SPECIFIEK
Agonist - Antagonist
ATROFIE/SPIERVERSTERKING
Wanneer? Dynamisch werk van een ledemaat om het bewegingsbereik te
vergroten. Voor de vermindering van spasticiteit en tonus in een spier en
tegelijkertijd voor de versterking van de antagonist.
Waarom? Dit programma activeert de activiteit in het volledige bewegingsbereik
door een ledemaatsegment te mobiliseren in een richting en vervolgens
in de andere richting. Voor het verminderen van de tonus is de
samentrekkingssequentie effectief omdat het de spastische spier oprekt.
Het stimuleren van de antagonistspier voorkomt ook de tonus in de
antagonist door de inverse inhibitiereex.
Hoe? Er zijn vier verschillende programma's:
Atroe 1 en Spierversterking 1.
Deze programma's bestaan uit samentrekkingen met identieke duur voor
de agonist en antagonist.
Atroe 2 en Spiersamentrekking 2.
Deze programma's bestaan uit samentrekkingen met twee keer de duur
voor de antagonist in vergelijking met de agonist. De frequenties van de
atroeprogramma’s zijn gericht op type I-vezels en de spierversterking is
gericht op type II-vezels.
Elektroden De elektroden moeten worden geplaatst zoals aangegeven voor de te
stimuleren spier. Zie Plaatsing van de elektroden.
Intensiteit Er moet in dit geval voldoende intensiteit worden gebruikt om mobilisatie
tot het maximale bewegingsbereik te verkrijgen.
Optie 2+2 Nee. De 2+2-functie is niet beschikbaar in dit programma omdat alle vier
kanalen in gebruik zijn.
Opmerking Kanalen 1+2 wisselen af met kanalen 3+4.
ATROFIE 1 (21 MIN)
Sequentie 1
Ago
Sequentie 1
Antago
Sequentie 2
Ago
Sequentie 2
Antago
Frequentie 35 Hz 0 Hz 0 Hz 35 Hz
Duur van stijgen 1,5 s 0 s 0 s 1,5 s
Duur van fase 6 s 6 s 6 s 6 s
Duur van dalen 0,75 s 0 s 0 s 0,75 s