6-nl
Installatie van het beveiligingssysteem
“Protector System
™”
(zie bij accessoires)
De uitgeoefende kracht, zoals gemeten op de sluitende rand van
de deur, mag niet hoger zijn dan 400N (40 kg). Als de sluitkracht
op een waarde wordt afgesteld die hoger is dan 400N, dan moet
het Protector System geïnstalleerd worden.
Nadat de opener geïnstalleerd en afgesteld is, kan het
Beveiligingssysteem geïnstalleerd worden. De installatie-instructies
vindt u in de verpakking van dit apparaat.
Het Beveiligingssysteem zorgt voor een extra beveiliging tegen
het beklemd raken van kleine kinderen onder de garagedeur. Het
systeem werkt met een onzichtbare lichtstraal, die als hij door een
obstakel onderbroken wordt, maakt dat een sluitende deur weer
opengaat en verhindert dat een opengaande deur sluit. Dit apparaat
wordt ten zeerste aanbevolen voor huiseigenaren met kleine kinderen.
28
Speciale functies
A. Aansluiting van deur in deur
Open de verlichtingslens. Zoek de extra snelaansluitingen. Sluit
de beldraad aan op de snelaansluitingen 8 en 7.
B. Signaallicht-aansluiting
De signaallamp kan overal worden geïnstalleerd. Sluit de draden
van de lamp aan op de snelaansluitingen 6 en 5. Aansluiting 5 is
massa.
Accessoires
(1)Model 84330EML Enkelvoudige afstandsbediening
(2)Model 84333EML 3-kanaals afstandsbediening
(3)Model 84335EML Mini-afstandbediening met 3 functies
(4)Model 8747EML Sleutelloos bedieningssysteem
(5)Model 845EML Multifunctioneel bedieningspaneel
(6)Model 760EML Sleutelschakelaar buiten
(7)Model 1702EML Ontkoppelingsslot
(8)Model 770EML Het Beveiligingssysteem “Protector System™”
(9)Model 1703EML Deuram – The Chamberlain Arm™
(10)Model FLA230EML Knipperlicht
(11)Model 75EML Verlichte deurbedieningsknop
(12)Model 1EML Snelontkoppeling deurkruk
(13)Model 34EML Sleutelschakellar, 2 functie (inbouw montage)
Model 41EML Sleutelschakellar, 2 functie (opbouw montage)
NIET AFGEBEELD
Model MDL100EML Mechanisch deurslot
BEDRADINGSINSTRUCTIES VOOR ACCESSOIRES
Sleutelschakelaar – naar openercontacten: rood-1 en wit-2
Protector System™ – naar openercontacten: wit-3 en grijs-4
Bedieningspaneel – naar openercontacten: rood-1 en wit-2
30
Reserveonderdelen
31 32
PROBLEMEN OPLOSSEN
1. Opener werkt niet, noch met de verlichte bedieningsknop, noch
met de afstandsbediening:
• Staat er stroom op de opener? Sluit een lamp aan op het
stopcontact. Als hij niet aangaat, controleer dan de zekeringskast of
de stroomonderbreker. (Bij sommige stopcontacten wordt de
stroomtoevoer door een muurschakelaar geregeld.)
• Heeft u alle deursloten buiten werking gesteld? Bekijk de
waarschuwingen met betrekking tot de installatieaanwijzingen op
pagina 1 opnieuw.
• Heeft er zich ijs of sneeuw onder de deur opgehoopt? Of misschien
is de deur vastgevroren. Verwijder eventuele belemmeringen.
• De veer van de garagedeur kan gebroken zijn. Laat deze vervangen
door een vakman.
2. Opener werkt op de afstandsbediening maar niet op de
verlichte bedieningsknop:
• Is de bedieningsknop op de muur verlicht? Zo niet, maak de
beldraad los van de contacten op de opener. Maak kortsluiting
tussen de rode en witte contacten door beide contacten tegelijkertijd
met een stukje draad aan te raken. Als de opener werkt, controleer
dan of er een bedradingsfout is gemaakt bij de verlichte
bedieningsknop of een kortsluiting bij de krammetjes.
• Is de bedrading goed aangesloten? Zie pagina 4.
3. Deur werkt op de verlichte bedieningsknop maar niet op de
afstandsbediening:
• Probeer een nieuwe batterij.
• Wanneer u over twee of meer afstandsbedieningen beschikt en er
werkt er slechts een, neem dan de stappen 22 en 23, Programmeer
uw opener en afstandsbediening en Sleutelloze toegang
programmeren opnieuw door.
• Knippert de deurbedieningsknop? De vergrendelingsstand van de
opener is ingeschakeld. Wanneer u beschikt over een
multifunctionele deurbediening, houdt u de vergrendelingsknop 2
seconden ingedrukt. De deurbedieningsknop stopt met knipperen.
4. Astandsbediening heeft maar een kort bereik:
• Is de batterij geïnstalleerd?
• Bewaar de afstandsbediening op een andere plaats in de auto.
• Het transmissiebereik is minder bij metalen garagedeuren, deuren
met een metalen isolatielaag of bij metalen wanden.
5. De deur keert zonder aanwijsbare reden om en het lichtje op de
opener knippert niet:
• Wordt de deur ergens door belemmerd? Trek aan de
noodontkoppelingshandgreep. Bedien de deur met de hand. Als de
deur klemt of slecht uitgebalanceerd is, haal er dan een
garagedeurspecialist bij.
• Verwijder eventueel sneeuw of ijs van de garagevloer onder de deur.
• Herhaal dan Instellen van de grenswaarden en De kracht instellen,
instellingsstappen 25 en 26.
Herhaal na het bijstellen de veiligheidstest.
6. De deur gaat zonder duidelijke reden omhoog en het lampje
van de bedieningsknop van de deur knippert 5 seconden na
het omhoog gaan:
Controleer het Beveiligingssysteem (als u deze accessoire
geïnstalleerd heeft). Als het licht knippert, corrigeer dan de uitlijning.
7. De opener maakt een storend lawaai dat in de woning te
horen is:
Als het geluid van de opener een probleem veroorzaakt doordat deze
zich vlakbij de woning bevindt, kunt u een Trillingisolatieset 41A3263
installeren. Deze set is speciaal ontworpen om het "klankbord effect"
te verhelpen en is eenvoudig te installeren.
8. De garagedeur gaat vanzelf open en dicht:
Controleer of de knop op de afstandsbediening niet in ingedrukte
stand klem zit.
9. De deur stopt maar gaat niet helemaal dicht:
Herhaal De grenswaarden instellen, instellingsstap 25.
Herhaal de test van de veiligheidsomkeerfunctie na elke aanpassing
van de deurarmlengte, de sluitkracht of de omlaag-grenswaarde.
29