718646
186
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/214
Pagina verder
QL-810W
QL-820NWB
Lees de Handleiding product veiligheid en vervolgens de Installatiehandleiding voor
de juiste installatieprocedure. Bewaar de handleiding vervolgens op een veilige plek
zodat u deze, indien nodig, kunt raadplegen.
Versie 3
DUT
Gebruikershandleiding
i
Inleiding 0
Belangrijke mededeling 0
De inhoud van dit document en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden aangepast.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet aansprakelijk voor schade (inclusief gevolgschade)
die voortvloeit uit het gebruik van deze handleiding, andere publicaties of de hierin beschreven producten,
ook niet wanneer dit samenhangt met zetfouten of andere fouten of omissies in deze publicaties.
De afbeeldingen van de schermen in deze handleiding kunnen afwijken van wat er op het scherm wordt
weergegeven, afhankelijk van het besturingssysteem, het model van uw product en de softwareversie.
Lees alle met de labelprinter meegeleverde documenten met veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen
voor de bediening goed door voordat u de printer in gebruik neemt.
De printer die in de afbeeldingen wordt weergegeven, kan afwijken van uw printer.
De verkrijgbare opties en verbruiksartikelen kunnen per land verschillen.
Beschikbare handleidingen 0
Ga naar de Brother support website op support.brother.com en klik op Handleidingen op de pagina van uw
model om de nieuwste handleidingen te downloaden.
1
Afgedrukte handleiding in de verpakking
2
PDF-handleiding op Brother support website
Handleiding product veiligheid
1
Deze handleiding bevat informatie over de veiligheid; lees deze
handleiding goed door voordat u de printer in gebruik neemt.
Installatiehandleiding
1
Deze handleiding bevat basisinformatie over het gebruik van de
printer en tips voor het oplossen van problemen.
Gebruikershandleiding
2
Deze handleiding bevat aanvullende informatie over de instellingen
en de functies van de printer, de netwerkverbinding en
netwerkinstellingen, tips voor het oplossen van problemen en
instructies voor onderhoud.
ii
Symbolen die in deze handleiding worden gebruikt 0
De volgende symbolen worden in deze handleiding gebruikt:
Beschrijft wat u moet doen om letsel te voorkomen.
Beschrijft de procedures die u moet opvolgen om licht letsel of schade aan
de labelprinter te voorkomen.
Belangrijk
Dit symbool staat bij belangrijke informatie of instructies die moeten worden
opgevolgd. Indien u deze informatie negeert, kan dit beschadiging of een
incorrecte werking van het product tot gevolg hebben.
Opmerking
Deze aanduiding geeft opmerkingen weer bij informatie of instructies die
u helpen de werking van het product beter te begrijpen en het product
efficiënter te gebruiken.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
iii
Algemene voorzorgsmaatregelen
DK-rol (DK-label en DK-tape)
Gebruik alleen originele Brother-accessoires en -verbruiksartikelen (voorzien van de tekens en ).
Gebruik GEEN accessoires en verbruiksartikelen die niet zijn goedgekeurd.
Als het label wordt bevestigd op een nat, vuil of vettig oppervlak, kan het gemakkelijk loskomen. Reinig
het betreffende oppervlak voordat u het label bevestigt.
Een DK-rol maakt gebruik van thermisch papier of thermische folie, waardoor de kleur kan vervagen en
de labels kunnen loskomen als gevolg van UV-licht, wind of regen.
Stel DK-rollen NIET bloot aan direct zonlicht, hoge temperaturen, hoge luchtvochtigheid of stof. Bewaar
ze op een koele, donkere plek. Gebruik een DK-rol snel na het openen van de verpakking.
Als u met uw vingernagels of een metalen voorwerp over het bedrukte oppervlak van een label krast of
als u het bedrukte oppervlak aanraakt met vochtige handen, kan de kleur veranderen of vervagen.
Breng GEEN labels aan op mensen, dieren of planten. Breng ook nooit zonder toestemming labels aan
op persoonlijke of openbare eigendommen.
Het uiteinde van een DK-rol zit niet vast aan de labelspoel, waardoor het laatste label mogelijk niet goed
wordt afgesneden. Verwijder in dat geval de resterende labels, plaats een nieuwe DK-rol en druk het
laatste label opnieuw af.
Opmerking: om dit te compenseren zitten er mogelijk meer DK-labels op een DK-rol dan op de
verpakking is aangegeven.
Als een label is aangebracht en later wordt verwijderd, kan er restmateriaal achterblijven.
Als u een cd/dvd-label wilt aanbrengen op een cd of dvd, lees dan eerst de desbetreffende instructies in
de handleiding van uw cd/dvd-speler en neem deze in acht.
Stop een cd of dvd waarop een cd/dvd-label is aangebracht NIET in een cd/dvd-speler waarin de
cd’s/dvd’s via een sleuf moeten worden ingevoerd.
Bij het verwijderen van een cd/dvd-label dat op een cd of dvd is aangebracht, kan een dunne
oppervlaktelaag loskomen, waardoor het schijfje wordt beschadigd.
Breng een cd/dvd-label NIET aan op een cd/dvd die u met een inkjetprinter wilt bedrukken. Labels op
een cd/dvd kunnen makkelijk loskomen en het gebruik van een schijf met een loszittend label kan leiden
tot verlies of beschadiging van gegevens.
Gebruik voor het aanbrengen van cd/dvd-labels de applicator die bij cd/dvd-labelrollen wordt geleverd,
anders kan de cd/dvd-speler beschadigd raken.
De gebruiker is volledig verantwoordelijk voor het aanbrengen van cd/dvd-labels. Brother aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor verlies of beschadiging van gegevens als gevolg van een onjuist gebruik
van cd/dvd-labels.
Laat de DK-rol niet vallen.
Een DK-rol maakt gebruikt van thermisch papier en thermische folie. Het label en de opdruk kunnen
vervagen bij blootstelling aan zonlicht en warmte.
Gebruik GEEN DK-rol als het label buitenshuis wordt gebruikt en lang moet meegaan.
Afhankelijk van de locatie, het gebruikte materiaal en de omgevingsomstandigheden kunnen labels
loslaten, vastlopen, verkleuren of zich aan andere voorwerpen vasthechten. Controleer de
omgevingsomstandigheden en het materiaal voordat u de labels aanbrengt. Test het label door een klein
stukje ervan te bevestigen op een niet in het zicht vallend gedeelte van het beoogde oppervlak.
Als de afdrukresultaten tegenvallen, gebruikt u de opties van het printerstuurprogramma of van Printer
Instelling Tool om wijzigingen aan te brengen.
iv
BELANGRIJKE OPMERKING 0
Dit product is uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Gebruik dit product niet
buiten het land van aankoop, omdat het mogelijk de regelgeving voor draadloze communicatie en energie
van dat land overtreedt.
Windows Vista in dit document geldt voor alle edities van Windows Vista.
Windows 7 in dit document geldt voor alle edities van Windows 7.
Windows 8 in dit document geldt voor alle edities van Windows 8.
Windows 8.1 in dit document geldt voor alle edities van Windows 8.1.
Windows 10 in dit document geldt voor alle edities van Windows 10 Home, Windows 10 Pro,
Windows 10 Enterprise, en Windows 10 Education.
Windows 10 in dit document geldt niet voor Windows 10 Mobile, Windows 10 Mobile Enterprise,
of Windows 10 IoT Core.
Windows Server 2008 geldt in dit document voor alle edities van Windows Server 2008 en
Windows Server 2008 R2.
Windows Server 2012 geldt in dit document voor alle edities van Windows Server 2012 en
Windows Server 2012 R2.
Niet alle modellen zijn in alle landen verkrijgbaar.
© 2019 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden.
v
Inhoudsopgave
Sectie I Basishandelingen
1 De labelprinter installeren 2
Beschrijving van onderdelen......................................................................................................................2
Voorzijde..............................................................................................................................................2
Achterzijde...........................................................................................................................................4
De DK-rol plaatsen ....................................................................................................................................5
De netspanningsadapter aansluiten ..........................................................................................................7
De knoopcelbatterij plaatsen (alleen de QL-820NWB) ..............................................................................8
Het apparaat in- en uitschakelen .............................................................................................................10
De taal voor het LCD-scherm instellen (alleen de QL-820NWB).............................................................10
De tijd en datum instellen (alleen de QL-820NWB) .................................................................................10
LCD-scherm (alleen de QL-820NWB) .....................................................................................................11
Scherm ..............................................................................................................................................11
LCD-instellingen ................................................................................................................................12
2 Afdrukken met een computer (P-touch Editor) 22
Software en printerstuurprogramma’s installeren op een computer ........................................................22
De labelprinter op een computer aansluiten............................................................................................23
Via USB verbinding maken................................................................................................................23
Verbinding maken via Wi-Fi...............................................................................................................23
Via bedraad LAN verbinding maken (alleen QL-820NWB) ...............................................................28
Bluetooth-verbinding (alleen QL-820NWB) .......................................................................................28
De labelprinter met een barcodelezer verbinden via Bluetooth (alleen QL-820NWB).............................29
Afdrukken vanaf een computer................................................................................................................30
Beschikbare toepassingen ................................................................................................................30
Labels maken op uw computer..........................................................................................................31
Labels bevestigen..............................................................................................................................32
3 Afdrukken vanaf een mobiel apparaat 33
Apps installeren voor gebruik in combinatie met mobiele apparaten ......................................................33
Beschikbare toepassingen ................................................................................................................33
De labelprinter op een mobiel apparaat aansluiten .................................................................................33
Afdrukken vanaf een mobiel apparaat.....................................................................................................35
Een mobiel apparaat gebruiken om op een computer gemaakte sjablonen af te drukken................35
Labels bevestigen..............................................................................................................................36
4 De instellingen van de labelprinter wijzigen 37
Printer Instelling Tool voor Windows .......................................................................................................37
Voordat u Printer Instelling Tool in gebruik neemt.............................................................................37
Printer Instelling Tool voor Windows gebruiken.......................................................................................38
Communicatie-instellingen voor Windows ...............................................................................................40
Dialoogvenster Instellingen ...............................................................................................................40
Menubalk ...........................................................................................................................................42
vi
Tabblad Algemeen ............................................................................................................................44
De tabbladen Bedraad LAN (alleen de QL-820NWB) / Draadloos LAN............................................46
Tabblad Wireless Direct ....................................................................................................................48
Tabblad Bluetooth (alleen de QL-820NWB) ......................................................................................49
Gewijzigde instellingen toepassen op meerdere printers ..................................................................50
Apparaatinstellingen voor Windows.........................................................................................................51
Dialoogvenster Instellingen ...............................................................................................................51
Menubalk ...........................................................................................................................................53
Tabblad Basis....................................................................................................................................54
Tabblad Geavanceerd .......................................................................................................................55
Tabblad Weergave (alleen de QL-820NWB).....................................................................................56
Tabblad Beheerinstelling ...................................................................................................................57
Gewijzigde instellingen toepassen op meerdere labelprinters ..........................................................58
Instellingen P-touch Template voor Windows..........................................................................................59
Dialoogvenster Instellingen P-touch Template ..................................................................................60
Printer Setting Tool (voor Mac-computers)..............................................................................................62
Voordat u Printer Setting Tool in gebruik neemt................................................................................62
Printer Setting Tool voor Mac-computers gebruiken ...............................................................................62
Dialoogvenster Instellingen ...............................................................................................................63
Tabblad Basic (Basis)........................................................................................................................64
Tabblad Advanced (Geavanceerd)....................................................................................................65
Tabblad Management (Beheer).........................................................................................................65
Tabblad Bluetooth Settings (Bluetooth-instellingen) (alleen de QL-820NWB) ..................................66
Tabblad Wireless LAN (Draadloos LAN) ...........................................................................................66
Gewijzigde instellingen toepassen op meerdere labelprinters ..........................................................67
Instellingen wijzigen bij het afdrukken vanaf een mobiel apparaat..........................................................68
5 Labels afdrukken met P-touch Template 69
Functies P-touch Template......................................................................................................................69
Voorbereiding ..........................................................................................................................................70
Instellingen opgeven in het hulpprogramma Instellingen P-touch Template .....................................70
Een barcodelezer aansluiten (alleen de QL-820NWB)............................................................................72
Standaardsjablonen afdrukken ................................................................................................................73
Geavanceerde sjablonen afdrukken........................................................................................................75
Zoekresultaat database afdrukken ..........................................................................................................78
Afdrukken met volgnummer (geserialiseerd) ...........................................................................................81
Tekstnummering (serialiseren) ..........................................................................................................81
Barcodenummering (serialiseren) .....................................................................................................82
Afdrukken met nummering (serialiseren) Geavanceerde functie ......................................................83
6 Overige functies 84
De instellingen van de labelprinter controleren........................................................................................84
Configuratie 2-kleurendruk voor andere toepassingen............................................................................85
De modus voor massaopslag (alleen QL-820NWB)................................................................................86
Beschrijving .......................................................................................................................................86
De modus voor massaopslag gebruiken ...........................................................................................87
JPEG-afbeeldingen afdrukken.................................................................................................................88
Sjablonen afdrukken met het LCD-menu van de labelprinter (alleen QL-820NWB)................................89
Update op afstand ...................................................................................................................................92
Gedistribueerd afdrukken (alleen Windows)............................................................................................92
vii
Sectie II App
7 P-touch Editor gebruiken 97
Voor Windows..........................................................................................................................................97
P-touch Editor starten........................................................................................................................97
Afdrukken met P-touch Editor............................................................................................................99
Gegevens overdragen naar de labelprinter .....................................................................................100
Afdrukken met een zwart/rode DK-rol (62 mm) ...............................................................................101
Het rode bereik, de helderheid en het contrast aanpassen.............................................................104
Mac........................................................................................................................................................106
P-touch Editor starten......................................................................................................................106
Gebruiksmodi ..................................................................................................................................107
Gegevens overdragen naar de labelprinter .....................................................................................107
2-kleuren afdrukconfiguratie ............................................................................................................108
Het aandeel rood aanpassen ..........................................................................................................109
Werken met P-touch Address Book (alleen Windows) ..........................................................................110
P-touch Address Book starten.........................................................................................................110
Nieuwe contactpersoon invoeren ....................................................................................................112
8 P-touch Editor Lite gebruiken (alleen Windows) 114
P-touch Editor Lite gebruiken (alleen de QL-810W) (Windows) ............................................................114
P-touch Editor Lite LAN gebruiken (alleen Windows)............................................................................118
9 P-touch Transfer Manager en P-touch Library gebruiken (alleen Windows) 123
P-touch Transfer Manager.....................................................................................................................123
De sjabloon naar P-touch Transfer Manager overbrengen ...................................................................123
Sjablonen en andere gegevens overdragen van de computer naar de labelprinter ..............................126
Een back-up maken van sjablonen en andere gegevens die in de labelprinter zijn opgeslagen ..........131
De gegevens uit de labelprinter verwijderen..........................................................................................132
Overdrachtsbestanden en overdrachtspakketbestanden maken ..........................................................133
P-touch Library ......................................................................................................................................134
P-touch Library starten ..........................................................................................................................134
Sjablonen openen en bewerken ............................................................................................................136
Sjablonen afdrukken ..............................................................................................................................137
Sjablonen zoeken ..................................................................................................................................138
10 Sjablonen overdragen met P-touch Transfer Express (alleen Windows) 140
P-touch Transfer Express voorbereiden ................................................................................................140
De sjabloon naar P-touch Transfer Manager overbrengen ...................................................................141
De sjabloon opslaan als een overdrachtspakket (.pdz-bestand) ...........................................................142
Het overdrachtspakket (.pdz-bestand) en P-touch Transfer
Express distribueren naar de gebruiker..............................................................................................144
Het overdrachtspakket (.pdz-bestand) overdragen naar de labelprinter ...............................................145
viii
11 P-touch Software bijwerken 148
P-touch Editor en P-touch Address Book bijwerken (alleen Windows) .................................................148
Voor Windows .................................................................................................................................148
Voor Mac .........................................................................................................................................150
P-touch Editor Lite (alleen Windows) en de firmware bijwerken............................................................151
Voor Windows .................................................................................................................................151
Voor Mac .........................................................................................................................................153
Sectie III Netwerk
12 Inleiding 156
Netwerkfuncties .....................................................................................................................................156
13 De netwerkinstellingen van uw labelprinter wijzigen 157
De netwerkinstellingen van uw labelprinter wijzigen (IP-adres, subnetmasker en gateway).................157
Werken met het hulpprogramma BRAdmin Light (alleen Windows) ...............................................157
Overige beheerprogramma’s .................................................................................................................159
Webbased management gebruiken (webbrowser)..........................................................................159
Werken met het hulpprogramma BRAdmin Professional Utility (alleen Windows)..........................159
14 Webbased management 160
Overzicht................................................................................................................................................160
De Printerinstellingen configureren met webbased management (webbrowser) ..................................161
Sectie IV Appendix
15 De labelprinter resetten 163
Alle instellingen resetten naar de fabrieksinstellingen met de knoppen op de labelprinter
(alleen de QL-810W) ..........................................................................................................................163
De gegevens resetten via het menu op het LCD-scherm (alleen de QL-820NWB) ..............................163
Gegevens resetten met Printer Instelling Tool.......................................................................................164
16 Onderhoud 165
De buitenkant van de eenheid reinigen .................................................................................................165
De printkop reinigen...............................................................................................................................165
De rol reinigen .......................................................................................................................................165
De labeluitgang reinigen........................................................................................................................167
ix
17 Problemen oplossen 168
Overzicht................................................................................................................................................168
Afdrukproblemen .............................................................................................................................169
Problemen met de netwerkinstellingen............................................................................................174
De labelprinter drukt niet af via het netwerk
De labelprinter wordt niet gedetecteerd in het netwerk, ook niet na een
geslaagde installatie ....................................................................................................................176
Problemen met beveiligingssoftware...............................................................................................176
De werking van netwerkapparaten controleren ...............................................................................177
Versie-informatie .............................................................................................................................177
Ledlampjes ............................................................................................................................................178
QL-810W .........................................................................................................................................178
QL-820NWB ....................................................................................................................................180
Problemen oplossen........................................................................................................................182
18 Productspecificaties 183
Specificaties van de labelprinter ............................................................................................................183
19 Opmerkingen over werken met P-touch Transfer Manager 185
Opmerkingen over het maken van sjablonen ........................................................................................185
Opmerkingen over de transfer van sjablonen........................................................................................185
Opmerkingen over het overdragen van gegevens anders dan sjablonen .............................................186
20 Netwerktermen en -informatie 187
Ondersteunde protocollen en beveiligingsfuncties ................................................................................187
Soorten netwerkverbindingen en protocollen ........................................................................................188
Soorten netwerkverbindingen..........................................................................................................188
De labelprinter configureren voor gebruik in een netwerk .....................................................................190
IP-adressen, subnetmaskers en gateways......................................................................................190
Termen en principes van draadloze netwerken.....................................................................................192
Beveiligingstermen ..........................................................................................................................192
21 Barcodelijst voor de P-touch Template-functie 196
Algemene procedure voor de P-touch Template-functie .......................................................................196
Lijst van barcodes voor het specificeren van instellingen......................................................................197
22 De batterijhouder gebruiken (optioneel: PA-BU-001) 200
De batterijhouder gebruiken (oplaadbare li-ionbatterij)..........................................................................200
Productspecificaties...............................................................................................................................202
23 Werken met de Brother barcodelezer (optioneel: PA-BR-001)
(alleen de QL-820NWB) 203
Sectie I
Basishandelingen I
De labelprinter installeren 2
Afdrukken met een computer (P-touch Editor) 22
Afdrukken vanaf een mobiel apparaat 33
De instellingen van de labelprinter wijzigen 37
Labels afdrukken met P-touch Template 69
Overige functies 84
2
1
1
Beschrijving van onderdelen 1
Voorzijde 1
QL-810W 1
De labelprinter installeren 1
1 Batterijlampje
2 Statuslampje
3 Aan-/uitknop
4 Doorvoerknop
5 Snijknop
6 Knop WPS
7 Wi-Fi-lampje
8 Knop Wi-Fi
9 Editor Lite-lampje
10 Knop Editor Lite
11 Klep van het compartiment voor de DK-rol
12 Labeluitvoersleuf
13 Rolspoelarm
14 Rolspoelgeleider
11
12
13
14
8
3
5
9
1
10
2
4
76
De labelprinter installeren
3
1
QL-820NWB 1
1 Display met indicatoren
2 Datumweergave
3 Tijdweergave
4 Statuslampje
5 Aan-/uitknop
6 Snijknop
7 Knop Menu
8 Knop Annuleren
9 Knop pijl omhoog
10 Knop pijl omlaag
11 Knop OK
12 Lcd-scherm
13 Labeluitvoersleuf
14 Klep van het compartiment voor de DK-rol
15 Rolspoelarm
16 Rolspoelgeleider
14
15
16
12
13
11
10
9
76
8
5
2
3
1
4
De labelprinter installeren
4
1
Achterzijde 1
1 Netspanningsadapterpoort
2 USB-poort
3 USB-host
4LAN-poort
Belangrijk
Verwijder het vel beschermfolie conform de volgende procedure, voordat u de printer in gebruik neemt.
1 Controleer of de printer is uitgeschakeld.
Houd de printer vast aan de voorkant en open het compartiment voor de DK-rol door de klep omhoog
te trekken.
2 Verwijder het vel beschermfolie uit de labeluitvoersleuf.
Gooi het vel beschermfolie niet weg.
Als u de printer niet gebruikt, opent u de klep van het compartiment voor de DK-rol en verwijdert u de
DK-rol uit de printer. Plaats het vel beschermfolie terug in de labeluitvoersleuf om een goede
afdrukkwaliteit te waarborgen.
QL-810W QL-820NWB
4
3
1
2
1
2
Beschermfolie
De labelprinter installeren
5
1
De DK-rol plaatsen 1
a Controleer of de labelprinter is uitgeschakeld.
Houd de printer vast aan de voorkant en open het compartiment voor de DK-rol door de klep omhoog te
trekken.
b Plaats de DK-rol in de rolspoelgeleider.
Controleer of de rolspoelarm stevig in de rolspoelgeleider is geplaatst.
Zorg dat u de Stabilisator (1) in de inkeping van de printer schuift.
Controleer of [Papiertype] (Windows) / [Print Media] (Afdrukmedia) (Mac) in P-touch Editor
overeenkomt met het geplaatste papier.
c Voer de DK-rol door de printer.
Lijn de rand van de DK-rol uit met de rechtopstaande rand van de labeluitvoersleuf.
Steek het eerste label in de sleuf in het compartiment.
Duw het label door de labeluitvoersleuf tot het eind van het label de markering bereikt (zie hieronder).
1
De labelprinter installeren
6
1
d Sluit de klep van het compartiment voor de DK-rol.
Als u op de Aan-/uitknop ( ) drukt om de printer in te schakelen, wordt het eind van de DK-rol
automatisch uitgelijnd.
Belangrijk
Laat geen afgedrukte labels achter in de printer. Hierdoor kunnen de labels namelijk vastlopen.
De labelprinter installeren
7
1
De netspanningsadapter aansluiten 1
Verbind het netsnoer met de printer en de netspanningsadapter. Steek het netsnoer vervolgens in een
geaard stopcontact.
De PA-BU-001 (optionele batterijhouder) kan ook worden gebruikt.
De labelprinter installeren
8
1
De knoopcelbatterij plaatsen (alleen de QL-820NWB) 1
De knoopcelbatterij wordt gebruikt als reservevoeding voor het behoud van de instellingen voor de interne
klok. Houd er rekening mee dat de batterijvoeding ook wordt gebruikt als de printer niet wordt gebruikt.
a Controleer of de printer is uitgeschakeld. Houd de printer vast aan de voorkant en open het
compartiment voor de DK-rol door de klep omhoog te trekken.
b Verwijder de isolatiefolie van de knoopcelbatterij.
Belangrijk
Draai het deksel van de knoopcelbatterij met een muntstuk of een soortgelijk voorwerp in de richting van
de pijl op het deksel tot het deksel niet verder kan. Vervolgens kunt u het deksel van de knoopcelbatterij
verwijderen.
Draai het deksel van de knoopcelbatterij niet verder dan de ontgrendelingstand om beschadigingen te
voorkomen.
De knoopcelbatterij vervangen.
Plaats de nieuwe batterij met de polen (+ en -) in de juiste richting.
Draai het deksel van de knoopcelbatterij met een muntstuk of een soortgelijk voorwerp in de
tegengestelde richting van de pijl op het deksel tot het deksel vastklikt.
De labelprinter installeren
9
1
VOORZICHTIG
Verwijder de batterijen als u de printer langere tijd niet gaat gebruiken.
Breng oude batterijen naar een officieel inzamelpunt en doe ze niet bij het normale afval. Houd u aan
alle nationale en lokale voorschriften.
Wanneer u de batterij opslaat of weggooit, wikkel deze dan in plakband om kortsluiting van de batterij
te voorkomen. (Zie de afbeelding)
1 Plakband
2 Knoopcelbatterij
Wij raden u aan om de batterij elke twee jaar te vervangen.
Als de klok wordt gereset als de machine aan staat, moet u deze batterij vervangen. Koop een
vervangende batterij van het type CR2032 (aanbevolen fabrikanten: Hitachi Maxell, Ltd.,
FDK Corporation).
1
2
De labelprinter installeren
10
1
Het apparaat in- en uitschakelen 1
Aan: Houd de Aan-/uitknop ( ) ingedrukt om de printer in te schakelen. Het statuslampje licht groen op.
Uit: Houd de Aan-/uitknop ( ) opnieuw ingedrukt om de printer uit te schakelen.
Belangrijk
Als u de printer uitschakelt, verwijder de batterij of de netspanningsadapter dan niet voordat het oranje
statuslampje is gedoofd.
De taal voor het LCD-scherm instellen (alleen de QL-820NWB)1
a Druk op de knop Menu.
b Druk op de knop [] of [] om het menu [Beheer] te selecteren en druk vervolgens op de knop [OK].
c Selecteer [ Taal], blader naar de gewenste taal en druk nogmaals op de knop [OK].
Opmerking
Als u de printer voor de eerste keer inschakelt, wordt het taalconfiguratiescherm automatisch
weergegeven zonder door het menu te bladeren.
De tijd en datum instellen (alleen de QL-820NWB) 1
Pas de klok aan met huidige tijd en datum. De tijd en datum die u hier instelt, worden op het hoofdscherm
weergegeven.
a Druk op de knop Menu, [] of [] om het menu [Instellingen] te selecteren en druk vervolgens op
de knop [OK].
b Selecteer [Tijd instellen] met de knop [] of [] en druk vervolgens op de knop [OK]. Het scherm
voor het instellen van de tijd wordt weergegeven.
c Gebruik de knop [] of [] om de laatste twee cijfers van het jaar op te geven en druk vervolgens op
[OK]. Specificeer op dezelfde manier de twee cijfers voor de maand en de dag.
d Gebruik de knop [] of [] om de laatste twee cijfers voor het uur en de minuut op te geven en selecteer
vervolgens [AM], [PM] of [24].
e Druk op de knop [OK]. Het menu [Instellingen] wordt weergegeven.
Opmerking
U kunt de notatie voor datum en tijd wijzigen. Selecteer [Beheer] en vervolgens [Datum notatie] of
[Tijd notatie] om de gewenste instelling op te geven.
De labelprinter installeren
11
1
LCD-scherm (alleen de QL-820NWB) 1
Scherm 1
Wanneer de printer wordt ingeschakeld, wordt het hoofdscherm weergegeven.
1 Update-pictogram
Dit pictogram geeft aan of er nieuwe sjablonen, databases of andere gegevens beschikbaar zijn.
: Er zijn nieuwe gegevens beschikbaar.
(knippert): Het bijwerken is mislukt.
(knippert): Kan niet communiceren met de server.
2 Wireless Direct-pictogram
3 WLAN-pictogram
: De netwerkverbinding is in orde.
: De printer zoekt naar het netwerk.
4 Bluetooth-pictogram
: Bluetooth-modus.
(knippert): De functie voor automatisch verbinding maken staat aan, maar er wordt geen verbinding
gemaakt.
5 Eco-opladen-pictogram (wordt alleen weergegeven als de batterijhouder is geplaatst)
6 Batterijniveau (wordt alleen weergegeven als de batterijhouder is geplaatst)
Geeft een indicatie van de resterende batterijcapaciteit.
Vol:
Halfvol:
Bijna leeg:
Opladen:
7 Sjabloon
8
9
123456
7
De labelprinter installeren
12
1
8 Datumweergave
9 Tijdweergave
Opmerking
Terwijl u de knoppen op de printer gebruikt, moet u geen afdrukken verzenden of wijzigingen in
instellingen aanbrengen vanaf de computer of andere apparaten.
LCD-instellingen 1
De instellingen voor het LCD-scherm kunnen worden gespecificeerd op de printer zelf of via de Printer
Instelling Tool op een computer die op de printer is aangesloten. Zie De instellingen van de labelprinter
wijzigen op pagina 37 voor meer informatie over het aansluiten van een computer en het opgeven van de
instellingen.
Instellingen vanaf de printer specificeren
1
Druk op de knop [Menu], [] of [] om een menuoptie te selecteren en druk vervolgens op de knop [OK].
Druk op []of[] om een optie te selecteren en druk vervolgens op de knop [OK].
1 De geselecteerde optie wordt gemarkeerd.
2 De schuifbalk geeft de positie in de lijst aan van de gemarkeerde optie.
1
2
De labelprinter installeren
13
1
Met de knoppen op de printer kunt u de volgende instellingen opgeven:
Menu Titel Ondertitel Instellingen Beschrijving
Instellingen Afdrukdichth.
(2 kleuren)
Kleur 1
(zwart)
-6
-5
-4
-3
-2
-1
0
+1
+2
+3
+4
+5
+6
De dichtheid aan van de eerste
kleur aanpassen als u afdrukt in
twee kleuren.
Kleur 2
(rood)
-6
-5
-4
-3
-2
-1
0
+1
+2
+3
+4
+5
+6
De dichtheid aan van de tweede
kleur aanpassen als u afdrukt in
twee kleuren.
Auto Snijden snijden: label
snijden: UIT
snijden: einde
De afsnijmethode instellen als er
meerdere labels worden afgedrukt.
snijden: label: Het afsnijden
wordt altijd automatisch
uitgevoerd.
snijden: UIT: Het afsnijden
wordt niet automatisch uitgevoerd.
snijden: einde: Alleen de
labels die volledig zijn afgedrukt
worden afgesneden als er
meerdere labels worden afgedrukt.
Tijd instellen J(2000-2099)
M(1-12)
D(1-31)
0-23(H)
0-59(M)
AM/PM/24
Geef de instellingen voor datum
en tijd op.
De labelprinter installeren
14
1
Instellingen
(vervolg)
Auto
uitschakelen
Adapter Uit
10
20
30
40
50
60
Geef de duur van inactiviteit op
voordat de printer automatisch
wordt uitgeschakeld als die op
een stopcontact is aangesloten.
Li-
ionbatterij
Uit
10
20
30
40
50
60
Geef de duur van inactiviteit op
voordat de printer automatisch
wordt uitgeschakeld als die door
de oplaadbare li-ionbatterij van
stroom wordt voorzien.
LCD-contrast -2
-1
0
+1
+2
Het contrast voor het
LCD-scherm instellen.
Hoe hoger de waarde, hoe hoger
het contrast.
Achterg.
verlicht.
Aan
Uit
De achtergrondverlichting
instellen op Aan of Uit.
Time-out
verlichting
Uit
5 s
10 s
20 s
30 s
60 s
Geef de duur van inactiviteit op
voordat de achtergrondverlichting
van het LCD-scherm automatisch
uit gaat.
Eco-opladen 100%
80%
Overschakelen op
Eco-opladen.
Als u 80% instelt, wordt het
opladen automatisch gestopt als
de batterij voor 80% is opgeladen.
Menu Titel Ondertitel Instellingen Beschrijving
De labelprinter installeren
15
1
Sjabloonins
tellingen
Sjabloonmodus Aan
Uit
Geef aan of de sjabloonmodus
moet worden gestart bij het
inschakelen van de printer.
Opmerking
In de sjabloonmodus kunt u de
inhoud van de sjablonen die in
de printer zijn opgeslagen
vervangen en deze vervolgens
afdrukken. Zie Labels
afdrukken met P-touch
Template op pagina 69 voor
meer informatie.
Afdr. bevest. Aan
Uit
Selecteren of een melding wordt
weergegeven vóór het afdrukken,
zodat het aantal afdrukken kan
worden gecontroleerd.
Serialis.modus Vanaf laatste Selecteer deze optie als
u serialiseren wilt starten vanaf
het laatst afgedrukte nummer.
Van startnr. Selecteer deze optie als
serialiseren telkens vanaf het
standaardnummer moet worden
uitgevoerd.
Nummering
resetten
Resetten
Terug
Reset het volgnummer naar het
standaardnummer. Selecteer
[Terug] om naar het vorige
scherm terug te keren zonder het
nummer te resetten.
Standaardafdruk
kwaliteit
001
|
999
Specificeer de standaardwaarde
voor de afdrukhoeveelheid.
Sjabloon
weerg.
Alle weergeven
Verbrg int.sjab
Geef aan of vooraf gedefinieerde
sjablonen moeten worden
weergegeven als u andere
sjablonen gebruikt dan de
standaardsjablonen.
Menu Titel Ondertitel Instellingen Beschrijving
De labelprinter installeren
16
1
Informatie
Configuratie
Printer:
QL-820NWB
ProgVer: *.**
FontVer: *.**
Memory:
***/8064kbytes
Gegevens over de printer
weergeven.
Configuratie
afdrukken
Alles Starten
Terug
De instellingsgegevens van de
printer afdrukken (testpatroon
ontbrekende punten,
verbruikslog, printerinstellingen,
informatie over de draadloze
instellingen en
overdrachtsgegevens).
Selecteer [Terug] om naar het
vorige scherm terug te keren
zonder de gegevens af te
drukken.
Verbruikslog Starten
Terug
Het verbruikslog van de printer
afdrukken.
Selecteer [Terug] om naar het
vorige scherm terug te keren
zonder de loggegevens af te
drukken.
Printerinstel
lingen
Starten
Terug
De printerinstellingen afdrukken.
Selecteer [Terug] om naar het
vorige scherm terug te keren
zonder de instellingen af te
drukken.
Overdrachtsge
gevens
Starten
Terug
De overdrachtsgegevens
afdrukken.
Selecteer [Terug] om naar het
vorige scherm terug te keren
zonder de overdrachtsgegevens
af te drukken.
Menu Titel Ondertitel Instellingen Beschrijving
De labelprinter installeren
17
1
Beheer
Opdrachtmodus P-touch
Template
ESC/P
Raster
Selecteer het type
instructiemodus.
Datum notatie 1/31/2099
01/31/2099
31/1/2099
31/01/2099
31.1.2099
31.01.2099
31-1-2099
31-01-2099
2099/1/31
2099/01/31
2099-1-31
2099-01-31
Selecteer de datumnotatie voor
de klok.
Tijd notatie 01:59(24)
1:59(24)
1:59AM
01:59AM
Selecteer de tijdnotatie voor de
klok.
Taal
Čeština
Dansk
Deutsch
English
Español
Français
Hrvatski
Italiano
Magyar
Nederlands
Norsk
Polski
Português
Română
Slovenski
Slovenský
Suomi
Svenska
De taal voor het LCD-scherm
instellen.
Eenheid inch
mm
Selecteer de maateenheden voor
de weergegeven instellingen.
Menu Titel Ondertitel Instellingen Beschrijving
De labelprinter installeren
18
1
Beheer
(vervolg)
Resetten
Fabrieksinstel
lingen
Resetten
Terug
(fabrieksinstel
lingen)
Met Fabrieksinstellingen worden
alle printerinstellingen, inclusief
de communicatie-instellingen en
de apparaatinstellingen, naar de
standaardwaarden teruggezet.
Sjablonen en databases die in de
printer zijn opgeslagen, worden
ook verwijderd.
Gebruikersgeg.
resetten
Resetten
Terug
Gebruiksgegevens resetten zet
alle apparaatinstellingen terug
naar de standaard
fabrieksinstellingen.
Sjablonen en databases die in de
printer zijn opgeslagen, worden
ook verwijderd.
Netwerk
resetten
Resetten
Terug
Netwerk resetten zet alle
communicatie-instellingen terug
naar de standaard
fabrieksinstellingen.
Vliegtuigstand Aan
Uit
Selecteer Aan om de printer in de
vliegtuigstand te zetten. Dat heeft
tot gevolg dat:
[WLAN] en [Bluetooth] niet op
het LCD-scherm worden
weergegeven.
Menuvergrende
ling
Instellingen
Sjablooninstel
lingen
Informatie
WLAN
Bluetooth
Doorvoeren
Update op
afstand
Voltooien
Selecteer op het LCD-scherm van
de printer de selectievakjes voor
de instellingen die niet gewijzigd
mogen worden.
Na het selecteren van de
gewenste selectievakjes
selecteert u [Voltooien] om de
instelling te voltooien.
Als u de menuvergrendeling hebt
ingesteld, wordt er een
vergrendelpictogram
weergegeven voor de parameters
die niet kunnen worden
geselecteerd.
Menubeveiliging
Aan
Uit
Selecteer of een wachtwoord
nodig is om de beheermodus te
mogen openen.
Wachtwoord
instellen
Als u [Aan] selecteert, moet u het
4-cijferige wachtwoord opgeven.
