56
Bediening:
1. Gebruik de “+” of “-“ -toetsen om het MANUEELprogramma (P1) te
selecteren.
2. Druk op de “E” -toets om gebruik van het MANUEELprogramma te
bevestigen.
3. De TIJD (‘TIME’) zal beginnen knipperen en u kan de “+” of “-“ -toetsen
gebruiken om uw trainingsTIJD in te geven. Druk op de “E” -toets om uw
gewenste tijd te bevestigen.
4. De AFSTAND (‘DISTANCE’) zal beginnen knipperen en u kan de “+” of
“-“ -toetsen gebruiken om uw doelAFSTAND in te geven. Druk op de “E”
-toets om uw gewenste AFSTAND te bevestigen.
5. De CALORIEËN (‘CALORIES’) zal beginnen knipperen en u kan de “+” of
“-“ -toetsen gebruiken om uw verbrande CALORIEËN in te geven. Druk op
de “E” -toets om uw gewenste CALORIEËN te bevestigen.
6. Druk op de START/STOP toets om de oefening te beginnen.
Voorgeprogrammeerde programma’s: Trappen, Heuvel, Rollend, Vallei,
Vetverbranding, Helling, Berg, Intervallen, Random, Plateau, Fartlek,
Rotsen Programma
PROGRAMMA’S 2 tot 13 zijn bovengenoemde voorgeprogrammeerde
programma’s. Gebruikers kunnen training in om het even welk ingesteld
weerstandsniveau (Veranderen door “+” of “-“-toetsen te gebruiken) en voor
om het even welke tijd, calorieverbranding en afstand.
Bediening:
1. Gebruik de “+” of “-“ -toetsen om één van de programma’s te selecte-
ren.
2. Druk op de “E”-toets om uw trainingsprogramma te bevestigen.
3. De TIJD (‘TIME’) zal beginnen knipperen en u kan de “+” of “-“ -toetsen
gebruiken om uw trainingsTIJD in te geven. Druk de “E” -toets om uw
gewenste tijd te bevestigen.
4. De AFSTAND (‘DISTANCE’) zal beginnen knipperen en u kan de “+” of “-“
-toetsen gebruiken om uw doelAFSTAND in te geven. Druk de “E” -toets
om uw gewenste AFSTAND te bevestigen.
5. De CALORIEËN (‘CALORIES’) zal beginnen knipperen en u kan de “+” of
“-“ -toetsen gebruiken om uw verbrande CALORIEËN in te geven. Druk de
“E” -toets om uw gewenste CALORIEËN te bevestigen.
6. Druk op de START/STOP toets om de oefening te beginnen.
Programma’s voor Gebruikersinstellingen: Gebruiker 1, Gebruiker 2,
Gebruiker 3 en Gebruiker 4
Programma’s 14 tot 17 zijn de programma’s voor de gebruikersinstellingen.
Het staat de gebruikers vrij om waarden in te stellen van TIJD, AFSTAND,
CALORIEËN en het WEERSTANDSNIVEAU in 10 kolommen. De waarden
en profielen zullen in het geheugen opgeslagen worden na het ingeven.
Gebruikers kunnen ook het inladen in elke kolom veranderen met de “+”
of “-“ -toetsen en ze zullen niet het weerstandsniveau in het geheugen
veranderen.
Bediening:
1. Gebruik de “+” of “-“ -toetsen om het GEBRUIKERS (‘USER’) programma
van P14 tot P17 te selecteren.
2. Druk op de “E”-toets om uw trainingsprogramma in te geven.
3. Kolom 1 zal beginnen knipperen, en gebruik dan de “+” of “-“ -toetsen
om uw persoonlijk trainingsprogramma te creëren. Druk op de “E”-toets om
de eerste kolom van uw trainingsprogrammaprofiel te bevestigen. Wanneer
er niets wordt ingegeven, zal de computer ‘load’ 1 kiezen.
