S
electeer "Hulp bi
j
het ri
j
den" en bevesti
g
u
w
keu
z
e
.
)
S
electeer "
G
epro
g
rammeerde snelheden"
en bevestig uw keuze.
)
Wi
j
zi
g
de snelheid.
)
Selecteer " OK " en bevesti
g
dit om de
wi
j
zi
g
in
g
en op te slaan.
Voer deze handelin
g
en omwille van de
veili
g
heid alleen uit als de auto stilstaat,
via het displa
y
van de autoradio.
U kunt vi
j
f snelheden opslaan in het
g
eheu
g
en van het s
y
steem.
Standaard zi
j
n er al enkele snelheden op
g
esla
g
en.
)
Selecteer het menu "Confi
g
uratie" en
bevesti
g
uw keuze.
)
S
electeer het menu "Parameters auto" en
bevesti
g
uw keuze.
)
S
electeer het item "Hulp bi
j
het ri
j
den" en
b
evest
ig
uw
k
euze.
)
S
electeer het item "
G
epro
g
rammeerde
s
nelheden" en bevestig uw keuze.
)
Wi
j
zi
g
de snelheid.
)
Selecteer "O
K
" en bevesti
g
uw keuze om
de wi
j
zi
g
in
g
en op te slaan.
V
ia de Autoradio
V
ia de eM
y
Wa
y
)
G
a naar het hoo
f
dmenu
door op de toets
"
MENU" t
e
d
r
u
kk
e
n.
)
G
a naar het hoo
f
dmenu
door op de toets "SET
U
P" t
e
d
r
u
kk
e
n.
Toe
g
an
g
)
Druk o
p
de toets
"
MEM" o
p
het stuurwiel
om de li
j
st met op
g
esla
g
en snelheden weer
te
g
even.
Selecteren
S
electeren van een opgeslagen snelheid:
)
Druk o
p
de toets "+" o
f
"-" en houd deze
ingedrukt; het systeem stopt bij de
e
erstvolgende opgeslagen snelheid.
)
Druk nogmaals op de toets "+" o
f
"-" en
h
oud deze ingedrukt om een andere
opgeslagen snelheid te selecteren.
De ingestelde snelheid en de status van het
s
ysteem
(
aan
/
uit
)
worden weergegeven op het
instrumenten
p
aneel.
1
2
9
Rijden
De informatie van de snelheidsbe
renze
wordt weer
g
e
g
even op het displa
y
van het
instrumenten
p
aneel.
6
.
S
nelheidsbe
g
renzer AAN
/
UIT.
7.
Snelheidsbe
g
renzer
g
eselecteerd.
8.
In
g
estelde snelheid.
9.
Een eerder op
g
esla
g
en snelheid kiezen.
(
zie "
S
nelheden opslaan"
)
Weer
g
ave op het displa
y
Snelheidsbegrenzer
De
s
n
elheidsb
eg
renzer voor
k
omt
d
at
d
e
wa
g
ensne
lh
e
id
d
e
d
oor
d
e
b
estuur
d
e
r
i
n
g
este
ld
e max
i
mumsne
lh
e
id
oversc
h
r
ijd
t.
Al
s
d
e
i
n
g
este
ld
e max
i
mumsne
lh
e
id
i
s
b
ere
ik
t,
h
ee
f
t het dieper intrappen van het
g
aspedaal
g
een e
ff
ect.
Bi
j
het
g
ebruik van de
s
nelheidsbe
g
renzer moet de bestuurder
te allen ti
j
de de snelheidslimiet in acht
n
emen, zi
j
n aandacht op het verkeer
bli
j
ven vesti
g
en en verantwoord ri
j
den.
De functies van de snelheidsbe
g
renzer worden
bediend met de toetsen op het stuur.
1.
K
nop voor
h
et se
l
ecteren van
d
e
s
ne
lh
e
id
s
b
e
g
renzer.
2.
T
oets voor
h
et ver
l
a
g
en van
d
e
i
n
g
este
ld
e
s
n
e
lh
e
i
d
.
3.
Toets voor het verho
g
en van de in
g
estelde
s
n
e
lh
e
i
d
.
4.
Toets voor het in-
/
uitschakelen van de
s
nelheidsbe
g
renzin
g
.
5
.
Toets voor weer
g
ave van de op
g
esla
g
en
s
n
elhede
n.
(
zie "
S
nelheden opslaan"
)
Bedienin
g
op het stuur
Werkin
g
H
e
t
i
nschakelen van de snelheidsbe
g
renze
r
g
eschiedt handmati
g
: de in
g
estelde snelheid
dient minimaal 30 km
/
h te bedra
g
en.
He
t
ui
tsc
h
a
k
e
l
en van
d
e sne
lh
e
id
s
b
e
g
renzer
g
esc
hi
e
d
t eveneens
h
an
d
mat
ig
v
i
a
d
e toets.
Trap het gaspedaal voorbij de weerstand in om
de in
g
estelde snelheid ti
j
deli
j
k te overschri
j
den.
Laat het
g
aspedaal los om teru
g
te keren naar
de in
g
estelde maximumsnelheid.
De in
g
estelde maximumsnelheid bli
j
ft na het
afzetten van het contact op
g
esla
g
en in het
g
e
h
eu
g
en.
D
e
z
e
in
fo
rm
a
ti
e
w
o
r
d
t t
e
v
e
n
s
weer
g
e
g
even op
h
et
h
ea
d
-up
di
sp
l
a
y
.
Zi
e
v
oo
r m
ee
r in
fo
rm
a
ti
e
de
r
ub
ri
e
k
"
Head-up display".
Pro
g
rammeren
)
Draai de knop 1 in
de
s
t
a
n
d
"
LIMIT":
de
snelheidsbe
g
renzer is
g
eselecteerd, maar
no
g
niet in
g
eschakeld
(
Pause
)
.
E
r
k
an een sne
lh
e
id
wor
d
en
i
n
g
este
ld
zon
d
e
r
d
e
b
e
g
renzer
i
n te sc
h
a
k
e
l
en.
)
S
tel de snelheid in door o
p
de toets
2
of
3
te drukken
(
bi
j
v.: 90 km
/
h
)
.
Overschri
j
den van de in
g
estelde snelheid
A
ls het
g
aspedaal
g
eleideli
j
k wordt in
g
etrapt, wordt de snelheid niet
verhoo
g
d. Als het
g
aspedaal
m
et krach
t
wordt in
g
etrapt, tot voorbi
j
he
t zware
p
un
t
, wordt de be
g
renzer ti
j
deli
j
k uit
g
eschakeld en
g
aat de
in
g
estelde snelheid op het displa
y
knipperen.
H
et
k
n
i
pperen van
d
e
i
n
g
este
ld
e sne
lh
e
id
stopt automat
i
sc
h
a
l
s
h
et
g
as
wor
d
t
l
os
g
e
l
aten.
Uitschakelen van de functie
)
Draai de knop
1
in
de
s
t
a
n
d
"
0" :
de
s
electie van de snelheidsbe
g
renzer
wor
d
t on
g
e
d
aan
g
emaa
k
t.
D
e
s
ne
lh
e
id
s
b
e
g
renzer wor
d
t n
i
et meer op
h
et
di
sp
l
a
y
weer
g
e
g
even.
Storin
g
In het
g
eval van een storin
g
in de
s
nelheidsbe
g
renzer wordt de in
g
estelde
s
ne
lh
e
id
g
ew
i
st en
k
n
i
pperen
d
e streep
j
es op
h
et
di
sp
l
a
y
.
Laat het s
y
steem controleren door het CITRO
Ë
N-
n
etwerk o
f
een gekwali
f
iceerde werkplaats.
Bi
j
een steile afdalin
g
of bi
j
snel
accelereren kan de snelheidsbe
g
renzer
n
i
et voor
k
omen
d
at
d
e
i
n
g
este
ld
e
s
n
elheid
w
o
r
d
t
o
v
e
r
sch
r
ede
n.
O
m te voorkomen dat de pedalen bli
j
ven
hangen:
- controleer o
f
de mat
g
oed op zi
j
n
p
laats li
g
t,
-
g
ebruik nooit meer dan één mat per
p
laats.
)
Weer inschakelen van de snelheidsbe
g
renzer: druk no
g
maals op de
toets
4
.
U kunt de in
g
estelde snelheid vervol
g
ens wi
j
zi
g
en met de toetsen
2
en
3
:
- +/- 1 km = kort indrukken,
- +/- in stappen van 5 km = in
g
edrukt houden.
A
ls er eerder snelheden zi
j
n op
g
esla
g
en, zal de dichtsbi
j
li
gg
ende
op
g
esla
g
en snelheid worden aan
g
ehouden; raadplee
g
het
desbe
tr
effe
n
de
h
oofds
t
u
k v
oo
r m
ee
r in
fo
rm
a
ti
e
.
)
I
nsc
h
a
k
e
l
en van
d
e sne
lh
e
id
s
b
e
g
renzer:
d
ru
k
op
d
e toets
4
.
)
Ui
tsc
h
a
k
e
l
en van
d
e sne
lh
e
id
s
b
e
g
renzer:
d
ru
k
no
g
maa
l
s op
d
e toets
4: het uitschakelen wordt bevestigd op het display
(
Pause
)
.
1
3
1
Rijden
Bij
h
e
t gebruik van de snelheidsregelaa
r
moet de bestuurder te allen ti
j
de de
s
ne
lh
e
id
s
li
m
i
et
i
n ac
h
t nemen, z
ij
n
aandacht op het verkeer bli
j
ven vesti
g
en
e
n z
ij
n verantwoor
d
e
lijkh
e
id
nemen.
Houd uw voeten alti
j
d in de buurt van de
pe
d
a
l
en.
Snelheidsregelaar
et
e
u
p van
e sne
e
sre
e
aar
an
d
e
b
estuur
d
er met een
i
n
g
este
ld
e constante
s
nelheid rijden zonder gas te hoeven geven.
D
e
f
u
n
c
ti
es
v
a
n
de snelheidsre
g
elaar worden
bediend met de toetsen o
p
het stuur.
1
.
Knop voor het selecteren van de
s
ne
lh
e
id
sre
g
e
l
aar.
2.
Toets voor het pro
g
rammeren van een snelheid
e
n
h
et ver
l
a
g
en van
d
e
i
n
g
este
ld
e sne
lh
e
id
.
3.
Toets voor het pro
g
rammeren van een
s
ne
lh
e
id
en
h
et ver
h
o
g
en van
d
e
i
n
g
este
ld
e
s
n
e
lh
e
i
d
.
4.
Toets voor het uitschakelen
/
hervatten van
de snelheidsregeling.
5
.
T
oe
t
s
v
oo
r
ee
n
o
v
e
rzi
c
ht v
a
n
de
op
g
es
l
a
g
en sne
lh
e
d
en.
(
zie para
g
r
aa
f
"
S
nelh
e
den opslaan"
)
Bedienin
g
op het stuu
r
De informatie van de snelheidsre
g
elaar
wordt weergegeven op het display van het
instrumentenpaneel.
6
.
S
nelheidsre
g
elaar uitschakelen
/
hervatten
van de snelheidsre
g
elin
g
.
7.
S
nelheidsre
g
elaar
g
eselecteerd.
8.
In
g
estelde snelheid.
9.
O
p
g
esla
g
en snelheid selecteren.
(
zie para
g
raa
f
"
S
nelheden opslaan"
)
Weer
g
ave op het displa
y
W
er
ki
n
g
He
t
i
nsc
h
a
k
e
l
en van
d
e sne
lh
e
id
sre
g
e
l
aar
g
esc
hi
e
d
t
h
an
d
mat
ig
:
d
aarvoor moet
d
e auto
me
t
ee
n
s
n
e
lh
e
i
d
v
a
n min
s
t
e
n
s
4
0
km
/
h
e
n in
de volgende versnelling rijden:
- in de vierde versnellin
g
bi
j
auto's met een
h
and
g
eschakelde versnellin
g
sbak,
- in de tweede versnellin
g
bi
j
auto's met een
E
GS-versnellin
g
sbak of een automaat,
-
i
n
s
t
a
n
d
A
bi
j
een E
GS
-versnellin
g
bak o
f
s
t
a
n
d
D
bij
een automaat.
He
t
ui
tsc
h
a
k
e
l
en van
d
e sne
lh
e
id
sre
g
e
l
aar
g
esc
hi
e
d
t
h
an
d
mat
ig
met
d
e
h
en
d
e
l
,
d
oor
h
et
rem- o
f
koppelingspedaal in te trappen o
f
om
veili
g
heidsredenen, door activerin
g
van het
sy
steem voor d
y
namische stabiliteitscontrole.
Door het
g
aspedaal in te trappen, kan
de in
g
estelde snelheid ti
j
deli
j
k worden
o
v
e
r
sch
r
ede
n.
O
m weer teru
g
te keren naar de in
g
estelde
s
ne
lh
e
id
i
s
h
et vo
ld
oen
d
e
h
et
g
aspe
d
aa
l
los
t
e
la
t
e
n.
N
a
h
e
t
af
z
e
tt
e
n v
a
n h
e
t
co
nt
ac
t w
o
r
de
n
a
ll
e
in
g
estelde snelheden
g
ewist.
D
e
z
e
inf
o
rm
a
ti
e
w
o
r
d
t t
e
v
e
n
s
weer
g
e
g
even op het head-up displa
y
.
Zi
e
v
oo
r m
ee
r inf
o
rm
a
ti
e
de
r
ub
ri
e
k
"
Head-up displa
y
".
L
et t
ijd
ens
h
et
g
e
b
ru
ik
van
d
e
s
nelheidsre
g
elaar op wanneer u de
s
nelheid met de toetsen instelt; dit kan
e
en plotselinge verandering van de
wa
g
ensne
lh
e
id
veroorza
k
en.
Gebruik de snelheidsre
g
elaar niet op
g
ladde we
g
en of bi
j
zeer druk verkeer.
Bi
j
een steile a
f
dalin
g
kan de
s
ne
lh
e
id
sre
g
e
l
aar n
i
et voor
k
omen
d
at
d
e
i
n
g
este
ld
e sne
lh
e
id
wor
d
t oversc
h
re
d
en.
O
p een steile hellin
g
of bi
j
het trekken
van een zware aanhan
g
er kan het
voorkomen dat de ingestelde snelheid
n
i
et wor
d
t
g
e
h
aa
ld
.
Om te voorkomen dat de pedalen bli
j
ven
han
g
en:
- controleer o
f
de mat
g
oed op zi
j
n
pl
aats
lig
t,
-
l
e
g
noo
i
t meer
d
ere matten op
e
lk
aa
r.
Pro
g
rammeren
)
Draai de knop
1
in
de
s
t
a
n
d
"
CRUISE"
:
de snelheidsre
g
elaar is
g
eselecteerd,
maar no
g
niet in
g
eschakeld
(
Pause
)
.
)
S
t
e
l
de
s
n
e
lh
e
i
d
in
doo
r
de
wa
g
ensne
lh
e
id
op
h
et
g
ewenste n
i
veau
te brengen en vervolgens op de toets
2
of
3
te drukken
(
bi
j
v.: 110 km
/
h
)
; de
snelheidsre
g
elaar is in werkin
g
(O
N
)
.
Overschri
j
den van de in
g
estelde snelheid
A
ls de ingestelde snelheid wordt overschreden, gaat de ingestelde
s
nelheid op het displa
y
knipperen.
Het knipperen van de in
g
estelde snelheid stopt automatisch als de
s
nelheid weer is
g
edaald tot de in
g
estelde snelheid.
Uitschakelen van de functie
)
Draai de knop
1
in
de
s
t
a
n
d
"
0" :
de
se
l
ec
ti
e
v
a
n
de
sne
lh
e
id
sre
g
e
l
aar wor
d
t on
g
e
d
aan
g
emaa
k
t.
D
e sne
lh
e
id
sre
g
e
l
aar
wor
d
t n
i
et meer op
h
et
di
sp
l
a
y
weer
g
e
g
even.
)
Snelheidsre
g
elaar opnieuw inschakelen: druk no
g
maals op de
t
oe
t
s
4
.
Storin
g
In het
g
eval van een storin
g
in de
s
nelheidsre
g
elaar wordt de in
g
estelde snelheid
g
ew
i
st en
k
n
i
pperen
d
e streep
j
es op
h
et
displa
y
. Raadplee
g
het CITRO
Ë
N-netwerk o
f
e
en
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
U kunt de ingestelde snelheid vervolgens wijzigen met de toetsen
2
en
3
:
- +
/
- 1 km = kort indrukken,
- +/- in stappen van 5 km = in
g
edrukt houden.
A
ls er snelheden in het
g
eheu
g
en zi
j
n op
g
esla
g
en, zal het s
y
steem
s
toppen bi
j
de dichtstbi
j
zi
j
nde op
g
esla
g
en snelheid; raadplee
g
de
desbetreffende para
g
raaf voor meer informatie.
)
S
nelheidsre
g
elaar uitschakelen: druk op de toets
4:
he
t
ui
t
schakele
n
wordt bevesti
g
d op het displa
y
(
Pause
)
.
1
3
3
Rijden
Deze functie si
g
naleert met behulp van
s
ensoren in de bumper obstakels in de
n
abi
j
heid van de auto
(
personen, auto's,
bomen, sla
g
bomen, enz.
)
die binnen het
de
t
ec
t
iebe
r
eik
v
alle
n.
Bepaalde obstakels
(
paaltjes, pionnen, enz.
)
die aanvankeli
j
k wel worden
g
edetecteerd,
w
o
r
de
n
doo
r
dode
h
oe
k
e
n in h
e
t
de
t
ec
ti
ebe
r
e
ik
m
o
g
eli
j
k niet meer
g
edetecteerd als ze zich
vlak bi
j
de auto bevinden.
Parkeerhulp
Deze functie is een hulps
y
steem: de
bestuurder dient alti
j
d alert te bli
j
ven en
is zelf verantwoordeli
j
k.
Parkeerhul
p
achte
r
De
f
unctie wordt
g
eactiveerd zodra de
a
chteruitversnellin
g
wordt in
g
eschakeld. Hierbi
j
k
linkt een
g
eluidssi
g
naal.
Zodra de achteruitversnellin
g
wordt
u
it
g
eschakeld, is de functie niet meer actief.
Geluidssi
g
nalen
De
bes
t
uu
r
de
r
w
o
r
d
t v
ia
ee
n
o
n
de
r
b
r
oke
n
g
eluidssi
g
naal
g
ewaarschuwd bi
j
het
n
aderen van obstakels. De frequentie van het
geluidssignaal neemt toe naarmate de auto het
obs
t
a
k
e
l n
ade
rt.
A
an
d
e weer
g
ave van
h
et
g
e
l
u
id
ss
ig
naa
l
v
i
a
de luidspreker
(
rechts of links
)
is te herkennen
a
an we
lk
e z
ijd
e van
d
e auto
h
et o
b
sta
k
e
l
z
i
c
h
be
vin
d
t.
Z
od
r
a
de
afs
t
a
n
d
t
usse
n
de
au
t
o
e
n h
e
t
obstakel kleiner wordt dan derti
g
centimeter,
k
linkt het
g
eluidssi
g
na
a
l
o
n
o
n
de
r
b
r
o
k
e
n.
Grafische weer
g
ave
De
g
rafische weer
g
ave is een aanvullin
g
op het
g
eluidssi
g
naal. Op het multifunctionele displa
y
wor
d
en
bl
o
kj
es weer
g
e
g
even
di
e
h
et p
i
cto
g
ram
v
a
n
de
au
t
o
s
t
eeds
dich
t
e
r n
ade
r
e
n.
Als
de
au
t
o
h
et o
b
sta
k
e
l
zeer
di
c
h
t
g
ena
d
er
d
i
s, versc
hij
nt
o
ok het symbool "
G
evaar" op het display.
Controleer bi
j
slecht weer of in winterse
o
mstandi
g
heden of de sensoren
s
oms bedekt zi
j
n met modder, i
j
s
of
sneeuw. Bi
j
het inschakelen van
de achteruitversnellin
g
g
ee
f
t een
g
eluidssi
g
naal
(
lan
g
e pieptoon
)
aan dat
de sensoren vuil kunnen zijn.
De parkeerhulp kan
g
eluidssi
g
nalen
g
even als reactie op bepaalde
o
m
g
evin
g
s
g
eluiden
(
motoren,
vrachtwa
g
ens, drilboren, enz.
)
.
A
ls er een storin
g
optreedt,
g
aat
bij
h
et
i
nsc
h
a
k
e
l
en van
d
e ac
h
teru
i
tversne
lli
n
g
di
t
ver
klikk
er
l
amp
j
e op
h
et
i
nstrumentenpanee
l
branden en
o
wordt er een bericht o
het
displa
y
weer
g
e
g
even, in combinatie met een
g
eluidssi
g
naal
(
korte pieptoon
)
.
Raadplee
het CITROËN-netwerk of een
g
ekwalificeerde werkplaats.
Storin
g
De parkeerhulp vóór is een aanvullin
g
op
d
e par
k
eer
h
u
l
p ac
h
ter en wor
d
t
g
eact
i
veer
d
zo
d
ra er
bij
een wa
g
ensne
lh
e
id
van max
i
maa
l
1
0
km
/
h v
óó
r
de
au
t
o
ee
n
obs
t
a
k
e
l w
o
r
d
t
gedetecteerd.
De parkeerhulp v
óó
r wordt uit
g
eschakeld zodra
de auto lan
g
er dan drie seconden stilstaat met
e
en in
g
eschakelde versnellin
g
vooruit, als er
g
een obstakel meer wordt
g
edetecteerd o
f
wanneer de wa
g
ensnelheid ho
g
er wordt dan
1
0
km
/
h.
P
arkeerhul
p
ór
D
e
fu
n
c
ti
e
w
o
r
d
t
au
t
o
m
a
ti
sc
h
u
it
g
eschakeld zodra een aanhan
g
er
w
ordt aan
g
ekoppeld of een
fietsendra
g
er wordt
g
emonteerd
(
auto's
voorzien van een door
C
ITR
O
ËN
a
anbevolen trekhaak o
f
f
ietsendra
g
er
)
.
Uitschakelen/activeren van de
p
arkeerhul
p
vóór en achter
De
f
unctie kan worden uit
g
eschakeld door deze
k
nop in te drukken. Het controlelampje in de
k
nop
g
aat branden.
Door de knop opnieuw in te drukken wordt de
functie weer
g
eactiveerd. Het controlelamp
j
e
doo
ft.
A
an de hand van het
g
eluid dat via
de luidspreker
(
voor of achter
)
wordt
weer
g
e
g
even, is te herkennen of het
obs
t
a
k
e
l zi
c
h v
oo
r
o
f
ac
ht
e
r
de
au
t
o
be
vin
d
t.
1
35
Rijden
Achteruitrijcamera
De achteruitri
j
camera wordt automatisch
g
eactiveerd wanneer de versnellin
g
sbak in de
ach
t
e
r
ui
t
s
t
aa
t.
De
beelde
n v
a
n
de
ca
m
e
r
a
w
o
r
de
n
i
n
kl
eur weer
g
e
g
even op
h
et sc
h
erm van
h
et
n
avigatiesysteem.
De
g
roene strepen
g
even de ri
j
richtin
g
van de
au
t
o
w
ee
r.
De rode strepen
g
even een ruimte van
30 cm direct achter de achterbumper van uw
auto weer.
H
et
g
e
l
u
id
ss
ig
naa
l
wor
d
t cont
i
nu
hoo
r
baa
r
als
ee
n
obs
t
akel
bi
nn
e
n
de
z
e
r
ui
mt
e
ko
mt.
De blauwe strepen geven de maximale
d
r
aa
i
c
irk
e
l w
ee
r.
Maak de achteruitri
j
camera re
g
elmati
g
s
choon met een spons of een zachte
doe
k.
005
Zicht
Lichtschakelaar
M
et
d
e
li
c
h
tsc
h
a
k
e
l
aar
k
unt u
d
e ver
li
c
h
t
i
n
g
en s
ig
na
l
er
i
n
g
van
d
e auto se
l
ecteren en
i
nsc
h
a
k
e
l
en.
Hoofdverlichtin
g
U
w
au
t
o
is
v
oo
rz
ie
n v
a
n v
e
r
schille
n
de
verlichtings
f
uncties:
- parkeerlicht: om
g
ezien te worden,
- dimlicht: voor een optimaal zicht zonder
m
edewe
gg
ebruikers te verblinden,
-
g
rootlicht: voor een optimaal zicht op
we
g
en zonder ander verkeer,
- mee
d
raa
i
en
d
e
k
op
l
ampen: voor een
opt
i
maa
l
z
i
c
h
t
i
n
b
oc
h
ten.
A
anvu
ll
en
d
e ver
li
c
h
t
i
n
g
U
w auto
i
s voorz
i
en van aanvu
ll
en
d
e ver
li
c
h
t
i
n
g
voor speci
f
ieke rijomstandigheden:
- mistachterlichten: voor een o
p
timale
zichtbaarheid van achteren bi
j
mist,
- mistlampen vóór: voor extra zicht bi
j
mist
e
n voor een optimale verlichtin
g
van
k
ruispunten en ti
j
dens parkeermanoeuvres,
-
d
a
g
r
ij
ver
li
c
h
t
i
n
g
: voor een
b
etere
z
i
c
h
t
b
aar
h
e
id
van uw auto over
d
a
g
.
Automatische functies
Het verlichtin
g
ss
y
steem van uw auto hee
f
t
v
e
r
sc
hill
e
n
de
e
xtr
a
au
t
o
m
a
ti
sc
h
e
fu
n
c
ti
es
d
i
e
a
f
zonderli
j
k kunnen worden in
g
esteld:
- follow me home-verlichtin
g
,
- meedraaiende koplampen,
- instapverlichtin
g
,
- da
g
ri
j
verlichtin
g
,
- automat
i
sc
h
e ver
li
c
h
t
i
n
g
,
- "Automatische schakelin
g
g
rootlicht
/
di
m
lich
t
"
.
1
3
9
Zicht
Rin
g
voor de selectie van de
stand van de hoofdverlichtin
g
Draai aan de rin
g
om het s
y
mbool van de
g
ewenste stand te
g
enover het merkteken te
z
ette
n.
Li
c
ht
e
n
u
it.
A
utomatische verlichtin
g
.
All
een par
k
eer
li
c
h
t.
Dimlicht o
f
g
rootlicht.
Grootlichtschakelaar
Tr
e
k
de
h
e
n
de
l n
aa
r
u
t
oe
o
m
o
v
e
r t
e
sc
h
a
k
e
l
e
n
van dim- naar
g
rootlicht en teru
g
.
A
ls de verlichtin
g
is uit
g
eschakeld o
f
wanneer
alleen de parkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt
u een lichtsi
g
naal
g
even door de hendel naar u
t
oe
t
e
tr
e
kk
e
n.
V
erklikkerlamp
j
es
Een verklikkerlamp
j
e op het
instrumentenpaneel
g
eeft aan dat de
g
ese
l
ecteer
d
e ver
li
c
h
t
i
n
g
i
s
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
.
De mistverlichtin
g
werkt in combinatie met het dimlicht en het
g
rootlicht.
Mistlam
p
en vóór en
m
istachterlichten
Verdraai de ring:
)
éé
n stand naar voren om de mistlam
p
en
vóór in te schakelen,
)
tw
ee
s
t
a
n
de
n n
aa
r v
o
r
e
n
o
m
de
m
istachterlichten in te schakelen,
)
éé
n
s
t
a
n
d
n
aa
r
ac
ht
e
r
e
n
o
m
de
mi
stac
h
ter
li
c
h
ten u
i
t te sc
h
a
k
e
l
en,
)
tw
ee
s
t
a
n
de
n n
aa
r
ach
t
e
r
e
n
o
m
de
m
istlam
p
en vóór uit te schakelen.
Als de verlichtin
g
automatisch wordt
u
it
g
eschakeld
(
uitvoerin
g
en met automatische
verlichtin
g)
of als het dimlicht handmati
g
wordt
u
it
g
eschakeld, bli
j
ven de mistverlichtin
g
en de
par
k
eer
li
c
h
ten
b
ran
d
en.
)
D
raa
i
d
e r
i
n
g
naar ac
h
teren om
d
e
m
i
stver
li
c
h
t
i
n
g
u
i
t te sc
h
a
k
e
l
en.
De
p
arkeerlichten worden dan ook
u
it
g
eschakeld.
Bi
j
helder o
f
re
g
enachti
g
weer,
zowe
l
over
d
a
g
a
l
s
'
s nac
h
ts,
zijn de mistlampen v
óó
r en de
mi
s
t
ac
ht
e
rli
c
ht
e
n v
e
r
b
lin
de
n
d
v
oo
r
medewe
gg
ebruikers en daarom niet
toe
g
estaan. Gebruik de mistlampen
v
óó
r
e
n
de
mi
s
t
ac
ht
e
rli
c
ht
e
n
u
it
s
l
u
it
e
n
d
bi
j
mist of sneeuwval.
O
nder deze weersomstandi
g
heden
di
ent u
d
e m
i
st
l
ampen en
h
et
di
m
li
c
h
t
h
an
d
mat
ig
i
n te sc
h
a
k
e
l
en, om
d
at
de
li
c
ht
se
n
so
r v
o
l
doe
n
de
li
c
ht k
a
n
w
aarnemen
.
Ver
g
eet niet de mistlampen uit te zetten
zodra ze niet meer nodi
g
zi
j
n.
141
Zicht
V
er
g
eten verlichtin
g
A
ls het contact is af
g
ezet, de verlichtin
g
handmati
g
is in
g
eschakeld en een van
de voorportieren wordt
g
eopend, klinkt
e
en
g
eluidssi
g
naal om aan te
g
even dat
d
e ver
li
c
h
t
i
n
g
no
g
b
ran
d
t.
H
et
g
e
l
u
id
ss
ig
naa
l
stopt zo
d
ra
d
e
ver
li
c
h
t
i
n
g
wor
d
t u
i
t
g
esc
h
a
k
e
ld
.
A
ls de dimlichten bij a
f
gezet
c
ontact bli
j
ven branden,
g
aat de
auto over in de EC
O
-mode om het
o
ntl
ade
n v
a
n
de
accu
t
e
v
oo
rk
o
m
e
n.
O
nder bepaalde weersomstandigheden
(
la
g
e temperatuur, vochti
g
heid
)
kan zich
e
en laa
gj
e condens aan de binnenzi
j
de
van de koplampen en de achterlichten
vormen; dit verdwi
j
nt enkele minuten na
h
et ontste
k
en van
d
e
k
op
l
ampen.
De verlichtin
g
overda
g
kan worden in
g
eschakeld
of uit
g
eschakeld via het
c
on
f
i
g
uratiemenu.
A
ls het contact wordt a
fg
ezet, wordt
de verlichtin
g
g
edoo
f
d, maar kunt u de
verlichting altijd weer inschakelen met
de
li
c
ht
sc
h
a
k
e
l
aa
r.
V
erlichtin
g
overda
g
(
LED-verlichtin
g)
D
eze wor
d
t automat
i
sc
h
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
a
l
s
d
e
motor wor
d
t
g
estart.
A
f
hankelijk van het land van bestemming en
de plaatseli
j
k
g
eldende wet
g
evin
g
doet deze
verlichtin
g
dienst als:
- verlichtin
g
overda
g
en als parkeerlicht 's
nachts
(
bi
j
de verlichtin
g
overda
g
is de
l
ichtsterkte
g
roter
)
,
of
a
l
s
- par
k
eer
li
c
h
ten over
d
a
g
en
'
s nac
h
ts.
a
utomat
i
sc
h
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
a
l
s
d
e
li
c
h
tster
k
te
van de om
g
evin
g
onvoldoende is o
f
in
b
epaa
ld
e
g
eva
ll
en
d
at
d
e ru
i
tenw
i
ssers wor
d
en
ingeschakeld.
De verlichtin
g
wordt uit
g
eschakeld als de
lichtsterkte van de om
g
evin
g
weer voldoende is
of nadat het wissen is
g
estopt.
A
utomatische verlichtin
g
Inschakelen
)
Draai de rin
g
in de stand
"
AUTO":
de automatische verlichtin
g
wordt
i
n
g
eschakeld en er wordt ter bevesti
g
in
g
een meldin
g
weer
g
e
g
even op het displa
y
.
Ui
tsc
h
a
k
e
l
en
)
D
raa
i
d
e r
i
n
g
i
n een an
d
ere stan
d
.
H
et
ui
tsc
h
a
k
e
l
en wor
d
t
b
evest
igd
d
oor een
m
elding op het display.
K
oppe
li
n
g
met
d
e automat
i
sc
h
e
f
ollow me home-verlichtin
g
De koppeling van de automatische
f
ollow
me home-verlichtin
g
aan de automatische
verlichtin
g
biedt, nadat het contact is af
g
ezet,
de vol
g
ende extra mo
g
eli
j
kheden:
- in
s
t
e
ll
e
n v
a
n
de
duu
r v
a
n
de
f
o
ll
o
w
me home-verlichtin
g
(
15, 30 o
f
6
0 seconden
)
via de instel
f
uncties in het
c
on
f
i
g
uratiemenu van de auto,
- automatische inschakelin
g
van de
f
ollow
me home-verlichting als de automatische
verlichtin
g
is in
g
eschakeld.
Storin
g
Bij
een stor
i
n
g
i
n
d
e
lichtsensor
g
aat de
verlichtin
g
branden,
wordt dit picto
g
ram weer
g
e
g
even op het
instrumentenpaneel en/of verschi
j
nt een
m
eldin
g
op het displa
y
, in combinatie met een
g
eluidssi
g
naal.
Raadplee
het CITRO
N-netwerk of een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
A
ls de lichtsensor bij mist o
f
sneeuw
voldoende licht waarneemt, wordt
de verlichtin
g
niet automatisch
in
g
eschakeld.
Dek de met de re
g
ensensor
g
ecombineerde lichtsensor die zich in
he
t m
idde
n v
a
n
de
v
oo
rr
ui
t
ach
t
e
r
de
binnenspie
g
el bevindt, niet a
f
. De aan
de sensor
g
ekoppelde
f
uncties worden
da
n ni
e
t m
ee
r
bed
i
e
n
d
.
1
4
3
Zicht
Automatische schakeling
g
roo
tli
c
ht/di
m
li
c
ht
Inschakelen
Dit s
y
steem schakelt automatisch om
tussen dim- en
g
rootlicht, afhankeli
j
k van
de omstandi
g
heden en de aanwezi
g
heid
van overi
g
verkeer op de we
g
dat wordt
g
ere
g
istreerd door een camera op de
bi
nnensp
i
e
g
e
l
.
)
Zet de ring van de
li
c
ht
sc
h
a
k
e
l
aa
r in
de
s
t
a
n
d
"AUT
O
".
A
ct
i
veren
H
et automat
i
sc
h
e omsc
h
a
k
e
l
s
y
steem
i
s een
h
u
l
ps
y
steem
bij
h
et r
ijd
en.
D
e
bestuurder bli
j
ft zelf verantwoordeli
j
k
voor
d
e ver
li
c
h
t
i
n
g
van z
ij
n auto, voo
r
d
e aanpass
i
n
g
van
d
e ver
li
c
h
t
i
n
g
aan
d
e
li
c
h
tster
k
te van
d
e om
g
ev
i
n
g
,
h
et
z
ich
t
e
n
he
t v
e
r
kee
r
e
n v
oo
r
he
t n
ale
v
e
n
van
d
e ver
k
eersre
g
e
l
s.
)
Geef een lichtsi
g
naal
(
bewee
g
de lichtschakelaar
tot voorbi
j
het zware
p
unt
)
zodat wordt
om
g
eschakeld tussen
dimlicht en
g
rootlicht. Het
c
ontrolelamp
j
e op het
instrumentenpaneel
g
aat
b
r
a
n
de
n
o
m h
e
t
ac
tiv
e
r
e
n
te bevesti
g
en.
)
D
ru
k
op
d
e toets;
h
et
l
amp
j
e van
d
e toets
g
aat
b
ran
d
en.
Uitschakelen
)
Druk op de toets; het lamp
j
e van
de toets
g
aat uit. De status van
de koplampen bli
j
ft onveranderd.
Onderbreken
De bestuurder kan indien nodi
g
op elk moment
zel
f
de verlichtin
g
omschakelen:
)
Geef een lichtsi
g
naal
(
bewee
g
de lichtschakelaar
tot voorbi
j
het zware punt
)
om het s
y
steem ti
j
deli
j
k
u
it te schakelen
,
zodat
wordt om
g
eschakeld naar
d
imli
c
ht.
)
Geef opnieuw een
l
ichtsi
g
naal om het
s
y
steem weer te
ac
t
i
v
e
r
e
n.
Het s
y
steem wordt
g
eactiveerd vana
f
2
5
km
/
h.
Als de snelheid la
g
er dan 15 km
/
h
wor
d
t, sc
h
a
k
e
l
t
h
et s
y
steem om naa
r
di
m
lich
t.
Parkeerlichten
D
e
z
i
kant van de auto wordt gemarkeerd doo
h
et inschakelen van de parkeerlichten aan de
k
a
nt v
a
n h
e
t v
e
rk
ee
r.
)
D
u
w
de
li
c
ht
sc
h
a
k
e
l
aa
r
b
inn
e
n
éé
n
m
in
uu
t n
a
h
e
t
a
fz
e
tt
e
n v
a
n h
e
t
co
nt
ac
t
omhoo
g
o
f
omlaa
g
om de parkeerlichten
aa
n
de
k
a
nt v
a
n h
e
t v
e
rk
ee
r in t
e
s
chakelen
(
voorbeeld: rechts van de we
g
p
arkeren: lichtschakelaar omlaa
g
duwen;
p
arkeerlichten links gaan branden
)
.
Het inschakelen wordt bevesti
g
d door
e
en
g
eluidssi
g
naal en het branden van
h
et controlelamp
j
e van de desbetre
ff
ende
richtin
g
aanwi
j
zer op het instrumentenpaneel.
Zet om de parkeerlichten uit te schakelen de
li
c
ht
sc
h
a
k
e
l
aa
r in
de
mi
dde
n
s
t
a
n
d
of
z
e
t h
e
t
co
nt
ac
t
aa
n.
Deze
f
unctie zorgt ervoor dat na het a
f
zetten
van het contact de dimlichten no
g
even bli
j
ven
b
randen om het uitstappen in het donker te
ver
g
emakkeli
j
ken.
Handbediende follow me
home-verlichtin
g
I
nsc
h
a
k
e
l
en
)
Geef
b
inn
e
n 1 min
uu
t n
a
h
e
t
af
z
e
tt
e
n
van
h
et contact een
"li
c
h
ts
ig
naa
l"
met
d
e
l
i
c
ht
sc
h
a
k
e
l
aa
r.
)
G
ee
f
no
g
maals een "lichtsi
g
naal" om de
fu
n
c
ti
e
u
it t
e
sc
h
a
k
e
l
e
n.
Uitschakelen
Na het ver
g
rendelen van de auto wordt de
handbediende
f
ollow me home-verlichting
na een bepaalde ti
j
d
(
deze ti
j
d kan worden
g
epro
g
rammeerd in het con
f
i
g
uratiemenu
)
automat
i
sc
h
u
i
t
g
esc
h
a
k
e
ld
.
E
r
k
unnen stor
i
n
g
en
i
n
d
e wer
ki
n
g
van
h
et s
y
steem optre
d
en:
- als het zicht slecht is
(
bi
j
voorbeeld
bi
j
sneeuwval, zware re
g
enval o
f
dichte mist, ...
)
,
- a
l
s
h
et
g
e
d
ee
l
te van
d
e voorru
i
t
voor de camera vuil, besla
g
en o
f
bedekt is
(
bi
j
voorbeeld met een
s
ticker
)
,
- a
l
s
d
e ver
li
c
h
t
i
n
g
van uw auto wor
d
t
weerkaatst door spie
g
elende o
f
r
e
f
lecterende panelen
(
bi
j
voorbeeld
verkeersborden
)
.
H
et s
y
steem s
ig
na
l
eert
g
een:
- weggebruikers die geen verlichting
voeren, zoals voet
g
an
g
ers,
- we
gg
ebruikers van wie de
verlichtin
g
wordt af
g
eschermd
(
bi
j
voorbeeld door een van
g
rail op
de snelwe
g)
,
- we
gg
e
b
ru
ik
ers
di
e z
i
c
h
aan
d
e top
o
f
de voet van een steile hellin
g
,
in een bocht o
f
op een zi
j
we
g
be
vin
de
n.
Zicht
Instapverlichting
buitenzijde
De instapverlichtin
g
wordt a
f
hankeli
j
k van de
d
oor
d
e
li
c
h
tsensor
g
es
ig
na
l
eer
d
e
h
oevee
lh
e
id
licht geactiveerd om op donkere plaatsen het
lokaliseren van de auto en het insta
pp
en te
ver
g
emakkeli
j
ken.
Inschakelen
Uitschakelen
De instapverlichtin
g
buitenzi
j
de
g
aat na een
bepaalde ti
j
d automatisch uit of
g
aat uit na het
a
f
zetten van het contact o
f
het ver
g
rendelen
v
a
n
de
au
t
o
.
Pro
g
rammeren
D
e
duu
r v
a
n h
e
t
b
r
a
n
de
n
van de instapverlichtin
g
kan
worden
g
eselecteerd via het
c
onfi
g
uratiemenu van de auto.
De
duu
r v
a
n
he
t
b
r
a
n
de
n v
a
n
de
instapverlichtin
g
is
g
ekoppeld en
g
eli
j
k
aa
n
d
i
e
v
a
n
de
au
t
o
m
a
ti
sc
h
e
fo
ll
o
w m
e
h
ome verlichtin
g
.
)
D
ru
k
op
h
et
g
eopen
d
e
h
an
g
s
l
ot
van de a
f
standsbediening o
f
op
de portierhand
g
reep met het
Ke
y
less entr
y
and start-s
y
steem.
Verlichting
buitenspiegels
Inschakelen
D
e
i
nstapver
li
c
h
t
i
n
g
wor
d
t
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
:
-
bij
h
et ont
g
ren
d
e
l
en,
-
bij
h
et verw
ijd
eren van
d
e e
l
e
k
tron
i
sc
h
e
sl
eute
l
u
i
t
d
e
l
ezer,
-
bij
h
et openen van een port
i
er,
-
bij
h
et
l
o
k
a
li
seren van
d
e auto v
i
a
d
e
a
f
standsbedienin
g
.
Uitschakelen
De verlichtin
g
doo
f
t na een bepaalde ti
j
d
au
t
o
m
a
ti
sc
h.
O
m de toe
g
an
g
tot de auto te ver
g
emakkeli
j
ken,
worden de vol
g
ende delen verlicht:
- het oppervlak naast het bestuurders- en
h
et passa
g
iersportier,
-
h
et opperv
l
a
k
voor
d
e
b
u
i
tensp
i
e
g
e
l
s en
ac
h
ter
d
e voorport
i
eren.
H
et
di
m
li
c
h
t en
h
et par
k
eer
li
c
h
t
g
aan
b
ran
d
en
e
n uw auto wor
d
t
g
e
lijk
t
ijdig
ont
g
ren
d
e
ld
.
Halogeen
koplampen
handmatig verstellen
Automatische koplamphoogteverstelling bij
xenonlampen
V
erste
l
d
e
k
op
l
ampen met
h
a
l
o
g
een
l
ampen
af
hankeli
j
k van de beladin
g
van uw auto
om ver
bli
n
di
n
g
van me
d
ewe
gg
e
b
ru
ik
ers te
v
oo
rk
o
m
e
n.
0.
1 o
f
2
p
ersonen o
p
de voorstoelen.
-.
T
usse
n
s
t
a
n
d
.
1
.
5 personen + maximaal toe
g
estane beladin
g
.
-.
T
usse
n
s
t
a
n
d
.
2
.
Bestuurder + maximaal toe
g
estane beladin
g
.
-.
Tusse
n
s
t
a
n
d
.
3
.
5 personen + max
i
maa
l
toe
g
estane
beladin
g
in de ko
ff
er.
S
tand "0" :
b
as
i
s
i
nste
lli
n
g
.
In het
g
eval van een storin
g
versc
hij
nt
di
t p
i
cto
g
ram op
h
et
i
nstrumentenpanee
l
,
i
n com
bi
nat
i
e met een
g
e
l
u
id
ss
ig
naa
l
e
n een melding op het display van het
instrumenten
p
aneel.
Het s
y
steem zet in dat
g
eval de koplampen in
de la
g
e stand.
O
m verblindin
g
van andere we
gg
ebruikers
te voor
k
omen corr
ig
eert
di
t s
y
steem
bij
st
il
staan
d
e auto automat
i
sc
h
d
e
h
oo
g
te van
d
e
l
ichtbundel van de xenonlampen, a
f
hankeli
j
k
van
d
e
b
e
l
a
di
n
g
van
d
e auto.
R
aa
k
in het
g
eval van een storin
g
de
xenonlampen niet aan. Raadplee
g
het
C
ITR
O
ËN-netwerk of een
g
ekwalificeerde werkplaats.
147
Zicht
A
ls het dimlicht o
f
grootlicht is ingeschakeld,
vol
g
en de lichtbundels van de meedraaiende
koplampen de richtin
g
van de we
g
.
Deze functie is alleen mo
g
eli
j
k in combinatie
m
et xenonlampen en zor
g
t voor een aanzienli
j
k
be
t
e
r zi
c
ht in
boc
ht
e
n
.
Meedraaiende koplampen
m
et meedraaiende ko
p
lam
p
en
zonder meedraaiende ko
p
lam
p
en
Pro
g
rammeren
Storin
g
U kunt deze functie
des
g
ewenst uitschakelen via
h
et confi
g
uratiemenu op het
m
ultifunctionele displa
y
.
S
tandaard is deze
f
unctie
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
.
Bi
j
het a
f
zetten van het contact
blijven de instellingen gehandhaa
f
d.
D
e
z
e
fu
n
c
ti
e
w
e
rkt ni
e
t:
- bi
j
stilstand o
f
zeer la
g
e snelheden,
- als de achteruit is ingeschakeld.
In het
g
eval van een storin
g
knippert
dit picto
g
ram op het displa
y
in
c
om
bi
nat
i
e met een me
ldi
n
g
op
h
et
m
ulti
f
unctionele displa
y
.
Raadplee
g
het CITRO
Ë
N-netwerk of
een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
Statische bochtverlichting
Ti
j
dens het ri
j
den met dim- o
f
g
rootlicht wordt de
m
istlamp vóór in
g
eschakeld om de binnenkant
van de bocht extra te verlichten bi
j
snelheden tot
40 km/h
(
handi
g
in de stad, op bochti
g
e we
g
en,
kruispunten, parkeer
g
ara
g
es enz.
)
.
m
et stat
i
sc
h
e
b
oc
h
tver
li
c
h
t
i
n
g
zonder statische bochtverlichtin
g
Statische bochtverlichtin
g
i
n
g
eschakeld
De bochtverlichtin
g
wordt in de vol
g
ende
g
evallen in
g
eschakeld:
- bi
j
het inschakelen van een
ri
c
h
t
i
n
g
aanw
ij
zer,
of
- a
l
s
h
et stuurw
i
e
l
ver
g
enoe
g
wor
d
t ver
d
raa
id
.
Statische bochtverlichtin
g
werkt
niet
De verlichting werkt in de volgende gevallen
n
i
e
t:
- bi
j
een
g
erin
g
e stuuruitsla
g
,
- bi
j
snelheden boven 40 km/h,
- als de achteruit is in
g
eschakeld.
P
ro
g
rammeren
U
k
unt
d
e stat
i
sc
h
e
b
oc
h
tver
li
c
h
t
i
n
g
desgewenst uitschakelen via het
c
on
f
i
g
uratiemenu van de auto.
S
tandaard is de statische
bochtverlichtin
g
in
g
eschakeld.
1
4
9
Zicht
Ruitenwisserschakelaar
Instellen
A
fhankeli
j
k van de uitvoerin
g
zi
j
n de vol
g
ende
au
t
o
m
a
ti
sc
h
e
f
u
n
c
ti
es
v
a
n
de
r
u
it
e
nwi
sse
r
s
m
o
g
eli
j
k:
- automat
i
sc
h
e wer
ki
n
g
van
d
e
r
uitenwissers vóór,
-
au
t
o
m
a
t
isch
i
n
schakele
n v
a
n
de
r
uitenwisser achter bij het inschakelen
van de achteruitversnellin
g
.
Handmati
g
e functies
D
e
bes
t
uu
r
de
r
sc
h
a
k
e
lt
de
r
u
it
e
nwi
sse
r
s
h
andmati
g
in.
D
e ru
i
tenw
i
ssers voor en ac
h
ter zor
g
en
voor een o
p
timaal zicht voor de bestuurder,
on
g
eacht de weersomstandi
g
heden.
Ruitenwissers vóór
Wi
ss
n
e
lh
e
i
d
:
ho
g
e snelheid
(
hevi
g
e neersla
g)
,
normale snelheid
(
mati
g
e re
g
enval
)
,
interval
(
wissnelheid aan
g
epast aan
de wagensnelheid
)
,
uit,
automatisch
(
omlaa
g
duwen en
l
oslaten
)
,
één keer
(
de hendel even naar u toe trekken
)
.
Ruitenwisser achter
S
chakel de automatische werkin
g
van
d
e ru
i
tenw
i
sser ac
h
ter u
i
t
bij
sneeuwva
l
of
stren
g
e vorst en bi
j
monta
g
e van
e
en
f
ietsendra
g
er op de achterklep.
Dit kan worden uit
g
evoerd via het
c
onfi
g
uratiemenu.
uit,
i
nterva
l
,
w
i
ssen en s
p
roe
i
en
(
gedurende enige tijd
)
.
A
c
h
teru
i
tversne
lli
n
g
Als de ruitenwissers vóór zi
j
n in
g
eschakeld
op
h
et moment
d
at u
d
e ac
h
teru
i
tversne
lli
n
g
i
nsc
h
a
k
e
l
t, wor
d
t automat
i
sc
h
d
e ru
i
tenw
i
sser
ac
h
ter
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
.
Deze functie kan worden
g
eactiveerd
o
f
g
edeactiveerd via het
c
onfi
g
uratiemenu.
D
e
z
e
fu
n
c
ti
e
i
s
s
t
a
n
daa
r
d
g
eactiveerd.
I
nste
ll
en
)
Tr
e
k
de
r
u
it
e
nwi
sse
r
sc
h
a
k
e
l
aa
r n
aa
r
u
toe. De ruitensproeiers treden in werkin
g
,
waarna eni
g
e ti
j
d de ruitenwissers worden
in
g
eschakeld om de ruit schoon te wissen.
