466901
17
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/148
Pagina verder
WK3000/3500-D-1
D
GEBRUIKSAANWIJZING
WK3000_d_cover.p65 03.10.8, 3:11 PM1
735A-D-002A
Belangrijk!
Merk a.u.b. de volgende belangrijke informatie op alvorens dit product te gebruiken.
Voordat u de los verkrijgbare AD-12 netadapter in gebruik neemt dient u eerst te controleren dat hij
niet beschadigd is. Check het netsnoer zorgvuldig op breuken, barsten, ontblootte bedrading en
andere ernstige beschadigingen. Laat kinderen nooit een netadapter gebruiken die ernstig
beschadigd is.
Probeer nooit de batterijen op te laden.
Gebruik geen oplaadbare batterijen.
Gebruik nooit oude en nieuw batterijen door elkaar.
Gebruik altijd de aanbevolen batterijen of een gelijkwaardig type.
Zorg ervoor dat de positieve (+) en negatieve (–) kant van de batterijen in de juiste richting wijzen
zoals aangegeven bij het batterijenvak.
Vervang batterijen zo snel mogelijk als ze tekenen geven dat ze uitgeput zijn.
Laat de batterij-aansluitingen nooit kortsluiting maken.
Dit product is niet bedoeld voor kinderen onder drie jaar.
Gebruik enkel de CASIO AD-12 netadapter.
De netadapter is geen stuk speelgoed.
Haal de netadapter altijd uit het stopcontact voordat u dit product schoon maakt.
CASIO ELECTRONICS CO., LTD.
Unit 6, 1000
North Circular Road
London NW2 7JD, U.K.
Dit teken is alleen geldig in de EU-landen.
Bewaar a.u.b. alle informatie ter naslag.
WK3000_d_00.p65 03.10.8, 3:09 PM2
D-1
Voorzorgsmaatregelen ten
behoeve van de veiligheid
Gefeliciteerd met uw selectie van dit CASIO
elektronische muziekinstrument.
Lees de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing
aandachtig door voordat u dit instrument gebruikt.
Bewaar a.u.b. alle informatie voor eventueel latere
naslag.
Symbolen
Er zijn verschillende symbolen gebruikt in deze
gebruiksaanwijzing en op het product zelf om er zeker
van te zijn dat het product veilig is en op de juiste
wijze gebruikt wordt en om zowel letsel bij de
gebruiker en andere personen alswel schade aan
eigendommen te voorkomen. Deze symbolen met hun
betekenis worden hieronder getoond.
GEVAAR
Dit symbool duidt information aan die indien zij
genegeerd of onjuist toegepast wordt, het gevaar
op ernstig letsel of zelfs de dood met zich mee
brengen.
WAARSCHUWING
Deze aanduiding laat zaken zien die het risico op
ernstig letsel of zelfs de dood met zich mee brengen
als het toestel onjuist wordt bediend en deze
aanduiding genegeerd.
VOORZICHTIG
Deze aanduiding laat zaken zien die het risico op
letsel of de kans op schade met zich mee brengen
als het toestel onjuist wordt bediend en deze
aanduiding genegeerd.
735A-D-003A
Voorbeelden van symbolen
Deze driehoek ( ) wijst erop dat de
gebruiker voorzichtigheid dient te
betrachten. (Het voorbeeld links duidt op
een waarschuwing t.a.v. elektrische
schokken.)
Deze cirkel met een lijn erdoor (
) wijst
erop dat de aangegeven handeling niet
uitgevoerd dient te worden. Deze
handelingen zijn in het bijzonder verboden
binnen deze aanduiding of in de buurt van
het symbool. (Het voorbeeld links geeft aan
dat demonteren verboden is.)
De zwarte stip (
) geeft aan dat de
aangegeven handeling uitgevoerd dient
te worden. Aanduidingen binnen dit
symbool zijn handelingen die specifiek
uitgevoerd dienen te worden. (Het
voorbeeld links geeft aan dat de netstekker
uit het stopcontact getrokken dient te
worden.)
WK3000_d_01-09.p65 03.10.8, 3:09 PM1
D-2
735A-D-004A
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid
Netadapter
Raak de netadapter nooit aan terwijl uw
handen nat zijn.
Hierdoor kunt u een elektrische schok oplopen.
Batterijen
Onjuist gebruik kan er toe leiden dat de
batterijen gaan lekken hetgeen schade kan
toebrengen aan voorwerpen in de buurt of
een explosie veroorzaken, hetgeen het risico
op brand en persoonlijk letsel met zich
meebrengt. Zorg ervoor dat u altijd de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt.
Probeer nooit batterijen uit elkaar te halen
en laat ze nooit kortsluiting maken.
Stel batterijen nooit bloot aan hitte en doe
ze nooit van de hand door ze te verbranden.
Gebruik oude en nieuwe batterijen nooit
door elkaar.
Gebruik oude batterijen van verschillende
door elkaar.
Laad de batterijen nooit op.
Zorg ervoor dat de positieve (+) en
negatieve () kant van de batterijen in de
juiste richting wijzen.
Verbrand het product nooit.
Gooi het product nooit in vuur.
Hierdoor kunnen ze ontploffen, hetgeen het
risico op brand en persoonlijk letsel met
zich meebrengt.
Water en vreemde voorwerpen
Mocht water, andere vloeistoffen of vreemde
voorwerpen (zoals metalen voorwerpen) het
toestel binnendringen dan brengt dat het risico
op brand en elektrische schok met zich mee. Volg
onmiddellijk de volgende stappen.
1. Schakel de spanning uit.
2.
Haal deze uit het stopcontact als u de
netadapter gebruikt voor stroomvoorziening.
3. Neem contact op met het oorspronkelijke
verkooppunt of een erkende CASIO
onderhoudsleverancier.
Demonteren en knutselen
Haal dit product nooit uit elkaar en knutsel
er niet aan. Dit brengt het risico op
elektrische schok, brandwonden en ander
lichamelijk letsel met zich mee. Laat alle
interne controles, bijstellingen en
onderhoud over aan de oorspronkelijke
winkelier of aan een erkende CASIO
onderhoudsleverancier.
GEVAAR
Alkaline batterijen
Voer de volgende stappen onmiddellijk uit
als vloeistof uit de alkaline batterij ooit in
uw ogen mocht komen.
1. WRIJF NIET IN UW OGEN ! Spoel ze
met water.
2. Neem onmiddellijk contact op met een arts.
U kunt uw gezichtsvermogen verliezen
mocht de vloeistof van de alkaline batterij
in uw ogen blijven zitten.
WAARSCHUWING
Rook, vreemde geur, oververhitting
Als u het product blijft gebruiken terwijl
het rook, een vreemde geur of hitte afgeeft,
kan dit het risico op brand en elektrische
schok met zich meebrengen. Volg
onmiddellijk de volgende stappen.
1. Schakel de spanning uit.
2.
Haal deze uit het stopcontact als u de
netadapter gebruikt voor stroomvoorziening.
3. Neem contact op met het oorspronkelijke
verkooppunt of een erkende CASIO
onderhoudsleverancier.
Netadapter
Onjuist gebruik van de netadapter kan het
risico op brand en elektrische schok met zich
meebrengen. Zorg ervoor dat u altijd de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt.
Let erop dat u alleen de netadapter gebruikt
die voor dit products gespecificeerd is.
Gebruik enkel een voedingsbron waarvan
de spanning (het voltage) overeenkomt met
de op de netadapter aangegeven waarde.
Belast stopcontacten en verlengsnoeren
niet te veel.
Netadapter
Onjuist gebruik van het netsnoer van de
netadapter kan het beschadigen of breken
met het risico op brand en elektrische schok.
Zorg ervoor dat u altijd de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht neemt.
Plaats nooit zware voorwerpen op het
snoer en stel het niet bloot aan hitte.
Knutsel nooit aan het snoer en stel het
niet bloot aan overmatig buigen.
Draai het snoer niet en trek er nooit aan.
Mocht het netsnoer of de netstekker
beschadigd raken, neem dan contact op
met het oorspronkelijke verkooppunt of een
erkende CASIO onderhoudsleverancier.
WK3000_d_01-09.p65 03.10.8, 3:09 PM2
D-3
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid
VOORZICHTIG
Netadapter
Onjuist gebruik van de netadapter kan het
risico op brand en elektrische schok met zich
meebrengen. Zorg ervoor dat u altijd de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt.
Leg het netsnoer nooit in de buurt van
een kachel of andere hittebron.
Trek nooit aan het snoer om het product
los te koppelen van het stopcontact. Pak
altijd de netadapter zelf beet om deze uit
het stopcontact te trekken.
Netadapter
Onjuist gebruik van de netadapter kan het
risico op brand en elektrische schok met zich
meebrengen. Zorg ervoor dat u altijd de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt.
Steek de netadapter zover mogelijk in
het stopcontact.
Trek de netadapter uit het stopcontact
tijdens onweersbuien of voordat u op
vakantie gaat of langdurige afwezigheid.
Trek de netadapter minstens eens per
jaar uit het stopcontact en veeg eventueel
stof weg dat zich rond de stekers van het
apparaat heeft opgehoopt.
Verhuizen van het product
Voordat u het product verhuist of ergens
anders neerzet, dient u altijd eerst de
netadapter uit het stopcontact te halen en alle
andere kabels en aansluitsnoeren los te maken.
Als snoeren toch aangesloten gehouden
worden, dan brengt dit het risico op schade
aan de snoeren, brand en elektrische schok
met zich mee.
Reinigen
Voordat u het product reinigt, dient u altijd
eerst de netadapter uit het stopcontact te halen.
Als de netadapter aangesloten blijft, dan
brengt dit het risico op schade aan de snoeren,
brand en elektrische schok met zich mee.
Batterijen
Onjuist gebruik kan er toe leiden dat de
batterijen gaan lekken hetgeen schade kan
toebrengen aan voorwerpen in de buurt of
een explosie veroorzaken, hetgeen het risico
op brand en persoonlijk letsel met zich
meebrengt. Zorg ervoor dat u altijd de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht
neemt.
Gebruik enkel batterijen die gespecificeerd
zijn voor gebruik met dit product.
Verwijder de batterijen als u het product
voor langere tijd niet gaat gebruiken.
735A-D-005A
Laten vallen en stoten
Gebruikt u het product nadat het
beschadigd werd doordat u het heeft laten
vallen of doordat er tegen werd gestoten
dan brengt dat het risico op brand en
elektrische schok met zich mee. Volg
onmiddellijk de volgende stappen.
1. Schakel de spanning uit.
2. Haal de netstekker uit het stopcontact
als u de netadapter gebruikt voor
stroomvoorziening.
3. Neem contact op met het oorspronkelijke
verkooppunt of een erkende CASIO
onderhoudsleverancier.
Plastic zakken
Plaats de plastic zak waarin het product
geleverd wordt nooit over uw hoofd of in
uw mond. Dit brengt het risico op
verstikking met zich mee.
Deze voorzorgsmaatregel verdient
natuurlijk speciale aandacht bij de
aanwezigheid van kinderen.
Klim niet bovenop het product zelf of op
de standaard.*
Door op het product of de standaard te
klimmen kan het omvallen of beschadigd
raken. Deze voorzorgsmaatregel verdient
natuurlijk speciale aandacht bij de
aanwezigheid van kinderen.
Plaatsing
Vermijd plaatsing van het product op een
instabiele standaard, op een oneffen
ondergrond of op een andere instabiele
plaats. Een instabiele plaats kan er toe leiden
dat het product omvalt, hetgeen het risico
op persoonlijk letsel met zich meebrengt.
WK3000_d_01-09.p65 03.10.8, 3:09 PM3
D-4
735A-D-006A
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid
Aansluitingen
Sluit enkel de gespecificeerde toestellen en
apparatuur aan op de aansluitingen van
dit product. Het aansluiten van een niet-
gespecificeerd toestel brengt het risico op
brand en elektrische schok met zich mee.
Plaatsing
Vermijd de volgende plekken om dit
product te plaatsen. Dergelijke plaatsen
brengen het risico op brand en elektrische
schok met zich mee.
Plaatsen die blootstaan aan overmatige
vochtigheid en grote hoeveelheden stof
Op plaatsen waar voedsel wordt bereid
of op andere plekken die blootstaan aan
vettige rook
In de buurt van een airconditioner, op
een verwarmd tapijt, op plaatsen in het
directe zonlicht, in een voertuig dat in
de zon geparkeerd staat of op een andere
plaats die het product aan hoge
temperaturen blootstelt
Displayscherm
Druk of stoot nooit sterk tegen het LCD
paneel van het scherm. Hierdoor kan het
glas van het LCD paneel breken, hetgeen
de kans op persoonlijk letsel met zich
meebrengt.
Mocht het LCD paneel toch onverhoeds
breken of barsten, raak dan in geen geval
de vloeistof binnenin het paneel aan.
Deze LCD paneel vloeistof kan namelijk
huidirritatie veroorzaken.
Mocht vloeistof van het LCD paneel
onverhoeds in uw mond komen, spoel
dan onmiddellijk met water en neem
contact op met een arts.
Mocht vloeistof van het LCD paneel
onverhoeds in ogen of op uw huid
komen, spoel dan onmiddellijk voor
minstens 15 minuten met water af en
neem contact op met een arts.
Geluidsniveau
Luister niet voor langere tijd bij een hoog
volume. Deze voorzorgsmaatregel dient
bijzondere aandacht bij het gebruik van een
hoofdtelefoon. Een hoog geluidsniveau kan
uw gehoor beschadigen.
Zware voorwerpen
Plaats nooit zware voorwerpen bovenop
dit product.
Hierdoor kan het product topzwaar worden
waardoor het overhelt of omvalt, hetgeen
het risico op persoonlijk letsel met zich
meebrengt.
Juist monteren van de standaard*.
Als de standaard niet juist gemonteerd is,
kan hij overhellen en omvallen, hetgeen het
risico op persoonlijk letsel met zich
meebrengt.
Zorg ervoor dat u de standaard op de juiste
wijze monteert door de meegeleverde
aanwijzingen zorgvuldig op te volgen. Let
er ook op dat het product goed op de
standaard gezet is.
* De standaard is los verkrijgbaar als optie.
BELANGRIJK!
Vervang de batterijen of gebruik de AC adapter wanneer
de volgende symptomen optreden.
Zwak brandende stroomindicator
Het instrument kan niet worden ingeschakeld
Wanneer de display knippert, donker of moeilijk af te
lezen is
Abnormaal laag luidspreker-/hoofdtelefoonvolume
Vervorming van het geluid
Af en toe onderbreken van geluid tijdens weergave bij
een hoog volume
Plotseling uitvallen van de stroom tijdens weergave bij
een hoog volume
Knipperen of donker worden van de display tijdens
weergave bij een hoog volume
Geluid blijft klinken zelfs na loslaten van de toetsen
Een toon die totaal verschilt van de toon die u instelde
Abnormale weergave van het ritmepatroon en
demonstratiemelodieën
Uitvallen van stroom, geluidsvervorming of laag volume
bij spelen via een aangesloten computer of MIDI toestel
Plotseling uitvallen van de spanning tijdens het lezen
van of schrijven naar een diskette (alleen bij model WK-
3500)
WK3000_d_01-09.p65 03.10.8, 3:09 PM4
D-5
735A-D-007A
Gefeliciteerd met uw keuze van dit CASIO muziekinstrument. Dit keyboard geeft u de volgende kenmerken en functies.
516 tonen bevatten rijke, geavanceerde tonen
Er is een totaal van 300 geadvanceerde tonen die geprogrammeerd zijn met DSP tonen om ze rijker en krachtiger te maken.
Geadvanceerde tonen zoals Stereo Piano en Tremolo Electric Piano versterken de Piano en Electric Piano tonen om een totaal
nieuw geluid te creëren.
50 Trekstaaforgeltonen
Naast de 516 standaard tonen, bevat het keyboard tevens 50 realistische trekstaaforgeltonen. Trekstaaforgeltonen kunnen m.b.v.
negen digitale trekstaven worden gestuurd. U kunt ook percussie of toetsklikken selecteren en daarbij zelfs de parameters van
voorkeuzetonen bewerken en maximaal 100 originele tonen opslaan in het gebruikerstoongeheugen.
Flash-geheugen
Het ingebouwde Flash-geheugen laat u om uw selectie van tonen en ritmes uitbreiden door data te downloaden vanaf de CASIO
MUSIC SITE of van andere bronnen. U kunt ook maximaal 200 muziekbestanden in het SMF format opslaan voor weergave.
PIANO SETTING toets
Door indrukken van deze toets worden de instellingen van het keyboard geoptimaliseerd voor spelen op de piano.
140 voorkeuzeritmes + 16 gebruikersritmes
De selectie van 140 ritmes bevat begeleidingen voor alles van rock tot pops en jazz.
U kunt begeleidingsdata ook oversturen vanaf uw computer en daarvan maximaal 16 opslaan als gebruikersritmes in het
keyboardgeheugen.
Automatische begeleiding
Speel eenvoudigweg een akkoord en de corresponderende ritme-, bas- en akkoorddelen worden automatisch gespeeld. Een-toets
voorkeuze roept onmiddellijk de meest geschikte toon en tempo-instellingen op die passen bij het ritme dat u gebruikt.
Grote display vol met informatie
Een grote ingebouwde display toont akkoordnamen, tempo-instellingen, toetsenbordinformatie, noten die gespeeld zijn volgens
de notenbalk en nog meer om alle aspecten van spelen op het keyboard volledig te ondersteunen. Een ingebouwd achtergrondlicht
houd de display goed leesbaar zelfs in het totale duister.
Melodiegeheugen
Neem maximaal 6 delen op in het geheugen samen met toon, volume, linker/rechter weergave en andere parameters bij weergave
worden verkregen. Realistische weergave van een ensemble kan worden gecreëerd m.b.v. de automatische begeleidingsfunctie.
Synthesizerfunctie
Bewerk ingebouwde klanken om uw eigen originele creaties te produceren. Maximaal 120 van uw eigen klanken kunnen opgeslagen
worden in het geheugen om te worden opgeroepen, op precies dezelfde wijze als bij ingebouwde tonen.
Standaard MIDI compatibiliteit
De standaard MIDI functie staat aansluiting op een persoonlijke computer toe om desktop muziek mogelijkheden volledig uit
te buiten. Dit keyboard kan gebruikt worden als een desktop muziekinvoertoestel of klankbron en het is bijzonder geschikt voor
weergave van in de handel verkrijgbare voorbespeelde standaard MIDI muziek software.
Krachtige effecten
Een collectie krachtige effecten, zoals DSP, nagalm, zweving en andere effecten geven u controle over het type geluid dat u wenst.
U kunt zelfs de parameters van een effect veranderen om uw eigen originele effecten te creëren. Er is tevens een 4-banden equalizer
ingebouwd.
Inleiding
WK3000_d_01-09.p65 03.10.8, 3:09 PM5
D-6
Mixer
U kunt toon, volume, stereo-positie en andere parameters instellen voor elk ingebouwd automatisch begeleidingsgedeelte. U
kunt ook dezelfde parameters sturen voor elk kanaal tijdens het invoeren van MIDI signalen.
Registratiegeheugen
Keyboard instellingen kunnen in het geheugen worden opgeslagen voor latere oproep en onmiddellijke instelling op het moment
dat u ze nodig heeft. Maximaal 32 instellingen (4 instellingen x 8 banken) kunnen in het registratiegeheugen worden opgeslagen.
Software om data te downloaden van uw computer
U kunt uw computer gebruiken voor het dowloaden van data van de CASIO MUSIC SITE.
SmartMedia
TM
kaartgleuf
Er is een SmartMedia
TM
kaartgleuf om het overdragen te vereenvoudigen van data vanaf een computer en om grote hoeveelheden
data op te slaan die u kunt oproepen wanneer u deze nodig heeft. U kunt ook een kaart laden met een standaard MIDI bestand
(SMF) en deze via het keyboard weergeven.
Ingebouwde floppy disk-drive (alleen bij model WK-3500)
Sla originele tonen of melodieën op die u creëerde met het melodiegeheugen op naar een diskette voor langdurig opslaan. U kunt
tevens een diskette laden met een standaard MIDI bestand (SMF) en deze via het keyboard weergeven.
Inleiding
735A-D-008A
WK3000_d_01-09.p65 03.10.8, 3:09 PM6
D-7
735A-D-009A
Inhoudsopgave
Voorzorgsmaatregelen ten
behoeve van de veiligheid.... D-1
Inleiding ................................. D-5
Inhoudsopgave...................... D-7
Algemene gids..................... D-10
Bevestigen van de partlituurstandaard ...
D-11
Spelen van een demonstratiemelodie .... D-12
Betreffende de display ........................... D-14
Stroomvoorziening ............. D-16
Werking op batterijen ............................. D-16
Gebruik van de netadapter .................... D-17
Automatische stroomonderbreking ........ D-17
Uitschakelen van het keyboard .............. D-18
Geheugeninhoud ................................... D-18
Aansluitingen ...................... D-19
Basisbediening.................... D-22
Spelen op het keyboard ......................... D-22
Instellen van een toon ............................ D-22
PIANO SETTING toets .......................... D-24
Gebruik van de PITCH BEND
draairegelaar .......................................... D-25
Gebruik van de MODULATION
draairegelaar .......................................... D-25
Het gebruik van de
trekstaaforgelfunctie
(Drawbar Organ) ................... D-26
Een trefstaaforgeltoon selecteren .......... D-28
Een trekstaaforgeltoon bewerken .......... D-28
Parameter details ................................... D-29
Het opslaan van een bewerkte
trekstaaforgeltoon .................................. D-30
Toepassen van effecten
op tonen ............................... D-31
Effectblokken.......................................... D-31
Instellen van een DSP type .................... D-32
DSP Toets .............................................. D-34
REVERB selecteren ............................... D-34
Selecteren van CHORUS ...................... D-36
De equalizer gebruiken .......................... D-37
Automatisch begeleiding ... D-38
Aangaande de MODE toets ................... D-38
Instellen van een ritme ........................... D-39
Spelen van een ritme ............................. D-39
Het tempo instellen ................................ D-39
Automatische begeleiding gebruiken ..... D-40
Gebruik van een intro patroon ............... D-43
Gebruik van een fill-in patroon ............... D-43
Gebruik van een ritmevariatie ................ D-43
Begeleiding en ritmeweergave tegelijk
starten .................................................... D-44
Afsluiten met een eindpatroon ............... D-44
WK3000_d_01-09.p65 03.10.8, 3:09 PM7
D-8
735A-D-010A
Inhoudsopgave
Gebruik van één-toets voorkeuzes ........ D-45
Gebruik van automatische
harmonisatie .......................................... D-45
Instellen van het begeleidingsvolume .... D-46
Mixerfunctie ......................... D-47
Wat kunt u met de Mixer doen? ............. D-47
In- en uitschakelen van kanalen ............ D-47
Gebruik van de
parameterbewerkingsfunctie .................. D-48
Hoe parameters werken ......................... D-49
Synthesizerfunctie .............. D-51
Synthesizerfuncties ................................ D-51
Creëren van een gebruikerstoon ........... D-54
In het geheugen opslaan van een
gebruikerstoon ....................................... D-57
Registratiegeheugen........... D-59
Karakteristieken van het
registratiegeheugen ............................... D-59
Vastleggen van een opstelling in het
registratiegeheugen ............................... D-60
Oproepen van een opstelling van het
registratiegeheugen ............................... D-60
Melodiegeheugenfunctie .... D-61
Sporen ................................................... D-61
Basis melodiegeheugenbediening ......... D-61
Gebruik van real-time opname ............... D-62
Instellingen bij de mixerfunctie ............... D-63
Weergeven van het melodiegeheugen .. D-64
Opnemen van de melodie en
akkoorden met stapopname .................. D-64
Opnemen van meerdere sporen ............ D-67
Corrigeren van fouten tijdens
stapopname ........................................... D-69
Bewerken van de geheugeninhoud ....... D-70
Bewerken van een melodie .................... D-72
Instellingen van het
keyboard .............................. D-74
Gebruik van lagen .................................. D-74
Gebruik van splitsen .............................. D-75
Gebruik van lagen en splitsen
tegelijkertijd ............................................ D-76
Transpositie van het keyboard ............... D-77
Gebruik van aanslagvolume .................. D-78
Stemmen van het keyboard ................... D-78
Veranderen van andere instellingen ...... D-79
Gebruik van de
SMF speler ........................... D-84
Weergave van een SMF ........................ D-86
Configureren van andere instellingen .... D-87
MIDI....................................... D-89
Wat is MIDI?........................................... D-89
Algemene MIDI ...................................... D-89
Zenden en ontvangen van MIDI
boodschappen ....................................... D-90
WK3000_d_01-09.p65 03.10.8, 3:09 PM8
D-9
Inhoudsopgave
735A-D-011A
Merk- en productnamen die in deze
gebruiksaanwijzing worden gebruikt
kunnen geregistreerde handelsmerken van
anderen zijn.
MIDI instellingen .................................... D-90
Gebruik van de data download service .. D-91
Opslaan van Data ................ D-92
Gebruik van de SmartMedia kaart ......... D-93
Het gebruik van de floppy disk-drive
(alleen bij model WK-3500) .................... D-94
Het gebruik van externe opslagmedia ... D-96
Opslaan van bestanden ......................... D-98
Laden van een Bestand ......................... D-99
Hernoemen van een Bestand .............. D-100
Wissen van een bestand ...................... D-101
Formatteren van een extern
opslagmedium ...................................... D-102
Invoeren van Karakters ........................ D-103
Foutlezingen bij SmartMedia
kaarten ................................................. D-104
Foutlezingen bij de disk-drive
(alleen bij model WK-3500) .................. D-105
Oplossen van
moeilijkheden .................... D-106
Technische gegevens ....... D-109
Onderhoud van uw
instrument.......................... D-112
Appendix ................................ A-1
Toonlijst .................................................... A-1
Drumklankenlijst ..................................... A-12
Ritmelijst ................................................ A-14
Fingered akkoordkaarten ....................... A-15
Effectenlijst ............................................. A-17
DSP algoritmelijst ................................... A-19
MIDI Implementation Chart
WK3000_d_01-09.p65 03.10.8, 3:09 PM9
D-10
735A-D-012A
Algemene gids
8 C0
K L
A B
I
T
*
3 SR U
1 2 73 654
9
FD G HE
M M
*
2QN O P
*
1
V W X
Y Z [ \ ]
a b
J
_
c
WK3000_d_10-25.p65 03.10.8, 3:09 PM10
D-11
Algemene gids
735A-D-013A
In de afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing wordt de WK-3500 gebruikt.
1 POWER toets
2 Spanningsindicator
3 MODE toets
4 EFFECT toets
5 SYNTH toets
6 MIXER toets
7 TRANSPOSE/FUNCTION toets
8 VOLUME regelaar
9 ONE TOUCH PRESET toets
0 ACCOMP VOLUME toets
A SONG MEMORY toets
B bWK-3500
DISK/CARD toets
bWK-3000
CARD toets
C DATA ACCESS indicator
D RHYTHM toets
E TONE toets
F DSP toets
G PIANO SETTING toets
H
[̆]
/
[̄]
/
[̇]
/
[̈]
CURSOR toetsen
I EXIT toets
J AUTO HARMONIZE toets
K SPLIT toets
L LAYER toets
M Luidspreker
N Ritmelijst
O Toonlijst
P Display
Q DEMO toets*
4
R bWK-3500
PHONES aansluiting
bWK-3000
PHONES/OUTPUT aansluiting
S CHORD akkoordgrondtoonnamen
T Percussie-instrumentenlijst
U Akkoordtypenaam
V SMF PLAYER toets
W CHANNEL toets (116, DISP)/trekstaaftoetsen
X DRAWBAR ORGAN toets
Y INTRO/ENDING 1/2 toetsen
Z VARIATION/FILL-IN 1/2 toetsen
[ SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets
\ START/STOP toets
] TEMPO toetsen
_ SONG MEMORY TRACK toetsen
a) BANK toets
b) REGISTRATION toetsen
c) STORE toets
Bevestigen van de partituurstandaard*1
Steek de partlituurstandaard in de gleuf aan de
bovenkant van het keyboard zoals aangegeven
in de illustratie.
WK3000_d_10-25.p65 03.10.8, 3:09 PM11
D-12
a
Cijfertoetsen
b
[+]/[] toetsen
(JA/NEE)
(YES/NO)
Voor het invoeren van
nummers om aangegeven
instellingen te veranderen.
Negatieve waarden kunnen
enkel veranderd worden
m.b.v. [+] en [] om de
aangegeven waarde te
vergroten of te verkleinen.
Spelen van een demonstratiemelodie*4
Door het indrukken van de DEMO toets wordt de weergave van de demonstratiemelodieën gestart. Er zijn 3 demonstratiemelodieën
die onafgebroken in volgorde worden weergegeven. Druk op de DEMO toets of op de START/STOP toets om de weergave van
de demonstratiemelodieën te stoppen.
OPMERKING
Door op de [+]/[] toetsen te drukken wordt doorgegaan naar de volgende demonstratiemelodie.
De functies voor lagen en splitsen en de PIANO SETTING toets werken niet tijdens de weergave van een demonstratiemelodie.
*
2
Algemene gids
735A-D-014A
*
3
• WK-3500
c
PITCH BEND draairegelaar
d
MODULATION draairegelaar
• WK-3000
c
MODULATION toets
d
MODULATION toetsindicator
e
PITCH BEND draairegelaar
c d
c d
e
WK3000_d_10-25.p65 03.10.8, 3:09 PM12
D-13
Achterpaneel
• WK-3500
h
MIDI OUT aansluiting
i
MIDI IN aansluiting
j
SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK aansluiting
k
LINE OUT R, LINE OUT L/MONO aansluiting
l
DC 12V aansluiting
OUT IN
SUSTAIN/
ASSIGNABLE JACK
MIDI
DC 12V
h i j k
OUT IN
SUSTAIN/
ASSIGNABLE JACK
MIDI
LINE OUT
R L/MONO
DC 12V
h i j k l
• WK-3000
h
MIDI OUT aansluiting
i
MIDI IN aansluiting
j
SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK aansluiting
k
DC 12V aansluiting
Voorpaneel
Alleen bij model WK-3500
f
Togangsindicator
g
Uitwerptoets
m
g
f
Achterpaneel
m
Kaartgleuf
Algemene gids
735A-D-015A
WK3000_d_10-25.p65 03.10.8, 3:09 PM13
D-14
Algemene gids
735A-D-016A
Betreffende de display
1.
TONE/RHYTHM indicator
De aanduiding TONE wordt getoond tijdens toonselectie en -aanduiding terwijl RHYTHM wordt aangegeven tijdens ritmeselectie
en -aanduiding.
2.
Toon/ritmenummer (nummergedeelte)
Het nummer van de toon of het ritme dat op dat moment geselecteerd is. De TONE/RHYTHM indicator toont of het nummer
een toon is of een ritme. Dit gebied toont ook andere informatie bij andere functies.
3.
Akkoordnaamdisplay
Toont de akkoordnamen terwijl de automatische begeleiding gebruikt wordt.
4.
Toon/ritmenaam (tekstgedeelte)
De naam van de toon of het ritme dat op dat moment geselecteerd is. De TONE/RHYTHM indicator toont of de naam een toon
is of een ritme. Dit gebied toont ook andere informatie bij andere functies.
5.
Octaafsymbool 1
Eén symbool geeft aan dat de door het keyboard geproduceerde noot één octaaf hoger is dan de noot die getoond wordt in
notenbalkgebied
6
. Twee symbolen geven aan dat die twee octaven hoger is.
6.
Notenbalkgedeelte
Noten die op het toetsenbord worden gespeeld, noten die vanaf het melodiegeheugen worden gespeeld, akkoordvormen en
ontvangen MIDI data* worden hier getoond.
7.
Octaafsymbool 2
Eén symbool geeft aan dat de door het keyboard geproduceerde noot één octaaf lager is dan de noot die getoond wordt in
notenbalkgebied
6
.
8.
Indicators
Een indicator verschijnt om aan te geven dat een functie (melodiegeheugen, SMF speler, automatische harmonisatie, splits
en laag) op het moment in gebruik is.
9.
Maatslagnummer
Toont het maatslagnummer tijdens ritme en automatische begeleidingsweergave en terwijl het melodiegeheugen en de SMF
speler ingeschakeld zijn.
10.
Maat
Toont het maatnummer van het begin van de weergave tijdens ritme- en automatische begeleidingsweergave en terwijl het
melodiegeheugen en de SMF speler ingeschakeld zijn.
11.
Tempo indicator
Toont het tempo als een waarde die het aantal maatslagen per minuut aangeeft tijdens ritme- en automatische
begeleidingsweergave en terwijl het melodiegeheugen ingeschakeld is. De display toont ook andere informatie bij andere
functies.
Gr an ndP o
543
8 7
2
15
1
121314 11 610 9
WK3000_d_10-25.p65 03.10.8, 3:09 PM14
D-15
12.
Metronoom
U kunt de metronoom inschakelen om een maatslag te verkrijgen ter referentie voor uw spel op het toetsenbord.
13.
Niveaumeter
Het nummer 1 tot en met 16 correspondeert aan de mixerkanalen. De niveaumeter geeft aan welke kanalen in- of uitgeschakeld
zijn en geven tevens het volumeniveau aan.
Trekstaaforgelfunctie
Tijdens de trekstaaforgel bewerkingsfunctie toont de niveaumeter de positie van elke trekstaaf en de status van elke
percussieparameter.
14.
Grafisch toetsenbord
Noten die u op het toetsenbord speelt, noten die vanaf het melodiegeheugen worden gespeeld en ontvangen MIDI data*
worden getoond op het grafische toetsenbord.
15.
Functie indicators
Aanwijzers verschijnen naast deze functienamen om aan te geven dat de functie voor transponeren, toetsenbordinstellingen,
mixer, synthesizer, effecten of disk/kaart op het moment actief is.
* Enige ontvangen data buiten het bereik van E1 G7 wordt niet aangegeven.
OPMERKING
Displayvoorbeelden aangegeven in deze gebruiksaanwijzing dienen enkel ter illustratie. De werkelijke tekst en waarden die
in de display verschijnen kunnen verschillen van de voorbeelden die hier in de gebruiksaanwijzing worden gegeven.
Door de karakteristieken van het LCD element, verandert het displaycontrast afhankelijk van de hoek van waar uit u er naar
kijkt. De oorspronkelijke contrastinstelling maakt het voor een musicus die recht voor de display zit, mogelijk om alles
makkelijk te zien. U kunt het contrast ook bijregelen tot het niveau dat uw persoonlijke omstandigheden beter schikt. Voor
meer informatie zie pagina D-82.
Algemene gids
735A-D-017A
WK3000_d_10-25.p65 03.10.8, 3:09 PM15
D-16
Dit keyboard kan werken op het standaard lichtnet (m.b.v.
de voorgeschreven netadapter) of op batterijen. Let er altijd
op het keyboard uit te schakelen wanneer u hem niet gebruikt.
Werking op batterijen
Let er altijd op het keyboard uit te schakelen voordat u
batterijen inlegt of ze vervangt.
Inleggen van de batterijen
1
Verwijder het deksel van het batterijenvak.
2
Leg zes batterijen maat D in het batterijenvak.
Zorg ervoor dat de positieve (+) en negatieve () polen
in de juiste richting wijzen.
3
Steek de nokjes aan het deksel van het batterijenvak
in de daarvoor bedoelde gaatjes en sluit het deksel.
OPMERKING
Dit keyboard kan mogelijk niet goed functioneren als u
batterijen inlegt of vervangt met de spanning
ingeschakeld. Mocht dit gebeuren dan zal het keyboard
weer normaal functioneren door de spanning uit en
daarna weer in te schakelen.
Belangrijke informatie aangaande de
batterijen
Hieronder volgt de geschatte levensduur van de batterijen.
Alkaline batterijen ............................... 4 uur
De bovenstaande waarde is de standaard levensduur van
de batterijen bij normale temperatuur met de
volumestand van het keyboard ingesteld op een
middelmatige stand. Bij heel hoge of lage temperaturen
of weergave bij een hoog volume kan deze levensduur
korter worden.
Stroomvoorziening
Nokjes
Een van de volgende symptomen kan op een lage
batterijspanning duiden. Vervang de batterijen zo spoedig
mogelijk wanneer een van deze symptomen optreedt.
Zwak brandende stroomindicator
Het instrument kan niet worden ingeschakeld
Wanneer de display knippert, donker of moeilijk af te
lezen is
Abnormaal laag luidspreker-/hoofdtelefoonvolume
Vervorming van het geluid
Af en toe onderbreken van geluid tijdens weergave bij
een hoog volume
Plotseling uitvallen van de stroom tijdens weergave bij
een hoog volume
Knipperen of donker worden van de display tijdens
weergave met een hoog volume
Geluid blijft klinken zelfs na loslaten van de toetsen
Een toon die totaal verschilt van de toon die u instelde
Abnormale weergave van het ritmepatroon en
demonstratiemelodieën
Uitvallen van stroom, geluidsvervorming of laag
volume bij spelen via een aangesloten computer of MIDI
toestel
Plotseling uitvallen van de spanning tijdens het lezen
vanaf of schrijven naar een diskette (alleen bij model
WK-3500)
WAARSCHUWING
Misbruik van batterijen kan er de oorzaak van zijn dat ze gaan
lekken, hetgeen leidt tot schade aan zich in de buurt
bevindende voorwerpen, of ze kunnen exploderen, hetgeen
het risico op brand of persoonlijk letsel met zich mee brengt.
Let er altijd op dat u de volgende voorzorgsmaatregelen
naleeft.
Haal batterijen nooit uit elkaar en laat ze nooit
kortsluiting maken.
Stel batterijen nooit bloot aan hitte en gooi ze niet
weg door ze te verbranden.
Gebruik oude batterijen niet samen met nieuwe.
Gebruik nooit batterijen van verschillende door elkaar.
Laad de batterijen nooit op.
Let er op dat de positieve (+) en negatieve ()
uiteinden van de batterijen in de juiste richting wijzen.
VOORZICHTIG
Verkeerd gebruik van batterijen kunnen er de oorzaak van
zijn dat ze gaan lekken hetgeen leidt tot schade aan zich in
de buurt bevindende voorwerpen, of ze kunnen gaan
exploderen, hetgeen het risico op brand en persoonlijk letsel
met zich meebrengt. Let er altijd op de volgende
voorzorgsmaatregelen na te leven.
Gebruik enkel batterijen dat voor gebruik met dit
product gespecificeerd zijn.
Verwijder batterijen uit het product als u van plan bent
deze voor langere tijd niet te gebruiken.
735A-D-018A
WK3000_d_10-25.p65 03.10.8, 3:09 PM16
D-17
Gebruik van de netadapter
Zorg ervoor enkel de voor dit keyboard voorgeschreven
netadapter te gebruiken.
Voorgeschreven netadapter: AD-12
Merk tevens de volgende waarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen op bij gebruik van de netadapter.
WAARSCHUWING
Verkeerd gebruik van de netadapter kan het risico op brand
en op elektrische schok met zich meebrengen. Let er altijd
op de volgende voorzorgsmaatregelen na te leven.
Zorg er voor uitsluitend gebruik te maken van de
netadapter die gespecificeerd is voor gebruik met dit
product.
Gebruik enkel een voedingsbron waarvan het voltage
zich bevindt binnen de op de netadapter aangegeven
nominale spanning.
Belast de stopcontacten en verlengsnoeren niet te
veel.
Plaats nooit zware voorwerpen op het snoer en stel
het niet bloot aan hitte.
Probeer nooit te knutselen aan het snoer en stel het
niet bloot aan overmatig buigen.
Draai het snoer niet en trek er niet aan.
Mocht het netsnoer of de netstekker beschadigd
raken, neem dan contact op met het oorspronkelijke
punt van verkoop of met een door CASIO erkende
onderhoudswerkplaats.
Raak de netadapter nooit aan terwijl uw handen nat
zijn. Hierdoor kunt u het risico op een elektrische
schok in de hand werken.
Stroomvoorziening
VOORZICHTIG
Verkeerd gebruik van de netadapter kan het risico op brand
en op elektrische schok met zich meebrengen. Let er altijd
op de volgende voorzorgsmaatregelen na te leven.
Plaats het netsnoer niet bij een kachel of een andere
warmtebron.
Trek nooit aan het snoer wanneer u de stekker uit het
stopcontact wilt trekken. Houd daartoe altijd de stekker
zelf beet.
Steek het netsnoer zover mogelijk in het stopcontact.
Haal de netadapter uit het stopcontact tijdens
onweersbuien met bliksem of voordat u op reis gaat
of wanneer u om andere redenen voor langere tijd
weg bent.
Minstens eens per jaar dient u de netadapter uit het
stopcontact te trekken om eventueel stof dat zich
opgehoopt heeft rond te stekers te verwijderen.
BELANGRIJK!
Zorg ervoor dat het keyboard uitgeschakeld is alvorens
de netadapter in het stopcontact te steken of hem er uit
te trekken.
Bij langdurig gebruik van de netadapter kan deze warm
worden. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Automatische
stroomonderbreking
De spanning van het keyboard wordt bij werking op batterijen
automatisch na ca. 6 minuten na het indrukken van de laatste
toets uitgeschakeld. Druk op de POWER toets om de
spanning opnieuw in te schakelen wanneer dit gebeurt.
OPMERKING
De automatische stroomonderbreking werkt niet
wanneer het keyboard op stroom van het lichtnet werkt.
Uitzetten van de automatische
stroomonderbreking
Houd de TONE toets ingedrukt terwijl u het keyboard
inschakelt om de automatische stroomonderbreker uit te
zetten.
Bij uitzetten van de automatische stroomonderbreker zal
het keyboard niet meer zichzelf uitschakelen ongeacht hoe
lang hij blijft staan zonder te worden aangeraakt.
Automatische stroomonderbreking wordt automatisch
ingeschakeld bij inschakelen van de spanning.
735A-D-019A
Netadapter AD-12
Stopcontact
OUT IN
SUSTAIN/
ASSIGNABLE JACK
MIDI
LINE OUT
R L/MONO
DC 12V
WK3000_d_10-25.p65 03.10.8, 3:09 PM17
D-18
Stroomvoorziening
Instellingen
De toon, het ritme en andere belangrijkste instellingen van
het keyboard die van kracht waren toen u het keyboard met
de hand uitschakelde door op de POWER toets te drukken
of wanneer de automatische stroomonderbreker de spanning
uitschakelt, zijn nog steeds in werking wanneer u de spanning
daarna weer inschakelt.
Belangrijkste keyboardinstellingen
Toonnummer, lagen, splitsen, splitspunt, trekstaaforgel
tooninstellingen, transponeren, stemmen,
contrastinstellingen, aanslaggevoeligheid, nagalm,
zweving, DSP, equalizer, ritmenummer, tempo,
keyboardkanaal, MIDI In akkoordbeoordeling aan/uit,
begeleiding MIDI uitgangssignaal aan/uit, toewijsbare
aansluitingsinstelling, begeleidingsvolume,
gebruikergebied tonen (Synthesizer functie),
gebruikergebied begeleidingen, gebruikers DSP gebied,
toonhoogtebuigbereik automatisch harmoniseren aan/uit,
type van automatisch harmoniseren, mixer aanhouden,
DSP aanhouden, Automatische begeleidingsfunctie, alle
mixerparameters, alle synthesizerfunctie parameters,
melodiegeheugenmelodienummers, SMF
spelerinstellingen (weergavefunctie, handmatig
weergavedeel, SMF weergavevolume)
Uitschakelen van het keyboard
Vergeet niet op de POWER toets om de spanning uit te
schakelen en let er ook op dat de LCD verlichting uit is
voordat u de verbinding met de netadapter verbreekt of
iets anders doet.
Probeer de verbinding met de netadapter nooit te verbreken
terwijl het keyboard nog ingeschakeld is en probeer de
spanning nooit uit te schakelen door andere technieken te
gebruiken dan op de POWER toets te drukken. Hierdoor
kan de inhoud van het Flash-geheugen van het keyboard
beschadigd raken. Vreemde werking en abnormaal
opstarten van het keyboard zijn symptomen van een
beschadigdeinhoud van het flash-geheugen. Zie Oplossen
van moeilijkheden op pagina D-106 voor meer informatie.
BELANGRIJK!
Druk nooit op de POWER toets terwijl de volgende
boodschap te zien is in de display van het keyboard.
(boodschap) Pls Wait (wachten a.u.b.) of
Bulk In (invoeren grote heveelheid gegevens)
Als het keyboard tijdens het tonen van de bovenstaande
boodschappen uitgeschakeld wordt, kan dit
gebruikersdata (gebruikerstonen,
melodiegeheugendata, enz.) beschadigen die zich op
dat moment in het geheugen van het keyboard of op de
externe media bevinden. Het is mogelijk dat de data niert
meer te verkijgen is als de data eenmaal beschadigd is.
735A-D-020A
Geheugeninhoud
Naast de bovenstaande instellingen, kunnen in de
registratiefunctie en de melodiegeheugenfunctie opgeslagen
data ook bewaard worden wanneer de spanning van het
keyboard uitgeschakeld is.
Opslaan van instellingen en van de
geheugeninhoud
Betreffende het Flash-geheugen
Uw keyboard wordt geleverd met een ingebouwd Flash-
geheugen, hetgeen data kan blijven behouden zelfs wanneer
de stroom volledig is uitgeschakeld. Dit betekent dat zelfs
als de batterijen geheel uitgeput zijn, dan kunt u daarna de
netadapter aansluiten en de data die in het geheugen
opgeslagen zitten, opnieuw oproepen.
U kunt een backup maken van de inhoud van het
keyboardgeheugen en andere data door gebruik te maken
van de hieronder beschreven media.
SmartMedia
TM
kaart
Zie Gebruiken van de SmartMedia kaart op pagina D-93.
Floppy diskette (alleen bij model WK-3500)
Zie Het gebruik van de floppy disk-drive (alleen bij model
WK-3500) op pagina D-94.
BELANGRIJK!
Wanneer het keyboard op de batterijen werkt, dient u
deze zo snel mogelijk te vervangen nadat de eerste
tekenen van zwakke batterijen (donkere
spanningsindicator, donkere letters in de display, enz.)
zich melden. Hoewel het Flash-geheugen van het
keyboard niet vluchtig is (hetgeen betekent dat data niet
verloren gaat wanneer de spanning wordt onderbroken),
kan data verloren gaan als de spanning plotseling uitvalt
wanneer data overgeschreven wordt naar het Flash-
geheugen*.
* Tijdens het opslaan of wissen van gebruikersdata,
tijdens het opnemen met de synthesizer, tijdens het
oversturen van data vanaf een computer, enz.
Terugstellen van het keyboard
Gebruik de procedure op pagina D-80 om het keyboard te
resetten (terug te stellen) waardoor alle data uit het geheugen
worden gewist en de instellingen teruggesteld worden tot
de oorspronkelijke waarde afgesteld in de fabriek.
WK3000_d_10-25.p65 03.10.8, 3:09 PM18
D-19
Aansluitingen
• WK-3500
Hoofdtelefoon- (PHONES) en
lijnuitgangsaansluitingen (LINE OUT)
Vergeet niet eerst het volume van het keyboard en andere
aangesloten apparatuur zacht te zetten alvorens de
hoofdtelefoon of andere uitwendige apparatuur aan te
sluiten. Nadat u klaar bent met het maken van de
aansluitingen kunt u dan het volume op het gewenste niveau
instellen.
[Voorpaneel]
Aansluiten van een hoofdtelefoon
1
Bij aansluiten van de hoofdtelefoon wordt tegelijkertijd het
geluid van de ingebouwde luidsprekers afgesneden, zodat
u s nachts kunt spelen zonder de buren wakker te houden.
[Achterpaneel]
Aansluiten op de audio apparatuur
2
Gebruik in de handel verkrijgbare snoeren om aan te sluiten
op de twee aansluitingen zoals aangegeven in Afbeelding
2
.
Het wordt aan u overgelaten om aansluitsnoeren aan te
schaffen voor de aansluiting zoals die aangegeven zijn in de
afbeelding. Tijdens deze configuratie dient u gewoonlijk de
ingangskeuzeschakelaar van de geluidsapparatuur in te
stellen die de aansluiting (zoals AUX IN) specificeert waarop
het keyboard aangesloten is. Gebruik de VOLUME regelaar
van het keyboard om het volumeniveau bij te stellen.
OUT IN
SUSTAIN/
ASSIGNABLE JACK
MIDI
LINE OUT
R L/MONO
DC 12V
Standaardstekkers
Gitaarversterker,
keyboardversterker, enz.
AUX IN aansluiting, enz. van audioversterker
PIN stekker
Standaardaansluitingen
INPUT 1
INPUT 2
LEFT
(Wit)
RIGHT
(Rood)
Aansluiten op een muziekinstrumentversterker
3
Gebruik in de handel verkrijgbare snoeren om aan te sluiten
op de twee aansluitingen zoals aangegeven in Afbeelding
3
.
Het wordt aan u overgelaten om aansluitsnoeren aan te
schaffen voor de aansluiting zoals die aangegeven zijn in de
afbeelding. Gebruik de VOLUME regelaar van het keyboard
om het volumeniveau bij te stellen.
Sluit enkel een snoer aan op de L/MONO aansluiting als
de versterker slechts één ingangsaansluiting heeft.
OPMERKING
U kunt de MIDI aansluiting van het keyboard ook
aansluiten op een computer of een sequencer. Zie MIDI
op pagina D-89 voor details.
735A-D-021A
1
PHONES aansluiting
Stereo standaardstekker
WK3000_d_10-25.p65 03.10.8, 3:09 PM19
D-20
Aansluitingen
• WK-3000
Hoofdtelefoon/uitgangsaansluiting
Vergeet niet eerst het volume van het keyboard en andere
aangesloten apparatuur zacht te zetten alvorens de
hoofdtelefoon of andere uitwendige apparatuur aan te
sluiten. Nadat u klaar bent met het maken van de
aansluitingen kunt u dan het volume op het gewenste niveau
instellen.
[Voorpaneel]
Aansluiten van een hoofdtelefoon
1
Bij aansluiten van de hoofdtelefoon wordt tegelijkertijd het
geluid van de ingebouwde luidsprekers afgesneden, zodat
u s nachts kunt spelen zonder de buren wakker te houden.
Geluidsapparatuur
2
Sluit het keyboard aan op geluidsapparatuur m.b.v. een los
verkrijgbaar aansluitsnoer met een standaardstekker aan de
ene kant en twee pinstekkers aan het andere uiteinde, Merk
op dat de op het keyboard aangesloten standaardstekker een
stereostekker dient te zijn anders kunt u slechts via één van
de twee stereo kanalen geluid verkrijgen. Bij deze opstelling
zet u de ingangskeuzeschakelaar van de aangesloten
geluidsapparatuur gewoonlijk in de daarvoor bedoelde stand
(normaliter aangeduid als AUX IN of iets in die geest) die
dus overeenkomt met waar het snoer van het keyboard op
aangesloten is. Zie de gebruiksaanwijzing van de
geluidsapparatuur voor volledige details.
Versterker voor muziekinstrumenten
3
Sluit het keyboard m.b.v. een los verkrijgbaar aansluitsnoer
aan op de versterker voor muziekinstrumenten.
OPMERKING
Gebruik een aansluitsnoer met een stereo
standaardstekker aan het uiteinde dat u op het keyboard
aansluit en een stekker, die voorziet in een dubbele
signaalingang (links en rechts), op de versterker waarop
u de aansluiting tot stand brengt. Bij gebruik van een
verkeerde stekker aan een van beide uiteinden kan het
stereo-effect verloren gaan.
LINKS
RECHTS
AUX IN of overeenkomstige
aansluiting van de
geluidsversterker
Wit
Rood
Pinstekker
Stereo
standaardstekker
Audio aansluiting
PHONES/OUTPUT aansluiting
Keyboardversterker,
gitaarversterker, enz.
1
2
3
INPUT 1
INPUT 2
Pinstekker
Pinstekker (rood)
Pinstekker (wit)
Standaard
stereostekker
Keyboard- of
gitaarversterker
Naar de
PHONES/OUTPUT
aansluiting
Standaardstekker
Bij aansluiting op een versterker voor muziekinstrumenten
kunt u het volume van het keyboard relatief laag zetten en
veranderingen in het volume maken met de
bedieningsorganen van de versterker.
Aansluitvoorbeeld
OPMERKING
U kunt het keyboard ook aansluiten op een computer of
sequencer. Zie MIDI op pagina D-89 voor details.
735A-D-022A
WK3000_d_10-25.p65 03.10.8, 3:09 PM20
D-21
Aanhoudpedaal
Bij pianotonen zal het geluid aangehouden worden als het
pedaal wordt ingetrapt, net zoals bij het demppedaal van
een piano.
Bij orgeltonen wordt het geluid doorlopend aangehouden
totdat het pedaal wordt losgelaten.
Sostenutopedaal
Zoals bij het aanhoudpedaal hierboven zal het geluid
aangehouden worden bij intrappen van het
sostenutopedaal.
Het verschil tussen een sostenuto pedaal en een
aanhoudpedaal is de timing. Bij een sostenutopedaal, kunt
u op de klaviertoetsen drukken en vervolgens het pedaal
intrappen voordat u de klaviertoetsen loslaat. Dan worden
enkel die noten aangehouden die klonken wanneer het
pedaal werd ingetrapt.
Zacht pedaal
Bij intrappen van het pedaal worden de weergegeven noten
zachter gemaakt.
Ritme start/stoppedaal
In dit geval vervult het pedaal dezelfde functies als de
START/STOP toets.
Accessoires en opties
Gebruik enkel de accessoires en opties die genoemd worden
voor dit keyboard. Bij gebruik van niet-erkende items bestaat
er gevaar op brand, elektrische schok en persoonlijk letsel.
Aanhoudpedaal/toewijsbare
aansluiting
U kunt een los verkrijgbaar aanhoudpedaal (SP-2 of SP-20)
aansluiten op de SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK aansluiting
om daaraan de hieronder beschreven mogelijkheden te
verlenen.
Zie Veranderen van andere instellingen op pagina D-79
voor details aangaande de pedaalfunctie.
Aansluitingen
735A-D-023A
OUT IN
SUSTAIN/
ASSIGNABLE JACK
MIDI
LINE OUT
R L/MONO
DC 12V
SP-20
SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK aansluiting
WK3000_d_10-25.p65 03.10.8, 3:09 PM21
D-22
Dit hoofdstuk geeft informatie betreffende het uitvoeren van
basis keyboardbediening.