4. Kolom 2 zal beginnen knipperen, en gebruik dan de “+” of “-“ -toetsen om
uw persoonlijk trainingsprogramma te creëren. Druk op de “E”-toets om de
tweede kolom van uw trainingsprogrammaprofiel te bevestigen.
5. Volg bovenstaande beschrijvingen 5 en 6 om uw persoonlijke
trainingsprogramma’s af te sluiten. Druk op de “E”-toets om uw gewenste
trainingsprofiel te bevestigen.
6. De TIJD (‘TIME’) zal beginnen knipperen en u kan de “+” of “-“ -toetsen
gebruiken om uw trainingsTIJD in te geven. Druk op de “E” -toets om uw
gewenste tijd te bevestigen.
7. De AFSTAND (‘DISTANCE’) zal beginnen knipperen en u kan de “+” of
“-“ -toetsen gebruiken om uw doelAFSTAND in te geven. Druk op de “E”
-toets om uw gewenste AFSTAND te bevestigen.
8. De CALORIEËN (‘CALORIES’) zal beginnen knipperen en u kan de “+” of
“-“ -toetsen gebruiken om uw verbrande CALORIEËN in te geven. Druk op
de “E” -toets om uw gewenste CALORIEËN te bevestigen.
9. Druk op de START/STOP toets om de oefening te beginnen.
Hartslag Controle (‘H.R.C.’) Programma: 55% H.R.C., 65% H.R.C., 75%
H.R.C., 85% H.R.C., Doel H.R.C.
Programma’s 18 tot 22 zijn de Hartslag Controle Programma’s en Programma
22 is het Doel Hartslag (‘Target H.R.’) Controleprogramma.
Bij Programma 18 is de 55% Max H.R.C. -
- Doel Hartslag = (220 – LEEFTIJD) x 55%
Bij Programma 19 is de 65% Max H.R.C. -
- Doel Hartslag = (220 – LEEFTIJD) x 65%
Bij Programma 20 is de 75% Max H.R.C. -
- Doel Hartslag = (220 – LEEFTIJD) x 75%
Bij Programma 21 is de 85% Max H.R.C. -
- Doel Hartslag = (220 – LEEFTIJD) x 85%
Bij Programma 22 is de Target H.R.C. -
- Training op uw doel-hartslagwaarde.
Gebruikers kunnen trainen volgens het gewenste Hartslag Programma door
LEEFTIJD, TIJD, AFSTAND, CALORIEËN of DOELHARTSLAG in te geven.
Bij deze programma’s zal de computer het weerstandsniveau aanpassen
volgens de gedetecteerde hartslag. Bijvoorbeeld: het weerstandsniveau zal
verhogen na elke 20 seconden waarbij de gedetecteerde hartslag onder de
DOELHARTSLAG ligt.
Bediening:
1. Gebruik de “+” of “-“ -toetsen om het Hartslag Controle Programma
(‘H.R.C. Program’) van P18 tot P22 te selecteren.
2. Druk op de “E”-toets om uw trainingsprogramma in te geven.
3. De LEEFTIJD (‘AGE’) zal beginnen knipperen bij programma’s P18 tot
P21 en u kan de “+” of “-“ -toetsen gebruiken om uw LEEFTIJD in te geven.
Indien geen leeftijd wordt ingegeven, is de standaardleeftijd 35 jaar.
4. Bij programma 22, zal de DOELHARTSLAG beginnen knipperen en kan u
de “+” of “-“ -toetsen gebruiken om uw DOELHARTSLAG in te geven tussen
120 en 180. Indien geen doelhartslag wordt ingegeven, is de standaard-
DOELHARTSLAG 120.
5. De TIJD (‘TIME’) zal beginnen knipperen en u kan de “+” of “-“ -toetsen
gebruiken om uw trainingsTIJD in te geven. Druk op de “E” -toets om uw
gewenste tijd te bevestigen.
6. De AFSTAND (‘DISTANCE’) zal beginnen knipperen en u kan de “+” of
“-“ -toetsen gebruiken om uw doelAFSTAND in te geven. Druk op de “E”
-toets om uw gewenste AFSTAND te bevestigen.
