461135
9
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/60
Pagina verder
Gebruiksaanwijzing en
Installatiehandleiding
ISOTWIN C 25
ISOTWIN C 30
ISOTWIN F 25 H-MOD
ISOTWIN F 30 H-MOD
GASWANDKETEL + DYNAMISCHE BOILER
1
Gebruiksaanwijzing
Gebruiksaanwijzing
Inhoudstafel
1 Algemeenheden .............................................................................2
2
Bewaren van de documenten ........................................................2
3
Veiligheid ........................................................................................2
3.1 Wat doen als u gas ruikt ? ..........................................................................2
3.2 Veiligheidsinstructies en voorschriften .......................................................2
4 Fabrieksgarantie / Aansprakelijkheid .............................................3
5
Conform gebruik van het toestel ....................................................5
6
Gewoon onderhoud ........................................................................5
7 Recyclage
en afvoer ......................................................................5
8 Gebruik van het toestel ..................................................................
6
8.1 Bedieningspaneel .......................................................................................6
8.2 Display ........................................................................................................6
8.3 Inbedrijfstelling ...........................................................................................7
8.4 Beschrijving van de verklikkers van het bedieningspaneel ........................7
8.5 Keuze van de werkwijze .............................................................................7
8.6 Regeling van de temperatuur .....................................................................8
8.7 Buitendienststelling ....................................................................................8
9 Opsporen en verhelpen van storingen ...........................................9
10 Bescherming van de ketel tegen bevriezing ................................
10
10.1 Bescherming van de ketel tegen bevriezing .............................................10
10.2 Bescherming van de installatie tegen bevriezing .....................................10
11 Onderhoud / dienst na verkoop ....................................................10
NB : Montage und Bedienungsanleitungen sind verfügbar in Deutschen
2
1 Algemeenheden
De ISOTWIN-ketel heeft een dubbele functie
(centrale verwarming + dynamische boiler).
Model C moet aangesloten worden aan
een rookgasafvoerbuis met natuurlijke trek
(schoorsteen). Het is uitgerust met een
veiligheidsvoorziening tegen terugslag van
de rookgassen (TTB) die de gastoevoer
in de brander onderbreekt in geval van
verstopping van de rookgasafvoer.
Model F, van het hermetische type
(«gesloten»), is uitgerust met een
voorziening om lucht aan te voeren en
verbrandingsproducten af te voeren,
«luchtpijp» genoemd. Deze voorziening
maakt het mogelijk het toestel in eender
welke kamer te installeren. In geval van
slechte werking of verstopping van de
luchtpijp, stopt een pressostaat de werking
van het toestel.
De installatie en de eerste ingebruik-
name van het toestel moeten door een
erkend vakman gebeuren. Deze is ervoor
verantwoordelijk dat de installatie en de in-
gebruikname in overeenstemming zijn met
de in voege zijnde reglementeringen.
Het spreekt voor zich dat u voor een
herstelling of onderhoud van het toestel
beroep doet op een erkend vakman.
Meerdere toebehoren zijn speciaal voor
uw toestel ontwikkeld door Bulex in functie
van de karakteristieken van uw installatie.
Aarzel niet om aan uw gebruikelijke
detailhandelaar de gedetailleerde lijst van
de toebehoren te vragen of surf naar
www.bulex.com.
2 Bewaren van de documenten
Bewaar deze handleiding alsook alle
documenten die meegeleverd zijn
binnen handbereik, zodat u deze kunt
raadplegen indien nodig.
Wij wijzen alle verantwoordelijkheid af
ingeval van schade veroorzaakt door de
niet naleving van de instructies in deze
handleiding.
3 Veiligheid
3.1 Wat doen als u gas ruikt ?
Het licht niet aansteken of uitdoen.
Geen elektrische schakelaar bedienen.
Geen telefoon gebruiken in de risicozone.
Geen open vuur ontsteken (bij-
voorbeeld aansteker of lucifer)
Niet roken.
De gaskraan dichtdraaien.
Deuren en vensters openen.
De andere bewoners op de hoogte
brengen.
De gasmaatschappij of uw gekwaliceerde
vakman op de hoogte brengen.
3.2
Veiligheidsinstructies en
voorschriften
Volg strikt de volgende
veiligheidsinstructies en voorschriften :
Gebruik geen sprays, oplosmiddelen,
chloorhoudende reinigingsmiddelen,
verf, lijm enz. in de omgeving van het
toestel. Deze stoffen kunnen onder
ongunstige omstandigheden tot corrosie
– ook in het rookgassysteem – leiden.
Explosieve of licht ontvlambare
stoffen (b.v. benzine, verf etc.) niet in
de opstellingsruimte van het toestel
gebruiken of opslaan.
Zet de veiligheidsvoorzieningen in geen
geval buiten werking of probeer ze
niet te omzeilen om de goede werking
van het toestel niet in het gedrang te
brengen.
3
Gebruiksaanwijzing
Daarom geen veranderingen uitvoeren:
- aan het toestel
- in de omgeving van het toestel
- aan de toevoerleidingen voor gas,
toevoerlucht, water en stroom
- alsook aan de afvoerleidingen voor
rookgas
Voer nooit zelf onderhoud of reparaties
uit op het toestel.
Als u een waterlek ontdekt, draai dan
onmiddellijk de koudwatertoevoer van
het toestel dicht en laat het lek herstellen
door een gekwaliceerde vakman.
Beschadig of verwijder de zegels die op
bepaalde onderdelen zijn aangebracht
niet.
Wijzig de technische en
architectonische voorwaarden in de
buurt van het toestel niet, aangezien
deze een invloed kunnen uitoefenen op
de bedrijfszekerheid van het toestel.
Attentie ! We raden aan om
waakzaam te zijn bij de regeling
van de warmwatertemperatuur:
het water dat uit de tapkranen
komt kan heel warm zijn.
Bijvoorbeeld:
Model C:
Sluit de ventilatie- of afvoeropeningen
in deuren, plafonds, vensters
en muren NIET af. Bedek de
verluchtingsopeningen bijvoorbeeld
niet af met kledingstukken. Vermijd de
verluchtingsopeningen onderaan een
deur af te dichten of te vernauwen door
bijvoorbeeld vloerbedekking aan te
brengen.
Belemmer de luchttoevoer naar het
toestel vooral niet als u wandkasten,
legplanken andere soortgelijke
meubels onder het toestel aanbrengt.
Als u een meubel wilt bouwen om
het toestel in te plaatsen, moet u de
uitvoeringsvoorschriften naleven en
een vakman raadplegen.
Bij de plaatsing van vensters zonder
ventilatievoorziening moet u samen
met uw vakman altijd zorgen voor
een voldoende luchttoevoer naar het
toestel.
Plaats geen ventilatietoestellen
of verwarmingsinstallaties met
warme lucht die lucht gebruiken met
behulp van afzuigventilatoren, bv.
droogautomaten of afzuigkappen, in het
lokaal waar het toestel is geïnstalleerd.
Model F:
De luchtgaten in de gevels buiten
het gebouw die bestemd zijn voor
de luchttoevoer en de afvoer van de
rookgassen moeten altijd vrij blijven.
Zorg er bijvoorbeeld voor om de
voorwerpen die gebruikt werden om
de openingen af te dekken tijdens
werkzaamheden aan de buitengevels,
achteraf weg te nemen.
4 Fabrieksgarantie /
Aansprakelijkheid
Wij danken u omdat u voor Bulex gekozen
hebt, de Europese leidinggevende
fabrikant van gaswandketels.
Bulex garandeert dit toestel tegen alle
fabricage- of materiaalfouten tijdens de
duur van twee jaar vanaf de installatie.
Dit toestel werd met de grootste zorg
gefabriceerd en gecontroleerd.
Het is klaar om te werken (alle nodige
regelingen zijn nl. in de fabriek gebeurd).
4
De installatie moet gebeuren door een
erkende vakman, conform de bijgevoegde
installatiehandleiding, volgens de regels
van de kunst en met naleving van
de ofciële normen en toepasselijke
reglementen.
De garantie dekt de reparatie en/of de
vervanging van stukken waarvan Bulex
erkent dat ze defect zijn, en de nodige
werkuren voor de reparatie. Ze is van
toepassing als de gebruiker het toestel
gebruikt als een goede huisvader en in
de normale voorwaarden die voorzien
zijn in de gebruiksaanwijzing. Behoudens
een naar behoren schriftelijk vastgelegde
bijzondere overeenkomst, is enkel
onze dienst na verkoop gemachtigd om
service te verlenen onder garantie en dit
uitsluitend op het grondgebied van België
en het Groot-Hertogdom Luxemburg.
Zo niet zullen de prestaties van derden
in geen enkel geval door Bulex ten laste
worden genomen.
De garantie is beperkt tot de voorziene
prestaties. Elke andere vraag, ongeacht van
welke aard (voorbeeld: schadeloosstelling
voor eender welke kosten of schade
veroorzaakt aan de koper of aan derden
enz.) is uitdrukkelijk uitgesloten.
De garantie is enkel van toepassing als
aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Deze handleiding en de streepjescode
moeten voorgelegd worden samen
met het toestel dat door de garantie
wordt gedekt; het verlies ervan doet de
garantie vervallen.
De garantiebon, te vinden op het
laatste luik van deze handleiding,
moet volledig ingevuld, ondertekend,
afgestempeld en gedateerd zijn door de
erkende installateur.
Hij moet binnen de veertien dagen na
de installatie naar Bulex teruggestuurd
worden. Zo niet begint de garantie
-
-
-
pas te lopen vanaf de fabricagedatum
van het toestel en niet op de
installatiedatum.
Het fabricagenummer van het toestel
mag niet gewijzigd noch op een andere
manier veranderd worden,
Het toestel mag geen enkele wijziging of
aanpassing ondergaan hebben, buiten
die welke eventueel uitgevoerd worden
door personeel dat erkend wordt door
Bulex, met de originele onderdelen van
Bulex, conform de goedkeuringsnormen
van het toestel in België,
Het toestel mag niet geplaatst worden
in een corrosieve omgeving (chemische
producten, kapperszaken, stomerijen
enz.), noch gevoed worden met agressief
water (toevoeging van fosfaten, silicaten,
hardheid lager dan 6°F).
Een interventie onder garantie brengt
geen enkele verlenging van de
garantieperiode met zich mee.
De garantie geldt niet wanneer de slechte
werking van het toestel wordt veroorzaakt
door :
een niet-conforme installatie,
een oorzaak buiten het toestel zoals :
- vervuilde water- of gasslangen, te
lage druk, niet aangepaste uïda
of wijziging van de aard en/of de
karakteristieken van de uïda (water,
gas, elektriciteit),
- kunststof verwarmingsslangen
en zonder toevoeging van een
roestweerder,
- abnormaal of verkeerdelijk gebruik,
manipulatiefout door de gebruiker,
tekort aan onderhoud, kalkneerslag,
veronachtzaming, stoten, val, tekort
aan bescherming tijdens het transport,
overbelasting enz.,
- vorst, overmacht enz.,
- interventie door een onbevoegde
monteur,
-
-
-
-
-
5
Gebruiksaanwijzing
- elektrolyse,
- gebruik van niet-originele onderdelen.
Het bezoek van de dienst na verkoop
zal enkel gebeuren op verzoek.
Tijdens de eerste twee maanden
van de garantieperiode zijn de
verplaatsingskosten gratis indien
gerechtvaardigd.
Tijdens de tweeëntwintig volgende
maanden zal een vast bedrag gelijk aan
50% van de verplaatsingskosten voor
pechverhelping gefactureerd worden door
de dienst na verkoop van Bulex.
Wordt geacht de eventuele factuur te
betalen: de persoon die de interventie
gevraagd heeft, behoudens schriftelijke,
voorafgaande toestemming van een derde
aan wie de factuur gericht moet worden.
Bij een geschil zijn enkel het Vredegerecht
van het 2e Kanton van Brussel, de
Rechtbank van Eerste Aanleg of van
Koophandel en desgevallend, het Hof van
Beroep van Brussel bevoegd.
Noot voor de EU-landen :
Dit toestel werd ontworpen, erkend en
goedgekeurd om te beantwoorden aan de
eisen van de Belgische markt.
Het kenplaatje aangebracht binnen in het
toestel garandeert de oorsprong en het
land waarvoor dit product bestemd is.
Als u een afwijking op deze regel vaststelt,
dan vragen we u contact op te nemen
met het dichtstbijzijnde agentschap van
Bulex. Wij danken u bij voorbaat voor uw
medewerking.
