170 Overige informatie
Kan niet verbinden met server
- De camcorder kon geen verbinding maken met de externe server die wordt gebruikt voor
de functie Bewaking bij afwezigheid. Zorg ervoor dat het toegangspunt op de juiste wijze
verbonden is met internet.
- Controleer of 1 > q > [Datum/tijd] op de juiste datum en tijd is ingesteld.
Kan Wi-Fi-netwerk niet verifiëren
- Zorg ervoor dat de camcorder en het toegangspunt dezelfde verificatie-/encryptiemethode
en dezelfde encryptiesleutel gebruiken.
- Als het toegangspunt gebruikmaakt van filtering van MAC-adressen, voer dan in het
configuratiescherm van het toegangspunt het MAC-adres van de camcorder in.
Kan WPS niet voltooien. Probeer het opnieuw.
- Bij sommige draadloze routers moet op de knop Wi-Fi Protected Setup (WPS) worden gedrukt
en moet deze knop ingedrukt worden gehouden. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw
toegangspunt voor bijzonderheden.
- Zorg ervoor dat u op het camcorderscherm binnen 2 minuten [OK] aanraakt nadat het Wi-Fi
Protected Setup-signaal op het toegangspunt is geactiveerd, hetzij door op de knop te drukken
hetzij door de pincode in te voeren.
Kan WPS niet voltooien.
- Zet de camcorder en het toegangspunt uit. Zet deze na korte tijd weer aan en herstel de
verbinding. Als het probleem zich blijft voordoen, voert u een installatie uit met de optie
[Zoeken naar toegangspunten] (A 132).
Meerdere toegangspunten gevonden. Probeer het opnieuw.
- Er zijn meerdere toegangspunten die tegelijkertijd een WPS-signaal uitzenden.
Probeer het later nogmaals of voer de instellingen in met de optie [WPS: pincode]
of [Zoeken naar toegangspunten] (A 129).
Ongeldig poortnummer. Voer de instelling nogmaals uit.
- Het ingevoerde poortnummer kan niet worden gebruikt. In de instellingen voor de functie
Bewaking bij afwezigheid (A 117) wijzigt u het poortnummer naar een poort die geen
conflict veroorzaakt met andere apparaten.
Wi-Fi-fout. Onjuiste verificatiemethode.
- Controleer of de camcorder en het toegangspunt juist zijn geconfigureerd.
- Zorg ervoor dat de camcorder en het toegangspunt dezelfde verificatie-/encryptiemethode
en dezelfde encryptiesleutel gebruiken.
- Als het toegangspunt gebruikmaakt van filtering van MAC-adressen, voer dan in het
configuratiescherm van het toegangspunt het MAC-adres van de camcorder in.
Wi-Fi-fout. Onjuiste versleutelingscode.
- De encryptiesleutel (wachtwoord) is hoofdlettergevoelig; let er daarom op dat u deze juist invoert.
Wi-Fi-fout. Onjuiste versleutelingsmethode.
- Zorg ervoor dat de camcorder en het toegangspunt dezelfde verificatie-/encryptiemethode
gebruiken.
- Als het toegangspunt gebruikmaakt van filtering van MAC-adressen, voer dan in het
configuratiescherm van het toegangspunt het MAC-adres van de camcorder in.