D
e
k
op
l
ampsproe
i
ers wor
d
en a
ll
een
g
eact
i
veer
d
al
s
d
e
di
m
li
c
h
ten
b
ran
d
en
.
Ruitens
p
roeiers vóór en
ko
p
lam
p
s
p
roeiers
Rin
g
voor de selectie van de ruitenwisser achter:
1
5
1
Zicht
Automatische
r
uitenwissers vóór
D
e
r
u
it
e
nwi
sse
r
s
w
o
r
de
n
au
t
o
m
a
ti
sc
h
in
g
eschakeld als de sensor achter de
binnenspie
g
el re
g
en detecteert. De snelheid
van
d
e ru
i
tenw
i
ssers wor
d
t aan
g
epast aan
d
e
h
oevee
lh
e
id
neers
l
a
g
.
Inschakelen
Duw de hendel één keer omlaa
g
.
Di
t ver
klikk
er
l
amp
j
e op
h
et
instrumentenpaneel gaat branden en
e
r verschi
j
nt een meldin
g
.
D
uw
d
e
h
en
d
e
l
no
g
een
k
eer om
l
aa
g
of
z
e
t
de
h
e
n
de
l in
ee
n
a
n
de
r
e
s
t
a
n
d
(
Int., 1 o
f
2
)
.
Dit verklikkerlamp
j
e op het instrumentenpaneel
g
aat uit en er verschi
j
nt een meldin
g
.
Uitschakelen
Elk
e
k
ee
r
a
l
s
h
e
t
co
nt
ac
t m
ee
r
dan 1 minuut is af
g
ezet, moet u
de automatische werkin
g
van de
ruitenwissers opnieuw activeren door
de hendel één keer omlaa
g
te duwen.
Dek de re
g
ensensor, die zich
g
ecombineerd met de lichtsensor in
he
t m
idde
n v
a
n
de
v
oo
rr
ui
t
ach
t
e
r
de
binnenspie
g
el bevindt, niet a
f
.
S
chakel de automatische werkin
g
van
de
r
u
it
e
nwi
sse
r
s
u
it
a
l
s
de
au
t
o
w
o
r
d
t
g
ewassen in een wasstraat.
W
ac
ht '
s
wint
e
r
s
m
e
t h
e
t in
sc
h
a
k
e
l
e
n
v
a
n
de
au
t
o
m
a
ti
sc
h
e
r
u
it
e
nwi
sse
r
s
t
o
t
de
v
oo
rr
u
it
o
nt
doo
i
d
i
s
.
Storin
g
I
n
h
et
g
eva
l
van een stor
i
n
g
i
n
d
e automat
i
sc
h
e
wer
ki
n
g
van
d
e ru
i
tenw
i
ssers wer
k
en
d
eze
i
n
de
i
nt
e
rv
als
t
a
n
d
.
Laat het systeem controleren door het
C
ITROËN-netwerk of een
g
ekwalificeerde
werkplaats.
S
p
eciale stand van de
ruitenwissers voor
D
eze stan
d
maa
k
t
h
et mo
g
e
lijk
d
e ru
i
tenw
i
ssers
los
t
e
z
e
tt
e
n v
a
n
de
v
oo
rr
ui
t.
In
de
z
e
s
t
a
n
d
k
u
nn
e
n
de
r
u
it
e
nwi
sse
r
b
l
ade
n
worden
g
ereini
g
d o
f
de ruitenwissers worden
vervan
g
en. In de winter kan deze stand tevens
worden
g
ebruikt om de ruitenwissers los te
ze
tt
e
n v
a
n
de
v
oo
rr
u
it.
O
m een goede werking van de
f
lat-
blade ruitenwissers te behouden
,
a
d
v
i
seren w
ij
u:
- voorzichti
g
met de ruitenwissers om
te
g
aan,
- de ruitenwissers re
g
elmati
g
te
re
i
n
ig
en met zeepsop,
- de ruitenwissers niet te
g
ebruiken
om een stuk karton te
g
en de
voorruit te houden,
- de ruitenwissers te vervan
g
en
zo
d
ra ze te
k
enen van s
lij
ta
g
e
v
e
rt
o
n
e
n.
)
Al
s
de
r
u
it
e
nwi
sse
r
sc
h
a
k
e
l
aa
r
b
inn
e
n
ee
n
minuut nadat het contact is af
g
ezet wordt
bediend, worden de ruitenwissers in de
verticale stand
g
ezet.
)
Ze
t
he
t
co
nt
ac
t
aa
n
e
n
bedie
n
de
r
ui
t
e
nw
isse
r
schakelaa
r
o
m
de
r
ui
t
e
nw
isse
r
s
n
a
de
w
e
r
k
z
aa
m
hede
n w
ee
r
in
de
r
us
t
s
t
a
n
d
t
e
z
e
tt
e
n.
1
5
3
Zicht
1.
P
lafonnier vóór - achte
r
2.
Kaartleeslamp
j
es vóór
3.
Kaartleeslamp
j
es achter
4.
Sfeerverlichtin
g
Plafonniers
In deze stand
g
aat de
i
nter
i
eurver
li
c
h
t
i
n
g
g
e
l
e
id
e
lijk
b
ran
d
en:
Plafonnier vóór - achter
Zor
g
ervoor dat er
g
een voorwerpen in
c
ontact zi
j
n met de pla
f
onniers.
In de stand "interieurverlichtin
g
permanent
ingeschakeld", blij
f
t de interieurverlichting
af
hankeli
j
k van de omstandi
g
heden
g
e
d
uren
d
e een
b
epaa
ld
e t
ijd
b
ran
d
en:
- bij afgezet
contact: ongeveer
t
10
minuten,
-
i
n
d
e eco-mo
d
e: on
g
evee
r
30
seconden,
-
bij
d
raa
i
en
d
e motor: on
b
eper
k
t.
- als de auto wordt ont
g
rendeld,
-
a
l
s
de
e
l
e
ktr
o
ni
sc
h
e
s
l
eu
t
e
l
u
it
de
l
e
z
e
r
wordt verwi
j
derd,
- als een portier wordt
g
eopend,
- a
l
s op
d
e ver
g
ren
d
e
li
n
g
s
k
nop van
d
e
a
f
standsbedienin
g
wordt
g
edrukt om de
au
t
o
t
e
lokalise
r
e
n.
De interieurverlichtin
aat
eleideli
k uit:
- als de auto wordt ver
g
rendeld,
- als het contact wordt aan
g
ezet,
-
30
seconden na het sluiten van het laatste
portier.
Pe
rm
a
n
e
nt
ui
t.
P
e
rm
a
n
e
nt
aa
n.
Kaartleeslamp
j
es vóór -
a
chte
r
)
Druk bi
j
aan
g
ezet contact op de
desbe
tr
e
ff
e
n
de
sc
h
a
k
e
l
aa
r.
Sfeerverlichting
D
e
g
e
d
empte
i
nter
i
eurver
li
c
h
t
i
n
g
ver
b
etert
h
et z
i
c
h
t
i
n
d
e auto a
l
s
d
eze z
i
c
h
i
n een
d
on
k
ere
om
g
ev
i
n
g
b
ev
i
n
d
t.
Al
s
h
et
b
u
i
ten
d
on
k
er
i
s,
g
aat
d
e
sf
eerverlichting automatisch branden als de
p
arkeerlichten worden in
g
eschakeld
(
zo wordt
de middenconsole bi
j
voorbeeld verlicht door
ee
n li
c
ht
bu
n
de
l w
aa
rv
a
n
de
li
c
ht
b
r
o
n in
de
dakconsole is onder
g
ebracht
)
.
De sfeerverlichtin
g
g
aat automatisch uit als de
p
ar
k
eer
li
c
h
ten wor
d
en u
i
t
g
esc
h
a
k
e
ld
.
V
er
li
c
h
t
i
n
g
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
: u
k
unt
ki
ezen u
i
t
7
s
t
a
n
de
n v
oo
r
de
li
c
ht
s
t
e
rkt
e
.
De lichtsterkte wordt elke keer dat o
p
de kno
p
wordt
g
edrukt traps
g
ewi
j
s verhoo
g
d en keert
weer teru
g
naar de laa
g
ste stand nadat de
hoo
g
ste stand is bereikt.
Houd de knop in
g
edrukt om direct de maximale
li
c
h
tster
k
te te ver
k
r
ijg
en.
M
et
d
eze
k
nop re
g
e
l
t u
d
e
li
c
h
tster
k
te
van de pla
f
onnier, de verlichtin
g
van de
b
innenportiergrepen en de verlichting van de
portiervakken
(
vol
g
ens uitvoerin
g)
.
Verlichting
beenruimte
Inschakelen
De werkin
g
is
g
eli
j
k aan die van de plafonniers.
De verlichtin
g
g
aat branden zodra één van de
p
ortieren wordt
g
eopend.
De
g
edempte verlichtin
g
van de beenruimte
v
e
r
be
t
e
rt h
e
t zi
c
ht in
de
au
t
o
a
l
s
de
z
e
zi
c
h in
e
en donkere om
g
evin
g
bevindt.
Inschakelen Instellen van de lichtsterkte
v
an de
p
lafonnier
1
55
Zicht
006
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Algemene informatie met betrekking tot kinderzitjes
Vol
g
voor een optimale veili
g
heid de vol
g
ende
ad
v
i
ezen op:
- con
f
orm de Europese wet
g
evin
g
dienen
kinderen
j
on
g
er dan 12
j
aar of kleiner
d
an 1,50 m in gehomologeerde, aan
het lichaams
g
ewicht aan
g
epaste
kinderzit
j
e
s
op met veili
g
heids
g
ordels o
f
IS
O
FIX-bevesti
g
in
g
en uit
g
eruste plaatsen
te worden vervoerd * ,
-
d
e veili
g
ste plaats voor het vervoeren van
een
ki
n
d
i
s vo
lg
ens
d
e stat
i
st
i
e
k
en een
pl
aats o
p
d
e ac
h
ter
b
an
k
van uw auto
,
-
kinderen tot 9 k
g
moeten zowel
voor- als achterin met de rug in de
r
i
j
richtin
g
worden vervoerd
.
CITROË
N
b
evee
l
t u aan
ki
n
d
eren op
de
b
u
i
tenste ac
h
terz
i
tp
l
aatsen v
an
u
w
au
t
o
t
e
v
e
rv
oe
r
e
n:
-
m
et de rug in de rijrichting tot 2 jaar,
-
m
et het gezicht in de rijrichting
vana
f
2 jaar.
Hoe
w
el
CITROËN bij het ontwerp van uw auto veel aandacht hee
f
t besteed aan
veili
g
heidsvoorzienin
g
en voor uw kinderen, is hun veili
g
heid natuurli
j
k ook a
f
hankeli
j
k van uzel
f
.
* De re
g
els voor het vervoeren van kinderen
z
i
j
n per land verschillend. Informeer hiervoor
naar de wet
g
evin
g
in uw land.
1
5
9
Veilig vervoeren van kinderen
Kinderzitje op de passagiersstoel voor
"M
et
d
e ru
g
i
n
d
e r
ij
r
i
c
h
t
i
n
g"
W
anneer een
ki
n
d
erz
i
t
j
e voor
h
et
vervoeren met
d
e ru
g
i
n
d
e r
ij
r
i
c
h
t
i
n
g
op
de passagiersstoel voor
wordt geplaatst,
r
m
oet
d
e a
i
r
b
a
g
aan passa
gi
ersz
ijd
e z
ij
n
uitgeschakeld.
G
ebeurt dit niet, dan
k
an het
k
ind bi
j
het af
g
aan van de airba
g
ernsti
g
of
dodeli
j
k
g
ewond raken .
"M
et
h
et
g
ez
i
c
h
t
i
n
d
e r
ij
r
i
c
h
t
i
n
g"
W
anneer een
ki
n
d
erz
i
t
j
e met
h
et
g
ez
i
c
h
t
i
n
d
e r
ij
r
i
c
h
t
i
n
g
op
d
e passa
gi
ersstoe
l
voo
r
w
or
d
t
g
ep
l
aatst, moet
d
e stoe
l
i
n
d
e ac
h
terste
stand van de voor-
/
achterwaartse verstellin
g
w
orden gezet, in de hoogste stand en met
de ru
g
leunin
g
rechtop en ma
g
de airba
g
aan
p
assa
g
ierszi
j
de niet worden uit
g
eschakeld.
Let erop dat de veili
g
heids
g
ordel
g
oed
aans
g
espannen is.
P
assa
gi
ersstoe
l
i
n
d
e
h
oo
g
ste stan
d
en zo
v
er mogelijk naar achteren
.
A
irba
g
aan passa
g
ierszi
j
de OFF
R
aadplee
g
de rubriek "Airba
g
s" van
h
et
g
edeelte "Veili
g
heid" voor meer
inf
o
rm
a
ti
e
o
v
e
r h
e
t
u
it
sc
h
a
k
e
l
e
n
van de airba
g
.
Raadplee
g
de voorschri
f
ten op de sticker die
z
ich aan beide zi
j
den van de zonneklep aan
passa
g
ierszi
j
de bevindt.
S
chakel voor de veiligheid van uw kind
de airba
g
aan passa
g
ierszi
j
de alti
j
d uit
a
ls u een kinderzit
j
e met de ru
g
in de
r
i
j
richtin
g
op de voorstoel plaatst.
Anders kan een kind bi
j
het af
g
aan van
d
e a
i
r
b
a
g
l
evens
g
evaar
lijk
g
ewon
d
ra
k
en.
1
6
1
Veilig vervoeren van kinderen
G
roep 0+: vanaf de
g
eboorte tot 13 k
g
G
roep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 k
g
L1
"RÖMER Bab
y
-Safe Plus"
W
ordt met de ru
g
in de
ri
j
richtin
g
g
eplaatst.
L
2
"
KIDDY Comfort Pro"
V
oor het vervoer van
j
on
g
e
kinderen
(
van 9 tot 18 k
g)
i
s het
g
ebruik van de
b
esc
h
erm
b
an
d
verp
li
c
h
t.
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 k
g
L4
"KLIPPAN
O
ptima"
V
ana
f
6
j
aar
(
on
g
eveer 22 k
g)
:
gebruik alleen de
z
itverho
g
in
g
.
L
5
"RÖMER KIDFIX"
K
a
n
aa
n
de
IS
O
FIX-verankerin
g
en van
de auto worden bevesti
g
d.
He
t kin
d
w
o
r
d
t
besc
h
e
rm
d
d
oor
d
e ve
iligh
e
id
s
g
or
d
e
l
.
Door CITROËN aanbevolen kinderzitjes
CITROËN levert een complete reeks kinderzitjes met artikelnummer die met een
d
r
i
epuntsve
iligh
e
id
s
g
or
d
e
l
k
unnen wor
d
en vast
g
emaa
k
t:
Bevestiging kinderzitjes met veiligheidsgordel
C
on
f
orm de Europese wet
g
evin
g
g
ee
f
t dit overzicht de mo
g
eli
j
kheden weer met betrekkin
g
tot het bevesti
g
en, met een veili
g
heids
g
ordel, van een
un
i
versee
l
g
e
h
omo
l
o
g
eer
d
ki
n
d
erz
i
t
j
e,
g
eran
g
sc
hik
t naar
g
ew
i
c
h
t van
h
et
ki
n
d
en
d
e p
l
aats
i
n
d
e auto:
G
ewicht van het kind en leefti
j
dsindicati
e
Plaats
Minder dan 13 k
g
(
Cate
g
orie 0
(
b
)
en 0+
)
Tot on
g
eveer 1
j
aar
V
an 9 tot 18 k
g
(
Cate
g
orie 1
)
V
an 1 tot on
g
eveer 3
j
aa
r
V
an 15 tot 25 k
g
(
Cate
g
orie 2
)
V
an 3 tot on
g
eveer 6
j
aar
V
an 22 tot 36 k
g
(
Cate
g
orie 3
)
V
an 6 tot on
g
eveer 10
j
aar
Passa
g
iersstoel vóór
(
c
)
m
et
hoo
g
teverstellin
g
U
(
R
)
U
(
R
)
U
(
R
)
U
(
R
)
Buitenste zit
p
laatsen achter
U
U
U
U
Midd
e
l
ste z
i
tp
l
aats ac
h
te
r
X
X
X
X
a
:
universeel kinderzit
j
e dat in alle auto's bevesti
g
d kan worden met behulp van de veili
g
heids
g
ordel.
b
:
g
roep 0, vana
f
de
g
eboorte tot 10 k
g
. Reiswie
g
en en autobed
j
es mo
g
en niet op de passa
g
iersplaats voor worden vervoerd.
c
:
raa
d
p
l
ee
g
d
e
h
u
idig
e wet
g
ev
i
n
g
i
n uw
l
an
d
a
l
vorens een
ki
n
d
erz
i
t
j
e op
d
eze p
l
aats te
b
evest
ig
en.
U
: z
i
tp
l
aats
g
esc
hik
t voor
d
e
b
evest
igi
n
g
van een un
i
versee
l
g
e
h
omo
l
o
g
eer
d
ki
n
d
erz
i
t
j
e met een ve
iligh
e
id
s
g
or
d
e
l
, zowe
l
met
d
e
"
ru
g
i
n
d
e r
ij
r
i
c
h
t
i
n
g"
a
ls met het "gezicht in de rijrichting".
U
(
R
):
a
l
s
U
, waarbi
j
de passa
g
iersstoel in de hoo
g
ste stand en zo ver mo
g
eli
j
k naar achteren moet staan.
X:
zitplaats die niet
g
eschikt is voor een kinderzit
j
e voor de aan
g
e
g
even
g
ewichtscate
g
orie.
1
6
3
Veilig vervoeren van kinderen
De on
j
uiste bevesti
g
in
g
van een kinderzit
j
e
bren
g
t de veili
g
heid van het kind in
g
evaar bi
j
e
en aanr
ijdi
n
g
.
Zor
g
ervoor dat de veili
g
heids
g
ordels o
f
het
tui
gj
e van het kinderzit
j
e, zel
f
s bi
j
korte ritten,
worden vast
g
emaakt waarbi
j
de spelin
g
ten
op
zichte van het lichaam van het kind zoveel
mo
g
eli
j
k moet worden beperkt.
Zor
g
er bi
j
het bevesti
g
en van het
k
inderzit
j
e met de veili
g
heids
g
ordel voor
dat de veili
heids
ordel correct te
en het
ki
n
d
erz
i
t
j
e
i
s
g
espannen en
d
at
d
e
g
or
d
e
l
h
et
k
inderzit
j
e stevi
g
op zi
j
n plaats houdt.
S
chui
f
d
e passa
gi
ersstoe
l
, wanneer
d
eze verste
ld
k
an worden, indien nodi
g
naar voren.
Zor
g
er voor een optimale bevesti
g
in
g
van het kinderzit
j
e "met het
g
ezicht in de
ri
j
richtin
g
" voor dat de ru
g
leunin
g
van het
zit
j
e te
g
en de ru
g
leunin
g
van de stoel van
de auto aandrukt en dat de hoofdsteun
g
een
b
e
l
emmer
i
n
g
vormt.
A
ls de hoo
f
dsteun verwi
j
derd moet
wor
d
en,
b
er
g
d
eze
d
an zor
g
vu
ldig
op om te
v
oo
rk
o
m
e
n
da
t
de
h
oofds
t
eu
n
doo
r
de
au
t
o
vliegt bij krachtig a
f
remmen.
Adviezen voor kinderzitjes
Laat uit veili
g
heidsoverwe
g
in
g
en:
-
g
een kinderen zonder toezicht
ac
h
ter
i
n een auto,
- n
oo
it
ee
n kin
d
of
ee
n
d
i
e
r in
ee
n
auto ac
h
ter wanneer a
ll
e ru
i
ten
g
es
l
oten
z
i
j
n en de auto in de zon staat,
-
de
s
l
eu
t
e
l
s
n
oo
it
b
inn
e
n
be
r
e
ik v
a
n
de
k
in
de
r
e
n
ac
ht
e
r in
de
au
t
o
.
G
ebruik de kindersloten om te voorkomen
dat de portieren en de portierruiten achte
r
p
er on
g
eluk
g
eopend worden.
Z
or
g
er voor
d
at
d
e port
i
erru
i
ten ac
h
ter n
i
et
verder dan voor 1
/
3 deel
g
eopend worden.
Pl
aats zonnesc
h
ermen om uw
j
on
g
e
kinderen te
g
en de zon te beschermen.
Kinderen
j
on
g
er dan
10
j
aar mo
g
en niet
met het
g
ezicht in de ri
j
richtin
g
op de
passa
gi
ersstoe
l
voor wor
d
en vervoer
d
,
b
e
h
a
l
ve a
l
s
d
e ac
h
terz
i
tp
l
aatsen a
l
b
ezet z
ij
n
doo
r
a
n
de
r
e
kin
de
r
e
n
of
a
l
s
de
ac
ht
e
r
ba
nk
niet bruikbaar, neer
g
eklapt o
f
verwi
j
derd is.
S
chakel de airba
g
aan passa
g
ierszi
j
de
u
it zodra een kinderzit
j
e met de ru
g
in de
r
i
j
richtin
g
op de voorstoel wordt
g
eplaatst.
Het kind kan anders bi
j
het af
g
aan van de
airba
g
levens
g
evaarli
j
k
g
ewond raken.
Plaatsen van een stoelverho
g
er
Het bovenste
g
edeelte van de
veili
g
heids
g
ordel moet over de schouder van
h
et
ki
n
d
ligg
en zon
d
er
d
e
h
a
l
s te ra
k
en.
C
ontroleer o
f
de heup
g
ordel
g
oed over de
b
oven
b
enen van
h
et
ki
n
d
lig
t.
CITRO
N beveelt aan een stoelverho
er
met rugleuning te gebruiken voorzien
van een
g
ordel
g
eleider ter hoo
g
te van de
sc
h
oude
r.
U
w auto voldoet aan de nieuwste
I
SOFIX-normen .
De hieronder aan
g
e
g
even zitplaatsen zi
j
n
uit
g
erust met de voor
g
eschreven
IS
O
FIX-bevesti
g
in
g
en:
ISOFIX-bevestigingen
Elke zitplaats is voorzien van drie
b
evesti
g
in
g
srin
g
en:
- Twee bevestigingsringen
A
, die zich tussen
d
e ru
gl
eun
i
n
g
en
d
e z
i
tt
i
n
g
van
d
e z
i
tp
l
aats
b
ev
i
n
d
en, aan
g
e
g
even met een et
ik
et.
De IS
O
FIX-bevesti
g
in
g
en zor
g
en voor een
veili
g
e, de
g
eli
j
ke en snelle monta
g
e van het
kinderzit
j
e in uw auto.
D
e
ISOFIX-kinderzit
j
e
s
besc
hikk
e
n
o
v
er
twee sloten die eenvoudi
g
aan de twee
bevesti
g
in
g
srin
g
en
A
kunnen worden verankerd.
A
Sommi
g
e kinderzit
j
es zi
j
n bovendien voorzien
v
an
een
bovenste bevesti
g
in
g
srie
m
d
i
e
k
a
n
worden vast
g
emaakt aan de bevesti
g
in
g
srin
g
B
.
Bij
een on
j
u
i
st
g
ep
l
aatst
ki
n
d
erz
i
t
j
e
k
an
h
et
ki
n
d
bij
een aanr
ijdi
n
g
ernst
ig
l
etse
l
opl
o
p
en.
Raadplee
g
het overzicht voor de bevesti
g
in
g
van IS
O
FIX-kinderzit
j
es in uw auto, waarin
s
taat vermeld welke kinderzit
j
es voor uw auto
z
ij
n
g
e
h
omo
l
o
g
eer
d
.
- Eén bevesti
g
in
g
srin
g
B
ac
ht
e
r
de
s
toel,
T
OP TETHER
g
enoemd, voor de
bevesti
g
in
g
van de bovenste riem.
Zet om de bovenste bevesti
g
in
g
sriem vast te
m
aken de hoo
f
dsteun van de zitplaats omhoog
e
n
s
t
ee
k
de
h
aa
k t
usse
n
de
h
oofds
t
eu
n
e
n
d
e ru
gl
eun
i
n
g
d
oor.
B
evest
ig
d
e
h
aa
k
aan
d
e
b
evest
igi
n
g
sr
i
n
g
B
e
n tr
ek
de
r
ie
m
aa
n.
1
65
Veilig vervoeren van kinderen
ISOFIX-kinderzitje
Dit kinderzit
j
e kan ook worden bevesti
g
d op zitplaatsen die niet zi
j
n voorzien van IS
O
FIX-bevesti
g
in
g
en. Het is in dat
g
eval verplicht het
k
inderzit
j
e met de normale driepunts veili
g
heids
g
ordel op de zitplaats van de auto te bevesti
g
en.
V
ol
g
bi
j
het plaatsen van het kinderzit
j
e de
g
ebruiksaanwi
j
zin
g
van de fabrikant van het zit
j
e
.
Aanbevolen door CITROËN en
g
ehomolo
g
eerd voor uw auto
"RÖMER Duo Plus I
S
OFIX"
(g
ewichts
g
roep B1
)
Groep 1: van 9 tot 18 k
g
Di
t wor
d
t u
i
ts
l
u
i
ten
d
met
h
et
g
ez
i
c
h
t
i
n
d
e r
ij
r
i
c
h
t
i
n
g
g
ep
l
aatst.
Het is voorzien van een bovenste riem voor verankerin
g
aan de bovenste bevesti
g
in
g
B
,
de T
O
P TETHER.
Drie standen: rechtop, ruststand en li
g
stand.
V
erstel de voorstoel van de auto om te voorkomen dat de voeten van het kind de ru
g
leunin
g
raken.
Kan met een driepunts veili
g
heids
g
ordel met het
g
ezicht in de ri
j
richtin
g
op de zitplaats worden
g
eplaatst.
Overzicht bevestiging ISOFIX-kinderzitjes
O
vereenkomsti
g
de Europese wet
g
evin
g
g
eeft het overzicht de mo
g
eli
j
kheden aan voor het bevesti
g
en van een IS
O
FIX-kinderzit
j
e op een plaats in de
uto voorzien van IS
FIX-bevesti
in
en.
Bi
j
universele en semi-universele IS
O
FIX-kinderzit
j
es wordt de IS
O
FIX-maat op het kinderzit
j
e naast het IS
O
FIX-lo
g
o aan
g
e
g
even met een
letter
(
A
t
/
m G
)
.
G
ewicht van het kind
/
lee
f
ti
j
dsindicatie
Tot 10 k
g
(
cate
g
orie 0
)
T
o
t
ca
.
6
maanden
Tot 10 k
g
(
cate
g
orie 0
)
Tot 13 k
g
(
cate
g
orie 0+
)
Tot ca. 1 jaar
V
an 9 tot 18 k
g
(
cate
g
orie 1
)
Van ca.
1
tot ca.
3
j
aar
Ty
pe ISOFIX-kinderzit
je
R
e
i
sw
i
e
g
*
"
ru
g
i
n
d
e r
ij
r
i
c
h
t
i
n
g"
"
ru
g
i
n
d
e r
ij
r
i
c
h
t
i
n
g"
"g
ez
i
c
h
t
i
n
d
e r
ij
r
i
c
h
t
i
n
g"
ISOFIX-maa
t
F
G
C
D
E
C
D
A
B
B1
Passa
g
iersstoel voo
r
G
een Isofix
Buitenste zit
p
laatsen achter
IL-
SU
**
IL-
SU
IL-
SU
I
UF
IL-S
U
Midd
e
l
ste z
i
tp
l
aats ac
h
te
r
G
een Iso
f
ix
I
UF
:
zitplaats
g
eschikt voor de bevesti
g
in
g
van een universeel
g
ehomolo
g
eerd IS
O
FIX- kinderzit
j
e met het
g
ezicht in de ri
j
richtin
g
en een bovenste riem.
I
L-SU
:
zitplaats
g
eschikt voor de bevesti
g
in
g
van een semi-universeel
g
ehomolo
g
eerd ISOFIX-kinderzit
j
e:
- ru
g
in de ri
j
richtin
g
voorzien van een bovenste riem of een steun,
-
g
ezicht in de ri
j
richtin
g
voorzien van een steun,
- reiswie
g
voorzien van een bovenste riem of een steun.
Raadplee
g
de para
g
raaf "Isofix-bevesti
g
in
g
en" voor meer informatie over de bevesti
g
in
g
van de bovenste riem.
*
Reiswie
g
en en bab
y
autostoelt
j
es kunnen niet op de passa
g
iersstoel vóór worden
g
eplaatst.
**
De I
SO
FIX reiswieg die aan de onderste ringen van een I
SO
FIX-plaats wordt bevestigd, neemt de totale ruimte van de achterbank in beslag.
1
67
Veilig vervoeren van kinderen
Elektrische kinderbeveiliging
De elektrische kinderbeveiliging voorkomt dat beide achterportieren van binnenuit kunnen worden geopend en blokkeert de bediening van de
achter
p
ortierruiten.
I
nsc
h
a
k
e
l
en
Ui
tsc
h
a
k
e
l
en
Als het lamp
j
e een ander si
g
naal
g
eeft,
wi
j
st dit op een storin
g
in de elektrische
k
inderbeveili
g
in
g
.
Laat het s
y
steem controleren door
het
C
ITR
O
ËN-netwerk of door een
g
ekwalificeerde werkplaats.
Dit s
y
steem werkt onafhankeli
j
k van
de centrale ver
g
rendelin
g
;
g
ebruik het
nooit in plaats daarvan.
Controleer bi
j
het aanzetten van
het contact alti
j
d de stand van de
k
inderbeveili
g
in
g
.
N
ee
m v
óó
r h
e
t v
e
rl
a
t
e
n v
a
n
de
au
t
o
alti
j
d de sleutel uit het contact, zelfs
voor korte periodes.
Bi
j
een ernsti
g
e aanri
j
din
g
wordt
de elektrische kinderbeveili
g
in
g
automatisch uit
g
eschakeld, zodat de
achterpassa
g
iers de auto on
g
ehinderd
ku
nn
e
n v
e
rl
a
t
e
n.
)
Druk bi
j
in
g
eschakeld contact op
d
eze
k
nop.
)
Druk no
g
maals bi
j
in
g
eschakeld
c
ontact op
d
eze
k
nop.
Het verklikkerlamp
j
e van de knop
g
aat
branden in combinatie met een meldin
g
die het
inschakelen bevesti
g
t.
Het lamp
j
e bli
j
ft branden zolan
g
de elektrische
kinderbeveili
g
in
g
is in
g
eschakeld.
Het bli
jf
t mo
g
eli
j
k de portieren van buitena
f
te
openen en
d
e e
l
e
k
tr
i
sc
h
b
e
di
en
b
are ac
h
terste
zi
j
ruiten te bedienen vana
f
de bestuurdersstoel.
Het verklikkerlamp
j
e van de knop
g
aat
u
it in combinatie met een meldin
g
die het
u
itschakelen bevesti
g
t.
Het lamp
j
e bli
j
ft uit zolan
g
de elektrische
k
inderbeveili
g
in
g
is uit
g
eschakeld.
007
Veiligheid
Richtingaanwijzers
)
Li
n
k
s:
d
uw
d
e
h
en
d
e
l
h
e
l
emaa
l
om
l
aa
g
.
)
R
ec
h
ts:
d
uw
d
e
h
en
d
e
l
h
e
l
emaa
l
om
h
oo
g
.
Functie "snelwe
g
"
Beweeg de hendel iets omhoog o
f
omlaag,
zonder het zware
p
unt te
p
asseren; de
desbetreffende richtin
g
aanwi
j
zers knipperen
vervol
g
ens drie keer.
W
anneer
d
e r
i
c
h
t
i
n
g
aanw
ij
zers na
m
eer dan 20 seconden no
g
niet zi
j
n
uitgeschakeld, wordt bij een snelheid
van meer dan 60 km
/
h automatisch het
knipper
g
eluid versterkt.
Alarmknipperlichten
D
ru
k
d
e
k
nop
i
n,
d
e r
i
c
h
t
i
n
g
aanw
ij
zers
k
nipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het
c
ontact is af
g
ezet.
Automatisch inschakelen
van de alarmknipperlichten
Bi
j
een noodstop - afhankeli
j
k van de mate
van remvertra
g
in
g
, als het ABS in
g
ri
j
pt, maar
oo
k
a
l
s er een aanr
ijdi
n
g
wor
d
t
g
es
ig
na
l
eer
d
,
wor
d
en
d
e a
l
arm
k
n
i
pper
li
c
h
ten automat
i
sc
h
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
.
Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de
alarmkni
pp
erlichten uit.
)
U kunt de alarmknipperlichten echter ook
uitschakelen door de knop in te drukken.
Veiligheid
Claxon Urgence-oproep of
Assistance-oproep
Hiermee kunt u een noodoproep o
f
h
ulpoproep doen naar de hulpdiensten of de
desbetreffende CITRO
Ë
N-helpdesk.
Sy
steem om uw medewe
gg
ebruikers met een
g
e
l
u
id
ss
ig
naa
l
te waarsc
h
uwen voor
di
rect
ge
v
aar
.
)
Druk op het middelste
edeelte van het
s
tuur met bedienin
g
stoetsen.
Beperk het gebruik van de claxon tot de
vol
g
ende
g
evallen:
- direct
g
evaar,
- inh
a
l
e
n v
a
n
ee
n fi
e
t
se
r
o
f
voe
tg
an
g
er,
- naderen van een ooverzichteli
j
ke
si
t
ua
t
ie
.
Raadplee
g
de rubriek "Audio en
da
t
aco
mm
u
ni
ca
ti
e
" v
oo
r m
eer
informatie over het
g
ebruik van deze
voorzienin
g
.
Bandenspanningscontrolesysteem
Di
t s
y
steem contro
l
eert automat
i
sc
h
d
e
b
an
d
enspann
i
n
g
t
ijd
ens
h
et r
ijd
en.
Elk ventiel is voorzien van een sensor, die
e
en waarschuwin
g
ssi
g
naal uitzendt als de
bandenspannin
g
te laa
g
is
(
snelheid ho
g
er
dan 20 km/h
)
.
H
e
t r
ese
rv
e
wi
e
l i
s
ni
e
t v
oo
rzi
e
n v
a
n
ee
n
se
n
so
r.
Alle reparaties aan een wiel dat met dit
sy
steem
i
s u
i
t
g
erust en
h
et vervan
g
en
v
a
n
ee
n
ba
n
d
m
oe
t
e
n w
o
r
de
n
uit
g
evoerd door het CITROËN-netwerk
of
door een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
Wanneer bi
j
het verwisselen een wiel is
g
emonteerd dat niet door uw auto wordt
g
edetecteerd
(
voorbeeld: monta
g
e van
winterbanden
)
, dient het s
y
steem door
het CITROËN-netwerk of door een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats opnieuw
g
e
ï
nitialiseerd te worden.
D
eze me
ldi
n
g
wor
d
t oo
k
weer
g
e
g
even
a
ls
éé
n van de wielen niet o
p
de auto
a
anwezig is
(
bij reparatie
)
o
f
als er één
o
f
meerdere wielen zonder sensor op
de auto worden
g
emonteerd.
Het bandenspannin
g
scontroles
y
steem
is niet meer dan een hulpmiddel,
h
etgeen inhoudt dat de waakzaamheid
e
n verantwoor
d
e
lijkh
e
id
van
d
e
b
estuur
d
er n
i
et
d
oor
h
et s
y
steem
kunnen worden vervan
g
en.
O
ndanks dit s
y
steem moet de
bandenspanning
(
zie de paragraa
f
"Identi
f
icatie"
)
no
g
re
g
elmati
g
worden
g
econtroleerd. De bandenspannin
g
heeft een belan
g
ri
j
ke invloed op het
we
gg
edra
g
van de auto en de sli
j
ta
g
e
van de banden
,
vooral onder zware
ri
j
omstandi
g
heden
(
zware ladin
g
, ho
g
e
ri
j
snelheden
)
.
D
e
b
an
d
enspann
i
n
g
di
ent m
i
n
i
maa
l
éé
n keer per maand gecontroleerd
te worden, bi
j
koude banden. Denk
e
raan ook de bandenspannin
g
van het
r
ese
rv
e
wi
e
l t
e
co
ntr
o
l
e
r
e
n.
Het bandenspannin
g
scontroles
y
steem
k
an ti
j
deli
j
k worden verstoord
door radio
g
olven in hetzel
f
de
f
requentie
g
ebied.
Er wordt een meldin
g
op het displa
y
van
h
et instrumentenpaneel weer
g
e
g
even, in
c
ombinatie met een
g
eluidssi
g
naal, om aan te
g
even welke band
(
en
)
het betreft.
Te la
g
e bandenspannin
g
Di
t ver
klikk
er
l
amp
j
e en
het verklikkerlampje
STOP
g
aan branden
i
n
co
m
bi
n
a
t
ie
m
e
t
ee
n
g
eluidssi
g
naal en een meldin
g
op het displa
y
van het instrumentenpaneel die aan
g
ee
f
t welke
b
and
(
en
)
het betreft.
)
S
top onmiddelli
j
k, maar vermi
j
d abrupte
m
a
n
oeu
vr
es
m
e
t h
e
t
s
t
uu
r
e
n
de
r
e
mm
e
n.
)
Vervan
g
de beschadi
g
de band
(
lekke
band o
f
veel te lage bandenspanning
)
en
l
aat de bandenspannin
g
zo snel mo
g
eli
j
k
co
ntr
ole
r
e
n.
Le
kk
e
b
an
d
Er w
o
r
d
t
ee
nmeldin
g
op het displa
y
van
h
et
i
nstrumentenpanee
l
weer
g
e
g
even,
i
n
c
ombinatie met een
g
eluidssi
g
naal, om aan te
g
even van welk
(
e
)
wiel
(
en
)
de bandenspannin
g
niet meer
g
econtroleerd wordt o
f
om aan te
geven dat er een storing in het systeem zit.
ggy
g
g
ekwali
f
iceerde werkplaats om de de
f
ecte
sensor
(
en
)
te vervan
g
en.
Sensor
(
en
)
niet
g
edetecteerd of
defect
)
C
ontroleer zo snel mo
g
eli
j
k de
b
an
d
enspann
i
n
g
.
Dit dient te worden uitgevoerd bij koude banden.
1
7
3
Veiligheid
El
e
k
tron
i
sc
h
sta
bili
te
i
tspro
g
ramma
d
at
d
e
vol
g
ende s
y
stemen omvat:
- het antiblokkeers
y
steem
(
AB
S)
en de
e
lektronische remdrukre
g
elaar
(
EBD
)
,
- de noodremassistentie
(
AFU
)
,
- de antislipre
g
elin
g
(
ASR
)
,
- de d
y
namische stabiliteitscontrole
(
CDS
)
.
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)
Be
g
rippen
A
ntiblokkeers
y
steem
(
ABS
)
en
e
lektronische remdrukre
g
elaar
(
EBD
)
Deze s
y
stemen zor
g
en ti
j
dens het remmen voor
ee
n
be
t
e
r
e
s
t
ab
ilit
e
it
e
n
bes
t
uu
r
baa
rh
e
i
d
v
a
n
u
w auto en voor een betere controle in bochten,
vooral op een slecht of
g
lad we
g
dek.
Het AB
S
voorkomt het blokkeren van de wielen
i
n
h
et
g
eva
l
van een noo
d
stop.
De
EBD
v
e
r
deel
t
de
r
e
m
d
r
uk
o
v
e
r
de
w
iele
n.
Noodremassistentie
(
AFU
)
Dit s
y
steem zor
g
t ervoor dat in nood
g
evallen de
optimale remdruk sneller wordt bereikt, zodat
de
r
e
m
a
f
s
t
a
n
d
kl
e
in
e
r w
o
r
d
t.
Het s
y
steem wordt in
g
eschakeld als het
r
empe
d
aa
l
sne
l
wor
d
t
i
n
g
etrapt en zor
g
t ervoor
at
e
eno
e
e
en
n
s
rac
t wor
t
v
e
rmin
de
r
d
e
n
de
effec
tivit
e
it v
a
n h
e
t r
e
mm
e
n
w
ordt vergroot.
Antislipre
g
elin
g
(
ASR
)
De A
S
R past de aandri
jf
kracht aan om het
doors
p
innen van de wielen te voorkomen
via de remmen van de aan
g
edreven wielen
e
n de motor. De ASR zor
g
t ook voor mee
r
koersstabiliteit bi
j
het accelereren.
D
y
namische stabiliteitscontrole
(
CDS
)
De CDS houdt de vier wielen in de
g
aten en
g
ri
j
pt, als de koers van de auto afwi
j
kt van
de door de bestuurder
g
ewenste richtin
g
,
t
m
ti
h in vi
r
mm
n v
n
n
meer
d
ere w
i
e
l
en en
h
et motor
k
oppe
l
om
d
e
auto voor zover mo
g
e
lijk
weer
i
n
d
e
j
u
i
ste
k
oers
te brengen.
I
ntelli
g
ente Tractiecontrole
(
"Snow motion"
)
D
e
z
e
au
t
o
i
s
u
i
t
g
e
rust met een s
y
steem dat
zor
g
t voor extra tractie op besneeuwde we
g
en:
i
ntelli
g
ente tractiecontrol
e
.
Deze functie si
g
naleert situaties met weini
g
g
r
i
p, zoa
l
s we
g
r
ijd
en en voort
b
ewe
g
en van
de auto in verse en diepe sneeuw o
f
over
pl
at
g
ere
d
en sneeuw.
In dergelijke omstandigheden regelt de
i
ntelli
g
ente tractiecontrol
e
het doorslippen
van de voorwielen om voor een optimale
g
rip te zor
g
en. Zo wordt de aandri
j
vin
g
en de
bes
t
uu
r
baa
rh
e
i
d
v
e
r
be
t
e
r
d
.
Werkin
g
Antiblokkeers
y
steem
(
ABS
)
en
e
lektronische remdrukre
g
elaa
r
(
REF
)
T
rap
h
et rempe
d
aa
l
bij
een noo
d
stop
k
rac
h
t
ig
en vo
ll
e
dig
i
n en
l
aat
h
et
niet los
.
Z
or
g
er
bij
vervan
gi
n
g
van
d
e w
i
e
l
en
(
banden en vel
g
en
)
voor dat wielen
wor
d
en
g
emonteer
d
di
e voor uw auto
z
ij
n
g
e
h
omo
l
o
g
eer
d
.
D
e norma
l
e wer
ki
n
g
van
h
et
ant
ibl
o
kk
eers
y
steem
k
an mer
kb
aar z
ij
n
d
oor
h
et tr
ill
en van
h
et rempe
d
aa
l
.
A
ls dit lamp
j
e
g
aat branden in
c
ombinatie met een
g
eluidssi
g
naal en
e
en meldin
g
op het displa
y
, duidt dit
op een storin
g
in het ABS-s
y
steem,
waardoor u ti
j
dens het remmen de controle over
u
w
au
t
o
z
ou
k
u
nn
e
n v
e
rli
e
z
e
n.
A
ls dit lamp
j
e
g
aat branden in
c
ombinatie met het lamp
j
e
STOP
,
P
e
en
g
eluidssi
g
naal en een meldin
g
op het displa
y
, duidt dit op een
stor
i
n
g
i
n
d
e e
l
e
k
tron
i
sc
h
e rem
d
ru
k
re
g
e
l
aa
r
waar
d
oor u t
ijd
ens
h
et remmen
d
e contro
l
e
o
v
e
r
u
w
au
t
o
z
ou
ku
nn
e
n v
e
r
lie
z
e
n.
Stop onmiddellijk
.
Raadplee
g
in beide
g
evallen het CITROËN-
netwerk of een
g
ekwalificeerde werkplaats.
O
nder
g
ladde omstandi
g
heden is het raadzaam
te r
ijd
en op w
i
nter
b
an
d
en.
Veiligheid
Dy
namische stabiliteitscontrole
(
CDS
)
I
nsc
h
a
k
e
l
en
Di
t s
y
steem wor
d
t automat
i
sc
h
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
zo
d
ra
d
e motor wor
d
t
g
estart.
Het systeem wordt geactiveerd zodra de wielen te
weini
g
g
rip hebben o
f
de koers van de auto a
f
wi
j
kt.
In dat geval gaat dit verklikkerlampje
o
p
het instrumenten
p
aneel
k
nipperen.
Ui
tsc
h
a
k
e
l
en
In bi
j
zondere omstandi
g
heden
(
als de auto
vastzit in de modder, sneeuw, in mulle
g
rond,...
)
kan het nutti
zi
n het
D
-s
steem uit te
s
c
h
a
k
e
l
en, zo
d
at
d
e w
i
e
l
en
k
unnen s
pi
nnen en
weer grip kunnen krijgen.
H
e
t
CD
S
-s
y
steem zor
g
t voor mee
r
ve
iligh
e
id
t
ijd
ens
h
et r
ijd
en.
D
e
bestuurder ma
g
zich echter nooit laten
v
e
rl
e
i
de
n t
o
t h
e
t n
e
m
e
n v
a
n m
ee
r
risico's o
f
te hard rijden.
D
e
g
oe
d
e wer
ki
n
g
van
h
et s
y
steem
wordt verzekerd door de nalevin
g
van
de
v
oo
r
sc
hrift
e
n v
a
n
de
co
n
s
tr
uc
t
eur
met betrekkin
g
tot de wielen
(
banden
e
n vel
g
en
)
, onderdelen van het
rems
y
steem, e
l
e
k
tron
i
sc
h
e on
d
er
d
e
l
en
alsmede de monta
g
eprocedure en het
u
itv
oe
r
e
n v
a
n w
e
rkz
aa
mh
ede
n
doo
r h
e
t
C
ITROËN-netwerk.
L
aat
h
et s
y
steem na een aanr
ijdi
n
g
c
ontroleren door het
C
ITR
O
ËN-netwerk
of door een
g
ekwalificeerde werkplaats.
Storin
g
A
ls dit verklikkerlamp
j
e
g
aat branden
in combinatie met een
g
eluidssi
g
naal
e
n een meldin
g
op het displa
y
van
het instrumentenpaneel, duidt dit op
een storin
g
in het s
y
steem.
Raadplee
het CITRO
N-netwerk of een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats om het s
y
steem te
la
t
e
n
co
ntr
ole
r
e
n.
Opnieuw inschakelen
Het s
y
steem wordt automatisch weer
i
n
g
eschakeld als het contact opnieuw wordt
a
an
g
ezet of vanaf snelheden boven 50 km/h.
)
D
ru
k
o
p
d
e
k
no
p
.
A
ls dit verklikkerlamp
j
e en het lamp
j
e
o
p de knop
g
aan branden,
g
ri
j
pt het
C
DS-s
y
steem niet meer in op de
werkin
g
van de motor.
)
D
ru
k
no
g
maa
l
s op
d
e
k
nop om
h
et s
y
steem
h
an
d
mat
ig
weer
i
n
t
e
schakele
n.
Het is echter aanbevolen het s
y
steem zo snel
mo
g
eli
j
k weer in te schakelen.
Veiligheidsgordels
V
eili
g
heids
g
ordels vóór
V
eili
g
heids
g
ordels achter
De achterzitplaatsen zijn voorzien van een
driepuntsveili
g
heids
g
ordel met oprolautomaat
e
n spankrachtbe
g
renzer
(
met uitzonderin
g
van
de middelste zitplaats achter
)
.
Omdoen
)
Trek aan de
g
ordel en steek de
g
esp in de
g
ordelsluitin
g
.
)
Controleer of de
g
ordel
g
oed is
vast
g
emaa
k
t
d
oor even aan
d
e r
i
em te
tr
ekke
n.
Losmaken
)
Druk op de rode knop van de
g
ordelsluitin
g
.
)
Houd de
g
ordel vast terwi
j
l deze zich oprolt.
De veili
g
heids
g
ordels vóór zi
j
n voorzien van
e
en p
y
rotec
h
n
i
sc
h
e
g
or
d
e
l
spanner en een
s
pankrachtbe
g
renzer.
D
eze s
y
stemen zor
g
en voor extra
beschermin
g
van de bestuurder en passa
g
ier
bi
j
f
rontale en zi
j
delin
g
se aanri
j
din
g
en.
B
i
j
een krachti
g
e aanri
j
din
g
zor
g
en de
py
rotechnische
g
ordelspanners ervoor dat de
veiligheidsgordels stevig tegen de lichamen
van de inzittenden worden
g
etrokken.
De p
y
rotechnische
g
ordelspanners zi
j
n actie
f
zodra het contact wordt aan
g
ezet.
D
e span
k
rac
h
t
b
e
g
renzer
b
eper
k
t
d
e
k
rac
h
t
waarmee de
g
ordel te
g
en het lichaam van
d
e
i
nz
i
tten
d
en
g
etro
kk
en wor
d
t en
b
evor
d
ert
daarmee de veili
g
heid.
177
Veiligheid
Hoo
g
teverstellin
g
vóór
)
K
n
ij
p, om
h
et
b
evest
igi
n
g
spunt te v
i
n
d
en,
de kno
p
in en schui
f
deze in één van de
s
t
a
n
de
n.
A
ls de wa
g
ensnelheid ho
g
er is
dan 20 km/h, knippert
(
knipperen
)
het picto
g
ram
(
de picto
g
rammen
)
g
edurende twee minuten in combinatie
met een
g
eluidssi
g
naal. Na deze 2 minuten bli
j
ft
(
bli
j
ven
)
het picto
g
ram
(
de picto
g
rammen
)
branden
z
olan
g
de bestuurder of passa
g
ier
(
s
)
zi
j
n
g
ordel
(
hun
g
ordels
)
niet heeft
(
hebben
)
vast
g
emaakt.
Picto
g
ram
(
men
)
veili
g
heids
g
ordel
(
s
)
l
os
g
emaakt
/
niet vast
g
emaakt
*
1.
Picto
g
ram veili
g
heids
g
ordels voor en
/
o
f
achter los
g
emaakt
/
niet vast
g
emaakt, op
h
et
i
nstrumenten
p
anee
l
.
2
.
Pictogram veiligheidsgordel linksvoor.
3.
Picto
g
ram veili
g
heids
g
ordel rechtsvoor.
4.
Picto
g
ram veili
g
heids
g
ordel rechtsachter.
5
.
Picto
g
ram veili
g
heids
g
ordel middenachter.
6.
Picto
g
ram veili
g
heids
g
ordel linksachter.