5 Conform gebruik van het toestel
De ISOTWIN-ketels zijn vervaardigd
conform de recentste technische
ontwikkelingen en de toepasselijke
technische veiligheidsvoorschriften.
De ISOTWIN-ketels zijn speciaal
bestemd voor de productie van warm
water met behulp van gasenergie. Alle
andere gebruik wordt als niet-conform
beschouwd.
De fabrikant/leverancier zal in geen geval
aansprakelijk zijn voor schade ten gevolge
van niet-conform gebruik. Elk risico wordt
volledig gedragen door de gebruiker.
Het conforme gebruik omvat ook
het naleven van de instructies en
aanduidingen uit de gebruikshandleiding
en de installatiehandleiding en van alle
toepasselijke bijkomende documenten,
net als het naleven van de inspectie- en
onderhoudsvoorwaarden.
6 Gewoon onderhoud
Reinig de bekleding van uw toestel met
een vochtige doek en een beetje zeep.
Gebruik geen schurende of
reinigingsproducten aangezien deze de
bekleding of de kunststof onderdelen
kunnen beschadigen.
7 Recyclage en afvoer
Het toestel bestaat grotendeels uit
recycleerbare materialen.
De verpakking, het toestel en de
inhoud van het colli mogen niet
bij het huishoudelijk afval terecht
komen, maar moeten conform
de vigerende reglementering
worden verwerkt.
6
8 Gebruik van het toestel
8.1 Bedieningspaneel
8
9
1 2 3
4 5 6
7 10
Legenda
1 Terugslagknop (reset)
2 Foutmelder
3 Verklikkerlichtje werking van de brander
4 Display
5 Verklikkerlichtje werking van het toestel
6 Aan/uit-knop
7 Regeling van de temperatuur van het
water in de sanitaire kring
8.2 Display
bar
COD. VAL.
1
2
Legenda
1 Weergave van de installateur/DNV-menu’s
2 Multifunctionele indicatie
8.2.1 Weergave van de installateur/
DNV-menu’s
wordt weergegeven bij regelingen
bestemd voor de installateurs/DNV
8.2.2 Multifunctionele indicatie
weergave van de druk in de
verwarmingskring
geeft de temperatuur weer van
het water in de verwarmingskring
wanneer warmte wordt gevraagd
voor de verwarming
wordt weergegeven bij de
regeling van de temperatuur van
het water in de sanitaire kring en
de verwarmingskring
wordt weergegeven wanneer er
een afwijking wordt gedetecteerd
op het toestel (F + nummer van
de storingscode)
8 Activering / deactivering van de
werkwijze warm water (tapwater)
9 Activering / deactivering van de
werkwijze «Verwarming» (cv)
10 Regeling van de temperatuur van het
water in de verwarmingskring
7
Gebruiksaanwijzing
8.3 Inbedrijfstelling
Vergewis u ervan dat:
het toestel elektrisch gevoed wordt,
de gaskraan open staat,
de koudwaterkraan open staat.
Druk op de aan/uit-knop
om het toestel in werking te
stellen.
Het display en de werkingsverklikker op
het bedieningspaneel gaan branden.
Het toestel is klaar om te werken.
Vergewis u ervan dat het display
van het bedieningspaneel een druk
aangeeft tussen 1 en 2 bar.
Als dit niet het geval is, vul
de ketel dan bij door de
waterkraan te openen die
onder de ketel geplaatst is
tot een druk tussen 1 en 2
bar verkregen wordt.
Sluit de kraan.
8.4 Beschrijving van de verklikkers
van het bedieningspaneel
Verklikkerlichtje
voor de werking
van het toestel
Constant groen brandend:
toestel onder spanning
Verklikkerlichtje
voor de werking
van de brander
Constant geel brandend:
brander werkt
Foutmelder
Rood knipperlichtje:
storingssignaal (zie
hoofdstuk “Opsporen en
verhelpen van storingen”)
-
-
-
8.5 Keuze van de werkwijze
Druk op de toets naast
om de werkwijze «Tapwater»
(sanitair warm water) te activeren of te
deactiveren.
Druk op de toets naast
om de werkwijze «Verwarming» aan of
uit te zetten.
Werkwijze geactiveerd («aan»)
► de toets is verlicht.
Werkwijze gedeactiveerd («UIT»)
► de toets is gedoofd.
Verwarming
+ warm water
Alleen
verwarmen
Alleen warm
water
Bescherming
van het
toestel tegen
bevriezing
(*) Zie hoofdstuk "Bescherming van de ketel
tegen bevriezin in de gebruiksaanwijzing.
-
-
8
8.6 Regeling van de temperatuur
Door kort te drukken op een van
de toetsen of in de stand
of verschijnt de waarde van
de eerder gekozen temperatuur.
Als een modulerende
kamerthermostaat van het type
«ExaCONTROL E / E7 / E7
radio» aangesloten is op de ketel,
kunt u de temperatuur van het
cv-water en het tapwater op de
ketel niet regelen. U moet die
regelingen uitvoeren vanaf de
kamerthermostaat.
Zie de handleiding van de
kamerthermostaat.
8.6.1 Regeling van de temperatuur van
het water in de sanitaire kring
Druk op de toetsen of naast
om de temperatuur van het water in de
sanitaire kring te regelen.
De temperatuur verschijnt en knippert
gedurende 5 seconden.
Temperatuur van het water
(°C)
min. 45
T° < 50
max. 65
De tekst wordt
weergegeven tot op de
temperatuur die is opgegeven
in de onderstaande tabel.
komt overeen met de
maximumtemperatuur die voorzien
is voor een normaal gebruik.
-
-
8.6.2 Regeling van de temperatuur van
het water in de verwarmingskring
Druk op de toetsen of naast
om de temperatuur van het water in de
verwarmingskring te regelen.
De temperatuur verschijnt en knippert
gedurende 5 seconden.
Temperatuur van het water
(°C)
min. 38
max. 80
Opmerkingen : als er een
buitensonde met het toestel is
verbonden:
De regeling van de temperatuur
van het water in de verwarming-
skring is niet meer mogelijk.
Door kort te drukken op een
van de toetsen of naast
,verschijnt de temperatuur
in de verwarmingskring die
berekend werd door het toestel.
-
-
8.7
Buitendienststelling
Druk op de aan/uit-knop om
het toestel uit te zetten.
Het display en de werkingsverklikker doven.
Het toestel wordt niet meer elektrisch
gevoed.
We raden u aan om in geval van
langdurige afwezigheid de gastoevoer
naar de installatie te sluiten.
9
Gebruiksaanwijzing
9 Opsporen en verhelpen van
storingen
In geval van storing:
Een storingscode verschijnt
op het display van het
bedieningspaneel.
-
De foutmelder
van het bedieningspaneel
knippert rood.
-
Attentie ! Probeer nooit zelf
onderhoud of reparaties te doen
aan uw toestel en neem het
toestel pas opnieuw in gebruik
als de storing werd opgelost
door een vakman.
Storingscode Mogelijke oorzaak Oplossing
Het toestel werkt
niet meer.
Onderbreking van de
elektrische stroom
Controleer of de elektrische netspanning niet is
uitgevallen en of het toestel juist is aangesloten. Zodra
de elektrische voeding hersteld is, begint het toestel
automatisch weer te werken. Als de storing blijft
bestaan, dient u contact op te nemen met een vakman.
code F1 / F4 Ontstekingsfout
Druk een keer op de Reset-knop.
Als de storing blijft bestaan, dient u
contact op te nemen met een vakman.
code F2 / F3
Slechte afzuiging of
aanzuiging van de
lucht
code F5 Oververhittingsfout
Autres codes F_ _ Andere storingen
De drukindicator
knippert en geeft
een druk van ≤
0,5 bar weer.
Watertekort in de
installatie
Draai de blauwe kraan onder het toestel open tot
de druk op de indicator tussen 1 en 2 bar komt te
liggen. Als u dit te vaak moet doen, dan zou er een
lek in uw installatie kunnen zijn. In dit geval moet u
contact opnemen met een vakman om een controle
van het toestel uit te voeren.
Attentie: vanaf 3 bar laat de veiligheidsklep de druk
uit de verwarmingskring af.
De drukindicator
knippert en geeft
een druk van ≥
2,7 bar weer.
Teveel water in de
installatie
Ontlucht een radiator om de druk in de
verwarmingskring te verminderen of neem contact
op met een vakman.
10
Attentie ! Uw sanitaire
warmwaterkring (koud of warm)
wordt niet beschermd door de
ketel.
11 Onderhoud / dienst na verkoop
Een gereinigde en goed afgeregelde ketel
zal minder verbruiken en langer meegaan.
Een geregeld onderhoud van het toestel
en de leidingen door een vakman is
onontbeerlijk voor de goede werking
van de installatie. Zo kunt u ook de
levensduur verlengen, het energieverbruik
verminderen en de uitstoot van
vervuilende stoffen beperken.
We raden u aan om een
onderhoudscontract af te sluiten met een
vakman.
Weet dat onvoldoende onderhoud de
veiligheid van het toestel in het gedrang
kan brengen en materiële en lichamelijke
schade kan veroorzaken.
10 Bescherming van de ketel tegen
bevriezing
10.1 Bescherming van de ketel tegen
bevriezing
In geval van vorstrisico:
Zorg ervoor dat de ketel elektrisch
wordt gevoed en dat het gas wel
degelijk de ketel bereikt.
Voor een afwezigheid van enkele
dagen kiest u de werkwijze
«Bescherming van het toestel tegen
vorst» op het bedieningspaneel
(zie hoofdstuk “8.5 Keuze van de
werkwijze”).
Het systeem dat de ketel tegen bevriezing
beschermt, zal de pomp inschakelen
zodra de temperatuur in de cv-kring onder
12°C daalt. De pomp stopt zodra de
temperatuur van het water in de cv-kring
15°C warm is geworden.
Als de temperatuur in de cv-kring onder
7°C daalt, wordt de brander ingeschakeld
totdat de temperatuur aan het begin van
de cv-kring weer 35°C gedraagt.
10.2
Bescherming van de installatie
tegen bevriezing
De bescherming van de installatie
tegen bevriezing kan niet door de ketel
alleen worden gegarandeerd. Er is een
kamerthermostaat nodig voor de regeling
van de temperatuur van de installatie.
In geval van langdurige afwezigheid
neemt u contact op met een vakman
om het water uit de installatie af te laten
of om de cv-kring tegen bevriezing te
beschermen door een speciaal additief
voor cv-installaties toe te voegen.
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
11
Installatievoorschriften
Inhoudstafel
1 Opmerkingen met betrekking tot de documentatie ......................13
2
Beschrijving van het toestel .........................................................13
2.1 Kenplaatje ................................................................................................13
2.2 CE-label ....................................................................................................13
2.3
Schematische voorstelling model C ........................................................14
2.4
Schematische voorstelling model F ..........................................................16
2.5 Schematische voorstelling met circulatielus en aaatkraan .....................17
3 Keuze van de installatieplaats ......................................................18
4
Veiligheidsinstructies en voorschriften .........................................18
4.1 Veiligheidsinstructies ................................................................................18
4.2 Decreten, normen, richtlijnen ...................................................................19
5 Installatie van het toestel ..............................................................20
5.1 Aanbevelingen vóór de installatie .............................................................20
5.2 Afmetingen model C .................................................................................21
5.3 Afmetingen model F .................................................................................21
5.4 Lijst van het geleverde materiaal ..............................................................21
5.5 Bevestiging aan de wand .........................................................................22
5.6 Gas- en wateraansluiting ..........................................................................24
5.7 Rookgasaansluiting (model C) .................................................................26
5.8 Rookgasaansluiting (model F) ..................................................................27
5.9 Elektrische aansluiting ..............................................................................32
5.10 Elektrisch schema model C .....................................................................34
5.11 Elektrisch schema model F ......................................................................36
6 Indienststelling .............................................................................37
7
Regeling ......................................................................................38
7.1 Regeling van het debiet in de verwarmingskring ......................................38
7.2
Toegang tot de technische gegevens van de ketel (enkel voor
installateurs en onze
"dienst na verkoop") ...............................................40
8 Aaten van het toestel ..................................................................45
8.1 Verwarmingskring .....................................................................................45
8.2 Sanitaire kring ..........................................................................................45
12
9 Beveiligingen ................................................................................ 46
10
Controle / Terug in dienst stellen ..................................................50
11 Het informeren van de gebruiker ..................................................
50
12 Reserve-onderdelen .....................................................................
50
13
Dienst na verkoop ........................................................................51
13.1 Cv-pomp ...................................................................................................52
13.2 Sanitaire pomp .........................................................................................
52
13.3 Sanitaire warmtewisselaar ......................................................................
52
13.4 Filter-straalbreker .....................................................................................
52
13.5 Drukdetector in de cv-kring ......................................................................
52
14 Technische gegevens ...................................................................53
Installatievoorschriften
Inhoudstafel
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
13
1 Opmerkingen met betrekking tot
de documentatie
We vragen u om alle documenten
samen aan de gebruiker van het toestel
te overhandigen. De gebruiker moet die
documenten bewaren om ze zo nodig
te kunnen raadplegen.
