585308
253
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/258
Pagina verder
Basis
gebruikershandleiding
MFC-L8650CDW
MFC-L8850CDW
MFC-L9550CDW
Niet alle modellen zijn verkrijgbaar in alle landen.
Versie 0
DUT/BEL-DUT
Als u contact moet opnemen met de
klantenservice
Vul de volgende gegevens in om deze later eenvoudig te
kunnen raadplegen:
Modelnummer: MFC-L8650CDW /
MFC-L8850CDW / MFC-L9550CDW
(omcirkel uw modelnummer)
Serienummer:
1
Aankoopdatum:
Aankoopplaats:
1
Het serienummer staat op de achterkant van de unit.
Bewaar deze gebruikershandleiding samen met uw
kassabon als bewijs van uw aankoop, in geval van
diefstal, brand of service in geval van garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
© 2014 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden.
i
Gebruikershandleidingen en waar kan ik ze
vinden?
Welke handleiding? Wat staat erin? Waar is het?
Handleiding product
veiligheid
Lees deze handleiding eerst. Lees de
veiligheidsinstructies voor u de machine
installeert. Raadpleeg deze gids voor
handelsmerken en wettelijke beperkingen.
Gedrukt / in de verpakking
Installatiehandleiding Volg de instructies voor het instellen van uw
machine en installeren van de drivers en
software voor het besturingssysteem en het
type verbinding dat u gebruikt.
Gedrukt / in de verpakking
Basis
gebruikershandleiding
Hier vindt u meer informatie over de basis-,
fax-, kopieer-, scan- en Direct Print-functies
en over het vervangen van de
verbruiksartikelen. Zie tips voor het oplossen
van problemen.
Gedrukt / in de verpakking
Voor
Tsjechië,
Hongarije,
Bulgarije,
Polen,
Roemenië,
Slowakije:
(Windows
®
)
PDF-bestand/cd-rom/in de
verpakking
(Macintosh)
PDF-bestand/Brother
Solutions Center
1
Geavanceerde
gebruikershandleiding
Hier vindt u meer informatie over
geavanceerde functies: faxen, kopiëren,
beveiliging, afdrukrapporten en het uitvoeren
van routineonderhoud.
(Windows
®
)
PDF-bestand/cd-rom/in de
verpakking
(Macintosh)
PDF-bestand/Brother
Solutions Center
1
Software en Netwerk
gebruikershandleiding
Deze handleiding biedt instructies voor het
scannen, afdrukken, PC-FAX en andere
handelingen die uitgevoerd kunnen worden
door uw apparaat van Brother op een
computer aan te sluiten. U kunt ook nuttige
informatie vinden over het gebruik van het
hulpprogramma Brother ControlCenter, het
gebruik van uw machine in een
netwerkomgeving en veelgebruikte termen.
(Windows
®
)
HTML-bestand/cd-rom/in de
verpakking
(Macintosh)
HTML-bestand/Brother
Solutions Center
1
Google cloud print
handleiding
Deze handleiding biedt u informatie over het
configureren van uw Brother-machine voor
een Google-account en het gebruik van
Google Cloud Print™-services om af te
drukken via het internet.
PDF-bestand / Brother
Solutions Center
1
ii
1
Ga naar http://solutions.brother.com/.
Handleiding mobiel
printen/scannen voor
Brother iPrint&Scan
In deze handleiding vindt u nuttige informatie
over het afdrukken vanaf uw mobiel apparaat
en scannen vanaf uw Brother-machine naar
uw mobiel apparaat bij verbinding met een
Wi-Fi
®
-netwerk.
PDF-bestand / Brother
Solutions Center
1
Handleiding Web
Connect
In deze handleiding vindt u meer informatie
over het configureren en gebruiken van uw
Brother-machine voor het scannen, laden en
bekijken van beelden en bestanden op
bepaalde websites die deze services
aanbieden.
PDF-bestand / Brother
Solutions Center
1
Welke handleiding? Wat staat erin? Waar is het?
iii
Inhoudsopgave
(Basis gebruikershandleiding)
1 Algemene informatie 1
Gebruik van de documentatie................................................................................1
Symbolen en conventies in de documentatie .................................................. 1
Toegang tot “Brother Utilities” (Windows
®
)............................................................2
De Geavanceerde gebruikershandleiding en de Software en Netwerk
gebruikershandleiding raadplegen ..................................................................... 3
Documentatie bekijken .................................................................................... 3
Gebruikershandleidingen voor geavanceerde functies openen............................. 6
Ondersteuning voor Brother oproepen (Windows
®
) .............................................. 6
Ondersteuning voor Brother oproepen (Macintosh) .............................................. 7
Overzicht bedieningspaneel .................................................................................. 8
LCD-aanraakscherm ..................................................................................... 10
Het scherm Gereed instellen ......................................................................... 14
Basishandelingen .......................................................................................... 14
Instellingen voor snelkoppelingen........................................................................ 15
Kopieersnelkoppelingen toevoegen ..............................................................15
Fax-snelkoppelingen toevoegen.................................................................... 16
Scan-snelkoppelingen toevoegen .................................................................17
Snelkoppelingen voor Web Connect toevoegen ........................................... 19
Snelkoppelingen voor apps toevoegen ........................................................20
Snelkoppelingen wijzigen .............................................................................. 20
Namen van snelkoppelingen bewerken......................................................... 21
Snelkoppelingen verwijderen......................................................................... 22
Snelkoppelingen opnieuw oproepen ............................................................. 22
Stel de datum en tijd in ........................................................................................22
Voer persoonlijke informatie in (Stations-ID) .......................................................23
Volume-instellingen .............................................................................................24
Belvolume......................................................................................................24
Volume van de waarschuwingstoon ..............................................................24
Luidsprekervolume ........................................................................................ 24
2 Papier plaatsen 25
Papier en afdrukmedia plaatsen .......................................................................... 25
Papier in de standaardpapierlade en de optionele onderste lade plaatsen... 25
Papier laden in de multifunctionele lade (Multif. lade) ...................................27
Onscanbare en onbedrukbare gedeeltes ......................................................32
Papierinstellingen ................................................................................................33
Papierformaat ................................................................................................33
Papiersoort .................................................................................................... 33
Gebruik van de lade in kopieermodus ........................................................... 34
Gebruik van de lade in faxmodus ..................................................................34
Gebruik van de lade in afdrukmodus.............................................................35
Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia .....................................................36
Aanbevolen papier en afdrukmedia...............................................................36
Papiersoort en -formaat.................................................................................36
Speciaal papier hanteren en gebruiken.........................................................38
iv
3 Documenten plaatsen 41
Hoe documenten plaatsen...................................................................................41
De automatisch documentinvoer (ADF) gebruiken........................................41
De glasplaat gebruiken..................................................................................42
4 Een fax verzenden 43
Hoe een fax verzenden........................................................................................43
Faxen onderbreken .......................................................................................44
Documenten in Letter-/Legal-
1
/Folio
1
-formaat faxen vanaf de glasplaat .....44
Een lopende fax annuleren............................................................................45
Verzendrapport..............................................................................................45
5 Een fax ontvangen 46
Ontvangstmodi.....................................................................................................46
De ontvangstmodus kiezen ...........................................................................46
Ontvangstmodi gebruiken....................................................................................48
Alleen fax.......................................................................................................48
Fax/Tel...........................................................................................................48
Handmatig .....................................................................................................48
Extern antwoordapparaat ..............................................................................48
Instellingen ontvangstmodus ...............................................................................49
Belvertraging .................................................................................................49
F/T-beltijd (alleen Fax/Tel-modus).................................................................49
Fax waarnemen.............................................................................................50
Faxvoorbeeld (alleen zwart-wit)...........................................................................51
Een afdrukvoorbeeld van een ontvangen fax bekijken..................................51
Faxvoorbeeld uitschakelen ............................................................................53
6 PC-FAX gebruiken 54
Hoe PC-FAX gebruiken .......................................................................................54
PC-FAX Receive (PC-FAX ontvangen) (alleen voor Windows
®
) ..................54
Een PC-FAX verzenden ................................................................................55
7 Telefoon en externe apparaten 56
Telefoonlijndiensten.............................................................................................56
Het telefoonlijntype instellen..........................................................................56
Een extern antwoordapparaat verbinden ............................................................57
Verbindingen .................................................................................................57
Een uitgaand bericht opnemen (OGM)..........................................................58
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)............................................................58
Externe en tweede toestellen ..............................................................................59
Een extern of tweede toestel verbinden ........................................................59
Bediening op extern of tweede toestel ..........................................................59
Alleen voor Fax/Tel-modus............................................................................59
Een draadloze externe handset gebruiken die niet van Brother is ................60
Codes voor afstandsbediening gebruiken .....................................................60
v
8 Nummers kiezen en opslaan 62
Hoe kiezen...........................................................................................................62
Handmatig kiezen..........................................................................................62
Kiezen vanuit het adresboek .........................................................................62
LDAP zoeken................................................................................................. 62
Faxnummer opnieuw kiezen.......................................................................... 62
Nummers opslaan................................................................................................63
Een pauze opslaan........................................................................................63
Nummers in het adresboek opslaan.............................................................. 63
Namen of nummers in het adresboek wijzigen..............................................64
9 Kopieën maken 65
Hoe kopiëren ....................................................................................................... 65
Kopiëren onderbreken ...................................................................................65
Voorgeprogrammeerde kopieerinstellingen................................................... 65
Kopieerinstellingen en opties......................................................................... 66
10 Gegevens afdrukken vanaf het USB-flashstation of een
digitale camera met ondersteuning voor massaopslag 67
Een PRN-bestand aanmaken voor rechtstreeks afdrukken................................. 67
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf het USB-flashstation of een
digitale camera met ondersteuning voor massaopslag .................................... 68
De standaardinstellingen voor rechtstreeks afdrukken wijzigen.................... 70
11 Afdrukken vanaf een computer 71
Een document afdrukken..................................................................................... 71
12 Hoe scannen naar een computer 72
Voor het scannen ................................................................................................ 72
Een document als PDF-bestand scannen met ControlCenter4 (Windows
®
)....... 73
Een document als PDF-bestand scannen met het aanraakscherm ....................75
vi
A Routinematig onderhoud 77
Verbruiksartikelen vervangen ..............................................................................77
De tonercartridges vervangen .......................................................................81
De drumeenheid vervangen ..........................................................................87
De riemeenheid vervangen ...........................................................................93
De tonerbak vervangen .................................................................................98
De machine reinigen en controleren..................................................................105
De buitenzijde van de machine reinigen......................................................106
De glasplaat reinigen...................................................................................107
Het glas van de laserscanner reinigen ........................................................108
De coronadraden reinigen ...........................................................................112
De drumeenheid reinigen ............................................................................115
De papierinvoerrollen reinigen.....................................................................121
Kleurkalibratie..............................................................................................122
Kleurregistratie ............................................................................................123
Autocorrectie ...............................................................................................123
B Problemen oplossen 124
Het probleem identificeren.................................................................................124
Foutmeldingen en onderhoudsmeldingen .........................................................126
Uw faxen of faxjournaal overbrengen ..........................................................135
Vastgelopen documenten ..................................................................................137
Document vastgelopen in de bovenzijde van de ADF
(automatische documentinvoer) ..............................................................137
Document vastgelopen onder het documentdeksel ....................................137
Kleine documenten verwijderen die zijn vastgelopen in de ADF
(automatische documentinvoer) ..............................................................138
Document vastgelopen in de uitvoerlade ....................................................138
Vastgelopen papier............................................................................................139
Het papier is vastgelopen in de multifunctionele lade .................................139
Het papier is vastgelopen in de papierlade 1 of lade 2................................140
Papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine ..........................141
Papier is vastgelopen in de machine...........................................................143
Het papier is vastgelopen onder de papierlade ...........................................146
Als u problemen hebt met de machine ..............................................................148
Kiestoondetectie instellen............................................................................157
Storing op de telefoonlijn / VoIP ..................................................................157
De afdrukkwaliteit verbeteren ............................................................................158
Informatie over de machine ...............................................................................167
Het serienummer controleren ......................................................................167
De firmwareversie controleren.....................................................................167
Reset-handelingen ......................................................................................167
De machine resetten ...................................................................................168
C Instellings- en functietabellen 169
De instellingstabellen gebruiken ........................................................................169
Instellingstabellen ..............................................................................................170
Functietabellen ..................................................................................................198
Tekst invoeren ...................................................................................................227
vii
D Specificaties 228
Algemeen .......................................................................................................... 228
Document grootte ..............................................................................................231
Afdrukmedia.......................................................................................................232
Fax..................................................................................................................... 233
Kopiëren ............................................................................................................234
Scanner .............................................................................................................235
Printer ................................................................................................................ 236
Interfaces........................................................................................................... 237
Netwerk..............................................................................................................238
Functie Rechtstreeks afdrukken ........................................................................239
Computervereisten ............................................................................................240
Toebehoren ....................................................................................................... 241
Belangrijke informatie over de levensduur van de tonercassette ...................... 242
E Index 244
viii
Inhoudsopgave
(Geavanceerde gebruikershandleiding)
U kunt de Geavanceerde gebruikershandleiding raadplegen.
In de Geavanceerde gebruikershandleiding worden de volgende functies en handelingen
toegelicht.
1 Algemene instelling
Opslag in het geheugen
Kiesmodus toon of pulse instellen
Automatisch zomertijd instellen
Selecteer de tijdzone
Ecologische functies
Functie stille modus
Aanraakscherm
2 Beveiligingsfuncties
Secure Function Lock 3.0
Active Directory-verificatie
IPSec
Instelslot
Kiesbeperking (alleen
MFC-modellen)
3 Een fax verzenden
(alleen MFC-modellen)
Aanvullende verzendopties
Aanvullende verzendbewerkingen
4 Een fax ontvangen
(alleen MFC-modellen)
Opties voor Ontvangst uit het
geheugen
Afstandsbediening
Aanvullende ontvangstfuncties
5 Nummers kiezen en opslaan
(alleen MFC-modellen)
Aanvullende kiesfuncties
Bijkomende manieren om nummers
op te slaan
6 Rapporten afdrukken
Faxrapporten (alleen MFC-modellen)
Rapporten
7 Kopiëren
Kopieerinstellingen
A Routineonderhoud
De machine controleren
Periodieke onderhoudsonderdelen
vervangen
De machine inpakken en vervoeren
B Toebehoren
Toebehoren
Optionele papierlade (Voor
DCP-L8400CDN, DCP-L8450CDW,
MFC-L8650CDW en
MFC-L8850CDW (LT-320CL))
(Voor MFC-L9550CDW (LT-325CL))
Geheugenkaart
C Verklarende woordenlijst
DIndex
Windows
®
:
PDF-bestand / Cd-rom / In de verpakking
Macintosh: PDF-bestand / Brother Solutions Center op
http://solutions.brother.com/
1
1
1
Gebruik van de
documentatie 1
Dank u voor de aanschaf van een Brother-
machine! Het lezen van de documentatie helpt
u bij het optimaal benutten van uw machine.
Symbolen en conventies in de
documentatie 1
De volgende symbolen en conventies worden
in de documentatie gebruikt.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die, als deze niet
wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig of
fataal letsel.
BELANGRIJK
BELANGRIJK geeft een mogelijk gevaarlijke
situatie aan die kan resulteren in schade aan
eigendommen, storingen of een niet-werkend
product.
OPMERKING
De aanduidingen Opmerkingen geven aan
hoe u moet reageren in een bepaalde situatie
of geven informatie over hoe de huidige
functie werkt met andere functies.
Volg alle waarschuwingen en instructies die
op het product worden aangegeven.
OPMERKING
De meeste illustraties in deze
Gebruikershandleiding tonen de
MFC-L8850CDW.
Algemene informatie 1
De pictogrammen Elektrisch Gevaar
waarschuwen u voor een mogelijke
elektrische schok.
Pictogrammen voor brandgevaar
wijzen u op een risico op brand.
De pictogrammen Heet oppervlak
waarschuwen u voor hete delen van
de machine.
Verbodspictogrammen wijzen op
handelingen die niet mogen worden
uitgevoerd.
Vetgedrukt Vetgedrukte tekst geeft de
kiestoetsen van het
aanraakpaneel of op het
computerscherm aan.
Cursief
gedrukt
Cursief gedrukte tekst legt
de nadruk op een belangrijk
punt of verwijst naar een
verwant onderwerp.
Courier
New
Het lettertype Courier New
geeft de meldingen aan die
worden weergegeven op het
aanraakscherm van de
machine.
Hoofdstuk 1
2
Toegang tot “Brother Utilities” (Windows
®
) 1
Brother Utilities is een applicatiestarter die handig toegang biedt tot alle Brother-applicaties
die op uw apparaat geïnstalleerd zijn.
a (Windows
®
7 / Windows Vista
®
/ Windows
®
XP)
Klik (Start) op het menu, selecteer Alle programma's > Brother > Brother Utilities
(Windows
®
8)
Tik of klik op (Brother Utilities) op ofwel het beginscherm of het bureaublad.
(Windows
®
8.1)
Beweeg uw muis naar de linkeronderhoek van het scherm Start en klik op (als u een
apparaat met tiptoetsen gebruikt, veeg dan vanaf de onderkant van het scherm Start om het
scherm Apps weer te geven). Als het scherm Apps verschijnt, tikt of klikt u op (Brother
Utilities).
b Selecteer uw machine.
c Kies de functie die u wilt gebruiken.
Algemene informatie
3
1
De Geavanceerde
gebruikershandleiding
en de Software en
Netwerk
gebruikershandleiding
raadplegen
1
Deze Basis gebruikershandleiding bevat niet
de volledige informatie over de machine,
zoals hoe u de geavanceerde functies voor
fax, kopie, printer, scanner, PC-FAX en
netwerk gebruikt. Voor gedetailleerde
informatie over deze functies kunt u de
Geavanceerde gebruikershandleiding en
de Software en Netwerk
gebruikershandleiding in HTML-formaat
raadplegen. Deze zijn te vinden op de
cd-rom.
OPMERKING
Macintosh: U kunt de Geavanceerde
gebruikershandleiding en de Software en
Netwerk gebruikershandleiding vinden op
onze website “Brother Solutions Center
(http://solutions.brother.com/
).
Documentatie bekijken 1
Documentatie bekijken (Windows
®
) 1
(Windows
®
7/Windows Vista
®
/
Windows
®
XP)
Voor het raadplegen van de documentatie,
selecteert u Alle programma's in het
(Starten)-menu, en vervolgens Brother,
gevolgd door Brother Utilities. Klik op
de vervolgkeuzelijst en selecteer uw
modelnaam (indien niet al geselecteerd). Klik
in de linkernavigatiebalk op Ondersteuning
en daarna op Gebruikershandleidingen.
(Windows
®
8)
Klik op (Brother Utilities) en klik
vervolgens op de vervolgkeuzelijst en
selecteer uw modelnaam (indien dit nog niet
is gebeurd). Klik in de linkernavigatiebalk op
Ondersteuning en daarna op
Gebruikershandleidingen.
Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt
u de documentatie op de cd-rom vinden door
deze stappen te volgen:
a Zet de computer aan. Plaats de cd-rom
in het cd-romstation.
OPMERKING
Ga als het Brother-scherm niet wordt
weergegeven naar Computer (Deze
computer). (Windows
®
8: Klik in de
taakbalk op (Verkenner) en ga
vervolgens naar Computer (Deze pc).)
Dubbelklik op het pictogram van de
cd-rom en dubbelklik vervolgens op
start.exe.
b Als de modelnaam op het scherm wordt
weergegeven, klikt u op de modelnaam.
Hoofdstuk 1
4
c Als het scherm voor de taalkeuze wordt
weergegeven, klikt u op de gewenste
taal. Het bovenste menu van de cd-rom
wordt geopend.
d Klik op Gebruikershandleidingen.
e Klik op Gebruikershandleidingen op
de cd-rom. Als het scherm voor de
landenkeuze wordt weergegeven,
selecteert u het gewenste land. Als de
lijst van Gebruikershandleidingen wordt
weergegeven, selecteert u de gewenste
handleiding.
Documentatie bekijken (Macintosh) 1
Op onze website “Brother Solutions Center
(http://solutions.brother.com/
) vindt u
gebruikershandleidingen die u kunt bekijken
of downloaden.
Klik op Handleidingen op de pagina van uw
model om de documentatie te downloaden.
Instructies vinden om te scannen 1
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Software en Netwerk
gebruikershandleiding
Scannen
ControlCenter
Netwerkscannen
Algemene informatie
5
1
Procedurehandleidingen Nuance™
PaperPort™ 12SE
(Windows
®
)
De complete procedurehandleidingen
voor Nuance™ PaperPort™ 12SE kunt u
vinden op het tabblad Help in de
Nuance™ PaperPort™ 12SE-toepassing.
Gebruikershandleiding Presto!
PageManager
(Macintosh)
OPMERKING
Presto! PageManager moet gedownload
en geïnstalleerd worden voor gebruik
(zie Ondersteuning voor Brother
oproepen (Macintosh) uu pagina 7 voor
meer instructies).
U kunt de complete Presto! PageManager
Gebruikershandleiding bekijken via het
Helpgedeelte in Presto! PageManager.
Instructies vinden voor het instellen van
een netwerk
U kunt uw machine aansluiten op een
draadloos of een bedraad netwerk.
Standaardinstructies voor het instellen:
(uu Installatiehandleiding.)
Verbinding met een draadloos
toegangspunt of een draadloze router
Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™:
(uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.)
Meer informatie over het instellen van een
netwerk:
(uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.)
Hoofdstuk 1
6
Gebruikershandleiding
en voor geavanceerde
functies openen
1
U kunt deze handleidingen bekijken en
downloaden in het Brother Solutions Center
op:
http://solutions.brother.com/
Klik op Handleidingen op de pagina van uw
model om de documentatie te downloaden.
Google cloud print handleiding 1
Deze handleiding biedt informatie over het
configureren van uw Brother-machine voor
een Google-account en het gebruik van
Google Cloud Print™-services om af te
drukken via het internet.
Handleiding mobiel printen/scannen
voor Brother iPrint&Scan
1
In deze handleiding vindt u nuttige informatie
over het afdrukken vanaf een mobiel
apparaat en scannen vanaf uw Brother-
machine naar een mobiel apparaat bij
verbinding met een Wi-Fi-netwerk.
Handleiding Web Connect 1
In deze handleiding vindt u informatie over
het configureren en gebruiken van uw
Brother-machine voor het scannen, laden en
bekijken van beelden en bestanden op
bepaalde websites die deze services
aanbieden.
Ondersteuning voor
Brother oproepen
(Windows
®
) 1
U kunt alle benodigde contactgegevens zoals
webondersteuning (Brother Solutions
Center) op de cd-rom vinden.
Klik op Brother-support op het
Hoofdmenu. Het Brother Support-scherm
verschijnt.
Om onze website
(http://www.brother.com/
) te openen, klikt
u op Brother-startpagina.
Voor het laatste nieuws en
productondersteuningsinformatie
(http://solutions.brother.com/
), klikt u op
Brother Solutions Center.
Wanneer u onze website wilt bezoeken
voor originele Brother-onderdelen
(http://www.brother.com/original/
), klikt u
op Informatie over verbruiksartikelen.
Om naar Brother CreativeCenter
(http://www.brother.com/creativecenter/
)
te gaan voor GRATIS fotoprojecten en
afdrukbare downloads, klikt u op Brother
CreativeCenter.
Wanneer u wilt terugkeren naar het
Hoofdmenu, klikt u op Terug. Als u klaar
bent, klikt u op Afsluiten.
Algemene informatie
7
1
Ondersteuning voor
Brother oproepen
(Macintosh)
1
Alle benodigde contactinformatie, zoals
webondersteuning, staat tot uw beschikking.
Bezoek onze website “Brother Solutions
Center” (http://solutions.brother.com/
).
Hoofdstuk 1
8
Overzicht bedieningspaneel 1
Het model MFC-L8650CDW heeft een LCD-aanraakscherm en aanraakpaneel van een 3,7 inch
(93,4 mm).
De modellen MFC-L8850CDW en MFC-L9550CDW hebben een LCD-aanraakscherm en
aanraakpaneel van 4,85 inch (123,2 mm).
OPMERKING
De illustraties van het bedieningspaneel zijn gebaseerd op het model MFC-L9550CDW.
1 NFC (Near Field Communication)
Reader (MFC-L9550CDW)
U kunt kaartverificatie gebruiken door de
NFC Reader op het bedieningspaneel aan
te raken met de IC-kaart.
2 LCD-aanraakscherm
(Liquid Crystal Display)
Dit is een LCD-aanraakscherm. U kunt de
menu's en opties openen door erop te
drukken wanneer ze op het scherm
worden weergegeven.
12
Algemene informatie
9
1
3 Aanraakpaneel:
Terug
Druk op deze toets om terug te keren
naar het vorige menuniveau.
Home
Druk op deze toets om terug te keren
naar het Home-scherm. In de
fabrieksinstellingen worden de datum
en tijd getoond, maar u kunt de
standaardinstelling van het Home-
scherm wijzigen (zie Het scherm
Gereed instellen uu pagina 14).
Annuleren
Indrukken om een functie te annuleren.
Kiestoetsen
Druk op de cijfers op het
aanraakpaneel om telefoon- en
faxnummers te vormen of om het
aantal kopieën in te voeren.
4 Stroom Aan/uit
Druk op om de machine in te
schakelen.
Houd ingedrukt om de machine uit te
schakelen. Het LCD-aanraakscherm geeft
de melding Afsluiten weer en blijft
enkele seconden aan voor het uitgaat.
5
Het Wi-Fi-lampje is aan als uw Brother-
machine verbonden is met een draadloos
toegangspunt.
3
4
5
Hoofdstuk 1
10
LCD-aanraakscherm 1
U kunt drie soorten schermen selecteren voor het Home-scherm. Wanneer het Home-scherm
wordt weergegeven, kunt u het weergegeven scherm wijzigen door naar links of naar rechts te
vegen of door op d of c te drukken.
De volgende schermen geven de machinestatus weer wanneer de machine niet actief is.
Home-scherm
Het Home-scherm toont de datum en tijd en biedt
toegang tot schermen met informatie over faxen,
kopiëren, scannen, het instellen van Wi-Fi,
tonerniveaus, configuratie en snelkoppelingen.
Wanneer het Home-scherm wordt weergegeven,
bevindt de machine zich in de stand Gereed. Wanneer
Secure Function Lock
1
wordt ingeschakeld, wordt een
pictogram weergegeven. Als Active Directory
Authentication
1
is ingeschakeld, wordt het
bedieningspaneel van de machine vergrendeld.
1
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
Meer1-scherm
Het Meer1-scherm biedt toegang tot het scherm
Snelkoppelingen en bijkomende functies, zoals Afdruk
beveiligen, web-snelkoppeling en Apps.
Meer2-schermen
Het Meer2-scherm biedt toegang tot het scherm
Snelkoppelingen en het USB-menu.
1
2
56
3 4
2
9876
3 4
2
106
3 4
Algemene informatie
11
1
OPMERKING
Vegen is een handeling van de gebruiker
op het aanraakscherm, waarbij u uw
vinger over het scherm wrijft om de
volgende pagina of het volgende item
weer te geven.
1 Modi:
Fax
Hiermee opent u de faxmodus.
Kopiëren
Hiermee opent u de kopieermodus.
Scannen
Hiermee opent u de scanmodus.
2 (Wi-Fi-instelling)
Wanneer u gebruik maakt van een
draadloze verbinding, wordt de sterkte
van het draadloze signaal weergegeven
via een aanduiding met vier niveaus op
het scherm van de modus Gereed.
U kunt de draadloze instellingen
eenvoudig configureren door op te
drukken (voor meer informatie,
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.)
3 (Toner)
Bekijk de resterende levensduur van de
toner.
Druk hierop om het menu Toner te
openen.
OPMERKING
De resterende levensduur van de toner
verschilt afhankelijk van het type
afgedrukte documenten en de manier
waarop de klant de machine gebruikt.
4 (Instell.)
Druk hierop om de hoofdinstellingen te
openen (zie Instellingenscherm
uu pagina 13 voor meer informatie).
5 Datum en tijd
Bekijk de datum en tijd die in de machine
zijn ingesteld.
6 (Snelkopp.)
Druk hierop om snelkoppelingen in te
stellen.
U kunt snel kopiëren, scannen, een fax
verzenden en verbinding maken met een
webservice met behulp van de als
snelkoppelingen ingestelde opties.
OPMERKING
Er zijn acht snelkoppelingstabbladen. U
kunt maximaal zes snelkoppelingen
instellen in elk snelkoppelingstabblad. In
totaal zijn er dus 48 snelkoppelingen
beschikbaar.
0Max.
Hoofdstuk 1
12
7 Beveiligd Afdrukken
Hiermee kunt u het menu voor beveiligd
afdrukken openen.
8 Web
Druk hierop om de Brother-machine te
verbinden met een internetservice (voor
meer informatie, uu Handleiding Web
Connect).
9 Apps
Er kunnen apps toegevoegd zijn en/of
appnamen kunnen gewijzigd zijn door de
provider na de publicatie van dit document
(uu Handleiding Web Connect voor meer
informatie).
10 USB
Druk hierop om de menu Rechtstreeks
afdrukken en Scannen naar USB te
openen.
11 Nieuwe fax
Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld op
Aan, kunt u zien hoeveel nieuwe faxen u
in het geheugen hebt ontvangen.
12 Waarschuwingspictogram
Het waarschuwingspictogram
verschijnt als er een fout- of
onderhoudsmelding is; druk op Detail
om deze te bekijken en druk vervolgens
op om terug te keren naar het scherm
Gereed.
Zie Foutmeldingen en
onderhoudsmeldingen uu pagina 126
voor meer informatie.
OPMERKING
Dit product maakt gebruik van het
lettertype van ARPHIC TECHNOLOGY
CO., LTD.
MascotCapsule UI Framework en
MascotCapsule Tangiblet ontwikkeld door
HI CORPORATION worden gebruikt.
MascotCapsule is een gedeponeerd
handelsmerk van HI CORPORATION in
Japan.
䣐䣫䣧䣷䢰䢢䣨䣣䣺䢪䣧䣰䢫䢼䢲
11
12
Algemene informatie
13
1
Instellingenscherm 1
Het aanraakscherm geeft de status van de
machine weer wanneer u op drukt.
U kunt alle instellingen van de machine
controleren en openen in het volgende
scherm.
1 Toner
Bekijk de resterende levensduur van de
toner.
Druk hierop om het menu Toner te
openen.
2 Ontvangstmodus
Bekijk de huidige ontvangstmodus.
Fax
Fax/tel.
Ext. TEL/ANT
Handmatig
3 Netwerk
Druk hierop om een netwerkaansluiting tot
stand te brengen.
Wanneer u gebruik maakt van een
draadloze verbinding, wordt de sterkte
van het draadloze signaal weergegeven
via een aanduiding met vier niveaus op
het scherm.
4 (Datum en tijd)
Bekijk de datum en tijd.
Druk hierop om het menu Datum en
tijd te openen.
5 Faxvoorbeeld
Bekijk de status Faxvoorbeeld.
Druk hierop om de instelling Faxvoorbeeld
te openen.
6 Alle instell.
Druk hierop om het volledige
instellingenmenu te openen.
7 Lade-instelling
Bekijk het geselecteerde papierformaat.
Druk hierop om indien nodig de
instellingen voor papierformaat en
papiertype te wijzigen.
8 Wi-Fi Direct
Druk hierop om een Wi-Fi Direct™-
netwerkaansluiting tot stand te brengen.
1
5
8 7
6
3
4
2
Hoofdstuk 1
14
Het scherm Gereed instellen 1
Stel het scherm Gereed in op Beginscherm,
Meer1 of Meer2.
Wanneer de machine niet actief is of u op
drukt, keert het aanraakscherm terug naar
het door u ingestelde scherm.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Standaardinst. weer te
geven.
d Druk op Standaardinst..
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Knopinstellingen weer
te geven.
f Druk op Knopinstellingen.
g Druk op Knopinstellingen
beginscherm.
h Druk op Beginscherm, Meer1 of
Meer2.
i Druk op .
De machine gaat naar het door u
gekozen Home-scherm.
Basishandelingen 1
Druk met uw vinger op het aanraakscherm
om het te bedienen. Om alle schermmenu's
of opties weer te geven en te openen, veegt
u naar links, rechts, omhoog, omlaag, of drukt
u op d c of a b om er doorheen te bladeren.
BELANGRIJK
Druk NIET op het aanraakscherm met een
scherp voorwerp, zoals een pen of stylus.
De machine kan erdoor beschadigd
worden.
Aan de hand van de volgende stappen kunt u
zien hoe u een instelling van de machine
wijzigt. In dit voorbeeld wordt de instelling
voor de achtergrondverlichting van het
aanraakscherm gewijzigd van Licht naar
Half.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Standaardinst. weer te
geven.
d Druk op Standaardinst..
Algemene informatie
15
1
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om LCD instell. weer te
geven.
f Druk op LCD instell..
g Druk op Schermverlicht.
h Druk op Half.
OPMERKING
Druk op om terug te keren naar het
vorige niveau.
i Druk op .
Instellingen voor
snelkoppelingen 1
U kunt de instellingen voor faxen, kopiëren,
scannen en Web Connect die u het vaakst
gebruikt, toevoegen door ze als
snelkoppelingen in te stellen. Later kunt u
deze instellingen snel en eenvoudig opnieuw
oproepen en toepassen. U kunt maximaal 48
snelkoppelingen toevoegen.
Kopieersnelkoppelingen
toevoegen 1
De volgende instellingen kunnen worden
opgenomen in een kopieersnelkoppeling:
Kwaliteit
Vergroten/verkleinen
Dichtheid
Contrast
Stapel/Sorteer
Pagina layout
Kleur aanpassen
2-zijdige kopie
2-zijdige kopie pagina-opmaak
Ladegebruik
Achtergr.kleur verwijderen
a Druk op .
b Druk op een tabblad van 1 tot 8.
c Druk op op een plaats waar u nog
geen snelkoppeling hebt toegevoegd.
d Druk op Kopiëren.
e Lees de informatie op het
aanraakscherm en bevestig deze door
op OK te drukken.
Hoofdstuk 1
16
f Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare
voorgeprogrammeerde
kopieerinstellingen weer te geven, en
druk dan op de gewenste instelling.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare instellingen
weer te geven, en druk dan op de
gewenste instelling.
h Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare opties voor
de instelling weer te geven, en druk dan
op de gewenste optie.
Herhaal stappen g en h tot u alle
instellingen voor deze snelkoppeling
hebt geselecteerd.
i Wanneer u klaar bent met het wijzigen
van de instellingen, drukt u op Opslaan
als snelkoppeling.
j Lees en bevestig de weergegeven lijst
van door u geselecteerde instellingen,
en druk op OK.
k Voer een naam voor de snelkoppeling in
met het toetsenbord op het
aanraakscherm van de machine.
(Zie Tekst invoeren uu pagina 227 voor
hulp bij het invoeren van tekens.)
Druk op OK.
l Druk op OK om uw snelkoppeling op te
slaan.
Fax-snelkoppelingen
toevoegen 1
De volgende instellingen kunnen worden
opgenomen in een fax-snelkoppeling:
Adres
Faxresolutie
2-zijdige fax
Contrast
Rondsturen
Direct verzenden
Voorpagina instellen
Internationaal
Scanformaat glas
a Druk op .
b Druk op een tabblad van 1 tot 8.
c Druk op op een plaats waar u nog
geen snelkoppeling hebt toegevoegd.
d Druk op Fax.
e Lees de informatie op het
aanraakscherm en bevestig deze door
op OK te drukken.
f Voer het fax- of telefoonnummer in met
de kiestoetsen op het aanraakscherm,
het adresboek of de oproephistoriek op
het aanraakscherm. Wanneer u klaar
bent, gaat u naar stap g.
OPMERKING
U kunt tot 20 tekens invoeren voor een
faxnummer.
Als de snelkoppeling moeten worden
gebruikt voor groepsverzenden, drukt u
op Opties en selecteert u Rondsturen
in stap h voor u het fax- of
telefoonnummer invoert in stap f.
U kunt tot 20 faxnummers invoeren als de
snelkoppeling bedoeld is voor
groepsverzenden. De faxnummers
kunnen worden ingevoerd in elke
gewenste combinatie van
groepsnummers uit het adresboek,
individuele faxnummers uit het adresboek
of handmatig worden ingevoerd
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding).
Wanneer u een faxnummer in een
snelkoppeling invoert, wordt het
automatisch toegevoegd aan het
adresboek. De naam in het adresboek is
de naam van de snelkoppeling plus een
volgnummer.
Algemene informatie
17
1
g Druk op Opties.
h Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare instellingen
weer te geven, en druk dan op de
gewenste instelling.
i Druk op de optie die u wenst.
Herhaal stappen h en i tot u alle
instellingen voor deze snelkoppeling
hebt geselecteerd.
Druk op OK.
j Wanneer u klaar bent met het wijzigen
van de instellingen, drukt u op Opslaan
als snelkoppeling.
k Lees en bevestig de weergegeven lijst
van door u geselecteerde instellingen,
en druk op OK.
l Voer een naam voor de snelkoppeling in
met het toetsenbord op het
aanraakscherm van de machine.
(Zie Tekst invoeren uu pagina 227 voor
hulp bij het invoeren van letters.)
Druk op OK.
m Druk op OK om uw snelkoppeling op te
slaan.
Scan-snelkoppelingen
toevoegen 1
De volgende instellingen kunnen worden
opgenomen in een scan-snelkoppeling:
naar USB
2-zijdige scan
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Scanformaat glas
Bestandsnaam
Bestandsgrootte
Achtergrondkleur verwijderen
nr e-mailserver (MFC-L8650CDW wordt
alleen ondersteund als u IFAX hebt
gedownload)
Adres
2-zijdige scan
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Scanformaat glas
Bestandsgrootte
naar OCR / naar bestand / naar
afbeelding / naar e-mail
PC Select
naar FTP/SFTP / naar netwerk
Profielnaam
a Druk op .
b Druk op een tabblad van 1 tot 8.
c Druk op op een plaats waar u nog
geen snelkoppeling hebt toegevoegd.
d Druk op Scannen.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om het gewenste scantype weer
te geven, en druk er dan op.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u op naar USB hebt gedrukt,
leest u de informatie op het
aanraakscherm, waarna u op OK
drukt om te bevestigen. Ga naar
stap i.
Als u op nr e-mailserver hebt
gedrukt, leest u de informatie op het
aanraakscherm, waarna u op OK
drukt om te bevestigen. Ga naar
stap g.
Hoofdstuk 1
18
Als u op naar OCR, naar bestand,
naar afbeelding of naar
e-mail hebt gedrukt, leest u de
informatie op het aanraakscherm,
waarna u op OK drukt om te
bevestigen. Ga naar stap h.
Als u op naar FTP/SFTP of naar
netwerk hebt gedrukt, leest u de
informatie op het aanraakscherm,
waarna u op OK drukt om te
bevestigen.
Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de profielnaam weer te
geven en druk er dan op.
Druk op OK om de profielnaam die u
hebt geselecteerd, te bevestigen. Ga
naar stap n.
OPMERKING
Om een snelkoppeling voor naar
FTP/SFTP en naar netwerk toe te
voegen, dient u de profielnaam vooraf toe
te voegen.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om een e-mailadres handmatig in te
voeren, drukt u op Handmatig. Voer
het e-mailadres in met het
toetsenbord op het aanraakscherm
van de machine. (Zie Tekst invoeren
uu pagina 227 voor hulp bij het
invoeren van letters.)
Druk op OK.
Om een e-mailadres in te voeren uit
het Adresboek, drukt u op
Adresboek. Veeg omhoog of
omlaag, of druk op a of b, om het
gewenste e-mailadres weer te
geven, en druk er dan op.
Druk op OK.
Als u het door u ingevoerde e-mailadres
hebt bevestigd, druk u op OK. Ga naar
stap i.
OPMERKING
Druk op Details om de lijst weer te
geven van door u ingevoerde adressen.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer de machine verbonden is
met een computer door middel van
een USB-verbinding:
Druk op OK om te bevestigen dat
USB is geselecteerd als de pc-naam.
Ga naar stap n.
Wanneer de machine is aangesloten
op een netwerk:
Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de pc-naam weer te geven
en druk er dan op. Druk op OK om de
door u geselecteerde pc-naam te
bevestigen. Ga naar stap n.
i Druk op Opties.
j Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare instellingen
weer te geven, en druk dan op de
gewenste instelling.
k Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare opties voor
de instelling weer te geven, en druk dan
op de gewenste optie.