Picto
g
ram
(
men
)
veili
g
heids
g
ordel
(
s
)
vóó
r
Bij
h
et aanzetten van
h
et contact
g
aat
h
et p
i
cto
g
ram
1
o
p
h
et
instrumenten
p
aneel en de
p
icto
g
rammen 2 en
/
o
f
3
o
p
het
picto
g
rammendispla
y
van de veili
g
heids
g
ordels
e
n passa
g
iersairba
g
rood branden als de
desbetreffende veili
g
heids
g
ordel niet is
vast
g
emaakt of weer is los
g
emaakt.
Picto
g
ram
(
men
)
veili
g
heids
g
ordel
(
s
)
achter
Bi
j
het aanzetten van het
c
ontact
g
aan de desbetreffende
p
icto
g
rammen
4
,
5
e
n 6
g
edurende
on
g
eveer 30 seconden rood branden
a
l
s
d
e ve
iligh
e
id
s
g
or
d
e
l
n
i
et
i
s vast
g
emaa
k
t.
Bi
j
een snelheid ho
g
er dan on
g
eveer 20 km
/
h
brandt het desbetre
ff
ende picto
g
ram
4
,
5
of
6 rood, in combinatie met een
g
eluidssi
g
naal en een meldin
g
op het
displa
y
van het instrumentenpaneel, als een
achterpassa
g
ier zi
j
n veili
g
heids
g
ordel heeft
los
g
emaakt.
* Vol
g
ens uitvoerin
g
en/of verkoopland.
A
lvorens te
g
aan ri
j
den dient de bestuurde
r
te controleren o
f
alle passa
g
iers hun
ve
iligh
e
id
s
g
or
d
e
l
g
oe
d
h
e
bb
en om
g
e
d
aan en
vast
g
emaa
k
t.
Zorg ervoor dat alle inzittenden tijdens het
ri
j
den hun veili
g
heids
g
ordel dra
g
en, ook al
be
tr
e
ft h
e
t
ee
n k
o
rt
e
rit.
Draai de
g
espen van de veili
g
heids
g
ordels
n
iet om; de
g
ordels zi
j
n dan niet voldoende
e
ff
ec
ti
e
f.
D
e ve
iligh
e
id
s
g
or
d
e
l
s z
ij
n voorz
i
en van een
o
pro
l
automaat
di
e ervoor zor
g
t
d
at
d
e
l
en
g
te
van
d
e
g
or
d
e
l
automat
i
sc
h
wor
d
t aan
g
epast
aan de lichaamsbouw van de gebruiker. De
g
ordel wordt automatisch op
g
erold als deze
n
iet wordt
g
ebruikt.
Controleer zowel voor en na het
g
ebruik van
de
g
ordel of deze
g
oed is op
g
erold.
De heup
g
ordel moet zo laa
g
mo
g
eli
j
k op het
b
e
kk
en wor
d
en
g
ep
l
aatst.
D
e sc
h
ou
d
er
g
or
d
e
l
moet
l
an
g
s
h
et
h
o
ll
e
g
e
d
ee
l
te van
d
e sc
h
ou
d
er wor
d
en
g
ep
l
aatst.
De oprolautomaten zijn voorzien van
e
en automatische blokkeerinrichtin
g
die
in werkin
g
treedt bi
j
een aanri
j
din
g
, een
n
oodstop of het over de kop slaan van
de auto. U kunt de blokkeerinrichtin
g
deblokkeren door stevi
g
aan de riem te
tre
kk
en en
d
eze weer
l
os te
l
aten, zo
d
at
d
e
r
i
em weer een stu
kj
e wor
d
t op
g
ero
ld
.
V
oorschriften voor kinderen
Maak voor kinderen tot 12
j
aar o
f
kleiner dan
1,50 m gebruik van een geschikt kinderzitje.
De veili
g
heids
g
ordel ma
g
door niet meer dan
één persoon
g
edra
g
en worden.
Laat nooit een kind op schoot zitten ti
j
dens
h
et ri
j
den.
Voor een effectieve werkin
g
van de
veili
g
heids
g
ordel:
-
d
i
e
nt
de
z
e
s
tr
a
k
o
m h
e
t li
c
h
aa
m t
e
w
o
r
de
n
g
edra
g
en,
- moet deze in een vloeiende bewe
g
in
g
naar
voren worden
g
etrokken, zonder dat de
g
ordel
g
edraaid raakt,
- ma
g
deze door niet meer dan één persoon
worden
g
edra
g
en,
- ma
g
deze
g
een beschadi
g
in
g
en of rafels
vertonen
,
- ma
g
er om te voorkomen dat de
g
ordel niet
g
oed werkt, niets aan worden
g
ewi
j
zi
g
d.
Vanwe
g
e de wetteli
j
ke veili
g
heidsvoorschriften
m
oe
t
e
n w
e
rkz
aa
mh
ede
n
e
n
co
ntr
o
l
es
aa
n
de
veili
g
heids
g
ordels worden uit
g
evoerd door het
C
ITROËN-netwerk of een
g
ekwalificeerde
werkplaats, die tevens voor de
g
arantie zor
g
t en
de werkzaamheden vol
g
ens de voorschriften
u
itv
oe
rt.
Laat de veili
g
heids
g
ordels van uw auto
re
g
elmati
g
controleren door het CITROËN-
netwerk of een
g
ekwalificeerde werkplaats,
vooral als de
g
ordels beschadi
g
in
g
en vertonen.
Reini
g
de veili
g
heids
g
ordels met zeepsop o
f
e
en reini
g
in
g
smiddel voor textiel, verkri
jg
baar bi
j
het
C
ITR
O
ËN-netwerk.
C
ontroleer na het neerklappen o
f
verstellen van
e
en stoel o
f
de achterbank o
f
de
g
ordel zich op
d
e
j
u
i
ste p
l
aats
b
ev
i
n
d
t en
g
oe
d
i
s op
g
ero
ld
.
Bij
aanr
ijdi
n
g
en
D
e
g
or
d
e
l
spanners
k
unnen,
a
fhankeli
j
k van
e aar
en
e
rac
t van
e aanr
n
,
vóór en ona
f
hankelijk van de airbags a
f
gaan.
H
et activeren van de
g
ordelspanners
g
aat
g
epaard met wat onschadeli
j
ke rook en een
k
nal, als
g
evol
g
van de activerin
g
van de
py
rotechnische ladin
g
die in het s
y
steem is
g
e
ï
nte
g
reerd.
I
n a
ll
e
g
eva
ll
en
g
aat
h
et ver
klikk
er
l
amp
j
e van
d
e a
i
r
b
a
g
b
ran
d
en.
L
aat
h
et s
y
steem na een aanr
ijdi
n
g
c
ontroleren en eventueel vervangen door het
CITROËN-netwerk of een
g
ekwalificeerde
w
erkplaats.
1
7
9
Veiligheid
Airbags
De airbags zijn speciaal ontworpen om de veiligheid
van de inzittenden
(
uitgezonderd de middelste
p
assagier achter
)
bij ernstige aanrijdingen te
verbeteren. Ze vormen een aanvulling op de werking
van de veiligheidsgordels met spanbegrenzers
(
behalve bij de middelste passagier achter
)
.
De elektronische schoksensoren registreren
de
f
rontale en zijdelingse aanrijdingen waaraan
de registratiezones voor een aanrijding worden
bloot
g
esteld:
- bi
j
een ernsti
g
e aanri
j
din
g
g
aan de
a
irba
g
s onmiddelli
j
k af om de inzittenden
van de auto
(
uit
g
ezonderd de middelste
p
assa
g
ier achter
)
te beschermen. Direct
n
a de aanri
j
din
g
ontsnapt het
g
as snel
uit de airba
g
s, zodat het zicht niet wordt
be
l
e
mm
e
r
d
e
n
de
inzitt
e
n
de
n
de
au
t
o
e
ventueel kunnen verlaten,
- bi
j
een minder ernsti
g
e aanri
j
din
g
of een
a
anri
j
din
g
van achteren en in bepaalde
g
evallen waarbi
j
de auto over de kop slaat,
treden de airba
g
s niet in werkin
g
. De
veili
g
heids
g
ordels zor
g
en in deze situaties
voor een afdoende beschermin
g
.
D
e airba
g
s werken alleen als het
c
ontact aan is
.
De airba
g
s werken slechts eenmaal.
A
ls er een tweede aanri
j
din
g
plaatsvindt
(
ti
j
dens hetzel
f
de o
f
een vol
g
end
o
n
g
eval
)
, worden de airba
g
s niet meer
o
p
g
eblazen.
H
et act
i
veren van
d
e a
i
r
b
a
g
s
g
aat
g
epaar
d
met wat onsc
h
a
d
e
lijk
e roo
k
en
e
en
k
na
l
, a
l
s
g
evo
lg
van
d
e act
i
ver
i
n
g
van
d
e p
y
rotec
h
n
i
sc
h
e
l
a
di
n
g
di
e
i
n
h
et
s
ysteem is ge
ï
ntegreerd.
De rook is niet schadeli
j
k, maar kan
voor personen die hier
g
evoeli
g
voor
zi
j
n, irriterend zi
j
n.
De knal die bi
j
het af
g
aan wordt
g
epro
d
uceer
d
,
k
an
h
et
g
e
h
oor
g
e
d
uren
d
e een
k
orte per
i
o
d
e en
ig
sz
i
ns
v
e
rm
i
n
de
r
e
n.
R
e
gi
strat
i
ezones voor een aanr
ijdi
n
g
A.
Impactzone vóór.
B.
I
mpactzone opz
ij
.
Frontairba
g
s
Activerin
g
D
e a
i
r
b
a
g
s wor
d
en
g
e
lijk
t
ijdig
op
g
e
bl
azen,
behalve als de airba
g
aan passa
g
ierszi
j
de
is uit
g
eschakeld, bi
j
een ernsti
g
e
f
rontale
aanri
j
din
g
binnen
(
een
g
edeelte van
)
de
im
p
actzone v
óó
r
(
A
)
, in de lengterichting
van de auto en vanaf de voorzi
j
de richtin
g
de achterzi
j
de van de auto, die zich op een
h
or
i
zonta
l
e on
d
er
g
ron
d
moet
b
ev
i
n
d
en.
De frontairba
g
wordt op
g
eblazen tussen de
bestuurder en het stuur o
f
tussen de passa
g
ie
r
v
oo
rin
e
n h
e
t
das
h
boa
r
d
o
m t
e
v
e
rhin
de
r
e
n
da
t
d
eze naar voren wor
d
t
g
es
li
n
g
er
d
.
De frontairba
g
s beschermen de bestuurder
e
n voorpassa
g
ier bi
j
een ernsti
g
e frontale
aanri
j
din
g
, om de kans op hoofd- en borstletsel
t
e
v
e
r
klei
n
e
n.
D
e
b
estuur
d
ersa
i
r
b
a
g
i
s
g
e
ï
nte
g
reer
d
i
n
h
et stuurw
i
e
l
en
d
e passa
gi
ersa
i
r
b
a
g
i
n
h
et
dashboard boven het dashboardkastje.
Ui
tsc
h
a
k
e
l
en
lleen de airba
aan passa
ierszi
de kan
worden uit
g
eschakeld:
)
s
t
ee
k
de
s
l
eu
t
e
l in
de
sc
h
a
k
e
l
aa
r
voor uitschakelen van de airba
g
aan
p
assa
g
ierszi
j
de,
)
d
r
aa
i
de
z
e
in
de
s
t
a
n
d
"
OFF"
,
)
verwi
j
der de sleutel zonder de stand van de
sc
h
a
k
e
l
aa
r t
e
v
e
r
a
n
de
r
e
n.
Afhankeli
j
k van de uitvoerin
g
van uw
auto brandt dit waarschuwin
g
slamp
j
e
hetzi
j
op het instrumentenpaneel,
hetzij op het display voor de
waarsc
h
uw
i
n
g
s
l
amp
j
es van
d
e auto
g
or
d
e
l
s en
d
e a
i
r
b
a
g
aan passa
gi
ersz
ijd
e,
bij
aan
g
ezet
c
ontact en zo
l
an
g
d
e a
i
r
b
a
g
i
s u
i
t
g
esc
h
a
k
e
ld
.
Schakel voor de veili
g
heid van uw kind
de airba
g
aan passa
g
ierszi
j
de alti
j
d uit
a
ls u een kinderzit
j
e met de ru
g
in de
rij
r
i
c
h
t
i
n
g
op
d
e voorstoe
l
p
l
aatst.
Anders kan een kind bi
j
het a
fg
aan
van
d
e a
i
r
b
a
g
l
evens
g
evaar
lijk
g
ewon
d
ra
k
e
n.
Plaats geen kinderzitje op de
v
oo
r
s
t
oe
l
a
l
s
minim
aa
l
éé
n v
a
n
be
i
de
waarschuwingslampjes van de airbags
permanent blij
f
t branden.
Laat het systeem controleren doo
r
het CITROËN-netwerk of een
gekwali
f
iceerde werkplaats.
O
p
nieuw inschakelen
Als u het kinderzit
j
e hebt verwi
j
derd, zet dan
m
et af
g
ezet contac
t
de schakelaar weer op
"ON" om
d
e a
i
r
b
a
g
opn
i
euw
i
n te sc
h
a
k
e
l
en
e
n zo
d
e ve
iligh
e
id
van uw passa
gi
er te
g
aran
d
eren.
Al
s
h
et contact
i
s aan
g
ezet en
d
e a
i
r
b
a
g
aan passa
gi
ersz
ijd
e
opn
i
euw wor
d
t
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
,
g
aat
di
t
waarschuwingslampje op het display
van de waarschuwin
g
slamp
j
es van
de auto
g
ordels en de airba
g
aan
p
assa
g
ierszi
j
de
g
edurende on
g
eveer
1 min
uu
t
b
r
a
n
de
n.
Storin
g
Als dit lamp
j
e op het
instrumentenpaneel gaat branden in
c
ombinatie met een
g
eluidssi
g
naal
e
n een me
ldi
n
g
op
h
et
di
sp
l
a
y
van
h
et instrumentenpaneel, laat het s
y
steem dan
co
ntr
o
l
e
r
e
n
doo
r h
e
t
C
ITR
N-n
e
tw
e
rk
o
f
ee
n
g
ekwalificeerde werkplaats. De kans bestaat
d
at
d
e a
i
r
b
a
g
s
bij
een ernst
ig
e aanr
ijdi
n
g
n
i
et
worden
g
eactiveerd.
Al
s
di
t
l
amp
j
e
k
n
i
ppert, raa
d
p
l
ee
g
dan het
C
ITR
N-netwerk of een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats. De
k
ans
b
estaat
d
at
d
e a
i
r
b
a
g
aan
passagierszijde bij een ernstige
aanri
j
din
g
niet wordt
g
eactiveerd.
1
8
1
Veiligheid
Zi
j
airba
g
s
Activerin
g
De zi
j
airba
g
s worden aan de desbetre
ff
ende
zi
j
de op
g
eblazen bi
j
een ernsti
g
e zi
j
delin
g
se
aanrijding binnen
(
een gedeelte van
)
de
impactzone opzi
j
(
B
)
, loodrecht op de len
g
teas
van de auto en vana
f
de buitenzi
j
de richtin
g
de
bi
nnenz
ijd
e van
d
e auto.
De zi
j
airba
g
wordt op
g
eblazen tussen de
inzitt
e
n
de
v
oo
rin
e
n h
e
t
desbe
tr
effe
n
de
p
ortierpaneel.
D
e z
ij
a
i
r
b
a
g
s
b
esc
h
ermen
d
e
b
estuur
d
er en
d
e voorpassa
gi
er
bij
een ernst
ig
e z
ijd
e
li
n
g
se
aanrijding om de kans op letsel te verkleinen.
De zi
j
airba
g
s zi
j
n aan
g
ebracht in het
f
rame van
de ru
g
leunin
g
, aan de portierzi
j
de.
Detectiezones voor een aanri
j
din
g
A.
Im
p
actzone v
óó
r.
B
.
Impactzone opzi
j
.
Windowairba
g
s
De windowairba
g
s beschermen de bestuurder
en passa
g
iers
(
uit
g
ezonderd de middelste
p
assa
g
ier achter
)
bi
j
een ernsti
g
e zi
j
delin
g
se
a
anr
ijdi
n
g
, om
d
e
k
ans op
l
etse
l
aan
d
e z
ijk
ant
v
a
n h
e
t h
oofd
t
e
v
e
rkl
e
in
e
n.
D
e w
i
n
d
owa
i
r
b
a
g
s z
ij
n aan
g
e
b
rac
h
t
i
n
d
e st
ijl
en
en
i
n
d
e
h
eme
lb
e
kl
e
di
n
g
.
Bi
j
een lichte zi
j
delin
g
se aanri
j
din
g
o
f
bi
j
over de kop slaan kan het zi
j
n dat de
airba
g
niet wordt
g
eactiveerd.
Bi
j
een aanri
j
din
g
van achteren o
f
e
en
f
rontale aanri
j
din
g
wordt de
w
i
n
d
owa
i
r
b
a
g
n
i
et
g
eact
i
veer
d
.
Activerin
g
De windowairba
g
wordt
g
eli
j
kti
j
di
g
met
de zi
j
airba
g
aan de desbetre
ff
ende zi
j
de
o
p
g
eblazen bi
j
een ernsti
g
e zi
j
delin
g
se
aanri
j
din
g
binnen
(
een
g
edeelte van
)
de
impactzone opzi
j
(
B
)
, waarbi
j
de krachten
loodrecht op de len
g
terichtin
g
van de auto en
vana
f
de buitenzi
j
de richtin
g
de binnenzi
j
de van
de auto worden uit
g
eoe
f
end.
De windowairba
g
wordt op
g
eblazen tussen de
inzitt
e
n
de
n v
óó
r
e
n
ac
ht
e
r
e
n
de
r
u
it
e
n.
Als dit waarschuwin
g
slamp
j
e
g
aat
b
r
a
n
de
n in
co
m
b
in
a
ti
e
m
e
t
ee
n
g
eluidssi
g
naal en een meldin
g
op het
displa
y
van het instrumentenpaneel,
raadplee
g
dan het CITROËN-netwerk of een
g
ekwalificeerde werkplaats om het s
y
steem te
laten controleren. De kans bestaat dat de airba
g
s
bi
j
een ernsti
g
e aanri
j
din
g
niet worden
g
eactiveerd.
Storin
g
Maak er een
g
ewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draa
g
alti
j
d een correct af
g
estelde
auto
g
ordel.
Z
or
g
d
at er z
i
c
h
n
i
ets
b
ev
i
n
d
t tussen
de airba
g
en de inzittenden
(
kinderen,
h
uisdieren, ob
j
ecten...
)
. Dit kan de
g
oede
werking van de airbag belemmeren en
/
o
f
de inzittende bi
j
het opblazen van de airba
g
v
e
rw
o
n
de
n.
Laat na een aanri
j
din
g
of diefstal van uw
auto de airba
g
s
y
stemen controleren.
Werkzaamheden aan airba
g
s
y
stemen
m
o
g
en uitsluitend door het CITRO
Ë
N-
n
etwerk o
f
door een
g
ekwali
f
iceerde
wer
k
p
l
aats wor
d
en u
i
t
g
evoer
d
.
Z
e
l
fs
a
l
s
a
ll
e
bo
v
e
n
s
t
aa
n
de
v
oo
r
sc
hri
f
t
e
n
worden na
g
elee
f
d, bli
jf
t de kans bestaan
o
p letsel of lichte brandwonden aan het
h
oofd, de borst of de armen als de airba
g
wordt
g
eactiveerd. De airba
g
wordt nameli
j
k
zeer snel op
g
eblazen
(
binnen enkele
m
illiseconden
)
en loopt vervol
g
ens even
s
ne
l
l
ee
g
, waar
bij
d
e warme
g
assen v
i
a
d
e
d
aarvoor
b
estem
d
e open
i
n
g
en naar
b
u
i
ten
s
tr
o
m
e
n.
Zij
a
i
r
b
a
g
s
B
ede
k
de
s
t
oe
l
e
n
u
it
s
l
u
it
e
n
d
m
e
t
daa
rv
oo
r
g
oe
dg
e
k
eur
d
e stoe
lh
oezen,
di
e
i
n com
bi
nat
i
e
met act
i
eve z
ij
a
i
r
b
a
g
s
g
e
b
ru
ik
t
k
unnen
wo
r
de
n. V
oo
r in
fo
rm
a
ti
e
o
v
e
r
de
s
t
oe
lh
oe
z
e
n
die geschikt zijn voor uw auto kunt u zich
w
enden tot het CITROËN-netwerk.
Raadplee
g
de rubriek "Accessoires".
Bevesti
g
nooit iets aan de ru
g
leunin
g
van de
stoelen
(
kledin
g
...
)
: dit zou bi
j
het af
g
aan van
de airba
g
s kunnen leiden tot verwondin
g
en
aa
n
a
rm
e
n
of
bo
r
s
tk
as
.
G
a niet onnodi
g
dicht te
g
en het
p
ort
i
er
p
anee
l
z
i
tten.
Airba
g
s vóór
Houd het stuurwiel niet aan de spaken
vast en
l
aat uw
h
an
d
en n
i
et op
h
et
s
t
uu
rw
ielkusse
n r
us
t
e
n.
D
e voorpassa
gi
er ma
g
z
ij
n voeten n
i
et op
h
et
das
h
boa
r
d
l
a
t
e
n r
us
t
e
n.
H
e
t i
s
r
aad
z
aa
m ni
e
t t
e
r
o
k
e
n in
de
au
t
o
. Al
s
de
airba
g
wordt op
g
eblazen, kunnen brandende
s
i
g
aretten of een pi
j
p brandwonden of ande
r
le
t
se
l v
e
r
oo
rz
a
k
e
n.
Verwi
j
der het stuurwiel nooit, maak
g
een
g
aten
i
n
d
e stuurw
i
e
lb
e
kl
e
di
n
g
en s
l
a er n
i
et op.
Houd u aan de vol
g
ende veili
g
heidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airba
g
s:
Wi
n
d
ow-a
i
r
b
a
g
s
B
evest
ig
noo
i
t
i
ets op
d
e
h
eme
lb
e
kl
e
di
n
g
;
dit zou bij het a
f
gaan van de window-airbags
k
u
nn
e
n l
e
i
de
n t
o
t h
oofd
l
e
t
se
l.
Demonteer nooit de hand
g
repen van het dak
(
indien aanwezi
g)
; deze maken deel uit van
de bevesti
g
in
g
van de window-airba
g
s.
1
8
3
Veiligheid
008
Praktische informatie
Deze set bevindt zich in de opber
g
bak onder de
v
l
oerp
l
aat van
d
e
b
a
g
a
g
eru
i
mte.
D
e vo
ll
e
di
ge set voor
d
e reparat
i
e van een
band bestaat uit een com
p
ressor en een
f
lacon
me
t
a
f
d
i
c
htmi
dde
l. Hi
e
rm
ee
k
u
nt
u
de
ba
n
d
ti
j
deli
j
k repareren, zodat u de dichtstbi
j
zi
j
nde
g
ara
g
e kunt bereiken.
Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke
b
an
d
en wor
d
en
g
erepareer
d
, a
l
s
h
et
l
e
k
z
i
c
h
i
n
h
et loopvlak o
f
de hiel van de band bevindt.
Bandenreparatieset
Toe
g
an
g
tot de set
Overzicht
g
ereedschap
A
l het
g
ereedschap is specifiek bestemd
voor uw auto;
g
ebruik het niet voor andere
doeleinden. Afhankeli
j
k van de uitvoerin
g
is uw
auto voorzien van het vol
g
ende
g
ereedschap.
1.
12V-compressor.
D
e compressor
b
evat een
af
dichtin
g
sproduct voor het ti
j
deli
j
k
r
epareren van een band en regelt de
bandenspannin
g
.
2.
Wielblokken * om de wielen te blokkeren,
zodat de auto niet we
g
kan rollen.
3.
Sleutel voor wielboutdoppen * .
Voor het verwi
j
deren van de
w
i
e
lb
out
d
oppen op
li
c
h
tmeta
l
en ve
lg
en.
4.
Wi
e
ld
ops
l
eute
l
.
V
oor
h
et verw
ijd
eren van w
i
e
ld
oppen van
lichtmetalen velgen.
5
.
A
f
neembaar sleepoo
g
.
Zie para
g
raaf "Slepen van de auto".
6
.
Gereedschap voor de noodont
g
rendelin
g
van de elektrische parkeerrem.
Zie para
g
raaf "Elektronisch
b
e
di
en
d
e par
k
eerrem
"
vervo
lg
ens
"N
oo
d
ont
g
ren
d
e
li
n
g
van
d
e par
k
eerrem
"
.
* Vol
g
ens land van bestemmin
g
of uitvoerin
g
.
1
87
Praktische informatie
A.
S
chakelaar stand "Re
p
aratie" o
f
"
Op
s
pannin
g
bren
g
en".
B
.
Aan
/
uit schakelaar
"
I/O"
.
C.
Knop voor lee
g
laten lopen.
D.
Manometer
(
bar of psi
)
.
E.
O
pber
g
vak met:
- kabel + adapter voor 12V-aansluitin
g
,
-
di
verse o
pbl
aasn
ipp
e
l
s voor accesso
i
res
als ballonnen,
f
ietsbanden, ...
Beschri
j
vin
g
van de set
F
.
Fl
aco
n m
e
t
afd
i
c
htmi
dde
l.
G.
Witte slan
g
met dop voor de reparatie.
H
.
Zwarte slan
g
voor het op spannin
g
bren
g
en.
I.
S
ticker met snelheidslimiet.
D
e
s
ti
c
k
e
r m
e
t
s
n
e
lh
e
i
ds
limi
e
t
I
m
oe
t
op
h
et stuurw
i
e
l
wor
d
en
g
ep
l
a
k
t om u
t
e
h
e
rinn
e
r
e
n
aa
n h
e
t
fe
it
da
t
de
ba
n
d
t
ijd
e
lijk
i
s
g
erepareer
d
.
Rijd na het repareren met behulp van
de bandenre
p
aratieset niet sneller dan
80 km/h.
O
p deze sticker staat de bandenspannin
g
aan
g
e
g
even.
)
Z
e
t h
e
t
co
nt
ac
t
af
.
)
Rol de witte slan
g
G
volledi
g
uit.
)
Draai de dop van de witte slan
g
los.
)
S
luit de witte slan
g
aan op het ventiel van
de
lekke
ba
n
d
.
)
Sluit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluitin
g
in de auto.
)
S
tart de motor en laat deze draaien.
Let op: dit product is schadeli
j
k
(
eth
y
leen
g
l
y
col, colofonium...
)
bi
j
i
nname en irriterend voor de o
g
en.
Houd
he
t m
iddel
bui
t
e
n
he
t
be
r
eik
v
a
n
ki
n
de
r
e
n.
S
chakel de com
p
ressor niet in voordat
de witte slan
g
is aan
g
esloten op het
v
e
nti
e
l v
a
n
de
ba
n
d
: h
e
t
a
f
d
i
c
htmi
dde
l
wordt anders buiten de band
g
espoten.
Verwijder het voorwerp dat de lekkage
heef
t v
e
r
oo
rz
aa
kt ni
e
t
u
it
de
ba
n
d
.
1. Afdichtin
g
van het lek
)
Z
e
t
de
sc
h
a
k
e
l
aa
r A in
de
s
t
a
n
d
"
Reparatie".
)
C
ontroleer of de schakelaar B in
de
s
t
a
n
d
"
O"
staat
.
1
8
9
Praktische informatie
)
Activeer de compressor door de schakelaar
B
in
de
s
t
a
n
d
"
I
" te zetten
,
tot de
bandenspannin
g
2,0 bar bedraa
g
t.
H
e
t
afd
i
c
htmi
dde
l w
o
r
d
t
o
n
de
r
d
r
u
k in
d
e
b
an
d
g
espoten; neem
g
e
d
uren
d
e
deze handeling de slang niet los van de
a
ansluitin
g
(
kans op spatten
)
.
)
Verwi
j
der de set en draai de dop van de
witte slan
g
vast.
Zor
g
ervoor dat restanten van de vloeisto
f
niet op o
f
in de auto terecht kunnen komen.
Houd
de
se
t
bi
nn
e
n
ha
n
dbe
r
eik
.
)
Maak direct een rit van ongeveer vij
f
k
ilometer met mati
g
e snelheid
(
tussen
20 en 60 km/h
)
, zodat het afdichtmiddel het
le
k k
a
n
d
i
c
ht
e
n.
)
Zet de auto stil en controleer de reparatie
e
n de bandenspannin
g
met de set.
Contr
olesysteem
bandenspanning
y
Als uw auto is uit
g
erust met een
c
ontroles
y
steem voor de bandenspannin
g
,
z
al het verklikkerlamp
j
e voor te la
g
e
bandenspanning na het repareren van een
wiel blijven branden tot u het systeem laat
r
ese
tt
e
n
doo
r h
e
t
C
ITR
N-n
e
tw
e
rk
of
jy
e
en
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
A
ls na vi
j
f tot zeven minuten de
g
ewenste bandenspannin
g
niet is
b
ere
ik
t,
i
s
d
e
b
an
d
n
i
et te repareren met
de bandenreparatieset; neem contact
o
p met het CITRO
Ë
N-netwerk of een
g
ekwalificeerde werkplaats om u verder
te
h
e
lp
en.
)
Ze
t
de
schakelaa
r
A
i
n
de
s
t
a
n
d
"B
an
d
enspann
i
n
g"
.
)
R
o
l
d
e zwarte s
l
an
g
H
vo
ll
e
dig
ui
t.
)
S
luit de zwarte slang aan op het ventiel van
de
g
erepareerde band.
)
S
luit de stekker van de compressor weer
aan op de 12V-aansluitin
g
in de auto.
)
S
tart de motor o
p
nieuw en laat de moto
r
d
r
aa
i
e
n.
)
B
ren
g
d
e
b
an
d
met
b
e
h
u
l
p van
d
e
c
ompressor op
d
e voor
g
esc
h
reven
s
panning
(
spanning verhogen:
sc
h
a
k
e
l
aa
r B in
s
t
a
n
d
"
I"; spannin
g
verla
g
en: schakelaar
B
in
s
t
a
n
d
"O"
e
n knop
C
indrukken
)
, zoals vermeld
op de bandenspannin
g
ssticker in de
p
ortieropenin
g
aan bestuurderszi
j
de.
Al
s
d
e
b
an
d
enspann
i
n
g
ster
k
d
aa
l
t,
i
s
h
et
l
e
k
et
oe
e
c
t; neem contact op met
et
CITRO
Ë
N-netwerk of een
g
ekwalificeerde
werk
p
laats om u verder te hel
p
en.
)
Verwi
j
der de set en ber
g
deze op.
)
Ri
j
d niet harder dan 80 km/h en niet verde
r
dan
200
km.
G
a zo snel mo
g
eli
j
k naar een
servicepunt van het CITRO
Ë
N-netwerk
o
f
een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
Vergeet niet de technicus te vertellen
dat u de set hebt
g
ebruikt. Na nadere
i
nspectie kan de technicus u vertellen
of de band
g
erepareerd kan worden o
f
m
oet worden vervan
g
en.
2. Op spannin
g
bren
g
en
1
9
1
Praktische informatie
Uitnemen van de flacon
)
Ber
g
de zwarte slan
g
op.
)
Neem het
ebo
en aansluitstuk van de
witte slan
g
los.
)
Houd de compressor rechtop.
)
Draai de
f
lacon aan de onderzijde los.
Let op dat er geen a
f
dichtmiddel uit de
f
l
aco
n
s
tr
oo
mt.
De uiterste
g
ebruiksdatum staat op de
patroon vermeld.
De patroon met afdichtmiddel kan
s
lechts één keer
g
ebruikt worden en
moet
d
aarna wor
d
en vervan
g
en, oo
k
a
l
s
hij
n
i
et
l
ee
g
i
s.
W
erp
d
e patroon na
g
e
b
ru
ik
n
i
et we
g
,
maar lever deze in bij het CITROËN-
netwerk o
f
een o
ff
icieel inzamel
p
unt.
Ver
g
eet niet om bi
j
het CITROËN-
netwerk of een
g
ekwalificeerde
werkplaats een nieuwe patroon met
afdichtmiddel te kopen.
Controle / aan
p
assen
b
an
d
enspann
i
n
g
U
k
unt
d
e compressor, zon
d
er
i
nspu
i
t
i
n
g
van
h
et a
f
dichtmiddel, ook
g
ebruiken om:
- uw bandenspannin
g
te controleren o
f
uw
b
anden op spanning te brengen,
- andere o
p
blaasbare voorwer
p
en o
p
te
pompen
(
ballen, fietsbanden...
)
.
)
Dr
aa
i
de
sc
h
a
k
e
l
aa
r A in
de
s
tand "
O
p spannin
g
bren
g
en".
)
Rol de zwarte slan
g
H
volledi
g
u
it.
)
Sluit de zwarte slan
g
aan op het ventiel van
de
ba
n
d
of
v
a
n
de
accesso
ir
e
.
B
ren
g
i
n
di
en no
dig
eerst een van
d
e
mee
g
e
l
ever
d
e ver
l
oopstu
kk
en aan.
)
Sluit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluitin
g
van de auto.
)
S
tart de auto en laat de motor draaien.
)
B
ren
g
d
e
b
an
d
op spann
i
n
g
met
b
e
h
u
l
p
van de compressor
(
op spannin
g
bren
g
en:
sc
h
a
k
e
l
aa
r B in
s
t
a
n
d
"
I"; leeg laten lopen:
sc
h
a
k
e
l
aa
r B in
s
t
a
n
d
"
O" en druk o
p
de
knop C
)
, zoals staat aan
g
e
g
even op de
bandenspannin
g
ssticker van de auto of het
opblaasbare voorwerp.
)
Verwi
j
der de set en ber
g
deze op.
Wiel verwisselen
In het
g
eval van een lekke band kunt u het wiel met het bi
j
de auto
g
eleverde
g
ereedschap verwisselen vol
g
ens de onderstaande procedure
*
.
Het gereedschap bevindt zich onder de vloer.
Toe
g
an
g
tot het
g
ereedschap
Beschikbaar
g
ereedschap
*
D
etecti
e
te la
g
e
bandenspanning
gg
H
e
t r
ese
rv
e
wi
e
l i
s
ni
e
t v
oo
rzi
e
n v
a
n
e
en bandenspanningssensor. Laat het
re
p
areren van
d
e
l
e
kk
e
b
an
d
u
i
tvoeren
doo
r h
e
t
C
ITR
N-n
e
tw
e
rk
o
f
ee
n
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
D
it
g
ereedschap is specifiek voor uw auto en
kan, afhankeli
j
k van de uitvoerin
g
van uw auto,
verschillen. Gebruik het niet voor andere doeleinden.
1.
Wielsleu
t
el
.
Hiermee kan de wieldop worden verwi
j
derd
e
n k
u
nn
e
n
de
wi
e
l
bou
t
e
n w
o
r
de
n
l
os
g
e
d
raa
id
.
2.
Krik met
g
e
ï
nte
g
reerde slin
g
er.
Hiermee kan de auto worden op
g
ekrikt.
3.
ereedschap voor het verwi
deren van
s
ierdoppen.
Hiermee kunnen bi
lichtmetalen vel
en
d
e s
i
er
d
o
pp
en van
d
e w
i
e
lb
outen wor
d
en
verwi
j
derd.
4.
Gereedschap voor het verwi
deren van
w
i
e
ld
o
pp
en.
Hiermee kunnen bi
j
lichtmetalen vel
g
en de
wieldoppen worden verwi
j
derd.
5
.
D
op voor
h
et verw
ijd
eren van s
l
ot
b
outen
(
in het dashboardkast
j
e
)
.
H
iermee kunnen met behulp van de wielsleutel
d
e spec
i
a
l
e s
l
ot
b
outen wor
d
en verw
ijd
er
d
.
6
.
Wielblokken om we
g
rollen van de auto te
v
oo
rk
o
m
e
n.
7.
S
leepoo
g
.
Zie de rubriek "Slepen van de auto".
8.
Verlen
g
stuk van de wielsleutel.
Hie
rm
ee
ku
nt
u
de
m
oe
r v
a
n
de
lie
r
kabel
l
os
-
o
f v
as
t
d
r
aa
i
e
n.
9.
Noodont
g
rendelin
g
van de elektronisch
b
e
di
en
d
e
p
ar
k
eerrem.
Zi
e
r
ub
ri
e
k "El
e
ktr
o
ni
sc
h
bed
i
e
n
de
p
arkeerrem" en vervol
g
ens "Noodrem".
*
A
f
hankelijk van het land van bestemming.
Praktische informatie
Toe
g
an
g
tot het reservewiel
Het reservewiel wordt met een lier tegen de
bodem van de ba
g
a
g
eruimte vast
g
eklemd.
V
erwi
j
deren van het wiel
)
Til
d
e v
l
oerp
l
aat op om
d
e moer van
d
e
li
er
t
e
ku
nn
e
n
be
r
eike
n.
)
Dr
aa
i
de
z
e
m
oe
r
k
loksgewijs t
o
t
de
aansla
g
met de wielsleutel
1
e
n h
e
t
verlen
g
stuk
8
, om de kabel van de lier los
t
e
d
r
aa
i
e
n.
)
V
erw
ijd
er
h
et reservew
i
e
l
v
i
a
d
e ac
h
terz
ijd
e
v
a
n
de
au
t
o
.
)
Haal de haak en het verbindingsstuk eruit
om het reservewiel uit de houder te nemen,
zoals aan
g
e
g
even in de afbeeldin
g
.
)
Verwi
j
der het wiel.
Teru
g
plaatsen van het wiel
)
Pl
aats
d
e
h
aa
k
en
h
et ver
bi
n
di
n
g
sstu
k
i
n
h
et wiel, zoals op de a
f
beeldin
g
.
)
Mo
nt
ee
r
he
t w
iel
o
n
de
r
de
au
t
o
doo
r
de
m
oe
r v
a
n
de
lie
r te
g
en
d
e w
ij
zers van
d
e
k
lok in t
e
d
r
aa
i
e
n m
e
t
de
wi
e
l
s
l
eu
t
e
l 1
en
het verlen
g
stuk
8
.
)
D
raa
i
d
e
b
out tot
d
e aans
l
a
g
en contro
l
ee
r
o
f
het wiel
g
oed vlak te
g
en de bodem aan
ligt.
1
95
Praktische informatie
D
emonteren van het wiel
Stilzetten van de auto
Zet de auto o
p
een
p
laats waar het
verkeer niet
g
ehinderd wordt en zor
g
e
rvoor dat de auto op een horizontale,
s
tabiele en stroeve onder
g
rond staat.
Trek de parkeerrem aan
(
tenzi
j
deze
g
epro
g
rammeer
d
i
s
i
n
d
e automat
i
sc
h
e
s
tand
)
, zet het contact a
f
en schakel de
e
erste versnellin
g
*
in om de wielen te
b
l
o
kk
e
r
e
n.
C
ontroleer o
f
het verklikkerlamp
j
e
rems
y
steem en het controlelamp
j
e
P
op
de parkeerremhendel branden.
C
ontroleer of de inzittenden de auto
hebben verlaten en zich op een veili
g
e
p
l
aats
b
ev
i
n
d
en.
G
a nooit onder een auto li
gg
en die
a
ll
een op
d
e
k
r
ik
steunt;
g
e
b
ru
ik
een
bo
k.
Werkwi
j
ze
)
Verwijder de sierdop van de wielbouten met het gereedschap
3
(
volgens uitvoering
)
o
f
verwijder
de naa
f
dop met behulp van
g
ereedschap
4
.
)
Bevesti
g
de dop 5 op de wielsleutel
1
en draai de slotbout een omwentelin
g
los
(
vol
g
ens
u
itvoerin
g)
.
)
Draai de overi
g
e wielbouten niet meer dan een kwartsla
g
los met alleen de wielsleutel
1
.
*
S
tand R van de EGS-versnellin
g
sbak of stand
P
v
a
n
de
au
t
o
m
a
ti
sc
h
e
tr
a
n
s
mi
ss
i
e
.
)
Plaa
t
s
de
k
r
ik
2
o
n
de
r
éé
n v
a
n
de
tw
ee
steunpunten aan
d
e voorz
ijd
e
A
of
a
chterzijde B
(
bij het te verwisselen wiel
)
.
)
K
r
ik
d
e auto op tot er vo
ld
oen
d
e ru
i
mte
tussen
h
et w
i
e
l
en
d
e
g
ron
d
i
s om
h
et
(
niet lekke
)
reservewiel te monteren.
)
Verwi
j
der de wielbouten en le
g
ze op een
s
chone plaats we
g
.
)
Verwi
j
der het wiel.
)
D
r
aai
de
k
r
ik
2
u
i
t tot
h
et voetstu
k
op
d
e
g
ron
d
staat.
Z
or
g
ervoor
d
at
h
et voetstu
k
zich loodrecht onder het gebruikte
s
teun
p
unt
A
of
B
be
vin
d
t.
1
97
Praktische informatie
Monteren van het wiel
Bevestiging van het
noo
d
reservew
i
e
l
gg
gg
I
n
die
n
u
w
au
t
o
is
v
oo
rz
ie
n v
a
n
li
c
h
tmeta
l
en ve
lg
en
i
s
h
et normaa
l
d
at
bij
h
et monteren van
h
et
n
oo
d
reservew
i
e
l
d
e r
i
n
g
en van
d
e
b
outen
d
e ve
lg
n
i
et ra
k
en.
Al
s
d
e
b
outen
vo
ll
e
dig
z
ij
n aan
g
e
d
raa
id
, zor
g
t
h
et
c
on
i
sc
h
e
d
raa
g
v
l
a
k
van
d
e
b
outen voor
d
e
b
evest
igi
n
g
van
h
et reservew
i
e
l
.
Na het verwisselen van het
wiel
Verwi
j
der
d
e
naafdop van het wiel
om
h
et op
d
e
j
u
i
ste man
i
er
i
n
d
e
ba
g
a
g
eruimte op te ber
g
en
(
nie
t
i
n de
op
b
er
g
ru
i
mt
e
van
h
et reservew
i
e
l
)
.
Ri
j
d met een noodreservewiel niet
s
neller dan 80 km
/
h.
Laat zo snel mo
g
eli
j
k het
aa
nh
aa
lm
o
m
e
nt v
a
n
de
wi
e
l
bou
t
e
n
e
n
d
e
b
an
d
enspann
i
n
g
van
h
et reservew
i
e
l
c
ontroleren door het CITROËN-netwerk
o
f
een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
Laat de lekke band zo spoedi
g
mo
g
eli
j
k
r
e
p
areren en verw
i
sse
l
h
em met
h
et
rese
rv
e
wi
e
l.
Procedure
)
Plaats het wiel op de naaf.
)
Dr
aa
i
de
wi
e
l
bou
t
e
n m
e
t
de
h
a
n
d
v
as
t.
)
Dr
aa
i
de
s
l
o
t
bou
t m
e
t
de
wi
e
l
s
l
eu
t
e
l
1
e
n
d
e
d
op 5 en
ig
sz
i
ns vast.
)
D
raa
i
d
e over
ig
e w
i
e
lb
outen en
ig
sz
i
ns vast
me
t
allee
n
de
w
ielsleu
t
el
1
.
)
L
aa
t
de
krik z
a
kk
e
n.
)
Vou
w
de
k
r
ik
2
op en verw
ijd
er
h
em.
)
Dr
aa
i
de
s
l
o
t
bou
t v
as
t m
e
t
de
w
ielsleu
t
el
1
en
d
e
d
op
5
.
)
D
raa
i
d
e over
ig
e w
i
e
lb
outen vast met
allee
n
de
w
ielsleu
t
el
1
.
)
Bevestig de doppen op de overige
wielbouten
(
vol
g
ens uitvoerin
g)
.
)
Ber
g
het
g
ereedschap op in de houder.
1
9
9
Praktische informatie
Een lamp vervangen
V
erlichtin
g
ór
U
itvoerin
g
met xenonlampen
1
.
Grootlicht
(
H1-35W
).
2.
D
imlicht/bochtverlichtin
g
(
D1S-35W
).
3.
V
erlichtin
g
overda
g/
parkeerlich
t
(
LED's
).
4
.
Richtingaanwijzers
(
HY21-21W
).
5
.
M
istlampen en bochtverlichtin
g
(
H11
).
U
itvoerin
g
met halo
g
eenlampen
1
.
Grootlicht
(
H1-55W
).
2
.
D
imlicht
(
H7-55W
).
3.
V
erlichtin
g
overda
g
/
p
arkeerlichten
(
LED
).
4.
Richtin
g
aanwi
j
zers
(
HY21-21W
).
5
.
Mi
st
l
ampen
,
mee
d
raa
i
en
d
e
k
op
l
ampen
(
H11
).
L
et er
bij
h
et monteren van on
d
e
r
an
d
ere
H
7-
l
ampen met no
kj
es op
d
at
d
eze no
kj
es
g
oe
d
i
n
d
e u
i
tspar
i
n
g
en
k
omen, zo
d
at
h
et
li
c
h
t
i
n
d
e
j
u
i
ste
r
i
c
h
t
i
n
g
sc
hij
nt.
Onder bepaalde weersomstandi
g
heden
(
la
g
e temperatuur, vochti
g
heid
)
kan zich
e
en
l
aa
gj
e con
d
ens aan
d
e
bi
nnenz
ijd
e
van
d
e
k
o
pl
am
p
en en
d
e ac
h
ter
li
c
h
ten
vormen; dit verdwijnt enkele minuten na
het ontsteken van de koplampen.
Elektrocutie
g
evaar
Het vervan
g
en van een xenonlamp
(
D1S-35W
)
moet worden uit
g
evoerd
door het
C
ITR
O
ËN-netwerk of door een
g
ekwalificeerde werkplaats.
x
enonlampen
)
)
Trek aan de bor
g
lip om de plastic
beschermkap te verwi
j
deren.
)
V
erw
ijd
er
d
e ste
kk
er met
d
e
l
amp
d
oor op
d
e pa
l
aan
d
e on
d
er
k
ant te
d
ru
kk
en.
)
T
re
k
aan
d
e
l
amp om
d
eze te vervan
g
en.
V
oer
h
et monteren u
i
t
i
n
d
e om
g
e
k
eer
d
e
volgorde.
De koplampunits zi
j
n voorzien van
g
las
van pol
y
carbonaat met een speciale
vernislaa
g
:
)
r
eini
g
de koplampen nooit met
e
en dro
g
e of schurende doek en
g
ebruik
g
een oplosmiddelen
,
)
g
ebruik een spons met zeepwater,
)
w
a
nn
ee
r
u
m
e
t
ee
n
h
o
g
edrukreini
g
er hardnekki
g
vuil
p
robeert te verwi
j
deren, houd
de straal dan nooit lan
g
duri
g
op
de koplampen, de achterlichten
e
n de randen ervan
g
ericht, om
beschadi
g
in
g
van de vernislaa
g
en
de afdichtrubbers te voorkomen,
)
raak de lamp niet met de vin
g
ers
a
an, maar
g
ebruik een niet-
p
luizende doek.
Bij
h
et vervan
g
en van
l
ampen moet
d
e
ver
li
c
h
t
i
n
g
m
i
nstens en
k
e
l
e m
i
nuten
uit
g
eschakeld zi
j
n
(
risico van ernsti
g
e
verbrandin
g)
.
I
n v
e
r
ba
n
d
m
e
t
he
t
behoud
v
a
n
de
k
wa
li
te
i
t van
d
e
k
op
l
ampen mo
g
en
u
i
ts
l
u
i
ten
d
ant
i
-
UV
-
l
ampen wor
d
en
g
e
b
ru
ik
t.
V
ervan
g
een
k
apotte
l
amp a
l
t
ijd
door een nieuwe lamp met dezelfde
s
pecificaties.
D
imlicht
(
uitvoerin
g
met
xenonlampen
)
Het vervan
g
en van D1S-xenonlampen
di
ent vanwe
g
e e
l
e
k
trocut
i
e
g
evaar te
worden uit
g
evoerd door het CITRO
Ë
N-
netwerk o
f
door een
g
ekwali
f
iceerde
werk
p
laats.
Het is raadzaam om beide D1
S
-lam
p
en
g
eli
j
kti
j
di
g
te laten vervan
g
en als één
e
rv
a
n
de
f
ec
t i
s
.
Praktische informatie
D
imlicht
(
uitvoerin
g
met halo
g
eenlampen
)
Grootlicht
(
uitvoerin
g
met halo
g
eenlampen
)
)
Duw op de bovenzi
j
de van de stekker en
kantel het
g
eheel vervol
g
ens omlaa
g
.
)
V
erw
ijd
er
d
e ste
kk
er met
d
e
l
amp.
)
T
re
k
aan
d
e
l
amp om
d
eze te vervan
g
en.
V
oer
h
et monteren u
i
t
i
n
d
e om
g
e
k
eer
d
e
volgorde, maar begin bij het aanbrengen bij het
o
nderste deel van de lam
p
.
)
Trek aan de bor
g
lip om de plastic
b
eschermkap te verwi
j
deren.
)
Trek aan de bor
g
lip om de plastic
beschermkap te verwi
j
deren.
)
V
erw
ijd
er
d
e ste
kk
er met
d
e
l
amp
d
oor op
d
e pa
l
aan
d
e on
d
er
k
ant te
d
ru
kk
en.
)
T
re
k
aan
d
e
l
amp om
d
eze te vervan
g
en.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
vol
g
orde.
V
erlichtin
g
overda
g
/
parkeerlicht
Neem voor het vervangen van dit type lamp
m
et LED’s en licht
g
eleiders contact op met
h
et CITROËN-netwerk of een
g
ekwalificeerde
werkplaats.
Het
C
ITR
O
ËN-netwerk kan u voor de LED's
e
en vervan
g
in
g
sset leveren.
Richtin
g
aanwi
j
zers
Als een controlelamp
j
e
(
rechts o
f
l
inks
)
van de richtin
g
aanwi
j
zers snelle
r
k
n
ipp
ert,
i
s een van
d
e
l
am
p
en aan
d
e
desbetre
ff
ende zijde de
f
ect.
D
e
l
amp van
d
e r
i
c
h
t
i
n
g
aanw
ij
zers
b
ev
i
n
d
t z
i
c
h
onder de ko
p
lam
p
.
)
Draai de lamphouder een kwart
o
mwentelin
g
links- of rechtsom en
verwi
j
der deze.
)
Vervan
g
de defecte lamp.
Voer voor de monta
g
e dezel
f
de handelin
g
en in
om
g
e
k
eer
d
e vo
lg
or
d
e u
i
t.
U kunt voor het vervangen van deze
lampen ook het CITROËN-netwerk of een
g
ekwalificeerde werkplaats raadple
g
en.