Wij wijzen alle verantwoordelijkheid af in
geval van schade die veroorzaakt is door
het niet in acht nemen van de instructies
in deze handleiding.
De garantiebon, te vinden op het
laatste luik van deze handleiding,
moet volledig ingevuld, ondertekend,
afgestempeld en gedateerd zijn door de
erkende installateur. Hij moet binnen de
14 dagen na de installatie naar Bulex
teruggestuurd worden.
2 Beschrijving van het toestel
2.1 Kenplaatje
Het kenplaatje vermeldt de plaats waar
het toestel geproduceerd werd en het land
waarvoor het bestemd is.
Attentie ! Het toestel mag
slechts gebruikt worden met de
types gas die op het kenplaatje
vermeld zijn.
De aanduidingen betreffende de
regeltoestand die vermeld zijn op het
kenplaatje en in dit document moeten
overeenkomen met de plaatselijke
voedingsvoorwaarden.
Bijvoegen : Wij wijzen alle
verantwoordelijkheid af (waterschade)
wanneer de overdrukklep(pen) niet
aangesloten zijn.
In het hoofdstuk «Technische
gegevens» aan het einde van deze
handleiding vindt u de denitie van
de gebruikte afkortingen op het
typeplaatje.
2.2 CE-label
Het CE-label geeft aan dat de toestellen
die beschreven zijn in deze handleiding
conform zijn met de volgende richtlijnen:
Richtlijn gastoestellen (richtlijn 90/396/
EEG van de Raad van de Europese
Gemeenschap)
Richtlijn met betrekking tot de
elektromagnetische compatibiliteit
(richtlijn 89/336/EEG van de Raad van
de Europese Gemeenschap)
Laagspanningsrichtlijn (richtlijn 73/23/
EEG van de Raad van de Europese
Gemeenschap)
Richtlijn met betrekking tot het
rendement van ketels (richtlijn 92/42/
EEG van de Raad van de Europese
Gemeenschap).
-
-
-
-
14
2.3 Schematische voorstelling model C
1
A B C D E
23
24
23
2726
9
11
12
13
14
20
16
6
5
17
25
10
8
7
19
28
29
22
4
18
2
1
3
15
21
30
31 32
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
15
Legenda
1 Voeler van de buitentemperatuur voor
beveiliging tegen terugslag van de
rookgassen
2 Voeler van de binnentemperatuur voor
beveiliging tegen terugslag van de
rookgassen
3 Trekonderbreker
4 Warmtewisselaar verwarming
5 Temperatuurvoeler cv-retourleiding
6 Verbrandingskamer
7 Expansievat verwarming
8 Vlamcontrole-elektrode
9 Ontstekingselektrodes
10 Brander
11 Cv-pomp
12 Ontluchter van de cv-pomp
13 Filter-straalbreker
14 Vulset
15 Elektronische ontsteking
16 Temperatuurvoeler in de uitgaande cv-
leiding
17 Driewegklep
18 Gasmechanisme
19 Sanitair expansievat
20 Drukdetector
21 Sanitaire warmtewisselaar
22 Aaatkraanverwarming
23 Boiler
24 Temperatuurvoeler boiler
25 Terugslagklep
26 Temperatuurvoeler in de uitgang van de
sanitaire warmtewisselaar
27 Temperatuurvoeler sanitair warm water
28 Sanitaire pomp
29 Koudwaterlter
30 Sanitaire aftapkraan
31 Veiligheidsklep cv
32 Sanitaire veiligheidsklep
A Cv-retourleiding
B Koudwatertoevoer
C Uitgaande cv-leiding
D Warm water sanitair
E Gastoevoer
16
2.4 Schematische voorstelling model F
A B C D E
23
24
23
2726
11
12
13
14
20
16
34
6
5
17
25
7
19
28
22
18
21
30
31 32
9
10
8
4
2
1
3
33
15
29
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
17
Legenda
1 Afzuigventilator
2 Pressostaat
3 Hermetische kamer
4 Warmtewisselaar verwarming
5 Temperatuurvoeler cv-retourleiding
6 Verbrandingskamer
7 Expansievat verwarming
8 Vlamcontrole-elektrode
9 Ontstekingselektrodes
10 Brander
11 Cv-pomp
12 Ontluchter van de cv-pomp
13 Filter-straalbreker
14 Vulset
15 Elektronische ontsteking
16 Temperatuurvoeler in de uitgaande cv-
leiding
17 Driewegklep
18 Gasmechanisme
19 Sanitair expansievat
20 Drukdetector
21 Sanitaire warmtewisselaar
22 Aaatkraancv
23 Boiler
24 Temperatuurvoeler boiler
25 Terugslagklep
26 Temperatuurvoeler aan de uitgang van
de sanitaire warmtewisselaar
27 Temperatuurvoeler sanitair warm water
28 Tapwaterpomp
29 Koudwaterlter
30 Sanitaire aftapkraan
31 Veiligheidsklep cv
32 Veiligheidsklep tapwater
33 Temperatuurvoeler H-MOD
34 Elektromagnetische branderklep H-MOD
A Cv-retourleiding
B Koudwatertoevoer
C Uitgaande cv-leiding
D Warm water sanitair
E Gastoevoer
2.5 Schematische voorstellingmetcirculatielusenaaatkraan
A B C D E
4
1
2 3
5
Legenda
1 Sanitaire aftapkraan
2 Veiligheidsklep cv
3 Veiligheidsklep tapwater
4 Terugslagklep
5 Pomp retourleiding sanitair
A Cv-retourleiding
B Koudwatertoevoer
C Uitgaande cv-leiding
D Warm water sanitair
E Gastoevoer
Een aansluiting is op de kraan van
toegang koud water voorzien die
het mogelijk maakt om een sanitaire
omloopleiding aan te sluiten. Dit gaat
de wachttijd van het warm water aan de
kraan inkorten.
De omloopleiding moet zorgvuldig
geïsoleerd worden om de warmteverliezen
te beperken.
18
3 Keuze van de installatieplaats
Vergewis u ervan dat de muur
waarop het toestel wordt aangebracht
voldoende stevig is om het gewicht van
het te installeren toestel te dragen.
Vergewis u ervan dat de beschikbare
ruimte voldoende is voor het plaatsen
van de water- en gasleidingen, en voor
een afvoerleiding naar de riolering.
Installeer het toestel niet boven een
ander toestel waardoor het bescha-
digd zou kunnen worden (bijvoorbeeld
boven een keukenfornuis waaruit dat
damp en vetten kunnen ontsnappen) of
in een kamer waar veel stof aanwezig
is, of met een corrosieve atmosfeer.
Om een periodiek onderhoud mogelijk
te maken, dient u aan elke kant van
het toestel een minimale afstand te
bewaren (zie hoofdstuk "Bevestiging
aan de wand").
Het toestel moet op een vorstvrije
plaats worden aangebracht. Neem de
nodige voorzorgsmaatregelen in acht.
4 Veiligheidsinstructies en
voorschriften
4.1
Veiligheidsinstructies
Alle interventies in het toestel moeten
verwezenlijkt worden door een vakman of
de servicedienst (dienst-na-verkoop) van
Bulex.
Als de gasdruk aan de ingang van het
toestel buiten het opgegeven bereik ligt,
mag het toestel niet in werking worden
gezet. Als de oorzaak van het probleem
niet geïdenticeerd of opgelost kan
worden, breng dan de gasmaatschappij op
de hoogte.
Attentie ! Bij een verkeerde
installatie is er gevaar voor
elektrische schokken en
beschadiging van het toestel.
De voorziening voor de bewaking
van de rookgassen (beveiliging tegen
terugslag van de rookgassen) mag in
geen geval uitgeschakeld worden. In
het andere geval kunnen, bij langdurige
ongunstige trekvoorwaarden, de
rookgassen op ongecontroleerde wijze
terugstromen van de schoorsteen naar
de kamer waar het toestel staat.
Bij het monteren van de aansluitingen
moet u de afdichtingen juist
aanbrengen om elk gas- of waterlek te
vermijden.
Zet de veiligheidsvoorzieningen in geen
geval buiten werking of probeer ze niet
te manipuleren om de goede werking
van het toestel niet in het gedrang te
brengen.
De volgende veiligheidsinstructies
moeten verplicht nageleefd tijdens het
onderhoud en de vervanging van de
reserveonderdelen.
Zet het toestel uit (zie hoofdstuk
“Buitendienststelling” in de
gebruiksaanwijzing).
Ontkoppel het toestel van het
elektriciteitsnet:
- ofwel door het stopcontact uit het
toestel te trekken,
- ofwel via de schakelaar van de
elektrische installatie;
Sluit de gaskraan.
Sluit de afsluitkranen die zich op de
verbindingsnippels bevinden.
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
19
Laat het toestel af wanneer u
hydraulische elementen van het toestel
wilt vervangen.
Laat het toestel afkoelen vooraleer
onderhoudswerkzaamheden aan het
toestel uit te voeren.
Bescherm de elektrische elementen
tegen water tijdens de behandelingen.
Gebruik enkel nieuwe dichtingen en
O-ringen.
Controleer na werkzaamheden of alle
elementen van de gasleidingen wel
degelijk dicht zijn.
Voer na vervangingswerkzaamheden
een controle uit van de werking van de
vervangen stukken en het toestel.
4.2
Decreten, normen, richtlijnen
Bij de installatie en de inbedrijfstelling
van het toestel moeten de verordeningen,
richtlijnen, technische regels en normen
in hun huidige versie, alsook de
onderstaande bepalingen in acht worden
genomen:
De normen NBN D 51-003, D 30-003,
B 61-002
Het Algemeen Reglement op de
Elektrische Installaties (AREI) en in het
bijzonder de verplichte aansluiting op
een aarding.
Alle bestaande voorschriften van de
plaatselijke watermaatschappij en van
BELGAQUA
De ARAB voorschriften
-
-
-
-
20
5 Installatie van het toestel
Alle afmetingen in dit hoofdstuk zijn
uitgedrukt in mm.
Voor de installatie moet de installateur
nazien of de instelling van de ketel op
de typeplaat voldoet aan de plaatselijke
distributievoorwaarden.
5.1 Aanbevelingen vóór de installatie
5.1.1
Ontwerp van de sanitaire kring
De sanitaire verdeelkring moet zo
verwezenlijkt worden dat de drukverliezen
minimaal zijn: beperk het aantal
bochten, gebruik kraanwerk met grote
doorlaatsectie om een voldoende debiet te
garanderen.
De ketel kan werken met een minimale
voedingsdruk, maar dan zal het debiet wel
klein zijn. Een beter gebruikscomfort zal
verkregen worden vanaf een voedingsdruk
van 1 bar.
5.1.2 Ontwerp van de
verwarmingskring
De ISOTWIN-verwarmingsketels kunnen
in alle soorten installaties worden
ingebouwd: tweepijps, eenpijps, in serie of
afgetakt, vloerverwarming...
Als verwarmingsoppervlakken kunnen
radiatoren, convectoren, luchtverhitters of
vloerverwarming worden gebruikt.
Opgelet : Zowel de oude alsook
de nieuwe installatie dient altijd
gespoelt te worden met schoon
leidingswater, onder toevoeging
van een reiningingsmiddel.
Indien de hardheid van het
water hoger is dan 20 °F en
bij gebruik van verschillende
materialen is de garantie
op de warmtewisselaaars
onderworpen aan het gebruik
van een inhibitor van de
categorie 3, in de juiste door de
fabricant aanbevolen proporties.
