Meet de omtrek van het wiel (L) van uw fi ets
Draai het wiel rond voor de
meest nauwkeurige kalibratie.
Markeer de straat op de plek van
het ventiel als deze loodrecht
boven de grond staat. Draai het
wiel, terwijl de rijder op de fi ets zit, een omwen-
teling in een rechte lijn en markeer de plek waar
het ventiel opnieuw loodrecht boven de grond
komt. Meet de afstand in millimeters. Dit is de
nauwkeurigste waarde voor het wiel.
Voordat u de computer gebruikt, moet u deze handleiding goed lezen, waarna u
deze voor later gebruik bewaart.
Op onze website kunt u zien hoe u het apparaat op uw fi ets monteert, op een duidelijke manier
met een fi lm (http://www.cateye.com).
Installatievoorwaarden
De achterkant van de •
computer moet naar de
sensor gericht zijn.
1 Het isolatiepapier verwijderen
Verwijder de deksel van het batterijgedeelte
en pak de batterijhoudertab vast om de
batterij eruit te halen.
De batterijhouder komt eruit wanneer de
tab omhoog wordt getrokken. Verwijder het
isolatiepapier onder de batterij.
Plaats de batterij op de juiste manier als deze *
is losgemaakt. (
De batterij vervangen)
Plaats de batterijhouder met de * -marke-
ring naar de voorzijde van de computer.
2 Druk op de knop AC terwijl u de
knop MENU ingedrukt houdt
(formatteren)
Controleer of het ge-
hele scherm 5 secon-
den oplicht.
H oud d e kn o p *
MENU 3 seconden
ingedrukt nadat u de knop AC loslaat.
3 Selecteer de meeteenheid
(Snelheid, Staplengte en Gewicht)
Als de knop
1.
MODE is in-
gedrukt, knipperen “KM.
CM. KG” en “MILE.
INCH. LB” afwisselend.
Druk op de knop 2. MODE
als de gewenste eenheid oplicht.
4 De datum instellen
Als de knop
1.
MODE is inge-
drukt, knipperen “YY/MM/
DD” (jaar, maand, dag) in
verschillende volgordes.
Als de knop 2. MODE in-
gedrukt blijft, verschijnt
het in te stellen onder-
deel voor keuze en knippert “11” (jaar).
Druk op de knop
3. MODE om de waarde te
verhogen, en houd de knop ingedrukt om
naar het volgende onderdeel te gaan.
Stel “Maand” en “Dag” op dezelfde manier in.
Druk op de knop 4. MENU om naar “De klok
instellen” te gaan.
Als het instellen mislukt, verschijnt “* ERROR”.
5 De klok instellen
Stel de weergave in op
“12H” of “24H” en de
waarden voor uren en
minuten als beschreven
in stap 4. Druk op de
knop MENU om naar
“De omtrek van de band
invoeren” te gaan.
Selecteer voor de weerga-*
ve “12H” “AM” (ochtend) of “PM” (middag).
6 De omtrek van de band invoeren
Voer de omtrek van de fi etsband (afstand
per omwenteling) in mm in. (
Tabel
bandomtrek) (Tabel omtrek banden)
Druk op de knop
1.
MODE
om de waarde in te stellen
en houd hem ingedrukt
om naar het volgende
cijfer te gaan. Voer op de-
zelfde manier de waarden
in voor “enkelen” tot “duizendtallen”.
Druk op de knop 2. MENU om naar “Het
gewicht invoeren” te gaan.
Bij het invoeren van een ongeldige waarde *
verschijnt “ERROR”.
7 Het gewicht invoeren
Voer uw gewicht in de in
stap 3 gekozen eenheid
in (KG of LB).
Stel de waarde in als
in stap 6. Druk op de
knop MENU om naar
“De staplengte invoeren” te gaan.
8 De staplengte invoeren
Voer de staplengte in de
gekozen eenheid in (CM
of INCH). (
Zo meet u
de staplengte)
Stel de waarde in als in
stap 6. Druk op de knop
MENU om de instelling te bevestigen.
De computer is nu voorbereid.
Beugelband
Steun
Kiezen
Snelheidssensor
Magneet
Rubberkussen
houder
Rubberkussen sensor
AC
MODE
MENU
Klep batterijvak
De ruimte tussen de sensor en de magneet •
is hoogstens 5 mm.
Uur/minuut
Beeldformaat
YY/MM/DD
Na installatie van de sensor moet u controleren of de snelheid op het scherm verschijnt door
het voorwiel te draaien terwijl de computer op de houder zit. Bekijk als het niet wordt weerge-
geven de installatie en controleer de positie van de sensor en de magneet.
Let op:
De computer in de fi etsmodus meet de snelheid alleen als hij op de beugel is geplaatst.
NEE!
Deze eenheid kan worden gebruikt voor het meten van snelheid en afstand als hij op uw fi ets is
geïnstalleerd, en hij kan als stappenteller worden gebruikt voor het meten van het calorieverbruik
en het aantal stappen als u hem bij u draagt.
Voer eerst “De computer voorbereiden” en “Het apparaat op uw fi ets monteren” uit.
Tabel bandomtrek
De bandgrootte wordt normaal aangegeven *
aan de binnenzijde van de band.
ETRTO Bandmaat
L (mm)
57-559 26x2,125 2070
58-559 26x2,35 2083
75-559 26x3,00 2170
28-590 26x1-1/8 1970
37-590 26x1-3/8 2068
37-584 26x1-1/2 2100
650C Tube
26x7/8
1920
20-571 650x20C 1938
23-571 650x23C 1944
25-571
650x25C
26x1(571)
1952
40-590 650x38A 2125
40-584 650x38B 2105
25-630 27x1(630) 2145
28-630 27x1-1/8 2155
32-630 27x1-1/4 2161
37-630 27x1-3/8 2169
18-622 700x18C 2070
19-622 700x19C 2080
20-622 700x20C 2086
23-622 700x23C 2096
25-622 700x25C 2105
28-622 700x28C 2136
30-622 700x30C 2146
32-622 700x32C 2155
700C Tube 2130
35-622 700x35C 2168
38-622 700x38C 2180
40-622 700x40C 2200
42-622 700x42C 2224
44-622 700x44C 2235
45-622 700x45C 2242
47-622 700x47C 2268
54-622 29x2,1 2288
60-622 29x2,3 2326
Bij het vastmaken van de houder op het stuur
De snelheidssensor en magneet installeren
Zo meet u de staplengte
De staplngte is de afstand tussen opvolgende
teenpunten van uw voetafdrukken. Markeer de
punt van uw tenen op het beginpunt en op het
punt na 10 stappen, en meet de afstand tussen
de twee punten.
De staplengte wordt groter als u sneller loopt. *
Loop voor het meten met een normale snelheid.
Bepaal de gemiddelde staplengte door de gelopen
afstand door 10 (aantal stappen) te delen.
Gelopen afstand