17
FR
CHAPITRE 8
SELECTION
Pour traiter les divers types
de tissus et les différents
degrés de salissures, la
machine a 3 niveaux de
programmes qui se
différencient par le type de
lavage, la température et la
durée (voir le tableau des
programmes de lavage).
1 Tissus résistants
Les programmes sont
conçus pour optimiser les
résultats de lavage.
Des phases d’essorage qui
garantissent un rinçage
parfait.
2 Tissus mixtes et
synthétiques
Le lavage et le rinçage sont
optìmisés dans les rythmes
de rotation du tambour et
dans les niveaux d’eau.
L’ essorage à action délicate
assure une formation de plis
réduite sur les tissus.
3 Tissus délicats, laine et
lavage à la main:
Dans cette zone du
programmateur vous
pouvez sélectionner une
série des programmes
étudiés pour les tissus qui
nécessitent des traitements
particuliers :
- lavage délicat : pour les
tissus très délicats
- lavage laine :
exclusivement pour "laine
lavable en machine"
- lavage main : pour le linge
lavable à la main
NL
HOOFDSTUK 8
KIEZEN VAN HET
PROGRAMMA
Voor de verschillende
soorten weefsels en
afhankelijk van de graad
van vervuiling van het
wasgoed heeft de
wasautomaat 3
verschillende hoofdgroepen:
(zie het overzicht van de
wasprogramma’s).
1 Sterke weefsels
Deze programma’s zijn
bestemd om grondig te
wassen. De verschillende
spoelgangen, die tussendoor
gecentrifugeerd worden,
zorgen dat er perfect
gespoeld wordt. Bij de
laatste centrifugegang
wordt het water optimaal
verwijderd.
2 Gemengde en
synthetische weefsels
Dankzij een speciale
trommelbeweging en het
hogere waterniveau wordt
er tijdens de hoofdwas en
de spoeling de beste
resultaten behaald. Er wordt
met een laag toerental
gecentrifugeerd om kreuken
te voorkomen.
3. Gevoelige weefsels, wol
en handwas
Deze groep omvat een serie
verschillende programma’s
die ontwikkeld zijn voor
weefsels die een speciale
behandeling nodig hebben.
- Fijne was voor gevoelige
weefsels
- Een wolwasprogramma
speciaal voor wolwas die in
de machine gewassen mag
worden.
- Handwas voor een zachte
behandeling van weefsels
als waren die met de hand
gewassen
STERKE WEEFSELS
SYNTHETISCH
DELICAAT
16
FR
CHAPITRE 7
TIROIR A LESSIVE
Le tiroir à lessive est divisé en
4 petits bacs:
- le compartiment "I" a
été conçu pour la
lessive du prélavage et
pour le programme 32
minutes.
-le deuxième II sert pour
les produits de lavage
Pour les produits liquides il
faut utiliser le bac special
fourni avec l’appareil et
l’introduire dans le bac (voir
dessin).
ATTENTION:
NOUS RAPPELONS QUE
CERTAINS PRODUITS
SONT DES DIFFICULTES A
ETRE EVACUES; DANS
CE CAS NOUS VOUS
CONSEILLONS D’UTILISER
LE GODET QUI VA
DIRECTEMENT DANS LE
TAMBOUR.
-le troisième sert pour
le produit blanchissant
(eau de javel)
ATTENTION:
DANS LE TROISIEME ET LE
QUATRIEME BAC
N’INTRODUIRE QUE DES
PRODUITS LIQUIDES.
-le quatrième ✿✿ sert
pour des additifs
spéciaux: adoucisseurs,
parfums, amidon,
produits pour l’azurage,
etc.
NL
HOOFDSTUK 7
WASMIDDELBAKJE
bestaat uit 4 afzonderlijke
vakjes:
- Het eerste “I” is voor een
voorwasmiddel of voor
het 32 minuten
programma.
- Het tweede II voor het
hoofdwasmiddel.
Voor vloeibare wasmiddelen
het bijgeleverde zeep bakje
gebruiken en plaatsen zoals
aangegeven op de
tekening.
BELANGRIJK:
U DIENT ER REKENING
MEE TE HOUDEN DAT
SOMMIGE
WASMIDDELEN MOEILIJK
TE VERWIJDEREN ZIJN. IN
DAT GEVAL RADEN WIJ U
AAN OM EEN
WASBOLLETJE IN DE
TROMMEL TE
GEBRUIKEN.
-Het derde is voor
een bleekmiddel
BELANGRIJK:
HET DERDE EN VIERDE
VAKJE ZIJN ALLEEN
BESTEMD VOOR
VLOEIBARE STOFFEN.
- Het vierde
✿✿
is voor
speciale toevoegingen,
verzachters,
geurmiddelen, stijfsel,
bleekwater, enz.