De secties van de leidingen moeten
bepaald worden met behulp van de
debiet/druk-kromme op (Zie hoofdstuk
"Regeling van het debiet van de
verwarmingskring"). De berekening van
het verdeelnet moet gebaseerd zijn op het
debiet dat overeenkomt met het werkelijk
benodigde vermogen, zonder rekening te
houden met het maximumvermogen dat
de ketel kan leveren. We bevelen echter
aan een voldoende debiet te voorzien
om maximaal een temperatuurverschil
van 20°C te krijgen tussen de uitgaande
leiding en de retourleiding. Het minimale
debiet is opgegeven in het hoofdstuk
"Technische parameters" aan het einde
van de handleiding.
Bij de bepaling van het plan van
de leidingen moeten alle nodige
voorzieningen worden genomen om
luchtzakken te vermijden en om het
permanent ontgassen van de installatie te
vergemakkelijken. Op elk hoog punt van
de leidingen of op alle radiatoren moeten
er aftapkranen voorzien zijn.
Het totaal toegestane watervolume in de
verwarmingskring hangt onder andere
af van de statische belasting in koude
toestand. Het in de ketel ingebouwde
expansievat wordt geleverd in de toestand
zoals die in de fabriek is afgeregeld
(zie hoofdstuk "Technische parameters"
aan het einde van de handleiding).
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
21
Deze vuldruk kan bij de inbedrijfstelling
aangepast worden voor het geval de
statische belasting hoger is. Het is aan
te bevelen in het onderste punt van de
installatie een aftapkraan aan te brengen.
Als er thermostatische kranen worden
gebruikt, dan mogen niet alle radiatoren
ermee worden uitgerust. Ze mogen alleen
in lokalen geplaatst worden waaraan veel
warmte wordt toegevoerd en nooit in het
lokaal waar de kamerthermostaat zich
bevindt.
Bij een oude installatie moeten de
radiatorkringen in elk geval gespoeld
worden vooraleer de nieuwe ketel te
installeren.
Als de verwarmingsketel niet
onmiddellijk geplaatst wordt, bescherm
dan de verschillende aansluitingen
om te vermijden dat gips en verf de
dichtheid van de latere aansluiting in
het gedrang brengen.
5.2
Afmetingen model C
890
600
499
492
360
225
Ø130
5.3
Afmetingen model F
890
600
499
492
225
364
5.4 Lijst van het geleverde materiaal
De ketel wordt geleverd in twee
afzonderlijke colli:
De ketel met het bijbehorende zakje
met:
- de doorzichtige aaatbuis
- de verlengbuis voor aansluiting op de
vulkraan
- het zakje met de dichtingen
+ de koudwaterdebietbegrenzer
- het zakje met de afvoerventielen
- zakje met aansluitstukken voor water
en gas
- Reductiering Ø125/Ø130 voor het
model C25
Het plaatje voor de gas- en
wateraansluiting + de boorsjabloon
+ het bevestigingsproel
De verschillende colli luchtpijpen worden
besteld volgens de conguratie van de
installatie.
-
-
22
5.5 Bevestiging aan de wand
Vergewis u ervan dat de materialen die
u gebruikt voor de verwezenlijking van
de installatie verenigbaar zijn met die
van het toestel.
Bepaal de plaats van de montage. We
verwijzen hiervoor naar het hoofdstuk
"Keuze van de opstellingsplaats".
De mechanische karakteristieken van
de pluggen moeten overeenkomen met
de gegeven waarden op de tekening
hieronder. (Zie hoofdstuk “Technische
gegevens” aan het eind van de
handleiding).
20 kg min.
50 kg min.
50 kg min.
50 kg min.
50 kg min.
50 kg min.
20 kg min.
20 kg min.
20 kg min.
20 kg min.
Boor de gaten voor de
bevestigingsschroeven volgens de
boorsjabloon die met het toestel is
meegeleverd.
Bevestig het bevestigingsproel met 5
schroeven (niet meegeleverd met de
ketel) die de hierboven aangegeven
belastingen kunnen dragen.
Plaats de ketel op het
bevestigingsproel.
Plaats de dichtingen op de
verschillende aansluitingen.
Vergeet niet het blauwe
verlengstuk op de vulkraan
te steken.
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
23
50
min.
Ø105
75
70
39
280
301 220
39
115
70
102
919 897
879
GAZ
GAS
66
36
36
190 118
300
min.
300
min.*
* Min. na te leven afstand tussen de ketel en een meubel eronder.
24
5.6 Gas- en wateraansluiting
Vooraleer enige bewerking uit te voeren
moeten de leidingen gereinigd worden
met behulp van een passend product
om de eventuele onzuiverheden te
verwijderen, zoals vijlsel, soldeersel,
oliën en diverse vetten. Deze vreemde
lichamen zouden meegesleurd kunnen
worden in de ketel, en de goede
werking ervan in het gedrang brengen.
11
10
9
1011
5
15 16 17
6
7 8
14
1
13
12
2 3 4
A
B
B Zakje met aansluitstukken (**)
12 Debietbegrenzer koud water
13 Buisstuk cv-retourleiding: 2 moeren
¾” + haakse verbindingsnippel + 2
dichtingen
14 Buisstuk aanvoerleiding koud water: 2
moeren ¾” + haakse verbindingsnippel
+ 2 dichtingen
15 Buisstuk uitgaande cv-leiding: 2
moeren ¾” + haakse verbindingsnippel
+ 2 dichtingen
16 Buisstuk uitgaande leiding sanitair
warm water: 2 moeren ¾” + haakse
verbindingsnippel + 2 dichtingen
17 Buisstuk gastoevoer: 2 moeren
½” + haakse verbindingsnippel + 2
dichtingen
(*) Apart geleverd
(**) Geleverd met de ketel
Legenda
A Aansluitplaat 0020037591 (*)
1 Cv-retourleiding met afsluitkranen
2 Aanvoerleiding koud water met
afsluitkraan,circulatielusenaaatkraan
voor het tapwater.
3 Uitgaande cv-leiding met afsluitkraan
4 Uitgaande leiding tapwater
5 Gastoevoer met gasafsluiter
6 Drukmeetaansluiting
7 Dubbele wartelkoppeling
8 Koppeling met de gasafsluiter
9 Gasaansluitbuisje: moeren 20 x 27 (3/4”
gas) met gebogen verbindingsnippel
10 Buisjes voor het tapwater: moeren
15 x 27 (3/4” ) met gebogen
verbindingsnippels
11 Aansluitbuisjes cv moeren 20 x 27 (3/4”
gas) met gebogen verbindingsnippel
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
25
Gebruik geen oplosmiddel om niet het
risico te lopen de kring te beschadigen.
Soldeer niet aan de aangebrachte
buisstukken om de pakkingen en de
afdichtingen van de kranen niet te
beschadigen.
Gebruik enkel de originele dichtingen
die met het toestel zijn meegeleverd.
Controleer of er geen lekken zijn.
Herstel ze indien nodig.
Verbind de veiligheidsventielen, en
de ontkoppelinginrichting met een
afvoerleiding die met de riolering
is verbonden met behulp van de
meegeleverde slangen. In het
afvoertoestel moet het wegstromen van
het water zichtbaar zijn.
Legenda
1 Ventiel verwarming
2 Afvoerventiel verwarming
3 Ontkoppelingsinrichting
4 Sanitair ventiel
5 Afvoer ontkoppelingsinrichting
6 Afvoerventiel sanitaire kring
7 Afvoer naar de riolering
(sifon niet meegeleverd)
Opgelet : Bulex wijst elke
verantwoordelijkheid af
(waterschade) wanneer de
veiligheidsventielen niet
aangesloten zijn aan de
riolering.
1
2
Sluit de doorzichtige afvoerleiding (2)
die met het toestel meegeleverd wordt
aan op de aaatkraan (1) van de cv-
kring.
26
5.7 Rookgasaansluiting
(model C)
Installeer het toestel enkel in een goed
verluchte kamer.
De afvoerbuis moet zo gelegd worden dat
in geen geval condensatiewater afkomstig
van de buis in de ketel kan sijpelen.
Het horizontale deel van de afvoerbuis
moet een helling hebben van minstens 3%
naar boven, behalve als dit deel minder
dan 1 m bedraagt.
L1
L3
3% min.
L2
L1+L2+(0.5xn)≤¼L3
L1≥0.5m
n = aantal bochten
L3≥1m+Hmin.
Diameter schoorsteen (mm) H min (m)
Ø 130 0.6
Ø 140 0.6
Als een incident de uitschakeling van
de ketel met zich meebrengt doordat de
beveiliging gewerkt heeft, knippert het
storingslichtje op het bedieningspaneel.
Controleer voor elke behandeling op
de rookgasafvoerbuis of de beveiliging
tegen terugslaande rookgassen goed
werkt.
5.7.1 Controle van de goede werking
van de beveiliging tegen
terugslaande rookgassen
Ga als volgt te werk:
Dicht de buis van de trekonderbreker
af.
Regel de temperatuur van het
sanitair warm water op maximum.
Zie hoofdstuk “Temperatuurinstelling
sanitair warm water”.
Open een warmwaterkraan.
De veiligheidsvoorziening stopt en
blokkeert het toestel na 2 minuten.
Sluit alle warmwaterkranen
U kunt het toestel terug in dienst zetten
nadat de veiligheidsvoorziening afgekoeld
is (na minimum 10 minuten).
Zet het toestel uit.
Wacht 5 seconden en schakel het
toestel weer in.
Open een warmwaterkraan.
Als de veiligheidsvoorziening het toestel
niet binnen de toegestane termijn
vergrendelt:
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
27
Neem contact op met de dienst-na-
verkoop (service)
Zet het toestel uit.
5.7.2 Plaatsing van de
rookgasafvoerbuis
Steek de rookgasafvoerbuis in het
aanpassingsstuk en in de buis van de
trekonderbreker.
5.8 Rookgasaansluiting (model F)
Verschillende conguraties van
luchtpijpuitgang zijn mogelijk.
Aarzel niet uw detailhandelaar extra
informatie te vragen over de andere
mogelijkheden en de bijbehorende
toebehoren.
Attentie ! Alleen de
luchtpijptoebehoren die
geschikt zijn voor de ISOTWIN-
reeks mogen worden gebruikt.
-2 %
0
De buizen van de luchtpijp moeten
onder een dalende helling van 2% van
het toestel naar buiten toe lopen om
eventueel condenswater af te kunnen
voeren
De maximumlengte van de luchtpijp is
bepaald volgens zijn type (bijvoorbeeld
C12).
Ongeacht het gekozen type luchtpijp
dienen de in de onderstaande tabel
opgegeven minimumafstanden voor de
plaats van de uiteinden van de luchtpijp
te worden nageleefd.
Attentie! De afdichting
tussen de uitgang van de
afzuigventilator en de luchtpijp
moet verzekerd zijn.
Attentie! Als de rookgassen
op minder dan de 2,20 m van
de grond uittreden, moet u een
eindbeschermkit aanbrengen.
28
0,5
≥2,5
2,5
≥ 0,5
≥ 2,2
0,5
≥ 1
1
≥2,5
1
2,5
≥ 2
0,5
0
,
5
0,3
0,5
0,5
0,5
0,5
0,3
0,6
1,2
∆H
L
∆H
L
0,6
0
,
6
0,6
0,6
H = hoogte vanaf de grond :
2,2 m t.o.v. een begaanbare weg
0,5 m t.o.v. een afgesloten terrein
Uitgang t.o.v. verluchtingsopeningen:
boven een verluchtingsopening:
0 < ∆H < 0,5 m L ≥ 2 m
0,5 < ∆H < 1 m L ≥ 1 m
onder een verluchtingsopening:
L + ∆H > 4 m
-
-
-
-
Zich refereren aan de norm NBN
B 61-002 indien het gaat om een
installatie in nieuwe gebouwen of
vernieuwde gebouwen waarvoor
een bouwaanvraag moest ingediend
worden
Leg deze eisen uit aan de gebruiker
van het toestel.
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
29
5.8.1 Horizontaal luchtpijpsysteem
Ø 60/100 mm of Ø 80/125 mm
(installatietype C12)
L
1
Legenda
1 Pakking
Maximaal drukverlies: 60 Pa
Deze waarde wordt bereikt met een leiding
met maximale lengte (L) + 1 bocht van 90°.
Type
Max. lengte
F 25 H-MOD F 30 H-MOD
C12 Ø 60/100 4 m 3.5 m
C12 Ø 80/125 11 m 7 m
Telkens een extra elleboog van 90° nodig
is (of 2 van 45°), moet de lengte L met 1 m
worden verminderd.