Praktische informatie
M
istlampen
)
V
erw
ijd
er
d
e spatp
l
aat aan
d
e on
d
erz
ijd
e
v
a
n
de
ca
rr
osse
r
ie
.
)
N
eem
d
e ste
kk
er van
d
e
l
am
p
l
os.
)
Draai de lamp een kwart omwenteling en
vervan
g
de lamp.
Voer het monteren uit in de om
g
ekeerde
vol
g
orde.
Voor het vervan
g
en van deze lampen
kunt u ook het
C
ITR
O
ËN-netwerk of een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats raadple
g
en.
G
eïnte
g
reerde
zi
j
knipperlichten
Instapverlichtin
g
in de
b
uitenspie
g
els
V
oor
h
et vervan
g
en van
d
eze
l
ampen
di
ent u
h
et CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
w
erkplaats te raadple
g
en.
V
oor
h
et vervan
g
en van
d
e
LED
di
ent u
h
et
C
ITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te raadple
g
en.
1.
Parkeerlichten
(
LED
).
2.
Richtin
g
aanwi
j
zers
(
PY21W
a
mberkleuri
g).
3.
A
chteruitri
j
lichten
(
P21W
).
4.
Remlichten
(
P21W
).
5.
M
istachterlichten
(
P21W
).
A
chterlichten
R
ichtin
g
aanwi
j
zers en remlichten
(
op de schermen
)
)
O
pen de achterklep en verwi
j
der
vervol
g
ens het a
f
dekplaat
j
e.
)
Neem de stekker van de lam
p
los.
)
Draai de twee bevesti
g
in
g
smoeren van de
l
amp los.
)
V
erw
ijd
er
d
e
l
amp voorz
i
c
h
t
ig
v
i
a
d
e
b
u
i
tenz
ijd
e van
d
e auto.
De bevestigingsklemmen gaan
au
t
o
m
a
ti
sc
h l
os
.
)
Draai de lamphouder een kwart
omwentelin
g
en vervan
g
de lamp.
Voer het monteren uit in de om
g
ekeerde
vol
g
orde.
LED's vervan
g
en
Neem voor het vervan
g
en van LED's
c
ontact op met het CITROËN-netwerk
o
f met een
g
ekwalificeerde werkplaats.
Praktische informatie
Achteruitri
j
lichten
(
achterklep
)
)
V
erw
ijd
er
d
e
l
amp voorz
i
c
h
t
ig
v
i
a
d
e
b
u
i
tenz
ijd
e van
d
e auto.
D
e
b
evest
igi
n
g
s
kl
emmen wor
d
en automat
i
sc
h
l
osgemaakt.
)
Draai de lam
p
houder een kwart
omwentelin
g
en vervan
g
de lamp.
Voer het monteren uit in de om
g
ekeerde
vol
g
orde.
M
istlam
p
)
O
pen de achterklep.
)
M
aa
k
d
e ac
h
ter
li
c
h
t
lij
st
l
os.
)
V
erw
ijd
er
h
et
d
e
k
se
l
en
d
raa
i
d
e
bevestigingsmoer van de lamp los.
De mistlamp is vana
f
de onderzi
j
de van de
bum
p
er bereikbaar.
)
Draai de
f
ittin
g
een kwart omwentelin
g
en
verwi
j
der het
g
eheel.
)
Vervan
g
de lamp.
Voer het monteren uit in de om
g
ekeerde
vol
g
orde.
V
oor
h
et vervan
g
en van
d
eze
l
ampen
k
u
nt
u
oo
k h
e
t
C
ITR
N-n
e
tw
e
rk
o
f
ee
n
g
ekwali
f
iceerde werkplaats raadple
g
en.
K
entekenplaatverlichtin
g
)
S
teek een kleine schroevendraaier in de
s
pleet van het lamp
g
las.
)
D
u
w
de
sc
hr
oe
v
e
n
d
r
aa
i
e
r n
aa
r
bu
it
e
n
o
m
h
et
l
amp
gl
as
l
os te ma
k
en.
)
V
erw
ijd
er
h
et
l
amp
gl
as.
)
T
re
k
d
e
l
amp u
i
t
d
e
l
amp
h
ou
d
er en vervan
g
de lam
p
.
D
erde remlicht
(
LED's
)
Raadplee
het CITROËN-netwerk of een
g
ekwalificeerde werkplaats.
2
07
Praktische informatie
Zekeringen vervangen
In het
g
eval van een storin
g
in een bepaalde
f
unctie kunt u de desbetre
ff
ende de
f
ecte zekerin
g
vervan
g
en vol
g
ens de onderstaande procedure.
D
e tan
g
voor
h
et verw
ijd
eren van ze
k
er
i
n
g
en
bevindt aan de binnenzijde van de klep van het
zekerin
g
kast
j
e in het dashboard.
Toe
g
an
g
:
)
verwi
j
der de klep,
)
trek de tan
g
los.
Toe
g
an
g
tot het
g
ereedschap
Voordat u een zekerin
g
vervan
g
t, dient u de
oorzaak van de storin
g
op te sporen en te
(
laten
)
verhelpen.
)
U kunt aan de draad van een zekerin
g
zien
of
de
z
e
defec
t i
s
.
V
ervan
g
en van een zekerin
g
Goed Defect
)
Gebruik de speciale tan
g
om de zekerin
g
u
it de zekerin
g
kast te verwi
j
deren.
)
Vervan
g
een defecte zekerin
g
alti
j
d door
e
en zekerin
g
met dezel
f
de stroomsterkte.
)
electeer de zekerin
aan de hand van
et nummer op
e ze
er
n
ast,
e op
e
z
ekering aangegeven stroomsterkte en de
navol
g
ende tabellen.
CITROËN is niet aansprakeli
j
k voor
k
osten
di
e voortv
l
oe
i
en u
i
t stor
i
n
g
en
v
e
r
oo
rz
aak
t
doo
r
he
t m
o
nt
e
r
e
n v
a
n
e
xtr
a
accesso
ir
es
d
i
e
doo
r
C
ITR
N
noch aanbevolen noch geleverd worden
e
n die bovendien niet vol
g
ens haar
voorschriften zi
j
n
g
emonteerd. Dit
g
eldt met name als het
g
ezamenli
j
ke
s
tr
oo
mv
e
r
b
r
u
ik v
a
n
de
e
xtr
a
accessoires meer dan 10 milliampère
b
e
d
raa
g
t.
Montage van elektrische
a
ccesso
i
res
g
Bi
j
het ontwerp van het elektrische
c
ircuit van uw auto is reeds rekenin
g
g
ehouden met de monta
g
e van zowel de
s
tandaarduitrustin
g
als eventuele opties.
Raadplee
g
het CITROËN-netwerk o
f
e
en
g
ekwali
f
iceerde werkplaats voordat
u
andere elektrische voorzienin
g
en o
f
accesso
ir
es
in
de
au
t
o
m
o
nt
ee
rt
of
l
aa
t
m
o
nt
e
r
e
n.
Zekerin
g
en dashboard
De zekerin
g
kast bevindt zich aan de onderzi
j
de
van het dashboard
(
linkerzi
j
de
)
.
T
oe
g
an
g
tot
d
e ze
k
er
i
n
g
en
)
T
re
k
d
e
kl
ep
l
os.
Zekerin
g
nr
.
A
m
p
ère
(
A
)
F
unct
i
es
F6 A of B 15 A
u
t
o
r
ad
i
o
.
F8 3
I
n
b
r
aakala
rm.
F13 10 Aansteker vóór, 12V-aansluitin
g
vóór.
F14 10
12
V-aansluitin
g
achter.
F16 3 Kaartleeslam
p
en achter.
F17
3
M
a
k
e-upsp
i
e
g
e
l
.
F28 A of B 15
Au
t
o
r
adio
.
F30 20 R
u
it
e
nwi
sse
r
ac
ht
e
r.
F32 10 A
ud
i
o
v
e
r
s
t
e
rk
e
r.
2
0
9
Praktische informatie
Zekerin
g
en motorruimte
D
e ze
k
er
i
n
gk
ast
b
ev
i
n
d
t z
i
c
h
on
d
er
d
e
m
otorka
p
, naast de accu.
T
oe
g
an
g
tot
d
e ze
k
er
i
n
g
en
)
Maak
he
t
deksel
los
.
)
Vervan
g
de zekerin
g
(
zie de
desbetre
ff
ende paragraa
f)
.
)
S
luit na het vervan
g
en van de zekerin
g
zor
g
vuldi
g
het deksel voor een
g
oede
a
fdichtin
g
van de zekerin
g
kast.
Zekerin
g
A
m
p
èr
e
(
A
)
F
unct
i
es
F20 15 Ruitens
p
roeier
p
om
p
voor en achter.
F21
20
P
omp
k
op
l
ampsproe
i
ers.
F22
15
C
laxon.
F23 15
G
rootlicht rechts.
F24 15
G
rootlicht links.
F27
5 A
f
schermkle
p
ko
p
lam
p
links.
F28 5 A
f
schermklep koplamp rechts.
12V-accu
Deze sticker
g
eeft aan dat er een
s
peciale
12
V-loodaccu is
g
ebruikt die
alleen los
g
ekoppeld en/of vervan
g
en
m
a
g
worden bi
j
het CITROËN-netwerk
of
bi
j
een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
H
et ne
g
eren van
d
eze aanw
ij
z
i
n
g
k
an
e
rtoe
l
e
id
en
d
at
d
e accu vroe
g
t
ijdig
aan
vervanging toe is.
D
e
accu
be
vin
d
t zi
c
h in
de
m
o
t
o
rr
u
imt
e
.
Toe
g
an
g
tot de accu:
)
open de motorkap via de hendel in
het interieur en
g
ebruik vervol
g
ens de
veili
g
heidshaak aan de buitenzi
j
de,
)
verwi
j
der de kunststof afdekkap voo
r
toe
g
an
g
tot
d
e p
l
uspoo
l
,
)
maa
k
i
n
di
en no
dig
d
e ze
k
er
i
n
gk
ast
l
os om
d
e accu te
k
unnen verw
ijd
eren.
T
oe
g
an
g
tot de accu
Loskoppelen van de pluspool
(
+
)
)
Tr
e
k
de
h
e
n
de
l
D
zo ver mo
g
eli
j
k omhoo
g
om de accu
p
oolklem
E
te ont
g
rendelen.
Weer aansluiten van de pluspool
(
+
)
)
Plaats de
g
eopende accupoolklem
E
op de
p
luspool
(
+
)
van de accu.
)
Druk verticaal op de accupoolklem
E
o
m
h
em
g
oe
d
te
g
en
d
e accu aan te
d
ru
kk
en.
)
Z
et
d
e accupoo
lkl
em vast
d
oor
d
e pasno
k
opz
ij
te
b
ewe
g
en en vervo
lg
ens
d
e
h
en
d
e
l
D
omlaa
g
te duwen.
Forceer de hendel niet bi
j
het
o
mlaa
g
duwen, aan
g
ezien de
accu
p
oolklem niet kan worden
ver
g
ren
d
e
ld
a
l
s
d
eze n
i
et correct
i
s
g
ep
l
aatst;
h
er
h
aa
l
d
e proce
d
ure.
P
roce
d
ure voor
h
et
g
e
b
ru
ik
van een
h
u
l
paccu voor
h
et starten van
d
e motor met
b
e
h
u
l
p van start
k
a
b
e
l
s en voor
h
et
l
a
d
en van een
l
e
g
e accu.
211
Praktische informatie
Na
he
t m
o
nt
e
r
e
n v
a
n
de
accu
k
an het, a
f
hankeli
j
k van de
weersomstan
digh
e
d
en en
d
e
l
aadtoestand van de accu, enkele uren
(
tot on
g
eveer 8 uur
)
duren voordat het
S
top & Start-s
y
steem weer zal werken.
V
oor
h
et o
pl
a
d
en van
d
e accu van
het
S
top
&
S
tart-systeem hoeven de
accukabels niet los
g
enomen te worden.
Starten van de motor met
e
en hul
p
accu en startkabels
C
ontroleer eerst o
f
de nominale spanning
van de hulpaccu 12 V bedraa
g
t en o
f
de
c
apaciteit van de hulpaccu minimaal
g
eli
j
k
i
s
aa
n
d
i
e
v
a
n
de
o
ntl
ade
n
accu
.
S
tart de motor niet door een acculade
r
aa
n t
e
s
l
u
it
e
n.
Koppel de pluspool
(
+
)
van de accu niet
l
os terw
ijl
d
e motor
d
raa
i
t.
)
S
luit de rode kabel aan op de pluspool
(
+
)
v
a
n
de
o
nt
lade
n
accu
A
en vervo
lg
ens op
de pluspool
(
+
)
van de hulpaccu
B
.
)
S
luit de groene o
f
zwarte kabel aan op de
m
inpool
(
-
)
van de hulpaccu
B
(
o
f
op het
m
assapunt van de auto met de hulpaccu
)
.
)
Sluit het andere uiteinde van de
g
roene o
f
zwarte kabel aan op het massapunt
C
v
a
n
de
a
uto met de le
g
e accu
(
of op de motorsteun
)
.
)
S
tart de motor van de auto met de
h
u
l
paccu en
l
aat
d
eze
g
e
d
uren
d
e en
k
e
l
e
mi
n
u
t
e
n
d
r
aaie
n.
)
S
tel de startmotor in werking van de auto
met de le
g
e accu en laat de motor draaien.
Als de motor niet direct start, zet dan het
co
nt
ac
t
a
f
e
n w
ac
ht
e
v
e
n
a
lv
o
r
e
n
s
ee
n
nieuwe po
g
in
g
te doen.
)
W
ac
ht t
o
t
de
m
o
t
o
r
s
t
a
ti
o
n
a
ir
d
r
aa
it
e
n
neem
d
an
d
e
k
a
b
e
l
s
i
n om
g
e
k
eer
d
e
vo
lg
or
d
e
l
os.
)
M
aa
k
d
e accupoo
lkl
emmen
l
os.
)
Vol
g
de aanwi
j
zin
g
en van de
f
abrikant van
de
acculade
r.
)
S
luit de accukabels weer aan, te beginnen
m
et de
(
-
)
kabel.
)
Controleer of de accupolen en de klemmen
s
choon zi
j
n. Indien ze bedekt zi
j
n met een
(
witte of
g
roene
)
oxidatielaa
g
, neem dan
de accukabels los en reini
g
de polen en
kle
mm
e
n.
L
aden met behul
p
van een
a
cculade
r
A
ls de accu van uw auto ontladen is, kan
de motor worden
g
estart met een hulpaccu
(
externe accu of een accu van een andere auto
)
e
n
s
t
a
rtk
abe
l
s
.
A
ccu's bevatten schadeli
j
ke sto
ff
en,
z
oals
zw
a
v
el
z
uu
r
e
n
lood
.
Accu's
moeten volgens de wettelijke
voorschri
f
ten worden a
fg
evoerd en
mo
g
en in
g
een
g
eval bi
j
het huisvuil
t
e
r
ec
htk
o
m
e
n.
Lever le
g
e batteri
j
en en accu's in bi
j
een
s
peciaal afvalstoffendepot.
He
t
is
r
aad
z
aa
m
de
accu
los
t
e
k
oppe
l
en a
l
s uw auto
l
an
g
er
d
an een
m
aan
d
b
u
i
ten
g
e
b
ru
ik
i
s.
H
e
t
aa
n
du
w
e
n
o
m
de
m
o
t
o
r t
e
s
tarten is bi
j
een auto met een EGS-
versnellin
g
sbak of een automatische
versnellin
g
sbak niet toe
g
estaan.
B
esc
h
erm u o
g
en en
g
ez
i
c
h
t voor
d
at u
de
accu
h
a
nt
ee
rt.
V
err
i
c
h
t u
i
ts
l
u
i
ten
d
i
n
g
repen aan
d
e
accu in een
g
oed
g
eventileerde ruimte,
uit de buurt van open vuur o
f
vonken
veroorzakende bronnen, om elk risico van
brand- of explosie
g
evaar uit te sluiten.
Probeer niet een bevroren accu o
p
t
e
l
ade
n:
de
acc
i m
oe
t
ee
r
s
t w
o
r
de
n
o
nt
d
oo
id
om exp
l
os
i
e
g
evaar u
i
t te
s
luiten. Als deze bevroren is, laat
h
em
d
an eerst contro
l
eren, voor
d
at
u hem laat opladen door het netwerk
van CITRO
Ë
N of een
g
ekwalificeerde
werkplaats. Zi
j
controleren voor u o
f
de inwendi
g
e componenten soms
zijn beschadigd en o
f
de behuizing
s
cheuren vertoont, waardoor
g
ifti
g
e
e
n
co
rr
osie
-v
e
r
oo
rz
ake
n
de
accu
z
u
r
e
n
zouden kunnen we
g
lekken.
K
eer
d
e po
l
ar
i
te
i
ten n
i
et om en
g
e
b
ru
ik
u
itl
u
it
e
n
d
ee
n
12
-v
o
lt
s
accu
.
M
aa
k
d
e accupoo
lkl
emmen n
i
et
l
os
bij
d
r
aa
i
e
n
de
m
o
t
o
r.
Laad de accu niet op zonder de
accu
p
oolklemmen los te nemen.
W
as
u
w h
a
n
de
n
a
l
s
u
kl
aa
r
be
nt m
e
t
d
eze
i
n
g
reep.
V
óór het loskoppelen van de
a
ccukabels
W
ac
ht 2 min
u
t
e
n n
a
h
e
t
a
fz
e
tt
e
n v
a
n h
e
t
co
n
tact
.
Sluit de ruiten en de voorportieren voordat u de
accu
k
a
b
e
l
s
l
os
k
oppe
l
t.
Na het weer aansluiten van de
a
ccukabels
Z
e
t h
e
t
co
nt
ac
t
aa
n
e
n w
ac
ht 1 min
uu
t
a
lv
o
r
e
n
s
d
e motor te starten, zo
d
at
d
e e
l
e
k
tron
i
sc
h
e
sy
stemen
g
e
ï
n
i
t
i
a
li
seer
d
k
unnen wor
d
en.
R
aadplee
g
het CITRO
Ë
N-netwerk of een
gekwali
f
iceerde werkplaats als er zich na deze
h
andelin
g
toch no
g
problemen voordoen.
Raadplee
g
de desbetreffende rubriek voor het
zelf opnieuw initialiseren van de elektronische
sy
stemen
(
afhankeli
j
k van de uitvoerin
g)
:
- de sleutel met afstandsbedienin
g
,
- het elektrische zonnescherm
/
de
el
e
k
tr
i
sc
h
e zonnesc
h
ermen,
- ...
2
1
3
Praktische informatie
Spaarfase
De s
p
aar
f
ase stuurt de elektrische
f
uncties van
de
au
t
o
aa
n
o
m h
e
t
o
ntl
ade
n v
a
n
de
accu
t
e
v
oo
rk
o
m
e
n.
Ti
j
dens het ri
j
den kunnen in verband met de
l
t
t
n
v
n
nk
l
f
n
ti
(
airconditionin
g
, achterruitverwarmin
g
, ...
)
ti
j
deli
j
k worden uit
g
eschakeld.
D
e
z
e
fu
n
c
ti
es
w
o
r
de
n
au
t
o
m
a
ti
sc
h
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
zo
d
ra
d
e
l
aa
d
toestan
d
van
d
e
accu
di
t t
oelaa
t.
D
e eco-mo
d
e
b
e
p
aa
l
t
d
e max
i
ma
l
e
g
ebruiksduur van een aantal
f
uncties om te
v
oo
rk
o
m
e
n
da
t
de
accu
o
ntl
ade
n r
aa
kt.
Nadat de motor is af
g
ezet, kunt u een
aa
nt
a
l
e
l
e
ktri
sc
h
e
f
u
n
c
ti
es
z
oa
l
s
h
e
t
aud
i
o
-
en telematicas
y
steem, de ruitenwissers,
dimlichten, pla
f
onniers, ... no
g
in totaal
maximaal 40 minuten
g
ebruiken.
Eco-mode
Inschakelen van de
e
co-mode
Vervol
g
ens
g
eeft een meldin
g
op het displa
y
van
h
et
i
nstrumentenpanee
l
aan
d
at
d
e eco-
mo
d
e
i
s
i
n
g
esc
h
a
k
e
ld
en wor
d
en
d
e act
i
eve
f
uncties in de ruststand
g
ezet.
Als u o
p
het moment dat de eco-mode wordt
i
n
g
eschakeld aan het tele
f
oneren bent, kan het
g
esprek no
g
g
edurende on
g
eveer
10
minuten
w
orden voort
g
ezet via de handsfree set van uw
au
t
o
r
ad
i
o
.
Uitschakelen van de
e
co-mode
D
e
f
u
n
c
ti
es
w
o
r
de
n
au
t
o
m
a
ti
sc
h w
ee
r
in
g
eschakeld als de motor
g
estart wordt.
)
S
tart om de functies direct weer te kunnen
g
e
b
ru
ik
en
d
e motor en
l
aat
d
eze
d
raa
i
en:
- min
de
r
da
n ti
e
n min
u
t
e
n
o
m
de
fu
n
c
ti
es
on
g
eveer vi
jf
minuten te kunnen
gebruiken,
- m
ee
r
da
n ti
e
n min
u
t
e
n
o
m
de
fu
n
c
ti
es
on
g
eveer derti
g
minuten te kunnen
g
ebruiken.
Neem de ti
j
d die nodi
g
is voor het starten van
de motor in acht om een
j
uiste ladin
g
van de
accu te
g
aran
d
eren.
V
erm
ijd
h
et
h
er
h
aa
ld
e
lijk
en cont
i
nu starten van
d
e motor om
d
e accu
bij
te
l
a
d
en.
A
ls de accu ontladen is, kan de motor niet
estart worden
zie de para
raa
"Accu"
.
Wisserbladen vervangen
V
oordat u een wisserblad
demonteert
)
B
ed
i
e
n
de
r
u
it
e
nwi
sse
r
sc
h
a
k
e
l
aa
r
b
inn
e
n
éé
n min
uu
t n
a
h
e
t
a
fz
e
tt
e
n v
a
n h
e
t
co
nt
ac
t
o
m
de
r
u
it
e
nwi
sse
r
s
n
aa
r h
e
t mi
dde
n v
a
n
d
e voorru
i
t te verp
l
aatsen.
Demonteren
)
Til de desbetreffende ruitenwisserarm op.
)
Maak het wisserblad los en verwi
j
der het.
M
onteren
)
B
ren
g
h
et n
i
euwe w
i
sser
bl
a
d
aan en
klik
he
t v
as
t.
)
Zet de ruitenwisserarm voorzichti
g
teru
g
.
Na het monteren van een
wisserblad vóó
r
)
Ze
t
he
t
co
nt
ac
t
aa
n.
)
B
e
di
en no
g
maa
l
s
d
e
ru
it
e
nwi
sse
r
sc
h
a
k
e
l
aa
r
o
m
de
ru
it
e
nwi
sse
r
s
in
de
r
us
t
s
t
a
n
d
t
e
z
e
tt
e
n.
2
15
Praktische informatie
Slepen van uw auto
U
k
unt uw auto
l
aten s
l
epen
d
oor een an
d
ere
auto o
f
een andere auto slepen met behulp van
h
et s
l
eepoo
g
.
Sle
p
en van
u
w auto
Sle
p
en van een andere
a
ut
o
T
oe
g
an
g
tot het
g
ereedschap
Het sleepoo
g
bevindt zich onder de vloerplaat
van de ba
g
a
g
eruimte:
)
open de achterklep,
)
pak het sleepoo
g
uit de
g
ereedschapsset.
)
Maak het klep
j
e in de voorbumper los door
op de onderkant ervan te drukken.
)
Draai het sleepoo
vast tot de aansla
.
)
Bevesti
g
de sleepstan
g
.
)
Schakel de alarmknipperlichten van uw
au
t
o
i
n.
)
Trek het klep
j
e in de achterbumper aan de
linkerkant los via de punt van de rin
g
.
)
Draai het sleepoo
vast tot de aansla
.
)
Bevesti
g
de sleepstan
g
.
)
Schakel de alarmknipperlichten van de te
sl
epen auto
i
n.
G
ebruik voor het sle
p
en van een auto
met de vier wielen op de
g
rond alti
j
d
e
en sleepstan
g
.
L
aa
t h
e
t t
a
k
e
l
e
n v
a
n
de
au
t
o
(
met twee wielen op de
g
rond
)
u
it
s
l
u
it
e
n
d
u
itv
oe
r
e
n
doo
r
ee
n
pro
f
essioneel takelbedri
jf
.
Bi
j
het slepen van de auto met
s
tilstaande motor zi
j
n de rem- en
s
tuurbekrachti
g
in
g
uit
g
eschakeld.
)
Z
et
d
e versne
lli
n
g
s
h
en
d
e
l
i
n
d
e
n
eutraalstand
(
stand
N
bi
j
de EGS-
versnellingsbak o
f
automatische
transmissie
)
.
Het niet opvol
g
en van deze
bijzonderheid kan er toe leiden
d
at
b
epaa
ld
e on
d
er
d
e
l
en van
h
et
r
ems
y
steem beschadi
g
d raken
en dat de rembekrachtiger na het
starten mo
g
e
lijk
n
i
et meer wer
k
t.
Trekken van een aanhanger
Wij
ra
d
en u aan
g
e
b
ru
ik
te ma
k
en van
een speciaal door CITROËN
g
eteste
en
g
oed
g
ekeurde trekhaak inclusie
f
bedradin
g
en deze door het CITROËN-
n
etwerk of een
g
ekwalificeerde
w
erkplaats te laten monteren.
Als de trekhaak wordt
g
emonteerd door
een bedri
j
f dat niet tot het CITRO
Ë
N-
n
etwer
k
b
e
h
oort, moet
d
e monta
g
e
a
lti
j
d vol
g
ens de voorschri
f
ten van de
f
abrikant worden uit
g
evoerd.
De
tr
ekhaak
bes
t
aa
t
ui
t
ee
n m
echa
n
isch
sy
steem voor
h
et aan
k
oppe
l
en van een
a
anhan
g
er o
f
het monteren van een
f
ietsendrager en een elektrische aansluiting
voor de verlichtin
g
en si
g
nalerin
g
.
G
a wanneer
g
een aanhan
g
er is
aan
g
e
k
oppe
ld
n
i
et r
ijd
en zon
d
er
d
at
d
e
a
f
neembare ko
g
el is verwi
j
derd, omdat
de
z
e
a
n
de
r
s
v
oo
r h
e
t mi
s
t
ac
ht
e
rli
c
ht zit.
Het ri
j
den met een aanhan
g
er heeft veel
i
nvloed op het ri
jg
edra
g
van de auto en
ver
g
t daarom extra aandacht van de
bes
t
uu
r
de
r.
Uw auto is hoo
f
dzakeli
j
k bedoeld voor het
vervoer van personen en
b
a
g
a
g
e, maar
i
s
tevens
g
esc
hik
t voor
h
et tre
kk
en van een
a
anhanger.
217
Praktische informatie
Adviezen
Gewichtsverdelin
g
)
Verdeel het gewicht in de caravan
/
a
anhan
g
er
g
eli
j
kmati
g
, plaats zware
voorwerpen zo dicht mo
eli
k bi
de as en
h
oud u aan de toe
g
estane ko
g
eldruk.
Door een
g
erin
g
ere luchtdichtheid nemen
de prestaties van de motor a
f
als men op
g
rotere
h
oo
g
te
b
oven
d
e zeesp
i
e
g
e
l
k
omt.
Trek boven de 1000 m 10
%
van het maximale
aanhan
g
er
g
ewicht a
f
en herhaal dit voor elke
volgende 1000 m.
Zi
j
wind
)
Houd er rekenin
g
mee dat de
zi
wind
evoeli
heid van de auto
roter is.
Koelin
g
Het trekken van een aanhanger op
een hellin
g
veroorzaakt een ho
g
ere
k
oelvloeistoftemperatuur.
D
e
k
oe
lv
e
ntil
a
t
o
r w
o
r
d
t
e
l
e
ktri
sc
h
bed
i
e
n
d
e
n i
s
n
iet afhankeli
j
k van het motortoerental.
)
Pas
u
w
s
n
elheid
aa
n
o
m
he
t t
oe
r
e
nt
al
t
e
b
eper
k
en.
H
et max
i
ma
l
e aan
h
an
g
er
g
ew
i
c
h
t
i
s
af
hankeli
j
k van het hellin
g
spercenta
g
e en de
buitentem
p
eratuur.
Let in elk
g
eval
g
oed op de aanwi
j
zin
g
van de
k
oelvloeistoftemperatuurmeter.
)
Al
s
h
et waarsc
h
uw
i
n
g
s
l
amp
j
e
van de koelvloeisto
f
tem
p
eratuu
r
g
aat branden in combinatie met
h
et waarschuwin
g
slamp
j
e
STOP
,
P
s
top dan zo snel mo
g
eli
j
k en zet
de
m
o
t
o
r
a
f.
Remmen
Het trekken van een aanhan
g
er verlen
g
t de
rem
w
eg
.
Bi
j
een lan
g
e afdalin
g
is het, om te voorkomen
dat de remmen oververhit raken, raadzaam om
o
p de motor af te remmen.
Banden
)
C
ontroleer de bandenspanning van de auto
e
n de aanhan
g
er en bren
g
deze indien
n
odi
g
op de
j
uiste waarde.
V
er
li
c
h
t
i
n
g
)
C
ontroleer de verlichtin
g
van de
aan
h
an
g
er.
De parkeerhulp wordt automatisch
u
it
g
eschakeld als bi
j
het aankoppelen
van een aanhan
g
er een ori
g
inele
C
ITROËN-trekhaak wordt
g
ebruikt.
Raadplee
g
de rubriek "Technische
g
e
g
evens"
voor de
g
ewichten en aanhan
g
er
g
ewichten die
voor uw auto van toepass
i
n
g
z
ij
n.
Allesdragers monteren
o
p allesdra
g
er, bi
j
een maximale
laadhoo
g
te van 40 cm
(
m.u.v.
f
ietsendra
g
er
)
: 70 k
g
.
P
as
bij
een
b
e
l
a
di
n
g
h
o
g
er
d
an
40 cm de ri
j
snelheid aan aan de
r
ij
omstan
digh
e
d
en om sc
h
a
d
e aan
d
e
allesdragers en de bevestigingsplaatsen
op
het dak te voorkomen.
Raadplee
g
de wet
g
evin
g
van uw land
met betrekkin
g
tot het vervoeren van
voorwerpen die lan
g
er zi
j
n dan de auto.
Houd u bij het monteren van de dwarsdragers
a
an hun monta
g
eplaats:
Gebruik door CITRO
Ë
N
g
oed
g
ekeurde
accesso
ir
es
e
n h
oud
u
aa
n
de
a
anwi
j
zin
g
en en instructies in de
m
onta
g
ehandleidin
g
van de fabrikant
om beschadi
g
in
g
van de carrosserie
(
vervormin
g
, krassen, ...
)
te voorkomen.
)
V
erw
ijd
er
d
e
d
op met
b
e
h
u
l
p van een
i
n
buss
l
eu
t
e
l.
)
Zet de dwarsdra
g
ers in de
j
uiste stand en
draai de bevesti
g
in
g
sbouten vast.
2
1
9
Praktische informatie
Accessoires
E
en ruime keuze aan accessoires en originele onderdelen wordt u aangeboden door het
C
ITROËN-netwerk.
Deze accessoires en onderdelen zijn getest en goedgekeurd ten aanzien van bedrij
f
szekerheid en
veiligheid.
Ze zijn volledig aangepast aan uw auto, zijn voorzien van een artikelnummer en beschikken over de
g
arantie van CITROËN.
"Comfort":
wind
g
eleiders, rol
g
ordi
j
nen zi
j
ruiten, rol
g
ordi
j
n
achter, koelbox, kleerhan
g
er aan hoo
f
dsteun,
l
ees
l
amp, caravansp
i
e
g
e
l
s, par
k
eer
h
u
l
p, enz.
"Transportmiddelen":
mat ba
g
a
g
eruimte, ba
g
a
g
ebak, ba
g
a
g
enet,
s
tutten, allesdra
g
er, fietsendra
g
er, skidra
g
er,
dakkoffer, trekhaak, trekhaakbedradin
g
, enz.
Bi
j
monta
g
e van een trekhaak en bedradin
g
doo
r
ee
n
a
n
de
r
e
da
n
ee
n
deale
r v
a
n
he
t
C
ITRO
Ë
N-netwerk, moeten de voorschriften
van de
f
abrikant worden op
g
evol
g
d en moet de
bedrading aangesloten worden op de daarvoo
r
bestemde aansluitin
g
en van de auto.
"St
y
lin
g
":
pookknop, aluminium voetensteun, lichtmetalen
ve
lg
en, verc
h
room
d
e sp
i
e
g
e
lh
u
i
zen,
verc
h
room
d
e port
i
er
lij
sten, enz.
*
O
m te voorkomen dat pedalen
b
li
j
ven han
g
en:
- let erop dat vloermatten op de
j
uiste
pl
aats
ligg
en en
g
oe
d
z
ij
n vast
g
emaa
k
t,
-
l
e
g
noo
i
t meer
d
ere matten op e
lk
aar.
"Veili
g
heid":
alarminstallatie, anti-takelmodule, car trackin
g
s
y
stem, zitverho
g
in
g
en en kinderzit
j
es,
a
lcoholtester
,
verbanddoos
,
brandblusser
,
g
evarendriehoek, veili
g
heidsvest, wielbouten
met s
l
ot, sneeuw
k
ett
i
n
g
en, sneeuwso
kk
en, enz.
"B
esc
h
erm
i
n
g"
:
vloermatten * , stoelhoezen, dorpelli
j
sten,
s
pat
l
appen, stootstr
i
ps op port
i
eren, stootstr
i
ps
o
p
d
e
b
umpers,
b
esc
h
erm
h
oes voor
d
e auto, enz.
D
e carosser
i
e
d
e
l
en van
d
e ac
h
terz
ijd
e van
de auto zijn zo ontworpen dat het opspatten
van water o
f
steensla
g
zo veel mo
g
eli
j
k wordt
v
oo
rk
o
m
e
n.
He
t m
o
nt
e
r
e
n v
a
n
elek
tr
ische
uitrustin
g
en of accessoires die niet onder
ee
n
a
rtik
e
ln
u
mm
e
r in h
e
t
asso
rtim
e
nt
van CITROËN voorkomen, kan leiden
tot storin
g
en in het elektronisch
sy
steem van uw auto en een verhoo
g
d
s
tr
oo
mv
e
r
b
r
u
ik v
e
r
oo
rz
a
k
e
n.
H
ou
d
t u re
k
en
i
n
g
met
d
eze te nemen
voorzor
g
maatre
g
e
l
.
Wij
ra
d
en u
aan contact op te nemen met een
vertegenwoordiger van het merk
CITROËN om u te laten informeren
gg
o
ver het assortiment uitrustin
g
en
e
n
accesso
ir
es
v
oo
rzi
e
n v
a
n
ee
n
a
rtik
e
ln
u
mm
e
r.
Installeren van
radiocommunicatiezenders
Voordat u radiozenders als uitrustin
g
achteraf monteert, kunt u bi
j
het
C
ITR
O
ËN-netwerk informeren
n
aar de technische
g
e
g
evens
(
frequentieband, maximaal
u
i
t
g
an
g
svermo
g
en, pos
i
t
i
e antenne,
s
peci
f
ieke installatievoorschri
f
ten
)
van
d
e voor monta
g
e
g
esc
hik
te zen
d
ers
ter beschikking, volgens de Richtlijn
E
lektroma
g
netische
C
ompatibiliteit
(
2004/104/EG
)
.
Afhankeli
j
k van de lokale wet
g
evin
g
k
an de aanwezi
g
heid van een
ve
iligh
e
id
svest, een
g
evaren
d
r
i
e
h
oe
k
en
een set reserve
l
ampen en -ze
k
er
i
n
g
en
i
n
d
e auto verp
li
c
h
t z
ij
n.
In het CITRO
Ë
N-netwerk kunt u ook reini
g
in
g
s-
e
n onderhoudsproducten kopen
(
interieur en
b
uitenkant
)
- waaronder milieuvriendeli
j
ke
producten uit de serie "TECHNATURE" -
b
i
j
vulmiddelen
(
ruitensproeiervloeistof...
)
,
stiften en spuitbussen voor het bi
j
werken
v
a
n l
a
k
sc
h
ades
in
de
e
x
ac
t
e
kl
eu
r v
a
n
de
c
arrosser
i
e van uw auto, vu
l
patronen voo
r
b
an
d
enreparat
i
eset, enz.
"Multimedia":
audio-installaties, stuurkolombedienin
g
voor de
a
utoradio, luidsprekers, HiFi-module, Bluetooth
h
andsfree set, portable navi
g
aties
y
stemen
m
et houder
,
radarverklikkers
,
USB-box
,
chteruitri
camera, portable videoscherm
m
et steun, 230V
/
50Hz-aansluitin
g
, adapter
230 V
/
12 V, Wi
f
i, enz.
221
Praktische informatie
009
Controles
TOTAL & CITROËN
2
25
Onderhoud
Openen van de motorkap
O
p
enen
)
In het interieur : trek de hand
g
reep links
o
n
de
r h
e
t
das
h
boa
r
d
n
aa
r
u
t
oe
.
S
chakel het Stop&Start-s
y
steem alti
j
d
u
it als u handelin
g
en onder de motorkap
w
il
t u
i
tvoeren, om
l
etse
l
d
oor
h
et
au
t
o
m
a
t
isch
ac
t
i
v
e
r
e
n v
a
n
de
S
TART-
s
t
a
n
d
t
e
v
oo
rk
o
m
e
n.
Sluiten
)
L
aat
d
e motor
k
ap voorz
i
c
h
t
ig
za
kk
en en
l
aat
d
eze aan
h
et e
i
n
d
e van
d
e s
l
a
g
i
n
h
et
slo
t v
alle
n.
)
C
ontroleer o
f
de motorkap goed
ver
g
rendeld is.
)
A
an
d
e
b
u
i
tenz
ijde
:
b
ewee
g
d
e
h
en
d
e
l
om
h
oo
g
en t
il
d
e motor
k
ap op.
Een gasdemper opent de motorkap en houdt
deze omhoo
g
.
Di
t overz
i
c
h
t
i
s een
h
u
l
pm
idd
e
l
bij
he
t
co
ntr
o
l
e
r
e
n v
a
n
de
v
e
r
sc
hill
e
n
de
vloeistofniveaus en het vervan
g
en van
bepaalde onderdelen.
Benzinemotoren
1.
Reservoir stuurbekrachti
g
in
g
.
2.
Reservoir ruiten- en koplampsproeiers.
3.
R
ese
rv
o
ir k
oe
lvl
oe
i
s
t
o
f.
4.
R
ese
rv
o
ir r
e
mvl
oe
i
s
t
of
.
5.
Accu
/
zekerin
g
en.
6
.
Z
e
k
er
i
n
gk
ast.
7
.
L
uc
ht
f
ilt
e
r.
8.
O
lie
p
eilstok.
9.
Motorolie
(
bi
j)
vullen.
T
HP 155 Automaat
6
T
HP 200 Hand
g
eschakeld
6
227
Onderhoud
Di
t overz
i
c
h
t
i
s een
h
u
l
pm
idd
e
l
bij
he
t
co
ntr
ole
r
e
n v
a
n
de
v
e
r
schille
n
de
vloeisto
f
niveaus, het vervangen van bepaalde
o
n
de
r
de
l
e
n
e
n h
e
t
o
ntl
uc
ht
e
n v
a
n h
e
t
b
r
a
n
ds
t
ofc
ir
cu
it.
*
Vol
g
ens motoruitvoerin
g
.
Dieselmotoren
1.
Reservoir stuurbekrachti
g
in
g
.
2.
Reservoir ruiten- en koplampsproeiers.
3.
R
ese
rv
o
ir k
oe
lvl
oe
i
s
t
o
f.
4.
R
ese
rv
o
ir r
e
mvl
oe
i
s
t
of
.
5
.
Accu
/
zekerin
g
en.
6
.
Z
e
k
er
i
n
gk
ast.
7
.
L
uc
ht
f
ilt
e
r.
8.
O
lie
p
eilstok.
9.
Motorolie
(
bi
j)
vullen.
1
0
.
Handopvoerpomp * .
1
1
.
O
ntluchtnippel * .
e
-HDi 110 EGS
6
H
DiF 160 HANDGESCHAKELD 6 / HDiF 160 AUTOMAAT 6
e
en le
g
e brandsto
f
tank noodzakeli
j
k om het
brandstofs
y
steem te ontluchten: raadplee
g
de
a
fbeeldin
g
van de desbetreffende motorruimte.
Brandstoftank leeg (Diesel)
Als
de
t
a
n
k
v
a
n
u
w
au
t
o
is
v
oo
rz
ie
n v
a
n
e
en tan
kb
eve
iligi
n
g
, raa
d
p
l
ee
g
d
an
d
e
rubriek "Tankbeveili
g
in
g
(
Diesel
)
".
)
Vul de brandstoftank met minimaal
5
lite
r
diesel
.
)
O
pen de motorkap.
)
M
aa
k
i
n
di
en no
dig
d
e s
i
er
k
ap
l
os om
d
e
hando
p
voer
p
om
p
te kunnen bereiken.
)
Bedien de hando
p
voer
p
om
p
totdat er
weerstand wordt
g
evoeld
(
de eerste kee
r
indrukken kan zwaar zi
j
n
)
.
)
B
ed
i
e
n
de
s
t
a
rtm
o
t
o
r t
o
t
de
m
o
t
o
r
aa
n
s
l
aa
t
(
als de motor niet
g
eli
j
k aanslaat, wacht
dan on
g
eveer 15 seconden en start de
motor opnieuw
)
.
)
Al
s
d
e motor na meer
d
ere po
gi
n
g
en n
i
et
aanslaat, bedien dan de hando
p
voer
p
om
p
e
n vervol
g
ens de startmotor opnieuw.
)
Plaats de sierkap teru
g
en klem deze vast.
)
Sluit de motorkap.
1.6 HDi-motor
)
Vul de brandstoftank met minimaal
5
liter
diesel
.
)
O
pen de motorkap.
)
Verwi
j
der indien nodi
g
de a
f
dekkap van de
m
otor voor toegang tot de opvoerpomp.
)
Draai de ontluchtin
g
snippel los.
)
Bedien de handopvoerpomp tot u brandsto
f
door de transparante slan
g
ziet stromen.
)
Draai de ontluchtin
g
snippel vast.
)
B
ed
i
e
n
de
s
t
a
rtm
o
t
o
r t
o
t
de
m
o
t
o
r
aa
n
s
l
aa
t
(
als de motor bi
j
de eerste po
g
in
g
niet
a
anslaat, wacht dan vi
jf
tien seconden
a
lvorens opnieuw te starten
)
.
)
Als de motor na enkele pogingen niet
a
anslaat, bedien dan de hando
p
voer
p
om
p
e
n vervol
g
ens de startmotor opnieuw.
)
Bren
g
de afdekkap van de motor aan en
c
ontroleer vervol
g
ens of deze
g
oed vastzit.
)
Sluit de motorkap.
2.0 HDi-motor
A
ls de motor niet direct aanslaat,
be
ë
indi
g
dan uw startpo
g
in
g
en herhaal
de procedure.
2
2
9
Onderhoud
Niveaus controleren
Let bi
j
werkzaamheden onder de
motorkap
g
oed op, want bepaalde delen
van de motor kunnen zeer heet zi
j
n
(
kans op brandwonden
)
.
M
otorolieniveau
H
et motoro
li
en
i
veau
k
an
bij
aan
g
ezet
c
ontact worden
g
econtroleerd via
de motorolieniveaumeter op het
instrumenten
p
aneel, o
f
met de
o
liepeilstok.
Olie verversen
Raadplee
g
het onderhoudsboek
j
e voor het
verversin
g
sinterval voor uw auto.
O
m een verminderde betrouwbaarheid van de
motor en de emissiere
g
elin
g
te voorkomen, is
h
et
g
e
b
ru
ik
van a
ddi
t
i
even
i
n
d
e motoro
li
e n
i
et
toe
g
estaan.
T
y
pe motorolie
G
ebruik de door de fabrikant aanbevolen
motoro
li
e voor uw auto en motoru
i
tvoer
i
n
g
.
N
a
h
et
bij
vu
ll
en za
l
d
e o
li
en
i
veaumeter
op
h
et
d
as
hb
oar
d
bij
h
et aanzetten van
h
et contact na 30 minuten de juiste
waarde aan
g
even.
Laat in het geval van een sterk gedaald niveau het desbetreffende circuit controleren door het CITRO
Ë
N-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
C
ontroleer deze niveaus regelmatig en respecteer de voorwaarden zoals vermeld in het garantie- en onderhoudsboekje. Vul deze niveaus indien nodig bij, tenzij anders aangegeven.
Een handmatige controle van het motorolieniveau
i
s alleen betrouwbaar als de auto o
p
een vlakke,
h
orizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30 minuten niet hee
f
t gedraaid.
H
e
t i
s
n
o
rm
aa
l
da
t
u
t
usse
n tw
ee
on
d
er
h
ou
d
s
b
eurten
d
oor o
li
e moet
bij
vu
ll
en.
C
ITR
O
ËN adviseert u om elke
5000
km het
o
li
en
i
veau te contro
l
eren en,
i
n
di
en no
dig
, o
li
e
bi
j
te vullen.
Koelvloeistofniveau
H
e
t k
oe
lvl
oe
i
s
t
o
fniv
eau
d
i
e
nt zi
c
h
zo dicht mo
g
eli
j
k bi
j
het merkteken
"MAXI" te bevinden, maar ma
g
beslist niet hoger zijn.
Koelvloeistof verversen
D
e
k
oe
lvl
oe
i
s
t
of
be
h
oef
t ni
e
t t
e
w
o
r
de
n
v
e
rv
e
r
s
t.
T
y
pe koelvloeistof
G
ebruik de door de
f
abrikant voorgeschreven
k
oe
lvl
oe
i
s
t
of
.
Stuurbekrachti
g
in
g
svloeistofniveau
Het stuurbekrachtigingsvloeisto
f
niveau
dient zich zo dicht mo
g
eli
j
k bi
j
het
m
e
rkt
e
k
e
n "MAXI" t
e
be
vin
de
n. Dr
aa
i
b
i
j
koude motor de dop open om het
niv
eau
t
e
co
ntr
o
l
e
r
e
n.
H
e
t r
e
mvl
oe
i
s
t
of
niv
eau
d
i
e
nt zi
c
h
z
o
di
c
h
t mo
g
e
lijk
bij
h
et mer
k
te
k
en
"
MAXI" te bevinden.
C
ontroleer indien
dit niet het
g
eval is o
f
de remblokken
van uw auto z
ij
n vers
l
eten.
Remvloeistofniveau
Remvloeistof verversen
Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het
voor
g
eschreven verversin
g
sinterval.
T
y
pe remvloeistof
G
ebruik de door de
f
abrikant voorgeschreven
r
emvloeisto
f
die voldoet aan de D
O
T4-norm.
Wach
t
bo
v
e
n
die
n
al
v
o
r
e
n
s
w
er
k
zaam
h
e
d
en aan
h
et
k
oe
l
s
y
steem
u
it t
e
v
oe
r
e
n t
e
n min
s
t
e
1
uu
r n
ada
t
de motor
g
edraaid hee
f
t, omdat het
k
oels
y
steem onder druk staat.
Dr
aa
i
o
m
b
r
a
n
d
w
o
n
de
n t
e
v
oo
rk
o
m
e
n
de dop eerst 2 omwentelin
g
en los om
de druk te laten dalen. Verwi
j
der, als de
d
ru
k
eenmaa
l
g
e
d
aa
ld
i
s,
d
e
d
op en vu
l
k
oelvloeisto
f
bi
j
.
Als de motor warm is, wordt de temperatuur van
de koelvloeistof
g
ere
g
eld door de koelventilator.
D
eze kan ook bi
j
a
fg
ezet contact werken.
Bi
j
auto's met een roetfilter kan de
k
oe
l
vent
il
ator oo
k
no
g
wer
k
en na
d
at
d
e
m
otor is af
g
ezet, zelfs bi
j
koude motor
.
2
3
1
Onderhoud
Ge
g
evens van de vloeistof
Voor een optimale reiniging en om bevriezing te
voorkomen, ma
g
nimmer water worden
g
ebruikt
voor het verversen of bi
j
vullen van de vloeistof.
Niveau vloeistof ruitens
p
roeiers/
k
oplampsproeiers
Al
s uw auto vooz
i
en
i
s van
k
op
l
ampsproe
i
ers
e
n u wilt het niveau controleren o
f
bi
j
vullen,
p
arkeert u de auto en zet u de motor a
f
.
)
C
ontroleer o
f
de motor geheel is a
f
gezet
voordat u de motorka
p
o
p
ent.
)
Verwi
j
der de dop van het
r
uitensproeiervloeistofreservoir.
Vermi
j
d lan
g
duri
g
huidcontact met
af
g
ewerkte olie en andere vloeistoffen.
D
e
m
ees
t
e
v
a
n
de
z
e
vl
oe
i
s
t
o
ff
e
n
z
i
j
n bi
j
tend en schadeli
j
k voor de
g
ezondheid.
Gooi af
g
ewerkte olie en andere
vloeisto
ff
en niet in het riool, in het wate
r
of op de
g
rond.
Deponeer a
fg
ewerkte olie in de
daa
rv
oo
r
bes
t
e
m
de
co
nt
a
in
e
r
s
bi
j
het CITRO
Ë
N-netwerk of een
g
ekwalificeerde werkplaats.
Af
g
ewerkte producten
Bij
vu
ll
en
L
aat
h
et
bij
vu
ll
en zo spoe
dig
mo
g
e
lijk
u
i
tvoeren
doo
r h
e
t
C
ITR
N-n
e
tw
e
rk
o
f
doo
r
ee
n
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
Niveau brandstofadditief
(
diesel met roetfilter
)
Een te laa
g
additiefniveau
wordt aan
g
e
g
even door het
verklikkerlamp
j
e
S
ervice in
c
om
bi
nat
i
e met een
g
e
l
u
id
ss
ig
naa
l
en een me
ldi
n
g
o
p
h
et
di
sp
l
a
y
van
h
et
i
nstrumentenpanee
l
.
)
Kni
j
p de pipet af om te voorkomen dat er
luc
ht ink
o
mt.
)
V
erw
ijd
er
d
e p
i
pet u
i
t
h
et reservo
i
r en
l
ees
via de doorzichti
g
e buitenkant het niveau a
f
.
