De kamer waarin de droger geplaatst wordt, moet
voldoende geventileerd worden om te voorkomen dat
gassen van mechanismen die werken via
brandstofverbranding, zoals een open haard, in de
kamer gezogen worden wanneer de droger in werking
is.
● Afzuiglucht mag niet in een via een afvoer
waarlangs uitlaatstoffen van mechanismen die gas
of andere brandstoffen verbranden, worden
afgevoerd.
● Controleer regelmatig dat de lucht die door de
droger stroomt, niet geblokkeerd wordt.
● Controleer na gebruik de pluizenfilter en maak
die indien nodig schoon.
● De aanvoeren en afvoeren moeten vrij gehouden
worden van obstructies. Om te zorgen voor
voldoende ventilatie moet de ruimte tussen de
onderkant van de machine en de vloer vrij blijven.
Er moet een opening van ten minste 12 mm zijn
tussen de machine en enig obstakel.
● Voorkom dat artikelen achter de droger vallen of
zich daar ophopen omdat deze de luchtaanvoer
en afvoer kunnen belemmeren.
● Installeer de droger NOOIT tegen gordijnen aan.
43
Ventilatie
LUCHTUITVOER
LUCHTUITVOER AAN DE ONDERKANT
GATEN VOOR LUCHTAANVOER