Attentie! De openingen van
eindstukken met afzonderlijke
leidingen moeten in eenzelfde
vierkant met een zijde van 50
cm uitmonden.
Attentie! Als de rookgassen
op minder dan de 2,20 m van
de grond uittreden, moet u een
eindbeschermkit aanbrengen.
5.8.2
Verticaal luchtpijpsysteem
Ø60/100 mm of Ø 80/125 mm
(installatietype C32)
L
Maximaal drukverlies: 60 Pa
Deze waarde wordt bereikt met een leiding
met maximale lengte (L) + 1 bocht van 90°.
Type
Max. lengte
F 25 H-MOD F 30 H-MOD
C32 Ø 60/100 5 m 4 m
C32 Ø 80/125 12 m 8 m
Telkens een extra elleboog van 90° nodig
is (of 2 van 45°), moet de lengte L met 1 m
worden verminderd.
Attentie! De openingen van
eindstukken met afzonderlijke
leidingen moeten in eenzelfde
vierkant met een zijde van 50
cm uitmonden.
Attentie! Als de rookgassen
op minder dan de 2,20 m van
de grond uittreden, moet u een
eindbeschermkit aanbrengen.
30
5.8.3 Luchtpijpsysteem voor
collectieve buis Ø 60/100 mm
(installatie van type C42)
A
B
L
2
4
5
1
3
Legenda
1 Verzamelleiding
2 Luchttoevoerbuis
3 Drukvereffeningsvoorziening
4 Hermetisch toestel («gesloten»)
5 Inspectieluik
A Eerste niveau
B Laatste niveau
L Zie onderstaande tabel
Maximaal drukverlies: 60 Pa
Deze waarde wordt bereikt met een leiding
met maximale lengte (L) + 1 bocht van 90°.
Type
Max. lengte
F 25 H-MOD F 30 H-MOD
C42 Ø 60/100 4 m 3.5 m
Telkens een extra elleboog van 90° nodig
is (of 2 van 45°), moet de lengte L met 1 m
worden verminderd.
Attentie! De verbindingen met
de leiding moeten gebeuren met
behulp van kit 85676D.
5.8.4
Luchtpijpsysteem met dubbele
ux2xØ80mm
(installatietype C52 of C82)
WAARSCHUWING ! Elke leiding
die dwars door een wand loopt
en waarvan de temperatuur
meer dan 60°C boven de
omgevingstemperatuur ligt, moet
ter plaatse van deze doorgang
thermisch geïsoleerd worden.
De isolatie kan gebeuren
met isolatiemateriaal met de
passende dikte van minstens
10 mm en een thermische
geleidbaarheid λ ≤ 0,04 W/m.K.
De eindstukken van de
toevoerleidingen van de
verbrandingslucht en de afvoer
van de verbrandingsproducten
mogen niet in tegenover elkaar
gelegen wanden van een
gebouw worden aangebracht.
Type C52
L2
L1
1
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
31
Type C82
L2
L1
A
Legenda
1 Pakking
A Collectief kanaal
De rookgasaansluiting in C82 conguratie
wordt gerealiseerd door aansluiting op
een collectief kanaal(1). De diameter van
het collectief kanaal (1) moet berekend
worden in functie van het totaal vermogen
van de aangesloten toestellen.
Maximaal drukverlies: 60 Pa
Deze waarde wordt bereikt met een
leiding met maximale lengte (L=L1+L2) +
1 bocht van 90°.
Type
Max. lengte
F 25 H-MOD F 30 H-MOD
C52 / C82
2 x Ø 80 mm
30 m 30 m
Telkens een extra elleboog van 90° nodig
is (of 2 van 45°), moet de lengte L met 2 m
worden verminderd.
5.8.5 Verticaal luchtpijpsysteem
(installatietype B22P)
Attentie! De verbrandingslucht
wordt genomen in het lokaal
waar het toestel geïnstalleerd
is. In geen geval mogen de
ventilatieopeningen onderaan
en bovenaan afgedicht worden.
1
L1
L2
Legenda
1 Pakking
Maximaal drukverlies: 70 Pa
Deze waarde wordt bereikt met een
leiding met maximale lengte (L=L1+L2) +
1 bocht van 90°.
Type
Max. lengte
F 25 H-MOD F 30 H-MOD
B22P
Ø 80 mm
15 m 15 m
Telkens een extra elleboog van 90° nodig
is (of 2 van 45°), moet de lengte L met 2 m
worden verminderd.
32
5.8.6 Parametisering van de code
voor de luchtleidingen
De Parametisering van de code voor
de luchtleidingen gebeurt volgens de
instructies uit hoofdstuk "Toegang tot de
technische parameters van de ketel".
Hierdoor is het mogelijk de snelheid van
de afzuigventilator aan te passen aan
de lengte van de verlengstukken van
de installatie en volgens het gekozen
luchtpijpsysteem.
5.8.7 Referenties van de toebehoren
Gelieve in bijlage de lijst van de
toebehoren te vinden aangepast aan
uw toestel.
Beschrijving
Referentie
toebehoor
Horizontaal
luchtpijpsysteem C12
C12 Ø 60/100 mm
08615100
C12 Ø 80/125 mm
7041325
Verticaal
luchtpijpsysteem C32
C32 Ø 60/100 mm
7041366
C32 Ø 80/125 mm
08510300
Luchtpijpsysteem voor
collectieve buis C42
C42 Ø 60/100 mm
08567600
Luchtpijpsysteem met
dubbeleuxC52/C82
C52/C82 2 x Ø 80 mm
08511500
Verticaal
luchtpijpsysteem B22P
B22P
08511500
5.9
Elektrische aansluiting
Verbind de voedingskabel van de ketel
met het 230V-net (enkelfasig + aarding).
Belangrijk: de elektrische aansluiting van
het toestel moet door een vakman worden
uitgevoerd. Alle interventies binnen in het
toestel moeten verwezenlijkt worden door
de Dienst-na-verkoop (de Service) of een
vakman.
Voorzie op de elektrische installatie
van de woning de mogelijkheid om de
voeding van de ketel te ontkoppelen
met een dubbelpolige schakelaar
of een smeltzekering met een
minimumafstand tussen de open
contacten van 3 mm.
De smeltzekering van de elektronische
kaart is in de nulleiding aangebracht.
Het in de ketel ingebouwde voedingssnoer
is speciek. Als u het wenst te vervangen,
bestel dan enkel bij een erkende dienst na
verkoop van Bulex.
Gevaar! Bij een verkeerde
installatie is er gevaar voor
elektrische schokken en
beschadiging van het toestel.
5.9.1 Toegang tot de elektrische
aansluitingen
1
2
Legenda
1 Toegang aan de kant van de bekabeling
van de ketel
2 Toegang aan de kant van de bekabeling
voor de installateur
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
33
Open de kant van de bekabeling van
de installateur (2) om de elektrische
aansluitingen aan te brengen.
5.9.2 Aansluitingen op de
elektronische kaart
30 mm max.
1
2
3
Legenda
1 Connector
2 Elektrische draden
3 Mantel
Attentie! Wanneer u elektrische kabels
aansluit op een connector van de
elektronische kaart:
Bewaar dan een afstand van maximaal
30 mm tussen de connector (1) en de
afgestripte mantel (3).
Als dit niet het geval is, bevestig de
elektrische draden (2) dan samen met
behulp een kunststof klembeugel.
Bevestig de kabels in de kabelklem van
de elektrische doos.
5.9.3 Scheiding van de laag- en
hoogspanningskabels
2
3
1
Legenda
1 Moederbord
2 Hoogspanningsaansluitingen
3 Laagspanningsaansluitingen
Respecteer de aansluitzones (3)
voor de laagspannings- en (2) de
hoogspanningskabels.
5.9.4 Aansluiting van de accessoires
FUSE (F1)
230V
230V
BUS
24V
ext.
+
-
24V
L
N
L
N
2
3
4
1
BUS
Legenda
1 Aansluiting buitensonde
2 Aansluiting modulerende
kamerthermostaat Bulex:
ExaCONTROL E / E7 / E7 radio
3 Aansluiting kamerthermostaat
4 Aansluiting communicatie-interface
ExaLINK
Schakel in geval van een
installatie met vloerverwarming de
temperatuurbegrenzer in serie met de
kamerthermostaat op de koppeling (3).
34
5.10 Elektrisch schema model C
1
2
3
4 9
11
5
6 10
8
7
13
14
16
17
15
18
19
20
12
230 V
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
35
Legenda
1 Vlamcontrole-elektrode
2 Ontstekingselektrodes
3 Voeler in de cv-retourleiding
4 Tapwaterpomp
5 Cv-pomp
6 Gebruikersinterface
7 Moederbord
8 Smeltzekering
9 Drukdetector cv-kring
10 Hoofdschakelaar
11 Temperatuurvoeler boiler
12 Gasmechanisme
17 Driewegklep
14 Temperatuurvoeler in de uitgaande cv-
leiding
15 Connector voeler verwarmingsdebiet
16 Temperatuurvoeler sanitair warm water
17 Temperatuurvoeler aan de uitgang van
de sanitaire warmtewisselaar
18 Ontsteking
19 Voeler van de binnentemperatuur voor
beveiliging tegen terugslag van de
rookgassen
20 Voeler van de buitentemperatuur voor
beveiliging tegen terugslag van de
rookgassen
36
5.11 Elektrisch schema model F
3
1
2
4
5
6 11
13
7
8 12
10
9
15
16
17
18
19
20
21
22
23
14
230 V
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
37
Legenda
1 Temperatuurvoeler H-MOD
2 Afzuigventilator
3 Vlamcontrole-elektrode
4 Ontstekingselektrodes
5 Voeler in de cv-retourleiding
6 Tapwaterpomp
7 Cv-pomp
8 Gebruikersinterface
9 Moederbord
10 Smeltzekering
11 Drukdetector cv-kring
12 Hoofdschakelaar
13 Temperatuurvoeler boiler
14 Gasmechanisme
17 Driewegklep
16 Temperatuurvoeler in de uitgaande cv-
leiding
17 Connector voeler verwarmingsdebiet
18 Temperatuurvoeler sanitair warm water
19 Temperatuurvoeler aan de uitgang van
de sanitaire warmtewisselaar
20 Ontsteking
21 Elektromagnetische branderklep H-
MOD
22 Pressostaat
23 Toerenteller afzuigventilator
6 Indienststelling
Open de afsluitkranen op de
aansluitingen: ze moeten in de
stromingsrichting staan.
1
4
2
3
Legenda
1 Stop van de ontluchter van de cv-pomp
2 Cv-pomp
3 Schroef van de as van de cv-pomp
4 Vulkraan
Open de stop van de ontluchter (1)
op de pomp (2 )en de automatische
ontluchters van de installatie.
De twee volgende bewerkingen
maken het mogelijk om de pomp-
motor na een langdurige opslag/
stilstand te deblokkeren en de
lucht uit de koelkring van de pomp
te laten.
Verwijder de schroef (3) en steek een
platte schroevendraaier in de opening.
Normaal moet er water uit de pomp
spuiten.
Draai de as van de pomp enkele toeren
en breng de schroef weer aan (3).
Druk op de aan/uit-knop om het toestel
in werking te stellen.
Vergewis u ervan dat de cv-functie
geactiveerd (AAN) is en dat de
tapwaterfunctie UIT staat op het
bedieningspaneel van het toestel.
38
Open de blauwe watervulkraan (4)
onder de ketel tot u 1.5 bar aeest op
de manometer en sluit nadien af.
Ontlucht elke radiator tot het water er
normaal uit stroomt en draai vervolgens
de ontluchters van de installatie dicht.
Laat de stop van de ontluchter op de
pomp (1) open staan.
Activeer de tapwaterfunctie op het
bedieningspaneel van het toestel.
Open de verschillende
warmwaterkranen om de installatie te
ontluchten.
Vergewis u ervan dat de manometer
een waarde weergeeft tussen 1 en
1,5 bar; vul anders de ketel bij en sluit
nadien af.
Als u moeilijkheden met het ontgassen
tegenkomt, ontgas de cv-kring dan
ofwel met de pomp, ofwel met de
installateursmenu’s.
Methode nr.1:
Ontgassen met
de pomp
Methode nr.2:
Ontgassen met
behulp van de
installateursmenu’s
Regel de pomp
tijdelijk af op
snelheid III.
Activeer de functie
«ontgassen» via
het COD-menu. 20
zoals beschreven in
hoofdstuk “Toegang
tot de technische
gegevens van de
ketel”.