Spelen op het keyboard
1
Druk op de POWER toets om het keyboard in te
schakelen.
2
Gebruik de VOLUME regelaar om het volume in
te stellen op een relatief laag niveau.
3
Speel iets op het keyboard.
Instellen van een toon
Dit keyboard wordt afgeleverd met ingebouwde tonen zoals
hieronder aangegeven.
Een gedeeltelijke lijst van de verkrijgbare toonnamen is
afgebeeld op het console van het keyboard. Zie de Toonlijst
op pagina A-1 van deze gebruiksaanwijzing voor een
volledige lijst. Geavanceerde tonen zijn variaties op
standaard tonen, die gecreëerd worden door het
programmeren van effecten (DSP) en andere instellingen.
Voor details aangaande de tonen van het trekstaaf
orgel,verwijs naar Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie
(Drawbar Organ) op pagina D-26.
Toontypes
Standaardtonen: 516 voorkeuzetonen + 124 gebruikerstonen
Basisbediening
Trekstaaforgeltonen:
50 voorkeuzetonen + 100 gebruikerstonen
*1: Zie Het veranderen van tonen en het configureren van
DSP effectinstellingen op pagina D-23.
*2: Geheugengebied voor tonen die u gecreëerd heeft. Zie
Synthesizerfunctie op pagina D-51. De
gebruikerstoongebieden 600 tot en met 699 bevatten
aanvankelijk dezelfde data als de DSP types 000 tot en
met 099.
*3: Dit hangt af van de brontoon of de tooninstelling. Zie
Synthesizerfunctie op pagina D-51 voor meer
informatie.
*4: Gebied voor data die vanaf een computer werd gestuurd.
Zie Gebruik van de data download service op pagina
D-91 voor meer informatie. Voor informatie aangaande
golfvormen, zie Creëren van een gebruikerstoon op
pagina D-54.
*5: Dit hangt af van de toon. De status ervan kan worden
bekeken door naar de DSP toets te kijken. Zie DSP toets
op pagina D-34 voor meer informatie.
*6: Geheugengebied voor tonen die door gecreëerd worden.
Zie Een trekstaaforgeltoon bewerken op pagina D-28.
Gebruikers trefstaaforgeltoon gebieden bevatten
aanvankelijk twee setten met dezelfde data als de
trefstaaforgeltoon types 000 tot en met 049.
OPMERKING
U kunt toonnummers die niet in de bovenstaande
bereiken (standaardtonen 516 tot en met 599 en 720
tot en met 799, en trekstaaf orgeltonen van 050 tot en
met 099) vallen niet selecteren. U kunt bladeren door
de ongebruikte nummers wanneer u de [+] en [] toetsen
gebruikt om door de toonnummers te bladeren. Wanneer
u bijvoorbeeld op [+] drukt terwijl 515 geselecteerd is,
springt het nummer door naar 600.
735A-D-024A
Nummer
000 - 299
300 - 499
500 - 515
600 - 699
700 - 719
800 - 803
Aantal
tonen
300
200
16
100
20
4
Toontype
Geavanceerde tonen
Voorkeuzetonen
Drumsets
Gebruikerstonen*
2
Gebruikerstonen met golven
*
4
Gebruikersdrumsets met
golven*
4
DSP lijn
aan/uit
*
1
Aan
Uit
Uit
Aan/uit*
3
Aan/uit*
3
Aan/uit*
5
VOLUME
POWER
TONE
Number buttons
Cijfertoetsen
Nummer
000 - 049
100 - 199
Aantal
tonen
50
100
Toontype
Voorkeuzetonen
Gebruikerstoon*
6
DSP lijn
aan/uit
*
1
Aan/uit*
5
Aan/uit*
3
WK3000_d_10-25.p65 03.10.8, 3:10 PM22
D-23
Instellen van een toon
1
Vind de te gebruiken toon op de toonlijst en maak
een notitie van het toonnummer.
2
Druk op de TONE toets.
3
Voer het drie-cijferige toonnummer in van de
bewuste toon m.b.v. de cijfertoetsen.
Voorbeeld: Om 332 ACOUSTIC BASS GM te
selecteren, voer 3, 3 en daarna 2 in.
OPMERKING
Voer altijd alle drie cijfers in van het toonnummer inclusief
eventuele voorafgaande nullen.
U kunt het aangegeven toonnummer tevens vergroten
met de [+] toets en verkleinen met de [] toets.
Wanneer één van de drumsets geselecteerd is
(toonnummers 500 tot en met 515), dan wordt aan elke
klaviertoets een ander percussiegeluid toegewezen. Zie
pagina A-12 voor details.
Polyfonie
De term polyfonie refereert aan het maximal aantal noten dat
u op hetzelfde moment kunt spelen. Het keyboard heeft 32-
noten polyfonie, hetgeen zowel de noten die u speelt omvat
als de ritmes en automatisch begeleidingspatronen die door
het keyboard worden gespeeld. Dit betekent dus dat wanneer
een ritme of een automatisch begeleidingspatroon gespeeld
wordt door dit keyboard, het aantal noten (de polyfonie dus)
gereduceerd wordt dat open staat voor spelen op het
toetsenbord. Merk tevens op dat sommige van de tonen
slechts 10-noten polyfonie geven.
Aco .Bs
_
G
Basisbediening
Digitale monsters
Veel van de klanken die beschikbaar zijn op dit keyboard zijn
opgenomen en bewerkt met behulp van een techniek die
(digital sampling) wordt genoemd. Om een hoge
klankkwaliteit te verzekeren worden monsters (samples)
genomen in de lage, midden en hoge frequentiegebieden en
vervolgens weer gecombineerd om u te voorzien van
geluiden die verbazingwekkend veel overeenkomen met de
originelen. Soms zult u minieme verschillen in volume of
geluidskwaliteit horen voor sommige tonen wanneer u ze
op verschillende plaatsen op het toetsenbord speelt. Dit is
een onvermijdelijke bijwerking van meervoudig monsters
(multiple sampling) maken en is geen teken van onjuist
functioneren.
Het veranderen van tonen en het
configureren van DSP effectinstellingen
Dit keyboard heeft slechts een enkele DSP klankbron.
Hierdoor kunnen bij tonen waarbij DSP ingesteld is voor
meerdere onderdelen bij het het maken van meerdere lagen
en splitsen van tonen (pagina D-74, 75) conflicten optreden.
Om conflicten te vermijden, wordt DSP toegewezen aan de
laatste toon waarbij DSP ingesteld is terwijl DSP voor alle
andere onderdelen uitgeschakeld (DSP lijn uit (OFF)) is.
DSP lijn is een parameter die regelt of het op dat moment
ingestelde DSP effect van toepassing is op een onderdeel.*
Elke toon heeft een DSP lijnparameter. Door het selecteren
van een toon wordt de DSP lijnparameter van die toon
uitgeoefend op alle onderdelen.
* De DSP lijnparameter is ingeschakeld (het DSP effect wordt
uitgeoefend) bij de 300 geavanceerde tonen die genummerd
zijn van 000 tot en met 299, en uitgeschakeld (het DSP effect
wordt niet uitgeoefend) bij de 200 voorkeuzetonen
genummerd van 300 tot en met 499. Voor informatie over
andere tonen, raadpleeg Toontypes op pagina D-22.
735A-D-025A
WK3000_d_10-25.p65 03.10.8, 3:10 PM23
D-24
Basisbediening
PIANO SETTING toets
Het indrukken van deze toets verandert de instelling van het
keyboard om het te optimaliseren voor spelen op de piano.
Instellingen
Toonnummer: 000 St.GrPno
Ritmenummer: 120 Pf Bld 1
Begeleidingsfunctie: Normaal
Gelaagd: Uit
Splitsing: Uit
Automatisch harmoniseren: Uit
Transponeren: 0
Aanslaggevoeligheid:
Uit: Keert terug naar de oorspronkelijke instelling
Aan: Geen verandering
Toewijsbare aansluiting: SUS
Lokale controle: Aan
Instelling van de
mixerkanaal 1 parameter: Hangt af van de toon
De keyboard instellingen optimaliseren
voor spelen op de piano
1
Druk op de PIANO SETTING toets.
2
Probeer nu iets op het toetsenbord te spelen.
De noten die u speelt klinken als bij een piano.
Druk op de START/STOP toets als u met
ritmebegeleiding wilt spelen. Hierdoor gaat een ritme
spelen dat geoptimaliseerd is voor de piano.
Druk nogmaals op de START/STOP toets om het
spelen van het ritme te stoppen.
OPMERKING
Door op de PIANO SETTING toets te drukken terwijl
een ritme aan het spelen is, wordt het ritme gestopt
waarna de instelling van het keyboard vervolgens
verandert.
Door op de PIANO SETTING toets te drukken terwijl de
synthesizerfunctie of een andere functie van het
keyboard ingeschakeld is, wordt de huidige functie
verlaten waarna de instelling van het keyboard
vervolgens verandert.
De instelling van het keyboard verandert niet als u op
de PIANO SETTING toets drukt onder één van de
volgende omstandigheden.
* Tijdens realtime opname, tijdens stapopname of
tijdens het gebruik van de montagefunctie van het
melodiegeheugen.
* Terwijl de melding voor het opslaan van data of het
overschrijven van data op de display aangegeven
wordt
* Tijdens een registratiedata-opslagbewerking
735A-D-026A
PIANO SETTING
PITCH BEND wheel
MODULATION wheel PITCH BEND wheel
MODULATION button
WK-3500 WK-3000
PITCH BEND draairegelaar
MODULATION toets
MODULATION draairegelaar
PITCH BEND draairegelaar
WK3000_d_10-25.p65 03.10.8, 3:10 PM24
D-25
Gebruik van de MODULATION
draairegelaar
Modulatie past vibrato toe die de toonhoogte van een noot
moduleert. Het werkt het beste bij noten die aangehouden
worden door een klaviertoets ingedrukt te houden, in het
bijzonder wanneer u de melodie speelt met een viool of
soortgelijke toon.
U kunt het modulatie effect aanpassen m.b.v. de DSP
parameters 0 7. Zie DSP parameters op pagina D-33 voor
meer informatie.
WK-3500
De MODULATION draairegelaar
gebruiken
1
Terwijl u melodienoten speelt met uw rechter hand,
draai met uw linkerhand aan de MODULATION
draairegelaar om vibrato toe te passen op de noten.
De mate waarmee vibrato wordt toegepast hangt af
van hoever u de MODULATION draairegelaar naar
boven draait. Door de draairegelaar in de neutrale
stand te zetten (zover mogelijk naar beneden draaien)
wordt het vibrato effect uitgeschakeld.
WK-3000
De MODULATION toets gebruiken
1
Terwijl u een klaviertoets ingedrukt houdt met uw
rechter hand, gebruik uw linkerhand om op de
MODULATION toets te drukken.
Vibrato wordt toegepast zolang de MODULATION
toets ingedrukt gehouden wordt.
OPMERKING
Modulatie kan worden gebruikt om meer expressie toe
te voegen aan aangehouden melodienoten die gespeeld
worden met een viool, synthetisch reedorgel of een
soortgelijke toon.
De modulatie beïnvloed de verschillende tonen op
andere manieren.
Gebruik van de PITCH BEND
draairegelaar
PITCH BEND betekent letterlijk toonhoogtebuiging en
deze draairegelaar laat u de toonhoogte inderdaad buigen.
Hierdoor kunt u extra vleugje realisme toevoegen aan de
saxofoon en aan andere tonen.
Gebruiken van de PITCH BEND regelaar
1
Gebruik terwijl u een klaviertoets ingedrukt houdt
met uw rechterhand, uw linkerhand om de PITCH
BEND draairegelaar omhoog en omlaag te draaien.
De noot keert terug naar de oorspronkelijke
toonhoogte wanneer u de PITCH BEND draairegelaar
loslaat.
OPMERKINGEN
Bij saxofoon- en elektrische gitaartonen kunnen de
meest realistische geluidseffecten worden geproduceerd
als u de noten speelt en tegelijkertijd de PITCH BEND
draairegelaar bediend.
Zie Toonhoogtebuigbereik (oorspronkelijke default: 12)
op pagina D-82 voor het veranderen van het buigbereik
van de PITCH BEND draairegelaar.
Schakel het keyboard nooit in terwijl aan de PITCH
BEND draairegelaar gedraaid wordt.
Basisbediening
735A-D-027A
WK3000_d_10-25.p65 03.10.8, 3:10 PM25
D-26
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)
Uw keyboard heeft ingebouwde trekstaaforgeltonen die gewijzigd kunnen worden m.b.v. negen digitale trekstaven waarvan
de bediening eender is aan die van de regelaars bij een trekstaaforgel. U kunt ook percussie selecteren of toetsklikken. Er is
genoeg ruimte in het geheugen voor het opslaan van maximaal 100 door de gebruiker gecreëerde trekstaaftoon variaties.
Trekstaaforgel bedieningsvolgorde
Toon/ritme selectiescherm*
Trekstaaforgeltoon selectiescherm
DRAWBAR ORGAN toets
Trekstaaforgeltoon bewerkingsscherm
More? (meer?) scherm
EXIT toets
[̈] CURSOR toets DRAWBAR ORGAN toets
Synthesizer bewerkingsscherm
[̄] CURSOR toets [̆] CURSOR toets
DSP effect bewerkingsscherm
[̄] CURSOR toets [̆] CURSOR toets
Naam/opslaan instelscherm
[̄] CURSOR toets
[̆] CURSOR toets
[
̇
] / [
̈
] CURSOR toetsen
[
̇
] / [
̈
] CURSOR toetsen
* U kunt het selectiescherm voor de trekstaaforgeltoon ook verkrijgen van het functiescherm voor de melodiegeheugenfunctie of
de SMF weergave. In dit geval verschijnt echter het bewerkingsscherm voor de trekstaaforgeltoon niet.
735A-D-028A
WK3000_d_26-37.p65 03.10.8, 3:10 PM26
D-27
Ft16
5
1
/
3
8 4 2
2
/
3
2 1
3
/
5
1
1
/
3
116
CLICK SECOND THIRD
PERCUSSION
DECAY
Verminderen
Momenteel
geselecteerde
parameter
Waarde Parameternaam
Vermeerderen
Op het moment geselecteerde trekstaaf
Trekstaaftoetsen
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)
735A-D-029A
Kanaaltoetsen wanneer het selectiescherm voor de trekstaaforgeltoon getoond wordt
De 18 toetsen langs de onderkant van de display functioneren als trekstaaftoetsen terwijl het selectiescherm voor de
trekstaaforgeltoon zich in de display bevindt (nadat u op de DRAWBAR ORGAN toets gedrukt heeft). Elk paar toetsen (boven en
onder) stellen een trekstaaf voor hetgeen dus betekent dat de 18 aanwezige toetsen u de functionaliteit geven van 9 trekstaven.
: Voet
Elk van de negen toetsparen wordt een waarde toegekend van 16 voet tot 1 voet. Elk toetsenpaar heeft een vermindertoets (voor
verminderen met 16 voet, 5-1/3 voet, enz.) en een vermeerdertoets (voor vermeerderen met 16 voet, 5-1/3 voet, enz.).
WK3000_d_26-37.p65 03.10.8, 3:10 PM27
D-28
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)
735A-D-030A
Een trekstaaforgeltoon selecteren
1
Vind de te gebruiken trefstaaforgeltoon op de
toonlijst en maak een notitie van het toonnummer.
2
Druk op de DRAWBAR ORGAN toets.
Hierdoor verschijnt het selectiescherm voor de
trekstaaforgeltoon.
3
Gebruik de cijfertoetsen om het drie-cijferige
toonnummer in te voeren voor de toon die u wilt
selecteren.
OPMERKING
Voer altijd alle drie cijfers in voor het toonnummer,
inclusief eventuele voorafgaande nullen.
U kunt ook het aangegeven toonnummer met telkens
één vergroten of verkleinen door op de [+] en op de []
toetsen te drukken.
Een trekstaaforgeltoon bewerken
1
Selecteer de trekstaaforgeltoon (000 tot en met 049,
100 tot en met 199) die u wilt bewerken.
2
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om het
selectiescherm voor de trekstaaforgeltoon te
verkrijgen. Selecteer de parameter waarvan u de
instelling wilt veranderen.
Voorbeeld: Selecteren van de Ft16 parameter
In het totaal zijn er 13 parameters. U kunt de [̇] en
[̈] CURSOR toetsen gebruiken om door de
instellingen heen te gaan. Zie Parameter details op
pagina D-29 voor nadere informatie.
Terwijl het More? (meer?) scherm zich op de display
bevindt, kunt u doorgaan naar de synthesizer en DSP
effect bewerkingsschermen door te drukken op de [̄]
CURSOR toets of op de [+] toets.
3
Gebruik de [̆] en [̄] CURSOR toetsen of de [+]
en [–] toetsen om de instelling van de momenteel
aangegeven parameter te veranderen.
U kunt een parameterinstelling ook veranderen door
een waarde in te voeren m.b.v. de cijfertoetsen.
U kunt de veranderingen in een toon bemerken door
noten op het keyboard te spelen terwijl u de
parameterinstellingen aan het instellen bent.
OPMERKING
Wanneer een andere toon geselecteerd wordt nadat u
de parameters bewerkt heeft, zullen de
parameterinstellingen vervangen worden door die van
de nieuw geselecteerde toon.
Als u trefstaaforgeltonen toegewezen heeft aan meer
dan één kanaal, dan zal bij wijzigen van de instelling
van de trefstaaforgeltoon instelling van één van de
kanalen, diezelfde instelling ook worden toegepast op
alle andere kanalen.
Zie Het opslaan van een bewerkte trekstaaforgeltoon
op pagina D-30 voor informatie over het opslaan van
uw bewerkingen.
Ro c kOr
g
1
Toonnummer Toonnaam
Ft16
Parameterinstelling Parameternaam
DRAWBAR ORGAN
Number buttons
[+]
/
[]
CURSOR
Cijfertoetsen
WK3000_d_26-37.p65 03.10.8, 3:10 PM28
D-29
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)
735A-D-031A
Het bewerken van synthesizerfunctie
parameters en DSP parameters van
de trekstaaftonen
Precies zoals bij standaard (niet-trekstaaf) tonen, kunt u de
synthesizerfunctie parameters en DSP parameters van de
trekstaaforgel tonen bewerken Zie Trekstaaforgel
bedieningsvolgorde op pagina D-26.
1
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om de
More? (meer?) display te verkrijgen en druk
vervolgens op de [̄] CURSOR toets.
Hierdoor wordt de synthesizerfunctie ingeschakeld,
hetgeen wordt aangegeven door de aanwijzer naast
SYNTH in het displayscherm.
Voer voor de rest van deze procedure de stappen uit
te beginnen met stap 3 onder Creëren van een
gebruikerstoon op pagina D-54.
Parameter details
Het volgende geeft details over de parameters die u kunt
configureren m.b.v. het trekstaaforgeltoon bewerkingsscherm.
Trekstaaf positie
Deze parameter definiëert de positie van elke trekstaaf en
het volume van elke overtoon. Hoe groter de waarde, des te
groter het volume van de corresponderende overtoon.
(Ft: voet)
Parameternaam
Trekstaaf 16
Trekstaaf 5 1/3
Trekstaaf 8
Trekstaaf 4
Trekstaaf 2 2/3
Trekstaaf 2
Trekstaaf 1 3/5
Trekstaaf 1 1/3
Trekstaaf 1
Parameterdisplay
indicatie
Ft 16
Ft 5 1/3
Ft 8
Ft 4
Ft 2 2/3
Ft 2
Ft 1 3/5
Ft 1 1/3
Ft 1
Instellingen
0 tot en met 3
0 tot en met 3
0 tot en met 3
0 tot en met 3
0 tot en met 3
0 tot en met 3
0 tot en met 3
0 tot en met 3
0 tot en met 3
Parameternaam
Klik
Parameterdisplay
indicatie
Click
Instellingen
oFF : Click Off
(klik uit)
on : Click On
(klik aan)
Percussie
Deze parameter laat u percussiegeluid toevoegen, hetgeen
in modulatie voorziet bij aangehouden tonen die u aan het
creëren bent. Wanneer u een klaviertoets op het toetsenbord
ingedrukt houdt, zal het geproduceerde geluid langzaam
wegsterven tot het niet langer te horen is. Door de klaviertoets
nogmaals aan te slaan zal de noot weer luider weergegeven
worden. Percussie heeft de 2nd Percussion (2de overtoon
toonhoogte) en de 3rd Percussion (3de overtoon
toonhoogte) instellingen, die elk in- of uitgeschakeld kunnen
worden.
U kunt de percussie wegsterftijd ook specificeren, hetgeen
regelt hoe lang het duurt voor het percussiegeluid om weg
te sterven.
Klik
De parameter bepaalt of een toetsklik al dan niet toegevoegd
wordt wanneer een aangehouden toon wordt gespeeld die
geconfigureerd is m.b.v. de trekstaven.
Parameternaam
2nd Percussion
(tweede
percussie)
3rd Percussion
(derde
percussie)
Percussie
wegsterftijd
Parameterdisplay
indicatie
Second (tweede)
Third (derde)
Decay
(wegsterven)
Instellingen
oFF : Click Off
(klik uit)
on : Click On
(klik aan)
oFF : uit
on : aan
000 tot en met 127
WK3000_d_26-37.p65 03.10.8, 3:10 PM29
D-30
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)
735A-D-032A
Het opslaan van een bewerkte
trekstaaforgeltoon
1
Gebruik na het bewerken van parameters de [̇]
en [̈] CURSOR toetsen om de More? (meer?)
display te verkrijgen.
2
Druk driemaal op de [̄] CURSOR toets om het
scherm te verkrijgen voor het invoeren van een
toonnaam en het toewijzen van een toonnummer.
3
Gebruik de [+] en [] toetsen om een toonnummer
te selecteren.
U kunt een toonnummer selecteren binnen het bereik
lopend van 100 tot en met 199.
4
Druk nadat de toonnaam naar wens ingesteld is op
de [̈] CURSOR toets om de toon op te slaan.
Gebruik de [+] en [] toetsen om door de letters bij de
huidige cursorlocatie heen te bladeren.
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om de cursor
naar links en naar rechts te verplaatsen.
Zie D-103 pagina voor informatie over het invoeren
van tekst.
5
Druk nadat alles naar wens is op de [̄] CURSOR
toets om de toon op te slaan.
Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap die
u vraagt of u de data werkelijk wilt opslaan. Druk op
de YES toets om de data inderdaad op te slaan.
Nadat het opslaan is voltooid verschijnt de boodschap
Complete (voltooid) waarna de display opnieuw
het toonselectiescherm of het ritmeselectiescherm
aangeeft.
Druk op de EXIT toets om het opslaan te annuleren.
Inhoud van de display tijdens de trekstaaforgelfunctie
Tijdens de trekstaaforgelfunctie worden de huidige status van
de trekstaafposities, toetsklikken, en percussieparameters
aangegeven op de staafaanduidingen van de display zoals
aangegeven in de onderstaande afbeeldingen. Er is één lijn
voor elke parameter en het onderste segment van de
geselecteerde parameterlijn knippert.
Het onderste segment van de staafgrafiekkolom die de
huidige geselecteerde parameter voorstelt, gaat knipperen om
aan te geven dat deze geselecteerd is.
Geen van de kanaalnummers (1 tot en met 16) is aangegeven
tijdens de trekstaaforgel selectiefunctie en de
bewerkingsfunctie.
Trekstaafpositiegrafiek
Klik en percussie aan/uit grafiek
Instelwaarde 0 1 2 3
Display
Instelwaarde Uit Aan
Display
Percussie vertragingstijdgrafiek
Instelwaarde 0-31 32-63 64-95 96-127
Display
Uit
Aan
Knippert
[+]
/
[]
CURSOR
WK3000_d_26-37.p65 03.10.8, 3:10 PM30
D-31
Toepassen van effecten op tonen
Dit keyboard geeft u een selectie van effecten die u kunt
toepassen op tonen.
De ingebouwde effecten omvatten een grote rijkheid aan
variaties u toegang geven tot een selectie van algemene
digitale effecten.
Effectblokken
Het volgende toont hoe de effecten van dit keyboard
georganiseerd zijn.
uit
aan
lijn DSP
16 kanalen
Klankbron
DSP
REVERB
CHORUS
EQUALIZER
uitgangssignaal
DSP toets
DSP
DSP effecten worden uitgeoefend op de aansluiting tussen
de klankbron en het uitgangssignaal. U kunt vervorming en
modulatie effecten selecteren. U kunt DSP effectinstellingen
creëren en tevens gedownloade DSP data van uw computer
oversturen. Het keyboard heeft geheugen voor het opslaan
van maximaal 100 DSP effectinstellingen. Zie Gebruik van
de data download service op pagina D-91 en Opslaan van
de instellingen van de DSP parameters op pagina D-33 voor
nadere informatie.
REVERB (Nagalm)
Nagalm bootst de akoestieken na van specifieke
omgevingstypes. U kunt kiezen uit 16 verschillende
nagalmeffecten, inclusief Room (kamer) en Hall (zaal).
CHORUS (Zweving)
Het zwevingseffect geeft het geluid meer diepte door het te
laten vibreren. U kunt kiezen uit 16 verschillende
zwevingseffecten, inclusief Chorus (zweving) en Flanger.
EQUALIZER
De equalizer is een ander type effect dat u kunt gebruiken
om bijstellingen te maken in de toonkwaliteit. De frequenties
zijn verdeeld over een aantal frequentiebanden en het
verhogen of verlagen van het niveau van één of meerdere
frequentiebanden heeft een wijziging in het geluid tot gevolg.
U kunt de optimale akoestieken reproduceren voor het type
muziek dat u aan het spelen bent (bijvoorbeeld klassiek) door
de van toepassing zijnde equalizerinstelling te selecteren.
Kanaaltoetsen terwijl het effectfunctiescherm getoond wordt
Tijdens de effectfunctie regelen de 18 toetsen langs de onderkant van de display het type en de parameters van elk effect zoals
aangegeven in de onderstaande afbeelding.
OPMERKING
Door tegelijkertijd op de [̆] en [̄] CURSOR toetsen te drukken wordt te oorspronkelijke voorkeuzewaarde opnieuw verkregen
bij het op dat moment geselecteerde effect.
5
1
/
3
8 4 2
2
/
3
2 1
3
/
5
1
1
/
3
116
Verminderen
Vermeerderen
Op het moment geselecteerde trekstaaf
CHANNEL toetsen
Effecttype Parameter 1 Parameter 3 Parameter 5 Parameter 7
Parameter 0 Parameter 2 Parameter 4 Parameter 6
735A-D-033A
WK3000_d_26-37.p65 03.10.8, 3:10 PM31
D-32
Toepassen van effecten op tonen
Instellen van een DSP type
Naast de 100 ingebouwde effecttypes kunt u ook effecttypes
bewerken om uw eigen types te creëren en ze op te slaan in
het gebruikersgeheugen. U kunt maximaal 100 effecttypes
tegelijkertijd in het gebruikersgeheugen hebben. U kunt ook
het DSP type selecteren of de laatste toon die gebruikt is
waarbij DSP mogelijk is. Dit betekent dat u altijd toegang
heeft tot het DSP type van gavanceerde tonen en tonen die u
kunt downloaden van het Internet. Om het DSP type van de
laatst gebruikte toon waarbij DSP ingeschakeld is te
selecteren, dient u ton in stap 3 van de onderstaande
procedure te selecteren.
Voer de volgende stappen uit om een DSP type te selecteren.
VOORBEREIDINGEN
Bij gebruik van een DSP effect dient u de mixer te
gebruiken om te bevestigen dat de DSP lijnen van de
vereiste onderdelen ingeschakeld is. Zie Mixerfunctie
op pagina D-47 voor meer informatie.
1
Druk op de EFFECT toets zodat de wijzer naast
EFFECT in de display verschijnt.
2
Druk op de [̈] CURSOR toets.
Het DSP type instelscherm verschijnt automatisch
ongeveer vijf seconden na indrukken van de toets.
3
Selecteer het gewenste type DSP m.b.v. de [+] en
[] toetsen of de cijfertoetsen.
Zie de Effectenlijst op pagina A-17 voor informatie
aangaande de DSP types die kunnen worden
geselecteerd.
Hier kunt u ook de parameters veranderen van de
effecten die u selecteerde, indien u dit wenst. Zie
Veranderen van de instellingen van de DSP
parameters voor meer informatie.
OPMERKING
Het DSP type displaygebied toont het DSP nummer (000
tot en met 199) of ton (gebruikerstoon gecreëerd m.b.v.
DSP).
Veranderen van de instellingen van
de DSP parameters
U kunt de relatieve sterkte van een DSP en hoe deze wordt
toegepast regelen. Zie de volgende paragraaf getiteld DSP
parameters voor meer informatie.
1
Gebruik na het selecteren van het gewenste DSP
type de [̇] and [̈] CURSOR toetsen om de
parameter te verkrijgen waarvan u de instelling wilt
veranderen.
Hierdoor verschijnt het parameterinstelscherm.
2
Maak de gewenste parameterinstelling m.b.v. de
[+] en [] toetsen of de cijfertoetsen.
Door de [+] en [] toetsen tegelijkertijd in te drukken
wordt de oorspronkelijke instelling van de parameter
opnieuw verkregen.
3
Druk op de EFFECT of EXIT toets.
Hierdoor wordt het toon of ritme instelscherm
verlaten.
735A-D-034A
CURSOREFFECT
Number buttons
[+]
/
[]
EXIT
Cijfertoetsen
WK3000_d_26-37.p65 03.10.8, 3:10 PM32
D-33
Toepassen van effecten op tonen
DSP parameters
Het volgende beschrijft de parameters voor elke DSP.
DSP
Parameter 0 tot en met 7
Deze parameters verschillen afhankelijk van het
algoritme* van het geselecteerde DSP type. Zie de
Effectenlijst op pagina A-17 en de DSP algoritmelijst
op pagina A-19 voor meer informatie.
* Effectorstructuur en bedieningstype.
DSP nagalmzenden (DSP Reverb Send)
(Bereik 000 tot en met 127)
Specificeert hoeveel van het post-DSP geluid naar nagalm
dient te worden gezonden.
DSP zwevingszenden (DSP Chorus Send)
(Bereik 000 tot en met 127)
Specificeert hoeveel van het post-DSP geluid naar
zweving dient te worden gezonden.
OPMERKING
Of een effect al dan niet toegepast wordt op de delen
die klinken hangt af van de nagalmzenden,
zwevingzenden en DSP aan/uit instellingen van de
mixerfunctie. Zie Mixerfunctie op pagina D-47 voor
meer informatie.
Bij weergeven van een demonstratiemelodie (pagina D-
12) verandert het effect automatisch naar het effect dat
toegewezen is aan die melodie. U kunt het effect van
een demonstratiemelodie niet veranderen.
Door de effectinstelling te veranderen terwijl het geluid
weergegeven wordt door het keyboard, zal een korte
onderbreking in het geluid plaatsvinden op het moment
dat van effect wordt veranderd.
Een aantal tonen, die de Advanced Tones,
(geavanceerde tonen) worden genoemd, schakelen
automatisch de DSP lijn in voor een rijker geluid met
een hogere kwaliteit. Als u een geavanceerde toon
toewijst aan een toetsenborddeel (kanalen 1 tot en met
4), wordt de DSP lijn automatisch ingeschakeld en de
DSP selectie verandert in overeenkomst met de
instellingen van de Advanced Tone (geavanceerde toon).
Daarnaast wordt de aan/uit instelling van de mixerfunctie
DSP lijn ingeschakeld voor het toetsenborddeel waaraan
de Advanced Tone (geavanceerde toon) is toegewezen.*
* De mixer DSP lijn instelling wordt automatisch
uitgeschakeld voor elk deel waaraan geen
geavanceerde toon is toegewezen.
Hierdoor worden eerdere op deze delen uitgeoefende
DSP effecten uitgeschakeld waardoor de klank van
hun tonen anders kan klinken. Verkrijg in dit geval het
mixerscherm en schakel de DSP weer in.
Opslaan van de instellingen van de
DSP parameters
U kunt maximaal 100 aangepaste DSP instellingen in het
gebruikersgebied opslaan voor later oproepen op het moment
dat u ze nodig heeft.
OPMERKING
De DSP gebruikersgebieden 100 tot en met 199 bevatten
aanvankelijk dezelfde data als de DSP types 000 tot en
met 099.
1
Druk na uitvoeren van de gewenste instellingen
voor de DSP parameters op de [̄] CURSOR toets.
Hierdoor gaat het DSP nummer van het
gebruikersgebied waar de DSP opgeslagen gaat
worden, knipperen in de display.
2
Gebruik de [+] en [] toetsen om het DSP
gebruikersgebiednummer te selecteren waar u de
nieuwe DSP wilt opslaan.
U kunt uitsluitend een DSP gebruikersgebiednummer
selecteren dat valt binnen het bereik lopend van 100
tot en met 199.
3
Druk nadat het gewenste DSP gebruikersgebiednummer
geselecteerd is op de [̈] CURSOR toets
.
Gebruik de [+] en [] toetsen om door de letters bij de
huidige cursorlocatie heen te bladeren.
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om de cursor
naar links en rechts te verplaatsen.
Zie pagina D-103 voor informatie over het invoeren
van tekst.
4
Druk nadat alles naar wens is op de [̄] CURSOR
toets om het effect op te slaan.
Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap die
u vraagt of u de data werkelijk wilt opslaan. Druk op
de YES toets om de data inderdaad op te slaan.
De boodschap Complete (voltooid) verschijnt
kortstondig op de display gevolgd door het
toonselectiescherm of het ritmeselectiescherm.
735A-D-035A
WK3000_d_26-37.p65 03.10.8, 3:10 PM33
D-34
Toepassen van effecten op tonen
REVERB selecteren
Voer de volgende stappen uit om REVERB te selecteren.
1
Druk op de EFFECT toets zodat de wijzer verschijnt
naast EFFECT op het displayscherm.
2
Druk de [̄] CURSOR toets eenmaal in.
Hierdoor wordt het nagalm bewerkingsscherm
verkregen.
3
Druk op de [̈] CURSOR toets.
Het nagalmtype instelscherm verschijnt automatisch
ongeveer vijf seconden na indrukken van de toets.
4
Gebruik de [+] en [] toetsen of de cijfertoetsen
om door de nagalmtypes heen te bladeren totdat
de gewenste aangegeven wordt of gebruik de
cijfertoetsen om het gewenste nagalmnummer in
te voeren.
Zie de lijst op pagina A-17 voor informatie over de
types REVERB effecten die beschikbaar zijn.
Hier kunt u ook de parameters van het effect
veranderen dat u heeft geselecteerd, indien dit
gewenst is. Zie Veranderen van de instellingen van
de REVERB parameters voor nadere informatie.
Wijzer
DSP toets
Door de DSP toets te checken kunt u er achter komen of DSP
al dan niet mogelijk is voor de toon die op het moment als
een deel is geselecteerd. De DSP toets gaat branden bij een
toon waarbij DSP mogelijk is (DSP lijn ON (aan)) en gaat uit
voor een toon waarbij DSP niet mogelijk is (DSP lijn OFF
(uit)). Wanneer u bijvoorbeeld elk deel verplaatst tijdens de
splits/lagen functie gaat de DSP toets branden of juist uit
overeenkomstig de instellingen van dat deel.
Door op de DSP toets te drukken wordt overgeschakeld
tussen mogelijk (DSP lijn ON (aan)) en onmogelijk (DSP lijn
OFF (uit)) voor de toon en het deel dat u op dat moment op
het toetsenbord aan het spelen bent.
In- en uitschakelen van de DSP lijn
1
Druk op de DSP toets om de DSP lijn voor het op
dat moment geselecteerde deel in en uit te
schakelen.
735A-D-036A
CURSOREFFECT DSP
Number buttons
[+]
/
[]
EXIT
Cijfertoetsen
WK3000_d_26-37.p65 03.10.8, 3:10 PM34
D-35
Toepassen van effecten op tonen
REVERB parameters
Nagalmeffecten worden geassocieerd met ofwel een
nagalmeffect of een vertragingseffect. Parameterinstellingen
hangen af van het geassocieerde type.
Nagalmtype (Nr. 0 tot en met 5, 8 tot en met 13)
Nagalmniveau (Reverb Level)
(Bereik: 000 tot en met 127)
Regelt de mate van nagalm. Een groter nummer
produceert meer nagalm.
Nagalmtijd (Reverb Time) (Bereik: 000 tot en met 127)
Regelt de duur van nagalm. Een groter nummer
produceert langere nagalm.
ER niveau (ER Level) (Aanvankelijk echogeluid)
(Bereik: 000 tot en met 127)
Deze parameter regelt het aanvankelijke nagalmvolume.
Het aanvankelijke echogeluid is het eerste geluid dat via
de muren en het plafond gereflecteerd wordt wanneer
geluid weergegeven wordt door dit keyboard. Een grotere
waarde stelt een groter echogeluid voor.
Hoge demping (High Damp)
(Bereik: 000 tot en met 127)
Stelt de demping bij van de hoogfrequentienagalm (hoog
geluid). Een kleinere waarde dempt hoge geluiden
waardoor een donkere nagalm ontstaat. Een grotere
waarde dempt de hoge geluiden niet waardoor de nagalm
helderder wordt.
Nagalmtype (Nr. 6, 7, 14, 15)
Vertragingsniveau (Bereik: 000 tot en met 127)
Specificeert het volume van het vertragingsgeluid. Een
hogere waarde produceert een luider vertragingsgeluid.
Vertragingsterugkoppeling
(Bereik: 000 tot en met 127)
Stelt de vertragingsherhaling bij. Een hogere waarde
produceert een groter aantal herhalingen.
ER niveau
Hetzelfde als het nagalmtype
High Damp (hoge demping)
Hetzelfde als het nagalmtype
OPMERKING
Of een effect al dan niet toegepast wordt op de delen
die klinken hangt af van de nagalmzenden,
zwevingzenden en DSP aan/uit instellingen van de
mixerfunctie. Zie Mixerfunctie op pagina D-47 voor
meer informatie.
SRv T i me
Veranderen van de instellingen van
de REVERB parameters
U kunt de relatieve sterkte van een nagalmtype regelen en
hoe deze wordt uitgeoefend. Zie de volgende paragraaf
getiteld REVERB parameters voor nadere informatie.
1
Na het selecteren van het gewenste nagalmtype
gebruikt u de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om de
parameter te verkrijgen waarvan u de instelling wilt
veranderen.
Hierdoor wordt het parameterinstelscherm
aangegeven.
Voorbeeld: Om de nagalmtijdparameter in te stellen
2
Voer m.b.v. de [+] en [] toetsen of de cijfertoetsen
de gewenste parameterinstelling.
3
Druk op de EFFECT of EXIT toets.
Hierdoor verschijnt opnieuw het toon- of
ritmeselectiescherm.
735A-D-037A
WK3000_d_26-37.p65 03.10.8, 3:10 PM35
D-36
Toepassen van effecten op tonen
Veranderen van de instellingen van
de CHORUS (zweving) parameters
U kunt de relatieve sterkte van een effect regelen en hoe dit
wordt uitgeoefend. Zie de volgende paragraaf getiteld
CHORUS parameters voor nadere informatie.
1
Na het selecteren van het gewenste zwevingtype
gebruikt u de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om de
parameter te verkrijgen waarvan u de instelling wilt
veranderen.
Hierdoor wordt het parameterinstelscherm verkregen.
2
Gebruik de [+] en [] toetsen of de cijfertoetsen
om de gewenste parameterinstelling in te voeren.
3
Druk op de EFFECT of EXIT toets.
Hierdoor verschijnt opnieuw het toon- of
ritmeselectiescherm.
CHORUS parameters
Zwevingniveau (Bereik: 000 tot en met 127)
Specificeert het volume van het zwevingsgeluid.
Zwevingsterkte (Bereik: 000 tot en met 127)
Specificeert de undulation snelheid van het
zwevingsgeluid. Een hogere waarde produceert een
snellere undulation.
Zwevingdiepte (Bereik: 000 tot en met 127)
Specificeert de undulation diepte van het zwevingsgeluid.
Een hogere waarde produceert een diepere undulation.
OPMERKING
Of een effect al dan niet uitgeoefend wordt op de delen
die worden weergegeven, hangt tevens af van de
mixerfunctie nagalmzend, de zwevingzend en de DSP
aan/uit instellingen. Zie Mixerfunctie op pagina D-47
voor nadere informatie.
Selecteren van CHORUS
Voer de volgende stappen uit om CHORUS (zweving) te
selecteren.
1
Druk op de EFFECT toets zodat de wijzer verschijnt
naast de EFFECT aanduiding op het displayscherm.
2
Druk tweemaal op de [̄] CURSOR toets.
Hierdoor wordt het zweving bewerkingsscherm
verkregen.
3
Druk op de [̈] CURSOR toets.
Het zwevingtype instelscherm verschijnt automatisch
ongeveer vijf seconden na indrukken van de toets.
4
Gebruik de [+] en [] toetsen of de cijfertoetsen
om door de zwevingtypes heen te bladeren totdat
de gewenste wordt getoond of gebruik de
cijfertoetsen om het gewenste zwevingnummer in
te voeren.
Zie de lijst op pagina A-17 voor informatie over de
CHORUS (zweving) effecten die beschikbaar zijn.
Hier kunt u eventueel de parameters veranderen van
de effecten die u selecteerde. Zie Veranderen van de
instellingen van de CHORUS (zweving) parameters
voor nadere informatie.
735A-D-038A
CURSOREFFECT
Number buttons
[+]
/
[]
EXIT
Cijfertoetsen
WK3000_d_26-37.p65 03.10.8, 3:10 PM36
D-37
Toepassen van effecten op tonen
De equalizer gebruiken
Dit keyboard heeft een ingebouwde vier-banden equalizer
en 10 verschillende instellingen waaruit u kunt kiezen. U kunt
de versterking (volume) bijstellen van alle vier
equalizerbanden binnen het bereik van 12 tot en met 0 tot
en met +12.
Instellen van het equalizertype
1
Druk op de EFFECT toets zodat de aanwijzer
verschijnt naast EFFECT op het displayscherm.
2
Druk driemaal op de [̄] CURSOR toets.
Hierdoor wordt het equalizer bewerkingsscherm
verkregen.
3
Druk op de [̈] CURSOR toets.
Het equalizertype instelscherm verschijnt
automatisch ongeveer vijf seconden na indrukken van
de toets.
4
Gebruik de [+] en [] toetsen of de cijfertoetsen
om het gewenste equalizertype in te stellen.
Zie de lijst op pagina A-17 voor informatie aangaande
de equalizertypes die beschikbaar zijn.
Voorbeeld: Instellen van Jazz
Door op de EXIT of EFFECT toets te drukken wordt
het equalizertype instelscherm verlaten.
Jazz
Afregelen van de versterking (het
volume) van een band
1
Na het selecteren van het gewenste equalizertype
gebruikt u de [̇] and [̈] CURSOR toetsen om de
band te selecteren waarvan u de versterking wilt
bijstellen.
Voorbeeld: Om de HIGH band bij te regelen.
2
Gebruik de [+] en [] toetsen of de cijfertoetsen
om de bandversterking in te stellen.
Voorbeeld: Bijregelen van de versterking tot 10
Door op de EXIT of EFFECT toets te drukken wordt
het equalizer instelscherm verlaten.
OPMERKING
Wanneer overgestapt wordt naar een andere type
equalizer, veranderen de bandversterkingsinstellingen
automatisch naar de oorspronkelijke instellingen voor
het nieuw ingestelde type equalizer.
735A-D-039A
ME H i h
qg
ME H i h
qg
WK3000_d_26-37.p65 03.10.8, 3:10 PM37
D-38
735A-D-040A
Dit keyboard speelt automatisch de bas- en akkoordgedeelten
overeenkomstig de akkoorden die u speelt. De bas- en
akkoordgedeelten worden m.b.v. automatisch ingestelde
klanken en tonen gespeeld voor instelling van het door u
gebruikte ritme. Dit betekent dat u volledige, realistische
begeleiding krijgt voor de melodienoten die u met de
rechterhand speelt waardoor u een één-mans ensemble
creëert.
Automatisch begeleiding
Aangaande de MODE toets
Gebruik de MODE toets om de te gebruiken
begeleidingsfunctie te selecteren. Telkens bij indrukken van
de MODE toets wordt naar de volgende instelling van de
beschikbare begeleidingsfuncties gegaan zoals aangegeven
in de onderstaande afbeelding.
Normaal (Automatische begeleiding uit)
FULL RANGE CHORD
FINGERED
CASIO CHORD
Alleen ritmeklanken worden geproduceerd wanneer alle
begeleidingsfunctie indicators uitgeschakeld zijn.
De op het moment geselecteerde begeleidingsfunctie wordt
aangegeven door de functie indicators boven de MODE
toets. Informatie aangaande het gebruik van elk van deze
functies begint vanaf pagina D-40.
RHYTHM
TEMPOVARIATION/FILL-IN 1/2
Number buttons
Cijfertoetsen
WK3000_d_38-46.p65 03.10.8, 3:10 PM38
D-39
735A-D-041A
Automatisch begeleiding
Instellen van een ritme
Dit keyboard voorziet u in 140 opwindende ritmes dit u met
de volgende procedure kunt selecteren.
U kunt ook begeleidingsdata oversturen van uw computer
en er maximaal 16 van als gebruikersritmes opslaan in het
keyboardgeheugen. Zie Gebruik van de data download
service op pagina D-91 voor nadere informatie.
OPMERKING
Oorspronkelijk is er niets opgeslagen in het gebruikers
ritmegeheugengebied.
Instellen van een ritme
1
Zoek het te gebruiken ritme op in de ritmelijst van
het keyboard en schrijf het ritmenummer op.
2
Druk op de RHYTHM toets.
Niet alle beschikbare ritmes worden getoond op de
ritmelijst die op het keyboard console afgebeeld is.
Zie de Ritmelijst op pagina A-14 voor een volledige
lijst.
3
Voer het drie-cijferige ritmenummer in van het
bewuste ritme m.b.v. de cijfertoetsen.
Voorbeeld: Voer 0, 4 en vervolgens 1 in om 041 ROCK
2, te selecteren.
OPMERKING
U kunt het ingevoerde nummer tevens vergroten met
de [+] toets en verkleinen met de [] toets.
Verschijnt bij indrukken van de RHYTHM toets.
Nummer en naam van het ingestelde ritme
8Beat 1
Roc k 2
Spelen van een ritme
Spelen van een ritme
1
Druk op VARIATION/FILL-IN toets 1 of 2.
Hierdoor begint weergave van het ingestelde ritme.
Druk op de START/STOP toets om het ritme te
stoppen.
OPMERKING
Akkoorden zullen samen met het ritme klinken als één
van de drie begeleidingsfunctie indicators boven de
MODE toets brandt. Druk op de MODE toets totdat alle
indicators uit zijn als u de ritmepatronen wilt spelen
zonder akkoorden.
Het tempo instellen
U kunt de weergave van het ritmetempo instellen binnen een
bereik van 30 tot 255 maatslagen per minuut. De tempo
instelling wordt gebruikt voor de automatische
begeleidingsakkoord weergave en melodiegeheugenfuncties.
Instellen van het tempo
1
Druk op een van de TEMPO toetsen (̆ of ̄).
̆ :
Verhoogt de aangegeven waarde (verhoogt het tempo)
̄ : Verlaagt de aangegeven waarde (verlaagt het tempo)
OPMERKING
Bij tegelijkertijd indrukken van beide TEMPO toetsen (̆
en ̄) wordt het tempo teruggesteld op de
oorspronkelijke waarde van het momenteel ingestelde
ritme.
WK3000_d_38-46.p65 03.10.8, 3:10 PM39
D-40
Automatisch begeleiding
OPMERKING
Het begeleidingstoetsenbord kan enkel gebruikt worden
voor het spelen van akkoorden. Er wordt geen geluid
geproduceerd als u probeert losstaande melodienoten
op dit toetsenbord te spelen.
Melodietoetsen
Begeleidingstoetsen
735A-D-042A
Automatische begeleiding
gebruiken
De onderstaande procedure beschrijft hoe u de automatische
begeleidingsfunctie van het keyboard kunt gebruiken. Voor
u begint dient u eerst het ritme dat u wilt gebruiken in te
stellen en het ritmetempo in te stellen op de gewenste waarde.
Gebruik van automatische begeleiding
1
Gebruik de MODE toets om CASIO CHORD
FINGERED of FULL RANGE CHORD te selecteren
als begeleidingsfunctie.
De op dat moment geselecteerde begeleidingsfunctie is
de functie waarvan de indicator brandt. Zie Aangaande
de MODE toets op pagina D-38 voor details.
2
Druk op de START/STOP toets om weergave van
het momenteel ingestelde ritme te beginnen.
3
Speel een akkoord.
De feitelijke procedure die u dient te volgen om een
akkoord te spelen hangt af van de op dat moment
geselecteerde begeleidingsfunctie. Verwijs naar de
volgende paginas voor details aangaande de
weergave van akkoorden.
CASIO CHORD ......................... Deze pagina
FINGERED ................................. Pagina D-41
FULL RANGE CHORD ........... Pagina D-42
Akkoordnaam
Huidige maatnummer en
maatslagnummer
Basisvingerzetting van het huidige akkoord
(kan verschillen van het akkoord dat in
werkelijkheid op het keyboard gespeeld
wordt.)
Rock 2
MODE
START/STOP
4
Druk nogmaals op de START/STOP toets om de
automatische begeleiding te stoppen.
CASIO CHORD
Met deze methode kan iedereen gemakkelijk akkoorden
spelen ongeacht zijn of haar muzikale kennis en ervaring.
Hieronder volgt een beschrijving van het CASIO CHORD
Begeleidingstoetsenbord en Melodietoetsenbord en er
wordt verteld hoe u CASIO CHORDs speelt.
CASIO CHORD begeleidingstoetsenbord en
melodietoetsenbord
WK3000_d_38-46.p65 03.10.8, 3:10 PM40
D-41
735A-D-043A
FINGERED
De FINGERED functie geeft u in het totaal de beschikking
over 15 verschillende akkoordtypes. Hieronder volgt een
beschrijving van het FINGERED Begeleidingstoetsenbord
en Melodietoetsenbord en er wordt verteld hoe u de
grondtoon C kunt spelen met FINGERED.
FINGERED begeleidingstoetsenbord en
melodietoetsenbord
OPMERKING
Het begeleidingstoetsenbord kan enkel gebruikt worden
voor het spelen van akkoorden. Er wordt geen geluid
geproduceerd als u probeert melodienoten op dit
toetsenbord te spelen.
Melodietoetsen
Begeleidingstoetsen
Zie de Fingered akkoordkaarten op pagina A-15 voor
details aangaande het spelen van akkoorden met andere
sleutels.
*1: Omgekeerde vingerzettingen kunnen niet worden
gebruikt. De laagste noot is de grondtoon.
*2: Hetzelfde akkoord kan gespeeld worden zonder op de
5de G klaviertoets te drukken.
C
Caug
*1
Cm7
*2
C7
5 *1
Cmadd9
*2
Cm
Csus4
Cmaj7
*2
C7sus4
CmM7
*2
Cdim
C7
*2
Cm7
5
Cadd9
*2
Cdim7
*1
Automatisch begeleiding
Voorbeeld
C Majeur (C)
C
C
DE FF
#
E
#
G
A
AB
B
C
C
DE F
E
#
C mineur(Cm)
C
C
DE FF
#
E
#
G
A
AB
B
C
C
DE F
E
#
C septiem (C7)
C
C
DE FF
#
E
#
G
A
AB
B
C
C
DE F
E
#
C mineur septiem
(Cm7)
C
C
DE FF
#
E
#
G
A
AB
B
C
C
DE F
E
#
Akkoordtypes
Majeur akkoorden
De namen van majeur
akkoorden worden aangegeven
boven de klaviertoetsen van het
begeleidingstoetsenbord. Merk
op dat het geproduceerde
akkoord bij indrukken van een
begeleidings-toetsenbord toets
niet van octaaf verandert
ongeacht welke klaviertoets
gebruikt wordt om hem te
spelen.
Mineur akkoorden (m)
Om een mineur akkoord te
spelen, drukt u op de
klaviertoets van het majeur
akkoord en willekeurig welke
andere klaviertoets op het
begeleidingstoetsenbord rechts
van de klaviertoets van het
majeur akkoord.
Septiem akkoorden (7)
Om een septiem akkoord te
spelen, drukt u op de
klaviertoets van het majeur
akkoord en willekeurig welke
andere twee klaviertoetsen op
het begeleidingstoetsenbord
rechts van de klaviertoets van
het majeur akkoord.
Mineur septiem akkoorden
(m7)
Om een mineur septiem
akkoord te spelen, drukt u op
de klaviertoets van het majeur
akkoord en willekeurig welke
andere drie klaviertoetsen op
het begeleidingstoetsenbord
rechts van de klaviertoets van
het majeur akkoord.
OPMERKING
Het maakt geen verschil of u zwarte of witte
klaviertoetsen rechts van de klaviertoets van het majeur
akkoord indrukt bij het spelen van mineuren en
septiemen.
Akkoordtypes
Met CASIO CHORD begeleiding kunt u vier types akkoorden
spelen met minimale vingerzettingen.
WK3000_d_38-46.p65 03.10.8, 3:10 PM41
D-42
Akkoorden die dit keyboard kan herkennen
De volgende tabel identificeert patronen die door FULL
RANGE CHORD kunnen worden herkend als akkoorden.
Patroontype
FINGERED
Standaard
vingerzetting
Aantal akkoordvariaties
De 15 akkoordpatronen die worden
aangegeven bij FINGERED op
pagina D-41. Zie de Fingered
akkoordkaarten op pagina A-15
voor details aangaande het spelen
van akkoorden met andere
grondtonen.
23 standaard vingerzettingen. Hier
volgen voorbeelden van de 23
akkoorden die beschikbaar zijn met
C als basnoot.
Voorbeeld: Om het akkoord C majeur te spelen.
Beide vingerzettingen die in de afbeelding getoond worden,
zullen een C majeur produceren.