Herhaal stappen j en k tot u alle
instellingen voor deze snelkoppeling
hebt geselecteerd.
Druk op OK.
l Controleer de instellingen die u hebt
geselecteerd:
Als u nog wijzigingen dient aan te
brengen, keert u terug naar stap i.
Als u tevreden bent over uw
wijzigingen, drukt u op Opslaan
als snelkoppeling.
m Controleer uw instellingen op het
aanraakscherm en druk dan op OK.
Algemene informatie
19
1
n Voer een naam voor de snelkoppeling in
met het toetsenbord op het
aanraakscherm van de machine.
(Zie Tekst invoeren uu pagina 227 voor
hulp bij het invoeren van letters.)
Druk op OK.
o Lees de informatie op het
aanraakscherm en druk dan op OK om
uw snelkoppeling op te slaan.
Snelkoppelingen voor Web
Connect toevoegen 1
De instellingen voor deze services kunnen
worden opgenomen in een Web Connect-
snelkoppeling:
Skydrive
®
Box
Picasa Web Albums
Google Drive™
Flickr
®
Facebook
Evernote
®
Dropbox
OPMERKING
Webservices kunnen toegevoegd zijn
en/of servicenamen kunnen gewijzigd zijn
door de provider sinds het document werd
gepubliceerd.
Om een snelkoppeling voor Web Connect
toe te voegen, dient u over een account bij
de gewenste service te beschikken (voor
meer informatie, uu Handleiding Web
Connect).
a Druk op .
b Druk op een tabblad van 1 tot 8.
c Druk op op een plaats waar u nog
geen snelkoppeling hebt toegevoegd.
d Druk op Web.
e Als informatie over de
internetverbinding wordt weergegeven,
leest u de informatie en bevestigt u deze
door op OK te drukken.
OPMERKING
Soms worden updates of aankondigingen
over de functies van uw machine
weergegeven op het aanraakscherm van
de machine.
Lees de informatie en druk vervolgens op
OK.
f Veeg naar links of naar rechts, of druk
op d of c om de beschikbare services
weer te geven, en druk dan op uw
gewenste service.
g Druk op uw account.
Als een PIN-code voor uw account
vereist is, voert u de PIN-code voor het
account in met het toetsenbord op het
aanraakscherm van de machine.
Druk op OK.
h Druk op de functie die u wenst.
OPMERKING
De functies die kunnen worden ingesteld,
zijn afhankelijk van de geselecteerde
service.
i Lees en bevestig de weergegeven lijst
van door u geselecteerde functies, en
druk dan op OK.
j Voer een naam voor de snelkoppeling in
met het toetsenbord op het
aanraakscherm. (Zie voor hulp met het
invoeren van letters, Tekst invoeren
uu pagina 227.)
Druk op OK.
k Druk op OK om uw snelkoppeling op te
slaan.
Hoofdstuk 1
20
Snelkoppelingen voor apps
toevoegen 1
De instellingen voor deze services kunnen
worden opgenomen in een Apps-
snelkoppeling:
NotitieScan
Contour&scan
Contour&kopie
OPMERKING
Webservices kunnen toegevoegd zijn
en/of servicenamen kunnen gewijzigd zijn
door de provider sinds het document werd
gepubliceerd.
a Druk op .
b Druk op een tabblad van 1 tot 8.
c Druk op op een plaats waar u nog
geen snelkoppeling hebt toegevoegd.
d Druk op Apps.
e Als informatie over de
internetverbinding wordt weergegeven,
leest u de informatie en bevestigt u deze
door op OK te drukken.
OPMERKING
Soms worden updates of aankondigingen
over de functie van uw machine
weergegeven op het aanraakscherm.
Lees de informatie en druk vervolgens op
OK.
f Veeg naar links of naar rechts, of druk
op d of c om de beschikbare apps weer
te geven, en druk dan op de app die u
wenst.
g Druk op uw account.
Als een PIN-code voor uw account
vereist is, voert u de PIN-code voor het
account in met het toetsenbord op het
aanraakscherm van de machine.
Druk op OK.
h Druk op de app die u nodig hebt.
i Lees en bevestig de weergegeven lijst
van de door u geselecteerde apps en
druk vervolgens op OK.
j Voer een naam voor de snelkoppeling in
met het toetsenbord op het
aanraakscherm van de machine. (Zie
voor hulp met het invoeren van
letters, Tekst invoeren uu pagina 227.)
Druk op OK.
k Druk op OK om uw snelkoppeling op te
slaan.
Snelkoppelingen wijzigen 1
U kunt de instellingen in een snelkoppeling
wijzigen.
OPMERKING
U kunt een snelkoppeling voor Web
Connect niet wijzigen. Als u de
snelkoppeling wilt wijzigen, dient u deze te
verwijderen en een nieuwe snelkoppeling
toe te voegen.
(Zie Snelkoppelingen verwijderen
uu pagina 22 en Snelkoppelingen voor
Web Connect toevoegen uu pagina 19
voor meer informatie.)
a Druk op .
b Druk op een tabblad van 1 tot 8 om de
snelkoppeling weer te geven die u wilt
wijzigen.
c Druk op de snelkoppeling die u wenst.
De instellingen voor de gekozen
snelkoppeling worden weergegeven.
Algemene informatie
21
1
d Wijzig de instellingen voor de
snelkoppeling die u hebt gekozen in
stap c (zie Instellingen voor
snelkoppelingen uu pagina 15 voor
meer informatie).
e Wanneer u klaar bent met het wijzigen
van de instellingen, drukt u op Opslaan
als snelkoppeling.
f Druk op OK om te bevestigen.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de snelkoppeling te
overschrijven, drukt u op Ja. Ga naar
stap i.
Als u de snelkoppeling niet wilt
overschrijven, drukt u op Nee om
een nieuwe naam voor de
snelkoppeling in te voeren. Ga naar
stap h.
h Om een nieuwe snelkoppeling te
maken, houdt u ingedrukt om de
huidige naam te verwijderen, waarna u
een nieuwe naam invoert met het
toetsenbord op het aanraakscherm van
de machine. (Zie Tekst invoeren
uu pagina 227 voor hulp bij het
invoeren van letters.)
Druk op OK.
i Druk op OK om te bevestigen.
Namen van snelkoppelingen
bewerken 1
U kunt de naam van een snelkoppeling
bewerken.
a Druk op .
b Druk op 1 van de 8 tabbladen om de
gewenste snelkoppeling weer te geven.
c Druk op .
OPMERKING
U kunt ook op , Alle instell. en
Instellingen snelkoppelingen
drukken.
d Druk op de snelkoppeling.
e Druk op Naam snelkoppeling
bewerken.
f Om de naam te bewerken, houdt u
ingedrukt om de huidige naam te
verwijderen, waarna u een nieuwe
naam invoert met het toetsenbord op
het aanraakscherm van de machine.
(Zie Tekst invoeren uu pagina 227 voor
hulp bij het invoeren van letters.)
Druk op OK.
Hoofdstuk 1
22
Snelkoppelingen verwijderen 1
U kunt een snelkoppeling verwijderen.
a Druk op .
b Druk op 1 van de 8 tabbladen om de
gewenste snelkoppeling weer te geven.
c Druk op .
OPMERKING
U kunt ook op , Alle instell. en
Instellingen snelkoppelingen
drukken.
d Druk op de snelkoppeling.
e Druk op Verwijder om de
snelkoppeling te verwijderen die u in
stap d hebt gekozen.
f Druk op Ja om te bevestigen.
Snelkoppelingen opnieuw
oproepen 1
De instellingen van de snelkoppeling worden
weergegeven in het snelkoppelingsscherm.
Om een snelkoppeling opnieuw op te roepen,
drukt u gewoon op de naam van de
snelkoppeling.
Stel de datum en tijd in1
Het aanraakscherm toont de datum en tijd. U
kunt ook de huidige datum en tijd toevoegen
aan elke fax die u stuurt door uw Stations-ID
in te stellen (zie Voer persoonlijke informatie
in (Stations-ID) uu pagina 23).
a Druk op .
b Druk op .
c Druk op Datum.
d Voer de laatste twee cijfers van het jaar
in met de nummers op het
aanraakscherm en druk dan op OK.
(bijv., voer 1, 4 in voor 2014.)
e Voer de laatste twee cijfers van de
maand in met de nummers op het
aanraakscherm en druk dan op OK.
f Voer de laatste twee cijfers van de dag
in met de nummers op het
aanraakscherm en druk dan op OK.
g Druk op Tijd.
h Voer de tijd in in 24-uursformaat met de
nummers op het aanraakscherm en
druk dan op OK.
i Druk op .
Algemene informatie
23
1
Voer persoonlijke
informatie in
(Stations-ID)
1
Stel het Stations-ID van de machine in als u
wilt dat de datum en tijd op elke fax komen te
staan die u verstuurt.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Stand.instel. weer te
geven.
Druk op Stand.instel..
d Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Stations-ID weer te
geven.
Druk op Stations-ID.
e Druk op Fax.
f Voer uw faxnummer in (maximaal 20
cijfers) met de nummers op het
aanraakscherm en druk dan op OK.
g Druk op Telefoon.
h Voer uw telefoonnummer in (maximaal
20 cijfers) met de nummers op het
aanraakscherm en druk dan op OK. Als
uw telefoon- en faxnummer hetzelfde
zijn, voer dan nogmaals hetzelfde
nummer in.
i Druk op Naam.
j Gebruik het aanraakscherm om uw
naam in te voeren (maximaal 20 tekens)
en druk vervolgens op OK.
OPMERKING
Druk om nummers of speciale tekens in te
voeren herhaaldelijk op tot het
gewenste teken verschijnt en druk op het
gewenste teken.
Als u een onjuist teken hebt ingevoerd en
u dit wilt wijzigen, drukt u op d of c om met
de cursor naar het onjuiste teken te gaan
en drukt u vervolgens op .
Druk om een spatie in te voeren op
Spatie.
Zie voor meer details Tekst invoeren
uu pagina 227.
k Druk op .
Hoofdstuk 1
24
Volume-instellingen 1
Belvolume 1
U kunt kiezen uit een aantal
belvolumeniveaus.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Standaardinst. weer te
geven.
d Druk op Standaardinst..
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Volume weer te geven.
f Druk op Volume.
g Druk op Belvolume.
h Druk op Uit, Laag, Half of Hoog.
i Druk op .
Volume van de
waarschuwingstoon 1
Wanneer de waarschuwingstoon aanstaat
zal de machine een geluidssignaal geven,
wanneer u een toets indrukt, een vergissing
maakt of een fax verzendt of ontvangt. U kunt
kiezen uit een aantal volumeniveaus.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Standaardinst. weer te
geven.
d Druk op Standaardinst..
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Volume weer te geven.
f Druk op Volume.
g Druk op Toon.
h Druk op Uit, Laag, Half of Hoog.
i Druk op .
Luidsprekervolume 1
U kunt kiezen uit een aantal
luidsprekervolumeniveaus.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Standaardinst. weer te
geven.
d Druk op Standaardinst..
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Volume weer te geven.
f Druk op Volume.
g Druk op Luidspreker.
h Druk op Uit, Laag, Half of Hoog.
i Druk op .
25
2
2
Papier en afdrukmedia
plaatsen 2
De machine kan papier invoeren vanuit de
standaardpapierlade, de multifunctionele
lade of de optionele lagere lade.
OPMERKING
Als het afdrukmenu van uw
toepassingssoftware een optie biedt voor
het opgeven van het papierformaat, kunt u
dit via de toepassingssoftware doen. Als
deze optie niet door de
toepassingssoftware geboden wordt, kunt
u het papierformaat opgeven in de
printerdriver of door op de knoppen op het
aanraakscherm te drukken.
Papier in de
standaardpapierlade en de
optionele onderste lade
plaatsen 2
U kunt tot 250 vellen in de
standaardpapierlade plaatsen (lade 1). U
kunt ook maximaal 500 vellen in de optionele
onderste lade plaatsen (Lade 2). Het papier
kan tot aan de maximummarkering ( )
aan de rechterzijde van de papierlade
worden geplaatst (voor aanbevolen papier,
zie Aanvaardbaar papier en andere
afdrukmedia uu pagina 36).
Afdrukken via Lade 1 en Lade 2 op
normaal papier, dun papier of
kringlooppapier
2
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
Papier plaatsen 2
Hoofdstuk 2
26
b Druk op de blauwe
ontgrendelingshendels van de
papiergeleiders (1) en stel de
papiergeleiders af op het papier dat u in
de lade plaatst. Zorg dat de geleiders
goed in de sleuven zitten.
c Waaier de stapel papier goed door om
vastlopen van papier en storingen te
voorkomen.
d Plaats papier in de lade en zorg ervoor
dat:
De stapel papier niet uitsteekt boven
de maximummarkering ( ) (1),
aangezien teveel papier in de
papierlade tot papierstoringen kan
leiden.
De te bedrukken zijde naar beneden
gericht is.
De papiergeleiders de zijkanten van
het papier raken zodat het correct
ingevoerd wordt.
e Plaats de papierlade stevig terug in de
machine. Zorg ervoor dat de lade
geheel in de machine zit.
1
1
Papier plaatsen
27
2
f Til de steunklep (1) op om te vermijden
dat het papier van de neerwaarts
gerichte uitvoerlade glijdt, of verwijder
iedere pagina zodra deze uit de
machine komt.
g Stuur de afdruktaak naar de machine.
Papier laden in de
multifunctionele lade (Multif.
lade) 2
U kunt maximaal drie enveloppen, één vel
glanzend papier, andere speciale
afdrukmedia of maximaal 50 vellen normaal
papier in de multifunctionele lade plaatsen.
Gebruik deze lade om af te drukken of te
kopiëren op dik papier, briefpapier, etiketten,
enveloppen of glanzend papier.
(Zie Aanvaardbaar papier en andere
afdrukmedia uu pagina 36 om te zien welke
papiersoorten u kunt gebruiken.)
Afdrukken op normaal papier, dun
papier, kringlooppapier, briefpapier of
glanzend papier uit de
multifunctionele lade
2
a Open de multifunctionele lade en laat de
lade voorzichtig zakken.
b Trek de steun van de multifunctionele
lade (1) los en vouw de klep (2) open.
1
2
1
Hoofdstuk 2
28
c Plaats papier in de multifunctionele lade
en zorg ervoor dat:
Het papier onder de markering voor
de maximale papierhoogte (1) blijft.
De bovenrand van het papier zich
tussen de pijlen en (2) bevindt.
De te bedrukken zijde omhoog is
gericht en de bovenrand (bovenkant
van het papier) als eerste wordt
ingevoerd.
De papiergeleiders de zijkanten van
het papier raken zodat het correct
ingevoerd wordt.
OPMERKING
Als u glanzend papier gebruikt, voer dan
één vel per keer in de multifunctionele
lade in om een papierstoring te
voorkomen.
d Til de steunklep op om te vermijden dat
het papier van de neerwaarts gerichte
uitvoerlade glijdt of verwijder iedere
pagina zodra deze uit de machine komt.
e Stuur de afdruktaak naar de machine.
2
1
Papier plaatsen
29
2
Afdrukken via de multifunctionele
invoer op dik papier, etiketten en
enveloppen
2
Als de achterklep (opwaarts gerichte
uitvoerlade) naar beneden wordt getrokken,
heeft de machine een recht papierpad van de
multifunctionel lade tot aan de achterkant van
de machine. Gebruik deze papierdoorvoer-
en uitvoermethode als u wilt afdrukken op dik
papier, etiketten of enveloppen.
(Zie Aanvaardbaar papier en andere
afdrukmedia uu pagina 36 en Enveloppen
uu pagina 39 om te zien welke
papiersoorten u kunt gebruiken.)
Druk voor het laden de hoeken en zijkanten
van de enveloppen omlaag om ze zo plat
mogelijk te maken.
a Maak de achterklep (opwaarts gerichte
uitvoerlade) open.
b (Alleen om op enveloppen te drukken)
Breng de twee grijze hendels, een links
en een rechts, in uw richting omlaag
zoals hieronder afgebeeld.
c Open de multifunctionele lade en laat de
lade voorzichtig zakken.
Hoofdstuk 2
30
d Trek de steun van de multifunctionele
lade (1) los en vouw de klep (2) open.
e Plaats papier, etiketten of enveloppen in
de multifunctionele lade. Zorg ervoor
dat:
Er niet meer dan drie enveloppen in
de multifunctionele lade zitten.
De vellen papier, de etiketten of
enveloppen onder de markering voor
de maximale papierhoogte (1)
blijven.
De bovenrand van het papier zich
tussen de pijlen en (2) bevindt.
De te bedrukken zijde van het papier
naar boven is geplaatst.
2
1
2
1
Papier plaatsen
31
2
f Stuur de afdruktaak naar de machine.
OPMERKING
Verwijder elke envelop zodra deze is
afgedrukt. Door de enveloppen op te
stapelen kunnen ze vastlopen of
opkrullen.
Als de enveloppen of dikker papier
vlekken vertonen tijdens het afdrukken,
stel dan Mediatype in op Env. Dik of
Dikker papier om de fixeertemperatuur te
verhogen.
Als de enveloppen kreuken nadat ze zijn
afgedrukt, zie De afdrukkwaliteit
verbeteren uu pagina 158.
Als dikker papier opkrult tijdens het
afdrukken, plaats dan één vel per keer in
de multifunctionele lade.
Envelopstrips die geseald zijn door de
fabrikant moeten worden beschermd.
Alle zijden van de enveloppe moeten
correct gevouwen zijn, zonder extra
vouwen of kreukels.
g (Alleen om op enveloppen te drukken)
Als u klaar bent met afdrukken, plaatst u
de twee grijze hendels die u omlaag
hebt gedaan in stap b terug naar hun
originele positie.
h Sluit de achterklep (opwaarts gerichte
uitvoerlade).
OPMERKING
Voor het tweezijdig afdrukken van
kopieën en faxen die u ontvangen hebt,
zie Geavanceerde gebruikershandleiding.
Voor het tweezijdig afdrukken met behulp
van uw computer, zie Software en
Netwerk gebruikershandleiding.
Hoofdstuk 2
32
Onscanbare en onbedrukbare gedeeltes 2
De cijfers in de tabel geven de maximale onscanbare en onbedrukbare gedeeltes aan. Deze
gedeeltes kunnen variëren afhankelijk van het papierformaat of de instellingen van het
programma dat u gebruikt.
Gebruik Document
grootte
Bovenkant (1)
Onderkant (3)
Links (2)
Rechts (4)
Fax
(verzenden)
Letter 3 mm 4 mm
A4 3 mm (ADF
(automatische
documentinvoer))
1mm
(Glasplaat)
3mm
Legal 3 mm 4 mm
Kopiëren
*
Letter 4 mm 4 mm
*
één kopie of
een 1 op
1-kopie
A4 4 mm 3 mm
Legal 4 mm 4 mm
Scannen Letter 3 mm 3 mm
A4 3 mm 3 mm
Legal (ADF
(automatische
documentinvoer))
Ongeveer 3 mm Ongeveer 3 mm
Afdrukken Letter 4,2 mm 4,2 mm
A4 4,2 mm 4,2 mm
Legal 4,2 mm 4,2 mm
1
3
24
Papier plaatsen
33
2
Papierinstellingen 2
Papierformaat 2
Als u een ander papierformaat in de lade
plaatst, dient u ook de instelling van het
papierformaat te wijzigen zodat de machine
het document of een binnenkomende fax
passend op de pagina kan plaatsen.
U kunt de volgende papierformaten
gebruiken.
Voor het afdrukken van kopieën:
A4, Letter, Legal, Executive, B5(JIS), A5, A5
L (Lange zijde), A6 en Folio (215,9 mm
330,2 mm)
Voor het afdrukken van faxen:
A4, Letter, Legal of Folio (215,9 mm
330,2 mm)
a Druk op .
b Druk op Lade-instelling.
c Druk op Papierformaat.
d Druk op MF-lade, Lade 1 of Lade 2
1
.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b om A4, Letter, B5(JIS),
B5(ISO)
2
, A5, A5(lange zijde)
3
,
A6
3
, Executive, Legal, Folio,
3"x5"
2
, Com-10
2
, Monarch
2
, C5
2
,
DL
2
weer te geven en druk op de
gewenste optie.
f Druk op .
1
Lade 2 verschijnt alleen als de optionele onderste
lade geïnstalleerd is.
2
MF-lade alleen
3
Alleen MF-lade en Lade 1
OPMERKING
Wanneer er geen geschikt formaat in de
lade zit, worden ontvangen faxen
opgeslagen in het geheugen van de
machine en verschijnt Formaat
onjuist op het aanraakscherm
(zie Foutmeldingen en
onderhoudsmeldingen uu pagina 126
voor meer informatie).
Als er geen papier meer aanwezig is in de
lade en er zich ontvangen faxen bevinden
in het geheugen van de machine, wordt
Geen papier weergegeven op het
aanraakscherm. Plaats papier in de lege
lade.
Papiersoort 2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen,
stelt u de machine in voor het type papier dat
u gebruikt.
a Druk op .
b Druk op Lade-instelling.
c Druk op Papiersoort.
d Druk op MF-lade, Lade 1 of Lade 2
1
.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b om Dun, Normaal pap., Dik
2
,
Dikker
2
, Kringlooppapier,
Briefpapier
2
, Etiketten
2
,
Envelop
2
, Env. Dun
2
, Env. Dik
2
,
Glanzend papier
2
weer te geven en
druk op de gewenste optie.
f Druk op .
1
Lade 2 verschijnt alleen als de optionele onderste
lade geïnstalleerd is.
2
MF-lade alleen
Hoofdstuk 2
34
Gebruik van de lade in
kopieermodus 2
U kunt de prioriteitslade wijzigen die de
machine gebruikt voor afdrukexemplaren.
Wanneer u Alleen lade 1, Alleen MF of
Alleen lade 2
1
kiest, haalt de machine
het papier alleen uit de geselecteerde lade.
Als de geselecteerde lade geen papier meer
bevat, verschijnt de melding Geen papier
op het aanraakscherm. Plaats papier in de
lege lade.
Volg onderstaande instructies om de lade-
instelling te wijzigen.
a Druk op .
b Druk op Lade-instelling.
c Druk op Ladegebruik: kopiëren.
d Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b om Alleen lade 1, Alleen
lade 2
1
, Alleen MF, MP>T1>T2
1
,
MP>T2>T1
1
, T1>T2>MP
1
of
T2>T1>MP
1
te kiezen en druk dan op
de gewenste optie.
e Druk op .
1
Alleen lade 2 en T2 verschijnen alleen als de
optionele onderste lade geïnstalleerd is.
OPMERKING
Als het plaatsen van de documenten in de
ADF en MP>T1>T2, T1>T2>MP of
T2>T1>MP geselecteerd is, zoekt de
machine een lade met het geschikste
papier en wordt papier uit die lade
gebruikt. Als er geen lade is met geschikt
papier, haalt de machine papier uit de lade
met de hoogste prioriteit.
Bij gebruik van het scannerglas wordt uw
document gekopieerd op papier uit de
lade met hogere prioriteit ook als er
geschikter papier in een andere
papierlade is.
Gebruik van de lade in
faxmodus 2
U kunt de standaardlade wijzigen die de
machine gebruikt voor het afdrukken van
ontvangen faxberichten.
Wanneer u Alleen lade 1, Alleen MF of
Alleen lade 2
1
kiest, haalt de machine
het papier alleen uit de geselecteerde lade.
Als de geselecteerde lade geen papier meer
bevat, verschijnt de melding Geen papier
op het aanraakscherm. Plaats papier in de
lege lade.
Als u MP>T1>T2
1
kiest, haalt de machine
papier uit de multifunctionele lade tot deze
leeg is. Daarna volgt lade 2 en vervolgens
lade 1.
Als u MP>T2>T1
1
kiest, haalt de machine
papier uit de multifunctionele lade tot deze
leeg is, daarna volgt Lade 2 en daarna Lade 1.
Als u T1>T2>MP
1
kiest, haalt de machine
papier uit de Lade 1 tot deze leeg is, daarna
volgt Lade 2 en daarna de multifunctionele
lade.
Als u T2>T1>MP
1
kiest, haalt de machine
papier uit lade 2 tot deze leeg is. Daarna volgt
lade 1 en vervolgens de multifunctionele lade.
OPMERKING
U kunt vier papierformaten gebruiken voor
het afdrukken van faxen: A4, Letter, Legal
of Folio (215,9 mm 330,2 mm).
Wanneer er geen geschikt formaat in de
lade zit, worden ontvangen faxen
opgeslagen in het geheugen van de
machine en verschijnt Formaat
onjuist op het aanraakscherm. (zie
voor meer informatie Foutmeldingen en
onderhoudsmeldingen uu pagina 126).
Als er geen papier meer aanwezig is in de
lade en er zich ontvangen faxen bevinden
in het geheugen van de machine, wordt
Geen papier weergegeven op het
aanraakscherm. Plaats papier in de lege
lade.
Papier plaatsen
35
2
a Druk op .
b Druk op Lade-instelling.
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Ladegebruik: faxen
weer te geven.
d Druk op Ladegebruik: faxen.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b om Alleen lade 1, Alleen
lade 2
1
, Alleen MF, MP>T1>T2
1
,
MP>T2>T1
1
, T1>T2>MP
1
of
T2>T1>MP
1
te kiezen en druk dan op
de gewenste optie.
f Druk op .
1
Alleen lade 2 en T2 verschijnen alleen als de
optionele onderste lade geïnstalleerd is.
Gebruik van de lade in
afdrukmodus 2
U kunt de standaardlade wijzigen die de
machine gebruikt voor afdrukken vanaf uw
computer en voor Direct Print.
a Druk op .
b Druk op Lade-instelling.
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Ladegebruik:
Afdrukken weer te geven.
d Druk op Ladegebruik: Afdrukken.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b om Alleen lade 1, Alleen
lade 2
1
, Alleen MF, MP>T1>T2
1
,
MP>T2>T1
1
, T1>T2>MP
1
of
T2>T1>MP
1
te kiezen en druk dan op
de gewenste optie.
f Druk op .
1
Alleen lade 2 en T2 verschijnen alleen als de
optionele onderste lade geïnstalleerd is.
Hoofdstuk 2
36
Aanvaardbaar papier
en andere afdrukmedia2
De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang
het type papier dat u gebruikt.
U kunt de volgende afdrukmedia gebruiken:
normaal papier, dun papier, dik papier, dikker
papier, bankpostpapier, kringlooppapier,
etiketten, enveloppen of glanzend papier
(zie Afdrukmedia uu pagina 232).
Voor de beste resultaten volgt u deze
instructies:
Plaats NOOIT verschillende soorten
papier tegelijk in de papierlade, anders
kan het papier vastlopen of verkeerd
worden ingevoerd.
Voor een correct afdrukresultaat moet u in
uw softwaretoepassing het papierformaat
instellen van het papier dat zich in de lade
bevindt.
Raak de bedrukte zijde van het papier niet
aan vlak na het afdrukken.
Controleer voordat u een grote
hoeveelheid papier aanschaft eerst dat
het papier geschikt is voor de machine.
Gebruik etiketten die geschikt zijn voor
laserprinters.
Aanbevolen papier en
afdrukmedia 2
Papiersoort en -formaat 2
De machine voert papier in vanuit de
standaardpapierlade, de multifunctionele
lade of de optionele lagere lade.
De namen van de papierladen in de
printerdriver en in deze gids zijn als
volgt:
2
Papiersoort Item
Normaal papier
Xerox Premier TCF 80 g/m
2
Xerox Business 80 g/m
2
Kringlooppapier Xerox Recycled Supreme
80 g/m
2
Etiketten Avery laser label L7163
Enveloppen Antalis River-serie (DL)
Glanzend papier Xerox Colotech+ Gloss
Coated 120 g/m
2
Lade en optionele accessoires Naam
Multifunctionele lade Multif. lade
Standaardpapierlade Lade 1
Optionele onderste lade-eenheid Lade 2
Papier plaatsen
37
2
Capaciteit papierlade 2
1
Het Folio-formaat is 215,9 mm 330,2 mm.
2
Plaats slechts één vel glanzend papier in de multifunctionele lade.
Aanbevolen papierspecificaties 2
De volgende papierspecificaties zijn geschikt voor deze machine.
Gebruik normaal papier dat geschikt is voor laser-/LED-machines om kopieën te maken.
Gebruik papier met een gewicht van 75 tot 90 g/m
2
.
Gebruik langlopend papier met een neutrale pH-waarde en een vochtigheidspercentage van
circa 5%.
In deze machine kan kringlooppapier worden gebruikt dat voldoet aan de specificatie DIN
19309.
Papierformaat Papiersoorten Aantal vellen
Multifunctionele lade
(Multif. lade)
Breedte: 76,2 tot
215,9 mm
Lengte: 127 tot 355,6
mm
Normaal papier,
dun papier, dik papier,
dikker papier,
kringlooppapier,
briefpapier, etiketten,
enveloppen, dunne
enveloppen, dikke
enveloppen en glanzend
papier
2
maximaal 50 vellen
(80 g/m
2
)
3 enveloppen
1 glanzend papier
Standaardpapierlade
(Lade 1)
A4, Letter, Legal,
B5 (JIS), Executive, A5,
A5 (Long Edge), A6,
Folio
1
Normaal papier,
dun papier en
kringlooppapier
Maximaal 250 vellen
(80 g/m
2
)
Optionele onderste lade
(lade 2)
A4, Letter, Legal,
B5 (JIS), Executive, A5,
Folio
1
Normaal papier,
dun papier en
kringlooppapier
Maximaal 500 vellen
(80 g/m
2
)
Standaardgewicht
75-90 g/m
2
Dikte 80-110 m
Ruwheid Hoger dan 20 sec.
Stijfheid
90-150 cm
3
/100
Vezelrichting Langvezelig
Soortelijke volumeweerstand
10e
9
-10e
11
ohm
Soortelijke weerstand aan
oppervlakte
10e
9
-10e
12
ohm-cm
Vulmiddel
CaCO
3
(Neutraal)
Asgehalte Minder dan 23 wt%
Helderheid Hoger dan 80%
Ondoorzichtigheid Hoger dan 85%
Hoofdstuk 2
38
Speciaal papier hanteren en
gebruiken 2
De machine functioneert goed met de meeste
typen xerografisch en bankpostpapier.
Sommige typen papier kunnen echter van
invloed zijn op de afdrukkwaliteit of
bewerkingsbetrouwbaarheid. Maak altijd
eerst een proefafdruk voordat u papier
aanschaft om zeker te zijn van het gewenste
resultaat. Bewaar papier in de originele
verpakking en zorg dat deze gesloten blijft.
Bewaar het papier plat en uit de buurt van
vocht, direct zonlicht en warmte.
Enkele belangrijke richtlijnen bij het kiezen
van papier:
Gebruik GEEN inkjetpapier, omdat
hierdoor het papier kan vastlopen of de
machine kan worden beschadigd.
Voor voorgedrukt papier moet inkt worden
gebruikt dat bestand is tegen de
temperatuur van 200 C van het
fuseerproces van de machine.
Als u briefpapier, papier met een ruw
oppervlak, of gekreukeld of gevouwen
papier gebruikt, kan het afdrukresultaat
tegenvallen.
Te vermijden papiersoorten 2
BELANGRIJK
Sommige typen papier bieden niet het
gewenste resultaat of kunnen schade
veroorzaken aan de machine.
Gebruik GEEN papier:
met een grove textuur
dat extreem glad of glanzend is
dat gekruld of scheef is
1 Papier dat meer dan 2 mm opkrult,
kan vastlopen.
dat gecoat is of een chemische
deklaag heeft
dat beschadigd, gekreukeld of
gevouwen is
dat het in deze handleiding
aanbevolen gewicht overschrijdt
met tabs en nietjes
met een briefhoofd dat thermografisch
gedrukt is of met inkt die niet tegen
hoge temperaturen bestand is
dat uit meerdere delen bestaat of
zonder carbon
dat is bedoeld voor inkjetprinters
De bovenstaande typen papier kunnen de
machine beschadigen. Dergelijke schade
wordt niet door de garantie of de service-
overeenkomst van Brother gedekt.
1
1
Papier plaatsen
39
2
Enveloppen 2
De machine functioneert goed met de meeste
enveloppen. Sommige vormen enveloppen
kunnen echter mogelijk problemen met de
toevoer en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Enveloppen hebben randen met rechte,
scherpe vouwen. Enveloppen moeten vlak
liggen en mag niet zakachtig of flodderig zijn.
Koop enveloppen van hoge kwaliteit bij een
leverancier die weet dat u de enveloppen
gaat gebruiken in een lasermachine.
Enveloppen kunt u enkel invoeren via de
multifunctionele lade.
Wij raden u aan een proefenveloppe te
drukken zodat u zeker weet dat u het
gewenste resultaat krijgt.
Te vermijden soorten enveloppen 2
BELANGRIJK
Gebruik GEEN enveloppen:
die beschadigd, gekruld of verkreukeld
zijn of een ongebruikelijke vorm
hebben
die extreem glanzend zijn of een grove
structuur hebben
met klemmetjes, nietjes of dichtbinders
met een zelfklevende plakrand
die zakachtig zijn
die niet scherp gevouwen zijn
die van reliëf zijn voorzien
die eerder zijn bedrukt door een laser-
of LED-machine
die aan de binnenkant zijn voorbedrukt
die niet netjes op elkaar kunnen
worden gestapeld
die gemaakt zijn van papier dat
zwaarder is dan het gespecificeerde
papiergewicht voor de machine
met randen die niet recht of regelmatig
zijn
met vensters, gaten, uitsparingen of
perforaties
met lijm op het oppervlak zoals
hieronder getoond
met dubbele flappen zoals hieronder
getoond
met flappen die niet zijn gevouwen bij
aankoop
met beide zijden gevouwen zoals
hieronder getoond
Als u een van de bovenstaande typen
enveloppen gebruikt, kan de machine
beschadigd raken. Deze schade wordt
wellicht niet gedekt door enige garantie- of
serviceovereenkomst met Brother.
De dikte, het formaat en de flapvorm van
de enveloppen die u gebruikt, kunnen tot
invoerproblemen leiden.
Hoofdstuk 2
40
Etiketten 2
De machine kan afdrukken op de meeste
typen etiketten die bedoeld zijn voor een
lasermachine. Etiketten dienen een plaklaag
op basis van acryl te hebben omdat dit
materiaal beter bestand is tegen de hoge
temperaturen in de fuseereenheid. De
plaklaag dient niet in contact te komen met
enig deel van de machine, omdat de etiketten
dan aan de drumeenheid of rollen blijven
kleven waardoor papierstoringen en
problemen met de afdrukkwaliteit kunnen
optreden. Er mag geen plaklaag open liggen
tussen de etiketten. Etiketten moeten zo
gerangschikt worden dat de volledige lengte
en breedte van het vel bedekt zijn. Het
gebruik van ruimten tussen de etiketten kan
leiden tot het loslaten van etiketten waardoor
ernstige papierstoringen of afdrukproblemen
kunnen ontstaan.
Alle etiketten die met deze machine worden
afgedrukt, moeten bestand zijn tegen een
temperatuur van 200 C gedurende 0,1
seconden.
Etiketten kunt u enkel invoeren via de
multifunctionele lade.
Te vermijden soorten etiketten 2
Gebruik geen etiketten die beschadigd,
gekruld of verkreukeld zijn of een
ongebruikelijke vorm hebben.
BELANGRIJK
Voer GEEN gedeeltelijk gebruikte
etiketvellen toe. Het onbedekte draagvel
kan schade toebrengen aan de machine.
U mag etiketten NIET hergebruiken en u
mag GEEN etiketblad invoeren waarop
een aantal etiketten ontbreekt.
Etikettenvellen mogen niet zwaarder zijn
dan het gewicht dat in deze
gebruikershandleiding is gespecificeerd.
Etiketten die deze specificatie
overschrijden worden mogelijk niet correct
ingevoerd of afgedrukt en kunnen schade
veroorzaken aan de machine.
41
3
3
Hoe documenten
plaatsen 3
U kunt een fax verzenden, kopieën maken en
scannen via de ADF (automatische
documentinvoer) en de glasplaat.
De automatisch
documentinvoer (ADF)
gebruiken 3
De ADF (automatische documentinvoer) kan
maximaal 35 pagina's bevatten
(MFC-L8650CDW) of 50 pagina's
(MFC-L8850CDW/MFC-L9550CDW) en
voert elk vel afzonderlijk in. We raden aan dat
u standaardpapier met een gewicht van
80 g/m
2
gebruikt en eerst de vellen papier
doorwaaiert voordat u deze in de ADF
(automatische documentinvoer) plaatst.
Ondersteunde documentgroottes 3
Hoe documenten plaatsen 3
BELANGRIJK
Laat dikke documenten NIET op de
glasplaat liggen. Hierdoor kan een
papierstoring in de ADF (automatische
documentinvoer) optreden.
Gebruik GEEN papier dat gekruld,
gekreukeld, gevouwen, gescheurd of
geplakt is, of nietjes, paperclips of
plakband bevat.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of
stof.
Om te voorkomen dat u uw machine
beschadigt terwijl u de ADF (automatische
documentinvoer) gebruikt, mag u NIET
aan het document trekken terwijl het wordt
ingevoerd.
OPMERKING
•ZieDe glasplaat gebruiken uu pagina 42
om documenten te scannen die niet
geschikt zijn voor de ADF (automatische
documentinvoer).
Het is eenvoudiger om de ADF
(automatische documentinvoer) te
gebruiken voor een document met
meerdere pagina's.
Laat documenten met correctievloeistof of
inkt eerst volledig drogen.
a Vouw de ADF-documentsteun
(automatische documentinvoer) (1) uit.
Hef de ADF-documentuitvoersteunklep
(automatische documentinvoer) (2) op
en vouw deze uit.
b Waaier de stapel goed door.
c Waaier de pagina's van uw document uit
en leg ze in de ADF (automatische
documentinvoer) met de bedrukte kant
naar boven en met de bovenrand naar
de invoer gericht, tot het aanraakscherm
de melding ADF gereed weergeeft en
u voelt dat de bovenste pagina de
invoerrollen raakt.
Documenten plaatsen 3
Lengte: 147,3 tot 355,6 mm
Breedte: 147,3 tot 215,9 mm
Gewicht:
64 tot 90 g/m
2
1
2
Hoofdstuk 3
42
d Stel de papiergeleiders (1) in op de
breedte van het document.
OPMERKING
Zie De glasplaat gebruiken uu pagina 42
om niet-standaarddocumenten te
scannen.
De glasplaat gebruiken 3
U kunt de glasplaat gebruiken om de pagina's
van een boek één voor één te faxen, te
kopiëren of te scannen.
Ondersteunde documentgroottes 3
Hoe documenten plaatsen 3
OPMERKING
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de
ADF (automatische documentinvoer) leeg
zijn.
a Til het documentdeksel op.
b Leg met behulp van de
documentgeleiders links en boven het
document met de bedrukte zijde naar
beneden in de linkerbovenhoek van de
glasplaat.
c Sluit het documentdeksel.
BELANGRIJK
Als u een boek of een lijvig document wilt
scannen, laat het deksel dan niet
dichtvallen en druk er niet op.
Lengte: (MFC-L8650CDW)
Tot 297,0 mm
(MFC-L8850CDW en
MFC-L9550CDW)
Tot 355,6 mm
Breedte: Maximaal 215,9 mm
Gewicht: Tot 2,0 kg
1
43
4
4
Hoe een fax verzenden 4
In de volgende stappen wordt uitgelegd hoe u
een fax kunt verzenden. Gebruik de ADF
(automatische documentinvoer) om
meerdere pagina's te versturen.
a Voer een van de volgende handelingen
uit om uw document te laden:
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar boven in de ADF
(automatische documentinvoer)
(zie De automatisch documentinvoer
(ADF) gebruiken uu pagina 41).
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat (zie De glasplaat
gebruiken uu pagina 42).
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld
op Uit, drukt u op Fax.
Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld
op Aan, drukt u op Fax en Faxen
verzenden.
Op het aanraakscherm verschijnt:
c Druk om de instellingen voor het
versturen van faxen te wijzigen op
Opties. Veeg omhoog of omlaag, of
druk op a of b, om door de
faxinstellingen te bladeren. Wanneer de
gewenste instelling wordt weergegeven,
drukt u er op kiest u uw nieuwe optie.
