461094
51
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/56
Pagina verder
HR-gasketel
TS 80/3• TS 200/3•
TS 120/3• TS 240/3•
TS 160/3• TS 280/3•
Installatie-enonderhoudshandleiding
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
2
Inhoudsopgave
1 Aanwijzingen bij de documentatie ......................3
1.1 Documenten bewaren ..................................................3
1.2 Gebruikte symbolen ......................................................3
1.3 Geldigheid van de handleiding ................................... 3
2 Toestelbeschrijving .............................................. 4
2.1 Typebeschrijving ............................................................4
2.2 Typeplaatje......................................................................4
2.3 CE-markering ..................................................................4
2.4 Gebruik volgens de voorschriften .............................5
2.5 Opbouw en functie ........................................................5
3 Veiligheidsaanwijzingen en normen ................... 8
3.1 Veiligheidsaanwijzingen ...............................................8
3.2 Normen, voorschriften en richtlijnen ..................... 10
4 Montage ................................................................. 11
4.1 Leveringsomvang ..........................................................11
4.2 Plaats................................................................................11
4.2.1 Voorschriften m.b.t. de standplaats ..........................11
4.2.2 Aanbevolen minimumafstanden voor plaatsing ...12
4.2.3 Uitlijnen van de HR-gasketel .....................................12
4.3 Afmetingen ....................................................................12
5 Installatie .............................................................13
5.1 Installatievoorbeelden .................................................13
5.2 Algemene aanwijzingen bij de CV-installatie ........15
5.3 Mantel verwijderen ......................................................15
5.4 Gasaansluiting ...............................................................15
5.5 Aansluiting aan CV-zijde .............................................16
5.6 Watercirculatievolume en drukverliezen ................16
5.7 Rookgasaansluiting ......................................................17
5.7.1 Algemene aanwijzingen ..............................................17
5.7.2 Verbrandingsluchttoevoer-/
rookgasafvoersystemen
..............................................17
5.8 Condenswaterafvoer....................................................18
5.9 Elektrische aansluiting ................................................18
5.10.1 Nettoevoerleiding aansluiten ....................................19
5.9.2 Aansluiting van een thermostaat .............................19
5.9.3 Aansluiting van elektrische toebehoren en
interne bedrading
....................................................... 20
6 Inbedrijfstelling ..................................................22
6.1 Servicecode invoeren .................................................22
6.2 Controlelijst inbedrijfstelling ....................................22
6.3 Systeem vullen .............................................................24
6.3.1 Vullen aan CV-zijde .....................................................24
6.3.2 Sifon vullen ...................................................................24
6.4 Gasinstelling controleren ..........................................24
6.4.1 Controle van de aansluitdruk (gasvoordruk) ........25
6.4.2 CO2-gehalte controleren ...........................................25
6.4.3 CO2-gehalte instellen .................................................26
6.4.4 Gasomschakeling .........................................................27
6.5 Controleren van de toestelfuncties ........................28
6.6 Gebruiker instrueren ..................................................28
7 Aanpassen aan de CV-installatie ..................... 29
7.1 Maximale ketelaanvoertemperatuur instellen.......31
7.2 Maximale boilertemperatuur instellen ....................31
7.3 Pompnalooptijd instellen ............................................31
7.4 Wachttijd en CV-deellast ............................................31
7.5 Aanloopgedrag ..............................................................31
8 Onderhoud ........................................................... 32
8.1 Algemene aanwijzingen .............................................32
8.2 Veiligheidsaanwijzingen .............................................32
8.3 Gebruiksurenweergave ..............................................32
8.4 Schoorsteenvegerbedrijf ...........................................32
8.5 Controlelijst onderhoud .............................................33
8.6 Reiniging van de condenswatercollector ...............34
8.7 Reiniging van de sifon ................................................34
8.8 Rookgasdrukschakelaar controleren ......................34
8.9 Verbrandingsluchtdrukschakelaar controleren....35
8.10 Reiniging van de brander ..........................................35
8.11 Wisselen van de ontstekings- en
ionisatie-/bewakingselektrode
................................36
8.13 Veiligheidstemperatuurbegrenzer controleren ...37
8.13 Stoffilter controleren ..................................................37
8.14 Functiecontrole ............................................................37
9 Verhelpen van storingen ...................................38
9.1 Statusmeldingen ..........................................................38
9.2 Diagnosemodus ...........................................................39
9.3 Storingsmeldingen ......................................................42
9.4 Ontgrendeling na uitschakeling door de
veiligheidstemperatuurbegrenzer (TB)
..................43
9.5 Algemene aanwijzingen ............................................43
9.6 Meetwaarden van de onderdeelcomponenten .....43
10 Fabrieksgarantie / Aansprakelijkheid ..............43
11 Recycling en afvoer ...........................................44
11.1 Toestel ........................................................................... 44
11.2 Verpakking ................................................................... 44
12 Technische gegevens ......................................... 45
13 Beschrijving
verbrandingsluchttoevoer/rookgasafvoer
....... 47
13.1 CE-markering ................................................................47
13.2 Gebruik volgens de voorschriften ...........................47
14 Aanvullende veiligheidsaanwijzingen en
voorschriften voor verbrandingslucht-/
rookgastoebehoren............................................. 47
14.1 Veiligheidsaanwijzingen .............................................47
14.2 Voorschriften voor de installatie ............................ 48
15 Gekeurde en toegelaten
verbrandingslucht-/rookgasleidingen –
onafhankelijk van de omgevingslucht
.............49
15.1 Beschrijving ................................................................. 49
15.2 Gekeurde en toegelaten
verbrandingsluchttoevoer-/
rookgasafvoersystemen
............................................ 49
15.3 Verbrandingslucht-/rookgasleiding –
onafhankelijk van de omgevingslucht,
verbrandingslucht uit de schacht
........................... 50
1.2 Gebruikte symbolen
Neem a.u.b. bij de installatie van het toestel goed nota
van de veiligheidsaanwijzingen in deze installatiehandlei-
ding!
d
Gevaar!
Onmiddellijk gevaar voor lijf en leven!
e
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
H
Gevaar!
Gevaar voor verbranding en brandwonden!
a
Attentie!
Mogelijk gevaarlijke situatie voor product en/of
milieu!
h
Aanwijzing
Nuttige informatie en aanwijzingen.
• Symboolvooreennoodzakelijkehandeling
1.3 Geldigheid van de handleiding
Deze installatiehandleiding geldt uitsluitend voor toestel-
len met de volgende artikelnummers:
Toesteltype Artikelnummer
TS 80/3 0010005430
TS 120/3 0010005431
TS 160/3 0010005432
TS 200/3 0010005433
TS 240/3 0010005434
TS 280/3 0010005435
Tabel 1.1 Overzicht van de artikelnummers
Het 10-cijferige artikelnummer van het toestel vindt u op
het typeplaatje (zie afb. 2.1, vanaf de 7e plaats kunt u dit
uit het serienummer lezen).
1 Aanwijzingen bij de documentatie
Lees de handleiding aandachtig door zodat u alle infor-
matie begrijpt om de veiligheid tijdens installatie, ge-
bruik en onderhoud te garanderen.
In geen geval wordt aansprakelijkheid aanvaard voor be-
schadiging die voortvloeit uit het niet naleven van de
richtlijnen in deze gebruikshandleiding.
Aanvullend geldende documenten en service-hulpmid-
delen
Voor de gebruiker van de installatie:
Gebruiksaanwijzing nr. 0020068155
Korte gebruiksaanwijzing nr. 0020079807
Service-hulpmiddelen:
De volgende test- en meetmiddelen zijn nodig voor in-
spectie en onderhoud:
– CO2-meter
– manometer
– gasdetector
– draaimomentsleutel
Installatieboek:
• Houdeeninstallatieboekoverdeinstallatiebij.
• Bewaarhetinstallatieboekalsmedealletechnischege-
gevens van de installatie bij de ThermoSystem.
1.1 Documenten bewaren
De gebruikshandleiding maakt integraal deel uit van het
apparaat en moet aan de gebruiker worden overhandigd
nadat de installatie van het apparaat is voltooid om te
voldoen aan de geldende reglementen.
3Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
15.4 Verbrandingslucht-/rookgasleiding –
onafhankelijk van de omgevingslucht,
verbrandingslucht door de buitenmuur.................52
15.5 Verbrandingslucht-/rookgasleiding –
onafhankelijk van de omgevingslucht,
verbrandingslucht en rookgasafvoer via dak
.......53
15.6 Verbrandingslucht-/rookgasleiding –
onafhankelijk van de omgevingslucht,
verbrandingslucht door de buitenmuur,
rookgasleiding op de gevel
...................................... 54
16 Afvoer .................................................................. 55
Inhoudsopgave
Aanwijzingen bij de documentatie 1
2 Toestelbeschrijving
2.1 Typebeschrijving
Toesteltype
Land van bestemming
(benamingen conform
ISO 3166)
Toelatingscategorie Gassoort
Nominaal warmtevermogensbereik P
(kW)
TS 80/3
BE (België) I
2E(R)B G20/G25 (aardgas)
14,7 - 84,1 (40/30 °C)
13,6 - 78,2 (80/60 °C)
TS 120/3
23,1 - 121,8 (40/30 °C)
21,3 - 113,4 (80/60 °C)
TS 160/3
28,4 - 168,2 (40/30 °C)
26,2 - 156,5 (80/60 °C)
TS 200/3
46,2 - 210,2 (40/30 °C)
43,1 - 196,8 (80/60 °C)
TS 240/3
50,4 - 252,2 (40/30 °C)
47,0 - 236,2 (80/60 °C)
TS 280/3
54,7 - 294,3 (40/30 °C)
51,0 - 275,5 (80/60 °C)
Tabel 2.1 Overzicht van de toesteltypes
2.2 Typeplaatje
Het typeplaatje vermeldt het land waar het apparaat
vervaardigd is en het land waarvoor het apparaat be-
stemd is.
Het typeplaatje is vooraan op de HR-gasketel onder de
frontmantel aangebracht. Dit is zichtbaar na afnemen
van het voorste manteldeel.
Chaudiè
re
à condensation
Gasbrennwertkessel, Condensatieketel
Type B23, B23P, C13, C33, C43, C53, C83, C93
Cat. I2E(R)B PAYS / LAND BE
R
églé / Ingesteld / Eingestellt
G20- 20mbar
P(40/30°C) = 14,7-84,1kW
P(60/40°C) = 14,1-80,4kW
P(80/60°C) = 13,6-78,2kW
Q = (Hi) 14,0-80,0kW
NOx Cl. 5
Tmax = 85°C
PMS =6 bar
V =5,74 l
BED 92/42
****
Ser.-Nr.
CE-0063BT3039 21084500100054300006000000N0
Chaussée de Mons, 1425 1070 Bruxelles
Bergensesteenweg, 1425 1070Brussel
230 V~ 50 Hz 260 W IP 20
ThermoSystem HR TS 80/3
0063 08
Vor der Installation die Installationsanleitung lesen!
Gerät nur in einem Raum installieren, der die maßgeblichen
Belüftungsanforderungen erfüllt!
Vor Inbetriebnahme die Bedienungsanleitung lesen!
Wartungshinweise entsprechend Bedienungsanleitung beachten! (DE)
Lisez la notice d'installation avant d'installer l'appareil! Lisez attentivement le
mode d'emploi avant la mise en service de l'appareil! L'appareil ne peut être
installé dans un local que si celui-ci répond aux prescriptions de ventilation
appropriées!
Respecter les consignes de maintenance décrites dans le manuel
d'instructions! (FR)
Installeren en gebruiken is alleen toegestaan volgens de Installatie- en
Gebruiksvoorschriften! Het toestel mag alleen worden opgesteld in goed
geventileerde ruimtes! Onderhoudsvoorschriften in de gebruiksaanwijzing in acht
nemen! (NL)
2
5
3
1
4
Afb. 2.1 Typeplaatje
Legenda
1 Fabricagenr.
2 Typebenaming
3 Toegelaten rookgasafvoer
4 Landen van bestemming, toegelaten gascategorie
5 Technische gegevens van het toestel
a
Waarschuwing!
Sluit het toestel uitsluitend aan op het (de)
gastype(s) vermeld op het typeplaatje.
Toelichting bij de typebenaming
De volgende tabel licht de typebenaming aan de hand
van het voorbeeld van de TS 80/3 toe.
TS 80/3 Uitrusting
TS HR-gasketel, ThermoSystem
80 Toestelgrootte (vermogen in kW)
3 Ketel-serie
Tabel 2.2 Toelichting bij de typebenaming
2.3 CE-markering
De CE-markering geeft aan dat de toestellen die in deze
handleiding worden beschreven, voldoen aan de volgen-
de richtlijnen:
richtlijn 90/393/EEG betreffende de onderlinge aan-
passing van de wettelijke voorschriften der Lidstaten
inzake gastoestellen;
richtlijn 90/336/EEG betreffende de onderlinge aan-
passing van de wetgevingen van de Lidstaten inzake
elektromagnetische compatibiliteit, gewijzigd door
richtlijn 91/263/EEG, 92/31/EEG en 93/68/EEG;
richtlijn 92/42/EEG betreffende de onderlinge aanpas-
sing van de wettelijke voorschriften der Lidstaten inza-
ke rendementseisen voor nieuwe olie- en gasgestookte
centrale verwarmingsketels;
richtlijn 73/23/EEG betreffende de onderlinge aanpas-
sing van de wettelijke voorschriften der Lidstaten inza-
ke elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen
bepaalde spanningsgrenzen.
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_004
2 Toestelbeschrijving
2.4 Gebruik volgens de voorschriften
De HR-gasketels ThermoSystem TS 80/3 - TS 280/3 zijn
volgens de huidige stand van de techniek en de erkende
veiligheidsvoorschriften gebouwd.
Toch kunnen er bij ondeskundig of oneigenlijk gebruik
gevaren voor lijf en leven van de gebruiker of derden
resp. beschadigingen aan het toestel en andere voorwer-
pen ontstaan.
Dit toestel is niet bedoeld om door personen (met inbe-
grip van kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of
geestelijke vaardigheden of gebrek aan ervaring en/of
ontbrekende kennis gebruikt te worden, tenzij zij onder
toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is
voor hun veiligheid of die hen in het gebruik van het toe-
stel geïnstrueerd heeft.
Kinderen mogen zich uitsluitend onder toezicht in de
buurt van het toestel bevinden om te voorkomen dat zij
met het toestel spelen.
Het toestel is een warmteopwekker voor gesloten warm-
water- en CV-installaties.
Een ander of daarvan afwijkend gebruik geldt als niet
conform aan de voorschriften. Voor de hierdoor ontsta-
ne schade kan de fabrikant/leverancier niet aansprakelijk
gesteld worden. Uitsluitend de gebruiker is hiervoor ver-
antwoordelijk.
Tot het gebruik volgens de voorschriften horen ook het
in acht nemen van de gebruiksaanwijzing, de installatie-
handleiding en alle geldende documenten, alsmede het
naleven van de inspectie- en onderhoudsvoorschriften.
Er moet een installatieboek over de installatie worden
bijgehouden. Het installatieboek alsmede alle technische
gegevens van de installatie moeten bij het toestel wor-
den bewaard.
a
Attentie!
Ieder misbruik is verboden
2.5 Opbouw en functie
De ThermoSystem is een HR-gasketel die als warmteop-
wekker voor warmwater-CV-installaties tot 85 °C ge-
bruikt wordt.
Deze is geschikt voor gebruik in nieuwe installaties en
voor modernisering van bestaande CV-installaties in
meergezinswoningen alsmede in industriële bedrijven.
Het keteltype ThermoSystem wordt gebruikt in combina-
tie met een CV-regeling met glijdend verlaagde ketelwa-
tertemperatuur. Als toestel „type Bis het in een van de
omgevingslucht afhankelijke werkwijze geschikt voor
rookgasaansluiting op vochtongevoelige rookgasleidin-
gen. Als toestel „type C” is het alleen met bijbehorende
verbrandingsluchttoevoer-/rookgasafvoersystemen ge-
certificeerd en mag alleen met deze worden gebruikt.
Uitrusting
- Modulatiebereik zie tabel 2.3
- Geringe milieubelasting door extreem lage emissies
van schadelijke stoffen,
NOx < 60 mg/kWh en CO < 20mg/kWh
- Normrendement 110 % (bij 4O/30 °C)
- Compacte HR-warmtewisselaar met NTC-voeler
- Modulerende vlakbrander
- Gasblok klasse A
- Brander-ventilator-moduleregeling
- Elektronisch gestuurde ventilator
- Aanvoer-verzamelbuis met NTC-voeler
- Retour-verzamelbuis met NTC-voeler
- Veiligheidstemperatuurbegrenzer (TB)
- Bedieningsveld met symboolweergave
- Rookgastemperatuur max. 80 °C
- Condenswatercollector
- Sifon
- Interne vorstbeveiligingsfunctie
- Optionele interface voor aansturing van een pomp met
toerentalregeling
- Interne boilertemperatuurregeling
- Optionele interface voor aansturing op basis van tem-
peratuur
- Instelbare ketelvoeten
Modulatiebereik
Toesteltype
Min. belasting Max. belasting
kW % kW %
TS 80/3 14,0 17,5 80,0 100
TS 120/3 22,0 19,0 115,9 100
TS 160/3 27,0 17,0 160,0 100
TS 200/3 44,0 22,0 200,0 100
TS 240/3 48,0 20,0 240,0 100
TS 280/3 52,0 19,0 280,0 100
Tabel 2.3 Modulatiebereiken
5Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
Toestelbeschrijving 2
Overzicht bedieningselementen
1
9
8
7
6
5
2
4
Afb. 2.2 Bedieningselementen ThermoSystem
De bedieningselementen hebben de volgende functies
(zie afb. 2.2):
1 Display voor weergave van de actuele CV-aan-
voertemperatuur of bepaalde extra informatie
2 Toets „ivoor oproepen van informatie.
4 Aan/uit-schakelaar voor in- en uitschakelen van
toestel
5 Toets „+voor verder bladeren van de display-
weergave
6 Toets „voor terugbladeren van de displayweer-
gave
7 Toets „Resetvoor terugzetten van bepaalde
storingen.
8 Draaiknop voor instellen van de CV-aanvoertem-
peratuur
9 Draaiknop voor instellen van de boilertempera-
tuur (voor toestellen met aangesloten warm-
waterboiler).