Menu Titel Ondertitel Instellingen Beschrijving
De labelprinter installeren
19
1
WLAN WLAN (Aan/Uit) Aan
Uit
Geef aan of de WLAN-functie al
dan niet moet worden
geactiveerd.
Netwerkmodus Infrastructuur
modus
Modus Direct
Infra/modus
Directe
Geef aan welk netwerk moet
worden gebruikt als u [Aan]
selecteert bij [WLAN (Aan/Uit)].
WPS-knop
drukken
Verbinding proberen te maken
met draadloze toegangspunten in
de omgeving.
PIN-code WPS De PIN-code van 8 cijfers van de
printer weergeven.
Infra
handmatige
instelling
De SSID’s van de draadloze
toegangspunten in de omgeving
weergeven.
Nadat u een SSID hebt
geselecteerd en op de knop [OK]
hebt gedrukt, wordt het scherm
voor het wachtwoord
weergegeven. Druk meerdere
keren op de knop Annuleren om
terug te keren naar het vorige
scherm.
Direct
handmat.
instelling
Voer de SSID en het wachtwoord
van een draadloos toegangspunt
in om verbinding te maken. Druk
meerdere keren op de knop
Annuleren om terug te keren naar
het vorige scherm.
WLAN-status
Infrastructuur
modus
Status: ****
SSID: ****
IP Addr:
*.*.*.*
NodeName: ****
Subnet: *.*.*.*
Gateway:
*.*.*.*
MAC Addr: ****
De WLAN-status weergeven.
Modus Direct Status: ****
SSID: ****
IP Addr:
*.*.*.*
Password: ****
Channel: ****
De WLAN-status weergeven.
Menu Titel Ondertitel Instellingen Beschrijving
De labelprinter installeren
20
1
Opmerking
Sommige instellingen kunnen verschillen, afhankelijk van de firmware (printersoftware).
Als u de instellingen wilt resetten, gebruikt u [Apparaatinstellingen] in Printer Instelling Tool om alle
fabrieksinstellingen te herstellen. Kijk voor meer informatie in Menubalk op pagina 53.
Bluetooth Bluetooth
(Aan/Uit)
Aan
Uit
Zet de Bluetooth-functie aan of
uit.
Autom. opnieuw
verbinden
Aan
Uit
Schakel over naar de modus
Automatisch opnieuw verbinden
(alleen voor Apple-apparaten:
iPad, iPhone of iPod touch).
Bluetooth-
status
Usage: ****
Device Name:
****
Visible: ****
Address: ****
Toon de status van de Bluetooth-
functie.
Doorvoeren Doorvoeren
starten
Bepaal wanneer het doorvoeren
van labels moet beginnen. De
beschikbare opties zijn mogelijk
verschillend, afhankelijk van de
geplaatste DK-rol.
Instell.
Gestanst
doorv.
Huidige pagina Het doorvoeren van labels begint
op de huidige pagina als de
zwarte stansmarkering op de
achterzijde wordt gedetecteerd.
Als de zwarte stansmarkering niet
op de huidige pagina wordt
gedetecteerd, wordt de detectie in
deze modus op de volgende
pagina voortgezet.
Volgende pagina In deze modus wordt altijd de
volgende pagina ingevoerd en
wordt de detectie op de volgende
pagina voortgezet.
Update op
afstand
Update op
afstand?
Starten
Terug
Deze optie is alleen beschikbaar
als de labelprinter met een FTP-
server is verbonden en als de
sjablonen, databases of andere
bestanden moeten worden
bijgewerkt. Druk op [Starten]
om het bijwerken op afstand te
starten. Als het bijwerken is
voltooid, wordt het hoofdscherm
van de labelprinter automatisch
weergegeven.
Menu Titel Ondertitel Instellingen Beschrijving
De labelprinter installeren
21
1
De menubeveiliging instellen 1
Bij het instellen van de menubeveiliging kan de toegang tot de beheermodus beperkt zijn door de instelling
van een wachtwoord.
a Druk op de knop Menu, [] of [] om het menu [Beheer] te selecteren en druk vervolgens op de knop
[OK].
b Selecteer [Menubeveiliging], druk op de knop [] of [] om [Aan] te selecteren en druk vervolgens
op de knop [OK].
Specificeer het eerste nummer met de knoppen [] en [] en druk vervolgens op de knop [OK] om naar het
volgende nummer te gaan. Specificeer op dezelfde manier de resterende 3 nummers.
Opmerking
Als er een wachtwoord is ingesteld, wordt het scherm voor het opgeven van het wachtwoord weergegeven
wanneer het menu [Beheer] wordt geselecteerd. Vul het 4-cijferige wachtwoord in met de knoppen []
en [] en druk vervolgens op de knop [OK].
Als u de wachtwoordinstellingen wilt annuleren, selecteert u het menu [Beheer] en voert u het
wachtwoord in. Selecteer vervolgens [Menubeveiliging] > [Uit].
Als u het wachtwoord niet meer weet, kunt u bij [Apparaatinstellingen] in Printer Instelling Tool de
fabrieksinstellingen herstellen of het wachtwoord opnieuw instellen. Kijk voor meer informatie in Menubalk
op pagina 53.
22
2
2
Software en printerstuurprogramma’s installeren op een
computer 2
Installeer de printerstuurprogramma’s, P-touch Editor en andere toepassingen op uw computer als u wilt
afdrukken van uw Windows-computer of Mac.
Voor Windows
Printerstuurprogramma, P-touch Editor, P-touch Address Book, P-touch Update Software, Printer Instelling
Tool, BRAdmin Light en BRAdmin Professional
Voor Mac
Printerstuurprogramma, P-touch Editor, P-touch Update Software, Printer Setting Tool (Printer Instelling
Tool) en Wireless Device Setup Wizard
Belangrijk
Alleen QL-810W: Houd bij het afdrukken met P-touch Editor u de knop P-touch Editor Lite ingedrukt tot
het groene Editor Lite-lampje uitgaat.
a Ga naar onze website (install.brother) en download het installatieprogramma voor de meest recente
software en handleidingen.
b Dubbelklik op het bestand dat u hebt gedownload (EXE voor Windows of DMG voor Mac) en volg de
aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Opmerking
Om de printer via een draadloze verbinding met de computer te verbinden, raden we het volgende aan:
Configureer de instellingen voor draadloos netwerk tijdens het installeren van de software. U kunt de
instellingen achteraf wijzigen met Printer Instelling Tool.
Installeer de software op een computer die draadloos met uw netwerk is verbonden en configureer de
printer met behulp van een USB-kabel.
Noteer van tevoren de SSID (netwerknaam) en het wachtwoord (de netwerksleutel) van het draadloze
netwerk. Informeer bij uw netwerkbeheerder of de fabrikant van het draadloze toegangspunt/de router
als u deze informatie niet kunt vinden.
Als uw draadloze toegangspunt/router WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt, kunt u WPS
gebruiken om de instellingen van het draadloze netwerk snel te configureren.
c Sluit het dialoogvenster als de installatie voltooid is.
Afdrukken met een computer
(P-touch Editor)
2
Afdrukken met een computer (P-touch Editor)
23
2
De labelprinter op een computer aansluiten 2
Zie deze aanwijzingen voor de verbindingsmethode:
USB-verbinding
Zie Via USB verbinding maken op pagina 23.
Draadloze LAN-verbinding
Zie Verbinding maken via Wi-Fi op pagina 23.
Bluetooth-verbinding (alleen QL-820NWB)
Zie Bluetooth-verbinding (alleen QL-820NWB) op pagina 28.
Bedrade LAN-verbinding (alleen QL-820NWB)
Zie Via bedraad LAN verbinding maken (alleen QL-820NWB) op pagina 28.
Via USB verbinding maken 2
a Controleer of de printer is uitgeschakeld voordat u de USB-kabel aansluit.
b Verbind de USB-kabel met de USB-poort aan de achterzijde van de printer.
c Verbind de USB-kabel met de USB-poort van de computer.
d Schakel de printer in.
Verbinding maken via Wi-Fi 2
U kunt gebruikmaken van de volgende Wi-Fi-verbindingsmethoden:
Wireless Direct
Infrastructuurmodus
Infrastructuurmodus en Wireless Direct
WPS (Wi-Fi Protected Setup™)
Wireless Direct 2
U kunt Wireless Direct gebruiken voor een rechtstreekse verbinding tussen uw printer en uw computer of
mobiele apparaat zonder een Wi-Fi-toegangspunt/router; de printer doet dienst als Wi-Fi-toegangspunt.
a Controleer de instellingen van de printer voor Wireless Direct.
Via uw printer (alleen QL-820NWB)
1 Druk op de knop Menu en de knop [] om het menu [WLAN] te selecteren en druk vervolgens op
de knop [OK].
Stel [WLAN (Aan/Uit)] in op [Aan].
2 Druk op de knop Menu en de knop [] om het menu [WLAN] te selecteren en druk vervolgens op
de knop [OK].
3 Druk op de knop [] en selecteer het menu [Netwerkmodus]. Druk vervolgens op de knop [OK].
4 Selecteer [Modus Direct] en druk vervolgens op de knop [OK]. Het Wireless Direct-pictogram
wordt op het LCD-scherm weergegeven.
Afdrukken met een computer (P-touch Editor)
24
2
Voor Windows
Verbind de printer met de computer via een USB-kabel. Start Printer Instelling Tool op uw computer
en klik op de knop [Communicatie-instellingen]. Selecteer [Infrastructuur en Wireless Direct] of
[Wireless Direct] bij [Geselecteerde interface] in [Communicatie-instellingen] op het tabblad
[Algemeen]. Bevestig vervolgens het tabblad [Wireless Direct].
Kijk voor meer informatie in Communicatie-instellingen voor Windows op pagina 40.
Voor Mac
Start Printer Setting Tool (Printer Instelling Tool) op de computer en stel [Wireless Direct] in op [On]
(Aan) op het tabblad [Wireless LAN] (Draadloos LAN).
b Gebruik uw computer om de SSID van uw printer te selecteren ("DIRECT-*****_QL-810W" of
"DIRECT-*****_QL-820NWB", waarbij ***** staat voor de laatste vijf cijfers van het serienummer van uw
product). Typ indien nodig het wachtwoord (810*****/820*****, waarbij ***** staat voor de laatste vijf
cijfers van het serienummer van uw product).
Opmerking
U kunt de netwerkinstellingen van de printer wijzigen met Printer Instelling Tool. Kijk voor meer informatie
in Draadloze instellingen op pagina 46.
Met Printer Instelling Tool kunt u ook netwerkinstellingen toewijzen aan meerdere printers. Kijk voor meer
informatie in Gewijzigde instellingen toepassen op meerdere printers op pagina 50.
Het label met het serienummer staat in het compartiment voor de DK-rol van de printer.
Terwijl u Wireless Direct gebruikt, kunt u niet via Wi-Fi verbinding maken met het internet op uw computer.
U kunt de SSID ook invoeren via het LCD-scherm. Selecteer de SSID uit de lijst, of druk op de knop []
om de [Direct handmat. instelling] te selecteren en voer vervolgens handmatig de SSID en het
wachtwoord in. Druk meerdere keren op de knop Annuleren om terug te keren naar het vorige scherm.
Infrastructuurmodus 2
In de infrastructuurmodus kunt u een verbinding tussen een printer en een computer tot stand brengen via
een Wi-Fi-toegangspunt/router.
Voordat u begint
U moet eerst de instellingen voor Wi-Fi op uw printer configureren, zodat communicatie met het Wi-Fi-
toegangspunt/de router mogelijk is. Het configureren van de printer maakt de printer toegankelijk voor
computers in het netwerk.
Belangrijk
Als u de printer met uw netwerk wilt verbinden, raden we aan om voorafgaand aan de installatie contact
op te nemen met uw netwerkbeheerder. U moet uw Wi-Fi-instellingen controleren voordat u met deze
installatieprocedure begint.
Reset de Wi-Fi-instellingen van de printer om ze opnieuw te configureren of als de status van de Wi-Fi-
verbinding van de printer niet bekend is.
Afdrukken met een computer (P-touch Editor)
25
2
Voor de QL-810W
1 Houd de Aan-/uitknop ( ) ingedrukt om de printer uit te schakelen.
2 Houd de knop van de snijeenheid ( ) en de Aan-/uitknop ( ) ongeveer 1 seconde ingedrukt. Het
statuslampje begint te knipperen in de kleur groen.
3 Het statuslampje brandt in de kleur oranje, het Editor Lite-lampje knippert in het groen en het
Wi-Fi-lampje knippert in het blauw. Houd de Aan-/uitknop ( ) ingedrukt en druk eenmalig op de knop
van de snijeenheid ( ). Het statuslampje brandt in de kleur oranje.
4 Laat de Aan-/uitknop ( ) los. Het statuslampje brandt nu in de kleur oranje, het Editor Lite-lampje
knippert in het groen en het Wi-Fi-lampje knippert in het blauw. De Wi-Fi-instellingen van de printer zijn
gereset.
Voor de QL-820NWB
Selecteer [Netwerk resetten] in het menu.
Kijk voor meer informatie in LCD-instellingen op pagina 12.
Opmerking
We raden aan om van tevoren de SSID (netwerknaam) en het wachtwoord (de netwerksleutel) van het
draadloze netwerk te noteren.
Plaats de Brother-printer voor optimale afdrukresultaten zo dicht mogelijk bij het Wi-Fi-toegangspunt/de
router, met zo weinig mogelijk obstakels. Grote objecten en muren tussen beide apparaten en storingen
door andere elektronische apparaten kunnen van invloed zijn op de communicatie en de snelheid van de
gegevensoverdracht.
De printer verbinden met het Wi-Fi-toegangspunt/de router
a Maak om te beginnen een notitie van de SSID (netwerknaam) en het wachtwoord (de netwerksleutel)
van uw Wi-Fi-toegangspunt/router.
b Verbind de printer met de computer via een USB-kabel.
c Configureer de instellingen voor de infrastructuurmodus van de printer.
Via uw printer (alleen QL-820NWB)
1 Druk op de knop Menu en de knop [] om het menu [WLAN] te selecteren en druk vervolgens
op de knop [OK].
2 Druk op de knop [] en selecteer het menu [Netwerkmodus]. Druk vervolgens op de knop
[OK].
3 Selecteer [Infrastructuurmodus] en druk vervolgens op de knop [OK].
Opmerking
U kunt de SSID ook invoeren via het LCD-scherm. Druk op de knop Menu en de knop [] om het menu
[WLAN] te selecteren en druk vervolgens op de knop [OK]. Druk op de knop [] om de [Infra
handmatige instelling] te selecteren. Druk meerdere keren op de knop Annuleren om terug te keren
naar het vorige scherm.
Afdrukken met een computer (P-touch Editor)
26
2
Voor Windows
1 Start Printer Instelling Tool op uw computer en klik op de knop [Communicatie-instellingen].
Selecteer [Infrastructuur of Ad-hoc] of [Infrastructuur en Wireless Direct] bij
[Geselecteerde interface] in [Communicatie-instellingen] op het tabblad [Algemeen] en
selecteer [Infrastructuur] als [Communicatiemodus] bij [Draadloze instellingen] op het
tabblad [Draadloos LAN].
2 Typ de SSID die u eerder hebt genoteerd, of klik op [Zoeken] en selecteer de SSID uit de lijst,
en typ vervolgens het wachtwoord (de netwerksleutel) van uw Wi-Fi-toegangspunt/router.
3Klik op [Toepassen].
Kijk voor meer informatie in Communicatie-instellingen voor Windows op pagina 40.
Voor Mac
Start de Setup Wizard (Het installatieprogramma) voor draadloze apparaten, die deel uitmaakt van
het printerstuurprogrammapakket, en volg de aanwijzingen op het scherm. De Setup Wizard voor
draadloze apparaten staat in de map [Hulpprogramma’s].
d Voor de QL-810W
Houd de knop Wi-Fi ( ) één seconde ingedrukt.
Voor de QL-820NWB
Druk op de knop Menu en de knop [] om het menu [WLAN] te selecteren en druk vervolgens op de
knop [OK]. Stel [WLAN (Aan/Uit)] in op [Aan].
e Wanneer de verbinding tussen de printer en uw Wi-Fi-toegangspunt/router tot stand is gekomen, gaat
het Wi-Fi-lampje ( ) in het blauw knipperen (QL-810W) of wordt [Verbonden!] weergegeven in het
LCD-scherm (QL-820NWB). Computers en mobiele apparaten die verbonden zijn met hetzelfde
netwerk als de printer, hebben toegang tot de printer.
Opmerking
Als u andere netwerkinstellingen wilt wijzigen, gebruikt u daarvoor de Printer Instelling Tool. Kijk voor meer
informatie in De instellingen van de labelprinter wijzigen op pagina 37.
Infrastructuurmodus en Wireless Direct 2
U kunt de infrastructuurmodus en Wireless Direct tegelijkertijd gebruiken.
a Breng de printer in de infrastructuur/Wireless Direct-modus.
Met uw printer
1 Druk op de knop Menu en de knop [] om het menu [WLAN] te selecteren en druk vervolgens op
de knop [OK].
2 Druk op de knop [] en selecteer het menu [Netwerkmodus]. Druk vervolgens op de knop [OK].
3 Selecteer [Infra/modus Directe] en druk daarna op de knop [OK].
Met een computer
1 Start Printer Instelling Tool op uw computer en klik op de knop [Communicatie-instellingen].
2 Selecteer [Infrastructuur en Wireless Direct] bij [Geselecteerde interface] op het tabblad
[Algemeen].
Zie Tabblad Algemeen op pagina 44 voor meer informatie over de communicatie-instellingen.
Afdrukken met een computer (P-touch Editor)
27
2
b Voor de QL-820NWB: druk op de knop Menu en de knop [] om het menu [WLAN] te selecteren en druk
vervolgens op de knop [OK].
Stel [WLAN (Aan/Uit)] in op [Aan].
Voor de QL-810W: houd de knop Wi-Fi ( ) ingedrukt.
c Om de computer of het mobiele apparaat te gebruiken voor het selecteren van de SSID van de printer,
raadpleegt u stap b van Wireless Direct op pagina 23.
Om de instellingen voor de infrastructuurmodus van de printer te configureren, raadpleegt u stap c van
De printer verbinden met het Wi-Fi-toegangspunt/de router op pagina 25.
WPS (Wi-Fi Protected Setup™) 2
Als uw Wi-Fi-toegangspunt/router WPS ondersteunt, kunt u instellingen en verbindingen snel configureren.
a Controleer eerst of uw Wi-Fi-toegangspunt/router het WPS-symbool heeft.
b Plaats de printer in het bereik van het Wi-Fi-toegangspunt/de router. Het bereik is afhankelijk van de
omgeving. Raadpleeg de instructies bij uw Wi-Fi-toegangspunt/router.
c Op de printer:
Voor de QL-810W
Houd de knop WPS één seconde ingedrukt.
Het Wi-Fi-lampje ( ) gaat blauw branden als de verbinding tot stand is gebracht.
Voor de QL-820NWB
a) Druk op de knop Menu en de knop [] om het [WLAN]-menu te selecteren en druk vervolgens op
de knop [OK].
b) Druk op de knop [] en selecteer het menu [WPS-knop drukken]. Druk vervolgens op de knop
[OK].
Wanneer de verbinding tot stand is gekomen, wordt het WLAN-pictogram weergegeven op het
LCD-scherm van uw printer.
Opmerking
Computers en mobiele apparaten die verbonden zijn met hetzelfde netwerk als de printer, hebben toegang
tot de printer.
Uw printer zal gedurende 2 minuten via WPS verbinding proberen te maken. Als u de knop WPS
(QL-810W) of de knop [OK] (QL-820NWB) binnen die tijd opnieuw indrukt, zal de printer de pogingen om
een verbinding tot stand te brengen nog eens 2 minuten voortzetten.
U kunt dit ook configureren met behulp van de PIN-code.
Afdrukken met een computer (P-touch Editor)
28
2
Via bedraad LAN verbinding maken (alleen QL-820NWB) 2
Opmerking
Installeer de printerstuurprogramma’s en Printer Instelling Tool en specificeer de instellingen voor een
bedrade LAN-verbinding als u een statisch IP-adres wilt gebruiken voor de verbinding tussen uw printer
en een bedraad LAN.
Kijk voor meer informatie in Software en printerstuurprogramma’s installeren op een computer
op pagina 22.
a U kunt alleen een bedraad LAN gebruiken als draadloos LAN is uitgeschakeld. Schakel draadloos LAN
uit met Printer Instelling Tool voordat u de printer verbindt met een bedraad LAN.
b Zet de printer uit voordat u de LAN-kabel aansluit.
c Verbind de LAN-kabel met de LAN-poort aan de achterzijde van de printer.
d Verbind de LAN-kabel met een actieve LAN-poort van het netwerk.
e Schakel de printer in.
Opmerking
U kunt de communicatie-instellingen voor de printer wijzigen bij [Communicatie-instellingen] in Printer
Instelling Tool. Zie Tabblad Algemeen
op pagina 44
voor meer informatie over de communicatie-instellingen.
Netwerkkabel 2
Gebruik een parallelle twisted-pairkabel van categorie 5 (of hoger) voor een 10BASE-T- of 100BASE-TX Fast
Ethernet-netwerk.
Opmerking
Verbind dit product nooit met een LAN-verbinding die kan blootstaan aan te hoge spanningen.
Bluetooth-verbinding (alleen QL-820NWB) 2
Belangrijk
Om te zorgen dat de printer via Bluetooth kan communiceren met de computer of het apparaat, moet
u eerst de printer met de computer of het apparaat koppelen met behulp van de software voor
Bluetooth-beheer die op de computer of het apparaat aanwezig is.
a Druk op de knop Menu.
b Druk op de knop [] of [] om het menu [Bluetooth] te selecteren.
c Druk op de knop [OK].
d Druk op de knop [] of [] om [Bluetooth (Aan/Uit)] te selecteren en druk op de knop [OK].
Druk op de knop [] of [] om [Aan] te selecteren en druk op de knop [OK].
e Gebruik de software voor Bluetooth-beheer om de printer te detecteren. Nu is de
Bluetooth-communicatie beschikbaar.
Afdrukken met een computer (P-touch Editor)
29
2
De labelprinter met een barcodelezer verbinden via Bluetooth
(alleen QL-820NWB) 2
U kunt de printer met een barcodelezer verbinden via de Bluetooth-interface.
Opmerking
Volg de aanbevelingen van de fabrikant van uw Bluetooth-apparaten, zoals bijvoorbeeld barcodelezers,
en installeer alle benodigde hardware en software.
De verbindingsinstellingen van Bluetooth blijven bewaard, ook als u de printer uitschakelt.
De printer op een barcodelezer aansluiten met behulp van Bluetooth
Om barcodes te kunnen afdrukken via een Bluetooth-verbinding, voert u de volgende stappen uit:
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, blijft de printer verbonden totdat deze wordt uitgeschakeld.
Hierdoor kan de printer geen verbinding maken met een ander apparaat.
a Druk op de knop Menu en de knop [] om het menu [Bluetooth] te selecteren en druk vervolgens
op de knop [OK].
Stel [Bluetooth (Aan/Uit)] in op [Aan].
Voor Bluetooth-versie 2.0 of eerder
b Bekijk de pincode op het tabblad Bluetooth van het dialoogvenster Instellingen van Printer Instelling
Tool en voer deze PIN-code in op het Bluetooth-apparaat.
Voor Bluetooth-versie 2.1 of later
b Voer een koppeling uit vanaf het Bluetooth-apparaat.
c Als het selectievakje [Verzoek Secure Simple Pairing (SSP)-instellingen tijdens koppelen] niet is
ingeschakeld, wordt een Bluetooth-wachtwoord voor een Bluetooth-doelapparaat weergegeven in
het LCD-scherm en wordt de Bluetooth-verbinding tot stand gebracht.
Als het selectievakje [Verzoek Secure Simple Pairing (SSP)-instellingen tijdens koppelen] wel is
ingeschakeld, wordt een Bluetooth-wachtwoord weergegeven in het LCD-scherm. Druk op de knop
[OK] van de printer. Wanneer u het weergegeven Bluetooth-wachtwoord invoert op het
Bluetooth-doelapparaat, komt de Bluetooth-verbinding tot stand.
Afdrukken met een computer (P-touch Editor)
30
2
Afdrukken vanaf een computer 2
Beschikbare toepassingen 2
Er zijn verschillende toepassingen en functies beschikbaar om de printer effectief te kunnen gebruiken.
Om deze toepassingen te gebruiken is het vereist dat u het printerstuurprogramma installeert.
Ga naar onze website (install.brother
) en download het installatieprogramma voor de toepassingen en het
printerstuurprogramma.
Toepassing Windows Mac Kenmerken
P-touch Editor rr
Eigen labels ontwerpen en afdrukken met ingebouwde
tekentools, tekst met verschillende lettertypen en stijlen,
geïmporteerde afbeeldingen en barcodes.
P-touch Transfer Manager r
Met dit programma kunt u sjablonen en andere gegevens
overbrengen naar de printer en back-ups van uw gegevens
opslaan op de computer.
Dit hulpprogramma wordt samen met P-touch Editor
geïnstalleerd.
P-touch Library r
P-touch Editor-sjablonen beheren en afdrukken.
Met P-touch Library kunt u sjablonen afdrukken.
Dit hulpprogramma wordt samen met P-touch Editor
geïnstalleerd.
P-touch Update Software rrSoftware bijwerken naar de nieuwste versie.
P-touch Address Book r
Adreslabels afdrukken met behulp van een adressen-
database.
P-touch Editor Lite LAN r Afdrukken via draadloze of bedrade netwerkverbindingen.
Printer Setting Tool
(Printer Instelling Tool)
rr
Apparaatinstellingen voor de printer configureren vanaf een
computer.
Setupwizard voor
draadloze apparaten
r
Met deze toepassing kunt u uw printer configureren voor een
draadloos netwerk.
BRAdmin Light r
De printer vinden op uw netwerk en basisinstellingen
configureren vanaf uw computer.
BRAdmin Professional r
De printer vinden op uw netwerk en geavanceerde
instellingen en updates configureren vanaf uw computer.
Functie Windows Mac Kenmerken
Gedistribueerd afdrukken r
Als u een groot aantal labels wilt afdrukken, kunt u het werk
over meerdere printers verdelen.
De labels worden dan gelijktijdig afgedrukt, zodat de totale
afdruktijd kan worden beperkt.
Kijk voor meer informatie in Gedistribueerd afdrukken (alleen
Windows) op pagina 92.
Afdrukken met een computer (P-touch Editor)
31
2
Labels maken op uw computer 2
U kunt met deze printer op verschillende manieren afdrukken.
Hieronder staat de procedure voor het afdrukken vanaf een computer met behulp van P-touch Editor of
P-touch Address Book.
a Start P-touch Editor of P-touch Address Book en open het document dat u wilt afdrukken.
b Maak een labelontwerp.
c Controleer de opties voor het afsnijden.
d Selecteer [Bestand] en vervolgens [Afdrukken] op de menubalk of klik op het pictogram [Afdrukken].
Opties voor het afsnijden 2
Met de opties voor het afsnijden kunt u opgeven hoe het item moet worden doorgevoerd en afgesneden
tijdens het afdrukken van labels. Wanneer u afdrukt vanaf de computer, kunt u het printerstuurprogramma
gebruiken om de optie voor het afsnijden te selecteren.
Tabel met opties voor labels snijden
Automatisch snijden Afsnijden aan einde Afbeelding
Nee Ja
Nee Nee
Ja Ja of Nee
Afdrukken met een computer (P-touch Editor)
32
2
Labels bevestigen 2
a Trek het papier van de achterzijde van het label af.
b Plaats het label en druk met uw vinger stevig van boven naar onder om het label te bevestigen.
Opmerking
Labels kunnen soms moeilijk worden bevestigd op oppervlakken die vochtig, vuil of onregelmatig zijn.
De labels kunnen makkelijk loslaten van dergelijke oppervlakken.
33
3
3
Apps installeren voor gebruik in combinatie met mobiele
apparaten 3
Brother heeft verschillende toepassingen die u kunt gebruiken in combinatie met de printer. Dat zijn
bijvoorbeeld toepassingen waarmee u rechtstreeks kunt afdrukken vanaf een Apple iPhone, iPad en iPod
touch of een telefoon of tablet met Android™, en toepassingen waarmee u draadloos gegevens, zoals
sjablonen, symbolen en databases die u op een computer hebt gemaakt, kunt overdragen naar de printer.
Beschikbare toepassingen 3
U kunt de volgende toepassingen van Brother gratis downloaden in de App Store of Google Play™:
Opmerking
U moet een USB-kabel aanschaffen om de printer met uw Android mobiel apparaat te verbinden.
De labelprinter op een mobiel apparaat aansluiten 3
a Controleer de Wireless Direct-instellingen van de printer en verbind de printer vervolgens via een
USB-kabel met de computer.
Via uw printer (alleen QL-820NWB)
1 Druk op de knop Menu en de knop [] om het menu [WLAN] te selecteren en druk vervolgens op
de knop [OK].
Stel [WLAN (Aan/Uit)] in op [Aan].
2 Druk op de knop Menu en [] om het menu [WLAN] te selecteren en druk vervolgens op de knop
[OK].
3 Druk op de knop [] en selecteer het menu [Netwerkmodus]. Druk vervolgens op de knop [OK].
4 Selecteer [Modus Direct] en druk vervolgens op de knop [OK]. Het Wireless Direct-pictogram
wordt op het LCD-scherm weergegeven.
Afdrukken vanaf een mobiel apparaat 3
App Kenmerken
Brother iPrint&Label
Labels maken met behulp van sjablonen op een smartphone, tablet of ander
mobiel apparaat en die rechtstreeks afdrukken met de printer.
Mobile Transfer Express
Met Mobile Transfer Express kunt u een mobiel apparaat gebruiken om
databases en labelgegevens te downloaden die zijn gemaakt op een
computer met P-touch Editor en zijn opgeslagen in een cloudservice, en die
vervolgens naar de printer verzenden.
Afdrukken vanaf een mobiel apparaat
34
3
Voor Windows
Verbind de printer met de computer via een USB-kabel. Start Printer Instelling Tool op uw computer
en klik op de knop [Communicatie-instellingen]. Selecteer [Infrastructuur en Wireless Direct] of
[Wireless Direct] bij [Geselecteerde interface] in [Communicatie-instellingen] op het tabblad
[Algemeen]. Bevestig vervolgens het tabblad [Wireless Direct].
Zie Communicatie-instellingen voor Windows op pagina 40 voor meer informatie over de
Communicatie-instellingen.
Voor Mac
a) Start Printer Setting Tool (Printer Instelling Tool) op de computer.
b) Klik op het tabblad [Wireless LAN] (Draadloos LAN).
c) Controleer of [Wireless Direct] op [On] (Aan) staat.
b Voor de QL-810W
Houd de knop Wi-Fi ( ) op de printer ongeveer één seconde ingedrukt om de Wi-Fi-functie in te
schakelen. Het Wi-Fi-lampje ( ) knippert om de drie seconden blauw.
Voor de QL-820NWB
Druk op de knop Menu en de knop [] om het menu [WLAN] te selecteren en druk vervolgens op de knop
[OK].
Stel [WLAN (Aan/Uit)] in op [Aan] om de Wi-Fi-functie in te schakelen. Het Wi-Fi-pictogram ( ) wordt
op het LCD-scherm weergegeven.
c Selecteer de SSID van de printer op het scherm met Wi-Fi-instellingen van het mobiele apparaat en voer
het wachtwoord in.
Opmerking
De fabrieksinstellingen van de SSID en het wachtwoord zijn als volgt:
SSID: "DIRECT-*****_QL-810W" of "DIRECT-*****_QL-820NWB", waarbij "*****" de laatste vijf cijfers van
het serienummer van het product zijn.
(Het label met het serienummer van het product vindt u in het compartiment voor de DK-rol van de printer.)
Het wachtwoord: 810*****/820*****, waarbij "*****" de laatste vijf cijfers van het serienummer van het
product zijn.
U kunt de printer ook in de infrastructuurmodus met een mobiel apparaat verbinden, via een draadloos
toegangspunt/router.
Afdrukken vanaf een mobiel apparaat
35
3
Afdrukken vanaf een mobiel apparaat 3
a Controleer of de printer is verbonden met het mobiele apparaat.
Start de afdruktoepassing op het mobiele apparaat.
Zie De labelprinter op een mobiel apparaat aansluiten op pagina 33.
b Selecteer een labelsjabloon of -ontwerp.
U kunt ook een eerder gemaakt label of gemaakte afbeelding selecteren en die afdrukken.
c Tik op [Afdrukken] in het menu van de app.
Opties voor het afsnijden 3
Zie Opties voor het afsnijden op pagina 31.
Een mobiel apparaat gebruiken om op een computer gemaakte sjablonen af te
drukken 3
U kunt P-touch Transfer Manager gebruiken om sjabloongegevens op te slaan, die met P-touch Editor
gemaakt zijn in BLF- of PDZ-indeling. Daarna kunt u Mobile Transfer Express gebruiken om het opgeslagen
bestand van uw mobiele apparaat over te dragen naar de printer en het bestand afdrukken.
a Gebruik P-touch Transfer Manager om de sjabloongegevens op te slaan in BLF- of PDZ-indeling.
Kijk voor meer informatie in Overdrachtsbestanden en overdrachtspakketbestanden maken
op pagina 133.
b U kunt een van de volgende methodes gebruiken om een .blf- of pdz.-bestand te gebruiken op uw
mobiele apparaat.
Sla het bestand op via een cloudopslagservice en gebruik vervolgens de functie Delen van het
besturingssysteem van het mobiele apparaat om het bestand te delen.
Draag het bestand van de computer naar het mobiele apparaat over als een e-mailbijlage en sla het
vervolgens op uw mobiele apparaat op.
c Verbind de printer met het mobiele apparaat en start Mobile Transfer Express.
Nu worden de sjabloongegevens weergegeven.
d Selecteer de sjabloon die u wilt afdrukken en draag de sjabloon over naar de printer.
Opmerking
Verbind uw mobiele apparaat met Infrastructuurmodus om een bestand te downloaden van een
cloudopslagservice naar uw mobiele apparaat. Als u uw mobiele apparaat met de Infrastructuurmodus ook
verbindt met de printer, kunt u de gedownloade bestanden snel overdragen (alleen .blf-bestanden).
e Gebruik de barcodelezer of het LCD-scherm (alleen de QL-820NWB) om de gewenste sjabloon uit het
overgedragen bestand te selecteren en af te drukken.
Afdrukken vanaf een mobiel apparaat
36
3
Labels bevestigen 3
a Trek het papier van de achterzijde van het label af.
b Plaats het label en druk met uw vinger stevig van boven naar onder om het label te bevestigen.
Opmerking
Labels kunnen soms moeilijk worden bevestigd op oppervlakken die vochtig, vuil of onregelmatig zijn. De
labels kunnen makkelijk loslaten van dergelijke oppervlakken.
37
4
4
Printer Instelling Tool voor Windows 4
Met Printer Instelling Tool kunt u de communicatie-instellingen van de printer, de apparaatinstellingen en de
instellingen P-touch Template definiëren vanaf een Windows-computer.
Opmerking
De Printer Instelling Tool wordt automatisch geïnstalleerd als u het initiële installatieprogramma gebruikt
om het printerstuurprogramma te installeren. Kijk voor meer informatie in Software en
printerstuurprogramma’s installeren op een computer op pagina 22.
"Printer Instelling Tool" wordt in het Engels weergegeven als "Printer Setting Tool" in het
[Configuratiescherm] en als snelkoppelingspictogram.
Belangrijk
Printer Instelling Tool is alleen beschikbaar voor compatibele printers van Brother.
Voordat u Printer Instelling Tool in gebruik neemt 4
Zorg dat de netspanningsadapter op de printer en een stopcontact is aangesloten of dat er een volledig
opgeladen batterij is geplaatst.
Controleer of het printerstuurprogramma op de juiste wijze is geïnstalleerd en dat u kunt afdrukken.
Verbind de printer via een USB-kabel met een computer.
De instellingen van de labelprinter
wijzigen
4
De instellingen van de labelprinter wijzigen
38
4
Printer Instelling Tool voor Windows gebruiken 4
a Verbind de printer die u wilt configureren met de computer.
b Start Printer Instelling Tool.
Windows Vista / Windows 7 / Windows Server 2008 / Windows Server 2008 R2:
Klik op Start > Alle Programma’s > Brother > Label & Mobile Printer > Printer Setting Tool
(Printer Instelling Tool).
Windows 8 / Windows 8.1 / Windows Server 2012 / Windows Server 2012 R2:
Klik op het scherm Apps op Printer Setting Tool (Printer Instelling Tool).
Windows 10:
Klik op Start > Brother > Label & Mobile Printer > Printer Setting Tool (Printer Instelling Tool).
Het hoofdvenster verschijnt.
1 Printer
Lijst met aangesloten printers.
2 Communicatie-instellingen
Configureer de communicatie-instellingen voor een bedraad LAN (alleen QL-820NWB), draadloos
LAN en Bluetooth (alleen QL-820NWB).
3 Apparaatinstellingen
Apparaatinstellingen voor de printer opgeven, zoals instellingen voor in- en uitschakelen en de
printerinstellingen.
4 Instellingen P-touch Template
Specificeert instellingen P-touch Template.
Voor meer informatie over P-touch Template kunt u de "P-touch Template Manual/Raster
Command Reference" (Handleiding P-touch Template/Rastercommandolijst) (alleen in het
Engels) downloaden vanaf de Brother support website. Ga naar support.brother.com
5 Afsluiten
Het venster sluiten.