Wanneer u klaar bent met het wijzigen
van de opties, drukt u op OK.
(Geavanceerde
gebruikershandleiding)
Voor meer informatie over de hieronder
genoemde geavanceerde functies voor
het versturen van faxen en instellingen,
uu Geavanceerde
gebruikershandleiding:
2-zijdige fax
Contrast
Faxresolutie
Rondsturen
Direct verzenden
Internationaal
Tijdklok
Verzamelen
Voorblad Opm.
Voorpagina instellen
d Kies een van de onderstaande opties:
Als u een enkelzijdig document wilt
versturen, gaat u naar stap e.
Om een dubbelzijdig document te
versturen, kiest u het dubbelzijdige
scanformaat, zoals hieronder
beschreven.
Druk op Opties.
Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om 2-zijdige fax weer te
geven en druk op 2-zijdige fax.
Een fax verzenden 4
Hoofdstuk 4
44
Druk op 2-zijdige scan: lange
zijde of 2-zijdige scan:
korte zijde.
Druk op OK.
OPMERKING
U kunt dubbelzijdige documenten
verzenden vanaf de ADF (automatische
documentinvoer).
e Voer het faxnummer in.
Met de kiestoetsen
Met het adresboek
Adresboek
Met de oproephistoriek
Oproepoverz
(Zie Hoe kiezen uu pagina 62 voor
meer informatie.)
f Druk op Fax start.
Faxen vanaf de ADF (automatische
documentinvoer)
De machine begint het document te
scannen.
Faxen vanaf de glasplaat
Als Direct verzenden ingesteld is op
Aan, zal de machine het document
verzenden zonder te vragen of er nog
bijkomende pagina's gescand moeten
worden.
Wanneer Direct verzenden is Uit:
Als u op Fax start drukt, scant de
machine de eerste pagina.
Wanneer het aanraakscherm de
melding Volgende Pagina?
weergeeft, voert u een van de
volgende handelingen uit:
Om één pagina te verzenden,
drukt u op Nee. De machine
begint het document te
verzenden.
Om meer dan één pagina te
verzenden, drukt u op Ja en
plaatst u de volgende pagina op
de glasplaat. Druk op OK. De
machine begint de pagina te
scannen. (Herhaal deze stap voor
elke extra pagina.)
Faxen onderbreken 4
Druk op om het faxen te onderbreken.
Documenten in Letter-/Legal-
1
/
Folio
1
-formaat faxen vanaf de
glasplaat 4
Wanneer u documenten in Letter-, Legal-
1
of
Folio
1
-formaat faxt, moet u de glasplaat
instellen op Letter of Legal/Folio
1
; als
u dit niet doet, zal een gedeelte van de fax
ontbreken.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld
op Uit, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld
op Aan, drukt u op (Fax) en
Faxen verzenden.
b Druk op Opties.
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Scanformaat glas weer te
geven.
d Druk op Scanformaat glas.
e Druk op Letter of Legal/Folio
1
.
f Druk op OK.
g Druk op .
1
MFC-L8850CDW en MFC-L9550CDW
Een fax verzenden
45
4
Een lopende fax annuleren 4
Druk op om de fax te annuleren. Als u op
drukt terwijl de machine bezig is met het
kiezen van een nummer of met verzenden,
wordt de melding Taak annuleren?
weergegeven op het aanraakscherm.
Druk op Ja om de fax te annuleren.
Verzendrapport 4
U kunt het verzendrapport gebruiken als
bewijs dat u een fax hebt verzonden. Dit
rapport bevat de naam of het faxnummer van
de ontvanger, de datum en de tijd van het
verzenden, de duur van het verzenden, het
aantal verzonden pagina's en informatie of de
fax al dan niet succesvol werd verzonden.
Voor het verzendrapport zijn verschillende
instellingen beschikbaar:
Aan: na elke verzonden fax wordt een
rapport afgedrukt.
Aan+Beeld: na elke verzonden fax wordt
een rapport afgedrukt. Een gedeelte van
de eerste pagina van de fax wordt op het
rapport afgedrukt.
Uit: als de fax niet is verzonden door een
storing wordt een rapport afgedrukt. Uit
is de fabrieksinstelling.
Uit+Beeld: als de fax niet is verzonden
door een storing wordt een rapport
afgedrukt. Een gedeelte van de eerste
pagina van de fax wordt op het rapport
afgedrukt.
Geen rapport: Er wordt geen rapport
afgedrukt.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Kies rapport weer te
geven.
f Druk op Kies rapport.
g Druk op Verzendrapp..
h Druk op Aan, Aan+Beeld, Uit ,
Uit+Beeld of Geen rapport.
i Druk op .
OPMERKING
•Als u Aan+Beeld of Uit+Beeld kiest,
wordt het beeld niet op het verzendrapport
afgedrukt als Direct verzenden is
ingesteld op Aan.
Als de fax goed is verzonden, wordt OK
naast RESULT weergegeven op het
verzendrapport.
Als de fax niet is verzonden, wordt FOUT
naast RESULT weergegeven.
46
5
Ontvangstmodi 5
U dient een ontvangststand te kiezen afhankelijk van de externe apparaten en telefoondiensten
die op uw lijn aanwezig zijn.
De ontvangstmodus kiezen 5
Uw machine ontvangt standaard automatisch faxen die ernaar worden verzonden. Met behulp
van onderstaand schema kunt u de juiste stand kiezen. (Zie Ontvangstmodi gebruiken
uu pagina 48 voor meer informatie over de ontvangststanden.)
Volg onderstaande instructies om de ontvangststand in te stellen.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b, om Ontvangstmenu weer te geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b, om Ontvangstmodus weer te geven.
Een fax ontvangen 5
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een
extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de
machine?
Ja
Fax
Nee
Nee
Nee
Handmatig
Ja
Ext. TEL/ANT
Fax/Telefoon
Gebruikt u de functie voor voicemail van een
extern antwoordapparaat?
Wilt u dat de machine faxoproepen en
telefoongesprekken automatisch opneemt?
Ja
Een fax ontvangen
47
5
h Druk op Ontvangstmodus.
i Druk op Fax, Fax/Telefoon, Ext. TEL/ANT of Handmatig.
j Druk op .
Hoofdstuk 5
48
Ontvangstmodi
gebruiken 5
In sommige ontvangststanden worden
oproepen automatisch beantwoord (Fax en
Fax/Telefoon). Mogelijk wilt u de
belvertraging wijzigen voordat u deze modi
gebruikt (zie Belvertraging uu pagina 49).
Alleen fax 5
In de stand Fax wordt elke oproep
automatisch beantwoord alsof het een
faxbericht betreft.
Fax/Tel 5
De stand Fax/Telefoon helpt u inkomende
oproepen te beheren, door te herkennen of
het faxen of telefoongesprekken zijn en deze
op een van de volgende manieren te
verwerken:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Voicemail activeert het F/T-belsignaal om
aan te geven dat u de oproep moet
aannemen. Het F/T-belsignaal is een snel
dubbel belsignaal afkomstig van uw
machine.
(Zie ook F/T-beltijd (alleen Fax/Tel-modus)
uu pagina 49 en Belvertraging
uu pagina 49.)
Handmatig 5
De modus Handmatig schakelt alle
automatische antwoordfuncties uit.
Om een fax te ontvangen als de machine in
de handmatige stand staat, pakt u de hoorn
van de externe telefoon op. Wanneer u
faxtonen hoort (korte repetitieve pieptonen),
drukt u op Fax start en daarna op
Ontvangen om een fax te ontvangen. U kunt
ook de functie Fax waarnemen gebruiken om
faxen te ontvangen door de hoorn op te
nemen van een toestel op dezelfde lijn als die
van de machine.
(Zie ook Fax waarnemen uu pagina 50.)
Extern antwoordapparaat 5
In de stand Ext. TEL/ANT handelt een
extern antwoordapparaat de inkomende
oproepen af. Inkomende oproepen kunnen
op één van de volgende manieren worden
afgehandeld:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Bellers kunnen een bericht inspreken op
het externe antwoordapparaat.
(Zie Een extern antwoordapparaat verbinden
uu pagina 57 voor meer informatie.)
Een fax ontvangen
49
5
Instellingen
ontvangstmodus 5
Belvertraging 5
De belvertraging bepaalt het aantal keren dat
de machine overgaat voordat deze antwoordt
in de standen Fax en Fax/Telefoon.
Als een extern of tweede toestel dezelfde lijn
als de machine gebruikt, kiest u het maximaal
aantal keren dat de machine over moet gaan
(zie Fax waarnemen uu pagina 50 en
Bediening op extern of tweede toestel
uu pagina 59).
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Ontvangstmenu weer te
geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Belvertraging weer te
geven.
h Druk op Belvertraging.
i Druk om te kiezen hoe vaak de machine
over moet gaan voordat de machine
antwoordt.
j Druk op .
F/T-beltijd
(alleen Fax/Tel-modus) 5
Wanneer iemand uw machine belt, horen u
en de beller het geluid van normale
telefoontonen. Het aantal keren dat de
telefoon overgaat wordt bepaald door de
instelling van de belvertraging.
Als de oproep een fax is, ontvangt de
machine deze. Als het echter een normale
oproep is, laat de machine het F/T-belsignaal
horen (een dubbel belsignaal) gedurende de
tijd die u hebt bepaald in de instelling van de
F/T-beltijd. Als u het F/T-belsignaal hoort,
betekent dit dat u een normale oproep op de
lijn ontvangt.
Omdat het F/T-belsignaal van uw machine
afkomstig is, rinkelen de tweede en externe
toestellen niet; u kunt de oproep echter nog
wel op iedere telefoon beantwoorden
(zie Codes voor afstandsbediening
gebruiken uu pagina 60 voor meer
informatie).
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Ontvangstmenu weer te
geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om F/T Beltijd weer te
geven.
h Druk op F/T Beltijd.
i Druk op de tijdsduur dat de machine
over gaat om u op een normaal
telefoongesprek te attenderen (20, 30,
40 of 70 seconden).
Hoofdstuk 5
50
j Druk op .
OPMERKING
Zelfs als de beller inhaakt tijdens het
dubbele belsignaal, blijft de machine
gedurende de ingestelde tijd overgaan.
Fax waarnemen 5
Als Fax Waarnemen Aan is: 5
De machine kan een fax automatisch
ontvangen, zelfs als u de oproep
beantwoordt. Als Ontvangst op het
aanraakscherm wordt weergegeven of als u
een klik op de telefoonlijn hoort via de hoorn
die u hebt opgepakt, plaatst u de hoorn
gewoon terug. Uw machine doet de rest.
Als Fax Waarnemen Uit is: 5
Als u in de buurt van de machine bent en een
faxoproep eerst aanneemt door de hoorn van
de externe telefoon op te pakken, drukt u op
Fax start en dan op Ontvangen om de fax
te ontvangen.
Als u de oproep beantwoordt vanaf een
tweede toestel, drukt u op l51 (zie Bediening
op extern of tweede toestel uu pagina 59).
OPMERKING
Als deze functie op Aan staat, maar uw
machine de faxoproep niet overneemt
wanneer u de hoorn van een tweede
toestel opneemt, drukt u op de
faxontvangstcode l51.
Als u faxen via een computer op dezelfde
telefoonlijn verzendt en de machine deze
opvangt, stelt u Fax Waarnemen in op
Uit.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Ontvangstmenu weer te
geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax Waarnemen weer te
geven.
h Druk op Fax Waarnemen.
i Druk op Aan (of Uit).
j Druk op .
Een fax ontvangen
51
5
Faxvoorbeeld
(alleen zwart-wit) 5
Een afdrukvoorbeeld van een
ontvangen fax bekijken 5
U kunt ontvangen faxen weergeven op het
aanraakscherm door op (Fax) en
vervolgens op (Ontvangen faxen) te
drukken. Wanneer de machine in de modus
Gereed staat, verschijnt een pop-upmelding
op het aanraakscherm om u te wijzen op
nieuwe faxen.
Faxvoorbeeld instellen 5
a Druk op .
b Druk op (Faxvoorbeeld).
c Druk op Aan (of Uit).
d Druk op Ja.
e Het aanraakscherm geeft aan dat
toekomstige faxen niet worden
afgedrukt wanneer u ze ontvangt.
Druk op Ja.
f Druk op .
OPMERKING
Wanneer Faxvoorbeeld is ingeschakeld,
wordt een reservekopie van ontvangen
faxen niet afgedrukt voor de functies Fax
doorzenden en PC-FAX ontvangen, zelfs
als reserveafdruk is ingesteld op Aan.
Faxvoorbeeld gebruiken 5
Wanneer u een fax ontvangt, verschijnt een
pop-up bericht op het aanraakscherm.
(Bijvoorbeeld: Nieu. fax(en):01
[Voorb.])
a Druk op Voorb..
Het aanraakscherm geeft de faxlijst
weer.
OPMERKING
Hoewel afgedrukte faxen de
ontvangstdatum en -tijd tonen wanneer de
functie “Fax Ontvangen Stempel” is
ingeschakeld, worden de ontvangstdatum
en -tijd niet op het faxvoorbeeldscherm
weergegeven.
De faxlijst omvat de oude faxen en de
nieuwe fax. De nieuwe fax is met een
blauw merkteken naast de fax
aangegeven.
Om een fax te zien waarvan u reeds een
voorbeeld hebt bekeken, drukt u op Fax
en Ontvangen faxen.
b Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om het faxnummer weer te geven
van de gewenste fax.
c Druk op de fax die u wenst.
OPMERKING
Als uw fax groot is, kan het even duren
voor hij wordt weergegeven.
Het aanraakscherm geeft het huidige
paginanummer en het totale aantal
pagina's van het faxbericht weer.
Wanneer uw faxbericht groter is dan 99
pagina's, wordt het totale aantal pagina's
weergegeven als “XX”.
Hoofdstuk 5
52
Druk op het aanraakscherm of het
aanraakpaneel om de volgende
bewerkingen uit te voeren.
d Druk op .
Hoe een fax afdrukken 5
a Druk op (Fax).
b Druk op Ontvangen faxen.
c Druk op de fax die u wenst.
d Druk op Start om de af te drukken fax
te bevestigen.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Alle Pag Afdruk. om
alle pagina's af te drukken.
Druk op Alleen huidige afdr.
om alleen de weergegeven pagina af
te drukken.
Druk op Afdr. vanaf deze pag.
om af te drukken vanaf de
weergegeven pagina tot aan de
laatste pagina.
f Wanneer het aanraakscherm de
melding Alle pagina's
verwijderen? weergeeft, voert u een
van de volgende handelingen uit:
Druk op Ja om alle pagina's te
verwijderen van de fax die u hebt
afgedrukt.
Druk op Nee om de afgedrukte fax op
te slaan.
g Druk op .
Alle faxen in de lijst afdrukken of
verwijderen
5
a Druk op (Fax).
b Druk op Ontvangen faxen.
c Druk op Afdr./verw..
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Alles afdrukken
(nieuwe faxen) om alle
ongelezen faxen af te drukken.
Druk op Alles afdrukken (oude
faxen) om alle gelezen faxen af te
drukken.
Druk op Alles verwijderen
(nieuwe faxen) om alle
ongelezen faxen af te wissen.
Druk op Ja om te bevestigen.
Druk op Alles verwijderen
(oude fax) om alle gelezen faxen
af te wissen.
Druk op Ja om te bevestigen.
e Druk op .
Omschrijving
De fax vergroten.
De fax verkleinen.
of
Verticaal bladeren.
of
Horizontaal bladeren.
De fax rechtsom draaien.
De fax verwijderen.
Druk op Ja om te bevestigen.
Terugkeren naar de vorige
pagina.
Naar de volgende pagina
gaan.
Terugkeren naar de faxlijst.
Start De fax afdrukken.
Een fax ontvangen
53
5
Faxvoorbeeld uitschakelen 5
a Druk op .
b Druk op (Faxvoorbeeld).
c Druk op Uit.
d Druk op Ja om te bevestigen.
e Als er faxen opgeslagen zijn in het
geheugen, voert u een van de volgende
handelingen uit:
Als u de opgeslagen faxen niet wilt
afdrukken, drukt u op Doorgaan.
Druk op Ja om te bevestigen. Uw
faxen worden verwijderd.
Om alle opgeslagen faxen af te
drukken, drukt u op Alle faxen
afdrukken vóór het
verwijderen.
Als u Faxvoorbeeld niet wilt
uitschakelen, drukt u op
Annuleren.
f Druk op .
54
6
Hoe PC-FAX gebruiken6
PC-FAX Receive (PC-FAX
ontvangen) (alleen voor
Windows
®
) 6
Wanneer u de functie PC-FAX Receive
(PC-FAX ontvangen) inschakelt, slaat uw
MFC ontvangen faxen automatisch op in het
geheugen om deze door te sturen naar de
computer. U kunt vervolgens uw computer
gebruiken voor het weergeven en het
opslaan van deze faxen.
Ook wanneer u de computer uitschakelt
(bijvoorbeeld 's nachts of in het weekend),
ontvangt uw MFC faxen om ze op te slaan in
het geheugen. Het aantal ontvangen faxen
dat opgeslagen is in het geheugen wordt
weergegeven op het aanraakscherm.
Als u uw computer opstart en de software
voor PC-FAX ontvangst actief is, brengt uw
MFC automatisch uw faxen over naar uw
computer.
Voor de overdracht van ontvangen faxen
moet de software voor PC-FAX ontvangst op
uw pc actief zijn.
Volg de instructies voor het
besturingssysteem dat u gebruikt.
(Windows
®
XP, Windows Vista
®
en
Windows
®
7)
In het menu (Starten) selecteert u
Alle programma's > Brother >
Brother Utilities.
Klik vervolgens op de vervolgkeuzelijst en
selecteer uw modelnaam (indien dit nog
niet is gebeurd).
Klik op PC-FAX Ontvangen in de
linkernavigatiebalk en klik vervolgens op
Ontvangen.
(Windows
®
8)
Klik op (Brother Utilities) en klik
vervolgens op de vervolgkeuzelijst en
selecteer uw modelnaam (indien dit nog
niet is gebeurd). Klik in de
linkernavigatiebalk op PC-FAX
Ontvangen en daarna op Ontvangen.
Voer op uw machine de volgende stappen uit:
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Ontvangstmenu weer te
geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om PC-Fax ontv. weer te
geven.
h Druk op PC-Fax ontv..
i Druk op Aan om PC-FAX Ontvangst te
starten.
j Op het aanraakscherm wordt een
herinnering weergegeven voor het
starten van het programma voor PC-
FAX-ontvangst op uw computer. Als u
het programma voor PC-Fax ontvangst
hebt gestart, drukt u op OK.
Voor meer informatie over het starten
van het programma voor PC-FAX
ontvangst, uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
PC-FAX gebruiken 6
PC-FAX gebruiken
55
6
k Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om <USB> weer te geven of de
naam van uw computer als de machine
is aangesloten op een netwerk.
Druk op <USB> of op de naam van uw
computer.
Druk op OK.
l Druk op Backup Print: Aan of
Backup Print: Uit.
BELANGRIJK
Als u Backup Print: Aan kiest, drukt
de machine de fax ook af op uw machine,
zodat u over een kopie beschikt.
m Druk op .
OPMERKING
Voordat u PC-FAX Receive (PC-Fax
ontvangen) kunt instellen, moet u de
software MFL-Pro Suite op uw computer
installeren. Controleer of uw computer is
aangesloten en ingeschakeld
(uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding).
Als er zich een fout voordoet op de
machine en deze faxen in het geheugen
niet kan afdrukken, kunt u deze instelling
gebruiken om de faxen naar een computer
over te brengen (zie Uw faxen of
faxjournaal overbrengen uu pagina 135).
Mac OS ondersteunt PC-FAX Receive
(PC-Fax ontvangen) niet.
Een PC-FAX verzenden 6
Met Brother PC-FAX kunt u vanaf uw
computer een document vanuit een applicatie
als standaardfax verzenden. U kunt een
bestand aangemaakt met om het even welk
programma op uw computer verzenden als
een PC-FAX. U kunt ook een voorblad
toevoegen (voor meer informatie
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding).
Hoe een PC-FAX verzenden: 6
Contacteer de verkoper van de toepassing
voor verdere ondersteuning.
a Selecteer Bestand en vervolgens
Afdrukken in de toepassing.
Het dialoogvenster Afdrukken wordt
weergegeven. (Afhankelijk van de
toepassing kunnen de stappen
variëren.)
b Selecteer Brother PC-FAX v.3.
c Klik op OK.
De gebruikersinterface Brother
PC-FAX wordt weergegeven.
d Voer het faxnummer van de ontvanger
in met behulp van het toetsenbord van
uw computer of door te klikken op het
numerieke toetsenbord van de Brother
PC-FAX-gebruikersinterface. U kunt
ook een opgeslagen nummer selecteren
in het Adresboek.
e Klik op .
f Klik op start.
Uw document wordt verzonden naar de
Brother-machine en vervolgens gefaxt
naar de ontvanger.
56
7
Telefoonlijndiensten 7
Het telefoonlijntype instellen 7
Als u de machine aansluit op een lijn met PBX
of ISDN voor het verzenden en ontvangen
van faxen, moet u het type telefoonlijn
dienovereenkomstig wijzigen aan de hand
van de volgende stappen. Als u een lijn
gebruikt waarop een PBX is aangesloten,
kunt u ook instellen dat de machine altijd
toegang krijgt tot een buitenlijn (met het
netnummer dat u hebt ingevoerd) of toegang
krijgt tot een buitenlijn wanneer R wordt
ingedrukt.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Stand.instel. weer te
geven.
d Druk op Stand.instel..
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Tel lijn inst weer te
geven.
f Druk op Tel lijn inst.
g Druk op PBX, ISDN (of Normaal).
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u ISDN of Normaal hebt
gekozen, gaat u naar l.
Als u PBX hebt gekozen, gaat u
verder naar stap i.
i Druk op Aan of Altijd.
OPMERKING
•Als u Aan kiest, drukt u op R om toegang
te krijgen tot een buitenlijn.
•Als u Altijd kiest, hebt u toegang tot
een buitenlijn zonder op R te drukken.
j Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer u het huidige netnummer
wilt veranderen, drukt u op
Buitenlijn en gaat u naar stap k.
Wanneer u het huidige netnummer
niet wilt veranderen, gaat u naar
stap l.
k Voer het netnummer (maximaal 5
cijfers) in via de kiestoetsen.
Druk op OK.
OPMERKING
U kunt de cijfers 0 tot en met 9 en de
symbolen, #, l en ! gebruiken. (Het is niet
mogelijk om ! te gebruiken in combinatie
met cijfers of andere symbolen.)
l Druk op .
PBX en OVERBRENGEN 7
De machine is in eerste instantie ingesteld op
Normaal, om te worden aangesloten op een
standaard openbaar telefoonnetwerk
(PSTN). De meeste kantoren gebruiken
echter een centraal telefoonsysteem oftewel
een Private Branch Exchange (PBX). Uw
machine kan op de meeste PBX-
telefoonsystemen worden aangesloten. De
oproepfunctie van de machine ondersteunt
alleen Timed Break Recall (TBR). TBR werkt
met de meeste PBX-systemen, zodat u
toegang krijgt tot een buitenlijn of gesprekken
naar een andere lijn kunt doorverbinden. De
functie werkt wanneer u op R hebt gedrukt.
Telefoon en externe apparaten 7
Telefoon en externe apparaten
57
7
Een extern
antwoordapparaat
verbinden
7
U kunt een extern antwoordapparaat
aansluiten op dezelfde lijn als uw machine.
Wanneer het antwoordapparaat een oproep
beantwoordt, “hoort” uw machine de faxtonen
afkomstig van een verzendende faxmachine.
Als er faxtonen klinken, neemt de machine de
oproep over en wordt de fax ontvangen. Als
er geen faxtonen klinken, registreert uw
antwoordapparaat een voicemail en geeft het
aanraakscherm de melding Telefoon weer.
Het externe antwoordapparaat moet binnen
vier belsignalen antwoorden (wij raden u aan
om twee belsignalen in te stellen). De reden
hiervoor is dat uw machine de faxtonen niet
kan horen, totdat het externe
antwoordapparaat de oproep heeft
aangenomen. De verzendende machine
zendt slechts nog acht tot tien seconden
langer faxtonen. Het wordt afgeraden om op
uw externe antwoordapparaat de functie
bespaarstand te gebruiken, als er meer dan
vier belsignalen nodig zijn om die te
activeren.
OPMERKING
Als u problemen hebt met het ontvangen
van faxen, dient u de instelling
belvertraging op uw externe
antwoordapparaat te verlagen.
Verbindingen 7
Het externe antwoordapparaat moet zijn
aangesloten zoals aangegeven in
onderstaande afbeelding.
1 Antwoordapparaat
a Stel uw externe antwoordapparaat in op
een of twee keer over gaan. (De
instelling voor de belvertraging van de
machine is niet van toepassing.)
b Het uitgaand bericht op uw externe
antwoordapparaat opnemen.
c Stel het antwoordapparaat in om
oproepen aan te nemen.
d Stel de ontvangstmodus op de machine
in op Ext. TEL/ANT (zie De
ontvangstmodus kiezen uu pagina 46).
Hoofdstuk 7
58
Een uitgaand bericht
opnemen (OGM) 7
a Neem 5 seconden stilte op aan het
begin van uw bericht. Dit geeft uw
machine de tijd om naar faxtonen te
luisteren.
b Wij adviseren u het bericht te beperken
tot 20 seconden.
c Het is handig om aan het einde van het
uitgaande bericht van 20 seconden de
code voor activeren op afstand te
vermelden, zodat men ook handmatig
faxberichten kan sturen. Bijvoorbeeld:
“Spreek een bericht in na de toon of druk
op l51 om een fax te verzenden”.
OPMERKING
U moet de instelling Codes voor
afstandsbediening instellen op Aan om de
code voor activeren op afstand l51 te
gebruiken (zie Codes voor
afstandsbediening gebruiken
uu pagina 60).
We raden u aan uw uitgaande bericht te
beginnen met een stilte van 5 seconden
omdat de machine de faxtonen niet over
een stem moet horen. U kunt proberen
deze pauze weg te laten maar als uw
machine moeite heeft met het ontvangen
van faxberichten dan moet u het
uitgaande bericht opnemen met pauze.
Aansluiting op meerdere
lijnen (PBX) 7
Wij raden u aan contact op te nemen met het
bedrijf dat uw PBX geïnstalleerd heeft om uw
machine aan te sluiten. Als u beschikt over
een systeem met meerdere lijnen, vraagt u
uw installateur dan om de machine op de
laatste lijn in het systeem aan te sluiten. Zo
voorkomt u dat de machine wordt geactiveerd
wanneer er telefoongesprekken worden
ontvangen door het systeem. Als alle
inkomende oproepen door een telefonist(e)
worden beantwoord, adviseren wij u om de
ontvangststand in te stellen op Handmatig.
Wij kunnen niet garanderen dat uw machine
onder alle omstandigheden correct werkt bij
aansluiting op een PBX. Neem bij problemen
met het verzenden of ontvangen van faxen in
eerste instantie contact op met het bedrijf dat
uw centrale verzorgt.
Telefoon en externe apparaten
59
7
Externe en tweede
toestellen 7
OPMERKING
U moet de instelling “Codes voor
bediening op afstand” inschakelen om
code l51 voor activeren op afstand en
code #51 voor deactiveren op afstand te
kunnen gebruiken (zie Codes voor
afstandsbediening gebruiken
uu pagina 60).
Een extern of tweede toestel
verbinden 7
U kunt een apart toestel rechtstreeks op uw
machine aansluiten, zoals in onderstaande
afbeelding.
1 Tweede toestel
2 Extern toestel
Bediening op extern of
tweede toestel 7
Als u een faxoproep op een tweede toestel
beantwoordt of op een externe telefoon die
correct is aangesloten op de machine via de
aansluiting met T-stuk, kunt u de machine de
oproep laten aannemen via de code voor
activeren op afstand. Als u de code voor
Activeren op afstand l51 intoetst, zal de fax
op de machine worden ontvangen.
Als u een oproep beantwoordt en er niemand
aan de lijn is:
U dient dan aan te nemen dat het gaat om het
ontvangen van een handmatige fax.
Druk op l51 en wacht op de faxtoon
(tsjirpend geluid) of tot op het aanraakscherm
de melding Ontvangst wordt weergegeven,
en hang vervolgens op.
OPMERKING
U kunt ook de functie Fax waarnemen
gebruiken zodat uw machine de oproep
automatisch beantwoordt (zie Fax
waarnemen uu pagina 50).
Alleen voor Fax/Tel-modus 7
Als de machine in de Fax/Tel-modus staat,
wordt het snelle dubbele belsignaal gebruikt
om aan te geven dat het een normale oproep
betreft.
Neem de hoorn van het externe toestel op en
druk op Ophalen om de oproep te
beantwoorden.
Als u zich bij een tweede toestel bevindt,
moet u de hoorn tijdens de F/T-beltijd
opnemen en tussen de snelle dubbele
belsignalen in op #51 drukken. Als niemand
aan het toestel is of wanneer iemand u een
fax wil verzenden, stuurt u de oproep terug
naar de machine door op l51 te drukken.
(voor Nederland)
(voor België)
1
2
1
2
Hoofdstuk 7
60
Een draadloze externe
handset gebruiken die niet
van Brother is 7
Als uw draadloze telefoon (niet Brother)
verbonden is met het telefoonsnoer
(zie pagina 59) en u de draadloze handset
vaak ergens anders mee naartoe neemt, is
het eenvoudiger oproepen te beantwoorden
tijdens de belvertraging.
Als u de machine eerst laat antwoorden,
moet u naar de machine gaan om op
Ophalen te drukken om de oproep over te
zetten naar de draadloze handset.
Codes voor
afstandsbediening gebruiken 7
Code voor activeren op afstand 7
Als u een faxoproep aanneemt op een extern
of tweede toestel, kunt u uw machine
opdragen om deze te ontvangen door de
code voor activeren op afstand (l51) in te
voeren. Wacht tot u de faxtonen (tsjirpende
geluiden) hoort en plaats dan de hoorn terug
(zie Fax waarnemen uu pagina 50). De
beller moet op Start drukken om de fax te
verzenden.
Als u een faxoproep op de externe telefoon
beantwoordt, kunt u de machine opdragen
om de fax te ontvangen door op Fax start
te drukken en vervolgens te drukken op
Ontvangen.
Code voor deactiveren op afstand 7
Als u een telefoonoproep ontvangt en de
machine in de stand F/T staat, wordt het F/T-
belsignaal (snel dubbel belsignaal) gebruikt
na de aanvankelijke belvertraging. Als u de
oproep op een tweede toestel aanneemt,
kunt u het F/T-belsignaal uitschakelen door
op #51 (zorg ervoor dat u tussen de
belsignalen in hierop drukt ).
Als de machine een oproep beantwoordt en
het snelle dubbel belsignaal overgaat voordat
u de oproep aan kunt nemen, kunt u de
oproep overzetten op de externe telefoon
door op Ophalen te drukken.
Telefoon en externe apparaten
61
7
Codes voor afstandsbediening
inschakelen
7
U moet de instelling Codes voor
afstandsbediening inschakelen op Aan om de
code voor activeren op afstand en de code
voor deactiveren op afstand te gebruiken.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Ontvangstmenu weer te
geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Act.Op Afst. weer te
geven.
h Druk op Act.Op Afst..
i Druk op Act.Op Afst..
j Druk op Aan.
k Als u de code voor activeren op afstand
niet wilt wijzigen, drukt u op op het
aanraakscherm.
l Druk op .
De codes voor afstandsbediening
wijzigen
7
De voorgeprogrammeerde code voor
activeren op afstand is
l
51
. De
voorgeprogrammeerde code voor deactiveren
op afstand is
#51
. Als de verbinding telkens
wordt verbroken wanneer u probeert toegang
te verkrijgen tot uw externe antwoordapparaat,
is het raadzaam om de codes van drie cijfers
voor bediening op afstand te wijzigen,
bijvoorbeeld
###
en 555.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Ontvangstmenu weer te
geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Act.Op Afst. weer te
geven.
h Druk op Act.Op Afst..
i Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de code voor activeren op
afstand wilt wijzigen, drukt u op
Afstandscode. Voer de nieuwe
code in en druk dan op OK.
Als u de code voor deactiveren op
afstand wilt wijzigen, drukt u op
Deactiveren. Voer de nieuwe
code in en druk dan op OK.
Wanneer u de codes niet wilt
veranderen, gaat u naar stap j.
Als u de codes voor
afstandsbediening Aan of Uit wilt
wijzigen, drukt u op Act.Op Afst..
Druk op Aan of Uit.
j Druk op .
62
8
Hoe kiezen 8
U kunt op de volgende manieren een
nummer kiezen.
Handmatig kiezen 8
a Plaats het document.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld
op Uit, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld
op Aan, drukt u op (Fax) en
Faxen verzenden.
c Druk op alle cijfers van het faxnummer.
d Druk op Fax start.
Kiezen vanuit het adresboek 8
a Plaats het document.
b Druk op (Fax).
c Druk op Adresboek.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om het nummer weer te
geven dat u wilt gebruiken.
Druk op en voer de eerste letter
van de naam in. Druk vervolgens op
OK.
e Druk op het gewenste nummer of de
gewenste naam.
f Om een fax te verzenden, drukt u op
Toepassen.
g Druk op Fax start.
De machine scant en verzendt de fax.
LDAP zoeken 8
Als de machine is aangesloten op uw LDAP-
server, kunt u zoeken naar informatie zoals
faxnummers en e-mailadressen van uw
server. (uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding)
Faxnummer opnieuw kiezen 8
Als u een fax automatisch wilt verzenden en
het nummer in gesprek is, zal de machine het
nummer iedere vijf minuten automatisch drie
keer opnieuw proberen.
Automatisch opnieuw kiezen werkt alleen als
u Automatisch opnieuw kiezen instelt
op Aan. De standaardinstelling is Aan.
Herkies werkt alleen als u het nummer op
de machine hebt gekozen.
Nummers kiezen en opslaan 8
Nummers kiezen en opslaan
63
8
Nummers opslaan 8
U kunt uw machine instellen om op de
volgende manieren snel te kiezen: adresboek
en groepsnummers voor het
groepsverzenden van faxen. Wanneer u een
nummer uit het adresboek kiest, verschijnt
het nummer op het aanraakscherm.
OPMERKING
De nummers die in het adresboek zijn
opgeslagen, gaan niet verloren als de
stroom uitvalt.
Een pauze opslaan 8
Druk op Pauze om een pauze van 3,5
seconden tussen de nummers in te voegen.
U kunt zo vaak als nodig is op Pauze drukken
om de pauze langer te maken.
Nummers in het adresboek
opslaan 8
U kunt tot 300 adressen met een naam
opslaan.
a Druk op (Fax).
b Druk op Adresboek.
c Druk op Bewerken.
d Druk op Nw adres toev..
e Druk op Naam.
f Voer de naam in met het toetsenbord op
het aanraakscherm van de machine
(maximaal 15 tekens). (Zie Tekst
invoeren uu pagina 227 voor hulp bij
het invoeren van letters.)
Druk op OK.
g Druk op Adres.
h Voer het fax- of telefoonnummer in met
het toetsenbord op het aanraakscherm
van de machine (maximaal 20
nummers).
Druk op OK.
OPMERKING
Als u Internetfaxen heeft gedownload:
Als u een e-mailadres wilt opslaan om dit
te gebruiken voor internetfaxen of
scannen naar e-mailserver, drukt u op
en voert u het e-mailadres in
(zie Tekst invoeren uu pagina 227),
waarna u op OK drukt.
i Druk op OK.
j Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om een ander nummer in het
adresboek op te slaan, herhaalt u
stappen c - j.
Om het opslaan van nummers te
beëindigen, drukt u op .
Hoofdstuk 8
64
Namen of nummers in het
adresboek wijzigen 8
U kunt een reeds in het adresboek
opgeslagen naam of nummer wijzigen of
verwijderen.
Als het opgeslagen nummer een geplande
taak heeft, zoals een uitgestelde fax of een
nummer voor fax doorzenden, dan wordt het
gedimd op het aanraakscherm. U kunt het
nummer niet selecteren om het te wijzigen of
te verwijderen tenzij u eerst de geplande taak
annuleert (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding).
a Druk op (Fax).
b Druk op Adresboek.
c Druk op Bewerken.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Wijzigen om de namen of
nummers te bewerken. Ga naar
stap e.
Druk op Verwijder om
Verwijder weer te geven.
Verwijder nummers door erop te
drukken om een rood vinkje weer te
geven.
Druk op OK.
Druk op Ja om te bevestigen. Ga
naar stap i.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om het nummer weer te geven
dat u wilt gebruiken.
f Druk op het nummer dat u wenst.
g Doe het volgende:
Om de naam te wijzigen, drukt u op
Naam. Voer de nieuwe naam in
(maximaal 15 tekens) met het
toetsenbord op het aanraakscherm
van de machine. (Zie Tekst invoeren
uu pagina 227 voor hulp bij het
invoeren van letters).
Druk op OK.
Om het fax- of telefoonnummer te
wijzigen, drukt u op Adres. Voer het
nieuwe fax- of telefoonnummer in
(maximaal 20 nummers) met het
toetsenbord op het aanraakscherm
van de machine.
Druk op OK.
OPMERKING
Opgeslagen naam of nummer wijzigen:
Om een teken te wijzigen, drukt u op
d of c om de cursor op het onjuiste teken
te plaatsen, en drukt u vervolgens op .
Voer het nieuwe teken of nummer in.
h Druk op OK om te voltooien.
Om een ander nummer in het
adresboek te wijzigen, herhaalt u
stappen c - h.
i Druk op .
65
9
9
Hoe kopiëren 9
In de volgende stappen wordt de
basishandeling voor het kopiëren uitgelegd.
a Voer een van de volgende handelingen
uit om uw document te laden:
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar boven in de ADF
(automatische documentinvoer)
(zie De automatisch documentinvoer
(ADF) gebruiken uu pagina 41).
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat (zie De glasplaat
gebruiken uu pagina 42).
b Druk op de knop Kopiëren op het
aanraakscherm.
Op het aanraakscherm verschijnt het
volgende:
1 Aantal kopieën
U kunt het aantal kopieën invoeren
met de kiestoetsen.
c Voor meerdere kopieën voert u het
aantal met twee cijfers in (maximaal 99).
d Druk op Kleur Start of Mono start.
Kopiëren onderbreken 9
Druk op om het kopiëren te onderbreken.
Voorgeprogrammeerde
kopieerinstellingen 9
U kunt kopiëren met diverse instellingen die
reeds voor u in de machine geprogrammeerd
zijn, door er gewoon op te drukken.
De volgende voorgeprogrammeerde
instellingen zijn beschikbaar.
Bon
Normaal
2op1(id)
2op1
2-zijdig (12)
2-zijdig (22)
Papier opslaan
a Plaats het document.
b Druk op (Kopiëren).
c Veeg naar links of rechts om de opties
Bon, Normaal, 2op1(id), 2op1,
2-zijdig (12), 2-zijdig
(22) of Papier opslaan weer te
geven, en druk vervolgens op de
gewenste optie.
d Voer het gewenste aantal kopieën in.
Kopieën maken 9
1
Hoofdstuk 9
66
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om meer instellingen te wijzigen
gaat u naar stap f.
Wanneer u klaar bent met het
wijzigen van de instellingen, gaat u
naar stap j.
f Druk op Opties.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare instellingen
weer te geven, en druk dan op de
gewenste instelling.
h Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare opties weer
te geven, en druk dan op uw nieuwe
optie. Herhaal stap g en h voor elke
instelling die u wilt wijzigen.
OPMERKING
Als u de instellingen als snelkoppeling wilt
opslaan, drukt u op Opslaan als
snelkoppeling.
i Druk op OK.
j Druk op Kleur Start of Mono start.
Kopieerinstellingen en opties 9
U kunt de volgende kopieerinstellingen
wijzigen.
(Basis gebruikershandleiding)
Zie Papierinstellingen uu pagina 33 voor
meer informatie over het wijzigen van de
volgende instellingen.
Lade-instelling (Papierformaat en -
type)
Ladegebruik: kopiëren
Druk op Kopiëren en druk vervolgens op
Opties. Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om door de kopieerinstellingen te
bladeren. Wanneer de gewenste instelling
wordt weergegeven, drukt u er op kiest u de
optie. Wanneer u klaar bent met het wijzigen
van de opties, drukt u op OK.