C6 Cm6 C69
F
C
G
C
A
C
B
C
Fm
C
Gm
C
Am
C
B
m
C
Dm7
5
C
A
7
C
F7
C
Fm7
C
Gm7
C
A
add9
C
D
C
C
C
E
C
B
C
C
m
C
Dm
C
E
EG C
G C
2
1
1 ...... akkoord C
2 ...... akkoord
C
E
Automatisch begeleiding
735A-D-044A
OPMERKING
Behalve bij de akkoorden aangegeven in opmerking*
1
hierboven zullen omgekeerde vingerzettingen (d.w.z. E-
G-C of G-C-E i.p.v. C-E-G) dezelfde akkoorden
produceren als de standaard vingerzetting.
Behalve bij de uitzondering aangegeven in opmerking*
2
hierboven dienen alle toetsen te worden ingedrukt die
in combinatie een akkoord vormen. Wanneer zelfs een
enkele klaviertoets niet wordt ingedrukt zal het gewenste
FINGERED akkoord niet worden gespeeld.
FULL RANGE CHORD
Deze begeleidingsmethode geeft u in totaal de beschikking
over 38 verschillende akkoordtypes: de 15 akkoordtypes van
FINGERED plus 23 andere types. Het keyboard interpreteert
elke combinatie van drie of meer klaviertoetsen die klopt als
een FULL RANGE CHORD patroon als een akkoord. Andere
combinaties (die dus geen FULL RANGE CHORD patroon
vormen) worden als melodiespel geïnterpreteerd.
Daarom is er geen reden om een apart
begeleidingstoetsenbord te hebben, zodat dus het gehele
toetsenbord van begin tot einde als een melodietoetsenbord
functioneert die gebruikt kan worden voor zowel melodieën
als akkoorden.
FULL RANGE CHORD begeleidingstoetsenbord en
melodietoetsenbord
Begeleidingstoetsen/Melodietoetsen
OPMERKING
Zoals bij de FINGERED functie (pagina D-41), kunt u
de noten die een akkoord vormen in elke combinatie
spelen (1).
Wanneer de laagste noot van een akkoord zes of meer
halftonen weg is van de volgende noot wordt de laagste
noot de basnoot (2).
WK3000_d_38-46.p65 03.10.8, 3:10 PM42
D-43
Automatisch begeleiding
735A-D-045A
Gebruik van een intro patroon
Met dit keyboard kunt u een korte intro toevoegen aan een
ritmepatroon om het begin soepeler en natuurlijker te laten
zijn.
De volgende procedure beschrijft hoe u de Intro functie kunt
gebruiken. Voordat u begint dient u eerst het ritme dat u wilt
gebruiken te selecteren, het tempo te selecteren en de MODE
toets te gebruiken om de akkoordweergavemethode te
selecteren die u wilt gebruiken (Normaal, CASIO CHORD,
FINGERED, FULL RANGE CHORD).
Tussenvoegen van een intro
1
Druk op de INTRO/ENDING toets 1 of 2.
Bij de opzet hierboven wordt het intro patroon
gespeeld en de automatische begeleiding met
intropatroon begint zodra u akkoorden op het
begeleidingstoetsenbord begint te spelen.
OPMERKING
Het standaard ritmepatroon begint te spelen nadat het
intro patroon voltooid is.
Gebruik van een fill-in patroon
Met fill-in patronen kunt u het ritmepatroon kortstondig
veranderen om een interessante variatie toe te voegen aan
uw spel.
De volgende procedure beschrijft hoe de fill-in functie wordt
gebruikt.
Tussenvoegen van een fill-in
1
Druk op de START/STOP toets om weergave van
het ritme te starten.
2
Stel de gewenste fill-in variatie in.
Druk om Fill-in 1 in te voegen drukt u op de
VARIATION/FILL-IN 1 toets terwijl Variatie 1 van
het ritme aan het spelen is.
Druk om Fill-in 2 in te voegen drukt u op de
VARIATION/FILL-IN 2 toets terwijl Variatie 2 van
het ritme aan het spelen is.
OPMERKING
De SYNCHRO/FILL-IN NEXT toetsen werken niet terwijl
een intro patroon weergegeven wordt.
Door de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets of de
VARIATION/FILL-IN 1/2 toets ingedrukt te houden wordt
een fill-in patroon herhaald.
Gebruik van een ritmevariatie
Naast het standaard ritmepatroon kunt u ook overstappen
op een secundair ritmepatroon voor de nodige afwisseling.
Tussenvoegen van een
variatieritmepatroon
1
Druk op de START/STOP toets om weergave van
het ritme te starten.
2
Druk op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets.
Als een Variatie 1 ritme op het moment aan het spelen
is, speelt dit Fill-in 1 gevolgd door Fill-in 2 en schakelt
dan over op het Variatie 2 ritme.
Als een Variatie 2 ritme op het moment aan het spelen
is, speelt dit Fill-in 2 gevolgd door Fill-in 1 en schakelt
dan over op het Variatie 1 ritme.
Door de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets ingedrukt
te houden zal het fill-in patroon zich gaan herhalen.
SYNCHRO/FILL-IN NEXT
START/STOP
INTRO/ENDING 1/2
WK3000_d_38-46.p65 03.10.8, 3:10 PM43
D-44
Automatisch begeleiding
735A-D-046A
Begeleiding en ritmeweergave
tegelijk starten
U kunt het keyboard zo instellen dat ritmeweergave op
hetzelfde moment begint als wanneer u begint met spelen
van de begeleiding op het keyboard.
De volgende procedure beschrijft hoe u synchronisch start
kunt gebruiken. Voor het starten dient u eerst het te gebruiken
ritme te selecteren, het tempo in te stellen en de MODE toets
gebruiken om de akkoordweergavemethode te selecteren die
u wilt gebruiken (Normaal, CASIO CHORD, FINGERED,
FULL RANGE CHORD).
Gebruik van synchronische start
1
Druk op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets om de
gesynchroniseerde startfunctie van het keyboard in
standby te zetten.
2
Speel een akkoord en het ritmepatroon begint
automatisch met spelen.
OPMERKING
Alleen het ritme speelt (zonder akkoord) bij spelen op
het begeleidingstoetsenbord, als de MODE toets in de
normaal stand staat.
Als u op de INTRO/ENDING toets 1 of 2 drukt zonder
daarvoor iets op het keyboard te spelen, begint het ritme
automatisch met een intro patroon wanneer u daarna
iets op het begeleidingskeyboard speelt.
Druk nogmaals op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets
om standby van synchrostart ongedaan te maken.
Afsluiten met een eindpatroon
U kunt uw spel met een eindpatroon beëindigen waardoor
het gebruikte ritmepatroon tot een natuurlijk klinkend einde
wordt afgerond.
De volgende procedure beschrijft hoe u een eindpatroon kunt
tussenvoegen. Merk op dat het uiteindelijk weergegeven
eindpatroon afhangt van het gebruikte ritmepatroon.
Afsluiten met een eindpatroon
1
Druk op de INTRO/ENDING toets 1 of 2 terwijl
het ritme aan het spelen is.
De timing van het begin van het eindpatroon hangt
af van wanneer u op de INTRO/ENDING toets 1 of 2
drukt. Drukt u voor de tweede maatslag van de
huidige maat op de toets, dan begint het eindpatroon
ogenblikkelijk te spelen.
OPMERKING
Door indrukken van de INTRO/ENDING toets voor de
eerste halve maatslag aan het begin van een maat wordt
het einde onmiddellijk gespeeld. Wordt de toets
ingedrukt na de eerste halve maatslag van een maat,
dan zal het einde gespeeld worden vanaf het begin van
de volgende maat.
SYNCHRO/FILL-IN NEXT AUTO HARMONIZEINTRO/ENDING 1/2
ONE TOUCH PRESET
MODE
WK3000_d_38-46.p65 03.10.8, 3:10 PM44
D-45
Automatisch begeleiding
735A-D-047A
Gebruik van één-toets voorkeuzes
Eén-toets voorkeuzes stellen automatisch de hieronder
vermelde hoofdinstellingen in overeenkomstig het
ritmepatroon dat u aan het gebruiken bent.
Keyboardtoon
Laag aan/uit
Splitsen aan/uit
Automatische harmonisatie on/off
Automatisch harmonisatietype
Begeleidingsvolumeniveau
Tempo
Effectinstellingen
Eén-toets voorkeuzes gebruiken
1
Stel het te gebruiken ritme in.
2
Gebruik de MODE toets om de begeleidingsfunctie
te selecteren die u wilt gebruiken.
3
Druk op de ONE TOUCH PRESET toets.
Hierdoor worden de één-toets voorkeuzes
automatisch ingesteld overeenkomstig het ingestelde
ritme.
De synchrone standbyfunctie wordt op dit moment
automatisch ingeschakeld bij het keyboard.
4
Start ritme en automatische begeleiding en speel
iets op het toetsenbord.
De begeleiding wordt gespeeld m.b.v. de instellingen
van de één-toets voorkeuzes.
Gebruik van automatische
harmonisatie
Wanneer u de automatiche begeleiding aan het gebruiken
bent, voegt de automatiche harmonisatie automatisch extra
noten toe aan uw melodie in overeenkomst met het akkoord
dat gespeeld wordt. Het resultaat is een harmonisch effect
dat uw melodielijn rijker en voller maakt.
Gebruiken van automatische
harmonisatie
1
Gebruik de MODE toets om FINGERED of CASIO
CHORD als de begeleidingfunctie te selecteren.
De op dat moment geselecteerde begeleidingsfunctie
is die functie waarvan de indicator brandt. Zie
Aangaande de MODE toets op pagina D-38 voor
details.
2
Druk op AUTO HARMONIZE om automatische
harmonisatie in te schakelen.
Hierdoor verschijnt de AUTO HARMONIZE
indicator op de display.
3
Start automatische begeleidingsweergave en speel
iets op het toetsenbord.
4
Druk op AUTO HARMONIZE om automatische
harmonisatie uit te schakelen.
Hierdoor verdwijnt de AUTO HARMONIZE
indicator van de display.
OPMERKING
Automatische harmonisatie wordt tijdelijk uitgeschakeld
wanneer u weergave van demonstratiemelodieën start.
De functie wordt opnieuw ingeschakeld zodra de functie
of bewerking die het uitschakelde voltooid is.
Automatische harmonisatie is enkel mogelijk wanneer
de automatische begeleidingsfunctie FINGERED of
CASIO CHORD is.
Normaal (Automatische begeleiding uit)
FULL RANGE CHORD
FINGERED
CASIO CHORD
WK3000_d_38-46.p65 03.10.8, 3:10 PM45
D-46
Automatisch harmonisatietype
Bij automatische harmonisatie kunt u kiezen uit de 10
volgende automatisch harmonisatietypes. U verandert van
type met het instel item d.m.v. de TRANSPOSE/FUNCTION
toets.
Zie Veranderen van andere instellingen op pagina D-79
voor nadere informatie.
Aangaande automatische
harmonisatienoten en tonen
De op het toetsenbord gespeelde noten worden
melodienoten genoemd terwijl de noten die toegevoegd
worden aan de melodie door de automatische harmonisatie
harmonisatienoten worden genoemd. Automatische
harmonisatie gebruikt gewoonlijk de door u ingestelde toon
voor de melodienoten als de toon voor de harmonisatienoten,
maar u kunt de mixer (pagina D-47) gebruiken om een andere
toon in te stellen voor de harmonisatienoten. De
harmonisatienoottoon wordt toegewezen aan mixerkanaal 5
zodat u dus kanaal 5 dient te veranderen naar de toon die u
wilt gebruiken voor de harmonisatienoten.
Naast de toon kunt u ook de mixer gebruiken om een aantal
parameters te gebruiken zoals de volumebalans. Zie Gebruik
van de parameterbewerkingsfunctie op pagina
D-48 voor details aangaande deze procedures.
OPMERKING
De default harmonisatienoottoon bij inschakelen van de
automatische harmonisatie is dezelfde toon als de
melodienoottoon.
Door de melodietooninstelling te veranderen verandert
ook automatisch de harmonisatienoottoon naar dezelfde
instelling.
Instellen van het
begeleidingsvolume
U kunt het volume van de begeleidingsonderdelen instellen
als een waarde tussen 000 (min.) en 127 (max.).
1
Druk op de ACCOMP VOLUME toets.
2
Verander de momenteel ingestelde waarde van het
volume m.b.v. de cijfertoetsen of m.b.v. de [+]/[]
toetsen.
Voorbeeld: 110
OPMERKING
Door op de ACCOMP VOLUME toets of de EXIT toets
te drukken wordt teruggegaan naar het toon of ritme-
instelscherm.
Eventuele met de mixer gemaakte
kanaalbalansinstellingen blijven behouden wanneer u
de instelling van het begeleidingsvolume verandert.
Door tegelijkertijd op de [+] en [] toetsen te drukken
wordt het begeleidingsvolume op 100 ingesteld.
Huidige instelling van het begeleidingsvolume
Acom
p
Vo l
Acom
p
Vo l
Automatisch begeleiding
735A-D-048A
ACCOMP VOLUME
Number buttons
[+]
/
[]
Cijfertoetsen
WK3000_d_38-46.p65 03.10.8, 3:10 PM46
D-47
735A-D-049A
Wat kunt u met de Mixer doen?
Met dit keyboard kunt u meerdere stukken van verschillende
muziekinstrumenten op hetzelfde moment spelen tijdens
weergave van de auto-begeleiding, melodiegeheugenweergave,
bij ontvangst van data via de MIDI aansluiting, enz. De mixer
wijst elk onderdeel toe aan een afzonderlijk kanaal (1 - 16) dat u
apart kunt in-/uitschakelen en waarvan u het volume en de
parameters van de stereopositie afzonderlijk kunt instellen.
Naast de kanalen 1 tot en met 16 heeft de mixer ook een DSP
kanaal dat u kunt gebruiken om het DSP niveau, de DSP
stereopositie en andere parameters bij te stellen.
Kanaaltoewijzingen
Hieronder wordt aangegeven welke onderdelen toegewezen
worden aan de 16 kanalen.
Mixerfunctie
Kanaal-
Onderdeel
nummer
Kanaal 1 Hoofdtoon (UP1)
Kanaal 2 Gelaagde toon (UP2)
Kanaal 3 Splitstoon (LOW1)
Kanaal 4 Gelaagde/splitstoon (LOW2)
Kanaal 5 Harmonisatietoon (HARM)
Kanaal 6 Automatisch begeleidingsakkoord deel 1
(CHD1)
Kanaal 7 Automatisch begeleidingsakkoord deel 2
(CHD2)
Kanaal 8 Automatisch begeleidingsakkoord deel 3
(CHD3)
Kanaal 9 Automatische begeleiding basdeel (BASS)
Kanaal 10 Automatische begeleiding ritmedeel
(DRUM)
Kanaal 11 Melodiegeheugenspoor 1 (TR1)
Kanaal 12 Melodiegeheugenspoor 2 (TR2)
Kanaal 13 Melodiegeheugenspoor 3 (TR3)
Kanaal 14 Melodiegeheugenspoor 4 (TR4)
Kanaal 15 Melodiegeheugenspoor 5 (TR5)
Kanaal 16 Melodiegeheugenspoor 6 (TR6)
OPMERKING
In deze gebruiksaanwijzing komt kanaalnummer
overeen met de kanaalnummers die op het toetsenbord
boven de CHANNEL toetsen aangegeven zijn.
De CHANNEL toetsnaam in de bovenstaande tabel
correspondeert aan de tekst die aangegeven is op het
toetsenbord onder de CHANNEL toetsen.
Zie pagina D-74 en D-75 voor informatie aangaande gelaagde,
splits- en gelaagde/splitstonen.
Zie pagina D-61 voor informatie aangaande het
melodiegeheugen.
OPMERKING
Gewoonlijk wordt toetsenbordspel toegewezen aan
kanaal 1. Wanneer automatische begeleiding wordt
gebruikt, wordt elk deel van de begeleiding toegewezen
aan de kanalen 6 10.
Aan alle 16 kanalen wordt een muziekinstrumentdeel
toegewezen wanneer dit keyboard gebruikt wordt als
de klankbron voor een uitwendig aangesloten computer
of een ander MIDI toestel.
In- en uitschakelen van kanalen
Druk op de CHANNEL toetsen om kanalen afzonderlijk in
en uit te schakelen. De indicators op de display tonen de
huidige status van elk kanaal.
Elke maal dat een CHANNEL toets ingedrukt wordt,
schakelt het betreffende kanaal aan en uit.
De aan/uit status van elk kanaal bepaalt de aan/uit status
van het corresponderende onderdeel voor het spelen op
het toetsenbord en de weergave van de automatisch
begeleiding en het melodiegeheugen.
Door van ritme te veranderen zullen de mixerinstellingen
voor de kanalen 6 11 veranderen naar de default (=
oorspronkelijke waarde) instellingen die toegekend zijn aan
het nieuwe ritme. Deze instellingen veranderen ook naar
de default voor het op dat moment geselecteerde
ritmepatroon telkens wanneer u overschakelt tussen de
intro-, normale, variatie-, fill-in, en eindpatronen.
Kanaal aan Kanaal uit
WK3000_d_47-58.p65 03.10.8, 3:10 PM47
D-48
Mixerfunctie
735A-D-050A
Gebruik van de
parameterbewerkingsfunctie
Bewerken van de parameters voor de
kanalen 1 tot en met 16
Met de parameterbewerkingsfunctie kunt u de instelling van
tien verschillende parameters (inclusief toon, volume en
balanspunt) veranderen bij het kanaal dat u instelde in het
mixerscherm.
Veranderen van de parameters
1
Druk op de MIXER toets.
Hierdoor zal een aanwijzer verschijnen naast MIXER
in de display.
2
Druk op een CHANNEL toets (1 16) om een
kanaal te selecteren.
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om tussen
kanalen om te schakelen.
3
Gebruik de [̆] en [̄] CURSOR toetsen om de
parameter te selecteren waarvan u de instelling wilt
veranderen.
Voorbeeld: Kies de volume-instelling door Volume in
de display te verkrijgen.
Telkens bij indrukken van de [̆] of [̄] CURSOR toets
wordt naar de volgende van de parameters gegaan.
U kunt de [̇] en [̈] CURSOR toetsen gebruiken om
op elk moment van deze procedure naar een ander
kanaal te veranderen.
Geeft een kanaalvolume-instelling aan van 127
Vo l ume
Vo l ume
4
Verander de instelling van de parameter m.b.v. de
cijfertoetsen of m.b.v. de [+] en [] toetsen.
Voorbeeld: Verander de instelling naar 060.
Door indrukken van de MIXER of EXIT toets wordt
de parameterbewerkingsfunctie verlaten.
Bewerken van DSP kanaalparameters
1
Druk op de CHANNEL (DSP) toets.
U kunt ook het DSP kanaal selecteren door op de [̈]
CURSOR toets te drukken terwijl kanaal 16 geselecteerd is.
Hierdoor wordt het DSP kanaal geselecteerd.
Door op de [̇] CURSOR toets te drukken terwijl het
DSP kanaal is geselecteerd, wordt teruggegaan naar
kanaal 16.
CHANNELMIXER
CURSOR
Number buttons
[+]
/
[]
Cijfertoetsen
WK3000_d_47-58.p65 03.10.8, 3:10 PM48
D-49
Mixerfunctie
735A-D-051A
Octaafverschuiving (Octave Shift)
(Bereik: 2 tot en met 0 tot en met +2)
U kunt de octaafverschuiving gebruiken om het bereik van
de toon omhoog of omlaag te verschuiven. Bij gebruik van
de piccolo toon kan het voorkomen dat bijzonder hoge noten
die u wilt spelen niet binnen het bereik van het toetsenbord
vallen. In dit geval kunt u de octaafverschuiving gebruiken
om het bereik van het toetsenbord één octaaf hoger te
verschuiven.
2 : Bereik twee octaven lager verschoven.
1 : Bereik één octaaf lager verschoven.
0 : Geen verschuiving
+1 : Bereik één octaaf hoger verschoven.
+2 : Bereik twee octaven hoger verschoven.
Toonschaalparameters (Tuning)
U kunt deze parameters gebruiken om elk van de delen
afzonderlijk te stemmen.
Grofweg stemmen (Coarse Tune)
(Bereik: 24 tot en met 00 tot en met +24)
Deze parameter regelt de ruwe stemming van de toonhoogte
van het ingestelde kanaal in eenheden van een halve toon.
Fijnstemmen (Fine Tune)
(Bereik: 99 tot en met 00 tot en met +99)
Deze parameter regelt de fijnstemming van de toonhoogte
van het ingestelde kanaal in eenheden van een cent.
Hoe parameters werken
Hieronder volgen de parameters waarvan de instellingen
veranderd kunnen worden tijdens de
parameterbewerkingsfunctie.
Toonparameters
Toon
(Bereik: 000 tot en met 803, trekstaaforgel tonen 000
tot en met 199)
Deze parameter stuurt de tonen die toegewezen zijn aan elk
onderdeel.
Telkens wanneer de toon zich op de display bevindt, kunt u
de TONE toets indrukken of de DRAWBAR ORGAN toets
en een andere toon selecteren, indien u dit wilt.
Deel aan/uit (Part On/Off)
(Instellingen: aan, uit (on, oFF))
Deze parameter kan gebruikt worden om elk deel in te
schakelen (klinkt) en uit te schakelen (klinkt niet). De huidige
aan/uit status van elk deel wordt aangegeven in de display
zoals hieronder beschreven.
Volume (Bereik: 000 tot en met 127)
Dit is de parameter die het volume regelt van het ingestelde
kanaal.
Stereopositie (Pan Pot)
(Bereik: 64 tot en met 00 tot en met +63)
Deze paramater regelt de panpot wat het middelpunt is
tussen de linker- en rechterkanalen. Door 00 in te stellen
wordt het midden gespecificeerd terwijl een waarde kleiner
dan 00 het punt naar links beweegt en een waarde groter
dan 00 het middelpunt naar rechts verplaatst.
GrandPno
Vo l ume
Pan
C.Tune
Oc t Sh i f t
F i neTune
Channe l
WK3000_d_47-58.p65 03.10.8, 3:10 PM49
D-50
Rvb Send
Effectparameters
De mixer laat u de effecten bedienen die uitgeoefend worden
op elk apart deel waarin het verschilt van de effectfunctie
waarvan de instellingen enkel toegepast worden op alle delen
in het algemeen.
Nagalmzenden (Reverb Send)
(Bereik: 000 tot en met 127)
Deze parameter stuurt hoeveel nagalm op een deel wordt
uitgeoefend. Een instelling van 000 schakelt de nagalm uit
terwijl een instelling van 127 maximale nagalm uitoefent.
•“Nagalmzenden werkt niet bij bepaalde drumklanken.
Zwevingzenden (Chorus Send)
(Bereik: 000 tot en met 127)
Deze parameter stuurt hoeveel zweving op een deel wordt
uitgeoefend. Een instelling van 000 schakelt de zweving
uit terwijl een instelling van 127 maximale zweving uitoefent.
Zwevingzenden (Chorus Send) werkt niet bij drumklanken.
DSP lijn (DSP Line) (Instellingen: aan, uit (on, oFF))
U kunt deze parameter gebruiken om de DSP lijn uit te
schakelen voor een bepaald kanaal of om deze juist in te
schakelen.
DSP deelparameters
DSP niveau (bereik: 0 tot en met 127)
Stelt het post-DSP volume in.
DSP Pan (bereik: 64 tot en met 0 tot en met 63)
Stelt het post-DSP stereo pan effect in.
DSPL e v e l
DSPPan
D.RvbSnd
D.ChoSnd
Mixerfunctie
735A-D-052A
DSP systeem nagalm zenden
(bereik: 000 tot en met 127)
Deze parameter regelt hoeveel nagalm er op alle onderdelen
wordt uitgeoefend.
DSP system zweving zenden
(bereik: 000 tot en met 127)
Deze parameter stelt de zweving bij.
OPMERKING
Door veranderen van de instelling van toon, volume,
stereopositie, ruwweg stemmen, fijnstemmen,
nagalmzenden of zwevingzenden wordt de
corresponderende MIDI boodschap afgegeven via de
MIDI aansluiting.
Veranderen van de tooninstellingen verandert de
instellingen voor de toon, octaafverschuiving
nagalmzenden, zwevingzenden en de DSP
lijnparameter*.
* Wanneer DSP uitgeschakeld is (zie de noot op pagina
D-82).
Door de DSP lijnparameter van de mixer (op deze
pagina) in te schakelen worden de instellingen van het
DSP stereo-positie effect, DSP systeem nagalm zenden,
en DSP systeem zweving parameters gebruikt in plaats
van de instellingen van de stereo-positieregeling, nagalm
zenden en zweven zenden parameters.
DSP L i n e
Cho Send
WK3000_d_47-58.p65 03.10.8, 3:10 PM50
D-51
De synthesizerfunctie van dit keyboard voorziet in de
gereedschappen voor het creëren van uw eigen originele
tonen. Kies gewoonweg één van de ingebouwde tonen en
verander de parameters ervan om uw eigen orginele geluid
te creëren. U kunt de geluiden zelfs in het geheugen opslaan
m.b.v dezelfde procedure die gebruikt wordt voor het
instellen van een voorkeuzetoon.
Synthesizerfuncties
Het volgende beschrijft hoe elk van de functie gebruikt
worden die verkrijgbaar zijn tijdens de synthesizerfunctie.
Synthesizerfunctie parameters
De voorkeuzetonen die bij dit keyboard ingebouwd zijn,
bestaan uit een aantal parameters. Om een gebruikerstoon te
creëren, dient u eerst een geavanceerde toon (000 tot en met
299) of een voorkeuzetoon (300 tot en met 499) op te roepen
en vervolgens de bijbehorende parameters veranderen naar
uw eigen toon. Merk op dat de drumsettonen (500 tot en met
515) niet gebruikt kunnen worden als de basis van een
gebruikerstoon.
De afbeelding op deze pagina toont de parameters die de
voorkeuzetonen vormen en wat elke parameter doet. Zoals
in de afbeelding te zien is, kunnen parameters in vier groepen
worden verdeeld die hieronder elk in detail worden
beschreven.
OPMERKING
Merk op dat de toon waarvan u de parameter kunt
bewerken toegewezen is aan het kanaal (1 tot en met
4) dat op het moment geselecteerd is met de
Synthesizerfunctie.
Synthesizerfunctie
Volumekarakteristieke
parameters
b
Aanslagtijd
bLoslaattijd
bAfsnijfrequentie
bResonantie
Toonhoogteparameters
van de toon
b
Vibratotype
bVibratovertraging
bVibratosnelheid
bVibratodiepte
bOctaafverschuiving
Toonkarakteristieke
instelparameters
b
Niveau
bToetsgevoeligheid
bNagalmzenden
bZwevingzenden
bDSP lijn
bDSP Type
bDSP parameter
Weergave
Toonkarakteristieke
golfvormparameter
Tooninstelling
(1) Toon karakteristieke golfvorm
Tooninstelling
Specificeert welk van de voorkeuzetonen gebruikt dient te
worden als de originele toon.
(2) Volume karakteristieke parameters
Deze parameters sturen hoe de toon verandert tegen de tijd
vanaf het punt dat de klaviertoets aangeslagen werd tot het
moment dat de toon wegsterft. U kunt de veranderingen in
volume- en geluidskarakteristieken specificeren.
Aanslagtijd
Dit is de snelheid of de tijd die nodig is voor de toon om het
hoogste volumeniveau te bereiken. U kunt een hoge snelheid
specificeren waarbij de toon het maximale volumeniveau
onmiddellijk bereikt of een langzame snelheid waarbij het
volume langzaam stijgt of iets er tussen in.
Loslaattijd
Dit is de mate van of tijd die nodig is voor het toonvolume
om terug te vallen naar nul. U kunt een loslaattijd specificeren
voor een plotselinge daling in het volume naar nul of een tijd
zodat het volume geleidelijk naar nul daalt.
Afsnijfrequentie
De afsnijfrequentie is een parameter voor het bijstellen van
de klankkleur door alle frequenties af te snijden die hoger
zijn dan een bepaalde frequentie. Een hogere afsnijfrequentie
produceert een helderder (hardere) klankkleur terwijl een
lagere frequentie een donkerder (zachtere) klankkleur
produceert.
Tijd
Noot eindigt
Toets ingedrukt
A R
Toets losgelaten
Curve
A: Aanslagtijd
R: Loslaatti
j
d
Niveau
Afsni
j
frequentie
Frequentie
735A-D-053A
WK3000_d_47-58.p65 03.10.8, 3:10 PM51
D-52
Resonantie
De resonantie versterkt de harmonische componenten in de
buurt van de afsnijfrequentie hetgeen een apart geluid
teweegbrengt. Een grotere resonantiewaarde versterkt het
geluid zoals aangegeven in de afbeelding.
OPMERKING
Bij bepaalde tonen kan een grote resonantiewaarde
vervorming of ruis veroorzaken tijdens het
aanslaggedeelte van de toon.
(3) Toonhoogteparameters voor de toon
Vibratotype, vibratovertraging, vibratosnelheid,
vibratodiepte
Deze parameters stellen het vibrato effect bij hetgeen
periodieke veranderingen te veroorzaken bij de toon.
Octaafverschuiving
Deze parameter stuurt de octaaf van alle tonen.
(4) Toon karakteristieke instelparameters
Niveau
Deze parameter stuurt het algehele volume van de toon.
Aanslaggevoeligheid
Deze parameter regelt veranderingen in het volume en de
klankkleur naar gelang de relatieve hoeveelheid druk die
wordt uitgeoefend op de klaviertoetsen. U kunt meer volume
specificeren voor een sterkere druk en minder volume voor
een lichtere druk of u kunt hetzelfde volume specificeren
ongeacht hoeveel druk wordt uitgeoefend op de toetsen.
Nagalmzenden, zwevingszenden, DSP lijn, DSP Type,
DSP parameter
Deze parameters sturen de effecten die uitgeoefend worden
op de tonen.
Niveau
Afsnijfrequentie
Kleine waarde
Resonantie
Grote waarde
Frequentie
Synthesizerfunctie
735A-D-054A
WK3000_d_47-58.p65 03.10.8, 3:10 PM52
D-53
Opslaan van eigen tonen
De groep toonnummers van 600 tot en met 699 (gebruikerstoonnummers 001 tot en met gebruikerstoonnummers 100) wordt het
gebruikersgebied genoemd omdat ze gereserveerd zijn voor het opslaan van gebruikerstonen. Nadat u een voorkeuzetoon
opgeroepen heeft en de bijbehorende parameters vervangen heeft om uw eigen gebruikerstoon te creëren kunt u deze opslaan in
het gebruikersgebied voor later oproepen. U kunt uw tonen oproepen op precies dezelfde wijze als via de procedure die u
gebruikt voor het selecteren van een voorkeuzetoon.
*1: U kunt elke gewenste geavanceerde toon, voorkeuzetoon of gebruikerstoon selecteren. De gebruikerstoongebieden 600 tot en
met 699 bevatten aanvankelijk dezelfde data als DSP types 000 tot en met 099.
*2: Gebied waar data wordt opgeslagen die vanaf een computer gestuurd is (Zie Gebruik van de data download service op
pagina D-91). Na het oversturen kunt u het keyboard gebruiken om parameters te bewerken maar u kunt bestaande parameters
ook wissen en vervangen. U kunt de data niet opslaan bij een ander toonnummer. Aanvankelijk is er niets opgeslagen in de
gebruikerstoon met het golfgeheugengebied.
*3: Gebied waar vanaf een computer gestuurde data opgeslagen wordt (zie Gebruik van de data download service op pagina
D-91). Het is enkel toegestaan om data te sturen terwijl het bewerken van parameters niet is toegestaan. Aanvankelijk is er
niets opgeslagen in de gebruikersdrumset van het golfgeheugengebied.
*4: Gebruikerstonen die gecreëerd worden door het aanpassen van parameters van één van de voorkeuzetonen (000 tot en met
049). De gebruikers trekstaaforgelgebieden bevatten aanvankelijk twee setten van dezelfde data als de trekstaaforgeltonen
van de types 000 tot en met 049.
OPMERKING
U kunt een originele toon creëren m.b.v. een gebruikerstoon die een golfvorm (toonnummer 700 tot en met 719) bevat. In dit
geval is het opslaggebied hetzelfde als het brontoongebied. Als bijvoorbeeld een originele toon gecreëerd wordt m.b.v.
toonnummer 700 als een brontoon, wordt deze opgeslagen in gebruikersgebiednummer 700.
Nummer Toontype
000-299 Geavanceerde tonen
300-499 Voorkeuzetonen
000-049 Voorkeuzetonen
100-199 Gebruikerstonen*4
500-515 Drumsets Selecteren brontoon Bewerken parameter
Opslaan als origineel
600-699 Gebruikerstonen*1
700-719 Gebruikerstonen met golven*2
800-803 Gebruikers drumsets met golven*3
600-699 Gebruikersgebied
Standaardtonen
Trekstaaforgeltonen
Synthesizerfunctie
735A-D-055A
WK3000_d_47-58.p65 03.10.8, 3:10 PM53
D-54
Creëren van een gebruikerstoon
Gebruik de volgende procedure om een voorkeuzetoon te
selecteren en de parameters te veranderen om een
gebruikerstoon te creëren.
1
Kies eerst de voorkeuzetoon die als basis gaat
dienen voor de eigen toon.
2
Druk op de SYNTH toets.
Hierdoor wordt de synthysizerfunctie ingeschakeld,
hetgeen wordt aangegeven door de aanwijzer naast
SYNTH op het displayscherm.
3
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om de
parameter te verkrijgen waarvan u de instelling wilt
veranderen.
Telkens bij indrukken van de [̇] of [̈] CURSOR toets
wordt doorgegaan naar de volgende parameter. Zie
Parameters en hun instellingen op deze pagina voor
informatie over het instelbereik van elke parameter.
4
De instelling van de momenteel ingestelde
parameter kan m.b.v. de [+] en [] toetsen
veranderd worden.
U kunt ook de cijfertoetsen gebruiken om een waarde
in te voeren om zo de instelling van een parameter te
veranderen. Zie Parameters en hun instellingen op
deze pagina voor informatie over het instelbereik van
elke parameter.
5
Druk nadat u klaar bent met het bewerken van het
geluid op de SYNTH toets om de synthesizerfunctie
te verlaten.
Synthesizerfunctie
735A-D-056A
Atk Time
Huidige ingestelde parameter
Parameterinstelwaarde
y
V i bDe l a
OPMERKING
Zie In het geheugen opslaan van een gebruikerstoon
op pagina D-57 voor details aangaande het opslaan van
gebruikerstoondata in het geheugen zodat deze niet
wordt uitgewist.
Parameters en hun instellingen
Het volgende omschrijft de functie van elke parameter en
geeft het bijbehorende instelbereik.
Aanslagtijd (Attack Time)
(Bereik: 64 tot en met 00 tot en met +63)
De tijd die het kost voordat de toon klinkt nadat een
klaviertoets wordt aangeslagen.
Loslaattijd (Release Time)
(Bereik: 64 tot en met 00 tot en met +63)
De tijd dat de toon blijft aanhouden nadat een klaviertoets
wordt losgelaten.
Afsnijfrequentie (Cutoff Frequency)
(Bereik: 64 tot en met 00 tot en met +63)
Hoogfrequentieband afsnijpunt voor de harmonische
componenten van de toon
Resonantie (Resonance)
(Bereik: 64 tot en met 00 tot en met +63)
Resonantie van de toon
Atk Time
Re l . T ime
q
C-of fFr
.
Resonan
SYNTH
CURSOR
[+]
/
[]
MODULATION button lamp
WK-3000
MODULATION toetsindicator
WK3000_d_47-58.p65 03.10.8, 3:10 PM54
D-55
Synthesizerfunctie
735A-D-057A
Waarde Betekenis
oFF
Uit
vib
Controleverandering 01h (modulatie)
dp0
Controleverandering 16
(Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 0.)
dp1
Controleverandering 17
(Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 1.)
dp2
Controleverandering 18
(Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 2.)
dp3
Controleverandering 19
(Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 3.)
dp4
Controleverandering 80
(Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 4.)
dp5
Controleverandering 81
(Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 5.)
dp6
Controleverandering 82
(Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 6.)
dp7
Controleverandering 83
(Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 7.)
Modulat.
Modulatietoewijzing (Molulation Assign) (bereik: *)
De modulatietoewijzingsparamater specificeert welke parameters
beïnvloed moeten worden wanneer u de modulatiefunctie van
het keyboard gebruikt. Selecteer oFF (uit) voor parameters die
u niet wilt laten beïnvloeden door de modulatiefunctie.
*
OPMERKING
De betreffende instelling wordt genegeerd wanneer de
toon als een gelaagde toon of een splitstoon gebruikt
wordt, indien de modulatietoewijzingsinstelling van een
toon een instelling heeft van dp0 dp7.
Modulatiediepte (bereik: 0 127) (alleen bij model WK-3000)
Bij model WK-3000 stuurt deze parameter de modulatiewaarde
wanneer de MODULATION toets wordt ingedrukt. Hoe de
MODULATION toets functioneert hangt af van de
modulatietoewijzingsinstelling zoals hieronder beschreven.
Als deze instelling
geselecteerd is voor
modulatietoewijzing:
vib
dp0 - dp7
Modulatie wordt uitgeoefend op deze wijze:
Modulatie wordt uitgeoefend op de diepte die
gespecificeerd is door de waarde toegewezen aan
de modulatiediepteparameter zolang de
MODULATION toets ingedrukt gehouden wordt.
Door de MODULATION toets los te laten keert
de modulatiewaarde terug naar de oorspronkelijke
default waarde voor de gebruikte toon.
Telkens bij indrukken van de MODULATION toets wordt
de modulatie heen en weer geschakeld tussen de waarde
die toegewezen is aan de modulatiediepteparameter en
de modulatiewaarde terug naar de oorspronkelijke
default waarde voor de gebruikte toon.
MODULATION toetsindicator
De MODULATION toetsindicator gaat branden wanneer de
huidige modulatiediepte op de grootst mogelijke stand staat.
Dit kan gebeuren op het moment dat de MODULATION toets
ingedrukt wordt of juist wanneer de toets losgelaten wordt
afhankelijk van de huidige instelling van de
modulatiediepteparameter en de oorspronkelijke default
modulatiedieptewaarde van de toon die u op het moment
gebruikt.
ModDe t h
p
WK3000_d_47-58.p65 03.10.8, 3:10 PM55
D-56
Vibrato golfvorm (Vibrato Waveform)
(Bereik: Zie hieronder.)
Specificeert de vibrato golfvorm.
Vibratovertraging (Vibrato Delay)
(Bereik: 64 tot en met 00 tot en met +63)
Specificeert de hoeveelheid tijd voordat vibrato begint.
Vibratosnelheid (Vibrato Rate)
(Bereik: 64 tot en met 00 tot en met +63)
Snelheid van het vibrato effect
Vibratodiepte (Vibrato Depth)
(Bereik: 64 tot en met 00 tot en met +63)
Diepte van het vibrato effect
Octaafverschuiving (Octave Shift)
(Bereik: 2 tot en met 0 tot en met +2)
Omhoog/omlaag octaafverschuiving
Niveau (Level) (Bereik: 000 tot en met 127)
Deze parameter regelt het algehele volume van de toon. Hoe
groter de waarde, des te luider het volume. Het instellen van
nul als het niveau houdt in dat de toon in het geheel niet te
horen zal zijn.
Vib.T
y
p
e
Waarde Betekenis Golfvorm
Sin Sinusgolf
tri Driehoekgolf
SAU Zaagtandgolf
Sqr Blokgolf
y
V i bDe l a
Vib.R eat
VibD te
p
h
Oc t Sh i f t
Leve l
Synthesizerfunctie
735A-D-058A
Toetsgevoeligheid (Touch Sensitivity)
(Bereik: 64 tot en met 00 tot en met +63)
Deze parameter regelt het volume van de toonin
overeenkomst met de druk die wordt uitgeoefend op de
klaviertoetsen. Een grotere positieve waarde verhoogt het
volume van het afgegeven signaal als de druk verhoogd
wordt terwijl een negatieve waarde het volume verlaagd bij
meer druk op de klaviertoetsen. Nul als instelling betekent
dat er geen verandering in het afgegeven volume plaatsvindt
terwijl de druk op de klaviertoetsen wel degelijk anders kan
zijn.
Nagalmzenden (Reverb Send)
(Bereik: 000 tot en met 127)
Deze parameter stelt de nagalm bij.
Zwevingzenden (Chorus Send)
(Bereik: 000 tot en met 127)
Deze parameter stelt de zweving bij.
DSP lijn (Instellingen: aan, uit (on, oFF))
Deze parameter regelt of het DSP effect gebruikt wordt of
niet.
TchSe ens
Rvb Send
Cho Send
DSP L i n e
WK3000_d_47-58.p65 03.10.8, 3:10 PM56
D-57
Synthesizerfunctie
735A-D-059A
DSP instellingen
Gebruik het DSP bewerkingsscherm om het DSP type te
selecteren en parameters te bewerken.
1
Selecteer een toon, druk op de SYNTH toets en
configureer vervolgens de parameterinstellingen.
2
Druk nadat u alles naar wens heeft eenmaal op de
[̄] CURSOR toets.
Hierdoor wordt doorgegaan naar het DSP parameter
bewerkingsscherm.
Door op de [̆] CURSOR toets te drukken wordt
teruggekeerd naar het synthesizerfunctie
parameterscherm.
Deze instelling specificeert DSP parameters. Zie DSP
parameters op pagina D-33, Effectenlijst op pagina A-17,
en DSP algoritmelijst op pagina A-19 voor nadere
informatie.
OPMERKING
Slaat u een originele toon op met de DSP lijn
ingeschakeld (pagina D-56), dan zal bij gewoonweg
oproepen de toon automatisch de DSP lijn, het DSP type
en de DSP parameterinstellingen veranderen. Dit
vereenvoudigt het oproepen van de originele tonen die
een DSP effect bevatten.
Hints voor het aanmaken van een
eigen toon
De volgende hints zijn handig advies om het aanmaken van
eigen tonen een stukje sneller en makkelijker onder de knie
te krijgen.
Gebruik een voorkeuzetoon die lijkt op de toon die u wilt
maken. Wanneer u al een idee heeft van wat voor soort toon
u wilt proberen te maken is het altijd handig om te beginnen
met een erop lijkende voorkeuzetoon.
Experimenteer met verschillende instellingen.
Er zijn geen echte regels hoe een toon er uit moet zien. Laat
uw verbeelding de vrije loop en experimenteer een beetje met
de verschillende combinaties. U zult verbaasd zijn over wat
u kunt bereiken.
In het geheugen opslaan van een
gebruikerstoon
De volgende procedure toont hoe een gebruikerstoon
opgeslagen wordt in het geheugen. Als een toon eenmaal
opgeslagen is, kunt u hem oproepen precies zoals u dat doet
met een voorkeuzetoon.
Gebruikerstoon benoemen en in het
geheugen opslaan
1
Stel een voorkeuzetoon in voor gebruik als basis
van de gebruikerstoon, druk op de SYNTH toets
om de synthesizerfunctie in te schakelen en maak
de gewenste parameterinstelling.
2
Druk na het maken van de parameterinstellingen
om de gebruikerstoon te creëren tweemaal op de
[̄] CURSOR toets.
3
Verander de toonnummer voor het gebruikersgebied
in de display m.b.v. de [+] en [] toetsen totdat dat
nummer aangegeven wordt waaronder u de
gebruikerstoon wilt opslaan.
U kunt elk gewenst toonnummer van 600 tot en met
699 selecteren.
4
Nadat de toonnaam naar wens ingesteld is drukt u
op de [̈] CURSOR toets om de toon op te slaan.
Gebruik de [+] en [] toetsen om door letters te
bladeren bij de huidige cursorlocatie.
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om de cursor
naar links en rechts te verplaatsen.
Zie pagina D-103 voor informatie aangaande het
invoeren van tekst.
SYNTH
CURSOR
[+]
/
[]
WK3000_d_47-58.p65 03.10.8, 3:10 PM57
D-58
5
Druk op de [̄] CURSOR toets om de gebruikerstoon
op te slaan.
Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap die
u vraagt of u de data werkelijk wilt opslaan. Druk op
de YES toets om de data inderdaad op te slaan.
De boodschap Complete (voltooid) verschijnt
kortstondig in de display, gevolgd door het toon- of
ritmeselectiescherm.
Druk om het opslaan op elk gewenst moment te
onderbreken op de SYNTH toets of op de EXIT toets
om de synthesizerfunctie te verlaten. Door nogmaals
op de SYNTH toets te drukken (voordat een andere
toon wordt geselecteerd) wordt teruggekeerd naar de
synthesizerfunctie terwijl al uw parameterinstellingen
nog steeds op hun plaats staan.
Synthesizerfunctie
735A-D-060A
CURSOR
WK3000_d_47-58.p65 03.10.8, 3:10 PM58
D-59
Karakteristieken van het
registratiegeheugen
Het registratiegeheugen laat u maximaal 32 keyboard
instellingen opslaan (4 instellingen x 8 banken) voor
onmiddellijk oproepen wanneer u ze nodig heeft. Hierdoor
volgt een lijst van instellingen die in het registratiegeheugen
worden opgeslagen.
Instellingen van het registratiegeheugen
To on
Ritme
Tempo
Laag aan/uit
Splitsen aan/uit
Splitspunt
Automatische harmonisatie aan/uit
Mixerinstellingen (kanaal 1 tot en met 10)
Effectinstellingen
Aanslagvolume-instellingen
Toewijsbare aansluitinginstelling
Transponeren
Stemmen
Begeleidingsvolume instelling
Toonhoogtebereik
Automatisch harmonisatietype
Instelling van de MODE toets
Synchronische standby toestand
Mixer Hold (mixer aanhouden)
DSP Hold (DSP aanhouden)
Synthesizerfunctie parameters (alleen modulatietoewijzing,
modulatiediepte, vibratogolfvorm, vibratovertraging,
vibratosnelheid, verbratodiepte)
OPMERKING
Elke bank van het registratiegeheugen bevat
aanvankelijk data wanneer u het keyboard voor de eerste
maal in gebruik neemt. Vervang de bestaande data
gewoonweg door uw eigen data.
Registratiegeheugenfuncties kunnen niet worden
gebruikt terwijl u de SMF speler-, de melodiegeheugen-
of de demonstratiemelodiefunctie gebruikt.
Registratiegeheugenfuncties worden ook uitgeschakeld
wanneer u de floppy diskdrive (alleen bij model WK-3500)
of de kaartgleuf (pagina D-94) gebruikt.
Registratiegeheugen
Namen voor opstellingen
U kunt instellingen toewijzen aan één van 32 gebieden, die u
kunt selecteren m.b.v. de BANK toetsen 1 tot en met 4 en de
vier REGISTRATION toetsen. De gebiedsnamen lopen van
1-1 tot en met 8-4 zoals hieronder getoond.
1 Gebruik de BANK toets om de bank te selecteren. Telkens
bij indrukken van de BANK toets wordt naar het volgende
banknummer in de cyclus van 1 tot en met 8 gegaan.
2 Door indrukken van één van de REGISTRATION toetsen
(1 tot en met 4) wordt het corresponderende gebied
geselecteerd bij de op het moment geselecteerde bank.
OPMERKING
Telkens wanneer u een opstelling opslaat en een
opstelnaam toewijst, wordt eventueel eerdere aan die
naam toegewezen data vervangen door de nieuwe data.
U kunt de MIDI mogelijkheden van het keyboard
gebruiken om uw insteldata op te slaan bij een computer
of naar een ander extern opslagmedium. Zie Gebruik
van de data download service op pagina D-91 voor
details.
U kunt insteldata opslaan naar externe media indien u
dat wenst. Zie Opslaan van Data op pagina D-92 voor
nadere informatie.
21
1-1BANK 1 1-2 1-3 1-4
2-1BANK 2 2-2 2-3
2-4
4-1BANK 4 4-2 4-3 4-4
5-4
3-1BANK 3 3-2
3-3
6-1BANK 6 6-2 6-3 6-4
5-1BANK 5 5-2
5-3
7-1BANK 7 7-2 7-3
7-4
8-1BANK 8 8-2 8-3 8-4
3-4
123
4
735A-D-061A
WK3000_d_59-60.p65 03.10.8, 3:10 PM59
D-60
Vastleggen van een opstelling in
het registratiegeheugen
1
Stel een toon en ritme in en maak de opstelling
van het keyboard precies zoals u dat wilt.
Zie Instellingen van het registratiegeheugen op
pagina D-59 voor details over welke data in het
registratiegeheugen wordt opgeslagen.
2
Gebruik de BANK toets of de cijfertoetsen om de
gewenste bank te selecteren.
De display keert terug naar de inhoud in stap 1
hierboven als u binnen ongeveer 5 seconden na
indrukken van de BANK toets geen verdere bediening
uitvoert.
Bank 1 is ingesteld.
3
Druk op een REGISTRATION toets (1 tot en met 4)
terwijl u de STORE toets ingedrukt houdt.
De volgende aanduiding verschijnt als u op de 2 toets
drukt.
4
Laat de STORE en REGISTRATION toetsen los.
OPMERKING
De opstelling wordt opgeslagen zodra u een
REGISTRATION toets indrukt in stap 3 hierboven.
Registratiegeheugen
Bank
Store
Oproepen van een opstelling van
het registratiegeheugen
1
Gebruik de BANK toets of de cijfertoetsen om de
bank te selecteren.
De display wist het oproepscherm van het
registratiegeheugen automatisch als u binnen
ongeveer vijf seconden na indrukken van de BANK
toets geen verdere bediening uitvoert.
2
Druk op de REGISTRATION toets (1 tot en met 4) of
cijfertoetsen voor het gebied waarvan u de instelling
wilt oproepen.
De naam van de opstelling verschijnt samen met de
boodschap Recall (oproepen) in de display.
OPMERKING
Wanneer u op een REGISTRATION toets drukt zonder
de BANK toets te gebruiken om eerst een bank in te
stellen, wordt het laatst ingestelde banknummer
gebruikt.
Bank
Reca l l
735A-D-062A
Number buttons
BANK
STOREREGISTRATION
Cijfertoetsen
WK3000_d_59-60.p65 03.10.8, 3:10 PM60
D-61
735A-D-063A
Melodiegeheugenfunctie
Dit keyboard staat u toe om vijf verschillende melodieën op
te nemen in het melodiegeheugen voor latere weergave. Er
zijn twee methoden die u kunt gebruiken voor het opnemen
van een melodie: real-time opnemen waarbij u de noten
opneemt zoals u ze op het toetsenbord aanslaat en
stapopname waarbij u akkoorden en noten stuk voor stuk
invoert.
OPMERKING
Lagen en splitsing kunnen niet worden gebruikt tijdens
standby voor opname of tijdens het opnemen met de
melodiegeheugenfunctie. Daarnaast worden lagen en
splitsing automatisch uitgeschakeld wanneer de
opnamestandbyfunctie wordt ingeschakeld of de
opname wordt gestart.
Sporen
Het melodiegeheugen van het keyboard neemt op en speelt
af op ongeveer dezelfde wijze als een gewone bandrecorder.
Er zijn in het totaal zes sporen die elk onafhankelijk kunnen
worden opgenomen. Naast noten heeft elk spoor ook een
eigen toonnummer. Dan wanneer u de sporen tegelijkertijd
afspeelt, klinkt het alsof een volledige band met zes leden
aan het spelen is. Tijdens het spelen kunt u het tempo
bijstellen om de snelheid van de weergave te veranderen.
Spoor 1
Begin Einde
Spoor 2
Spoor 3
Spoor 4
Spoor 5
Spoor 6
Toetsenbordspel
Toetsenbordspel
Toetsenbordspel
Toetsenbordspel
Toetsenbordspel
Melodiedata op
g
enomen op het spoor.
Automatische begeleiding (ritme,
bas, akkoord 1/2/3), toetsenbordspel
OPMERKING
Bij dit keyboard is spoor 1 het basisspoor dat gebruikt
kan worden om spelen op het toetsenbord op te nemen
samen met de automatische begeleiding. De sporen 2
6 kunnen worden gebruikt voor toetsenbordspel zodat
ze melodiesporen worden genoemd. De sporen 2 - 6
worden gebruikt om andere delen toe te voegen aan
wat er opgenomen wordt bij spoor 1.
Merk op dat elk spoor onafhankelijk is van de andere.
Dit betekent dat zelfs als u een vergissing maakt bij het
opnemen, u alleen dat spoor opnieuw hoeft op te nemen
waar de vergissing werd begaan.
U kunt verschillende mixerinstellingen gebruiken voor
elk spoor (pagina D-47).
Spoor 1 Spoor 5
Spoor 3
Spoor 6
Spoor 4
Spoor 2
Instellen van een spoor
Gebruik de SONG MEMORY TRACK toetsen die gemarkeerd
zijn als CHORD/TR1 tot en met TR6 om het gewenste spoor
in te stellen.
Melodiegeheugen spoortoetsen
Basis melodiegeheugenbediening
De status van het melodiegeheugen verandert telkens
wanneer u op de SONG MEMORY toets drukt.
Weergave
Real-time opname
Stapopname
Normaal
Ste
p
Rec
Reco r d
Pla
y
Knippert
Knippert
WK3000_d_61-73.p65 03.10.8, 3:10 PM61
D-62
Melodiegeheugenfunctie
735A-D-064A
Gebruik van real-time opname
Bij real-time opname worden de noten opgenomen zoals en
op het moment dat u ze speelt op het toetsenbord.
Opnemen m.b.v. real-time opname
1
Druk tweemaal op de SONG MEMORY toets om
real-time opnamestandby in te schakelen.
Voer stap 2 hieronder uit binnen vijf seconden nadat
de opnamestandby is ingeschakeld.
De niveaumeters voor de sporen 11 tot en met 16 worden in
de display getoond terwijl de opnamestandbyfunctie
ingeschakeld is bij het keyboard, zodat u makkelijk kunt
checken welke sporen reeds opgenomen zijn. Zie
Niveaumeterinhoud tijdens opname-/bewerkingsstandby
op pagina D-69 voor details
.
2
Gebruik de cijfertoetsen om een melodienummer
(0 tot en met 4) te selecteren.
Het bovenstaande melodienummerscherm blijft in de
display voor ca. vijf seconden.
3
Voer de volgende instellingen uit.
Toonnummer
Ritmenummer
Tempo
MODE toets
4
Druk op de START/STOP toets om het opnemen te
starten.
Bj het aanvangen van de opname gaat de REC
indicator knipperen in de display. Na enkele
ogenblikken stopt de indicator met knipperen en blijft
dan non-stop branden in de display.