1
2
3
4
5
De instellingen van de labelprinter wijzigen
39
4
c Controleer of de printer die u wilt configureren naast [Printer] wordt weergegeven. Als een andere
printer wordt weergegeven, selecteert u de juiste printer in de vervolgkeuzelijst.
Opmerking
Als er slechts één printer is aangesloten, hoeft u geen printer te selecteren omdat alleen die printer
beschikbaar is.
d Selecteer de instelling die u wilt wijzigen en wijzig vervolgens de instelling in het dialoogvenster dat wordt
weergegeven.
Zie Communicatie-instellingen voor Windows op pagina 40, Apparaatinstellingen voor Windows
op pagina 51 of Instellingen P-touch Template voor Windows op pagina 59 voor meer informatie over de
dialoogvensters voor instellingen.
e Klik op Toepassen en vervolgens op Afsluiten... om de instellingen toe te passen op de printer.
f Klik op [Afsluiten] in het hoofdvenster om het opgeven van instellingen af te sluiten.
Belangrijk
Gebruik Printer Instelling Tool om de printer te configureren uitsluitend als de printer wacht op de volgende
afdruktaak. Er kan een storing optreden in de printer als u het apparaat probeert te configureren terwijl er
een taak wordt uitgevoerd.
De instellingen van de labelprinter wijzigen
40
4
Communicatie-instellingen voor Windows 4
Met [Communicatie-instellingen] in Printer Instelling Tool kunt u de communicatiegegevens voor de printer
opgeven of wijzigen als de printer met een USB-kabel of via een Bluetooth-verbinding (alleen de
QL-820NWB) met de computer wordt verbonden. U kunt de communicatie-instellingen niet alleen opgeven
voor één printer, u kunt de instellingen ook toepassen op meerdere printers.
Dialoogvenster Instellingen 4
1 Deze instellingen uitschakelen
Als u dit selectievakje inschakelt, wordt weergegeven op het tabblad en kunnen geen instellingen
meer worden opgegeven of gewijzigd.
Instellingen op een tabblad waarop wordt weergegeven, worden niet toegepast op de printer, ook
niet als u op [Toepassen] klikt. Bovendien worden de instellingen op het tabblad niet opgeslagen of
geëxporteerd als de opdracht [Opslaan in opdrachtbestand] of [Exporteren] wordt gebruikt.
Schakel het selectievakje uit als u de instellingen wilt toepassen op de printer, wilt opslaan of wilt
exporteren.
2Items
Als u [Huidige status] selecteert, worden de huidige instellingen weergegeven in het gedeelte voor het
weergeven en wijzigen van instellingen.
Selecteer het item waarvan u de instellingen wilt wijzigen.
3 Menubalk
De opdrachten zijn op basis van functionaliteit in de menu’s gegroepeerd (Bestand, Tools en Help).
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
De instellingen van de labelprinter wijzigen
41
4
4Printer
Lijst met aangesloten printers.
5 Naam knooppunt
Weergave van de naam van het knooppunt (u kunt knooppuntnamen wijzigen). Kijk voor meer informatie
in Menubalk op pagina 42.
6 Tabbladen voor instellingen
Op de tabbladen staan instellingen die u kunt opgeven en wijzigen.
Als wordt weergegeven op een tabblad, worden de instellingen op dat tabblad niet toegepast op de
printer.
7 Gedeelte voor weergave en wijzigen van instellingen
Weergave van de huidige instellingen voor het geselecteerde item.
8 Vernieuwen
Klik op deze toets om de weergegeven instellingen bij te werken met de meest recente informatie.
9 Afsluiten
Het venster [Communicatie-instellingen] sluiten en terugkeren naar het hoofdvenster van Printer
Instelling Tool.
Belangrijk
Als u wijzigingen hebt aangebracht in de instellingen, worden die niet op de printers toegepast als u alleen
op de knop [Afsluiten] klikt. U moet eerst op de knop [Toepassen] klikken.
10 Toepassen
De instellingen worden op de printer toegepast.
Selecteer [Opslaan in opdrachtbestand] in de vervolgkeuzelijst om de opgegeven instellingen op te
slaan in een opdrachtbestand. U kunt het opgeslagen opdrachtbestand in de modus massaopslag
gebruiken om instellingen op een printer toe te passen. Kijk voor meer informatie in De modus voor
massaopslag (alleen QL-820NWB) op pagina 86.
Belangrijk
Als u op [Toepassen] klikt, worden alle instellingen op alle tabbladen toegepast op de printer.
De instellingen op een tabblad waarop het selectievakje [Deze instellingen uitschakelen] is
ingeschakeld, worden niet toegepast.
De instellingen van de labelprinter wijzigen
42
4
Menubalk 4
Hieronder worden de menuopties van het dialoogvenster Instellingen besproken.
Instellingen op printer toepassen
De instellingen worden op de printer toegepast.
Instellingen opslaan in opdrachtbestand
De opgegeven instellingen opslaan in een opdrachtbestand. De bestandsextensie is .bin.
U kunt het opgeslagen opdrachtbestand in de modus massaopslag gebruiken om instellingen op een
printer toe te passen. Zie De modus voor massaopslag (alleen QL-820NWB) op pagina 86 voor meer
informatie.
Opmerking
De instellingen op een tabblad waarop het selectievakje [Deze instellingen uitschakelen] is
ingeschakeld, worden niet opgeslagen.
Belangrijk
De volgende informatie wordt niet opgeslagen in het opdrachtbestand:
Naam knooppunt
IP-adres, subnetmasker, standaard gateway (als het IP-adres is ingesteld op [STATIC])
Met de opgeslagen opdrachten voor communicatie-instellingen kunt u uitsluitend instellingen toepassen
op een printer. Gebruik de modus massaopslag om de instellingen met behulp van dit opdrachtbestand
op de printer toe te passen.
Opdrachtbestanden worden opgeslagen met verificatiesleutels en wachtwoorden. Neem de nodige
maatregelen om opgeslagen opdrachtbestanden te beveiligen, bijvoorbeeld door de bestanden op te
slaan op locaties die voor andere gebruikers niet toegankelijk zijn.
Stuur het opdrachtbestand niet naar een ander model printer.
Importeren
Importeer draadloze instellingen vanuit de huidige computer
De instellingen van de computer worden geïmporteerd.
Opmerking
Voor het importeren van de draadloze instellingen van de computer hebt u beheerdersrechten op de
computer nodig.
U kunt alleen PSA-instellingen (instellingen voor Personal Security Authentication: open systeem,
verificatie met publieke sleutel en WPA/WPA2-PSK) importeren. U kunt geen ESA-instellingen
(instellingen voor Enterprise Security Authentication, zoals LEAP en EAP-FAST) en WPA2-PSK-
instellingen (TKIP) of WPA-PSK-instellingen (AES) importeren.
Als meerdere draadloze LAN’s zijn ingeschakeld voor de computer die u gebruikt, wordt de eerste set
draadloze instellingen (alleen persoonlijke instellingen) die wordt gedetecteerd, beschouwd als de te
importeren gegevens.
Alleen waarden voor instellingen (communicatiemodus, SSID, verificatiemethode, coderingsmethode en
verificatiesleutel) van het tabblad [Draadloos LAN] - deelvenster [Draadloze instellingen] kunnen
worden geïmporteerd.
De instellingen van de labelprinter wijzigen
43
4
Selecteer een profiel om te importeren
Importeert het geëxporteerde bestand en past de instellingen op de printer toe.
Klik op [Bladeren] en selecteer het bestand dat u wilt importeren. De instellingen in het geselecteerde
bestand worden weergegeven in het gedeelte voor het weergeven en wijzigen van instellingen.
Opmerking
U kunt alle instellingen, bijvoorbeeld draadloze instellingen en instellingen voor TCP/IP, importeren, met
uitzondering van de namen van knooppunten.
U kunt alleen profielen importeren die compatibel zijn met de geselecteerde printer.
Als het IP-adres van het geïmporteerde profiel is ingesteld op [STATIC], wijzigt u indien nodig het IP-adres
van het geïmporteerde profiel om te voorkomen dat het IP-adres een duplicaat is van een eerder
geconfigureerde printer op het netwerk.
Exporteren
De huidige instellingen opslaan in een bestand.
De instellingen op een tabblad waarop het selectievakje [Deze instellingen uitschakelen] is
ingeschakeld, worden niet opgeslagen.
Belangrijk
Geëxporteerde bestanden worden niet versleuteld.
Herstart de printer automatisch na toepassen van nieuwe instellingen
Als u dit selectievakje inschakelt, wordt de printer automatisch opnieuw opgestart nadat de
communicatie-instellingen zijn toegepast.
Als u dit selectievakje uitschakelt, moet de printer handmatig opnieuw worden opgestart.
Opmerking
Bij het configureren van meerdere printers kunt u het wijzigen van instellingen bespoedigen door dit
selectievakje uit te schakelen. In dat geval raden we wel aan het selectievakje in te schakelen bij het
configureren van de eerste printer, zodat u kunt controleren of elke instelling tegemoetkomt aan het
beoogde doel.
Detecteert de verbonden printer automatisch en haalt de huidige instellingen op
Als u dit selectievakje selecteert terwijl er een printer is aangesloten op de computer, wordt de printer
automatisch gedetecteerd en worden de huidige instellingen van de printer weergegeven in het
deelvenster [Huidige status].
Opmerking
Als de aangesloten printer van een ander model is dan de printer die wordt weergegeven in de
vervolgkeuzelijst [Printer], worden de beschikbare instellingen op alle tabbladen aangepast aan de
aangesloten printer.
Naam knooppunt/Bluetooth apparaatnaam wijzigen
Hiermee kunt u de naam van een knooppunt wijzigen.
Standaardcommunicatie-instellingen herstellen
De fabrieksinstellingen herstellen voor alle communicatie-instellingen.
Help weergeven
De Help-bestanden worden weergeven.
De instellingen van de labelprinter wijzigen
44
4
Tabblad Algemeen 4
Hieronder worden de menuopties op het tabblad Algemeen van het dialoogvenster Instellingen besproken.
Communicatie-instellingen 4
Netwerkinstellingen bij inschakelen
Toont de voorwaarden voor een Wi-Fi-verbinding op het moment dat de printer wordt ingeschakeld.
QL-810W: Selecteer [Standaard aan], [Standaard uit] of [Huidige status behouden].
QL-820NWB: Selecteer [Standaard draadloos LAN], [Standaard bedraad LAN] of [Huidige status
behouden].
Geselecteerde interface
Selecteer [Infrastructuur of Ad-hoc], [Infrastructuur en Wireless Direct] of [Wireless Direct].
Bluetooth bij inschakelen (alleen de QL-820NWB)
De voorwaarden voor een verbinding via Bluetooth op het moment dat de printer wordt ingeschakeld.
Selecteer [Standaard aan], [Standaard uit] of [Huidige status behouden].
IPv6 4
IPv6-gebruik
Selecteer [Inschakelen] of [Uitschakelen].
Prioriteit op IPv6-adres
Schakel dit selectievakje in om een IPv6-adres prioriteit te geven.
Update op afstand (alleen de QL-820NWB) 4
Update op afstand is een functie op de printer waarmee de instellingen van de printer semi-automatisch
worden bijgewerkt door verbinding te maken met de FTP-server waarop de bijgewerkte bestanden zijn
opgeslagen.
IP adres van FTP server
Geef het adres van de FTP-server op.
•Poort
Geef het nummer op van de poort die wordt gebruikt om toegang te krijgen tot de FTP-server.
PASV modus
De PASV-modus in- of uitschakelen.
Gebruikersnaam
Geef de gebruikersnaam op die wordt gebruikt om toegang te krijgen tot de FTP-server.
Wachtwoord
Geef het wachtwoord op dat bij de opgegeven gebruikersnaam hoort.
Toon de sleutel en het wachtwoord op het scherm
•Pad
Geef het pad op van de map op de FTP-server van waaruit u het bijgewerkte bestand wilt downloaden.
Naam instellingen bestand
Geef de naam op van het updatebestand op de FTP-server.
De instellingen van de labelprinter wijzigen
45
4
Log (alleen de QL-820NWB) 4
Log opslag
Geef aan of de updatelog naar de FTP-server moet worden geëxporteerd.
Log opslag pad op FTP server
Geef het pad op van de map op de FTP-server waarnaar u het bijgewerkte bestand wilt exporteren.
De instellingen van de labelprinter wijzigen
46
4
De tabbladen Bedraad LAN (alleen de QL-820NWB) / Draadloos LAN 4
Hieronder worden de opties Bedraad LAN (alleen de QL-820NWB) en het tabblad Draadloos van het
dialoogvenster Instellingen besproken.
TCP/IP (bedraad/draadloos) 4
Bootmethode
Selecteer [AUTO], [BOOTP], [DHCP], [RARP] of [STATIC].
IP-adres/Subnetmasker/Gateway
Hiermee geeft u diverse netwerkinstellingen op.
U kunt deze instellingen alleen opgeven als het IP-adres is ingesteld op [STATIC].
DNS-servermethode
Selecteer [AUTO] of [STATIC].
IP-adres primaire DNS-server/IP-adres secundaire DNS-server
U kunt deze instellingen alleen opgeven als de DNS-server is ingesteld op [STATIC].
IPv6 4
Statisch IPv6-adres
Het opgegeven permanente IPv6-adres.
Dit adres activeren
Het opgegeven statische IPv6-adres inschakelen.
Primaire DNS Server IPv6 Adres/Secundaire DNS Server IPv6 Adres
De opgegeven IPv6-adressen van de DNS-servers.
Lijst van IPv6-adressen
De lijst met IPv6-adressen wordt weergegeven.
Draadloze instellingen 4
Communicatiemodus
Selecteer [Infrastructuur] of [Ad-hoc].
SSID (netwerknaam)
Klik op de knop [Zoeken] om de beschikbare SSID’s weer te geven in een apart dialoogvenster.
Kanaal
Lijst met beschikbare kanalen.
Opmerking
Deze instelling is alleen geldig in Ad-hocmodus.
Verificatiemethode/Coderingsmodus
De ondersteunde versleutelingsmodi voor de verificatiemethoden staan in Communicatiemodi en
Verificatiemethoden/Coderingsmodus op pagina 47.
WEP-sleutel
U kunt alleen een instelling opgeven als u WEP hebt geselecteerd als versleutelingsmodus.
De instellingen van de labelprinter wijzigen
47
4
Passphrase
U kunt alleen een instelling opgeven als u WPA/WPA2-PSK hebt geselecteerd als verificatiemethode.
Gebruiker-ID/Wachtwoord
U kunt alleen instellingen opgeven als u LEAP, EAP-FAST, PEAP, EAP-TTLS of EAP-TLS hebt
geselecteerd als verificatiemethode. Bovendien is het bij EAP-TLS niet nodig om een wachtwoord op te
geven. Er moet echter wel een client-certificaat worden geregistreerd. Maak vanuit een webbrowser
verbinding met de printer en geef het certificaat op dat u wilt registreren. Kijk voor meer informatie over
het gebruiken van een webbrowser in Webbased management op pagina 160.
Toon de sleutel en het wachtwoord op het scherm
Als u dit selectievakje inschakelt, worden sleutels en wachtwoorden leesbaar weergegeven op het scherm
(niet-versleutelde tekst).
Communicatiemodi en Verificatiemethoden/Coderingsmodus
4
Als [Communicatiemodus] is ingesteld op [Ad-hoc]
Als [Communicatiemodus] is ingesteld op [Infrastructuur]
Belangrijk
Beveiligingsinstellingen op een hoger niveau opgeven:
Bij toepassing van certificaatverificatie met de verificatiemethoden EAP-FAST, PEAP, EAP-TTLS of
EAP-TLS kan het certificaat niet worden opgegeven met Printer Instelling Tool. Geef, nadat de printer is
geconfigureerd voor het netwerk, het certificaat op door de printer te adresseren vanuit een webbrowser.
Kijk voor meer informatie over het gebruiken van een webbrowser in Webbased management op pagina 160.
Verificatiemethode Coderingsmodus
Open systeem Geen / WEP
Verificatiemethode Coderingsmodus
Open systeem Geen / WEP
Gedeelde sleutel WEP
WPA/WPA2-PSK TKIP+AES / AES
LEAP CKIP
EAP-FAST/NONE TKIP+AES / AES
EAP-FAST/MS-CHAPv2 TKIP+AES / AES
EAP-FAST/GTC TKIP+AES / AES
PEAP/MS-CHAPv2 TKIP+AES / AES
PEAP/GTC TKIP+AES / AES
EAP-TTLS/CHAP TKIP+AES / AES
EAP-TTLS/MS-CHAP TKIP+AES / AES
EAP-TTLS/MS-CHAPv2 TKIP+AES / AES
EAP-TTLS/PAP TKIP+AES / AES
EAP-TLS TKIP+AES / AES
De instellingen van de labelprinter wijzigen
48
4
Tabblad Wireless Direct 4
Hieronder wordt het tabblad Wireless Direct van het dialoogvenster Instellingen besproken.
Instellingen Wireless Direct 4
SSID/Netwerksleutel genereren
Selecteer [AUTO] of [STATIC].
SSID (netwerknaam)/Netwerksleutel
Geef de SSID (25 ASCII-tekens of minder) en de netwerksleutel (63 tekens of minder) op die u in de
modus Wireless Direct wilt gebruiken.
Opmerking
De fabrieksinstellingen voor de SSID en de wachtwoorden zijn als volgt:
SSID: "DIRECT-*****_QL-810W" of "DIRECT-*****_QL-820NWB", waarbij "*****" de laatste vijf cijfers van
het serienummer van het product zijn.
(Het label met het serienummer van het product vindt u in het compartiment voor de DK-rol van de printer.)
Het wachtwoord: 810*****/820*****, waarbij "*****" de laatste vijf cijfers van het serienummer van het
product zijn.
Kanaal
Geef het kanaal op dat u voor de modus Wireless Direct wilt gebruiken.
De instellingen van de labelprinter wijzigen
49
4
Tabblad Bluetooth (alleen de QL-820NWB) 4
Hieronder wordt het tabblad Bluetooth van het dialoogvenster Instellingen besproken.
Bluetooth-instellingen 4
Zichtbaar voor andere apparaten
Hier kunt u aangeven of de printer mag worden gedetecteerd door andere Bluetooth-apparaten.
Mogelijke instellingen: [Vindbaar], [Niet vindbaar]
Pincode wijzigen
Als dit selectievakje geselecteerd is, kunt u de pincode wijzigen.
PIN-code
Hier kunt u de pincode opgeven die gebruikt wordt bij het koppelen van apparaten die geschikt zijn voor
Bluetooth 2.0 of ouder.
De PIN-code op het scherm weergeven
Als u dit selectievakje inschakelt, worden de PIN-codes standaard op het scherm van de computer
weergegeven.
Verzoek Secure Simple Pairing (SSP)-instellingen tijdens koppelen
Als u dit selectievakje inschakelt, kunnen apparaten die compatibel zijn met Bluetooth 2.1 of hoger worden
gekoppeld met de knoppen op de printer.
Auto Reconnect (Automatisch opnieuw verbinding maken) 4
Automatisch opnieuw koppelen
Geef aan of er automatisch opnieuw verbinding moet worden gemaakt met Apple-apparaat (iPad, iPhone
of iPod touch) waarmee eerder verbinding is gemaakt.
Mogelijke instellingen: [Inschakelen], [Uitschakelen]
De instellingen van de labelprinter wijzigen
50
4
Gewijzigde instellingen toepassen op meerdere printers 4
a Nadat u de instellingen hebt toegepast op de eerste printer, koppelt u de printer los van de computer en
verbind u de tweede printer met de computer.
b Selecteer de nieuw aangesloten printer in de vervolgkeuzelijst [Printer].
Opmerking
Als u het selectievakje [Detecteert de verbonden printer automatisch en haalt de huidige instellingen
op.] in het dialoogvenster Optie-instellingen inschakelt, wordt de printer die met een USB-kabel is
aangesloten automatisch herkend. Kijk voor meer informatie in Communicatie-instellingen voor Windows
op pagina 40.
c Klik op [Toepassen].
De instellingen die u op de eerste printer hebt toegepast, worden nu ook toegepast op de tweede printer.
Opmerking
Het verdient aanbeveling het selectievakje [Herstart de printer automatisch na toepassen van nieuwe
instellingen] in te schakelen bij het configureren van de eerste printer, zodat u kunt controleren of er een
verbinding met het draadloze toegangspunt/de router tot stand kan worden gebracht met de huidige
instellingen. Kijk voor meer informatie in Communicatie-instellingen voor Windows op pagina 40.
d Herhaal de stappen a-c voor alle printers waarvan u de instellingen wilt wijzigen.
Belangrijk
Als het IP-adres is ingesteld op [STATIC], wordt het IP-adres van de printer aangepast aan het IP-adres
van de eerste printer. Wijzig het IP-adres indien noodzakelijk.
Opmerking
Als u de huidige instellingen in een bestand wilt opslaan, klikt u op [Bestand] - [Exporteren].
U kunt dezelfde instellingen op een andere printer toepassen door op [Bestand] - [Importeren] te klikken
en het geëxporteerde instellingenbestand te selecteren. Zie Communicatie-instellingen voor Windows
op pagina 40 voor meer informatie.
De instellingen van de labelprinter wijzigen
51
4
Apparaatinstellingen voor Windows 4
Gebruik [Apparaatinstellingen] in Printer Instelling Tool om de instellingen voor de printer op te geven of te
wijzigen op het moment dat u de printer met een USB-kabel of via een Bluetooth-verbinding met de computer
verbindt. U kunt de apparaat-instellingen niet alleen opgeven voor één printer, u kunt de instellingen ook
toepassen op meerdere printers.
Bij het afdrukken vanuit een toepassing op de computer kunt u verschillende instellingen opgeven met het
printerstuurprogramma; als u echter [Apparaatinstellingen] in Printer Instelling Tool gebruikt, kunt u meer
geavanceerde instellingen specificeren.
Als u [Apparaatinstellingen] opent, worden de huidige instellingen van de printer opgehaald en
weergegeven. Als de huidige instellingen niet kunnen worden opgehaald, worden de vorige instellingen
weergegeven. Als de huidige instellingen niet kunnen worden opgehaald en de vorige instellingen niet
kunnen worden weergegeven, worden de fabrieksinstellingen van de machine weergegeven.
Dialoogvenster Instellingen 4
1 Menubalk
Selecteer een opdracht in een van de menu’s.
2Printer
De naam van de printer die u wilt configureren.
Als er slechts één printer is aangesloten, hoeft u geen printer te selecteren omdat alleen die printer
beschikbaar is.
1
2
3
4
5
6
7
8
De instellingen van de labelprinter wijzigen
52
4
3 Tabbladen voor instellingen
Op de tabbladen staan instellingen die u kunt opgeven en wijzigen.
Opmerking
Als wordt weergegeven op een tabblad, kunnen de instellingen op dat tabblad niet worden
opgegeven of gewijzigd. De instellingen op het tabblad worden niet toegepast op de printer, ook niet als
u op [Toepassen] klikt. De instellingen op het tabblad worden ook niet opgeslagen of geëxporteerd als de
opdracht [Opslaan in opdrachtbestand] of [Exporteren] wordt gebruikt.
4 Huidige instellingen
De huidige instellingen van de aangesloten printer worden opgehaald en weergegeven in het
dialoogvenster. De instellingen worden ook opgehaald voor parameters op tabbladen met .
5 Deze instellingen uitschakelen
Als u dit selectievakje inschakelt, wordt weergegeven op het tabblad en kunnen geen instellingen
meer worden opgegeven of gewijzigd.
Instellingen op een tabblad waarop wordt weergegeven, worden niet toegepast op de printer, ook
niet als u op [Toepassen] klikt. Bovendien worden de instellingen op het tabblad niet opgeslagen of
geëxporteerd als de opdracht [Opslaan in opdrachtbestand] of [Exporteren] wordt gebruikt.
6 Parameters
Weergave van de huidige instellingen.
7Sluiten
Het venster [Apparaatinstellingen] wordt gesloten; u keert terug naar het hoofdvenster van Printer
Instelling Tool.
8 Toepassen
De instellingen worden op de printer toegepast.
Selecteer [Opslaan in opdrachtbestand] in de vervolgkeuzelijst om de opgegeven instellingen op te
slaan in een opdrachtbestand.
U kunt het opgeslagen opdrachtbestand in de modus massaopslag gebruiken om instellingen op een
printer toe te passen. Kijk voor meer informatie in De modus voor massaopslag (alleen QL-820NWB)
op pagina 86.
De instellingen van de labelprinter wijzigen
53
4
Menubalk 4
Hieronder worden de menuopties van het dialoogvenster Instellingen besproken.
Instellingen op printer toepassen
De instellingen worden op de printer toegepast.
Dit heeft hetzelfde effect als klikken op [Toepassen].
Instelling controleren
Weergave van de huidige instellingen.
Instellingen opslaan in opdrachtbestand
De opgegeven instellingen opslaan in een opdrachtbestand.
Deze opdracht heeft hetzelfde effect als het selecteren van [Opslaan in opdrachtbestand] in de
vervolgkeuzelijst [Toepassen].
Importeren
Het geëxporteerde bestand importeren.
Exporteren
De huidige instellingen opslaan in een bestand.
Apparaatinstellingen afdrukken...
Drukt een rapport af met de firmware-versie en informatie over de instellingen van het apparaat.
Voor de QL-810W
U kunt dit rapport ook afdrukken met behulp van de Snijknop ( ). Kijk voor meer informatie in
De instellingen van de labelprinter controleren op pagina 84.
Voor de QL-820NWB
U kunt dit rapport ook afdrukken via het menu op het LCD-scherm. Kijk voor meer informatie in
LCD-instellingen op pagina 12.
Opmerking
Gebruik een DK-rol van 62 mm als u dit rapport afdrukt.
Fabrieksinstellingen
Alle instellingen van de printer worden gereset naar de fabrieksinstellingen.
Alleen apparaatinstellingen resetten
De in de printer opgeslagen gebruikersinstellingen worden verwijderd.
Sjabloon en database verwijderen
De in de printer opgeslagen sjablonen en databases worden verwijderd.
Optie-instellingen
Als u het selectievakje [Geen foutbericht weergeven als de huidige instellingen bij het opstarten niet
kunnen worden opgehaald] inschakelt, wordt een volgende keer geen foutmelding weergegeven.
De instellingen van de labelprinter wijzigen
54
4
Tabblad Basis 4
Hieronder wordt het tabblad Basis van het dialoogvenster Instellingen besproken.
Auto Voeding Aan
Geeft aan of de printer automatisch moet worden ingeschakeld als het netsnoer in een stopcontact wordt
gestoken.
Mogelijke instellingen: [Uit], [Aan]
Auto Voeding uit (AC/DC)
Geef de duur van inactiviteit op voordat de printer automatisch wordt uitgeschakeld als die op een
stopcontact is aangesloten.
Mogelijke instellingen: [Geen], [10/20/30/40/50/60 Minuten]
Auto Voeding uit (Li-ion)
Geef de duur van inactiviteit op voordat de printer automatisch wordt uitgeschakeld als die door de
oplaadbare li-ionbatterij van stroom wordt voorzien.
Mogelijke instellingen: [Geen], [10/20/30/40/50/60 Minuten]
Opmerking
Auto Voeding uit is niet beschikbaar als u verbinding maakt met een draadloos of bedraad (alleen de
QL-820NWB) netwerk of via Bluetooth (alleen de QL-820NWB).
Eco-opladen
Geef aan of al dan niet moet worden overgeschakeld op Eco-opladen. De levensduur van de batterij kan
worden verlengd door de oplaadcapaciteit in te stellen op [80 %].
Mogelijke instellingen: [100 %], [80 %]
Opmerking
Voor een lange levensduur van de batterij kiest u [80 %]. Hoewel het aantal pagina’s dat kan worden
afgedrukt voordat u opnieuw moet opladen lager is als u [80 %] selecteert, gaat de batterij wel langer mee.
De instellingen van de labelprinter wijzigen
55
4
Tabblad Geavanceerd 4
Hieronder wordt het tabblad Geavanceerd van het dialoogvenster Instellingen besproken.
Afdrukdichtheid (zwart)
Hiermee stelt u de afdrukdichtheid voor de kleur zwart in.
Mogelijke instellingen: [+6/+5/+4/+3/+2/+1/0/-1/-2/-3/-4/-5/-6]
Afdrukdichtheid (rood)
Hiermee stelt u de afdrukdichtheid voor de kleur rood in.
Mogelijke instellingen: [+6/+5/+4/+3/+2/+1/0/-1/-2/-3/-4/-5/-6]
Afdrukgegevens na te zijn afgedrukt
Geef aan of de afdrukgegevens na het afdrukken automatisch moeten worden verwijderd.
Mogelijke instellingen: [Afdrukgegevens opslaan], [Alle afdrukgegevens wissen]
Informatierapport afdrukken
Geef aan welke gegeven moeten worden opgenomen in het Informatierapport printer.
Mogelijke instellingen: [Alles], [Verbruikslog], [Printerinstellingen], [Overdrachtsgegevens printer]
Auto Snijden
De afsnijmethode instellen als er meerdere labels worden afgedrukt.
Mogelijke instellingen: [Uit], [snijden label], [snijden einde] (Alleen de labels die volledig zijn afgedrukt
worden afgesneden als er meerdere labels worden afgedrukt.)
Serialis.modus
Mogelijke instellingen: [Vanaf laatste] (Selecteer deze optie als u serialiseren wilt starten vanaf het laatst
afgedrukte nummer.), [Van start.] (Selecteer deze optie als serialiseren telkens vanaf het
standaardnummer moet worden uitgevoerd.)
De instellingen van de labelprinter wijzigen
56
4
Tabblad Weergave (alleen de QL-820NWB) 4
Hieronder wordt het tabblad Weergave van het dialoogvenster Instellingen besproken.
Tijd instellen
De datum en tijd instellen.
Als u op de knop [Huidige datum/tijd] klikt, worden de datum en tijd van de computer gebruikt.
Helderheid display
De helderheid van het LCD-scherm instellen. Hoe hoger de waarde, hoe lichter het scherm.
Mogelijke instellingen: [+2/+1/0/-1/-2]
Achtergr.verl
De achtergrondverlichting in- en uitschakelen.
Mogelijke instellingen: [Aan], [Uit]
Time-out verlichting
Geef de duur van inactiviteit op voordat de achtergrondverlichting van de printer wordt uitgeschakeld.
Mogelijke instellingen: [Uit] (nooit uit), [5/10/20/30/60 s]
Sjabloonmodus
Geef aan of de printer kan worden gebruikt in de P-touch Template-modus.
Met de P-touch Template-modus kunt u vooraf geconfigureerde sjablonen gebruiken om labels af te
drukken. U hoeft alleen de tekst in te voeren.
Mogelijke instellingen: [Aan], [Uit]
Sjabloon weerg.:
Geef aan of vooraf gedefinieerde sjablonen moeten worden weergegeven als u andere sjablonen gebruikt
dan de standaardsjablonen.
Mogelijke instellingen: [Weergeven], [Verbergen]
Afdr. bevest.
Geef aan of er een melding moet worden weergegeven voordat het afdrukken wordt gestart, zodat het
aantal afdrukken kan worden gecontroleerd.
Mogelijke instellingen: [Aan], [Uit]
Std. exemplaren.
Geef de standaardwaarde op voor het aantal afdrukken.
Mogelijke instellingen: [1-999]
De instellingen van de labelprinter wijzigen
57
4
Tabblad Beheerinstelling 4
Hieronder wordt het tabblad Beheerinstelling van het dialoogvenster Instellingen besproken.
Belangrijk
U moet over beheerdersrechten op de computer of de printer beschikken voordat u deze tabbladen kunt
weergeven.
Op het tabblad [Eigenschappen van printer] - [Beveiliging] kunt u controleren of u over
beheerdersrechten beschikt.
Opdrachtmodus
Selecteer het type opdrachtmodus.
Mogelijke instellingen: [Raster], [ESC/P], [P-touch Template]
Vliegtuigstand
Hiermee kunt de Bluetooth- of Wi-Fi-interface uitschakelen. Deze functie kunt u gebruiken als u de printer
gebruikt op plekken waar signaaltransmissies niet zijn toegestaan. De volgende voorwaarden zijn van
toepassing:
QL-810W: Als u de knop Wi-Fi ( ) ingedrukt houdt, is de knop WPS niet beschikbaar.
QL-820NWB: [WLAN] en het menu [Bluetooth] verdwijnen van het LCD-scherm.
Mogelijke instellingen: [Uit], [Aan]
Inst. vergr. (alleen de QL-820NWB)
Hiermee kunt u menu-instellingen vergrendelen, zodat die niet kunnen worden gewijzigd.
Gebruik de knop [Items selecteren...] om de te vergrendelen instellingen te selecteren.
Beh.wachtwoord (alleen de QL-820NWB)
Kies Aan om de beheerdersmodus te configureren. Geef een 4-cijferig wachtwoord op dat moet worden
ingevoerd voordat de menu-instellingen kunnen worden gewijzigd.
Mogelijke instellingen: [Uit], [Aan]
Eenheden (alleen de QL-820NWB)
Geef de standaardinstelling voor de te gebruiken eenheden op.
Mogelijke instellingen: [inch], [mm]
Taal (alleen de QL-820NWB)
De taal voor het LCD-scherm instellen.
Datumnotatie (alleen de QL-820NWB)
Selecteer de datumnotatie voor de klok.
Tijdnotatie (alleen de QL-820NWB)
Selecteer de tijdnotatie voor de klok.
De instellingen van de labelprinter wijzigen
58
4
Gewijzigde instellingen toepassen op meerdere labelprinters 4
a Nadat u de instellingen hebt toegepast op de eerste printer, koppelt u de printer los van de computer en
verbind u de tweede printer met de computer.
b Selecteer de nieuw aangesloten printer in de vervolgkeuzelijst [Printer].
c Klik op [Toepassen]. De instellingen die u op de eerste printer hebt toegepast, worden nu ook toegepast
op de tweede printer.
d Herhaal de stappen a-c voor alle printers waarvan u de instellingen wilt wijzigen.
Opmerking
Als u de huidige instellingen in een bestand wilt opslaan, klikt u op [Bestand] - [Exporteren].
U kunt dezelfde instellingen op een andere printer toepassen door op [Bestand] - [Importeren] te klikken
en het geëxporteerde instellingenbestand te selecteren. Kijk voor meer informatie in Apparaatinstellingen
voor Windows op pagina 51.
De instellingen van de labelprinter wijzigen
59
4
Instellingen P-touch Template voor Windows 4
Met de P-touch Template-modus kunt u een optionele barcodelezer (PA-BR-001) of ander apparaat dat op
de printer is aangesloten gebruiken om gegevens in te voeren in tekst- en barcode-objecten van een
gedownloade sjabloon.
De beschikbare opties en verkrijgbare verbruiksartikelen kunnen per land verschillen.
Om de functies voor P-touch Template op te geven of te wijzigen gebruikt u Printer Instelling Tool en kiest
u[Instellingen P-touch Template].
Opmerking
De modus P-touch Template is ook compatibel met andere invoerapparaten zoals een weegschaal,
testapparatuur, regelapparatuur of een programmeerbaar logisch gestuurd apparaat.
Voor meer informatie over P-touch Template kunt u de "P-touch Template Manual/Raster Command
Reference" (Handleiding P-touch Template/Rastercommandolijst) (alleen in het Engels) downloaden
vanaf de Brother support website. Ga naar support.brother.com
[Selecteer uw regio/land.] - [Handleidingen] - [Kies uw product]
Als u afdrukt via P-touch Template, kunnen sommige symbolen die in rood of zwart worden afgedrukt
afwijken van een identieke afdrukopdracht via een computer. Raadpleeg de "P-touch Template
Manual/Raster Command Reference" (Handleiding P-touch Template/Rastercommandolijst) (alleen in het
Engels) downloaden vanaf de Brother support website. Ga naar support.brother.com
voor meer
informatie.
De instellingen van de labelprinter wijzigen
60
4
Dialoogvenster Instellingen P-touch Template 4
1 Default Command Mode (Standaard opdrachtmodus)
Hiermee stelt u de P-touch Template-modus in als standaardmodus.
Zie Tabblad Beheerinstelling op pagina 57 voor het kiezen van een andere modus.
2 Default Template Number (Standaard sjabloonnummer)
Een standaard sjabloonnummer instellen dat door de printer wordt toegepast als die wordt ingeschakeld.
Als u geen sjabloon naar de printer wilt overdragen, geeft u geen standaard sjabloonnummer op.
3 Data Delimiter for P-touch Template (Gegevensscheidingsteken voor P-touch Template)
Het symbool dat wordt gebruikt om groepen gegevens in een bestand van elkaar te scheiden. U kunt 1 tot
20 tekens opgeven.
4 Trigger for P-touch Template Printing (Trigger voor afdrukken met P-touch Template)
Geef een trigger op om het afdrukken te starten op basis van een aantal opties.
[Command Character] (Opdrachtteken): Het afdrukken begint als het hier opgegeven opdrachtteken
wordt ontvangen.
[Data Insertion into All the Objects] (Gegevens invoegen in alle objecten): Het afdrukken begint als het
scheidingsteken van het laatste object is ontvangen.
[Received Data Size] (Ontvangen gegevensomvang): Het afdrukken begint als het hier opgegeven aantal
tekens is ontvangen. Daarbij worden scheidingstekens niet meegeteld.