)
V
u
l
i
n
di
en no
dig
h
et n
i
veau
bij
.
)
Plaats de dop terug op het reservoir en
s
luit de motorka
p
.
Controles
1
2V-accu
D
e accu
i
s on
d
er
h
ou
d
svr
ij
.
Ni
e
tt
e
min i
s
h
e
t r
aad
z
aa
m
o
m
re
g
elmati
g
te controleren o
f
de
accupolen en -klemmen schoon zi
j
n,
vooral bi
j
warm weer en in de winter.
Deze sticker, die hoort bi
j
het
S
top
&
S
tart-
sy
steem,
g
ee
f
t aan dat er een speciale
12V-loodaccu is gebruikt die alleen
los
g
ekoppeld en
/
o
f
vervan
g
en ma
g
worden
door het CITROËN-netwerk of door een
g
ekwalificeerde werkplaats.
R
aa
d
p
l
ee
g
, tenz
ij
an
d
ers aan
g
e
g
even,
d
e
bladzijden in het onderhoudsboekje die
betrekkin
g
hebben op de motoruitvoerin
g
v
a
n
u
w
au
t
o
v
oo
r h
e
t l
a
t
e
n
co
ntr
o
l
e
r
e
n
van bepaalde onderdelen vol
g
ens het
o
n
de
rh
oudssc
h
e
m
a
v
a
n
de
co
n
s
tr
uc
t
eu
r.
L
aa
t
de
co
ntr
o
l
es
e
v
e
nt
uee
l
u
itv
oe
r
e
n
doo
r
h
et CITRO
Ë
N-netwerk of een
g
ekwalificeerde
wer
k
p
l
aats.
R
aa
d
p
l
ee
g
voor
d
at u
d
e accu
k
a
b
e
l
s
l
osneemt
de
r
ub
ri
e
k "12V-
accu
" v
oo
r m
ee
r in
fo
rm
a
ti
e
over
e te nemen voorzor
smaatre
e
en.
2
3
3
Onderhoud
Roetfilter
(
diesel
)
Als het roet
f
ilter vervuild is,
wordt u hierop geattendeerd
door het ti
j
deli
j
k branden van
dit lamp
j
e in combinatie met een meldin
g
op het
multifunctionele displa
y
.
Ga om het roetfilter te re
g
enereren,
z
odra de omstandi
g
heden het toelaten,
met een snelheid van minimaal
60
km
/
h
ri
j
den tot het lamp
j
e dooft.
Als het lamp
j
e bli
j
ft branden is het
minim
u
m
b
r
a
n
ds
t
o
f
add
iti
e
fniv
eau
bereikt: raadplee
g
de para
g
raaf "Niveau
b
r
a
n
ds
t
o
f
add
iti
e
f".
Bij
een n
i
euwe auto
k
unt u
d
e
e
erste paar keer dat het roet
f
ilter
g
ere
g
enereer
d
wor
d
t een
b
ran
dl
uc
h
t
ru
ik
en;
di
t
i
s vo
lk
omen normaa
l
.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt
g
ereden o
f
de motor lan
g
duri
g
s
tationair draait, kan bi
j
g
as
g
even
s
oms rook uit de uitlaat waar
g
enomen
worden. Dit heeft
g
een invloed op de
prestaties en heeft
g
een
g
evol
g
en voor
he
t m
ilieu
.
Laat de
f
ilters periodiek vervan
g
en
volgens de in het onderhoudsboekje
a
an
g
e
g
even intervallen.
L
uchtfilter en interieurfilte
r
Laat bi
j
het olie verversen tevens het
oliefilter vervan
g
en.
Raadplee
g
het onderhoudsboek
j
e
voor het vervan
g
in
g
sinterval.
Oliefilter
A
ls de om
g
evin
g
(
veel stof...
)
en het
g
ebruik
(
veel stadsverkeer...
)
d
aartoe aan
l
e
idi
n
g
g
even, moeten de filters twee keer zo vaak
wor
d
en vervan
g
en
.
Een versto
p
t interieur
f
ilter kan de
p
restaties
van de airconditionin
g
verstoren en
onaan
g
ename
g
euren veroorzaken.
H
an
dg
esc
h
a
k
e
ld
e versne
lli
n
g
s
b
a
k
D
e versne
lli
n
g
s
b
a
k
i
s on
d
er
h
ou
d
svr
ij
(
olie verversen niet noodzakelijk
)
.
Raadplee
g
het onderhoudsboek
j
e
v
oo
r h
e
t int
e
rv
a
l v
a
n
de
niv
eauco
ntr
o
l
e
.
E
GS-versnellin
g
sbak
m
et 6 versnellin
g
en
De versnellin
g
sbak is onderhoudsvri
j
(
olie verversen niet noodzakeli
j
k
)
.
Raadplee
g
het onderhoudsboek
j
e
v
oo
r h
e
t int
e
rv
a
l v
a
n
de
n
i
v
eauco
ntr
ole
.
A
utomat
i
sc
h
e
versnellin
g
sbak
De automatische versnellingsbak is
onderhoudsvri
j
(
olie verversen niet
noodzakeli
j
k
)
.
Raadplee
g
het onderhoudsboek
j
e
v
oo
r h
e
t int
e
rv
a
l v
a
n
de
n
i
v
eauco
ntr
ole
.
De slijtage van de remblokken is
s
terk a
f
hankelijk van de rijstijl, vooral
bij stadsverkeer en veel korte ritten.
H
ierdoor kan het noodzakelijk blijken
om de remblokken vaker, tussen
twee onderhoudscontroles door, te laten
co
ntr
o
l
e
r
e
n.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt
e
en te laag remvloeisto
f
niveau erop dat de
r
emblokken versleten zijn.
R
em
bl
o
kk
en
Raadplee
g
het CITROËN-netwerk o
f
e
en
g
ekwalificeerde werkplaats voor
inf
o
rm
a
ti
e
o
v
e
r h
e
t
co
ntr
o
l
e
r
e
n v
a
n
de sli
j
ta
g
e van de remschi
j
ven.
Staat van remschi
j
ven
El
e
k
tr
i
sc
h
e
p
ar
k
eerrem
Dit s
y
steem hoeft niet apart
g
econtroleerd
te worden. Als er zich toch een probleem
voordoet, laat het s
y
steem dan
c
ontroleren door het
C
ITR
N-netwerk
o
f
een
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
G
ebruik uitsluitend door
C
ITR
O
ËN
aanbevolen producten of
g
eli
j
kwaardi
g
e
k
waliteitsproducten.
O
m de werkin
g
van belan
g
ri
j
ke or
g
anen
a
l
s
h
et rems
y
steem te opt
i
ma
li
seren,
s
electeert en biedt CITRO
Ë
N s
p
ecifieke
p
roducten aan.
Vanwe
g
e de kans op beschadi
g
in
g
van het elektrisch s
y
steem is het
reini
g
en van de motorruimte met een
ho
g
edrukreini
g
er niet toe
g
estaan
.
Raadplee
g
voor meer in
f
ormatie de rubriek
"Elektrische parkeerrem -
§
S
torin
g
en".
2
35
Onderhoud
010
Technische gegevens
Benzinemotoren
T
HP
1
55 BVA
6
THP
2
00 BVM
6
V
ersne
lli
n
g
s
b
a
k
A
u
t
o
m
aa
t
(
6 versnellin
g
en
)
Hand
g
eschakeld
(
6 versnellin
g
en
)
Ty
pe Variant Uitvoerin
g
5FV 5FU
Cilinderinhoud
(
cm
3
)
1
598
1
598
Borin
g
x sla
g
(
mm
)
77 x
8
5,
8
77 x
8
5,
8
Max.vermogen: E
C
E-norm
(
kW
)
115 147
Toerental bi
j
max.vermo
g
en
(
t
/
min
)
6
000
5
800
Max.koppel: ECE-norm
(
Nm
)
24
0
27
5
Toerental bi
j
max.koppel
(
t/min
)
1
4
00
1
7
00
Br
a
n
ds
t
of
Loodvrij Loodvrij
K
ata
ly
sator
Ja
Ja
Inhoud carter
(
in liter
)
Motor
(
met vervan
g
en filter
)
- -
Motoren en versnellingsbakken benzine-uitvoeringen
2
3
9
Technische gegevens
Gewichten (in kg) benzine-uitvoeringen
Benzinemotoren
THP
1
55 BVA
6
THP
2
00 BVM
6
Versnellin
g
sbak
A
u
t
o
m
aa
t
(
6 versnellin
g
en
)
Hand
g
eschakeld
(
6 versnellin
g
en
)
Ty
pe
V
ar
i
ant
Ui
tvoer
i
n
g
5FV
5FU
- Ledi
g
g
ewicht - -
-
G
ewicht rijklaar
*
1 495 1 505
- Maximum technisch toe
g
estane massa
t
o
t
aa
l
2
03
5
2
0
5
0
-
M
ax
i
mum toe
g
estaan tre
i
n
g
ew
i
c
h
t
hellin
g
max. 12
%
3
335
2
800
- Aanhan
g
er
g
eremd
(
binnen max. toe
g
estaan trein
g
ewicht
)
h
ellin
g
max. 10% of 12%
-
-
- Aanhan
g
er
g
eremd
**
(
met verminderde beladin
g
auto, binnen max. toe
g
estaan trein
g
ewicht
)
1
500
1
050
- Aanhan
g
er on
g
eremd 74
5
7
50
- Aanbevolen ko
g
eldruk 7
5
7
5
*
Het gewicht rijklaar staat gelijk aan het ledig gewicht + bestuurder
(
75 kg
)
.
**
Het totale
g
ewicht van de aanhan
g
er kan, binnen het maximaal toe
g
estane trein
g
ewicht, worden verhoo
g
d indien de beladin
g
van de auto wordt verminderd.
H
oud er in dat
g
eval rekenin
g
mee dat het trekken van een aanhan
g
er met een licht beladen auto een ne
g
atieve invloed heeft op het we
gg
edra
g
.
Het maximaal toe
g
estane trein
g
ewicht en de aanhan
g
er
g
ewichten
g
elden tot een hoo
g
te van maximaal 1000 meter; het op
g
e
g
even aanhan
g
er
g
ewicht
dient voor elke extra 1000 meter met 10
%
te worden verminderd.
Bij het trekken van een aanhanger mag niet harder worden gereden dan 100 km
/
h o
f
de plaatselijk geldende snelheidslimiet
(
in Nederland wettelijk 90 km
/
h
)
.
Bi
j
ho
g
e buitentemperaturen kunnen de prestaties van de auto minder worden om de motor te beschermen. Als de buitentemperatuur meer dan 37
°C
bedraa
g
t, moet het trein
g
ewicht worden verminderd.
*
H
et
g
ewicht ri
j
klaar staat
g
eli
j
k aan het ledi
g
g
ewicht + bestuurder
(
75 k
g)
.
Benzinemotoren
THP
1
55 BVA
6
THP
2
00 BVM
6
V
ersnellin
g
sbak
A
u
t
o
m
aa
t
(
6 versnellin
g
en
)
Hand
g
eschakeld
(
6 versnellin
g
en
)
Ty
pe
V
ar
i
ant
Ui
tvoer
i
n
g
5FV
5FU
- Ledi
g
g
ewicht - -
-
G
ewicht rijklaar
*
1 495 1 505
- Maximum technisch toe
g
estane massa totaal
2
1
7
0
2
19
5
-
M
aximum toe
g
estaan trein
g
ewicht
hellin
g
max. 12%
3
3
2
0
2 7
95
-
Aanhan
g
er
g
eremd
(
binnen max. toe
g
estaan trein
g
ewicht
)
h
elling max. 10
%
o
f
12
%
1 1
50
600
-
A
an
h
an
g
er on
g
erem
d
7
45
600
-
A
an
b
evo
l
en
k
o
g
e
ld
ru
k
7
5
7
5
Het maximaal toe
g
estane trein
g
ewicht en de aanhan
g
er
g
ewichten
g
elden tot een hoo
g
te van maximaal 1000 meter; het op
g
e
g
even aanhan
g
er
g
ewicht
dient voor elke extra 1000 meter met 10
%
te worden verminderd.
Bi
j
het trekken van een aanhan
g
er ma
g
niet harder worden
g
ereden dan 90 km
/
h
(
o
f
de plaatseli
j
k
g
eldende limiet als deze la
g
er is
)
.
Bi
j
ho
g
e buitentemperaturen kunnen de prestaties van de auto minder worden om de motor te beschermen. Als de buitentemperatuur meer dan 37°C
bedraa
g
t, moet het trein
g
ewicht worden verminderd.
Gewichten (in kg) benzine-uitvoeringen - N1-uitvoeringen
241
Technische gegevens
D
ieselmotor
e
-HDi
1
10/115 BMP6
H
DiF
160 BVM
6
HDiF
160 BVA
6
V
ersne
lli
n
g
s
b
a
k
E
GS
(
6 versnellin
g
en
)
Hand
g
eschakeld
(
6 versnellin
g
en
)
Au
t
o
m
aa
t
(
6 versnellin
g
en
)
Ty
pe Variant Uitvoerin
g
9HR/9HD RHH
Cilinderinhoud
(
cm
3
)
1
560
1
99
7
Borin
g
x sla
g
(
mm
)
75 x
88
,
3
8
5 x
88
Max. vermogen: E
C
E-norm
(
kW
)
82
/
84 110 120
Toerental bi
j
max. vermo
g
en
(
t
/
min
)
3
600
3
7
50
Max. koppel: ECE-norm
(
Nm
)
27
0
3
4
0
Toerental bi
j
max. koppel
(
t/min
)
1
7
50
2
000
Br
a
n
ds
t
of
Di
ese
l
K
ata
ly
sator
Ja
R
oe
tfilt
e
r
-
J
a
Inhoud carter
(
in liter
)
Motor
(
met vervan
g
en
f
ilter
)
-
-
-
Motoren en versnellingsbakken dieseluitvoeringen
Het maximaal toe
g
estane trein
g
ewicht en de aanhan
g
er
g
ewichten
g
elden tot een hoo
g
te van maximaal 1000 meter; het op
g
e
g
even aanhan
g
er
g
ewicht
dient voor elke extra 1000 meter met 10
%
te worden verminderd.
Bij het trekken van een aanhanger mag niet harder worden gereden dan 100 km
/
h o
f
de plaatselijk geldende snelheidslimiet
(
in Nederland wettelijk 90 km
/
h
)
.
Bi
j
ho
g
e buitentemperaturen kunnen de prestaties van de auto minder worden om de motor te beschermen. Als de buitentemperatuur meer dan 37
°C
bedraa
g
t, moet het trein
g
ewicht worden verminderd.
*
Het
g
ewicht ri
j
klaar staat
g
eli
j
k aan het ledi
g
g
ewicht + bestuurder
(
75 k
g)
.
**
Het totale
g
ewicht van de aanhan
g
er kan, binnen het maximaal toe
g
estane trein
g
ewicht, worden verhoo
g
d indien de beladin
g
van de auto wordt verminderd.
H
oud er in dat
g
eval rekenin
g
mee dat het trekken van een aanhan
g
er met een licht beladen auto een ne
g
atieve invloed hee
f
t op het we
gg
edra
g
.
D
ieselmotoren
e-HDi
1
10
/
115 BMP
6
HDiF
160 BVM
6
HDiF
1
60 BVA
6
V
ersnellin
g
sbak
EGS
(
6 versnellin
g
en
)
Hand
g
eschakeld
(
6 versnellin
g
en
)
A
u
t
o
m
aa
t
(
6 versnellin
g
en
)
Ty
pe
V
ar
i
ant
Ui
tvoer
i
n
g
9
HR
/9
HD
RHH
- Ledi
g
g
ewicht
-
-
-
-
G
ewicht ri
j
klaar
*
1 4
95
1
605
1
6
1
5
- Maximaal technisch toe
g
estane massa
t
o
t
aa
l
2 020 2 1
3
02 125
- Maximaal toe
g
estaan trein
g
ewicht
hellin
g
max. 12
%
3
12
0
3
330
3
3
2
5
-
Aanhan
g
er
g
eremd
(
binnen max. toe
g
estaan trein
g
ewicht
)
h
ellin
g
max. 10
%
o
f
12
%
- - -
- Aanhan
g
er
g
eremd
**
(
met verminderde beladin
g
auto, binnen max. toe
g
estaan trein
g
ewicht
)
1 400 1 500 1 500
- Aanhan
g
er on
g
eremd 74
5
7
50
- Aanbevolen ko
g
eldruk
7
5
Gewichten (in kg) dieseluitvoeringen - N1-uitvoeringen
2
4
3
Technische gegevens
*
H
et
g
ewicht ri
j
klaar staat
g
eli
j
k aan het ledi
g
g
ewicht + bestuurder
(
75 k
g)
.
Het maximaal toegestane treingewicht en de aanhangergewichten gelden tot een hoogte van maximaal 1000 meter; het opgegeven aanhangergewicht
dient voor elke extra 1000 meter met 10
%
te worden verminderd.
Bi
j
het trekken van een aanhan
g
er ma
g
niet harder worden
g
ereden dan 90 km/h
(
of de plaatseli
j
k
g
eldende limiet als deze la
g
er is
)
.
Bi
j
ho
g
e buitentemperaturen kunnen de prestaties van de auto minder worden om de motor te beschermen. Als de buitentemperatuur meer dan 37°C
bedraa
g
t, moet het trein
g
ewicht worden verminderd.
D
ieselmotoren
e
-HDi
110 BMP
6
H
DiF
160 BVM
6
HDiF
160 BVA
6
Versnellin
g
sbak
E
GS
(
6 versnellin
g
en
)
H
an
dg
esc
h
a
k
e
ld
(
6 versnellin
g
en
)
Au
t
o
m
aa
t
(
6 versnellin
g
en
)
Ty
pe
V
ar
i
ant
Ui
tvoer
i
n
g
9
HR
RHH
- Ledi
g
g
ewicht - - -
-
G
ewicht rijklaar
*
1 495 1 605 1 615
- Maximaal technisch toe
g
estane massa totaal
2
1
5
0
2
26
5
2
2
55
- Maximaal toe
g
estaan trein
g
ewicht
hellin
g
max. 12%
3
1
50
3
3
1
5
3
305
-
Aanhan
g
er
g
eremd
(
binnen max. toe
g
estaan trein
g
ewicht
)
h
elling max. 10
%
o
f
12
%
1
000
1
050
1
050
-
A
an
h
an
g
er on
g
erem
d
7
45
7
50
-
A
an
b
evo
l
en
k
o
g
e
ld
ru
k
7
5
Gewichten (in kg) dieseluitvoeringen - N1-uitvoeringen
Afmetingen (in mm)
2
45
Technische gegevens
Identificatie
De auto is voorzien van verschillende zichtbare merktekens voor de identificatie en re
g
istratie van
de
au
t
o
.
A.
Serienummer onder de motorka
p
.
Di
t nummer
i
s
i
n
g
es
l
a
g
en
i
n
d
e carrosser
i
e,
bij
d
e sc
h
o
kd
empersteun.
Controleer de bandenspannin
g
minimaal
é
én keer per maand, bi
j
koude banden.
D
e ac
h
terste z
ij
ru
i
t
i
s van po
ly
car
b
onaat
e
n
ka
n
daa
r
doo
r n
ie
t w
o
r
de
n
g
e
g
raveer
d
.
E
en te
l
a
g
e
b
an
d
enspann
i
n
g
veroorzaa
k
t een
h
o
g
er
b
r
a
n
ds
t
of
v
e
r
b
r
u
ik.
B
.
Serienummer o
p
de onderste
voorruittraverse
.
Dit nummer staat op een sticker en is
zi
c
ht
baa
r
doo
r
de
v
oo
rr
u
it.
C.
C
onstructeurssticker
.
Di
t nummer staat op een eenma
lig
e
s
t
i
c
k
er op
d
e port
i
ersponn
i
n
g
, aan
passagierszijde.
D.
Sticker bandenspannin
g
/kleurcode van
d
e lak
.
Deze sticker is op de middenstijl aan
b
estuur
d
ersz
ijd
e
b
evest
igd
,
En bevat de vol
g
ende informatie:
- bandenspannin
g
zonder en met volle
beladin
g
,
-
b
an
d
enmaat,
-
doo
r
de
co
n
s
tr
uc
t
eu
r
aa
n
be
v
ole
n
b
an
d
enmer
k
en,
- bandenspanning van het reservewiel,
- kl
eu
r
code
v
a
n
de
l
a
k.
011
Audio en telematica
URGENCE-OPROEP OF ASSISTANCE-OPROEP
249
URGENCE-OPROEP OF ASSISTANCE-OPROEP
CITROËN OPROEP NAAR URGENCE MET LOKALISERING
Druk in
g
eval van nood lan
g
er dan 2 seconden op deze
toets.
H
et
k
n
i
pperen van
h
et
g
roene
LED
-
l
amp
j
e en
e
en
g
e
l
u
id
ss
ig
naa
l
b
evest
ig
en
d
at
d
e oproep naar
d
e
a
larmcentrale CITROËN-Urgence is verstuurd * .
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de oproep
g
eannuleerd.
H
et
g
roene LED-lamp
j
e doo
f
t.
Wanneer u deze toets op een willekeurig moment langer dan 8 seconden
i
n
g
e
d
ru
k
t
h
ou
d
t, annu
l
eert u
d
e oproep.
CITROËN OPROEP NAAR ASSISTANCE MET LOKALISERING
Bij
h
et aanzetten van
h
et contact,
g
aat
h
et
g
roene lamp
j
e 3 seconden branden. Dit duidt
o
p een
g
oe
d
e wer
ki
n
g
van
h
et s
y
steem.
H
et oran
j
e
l
amp
j
e
k
n
i
ppert: er
i
s een
s
tor
i
n
g
i
n
h
et s
y
steem.
Het oran
j
e lamp
j
e bli
jf
t branden: de
noo
db
atter
ij
moet vervan
g
en wor
d
en.
R
aa
d
p
l
ee
g
i
n
b
e
id
e
g
eva
ll
en
h
et
C
ITR
N-netwerk.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de aanvraa
g
g
eannuleerd.
Dit wordt bevesti
g
d door een
g
esproken bericht.
Druk lan
g
er dan 2 seconden op deze toets voor het
aanvra
g
en van
h
u
l
p
bij
h
et stran
d
en van
d
e auto.
E
en gesproken bericht bevestigt dat de oproep is verstuurd
*
.
WERKING VAN HET SYSTEEM
Het groene LED-lampje blij
f
t branden
(
zonder te knipperen
)
wanneer de verbinding
tot stand is
g
ebracht. Aan het einde van het
g
esprek
g
aat het lamp
j
e uit.
Wanneer u uw auto buiten het CITRO
Ë
N-netwerk hebt
g
ekocht, raden wi
j
u
a
an de aanwezi
g
heid van deze diensten bi
j
het netwerk te laten controleren
e
n eventueel con
f
i
g
ureren. In een meertali
g
land kunt u het s
y
steem laten
c
onfi
g
ureren in de officle landstaal van uw voorkeur.
Deze oproep wordt beheerd door de CITROËN-Ur
g
ence alarmcentrale die
de informatie over de lokalisatie van de auto ontvan
g
t en een waarschuwin
g
k
an zenden naar de
g
ekwalificeerde hulpdiensten. In landen waar de
a
larmcentrale niet operationeel is of wanneer de lokalisatie uitdrukkeli
j
k is
g
ewei
g
erd, wordt de oproep meteen door
g
estuurd naar de hulpdiensten
(
112
)
,
zo
n
de
r l
o
k
a
li
sa
ti
e
.
Wanneer de elektronische eenheid airba
g
s een botsin
g
hee
f
t
waar
g
enomen, wordt onafhankeli
j
k van het eventueel af
g
aan van de
airba
g
s, automatisch een noodoproep
g
edaan.
* Deze diensten zi
j
n afhankeli
j
k van bepaalde voorwaarden en beschikbaarheid.
Raadplee
g
het CITROËN-netwerk.
Indien u
g
ebruik maakt van de dienst CITRO
Ë
N eTouch, beschikt u ook
over aanvullende diensten via uw persoonli
j
ke pa
g
ina M
yC
ITR
O
EN op de
C
ITR
N-int
e
rn
e
t
s
it
e
v
oo
r
u
w l
a
n
d
.
Su
rf hi
e
rv
oo
r n
aa
r www.
c
itr
oe
n.
co
m.
O
m technische redenenen, zoals het verbeteren van de telematicadiensten
a
an
d
e
kl
ant,
b
e
h
ou
d
t
d
e constructeur z
i
c
h
h
et rec
h
t voor om o
p
e
lk
willekeurig moment het telematicasysteem in de auto te wijzigen.
251
Dit s
y
steem is zodani
g
g
ecodeerd dat het uitsluitend in
u
w
au
t
o
f
u
n
c
ti
o
n
ee
rt.
e
MyW
a
y
01 Basisfunctie - Bedieningspaneel
O
m veili
g
heidsredenen ma
g
de bestuurder handelin
g
en
di
e z
ij
n vo
ll
e
dig
e aan
d
ac
h
t vra
g
en u
i
ts
l
u
i
ten
d
u
i
tvoeren
bij stilstaande auto.
Wanneer de eco-mode is
g
eactiveerd, schakelt
h
et s
y
steem zichzelf na het afzetten van de moto
r
au
t
o
m
a
ti
sc
h
u
it
o
m t
e
v
oo
rk
o
m
e
n
da
t
de
accu
o
ntl
ade
n
raa
kt.
INHOUD
02 Stuurkolomschakelaars
03 Werking
04 Navigatie
05 Verkeersinformatie
06 Telefoneren
07 Index - ADDR BOOK
08 Radio
09 Multimediaspelers
10 Audio-instellingen
11 Configuratie
12 Menustructuur
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
2
5
2
2
5
4
2
5
5
2
5
7
270
27
3
2
8
1
2
8
4
2
8
7
29
3
29
4
29
6
Veelgestelde vragen blz.
299
GPS-NAVIGATIE
MULTIMEDIA-AUTORADIO/BLUETOOTH-
TELEFOON
01 BASISFUNCTIES
K
o
rt in
d
r
u
kk
e
n:
se
l
ec
t
e
r
e
n v
a
n
e
en in het
g
eheu
g
en op
g
esla
g
en
radio
z
e
n
de
r.
Lan
g
indrukken: de radiozende
r
w
aar u op dat moment naar luistert
o
ps
l
aan a
l
s voor
k
euzezen
d
er.
F
u
n
c
ti
e
T
A
(
verkeersinformatie
)
a
an
/
uit.
Weer
g
ave van de li
j
st met ontvan
g
en radiozenders,
n
ummers of CD/MP3/A
pp
l
e
®
-speelli
j
sten.
Lan
g
indrukken: beheer van de structuur van de
M
P3/WMA-bestanden/bi
j
werken van de li
j
st met
ontvan
g
en ra
di
ozen
d
ers.
Toe
g
an
g
tot de " Audio-
i
nste
lli
n
g
en
"
:
kl
an
kkl
eur
,
b
assen,
h
o
g
e tonen,
l
ou
d
ness,
g
e
l
u
id
sver
d
e
li
n
g
,
balans links
/
rechts,
balans voor
/
achter,
s
nelheidsa
f
hankeli
j
ke
volumere
g
elin
g
.
Kiezen van de
g
ol
f
banden
AM
/
FM
/
DAB
*
.
In
g
edrukt houden:
resetten van het s
y
steem.
Se
l
ec
t
e
r
e
n v
a
n
de
g
eluidsbron:
C
D, U
S
B,
AUX, A
pp
l
e
®
-s
p
eler,
B
luetooth Streamin
g
, Radio.
A
nnuleren van de bewerkin
g
,
omhoo
g
in de menustructuur.
Lan
g
indrukken: teru
g
naar
de permanente weer
g
ave.
A
an
/
uit.
T
oe
t
s
M
ODE:
se
l
ec
t
e
r
e
n
van het t
y
pe permanente
weer
g
ave.
D
raa
i
en: vo
l
umere
g
e
li
n
g
(
voor elke
g
eluidsbron
a
f
zonderli
j
k, inclusie
f
de
T
A-meldingen en
n
avi
g
atie-aanwi
j
zin
g
en
)
.
S
electeren:
- van het vorige
/
volgende item in een lijst o
f
in een menu.
- van de vori
g
e/vol
g
ende afspeelli
j
st van de mediadra
g
er.
- staps
g
ew
ij
s zoe
k
en naar een ra
di
ozen
d
er met een
ho
g
ere/la
g
ere frequentie.
- van de vori
g
e
/
vol
g
ende MP3-a
f
speelli
j
st.
De kaart omhoo
g/
omlaa
g
verplaatsen, met de
f
unctie
"
D
e
k
aart ver
pl
aatsen
".
S
electeren:
- automatisch zoeken naar radiozenders in aflopende/
o
p
l
open
d
e vo
lg
or
d
e.
- van het vorige
/
volgende nummer op de
C
D,
M
P
3
-
bes
t
a
n
d
of
m
ed
i
abes
t
a
n
d
.
De kaart naar links
/
naar rechts verplaatsen in de stand "
D
e kaart ver
p
laatsen ".
Di
sp
l
a
y
u
i
tsc
h
a
k
e
l
en.
K
o
rt in
d
r
u
kk
e
n:
o
nderbreken
/
herstellen
van
h
et
g
e
l
u
id
.
* Afhankeli
j
k van het model.
01
253
Toe
g
an
g
tot het menu "
T
elefoon
"
e
n weer
g
ave van de laatste
g
esprekken of aannemen van een
i
n
k
omen
d
g
espre
k
.
T
oe
g
an
g
tot
h
et menu
"
N
av
ig
at
i
e
"
e
n weer
g
ave van
d
e
l
aatst
g
e
k
ozen
b
estemm
i
ngen.
Met de radio als
g
eluidsbron,
toe
g
an
g
tot
h
et menu
"
R
ADIO
"
e
n weer
g
ave van
d
e
lij
st met
ontvan
g
en ra
di
ozen
d
ers.
Toegang tot het menu
"
Confi
g
uratie ".
Lan
g
indrukken: toe
g
an
g
tot het
G
P
S
-bereik en de demo-modus.
Wei
g
eren van een inkomend
g
esprek of
g
esprek beëindi
g
en.
Toe
g
an
g
tot het menu
"
V
erkeersinformatie TMC "
e
n weer
g
ave van de actuele
v
e
rk
ee
r
s
inf
o
rm
a
ti
e
.
Weer
g
ave van de li
j
st met
c
ontacten / Toe
g
an
g
tot het menu
"
Contacten
".
Media als
g
eluidsbron, toe
g
an
g
t
o
t h
e
t m
e
n
u
" MEDIA "
e
n
weer
g
ave van de tracklist.
A
nnu
l
eren van
d
e
b
ewer
ki
n
g
, om
h
oo
g
i
n
de
m
e
n
us
tr
uc
t
uu
r.
Lang indrukken: terug naar de
p
ermanente weer
g
ave.
Draaiknop
e voor selecteren en bevesti
en:
S
electeer een item op het display en bevestig
u
w
k
euze
d
oor
h
et
k
nop
j
e
k
ort
i
n te
d
ru
kk
en.
Druk als er
g
een menu of li
j
st wordt
weer
g
e
g
even het knop
j
e kort in om een
c
ontextmenu op te vra
g
en, a
f
hankeli
j
k van de
weer
g
ave op het scherm.
Draaien bi
j
weer
g
ave van de kaart: in-
/
ui
tzoomen op
d
e
k
aart.
BASISFUNCTIES
SRC

02


-
+
- Dr
aa
i
e
n.
Radio: automatische selectie van vori
g
e
/
vol
g
ende zender.
Media: vol
g
ende
/
vori
g
e track.
- Drukken en draaien: naar
6
op
g
esla
g
en
v
oo
r
keu
rz
e
n
de
r
s
.
-
G
eluidsbron wi
j
zi
g
en.
- Toets TEL
(
kort indrukken
)
:
Binnenkomend
g
esprek aannemen.
Ti
j
dens een tele
f
oon
g
esprek: toe
g
an
g
tot
het menu Telefoon: Gesprek beëindi
g
en,
p
rivé-modus, handsfree functie.
- Toets TEL
(
even in
g
edrukt houden
)
:
Binnenkomend
g
esprek wei
g
eren of
tele
f
oongesprek beëindigen.
Buiten een tele
f
oon
g
esprek om: toe
g
an
g
tot het menu Tele
f
oon
(
nummer kiezen,
c
ontacten, li
j
st met
g
esprekken, voice
mail
)
.
- Volume verho
g
en.
- Volume verla
g
en.
-
R
a
di
o: wee
g
ave van zen
d
ers.
M
e
di
a: weer
g
ave van trac
kli
st.
03
255
Raadplee
g
de rubriek "Menustructuur displa
y
" voor een
g
edetailleerd overzicht van de keuzemo
g
eli
j
kheden binnen de
m
e
n
u
'
s
.
G
ebruik voor het schoonmaken van het displa
y
een zacht,
n
iet-schurend doek
j
e
(
bi
j
voorbeeld een brillendoek
j
e
)
zonder
sc
h
oo
nm
aa
kmi
dde
l.
"
RADIO"
"
T
ELEFOON
"
(
ti
j
dens communicatie
)
SETUP
:
IN
S
TELLIN
G
EN:
datum en ti
j
d, confi
g
uratie weer
g
ave,
g
eluid.
Ge
l
u
i
dsb
r
o
n v
e
r
a
n
de
r
e
n:
R
ADIO : RADI
O
als
g
eluidsbron.
M
USI
C
: MUSIC als
g
eluidsbron.
D
ru
k
een paar
k
eer ac
h
ter e
lk
aar op
d
e toets
M
ODE om naar
d
e vo
lg
en
d
e menu
'
s te
g
aan:
ALGEMENE WERKING
"
K
AART OP VOLLEDIG
SCHERM
"
"
K
AART OP VERKLEIND
SCHERM
"
(
ti
j
dens navi
g
atie
)
03
oor
e
raa
nop
n te
ru
en
r
t u
toe
g
an
g
tot
d
e sne
lk
euzemenu
'
s.
RADIO:
TA in-/uitschakelen
RD
S
in-/uitschakelen
ALGEMENE WERKING
WEERGAVE AFHANKELIJK VAN DE CONTEXT
MULTIMEDIASPELERS, CD
OF USB (afhankelijk van
media):
A
f
speelwi
j
ze:
Normaal
Willekeuri
g
Will
e
k
eur
ig
op e
lk
me
di
um
Herhalen
TELEFOON (tijdens
communicatie):
Privémodus
KAARTWEERGAVE OP VOLLEDIG
OF VERKLEIND SCHERM:
Navi
g
atie stoppen
/
hervatten
Bestemmin
g
kiezen
Ad
res
i
nvoeren
A
dresboek
G
PS-coördinaten
A
lternatieve route
K
aart ver
pl
aatsen
Info plaats
Al
s
b
estemm
i
n
g
ki
ezen
Al
s eta
pp
e
ki
ezen
D
eze plaats opslaan
(
contacten
)
K
aartmo
d
us ver
l
aten
Navi
g
atiecriteria
I
n
d
e wac
h
t zetten
1
1
1
1
1
1
1
1
2
2
2
2
2
1
2
2
2
1
1
1
1
DTMF
-tonen
Ophan
g
en
1
1
Opties
1
V
eranderen van fre
q
uentieband
In-/uitschakelen verkeersinformatie
(
TA
)
2
2
04
257
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
g
g
g
g
g
Navigatie
Navigatie
Navigatie
Navigatie
Navigatie
Navigatie
Navigatie
Navigatie
Navigatie
Navigatie
Navigatie
Navigatie
Navigatie
Niti
Niti
Niti
Niti
Niti
Niti
Niti
Niti
Niti
Ni i
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
S
electeer " O
p
ties " in het navigatiemenu en vervolgens "
L
aatste bestemmin
g
en wissen " en bevesti
g
uw keuze
om de laatste bestemmin
g
en te wissen.
S
electeer " Ja "
e
n
bevesti
g
uw keuze.
Het is niet mo
g
eli
j
k om één enkele bestemmin
g
te wissen.
Wissel tussen het menu en de li
j
st
(
links/rechts
)
.
NAVIGATIE
Naar het menu "NAVIGATIE"
Druk o
p
NAV
.
of
Raadpleeg het
CITROËN-netwerk
pg
o
m updates voor de
kaart
g
e
g
evens te
verkri
jg
en.
D
ru
k
k
ort op
h
et u
i
te
i
n
d
e van
de
lich
t
schakelaa
r
o
m
de
l
aatste
g
espro
k
en
i
nstruct
i
e te
h
e
rh
a
l
e
n.
04
Druk op
NAV
v
oo
r h
e
t m
e
n
u
"
N
av
ig
at
i
e
".
EEN NIEUWE BESTEMMING KIEZEN
NAVIGATIE
EEN BESTEMMING KIEZEN
S
electeer "
E
en bestemmin
g
kiezen
"
e
n
bevesti
g
uw keuze, selecteer dan
"
A
dres invoeren
"
en bevesti
g
uw keuze.
S
electeer " Land" en bevesti
g
uw keuze.
S
electeer "
Pl
aats
"
en
b
evest
ig
uw
k
euze om
d
e p
l
aats van
b
estemm
i
n
g
op
t
e
s
l
aa
n.
S
electeer één voor één de letters van de
pl
aats en
b
evest
ig
e
lk
e
l
etter stee
d
s met
h
et
d
raa
ik
nop
j
e.
S
electeer een plaats uit de li
j
st en bevesti
g
uw keuze.
U kunt ook een lijst met plaatsen in het opgegeven land opvragen
door een paar letters op te
g
even en dit te bevesti
g
en met
"
Li
j
st"
.
D
raa
i
aan
d
e
d
raa
ik
nop en se
l
ecteer OK
om uw
k
euze te
b
evest
ig
en.
Vul de gegevens zoals "Weg
"
e
n
"Nummer
/
Kruisin
g
"
op dezel
f
de
m
a
ni
e
r in.
Se
l
ec
t
ee
r "O
p
slaan" om de adreskaart op te slaan.
U kunt maximaal 4
00
kaarten opslaan.
Bevesti
g
met "OK " om het navi
g
eren te
s
t
a
rt
e
n.
S
electeer een navi
g
atiecriterium:
"
Snelste route", "
K
ortste route
"
of
bes
t
e
r
ou
t
e
"
A
fstand/Ti
j
d
"
, en selectee
r
indien
g
ewenst, aanvullende criteria
z
oals
:
"
M
et to
l
we
g
en
",
"
M
et veer
p
ont
",
of
"Verkeersinformatie
"
en
b
evest
ig
uw
keu
z
e
m
e
t
"
OK
"
.
04
259
EEN BESTEMMING KIEZEN
NAVIGATIE
NAAR EEN VAN DE LAATSTE BESTEMMINGEN
D
ru
k
op
NAV
v
oo
r
he
t m
e
n
u
"
N
av
ig
at
i
e
"
.
S
electeer de
g
ewenste bestemmin
g
en
b
evest
ig
uw
k
euze om
h
et nav
ig
eren te
sta
r
te
n.
NAAR EEN CONTACT UIT HET ADRESBOEK
Selecteer en bevesti
g
"
Bestemmin
g
kiezen ", selecteer
vervo
lg
ens
"
Ad
res
b
oe
k
"
e
n
b
evest
ig
uw
k
euze.
S
electeer de
g
ewenste bestemmin
g
en
bevesti
g
uw keuze met "OK "
o
m h
e
t
n
avi
g
eren te starten.
D
ru
k
op
NAV
v
oo
r
he
t m
e
n
u
"
Navigatie
"
.
Navi
g
eren naar een uit het adresboek van de telefoon
g
e
ï
mporteerd adres is alleen mo
g
eli
j
k als het adresbestand
c
ompatibel is met het s
y
steem.
04
Selecteer en bevesti
g
"
B
estemm
i
n
g
ki
ezen
"
, se
l
ecteer
"
GPS-coördinaten
"
e
n
b
evest
ig
uw
k
euze.
Voer de
G
P
S
-coördinaten in en bevestig
u
w inv
oe
r m
e
t " OK
"
om het navi
g
eren
t
e
s
t
a
rt
e
n.
D
ru
k
op
NAV
v
oo
r
he
t m
e
n
u
"
N
av
i
gat
i
e
"
.
NAVIGATIE
GPS-COÖRDINATEN ALS BESTEMMING INVOEREN NAAR EEN PUNT OP DE KAART
Druk, als de kaart op het scherm wordt
w
eergege
v
en
,
op
OK
o
m n
aa
r h
e
t
c
ontextmenu te
g
aan.
S
electeer dan
"
K
aart verplaatsen
"
en bevesti
g
uw
keu
z
e
.
Druk op OK v
oo
r h
e
t
co
nt
e
xtm
e
n
u
v
a
n
de
f
u
n
c
ti
e
" Kaart verplaatsen".
Se
l
ec
t
ee
r "Als bestemmin
g
kiezen
"
of
"
Als tussensto
p
kiezen" en bevesti
g
u
w k
eu
z
e
.
V
erp
l
aats
d
e cursor op
h
et sc
h
erm
m
et de navigatietoets om een
bestemmin
g
spunt te kiezen.
04
261
NAAR POINTS OF INTEREST
(
POI
)
NAVIGATIE
Points o
f
interest
(
P
O
I
)
zi
j
n openbare
g
ebouwen en diensten in de
om
g
evin
g
(
hotels, bedri
j
ven, vlie
g
velden...
)
.
S
electeer
"
E
en
b
estemm
i
n
g
ki
ezen
"
e
n
b
evest
ig
di
t, se
l
ecteer vervo
lg
ens
"
E
en
a
dres invoeren
"
en bevestig dit.
Selecteer en bevesti
g
"
P
OI"
e
n
se
l
ec
t
ee
r
e
n bevesti
g
dan " Rondom huidi
g
e
p
laats
"
om een P
O
I in de buurt te
z
oeke
n.
S
electeer en bevesti
g
"
P
OI" om een P
O
I
i
n een etappe op te nemen, se
l
ecteer
vervolgens "O
p
de route
"
en bevestig
u
w k
eu
z
e
.
O
m een P
O
I als bestemmin
g
op te
g
even moet u eerst het land en de
p
laats op
g
even
(
zie "Naar nieuwe
bestemmin
g
"
)
, vervol
g
ens "
P
OI"
s
e
l
ecteren en
b
evest
ig
en en
d
an
"
Di
c
h
t
bij
"
se
l
ecteren en
b
evest
ig
en.
Zoek een P
O
I in één van de rubrieken
op
d
e vo
lg
en
d
e pa
gi
na
'
s.
S
electeer " Zoeken op Naam " om P
O
I's o
p
naam in
p
laats van o
p
a
f
s
t
a
n
d
t
e
z
oe
k
e
n.
D
ru
k
op
NAV
v
oo
r
he
t m
e
n
u
"
N
av
ig
at
i
e
".
Selecteer de
g
ewenste P
O
I en bevesti
g
u
w
keu
z
e
m
e
t
"
OK
"
om
h
et nav
ig
eren
t
e
s
t
a
rt
e
n.
04
POI-LIJST
NAVIGATIE
Dit picto
g
ram verschi
j
nt als er zich meerdere Points
of
Interest in hetzel
f
de
g
ebied bevinden. Door op dit
pictogram in te zoomen kunt u de verschillende Points
of Interest bekijken.
g
*
A
f
hankeli
j
k van beschikbaarheid in het land.
De exacte procedure voor het updaten van P
O
I's is beschikbaar op de website "http://citroen.navi
g
ation.com".
04
263
NAVIGATIE
INSTELLEN WAARSCHUWINGSMELDINGEN
RISICOGEBIEDEN
Druk o
p
NAV
v
oo
r h
e
t m
e
n
u
"
Navi
g
atie
".
U
kunt nu kiezen uit:
-
"Zi
c
h
t
b
are me
ldi
n
g
en
"
- "Meldingen met geluidssignalen"
- "Alleen meldingen weergeven bij het
nav
ig
eren
"
- "Alleen meldingen geven bij een te
h
oge sne
lh
e
id"
.
g
g
U kunt de tijd tussen het moment van de
waarschuwing voor een Risicogebied en
j
j
het passeren van het risicogebied instellen.
gg
gg
S
electeer " OK
"
om
d
e
i
nste
lli
n
g
en te
bevesti
g
en.
S
electeer " O
p
ties " en bevestig uw keuze;
selecteer vervol
g
ens "
R
isico
g
ebieden
i
nstellen " en bevesti
g
uw keuze.
Deze
f
uncties zi
j
n alleen beschikbaar als de risico
g
ebieden zi
j
n
g
edownload en in het s
y
steem zi
j
n
g
e
ï
nstalleerd.
De
g
edetailleerde procedure voor het updaten van de risico
g
ebieden
is beschikbaar op de website www.citroen.com.
04 NAVIGATIE
EEN ETAPPE TOEVOEGEN
Druk o
p
NAV
v
oo
r h
e
t m
e
n
u
"
Navi
g
atie"
.
Se
l
ec
t
ee
r "Eta
pp
es en routes
"
e
n
bevesti
g
uw keuze.
S
electeer "
D
ichtbi
j
"
o
m in
de
buu
rt v
a
n
de etappe te komen of "Strikt"
o
m
de
e
tappe
h
ee
l
prec
i
es te r
ijd
en.
B
evest
ig
met
"
OK
"
om
h
et nav
ig
eren
te starten en
gl
o
b
aa
l
d
e r
i
c
h
t
i
n
g
aan te
ge
v
en
.
S
electeer "
E
tappe toevoe
g
en
"
e
n
bevesti
g
uw keuze.
Het adres van de etappe
g
eeft u als
b
estemm
i
n
g
op v
i
a
"
Ad
res
i
nvoeren
"
,
ee
n
kaa
rt
ui
t
he
t
"
Ad
res
b
oe
k
", o
f
uit
"
L
aatste bestemmingen
"
.
ETAPPES BEHEREN
Herhaal de handelin
g
en
1
en
2
, selecteer
"
E
tappes Ordenen/Wissen
"
en bevesti
g
uw keuzes om eta
pp
es te beheren.
Selecteer en bevesti
g
uw keuze om de
wi
j
zi
g
in
g
en op te slaan.
S
electeer de etappe die u wilt
ver
p
laatsen.
Se
l
ec
t
ee
r "
V
erwi
j
deren
"
om een etappe te verwi
j
deren.
04
265
NAVIGATIEOPTIES
CRITERIA VOOR DE BEREKENING
S
electeer "O
p
ties" en bevestig uw
keu
z
e
.
S
electeer " OK
"
en bevesti
g
uw keuze
om
d
e
i
nste
lli
n
g
en op te s
l
aan.
S
electeer "
R
ekencriteria definiëren"
e
n
bevestig uw keuze.
M
e
t
de
z
e
fu
n
c
ti
e
k
u
nt
u
de
v
e
r
sc
hill
e
n
de
c
rit
e
ri
a
v
oo
r h
e
t
be
r
e
k
e
n
e
n v
a
n
de
r
ou
t
e
i
n
s
t
elle
n:
- de soort route
(
" Snelste route
"
,
"
K
ortste route
"
, "
A
fstand/Ti
j
d"
)
,
- aanvullende criteria zoals
(
"
M
et
to
l
we
g
en
"
o
f "
M
et veer
p
ont
")
,
- al of niet rekenin
g
houden
m
e
t
de
v
e
rk
ee
r
s
in
fo
rm
a
ti
e
(
"
V
erkeersinformatie "
)
.
D
ru
k
op
NAV
v
oo
r
he
t m
e
n
u
"
N
av
ig
at
i
e
".
A
ls u op
g
eeft dat het s
y
steem rekenin
g
moet houden met de
verkeersin
f
ormatie, wordt er automatisch een nieuwe route
berekend als de verkeerssituatie daar aanleidin
g
toe
g
ee
f
t.
04 NAVIGATIE
Druk op NAV v
oo
r h
e
t m
e
n
u
"
Navi
g
atie".
KAARTEN BEHEREN
POINTS OF INTEREST OP DE KAART KIEZEN
S
electeer "
K
aartbehee
r
"
en bevestig
u
w k
eu
z
e
.
S
electeer één o
f
meer cate
g
orieën die u
op
h
et sc
h
erm w
il
t z
i
en.
S
electeer "
G
e
g
evens van de kaart
"
e
n
b
evest
ig
uw
k
euze.
S
electeer " Standaard"
o
m
a
ll
ee
n "
T
ankstations,
g
ara
g
es"
e
n
"
Risico
g
ebieden
"
(
indien
g
edownload
)
weer te
g
even op de
kaa
rt.
S
electeer " OK
"
en bevestig uw keuze,
selecteer no
g
maals "OK " en bevesti
g
dit
opnieuw om de instellin
en op te slaan.
04
267
NAVIGATIE
S
electeer "
K
aart
b
e
h
ee
r
"
en
b
evest
ig
u
w k
eu
z
e
.
Se
l
ec
t
ee
r:
- "Op auto
g
eoriënteerd
"
o
m
de
k
aart o
p
de auto te richten,
-"Op noorden
g
eoriënteerd
"
o
m
d
e
k
aart a
l
t
ijd
naar
h
et noor
d
en te
ri
c
h
ten,
-
"
Pers
p
ectief "
o
m
de
kaa
rt
i
n
p
erspectie
f
te zien.
S
electeer " Oriënterin
g
van de kaart "
e
n
b
evest
ig
uw
k
euze.
In h
e
t m
e
n
u
"
S
ETUP" k
u
nt
u
de
kl
eu
r v
a
n
de
k
aa
rt v
e
r
a
n
de
r
e
n
door weer
g
ave bi
j
"Da
g
" o
f
"Nacht" te kiezen.
ORIËNTERING VAN DE KAART
Druk op NAV v
oo
r h
e
t m
e
n
u
"
Navi
g
atie".
De straatnamen worden op de kaart weer
g
e
g
even bi
j
een schaal
van 1
00
m of kleiner.
04 NAVIGATIE
D
ru
k
op
NAV
v
oo
r
he
t m
e
n
u
"
N
av
ig
at
i
e
".
GESPROKEN NAVIGATIEBERICHTEN INSTELLEN
Se
l
ec
t
ee
r "O
p
ties" en bevesti
g
uw
keu
z
e
.
V
OLUMEREGELING/UITSCHAKELEN
S
electeer "Instellen gesproken
berichten " en bevesti
g
uw keuze.
Selecteer de volumeweer
g
ave en
bevesti
g
uw keuze.
Se
l
ec
t
ee
r "
U
itschakelen
"
om de
g
esproken instructies uit te
sc
h
a
k
e
l
e
n.
S
electeer " OK
"
en bevesti
g
uw keuze.