(Geavanceerde gebruikershandleiding)
Voor meer informatie over het wijzigen van
de volgende instellingen, uu Geavanceerde
gebruikershandleiding:
Kwaliteit
Vergroten/verkleinen
2-zijdige kopie
Ladegebruik
Dichtheid
Contrast
Stapel/Sorteer
Pagina layout
2op1(id)
Kleur aanpassen
2-zijdige kopie pagina-opmaak
Achtergr.kleur verwijderen
Opslaan als snelkoppeling
67
10
10
Met de functie Direct Print hebt u geen
computer nodig om data af te drukken. U kunt
afdrukken door eenvoudigweg uw USB-
flashstation aan te sluiten op de USB-poort
van de machine. U kunt ook een camera
aansluiten en rechtstreeks vanaf de camera
afdrukken als deze is ingesteld op USB Mass
Storage.
U kunt gebruik maken van een USB-
flashstation met de volgende specificaties:
1
Het NTFS-formaat wordt niet ondersteund.
OPMERKING
Niet alle USB-flashstations zijn
compatibel met de machine.
Als uw camera in PictBridge-modus is,
kunt u er niet mee afdrukken. Raadpleeg
de handleiding van uw camera om over te
schakelen van de stand PictBridge naar
de stand Mass Storage.
Een PRN-bestand
aanmaken voor
rechtstreeks afdrukken
10
OPMERKING
De schermen in dit gedeelte kunnen
afwijken, afhankelijk van uw toepassing
en uw besturingssysteem.
a Klik in de menubalk van een programma
op Bestand en daarna op Afdrukken.
b Selecteer Brother MFC-XXXX Printer
(1) en vink het vakje Naar bestand (2)
aan .
Klik op Afdrukken.
c Kies de map waarin u het bestand wilt
opslaan en voer de bestandsnaam in als
u daarom wordt gevraagd.
Als u alleen om een bestandsnaam
wordt gevraagd, kunt u ook de map
opgeven waarin u het bestand wilt
opslaan door een naam van een map in
te voeren. Bijvoorbeeld:
C:\Temp\Bestandsnaam.prn
Als een USB-flashstation op uw
computer is aangesloten, kunt u het
bestand rechtstreeks op het USB-
flashstation opslaan.
Gegevens afdrukken vanaf het
USB-flashstation of een digitale
camera met ondersteuning voor
massaopslag
10
USB-klasse USB-klasse voor
massaopslag
USB-subklasse voor
massaopslag
SCSI of SFF-8070i
Overdrachtsprotocol Alleen bulktransfer
Formaat
1
FAT12/FAT16/FAT32
Sectorformaat Max. 4.096 bytes
Versleuteling Versleutelde apparaten
worden niet
ondersteund.
2
1
Hoofdstuk 10
68
Gegevens rechtstreeks
afdrukken vanaf het
USB-flashstation of
een digitale camera
met ondersteuning
voor massaopslag
10
OPMERKING
Controleer of de digitale camera is
ingeschakeld.
U moet uw camera overschakelen van de
stand PictBridge naar de stand Mass
Storage.
a Steek het USB-flashstation of de digitale
camera in de USB-poort (1) aan de
voorkant van de machine.
Het aanraakscherm toont automatisch
het USB-menu om te bevestigen dat het
USB-apparaat goed is aangesloten.
OPMERKING
Als er zich een fout voordoet, wordt het
USB-menu niet weergegeven op het
aanraakscherm.
Wanneer de stand Diepe Slaap
geactiveerd is op de machine, wordt er
geen informatie weergegeven op het
aanraakscherm, zelfs niet wanneer u een
USB-flashstation aansluit op de USB-
poort. Druk op het aanraakscherm om de
machine opnieuw te activeren.
Sluit GEEN ander apparaat dan een
digitale camera of een USB-flashstation
aan op de USB-poort, om beschadiging
van uw machine te voorkomen.
1
1
Gegevens afdrukken vanaf het USB-flashstation of een digitale camera met ondersteuning voor
69
10
b Druk op Direct afdrukken.
OPMERKING
Als uw machine is ingesteld op de Secure
Function Lock On, dan hebt u wellicht
geen toegang tot Direct Print
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding).
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de gewenste mapnaam en
bestandsnaam te kiezen.
Als u de mapnaam hebt geselecteerd,
veegt u omhoog of omlaag, of drukt op
a of b, om de gewenste bestandsnaam
te kiezen.
OPMERKING
Als u een index van de bestanden wilt
afdrukken, drukt u op Indexafdruk op
het aanraakscherm. Druk op Kleur
Start of Mono start om het afdrukken
te starten.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Afdrukinstell. als u ze
wilt wijzigen. Ga naar stap e.
Als u de huidige instellingen niet wilt
wijzigen, gaat u naar stap h.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de gewenste instelling weer
te geven.
f Druk op de optie die u wenst.
OPMERKING
U kunt de volgende instellingen kiezen:
Papiersoort
Papierformaat
Meerdere pagina's
Orientatie
Tweezijdig
Sorteren
Ladegebruik
Printkwaliteit
PDF-optie
Niet alle instellingen zijn beschikbaar voor
elke type bestand.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om een andere instelling te wijzigen,
herhaalt u stap e.
Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op OK en gaat u
naar stap h.
h Voer het gewenste aantal kopieën in
met behulp van het aanraakpaneel.
i Druk op Kleur Start of Mono start
om het afdrukken te starten.
BELANGRIJK
Verwijder het USB-flashstation of de
digitale camera NIET uit de USB-poort als
de machine nog bezig is met afdrukken.
j Druk op .
Hoofdstuk 10
70
De standaardinstellingen
voor rechtstreeks afdrukken
wijzigen 10
U kunt de standaardinstellingen voor
rechtstreeks afdrukken wijzigen.
a Steek het USB-flashstation of de digitale
camera in de USB-poort aan de
voorkant van de machine.
b Druk op Direct afdrukken.
c Druk op Standaardinst..
d Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de gewenste instelling weer
te geven.
Druk op de instelling.
e Druk op de nieuwe optie die u wenst.
f Herhaal stappen d en e voor elke
instelling die u wilt wijzigen.
g Druk op OK.
h Druk op .
71
11
11
Een document
afdrukken 11
De machine kan een document van uw
computer ontvangen en dit afdrukken. Om af
te drukken vanaf een computer, moet u de
printerdriver installeren.
(Voor meer informatie over instellingen van
de printerdriver, uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding)
a Installeer de Brother-printerdriver met
behulp van de cd-rom of via onze
website “Brother Solutions Center”
(http://solutions.brother.com/
)
(uu Installatiehandleiding).
b Kies in uw applicatie de opdracht
Afdrukken.
c Kies de naam van uw machine in het
dialoogvenster Afdrukken en klik op
Eigenschappen (of
Voorkeursinstellingen, afhankelijk van
de gebruikte toepassing).
d Kies de instellingen die u wilt wijzigen in
het dialoogvenster Eigenschappen en
klik vervolgens op OK.
Papierformaat
Afdrukstand
Aantal
Mediatype
Afdrukkwaliteit
Kleur / Mono
Documenttype
Meerdere pag. afdrukken
Tweezijdig/boekje
Papierbron
e Klik op Afdrukken om het afdrukken te
starten.
Afdrukken vanaf een computer 11
72
12
Voor het scannen 12
Om de machine als een scanner te gebruiken, installeert u een scannerdriver. Als de machine zich
op een netwerk bevindt, configureert u deze met een TCP/IP-adres.
Installeer de Brother-scannerdrivers met behulp van de cd-rom of via onze website “Brother
Solutions Center” (http://solutions.brother.com/
) (uu Installatiehandleiding).
Configureer de machine met een TCP/IP-adres als netwerkscannen niet werkt (uu Software
en Netwerk gebruikershandleiding).
Hoe scannen naar een computer12
Hoe scannen naar een computer
73
12
Een document als PDF-bestand scannen met
ControlCenter4 (Windows
®
) 12
(Voor Macintosh, uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.)
OPMERKING
De schermen op uw computer kunnen er anders uitzien afhankelijk van uw model.
ControlCenter4 is een softwareprogramma waarmee u snel en eenvoudig toegang hebt tot de
toepassingen die u het vaakst gebruikt. Met ControlCenter4 worden specifieke toepassingen
automatisch geladen.
a Plaats het document (zie Hoe documenten plaatsen uu pagina 41).
b Volg de instructies voor het besturingssysteem dat u gebruikt.
(Windows
®
XP, Windows Vista
®
en Windows
®
7)
Open ControlCenter4 door te klikken op (Starten) > Alle programma's > Brother >
Brother Utilities. Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien
niet al geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op SCANNEN en klik vervolgens op
ControlCenter4. De ControlCenter4-applicatie wordt geopend.
(Windows
®
8)
Klik op (Brother Utilities) en klik vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw
modelnaam (indien dit nog niet is gebeurd). Klik in de linkernavigatiebalk op SCANNEN
en daarna op ControlCenter4. De toepassing ControlCenter4 wordt geopend.
c Als het scherm voor ControlCenter4 verschijnt, kiest u de Geavanceerde modus en klikt u
op OK.
Hoofdstuk 12
74
d Zorg ervoor dat de machine die u wilt gebruiken, geselecteerd is in de Model
vervolgkeuzelijst.
e Klik op Bestand.
f Druk op Scan.
De machine begint met scannen. De map waar de gescande gegevens opgeslagen worden,
wordt automatisch geopend.
Hoe scannen naar een computer
75
12
Een document als PDF-bestand scannen met het
aanraakscherm 12
a Plaats het document (zie Hoe documenten plaatsen uu pagina 41).
b Druk op Scannen.
c Veeg naar links of naar rechts om naar bestand weer te geven.
wordt in het midden van het aanraakscherm in het blauw gemarkeerd weergegeven.
d Druk op OK.
Wanneer de machine verbonden is met een netwerk, drukt u op de computernaam.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u de standaardinstellingen wilt gebruiken, gaat u naar stap h.
Als u de standaardinstellingen wijzigen, gaat u naar stap e.
e Druk op Opties. Scaninstellingen verandert naar Inst. op apparaat.
f Kies naar behoefte de instellingen voor 2-zijdige scan, Scantype, Resolutie,
Bestandstype, Afmeting scan en Achtergrondkleur verwijderen.
g Druk op OK.
h Druk op Start.
De machine begint met scannen.
Hoofdstuk 12
76
OPMERKING
De volgende scanmodi zijn beschikbaar.
naar USB
naar netwerk (Windows
®
)
naar FTP/SFTP
nr e-mailserver
naar e-mail
naar afbeelding
naar OCR
naar bestand
WS scan
1
(Web Services-scan)
1
Alleen Windows
®
-gebruikers (Windows Vista
®
SP2 of recenter, Windows
®
7 en Windows
®
8)
(uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.)
77
A
A
Verbruiksartikelen vervangen A
U moet de toebehoren vervangen als de machine aangeeft dat de gebruiksduur van de
toebehoren verlopen is. U kunt de volgende toebehoren zelf vervangen.
Wanneer u verbruiksartikelen gebruikt die niet afkomstig zijn van Brother, kan dit invloed hebben
op de afdrukkwaliteit, de prestaties van de hardware en de betrouwbaarheid van de machine.
OPMERKING
De drumeenheid en tonercartridge zijn twee aparte verbruiksartikelen. Zorg ervoor dat beide
geïnstalleerd zijn. Als de tonercartridge zonder de drumeenheid in de machine wordt
geplaatst, worden mogelijk het bericht Drumeenheid ! weergegeven.
Routinematig onderhoud A
Tonercartridge Drumeenheid
Zie De tonercartridges vervangen uu pagina 81.
Modelnaam: TN-321BK
1
, TN-321C
1
, TN-321M
1
,
TN-321Y
1
, TN-326BK
1
, TN-326C
1
, TN-326M
1
,
TN-326Y
1
, TN-329BK
2
, TN-329C
2
, TN-329M
2
,
TN-329Y
2
, TN-900BK
3
, TN-900C
3
, TN-900M
3
,
TN-900Y
3
1
Beschikbaar voor MFC-L8650CDW en
MFC-L8850CDW
2
Beschikbaar voor MFC-L8850CDW
3
Beschikbaar voor MFC-L9550CDW
Zie De drumeenheid vervangen uu pagina 87.
Modelnaam: DR-321CL
Riemeenheid Tonerbak
Zie De riemeenheid vervangen uu pagina 93.
Modelnaam: BU-320CL
Zie De tonerbak vervangen uu pagina 98.
Modelnaam: WT-320CL
78
De meldingen in de tabel worden op het aanraakscherm weergegeven. Deze meldingen
waarschuwen tijdig dat verbruiksartikelen moeten worden vervangen voordat het einde van de
gebruiksduur wordt bereikt. Het is raadzaam om reserveverbruiksartikelen aan te schaffen
voordat de machine stopt met afdrukken.
1
Enkelzijdige pagina's van formaat A4 of Letter.
2
De geschatte cartridgeopbrengst wordt verklaard in overeenstemming met ISO/IEC 19798.
3
1 pagina per taak
4
De gebruiksduur van de drum is een gemiddelde waarde en kan verschillen, afhankelijk van het gebruik.
5
Normale tonercartridge
6
Tonercartridge met hoge capaciteit
7
Tonercartridge met zeer hoge capaciteit
8
5 pagina's per taak
Berichten op
aanraakscherm
Voorbereiden van
verbruiksartikelen
Gemiddelde
gebruiksduur
Hoe te vervangen Modelnaam
Weinig toner: X Tonercartridge
X = BK, C, M, Y
BK = Zwart
C = Cyaan
M = Magenta
Y = Geel
<Zwart>
2.500 pagina's
125
4.000 pagina's
126
6.000 pagina's
127
<Cyaan, Magenta,
Geel>
1.500 pagina's
125
3.500 pagina's
126
6.000 pagina's
127
Zie pagina 81.
TN-321BK
5
,
TN-321C
5
,
TN-321M
5
,
TN-321Y
5
,
TN-326BK
6
,
TN-326C
6
,
TN-326M
6
,
TN-326Y
6
,
TN-329BK
7
,
TN-329C
7
,
TN-329M
7
,
TN-329Y
7
,
TN-900BK
7
,
TN-900C
7
,
TN-900M
7
,
TN-900Y
7
Drum bijna op Drumeenheid
25.000 pagina's
134
Zie pagina 87. DR-321CL
Riem bijna op Riemeenheid
50.000 pagina's
18
20.000 pagina's
13
Zie pagina 93. BU-320CL
Tnrbak bijna vol Tonerbak
50.000 pagina's
1
Zie pagina 98. WT-320CL
Routinematig onderhoud
79
A
U moet de machine regelmatig reinigen en bepaalde onderdelen vervangen wanneer de berichten
in de tabel op het aanraakscherm verschijnen.
1
Enkelzijdige pagina's van formaat A4 of Letter.
2
De geschatte cartridgeopbrengst wordt verklaard in overeenstemming met ISO/IEC 19798.
3
1 pagina per taak
4
De gebruiksduur van de drum is een gemiddelde waarde en kan verschillen, afhankelijk van het gebruik.
5
Normale tonercartridge
Berichten op
aanraakscherm
Te vervangen
verbruiksartikelen
Gemiddelde
gebruiksduur
Hoe te vervangen Modelnaam
Toner vervangen Tonercartridge
Het aanraakscherm
toont de kleur van
de tonercartridge die
u moet vervangen.
BK = Zwart
C = Cyaan
M = Magenta
Y = Geel
<Zwart>
2.500 pagina's
125
4.000 pagina's
126
6.000 pagina's
127
<Cyaan, Magenta,
Geel>
1.500 pagina's
125
3.500 pagina's
126
6.000 pagina's
127
Zie pagina 81.
TN-321BK
5
,
TN-321C
5
,
TN-321M
5
,
TN-321Y
5
,
TN-326BK
6
,
TN-326C
6
,
TN-326M
6
,
TN-326Y
6
,
TN-329BK
7
,
TN-329C
7
,
TN-329M
7
,
TN-329Y
7
,
TN-900BK
7
,
TN-900C
7
,
TN-900M
7
,
TN-900Y
7
Drum vervangen Drumeenheid
25.000 pagina's
134
Zie pagina 87. DR-321CL
Stop drumeenheid Drumeenheid
Riemeenheid
vervangen
Riemeenheid
50.000 pagina's
18
20.000 pagina's
13
Zie pagina 93. BU-320CL
Tonerafvalbakje
vervangen
Tonerbak
50.000 pagina's
1
Zie pagina 98. WT-320CL
Fuser vervangen Fuseereenheid
100.000 pagina's
1
Neem contact op met de
klantenservice van Brother of uw
plaatselijke Brother-leverancier voor
een vervangende fuseereenheid.
Vervang PF-kit MP Papiertoevoerset
50.000 pagina's
1
Neem contact op met de
Klantenservice van Brother of uw
plaatselijke Brother-leverancier om
de papiertoevoerset te vervangen.
Vervang PF-kit1 Papiertoevoerset
100.000 pagina's
1
Vervang PF-kit2 Papiertoevoerset
100.000 pagina's
1
Vervang de laser Lasereenheid
100.000 pagina's
1
Neem contact op met de
klantenservice van Brother of uw
plaatselijke Brother-leverancier om
de lasereenheid te vervangen.
80
6
Tonercartridge met hoge capaciteit
7
Tonercartridge met zeer hoge capaciteit
8
5 pagina's per taak
OPMERKING
Ga naar http://www.brother.com/original/index.html voor instructies over het retourneren van
gebruikte verbruiksartikelen aan het recyclingprogramma van Brother. Als u het gebruikte
artikel niet terugstuurt, dient u dit te verwijderen conform de plaatselijke voorschriften en dit
niet als huishoudelijk afval te behandelen. Voor meer informatie neemt u contact op met de
lokale afvalmaatschappij (uu Handleiding product veiligheid).
We raden u aan het gebruikte verbruiksartikel op een stuk papier te plaatsen om te voorkomen
dat het materiaal dat zich erin bevindt per ongeluk wordt gemorst.
Als u papier gebruikt dat niet overeenkomt met het aanbevolen papier, wordt de levensduur
van verbruiksartikelen en machineonderdelen mogelijk verkort.
De aangegeven gebruiksduur voor elk van de tonercartridges is gebaseerd op ISO/IEC 19798.
Hoe vaak u verbruiksartikelen moet vervangen is afhankelijk van het afdrukvolume, de
dekkingsgraad, het gebruikte mediatype en hoe vaak de machine aan en uit wordt gezet.
Hoe vaak de verbruiksartikelen met uitzondering van de tonercartridges moeten worden
vervangen, hangt af van het afdrukvolume, de gebruikte papiersoort en of de machine in- of
uitgeschakeld is.
Routinematig onderhoud
81
A
De tonercartridges vervangenA
Modelnaam: TN-321BK
1
, TN-321C
1
,
TN-321M
1
, TN-321Y
1
, TN-326BK
2
,
TN-326C
2
, TN-326M
2
, TN-326Y
2
,
TN-329BK
3
, TN-329C
3
, TN-329M
3
,
TN-329Y
3
, TN-900BK
3
, TN-900C
3
,
TN-900M
3
, TN-900Y
3
Met een standaard tonercartridge kunt u
ongeveer 2.500 pagina's
4
(zwart) of
ongeveer 1.500 pagina's
4
(cyaan, magenta,
geel) afdrukken. Met een tonercartridge met
hoge capaciteit kunt u ongeveer 4.000
pagina's
4
(zwart) of ongeveer 3.500
pagina's
4
(cyaan, magenta, geel) afdrukken.
Met een tonercartridge met zeer hoge
capaciteit kunt u ongeveer 6.000 pagina's
4
(cyaan, magenta, geel) afdrukken. De
daadwerkelijke paginatelling hangt af van het
type document dat u over het algemeen
gebruikt.
Op het aanraakscherm wordt de melding
Toner bijna op weergegeven als een
tonercartridge bijna op is.
De tonercartridges die bij de machine worden
meegeleverd, dienen bij de modellen
MFC-L8650CDW en MFC-L8850CDW na
ongeveer 2.500 pagina's
4
(zwart) of
ongeveer 1.500 pagina's
4
(cyaan, magenta,
geel) te worden vervangen, en bij het model
MFC-L9550CDW na ongeveer 6.000
pagina's
4
(zwart, cyaan, magenta, geel).
1
Normale tonercartridge
2
Tonercartridge met hoge capaciteit
3
Tonercartridge met zeer hoge capaciteit
4
De geschatte cartridgeopbrengst wordt verklaard in
overeenstemming met ISO/IEC 19798.
OPMERKING
De aanduiding van de resterende
levensduur van de toner verschilt
naargelang de soort afgedrukte
documenten en het gebruik van de klant.
Wij adviseren u een nieuwe tonercartridge
klaar te houden wanneer u de
waarschuwing Toner bijna op ziet.
Wij raden het gebruik van originele
tonercartridges van Brother aan voor een
hoge afdrukkwaliteit. Wanneer u
tonercartridges wilt aankopen, verwittigt u
de Klantenservice van Brother of uw
plaatselijke Brother-leverancier.
Wij raden u aan om de machine te
reinigen wanneer u een tonercartridge
vervangt (zie De machine reinigen en
controleren uu pagina 105).
Pak de nieuwe tonercartridge NOOIT uit
voor u klaar bent om de tonercartridge te
installeren.
Weinig toner: X A
Als het aanraakscherm de melding Weinig
toner: X weergeeft, koopt u een nieuwe
tonercartridge voor de kleur die op het
aanraakscherm wordt aangegeven. Zorg
ervoor dat u deze bij de hand hebt voordat de
melding Toner vervangen verschijnt.
Toner vervangen A
Wanneer de melding Toner vervangen
weergegeven wordt op het aanraakscherm,
stopt de machine met afdrukken tot u de
tonercartridge vervangt.
Het aanraakscherm toont de kleur van de
tonercartridge aan die u moet vervangen.
(BK=zwart, C=cyaan, M=magenta, Y=geel).
Door een nieuwe originele tonercartridge van
Brother te plaatsen, wordt het bericht Toner
vervangen gereset.
OPMERKING
Zie Belangrijke informatie over de
levensduur van de tonercassette
uu pagina 242 voor meer informatie over
hoe de levensduur van de tonercartridge
wordt berekend.
82
De tonercartridges vervangen A
a Zorg ervoor dat de machine
ingeschakeld is.
b Druk op de knop voorklep openen en
open de voorklep.
c Houd de blauwe hendel van de
drumeenheid vast. Trek de
drumeenheid zo ver mogelijk uit.
Routinematig onderhoud
83
A
d Houd de tonercatridge aan de hendel
vast en duw hem iets richting de
machine om de cartridge te
ontgrendelen. Haal de cartridge
vervolgens uit de drumeenheid. Herhaal
dit voor alle tonercartridges.
WAARSCHUWING
Een tonercartridge NIET verbranden.
Deze kan ontploffen en verwondingen
veroorzaken.
Gebruik GEEN brandbare substanties,
spuitbussen of een organisch
oplosmiddel/vloeistof met alcohol of
ammoniak om de binnen- of buitenkant
van het apparaat schoon te maken. U
kunt dan namelijk brand veroorzaken of
een elektrische schok krijgen. Gebruik
hiervoor uitsluitend een droge, pluisvrije
doek.
(uu Handleiding product veiligheid)
84
BELANGRIJK
Wees voorzichtig bij het hanteren van de
tonercartridge. Wanneer u toner morst op
uw handen of kleding, dient u de vlekken
te verwijderen met koud water.
Raak de grijze delen in de illustratie NIET
aan om problemen met de afdrukkwaliteit
te voorkomen.
We raden u aan de tonercartridge op een
stuk wegwerppapier of op een doek op
een propere, vlakke en stabiele
ondergrond te plaatsen voor het geval u
per ongeluk toner morst.
OPMERKING
Dicht de gebruikte tonercartridge goed af
in een zak, zodat er geen tonerstof uit de
cartridge kan worden gemorst.
Ga naar http://www.brother.com/original/
index.html voor instructies over het
retourneren van gebruikte
verbruiksartikelen aan het
recyclingprogramma van Brother. Als u
het gebruikte artikel niet terugstuurt, dient
u dit te verwijderen conform de
plaatselijke voorschriften en dit niet als
huishoudelijk afval te behandelen. Voor
meer informatie neemt u contact op met
de lokale afvalmaatschappij
(uu Handleiding product veiligheid).
e Reinig de corona in de drumeenheid
door het blauwe lipje voorzichtig een
paar keer van links naar rechts en weer
terug te schuiven.
BELANGRIJK
Vergeet niet om het plaatje weer in de
beginstand te zetten (1). Als dit niet zo is,
dan kan er een verticale streep op de
afgedrukte pagina's staan.
f Herhaal stap e om elk van de drie
resterende primaire corona's te
reinigen.
<Tonercartridge>
1
Routinematig onderhoud
85
A
g Pak de nieuwe tonercartridge uit en
verwijder de beschermlaag.
BELANGRIJK
Pak de tonercartridge uit vlak voordat u
het in het apparaat plaatst. Als de
tonercartridge lang voor die tijd is
uitgepakt, gaat de toner minder lang mee.
Wanneer u een uitgepakte drumeenheid
in direct zonlicht (of gedurende lange tijd
in kamerverlichting) plaatst, kan de
eenheid beschadigd worden.
Brother-machines zijn ontworpen voor
gebruik met toner van een bepaalde
specificatie en werken optimaal wanneer
ze worden gebruikt met originele Brother-
tonercartridges. Brother kan deze
optimale prestaties niet garanderen indien
toner of tonercartridges van andere
specificaties worden gebruikt. Het gebruik
van andere cartridges dan die van Brother
of het gebruik van cartridges die met inkt
van andere merken zijn gevuld, wordt
derhalve afgeraden in combinatie met
deze machine. Indien de drumeenheid of
andere onderdelen van deze machine
worden beschadigd als gevolg van het
gebruik van toner of tonercartridges
anders dan originele Brother-producten,
vallen de als gevolg hiervan benodigde
reparaties niet onder de garantie; deze
producten zijn namelijk incompatibel of
ongeschikt voor deze machine.
Plaats de nieuwe tonercartridge direct in
de drumeenheid nadat u de bescherming
hebt verwijderd. Raak de grijze delen
aangegeven in de illustratie NIET aan om
problemen met de afdrukkwaliteit te
voorkomen.
86
h Houd de hendel van de tonercartridge
vast en schuif de tonercartridge in de
drumeenheid en trek het iets naar u toe
tot u het op zijn plaats hoort vastklikken.
Zorg ervoor dat de kleur van de
tonercartridge overeenkomt met het
label van dezelfde kleur op de
drumeenheid. Herhaal dit voor alle
tonercartridges.
BK = zwart, C = cyaan,
M = magenta, Y= geel
OPMERKING
Zorg ervoor dat u de tonercartridge op de
juiste wijze installeert, anders komt deze
los van de drumeenheid.
i Duw de drumeenheid zo ver mogelijk in.
j Sluit de voorklep van de machine.
OPMERKING
Zorg dat u na het vervangen van de
tonercartridge de machine NIET
uitschakelt of de voorklep opent tot het
bericht Even geduld. verdwijnt van het
aanraakscherm en het apparaat
terugkeert naar de modus Gereed.
BK
TN-BK
TN-C
TN-M
TN-Y
BK
BK
C
M
Y
Routinematig onderhoud
87
A
De drumeenheid vervangen A
Modelnaam: DR-321CL
Een nieuwe drumeenheid kan ongeveer
25.000 enkelzijdige bladzijden van A4- of
Letter-formaat bedrukken.
1
1
De gebruiksduur van de drum is een gemiddelde
waarde en kan verschillen, afhankelijk van het
gebruik.
BELANGRIJK
Gebruik alleen originele drumeenheden
en tonereenheden van Brother voor de
beste prestaties. Door af te drukken met
een drum- of tonereenheid van een ander
merk kan niet alleen de afdrukkwaliteit
minder zijn, maar kunnen ook de
prestaties en de levensduur van de
machine afnemen. Problemen die worden
veroorzaakt door het gebruik van een
drumeenheid of een tonereenheid van
een ander merk, vallen niet onder de
garantie.
Drumeenheid ! A
De coronadraden hebben een laagje
papierstof of toner. Maak de coronadraden in
de vier drums schoon (zie De coronadraden
reinigen uu pagina 112).
Als u de coronadraden gereinigd hebt en de
fout Drumeenheid ! nog steeds op het
aanraakscherm wordt weergegeven, dan
heeft de drumeenheid het einde van de
levensduur bereikt. Vervang de oude
drumeenheid door een nieuwe.
Drum bijna op A
De drumeenheid is bijna aan het einde van
z'n levensduur en dient te worden vervangen.
Het verdient aanbeveling een originele
Brother-drumeenheid klaar te houden voor
installatie. Koop een nieuwe drumeenheid
(DR-321CL) en houd deze bij de hand
voordat u een melding 'Drum vervangen'
krijgt.
Drum vervangen A
De drumeenheid heeft de geschatte
gebruiksduur overschreden. Vervang de
drumeenheid door een nieuwe. Het verdient
aanbeveling nu een originele Brother-
drumeenheid te installeren.
Wanneer u de drumeenheid vervangt en een
nieuwe drumeenheid plaatst, moet u de
drumteller resetten. De instructies daartoe
vindt u in de doos waarin uw nieuwe
drumeenheid werd geleverd.
Stop drumeenheid A
We kunnen de afdrukkwaliteit niet
garanderen. Vervang de drumeenheid door
een nieuwe. Het verdient aanbeveling nu een
originele Brother-drumeenheid te installeren.
Wanneer u de drumeenheid vervangt en een
nieuwe drumeenheid plaatst, moet u de
drumteller resetten. De instructies daartoe
vindt u in de doos waarin uw nieuwe
drumeenheid werd geleverd.
Drumeenheid vervangen A
BELANGRIJK
Verwijder de drumeenheid voorzichtig,
deze kan toner bevatten. Knoeit u toner op
uw handen of uw kleren, veeg deze dan
onmiddellijk af of was ze onmiddellijk in
koud water.
Reinig de binnenzijde van de machine als
u de drumeenheid vervangt (zie De
machine reinigen en controleren
uu pagina 105).
Pak de nieuwe drumeenheid NOOIT uit tot
u klaar bent om de drumeenheid te
installeren. Blootstelling aan direct
zonlicht (of gedurende lange tijd aan
kamerverlichting) kan de drumeenheid
beschadigen.
a Zorg ervoor dat de machine
ingeschakeld is.
88
b Druk op de knop voorklep openen en
open de voorklep.
c Houd de blauwe hendel van de
drumeenheid vast. Trek de
drumeenheid zo ver mogelijk uit.
Routinematig onderhoud
89
A
d Draai de blauwe vergrendelhendel (1)
aan de linkerkant van de machine
linksom naar de ontgrendelstand. Houd
de blauwe hendels van de drumeenheid
vast en til de voorkant van de
drumeenheid omhoog en haal het uit de
machine.
BELANGRIJK
We raden u aan de drumeenheid op een
stuk wegwerppapier op een schone,
vlakke ondergrond te plaatsen voor het
geval u per ongeluk toner morst.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
2
1
90
e Houd de tonercatridge aan de hendel
vast en duw iets om de cartridge te
ontgrendelen. Haal de cartridge
vervolgens uit de drumeenheid. Herhaal
dit voor alle tonercartridges.
WAARSCHUWING
Een tonercartridge NIET verbranden.
Deze kan ontploffen en verwondingen
veroorzaken.
Gebruik GEEN brandbare substanties,
spuitbussen of een organisch
oplosmiddel/vloeistof met alcohol of
ammoniak om de binnen- of buitenkant
van het apparaat schoon te maken. U
kunt dan namelijk brand veroorzaken of
een elektrische schok krijgen. Gebruik
hiervoor uitsluitend een droge, pluisvrije
doek.
(uu Handleiding product veiligheid)
BELANGRIJK
Wees voorzichtig bij het hanteren van de
tonercartridge. Wanneer u toner morst op
uw handen of kleding, dient u de vlekken
te verwijderen met koud water.
Raak de grijze delen in de illustratie NIET
aan om problemen met de afdrukkwaliteit
te voorkomen.
We raden u aan de tonercartridge op een
stuk wegwerppapier of op een doek op
een propere, vlakke en stabiele
ondergrond te plaatsen voor het geval u
per ongeluk toner morst.
<Tonercartridge>
<Drumeenheid>
Routinematig onderhoud
91
A
OPMERKING
Stop de gebruikte drumeenheid in een zak
en sluit deze goed af, zodat er geen
tonerstof uit de drumeenheid kan lopen.
Ga naar http://www.brother.com/original/
index.html voor instructies over het
retourneren van gebruikte
verbruiksartikelen aan het
recyclingprogramma van Brother. Als u
het gebruikte artikel niet terugstuurt, dient
u dit te verwijderen conform de
plaatselijke voorschriften en dit niet als
huishoudelijk afval te behandelen. Voor
meer informatie neemt u contact op met
de lokale afvalmaatschappij
(uu Handleiding product veiligheid).
f Pak de nieuwe drumeenheid uit en
verwijder de beschermlaag.
g Houd de hendel van de tonercartridge
vast en schuif de tonercartridge in het
juiste gekleurde deel van de
drumeenheid tot het op z'n plek klikt.
BK = zwart, C = cyaan,
M = magenta, Y= geel
OPMERKING
Zorg ervoor dat u de tonercartridge op de
juiste wijze installeert, anders komt deze
los van de drumeenheid.
BK
TN-BK
TN-C
TN-M
TN-Y
BK
BK
C
M
Y
92
h Zorg ervoor dat de blauwe
vergrendelhendel (1) in de
ontgrendelstand staan zoals
weergegeven in de afbeelding.
i Schuif de drumeenheid voorzichtig in de
machine tot het stopt bij de blauwe
vergrendelhendel.
j Draai de blauwe vergrendelhendel (1)
rechtsom naar de vergrendelstand.
k Duw de drumeenheid zo ver mogelijk in.
l Sluit de voorklep van de machine.
2
1
1
2
2
2
1
Routinematig onderhoud
93
A
m Wanneer u de drumeenheid vervangt en
een nieuwe drumeenheid plaatst, moet
u de drumteller resetten. De instructies
daartoe vindt u in de doos waarin uw
nieuwe drumeenheid werd geleverd.
De riemeenheid vervangen A
Modelnaam: BU-320CL
Een nieuwe riemeenheid kan ongeveer
50.000 pagina's afdrukken (5 pagina's per
taak) of 20.000 (1 pagina per taak) A4- of
Letter-formaat enkelzijdige pagina's.
1
1
De levensduur van de riemeenheid is een
gemiddelde waarde en kan verschillen, afhankelijk
van het gebruik.
Riem bijna op A
Wanneer de melding Riem bijna op
weergegeven wordt op het aanraakscherm,
betekent dit dat de riemeenheid bijna het
einde van zijn levensduur heeft bereikt. Koop
een nieuwe riemeenheid en zorg ervoor dat u
deze bij de hand hebt wanneer het bericht
Riemeenheid vervangen verschijnt. Voor
het vervangen van de riemeenheid, zie
Riemeenheid vervangen uu pagina 93.
Riemeenheid vervangen A
Wanneer het bericht Riemeenheid
vervangen op het aanraakscherm
verschijnt, dient u de riemeenheid te
vervangen.
Wanneer u de riemeenheid vervangt en een
nieuwe riemeenheid plaatst, moet u de teller
van de riemeenheid resetten. De instructies
daartoe vindt u in de doos waarin uw nieuwe
riemeenheid werd geleverd.
BELANGRIJK
Raak het oppervlak van de riemeenheid
NOOIT aan. Als u dit toch doet, kan de
afdrukkwaliteit afnemen.
Schade veroorzaakt door een foutieve
hantering van de riemeenheid, kan de
garantie teniet doen.
Riemeenheid vervangen A
a Zorg ervoor dat de machine
ingeschakeld is.
94
b Druk op de knop voorklep openen en
open de voorklep.
c Houd de blauwe hendel van de
drumeenheid vast. Trek de
drumeenheid zo ver mogelijk uit.
Routinematig onderhoud
95
A
d Draai de blauwe vergrendelhendel (1)
aan de linkerkant van de machine
linksom naar de ontgrendelstand. Houd
de blauwe hendels van de drumeenheid
vast en til de voorkant van de
drumeenheid omhoog en haal het uit de
machine.
BELANGRIJK
We raden u aan de drumeenheid op een
stuk wegwerppapier op een schone,
vlakke ondergrond te plaatsen voor het
geval u per ongeluk toner morst.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
2
1
96
e Houd de blauwe hendel van de
riemeenheid vast, breng de
riemeenheid omhoog en trek deze er
vervolgens uit.
BELANGRIJK
Raak de grijze delen in de illustratie NIET
aan om problemen met de afdrukkwaliteit
te voorkomen.
f Pak de nieuwe riemeenheid uit en
installeer de nieuwe riemeenheid in de
machine. Zorg ervoor dat de
riemeenheid vlak is en goed op z'n
plaats past.
Routinematig onderhoud
97
A
g Zorg ervoor dat de blauwe
vergrendelhendel (1) in de
ontgrendelstand staan zoals
weergegeven in de afbeelding.
h Schuif de drumeenheid voorzichtig in de
machine tot het stopt bij de blauwe
vergrendelhendel.
i Draai de blauwe vergrendelhendel (1)
rechtsom naar de vergrendelstand.
j Duw de drumeenheid zo ver mogelijk in.
k Sluit de voorklep van de machine.
2
1
1
2
2
2
1
98
l Als u de riemeenheid vervangt, dient u
de teller van de riemeenheid te resetten.
De instructies daartoe vindt u in de doos
waarin uw nieuwe riemeenheid werd
geleverd.
De tonerbak vervangen A
Modelnaam: WT-320CL
De levensduur van een tonerbak bedraagt
ongeveer 50.000 enkelzijdige pagina's van
A4- of letter-formaat.
1
1
De tonerbak is een gemiddelde waarde en kan
verschillen, afhankelijk van het gebruik.
Tnrbak bijna vol A
Wanneer de melding Tnrbak bijna vol
weergegeven wordt op het aanraakscherm,
heeft de tonerbak bijna het einde van zijn
levensduur bereikt. Koop een nieuwe
tonerbak en zorg ervoor dat u deze bij de
hand hebt vooraleer het bericht
Tonerafvalbakje vervangen verschijnt.
Tonerafvalbakje vervangen A
Wanneer het bericht Tonerafvalbakje
vervangen op het aanraakscherm
verschijnt, dient u de tonerbak te vervangen.
Tonerbak vervangen A
a Zorg ervoor dat de machine
ingeschakeld is.
Routinematig onderhoud
99
A
b Druk op de knop voorklep openen en
open de voorklep.
c Houd de blauwe hendel van de
drumeenheid vast. Trek de
drumeenheid zo ver mogelijk uit.
100
d Draai de blauwe vergrendelhendel (1)
aan de linkerkant van de machine
linksom naar de ontgrendelstand. Houd
de blauwe hendels van de drumeenheid
vast en til de voorkant van de
drumeenheid omhoog en haal het uit de
machine.
BELANGRIJK
We raden u aan de drumeenheid op een
stuk wegwerppapier op een schone,
vlakke ondergrond te plaatsen voor het
geval u per ongeluk toner morst.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
2
Routinematig onderhoud
101
A
e Houd de blauwe hendel van de
riemeenheid vast, breng de
riemeenheid omhoog en trek deze er
vervolgens uit.
BELANGRIJK
Raak de grijze delen in de illustratie NIET
aan om problemen met de afdrukkwaliteit
te voorkomen.
f Verwijder de twee stukken oranje
verpakkingsmateriaal en gooi ze weg.
OPMERKING
Deze stap is alleen vereist wanneer u de
tonerbak de eerst keer vervangt; dit is niet
vereist voor de vervangende tonerbak. De
oranje verpakkingsmaterialen zijn in de
fabriek aangebracht om uw machine
tijdens het transport te beschermen.
102
g Houd de blauwe hendel van de tonerbak
vast en verwijder de tonerbak uit de
machine.
BELANGRIJK
Hergebruik de tonerbak NOOIT.
WAARSCHUWING
Plaats de tonerbak NOOIT in vuur. Deze
kan ontploffen en verwondingen
veroorzaken.