Overzicht van de functie-elementen
6
7
8
9
10
5
1
2
4
3
Afb. 2.3 Aanzicht van rechts
Legenda
1 Aanvoer
2 Gasbuis
3 Verbrandingsluchtbox met stoffilter
4 Condensbak
5 Verbrandingsluchtslang
6 Vul-/aftapkraan
7 Retour
8 NTC retour
9 Waterdrukvoeler
10 Venturi
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
6
2 Toestelbeschrijving
14
1
2
3
4
6
5
13
12
11
10
9
8
7
15
Afb. 2.4 Aanzicht van links
Legenda
1 Ventilator
2 Gasblok
3 Verbrandingsluchtgeluiddemper
4 Inspectie-opening warmtewisselaar
5 Verbrandingsluchtslang
6 Sifon
7 Condensafvoer
8 Verbinding condensopvanger sifon
9 Rookgas TB (optie)
10 Rookgasgeluiddemper
11 Condensopvanger
12 Verbrandingsluchtbox met stoffilter
13 Gasbuis
14 Bloktemperatuurvoeler en TB-voeler
15 Ontgrendelingsknop veiligheidstemperatuurbegrenzer (TB)
3
5
4
7
6
1
2
Afb. 2.5 Bovenaanzicht
Legenda
1 NTC aanvoer
2 Aanvoer
3 Ventilator
4 Veiligheidstemperatuurbegrenzer (TB) en bloktemperatuurvoe-
ler
5 Ontstekings- en bewakingselektrodes
6 Verbrandingsluchtdrukschakelaar
7 Rookgasdrukschakelaar
2
3
4
1
Afb. 2.6 Vooraanzicht
Legenda
1 Bedieningsbord
2 Verbrandingsluchtgeluiddemper
3 Condensafvoer
4 Inspectie-opening condensbak
7
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
Toestelbeschrijving 2
3 Veiligheidsaanwijzingen en normen
Vóór de installatie van het toestel moet het plaatselijke
energiebedrijf worden geïnformeerd.
Het toestel mag uitsluitend door een erkend installateur
worden geïnstalleerd. Deze is ook verantwoordelijk voor
de deskundige installatie en inbedrijfstelling.
e
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
Onjuiste installatie kan leiden tot een elektri-
sche schok of beschadiging van het apparaat.
• Schakelveiligheidsvoorzieningennooituitenprobeer
ze niet aan te passen.
• Houdrekeningmetdevolgendemethodenenvoor-
zorgsmaatregelen:
• Neemdeketelvastaandeonderkant.
• Draagwaarnodigveiligheidskleding,bijv.handschoe-
nen, veiligheidsschoenen.
• Gebruikveiligemethodenvoorhetheffen:
• Houdderugrecht.
• Vermijdhetdraaienvandetaille.
• Vermijdkrommingvanhetbovenlichaam/afbuiging
van de topzwaarte.
• Gebruikbijhetvastgrijpenaltijddehandpalm.
• Gebruikdeaangewezenhouvasten.
• Houddeladingzodichtmogelijkbijhetlichaam.
• Gebruikaltijdhulpwaarnodig.
• Degebruikermagingeengevalknoeienmetafgedich-
te onderdelen of ze aanpassen.
• Zorgbijhetmonterenvandeaansluitingendatdeaf-
dichtingen correct worden geplaatst om lekkage van
gas of water te vermijden.
• Dezeketelheeftmetalenonderdelen(componenten).
Wees voorzichtig wanneer u omgaat met het apparaat
of het schoonmaakt, en let in het bijzonder op voor
randen.
3.1 Veiligheidsaanwijzingen
De verbrandingslucht die het toestel krijgt aangevoerd,
moet vrij zijn van chemische stoffen die bijv. fluor, chloor
of zwavel bevatten. Sprays, oplos- of reinigingsmiddelen,
verf en lijm kunnen dergelijke stoffen bevatten die bij ge-
bruik van het toestel in het ongunstigste geval kunnen
leiden tot corrosie, ook in de rookgasinstallatie.
a
Attentie!
Functiestoring!
De verbrandingslucht moet vrij zijn van deel-
tjes, omdat anders de brander kan worden ver-
vuild.
Let er vooral op dat geen bouwstof of vezels
van isolatiemateriaal in de verbrandingslucht
zitten.
In het industriële bereik, zoals bijv. kapsalons, lak- of tim-
merwerkplaatsen, schoonmaakbedrijven enz., moet bij
een van de omgevingslucht afhankelijke werkwijze altijd
een aparte plaatsingsruimte gebruikt worden. Hierdoor
moet ervoor worden gezorgd dat de verbrandingslucht
altijd vrij is van chemische stoffen. Bij een totaal nomi-
naal warmtevermogen van het toestel boven 70 kW
moet een aparte plaatsingsruimte (stookruimte) gekozen
worden.
Een afstand van het toestel tot componenten van brand-
baar materiaal is niet vereist, omdat bij het nominale
warmtevermogen van het toestel aan het behuizingsop-
pervlak een lagere temperatuur voorhanden is dan de
max. toegestane temperatuur van 85 °C (let echter op
de aanbevolen minimumafstanden in hoofdstuk 4.3.2).
Bij gesloten CV-installaties moet een met het warmtever-
mogen overeenkomende veiligheidsklep met typekeuring
worden gemonteerd.
h
Aanwijzing m.b.t. uitvoering van de schoor-
steen:
Door de modulatie van de HR-gasketel met ver-
brandingsluchtaanpassing ontstaat een hoog
stooktechnisch rendement. Dat vereist een
technisch bewijs over de geschiktheid van de
schoorsteen conform de geldende normen.
Installatie
a
Attentie!
Functiestoring!
Spoel de CV-installatie voor de aansluiting van
het toestel zorgvuldig door!
Daarmee verwijdert u resten zoals walshuid,
hennep, kit, roest, lasresten, grove vervuiling
e.d. uit de buisleidingen.
Anders kunnen deze stoffen in het toestel te-
rechtkomen en storingen veroorzaken.
Attentie!
Lekkages!
Let erop dat de aansluit- en gasleidingen zonder
mechanische spanningen worden gemonteerd,
zodat er geen lekkages in de CV-installatie of bij
de gasaansluiting kunnen ontstaan!
Attentie!
Schade aan de schroefverbindingen!
Gebruik bij het vast- of losschroeven van
schroefverbindingen altijd passende platte sleu-
tels (geen buistangen, verlengingen enz.). On-
deskundig gebruik en/of ongeschikt gereedschap
kan schade veroorzaken (bijv. gas- of waterlek-
kages)!
Draai de schroefverbinding van de aanvoerverdeler en
de retourcollector met het warmtewisselaarblok altijd
vast met een draaimomentsleutel, ingesteld op 12 Nm.
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_008
3 Veiligheidsaanwijzingen en normen
a
Attentie!
Schade aan het gasblok!
Het gasblok mag alleen worden gecontroleerd
op lekkages met een maximale druk van 110
mbar. De werkdruk mag niet hoger zijn dan
60 mbar! Als de druk wordt overschreden kan
het gasblok beschadigd raken.
De elektrische installatie mag enkel door een daarvoor
erkende installateur uitgevoerd worden.
e
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
Op de voedingsklemmen in de schakelkast van
het toestel staat ook bij uitgeschakelde aan/uit-
schakelaar elektrische spanning. Schakel vóór
werkzaamheden aan het toestel de stroomtoe-
voer uit en beveilig deze tegen opnieuw inscha-
kelen!
Inbedrijfstelling
Verrijk het CV-water niet met antivries- of corrosiewe-
rende middelen! Wanneer er antivries- of corrosieweren-
de middelen aan het CV-water worden toegevoegd kun-
nen veranderingen in de afdichtingen optreden en kun-
nen er geluiden in de CV-functie ontstaan. Hiervoor (en
voor soortgelijke secundaire schade) kan de fabrikant
geen aansprakelijkheid aanvaarden.
• Informeerdegebruikeroverdejuistewijzevanvorst-
beveiliging.
• Neemvoordeconditioneringvanhetvul-ensupple-
tiewater goed nota van de geldende nationale voor-
schriften en technische regels.
Voor zover nationale voorschriften en technische regels
geen hogere eisen stellen, geldt het volgende:
• Umoethetverwarmingswaterconditioneren,wanneer
- het totale vul- en suppletiewatervolume tijdens de
gebruiksduur van de installatie het drie-voudige van
het nominale volume van de CV-installatie over-
schrijdt,
of
- het specifieke verwarmingswatervolume meer dan
20 l/kW nominaal warmtevermogen bedraagt. Bij in-
stallaties met meerdere ketels moet voor deze eisen
het telkens kleinste afzonderlijke nominale warmte-
vermogen worden gebruikt.
of
- wanneer de in de volgende tabel genoemde richt-
waarden niet worden aangehouden.
Nominaal warmtevermogen
in kW
Som
aardalkaliën
mol/m
3
Totale
hardheid °dH
50 bij specifieke waterinhoud
van de warmteopwekker
1)
0,3 l/kW
geen eisen
50 bij specifieke waterinhoud
van de warmteopwekker
1)
< 0,3 l/kW (bijv.
circulatiewaterverwarmer)
3,0 16,8
> 50 200 2,0 11,2
> 200 600 1,5 8,4
> 600 0,02 0,11
1)
Waterinhoud van de warmteopwekker per kW
verwarmingsvermogen
Tabel 3.1 Richtwaarden voor het vul- en suppletiewater
a
Attentie!
Gevaar voor materiële schade door verrijking
van het verwarmingswater met ongeschikte an-
tivries- of corrosiewerende middelen!
Antivries- en corrosiewerende middelen kunnen
leiden tot veranderingen aan afdichtingen, gelui-
den in CV-functie en evt. tot verdere vervolg-
schade.
Gebruik geen ongeschikte antivries- en corro-
siewerende middelen.
Aardgas:
Als de aansluitdruk buiten het bereik van 17 tot 30 mbar
ligt, mag het toestel niet in werking worden gesteld!
9Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
Veiligheidsaanwijzingen en normen 3
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_0010
3 Veiligheidsaanwijzingen en normen
Inspectie en onderhoud
Inspectie, onderhoud en reparaties mogen alleen door
een erkend installateur worden uitgevoerd. Niet-uitge-
voerde inspectie- en onderhoudswerkzaamheden kunnen
leiden tot materiële schade en lichamelijk letsel.
De elektrische installatie mag enkel door een daarvoor
erkende installateur uitgevoerd worden.
e
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
Op de voedingsklemmen in de schakelkast van
het toestel staat ook bij uitgeschakelde aan/uit-
schakelaar elektrische spanning. Schakel vóór
werkzaamheden aan het toestel de stroomtoe-
voer uit en beveilig deze tegen opnieuw inscha-
kelen!
• Beschermdeschakelkasttegenspatwater.
d
Gevaar!
Explosiegevaar door gaslekkages!
Controleer bij inbedrijfstelling, onderhoud en re-
paratie altijd alle gasvoerende onderdelen, in-
clusief de branderafdichtingen op gasdichtheid.
Een elektronische gasdetector wordt aangera-
den.
H
Gevaar!
Gevaar voor verbranding!
Bij de HR-gasketel en alle watervoerende com-
ponenten bestaat het gevaar voor letsel en
brandwonden. Voer werkzaamheden aan deze
onderdelen pas uit als deze zijn afgekoeld.
Verhelpen van storingen
• Koppelhettoestelvóóraanvangvandewerkzaamhe-
den los van het elektriciteitsnet. Sluit de gaskraan en
de onderhoudskranen.
• Maakhettoestelleeg,wanneeruwatervoerendecom-
ponenten van het toestel wilt vervangen.
e
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
Op de voedingsklemmen in de schakelkast van
het toestel staat ook bij uitgeschakelde aan/uit-
schakelaar elektrische spanning. Schakel vóór
werkzaamheden aan het toestel de stroomtoe-
voer uit en beveilig deze tegen opnieuw inscha-
kelen!
• Leterop,datgeenwateropdestroomvoerendecom-
ponenten (bijv. schakelkast e.d.) druppelt.
• GebruikalleennieuweafdichtingenenO-ringen.
• Voernavoltooiingvandewerkzaamhedeneenfunc-
tiecontrole uit.
3.2 Normen, voorschriften en richtlijnen
De Bulex Thermosystem ketel mag uitsluitend door een
erkend installateur worden geïnstalleerd.
De installatie dient uitgevoerd te worden in overeen-
stemming met de volgende normen, voorschriften en
richtlijnen:
- De Belgische norm NBN D51-003:
voor brandstoffen lichter dan lucht
- De Belgische norm NBN B61-001:
stookafdeling en schoorstenen
- Voor propaan NBN 51-006
- De ARAB - voorschriften
- De AREI - voorschriften
- Alle betreffende voorschriften van de plaatselijke wa-
termaatschappij en BELGAQUA
11Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
Montage 4
4 Montage
De HR-gasketel wordt gereed voor aansluiting in een
verpakkingseenheid met gemonteerde mantel geleverd.
4.1 Leveringsomvang
• Controleerdeinhoudvandeverpakkingen.
1
2
Afb. 4.1 Leveringsomvang
Pos. Aantal Benaming
1 1 Toestel (mantel gemonteerd)
2 3
Gebruiksaanwijzing,
korte gebruiksaanwijzing,
installatiehandleiding
Tabel 4.1 Leveringsomvang
4.2 Plaats
Lees de waarschuwingen en instructies met betrekking
tot de veiligheid in de gebruikershandleiding en installa-
tiehandleiding aandachtig door alvorens een plaats voor
het apparaat te kiezen.
- Controleer of de wand waarop het apparaat wordt ge-
monteerd, constructief veilig is om het gewicht van
het apparaat te dragen.
- Controleer of de plaats waar het apparaat wordt geïn-
stalleerd voldoende ruimte biedt en de vereiste spelin-
gentoelaat.Zobentuzekerdatdeaansluitingenop
water, gas en rookgasafvoer bereikbaar zijn voor in-
spectie (zie hoofdstuk Spelingen).
- Leg deze vereisten uit aan de gebruiker van het appa-
raat.
• Plaatshettoestelineenvorstvrijeruimte.
Het toestel kan worden gebruikt bij omgevingstempera-
turen van ca. 4 °C tot ca. 50 °C.
Bij de keuze van de standplaats moet u rekening houden
met het ketelgewicht inclusief de waterinhoud conform
de tabel „Technische gegevens“.
Voor geluiddemping kunt u een ketelsokkel (geluiddem-
pend) of iets dergelijks gebruiken; wij adviseren om het
toestel op een 5 cm tot 10 cm hoge ketelsokkel te plaat-
sen.
4.2.1 Voorschriften m.b.t. de standplaats
h
Aanwijzing!
Gasgestookte toestellen met een totaal nomi-
naal warmtevermogen boven 70 kW moeten in
aparte ruimtes worden geplaatst die geen ander
doel dienen, d.w.z. die ook geen verblijfsruimtes
mogen zijn.
Voor keuze van de standplaats alsmede voor de maatre-
gelen van be- en ontluchting van de plaatsingsruimte
moet de toestemming van de bevoegde toezichthouden-
de instantie verkregen worden.
De verbrandingslucht die naar het toestel wordt ge-
voerd, moet technisch vrij van chemische stoffen zijn die
bijv. fluor, chloor en zwavel bevatten. Sprays, verf, oplos-
en reinigingsmiddelen en lijm bevatten dergelijke stoffen
die bij gebruik van het toestel in het ongunstigste geval
kunnen leiden tot corrosies, ook in de rookgasinstallatie.
a
Attentie!
Functiestoring!
De verbrandingslucht moet vrij zijn van deel-
tjes, omdat anders de brander kan worden ver-
vuild.
Let er vooral op dat geen bouwstof, vezels van
isolatiemateriaal of stuifmeel in de verbran-
dingslucht zitten.
In de fabriek is de ketel uitgerust met een stoffilter.
De gasgestookte hoogrendementsketel mag slechts ge-
installeerd en in bedrijf genomen worden indien dit filter
geplaatst is. Ook na de inbedrijfstelling moet het filter in
de ThermoSystem blijven. In elk geval na het afsluiten
van de bouwfase moet u het filter reinigen of vervangen.
De stoffilter moet minimaal één keer per jaar op vervui-
ling gecontroleerd of direct vervangen worden.
Met name bij CV-toestellen > = 200 kW kan een verzadig-
de stoffilter een vermogensreductie bewerkstelligen.
4.2.2 Aanbevolen minimumafstanden voor plaatsing
500
500
800
100
Afb. 4.2 Aanbevolen afstanden bij de plaatsing (in mm)
• Houddeaanbevolenminimumafstandenaan,ommon-
tage- en onderhoudswerkzaamheden met zo min mo-
gelijk belemmeringen te kunnen uitvoeren.
4.2.3 Uitlijnen van de HR-gasketel
• LijndeHR-gasketelmetbehulpvandeinhoogtever-
stelbare voeten horizontaal uit, om de afvoer van het
condenswater uit de condensbak te waarborgen.
4.3 Afmetingen
152,5
214,5
695
495
819
1285
90
981,5
678
R2‘‘
1 1/2“
R2‘‘
205
247,5
Afb. 4.3 Afmetingen voor buisaansluitingen (in mm)
A
B
C
D
E
F
G
Afb. 4.4 Toestelafmetingen
80/3 - 160/3 200/3 - 280/3
A 165 165
B 326 326
C 369 369
D 50 50
E 1168 1478
F 1240 1550
G 22 22
Tabel 4.2 Toestelafmetingen (in mm)
Keteltype 80 120 160 200 240 280
Rookgasafvoerbuis 150 150 150 200 200 200
Luchttoevoerbuis 130 130 130 130 130 130
Tabel 4.3 Afmetingen verbrandingsluchttoevoer- en rookgasaf-
voerbuis (Ø in mm)
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_0012
4 Montage
13Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
Installatie 5
5 Installatie
Alle afmetingen in dit hoofdstuk zijn in mm aangegeven.
5.1 Installatievoorbeelden
Voorbeeld 1: Een CV-toestel voor CV (radiators en vloer-
verwarming) en warmwaterbereiding met solaire onder-
steuning.
1
8
7
9
10
6
2
3
5
Afb. 5.1 Voorbeeld hydraulisch systeem 1
Voorbeeld 2: Cascade van 3 ketels voor verwarming van
drie radiatorcircuits.