5 Character Code Table (Tekencodetabel)
Selecteer een van de volgende tekencodesets:
Mogelijke instellingen: [Windows 1252], [Windows 1250 Eastern Europe] (Windows 1250 Oost/Europa),
[Brother standard] (Brother standaard)
1
2
3
5
15
13
4
6
7
8
9
11
12
14
10
De instellingen van de labelprinter wijzigen
61
4
6 International Character Set (Internationale tekenset)
Lijst met tekensets voor specifieke landen.
Mogelijke instellingen: [United States] (Verenigde Staten), [France] (Frankrijk), [Germany] (Duitsland),
[Britain] (Groot-Brittannië), [Denmark] (Denemarken), [Sweden] (Zweden), [Italy] (Italië), [Spain]
(Spanje), [Japan] (Japan), [Norway] (Noorwegen), [Denmark II] (Denemarken II), [Spain II] (Spanje II),
[Latin America] (Zuid- en Midden-Amerika), [Korea] (Korea), [Legal] (Juridisch)
De volgende 12 codes worden ingeschakeld, afhankelijk van het in de lijst hiervoor geselecteerde land:
23h 24h 40h 5Bh 5Ch 5Dh 5Eh 60h 7Bh 7Ch 7Dh 7Eh
Download de "P-touch Template Manual/Raster Command Reference" (Handleiding P-touch
Template/Rastercommandolijst) (alleen in het Engels) downloaden vanaf de Brother support website. Ga
naar support.brother.com
voor een overzicht van de tekens die kunnen worden omgeschakeld.
7 Command Prefix Character (Opdrachtprefixteken)
De prefix-tekencode opgeven op basis waarvan opdrachten in de P-touch Template-modus worden
herkend.
8 Non-Printed Character (Niet-afdrukbare tekens)
De tekens die u hier opgeeft, worden niet afgedrukt bij de ontvangst van gegevens. Geef 1 tot 20 tekens
op.
9 Available Return Code (Beschikbare regelomslagcode)
De code voor een regelomslag wordt gebruikt bij de invoer van gegevens om aan te geven dat wat volgt
in een tekstobject op een nieuwe regel moet worden afgedrukt. U kunt een van de volgende vier
regelomslagcodes selecteren, of zelf 1 tot 20 tekens opgeven als regelomslagcode.
Mogelijke instellingen: [^CR], [\0D\0A], [\0A], [\0D]
10 Replace FNC1 (FNC1 vervangen)
Raadpleeg de "P-touch Template Manual" (Handleiding P-touch Template).
11 Number of Copies (Aantal exemplaren)
Het aantal af te drukken exemplaren opgeven. U kunt een waarde tussen 1 en 99 opgeven.
12 Cut option (Snij-optie)
Opgeven of de labels automatisch moeten worden afgesneden en hoeveel labels moeten worden
afgedrukt voordat ze worden afgesneden. U kunt een waarde tussen 1 en 99 opgeven.
U kunt ook andere snij-opties selecteren.
13 Set (Instellen)
De instellingen worden op de printer toegepast.
Selecteer [Save in Command File] (Opslaan in opdrachtbestand) in de vervolgkeuzelijst om de
opgegeven instellingen op te slaan in een opdrachtbestand. U kunt het opgeslagen opdrachtbestand in de
modus massaopslag gebruiken om instellingen op een printer toe te passen. Kijk voor meer informatie in
De modus voor massaopslag (alleen QL-820NWB) op pagina 86.
14 Cancel (Annuleren)
De instellingen worden geannuleerd en het dialoogvenster wordt gesloten. De instellingen blijven
ongewijzigd.
15 Default (Standaard)
Terugzetten naar fabrieksinstellingen.
De instellingen van de labelprinter wijzigen
62
4
Printer Setting Tool (voor Mac-computers) 4
Met behulp van Printer Setting Tool (Printer Instelling Tool) kunt u de communicatie- en apparaatinstellingen
van de printer opgeven op een Mac. U kunt de apparaat-instellingen niet alleen opgeven voor één printer,
u kunt de instellingen ook toepassen op meerdere printers.
Opmerking
De Printer Setting Tool (Printer Instelling Tool) wordt automatisch geïnstalleerd als u het initiële
installatieprogramma gebruikt om het printerstuurprogramma te installeren. Kijk voor meer informatie in
Software en printerstuurprogramma’s installeren op een computer op pagina 22.
Belangrijk
Printer Setting Tool (Printer Instelling Tool) is alleen beschikbaar voor compatibele printers van Brother.
Voordat u Printer Setting Tool in gebruik neemt 4
Zorg dat de netspanningsadapter op de printer en een stopcontact is aangesloten of dat er een volledig
opgeladen batterij is geplaatst.
Controleer of het printerstuurprogramma op de juiste wijze is geïnstalleerd en dat u kunt afdrukken.
Verbind de printer via een USB-kabel met een computer. U kunt met dit programma geen instellingen
configureren via Wi-Fi.
Printer Setting Tool voor Mac-computers gebruiken 4
a Verbind de printer die u wilt configureren met de computer.
b Klik op [Macintosh HD]- [Programma’s]- [Brother]- [Printer Setting Tool] (Printer Instelling Tool) -
[Printer Setting Tool.app].
Het venster van [Printer Setting Tool] (Printer Instelling Tool) wordt daarop weergegeven.
c Controleer of de printer die u wilt configureren naast [Printer] wordt weergegeven. Als een andere
printer wordt weergegeven, selecteert u de juiste printer in de pop-uplijst.
Opmerking
Als er slechts één printer is aangesloten, hoeft u geen printer te selecteren omdat alleen die printer
beschikbaar is.
d Selecteer een tabblad en geef de gewenste instellingen op of wijzig de instellingen.
e Klik op [Apply Settings to the Printer] (Instellingen op printer toepassen) op het tabblad met
instellingen om de instellingen op de printer toe te passen.
f Klik op [Exit] (Sluiten) om het opgeven van instellingen te voltooien.
Belangrijk
Gebruik Printer Setting Tool (Printer Instelling Tool) om de printer te configureren uitsluitend als de printer
wacht op de volgende afdruktaak. Er kan een storing optreden in de printer als u het apparaat probeert te
configureren terwijl er een taak wordt uitgevoerd.
De instellingen van de labelprinter wijzigen
63
4
Dialoogvenster Instellingen 4
1Printer
Lijst met aangesloten printers.
2 Import (Importeren)
Instellingen importeren uit een bestand.
3 Export (Exporteren)
De huidige instellingen opslaan in een bestand.
4 Tabbladen voor instellingen
Op de tabbladen staan instellingen die u kunt opgeven en wijzigen.
5 Apply Settings to the Printer (Instellingen op printer toepassen)
De instellingen worden op de printer toegepast.
6 Factory Reset (Fabrieksinstellingen)
De printer-instellingen worden gereset naar de fabrieksinstellingen.
7 Reset only Device Settings... (Alleen apparaatinstellingen resetten...)
Alleen de apparaatinstellingen worden gereset naar de fabrieksinstellingen.
8 Print Unit Settings (Apparaatinstellingen afdrukken)
Drukt een rapport af met de firmware-versie en informatie over de instellingen van het apparaat.
Voor de QL-810W
U kunt dit rapport ook afdrukken met behulp van de Snijknop ( ). Kijk voor meer informatie in
De instellingen van de labelprinter controleren op pagina 84.
Voor de QL-820NWB
U kunt dit rapport ook afdrukken via het menu op het LCD-scherm. Kijk voor meer informatie in
LCD-instellingen op pagina 12.
Opmerking
Gebruik een DK-rol van 62 mm als u dit rapport afdrukt.
1
2
3
4
6
5
7
89 10
De instellingen van de labelprinter wijzigen
64
4
9 Current Settings (Huidige instellingen)
De huidige instellingen van de aangesloten printer worden opgehaald en weergegeven in het
dialoogvenster.
10 Exit (Afsluiten)
Printer Setting Tool (Printer Instelling Tool) afsluiten.
Tabblad Basic (Basis) 4
Hieronder wordt het tabblad Basic (Basis) van het dialoogvenster Instellingen besproken.
Auto Power On (Auto Voeding Aan)
Geeft aan of de printer automatisch moet worden ingeschakeld als het netsnoer in een stopcontact wordt
gestoken.
Mogelijke instellingen: [Off] (Uit), [On] (Aan)
Auto Power Off (AC/DC) (Auto. Uitschakelen (AC/DC))
Geef de duur van inactiviteit op voordat de printer automatisch wordt uitgeschakeld als die op een
stopcontact is aangesloten.
Mogelijke instellingen: [None] (Geen), [10/20/30/40/50/60 Minutes] (10/20/30/40/50/60 minuten)
Auto Power Off (Li-ion) (Auto Voeding uit (Li-ion))
Geef de duur van inactiviteit op voordat de printer automatisch wordt uitgeschakeld als die door de
oplaadbare li-ionbatterij van stroom wordt voorzien.
Mogelijke instellingen: [None] (Geen), [10/20/30/40/50/60 Minutes] (10/20/30/40/50/60 minuten)
Opmerking
Auto Power Off (Automatisch uitschakelen) is niet beschikbaar als u verbinding maakt met een draadloos
of bedraad netwerk (alleen de QL-820NWB) of via Bluetooth (alleen de QL-820NWB).
Eco Charging (Eco-opladen)
Geef aan of al dan niet moet worden overgeschakeld op Eco-opladen. De levensduur van de batterij kan
worden verlengd door de oplaadcapaciteit in te stellen op [80%].
Mogelijke instellingen: [100%], [80%]
Opmerking
Voor een lange levensduur van de batterij, kiest u [80%]. Hoewel het aantal pagina’s dat kan worden
afgedrukt voordat u opnieuw moet opladen lager is als u [80%] selecteert, gaat de batterij wel langer mee.
De instellingen van de labelprinter wijzigen
65
4
Tabblad Advanced (Geavanceerd) 4
Hieronder wordt het tabblad Advanced (Geavanceerd) van het dialoogvenster Instellingen besproken.
Print Density (Black) (Afdrukdichtheid (zwart))
Hiermee stelt u de afdrukdichtheid voor de kleur zwart in.
Mogelijke instellingen: [+6/+5/+4/+3/+2/+1/0/-1/-2/-3/-4/-5/-6]
Print Density (Red) (Afdrukdichtheid (rood))
Hiermee stelt u de afdrukdichtheid voor de kleur rood in.
Mogelijke instellingen: [+6/+5/+4/+3/+2/+1/0/-1/-2/-3/-4/-5/-6]
Printer Information Report (Informatierapport printer)
Geef aan welke gegeven moeten worden opgenomen in het Informatierapport printer.
Mogelijke instellingen: [All] (alles), [Usage Log] (Verbruikslog), [Printer Settings] (Printerinstellingen),
[Printer Transfer Data] (Overdrachtsgegevens printer)
Print Data after Printing (Afdrukgegevens na te zijn afgedrukt)
Geef aan of de afdrukgegevens na het afdrukken automatisch moeten worden verwijderd.
Mogelijke instellingen: [Keep Print Data] (Afdrukgegevens opslaan), [Erase All Print Data]
(Alle afdrukgegevens wissen)
Tabblad Management (Beheer) 4
Hieronder wordt het tabblad Management (Beheer) van het dialoogvenster Instellingen besproken.
Command Mode (Opdrachtmodus)
Selecteer het type opdrachtmodus.
Mogelijke instellingen: [Raster], [ESC/P], [P-touch Template]
Airplane Mode (Vliegtuigstand)
Kies On (Aan) om de printer in de Airplane Mode (vliegtuigstand) te zetten. De volgende voorwaarden zijn
van toepassing:
QL-810W: Als u de knop Wi-Fi ( ) ingedrukt houdt, is de knop WPS niet beschikbaar.
QL-820NWB: De menu’s [WLAN] en [Bluetooth] verdwijnen van het LCD-scherm.
Mogelijke instellingen: [Off] (Uit), [On] (Aan)
De instellingen van de labelprinter wijzigen
66
4
Tabblad Bluetooth Settings (Bluetooth-instellingen) (alleen de QL-820NWB) 4
Hieronder wordt het tabblad Bluetooth Settings (Bluetooth-instellingen) van het dialoogvenster Instellingen
besproken.
Bluetooth Device Name (Bluetooth apparaatnaam)
De naam van het Bluetooth-apparaat wordt weergegeven.
Bluetooth Address (Bluetooth-adres)
Het opgehaalde Bluetooth-adres.
Visible to Other Devices (Zichtbaar voor andere apparaten)
Hier kunt u aangeven of de printer mag worden gedetecteerd door andere Bluetooth-apparaten.
Mogelijke instellingen: [Discoverable] (Vindbaar), [Not Discoverable] (Niet vindbaar)
Auto re-pairing (Automatisch opnieuw koppelen)
Geef aan of er automatisch opnieuw verbinding moet worden gemaakt met het Apple-apparaat (iPad,
iPhone of iPod touch) waarmee eerder verbinding is gemaakt.
Mogelijke instellingen: [Enable] (Inschakelen), [Disable] (Uitschakelen)
Change PIN code (Pincode wijzigen)
Als [On] (Aan) is geselecteerd, kunt u de PIN-code wijzigen voor apparaten die compatibel zijn met
Bluetooth 2.1 of hoger.
Request Secure Simple Pairing (SSP) settings during pairing (Verzoek Secure Simple Pairing
(SSP)-instellingen tijdens koppelen)
Als u dit selectievakje inschakelt, kunnen apparaten die compatibel zijn met Bluetooth 2.1 of hoger worden
gekoppeld met de knoppen op de printer.
Tabblad Wireless LAN (Draadloos LAN) 4
Hieronder wordt het tabblad Wireless LAN (Draadloos LAN) van het dialoogvenster Instellingen besproken.
WirelessDirect
De functie Wireless Direct in- en uitschakelen.
SSID/Network Key Generation (SSID/Netwerksleutel genereren)
Selecteer [AUTO] (Automatisch) of [STATIC] (Statisch).
SSID (Network Name) (SSID (Netwerknaam))/Network Key (Netwerksleutel)
Vul de SSID (3 tot 25 ASCII-tekens) en de netwerksleutel in die in de modus Wireless Direct moeten
worden gebruikt.
U kunt alleen een instelling opgeven als u [STATIC] (Statisch) hebt geselecteerd voor [SSID/Network Key
Generation] (SSID/Netwerksleutel genereren).
Display current settings (Huidige instellingen weergeven)
Weergave van de huidige instellingen voor Wireless Direct. Klik op [Current Settings] (Huidige
instellingen) om de weergegeven instellingen bij te werken met de meest recente gegevens.
De instellingen van de labelprinter wijzigen
67
4
Gewijzigde instellingen toepassen op meerdere labelprinters 4
a Nadat u de instellingen hebt toegepast op de eerste printer, koppelt u de printer los van de computer en
verbind u de tweede printer met de computer.
b Selecteer de nieuw aangesloten printer in de vervolgkeuzelijst [Printer].
c Klik op [Apply Settings to the Printer] (Instellingen op printer toepassen).
De instellingen die u op de eerste printer hebt toegepast, worden nu ook toegepast op de tweede printer.
d Herhaal de stappen a-c voor alle printers waarvan u de instellingen wilt wijzigen.
Opmerking
Als u de instellingen als bestand wilt opslaan, klikt u op [Export] (Exporteren).
U kunt dezelfde instellingen ook op een andere printer toepassen door op [Import] (Importeren) te klikken
en het geëxporteerde instellingenbestand te selecteren. Kijk voor meer informatie in Dialoogvenster
Instellingen op pagina 63.
De instellingen van de labelprinter wijzigen
68
4
Instellingen wijzigen bij het afdrukken vanaf een mobiel
apparaat 4
Wijzig bij het gebruik van een mobiel apparaat voorafgaand aan het afdrukken indien nodig de instellingen
met behulp van de toepassing. Welke instellingen u kunt wijzigen is afhankelijk van de toepassing.
Opmerking
U kunt voordat u verbinding maakt met een mobiel apparaat, gedetailleerde instellingen opgeven met
Printer Instelling Tool als u de printer met een computer verbindt. Kijk voor meer informatie in
De instellingen van de labelprinter wijzigen op pagina 37.
69
5
5
Functies P-touch Template 5
Met de P-touch Template-modus kunt u een optionele barcodelezer (PA-BR-001) of ander apparaat dat op
de printer is aangesloten gebruiken om gegevens in te voeren in tekst- en barcode-objecten van een
gedownloade sjabloon.
Basishandelingen
5
Standaardsjablonen afdrukken (Zie pagina 73.)
Download veelgebruikte sjablonen of afbeeldingen en scan gewoon een barcode om te selecteren welke
u wilt afdrukken.
Geavanceerde sjablonen afdrukken (Zie pagina 75.)
Download een sjabloon en scan een barcode om een exemplaar af te drukken of voeg de gescande
gegevens in een andere sjabloon in.
Zoekresultaat database afdrukken (Zie pagina 78.)
Download een database die gekoppeld is aan een sjabloon en scan een barcode om de record te zoeken
die u in de sjabloon wilt invoegen en vervolgens wilt afdrukken.
Geavanceerde functies
5
Afdrukken met volgnummer (geserialiseerd) (Zie pagina 81.)
Automatisch ophogen van een tekst of barcode in elke gedownloade sjabloon tijdens afdrukken.
Opmerking
De modus P-touch Template is ook compatibel met andere invoerapparaten zoals een weegschaal,
testapparatuur, regelapparatuur of een programmeerbaar logisch gestuurd apparaat.
Raadpleeg "P-touch Template Manual/Raster Command Reference" (Handleiding P-touch
Template/Rastercommandolijst) voor meer informatie. U kunt de nieuwste versies downloaden vanaf de
Brother support website op support.brother.com
[Selecteer uw regio/land.] - [Handleidingen] - [Kies uw product]
Als u afdrukt via P-touch Template, kunnen sommige symbolen die in rood of zwart worden afgedrukt
afwijken van een identieke afdrukopdracht via een computer. Raadpleeg de "Raster Command
Reference" (Rastercommandolijst) voor meer informatie.
Voor het gebruik van de GHS-symbolen (Globally Harmonized System of Classification and Labelling of
Chemicals) gelden strenge regels.
De meegeleverde GHS-sjablonen zijn slechts voorbeelden. Zorg ervoor dat de labels die u maakt met
deze symbolen aan de geldende richtlijnen voldoen.
Labels afdrukken met P-touch Template 5
Labels afdrukken met P-touch Template
70
5
Voorbereiding 5
Voordat de barcodelezer op de printer kan worden aangesloten, moet u de instellingen van de barcodelezer
opgeven met behulp van het hulpprogramma Instellingen P-touch Template (onderdeel van Printer
Instelling Tool).
Instellingen opgeven in het hulpprogramma Instellingen P-touch Template 5
a Verbind de printer en de computer via een USB-kabel met elkaar en zet de printer aan.
b Start Printer Instelling Tool.
Voor Windows Vista / Windows 7 / Windows Server 2008 / Windows Server 2008 R2:
Klik op de knop Start, en vervolgens op [Alle Programma’s] - [Brother] - [Label & Mobile Printer] -
[Printer Setting Tool] (Printer Instelling Tool).
Voor Windows 8 / Windows 8.1 / Windows Server 2012 / Windows Server 2012 R2:
Klik op het pictogram [Printer Setting Tool] (Printer Instelling Tool) op het scherm [Apps].
Windows 10:
Klik op de knop Start en vervolgens op [Brother] - [Label & Mobile Printer] - [Printer Setting Tool]
(Printer Instelling Tool).
c Klik op [Instellingen P-touch Template].
d Selecteer de betreffende instellingen en klik daarna op [Set] (Instellen).
A
B
Labels afdrukken met P-touch Template
71
5
Opmerking
Het afdrukken begint standaard als met een barcodelezer de code "^FF" in een barcode wordt gescand.
(Dit kunt u wijzigen met de instellingen die bij A in de vorige afbeelding zijn gemarkeerd.)
Als u bij de instelling voor het aantal bytes [Received Data Size] (Ontvangen gegevensgrootte)
selecteert, wordt de sjabloon automatisch afgedrukt nadat het opgegeven aantal bytes is gescand.
Omdat telkens als u vanaf de computer afdrukt de instelling voor de afdrukmodus naar rastermodus
teruggaat, moet u deze instelling opnieuw in sjabloonmodus wijzigen.
Als u de printer uit en vervolgens weer aan zet, start de printer op in de sjabloonmodus.
Labels afdrukken met P-touch Template
72
5
Een barcodelezer aansluiten (alleen de QL-820NWB) 5
Het gebruik van een goede, betrouwbare barcodelezer verdient aanbeveling. Bekijk de specificaties van de
barcodelezer goed voordat u een lezer aanschaft.
Verbindingsmethoden voor barcodelezers:
Gebruik de USB host-interface of de Bluetooth-interface.
Selectiecriteria voor aanbevolen barcodelezers:
Als u een USB host-interface gebruikt: HID-klasse modellen die kunnen worden gelijkgesteld met een
toetsenbord (bijv: PA-BR-001)
Als u de Bluetooth-interface gebruikt: Bluetooth Ver. 2.1 + EDR-modellen (Class 1) met ondersteuning
voor SPP- of OPP-profielen
Opmerking
Voor de P-touch Template-modus moeten sjablonen eerst van een computer naar de printer worden
gedownload met behulp van P-touch Transfer Manager. Kijk voor meer informatie in P-touch Transfer
Manager en P-touch Library gebruiken (alleen Windows) op pagina 123.
De barcodelezer moet worden geprogrammeerd voor gebruik met een Engels toetsenbord. Voor
beginners: de barcodelezer moet worden geprogrammeerd om gegevens te scannen zonder voor- of
achtervoegsels. Voor gevorderde gebruikers: het voor- of achtervoegsel kan worden gescand en worden
gebruikt voor het maken van aangepaste sjablonen voor de printer.
Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over het gebruik en het programmeren van een
specifieke barcodelezer.
Labels afdrukken met P-touch Template
73
5
Standaardsjablonen afdrukken 5
Opmerking
•Zie Barcodelijst voor de P-touch Template-functie op pagina 196 voor informatie over barcodes die
kunnen worden gescand met behulp van verschillende instellingen.
Gegroepeerde objecten worden geconverteerd en als een afbeelding verzonden.
a Met P-touch Transfer Manager kunt u een sjabloon (labellay-out) overdragen (vanuit P-touch Editor)
naar de printer. Kijk voor meer informatie in P-touch Transfer Manager en P-touch Library gebruiken
(alleen Windows) op pagina 123.
Opmerking
Een tekstobject in de label-indeling kan naar een afbeelding worden geconverteerd. Nadat het tekstobject
naar een afbeelding is geconverteerd, kan de tekst niet meer worden gewijzigd. Dit is handig om te
vermijden dat vaak gebruikte sjablonen per ongeluk worden bewerkt.
Klik in het opmaakvenster van P-touch Editor met de rechtermuisknop op het tekstobject en klik
vervolgens op [Eigenschappen]. Klik op het tabblad [Uitgebreid] en schakel het selectievakje
[Tekst kan niet worden bewerkt] in.
Of, klik op [Opties] in het menu [Extra], klik op het tabblad [Algemeen], en selecteer vervolgens het
selectievakje [Uitgebreide tabbladen van objecteigenschappen weergeven] bij [Overig].
Als het selectievakje wordt uitgeschakeld, wordt het object weer geconverteerd naar tekst die kan worden
bewerkt.
b Selecteer de map met de gegevens die u wilt overbrengen als u gegevens overbrengt naar
[Configuraties] in P-touch Transfer Manager.
Opmerking
Wanneer een sjabloon wordt doorgestuurd naar [Configuraties] in P-touch Transfer Manager, wordt het
nummer voor [Nummer toewijzen] automatisch toegewezen.
•Voor [Nummer toewijzen] kunt u een getal tussen 1 en 255 opgeven met de knoppen op de printer.
Voor ervaren gebruikers: u kunt een getal voor [Nummer toewijzen] opgeven tussen de 1 en 99 (voor de
QL-810W) en tussen 1 en 255 (voor de QL-820NWB) voor de sjablonen die naar de printer zijn
gedownload. Bij stap f moet u echter andere barcodes scannen, voordat u die kunt selecteren en
afdrukken. Download de "P-touch Template Manual/Raster Command Reference" (Handleiding P-touch
Template/Rastercommandolijst) (alleen in het Engels) downloaden vanaf de Brother support website. Ga
naar support.brother.com
voor meer informatie.
[Selecteer uw regio/land.] - [Handleidingen] - [Kies uw product]
Om verschillende sets sjablonen te beheren kunt u bij [Configuraties] een aangepaste map maken en de
overgedragen sjabloon naar die map slepen.
Download veelgebruikte sjablonen of afbeeldingen en scan
gewoon een barcode om te selecteren welke u wilt
afdrukken.
Voorbeeld:
Labels afdrukken met P-touch Template
74
5
c Selecteer de overgedragen sjabloon en klik vervolgens op [Overdragen] om de sjabloon te downloaden
naar het getal voor [Nummer toewijzen] op de printer.
d Scan de barcode voor "P-touch-sjabloonopdracht (Initialiseren en begin met opgeven van de
instellingen)".
Zie Barcodelijst voor de P-touch Template-functie op pagina 196.
e Scan elke barcode in de barcodelijst onder "Basisinstellingen" om een opdracht of instelling naar de
printer over te dragen.
Opmerking
Er kunnen instellingen worden opgegeven voor meerdere opdrachten.
Als er geen instellingen zijn opgegeven via scannen van de barcodeopdrachten, wordt een sjabloon
afgedrukt met de instellingen van P-touch Template. Bij de standaardinstellingen van P-touch Template
wordt één exemplaar afgedrukt als [Auto Cut] (Auto-afsnijden) is ingesteld op [On] (Aan).
Voor meer informatie over de instellingen voor P-touch Template kunt u de "P-touch Template
Manual/Raster Command Reference" (Handleiding P-touch Template/Rastercommandolijst) (alleen in het
Engels) downloaden vanaf de Brother support website. Ga naar support.brother.com
[Selecteer uw regio/land.] - [Handleidingen] - [Kies uw product]
Om het aantal af te drukken exemplaren op te geven, scant u de barcode "Aantal exemplaren", waarna
u de barcodes bij "Invoeren van cijfers" scant om een getal bestaande uit drie cijfers op te geven.
Voorbeeld:
Geef nummers op door het scannen van de volgende barcodes: 7i[0][0][7], 15i[0][1][5]
Als u de instelling voor het aantal exemplaren wilt wijzigen, scant u nogmaals de barcode "Aantal
exemplaren", waarna u de barcodes voor het nieuwe driecijferige getal scant.
f Scan de barcode onder "Vooraf ingesteld sjabloonnummer" met hetzelfde nummer als het [Nummer
toewijzen]-nummer voor de af te drukken labelopmaak.
g Het opgegeven label wordt afgedrukt.
Labels afdrukken met P-touch Template
75
5
Geavanceerde sjablonen afdrukken 5
Download een sjabloon en scan een barcode om een exemplaar af te drukken, of voeg de gescande
gegevens in een andere sjabloon in.
Opmerking
•Zie Barcodelijst voor de P-touch Template-functie op pagina 196 voor informatie over barcodes die
kunnen worden gescand met behulp van verschillende instellingen.
Als de barcode een ander protocol heeft dan de barcodesjabloon die voor de printer is geregistreerd, is het
wellicht niet mogelijk de barcode te maken of af te drukken.
Sommige barcodelezers maken gebruik van barcodestandaarden en -protocollen die niet door deze
printer worden ondersteund.
a Met P-touch Transfer Manager kunt u een sjabloon (labellay-out) overdragen (vanuit P-touch Editor)
naar de printer. Kijk voor meer informatie in P-touch Transfer Manager en P-touch Library gebruiken
(alleen Windows) op pagina 123.
Belangrijk
Het is van belang dat u sjablonen ontwerpt die voldoen aan de vereisten op het gebied van standaarden
en protocollen voor barcodes. Het formaat van het label en de positie van de barcode moeten juist zijn met
het oog op het aantal en het soort tekens dat door de barcodelezer is verzonden. Het is niet mogelijk een
barcode te maken of te scannen in de sjabloon als de barcode met de ingevoegde gegevens niet volledig
past in het afdrukgebied van het label.
b Selecteer de map met de gegevens die u wilt overbrengen als u gegevens overbrengt naar
[Configuraties] in P-touch Transfer Manager.
Opmerking
Wanneer een sjabloon wordt doorgestuurd naar [Configuraties] in P-touch Transfer Manager, wordt het
nummer voor [Nummer toewijzen] automatisch toegewezen.
U kunt een getal tussen 1 en 10 opgeven voor [Nummer toewijzen] voor de naar de printer gedownloade
sjablonen.
Om verschillende sets sjablonen te beheren kunt u bij [Configuraties] een aangepaste map maken en de
overgedragen sjabloon naar die map slepen.
CODE128/9-cijferig
Labels afdrukken met P-touch Template
76
5
c Selecteer de overgedragen sjabloon en klik vervolgens op [Overdragen] om de sjabloon te downloaden
naar het getal voor [Nummer toewijzen] op de printer.
d Scan de barcode voor "P-touch-sjabloonopdracht (Initialiseren en begin met opgeven van de
instellingen)".
Kijk voor meer informatie in Barcodelijst voor de P-touch Template-functie op pagina 196.
e Scan elke barcode in de barcodelijst onder "Basisinstellingen" om een opdracht of instelling naar de
printer over te dragen.
Opmerking
Er kunnen instellingen worden opgegeven voor meerdere opdrachten.
Als er geen instellingen zijn opgegeven via scannen van de barcodeopdrachten, wordt een sjabloon
afgedrukt met de instellingen van P-touch Template. Bij de standaardinstellingen van P-touch Template
wordt één exemplaar afgedrukt als [Auto Cut] (Auto-afsnijden) is ingesteld op [On] (Aan).
Voor meer informatie over de instellingen voor P-touch Template kunt u de "P-touch Template
Manual/Raster Command Reference" (Handleiding P-touch Template/Rastercommandolijst) (alleen in het
Engels) downloaden vanaf de Brother support website. Ga naar support.brother.com
[Selecteer uw regio/land.] - [Handleidingen] - [Kies uw product]
Om het aantal af te drukken exemplaren op te geven, scant u de barcode "Aantal exemplaren", waarna
u de barcodes bij "Invoeren van cijfers" scant om een getal bestaande uit drie cijfers op te geven. De
instelling wordt automatisch toegepast wanneer drie cijfers zijn opgegeven.
Voorbeeld:
Geef nummers op door het scannen van de volgende barcodes: 7i[0][0][7], 15i[0][1][5]
Als u de instelling voor het aantal exemplaren wilt wijzigen, scant u nogmaals de barcode "Aantal
exemplaren", waarna u de barcodes voor het nieuwe driecijferige getal scant.
f Scan de barcode "Sjabloon selecteren" en scan vervolgens de barcodes onder "Voor het invoeren van
cijfers". Gebruik daarvoor hetzelfde getal (drie cijfers) als dat voor [Nummer toewijzen] voor de
gedownloade sjabloon die u wilt afdrukken.
De gedownloade sjabloon wordt automatisch geselecteerd nadat de driecijferige nummers zijn gescand.
Voorbeeld:
Geef de driecijferige nummers op door het scannen van de volgende barcodes: 7i[0][0][7], 15i[0][1][5]
Opmerking
Voor stap f kunt u P-touch Editor gebruiken om een label met één barcode te maken en af te drukken.
Voorbeeld:
Labels afdrukken met P-touch Template
77
5
g Scan een barcode die de gegevens bevat die u wilt invoegen in het barcode-object in de geselecteerde
gedownloade sjabloon van stap f.
Voorbeeld:
h Scan de barcode "Afdruk starten" om de opdracht om het afdrukken te starten te verzenden.
i De barcode in de afgedrukte sjabloon zal de gegevens bevatten van de barcode die in stap g werd
gescand.
Voorbeeld:
(CODE128/9-cijferig)
Labels afdrukken met P-touch Template
78
5
Zoekresultaat database afdrukken 5
U kunt een database die gekoppeld is aan een sjabloon downloaden en een barcode als trefwoord scannen
om de record te zoeken die dat trefwoord bevat. Vervolgens voegt u die record in de sjabloon in en drukt u het
label af.
Opmerking
In de printer is voor deze functie de meest linkse kolom gereserveerd (veld "A") van een gedownloade
gekoppelde database. Om die reden moet het trefwoord dat als barcode is gescand zich in deze kolom
van de database bevinden.
Om ervoor te zorgen dat de printer de trefwoorden kan vinden, moeten de gegevens in de meest linkse
kolom (veld "A") exact overeenkomen met de trefwoorden die uit een barcode zijn gescand.
P-touch Editor en de printer kunnen slechts één regel met gegevens lezen in een veld van een gekoppelde
database. Gebruik dus geen databases met twee of meer regels met gegevens in de meest linkse kolom
(veld "A").
•Zie Barcodelijst voor de P-touch Template-functie op pagina 196 voor informatie over barcodes die
kunnen worden gescand met behulp van verschillende instellingen.
a Gebruik P-touch Editor om een sjabloon te maken en een verbinding te maken met een
databasebestand. U kunt zo veel kolommen als u wilt koppelen aan een tekst- en barcode-object in de
sjabloon.
Opmerking
Zorg dat de trefwoorden in de meest linkse kolom staan (veld "A"), maar koppel geen tekst- of
barcode-objecten uit de sjabloon aan veld "A" die gegevens bevatten die niet op de labels moeten worden
afgedrukt.
Raadpleeg voor meer informatie over het opgeven van instellingen de [P-touch Editor Help].
b Met P-touch Transfer Manager kunt u een sjabloon (labellay-out) overdragen (vanuit P-touch Editor)
naar de printer. Kijk voor meer informatie in P-touch Transfer Manager en P-touch Library gebruiken
(alleen Windows) op pagina 123.
Het gekoppelde databasebestand wordt ook doorgestuurd.
A
Labels afdrukken met P-touch Template
79
5
c Wanneer een sjabloon wordt doorgestuurd naar [Configuraties] in P-touch Transfer Manager, wordt het
nummer voor [Nummer toewijzen] automatisch toegewezen.
Opmerking
Om verschillende sets sjablonen te beheren kunt u bij [Configuraties] een aangepaste map maken en de
overgedragen sjabloon naar die map slepen.
d Selecteer de overgedragen sjabloon en klik vervolgens op [Overdragen] om de sjabloon te downloaden
naar het getal voor [Nummer toewijzen] op de printer.
e Scan de barcode "P-touch-sjabloonopdracht".
Kijk voor meer informatie in Barcodelijst voor de P-touch Template-functie op pagina 196.
f Scan elke barcode in de barcodelijst onder "Basisinstellingen" om een opdracht of instelling naar de
printer over te dragen.
Opmerking
Er kunnen instellingen worden opgegeven voor meerdere opdrachten.
Als er geen instellingen zijn opgegeven via scannen van de barcodeopdrachten, wordt een sjabloon
afgedrukt met de instellingen van P-touch Template. Bij de standaardinstellingen van P-touch Template
wordt één exemplaar afgedrukt als [Auto Cut] (Auto-afsnijden) is ingesteld op [On] (Aan).
Voor meer informatie over de instellingen voor P-touch Template kunt u de "P-touch Template
Manual/Raster Command Reference" (Handleiding P-touch Template/Rastercommandolijst) (alleen in het
Engels) downloaden vanaf de Brother support website. Ga naar support.brother.com
[Selecteer uw regio/land.] - [Handleidingen] - [Kies uw product]
Om het aantal af te drukken exemplaren op te geven, scant u de barcode "Aantal exemplaren". Scan
vervolgens de barcodes onder "Invoeren van cijfers" om een driecijferig getal op te geven. De instelling
wordt automatisch toegepast wanneer drie cijfers zijn opgegeven.
Voorbeeld:
Geef nummers op door het scannen van de volgende barcodes: 7i[0][0][7], 15i[0][1][5]
Als u de instelling voor het aantal exemplaren wilt wijzigen, scant u nogmaals de barcode "Aantal
exemplaren", waarna u de barcodes voor het nieuwe driecijferige getal scant.
g Scan de barcode "Sjabloon selecteren" en scan vervolgens de barcodes onder "Voor het invoeren van
cijfers". Gebruik daarvoor hetzelfde getal (drie cijfers) als dat voor [Nummer toewijzen] voor de
gedownloade sjabloon die u wilt afdrukken.
De gedownloade sjabloon wordt automatisch geselecteerd nadat de driecijferige nummers zijn gescand.
Voorbeeld:
Geef de driecijferige nummers op door het scannen van de volgende barcodes: 7i[0][0][7], 15i[0][1][5]
Labels afdrukken met P-touch Template
80
5
Opmerking
Voor stap f kunt u P-touch Editor gebruiken om een label met één barcode te maken en af te drukken.
Voorbeeld:
h Scan een barcode die het trefwoord bevat dat u wilt opzoeken in de gedownloade database uit stap d.
Voorbeeld:
i Scan de barcode "Scheidingsteken" om de opdracht te verzenden om in de gedownloade database te
zoeken naar het trefwoord dat is gescand.
j Scan de barcode "Afdruk starten" om de opdracht om het afdrukken te starten te verzenden.
Opmerking
Voor stappen i en j kunt u P-touch Editor gebruiken om een label met één barcode te maken en af te
drukken.
Voorbeeld:
k De printer drukt de sjabloon af met de gegevens uit de databaserecord die met het gescande trefwoord
zijn gevonden.
Labels afdrukken met P-touch Template
81
5
Afdrukken met volgnummer (geserialiseerd) 5
De hoogte van tekstgegevens of barcodes in een gedownloade sjabloon wordt tijdens het afdrukken
automatische aangepast.