Gebruik GEEN brandbare substanties,
spuitbussen of een organisch
oplosmiddel/vloeistof met alcohol of
ammoniak om de binnen- of buitenkant
van het apparaat schoon te maken. U
kunt dan namelijk brand veroorzaken of
een elektrische schok krijgen. Gebruik
hiervoor uitsluitend een droge, pluisvrije
doek.
(uu Handleiding product veiligheid)
OPMERKING
Stop de tonerbak in een geschikte zak en
sluit deze goed af, zodat er geen tonerstof
uit de tonerbak kan worden geknoeid.
Gooi de gebruikte tonerbak weg conform
de plaatselijke voorschriften en behandel
de tonerbak niet als huishoudelijk afval.
Voor meer informatie neemt u contact op
met de lokale afvalmaatschappij.
Routinematig onderhoud
103
A
h Pak de nieuwe tonerbak uit en installeer
deze in de machine met behulp van de
blauwe hendel. Zorg ervoor dat de
tonerbak vlak is en goed op z'n plaats
past.
i Schuif de riemeenheid weer terug in de
machine. Zorg ervoor dat de
riemeenheid vlak is en goed op z'n
plaats past.
104
j Zorg ervoor dat de blauwe
vergrendelhendel (1) in de
ontgrendelstand staan zoals
weergegeven in de afbeelding.
k Schuif de drumeenheid voorzichtig in de
machine tot het stopt bij de blauwe
vergrendelhendel.
l Draai de blauwe vergrendelhendel (1)
rechtsom naar de vergrendelstand.
m Duw de drumeenheid zo ver mogelijk in.
n Sluit de voorklep van de machine.
2
1
1
2
2
2
1
Routinematig onderhoud
105
A
De machine reinigen en
controleren A
Reinig de buiten- en de binnenkant van de
machine regelmatig met een droge, pluisvrije
doek. Reinig de binnenzijde van de machine
wanneer u de tonercartridge of de
drumeenheid vervangt. Als er tonervlekken
op een pagina staan, moet het inwendige van
de machine met een droge, pluisvrije doek
worden gereinigd.
WAARSCHUWING
Een tonercartridge NIET verbranden.
Deze kan ontploffen en verwondingen
veroorzaken.
Gebruik GEEN brandbare substanties,
spuitbussen of een organisch
oplosmiddel/vloeistof met alcohol of
ammoniak om de binnen- of buitenkant
van het apparaat schoon te maken. U
kunt dan namelijk brand veroorzaken of
een elektrische schok krijgen. Gebruik
hiervoor uitsluitend een droge, pluisvrije
doek.
(uu Handleiding product veiligheid)
BELANGRIJK
Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen.
Wanneer u vluchtige vloeistoffen zoals
thinner of wasbenzine gebruikt, wordt het
oppervlak van de machine beschadigd.
Gebruik NOOIT reinigingsmaterialen die
ammoniak bevatten.
Gebruik NOOIT schoonmaakalcohol om
vuil van het bedieningspaneel te
verwijderen. Het paneel zou kunnen
barsten.
106
De buitenzijde van de
machine reinigen A
BELANGRIJK
Gebruik NOOIT vloeibare
reinigingsmiddelen (inclusief ethanol).
Het aanraakscherm reinigen
a Houd ingedrukt om de machine uit
te schakelen.
b Reinig het aanraakscherm met een
droge, zachte en pluisvrije doek.
c Schakel de machine in.
De buitenzijde van de machine reinigen
a Houd ingedrukt om de machine uit
te schakelen.
b Stof de buitenkant van de machine af
met een droge, pluisvrije doek.
c Trek de papierlade volledig uit de
machine.
d Verwijder het papier dat in de papierlade
is geplaatst.
Routinematig onderhoud
107
A
e Als er iets in de papierlade vastzit, dient
u dit te verwijderen.
f Stof de binnen- en buitenzijde van de
papierlade af met een droge, pluisvrije
doek.
g Laad het papier opnieuw en plaats de
papierlade stevig terug in de machine.
h Schakel de machine in.
De glasplaat reinigen A
a Houd ingedrukt om de machine uit
te schakelen.
b Vouw de ADF-documentsteun
(automatische documentinvoer) (1) uit
en open vervolgens het ADF-deksel
(automatische documentinvoer) (2).
Reinig de witte balk (3) en de strook van
de glasplaat (4) eronder met een
zachte, pluisvrije doek die licht is
bevochtigd met water.
Sluit het ADF-deksel (automatische
documentinvoer) (2) en vouw de ADF-
documentsteun (automatische
documentinvoer) (1) uit.
c Til het documentdeksel (1) op.
Reinig het witte plastic oppervlak (2) en
de glasplaat (3) eronder met een
zachte, pluisvrije doek die licht is
bevochtigd met water.
3
4
1
2
3
2
1
108
d In de ADF-eenheid (automatische
documentinvoer) reinigt u de witte
balk (1) en de glazen strook op de
glasplaat (2) eronder met behulp van
een zachte, pluisvrije doek die licht is
bevochtigd met water.
OPMERKING
Ga nadat u de glasplaat en glazen strook
hebt gereinigd met een zachte, pluisvrije
doek die u licht hebt bevochtigd met water,
nogmaals met uw vingertop over het glas
om te controleren of zich hierop nog vuil
bevindt. Reinig het glas zonodig opnieuw.
Mogelijk dient u het reinigingsproces drie
tot vier keer te herhalen. Maak na elke
reiniging een kopie om te controleren of de
glasplaat schoon is.
e Sluit het documentdeksel.
f Schakel de machine in.
Het glas van de laserscanner
reinigen A
a Houd ingedrukt om de machine uit
te schakelen.
b Druk op de knop voorklep openen en
open de voorklep.
2
1
Routinematig onderhoud
109
A
c Houd de blauwe hendel van de
drumeenheid vast. Trek de
drumeenheid zo ver mogelijk uit.
d Draai de blauwe vergrendelhendel (1)
aan de linkerkant van de machine
linksom naar de ontgrendelstand. Houd
de blauwe hendels van de drumeenheid
vast en til de voorkant van de
drumeenheid omhoog en haal het uit de
machine.
2
1
110
BELANGRIJK
We raden u aan de drumeenheid op een
stuk wegwerppapier op een schone,
vlakke ondergrond te plaatsen voor het
geval u per ongeluk toner morst.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
Houd de blauwe hendels van de
drumeenheid vast tijdens het dragen.
Houd NIET de zijkanten van de
drumeenheid vast.
e Veeg de vier scannerschermen (1) af
met een droge, zachte en pluisvrije
doek.
1
Routinematig onderhoud
111
A
f Zorg ervoor dat de blauwe
vergrendelhendel (1) in de
ontgrendelstand staan zoals
weergegeven in de afbeelding.
g Schuif de drumeenheid voorzichtig in de
machine tot het stopt bij de blauwe
vergrendelhendel.
h Draai de blauwe vergrendelhendel (1)
rechtsom naar de vergrendelstand.
i Duw de drumeenheid zo ver mogelijk in.
j Sluit de voorklep van de machine.
k Schakel de machine in.
2
1
1
2
2
2
1
112
De coronadraden reinigen A
Als u problemen hebt met de afdrukkwaliteit of
als op het aanraakscherm
Drumeenheid !
verschijnt, reinigt u de coronadraden als
volgt:
a Controleer dat de machine aanstaat.
b Druk op de knop voorklep openen en
open de voorklep.
c Houd de blauwe hendel van de
drumeenheid vast. Trek de
drumeenheid zo ver mogelijk uit.
Routinematig onderhoud
113
A
d Houd de tonercatridge aan de hendel
vast en duw hem iets richting de
machine om de cartridge te
ontgrendelen. Haal de cartridge
vervolgens uit de drumeenheid. Herhaal
dit voor alle tonercartridges.
BELANGRIJK
Wij raden u aan om de tonercartridge op
een stuk wegwerppapier of een doek te
plaatsen voor het geval u per ongeluk
toner morst.
Wees voorzichtig bij het hanteren van de
tonercartridge. Wanneer u toner morst op
uw handen of kleding, dient u de vlekken
te verwijderen met koud water.
e Reinig de corona in de drumeenheid
door het blauwe lipje voorzichtig een
paar keer van links naar rechts en weer
terug te schuiven.
OPMERKING
Vergeet niet om het plaatje weer in de
beginstand te zetten (1). Als dit niet zo is,
dan kan er een verticale streep op de
afgedrukte pagina's staan.
f Herhaal stap e om elk van de drie
resterende primaire corona's te
reinigen.
1
114
g Houd de hendel van de tonercartridge
vast en schuif de tonercartridge in de
drumeenheid en trek het iets naar u toe
tot u het op zijn plaats hoort vastklikken.
Zorg ervoor dat de kleur van de
tonercartridge overeenkomt met het
label van dezelfde kleur op de
drumeenheid. Herhaal dit voor alle
tonercartridges.
BK = zwart, C = cyaan,
M = magenta, Y= geel
h Duw de drumeenheid zo ver mogelijk in.
i Sluit de voorklep van de machine.
BK
TN-BK
TN-C
TN-M
TN-Y
BK
BK
C
M
Y
Routinematig onderhoud
115
A
De drumeenheid reinigen A
Als uw afdruk om de 94 mm vlekken bevat,
volgt u onderstaande stappen om het
probleem te verhelpen.
a Controleer of de machine gereed is.
b Druk op .
c Druk op Alle instell..
d Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Print lijsten weer te
geven.
e Druk op Print lijsten.
f Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Drumdot afdrukken weer
te geven.
g Druk op Drumdot afdrukken.
h De machine geeft Druk op [OK] weer.
Druk op OK.
i De machine drukt de
drumcontrolepagina af. Druk daarna op
.
j Houd ingedrukt om de machine uit
te schakelen.
k Druk op de knop voorklep openen en
open de voorklep.
116
l Houd de blauwe hendel van de
drumeenheid vast. Trek de
drumeenheid zo ver mogelijk uit.
m Draai de blauwe vergrendelhendel (1)
aan de linkerkant van de machine
linksom naar de ontgrendelstand. Houd
de blauwe hendels van de drumeenheid
vast en til de voorkant van de
drumeenheid omhoog en haal het uit de
machine.
2
Routinematig onderhoud
117
A
BELANGRIJK
Wij raden u aan om de drumeenheid op
een stuk wegwerppapier of een doek te
plaatsen voor het geval u per ongeluk
toner morst.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
Houd de blauwe hendels van de
drumeenheid vast tijdens het dragen.
Houd NIET de zijkanten van de
drumeenheid vast.
n Houd de tonercatridge aan de hendel
vast en duw iets om de cartridge te
ontgrendelen. Haal de cartridge
vervolgens uit de drumeenheid. Herhaal
dit voor alle tonercartridges.
BELANGRIJK
Wees voorzichtig bij het hanteren van de
tonercartridges. Wanneer u toner morst
op uw handen of kleding, dient u de
vlekken te verwijderen met koud water.
Raak de grijze delen in de illustratie NIET
aan om problemen met de afdrukkwaliteit
te voorkomen.
<Drumeenheid>
118
o Draai de drumeenheid om door de
blauwe hendels vast te houden. Zorg
ervoor dat het wieltje van de
drumeenheid (1) zich links bevindt.
p Controleer de volgende punten op de
drumcontrolepagina:
Punt kleur probleem: de kleur van de
gedrukte punten is de kleur van de
drum die u dient te reinigen.
Puntlocatie: De pagina bevat acht
genummerde kolommen. Het getal
van de kolom met de afgedrukte dot
erin wordt gebruikt om de locatie van
de dot op de drum te vinden.
q Gebruik de genummerde markeringen
naast de drumrol om de markering te
vinden. Een punt in kolom 2 op de
controlepagina betekent bijvoorbeeld
dat er een zich een markering bevindt
op de drum in zone “2”.
1
BK
C
M
Y
Routinematig onderhoud
119
A
r Nadat u de drum geselecteerd hebt,
plaatst u één hand op het wieltje van de
drum, en de andere hand plaatst u op de
tegenoverliggende zijde van de
drum. Vervolgens draait u de drum
langzaam naar u toe, terwijl u het
oppervlak van het vermoedelijk bevuilde
deel inspecteert.
BELANGRIJK
Raak het oppervlak van de drumeenheid
NIET met blote handen aan om
problemen met de afdrukkwaliteit te
vermijden.
Reinig het oppervlak van de lichtgevoelige
drum NIET met een scherp voorwerp of
met een vloeistof.
s Wanneer u hebt bepaald waar de
verontreiniging die de fout op de
drumcontrolepagina veroorzaakt zich
precies bevindt, veegt u deze plek op de
drum met een wattenstaafje schoon
totdat de markering is verwijderd.
BELANGRIJK
Reinig het oppervlak van de lichtgevoelige
drum NIET met een scherp voorwerp of
met een vloeistof.
120
t Houd de hendel van de tonercartridge
vast en schuif de tonercartridge in de
drumeenheid en trek het iets naar u toe
tot u het op zijn plaats hoort vastklikken.
Zorg ervoor dat de kleur van de
tonercartridge overeenkomt met het
label van dezelfde kleur op de
drumeenheid. Herhaal dit voor alle
tonercartridges.
BK = zwart, C = cyaan,
M = magenta, Y= geel
u Zorg ervoor dat de blauwe
vergrendelhendel (1) in de
ontgrendelstand staan zoals
weergegeven in de afbeelding.
v Schuif de drumeenheid voorzichtig in de
machine tot het stopt bij de blauwe
vergrendelhendel.
BK
TN-BK
TN-C
TN-M
TN-Y
BK
BK
C
M
Y
2
1
1
2
2
Routinematig onderhoud
121
A
w Draai de blauwe vergrendelhendel (1)
rechtsom naar de vergrendelstand.
x Duw de drumeenheid zo ver mogelijk in.
y Sluit de voorklep van de machine.
z Schakel de machine in en druk een
testpagina af.
De papierinvoerrollen
reinigen A
Als u de papierinvoerrol regelmatig reinigt,
loopt er geen papier vast door het papier op
de juiste manier in te voeren.
Als er problemen zijn met het invoeren van
papier, reinigt u de papierinvoerrollen als
volgt:
a Houd ingedrukt om de machine uit
te schakelen.
b Trek de papierlade volledig uit de
machine.
c Verwijder het papier dat in de papierlade
is geplaatst.
d Als er iets in de papierlade vastzit, dient
u dit te verwijderen.
2
1
122
e Maak een pluisvrije doek nat met
handwarm water, wring deze goed uit
en veeg het scheidingsblok (1) op de
papierlade af om stof te verwijderen.
f Veeg de twee invoerrollen (1) in de
machine af om stof te verwijderen.
g Laad het papier opnieuw en plaats de
papierlade stevig terug in de machine.
h Schakel de machine in.
Kleurkalibratie A
De uitvoerdichtheid van elke kleur kan
verschillend zijn afhankelijk van de omgeving
van de machine, zoals temperatuur en
vochtigheid. Met de kalibratie kunt u de
kleurdichtheid verbeteren.
a Druk op .
b Druk op Kalibratie.
c Druk op Kalibreren.
d Druk op Ja om te bevestigen.
e De machine geeft Voltooid weer.
f Druk op .
U kunt alle fabrieksinstellingen van de
kalibratieparameters herstellen.
a Druk op .
b Druk op Kalibratie.
c Druk op Herstellen.
d Druk op Ja om te bevestigen.
e De machine geeft Voltooid weer.
f Druk op .
1
Routinematig onderhoud
123
A
OPMERKING
Als een foutmelding verschijnt, drukt u op
OK en probeert u opnieuw.
(Zie Foutmeldingen en
onderhoudsmeldingen uu pagina 126
voor meer informatie.)
Als u de Windows
®
-printerdriver gebruikt,
haalt de driver de kalibratiegegevens
automatisch op als Calibratiegegevens
gebruiken en Apparaatgegevens
automatisch opvragen geselecteerd
zijn. De standaardinstellingen zijn
geactiveerd. (uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding).
Als u met de Macintosh-printerdriver
afdrukt, moet u kalibreren via de Status
Monitor. Open de Status Monitor en
selecteer vervolgens Kleurcalibratie in
het menu Besturing (uu Software en
Netwerk gebruikershandleiding).
Kleurregistratie A
Als volle gedeeltes van kleur of beelden
randen in cyaan, magenta of geel hebben,
kunt u de functie Automatische registratie
gebruiken om het probleem te verhelpen.
a Druk op .
b Druk op Registratie.
c Druk op Ja om te bevestigen.
d De machine geeft Voltooid weer.
e Druk op .
Autocorrectie A
U kunt instellen of de kleurcorrectie
(kleurkalibratie en kleurregistratie)
automatisch moet wordt uitgevoerd. De
standaardinstelling is Aan. Tijdens de
kleurcorrectie wordt een zekere hoeveelheid
toner gebruikt.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Druk op Printer.
d Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Kleurcorrectie weer te
geven.
e Druk op Kleurcorrectie.
f Druk op Automatische correctie.
g Druk op Aan of Uit.
h Druk op .
124
B
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, controleer dan eerst elk onderstaand item en
volg de tips voor het oplossen van problemen.
U kunt de meeste problemen zelf oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother
Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com/
.
Het probleem identificeren B
Controleer eerst of:
Het netsnoer is correct aangesloten en de machine is ingeschakeld. Zie Andere problemen
uu pagina 156 als de machine niet ingeschakeld wordt na het aansluiten van het netsnoer.
Alle beschermende onderdelen zijn verwijderd.
Het papier is correct in de papierlade geplaatst.
De interfacekabels zijn goed aangesloten op de machine en de computer, of de draadloze
verbinding is zowel op de machine als uw computer ingesteld.
Berichten op aanraakscherm
(Zie Foutmeldingen en onderhoudsmeldingen uu pagina 126.)
Hebt u bovenstaande punten gecontroleerd maar het probleem niet kunnen verhelpen, zoek het
probleem dan in de onderstaande lijst op en raadpleeg de hieronder aangegeven pagina.
Problemen met papier en afdrukken:
Problemen met afdrukken uu pagina 148
Problemen met papierbehandeling uu pagina 149
Ontvangen faxen afdrukken uu pagina 150
Telefoon- en faxproblemen:
Telefoonlijn of verbindingen uu pagina 150
Inkomende oproepen behandelen uu pagina 153
Faxen ontvangen uu pagina 151
Faxen verzenden uu pagina 152
Problemen met kopiëren:
Problemen met kopiëren uu pagina 154
Problemen oplossen B
Problemen oplossen
125
B
Problemen met scannen:
Problemen met scannen uu pagina 154
Software- en netwerkproblemen:
Problemen met de software uu pagina 154
Problemen met het netwerk uu pagina 155
126
Foutmeldingen en onderhoudsmeldingen B
Zoals bij alle geavanceerde kantoorapparatuur kunnen fouten optreden en kunnen
verbruiksartikelen op zijn. Wanneer dat gebeurt, identificeert uw machine de fout of de vereiste
routinematige onderhoudsbeurt, en toont de betreffende melding. De meest voorkomende fout-
en onderhoudsmeldingen staan in de tabel.
U kunt de meeste fouten oplossen en het routinematige onderhoud zelf uitvoeren. Indien u extra
hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips
voor het oplossen van problemen:
Ga naar http://solutions.brother.com/
.
OPMERKING
Op het aanraakscherm worden de volgende namen gebruikt.
Multifunctionele lade: MF-lade
Standaardpapierlade: Lade1
Optionele onderste lade: Lade2
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
2-zijd. vastgel. Het papier is vastgelopen
onder de papierlade of
fuseereenheid.
Zie Het papier is vastgelopen onder de
papierlade uu pagina 146.
2-zijdig
uitgeschakeld
Het achterdeksel van de
machine is niet volledig
gesloten.
Sluit het achterdeksel van de machine tot het in
de gesloten positie vergrendelt.
2-zijdig
uitgeschakeld
Plaats papier en
druk op
[Opnieuw].
Hoewel het papierformaat in de
papierlade overeenkomt met
het papierformaat
geselecteerd in het
bedieningspaneel of het
printerstuurprogramma, is het
apparaat gestopt met
afdrukken toen er een extra,
ander papierformaat in de lade
werd gedetecteerd.
Zorg ervoor dat de papierlade alleen het
papierformaat bevat dat u geselecteerd hebt in
het bedieningspaneel of het
printerstuurprogramma, en druk vervolgens op
Kleur Start of Mono start.
De papierlade is uit het
apparaat gehaald voordat het
apparaat klaar was met het
bedrukken van beide zijden
van het papier.
Zet de papierlade terug en druk op Kleur
Start of Mono start.
Problemen oplossen
127
B
Aanraakscherm
initialiseren
mislukt
Het aanraakscherm werd
bediend voor de
inschakelinitialisatie voltooid
was.
Zorg ervoor dat er niets tegen het
aanraakscherm komt of erop rust.
Er kan vuil zitten tussen het
onderste gedeelte van het
aanraakscherm en zijn rand.
Plaats een stuk stevig papier tussen het
onderste gedeelte van het aanraakscherm en
zijn rand en schuif het heen en weer om het vuil
weg te duwen.
Afdrukken
onmogelijk XX
De machine heeft een
mechanisch probleem.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Houd ingedrukt om de machine uit te
schakelen, wacht enkele minuten en
schakel de machine weer in (zie Uw faxen
of faxjournaal overbrengen
uu pagina 135).
Als het probleem zich blijft voordoen,
neemt u contact op met de klantenservice
van Brother voor ondersteuning.
Afgebroken De andere persoon of de
faxmachine van de andere
persoon heeft het gesprek
beëindigd.
Probeer de fax opnieuw te verzenden of te
ontvangen.
Afkoelen
Even geduld.
De temperatuur van de
drumeenheid of de
tonercartridge is te hoog. De
machine onderbreekt de
huidige afdruktaak en gaat in
de afkoelingsstand. Tijdens het
afkoelen hoort u de
koelventilator draaien terwijl op
het aanraakscherm de
meldingen Afkoelen en Even
geduld. worden
weergegeven.
Controleer of u de ventilator in de machine kunt
horen draaien, en dat de uitlaat nergens door
geblokkeerd wordt.
Als de ventilator draait, verwijdert u eventuele
voorwerpen rondom de uitlaat, en laat u de
machine vervolgens ingeschakeld zonder deze
enkele minuten aan te raken.
Als de ventilator niet draait, koppelt u de
machine enkele minuten los van de stroom en
verbindt u deze vervolgens opnieuw.
Cartridgefout De tonercartridge is niet juist
geïnstalleerd.
Haal de drumeenheid eruit, verwijder de
tonercartridge voor de kleur aangeduid op het
aanraakscherm en plaats het weer terug in de
drumeenheid. Plaats de drumeenheid weer in
de machine.
Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u
contact op met de klantenservice van Brother
of uw plaatselijke Brother-leverancier.
Communicatiefout Er is een communicatiefout
opgetreden wegens slechte
verbinding.
Probeer de fax nogmaals te verzenden of sluit
de machine aan op een andere telefoonlijn. Als
het probleem nog niet is verholpen, neemt u
contact op met het telefoonbedrijf en vraagt u
of ze uw telefoonlijn willen controleren.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
128
Condensvorming Eén van de oorzaken van deze
storing kan zijn dat er condens
gevormd wordt in de machine
na een wijziging van de
kamertemperatuur.
Laat de machine aan staan. Wacht 30 minuten
met de voorklep open. Zet dan de machine uit
en sluit de klep. Zet het weer aan.
Deksel is open. De voorklep is niet volledig
gesloten.
Sluit de voorklep van de machine.
De fuseerklep is niet volledig
gesloten of er is papier
vastgelopen in de achterzijde
van de machine toen u deze
inschakelde.
Sluit het fuseerdeksel, dat zich aan de
binnenzijde van het achterdeksel van de
machine bevindt.
Controleer of er geen papier achter het
fuseerdeksel aan de achterzijde van de
machine is vastgelopen, sluit vervolgens
het fuseerdeksel en druk op Start
(zie Papier is vastgelopen aan de
achterkant van de machine
uu pagina 141).
Het ADF-deksel (automatische
documentinvoer) is niet
volledig gesloten.
Sluit het ADF-deksel (automatische
documentinvoer) van de machine.
Het ADF-deksel (automatische
documentinvoer) is geopend
tijdens het laden van een
document.
Sluit het deksel van de ADF (automatische
documentinvoer) van de machine en druk dan
op .
DIMM Error De DIMM is niet juist
geïnstalleerd.
De DIMM is kapot.
De DIMM voldoet niet aan
de vereiste specificaties.
Zet de machine uit en trek de stekker uit het
stopcontact. Verwijder de DIMM.
(uu Geavanceerde gebruikershandleiding)
Bevestig dat de DIMM aan de vereiste
specificaties voldoet. (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding)
Installeer de DIMM opnieuw. Wacht een
paar seconden, steek de stekker in het
stopcontact en zet de machine weer aan.
Vervang de DIMM als deze foutmelding
weer verschijnt. (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding)
Document nazien Het document is niet correct
geplaatst of toegevoerd, of het
document dat via de ADF
(automatische
documentinvoer) is gescand,
was te lang.
Zie Document vastgelopen in de bovenzijde
van de ADF (automatische documentinvoer)
uu pagina 137 of De automatisch
documentinvoer (ADF) gebruiken
uu pagina 41.
Drum bijna op De drumeenheid is aan het
einde van zijn gebruiksduur.
Bestel een nieuwe drummeenheid aan voordat
het bericht Drum vervangen wordt
weergegeven.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
129
B
Drum vervangen De drumeenheden moeten
worden vervangen.
Vervang de drumeenheid (zie De drumeenheid
vervangen uu pagina 87).
De drumteller is na het
plaatsen van een nieuwe drum
niet gereset.
Reset de drumeenheidteller door de instructies
bij de nieuwe drumeenheid te volgen.
Drumeenheid ! De coronadraden van de
drumeenheid moeten worden
schoongemaakt.
Reinig de vier primaire corona's in de
drumeenheid door het blauwe lipje heen en
weer te schuiven (zie De coronadraden
reinigen uu pagina 112).
De drumeenheid is niet juist
geïnstalleerd.
Verwijder de drumeenheid, verwijder de
tonercartridges van de drumeenheid en plaats
de tonercartridges terug in de drumeenheid.
Installeer de drumeenheid weer in de machine.
Formaat onjuist Het papier in de lade heeft niet
het juiste formaat.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Plaats hetzelfde papierformaat dat
geselecteerd is in de printerdriver in de
papierlade en druk vervolgens op Start.
Selecteer in de printerdriver het
papierformaat dat u in de opgegeven
papierlade geplaatst hebt.
Formaatfout
tweezijdig
Het papierformaat opgegeven
in de printerdriver en het menu
van het aanraakscherm is niet
beschikbaar voor automatisch
tweezijdig afdrukken.
Druk op . Kies een papierformaat dat
waarmee tweezijdig afdrukken mogelijk is.
Het papierformaat dat u kunt gebruiken voor
automatisch tweezijdig afdrukken is A4.
Het papier in de lade heeft niet
het juiste formaat en is niet
beschikbaar voor automatisch
tweezijdig afdrukken.
Plaats papier met het juiste formaat in de lade
en pas het papierformaat aan de lade aan
(zie Papierformaat uu pagina 33).
Het papierformaat dat u kunt gebruiken voor
automatisch tweezijdig afdrukken is A4.
Fout formaat Het papierformaat
gedefinieerd in de printerdriver
wordt niet ondersteund door de
gedefinieerde lade.
Kies een papierformaat dat ondersteund wordt
door elke lade (zie Papiersoort en -formaat
uu pagina 36.)
Fout lade 2 De optionele onderste lade is
niet goed geïnstalleerd.
Plaats opnieuw de optionele onderste lade.
Fout toegang
logboekbestand
De machine krijgt geen
toegang tot het bestand met
het afdruklogboek op de
server.
Neem contact op met uw beheerder voor meer
informatie over de instellingen voor
Afdruklogboek op netwerk opslaan.
Voor meer informatie, uu Software en
Netwerk gebruikershandleiding.
Fuser vervangen De fuseereenheid moet
worden vervangen.
Neem contact op met de klantenservice van
Brother of uw plaatselijke Brother-leverancier
voor een vervangende fuseereenheid.
Geen afvaltoner De tonerbak is niet juist
geïnstalleerd.
Installeer de tonerbak opnieuw (zie de stappen
in De tonerbak vervangen uu pagina 98).
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
130
Geen antw/Bezet Het gebelde nummer
antwoordt niet of is bezet.
Controleer het nummer en probeer opnieuw.
Geen drumeenheid De drumeenheid is niet juist
geïnstalleerd.
Installeer de drumeenheid opnieuw (zie de
stappen in Drumeenheid vervangen
uu pagina 87).
Geen lade De papierlade aangegeven op
het aanraakscherm is niet
geïnstalleerd of niet goed
geïnstalleerd.
Installeer de papierlade die op het
aanraakscherm wordt aangegeven opnieuw.
Geen papier De machine heeft geen papier
meer in de papierlade of het
papier is niet correct in de
papierlade geplaatst.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Plaats papier in de papierlade. Zorg ervoor
dat de papiergeleiders op het correcte
formaat ingesteld zijn.
Verwijder het papier en plaats het opnieuw.
Zorg ervoor dat de papiergeleiders op het
correcte formaat ingesteld zijn.
Als het probleem niet is opgelost, moet de
invoerrol voor papier worden gereinigd.
Reinig de invoerrol voor papier. (Zie De
papierinvoerrollen reinigen uu pagina 121)
Geen riemeenheid De riemeenheid is niet correct
geïnstalleerd.
Installeer de riemeenheid opnieuw (zie de
stappen in De riemeenheid vervangen
uu pagina 93).
Geen toestemming Het afdrukken van
kleurdocumenten wordt
beperkt door Secure Function
Lock. De afdruktaak wordt
geannuleerd.
Neem contact op met uw beheerder om uw
instellingen voor Secure Function Lock te
controleren.
Geen toner De tonercartridge voor de kleur
aangegeven op het
aanraakscherm is niet goed
geïnstalleerd.
Verwijder de drumeenheid, verwijder de
tonercartridge voor de kleur aangegeven op
het aanraakscherm van de drumeenheid en
plaats de tonercartridge terug in de
drumeenheid. Installeer de drumeenheid weer
in de machine. Als het probleem zich blijft
voordoen, vervangt u de tonercartridge (zie De
tonercartridges vervangen uu pagina 81).
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
131
B
Geheugen vol Het geheugen van de machine
is vol.
Fax bezig met verzenden of kopiëren
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Druk op Nu verzenden, Deelafdruk of
Stoppen om de gescande pagina's te
verzenden of te kopiëren.
Druk op en wacht tot de andere taken
zijn voltooid. Probeer het vervolgens
opnieuw.
Wis de faxen in het geheugen.
Druk de faxberichten die opgeslagen zijn in
het geheugen af om het geheugen voor
100% beschikbaar te maken. Schakel
daarna Fax opslaan uit om te vermijden dat
er nog meer faxen in het geheugen worden
opgeslagen (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding).
Voeg meer geheugen toe
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding).
Bezig met afdrukken
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Verlaag de afdrukresolutie
(uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding).
Wis de faxen uit het geheugen (zie de
bovenstaande uitleg).
Voeg meer geheugen toe
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding).
Hernoem bestand Op het USB-flashstation staat
al een bestand met dezelfde
naam als het bestand dat u wilt
opslaan.
Wijzig de naam van het bestand op het USB-
flashstation of van het bestand dat u wilt
opslaan.
Hub niet
ondersteund
Een USB-hub is aangesloten
op de USB-direct interface.
Koppel de USB-hub los van de USB-direct
interface.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
132
Kalibratie
mislukt.
Kalibratie mislukt. Druk op OK en probeer opnieuw.
Houd ingedrukt om de machine uit te
schakelen.
Wacht een paar seconden en schakel de
machine vervolgens weer in.
Voer de kleurkalibratie opnieuw uit met het
aanraakscherm of de printerdriver
(zie Kleurkalibratie uu pagina 122).
Plaats een nieuwe riemeenheid (zie De
riemeenheid vervangen uu pagina 93).
Als het probleem zich blijft voordoen,
neemt u contact op met de klantenservice
van Brother of uw plaatselijke Brother-
leverancier.
Klein papier
Het papierformaat dat
opgegeven is in de printerdriver
is te klein voor de machine om
het uit te werpen op de
neerwaarts gerichte uitvoerlade.
Open het achterdeksel (achterste uitvoerlade)
om het gedrukte papier op te vangen op de
achterste uitvoerlade, en druk dan op
Opnieuw.
Kort papier De lengte van het papier in de
lade is te kort voor de machine
om het uit te werpen op de
documentuitvoer met bedrukte
zijde naar beneden.
Open het achterdeksel (documentuitvoer met
bedrukte zijde naar boven) zodat de bedrukte
pagina naar de documentuitvoer met bedrukte
zijde naar boven kan gaan. Verwijder de
gedrukte pagina's en druk daarna op
Opnieuw.
Limiet
overschreden
Het maximale aantal pagina's
dat u mag afdrukken is
overschreden. De afdruktaak
wordt geannuleerd.
Neem contact op met uw beheerder om uw
instellingen voor Secure Function Lock te
controleren.
MP-lade
vastgelopen
Het papier is vastgelopen in de
multifunctionele lade van de
machine.
Zie Het papier is vastgelopen in de
multifunctionele lade uu pagina 139.
Onbruikb. app. Een USB-apparaat of USB-
flashstation dat versleuteld is
of niet wordt ondersteund, is op
de USB-poort aangesloten.
Haal het apparaat uit de USB-poort (raadpleeg
de specificaties voor ondersteunde USB-
flashstations in Gegevens afdrukken vanaf het
USB-flashstation of een digitale camera met
ondersteuning voor massaopslag
uu pagina 67).
Onbruikb. app.
Verwijder
apparaat. Zet uit
en weer aan.
Een defect USB-apparaat of
een USB-apparaat dat veel
energie verbruikt, werd op de
USB-direct interface
aangesloten.
Koppel het apparaat los van de USB-direct
interface. Houd ingedrukt om de machine
uit te schakelen, en schakel de machine
vervolgens weer in.
Papierstoring
lade1
Lade2 vastgelopen
Het papier is vastgelopen in de
papierlade van de machine.
Zie Het papier is vastgelopen in de papierlade
1 of lade 2 uu pagina 140.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
133
B
Printgegevens vol Het geheugen van de machine
is vol.
Druk op en verwijder de eerder
opgeslagen beveiligde afdruktaken.
Voeg meer geheugen toe
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding).
Registratie
mislukt.
Registratie mislukt. Druk op OK en probeer opnieuw.
Houd ingedrukt om de machine uit te
schakelen.
Wacht een paar seconden en schakel ze
dan weer in.
Voer de automatische kleurregistratie uit
met behulp van het aanraakscherm
(zie Kleurregistratie uu pagina 123).
Plaats een nieuwe riemeenheid (zie De
riemeenheid vervangen uu pagina 93).
Als het probleem zich blijft voordoen,
neemt u contact op met Klantenservice van
Brother.
Riem bijna op De riemeenheid is aan het
einde van zijn gebruiksduur.
Koop een nieuwe riemeenheid voordat de
melding Riemeenheid vervangen
verschijnt.
Riemeenheid
vervangen
Het is tijd om de riemeenheid
te vervangen.
Vervang de riemeenheid (zie De riemeenheid
vervangen uu pagina 93).
Scannen
onmogelijk
Het document is te lang voor
dubbelzijdig scannen.
Druk op . Gebruik papier van het geschikte
formaat voor dubbelzijdig scannen
(zie Afdrukmedia uu pagina 232).
De machine heeft een
mechanisch probleem.
Houd ingedrukt om de machine uit te
schakelen, en schakel de machine weer in
(zie Uw faxen of faxjournaal overbrengen
uu pagina 135).
Als het probleem zich blijft voordoen,
neemt u contact op met de klantenservice
van Brother voor ondersteuning.
Stop drumeenheid De drumeenheden moeten
worden vervangen.
Vervang de drumeenheid (zie Drumeenheid
vervangen uu pagina 87).
Te veel best. Op het USB-flashstation zijn te
veel bestanden opgeslagen.
Verminder het aantal opgeslagen bestanden
op het USB-flashstation.
Tnrbak bijna vol De tonerbak is aan het einde
van zijn gebruiksduur.
Koop een nieuwe tonerbak voor het bericht
Tonerafvalbakje vervangen
verschijnt.
ToegangGeweigerd De functie die u wilt gebruiken
is beperkt door Secure
Function Lock.
Neem contact op met uw beheerder om uw
instellingen voor Secure Function Lock te
controleren.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
134
Toegangsfout Het apparaat werd ontkoppeld
van de USB-direct interface
terwijl gegevens werden
verwerkt.
Druk op . Sluit het apparaat opnieuw aan en
probeer af te drukken via Rechtstreeks
Afdrukken.
Toner vervangen
1
1
Het aanraakscherm
toont de kleur van de
tonercartridge aan die
u moet vervangen.
BK=zwart, C=cyaan,
M=magenta, Y=geel
De tonercartridge is aan het
einde van zijn gebruiksduur.
De machine stopt alle
afdruktaken.
Als er voldoende geheugen
beschikbaar is, worden faxen
opgeslagen in het geheugen.
Vervang de tonercartridge voor de kleur die
aangegeven is op het aanraakscherm (zie De
tonercartridges vervangen uu pagina 81).
Tonerafvalbakje
vervangen
De tonerbak moet worden
vervangen.
Vervang de tonerbak (zie De tonerbak
vervangen uu pagina 98).
Tonerfout Een of meer tonercartridges
zijn niet juist geïnstalleerd.
Trek de drumeenheid naar buiten. Verwijder
alle tonercartridges en plaats ze dan terug in
de drumeenheid.
USB tegen
schrijven
beveiligd
De beveiligingsschakelaar van
het USB-flashstation is
ingeschakeld.
Schakel de beveiligingsschakelaar van het
USB-flashstation uit.
Vast achter Het papier is vastgelopen aan
de achterkant van de machine.
Zie Papier is vastgelopen aan de achterkant
van de machine uu pagina 141.
Vast intern Het papier is vastgelopen in de
machine.
Zie Papier is vastgelopen in de machine
uu pagina 143.
Vervang de laser Het is tijd om de lasereenheid
te vervangen.
Neem contact op met de klantenservice van
Brother of uw plaatselijke Brother-leverancier
om de lasereenheid te vervangen.
Vervang PF-kit MP
Vervang PF-kit1
Vervang PF-kit2
De papiertoevoerset moet
worden vervangen.
Neem contact op met de Klantenservice van
Brother of uw plaatselijke Brother-leverancier
om de papiertoevoerset te vervangen.
Weinig toner:X
1
1
(X) geeft de
tonercartridge aan van
de kleur die bijna aan
het einde van de
levensduur is.
BK=zwart, C=cyaan,
M=magenta, Y=geel
Als de melding Toner bijna
op op het aanraakscherm
wordt weergegeven, kunt u
nog steeds afdrukken. Het
betekent echter dat de
tonercartridge bijna het einde
van de gebruiksduur heeft
bereikt.
Bestel nu een nieuwe tonercartridge voor de
kleur die is aangegeven op het
aanraakscherm, zodat u een vervangende
tonercartridge tot uw beschikking hebt
wanneer de melding Toner vervangen op
het aanraakscherm verschijnt.
Zelfdiagnose De temperatuur van de
fuseereenheid bereikt een
bepaalde temperatuur niet
binnen een bepaalde tijd.
Houd ingedrukt om de machine uit te
schakelen, wacht enkele seconden en schakel
de machine weer in. Laat de machine
gedurende 15 minuten inactief maar
ingeschakeld.
De fuseereenheid is te heet.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
135
B
Uw faxen of faxjournaal
overbrengen B
Wanneer op het aanraakscherm de volgende
melding wordt weergegeven:
Afdrukken onmogelijk XX
Scannen onmogelijk
We adviseren u uw faxen over te brengen
naar een ander faxapparaat of naar uw
computer (zie Faxen overbrengen naar een
ander faxapparaat uu pagina 135 of Faxen
overbrengen naar uw computer
uu pagina 136).
U kunt ook het faxjournaal overbrengen om te
zien of er faxen zijn die u moet overbrengen
(zie Het faxjournaal overbrengen naar een
ander faxapparaat uu pagina 136).
