5 Druk op de SET-toets, wanneer de gewenste tekst op het scherm ver-
schijnt.
6 Het geselekteerde zinsgeheugen wordt nu in het werkgebied
opgeroepen.
Opmerking:
* De tekst wordt opgeroepen met dezelfde tekenafmeting, printstijl en
onderlijning/omkadering die waren opgeslagen.
* Wanneer een tekst uit het ZINSGEHEUGEN wordt opgeroepen, wordt
een eventueel op het display aanwezige tekst gewist.
* Wanneer U een tekst uit het zinsgeheugen oproept, wordt alle tekst die
op dat moment op het display wordt weergegeven, gewist.
41
Oproepen vanuit het zinsgeheugen
Wanneer U een tekst die in één van de negen zinsgeheugens is opge-
slagen wilt oproepen:
1 Houd de CODE-toets ingedrukt en druk op de RECALL-toets.
2 Het display zal er als volgt uitzien:
3 Kies het cijfer van het gebied dat U wilt oproepen en druk op de toets.
4 Het cijfer en het begin van de tekst zullen op het display verschijnen.
Wanneer U het verkeerde cijfer heeft gekozen, kunt U nu een nieuw
cijfer indrukken (1-9) om de juiste zin weer te geven.
40