1
5
43
6
2
7
Afb. 5.2 Voorbeeld hydraulisch systeem 2
Legenda:
1 ThermoSystem
2 Centrifugaalpomp
3 Expansievat
5 Veiligheidsklep
6 Zonnecollector
7 Warmwaterboiler
8 Radiatorcircuit
9 Vloerverwarming
10 Regelklep
Legenda:
1 ThermoSystem
2 Centrifugaalpomp
3 Expansievat
4 Open verdeler
5 Veiligheidsklep
6 Terugslagklep
7 Radiator
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_0014
5 Installatie
Voorbeeld 3: Luchtverwarmingssysteem
++++
1
5
6
3
2
4
Afb. 5.3 Voorbeeld hydraulisch systeem 3
Voorbeeld 4: Cascade van 3 voor CV (radiatorcircuits) en
warmwaterbereiding met solaire ondersteuning.
7
8
1
43
2
5
6
10
9
Afb. 5.4 Voorbeeld hydraulisch systeem 4
Legenda:
1 ThermoSystem
2 Centrifugaalpomp
3 Expansievat
4 Veiligheidsklep
5 Luchtverwarming
6 Regelklep voor beveiliging
van het minimum
circulatiewatervolume
Legenda:
1 ThermoSystem
2 Centrifugaalpomp
3 Expansievat
4 Open verdeler
5 Zonnecollector
6 Platenwarmtewisselaar
7 Warmwaterboiler
8 Radiatorcircuit
9 Inlaatcombinatie
10 Terugslagklep
15Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
Installatie 5
5.2 Algemene aanwijzingen bij de CV-installatie
a
Attentie!
Functiestoringen!
Spoel de CV-installatie voor de aansluiting van
het toestel zorgvuldig door! Daarmee verwijdert
u resten zoals walshuid, hennep, kit, roest, las-
resten, grove vervuiling e.d. uit de buisleidingen.
Anders kunnen deze stoffen in het toestel te-
rechtkomen en storingen veroorzaken.
• Legvandeuitblaasleidingvandeveiligheidsklepopde
standplaats een afvoerbuis met inlaattrechter en sifon
naar een geschikte afvoer in de plaatsingsruimte. De
afvoer moet men in de gaten kunnen houden!
• InstalleerophethoogstepuntvandeCV-installatie
een ontluchtingsvoorziening.
• Installeer in de CV-installatie een vul- en aftap-
kraan, omdat de installatie niet via de ketelinterne
vul- en aftapkraan mag worden gevuld.
De in de HR-gasketel ingebouwde veiligheidstempera-
tuurbegrenzer dient naast de waterdrukschakelaar als
beveiliging tegen watergebrek.
De uitschakeltemperatuur door storingen van de
HR-gasketel ligt bij ca. 110 °C (nominale uitschakeltempe-
ratuur 110 °C, tolerantie - 6 K).
• AlsindeCV-installatiekunststofbuizenwordenge-
bruikt, moet u op de standplaats een geschikte ther-
mostaat op de CV-aanvoerleiding monteren. Dit is
nodig om de CV-installatie te beschermen tegen tem-
peratuurgebonden beschadigingen. De thermostaat
kan op de stekker voor de contactthermostaat (blauwe
ProE-stekker) elektrisch worden bedraad.
• Bijgebruikvannietdiffusiedichtekunststofbuizenin
de CV-installatie moet u een platenwarmtewisselaar
voor systeemscheiding naschakelen, om corrosie in de
CV-ketel te vermijden.
h
Aanwijzing!
De toevoeging van chemische stoffen aan het
CV-water, met name van antivriesmiddelen, is in
het primaire circuit niet toegestaan!
5.3 Mantel verwijderen
Om de mantel te verwijderen gaat u als volgt te werk:
1
Afb. 5.5 Frontmantel verwijderen
• Verwijderdekunststofstop(1)bovenhetbedienings-
veld en draai de schroef eruit.
• Trekdefrontmanteldoordeverzonkenhandgrepen
naar u toe.
• Tildefrontmantelop,omdezeteverwijderen.
• Ukuntnunaarbehoeftederesterendedelenverwijde-
ren.
5.4 Gasaansluiting
De gasinstallatie mag alleen worden uitgevoerd door een
erkend installateur. Daarbij moeten de wettelijke richtlij-
nen en eventueel de plaatselijke voorschriften van het
energiebedrijf in acht worden genomen.
a
Attentie!
Lekkages!
Let erop dat de aansluit- en gasleidingen zonder
mechanische spanningen worden gemonteerd,
zodat er geen lekkages in de CV-installatie of bij
de gasaansluiting kunnen ontstaan!
• Ontwerpdebuisleidingdoorsnedesvandegasleiding
overeenkomstig de nominale belasting van de CV-ke-
tel.
• Installeereengaskogelkraanindegastoevoerleiding
vóór het toestel. Deze moet ten minste dezelfde nomi-
nale wijdte als de gasaansluiting hebben (R 1 1/2“) en
op een goed toegankelijke plek worden gemonteerd.
a
Attentie!
Schade aan het gasblok!
Het gasblok mag alleen worden gecontroleerd
op lekkages met een maximale druk van
110 mbar. De werkdruk mag niet hoger zijn dan
60 mbar! Als de druk wordt overschreden kan
het gasblok beschadigd raken.
1
Afb. 5.6 Gasaansluiting (achterkant van HR-gasketel)
• Sluitdegasleidingopdegasaansluiting(1)vandeHR-
gasketel aan.
• Controleerdegasaansluitingoplekkages.
5.5 Aansluiting aan CV-zijde
1
2
Afb. 5.7 Aansluiting aan CV-zijde (achterkant van HR-gasketel)
• SluitdeCV-aanvoerleidingopdeCV-aanvoeraanslui-
ting (1) aan.
• SluitdeCV-retourleidingopdeCV-retouraansluiting
(2) aan.
• MonteertussendeCV-installatieendeHR-gasketelde
noodzakelijke afsluitvoorzieningen en installeer de be-
treffende veiligheidsinrichtingen en een manometer.
a
Attentie!
Als het nominale watercirculatievolume te laag
wordt, wordt de temperatuurspreiding te groot
en begint de brander te pulsen.
Daarom dient u ervoor te zorgen dat de in tabel
5.1 aangegeven circulatiewatervolumes aanwe-
zig zijn.
De centrifugaalpomp van de ketel is niet geïntegreerd in
de HR-gasketel en moet daarom zelf op de installatie
worden geïnstalleerd.
5.6 Watercirculatievolume en drukverliezen
De waarden voor de minimale watercirculatievolumes en
nominale watercirculatievolumes van de afzonderlijke
vermogens-groottes vindt u in tabel 5.1
HR-gasketel Minimum water-
circulatievolume
bij 20 K
spreiding in
m
3
/h
Nominaal
watercirculatievolume
bij 20 K spreiding
in m
3
/h
TS 80/3 2,75 3,44
TS 120/3 3,99 4,99
TS 160/3 5,50 6,88
TS 200/3 6,87 8,60
TS 240/3 8,25 10,33
TS 280/3 9,62 12,05
Tabel 5.1 Watercirculatievolumes
De volgende afbeelding toont de drukverlieswaarden van
de HR-gasketels die noodzakelijk zijn voor de configura-
tie van een centrifugaalpomp voor de ketel.
20
40
60
80
100
120
140
0,0 1,02,0 3,04,0 5,06,0 7,08,0 9,0
10,011,0
Drukverlies in mbar *
Massastroom in m
3
80/3
120/ 3
160/3
200/3
24 0/3
280/3
Afb. 5.8 Drukverliezen afhankelijk van de massastromen
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_0016
5 Installatie
5.7 Rookgasaansluiting
5.7.1 Algemene aanwijzingen
De HR-gasketel kan worden gebruikt met verschillende
verbrandingsluchttoevoer-/rookgasafvoersystemen. De
verbrandingslucht kan uit de plaatsingsruimte worden
genomen of van buiten via een verbrandingsluchtaan-
sluiting worden aangevoerd. De lucht kan uit de ruimte
worden genomen waarin de ketel geïnstalleerd is (instal-
latie type B) of deze wordt van buiten via een verbran-
dingsluchtleiding aangevoerd (installatie type C).
Wij adviseren installaties van het type B. Als de ketel
echter in een ruimte met veel stof of chemische stoffen
is geplaatst, is een installatie van het type C aan te
raden.
Het rookgasafvoersysteem moet geschikt zijn voor de
afvoer van de rookgassen. De rookgasleiding moet ge-
schikt zijn voor temperaturen tot 120 °C en een overdruk
van 200 Pa. Deze moet geschikt zijn voor HR-gasketels.
De leidingen moeten zijn voorzien van de CE-markering
of overeenkomstig de nationale eisen toegelaten zijn. De
uitvoering van het verbrandingsluchttoevoer-/rookgasaf-
voersysteem moet u conform de technische informatie
en montagehandleidingen van de fabrikant van de rook-
gasleidingen uitvoeren. Het rookgasafvoersysteem moet
conform de geldige norm worden ontworpen.
a
Attentie!
Het maximale drukverlies in het verbrandings-
luchttoevoer-/rookgasafvoersysteem moet ge-
ringer zijn dan de in de volgende tabel aangege-
ven waarden.
Toesteltype Eenheid Maximaal
drukverlies
TS 80/3 Pa 90
TS 120/3 Pa 90
TS 160/3 Pa 90
TS 200/3 Pa 90
TS 240/3 Pa 90
TS 280/3 Pa 90
Tabel 5.2 Drukverlies
Onafhankelijk van het type rookgasleiding dat wordt ge-
kozen, moet de rookgasbuis een helling van 3° naar het
toestel toe hebben. Deze helling maakt de afvoer van
het condenswater in de richting van het toestel mogelijk.
Een helling van 3° komt overeen met een helling van ca.
50 mm per meter buislengte.
De luchttoevoer moet zodanig zijn uitgevoerd dat geen
regenwater in de ketel kan komen. Binnenkomend regen-
water kan leiden tot kortsluiting van elektrische onder-
delen en tot corrosie in het toestel.
Neem voor meer informatie over de configuratie en over
de dienovereenkomstige toebehoren contact op met de
leverancier.
5.7.2 Verbrandingsluchttoevoer-/rookgasafvoersys-
temen
De gebruikte rookgasafvoersystemen moeten duidelijk
kunnen worden geïdentificeerd. De uitvoering van het
verbrandingsluchttoevoer-/rookgasafvoersysteem moet
u conform de technische informatie en montagehandlei-
dingen van de fabrikant van de rookgasleidingen uitvoe-
ren. Het voltooide rookgasafvoersysteem moet u marke-
ren met het voorgeschreven typeplaatje.
17Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
Installatie 5
5.8 Condenswaterafvoer
De pH-waarde van het rookgascondenswater ligt tussen
3,5 en 4,5.
Het condenswater bevat geen ongeoorloofde zware me-
taalionen.
De samenstelling ervan voldoet aan de richtwaarden
voor indirecte lozingen conform ATV werkblad A 251.
De HR-gasketel is uitgerust met een condenswatercollec-
tor en een condenswaterafvoer met sifon. Het condens-
water dat bij de verbranding ontstaat, wordt ofwel direct
via de sifon in de riolering geleid of eerst geneutrali-
seerd en daarna in de riolering geleid.
• VulvóórdeinbedrijfstellingvandeHR-gasketelde
condenswatersifon met water.
h
Aanwijzing!
Op de rookgasaansluiting van de HR-gasketel is
een condenswaterval geïnstalleerd die voorkomt
dat verontreinigd condenswater in de ketel
komt. De condenswaterafvoer van deze con-
denswaterval is aangesloten op de sifon van de
ketel.
1
2
3
Afb. 5.9 Sifon
Legenda
1 Sifon
2 Afvoerslang naar neutralisatiebox (optie) of naar de afvoer
3 Slang van condenswaterval naar sifon
d
Gevaar!
Gevaar voor vergiftiging door naar buiten stro-
mende rookgassen!
Als het toestel wordt gebruikt met lege con-
denswatersifon, bestaat het gevaar van vergifti-
ging door naar buiten stromende rookgassen.
Vul daarom absoluut vóór inbedrijfstelling de
sifon.
Als bij de installatie de condenswaterafvoerleiding moet
worden verlengd, mogen uitsluitend toegelaten afvoer-
buizen worden gebruikt.
Aansluiting van de condenswaterafvoer
De schoorsteenontwatering wordt met helling in een ge-
schikte kunststof of RVS buis, minimumdoorsnede
DN 20, gelegd. De condenswaterafvoer naar de riolering
geschiedt eveneens met helling via een DN 25 buislei-
ding (kunststof of RVS) naar de dichtstbijgelegen riole-
ringsaansluiting. De afvoer uit de HR-gasketel geschiedt
via een kunststof buis ø 21 mm. De lozingsplek moet kun-
nen worden geobserveerd.
h
Aanwijzing!
Voor HR-gasketels tot 200 kW:
Indien nodig kan een neutralisatie-inrichting
met condenswater-transportpomp worden aan-
gesloten.
Voor HR-gasketels boven 200 kW:
Indien nodig kan een doorloop-neutralisatie-in-
richting worden aangesloten.
5.9 Elektrische aansluiting
e
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok aan span-
ningsvoerende aansluitingen!Onjuiste installatie
kan leiden tot een elektrische schok of bescha-
diging van het toestel. De elektrische aanslui-
ting van het toestel mag uitsluitend worden uit-
gevoerd door een bevoegde technicus.
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok aan span-
ningsvoerende aansluitingen!
• Schakelaltijdeerstdestroomtoevoernaar
het toestel uit. Pas daarna mag u met de in-
stallatie beginnen. Ook bij uitgeschakelde
aan/uit-schakelaar staat er nog stroom op de
klemmen L en N van de turkooizen stekker.
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok aan span-
ningsvoerende aansluitingen!
Net- en laagspanningskabels (bijv. voelertoe-
voerleiding) moeten ruimtelijk gescheiden wor-
den gelegd. Gebruik hiervoor de in twee ge-
splitste kabelgoot op het linker zijdeel.
a
Attentie!
De toegang tot de aan/uit-schakelaar (4)
(zie afb. 2.2) moet altijd gewaarborgd zijn en
mag niet afgedekt of dichtgezet worden, zodat
bij storingen het toestel uitgeschakeld kan wor-
den.
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_0018
5 Installatie
19Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
Het toestel is voor een gemakkelijkere bedrading uitge-
rust met aansluitstekkers systeem ProE en aansluitklaar
bedraad.
De nettoevoerleiding en alle andere aansluitkabels
(bijv. van de kamerthermostaat) kunnen op de telkens
daarvoor bestemde systeem ProE stekkers worden ge-
klemd.
e
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
De ventilator is met een spanning van
230 V/50 Hz aangesloten.
Ga bij de aansluitbedrading als volgt te werk:
• Schroefdeschroefbovenhetmultifunctionelescha-
kelveld eruit.
• Trekdefrontmantelinhetbovenstebereiknaarutoe
en til deze op, om deze te verwijderen.
• Klapdeschakelkastnaarvoren.
• Haakhetachterstedekselvandeschakelkastuiten
klap dit naar boven.
• Brengdeleidingendoordekabeldoorvoerindetoe-
stelachterwand door het toestel naar de schakelkast.
• Gebruikvoorgeleidingvandekabelsdoorhettoestel
de kabelgoot op het linker zijdeel.
a
Attentie!
Gevaar voor storing van het toestel!
Gebruik voor de laagspanningskabels niet de-
zelfde trekontlasting als voor de netkabels!
• Letopderuimtelijkescheidingvannet-enlaagspan-
ningskabels.
• Beveiligdeleidingenmetdetrekontlastingen.
• Stripdedraaduiteindenenvoerdeaansluitingenuit
conform de hoofdstukken 5.9.1 tot 5.9.2.
• Sluitdaarnahetachterstedekselvandeschakelkast
en druk erop tot u hoort dat dit vastklikt.
• Klapdeschakelkastomhoog.
• Bevestigdefrontmantel.
• Schroefdeschroefbovenhetmultifunctionelescha-
kelveld weer erin.
• Sluitdefrontafdekking.
5.10.1 Nettoevoerleiding aansluiten
De netspanning moet 230 V bedragen; bij netspanningen
boven 253 V en beneden 190 V zijn functiebelemmerin-
gen mogelijk. De nettoevoerleiding moet via een vaste
aansluiting en een scheidingsinrichting met een contact-
opening van ten minste 3 mm (bijv. zekeringen, contact-
verbrekers) aangesloten worden.
Ga bij de aansluitbedrading als volgt te werk:
• Schroefdeschroefbovenhetmultifunctionelescha-
kelveld eruit.
• Trekdefrontmantelinhetbovenstebereiknaarutoe
en til deze op, om deze te verwijderen.
• Klapdeschakelkastnaarvoren.
• Hanghetachterstedekselvandeschakelkastuiten
klap dit naar boven.
• Brengdeleidingendoordekabeldoorvoerindetoe-
stelachterwand door het toestel naar de schakelkast.
• Gebruikvoorgeleidingvandekabelsdoorhettoestel
de kabelgoot op het linker zijdeel.
• Klemdenettoevoerleidingopdedaarvoorbestemde
klemmen N, L en PE van de turkooizen stekker.
• Letopderuimtelijkescheidingvannet-enlaagspan-
ningskabels.
• Beveiligdeleidingenmetdetrekontlastingen.
• Stripdedraaduiteindenenvoerdeaansluitingenuit
conform de hoofdstukken 5.9.1 tot 5.9.2.
• Sluitdaarnahetachterstedekselvandeschakelkast
en druk erop tot u hoort dat dit vastklikt.
• Klapdeschakelkastomhoog.
• Bevestigdefrontmantel.
• Schroefdeschroefbovenhetmultifunctionelescha-
kelveld weer erin.
• Schakeldenetspanninginencontroleerofhettoestel
functioneert.
De externe bedrading moet geaard zijn, met de juiste po-
lariteit en overeenkomstig de huidige normen.
De fabrikant weigert elke verantwoordelijkheid voor
schade aan personen of andere als gevolg van onjuiste
aarding van het toestel, inclusief niet-naleving van de
huidige normen.
h
Aanwijzing
Bij gasgestookte toestellen met een totaal no-
minaal warmtevermogen boven 70 kW moet bui-
ten de plaatsingsruimte een noodschakelaar ge-
installeerd worden, die de stroomtoevoer naar
de noodschakelaar in geval van nood 2-polig on-
derbreekt.
Naast de noodschakelaar moet een bordje met
de tekst „Noodschakelaar vuurhaard“ aange-
bracht zijn.
5.9.2 Aansluiting van een thermostaat
Voor de regeling van de CV-installatie kan een weersaf-
hankelijke buitentemperatuurregeling met modulerende
branderregeling worden gebruikt.
