Gebruiksaanwijzing 3796
2
4. Als de instelling die u wilt wijzigen knippert, gebruik dan
൳
en
Ꭾ
om deze zoals
hieronder beschreven te wijzigen.
Als de zomertijdinstelling van de digitale tijd ingeschakeld is, kan het
UTC-verschil worden ingesteld tussen – 11,0 en + 15,0 in stappen van 0,5 uur.
5. Druk op
Ꭽ
om het instelscherm te verlaten.
Tussen 12-uur en 24-uur tijdweergave wisselen
Druk in de tijdfunctie op
൳
om tussen 12-uur en 24-uur tijdweergave te wisselen.
Bij 12-uur weergave verschijnt de P (PM) indicator links van de uurcijfers bij tijden
in het bereik van 12 uur ’s middags tot en met 11:59 uur s avonds. Bij tijden in het
bereik van 12 uur middernacht tot en met 11:59 uur ’s ochtends verschijnt de
A (AM) indicator links van de uurcijfers.
Bij 24-uur weergave wordt de tijd getoond in het bereik van 0:00 tot en met 23:59,
zonder indicator.
De 12-uur/24-uur weergave die u in de tijdfunctie selecteert, wordt in alle functies
toegepast.
De A en P indicatoren verschijnen niet bij de in de timer- en tweede-tijdfunctie
getoonde tijdfunctietijd.
De analoge tijd instellen
Voer de hieronder beschreven bediening uit als de door de analoge wijzers aangege-
ven tijd niet overeenkomt met de digitale tijd.
De analoge tijd aanpassen
1. Druk in de tijdfunctie zes keer op
Ꭿ
om de
wijzers-instelfunctie te selecteren.
2. Houd
Ꭽ
ingedrukt totdat de huidige digitale tijd
begint te knipperen, wat aangeeft dat de analoge
instelfunctie geselecteerd is.
3. Druk op
൳
om de analoge tijd versneld 20
seconden vooruit te verplaatsen.
Als u
൳
ingedrukt houdt, wijzigt de analoge tijd versneld vooruit.
Als u de analoge tijd substantieel wilt aanpassen, houd dan
൳
ingedrukt totdat
de tijd versneld vooruit begint te verplaatsen, en druk vervolgens op
Ꭾ
.
Hierdoor wordt de versnelde verplaatsing van de wijzers vergrendeld totdat u
een willekeurige knop indrukt. Als de tijd 12 uur vooruit verplaatst is of een alarm
(multi-functie-alarm, uursignaal of timersignaal) klinkt, stopt de verplaatsing ook.
4. Druk op
Ꭽ
om de instelfunctie te verlaten.
Het horloge zal automatisch de minutenwijzer aanpassen aan de interne
secondetelling als u de instelfunctie verlaat.
Druk op
Ꭿ
om terug te keren naar de tijdfunctie.
Maan/getij-gegevens
In de maan/getij-gegevensfunctie kunt u de maanstatus
en maanfase voor een specifieke datum, evenals getij-
bewegingen voor een specifieke datum en tijd voor uw
woonplaats kunt bekijken.
Als u om bepaalde redenen veronderstelt dat de
maan/getij-gegevens niet juist zijn, controleer dan
tijdfunctiegegevens (tijd, datum en woonplaats) en
maak de benodigde wijzigingen.
Zie "Maanfase-indicator" voor informatie over de
maanfase-indicator en "Getijgrafiek" voor informatie
over de getijgrafiek.
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd
in de maan/getij-gegevensfunctie die u selecteert
door op
Ꭿ
te drukken.
De maan/getij-gegevens bekijken
Druk in de maan/getij-gegevensfunctie op
Ꭽ
om tussen het getijgegevens- en
maangegevensscherm te wisselen.
Op de getijgrafiek wordt het getij voor de op dat moment getoonde tijd getoond.
Op het initiële getijgegevensscherm wordt het getij om 6 uur ’s ochtends
aangegeven. Op het maangegevensscherm worden de maanstatus en maanfase
voor de huidige datum getoond.
Druk wanneer het getijgegevensscherm getoond wordt op
൳
om naar het
volgende uur te gaan.