S
tel het
g
ewenste volume in en bevesti
g
u
w k
eu
z
e
.
Het instellen van het volume is mogelijk door de volumeknop te
bedienen ti
j
dens de weer
g
ave van een route-aanwi
j
zin
g
.
He
t v
olu
m
e
v
a
n
de
i
n
s
tr
uc
t
ies
ku
nt
u
ook
i
n
s
t
elle
n v
ia
he
t m
e
n
u
"
S
ETUP
"
/
" Spraaksynthese".
04
269
MANNENSTEM/VROUWENSTEM
D
ru
k
op SETUP v
oo
r
he
t
c
on
f
i
g
uratiemenu.
Se
l
ec
t
ee
r "
M
annenstem kiezen"
of
"
V
rouwenstem kiezen
"
en bevesti
g
u
w k
eu
z
e
m
e
t "
J
a". Het s
y
steem wordt
vervol
g
ens opnieuw op
g
estart.
S
electeer " Spraaks
y
nthese"
e
n
bevesti
g
uw keuze.
05
V
ERKEERSINFORMATIE
Naar het menu "VERKEERSINFORMATIE"
Wissel tussen het menu en de li
j
st
(
links
/
rechts
)
.
"
"
"
"
"
"
"
eees o ate C
Verkeersinformatie
TMC
Verkeersinformatie TMC
Verkeersinformatie TMC
Verkeersinformatie TMC
Verkeersinformatie TMC
Verkeersinformatie TMC
Verkeersinformatie TMC
Verkeersinformatie TMC
Verkeersinformatie TMC
Verkeersinformatie TMC
Verkeersinformatie TMC
Verkeersinformatie TMC
Verkeersinformatie TMC
Verkeersinformatie TMC
V k i f ti TMC
V k i f ti TMC
V k i f ti TMC
V k i f ti TMC
"
"
"
"
"
"
"
of
D
ru
k
op
"
T
RAFFIC
"
.
05
271
V
ERKEERSINFORMATIE
INSTELLEN VAN DE FILTERS EN DE WEERGAVE VAN TMC-BERICHTEN
Een TM
C
-bericht
(
Tra
f
ic Messa
g
e
C
hannel
)
is in
f
ormatie met betrekkin
g
tot het verkeer en het weer die in real time wordt ontvan
g
en en
door
g
estuurd naar de bestuurder in de vorm van
g
esproken berichten en visuele waarschuwin
g
en op de navi
g
atiekaart.
Het navi
g
aties
y
steem kan in dat
g
eval een alternatieve route voorstellen.
Druk o
p
T
RAFFI
C
voor weer
g
ave van
h
e
t m
e
n
u
"
Verkeersinformatie TMC".
Se
l
ec
t
ee
r
de
fu
n
c
ti
e
"Geo
g
rafisch
filter" en bevesti
g
uw keuze.
Het s
y
steem biedt de keuze:
- " Bewaar alle berichten :
"
,
of
-"Bewaar de berichten :"
"
R
on
d
om
d
e auto
"
,
(
bevesti
g
de
o
p
g
e
g
even
kil
ometers om
di
t te
wi
j
zi
g
en en de a
f
stand te kiezen
)
,
" O
p
de route
"
.
B
evest
ig
met
"
O
K
"
om
d
e w
ij
z
igi
n
g
en op
t
e
s
l
aa
n.
Wij
a
d
v
i
seren:
- een
f
ilter op de route en
-
ee
n
f
ilt
e
r r
o
n
do
m
de
au
t
o
v
a
n:
-
20
km in de stad,
- 50 km op de snelwe
g
.
05
V
ERKEERSINFORMATIE
BELANGRIJKSTE PICTOGRAMMEN TMC
Rood-
g
ele driehoek: verkeersberichten, bi
j
voorbeeld:
Zwart-blauwe driehoek: al
g
emene informatie, bi
j
voorbeeld:
VERKEERSBERICHTEN BELUISTEREN
De
f
unctie TA
(
Tra
ff
ic Announcement
)
g
ee
f
t voorran
g
aan het luisteren
n
aar verkeersberichten.
O
m te worden
g
eactiveerd moet deze functie een
r
adiozender die deze berichten uitzendt,
g
oed kunnen ontvan
g
en. Zodra een
verkeersbericht wordt uit
g
ezonden, wordt de
g
eluidsbron die op dat moment
wordt weer
g
e
g
even
(
Radio, CD, USB, ...
)
automatisch onderbroken en wordt
h
et verkeersbericht weer
g
e
g
even. Zodra het verkeersbericht is a
fg
elopen,
wor
d
t
d
e weer
g
ave van
d
e oorspron
k
e
lijk
e
g
e
l
u
id
s
b
ron
h
ervat.
Druk op RADIO
o
m h
e
t m
e
n
u
"
FM / AM-band" weer te
g
even.
S
electeer " O
p
ties
"
en
b
evest
ig
uw
keu
z
e
.
S
electeer "
T
A in-/uitschakelen "
e
n
b
evesti
g
uw keuze.
Het
g
eluidsvolume van de verkeersberichten kunt u alleen instellen
ti
j
dens de weer
g
ave van een der
g
eli
j
k bericht.
U kunt de
f
unctie op elk moment in- o
f
uitschakelen door op
de
t
oe
t
s
t
e
d
r
u
kk
e
n.
Druk ti
j
dens een verkeersbericht op de toets wanneer u het
be
ri
c
ht wilt
o
n
de
r
b
r
e
k
e
n.
06
273
TELEFONEREN
Naar het menu "TELEFOON"
"
"
"
"
"
"
"
"
Telefoon
Telefoon
Telefoon
Telefoon
Telefoon
Telefoon
Telefoon
Telefoon
Telefoon
Telefoon
Telefoon
Telefoon
Telefoon
Telefoon
Tlf
Tlf
Tlf
Tlf
Tlf
"
"
"
"
"
"
"
"
D
ru
k
op
d
eze toets.
S
electeer een nummer in de li
j
st en bevesti
g
uw keuze
m
e
t
"
OK
"
om een
g
espre
k
te starten.
Als u verbindin
g
met een andere tele
f
oon maakt, wordt
d
e
lij
st met
d
e
l
aatste
g
espre
kk
en
g
ew
i
st.
Geen verbindin
g
met een
t
e
l
e
f
oo
n.
V
er
bi
n
di
n
g
met een
t
e
l
efoo
n.
Binnenkomend
g
esprek.
Ui
t
g
aan
d
g
espre
k
.
B
ez
ig
met
s
y
nc
h
ron
i
seren van
ad
r
esboek
.
C
ommunicatie met
telefoon bezi
g
.
In de bovenbalk wordt steeds
aan
g
e
g
even
Wissel tussen het menu en de li
j
st
(
links/rechts
)
.
of
06
BLUETOOTH-TELEFOON
KOPPELEN
EERSTE KOPPELING
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan de handsfree-set ma
g
o
m veili
g
heidsredenen en vanwe
g
e het
f
eit dat deze handelin
g
de
volledige aandacht van de bestuurder vraagt, uitsluitend worden
uit
g
evoerd als de auto stilstaat
.
A
c
tiv
ee
r
de
Bl
ue
t
oo
th-f
u
n
c
ti
e
v
a
n
u
w
t
e
l
e
f
oo
n
e
n
s
t
e
l
de
z
e
z
o
in
da
t
de
telefoon "
g
ezien" wordt.
Druk o
p
deze toets.
Selecteer het
g
ewenste apparaat in de
l
i
j
st, kies dan "
V
erbinden
"
en bevesti
g
u
w
keu
z
e
.
H
et s
y
steem ste
l
t voor:
- het pro
f
iel " Handsfree functie
"
(
alleen tele
f
oon
)
,
- het pro
f
iel "
A
udio"
(
streamin
g
:
l
e
z
e
n v
a
n m
u
zi
e
k
bes
t
a
n
de
n v
a
n
de
telefoon
)
,
- of beide profielen "
A
lle
".
S
electeer met "OK
"
en
b
evest
ig
uw
keu
z
e
.
S
electeer "Bluetooth-functies
"
e
n
b
evest
ig
uw
k
euze.
Se
l
ec
t
ee
r "Randa
pp
aratuur zoeken
"
e
n
bevesti
g
uw keuze.
Er verschi
j
nt een overzicht van de
a
pparatuur die waar
g
enomen is. Wacht
tot de knop "Verbinden
"
verschi
j
nt.
TELEFONEREN
G
a voor meer in
f
ormatie
(
compatibiliteit, extra hulp, enz.
)
naar
w
ww.
c
itr
oe
n.nl.
06
275
Voer dezel
f
de pincode als die van de tele
f
oon in om
de verbindin
g
tot stand te bren
g
en.
Accepteer een automatische verbindin
g
met de tele
f
oon als u wilt
dat de tele
f
oon automatisch aan
g
esloten wordt bi
j
het starten van
de
au
t
o
.
Het is a
f
hankeli
j
k van het t
y
pe tele
f
oon o
f
het s
y
steem u vraa
g
t
o
m toestemmin
g
voor de overdracht van uw tele
f
oonboek.
TELEFONEREN
Kies het profiel "Handsfree functie
"
a
l
s u
g
een muz
i
e
k
w
il
t
beluis
t
e
r
e
n.
De beschikbaarheid van diensten hangt a
f
van het
GS
M-netwerk, de simkaart en de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-apparatuur.
C
ontroleer in de
g
ebruiksaanwi
j
zin
g
van uw tele
f
oon en in
f
ormeer bi
j
uw provider welke diensten voor u toe
g
ankeli
j
k zi
j
n.
Het s
y
steem kan maar één profiel kiezen als de telefoon
g
een extra functies heeft. U kunt allebei de profielen als
stan
d
aar
di
nste
lli
n
g
ki
ezen.
Ki
es een co
d
e voor
d
e ver
bi
n
di
n
g
en
bevestig uw invoer met " OK
"
.
Bij terugkomst in de auto wordt de verbinding met de laatst
aangesloten telefoon binnen ongeveer 30 seconden na het
jg g
aanzetten van het contact, automatisch weer tot stand
g
ebracht
(
Bluetooth actie
f
en apparatuur "zichtbaar"
)
.
Om het profiel van de automatische verbinding te veranderen, moet
u de koppelin
g
met de desbetre
ff
ende tele
f
oon on
g
edaan maken
g
e
n de tele
f
oon daarna met het nieuwe pro
f
iel opnieuw koppelen.
06
SR
C
TELEFONEREN
Druk o
p
deze toets.
S
electeer "
B
e
ll
en
"
en
b
evest
ig
uw
keu
z
e
.
S
electeer "Contacten" en bevesti
g
uw
keu
z
e
.
Toets het nummer in op het virtuele
toetsenbord door de ci
j
fers te selecteren
e
n daarna te bevesti
g
en.
Bevesti
g
met "OK " om het in
g
evoerde
t
e
l
e
f
oo
nn
u
mm
e
r t
e
be
ll
e
n.
Druk op deze toets of houd
T
EL/SRC
op
h
et stuurw
i
e
l
i
n
g
e
d
ru
k
t.
EEN NIEUW NUMMER BELLEN EEN CONTACT BELLEN
S
electeer het
g
ewenste contact en
b
evesti
g
uw keuze.
Selecteer het nummer en bevesti
g
uw
keu
z
e
o
m
he
t
belle
n t
e
s
t
a
rt
e
n.
BELLEN
G
ebruik de tele
f
oon liever niet onder het ri
j
den.
S
top op een veili
g
e
p
laats of
g
ebruik de toetsen op het stuur.
06
SR
C
SR
C
277
TELEFONEREN
LAATSTE NUMMERS BELLEN
Druk op deze toets of houd
T
EL/SRC
i
n
g
e
d
ru
k
t, se
l
ecteer
"
Gesprekkenli
j
st
"
e
n
b
evest
ig
uw
k
euze.
S
electeer het
g
ewenste nummer en
bevesti
g
uw keuze.
D
ru
k
op
P
HONE
,
se
l
ecteer
"
T
elefoono
p
ties
"
en
b
evest
ig
uw
keuze, en selecteer vervolgens "
D
e gesprekkenlijst wissen "
a
l
s
u de li
j
st met
g
esprekken wilt wissen, en bevesti
g
uw keuze.
EEN GESPREK BEËINDIGEN
Druk o
p
G
ESPREK BEËINDIGEN
.
o
f
U kunt alti
j
d rechtstreeks met uw tele
f
oon bellen. Zet in dat
g
eval
de auto uit veili
g
heidsoverwe
g
in
g
en stil.
Houd
de
t
oe
t
s
T
EL/SRC op
h
et
stuurw
i
e
l
even
i
n
g
e
d
ru
k
t.
06
SR
C
SR
C
TELEFONEREN
EEN GESPREK AANNEMEN
A
ls u
g
ebeld wordt, klinkt een beltoon en verschi
j
nt een pop-
u
pvenster op het scherm.
Standaard is het s
y
steem in
g
esteld op
"
Ja" om het
g
esprek aan te nemen.
D
ru
k
op
"
OK
"
om
h
et
g
espre
k
aan te
nemen
.
S
electeer " Nee" en bevestig uw keuze
om het
g
esprek te wei
g
eren.
Dr
u
k
de
z
e
t
oe
t
s
o
f
T
EL/SRC
e
v
e
n
i
n
o
m
e
en
g
espre
k
aan te nemen.
H
oud
de
z
e
t
oe
t
s
o
f
T
EL/SRC lan
g
er
i
n
g
e
d
ru
k
t
o
f
druk op OPHANGEN om een
g
espre
k
te we
i
geren.
06
SR
C
SR
C
279
OPTIES TIJDENS EEN GESPREK *
Druk ti
j
dens het
g
esprek een paar keer
op
d
e toets
M
ODE
o
m h
e
t t
e
l
e
f
oo
nm
e
n
u
te se
l
ecteren en
d
ru
k
vervo
lg
ens op
"
OK
"
om naar
h
et contextmenu te
g
aan.
Se
l
ec
t
ee
r "
P
rivé-modus " en bevesti
g
u
w keuze om het
g
esprek rechtstreeks
vi
a
de
t
e
l
e
f
oo
n t
e
v
oe
r
e
n.
O
f selecteer " Hands-freefunctie "
e
n
bevesti
g
uw keuze om het
g
esprek via
d
e
l
u
id
spre
k
ers van
d
e au
di
o-
i
nsta
ll
at
i
e
weer te
g
even.
S
electeer en bevestig " In de wacht
zetten " om het
g
esprek in de wacht te
z
e
tt
e
n.
O
f selecteer "
G
esprek hervatten "
e
n
bevesti
g
uw keuze om een
g
esprek dat
in de wacht is
g
ezet, voort te zetten.
S
electeer "
DTMF
-tonen
"
o
m
he
t
n
u
m
e
r
ieke
t
oe
t
se
n
bo
r
d
t
e
ku
nn
e
n
gebruiken voor het kiezen van eventuele
opties die u in een
g
esprek worden
aangege
v
en
.
S
electeer "
V
erbreken " om het
g
esprek
te be
ë
indi
g
en.
*
A
f
hankeli
j
k van het t
y
pe tele
f
oon en het abonnement.
U
kunt ook een conference-call met
3
deelnemers houden.
S
tart daarvoor
e
erst 2 a
f
zonderli
j
ke
g
esprekken
*
en
se
l
ec
t
ee
r
da
n "Conference" in h
e
t
c
ontextmenu dat verschi
j
nt als u deze
t
oe
t
s
in
d
r
u
kt.
Of
d
r
u
k
de
z
e
t
oe
t
s
e
v
e
n in.
06
Druk o
p
deze toets.
S
electeer "
L
i
j
st met
g
ekoppelde
randa
pp
aratuur " en bevesti
g
uw keuze.
U
k
unt nu:
- verbindin
g
maken met de
g
eselecteerde telefoon via "
V
er
bi
n
d
en
"
o
f
de verbindin
g
"
V
er
b
re
k
en
"
,
- de koppelin
g
met de
g
eselecteerde
t
e
l
e
f
oo
n v
e
r
b
r
e
k
e
n.
U kunt ook alle koppelin
g
en te
g
eli
j
k
v
e
r
b
r
e
k
e
n.
TELEFONEREN
BEHEER VAN TELEFOONVERBINDINGEN
BELTONEN INSTELLEN
Druk op deze toets.
S
electeer "
T
elefoono
p
ties
"
en
b
evest
ig
u
w
keu
z
e
.
S
electeer "O
p
ties beltonen
"
e
n
b
evestig uw keuze.
U kunt het volume en het t
y
pe beltoon
in
s
t
e
ll
e
n.
S
electeer
"
Bluetooth-functies"
.
S
electeer "OK
"
en
b
evest
ig
uw
k
euze
om de wijzigingen op te slaan.
07
281
INDEX - ADDR BOOK
Toegang tot het menu "CONTACTEN"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
g
g
g
g
g
g
g
Co tacte ee ge e
Contacten
weergeven
Contacten weergeven
Contacten weergeven
Contacten weergeven
Contacten weergeven
Contacten weergeven
Contacten weergeven
Contacten weergeven
Contacten weergeven
Contacten weergeven
Contacten weergeven
Contacten weergeven
Contacten weergeven
Contacten weergeven
Contacten weergeven
Contacten weergeven
Contacten weergeven
Contacten weergeven
Contacten weergeven
Contacten weergeven
Ctt
Ctt
Ctt
Ctt
Ctt
Ctt
C
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
("
("
("
("
(
O
O
O
O
O
""
""
""
""
It
It
It
It
"
"
"
"
Bestemming:
- afkomstig van de contacten die in de mobiele telefoon
g
en op de
S
IM-kaart zi
j
n op
g
esla
g
en
(
a
f
hankeli
j
k van
de synchronisatie-opties van het Bluetooth-menu en
de compatibiliteit van de tele
f
oon
)
,
y
yp
- op
g
esla
g
en in het s
y
steem.
Selecteer een contact en bevesti
g
uw keuze.
S
electeer vervol
g
ens " Navi
g
eren naar " en bevesti
g
uw keuze.
T
e
l
e
f
oo
n
co
nt
ac
t
e
n:
- van de mobiele tele
f
oon en de
S
IM-kaart
(
a
f
hankeli
j
k
van de synchronisatie-opties van het Bluetooth-menu
e
n de compatibiliteit van de tele
f
oon
)
,
- op
g
esla
g
en in het s
y
steem.
D
ru
k
op
A
DDR BOOK
.
S
electeer een tele
f
ooncontact en bevesti
g
uw keuze om
h
e
t
desbe
tr
effe
n
de
n
u
mm
e
r t
e
be
ll
e
n.
D
e man
i
er waarop
d
e
c
ontacten
lij
st
g
eor
d
en
d
i
s,
han
g
t a
f
van de
g
ebruikte
t
e
l
efoo
n.
"
"
"
"
"
"
"
"
Contacten
Contacten
Contacten
Contacten
Contacten
Contacten
Contacten
Contacten
Contacten
Contacten
Contacten
Contacten
Contacten
Contacten
Ctt
Ctt
Ctt
Ctt
C
"
"
"
"
"
"
"
"
07
ADRESBOEK / SYNCHRONISEREN CONTACTEN
Druk twee keer op ADDR BOOK
en
s
electeer vervol
g
ens "Nieuw contact
"
o
m een nieuw contact o
p
te slaan.
D
ru
k
twee
k
eer op ADDR BOOK ,
s
electeer vervol
g
ens "Confi
g
uratie "
e
n bevesti
g
uw keuze.
S
electeer "
All
e contacten w
i
ssen
"
o
m
d
e op
g
es
l
a
g
en contacten u
i
t
h
et
g
e
h
eu
g
en te verw
ijd
eren.
S
electeer "Alles importeren"
o
m
a
ll
e
c
ontacten van de telefoon te im
p
orteren
e
n op te slaan.
S
electeer " S
y
nchronisatie-opties "
e
n
bevesti
g
uw keuze:
- Geen s
y
nchronisatie: alleen de in het
g
eheu
g
en van het s
y
steem op
g
esla
g
en
c
ontacten
(
alti
j
d aanwezi
g)
.
-
C
ontacten van tele
f
oon weer
g
even:
a
ll
ee
n
de
co
nt
ac
t
e
n
d
i
e
in h
e
t
g
eheu
g
en van de tele
f
oon zi
j
n
op
g
es
l
a
g
en.
-
C
ontacten van
S
IM-kaart weer
g
even:
alleen de contacten die op de
S
IM-
k
aart van de telefoon zi
j
n op
g
esla
g
en.
- Alle contacten weer
g
even: de
c
ontacten die in het
g
eheu
g
en van
de tele
f
oon én op de
S
IM-kaart zi
j
n
op
g
esla
g
en.
D
ru
k
twee
k
eer op ADDR BOOK
en
s
e
l
ecteer vervo
lg
ens
"
Status van
c
ontactenge
h
eugen
"
als
u
w
il
t w
e
t
e
n
h
oeveel contacten er in het
g
eheu
g
en
z
i
j
n op
g
esla
g
en en hoeveel ruimte er no
g
o
v
e
r i
s
.
INDEX - ADDR BOOK
07
283
CONTACTEN BEHEREN
Druk twee keer op
A
DDR BOOK ,
s
e
l
ecteer vervo
lg
ens
"
Contacten
w
eerge
v
en
"
en
b
evest
ig
uw
k
euze.
Selecteer het
g
ewenste contact en
b
evest
ig
uw
k
euze.
S
electeer " Importeren "
o
m
éé
n
co
nt
ac
t
naar het s
y
steem te kopi
ë
ren.
S
electeer " O
p
enen
"
o
m
ee
n
e
xt
e
rn
c
ontact weer te geven o
f
een opgeslagen
c
ontact te wi
j
zi
g
en.
S
electeer OK
S
electeer "
V
erw
ijd
eren
"
o
m
ee
n
op
g
es
l
a
g
en contact u
i
t
h
et s
y
steem te
verw
ijd
eren.
E
en extern contact moet a
l
t
ijd
eerst
g
e
ï
mporteer
d
wor
d
en voor
d
at
u
h
et
k
unt w
ij
z
ig
en.
H
et contact wor
d
t
i
n
h
et
g
e
h
eu
g
en van
h
et
s
ysteem opgeslagen.
C
ontacten in het adresboek van de tele
f
oon
of
op de simkaart kunnen niet verwi
j
derd o
f
g
ewi
j
zi
g
d worden via de
Bluetooth-verbindin
g
.
INDEX - ADDR BOOK
of
druk op deze toets om dit menu te
v
e
rl
a
t
e
n.
08

RADIO
Naar het menu "RADIO"
"
"
"
"
"
"
"
"
FM
/
AM band
/
DAB
FM / AM band / DAB
FM / AM band / DAB
FM / AM band / DAB
FM / AM band / DAB
FM / AM-band / DAB
FM / AM-band / DAB
FM / AM-band / DAB
FM / AM-band / DAB
FM / AM band / DAB
FM / AM band / DAB
FM / AM band / DAB
FM / AM band / DAB
FM / AM band / DAB
FM / AM b d / DAB
FM / AM b d / DAB
FM / AM b d / DAB
FM / AM b d / DAB
FM / AM b d / DAB
"
"
"
"
"
"
"
"
Druk op
of
o
f
gebruik het draaiknopje om de
vori
g
e o
f
vol
g
ende zender van de li
j
st te kiezen.
Di
t overz
i
c
h
t versc
hij
nt oo
k
a
l
s u
d
e toets
L
IST op
h
et
s
t
uu
rwi
e
l in
d
r
u
kt.
Wissel tussen het menu en de li
j
st
(
links
/
rechts
)
.
of
H
oud
L
IST even in
g
edrukt om
h
e
t
o
v
e
rzi
c
ht v
a
n z
e
n
de
r
s
t
e
v
er
v
ersen
.
Druk op RADIO
.
08
285
RADIO
A
lfabetisch
Druk op RADIO
of
L
I
S
T, kies de
g
ewenste zender en bevesti
g
uw keuze.
A
utomat
i
sc
h
zoe
k
en
D
ru
k
op
of
f
o
m
au
t
o
m
a
t
isch
n
aa
r
l
agere o
f
hogere
f
requenties te zoeken.
Of
draai het knop
j
e van de bedienin
g
op
h
e
t
s
t
uu
r.
Handmati
g
zoeken
Druk o
p
o
f
om staps
g
ewi
j
s naar
e
en andere frequentie te zoeken.
Druk o
p
een van de toetsen van het
nu
m
e
ri
e
k
e
t
oe
t
se
n
bo
r
d
o
m
de
o
n
de
r
d
at nummer op
g
es
l
a
g
en zen
d
er op te
v
ragen
.
Of
druk en draai aan het knop
j
e op het
stuu
r.
SELECTEREN VAN EEN ZENDER
Er kunnen storin
g
en in de ontvan
g
st optreden door obstakels in de om
g
evin
g
(
ber
g
en,
g
ebouwen, tunnels, parkeer
g
ara
g
es, enz.
)
, ook als de
R
D
S
-
f
unctie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en hee
f
t niets te maken met een storing in de autoradio.
EEN ZENDER OPSLAAN
Houd, nadat u een zender hebt
g
eselecteerd, een van de toetsen van
h
et numerieke toetsenbord
g
edurende
2 seconden in
g
edrukt om deze zender
o
p te s
l
aan
i
n
h
et
g
e
h
eu
g
en.
E
r
kli
n
k
t een p
i
ep
j
e ter
b
evest
igi
n
g
.
D
e
k
wa
li
te
i
t van
d
e ontvan
g
st wor
d
t aan
g
e
g
even
d
oor
h
et
a
antal actieve golven in dit symbool.
08
Druk o
p
RADIO
.
RDS INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN
A
ls de RD
S
-
f
unctie is in
g
eschakeld, zoekt de radio steeds naar
de sterkste
f
requentie van een zender, zodat u ernaar kunt bli
j
ven
l
uisteren zonder dat u zelf de frequentie hoeft te wi
j
zi
g
en. Sommi
g
e
R
DS-zenders zi
j
n echter niet in het hele land te ontvan
g
en, omdat
de frequenties van de zender niet het hele land dekken. Dit
ver
kl
aart
d
at
d
e zen
d
er t
ijd
ens
h
et r
ijd
en
k
an we
g
va
ll
en.
Se
l
ec
t
ee
r " O
p
ties
"
en bevesti
g
uw
k
eu
z
e
.
S
electeer "
R
DS inschakelen/
ui
tsc
h
a
k
e
l
en
"
en
b
evest
ig
uw
k
euze.
RADIO
S
electeer "RDS inschakelen/uitschakelen
".
Druk, als de radio
g
e
g
evens worden weer
g
e
g
even op "
O
K
"
o
m h
e
t
c
ontextmenu op te vra
g
en.
Druk o
p
" RADIO "
.
DAB * (Digital Audio Broadcasting)
DIGITALE RADIO
Di
g
itale radio zor
g
t voor een betere
g
eluidskwaliteit en biedt de
m
o
g
eli
j
kheid
g
ra
f
ische in
f
ormatie weer te
g
even met actualiteiten
van de
g
eselecteerde radiozender, wanneer u "Videomodus" hebt
g
eselecteerd onder "Voorkeursinstellin
g
en radio".
Vi
a
de
v
e
r
sc
hill
e
n
de
k
a
n
a
l
e
n h
eb
t
u
de
k
eu
z
e
u
it
ee
n
aa
nt
a
l
r
adiozenders die in alfabetische vol
g
orde zi
j
n
g
eran
g
schikt.
Se
l
ec
t
ee
r "
G
olfbereik wi
j
zi
g
en
"
e
n
bevesti
g
.
Se
l
ec
t
ee
r "
D
AB
"
en bevesti
g
.
Het Volgsysteem digitale zender
/
FM biedt de mogelijkheid om bij slechte ontvangst
van het di
g
itale si
g
naal automatisch over te schakelen op de analo
g
e radio zodat
u naar uw
f
avoriete zender kunt bli
j
ven luisteren. Zodra het di
g
itale si
g
naal wee
r
s
tabiel
g
enoe
g
is, schakelt de radio automatisch weer over op di
g
itale ontvan
g
st.
*
In de loop van het
j
aar.
09

287
Naar het menu "MUZIEK-MEDIA"
"
"
"
"
"
"
"
"
MEDIA
MEDIA
MEDIA
MEDIA
MEDIA
MEDIA
MEDIA
MEDIA
MEDIA
MEDIA
MEDIA
MEDIA
MEDIA
MEDIA
MEDIA
MEDIA
MEDIA
MEDIA
MEDIA
"
"
"
"
"
"
"
"
D
eze
lij
st versc
hij
nt oo
k
a
l
s u op toets
L
IST v
an
de bediening op het stuur drukt.
Wisselen van de li
j
st in het menu
(
links
/
rechts
)
.
of
D
ru
k
op
MEDIA
.
09 MULTIMEDIASPELERS
CD, MP3-CD, USB-SPELER
De autoradio speelt bestanden met de extensie "wma, .aac, .
f
lac,
.
o
gg
, .mp3" met een bitrate van 32 kbps tot 320 kbps af.
O
ok bestanden met een VBR
(
Variable Bit Rate
)
kunnen worden
af
g
espeeld.
Geluidsbestanden met een andere extensie
(
.mp4, .m3u, ...
)
kunnen
n
iet worden a
fg
espeeld.
WMA-bestanden moeten van het type WMA9
S
tandaard zijn.
De bemonsterin
g
s
f
requenties
(
samplin
g
rates
)
zi
j
n 11, 22, 44 en 48 kHz.
G
ebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en vermi
j
d
s
peciale tekens
(
bi
j
v.: " ",
?
, ù
)
om problemen met het a
f
spelen o
f
de
weergave te voorkomen.
S
electeer bij het branden van een
C
D-R o
f
C
D-RW de standaard I
SO
9
660 niveau 1, 2 o
f
bi
j
voorkeur Joliet om deze te kunnen a
f
spelen.
A
ls de
C
D in een ander
f
ormaat is
g
ebrand, kan het zi
j
n dat deze niet
g
oed wordt af
g
espeeld.
Het is raadzaam voor één
C
D niet meer dan één standaard voo
r
h
et branden te
g
ebruiken. Stel de laa
g
st mo
g
eli
j
ke snelheid in
(
maximaal 4 x
)
voor een optimale
g
eluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-
C
D is het raadzaam de
s
tandaard Joliet te gebruiken.
INFORMATIE EN ADVIEZEN
Het s
y
steem is
g
eschikt voor externe
g
eluidsdra
g
ers
(
USB of iPod via USB-kabel - niet mee
g
eleverd
)
.
Indien een USB-stick die verscheidene
p
artities bevat
wordt aan
g
esloten op het s
y
steem, wordt alleen de
e
erste part
i
t
i
e
h
er
k
en
d
.
U
k
unt
d
eze apparatuur
b
e
di
enen v
i
a
d
e au
di
o-
i
n
s
t
alla
t
ie
v
a
n
de
au
t
o
.
Het aantal tracks is beperkt tot een maximum van
2000
,
999
tracks per map.
A
ls het stroomverbruik o
p
de USB-
p
oort boven de
5
00 mA uitkomt, wordt het s
y
steem in de
beschermmodus
g
eschakeld en uit
g
ezet.
A
n
d
ere ran
d
apparatuur,
di
e
bij
h
et aans
l
u
i
ten n
i
et
d
oor
h
et s
y
steem wordt herkend, moet met een kabel
(
niet
m
ee
g
eleverd
)
op de Jack-plu
g
worden aan
g
esloten.
Een U
S
B-stick moet ge
f
ormatteerd zijn naar FAT 16 o
f
32 om te
kunnen worden a
fg
espeeld.
Als te
g
eli
j
kerti
j
d een Apple
®
-speler en een U
S
B-stick zi
j
n aan
g
esloten,
werkt het s
y
steem niet.
G
ebruik voor een
g
oede werkin
g
bi
j
voorkeur ori
g
inele Apple
®
US
B-kabels.
09
SRC
/
289
AUDIOBRONNEN
Plaats de CD in de s
p
eler, steek de USB-stick in de
U
SB-poort of sluit de USB-apparatuur via een kabel
(
niet mee
g
eleverd
)
op de USB-poort aan.
Het s
y
steem maakt
g
ebruik van a
f
speelli
j
sten
(
in
h
et tijdelijke geheugen
)
. Het maken van deze lijsten
k
a
n
e
nk
e
l
e
seco
n
de
n
of
so
m
s
e
nk
e
l
e
min
u
t
e
n
duren nadat het apparaat voor de eerste keer is
aan
g
esloten.
Het verwi
j
deren van alle andere dan
mu
zi
e
k
bes
t
a
n
de
n
e
n h
e
t v
e
rmin
de
r
e
n v
a
n h
e
t
aantal afspeelli
j
sten zal het aanmaken van deze
a
f
speelli
j
sten versnellen.
De a
f
speelli
j
sten worden iedere keer na het
o
pnieuw aanzetten van het contact o
f
het aansluiten
v
a
n
ee
n
US
B-
s
ti
c
k v
e
rni
eu
w
d
. D
e
au
t
o
r
ad
i
o
s
l
aa
t
de li
j
sten echter wel op en als ze niet zi
j
n
g
ewi
j
zi
g
d,
is de laadti
j
d korter.
H
et afspelen vol
g
t na een korte ti
j
d, afhankeli
j
k van
de capaciteit van de USB-stick.
GELUID
S
BRON KIEZEN
Via
de
t
oe
t
s
SOURCE
of
SRC op
h
et stuur
k
unt u van
d
e ene naar
de andere geluidsbron overschakelen.
"CD/CD MP3
"
"
U
SB, iPod
"
"
A
UX " " STREAMING
"
"RADIO
"
D
ru
k
op
MEDIA
voor weer
g
ave van
h
et
m
e
n
u
"
M
EDIA ".
S
electeer "
A
ndere Media" en bevesti
g
u
w k
eu
z
e
.
09
/
/
//
//
/
+/
-
+
/
EEN TRACK SELECTEREN
MULTIMEDIASPELERS
Vori
g
e track.
Vol
g
ende track.
Vori
g
e afspeelli
j
st.
Vol
g
ende afspeelli
j
st.
S
nel vooruit.
S
nel achteruit.
P
au
z
e
: tw
ee
k
ee
r in
d
r
u
kk
e
n v
a
n
de
t
oe
t
s
V
ol+/Vol- op het stuurwiel of
M
ute
op
h
et
b
e
di
en
i
n
g
spanee
l
.
LI
S
T: Overzicht van tracks en
a
fspeelli
j
sten op USB of CD
O
mhoog en omlaag in de lijst.
B
evest
ig
en, ver
d
er
i
n
d
e menustructuur.
T
eru
g
i
n
d
e menustructuur.
Even in
g
edrukt
houde
n
Even in
g
edrukt
houde
n
09
291
STREAMING AUDIO
S
treamin
g
audio biedt de mo
g
eli
j
kheid om muziekbestanden op de
tele
f
oon via de audio-installatie in de auto a
f
te spelen.
Maak een verbindin
g
met de telefoon: zie het hoofdstuk
"
TELEF
O
NEREN".
Kies het profiel "
A
u
di
o
"
o
f "
All
e
".
Als de weer
g
ave niet automatisch be
g
int, kan het zi
j
n dat u de
a
udioweer
g
ave moet starten via de tele
f
oon.
Het bedienen is mo
g
eli
j
k via de randapparatuur of met de toetsen van
de
au
t
o
r
ad
i
o
.
Als de streamin
g
audio eenmaal is
g
estart, wordt uw tele
f
oon als een
g
e
l
u
id
s
b
ron
b
esc
h
ouw
d
.
Wi
j
adviseren de
f
unctie "
H
erhalen
"
voor Bluetooth-apparatuur in te
sc
h
a
k
e
l
e
n.
MULTIMEDIASPELERS
APPLE
®
-SPELER AANSLUITEN
Sluit een A
pp
l
e
®
-speler met behulp van een
g
eschikte kabel
(
niet
mee
g
eleverd
)
aan op de USB-aansluitin
g
.
Het afspelen be
g
int automatisch.
De bedienin
g
g
ebeurt via de audio-installatie in de auto.
D
e
b
esc
hikb
are
i
n
d
e
li
n
g
i
s
di
e van
h
et aan
g
es
l
oten apparaat
(
artiesten
/
albums
/
g
enres
/
pla
y
lists
/
audiobooks
/
podcasts
)
.
De standaardindelin
g
is de indelin
g
per artiest.
O
m dit te veranderen
moet u terug naar het eerste niveau in de structuur om vervolgens
e
en andere indelin
g
te selecteren
(
bi
j
voorbeeld pla
y
lists
)
. Bevesti
g
uw
k
euze voordat u in de structuur weer a
f
zakt naar de
g
ewenste track.
De modus "Shuffle tracks" bi
j
de iPod
®
correspondeert met de modus
®
"
Random" bi
j
de autoradio.
De modus "Shuffle album" bi
j
de iPod
®
correspondeert met de modus
®
"R
an
d
om a
ll"
bij
d
e autora
di
o.
De modus "
S
hu
ff
le tracks" wordt standaard weer
g
e
g
even bi
j
aansluiten van het apparaat.
De softwareversie van de autoradio kan incompatibel zi
j
n met de
g
eneratie van uw Appl
e
®
-speler.
De lijst van compatibele uitrusting en een update voor de software zijn
verkri
jg
baar bi
j
het CITRO
Ë
N-netwerk.
jp g
09 MULTIMEDIASPELERS
AUX-INGANG GEBRUIKEN
Audio-kabel niet meegeleverd
S
luit het externe apparaat
(
MP3-speler enz.
)
met een
g
eschikte kabel
a
an op de JA
C
K-aansluitin
g
.
D
ru
k
op
MEDIA
voor weer
g
ave van
h
et
me
n
u
"
MEDIA
".
S
electeer "AUX-in
g
an
g
inschakelen
/
ui
tsc
h
a
k
e
l
en
"
en
b
evest
ig
uw
k
euze.
S
tel eerst het volume van het externe
apparaat in
(
luid
)
. Re
g
el daarna het
v
o
l
u
m
e
v
a
n
de
aud
i
o
-in
s
t
a
ll
a
ti
e
in
de
au
t
o
.
De bedienin
g
g
ebeurt via het externe apparaat.
10
293
A
UDIO-INSTELLINGEN
Deze zi
j
n op te vra
g
en met de toets
M
USIC op het bedienin
g
spaneel of door
de
t
oe
t
s
RADIO
of
MEDIA
(
a
f
hankeli
j
k
van de
g
eluidsbron
)
even in
g
edrukt te
h
oude
n.
-
"
Kl
an
kkl
eu
r
" (6 verschillende opties)
r
-
"
B
assen
"
-
"
H
o
g
e tonen
"
- " Loudness "
(
In-
/
uitschakelen
)
-
"
Verdelin
g
"
(
"
Bestuurder
", "
r
A
lle passa
g
iers "
)
- " Balans "
(
Links/Rechts
)
-"Fade
r
" (Voor/Achter)
r
-
"
A
utom. vo
l
ume " afhankeli
j
k van de ri
j
snelheid
(
In-/uitschakelen
)
De
(
K
lankkleur
,
Bassen
,
Ho
g
e tonen
en
L
oudness
)
zi
j
n voor elke
g
eluidsbron apart in te stellen.
De instellin
g
en van de verdelin
g
van het
g
eluid en de balans zi
j
n voor
a
lle
g
eluidsbronnen
g
eli
j
k.
De verdelin
g
van het
g
eluid
(
of de ruimteli
j
ke verdelin
g
dankzi
j
het
Arkam
y
s
©
-s
y
steem
)
in de auto is belan
g
ri
j
k voor de kwaliteit van de
weer
g
ave en kan worden af
g
estemd op het aantal inzittenden.
Geïnte
g
reerd audios
y
steem: Sound Sta
g
in
g
van Arkam
y
s
©
.
Dankzi
j
het Sound Sta
g
in
g
-s
y
steem kri
jg
en de bestuurder en de passa
g
iers
h
et
g
evoel bi
j
een live-uitvoerin
g
aanwezi
g
te zi
j
n: het
g
eluid li
j
kt van voren
te komen en om
g
eeft de inzittenden volledi
g
.
Deze nieuwe ervarin
g
wordt mo
g
eli
j
k
g
emaakt door de so
f
tware van de
autoradio die de di
g
itale si
g
nalen van de mediaspelers
(
radio,
C
D, MP3, ...
)
bewerkt zonder dat de instellingen van de luidsprekers veranderd hoeven
te worden. Bi
j
de bewerkin
g
van de si
g
nalen wordt rekenin
g
g
ehouden met
de vorm van het interieur, zodat de muziek optimaal wordt weer
g
e
g
even.
De Arkam
y
s
©
-software in uw autoradio bewerkt het di
g
itale si
g
naal van
alle mediaspelers
(
autoradio, CD, MP3, enz.
)
waardoor een natuurli
j
ke
g
eluidsweer
g
ave wordt verkre
g
en, waarbi
j
het
g
eluid van voren, ter
h
oo
g
te van
d
e voorru
i
t,
lijk
t te
k
omen waar
d
oor zowe
l
stemmen a
l
s
m
uz
i
e
ki
nstrumenten opt
i
maa
l
tot
h
un rec
h
t
k
omen.
11 CONFIGURATIE
WEERGAVE INSTELLEN
Druk o
p
SETUP v
oo
r h
e
t m
e
n
u
"
Confi
g
uratie "
.
S
electeer "
Kies de kleur
" en bevestig
r
u
w
k
euze om
d
e weergave van
d
e
k
leuren en de kaart op het scherm in te
s
t
e
ll
e
n:
- stand "Da
g
",
- stand "Nacht",
- automatische da
g
/nacht-stand,
op
b
as
i
s van
h
et
b
ran
d
en van
d
e
ver
li
c
h
t
i
n
g
.
S
electeer "
L
ichtsterkte instellen "
e
n
b
evest
ig
uw
k
euze om
d
e
li
c
h
tster
k
te
i
n
t
e
s
t
elle
n.
Druk op " OK
"
om de wijzigingen op te
s
l
aa
n.
De instellin
g
en voor da
g
en nacht zi
j
n
ona
f
hankeli
j
k van elkaar.
S
electeer " Confi
g
uratie weer
g
ave "
e
n bevesti
g
uw keuze.
11
295
Druk op SETUP v
oo
r h
e
t m
e
n
u
"
Confi
g
uratie
".
Verander de instellin
g
en één voor één.
Selecteer vervol
g
ens "OK
"
op
h
et
sc
h
erm en
b
evest
ig
d
e w
ij
z
igi
n
g
en om
ze
i
n
h
et
g
e
h
eu
g
en op te s
l
aan.
Se
l
ec
t
ee
r "Parameters auto "
e
n
bevesti
g
uw keuze.
CONFIGURATIE VAN DE AUTO
CONFIGURATIE
MENU "SETUP"
Parameters auto
Hulp bi
j
het ri
j
den
Inschakelen ruitenwisser achter bi
j
inschakelen
achteruitversnellin
g
Automatische
p
arkeerrem
1
2
O
p
g
esla
g
en snelhede
n
3
3
3
T
oe
g
an
g
aut
o
2
S
electiviteit van de open
g
aande dele
n
3
Rijverlichtin
g
2
V
er
li
c
h
t
i
n
g
over
d
a
g
3
M
eedraaiende koplampen
3
Comfortverlichtin
g
2
I
nstapver
li
c
h
t
i
n
g
3
F
o
ll
ow me
h
ome-ver
li
c
h
t
i
n
g
3
12
MENU "Navigatie"
Adres invoeren
E
en
b
estemm
i
n
g
ki
ezen
Adresboek
G
PS-coördinaten
(
Opslaan
)
Eta
pp
es en route
E
en etappe toevoe
g
en
Ad
r
es
inv
oe
r
e
n
Ad
r
esboe
k
Laatste bestemmin
g
en
E
ta
pp
es Ordenen / Wissen
Al
ternat
i
eve route
G
ekozen bestemmin
g
O
p
ties
D
efiniëren rekencriteria
I
nste
ll
en
g
espro
k
en
b
er
i
c
h
ten
L
aatste
b
estemm
i
n
g
en w
i
ssen
K
aart
b
e
h
eer
Oriënterin
g
van de kaart
TMC-zender kiezen
T
MC automatisch vol
g
en
T
MC handmati
g
vol
g
en
L
i
j
st van TMC-zenders
V
erkeersinformatie aan / uit
MENUSTRUCTUUR DISPLAY
BASISFUNCTIE
k
euze A1
k
euze A2
KEUZE A
KEUZE
B
...
Ge
g
evens van de kaart
D
e kaart verplaatsen
/
"Vol
g
en auto"
C
artografie en update
B
eschrijving van bestand met
risico
g
ebieden
Navigatie stoppen
/
hervatten
MENU "TRAFFIC"
Geo
g
rafisch filte
r
Bewaar alle berichten :
Bewaar de berichten :
R
o
n
do
m
de
au
t
o
O
p de route
Ri
s
i
cozones
i
nste
ll
en
1
2
1
2
2
2
1
2
2
3
3
1
1
3
3
2
2
2
2
1
3
1
1
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
1
2
1
2
12
297
MENUSTRUCTUUR DISPLAY
Bellen
Contacten
Telefoono
p
ties
O
p
ties beltonen
MENU "Telefoon"
1
2
1
1
3
3
2
1
3
3
2
2
1
2
2
2
1
1
2
2
2
1
3
3
3
3
1
2
2
1
1
3
3
3
3
3
3
2
Confi
g
uratie
Alle contacten wissen
Alles im
p
orteren
S
y
nchronisatie-opties
Geen s
y
nchronisatie
MENU "Contacten"
Contacten weer
g
even
Openen
I
m
p
orteren
Wissen
Nieuw contact
Om
g
evin
g
MENU "RADIO"
V
ol
g
ende band
Opties
(
radio
)
T
A inschakelen / uitschakelen
RDS inschakelen / uitschakelen
A
udio-instellin
g
en
Contacten van telefoon weer
g
even
Contacten van SIM-kaart weer
g
even
Staat van de contacten
Alle contacten weer
g
even
Bluetooth-functies
L
i
j
st met
g
ekoppelde randapparatuur
V
e
r
b
in
de
n
V
e
r
b
r
e
k
e
n
Wi
sse
n
Randa
pp
aratuur zoeken
All
es
wi
s
.
Naam van radiotelefoon wi
j
zi
g
en
G
een
Kl
ass
i
e
k
J
azz
Rock
Tech
n
o
Spraak
12 MENUSTRUCTUUR DISPLAY
2
3
3
1
4
2
2
1
4
4
2
2
1
1
1
2
1
1
2
2
2
2
2
2
2
3
3
2
2
2
1
Willekeuri
g
op hele medium
Herhalen
Audio-instellin
g
en
(
idem RADIO
)
AUX-in
g
an
g
inschakelen
/
uitschakelen
MENU "MEDIA"
V
ol
g
ende medium
USB-medium uitwer
p
en
Afs
p
eelmodus
Normaal
Willekeuri
g
Alle passa
g
iers
Balans L-R
Balans V-A
A
utom. volume
Radioli
j
st updaten
L
a
g
e tonen
Ho
g
e tonen
V
olume
V
erdelin
g
B
es
t
uu
r
de
r
N
ac
ht
s
t
a
n
d
Da
g/
Nacht auto
L
ichtsterkte instellen
D
atum en ti
j
d instellen
MENU "SETUP"
Confi
g
uratie displa
y
K
ies de kleur
H
a
rm
o
ni
e
C
arto
g
ra
f
ie
Da
g
stand
Spraaks
y
nthese
V
olume van de instructies
Mannenstem kiezen / Vrouwenstem kiezen
n
1
Parameters auto
De parameters zi
j
n a
f
hankeli
j
k van de
u
itvoerin
g
van uw auto
(
zie hoofdstuk
"
Confi
g
uratie"
)
.
299
V
EELGESTELDE VRAGEN
In de vol
g
ende tabel vindt u de antwoorden op de meest
g
estelde vra
g
en over uw radio.
V
RAAG
A
NTWOORD OPLOSSING
De
r
ou
t
e
w
o
r
d
t n
ie
t
be
r
eke
n
d
.
De criteria kunnen te
g
enstri
j
di
g
zi
j
n met de huidi
g
e plaatsbepalin
g
(
bi
j
v.
g
een tolwe
g
en terwi
j
l de auto zich op een autosnelwe
g
met tol bevindt
)
.
Controleer de criteria in het Menu "Navi
g
atie"\
"O
pties"
\
"Rekencriteria de
f
iniëren".
D
e
P
O
I'
s
w
o
r
de
n ni
e
t
aan
g
e
g
even.
De P
O
I's zi
j
n niet
g
eselecteerd.
S
electeer de P
O
I's in de li
j
st met P
O
I's.
De P
O
I's zi
j
n niet
g
edownload. Download de P
O
I's van de website:
"http:
//
citroen.navi
g
ation.com ".
Het geluidssignaal van
de Risico
g
ebieden
fu
n
c
ti
o
n
ee
rt ni
e
t.
Het geluidssignaal is niet geactiveerd.
ctiveer het geluidssignaal in het menu
"
Navi
g
atie"
\
"
O
pties"
\
"Risico
g
ebieden instellen".
Het s
y
steem stelt bi
j
b
e
l
emmer
i
n
g
en
g
een
al
t
e
rn
a
t
ie
v
e
r
ou
t
es
v
oo
r.
Er wordt
g
een rekenin
g
g
ehouden met de actuele verkeersinformatie.
S
electeer de functie "Verkeersinformatie" in het
o
v
e
rz
ich
t m
e
t
c
r
i
t
e
r
ia
.
O
ntvan
g
st van een
m
eldin
g
van een
Risico
g
ebied dat niet op
m
i
j
n route li
g
t.
Het s
y
steem meldt alle Risico
g
ebieden die zich buiten de route in
e
en be
p
aalde zone rondom de auto bevinden. Hierdoor worden ook
R
isico
g
ebieden
g
esi
g
naleerd die zich op nabi
j
g
ele
g
en routes of op
parallelbanen bevinden.
Zoom in op de kaart om de exacte positie van het
Risicogebied te kunnen bepalen. Selecteer "Op de route"
pppp
om de waarschuwingen buiten de route uit te schakelen
gpp
gpp
of om de tijdsduur tussen het moment van de melding en
g
g
h
e
t
passeren van
h
e
t
r
i
s
i
co
g
e
bi
e
d
t
e ver
k
or
t
en.
j
j
V
EELGESTELDE VRAGEN
V
RAAG
A
NTWOORD OPLO
SS
ING
S
ommi
g
e
f
iles op de
rou
t
e
w
o
r
de
n ni
e
t
d
ir
ec
t
g
emeld.