De voelers en de installatiemodules die niet in hoofdstuk
5.9.3 zijn vermeld, worden op de thermostaat aangeslo-
ten.
De elektrische aansluiting op de CV-thermostaat is weer-
gegeven in afbeelding 5.10.
Meer aanwijzingen vindt u in de handleiding van de ther-
mostaat.
Installatie 5
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_0020
5.9.3 Aansluiting van elektrische toebehoren en in-
terne bedrading
Netspanning
Netspanning
Printplaatstekker
Optie ext thermostaat/kamerthermostaat 7-8 -9 (analoog)
Optie ext thermostaat/kamerthermostaat 3-4 (contact)
Busaansluiting (thermostaat/kamerth. digitaal)
Waterdruksensor
optioneel:
Pomp-
module
0-10V uitg
24V voeding
PWM-ing.
Afstandsbediening circulatiepomp
Contactthermostaat
Printplaatstekker
X41
1
DCF-aansluiting
Massa
Massa
Buitenvoeler
Aanvoervoeler (optie)
X1
CV-pomp
Netingang
Laadpomp
Netspanning
230 V~
24 V
Laagspanning
X22
X14
Toestelmassa
Ontsteker
Ontstekingselektrode
6
PWM signaal pomp
X18
X11
X13
Laagspanningsstekker
14
12
13
7
8
X20
4
15
9
5
6
18
10
17
3
Gasklep
+
Massa
PWM-signaal
Hallsignaal
+ 24 V
N
L
Signalen, toebehorenmodule 2 uit 7
X29
X40
17
9
6
19
20
5
18
8
22
X12
Toebehorenmodule 2 uit 7
24 V
2
16
(toebehoren)
24 V
230 V~
0 .. 10V signaal pomp
5
1
4
2
9
7
1
2
8
L
N
3
5
4
violetturkoois
witblauw
FB
AF
RF
DCF
0
0
-
+
rood
blauw
blauw
L L
N N
L
L
L
N
groen
N
N
grijs
1
6
Stekker thermostaattoebehoren
CP eenmalige start
J
STB
Retourvoeler
( R25=10k)
Rookgas-
drukschakelaar
J
Aanvoervoeler ( R 25=10k)
Luchtdrukschakelaar
zwart
J
Ventilator
Boilervoeler
(R25=2k7)
Boilercontact
"C1-C2"
1
4
2
wit
wit
J
rood
J
Ketelblokvoeler (R25=2k7)
Codeerweerstand
4320 Ù
wit
groen
transparant
P
P
P
zwart
zwart
zwart
zwart
zwart
zwart
blauw
blauw
groen
rood
rood
blauw
rood
rood
zwart
grijs
zwart
groen
rood
zwart
orange
zwart
braun
zwart
rood
zwart
wit
zwart
zwart
eBus-stekker voor 0-10V interface
1
4
Ionisatie-elektrode
X31
Afb. 5.10 Aansluiting van elektrische toebehoren en interne be-
drading
5 Installatie
21Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
Externe aanvoerthermostaat
Een aanvoerthermostaat, bijv. ter beveiliging van vloer-
verwarmingen, kan op de klemmen „contactthermo-
staat“ elektrisch in de veiligheidsketen worden opgeno-
men.
Gasdrukregelaar
• Eengasdrukregelaarkanopdeklemmen„contactther-
mostaat“ elektrisch in de veiligheidsketen worden op-
genomen.
Condenswater-transportpomp
• Sluitdealarmuitgangvaneencondenswater-trans-
portpomp elektrisch aan op de stekker „contactther-
mostaat“.
h
Aanwijzing!
Als meerdere contacten op de aansluiting „con-
tactthermostaat“ worden aangesloten, dan
moeten deze in serie worden aangesloten, niet
in parallel!
Installatie 5
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_0022
6 Inbedrijfstelling
De eerste inbedrijfstelling en de bediening van het toe-
stel en het instrueren van de gebruiker moet door een
erkend installateur uitgevoerd worden. De verdere inbe-
drijfstelling/bediening voert u uit zoals in de gebruiks-
aanwijzing beschreven.
a
Attentie!
Vóór de inbedrijfstelling alsmede na inspecties,
onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet
het gastoestel op lekkages worden getest!
De bediening van de HR-gasketel en de instelling van di-
verse parameters of operationele toestanden geschiedt
via het bedieningspaneel op de ketelschakellijst.
Het installateurniveau met de parameters en voor de in-
stallatie relevante instellingen bereikt u na invoer van de
servicecode.
6.1 Servicecode invoeren
h
Aanwijzing
Na 15 minuten wordt het installateurniveau au-
tomatisch verlaten.
Elke hernieuwde invoer van de servicecode
zorgt voor een verlenging met 15 minuten.
Voor de invoer van de servicecode gaat u als volgt te
werk:
• Activeerdediagnosemodusdoordetoetsen„i“en„+“
gelijktijdig in te drukken.
• Kiesdiagnosepunt97,drukop„i“.
• Steldewaarde17in.
• Sladezewaardeopdoordetoets„i“5secondenlang
ingedrukt te houden (tot deze ophoudt met knippe-
ren).
6.2 Controlelijst inbedrijfstelling
Ga bij de inbedrijfstelling te werk volgens de volgende
controlelijst. Een beschrijving van de afzonderlijke werk-
stappen vindt u in de daarop volgende hoofdstukken.
Voor de inbedrijfstelling moet u de mantel van de
HR-gasketel wegnemen.
• Schroefhiervoordeschroefbovenhetmultifunctione-
le schakelveld eruit.
• Trekhetmanteldekselnaarvoren.
• Neemalslaatstedezijdelenweg.
6 Inbedrijfstelling
23Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
Nr. Handeling Opmerking Noodzakelijk gereedschap
1 Gasaansluitdruk controleren Gasdruk moet tussen 17 en 30 mbar gelegen zijn U- of digitale manometer
2 Controleren of sifon gevuld is Indien nodig via rookgasmeetnippel vullen
3 Elektrische aansluitlijst controleren Netaansluiting: klemmen L,N, PE
Thermostaat klemmen: „Bus“, /7-8-9 of 3-4
4 Toestel inschakelen, displayweergave
actief
Anders zekeringen controleren
6 Schoorsteenvegerfunctie activeren
Toetsen„+“en„-“tegelijkertijdindrukken
7 Gehele gastraject op lekkages
controleren
Lekzoekspray of gasdetector
(Met name voor controle van de
branderafdichtingen op gasdichtheid wordt een
gasdetector aangeraden. Evt. branderafdichting
met 12 Nm vaster draaien.)
Gasdetector
8 Schoorsteentrekmeting uitvoeren De maximale trek mag niet hoger zijn dan 20
mbar.
Als de trek te groot is, moet de schoorsteentrek
door geschikte maatregelen worden begrensd.
Meettoestel voor schoorsteentrek
9 CO
2
-meting Gewenste waarde aardgas:
bij nominale last: 9,3 Vol.-% (±0,2 Vol.-%)
bij minimale last: 9,0 Vol.-% (±0,2 Vol.-%)
CO
2
-meter
10 Indien CO
2
niet binnen tolerantie: CO
2
instellen, zie hoofdstuk 6.5.3
11 Na gasinstelling schoorsteenveger-
schakeling en hernieuwde CO
2
-meting
Gewenste waarde aardgas:
bij nominale last: 9,3 Vol.-% (±0,2 Vol.-%)
bij minimale last: 9,0 Vol.-% (±0,2 Vol.-%)
CO
2
-meter
12 CO-meting (gewenste waarde < 80 ppm) CO-meter
13 Condensbak, sifon en
condenswaterafvoer op lekkages
controleren
Visuele controle of extra met CO-meters de
afdichtplekken nagaan.
14 HR-gasketel uitschakelen en opnieuw
inschakelen
Veilig verlaten van de test-modus en reset
15 CV-thermostaat met klant programmeren
en functie proceswater/CV controleren
Gebruiksaanwijzing van de thermostaat aan
klant overhandigen
Tabel 6.1 Controlelijst voor inbedrijfstelling
Inbedrijfstelling 6
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_0024
6.3 Systeem vullen
a
Attentie!
Functiestoring!
Spoel de CV-installatie voor de aansluiting van
het toestel zorgvuldig door!
Daarmee verwijdert u resten zoals lasdruppels,
walshuid, hennep, kit, roest, grove vervuiling e.d.
uit de buisleidingen. Anders kunnen deze stof-
fen in het toestel terechtkomen en storingen
veroorzaken.
• GebruikvoorhetvullenvandeCV-installatiealleen
water dat voldoet aan de eisen voor verwarmingswa-
te r.
Corrosiebeveiliging door waterbehandeling
Bij verwarmingswater dat door toevoeging van sterk al-
kaliserende stoffen geconditioneerd is, kunnen alumini-
um en de legeringen ervan het risico op corrosie lopen.
De pH-waarde van het CV-water mag niet hoger zijn dan
de waarde 8,5. De pH-waarde mag niet continu lager
zijn dan een waarde van 6,5.
De toevoeging van chemische stoffen aan het CV-water,
met name van antivries, is niet toegestaan!
6.3.1 Vullen aan CV-zijde
• Draaidekapvandeindefabriekgemonteerde
snelontluchter een tot twee slagen los. Let erop dat de
opening van de kap niet in de richting van elektroni-
sche onderdelen wijst.
• Vuldeinstallatietoteensysteemdrukvan2,3bartot
2,5 bar. Door op de toets „-“ te drukken wordt gedu-
rende ca. 3 sec. de actuele waterdruk weergegeven.
• Vulhetsysteemviadeketelvul-enaftapvoorziening
aan systeemzijde.
• Sluitdeontluchtingsnippel.
• Ontluchtderadiatoren.
• Leesnogmaalsdedrukopdemanometeraf.Isdesys-
teemdruk gedaald, vul dan het systeem nogmaals bij
en ontlucht opnieuw.
• Controleeralleaansluitingenenhetgehelesysteem
op lekkages.
Voor de ontluchting van CV-circuit, HR-gasketel en evt.
boiler kunt u het testprogramma P0 gebruiken.
•Houdhiervoordetoets„+“bijnetinschakeling
ca. 5 sec. ingedrukt.
• Kiesmetdetoetsen„+“of„-“P0.
• Starthetprogrammametdetoets„i“.
•Schakeldooropnieuwdrukkenverdernaarhetboiler-
laadcircuit.
6.3.2 Sifon vullen
• Vuldesifonmetwaterdoorderookgasopeninginde
rookgascollector.
d
Gevaar!
Gevaar voor vergiftiging door naar buiten stro-
mende rookgassen!
Als het toestel wordt gebruikt met lege con-
denswatersifon, bestaat het gevaar van vergifti-
ging door naar buiten stromende rookgassen.
Vul daarom absoluut vóór inbedrijfstelling de
sifon.
6.4 Gasinstelling controleren
Het toestel is in de fabriek op de in hoofdstuk „Techni-
sche gegevens“ aangegeven waarden ingesteld. In enke-
le distributiegebieden kan ter plaatse een aanpassing
nodig zijn.
Voor het waarborgen van het correct functioneren van
de brander-ventilator-moduleregeling moet het
O2-/CO2-gehalte in het rookgas (zie hoofdstuk 6.5.2) en
de gasdruk voor gasblok (zie hoofdstuk 6.5.1) gemeten
worden.
De controle en instelling vindt plaats bij nominale en mi-
nimale belasting.
a
Attentie!
Vergelijk vóór inbedrijfstelling van het toestel
de gegevens m.b.t. de ingestelde gassoort op
het typeplaatje met de gassoort ter plaatse.
Een controle van het gasvolume is niet nodig.
De instelling geschiedt aan de hand van het
CO2-aandeel in het rookgas.
De toestellen worden als aardgas-variant geleverd.
6 Inbedrijfstelling
25Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
6.4.1 Controle van de aansluitdruk
(gasvoordruk)
1
Afb. 6.2 Gasvoordruk controleren
Legenda
1 Drukmeetnippel
Ga voor de controle van de aansluitdruk als volgt te
werk:
• Verwijderdefrontmantelvanhettoestel.
• Tilhetvoorstedekselop.
• Draaideschroefopdedrukmeetnippel(1)voorhet
gasblok los.
• Sluiteenmanometeraan.
• Neemhettoestelingebruik.
• Schakelhettoestelindetest-modusopmaximaalver-
mogen; operationele toestand „Schoorsteenveger“
doorgelijktijdigindrukkenvan„+“en-
• Meetdeaansluitdruktenopzichtevandeatmosfeer-
druk. De gemeten druk moet tussen 17 mbar en
25 mbar (aardgas) of 42,5 mbar en 57,5 mbar (pro-
paan) liggen.
a
Aardgas!
Als de gasdruk aan de ingang van het apparaat
buiten het opgegeven bereik ligt (17 mbar -
25 mbar), mag het apparaat niet in werking
worden gesteld!
Ga in dit geval als volgt te werk:
• Stelhettoestelbuitenwerking.
• Verwijderdemanometerendraaideschroefopde
drukmeetnippel (1) weer vast.
Als u de storing niet kunt verhelpen, stel het toestel niet
in werking en informeer het energiebedrijf.
a
Attentie!
Functiestoring!
De verbrandingslucht moet vrij zijn van deel-
tjes, omdat anders de brander kan worden ver-
vuild.
Let er vooral op dat geen bouwstof of vezels
van isolatiemateriaal in de verbrandingslucht
zitten.
6.4.2 CO2-gehalte controleren
De meetopening voor de CO2-meting moet zelf in de
rookgasbuis worden gemaakt.
a
Attentie!
Gevaar voor verkeerde metingen door binnen-
stromende secundaire lucht!
Dicht de testopening van de meetsonde tijdens
de meting goed af, om het binnenstromen van
secundaire lucht te verhinderen!
h
Aanwijzing!
De maximale trek mag niet hoger zijn dan
20 mbar, omdat anders de resultaten van de
CO2-meting kunnen worden vervalst. Indien
nodig kunt u tijdens de meting het deksel van
de inspectie-opening in het rookgastraject op de
standplaats verwijderen en na de meting weer
aanbrengen.
Aanwijzing!
Actuele meettoestellen werken volgens de
O2-methode en rekenen om naar het CO2-ge-
halte. Een directe CO2-meting, zoals mogelijk
bij oudere meettoestellen, kan leiden tot meet-
fouten, omdat de aardgassen afhankelijk van de
vindplaats CO2 bevatten.
Aanwijzing!
Aanwijzing bij de testprogramma's:
na 15 minuten wordt de test-modus automa-
tisch verlaten. Als u de meting in dit tijdsbe-
stek nog niet heeft voltooid, moet de test-mo-
dus opnieuw worden geactiveerd.
Controle bij nominale belasting
• Starthettestprogramma„P1“voornominaalvermo-
gen.
• Drukdetoets„+“inenhouddezeingedrukt.
• Drukopderesettoets.
• Houddetoets„+“ingedrukttot„P0verschijnt.
• Schakelmetdetoets„+“naar„P1“.
• Starthettestprogrammadooropdetoets„i“tedruk-
ken.
Na de stabilisatietijd van een minuut wordt de HR-gaske-
tel naar nominaal vermogen geregeld.
Inbedrijfstelling 6
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_0026
• MeethetCO2-gehalteinderookgassen.
TS /3 % CO
2
bij nominale
last
% CO
2
bij minimale
last
G20 20 mbar
G25 25 mbar
9,3 ± 0,2 9,0 ± 0,2
Tabel 6.2 Gewenste CO2-waarden voor nominale en minimale
last aardgas
Als de meetwaarde met de tabelwaarde overeenkomt, is
geen verdere instelling noodzakelijk. Ligt het gemeten
CO2-gehalte buiten dit bereik, dan is de instelling van de
brander-ventilator-module noodzakelijk.
Controle bij minimale last
• Starthettestprogramma„P2voor minimale last
(zoals hierboven beschreven).
• MeethetCO2-gehalteinderookgassen.
Als de meetwaarde met de tabelwaarde (zie tabel 6.2)
overeenkomt, is geen verdere instelling noodzakelijk.
Ligt het gemeten CO2-gehalte buiten dit bereik, dan is
de instelling van de brander-ventilator-module noodza-
kelijk.
Om de controle te beëindigen, gaat u als volgt te werk:
• SteldeHR-gasketelbuitenwerking.
• Sluitdemeetopeningenendrukmeetnippelsaf.
• Controleerdezeoplekkages.
6.4.3 CO2-gehalte instellen
Instelling brander-ventilator-module
De gasinstelling moet in de vermelde volgorde worden
uitgevoerd. De brander-ventilator-module is in de fabriek
op de gassoort aardgas (G20) ingesteld.
h
Aanwijzing!
Na 15 minuten wordt de test-modus automa-
tisch verlaten. Als u de meting in dit tijdsbe-
stek nog niet heeft voltooid, moet de test-mo-
dus opnieuw worden geactiveerd.
h
Aanwijzing!
De maximale trek mag niet hoger zijn dan
20 Pa, omdat anders de resultaten van de
CO2-meting kunnen worden vervalst. Indien
nodig kunt u tijdens de meting het deksel van
de inspectie-opening in het rookgastraject op de
standplaats verwijderen en na de meting weer
aanbrengen.
CO2 instelling bij nominale last
De gasinstelling voor de nominale belasting geschiedt
m.b.v. een inbussleutel 3 mm via de gasdoorstromings-
schroef (1) van het gasblok.
1
Afb. 6.3 Gasdoorstromingsschroef
• Brengdemeetsondevanhetrookgas-meettoestelin
de meetopening naar binnen.
• Verwijderdeafdekkapvanhetgasblok.
Om het testprogramma P1“ voor nominaal vermogen te
starten, gaat u als volgt te werk:
• Drukdetoets„+in en houd deze ingedrukt.
• Drukopderesettoets.
• Houddetoets„+ingedrukt tot „P0verschijnt.
• Schakelmetdetoets„+naar „P1“.
• Starthettestprogrammadooropdetoetsi“ te druk-
ken.
Na de stabilisatietijd van 1 minuut wordt de HR-gasketel
naar nominaal vermogen geregeld.
• BepaalbijvollasthetCO2-gehalteenvergelijkdeze
waarde met de waarden uit de tabel 6.2.
• CorrigeerindiennodighetCO2-gehaltem.b.v.eenin-
bussleutel 3 mm bij de gasdoorstromingsschroef (1)
conform tabel 6.2.
• OmhetCO2-gehaltetereduceren,draaitudeinbus-
sleutel met de klok mee (rechts).
• OmhetCO2-gehalteteverhogen,draaitudeinbus-
sleutel tegen de klok in (links).