Druk op
൳
wanneer het maangegevensscherm getoond wordt om naar de
volgende dag te gaan.
U kunt ook voor een specifieke datum (jaar, maand, dag) de getij- en
maangegevens bekijken. Zie "Een datum specificeren" voor meer informatie.
Als u de maan/getij-gegevensfunctie selecteert, verschijnt eerst het scherm
(getij- of maangegevens) dat getoond werd terwijl u de functie de laatste keer verliet.
Een datum specificeren
1. Houd in de maan/getij-gegevensfunctie
Ꭽ
ingedrukt totdat de jaarinstelling begint te knipperen,
wat aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk op
Ꭿ
om het knipperen in de hieronder
getoonde volgorde te verplaatsen om andere
instellingen te selecteren.
3. Gebruik terwijl een instelling knippert
൳
(+) en
Ꭾ
(-) om deze te wijzigen.
U kunt een datum instellen tussen 1 januari 2000 en 31 december 2099.
4. Druk op
Ꭽ
om het instelscherm te verlaten.
5. Gebruik
Ꭽ
om het getij- of maangegevensscherm te laten verschijnen.
Stopwatch
De stopwatch maakt het mogelijk verstreken tijd,
tussentijden en twee finishtijden te meten.
Het bereik van de stopwatch is 23 uur, 59 minuten
en 59,99 seconden.
De stopwatch loopt door, opnieuw startend vanaf 0,
nadat deze zijn limiet heeft bereikt, tenzij u de
stopwatch stopt.
De stopwatchmeting loopt door, zelfs als u de
stopwatchfunctie verlaat.
Als u de stopwatchfunctie verlaat terwijl een
tussentijd op het display bevroren is, wordt de
tussentijd gewist en gaat u terug naar de
vertreken-tijdmeting.
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd
in de stopwatchfunctie, die u selecteert door op
Ꭿ
te drukken.
Timer
De timer kan worden ingesteld in een bereik van 1
minuut tot en met 24 uur. Een alarm klinkt als de
timer 0 bereikt.
U kunt ook automatische herhaling selecteren waar
na de timer automatisch opnieuw vanaf de
ingestelde waarde begint als 0 bereikt wordt.
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de timerfunctie, die u selecteert door op
Ꭿ
te drukken.
De timer gebruiken
Druk in de timerfunctie op
൳
om de aftelling te starten.
Als het einde van de aftelling bereikt is en automatische herhaling is ingeschakeld,
klinkt het alarm gedurende 10 seconden of totdat u dit stopt door op een
willekeurige knop te drukken. De aftelling wordt automatisch opnieuw op de
startwaarde ingesteld als het alarm stopt.
Als automatische herhaling is ingeschakeld, herstart de aftelling automatisch
zonder onderbreking als 0 bereikt wordt. Het alarm klinkt om aan te geven dat de
aftelling 0 bereikt heeft.
De aftelling loopt door, zelfs als u de timerfunctie verlaat.
Druk tijdens een aftelling op
൳
om deze te pauzeren. Druk nogmaals op
൳
om
de aftelling te hervatten.
Om een aftelling volledig te stoppen, pauzeer deze dan eerst (door op
൳
te
drukken) en druk vervolgens op
Ꭽ
. Hierdoor gaat de afteltijd automatisch terug
naar de startwaarde.
De timer instellen
1. Houd als de starttijd in de timerfunctie op het
display getoond wordt
Ꭽ
ingedrukt totdat de
uurinstelling van de starttijd begint te knipperen, wat
aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
Als de starttijd niet getoond wordt, gebruik de
bediening bij "De timer gebruiken" om deze te
laten verschijnen.
2. Druk op
Ꭿ
om de het knipperen in de hieronder
getoonde volgorde te verplaatsen om andere
instellingen te selecteren.
3. Als de instelling knippert, gebruik
൳
en
Ꭾ
om deze als hieronder beschreven te
wijzigen.
4. Druk op
Ꭽ
om het instelscherm te verlaten.
De automatische-herhaling-aan-indicator ( ) wordt op het aftelscherm getoon
als deze functie is ingeschakeld.
Veelvuldig gebruik van automatische herhaling verkort de levensduur van de
batterij.
finisht.
renner op display.
finisht.
renner op display.