7. De CALORIEËN (‘CALORIES’) zal beginnen knipperen en u kan de “+” of
“-“ -toetsen gebruiken om uw verbrande CALORIEËN in te geven. Druk op
de “E” -toets om uw gewenste CALORIEËN te bevestigen.
8. Druk op de START/STOP toets om de oefening te beginnen.
POLSSLAGMETING:
1. Handpulsmeting:
In het linkse en rechtse stuurgedeelte is telkens een metalen contactplaat, de
voelers, voorzien. Verbind de kabel met de aansluiting 81 op de computer.
Gelieve erop te letten dat steeds beide handpalmen gelijktijdig met normale
kracht op de voelers liggen. Zodra er een polsslag volgt, knippert er een
hart naast het polsslagdisplay.
(De handpulsmeting dient slechts ter oriëntatie omdat het door beweging,
wrijving, zweet etc. tot afwijkingen van de effectieve polsslag kan komen.
Bij een klein aantal personen kan het tot foutieve functies van de hand-
pulsmeting komen.
Indien u moeilijkheden met de handpulsmeting ondervindt, raden wij het
gebruik van een cardioborstgordel aan.
2. Cardiopolsslagmeting:
In de handel zijn zogeheten cardiopolsslagmeters verkrijgbaar, die uit een
zenderborstgordel en een armbandhorloge-ontvanger bestaan. De compu-
ter van uw ERGOMETER is met een ontvangtoestel (zonder zender) voor
bestaande cardiopolsslagmeetinstrumenten uitgerust.
Indien u in het bezit van een dergelijk toestel bent, kunnen de door uw
zendtoestel (borstgordel) uitgestraalde impulsen op het computerdisplay
afgelezen worden. Dit functioneert met al de niet-gecodeerde borstgordels,
waarvan de zendfrequentie tussen 5,0 en 5,5 KHz ligt.
De reikwijdte van de zendtoestellen bedraagt al naargelang het model 1
tot 2 m.
OPGELET: indien beide polsslagmeetmethoden tegelijkertijd gebruikt worden
(bijvoorbeeld: ze dragen een borstgordel en leggen gelijktijdig hun handen
op de handpulsvoelers) heeft de handpulsmeting voorrang.
Toets „START“ beslist indrukken, anders volgt er geen polsslagmeting.
Watt Controle Programma: Watt Control
Programma 23 is een Snelheid-onafhankelijk programma. Druk op de
“E”-toets om de waarden DOELWATT, TIJD, AFSTAND en CALORIEËN in
te geven. Tijdens deze oefening is de weerstand niet te veranderen. Bij-
voorbeeld: het weerstandsniveau kan verhogen wanneer het tempo te laag
is. Zo kan het weerstandsniveau verlagen wanneer het tempo te hoog is.
Bijgevolg zal de berekende WATT waarde dicht bij de door de gebruikers
ingegeven DOELWATT liggen.
Bediening:
1. Gebruik de “+” of “-“ -toetsen om het Watt Controle Programma (P23)
te selecteren.
2. Druk op de “E”-toets om uw trainingsprogramma in te geven.
3. De TIJD (‘TIME’) zal beginnen knipperen en u kunt de “+” of “-“ -toetsen
gebruiken om uw trainingsTIJD in te geven. Druk op de “E” -toets om uw
gewenste tijd te bevestigen.
4. De AFSTAND (‘DISTANCE’) zal beginnen knipperen en u kan de “+” of
“-“ -toetsen gebruiken om uw doelAFSTAND in te geven. Druk op de “E”
-toets om uw gewenste AFSTAND te bevestigen.
5. De WATT zal beginnen knipperen en u kunt de “+” of “-“ -toetsen gebruiken
om uw WATTwaarde in te geven. Druk op de “E” -toets om uw gewenste
WATT-waarde te bevestigen. Indien geen wattwaarde wordt ingegeven,
wordt 100 als standaard genomen.