Real-time opname begint zonder ritme. Druk op de
INTRO/ENDING 1/2 toets of op de VARIATION/
FILL-IN 1/2 toets als u wilt opnemen met een ritme.
5
Speel iets op het toetsenbord.
U kunt ook automatische begeleidingsakkoorden
opnemen door de van toepassing zijnde functie te
selecteren met de MODE toets
.
Optionele bediening van de pedalen, toonhoogte en
modulatie worden ook opgenomen. Zie Spoor 1
inhoud na real-time opname op de volgende pagina.
6
Druk op de START/STOP toets om het opnemen te
beëindigen als u klaar bent spelen.
Mocht u tijdens het opnemen een foutje maken, kunt
u het opnemen weer opnieuw beginnen vanaf stap 1
of u kunt de montagefunctie (pagina D-70) gebruiken
om correcties aan te brengen.
OPMERKING
Door met real-time opname een spoor op te nemen
waarop reeds opgenomen was wordt de vorige opname
door de nieuwe vervangen.
Melodienummer
Record
Number buttons
START/STOP
SONG MEMORY
Cijfertoetsen
WK3000_d_61-73.p65 03.10.8, 3:10 PM62
D-63
Melodiegeheugenfunctie
735A-D-065A
Spoor 1 inhoud na real-time opname
Naast keyboardnoten en begeleidingsakkoorden worden
tevens de volgende data opgenomen op Spoor 1 tijdens real-
time opname. Deze data worden toegepast wanneer Spoor 1
weergegeven wordt.
Toonnummer
Ritmenummer
Bedieningen van de INTRO/ENDING 1 toets, INTRO/
ENDING 2 toets, VARIATION/FILL-IN 1 toets,
VARIATION/FILL-IN 2 toets, SYNCHRO/FILL-IN NEXT
toets
Pedaalbediening (optie)
De volgende data wordt opgenomen als kopdata telkens
wanneer u de opname van een spoor start.
Mixerinstellingen van andere sporen
Effecttype
Begeleidingsvolume
Nagalmniveau
Akkoordniveau
DSP aanhouden aan/uit
Mixer aanhouden aan/uit
Bediening van de toonhoogtedraairegelaar
Bediening van de modulatietoets (model WK-3500)
Bediening van de modulatietoets (model WK-3000)
Toonhoogtebuigbereik
Instellingen bij de mixerfunctie
De mixerparameters op kanaal 1 (pagina D-47) worden
automatisch opgenomen op spoor 1. U kunt elke parameter
m.b.v. de mixer veranderen.
Geheugencapaciteit
Het keyboard heeft geheugen voor ongeveer 10.000 noten.
Het maatnummer en het nootnummer knipperen in de
display telkens wanneer het geheugen plaats heeft voor
minder dan 100 noten.
Het opnemen stopt automatisch (en automatische
begeleiding en ritme stoppen met weergave als ze niet
worden gebruikt) wanneer het geheugen vol raakt.
Aanvankelijk is er niets opgeslagen in het melodiegeheugen.
Opslag van geheugendata
Bij het maken van een nieuwe opname wordt eventueel
eerdere opgenomen data uit het geheugen gewist.
Tijdens het maken van een opname gaat de inhoud van het
op te nemen spoor verloren als het keyboard op dat moment
wordt uitgeschakeld.
U kunt geheugendata opslaan naar externe media indien u
dat wenst. Zie Opslaan van Data op pagina D-92 voor
nadere informatie.
Vergeet niet dat u de geheugeninhoud van dit keyboard
ook in massa kunt overladen naar een ander MIDI toestel
met de procedure Gebruik van de data download service
op pagina D-91.
Spoor 1 real-time opnamevariaties
Hieronder wordt een aantal variaties beschreven die u kunt
gebruiken bij opnemen naar Spoor 1 m.b.v. real-time opname.
Al deze variaties zijn gebaseerd op de procedure Opnemen
m.b.v. real-time opname op pagina D-62.
Beginnen met opnemen met synchrostart
Druk in plaats van stap 4 op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT
toets. De automatische-begeleiding en de opname zullen
beide starten wanneer u een akkoord speelt op het
begeleidingstoetsenbord.
Opnemen m.b.v. intro, eindigen en fill-in
Tijdens het opnemen kunnen de INTRO/ENDING 1/2,
SYNCHRO/FILL-IN NEXT en VARIATION/FILL-IN 1/2
toetsen (pagina D-43 en D-44) alle gebruikt worden zoals
gewoonlijk.
Om automatische begeleiding tegelijkertijd (synchro) te
laten beginnen met een intropatroon
Druk in plaats van stap 4 op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT
toets en vervolgens op de INTRO/ENDING 1 of INTRO/
ENDING 2 toets. De automatische begeleiding start samen
met het introductiepatroon wanneer u een akkoord speelt op
het begeleidingstoetsenbord.
Om automatische weergave te beginnen halverwege een
opname
Druk in plaats van stap 4 op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT
toets en speel dan iets op het melodietoetsenbord om het
opnemen te starten zonder automatische begeleiding. Speel
een akkoord op het begeleidingstoetsenbord wanneer u het
punt bereikt waarop u de begeleiding wilt laten starten om
op die manier de automatische begeleiding te starten.
WK3000_d_61-73.p65 03.10.8, 3:10 PM63
D-64
Melodiegeheugenfunctie
735A-D-066A
Weergeven van het melodiegeheugen
Nadat u sporen opgenomen heeft bij het geheugen kunt u ze
weergegeven om te horen hoe ze klinken.
Van het melodiegeheugen weergeven
1
Gebruik de SONG MEMORY toets om de
weergavestandbyfunctie in te schakelen en gebruik
dan de cijfertoetsen om een melodienummer (0 tot
en met 4) te selecteren.
Het bovenstaande melodienummerscherm blijft
gedurende ongeveer vijf seconden in de display. Als
het scherm verdwijnt voordat u de kans had om een
melodienummer te selecteren, gebruik dan de [̄]
CURSOR toets om het scherm opnieuw te verkrijgen.
2
Druk op de START/STOP toets om de melodie weer
te geven die u ingesteld heeft.
U kunt de TEMPO toetsen gebruiken om het
weergavetempo bij te regelen.
Druk nogmaals op de START/STOP toets om de
weergave te stoppen.
OPMERKING
U kunt meespelen op het toetsenbord en lagen (pagina
D-74) en splitsing (pagina D-75) gebruiken tijdens de
weergave.
Als de START/STOP toets wordt ingedrukt om weergave
te starten van het melodiegeheugen, dan begint de
weergave altijd vanaf het begin van de melodie.
Het gehele toetsenbord fungeert als een
melodietoetsenbord, ongeacht de instelling van de
MODE toets.
Uitschakelen van een bepaald spoor
Druk op de SONG MEMORY TRACK toetsen van het spoor
dat u wilt uitschakelen of gebruik de mixer (pagina D-47)
om het kanaal van het spoor uit te schakelen.
Opnemen van de melodie en
akkoorden met stapopname
Met stapopname kunt u automatische begeleidings
akkoorden en -noten opnemen en zelfs noten stuk voor stuk
instellen. Zelfs diegenen die het moeilijk vinden mee te spelen
met automatische begeleiding kunnen automatische
begeleidingen zelf creëren, gebaseerd op hun eigen originele
akkoordprogressies. Hieronder volgt het type data dat op de
sporen 1 - 6 kan worden opgenomen.
Spoor 1: Akkoorden en automatische begeleiding
Sporen 2 6: Drummen
Neem bij stapopname eerst de akkoorden en automatische
begeleiding op in spoor 1. Neem vervolgens de melodie op
de sporen 2 - 6 op.
OPMERKING
Gebruik de procedure onder Om de sporen 2 en 6 op
te nemen m.b.v. stapopname op pagina D-68 voor
details hoe u op de sporen 2 6 kunt opnemen.
Number buttons
SONG MEMORY
START/STOP
SONG MEMORY TRACK
SYNCHRO/FILL-IN NEXT
Cijfertoetsen
Pla
y
WeergavestandbyMelodienummer
WK3000_d_61-73.p65 03.10.8, 3:10 PM64
D-65
Melodiegeheugenfunctie
735A-D-067A
Opnemen van akkoorden met
stapopname
1
Druk driemaal op de SONG MEMORY toets om de
opnamestandbyfunctie in te schakelen, en gebruik
dan de cijfertoetsen om het melodienummer (0 tot
en met 4) te selecteren.
2
Voer de volgende instellingen uit.
Ritmenummer
MODE toets
3
Om spoor 1 in te stellen, druk op de CHORD/TR1
toets die één van de SONG MEMORY TRACK
toetsen is.
Bij het aanvangen van de opname gaat de REC
indicator knipperen in de display. Na enkele
ogenblikken stopt de indicator met knipperen en blijft
dan non-stop branden in de display.
4
Druk op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets.
5
Speel een akkoord.
Gebruik de akkoordspeelmethode die gespecificeerd
wordt door de huidige MODE instelling (FINGERED,
CASIO CHORD, etc.).
Wanneer de MODE toets ingesteld staat op normaal
(Normal) specificeer dan het grondtooninvoertoetsenbord
en het akkoordtype invoertoetsenbord. Zie Instellen van
akkoorden tijdens de normale functie op pagina D-66
voor details
.
* 96 klokken = 1 maat
6
Voer de lengte van het akkoord in (hoe lang hij
gespeeld dient te worden totdat het volgende
akkoord wordt gespeeld).
Stel de lengte van het akkoord in met de cijfertoetsen.
Zie Instellen van de nootlengte op pagina D-66 voor
details.
Het ingestelde akkoord en de lengte worden in het
geheugen opgeslagen en het keyboard staat klaar voor
invoer van het volgende akkoord.
Herhaal de stappen 5 en 6 voor het invoeren van meer
akkoorden.
Knippert
Ste
p
Rec
Cho r d
Akkoordnaam
Huidige maat, maatslag en
klok op huidige plaats*
7
Druk na voltooien van de opname op de START/
STOP toets.
Hierdoor wordt weergavestandby ingevoerd voor de
melodie die u zojuist heeft opgenomen.
Druk op de START/STOP toets om de melodie op dat
moment weer te geven.
OPMERKING
Volg de procedure bij Corrigeren van fouten tijdens
stapopname op pagina D-69 voor het corrigeren van
invoerfouten die u maakt tijdens stapopname.
U kunt bij een spoor dat reeds data bevatte extra data
toevoegen door dat spoor te kiezen in stap 3 in de
bovenstaande procedure. Dit plaatst het startpunt voor
stap-voor-stap opname automatisch bij de eerste
maatslag onmiddellijk volgend op de eerder opgenomen
data.
Invoeren van 0 als akkoordlengte in stappen 5 en 6
van de bovenstaande procedure geeft een rustpauze
aan maar deze rustpauze komt verder niet naar voren
in de begeleidingsinhoud wanneer de begeleiding
gespeeld wordt.
Inhoud van spoor 1 na stapopname
Naast akkoorden worden de volgende data ook opgenomen
op spoor 1 tijdens stapopname. Deze data wordt toegepast
telkens bij weergave van spoor 1.
Ritmenummer
Bedieningen van de INTRO/ENDING 1 toets, INTRO/
ENDING 2 toets, VARIATION/FILL-IN 1 toets,
VARIATION/FILL-IN 2 toets, SYNCHRO/FILL-IN NEXT
toets.
OPMERKING
U kunt ook de cijfertoetsen 1 tot en met 7, en toets 9
gebruiken om de toetsloslaattiming te specificeren voor
de VARIATION/FILL-IN 1, VARIATION/FILL-IN 2 en
SYNCHRO/FILL-IN toetsen. Zie Instellen van de
nootlengte op pagina D-66 voor nadere informatie. Door
de loslaattiming te specificeren wordt gespecificeerd dat
de betreffende toets ingedrukt blijft voor een bepaalde
tijdsduur. Als u geen loslaattiming specificeert, wordt het
aangenomen dat de toets aangeslagen en meteen weer
losgelaten wordt.
WK3000_d_61-73.p65 03.10.8, 3:10 PM65
D-66
Instellen van akkoorden tijdens de
normale functie
Wanneer de MODE toets ingesteld staat op normaal (Normal)
tijdens stapopname kunt u akkoorden specificeren m.b.v. een
methode die verschilt van CASIO CHORD en Fingered
vingerzettingen. Deze akkoordspecificatiemethode kan
gebruikt worden om 18 verschillende akkoordtypes in te
voeren terwijl toch maar twee klaviertoetsen worden
gebruikt, zodat u dus akkoorden kunt specificeren ook als u
niet weet hoe ze eigenlijk gespeeld moeten worden.
11
11
1
Majeur
22
22
2
Mineur
33
33
3
Vermeerderd
44
44
4
Verminderd
55
55
5
Aangehouden vier
66
66
6
Septiem
77
77
7
Mineur septiem
88
88
8
Majeur septiem
99
99
9
Mineur majeur septiem
00
00
0
Septiem mol vijf
AA
AA
A
Mineur septiem mol vijf
BB
BB
B
Septiem aangehouden vier
CC
CC
C
Verminderd septiem
DD
DD
D
Mineur toegevoegde none
EE
EE
E
Toegevoegde none
FF
FF
F
Mineur sext
GG
GG
G
Sext
HH
HH
H
Sext none
Melodiegeheugenfunctie
Om het akkoord in te stellen houdt u de betreffende
klaviertoets van het toetsenbord voor invoeren van de
grondtoon ingedrukt en drukt u dan op de klaviertoets van
het toetsenbord voor het akkoordtype om dit in te stellen. Bij
invoeren van een akkoord met een speciale basnoot wordt
bij indrukken van twee toetsen van het toetsenbord voor de
grondtoon de ingestelde lagere noot ingesteld als bastoon.
Voorbeeld 1: Om Gm7 in te voeren, houdt u G op het
grondtoon toetsenbord ingedrukt en drukt u op
de m7 klaviertoets van het akkoordtype
toetsenbord.
Houd de toets ingedrukt om
akkoordgrondtoon in te stellen.
Druk op de toets om het
akkoordtype in te stellen.
(G) (m7)
Voorbeeld 2: Om Gm/C in te voeren, houdt u C en G op het
grondtoon toetsenbord ingedrukt en drukt u op
de m klaviertoets van het akkoordtype
toetsenbord.
Houd de toets ingedrukt om bas
en akkoordgrondtoon in te stellen.
Druk op de toets om het
akkoordtype in te stellen.
(G)(C) (m)
Instellen van de nootlengte
Tijdens stapopname worden de cijfertoetsen gebruikt voor
het instellen van de lengte van elke noot.
Nootlengte
Stel met de cijfertoetsen [1] tot en met [6] hele noten ( ), halve
noten ( ), kwartnoten ( ), achtste noten ( ), 16de noten ( )
en 32ste noten ( ) in.
Voorbeeld: Druk op cijfertoets [3] om een kwartnoot ( ) in te
stellen.
Stippen ( ) en drievouden ( )
Gebruik terwijl u de [7] (stip) of [9] (drievoud) toetsen
ingedrukt houdt, de toetsen [1] - [6] om de lengte van de noten
in te voeren.
Voorbeeld: Om een gepunte 8ste noot ( ) in te stellen houdt u
cijfertoets [7] ingedrukt en drukt u op cijfertoets [4].
Dwarsbalk
Voer eerst de eerste en vervolgens de tweede noot in.
Voorbeeld: Om in te voeren, druk op [4] en daarna op
[8]. Druk vervolgens op [5]. Deze noot wordt dan
verbonden aan de volgende ingevoerde noot (16de
noot in dit voorbeeld).
Rustpauze
Houd cijfertoets [0] ingedrukt en druk vervolgens op de
cijfertoetsen [1] [9] om de lengte van de rustpauze in te stellen.
Voorbeeld: Houd om een rustpauze van een 8ste noot
cijfertoets [0] ingedrukt en druk op cijfertoets [4].
Door op de [̈] CURSOR toets te drukken worden rustpauzes
tot aan het begin van de volgende maat ingevoerd.
Spoor 1 stapopname variaties
Hieronder volgt een beschrijving van verschillende variaties
die u kunt gebruiken bij opnemen op spoor 1 m.b.v.
stapopname. Al deze variaties zijn gebaseerd op de procedure
beschreven onder Opnemen van akkoorden met
stapopname op pagina D-65.
Starten van de begeleiding met een een intropatroon
Druk in stap 4 na de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets op de
INTRO/ENDING 1 of INTRO/ENDING 2 toets.
Overschakelen naar een ritmevariatie
Druk in stap 5 op de VARIATION/FILL-IN 1 of VARIATION/
FILL-IN 2 toets onmiddellijk voor invoeren van het akkoord.
Tussenvoegen van een fill-in
Druk in stap 5 op de VARIATION/FILL-IN 1 of VARIATION/
FILL-IN 2 toets op de maat of maatslag onmiddellijk voor de
maatslag of het akkoord waar u de fill-in wilt tussenvoegen.
Tussenvoegen van een slotpatroon
Druk in stap 5 op de INTRO/ENDING 1 of INTRO/ENDING
2 toets tijdens de maat of maatslag juist voor het akkoord
waar u het slotpatroon wilt tussenvoegen.
735A-D-068A
Invoertoetsen voor
grondtonen
Akkoordtype
toetsenbord
WK3000_d_61-73.p65 03.10.8, 3:10 PM66
D-67
Melodiegeheugenfunctie
Opnemen van spoor 2 tot en met 6
met real-time opname
U kunt op spoor 2 tot en met 6 opnemen terwijl u tegelijkertijd
afspeelt wat u van te voren op spoor 1 en eventuele andere
sporen eerder had opgenomen.
1
Druk tweemaal op de SONG MEMORY toets om
de opnamestandbyfunctie in te schakelen en
gebruik vervolgens de cijfertoetsen om een
melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren.
Het melodienummer dat u instelt zou de melodie
moeten zijn waar u eerder Spoor 1 invoerde.
2
Stel het op te nemen spoor (2 tot en met 6) in m.b.v.
de SONG MEMORY TRACK toetsen.
Terwijl de opnamestandbyfunctie van het keyboard
ingeschakeld is, toont de display de niveaumeters voor
de kanalen 11 tot en met 16 zodat u kunt controleren welke
sporen reeds opgenomen zijn. Zie Niveaumeterinhoud
tijdens opname-/bewerkingsstandby op pagina D-69
voor details
.
3
Voer de volgende instellingen uit.
Toonnummer
Tempo
4
Druk op de START/STOP toets om met opnemen te
beginnen.
Op dit moment wordt de inhoud van reeds
opgenomen sporen afgespeeld.
Optionele bediening van de pedalen, toonhoogte en
modulatie worden ook opgenomen.
5
Speel op het toetsenbord wat u op het ingestelde
spoor wilt opnemen.
6
Druk op de START/STOP toets om het opnemen te
stoppen wanneer u klaar bent.
BELANGRIJK!
De lengte van het slotpatroon hangt af van het ritme dat
u gebruikt. Controleer de lengte van het slotpatroon dat
u gebruikt en stem de lengte van het akkoord daarop af
in stap 6. Als het akkoord te kort is in stap 6 kan het
slotpatroon afgekapt worden.
Om stapopname van akkoorden uit te voeren zonder ritme
Sla stap 4 over. Het ingestelde akkoord met de lengte
gespecificeerd met de cijfertoetsen wordt opgenomen. Hier
kan een rustpauze worden opgenomen zodat een origineel
akkoordpatroon kan worden aangemaakt.
Toevoegen van akkoordbegeleiding halverwege
ritmeweergave
Druk in plaats van stap 4 op de VARIATION/FILL-IN 1 of
VARIATION/FILL-IN 2 toets en voer rustpauzes in. Voer dan
bij stap 5 de akkoorden in. Waar u de rustpauzes plaatste
wordt alleen het ritme gespeeld terwijl de akkoordweergave
na de rustpauzes start.
Opnemen van meerdere sporen
Spoor 1 van het melodiegeheugen van het keyboard neemt
de automatische begeleiding en spelen op het toetsenbord
op. Daarnaast zijn er vijf andere sporen die u kunt gebruiken
om enkel melodiedelen op te nemen. U kunt verschillende
tonen opnemen naar de melodiesporen en een volledig
ensemble van muziekinstrumenten opbouwen voor uw
opnamen. De procedure die u gebruikt voor het opnemen
van de sporen 2 t/m 6 is identiek aan de methode die u
gebruikte voor het opnemen naar spoor 1.
735A-D-069A
Number buttons
SONG MEMORY
START/STOP
SONG MEMORY TRACK
Cijfertoetsen
WK3000_d_61-73.p65 03.10.8, 3:10 PM67
D-68
Melodiegeheugenfunctie
Spoorinhoud na real-time opname
Naast noten van het toetsenbord kunnen de volgende data
ook opgenomen worden op het ingestelde spoor tijdens real-
time opname. Deze data worden later toegepast bij weergave
van het spoor.
Toonnummer
Pedaalbediening
De volgende data worden in de kopregel opgenomen
wanneer u de opname van een spoor start.
Mixerinstellingen van andere sporen
Effecttype
Begeleidingsvolume
Nagalmniveau
Zwevingniveau
DSP aanhouden aan/uit
Mixer aanhouden aan/uit
Bediening van de toonhoogtedraairegelaar
Bediening van de modulatietoets (model WK-3500)
Bediening van de modulatietoets (model WK-3000)
Toonhoogtebuigbereik
Om de sporen 2 en 6 op te nemen
m.b.v. stapopname
Deze procedure beschrijft hoe noten stuk voor stuk kunnen
worden ingevoerd waarbij de toonhoogte en lengte van elke
noot ingesteld kan worden.
1
Druk driemaal op de SONG MEMORY toets om de
real-time opnamestandbyfunctie in te schakelen en
gebruik vervolgens de cijfertoetsen om een
melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren.
Het melodienummer dat u instelt zou de melodie
moeten zijn waar u eerder Spoor 1 invoerde.
Ste
p
Rec
2
Kies het spoor (2 6) waarop moet worden
opgenomen met de SONG MEMORY TRACK
toetsen.
Voorbeeld: Select Track 2.
3
Stel een toonnummer in.
Door indrukken van een TONE toets of de DRAWBAR
ORGAN toets worden het toonnummer en de
toonnaam op de display verkregen. U kunt dan de
cijfertoetsen, of de [+] (verhogen) en [] (verlagen)
toetsen om de toon te veranderen.
Druk na veranderen van het toonnummer op een
klaviertoets om het naamscherm en het toonnummer
te wissen en terug te gaan naar het nootinvoerscherm.
4
Voer m.b.v. de klaviertoetsen noten in of rustpauzes
met cijfertoets [0].
Op dit moment, toont de display de druk op de
klaviertoetsen (snelheid). Gebruik de [+] (verhogen)
en [] (verlagen) toetsen om de snelheid te
veranderen.
U kunt ook een akkoord invoeren.
5
Gebruik de cijfertoetsen om de lengte van de noten
of rustpauzes in te voeren (pagina D-66).
6
Herhaal de stappen 4 en 5 om meer noten in te
voeren.
7
Druk op de START/STOP toets om de opname te
beëindigen wanneer u klaar bent.
735A-D-070A
Number buttons
SONG MEMORY
START/STOP
SONG MEMORY TRACK
CURSOR
Cijfertoetsen
Knippert
WK3000_d_61-73.p65 03.10.8, 3:10 PM68
D-69
OPMERKING
Volg de procedure bij Corrigeren van fouten tijdens
stapopname op deze pagina voor het corrigeren van
invoerfouten die u maakt tijdens stapopname.
U kunt bij een spoor dat reeds data bevatte extra data
toevoegen door dat spoor te kiezen in stap 2 in de
bovenstaande procedure. Dit plaatst het startpunt voor
stap-voor-stap opname automatisch bij de eerste
maatslag onmiddellijk volgend op de eerder opgenomen
data.
Telkens wanneer u naar de sporen 2 tot en met 6
opneemt, fungeert het gehele toetsenbord als een
melodietoetsenbord ongeacht de huidige instelling van
de MODE toets.
Spoorinhoud na stapopname
Naast noten en rustpauzes worden de volgende data ook
opgenomen op spoor tijdens stapopname. Deze data wordt
toegepast telkens bij weergave van het spoor.
Toonnummer
Niveaumeterinhoud tijdens opname-/
bewerkingsstandby
De kanalen 11 16 komen overeen met de sporen 1 - 6. Tijdens
opname-/bewerkingsstandby (pagina D-70) geeft de
niveaumeterdisplay aan welke sporen reeds opgenomen en
welke nog steeds leeg zijn. Sporen met 4 verlichte segmenten
bevatten reeds data terwijl sporen zonder verlichte segmenten
geen data bevatten.
Corrigeren van fouten tijdens
stapopname
Geheugendata kan worden beschouwd als bladmuziek die
gespeeld wordt van links naar rechts met het invoerpunt
gewoonlijk ver rechts van de opgenomen data.
De hier beschreven procedure laat u dit invoerpunt naar links
bewegen zodat u veranderingen in reeds ingevoerde data
kunt aanbrengen. Merk echter op dat bij bewegen van het
invoerpunt naar links en het veranderen van data
automatisch tot gevolg heeft dat alle data rechts van dit punt
meteen geheel gewist wordt.
Melodiegeheugenfunctie
Corrigeren van fouten tijdens
stapopname
1
Gebruik zonder de stapopname te verlaten de [̇]
CURSOR toets om de invoeraanwijzer naar links
te verplaatsen.
De REC indicator verdwijnt uit de display en de STEP
indicator gaat knipperen.
2
Gebruik terwijl u de data op de display bekijkt, de
[̇] en [̈] CURSOR toetsen om het invoerpunt te
verplaatsen naar de data die u wilt veranderen.
Voorbeeld: Om alle nootdata volgend op noot A3 bij
Maat 120, maatslag 1, klok 0 te veranderen.
3
Druk op de [̄] CURSOR toets.
No t e C#4
No t e A3

••••••• •••••••
C 4A3
Maat 120/maatslag 1/klok 0
(Invoerpunt worden verkregen met de [̇] en [̈] CURSOR toetsen)
Datastroom
735A-D-071A
Rewr i t e?
Opnamespoor
Spoor waarop niet
wordt opgenomen

••••••• •••••••

••••••• •••••••
C 4
C 4
Maat 126/maatslag 3/klok 48
(Normaal invoerpunt)
Maat 126/maatslag 3/klok 0
(Eerdere data)
Drukken [̇] CURSOR toets.
DatastroomDatastroom
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR
toetsen om naar links en rechts te
bewe
g
en.
WK3000_d_61-73.p65 03.10.8, 3:10 PM69
D-70
Melodiegeheugenfunctie
4
Druk op de YES toets.
Dit wist alle data van de plaats die u specificeerde
waarna de opnamestandbyfunctie wordt ingeschakeld.
Door op de [̆] CURSOR toets of de NO toets te
drukken wordt het wissen van de data geannuleerd.
OPMERKING
Wanneer u het einde van de opname bereikt door op de
[̈] CURSOR toets te drukken, verschijnt de REC
indicator en gaat de STEP indicator knipperen in de
display om aan te geven dat u meer data kunt toevoegen
tijdens stapopname.
Wissen van specifieke nootdata
1
Voer de stappen 1 en 2 uit onder Corrigeren van
fouten tijdens stapopname op de vorige pagina
om de noot aan te geven die u wilt uitwissen.
2
Druk tweemaal op de [̄] CURSOR toets.
3
Druk in antwoord op de Delete? (wissen?)
boodschap die op het scherm verschijnt op de YES
toets om de aangegeven noot te wissen.
Bewerken van de geheugeninhoud
Na opnemen naar het keyboardgeheugen kunt u nog steeds
afzonderlijke noten en parameterinstellingen (zoals
bijvoorbeeld toonnummer) oproepen en naar wens
veranderingen aanbrengen. Dit betekent dat u verkeerd
gespeelde noten kunt corrigeren, tooninstellingen kunt
veranderen, enz.
De volgende types data kunnen worden bewerkt.
Nootintensiteit
Noten
Akkoorden
Toonnummers
Ritmenummer
Bedieningen van de INTRO/ENDING 1 toets, INTRO/
ENDING 2 toets, VARIATION/FILL-IN 1 toets,
VARIATION/FILL-IN 2 toets, SYNCHRO/FILL-IN NEXT
toets.
Bewerken van de geheugeninhoud
1
Druk driemaal op de SONG MEMORY toets om de
stapopname standbyfunctie in te schakelen en
gebruik vervolgens de [+] en [] toetsen om een
melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren.
2
Stel m.b.v. de SONG MEMORY TRACK toetsen het
reeds opgenomen spoor in dat u wilt bewerken.
3
Druk op de [
̇
] CURSOR toets om de bewerkingsfunctie
in te schakelen
.
De REC indicator verdwijnt uit de display en de STEP
indicator gaat knipperen.
735A-D-072A
SONG MEMORY
START/STOP
SONG MEMORY TRACK
CURSOR
[+]
/
[]
YES/NO
•••••••
Maat 120/maatslag 1/klok 0
(Stapopname begint vanaf hier.)
Datastroom
Alle data
rechts wordt
uitgewist.
Knippert
Ste
p
Rec
WK3000_d_61-73.p65 03.10.8, 3:10 PM70
D-71
Melodiegeheugenfunctie
4
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om naar
de locatie op het spoor te gaan waar de noot of de
parameter zich bevindt die u wilt veranderen.
Voorbeeld van nootbewerking
5
Breng gewenste veranderingen aan in de waarde.
De procedures die u in feite gebruikt voor het
veranderen van een parameter hangen af van het type
data dat deze bevat. Zie Bewerkingstechnieken en
display-inhoud op deze pagina voor details.
6
Herhaal de stappen 4 en 5 om andere parameters
te bewerken.
7
Druk op de START/STOP toets om het bewerken te
stoppen wanneer u klaar bent.
OPMERKING
De enige parameters die kunnen worden bewerkt bij de
sporen 2 tot en met 6 zijn noten en toonnummers.
Tijdens real-time opnemen kunt u toonnummers later
veranderen die u instelde terwijl het opnemen van de
Sporen 1 6 aan de gang was.
U kunt enkel de toonnummers veranderen die
oorspronkelijk ingesteld waren voor de sporen 2 tot en
met 6 m.b.v. stap-voor-stap opname.
Tijdens real-time opnemen kunt u ritmenummers later
veranderen die u instelde terwijl het opnemen van Spoor
1 aan de gang was.
U kunt enkel de ritmenummers veranderen die
oorspronkelijk ingesteld waren voor de spoor 1 m.b.v.
stap-voor-stap opname.
De bewerkingsprocedure kan niet worden gebruikt om
meer data toe te voegen aan de opname.
Gedeelten van een opname kunnen niet naar een
andere plaats worden overgebracht binnen een opname.
De nootlengte kan niet worden veranderd.
No t e C4
ToonhoogteSnelheid
Parameter die
wordt bewerkt
Bewerkingstechnieken en
display-inhoud
Hieronder worden bewerkingstechnieken beschreven die u
kunt gebruiken om de verschillende in het geheugen
opgeslagen parameters te veranderen.
Veranderen van de toetsdruk (aanslagsnelheid) van een
noot
Verander de cijfertoetsen of de [+] en [] toetsen.
Veranderen van de toonhoogte van een noot
Voer een nieuwe noot in via het toetsenbord of gebruik de
[+] en [-] toetsen om de toonhoogte van een noot te
veranderen. De toonhoogte die u hier specificeert wordt
aangegeven via het toetsenbord en de noten die aangegeven
in de notenbalk op de display.
BELANGRIJK!
Tijdens het bewerken van de geheugeninhoud mag u
nooit een noot veranderen zodat hij identiek is aan de
voorafgaande of de erop volgende noot. Hierdoor
verandert nl. de lengte van de veranderde noot en de
voorafgaande of de erop volgende noot. Mocht dit
plaatsvinden dan dient u het gehele spoor opnieuw op
te nemen.
Veranderen van een akkoord
Gebruik de akkoord vingerzettingmethode die geselecteerd
werd met de MODE toets (FINGERED, CASIO CHORD, enz.)
om een akkoord in te voeren.
Veranderen van een toonnummer
Gebruik de cijfertoetsen of de [+] en [] toetsen om een
toonnummer te veranderen.
No t e G4
No t e G4
Cho r d
GrandPno
735A-D-073A
WK3000_d_61-73.p65 03.10.8, 3:10 PM71
D-72
Melodiegeheugenfunctie
OPMERKING
Tijdens real-time opnemen kunt u toonnummers later
veranderen die u instelde terwijl het opnemen van de
Sporen 1 tot en met 6 aan de gang was.
U kunt enkel de toonnummers veranderen die
oorspronkelijk ingesteld waren voor de sporen 2 tot en
met 6 m.b.v. stap-voor-stap opname.
Veranderen van een ritmenummer
Gebruik de cijfertoetsen of de [+] en [] toetsen om een
ritmenummer te veranderen.
OPMERKING
Tijdens real-time opnemen kunt u ritmenummers later
veranderen die u instelde terwijl het opnemen van Spoor
1 aan de gang was.
U kunt enkel de ritmenummers veranderen die
oorspronkelijk ingesteld waren voor de spoor 1 m.b.v.
stap-voor-stap opname.
Veranderen van een ritmeregelbediening
*
* Bedieningen van de INTRO/ENDING 1 toets, INTRO/
ENDING 2 toets, VARIATION/FILL-IN 1 toets,
VARIATION/FILL-IN 2 toets, SYNCHRO/FILL-IN NEXT
toets.
Druk op de ritmeregeltoets waarnaar u wilt veranderen.
Po
p
Int /End1
Bewerken van een melodie
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren tijdens de
melodiebewerkingsfunctie.
Wis een melodie
Wis een spoor
Melodiekopregeldata herschrijven (paneelopname)
Wissen van een melodie
1
Druk eenmaal op de SONG MEMORY toets om de
weergavestandby in te schakelen.
2
Gebruik de [+] en [] toetsen om het nummer in te
stellen van de melodie die u wilt wissen.
3
Druk op de [
̄
] CURSOR toets. Druk tweemaal op de
[
̄
] CURSOR toets als er zich geen melodienummer
in de display bevindt
.
Hierdoor wordt het melodiewisscherm verkregen.
4
Druk op de YES toets.
Hierdoor verschijnt de boodschap Sure? (bent u er
zeker van?) om te bevestigen dat u de melodie
inderdaad wilt wissen.
5
Druk op de YES toets om de melodie te wissen en
terug te keren naar weergavestandby.
735A-D-074A
SONG MEMORY
SONG MEMORY TRACK
CURSOR
[+]
/
[]
YES/NO
WK3000_d_61-73.p65 03.10.8, 3:10 PM72
D-73
Melodiegeheugenfunctie
Om een specifiek spoor uit te wissen
1
Druk eenmaal op de SONG MEMORY toets om de
weergavestandby in te schakelen.
2
Gebruik de [+] en [] toetsen om het nummer in te
stellen van de melodie die het spoor bevat dat u
wilt wissen.
3
Druk tweemaal op de [̄] CURSOR toets. Druk drie
maal op de [̄] CURSOR toets als er zich geen
melodienummer in de display bevindt.
Hierdoor wordt het melodiewisscherm verkregen.
4
Gebruik de SONG MEMORY TRACK toetsen om
het opgenomen spoor of sporen in te stellen
waarvan u de data wilt uitwissen.
Spoorwissen standby
U kunt meer dan één spoor specificeren om uit te
wissen door meer dan één spoorkeuzetoets in te
drukken.
Om selectie van een spoor ongedaan te maken drukt
u gewoonweg nogmaals op de spoorkeuzetoets.
5
Druk op de YES toets.
Hierdoor verschijnt de boodschap Sure? (bent u er
zeker van?) om te bevestigen dat u het spoor
inderdaad wilt wissen.
6
Druk op de YES toets om het spoor te wissen.
OPMERKING
U kunt het melodienummer niet veranderen tijdens
spoorwissen standby.
Als op de SONG MEMORY toets gedrukt wordt tijdens
spoorwissen standby wordt teruggegaan naar
opnamstandby.
Tr .Del .?
Nummer van de melodie die het spoor
bevat (kan niet worden veranderd)
Spoorwissen standby
Herschrijven van melodiekopregeldata
(paneelopname)
U kunt een procedure gebruiken die Paneelopname wordt
genoemd om instellingen zoals o.a. oorspronkelijke mixer,
tempo enzovoort te veranderen die in de melodiekopregels
opgeslagen zijn.
1
Druk eenmaal op de SONG MEMORY toets om de
weergavestandby in te schakelen.
2
Gebruik de [+] en [] toetsen om de melodie in te
stellen die de kopregeldata bevat die u wilt
herschrijven.
3
Maak de gewenste veranderingen in de
kopregeldata.
4
Druk driemaal op de [̄] CURSOR toets.
Hierdoor wordt het melodiewisscherm verkregen.
5
Druk op de YES toets om de kopdata te herschrijven.
735A-D-075A
Opgenomen spoor
Spoor dat wordt gewist
(meerdere sporen kunnen
worden gespecificeerd.)
WK3000_d_61-73.p65 03.10.8, 3:10 PM73
D-74
Instellingen van het keyboard
2
Druk op de LAYER toets.
3
Stel de gelaagde toon in.
Voorbeeld: Gebruik om 360 FRENCH HORN GM als
de gelaagdetoon te selecteren de cijfertoetsen
om 3, 6 en daarna 0 in te voeren.
4
Probeer nu iets op het toetsenbord te spelen.
Beide tonen klinken nu op hetzelfde moment.
5
Druk nogmaals op de LAYER toets om de tonen te
ontlagen en het keyboard terug te brengen in de
normale staat.
OPMERKING
Door lagen in te schakelen schakelt het op dat moment
geselecteerde deel van Deel 1 naar Deel 2, en toont de
gelaagde toon. Op dat moment kunt u de [̇] en [̈]
CURSOR toetsen gebruiken om over te schakelen
tussen de delen. Door het maken van lagen uit te
schakelen, wordt teruggegaan naar Deel 1.
De hoofdtoon klinkt via kanaal 1 terwijl de gelaagde toon
via kanaal 2 weergegeven wordt. De mixer kan tevens
gebruikt worden om de instellingen voor toon en volume
van deze kanalen te veranderen.
Merk op dat het maken van lagen niet mogelijk is tijdens
de opnamestandbyfunctie of tijdens opnemen met de
melodiegeheugenfunctie of terwijl u de SMF spelerfunctie
aan het gebruiken bent.
Fr .HornG
Onderdelen
Er kunnen tijdens spelen op het toetsenbord maximaal vier
delen (genummerd 1 tot en met 4) tegelijkertijd worden
gebruikt. Deze delen kunnen gebruikt worden door de lagen-
en splitsfuncties zoals hieronder beschreven.
Deel 1: Hoofdtoondeel
Deel 2: Gelaagd toondeel
Deel 3: Splitstoondeel
Deel 4: Gelaagd en splitstoondeel
Gebruik van lagen
Met de lagenfunctie kunt u twee verschillende tonen (een
hoofdtoon en een gelaagde toon) toewijzen aan het toetsen-
bord die beide weergegeven worden telkens wanneer u een
klaviertoets aanslaat. U kunt bijvoorbeeld de FRENCH
HORN GM toon als laag aanbrengen over de BRASS GM toon
om een rijk en koperachtige geluid te produceren.
LAGEN
Lagen aanbrengen bij tonen
1
Stel eerst de hoofdtoon in.
Voorbeeld: Druk om 361 BRASS GM als de hoofdtoon
te selecteren op de TONE toets en gebruik
dan de cijfertoetsen om 3, 6 en daarna 1 in te
voeren.
735A-D-076A
Brass
_
G
LAYERSPLIT
Hoofdtoon (BRASS GM) + Gelaagde toon (FRENCH HORN GM)
St r in
g
s1
Ingestelde gelaagde toon Brandt
WK3000_d_74-88.p65 03.10.8, 3:10 PM74
D-75
Gebruik van splitsen
Met splitsing wijst u twee verschillende tonen (een hoofdtoon
en een splitstoon) toe aan het linker en het rechter gedeelte
van het toetsenbord, zodat u dus één toon met de linkerhand
en één toon met de rechterhand kunt spelen. U kunt
bijvoorbeeld STRINGS 1 als de hoofdtoon (hoog bereik)
selecteren en PIZZICATO GM als de splittoon (laag bereik)
zodat u op die manier de beschikking over een heel
strijkensemble in uw vingers heeft.
Met splitsing kunt u tevens het splitspunt specificeren wat
de plaats op het toetsenbord is waar er verandering optreedt
tussen de twee tonen.
OPMERKING
Laat de MODE toets in de normale of FULL RANGE
CHORD positie.
SPLITSEN
Splitsen van het toetsenbord
1
Stel eerst de hoofdtoon in.
Voorbeeld: Om 348 STRINGS 1 als de hoofdtoon te
specificeren drukt u op de TONE toets en
gebruikt u vervolgens de cijfertoetsen om 3,
4 en vervolgens 8 in te voeren.
2
Druk op de SPLIT toets.
3
Stel de splitstoon in.
Voorbeeld: Om 345 PIZZICATO GM als de splittoon
te selecteren gebruikt u de cijfertoetsen om
3, 4 en vervolgens 5 in te voeren.
St r in s1
g
4
Druk terwijl u de SPLIT toets ingedrukt houdt op
de klaviertoets die de meest linkertoets van het hoge
bereik dient te worden.
Voorbeeld: Druk op de G3 klaviertoets om G3 als
splitspunt in te stellen.
5
Probeer nu iets op het toetsenbord te spelen.
Aan elke klaviertoets vanaf F
3 en lager is de
PIZZICATO GM toon toegewezen, terwijl aan elke
klaviertoets vanaf G3 en hoger de STRINGS 1 toon is
toegewezen.
6
Druk nogmaals op de SPLIT toets om het
toetsenbord te ontsplitsen en hem terug in de
normale staat te brengen.
OPMERKING
Door splitsing in te schakelen wordt het op dat moment
geselecteerde deel overgeschakeld naar Deel 3 en wordt
de splitstoon aangegeven. Op dat moment kunt u de
[̇] en [̈] CURSOR toetsen gebruiken om over te
schakelen tussen de verschillende delen. Door de
splitsfunctie uit te schakelen wordt teruggegaan naar
Deel 1.
De hoofdtoon klinkt via kanaal 1 terwijl de gelaagde toon
via kanaal 3 weergegeven wordt. De mixer kan tevens
gebruikt worden om de instellingen voor toon en volume
van deze kanalen te veranderen.
Merk op dat het splitsen niet mogelijk is tijdens de
opnamestandbyfunctie of tijdens opnemen met de
melodiegeheugenfunctie of wanneer u de SMF
spelerfunctie aan het gebruiken bent.
Wanneer de MODE schakelaar ingesteld is op CASIO
CHORD of FINGERED, is het bereik van het
begeleidingstoetsenbord ingesteld in overeenkomst met
het splitspunt dat u met de bovenstaande procedure
specificeerde.
Pizz
_
G
Instellingen van het keyboard
735A-D-077A
G3
Hoofdtoon (STRINGS 1)
Splitspunt
Splitstoon
(PIZZICATO GM)
Aco .B
_
sG
Ingestelde splitstoon Brandt
WK3000_d_74-88.p65 03.10.8, 3:10 PM75
D-76
Splitsen van het toetsenbord en
daarna het lagen van tonen
1
Druk op de TONE toets en voer daarna het
toonnummer van de hoofdtoon in.
Voorbeeld: Om 361 BRASS GM als de hoofdtoon in te
stellen.
2
Druk op de SPLIT toets en voer daarna het nummer
van de splitstoon in.
Voorbeeld: Om 345 PIZZICATO GM als de splitstoon
in te stellen.
Druk na instellen van de splitstoon op de SPLIT toets
om het toetsenbord te ontsplitsen.
3
Druk op de LAYER toets en voer daarna het nummer
van de laagtoon in.
Voorbeeld: Om 360 FRENCH HORN GM als de
gelaagde toon in te stellen.
4
Druk op de SPLIT toets of de LAYER toets zodat
zowel de splits- (SPLIT) als de laagindicator (LAYER)
op de display staan.
Gebruik van lagen en splitsen
tegelijkertijd
Lagen en splitsen kunnen tegelijkertijd gebruikt worden om
een gelaagd splitstoetsenbord te verkrijgen. Er is geen verschil
tussen eerst gelaagde tonen creëren en vervolgens het
toetsenbord splitsen en deze handelingen in omgekeerde
volgorde doen. Als lagen en splitsen tegelijkertijd gebruikt
worden, zullen twee tonen (hoofdtoon + gelaagde toon) aan
het hoge bereik van het toetsenbord en twee aan het lage
bereik (splitstoon en gelaagde splitstoon) toegewezen
worden.
GELAAGD EN GESPLITST
Brass
_
G
735A-D-078A
Instellingen van het keyboard
Pizz
_
G
Fr .HornG
LAYERSPLIT
[+]
/
[]
TONE
TRANSPOSE/FUNCTION
Splitstone (PIZZICATO GM)
+
Gallagde splitstoon
(STRINGS 1)
Hoofdtoon (BRASS GM)
+
Gelaagde toon
(FRENCH HORN GM)
Splitspunt
WK3000_d_74-88.p65 03.10.8, 3:10 PM76
D-77
735A-D-079A
Instellingen van het keyboard
Transpositie van het keyboard
Transpositie laat u de sleutel van het gehele toetsenbord
verhogen en verlagen in semitoon (halve toon) eenheden. Als
u een begeleiding wilt spelen voor een zanger die in een
andere sleutel zingt dan het keyboard bijvoorbeeld, kunt u
eenvoudigweg de sleutel van het keyboard veranderen met
de transponeerfunctie.
Transponeren van het keyboard
1
Druk op de TRANSPOSE/FUNCTION toets.
Hierdoor verschijnt een aanwijzer in de display naast
TRANSPOSE/FUNCTION en wordt het transponeer
instelscherm getoond.
2
Gebruik de [+] en [] toetsen om de transponeerinstelling
van het toetsenbord te veranderen
.
Voorbeeld: Met vijf halve tonen omhoog transponeren
van het toetsenbord.
.
Door op de TRANSPOSE/FUNCTION toets te
drukken wordt het transponeerscherm verlaten.
OPMERKING
Het toetsenbord kan binnen een bereik van 24 (twee
octaven lager) tot +24 (twee octaven hoger) worden
getransponeerd.
De transponeerinstelling heeft ook invloed op de
weergave van het melodiegeheugen en de automatische
begeleiding.
Het toegestane toonhoogtebereik waarbinnen u kunt
transponeren hangt af van de toon die u gaat gebruiken.
Als door het transponeren een noot voor de gebruikte
toon buiten het toonhoogtebereik komt te vallen, dan
zal het keyboard dezelfde noot automatisch spelen voor
de dichtstbijzijnde octaaf die wel binnen het
toonhoogtebereik valt van de toon die u gebruikt.
5
Voer het nummer van de gelaagde splitstoon in.
Voorbeeld: Om de 348 STRINGS 1 toon in te stellen,
voert u 3, 4 en 8 in.
6
Druk terwijl u de SPLIT toets ingedrukt houdt op
de klaviertoets waar u de laagste noot (de meest
linker toets) wilt hebben van het hoge bereik (bereik
aan de rechter kant).
7
Probeer nu iets op het toetsenbord te spelen.
Druk nogmaals op de LAYER toets om de tonen te
ontlagen en druk nogmaals op de SPLIT toets om
het toetsenbord te ontsplitsen.
OPMERKING
Door lagen + splitsen in te schakelen wordt het op dat
moment geselecteerde deel overgeschakeld naar Deel
4 en wordt de gelaagde toon aangegeven. Op dat
moment kunt u de [̇] en [̈] CURSOR toetsen
gebruiken om tussen de verschillende delen over te
schakelen. Door lagen uit te schakelen wordt
teruggegaan naar deel 3, terwijl door uitschakelen van
splitsing terug wordt gegaan naar deel 2. Door zowel
lagen als splitsing uit te schakelen wordt teruggekeerd
naar Deel 1.
De hoofdtoon klinkt via kanaal 1, de gelaagde toon via
kanaal 2, de spitstoon via kanaal 3 en de gelaagde
splitstoon via kanaal 4. De mixer kan tevens gebruikt
worden om de instellingen voor toon en volume van deze
kanalen te veranderen.
St r in s1
g
Trans.
Trans.
WK3000_d_74-88.p65 03.10.8, 3:10 PM77
D-78
Stemmen van het keyboard
Met deze functie kunt u het keyboard fijnstemmen zodat hij
overeenkomt met hoe andere muziekinstrumenten gestemd
zijn.
Stemmen van het keyboard
1
Druk op de TRANSPOSE/FUNCTION toets.
2
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om het
stemscherm te verkrijgen.
3
Verander de steminstelling van het keyboard m.b.v.
de [+] en [] toetsen.
Voorbeeld: Om de steminstelling met 20 te verlagen.
Door op de TRANSPOSE/FUNCTION toets te
drukken wordt het transponeerscherm verlaten.
OPMERKING
Het keyboard kan binnen een bereik van 99 tot +99
cent gestemd worden.
*100 cent komt overeen met een halftoon.
De steminstelling heeft ook invloed op de weergave van
het melodiegeheugen en de automatische begeleiding.
Tune
Tune
735A-D-080A
Instellingen van het keyboard
Gebruik van aanslagvolume
Bij inschakelen van aanslagvolume hangt het relatieve
volume van het geluid van het keyboard af van de kracht die
er op de klaviertoetsen uitgeoefend wordt, precies zoals bij
een akoestische piano.
In- en uitschakelen van aanslagvolume
1
Druk op de TRANSPOSE/FUNCTION toets.
Hierdoor verschijnt een aanwijzer in de display naast
TRANSPOSE/FUNCTION.
2
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om het
aanslagvolume instelscherm te verkrijgen.
3
Gebruik de [+] en [] toetsen om het gevoeligheidsniveau
van aanslagvolume in te stellen
.
•“1 geeft een krachtig geluid weer zelfs bij een lichte
aanraking van de klaviertoetsen terwijl bij 3 een
harde aanslag nodig is om een krachtig geluid voort
te brengen.
Door op hetzelfde moment op [+] en [] te drukken
wordt de gevoeligheid teruggesteld op de 2
instelling.
Bij selectie van oFF (uit), verandert de toon niet
ongeacht de druk die uitgeoefend wordt op de
klaviertoetsen.
OPMERKING
Aanslagvolume heeft niet enkel invloed op de interne
klankbron van het keyboard maar wordt tevens als MIDI
data afgegeven.
Melodiegeheugenweergave, begeleiding en externe
MIDI nootdata hebben geen invloed op de
aanslagvolume-instelling.
Touch
[+]
/
[]
TRANSPOSE/FUNCTION CURSOR
WK3000_d_74-88.p65 03.10.8, 3:10 PM78
D-79
Veranderen van andere instellingen
Insteltypes
De tabel hieronder toont de parameters waarvan u de instellingen kunt veranderen.
Instelmenu
Transponeren
(Trans.)
Automatisch harmonisatie
(AutoHarm)
Aanslagvolume
(Touch)
Toonschaal/stemmen
(Tune)
Display
(Contrast)
Pedaal
(Jack)
Mixer vasthouden
(MixHold)
DSP vasthouden
(DSP Hold)
MIDI
(MIDI)
Wissen/Terugstellen
(Del/Init)
Pagina
D-77
D-82
D-78
D-78
D-82
D-82
D-82
D-82
D-82
D-83
Omschrijving
Bijregelen van de algehele toonschaal van het keyboard in stappen van een halve toon.
Selecteert het automatisch harmonisatietype.
Specificatie hoe geluid moet veranderen met de aanslagdruk op de klaviertoetsen.
Fijninstelling van de algehele toonschaal van het keyboard.
Stelt de helderheid van de display in.
Wijst effecten toe aan pedalen.
Schakelt het aanhouden van de mixer aan of uit.
Schakelt het aanhouden DSP aan of uit.
MIDI instellingen
Terugstellen van alle instellingen op hun oorspronkelijke fabrieksinstellingen (default)
of om bepaalde instellingen terug te stellen of gebruikersritmes te wissen.
735A-D-081A
Instellingen van het keyboard
OPMERKING
De bovenstaande instellingen worden alle opgeslagen wanneer u het keyboard uitschakelt. Zie Geheugeninhoud op pagina
D-18 voor details.
MIDI instellingen en wis/terugstel instellingen worden uitgeschakeld terwijl u de SMF speler- of de melodiegeheugenfunctie
aan het gebruiken bent.
WK3000_d_74-88.p65 03.10.8, 3:10 PM79
D-80
Gebruiken van het toetsenbordinstelmenu
1
Druk op de TRANSPOSE/FUNCTION toets.
Hierdoor verschijnt een aanwijzer in de display naast TRANSPOSE/FUNCTION.
2
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen en de [̆] en [̄] CURSOR toetsen om de items op te roepen waarvan u
de instellingen wilt veranderen.
735A-D-082A
Instellingen van het keyboard
Toonselectiescherm
*
MIDI
instelling
Instelling
wissen
Terugstellen
instelling
[̇]
[̈]
[̇]
[̈]
[̇]
[̈]
[̇]
[̈]
[̇]
[̈]
[̇]
[̇]
[̈]
[̇]
[̈]
[̈]
[̇]
[̈]
[̇]
[̈]
[̇]
[̈]
[̇]
[̈]
[̇]
[̈]
[̇]
[̈]
[̇]
[̈]
TRANSPOSE/FUNCTION toets
[̄]
[̆]
[̄]
[̄]
[̆]
[̆]
EXIT toets
[̆] : [̆] CURSOR toets
[̄] : [̄] CURSOR toets
[̇] : [̇] CURSOR toets
[̈] : [̈] CURSOR toets
*
TRANSPOSE/FUNCTION
toets
WK3000_d_74-88.p65 03.10.8, 3:10 PM80
D-81
735A-D-083A
3
Gebruik de [+] en [] toetsen of de cijfertoetsen om de waarden te veranderen.
Instellingen die u maakt worden uitgeoefend zelfs als u niet op de EXIT toets drukt.
Zie het volgende hoofdstuk met als titel Instelmenu items voor details aangaande elke instelling.
Druk na het maken van de gewenste instellingen op de TRANSPOSE/FUNCTION toets of op de EXIT toets om terug te
keren naar het toon- of het ritmekeuzescherm.
Bij uitvoeren van een wis- of terugstelprocedure
4
Druk op de YES toets.
Hierdoor worden het gebruikersgebiednummer en de datanaam van de data uitgewist.
