2-2929
• In de functie
f
(x) kunt u enkel X als variabele kiezen. De andere letters (A t/m Z, zonder X, r,
θ) worden als constanten beschouwd, zodat in de berekeningen met de daaraan toegekende
waarde (
n) zal gerekend worden.
• De invoer van
n en het sluiten van de haken mag u weglaten.
• Discontinue punten of intervallen waarin zich grote veranderingen voordoen, kunnen de
nauwkeurigheid van de berekening negatief beïnvloeden.
• De invoer van een grotere waarde voor
n vergroot de nauwkeurigheid, maar vraagt ook meer
tijd.
• De waarde van het eindpunt van het interval (
b) moet groter zijn dan de waarde van het
beginpunt (a). Zo niet verschijnt een foutmelding.
• Drukt u op terwijl er een extremum wordt berekend, dan stopt u daarmee de berekening.
• Gebruik enkel de gehele getallen 1 tot 9 invoeren als waarde voor
n. Het invoeren van
andere waarden veroorzaakt een foutmelding.
• U kunt geen formule voor de berekening van een eerste of een tweede afgeleide, van een
bepaalde integraal, van een sommatie (3), van een extremum (maximum/minimum), van een
nulpunt (Solve), RndFix of log
a
b gebruiken als term van een afgeleid getal.
6. Rekenen met complexe getallen
De hoofdbewerkingen met complexe getallen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen)
worden ingevoerd zoals bij manuele berekeningen (zie pagina 2-1 tot 2-14). U kunt ook
haakjes invoeren en gebruikmaken van het geheugen voor het laatste resultaat.
U kunt rekenen met complexe getallen door de optie Complex Mode in het configuratiescherm
als volgt te veranderen.
• {Real} ... Uitsluitend reële getallen berekenen*
1
• {a+bi} ... Complex getal berekenen en het resultaat in cartesische coördinaten weergeven
• {
rθ} ... Complex getal berekenen en het resultaat in poolcoördinaten weergeven*
2
*
1
Als het argument echter een imaginair getal bevat, wordt het complex getal berekend en
verschijnt het resultaat in cartesische coördinaten.
Voorbeelden:
ln 2
i = 0,6931471806 + 1,570796327i
ln 2i + ln (– 2) = (Non-Real ERROR)
*
2
Het weergavebereik van θ hangt af van de hoekeenheid die voor de optie Angle in het
configuratiescherm is geselecteerd.
• Deg ... –180 <
θ 180
• Rad ... – P <
θ P
• Gra ... –200 <
θ 200
Voordat u een berekening met complexe getallen maakt, moet u drukken op *(CPLX)
om het menu van de complexe getallen op te roepen. Hier vindt u de volgende opties.
• {
i} ... {invoer van de imaginaire eenheid i}
• {Abs}/{Arg} ... bevat {absoulute waarde}/{argument}
• {Conj} ... {om het toegevoegde van een complex getal te berekene}
• {ReP}/{ImP} ... bepaling van het {reëel deel}/{imaginair deel}