Bi
j
het opstarten hee
f
t het s
y
steem enkele minuten nodi
g
om de
verkeersin
f
ormatie te ontvan
g
en.
Wacht tot de verkeersin
f
ormatie
g
oed wordt
ontvan
g
en
(
weer
g
ave van de icoont
j
es van de
verkeersinformatie op de kaart
)
.
Het filter is te krap in
g
esteld. Verander de instellin
g
en via "Geo
g
rafisch filter".
In bepaalde landen is alleen voor de hoo
f
dwegen
(
autosnelwegen...
)
v
e
rk
ee
r
s
in
fo
rm
a
ti
e
besc
hik
baa
r.
Dit is een normaal verschijnsel. Het systeem is
a
f
hankeli
j
k van de beschikbare verkeersin
f
ormatie.
De hoo
g
te wordt niet
weer
g
e
g
even.
Bi
j
het opstarten kan de initialisatie van het GPS tot 3 minuten duren
voordat er meer dan 4 satellieten correct worden ontvan
g
en.
Wacht tot het s
y
steem volledi
g
is op
g
estart.
C
ontroleer of het
G
P
S
van ten minste 4 satellieten
e
en si
g
naal ontvan
g
t
(
druk lan
g
op de toets
S
ETUP, selecteer vervol
g
ens "GPS-bereik"
)
.
De kwaliteit van de
G
P
S
-ontvangst kan worden beïnvloed door de
om
g
evin
g
(
tunnel...
)
en het weer.
Dit is een normaal verschijnsel. De werking van
h
et s
y
steem is a
f
hankeli
j
k van de ontvan
g
st van
h
et
G
P
S
-si
g
naal.
Het lukt me niet om mi
j
n
Bl
ue
t
oo
th-t
e
l
e
f
oo
n t
e
k
oppe
l
en.
Het is mo
g
eli
j
k dat de Bluetooth-functie van de telefoon is uit
g
eschakeld
of dat uw telefoon niet zichtbaar is voor het s
y
steem.
-
C
ontroleer of de Bluetooth-functie van uw
telefoon is in
g
eschakeld.
- Controleer bi
j
de instellin
g
en van uw telefoon
o
f
deze op "Vind mi
j
" staat.
De Bluetooth-tele
f
oon is niet compatibel met het s
y
steem. Een overzicht van compatibele Bluetooth-
tele
f
oons is verkri
jg
baar bi
j
het netwerk.
Het si
g
naal van de
aan
g
esloten Bluetooth-
t
e
l
e
f
oo
n i
s
ni
e
t h
oo
r
baa
r.
Het
g
eluid is afhankeli
j
k van zowel het s
y
steem als de telefoon. Verhoo
g
het volume van de radio eventueel tot het
m
aximum en verhoo
g
het
g
eluidsniveau van de
telefoon indien nodi
g
.
H
et
g
e
l
u
id
wor
d
t verstoor
d
d
oor om
g
ev
i
n
g
s
g
e
l
u
id
en. Beperk het om
g
evin
g
s
g
eluid
(
ramen sluiten,
aanjager lager zetten, snelheid verminderen enz.
)
.
301
V
EELGESTELDE VRAGEN
V
RAAG
A
NTWOORD OPLO
SS
ING
S
ommi
g
e contacten
k
o
m
e
n
dubbe
l v
oo
r in
de li
j
st.
Bi
j
het s
y
nchroniseren worden de contacten op de simkaart en
/
o
f
die
in het
g
eheu
g
en van de tele
f
oon over
g
enomen. Als beide
g
eheu
g
ens
worden
g
es
y
nchroniseerd kan het voorkomen dat sommi
g
e contacten
dubbel worden over
g
enomen.
Kies "
C
ontacten van simkaart weer
g
even" o
f
"C
ontacten van tele
f
oon weer
g
even".
De
co
nt
ac
t
e
n w
o
r
de
n n
ie
t
in al
f
abetische vol
g
orde
w
eergege
v
en
.
Sommi
g
e telefoons hebben speciale weer
g
ave-opties. Afhankeli
j
k van
d
e
i
nste
lli
n
g
en
k
unnen contacten
i
n een
b
epaa
ld
e vo
lg
or
d
e wor
d
en
o
v
ergenomen
.
V
eran
d
er
d
e
i
nste
lli
n
g
en voor
d
e weer
g
ave van
co
nt
ac
t
e
n in
de
t
e
l
efoo
n.
Het s
y
steem ontvan
g
t
g
een SMS-berichten.
De Bluetooth-
f
unctie stuurt
g
een
S
M
S
-berichten door naar het s
y
steem.
De
C
D wordt steeds
uit
g
eworpen of kan niet
worden a
fg
espeeld doo
r
de
C
D-speler.
De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen,
bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de
pgp g
pgp g
autoradio gelezen kunnen worden.
g
g
- Controleer of de CD op de juiste wijze in de
spe
l
er
i
s
g
ep
l
aa
t
s
t
.
-
C
ontroleer de staat van de
C
D: de
C
D kan
niet worden gelezen als deze te veel is
beschadigd.
-
C
ontroleer de inhoud van de
C
D als deze zelf is
g
ebrand: raadplee
g
de tips in het hoo
f
dstuk "Audio".
- De CD-speler van de autoradio kan geen
DVD'
s a
f
s
p
e
l
en.
p
p
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's
is onvoldoende om deze door de autoradio te
gg
gg
l
aten a
f
spelen.
De
g
ebrande
C
D is niet compatibel met de
C
D-speler.
De CD is voorzien van een beveili
g
in
g
ss
y
steem dat niet door de audio-
in
s
t
a
ll
a
ti
e
w
o
r
d
t h
e
rk
e
n
d
.
Na het laden van een
C
D
of
h
e
t
aa
n
s
l
u
it
e
n v
a
n
ee
n
U
S
B-stick moet u eni
g
e
ti
j
d wachten.
Bij het plaatsen van een nieuwe gegevensdrager leest het systeem een
a
antal
g
e
g
evens uit
(
index, titel, artiest, enz.
)
. Dit kan enkele seconden
t
o
t
e
nk
e
l
e
min
u
t
e
n
du
r
e
n.
Dit is een normaal verschijnsel.
De CD-speler levert een
sl
ec
h
te
g
e
l
u
id
s
k
wa
li
te
i
t.
De
g
ebruikte CD is
g
ekrast of van slechte kwaliteit. Gebruik alleen CD's van
g
oede kwaliteit en ber
g
ze zor
g
vu
ldig
op.
De audio-instellin
g
en
(
bassen, ho
g
e tonen, klankkleur
)
zi
j
n niet op de
C
D-speler a
f
gestemd.
Zet het niveau van de bassen o
f
de ho
g
e tonen
op 0 en kies geen klankkleur.
V
EELGESTELDE VRAGEN
V
RAAG
A
NTWOORD OPLO
SS
ING
So
m
s
w
o
r
d
t
de
in
fo
rm
a
ti
e
ti
j
dens de weer
g
ave van
e
en medias
p
eler niet
c
orrect weer
g
e
g
even.
De audio-installatie kan sommi
g
e karakters niet weer
g
even.
G
ebruik standaard karakters voor de benamin
g
van nummers en a
f
speelli
j
sten.
Bij
stream
i
n
g
au
di
o start
he
t
le
z
e
n v
a
n
bes
t
a
n
de
n
n
i
e
t.
D
e aan
g
es
l
oten ran
d
apparatuur
bi
e
d
t
g
een mo
g
e
lijkh
e
id
om
h
et
l
ezen
au
t
o
m
a
t
isch
t
e
s
t
a
rt
e
n.
S
tart het a
f
spelen via de aan
g
esloten
r
an
d
apparatuur.
D
e
n
a
m
e
n v
a
n
de
nu
mm
e
r
s
e
n
de
speelduur verschijnen
niet op het scherm bij
pj
pj
streaming audio.
p
p
De Bluetooth-verbindin
g
biedt deze mo
g
eli
j
kheid niet.
D
e ontvan
g
st
k
wa
li
te
i
t
v
a
n
de
beluis
t
e
r
de
rad
i
o
z
e
n
de
r n
ee
mt
g
eleideli
j
k a
f
o
f
de
v
oo
rk
eu
z
e
z
e
n
de
r
s
k
u
nn
e
n ni
e
t w
o
r
de
n
ontvan
g
en
(g
een
g
eluid, 87,5 Mhz wordt
weer
g
e
g
even...
)
.
De
au
t
o
be
v
i
n
d
t z
ich
t
e
v
e
r v
a
n
de
z
e
n
de
r v
a
n
he
t
beluis
t
e
r
de
r
adios
t
a
t
io
n
o
f
er bevindt zich
g
een zender in het
g
ebied waarin de auto zich bevindt.
A
ctiveer de
f
unctie "RD
S
" via het snelmenu om
h
et s
y
steem te laten controleren o
f
er een sterkere
zender in het
g
ebied aanwezi
g
is.
De om
g
evin
g
waarin u ri
j
dt
(
ber
g
en, ho
g
e
g
ebouwen, bru
gg
en, tunnels enz.
)
k
an leiden tot een slechte ontvan
g
st, ook als de RDS-functie is in
g
eschakeld.
Dit is een normaal verschi
j
nsel en heeft niets te
m
aken met een storin
g
in de radio.
De antenne is niet aanwezi
g
o
f
beschadi
g
d
(
bi
j
voorbeeld in een wasstraat
o
f
een parkeer
g
ara
g
e
)
.
Laat de antenne controleren door het CITRO
Ë
N-
ne
tw
e
r
k
.
Ik kan sommi
g
e
op
g
esla
g
en zenders uit
de li
j
st niet ontvan
g
en.
De zender wordt niet meer ontvan
g
en o
f
de naam van de zender in de
l
i
j
st is veranderd.
S
ommi
g
e zenders sturen in plaats van een naam andere in
f
ormatie mee
(
titel van het actuele nummer enz.
)
.
Het systeem beschouwt deze in
f
ormatie als de naam van de zender.
De
n
aa
m v
a
n
de
z
e
n
de
r
v
e
r
a
n
de
rt.
303
V
EELGESTELDE VRAGEN
V
RAAG
A
NTWOORD OPLO
SS
ING
N
a
h
e
t in
s
t
e
ll
e
n v
a
n
de
bassen en ho
g
e tonen is
de
g
eluidss
f
eer niet mee
r
g
eselecteerd.
De
g
eluidss
f
eer is
g
ekoppeld aan de bassen en ho
g
e tonen.
Het is niet mo
g
eli
j
k deze a
f
zonderli
j
k van elkaar in te stellen.
Wi
j
zi
g
de instellin
g
van de bassen en de ho
g
e
tonen o
f
de
g
eluidss
f
eer om de
g
ewenste
g
eluidskwaliteit te verkri
jg
en.
Na
he
t
selec
t
e
r
e
n v
a
n
e
en
g
eluidss
f
eer staan
d
e
b
assen en
h
o
g
e tonen
weer op
0
.
Bi
j
het veranderen van
de
ba
l
a
n
s
w
o
r
d
t
de
g
ekozen
g
eluidsverdelin
g
uit
g
eschakeld.
De
g
eluidsverdelin
g
is
g
ekoppeld aan de balans.
Het is niet mo
g
eli
j
k deze afzonderli
j
k van elkaar in te stellen.
Wi
j
zi
g
de instellin
g
van de balans o
f
de
g
eluidsverdelin
g
om de
g
ewenste
g
eluidskwaliteit
te verkri
jg
en.
Bij
h
et veran
d
eren van
d
e
g
e
l
u
id
sver
d
e
li
n
g
wor
d
en
de instellin
g
en van de
balans uit
g
eschakeld.
Er i
s
ee
n v
e
r
sc
hil in
g
eluidskwaliteit tussen
de
v
e
r
schille
n
de
g
eluidsbronnen
(
radio,
C
D...
)
.
Voor een optimaal luister
g
enot kunt u de audio-instellin
g
en
(
Volume,
B
assen, Ho
g
e tonen, Klankkleur, Loudness
)
voor elke
g
eluidsbron
a
fzonderli
j
k instellen. Hierdoor kunnen bi
j
het selecteren van een andere
g
eluidsbron
(
radio,
C
D...
)
verschillen in de
g
eluidskwaliteit hoorbaar zi
j
n.
Controleer of de audio-instellin
g
en
(
Volume,
Bassen, Ho
g
e tonen, Klankkleur, Loudness
)
zi
j
n
af
g
estemd op de verschillende
g
eluidsbronnen.
H
et is raadzaam de AUDI
O
-
f
uncties
(
Bassen,
H
o
g
e tonen, Fader, Balans
)
in de middelste stand
te zetten, de klankkleur "Lineair" te selecteren
e
n
de
fu
n
c
ti
e
L
oud
n
ess
AAN t
e
z
e
tt
e
n
a
l
s
de
C
D-speler is
g
eselecteerd en UIT te zetten als de
r
adio is
g
eselecteerd.
V
RAAG
A
NTWOORD OPLOSSING
N
a
h
e
t
af
z
e
tt
e
n v
a
n
de
m
o
t
o
r w
o
r
d
t h
e
t
sy
steem na enkele
m
in
u
t
e
n
au
t
o
m
a
ti
sc
h
uit
g
eschakeld.
Als de motor is a
fg
ezet, bli
jf
t het s
y
steem no
g
werken zolan
g
de
laad
t
oes
t
a
n
d
v
a
n
de
accu
da
t t
oes
t
aa
t.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-mode van het
s
y
steem is
g
eactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto
o
ntl
ade
n r
aa
kt.
S
tart de motor om de accu op te laden.
Het a
f
spelen van de
m
uziek op mi
j
n U
S
B-
s
tick begint pas na lang
wachten
(
on
g
eveer 2 tot
3 minuten
)
.
Door bepaalde bestanden die standaard op een U
S
B-stick kunnen staan
k
an het er
g
lan
g
duren tot de muziek op de U
S
B-stick wordt a
fg
espeeld
(
tot 10 keer de
f
abrieksopgave
)
.
Wis de bestanden die standaard op de U
S
B-stick
s
taan en
b
eper
k
h
et aanta
l
su
b
mappen
i
n
d
e
m
appenstructuur van de U
S
B-stick.
Al
s
ik
met m
ij
n
iPh
one
ver
bi
n
di
n
g
maa
k
met
d
e
t
e
l
efoo
n
fu
n
c
ti
e
e
n ik h
e
m
gelijktijdig op de U
S
B-
p
oort aansluit, kan ik de
mu
zi
e
k
bes
t
a
n
de
n ni
e
t
afs
p
elen.
Als de iPhone automatisch verbindin
g
maakt met de telefoonfunctie,
f
orceert deze de streamin
gf
unctie. De streamin
gf
unctie kri
jg
t voorran
g
b
oven de U
S
B-
f
unctie die daardoor niet
g
ebruikt kan worden. Bi
j
a
pparatuur van Appl
e
®
wordt in dat geval een gedeelte van de track niet
afg
espeeld.
Koppel de USB-aansluitin
g
los en sluit deze wee
r
aan
(
de U
S
B-
f
unctie kri
jg
t dan voorran
g
boven de
s
treamin
gf
unctie
)
.
V
EELGESTELDE VRAGEN
305
H
et s
y
steem
i
s zo
d
an
ig
g
eco
d
eer
d
d
at
h
et a
ll
een
i
n uw
au
t
o
w
e
r
k
t.
AUDIO-INSTALLATIE/BLUETOOTH
01 Basisfuncties
O
m veili
g
heidsredenen ma
g
de bestuurder handelin
g
en
di
e z
ij
n vo
ll
e
dig
e aan
d
ac
h
t vra
g
en u
i
ts
l
u
i
ten
d
u
i
tvoeren
bij
st
il
staan
d
e auto.
Enk
e
l
e
min
u
t
e
n n
a
h
e
t
af
z
e
tt
e
n v
a
n
de
m
o
t
o
r k
a
n
de
au
t
o
r
ad
i
o
zi
c
hz
e
l
f
u
it
sc
h
a
k
e
l
e
n
o
m t
e
v
oo
rk
o
m
e
n
da
t
de
accu
o
ntl
ade
n r
aa
kt.
INHOUD
02 Bediening op het stuurwiel
03 Hoofdmenu
04 Audio
05 Telefoon
06 Audio-instellingen
07 Menustructuur display
Veelgestelde vragen
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
3
0
6
3
0
7
3
0
8
3
0
9
3
1
9
327
32
8
3
3
0
01
Aa
n
/u
it.
BASISFUNCTIES
Volumere
g
elin
g
.
S
electeren van de weer
g
ave
op
h
et
di
sp
l
a
y
:
Volledig scherm: Audio
(
o
f
tele
f
oon als er een
g
esprek
g
aande is
)/
V
e
rkl
e
in
d
sc
h
e
rm: A
ud
i
o
(
of telefoon als er een
g
esprek
g
aande is
)
- Ti
j
d o
f
B
oor
d
computer.
L
an
g
i
n
d
ru
kk
en: sc
h
erm u
i
t
(
DARK
)
.
Kiezen van de
g
olfbanden
A
M
/
FM
/
DAB
*
.
S
electeren van
e
en op
g
es
l
a
g
en
v
oo
r
keu
z
e
z
e
n
de
r.
L
an
g
i
n
d
ru
kk
en:
opslaan van een zender
a
l
s
v
oo
rk
eu
z
e
z
e
n
de
r.
Weer
g
ave van de li
j
st met ontvan
g
en
radiozenders
,
nummers of CD/MP3-
s
pee
llij
sten.
Lan
g
indrukken: ordenen van MP3-
/
WMA-bestanden
/
bijwerken van de
li
j
st met ontvan
g
en radiozenders.
F
u
n
c
ti
e
TA
(
verkeersinformatie
)
aan/uit.
Lan
g
indrukken: toe
g
an
g
tot
de
soo
rt inf
o
rm
a
ti
e
.
Bevesti
g
en o
f
weer
g
ave van het
s
n
e
lm
e
n
u
.
A
u
t
o
m
a
ti
sc
h z
oe
k
e
n n
aa
r z
e
n
de
r
s
in aflopende/oplopende vol
g
orde.
S
electeren van het vori
g
e/
vol
g
ende nummer van de CD,
US
B,
S
treamin
g
audio.
N
av
ig
eren
i
n een
lij
st.
A
nnuleren van de bewerking.
O
mhoo
g
in de menustructuur
(
menu o
f
a
f
speelli
j
st
)
.
S
taps
g
ewi
j
s zoeken naar een radiozender met
e
en la
g
ere
/
ho
g
ere
f
requentie.
S
electeren van de vori
g
e
/
vol
g
ende
M
P3-a
f
speelli
j
st.
S
electeren van de vori
g
e/vol
g
ende map/
m
uzieksti
j
l/artiest/pla
y
list van het USB-
apparaat.
N
avi
g
eren in een li
j
st.
S
electeren van de
g
eluidsbron:
R
adio, CD, AUX, USB,
S
treamin
g
.
Aa
nn
e
m
e
n v
a
n
ee
n
i
n
k
omen
d
e oproep.
Toe
g
an
g
tot het hoofdmenu.
Instellen van de audio-opties:
kl
an
kkl
eur,
h
o
g
e tonen,
b
assen,
l
ou
d
ness,
g
e
l
u
id
sver
d
e
li
n
g
,
balans links
/
rechts, voor
/
achter, snelheidsa
f
hankelijke
volumere
g
elin
g
.
*
A
f
hankeli
j
k van het model.
02
SRC



+
-
307
STUURKOLOMSCHAKELAARS
- Dr
aa
i
e
n.
R
ad
i
o
:
au
t
o
m
a
ti
sc
h
e
se
l
ec
ti
e
v
a
n
vori
g
e/vol
g
ende zender.
Media: vol
g
ende/vori
g
e track.
-
D
r
ukke
n
e
n
d
r
aaie
n: n
aa
r
6
op
g
esla
g
en voorkeurzenders.
-
G
eluidsbron wi
j
zi
g
en.
- Toets TEL
(
kort indrukken
)
:
Binnenkomend
g
esprek aannemen.
Ti
j
dens een tele
f
oon
g
esprek:
toe
g
an
g
tot het menu Telefoon:
Gesprek beëindi
g
en, privé-modus,
ha
n
ds
fr
ee
f
u
n
c
ti
e
.
- Toets TEL
(
even in
g
edrukt houden
)
:
Binnenkomend
g
esprek wei
g
eren o
f
tele
f
oon
g
esprek beëindi
g
en.
Buiten een telefoon
g
esprek om:
toe
g
an
g
tot het menu Telefoon
(
nummer kiezen, contacten, li
j
st met
g
esprekken, voice mail
)
.
- Volume verho
g
en.
- Volume verla
g
en.
-
R
a
di
o: wee
g
ave van zen
d
ers.
M
e
di
a: weer
g
ave van trac
kli
st.
03
"
M
ultimedia ": Parameters media,
R
adio-instellin
g
en.
Raadplee
g
voor een compleet overzicht
v
a
n
de
besc
hik
ba
r
e
m
e
n
u
'
s
de
r
ub
ri
e
k
"Menustructuur displa
y
".
> DISPLAY C
" Bluetooth-verbindin
g
"
:
V
erbindin
g
en beheren, Extern
apparaat zoe
k
en.
"
T
elefoon ": Bellen, Beheer
adresboek, Beheer telefoon,
O
phan
g
en
HOOFDMENU
"
P
ersoonli
j
ke instellin
g
en - Confi
g
urati
e
"
:
Parameters van auto definiëren, Taalkeuze,
C
onfi
g
uratie displa
y
, Keuze van eenheden, Datum
en t
ijd
i
nste
ll
en
04

309
D
ru
k
een paar
k
eer ac
h
ter e
lk
aar op
SOURC
E
of
SR
C
o
m
de
r
ad
i
ofu
n
c
ti
e
t
e
selec
t
e
r
e
n.
Druk o
p
BAN
D
om het
g
olfbereik te
se
l
ec
t
e
r
e
n.
D
ru
k
op
L
IS
T
v
oo
r
ee
n
o
v
e
rz
ich
t v
a
n
de op
g
esla
g
en zenders in al
f
abetische
volgorde.
Druk een keer om naar de vol
g
ende o
f
vori
e letter te
aan
bi
v.: A, B, D, F, G,
J
, K, ...
)
.
RADIO
S
electeer de gewenste zender en
bevesti
g
uw keuze door op OK t
e
d
r
u
kk
e
n.
S
ELECTEREN VAN EEN ZENDER
H
oud
L
IS
T
even in
g
edrukt om een
n
i
euwe
lij
st met voor
k
euzezen
d
ers te
ma
k
en;
d
e ra
di
o-ontvan
g
st wor
d
t
d
an
t
ijd
e
lijk
on
d
er
b
ro
k
en.
De om
g
evin
g
waarin u ri
j
dt
(
ber
g
en, ho
g
e
g
ebouwen, bru
gg
en,
tunnels enz.
)
kan leiden tot een slechte ontvan
g
st, ook als de RD
S
-
f
unctie is in
g
eschakeld. Dit is een normaal verschi
j
nsel en hee
f
t
n
iets te maken met een storing in de radio.
04
A
ls de RD
S
-
f
unctie is in
g
eschakeld, zoekt de radio steeds naa
r
de sterkste
f
requentie van een zender, zodat u ernaar kunt bli
j
ven
l
uisteren. Sommi
g
e RDS-zenders zi
j
n echter niet in het hele land te
ontvan
g
en, omdat de frequenties van de zender niet het hele land
dekken. Dit verklaart dat de zender ti
j
dens het ri
j
den kan we
g
vallen.
A
UDIO
RDS VERKEERSINFORMATIE BELUISTEREN
De
f
unctie TA
(
Tra
ff
ic Announcement
)
gee
f
t voorrang aan het luisteren
n
aar verkeersberichten.
O
m te worden
g
eactiveerd moet deze
f
unctie een
r
adiozender die deze berichten uitzendt,
g
oed kunnen ontvan
g
en. Zodra een
verkeersbericht wordt uit
g
ezonden, wordt de
g
eluidsbron die op dat moment
wordt weer
g
e
g
even
(
Radio, CD, USB, ...
)
automatisch onderbroken en wordt
h
et verkeersbericht weer
g
e
g
even. Zodra het verkeersbericht is af
g
elopen,
wor
d
t
d
e weer
g
ave van
d
e oorspron
k
e
lijk
e
g
e
l
u
id
s
b
ron
h
ervat.
Druk o
p
T
A INF
O
om de weer
g
ave
v
a
n v
e
rk
ee
r
s
inf
o
rm
a
ti
e
in-
o
f
u
it t
e
schakele
n.
D
ru
k
a
l
s
d
e ra
di
o
g
e
g
evens op
h
et
sc
h
erm wor
d
en weergegeven op OK
om naar het contextmenu te
g
aan.
S
electeer "RD
S
"
of
"
V
olgsysteem
di
g
itale zender
/
F
M
" en bevesti
g
uw
keu
z
e
.
O
p het scherm verschi
j
nt "RD
S
"
of
"
D
AB
/
F
M
"
.
DIGITALE RADIO - VOLGSYSTEEM
DIGITALE ZENDER/FM
Het Vol
g
s
y
steem di
g
itale zender/FM biedt de mo
g
eli
j
kheid om
bi
j
slechte ontvan
g
st van het di
g
itale si
g
naal automatisch over te
s
chakelen op de analo
g
e radio zodat u naar uw favoriete zender kunt
blij
ven
l
u
i
steren.
Z
o
d
ra
h
et
digi
ta
l
e s
ig
naa
l
weer sta
bi
e
l
g
enoe
g
i
s,
s
c
h
a
k
e
l
t
d
e ra
di
o automat
i
sc
h
weer over op
digi
ta
l
e ontvan
g
st.
De functie INF
O
g
eeft voorran
g
aan de verkeersinformatie.
O
m te kunnen
f
unctioneren moet er op een zender die dit soort
in
f
ormatie meestuurt, a
fg
estemd zi
j
n en moet het si
g
naal sterk
genoeg z
ij
n.
Z
o
d
ra er een
b
er
i
c
h
t versc
hij
nt, wor
d
t
d
e weergave
van de
g
eluidsbron
(
Radio,
C
D, U
S
B ...
)
automatisch onderbroken
o
m het bericht weer te
g
even. Na a
f
loop van het bericht wordt de
g
eluidsweer
g
ave weer hervat.
H
oud
de
t
oe
t
s
T
A INFO even ingedrukt
voor een overzicht van cate
g
orie
ë
n.
DIGITALE RADIO - BERICHTEN
BELUISTEREN
S
electeer één o
f
meerdere categorieën
o
f
maak een selectie on
g
edaan om
de ontvan
g
st van de desbetre
ff
ende
be
ri
c
ht
e
n in-
o
f
u
it t
e
sc
h
a
k
e
l
e
n.
04
311
A
UDIO
Tekstberichten worden door een radiozender ti
j
dens het luisteren naar de muziek mee
g
estuurd.
Druk als de radio
g
e
g
evens op het
sc
h
erm wor
d
en weer
g
e
g
even op OK
om
n
aar
h
et contextmenu te
g
aan.
S
electeer "
R
adioText
(
TXT
)
"
e
n
bevesti
g
uw keuze met O
K
.
TEKSTBERICHTEN WEERGEVEN
DI
S
PLAY C
04
A
UDIO
AUDIO-CD
G
ebruik alleen ronde
C
D's met een diameter van 12 cm.
Bepaalde beveili
g
in
g
ss
y
stemen op de ori
g
inele CD of zelf
g
ebrande
C
D's kunnen storin
g
en veroorzaken, on
g
eacht de kwaliteit van de
C
D-speler.
Pl
aats zon
d
er op
d
e toets
E
JEC
T
te drukken een
C
D in de
C
D-speler;
deze zal de
C
D automatisch a
f
spelen.
A
ls er in de CD-speler al een CD is
g
ep
l
aatst
di
e u w
il
t
b
e
l
u
i
steren,
d
ru
k
d
an
h
er
h
aa
ld
e ma
l
en op
d
e toets SOURC
E
of
S
RC
e
n
se
l
ec
t
ee
r "C
D
".
Druk o
p
een van de toetsen om een
n
ummer van de
C
D te selecteren.
EEN CD AFSPELEN
Druk op de toets
L
IST om de li
j
st met
n
ummers van de CD weer te
g
even.
H
ou
d
een van
d
e toetsen
i
n
g
e
d
ru
k
t om
versneld vooruit o
f
teru
g
te spoelen.
04
313
A
UDIO
CD, USB
INFORMATIE EN TIPS
O
p deze schi
j
f kunt u ook 255 MP3-bestanden zetten, verdeeld over
8
niveaus. Wi
j
raden echter aan om ze over hoo
g
uit 2 niveau's te
verdelen om de duur van het lezen van de
C
D beperkt te houden.
Bi
j
het lezen van de
C
D wordt de menustructuur
g
ene
g
eerd.
Se
l
ec
t
ee
r v
oo
r h
e
t
b
r
a
n
de
n v
a
n
ee
n
C
D-R
of
C
D-RW
de
s
t
a
n
daa
r
d
IS
O
9660 niveau 1, 2 of bi
j
voorkeur Joliet om deze te kunnen
a
fs
p
elen.
Als de CD in een ander formaat is
g
ebrand, kan het zi
j
n dat deze niet
g
oed wordt af
g
espeeld.
Het is raadzaam voor één
C
D niet meer dan één standaard voor
het branden te gebruiken.
S
tel de laagst mogelijke snelheid
(
maximaal 4x
)
in voor een optimale
g
eluidskwaliteit.
V
oo
r h
e
t
b
r
a
n
de
n v
a
n
ee
n m
u
lti
sess
i
e
-
C
D i
s
h
e
t r
aad
z
aa
m
de
s
tandaard Joliet te
g
ebruiken.
Sluit
g
een externe harde schi
j
f of USB-apparaten die niet bestemd zi
j
n
voor audioweer
g
ave aan op de USB-poort; hierdoor zou nameli
j
k de
a
udio-installatie beschadi
g
d kunnen raken.
De autoradio speelt uitsluitend bestanden met de extensie ".mp3"
o
f
"wma" met een vaste o
f
variabele compressie van 32 Kbps tot
320
Kbps.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en
g
ebruik
g
een speciale tekens
(
bi
j
v.: " ", ?, ù
)
om problemen met het
afspelen of de weer
ave te voorkomen.
Pla
y
lists moeten van het t
y
pe .m3u of .pls zi
j
n.
Het maximum aantal bestanden bedraa
g
t 5.000 verdeeld over
5
00 a
f
speelli
j
sten op maximaal 8 verschillende niveaus.
04
CD, USB
A
UDIO
EEN PLAYLIST AFSPELEN
Plaats een MP3-
D in de speler o
sluit
e
en USB-a
pp
araat rechtstreeks of met een
kabelt
j
e aan op de USB-aansluitin
g
.
Het systeem leest alle a
f
speellijsten en slaat ze op in het tijdelijke
g
eheu
g
en; dit kan enkele seconden tot enkele minuten duren.
Elke keer als het contact wordt aan
g
ezet en als er een nieuwe
verbindin
g
via de USB-stick wordt
g
emaakt, worden de
afspeelli
j
sten bi
jg
ewerkt.
Het afspelen be
g
int vanzelf na eni
g
e ti
j
d; hoe lan
g
dit duurt is
a
f
hankeli
j
k van de capaciteit van de U
S
B-stick.
De eerste keer dat er verbindin
g
wordt
g
emaakt, wordt
voor
g
esteld om een indelin
g
per bestand te maken.
A
ls er later opnieuw verbindin
g
wordt
g
emaakt, bli
jf
t de
bestaande indelin
g
behouden.
A
ls er al een CD in het apparaat zit o
f
e
en U
S
B-stick is aan
g
esloten die u wilt
b
e
l
u
i
steren,
d
ru
k
d
an een paar
k
eer op
S
OURCE
of
S
RC
e
n ki
es
da
n "C
D
"
of
"
US
B".
Druk op een van de toetsen om
h
et vori
g
e of vol
g
ende nummer te
selec
t
e
r
e
n.
Druk op een van de toetsen om de
vori
g
e of vol
g
ende afspeelli
j
st te kiezen.
Houd een van de toetsen in
g
edrukt om
s
nel vooruit of teru
g
te spelen.
D
ru
k
op
L
IST
o
m
de
m
e
n
us
tr
uc
t
uu
r v
a
n
d
e
b
estan
d
en weer te
g
even.
04
315
S
electeer een re
g
el uit de li
j
st.
S
electeer een nummer of een bestand.
Naar het vol
g
ende
/
vori
g
e muziekstuk.
O
mhoo
g
in de menustructuur.
A
UDIO
USB-STICK - AFSPEELLIJSTEN INDELEN
Druk na het kiezen van de indelin
g
(
"
P
er ma
p
"
/
" Per arties
t
"
/
"
P
er
g
enr
e
"
/
"Per
p
la
y
lis
t
" o
p
O
K
.
Druk vervol
g
ens no
g
maals op OK
o
m
de
wi
j
zi
g
in
g
en op te slaan.
-
P
er ma
p
: a
ll
e mappen met au
di
o-
b
estan
d
en wor
d
en
i
n een a
lg
emeen
overzicht en al
f
abetisch geordend
weer
g
e
g
even, zonder dat daarbi
j
rekenin
g
i
s
g
ehouden met de mappenstructuur.
-
P
er arties
t
:
a
ll
e
a
rti
es
t
e
nn
a
m
e
n w
o
r
de
n
weer
g
e
g
even in ID3 Ta
g
en in alfabetische
vol
g
orde.
-
P
er
g
enr
e
: a
ll
e
g
enres wor
d
en
weer
g
e
g
even in ID3 Ta
g
.
-
P
er playlis
t
: zoals weergegeven in de
p
la
y
list.
D
ru
k
even op
L
IS
T
o
f
op
MENU
,
se
l
ec
t
ee
r "
M
ultimedia", dan
"
P
arameters medi
a
"
e
n t
e
n
s
l
o
tt
e
" Indelin
g
afspeelli
j
st kiezen"
o
m
de
indelin
g
en weer te
g
even.
04
A
UDIO
APPLE
®
-SPELERS of MASS STORAGE
DEVICE
H
et
b
e
di
enen van
d
e ran
d
apparatuur
g
e
b
eurt v
i
a
d
e au
di
o-
i
n
s
t
alla
t
ie
i
n
de
au
t
o
.
U kunt bestanden op een Mass Stora
g
e Device * via
de luidsprekers van de audio-installatie in de auto
b
e
l
u
i
steren
d
oor
h
et apparaat met een
g
esc
hik
te
k
a
b
e
l
(
niet mee
g
eleverd
)
op de U
S
B-poort aan te sluiten.
Als de speler bi
j
het aansluiten op de USB-poort niet wordt
herkend, sluit deze dan aan op de JACK-aansluitin
g
.
Zor
g
voor een re
g
elmati
g
e update van de so
f
tware van de
Apple
®
-speler om zeker te zi
j
n van een
g
oede verbindin
g
.
De a
f
speelli
j
sten zi
j
n dezel
f
de als die op de Apple
®
-speler.
®
De A
pp
le
®
-speler moet er een van de vijfde generatie of een
®
recentere versie zi
j
n.
*
Raadplee
g
de
g
ebruiksaanwi
j
zin
g
van uw speler.
04
317
A
UDIO
AUX-INGANG (AUX)
JACK-AANSLUITING
Sluit eenzelfde extern apparaat niet te
g
eli
j
kerti
j
d aan via de
U
SB-aansluitin
g
en de Jack-aansluitin
g
.
De Jack AUX-aansluitin
g
is bedoeld om een extern
(
Non Mass
S
tora
g
e
)
apparaat of een Apple
®
-speler aan te sluiten als die
niet via de USB-poort herkend wordt.
S
luit het externe apparaat met behulp van een adapterkabel
(
niet mee
g
eleverd
)
op de Jack-aansluitin
g
aan.
Druk een paar keer op
S
OURC
E
of
S
R
C
e
n
se
l
ec
t
ee
r "
A
U
X
".
Stel eerst het
g
eluidsvolume op het externe
apparaat
i
n.
Stel dan het
g
eluidsvolume van de
au
t
o
r
ad
i
o
v
a
n
de
au
t
o
in.
De weer
g
ave van de informatie en de bedienin
g
g
ebeurt via het externe apparaat.
04
A
UDIO
STREAMING-AUDIO VIA BLUETOOTH
A
fhankeli
j
k van de technische specificaties van de telefoon
De telefoon ko
pp
elen: zie het hoofdstuk TELEF
OO
N.
Met streamin
g
-audio kunt u muziekbestanden op uw tele
f
oon via
d
e
l
u
id
spre
k
ers van
d
e au
di
o-
i
nsta
ll
at
i
e
i
n
d
e auto
b
e
l
u
i
steren.
De tele
f
oon moet de desbetre
ff
ende Bluetooth-pro
f
ielen
(
A2DP
/
AVR
C
P
)
ondersteunen.
Kies "streaming-audio" als geluidsbron door op de toets
SO
UR
C
E
of
S
R
C
g
g
t
e
d
r
u
kk
e
n. Vi
a
de
t
oe
t
se
n v
a
n
de
r
a
di
o
k
unt u op
d
e
g
e
b
ru
ik
e
lijk
e w
ij
ze
d
e muz
i
e
k
stu
kk
en
aansturen. De informatie over de muziekstukken kan op
gjj
h
et display worden weergegeven.
In sommi
g
e
g
evallen moet het afspelen van audiobestanden via
het toetsenbord van de telefoon
g
estart worden.
De kwaliteit van de weergave is a
f
hankelijk van de kwaliteit van
het si
g
naal van de tele
f
oon.
AFSPEELMETHODE
Er zi
j
n verschillende afspeelmethodes:
- Normaal: de tracks worden in de normale vol
g
orde vol
g
ens
de afspeelli
j
st af
g
espeeld.
-
S
hu
ff
le: de tracks van een album o
f
een map worden in een
willekeuri
g
e vol
g
orde a
fg
espeeld.
-
S
hu
ff
le uitgebreid: alle tracks van alle mediaspelers worden
in een willekeuri
g
e vol
g
orde a
fg
espeeld.
- Herhalin
g
: alleen de tracks van dit album of deze map
worden af
g
espeeld.
S
electeer " Multimedi
a
" en bevestig
u
w k
eu
z
e
.
S
electeer "
P
arameters medi
a
"
e
n
bevesti
g
uw keuze.
S
electeer " Afs
p
eelmodus
"
e
n
b
evest
ig
uw
k
euze.
Kies de
g
ewenste afspeelmethode
e
n bevesti
g
uw keuze met OK
o
m
de
instellin
g
en op te slaan.
Druk op OK
o
m n
aa
r h
e
t
co
nt
e
xtm
e
n
u
te
g
aan.
of
Druk o
p
MEN
U
.
05
319
TELEFONEREN
EEN TELEFOON KOPPELEN
EERSTE KOPPELING
De beschikbare functies zi
j
n afhankeli
j
k van het netwerk, de SIM-kaart en de compatibiliteit van de
g
ebruikte Blutooth apparaten.
R
aadplee
g
de
g
ebruiksaanwi
j
zin
g
van uw telefoon of neem contact op met uw provider voor meer informatie over de beschikbare functies.
Ac
tiv
ee
r
de
fu
n
c
ti
e
Bl
ue
t
oo
th v
a
n
u
w t
e
l
efoo
n
e
n controleer o
f
uw tele
f
oon "voor elk apparaat
z
ichtbaar" is
(
zie de
g
ebruiksaanwi
j
zin
g
van uw
telefoon
)
.
Druk op MEN
U
.
Er wordt een venster weergegeven met de tekst
"
Bezig met zoeken…"
.
S
electeer in de li
j
st de te koppelen
tele
f
oon en bevestig uw keuze. U
k
unt slechts één tele
f
oon per keer
k
oppelen.
S
electeer " Extern apparaat zoeken ".
Het koppelen van de Bluetooth-tele
f
oon aan het Bluetooth-s
y
steem van uw autoradio ma
g
om veili
g
heidsredenen en vanwe
g
e het
f
eit dat deze
h
an
d
e
li
n
g
d
e vo
ll
e
dig
e aan
d
ac
h
t van
d
e
b
estuur
d
er vraa
g
t, u
i
ts
l
u
i
ten
d
wor
d
en u
i
t
g
evoer
d
bij
st
il
staan
d
e auto en met aan
g
ezet contact.
G
a voor meer in
f
ormatie
(
compatibiliteit, extra hulp, enz.
)
naar www.citroen.nl.
S
electeer "
Bl
uetoot
h
-ver
bi
n
di
n
g
"
e
n
bevestig uw keuze.
05 TELEFONEREN
Op
het scherm wordt een toetsenbord
weer
g
e
g
even: voer een code van
minimaal 4 ci
j
fers in en bevesti
g
uw
i
nv
oe
r m
e
t
O
K
.
O
p het scherm van de telefoon wordt een bericht
weer
g
e
g
even: voer dezel
f
de code in en bevesti
g
u
w
i
nv
oe
r.
O
p het scherm verschi
j
nt een bericht ter bevesti
g
in
g
van de
k
oppe
li
n
g
.
U kunt ook via de telefoon de koppelin
g
tot stand bren
g
en door naar
g
e
d
etecteer
d
e
Bl
uetoot
h
apparatuur te zoe
k
en.
A
ccepteer de koppelin
g
op de tele
f
oon.
Mocht de koppelin
g
niet
g
elukt zi
j
n dan kunt u het, een onbeperkt
aantal keren, no
g
maals proberen.
Het adresboek en de
g
esprekkenli
j
st zi
j
n na de s
y
nchronisatie
beschikbaar
(
mits de tele
f
oon compatibel is
)
.
De automatische verbindin
g
moet in de tele
f
oon in
g
esteld worden om
e
lke keer bi
j
het aanzetten van het contact automatisch verbindin
g
te
ku
nn
e
n m
a
k
e
n m
e
t
de
t
e
l
efoo
n.
Soms verschi
j
nt de referentie van de telefoon of het Bluetooth-adres
in plaats van de naam van de telefoon.
De tele
f
oon koppelen en vervolgens muziekbestanden a
f
spelen: zie
he
t h
oofds
t
u
k A
U
DI
O
.
STREAMING - AUDIO VIA BLUETOOTH
05
321
TELEFONEREN
De verbindin
g
met de tele
f
oon is automatisch ook
g
eschikt voor
Bleutooth en
S
treamin
g
audio.
De mo
g
eli
j
kheid van het s
y
steem om één profiel te koppelen han
g
t a
f
van de tele
f
oon. Het is mo
g
eli
j
k dat standaard beide pro
f
ielen worden
g
ekoppeld.
Druk op MEN
U
.
S
electeer "
Bl
uetoot
h
-ver
bi
n
di
n
g
"
e
n
bevestig uw keuze.
Geeft aan dat er een
g
eschikte verbindin
g
voor Streamin
g
audio is.
VERBINDINGEN BEHEREN
S
electeer "
V
erbindin
g
en beheren "
e
n bevesti
g
uw keuze. Er verschi
j
nt
nu een overzicht
j
e van de
g
ekoppelde
t
e
l
e
f
oo
n
s
.
Selecteer een telefoon en bevesti
g
uw
keu
z
e
.
G
ee
f
t aan dat er een
g
eschikte verbindin
g
voor een hands
f
ree
t
e
l
e
f
oo
n i
s
.
Vervol
g
ens selecteert en bevesti
g
t u:
-"
A
ansluiten telefoon "
/
"
T
elefoon
a
fsluiten ": v
oo
r h
e
t m
a
k
e
n
of
verbreken van de verbinding met een
t
e
l
efoo
n
of
de
h
a
n
dsf
r
ee
se
t.
g
- "
Aansluiten mediaspeler
"/
r
"
M
edias
p
eler afsluiten
"
: v
oo
r
he
t m
a
k
e
n
o
f v
e
r
b
r
e
k
e
n v
a
n
ee
n
verbindin
g
voor
S
treamin
g
audio.
- "
A
ansluiten telefoon en
mediaspeler
"/"
r
T
elefoon +
m
ediaspeler afsluiten ": v
oo
r
he
t m
a
k
e
n
of
v
e
r
b
r
e
k
e
n v
a
n
de
verbinding met de telefoon én
S
treamin
g
audio.
g
-
"Verbinding verwijderen"
:
de
koppeling met de telefoon verbreken.
gj
Geeft aan dat een apparaat is verbonden.
05 TELEFONEREN
N
aa
r h
e
t m
e
n
u
"
T
ELEFOO
N
":
- H
oud
SOURCE
o
f SRC
e
v
e
n
in
g
edrukt.
-
O
f druk op
O
K
o
m n
aa
r
he
t
c
ontextmenu te
g
aan.
S
electeer
"
B
e
ll
en
"
en
b
evest
ig
uw
k
euze.
-
Of
druk op MEN
U
, selecteer en
bevesti
g
"
T
elefoon ", selecteer dan
"
B
ellen " en bevesti
g
uw keuze.
Se
l
ec
t
ee
r " Nummer kiezen "
e
n
bevesti
g
uw keuze om een nummer
op te kunnen
g
even.
O
m h
e
t m
e
n
u
"
TELEFOON" w
ee
r t
e
ge
v
en
:
- H
oud
SRC/TEL lan
g
in
g
edrukt.
-
O
f druk op de rolknop om het
snelmenu weer te
g
even.
S
electeer
"
B
e
ll
en
"
en
b
evest
ig
uw
k
euze.
-
Of
druk op
M
EN
U
, selecteer "
T
elefoon " en bevesti
g
uw keuze.
S
electeer " Bellen " en bevesti
g
uw
keu
z
e
.
S
electeer
O
K en
b
evest
ig
uw
k
euze
o
m h
e
t
be
ll
e
n t
e
s
t
a
rt
e
n.
S
electeer "
G
esprekkenli
j
s
t
"
e
n
b
evest
ig
uw
k
euze.
BELLEN - NUMMER KIEZEN
Selecteer de ci
j
fers één voor één
m
et behulp van de toetsen
en
en
b
evest
ig
uw
i
nvoer.
BELLEN - LAATST GEKOZEN NUMMERS *
Selecteer het
g
ewenste nummer en
b
evest
ig
di
t om
h
et
b
e
ll
en te starten.
I
n
d
e
g
espre
kk
en
lij
st z
ij
n
d
e nummers van a
ll
e
bi
nnen
k
omen
d
e en
u
i
t
g
aan
d
e
g
espre
kk
en op
g
es
l
a
g
en s
i
n
d
s
d
e
l
aatste
k
eer
d
at
d
e auto
m
e
t
de
desbe
tr
effe
n
de
t
e
l
efoo
n w
e
r
d
v
e
r
bo
n
de
n.
*
A
f
hankeli
j
k van de speci
f
icaties van de tele
f
oon.
Als u een
f
out maakt, kunt u de nummers één voor één
w
isse
n.
U kunt ook rechtstreeks met de telefoon bellen. Zet in dat
g
eval uit
ve
iligh
e
id
soverwe
gi
n
g
en
d
e auto st
il
.
05
SR
C
323
TELEFONEREN
O
m het menu "TELEFOON" weer
t
e geven:
- H
oud
S
RC/TEL lan
g
in
g
edrukt.
-
O
f druk o
p
de rolkno
p
om het
s
nelmenu weer te
g
even. Selecteer
"
B
ellen " en bevesti
g
uw keuze.
-
O
f druk op
MENU
,
se
l
ecteer
"
T
elefoon
"
en
b
evest
ig
uw
k
euze.
S
electeer "
B
e
ll
en
"
en
b
evest
ig
uw
k
eu
z
e
.
Se
l
ec
t
ee
r " Adresboek "
e
n
bevesti
g
uw keuze.
Al
s u
g
e
b
e
ld
wor
d
t,
kli
n
k
t een
b
e
l
toon en versc
hij
nt een pop-upvenste
r
op
h
et
di
sp
l
a
y
van
h
et
i
nstrumentenpanee
l
.
GS
M
(
afhankeli
j
k van de beschikbare
g
e
g
evens
i
n
h
et
g
e
h
eu
g
en van
d
e
tele
f
oon
)
.
S
tandaard is het s
y
steem in
g
esteld op
"
JA
"
om
h
et
g
espre
k
aan te nemen.
Druk op
O
K om het
g
esprek aan te
nemen
.
S
electeer " NE
E
" en bevesti
g
uw keuze
om het
g
esprek te wei
g
eren.
of
D
ru
k
op een van
d
eze toetsen om
h
et
g
espre
k
aan te nemen.
BELLEN - VANUIT HET ADRESBOEK
Selecteer een adres en bevesti
g
uw keuze.
EEN GESPREK AANNEMEN
Selecteer het nummer en bevesti
g
u
w
keu
z
e
.
U kunt een
g
esprek ook wei
g
eren door
E
S
C
,
TEL
, SOURC
E
o
f SRC
e
v
en
i
n
g
e
d
ru
k
t te
h
ou
d
en.
W
e
rk
Th
u
i
s
05
SR
C
TELEFONEREN
Druk ti
j
dens het
g
esprek op O
K
o
m
naar het contextmenu te
g
aan.
Ophan
g
en
I
n
he
t
co
nt
e
xtm
e
n
u
:
- vink "
D
oorschakelfuncti
e
"
aa
n
o
m
het
g
esprek via de tele
f
oon voort te
z
e
tt
e
n.
- vink "
D
oorschakelfuncti
e
"
u
it
o
m
het
g
esprek via de auto voort te
z
e
tt
e
n.
In h
e
t
co
nt
e
xtm
e
n
u
:
-
vink
"
M
icro OFF"
aa
n
o
m
de
mi
c
r
o
f
oo
n
u
it t
e
sc
h
a
k
e
l
e
n.
-
vink "
M
icro OFF
"
ui
t
o
m
de
mi
c
r
ofoo
n w
ee
r in t
e
sc
h
a
k
e
l
e
n.
In sommi
g
e
g
evallen moet u deze doorschakel
f
unctie via de tele
f
oon
k
i
e
z
e
n.
Als het contact is af
g
ezet, wordt de Bluetooth-verbindin
g
a
utomatisch weer tot stand
g
ebracht als u in de auto stapt
(
afhankeli
j
k van de specificaties van de telefoon
)
.
GESPREKKEN BEHEREN
U kunt ook een van deze toetsen even
in
g
edrukt houden om het
g
esprek te
be
ë
indi
g
en.
Se
l
ec
t
ee
r in h
e
t
co
nt
e
xtm
e
n
u
" Ges
p
r.
b
e
ë
indi
g
en " om het
g
esprek te
be
ë
indi
g
en.