Opmerking
Deze geavanceerde functie kunt u toepassen op basisfuncties van de P-touch Template-modus.
U kunt automatisch ophogen tot maximum 999 afgedrukte exemplaren.
U kunt maximaal negen tekst- en barcode-objecten selecteren binnen elke gedownloade sjabloon, die
gelijktijdig met het afdrukken automatisch worden opgehoogd.
Tekst- en barcode-objecten die aan een databasebestand zijn gekoppeld kunnen niet worden opgehoogd.
Tekstnummering (serialiseren) 5
Procedure
a Gebruik P-touch Editor om een sjabloon te maken of te openen en selecteer een tekstobject dat
u automatisch wilt ophogen tijdens het afdrukken.
Voorbeeld:
b Markeer een groep nummers en letters die u wilt ophogen in een tekstobject, of sleep er de cursor
over (Nummerveld).
Opmerking
U kunt maximaal 15 nummers en letters selecteren binnen elk nummerveld.
c Plaats de cursor op het gemarkeerde nummerveld en klik met de rechtermuisknop op [Nummering].
Labels afdrukken met P-touch Template
82
5
Barcodenummering (serialiseren) 5
Procedure
a Gebruik P-touch Editor om een sjabloon te maken of te openen en selecteer een barcodeobject dat
u automatisch wilt ophogen tijdens het afdrukken.
b Plaats de cursor op het geselecteerde barcode-object en klik met de rechtermuisknop op
[Eigenschappen].
Voorbeeld:
c Klik op het tabblad Invoer en markeer een groep cijfers en letters die u wilt ophogen in een
barcode-object, of sleep er met de cursor overheen (Nummeringveld).
Voorbeeld:
Opmerking
De knop [Nummering] wordt actief zodra een groep getallen en letters is geselecteerd.
Labels afdrukken met P-touch Template
83
5
d Klik op [Nummering], en klik vervolgens op [OK].
Opmerking
U kunt maximaal 15 nummers en letters selecteren binnen elk nummerveld.
Afdrukken met nummering (serialiseren) Geavanceerde functie 5
a Met P-touch Transfer Manager kunt u een sjabloon (labellay-out) overdragen (vanuit P-touch Editor)
naar de printer. Kijk voor meer informatie in P-touch Transfer Manager en P-touch Library gebruiken
(alleen Windows) op pagina 123. Een gekoppelde databasebestand wordt ook doorgestuurd.
b Stel de geavanceerde functie voor Nummering (Serialiseren) in op de printer. Zie Barcodelijst voor de
P-touch Template-functie op pagina 196.
Scan de barcode "Aantal afdrukken met volgnummer" en scan daarna de barcodes onder "Voor het
opgeven van aantallen" met het aantal af te drukken exemplaren (drie cijfers).
Voorbeeld:
Geef voor vijf exemplaren de driecijferige nummers op door het scannen van barcodes voor [0][0][5]
Opmerking
Volg de basisprocedures van de P-touch Template-modus om het afdrukken te starten. Zie
Standaardsjablonen afdrukken op pagina 73 t/m Zoekresultaat database afdrukken op pagina 78 voor
meer informatie.
Het nummerveld wordt met één cijfer of letter verhoogd bij elk label dat wordt afgedrukt en de telling wordt
permanent in de printer opgeslagen.
Scan de barcode voor "Initialiseren sjabloongegevens" om een tekst- of barcode-object te resetten naar
de oorspronkelijke waarde.
84
6
6
De instellingen van de labelprinter controleren 6
U kunt een rapport met instellingen afdrukken zonder de printer aan te sluiten op een computer of een mobiel
apparaat.
Opmerking
Het rapport van de printer bevat de volgende gegevens: de firmwareversie, informatie over de
apparaatinstellingen, het serienummer, informatie over netwerkinstellingen en andere informatie.
(Welke informatie precies wordt afgedrukt, is afhankelijk van het model.)
a Zet de printer aan.
b Voor de QL-810W
Houd de knop van de snijeenheid ( ) langer dan een seconde ingedrukt om het rapport af te drukken.
Voor de QL-820NWB
1 Druk op de knop Menu, [] of [] om het menu [Informatie] te selecteren en druk vervolgens op
de knop [OK].
2 Selecteer [Configuratie afdrukken] met de knoppen [] of [] en druk daarna op de knop
[OK].
3 Selecteer [Alles], [Verbruikslog], [Printerinstellingen] of [Overdrachtsgegevens] met
de knoppen [] of [] en druk vervolgens op de knop [OK] om het rapport af te drukken.
Opmerking
Gebruik een DK-rol van 62 mm als u dit rapport afdrukt.
U kunt deze bewerking ook uitvoeren met de Printer Instelling Tool. Kijk voor meer informatie in
De instellingen van de labelprinter wijzigen op pagina 37.
Overige functies 6
Overige functies
85
6
Configuratie 2-kleurendruk voor andere toepassingen 6
Volg het onderstaande proces als u 2-kleurendruk uitvoert vanaf een andere toepassing dan P-touch Editor.
Voor Windows
a Open het venster [Apparaten en printers], selecteer de [QL-810W]/[QL-820NWB] en klik erop met de
rechtermuisknop.
Klik op [Eigenschappen van printer].
b Selecteer het tabblad [Algemeen] en klik op de knop [Voorkeursinstellingen…].
c Selecteer [zwart/Rood] in de sectie [Papiertype].
Voor Mac
a Klik op [Archief] en selecteer [Druk af].
Het afdrukscherm wordt weergegeven.
b Klik op de knop [Toon details].
Het tweede afdrukscherm wordt weergegeven.
Klik op de vervolgkeuzelijst [Notities] om [Geavanceerd] te selecteren.
Overige functies
86
6
c Selecteer [2-Color(Black/Red)] (2-kleuren [zwart/Rood]) in de sectie [Color] (Kleur).
Belangrijk
Gebruik deze instellingen altijd wanneer u monochrome afdrukken maakt met een zwart/rode DK-rol (62 mm).
De modus voor massaopslag (alleen QL-820NWB) 6
Beschrijving 6
Met de functie voor massaopslag kunt u via de USB-interface een bestand naar de printer sturen zonder een
printerstuurprogramma te installeren.
Deze functie is handig voor:
Printerinstellingen uit een opdrachtbestand (.bin-bestand) toepassen en sjablonen (.blf-bestand) aan uw
printer toevoegen zonder hulpprogramma’s te gebruiken. Beide soorten bestanden kunnen alleen door
een beheerder worden gedistribueerd.
Opdrachten uitvoeren zonder het printerstuurprogramma te installeren.
Een apparaat gebruiken met een besturingssysteem (ook andere systemen dan Windows) dat een
USB-hostfunctie heeft voor het afdrukken en overdragen van gegevens.
Overige functies
87
6
De modus voor massaopslag gebruiken 6
a Controleer of de printer is uitgeschakeld.
b Houd de knop [OK] en de Aan-/uitknop ( ) beide gedurende enkele seconden ingedrukt.
De printer wordt opgestart in de massaopslagmodus. Het statuslampje brandt groen en
[Massaopslagmodus] wordt weergegeven in het LCD-scherm.
c Verbind de computer of het apparaat via USB met de printer.
Het gedeelte massaopslag op de printer verschijnt als een map op het scherm van de computer of het
apparaat.
Opmerking
Als het gedeelte massaopslag niet automatisch wordt weergegeven, raadpleegt u de instructies voor het
besturingssysteem op de computer of het apparaat voor informatie over het weergeven van het gedeelte
massaopslag.
d Sleep het bestand dat u wilt kopiëren naar het gedeelte massaopslag.
e Druk op de knop [OK].
De opdrachten in het opdrachtbestand worden uitgevoerd en het statuslampje knippert één keer in het
oranje.
Na afloop brandt het statuslampje in het groen.
f Om de massaopslagmodus uit te schakelen, zet u de printer uit.
Belangrijk
Wanneer de printer wordt uitgezet, wordt de massaopslagmodus gedeactiveerd en worden alle bestanden
uit het gedeelte massaopslag verwijderd.
De functie ondersteunt .bin- en .blf-bestanden. Andere bestandsindelingen worden niet ondersteund.
Maak geen mappen in het gedeelte massaopslag. Als u een map maakt in het gedeelte massaopslag, zijn
bestanden in die map niet toegankelijk.
Het gedeelte massaopslag heeft een capaciteit van 2,5 MB. Het kan gebeuren dat bestanden van meer
dan 2 MB niet naar behoren werken.
Indien u meerdere bestanden kopieert, is niet gegarandeerd in welke volgorde de opdrachten worden
uitgevoerd.
Bedraad LAN, Bluetooth (alleen QL-820NWB) en Wi-Fi zijn niet beschikbaar wanneer de printer in de
massaopslagmodus is.
Open geen andere bestanden in het gedeelte massaopslag wanneer een gekopieerd bestand wordt
uitgevoerd.
Opmerking
Kijk voor meer informatie in Overdrachtsbestanden en overdrachtspakketbestanden maken
op pagina 133 over hoe u een .blf-bestand maakt.
Overige functies
88
6
JPEG-afbeeldingen afdrukken 6
U kunt afbeeldingsgegevens (JPEG) afdrukken zonder gebruik te maken van het printerstuurprogramma.
Opmerking
U kunt JPEG-afbeeldingen afdrukken met de functie voor massaopslag.
De Object Push Profile (OPP) wordt gebruikt voor het afdrukken via een Bluetooth-verbinding.
De printer converteert een gekleurde JPEG-afbeelding naar zwart/wit door middel van een
dithering-proces.
Als u een zwart/wit-afbeelding naar de printer stuurt, kan het dithering-proces de afgedrukte afbeelding
mogelijk wazig maken.
U kunt proberen de afdrukkwaliteit te verhogen door alle voorbewerkingen van de JPEG-afbeelding uit te
schakelen.
U kunt alleen JPEG-afbeeldingen afdrukken. (Beperkt tot bestanden met de extensie .jpg.)
De maximale bestandsgrootte is 5 MB.
(2 MB als u gebruik maakt van de functie voor massaopslag.)
De maximale resolutie is als volgt:
Hoogte × breedte = 8 000 × 720 punten
Bij overschrijding van deze grenzen worden de gegevens die de printer ontvangt, genegeerd en niet
afgedrukt.
Er wordt afgedrukt bij 1 pixel = 1 punt.
De printer voert binaire verwerking uit (eenvoudig binair) om de afbeelding af te drukken.
De afbeelding wordt afgedrukt met de hoogte-breedteverhouding van de ontvangen gegevens.
Overige functies
89
6
Sjablonen afdrukken met het LCD-menu van de labelprinter
(alleen QL-820NWB) 6
Overgedragen of vooraf ingestelde sjablonen kunnen vanaf de printer met het LCD-menu worden afgedrukt,
zonder dat er een computer of een mobiel apparaat is aangesloten.
Wanneer u een sjabloon afdrukt die niet aan een database is gekoppeld
a Zorg dat het LCD-scherm in de sjabloonmodus is, zoals hieronder is aangegeven.
Als dit niet het geval is, activeert u de sjabloonmodus:
1 Druk op de knop Menu en de knop [] om het menu [Sjablooninstellingen] te selecteren en
druk vervolgens op de knop [OK].
2Stel [Sjabloonmodus] in op [Aan].
b Druk op [] of [] om een sjabloon te selecteren en druk op de knop [OK].
Indien [Uit] is geselecteerd bij [Afdr. bevest.] in het menu [Sjablooninstellingen]
Er wordt een vooraf ingesteld aantal labels afgedrukt met de geselecteerde sjabloon.
Indien [Aan] is geselecteerd bij [Afdr. bevest.] in het menu [Sjablooninstellingen]
1 Het instelscherm voor het aantal afdrukken wordt weergegeven. Druk op [] of [] om het
gewenste aantal af te drukken labels in te stellen.
2 Druk op de knop [OK]. Het ingestelde aantal labels wordt afgedrukt met de geselecteerde sjabloon.
Overige functies
90
6
Wanneer u een sjabloon afdrukt die aan een database is gekoppeld
a Zorg dat het LCD-scherm in de sjabloonmodus is, zoals hieronder is aangegeven.
Als dit niet het geval is, activeert u de sjabloonmodus:
1 Druk op de knop Menu en de knop [] om het menu [Sjablooninstellingen] te selecteren en
druk vervolgens op de knop [OK].
2Stel [Sjabloonmodus] in op [Aan].
b Druk op [] of [] om een sjabloon te selecteren en druk op de knop [OK].
c Het scherm voor het selecteren van een database wordt weergegeven. Druk op [] of [] om de
database te selecteren en druk op de knop [OK].
d Het LCD-scherm keert terug naar de sjabloonmodus.
Indien [Uit] is geselecteerd bij [Afdr. bevest.] in het menu [Sjablooninstellingen]
Er wordt een vooraf ingesteld aantal labels afgedrukt met de geselecteerde sjabloon.
Indien [Aan] is geselecteerd bij [Afdr. bevest.] in het menu [Sjablooninstellingen]
1 Het instelscherm voor het aantal afdrukken wordt weergegeven. Druk op [] of [] om het
gewenste aantal af te drukken labels in te stellen.
2 Druk op de knop [OK]. Het ingestelde aantal labels wordt afgedrukt met de geselecteerde sjabloon.
Overige functies
91
6
Opmerking
Wanneer u in het instelscherm voor het aantal afdrukken één keer op de knop Menu en vervolgens op de
knop [OK] drukt, kunt u het object in de sjabloon bekijken. Druk op de annuleerknop of op de knop [OK]
om terug te keren naar het instelscherm voor het aantal afdrukken.
Wanneer u in het instelscherm voor het aantal afdrukken twee keer op de knop Menu drukt en vervolgens
op de knop [OK] drukt, wordt een afdrukvoorbeeld weergegeven. U kunt door het scherm bladeren met
knop [] of []. Druk op de annuleerknop of op de knop [OK] om terug te keren naar het instelscherm
voor het aantal afdrukken.
Overige functies
92
6
Update op afstand 6
Update op afstand is een functie van de printer waarmee u een halfautomatische update van de
printerinstellingen kunt uitvoeren door een eenvoudige verbinding te maken met een netwerkmap waarin de
updatebestanden aanwezig zijn. Zie Update op afstand op pagina 20 voor meer informatie over Update op
afstand.
Gedistribueerd afdrukken (alleen Windows) 6
Als u een groot aantal labels wilt afdrukken, kunt u het werk over meerdere printers verdelen.
De labels worden dan gelijktijdig afgedrukt, zodat de totale afdruktijd kan worden beperkt.
Opmerking
De afdrukken kunnen worden gedistribueerd naar printers die zijn aangesloten via een USB- of
netwerkverbinding.
Het aantal pagina’s wordt automatisch verdeeld over de geselecteerde printers. Als de pagina’s niet
gelijkelijk over de printers verdeeld kunnen worden, worden de pagina’s verdeeld in de volgorde waarin
de printers voorkomen in het dialoogvenster waarin de printerinstellingen zijn gemaakt in stap d.
a Klik in het menu [Bestand] van P-touch Editor op [Afdrukken].
b Klik op [Eigenschappen...].
67 67
66
200
Overige functies
93
6
c Klik op het tabblad [Geavanceerd], schakel het selectievakje [Gedistribueerd afdrukken] in en klik op
de knop [Instellingen].
Overige functies
94
6
d Selecteer in het dialoogvenster Instellingen gedistribueerd afdrukken de printers die u voor het
gedistribueerd afdrukken wilt gebruiken.
1 Klik op [Huidige papiergegevens detecteren…].
2 De informatie over de gedetecteerde printers wordt weergegeven onder de kopjes [Huidig papier]
en [Papiersoort].
3 Selecteer het selectievakje naast de [Printernaam] die u wilt gebruiken.
Opmerking
Als de geselecteerde labelbreedte anders is dan de waarde in de kolom [Huidig papier], wordt het
pictogram weergegeven. Laad de printer met de labelbreedte die is gespecificeerd bij [Breedte
instellen].
Als er meerdere printers zijn aangesloten, kunt u de gewenste printer vinden aan de hand van de naam
van de poort. Het gedeelte xxxxxxxxxxxx in BRNxxxxxxxxxxxx in de poortnaam is het MAC-
adres/Ethernetadres van de printer. U kunt het MAC-adres/Ethernetadres opvragen door de instellingen
van de printer af te drukken. Kijk voor meer informatie in De instellingen van de labelprinter controleren
op pagina 84.
3 2
1
Overige functies
95
6
e Specificeer de labelgrootte.
A. Als er maar één printer is geselecteerd.
Selecteer in het dialoogvenster Instellingen gedistribueerd afdrukken uit stap d de printer waarvoor
u de instelling wilt specificeren. Dubbelklik vervolgens op deze printer, of klik er met de rechtermuisknop
op en kies [Instellingen]. Selecteer de labelgrootte in de vervolgkeuzelijst [Breedte instellen].
Opmerking
De informatie uit het dialoogvenster Instellingen gedistribueerd afdrukken uit stap d kan worden
ingevoerd in het tekstvak [Opmerkingen].
B. Indien er meerdere printers zijn geselecteerd.
Selecteer in het dialoogvenster Instellingen gedistribueerd afdrukken uit stap d de printers waarvoor
u de instelling wilt specificeren. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op deze printers en kies
[Instellingen]. Selecteer de labelgrootte in de vervolgkeuzelijst [Breedte instellen]. Dezelfde
labelgrootte wordt gebruikt voor alle geselecteerde printers.
Opmerking
De instellingen onder [Printerinstellingen] en [Opmerkingen] zijn niet beschikbaar.
f Klik op [OK] om het dialoogvenster voor het instellen van het labelformaat te sluiten.
g Klik op [OK] om het venster Instellingen gedistribueerd afdrukken te sluiten.
De instellingen zijn voltooid.
h Klik op [OK] om het gedistribueerd afdrukken te starten.
Opmerking
Mogelijk kan er geen informatie worden gedetecteerd van een printer die via een USB-hub of een
afdrukserver is aangesloten. Voer de instellingen handmatig in voordat u gaat afdrukken, en controleer of
de printer gebruikt kan worden voor het afdrukken.
Afhankelijk van de vraag of er een router wordt gebruikt en welke beveiligingsfuncties (zoals een firewall)
er actief zijn, is deze functie mogelijk niet beschikbaar.
Wij raden aan een verbindingstest uit te voeren voor uw specifieke bedrijfsomgeving. Neem voor hulp
contact op met uw IT-manager of beheerder.
Sectie II
App II
P-touch Editor gebruiken 97
P-touch Editor Lite gebruiken (alleen Windows) 114
P-touch Transfer Manager en P-touch
Library gebruiken (alleen Windows)
123
Sjablonen overdragen met P-touch Transfer
Express (alleen Windows)
140
P-touch Software bijwerken 148
97
7
7
Installeer P-touch Editor en het printerstuurprogramma zodat u de printer kunt gebruiken met uw computer.
Ga voor het downloaden van het nieuwste printerstuurprogramma en de nieuwste software naar de Brother
support website op support.brother.com
[Selecteer uw regio/land.] - [Downloads] - [Kies uw product]
Voor Windows 7
P-touch Editor starten 7
a Start P-touch Editor.
Voor Windows Vista / Windows 7 / Windows Server 2008 / Windows Server 2008 R2:
Klik op de knop Start, selecteer vervolgens [Alle Programma’s] en klik op [Brother P-touch] -
[P-touch Editor 5.x], of dubbelklik op het bureaublad op het snelkoppelingspictogram
[P-touch Editor 5.x].
Voor Windows 8 / Windows 8.1 / Windows Server 2012 / Windows Server 2012 R2:
Klik op [P-touch Editor 5.x] op het scherm [Apps] of dubbelklik op het bureaublad op
[P-touch Editor 5.x].
Windows 10:
Klik op de knop Start en vervolgens op [P-touch Editor 5.x] onder [Brother P-touch] of dubbelklik
op het bureaublad op [P-touch Editor 5.x].
b Wanneer P-touch Editor wordt gestart, kiest u of u een nieuwe lay-out wilt maken of een bestaande
lay-out wilt openen.
Opmerking
U kunt de werking van P-touch Editor aanpassen door na het starten te klikken op [Extra]- [Opties] in de
menubalk van P-touch Editor. Daarop wordt het dialoogvenster Opties geopend. Selecteer aan de
linkerkant de kop [Algemeen] en vervolgens de gewenste instelling in de vervolgkeuzelijst [Bewerkingen]
bij [Opstartopties]. De fabrieksinstelling is [Nieuwe weergave weergeven].
P-touch Editor gebruiken 7
P-touch Editor gebruiken
98
7
c Selecteer een van de volgende weergegeven opties:
1 Dubbelklik op [Nieuwe lay-out], of klik op [Nieuwe lay-out] en klik vervolgens op [] om een nieuwe
lay-out te maken.
2 Als u een nieuwe lay-out wilt maken op basis van een vooraf gedefinieerde lay-out, dubbelklikt u op
de knop van een categorie, of selecteert u een categorieknop en klik [].
3 Als u een vooraf gedefinieerde lay-out wilt koppelen aan een database, schakelt u het selectievakje
naast [Verbinden met database] in.
4 Als u een bestaande lay-out wilt openen, klikt u op [Openen].
2
1
3
4
P-touch Editor gebruiken
99
7
Afdrukken met P-touch Editor 7
Modus Express
In deze modus kunt u snel lay-outs met tekst en afbeeldingen maken.
Selecteer [Bestand] en vervolgens [Afdrukken] op de menubalk of klik op het pictogram [Afdrukken] om
af te drukken. Configureer de afdrukinstellingen op het scherm Afdrukken voordat u afdrukt.
Modus Professional
In deze modus kunt u lay-outs maken met behulp van uiteenlopende geavanceerde functies en opties.
Klik op [Bestand] - [Afdrukken] op de menubalk of klik op het pictogram (A) [Afdrukken] om af te drukken.
Configureer de afdrukinstellingen op het scherm Afdrukken voordat u afdrukt.
U kunt ook op het pictogram (B) [Afdrukken] klikken om af te drukken zonder eerst afdrukinstellingen te
selecteren.
B
A
P-touch Editor gebruiken
100
7
Modus Snap
In deze modus kunt u een schermopname maken van het volledige computerscherm of van een deel
hiervan. Vervolgens kunt u de schermopname als afbeelding afdrukken en opslaan voor later gebruik.
a Klik op de modusselectieknop [Snap].
Het dialoogvenster Omschrijving van Snap-modus wordt geopend.
b Klik op [OK].
Het palet van de Snap-modus wordt weergegeven.
Gegevens overdragen naar de labelprinter 7
Als u gegevens wilt overdragen naar de printer, moet u P-touch Transfer Manager gebruiken. Kijk voor meer
informatie in P-touch Transfer Manager op pagina 123.
P-touch Editor gebruiken
101
7
Afdrukken met een zwart/rode DK-rol (62 mm) 7
Gebruik de volgende instellingen als u de rol gebruikt die met de printer is meegeleverd (62 mm) of een
afzonderlijk verkrijgbare doorlopende tape DK-22251 (zwart/rood).
Configuratie van P-touch Editor
Modus Express 7
a Selecteer [Papier] en
vervolgens wordt de Twee-
kleurenmodus weergegeven.
b Selecteer [zwart/Rood] bij
[2-kleurmodus:].
c Selecteer [Tekst] om de kleur van
de tekst te bewerken.
d Selecteer [Kader] om de kleur van
het kader te bewerken.
P-touch Editor gebruiken
102
7
Modus Professional 7
Selecteer [Tekstkleur van
geselecteerde tekst instelle] om
de kleur van de tekst te bewerken.
Selecteer [Opvulkleur
wijzigen] om de kleur te bewerken
van een ruimte rondom te vullen.
Selecteer [Kleur van de lijn
wijzigen] om de kleur van de lijn te
bewerken.
Selecteer [Achtergrondkleur
van het object wijzigen] om de
achtergrondkleur van het object te
bewerken.
a Klik op de afbeelding ,
en vervolgens worden details van
het item weergegeven.
b Selecteer [zwart/Rood] op het
tabblad [Papier].
P-touch Editor gebruiken
103
7
Opmerking
U kunt de zwart/rode afdrukdichtheid instellen in de Printer Instelling Tool.
U kunt Hoge resolutie modus niet selecteren wanneer 2-kleuren afdrukken wordt gebruikt.
c Klik op [Beeld], en selecteer
vervolgens [Werkbalk
Eigenschappen], en klik op
[Kleur]. Het bewerkingspalet van
Kleur wordt weergegeven.
Selecteer [Tekstkleur van
geselecteerde tekst instelle] om
de kleur van de tekst te bewerken.
Selecteer [Opvulkleur
wijzigen] om de kleur te bewerken
waarmee een omsloten gebied
wordt gevuld.
Selecteer [Kleur van de lijn
wijzigen] om de kleur van de lijn te
bewerken.
Selecteer [Achtergrondkleur
van het object wijzigen] om de
achtergrondkleur van het object te
bewerken.
P-touch Editor gebruiken
104
7
Het rode bereik, de helderheid en het contrast aanpassen 7
a Open het dialoogvenster
[Afdrukken] van P-touch Editor.
b Klik op [Eigenschappen].
c Selecteer het tabblad [Basis].
d Stel [Papiertype] in op
[zwart/Rood].
P-touch Editor gebruiken
105
7
e Selecteer het tabblad
[Geavanceerd].
f Stel de [Helderheid] en het
[Contrast] in.
(Tussen -20 en +20.)
g Stel het [Aandeel rood] in.
(Mogelijk bereik: -20 tot +20.)
P-touch Editor gebruiken
106
7
Mac 7
P-touch Editor starten 7
Dubbelklik op [Macintosh HD] - [Programma’s] en vervolgens op het pictogram van de toepassing
[P-touch Editor].
Opmerking
Met een Mac-computer kunt u geen labelgegevens naar de printer overdragen die gemaakt zijn met
P-touch Editor.
P-touch Editor gebruiken
107
7
Gebruiksmodi 7
Modus Standard
In deze modus kunt u labels met tekst en afbeeldingen maken.
Het lay-outvenster bestaat uit de volgende onderdelen:
1 Opdrachtbalk
2 Label-inspector
3 Object-inspector
4 Lay-outvenster
Gegevens overdragen naar de labelprinter 7
Als u gegevens wilt overdragen naar de printer, moet u een Windows-computer gebruiken. Kijk voor meer
informatie in P-touch Transfer Manager op pagina 123.
1
2
3
4
P-touch Editor gebruiken
108
7
2-kleuren afdrukconfiguratie 7
De printer kan 2-kleuren afdrukken.
Configuratie van P-touch Editor
Modus Standard 7
Opmerking
U kunt de zwart/rode afdrukdichtheid instellen in de Printer Setting Tool (Printer Instelling Tool).
a Selecteer [62mm Black/Red] (62 mm zwart/rood).
b Selecteer de kleur voor de tekst en de objecten.
P-touch Editor gebruiken
109
7
Het aandeel rood aanpassen 7
a Open het dialoogvenster [Print]
(Afdrukken) van P-touch Editor.
b Klik op de knop [Detailed
Settings] (Gedetailleerde
instellingen).
c Stel het [Red Level] (Aandeel
rood) in. (Tussen -20 en +20.)
P-touch Editor gebruiken
110
7
Werken met P-touch Address Book (alleen Windows) 7
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u op efficiënte wijze labels maakt voor contactpersonen in P-touch
Address Book. De schermen kunnen afwijken naar gelang uw besturingssysteem.
(In sommige talen wordt P-touch Address Book niet ondersteund.)
P-touch Address Book starten 7
a Klik op [Start]- [Alle Programma’s]- [Brother P-touch]- [P-touch Address Book 1.2].
Opmerking
U kunt P-touch Address Book ook op de volgende manieren starten (alleen als u tijdens de installatie een
snelkoppeling hebt aangemaakt):
Dubbelklik op het snelkoppelingspictogram op het bureaublad.
Klik op het snelkoppelingspictogram op de werkbalk Snel starten.
Als u P-touch Address Book start, wordt het dialoogvenster Opstarten geopend. Hier kunt u instellingen
opgeven voor het aanmaken van nieuwe contactpersonen, het importeren van gegevens in
CSV-indeling of het importeren van Outlook-contactpersonen.
b Geef in het dialoogvenster Opstarten de gewenste instellingen voor P-touch Address Book op en klik
op de knop [OK].
Als u [Nieuw contact maken] hebt geselecteerd, wordt het lay-outvenster geopend.
Als u [Contacten uit een CSV-bestand importeren] of [Contacten uit Outlook importeren] hebt
geselecteerd, kunt u contactgegevens met een andere bestandsindeling importeren.
Klik op de knop [Help openen…] om de bestanden van P-touch Address Book Help te openen.
In P-touch Address Book Help vindt u uitgebreide informatie over de verschillende functies en wordt
uitgelegd hoe u P-touch Address Book gebruikt.
P-touch Editor gebruiken
111
7
Lay-outvenster 7
Het lay-outvenster bestaat uit de volgende acht onderdelen:
1 Menubalk
De opdrachten zijn gegroepeerd in menu’s (Bestand, Bewerken, Weergeven, Lay-out, Extra).
2 Standaardwerkbalk
Deze balk bevat een aantal veelgebruikte opdrachten (zoals Nieuw contact, Contact bewerken, Zoeken
en Afdrukken).
3 Werkbalk Tekst
Functies voor de opmaak van tekst, bijvoorbeeld tekengrootte en uitlijning.
4 Paneel Lay-outstijlen
Lay-outstijlen gegroepeerd in mappen.
5 Werkgebied Lay-out
In dit gebied wordt de lay-out weergegeven met de lay-outstijl die is geselecteerd in het paneel
Lay-outstijlen.
6 Keuzelijst contactpersonen
Selectie van het type contactpersonen dat eronder wordt weergegeven in de lijst. U kunt kiezen uit
[Privé], [Zakelijk], [Overige1], [Overige2] en [Overige3].
7 Tabblad Index
In recordweergave kunt u een zoekbewerking in het veld uitvoeren. Klik op [Extra]- [Sorteren] om het
dialoogvenster Sorteren te openen en geef bij [Sleutel1] het veld op waarin u wilt zoeken.
8 Recordweergave
In ieder veld worden contactgegevens weergegeven. De gegevens kunnen ook worden bewerkt
(toevoegen, wissen of wijzigen).
1
2
3
4
6
8
5
7
P-touch Editor gebruiken
112
7
Nieuwe contactpersoon invoeren 7
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een nieuwe contactpersoon invoert.
a Klik op [Bestand]- [Nieuw contact] of klik op de knop Nieuw contact .
Het dialoogvenster Nieuw contact wordt geopend.
b Voer de nieuwe contactgegevens in.
1 Werkbalk van het formulier Nieuw contact
Het menu bevat de volgende opdrachten:
Pictogram Knop Functie
Vorige Weergave van de vorige contactpersoon.
Volgende Weergave van de volgende contactpersoon.
Nieuw contact Het formuliervenster voor een nieuw contact wordt
weergegeven.
Contact verwijderen De gegevens van de geselecteerde contactpersoon
verwijderen.
1
2
P-touch Editor gebruiken
113
7
2 Contactformulier
Het contactformulier wordt gebruikt om de gegevens van de nieuwe contactpersoon, zoals naam,
adres, telefoonnummer, bedrijfsgegevens en e-mailadres, in te voeren.
c Nadat u de gewenste gegevens hebt ingevoerd, klikt u op de knop Opslaan en Sluiten om de
gegevens op te slaan.
Afbeelding Functionaliteit voor het invoegen van een foto van een
contactpersoon uit een bestand of met behulp van een op de
computer aangesloten camera.
De volgende bestandstypen worden ondersteund:
Bitmap (*.bmp, *.dib)
JPEG (*.jpg, *.jpeg)
TIFF (niet gecomprimeerd) (*.tif)
GIF (*.gif)
Pictogram (*.ico)
Windows-metabestand (*.wmf, *.emf) (* afbeeldingen
kunnen niet worden bewerkt.)
PNG (*.png)
Opslaan en Sluiten De gegevens van de contactpersoon opslaan en het
dialoogvenster Nieuw contact sluiten.
Pictogram Knop Functie
114
8
8
P-touch Editor Lite gebruiken (alleen de QL-810W) (Windows)8
Met P-touch Editor Lite kunt u snel en gemakkelijk eenvoudige lay-outs voor labels maken. U hoeft daarvoor
geen stuurprogramma’s of software te installeren.
P-touch Editor Lite wordt alleen ondersteund als de printer is aangesloten met een USB-kabel.
Nadat de USB-kabel is aangesloten, wordt er een dialoogvenster op het scherm van de computer
weergegeven.
Voor Windows Vista klikt u op (P-touch Editor Lite).
Voor Windows 7 / Windows 8 / Windows 8.1 / Windows 10 klikt u op "Map en bestanden weergeven" en
vervolgens op (PTLITE10).
P-touch Editor Lite wordt gestart.
* De printer moet worden ingesteld op de modus P-touch Editor Lite. Houd de knop Editor Lite ingedrukt
tot het Editor Lite-lampje gaat branden.
Lay-outvenster
1 Opdrachtbalk
P-touch Editor Lite gebruiken (alleen
Windows)
8
Pictogram Functie
Het scherm Label maken weergeven.
Een opgeslagen bestand in P-touch Editor Lite openen.
De gegevens worden op de computer opgeslagen, maar niet op de printer.
Een nieuw tekstvak invoegen (handig wanneer u labels maakt met één of meerdere regels tekst).
Een afbeelding invoegen in het label.
Uit bestand: Een op de computer opgeslagen afbeelding invoegen.
Schermopname: Het geselecteerde deel van het computerscherm als afbeelding invoegen.
Symbool: Een van de standaardsymbolen van de computer invoegen.
Een kader invoegen.
P-touch Editor Lite sluiten en P-touch Editor starten.
2
1
P-touch Editor Lite gebruiken (alleen Windows)
115
8
2 Werkbalk Eigenschappen
Het menu weergeven.
Het menu bevat alle functies van P-touch Editor Lite.
P-touch Editor Lite minimaliseren.
P-touch Editor Lite afsluiten.
Pictogram Functie
Klik op om een ander lettertype te kiezen.
Klik op om de tekengrootte op te geven.
U kunt de tekens één niveau groter of kleiner maken door op de knoppen en te klikken.
/
De tekenstijl instellen:
/ Vet / Cursief
/ Onderstrepen
De uitlijning van de tekst in een tekstvak instellen.
De breedte van het label instellen. Klik op om de breedte van het geplaatste label
automatisch te detecteren.
De lengte van het label instellen. Klik op om de lengte van het label automatisch aan te
passen aan de ingevoerde tekst.
De labelrichting instellen op verticaal, of die instelling annuleren.
Klik op om de zoomfactor voor de labelweergave in te stellen.
U kunt ook de zoomfactor wijzigen met de knoppen en .
Klik op om normaal af te drukken of op om met opties af te drukken.
Auto-afsnijden: Elk label wordt na het afdrukken automatisch afgesneden.
Knip aan einde: De labels worden afgesneden nadat het laatste label is afgedrukt.
Aantal: Meerdere exemplaren van een label afdrukken.
Pictogram Functie
P-touch Editor Lite gebruiken (alleen Windows)
116
8
3 Labelweergave
Weergave Functie
Deze labelweergave verschijnt wanneer de software wordt gestart. De ingestelde
breedte van het label wordt links van het label weergegeven. Als rechts "Automatisch"
staat, wordt de lengte van het label automatisch aangepast aan de lengte van de tekst.
Als u de lengte en de breedte van het label handmatig wilt aanpassen, plaatst u de
muisaanwijzer op de rand van het labelgebied en begint u te slepen als de blauwe lijn
verschijnt.
Als u de grootte van het venster van P-touch Editor Lite wilt aanpassen, plaatst u de
muisaanwijzer op de rand van het venster en versleept u de rand als de aanwijzer in een
pijl verandert.
Soms worden hulplijnen weergegeven tijdens het verplaatsen van objecten. Deze lijnen
verschijnen wanneer het object wordt gecentreerd of langs de linker-, rechter-, boven- of
onderrand van het afdrukbare gebied wordt uitgelijnd. In de afbeelding hiernaast geven
de hulplijnen aan dat het object wordt gecentreerd langs de bovenrand van het label.
Ingevoegde tekstvakken, afbeeldingen en kaders worden beschouwd als objecten.
Rondom objecten worden handgrepen weergegeven (acht blauwe blokjes).
Dit geeft aan dat een object is geselecteerd.
De muisaanwijzer verandert in een pijl wanneer u deze op een handgreep plaatst.
Versleep de handgrepen om de grootte van het object te wijzigen.
Als u een object wilt verplaatsen, begint u te slepen als de aanwijzer in een dradenkruis
verandert. Bij tekstobjecten verandert de muisaanwijzer alleen in een dradenkruis
wanneer deze op de rand van het object staat.
3
P-touch Editor Lite gebruiken (alleen Windows)
117
8
Klik met de rechtermuisknop in het lay-outgebied en kies een van de volgende menuopties.
Overige functies (klik met de rechtermuisknop om deze weer te geven)
Menu Doe het volgende
Ongedaan maken
Herhalen
Klik op Ongedaan maken om de laatst uitgevoerde opdracht terug te draaien.
Klik op Herhalen om de ongedaan gemaakte opdracht opnieuw uit te voeren.
Knippen
Kopiëren
Plakken
Selecteer het tekstvak (of het object) dat u wilt knippen of kopiëren en selecteer Knippen
of Kopiëren. Klik in het doelgebied en selecteer Plakken.