Laat het toestel minstens 15
minuten werken met een ingestelde
verwarmingstemperatuur van minstens
50°C (niet van toepassing voor een
installatie met vloerverwarming).
Ontlucht elke radiator tot het water er
normaal uit stroomt en draai vervolgens
de ontluchters dicht.
Vergewis u ervan dat de manometer
een waarde weergeeft tussen 1 en
1,5 bar; vul anders de ketel bij en sluit
nadien af.
7 Regeling
7.1 Regeling van het debiet in de
verwarmingskring
Dit debiet moet aangepast worden
volgens de berekening van de installatie.
Bij de levering staat de schroef (1) van
de ingebouwde omloopleiding [bypass] ½
toer open.
1
Legenda
1 Schroef van de omloopleiding [bypass]
De ketel wordt geleverd met de schroef
a van de ingebouwde omloopleiding
(bypass) half opengedraaid. Verdraai
deze schroef naargelang van de
behoeften (bv. : dichtschroeven om
het debiet erdoor te verkleinen) om
de beschikbare manometrische
opvoerhoogte aan het drukverlies in de
installatie aan te passen (volgens van
onderstaande debiet/druk-kromme).
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
39
1
3
2
4
Legenda
1 Keuzeschakelaar voor de instelling van
de pompsnelheid
2 Snelheid I
3 Snelheid II (Regelingen in fabriek)
4 Snelheid III
- Pompkarakteristiek (debiet/druk) ISOWTIN C 25 / F 25 / C 30 / F 30 :
Debiet in het verwarmingscircuit (l/h)
Beschikbare opvoerhoogte (kPa) tus-
sen vertrek en retour verwarming
70
60
50
40
30
20
10
0
500 14001000
2
3
1
4
6
5
8
7
Legenda
Snelheid III
1 By-pass gesloten
2 1/2 toer open
3 2 toeren open
Snelheid II
4 By-pass gesloten
5 1/2 toer open
6 2 toeren open
Snelheid I
7 By-pass gesloten
8 2 toeren open
Tijdens het tappen gaat de pomp
automatisch over naar snelheid III.
Draai de keuzeschakelaar (1) in de
stand I, II of III van de pompsnelheid
naargelang van de onderstaande
debiet/druk-kromme.
40
7.2 Toegang tot de technische
gegevens van de ketel (enkel voor
installateurs en onze "dienst na
verkoop")
Met behulp van de technische parameters
van de ketel is het mogelijk bepaalde
regelingen uit te voeren en eventuele
storingen te analyseren. Het is bijvoorbeeld
mogelijk om het maximumvermogen van
de ketel voor de verwarming te regelen
op elke waarde tussen de vermogens die
zijn opgegeven in de tabel aan het einde
van deze handleiding. Zodoende kan het
geleverde vermogen aan de werkelijke
behoeften van de installatie worden
aangepast en wordt een overdreven hoog
vermogen vermeden, met behoud van een
hoog rendement.
Noot: het verminderen van het
verwarmingsvermogen heeft geen
enkele invloed op het vermogen
dat gebruikt wordt voor het sanitair
warm water.
Druk gedurende meer dan 5 seconden
op de knop om naar het
parametermenu over te gaan.
Menu nr. Functie Actie
COD. 1
maximaal
verwarmings-
vermogen
Kies een waarde:
- tussen 8 en 25 voor ISOTWIN C 25 (fabrieksinstelling: 15)
- tussen 4 en 25 voor ISOTWIN F 25 (fabrieksinstelling: 15)
- tussen 5 en 30 voor ISOTWIN F 30 (fabrieksinstelling: 20)
- tussen 10 en 30 voor ISOTWIN C 30 (fabrieksinstelling: 20)
COD. 2
Conguratie van de
luchtleidingen
- Modellen C : geen regeling nodig.
- Modellen F : Kies een code voor de luchtleidingen tussen
de 11, van 0 tot 10 genummerde codes in het onderstaande
schema.
Wanneer «00» verschijnt, gebruikt u de
toetsen en naast of totdat
“96” op het display verschijnt.
Druk nog eens op de toets om
het eerste Parametiseerbare menu
weer te geven, met name het maximale
verwarmingsvermogen (menu COD.1).
Wanneer het menu "COD.1" op het display
verschijnt, drukt u op de toets om
de gewenste waarde in te stellen.
Selecteer de gewenste waarde door
de toetsen of naast of te
gebruiken.
Bevestig door op de toets te
drukken.
Druk op de toetsen of naast
of om naar het volgende menu over
te gaan.
Het display keert terug naar
zijn normale stand als het
bedieningspaneel gedurende 15
minuten niet wordt aangeraakt of
na nog eens meer dan 5 seconden
op de .
Code
(L) C12 / C42
Ø 60/100
(L) C12
Ø 80/125
(L) C32
Ø 60/100
(L) C32
Ø 80/125
(L)
C52
C82
Ø 80/80
F25
H-MOD
F30
H-MOD
F25
H-MOD
F30
H-MOD
F25
H-MOD
F30
H-MOD
F25
H-MOD
F30
H-MOD
0 < 0.39 m < 0.39 m < 0.5 m < 0.5 m < 0.5 m < 0.5 m < 1 m < 1 m < 1 m
1 < 0.8 m < 0.7 m < 2 m < 1 m < 1.3 m < 1.3 m < 2.7 m < 1.7 m < 4 m
2 < 1.2 m < 1 m < 3 m < 1.7 m < 1.7 m < 1.6 m < 3.9 m < 2.4 m < 7 m
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
41
Code
(L) C12 / C42
Ø 60/100
(L) C12
Ø 80/125
(L) C32
Ø 60/100
(L) C32
Ø 80/125
(L)
C52
C82
Ø 80/80
F25
H-MOD
F30
H-MOD
F25
H-MOD
F30
H-MOD
F25
H-MOD
F30
H-MOD
F25
H-MOD
F30
H-MOD
3 < 1.6 m < 1.3 m < 4 m < 2.4 m < 2.1 m < 1.9 m < 5 m < 3.1 m < 10 m
4 < 2 m < 1.6 m < 5 m < 3.1 m < 2.5 m < 2.2 m < 6.1 m < 3.8 m < 13 m
5 < 2.3 m < 1.9 m < 6 m < 3.8 m < 2.9 m < 2.5 m < 7.1 m < 4.5 m < 16 m
6 < 2.7 m < 2.2 m < 7 m < 4.5 m < 3.3 m < 2.8 m < 8.2 m < 5.2 m < 19 m
7 < 3.1 m < 2.6 m < 8 m < 5.2 m < 3.7 m < 3.1 m < 9.3 m < 5.9 m < 22 m
8 < 3.3 m < 2.9 m < 9 m < 5.9 m < 4.1 m < 3.4 m < 10.4 m < 6.6 m < 25 m
9 < 3.8 m < 3.2 m < 10 m < 6.5 m < 4.5 m < 3.7 m < 11.5 m < 7.3 m < 28 m
10 < 4 m < 3.5 m < 11 m < 7 m < 5 m < 4 m < 12 m < 8 m < 30 m
Menu nr. Functie Actie
COD. 3
Minimumtemperatuur van
het verwarmingswater
Kies een waarde tussen 38°C en 70°C.
(fabrieksinstelling : 38°C)
COD. 4
Maximumtemperatuur van
het verwarmingswater
Kies een waarde tussen 50°C en 80°C.
(fabrieksinstelling : 73°C)
COD. 5 Werking van de pomp
Kies een werkwijze:
1 - onderbroken (niet-continu) met kamerthermostaat (TA).
(Regelingen in fabriek)
2 - onderbroken (niet-continu) met brander
3 - continu (permanent)
De twee volgende menu’s vereisen de installaties van een buitensonde
COD. 6 Verwarmingskromme
Kies een verwarmingskromme onder de 10 volgende:
0.2 / 0.6 / 1.0 / 1.2 / 1.5 / 2.0 / 2.5 / 3.0 / 3.5 / 4.0
(zie onderstaande graek)
COD. 7
Voet van de
verwarmingskromme
Kies een waarde:
15°C / 16°C / 17°C / 18°C / 19°C / 20°C / 21°C / 22°C /
23°C / 24°C / 25°C (zie onderstaande graek)
1
2
50
60
70
80
90
30
40
25
15
20
4.0
0.2
0.6
1.2
3.0
1.5
1.0
2.0
2.5
3.5
Buitentemperatuur (°C)
Minimumtemperatuur in de uitgaande
verwarmingsleiding (°C)
Legenda
1 Regeling via Menu 6
2 Regeling via Menu 7
42
Menu nr. Functie Actie
COD. 8
gedwongen werking
van de brander
Kies een werkwijze:
0 = normale werking (fabrieksinstelling)
1 =gedwongen werking op min. vermogen
2 = gedwongen werking op max. vermogen (waarde afgesteld
in het menu COD. 1)
De menu’s COD.11 tot COD.19 kunnen enkel gelezen worden
COD. 11 Verwarmingsdebiet
Weergave verwarmingsdebiet in liter/uur. Weergave enkel
mogelijk als een debietvoeler in de cv-kring (niet meegeleverd)
op het toestel geïnstalleerd is.
COD. 12 Uitgaande cv-leiding
Weergave van de temperatuur van de uitgaande cv-leiding
tussen 0°C en 99°C.
COD. 13
Temperatuur cv-
retourleiding
Weergave van de temperatuur van de cv-retourleiding tussen
0°C en 99°C.
COD. 14
Temperatuur
warmwater aan de
uitgaande leiding
van de sanitaire
warmtewisselaar
Weergave van de temperatuur van het sanitair warm water tussen
0°C en 9C.
COD. 15 Boilertemperatuur Weergave van de boilertemperatuur tussen 0°C en 99°C.
COD. 16 - Niet gebruikt voor dit type ketel.
COD. 17
Snelheid
afzuigventilator
Weergave van de ventilatorsnelheid (in t/min) tussen 0 en 99.
Vermenigvuldig de weergegeven waarde met 100.
COD. 18
Ogenblikkelijk
brandervermogen
Weergave van het ogenblikkelijk vermogen van de brander
tussen 0 kW en 99 kW
COD. 19
Werkingsfase
van de ketel
Weergave van de diagnose van de ketel.
Status Verwarmingsmodus
00 Geen verwarmingsaanvraag
01 Ventilatie afzuigventilator voor de ontsteking
02 Voordraaien pomp
03 Ontsteking
04 Brander ingeschakeld
05 Nadraaien pomp / afzuigventilator
06 Nadraaien afzuigventilator
07 Nadraaien pomp
08 Antipendelvertraging na verwarming
Status Werking sanitair warm water
10 Sanitaire vraag
11 Ventilatie afzuigventilator voor de ontsteking
13 Ontsteking
14 Brander ingeschakeld
15 Nadraaien pomp / afzuigventilator
16 Nadraaien afzuigventilator
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
43
Menu nr. Functie Actie
COD. 19
17 Nadraaien pomp
Status Temperatuurverhoging tapwater
20 Cyclus verhoging boilertemperatuur
21 Ventilatie afzuigventilator voor de ontsteking
23 Ontsteking
24 Brander ingeschakeld
25 Nadraaien pomp / afzuigventilator
26 Nadraaien afzuigventilator
27 Nadraaien pomp
28
De ketel blokkeert de temperatuurverhoging van de boiler na
een opwarmingscyclus.
Status Speciekemeldingen
30
Standaardtoestand, geen verwarmingsaanvraag, geen vraag
naar sanitair warm water. Controleer als een kamerthermostaat
met EBUS is aangesloten op de ketel, of de shunt aanwezig is
op de aansluitklemmen 3 en 4 van het moederbord van de ketel.
31 Werkwijze «Alleen tapwater»
33 Werkwijze «Alleen tapwater»
34 Werkwijze «Beveiliging tegen vorst»
35 Wachtcyclus
37
Controlecyclus: de snelheid van de afzuigventilator in de
werkingsfase is buiten tolerantie.
51
Detectie van een verstopping van de rookgasafvoerbuis bezig
(model C)
52 Verstopping van de rookgasafvoer gedetecteerd (model C)
53
Wachtcyclus: temperatuurverschil tussen de uitgaande
leiding en de retourleiding van de cv te hoog. Indien ∆T > 30,
gedwongen werking op min. vermogen
54
Wachtcyclus: tekort aan water in de installatie /
temperatuurstijging tussen de uitgaande leiding en de
retourleiding van de cv te hoog.
