97
1
2
3
SCHOONMAAK VAN DE
FILTERS
Het filtersysteem (figuur A “4”) bestaat uit:
Een centrale houder die de grotere
vuildeeltjes van de vaat trapsgewijs
sorteert.
Een platte zeef die het spoelwater
voortdurend filtert.
Een micro filter onder de platte zeef dat
de kleinste onzuiverheden uit het water
haalt en zorgt voor een perfecte spoeling.
■ Om optimale resultaten te bereiken
moeten de filters gecontroleerd worden
na elke was.
■ Om de filters te verwijderen, draai het
handvat tegen de klok in (fig. 1).
■ Om het schoonmaken te vergemakkelijken
is de centrale houder verwijderbaar
(fig. 2).
■ Verwijder de platte zeef (fig. 3) en spoel
het gehele onderdeel met water, indien
nodig kan hierbij een klein borsteltje
gebruikt worden.
■ Het zelfreinigende microfilter hoeft
maar een keer in de twee weken te
worden gecontroleerd. Niettemin is het
aan te raden na elke wasbeurt de
centrale houder en de zeef te controleren
op eventuele verstoppingen.
WAARSCHUWING!
Na het schoonmaken van de filters,
controleer of ze correct zijn schoongemaakt
en teruggeplaatst, voornamelijk de
zeef, of deze op de juiste plaats zit
onder in de vaatwasser.
Zorg dat het filter teruggedraaid is,
met de klok mee.
Niet goed teruggeplaatste onderdelen
kunnen een omgekeerd effect geven
op de werking.
BELANGRIJK
Gebruik de vaatwasser nooit zonder
de filters.
96
vol leeg
donker licht
Spoelglansmiddel
Het glansspoelmiddel dat automatisch
wordt toegevoegd tijdens de laatste
spoeling voorkomt strepen op de vaat en
bevordert een snellere droging ervan. Het
reservoir voor glansspoelmiddel is geplaatst
naast het reservoir voor het afwasmiddel
(fig. A "3").
Om deze te openen dient tegelijkertijd de
markering te worden ingedrukt en het klepje
te worden opgelift. Het wordt aanbevolen
alleen glansspoelmiddel te gebruiken dat
ervoor bedoelt is om in afwasautomaten te
worden gebruikt. Controleer het niveau van
het reservoir door in het controleglaasje (C)
te kijken dat op het dekseltje is geplaatst.
Het afstellen van de
naglansmiddel injector van 1 tot 6
De instelling (D) zit onder de dop en kan
gedraaid worden m.b.v. een muntstuk. Wij
raden stand 4 aan.
De hoeveelheid aanwezige kalk in het
water bepaalt de mate van kalkafzetting en
drogingsgraad. Het is daarom belangrijk de
hoeveelheid toe te dienen naglansmiddel
te kunnen regelen om steeds optimale
resultaten te verkrijgen.
Mocht het vaatwerk aan het einde van het
programma strepen vertonen dan moet de
afstelling met één streep terug gebracht
worden. In het geval waarbij kringen of
witachtige vlekken te zien zijn dan de
afstelling met één streep verhogen.
■
Sommige gecombineerde afwasmiddelen,
in het bijzonder die met glansspoelmiddel,
werken beter bij een beperkt aantal
programma’s;
■
Het effect van afwasmiddelen met
inbebouwde zoutfunctie of waterontharder
is afhankelijk van de hardheid van het
gebruikte water. Controleer of de
hardheid van het gebruikte water valt
binnen de toleranties zoals vermeld op
de verpakking van het afwasmiddel.
In bepaalde gevallen kan het gebruik van
gecombineerde afwasmiddelen schade
veroorzaken:
■
Kalkaanslag op de vaat of in de
afwasmachine;
■
Een reductie van het was- en/of
droogresultaat.
Wanneer hiervan sprake is, adviseren wij u
gebruik te maken van gescheiden zout-,
glansspoel- en afwasmiddelen.
Dit resulteert in een betere werking van het
wateronthardingsmechanisme Echter, het
kan enige afwasbeurten duren voordat het
wateronthardingsmechanisme weer op het
goede niveau functioneert.
BELANGRIJK
Mankementen die zijn ontstaan als
direct gevolg van onjuist gebruik van
zout-, glansspoel- of afwasmiddelen
zijn uitgesloten van garantie.
C
D