27NL
De machine is uitgerust met een connector (1) voor het opladen, die
aangesloten moet worden op de overeenstemmende connector van
de speciale acculader van behoud “CB 01” in dotatie (indien voorzien)
of beschikbaar op aanvraag ( 9.2).
Deze connector mag uitsluitend gebruikt
worden voor de aansluiting op de acculader van behoud "CB01".
Voor zijn gebruik:
– de aanwijzingen volgen aangegeven in de desbetreffende
gebruiksinstructies;
– de aanwijzingen volgen aangegeven in het instructieboekje van
de accu.
6.3 INGREPEN AAN DE MACHINE
6.3.1 Het maaidek uitlijnen
Een correcte afstelling van het maaidek is belangrijk om een mooi
eenvormig gazon te verkrijgen en de trillingen te verminderen.
Als het gras onregelmatig gemaaid wordt, de bandenspanning nakij-
ken.
BELANGRIJK
Indien dat niet voldoende is voor een eenvormig gazon, neem dan
contact op met uw verkoper voor de nodige controles en voor de
afstelling van de uitlijning van het maaidek.
6.3.2 De wielen vervangen
Plaats de machine op een vlakke ondergrond en plaats aan de kant
waar het wiel vervangen moet worden, een steunblok, onder een dra-
gend deel van het chassis.
De wielen worden op hun plaats gehouden door een elastische ring
(1) die verwijderd kan worden door middel van een schroevendraaier.
Als één of beide wielen vervangen moeten
worden, verzeker u er dan van dat eventuele verschillen in de bui-
tendiameter niet groter zijn dan 8-10 mm; anders moet de uitlijning
van het maaidek afgesteld worden om te voorkomen dat het gras
onregelmatig gemaaid wordt.
Alvorens een wiel te hermonteren, de wielas
met vet insmeren. De elastische ring (1) en de borgring (2) weer
precies op hun plaats zetten.
BELANGRIJK
OPMERKING