Marges Deze functie is niet beschikbaar voor de printer.
Invoegen Klik op Invoegen.
Selecteer Tekstvak om een tekstvak in het label in te voegen.
Selecteer Uit bestand om een op de computer opgeslagen afbeelding in te voegen.
Selecteer Schermopname om het geselecteerde deel van het computerscherm in te
voegen.
Selecteer Symbool om een van de standaardsymbolen van de computer in te voegen.
Selecteer Kader om een van de kaders van P-touch Editor Lite in te voegen.
Richting Selecteer de tekst van het object en klik op Horizontale tekst of Verticale Tekst om de
richting van de tekst te wijzigen.
Nummering Selecteer een nummer of letter in de tekst en klik op Nummering om op elk volgend label
het volgende nummer of de volgende letter te plaatsen. Klik op rechts van de knop
Afdrukken en klik op Afdrukopties. Schakel het selectievakje Nummering in en geef
bij het veld Aantal het aantal af te drukken labels op. Klik op de knop Afdrukken.
Afbeelding wijzigen Selecteer de afbeelding en klik op Afbeelding wijzigen om de huidige afbeelding te
vervangen door een andere afbeelding.
Roteren Objecten roteren onder een hoek van , 90°, 180° of 270°.
Volgorde Selecteer één van de objecten en klik op Volgorde, selecteer daarna Naar voorgrond,
Naar achtergrond, Naar voren of Naar achteren om de volgorde van de objecten op
de laag in te stellen.
P-touch Editor... Klik op P-touch Editor om tijdelijk over te schakelen naar P-touch Editor. Als u P-touch
Editor wilt blijven gebruiken, houdt u de knop Editor Lite ingedrukt tot het Editor Lite-
lampje dooft.
Opties Klik op Opties.
Selecteer mm of inches om de maateenheid in te stellen.
Selecteer de taal voor P-touch Editor Lite. Start de toepassing opnieuw op om de nieuw
geselecteerde "Taal" toe te passen.
Selecteer Nieuwe waarde weergeven na afdrukken of Oorspronkelijke waarde
herstellen na afdrukken om aan te geven hoe er moet worden genummerd.
Brother Solutions Center Klik op Brother Solutions Center om naar de website te gaan voor meer informatie en
ondersteuning.
Info... Klik op Info om te zien welke versie van P-touch Editor Lite u gebruikt.
Afsluiten Klik op Afsluiten om P-touch Editor Lite af te sluiten.
P-touch Editor Lite gebruiken (alleen Windows)
118
8
P-touch Editor Lite LAN gebruiken (alleen Windows) 8
Met P-touch Editor Lite LAN kunt u snel en eenvoudig diverse eenvoudige labellay-outs maken.
P-touch Editor Lite LAN wordt alleen ondersteund als de machine op een netwerk is aangesloten.
Als u het installatieprogramma downloadt van install.brother
en het programma vervolgens installeert, wordt
het P-touch Editor Lite LAN-programmapakket op het bureaublad geplaatst. Open het programmapakket en
kopieer het naar de gedeelde map op de server. Als P-touch Editor Lite LAN op de server staat, is het
programma toegankelijk voor andere gebruikers op het netwerk. Zij kunnen nu ook labels maken en
afdrukken met een QL-810W/820NWB die op het netwerk is aangesloten.
P-touch Editor Lite LAN delen
Kopieer de map met P-touch Editor Lite LAN van de gedeelde map op het netwerk naar uw computer.
Start P-touch Editor Lite LAN vanuit de gedeelde map op het netwerk.
Dubbelklik op in de map PteLiteLAN.
P-touch Editor Lite LAN wordt gestart.
P-touch Editor Lite gebruiken (alleen Windows)
119
8
Lay-outvenster
1 Opdrachtbalk
2 Werkbalk Eigenschappen
Pictogram Functie
Het scherm Label maken weergeven.
Een opgeslagen bestand openen met P-touch Editor Lite LAN.
De gegevens worden op de computer opgeslagen, maar niet op de printer.
Een nieuw tekstvak invoegen (handig wanneer u labels maakt die zowel eenregelige als meerregelige
teksten bevatten).
Een afbeelding invoegen in het label.
Uit bestand: Een op de computer opgeslagen afbeelding invoegen.
Schermopname: Het geselecteerde deel van het computerscherm als afbeelding invoegen.
Symbool: Een van de standaardsymbolen van de computer invoegen.
Een kader invoegen.
Het menu weergeven.
Het menu bevat alle functies van P-touch Editor Lite LAN.
P-touch Editor Lite LAN minimaliseren.
P-touch Editor Lite LAN sluiten.
Pictogram Functie
Klik op om een ander lettertype te kiezen.
Klik op om de tekengrootte op te geven.
U kunt de tekens één niveau groter of kleiner maken door op de knoppen en te klikken.
/
De tekenstijl instellen:
/ Vet / Cursief
/ Onderstrepen
De uitlijning van de tekst in een tekstvak instellen.
De breedte van het label instellen. Klik op om de breedte van het geplaatste label
automatisch te detecteren.
1
2
P-touch Editor Lite gebruiken (alleen Windows)
120
8
Opmerking
Als er meerdere printers op het netwerk zijn aangesloten, selecteert u de gewenste printer. U kunt de lijst
met printers die op het netwerk zijn aangesloten weergeven door te klikken op en vervolgens op
[Printerinstelling...]. U kunt de gewenste printer in de lijst herkennen aan het IP-adres.
U kunt het IP-adres van de printers controleren door de printerinstellingen af te drukken. Houd de Snijknop
( ) ingedrukt terwijl de printer is ingeschakeld om de printerinstellingen af te drukken.
We raden aan de locatie van de printer in te stellen met BRAdmin, omdat de printer dan in de lijst wordt
weergegeven.
De lengte van het label instellen. Klik op om de lengte van het label automatisch aan te
passen aan de ingevoerde tekst.
De labelrichting wijzigen in verticaal.
Klik op om de zoomfactor voor de labelweergave in te stellen.
U kunt ook de zoomfactor wijzigen met de knoppen en .
Klik op om normaal af te drukken of op om met opties af te drukken.
Afdrukopties...: Auto-afsnijden, Knip aan einde, Aantal
Auto-afsnijden: Elk label wordt na het afdrukken automatisch afgesneden.
Knip aan einde: De labels worden afgesneden nadat het laatste label is afgedrukt.
Aantal: Meerdere exemplaren van een label afdrukken.
Printerinstelling...: De lijst met aangesloten printers weergeven.
Pictogram Functie
P-touch Editor Lite gebruiken (alleen Windows)
121
8
3 Labelweergave
Weergave Functie
Deze labelweergave verschijnt wanneer de software wordt gestart. De ingestelde
breedte van het label wordt links van het label weergegeven. Als rechts "Automatisch"
staat, wordt de lengte van het label automatisch aangepast aan de lengte van de tekst.
Als u de lengte en de breedte van het label handmatig wilt aanpassen, plaatst u de
muisaanwijzer op de rand van het labelgebied en begint u te slepen als de blauwe lijn
verschijnt.
Als u de grootte van het venster van P-touch Editor Lite LAN wilt aanpassen, plaatst u de
muisaanwijzer op de rand van het venster en versleept u de rand als de aanwijzer in een
pijl verandert.
Soms worden hulplijnen weergegeven tijdens het verplaatsen van objecten. Dat gebeurt
als het object wordt uitgelijnd langs de linker, rechter, boven- of onderrand van het
afdrukbare gebied, of als het object wordt gecentreerd. In de afbeelding hiernaast geven
de hulplijnen aan dat het object wordt gecentreerd langs de bovenrand van het label.
Ingevoegde tekstvakken, afbeeldingen en kaders worden beschouwd als objecten.
Rondom objecten worden handgrepen weergegeven (acht blauwe blokjes).
Dit geeft aan dat een object is geselecteerd.
De muisaanwijzer verandert in een pijl wanneer u deze op een handgreep plaatst.
Versleep de handgrepen om de grootte van het object te wijzigen.
Als u een object wilt verplaatsen, begint u te slepen als de aanwijzer in een dradenkruis
verandert. Bij tekstobjecten verandert de muisaanwijzer alleen in een dradenkruis
wanneer deze op de rand van het object staat.
3
P-touch Editor Lite gebruiken (alleen Windows)
122
8
Klik met de rechtermuisknop in het lay-outgebied en kies een van de volgende menuopties.
Overige functies (klik met de rechtermuisknop om deze weer te geven)
Menu Doe het volgende
Ongedaan maken
Herhalen
Klik op Ongedaan maken om de laatst uitgevoerde opdracht terug te draaien.
Klik op Herhalen om de ongedaan gemaakte opdracht opnieuw uit te voeren.
Knippen
Kopiëren
Plakken
Selecteer het tekstvak (of het object) dat u wilt knippen of kopiëren en selecteer Knippen
of Kopiëren. Klik in het doelgebied en selecteer Plakken.
Marges Deze functie is niet beschikbaar voor de printer.
Invoegen Klik op Invoegen.
Selecteer Tekstvak om een tekstvak in het label in te voegen.
Selecteer Uit bestand om een op de computer opgeslagen afbeelding in te voegen.
Selecteer Schermopname om het geselecteerde deel van het computerscherm in te
voegen.
Selecteer Symbool om een van de standaardsymbolen van de computer in te voegen.
Selecteer Kader om een van de kaders van P-touch Editor Lite LAN in te voegen.
Richting Selecteer de tekst van het object en klik op Horizontale tekst of Verticale Tekst om de
richting van de tekst te wijzigen.
Nummering Selecteer een nummer of letter in de tekst en klik op Nummering om op elk volgend label
het volgende nummer of de volgende letter te plaatsen. Klik op rechts van de knop
Afdrukken en klik op Afdrukopties. Controleer het vak Nummering en voer het aantal
af te drukken labels in bij het veld Aantal. Klik op de knop Afdrukken.
Afbeelding wijzigen Selecteer de afbeelding en klik op Afbeelding wijzigen om de huidige afbeelding te
vervangen door een andere afbeelding.
Roteren Objecten roteren onder een hoek van , 90°, 180° of 270°.
Volgorde Selecteer één van de objecten en klik op Volgorde, selecteer daarna Naar voorgrond,
Naar achtergrond, Naar voren of Naar achteren om de volgorde van de objecten op
de laag in te stellen.
Opties Klik op Opties.
Selecteer mm of inches om de maateenheid in te stellen.
Selecteer de taal voor P-touch Editor Lite LAN. Start de toepassing opnieuw op om de
nieuw geselecteerde "Taal" toe te passen.
Selecteer Nieuwe waarde weergeven na afdrukken
of Oorspronkelijke waarde
herstellen na afdrukken om aan te geven hoe er moet worden genummerd.
Brother Solutions Center Klik op Brother Solutions Center om naar de website te gaan voor meer informatie en
ondersteuning.
Info Klik op Info om het versienummer van P-touch Editor Lite LAN weer te geven.
Afsluiten Klik op Afsluiten om P-touch Editor Lite LAN te sluiten.
123
9
9
P-touch Transfer Manager 9
Met dit programma kunt u sjablonen en andere gegevens naar de printer overdragen en back-ups van uw
gegevens opslaan op de computer.
Eerst draagt u met P-touch Transfer Manager gegevens over naar de printer en vervolgens verstuurt P-touch
Template tekstgegevens die in de sjabloon worden ingevoegd en daarna worden afgedrukt. Voor meer
informatie over P-touch Template kunt u de "P-touch Template Manual/Raster Command Reference"
(Handleiding P-touch Template/Rastercommandolijst) (alleen in het Engels) downloaden vanaf de Brother
support website. Ga naar support.brother.com
[Selecteer uw regio/land.] - [Handleidingen] - [Kies uw product]
De overdrachtsfunctie is nodig om P-touch Template te gebruiken.
De sjabloon kan tevens via het netwerk worden verzonden.
De sjabloon naar P-touch Transfer Manager overbrengen 9
Om P-touch Transfer Manager te kunnen gebruiken, moeten de sjablonen die gemaakt zijn met P-touch
Editor eerst naar P-touch Transfer Manager worden overgedragen.
a Open in P-touch Editor de sjabloon of de lay-out die u wilt bewerken.
b Klik op [Bestand] - [Sjabloon overbrengen] - [Overdragen].
Als P-touch Transfer Manager wordt gestart, wordt het hoofdvenster weergegeven.
Opmerking
De volgende methode kan ook worden gebruikt om P-touch Transfer Manager te starten.
Windows Vista / Windows 7 / Windows Server 2008 / Windows Server 2008 R2:
Klik op de knop Start en vervolgens op [Alle Programma’s]- [Brother P-touch]- [P-touch Tools]-
[P-touch Transfer Manager 2.2].
Windows 8 / Windows 8.1 / Windows Server 2012 / Windows Server 2012 R2:
Klik op [P-touch Transfer Manager 2.2] op het scherm [Apps].
Windows 10:
Klik op de knop Start en vervolgens op [P-touch Transfer Manager 2.2] bij [Brother P-touch].
P-touch Transfer Manager en P-touch
Library gebruiken (alleen Windows)
9
P-touch Transfer Manager en P-touch Library gebruiken (alleen Windows)
124
9
Hoofdvenster 9
1 Menubalk
De menubalk biedt toegang tot verschillende opdrachten, gegroepeerd per menutitel ([Bestand],
[Bewerken], [Beeld], [Extra] en [Help]) volgens de desbetreffende functies.
2 Werkbalk
De werkbalk biedt toegang tot opdrachten die u vaak nodig hebt.
3 Printer selecteren
Hier selecteert u de printer waarnaar u de gegevens wilt overdragen. Als u een printer selecteert, worden
in de lijstweergave alleen de gegevens weergegeven die naar de betreffende printer kunnen worden
gestuurd.
4 Mappenlijst
De lijst met mappen en printers wordt weergegeven. Wanneer u een map selecteert, worden de sjablonen
uit de geselecteerde map weergegeven in de lijst met sjablonen.
Als u een printer selecteert, worden de huidige sjablonen en andere gegevens weergegeven die in deze
printer zijn opgeslagen.
5 Sjablonenlijst
Hier worden de sjablonen uit de geselecteerde map weergegeven.
6 Voorbeeld
Hier wordt een voorbeeld van de sjablonen uit de lijst met sjablonen weergegeven.
2
4
1
3
5
6
P-touch Transfer Manager en P-touch Library gebruiken (alleen Windows)
125
9
Beschrijving van de pictogrammen op de werkbalk
Pictogram Knop Functie
Overdragen
Verstuurt sjablonen en andere gegevens van de computer naar de
printer.
Opslag verzendbestand
(Als er geen verbinding is met
een printer)
Wijzigt het bestandstype van de naar andere toepassingen over te
brengen gegevens.
Selecteer BLF als extensie voor de bestandsnaam als u het label
afdrukt met behulp van de modus voor massaopslag (USB) of als
u de gegevens overdraagt met BRAdmin Professional (LAN of
Wi-Fi) of Mobile Transfer Express (Wi-Fi). Selecteer PDZ bij
overdracht van gegevens met Transfer Express (USB).
De beschikbare interfaces verschillen, afhankelijk van uw model.
Back-up maken
Haalt sjablonen en andere gegevens op die in de printer zijn
opgeslagen en slaat deze op de computer op.
Openen De geselecteerde sjabloon openen.
Zoeken
Hiermee kunt u sjablonen en andere gegevens zoeken die zijn
opgeslagen in P-touch Library.
Weergave wijzigen Hiermee wijzigt u de stijl van de bestandsweergave.
P-touch Transfer Manager en P-touch Library gebruiken (alleen Windows)
126
9
Sjablonen en andere gegevens overdragen van de computer
naar de labelprinter 9
Gebruik de volgende procedure om sjablonen, databases en afbeeldingen van de computer over te dragen
naar de printer.
a Verbind de computer en de printer via USB met elkaar en zet de printer aan.
De modelnaam van de printer wordt naast het printerpictogram in de mapweergave weergegeven.
Als u de printer selecteert in de mapweergave, worden de huidige sjablonen en andere gegevens
weergegeven die in de printer zijn opgeslagen.
Opmerking
Een niet-verbonden (offline) printer wordt niet weergegeven in de mapweergave.
Controleer voordat u gegevens gaat overdragen of de computer en de printer goed via een USB-kabel of
een draadloze verbinding met elkaar zijn verbonden en of de printer aan staat.
b Selecteer de printer waarnaar u sjablonen en andere gegevens wilt overdragen.
Opmerking
Controleer voordat u gegevens gaat overdragen of de computer en de printer goed via een USB-kabel of
een draadloze verbinding met elkaar zijn verbonden en of de printer aan staat.
P-touch Transfer Manager en P-touch Library gebruiken (alleen Windows)
127
9
c Klik met de rechtermuisknop op de map [Configuraties] en selecteer [Nieuw] om een nieuwe map te
maken.
d Sleep de sjabloon of andere gegevens die u wilt overbrengen naar de nieuwe map.
Specificatie overdrachtsfunctie
Gegevenstype
Maximaal aantal
overdraagbare items
Details beperking
Sjabloon
QL-810W: 99
QL-820NWB: 255
Elke sjabloon kan maximaal 50 objecten bevatten.
Database
QL-810W: 99
QL-820NWB: 99
Alleen *.csv-bestanden kunnen worden overgebracht.
Een *.csv-bestand kan maximaal 65 000 records
bevatten.
Afbeelding
(overgedragen
symbolen)
QL-810W: 99
QL-820NWB: 255
Alleen *.bmp-bestanden kunnen worden overgebracht.
Monochrome *.bmp-bestanden worden aanbevolen.
De maximale grootte is 720 × 720 pixels.
Brede afbeeldingen kunnen worden bijgesneden.
P-touch Transfer Manager en P-touch Library gebruiken (alleen Windows)
128
9
Opmerking
U kunt de beschikbare ruimte in het geheugen van het overdrachtsbestand controleren door het rapport
Printerinstellingen af te drukken. Kijk voor meer informatie in De instellingen van de labelprinter
controleren op pagina 84.
Zie [ROM FREE] in het rapport voor de beschikbare ruimte
1
.
1
De beschikbare ruimte die wordt aangegeven bij "ROM FREE: ******* byte" kan afwijken van de werkelijk beschikbare ruimte.
U kunt de sjablonen en overige gegevens zichtbaar maken door het selecteren van:
De map in de map [Configuraties].
[Alle inhoud].
Eén van de categorieën onder [Filter], zoals bijvoorbeeld [Lay-out].
Wanneer u meerdere sjablonen of andere gegevens wilt overzetten, sleep die bestanden dan gewoon
naar de nieuwe map.
Aan elk bestand dat in de nieuwe map wordt geplaatst, wordt een nummer toegewezen (de
geheugenlocatie op de printer).
P-touch Transfer Manager en P-touch Library gebruiken (alleen Windows)
129
9
e Als u het nummer van een item wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op het item, waarna
u[Nummer toewijzen] selecteert en het gewenste nummer selecteert.
Opmerking
Uitgezonderd de gegevens in de database, krijgen alle gegevens die naar de printer worden verzonden
een uniek nummer.
Als sjablonen of andere gegevens die naar de printer worden overgebracht hetzelfde nummer hebben als
sjablonen die al in de printer zijn opgeslagen, overschrijft de nieuwe sjabloon de oude sjabloon. U kunt de
toegewezen nummers van de sjablonen op de printer controleren door een back-up te maken van de
sjablonen of andere gegevens. Kijk voor meer informatie in Een back-up maken van sjablonen en andere
gegevens die in de labelprinter zijn opgeslagen op pagina 131.
Als het printergeheugen vol is, moet u een of meer sjablonen uit het printergeheugen verwijderen. Kijk
voor meer informatie in Een back-up maken van sjablonen en andere gegevens die in de labelprinter zijn
opgeslagen op pagina 131.
f Als u de naam wilt wijzigen van sjablonen of andere gegevens die u wilt overbrengen, klik dan op het
gewenste item en voer de nieuwe naam in. Afhankelijk van het model printer is het aantal tekens dat
u voor de sjabloonnaam kunt gebruiken wellicht beperkt.
Opmerking
Op het LCD-scherm (alleen de QL-820NWB) worden alleen de eerste 9 tekens van de bestandsnaam van
de sjabloon weergegeven.
P-touch Transfer Manager en P-touch Library gebruiken (alleen Windows)
130
9
g Selecteer de map met de sjablonen of andere gegevens die u wilt overbrengen en klik vervolgens op
[Overdragen]. Er wordt een bevestiging weergegeven.
Opmerking
U kunt ook afzonderlijke items naar de printer overdragen zonder ze toe te voegen aan een map. Selecteer
de sjabloon of andere gegevens die u wilt overbrengen en klik vervolgens op [Overdragen].
U kunt in één keer meerdere items en mappen selecteren en overbrengen.
h Klik op [OK].
De geselecteerde sjablonen of andere gegevens worden overgedragen naar de printer.
P-touch Transfer Manager en P-touch Library gebruiken (alleen Windows)
131
9
Een back-up maken van sjablonen en andere gegevens die in
de labelprinter zijn opgeslagen 9
Voer de volgende procedure uit om sjablonen en andere gegevens van de printer op te halen en op te slaan
op de computer.
Belangrijk
Sjablonen of andere gegevens waarvan een back-up is gemaakt, kunnen niet op de computer worden
bewerkt.
Afhankelijk van het model printer is het overdragen van bepaalde sjablonen of gegevens wellicht niet
mogelijk.
a Verbind de computer en de printer met elkaar en zet de printer aan.
De modelnaam van de printer wordt naast het printerpictogram in de mapweergave weergegeven.
Als u de printer selecteert in de mapweergave, worden de huidige sjablonen en andere gegevens
weergegeven die in de printer zijn opgeslagen.
b Selecteer de printer waarvan u een back-up wilt maken en klik op [Back-up maken].
Er wordt een bevestiging weergegeven.
c Klik op [OK].
Er wordt voor de printer een nieuwe map in de mapweergave gemaakt. De naam van de map is
gebaseerd op de datum en tijd van de back-up. Alle sjablonen en andere gegevens van de printer
worden naar de nieuwe map overgezet en opgeslagen op de computer.
P-touch Transfer Manager en P-touch Library gebruiken (alleen Windows)
132
9
De gegevens uit de labelprinter verwijderen 9
Voer de volgende procedure uit om alle sjablonen en/of andere gegevens die op de printer zijn opgeslagen
te verwijderen.
a Verbind de computer en de printer met elkaar en zet de printer aan.
De modelnaam van de printer wordt naast het printerpictogram in de mapweergave weergegeven.
b Klik met de rechtermuisknop op de printer en selecteer [Alles verwijderen].
Er wordt een bevestiging weergegeven.
c Klik op [OK].
Alle sjablonen en andere gegevens die op de printer zijn opgeslagen, worden verwijderd.
P-touch Transfer Manager en P-touch Library gebruiken (alleen Windows)
133
9
Overdrachtsbestanden en overdrachtspakketbestanden
maken 9
U kunt P-touch Transfer Manager gebruiken om sjabloongegevens op te slaan, die met P-touch Editor
gemaakt zijn in BLF- of PDZ-indeling. U kunt bestanden in deze indeling naar een printer overdragen via een
netwerk, vanaf een computer of vanaf een mobiel apparaat. U kunt ook bestanden in BLF-indeling afdrukken
vanuit de massaopslag-modus.
a Maak de sjabloon aan met behulp van P-touch Editor en draag deze vervolgens over naar P-touch
Transfer Manager.
Kijk voor meer informatie in De sjabloon naar P-touch Transfer Manager overbrengen op pagina 123.
b Selecteer, zonder verbinding te maken met de printer, in het venster van P-touch Transfer Manager de
optie [Configuraties] en selecteer de sjabloon die u wilt opslaan.
Opmerking
U kunt meerdere sjablonen tegelijkertijd selecteren.
c Klik op [Bestand] - [Opslag verzendbestand].
Belangrijk
De knop [Opslag verzendbestand] wordt alleen weergegeven als de printer is losgekoppeld van de
computer of offline staat.
Opmerking
Als u op [Opslag verzendbestand] klikt nadat [Configuraties] is geselecteerd, worden alle sjablonen in
die map opgeslagen als het overdrachtsbestand (.blf) of overdrachtspakket (.pdz).
U kunt meerdere sjablonen combineren in een enkel overdrachtsbestand (.blf) of overdrachtspakket (.pdz).
d Selecteer bij [Opslaan als] de indeling waarin de sjabloon moet worden opgeslagen, voer een naam in
en sla de sjabloon op.
Selecteer de BLF-indeling als u afdrukt met behulp van de modus massaopslag of als u met uw mobiele
apparaat verbinding maakt met de printer via Wireless Direct of Wi-Fi. Selecteer de PDZ-indeling als
u verbinding maakt via Bluetooth.
De sjablonen worden opgeslagen als een overdrachtsbestand (.blf) of overdrachtspakket (.pdz).
P-touch Transfer Manager en P-touch Library gebruiken (alleen Windows)
134
9
P-touch Library 9
Met dit programma kunt u P-touch Editor-sjablonen beheren en afdrukken.
P-touch Library starten 9
Windows Vista / Windows 7 / Windows Server 2008 / Windows Server 2008 R2:
Klik vanuit de knop Start op [Alle Programma’s] - [Brother P-touch]- [P-touch Tools] -
[P-touch Library 2.2].
Windows 8 / Windows 8.1 / Windows Server 2012 / Windows Server 2012 R2:
Klik op [P-touch Library 2.2] in het scherm [Apps].
Windows 10:
Klik op de knop Start en vervolgens op [P-touch Library 2.2] onder [Brother P-touch].
Als P-touch Library wordt gestart, wordt het hoofdvenster weergegeven.
Hoofdvenster
9
1 Menubalk
De menubalk biedt toegang tot alle beschikbare opdrachten, gegroepeerd onder verschillende menutitels
([Bestand], [Bewerken], [Beeld], [Extra] en [Help]).
2 Werkbalk
De werkbalk biedt toegang tot opdrachten die u vaak nodig hebt.
3 Mappenlijst
Weergave van een lijst met mappen. Wanneer u een map selecteert, worden de sjablonen uit de
geselecteerde map in de lijst met sjablonen weergegeven.
2
3
1
4
5
P-touch Transfer Manager en P-touch Library gebruiken (alleen Windows)
135
9
4 Lijst met sjablonen
Hier worden de sjablonen uit de geselecteerde map weergegeven.
5 Voorbeeld
Hier wordt een voorbeeld van de geselecteerde sjablonen uit de lijst met sjablonen weergegeven.
Beschrijving van de pictogrammen op de werkbalk
Pictogram Knop Functie
Openen De geselecteerde sjabloon openen.
Afdrukken De geselecteerde sjabloon afdrukken met de printer.
Zoeken
Hiermee kunt u sjablonen zoeken die zijn opgeslagen in P-touch
Library.
Weergave wijzigen Hiermee wijzigt u de stijl van de bestandsweergave.
P-touch Transfer Manager en P-touch Library gebruiken (alleen Windows)
136
9
Sjablonen openen en bewerken 9
Selecteer de sjabloon die u wilt openen of bewerken en klik vervolgens op [Openen].
Het aan de sjabloon gekoppelde programma wordt gestart zodat u de sjabloon kunt bewerken.
P-touch Transfer Manager en P-touch Library gebruiken (alleen Windows)
137
9
Sjablonen afdrukken 9
Selecteer de sjabloon die u wilt afdrukken en klik vervolgens op [Afdrukken].
De gekoppelde printer drukt de sjabloon af.
P-touch Transfer Manager en P-touch Library gebruiken (alleen Windows)
138
9
Sjablonen zoeken 9
U kunt sjablonen zoeken die zijn opgeslagen in P-touch Library.
a Klik op [Zoeken].
Het dialoogvenster Zoeken wordt geopend.
b Geef de zoekcriteria op.
De volgende zoekcriteria zijn beschikbaar:
c Klik op [Zoeken].
De zoekactie wordt gestart.
De zoekresultaten worden op het scherm weergegeven.
Instellingen Details
Meerdere parameters Selecteer hoe moet worden gezocht wanneer u meerdere zoekcriteria opgeeft. Als
u[EN] selecteert, wordt gezocht naar bestanden die aan alle criteria voldoen.
Als u [OF] selecteert, wordt gezocht naar bestanden die aan ten minste één van de
criteria voldoen.
Naam Zoek een sjabloon door een bestandsnaam op te geven.
Type Zoek een sjabloon door een bestandstype op te geven.
Grootte Zoek een sjabloon door een bestandsgrootte op te geven.
Datum Zoek een sjabloon door een bestandsdatum op te geven.
P-touch Transfer Manager en P-touch Library gebruiken (alleen Windows)
139
9
d Sluit het dialoogvenster Zoeken.
U kunt de zoekresultaten weergeven door te klikken op [Zoekresultaten] in de mapweergave.
Opmerking
U kunt sjablonen in P-touch Library registreren door ze naar de map [Alle inhoud] of naar de lijst met
mappen te slepen. U kunt P-touch Editor ook zo configureren dat sjablonen automatisch in P-touch Library
worden geregistreerd. Dit gaat als volgt:
1 Selecteer [Extra] - [Opties] in het P-touch Editor-menu.
2 Klik in het dialoogvenster Opties op [Registratie-instellingen] op het tabblad [Algemeen].
3 Selecteer de timing voor het registreren van sjablonen die zijn gemaakt met P-touch Editor en klik
op [OK].
140
10
10
Met behulp van P-touch Transfer Express kunt u sjablonen overdragen naar de printer. Eerst wordt door de
beheerder een sjabloon gemaakt die hij vervolgens distribueert in combinatie met P-touch Transfer Express.
Daarna kunt u P-touch Transfer Express gebruiken om de sjabloon over te dragen naar de printer.
U kunt de nieuwste versie van P-touch Transfer Express downloaden van de Brother support website op
support.brother.com
[Selecteer uw regio/land.] - [Downloads] - [Kies uw product]
Belangrijk
Geef, als u een nieuwe sjabloon wilt overgedragen, in P-touch Transfer Manager onder [Nummer
toewijzen] een nummer op dat momenteel niet in gebruik is. Als het bij [Nummer toewijzen] opgegeven
nummer al in gebruik is, wordt de bestaande sjabloon overschreven door de nieuwe sjabloon.
Voor deze functie is een USB-verbinding vereist.
P-touch Transfer Express voorbereiden 10
De gebruiker moet P-touch Transfer Express voorbereiden om sjablonen over te kunnen dragen naar een
printer.
Belangrijk
Voordat u Transfer Express gebruikt, dient het printerstuurprogramma geïnstalleerd te zijn.
P-touch Transfer Express is alleen beschikbaar in het Engels.
a U kunt de nieuwste versie van P-touch Transfer Express downloaden van de Brother support website
op support.brother.com
[Selecteer uw regio/land.] - [Downloads] - [Kies uw product]
b Download Transfer Express naar de gewenste locatie op de computer.
c Pak het gedownloade bestand (.zip) uit.
Sjablonen overdragen met P-touch
Transfer Express (alleen Windows)
10
Beheerder Gebruikers
Brother support website
support.brother.com
P-touch
Editor
P-touch
Transfer Manager
Transfer Express
xxx.lbx
xxx.lbx xxx.pdz
1.
2. 3. 4. 5.
P-touch
Transfer Express
xxx.pdz
Sjablonen overdragen met P-touch Transfer Express (alleen Windows)
141
10
De sjabloon naar P-touch Transfer Manager overbrengen 10
a Open in P-touch Editor de sjabloon of de lay-out die u wilt bewerken.
b Klik op [Bestand] - [Sjabloon overbrengen] - [Overdragen].
De sjabloon wordt overgedragen naar P-touch Transfer Manager.
P-touch Transfer Manager wordt automatisch gestart.
Opmerking
Windows Vista / Windows 7 / Windows Server 2008 / Windows Server 2008 R2:
De sjabloon kan ook naar P-touch Transfer Manager worden overgedragen door te klikken op de knop
Start - [Alle Programma’s]- [Brother P-touch]- [P-touch Tools]- [P-touch Transfer Manager 2.2].
Hiermee start u P-touch Transfer Manager. Vervolgens sleept u het .lbx-bestand naar het venster van
P-touch Transfer Manager.
Windows 8 / Windows 8.1 / Windows Server 2012 / Windows Server 2012 R2:
De sjabloon kan ook worden overgedragen naar P-touch Transfer Manager door te klikken op [P-touch
Transfer Manager 2.2] op het scherm [Apps] om P-touch Transfer Manager te starten, en vervolgens
het .lbx-bestand naar het venster P-touch Transfer Manager te slepen.
Windows 10:
De sjabloon kan ook naar P-touch Transfer Manager worden overgedragen door te klikken op de knop
Start en vervolgens op [Brother P-touch] - [P-touch Transfer Manager 2.2] om P-touch Transfer
Manager te starten. Vervolgens sleept u het .lbx-bestand naar het venster van P-touch Transfer Manager.
Sjablonen overdragen met P-touch Transfer Express (alleen Windows)
142
10
De sjabloon opslaan als een overdrachtspakket (.pdz-bestand)
10
Sla de sjabloon op als overdrachtspakket (.pdz-bestand) zodat deze kan worden gebruikt door P-touch
Transfer Express.
a Selecteer [Configuraties] in de mapweergave.
b Selecteer de sjablonen die u wilt gebruiken.
Sjablonen overdragen met P-touch Transfer Express (alleen Windows)
143
10
c Klik op [Bestand] - [Opslag verzendbestand].
Belangrijk
De knop [Opslag verzendbestand] wordt alleen weergegeven als de printer is losgekoppeld van de
computer of offline staat.
Opmerking
Als u op [Opslag verzendbestand] klikt terwijl [Configuraties] of een map is geselecteerd, worden alle
sjablonen in die map opgeslagen in het overdrachtspakket (.pdz-bestand).
U kunt meerdere sjablonen combineren in een enkel overdrachtspakket (.pdz).
d Typ de naam in en klik op [Opslaan].
De sjabloon wordt opgeslagen als een overdrachtspakket (.pdz-bestand).
Sjablonen overdragen met P-touch Transfer Express (alleen Windows)
144
10
Het overdrachtspakket (.pdz-bestand) en P-touch Transfer
Express distribueren naar de gebruiker 10
Opmerking
Als de gebruiker P-touch Transfer Express al heeft gedownload, hoeft de beheerder de map met Transfer
Express niet naar de gebruiker te sturen. In dit geval kan de gebruiker het gedistribueerde
overdrachtspakketbestand gewoon verplaatsen naar de gedownloade map en vervolgens dubbelklikken
op [PtTrExp.exe].
a Verplaats het overdrachtspakket (.pdz-bestand) naar de map Downloads.
b Distribueer alle bestanden in de map Downloads naar de gebruiker.
Sjablonen overdragen met P-touch Transfer Express (alleen Windows)
145
10
Het overdrachtspakket (.pdz-bestand) overdragen naar de
labelprinter 10
De gebruiker kan met P-touch Transfer Express het overdrachtspakket (.pdz-bestand) overdragen naar de
printer.
Belangrijk
Schakel de printer niet uit tijdens de overdracht van de sjablonen.
a Zet de printer aan.
b Verbind de printer via een USB-kabel met de computer.
c Dubbelklik op [PtTrExp.exe]. U hebt dit bestand van de beheerder ontvangen.
d 1 Als er één overdrachtspakket (.pdz) in de map staat waarin ook [PtTrExp.exe] staat, klikt u op
[Transfer] (Overdragen).
De overdracht van het overdrachtspakket begint.
Sjablonen overdragen met P-touch Transfer Express (alleen Windows)
146
10
2 Als er meerdere of juist geen overdrachtspakketten (.pdz-bestanden) in de map staan waarin ook
[PtTrExp.exe] staat, klikt u op [Browse] (Bladeren).
Selecteer het overdrachtspakket dat u wilt overbrengen en klik op [Openen].
Klik op [Transfer] (Overdragen).
Sjablonen overdragen met P-touch Transfer Express (alleen Windows)
147
10
Klik op [Yes] (Ja).
De overdracht van het overdrachtspakket begint.
e Klik op [OK].
De overdracht van het overdrachtspakket is voltooid.
148
11
11
De software kan met de P-touch Update Software worden bijgewerkt naar de laatste versie.
Opmerking
De werkelijke software en de inhoud van deze handleiding kunnen van elkaar afwijken.
Schakel de printer niet uit tijdens de overdracht van gegevens of het bijwerken van de firmware.
P-touch Editor en P-touch Address Book bijwerken
(alleen Windows) 11
Belangrijk
(Alleen Windows) Voordat u P-touch Editor en P-touch Address Book gaat bijwerken, moet u het
printerstuurprogramma installeren.
Voor Windows 11
a Start de P-touch Update Software.
Windows Vista / Windows 7 / Windows Server 2008 / Windows Server 2008 R2:
Dubbelklik op het pictogram [P-touch Update Software].
Opmerking
De onderstaande methode kan ook worden gebruikt om P-touch Update Software te starten:
Klik op de knop Start, selecteer [Alle Programma’s] - [Brother P-touch] - [P-touch Update Software].
Windows 8 / Windows 8.1 / Windows Server 2012 / Windows Server 2012 R2:
Klik op [P-touch Update Software] op het scherm [Apps] of dubbelklik op het bureaublad op
[P-touch Update Software].
Windows 10:
Klik op de knop Start en vervolgens op [Brother P-touch] - [P-touch Update Software] of dubbelklik
op het bureaublad op [P-touch Update Software].
