24
2. Draai de keuzeschijf naar [DISPLAY SET UP/ ] en
druk op de keuzeschijf.
3. Draai de keuzeschijf naar [LCD MIRROR] en druk op
de keuzeschijf.
4. Draai de keuzeschijf naar [OFF].
5. Druk op de MENU-toets om het menu te sluiten.
Wanneer [LCD MIRROR] op [ON] ingesteld is, verschijnen op het LCD-scherm
alleen de symbolen voor de band- of kaartbediening en zelfontspanner (alle
symbolen verschijnen op het zoekerscherm).
De helderheid van het LCD-scherm instellen
1. Druk op de MENU-toets om het menu te openen.
2. Draai de keuzeschijf naar [DISPLAY SET UP/ ] en
druk op de keuzeschijf.
3. Draai de keuzeschijf naar [BRIGHTNESS] en druk op
de keuzeschijf.
4. Stel met de keuzeschijf de helderheid in.
5. Druk op de MENU-toets om het menu te sluiten.
Verandering van de helderheid van het LCD-scherm heeft geen invloed op de
helderheid van de zoeker of opnamen.