VENEUZE INSUFFICIENTIE 2
Wanneer? Bij een veneuze insufciëntie met oedeem.
Waarom? Voor de drainage van de diepe aderen en het opwaarts transporteren van
vloeistof, zonder het risico op verergeren van het oedeem.
Hoe? In de eerste fase van het programma wordt de vloeistof opwaarts naar
het dijbeen getransporteerd door de samentrekking van de beenspier.
Vervolgens wordt, in de tweede fase, het bloed door de samentrekking
van de dijbeenspier verder opwaarts getransporteerd zolang de
beenspieren samengetrokken zijn om terugstromen te voorkomen.
Elektroden Elektroden voor kanalen 1 en 2 worden op de kuitspieren (musculi
gastrocnemii) en op de kniezenuw geplaatst. Voor kanaal 3 worden
de elektroden op de quadriceps geplaatst. Voor kanaal 4 worden de
elektroden op de hamstings geplaatst. Zie Plaatsing van de elektroden.
Intensiteit De maximaal verdraagbare stimulatie-energie, een van de sleutelfactoren
voor de effectiviteit van de behandeling. Hoe hoger de stimulatie-
energie, hoe groter het aantal werkende spiervezels (motorische
eenheden).
Optie 2+2 Nee. De 2+2-functie is niet beschikbaar voor dit programma omdat alle
vier kanalen in gebruik zijn.
VENEUZE INSUFFICIENTIE 2 (21 MIN)
1e samentrekking
(kanalen 1+2)
2e samentrekking
(kanalen 1+2+3+4)
Rust
Frequentie 50 Hz 50 Hz 0 Hz
Duur van stijgen 1,5 s 1,5 s 0 s
Duur van fase 3 s 3 s 19 s
Duur van dalen 0 s 1,5 s 0 s