98
Test van de voelers in de uitgaande leiding en de retourleiding
van de cv
COD. 20 Ontgassen
0 = ontgassingsfunctie gedeactiveerd (fabrieksinstelling)
1 = ontgassingsfunctie geactiveerd
De functie is geactiveerd voor een max. duur van 14 minuten.
Het toestel werkt 7 minuten om te verwarmen en 7 minuten in de
korte lus. De werkingscyclus van de pomp is de volgende: 15 s
ON daarna 10 s OFF.
U kunt de functie stoppen door terug te gaan naar de instelling 0.
Het servicemenu COD. 21 kan alleen gelezen worden.
COD. 21 Buitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur weer gemeten door de
buitensonde (als een sonde op de ketel gekoppeld is).
44
Menu nr. Functie Actie
COD. 22
Conguratie met
zonneboiler
Kies een waarde tussen 0 en 20 seconden om de ontsteking
van de brander te vertragen als de ketel met een zonneboiler
is verbonden.
De 2 volgende menu’s vereisen de installatie van een optionele kaart.
COD. 60 Functie relais 1
Toewijzing van een functie aan relais 1 van de optionele kaart:
1 = pomp retourleiding sanitair (*)
2 = extra cv-pomp verwarming (fabrieksinstelling)
3 = drukopvoerpomp boiler (niet gebruikt voor dit type ketel)
4 = terugslagklep rookgassen / afzuigventilator schoorsteen
5 = externe gasklep
6 = externe foutmelding
COD. 61 Functie relais 2
Toewijzing van een functie aan relais 2 van de optionele kaart:
1 = pomp retourleiding sanitair (*)
2 = extra cv-pomp verwarming (fabrieksinstelling)
3 = drukopvoerpomp boiler (niet gebruikt voor dit type ketel)
4 = terugslagklep rookgassen / afzuigventilator afzuigkap
5 = externe gasklep
6 = externe foutmelding
(*) Deze regeling werkt enkel met bepaalde modulerende kamerthermostaten uit de Bulex-reeks
Het servicemenu COD. 62 kan alleen gelezen worden.
COD. 62
Temperatuur
van de afzuigkap
Weergave van de temperatuur van de afzuigkap tussen 0°C
en 99°C.
COD. 63 Dag/nacht-functie
Verlaging van de cv-temperatuurinstelling van dag- naar
nachtregime. Deze functie wordt bestuurd door het
programma van de kamerthermostaat. Ze kan enkel actief zijn
als de ketel uitgerust is met een buitensonde.
Ze heeft voor gevolg dat de kamerthermostaat de brander niet
meer onderbreekt. Alleen bij het bereiken van de ingestelde
waarde wordt de brander onderbroken.
0 = Functie niet actief
1 = Functie actief
COD. 64 Offset nacht
Keuze van de verlaging van de temperatuursinstelling tussen
dag (periode COMFORT van de kamerthermostaat) en nacht
(«spaar»-periode (ECO) van de kamerthermostaat).
Kies een waarde tussen 0°C en 31°C
Het servicemenu COD. 65 kan alleen gelezen worden.
COD. 65
Gedetailleerde
storingscode
De diagnose kan verjnd worden door een gedetailleerde
code. De lijst van de gedetailleerde codes staat in het
hoofdstuk “Beveiligingen”.
COD. 66
Max. sanitair
warmwater-
temperatuur
De aanbevolen max. sanitair warmwatertemperatuur bedraagt
60°C. Het is mogelijk deze temperatuursinstelling te verhogen
tot 65°C. Kies een waarde tussen 60°C en 65°C.
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
45
8 Aatenvanhettoestel
8.1 Verwarmingskring
1
Legenda
1 Aaatkraancv
Open de aaatkraan (1) die
aangebracht is in het laagste punt van
de installatie.
Laat lucht toe door bv. een ontluchter
van de installatie open te draaien.
Om alleen het water van de
verwarmingskring uit het toestel af te
laten, draait u eerst de stopkranen in de
uitgaande leidingen en de retourleiding
dicht.
8.2
Sanitaire kring
C
B
A
1 2
Legenda
1 Afsluitkraan koudwatertoevoer
2 Moer op de uitgaande warmwaterleiding
Isoleer de ketel van de installatie door
de afsluitkraan (1) op de aansluitplaat
dicht te draaien.
Laat lucht toe door een
warmwaterkraan open te draaien (A).
Plaats een afvoerbuis op de afvoer (B).
Draai de moer (2) op de uitgaande
warmwaterleiding los.
Open de aaatkraan (C).
Verwijder de schroef onder de
koudwatertoevoerkraan om het
aftappen van het sanitaire circuit
sneller te laten verlopen (1).
Deze methode kan alleen gebruikt
worden indien de recirculatielus
niet is aangesloten.
46
9 Beveiligingen
U vindt de lijst van bepaalde foutcodes in
de handleiding.
De storingen die in dit hoofdstuk zijn
beschreven vereisen de interventie van
een vakman en indien nodig die van de
Bulex-service (dienst-na-verkoop).
Belangrijk: in geval van aanwezigheid van
lucht in de leidingen, moet u de lucht die
in de radiatoren zit aaten (ontluchten)
en water toevoeren tot de druk de
voorgeschreven waarde bereikt. Als u te
dikwijls water moet toevoegen, dan moet
u daar de dienst na verkoop van op de
hoogte brengen, want het kan gaan om
kleine lekken in de installatie, waarvan
de oorsprong dient gezocht te worden,
of corrosie van de verwarmingskring,
die verholpen moet worden door een
passende behandeling van het water in de
kring.
Storing Beschrijving
Detail
van de
fout
Mogelijke oorzaak Oplossing
F1 Ontstekingsfout d28
Geen gastoevoer /
onvoldoende gasdebiet
Slechte regeling van het
gasmechanisme
Ontstekings- en vlamcontrole-
elektrode defect
Defecte ontsteker
• Controleer de
gastoevoerkring (open
gaskraan).
• Controleer de regeling van
het gasmechanisme.
• Controleer de aansluitingen
van de ontsteking.
• Controleer de staat van de
brander (netheid binnen van de
brandtakken).
• Controleer de staat van de
elektrodes (plaats en corrosie).
F4
Vlam dooft
tijdens de
werking
d29
F2
Slechte
afzuiging of
aanzuiging van
de lucht
d32
Verkeerde snelheid
afzuigventilator
• Controleer de luchttoevoer en
de rookgasafvoer.
• Controleer de werking van
de pressostaat en van de
afzuigventilator.
• Controleer de elektrische
verbindingen van de
afzuigventilator en van de
pressostaat.
• Controleer of de hoge en lage
verluchtingsopeningen van het
lokaal niet verstopt zijn.
d33 Storing in de pressostaat
d36
Te hoge weerstand in de
schoorsteen
d37
Verkeerde snelheid van de
afzuigventilator tijdens de
werking
F3
Herhaalde
storing
luchttoevoer
d35 Zie de oorzaken en oplossingen van storing F2.
F5
Oververhit-
tingsfout
d20
Oververhittingsbeveiliging
geactiveerd (97°C)
• Controleer de werking van de
pomp.
• Controleer of de afsluitkranen
in de uitgaande leiding en de
retourleiding van de cv open
staan.
d25
Toegestane
maximumtemperatuur
overschreden (95°C)
- Slechte ontgassing
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
47
Storing Beschrijving
Detail
van de
fout
Mogelijke oorzaak Oplossing
F6
Temperatuur-
voeler in de
uitgaande cv-
leiding
d0 Voeler ontkoppeld
• Controleer de aansluitingen
van de voeler.
• Controleer de kabels van de
voeler.
• Controleer de voeler.
d10 Kortsluiting van de voeler
F7
Storing voeler
temperatuur
tapwater
d2
Temperatuurvoeler sanitair
warm water ontkoppeld
d12 Kortsluiting van de voeler
F8
Storing
boilertem-
peratuurvoeler
d3
Boilertemperatuurvoeler
ontkoppeld
d13
Kortsluiting
boilertemperatuurvoeler
d79
Storing
boilertemperatuurvoeler
F9
Fout
drukdetector
cv-kring
d73
Drukdetector kortgesloten of
ontkoppeld
• Controleer de aansluitingen
van de detector
• Controleer de detector.
d74 Drukdetector gestoord
F10
Storing
temperatuur-
voeler cv-
retourleiding
d1
Temperatuurvoeler cv-
retourleiding ontkoppeld
• Controleer de aansluitingen
van de voeler.
• Controleer de kabels van de
voeler.
• Controleer de voeler.
d11
Kortsluiting van de
temperatuurvoeler in de cv-
retourleiding
F11
Communicatie-
fout gebruikers-
interfacekaart
-
• Controleer de aansluitingen tussen het moederbord en de
interfacekaart van de gebruiker
F12
Storing EBUS-
spanning
d49 Defect op de EBUS-lijn
• Controleer de belasting op de
EBUS-lijn.
F13
Storing
moederbord.
d38
Verkeerde frequentie
voedingsspanning
• Controleer alle aansluitingen
van het moederbord.
• Controleer de elektronische
kaart.
• Controleer de productcode.
• Doe een «reset» van het
toestel.
d61 Storing bediening gasklep
d62
Fout bij het sluiten van de
gasklep
d63 Geheugenfout op moederbord
d64 Storing moederbord.
d65
Temperatuur van het
moederbord te hoog
d67
Ontbrekend vlamsignaal op
het moederbord
F15
Defecte motor
van het gasme-
chanisme.
-
Kortsluiting van de motor van
het gasmechanisme
• Controleer de aansluitingen
van het gasmechanisme.
• Controleer de werking van het
gasmechanisme.
d26 Kabels ontkoppeld of defect
48
Storing Beschrijving
Detail
van de
fout
Mogelijke oorzaak Oplossing
F16
Storing
vlamdetectie
d27 Abnormale vlamdetectie
• Controleer de vlamdetectie-
elektrode.
• Controleer het moederbord.
-
Gasmechanisme defect
F18
Defect in de
gebruikers-
interface.
- Interfacekaart defect • Vervang de interfacekaart.
F19
Storing
temperatuur-
voeler
uitgaande cv-
leiding
d71
Voelers uit hun klemmen
losgekomen of defect (geen
temperatuurschommeling)
• Controleer de aansluitingen
van de voeler.
F20
Gebruikers-
interface niet
compatibel met
moederbord.
d70 Slechte productcode
• Controleer de productcode.
• Controleer de referentie van
de kaart.d42
Slechte interfacekaart
gebruiker of moederbord
F23
Storing van de
watercirculatie
d24
Slechte werking van de pomp
(te snelle temperatuurstijging)
• Controleer of de afsluitkranen
in de uitgaande leiding en de
retourleiding van de cv open
staan.
F25
Storing
temperatuur-
voeler in de
afzuigkap
(H-MOD)
d9
Temperatuurvoeler van de
afzuigkap ontkoppeld
• Controleer de aansluitingen
van de voeler.
• Controleer de voeler.
d19
Kortsluiting van de
temperatuurvoeler van de
afzuigkap
F26
Maximum
temperatuur-
afwijking
bereikt tussen
de uitgaande
leiding en de
retourleiding
van de cv
d23
Probleem met de
watercirculatie
• Controleer de aansluiting van
de voelers van de uitgaande
leiding en de retourleiding van
de cv.
• Controleer de snelheid van
de pomp.
F28
Permanente
temperatuur-
afwijking
tussen de
voelers van
de uitgaande
leiding en de
retourleiding
van de cv
d72
Incoherentie tussen de
temperaturen van de
uitgaande leiding en de
retourleiding van de cv
• Controleer de aansluitingen
van de temperatuurvoelers.
- Temperatuurvoelers defect
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
49
Storing Beschrijving
Detail
van de
fout
Mogelijke oorzaak Oplossing
F43
Voeler buiten-
temperatuur
voor beveiliging
TTB (beveiliging
tegen terugslag
van de
rookgassen)
d5
Externe rookgasdetector
ontkoppeld
• Controleer de aansluitingen
van de voelers.
d15
Kortsluiting van de externe
rookgasdetector
F44
Luchtsonde
binnen-tempe-
ratuur voor
beveiliging TTB
(beveiliging
tegen terugslag
van de
rookgassen)
d6
Interne rookgasdetector
ontkoppeld
d16
Kortsluiting op de interne
rookgasdetector
50
10 Controle / Terug in dienst stellen
Na het toestel geïnstalleerd te hebben,
controleert u de goede werking ervan:
Schakel het toestel in volgens de
indicaties van de gebruiksaanwijzing en
controleer of het goed werkt.