6 Inbedrijfstelling
27Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
h
Aanwijzing!
Verstel alleen in stappen van 1/8e slag en wacht
na iedere verstelling ca. één minuut tot de
waarde zich heeft gestabiliseerd.
Controleer na de instelling de kwaliteit van de verbran-
ding via de kijkopening:
vlam stijgt niet op
branderoppervlak gloeit niet
• Beëindighettestprogramma„P1“.
• Monteerdeafdekkapvanhetgasblok.
Instelling bij minimale last
h
Aanwijzing!
Voer vóór de instelling eerst een CO2-meting bij
nominale last uit, omdat de instelling bij nomi-
nale last ook de minimale last verandert. Een
instelling van de minimale last is alleen bij hoge
uitzondering noodzakelijk.
1
Afb. 6.4 Nulpuntschroef
De gasinstelling voor de minimale last geschiedt via de
nulpuntschroef (1) (Torx Tx40 onder afdekking) van het
gasblok.
• Verwijderdeafdekkapvandenulpuntschroef(1)van
het gasblok.
• Starthettestprogramma„P2voor minimale last
(zoals hierboven beschreven).
• BepaalbijminimalelasthetCO2-gehalteenvergelijk
deze met de waarden in tabel 6.2.
• CorrigeerindiennodighetCO2-gehaltebijdenulpunt-
schroef m.b.v. Torx Tx40 bij de gascombiklep conform
tabel 6.2.
h
Aanwijzing!
De instelling reageert heel gevoelig. Een halve
slag (180°) heeft een verandering van de
CO2-concentratie van ca. 1,0 Vol.-% tot gevolg.
• OmhetCO2-gehalteteverhogen,draaitudenulpunt-
schroef met de klok mee (rechts).
• OmhetCO2-gehaltetereduceren,draaitudenulpunt-
schroef tegen de klok in (links).
Controleer na de instelling de kwaliteit van de verbran-
ding via de kijkopening:
vlam stijgt niet op
branderoppervlak gloeit niet
• Beëindighettestprogramma„P2“.
• Monteerdeafdekkapvanhetgasblok.
a
Attentie!
Tijdens de CO2-instelling moet op de
CO-emissie worden gelet. Als de CO-waarde bij
een correcte CO2-waarde > 200 ppm is, dan is
de gasklep niet correct ingesteld. Een basisin-
stelling is noodzakelijk. Deze voert u uit zoals
beschreven in hoofdstuk 6.5.4 Gasomschake-
ling.
Om de instelling te beëindigen, gaat u als volgt te werk:
• SteldeHR-gasketelbuitenwerking.
• Sluitdemeetopeningenendrukmeetnippelsafencon-
troleer deze op lekkages.
6.4.4 Gasomschakeling
De omschakeling naar aardgas G25 geschiedt alleen
door instelling van het gasblok.
Ga als volgt te werk:
• BrengdemeetsondevandeCO2-meterindemeetope-
ning bij de rookgasbuis naar binnen.
• Starthettestprogramma„P1voor de nominale last
(zie hoofdstuk 6.5.3).
• MeethetCO2-gehalteenstelditovereenkomstigtabel
6.2 in.
• Starthettestprogramma„P2voor deellast.
• MeethetCO2-gehalteenstelditindiennodigovereen-
komstig tabel 6.2 in.
Om de gasomschakeling te beëindigen, gaat u als volgt
te werk:
• SteldeHR-gasketelbuitenwerking.
• Sluitdemeetopeningenendrukmeetnippelsafencon-
troleer deze op lekkages.
• Nadatudeketelheeftomgebouwdnaareenandere
gassoort, brengt u de betreffende sticker, bijv. „Inge-
steld op G25 - 25 mbar“, op het gasblok aan.
Inbedrijfstelling 6
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_0028
6.5 Controleren van de toestelfuncties
Voer na afsluiting van de installatie en de gasinstelling
een functiecontrole van het toestel uit voordat het toe-
stel in werking wordt gesteld en aan de gebruiker wordt
opgeleverd.
Afb. 6.6 Visuele en dichtheidscontrole van het toestel en het
systeem
• Stelhettoestelvolgensdebijbehorendegebruiksaan-
wijzing in werking.
• Controleermetnamedebranderafdichtingmetbehulp
van een CO2-meter op gasdichtheid. Eventueel moet u
de branderafdichting met 12 Nm vaster draaien.
• Controleerdegastoevoerleiding,hetrookgasafvoer-
systeem, de HR-gasketel, de CV-installatie en warmwa-
terleidingen op lekkages.
• Controleerdecorrecteinstallatievanderookgasaf-
voer.
• Controleerofhetvlambeeldvandebranderregelma-
tig is.
• ControleerdewerkingvandeCVenvandewarmwa-
terbereiding.
• Leverhettoestelaandegebruikerop.
6.6 Gebruiker instrueren
a
Attentie!
Het toestel mag
- voor inbedrijfstelling
- voor testdoeleinden
- voor continuwerking
alleen met volledig gemonteerd en gesloten ver-
brandingsluchttoevoer-/rookgasafvoersysteem
gebruikt worden.
De gebruiker van het toestel moet over het gebruik en
de werking van zijn HR-gasketel geïnstrueerd worden.
Na het voltooien van de installatie moet de installateur:
• dewerkingvanhettoestelendeveiligheidsvoorzienin-
gen uitleggen aan de gebruiker, en indien nodig een
demonstratie geven en vragen beantwoorden
• degebruikerallenodigedocumentatiebezorgen
• dedocumentenwaarnodiginvullen
• degebruikerinlichtenoverdevoorzorgsmaatregelen
die noodzakelijk zijn om beschadiging van het systeem,
het toestel en het gebouw te voorkomen
• degebruikereraanherinnerenhettoesteljaarlijkseen
onderhoudsbeurt te geven
• wijsdegebruikererop,datdehandleidingeninde
buurt van het CV-toestel moeten worden bewaard.
• Informeerdegebruikeroverdegetroffenmaatregelen
bij de verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoer. Wijs
hem/haar er met name op dat deze niet mogen wor-
den veranderd.
• Informeerdegebruikeroverhetcontrolerenvande
vereiste waterdruk van de CV-installatie en over de
maatregelen die hij indien nodig moet nemen bij het
bijvullen en ontluchten van de CV-installatie.
• Wijsdegebruikeropdejuiste(efficiënte)instellingvan
temperaturen, thermostaten en thermostaatkranen.
6 Inbedrijfstelling
29Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
7 Aanpassen aan de CV-installatie
De aanpassing van de HR-gasketel aan de CV-installatie
geschiedt in de diagnosemodus. Het bedieningsconcept
voor het selecteren van de verschillende parameters en
hun instelling is beschreven in hoofdstuk 6.2. Enkele in-
stellingen zijn alleen voor de installateur bestemd en
kunnen pas na invoer van de servicecode „17“ in Dia 97
worden opgeroepen.
Een overzicht van de instelbare diagnosepunten vindt u
in tabel 7.1.
Diagnose-
punt
Beschrijving Instelbereik Fabrieksinstelling
d.0 CV-deellast instelbare waarden in kW maximaal
vermogen in CV-
functie
d.1 Pompnalooptijd voor CV-functie 2 - 60 min 5 min
d.2 Maximale branderwachttijd bij 20 °C 2 - 60 min 20 min
d.17 Omschakeling van aanvoertemperatuurregeling 0 = aanvoertemperatuurregeling
1 = retourtemperatuurregeling
(bijv. voor vloerverwarming)
0
d.18 Pompnaloopmodus 1 = comfort
3 = eco
1 = comfort
d.20 Maximale instelwaarde van de gewenste potiwaarde voor de boiler 50 °C - 70 °C 65 °C
d.26 Intern toebehorenrelais op X 6 (roze stekker) 1 = circulatiepomp
2 = ext. pomp;
3 = boilerlaadpomp
4 = rookgasklep/ afzuigkap; Let
op: invers aan d27/28
5 = externe gasklep
6 = externe storingsmelding
1 = circulatiepomp
d.27 Omschakelen toebehorenrelais 1 naar het toebehoren 2 uit 7 1 = circulatiepomp
2 = ext. Pomp
3 = boilerlaadpomp
4 = rookgasklep/ afzuigkap
5 = externe gasklep
6 = externe storingsmelding
1 = circulatiepomp
d.28 Omschakelen toebehorenrelais 2 naar het toebehoren 2 uit 7 1 = circulatiepomp
2 = ext.pomp
3 = boilerlaadpomp
4 = rookgasklep/ afzuigkap
5 = externe gasklep
6 = externe storingsmelding
2 = ext.pomp
d.54 Inschakelhysterese gerelateerd aan de actuele gewenste waarde 0...-10 K -2 K
d.55 Uitschakelhysterese 0...10 K 6 K
d.71 Maximale gewenste waarde CV-aanvoertemperatuur instelbaar 40 °C - 85 °C 75 °C
d.72 Pompnalooptijd na de lading van een door de elektronica
geregelde waterboiler (ook warme start en lading via C1/C2)
0 - 600 s 300 s
d.75 Maximale boilerlaadtijd van een boiler zonder eigen regeling 20 - 90 min 45 min
Tabel 7.1 Instelbare diagnosepunten (vervolg volgende pagina)
Aanpassen aan de CV-installatie 7
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_0030
Diagnose-
punt
Beschrijving Instelbereik Fabrieksinstelling
d.77 Minimale boilerlast (vermogensbegrenzing boilerlading) in kW instelbare waarden in kW maximaal
vermogen
d.78 Boilerlaadtemperatuurbegrenzing (gewenste aanvoertemperatuur
in boilerfunctie) in °C
75 °C - 85 °C 80 °C
d.84 Aantal uren tot volgende onderhoud (invoer van de gebruiksuren
tot onderhoudsmelding op het display verschijnt)
0 ... 3000 gebruiksuren
„-“ voor uit
„-“ voor uit
d.87 Gassoortinstelling 0 = aardgas 20/25 mbar 0
d.95 Softwarestand uitlezen 1. Waarde = BMU
2. Waarde = AI
Waarden worden afwisselend
weergegeven
d.96 Fabrieksinstelling (reset van instelbare parameters naar
fabrieksinstelling)
Instelbereik: 0 = uit, 1 = aan 0
Tabel 7.1 Instelbare diagnosepunten (vervolg)
7 Aanpassen aan de CV-installatie
31Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
7.1 Maximale ketelaanvoertemperatuur instellen
1
9
8
7
6
5
2
4
Afb. 7.1 Bedieningselementen ThermoSystem
Draai de draaiknop (8, afb. 7.1) voor de CV met de klok
mee op Maximum. Nu kan de maximale aanvoertempera-
tuur voor de CV-functie onder het diagnosepunt „d.71“
tussen 40 en 85 °C worden ingesteld. Vanuit fabriek
staat de maximale aanvoertemperatuur op 75°C.
7.2 Maximale boilertemperatuur instellen
Draai de draaiknop (9, afb. 7.1) voor de warmwaterberei-
ding met een geschikt gereedschap met de klok mee op
Maximum. Nu kan de maximale boilertemperatuur voor
de CV-functie onder het diagnosepunt „d.20“ tussen 50
en 70 °C worden ingesteld. Af fabriek staat de maximale
boilertemperatuur op 65°C.
7.3 Pompnalooptijd instellen
De nalooptijd van de centrifugaalpomp van de ketel kan
onder diagnosepunt d.1 worden ingesteld. De nalooptijd
van een direct op de HR-gasketel aangesloten boiler-
laadpomp kan evt. onder parameter d.72 worden inge-
steld.
7.4 Wachttijd en CV-deellast
De maximale branderwachttijd voor CV-functie kan
onder d.2 worden ingesteld, de CV-deellast onder d.0 en
de minimale last voor boilerlading onder d.77
(zie tabel 9.2).
7.5 Aanloopgedrag
Bij een warmtevraag gaat de HR-gasketel gedurende ca.
15 sec. in de status „S.2“ (pomp voorloop), daarna wordt
de ventilator gestart („S.3“).
Na schakelen van de luchtdrukschakelaar en bereiken
van het starttoerental wordt de gasklep geopend en de
brander gestart (status „S.4“).
De HR-gasketel loopt nu 60 sec. met minimaal vermogen
en wordt daarna afhankelijk van de afwijking van de ge-
wenste waarde van de berekende gewenste toerental-
waarde ingesteld.
Aanpassen aan de CV-installatie 7
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_0032
8 Onderhoud
8.1 Algemene aanwijzingen
Voorwaarde voor permanente inzetbaarheid en ge-
bruiksveiligheid, betrouwbaarheid en lange levensduur is
een jaarlijkse inspectie/jaarlijks onderhoud van het toe-
stel door een erkend installateur. We raden u daarom
aan om een onderhoudscontract af te sluiten.
d
Gevaar!
Inspectie, onderhoud en reparatie mogen alleen
door een erkend installateur worden uitgevoerd.
Niet-uitgevoerde inspectie- en onderhoudswerk-
zaamheden kunnen leiden tot materiële schade
en lichamelijk letsel.
Gebruik originele reserveonderdelen van de fabrikant
voor een veilige en lange levensduur van het product.
h
Aanwijzing!
Dit apparaat is voorzien van het CE-conformi-
teitsmerkteken. Gebruik uitsluitend nieuwe ori-
ginele reserveonderdelen van de fabrikant.
• Zorgdatreserveonderdelencorrectwordengemon-
teerd in de juiste stand en richting. Test het apparaat
op veilige werking na het aanbrengen van reserveon-
derdelen of na reparatie.
8.2 Veiligheidsaanwijzingen
Neem voor de inspectiewerkzaamheden altijd de volgen-
de stappen:
h
Aanwijzing!
Als inspectie- en onderhoudswerkzaamheden bij
ingeschakelde aan/uit-schakelaar nodig zijn dan
wordt daar bij de beschrijving van de werkzaam-
heden op gewezen.
Neem de fundamentele veiligheidsvoorschriften in acht
voordat u begint aan onderhoud of reserve-onderdelen
vervangt:
• Schakelhettoesteluit.
• Sluithettoestelafvandestroomtoevoer.
• Schakeldegasafsluitervanhettoesteluit.
• Sluithettoestelafvanhethydraulischsysteemmetde
afsluitkleppen indien die aanwezig zijn.
• Taphettoestelafalsuhydraulischecomponenten
moet vervangen.
• Beschermalleelektrischecomponententegenwater
terwijl u aan het toestel werkt.
• Gebruikuitsluitendoriginelereserve-onderdelen.
• GebruikuitsluitendnieuweO-ringenenafdichtingen.
• Controleernadatuklaarbentmetonderhoudaangas-
of wateronderdelen of deze goed vast zitten.
• Voernadathetwerkaanhettoestelisvoltooideenbe-
drijfstest uit en controleer op veilige werking.
e
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
Op de aansluitlijst van het toestel staat ook bij
uitgeschakelde aan/uit-schakelaar elektrische
spanning. Schakel vóór werkzaamheden aan het
toestel de stroomtoevoer uit en beveilig deze
tegen opnieuw inschakelen!
8.3 Gebruiksurenweergave
Hier worden de gebruiksuren van de brander weergege-
ven:
- diagnosepunt d.81 voor boilerlaadfunctie
- diagnosepunt d.82 voor CV-functie
8.4 Schoorsteenvegerbedrijf
Voor de emissie-metingen van de schoorsteenveger en
voor andere metingen kan het noodzakelijk zijn om de
HR-gasketel gedurende langere tijd op maximale last te
laten lopen. Daarvoor is het schoorsteenvegerbedrijf be-
doeld.
• Drukhiervoortegelijkertijdopdetoetsen„-“ en +“.
De HR-gasketel loopt nu gedurende 15 minuten op maxi-
male last.
Door opnieuw tegelijkertijd op de toetsen „+en -“ te
drukken kan de functie voor afloop van deze tijd worden
afgebroken. Na bereiken van een aanvoertemperatuur
van 85 °C wordt de functie automatisch afgebroken (be-
veiliging tegen overtemperatuur).
8 Onderhoud
33Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
8.5 Controlelijst onderhoud
Controleer in het kader van de inspectie de hier vermel-
de punten en voer, indien nodig, de dienovereenkomstige
onderhoudswerkzaamheden conform het volgende
hoofdstuk uit.
Voor het onderhoud moet u de mantel van de HR-gaske-
tel wegnemen.
• Schroefhiervoordeschroefbovenhetmultifunctione-
le schakelveld eruit.
• Trekdefrontmantelaf.
• Neemindiennodighetdekselendezijdelenweg.
Nr. Handeling Opmerking Gereedschap
1
Waterdruk CV-installatie controleren (toets „-“)
Indien nodig bijvullen (ca. 2,5 bar)
2
Optische controle op lekkages CV-circuit
Werking van de snelontluchter controleren
3
Optische controle veiligheidsklep
juiste veiligheidsklep aanwezig
(drukbereik, installatie), geen stop,
uitloop zichtbaar, afvoertrechter en leiding
aanwezig, geen afsluitmogelijkheid tussen
ketel en veiligheidsklep
4
Condenswatercollector, sifon, verbrandingslucht- en
rookgastraject op vervuiling controleren en dichtheid
controleren. Afdichtingen van de condensbak, de
inspectie
opening en tussen rookgasstomp en
warmtewisselaar
op beschadiging controleren en evt.
vervangen. Controleer elektrodes optisch op de vorming
van afzettingen, vervang deze evt.
Zie:8.5en8.6
5
Toestel inschakelen - testprogramma oproepen
P1 = nominale last, P2 = minimale last
6
CO
2
-meting (gewenste waarde:
aardgas bij nominale last: 9,3 Vol.-% (±0,2 Vol.-%)
bij minimale last: 9,0 Vol.-% (±0,2 Vol.-%)
CO-meting (gewenste waarde < 80 ppm)
Als de waarden niet in dit bereik liggen,
moet vóór de verdere inspectie een
CO
2
-instelling worden uitgevoerd
CO
2
-meter
7
Belastingsmeting
Berekening uit afgelezen gasvolume
Als de belasting met meer dan 15 % onder de nominale
waarde ligt, dan brander reinigen, evt. vervangen. Bij
elke demontage van de brander, branderafdichtingen
vervangen en branderflens met 12 Nm over kruis
vastdraaien
Na de reiniging of de vervanging van de brander is een
verdere meting van de CO
2
-waarde en de belasting
noodzakelijk. Evt. moet de CO
2
-waarde nogmaals
worden ingesteld.
Controleer de gasdichtheid achter de ventilator en
langs de branderafdichting met een gasdetector.