OPMERKING
Als er een foutmelding op het
aanraakscherm van de machine
verschijnt nadat de faxen zijn
overgebracht, verwijdert u de stekker van
de machine enkele minuten uit het
stopcontact en sluit u deze vervolgens
weer aan.
Faxen overbrengen naar een ander
faxapparaat
B
Als u uw Stations-ID nog niet hebt ingesteld,
kunt u de faxoverbrengingsstand niet
gebruiken (zie Voer persoonlijke informatie in
(Stations-ID) uu pagina 23).
a Druk op om de fout tijdelijk te
onderbreken.
b Druk op .
c Druk op Alle instell..
d Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Service weer te geven.
e Druk op Service.
f Druk op Dataoverdracht.
g Druk op Fax overdracht.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als de melding Geen dataopslag
op het aanraakscherm verschijnt,
zijn er geen faxen meer aanwezig in
het geheugen van de machine. Druk
op Sluiten.
Voer het faxnummer in van het
apparaat waarnaar de faxen moeten
worden verzonden.
i Druk op Fax start.
136
Faxen overbrengen naar uw computerB
U kunt de faxen van het geheugen van uw
machine naar uw computer overbrengen.
a Druk op om de fout tijdelijk te
onderbreken.
b Zorg ervoor dat MFL-Pro Suite is
geïnstalleerd en activeer vervolgens
PC-FAX Ontvangen op de computer.
Volg de instructies voor het
besturingssysteem dat u gebruikt.
(Windows
®
XP, Windows Vista
®
en
Windows
®
7)
In het menu (Starten) selecteert
u Alle programma's > Brother >
Brother Utilities.
Klik vervolgens op de
vervolgkeuzelijst en selecteer uw
modelnaam (indien dit nog niet is
gebeurd).
Klik op PC-FAX Ontvangen in de
linkernavigatiebalk en klik
vervolgens op Ontvangen.
(Windows
®
8)
Klik op (Brother Utilities) en
klik vervolgens op de
vervolgkeuzelijst en selecteer uw
modelnaam (indien dit nog niet is
gebeurd). Klik in de
linkernavigatiebalk op PC-FAX
Ontvangen en daarna op
Ontvangen.
c Controleer of u PC-Fax ontv. hebt
ingesteld op de machine
(zie PC-FAX Receive (PC-FAX
ontvangen) (alleen voor Windows
®
)
uu pagina 54).
Wanneer er nog faxen in het geheugen
van de machine zijn wanneer u PC-Fax
ontv. instelt, verschijnt op het
aanraakscherm de vraag of u de faxen
wilt overbrengen naar uw computer.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer u alle faxen wilt
overbrengen naar uw computer,
drukt u op Ja. Als Faxvoorbeeld is
ingesteld op Uit, wordt u gevraagd
of u reservekopieën wilt afdrukken.
Om af te sluiten en de faxen in het
geheugen te bewaren, drukt u op
Nee.
e Druk op .
Het faxjournaal overbrengen naar een
ander faxapparaat
B
Als u uw Stations-ID nog niet hebt ingesteld,
kunt u de faxoverbrengingsstand niet
gebruiken (zie Voer persoonlijke informatie in
(Stations-ID) uu pagina 23).
a Druk op om de fout tijdelijk te
onderbreken.
b Druk op .
c Druk op Alle instell..
d Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Service weer te geven.
e Druk op Service.
f Druk op Dataoverdracht.
g Druk op Rapporttransfer.
h Voer het faxnummer in waarnaar het
faxjournaal moet worden verzonden.
i Druk op Fax start.
Problemen oplossen
137
B
Vastgelopen
documenten B
Document vastgelopen in de
bovenzijde van de ADF
(automatische
documentinvoer) B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF (automatische
documentinvoer).
b Open het ADF-deksel (automatische
documentinvoer).
c Trek het vastgelopen document er naar
links uit.
Als het document scheurt, dient u ervoor
te zorgen dat alle kleine papierresten
verwijderd zijn om te vermijden dat het
papier opnieuw vastloopt.
d Sluit het ADF-deksel (automatische
documentinvoer).
e Druk op .
Document vastgelopen onder
het documentdeksel B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF (automatische
documentinvoer).
b Til het documentdeksel op.
c Trek het vastgelopen document er naar
rechts uit.
Als het document scheurt, dient u ervoor
te zorgen dat alle kleine papierresten
verwijderd zijn om te vermijden dat het
papier opnieuw vastloopt.
d Sluit het documentdeksel.
e Druk op .
138
Kleine documenten
verwijderen die zijn
vastgelopen in de ADF
(automatische
documentinvoer) B
a Til het documentdeksel op.
b Plaats een stuk stevig papier, zoals
Cardstock, in de ADF (automatische
documentinvoer) om kleine stukjes
papier erdoor te duwen.
c Sluit het documentdeksel.
d Druk op .
Document vastgelopen in de
uitvoerlade B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF (automatische
documentinvoer).
b Trek het vastgelopen document er naar
rechts uit.
c Druk op .
Problemen oplossen
139
B
Vastgelopen papier B
Wanneer nieuw papier wordt geplaatst, moet
u altijd eerst al het papier dat nog in de
papierlade zit verwijderen en het papier in
een nette stapel plaatsen. Zo voorkomt u dat
er meerdere vellen papier tegelijk worden
ingevoerd en dat papier vastloopt.
Het papier is vastgelopen in
de multifunctionele lade B
Als op het aanraakscherm MP-lade
vastgelopen wordt weergegeven, voert u
deze stappen uit:
a Verwijder het papier uit de
multifunctionele lade.
b Verwijder vastgelopen papier van in en
rond de multifunctionele lade.
c Waaier het papier uit en plaats het terug
in de multifunctionele lade.
d Zorg er bij het plaatsen van papier in de
multifunctionele lade voor dat het papier
onder de geleiders voor de maximale
papierhoogte (1) blijft aan beide kanten
van de lade.
e Druk op Opnieuw om het afdrukken
voort te zetten.
140
Het papier is vastgelopen in
de papierlade 1 of lade 2 B
Als de melding Papierstoring lade1 of
Lade2 vastgelopen op het
aanraakscherm wordt weergegeven, voert u
deze stappen uit:
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
Voor Papierstoring lade1:
Voor Lade2 vastgelopen:
b Trek met beide handen het vastgelopen
papier voorzichtig naar buiten.
OPMERKING
Wanneer u het vastgelopen papier er naar
beneden toe uittrekt, gaat het
eenvoudiger.
c Zorg ervoor dat het papier de
maximummarkering ( ) van de
papierlade niet bereikt. Houd de blauwe
ontgrendelingshendel van de
papiergeleiders ingedrukt en stel de
geleiders af op het gebruikte
papierformaat. Zorg dat de geleiders
goed in de sleuven zitten.
d Plaats de papierlade stevig terug in de
machine.
Problemen oplossen
141
B
Papier is vastgelopen aan de
achterkant van de machine B
Als de melding Vast achter op het
aanraakscherm wordt weergegeven, voert u
de volgende stappen uit:
a Laat de machine gedurende 10 minuten
ingeschakeld zodat de interne ventilator
de extreem warme interne delen van de
machine kan afkoelen.
b Open het achterdeksel.
WAARSCHUWING
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wacht tot de machine is afgekoeld
voordat u interne onderdelen aanraakt.
142
c Trek de blauwe lipjes (1) aan de linker-
en rechterkant omlaag om de
fuseerklep (2) los te maken.
OPMERKING
Als de enveloppehendels (3) in de
achterklep omlaag worden getrokken in
de enveloppestand, til de hendels dan op
naar de oorspronkelijke stand voordat u
de blauwe lipjes (1) omlaag trekt.
d Trek met beide handen voorzichtig het
vastgelopen papier uit de
fuseereenheid.
e Sluit het fuseerdeksel (2).
OPMERKING
Als u afdrukt op enveloppen, haal de
enveloppehendels (3) dan weer omlaag
naar de enveloppestand voordat u de
achterklep sluit.
f Zorg dat de achterklep goed is gesloten.
2
1
3
1
3
2
3
3
Problemen oplossen
143
B
Papier is vastgelopen in de
machine B
Als op het aanraakscherm Vast intern
wordt weergegeven, voert u deze stappen uit:
a Druk op de knop voorklep openen en
open de voorklep.
b Houd de blauwe hendel van de
drumeenheid vast. Trek de
drumeenheid zo ver mogelijk uit.
144
c Draai de blauwe vergrendelhendel (1)
aan de linkerkant van de machine
linksom naar de ontgrendelstand. Houd
de blauwe hendels van de drumeenheid
vast en til de voorkant van de
drumeenheid omhoog en haal het uit de
machine.
BELANGRIJK
Wij raden u aan om de drumeenheid op
een stuk wegwerppapier of een doek te
plaatsen voor het geval u per ongeluk
toner morst.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
2
Problemen oplossen
145
B
d Trek het vastgelopen papier langzaam
uit.
e Zorg ervoor dat de blauwe
vergrendelhendel (1) in de
ontgrendelstand staan zoals
weergegeven in de afbeelding.
f Schuif de drumeenheid voorzichtig in de
machine tot het stopt bij de blauwe
vergrendelhendel.
g Draai de blauwe vergrendelhendel (1)
rechtsom naar de vergrendelstand.
2
1
1
2
2
2
1
146
h Duw de drumeenheid zo ver mogelijk in.
i Sluit de voorklep van de machine.
OPMERKING
Als u de machine uitschakelt terwijl Vast
intern wordt weergegeven op het
aanraakscherm, zal de machine
onvolledige gegevens van uw computer
afdrukken wanneer deze is ingeschakeld.
Voordat u de machine inschakelt, dient u
de taak te verwijderen uit de afdrukspoel
van uw computer.
Het papier is vastgelopen
onder de papierlade B
Als op het aanraakscherm 2-zijd.
vastgel. wordt weergegeven, voert u deze
stappen uit:
a Laat de machine gedurende 10 minuten
ingeschakeld zodat de interne ventilator
de extreem warme interne delen van de
machine kan afkoelen.
b Trek de papierlade volledig uit de
machine.
c Zorg ervoor dat er geen vastgelopen
papier meer aanwezig is in de de
machine.
Problemen oplossen
147
B
d Als er geen papier is vastgelopen in de
machine, controleert u onder de
papierlade.
e Als het papier niet is vastgelopen in de
papierlade, opent u het achterdeksel.
WAARSCHUWING
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wacht tot de machine is afgekoeld
voordat u interne onderdelen aanraakt.
f Trek het vastgelopen papier voorzichtig
en met beide handen uit de achterkant
van de machine.
g Sluit het achterdeksel tot het in de
gesloten positie vergrendelt.
h Plaats de papierlade stevig terug in de
machine.
148
Als u problemen hebt met de machine B
BELANGRIJK
Voor technische hulp neemt u contact op met de klantenservice van Brother of met uw
plaatselijke Brother-leverancier.
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de
tips voor het oplossen van problemen. U kunt de meeste problemen zelf oplossen.
Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente
veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com/
.
Problemen met afdrukken
Problemen Suggesties
Er kan niet worden afgedrukt. Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of het aanraakscherm een foutmelding weergeeft (zie Foutmeldingen
en onderhoudsmeldingen uu pagina 126).
Controleer of de machine online is:
(Windows
®
7 en Windows Server
®
2008 R2)
Klik op de knop (Starten) > Apparaten en printers. Klik met de
rechtermuisknop op Brother MFC-XXXX Printer en klik op Afdruktaken
weergeven. Klik op Printer in de menubalk. Controleer of Printer offline
gebruiken is gewist.
(Windows Vista
®
en Windows Server
®
2008)
Klik op de knop (Starten) > Configuratiescherm > Hardware en geluiden
> Printers. Klik met de rechtermuisknop op Brother MFC-XXXX Printer. Zorg
ervoor dat Printer online gebruiken niet is vermeld. Als deze is vermeld, klik dan
op deze optie om de driver online in te stellen.
(Windows
®
XP en Windows Server
®
2003)
Klik op de knop Start > Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop
op Brother MFC-XXXX Printer. Zorg ervoor dat Printer online gebruiken niet is
vermeld. Als deze is vermeld, klik dan op deze optie om de driver online in te
stellen.
(Windows
®
8 en Windows Server
®
2012)
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Wanneer de
menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen > Configuratiescherm. Klik in de
groep Hardware en geluiden (Hardware) op Apparaten en printers weergeven.
Klik met de rechtermuisknop op Brother MFC-XXXX Printer > Afdruktaken
weergeven. Als de printerdriveropties verschijnen, selecteert u uw printerdriver.
Klik in de menubalk op Printer en zorg ervoor dat Printer offline gebruiken niet
is geselecteerd.
(Windows Server
®
2012 R2)
Klik op Configuratiescherm op het scherm Start. Klik in de groep Hardware op
Apparaten en printers weergeven. Klik met de rechtermuisknop op Brother
MFC-XXXX Printer > Afdruktaken weergeven. Als de printerdriveropties
verschijnen, selecteert u uw printerdriver. Klik in de menubalk op Printer en zorg
ervoor dat Printer offline gebruiken niet is geselecteerd.
Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function
Lock te controleren.
Problemen oplossen
149
B
De machine drukt niet af of is met
afdrukken gestopt.
Druk op .
De machine annuleert de afdruktaak en wist deze uit het geheugen. De afgedrukte
documenten zijn mogelijk onvolledig.
De kop- en voettekst van mijn
document verschijnt wel op het
scherm, maar wordt niet afgedrukt.
Er is een onbedrukbaar gedeelte aan de boven- en onderkant van de pagina. Pas
de boven- en ondermarge voor uw document aan (zie Onscanbare en
onbedrukbare gedeeltes uu pagina 32).
De machine print onverwacht of
print heel slecht.
Druk op om afdruktaken te annuleren.
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze compatibel zijn
met uw machine.
De machine print de eerste
pagina's correct, maar dan
ontbreekt tekst op enkele pagina's.
Controleer of de afdrukinstellingen in uw toepassing ook beschikbaar zijn in de
printerdriver van de machine.
Uw computer herkent het volledige signaal van de invoerbuffer van de machine
niet. Controleer of u de interfacekabel correct hebt aangesloten
(uu Installatiehandleiding).
De machine drukt niet tweezijdig af,
ook al is de printerdriver ingesteld
op tweezijdig.
Controleer de instelling voor het papierformaat in de printerdriver. U dient A4 (60
tot 105 g/m
2
) te kiezen.
De machine geeft het USB-menu
niet weer wanneer u een USB-
flashstation aansluit op de USB-
poort.
Wanneer de stand Diepe Slaap is geactiveerd, ontwaakt de machine niet, zelfs
niet wanneer u een USB-flashstation aansluit op de USB-poort. Druk op het
aanraakscherm om de machine opnieuw te activeren.
Kan afdrukken van 'Paginalay-out'
niet uitvoeren.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
De afdruksnelheid is te traag. Wijzig de instelling in de printerdriver. Als u de hoogste resolutie selecteert, duurt
het langer om de gegevens te verwerken, te versturen en af te drukken.
Als de machine in de stille modus staat, is de afdruksnelheid langzamer.
Controleer de instelling stille modus (uu Geavanceerde gebruikershandleiding).
De machine drukt niet af vanuit
Adobe
®
Illustrator
®
.
Probeer de afdrukresolutie te verlagen (uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding).
Slechte afdrukkwaliteit Zie De afdrukkwaliteit verbeteren uu pagina 158.
Problemen met papierbehandeling
Problemen Suggesties
De machine voert geen papier in. Zie Foutmeldingen en onderhoudsmeldingen uu pagina 126 als op het
aanraakscherm het bericht Vastgelopen papier weergegeven wordt en het
probleem niet verholpen is.
Als de papierlade leeg is, plaatst u een nieuwe stapel papier in de papierlade.
Als er papier in de lade zit, moet u nagaan of het correct is geplaatst. Wanneer het
papier gekruld is, moet u het plat maken. Soms moet u het papier uit de lade
halen, de stapel omdraaien en weer in de papierlade plaatsen.
Plaats minder papier in de lade en probeer het opnieuw.
Zorg ervoor dat MF lade in de printerdriver niet is geselecteerd voor Papierbron.
Maak de papierinvoerrollen schoon (zie De papierinvoerrollen reinigen
uu pagina 121).
Problemen met afdrukken (Vervolg)
Problemen Suggesties
150
De machine voert geen papier in
via de multifunctionele lade.
Controleer of in de printerdriver MF lade is geselecteerd.
Waaier het papier uit en plaats het goed terug in de lade.
Hoe kan ik enveloppen afdrukken? Laad drie enveloppen per keer in de multifunctionele lade. Uw toepassing moet zo
zijn ingesteld dat u het betreffende envelopformaat kunt printen. Dit stelt u meestal
in via het menu pagina-instelling of documentinstelling van uw toepassing (zie de
handleiding bij de toepassing voor meer informatie).
Ontvangen faxen afdrukken
Problemen Suggesties
Tekst te dicht op elkaar
Horizontale strepen
Er ontbreken delen van de
bovenste en onderste zinnen
Ontbrekende lijnen
Meestal is dit te wijten aan een slechte telefoonlijn. Maal een kopie; als de kopie
er goed uitziet, was de verbinding waarschijnlijk niet goed en was er statische ruis
op de lijn. Vraag de andere partij om de fax opnieuw te verzenden.
Verticale zwarte lijnen bij ontvangst De coronadraden voor het afdrukken kunnen vuil zijn. Maak de coronadraden op
de drumeenheid schoon (zie De coronadraden reinigen uu pagina 112).
De scanner van de verzender kan verontreinigd zijn. Vraag de verzender om een
kopie te maken om te zien of het probleem bij de verzendende machine ligt.
Probeer een fax van een andere faxmachine te ontvangen.
Ontvangen faxen zien eruit als
gesplitste of blanco pagina's.
De linker- en rechtermarge zijn afgebroken of een enkele pagina wordt afgedrukt
op twee pagina's (zie Papierformaat uu pagina 33).
Schakel de automatische verkleining in (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding).
Telefoonlijn of verbindingen
Problemen Suggesties
Kiezen werkt niet. (Geen kiestoon) Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of het telefoonsnoer rechtstreeks
in de telefoonwandaansluiting en in de aansluiting LINE van de machine is
gestoken.
Wijzig de instelling voor Toon/Puls (uu Geavanceerde gebruikershandleiding).
(voor Nederland)
Als er een externe telefoon is aangesloten op de machine, stuurt u een
handmatige fax door de hoorn van de externe telefoon op te nemen en het
nummer te kiezen met behulp van de externe telefoon. Wacht tot u de
faxontvangsttonen hoort en druk dan op Fax start.
Als er geen kiestoon is, sluit u een werkende telefoon en telefoonsnoer
rechtstreeks aan op de hoofdtelefoonwandaansluiting. Pak vervolgens de hoorn
van een externe telefoon op en luister of u een kiestoon hoort. Als er nog steeds
geen kiestoon is, vraag dan uw telefoonbedrijf om de lijn en de wandcontactdoos
te controleren.
De machine neemt niet op wanneer
er wordt gebeld.
Controleer of de machine in de juiste ontvangstmodus staat voor uw instelling
(zie Instellingen ontvangstmodus uu pagina 49).
Controleer of er een kiestoon hoorbaar is. Bel, indien mogelijk, uw machine om te
horen wat er gebeurt. Neemt uw faxmachine niet op, controleer dan de aansluiting
van het telefoonsnoer. Als u de telefoon niet hoort overgaan wanneer u de
machine belt, vraagt u uw telefoonbedrijf om de lijn te controleren.
Problemen met papierbehandeling (Vervolg)
Problemen Suggesties
Problemen oplossen
151
B
Faxen ontvangen
Problemen Suggesties
Kan geen fax ontvangen. Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of het telefoonsnoer rechtstreeks
in de telefoonwandaansluiting en in de aansluiting LINE van de machine is
gestoken. Als u een abonnement op DSL- of VoIP-diensten hebt, kunt u contact
opnemen met uw serviceaanbieder voor informatie over aansluitingen.
Controleer of de machine in de juiste ontvangststand staat. Dit is afhankelijk van
externe apparaten die zijn aangesloten op dezelfde lijn als uw machine van
Brother en diensten op dezelfde lijn die u afneemt van een telefoonmaatschappij
(zie Instellingen ontvangstmodus uu pagina 49).
Als u een afzonderlijke faxlijn hebt en u wilt dat uw machine van Brother
automatisch alle inkomende faxen beantwoordt, selecteert u de stand Fax.
Als uw machine van Brother een lijn deelt met een extern antwoordapparaat,
selecteert u de stand Ext. TEL/ANT. In de stand Ext. TEL/ANT ontvangt
uw machine van Brother automatisch inkomende faxen, en bellers kunnen
een bericht achterlaten op uw antwoordapparaat.
Als uw machine van Brother een lijn deelt met andere telefoontoestellen en u
wilt dat de machine automatisch alle inkomende faxen beantwoordt,
selecteert u de stand Fax/Telefoon. In de stand Fax/Telefoon ontvangt
uw machine van Brother automatisch faxen en produceert deze een snel
dubbel belsignaal om u op een telefoonoproep te attenderen.
Selecteer de stand Handmatig als u niet wilt dat uw machine van Brother
inkomende faxen beantwoordt. In de stand Handmatig moet u elke
inkomende oproep beantwoorden en de machine activeren om faxen te
ontvangen.
Een ander apparaat of een andere dienst op uw locatie beantwoordt de oproep
voordat uw machine van Brother reageert. Om dit te testen, stelt u de
belvertraging langzamer in:
Als de antwoordmodus is ingesteld op Fax of Fax/Telefoon, vermindert u
de belvertraging tot 1 keer overgaan (zie Belvertraging uu pagina 49).
Als de antwoordmodus is ingesteld op Ext. TEL/ANT, vermindert u het
aantal keer overgaan dat u hebt ingesteld op uw antwoordapparaat tot twee
keer.
Als de antwoordmodus is ingesteld op Handmatig, past u de belvertraging
NIET aan.
Laat iemand anders u een testfax sturen:
Als u de testfax goed hebt ontvangen, werkt uw machine naar behoren.
Vergeet niet om de belvertraging of de instelling van het antwoordapparaat
weer terug te zetten op de oorspronkelijke instelling. Als het probleem met het
ontvangen van faxen zich opnieuw voordoet als u de belvertraging weer op de
oorspronkelijke instelling hebt gezet, beantwoordt een persoon, een apparaat
of een dienst de faxoproep voordat uw machine kan reageren.
Als u de fax niet hebt ontvangen, verstoort wellicht een ander apparaat of een
dienst de ontvangst van de fax, of is er een probleem met uw faxlijn.
152
Kan geen fax ontvangen.
(vervolg)
Als u een antwoordapparaat (stand Ext. TEL/ANT) op dezelfde lijn gebruikt als
de machine van Brother, controleert u of uw antwoordapparaat goed is ingesteld
(zie Een extern antwoordapparaat verbinden uu pagina 57).
1 Sluit het externe antwoordapparaat aan zoals getoond in de afbeelding,
zie pagina 57.
2 Stel uw antwoordapparaat in op een of twee keer overgaan.
3 Neem het uitgaande bericht op uw antwoordapparaat op.
Neem vijf seconden stilte op aan het begin van uw uitgaande bericht.
Wij adviseren u het bericht te beperken tot 20 seconden.
Beëindig uw uitgaande bericht met uw code voor activeren op afstand
voor degene die handmatig faxen wil verzenden. Bijvoorbeeld: “Spreek
een bericht in na de toon of druk op l51 en Start om een fax te
verzenden.”
4 Stel uw antwoordapparaat in om oproepen te beantwoorden.
5 Stel de ontvangststand van uw machine van Brother in op Ext. TEL/ANT
(zie De ontvangstmodus kiezen uu pagina 46).
Controleer of de optie Fax waarnemen op uw machine van Brother is
ingeschakeld. Met de functie Fax waarnemen kunt u een fax ook ontvangen
wanneer u de oproep op een extern of tweede toestel hebt aangenomen (zie Fax
waarnemen uu pagina 50).
Als u vaak foutmeldingen ontvangt door eventuele storing op de telefoonlijn, kunt
u proberen de instelling Compatibiliteit op Basic (voor VoIP) te zetten
(zie Storing op de telefoonlijn / VoIP uu pagina 157).
Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function
Lock te controleren.
Faxen verzenden
Problemen Suggesties
Kan geen fax verzenden. Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of het telefoonsnoer rechtstreeks
in de telefoonwandaansluiting en in de aansluiting LINE van de machine is
gestoken.
Zorg ervoor dat u op Fax hebt gedrukt en dat de Faxmodus geactiveerd is op de
machine (zie Hoe een fax verzenden uu pagina 43).
Druk het Verzendrapport af en controleer of er een fout is (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding).
Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function
Lock te controleren.
Vraag de andere partij om na te gaan of er papier zit in de ontvangende machine.
Slechte verzendkwaliteit. Wijzig de resolutie in Fijn of Superfijn. Maak een kopie om te controleren of
de scanner van uw machine goed werkt. Wanneer de kwaliteit van de kopie niet
goed is, dient u de scanner te reinigen (zie De glasplaat reinigen uu pagina 107).
Faxen ontvangen (Vervolg)
Problemen Suggesties
Problemen oplossen
153
B
In het verzendrapport staat
RESULT:FOUT.
Er is mogelijk een tijdelijke storing of ruis op de lijn. Probeer de fax opnieuw te
verzenden. Als u een bericht via PC-Fax verzendt en RESULT:FOUT weergegeven
wordt op het verzendrapport, dan is het geheugen van de machine wellicht vol.
Om extra geheugen vrij te maken, kunt u de functie Fax opslaan uitschakelen
(uu Geavanceerde gebruikershandleiding), faxberichten afdrukken die in het
geheugen zijn opgeslagen (uu Geavanceerde gebruikershandleiding) of een
uitgestelde fax annuleren (uu Geavanceerde gebruikershandleiding). Als het
probleem nog niet is verholpen, vraagt u het telefoonbedrijf om uw telefoonlijn te
controleren.
Als u vaak foutmeldingen ontvangt door eventuele storing op de telefoonlijn, kunt
u proberen de instelling Compatibiliteit op Basic (voor VoIP) te zetten
(zie Storing op de telefoonlijn / VoIP uu pagina 157).
Verzonden faxen zijn blanco. Laad het document op de juiste manier. Bij gebruik van de ADF (automatische
documentinvoer) dient u het document met de bedrukte zijde naar boven te
plaatsen. Bij gebruik van de glasplaat dient u het document met de bedrukte zijde
naar beneden te plaatsen (zie Documenten plaatsen uu pagina 41).
Verticale zwarte lijnen bij het
verzenden.
Zwarte verticale lijnen op faxen die u verzendt worden meestal veroorzaakt door
vuil of correctievloeistof op de glazen strook (zie De glasplaat reinigen
uu pagina 107).
Inkomende oproepen behandelen
Problemen Suggesties
De machine registreert een
spraakverbinding als faxtonen.
Als de functie Fax waarnemen op Aan staat, is uw machine gevoeliger voor
geluiden. Uw machine heeft misschien per ongeluk stemmen of muziek op de lijn
geïnterpreteerd als faxtonen en reageert dan met faxontvangsttonen. Druk op
om de machine uit te schakelen. Dit probleem kunt u wellicht vermijden door de
functie Fax waarnemen uit te schakelen (zie Fax waarnemen uu pagina 50).
Een faxoproep naar de machine
overzetten.
Als u vanaf een extern of tweede toestel hebt opgenomen, moet u de code voor
activeren op afstand (standaardinstelling is l51) intoetsen.
Hang op zodra uw machine opneemt.
Speciale functies op een enkele
lijn.
Als u wisselgesprekken, wisselgesprekken en/of nummerweergave, voicemail,
een antwoordapparaat, een alarmsysteem of andere speciale diensten samen
met uw faxtoestel op een enkele telefoonlijn gebruikt, kan dit problemen opleveren
bij het verzenden of ontvangen van faxen.
Bijvoorbeeld: als u zich abonneert op wisselgesprekken of bepaalde andere
speciale diensten, en het signaal hiervan op de lijn binnenkomt terwijl uw machine
een fax verzendt of ontvangt, kan dit signaal de fax tijdelijk onderbreken of
verstoren. De ECM-modus (foutencorrectie) van Brother kan helpen om dit
probleem te verhelpen. Deze situatie heeft betrekking op telefoonsystemen, en
komt veel voor bij apparaten die informatie verzenden en ontvangen over een lijn
waarop ook speciale functies worden gebruikt. Als het voor uw bedrijf van
essentieel belang is dat ook de kleinste onderbrekingen worden voorkomen,
wordt een afzonderlijke telefoonlijn zonder speciale functies aanbevolen.
Faxen verzenden (Vervolg)
Problemen Suggesties
154
Problemen met kopiëren
Problemen Suggesties
Kan geen kopie maken. Zorg ervoor dat u op Kopiëren hebt gedrukt en dat de kopieermodus geactiveerd
is op de machine (zie Hoe kopiëren uu pagina 65).
Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function
Lock te controleren.
Verticale zwarte lijn op de kopieën. Zwarte verticale lijnen op kopieën ontstaan meestal omdat er zich vuil of
correctievloeistof op de glasplaat bevindt of omdat de coronadraden vuil zijn.
Reinig de glazen strook en de glasplaat en ook de witte balk en wit plastic erboven
(zie De glasplaat reinigen uu pagina 107 en De coronadraden reinigen
uu pagina 112).
De kopieën zijn blanco. Laad het document op de juiste manier (zie De automatisch documentinvoer
(ADF) gebruiken uu pagina 41 of De glasplaat gebruiken uu pagina 42).
Problemen met scannen
Problemen Suggesties
Bij de start van de scan verschijnen
TWAIN- of WIA-fouten.
(Windows
®
)
Zorg dat de Brother TWAIN- of WIA-driver als primaire bron is geselecteerd in uw
scantoepassing. Klik in Nuance™ PaperPort™ 12SE bijvoorbeeld op Bureaublad
> Scaninstellingen > Selecteren... om de Brother TWAIN-/WIA-driver te
selecteren.
Bij de start van de scan verschijnen
TWAIN- of ICA-fouten. (Macintosh)
Zorg dat de Brother TWAIN-driver als primaire bron is geselecteerd. Klik in
PageManager op File (Bestand) > Select Source (Bron selecteren ) en kies de
Brother TWAIN-driver.
Gebruikers van Macintosh kunnen ook documenten scannen met de ICA-
scannerdriver (uu Software en Netwerk gebruikershandleiding).
OCR (optische tekstherkenning)
werkt niet.
Probeer de scanresolutie te verhogen.
(Macintosh)
Presto! PageManager moet gedownload en geïnstalleerd worden voor gebruik.
Zie Ondersteuning voor Brother oproepen (Macintosh) uu pagina 7 voor meer
instructies.
De functie netwerkscannen werkt
niet.
zie Problemen met het netwerk uu pagina 155.
Kan niet scannen. Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function
Lock te controleren.
Problemen met de software
Problemen Suggesties
Kan geen software installeren en
kan niet afdrukken.
(Alleen Windows
®
)
Voer het programma MFL-Pro Suite repareren uit op de cd-rom. Dit programma
repareert en installeert de software opnieuw.
Problemen oplossen
155
B
Problemen met het netwerk
Problemen Suggesties
Kan niet afdrukken en scannen via
een netwerk nadat de software-
installatie werd voltooid.
Wanneer het scherm Kan niet afdrukken naar de netwerkprinter. verschijnt, volgt
u de aanwijzingen op het scherm.
Als het probleem niet is opgelost, uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
De functie netwerkscannen werkt
niet.
(Windows
®
en Macintosh)
De functie Netwerkscannen werkt mogelijk niet wegens firewallinstellingen.
Wijzig de firewallinstellingen of schakel deze uit. Indien u beveiligings-
/firewallsoftware van een ander merk gebruikt, dient u deze zodanig in te stellen
dat Netwerkscannen toegestaan is. Voer de volgende informatie in om poort
54925 toe te voegen voor netwerkscannen:
Bij Naam: voer een beschrijving in, bijvoorbeeld Brother NetScan.
Bij Poortnummer: voer 54925 in.
Bij Protocol: zorg ervoor dat UDP is geselecteerd.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw beveiligings-/firewallsoftware of neem
contact op met de softwarefabrikant.
Voor meer informatie kunt u veelgestelde vragen en het onderdeel Problemen
oplossen lezen op http://solutions.brother.com/
.
(Macintosh)
Selecteer uw machine opnieuw in het venster Device Selector in het snelmenu
Model in het hoofdscherm van ControlCenter2.
De functie PC-Fax ontvangen via
het netwerk werkt niet.
(Alleen Windows
®
)
U dient in te stellen dat eventuele beveiligings-/firewallsoftware PC-Fax
ontvangen toestaat. Voer de volgende informatie in om poort 54926 toe te
voegen voor PC-Fax ontvangen via het netwerk:
Bij Naam: voer een beschrijving in, bijvoorbeeld “Brother PC-Fax
ontvangen”.
Bij Poortnummer: voer 54926 in.
Bij Protocol: zorg ervoor dat UDP is geselecteerd.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw beveiligings-/firewallsoftware of neem
contact op met de softwarefabrikant.
Voor meer informatie leest u veelgestelde vragen en het onderdeel Problemen
oplossen op http://solutions.brother.com/
.
De Brother-software kan niet
geïnstalleerd worden.
(Windows
®
)
Als er een beveiligingswaarschuwing weergegeven wordt op het scherm van de
computer tijdens de installatie, wijzigt u de instellingen van de
beveiligingssoftware zodat er toegestaan wordt dat het Brother-
installatieprogramma of een ander programma wordt uitgevoerd.
(Macintosh)
Als u de firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt,
dient u deze tijdelijk uit te schakelen en daarna de Brother-software te installeren.
Er kan geen verbinding worden
gemaakt met het draadloze
netwerk.
Onderzoek het probleem met behulp van het WLAN-rapport. Druk op ,
Alle instell., Print lijsten, WLAN-rapport en druk vervolgens op OK
(uu Software en Netwerk gebruikershandleiding).
156
1
Windows Server
®
2012 en Windows Server
®
2012 R2: Hardware.
2
Windows
®
XP, Windows Vista
®
, Windows Server
®
2003 en Windows Server
®
2008: Eigenschappen.
Andere problemen
Problemen Suggesties
De machine kan niet worden
ingeschakeld.
De stroomvoorziening kan nadelig zijn beïnvloed door bijvoorbeeld bliksem of een
spanningspiek waardoor de interne veiligheidsmechanismes van de machine zijn
ingeschakeld. Houd ingedrukt om de machine uit te schakelen en haal de
stekker uit het stopcontact. Wacht tien minuten, steek de stekker weer in het
stopcontact en druk op om de machine in te schakelen.
Als het probleem niet is opgelost en u een stroomonderbreker gebruikt, koppel die
dan los om er zeker van te zijn dat deze het probleem niet veroorzaakt. Steek de
stekker van het netsnoer van de machine in een ander wandstopcontact waarvan
u weet dat het goed werkt. Probeer een ander netsnoer als er nog steeds geen
stroom is.
De machine kan geen EPS-
gegevens met binary-gegevens
afdrukken met de BR-Script3-
printerdriver.
(Windows
®
)
Voor het afdrukken van EPS-gegevens doet u het volgende:
a Voor Windows
®
7 en Windows Server
®
2008 R2:
klik op de knop (Starten) > Apparaten en printers.
Windows Vista
®
en Windows Server
®
2008:
Klik op de knop (Starten) > Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Printers.
Windows
®
XP en Windows Server
®
2003:
Klik op de knop Start > Printers en faxapparaten.
Windows
®
8 en Windows Server
®
2012:
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad.
Wanneer de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen >
Configuratiescherm. Klik in de groep Hardware en geluiden
1
op
Apparaten en printers weergeven.
Windows Server
®
2012 R2:
Klik op Configuratiescherm op het scherm Start. Klik in de groep
Hardware op Apparaten en printers weergeven.
b Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Brother MFC-XXXX
BR-Script3 en selecteer Eigenschappen van printer.
2
c Selecteer op het tabblad Apparaatinstellingen bij TBCP de optie
Uitvoerprotocol (Tagged binary communicatieprotocol).
(Macintosh)
Als uw machine aangesloten is op een computer via een USB-poort, kunt u geen
EPS-gegevens met binary-gegevens afdrukken. U kunt de EPS-gegevens
afdrukken bij de machine via een netwerk. Raadpleeg het Brother Solutions
Center op http://solutions.brother.com/
voor hulp bij het installeren van de BR-
Script3-printerdriver via het netwerk.
Problemen oplossen
157
B
Kiestoondetectie instellen B
Wanneer u een fax automatisch verzendt,
wacht uw machine standaard een bepaalde
tijd, voordat het nummer wordt gekozen.
Door de instelling van de kiestoon te wijzigen
in Waarneming kunt u uw machine laten
kiezen zodra er een kiestoon wordt
gevonden. Deze instelling kan wat tijd
besparen bij het versturen van één fax naar
een aantal verschillende nummers. Als u de
instelling wijzigt en problemen krijgt met
kiezen, moet u de standaardinstelling Geen
detectie herstellen.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Stand.instel. weer te
geven.
d Druk op Stand.instel..
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Kiestoon weer te geven.
f Druk op Kiestoon.
g Druk op Waarneming of Geen
detectie.
h Druk op .
Storing op de telefoonlijn /
VoIP B
Als u problemen met het verzenden of
ontvangen van een fax hebt door een
mogelijke storing op de telefoonlijn, raden wij
u aan de instelling Synchronisatie aan te
passen om de modemsnelheid voor
faxhandelingen te verlagen.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Stand.instel. weer te
geven.
d Druk op Stand.instel..
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Compatibel weer te geven.
f Druk op Compatibel.
g Druk op Hoog, Normaal of Basic
(voor VoIP).
Met Basic (voor VoIP) verlaagt
u de modemsnelheid naar 9.600 bps
en schakelt u de
foutencorrectiemodus (ECM) uit.
Tenzij u vaak te kampen krijgt met
storingen op uw telefoonlijn, is het
aan te raden deze functie alleen
indien nodig te gebruiken.
Om de compatibiliteit met de meeste
VoIP-services te verbeteren, raadt
Brother u aan de
compatibiliteitsinstelling te wijzigen
naar Basic (voor VoIP).
Met Normaal stelt u de
modemsnelheid in op 14.400 bps.
Met Hoog stelt u de modemsnelheid
in op 33.600 bps.
h Druk op .
OPMERKING
VoIP (Voice over IP) is een
telefoonsysteem dat gebruik maakt van
een internetverbinding in plaats van een
traditionele telefoonlijn.
158
De afdrukkwaliteit verbeteren B
Als de afdrukkwaliteit niet goed is, drukt u eerst een testpagina af ( , Alle instell.,
Printer, Afdrukopties, Testafdruk). Als de afdruk er goed uitziet, heeft het probleem
waarschijnlijk niet met uw machine te maken. Controleer de aansluitingen van de interfacekabel
en probeer om een ander document af te drukken. Als de afdruk of de testpagina die is afgedrukt
met de machine niet van een goede kwaliteit is, volgt u eerst de volgende stappen. Als u dan nog
problemen hebt met de afdrukkwaliteit, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips op voor het
oplossen van problemen.
OPMERKING
Het gebruik van andere cartridges dan originele cartridges van Brother of het hervullen van
gebruikte cartridges die met inkt van andere merken zijn gevuld, wordt afgeraden.
a Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen, raden wij u aan aanbevolen papier te gebruiken.
Controleer dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet (zie Aanvaardbaar papier
en andere afdrukmedia uu pagina 36).
b Controleer of de drumeenheden en tonercartridges goed zijn geïnstalleerd.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
Afgedrukte pagina's zijn
gecomprimeerd, horizontale
strepen verschijnen of tekens in de
boven-, onder-, linker- en
rechtermarges worden afgesneden
Pas de afdrukmarges in uw toepassing aan en druk het
document opnieuw af.
Gekleurde letters en dunne letters in
het originele document zijn niet
duidelijk in de kopie
Kies Tekst of Bon in de instelling voor de kopieerkwaliteit
(uu Geavanceerde gebruikershandleiding).
Pas de dichtheid en het contrast van de kopie aan
(uu Geavanceerde gebruikershandleiding).
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
0
12
3
4
56
7
890
12
3
4
56
7
890
1
9876543210987654321098
012345678
987654321
012345
987654
0
12
3
4
56
7
890
12
3
4
56
7
890
1
9876543210987654321098
012345678
987654321
0123
45
987654
Problemen oplossen
159
B
Kleuren zijn licht of niet duidelijk op
de hele pagina
Voer de kalibratie uit met het aanraakscherm of de
printerdriver (zie Kleurkalibratie uu pagina 122).
