8 Infotainmentsysteem
RPT (Herhalen): Druk hierop om
de laatste spraakopdracht te
herhalen.
/ BACK: Indrukken om naar een
vorig scherm in een menu te gaan.
MENU / SELECT: Draaien om een
functie te markeren. Druk op de
knop om de gemarkeerde functie te
activeren.
Knoppen op het aanraak-
scherm
De aanraakschermtoetsen bevinden
zich op het scherm en lichten op
wanneer een functie kan worden
gebruikt. Sommige schermtoetsen
lichten op wanneer ze actief zijn en
zijn grijs wanneer ze inactief zijn.
Bedieningsknoppen
stuurwiel
Afhankelijk van de specifieke model-
uitvoering werken sommige audio-
functies via de
stuurbedieningsknoppen.
b / g (indrukken om te
spreken): Indrukken voor beant-
woorden van een inkomende
oproep, interactie met Bluetooth of
starten van een stemherkennings-
sessie. Zie Bluetooth op pagina 64
of Stemherkenning op pagina 57.
$ / i (dempen/einde gesprek):
Druk hierop om een inkomende
oproep te weigeren of om een
huidige oproep te beëindigen.
Indrukken om de autoluidsprekers te
dempen wanneer u het infotain-
mentsysteem gebruikt. Nogmaals
indrukken om het geluid aan te
zetten. Indrukken om stemherken-
ning te annuleren.
_ SRC^ (bediening via stelwiel):
Indrukken om een audiobron te
selecteren.
Gebruik het stelwiel voor het selec-
teren van de volgende of vorige
favoriete radiozender, MP3-track,
USB en Bluetooth Audio.
Gebruik
_ SRC om met Stitcher
naar de/het volgende song of
programma te springen. Zie Stitcher
internetradio op pagina 18.
+
x - (volume): Druk op + om
volume te verhogen. Druk op - om
het te verlagen.
Systeem gebruiken
Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met het aanraakscherm en
de knoppen en andere toetsen.
Met de stuurbedieningsknoppen
kunt u stemherkenning gebruiken
om de infotainmentfuncties te
bedienen.
Druk op de stuurbedieningsknoppen
b / g om de stemherkenning te
starten. Zie Stemherkenning op
pagina 57.