Gasdetector
8
Controle rookgasdrukschakelaar, optische controle
van alle slangen en meetnippels, functiecontrole door
volledige rookgasstuwing met rookgaswaaier of
vergelijkbare middelen
Bij nominale last en volledige stuwing moet de brander
na uiterlijk twee minuten uitgaan, daarna voortdurende
automatische herinschakeling. Er mag geen rookgas via
de sifon in de plaatsingsruimte komen.
9
Sifon en condenswaterafvoer op lekkages controleren
10
Rookgasbuizen op lekkages controleren.
Verbindings- en montagebeugels optisch controleren. Er
drupt geen condenswater uit verbindingspunten, buizen
hebben verval > 3° in richting ketel.
11
Manteldelen weer aanbrengen,
HR-gasketel compleet maken
12
Toestel uit - toestel inschakelen - functie van de
thermostaat controleren (warmwaterbereiding/CV)
controleren
Tabel 8.1 Controlelijst voor inspectie
Onderhoud 8
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_0034
8.6 Reiniging van de condenswatercollector
1
Afb. 8.1 Condenswatercollector reinigen
• Demonteerhetfrontdeelvandeketelmantel.
• Schroefhetdekselvandeinspectie-opening(1)af.
• Controleerdecondenswatercollectoropvervuilingen
reinig deze, indien nodig, met een schraper.
• Controleerdeafdichtingvandeinspectie-opening
vóór montage op beschadigingen. Indien nodig moet
een nieuwe afdichting worden geplaatst.
8.7 Reiniging van de sifon
• Demonteerdeketelmantel.
h
Aanwijzing
Bij het aftrekken van de afvoerslangen kan con-
denswater uitlopen.
1
2
Afb. 8.2 Slangen verwijderen
• Maakdeslangen(1) en (2) los.
3
Afb. 8.3 Beugel aftrekken
• Trekdebeugel(3) af.
• Neemdesifonwegenreinigdeze.
• Monteerdesifoninomgekeerdevolgorde.
• Schroefdestopopderookgasmeetopeningafenvul
de sifon via deze opening met water.
• Sluitdeopeningopderookgasaansluitingmetdestop
af.
8.8 Rookgasdrukschakelaar controleren
1
2
Afb. 8.4 Rookgasdrukschakelaar controleren
• Controleerdeslangnaarderookgasdrukschakelaar
(2) op vervuiling en of deze goed zit.
a
Attentie!
De slang moet op de met "P1" gemarkeerde
aansluiting van de rookgasdrukschakelaar aan-
gesloten zijn.
8 Onderhoud
35Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
8.9 Verbrandingsluchtdrukschakelaar
controleren
• Controleerdeslangennaardeverbrandingsluchtdruk-
schakelaar (1) (zie afb. 8.4) op vervuiling en of deze
goed zit.
a
Attentie!
De met "P1" gemarkeerde aansluiting van de
verbrandingsluchtdrukschakelaar moet op de
Venturi aangesloten zijn.
De met "P2" gemarkeerde aansluiting van de
verbrandingsluchtdrukschakelaar moet tussen
gasblok en Venturi aangesloten zijn.
P3
P1
P3
P2
P2
1
2
3
4
P1
Afb. 8.5 Aansluiting van de verbrandingsluchtdrukschakelaar
Legenda
1 Verbrandingsluchtdrukschakelaar
2 Venturi
3 Gasklep
4 Verbrandingsluchtbox
8.10 Reiniging van de brander
d
Gevaar!
Gevaar voor materiële schade en persoonlijk let-
sel!
Sluit vóór demontage van de brander de gaslei-
ding af, omdat anders ongecontroleerd gas kan
uitstromen.
h
Aanwijzing
De reiniging van de brander moet een keer per
jaar worden uitgevoerd. Hiervoor is het noodza-
kelijk om de complete brander-ventilator-een-
heid te demonteren.
9
1
6
2
3
5
8
4
7
Afb. 8.6 Brander demonteren
• Verwijderdefrontmantel.
• Klapdeschakelkastomlaag.
• Maakdeaansluitingenophetgasblok(4)enopde
ventilator (1) los.
• Maakdeaardingsleiding(8, afb. 8.6) los.
• Maakdestekkeropdeontstekingselektrode
(7, afb. 8.6) en op de ionisatie-/bewakingselektrode
(6, afb. 8.6) los.
• Maakderegelslangen(3)opdegasklepenopdeVen-
turi los.
• DraaidevierschroeventussenVenturienverbran-
dingsluchtgeluiddemper of HT-buis (2) los.
• LegdeverbrandingsluchtgeluiddempermetHT-bocht-
stuk 87° voorzichtig weg.
• DraaidevierschroevenM5(5)opdegasbuis(gasfil-
ter)/ het gasblok los.
• DraaideviermoerenM8(9)opdewarmtewisselaar
los.
• Neemdecompleteeenheid,bestaandeuitbochtstuk-
flens, ventilator, Venturi en gasblok, naar voren eruit
en leg deze voorzichtig weg.
• Verwijderdeafdichtingtussenwarmtewisselaaren
bochtstukflens.
• Trekdebrandervoorzichtignaarvorentoeeruit.
a
Attentie!
Gevaar voor beschadiging van het branderop-
pervlak!
Let erop dat u bij de reiniging het branderopper-
vlak niet beschadigt!
• Blaasdebranderbuitendeplaatsingsruimte,vanbui-
ten naar binnen met perslucht uit. Als geen perslucht
aanwezig is, kan de brander als alternatief ook met
water worden uitgespoeld.
Bij sterke vervuiling moet de brander worden vervan-
gen.
Onderhoud 8
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_0036
• Monteerdaarnaalleonderdelenweerinomgekeerde
volgorde.
1
Afb. 8.7 Geleidingsgroeven van de brander
2
Afb. 8.8 Frontplaat
h
Aanwijzing!
Let er bij het binnenbrengen van de brander op
dat deze op de achterste geleidingsgroeven (1)
in de warmtewisselaar ligt en dat de frontplaat
(2) vlak met de warmtewisselaar afsluit.
Aanwijzing!
Draai de schroeven op het bochtstuk gelijkmatig
met 12 Nm aan.
• Opendegaskraanencontroleerdegasdichtheidtot
aan het gasblok.
• SchakeldeHR-gasketelin.
• Controleerdegasdichtheidvandebrander-ventilator-
module achter het gasblok en langs alle branderafdich-
tingen met een gasdetector.
• Draaiindiennodigdeschroevenmet12Nmvasteraan.
8.11 Wisselen van de ontstekings- en
ionisatie-/bewakingselektrode
a
Attentie!
Gevaar voor functiestoringen door afzettingen!
Door afzettingen op de elektrodes kunnen er be-
lemmeringen van de werking optreden.
Vervang de ontstekings- en ionisatie-/bewa-
kingselektrode daarom een keer per jaar. Een
reiniging is niet voldoende en derhalve niet toe-
gestaan.
1
7
2
6
4
5
3
Afb. 8.9 Demontage van de ontstekings- en
ionisatie-/bewakingselektrode
• Trekdeaansluitleiding(1,afb.8.9)opdeontstekings-
elektrode (7, afb. 8.9) voorzichtig af.
• Draaidebeidebevestigingsmoeren(2,afb.8.9)vande
ontstekingselektrode los en neem de gehele ontste-
kingselektrode weg.
• Vervangdeafdichting(3,afb.8.9)enmonteerdenieu-
we ontstekingselektrode.
• Trekdeaansluitleidingopdeionisatie-/bewakingselek-
trode (3, afb. 8.9) voorzichtig af.
• Draaidebeidebevestigingsmoeren(4,afb.8.9)vande
ionisatie-/bewakingselektrode los en neem de gehele
ionisatie-/bewakingselektrode weg.
• Vervangdeafdichting(5,afb.8.9)enmonteerde
nieuwe ionisatie-/bewakingselektrode.
• Draaidebevestigingsmoeren(2en4,afb.8.9)met
2 Nm vast en steek de aansluitleidingen erop.
8 Onderhoud
37Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
8.13 Veiligheidstemperatuurbegrenzer controleren
1
Afb. 8.10 Ontgrendelingstoets
Legenda
1 TB-ontgrendelingstoets met afdekkap
• Schakeldeaan/uit-schakelaarin.
• SluithetCV-circuitaf.
• Zethettoestelopmaximaleaanvoertemperatuuren
verwarm het toestel tot de regeluitschakeling.
• Naeenwachttijdvantweeminuten(temperatuurcom-
pensatie) start u het testprogramma „P. 5 “.
Door starten van het testprogramma „P. 5 blijft de HR-
gasketel zolang in werking tot de veiligheidstempera-
tuurbegrenzer wordt geactiveerd.
Het testprogramma „P. 5 wordt opgeroepen door eerst
Net aante schakelen en tegelijkertijd de toets „+ge-
durende 5 sec. ingedrukt te houden. Daarna wordt met
de toets „+of „-het testprogramma „P. 5 gekozen.
Door bediening van de toets „Info“ wordt het testpro-
gramma en zodoende de HR-gasketel voor de TB-test
gestart.
h
Aanwijzing!
De intern aangesloten CV-pomp wordt tijdens de
TB-test uitgeschakeld. Daarom moeten tijdens
de TB-test de afsluiters van de CV-circuits ge-
sloten blijven.
De HR-gasketel moet bij 110 °C uitschakelen.
• OntgrendelnahetafkoelenvandeHR-gasketel(zie
hoofdstuk 9.4) de veiligheidstemperatuurbegrenzer.
h
Aanwijzing!
Na 15 minuten wordt het testprogramma auto-
matisch verlaten. U moet de test binnen dit
tijdsbestek uitvoeren.
8.13 Stoffilter controleren
Controleer een keer per jaar de stoffilter op vervuiling
en reinig het filter of vervang dit door een nieuw.
8.14 Functiecontrole
Voer na voltooiing van alle inspectie- en onderhouds-
werkzaamheden een functiecontrole uit, zoals beschre-
ven in hoofdstuk 6.6.
Onderhoud 8
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_0038
9 Verhelpen van storingen
9.1 Statusmeldingen
• Drukopdetoets„i“, om de actuele operationele sta-
tus af te lezen.
• Drukopnieuwopdetoets„i“, om de weergavetoe-
stand weer te verlaten.
In de volgende tabel zijn alle parameters bij elkaar gezet.
Display Statusmeldingen
CV-functie
S.00 Geen warmtevraag
S.02 Pompvoorloop
S.03 Ontsteking
S.04 Branderfunctie
S.06 Ventilatornaloop
S.07 Pompnaloop
S.08 Branderwachttijd na CV-functie
Boilerlading/warme start
S.20 Pompvoorloop
S.23 Ontsteking
S.24 Branderfunctie
S.26 Ventilatornaloop na boilerlading
S.27 Pompnaloop
S.28 Branderwachttijd na boilerlading (pulsonderdrukking)
Speciale gevallen bij de statusmelding
S.30 Kamerthermostaat 230V/24V blokkeert CV-functie
S.31
ZomermodusactiefofeBUS-regelaarofinbouwtimerblokkeertCV-functie
S.32 Wachttijd ventilatortoerental (toerentalafwijking nog te hoog)
S.33 Wachttijd luchtdrukschakelaar (luchtdrukschakelaarcontact heeft nog niet gesloten)
S.34 Vorstbeveiliging actief
S.35 Wachttijd toerentalslope (toerentalafwijking bij up-slope)
S.36 Ingestelde waarde van de kamerthermostaat < 20 °C betekent dat de kamerthermostaat de CV-functie blokkeert.
S.39 Contactthermostaat sluit
S.40
Weergave noodmodus actief; toestel loopt in beperkte comfortbeveiligingsmodus.
Dienovereenkomstige storingscode verschijnt afwisselend met de statusmelding
S.41 Systeemdruk aan waterzijde te hoog
S.42
- Bevestigingssignaal rookgasklep blokkeert branderfunctie (alleen in combinatie met toebehoren)
- Condenspomp defect -> vraag wordt geblokkeerd
S.49 Sifondrukschakelaar sluit, wachttijd
S.53
Toestel bevindt zich in de wachttijd van de blokkeringsfunctie op grond van watergebrek (spreiding aanvoerleiding -
retourleiding te groot).
S.57 Toestel bevindt zich in de wachttijd van de blokkeringsfunctie op grond van watergebrek (temperatuurgradiënt)
S.96 Retourvoelertest loopt, warmtevragen zijn geblokkeerd
S.97 Waterdruksensortest loopt, warmtevragen zijn geblokkeerd
S.98 Aanvoer- en retourvoelertest loopt, warmtevragen zijn geblokkeerd
Tabel 9.1 Statusmeldingen
9 Verhelpen van storingen
39Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
9.2 Diagnosemodus
Voor het aflezen van de operationele toestand en voor
de diagnose van storingen kunnen in de diagnosemodus
verschillende parameters worden afgelezen.
• Druktegelijkertijdopdetoetsen„i“ en +“, om de di-
agnosemodus op te roepen.
• Kiesmetdetoetsen„+“ en het gewenste diagno-
sepunt.
• Drukopdetoets„i“, om de betreffende waarde weer
te geven.
Verhelpen van storingen 9
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_0040
9 Verhelpen van storingen
Display Betekenis Instelbereik en fabrieksinstelling bij instelbare parameters
d.0 CV-deellast, instelbare waarden in KW Fabrieksinstelling: maximaal vermogen
d.1 Pompnalooptijd voor CV-functie Instelbereik: 2,3…60 min; Fabrieksinstelling: 5 min
d.2 Maximale branderwachttijd bij 20 °C Instelbereik: 2..60 min ; Fabrieksinstelling: 20 min
d.4 Meetwaarde van de boilertemperatuur [°C]
d.5 Gewenste waarde van de aanvoertemperatuur/retour [°C] actuele gewenste waarde, vastgesteld uit poti, regelaar,
regelingswijze….
d.7 Gewenste boilertemperatuur (15°C links, daarna 40 °C tot d.20 (max. 70 °C)
d.8 Kamerthermostaat op klem 3-4 Weergavewaarden: 0=geopend=geen CV-functie; 1=gesloten=CV-
functie
d.9 Gewenste aanvoertemperatuur [°C] van de externe
continuregelaar op klem 7-8-9/eBus
Minimum uit ext. eBus gewenste waarde en gewenste waarde Kl.7
d.10 Interne waterpomp 1 = aan, 0 = uit
d.11 Externe waterpomp 1–100 = aan, 0 = uit
d.12 Boilerlaadpomp 1–100 = aan, 0 = uit
d.13 Circulatiepomp: 1–100 = aan, 0 = uit
d.14 Instelling voor intern aangesloten pomp met
toerentalregeling
Instelbereik: 0=auto, 20..100 % inst. vaste waarde;
Fabrieksinstelling: 0
d.15 Actueel pompvermogen van de pomp met
toerentalregeling in %
d.17 Regelingswijze 0 = aanvoerregeling, 1 = retourregeling; Fabrieksinstelling: 0
d.18 Pompmodus (naloop) 0 = naloop; 1 = doorlopend; Fabrieksinstelling: 0
d.20 Maximale instelwaarde van de gewenste potiwaarde voor
de boiler
Instelbereik: 50 °C-70 °C; Fabrieksinstelling: 65 °C
d.22 Externe boilerlading, klem C1-C2 1 = aan, 0 = uit
d.23
Zomer-/winterfunctie:1=winter,0=zomer
d.24 Luchtdrukschakelaar 0 = contact open, 1 = contact gesloten
d.25 Boilerlading/warme start door warme startklok
thermostaat/timer vrijgegeven: 1 = ja, 0 = nee
default: vrijgegeven
d.26 Intern toebehorenrelais op X 6 (roze stekker) 1 = circulatiepomp (in de fabriek);
2 = ext. pomp;
3 = boilerlaadpomp
4 = rookgasklep/ afzuigkap Let op: invers aan d.27/28
5 = externe gasklep
6 = externe storingsmelding
d.27 Omschakelen toebehorenrelais 1 voor toebehoren 2 uit 7 1 = circulatiepomp (in de fabriek);
2 = ext.pomp
3 = boilerlaadpomp
4 = rookgasklep/ afzuigkap
5 = externe gasklep
6 = externe storingsmelding
d.28 Omschakelen toebehorenrelais 2 voor toebehoren 2 uit 7 1 = circulatiepomp
2 = ext.pomp (in de fabriek);
3 = boilerlaadpomp
4 = rookgasklep/ afzuigkap
5 = externe gasklep
6 = externe storingsmelding
d.30 Besturingssignaal voor gaskleppen 0=uit; 1=aan
d.33 Gewenste toerentalwaarde van de ventilator [10-1/min]
Tabel 9.2 Diagnosewaarden (vervolg volgende pagina)
41Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
Verhelpen van storingen 9
Display Betekenis Instelbereik en fabrieksinstelling bij instelbare parameters
d.34 Toerentallijstwaarde van de ventilator [10-1/min]
d.40 Aanvoertemperatuur [°C]
d.41 Retourtemperatuur [°C]
d.43 Keteltemperatuur
d.44 Actuele waarde ionisatiestroom
d.47 Buitentemperatuur [°C]
d.50 Offset voor minimaal toerental in rpm/10
Instelbereik:-40...+40
d.51 Offset voor maximaal toerental in rpm/10 Instelbereik:-40...+40
d.54 Inschakelhysterese 0K - -10K, fabrieksinstelling: -2
d.55 Uitschakelhysterese 0K - 10K, fabrieksinstelling: 6
d.60 Aantal uitschakelingen van de temperatuurbegrenzer
d.61 Aantal storingen van de branderautomaat = aantal
mislukte ontstekingen bij de laatste poging
d.63 Aantal uitschakelingen van de luchtbewaking
d.64 Gemiddelde ontstekingstijd in seconden
d.65 Maximale ontstekingstijd in seconden
d.67 Resterende branderwachttijd [min]
d.68 Aantal mislukte ontstekingen bij 1e poging
d.69 Aantal mislukte ontstekingen bij 2e poging
d.71 Maximale gewenste waarde CV-aanvoertemperatuur
instelbaar
Instelbereik: 40 °C - 85 °C; Fabrieksinstelling: 75 °C
d.72 Pompnalooptijd na de lading van een door de elektronica
geregelde waterboiler (ook warme start en lading via C1/
C2)
Instelbereik: 0, 10, 20 ... 600 s
Fabrieksinstelling: 300 s
d.73 Boilerlaadoffset, temperatuurverhoging tussen gewenste
boilertemperatuur en gewenste aanvoertemperatuur bij
boilerlading
0 ... 25 K, fabrieksinstelling: 25 K
d.74 Bescherming tegen de legionellabacterie 0=uit, 1=voor aansturing door thermostaat vrijgegeven
d.75 Maximale boilerlaadtijd van een boiler zonder eigen
regeling
Instelbereik: 20, 21, …90 min fabrieksinstelling: 45 min
d.77 Boilerdeellast (vermogensbegrenzing boilerlading) in kW Fabrieksinstelling: maximaal vermogen
d.78 Boilerlaadtemperatuurbegrenzing (gewenste
aanvoertemperatuur in boilerfunctie) in °C
Instelbereik: 55 °C tot 85 °C fabrieksinstelling: 80 °C
d.80 Aantal CV-gebruiksuren
Aanwijzing:
Na een keer indrukken van de toets "i" worden de eerste 3
cijfers, na de tweede keer indrukken van de toets "i" de tweede
3 cijfers van het 6-cijferige getal (branderstarts x 100)
weergegeven.
d.81 Aantal gebruiksuren proceswater
d.82 Aantal schakelingen voor de CV-functie
d.83 Aantal schakelingen voor de warmwaterfunctie
d.84 Onderhoudsindicatie: aantal uren tot de volgende
onderhoudsbeurt
Instelbereik: 0 - 3000h en "-"
fabrieksinstelling: "-" (300 komt overeen met 3000h)
d.87 Gassoortinstelling 0=aardgas, 20/25 mbar
d.90 Digitale thermostaat herkend =1, niet herkend = 0 (eBus
adres <=10)
d.91 Status DCF bij aangesloten buitenvoeler met DCF77-
ontvanger
0: geen ontvangst; 1: ontvangst;
2: gesynchroniseerd; 3: geldig
d.93 Instelling toestelvariant DSN Instelbereik 0 ... 99 (0=80 kW, 1 =120 kW...5 =280 kW)
d.96 Fabrieksinstelling (reset van instelbare parameters naar
fabrieksinstelling)
Instelbereik: 0=uit, 1=aan default: 0
d.97 Activering van het 2e diagnoseniveau Password: 17
Tabel 9.2 Diagnosewaarden (vervolg)
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_0042
9.3 Storingsmeldingen
De fouten die in dit hoofdstuk worden beschreven, moe-
ten worden behandeld door een bevoegde technicus en
indien nodig door de dienst na verkoop.