Pas de dichtheid en het contrast van de kopie aan die u aan
het kopiëren bent (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding).
Controleer of de toner besparen-modus uitgeschakeld is in
het aanraakscherm of de printerdriver.
Controleer of de instelling voor het mediatype in de
printerdriver overeenkomt met het type papier dat u gebruikt
(zie Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
uu pagina 36).
Schud de vier tonercartridges voorzichtig.
Veeg het glas van de laserscanner schoon met een droge,
pluisvrije, zachte doek (zie Het glas van de laserscanner
reinigen uu pagina 108).
Verticale witte strepen of stroken op
de pagina
Veeg het glas van de laserscanner schoon met een droge,
pluisvrije, zachte doek (zie Het glas van de laserscanner
reinigen uu pagina 108).
Veeg de glasplaat schoon met een droge, pluisvrije, zachte
doek (zie De glasplaat reinigen uu pagina 107).
Zorg ervoor dat er geen vreemde stoffen zoals een gescheurd
stukje papier, kleverige etiketten of stof aanwezig zijn in de
machine en rond de drumeenheid en tonercartridge.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
160
Gekleurde verticale strepen of lijnen
op de afdruk
Veeg de glasplaat schoon met een droge, pluisvrije, zachte
doek (zie De glasplaat reinigen uu pagina 107).
Reinig de vier coronadraden (een voor elke kleur) in de
drumeenheid door het blauwe lipje te verschuiven (zie De
coronadraden reinigen uu pagina 112).
Controleer dat het blauwe lipje van de primaire corona in de
oorspronkelijke stand staat (1).
Vervang de tonercartridge die overeenkomt met de kleur van
de streep of band (zie De tonercartridges vervangen
uu pagina 82).
Om de kleur van de tonercartridge te bepalen, raadpleegt u
onze website http://solutions.brother.com/
, waar u
veelgestelde vragen en tips vindt voor het oplossen van
problemen.
Plaats een nieuwe drumeenheid (zie Drumeenheid
vervangen uu pagina 87).
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
1
Problemen oplossen
161
B
Gekleurde strepen over de pagina
Als er op de pagina gekleurde strepen verschijnen (op een
afstand van 30 mm van elkaar), stelt u vast welke kleur het
probleem veroorzaakt en vervangt u de tonercartridge die
overeenkomt met de kleur van de strepen (zie De
tonercartridges vervangen uu pagina 82).
Om de kleur van de tonercartridge te bepalen, raadpleegt u
onze website http://solutions.brother.com/
, waar u
veelgestelde vragen en tips vindt voor het oplossen van
problemen.
Indien de pagina gekleurde strepen vertoont op een afstand
van 94 mm van elkaar, plaats dan een nieuwe drumeenheid
(zie Drumeenheid vervangen uu pagina 87).
Witte vlekken of lege deeltjes
Controleer of de instelling voor het mediatype in de
printerdriver overeenkomt met het type papier dat u gebruikt
(zie Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
uu pagina 36).
Controleer de omgeving van de machine. Bepaalde
omstandigheden zoals hoge vochtigheid kunnen tot lege
deeltjes leiden
(uu Handleiding product veiligheid).
Als het probleem niet is verholpen na het afdrukken van
enkele pagina's, kan het zijn dat op het drumoppervlak een
vreemde stof plakt, zoals lijm van een etiket (zie De
drumeenheid reinigen uu pagina 115).
Plaats een nieuwe drumeenheid (zie Drumeenheid
vervangen uu pagina 87).
Blanco pagina of sommige kleuren
ontbreken
Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en plaats
een nieuwe tonercartridge (zie De tonercartridges vervangen
uu pagina 82).
Om de kleur van de tonercartridge te bepalen, raadpleegt u
onze website http://solutions.brother.com/, waar u
veelgestelde vragen en tips vindt voor het oplossen van
problemen.
Plaats een nieuwe drumeenheid (zie Drumeenheid
vervangen uu pagina 87).
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
162
Gekleurde vlekken om de 94 mm
Als het probleem niet is verholpen na het afdrukken van
enkele blanco pagina's, kan het zijn dat op het drumoppervlak
een vreemde stof plakt, zoals lijm van een etiket. Reinig de
drumeenheid (zie De drumeenheid reinigen uu pagina 115).
Plaats een nieuwe drumeenheid (zie Drumeenheid
vervangen uu pagina 87).
Gekleurde vlekken om de 30 mm
Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en plaats
een nieuwe tonercartridge (zie De tonercartridges vervangen
uu pagina 82).
Om de kleur van de tonercartridge te bepalen, raadpleegt u
onze website http://solutions.brother.com/, waar u
veelgestelde vragen en tips vindt voor het oplossen van
problemen.
Morsende toner of tonervlekken
Controleer de omgeving van de machine. Een omgeving met
een hoge luchtvochtigheid en hoge temperaturen kunnen dit
probleem met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en plaats
een nieuwe tonercartridge (zie De tonercartridges vervangen
uu pagina 82).
Om de kleur van de tonercartridge te bepalen, raadpleegt u
onze website http://solutions.brother.com/, waar u
veelgestelde vragen en tips vindt voor het oplossen van
problemen.
Plaats een nieuwe drumeenheid (zie Drumeenheid
vervangen uu pagina 87).
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
94 mm
94 mm
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
30 mm
30 mm
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Problemen oplossen
163
B
De kleur van de afdrukken is niet wat
u verwacht
Om de dichtheid van kleur te verbeteren, kalibreert u de
kleuren eerst met het aanraakscherm en daarna met de
printerdriver (zie Kleurkalibratie uu pagina 122).
Om de afdrukpositie van kleuren aan te passen en scherpere
randen te verkrijgen, voert u een kleurregistratie uit met het
aanraakscherm (zie Kleurregistratie uu pagina 123).
Pas de dichtheid en het contrast van de kopie aan die u aan
het kopiëren bent (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding).
Controleer of de toner besparen-modus uitgeschakeld is in
het aanraakscherm of de printerdriver (uu Software en
Netwerk gebruikershandleiding).
Als de afdrukkwaliteit zwak is, vinkt u het selectievakje
Grijstinten verbeteren in de printerdriver uit (uu Software
en Netwerk gebruikershandleiding).
Als de afdrukkwaliteit van het zwarte gedeelte niet aan de
verwachtingen beantwoordt, vinkt u het selectievakje Zwarte
tinten verbeteren aan in de printerdriver (uu Software en
Netwerk gebruikershandleiding).
Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en plaats
een nieuwe tonercartridge (zie De tonercartridges vervangen
uu pagina 82).
Om de kleur van de tonercartridge te bepalen, raadpleegt u
onze website http://solutions.brother.com/
, waar u
veelgestelde vragen en tips vindt voor het oplossen van
problemen.
Plaats een nieuwe drumeenheid (zie Drumeenheid
vervangen uu pagina 87).
Onjuiste kleurregistratie
Zorg ervoor dat de machine op een stevige en vlakke
ondergrond staat.
Voer de kleurregistratie uit met behulp van het
aanraakscherm (zie Kleurregistratie uu pagina 123).
Plaats een nieuwe drumeenheid (zie Drumeenheid
vervangen uu pagina 87).
Plaats een nieuwe riemeenheid (zie Riemeenheid vervangen
uu pagina 93).
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghij klmno pqrstu vwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghij klmno pqrstu vwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghij klmno pqrstu vwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghij klmno pqrstu vwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghij klmno pqrstu vwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghij klmno pqrstu vwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghij klmno pqrstu vwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghij klmno pqrstu vwxyz.
164
Soms wordt de dichtheid niet
gelijkmatig op de pagina
weergegeven
Voer de kalibratie uit met het aanraakscherm of de
printerdriver (zie Kleurkalibratie uu pagina 122).
Pas de dichtheid en het contrast van de kopie aan die u aan
het kopiëren bent (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding).
Vink het selectievakje Grijstinten verbeteren in de
printerdriver uit. (uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.)
Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en plaats
een nieuwe tonercartridge (zie De tonercartridges vervangen
uu pagina 82).
Om de kleur van de tonercartridge te bepalen, raadpleegt u
onze website http://solutions.brother.com/
, waar u
veelgestelde vragen en tips vindt voor het oplossen van
problemen.
Plaats een nieuwe drumeenheid (zie Drumeenheid
vervangen uu pagina 87).
Dunne lijnen in afbeeldingen
ontbreken
Controleer of de toner besparen-modus uitgeschakeld is in
het aanraakscherm of de printerdriver (uu Software en
Netwerk gebruikershandleiding).
Wijzig de afdrukresolutie.
Kreukelen
Ga na of het achterdeksel goed gesloten is.
Ga na de of de twee grijze hendels in het achterdeksel
omhoog staan.
Controleer of de instelling voor het mediatype in de
printerdriver overeenkomt met het type papier dat u gebruikt
(zie Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
uu pagina 36).
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
A
B
C
D
E
WX Y Z
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Problemen oplossen
165
B
Echobeeld
Controleer de omgeving van de machine. Een omgeving met
een lage luchtvochtigheid en lage temperaturen kunnen dit
probleem met de afdrukkwaliteit veroorzaken
(uu Handleiding product veiligheid).
Controleer of de instelling voor het mediatype in de
printerdriver overeenkomt met het type papier dat u gebruikt
(zie Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
uu pagina 36).
Ga na de of de twee grijze hendels in het achterdeksel
omhoog staan.
Plaats een nieuwe drumeenheid (zie Drumeenheid
vervangen uu pagina 87).
Toner hecht niet goed
Ga na de of de twee grijze hendels in het achterdeksel
omhoog staan.
Controleer of de instelling voor het mediatype in de
printerdriver overeenkomt met het type papier dat u gebruikt
(zie Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
uu pagina 36).
Selecteer Tonerhechting verbeteren in de printerdriver
(uu Software en Netwerk gebruikershandleiding).
Indien deze instelling onvoldoende verbetering oplevert,
wijzigt u de instelling van de printerdriver bij Mediatype naar
een dikke instelling. Als u een enveloppe drukt, kiest u Env.
Dik in de instelling voor het mediatype.
Gekruld of gegolfd
Selecteer Omkrullen van papier voorkomen in de
printerdriver (uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding).
Als het probleem niet is opgelost, kiest u Normaal papier in
de instelling voor het mediatype.
Als u een enveloppe drukt, kiest u Env. Dun in de instelling
voor het mediatype.
Als u de machine niet vaak gebruikt, ligt het papier wellicht te
lang in de papierlade. Draai de stapel papier in de papierlade
om. Blader de stapel papier ook door en draai het papier 180
om in de papierlade.
Bewaar het papier op een plaats waar het niet blootstaat aan
hoge temperaturen en hoge vochtigheid.
Open het achterdeksel (opwaarts gerichte uitvoerlade) zodat
de afgedrukte pagina's worden uitgeworpen naar de
opwaarts gerichte uitvoerlade.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
166
Enveloppen kreukelen
Ga na of de enveloppehendels in het achterdeksel omlaag
staan in de enveloppestand wanneer u enveloppen drukt
(zie Papier laden in de multifunctionele lade (Multif. lade)
uu pagina 27).
OPMERKING
Wanneer u klaar bent met afdrukken, opent u de achterklep
en plaatst u de twee grijze hendels terug in hun
oorspronkelijke stand (1) door ze omhoog te doen tot ze
stoppen.
Wanneer enveloppen gekreukt raken terwijl de
enveloppehendels zich in de enveloppestand bevinden, druk
dan af met het achterdeksel geopend, en voer met de
multifunctionele lade slechts één enveloppe per keer in.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFG
EFGHIJKLMN
1
Problemen oplossen
167
B
Informatie over de
machine B
Het serienummer controleren B
U kunt het serienummer van de machine op
het aanraakscherm bekijken.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Machine-info weer te
geven.
d Druk op Machine-info.
e Druk op Serienummer.
f Het serienummer van de machine wordt
weergegeven op het aanraakscherm.
g Druk op .
De firmwareversie
controleren B
U kunt de firmwareversie van de machine op
het aanraakscherm bekijken.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Machine-info weer te
geven.
d Druk op Machine-info.
e Druk op Firmware-versie.
f De firmwareversie van de machine
wordt weergegeven op het
aanraakscherm.
g Druk op .
Reset-handelingen B
De volgende resetfuncties zijn beschikbaar:
1 Apparaat terugstellen
U kunt de machine gedeeltelijk resetten
naar de fabrieksinstellingen. De
instellingen die niet gereset worden
zijn: stations-ID, adresboek, rapporten,
transmissieslot, secure function lock en
de netwerkinstellingen.
2 Netwerk
U kunt de interne printerserver weer
instellen op de fabrieksinstellingen door
alleen de netwerkinformatie te resetten
(zoals het wachtwoord en het IP-adres).
3 Adresboek en fax
Deze handeling reset de volgende
instellingen:
Adresboek
(Adressen en Groepen)
Geprogrammeerde faxtaken in het
geheugen
(Uitgestelde fax, Groepsverzending)
Stations-ID
(Naam en nummer)
Voorblad
(Opmerkingen)
Opties voor afstandsbediening
(Toegangscode op afstand, Fax
Opslaan, Fax Doorzenden, PC-Fax
verzenden en PCFax ontvangen
(alleen voor Windows
®
))
Oproephistoriek
(inkomende en uitgaande oproepen)
Rapport
(Verzendrapport/Faxjournaal)
Wachtwoord voor transmissieslot
instellen
168
4 Alle instell.
U kunt de fabrieksinstellingen van de
machine snel herstellen.
5 Fabrieksinstell.
Deze handeling reset alle instellingen van
het apparaat terug naar de
fabrieksstandaard. Fabrieksinstell.
duurt langer dan Alle instell..
Brother raadt u ten zeerste aan om deze
functie uit te voeren wanneer u de
machine wegdoet.
OPMERKING
Ontkoppel de interfacekabel voordat u
Netwerk, Alle instell. of
Fabrieksinstell. kiest.
De machine resetten B
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Stand.instel. weer te
geven.
d Druk op Stand.instel..
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Herstellen weer te geven.
f Druk op Herstellen.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b om Apparaat terugstellen,
Netwerk, Adresboek en fax, Alle
instell. of Fabrieksinstell.
weer te geven en druk vervolgens op de
optie die u wenst.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Ja om de instellingen te
resetten en ga naar stap i.
Druk op Nee om het menu zonder
wijzigingen door te voeren te
verlaten en ga naar stap j.
i U wordt gevraagd om de machine
opnieuw op te starten. Ga op een van de
volgende manieren te werk:
Druk gedurende 2 seconden op Ja
om de machine opnieuw op te
starten. De machine begint opnieuw
op te starten.
Druk op Nee om af te sluiten zonder
de machine opnieuw op te starten.
Ga naar stap j.
OPMERKING
Als u uw machine niet opnieuw opstart, is
de reset niet voltooid en blijven uw
instellingen ongewijzigd.
j Druk op .
OPMERKING
U kunt eveneens de netwerkinstellingen
resetten door op , Alle instell.
en Netwerk, Netw. resetten te
drukken.
169
C
C
De instellingstabellen
gebruiken C
Druk op de toetsen op het aanraakscherm of
het aanraakpaneel om de gewenste
instellingen en opties te selecteren uit de
mogelijkheden die op het aanraakscherm
worden weergegeven.
Raadpleeg de stapsgewijze
instellingstabellen en functietabellen voor alle
beschikbare opties voor elke instelling en
functie. Met deze tabellen kunt u snel uw
voorkeurinstellingen van de machine
instellen.
Instellings- en functietabellen C
170
Instellingstabellen C
De instellingstabellen geven duidelijke informatie over de menu-instellingen en -opties in de
programma's van de machine. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje
weergegeven.
(Instell.) C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
(Datum en tijd)
Datum De datum en de tijd
worden op het
aanraakscherm
weergegeven en op
de kopteksten van de
verzonden faxen
vermeld.
22
Tijd ——
Automatische
zomertijd
Aan*
Uit
Schakelt automatisch
om naar de zomertijd.
Zie .
Tijdzone UTCXXX:XX Hiermee stelt u de
tijdzone in voor uw
land.
(Toner)
Zie Toner uu pagina 218. Hiermee verkrijgt u
toegang tot de Toner-
menu's.
218
Netwerk LAN met kabel Zie LAN met kabel uu pagina 184. Hiermee kunt u de
instelmenu's voor het
bedrade LAN
oproepen.
184
WLAN Zie WLAN uu pagina 186. Hiermee kunt u de
WLAN-instelmenu's
oproepen.
186
Faxvoorbeeld —— Aan
Uit*
Geeft ontvangen
faxen weer op het
aanraakscherm.
51
Wifi direct Zie Wifi direct uu pagina 188. Hiermee kunt u de
instelmenu's voor
Wi-Fi Direct oproepen.
188
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
171
C
Lade-instelling Papiersoort MF-lade Dun
Normaal pap.*
Dik
Dikker
Kringlooppapier
Briefpapier
Etiketten
Envelop
Env. Dun
Env. Dik
Glanzend papier
Hiermee stelt u het
type in van het papier
in de papierlade.
33
Lade 1 Dun
Normaal pap.*
Kringlooppapier
Lade 2
(Dit menu verschijnt
alleen als u lade 2
geïnstalleerd hebt.)
Dun
Normaal pap.*
Kringlooppapier
Papierformaat MF-lade A4*
Letter
B5(JIS)
B5(ISO)
A5
A5(lange zijde)
A6
Executive
Legal
Folio
3"x5"
Com-10
Monarch
C5
DL
Hiermee stelt u de
grootte in van het
papier in de
papierlade.
33
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
172
Lade-instelling
(vervolg)
Papierformaat
(vervolg)
Lade 1 A4*
Letter
B5(JIS)
A5
A5(lange zijde)
A6
Executive
Legal
Folio
Hiermee stelt u de
grootte in van het
papier in de
papierlade.
33
Lade 2
(Dit menu verschijnt
alleen als u lade 2
geïnstalleerd hebt.)
A4*
Letter
B5(JIS)
A5
Executive
Legal
Folio
Hiermee stelt u de
grootte in van het
papier in de
papierlade.
33
Contr.
formaat
Aan*
Uit
Geef hier aan of u de
melding wilt laten
weergeven die u
vertelt na te gaan of
het papierformaat in
de machine
overeenkomt met de
instelling in
Papierformaat.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
173
C
Lade-instelling
(vervolg)
Ladegebruik:
kopiëren
Alleen lade 1
Alleen lade 2
Alleen MF
MP>T1>T2*
MP>T2>T1
T1>T2>MP
T2>T1>MP
(De meldingen
Alleen lade 2 en
T2 verschijnen
alleen als u lade 2
hebt geïnstalleerd).
Selecteer de lade die
u wilt gebruiken voor
de kopieermodus, de
faxmodus of de
afdrukmodus.
34
Ladegebruik:
faxen
Alleen lade 1
Alleen lade 2
Alleen MF
MP>T1>T2
MP>T2>T1
T1>T2>MP*
T2>T1>MP
(De meldingen
Alleen lade 2 en
T2 verschijnen
alleen als u lade 2
hebt geïnstalleerd).
34
Ladegebruik:
Afdrukken
Alleen lade 1
Alleen lade 2
Alleen MF
MP>T1>T2*
MP>T2>T1
T1>T2>MP
T2>T1>MP
(De meldingen
Alleen lade 2 en
T2 verschijnen
alleen als u lade 2
hebt geïnstalleerd).
35
Alle instell. Zie Alle instell. uu pagina 174. Hiermee selecteert u
uw
standaardinstellingen.
174
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
174
Alle instell. C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Standaardinst.
Lade-instelling
Papiersoort MF-lade Dun
Normaal pap.*
Dik
Dikker
Kringlooppapier
Briefpapier
Etiketten
Envelop
Env. Dun
Env. Dik
Glanzend
papier
Hiermee stelt u het
type in van het papier
in de papierlade.
33
Lade 1 Dun
Normaal pap.*
Kringlooppapier
Lade 2 Dun
Normaal pap.*
Kringlooppapier
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
175
C
Standaardinst.
(vervolg)
Lade-instelling
(vervolg)
Papierformaat
MF-lade A4*
Letter
B5(JIS)
B5(ISO)
A5
A5(lange
zijde)
A6
Executive
Legal
Folio
3"x5"
Com-10
Monarch
C5
DL
Hiermee stelt u de
grootte in van het
papier in de
papierlade.
33
Lade 1 A4*
Letter
B5(JIS)
A5
A5(lange
zijde)
A6
Executive
Legal
Folio
Lade 2 A4*
Letter
B5(JIS)
A5
Executive
Legal
Folio
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
176
Standaardinst.
(vervolg)
Lade-instelling
(vervolg)
Contr.
formaat
Aan*
Uit
Geef hier aan of u de
melding wilt laten
weergeven die u
vertelt na te gaan of
het papierformaat in
de machine
overeenkomt met de
instelling in
Papierformaat.
33
Ladegebruik:
kopiëren
Alleen lade 1
Alleen lade 2
Alleen MF
MP>T1>T2*
MP>T2>T1
T1>T2>MP
T2>T1>MP
(De meldingen
Alleen lade 2
en T2 verschijnen
alleen als u lade 2
hebt
geïnstalleerd).
Selecteer de lade die
u wilt gebruiken voor
de kopieermodus, de
faxmodus of de
afdrukmodus.
34
Ladegebruik:
faxen
Alleen lade 1
Alleen lade 2
Alleen MF
MP>T1>T2
MP>T2>T1
T1>T2>MP*
T2>T1>MP
(De meldingen
Alleen lade 2
en T2 verschijnen
alleen als u lade 2
hebt
geïnstalleerd).
34
Ladegebruik:
Afdrukken
Alleen lade 1
Alleen lade 2
Alleen MF
MP>T1>T2*
MP>T2>T1
T1>T2>MP
T2>T1>MP
(De meldingen
Alleen lade 2
en T2 verschijnen
alleen als u lade 2
hebt
geïnstalleerd).
35
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
177
C
Standaardinst.
(vervolg)
Volume Belvolume Uit
Laag
Half*
Hoog
Hiermee kunt u het
belvolume
aanpassen.
24
Toon Uit
Laag*
Half
Hoog
Hiermee kunt u het
volume van de
waarschuwingstoon
aanpassen.
24
Luidspreker Uit
Laag
Half*
Hoog
Hiermee kunt u het
luidsprekervolume
aanpassen.
24
LCD
instell.
Schermverlicht
Licht*
Half
Donker
Hiermee kunt u de
helderheid van het de
achtergrondverlichtin
g van het
aanraakscherm
aanpassen.
Zie .
Lichtdim-timer
Uit*
10Sec.
20Sec.
30Sec.
U kunt instellen hoe
lang de
achtergrondverlichtin
g van het
aanraakscherm blijft
branden na de laatste
keer dat er op een
toets wordt gedrukt.
Knopinstellingen
Knopinstellingen
beginscherm
Beginscherm*
Meer1
Meer2
Hiermee stelt u het
scherm in dat wordt
weergegeven
wanneer u op het
aanraakpaneel op
Home ( ) drukt.
14
Ecologie Toner
besparen
Aan
Uit*
Verhoogt het aantal
pagina's dat de
tonercartridge kan
afdrukken.
Als uw apparaat is
ingesteld op Toner
besparen Aan, kunt
u Stille modus niet
instellen op Aan.
Zie .
Tijd
slaapstand
De duur is
afhankelijk van
het model.
3 Min.*
Bespaart energie.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
178
Standaardinst.
(vervolg)
Ecologie
(vervolg)
Stille
modus
Aan
Uit*
Het afdrukgeluid
verminderen.
Als uw apparaat is
ingesteld op Stille
modus Aan, kunt u
Toner besparen
niet instellen op Aan.
Zie .
Instelblokkering
Wachtw.
inst.
Nogmaals: Zorgt ervoor dat
onbevoegde
gebruikers de
instellingen van de
machine niet
veranderen.
Slot
UitAan
Instellingen
snelkoppelingen
(Kies
snelkoppelings
knop.)
Naam
snelkoppeling
bewerken
Wijzigt de naam van
de snelkoppeling.
21
Verwijder Verwijdert de
snelkoppeling.
22
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
179
C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Fax
Ontvangstmenu
Ontvangstmodus Fax*
Fax/Telefoon
Ext. TEL/ANT
Handmatig
Selecteert de
ontvangstmodus die
het beste in uw
behoeften voorziet.
46
Belvertraging —(0 - 6)
2*
(voor Nederland)
(0 - 10)
2*
(voor België)
Hiermee stelt u in hoe
vaak de telefoon
overgaat voordat de
machine opneemt in
de stand Alleen fax of
Fax/Tel.
49
F/T Beltijd 20Sec.
30Sec.*
40Sec.
70Sec.
Instelling van de
lengte van het snelle
dubbele belsignaal in
de Fax/Tel-modus.
49
Faxvoorbeeld Aan
Uit*
Geeft ontvangen
faxen weer op het
aanraakscherm.
51
Fax Waarnemen Aan*
Uit
Ontvangt
faxberichten
automatisch wanneer
u een oproep
beantwoordt en
faxtonen hoort.
50
Act.Op Afst. Act.Op Afst.
(Opties)
Aan
Uit*
Afstandscode
(l51)
Deactiveren
(#51)
Met deze optie kunt u
alle oproepen op een
tweede of een extern
toestel aannemen, en
de machine in- of
uitschakelen met
behulp van codes. U
kunt deze codes
wijzigen.
60
Auto reductie Aan*
Uit
Hiermee verkleint u
het formaat van
inkomende faxen.
Zie .
PC-Fax ontv. Aan
Uit*
Stel in dat het
apparaat faxberichten
naar uw computer
verstuurt.
54
(Backup
Print)
Aan
Uit*
Als u Aan hebt
geselecteerd, kunt u
voor de zekerheid
Reserveafdruk
activeren.
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
180
Fax
(vervolg)
Ontvangstmenu
(vervolg)
Geheugenontv. Uit*
Fax
Doorzenden
Fax Opslaan
Hiermee kunt u de
machine instellen om
faxberichten door te
zenden, inkomende
faxen in het geheugen
op te slaan (zodat u
deze kunt opvragen
wanneer u niet bij uw
machine bent).
Zie .
(Backup
Print)
Aan
Uit*
Als u Fax
Doorzenden hebt
geselecteerd, kunt u
voor de zekerheid
Reserveafdruk
activeren.
Faxontvangststempel
Aan*
Uit
Drukt de tijd en datum
van ontvangst af aan
de bovenkant van de
ontvangen faxen.
Tweezijdig Aan
Uit*
Hiermee worden
ontvangen faxen
tweezijdig afgedrukt.
Verzenden
instellen
Verzamelen Aan
Uit*
Hiermee worden de
uitgestelde faxen
tegelijkertijd in één
transmissie naar
hetzelfde faxnummer
verzonden.
Voorpagina-instelling
Voorbeeld
afdrukken
U kunt een voorbeeld
afdrukken van het
faxvoorblad. U kunt
informatie invullen en
samen met uw
document faxen.
Voorblad
Opm.
Voor het instellen van
uw eigen
opmerkingen op het
faxvoorblad.
Automatisch
opnieuw kiezen
Aan*
Uit
Maximaal drie keer
het nummer herhalen,
na vijf minuten.
62
Bestemming Tonen*
Verbergen
Stelt de machine in om
tijdens het verzenden
van de fax de
bestemmingsinformati
e op het
aanraakscherm weer
te geven.
Zie .
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
181
C
Fax
(vervolg)
Kies
rapport
Verzendrapp. Aan
Aan+Beeld
Uit*
Uit+Beeld
Geen rapport
Voor het instellen van
het verzendrapport.
45
Journaal tijd Journaal
tijd
Uit
Na 50 faxen*
Elke 6 uur
Elke 12 uur
Elke 24 uur
Elke 2 dagen
Elke 7 dagen
Hiermee stelt u het
tijdsinterval in voor
het afdrukken van het
faxjournaal.
Als u iets anders dan
Uit en Na 50 faxen
geselecteerd hebt,
dan kunt u de tijd
instellen voor de
gekozen optie.
Als u Elke 7 dagen
geselecteerd hebt,
dan kunt u ook de dag
van de week instellen.
Zie .
Tijd
Dag Elke maandag*
Elke dinsdag
Elke woensdag
Elke
donderdag
Elke vrijdag
Elke zaterdag
Elke zondag
Print
document
Hiermee worden
inkomende faxen die
in het geheugen zijn
opgeslagen,
afgedrukt.
Afst.bediening
——---l
Voor het instellen van
uw eigen code voor de
afstandsbediening.
Kiesbeperking
Cijfertoetsen # tweemaal
invoeren
Aan
Uit*
U kunt de machine
instellen op beperkt
kiezen bij gebruik van
de kiestoetsen.
Adresboek # tweemaal
invoeren
Aan
Uit*
U kunt de machine
instellen op beperkt
kiezen bij gebruik van
het adresboek.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
182
Fax
(vervolg)
Kiesbeperking
(vervolg)
Snelkopp. # tweemaal
invoeren
Aan
Uit*
U kunt de machine
instellen op beperkt
kiezen bij gebruik van
een snelkoppeling.
LDAP-server # tweemaal
invoeren
Aan
Uit*
U kunt de machine
instellen op beperkt
kiezen van LDAP-
servernummers.
Rest. jobs Om na te gaan welke
geprogrammeerde
taken zich in het
geheugen bevinden
en geselecteerde
taken te annuleren.
Zie .
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
183
C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Printer Emulatie ——Autom.*
HP LaserJet
BR-Script 3
Voor het selecteren van
de emulatiemodus.
Zie .
Afdrukopties Intern
lettertype
HP LaserJet
BR-Script 3
Hiermee drukt u een lijst
met de interne
lettertypen van de
machine af.
Testafdruk Hiermee drukt u een
testpagina af.
Tweezijdig ——Uit*
Lange zijde
Korte zijde
Hiermee schakelt u
tweezijdig afdrukken in
of uit en kiest u de lange
of korte zijde.
Autom.
doorgaan
——Aan*
Uit
Selecteer deze instelling
om de machine fouten
betreffende het
papierformaat te doen
wissen en het papier in
de lade te doen
gebruiken.
Uitvoerkleur ——Autom.*
Kleur
Zwart-wit
Kies kleur of zwart-wit
voor afgedrukte
documenten. Als u
Autom. kiest, selecteert
de machine een
geschikte optie voor het
document (kleur of
zwart-wit).
Printer
resetten
——Ja
Nee
Stelt de
printerinstellingen weer
in op de
fabrieksinstellingen.
Kleurcorrectie
Kalibratie Kalibreren Ja
Nee
De kleurdichtheid
aanpassen.
122
Herstellen Ja
Nee
De kleurkalibratie naar
de fabrieksinstellingen
herstellen.
Registratie Ja
Nee
Hiermee past u de
afdrukpositie van elke
kleur aan.
123
Automatische
correctie
Aan*
Uit
Met deze optie geeft u
aan of de kleurkalibratie
en de kleurregistratie
moeten worden
uitgevoerd.
123
Software en Netwerk gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
184
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Toebehoren Omschrijving
Netwerk
LAN met
kabel
TCP/IP Opstartmethode Automatisch*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Selecteert de
opstartmethode die
het beste aan uw
eisen voldoet.
(Pogingen
IP-boot)
3*
[00000-32767]
Geef het aantal
pogingen aan die de
machine moet
ondernemen om een
IP-adres te verkrijgen
wanneer de
Opstartmethode
ingesteld is op iets
anders dan
Statisch
.
IP-adres [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het IP-adres in.
Subnetmasker [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het
subnetmasker in.
Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres van
de gateway in.
Knooppuntnaam BRNXXXXXXXX
XXXX
Voer de naam van
het knooppunt in
(maximaal 32
tekens).
WINS-configuratie
Automatisch*
Statisch
De WINS-
configuratiemodus
kiezen.
WINS-server Primaire [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Specificeer het IP-
adres van de
primaire of
secundaire WINS-
server.
Secundair [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Software en Netwerk gebruikershandleiding
Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/
) om de Handleiding Web
Connect te downloaden.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
185
C
Netwerk
(vervolg)
LAN met
kabel
(vervolg)
TCP/IP
(vervolg)
DNS-server Primaire [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Specificeer het IP-
adres van de
primaire of
secundaire DNS-
server.
Secundair [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
APIPA Aan*
Uit
Automatisch het IP-
adres van het link-
local-adresbereik
toewijzen.
IPv6 Aan
Uit*
Het IPv6-protocol in-
of uitschakelen. Als
u het IPv6-protocol
wilt gebruiken, kunt
u naar
http://solutions.
brother.com/
gaan voor meer
informatie.
Ethernet ——Automatisch*
100B-FD
100B-HD
10B-FD
10B-HD
De
ethernetlinkmodus
kiezen.
Status
bedraad
——100B-FD
actief
100B-HD
actief
10B-FD
actief
10B-HD
actief
Inactief
Bedraad UIT
U kunt de huidige
status van het
bekabelde netwerk
zien.
MAC-adres Geef het MAC-adres
van de machine
weer.
Standaard maken
——Ja
Nee
De fabrieksinstelling
voor een bedraad
netwerk herstellen.
Bedraad
inschakelen
——Aan*
Uit
De bedrade LAN
handmatig in- of
uitschakelen.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Toebehoren Omschrijving
Software en Netwerk gebruikershandleiding
Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/
) om de Handleiding Web
Connect te downloaden.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
186
Netwerk
(vervolg)
WLAN TCP/IP Opstartmethode Automatisch*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Selecteert de
opstartmethode die
het beste aan uw
eisen voldoet.
(Pogingen
IP-boot)
3*
[00000-32767]
Geef het aantal
pogingen aan die de
machine moet
ondernemen om een
IP-adres te verkrijgen
wanneer de
Opstartmethode
ingesteld is op iets
anders dan
Statisch
.
IP-adres [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het IP-adres in.
Subnetmasker [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het
subnetmasker in.
Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres van
de gateway in.
Knooppuntnaam BRWXXXXXXXX
XXXX
Voer de naam van
het knooppunt in
(maximaal 32
tekens).
WINS-configuratie
Automatisch*
Statisch
De WINS-
configuratiemodus
kiezen.
WINS-server Primaire [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Specificeer het IP-
adres van de
primaire of
secundaire WINS-
server.
Secundair [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Toebehoren Omschrijving
Software en Netwerk gebruikershandleiding
Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/
) om de Handleiding Web
Connect te downloaden.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
187
C
Netwerk
(vervolg)
WLAN
(vervolg)
TCP/IP
(vervolg)
DNS-server Primaire [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Specificeer het IP-
adres van de
primaire of
secundaire DNS-
server.
Secundair [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
APIPA Aan*
Uit
Automatisch het IP-
adres van het link-
local-adresbereik
toewijzen.
IPv6 Aan
Uit*
Het IPv6-protocol in-
of uitschakelen. Als
u het IPv6-protocol
wilt gebruiken, kunt
u naar
http://solutions.
brother.com/
gaan voor meer
informatie.
WLAN-assistent
——
(Alleen Windows
®
)
U kunt de draadloze
netwerkinstellingen
configureren met de
Brother-cd-rom.
Inst.
Wizard
U kunt uw interne
afdrukserver
configureren.
WPS/AOSS U kunt de
instellingen voor een
draadloos netwerk
gemakkelijk
configureren met de
éénknopsmethode.
WPS met
pincode
U kunt de
instellingen voor een
draadloos netwerk
gemakkelijk
configureren met
behulp van WPS
met een PIN-code.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Toebehoren Omschrijving
Software en Netwerk gebruikershandleiding
Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/
) om de Handleiding Web
Connect te downloaden.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
188
Netwerk
(vervolg)
WLAN
(vervolg)
Status WLAN Status Actief(11b)
Actief(11g)
Actief(11n)
Bedraad LAN
actief
WLAN uit
AOSS actief
Verbinding
mislukt
U kunt de status van
het huidige
draadloze netwerk
zien.
Signaal Sterk
Medium
Zwak
Geen
U kunt de
signaalsterkte van
het huidige
draadloze netwerk
zien.
SSID U kunt de huidige
SSID zien.
Comm. Modus Ad hoc
Infrastruct
uur
Geen
U kunt de huidige
communicatiemodu
s zien.
MAC-adres Geef het MAC-adres
van de machine
weer.
Standaard
maken
——Ja
Nee
De fabrieksinstelling
voor een draadloos
netwerk herstellen.
WLAN
Activeren
——Aan
Uit*
De draadloze LAN
handmatig in- of
uitschakelen.
Wifi direct Drukknop U kunt de Wi-Fi
Direct-
netwerkinstellingen
eenvoudig
configureren met de
éénknopsmethode.
Pincode U kunt de Wi-Fi
Direct-
netwerkinstellingen
eenvoudig
configureren met
behulp van WPS
met een PIN-code.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Toebehoren Omschrijving
Software en Netwerk gebruikershandleiding
Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/
) om de Handleiding Web
Connect te downloaden.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
189
C
Netwerk
(vervolg)
Wifi direct
(vervolg)
Handmatig U kunt de Wi-Fi
Direct-
netwerkinstellingen
handmatig
configureren.
Groepseigenaar
——Aan
Uit
Voor het instellen
van uw machine als
Groepseigenaar.
Apparaatinformatie
Apparaatnaam Hier kunt u de naam
van uw machine
bekijken.
SSID (Mijn SSID)
(Aangesloten
op SSID van
derden)
Niet
verbonden
Geef de SSID van
de groepseigenaar
weer.
Wanneer de
machine niet
aangesloten is,
wordt de melding
Niet verbonden
op het
aanraakscherm
weergegeven.
IP-adres Hier kunt u het
huidige IP-adres van
de machine
bekijken.
Statusinformatie
Status Groepseigen
aar
actief(**)
Cliënt
actief
Niet
verbonden
Uit
Bedraad LAN
actief
** = het aantal
apparaten
Hier kunt u de
huidige Wi-Fi Direct-
netwerkstatus
bekijken.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Toebehoren Omschrijving
Software en Netwerk gebruikershandleiding
Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/
) om de Handleiding Web
Connect te downloaden.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
190
Netwerk
(vervolg)
Wifi direct
(vervolg)
Statusinformatie
(vervolg)
Signaal Sterk
Medium
Zwak
Geen
Hier kunt u de
huidige Wi-Fi Direct-
signaalsterkte
bekijken.
Als uw machine
dienst doet als
groepseigenaar,
wordt de melding
Sterk altijd
weergegeven op het
aanraakscherm.
Interface
inschakelen
——Aan
Uit*
Hiermee kunt u de
WiFi Direct-
verbinding in- of
uitschakelen.
NFC —— Aan*
Uit
U kunt
kaartverificatie
gebruiken door de
NFC Reader op het
bedieningspaneel
aan te raken met de
IC-kaart.
E-mail/IFAX
(
MFC-L8650CDW
wordt alleen
ondersteund
als u IFAX hebt
gedownload)
Mail
Address
Voer het e-
mailadres in
(maximaal 60
tekens).
Server
instellen
SMTP Server [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Naam
Voer het SMTP-
serveradres of de
SMTP-servernaam
in (maximaal 64
tekens).
Poort 25*
[1-65535]
Voer het SMTP-
poortnummer in.
Aut. voor
SMTP
Geen*
SMTP-AUT
Hiermee kiest u de
beveiligingsmethod
e voor
emailmeldingen.
SSL/TLS Geen*
SSL
TLS
U kunt een email
verzenden of
ontvangen via een
e-mailserver
waarvoor beveiligde
SSL/TLS-
communicatie
vereist is.
Cert.
contr.
Aan
Uit*
Het SMTP-
servercertificaat
automatisch
verifiëren.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Toebehoren Omschrijving
Software en Netwerk gebruikershandleiding
Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/
) om de Handleiding Web
Connect te downloaden.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
191
C
Netwerk
(vervolg)
E-mail/IFAX
(
MFC-L8650CDW
wordt alleen
ondersteund
als u IFAX hebt
gedownload)
(vervolg)
Server
instellen
(vervolg)
POP3/IMAP4 Protocol POP3*
IMAP4
Selecteer POP3 of
IMAP4 om e-mails te
ontvangen.
Server [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Naam
Voer het POP3- of
IMAP4-serveradres
of de POP3- of
IMAP4-servernaam
in (maximaal 64
tekens).
Poort 110*
[1-65535]
Voer het POP3- of
IMAP4-
poortnummer in.