P-touch Software bijwerken 11
P-touch Software bijwerken
149
11
b Klik op het pictogram [Update van computersoftware].
c Selecteer de [Printer] en [Taal], schakel het selectievakje naast Cable Label Tool en P-touch Editor in
en klik op [Installeren].
d Er verschijnt een melding als de installatie is voltooid.
P-touch Software bijwerken
150
11
Voor Mac 11
a Dubbelklik op het pictogram [P-touch Update Software] op het bureaublad.
Opmerking
De onderstaande methode kan ook worden gebruikt om P-touch Update Software te starten:
Dubbelklik op [Macintosh HD] - [Programma’s] - [P-touch Update Software] en dubbelklik vervolgens
op het toepassingspictogram van [P-touch Update Software].
b Klik op het pictogram [Computer software update] (Update van computersoftware).
c Selecteer de [Printer] en [Language] (Taal), selecteer het selectievakje naast P-touch Editor en klik
vervolgens op [Install] (Installeren).
d Er verschijnt een melding als de installatie is voltooid.
P-touch Software bijwerken
151
11
P-touch Editor Lite (alleen Windows) en de
firmware bijwerken 11
Belangrijk
Voordat u de firmware gaat bijwerken, moet u het printerstuurprogramma installeren.
Schakel de printer niet uit tijdens de overdracht van gegevens of het bijwerken van de firmware.
Als een andere toepassing wordt uitgevoerd, sluit deze dan.
Voor Windows 11
a Schakel de printer in en verbind de USB-kabel.
b Start de P-touch Update Software.
Windows Vista / Windows 7 / Windows Server 2008 / Windows Server 2008 R2:
Dubbelklik op het pictogram [P-touch Update Software].
Opmerking
De onderstaande methode kan ook worden gebruikt om P-touch Update Software te starten:
Klik op de knop Start, selecteer [Alle Programma’s] - [Brother P-touch] - [P-touch Update Software].
Windows 8 / Windows 8.1 / Windows Server 2012 / Windows Server 2012 R2:
Klik op [P-touch Update Software] op het scherm [Apps] of dubbelklik op het bureaublad op
[P-touch Update Software].
Windows 10:
Klik op de knop Start en vervolgens op [Brother P-touch] - [P-touch Update Software] of dubbelklik
op het bureaublad op [P-touch Update Software].
P-touch Software bijwerken
152
11
c Klik op het pictogram [Update voor het apparaat].
d Selecteer de [Printer], controleer of het bericht [Het apparaat is goed aangesloten.] wordt
weergegeven en klik vervolgens op [OK].
P-touch Software bijwerken
153
11
e Selecteer de [Taal], schakel het selectievakje in naast de firmware die moet worden bijgewerkt en klik
vervolgens op [Overdragen].
Belangrijk
Schakel de printer niet uit en koppel de kabel niet los tijdens het overdragen van gegevens.
f Controleer de inhoud die u gaat bijwerken en klik vervolgens op [Start] om met de update te beginnen.
Het bijwerken van de firmware wordt gestart.
Belangrijk
Schakel de printer niet uit en koppel de kabel niet los tijdens het bijwerken van de gegevens.
Voor Mac 11
a Schakel de printer in en verbind de USB-kabel.
b Dubbelklik op het pictogram [P-touch Update Software] op het bureaublad.
Opmerking
De onderstaande methode kan ook worden gebruikt om P-touch Update Software te starten:
Dubbelklik op [Macintosh HD] - [Programma’s] - [P-touch Update Software] en dubbelklik vervolgens
op het toepassingspictogram van [P-touch Update Software].
P-touch Software bijwerken
154
11
c Klik op het pictogram [Machine update] (Update voor het apparaat).
d Selecteer de [Printer], controleer of het bericht [The machine is connected correctly.] (Het apparaat
is goed aangesloten.) wordt weergegeven en klik vervolgens op [OK].
e Selecteer de [Language] (Taal), schakel het selectievakje in naast de firmware die moet worden
bijgewerkt en klik vervolgens op [Transfer] (Overdragen).
Belangrijk
Schakel de printer niet uit en koppel de kabel niet los tijdens het overdragen van gegevens.
f Controleer de inhoud die u gaat bijwerken en klik vervolgens op [Start] om met de update te beginnen.
Het bijwerken van de firmware wordt gestart.
Opmerking
Schakel de printer niet uit tijdens het bijwerken van de gegevens.
Sectie III
Netwerk III
Inleiding 156
De netwerkinstellingen van uw labelprinter wijzigen 157
Webbased management 160
156
12
12
Netwerkfuncties 12
U kunt de printer met behulp van de geïntegreerde netwerkafdrukserver delen via een draadloos netwerk
(IEEE 802.11b/g/n) of een bedraad netwerk (Ethernet 10BASE-T/100BASE-TX Auto Negotiation - alleen de
QL-820NWB). De afdrukserver werkt met verschillende functies en verbindingsmethoden in een netwerk dat
TCP/IP ondersteunt, afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem.
Inleiding 12
157
13
13
De netwerkinstellingen van uw labelprinter wijzigen (IP-adres,
subnetmasker en gateway) 13
Werken met het hulpprogramma BRAdmin Light (alleen Windows) 13
Het hulpprogramma BRAdmin Light is ontworpen voor de initiële instelling van Brother-apparaten die met een
netwerk kunnen worden verbonden. Met dit programma kunt u ook zoeken naar producten van Brother in een
TCP/IP-omgeving, de status weergeven en basisnetwerkinstellingen, zoals het IP-adres, configureren.
BRAdmin Light installeren 13
a Ga naar de Brother support website op (support.brother.com) en download het installatieprogramma
voor de software en de documenten.
b Dubbelklik op het gedownloade bestand en volg de instructies op het scherm om de installatie uit te
voeren. Selecteer BRAdmin Light in het dialoogvenster om te selecteren welke onderdelen u wilt
installeren.
Opmerking
Voor geavanceerder printerbeheer kunt u de nieuwste versie van het hulpprogramma Brother BRAdmin
Professional gebruiken. U kunt dit downloaden vanaf de Brother support website, via support.brother.com
Als u een firewall, antispyware- of antivirussoftware gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen. Als u er
zeker van bent dat u kunt afdrukken, kunt u deze weer inschakelen.
De naam van het knooppunt wordt weergegeven in het venster van BRAdmin Light. De standaardnaam
voor het knooppunt van de afdrukserver in de printer is "BRWxxxxxxxxxxxx" of "BRNxxxxxxxxxxxx".
("xxxxxxxxxxxx" is gebaseerd op het MAC-adres/Ethernetadres van de printer.)
IP-adres, subnetmasker en gateway instellen met BRAdmin Light 13
a Start het hulpprogramma BRAdmin Light.
Windows Vista / Windows 7 / Windows Server 2008 / Windows Server 2008 R2:
Klik op [Start] - [Alle Programma’s] - [Brother] - [BRAdmin Light] - [BRAdmin Light].
Windows 8 / Windows 8.1 / Windows Server 2012 / Windows Server 2012 R2:
Klik op het pictogram [BRAdmin Light] op het scherm [Apps].
Windows 10:
Klik op de knop Start en vervolgens op [BRAdmin Light] bij [Brother].
b BRAdmin Light zoekt automatisch naar nieuwe apparaten.
De netwerkinstellingen van uw
labelprinter wijzigen
13
De netwerkinstellingen van uw labelprinter wijzigen
158
13
c Dubbelklik op het niet-geconfigureerde apparaat.
Opmerking
Als u geen DHCP-/BOOTP-/RARP-server gebruikt, zal het apparaat op het scherm van het
hulpprogramma BRAdmin Light worden weergegeven als [Niet geconfigureerd].
d Selecteer [STATIC] voor [Boot-methode]. Geef (indien nodig) de instellingen voor het [IP-adres], het
[Subnetmasker] en de [Gateway] van de afdrukserver op.
e Klik op [OK].
f Als u het IP-adres juist hebt geconfigureerd, wordt de Brother-afdrukserver weergegeven in de lijst met
apparaten.
De netwerkinstellingen van uw labelprinter wijzigen
159
13
Overige beheerprogramma’s 13
Naast BRAdmin Light kunt u de printer ook gebruiken in combinatie met de volgende
beheerhulpprogramma’s. U kunt uw netwerkinstellingen met deze beheerhulpprogramma’s wijzigen.
Webbased management gebruiken (webbrowser) 13
U kunt een standaard webbrowser gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen met behulp
van het HTTP-protocol (Hyper Text Transfer Protocol). Kijk voor meer informatie in De Printerinstellingen
configureren met webbased management (webbrowser) op pagina 161.
Werken met het hulpprogramma BRAdmin Professional Utility (alleen Windows)
13
BRAdmin Professional is een hulpprogramma voor meer geavanceerd beheer van Brother-apparaten met
een netwerkverbinding. Met dit hulpprogramma kunt u zoeken naar producten van Brother in uw netwerk en
de apparaatstatus weergeven in een overzichtelijk Verkenner-venster waarin aan de hand van kleuren de
status van een apparaat wordt aangegeven. U kunt netwerkinstellingen en apparaatinstellingen configureren,
en de firmware van het apparaat bijwerken vanaf een Windows-computer die is verbonden met uw LAN
(Local Area Network). BRAdmin Professional kan ook de activiteiten bijhouden van Brother-apparaten in uw
netwerk en de logboekgegevens exporteren.
Bezoek de Brother support website voor meer informatie en downloads op support.brother.com
Opmerking
Gebruik het nieuwste hulpprogramma Brother BRAdmin Professional dat u kunt downloaden vanaf de
Brother support website via support.brother.com
Als u een firewall, antispyware- of antivirussoftware gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen. Als u er
zeker van bent dat u kunt afdrukken, kunt u deze weer inschakelen.
De naam van het knooppunt staat in het venster van BRAdmin Professional. De standaardnaam van het
knooppunt is "BRWxxxxxxxxxxxx" of "BRNxxxxxxxxxxxx". ("xxxxxxxxxxxx" is gebaseerd op het MAC-
adres/Ethernetadres van de printer.)
160
14
14
Overzicht 14
U kunt een gewone webbrowser gebruiken om de printer in het netwerk met HTTP te beheren.
Als u webbased management gebruikt, kunt u de volgende handelingen uitvoeren:
De statusinformatie van de printer weergeven
Netwerkinstellingen wijzigen, bijvoorbeeld TCP/IP-gegevens
Informatie over de softwareversie van de printer en de afdrukserver weergeven
Netwerk- en printerconfiguratie wijzigen
Opmerking
Wij raden Microsoft Internet Explorer 9/10/11 voor Windows en Safari 8 of hoger voor Mac aan.
Zorg ervoor dat JavaScript en cookies altijd zijn ingeschakeld in de browser die u gebruikt.
U kunt webbased management alleen gebruiken op een netwerk met het protocol TCP/IP en als zowel de
printer als de computer een geldig IP-adres heeft.
Webbased management 14
Webbased management
161
14
De Printerinstellingen configureren met webbased
management (webbrowser) 14
U kunt een standaard webbrowser gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen met behulp
van het HTTP-protocol (Hyper Text Transfer Protocol).
a Vul in de adresbalk van de browser het IP-adres van de printer in (of de naam van de afdrukserver).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
Opmerking
Als u het hostbestand op uw computer hebt bewerkt of een DNS-systeem gebruikt, kunt u ook de DNS-
naam van de afdrukserver invullen. Omdat de afdrukserver TCP/IP en NetBIOS ondersteunt, kunt u ook
de NetBIOS-naam van de afdrukserver invullen. De NetBIOS-naam kunt u vinden op de pagina met
printerinstellingen. De toegewezen NetBIOS-naam bestaat uit de eerste 15 tekens van de naam van het
knooppunt en wordt standaard weergegeven als "BRNxxxxxxxxxxxx", waarbij "xxxxxxxxxxxx" het
Ethernetadres is.
b U kunt nu de instellingen van de afdrukserver wijzigen.
Opmerking
Een wachtwoord invullen
Wij raden aan een inlogwachtwoord in te stellen om ongeoorloofde toegang tot webbased management
te voorkomen.
a Klik op [Beheerder].
b Vul het wachtwoord in dat u wilt gebruiken (maximaal 32 tekens).
c Typ het wachtwoord nogmaals in het veld [Bevestigen nieuw wachtwoord].
d Klik op [Indienen].
De volgende keer dat u webbased management start, vult u het wachtwoord in het veld [Log in] in
en klikt u op .
Nadat u alle instellingen hebt geconfigureerd, meldt u zich af door op te klikken.
Als u geen inlogwachtwoord instelt, kunt u een wachtwoord opgeven door te klikken op [Configureer het
wachtwoord] op de webpagina van de printer.
Sectie IV
Appendix IV
De labelprinter resetten 163
Onderhoud 165
Problemen oplossen 168
Productspecificaties 183
Opmerkingen over werken met P-touch
Transfer Manager
185
Netwerktermen en -informatie 187
Barcodelijst voor de P-touch Template-functie 196
De batterijhouder gebruiken (optioneel: PA-BU-001) 200
Werken met de Brother barcodelezer
(optioneel: PA-BR-001) (alleen de QL-820NWB)
203
163
15
15
U kunt het interne geheugen van de printer resetten als u alle opgeslagen labelbestanden wilt wissen of als
de printer niet naar behoren functioneert.
Alle instellingen resetten naar de fabrieksinstellingen met de
knoppen op de labelprinter (alleen de QL-810W) 15
Ga als volgt te werk om de printer te resetten.
a Controleer of de printer is uitgeschakeld.
b Houd tegelijkertijd de Aan-/uitknop ( ) en de Snijknop ( ) langer dan drie seconden ingedrukt. Het
statuslampje gaat groen branden.
c Houd de Aan-/uitknop ( ) ingedrukt. Daarop gaat het statuslampje oranje branden. Tegelijkertijd gaat
het Editor Lite-lampje groen knipperen (met een interval van 0,5 seconden) en gaat het Wi-Fi-lampje ( )
blauw knipperen (ook met een interval van 0,5 seconden).
Druk eenmaal op de Snijknop ( ) om de netwerkinstellingen te resetten. Daarbij gaat het
statuslampje oranje branden.
Druk tweemaal op de Snijknop ( ) om de gebruikersgegevens te resetten. Daarbij gaat het
Wi-Fi-lampje ( ) blauw branden.
Druk driemaal op de Snijknop ( ) om alle gegevens en de apparaatinstellingen te resetten. Daarbij
gaat het Editor Lite-lampje groen branden.
d Laat de Aan-/uitknop ( ) los. Het statuslampje knippert viermaal oranje en gaat vervolgens oranje
branden. Het Wi-Fi-lampje ( ) knippert viermaal blauw en gaat blauw branden. Het Editor Lite-lampje
knippert viermaal groen en gaat groen branden.
De gegevens resetten via het menu op het LCD-scherm
(alleen de QL-820NWB)
15
De volgende instellingen kunnen via het menu op het LCD-scherm worden gereset:
Printerinstellingen
Gebruikersinstelling
Netwerkinstellingen
Kijk voor meer informatie in LCD-instellingen op pagina 12.
De labelprinter resetten 15
De labelprinter resetten
164
15
Gegevens resetten met Printer Instelling Tool 15
U kunt Printer Instelling Tool op een computer gebruiken om de volgende handelingen voor de printer uit te
voeren:
Sjablonen en databases verwijderen
De communicatie-instellingen resetten
De printerinstellingen resetten naar de fabrieksinstellingen
Kijk voor meer informatie in De instellingen van de labelprinter wijzigen op pagina 37.
165
16
16
Het verdient aanbeveling de printer regelmatig te reinigen voor een blijvend goede werking.
Opmerking
Koppel de netspanningsadapter altijd los voordat u de printer gaat reinigen.
De buitenkant van de eenheid reinigen 16
Veeg met een zachte, droge doek stof en vlekken van de hoofdeenheid.
Gebruik een licht vochtige doek voor moeilijk te verwijderen vlekken.
Opmerking
Gebruik geen verfverdunner, benzeen, alcohol of andere organische oplosmiddelen.
Hierdoor kan de behuizing vervormen of het oppervlak van de printer beschadigen.
De printkop reinigen 16
De DK-rol (thermische papiersoort) die in de machine wordt gebruikt, is ontworpen om de printkop
automatisch te reinigen. Wanneer de DK-rol tijdens het afdrukken en doorvoeren van labels langs de printkop
passeert, wordt de printkop gereinigd.
De rol reinigen 16
Reinig de rol met een reinigingsvel (afzonderlijk verkrijgbaar).
De printer wordt geleverd met één reinigingsvel.
Opmerking
De rol mag uitsluitend worden gereinigd met het reinigingsvel dat specifiek voor deze printer is ontworpen.
Als u een ander reinigingsvel gebruikt, kan het oppervlak van de rol beschadigd raken en kan een storing
het gevolg zijn.
a Schakel de printer uit.
b Houd de printer vast aan de voorkant en open het compartiment voor de DK-rol door de klep omhoog te
trekken.
Onderhoud 16
Onderhoud
166
16
c Verwijder de DK-rol.
Opmerking
Het is belangrijk dat u de DK-rol verwijdert voordat u de rol reinigt. De rol wordt niet goed gereinigd als de
DK-rol niet is verwijderd.
d Verwijder deel (B) van het reinigingsvel.
Plaats de rand (A) van het reinigingsvel in de afdrukeenheid.
Opmerking
De bedrukte kant van het reinigingsvel moet naar boven wijzen.
e Sluit de klep van het compartiment voor de DK-rol en zet de printer aan.
f Houd de Doorvoerknop ( ) (QL-810W) of de Snijknop ( ) (QL-820NWB) langer dan één seconde
ingedrukt.
Het reinigingsvel wordt uitgeworpen.
De kleefzijde van het reinigingsvel verwijdert alle vlekken en stof van de rol.
Opmerking
Als het reinigingsvel niet wordt uitgeworpen, houdt u de Doorvoerknop ( ) (QL-810W) of de Snijknop
( ) (QL-820NWB) ingedrukt tot het reinigingsvel wordt uitgeworpen.
Het reinigingsvel kunt u na gebruik gewoon weggooien.
Onderhoud
167
16
De labeluitgang reinigen 16
Als de machine vastloopt omdat er lijm in de labeluitgang is achtergebleven, moet u de labeluitgang met een
doekje schoonvegen.
Gebruik, indien nodig, een licht bevochtigde doek voor moeilijk te verwijderen vlekken.
168
17
17
Overzicht 17
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe algemene problemen kunnen worden opgelost wanneer u de printer
gebruikt. Als de printer niet goed werkt, controleert u eerst of u de volgende taken correct heeft uitgevoerd:
Verbind de printer met een stopcontact of plaats de batterij. Kijk voor meer informatie in
De netspanningsadapter aansluiten op pagina 7.
Verwijder de beschermende folie van de printer.
Installeer en selecteer het juiste printerstuurprogramma. Kijk voor meer informatie in Software en
printerstuurprogramma’s installeren op een computer op pagina 22.
Verbind de printer met een computer of mobiel apparaat. Kijk voor meer informatie in De labelprinter op
een computer aansluiten op pagina 23.
Zorg dat de klep van het compartiment voor de DK-rol goed dicht zit.
Plaats de DK-rol op de juiste manier. Kijk voor meer informatie in De DK-rol plaatsen op pagina 5.
Lees de tips over problemen oplossen in dit hoofdstuk als u daarna nog problemen ondervindt. Als u na het
lezen van dit hoofdstuk het probleem nog niet hebt kunnen oplossen, ga dan naar de Brother support website:
support.brother.com
Problemen oplossen 17
Problemen oplossen
169
17
Afdrukproblemen 17
Probleem Oplossing
De printer drukt niet af of geeft een
afdrukfout.
Is de kabel los?
Controleer of de kabel goed is aangesloten.
Is de DK-rol correct geplaatst?
Zo niet, verwijder dan de DK-rol en plaats deze terug.
Is er nog genoeg van de rol over?
Controleer of er nog genoeg materiaal op de rol zit.
Staat de klep van het compartiment voor de DK-rol open?
Controleer of de klep van het compartiment voor de DK-rol goed gesloten is.
Is er een afdrukfout of een transmissiefout opgetreden?
Schakel de printer uit en vervolgens weer in. Neem contact op met de
Brother-dealer als het probleem aanhoudt.
Als de printer via een USB-hub op de computer is aangesloten, probeer de
printer dan eens rechtstreeks op de computer aan te sluiten. Probeer de
printer anders aan te sluiten op een andere USB-poort.
Controleer of [Papiertype] (Windows) / [Print Media] (Afdrukmedia) (Mac)
in P-touch Editor overeenkomt met het geplaatste papier.
Het statuslampje brandt niet. Is de netspanningsadapter juist aangesloten?
Controleer of de netspanningsadapter goed is aangesloten. Als de stekker
goed in het stopcontact is gestoken, probeer dan een ander stopcontact.
Op de afgedrukte labels verschijnen
strepen of tekens van slechte
kwaliteit of de labelinvoer werkt niet
goed.
Is de printkop of de rol vuil?
Bij normaal gebruik blijft de printkop over het algemeen schoon, maar soms
kan er tape of vuil van de rol aan de printkop blijven hangen.
Reinig de rol als dit gebeurt.
Kijk voor meer informatie in De rol reinigen op pagina 165.
Er wordt een
gegevenstransmissiefout
aangegeven op de computer.
Staat de printer in de afkoelmodus (het statuslampje knippert oranje)?
Wacht tot het statuslampje ophoudt met knipperen en probeer vervolgens
opnieuw af te drukken.
Labels lopen vast in de snijeenheid. Neem contact op met de klantenservice van Brother.
Het label komt niet goed uit de printer
na het afdrukken.
Controleer of de labeluitvoersleuf niet verstopt is.
Controleer of de DK-rol juist is geplaatst door deze te verwijderen en
opnieuw te plaatsen.
Zorg dat de klep van het compartiment voor de DK-rol goed gesloten is.
Ik wil de huidige afdruktaak
annuleren.
Controleer of de labelprinter is ingeschakeld. Druk op de Aan-/uitknop ( ).
De afdrukkwaliteit is slecht. Zit er vuil of stof op de rol waardoor deze niet vrij kan draaien?
Reinig de rol met een reinigingsvel (afzonderlijk verkrijgbaar).
Kijk voor meer informatie in De rol reinigen op pagina 165.
De opmaakstijl is niet bijgewerkt
nadat de rol is vervangen terwijl de
invoegfunctie is geopend.
Sluit P-touch Editor om de invoegtoepassing te sluiten en start de
invoegtoepassing opnieuw op.
Problemen oplossen
170
17
Het pictogram van de
invoegtoepassing P-touch wordt niet
weergegeven in Microsoft Word.
Is Microsoft Word opgestart vanuit Microsoft Outlook?
Is Microsoft Word geselecteerd als standaard-editor voor Microsoft
Outlook?
Vanwege de beperkingen van het programma kan de invoegtoepassing
voor Microsoft Word niet met de bovenvermelde instellingen worden
gebruikt. Sluit Microsoft Outlook af en start Microsoft Word opnieuw op.
Afsnijfout. Laat de klep van het compartiment voor de DK-rol dicht en druk op de Aan-/
uitknop ( ) als er een afsnijfout optreedt. Hiermee wordt de snijeenheid naar
de normale stand teruggezet en wordt de printer uitgeschakeld.
Inspecteer de labeluitgang nadat de printer is uitgeschakeld en verwijder de
vastgelopen labels. Neem contact op met de klantenservice van Brother.
Ik wil de printer resetten. De printer kan met de Printer Instelling Tool op een computer worden gereset.
Kijk voor meer informatie in De instellingen van de labelprinter wijzigen
op pagina 37.
Voor de QL-810W
De printer kan met de knoppen op de printer worden gereset.
Kijk voor meer informatie in Alle instellingen resetten naar de
fabrieksinstellingen met de knoppen op de labelprinter (alleen de QL-810W)
op pagina 163.
Voor de QL-820NWB
De printer kan met het LCD-menu worden gereset.
Kijk voor meer informatie in LCD-scherm (alleen de QL-820NWB)
op pagina 11.
Probleem Oplossing
Problemen oplossen
171
17
Als u afdrukt via een USB-
verbinding, hapert de printer
herhaaldelijk en gaat vervolgens
verder met afdrukken.
Is de printer ingesteld voor vervolgafdrukken?
Zo ja, stel de afdrukmodus dan in op afdrukken met buffer.
Voor Windows Vista/Windows Server 2008:
Open de printereigenschappen via [Configuratiescherm]- [Hardware en
geluiden]- [Printers], klik op de gewenste printer en selecteer
[Voorkeursinstellingen selecteren].
Klik op het tabblad [Overig] en kies de optie [Na de ontvangst van een
pagina met gegevens].
Voor Windows 7 / Windows 8 / Windows 8.1 / Windows Server 2008 R2 /
Windows Server 2012 / Windows Server 2012 R2:
Open de printereigenschappen via [Apparaten en printers], klik met de
rechtermuisknop op de printer waarvan u de instellingen wilt wijzigen en
selecteer [Voorkeursinstellingen voor afdrukken]. Klik op het tabblad
[Overig] en kies de optie [Na de ontvangst van een pagina met
gegevens].
Voor Windows 10:
Open de printereigenschappen via [Configuratiescherm]- [Hardware en
geluiden]- [Apparaten en printers], klik met de rechtermuisknop op de
gewenste printer en selecteer [Voorkeursinstellingen voor afdrukken].
Klik op het tabblad [Overig] en kies de optie [Na de ontvangst van een
pagina met gegevens].
Een alternatieve oplossing is het loskoppelen van de LAN-kabel tot het
afdrukken via USB is voltooid. (Alleen de QL-820NWB)
Voor Windows
Probleem Oplossing
Problemen oplossen
172
17
Afgedrukte barcodes kunnen niet
worden afgelezen.
Druk labels zo af dat barcodes zijn uitgelijnd met de printkop als hieronder
is weergegeven:
1 Printkop
2 Barcodes
3 Afdrukstand
Probeer een andere barcodelezer.
Het verdient aanbeveling barcodes af te drukken met de
afdrukkwaliteitsoptie [Geef voorrang aan afdrukkwaliteit] (behalve bij
afdrukken in twee kleuren).
Voor Windows Vista
Als u de opties voor [Kwaliteit] wilt weergeven, opent u de
printereigenschappen door te klikken de knop Start - [Configuratiescherm] -
[Hardware en geluiden] - [Printers]. Klik vervolgens met de rechtermuisknop
op de printer waarvoor u instellingen wilt opgeven en klik op
[Voorkeursinstellingen voor afdrukken].
Voor Windows 7
Als u de opties voor [Kwaliteit] wilt weergeven, opent u de
printereigenschappen door te klikken de knop Start - [Apparaten en printers].
Klik vervolgens met de rechtermuisknop op de printer waarvoor u instellingen
wilt opgeven en klik op [Voorkeursinstellingen voor afdrukken].
Voor Windows 8 / Windows 8.1
Als u de opties voor [Kwaliteit] wilt weergeven, opent u de
printereigenschappen door te klikken op [Configuratiescherm] in het scherm
[Apps] - [Hardware en geluiden] - [Apparaten en printers]. Klik vervolgens
met de rechtermuisknop op de printer waarvoor u instellingen wilt opgeven en
klik op [Voorkeursinstellingen voor afdrukken].
Voor Windows 10
Als u de opties voor [Kwaliteit] wilt weergeven, opent u de
printereigenschappen via de knop Start - [Instellingen]- [Apparaten]-
[Printers en scanners]- [Apparaten en printers]. Klik vervolgens met de
rechtermuisknop op de printer waarvoor u instellingen wilt opgeven en klik op
[Voorkeursinstellingen voor afdrukken].
Voor Mac
Om de opties voor de afdrukkwaliteit te wijzigen, opent u het dialoogvenster
Druk af en kiest u [Basis] in het snelmenu voor afdrukopties.
Probleem Oplossing
1
2
3
Problemen oplossen
173
17
Er worden lijnen weergegeven in
gebieden met veel rood.
1 Verwijder de DK-rol uit de printer.
2 Zorg dat de klep van het compartiment voor de DK-rol goed dicht zit.
3 Houd de knop Editor Lite (QL-810W) of de knop Annuleren (QL-820NWB)
langer dan 5 seconden ingedrukt. Wacht tot de degelrol gaat draaien.
4 Als de degelrol stopt met draaien, plaatst u de DK-rol.
De rol draait ongeveer 40 seconden.
Ik wil het label invoeren. Voor de QL-810W
Druk één seconde op de Doorvoerknop ( ).
Voor de QL-820NWB
Druk één seconde op de Snijknop ( ) of druk op de knop Menu en selecteer
[Doorvoeren starten] in het menu [Doorvoeren].
Met [Instell. Gestanst doorv.] in het menu [Doorvoeren] bepaalt u de
lengte van het ingevoerde label als u gebruikmaakt van gestanste labels.
Probleem Oplossing
Problemen oplossen
174
17
Problemen met de netwerkinstellingen 17
Probleem Oplossing
U gebruikt beveiligingssoftware. Controleer de instellingen in het dialoogvenster van het
installatieprogramma.
Kies "Toegang toestaan" (of een vergelijkbare optie) als er een
waarschuwing van de beveiligingssoftware wordt weergegeven tijdens de
installatie van de printer.
De beveiligingsinstellingen
(SSID/netwerksleutel) zijn onjuist.
Controleer de beveiligingsinstellingen en pas ze zo nodig aan.
De naam of het modelnummer van het draadloze toegangspunt/de router
wordt soms gebruikt als standaardwaarde voor de beveiligingsinstellingen.
Raadpleeg de instructies voor uw draadloze toegangspunt/router voor
informatie over de juiste beveiligingsinstellingen.
Raadpleeg de fabrikant van het draadloze toegangspunt/de router of uw
internetprovider of netwerkbeheerder.
U kunt geen verbinding maken
tussen de printer en het
hostapparaat met Wi-Fi of Bluetooth.
Plaats de printer op een afstand van maximaal 1 meter van het mobiele
apparaat terwijl u de Wi-Fi-netwerkinstellingen configureert.
Zet de printer op een plek zonder obstakels.
Als er een draadloze computer, Bluetooth-apparaat, magnetron, draadloze
telefoon of ander apparaat dicht bij de printer of het draadloze
toegangspunt/de router staat, zet dat apparaat dan op een andere plek, uit
de buurt van de printer of het draadloze toegangspunt/de router.
De printer kan niet afdrukken via
Wi-Fi of Bluetooth.
Er is sprake van obstakels
(bijvoorbeeld muren of meubilair)
tussen de printer en het mobiele
apparaat.
Zet de printer op een plek zonder obstakels.
Er bevindt zich een draadloze
computer, Bluetooth-apparaat,
magnetron of draadloze telefoon in
de directe omgeving van de printer of
het draadloze toegangspunt/de
router.
Plaats dergelijke apparaten uit de buurt van de printer.
U gebruikt filtering van
MAC-adressen.
U kunt het MAC-adres controleren door de printerinstellingen af te drukken.
Kijk voor meer informatie in De instellingen van de labelprinter controleren
op pagina 84.
U kunt het MAC-adres weergeven via [Infrastructuurmodus] op het
LCD-scherm (alleen de QL-820NWB). Kijk voor meer informatie in
WLAN-status op pagina 19.
Het draadloze toegangspunt/de
router werkt in stealth-modus
(de SSID wordt niet uitgezonden).
U moet de juiste SSID-naam invullen tijdens de installatie of in Printer
Instelling Tool.
Controleer de SSID-naam in de instructies die zijn meegeleverd bij uw
draadloze toegangspunt/router en configureer de Wi-Fi-instellingen
opnieuw.
Problemen oplossen
175
17
De printer is niet met het netwerk
verbonden.
Controleer of de printer in de modus staat waarmee u verbinding wilt
maken.
Als de printer nu nog niet met het netwerk is verbonden, probeert u het
volgende:
Voor een Wi-Fi-verbinding
Voor de QL-810W
(knippert één keer per drie seconden): De verbinding met het netwerk
is niet in orde, de Wi-Fi-instellingen moeten opnieuw worden
geconfigureerd.
Voor de QL-820NWB
: De printer zoekt naar het netwerk.
Voor Wireless Direct
Voor de QL-810W
Zoek de printer op het Wi-Fi-apparaat.
Voor de QL-820NWB
Als het Wireless Direct-pictogram op het LCD-scherm wordt weergegeven,
zoekt u de printer op het apparaat waarmee u verbinding wilt maken.
Voor een bedraad LAN (alleen de QL-820NWB)
Controleer of de LAN-kabel juist is aangesloten.
Voor Bluetooth (alleen de QL-820NWB)
Als het Bluetooth-pictogram op het LCD-scherm wordt weergegeven, zoekt
u de printer op het apparaat waarmee u verbinding wilt maken.
Ik heb bovenstaande suggesties
uitgevoerd, maar het lukt nog steeds
niet om de Wi-Fi-/Bluetooth-
instellingen te configureren.
Schakel de printer uit en vervolgens weer in. Configureer de
Wi-Fi-/Bluetooth-instellingen opnieuw.
De printer wordt niet met het netwerk
verbonden als de Bluetooth-
verbinding met een Apple-apparaat
(iPad, iPhone of iPod touch) (alleen
de QL-820NWB) is verbroken.
Schakel de functie voor automatisch verbinding maken in.
Dat kunt u doen in Printer Instelling Tool of met de knop Menu. Raadpleeg voor
meer informatie Bluetooth op pagina 20 of De instellingen van de labelprinter
wijzigen op pagina 37.
Probleem Oplossing
Problemen oplossen
176
17
De labelprinter drukt niet af via het netwerk
De labelprinter wordt niet gedetecteerd in het netwerk, ook niet na een
geslaagde installatie 17
Problemen met beveiligingssoftware 17
Probleem Oplossing
U gebruikt beveiligingssoftware Zie Problemen met beveiligingssoftware op pagina 176.
Er is geen beschikbaar IP-adres aan
de printer toegewezen
Controleer het IP-adres en het subnetmasker.
Controleer of het IP-adres en het subnetmasker op de computer en de
printercorrect zijn en deel uitmaken van hetzelfde netwerk.
Vraag uw netwerkbeheerder u te helpen bij het controleren van IP-adressen
en het subnetmasker.
Controleer het IP-adres, het subnetmasker en andere netwerkinstellingen
met Printer Instelling Tool.
Kijk voor meer informatie in De instellingen van de labelprinter wijzigen
op pagina 37.
Uw vorige afdruktaak is mislukt Verwijder een mislukte afdruktaak die zich nog steeds in de wachtrij van het
apparaat bevindt.
Bijvoorbeeld bij het gebruik van Windows 7:
, [Apparaten en Printers] en selecteer de printer onder [Printers en
faxapparaten]. Dubbelklik op het pictogram van de printer en selecteer
[Alle documenten annuleren] in het menu [Printer].
Ik heb al het bovenstaande
gecontroleerd en de instructies
uitgevoerd, maar de printer drukt nog
steeds niet af
Maak de installatie van het printerstuurprogramma en de software ongedaan
en installeer deze opnieuw.
Probleem Oplossing
U hebt tijdens de normale installatie,
de installatie via BRAdmin Light of
tijdens het afdrukken niet de optie
"Toegang toestaan" (of een
vergelijkbare optie) gekozen in het
dialoogvenster met de
beveiligingswaarschuwing
Als u "Toegang toestaan" (of een vergelijkbare optie) niet hebt gekozen in het
dialoogvenster met de beveiligingswaarschuwing, wordt de toegang
mogelijk geblokkeerd door de firewall van de beveiligingssoftware. Bepaalde
beveiligingssoftware blokkeert de toegang zonder dat er eerst een
dialoogvenster met een beveiligingswaarschuwing wordt weergegeven.
Raadpleeg de software-instructies van de beveiligingssoftware of neem
contact op met de fabrikant om toegang te verkrijgen.
U gebruikt verkeerde poortnummers
voor de netwerkfuncties van Brother
De volgende poortnummers worden gebruikt voor de netwerkfuncties van
Brother:
BRAdmin Light i Poortnummer 161/Protocol UDP
Voor meer informatie over het openen van de poort kunt u de software-
instructies van de beveiligingssoftware raadplegen of contact opnemen met
de fabrikant.
Problemen oplossen
177
17
De werking van netwerkapparaten controleren 17
Versie-informatie 17
Probleem Oplossing
De printer en het draadloze
toegangspunt/de router zijn niet
ingeschakeld
Controleer of u alle taken op pagina 168 hebt uitgevoerd.
Ik ben niet op de hoogte van de
netwerkinstellingen van de printer,
zoals het IP-adres
Raadpleeg Printer Instelling Tool. Kijk voor meer informatie in De instellingen
van de labelprinter wijzigen op pagina 37.
Probleem Oplossing
Ik weet het versienummer van de
firmware voor de printer niet.
Zoek het versienummer aan de hand van de volgende procedure.
Voor de QL-810W
1 Zet de printer aan.
2 Houd de Snijknop ( ) enkele seconden ingedrukt om het rapport af te
drukken.
(Gebruik een DK-rol van 62 mm)
Voor de QL-820NWB
1 Zet de printer aan.
2 Druk op de knop Menu, [] of [] om het menu [Informatie] te
selecteren en druk vervolgens op de knop [OK].
3 Selecteer [Configuratie afdrukken] met de knoppen [] of [] en
druk daarna op de knop [OK].
4 Selecteer [Alles], [Verbruikslog], [Printerinstellingen] of
[Overdrachtsgegevens] met de knoppen [] of [] en druk vervolgens
op de knop [OK] om het rapport af te drukken.
Ik wil uitzoeken of ik de nieuwste
versie van de software gebruik.