Fout
Beschrijving Mogelijke oorzaak
Nr. "F.."
0 Onderbreking aanvoervoeler
1 Onderbreking retourvoeler
10 Kortsluiting aanvoervoeler
11 Kortsluiting retourvoeler
13 Kortsluiting boilervoeler
20 Veiligheidstemperatuurbegrenzer heeft aangesproken
22 Waterdruk te gering, watergebrek Waterdruk beneden 0,3 bar
27 "Vreemd licht" Vlam wordt herkend bij gesloten gasklep, elektronicafout
28 Geen vlam bij start Gasvoorziening ontbreekt, ontsteking of vlamdetectie
defect
29 Geen vlam tijdens de werking Storing in gasvoorziening,
30 Onderbreking ketelvoeler
31 Kortsluiting ketelvoeler
32 Toerentalafwijking te groot, ventilatortoerental buiten
tolerantie
Kabelboomfout, ventilatorfout
33 Luchtdrukschakelaar schakelt niet
37 in noodmodus, verhoging van minimaal toerental tijdelijke problemen in het luchttraject
34 Luchtdrukschakelaar schakelt niet uit (wanneer ventilator stil
staat)
42 Codeerweerstand kortsluiting Codeerweerstand kortsluiting of storing in de kabelboom
43 Codeerweerstand onderbroken Codeerweerstand onderbroken of kabelboom defect
49 eBus spanning kortgesloten
60
Storinggasklepaansturing+ Elektronicadefect
61 Storing gasklepaansturing - Elektronicadefect
62 Storing gasklepuitschakeling Elektronicadefect of vlam 4 sec. na gasafsluiting nog
herkend
63 EEPROM storing Elektronicadefect
64 ADC-fout Elektronicadefect of kortsluiting in voor veiligheid relevante
voeler
65 Elektronicatemperatuur (ASIC) te hoog Elektronicadefect
66 Elektronicafout Elektronicadefect
70 DSN-fout ID elektronica en display komen niet overeen
73 Waterdruksensorstoring Druksensor niet aangesloten of kortgesloten
74 Waterdruksensorstoring Druksensor defect of kabelonderbreking
Tabel 9.3 Storingsmeldingen
9 Verhelpen van storingen
43Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
9.4 Ontgrendeling na uitschakeling door de
veiligheidstemperatuurbegrenzer (TB)
1
Afb. 9.1 Ontgrendeling na uitschakeling door TB
Als de storingscode „F. 2 0 verschijnt, heeft de
veiligheidstemperatuurbegrenzer (TB) de HR-gasketel
wegens te hoge temperatuur automatisch uitgeschakeld.
Voor ontgrendeling gaat u als volgt te werk:
• Demonteerdefrontmantel.
• OntgrendeldeTBdooropdestift(1)tedrukken.
Spoor na het aanspreken van de TB altijd storingen op
en verhelp de storing.
9.5 Algemene aanwijzingen
Geen aanduiding op het display
Gaat de HR-gasketel niet in werking en verschijnt op het
display op het schakelveld geen aanduiding, controleer
dan eerst de volgende punten:
Elektrische aansluiting 230 V/50 Hz op aansluitstek-
ke r.
Aan/uit-schakelaar ingeschakeld?
– Zekering4ATindeketelregelingcontroleren.
e
Gevaar!
De zekering 4 AT ligt aan 230 V. Voor de con-
trole en vervanging moet de HR-gasketel span-
ningsvrij worden geschakeld.
HR-gasketel reageert niet op thermostaat
• Controleerdeverbindingtussendeaansluitingen
„Bus“ in thermostaat en HR-gasketel.
• Schakeldethermostaatuitenweerin,zodatdezede
busdeelnemers opnieuw inleest.
HR-gasketel reageert niet op 2-punts-regeling
• ControleerbijhetsysteemProEofhetschakelcontact
tussen klem 3 en 4 door de externe thermostaat werd
gesloten.
h
Aanwijzing!
Als tussen klem 3 en 4 een brug wordt ge-
plaatst en de ThermoSystem in werking gaat,
moet de externe thermostaat worden gecontro-
leerd.
HR-gasketel reageert niet op warmwatervraag
• Controleerdeinstellingenvandethermostaat.
• Controleerdelaadpomp.
• Controleerdeinstellingvandeinstelknopvoordege-
wenste boilerwaarde bij de ketelregeling
9.6 Meetwaarden van de onderdeelcomponenten
Ionisatiestroom
De ionisatiestroom bedraagt ten minste 1,5 µA.
10 Fabrieksgarantie / Aansprakelijkheid
Wij danken u omdat u voor Bulex gekozen hebt, de Euro-
pese toonaangevende fabrikant van ketels.
Bulex garandeert dit toestel tegen alle fabricage- of ma-
teriaalfouten tijdens de duur van twee jaar en tien jaar
op het verwarmingslichaam vanaf de installatie. Dit toe-
stel werd met de grootste zorg gefabriceerd en gecon-
troleerd. Het is klaar om te werken (alle nodige regelin-
gen zijn nl. in de fabriek gebeurd). De installatie moet
gebeuren door een erkende vakman, conform de bijge-
voegde installatiehandleiding, volgens de regels van de
kunst en met naleving van de officiële normen en toe-
passelijke reglementen.
De garantie dekt de reparatie en/of de vervanging van
stukken waarvan Bulex erkent dat ze defect zijn, en de
nodigewerkurenvoordereparatie.Zeisvantoepassing
als de gebruiker het toestel gebruikt als een goede huis-
vader en in de normale voorwaarden die voorzien zijn in
de gebruiksaanwijzing. Behoudens een naar behoren
schriftelijk vastgelegde bijzondere overeenkomst, is
enkel onze naverkoopdienst gemachtigd om service te
verlenen onder garantie en dit uitsluitend op het grond-
gebied van België en het Groot-Hertogdom Luxemburg.
Zonietzullendeprestatiesvanderdeningeenenkel
geval door Bulex ten laste worden genomen.
De garantie is beperkt tot de voorziene prestaties. Elke
andere vraag, ongeacht van welke aard (voorbeeld: scha-
deloosstelling voor eender welke kosten of schade ver-
oorzaakt aan de koper of aan derden enz.) is uitdrukke-
lijk uitgesloten.
De garantie is enkel van toepassing als aan de volgende
voorwaarden is voldaan:
Verhelpen van storingen 9
Fabrieksgarantie / Aansprakelijkheid 10
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
44
- Deze handleiding en de streepjescode moeten voorge-
legd worden samen met het toestel dat door de garan-
tie wordt gedekt; het verlies ervan doet de garantie
vervallen.
- De garantiebon moet volledig ingevuld, ondertekend,
afgestempeld en gedateerd zijn door de erkende in-
stallateur.
- Hij moet binnen de veertien dagen na de installatie
naarBulexteruggestuurdworden.Zonietbegintde
garantie pas te lopen vanaf de fabricagedatum van het
toestel en niet op de installatiedatum.
- Het fabricagenummer van het toestel mag niet gewij-
zigd noch op een andere manier veranderd worden,
- Het toestel mag geen enkele wijziging of aanpassing
ondergaan hebben, buiten die welke eventueel uitge-
voerd worden door personeel dat erkend wordt door
Bulex, met de originele onderdelen van Bulex, conform
de goedkeuringsnormen van het toestel in België,
- Het toestel mag niet geplaatst worden in een corrosie-
ve omgeving (chemische producten, kapperszaken,
stomerijen enz.), noch gevoed worden met agressief
water (toevoeging van fosfaten, silicaten, hardheid
lager dan 6°F).
Een interventie onder garantie brengt geen enkele ver-
lenging van de garantieperiode met zich mee. De garan-
tie geldt niet wanneer de slechte werking van het toestel
wordt veroorzaakt door:, een niet-conforme installatie,
een oorzaak buiten het toestel zoals:
- vervuilde water- of gasslangen, te lage druk, niet aan-
gepaste fluïda of wijziging van de aard en/of de karak-
teristieken van de fluïda (water, gas, elektriciteit),
- kunststof verwarmingsslangen en zonder toevoeging
van een roestweerder,
- abnormaal of verkeerdelijk gebruik, manipulatiefout
door de gebruiker, tekort aan onderhoud, kalkneerslag,
veronachtzaming, stoten, val, tekort aan bescherming
tijdens het transport, overbelasting enz.,
- vorst, overmacht enz.,
- interventie door een onbevoegde monteur,
- elektrolyse,
- gebruik van niet-originele onderdelen.
Het bezoek van de naverkoopdienst zal enkel gebeuren
op verzoek. Tijdens de eerste twee maanden van de ga-
rantieperiode zijn de verplaatsingskosten gratis indien
gerechtvaardigd. Tijdens de tweeëntwintig volgende
maanden zal een vast bedrag gelijk aan 50% van de ver-
plaatsingskosten voor pechverhelping gefactureerd wor-
den door de naverkoopdienst van Bulex.
Wordt geacht de eventuele factuur te betalen: de per-
soon die de interventie gevraagd heeft, behoudens
schriftelijke, voorafgaande toestemming van een derde
aan wie de factuur gericht moet worden.
Bij een geschil zijn enkel het Vredegerecht van het 2e
Kanton van Brussel, de Rechtbank van Eerste Aanleg of
van Koophandel en desgevallend, het Hof van Beroep
van Brussel bevoegd.
Noot voor de EU-landen:
Dit toestel werd ontworpen, erkend en goedgekeurd om
te beantwoorden aan de eisen van de Belgische markt.
Het kenplaatje aangebracht binnen in het toestel garan-
deert de oorsprong en het land waarvoor dit product be-
stemd is. Als u een afwijking op deze regel vaststelt, dan
vragen we u contact op te nemen met het dichtstbijzijn-
de agentschap van Bulex. Wij danken u bij voorbaat voor
uw medewerking.
11 Recycling en afvoer
Bij alle producten is het latere recyclen resp. het afvoe-
ren reeds een onderdeel van de productontwikkeling. De
fabrieksnormen leggen strenge eisen vast.
Bij de keuze van het materiaal wordt rekening gehouden
met de hergebruiksmogelijkheden, de demonteer- en
scheidbaarheid van materiaal en bouwgroepen en de mi-
lieu- en gezondheidsgevaren bij recycling en bij de af-
voer van het onvermijdelijk resterende materiaal, dat
niet kan worden hergebruikt.
11.1 Toestel
De HR-gasketel bestaat voor 92 % uit metallisch materi-
aal dat in staal- en hoogovenbedrijven opnieuw kan wor-
den ingesmolten en daardoor bijna onbeperkt kan wor-
den hergebruikt.
Het voor de isolatie van de boiler en andere componen-
ten gebruikte EPS (piepschuim)® EPP is herbruikbaar en
vrij van CFK's.
De gebruikte kunststoffen zijn gekenmerkt en zo voorbe-
reid op de sortering en de scheiding naar materiaalsoort
bij het recyclen.
11.2 Verpakking
De transportverpakkingen van de toestellen zijn tot op
het meest noodzakelijke gereduceerd. Bij de keuze van
de verpakkingsmaterialen wordt consequent op de mo-
gelijkheid van hergebruik gelet.
De hoogwaardige kartonnen verpakkingen zijn allang
een begeerde secundaire grondstof van de karton- en
papierindustrie.
Het gebruikte EPS en EPP (piepschuim)® is nodig voor
de bescherming van de producten tijdens het transport.
EPS is herbruikbaar en vrij van CFK's.
Ook de folie en omsnoeringsbanden zijn van kunststof,
die kan worden hergebruikt.
10 Fabrieksgarantie / Aansprakelijkheid
11 Recycling en afvoer
45
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
12 Technische gegevens
Voorwa-
arde
Eenheid TS 80/3 TS 120/3 TS 160/3 TS 200/3 TS 240/3 TS 280/3
Nominaal warmtevermogensbereik 80/60 kW 13,6 -78,2 21,3 -113,4 26,2 -156,5 43,1 -196,8 47,0 -236,2 51,0 -275,5
60/40 kW 14,1 - 80,4 22,1 - 116,5 27,1 - 160,8 44,2 - 201,0 48,2 - 241,2 52,3 - 281,4
40/30 kW 14,7 - 84,1 23,1 - 121,8 28,4 - 168,2 46,2 - 210,2
50,4 - 252,2
54,7 - 294,3
Max. nominale warmtebelasting H
i
kW 80,0 115,9 160,0 200,0 240,0 280,0
Min. nominale warmtebelasting H
i
kW 14,0 22,0 27,0 44,0 48,0 52,0
Categorie - I
2E(R)B
Gasaansluitdruk (15 °C, 1013 mbar) G20 mbar 20
G25 mbar 25
Rookgasmassastroom G20 m
3
/h 8,5 12,3 16,9 21,2 25,4 29,6
G25 m
3
/h 9,8 14,8 19,7 24,6 29,5 34,5
Rookgastemperatuur
(bij T
V
/T
R
= 80/60 °C)
Q
min
g/s 6,3 10,0 12,2 19,9 21,7 23,5
Q
max
g/s 35,4 51,2 70,7 88,4 106,1 123,8
Rookgastemperatuur min. °C 60 - 65
max. °C 65 - 70
Nominaal CO
2
(G20/G25) Q
min
Vol% 9,0
Q
max
Vol% 9,3
Restopvoerdruk Pa 100,0 100,0 150,0
150,0 150,0 150,0
NOx-klasse - 5
NOx-emissie mg/kWh < 60
CO-emissie mg/kWh <20
CV
Nominaal rendement (stationair) 80/60 % 97,8 98,4
60/40 % 100,5
50/30 % 103,0
40/30 % 105,1
Normrendement (met betrekking tot
instelling op nominaal vermogen)
75/60 % 106,0
40/30 % 110
30% rendement % 108,4 108,2
Sterbeoordeling WR 92/42 - ****
Max. aanvoertemperatuur temp. °C 85
Instelbare aanvoertemperatuur °C 35-85
Max. werkdruk bar 6
Ketelinhoud l 5 ,74 8,07 10,4 12,73 15,05 17,37
Nominaal circulatiewatervolume t = 20K m3/h 3,44 4,99 6,88 8,60 10,33 12,05
Drukverlies t = 20K mbar 80 85 90 95 100 105
Condenswaterdebiet 40/30 l/h 13 20 27 34 40 47
Stilstandsverlies 70°C % <0,4
Elektrische uitrusting
Nominale spanning V/Hz 230 / 50
Max. opgenomen elektr. vermogen W 260 260 320 320 320 320
Elektr. opgenomen vermogen standby W 8
Beschermklasse - IP 20
ingebouwde zekering - 4 AT
Afmetingen en gewichten
Hoogte mm 1285
Breedte mm 695
Diepte mm 1240 1550
Montagegewicht kg 200 220 235 275 295 310
Gewicht gebruiksklaar
kg 210 235 255 300 320 340
Verwarmingsaansluiting - R2“
Condenswateraansluiting Ø mm 21
Gasaansluiting - R 1 1/2“
Rookgas-/verbrandingsluchtaansluiting mm 150 / 130 200 / 130
Overige
Toegelaten installatietypes - B23, B23P, C13, C33, C43, C53, C83, C93
CE-registratienr.(PIN) - CE-0063BT3039
Nationaal keurmerk registratienr. - NOx BE BT008
Technische gegevens 12
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_0046
Conformiteitsverklaring
47Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
13 Beschrijving
verbrandingsluchttoevoer/
rookgasafvoer
13.1 CE-markering
De HR-gasketels ThermoSystem zijn overeenkomstig de
EG-richtlijn gastoestellen 90/396/EEG gecertificeerd als
CV-ketelsystemen met bijbehorend rookgasafvoersys-
teem. Deze montagehandleiding is bestanddeel van de
certificering en wordt geciteerd in het typekeuringscerti-
ficaat. Wanneer de uitvoeringsbepalingen van deze mon-
tagehandleiding worden nageleefd, wordt de bruikbaar-
heid van de door Bulex artikelnummers aangegeven pro-
ducten voor verbrandingsluchttoevoer/rookgasafvoer
aangetoond.