De waarde van de datagrootte stellen eenheden in kilobytes voor.
5
Gebruik nu de cijfertoetsen, of de [+] (verhogen) en [] (verlagen) toetsen om de gewenste data te selecteren.
6
Druk op de [̄] CURSOR toets.
Hierdoor verschijnt de boodschap Sure? (bent u er zeker van?) om te bevestigen dat u terugstel- of wisbewerking
inderdaad wilt uitvoeren.
7
Druk op de YES toets om de bewerking te voltooien.
Hierdoor wordt een wis- of terugstelprocedure uitgevoerd en teruggekeerd naar het scherm in stap 5.
8
Druk na het maken van de gewenste instellingen op de TRANSPOSE/FUNCTION toets of de EXIT toets om terug
te gaan naar het toon- of ritme selectiescherm.
BELANGRIJK!
Het kan langer dan een minuut duren om de procedure voor het wissen of terugstellen uit te voeren nadat u op de YES toets
drukte in stap 7 hierboven. De boodschap Pls Wait (wachten a.u.b.) blijft in de display om aan te geven dat de betreffende
procedure wordt uitgevoerd. Probeer nooit een andere bedieningshandeling uit te voeren terwijl Pls Wait wordt aangegeven.
Het uitvoeren van een bedieningshandeling op dat moment kan schade toebrengen aan het geheugen van het keyboard
waardoor deze mogelijk niet meer goed kan werken.
Instellingen van het keyboard
TRANSPOSE/FUNCTION CURSOR
Number buttons
[+]
/
[]
YES/NO
EXIT
Cijfertoetsen
WK3000_d_74-88.p65 03.10.8, 3:10 PM81
D-82
Type
(Parameternaam)
Duet1
Duet2
Country
Octaaf
5th (kwint)
3-Way Open
(3-weg geopend)
3-Way Close
(3-weg gesloten)
Strings
(snaarinstrumenten)
Block (blok)
Big Band
Beschrijving
Voegt een 1-deel harmonie toe aan spelen op het toetsenbord.
Voegt een 1-deel harmonie toe aan spelen op het toetsenbord. Duet2 harmonie is opener dan Duet1.
Voegt een country & western harmonie toe aan spelen op het toetsenbord.
Voegt noten toe die één octaaf lager zijn dan de op het toetsenbord gespeelde noten.
Voegt kwints toe aan de op het toetsenbord gespeelde noten.
Voegt twee open harmoniedelen toe aan de op het toetsenbord gespeelde noten (waardoor dus
een drie-delen harmonie worden gecreëerd).
Voegt twee gesloten harmoniedelen toe aan de op het toetsenbord gespeelde noten (waardoor dus
een drie-delen harmonie worden gecreëerd).
Voegt een harmonie toe die geschikt is voor snaarinstrumenten
.
Voegt blokakkoordnoten toe.
Voegt een harmonie toe die geschikt is voor big band weergave
.
No.
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
735A-D-084A
Instellingen van het keyboard
Instelmenu items
{
Automatische harmonisatietypes
U kunt selecteren uit 10 verschillende types automatische harmonisatie zoals hieronder beschreven.
{
MIDI instellingen
Omschrijving
Specificeer het zendkanaal voor weergave van de hoofdtoon.
Specificeert of MIDI noot aan boodschappen binnen het
begeleidingsbereik ontvangen vanaf een extern toestel geïnterpreteerd
moeten worden als automatische begeleidingsakkoorden.
Specificeert of de automatisch begeleiding of het melodiegeheugen
van dit keyboard als MIDI boodschappen worden verzonden.
Specificeert of het keyboard de delen dient weer te geven die er op
worden gespeeld.
Specifeert de maximale verandering in een toon die uitgeoefend kan
worden m.b.v. de PITCH BEND toonhoogtedraairegelaar. Het
instelbereik loopt van 00 (geen verandering) tot en met 12 (12 halftonen)
.
Instelmenu
Toetsenbordkanaal
(Keybd Ch)
MIDI ingangssignaal
akkoord- beoordeling
(Chord)
Begeleiding/melodie MIDI
uitgangssignaal (Ac/SgOut)
Lokale bediening instelling
(Local)
Toonhoogtebuigbereik
(Bend)
Bereik
01 to 16
Aan/uit
on/oFF
Aan/uit
(on/oFF)
Aan/uit
(on/oFF)
00 tot en met 12
Default
01
Uit
(oFF)
Uit
(oFF)
Aan
(on)
12
Omschrijving
Regelt het display contrast.
Wijst het aanhoudpedaaleffect toe aan een pedaal.
Wijst het sostenutopedaaleffect toe aan een pedaal.
Wijst het zachte pedaaleffect toe aan een pedaal.
Wijst de START/STOP toetsfunctie toe aan een pedaal.
Wanneer de mixer aanhoudfunctie ingeschakeld is kunnen de
parameters van de begeleidingsdelen (Deel 6 tot en met Deel 10)
niet veranderd worden door de begeleideidingsdata.
on (aan): De huidige instelling van de DSP lijn wordt aangehouden
zelfs wanneer de toon verandert.
oFF (uit): Door van toon te veranderen wordt de DSP lijninstelling
overgeschakeld naar de nieuwe toon.
Instelmenu
Contrast
(Contrast)
Toewijsbare
aansluiting
(Jack)
Mixer aanhouden
(MixHold)
DSP
aanhouden
(DSP Hold)
Bereik
00 a 15
SUS
SoS
SFt
rhy
on/oFF (aan/uit)
on/oFF (aan/uit)
Default
07
SUS
oFF (uit)
oFF (uit)
{
Andere instellingen
WK3000_d_74-88.p65 03.10.8, 3:10 PM82
D-83
{
Delete/Initialize Settings
Omschrijving
Wist de geselecteerde SMF data.
Wist de geselecteerde gebruikersritmedata.
Wist de geselecteerde gebruikerstoondata.
Stelt de parameters terug die toegewezen zijn door de mixer of
door invoer van een externe sequencer.
Stelt alle parameters terug behalve die voor de
displaycontrastinstelling.
Stelt terug op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen (default).
Wist alle data in het gebruikersgebied.
Instelmenu
SMF wissen
Wissen van gebruikersritmes
Wissen van gebruikerstonen
Mixer terugstellen
(InitMix?)
Parameter terugstellen
(InitPar?)
Systeem terugstellen
(InitSys?)
Bereik
Default
735A-D-085A
Instellingen van het keyboard
WK3000_d_74-88.p65 03.10.8, 3:10 PM83
D-84
Gebruik van de SMF speler
De letters SMF vormen de afkorting van Standard MIDI File (standaard MIDI bestand), hetgeen een bestandformaat is dat het
delen van MIDI data tussen de verschillende software en sequencers mogelijk maakt. Er zijn in feite drie SMF formaten, genaamd
SMF 0, SMF 1, en SMF 2. Dit keyboard ondersteunt het SMF 0 formaat, welk op het moment het meest gebruikte formaat is en dus
verwijzen alle uitspraken over SMF data in deze gebruiksaanwijzing naar SMF 0 formaat data.
Muzikale data van het SMF formaat kunnen worden opgeslagen in het ingbeouwde flash-geheugen van het keyboard. Data die
opgeslagen liggen in het flash-geheugen kunnen worden weergegeven m.b.v. de SMF spelerfunctie. U kunt ook SMF data laden
vanaf een SmartMedia kaart of een floppy diskette naar het gebruikersgebied van het keyboard en vervolgens weergeven via de
SMF spelerfunctie. Hieronder wordt vermeld hoeveel bestanden er maximaal kunnen worden opgeslagen op elk type medium.
Flash-geheugen: 200 bestanden*
SmartMedia kaart: 255 bestanden*
Floppy diskette (alleen model WK-3500): 112 (2DD diskette)* of 224 (2HD diskette) bestanden*
* Merk op dat het aantal bestanden dat u in het geheugen kunt opslaan ook afhangt van de grootte van elk bestand. Zijn uw
bestanden erg groot dan kan het voorkomen dat u er minder kunt opslaan dan wat er hier boven wordt vermeld.
BELANGRIJK!
Merk op dat CASIO COMPUTER CO., LTD. niet aansprakelijk gesteld kan worden voor het verlies van data die opgeslagen
ligt in het flash-geheugen, op de SmartMedia kaart of op de floppy diskette (alleen bij model WK-3500).
735A-D-086A
WK3000_d_74-88.p65 03.10.8, 3:10 PM84
D-85
SMF spelerfunctie bedieningsstroomdiagram
[
̇
], [
]
Selecteer de bestandnaam.
Selecteer het meespeeldeel.
Selecteer de weergavefunctie
Selecteer de muziek
Selecteer de uitgangsfunctie
S 1 ABC1
Weergavefunctie + bestandnaam
04 ABC1 Deelnummer + bestandnaam
Foutlezing (andere foutlezingen kunnen ook plaatsvinden.)
Data is SMF maar niet SMF0
Data is niet van het juiste SMF formaat
Err Not SMF0 SMF0 foutlezing verschijnt
Err WrongDat Data foutlezing verschijnt
01
Key Ch
Deelnummer
04
Key Ch
Deelnummer
16
Key Ch
Deelnummer
S 1
PlayMode
Weergavefunctie
S L
PlayMode
Weergavefunctie
A 1
PlayMode
Weergavefunctie
A L
PlayMode
Weergavefunctie
int
Output
OUTPUT
out
Output
OUTPUT
S 1 ABC2
Weergavefunctie + bestandnaam
S 1 ABC3
Weergavefunctie + bestandnaam
[
̈
], [+]
[
̇
], [
][
̈
], [+]
[
̇
], [
][
̈
], [+]
[
̇
], [
][
̈
], [+]
[
̇
], [
][
̈
], [+]
[
̇
], [
][
̈
], [+] toets
[
̇
], [
][
̈
], [+]
[
̇
], [
][
̈
], [+]
Directe invoer d.m.v. cijfertoetsen is ook mogelijk.
EXIT toets
START/STOP toets
START/STOP toets
START/STOP toets
EXIT toets
EXIT toets
EXIT toets
EXIT toets,
[̆][̄]
[̆]
[̄]
[̆]
[̄]
START/STOP toets
Weergave gestopt.
START/STOP toets,
weergave voltooid
[̆] : [̆] CURSOR toets
[̄] : [̄] CURSOR toets
[̇] : [̇] CURSOR toets
[̈] : [̈] CURSOR toets
OPMARKING
U kunt de
[
̈
]-, [
̇
]-, [
+
]
en
[
]
toetsen gebruiken om SMF
weergave te regelen.
*
SMF spelerindicator gaat branden.
Selecteer het medium.
EXIT
toets
[̆]
[̆
]*
Toon/ritme selectiescherm
SMF PLAYER
toets
SMF PLAYER toets
735A-D-087A
Gebruik van de SMF speler
WK3000_d_74-88.p65 03.10.8, 3:10 PM85
D-86
735A-D-088A
Gebruik van de SMF speler
Weergave van een SMF
Merk op dat de eerste stap die u moet uitvoeren in de
onderstaande procedure afhangt van of u weergeeft van het
flash-geheugen, vanaf een SmartMedia kaart of vanaf een
floppy diskette (alleen bij model WK-3500).
VOORBEREIDINGEN
SmartMedia kaart
Steek de SmartMedia kaart die de data bevat die u
wilt weergeven in de kaartgleuf van het keyboard.
Floppy diskette (alleen bij model WK-3500)
Steek de floppy diskette die de data bevat die u wilt
weergeven in de floppy diskdrive van het keyboard.
BELANGRIJK!
Verwijder nooit de SmartMedia kaart uit de kaartgleuf
en schakel het keyboard nooit uit terwijl er toegang wordt
verkregen naar de kaartdata door de opslag-, lees- of
wisfunctie. Dit kan namelijk de data op de SmartMedia
kaart en zelfs de kaartgleuf zelf beschadigen.
Voordat u een diskette uitwerpt dient u altijd eerst te
controleren dat de toegangsindicator niet brandt of
knippert. Als de toegangsindicator brandt of knippert
betekent dit dat het keyboard bezig is data te lezen of te
schrijven. Wanneer een diskette wordt uitgeworpen
terwijl er toegang verschaft wordt tot de data erop, kan
deze data beschadigen en onbruikbaar maken.
Internal
Een SMF weergeven
Flash-geheugen
2
-1
Gebruik de SMF PLAYER toets om de Internal indicator
op het tekstgedeelte van het scherm te verkrijgen
.
Hierdoor verschijnt de SMF PLAYER indicator
in de display.
SmartMedia kaart
2
-2
Steek de SmartMedia kaart die de data bevat die
u wilt weergeven in de kaartgleuf van het
keyboard. Gebruik de SMF PLAYER toets om de
Card (kaart) indicator in het tekstgedeelte van
het scherm te verkrijgen.
Hierdoor verschijnt de SMF PLAYER indicator in
de display.
Floppy diskette (alleen model WK-3500)
2
-3
Steek de floppy diskette die de data bevat die u
wilt weergeven in de floppy diskdrive van het
keyboard. Gebruik de SMF PLAYER toets om de
Disk (diskette) indicator in het tekstgedeelte van
het scherm te verkrijgen.
Hierdoor verschijnt de SMF PLAYER indicator in
de display.
3
Druk op de [̄] CURSOR toets om het
bestandselectiescherm te verkrijgen.
SMF bestanden zijn die bestanden die eindigen met
de extensie MID. Er verschijnt een foutlezing
wanneer er zich op dat moment geen SMF bestanden
in het flash-geheugen bevinden.
1
Merk op dat wat u eerst moet doen afhangt van of
u weergeeft van het flash-geheugen, vanaf een
SmartMedia kaart of vanaf een floppy diskette.
SMF PLAYER CURSOR
EXIT
START/STOPACCOMP VOLUME
Number buttons
[+]
/
[]
Cijfertoetsen
WK3000_d_74-88.p65 03.10.8, 3:10 PM86
D-87
Configureren van andere instellingen
Andere instellingen configureren
1
Selecteer het bestand dat u wilt weergeven.
Voer de stappen 1 en 3 uit onder Een SMF weer
geven om een bestand te selecteren.
2
Druk op de [̄] CURSOR toets om een scherm te
tonen voor het selecteren van het deel dat u wilt
spelen op het toetsenbord (meespeeldeel).
Gebruik de [̇] and [̈] CURSOR toetsen of de [+] en
[] toetsen om het meespeeldeel te selecteren.
U kunt het deel (het meespeeldeel) dat u op het
toetsenbord wilt spelen specificeren als een waarde
binnen het bereik lopende van 1 tot en met 16.
Schakel na het specificeren van het deel het kanaal
uit dat correspondeert met het meespeeldeel dat u
selecteerde. Zie In- en uitschakelen van kanalen op
pagina D-47 voor nadere informatie. Door deze stap
uit te voeren wordt het betreffende deel uitgeschakeld
zodat u dat deel op het toetsenbord kunt meespelen
met de rest van de SMF weergave.
OPMERKING
Door de SMF spelerfunctie in te schakelen worden alle
delen teruggesteld doordat alle mixerfunctie kanalen
ingeschakeld worden.
3
Druk op de [̄] CURSOR toets om het
weergavefunctie selectiescherm te verkrijgen.
Gebruik de [̇] and [̈] CURSOR buttons or the
[+] and [] CURSOR toetsen of de [+] en []toetsen
om de weergavefunctie te selecteren.
U kunt selecteren uit de volgende vier
weergavefuncties.
S1 : Eén bestand, éénmalig
SL : Eén bestand, herhaaldelijk
A1 : Alle bestanden, éénmalig
AL : Alle bestanden, herhaaldelijk
4
Druk op de [̄] CURSOR toets om het
uitgangsfunctie selectiescherm te verkrijgen.
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen of de [+] en
[] toetsen om de uitgangsfunctie te selecteren.
U kunt selecteren uit de volgende twee uitgangstypes.
int (intern) : Ingebouwde luidsprekers van het keyboard
out (extern) : MIDI OUT
OPMERKING
Lagen, splitsen, en automatisch harmonisatie worden
automatisch uitgeschakeld tijdens de SMF spelerfunctie.
735A-D-089A
Gebruik van de SMF speler
4
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen of de [+]
en [] toetsen om het bestand te selecteren dat u
wilt spelen.
De naam van het op dat moment geselecteerde
bestand verschijnt in het tekstgedeelte van de display.
De weergavefunctie wordt getoond in het
nummergedeelte van de display. Het tempo/maat
gedeelte van de display toont de grootte van het
bestand in kilobytes.
5
Druk op de START/STOP toets
Hierdoor wordt de weergave van het geselecteerde
bestand gestart.
Het nummergedeelte van de display toont het
nummer van het deel dat met de hand op het
toetsenbord moet worden gespeeld.
U kunt de TEMPO toetsen gebruiken om het tempo
bij te stellen binnen het bereik van 30 tot en met 255.
U kunt de kanalen 1 tot en met 16 in- en uitschakelen
ongeacht of de bestandweergave plaatsvindt of
gestopt is. Zie In- en uitschakelen van kanalen op
pagina D-47 voor nadere informatie.
6
Druk nogmaals op de START/STOP toets om de
bestandweergave te stoppen.
Bijstellen van het SMF weergavevolume
De volgende procedure beschrijft hoe u het algehele volume
van de SMF dataweergave kunt regelen. U kunt het volume
bijstellen terwijl de weergave gestopt is of terwijl deze aan
de gang is.
1
Druk op de ACCOMP VOLUME toets.
Hierdoor verschijnt de SMF Vol. indicator in de
display samen met een waarde die de huidige SMF
volume instelling aangeeft.
2
Gebruik de [+] en [] toetsen om het SMF volume
bij te stellen.
U kunt een instelling specificeren binnen het bereik
lopend van 000 (minimum) tot en met 127
(maximum).
Door [+] en [] tegelijkertijd in te drukken keert de
SMF volume instelling terug naar 100.
Merk op dat deze instelling geen invloed heeft op het
volume van de noten die u op het keyboard speelt.
WK3000_d_74-88.p65 03.10.8, 3:10 PM87
D-88
SMF speler foutlezingen
Het volgende beschrijft wat u moet doen wanneer een foutlezing verschijnt tijdens de SMF spelerfunctie.
735A-D-090A
Gebruik van de SMF speler
Gebruik uitsluitend Format 0 SMF data.
Gebruik andere data.
U probeert SMF data te spelen die niet volgens
Format 0 zijn.
Er is een probleem met de SMF data die u
probeert af te spelen of de data is beschadigd.
Err Not SMF0
Err WrongDat
Foutlezing Oorzaak
Maatregel
WK3000_d_74-88.p65 03.10.8, 3:10 PM88
D-89
735A-D-091A
MIDI
Wat is MIDI?
MIDI is een afkorting van Musical Instrument Digital
Interface, wat de Engelse naam is voor de wereldstandaard
voor digitale signalen en aansluitingen die het uitwisselen
van muziekdata mogelijk maakt tussen muziekinstrumenten
en computers (toestellen) die door verschillende fabrikanten
gemaakt zijn. MIDI aangepaste apparatuur kan
boodschappen als drukken op en loslaten van klaviertoetsen,
toonveranderingen en andere data uitwisselen.
Hoewel u niet over speciale kennis over MIDI hoeft te
beschikken om dit toestel op zichzelf te gebruiken, is het
nodig enige kennis te hebben om MIDI bediening uit te
voeren. Dit hoofdstuk geeft u een overzicht van MIDI zodat
u voorlopig uit de voeten kunt.
MIDI aansluitingen
MIDI boodschappen worden verzonden via de MIDI OUT
aansluiting van het ene naar de MIDI IN aansluiting van een
tweede toestel via een MIDI kabel. Om bijvoorbeeld een
boodschap van dit keyboard naar een ander toestel te
verzenden dient u met een MIDI kabel de MIDI OUT
aansluiting van dit toestel aan te sluiten op de MIDI IN
aansluiting van het andere toestel. Om nu MIDI
boodschappen terug te zenden naar dit keyboard dient u de
MIDI OUT aansluiting van het andere toestel m.b.v. een MIDI
kabel aan te sluiten op de MIDI IN aansluiting van dit
keyboard.
Om een computer of ander MIDI toestel te gebruiken om met
dit keyboard geproduceerde MIDI data op te nemen en weer
te geven dient u zowel de MIDI IN als de MIDI OUT
aansluitingen van beide toestellen aan te sluiten om data te
zenden en te ontvangen.
Als een MIDI THRU functie die meegeleverd is met deze
software gerund wordt op een aangesloten computer of op
een ander MIDI toestel, zorg er dan voor de Lokale
besturings instelling van dit keyboard uit te schakelen; uit
(page D-82).
MIDI kanalen
Met MIDI kunt u de data voor meerdere gedeelten op
hetzelfde moment zenden, waarbij elk gedeelte via een
afzonderlijk MIDI kanaal verzonden wordt. Er zijn 16 MIDI
kanalen, 1 tot en met 16, en MIDI kanaaldata wordt altijd
bijgesloten bij het uitwisselen van data (indrukken
klaviertoets, toonhoogteregeling, enz.).
Zowel het zendende als het ontvangende toestel dienen op
hetzelfde kanaal ingesteld te zijn opdat het ontvangsttoestel
de data correct ontvangt en speelt. Als het ontvangsttoestel
bijvoorbeeld op kanaal 2 is ingesteld, zal hij slechts MIDI
kanaal 2 data ontvangen maar alle andere kanalen worden
genegeerd.
Dit keyboard is voorzien van meervoudige klankkleurcapaciteiten
hetgeen inhoudt dat hij boodschappen kan ontvangen via alle 16
MIDI kanalen en 16 onderdelen tegelijkertijd kan weergeven. De
instellingen voor toon en volume bij elk kanaal kunnen ingesteld
worden met de keyboards mixer of met een uitwendige bron die
de nodige MIDI controleboodschappen zendt
.
Bediening van het toetsenbord bij dit keyboard worden
verzonden door een MIDI kanaal (1 16) in te stellen en
vervolgens de juiste boodschap te verzenden.
Algemene MIDI
Algemene MIDI standaardiseert MIDI data voor alle
klankbron types ongeacht fabrikaat. Algemene MIDI schrijft
factoren voor als toonnummersysteem, drumklanken en de
verkrijgbare MIDI kanalen voor alle klankbronnen. Deze
standaard maakt het mogelijk dat alle MIDI apparatuur
dezelfde nuances reproduceren bij het afspelen van algemene
MIDI data, ongeacht de fabrikant van de klankbron.
Dit keyboard ondersteunt algemene MIDI zodat het gebruikt
kan worden voor de weergave van in de handel verkrijgbare
voorbespeelde algemene MIDI data en algemene MIDI data
die ernaar gezonden wordt met een persoonlijke computer.
Zie de Toonlijst op pagina A-1 voor details over de tonen
die beschikbaar zijn bij de GM tonen genummerd 000 tot en
met 127.
MIDI IN MIDI OUT
MIDI IN MIDI OUT
Computer, enz.
WK3000_d_89-105.p65 03.10.8, 3:10 PM89
D-90
Zenden en ontvangen van MIDI
boodschappen
Dit keyboard kan noten die u op het toetsenbord speelt
alsmede automatische begeleidingen en
melodiegeheugenweergave zenden als MIDI booschappen
naar een ander toestel.
MIDI zenddata
Toetsenbordspel
Elk toetsenborddeel (kanalen 1 4) kan verzonden worden
via haar eigen afzonderlijke MIDI kanaal. Wanneer
automatische harmonisatie ingeschakeld is, kunnen
harmonisatienoten tevens verzonden worden via elk
afzonderlijk MIDI kanaal.
Automatische begeleidingsweergave of
melodiegeheugenweergave
Elk begeleidingsdeel wordt verzonden via haar eigen MIDI
kanaal. De Accomp/Song MIDI Out (Begeleiding/melodie
MIDI uitgang) parameter (pagina D-82) wordt gebruikt om
te specificeren of een deel is verzonden.
MIDI boodschap ontvangen
Multikanalen ontvangst
De 16 mixerdelen kunnen worden gebruikt om data
tegelijkertijd te ontvangen via 16 MIDI boodschapkanalen.
Akkoordveranderingen bij gebruik van automatische
begeleiding
MIDI boodschappen die ontvangen worden via een extern
toestel kunnen geïnterpreteerd worden als
akkoordveranderingen zoals gespecificeerd door het
automatische begeleidingssysteem van dit keyboard. Gebruik
de MIDI ingangssignaal akkoordbeoordelingsparameter
(MIDI In Chord Judge) (pagina D-82) om deze eigenschap in
en uit te schakelen.
Zie de MIDI implementatiekaart aan de achterkant van deze
gebruiksaanwijzing voor meer informatie betreffende elke
MIDI boodschap.
735A-D-092A
MIDI
MIDI instellingen
U kunt de instellingen van een aantal parameters veranderen
die regelen hoe MIDI boodschappen worden verzonden en
ontvangen.
MIDI parameters
U kunt de parameterinstelprocedure (pagina D-80) gebruiken
om de instellingen te veranderen van de MIDI parameters
die hieronder worden beschreven. Zie paginas D-80 tot en
met D-83 voor details aangaande het instelmenu en de
instelprocedure.
MIDI ingangssignaal akkoordbeoordeling
(MIDI In Chord Judge)
Deze parameter bepaalt of via een extern toestel ontvangen
nootdata geinterpreteerd dienen te worden als een
akkoordvingerzetting van de automatische begeleiding.
Schakel deze parameter in als u automatische
begeleidingsakkoorden vanaf een computer of ander extern
toestel wilt regelen.
(Aan) on: Hierdoor worden via de MIDI IN aansluiting
binnenkomende nootdata geïnterpreteerd als
akkoordvingerzettingen voor de automatische
begeleiding. Het door het keyboardkanaal
gespecificeerde kanaal wordt gebruikt voor het
specificeren van akkoorden.
(Uit) oFF:
Schakelt de MIDI ingangssignaal akkoordbeoordeling
(MIDI In Chord Judge) uit
.
Accompaniment/Song MIDI Out
(Begeleiding/melodie MIDI uitgang)
Schakel deze parameter uit wanneer u de automatisch bege-
leiding of het melodiegeheugen wilt weergeven via de klank-
bron van een extern toestel.
(Aan) on: Geeft de automatisch begeleiding of het
melodiegeheugen weer als MIDI boodschappen
via de MIDI OUT uitgangsaansluiting van het
keyboard.
(Uit) oFF: Geeft de automatisch begeleiding of het
melodiegeheugen niet weer.
OPMERKING
Breng een bezoek aan de CASIO website voor details
over de MIDI specificaties.
http://world.casio.com
WK3000_d_89-105.p65 03.10.8, 3:10 PM90
D-91
Gebruik van de data download
service
U kunt de volgende types data downloaden van CASIO
MUSIC SITE (http://music.casio.com) naar uw computer en
de data vervolgens oversturen naar het keyboard.
Tonen
Tonen met golven
Drumsets met golven
DSP
Ritmes
Registraties
Melodieën
SMF
Pakketbestanddata
Data en applicatiesoftware
Zowel data zelf als applicatiesoftware voor het overzenden
van data tussen uw computer en het keyboard zijn
verkrijgbaar voor downloaden bij CASIO MUSIC SITE.
Applicatiesoftware
U kunt applicatiesoftware runnen op uw computer en data
die u heeft gedownload van CASIO MUSIC SITE oversturen
naar het keyboard en tevens de hard schijf van de computer
gebruiken voor op lang termijn opslaan van data die u
overstuurt van het keyboard naar uw computer.
Zie de gebruiksaanwijzing die gegeven is op CASIO MUSIC
SITE voor volledige informatie aangaande het downloaden
van de applicatiesoftware en de data.
Zie de schermhulp van de applicatiesoftware voor
informatie aangaande het gebruik van de software.
* CASIO MUSIC SITE
http://music.casio.com/
1
Ga naar de bovenstaande URL.
2
Selecteer een gebied of land.
3
Selecteer een download service voor de INTERNET
DATA EXPANSION SYSTEM data.
Merk op dat de service die u moet gebruiken afhangt
van het gebied of het land.
MIDI
Aansluiten van een computer
Zorg ervoor het keyboard en de computer uit te schakelen
voordat u ze op elkaar aansluit. U dient de volumeregelaar
van dit keyboard tevens in te stellen op een relatief laag vo-
lume.
1
Sluit de MIDI interface van het keyboard aan op
de MIDI interface van de computer.
2
Schakel deze keyboard aan en vervolgens de
computer of een ander aangesloten toestel.
3
Start de software die u wilt gebruiken bij de
computer.
OPMERKING
Bij het gebruik van de applicatiesoftware dient u er op
te letten dat het tooninstelscherm (het scherm dat
verschijnt na inschakelen van de spanning) zich in het
displayscherm van het keyboard bevindt.
DATA ACCESS indicator
De DATA ACCESS indicator gaat branden wanneer het
keyboard data uitwisselt met een computer aangesloten via
een MIDI kabelaansluiting. Verbreek de aansluiting met de
MIDI kabel nooit terwijl de DATA ACCESS indicator
brandt.
CASIO MUSIC SITE
MIDI IN
MIDI Interface
IN
OUT
MIDI OUT
Internet
Provider
735A-D-093A
WK3000_d_89-105.p65 03.10.8, 3:10 PM91
D-92
Opslaan van Data
U kunt data opslaan die u gecreëerd heeft en data die u naar het keyboard heeft gestuurd vanaf een computer. De data wordt
opgeslagen in het ingebouwde flash-geheugen, op een SmartMedia kaart
TM
of op een floppy-diskette (WK-3500). In deze
gebruiksaanwijzing worden deze SmartMedia kaarten en floppy-diskettes aangeduid als externe opslagmedia.
De types bestanden die opgeslagen kunnen worden op externe opslagmedia worden inde onderstaande tabel gegeven. Merk op
dat de tabel tevens onder Bestandtypes die kunnen worden opgeslagen aangeeft hoe elk type bestand opgeslagen kan worden
naar een voorbeschreven gebruikersgebied.
Nadat u SMF data van het externe opslagmedium heeft geladen en opgeslagen heeft in het gebruikersgebied, kunt u deze via de
SMF spelerfunctie weergeven. Zie Gebruiken van de SMF speler op pagina D-84 voor nadere informatie.
Bestandtypes die kunnen worden opgeslagen
Type
SMF
Ritmepatroon
Registratie
In de melodiegeheugenfunctie gecreëerde gebruikersmelodie
Drumgeluid met golven
Trekstaaforgel toon
Toon
Toom met golven
DSP
Pakketbestand*1
Alle gebruikersdata*2
Display
Indicator
Smf
Pattern
Regist
Song
Dr wave
Drawbar
Tone
Tn wave
Dsp
Package
Opgeslagen
Data
1 Melodie
1 Patroon
1 Bank
1 Melodie
1 Set
1 Toon
1 Toon
1 Toon
1 Type
1 Pakket
Gebruikersge-
heugencapaciteit
200
16
8
5
4
100
100
20
100
1
Bestandnaam
Extensie
MID
Z00
Z01
Z02
Z03
Z04
Z05
Z06
Z07
Z08
Z09
Alle data
*1: Pakketbestand
Een pakketbestand combineert tooninstellingen, DSP effectinstellingen en andere insteldata in een enkel bestand die u kunt
beheren en downloaden als een eenheid (pakket). Nadat u eenmaal een pakketbestand gecreëerd heeft, kunt u de complete
instelling van het keyboard veranderen door het laden van een enkel pakketbestand.
Om een pakketbestand te creëren dient u een speciaal pakketbestand software te downloaden van de CASIO Music Site (http://
music.casio.com/) en dat op uw computer te installeren. Zie de informatie die op de CASIO Music Site wordt gegeven voor
details aangaande het pakketbestand software.
BELANGRIJK!
Het downloaden van een een pakketbestand laadt de insteldata die gegeven worden in de tabel onder Pakketbestanddata
inhoud in het gebruikersgebied en vervangt all huidige data door de data die zich in het pakkelbestand bevindt.
Bij het laden van pakketdata van een SmartMedia kaart of floppy diskette (alleen bij model WK-3500) toont de niveaumeter
in de display de vorderingen van het laden zoals hieronder beschreven.
[Laden starten] [Laden stoppen]
*2: Alleen voor de SmartMedia kaart
Pakketbestanddata inhoud
Datatype
SMF
Ritmepatronen
Registraties
Drumklank met golven
Trekstaaforgel tonen
Tonen
Tonen met golven
DSP
Gebruikersgebied
10 melodieën
148 155 (8 ritmes)
7 8 (2 banken)
803 (1 set)
190 199 (10 tonen)
690 699 (10 tonen)
710 719 (10 tonen)
190 199 (10 effecten)
735A-D-094A
WK3000_d_89-105.p65 03.10.8, 3:10 PM92
D-93
Opslaan van Data
Gebruik van de SmartMedia kaart
Uw keyboard is uitgerust met een kaartgleuf die het gebruik
van SmartMedia
TM
kaarten ondersteunt die u kunt gebruiken
voor het opslaan van melodieën die u van uw computer
overgestuurd heeft, of voor melodieën die opgeslagen zijn
in het geheugen van het keyboard en andere data. Dit voorziet
u in toegang tot vrijwel onbeperkte hoeveelheden data die u
onmiddellijk kunt laden op elke moment dat u de data nodig
heeft.
BELANGRIJK!
Er zijn twee soorten SmartMedia kaarten: 3,3V en 5V.
Merk op dat dit keyboard enkel het gebruik van
SmartMedia kaarten ondersteunt van het 3,3V type.
Probeer nooit een SmartMedia kaart van het 5V type te
gebruiken bij dit keyboard.
Merk op dat u nooit data kunt opslaan op of data wissen
van of data hernoemen bij een SmartMedia kaart,
wanneer er een schrijfbeveiligingssticker op de
beveiligingsplaats aangebracht is.
Aangaande SmartMedia
TM
kaarten
U kunt SmartMedia kaarten aanschaffen bij de meeste
computerzaken, elektronica zaken, warenhuizen, enz.
SmartMedia kaarten zijn verkrijgbaar in capaciteiten lopend
van 8MB tot maximaal 128MB.
Hoewel de SmartMedia kaart ongeveer de grootte heeft
van een postzegel, heeft hij de capaciteit die 8 tot 100 maal
die van een floppy diskette bedraagt.
De dataleessnelheid van een SmartMedia kaart is bijzonder
groot.
SmartMedia
TM
is een handelsmerk van Toshiba Corporation.
Voorzorgsmaatregelen aangaande
SmartMedia kaarten en de kaartgleuf
BELANGRIJK!
Lees zorgvuldig alle documentatie die die meegeleverd
wordt met de SmartMedia kaart voor belangrijke
informatie over het hanteren van de kaarten.
Vermijd de volgende plaatsen bij het opslaan van data
en het gebruik van SmartMedia kaarten. Dergelijke
omstandigheden kunnen namelijk leiden tot
beschadiging van de data die op de kaart opgeslagen
zijn.
Plaatsen die een hoge temperatuur, hoge
vochtigheidsgraad hebben of waar zich roest
veroorzakende chemicaliën bevinden
Plaatsen die onderhevig zijn aan een sterke
elektrostatische lading of elektrische storing
Wanneer u een SmartMedia kaart aanraakt let er dan
op dan u de contactpunten nooit met uw vingers
aanraakt.
Als de datatoegangsindicator brandt en de boodschap
Pls Wait (wachten a.u.b.) zich in de display bevindt,
betekent dit dat toegang verschaft is tot de data op de
SmartMedia kaart door de opslag-, schrijf- of wisfunctie.
Haal de SmartMedia kaart nooit uit de kaartgleuf en
schakel het keyboard nooit uit terwijl er toegang wordt
verschaft naar de kaart. Hierdoor kan de data op de
SmartMedia kaart en zelfs de kaartgleuf beschadigd
raken.
Probeer nooit een ander type kaart dan de SmartMedia
kaart van het 3,3V type in de kaartgleuf te steken. Wordt
dit wel gedaan dan kan het keyboard beschadigd raken.
Wordt een SmartMedia kaart in de kaartgleuf gestoken
terwijl hij geladen is met statische elektriciteit dan kan
dit er de oorzaak van zijn dat het keyboard niet meer
goed werkt. Mocht dit gebeuren schakel dan het
keyboard eenmaal uit en vervolgens weer aan.
Een SmartMedia kaart die langere tijd in de kaartgleuf
heeft gezeten kan nogal heet aanvoelen wanneer u hem
er uithaalt. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Merk op dat SmartMedia kaarten een beperkte
levensduur hebben. Na langdurig gebruik kan het
gebeuren dat u er geen data meer op kunt opslaan of
dat u er geen data van kan lezen of dat de data niet
meer uitgewist kan worden. Mocht dit het geval zijn dan
dient u een nieuwe SmartMedia kaart aan te schaffen.
CASIO COMPUTER CO., LTD. neemt geen verantwoordelijkheid
voor enig verlies of schade aan u of aan een derde voor het verlies
of de beschadiging van data
.
735A-D-095A
Contactpunten
Schrijfbeveiligingsplaats
WK3000_d_89-105.p65 03.10.8, 3:10 PM93
D-94
Insteken en verwijderen van een
SmartMedia kaart
Hieronder wordt beschreven hoe een SmartMedia kaart in
de kaartgleuf wordt gestoken en hoe u deze kunt verwijderen.
Insteken van een SmartMedia kaart in de kaartgleuf
Steek de SmartMedia kaart met de zijde met de contactpunten
naar beneden in de kaartgleuf. Druk de kaart zover mogelijk
in de gleuf.
Verwijderen van de SmartMedia kaart uit de kaartgleuf
Nadat u heeft gecontroleerd dat de datatoegangsindicator niet
meer brandt en de Pls Wait (wachten a.u.b.) boodschap zich
niet meer in de display bevindt, kunt u de kaart voorzichtig
uit de kaartgleuf trekken.*
* Verwijder de SmartMedia kaart nooit uit de kaartgleuf
tijdens één van de volgende omstandigheden.
Terwijl de SMF spelerfunctie van het keyboard
ingeschakeld is en er zich een wijzer naast de CARD
aanduiding in de display bevindt
Terwijl de kaarttoegangsindicator brandt en de Pls Wait
(wachten a.u.b.) boodschap zich in de display bevindt
om aan te geven dat er toegang verschaft wordt tot de
data op de kaart
BELANGRIJK!
Verwijder de SmartMedia kaart nooit uit de kaartgleuf
en schakel het keyboard niet uit terwijl er toegang
verschaft wordt tot de data op de kaart door de opslag-,
lees, of wisfunctie. Hierdoor kan de data op de
SmartMedia kaart en de kaartgleuf zelfs beschadigd
raken.
Het gebruik van de floppy disk-drive
(alleen bij model WK-3500)
Kenmerken van de floppy diskette
De WK-3500 komt met een ingebouwde disk-drive die u
voorziet in de volgende mogelijkheden.
U kunt melodiegeheugen- en synthesizerdata op een floppy
diskette opslaan voor langdurige opslag. Mocht u de data
opnieuw willen gebruiken, steek dan eenvoudigweg een
diskette in de disk-drive en laad de data.
U kunt SMF (standaard MIDI bestand) data weergeven die
u gecreëerd heeft met een persoonlijke computer en die op
diskette opslaan.
Voorzorgsmaatregelen voor floppy diskettes
BELANGRIJK!
Vermijd de volgende plaatsen bij het opslaan en gebruik
van diskettes. Dergelijke omstandigheden kunnen
namelijk leiden tot beschadiging van de data die op de
diskette opgeslagen zijn.
Bij televisietoestellen, bovenop audio-apparatuur of op
plaatsen die blootstaan aan magnetisme. Wees in het
bijzonder voorzichtig om diskettes uit de buurt te
houden van elke bron van magnetisme.
Plaatsen die blootstaan aan het directe zonlicht of
onderworpen zijn aan vochtigheid en extreme temperaturen
.
Als één van de volgende voorzorgsmaatregelen in de
wind wordt geslagen kan de data beschadigd worden
die op de diskette opgeslagen is.
Probeer nooit aan een diskette te knutselen.
Probeer de sluiter van de diskette nooit te openen en
raak de film er binnenin niet aan.
Buig een diskette nooit en onderwerp hem nooit op
andere wijze aan een ruwe behandeling.
Breng stickers alleen op de daarvoor bedoelde plaatsen
aan en breng geen stickers aan bovenop andere.
Werp de diskette nooit uit de disk-drive terwijl de
datatoegangsindicator brandt of aan het knipperen is en
schakel de spanning van het keyboard nooit uit terwijl er
zich een diskette in de disk-drive bevindt. Hierdoor kan de
data op de diskette en zelfs de disk-drive beschadigd raken
.
Steek nooit een vreemd voorwerp in de disk-drive. Dit
kan tot defecten leiden.
Opslaan van Data
735A-D-096A
WK3000_d_89-105.p65 03.10.8, 3:10 PM94
D-95
De disk-drive maakt gebruik van een manetische kop.
Een vuile kop kan data van de diskette niet nauwkeurig
lezen en de bestaande data op de diskette mogelijk
beschadigen. Om dit te vermijden kunt u het beste een
in de handel verkrijgbare koppenreinigingsdiskette
gebruiken om de kop geregeld schoon te maken.
Gebruik geen computer, een ander elektronisch
instrument of een ander apparaat om een bestandnaam
of de inhoud van een bestand te wijzigen die met dit
keyboard gecreëerd was. Hierdoor kan de data voor dit
keyboard onbruikbaar worden en zelfs beschadigingen
veroorzaken bij dit keyboard.
Merk op dat CASIO COMPUTER CO.,LTD. geen
verantwoordelijkheid neemt voor enig verlies of schade
aan u of aan derden voor het verlies of de beschadiging
van data op diskettes.
Betreffende floppy diskettes
Dit hoofdstuk bevat belangrijke informatie betreffende het
hanteren van diskettes. Let erop dat u deze leest voordat u
de diskettes in gebruik neemt.
Types diskette
Model WK-3500 ondersteunt zowel 3,5 inch 2HD (1,44MB
geformateerde) als 2DD (720KB geformatteerde) diskettes.
Het gebruik van diskettes van een andere maat of capaciteit
worden niet ondersteund.
Indicators voor het type diskette
2HD ...... Een 2HD diskette heeft de aanduiding HD in de
rechter bovenhoek aan de voorkant. Tevens bevindt
er zich een vierkant gat in de rechter onderhoek.
2DD ....... Dit type diskette heeft geen gat in de rechter
onderhoek.
Schrijfbeveiliging
BELANGRIJK!
U kunt de data op een diskette beveiligen zodat de data
niet uitgewist kan worden en geen nieuwe data op de
diskette kan worden opgeslagen. Een beveiligde diskette
kan ook niet worden geformatteerd. U kunt data vanaf
een diskette lezen ongeacht of de diskette al dan niet
beveiligd is.
Wanneer het schrijfbeveiligingsgat open staat zoals
aangegeven in de afbeelding kunt u de inhoud van de
diskette lezen maar u kunt data naar de diskette
schrijven of de data er van wissen. Telkens wanneer u
belangrijke data op de diskette heeft opgeslagen, moet
u er op letten dat u het schrijfbeveiligingsgat in
openstaande toestand zet om de data te beveiligen
tegen onderhoeds veranderen of wissen.
De diskette die met het keyboard wordt meegeleverd
bevat voorbeelddata en programmas. De diskette is
beveiligd tegen schrijven om onderhoeds veranderen
en wissen te voorkomen. Let erop dat u de diskette
voorzichtig behandelt om schade aan of wissen van de
data te vermijden.
Beveiligd tegen schrijven
(gat staat open)
Beschrijven is mogelijk
(gat wordt geblokkeerd
door een nok)
Mogelijk om data op te
slaan en te wissen en de
diskette te formatteren.
Schrijfbeveiligingsnok
Gat staat
open
Opslaan van Data
735A-D-097A
HD
WK3000_d_89-105.p65 03.10.8, 3:10 PM95
D-96
Een diskette insteken en uitwerpen
In het volgende gedeelte wordt beschreven hoe de diskette
in de disk-drive wordt gestoken en hoe hij er weer wordt
uitgehaald.
Om een diskette in de floppy disk-drive te steken
1
Steek de diskette met de sticker naar boven en de
sluiter naar voren in de disk-drive zoals aangegeven
in de afbeelding.
2
Schuif de diskette zover mogelijk in de disk-drive
totdat hij op zijn plaats vastklikt.
Om een diskette uit de floppy disk-drive te werpen
BELANGRIJK!
Voordat u een diskette uitwerpt moet u er altijd op letten
dat de datatoegangsindicator niet brandt of knippert.
Mocht de indicator wel branden of knipperen dan
betekent dit dat het keyboard data aan het lezen of
schrijven is. Wordt een diskette uitgeworpen terwijl
toegang wordt verschaft op de data op de diskette dan
kan die data beschadigd raken.
1
Druk op de Eject toets.
Hierdoor wordt de diskette gedeeltelijk uit de disk-
drive geworpen.
2
Verwijder de diskette met de hand uit de disk-drive.
Het gebruik van externe opslagmedia
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe SmartMedia kaarten
en floppy diskettes (alleen bij model WK-3500) gebruikt
kunnen worden voor het opslaan van data. In deze
gebruiksaanwijzing wordt SmartMedia kaarten en floppy
diskettes gezamelijk aangeduid als externe opslagmedia.
OPMERKING
De functies voor lagen en splitsen en de automatische
harmonisatie worden automatisch uitgeschakeld terwijl
de externe opslag gebruikt wordt. De functies voor de
toon- en ritmekeuze en de ritmeweergave werken ook
niet.
Basale bediening van
SmartMedia
kaarten
1
Steek de SmartMedia kaart in de kaartgleuf.
2
Schakel de kaartfunctie in.
* WK-3500
Druk tweemaal op de DISK/CARD toets.
Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/CARD
aanduiding in de display en wordt ook de aanduiding
Card (kaart) als tekst aangegeven in de display.
* WK-3000
Druk op de CARD toets.
Hierdoor verschijnt een wijzer naast de CARD
aanduiding in de display en wordt ook de aanduiding
Card (kaart) als tekst aangegeven in de display.
3
Druk op de [
̄
] CURSOR toets om het kaartfunctiemenu
te tonen
.
Opslaan van Data
735A-D-098A
CURSOR
DISK/CARD
WK-3500
WK-3000
CARD
Eject button
[+]
/
[]
Uitwerptoets
WK3000_d_89-105.p65 03.10.8, 3:10 PM96
D-97
4
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om het
scherm te tonen voor het type bewerking die u wilt
uitvoeren.
Zie de paginas hieronder om aan te refereren voor
details aangaande het gebruik van elk van de
bovenstaande menubewerkingen.
Laden van een bestand (Crd Load) : Pagina D-99
Opslaan van een bestand (Crd Save) : Pagina D-98
Hernoemen van een bestand
(Crd Rename) : Pagina D-100
Wissen van een bestand (Crd Delete) : Pagina D-101
Formatteren van een SmartMedia kaart
(Crd Format) : Pagina D-102
5
Druk op de [̄] CURSOR toets om naar het
volgende bestandtype selectiescherm te gaan.
6
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om het
bestandtype te selecteren.
Als op dit moment op de EXIT of [̄] CURSOR toets
wordt gedrukt gaat u terug naar het
kaartfunctiemenu.
7
Druk op de [̄] CURSOR toets om het bestandnaam
selectiescherm te selecteren.
8
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen of op de
[+] en [] toetsen om de bestandnaam te selecteren.
Als op dit moment op de EXIT of [̆] CURSOR toets
wordt gedrukt gaat u terug naar het bestandtype
selectiescherm.
9
Druk op de [̄] CURSOR toets om naar het
gebruikersgebied selectiescherm te gaan voor het
laden van het bestand.
Sa ve
Lo ad
Re name
De lete
Fo rma t
[̇]
[̈]
[̇]
[̈]
[̇]
[̈]
[̇]
[̈]
0
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen of op de
[+] en [-] toetsen om het gebruikersgebied te
selecteren.
Als op dit moment op de EXIT of [̆] CURSOR toets
wordt gedrukt gaat u terug naar het bestandnaam
selectiescherm.
A
Druk op de [̄] CURSOR toets om het bestand te
laden.
Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap om
u te vragen of u de data inderdaad wilt laden. Als er
zich reeds data in het gebruikersgebied bevindt, zal
de boodschap u vragen of u de geladen data over de
bestaande data heen wilt schrijven.
Druk op de YES toets om de data te laden. Hierdoor
verschijnt de boodschap Pls Wait (wachten a.u.b.)
in de display om aan te geven dat toegang wordt
verkregen tot de data. Voer geen bewerkingen uit op
het keyboard terwijl toegang wordt verkregen bij de
kaart. De boodschap Complete (voltooid) verschijnt
op de display nadat het opslaan van de data voltooid
is. Na enkele seconden zal de boodschap worden
vervangen door het bestandnaam selectiescherm.
Wilt u niet doorgaan met het laden van data druk dan
op de EXIT toets of op de NO toets in antwoord op
de bovenstaande bevestigingsboodschap. Hierdoor
gaat u terug naar het gebruikersgebied selectiescherm
in stap 9.
B
Nadat u de gewenste SmartMedia kaartbewerking
voltooid heeft, kunt u op de DISK/CARD toets
(CARD bij model WK-3000) drukken om de
kaartfunctie te verlaten.
Na het verlaten van de kaartfunctie verdwijnt de
aanwijzer naast de DISK/CARD aanwijzer (CARD
aanwijzer bij model WK-3000).
Basale floppy diskbewerkingen
(alleen bij model WK-3500)
1
Steek een floppy disk in de disk-drive van het
keyboard.
2
Druk op de DISK/CARD toets.
Hierdoor verschijnt de aanwijzer naast DISK/CARD
in de display en verschijnt tevens de aanduiding
Disk als tekst in de display.
3
Voer de basale bewerkingen uit zoals die beginnen
onder stap 2 van Basale bediening van SmartMedia
kaarten op pagina D-96.
Merk op dat de diskfunctie bewerkingen aangegeven
worden in de display door het voorvoegsel Fd in
plaats van het Crd voorvoegsel van de kaartfunctie
bewerkingen.
Opslaan van Data
735A-D-099A
WK3000_d_89-105.p65 03.10.8, 3:10 PM97
D-98
Opslaan van bestanden
U kunt de procedures in dit hoofdstuk gebruiken om melodiegeheugen,
synthesizer en andere data die u creëert op te slaan in het externe
opslagmedium om de data later te laden wanneer u deze weer nodig
heeft. Zie Bestandtypes die kunnen worden opgeslagen op pagina
D-92 voor informatie aangaande de types data die u wilt opslaan
.
VOORBEREIDINGEN
SmartMedia kaart
Steek een op de juiste manier geformatteerde
SmartMedia kaart in de kaartgleuf van het keyboard.
Let er op dat de sticker verwijderd is van het schrijfgebied
van de kaart, waardoor schrijven mogelijk wordt.
Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500)
Steek een op de juiste manier geformatteerde floppy
diskette in de floppy disk-drive van het keyboard. Let er
op dat het schrijfbeveiligingsgat van de diskette gesloten
is, waardoor schrijven mogelijk wordt.
OPMERKING
Afhankelijk van het type en de hoeveelheid data kan het opslaan
of laden van data naar en vanaf een SmartMedia kaart of floppy
diskette (alleen bij model WK-3500) tussen enkele minuten en
ongeveer 10 minuten in beslag nemen. De boodschap Pls Wait
(wachten a.u.b.) blijft in de display om aan te geven dat de
procedure voor het opslaan of laden van data wordt uitgevoerd
.
BELANGRIJK!
Probeer nooit een andere bedieningshandeling uit te voeren
terwijl Pls Wait wordt aangegeven. Het uitvoeren van een
bedieningshandeling op dat moment kan er de oorzaak van
zijn dat het flash-geheugen of de data op de SmartMedia
kaart of de floppy diskette wordt gewist en er kan schade
worden toegebracht aan het geheugen van het keyboard
waardoor deze mogelijk niet meer goed kan werken
.
Opslaan van een bestand naar externe opslagmedia
1
Wat u eerst dient te doen hangt af van het type
externe opslagmedium dat u gebruikt.
SmartMedia kaart:
Druk bij model WK-3500 tweemaal op de DISK/CARD toets
.
Druk bij model WK-3000 één maal op de CARD toets.
Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/CARD of
CARD aanduiding in de display en wordt ook de aanduiding
Card (kaart) als tekst aangegeven in de display
.
Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500):
Druk op de DISK/CARD toets.
Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/
CARD aanduiding in de display en wordt ook de
aanduiding Disk (diskette) als tekst aangegeven
in de display.
2
Druk op de [̄] CURSOR toets om de kaartfunctie
(of diskfunctie) te verkrijgen.
3
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om het
Save (opslaan) scherm te verkrijgen.
4
Druk op de [̄] CURSOR toets om naar het
volgende bestandtype selectiescherm te gaan.
5
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om het
bestandtype te selecteren.
6
Druk op de [̄] CURSOR toets om naar het
gebruikersgebied selectiescherm te gaan.
7
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen of op de [+]
en [] toetsen om het gewenste gebruikersgebied te
selecteren.
De numerieke plaats waar cijfers/nummers worden
getoond) in de display laten het gebruikersgebiednummer
zien terwijl de tekstplaats de gebruikersgebiednaam laten
zien
.
Als op dit moment op de EXIT of [̆] CURSOR toets
wordt gedrukt gaat u terug naar het bestandtype
selectiescherm.
8
Druk op de [̄] CURSOR toets om naar het
bestandnaam invoerscherm door te gaan.
Gebruik de [+] en [] toetsen om door de letters heen
te bladeren op de huidige plaats van de cursor. Zie
pagina D-103 voor informatie betreffende het
invoeren van tekst.
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om de cursor
naar links en rechts te verplaatsen.
Opslaan van Data
735A-D-100A
CURSOR
DISK/CARD
WK-3500
WK-3000
CARD
[+]
/
[]
YES/NO
WK3000_d_89-105.p65 03.10.8, 3:10 PM98
D-99
9
Druk na het invoeren van de bestandnaam op de
[̄] CURSOR toets.
Als u de melodiedata opslaat dan verschijnt het
bestandtype selectiescherm als volgende. Gebruik de
[̇] en [̈] CURSOR toetsen om SMF of SONG te
selecteren. Druk op de [̄] CURSOR toets na het
bestandtype te hebben geselecteerd.
Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap om
u te vragen of u de data inderdaad wilt opslaan. Als
er zich reeds data in het gebruikersgebied bevindt,
zal de boodschap u vragen of u de geladen data over
de bestaande data heen wilt schrijven.