Gebruik de meegeleverde P-touch Update Software om te controleren of u de
meest recente versie van de software gebruikt.
Zie P-touch Software bijwerken op pagina 148 voor meer informatie over de
P-touch Update Software.
Problemen oplossen
178
17
Ledlampjes 17
De lampjes branden en knipperen om de status van de printer weer te geven.
QL-810W 17
of of of
Het lampje brandt met de weergegeven kleur
of of of
Het lampje knippert met de aangegeven kleur
Het lampje is uit, brandt of knippert in een van de kleuren
Het lampje is uit
Statuslampje
Editor
Lite-lampje
Wi-Fi-lampje Batterijlampje Status
Voeding uit
De printer is ingeschakeld
Doorvoermodus
Afdrukmodus
Draaimodus rol, vooruit/omgekeerd
Snijmodus
Reinigingsmodus
WLAN staat aan, verbinding in orde
(Eenmaal per
1 seconde)
WPS-instellingenmodus
(Eenmaal per
3 seconden)
WLAN staat aan, maar er is geen verbinding
WLAN uit
P-touch Editor Lite-modus
Voorbereidingsmodus voor afdrukken
De taak wordt geannuleerd
Er worden gegevens van de computer ontvangen
Bezig met gegevensoverdracht
Problemen oplossen
179
17
De klep van het compartiment voor de DK-rol staat
open. (Zorg dat de klep van het compartiment voor
de DK-rol goed dicht zit.)
(Eenmaal per
1 seconde)
Resetmodus
Modus systeem UIT
De Snijknop ( ) is eenmaal ingedrukt in de
resetmodus
Continu: de printer is in afkoelmodus.
Drie keer: de printer wordt herkend door een
ander apparaat.
Gegevensoverschrijfmodus
De Snijknop ( ) is driemaal ingedrukt in de
resetmodus
De Snijknop ( ) is tweemaal ingedrukt in de
resetmodus
Opstartmodus
(Eenmaal in
2 seconden)
Einde DK-rol
Doorvoerfout
Transmissiefout
Fout tijdens zoeken in de database
Fout bij zoeken naar toegangspunt
Fout bij verbinding maken met toegangspunt
Beveiligingsfout
Geen sjabloon geselecteerd
De klep van het compartiment voor de DK-rol werd
geopend terwijl de printer bezig was
Fout: geen media
Fout: onjuiste media
Fout bij opdracht voor communicatie
Fout bij afdrukken met hoge resolutie op 2-kleurige
media
Statuslampje
Editor
Lite-lampje
Wi-Fi-lampje Batterijlampje Status
Problemen oplossen
180
17
QL-820NWB 17
De batterij wordt opgeladen
Als het oranje lampje eenmaal per seconde
knippert, moet de batterij worden opgeladen.
Als het oranje lampje tweemaal per 4 seconden
knippert, is de batterijvoeding bijna leeg.
Als het oranje lampje eenmaal per 4 seconden
knippert, is de batterijvoeding halfvol.
De batterij is volledig opgeladen
(Tweemaal in
2 seconden)
Fout snijeenheid
Systeemfout
Statuslampje Status
Voeding uit
De printer is ingeschakeld
Doorvoermodus
Afdrukmodus
Modus massaopslag
Draaimodus rol, vooruit/omgekeerd
Snijmodus
Reinigingsmodus
Initialisatiemodus
Voorbereidingsmodus voor afdrukken
De taak wordt geannuleerd
Er worden gegevens van de computer ontvangen
Bezig met gegevensoverdracht
Gegevensoverschrijfmodus
De klep van het compartiment voor de DK-rol staat open. Zorg dat de klep van het
compartiment voor de DK-rol goed dicht zit.
Modus systeem UIT.
Afkoelmodus
Modus voor problemen oplossen met het IP-adres
Opstartmodus
Statuslampje
Editor
Lite-lampje
Wi-Fi-lampje Batterijlampje Status
Problemen oplossen
181
17
(Eenmaal in 2 seconden)
Einde DK-rol
Doorvoerfout
Transmissiefout
Fout tijdens zoeken in de database
Fout bij zoeken naar toegangspunt
Fout bij verbinding maken met toegangspunt
Beveiligingsfout
Geen sjabloon geselecteerd
De klep van het compartiment voor de DK-rol werd geopend terwijl de printer bezig was
Fout: geen media
Fout: onjuiste media
Fout bij opdracht voor communicatie
Fout bij afdrukken met hoge resolutie op 2-kleurige media
(Tweemaal in 2 seconden)
Fout snijeenheid
Fout bij massaopslag
Systeemfout
Statuslampje Status
Problemen oplossen
182
17
Problemen oplossen 17
Probleem Oplossing
Ontvangen gegevens in buffer Afdrukgegevens worden opgeslagen in de buffer. Als de printer niet
alle gegevens heeft ontvangen, wordt het afdrukken niet gestart.
Schakel de printer uit en vervolgens weer in.
Printkop koelt af De thermische printkop is te warm geworden.
De printer stopt en het afdrukken wordt hervat als de thermische
printkop is afgekoeld. De printkop kan te warm worden als u een
groot aantal labels afdrukt.
Als de thermische printkop te warm wordt, kunnen de labels buiten
het afdrukgebied verkleuren. Zorg er voor dat de printer voldoende
kan ventileren en dat er ruimte rondom de printer is om
oververhitting tegen te gaan.
Als de printer moet afkoelen vanwege oververhitting als gevolg van
het type DK-rol dat u gebruikt of de inhoud van het label, kan het
afdrukken langer duren dan normaal.
Opmerking
Dit kan vaker voorkomen als de printer op grote hoogte wordt
gebruikt (boven 3 048 meter). Door de ijle lucht kan de printer
minder goed afkoelen.
De printer staat in de opstartmodus Neem voor hulp contact op met uw Brother-dealer of de
klantenservice van Brother om het probleem op te lossen.
Fouten met de DK-rol Controleer het volgende:
Of u de juiste DK-rol gebruikt.
Of er nog genoeg labels op de rol zitten.
Of de DK-rol goed is geplaatst.
Ik wil een foutmelding resetten Een foutmelding resetten:
1 Open de klep van het compartiment voor de DK-rol en sluit de
klep opnieuw.
2 Druk op de Snijknop ( ) als de foutmelding niet wordt gereset.
3 Zet de printer uit en vervolgens weer aan als de foutmelding niet
wordt gereset.
4 Neem contact op met de klantenservice van Brother als de
foutmelding nog steeds niet wordt gereset.
183
18
18
Specificaties van de labelprinter 18
Productspecificaties 18
Modelnaam QL-810W QL-820NWB
Afmeting
Afmetingen Circa
125,3 (B) × 234 (D) × 145 (H) mm
Circa
125,3 (B) × 234 (D) × 145 (H) mm
Gewicht Circa 1,12 kg (zonder DK-rollen) Circa 1,16 kg (zonder DK-rollen)
Ledlampjes
Editor Lite, Batterij, Status, Wi-Fi Statuslampje
Knoppen
Aan-/uitknop, Doorvoerknop, Snijknop, knop WPS, knop Wi-Fi,
knop Editor Lite
Aan-/uitknop, Snijknop, knop Menu, knop
Annuleren, knop pijl omhoog, knop pijl omlaag,
knop OK
Afdrukken
Methode Direct thermisch afdrukken via thermische
kop
Direct thermisch afdrukken via thermische kop
Printkop 300 dpi / 720 dots 300 dpi / 720 dots
Afdrukresolutie Standaard: 300 × 300 dpi
Modus voor hoge resolutie: 300 × 600 dpi
Standaard: 300 × 300 dpi
Modus voor hoge resolutie: 300 × 600 dpi
Afdruksnelheid Netspanningsadapter: max. 176 mm/sec /
voor afdrukken met 2 kleuren,
max. 24 mm/sec
Batterij: max. 176 mm/sec / voor afdrukken
met 2 kleuren, max. 15 mm/sec
Werkelijke afdruksnelheid varieert met de
omstandigheden.
Netspanningsadapter: max. 176 mm/sec /
voor afdrukken met 2 kleuren, max. 24 mm/sec
Batterij: max. 176 mm/sec / voor afdrukken met
2 kleuren, max. 15 mm/sec
Werkelijke afdruksnelheid varieert met de
omstandigheden.
Maximale
afdrukbreedte
58 mm 58 mm
Productspecificaties
184
18
Interface
USB-poort Versie 2.0 Full Speed (randapparaat) Versie 2.0 Full Speed (randapparaat)
Wi-Fi Wireless Direct: IEEE 802.11g/n
Infrastructuurmodus: IEEE 802.11b/g/n
•WPS 2.0
Wireless Direct: IEEE 802.11g/n
Infrastructuurmodus: IEEE 802.11b/g/n
•WPS 2.0
USB-host - HID class
LAN-poort - 10BASE-T/100BASE-TX
Bluetooth - Ver 2.1 + EDR
Ondersteunde profielen: SPP, OPP, BIP, HCRP
Ondersteund protocol: iAP
Voeding
Adapter Netspanningsadapter (PA-AD-001A):
INVOER AC 100-240 V 50/60 Hz
UITVOER DC 25 V 3,6 A
Netspanningsadapter (PA-AD-001A):
INVOER AC 100-240 V 50/60 Hz
UITVOER DC 25 V 3,6 A
Batterij (optioneel) Batterijhouder (optioneel)
Li-ionbatterijhouder (PA-BU-001): 14,4 V
Batterijhouder (optioneel)
Li-ionbatterijhouder (PA-BU-001): 14,4 V
Automatisch
uitschakelen
Li-ionbatterijhouder (PA-BU-001):
Uit/10/20/30/40/50/60 minuten
Netspanningsadapter (PA-AD-001A):
Uit/10/20/30/40/50/60 Minuten
Zie De instellingen van de labelprinter
wijzigen op pagina 37 voor meer informatie
over het instellen bij automatisch
uitschakelen.
Li-ionbatterijhouder (PA-BU-001):
Uit/10/20/30/40/50/60 Minuten
Netspanningsadapter (PA-AD-001A):
Uit/10/20/30/40/50/60 Minuten
Zie De instellingen van de labelprinter wijzigen
op pagina 37 voor meer informatie over het
instellen bij automatisch uitschakelen.
Overig
Snijeenheid Duurzame automatische snijeenheid Duurzame automatische snijeenheid
Omgeving Bedrijfstemperatuur/
luchtvochtigheidsgraad
In bedrijf:
tussen 10 en 35 °C /
tussen 20 en 80%
Maximale
natteboltemperatuur:
27 °C
Bedrijfstemperatuur/
luchtvochtigheidsgraad
In bedrijf:
tussen 10 en 35 °C /
tussen 20 en 80%
Maximale
natteboltemperatuur:
27 °C
Compatibele besturingssystemen
Zie support.brother.com
voor de volledige, bijgewerkte lijst met software.
Modelnaam QL-810W QL-820NWB
185
19
19
Omdat sommige functies van P-touch Editor niet beschikbaar zijn op de printer, dient u rekening te houden
met de volgende zaken als u P-touch Editor gebruikt om sjablonen te maken.
U kunt een voorbeeld weergeven van de af te drukken sjabloon die u hebt gemaakt, voordat u de sjabloon
naar de printer overdraagt. Kijk voor meer informatie in De sjabloon naar P-touch Transfer Manager
overbrengen op pagina 123.
Opmerkingen over het maken van sjablonen 19
Het kan voorkomen dat (een deel van) de tekst van een sjabloon die naar de printer wordt overgedragen,
wordt afgedrukt met een in de printer opgeslagen lettertype en/of lettergrootte. Bijgevolg kan een
afgedrukt label er anders uitzien dan de afbeelding van de sjabloon zoals die is gemaakt met P-touch
Editor.
Afhankelijk van de instellingen voor het tekstobject kan de tekstgrootte automatisch worden gereduceerd,
of kan een deel van de tekst niet worden afgedrukt. Wijzig de instelling voor het tekstobject als dat gebeurt.
Hoewel tekenstijlen met P-touch Editor kunnen worden toegepast op afzonderlijke tekens, kunnen deze
op de printer alleen worden toegepast op een blok tekst. Bovendien zijn sommige tekenstijlen niet
beschikbaar op de printer.
Achtergronden die zijn ingesteld met P-touch Editor zijn niet compatibel met de printer.
Een lay-out van P-touch Editor waarin de functie voor het splitsen van labels wordt gebruikt (vergroting
van het label en afdrukken op twee of meer labels) kan niet worden overgebracht.
Alleen het gedeelte van het label binnen het afdrukbare gebied wordt afgedrukt.
Velden die de randen van het afdrukgebied overschrijden, worden mogelijk niet volledig afgedrukt.
Opmerkingen over de transfer van sjablonen 19
Het afgedrukte label kan verschillen van de afbeelding die in het voorbeeldgebied wordt weergegeven in
P-touch Transfer Manager.
Als een barcode die niet in de printer is ingelezen, wordt overgedragen naar de printer zal deze, als het
een 2-dimensionele barcode betreft, in een afbeelding worden omgezet. De afbeelding van de omgezette
barcode kan niet worden bewerkt.
Alle overgedragen objecten die niet kunnen worden bewerkt met de printer, worden omgezet naar een
afbeelding.
Gegroepeerde objecten worden omgezet naar één enkele bitmap.
Opmerkingen over werken met P-touch
Transfer Manager
19
Opmerkingen over werken met P-touch Transfer Manager
186
19
Opmerkingen over het overdragen van gegevens anders dan
sjablonen 19
Als het aantal velden of de volgorde van de velden in een database wordt gewijzigd en alleen het
databasebestand (.csv-bestand) wordt overgedragen om de gegevens bij te werken, wordt de database
mogelijk niet juist aan de sjabloon gekoppeld. Bovendien moet de eerste regel gegevens in het
overgebrachte bestand herkend worden door de printer als "veldnamen".
Logo’s, symbolen en afbeeldingen die naar de printer worden gedownload, worden automatisch
geschaald op basis van het geïntegreerde lettertype of de geïntegreerde symbolen in de bibliotheek.
187
20
20
Ondersteunde protocollen en beveiligingsfuncties 20
Netwerktermen en -informatie 20
Interface Draadloos IEEE 802.11b/g/n (infrastructuurmodus)
IEEE 802.11g/n (Wireless Direct-modus)
Ethernet
(Alleen de
QL-820NWB)
Ethernet 10BASE-T/100BASE-TX Auto Negotiation
Netwerk
(algemeen)
Protocol (IPv4) ARP, RARP, BOOTP, DHCP, APIPA (Auto IP), mDNS, WINS,
NetBIOS name resolution, DNS Resolver, LPR/LPD, Custom Raw
Port/Port9100, FTP-server, TFTP client en server, SNTP client, ICMP,
LLMNR responder, SNMPv1/v2c
Protocol (IPv6) NDP, RA, DNS Resolver, LPR/LPD, mDNS, Custom Raw
Port/Port9100, FTP-server, TFTP client en server, ICMP, LLMNR
responder, SNMPv1/v2c
Netwerk
(beveiliging)
Draadloos WEP 64/128 bit, WPA/WPA2-PSK, LEAP, EAP-FAST, PEAP,
EAP-TTLS, EAP-TLS
Netwerktermen en -informatie
188
20
Soorten netwerkverbindingen en protocollen 20
Dit gedeelte bevat basisinformatie over de geavanceerde netwerkfuncties van de printer en uitleg over een
aantal algemene termen en netwerktermen.
De ondersteunde protocollen en netwerkfuncties verschillen per model printer.
Soorten netwerkverbindingen 20
Peer-to-peer afdrukken met behulp van TCP/IP 20
In een peer-to-peer-omgeving verzendt en ontvangt elke computer rechtstreeks gegevens naar en van elk
apparaat. Er is geen centrale server die de toegang tot bestanden of het delen van printers beheert.
1Router
In een klein netwerk met twee of drie computers wordt de peer-to-peer afdrukmethode aanbevolen omdat
deze eenvoudiger te configureren is dan de gedeelde netwerk-methode. Zie Afdrukken in gedeeld netwerk
op pagina 189.
Alle computers moeten het TCP/IP-protocol gebruiken.
De printer moet een juiste IP-adresconfiguratie hebben.
Als u gebruikmaakt van een router, moet u het gateway-adres op de computers en op de printer
configureren.
TCP/IP
TCP/IP
Netwerktermen en -informatie
189
20
Afdrukken in gedeeld netwerk 20
In een omgeving met een gedeeld netwerk verzendt elke computer gegevens via een centrale computer.
Deze computer wordt vaak een server of een afdrukserver genoemd. De taak van de server is het beheren
van alle afdruktaken.
In een groter netwerk wordt aangeraden gebruik te maken van een afdrukomgeving in een gedeeld
netwerk.
De server of afdrukserver moet het TCP/IP-protocol gebruiken.
De printer moet beschikken over een juiste IP-adresconfiguratie, tenzij de printer via de USB-interface met
de server is verbonden.
1 Clientcomputers
2 Ook bekend als server of afdrukserver
3 TCP/IP of USB
Netwerkprinter
(De labelprinter)
Netwerktermen en -informatie
190
20
De labelprinter configureren voor gebruik in een netwerk 20
IP-adressen, subnetmaskers en gateways 20
Om de printer te kunnen gebruiken in een netwerkomgeving met TCP/IP, moet u het IP-adres en het
subnetmasker configureren. Het IP-adres dat u aan de afdrukserver toewijst, moet zich in hetzelfde logische
netwerk bevinden als uw hostcomputers. Als dit niet het geval is, moet u het subnetmasker en het gateway-
adres op de juiste manier configureren.
IP-adres 20
Een IP-adres is een reeks getallen waarmee elk apparaat in een netwerk kan worden geïdentificeerd. Een
IP-adres bestaat uit vier getallen met punten ertussen. Elk getal is tussen 0 en 254.
In een klein netwerk bijvoorbeeld zult u normaal gesproken het laatste cijfer veranderen:
192.168.1.1
192.168.1.2
192.168.1.3
Het IP-adres toewijzen aan uw afdrukserver: 20
Als u een DHCP-/BOOTP-/RARP-server hebt in uw netwerk, krijgt de afdrukserver automatisch een IP-adres
van die server.
Opmerking
Bij kleinere netwerken kan de DHCP-server tevens de router zijn.
Als u geen DHCP-/BOOTP-/RARP-server hebt, zal het APIPA-protocol automatisch een IP-adres toewijzen
in het bereik van 169.254.0.1 tot en met 169.254.254.254. Het subnetmasker wordt automatisch ingesteld op
255.255.0.0 en het gateway-adres op 0.0.0.0.
Het APIPA-protocol wordt standaard ingeschakeld. U kunt het APIPA-protocol uitschakelen met de
toepassing BRAdmin Light of via webbased management (webbrowser).
Netwerktermen en -informatie
191
20
Subnetmasker 20
Subnetmaskers beperken de netwerkcommunicatie.
Computer 1 kan bijvoorbeeld met Computer 2 communiceren
Computer 1
IP-adres: 192.168.1.2
Subnetmasker: 255.255.255.0
Computer 2
IP-adres: 192.168.1.3
Subnetmasker: 255.255.255.0
De 0 in het subnetmasker betekent dat er geen beperking is met betrekking tot de communicatie aan deze
zijde van het adres. Dat betekent voor het bovenstaande voorbeeld dat communicatie mogelijk is met een
apparaat dat een IP-adres heeft dat begint met 192.168.1.x. (waarbij x een getal is tussen 0 en 254).
Gateway (en router) 20
Een gateway is een netwerkpunt dat fungeert als ingang voor een ander netwerk en dat gegevens, die via
het netwerk worden overgedragen, naar een exacte bestemming verzendt. De router weet waar de bij de
gateway aankomende gegevens naar toe moeten worden gestuurd. Als de bestemming zich in een extern
netwerk bevindt, draagt de router gegevens over aan het externe netwerk. Als uw netwerk communiceert met
andere netwerken, moet u mogelijk het IP-adres van de gateway configureren. Neem contact op met uw
netwerkbeheerder als u het IP-adres van de gateway niet weet.
Netwerktermen en -informatie
192
20
Termen en principes van draadloze netwerken 20
Beveiligingstermen 20
Verificatie en versleuteling 20
De meeste draadloze netwerken maken gebruik van een vorm van beveiligingsinstellingen. De
beveiligingsinstellingen bepalen de verificatie (de manier waarop het apparaat zich identificeert in het
netwerk) en de versleuteling (de manier waarop de gegevens worden gecodeerd bij verzending in het
netwerk). Als u deze gegevens niet juist specificeert bij het configureren van de draadloze Brother
printer, kan de printer geen verbinding maken met het draadloze netwerk. Configureer deze opties
zorgvuldig.
Verificatie- en versleutelingsmethoden voor een persoonlijk draadloos netwerk 20
Een persoonlijk draadloos netwerk is een klein netwerk waarin de printer bijvoorbeeld thuis in een draadloos
netwerk wordt gebruikt, zonder ondersteuning voor IEEE 802.1x.
Zie Verificatie- en versleutelingsmethoden voor een draadloos bedrijfsnetwerk op pagina 194 als u de printer
wilt gebruiken in een door IEEE 802.1x ondersteund draadloos netwerk.
Verificatiemethoden
20
Open systeem
Draadloze apparaten krijgen zonder verificatie toegang tot het netwerk.
Gedeelde sleutel
Een geheime, vooraf vastgelegde sleutel wordt gedeeld door alle apparaten die toegang moeten krijgen
tot het draadloze netwerk.
De draadloze Brother printer gebruikt een WEP-sleutel als vooraf ingestelde sleutel.
WPA-PSK
Ondersteuning voor een vooraf gedeelde Wi-Fi Protected Access-sleutel (WPA-PSK), waarmee de
draadloze Brother printer kan worden gekoppeld aan toegangspunten die TKIP gebruiken voor WPA-PSK.
WPA2-PSK
Ondersteuning voor een vooraf gedeelde Wi-Fi Protected Access-sleutel (WPA2-PSK) waarmee de
draadloze Brother printer kan worden gekoppeld aan toegangspunten die AES gebruiken voor WPA2-
PSK (WPA-Personal).
WPA/WPA2-PSK
Ondersteuning voor een vooraf gedeelde Wi-Fi Protected Access-sleutel (WPA-PSK/WPA2-PSK),
waarmee de draadloze Brother printer kan worden gekoppeld aan toegangspunten die TKIP gebruiken
voor WPA-PSK, of AES voor WPA-PSK en WPA2-PSK (WPA-Personal).
Netwerktermen en -informatie
193
20
Versleutelingsmethoden 20
Geen
Er wordt geen versleutelingsmethode gebruikt.
WEP
Bij het gebruik van WEP (Wired Equivalent Privacy) worden de gegevens verzonden en ontvangen met
een beveiligde sleutel.
TKIP
TKIP (Temporal Key Integrity Protocol) biedt key-mixing per pakket, een integriteitscontrole voor berichten
en een mechanisme ter vervanging van sleutels.
AES
Advanced Encryption Standard (AES) biedt een krachtigere gegevensbeveiliging met behulp van
versleuteling met een symmetrische sleutel.
Netwerksleutel
20
Open systeem/Gedeelde sleutel met WEP
Deze sleutel is een 64-bits of een 128-bits waarde die moet worden ingevoerd in ASCII-indeling of
hexadecimale indeling.
64-(40-)bits ASCII:
maakt gebruik van vijf teksttekens. Bijvoorbeeld, "WSLAN" (hoofdlettergevoelig)
64-(40-)bits hexadecimaal:
maakt gebruik van 10 cijfers hexadecimaal. Bijvoorbeeld, "71f2234aba"
128-(104-)bits ASCII:
maakt gebruik van 13 teksttekens. Bijvoorbeeld, "Wirelesscomms" (hoofdlettergevoelig)
128-(104-)bits hexadecimaal:
maakt gebruik van 26 cijfers hexadecimaal. Bijvoorbeeld, "71f2234ab56cd709e5412aa2ba"
WPA/WPA2-PSK en TKIP met AES
Maakt gebruik van een vooraf gedeelde sleutel (Pre-Shared Key - PSK) die bestaat uit acht of meer
tekens, tot een maximum van 63 tekens.
Bij de instelling [Ad-hoc] voor [Communicatiemodus]
Verificatiemethode Coderingsmodus
Open systeem Geen
WEP
Als [Communicatiemodus] is ingesteld op [Infrastructuur]
Verificatiemethode Coderingsmodus
Open systeem Geen
WEP
Verificatie met openbare sleutel WEP
WPA/WPA2-PSK TKIP+AES
Netwerktermen en -informatie
194
20
Verificatie- en versleutelingsmethoden voor een draadloos bedrijfsnetwerk 20
Een draadloos bedrijfsnetwerk is een groot netwerk met ondersteuning voor IEEE 802.1x. Als u de printer
configureert in een draadloos netwerk met ondersteuning voor IEEE 802.1x, kunt u gebruikmaken van de
volgende methoden voor verificatie en versleuteling.
Verificatiemethoden
20
LEAP (bij een draadloos netwerk)
Cisco LEAP (Light Extensible Authentication Protocol) is ontwikkeld door Cisco Systems, Inc. en werkt
met een gebruikersnaam en een wachtwoord voor verificatie.
EAP-FAST
EAP-FAST (Extensible Authentication Protocol-Flexible Authentication via Secured Tunnel) is ontwikkeld
door Cisco Systems, Inc., en werkt met een gebruikersnaam en een wachtwoord voor verificatie, en
symmetrische sleutelalgoritmes in een getunneld verificatieproces.
De printer ondersteunt de volgende interne verificatiemethoden:
EAP-FAST/NONE
EAP-FAST/MS-CHAPv2
EAP-FAST/GTC
PEAP
PEAP (Protected Extensible Authentication Protocol) is ontwikkeld door Microsoft Corporation, Cisco
Systems en RSA Security. PEAP maakt een gecodeerde SSL-/TLS-tunnel (Secure Sockets
Layer/Transport Layer Security) tussen een client en een verificatieserver voor het verzenden van een
gebruikersnaam en een wachtwoord. PEAP biedt wederzijdse verificatie tussen de server en de client.
De printer ondersteunt de volgende interne verificatiemethoden:
PEAP/MS-CHAPv2
PEAP/GTC
EAP-TTLS
EAP-TTLS (Extensible Authentication Protocol Tunnelled Transport Layer Security) is ontwikkeld door
Funk Software en Certicom. EAP-TTLS maakt een met PEAP vergelijkbare SSL-tunnel tussen een client
en een verificatieserver voor het verzenden van een gebruikersnaam en een wachtwoord. EAP-TTLS
biedt wederzijdse verificatie van de server en de client.
De printer ondersteunt de volgende interne verificatiemethoden:
EAP-TTLS/CHAP
EAP-TTLS/MS-CHAP
EAP-TTLS/MS-CHAPv2
EAP-TTLS/PAP
EAP-TLS
EAP-TLS (Extensible Authentication Protocol Transport Layer Security) vereist digitale
certificaatverificatie, zowel bij de client als de verificatieserver.
Netwerktermen en -informatie
195
20
Versleutelingsmethoden 20
TKIP
TKIP (Temporal Key Integrity Protocol) biedt key-mixing per pakket, een integriteitscontrole voor berichten
en een mechanisme voor heruitgifte van sleutels.
AES
Advanced Encryption Standard (AES) biedt een krachtigere gegevensbeveiliging met behulp van
versleuteling met een symmetrische sleutel.
CKIP
Het originele Key Integrity Protocol voor LEAP van Cisco Systems, Inc.
Gebruikers-ID en wachtwoord
20
De volgende beveiligingsmethoden ondersteunen een gebruikersnaam met minder dan 64 tekens en een
wachtwoord met minder dan 32 tekens:
LEAP
EAP-FAST
PEAP
EAP-TTLS
EAP-TLS (voor gebruikersnaam)
Als [Communicatiemodus] is ingesteld op [Infrastructuur]
Verificatiemethode Coderingsmodus
LEAP CKIP
EAP-FAST/NONE TKIP+AES
EAP-FAST/MS-CHAPv2 TKIP+AES
EAP-FAST/GTC TKIP+AES
PEAP/MS-CHAPv2 TKIP+AES
PEAP/GTC TKIP+AES
EAP-TTLS/CHAP TKIP+AES
EAP-TTLS/MS-CHAP TKIP+AES
EAP-TTLS/MS-CHAPv2 TKIP+AES
EAP-TTLS/PAP TKIP+AES
EAP-TLS TKIP+AES
196
21
21
Algemene procedure voor de P-touch Template-functie 21
De algemene procedure voor het gebruik van de P-touch Template-functie is hieronder beschreven.
Zie Labels afdrukken met P-touch Template op pagina 69 voor meer informatie over het opgeven van de
verschillende instellingen.
Voordat de barcodelezer op de printer kan worden aangesloten, moet u er tijdens de voorbereiding voor
zorgen dat de instellingen van de barcodelezer overeenkomen met die van het hulpprogramma P-touch
Template Settings. Kijk voor meer informatie in Voorbereiding op pagina 70.
a Gebruik P-touch Editor om een sjabloon te maken en die vervolgens naar de printer over te dragen.
b Verbind de barcodelezer met de printer.
c Scan de barcode "P-touch-sjabloonopdracht" om nieuwe instellingen op te geven en de bestaande
instellingen te wissen.
d Scan de barcode "Basisinstellingen" om het aantal exemplaren op te geven.
e Geef de van toepassing zijnde instellingen (A, B of C) op.
A. Sjablonen standaard afdrukken
21
1 Scan de barcode "Vooraf ingesteld sjabloonnummer".
B. Sjablonen geavanceerd afdrukken
21
1 Scan de barcode "Sjabloon selecteren" en vervolgens de barcodes bij "Voor het opgeven van
aantallen".
2 Scan de barcode waarvan u de gegevens wilt gebruiken of kopiëren.
3 Scan de barcode "Afdruk starten".
C. Afdrukken met Database Opzoeken
21
1 Scan de barcode "Sjabloon selecteren" en vervolgens de barcodes bij "Voor het opgeven van
aantallen".
2 Scan de sleutelbarcode voor de databasegegevens.
3 Scan de barcode "Scheidingsteken".
4 Scan de barcode "Afdruk starten".
f Het opgegeven label wordt afgedrukt.
Barcodelijst voor de P-touch
Template-functie
21
Barcodelijst voor de P-touch Template-functie
197
21
Lijst van barcodes voor het specificeren van instellingen 21
Voor informatie over het gebruik van deze barcodes voor het opgeven van de printerinstellingen, raadpleegt
u Labels afdrukken met P-touch Template op pagina 69.
Opmerking
Als u de barcodes in deze lijst gebruikt, stelt u "Trigger for P-touch Template afdrukken" en
"opdrachtprefixteken" in bij de fabrieksinstellingen van de het hulpprogramma P-touch Template
Instellingen.
Zorg dat u de barcodes afdrukt met een hoge resolutie, zodat de barcodelezer deze goed kan lezen en de
gewenste labels kan afdrukken.
P-touch-sjabloonopdracht (initialiseren + beginnen met het opgeven van de instellingen)
Basisinstellingen
Automatisch afsnijden aan (elk label afzonderlijk
afsnijden) +
Afsnijden aan einde aan
21
Automatisch afsnijden aan (na elke twee labels
afsnijden) +
Afsnijden aan einde aan
21
Automatisch afsnijden uit + Afsnijden aan
einde aan
21
Automatisch afsnijden uit + Afsnijden aan
einde uit
21
Prioriteit voor afdruksnelheid 21 Give priority to print quality (Prioriteit voor
afdrukkwaliteit)
21
Aantal exemplaren 21
Barcodelijst voor de P-touch Template-functie
198
21
Voor het invoeren van cijfers
1
1
Deze worden gebruikt om het aantal af te drukken exemplaren op te geven en om een sjabloonnummer te selecteren.
Scan de barcodes om een driecijferig getal op te geven (bijv. [0][0][7] of [0][1][5]). De instelling wordt automatisch toegepast wanneer drie cijfers
zijn opgegeven.
Om instellingen te wijzigen, scant u nogmaals de barcode "Aantal exemplaren" wanneer u het aantal exemplaren wijzigt, of scant u nogmaals de
barcode "Sjabloon selecteren" wanneer u het sjabloonnummer wijzigt. Vervolgens scant u de barcodes voor het nieuwe driecijferige getal.
1 21 2 21
3 21 4 21
5 21 6 21
7 21 8 21
9 21 0 21
00 21
Barcodelijst voor de P-touch Template-functie
199
21
Vooraf ingesteld sjabloonnummer
Vooraf ingestelde sjabloon 1
21 Vooraf ingestelde sjabloon 2 21
Vooraf ingestelde sjabloon 3 21 Vooraf ingestelde sjabloon 4 21
Vooraf ingestelde sjabloon 5 21 Vooraf ingestelde sjabloon 6 21
Vooraf ingestelde sjabloon 7 21 Vooraf ingestelde sjabloon 8 21
Vooraf ingestelde sjabloon 9 21 Vooraf ingestelde sjabloon 10 21
Sjabloon selecteren Het aantal afdrukken met volgnummer
Scheidingsteken Initialiseer sjabloongegevens
Afdrukken starten
^NN
^ID
200
22
22
De batterijhouder gebruiken (oplaadbare li-ionbatterij) 22
De batterijhouder opladen
Opmerking
Voor gebruik moet u de batterijhouder opladen.
Het volledig opladen van de batterijhouder duurt ongeveer 2,5 uur.
a Controleer of de batterijhouder in de printer is geplaatst.
b Verbind de printer via de netspanningsadapter en het netsnoer met een stopcontact.
Bij de QL-810W brandt het batterijlampje ( ) oranje tijdens het opladen en gaat uit als de batterij
volledig is opgeladen.
Bij de QL-820NWB wordt de capaciteit van de batterijvoeding op het LCD-scherm weergegeven.
Opmerking
Als de batterijhouder niet volledig is opgeladen en u de printer gaat gebruiken om af te drukken, labels in
te voeren of een andere handeling uit te voeren, wordt het opladen tijdelijk onderbroken en hervat als de
bewerking is voltooid.
De batterijhouder gebruiken
(optioneel: PA-BU-001)
22
De batterijhouder gebruiken (optioneel: PA-BU-001)
201
22
Het opladen van de batterijhouder onderbreken
Koppel de netspanningsadapter los om het opladen te onderbreken.
Opmerkingen bij gebruik van de batterijhouder
Laad de batterijhouder voor gebruik volledig op. Gebruik de batterij niet zolang deze niet helemaal is
opgeladen.
Het opladen van de batterijhouder dient plaats te vinden in een omgeving met een temperatuur tussen
10 en 35 °C. Plaats de printer in een omgeving met een temperatuur tussen 10 en 35 °C en probeer de
batterijhouder opnieuw op te laden.
Als de printer wordt gebruikt om af te drukken, labels in te voeren of een andere handeling uit te voeren
terwijl de batterij is geplaatst en de netspanningsadapter is aangesloten, wordt het opladen gestopt, ook
als de batterij niet volledig is opgeladen. Als printer niet meer wordt aangestuurd, wordt de batterij verder
opgeladen.
Op de QL-820NWB kan de status van de batterijhouder op het LCD-scherm worden gecontroleerd.
Kenmerken van de batterijhouder
Neem het volgende in acht voor de beste prestaties en de langste levensduur van de batterijhouder:
Gebruik de batterijhouder niet - en sla deze niet op - op een locatie die is blootgesteld aan extreem hoge
of lage temperaturen, omdat de batterijhouder dan sneller leeg raakt. Dat kan gebeuren als een bijna
volle batterijhouder (90% of hoger) wordt gebruikt op een locatie met hoge omgevingstemperaturen.
Verwijder de batterijhouder uit de printer als u die langere tijd niet gebruikt.
Sla een batterijhouder die minder dan 50% is opgeladen op een koele en droge plaats op en stel de
printer niet bloot aan direct zonlicht.
Laad de batterijhouder eenmaal per zes maanden op als deze langere tijd wordt opgeslagen.
Als u de printer aanraakt terwijl de batterijhouder wordt opgeladen, kan de printer warm aanvoelen. Dat
is normaal en de printer kan gewoon worden gebruikt. Als de printer echter zeer heet wordt, moet u het
gebruik staken en de printer laten afkoelen.
De batterijhouder gebruiken (optioneel: PA-BU-001)
202
22
Productspecificaties 22
Oplaadbare li-ionbatterijhouder 22
Formaat: circa 125 (B) × 197 (D) × 69 (H) mm
Gewicht: circa 0,59 kg
Voltage: 14,4 V
Capaciteit: 1 750 mAh
Laadcycli: circa 300 keer
Laadtijd: circa 2,5 uur
203
23
23
De P-touch Template-modus biedt functies voor het invoegen van gegevens in tekst en barcode-objecten in
een sjabloon, die van een barcodelezer is gedownload en naar de aangesloten printer is overgedragen.
Omdat de Brother barcodelezer (optioneel: PA-BR-001) is ingesteld op basis van de [Instellingen P-touch
Template] in Printer Instelling Tool, kunt u de barcodelezer direct gebruiken, zonder de instellingen te
wijzigen.
Voor meer informatie over de Brother barcodelezer kunt u de instructiehandleiding raadplegen, die met de
barcodelezer is meegeleverd.
Werken met de Brother barcodelezer
(optioneel: PA-BR-001)
(alleen de QL-820NWB)
23
186

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Brother QL810W bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Brother QL810W in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 5,05 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Brother QL810W

Brother QL810W Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 217 pagina's

Brother QL810W Gebruiksaanwijzing - English - 214 pagina's

Brother QL810W Gebruiksaanwijzing - Français - 214 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info