13.2 Gebruik volgens de voorschriften
De verbrandingsluchttoevoer-/rookgasafvoersystemen
voor ThermoSystem zijn gebouwd volgens de huidige
stand van de techniek en de erkende veiligheidsvoor-
schriften. Toch kunnen er bij ondeskundig of oneigenlijk
gebruik (levens)gevaarlijke situaties voor de gebruiker of
derden resp. beschadigingen aan het toestel en andere
voorwerpen ontstaan. De in deze handleiding genoemde
verbrandingsluchttoevoer-/rookgasafvoersystemen voor
ThermoSystem mogen alleen in combinatie met deze
ketel worden gebruikt.
Een ander of daarvan afwijkend gebruik geldt als niet
volgens de voorschriften en voor hieruit resulterende
schade kan de fabrikant/leverancier beslist niet aanspra-
kelijk worden gesteld. Het risico dragen in een dergelijk
geval uitsluitend de uitvoerende installateur en de ge-
bruiker. Tot het gebruik volgens de voorschriften be-
hoort ook het in acht nemen van de aanvullend gelden-
de documenten.
14 Aanvullende veiligheidsaanwijzingen
en voorschriften voor
verbrandingslucht-/
rookgastoebehoren
14.1 Veiligheidsaanwijzingen
Vóór de montage van de verbrandingsluchttoevoer/rook-
gasafvoer moet u het plaatselijke energiebedrijf infor-
meren.
d
Gevaar!
Vergiftigingsgevaar door ontsnappend rookgas
bij verkeerde montage!
De verbrandingsluchttoevoer-/rookgasafvoer-
systemen mogen alleen geïnstalleerd worden
door een erkend installateur. Deze is ook ver-
antwoordelijk voor de correcte installatie. Neem
verder goed nota van de voorschriften, regels en
richtlijnen die zijn vermeld in de installatie-
handleiding van het toestel.
Gevaar!
Levensgevaar door vergiftiging door naar buiten
stromende rookgassen!
Alle openingen van de verbrandingsluchttoe-
voer/rookgasafvoer die voor inspectiedoeleinden
geopend kunnen worden, moeten vóór inbe-
drijfstelling en tijdens de werking gesloten zijn.
De openingen mogen alleen door de installateur
worden geopend.
Gevaar!
Verstikkingsgevaar!
De plaatsingsruimte moet afhankelijk van het
ketelvermogen een naar buiten lopende ventila-
tie-opening van 220 cm2 tot 640 cm2 hebben,
omdat de rookgasleiding in de ruimte niet voor-
zien is van een ventilatiemogelijkheid.
Bij een ketelvermogen boven 50 kW moet bo-
venop de anders noodzakelijke 200 cm
2
de
doorsnede met 2 cm
2
per kW worden vergroot.
80 kW -> 220 cm
2
120 kW -> 300 cm
2
160 kW -> 390 cm
2
200 kW -> 470 cm
2
240 kW -> 560 cm
2
280 kW -> 640 cm
2
Beschrijving verbrandingsluchttoevoer/rookgasafvoer 13
Aanvullende veiligheidsaanwijzingen en voorschriften
voor verbrandingslucht-/rookgastoebehoren 14
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
48
a
Attentie!
Corrosiegevaar in het rookgasafvoersysteem!
De verbrandingslucht die het toestel krijgt aan-
gevoerd, moet vrij zijn van chemische stoffen
die bijv. fluor, chloor of zwavel bevatten. Sprays,
oplos- of reinigingsmiddelen, verf en lijm kunnen
dergelijke stoffen bevatten die bij gebruik van
het toestel in het ongunstigste geval kunnen
leiden tot corrosie in het rookgasafvoersysteem.
Voor de installatie van de rookgasafvoer mag u
alleen de betreffende delen van Bulex gebruiken.
Attentie!
Beschadiging van elektronica en brandgevaar
door blikseminslag!
Als het gebouw is voorzien van een bliksembe-
veiligingsinstallatie, moet de verbrandings-
lucht-/rookgasbuis in de bliksembeveiliging wor-
den opgenomen. De verticale rookgasleiding
moet worden opgenomen in de potentiaalveref-
fening, wanneer deze materialen van metaal
bevat.
Attentie!
Functiestoringen van het toestel door belemme-
ring van de verbrandingslucht-/rookgasstro-
ming!
Let er tijdens de montage op, dat geen spanen,
mortelresten enz. in de verbrandingsluchttoe-
voer/rookgasafvoer blijven zitten.
Attentie!
Functiestoringen en uitstromend condenswater
door lekkages in het rookgastraject!
De afdichtingen zijn gevoelig voor vetten op
basis van minerale olie. Deze mogen daarom
niet worden ingevet. Gebruik indien nodig uit-
sluitend water om de montage te vergemakkelij-
ken.
Attentie!
Brandgevaar!
De rookgasleiding moet buiten de schacht een
minimumafstand van 5 cm tot brandbare onder-
delen hebben.
14.2 Voorschriften voor de installatie
Neem voor uitvoering van het rookgasafvoersysteem
goed nota van de plaatselijke wetten en richtlijnen.
Verder moet goed nota worden genomen van de voor-
schriften, regels en richtlijnen die zijn vermeld in de in-
stallatiehandleiding van het betreffende toestel.
- Tussen de concentrische verbrandingsluchttoevoer/
rookgasafvoer resp. de bijbehorende verlengbuis en
onderdelen van brandbare materialen hoeft geen af-
stand gehouden te worden, aangezien bij nominaal
verwarmingsvermogen van het toestel de temperatu-
ren bij de oppervlakken van aangrenzende onderdelen
niet hoger kunnen worden dan 85°C.
- Als het gebouw is voorzien van een bliksembeveili-
gingsinstallatie, moet de verbrandingslucht-/rookgas-
buis door de bouwer van de bliksembeveiligingsinstal-
latie in de bliksembeveiliging worden opgenomen.
- Bij een montage van de verbrandingsluchttoevoer/
rookgasafvoer door de dakhuid moet er rekening mee
worden gehouden, dat de in het rookgas aanwezige
waterdamp onder ongunstige weersomstandigheden
kan neerslaan als ijs op het dak of op de dakkapellen.
Er moet op de montageplaats voor worden gezorgd,
dat dit gevormde ijs niet van het dak kan glijden. Mon-
teer hiervoor evt. veiligheidsvoorzieningen.
- Tijdens de montage mogen geen spanen, mortelresten
enz. in de verbrandingsluchttoevoer/rookgasafvoer
achterblijven.
- Let er bij de installatie van het rookgasafvoersysteem
op dat u uitsluitend rookgasbuizen van hetzelfde mate-
riaal gebruikt.
14 Aanvullende veiligheidsaanwijzingen en voorschriften
voor verbrandingslucht-/rookgastoebehoren
49
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
15 Gekeurde en toegelaten
verbrandingslucht-/
rookgasleidingen – onafhankelijk van
de omgevingslucht
In dit hoofdstuk worden de voorwaarden beschreven
waaronder u de ThermoSystem ketels mag aansluiten op
verbrandingsluchttoevoer-/rookgasafvoerleidingen.
15.1 Beschrijving
- Met de HR-gasketel gekeurde en toegelaten verbran-
dingslucht-/rookgasleidingen
- Van de omgevingslucht onafhankelijke werking
15.2 Gekeurde en toegelaten verbrandingsluchttoe-
voer-/rookgasafvoersystemen
Model
Afmetingen
Referentie
Aanpassingsstuk 150 mm - 130 mm
130 mm
150 mm
153 mm
0020084578
Concentrische horizontale geveldoorvoer
200 mm
150 mm
400 mm
400 mm
485 mm
385 mm
1130 mm
485
300mm
7041063
Concentrische verticale geveldoorvoer
(dakdoorvoer)
150 mm
220 mm
150 mm
112 mm
2
2
0
mm
1085 mm 790 mm
7041064
Kit doorgang plat dak
520 mm
228 mm
150 mm
7041065
Kit doorgang schuin dak
met loden slab
700 mm
700 mm
220 mm
7041066
Tabel 15.1 Toebehoren voor verbrandingsluchttoevoeren/rook-
gasafvoeren
Gekeurde en toegelaten verbrandingslucht-/rookgasleidingen –
onafhankelijk van de omgevingslucht 15
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_0050
Hierna worden vier mogelijkheden van de verbrandings-
luchttoevoer/rookgasafvoer beschreven:
- verbrandingslucht-/rookgasleiding voor van de omge-
vingslucht onafhankelijke werking, verbrandingslucht
uit de schacht
- verbrandingslucht-/rookgasleiding voor van de omge-
vingslucht onafhankelijke werking, verbrandingslucht
door de buitenmuur
- verbrandingslucht-/rookgasleiding voor van de omge-
vingslucht onafhankelijke werking, verbrandingslucht
en rookgasafvoer via dak
- verbrandingslucht-/rookgasleiding voor van de omge-
vingslucht onafhankelijke werking, verbrandingslucht
door de buitenmuur, rookgasleiding op de gevel
a
Attentie!
Neem goed nota van de maximale buislengtes
die in de betreffende hoofdstukken worden ge-
noemd. Te grote buislengtes leiden tot storingen
van de HR-ketel.
Attentie!
Let erop of het nodig is dat de rookgasleiding
een verhoogde weerstand tegen warmtedoor-
gang moet hebben voor het leggen in de koude
ruimte. Anders kan er bij lage temperaturen ijs-
vorming in de rookgasleiding optreden.
Attentie!
De luchttoevoer moet zodanig zijn uitgevoerd
dat geen regenwater in de ketel kan komen. Bin-
nenkomend regenwater kan leiden tot kortslui-
ting van elektrische onderdelen en tot corrosie
in het toestel.
Attentie!
Brandgevaar!
De rookgasleiding moet buiten de schacht een
minimumafstand van 5 cm tot brandbare onder-
delen hebben. Dit geldt niet voor rookgasleidin-
gen die conform hun classificatie een geringere
afstand toelaten.
Attentie!
De afstand tussen de monding van de rookgas-
leiding en het dakoppervlak moet ten minste
1 m bedragen, zodat er geen storingen van de
verbranding optreden door winddruk.
15.3 Verbrandingslucht-/rookgasleiding – onafhan-
kelijk van de omgevingslucht, verbrandings-
lucht uit de schacht
L
1
L
2
L
3
min . 1 m
Afb. 15.1 Verbrandingslucht-/rookgasleiding - onafhankelijk van
de omgevingslucht, verbrandingslucht uit de schacht
15 Gekeurde en toegelaten verbrandingslucht-/rookgasleidingen –
onafhankelijk van de omgevingslucht
51Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
Toesteltype
Minimum
schachtdoorsnede
Maximale totale buislengte (L
1
+ L
2
+ L
3
)
DN 130 DN 140 DN 150 DN 200
ThermoSystem
HR TS 80/3
rond:DN+60mm
hoekig:DN+40mm
27,2 34,7 43,6
rond:DN+80mm
hoekig:DN+60mm
30,0 30,0 50,0
ThermoSystem
HR TS 120/3
rond:DN+60mm
hoekig:DN+40mm
10,0 12,4 15,0
rond:DN+80mm
hoekig:DN+60mm
24,0 30,0 44,6
rond:DN+100mm
hoekig:DN+80mm
30,0 30,0 50,0
ThermoSystem
HR TS 160/3
rond:DN+60mm
hoekig:DN+40mm
8,0 9,8 11,8
rond:DN+80mm
hoekig:DN+60mm
18,2 24,3 31,3
rond:DN+100mm
hoekig:DN+80mm
28,4 30,0 50,0
ThermoSystem
HR TS 200/3
rond:DN+60mm
hoekig:DN+40mm
14,1
rond:DN+80mm
hoekig:DN+60mm
44,9
rond:DN+100mm
hoekig:DN+80mm
50,0
ThermoSystem
HR TS 240/3
rond:DN+60mm
hoekig:DN+40mm
9,3
rond:DN+80mm
hoekig:DN+60mm
28,1
rond:DN+100mm
hoekig:DN+80mm
50,0
ThermoSystem
HR TS 280/3
rond:DN+60mm
hoekig:DN+40mm
6,5
rond:DN+80mm
hoekig:DN+60mm
19,3
rond:DN+100mm
hoekig:DN+80mm
43,4
rond:DN+120mm
hoekig:DN+100mm
50,0
Max. lengte van de horizontale leidingen: telkens 4 m verbrandingsluchtleiding en 2 x 87°-bochtstukken en 4 m rookgasleiding en
2 x 87°-bochtstukken
Minimum diameter van de verbrandingsluchtleiding 150 mm
Tabel 15.2 Maximale totale buislengtes (verbrandingslucht uit
de schacht)
Gekeurde en toegelaten verbrandingslucht-/rookgasleidingen –
onafhankelijk van de omgevingslucht 15
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
52
15.4 Verbrandingslucht-/rookgasleiding – onafhan-
kelijk van de omgevingslucht, verbrandings-
lucht door de buitenmuur
L
1
L
2
L
4
L
3
min . 1 m
Afb. 15.2 Verbrandingslucht-/rookgasleiding – onafhankelijk van
de omgevingslucht, verbrandingslucht door de buiten-
muur
Toesteltype
Minimum
schachtdoorsnede
Maximale totale buislengte (L
1
+ L
2
+ L
3
+ L
4
)
DN 130 DN 140 DN 150 DN 200
ThermoSystem HR TS 80/3
rond:DN+60mm
hoekig:DN+40mm
30,0 30,0 50,0
ThermoSystem HR TS 120/3
rond:DN+60mm
hoekig:DN+40mm
30,0 30,0 50,0
ThermoSystem HR TS 160/3
rond:DN+60mm
hoekig:DN+40mm
30,0 30,0 50,0
ThermoSystem HR TS 200/3
rond:DN+60mm
hoekig:DN+40mm
50,0
ThermoSystem HR TS 240/3
rond:DN+60mm
hoekig:DN+40mm
50,0
ThermoSystem HR TS 280/3
rond:DN+60mm
hoekig:DN+40mm
50,0
Max. lengte van de horizontale leidingen: telkens 4 m verbrandingsluchtleiding en 2 x 87°-bochtstukken en 4 m rookgasleiding en
2 x 87°-bochtstukken
Minimum diameter van de verbrandingsluchtleiding 150 mm
Tabel 15.3 Maximale totale buislengtes (verbrandingslucht door
de buitenmuur)
15 Gekeurde en toegelaten verbrandingslucht-/rookgasleidingen –
onafhankelijk van de omgevingslucht
53
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
15.5 Verbrandingslucht-/rookgasleiding – onafhan-
kelijk van de omgevingslucht, verbrandings-
lucht en rookgasafvoer via dak
L
1
L
4
L
2
L
5
L
3
min . 1 m
Afb. 15.3 Verbrandingslucht-/rookgasleiding – onafhankelijk van
de omgevingslucht, verbrandingslucht en rookgasaf-
voer via dak
Toesteltype Maximale totale buislengte (L
1
+ L
2
+ L
3
+ L
4
+ L
5
)
DN 130 DN 140 DN 150 DN 200
ThermoSystem HR TS 80/3 30,0 30,0 50,0
ThermoSystem HR TS 120/3 30,0 30,0 50,0
ThermoSystem HR TS 160/3 30,0 30,0 50,0
ThermoSystem HR TS 200/3 50,0
ThermoSystem HR TS 240/3 50,0
ThermoSystem HR TS 280/3 50,0
Max. lengte van de horizontale leidingen: telkens 4 m verbrandingsluchtleiding en 2 x 87°-bochtstukken en 4 m rookgasleiding en
2 x 87°-bochtstukken
De verbrandingsluchtleiding heeft ten minste dezelfde diameter als de rookgasleiding.
Minimale weerstand tegen warmtedoorgang van de rookgasleiding in de koude ruimte 0,4 m
2
K/W
Tabel 15.4 Maximale totale buislengtes (verbrandingslucht en
rookgasafvoer via dak)
De afstand tussen de opening van de verbrandingslucht-
buis en het dakoppervlak moet ten minste 0,5 m bedra-
gen, zodat er geen storingen door sneeuw kunnen optre-
den.
De monding van de rookgasleiding moet ten minste 0,5
m boven de verbrandingsluchtleiding liggen, zodat er
geen storingen door rookgasrecirculatie kunnen optre-
den.
Gekeurde en toegelaten verbrandingslucht-/rookgasleidingen –
onafhankelijk van de omgevingslucht 15
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_0054
15.6 Verbrandingslucht-/rookgasleiding – onafhan-
kelijk van de omgevingslucht, verbrandings-
lucht door de buitenmuur, rookgasleiding op
de gevel
L
1
L
4
L
2
L
3
min . 1 m
Afb. 15.4 Verbrandingslucht-/rookgasleiding - onafhankelijk van
de omgevingslucht, verbrandingslucht door de buiten-
muur, rookgasleiding op de gevel
Toesteltype Maximale totale buislengte (L
1
+ L
2
+ L
3
+ L
4
)
DN 130 DN 140 DN 150 DN 200
ThermoSystem HR TS 80/3 30,0 30,0 50,0
ThermoSystem HR TS 120/3 30,0 30,0 50,0
ThermoSystem HR TS 160/3 30,0 30,0 50,0
ThermoSystem HR TS 200/3 50,0
ThermoSystem HR TS 240/3 50,0
ThermoSystem HR TS 280/3 50,0
Max. lengte van de horizontale leidingen: telkens 4 m verbrandingsluchtleiding en 2 x 87°-bochtstukken en 4 m rookgasleiding en
2 x 87°-bochtstukken
Minimum diameter van de verbrandingsluchtleiding 150 mm
Minimale weerstand tegen warmtedoorgang van de rookgasleiding in de koude ruimte 0,4 m
2
K/W
Tabel 15.5 Maximale totale buislengtes (verbrandingslucht door
de buitenmuur, rookgasleiding op de gevel)
15 Gekeurde en toegelaten verbrandingslucht-/rookgasleidingen –
onafhankelijk van de omgevingslucht
55Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
16 Afvoer
Zorgervoordatdeverbrandingsluchttoevoer/rookgasaf-
voer op correcte wijze worden afgevoerd.
h
Aanwijzing
Neem de geldende nationale wettelijke voor-
schriften in acht
Garantie 16
Afvoer 17
0020080029
Bulex
ChausséedeMons,1425
Bergensesteenweg,1425
1070Bruxelles-Brussel
Téléphone:025551313
Télécopie:025551314
SiteInternet:www.bulex.be
0020080029_00_BEnl - 08/09 Onder voorbehoud van technische wijzigingen
51

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Bulex TS 160-3 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Bulex TS 160-3 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 5,26 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Bulex TS 160-3

Bulex TS 160-3 Bijvullen ketel - Nederlands - 2 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info