0
Druk op de YES toets om de data te laden. Hierdoor verschijnt
de boodschap Pls Wait (wachten a.u.b.) in de display om
aan te geven dat toegang wordt verkregen tot de data. Voer
geen bewerkingen uit op het keyboard terwijl toegang wordt
verkregen bij de kaart. De boodschap Complete (voltooid)
verschijnt op de display nadat het opslaan van de data
voltooid is. Na enkele seconden zal de boodschap worden
vervangen door het bestandnaam selectiescherm
.
Wilt u niet doorgaan met het laden van data druk
dan op de EXIT toets of op de NO toets in antwoord
op de bovenstaande bevestigingsboodschap.
Hierdoor gaat u terug naar het gebruikersgebied
selectiescherm in stap 7.
A
Nadat u de gewenste SmartMedia kaartbewerking
voltooid heeft, kunt u op de DISK/CARD toets (CARD bij
model WK-3000) drukken om de kaartfunctie te verlaten
.
Laden van een Bestand
Gebruik de procedures in dit hoofdstuk wanneer u de data
wilt laden vanaf externe opslagmedia naar het
gebruikersgebied van het keyboard.
BELANGRIJK!
Merk de volgende belangrijke punten op wanneer u de
SMF spelerfunctie gebruikt om data op te slaan met de
volgende procedure.
* SmartMedia kaart
Om de onderstaande procedure uit te voeren dient u een
SmartMedia kaart te hebben waarnaar SMF data gekopiëerd is
vanaf een computer. Steek een SmartMedia kaart in die u met
het keyboard geformatteerd heeft en kopiëer de SMF data die
u wilt laden naar de directory met de naam CASIO_MD.
Merk op dat u geen data kunt laden als deze zich niet binnen
de CASIO_MD directory bevindt. Als u een sub-directory
creëert binnen de CASIO_MD directory zal het keyboard niet
in staat zijn data te laden die zich in die sub-directory bevindt
.
* Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500)
Dit keyboard is in staat om alleen bestanden te zien die
zich bevinden in de root-directory (hoogste directory) van
de floppy diskette. Het keyboard kan dus geen bestanden
zien die zich bevinden in een sub-directory.
VOORBEREIDINGEN
SmartMedia kaart
Steek de SmartMedia kaart die de data bevat die u
wilt laden in de kaartgleuf van het keyboard.
Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500)
Steek de floppy diskette die de data bevat die u wilt
laden in de floppy disk-drive van het keyboard.
OPMERKING
Afhankelijk van het type en de hoeveelheid data kan het opslaan
of laden van data naar en vanaf een SmartMedia kaart of floppy
diskette (alleen bij model WK-3500) tussen enkele minuten en
ongeveer 10 minuten in beslag nemen. De boodschap Pls Wait
(wachten a.u.b.) blijft in de display om aan te geven dat de
procedure voor het opslaan of laden van data wordt uitgevoerd
.
BELANGRIJK!
Probeer nooit een andere bedieningshandeling uit te voeren
terwijl Pls Wait wordt aangegeven. Het uitvoeren van een
bedieningshandeling op dat moment kan er de oorzaak van
zijn dat het flash-geheugen of de data op de SmartMedia
kaart of de floppy diskette wordt gewist en er kan schade
worden toegebracht aan het geheugen van het keyboard
waardoor deze mogelijk niet meer goed kan werken
.
Oproepen van bestanddata vanaf externe opslagmedia
1
Wat u eerst dient te doen hangt af van het type
externe opslagmedium dat u gebruikt.
SmartMedia kaart:
Druk bij model WK-3500 tweemaal op de DISK/CARD toets
.
Druk bij model WK-3000 één maal op de CARD toets.
Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/CARD of
CARD aanduiding in de display en wordt ook de aanduiding
Card (kaart) als tekst aangegeven in de display
.
Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500) :
Druk op de DISK/CARD toets.
Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/CARD
aanduiding in de display en wordt ook de aanduiding
Disk (diskette) als tekst aangegeven in de display.
2
Druk op de [̄] CURSOR toets om de kaartfunctie
(of diskfunctie) te verkrijgen.
3
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om het
Load (laden) scherm te verkrijgen.
4
Druk op de [̄] CURSOR toets om naar het
volgende bestandtype selectiescherm te gaan.
5
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om het
gewenste bestandtype te selecteren.
6
Druk op de [̄] CURSOR toets om het bestandnaam
selectiescherm te verkrijgen.
7
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen of op de
[+] en [] toetsen om de naam van het te laden
bestand te selecteren.
Opslaan van Data
735A-D-101A
WK3000_d_89-105.p65 03.10.8, 3:10 PM99
D-100
8
Druk op de [̄] CURSOR toets om naar het
gebruikersgebied selectiescherm door te gaan.
Het gebruikersgebied selectiescherm verschijnt niet
als het bestand dat u in stap 5 selecteerde een
pakketbestand is of een All Data bestand. Sla in dit
geval stap 9 over en ga direct door naar stap 10.
9
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen of op de
[+] en [] toetsen om het gebruikersgebied te
selecteren waarnaar u de geladen bestanddata wilt
importeren.
Het numerieke deel van de display geeft het
gebruikersgebiednummer aan terwijl het
tekstgedeelte de gebruikersgebiednaam laat zien.
Door op dat moment op de EXIT toets of op de [̆]
CURSOR toets te drukken, gaat u terug naar het
bestandtype selectiescherm.
0
Druk na het selecteren van het gebruikersgebied
op de [̄] CURSOR toets.
Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap om
u te vragen of u de data inderdaad wilt laden. Als er
zich reeds data in het gebruikersgebied bevindt, zal
de boodschap u vragen of u de geladen data over de
bestaande data heen wilt schrijven.
A
Druk op de YES toets om de data op te roepen.
Hierdoor verschijnt de boodschap Pls Wait (wachten
a.u.b.) in de display om aan te geven dat toegang wordt
verkregen tot de kaart. Voer geen bewerkingen uit op
het keyboard terwijl toegang wordt verkregen bij de
kaart. De boodschap Complete (voltooid) verschijnt
op de display nadat het opslaan van de data voltooid is.
Na enkele seconden zal de boodschap worden
vervangen door het bestandnaam selectiescherm.
Wilt u niet doorgaan met het laden van data druk dan op
de EXIT toets of op de NO toets in antwoord op de
bovenstaande bevestigingsboodschap. Hierdoor gaat u
terug naar het gebruikersgebied selectiescherm in stap 9
.
B
Nadat u het voltooid heeft, kunt u op de DISK/
CARD toets (CARD bij model WK-3000) drukken
om de kaartfunctie te verlaten.
Hernoemen van een Bestand
Gebruik de procedures in dit hoofdstuk wanneer u de naam
van een bestand wilt veranderen dat u eerder opgeslagen had
naar een extern opslagmedium.
VOORBEREIDINGEN
SmartMedia kaart
Steek de SmartMedia kaart die het bestand bevat
waarvan u de naam wilt veranderen in de kaartgleuf
van het keyboard. Let er op dat de sticker verwijderd
is van het schrijfgebied van de kaart, waardoor
schrijven mogelijk wordt.
Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500)
Steek de floppy diskette die het bestand bevat waarvan
u de naam wilt veranderen in de floppy disk-drive van
het keyboard. Let er op dat het schrijfbeveiligingsgat van
de diskette gesloten is, waardoor schrijven mogelijk wordt
.
Hernoemen van een bestand dat op externe opslagmedia
is opgeslagen
1
Wat u eerst dient te doen hangt af van het type
externe opslagmedium dat u gebruikt.
SmartMedia kaart:
Druk bij model WK-3500 tweemaal op de DISK/CARD toets
.
Druk bij model WK-3000 één maal op de CARD toets.
Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/
CARD of CARD aanduiding in de display en wordt
ook de aanduiding Card (kaart) als tekst
aangegeven in de display.
Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500) :
Druk op de DISK/CARD toets.
Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/CARD
aanduiding in de display en wordt ook de aanduiding
Disk (diskette) als tekst aangegeven in de display.
2
Druk op de [̄] CURSOR toets om de kaartfunctie
(of diskfunctie) te verkrijgen.
3
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om het
Rename (hernoemen) scherm te verkrijgen.
4
Druk op de [̄] CURSOR toets om naar het
volgende bestandtype selectiescherm te gaan.
Opslaan van Data
735A-D-102A
CURSOR
DISK/CARD
WK-3500
WK-3000
CARD
[+]
/
[]
YES/NO
WK3000_d_89-105.p65 03.10.8, 3:10 PM100
D-101
5
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om het
type bestand te selecteren dat u wilt hernoemen.
6
Druk op de [̄] CURSOR toets om het bestandnaam
selectiescherm te verkrijgen.
7
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen of op de
[+] en [] toetsen om de naam van het te bestand
te selecteren waarvan u de naam wilt veranderen.
8
Druk op de [̄] CURSOR toets om naar het
bestandnaam invoerscherm door te gaan.
Gebruik de [+] en [] toetsen om door de letters heen
te bladeren op de huidige plaats van de cursor. Zie
pagina D-103 voor informatie betreffende het
invoeren van tekst.
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om de cursor
naar links en rechts te verplaatsen.
9
Druk na het invoeren van de bestandnaam op de
[̄] CURSOR toets.
Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap om
u te vragen of u de naam van het bestand inderdaad
wilt veranderen.
0
Druk op de YES toets om de naam van het bestand
te veranderen.
Hierdoor verschijnt de boodschap Pls Wait
(wachten a.u.b.) in de display om aan te geven dat
toegang wordt verkregen tot de kaart. Voer geen
bewerkingen uit op het keyboard terwijl toegang
wordt verkregen bij de kaart. De boodschap
Complete (voltooid) verschijnt op de display nadat
het hernoemen van het bestand voltooid is. Na enkele
seconden zal de boodschap worden vervangen door
het bestandnaam selectiescherm.
Wilt u niet doorgaan met het hernoemen van het bestand
druk dan op de EXIT toets of op de NO toets in antwoord
op de bovenstaande bevestigingsboodschap. Hierdoor
gaat u terug naar het gebruikersgebied selectiescherm
in stap 5.
A
Nadat u het hernoemen voltooid heeft, kunt u op
de DISK/CARD toets (CARD bij model WK-3000)
drukken om de kaartfunctie te verlaten.
Wissen van een bestand
Gebruik de procedures in dit hoofdstuk wanneer een bestand
wilt wissen dat u eerder opgeslagen had naar een extern
opslagmedium.
BELANGRIJK!
Merk op dat de bestandwisbewerking niet ongedaan
gemaakt kan worden. Controleer dat u de data echt niet
langer nodig heeft voordat u deze uitwist.
VOORBEREIDINGEN
SmartMedia kaart
Steek de SmartMedia kaart die het bestand bevat dat
u wilt wissen in de kaartgleuf van het keyboard. Let er
op dat de sticker verwijderd is van het schrijfgebied
van de kaart, waardoor schrijven mogelijk wordt.
Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500)
Steek de floppy diskette die het bestand bevat dat u
wilt wissen in de floppy disk-drive van het keyboard.
Let er op dat het schrijfbeveiligingsgat van de diskette
gesloten is, waardoor schrijven mogelijk wordt.
Wissen van een bestand dat op externe opslagmedia is
opgeslagen
1
Wat u eerst dient te doen hangt af van het type
externe opslagmedium dat u gebruikt.
SmartMedia kaart:
Druk bij model WK-3500 tweemaal op de DISK/CARD toets
.
Druk bij model WK-3000 één maal op de CARD toets.
Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/
CARD of CARD aanduiding in de display en wordt
ook de aanduiding Card (kaart) als tekst
aangegeven in de display.
Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500) :
Druk op de DISK/CARD toets.
Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/
CARD aanduiding in de display en wordt ook de
aanduiding Disk (diskette) als tekst aangegeven
in de display.
2
Druk op de [̄] CURSOR toets om de kaartfunctie
(of diskfunctie) te verkrijgen.
3
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om het
Delete (wissen) scherm te verkrijgen.
4
Druk op de [̄] CURSOR toets om naar het
volgende bestandtype selectiescherm te gaan.
5
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om het
type bestand te selecteren dat u wilt wissen.
6
Druk op de [̄] CURSOR toets om het bestandnaam
selectiescherm te verkrijgen.
Opslaan van Data
735A-D-103A
WK3000_d_89-105.p65 03.10.8, 3:10 PM101
D-102
7
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen of op de
[+] en [] toetsen om de naam van het te bestand
te selecteren waarvan u de naam wilt wissen.
8
Druk na het selecteren van de bestandnaam op de
[̄] CURSOR toets.
Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap om
u te vragen of u het bestand inderdaad wilt wissen.
9
Druk op de YES toets om het bestand te wissen.
Hierdoor verschijnt de boodschap Pls Wait
(wachten a.u.b.) in de display om aan te geven dat
toegang wordt verkregen tot de kaart. Voer geen
bewerkingen uit op het keyboard terwijl toegang
wordt verkregen bij de kaart. De boodschap
Complete (voltooid) verschijnt op de display nadat
het wissen van het bestand voltooid is. Na enkele
seconden zal de boodschap worden vervangen door
het bestandnaam selectiescherm.
Wilt u niet doorgaan met het wissen van het bestand
druk dan op de EXIT toets of op de NO toets in antwoord
op de bovenstaande bevestigingsboodschap. Hierdoor
gaat u terug naar het bestandnaam selectiescherm.
0
Nadat u het wissen voltooid heeft, kunt u op de
DISK/CARD toets (CARD bij model WK-3000)
drukken om de kaartfunctie te verlaten.
Formatteren van een extern
opslagmedium
Gebruik de procedures in dit hoofdstuk om externe
opslagmedia te formatteren voordat u deze voor de eerste
maal in gebruik neemt of wanneer u de volledige inhoud op
een SmartMedia kaart of een floppy diskette wilt wissen.
BELANGRIJK!
Merk op dat het formatteren van een kaart of een diskette
die reeds data bevat, alle data erop zal wissen. Data
die door het formatteren gewist wordt kan niet opnieuw
worden verkregen. Controleer dat het medium echt geen
data bevat die u nog nodig heeft voordat u de
onderstaande procedure uitvoert.
VOORBEREIDINGEN
SmartMedia kaart
Steek de SmartMedia kaart die u wilt formatteren in
de kaartgleuf van het keyboard. Let er op dat de sticker
verwijderd is van het schrijfgebied van de kaart,
waardoor schrijven mogelijk wordt.
Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500)
Steek de floppy diskette die u wilt formatteren in de
floppy disk-drive van het keyboard. Let er op dat het
schrijfbeveiligingsgat van de diskette gesloten is,
waardoor schrijven mogelijk wordt.
Opslaan van Data
735A-D-104A
CURSOR
DISK/CARD
WK-3500
WK-3000
CARD
[+]
/
[]
YES/NO
WK3000_d_89-105.p65 03.10.8, 3:10 PM102
D-103
Opslaan van Data
735A-D-105A
Invoeren van Karakters
Hieronder worden de types karakters beschreven die u kunt
invoeren bij het opslaan van data naar het gebruikersgebied
en externe opslagmedia.
Gebruikersgebieddata
Externe opslagmedia
U kunt dezelfde karakters invoeren als die toegestaan zijn
voor de namen van MS-DOS bestanden.
Formatteren van uitwendige opslagmedia
1
Wat u eerst dient te doen hangt af van het type
externe opslagmedium dat u gebruikt.
SmartMedia kaart:
Druk bij model WK-3500 tweemaal op de DISK/CARD toets
.
Druk bij model WK-3000 één maal op de CARD toets.
Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/
CARD of CARD aanduiding in de display en wordt
ook de aanduiding Card (kaart) als tekst
aangegeven in de display.
Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500) :
Druk op de DISK/CARD toets.
Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/
CARD aanduiding in de display en wordt ook de
aanduiding Disk (diskette) als tekst aangegeven
in de display.
2
Druk op de [̄] CURSOR toets om de kaartfunctie
(of diskfunctie) te verkrijgen.
3
Gebruik de [̇] en [̈] CURSOR toetsen om het
Format (formatteren) scherm te verkrijgen.
4
Druk op de [̄] CURSOR toets.
Voor gebruikers van model WK-3500
Als u een floppy diskette formatteerd zal hier een
scherm verschijnen met de specificaties voor de
dichtheid van de floppy diskette. Gebruik de [̇] en
[̈] CURSOR toetsen om ofwel de 2DD of 2HD
te selecteren en druk dan op de [̄] CURSOR toets.
Dit zal een bevestigingsboodschap tonen om u te
vragen of u het medium inderdaad wilt formatteren.
5
Druk op de YES toets om het formatteren te
beginnen.
Hierdoor verschijnt de boodschap Pls Wait
(wachten a.u.b.) in de display om aan te geven dat
toegang wordt verkregen tot de kaart. Voer geen
bewerkingen uit op het keyboard terwijl toegang
wordt verkregen bij de kaart. De boodschap
Complete (voltooid) verschijnt op de display nadat
het formatteren van het medium voltooid is. Na
enkele seconden zal de boodschap worden vervangen
door het bestandnaam selectiescherm.
Wilt u niet doorgaan met het formatteren van het
medium druk dan op de EXIT toets of op de NO toets
in antwoord op de bovenstaande
bevestigingsboodschap. Hierdoor gaat u terug naar
het functiemenu.
6
Nadat u het formatteren voltooid heeft, kunt u op
de DISK/CARD toets (CARD bij model WK-3000)
drukken om de kaartfunctie te verlaten.
WK3000_d_89-105.p65 03.10.8, 3:10 PM103
D-104
Opslaan van Data
735A-D-106A
Foutlezingen bij SmartMedia kaarten
Displaymelding Oorzaak
Te ondernemen stappen
Err Card R/W
Err CardFull
Err No Card
Err Name
Err ReadOnly
Err Format
Err Mem Full
Err Not SMF0
Err No File
Err Protect
Err Convert
Err WrongDat
Er is iets fout met de kaart.
De kaart is vol.
1. De kaart is niet juist in de kaartgleuf
geplaatst.
2. Er bevindt zich geen kaart in de kaartgleuf
of de kaart was halverwege een
kaartbewerking verwijderd.
1. Er bestaat reeds een bestand met dezelfde
naam als die u probeert te gebruiken.
2. U probeert een bestandnaam te gebruiken
die niet toegestaan wordt door MS-DOS.
Poging om een bestand te creëren met dezelfde
naam als een bestaand bestand dat alleen
gelezen kan worden (Read Only).
1. Het formaat van de kaart is niet compatibel
met dit keyboard.
2. De kaart is niet geformatteerd.
3. De kaart is beschadigd.
Het geheugen van het keyboard raakte vol
tijdens het importeren van data van de kaart.
Het bestand dat u leest is geen SMF 0
formaatbestand.
Het keyboard kan geen enkel bestand op de
kaart vinden dat het kan lezen.
De kaart is beveiligd tegen schrijven.
Er is niet genoeg geheugen om data op te
slaan die geproduceerd wordt door het
converteren van melodiedata van het SONG
formaat naar het SMF formaat.
De data op de kaart is beschadigd.
Gebruik een andere kaart.
1. Gebruik een andere kaart.
2. Wis bestanden die u niet langer nodig heeft
van de kaart (pagina D-101).
1. Verwijder de kaart en steek hem opnieuw
in (pagina D-94).
2. Steek een kaart in de gleuf. Verwijder nooit
een kaart uit de kaartgleuf terwijl een
kaarttoegangsbewerking aan de gang is.
1. Gebruik een andere naam (pagina D-100).
2.
Geef een naam aan bestanden en gebruik
daarvoor toegestane karakters (pagina D-103)
.
Sla het bestand op een andere kaart op of
gebruik een andere naam.
1. Verander naar een kaart die het juiste
formaat heeft. ....................................... D-102
2. Formatteer de kaart. ........................... D-102
3. Gebruik een andere kaart.
1. Wis de data die u niet langer nodig heeft uit
het gebruikersgebied dat correspondeert aan
het bestand dat u probeert op te slaan.
2. Heeft u melodiedata opgeslagen in het
melodiegeheugen (SG0 t/m 4), wis dan de
melodiedata uit die u niet langer nodig
heeft. ....................................................... D-72
Gebruik enkel SMF 0 formaatbestanden.
Gebruik een kaart die data bevat die met dit
keyboard opgeslagen is of compatibele data
van een ander toestel.
1. Gebruik een andere kaart.
2. Verwijder de schrijfbeveiligingssticker om
het opslaan van data toe te staan. ....... D-93
Wis SMF bestanden die u niet langer nodig
heeft uit uw SMF data (pagina D-80).
Gebruik andere data of een andere kaart.
WK3000_d_89-105.p65 03.10.8, 3:10 PM104
D-105
Foutlezingen bij de disk-drive (alleen bij model WK-3500)
Displaymelding Oorzaak
Te ondernemen stappen
Err ReadOnly
Err Format
Err Disk R/W
Err DiskFull
Err Mem Full
Err Not SMF0
Err No Disk
Err No File
Err Protect
Err Convert
Err WrongDat
Err Name
Poging om een bestand te creëren met dezelfde
naam als een bestaand bestand dat alleen
gelezen kan worden (Read Only).
1. Het formaat van de diskette is niet
compatibel met dit keyboard.
2. De diskette is niet geformatteerd.
3. De diskette is beschadigd.
De diskette is beschadigd.
De diskette is vol.
Het geheugen van het keyboard raakte vol
tijdens het importeren van data van de diskette.
Het bestand dat u leest is geen SMF 0
formaatbestand.
1. De diskette is niet juist in de disk-drive
geplaatst.
2. Er bevindt zich geen diskette in de disk-drive.
Het keyboard kan geen enkel bestand op de
kaart vinden dat het kan lezen.
De diskette is beveiligd tegen schrijven.
Er is niet genoeg geheugen om data op te
slaan die geproduceerd wordt door het
converteren van melodiedata van het SONG
formaat naar het SMF formaat.
Het bestand dat u leest is van een verkeerd
formaatbestand.
De data op de diskette is beschadigd
Er bestaat reeds een bestand op de diskette
met dezelfde naam als die u probeert te
gebruiken.
Sla het nieuwe bestand op een andere diskette
op of gebruik een andere naam.
1. Verander naar een diskette die het juiste
formaat heeft. ....................................... D-102
2. Formatteer de diskette. ....................... D-102
3. Gebruik een andere diskette.
Gebruik een andere diskette.
1. Gebruik een andere diskette.
2. Wis bestanden die u niet langer nodig heeft
van de diskette om ruimte te maken voor de
data die u wilt opslaan. ....................... D-101
1. Wis de data die u niet langer nodig heeft uit
het gebruikersgebied dat correspondeert aan
het bestand dat u probeert op te slaan.
2.
Heeft u melodiedata opgeslagen in het
melodiegeheugen (SG0 t/m 4), wis dan de melodiedata
uit die u niet langer nodig heeft
. ................... D-72
Gebruik enkel SMF 0 formaatbestanden.
1. Werp de diskette uit en steek hem opnieuw
in. ............................................................. D-94
2. Steek een diskette in de disk-drive.
Gebruik een diskette die data bevat die met
dit keyboard opgeslagen is of compatibele data
van een ander toestel.
1. Gebruik een andere diskette.
2.
Sluit het schrijfbeveiligingsgat van de diskette
om het opslaan van data toe te staan
. ... D-95
Wis SMF bestanden die u niet langer nodig
heeft uit uw SMF data (pagina D-80).
Gebruik andere data of een andere diskette.
Gebruik een andere naam (pagina D-100).
735A-D-107A
Opslaan van Data
WK3000_d_89-105.p65 03.10.8, 3:10 PM105
D-106
Oplossen van moeilijkheden
Probleem Mogelijke oorzaak Handeling
Zie pagina
Geen geluid van het keyboard
Een van de volgende
symptomen tijdens werking op
batterijen.
Zwak brandende
stroomindicator
Het instrument kan niet
worden ingeschakeld.
Wanneer de display knippert,
donker of moeilijk af te lezen is
Abnormaal laag luidspreker-
/hoofdtelefoonvolume
Vervorming van het geluid
Af en toe onderbreken van
geluid tijdens weergave bij
een hoog volume
Plotseling uitvallen van de
stroom tijdens weergave bij
een hoog volume
Knipperen of donker worden
van de display tijdens weergave
met een hoog volume
Geluid blijft klinken zelfs na
loslaten van de toetsen
Een toon die totaal verschilt
van de toon die u instelde
Abnormale weergave van
het ritmepatroon en de
demonstratiemelodie
Uitvallen van stroom,
geluidsvervorming of laag
volume bij spelen via een
aangesloten computer of
MIDI toestel
Plotseling uitvallen van de
spanning tijdens het lezen van
of schrijven naar een diskette
(alleen bij model WK-3500)
1. Probleem met de
stroomvoorziening.
2. De stroom is niet ingeschakeld.
3. Het volume is te laag ingesteld.
4. Spelen in het
begeleidingstoetsenbord gebied
terwijl de instelling van de MODE
toets op CASIO CHORD of
FINGERED staat.
5. De functie voor lokale bediening
is uitgeschakeld.
6. Mixerkanaal 1 is uitgeschakeld.
7. De instelling van het volume van
mixerkanaal 1 is te laag.
8. De DSP volumeparameter is te
laag ingesteld.
9. De expressiewaarde van de
bestanddata die op de SMF speler
weergegeven wordt, is te laag.
Lage batterijspanning
1. Sluit de adapter op de juiste wijze
aan, let erop dat de polen (+/)
van de batterijen in de juiste
richting wijzen en controleer dat
de batterijen niet leeg zijn.
2. Druk op de POWER toets om de
spanning in te schakelen.
3. Gebruik de VOLUME regelaar
om het volume te verhogen.
4. Geen van de begeleidingsfunctie
indicators brandt, hetgeen
betekent dat de automatische
begeleiding uitgeschakeld is.
5. Schakel de functie voor lokale
bediening in (ON).
6. Schakel kanaal 1 m.b.v. de mixer
in.
7. Verhoog m.b.v. de mixer de
instelling van het volume van
kanaal 1.
8. Verhoog de DSP
parameterwaarde.
9. Verlaat de SMF spelerfunctie en
ga er daarna weer in of verander
van SMF speler meespeeldeel.
Vervang de oude batterijen door een
set nieuwe of gebruik de netadapter.
D-16, 17
D-22
D-22
D-38
D-82
D-47
D-48
D-50
D-84
D-16, 17
735A-D-108A
WK3000_d_106-112.p65 03.10.8, 3:10 PM106
D-107
Automatische begeleiding
klinkt niet.
Geen verandering in het volume
bij verandering in druk op de
klaviertoetsen.
Bij spelen van het keyboard
klinken twee tonen.
Verschillende tonen klinken bij
indrukken van klaviertoetsen in
andere bereiken.
De sleutel of de stemming komt
niet overeen bij spelen met een
ander MIDI toestel.
Delen vallen plotseling weg
tijdens weergave van het
melodiegeheugen.
Sommige delen worden in het
geheel niet weergegeven tijdens
weergave van het
melodiegeheugen.
Er gebeurt niets bij indrukken
van de LAYER of SPLIT toets.
Er wordt geen geluid
geproduceerd tijdens weergave
van MIDI data via een
computer.
Spelen op het toetsenbord
produceert een onnatuurlijk
geluid bij aansluiting op een
computer.
1. Volume van automatische
begeleiding staat op 000.
2. De kanalen 6-10 voor de
onderdelen van de automatische
begeleiding zijn uitgeschakeld.
3. De instelling van het volume of
de expressie van de kanalen 6-10
voor de onderdelen van de
automatische begeleiding is te
laag.
De aanslagvolumefunctie is
uitgeschakeld.
De lagenfunctie is ingeschakeld.
De splitsfunctie is ingeschakeld.
1.
De stem- of transponeerparameter
staat ingesteld op een andere
waarde dan 00.
2. Instellingen voor ruwweg en
fijnstemmen van de mixer en/of
octaafverschuiving zijn waarden
anders dan 00.
Het aantal melodieën dat
tegelijkertijd wordt weergegeven
overschrijdt de beperkingen van het
keyboard.
1. Kanalen zijn uitgeschakeld.
2. De instelling van het volume is te
laag.
1. Eén of meer van de
melodiekanalen (2 4) is
uitgeschakeld.
2. De instelling van het volume van
één of meer van de
melodiekanalen (2 4) is te laag.
3. De opnamestandbyfunctie is
ingeschakeld.
4. De SMF spelerfunctie is op het
moment in gebruik.
1. De MIDI kabels zijn niet juist
aangesloten.
2. Het kanaal is uitgeschakeld of het
volume staat te laag ingesteld.
De MIDI Thru functie van de
computer is ingeschakeld.
1. Verhoog met de ACCOMP
VOLUME toets het volume.
2. Schakel de kanalen m.b.v. de
mixer weer in.
3. Verhoog de instelling van het
volume van het van toepassing
zijnde kanaal m.b.v. de mixer.
Druk op de TRANSPOSE/
FUNCTION toets om deze in te
schakelen.
Druk op de LAYER toets om de
lagenfunctie uit te schakelen.
Druk op de SPLIT toets om de
splitsfunctie uit te schakelen.
1. Verander de waarde van de stem-
of transponeerparameter naar 00.
2. Zet de instellingen voor ruwweg
en fijnstemmen en/of
octaafverschuiving in op 00.
Schakel onnodige kanalen uit en
verminder het aantal delen dat
wordt weergegeven m.b.v. de
mixer.
1. Schakel de kanalen in m.b.v. de
mixer.
2. Controleer de volume-instelling
m.b.v. de mixer.
1. Schakel de kanalen 2 4 in m.b.v.
de mixer.
2. Verhoog het volume van de
kanalen 2 t/n 4 m.b.v. de mixer.
3. De LAYER en SPLIT toetsen
kunnen niet worden gebruikt
tijdens opnemen en
opnamestandby.
4. Schakel de SMF spelerfunctie uit.
LAYER (lagen) en SPLIT
(splitsing) zijn niet beschikbaar
terwijl de SMF spelerfunctie in
gebruik is.
1. Sluit de MIDI kabels op de juiste
wijze aan.
2. Schakel het kanaal in of verhoog
het volume m.b.v. de mixer.
Schakel de MIDI Thru functie uit
bij de computer of schakel de lokale
bediening (Local Control) uit bij het
keyboard.
D-46
D-47
D-48
D-78
D-74
D-75
D-77, 78
D-49
D-47
D-47
D-48
D-47
D-48
D-74, 75
D-84
D-89
D-46, 47
D-82
Oplossen van moeilijkheden
735A-D-109A
Probleem Mogelijke oorzaak Handeling
Zie pagina
WK3000_d_106-112.p65 03.10.8, 3:10 PM107
D-108
Oplossen van moeilijkheden
Begeleiding/melodie MIDI
uitgangssignaal is uitgeschakeld.
Het flash-geheugen is beschadigd.
Er is iets fout met de kaart.
Iemand kan het keyboard
uitgeschakeld hebben terwijl data
op dat moment juist opgeslagen
werd in het flash-geheugen of
iemand was er de oorzaak van dat
de inhoud van het flash-geheugen
om de één of andere reden
beschadigd is geraakt.
1. De kaart is beveiligd tegen
schrijven.
2. De kaart is niet correct in de
kaartgleuf gestoken.
3. Er is niet genoeg ruimte over op
de kaart.
4. U bent een kaart aan het proberen
waarvan het voltage of de
capaciteit niet ondersteund wordt
door dit keyboard.
5. De kaart is beschadigd.
1. De kaart is niet correct in de
kaartgleuf gestoken.
2. Er is niet genoeg ruimte
beschikbaar in het gebied waar u
de data probeert te importeren.
3. U bent een kaart aan het proberen
waarvan het voltage of de
capaciteit niet ondersteund wordt
door dit keyboard.
4. De kaart is beschadigd.
Schakel het begeleiding/melodie
MIDI uitgangssignaal in.
1. Verwijder de batterijen uit het
keyboard en verbreek de
verbinding met de netadapter en
druk op de POWER toets.
2. Leg de batterijen in en/of, sluit
de netadapter opnieuw aan en
druk nogmaals op de POWER
toets om de spanning in te
schakelen.
3. Gebruik de TRANSPOSE/
FUNCTION toets om het systeem
terug te stellen.
Mocht dit het probleem niet
oplossen, neem dan contact op met
de dichtstbijzijnde door CASIO
erkende onderhoudswerkplaats
voor onderhoud
.
Gebruik de TRANSPOSE/
FUNCTION toets om het systeem
terug te stellen.
Mocht dit geen oplossing voor het
probleem bieden, neem dan contact
op voor onderhoud met de
dichtstbijzijnde door CASIO
erkende onderhoudswerkplaats.
1. Verwijder de
schrijfbeveiligingssticker van de
kaart.
2. Steek de kaart op de juiste wijze
in de kaartgleuf.
3. Gebruik een andere kaart of wis
bestanden die u niet langer nodig
heeft van de kaart die u op dat
moment gebruikt.
4. Gebruik een kaart van het voltage
en de capaciteit die u
specificeerde voor dit keyboard.
5. Gebruik een andere kaart.
1. Steek de kaart op de juiste wijze
in de kaartgleuf.
2. Wis ritme-, SMF of toon met
golfdata die zich momenteel in
het flash-geheugen van het
keyboard bevindt om ruimte te
maken voor de te importeren
data.
3. Gebruik een kaart van het voltage
en de capaciteit die u
specificeerde voor dit keyboard.
4. Gebruik een andere kaart.
D-82
D-83
D-83
D-93
D-94
D-101
D-93
D-94
D-83
D-93
735A-D-110A
Akkoordbegeleidingsdata kan
niet opgenomen worden met
een computer.
Het keyboard start niet goed
wanneer deze wordt
ingeschakeld.
Een gedownloade toon met
golfvorm bevat ruis of de
bediening het toetsenbord vindt
niet goed plaats.
Het is niet mogelijk om data bij
een kaart op te slaan.
Het is niet mogelijk om data van
een kaart op te roepen.
Probleem Mogelijke oorzaak Handeling
Zie pagina
WK3000_d_106-112.p65 03.10.8, 3:10 PM108
D-109
Technische gegevens
735A-D-111A
Model: WK-3500/3000
Toetsenbord: 76 toetsen van standaard formaat, 6
1
/4 octaven met aanslagvolume (Uit / 1 / 2 /
3) (OFF/1/2/3)
Tonen: 300 geavanceerde tonen + 200 voorkeuzetonen + 16 drumsetten + 100 standaard
gebruikerstonen + 20 gebruikerstonen met golven * + 4 drumsetten met golven *
+ 50 trekstaaforgel tonen + 100 gebruikers trekstaaforgel tonen + 150 trekstaaforgel
tonen (790 tonen in het totaal); lagen/splitsen
Ritme-instrumenttonen: 61
Polyfonie: 32 noten maximaal (10 voor bepaalde tonen)
Trekstaaforgelfunctie
Trekstaven: 9 (16, 5-1/3, 8, 4, 2-2/3, 2, 1-3/5, 1-1/3, 1)
Percussie: Tweede, derde
Klikken: Aan, uit
Effecten: DSP (200 types: intern, 100 gebruikersgebieden) + nagalm (16 types) + zweving
(16 types) + equalizer (10 types, 4 banden)
Automatische begeleiding
Ritmepatronen: 156 (intern, 16 gebruikersgebieden*)
Tempo: Variabel (226 stappen, = 30 - 255)
Akkoorden: 3 vingerzetmethodes (CASIO CHORD, FINGERED, FULL RANGE CHORD)
Ritmebediening: START/STOP, INTRO/ENDING 1 en 2, VARIATION/FILL-IN 1 en 2, SYNCHRO/
FILL-IN NEXT
Begeleidingsvolume: 0 127 (128 stappen)
Eén-toets voorkeuzes: Roept instellingen voor toon, tempo, layer aan/uit en harmonisatie aan/uit op in
overeenkomst met het ritme.
Automatische harmonisatie: 10 types : Automatische toevoeging van noten die harmoniseren met de
melodienoot in overeenkomst met de gespecificeerde automatische
begeleidingsakkoorden.
Geheugenfunctie
Melodieën: 5
Opnamesporen: 6 (2 tot en met 6 zijn melodiesporen)
Opnamemethoden: Real-time, stappen
Geheugencapaciteit: Ongeveer 10.000 noten (totaal voor 5 melodieën)
Bewerkingsfunctie: Aanwezig
Demonstratiemelodieën: 3
<WK-3500>
<WK-3000>
Melodienummer
Naam Componist
Weergavetijd
0 Garage Flava Steave Turner 2:15
1 Breath of Air Hage Software 2:19
2 Nora Park TECH-NOTE INTERNATIONAL LTD. 2:06
Melodienummer
Naam Componist
Weergavetijd
0 Nora Park TECH-NOTE INTERNATIONAL LTD. 2:06
1 Garage Flava Steave Turner 2:15
2 Strut With Beauty Edward Alstrom 1:52
WK3000_d_106-112.p65 03.10.8, 3:10 PM109
D-110
Synthesizerfunctie
Parameters: Aanslagtijd; loslaattijd; resonantie; afsnijfrequentie; vibratotype; vibratovertraging;
vibratodiepte; vibratosnelheid; octaafverschuiving; niveau; aanslaggevoeligheid;
nagalm zenden; zweving zenden; DSP lijn; DSP type en DSP parameter, 300
geavanceerde tonen + 200 voorkeuzetonen + 16 drumklanken + 124
gebruikerstonen + 150 trekstaaforgel tonen (790 tonen in het totaal).
Registratiegeheugen
Aantal instellingen: 32 (4 instellingen x 8 banken)
Geheugeninhoud: Toon, ritme, tempo, lagen aan/uit, splitsen aan/uit, splitspunt, harmoniseren aan/
uit, mixerinstellingen (kanalen 1 tot en met 10), effectinstellingen,
aanslagsnelheidinstellingen, toewijsbare aansluitinginstelling, transponeren,
stemmen, begeleidingsvolume instelling, toonhoogtebuigbereik, automatisch
harmonisatietype, MODE toets instelling, synchronische standby toestand, mixer
aanhouden, DSP aanhouden, synthesizerfunctie parameters
Mixerfunctie
Kanalen: 16
Parameters: Toon; deel aan/uit; volume; pan pot effect; octaafverschuiving; ruwweg stemmen;
fijnstemmen; nagalm zenden; zweving zenden; DSP lijn; DSP niveau; DSP
stereopositie effect; DSP systeem nagalm zenden; DSP systeem zweving zenden
MIDI: 16 multi-klankkleur ontvangst, GM niveau 1 standaard
Andere functies
Toonhoogtebuigbereik: Instelbaar (12 halftonen naar boven en naar beneden)
Modulatie: Ingebouwde voorziening
Transponeren: 49 stappen (24 halftonen tot +24 halftonen)
Stemmen: Variabel (A4 = ca. 440Hz ±100 cent)
LCD: Verstelbaar contrast
SMF speler: Flash-geheugen opslag voor maximaal 200 bestanden*
Ondersteund Formaat: SMF0
Flash-geheugen
Capaciteit: 2 MB
Gedeeld gebied: Ongeveer 1.5MB (golfvormdata, begeleidingsdata, SMF data)
Verdere opslag van golfvorm, begeleiding en SMF data wordt onmogelijk wanneer
het totaal aan dergelijke data ongeveer 1.5MB bereikt heeft.
Kaartgleuf 3,3V SmartMedia-
TM
(8MB, 16MB, 32MB, 64MB, 128MB)
Functies: Opslaan en laden van gebruikerstonen, gebruikersmelodieën en registratiedata;
weergave van SMF bestanden; formatteren van kaarten; wissen van bestanden,
hernoemen van bestanden
Floppy disk-drive
(alleen bij model WK-3500)
Type: 3,5 inch FDD
Formaten: 2DD (720KB MS-DOS formaat)
2HD (1,44MB MS-DOS formaat)
Functies: Opslaan en laden van gebruikerstonen, gebruikersmelodieën en registratiedata;
weergave van SMF bestanden; formatteren van diskettes; wissen van bestanden,
hernoemen van bestanden
Technische gegevens
735A-D-112A
WK3000_d_106-112.p65 03.10.8, 3:10 PM110
D-111
Aansluitingen
MIDI aansluitingen: Ingang (IN), uitgang (OUT)
Aanhoudpedaal/
toewijsbare aansluiting: Standaardaansluiting (aanhouden, sostenuto, zacht, ritme start/stop)
WK-3500
Headphones: Standaard stereo-aansluiting
Uitgangsimpedantie : 200
Uitgangsspanning : 250 mV (RMS) MAX
Line Out (R, L/MONO): Standaard stereo-aansluiting x 2
Uitgangsimpedantie : 3 k
Uitgangsspanning : 1,5 V (RMS) MAX
WK-3000
Hoofdtelefoon/uitgangsaansluiting:
Standaard stereo-aansluiting
Uitgangsimpedantie : 200
Uitgangsspanning: 5,5 V (RMS) MAX
Spanningsaansluiting: 12 V gelijkspanning
Stroomvoorziening: Dubbel stroomvoorzieningssysteem
Batterijen: 6 batterijen maat D
Levensduur batterijen: Ongeveer 4 uur doorlopende werking op mangaanbatterijen
Netadapter: AD-12
Automatische stroomonderbreking:
Stroom wordt ca. zes minuten na laatste bedieningshandeling uitgeschakeld. Werkt
enkel tijdens werking op batterijen, kan met de hand worden uitgeschakeld.
Uitgangsvermogen luidsprekers: 6,1 W + 6,1 W
Stroomverbruik: 12 V 18 W
Afmetingen: 122,3 x 42,3 x 16,0 cm
Gewicht: WK-3500: Ongeveer 10,0 kg (zonder batterijen)
WK-3000: Ongeveer 9,5 kg (zonder batterijen)
Technische gegevens
735A-D-113A
* Hetzelfde geheugengebied wordt gebruikt voor het opslaan van golfvormdata, begeleidingsdata en SMF data.
WK3000_d_106-112.p65 03.10.8, 3:11 PM111
D-112
Vermijd hitte, vocht en direct zonlicht.
Stel dit instrument niet bloot aan direct zonlicht, zet het niet op een plaats dichtbij een airconditioning of op een bijzonder warme
plaats.
Gebruik het toestel niet in de buurt van een TV of radio.
Dit instrument kan storing veroorzaken bij TV en radio. Mocht dit gebeuren, zet het instrument dan verder weg van de TV of de
radio.
Gebruik voor het reinigen van het toestel nooit lak, verdunner of dergelijke chemicaliën.
Maak het instrument schoon met een zachte doek bevochtigd in water met een milde oplossing van een neutraal
schoonmaakmiddel. Dompel de doek in de oplossing en wring hem uit totdat hij bijna droog is.
Vermijd het gebruik op plaatsen met een bijzonder hoge of lage temperatuur.
Extreem hoge of lage temperaturen kunnen de cijfers op het LCD scherm mogelijk donker of moeilijk te zien maken. Deze
situatie zou zichzelf moeten corrigeren wanneer de temperatuur van het instrument weer normaal is geworden.
OPMERKING
Misschien heeft u lijnen in de afwerking van dit instrument opgemerkt. Deze lijnen zijn het resultaat van het vormgieten om
het plastic van de kast in de juiste vorm te maken. Het zijn geen breuken of krassen in het plastic en geen reden voor
ongerustheid.