Privé-
g
esprek
(
de gesprekspartner kan niet meeluisteren
)
Doorschakelfunctie
(
om de auto te kunnen verlaten zonder het
g
esprek te onderbreken
)
05
325
TELEFONEREN
S
electeer in het contextmenu
"
DTMF
-tonen
"
en
b
evest
ig
uw
k
euze
om
h
et
digi
ta
l
e toetsen
b
or
d
te
k
unnen
gebruiken om door het menu van de
interactieve spraakserver te sur
f
en.
Se
l
ec
t
ee
r in h
e
t
co
nt
e
xtm
e
n
u
"
Wissel
g
esprek" en bevesti
g
uw keuze
om een in de wacht
g
ezet
g
esprek weer
v
oo
rt t
e
z
e
tt
e
n.
S
p
raakserver
Wi
sse
lg
espre
k
05 TELEFONEREN
CONTACTENLIJST
De contactenli
j
st van de telefoon wordt, als de telefoon compatibel
is, naar de audio-installatie in de auto
g
estuurd.
De contactenli
j
st is ti
j
deli
j
k en de kwaliteit is a
f
hankeli
j
k van de
Bl
eutoot
h
-ver
bi
n
di
n
g
.
A
lle contacten die van de telefoon zi
j
n
g
eïmporteerd, worden in een
p
ermanent, vr
ij
toe
g
an
k
e
lijk
g
e
h
eu
g
en op
g
es
l
a
g
en, on
g
eac
h
t we
lk
e
tele
f
oon er is aan
g
esloten.
D
ru
k
op
MENU
a
l
s u
g
e
g
evens van
c
ontacten wilt veranderen, selectee
r
da
n "
T
elefoon " en bevesti
g
uw keuze.
S
electeer "
B
eheer contacten"
e
n
bevesti
g
uw keuze.
U
kunt kiezen uit:
-
"
I
tem raa
d
p
l
e
g
en
",
-
"
I
tem verw
ijd
eren
"
,
-
"
All
e
i
tems verw
ijd
eren
"
.
S
electeer " Contacten
"
v
oo
r
ee
n
o
v
e
rz
ich
t v
a
n
alle
co
nt
ac
t
e
n.
Houd
SOURC
E
of
SR
C
even
i
n
g
e
d
ru
k
t
om de contactenlijst op te vragen.
o
f
druk op OK
,
se
l
ec
t
ee
r " Bellen" en bevesti
g
uw
keu
z
e
.
06
327
D
ru
k
op
o
m
he
t m
e
n
u
m
e
t
de
audio-instellingen op te vragen.
De vol
g
ende instellin
g
en zi
j
n mo
g
eli
j
k:
-
Kl
an
kkl
eur
,
-
B
ass
,
-
H
o
g
e tonen,
- Loudness,
- Verdelin
g
: Persoonli
j
k o
f
Bestuurder,
- Balans,
- Fader,
-
A
utom. vo
l
umere
g
e
li
n
g
DISPLAY C
De verdelin
g
(
o
f
de ruimteli
j
ke verdelin
g
dankzi
j
het Arkam
y
s
©
-
sy
steem
)
van het
g
eluid is een audio-instellin
g
die zor
g
t voor een
o
ptimale
g
eluidsweer
g
ave af
g
estemd op het aantal inzittenden in
de
au
t
o
.
A
UDIO-INSTELLINGEN
S
electeer en bevesti
g
" Overi
g
e
i
nste
lli
n
g
en
"
voor no
g
meer
i
nstellingen.
De audio-instellin
g
en Klankkleur, Ho
g
e tonen en Bass zi
j
n andere
i
nstellin
g
en, die u voor elke
g
eluidsbron apart kunt verrichten.
Geïnte
g
reerd audios
y
steem: Sound Sta
g
in
g
van Arkam
y
s
©
.
Dankzi
j
het Sound Sta
g
in
g
-s
y
steem kri
jg
en de bestuurder en de
p
assa
gi
ers
h
et
g
evoe
l
bij
een
li
ve-u
i
tvoer
i
n
g
aanwez
ig
te z
ij
n:
h
et
g
eluid li
j
kt van voren te komen en om
g
ee
f
t de inzittenden volledi
g
.
Deze nieuwe ervaring wordt mogelijk gemaakt door de so
f
tware
van de autoradio die de di
g
itale si
g
nalen van de mediaspelers
(
radio,
C
D, MP3, ...
)
bewerkt zonder dat de instellin
g
en van de
l
uidsprekers veranderd hoeven te worden. Bi
j
de bewerkin
g
van de
si
g
nalen wordt rekenin
g
g
ehouden met de vorm van het interieur,
zodat de muziek optimaal wordt weer
g
e
g
even.
D
e
A
r
k
am
y
s
©
-software in uw autoradio bewerkt het di
g
itale si
g
naal
van alle mediaspelers
(
autoradio,
C
D, MP3, enz.
)
waardoor een
n
atuur
lijk
e
g
e
l
u
id
sweer
g
ave wor
d
t ver
k
re
g
en, waar
bij
h
et
g
e
l
u
id
van voren, ter hoogte van de voorruit, lijkt te komen waardoor zowel
stemmen als muziekinstrumenten optimaal tot hun recht komen.
07 MENUSTRUCTUUR DISPLAY
D
ISPLAY C
Multimedia
P
arameters me
di
a
A
fs
p
eelmodus kiezen
Indelin
g
afspeelli
j
st kiezen
Telefoon
Bellen
Nummer kiezen
C
ontacten
G
esprekkenli
j
s
t
V
oicemail
B
e
h
eer contacten
lij
st
Item raadple
g
en
Item verwi
j
deren
Alle items verwi
j
deren
Beheer telefoon
T
elefoonstatu
s
Gesprek beëindi
g
en
Bluetooth-verbinding
N
o
rm
aa
l
S
hu
ff
le
Shuffle uit
g
ebreid
Herhalin
g
P
er map
P
e
r
a
rti
es
t
Per
g
enre
Per pla
y
list
Radio-instellin
g
en
1
2
2
1
2
2
2
2
1
2
2
2
1
2
1
1
1
3
3
3
3
3
3
3
3
1
BASISFUNCTIE
KEUZE
A
K
euz
e
A1
K
euze A
2
KEUZE B
1
2
2
1
B
e
h
eer aans
l
u
i
t
i
n
g
en
E
xtern a
pp
araat zoe
k
en
07
329
MENUSTRUCTUUR DISPLAY
Persoonlijke instellingen -
Configuratie
Parameters van auto definiëren
T
oe
g
an
g
tot de auto
A
fs
t
a
n
dsbed
.
Instel. bestuurdersplaats
Alleen a.klep ont
g
rendelen
Hulp bi
j
het ri
j
den
Au
t
o
m w
isse
n
ach
t
e
r
i
n
ache
r
ui
t.
Automatische
p
arkeerrem
O
pgeslagen snelheden
V
erlichtin
g
D
a
g
r
ij
ver
li
c
h
t
i
n
g
Bochtverlichtin
g
Comfortverlichtin
g
Instapverlichtin
g
F
o
ll
ow me
h
ome-ver
li
c
h
t
i
n
g
Taalkeuze
Confi
g
uratie beeldscherm
K
euze van eenheden
D
atum en t
ijd
i
nste
ll
en
Instellin
g
en displa
y
Li
c
h
tster
k
t
e
Geluidkeuze
1
2
3
3
3
2
3
3
3
2
3
3
2
3
3
1
1
2
2
2
2
1
V
EELGESTELDE VRAGEN
V
RAA
G
A
NTWOORD OPLOSSING
E
r
is
ee
n v
e
r
schil
i
n
g
e
l
u
id
s
k
wa
li
te
i
t tussen
de
v
e
r
sc
hill
e
n
de
g
eluidsbronnen
(
radio,
C
D...
)
.
Voor een optimaal luister
g
enot kunt u de audio-instellin
g
en
(
volume,
b
assen, ho
g
e tonen, klankkleur, loudness
)
voor elke
g
eluidsbron
af
zonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een andere
g
eluidsbron
(
radio,
C
D...
)
verschillen in de
g
eluidskwaliteit hoorbaar zi
j
n.
C
ontroleer o
f
de audio-instellin
g
en
(
volume,
bassen, ho
g
e tonen, klankkleur, loudness
)
zi
j
n
a
f
gestemd op de verschillende geluidsbronnen.
H
et is raadzaam de AUDI
O
-
f
uncties
(
bassen,
h
o
g
e tonen, balans V-A, balans L-R
)
in de
m
iddelste stand te zetten, de klankkleur "Geen"
t
e
se
l
ec
t
e
r
e
n
e
n
de
f
u
n
c
ti
e
L
oud
n
ess
in
de
s
t
a
n
d
"
Actief" te zetten als de CD-speler is
g
eselecteerd
e
n in
de
s
t
a
n
d
"In
ac
ti
e
f" t
e
z
e
tt
e
n
a
l
s
de
r
ad
i
o
i
s
g
ese
l
ecteer
d
.
Bij het veranderen van
de bassen en ho
g
e
tonen wordt de
g
ekozen
klankkleur uit
g
eschakeld.
Bi
j
het veranderen van
de
kl
a
nkkl
eu
r w
o
r
de
n
de
b
assen en
d
e
h
o
g
e tonen
op 0
g
ezet.
De klankkleur is gekoppeld aan de bassen en hoge tonen. Het is niet
mo
g
eli
j
k dit a
f
zonderli
j
k van elkaar in te stellen.
S
tel de bassen en hoge tonen o
f
de klankkleur
n
aar ei
g
en wens in.
Bi
j
het veranderen
v
a
n
de
ba
l
a
n
s
w
o
r
d
t
de
g
eluidsverdelin
g
uit
g
eschakeld.
De
g
eluidsverdelin
g
is
g
ekoppeld aan de balans. Het is niet mo
g
eli
j
k dit
af
zonderli
j
k van elkaar in te stellen.
S
tel de balans in o
f
kies een
g
eluidsverdelin
g
naar
e
i
g
en wens.
I
n
d
e vo
lg
en
d
e ta
b
e
ll
en v
i
n
d
t u een antwoor
d
op vee
lg
este
ld
e vra
g
en.
331
V
EELGESTELDE VRAGEN
V
RAA
G
A
NTWOORD OPLOSSING
De ontvan
g
stkwaliteit
v
a
n
de
be
l
u
i
s
t
e
r
de
radio
z
e
n
de
r n
ee
mt
g
eleideli
j
k a
f
o
f
de
v
oo
r
keu
z
e
z
e
n
de
r
s
k
u
nn
e
n ni
e
t w
o
r
de
n
ontvan
g
en
(g
een
g
eluid,
8
7,5 Mhz wordt
weer
g
e
g
even...
)
.
D
e
au
t
o
be
vin
d
t zi
c
h t
e
v
e
r v
a
n
de
z
e
n
de
r v
a
n h
e
t
be
l
u
i
s
t
e
r
de
r
ad
i
os
t
a
ti
o
n
of er bevindt zich
g
een zender in het
g
ebied waarin de auto zich bevindt.
A
ctiveer de functie RDS om het s
y
steem te laten
co
ntr
o
l
e
r
e
n
o
f
e
r
ee
n
s
t
e
rk
e
r
e
z
e
n
de
r in h
e
t
g
e
bi
e
d
aanwez
ig
i
s.
De om
g
evin
g
(
ber
g
en,
g
ebouwen, tunnels, parkeer
g
ara
g
es, enz.
)
veroorzaakt storin
g
en in de ontvan
g
st, ook als de RDS-functie is
in
g
eschakeld.
Dit is een normaal verschi
j
nsel en hee
f
t niets te
m
aken met een storin
g
in de autoradio.
De antenne is niet aanwezi
g
of beschadi
g
d
(
bi
j
voorbeeld in een wasstraat
o
f
parkeer
g
ara
g
e
)
.
Laat de antenne controleren door het
C
ITR
N-
ne
tw
e
r
k
.
Het
g
eluid van de radio
v
a
lt 1 t
o
t 2
seco
n
de
n
we
g
.
Het RD
S
zoekt ti
j
dens deze korte onderbrekin
g
van het
g
eluid naar een
e
ventuele sterkere zender voor een betere ontvan
g
st van het station.
S
chakel de RD
S
-
f
unctie uit als dit verschi
j
nsel zich
te vaak en steeds op hetzelfde tra
j
ect voordoet.
D
e
fu
n
c
ti
e
T
A
(
verkeersinformatie
)
is
in
g
eschakeld, maar ik kri
jg
g
een verkeersin
f
ormatie
t
e
h
o
r
e
n.
D
e
g
ese
l
ecteer
d
e ra
di
ozen
d
er maa
k
t
g
een
d
ee
l
u
i
t van
h
et re
gi
ona
l
e
n
e
tw
e
rk v
a
n z
e
n
de
r
s
d
i
e
v
e
rk
ee
r
s
in
fo
rm
a
ti
e
u
itz
e
n
de
n.
S
tem a
f
op een zender die wel verkeersin
f
ormatie
ui
tz
e
n
d
t.
D
e
v
oo
rk
eu
z
e
z
e
n
de
r
s
k
u
nn
e
n ni
e
t w
o
r
de
n
ontvan
g
en
(g
een
g
eluid, 87,5 Mhz wordt
weer
g
e
g
even...
)
.
Het verkeerde
g
olfbereik is
g
eselecteerd. Druk op de toets BAND om het
g
olfbereik
te v
i
n
d
en waar
i
n
d
e voor
k
euzezen
d
ers z
ij
n
op
g
es
l
a
g
en.
V
EELGESTELDE VRAGEN
V
RAA
G
A
NTWOORD OPLOSSING
De
C
D wordt steeds
uit
g
eworpen of kan niet
worden a
fg
espeeld doo
r
de
C
D-speler.
De CD is ondersteboven in de speler
g
eplaatst, kan niet worden
g
elezen,
b
evat
g
een audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de
a
utora
di
o
g
e
l
ezen
k
unnen wor
d
en.
De
C
D is voorzien van een beveili
g
in
g
ss
y
steem dat niet door de
au
t
o
r
ad
i
o
w
o
r
d
t h
e
rk
e
n
d
.
- Controleer of de CD met de
j
uiste zi
j
de boven
in de speler is geplaatst.
-
C
ontroleer de staat van de
C
D: de
C
D kan
n
i
et wor
d
en
g
e
l
ezen a
l
s
d
eze te vee
l
i
s
beschadi
g
d.
-
C
ontroleer de inhoud van de
C
D als deze zel
f
is
g
ebrand: raadplee
g
de tips in het hoo
f
dstuk
Audio
.
- De
C
D-speler van de autoradio kan
g
een
DVD's afspelen.
- De kwaliteit van sommige zel
f
gebrande
C
D's
i
s
o
nv
o
l
doe
n
de
o
m
de
z
e
doo
r
de
au
t
o
r
ad
i
o
t
e
l
aten a
f
spelen.
De
C
D-speler levert een
s
lechte
g
eluidskwaliteit.
De
g
ebruikte
C
D is
g
ekrast o
f
van slechte kwaliteit.
G
ebruik alleen
C
D's van
g
oede kwaliteit en ber
g
ze zor
g
vuldi
g
op.
De audio-instellin
g
en
(
bassen, ho
g
e tonen, klankkleur
)
zi
j
n niet op de
CD-speler af
g
estemd.
Zet het niveau van de bassen of de ho
g
e tonen op 0,
z
o
n
de
r
ee
n
kla
n
kkleu
rt
e
selec
t
e
r
e
n.
De Bluetooth-verbindin
g
w
o
r
d
t
o
n
de
r
b
r
o
k
e
n.
De batteri
j
spannin
g
van de randapparatuur is misschien te laa
g
. Laad de batteri
j
van de randapparatuur op.
O
p het displa
y
wordt
de meldin
g
"Storin
g
U
S
B-randapparatuur"
o
f
"Randapparatuur niet
h
erkend" weergegeven.
De
US
B-stick wordt niet herkend.
D
e
s
ti
c
k i
s
mi
ssc
hi
e
n
de
f
ec
t.
Formateer de stick opnieuw
(
FAT 32
)
.
333
V
EELGESTELDE VRAGEN
V
RAA
G
A
NTWOORD OPLOSSING
E
e
n t
e
l
e
f
oo
n w
o
r
d
t
automat
i
sc
h
aan
g
es
l
oten
a
l
s een ver
bi
n
di
n
g
met
ee
n
a
n
de
r
e
t
e
l
efoo
n
w
o
r
d
t v
e
r
b
r
o
k
e
n.
Automatisch verbindin
g
maken heeft voorran
g
op handmati
g
verbindin
g
m
ake
n.
Verander de instellin
g
en van de telefoon om het
automat
i
sc
h
ver
bi
n
di
n
g
ma
k
en u
i
t te sc
h
a
k
e
l
en.
De Appl
e
®
-speler wordt bi
j
h
et aansluiten o
p
de USB-
aansluitin
g
niet herkend.
De Appl
e
®
-speler is niet compatibel met de USB-aansluiting.
®
S
luit de Appl
e
®
-speler met een
g
eschikte kabel
(
niet mee
g
eleverd
)
via de AUX-in
g
an
g
aan.
De harde schi
j
f of andere
r
an
d
apparatuur wor
d
t
bij
h
et aans
l
u
i
ten op
d
e
U
S
B-aansluiting niet
he
rk
e
n
d
.
Sommi
g
e schi
j
ven en randapparatuur hebben meer stroom nodi
g
dan de
voe
di
n
g
di
e
d
e ra
di
o
l
evert.
Sluit de randapparatuur op het 230 V- stopcontact,
de 12 V-aansluitin
g
o
f
een externe voedin
g
sbron
aan
.
L
et o
p:
controleer o
f
de randapparatuur zel
f
g
een
s
i
g
naal van meer dan 5 V a
fg
ee
f
t
(
kans op schade
)
.
Ti
j
dens streamin
g
audio
wordt het
g
eluid ti
j
deli
j
k
o
n
de
r
b
r
oke
n.
Sommi
g
e telefoons
g
even voorran
g
aan de handsfree-si
g
naalverbindin
g
. Schakel de "handsfree"-verbindin
g
uit voor een
betere weer
g
ave van de streamin
g
-audio.
Bij
h
et
l
ezen t
ijd
ens
"S
hu
ff
le uitgebreid"
worden sommi
g
e
n
ummers over
g
esla
g
en.
De "
S
hu
ff
le uit
g
ebreid" kan maximaal 999 nummers lezen.
N
a
h
e
t
a
fz
e
tt
e
n v
a
n
de
m
o
t
o
r w
o
r
d
t
de
radio
n
a
e
n
kele
m
in
u
t
e
n
au
t
o
m
a
ti
sc
h
uit
g
eschakeld.
Als de motor is af
g
ezet, bli
j
ft de radio no
g
werken zolan
g
de laadtoestand
v
a
n
de
accu
da
t t
oes
t
aa
t.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-modus van de autoradio
i
s
g
eact
i
veer
d
om te voor
k
omen
d
at
d
e accu van
d
e auto ont
l
a
d
en raa
k
t.
Start de motor om de accu o
p
te laden.
De melding "het
audios
y
steem is
oververhit" verschi
j
nt op
h
et displa
y
.
O
m het audiosysteem te beschermen tegen een te hoge
om
g
evin
g
stemperatuur, activeert de autoradio automatisch een
thermische beveili
g
in
g
die het
g
eluidsvolume verlaa
g
t o
f
de
C
D-speler
u
it
sc
h
a
k
e
lt.
S
chakel het audiosysteem enkele minuten uit om
h
et s
y
steem te laten a
f
koelen.
Index
Trefwoordenregister- Zoeken via afbeeldingen
A
Aanhanger
.....................................................
r
21
6
A
anhan
g
er
g
ewichte
n
............................
23
9
,
2
4
2
A
ansluitin
g
12
V
.........................................
8
4
,
8
5
Aansteker
........................................................
r
8
5
A
B
S
...............................................................
1
7
3
Accessoi
r
es
.....................................
5
5
, 1
0
1
,
21
9
Accesso
ir
es
t
a
n
d
.....................................
5
5
,
10
1
Accu
...............................................
21
0
-
21
2
,
2
3
2
Accu
l
aden
............................................
.
21
1
,
21
2
Ach
t
e
r
ba
n
k
................................................
7
9
,
8
1
A
chterruitverwarmin
g
...............................
8
2
,
9
6
A
chteruitri
j
camera
.........................................
1
3
5
A
chteruitrijlich
t
..............................................2
0
4
A
fmetin
g
e
n
....................................................
2
4
4
Af
standsbedienin
g
..............................
5
2
-
5
4
,
5
8
A
fstandsbedienin
g
, batteri
j
.......................
5
7
,
5
8
Af
standsbedienin
g
s
y
nchronisere
n
................
5
7
A
irba
g
s ............................................................
3
9
Airbags vóór
..........................................
r
17
9
,
1
8
2
A
irconditionin
g
................................................
2
5
A
irconditionin
g
(
handbediend
)
........................
9
1
A
irconditioning, automatisch
e
..................
9
1
,
9
2
A
larmknipperlichten
................................
8
9
,
1
7
0
Al
arms
y
steem
.................................................
6
2
A
l
g
emeen men
u
............................................
30
8
All
es
d
ra
g
ers
..................................................
21
8
A
ntiblokkeers
y
steem
(
ABS
)
..........................
17
3
A
nt
i
s
li
pre
g
e
li
n
g
.................................
3
5
,
3
8
,
17
3
A
rmleunin
g
......................................................
8
4
Armleuning achter
...........................................
r
8
7
Armleuning vóór
..............................................
r
8
6
A
sbak
(
uitneembaar
)
.......................................
8
4
A
SR
...............................................................
17
3
A
u
dio-aansluitin
g
e
n
........................
8
6
,
31
5
,
31
7
A
u
t
o
m
a
ti
sc
h
e
r
u
it
e
nwi
sse
r
s
..................
14
9
,
1
5
1
Automatische schakeling
g
rootlicht/dimlich
t
..................................
3
2
,
14
3
Au
t
o
m
a
t
isch
i
n
schakele
n
alarmknipperlichte
n
....................................
17
0
A
utomat
i
sc
h
i
nsc
h
a
k
e
l
en ver
li
c
h
t
i
n
g
....
1
3
9
,
14
2
A
u
t
o
r
ad
i
o
......................................................
.
30
5
A
utora
di
o,
b
e
di
en
i
n
g
en aan
s
t
uu
rk
o
l
o
m .........................................
.
25
4
,
30
7
Aux-in
g
an
g
....................................................
31
7
B
a
g
a
g
eru
i
mt
e
..................................................
6
1
B
a
g
a
g
eru
i
mte,
i
n
d
e
li
n
g
...................................
8
8
B
a
g
a
g
eru
i
mte opene
n
........................
5
2
,
5
3
,
6
1
Ba
n
de
n
............................................................
2
5
B
an
d
en, noo
d
reparat
ie
.................................
1
8
6
B
an
d
enreparat
i
ese
t
......................................
1
8
6
B
an
d
enspann
i
n
g
.............................
2
5
,
1
8
7
,
24
5
B
an
d
enspann
i
n
g
,
d
etect
ie
............................
17
2
Bandenspannin
g
scontrole
(
met set
)
.............
1
8
6
Bandenspannin
g
te laa
g
(
detectie
)
...............
17
2
Beke
r
houder
....................................................
8
4
Beladen
...................................................
2
5
,
21
8
Benzinemotor
..................................
r
7
0
,
22
6
,
2
3
8
Bestuurdersplaats
(
instellin
g
en
)
.....................
7
6
Bi
nnensp
i
e
g
e
l
.................................................
8
3
Bl
ac
k
pane
l
......................................................
4
5
Bluetooth
(
hands
f
ree set
)
.....................
27
4
,
31
9
Bluetooth
(
telefoon
)
.......................................
27
4
Bochtverlichtin
g
............................ 14
7
, 14
8
,
19
9
Boordcomputer
.........................................
r
4
8
,
4
9
Brake Assist
Sy
stem
(
BA
S)
..........................
17
3
Brandstof
...................................................
f
2
5
,
7
0
Br
a
n
ds
t
ofadd
ititi
ef
niv
eau
..............................
2
3
1
Br
a
n
ds
t
o
fniv
eau
.............................................
.
6
8
Brandstofniveaumeter
.....................................
r
6
8
Brandsto
f
s
y
steem ontluchten .......................
22
8
Br
a
n
ds
t
o
ft
a
n
k
............................................
6
8
,
6
9
Brandsto
f
tank
(
inhoud
)
..................................
.
6
8
Brandstoftankdo
p
............................................
6
8
Br
a
n
ds
t
of
t
a
nk
en
........................................
6
8
-
7
0
Brandstoftankkle
p
.....................................
6
8
,
6
9
Brandsto
f
tank lee
g
(
diesel
)
...........................
22
8
Br
a
n
ds
t
o
fv
e
r
b
r
u
i
k
.
...........................................
2
5
B
u
i
tensp
i
e
g
e
l
s
.................................................
8
2
B
C
D .................................................................
31
2
CD-/MP3-speler
..................................
r
31
3
,
31
4
C
entrale ver
g
rendelin
g
.............................
5
2
,
5
4
C
laxo
n
...........................................................
17
1
C
ontac
t
....................................................
5
5
,
1
0
1
C
ontrolelamp
j
es
..................................
3
1
,
3
5
,
3
6
C
ontrolelamp
j
es
(
status
)
...........................
3
3
,
3
7
C
ont role s ................................
22
6
,
22
7
,
23
2
-
23
4
C
3
37
Trefwoordenregister
D
a
g
r
ij
ver
li
c
h
t
i
n
g
....................
14
1
,
1
9
9
,
2
0
2
,
20
3
Dagteller
..........................................................
r
4
4
D
as
hb
oar
d
ver
li
c
h
t
i
n
g
......................................
4
4
Da
t
u
m
i
n
s
t
ellen
.................................
4
6
,
4
7
,
2
9
5
De
r
de
r
e
m
licht
...............................................
20
6
Diesel
..............................................................
3
3
Dieselmotor
.............................
r
7
0
,
22
7
,
22
8
,
24
1
Di
m
licht
...................................
3
2
,
1
3
8
,
1
9
9
,
2
0
0
Di
sp
l
a
y
i
nstrumentenpanee
l
...................
4
8
,
11
3
Dy
nam
i
sc
h
e noo
d
rem
...................
1
0
3
,
1
0
6
,
1
0
8
Eco
-m
odus
....................................................
21
3
E
co-ri
j
den
(
adviezen
)
......................................
2
5
E
lectronic Brake Force Distribution
(
EBD
)
....
17
3
E
lectronic Stabilit
y
Pro
g
ram
(
ESC
)
......................................
3
5
,
3
8
,
17
3
,
17
5
E
lektronische remdrukre
g
elaar
(
REF
)
.........
17
3
E
l
e
ktr
o
ni
sc
h
e
s
l
eu
t
e
l ...........................
5
2
-
5
4
,
5
6
e
MyWay .................................................. 4
5
,
2
5
1
ES
P
u
it
sc
h
a
k
e
l
en
..........................................
17
5
F
o
ll
ow-me-
h
ome-ver
li
c
h
t
i
n
g
.................
14
2
,
14
4
F
unctie snelwe
g
(
richtin
g
aanwi
j
zers
)
.....................................
1
7
0
E
I
denti
f
icatie
(
stickers
)
....................................
24
5
Ide
nti
f
i
ca
ti
e
au
t
o
............................................
24
5
I
denti
f
icatieplaat
j
es constructeu
r
..................
24
5
I
nstapver
li
c
h
t
i
n
g
............................................
14
5
I
nstrumentenpane
l
e
n
......................................
3
0
I
nte
llig
ente tract
i
econtro
le
............................
17
4
Interieurfilter
..................................................
r
2
3
3
I
nter
i
eur
i
n
d
e
li
n
g
..............................................
8
4
I
nter
i
eur ont
g
ren
d
e
l
e
n
.....................................
5
9
I
nter
i
eurver
li
c
h
t
i
n
g
................................
1
5
3
,
1
5
4
ISO
FI
X
...........................................................
1
6
5
ISO
FIX
(
bevesti
g
in
g
en
)
.................................
1
6
4
ISO
FIX kinderzit
j
es
................................
1
6
4
-
1
6
6
DF
Geheugen instellingen bestuurder
.................
r
7
6
G
ereedscha
p
................................................
19
2
G
evarendriehoe
k
............................................
8
9
G
ewichte
n
.............................................
23
9
,
24
2
G
ordelverstellin
g
...........................................
17
7
G
P
S
...............................................................
26
0
G
rootlich
t
.........................
3
2
,
13
8
,
19
9
-
20
1
,
20
3
G
H
alo
g
eenlampe
n
...........................................
1
9
9
Ha
n
d
r
e
m
.......................................................
23
4
H
andrem, elektrisch bedien
d
........
10
3
,
10
6
,
10
8
Ha
n
ds
fr
ee
set
.......................................
.
27
4
,
31
9
H
ead-up displa
y
...........................
.
1
2
6
, 1
2
9
, 1
3
1
H
ill h
o
l
de
r...................... ............................... 111
H
ill
S
t
a
rt A
ss
i
st
...............................................
11
1
Hoofdsteunen achter
......................................
r
8
1
Hoofds
t
eu
n
e
n v
e
r
s
t
e
ll
e
n
...........................
7
4
,
7
7
Hoofdsteunen vóór
....................................
r
7
4
,
7
7
H
ulpoproe
p
............................................
1
7
1
,
24
9
H
ulpoproep
g
elokaliseer
d
.............................
2
4
9
H
J
ACK-aansluitin
g
....................................
8
6
,
31
7
J
Kaartleeslamp
j
es .........................................
.
15
3
Kentekenplaatverlichtin
g
.............................
.
20
6
Keyless entry and star
t
.............................
5
3
,
5
8
Kilometerteller
.................................................
r
4
4
Ki
n
d
er
b
eve
iligi
n
g
..................................
1
6
2
,
1
6
7
Ki
n
de
r
e
n
........................................
1
6
2
,
1
6
5
,
1
6
6
Kinderen
(
veili
g
heidsvoorzienin
g
en
)
...
1
5
8
,
1
5
9
,
1
6
2
,
1
6
4
-
1
6
6
,
1
7
9
Kinderzit
j
es
...........................
15
8
,
15
9
,
16
1
,
16
3
Kinderzit
j
es
(
conventioneel
)
.................
16
1
,
16
2
K
I
L
ampen
(
vervan
g
en
)
.....................
1
9
9
,
2
0
4
,
2
0
6
ane Departure Warnin
S
stem
LDWS
...
12
5
L
an
g
e voorwerpen vervoere
n
.........................
8
7
Le
kk
e
ba
n
d
....................................................
1
8
6
Lichtschakelaar
.....................................
r
1
3
8
,
14
4
Lo
k
a
li
se
r
e
n v
a
n
de
au
t
o
..................................
5
4
L
uchtfilter
(
vervan
g
en
)
..................................
2
3
3
L
N
N
avi
g
aties
y
steem
..........................
25
7
,
25
8
,
26
5
N
iv
eaus
e
n
co
ntr
o
l
es
............
22
6
,
22
7
,
22
9
-
23
1
N
oodbedienin
g
achterklep
..............................
6
1
N
oodbedienin
g
portiere
n
................................
5
9
N
oodoproep
g
elokaliseer
d
...........................
2
4
9
N
oodprocedure starte
n
.................................
21
1
Nood
r
e
m
ass
i
s
t
e
nti
e
......................................
1
7
3
O
ntdooie
n
..................................................
8
2
,
9
6
O
nt
g
rendele
n
............................................
5
2
,
5
3
O
ntwaseme
n
..................................................
.
9
6
O
pber
g
vakke
n
.....................................
8
4,
8
6
-
8
8
Opschakelindicator
.......................................
r
1
1
3
Parkeerhulp achter
........................................
r
1
3
3
Parkeerhulp vóór
...........................................
r
1
3
4
Pa
r
kee
r
lich
t
e
n
........
1
3
8
,
14
1
,
14
4
,
1
9
9
,
2
0
1
-
2
0
4
P
assa
gi
ersa
i
r
b
a
g
u
i
tsc
h
a
k
e
l
e
n
.....................
17
9
Pl
afo
nni
e
r
s
....................................................
1
5
3
Portieren ont
g
rendelen
...................................
5
9
Portieren opene
n
......................................
5
2
,
5
3
P
o
rti
e
r
e
n
s
l
u
it
en
........................................
5
2
,
5
4
Portieren ver
g
rendele
n
...................................
5
9
P
M
ilieubewust ri
j
de
n
........................................
.
2
5
M
i
s
t
ac
ht
e
rli
c
h
t
......................................
.
14
0
,
2
0
4
M
istlam
p
e
n
...................................................
.
1
9
9
Mistlampen vóór
............
r
14
0
,
14
8
, 1
9
9
, 2
0
3
, 2
0
5
M
onoc
h
room
di
sp
l
a
y
.............................
30
8
,
32
8
Mo
t
o
r
en
.................................................
2
3
8
,
24
1
Mo
t
o
r
e
n
o
v
e
rzi
c
h
t
..................................
2
3
8
,
24
1
M
otorolieniveau
,
control
e
...............................
4
3
Motorolieniveaumeter
.............................
r
4
3
,
22
9
Mo
t
o
rr
u
imt
e
..........................................
.
22
6
,
22
7
M
P3
(C
D
)
.............................................
.
31
3
,
31
4
M
ulti
f
unctioneel display
(
met autoradio
)
......
.
30
8
M
u
l
t
i
me
di
as
p
e
l
ers
.........................................
2
8
7
Kl
em
b
eve
iligi
n
g
...............................................
6
6
Kleu
r
code
lak
................................................
24
5
Kl
euren
di
sp
l
a
y
met
k
aartweer
g
ave
DT
........
2
5
5
K
lok
j
e
(
instellen
)
................................
4
6
,
4
7
,
29
5
Koe
lvl
oe
i
s
t
of
niv
eau
.................................
4
0
,
2
3
0
Koelvloeistoftemperatuur
................................
r
4
0
Koffe
r
de
k
se
l
s
l
u
it
e
n
........................................
6
1
K
op
l
ampsproe
i
ers
.................................
1
5
0
,
2
3
1
K
oplampsproeiervloeisto
f
nivea
u
..................
2
3
1
K
op
l
ampverste
lli
n
g
........................................
14
6
Krik
................................................................
1
9
2
M
assa
g
e
f
uncti
e
...............................................
7
8
Ma
tt
en
.............................................................
8
5
M
at verw
ijd
ere
n
..............................................
8
5
M
enustructuren
di
sp
l
a
y
................
29
6
,
32
8
,
32
9
Milieu
.........................................................
2
5
,
5
7
M
M
O
lie
f
ilter
(
vervan
g
en
)
....................................
2
3
3
O
lieniveau
...............................................
4
3
,
22
9
O
liepeilsto
k
.............................................
4
3
,
2
2
9
O
nderhoudscontroles
.....................................
2
5
Onderhoudsintervalindicator
..........................
r
4
1
O
nderhoudsintervalindicator resette
n
...........
.
4
2
O
Rad
i
o
...........................................
.
2
8
4
,
28
5
,
30
9
R
e
g
e
l
mat
ig
on
d
er
h
ou
d
...................................
2
5
Regeneratie roetfilter
....................................
r
23
3
Re
m
blokken
..................................................
2
3
4
Re
m
lich
t
en
....................................................
2
0
4
Re
mm
en
........................................................
2
3
4
R
emschi
j
ve
n
..................................................
23
4
Re
mvl
oe
i
s
t
o
fniv
eau
.......................................
23
0
Rese
rv
e
wi
e
l ..................................................
19
2
R
ichtingaanwijzers.......
.
1
4
4
,
1
7
0
,
19
9
, 2
0
2
, 2
0
4
Rie
m
................................................................
8
8
R
isicozones
(
update
)
....................................
2
6
2
R
3
3
9
Trefwoordenregister
Roetfilter
........................................
r
2
3
0
,
2
3
1
,
23
3
R
uitbedienin
g
..................................................
6
4
Ruitensproeier achter
...................................
r
1
5
0
R
uitensproeiers
.............................................
23
1
Ruitensproeiers vóór
....................................
.
r
15
0
R
uitensproeiervloeisto
f
nivea
u
......................
23
1
Ruitenwisser achter
......................................
r
1
5
0
R
uitenwisserbladen
(
vervan
g
en
)
..........
1
5
2
,
21
4
Rui
t
e
nw
isse
r
s
..................................
3
4
,
14
9
,
1
5
1
Ruitenwisserschakelaar
.........................
r
14
9
-
1
5
1
S
S
chakelen automatische versnellin
g
sba
k
....
11
4
S
chakelen EGS-versnellin
g
sbak
..........
1
1
2
,
1
1
8
S
erienummer auto
........................................
2
4
5
S
feerverlichtin
g
.............................................
1
54
Sj
oro
g
en .........................................................
.
8
8
S
kilui
k
.............................................................
.
8
7
S
le
p
en van een auto
.....................................
21
5
S
l
eu
t
e
l
............................................
5
2
-
5
4
,
5
7
,
5
8
S
leutel met a
f
standsbedienin
g
.....................
1
0
1
Snelheidsbegrenzer
..............................
r
12
8
,
12
9
Snelheidsregelaar
.................................
r
1
2
8
,
1
3
1
S
nelmenu's
....................................................
25
6
S
paarfas
e
......................................................
21
3
S
praaks
y
nthes
e
............................................
26
8
S
tartblokkering, elektronisch
e
................
5
8
, 1
0
1
S
t
a
rt
e
n
...........................................................
21
1
S
t
a
rt
e
n v
a
n
de
au
t
o
................
1
0
0
,
1
0
2
,
11
4
,
11
8
S
tilzetten van de auto
............
1
0
0
,
1
0
2
,
11
4
,
11
8
S
toelen verstelle
n
.....................................
7
4
,
7
5
S
toelverwarmin
g
.............................................
7
8
S
top & Star
t
.........................
4
9
,
6
8
,
9
3
,
9
6
,
12
2
,
21
0
,
22
5
,
23
2
S
treamin
g
audio Bluetoot
h
...........
29
1
,
31
8
,
32
0
S
tuurbekrachti
g
in
g
svloeistofnivea
u
.............
2
3
0
S
tuurslo
t
........................................................
1
0
1
S
tuurverstellin
g
...............................................
8
3
S
uperver
g
rendelin
g
..................................
5
5
,
5
6
Sy
nchroniseren afstandsbedienin
g
................
5
7
V
e
iligh
e
id
s
g
or
d
e
l
s
..........................
1
6
1
,
17
6
-
17
8
V
eili
g
heidsvoorzienin
g
en
v
oo
r kin
de
r
en
..............
1
5
8
,
1
5
9
,
1
6
5
,
1
6
6
,
1
7
9
Ve
ntil
a
ti
e
..............................................
2
5
,
9
0
,
9
1
Ve
ntil
a
ti
e
r
oos
t
e
r
s
...........................................
.
9
0
V
er
g
rendelin
g
van binnenui
t
..........................
.
5
9
V
erkeersin
f
ormatie
(
TA
)
................ 2
7
2
, 28
6
,
31
0
V
erkeersin
f
ormatie
(
TM
C)
....................
27
1
,
27
2
V
er
klikk
er
l
amp
j
es
..........................
3
1
,
3
3
,
3
5
,
3
7
V
erklikkerlamp
j
e voor
g
loeien
(
diesel
)
.............
3
3
V
erlichtin
g
.....................................................
1
5
4
V
ersnellin
g
sbak, automatisch
e
.....
1
1
4
,
2
1
2
,
2
3
4
V
ersnellin
g
sbak, elektronisch
bed
i
e
n
d
...............................
11
8
,
12
2
,
21
2
,
23
4
V
ersnellin
g
sbak,
h
andgeschakel
d
................. 1
1
2
, 1
1
3
, 1
2
2
,
2
3
4
V
ersne
lli
n
g
s
h
en
d
e
l
..........................................
2
5
V
erwarm
i
n
g
.....................................................
2
5
Voo
r
s
t
oelen
................................................
7
4
-
7
6
T
an
kb
eve
iligi
n
g
...............................................
6
9
T
ec
h
n
i
sc
h
e
g
e
g
evens
...........
2
3
8
,
23
9
,
24
1
,
24
2
T
e
l
efoon
.................................................
27
4
,
27
6
Ti
j
d instellen
......................................
4
6
,
4
7
,
2
9
5
TMC
(
verkeersinformatie
)
.............................
2
7
1
Tr
e
kh
aa
k
........................................................
21
6
T
U
p
d
aten r
i
s
i
cozones
.....................................
2
6
2
U
r
g
ence-oproe
p
....................................
17
1
,
24
9
USB-aansluitin
g
......................................
8
6
,
31
5
US
B-bo
x
..........................................................
8
6
U
V
Waarschuwin
g
slamp
j
es
......................
3
3
,
3
6
,
3
7
Waarschuwin
g
ver
g
eten verlichtin
g
..............
14
0
Wi
e
l
de
m
o
nt
e
r
en
...........................................
19
5
Wi
e
l m
o
nt
e
r
en
..............................................
.
19
5
Wi
e
l v
e
rwi
sse
l
en
..........................................
.
19
2
Window-airbags .................................... 18
1
, 18
2
W
X
enonlampe
n
................................................
1
9
9
X
Z
Z
ekerin
g
e
n
....................................................
2
0
7
Z
ekerin
g
entabe
l
............................................
20
7
Z
ekerin
g
en vervan
g
en ..................................
20
7
Z
ekerin
g
kast dashboar
d
...............................
20
7
Z
ekeringkast motorruimt
e
............................. 2
0
7
Zicht
.................................................................
9
6
Zij
-a
i
r
b
a
g
s
.............................................
1
8
1
,
1
8
2
Zijk
n
i
pper
li
c
ht
................................................
2
0
3
Z
i
j
spots
..................................................
14
5
,
2
0
3
Z
i
j
verlichtin
g
..................................................
14
5
Z
uini
g
ri
j
den
....................................................
2
5
3
4
1
Zoeken op afbeelding
Exterieur
Elektronische sleutel/Ke
y
less
e
ntr
y
and start 52-58, 100-101
- openen / sluiten
- diefstalbeveili
g
in
g
- batteri
j
-
s
t
a
rt
e
n
Instapverlichtin
g
1
45
D
y
namische bochtverlichtin
g
1
47
Statische bochtverlichtin
g
148
Koplampverstellin
g
1
4
6
Lampen vervan
g
en
199
-
203
- koplampen
- mistlampen vóór
- zi
j
knipperlichten
R
u
it
e
nwi
sse
r
s
14
9
-1
5
2
Ruitenwisserbladen vervan
g
en 152, 214
Portieren 52, 60
-
K
e
yl
ess entr
y
an
d
start
- o
p
enen
/
sluiten
- centra
l
e ver
g
ren
d
e
li
n
g
- noo
db
e
di
en
i
n
g
A
larms
y
steem 62-63
Brandstoftank, tankbeveili
g
in
g
68-70
C
ockpit roo
f
66-67
Allesdra
g
ers 218
Accessoires 21
9
-22
0
E
SC
: AB
S
, BA
S
, A
S
R,
C
D
S
173-175
Detectie te la
g
e bandenspannin
g
172
Bandenspannin
g
245
Wiel verwisselen 192-198
-
g
ereedschap
- demonteren
/
monteren
Bandenre
p
aratieset 186-191
Ba
g
a
g
eruimte 52, 61
- openen / sluiten
- noodbedienin
g
Lampen vervan
g
en
20
4-
206
-
ac
ht
e
rli
c
ht
e
n
-
de
r
de
r
e
mli
c
ht
- kentekenplaatverlichtin
g
- mi
s
t
ac
ht
e
rli
c
ht
e
n
Parkeerhul
p
133-134
S
le
p
en 215
Trekhaak 216-217
Buitenspie
g
els 82
Verlichtin
g
buitenspie
g
els 145
Cockpit
Plafonniers 15
3
Picto
g
rammendispla
y
veili
g
heids
g
ordels / airba
g
aan
passa
g
ierszi
j
de
1
77,
180
Binnenspie
g
el
83
Cockpit roof 66-67
Bedienin
g
head-up displa
y
126
-
12
7
Ur
g
ence- of Assistance-oproep 171, 249
Buitenspie
g
els 82
Verwarmin
g
, ventilatie
90
-
91
Automatische airconditionin
g
met
g
escheiden re
g
elin
g
92
-
9
5
O
ntwasemen / ontdooien 96
USB-box /
J
ack-aansluitin
g
86
,
288
-
292
,
313
-
31
7
Zekerin
g
en dashboard 207-208
Handgeschakelde
z
esversnellingsbak 112
S
chakelindicator 11
3
A
utomatische versnellingsbak 114-117
E
GS
-versnellingsbak 118-121
Hill H
o
l
de
r 111
eM
y
Wa
y
251-304
Datum/ti
j
d instellen 47
A
u
t
o
r
ad
i
o/
Bl
ue
t
oo
h
305
-
333
Datum
/
ti
j
d instellen 46
Motorkapont
g
rendelin
g
225
Ruitbedienin
g
achter
6
4-
6
5
Accessoire-aansluitin
g
12
-volts
8
4,
8
5
Ruitbedienin
g
, blokkerin
g
64-65
3
4
3
Zoeken op afbeelding
Bedienin
g
van de eM
y
Wa
y
2
5
3
Head-up displa
y
126-127
O
pslaan van snelheden 128
Snelheidsbe
g
renzer 129-130
Snelheidsre
g
elaar 131-132
Lichtschakelaar 1
38
-144
A
utomatische schakelin
g
g
rootlicht/
dimlicht 14
3
Richtin
g
aanwi
j
zers 144, 170
Ruitenwisserschakelaar 14
9
-1
5
2
Boordcomputer 48-49
Instrumentenpaneel
30
, 4
0
-45
- check
/
onderhoudsindicator
/
da
g
teller
- dimmer dashboardverlichtin
g
/
black panel
Verklikkerlamp
j
es
31
-
39
Meters 4
0
-4
3
O
pschakelindicator 113
Kleurendisplay 255, 296-298
Display
C
308, 327-329
Cockpit (vervolg)
Elektrische parkeerrem
103
-
110
START/ST
O
P
,
contact
,
motor
starten
/
afzetten 1
00
-1
0
2
Stop & Start 122-124
A
ccessoirestand 1
0
1
Klok
j
e 46
A
larmknipperlichten 170
Bedienin
g
van de autoradio
2
54,
30
7
S
tuurwiel verstellen 8
3
C
laxon 171
Ri
j
en drukschakelaars, knoppen 12
Openen van de brandstoftankklep 68
Openen van de achterklep 61
A
larm
6
2-
63
Eco OFF
(
Stop & Start
)
122-124
Koplampverstellin
g
146
Interieur
Indelin
g
ba
g
a
g
eruimte 88
Ge
v
a
r
e
n
d
ri
e
h
oe
k
89
C
onventionele kinderzit
j
es 158-163
Elektrische kinderbeveili
g
in
g
167
V
oo
r
s
t
oe
l
e
n 74-7
8
- h
oofds
t
eu
n
e
n
- stoe
l
verwarm
i
n
g
-
h
an
d
mat
ig
verste
lb
aa
r
-
elek
tr
isch
v
e
r
s
t
elbaa
r
-
massage
Middenarmsteun achter
8
7
Skiluik 87
Matten
8
5
Airba
g
s
1
7
9
-
182
Indelin
g
interieur
8
4
Aansteker
/
accessoire-aansluitin
g
85
Uitschakelin
g
passa
g
iersairba
g
160
-
180
Veili
g
heids
g
ordels 176-178
A
chterzitplaatsen 79-81
ISOFIX-kinderzit
j
es 164-166
3
45
Zoeken op afbeelding
Onderhoud - Gegevens
A
fmetin
g
en 244
Identificatie 24
5
Niveaus controleren 22
9
-2
3
1
-
o
li
e
- r
e
mvl
oe
i
s
t
of
- stuurbekrachti
g
in
g
svloeistof
- k
oe
lvl
oe
i
s
t
of
- ruitensproeier-/
k
oplampsproeiervloeisto
f
C
ontrole van onderdelen 2
3
2-2
3
4
- l
uc
htfilt
e
r
- int
e
ri
eu
rfilt
e
r
-
o
li
e
filt
e
r
- elektrische parkeerrem
- remblokken/-schi
j
ven
Lampen vervan
g
en 199-206
- v
oor
-
ac
ht
er
12V-accu 21
0
-212
Spaarfase accu, eco-mode 213
Zekerin
g
en motorruimte 207, 209
Motorkapont
g
rendelin
g
225
G
ewichten
(
benzine
)
239-240
G
ewichten
(
diesel
)
242-243
Brandsto
f
tank lee
g
(
diesel
)
228
O
nder de motorkap
(
benzine
)
226
O
nder de motorkap
(
diesel
)
227
Benzinemotoren 2
38
Di
ese
lm
o
t
o
r
e
n 241
4
Dconce
pt
Di
ade
i
s
Edipr
o
0
4-1
2
Dit instructieboekje behandelt alle beschikbare
uitrustingen van dit model.
Uw auto is, afhankelijk van het uitrustingsniveau, de
uitvoering en de specifieke kenmerken voor het land
waarvoor de auto bestemd is, slechts van een deel
van de in dit boekje vermelde uitrustingen voorzien.
Aansprakelijkheid voor de gegeven beschrijvingen
en illustraties wordt niet aanvaard. Automobiles
CITROËN behoudt zich het recht voor tussentijds
wijzigingen aan te brengen in de door haar
gevoerde modellen en de bijbehorende uitrusting
en accessoires, zonder verplicht te zijn dit
instructieboekje aan te passen.
Dit instructieboekje maakt onlosmakelijk deel uit van
uw auto. Vergeet niet dit boekje bij doorverkoop van
uw auto aan de nieuwe eigenaar te geven.
Automobiles CITROËN verklaart dat, door
toepassing van de voorschriften in de Europese
regelgeving (Richtlijn 2000/53) met betrekking tot
autowrakken, wordt voldaan aan de in deze richtlijn
gestelde doelen en dat recycleerbare materialen
worden gebruikt voor de fabricage van producten
die door haar worden verkocht.
Reproductie of vertaling, zelfs gedeeltelijk, is
verboden zonder schriftelijke toestemming van
Automobiles CITROËN.
Gedrukt in de EU
Néerlandais
Neem voor alle werkzaamheden aan uw auto
contact op met een gekwalificeerde werkplaats
die beschikt over de juiste technische informatie,
vakkennis en apparatuur. Het CITROËN-netwerk is
in staat u dit te bieden.
Néerlandais
3

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Citroen-DS5---2012

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Citroen DS5 - 2012 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Citroen DS5 - 2012 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 11,25 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info