NLD-7
6
Beeldstabilisator
U kunt de beeldstabilisator in de AF- en de MF-
modus gebruiken.
Deze functie zorgt voor een
optimale stabilisatie van het beeld overeenkomstig
de opname-omstandigheden (zoals bij opnamen
van stilstaande onderwerpen of opnamen waarbij
onderwerpen worden gevolgd).
1
Zet de STABILIZER-schakelaar op .
¡Als u de beeldstabilisatorfunctie niet wilt
gebruiken, zet u de schakelaar op .
2
Wanneer u de ontspanknop half
indrukt, begint de beeldstabilisator te
werken.
¡Controleer of het beeld in de zoeker
stabiel is en druk dan de ontspanknop
helemaal in om de foto te maken.
¡
Bij het fotograferen van een stilstaand onderwerp wordt
gecompenseerd voor trillingen van de camera in alle richtingen.
¡
Bij opnamen waarbij onderwerpen in een horizontale
richting worden gevolgd, wordt gecompenseerd voor
verticale trillingen van de camera; bij opnamen
waarbij onderwerpen in een verticale richting worden
gevolgd, wordt gecompenseerd voor horizontale
trillingen van de camera.
¡
Als u een statief gebruikt, moet u de beeldstabilisator
uitschakelen, om de batterij te sparen.
¡
De beeldstabilisator is niet alleen geschikt voor het
maken van foto's met de camera in de hand, maar
ook bij het fotograferen met een eenpootsstatief.
¡
De beeldstabilisatorfunctie werkt ook wanneer het objectief
met een EF12 II- of EF25 II-tussenstuk wordt gebruikt.
¡
Als u de Custom-functie van de camera gebruikt voor
het toewijzen van een andere toets voor de bediening
van de AF, zal de beeldstabilisatorfunctie werken
wanneer u op de nieuw toegewezen AF-toets drukt.
¡De beeldstabilisator kan een wazige foto die
wordt veroorzaakt door beweging van het
onderwerp niet compenseren.
¡
De beeldstabilisator werkt mogelijk niet goed bij het maken
van een foto vanuit een hard op en neer schuddend voertuig.
¡Bij gebruik van de beeldstabilisator wordt meer
stroom verbruikt dan bij normaal fotograferen,
dus u kunt minder foto’s maken.