Onderhoud van uw instrument
735A-D-114A
WK3000_d_106-112.p65 03.10.8, 3:11 PM112
A-1
Appendix
735A-D-115A
Toonlijst
Geavanceerde tonen
0 PIANO STEREO GRAND PIANO 0 51 16 N RvbHall1
1 PIANO STEREO MELLOW PIANO 0 52 16 N GateRvb2
2 PIANO STEREO BRIGHT PIANO 1 50 16 N Equalize
3 PIANO GRAND PIANO 0 48 32 N RvbHall1
4 PIANO MELLOW PIANO 0 50 32 N Equalize
5 PIANO BRIGHT PIANO 1 48 32 N Enhancer
6 PIANO GRAND PIANO WIDE 0 49 32 N Reflect
7 PIANO HARPSICHORD 6 51 32 N CmpChoRf
8 PIANO ELEC. GRAND PIANO 2 48 32 N Equalize
9 PIANO SYNTH-STR PIANO 0 54 16 N Cho Flan
10 PIANO MODERN PIANO 1 51 16 N Equalize
11 PIANO STRINGS PIANO 1 52 16 N RvbHall1
12 PIANO VOICE PIANO 0 53 16 N Reflect
13 PIANO DANCE PIANO 1 53 16 N Enha Dly
14 PIANO MODERN E.G.PIANO 2 50 16 N ChoDly 1
15 PIANO HONKY-TONK 1 3 48 16 N Chorus 4
16 PIANO 1 OCTAVE PIANO 3 51 16 N Equalize
17 PIANO 2 OCTAVE PIANO 3 50 16 N RvbRoom2
18 PIANO COUPLED HARPSICHORD 6 49 16 N CmpChoRf
19 E.PIANO ELEC. PIANO 1 4 48 32 N Chorus 3
20 E.PIANO MODERN EP 1 5 48 16 N Chorus 3
21 E.PIANO TREMOLO E.PIANO 4 55 32 N Cho Trem
22 E.PIANO 60S E.PIANO 4 51 32 N Auto Pan
23 E.PIANO MELLOW E.PIANO 4 52 16 N CmpChoRf
24 E.PIANO SYNTH-STR. E.PIANO 2 5 52 16 N Equalize
25 E.PIANO CLAVI 7 48 32 N CmpChoRf
26 E.PIANO SOFT E.PIANO 5 50 16 N Equalize
27 E.PIANO AUTO WAH E.PIANO 4 56 32 N Auto Wah
28 E.PIANO PHASER E.PIANO 4 57 32 N PhaAPan1
29 E.PIANO GLASS E.PIANO 4 50 16 N Equalize
30 E.PIANO E.PIANO PAD 4 53 16 N StPhaser
31 E.PIANO SYNTH-STR. E.PIANO 1 4 54 16 N Equalize
32 E.PIANO MODERN EP 2 5 49 16 N Enha Dly
33 E.PIANO STRINGS E.PIANO 5 53 16 N ChoDly 1
34 E.PIANO RESONANCE CLAVI 7 50 32 N Auto Wah
35 E.PIANO PULSE CLAVI 7 49 32 N CmpEnDly
36 CHROM.PERC TREMOLO VIBRAPHONE 11 48 32 N Cho Trem
37 CHROM.PERC MARIMBA 12 48 32 N Reflect
38 CHROM.PERC GLOCKENSPIEL 9 48 32 1 Reflect
39 CHROM.PERC CELESTA 8 48 32 N Reflect
40 CHROM.PERC VIBRAPHONE 11 50 32 N Reflect
41 CHROM.PERC PHASER MARIMBA 12 50 32 N PhaDly 2
42 CHROM.PERC DELAY GLOCKENSPIEL 9 49 32 1 PhaDly 2
43 CHROM.PERC DELAY CELESTA 8 49 32 N 3Tap Dly
44 ORGAN ROTARY DRAWBAR 16 52 32 N RotRef 1
45 ORGAN ROTARY PERC. ORGAN 1 17 52 16 N RotRef 2
46 ORGAN 70S ORGAN 17 49 32 N Rotary 1
47 ORGAN TREMOLO ORGAN 16 49 32 N Cho Trem
48 ORGAN JAZZ DRAWBAR 17 53 16 N RotRef 1
49 ORGAN ROCK ORGAN 18 48 16 N Rotary 2
50 ORGAN ROTARY ELEC. ORGAN 16 53 32 N Rotary 2
51 ORGAN ROTARY PERC. ORGAN 2 17 54 16 N RotRef 1
52 ORGAN CHURCH ORGAN 1 19 48 16 N RvbHall2
Nr. Toongroep Toonnaam
Programma-
verandering
Bankkeuze
MSB
Maximale
polyfonie
Bereiktype
DSP type
WK3000_d_A-01-16.p65 03.10.8, 3:11 PM1
A-2
Appendix
735A-D-116A
53 ORGAN CHAPEL ORGAN 19 51 32 N RvbHall2
54 ORGAN ACCORDION 21 48 16 N Reflect
55 ORGAN HARMONICA 22 48 32 N Reflect
56 ORGAN BANDONEON 23 48 16 N Reflect
57 ORGAN DRAWBAR ORGAN 1 16 48 32 N Reflect
58 ORGAN ELEC. ORGAN 16 51 32 N Reflect
59 ORGAN DRAWBAR ORGAN 2 16 50 32 N Rotary 1
60 ORGAN OVD ROTARY ORGAN 16 54 32 N Od Rot 2
61 ORGAN PERC. ORGAN 1 17 48 16 N Reflect
62 ORGAN PERC. ORGAN 2 17 51 16 N Rotary 2
63 ORGAN JAZZ ORGAN 17 50 16 N Reflect
64 ORGAN OVD ROCK ORGAN 18 49 16 N OdRtRef1
65 ORGAN CHURCH ORGAN 2 19 49 16 N RvbHall1
66 ORGAN OCTAVE ACCORDION 21 49 16 N CmpChoRf
67 ORGAN SLOW HARMONICA 22 49 32 N RvbRoom2
68 ORGAN NEO BANDONEON 23 49 16 N ChoDly 4
69 GUITAR NYLON GUITAR 24 48 32 1 Equalize
70 GUITAR STEEL GUITAR 25 48 32 1 Equalize
71 GUITAR JAZZ GUITAR 26 48 32 1 CmpChoRf
72 GUITAR CHORUS CLEAN GUITAR 27 49 32 1 CmpChoRf
73 GUITAR CRUNCH ELEC. GUITAR 27 52 32 1 CrnDelay
74 GUITAR OVD FRONT GUITAR 29 49 32 1 CmpOdDly
75 GUITAR FEEDBACK DIST. GT 30 52 16 1 DistDly1
76 GUITAR ROTARY GUITAR 27 53 32 1 Rotary 2
77 GUITAR MUTED DIST. GUITAR 28 49 32 1 MetalDly
78 GUITAR MELLOW NYLON GUITAR 24 51 16 1 ChoDly 3
79 GUITAR ENHANCED STEEL GUITAR 25 51 32 1 Enha Dly
80 GUITAR 12 STRING GUITAR 25 49 16 1 Equalize
81 GUITAR CHORUS STEEL GUITAR 25 50 16 1 ChoDly 4
82 GUITAR UKULELE 24 49 32 N CmpChoRf
83 GUITAR BANJO 105 48 32 N Equalize
84 GUITAR OCT JAZZ GUITAR 26 50 16 1 RvbRoom3
85 GUITAR OVERDRIVE GUITAR 29 48 16 1 CmpDelay
86 GUITAR AUTO WAH OVERDRIVE GT 29 51 16 1 AWhOdDly
87 GUITAR OVD REAR GUITAR 29 50 32 1 Ovrdrive
88 GUITAR MORE DISTORTION GT 30 51 16 1 DistDly2
89 GUITAR DISTORTION FRONT GT 30 50 32 1 DistDly2
90 GUITAR CLEAN GUITAR 27 48 32 1 Equalize
91 GUITAR ELEC. GUITAR FRONT 27 51 32 1 Equalize
92 GUITAR ELEC. GUITAR REAR 27 50 32 1 Equalize
93 GUITAR MUTED GUITAR 28 48 32 1 Equalize
94 GUITAR DISTORTION GUITAR 30 48 16 1 CmpDelay
95 GUITAR FEEDBACK GUITAR 30 49 16 1 CmpCrDly
96 GUITAR DISTORTION CLEAN GT 30 53 32 1 CmpCrDly
97 BASS ACOUSTIC BASS 32 48 32 1 Reflect
98 BASS FINGERED BASS 33 48 32 1 Limiter
99 BASS PICKED BASS 34 48 32 1 Comp 2
100 BASS FRETLESS BASS 35 48 32 1 ChoDly 1
101 BASS SLAP BASS 37 48 32 1 Comp 2
102 BASS SAW SYNTH-BASS 1 38 48 16 1 Chorus 1
103 BASS ANALOG SYNTH-BASS 38 52 32 1 PhaCho 1
104 BASS SQR SYNTH-BASS 1 39 48 32 1 Od Rot 1
105 BASS RESO. SQR BASS 1 39 50 32 1 Enha Cho
106 BASS RESO. SAW BASS 1 38 53 32 1 AWhChDly
107 BASS DISTORTION SQR BASS 39 51 16 1 DistDly1
108 BASS RESO. SAW BASS 2 38 49 16 1 PhaDly 2
109 BASS DIGITAL BASS 1 39 52 32 1 Comp 2
110 BASS RIDE BASS 32 49 16 1 RvbRoom1
Nr. Toongroep Toonnaam
Programma-
verandering
Bankkeuze
MSB
Maximale
polyfonie
Bereiktype
DSP type
WK3000_d_A-01-16.p65 03.10.8, 3:11 PM2
A-3
Appendix
735A-D-117A
111 BASS CHORUS FINGERED BASS 33 49 16 1 Crn Cho
112 BASS COMP. PICKED BASS 34 49 16 1 CmpEnDly
113 BASS FLAN. FRETLESS BASS 35 49 16 1 Cho Flan
114 BASS MORE SLAP BASS 37 49 16 1 Comp 2
115 BASS ACID BASS 38 50 32 1 Enhancer
116 BASS SAW SYNTH-BASS 2 38 54 32 1 Equalize
117 BASS TRI SYNTH-BASS 1 39 53 32 1 Equalize
118 BASS SINE BASS 39 54 32 1 Limiter
119 BASS ORGAN BASS 1 38 55 32 1 Comp 1
120 BASS DIGITAL BASS 2 39 55 16 1 Chorus 2
121 ORCHESTRA VIOLIN 40 48 32 N GateRvb2
122 ORCHESTRA CELLO 42 48 32 1 GateRvb2
123 ORCHESTRA VIOLA 41 48 32 N GateRvb2
124 ORCHESTRA PIZZICATO ENSEMBLE 45 49 16 N RvbHall1
125 ORCHESTRA HARP 46 48 32 N Reflect
126 ORCHESTRA SLOW VIOLIN 40 49 32 N RvbHall2
127 ORCHESTRA SLOW CELLO 42 49 32 1 RvbHall2
128 ORCHESTRA PIZZICATO 45 48 32 N Reflect
129 ORCHESTRA HARPS 46 49 16 N Reflect
130 ENSEMBLE STEREO STRINGS 48 51 16 N RvbHall1
131 ENSEMBLE STRING ENSEMBLE 48 48 32 N RvbRoom3
132 ENSEMBLE SLOW STRINGS 49 48 32 N ChoDly 3
133 ENSEMBLE CHAMBER 49 49 16 N Reflect
134 ENSEMBLE PURE SYNTH-STRINGS 1 50 50 16 N ChoDly 3
135 ENSEMBLE SYNTH-STRINGS 1 50 48 32 N ChoDly 3
136 ENSEMBLE STEREO CHOIR 52 50 16 N RvbHall1
137 ENSEMBLE VOICE UUH 53 49 16 N RvbRoom1
138 ENSEMBLE SYNTH-VOICE 1 54 48 32 N Chorus 4
139 ENSEMBLE SYNTH-VOICE 2 54 49 32 N ChoDly 3
140 ENSEMBLE POP HIT 1 55 52 16 N Equalize
141 ENSEMBLE POP HIT 2 55 53 16 N FlanDly1
142 ENSEMBLE RESO SYNTH-STRINGS 51 48 32 N ChoDly 3
143 ENSEMBLE SYNTH-CHOIR 52 51 16 N StXDelay
144 ENSEMBLE VOICE DOO 53 48 32 N RvbRoom1
145 ENSEMBLE BRIGHT STRINGS 48 49 32 N RvbHall1
146 ENSEMBLE WIDE STRINGS 48 52 16 N RvbHall1
147 ENSEMBLE MELLOW STRINGS 49 50 32 N RvbHall1
148 ENSEMBLE ORCHESTRA STRINGS 1 49 51 16 N RvbRoom3
149 ENSEMBLE PURE SYNTH-STRINGS 2 50 51 16 N DistDly1
150 ENSEMBLE PHASER SYNTH-STRINGS 51 49 16 N PhaAPan2
151 ENSEMBLE SYNTH-DOO 53 50 16 N DistDly1
152 ENSEMBLE SYNTH-VOICE 3 54 52 16 N DistDly1
153 ENSEMBLE VOICE PAD 54 53 16 N FlanDly3
154 ENSEMBLE CHOIR STRINGS 48 53 16 N RvbHall1
155 ENSEMBLE ORCHESTRA STRINGS 2 49 52 16 N RvbHall1
156 ENSEMBLE BLOW VOICE 54 51 16 N DistDly1
157 ENSEMBLE NOISY SYNTH-VOICE 54 54 16 N FlanDly2
158 ENSEMBLE BASS HIT 55 49 16 N DistDly1
159 ENSEMBLE PIANO HIT 55 54 16 N GateRvb2
160 ENSEMBLE ORGAN HIT 55 55 16 N Rotary 2
161 ENSEMBLE ORCHESTRA HIT 1 55 48 16 N RvbHall1
162 ENSEMBLE TECHNO HIT 55 56 16 N MetalDly
163 BRASS VELO. TRUMPET 56 51 16 N GateRvb2
164 BRASS VELO. TROMBONE 57 50 16 1 GateRvb2
165 BRASS MUTE TRUMPET 59 48 32 N Enhancer
166 BRASS OCTAVE FRENCH HORN 60 50 16 1 RvbHall1
167 BRASS STEREO BRASS 61 50 16 N Enha Dly
168 BRASS BRASS + SYNTH 61 51 16 N Enha Dly
Nr. Toongroep Toonnaam
Programma-
verandering
Bankkeuze
MSB
Maximale
polyfonie
Bereiktype
DSP type
WK3000_d_A-01-16.p65 03.10.8, 3:11 PM3
A-4
Appendix
735A-D-118A
169 BRASS DEEP SYNTH-BRASS 1 62 51 16 N Enha Dly
170 BRASS SOFT SYNTH-BRASS 63 51 16 N Enha Dly
171 BRASS VINTAGE SYNTH-BRASS 63 48 16 N RvbHall2
172 BRASS TRUMPET 1 56 48 32 N RvbHall1
173 BRASS TRUMPET P 56 50 16 N RvbHall1
174 BRASS TROMBONE 57 48 16 1 RvbHall1
175 BRASS TROMBONE F 57 49 32 1 RvbHall1
176 BRASS WAH MUTE TRUMPET 59 49 32 N LFO Wah
177 BRASS FRENCH HORN 60 48 16 1 RvbHall1
178 BRASS BRASS SFZ 61 53 16 N Comp 2
179 BRASS DEEP SYNTH-BRASS 2 62 53 16 N Enha Dly
180 BRASS TUBA 58 48 32 1 RvbHall1
181 BRASS SQR SYNTH-BRASS 62 52 16 N Delay
182 BRASS WARM SYNTH-BRASS 63 52 16 N Delay
183 BRASS ANALOG BRASS 1 62 48 32 N Comp 2
184 BRASS BRASS + TRUMPET 61 52 16 N RvbHall2
185 BRASS SLOW SYNTH-BRASS 63 49 16 N ChoDly 4
186 BRASS TROMBONE SECTION 57 51 16 N GateRvb2
187 BRASS BRASS 61 48 32 N RvbHall2
188 BRASS OCTAVE BRASS 61 54 16 N RvbHall2
189 BRASS ANALOG BRASS 2 62 54 32 N Equalize
190 BRASS BRASS + FRENCH HORN 61 55 16 N RvbHall2
191 BRASS STACK TUBA 58 49 16 1 Comp 2
192 REED BREATHY TENOR SAX 66 49 16 1 Enhancer
193 REED BREATHY ALTO SAX 65 49 16 1 Enhancer
194 REED MELLOW SOPRANO SAX 64 49 16 N CmpEnDly
195 REED VELO. TENOR SAX 66 50 16 1 GateRvb2
196 REED VELO. ALTO SAX 65 51 32 1 GateRvb2
197 REED VELO. CLARINET 71 49 16 N Reflect
198 REED OBOE 68 48 32 N GateRvb2
199 REED SOPRANO SAX 64 48 32 N Equalize
200 REED ALTO SAX 65 48 32 1 Equalize
201 REED TENOR SAX 66 48 32 1 Equalize
202 REED ALTO SAX FF 65 50 32 1 Equalize
203 REED BARITONE SAX 67 48 32 1 Equalize
204 REED CLARINET 71 48 32 N GateRvb2
205 REED ALTO SAXYS 65 52 16 1 Equalize
206 REED TENOR SAXYS 66 51 16 1 Equalize
207 REED STACK BARITONE SAX 67 49 16 1 Comp 2
208 REED SYNTH-OBOE 68 49 16 N ChoDly 4
209 PIPE VELO. FLUTE 73 49 16 N GateRvb2
210 PIPE PICCOLO 72 48 32 1 Equalize
211 PIPE PAN FLUTE 75 48 32 N GateRvb2
212 PIPE BOTTLE BLOW 76 48 32 N Equalize
213 PIPE RECORDER 74 48 32 N GateRvb2
214 PIPE WHISTLES 78 49 16 N ChoDly 4
215 PIPE FLUTE 73 48 32 N Reflect
216 PIPE PICCOLO ENSEMBLE 72 49 16 1 Equalize
217 PIPE MELLOW FLUTE 73 50 16 N Reflect
218 PIPE OCTAVE FLUTE 73 51 16 N Equalize
219 PIPE FLUTE + REED 73 52 16 N StXDelay
220 PIPE SYNTH-PAN FLUTE 75 49 16 N AWhChDly
221 PIPE SYNTH-RECORDER 74 49 16 N ChoDly 4
222 PIPE WHISTLE 78 48 32 N Od Rot 2
223 SYNTH-LEAD SAW TOOTH LEAD 81 48 16 N Enha Dly
224 SYNTH-LEAD MELLOW SAW LEAD 81 53 16 N Enha Dly
225 SYNTH-LEAD GR LEAD 1 81 54 16 N PhaDly 2
226 SYNTH-LEAD SQUARE LEAD 1 80 48 16 N ChoDly 2
Nr. Toongroep Toonnaam
Programma-
verandering
Bankkeuze
MSB
Maximale
polyfonie
Bereiktype
DSP type
WK3000_d_A-01-16.p65 03.10.8, 3:11 PM4
A-5
Appendix
735A-D-119A
227 SYNTH-LEAD SQUARE LEAD 2 80 51 16 N ChoDly 2
228 SYNTH-LEAD VOX SQR LEAD 80 52 16 N ChoDly 4
229 SYNTH-LEAD CALLIOPE LEAD 82 48 16 N Equalize
230 SYNTH-LEAD CHIFF LEAD 1 83 48 16 N Comp 1
231 SYNTH-LEAD CHARANG LEAD 84 48 16 N Equalize
232 SYNTH-LEAD GT SYNTH-LEAD 1 84 49 16 N PhaAPan1
233 SYNTH-LEAD SOLO VOX 85 48 16 N PhaDly 1
234 SYNTH-LEAD FIFTH LEAD 86 48 16 N Auto Wah
235 SYNTH-LEAD HUSKY SAW 86 49 16 N PhaDly 1
236 SYNTH-LEAD BASS LEAD 1 87 48 16 N Chorus 2
237 SYNTH-LEAD BASS LEAD 2 87 50 16 N LFO Wah
238 SYNTH-LEAD VOX SAW LEAD 81 57 16 N RgChoDly
239 SYNTH-LEAD SQUARE LEAD 3 80 53 16 N FlanDly1
240 SYNTH-LEAD MELLOW SQR LEAD 80 54 16 N Tremolo
241 SYNTH-LEAD ADVANCED CALLIOPE 82 49 16 N RvbPlate
242 SYNTH-LEAD SEQ SAW 1 81 55 16 N Equalize
243 SYNTH-LEAD REED SAW 81 56 16 N Enha Cho
244 SYNTH-LEAD PIPE LEAD 82 50 16 N Reflect
245 SYNTH-LEAD ATTACK SQR 1 80 55 16 N Comp 2
246 SYNTH-LEAD PERC. CHIFF 1 83 49 16 N Comp 1
247 SYNTH-LEAD PLUCK LEAD 1 84 50 16 N FlanDly2
248 SYNTH-LEAD VOX LEAD 1 85 50 16 N FlanDly2
249 SYNTH-LEAD 5TH MELLOW 86 50 16 N StXDelay
250 SYNTH-LEAD 4TH LEAD 86 51 16 N Auto Pan
251 SYNTH-LEAD REED LEAD 87 51 16 N Equalize
252 SYNTH-LEAD RESO. SAW LEAD 81 58 16 N Phaser
253 SYNTH-LEAD GR LEAD 2 81 59 32 N CmpCrDly
254 SYNTH-LEAD DETUNED SAW 81 51 16 N Chorus 2
255 SYNTH-LEAD ATTACK SQR 2 80 56 16 N 3Tap Dly
256 SYNTH-LEAD SQUARE WAVE 1 80 49 32 N Auto Pan
257 SYNTH-LEAD SQUARE WAVE 2 80 57 32 N AWhChDly
258 SYNTH-LEAD CHIFF LEAD 2 83 50 16 N Comp 1
259 SYNTH-LEAD PLUCK LEAD 2 84 51 16 N FlanDly2
260 SYNTH-LEAD TECH POLYSYNTH 1 86 52 16 N Ring Mod
261 SYNTH-LEAD RESO LEAD 86 53 16 N Enha Dly
262 SYNTH-LEAD FRET LEAD 87 52 16 N Enha Dly
263 SYNTH-LEAD TECH POLYSYNTH 2 86 54 32 N LoFi Ref
264 SYNTH-LEAD 7TH SEQ 86 55 16 N Phaser
265 SYNTH-PAD FANTASY PAD 88 48 16 N PhaDly 2
266 SYNTH-PAD WARM PAD 89 48 32 N Equalize
267 SYNTH-PAD POLYSYNTH PAD 90 48 16 N Cho Trem
268 SYNTH-PAD NOISY SAW 90 49 16 N Lo-Fi
269 SYNTH-PAD SINE PAD 89 49 16 N Phaser
270 SYNTH-PAD SPACE VOICE 1 91 48 16 N RotRef 1
271 SYNTH-PAD COSMIC VOICE 91 50 16 N Rotary 2
272 SYNTH-PAD BOWED PAD 92 48 16 N 3Tap Dly
273 SYNTH-PAD METAL PAD 1 93 48 16 N St Delay
274 SYNTH-PAD HALO PAD 94 48 16 N StPhaser
275 SYNTH-PAD SWEEP PAD 95 48 32 N Equalize
276 SYNTH-PAD RAIN PAD 96 48 16 N Comp 1
277 SYNTH-PAD VIBE PAD 96 49 16 N CmpDelay
278 SYNTH-PAD MOVIE SOUND 97 48 16 N FlanDly1
279 SYNTH-PAD CRYSTAL PAD 2 98 50 16 N St Delay
280 SYNTH-PAD ATMOSPHERE PAD 99 48 16 N GateRvb1
281 SYNTH-PAD BRIGHTER 100 49 16 N Delay
282 SYNTH-PAD GOBLIN PAD 101 48 16 N Flanger
283 SYNTH-PAD STAR THEME 103 48 16 N PhaAPan2
284 SYNTH-PAD NEW FANTASY 88 49 16 N ChoDly 3
Nr. Toongroep Toonnaam
Programma-
verandering
Bankkeuze
MSB
Maximale
polyfonie
Bereiktype
DSP type
WK3000_d_A-01-16.p65 03.10.8, 3:11 PM5
A-6
735A-D-120A
Appendix
Voorkeuzetonen
285 SYNTH-PAD WARM VOX 89 50 16 N Equalize
286 SYNTH-PAD FLUTE PAD 89 51 16 N Equalize
287 SYNTH-PAD ATTACK POLYSYNTH 90 50 16 N Equalize
288 SYNTH-PAD CHIFF CHOIR 91 51 16 N Cho Flan
289 SYNTH-PAD STAR VOICE 91 52 16 N DsChoDly
290 SYNTH-PAD SPACE VOICE 2 91 49 16 N RgChoDly
291 SYNTH-PAD GLASS PAD 92 50 16 N Equalize
292 SYNTH-PAD BOTTLE PAD 92 49 16 N LFO Wah
293 SYNTH-PAD METAL VOICE 93 49 16 N RotRef 1
294 SYNTH-PAD BRIGHTNESS PAD 100 48 16 N ChoDly 2
295 SYNTH-PAD CRYSTAL PAD 1 98 48 16 N PhaDly 2
296 SYNTH-PAD POLY SAW 90 51 16 N ChoDly 3
297 SYNTH-PAD BOUNCE PAD 94 49 16 N Dist Cho
298 SYNTH-PAD SLOW SWEEP 95 49 16 N RgChoDly
299 SYNTH-PAD STEEL PAD 99 49 16 N ChoDly 3
300 GM PIANO 1 0 64 32 N
301 GM PIANO 2 1 64 32 N
302 GM PIANO 3 2 64 32 N
303 GM HONKY-TONK GM 3 64 16 N
304 GM ELEC. PIANO 1 GM 4 64 32 N
305 GM MODERN EP 1 GM 5 64 16 N
306 GM HARPSICHORD GM 6 64 32 N
307 GM CLAVI GM 7 64 32 N
308 GM CELESTA GM 8 64 32 N
309 GM GLOCKENSPIEL GM 9 64 32 N
310 GM MUSIC BOX 10 64 16 N
311 GM VIBRAPHONE GM 11 64 32 N
312 GM MARIMBA GM 12 64 32 N
313 GM XYLOPHONE 13 64 32 N
314 GM TUBULAR BELL 14 64 32 N
315 GM DULCIMER 15 64 16 N
316 GM DRAWBAR ORGAN 1 GM 16 64 32 N
317 GM PERC. ORGAN 1 GM 17 64 16 N
318 GM ROCK ORGAN GM 18 64 16 N
319 GM CHURCH ORGAN 1 GM 19 64 16 N
320 GM REED ORGAN 20 64 32 N
321 GM ACCORDION GM 21 64 16 N
322 GM HARMONICA GM 22 64 32 N
323 GM BANDONEON GM 23 64 16 N
324 GM NYLON GUITAR GM 24 64 32 N
325 GM STEEL GUITAR GM 25 64 32 N
326 GM JAZZ GUITAR GM 26 64 32 N
327 GM CLEAN GUITAR GM 27 64 32 N
328 GM MUTED GUITAR GM 28 64 32 N
329 GM OVERDRIVE GT GM 29 64 16 N
330 GM DISTORTION GT GM 30 64 16 N
331 GM GUITAR HARMONICS 31 64 32 N
332 GM ACOUSTIC BASS GM 32 64 32 N
333 GM FINGERED BASS GM 33 64 32 N
334 GM PICKED BASS GM 34 64 32 N
335 GM FRETLESS BASS GM 35 64 32 N
Nr. Toongroep Toonnaam
Programma-
verandering
Bankkeuze
MSB
Maximale
polyfonie
Bereiktype
DSP type
Nr. Toongroep Toonnaam
Programma-
verandering
Bankkeuze
MSB
Maximale
polyfonie
Bereiktype
DSP type
WK3000_d_A-01-16.p65 03.10.8, 3:11 PM6
A-7
Appendix
735A-D-121A
336 GM SLAP BASS 1 36 64 32 N
337 GM SLAP BASS 2 GM 37 64 32 N
338 GM SAW SYNTH-BASS 1 GM 38 64 16 N
339 GM SQR SYNTH-BASS 1 GM 39 64 32 N
340 GM VIOLIN GM 40 64 32 N
341 GM VIOLA GM 41 64 32 N
342 GM CELLO GM 42 64 32 N
343 GM CONTRABASS 43 64 32 N
344 GM TREMOLO STRINGS 44 64 32 N
345 GM PIZZICATO GM 45 64 32 N
346 GM HARP GM 46 64 32 N
347 GM TIMPANI 47 64 32 N
348 GM STRINGS 1 48 64 32 N
349 GM STRINGS 2 49 64 32 N
350 GM SYNTH-STRINGS 1 GM 50 64 32 N
351 GM RESO SYNTH-STRINGS GM 51 64 32 N
352 GM CHOIR 52 64 32 N
353 GM VOICE DOO GM 53 64 32 N
354 GM SYNTH-VOICE 1 GM 54 64 32 N
355 GM ORCHESTRA HIT 1 GM 55 64 16 N
356 GM TRUMPET 1 GM 56 64 32 N
357 GM TROMBONE GM 57 64 32 N
358 GM TUBA GM 58 64 32 N
359 GM MUTE TRUMPET GM 59 64 32 N
360 GM FRENCH HORN GM 60 64 16 N
361 GM BRASS GM 61 64 32 N
362 GM SYNTH-BRASS 1 62 64 32 N
363 GM SYNTH-BRASS 2 63 64 16 N
364 GM SOPRANO SAX GM 64 64 32 N
365 GM ALTO SAX GM 65 64 32 N
366 GM TENOR SAX GM 66 64 32 N
367 GM BARITONE SAX GM 67 64 32 N
368 GM OBOE GM 68 64 32 N
369 GM ENGLISH HORN 69 64 32 N
370 GM BASSOON 70 64 32 N
371 GM CLARINET GM 71 64 32 N
372 GM PICCOLO GM 72 64 32 N
373 GM FLUTE GM 73 64 32 N
374 GM RECORDER GM 74 64 32 N
375 GM PAN FLUTE GM 75 64 32 N
376 GM BOTTLE BLOW GM 76 64 32 N
377 GM SHAKUHACHI 77 64 16 N
378 GM WHISTLE GM 78 64 32 N
379 GM OCARINA 79 64 32 N
380 GM SQUARE LEAD 80 64 16 N
381 GM PLAIN SAW LEAD 81 64 16 N
382 GM CALLIOPE 82 64 16 N
383 GM CHIFF 83 64 16 N
384 GM CHARANG 84 64 16 N
385 GM PLAIN SOLO VOX 85 64 16 N
386 GM FIFTH SAW 86 64 16 N
387 GM BASS LEAD 87 64 16 N
388 GM FANTASY 88 64 16 N
389 GM WARM SYNTH 89 64 32 N
390 GM POLYSYNTH 90 64 16 N
391 GM SPACE VOX 91 64 16 N
392 GM BOWED GLASS 92 64 16 N
393 GM METAL SYNTH 93 64 16 N
Nr. Toongroep Toonnaam
Programma-
verandering
Bankkeuze
MSB
Maximale
polyfonie
Bereiktype
DSP type
WK3000_d_A-01-16.p65 03.10.8, 3:11 PM7
A-8
394 GM HALO SYNTH 94 64 16 N
395 GM SWEEP 95 64 32 N
396 GM RAIN DROP 96 64 16 N
397 GM SOUND TRACK 97 64 16 N
398 GM CRYSTAL 98 64 16 N
399 GM ATMOSPHERE 99 64 16 N
400 GM BRIGHTNESS 100 64 16 N
401 GM GOBLIN 101 64 16 N
402 GM ECHOES 102 64 32 N
403 GM SF 103 64 16 N
404 GM SITAR 104 64 16 N
405 GM BANJO GM 105 64 32 N
406 GM SHAMISEN 106 64 32 N
407 GM KOTO 107 64 32 N
408 GM THUMB PIANO 108 64 32 N
409 GM BAG PIPE 109 64 16 N
410 GM FIDDLE 110 64 32 N
411 GM SHANAI 111 64 32 N
412 GM TINKLE BELL 112 64 32 N
413 GM AGOGO 113 64 32 N
414 GM STEEL DRUMS 114 64 16 N
415 GM WOOD BLOCK 115 64 32 N
416 GM TAIKO 116 64 32 N
417 GM MELODIC TOM 117 64 32 N
418 GM SYNTH-DRUM 118 64 32 N
419 GM REVERSE CYMBAL 119 64 32 N
420 GM GT FRET NOISE 120 64 32 N
421 GM BREATH NOISE 121 64 32 N
422 GM SEASHORE 122 64 16 N
423 GM BIRD 123 64 16 N
424 GM TELEPHONE 124 64 32 N
425 GM HELICOPTER 125 64 32 N
426 GM APPLAUSE 126 64 16 N
427 GM GUNSHOT 127 64 32 N
428 VARIOUS PIANO 1 WIDE 0 65 32 N
429 VARIOUS MELLOW PIANO GM 0 66 32 N
430 VARIOUS PIANO 2 WIDE 1 65 32 N
431 VARIOUS TECHNO PIANO 1 70 32 N
432 VARIOUS MODERN E.G.PIANO WIDE 2 65 32 N
433 VARIOUS HONKY-TONK 2 3 65 16 N
434 VARIOUS ELEC. PIANO 2 4 65 16 N
435 VARIOUS 60S E.PIANO GM 4 67 32 N
436 VARIOUS MODERN EP + E.G.PIANO 5 65 16 N
437 VARIOUS MODERN EP 3 5 67 16 N
438 VARIOUS HARPSICHORD WIDE 6 66 32 N
439 VARIOUS PULSE CLAVI GM 7 65 32 N
440 VARIOUS VIBRAPHONE WIDE 11 65 32 N
441 VARIOUS MARIMBA WIDE 12 65 32 N
442 VARIOUS TREMOLO ORGAN GM 16 65 32 N
443 VARIOUS DRAWBAR ORGAN 2 GM 16 66 32 N
444 VARIOUS 70S ORGAN GM 17 65 32 N
445 VARIOUS JAZZ ORGAN GM 17 66 16 N
446 VARIOUS CHURCH ORGAN 2 GM 19 65 16 N
447 VARIOUS CHURCH ORGAN 3 19 66 16 N
448 VARIOUS PUFF ORGAN 20 65 16 N
449 VARIOUS NYLON GUITAR RLS 24 66 16 N
450 VARIOUS 12 STRING GUITAR GM 25 65 16 N
451 VARIOUS PEDAL STEEL 26 65 16 N
Appendix
735A-D-122A
Nr. Toongroep Toonnaam
Programma-
verandering
Bankkeuze
MSB
Maximale
polyfonie
Bereiktype
DSP type
WK3000_d_A-01-16.p65 03.10.8, 3:11 PM8
A-9
452 VARIOUS DETUNED CLEAN GT 27 65 16 N
453 VARIOUS PLAIN ELEC. GUITAR REAR 27 66 32 N
454 VARIOUS PLAIN ELEC. GUITAR FRONT 27 67 32 N
455 VARIOUS FEEDBACK GUITAR GM 30 65 16 N
456 VARIOUS GUITAR FEEDBACK 31 65 32 N
457 VARIOUS SAW SYNTH-BASS 3 38 67 16 N
458 VARIOUS RESO. SAW BASS 3 38 72 16 N
459 VARIOUS SAW SYNTH-BASS 4 38 73 16 N
460 VARIOUS ORGAN BASS 2 38 74 16 N
461 VARIOUS SQR SYNTH-BASS 2 39 65 16 N
462 VARIOUS KICK BASS 1 39 72 16 N
463 VARIOUS SQR SYNTH-BASS 3 39 73 16 N
464 VARIOUS ATTACK SQR BASS 39 74 16 N
465 VARIOUS BRIGHT STRINGS GM 48 65 32 N
466 VARIOUS OCTAVE STRINGS 48 66 16 N
467 VARIOUS SYNTH-STRINGS 2 50 65 16 N
468 VARIOUS PURE SYNTH-STRING 50 66 16 N
469 VARIOUS CHOIR + UUH 52 65 16 N
470 VARIOUS VOICE UUH GM 53 65 16 N
471 VARIOUS SYNTH-VOICE 2 GM 54 65 32 N
472 VARIOUS SEQ VOX 54 66 32 N
473 VARIOUS BASS HIT GM 55 65 16 N
474 VARIOUS POP HIT 3 55 66 16 N
475 VARIOUS ORCHESTRA HIT 2 55 67 16 N
476 VARIOUS TIMPANI HIT 55 73 16 N
477 VARIOUS TRUMPET 2 56 65 32 N
478 VARIOUS TROMBONE F GM 57 65 32 N
479 VARIOUS MELLOW FRENCH HORN 60 65 16 N
480 VARIOUS BRASS + TROMBONE 61 65 16 N
481 VARIOUS SYNTH-BRASS 3 62 65 32 N
482 VARIOUS OCTAVE SYNTH-BRASS 62 66 16 N
483 VARIOUS SYNTH-BRASS SFZ 63 65 16 N
484 VARIOUS BS SYNTH-BRASS 63 66 16 N
485 VARIOUS SQUARE WAVE 80 65 32 N
486 VARIOUS TRIANGLE WAVE 80 66 32 N
487 VARIOUS SQUARE WAVE 3 80 74 32 N
488 VARIOUS SAW WAVE 81 65 32 N
489 VARIOUS SAW + SQR 81 66 16 N
490 VARIOUS SEQ SAW 2 81 68 16 N
491 VARIOUS PERC. CHIFF 2 83 67 16 N
492 VARIOUS GT SYNTH-LEAD 2 84 68 16 N
493 VARIOUS VOX LEAD 2 85 65 16 N
494 VARIOUS BASS LEAD 3 87 65 16 N
495 VARIOUS SINE SYNTH 89 65 16 N
496 VARIOUS SOPRANO PAD 89 68 16 N
497 VARIOUS FAST SWEEP 95 66 16 N
498 VARIOUS WOOD PAD 96 66 16 N
499 VARIOUS SYNTH-MALLET 98 65 16 N
Appendix
735A-D-123A
Nr. Toongroep Toonnaam
Programma-
verandering
Bankkeuze
MSB
Maximale
polyfonie
Bereiktype
DSP type
WK3000_d_A-01-16.p65 03.10.8, 3:11 PM9
A-10
Drumklanken
500 DRUM STANDARD SET 1 0 120
501 DRUM STANDARD SET 2 1 120
502 DRUM ROOM SET 8 120
503 DRUM POWER SET 16 120
504 DRUM ELEC. SET 24 120
505 DRUM SYNTH SET 1 25 120
506 DRUM SYNTH SET 2 30 120
507 DRUM JAZZ SET 32 120
508 DRUM BRUSH SET 40 120
509 DRUM ORCHESTRA SET 48 120
510 DRUM HIP-HOP SET 1 64 120
511 DRUM HIP-HOP SET 2 65 120
512 DRUM TECHNO SET 1 66 120
513 DRUM TECHNO SET 2 67 120
514 DRUM DANCE SET 1 68 120
515 DRUM DANCE SET 2 69 120
Trekstaaforgel
0 DRAWBAR Drawbar Organ 1 0 96 10 N Rotary
1 DRAWBAR Jazz Organ 1 1 96 10 N Rotary
2 DRAWBAR Full Drawbar 2 96 16 N Rotary
3 DRAWBAR Perc. Organ 1 3 96 16 N Rotary
4 DRAWBAR 16+1 Organ 4 96 16 N Rotary
5 DRAWBAR Soul Organ 1 5 96 10 N Rotary
6 DRAWBAR Overdrive Organ 1 6 96 16 N OvdRotry
7 DRAWBAR Drawbar Organ 2 7 96 16 N Rotary
8 DRAWBAR Block Organ 1 8 96 16 N OvdRotry
9 DRAWBAR Theater Organ 1 9 96 16 N Rotary
10 DRAWBAR Jazz Organ 2 10 96 10 N Rotary
11 DRAWBAR Soul Organ 2 11 96 16 N Rotary
12 DRAWBAR Gospel Organ 1 12 96 16 N Rotary
13 DRAWBAR Chorus Organ 1 13 96 16 N Rotary
14 DRAWBAR Overdrive Organ 2 14 96 10 N OvdRotry
15 DRAWBAR Block Organ 2 15 96 16 N Rotary
16 DRAWBAR Drawbar Organ 3 16 96 16 N Rotary
17 DRAWBAR Perc. Organ 2 17 96 16 N Rotary
18 DRAWBAR Theater Organ 2 18 96 16 N Rotary
19 DRAWBAR Gospel Organ 2 19 96 16 N Rotary
20 DRAWBAR Even Organ 20 96 16 N Rotary
21 DRAWBAR Flute Organ 1 21 96 16 N Rotary
22 DRAWBAR Chorus Organ 2 22 96 16 N Rotary
23 DRAWBAR Overdrive Organ 3 23 96 16 N Rotary
24 DRAWBAR 16 Organ 24 96 16 N Rotary
25 DRAWBAR Soul Organ 3 25 96 16 N Rotary
26 DRAWBAR Perc. Organ 3 26 96 16 N Rotary
27 DRAWBAR Drawbar Organ 4 27 96 16 N Rotary
28 DRAWBAR Perc. Organ 4 28 96 10 N Rotary
29 DRAWBAR Odd Organ 29 96 16 N Rotary
30 DRAWBAR Reed Organ 1 30 96 16 N Rotary
31 DRAWBAR Block Organ 3 31 96 10 N Rotary
735A-D-124A
Appendix
Nr. Toongroep Toonnaam
Programma-
verandering
Bankkeuze
MSB
Nr. Toongroep Toonnaam
Programma-
verandering
Bankkeuze
MSB
Maximale
polyfonie
Bereiktype
DSP type
WK3000_d_A-01-16.p65 03.10.8, 3:11 PM10
A-11
32 DRAWBAR Overdrive Organ 4 32 96 10 N OvdRotry
33 DRAWBAR Drawbar Organ 5 33 96 10 N Rotary
34 DRAWBAR Gospel Organ 3 34 96 16 N Rotary
35 DRAWBAR 8 + 4 Organ 35 96 32 N Rotary
36 DRAWBAR Block Organ 4 36 96 32 N Rotary
37 DRAWBAR String Organ 2 37 96 16 N Rotary
38 DRAWBAR Pure Organ 1 38 96 32 N Rotary
39 DRAWBAR Drawbar Organ 6 39 96 10 N Rotary
40 DRAWBAR Delay Organ 1 40 96 10 N StXDly 2
41 DRAWBAR Deep Chorus Organ 41 96 32 N Cho.Dly4
42 DRAWBAR Tremolo Organ 42 96 16 N Cho.Trem
43 DRAWBAR Delay Organ 2 43 96 16 N Cho.Dly6
44 DRAWBAR LFO Wah Organ 44 96 16 N LWhChDl2
45 DRAWBAR Dist. Organ Lead 45 96 16 N MetalDly
46 DRAWBAR Ring Organ 46 96 16 N RingMod2
47 DRAWBAR Mad Rotary Organ 47 96 10 N RgChDly2
48 DRAWBAR Old Organ 48 96 16 N LoFiRef2
49 DRAWBAR Dist. Ring Organ 49 96 10 N DistRing
OPMERKING
Bereik
Symbol Betekenis
N Normal
1 1 octaaf lager
2 2 octaven lager
1 1 octaaf hoger
2 2 octaven hoger
1/2 1/2 octaaf
1/4 1/4 octaaf
735A-D-125A
Appendix
Nr. Toongroep Toonnaam
Programma-
verandering
Bankkeuze
MSB
Maximale
polyfonie
Bereiktype
DSP type
WK3000_d_A-01-16.p65 03.10.8, 3:11 PM11
A-12
Appendix
735A-D-126A
Drumklankenlijst
geeft hetzelfde geluid aan als STANDARD SET.
Klaviertoets/
Nootnummer
PC0: STANDARD SET 1
HIGH Q
SLAP
SCRATCH PUSH
SCRATCH PULL
STICKS
SQUARE CLICK
METRONOME CLICK
METRONOME BELL
STANDARD 1 KICK 2
STANDARD 1 KICK 1
SIDE STICK
STANDARD 1 SNARE 1
HAND CLAP
STANDARD 1 SNARE 2
LOW TOM 2
CLOSED HI-HAT
LOW TOM 1
PEDAL HI-HAT
MID TOM 2
OPEN HI-HAT
MID TOM 1
HIGH TOM 2
CRASH CYMBAL 1
HIGH TOM 1
RIDE CYMBAL 1
CHINESE CYMBAL
RIDE BELL
TAMBOURINE
SPLASH CYMBAL
COWBELL
CRASH CYMBAL 2
VIBRA-SLAP
RIDE CYMBAL 2
HIGH BONGO
LOW BONGO
MUTE HIGH CONGA
OPEN HIGH CONGA
LOW CONGA
HIGH TIMBALE
LOW TIMBALE
HIGH AGOGO
LOW AGOGO
CABASA
MARACAS
SHORT HI WHISTLE
LONG LOW WHISTLE
SHORT GUIRO
LONG GUIRO
CLAVES
HIGH WOOD BLOCK
LOW WOOD BLOCK
MUTE CUICA
OPEN CUICA
MUTE TRIANGLE
OPEN TRIANGLE
SHAKER
JINGLE BELL
BELL TREE
CASTANETS
MUTE SURDO
OPEN SURDO
APPLAUSE
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
STANDARD 2 KICK 2
STANDARD 2 KICK 1
ǟ
STANDARD 1 SNARE 1
SYNTH HAND CLAP
STANDARD 1 SNARE 2
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ROOM KICK 2
ROOM KICK 1
ǟ
ROOM SNARE 1
ǟ
ROOM SNARE 2
ROOM LOW TOM 2
ǟ
ROOM LOW TOM 1
ǟ
ROOM MID TOM 2
ǟ
ROOM MID TOM 1
ROOM HI TOM 2
ǟ
ROOM HI TOM 1
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
PC1: STANDARD SET 2
PC8: ROOM SET
A0
B0
C1
D1
E1
F1
G1
A1
B1
C2
D2
E2
F2
G2
A2
B2
C3
D3
E3
F3
G3
A3
B3
C4
D4
E4
F4
G4
A4
B4
C5
D5
E5
F5
G5
A5
B5
C6
D6
E6
F6
G6
A6
B6
C7
D7
E7
F7
G7
A7
B7
C8
D8
E8
21
23
24
26
28
29
31
33
35
36
38
40
41
43
45
47
48
50
52
53
55
57
59
60
62
64
65
67
69
71
72
74
76
77
79
81
83
84
86
88
89
91
93
95
96
98
100
101
103
105
107
108
110
112
B
0
C#1
E 1
F#1
A 1
B 1
C#2
E 2
F#2
A 2
B 2
C#3
E 3
F#3
A 3
B 3
C#4
E 4
F#4
A 4
B 4
C#5
E 5
F#5
A 5
B 5
C#6
E 6
F#6
A 6
B 6
C#7
E 7
F#7
A 7
B 7
C#8
E 8
22
25
27
30
32
34
37
39
42
44
46
49
51
54
56
58
61
63
66
68
70
73
75
78
80
82
85
87
90
92
94
97
99
102
104
106
109
111
PC24: ELEC SET
PC25: SYNTH 1
PC30: SYNTH 2
PC32: JAZZ SET
PC16: POWER SET
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
POWER KICK 2
POWER KICK 1
ǟ
POWER SNARE 1
ǟ
POWER SNARE 2
ROOM LOW TOM 2
ǟ
ROOM LOW TOM 1
ǟ
ROOM MID TOM 2
ǟ
ROOM MID TOM 1
ROOM HI TOM 2
ǟ
ROOM HI TOM 1
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
SYNTH 1 KICK 1
SYNTH 1 KICK 2
SYNTH 1 RIM SHOT
SYNTH 1 SNARE 1
SYNTH HAND CLAP
SYNTH 1 SNARE 2
SYNTH 1 LOW TOM 2
SYNTH 1 CHH 1
SYNTH 1 LOW TOM 1
SYNTH 1 CHH 2
SYNTH 1 MID TOM 2
SYNTH 1 OHH
SYNTH 1 MID TOM 1
SYNTH 1 HI TOM 2
SYNTH 1 CYMBAL
SYNTH 1 HI TOM 1
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
SYNTH 1 COWBELL
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
SYNTH 1 HIGH CONGA
SYNTH 1 MID CONGA
SYNTH 1 LOW CONGA
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
SYNTH 1 MARACAS
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
SYNTH 1 CLAVES
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
SYNTH 2 KICK 1
SYNTH 2 KICK 2
ǟ
SYNTH 2 SNARE 1
ǟ
SYNTH 2 SNARE 2
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
SYNTH 1 COWBELL
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
SYNTH 1 HIGH CONGA
SYNTH 1 MID CONGA
SYNTH 1 LOW CONGA
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
SYNTH 1 MARACAS
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
SYNTH 1 CLAVES
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ELEC KICK 2
ELEC KICK 1
ǟ
ELEC SNARE 1
ǟ
ELEC SNARE 2
ELEC LOW TOM 2
ǟ
ELEC LOW TOM 1
ǟ
ELEC MID TOM 2
ǟ
ELEC MID TOM 1
ELEC HI TOM 2
ǟ
ELEC HI TOM 1
ǟ
REVERSE CYMBAL
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
JAZZ KICK 2
JAZZ KICK 1
ǟ
JAZZ SNARE 1
ǟ
JAZZ SNARE 2
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
Programmaveranderingsnummer / Drumsetnaam
WK3000_d_A-01-16.p65 03.10.8, 3:11 PM12
A-13
PC40: BRUSH SET
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
JAZZ KICK 2
JAZZ KICK 1
ǟ
BRUSH TAP
BRUSH SLAP
BRUSH SWIRL
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
CLOSED HI-HAT
PEDAL HI-HAT
OPEN HI-HAT
RIDE CYMBAL 1
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
JAZZ KICK 1
CONCERT BASS DRUM
ǟ
CONCERT SNARE
CASTANETS
CONCERT SNARE
TIMPANI F
TIMPANI F
TIMPANI G
TIMPANI A
TIMPANI A
TIMPANI B
TIMPANI B
TIMPANI C
TIMPANI C
TIMPANI D
TIMPANI E
TIMPANI E
TIMPANI F
ǟ
ǟ
ǟ
CONCERT CYMBAL 2
ǟ
CONCERT CYMBAL 1
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
WHITE NOISE
LOOPED
BEEP 1
BEEP 2
HIT 1
HIT 2
ǟ
ǟ
HIP-HOP SCRACH 1
HIP-HOP SCRACH 2
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
HIP-HOP KICK 2
HIP-HOP KICK 1
ǟ
HIP-HOP SNARE 1
HAND CLAP 2
HIP-HOP SNARE 2
ǟ
HIP-HOP CHH
ǟ
HIP-HOP PHH
ǟ
HIP-HOP OHH
ǟ
ǟ
HIP-HOP CLASH
ǟ
HIP-HOP RIDE
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ELEC KICK 1
SYNTH 1 KICK 1
SYNTH 1 KICK 2
DANCE KICK 3
TECHNO KICK 1
HIP-HOP BD 5
HIP-HOP BD 6
TECHNO KICK 4
DANCE KICK 2
DANCE KICK 1
DANCE KICK 5
DANCE KICK 6
POWER SNARE 2
SYNTH 1 SNARE 1
SYNTH 1 SNARE 2
SYNTH 2 SNARE 1
SYNTH 2 SNARE 2
HIP-HOP SNARE 5
HIP-HOP SNARE 6
TECHNO SNARE 3
TECHNO SNARE 5
TECHNO SNARE 6
DANCE SNARE 4
DANCE SNARE 5
PC48: ORCHESTRA SET
PC64: HIP-HOP SET 1
A0
B0
C1
D1
E1
F1
G1
A1
B1
C2
D2
E2
F2
G2
A2
B2
C3
D3
E3
F3
G3
A3
B3
C4
D4
E4
F4
G4
A4
B4
C5
D5
E5
F5
G5
A5
B5
C6
D6
E6
F6
G6
A6
B6
C7
D7
E7
F7
G7
A7
B7
C8
D8
E8
21
23
24
26
28
29
31
33
35
36
38
40
41
43
45
47
48
50
52
53
55
57
59
60
62
64
65
67
69
71
72
74
76
77
79
81
83
84
86
88
89
91
93
95
96
98
100
101
103
105
107
108
110
112
B
0
C#1
E 1
F#1
A 1
B 1
C#2
E 2
F#2
A 2
B 2
C#3
E 3
F#3
A 3
B 3
C#4
E 4
F#4
A 4
B 4
C#5
E 5
F#5
A 5
B 5
C#6
E 6
F#6
A 6
B 6
C#7
E 7
F#7
A 7
B 7
C#8
E 8
22
25
27
30
32
34
37
39
42
44
46
49
51
54
56
58
61
63
66
68
70
73
75
78
80
82
85
87
90
92
94
97
99
102
104
106
109
111
PC66: TECHNO SET 1
PC67: TECHNO SET 2
PC68: DANCE SET 1
PC69: DANCE SET 2
PC65: HIP-HOP SET 2
WHITE NOISE
LOOPED
BEEP 1
BEEP 2
HIT 1
HIT 2
ǟ
ǟ
HIP-HOP SCRACH 1
HIP-HOP SCRACH 2
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
HIP-HOP KICK 4
HIP-HOP KICK 3
ǟ
HIP-HOP SNARE 3
HAND CLAP 2
HIP-HOP SNARE 4
SYNTH 2 LOW TOM 2
HIP-HOP CHH
SYNTH 2 LOW TOM 1
HIP-HOP PHH
SYNTH 2 MID TOM 2
HIP-HOP OHH
SYNTH 2 MID TOM 1
SYNTH 2 HI TOM 2
SYNTH 2 CYMBAL
SYNTH 2 HI TOM 1
SYNTH 2 RIDE
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ELEC KICK 1
SYNTH 1 KICK 1
SYNTH 1 KICK 2
DANCE KICK 3
TECHNO KICK 1
HIP-HOP BD 5
HIP-HOP BD 6
TECHNO KICK 4
DANCE KICK 2
DANCE KICK 1
DANCE KICK 5
DANCE KICK 6
POWER SNARE 2
SYNTH 1 SNARE 1
SYNTH 1 SNARE 2
SYNTH 2 SNARE 1
SYNTH 2 SNARE 2
HIP-HOP SNARE 5
HIP-HOP SNARE 6
TECHNO SNARE 3
TECHNO SNARE 5
TECHNO SNARE 6
DANCE SNARE 4
DANCE SNARE 5
WHITE NOISE
LOOPED
BEEP 1
BEEP 2
HIT 1
HIT 2
ǟ
ǟ
HIP-HOP SCRACH 1
HIP-HOP SCRACH 2
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
TECHNO KICK 4
TECHNO KICK 3
SYNTH 1 RIM SHOT
TECHNO SNARE 3
HAND CLAP 3
TECHNO SNARE 4
SYNTH 1 LOW TOM 2
TECHNO CHH 1
SYNTH 1 LOW TOM 1
TECHNO PHH
SYNTH 1 MID TOM 2
TECHNO OHH
SYNTH 1 MID TOM 1
SYNTH 1 HI TOM 2
TECHNO CYMBAL
SYNTH 1 HI TOM 1
TECHNO CYMBAL
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ELEC KICK 1
SYNTH 1 KICK 1
SYNTH 1 KICK 2
DANCE KICK 3
TECHNO KICK 1
HIP-HOP BD 5
HIP-HOP BD 6
TECHNO KICK 4
DANCE KICK 2
DANCE KICK 1
DANCE KICK 5
DANCE KICK 6
POWER SNARE 2
SYNTH 1 SNARE 1
SYNTH 1 SNARE 2
SYNTH 2 SNARE 1
SYNTH 2 SNARE 2
HIP-HOP SNARE 5
HIP-HOP SNARE 6
TECHNO SNARE 3
TECHNO SNARE 5
TECHNO SNARE 6
DANCE SNARE 4
DANCE SNARE 5
WHITE NOISE
LOOPED
BEEP 1
BEEP 2
HIT 1
HIT 2
ǟ
ǟ
HIP-HOP SCRACH 1
HIP-HOP SCRACH 2
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
DANCE KICK 2
DANCE KICK 2
SYNTH 1 RIM SHOT
DANCE SNARE 1
HAND CLAP 3
DANCE SNARE 2
ǟ
SYNTH 2 CHH
ǟ
SYNTH 2 PHH
ǟ
SYNTH 2 OHH
ǟ
ǟ
HIP-HOP CLASH
ǟ
HIP-HOP RIDE
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ELEC KICK 1
SYNTH 1 KICK 1
SYNTH 1 KICK 2
DANCE KICK 3
TECHNO KICK 1
HIP-HOP BD 5
HIP-HOP BD 6
TECHNO KICK 4
DANCE KICK 2
DANCE KICK 1
DANCE KICK 5
DANCE KICK 6
POWER SNARE 2
SYNTH 1 SNARE 1
SYNTH 1 SNARE 2
SYNTH 2 SNARE 1
SYNTH 2 SNARE 2
HIP-HOP SNARE 5
HIP-HOP SNARE 6
TECHNO SNARE 3
TECHNO SNARE 5
TECHNO SNARE 6
DANCE SNARE 4
DANCE SNARE 5
WHITE NOISE
LOOPED
BEEP 1
BEEP 2
HIT 1
HIT 2
ǟ
ǟ
HIP-HOP SCRACH 1
HIP-HOP SCRACH 2
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
TECHNO KICK 2
TECHNO KICK 1
SYNTH 1 RIM SHOT
TECHNO SNARE 1
HAND CLAP 3
TECHNO SNARE 2
SYNTH 1 LOW TOM 2
SYNTH 1 CHH
SYNTH 1 LOW TOM 1
SYNTH 1 PHH
SYNTH 1 MID TOM 2
SYNTH 1 OHH
SYNTH 1 MID TOM 1
SYNTH 1 HI TOM 2
SYNTH 1 CYMBAL
SYNTH 1 HI TOM 1
SYNTH 1 RIDE
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ELEC KICK 1
SYNTH 1 KICK 1
SYNTH 1 KICK 2
DANCE KICK 3
TECHNO KICK 1
HIP-HOP BD 5
HIP-HOP BD 6
TECHNO KICK 4
DANCE KICK 2
DANCE KICK 1
DANCE KICK 5
DANCE KICK 6
POWER SNARE 2
SYNTH 1 SNARE 1
SYNTH 1 SNARE 2
SYNTH 2 SNARE 1
SYNTH 2 SNARE 2
HIP-HOP SNARE 5
HIP-HOP SNARE 6
TECHNO SNARE 3
TECHNO SNARE 5
TECHNO SNARE 6
DANCE SNARE 4
DANCE SNARE 5
WHITE NOISE
LOOPED
BEEP 1
BEEP 2
HIT 1
HIT 2
ǟ
ǟ
HIP-HOP SCRACH 1
HIP-HOP SCRACH 2
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
DANCE KICK 4
DANCE KICK 3
SYNTH 1 RIM SHOT
DANCE SNARE 3
HAND CLAP 3
DANCE SNARE 4
SYNTH 2 LOW TOM 2
HIP-HOP CHH
SYNTH 2 LOW TOM 1
HIP-HOP PHH
SYNTH 2 MID TOM 2
HIP-HOP OHH
SYNTH 2 MID TOM 1
SYNTH 2 HI TOM 2
TECHNO CYMBAL
SYNTH 2 HI TOM 1
TECHNO CYMBAL
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ǟ
ELEC KICK 1
SYNTH 1 KICK 1
SYNTH 1 KICK 2
DANCE KICK 3
TECHNO KICK 1
HIP-HOP BD 5
HIP-HOP BD 6
TECHNO KICK 4
DANCE KICK 2
DANCE KICK 1
DANCE KICK 5
DANCE KICK 6
POWER SNARE 2
SYNTH 1 SNARE 1
SYNTH 1 SNARE 2
SYNTH 2 SNARE 1
SYNTH 2 SNARE 2
HIP-HOP SNARE 5
HIP-HOP SNARE 6
TECHNO SNARE 3
TECHNO SNARE 5
TECHNO SNARE 6
DANCE SNARE 4
DANCE SNARE 5
Klaviertoets/
Nootnummer
Programmaveranderingsnummer / Drumsetnaam
Appendix
735A-D-127A
WK3000_d_A-01-16.p65 03.10.8, 3:11 PM13
A-14
Nr. Ritmenaam
8 BEAT
0 8 BEAT 1
1 8 BEAT 2
2 8 BEAT 3
3 8 BEAT POP 1
4 8 BEAT POP 2
5 8 BEAT POP 3
660S SOUL
7 8 BEAT DANCE
8 POP ROCK 1
9 POP ROCK 2
16 BEAT
10 16 BEAT 1
11 16 BEAT 2
12 16 BEAT 3
13 SLOW 16 BEAT
14 16 BEAT SHUFFLE 1
15 16 BEAT SHUFFLE 1
16 FUNK 1
17 FUNK 2
18 FUSION
19 LATIN FUSION
POPS
20 POP
21 SOUL
22 POP SHUFFLE 1
23 POP SHUFFLE 2
24 SOUL POP
25 WORLD POP
26 MELLOW R&B
27 60S POP
28 80S POP
29 POP WALTZ
BALLAD
30 8 BEAT BALLAD 1
31 8 BEAT BALLAD 2
32 8 BEAT BALLAD 3
33 16 BEAT BALLAD 1
34 16 BEAT BALLAD 2
35 16 BEAT BALLAD 3
36 6/8 BALLAD
37 POP BALLAD
38 OLDIES BALLAD
39 SERENADE
ROCK
40 ROCK 1
41 ROCK 2
42 R&B
43 SHUFFLE ROCK
44 SLOW ROCK
45 HEAVY METAL
46 60S ROCK
47 SHUFFLE BOOGIE
48 BLUES
49 TWIST
DANCE
50 TRANCE 1
51 TRANCE 2
52 AMBIENT 1
53 AMBIENT 2
54 AMBIENT 3
55 RAVE
56 TECHNO
57 DIGITAL ROCK
58 HOUSE
59 LATIN HOUSE
60 DANCE 1
61 DANCE 2
62 MODERN R&B
63 HIP-HOP
64 TRIP-HOP
65 ELECTRIC POP
66 DANCE POP 1
67 DANCE POP 2
68 DANCE POP 3
69 DISCO SOUL
JAZZ
70 FAST BIG BAND
71 MIDDLE BIG BAND
72 SLOW BIG BAND
73 JAZZ COMBO
74 SWING
75 SLOW SWING
76 MODERAN JAZZ
77 FOX TROT
78 QUICKSTEP
79 JAZZ WALTZ
EUROPEAN
80 POLKA
81 POLKA FOX
82 POP POLKA
83 1.Mar
84 2.Mar
85 GERMAN MARCH
86 WALTZ 1
87 WALTZ 2
88 VINNESE WALTZ
89 FRENCH WALTZ
LATIN/VARIOUS
90 BOSSA NOVA 1
91 BOSSA NOVA 2
92 SAMBA
93 MERENGUE
94 CUMBIA
95 CHA-CHA-CHA
96 SALSA
97 BEGUINE
98 BOLERO
99 MAMBO
100 RHUMBA
101 TANGO 1
102 TANGO 2
103 REGGAE 1
104 REGGAE 2
105 SKA
106 BLUEGRASS
107 COUNTRY
108 COUNTRY SHUFFLE
109 COUNTRY WALTZ
110 FAST GOSPEL
111 SLOW GOSPEL
112 BROADWAY
113 JIVE
114 DIXIE
115 PASODOBLE
116 SIRTAKI
117 HAWAIAN
118 ADANI
119 BALADI
FOR PIANO
120 PIANO BALLAD 1
121 PIANO BALLAD 2
122 PIANO BALLAD 3
123 EP BALLAD 1
124 EP BALLAD 2
125 BLUES BALLAD
126 MELLOW JAZZ
127 JAZZ COMBO 2
128 RAGTIME
129 BOOGIE WOOGIE
130 ARPEGGIO 1
131 ARPEGGIO 2
132 ARPEGGIO 3
133 PIANO BALLAD 4
134 6/8 MARCH
135 3.Mar
136 2 BEAT
137 WALTZ 3
138 WALTZ 4
139 WALTZ 5
Ritmelijst
Appendix
735A-D-128A
WK3000_d_A-01-16.p65 03.10.8, 3:11 PM14
A-15
Fingered akkoordkaarten
dim m7
-5
M7
M
m
7
m7
dim7
Akkoord-
type
Grond-
toon
C
D
E
F
G
A
B
C /(D )
(D )/E
F /(G )
(G )/A
(A )/B
*
U kunt de bovenstaande vingerzettingen gebruiken om akkoorden weer te geven met vingerzettingen die passen binnen het
bereik van het toetsenbord.
Appendix
735A-D-129A
WK3000_d_A-01-16.p65 03.10.8, 3:11 PM15
A-16
aug sus4
C
D
E
F
G
A
B
C /(D )
(D )/E
F /(G )
(G )/A
(A )/B
m add9
7sus4
mM7
7
-5
add9
Akkoord-
type
Grond-
toon
Appendix
735A-D-130A
WK3000_d_A-01-16.p65 03.10.8, 3:11 PM16
A-17
Appendix
735A-D-131A
Lijst van nagalmeffecten (REVERB)
Effectenlijst
Lijst van zwevingeffecten (CHORUS)
Lijst van DSP effecten
Instelbare parameters hangen af van het DSP type.
