A. Kontrolelampje «in bedrijf» (vriezer)
B. Kontrolelampje «invries-stand»
C. Kontrolelampje «te warm»
D. Thermostaatknop (vriezer)
E. Normaal/Super-schakelaar
F. Temperatuurregelaar (koeler)
G. Kontrolelampje «in bedrijf» (koeler)
GEBRUIK VAN DE VRIEZER
De vriezer is voorzien van het 4-sterren symbool ,
dat wil zeggen dat het bedoeld is voor zowel het bewaren
van diepvriesartikelen als voor het zelf invriezen van
verse levensmiddelen.
Het in bedrijf stellen
Steek de steker in de wandkontaktdoos en draai de
thermostaatknop (D) rechtsom uit de O-stand; het
lampje «in bedrijf» (A) licht op. Indien het apparaat
voor de eerste keer in gebruik genomen wordt, dan
adviseren wij om de thermostaatknop (D) in de
middenstand te draaien.
Het kontrolelampje (C) licht op.
Met de knop in deze stand wordt de inwendige
temperatuur automatisch en voortdurend op een
voldoende laag niveau gehouden waarbij veilig
bewaren gegarandeerd wordt.
Voor het veilig bewaren van diepvriesprodukten
dient de inwendige temperatuur niet warmer dan
–18
°
C te zijn.
Wacht tot het kontrolelampje (C) uitgaat. Hiermee
wordt aangegeven, dat de gewenste temperatuur
bereikt is.
Bij gebruik onder abnormale omstandigheden, zoals
slechte ventilatie, hoge omgevingstemperatuur en
vaak openen van de deur, kan het gewenst zijn de
thermostaatknop kouder in te stellen. Draai hiertoe
de knop naar een hoger cijfer.
Omgekeerd kan, in veel gunstiger omstandigheden,
de inwendige temperatuur kouder dan nodig zijn.
Draai de knop dan naar een lager cijfer.
De werking van de vriezer kan geheel gestopt
worden door de temperatuurregelaar in de stand
«
O
» te draaien.
Het koelgedeelte blijft ingeschakeld.
Invriesstand
Draai voor het invriezen van verse levensmiddelen
de schakelaarknop (E) in de stand «S» (Super); het
kontrolelampje (B) licht op.
Kontrolelampje «te warm» (C)
Indien het kontrolelampje (C) oplicht, dan wordt
hierdoor aangegeven dat de inwendige temperatuur
onveilig voor het bewaren van diepvriesartikelen
geworden is.
Bij de eerste in gebruikname, of na een
schoonmaakbeurt, licht het kontrolelampje op
totdat de inwendige temperatuur het veilige niveau
bereikt heeft.