Controleer of het toestel geen lekken
vertoont (gas en water) en verhelp de
eventuele lekken.
Controleer of de rookgassen naar
behoren worden afgevoerd.
Controleer alle bedienings- en
veiligheids-voorzieningen, de regeling
en de werkingstoestand ervan.
11 Het informeren van de gebruiker
De gebruiker van het toestel moet
geïnformeerd worden over de bediening
en de werking van zijn toestel.
Leg hem de werking van het toestel uit
zodat hij er vertrouwd mee raakt.
Bekijk samen met hem de
gebruiksaanwijzing en beantwoord zijn
eventuele vragen.
Geef alle handleidingen en
documentatie van het toestel aan de
gebruiker en vraag hem om ze in de
buurt van het toestel te bewaren.
Leg hem uit hoe hij het toestel
kan aaten en toon hem de
bedieningselementen.
Leg de gebruiker meer bepaald de
veiligheidsinstructies voor die hij in acht
moet nemen.
Herinner hem aan de verplichting
om een geregeld onderhoud van de
installatie te laten doen.
Raad hem aan een onderhoudscontract
af te sluiten met een vakman.
12 Reserve-onderdelen
Om een duurzame werking van alle orga-
nen van het toestel te garanderen en het
toestel in goede staat te houden, mogen
bij reparatie- en onderhoudswerkzaamhe-
den alleen originele Bulex-reserveonder-
delen worden gebruikt
.
Gebruik uitsluitend originele reserve-
onderdelen.
Vergewis u ervan dat de montage van
deze onderdelen correct verloopt en
dat ze op dezelfde plaats en in dezelfde
richting als de vervangen onderdelen
aangebracht worden.
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
51
Legenda
1 Bevestigingsschroeven cv-pomp
2 Cv-pomp
3 Connector van de sanitaire pomp
4 Tapwaterpomp
5 Klem voor de bevestiging van de
sanitaire pomp
6 Vulkraan
7 Klem voor de bevestiging van de
vulkraan
8 Leidingklem van het sanitaire buisje
9 Klemvoordebevestigingvandelter-
straalbreker
10 Filter-straalbreker
11 Bevestigingsschroeven van de
warmtewisselaar voor sanitair warm water
12 Klem voor de bevestiging van de vulbuis
13 Veiligheidsklep cv
14 Leidingklem van de veiligheidsklep cv
15 Klem voor de bevestiging van de
drukdetector in de cv-kring
16 Ontkoppelaar
17 Leidingklem van de veiligheidsklep van
het sanitair
18 Veiligheidsklep tapwater
17 Driewegklep
20 Sanitaire warmtewisselaar
21 Connector van de driewegklep
22 Connector van de drukdetector in de
cv-kring
23 Drukdetector in de cv-kring
24 Klem voor de bevestiging van de
tapwaterpomp
25 Ontluchter van de cv-pomp
13 Dienst na verkoop
TOP
25 24 23
1
2
3
5
4
6
7 9
8
10 11 12 13 14
15
16
17
18
19
20
21
22
52
13.1 Cv-pomp
Ontkoppel de kabel van de pomp.
Schroef de 4 bevestigingsschroeven
van de pomp (1) los.
Verwijder de pompmotor (2).
13.2 Sanitaire pomp
Maak de connector los (3).
Ontkoppel de kabel van de pomp.
Verwijder de klemmen (5), (8) en (24).
Verwijder de sanitaire pomp
13.3 Sanitaire warmtewisselaar
Verwijder de twee
bevestigingsschroeven (11) die
toegankelijk zijn vanaf de voorkant van
de ketel.
Let op de richting voor de
hermontage: het woord
«TOP», dat op de rand van de
warmtewisselaar (20) gedrukt is,
moet naar boven wijzen.
13.4 Filter-straalbreker
De lter-straalbreker verbetert de
ontgassing van de cv-kring.
Sluit de afsluitkranen in de uitgaande
leiding en de retourleiding van de cv-
kring, en laat vervolgens het water uit
de ketel af.
Verwijder de klem voor de bevestiging
van de lter (9) aan de onderkant van
de pomp.
Verwijder de lter-straalbreker (10).
Reinig de vinger en breng hem correct
weer aan.
13.5 Drukdetector in de cv-kring
Maak de klem (15) los waarmee de
drukdetector in de cv-kring bevestigd is.
Maak de connector los (22).
Verwijder de drukdetector in de cv-
kring(23).
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
53
14 Technische gegevens
Ketel model C, type B11BS
Ketel model F, type C12, C32, C42, C52, C82, B22P
Beschrijving
Een-
heid
C 25 C30
F 25
H-MOD
F 30
H-MOD
Gascategorie l3+ / l2E / l2E+ l3+ / l2E / l2E+ l3+ / l2E / l2E+ l3+ / l2E / l2E+
BE
I2E+, d.w.z. dat de verwarmingsketel werkt op aardgas (G20/G25),
• I3+, d.w.z. dat de verwarmingsketel werkt op butaan (G30) of
op propaan (G31).
LU • I2E, d.w.z. dat de verwarmingsketel werkt op aardgas (G20).
Verwarming
Nuttig vermogen bij 80°C/60°C
80°C/60°C (P)
kW 8.4 - 24.6 10.4 - 29.6
4.1 (G20)
4.9 (G30)
5 - 29.6
Rendement bij calorische
onderwaarde C.O.W en regime
80/60°C
% 90.5 91.4 91 92.3
Rendement op LCV bij deellast
(30%) 45°C/35°C
% 89.6 90.7 90.8 91.3
Rendementsniveau volgens
Europese richtlijn 92/42
Lage temperatuur
Minimum belasting (Q min) kW 9.9 12.1
5 (G20)
6 (G30)
6
Maximum belasting (Q max) kW 27 32.4 26.9 32.5
Minimum debiet l/h 450 550 250 250
Min. aanvoertemperatuur °C 38 38 38 38
Max. aanvoertemperatuur °C 80 80 80 80
Expansievat, nuttige capaciteit l 12 12 12 12
Voorvuldruk in het expansievat bar 0.75 0.75 0.75 0.75
Maximumcapaciteit van de
installatie tot 75°C
l 270 270 270 270
Veiligheidsventiel
maximale werkdruk (PMS)
bar 3 3 3 3
Sanitair
Min. nuttig vermogen (P min) kW 8.4 10.4
4.1 (G20)
4.9 (G30)
5
Max. nuttig vermogen (P max) kW 24.6 29.6 24.6 29.6
Minimum belasting (Q min) kW 9.9 12.1
5 (G20)
6 (G30)
6
Maximum belasting (Q max) kW 27 32.4 26.9 32.5
Min. warmwatertemperatuur. °C 45 45 45 45
Max. warmwatertemperatuur. °C 65 65 65 65
Speciek debiet volgens EN 13203 l/min 18.5 20.7 18.5 20.7
Speciek debiet volgens EN 625 l/min 19 21.2 19 21.2
Sanitair comfort volgens EN 13203
*** *** *** ***
54
Beschrijving
Een-
heid
C 25 C30
F 25
H-MOD
F 30
H-MOD
Debiet werkingsdrempel l/min 0 0 0 0
Inhoud accumulatievat l 42 42 42 42
Debietbegrenzer koud water l/min 12 14 12 14
Veiligheidsventiel maximale
bedrijfsdruk
bar 10 10 10 10
Min. voedingsdruk. bar 0.5 0.5 0.5 0.5
Aanbevolen voedingsdruk bar 2 2 2 2
Maximale voedingsdruk (P
MW
) (**) bar 10 10 10 10
(*) Regeling aanbevolen voor het vullen van de installatie rekening houdend met het drukverlies in
de ontkoppelinrichting.
(**) Voor een voedingsdruk hoger dan 3 bar is het aanbevolen een drukreduceertoestel te installeren.
Verbranding
Verseluchtdebiet (1013 mbar - 0°C) m3/h 59.9 72 47.7 50.7
Afvoerdebiet verbrandingsgassen g/s 20.4 24.9 16.4 18.5
Temperatuur rookgassen bij P
max op 80°C/60°C
°C 112 111.2 144.5 148
Waarden van de verbrandingsproducten (gemeten bij nominaal verwarmingsdebiet):
CO mg/kWh 44 47 25 27
CO2 % 5.1 5 6.5 7
NOx klasse 3 3 3 3
Elektrisch
Voedingsspanning V/Hz 230/50 230/50 230/50 230/50
Maximaal opgenomen vermogen W 123 123 184 189
Stroomsterkte
A 0.54 0.54 0.8 0.83
Zekering A 2 2 2 2
Elektrische beschermingsgraad IPX4D IPX4D IPX4D IPX4D
Elektrische klasse I I I I
Beschrijving
Een-
heid
C 25 C30
F 25
H-MOD
F 30
H-MOD
Afmetingen :
Hoogte mm 890 890 890 890
Breedte mm 600 600 600 600
Diepte mm 499 499 499 499
Ø diameter schoorsteen mm 130 140 - -
Ø diameter luchttoevoer/
rookgasafvoer
mm
- - 60/100 60/100
Nettogewicht kg 57 59 60 62
Gewicht gevuld met water kg 100.3 102.4 103.3 105.4
EU-nummer 1312 BS
4930
1312 BS
4931
1312 BS
4932
1312 BS
4933
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
55
Technische parameters
volgens het type gas
Eenheid C 25 C30
F 25
H-MOD
F 30
H-MOD
Aardgas G20 (*)
Ø van de brandersproeier mm 1.2 1.2 1.25 1.25
Diameter gasdiafragma mm 5.8 6.5 5.65 6.3
Min. druk gastoevoer mbar 20 20 20 20
Minimale branderdruk mbar 1.86 2.01 1.57 1.7
Maximale branderdruk mbar 12.65 12.21 11.38 11.8
Gasdebiet bij minimumvermogen
m
3
/h
1.05 1.3 0.53 0.63
Gasdebiet op maximaal vermogen
m
3
/h
2.86 3.43 2.84 3.44
Aardgas G25 (*)
Ø van de brandersproeier mm 1.2 1.2 1.25 1.25
Diameter gasdiafragma mm 5.8 6.5 5.65 6.3
Min. druk gastoevoer mbar 25 25 25 25
Minimale branderdruk mbar 2.35 2.55 2.06 2.1
Maximale branderdruk mbar 15.5 14.91 14.03 14.7
Gasdebiet bij minimumvermogen
m
3
/h
1.21 1.38 0.56 0.67
Gasdebiet op maximaal vermogen
m
3
/h
3.32 3.64 3.02 3.65
Gas G30 (*)
Ø van de brandersproeier mm 0.73 0.73 0.77 0.77
Diameter gasdiafragma mm 5.35 5.95 4.4 5.2
Min. druk gastoevoer mbar 28 - 30 28 - 30 28 - 30 28 - 30
Minimale branderdruk mbar 3.53 3.48 4.71 3.5
Maximale branderdruk mbar 25 23.05 21.38 21.6
Gasdebiet bij minimumvermogen kg/h 0.78 0.97 0.47 0.47
Gasdebiet op maximaal vermogen kg/h 2.13 2.55 2.12 2.56
Vloeibaar gas G31 (*)
Ø van de brandersproeier mm 0.73 0.73 0.77 0.77
Diameter gasdiafragma mm 5.35 5.95 4.4 5.2
Min. druk gastoevoer mbar 37 37 37 37
Minimale branderdruk mbar 4.6 4.65 6.08 4.5
Maximale branderdruk mbar 31.9 30.9 27.56 27.7
Gasdebiet bij minimumvermogen kg/h 0.77 0.95 0.47 0.47
Gasdebiet op maximaal vermogen kg/h 2.1 2.51 2.09 2.52
(1) 15°C, 1013,25 mbar, droog gas
56
0020050947_03 - 05/07
Bulex
Chaussée de Mons, 1425
Bergensesteenweg, 1425
1070 Bruxelles - Brussel
Téléphone: 02 555 13 13
Télécopie: 02 555 13 14
www.bulex.com
Onder voorbehoud van technische wijzigingen
9

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Bulex ISOTWIN F 25 H-MOD bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Bulex ISOTWIN F 25 H-MOD in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 6,84 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Bulex ISOTWIN F 25 H-MOD

Bulex ISOTWIN F 25 H-MOD Bijvullen ketel - Nederlands - 2 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info