Daarnaast hangen de parameters voor elk DSP type
af van het algoritme* dat geassocieerd wordt met het
DSP type. Zie de DSP algoritmelijst op pagina A-19
voor meer informatie.
* Structuur en bedieningstype van de effector
Nr. Displaynaam Typenaam
00 Chorus 1 Chorus 1
01 Chorus 2 Chorus 2
02 Chorus 3 Chorus 3
03 Chorus 4 Chorus 4
04 FBChorus
Feedback Chorus
05 Flanger1 Flanger 1
06 SDelay 1 Short Delay 1
07 SDelay 2 Short Delay 2
08 SFChorus Soft Chorus
09 BRChorus Bright Chorus
10 DPChorus Deep Chorus
11 Flanger 2 Flanger 2
12 Flanger 3 Flanger 3
13 Flanger 4 Flanger 4
14 SDelay 3 Short Delay 3
15 SDelay 4 Short Delay 4
Nr. Displaynaam Typenaam
00 Room 1 Room 1
01 Room 2 Room 2
02 Room 3 Room 3
03 Hall 1 Hall 1
04 Hall 2 Hall 2
05 Plate 1 Plate 1
06 Delay Delay
07 PanDelay Pan Delay
08 Plate 2 Plate 2
09 Plate 3 Plate 3
10 LrgRoom 1 Large Room 1
11 LrgRoom 2 Large Room 2
12 Stadium 1 Stadium 1
13 Stadium 2 Stadium 2
14 LongDly 1 Long Delay 1
15 LongDly 2 Long Delay 2
DSP
Algoritme
Display- DSP naam
Nr. ID naam
Dynamics Fx
[00] 03 Equalize Equalizer
[01] 06 Comp 1 Compressor 1
[02] 06 Comp 2 Compressor 2
[03] 07 Limiter Limiter
[04] 13 Enhancer Enhancer Phaser
Phaser
[05] 10 Phaser Phaser
[06] 09 StPhaser Stereo Phaser
Chorus
[07] 16 Chorus 1 Chorus 1
[08] 17 Chorus 2 Chorus 2
[09] 19 Chorus 3 Chorus 3
[10] 18 Chorus 4 Chorus 4
[11] M05 Enha Cho Enhancer - Chorus
Flanger
[12] 26 Flanger Flanger
[13] M07 EnhaFlan Enhancer - Flanger
Equalizerlijst
Nr. Displaynaam Typenaam
0 Standard Standard
1 Bass + Bass +
2 Treble + Treble +
3 Loundness Loundness
4 Mellow Mellow
5 Bright Bright
6 Rock Rock
7 Dance Dance
8 Jazz Jazz
9 Classic Classic
WK3000_d_A-17-18.p65 03.10.8, 3:11 PM17
A-18
Appendix
735A-D-132A
DSP
Algoritme
Display- DSP naam
Nr. ID naam
DSP
Algoritme
Display- DSP naam
No. ID naam
DSP
Algoritme
Display- DSP naam
Nr. ID naam
Delay
[14] 28 Delay Delay
[15] 22 3Tap Dly 3-Tap Delay
[16] 20 St Delay Stereo Delay
[17] 21 StXDelay Stereo Cross Delay
[18] M06 Enha Dly Enhancer - Delay
[19] 25 Reflect Reflection
Cho/Flanger/Delay Combination
[20] M02 PhaCho 1 Phaser - Chorus 1
[21] M02 PhaCho 2 Phaser - Chorus 2
[22] M04 PhaDly 1 Phaser - Delay 1
[23] M04 PhaDly 2 Phaser - Delay 2
[24] M00 ChoDly 1 Chorus - Delay 1
[25] M00 ChoDly 2 Chorus - Delay 2
[26] M01 ChoDly 3 Chorus - Delay 3
[27] M01 ChoDly 4 Chorus - Delay 4
[28] M19 CmpDelay Compressor - Delay
[29] M18
CmpEnDly
Compressor - Enhancer -Delay
[30] M23
CmpChoRf
Compressor - Chorus -Reflection
[31] M08 Cho Flan Chorus - Flanger
[32] M03 FlanDly 1 Flanger - Delay 1
[33] M03 FlanDly 2 Flanger - Delay 2
Reverb
[34] 27
RvbRoom1
Reverb Room 1
[35] 27
RvbRoom2
Reverb Room 2
[36] 27
RvbRoom3
Reverb Room 3
[37] 27 RvbHall 1 Reverb Hall 1
[38] 27 RvbHall 2 Reverb Hall 2
[39] 27 RvbPlate Reverb Plate
[40] 23
GateRvb 1
Gate Reverb 1
[41] 23
GateRvb 2
Gate Reverb 2
[42] 24
GateRvb 3
Gate Reverb 3
[43] 24
GateRvb 4
Gate Reverb 4
[72] M30 Crn Cho Crunch - Chorus
[73] M30 OdChorus Overdrive - Chorus
[74] M30 Dist Cho Distortion - Chorus
[75] M30 MetalCho Metal - Chorus
[76] M31 DistFlan Distortion - Flanger
[77] M31 Met Flan Metal - Flanger
[78] M28 CrnDelay Crunch - Delay
[79] M28 Od Delay Overdrive - Delay
[80] M28 DistDly 1 Distortion - Delay 1
[81] M28 DistDly 2 Distortion - Delay 2
[82] M28 MetalDly Metal - Delay
[83] M28 Fuzz Dly Fuzz - Delay
[84] M24 CrChoDly
Crunch - Chorus - Delay
[85] M24
DsChoDly
Distortion - Chorus - Delay
[86] M25
CmpCrDly
Compressor - Crunch - Delay
[87] M26
AWhCrDly
Auto Wah - Crunch - Delay
[88] M26
AWhOdDly
Auto Wah - Overdrive - Delay
[89] M26
AWhDsDly
Auto Wah - Distortion - Delay
[90] M27
LWhOdDly
LFO Wah - Overdrive - Delay
[91] M27
LWhDsDly
LFO Wah - Distortion - Delay
SFX
[92] 14 Ring Mod Ring Modulator
[93] M12
RgChoDly
Ring Modulator - Chorus - Delay
[94] M13 RingDist
Ring Modulator - Distortion
[95] 15 Lo-Fi Lo-Fi
[96] M11
CompLoFi
Compressor - Lo-Fi
[97] M14 LoFi Ref Lo-Fi - Reflection
[98] M15 Crn LoFi Crunch - Lo-Fi
[99] M15 DistLoFi Distortion - Lo-Fi
Pan/Tremolo Fx
[44] 01 Tremolo Tremolo
[45] M09 Cho Trem Chorus - Tremolo
[46] 00 Auto Pan Auto Pan
[47] M10
PhaAPan 1
Phaser - Auto Pan 1
[48] M10
PhaAPan 2
Phaser - Auto Pan 2
[49] M20
PhaChoAP
Phaser - Chorus - Auto Pan
Rotary Fx
[50] 11 Rotary 1 Rotary 1
[51] 11 Rotary 2 Rotary 2
[52] 12 Od Rot 1 Overdrive - Rotary 1
[53] 12 Od Rot 2 Overdrive - Rotary 2
[54] M17 RotRef 1 Rotary - Reflection 1
[55] M17 RotRef 2 Rotary - Reflection 2
[56] M17 RotRef 3 Rotary - Reflection 3
[57] M16
OdRtRef 1
Overdrive - Rotary - Reflection 1
[58] M16
OdRtRef 2
Overdrive - Rotary - Reflection 2
[59] M16
OdRtRef 3
Overdrive - Rotary - Reflection 3
Wah Fx
[60] 04 LFO Wah LFO Wah
[61] 05 Auto Wah Auto Wah
[62] M21
AWhChDly
Auto Wah - Chorus - Delay
[63] M22
LWhChDly
LFO Wah - Chorus - Delay
Guitar Fx
[64] 08 Crunch Crunch
[65] 08 Ovrdrive Overdrive
[66] 08 Dist 1 Distortion 1
[67] 08 Dist 2 Distortion 2
[68] 08 Metal Metal
[69] 08 Fuzz Fuzz
[70] M29 CrnPhase Crunch - Phaser
[71] M29 Od Phase Overdrive - Phaser
WK3000_d_A-17-18.p65 03.10.8, 3:11 PM18
A-19
735A-D-133A
Appendix
DSP algoritmelijst
00 : Automatische stereopositie (Auto Pan)
Functie
Voert doorlopend links-rechts stereopositie
compensatie uit van het ingangssignaal
overeenkomstig een LFO.
Parameters
0 : Snelheid (Bereik: 0 127)
Stelt de stereo positie snelheid in.
1 : Diepte (Bereik: 0 127)
Stelt de stereopositie diepte in.
01 : Tremolo
Functie
Regelt het volume van het ingangssignaal
overeenkomstig een LFO.
Parameters
0 : Snelheid (Bereik: 0 127)
Stelt de tremolosnelheid in.
1 : Diepte (Bereik: 0 127)
Stelt de tremolodiepte in.
02 : 2-banden equalizer (2BandEQ)
Functie
Dit is een tweebanden equalizer.
Parameters
0 : Lage frequentie (Bereik: 0 (200Hz), 1 (400Hz),
2 (800Hz))
Regelt de afsnijfrequentie van de laagband
equalizer.
1 : Lage versterking (Bereik: 12, 11, 10 tot 0 tot
+10, +11, +12)
Regelt de versterking van de laagband
equalizer.
2 : Hoge frequentie (Bereik: 0 (6.0KHz), 1
(8.0KHz), 2 (10KHz))
Regelt de afsnijfrequentie van de hoogband
equalizer.
3 : Hoge versterking (Bereik: 12, 11, 10 tot 0 tot
+10, +11, +12)
Regelt de versterking van de hoogband
equalizer.
03 : 3-banden equalizer (3BandEQ)
Functie
Dit is een driebanden equalizer.
Parameters
0 : Lage frequentie (Bereik: 0 (200Hz), 1 (400Hz),
2 (800Hz))
Regelt de afsnijfrequentie van de laagband
equalizer.
1 : Lage versterking (Bereik: 12, 11, 10 tot 0 tot
+10, +11, +12)
Regelt de versterking van de laagband
equalizer.
2 : Middenfrequentie (Bereik: 0 (1,0KHz), 1
(1,3KHz), 2 (1,6KHz), 3 (2,0KHz), 4 (3,0KHz),
5 (4,0KHz), 6 (6,0KHz), 7 (8,0KHz))
Regelt de middenfrequenties van de
middenband equalizer.
3 : Midden versterking (Bereik: 12, 11, 10 tot 0
tot +10, +11, +12)
Regelt de versterking van de middenband
equalizer.
4 : Hoge frequentie (Bereik: 0 (6.0KHz), 1
(8.0KHz), 2 (10KHz))
Regelt de afsnijfrequentie van de hoogband
equalizer.
5 : Hoge versterking (Bereik: 12, 11, 10 tot 0 tot
+10, +11, +12)
Regelt de versterking van de hoogband
equalizer.
04 : LFO Wah
Functie
Dit is een Wah effect dat automatisch de frequentie
kan beïnvloeden overeenkomstig een LFO.
Parameters
0 : Ingangsniveau (Bereik: 0 127)
Regelt het ingangsniveau. Het ingangssignaal
kan vervormd worden waneer het niveau van
het ingevoerde geluid, het aantal akkoorden
of de resonantiewaarde (Resonance) hoog is.
Stel deze parameter bij om dergelijke
vervorming te elimineren.
1 : Resonantieniveau (Bereik: 0 127)
Regelt de resonantie van het geluid.
2 : Handbediening (Bereik: 0 127)
Regelt de frequenties die gebruikt worden als
de basis voor het wah filter.
3 : LFO snelheid (Bereik: 0 127)
Regelt de snelheid van de LFO.
4 : LFO diepte (Bereik: 0 127)
Regelt de diepte van de LFO.
05 : Automatisch Wah (Auto Wah)
Functie
Dit is een Wah effect dat automatisch de
frequentie kan be
ïnvloeden over
eenkomstig
het ingangssignaal.
Parameters
0 : Ingangsniveau (Bereik: 0 127)
Regelt het ingangsniveau. Het ingangssignaal
kan vervormd worden waneer het niveau van
het ingevoerde geluid, het aantal akkoorden
of de resonantiewaarde (Resonance) hoog is.
Stel deze parameter bij om dergelijke
vervorming te elimineren.
1 : Resonantieniveau (Bereik: 0 127)
Regelt de resonantie van het geluid.
WK3000_d_A-19-31.p65 03.10.8, 3:11 PM19
A-20
Appendix
735A-D-134A
2 : Handbediening (Bereik: 0 127)
Regelt de frequenties die gebruikt worden als
de basis voor het wah filter.
3 :
Diepte (Bereik: 64 tot 0 tot +63)
Regelt de diepte van het Wah effect
overeenkomstig het niveau van het
ingangssignaal.
Door een positieve waarde in te stellen gaat het
Wah filter open evenrechtig aan de sterkte van het
ingangssignaal waardoor een helder geluid wordt
verkregen.
Specificeren van een negatieve waarde doet het
Wah filter sluiten overeenkomstig de sterkte van
het invoersignaal dat een donkere toonkwaliteit
produceert. Een sterk invoersignaal doet het Wah
filter opnieuw opengaan zelfs als het gesloten was.
06 : Compressor
Functie
Drukt het ingangssignaal ineen waardoor het
effect van onderdrukte niveauvariatie kan
ontstaan hetgeen het mogelijk maakt om
gedempte klanken langer aan te houden.
Parameters
0 : Diepte (Bereik: 0 127)
Regelt de compressie van het geluidssignaal.
1 : Aanslag (Bereik: 0 127)
Regelt de mate van aanslag van het ingangssignaal
.
Een kleinere waarde veroorzaakt een
onmiddellijk werking van de compressor die de
aanslag van het ingangssignaal onderdrukt.
Een grotere waarde vertraagt de werking van
de compressor waardoor de aanslag afgegeven
wordt zoals hij is.
2 :
Loslaten (Bereik: 0 127)
Regelt de tijd van het punt waar het ingangssignaal
beneden een bepaald niveau daalt tot het punt
waar de werking van de compressor stopt.
Wanneer een aanslaggevoel wenselijk is (geen
compressie bij het inzetten van het geluid), stel dan
deze parameter in op een zo laag mogelijke waarde.
Stel een hoge waarde in om compressie te allen
tijde uit te oefenen.
3 :
Niveau (Bereik: 0 127)
Regelt het uitgangsniveau. Het uitgangsvolume
verandert overeenkomstig de diepte (Depth)
instelling en de karakteristieken van de
ingangstoon. Gebruik deze parameter om
dergelijke veranderingen te corrigeren
.
07 : Begrenzer (Limiter)
Functie
Dit is een effector die u kunt gebruiken om de
bovenlimietwaarde in te stellen voor het
niveau van het ingangssignaal.
Parameters
0 : Limiet (Bereik: 0 127)
Stel het volumeniveau bij waarvan de limiet
toegepast werd.
1 : Aanslag (Bereik: 0 127)
Stelt de aanslaghoeveelheid in van het
invoersignaal.
2 : Loslaten (Bereik: 0 127)
Stelt de tijd bij vanaf waar het ingangssignaal
beneden een bepaald niveau daalt totdat de
limietwerking stopt.
3 : Niveau (Bereik: 0 127)
Stelt het niveau bij dat afgegeven wordt. Het
uitgangsvolume verandert overeenkomstig de
limiet (Limit) instelling en de karakteristieken
van de ingangstoon. Gebruik deze parameter
om dergelijke veranderingen te corrigeren.
08 : Vervorming (Distortion)
Functie
Dit effect voorziet in vervorming (Distortion)
+ Versterkingsnabootsing (AmpSimulator).
Parameters
0 : Versterking (Bereik: 0 127)
Regelt de ingangsversterking.
1 : Laagbereik (Bereik: 0 127)
Regelt de laagband versterking.
De afsnijfrequentie verschilt per voorkeuze DSP.
2 : Hoogbereik (Bereik: 0 127)
Regelt de hoogband versterking.
De afsnijfrequentie verschilt per voorkeuze DSP.
3 : Niveau (Bereik: 0 127)
Regelt het uitgangsniveau.
09 : Stereofase (Stereo Phaser)
Functie
Dit is een stereo faser die de fase moduleert
overeenkomstig een sinusgolf LFO.
Parameters
0 : Resonantieniveau (Bereik: 0 127)
Regelt de resonantie van het geluid.
1 : Handbediening (Bereik: 64 tot 0 tot +63)
Regelt het faseverschuivingsvolume dat als
referentie gebruikt wordt.
2 : Snelheid (Bereik 0 127)
Stelt de snelheid bij van de LFO.
3 : Diepte (Bereik: 0 127)
Regelt de diepte van de LFO.
4 : Natniveau (Bereik: 0 127)
Regelt het volumeniveau van het effect.
10 : Fase (Phaser)
Functie
Dit is een mono faser die de fase moduleert
overeenkomstig een sinusgolf LFO.
Parameters
0 : Resonantieniveau (Bereik: 0 127)
Regelt de resonantie van het geluid.
1 : Handbediening (Bereik: 64 tot 0 tot +63)
Regelt het faseverschuivingsvolume dat als
referentie gebruikt wordt.
2 : Snelheid (Bereik 0 127)
Stelt de snelheid bij van de LFO.
3 : Diepte (Bereik: 0 127)
Regelt de diepte van de LFO.
4 : Natniveau (Bereik: 0 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
WK3000_d_A-19-31.p65 03.10.8, 3:11 PM20
A-21
Appendix
735A-D-135A
11 : Draaibeweging (Rotary)
Functie
Dit is een simulator die een draaiende
luidspreker nabootst.
Parameters
0 : Snelheid (Bereik: langzaam, snel)
Schakelt de snelheidsfunctie over tussen snel
en langzaam.
1 : Pauze (Bereik: Draaien, pauzeren)
Stopt het draaien van de luidspreker.
2 : Valversnelling (Bereik: 0 127)
Regelt de versnelling wanneer de
snelheidsfunctie overgeschakeld wordt van
snel naar langzaam.
3 : Stijgversnelling (Bereik: 0 127)
Regelt de versnelling wanneer de
snelheidsfunctie overgeschakeld wordt van
langzaam naar snel.
4 : Langzaam (Bereik: 0 127)
Regelt de draaisnelheid van de luidspreker van
de langzame draaifunctie.
5 : Snel (Bereik: 0 127)
Regelt de draaisnelheid van de luidspreker van
de snelle draaifunctie.
12 : Aandrijving draaibeweging (Drive-Rotary)
Functie
Dit is een simulator in overdrive die een
draaiende luidspreker nabootst.
Parameters
0 : Overdrive versterking (Bereik: 0 127)
Regelt de overdrive versterking.
1 : Overdrive niveau (Bereik: 0 127)
Regelt het uitgangsniveau van de overdrive.
2 : Snelheid (Bereik: langzaam, snel)
Schakelt de snelheidsfunctie over tussen snel
en langzaam.
3 : Pauze (Bereik: Roteren, Stop)
Stopt het draaien van de luidspreker.
4 : Valversnelling (Bereik: 0 127)
Regelt de versnelling wanneer de
snelheidsfunctie overgeschakeld wordt van
snel naar langzaam.
5 : Stijgversnelling (Bereik: 0 127)
Regelt de versnelling wanneer de
snelheidsfunctie overgeschakeld wordt van
langzaam naar snel.
6 : Langzaam (Bereik: 0 127)
Regelt de draaisnelheid van de luidspreker van
de langzame draaifunctie.
7 : Snel (Bereik: 0 127)
Regelt de draaisnelheid van de luidspreker van
de snelle draaifunctie.
13 :Verbetering (Enhancer)
Functie
Verbetert het silhouet van het lage bereik en
het hoge bereik van het ingangssignaal.
Parameters
0 : Lage frequentie (Bereik: 0 127)
Regelt de lage bereik verbeteringsfrequentie.
1 : Lage bereik versterking (Bereik: 0 127)
Regelt de lage bereik verbeteringsversterking.
2 : Hoge frequentie (Bereik: 0 127)
Regelt de hoge bereik verbeteringsfrequentie.
3 : Hoge bereik versterking (Bereik: 0 127)
Regelt de hoge bereik verbeteringsversterking.
14 : Ringmodulator (Ring Modulator)
Functie
Dit is een ringmodulator (AM modulator) die
het mogelijk maakt om de frequentie van de
interne oscillator (OSC) te moduleren
overeenkomstig een interne LFO.
Parameters
0 : OSC frequentie (Bereik: 0 127)
Stelt de referentiefrequentie van de interne
OSC in.
1 : LFO snelheid (Bereik: 0 127)
Stelt de snelheid van de LFO in.
2 : LFO diepte (Bereik: 0 127)
Stelt de diepte van de LFO in.
3 : Natniveau (Bereik: 0 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
4 : Droogniveau (Bereik: 0 127)
Regelt het niveau van het oorspronkelijke geluid.
15 : Lo-Fi
Functie
Dit is een effector die een Lo-Fi geluid van het
retro type produceert met ruisgenerator 1
(Noise Generator 1) (generator die krasgeluid
imiteert van platenspelers) en ruisgenerator 2
(Noise Generator 2) (onafgebroken
ruisgenerator die witte ruis met roze ruis van
het FM radio type opwekt) en door
ruismodulatie (amplitude modulatie = AM) en
vervorming van frequentiekarateristieken.
Parameters
0 : Ruisniveau 1 (Bereik: 0 127)
Regelt het niveau van ruisgenerator 1.
1 : Ruisdichtheid 1 (Bereik: 0 127)
Regelt de ruisdichtheid van ruisgenerator 1.
2 : Ruisniveau 2 (Bereik: 0 127)
Regelt het niveau van ruisgenerator 2.
3 : Ruisdichtheid 2 (Bereik: 0 127)
Regelt de ruisdichtheid van ruisgenerator 2.
4 : Toon (Bereik: 0 127)
Regelt de toon.
5 : Resonantieniveau (Bereik: 0 127)
Regelt de resonantie van het geluid.
6 : Bas (Bereik: 64 tot 0 tot +63)
Regelt het volume van de lage klanken.
7 : Niveau (Bereik: 0 127)
Regelt het uitgangsniveau.
WK3000_d_A-19-31.p65 03.10.8, 3:11 PM21
A-22
Appendix
735A-D-136A
1 : Diepte1 (snelle LFO diepte = Fast LFO Depth)
(Bereik: 0 127)
Stelt de diepte van LFO1 in.
2 : Snelheid2 (langzame LFO snelheid = Fast LFO
Rate) (Bereik: 0 127)
Stelt de snelheid van LFO2 in.
3 : Diepte2 (lage LFO diepte = Fast LFO Depth)
(Bereik: 0 127)
Stelt de diepte van LFO2 in.
4 : Natniveau (Bereik: 0 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
19 : Drievoudige 2-fasezweving (Tri 2-Phase
Chorus)
Functie
Dit is stereo zweving overeenkomstig
driehoekige golf LFO.
Parameters
0 : LFO snelheid (Bereik: 0 127)
Stelt de snelheid van de LFO in.
1 : LFO diepte (Bereik: 0 127)
Stelt de diepte van de LFO in.
2 : Terugkoppeling (Bereik: 64 tot 0 tot +63)
Regelt de terugkoppeling van het geluid.
3 : Natniveau (Bereik: 0 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
20 : Stereovertraging 1 (Stereo Delay 1)
Functie
Dit is de vertraging van het stereo ingangs- en
uitgangssignaal.
Parameters
0 : Vertragingstijd (Bereik: 0 127)
Regelt de vertragingstijd.
1 : Natniveau (Bereik: 0 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
2 : Terugkoppeling (Bereik: 0 127)
Regelt de herhaling van de vertraging.
3 : Hoogdemping (Bereik: 0 127)
Regelt het dempen van het vertragingsgeluid in
het hoge bereik.
Hoe kleiner de waarde des te groter het dempen
van het vertragingsgeluid in het hoge bereik.
4 : Mate L (Bereik: 0 127)
Regelt de vertragingstijd van het linker kanaal.
In verhouding tot de waarde die ingesteld is
voor de vertragingstijd.
5 : Mate R (Bereik: 0 127)
Regelt de vertragingstijd van het rechter kanaal.
In verhouding tot de waarde die ingesteld is voor
de vertragingstijd.
21 : Stereovertraging 2 (Stereo Delay 2)
Functie
Dit is de kruisterugkoppelvertraging van het
stereo ingangs- en uitgangssignaal.
Parameters
0 : Vertragingstijd (Bereik: 0 127)
Regelt de vertragingstijd.
1 : Natniveau (Bereik: 0 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
2 : Terugkoppeling (Bereik: 0 127)
Regelt de herhaling van de vertraging.
3 : Hoogdemping (Bereik: 0 127)
Regelt het dempen van het vertragingsgeluid
in het hoge bereik.
Hoe kleiner de waarde des te groter het
dempen van het vertragingsgeluid in het hoge
bereik.
4 : Mate L (Bereik: 0 127)
Regelt de vertragingstijd van het linker kanaal.
In verhouding tot de waarde die ingesteld is
voor de vertragingstijd.
5 : Mate R (Bereik: 0 127)
Regelt de vertragingstijd van het rechter
kanaal. In verhouding tot de waarde die
ingesteld is voor de vertragingstijd.
16 : 1-fasezweving (1-Phase Chorus)
Functie
Dit is mono zweving overeenkomstig een
sinusgolf LFO.
Parameters
0 : LFO snelheid (Bereik: 0 127)
Stelt de snelheid van de LFO in.
1 : LFO diepte (Bereik: 0 127)
Stelt de diepte van de LFO in.
2 : Terugkoppeling (Bereik: 64 tot 0 tot +63)
Regelt de terugkoppeling van het geluid.
3 : Natniveau (Bereik: 0 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
17 : Sinus 2-fasezweving (Sin 2-Phase Chorus)
Functie
Dit is stereo zweving overeenkomstig een
sinusgolf LFO.
Parameters
0 : LFO snelheid (Bereik: 0 127)
Stelt de snelheid van de LFO in.
1 : LFO diepte (Bereik: 0 127)
Stelt de diepte van de LFO in.
2 : Terugkoppeling (Bereik: 64 tot 0 tot +63)
Regelt de terugkoppeling van het geluid.
3 : Natniveau (Bereik: 0 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
18 : 3-fasezweving (3-Phase Chorus)
Functie
Dit is 3-fase zweving overeenkomstig twee
LFOs met verschillende sinusgolfsnelheden.
Parameters
0 : Snelheid1 (hoge LFO snelheid = Fast LFO Rate)
(Bereik: 0 127)
Stelt de snelheid van LFO1 in.
WK3000_d_A-19-31.p65 03.10.8, 3:11 PM22
A-23
Appendix
735A-D-137A
22 : 3-tapvertraging (3-Tap Delay)
Function
Dit is de linker/midden/rechter 3-tap vertraging.
Parameters
0 : Vertragingstijd (Bereik: 0 127)
Regelt de vertragingstijd.
1 : Natniveau (Bereik: 0 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
2 : Terugkoppeling (Bereik: 0 127)
Regelt de herhaling van de vertraging.
3 : Hoogdemping (Bereik: 0 127)
Regelt het dempen van het vertragingsgeluid in
het hoge bereik.
Hoe kleiner de waarde des te groter het dempen
van het vertragingsgeluid in het hoge bereik.
4 : Mate L (Bereik: 0 127)
Regelt de vertragingstijd van het linker kanaal.
In verhouding tot de waarde die ingesteld is
voor de vertragingstijd.
5 : Mate C (Bereik: 0 127)
Regelt de vertragingstijd van het midden kanaal.
In verhouding tot de waarde die ingesteld is
voor de vertragingstijd.
6 : Mate R (Bereik: 0 127)
Regelt de vertragingstijd van het rechter kanaal.
In verhouding tot de waarde die ingesteld is
voor de vertragingstijd.
23 : Poortnagalm (Gate Reverb)
Functie
Dit is een fader die een kunstmatig nagalmeffect
creëert dat klinkt alsof het afgesneden wordt door
een poort.
Parameters
0 : LPF (Bereik: 0 127)
Regelt de afsnijfrequentie van het laagfilter.
Een kleinere waarde elimineert het hoge bereik.
1 : HPF (Bereik: 0 127)
Regelt de afsnijfrequentie van het hoogfilter.
Een kleinere waarde elimineert het lage bereik.
2 : Terugkoppeling (Feedback) (Bereik: 0 127)
Regelt de herhaling van de vertraging.
3 : Hoogdemping (High Damp) (Bereik: 0 127)
Regelt het dempen van het vertragingsgeluid in
het hoge bereik.
Hoe kleiner de waarde des te groter het dempen
van het vertragingsgeluid in het hoge bereik.
4 : Verspreiding (Diffusion) (Bereik: 0 127)
Voorziet in fijnregeling van de nagalm.
5 : Natniveau (Wet Level) (Bereik: 0 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
6 : Droogniveau (Dry Level) (Bereik: 0 127)
Regelt het niveau van het droge geluid
(oorspronkelijke geluid).
24 :Omgekeerde poortnagalm (Reverse
Gate Reverb)
Functie
Dit is poortnagalm met een omgekeerd draai-effect.
Parameters
0 : LPF (Bereik: 0 127)
Regelt de afsnijfrequentie van het laagfilter.
Een kleinere waarde elimineert het hoge bereik.
1 : HPF (Bereik: 0 127)
Regelt de afsnijfrequentie van het hoogfilter.
Een kleinere waarde elimineert het lage bereik.
2 : Terugkoppeling (Bereik: 0 127)
Regelt de herhaling van de vertraging.
3 : Hoogdemping (Bereik: 0 127)
Regelt het dempen van het nagalmgeluid in het
hoge bereik.
Hoe kleiner de waarde des te groter het dempen
van het vertragingsgeluid in het hoge bereik.
4 : Verspreiding (Bereik: 0 127)
Voorziet in fijnregeling van de nagalm.
5 : Natniveau (Bereik: 0 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
6 : Droogniveau (Bereik: 0 127)
Regelt het niveau van het oorspronkelijke
geluid.
25 : Weerkaatsing (Reflection)
Functie
Dit is een effector die het eerste weerkaatste
geluid uit een nagalmgeluid haalt.
Parameters
0 : Type (Bereik: 0 7)
Kiest uit de acht verkrijgbare weerkaatsingpatronen.
1 : Natniveau (Bereik: 0 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
2 : T
erugkoppeling (Bereik: 0 127)
Regelt de herhaling van het teruggekaatste geluid.
3 : Toon (Bereik: 0 127)
Regelt de toon van het teruggekaatste geluid.
26 : Flanger
Functie
Dit is een flanger overeenkomstig een
sinusgolf LFO.
Parameters
0 : LFO snelheid (Bereik: 0 127)
Regelt de snelheid van de LFO.
1 : LFO diepte (Bereik: 0 127)
Regelt de diepte van de LFO.
2 :
Terugkoppeling (Bereik: 64 tot 0 tot +63)
Regelt de herhaling van het teruggekaatste geluid.
3 : Natniveau (Bereik: 0 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
WK3000_d_A-19-31.p65 03.10.8, 3:11 PM23
A-24
Appendix
735A-D-138A
27 : Nagalm (Reverb)
Functie
Dit is een effector die de breedte van het geluid
behoudt door een nagalm toe te voegen.
Parameters
0 : Toon (Bereik: 0 127)
Regelt de toon van het nagalmgeluid.
1 : Tijd (Bereik: 0 127)
Regelt de nagalmtijd.
2 : Hoogdemping (Bereik: 0 127)
Regelt het dempen van het nagalmgeluid in het
hoge bereik.
Hoe kleiner de waarde des te groter het dempen
van het nagalmgeluid in het hoge bereik.
3 : ER niveau (Bereik: 0 127)
Regelt het niveau van de oorspronkelijke
weerkaatsing.
4 : Natniveau (Bereik: 0 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
28 : 2-Tapvertraging (2-Tap Delay)
Function
Dit is de linker/rechter 2-tap vertraging.
Parameters
0 : Vertragingstijd (Bereik: 0 127)
Regelt de vertragingstijd.
1 : Natniveau (Bereik: 0 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
2 : Terugkoppeling (Bereik: 0 127)
Regelt de herhaling van de vertraging.
3 : Hoogdemping (Bereik: 0 127)
Regelt het dempen van het vertragingsgeluid in
het hoge bereik.
Hoe kleiner de waarde des te groter het dempen
van het vertragingsgeluid in het hoge bereik.
4 : Mate L (Bereik: 0 127)
Regelt de vertragingstijd van het linker kanaal.
In verhouding tot de waarde die ingesteld is
voor de vertragingstijd.
5 : Mate R (Bereik: 0 127)
Regelt de vertragingstijd van het rechter kanaal.
In verhouding tot de waarde die ingesteld is voor
de vertragingstijd.
De volgende meervoudige (Multi) algoritmes
worden gebruikt in combinatie met de hierboven
beschreven algoritmes. Parameters worden door
beide algoritme types gebruikt.
M00 : Meervoudig00 (Multi00)-Sinus 2-
fasezweving-2-tap vertraging (Sin 2-
Phase Chorus
2-T
ap Delay)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan Sinus 2-fasezweving-2-tap vertraging
(Sin 2-Phase Chorus-2-Tap Delay).
Parameters
0 : Zweving LFO snelheid (Chorus LFO Rate)
1 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
2 : Zwevingterugkoppeling (Chorus Feedback)
3 : Zweving natniveau (Chorus Wet Level)
4 : Vertragingstijd (Delay Time)
5 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
6 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
7 : Vertraging hoogdemping (Delay High Damp)
M01 : Meervoudig01 (Multi01)
3-
fasezweving-3-tap vertraging (3-Phase
Chorus 3-Tap Delay)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan 3-fasezweving-3-tap vertraging (3-Phase
Chorus-3-Tap Delay).
Parameters
0 : Zweving hoge snelheid (Chorus Rate 1)
1 : Zweving snelle diepte (Chorus Depth 1)
2 : Zweving lage snelheid (Chorus Rate 2)
3 : Zweving langzame diepte (Chorus Depth 2)
4 : Zweving natniveau (Chorus Wet Level)
5 : Vertragingtijd (Delay Time)
6 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
7 : Vertraging terugkoppeling (DelayFeedback)
M02 : Meervoudig02 (Multi02)
Fase-3-
fasezweving (Phase
3-Phase Chorus)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan 3-fasezweving (3-Phase Chorus).
Parameters
0 : Faseresonantie (Phaser Resonance)
1 : Fase handbediening (Phaser Manual)
2 : Fasesnelheid (Phaser Rate)
3 : Fasediepte (Phaser Depth)
4 : Zweving snelheid 1 (Chorus Rate 1)
5 : Zweving diepte 1 (Chorus Depth 1)
6 : Zweving snelheid 2 (Chorus Rate 2)
7 : Zweving diepte 2 (Chorus Depth 2)
M03 : Meervoudig03 (Multi03)
Flanger-2-
Tap vertraging-(Flanger
2-T
ap Delay)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan flanger 2-tap vertraging (Flanger 2-Tap
Delay).
Parameters
0 : Flanger LFO snelheid (Flanger LFO Rate)
1 : Flanger LFO diepte (Flanger LFO Depth)
2 : Flangerterugkoppeling (Flanger Feedback)
3 : Flanger natniveau (Flanger Wet Level)
4 : Vertragingstijd (Delay Time)
5 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
6 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
7 : Vertraging hoogdemping (Delay High Damp)
WK3000_d_A-19-31.p65 03.10.8, 3:11 PM24
A-25
Appendix
735A-D-139A
M08 : Meervoudig08 (Multi08)
sinus 2-
fasezweving-flanger (Sin 2-Phase Cho-
rus Flanger)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan sinus 2-fasezweving-flanger (Sin 2-Phase
Chorus-Flanger).
Parameters
0 : Zweving LFO snelheid 1 (Chorus LFO Rate)
1 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
2 : Zweving terugkoppeling (Chorus Feedback)
3 : Zweving natniveau (Chorus Wet Level)
4 : Flanger LFO snelheid (Flanger LFO Rate)
5 : Flanger LFO diepte (Flanger LFO Depth)
6 : Flangerterugkoppeling (Flanger Feedback)
7 : Flanger natniveau (Flanger Wet Level)
M09 : Meervoudig09 (Multi09)
sinus 2-
fasezweving-Tremolo (Sin 2-Phase
Chorus Tremolo)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan sinus 2-fasezweving-tremolo (Sin 2-
Phase Chorus-Tremolo).
Parameters
0 : Zweving LFO snelheid 1 (Chorus LFO Rate)
1 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
2 : Zweving terugkoppeling (Chorus Feedback)
3 : Zweving natniveau (Chorus Wet Level)
4 : Tremolo LFO snelheid (Tremolo LFO Rate)
5 : Tremolo LFO diepte (Tremolo LFO Depth)
M04 : Meervoudig04 (Multi04)
Stereo fase-
Stereo vertraging 1-Stereo Phaser
Stereo Delay 1)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan Stereo fase - Stereo vertraging 1-Stereo
Phaser - Stereo Delay 1).
Parameters
0 : Faseresonantie (Phaser Resonance)
1 : Fase handbediening (Phaser Manual)
2 : Fasesnelheid (Phaser Rate)
3 : Fasediepte (Phaser Depth)
4 : Fase natniveau (Phase Wet Level)
5 : Vertragingstijd (Delay Time)
6 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
7 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
M05 : Meervoudig05 (Multi05)-Verbetering-
Zweving (Enhancer
1-Phase Chorus)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan verbetering-zweving (Enhancer-1-Phase
Chorus).
Parameters
0 : Verbetering lage frequenties (Enhancer Low
Frequency)
1 : Verbetering lage versterking (Enhancer Low Gain)
2 : Verbetering hoge frequenties (Enhancer High
Frequency)
3 : Verbetering hoge versterking (Enhancer High Gain)
4 : Zweving LFO snelheid 1 (Chorus LFO Rate)
5 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
6 : Zweving terugkoppeling (Chorus Feedback)
7 : Zweving natniveau (Chorus Wet Level)
M06 : Meervoudig06 (Multi06)-Verbetering-2-
tap Vertraging (Enhancer
2-T
ap Delay)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan verbetering- 2-tap vertraging (Enhancer-
2-tap Delay).
Parameters
0 : Verbetering lage frequenties (Enhancer Low
Frequency)
1 : Verbetering lage versterking (Enhancer Low Gain)
2 : Verbetering hoge frequenties (Enhancer High
Frequency)
3 : Verbetering hoge versterking (Enhancer High Gain)
4 : Vertragingtijd (Delay Time)
5 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
6 : Vertraging terugkoppeling (DelayFeedback)
7 : Vertraging hoogdemping (Delay High Damp)
M07 : Meervoudig07 (Multi07)-Verbetering-
Flanger (Enhancer
Flanger)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan verbetering-flanger (Enhancer-Flanger).
Parameters
0 : Verbetering lage frequenties (Enhancer Low
Frequency)
1 : Verbetering lage versterking (Enhancer Low
Gain)
2 : Verbetering hoge frequenties (Enhancer High
Frequency)
3 : Verbetering hoge versterking (Enhancer High
Gain)
4 : Flanger LFO snelheid (Flanger LFO Rate)
5 : Flanger LFO diepte (Flanger LFO Depth)
6 : Flangerterugkoppeling (Flanger Feedback)
7 : Flanger natniveau (Flanger Wet Level)
WK3000_d_A-19-31.p65 03.10.8, 3:11 PM25
A-26
M10 : Meervoudig10 (Multi10)
Stereo fase-
Automatische Stereopositie (Stereo
Phaser Auto Pan)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan Stereo fase-Automatische Stereopositie
(Stereo Phaser-Auto Pan).
Parameters
0 : Faseresonantie (Phaser Resonance)
1 : Fase handbediening (Phaser Manual)
2 : Fasesnelheid (Phaser Rate)
3 : Fasediepte (Phaser Depth)
4 : Fase natniveau (Phase Wet Level)
5 : Automatische stereopositiesnelheid (Auto Pan
Rate)
6 : Automatische stereopositiediepte (Auto Pan
Depth)
M11 : Meervoudig11 (Multi11)-Compressor
Lo-Fi
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan Compressor-Lo-Fi.
Parameters
0 : Compressordiepte (Compressor Depth)
1 : Compressoraanslag (Compressor Attack)
2 : Compressorniveau(Compressor Level)
3 : Lo-Fi ruis 1 (Lo-Fi Noise1)
4 : Lo-Fi ruis 2 (Lo-Fi Noise2)
5 : Lo-Fi toon (Lo-Fi Tone)
6 : Lo-Fi resonantie 1 (Lo-Fi Resonance)
7 : Lo-Fi Bass (Lo-Fi Bass)
Appendix
735A-D-140A
M12 : Meervoudig12 (Multi12)-Ring Modula-
tor-Sinus 2-fasezweving-2-tap
vertraging (Ring Modulator
Sin 2-
Phase Chorus-2-Tap Delay)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan Ring Modulator-Sinus 2-fasezweving-2-
tap vertraging (Ring Modulator-Sin 2-Phase
Chorus-2-Tap Delay).
Parameters
0 : Ring OSC frequentie (Ring OSC Frequency)
1 : Ring LFO snelheid (Ring LFO Rate)
2 : Ring LFO diepte (Ring LFO Depth)
3 : Ring natniveau (Ring Wet Level)
4 : Ring droogniveau (Ring Dry Level)
5 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
6 : Vertragingstijd (Delay Time)
7 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
M13 :
Meervoudig13 (Multi13)-Ring Modulator-
Vervorming (Ring Modulator
Distortion)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan Ring Modulator-Vervorming (Ring
Modulator-Distortion).
Parameters
0 : Ring OSC frequentie (Ring OSC Frequency)
1 : Ring LFO snelheid (Ring LFO Rate)
2 : Ring LFO diepte (Ring LFO Depth)
3 : Ring natniveau (Ring Wet Level)
4 : Ring droogniveau (Ring Dry Level)
5 : Vervormingsversterking (Distortion Gain)
6 : Vervormingstoon (Distortion Tone)
7 : Vervormingsniveau (Distortion Level)
M14 : Meervoudig14 (Multi14)-Lo-Fi-
Weerkaatsing (Lo-Fi
Reflection)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan Lo-Fi-Weerkaatsing (Lo-Fi-Reflection).
Parameters
0 : Lo-Fi ruis 1 (Lo-Fi Noise1)
1 : Lo-Fi ruis 2 (Lo-Fi Noise2)
2 : Lo-Fi toon (Lo-Fi Tone)
3 : Lo-Fi resonantie 1 (Lo-Fi Resonance)
4 : Weerkaatsingstype (Reflection Type)
5 : Weerkaatsing natniveau (Reflection Wet Level)
6 :
Weerkaatsing terugkoppeling (Reflection Feedback)
7 : Weerkaatsingtoon (Reflection Tone)
M15 : Meervoudig15 (Multi15)-Vervorming-
Lo-Fi (Distortion Lo-Fi)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan Vervorming-Lo-Fi ( Distortion-Lo-Fi).
Parameters
0 : Vervormingsversterking (Distortion Gain)
1 : Vervorming laagband (Distortion Low)
2 : Vervorming hoogband (Distortion High)
3 : Vervormingsniveau (Distortion Level)
4 : Lo-Fi ruis 1 (Lo-Fi Noise1)
5 : Lo-Fi ruis 2 (Lo-Fi Noise2)
6 : Lo-Fi toon (Lo-Fi Tone)
7 : Lo-Fi resonantie 1 (Lo-Fi Resonance)
WK3000_d_A-19-31.p65 03.10.8, 3:11 PM26
A-27
Appendix
735A-D-141A
M16 :
Meervoudig16 (Multi16)-Draaibeweging-
Weerkaatsing (Drive Rotary
Reflection)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan Draaibeweging-Weerkaatsing (Drive
Rotary-Reflection).
Parameters
0 : Drive Rotary versterking (Drive Rotary Gain)
1 : Drive Rotary niveau (Drive Rotary Level)
2 : Draaisnelheid (Drive Rotary Speed)
3 : Langzame draaisnelheid (Drive Rotary Slow Rate)
4 : Snelle draaisnelheid (Drive Rotary Fast Rate)
5 : Weerkaatsing natniveau (Reflection Wet Level)
6 : Weerkaatsing terugkoppeling (Reflection Feedback)
7 : Weerkaatsingtoon (Reflection Tone)
M17 : Meervoudig17 (Multi17)-Weerkaatsing-
Draaibeweging (Rotary
Reflection)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan Weerkaatsing-Draaibeweging (Rotary
Reflection).
Parameters
0 : Draaisnelheid (Rotary Speed)
1 : Draaipauze (Rotary Break)
2 : Langzame draaisnelheid (Rotary Slow Rate)
3 : Snelle draaisnelheid (Rotary Fast Rate)
4 : Weerkaatsing natniveau (Reflection Wet Level)
5 : Weerkaatsing terugkoppeling (Reflection Feed-
back)
6 : Weerkaatsingtoon (Reflection Tone)
M18 : Meervoudig18 (Multi18)-Compressor-
Verbetering-2-tap Vertraging (Com-
pressor Enhancer-2-Tap Delay)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan Compressor-Verbetering-2-tap Vertraging
(Compressor-Enhancer-2-Tap Delay).
Parameters
0 : Compressordiepte (Compressor Depth)
1 : Compressoraanslag (Compressor Attack)
2 : Compressorniveau(Compressor Level)
3 : Verbetering lage versterking (Enhancer Low Gain)
4 : Verbetering hoge versterking (Enhancer High Gain)
5 : Vertragingtijd (Delay Time)
6 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
7 : Vertraging terugkoppeling (DelayFeedback)
M19 : Meervoudig19 (Multi19)-Compressor-
Stereo Vertraging 1 (Compressor
Stereo Delay 1)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan
Compressor Vertraging 1 (Compressor Delay 1).
Parameters
0 : Compressordiepte (Compressor Depth)
1 : Compressoraanslag (Compressor Attack)
2 : Compressorloslaten (Compressor Release)
3 : Compressorniveau(Compressor Level)
4 : Vertragingtijd (Delay Time)
5 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
6 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
7 : Vertraging hoge demping (Delay High Damp)
M20 : Meervoudig20 (Multi20)
Fase-1-Fase
Zweving Automatische Stereopositie
(Phaser 1-Phase Chorus
Auto Pan)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan Fase-1-Fase Zweving
Automatische
Stereopositie (Phaser-1-Phase Chorus-Auto Pan).
Parameters
0 : Faseresonantie (Phaser Resonance)
1 : Fase handbediening (Phaser Manual)
2 : Fasesnelheid (Phaser Rate)
3 : Fasediepte (Phaser Depth)
4 : Zweving LFO snelheid (Chorus LFO Rate)
5 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
6 :
Automatische stereopositiesnelheid (Auto Pan Rate)
7 : Automatische stereopositiediepte (Auto Pan Depth)
M21 :
Meervoudig21 (Multi21)-Automatische Wah
- Tri 2-fasezweving-2-tap vertraging (Auto
Wah Tri 2-Phase Chorus 2-T
ap Delay)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan Automatische Wah - Tri 2-fasezweving-
2-tap vertraging (Auto Wah-Tri 2-Phase Cho-
rus-2-Tap Delay).
Parameters
0 : Wah resonantie (Wah Resonance)
1 : Wah handbediening (Wah Manual)
2 : Wah diepte (Wah Depth)
3 : Zweving LFO snelheid (Chorus LFO Rate)
4 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
5 : Vertragingstijd (Delay Time)
6 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
7 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
WK3000_d_A-19-31.p65 03.10.8, 3:11 PM27
A-28
Appendix
735A-D-142A
M22 : Meervoudig22 (Multi22)-LFO Wah - Tri 2-
fasezweving-2-tap vertraging (LFO Wah
Tri 2-Phase Chorus
2-T
ap Delay)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan LFO Wah Tri 2-fasezweving-2-tap
vertraging (LFO Wah-Tri 2-Phase Chorus-2-
Tap Delay).
Parameters
0 : Wah resonantie (Wah Resonance)
1 : Wah handbediening (Wah Manual)
2 : Wah LFO snelheid (Wah LFO Rate)
3 : Wah LFO diepte (Wah LFO Depth)
4 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
5 : Vertragingstijd (Delay Time)
6 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
7 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
M23 : Meervoudig23 (Multi23)-Compressor-
Sinus 2-Fase Zweving-Weerkaatsing
(Compressor Sin 2-Phase Chorus
Reflection)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan Compressor-Sinus 2-Fase Zweving-
Weerkaatsing (Compressor-Sin 2-Phase Cho-
rusReflection).
Parameters
0 : Compressordiepte (Compressor Depth)
1 : Compressoraanslag (Compressor Attack)
2 : Compressorniveau(Compressor Level)
3 : Zweving LFO snelheid (Chorus LFO Rate)
4 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
5 : Weerkaatsing natniveau (Reflection Wet Level)
6 : Weerkaatsing terugkoppeling (Reflection Feedback)
7 : Weerkaatsingtoon (Reflection Tone)
M24 : Meervoudig24 (Multi24)-Vervorming - 1-
fasezweving-2-tap vertraging (Distortion
1-Phase Chorus
2-T
ap Delay)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is
aan Vervorming - 1 fasezweving-2-tap vertraging
(Distortion-1 Phase Chorus-2-Tap Delay).
Parameters
0 : Vervormingsversterking (Distortion Gain)
1 : Vervorming laagband (Distortion Low)
2 : Vervorming hoogband (Distortion High)
3 : Vervormingsniveau (Distortion Level)
4 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
5 : Vertragingstijd (Delay Time)
6 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
7 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
M25 : Meervoudig25 (Multi25)-Compressor-
Vervorming - 2-tap vertraging (Com-
pressor Distortion 2-T
ap Delay)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan Compressor-Vervorming - 2-tap vertraging
(Compressor-Distortion-2-Tap Delay).
Parameters
0 : Compressordiepte (Compressor Depth)
1 : Vervormingsversterking (Distortion Gain)
2 : Vervorming laagband (Distortion Low)
3 : Vervorming hoogband (Distortion High)
4 : Vervormingsniveau (Distortion Level)
5 : Vertragingstijd (Delay Time)
6 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
7 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
M26 : Meervoudig26 (Multi26)-Automatisch
Wah-Vervorming - 2-tap vertraging
(Auto Wah Distortion 2-T
ap Delay)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan Automatisch Wah-Vervorming - 2-tap
vertraging (Auto Wah-Distortion-2-Tap Delay).
Parameters
0 : Wah handbediening (Wah Manual)
1 : Wah diepte (Wah Depth)
2 : Vervormingsversterking (Distortion Gain)
3 : Vervorming toon (Distortion Tone)
4 : Vervormingsniveau (Distortion Level)
5 : Vertragingstijd (Delay Time)
6 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
7 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
M27 : Meervoudig27 (Multi27)-LFO Wah-
Vervorming - 2-tap vertraging (LFO
Distortion 2-Tap Delay)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan LFO Wah-Vervorming - 2-tap vertraging
(LFO Wah-Distortion-2-Tap Delay).
Parameters
0 : Wah handbediening (Wah Manual)
1 : Wah LFO snelheid (Wah LFO Rate)
2 : Wah LFO diepte (Wah LFO Depth)
3 : Vervormingsversterking (Distortion Gain)
4 : Vervormingsniveau (Distortion Level)
5 : Vertragingstijd (Delay Time)
6 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
7 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
WK3000_d_A-19-31.p65 03.10.8, 3:11 PM28
A-29
735A-D-143A
M28 : Meervoudig28 (Multi28)-Vervorming - 3-
tap vertraging (Distortion
3-T
ap Delay)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan Vervorming - 3-tap vertraging (Distor-
tion-3-Tap Delay).
Parameters
0 : Vervormingsversterking (Distortion Gain)
1 : Vervorming laagband (Distortion Low)
2 : Vervorming hoogband (Distortion High)
3 : Vervormingsniveau (Distortion Level)
4 : Vertragingstijd (Delay Time)
5 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
6 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
7 : Vertraging hoge demping (Delay High Damp)
M29 : Meervoudig29 (Multi29)-Vervorming -
Fase (Distortion
Phaser)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan Vervorming-Fase (Distortion-Phaser).
Parameters
0 : Vervormingsversterking (Distortion Gain)
1 : Vervorming laagband (Distortion Low)
2 : Vervorming hoogband (Distortion High)
3 : Vervormingsniveau (Distortion Level)
4 : Faseresonantie (Phaser Resonance)
5 : Fase handbediening (Phaser Manual)
6 : Fasesnelheid (Phaser Rate)
7 : Fasediepte (Phaser Depth)
M30 : Meervoudig30 (Multi30)-Vervorming-
Sinus 2-Fase Zweving (Distortion
Sin 2-Phase Chorus)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan Vervorming-Sinus 2-Fase Zweving (Dis-
tortion-Sin 2-Phase Chorus).
Parameters
0 : Vervormingsversterking (Distortion Gain)
1 : Vervorming laagband (Distortion Low)
2 : Vervorming hoogband (Distortion High)
3 : Vervormingsniveau (Distortion Level)
4 : Zweving LFO snelheid (Chorus LFO Rate)
5 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
6 : Zweving terugkoppeling (Chorus Feedback)
7 : Zweving natniveau (Chorus Wet Level)
M31 : Meervoudig31 (Multi31)-Vervorming-
Flanger (Distortion
Flanger)
Functie
Dit is een meervoudige effector die gerelateerd
is aan Vervorming-Flanger (Distortion-Flanger).
Parameters
0 : Vervormingsversterking (Distortion Gain)
1 : Vervorming laagband (Distortion Low)
2 : Vervorming hoogband (Distortion High)
3 : Vervormingsniveau (Distortion Level)
4 : Flanger LFO snelheid (Flanger LFO Rate)
5 : Flanger LFO diepte (Flanger LFO Depth)
6 : Flanger terugkoppeling (Flanger Feedback)
7 : Flanger natniveau (Flanger Wet Level)
Appendix
WK3000_d_A-19-31.p65 03.10.8, 3:11 PM29











735A-D-144A
WK3000_d_A-19-31.p65 03.10.8, 3:11 PM30











735A-D-145A
WK3000_d_A-19-31.p65 03.10.8, 3:11 PM31
17

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Casio WK-3500 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Casio WK-3500 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 6,86 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Casio WK-3500

Casio WK-3500 Gebruiksaanwijzing - Nederlands - 146 pagina's

Casio WK-3500 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 148 pagina's

Casio WK-3500 Gebruiksaanwijzing - English - 148 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info