Mailbox
Naam
Voer de naam van
de mailbox in
(maximaal 60
tekens).
Wachtwoord
Mailbox
Voer het
wachtwoord in om u
aan te melden op de
POP3- of IMAP4-
server (maximaal 32
tekens).
Map
selecteren
Standaard
(Postvak
IN)*
Specifiek
Selecteer de e-
mailmap. Als u
Specifiek
selecteert, voert u
de mapnaam in
(maximaal 60
tekens).
SSL/TLS Geen*
SSL
TLS
U kunt een e-mail
verzenden of
ontvangen via een
e-mailserver
waarvoor beveiligde
SSL/TLS-
communicatie
vereist is.
Cert.
contr.
Aan
Uit*
Het POP3- of
IMAP4-
servercertificaat
automatisch
verifiëren.
APOP Aan
Uit*
Hier kunt u APOP in-
of uitschakelen.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Toebehoren Omschrijving
Software en Netwerk gebruikershandleiding
Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/
) om de Handleiding Web
Connect te downloaden.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
192
Netwerk
(vervolg)
E-mail/IFAX
(
MFC-L8650CDW
wordt alleen
ondersteund
als u IFAX hebt
gedownload)
(vervolg)
Mail RX
instellen
Autom. pollen Autom.
pollen
Aan*
Uit
Automatisch de
server op nieuwe
berichten
controleren.
Poll-frequ
entie
(Als Autom.
pollen
is ingesteld
op Aan.)
1Min
3Min.
5Min.
10Min.*
30Min.
60Min.
Hiermee stelt u het
interval in voor het
controleren op
nieuwe berichten op
de server.
Koptekst Alle
Onderw.+Van
+Aan
Geen*
Hiermee selecteert u
de inhoud van de af
te drukken
berichtkop.
Fout mail
verw./lezen
Aan*
Uit
De POP3-server
verwijdert
automatisch
foutmails. De
IMAP4-server
verwijdert
automatisch
foutmails nadat u ze
hebt gelezen.
Bericht Aan
MDN
Uit*
Hiermee ontvangt u
meldingsberichten.
Mail TX
instellen
Afzender
onderwerp
Internetfax
-taak*
Hiermee wordt het
onderwerp
weergegeven dat
toegevoegd is aan
de
internetfaxgegevens.
Omvangslimiet Aan
Uit*
De grootte van e-
maildocumenten
beperken.
Bericht Aan
Uit*
Meldingsberichten
versturen.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Toebehoren Omschrijving
Software en Netwerk gebruikershandleiding
Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/
) om de Handleiding Web
Connect te downloaden.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
193
C
Netwerk
(vervolg)
E-mail/IFAX
(
MFC-L8650CDW
wordt alleen
ondersteund
als u IFAX hebt
gedownload)
(vervolg)
Relay
instellen
Groepsverzenden
Aan
Uit*
Hiermee wordt een
document naar een
andere faxmachine
doorgestuurd.
Relayeerdomein De domeinnaam
registreren.
Relay Report Aan
Uit*
Het
groepsdoorstuurrap
port afdrukken.
Handmatig ontvangen
Controleer de
POP3- of IMAP4-
server handmatig op
nieuwe berichten.
Web
Connect-instellingen
Proxy-instell.
Proxy-verbinding
Aan
Uit*
U kunt de
instellingen voor
webverbinding
wijzigen.
Adres ——
Poort 8080*
Gebruikersnaam ——
Wachtwoord ——
Faxen naar
server
(
MFC-L8650CDW
wordt alleen
ondersteund
als u IFAX hebt
gedownload)
Faxen naar
server
——Aan
Uit*
U kunt een prefix-
/suffixadres opslaan
in de machine en
een document
verzenden vanaf
een faxserver.
Prefix ——
Voorzetsel ——
Beveiliging IPsec ——Aan
Uit*
Hier kunt u Ipsec. in-
of uitschakelen.
Netw.
resetten
—— Ja
Nee
Hiermee worden de
fabrieksinstellingen
van alle
netwerkinstellingen
hersteld.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Toebehoren Omschrijving
Software en Netwerk gebruikershandleiding
Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/
) om de Handleiding Web
Connect te downloaden.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
194
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Print
lijsten
Verzendrapport Weergeven op
LCD
Een verzendrapport van uw
laatste transmissie weergeven
en afdrukken.
Zie .
Print
rapport
Adresboek De namen en nummers tonen
die opgeslagen zijn in het
adresboek.
Fax Journaal Informatie tonen over de laatste
200 faxberichten die zijn
ontvangen en verzonden.
(TX betekent verzonden.
RX betekent ontvangen.)
Gebruikersinst Uw instellingen tonen.
Printerinstellingen
Uw printerinstellingen tonen.
Netwerkconfiguratie
Uw netwerkinstellingen tonen.
Drumdot
afdrukken
De drumcontrolepagina
afdrukken.
115
WLAN-rapport Het resultaat van een WLAN-
connectiviteitsdiagnose
afdrukken.
Zie .
Geavanceerde gebruikershandleiding
Software en Netwerk gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
195
C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Machine-info
Serienummer U kunt het serienummer van uw
machine controleren.
167
Firmware-versie
Main-versie U kunt de firmwareversie van
uw machine controleren.
167
Sub1-versie
Sub2-versie
Sub4-versie
Paginateller Totaal Kleur
Zwart-wit
Controleren hoeveel kleur- en
zwart-wit-pagina's de machine
tijdens haar gebruiksduur in
totaal heeft afgedrukt.
Zie .
Fax/lijst Kleur
Zwart-wit
Kopiëren Kleur
Zwart-wit
Afdrukken Kleur
Zwart-wit
Levensduur
onderdelen
Drumeenheid De resterende levensduur van
een onderdeel van de machine
controleren.
Riemeenheid
Fusereenheid
Lasereenheid
PF Kit MP
PF Kit 1
PF Kit 2
Resetmenu
(Wordt alleen
weergegeven
wanneer de
levensduur van de
drumeenheid of de
riemeenheid is
verstreken.)
Drumeenheid Reset de teller van de
drumeenheid. Wordt
weergegeven wanneer u de
drumeenheid vervangt.
93
Riemeenheid Reset de teller van de
riemeenheid. Wordt
weergegeven wanneer u de
riemeenheid vervangt.
98
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
196
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Stand.instel.
Datum en tijd Datum De datum en de tijd toevoegen
aan het aanraakscherm en aan
de kopteksten van verzonden
faxen.
22
Tijd
Automatische
zomertijd
Aan*
Uit
Schakelt automatisch om naar
de zomertijd.
Zie .
Tijdzone UTCXXX:XX De tijdzone in voor uw land
instellen.
Stations-ID Fax Stelt de naam en het
faxnummer in die op elke
faxpagina moeten worden
afgedrukt.
23
Telefoon
Naam
Toon/Puls
(voor Nederland)
Toon*
Puls
De kiesmodus selecteren.
Zie .
Kiestoon Waarneming
Geen
detectie*
U kunt de tijd voor het
waarnemen van een kiestoon
verkorten.
157
Tel lijn inst Normaal*
PBX
ISDN
Selecteer het type telefoonlijn. 56
Compatibel Hoog*
Normaal
Basic (voor
VoIP)
Synchronisatie voor
verzendproblemen aanpassen.
VoIP-aanbieders leveren
faxondersteuning via
verschillende standaards. Als u
regelmatig foutmeldingen
ontvangt bij het verzenden van
faxen, kiest u Basic (voor
VoIP).
157
Geavanceerde gebruikershandleiding
Installatiehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
197
C
Stand.instel.
(vervolg)
Herstellen Apparaat
terugstellen
Ja
Nee
Alle fabrieksinstellingen van de
machine herstellen behalve de
netwerkinstellingen, het
stations-ID en adresboek.
167
Netwerk Ja
Nee
De fabrieksinstellingen van alle
netwerkinstellingen herstellen.
Adresboek en
fax
Ja
Nee
Alle opgeslagen
telefoonnummers en
faxinstellingen wissen.
Alle instell. Ja
Nee
Alle fabrieksinstellingen van de
machine snel herstellen.
Fabrieksinstell.
Ja
Nee
Alle fabrieksinstellingen van de
machine herstellen. Voer deze
handeling uit als u uw machine
van de hand wilt doen.
Taalkeuze (Kies uw taal) Hiermee kunt u de taal van het
aanraakscherm voor uw land
veranderen.
Zie .
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
Installatiehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
198
Functietabellen C
Fax (Wanneer Faxvoorbeeld uitgeschakeld is) C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Herkies/Pauze Met een druk op deze toets
wordt het laatst gekozen
nummer herhaald.
Wanneer u een fax- of
telefoonnummer invoert op
het aanraakpaneel,
verandert Opnieuw kiezen
in Pauze op het
aanraakscherm. Druk op
Pauze wanneer u een
vertraging wenst tijdens het
kiezen van nummers, zoals
toegangscodes en
creditcard-nummers. U
kunt ook een pauze
voorzien wanneer u
adressen instelt.
Telefoon/R ——Telefoon wijzigt naar R
wanneer PBX als
telefoonlijntype is
geselecteerd. U kunt R
gebruiken om toegang te
krijgen tot een buitenlijn of
om een oproep over te
brengen naar een ander
toestel als u op een PBX
bent aangesloten.
Adresboek
(Zoeken)
Zoekt in het adresboek. 62
Bewerken Nw adres toev. Slaat nummers in het
adresboek op, zodat u kunt
kiezen door op Adresboek
te drukken op het
aanraakscherm (en Fax
start).
63
Groepen
instellen
Hiermee kunt u
groepsnummers instellen
voor groepsverzenden.
Zie .
Wijzigen Hiermee kunt u nummers in
het adresboek wijzigen.
64
en
zie .
Verwijder Hiermee kunt u nummers in
het adresboek verwijderen.
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Fax
Instellings- en functietabellen
199
C
Adresboek
(vervolg)
Toepassen Hiermee kunt u een fax
verzenden met behulp van
het adresboek.
62
en
zie .
Oproepoverz Uitg. Gesprek Bewerken Toevoegen aan
adresboek
Verwijder
Kies een nummer uit de lijst
Uitgaande oproepen en
verstuur dan een fax naar
dat nummer, voeg het
nummer toe aan het
adresboek of verwijder het.
Zie .
Toepassen
Fax start Hiermee kunt u een fax
verzenden.
Opties Faxresolutie Standaard*
Fijn
Superfijn
Foto
Hiermee kunt u de resolutie
voor uitgaande faxen
instellen.
Zie .
2-zijdige fax Uit*
2-zijdige
scan: lange
zijde
2-zijdige
scan: korte
zijde
Hiermee stelt u het
dubbelzijdig scanformaat
in.
Contrast Autom.*
Licht
Donker
Hiermee kunt u de faxen
die u verzendt lichter of
donkerder maken.
Rondsturen Nummer
toevoeg.
Nummer
toevoeg.
U kunt hetzelfde faxbericht
naar meerdere
faxnummers verzenden.
Toevoegen uit
adresboek
Zoeken in
adresboek
Tijdklok Tijdklok Aan
Uit*
U kunt het tijdstip instellen
waarop uitgestelde
faxberichten moeten
worden verzonden.
Tijd inst.
Direct verzenden Aan
Uit*
Verzendt een fax zonder
het geheugen te gebruiken.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
200
Opties
(vervolg)
Voorpagina
instellen
Voorpagina
instellen
Aan
Uit*
Deze functie verzendt
automatisch een voorblad
dat u hebt
geprogrammeerd.
Zie .
Voorblad
Opm.
1.Opmerking
uit
2.Bellen
a.u.b.
3.Belangrijk
4.Vertrouwelijk
5.
6.
Totaalaantal
pag.
Internationaal Aan
Uit*
Als u problemen hebt met
het internationaal
verzenden van faxen, zet
deze functie dan op Aan.
Scanformaat glas Letter
A4*
Legal/Folio
(MFC-L8850CDW
en
MFC-L9550CDW)
Om een document in
Letter-, Legal- of Folio-
formaat te faxen, moet u de
instelling voor het
scanformaat van de
glasplaat wijzigen.
44
Nieuwe standaard Faxresolutie
Contrast
Scanformaat
glas
Direct Verzend
Voorpagina
instellen
Internationaal
(Opties)
Ja
Nee
U kunt uw faxinstellingen
als standaardinstellingen
opslaan.
Zie .
Fabrieksinstell. Ja
Nee
U kunt alle faxinstellingen
die u hebt gewijzigd,
herstellen naar de
fabrieksinstellingen.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
201
C
Opslaan als
snelkoppeling
——Adres
Faxresolutie
2-zijdige fax
Contrast
Rondsturen
Direct
verzenden
Voorpagina
instellen
Internationaal
Scanformaat
glas
U kunt de huidige
instellingen als
snelkoppeling registreren.
Zie .
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
202
Fax (Wanneer Faxvoorbeeld ingeschakeld is) C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Faxen
verzenden
Zie Fax (Wanneer Faxvoorbeeld uitgeschakeld is) uu pagina 198.
Ontvangen
faxen
Afdr./verw. Alles
afdrukken
(nieuwe faxen)
De nieuw ontvangen
faxen afdrukken.
52
Alles
afdrukken
(oude faxen)
De oude ontvangen
faxen afdrukken.
Alles
verwijderen
(nieuwe faxen)
De nieuw ontvangen
faxen wissen.
Alles
verwijderen
(oude fax)
De oude ontvangen
faxen wissen.
Adresboek Zie Fax (Wanneer Faxvoorbeeld uitgeschakeld is) uu pagina 198.
Oproepoverz Zie Fax (Wanneer Faxvoorbeeld uitgeschakeld is) uu pagina 198.
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Fax
Instellings- en functietabellen
203
C
Kopiëren C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Mono start Maak een zwart-wit
kopie.
Kleur
Start
Maak een
kleurenkopie.
Bon
Normaal
2op1(id)
2op1
2-zijdig
(12)
2-zijdig
(22)
Papier
opslaan
Hiermee kiest u de
gewenste
instellingen uit de
aangeboden
mogelijkheden.
65
Opties Kwaliteit Autom.*
Tekst
Foto
Bon
(Wanneer u 2op1(id)
selecteert in Pagina
layout)
Autom.*
Lichter
U kunt de
kopieerresolutie
voor uw type
document
selecteren.
Zie .
Vergroten/
verkleinen
100%* ——
Vergroten 200%
141% A5A4
104% EXELTR
U kunt een
vergrotingspercenta
ge voor de volgende
kopie kiezen.
Verkleinen 97% LTRA4
94% A4LTR
91% voll. pag.
85% LTREXE
83% LGLA4
78% LGLLTR
70% A4A5
50%
U kunt een
verkleiningspercent
age voor de
volgende kopie
kiezen.
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Kopiëren
204
Opties
(vervolg)
Vergroten/
verkleinen
(vervolg)
Aangepast
(25-400%)
U kunt het
vergrotings- of
verkleiningspercent
age voor de
volgende kopie
kiezen.
Zie .
Dichtheid
Hiermee kunt de
dichtheid voor
kopieën aanpassen.
Als u 2op1(id)
selecteert in de
vooraf ingestelde
opties, dan is de
standaardinstelling
“+1”.
Contrast
Hiermee kunt het
contrast voor
kopieën aanpassen.
Stapel/Sorteer Stapel*
Sorteer
U kunt kiezen om
meerdere kopieën
te stapelen of
sorteren.
Pagina layout Uit (1 op 1)*
2op1(P)
2op1(L)
2op1(id)
4op1(P)
4op1(L)
U kunt N-in-1 en 2-
in-1 ID-kopieën
maken.
Kleur
aanpassen
Rood
U kunt de rode kleur
voor kopieën
aanpassen.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
-2
-1
0
+1
+2
*
-2
-1
0
+1
+2
*
-2
-1
0
+1
+2
*
Instellings- en functietabellen
205
C
Opties
(vervolg)
Kleur
aanpassen
(vervolg)
Groen
U kunt de groene
kleur voor kopieën
aanpassen.
Zie .
Blauw
U kunt de blauwe
kleur voor kopieën
aanpassen.
2-zijdige
kopie
Uit*
2-zijdig2-zijdig
1-zijdig2-zijdig
Omslaan lange
zijde
2-zijdig1-zijdig
Omslaan lange
zijde
1-zijdig2-zijdig
Omslaan korte
zijde
2-zijdig1-zijdig
Omslaan korte
zijde
Hiermee schakelt u
de functie
dubbelzijdig
kopiëren in of uit, en
kiest u de lange of
korte zijde.
2-zijdige
kopie
pagina-opmaak
(L)rand(L)rand*
(L)rand(S)rand
(S)rand(L)rand
(S)rand(S)rand
Een paginalay-out
kiezen wanneer u
dubbelzijdige N-in-
1-kopieën maakt
van een dubbelzijdig
document.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
-2
-1
0
+1
+2
*
-2
-1
0
+1
+2
*
206
Opties
(vervolg)
Ladegebruik Alleen lade 1
Alleen lade 2
Alleen MF
MP>T1>T2*
MP>T2>T1
T1>T2>MP
T2>T1>MP
(De meldingen Alleen
lade 2 en T2
verschijnen alleen als u
lade 2 hebt
geïnstalleerd).
Selecteer de lade
die u wilt gebruiken
voor de
kopieermodus.
Zie .
Achtergr.kleur
verwijderen
Uit* U kunt aangeven
hoeveel van de
achtergrondkleur
moet worden
verwijderd.
Laag
Gemiddeld
Hoog
Opslaan als
snelkoppeling
Kwaliteit
Vergroten/verkleinen
Dichtheid
Contrast
Stapel/Sorteer
Pagina layout
Rood
Groen
Blauw
2-zijdige kopie
2-zijdige kopie
pagina-opmaak
Ladegebruik
Achtergr.kleur
verwijderen
U kunt de huidige
instellingen als
snelkoppeling
toevoegen.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
207
C
Scannen C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
naar OCR (PC Select) Opties Zie Opties (naar OCR) uu pagina 209.
Zie .
Opslaan als
snelkoppeling
(PC Select) U kunt de huidige
instellingen als
snelkoppeling toevoegen.
Start Hiermee start u het
scannen.
naar bestand (PC Select) Opties Zie Opties (naar bestand, naar beeld en naar e-mail)
uu pagina 210.
Opslaan als
snelkoppeling
(PC Select) U kunt de huidige
instellingen als
snelkoppeling toevoegen.
Start Hiermee start u het
scannen.
naar
afbeelding
(PC Select) Opties Zie Opties (naar bestand, naar beeld en naar e-mail)
uu pagina 210.
Opslaan als
snelkoppeling
(PC Select) U kunt de huidige
instellingen als
snelkoppeling toevoegen.
Start Hiermee start u het
scannen.
naar USB Opties Zie Opties (naar USB) uu pagina 211.
Opslaan als
snelkoppeling
2-zijdige scan
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Scanformaat glas
Bestandsnaam
Bestandsgrootte
Achtergrondkleur
verwijderen
U kunt de huidige
instellingen als
snelkoppeling toevoegen.
Start Hiermee start u het
scannen.
naar e-mail (PC Select) Opties Zie Opties (naar bestand, naar beeld en naar e-mail)
uu pagina 210.
Opslaan als
snelkoppeling
(PC Select) U kunt de huidige
instellingen als
snelkoppeling toevoegen.
Start Hiermee start u het
scannen.
Software en Netwerk gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Scannen
208
nr
e-mailserver
(MFC-L8650CDW
wordt alleen
ondersteund als u
IFAX hebt
gedownload)
Adresboek Hiermee kiest u het adres
van de ontvanger in het
adresboek.
Zie .
Handmatig Hiermee voert u het adres
van de ontvanger
handmatig in.
OK Opties Zie Opties (naar e-mailserver) uu pagina 214.
Opslaan als
snelkoppeling
Adres
2-zijdige scan
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Scanformaat glas
Bestandsgrootte
U kunt de huidige
instellingen als
snelkoppeling toevoegen.
Start Hiermee start u het
scannen.
naar
FTP/SFTP
(Profielnaam) Opties Zie Opties (naar FTP/SFTP en naar netwerk)
uu pagina 216.
Opslaan als
snelkoppeling
(Profielnaam) U kunt de huidige
instellingen als
snelkoppeling toevoegen.
Start Hiermee start u het
scannen.
naar netwerk (Profielnaam) Opties Zie Opties (naar FTP/SFTP en naar netwerk)
uu pagina 216.
Opslaan als
snelkoppeling
(Profielnaam) U kunt de huidige
instellingen als
snelkoppeling toevoegen.
Start Hiermee start u het
scannen.
WS scan
(Verschijnt als u
de scannerdriver
voor uw
netwerkmachine
met behulp van
Web Services
hebt
geïnstalleerd).
Scannen Gegevens scannen met
het webservice-protocol.
Scannen vr
e-mail
——
Scannen voor
faxen
——
Scannen voor
afdr.
——
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Software en Netwerk gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
209
C
Opties (naar OCR) C
Niveau 1 Niveau 2 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Opties 2-zijdige scan Uit*
2-zijdige scan: lange
zijde
2-zijdige scan: korte
zijde
Hiermee kiest u de
dubbelzijdige
scanmodus.
Zie .
Scaninstellingen Inst. op apparaat
Inst. op computer*
Om de instellingen met
behulp van het
aanraakscherm te
wijzigen, kiest u Inst.
op apparaat.
Scantype
(Verschijnt als
Scaninstellingen is
ingesteld op Inst. op
apparaat.)
Kleur
Grijs
Zwart-wit*
Hiermee kiest u het
scantype voor uw
document.
Resolutie
(Verschijnt als
Scaninstellingen is
ingesteld op Inst. op
apparaat.)
100 dpi
200 dpi*
300 dpi
600 dpi
Hiermee kiest u de
scanresolutie voor uw
document.
Bestandstype
(Verschijnt als
Scaninstellingen is
ingesteld op Inst. op
apparaat.)
Tekst*
HTML
RTF
Hiermee kiest u het
bestandsformaat voor uw
document
Afmeting scan
(Verschijnt als
Scaninstellingen is
ingesteld op Inst. op
apparaat.)
A4*
Letter
Legal
Hiermee kiest u de
scangrootte voor uw
document.
Software en Netwerk gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
210
Opties (naar bestand, naar beeld en naar e-mail) C
Niveau 1 Niveau 2 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Opties 2-zijdige scan Uit*
2-zijdige scan: lange
zijde
2-zijdige scan: korte
zijde
Hiermee kiest u de
dubbelzijdige
scanmodus.
Zie .
Scaninstellingen Inst. op apparaat
Inst. op computer*
Om de instellingen met
behulp van het
aanraakscherm te
wijzigen, kiest u Inst.
op apparaat.
Scantype
(Verschijnt als
Scaninstellingen is
ingesteld op Inst. op
apparaat.)
Kleur*
Grijs
Zwart-wit
Hiermee kiest u het
scantype voor uw
document.
Resolutie
(Verschijnt als
Scaninstellingen is
ingesteld op Inst. op
apparaat.)
100 dpi
200 dpi*
300 dpi
600 dpi
Hiermee kiest u de
scanresolutie voor uw
document.
Bestandstype
(Verschijnt als
Scaninstellingen is
ingesteld op Inst. op
apparaat.)
(Wanneer u Kleur of Grijs
selecteert in Scantype)
PDF*
JPEG
(Wanneer u Zwart-wit
selecteert in Scantype)
PDF*
TIFF
Hiermee kiest u het
bestandsformaat voor uw
document.
Afmeting scan
(Verschijnt als
Scaninstellingen is
ingesteld op Inst. op
apparaat.)
A4*
Letter
Legal
Hiermee kiest u de
scangrootte voor uw
document.
Achtergrondkleur
verwijderen
(Verschijnt als
Scaninstellingen is
ingesteld op
Inst. op
apparaat.)
Uit*
Laag
Gemiddeld
Hoog
U kunt aangeven hoeveel
van de achtergrondkleur
moet worden verwijderd.
Deze functie is niet
beschikbaar voor
scannen in zwart-wit.
Software en Netwerk gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
211
C
Opties (naar USB) C
Niveau 1 Niveau 2 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Opties 2-zijdige scan Uit*
2-zijdige scan: lange
zijde
2-zijdige scan: korte
zijde
Hiermee kiest u de
dubbelzijdige
scanmodus.
Zie .
Scantype Kleur*
Grijs
Zwart-wit
Hiermee kiest u het
scantype voor uw
document.
Resolutie (Wanneer u Kleur selecteert
in Scantype)
100 dpi
200 dpi*
300 dpi
600 dpi
Autom.
(Wanneer u Grijs selecteert
in Scantype)
100 dpi
200 dpi*
300 dpi
Autom.
(Wanneer u Zwart-wit
selecteert in Scantype)
200 dpi*
300 dpi
200x100
Hiermee kiest u de
scanresolutie voor uw
document.
Software en Netwerk gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
212
Opties
(vervolg)
Bestandstype (Wanneer u Kleur of Grijs
selecteert in Scantype)
PDF*
JPEG
PDF/A
Veilige PDF
Ondert. PDF
XPS
(Wanneer u Zwart-wit
selecteert in Scantype)
PDF*
PDF/A
Veilige PDF
Ondert. PDF
TIFF
Hiermee kiest u het
bestandsformaat voor uw
document.
Zie .
Scanformaat glas A4*
Letter
Legal/Folio
(MFC-L8850CDW en
MFC-L9550CDW)
Om een document in
Letter-, Legal- of Folio-
formaat te scannen, moet
u de instelling voor het
scanformaat van de
glasplaat wijzigen.
Bestandsnaam XXXXXX
(Datum & jaar)
Voer een bestandsnaam
voor de gescande data
in.
Bestandsgrootte Klein
Midden*
Groot
U kunt het
bestandsformaat kiezen
voor scannen in kleur of
grijswaarden.
Achtergrondkleur
verwijderen
Uit*
Laag
Gemiddeld
Hoog
U kunt aangeven hoeveel
van de achtergrondkleur
moet worden verwijderd.
Niveau 1 Niveau 2 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Software en Netwerk gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
213
C
Opties
(vervolg)
Nieuwe standaard 2-zijdige scan
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Scanformaat glas
Bestandsgrootte
Achtergrondkleur
verwijderen
U kunt uw
scaninstellingen als
standaardinstellingen
opslaan.
Zie .
Fabrieksinstell. Ja
Nee
U kunt alle
scaninstellingen die u
hebt gewijzigd, herstellen
naar de
fabrieksinstellingen.
Niveau 1 Niveau 2 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Software en Netwerk gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
214
Opties (naar e-mailserver) C
Niveau 1 Niveau 2 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Opties 2-zijdige scan Uit*
2-zijdige scan: lange
zijde
2-zijdige scan: korte
zijde
Hiermee kiest u de
dubbelzijdige
scanmodus.
Zie .
Scantype Kleur*
Grijs
Zwart-wit
Hiermee kiest u het
scantype voor uw
document.
Resolutie (Wanneer u Kleur selecteert
in Scantype)
100 dpi
200 dpi*
300 dpi
600 dpi
Autom.
(Wanneer u Grijs selecteert
in Scantype)
100 dpi
200 dpi*
300 dpi
Autom.
(Wanneer u Zwart-wit
selecteert in Scantype)
200 dpi*
300 dpi
200x100
Hiermee kiest u de
scanresolutie voor uw
document.
Software en Netwerk gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
215
C
Opties
(vervolg)
Bestandstype (Wanneer u Kleur of Grijs
selecteert in Scantype)
PDF*
JPEG
PDF/A
Veilige PDF
Ondert. PDF
XPS
(Wanneer u Zwart-wit
selecteert in Scantype)
PDF*
PDF/A
Veilige PDF
Ondert. PDF
TIFF
Hiermee kiest u het
bestandsformaat voor uw
document.
Zie .
Scanformaat glas A4*
Letter
Legal/Folio
(MFC-L8850CDW en
MFC-L9550CDW)
Om een document in
Letter-, Legal- of Folio-
formaat te scannen, moet
u de instelling voor het
scanformaat van de
glasplaat wijzigen.
Bestandsgrootte Klein
Midden*
Groot
U kunt het
bestandsformaat kiezen
voor scannen in kleur of
grijswaarden.
Nieuwe standaard 2-zijdige scan
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Scanformaat glas
Bestandsgrootte
U kunt uw
scaninstellingen als
standaardinstellingen
opslaan.
Fabrieksinstell. Ja
Nee
U kunt alle
scaninstellingen die u
hebt gewijzigd, herstellen
naar de
fabrieksinstellingen.
Niveau 1 Niveau 2 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Software en Netwerk gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
216
Opties (naar FTP/SFTP en naar netwerk) C
Niveau 1 Niveau 2 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Opties 2-zijdige scan Uit*
2-zijdige scan: lange
zijde
2-zijdige scan: korte
zijde
Hiermee kiest u de
dubbelzijdige
scanmodus.
Zie .
Scantype Kleur*
Grijs
Zwart-wit
Hiermee kiest u het
scantype voor uw
document.
Resolutie (Wanneer u Kleur selecteert
in Scantype)
100 dpi
200 dpi*
300 dpi
600 dpi
Autom.
(Wanneer u Grijs selecteert
in Scantype)
100 dpi
200 dpi*
300 dpi
Autom.
(Wanneer u Zwart-wit
selecteert in Scantype)
200 dpi*
300 dpi
200x100
U kunt de scanresolutie
en het bestandsformaat
kiezen voor uw
document.
Software en Netwerk gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
217
C
Opties
(vervolg)
Bestandstype (Wanneer u Kleur of Grijs
selecteert in Scantype)
PDF*
JPEG
PDF/A
Veilige PDF
Ondert. PDF
XPS
(Wanneer u Zwart-wit
selecteert in Scantype)
PDF*
PDF/A
Veilige PDF
Ondert. PDF
TIFF
U kunt de scanresolutie
en het bestandsformaat
kiezen voor uw
document.
Zie .
Scanformaat glas A4*
Letter
Legal/Folio
(MFC-L8850CDW en
MFC-L9550CDW)
Om een document in
Letter-, Legal- of Folio-
formaat te scannen, moet
u de instelling voor het
scanformaat van de
glasplaat wijzigen.
Bestandsnaam BRNXXXXXXXXXXXX*
Estimate
Report
Order sheet
Contract sheet
Check
Bon
<Handmatig>
U kunt
voorgeprogrammeerde
bestandsnamen kiezen.
Als u <Handmatig>
kiest, kunt u het bestand
noemen zoals u wilt.
“XXXXXXXXXX” is het
MAC-
adres/Ethernetadres van
uw machine.
Bestandsgrootte Klein
Midden*
Groot
U kunt het
bestandsformaat kiezen
voor scannen in kleur of
grijswaarden.
Achtergrondkleur
verwijderen
Uit*
Laag
Gemiddeld
Hoog
U kunt aangeven hoeveel
van de achtergrondkleur
moet worden verwijderd.
Gebruikersnaam Voer de gebruikersnaam
in.
Niveau 1 Niveau 2 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Software en Netwerk gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
218
Toner C
Wi-Fi-instelling C
Niveau 1 Niveau 2 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Levensduur
toner
Bekijk de geschatte resterende levensduur
van de toner voor elke kleur.
Zie .
Testafdruk Hiermee drukt u de testpagina af.
Kalibratie Kalibreren Ja
Nee
De kleurdichtheid aanpassen of de
fabrieksinstellingen herstellen voor de
kleurkalibratie.
122
Herstellen Ja
Nee
Registratie Ja
Nee
Past de afdrukpositie van elke kleur
automatisch aan.
123
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau 1 Niveau 2 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Inst. Wizard Hiermee kunt u uw interne afdrukserver
configureren.
Zie .
WPS/AOSS U kunt de instellingen voor een draadloos
netwerk gemakkelijk configureren met de
éénknopsmethode.
WLAN-assistent ——
(Alleen Windows
®
) U kunt de draadloze
netwerkinstellingen configureren met de
Brother-cd-rom.
Software en Netwerk gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
219
C
Snelkoppelingen C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Snelkoppeling
toevoegen
Kopiëren Bon Zie Kopiëren
uu pagina 203.
Hiermee kiest u de gewenste
instellingen uit de aangeboden
mogelijkheden.
15
Normaal
2op1(id)
2op1
2-zijdig (12)
2-zijdig (22)
Papier opslaan
Fax Adres Hiermee slaat u faxnummers
op, zodat u met behulp van
deze snelkoppeling nummers
kunt kiezen.
16
Faxresolutie Standaard
Fijn
Superfijn
Foto
Hiermee kunt u de resolutie
voor uitgaande faxen instellen.
16
2-zijdige fax Uit
2-zijdige
scan: lange
zijde
2-zijdige
scan: korte
zijde
Hiermee kiest u de
dubbelzijdige fax-scanmodus.
16
Contrast Autom.
Licht
Donker
Hiermee kunt u de faxen die u
verzendt lichter of donkerder
maken.
16
Rondsturen Nummer
toevoeg.
(Opties)
Nummer
toevoeg.
Toevoegen uit
adresboek
Zoeken in
adresboek
U kunt hetzelfde faxbericht
naar meerdere faxnummers
verzenden.
16
Direct verzenden Aan
Uit
Verzendt een fax zonder het
geheugen te gebruiken.
16
Voorpagina
instellen
Voorpagina
instellen
Voorblad Opm.
Totaalaantal
pag.
Deze functie verzendt
automatisch een voorblad dat u
hebt geprogrammeerd.
16
Internationaal Aan
Uit
Als u problemen hebt met het
internationaal verzenden van
faxen, zet deze functie dan op
Aan.
16
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
220
Snelkoppeling
toevoegen
(vervolg)
Fax
(vervolg)
Scanformaat glas Letter
A4
Legal/Folio
(MFC-L8850CDW
en
MFC-L9550CDW)
Hiermee past u het scangebied
van de glasplaat aan de grootte
van het document aan.
16
Scannen naar bestand (PC Select) Hiermee scant u een zwart-wit-
of een kleurdocument naar uw
computer.
17
naar OCR (PC Select) Hiermee converteert u uw
tekstdocument naar een
bewerkbaar tekstbestand.
17
naar afbeelding (PC Select) U kunt een afbeelding in kleur
naar uw grafische toepassing
scannen.
17
naar USB 2-zijdige
scan
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Scanformaat
glas
Bestandsnaam
Bestandsgrootte
Achtergrondkleur
verwijderen
Hiermee kunt u documenten
naar een USB-flashstation
scannen.
17
naar e-mail (PC Select) U kunt een zwart-wit- of een
kleurdocument naar uw e-
mailtoepassing scannen.
17
nr e-mailserver
(MFC-L8650CDW
wordt alleen
ondersteund als u
IFAX hebt
gedownload)
Adres
2-zijdige
scan
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Scanformaat
glas
Bestandsgrootte
U kunt een zwart-wit- of een
kleurdocument naar uw e-
mailserver scannen.
17
naar netwerk (Profielnaam) U kunt gescande gegevens
verzenden naar een CIFS-
server op uw lokaal netwerk of
op het internet.
17
naar FTP/SFTP (Profielnaam) U kunt gescande gegevens via
FTP of SFTP verzenden.
17
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
221
C
Snelkoppeling
toevoegen
(vervolg)
Web
Skydrive
®
Hiermee maakt de machine
van Brother verbinding met een
internetdienst.
Webservices kunnen
toegevoegd zijn en/of
servicenamen kunnen
gewijzigd zijn door de provider
sinds het document werd
gepubliceerd.
Ga naar het Brother Solutions
Center om de Handleiding Web
Connect te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
19
Box
Picasa Web
Albums™
Google Drive™
Flickr
®
Facebook
Evernote
®
Dropbox
Apps NotitieScan Er kunnen apps toegevoegd
zijn en/of appnamen kunnen
gewijzigd zijn door de provider
na de publicatie van dit
document.
Ga naar het Brother Solutions
Center om de Handleiding Web
Connect te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
20
Contour&scan
Contour&kopie
(Selecteer
de snelk.
die u wilt
hernoemen/
verw.)
(Kies
snelkoppelin
gsknop.)
Naam
snelkoppeling
bewerken
Wijzigt de naam van de
snelkoppeling.
21
Verwijder Verwijdert de snelkoppeling. 22
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
222
Web (Meer1-scherm) C
Apps (Meer1-scherm) C
Niveau 1 Niveau 2 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Skydrive
®
Hiermee maakt de machine van
Brother verbinding met een
internetdienst.
Zie .
Box
Picasa Web Albums™
Google Drive™
Flickr
®
——
Facebook
Evernote
®
——
Dropbox
Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/
) om de
Handleiding Web Connect te downloaden.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau 1 Niveau 2 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
NotitieScan Hiermee maakt de Brother-machine
verbinding met de Brother-apps via
internet.
Zie .
Contour&scan
Contour&kopie
Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/
) om de
Handleiding Web Connect te downloaden.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
223
C
USB (Meer2-scherm) C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Scan nr
USB
Zie naar USB uu pagina 207
Zie .
Direct
afdrukken
(Bestand
selecteren)
Afdrukinstell.
(Aantal
afdrukken
(001 tot 999))
Papiersoort Dun
Normaal pap.*
Dik
Dikker
Kringlooppapier
Briefpapier
Etiketten
Envelop
Env. Dun
Env. Dik
Glanzend
papier
Hiermee stelt u het
afdrukmediatype in als u
rechtstreeks afdrukt
vanaf het USB-
flashstation.
68
Papierformaat
A4*
Letter
B5(JIS)
B5(ISO)
A5
A5(lange
zijde)
A6
Executive
Legal
Folio
3"x5"
Com-10
Monarch
C5
DL
Hiermee stelt u het
papierformaat in als u
rechtstreeks afdrukt
vanaf het USB-
flashstation.
68
Software en Netwerk gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
224
Direct
afdrukken
(vervolg)
(Bestand
selecteren)
(vervolg)
Afdrukinstell.
(Aantal
afdrukken
(001 tot 999))
(vervolg)
Meerdere
pagina's
1op1*
2op1
4op1
9op1
16op1
25op1
1 op 2x2
pagina's
1 op 3x3
pagina's
1 op 4x4
pagina's
1 op 5x5
pagina's
Hiermee stelt u de
paginalay-out in als u
meerdere pagina's
rechtstreeks afdrukt
vanaf het USB-
flashstation.
68
Orientatie Portret*
Landschap
Hiermee stelt u de
afdrukstand in als u
rechtstreeks afdrukt
vanaf het USB-
flashstation.
68
Tweezijdig Uit*
Lange zijde
Korte zijde
Hiermee selecteert u het
formaat voor tweezijdig
afdrukken als u
rechtstreeks afdrukt
vanaf het USB-
flashstation.
68
Sorteren Aan*
Uit
Hiermee schakelt u de
functie pagina's sorteren
in of uit als u rechtstreeks
afdrukt vanaf het USB-
flashstation.
68
Ladegebruik Autom.*
Alleen MF
Alleen lade 1
Alleen lade 2
(De melding
Alleen lade 2
verschijnt alleen
als u lade 2 hebt
geïnstalleerd).
Hiermee selecteert u de
lade die gebruikt moet
worden als u
rechtstreeks afdrukt
vanaf het USB-
flashstation.
68
Printkwaliteit
Normaal*
Fijn
Hiermee stelt u de
afdrukkwaliteit in als u
rechtstreeks afdrukt
vanaf het USB-
flashstation.
68
PDF-optie Origineel*
Document&opmaak
Document&stempels
Hiermee stelt u de
instelling voor
rechtstreeks afdrukken
via USB in om
opmerkingen (Markup)
of stempels in het PDF-
bestand in combinatie
met de tekst af te
drukken.
68
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Software en Netwerk gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
225
C
Direct
afdrukken
(vervolg)
Indexafdruk Hiermee drukt u een
pagina met miniaturen
af.
68
Standaardinst.
Papiersoort
Dun
Normaal pap.*
Dik
Dikker
Kringlooppapier
Briefpapier
Etiketten
Envelop
Env. Dun
Env. Dik
Glanzend
papier
Hiermee stelt u het
standaard mediatype in
als u rechtstreeks afdrukt
vanaf het USB-
flashstation.
70
Papierformaat
A4*
Letter
B5(JIS)
B5(ISO)
A5
A5(lange
zijde)
A6
Executive
Legal
Folio
3"x5"
Com-10
Monarch
C5
DL
Hiermee stelt u het
standaard papierformaat
in als u rechtstreeks
afdrukt vanaf het USB-
flashstation.
70
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Software en Netwerk gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
226
Direct
afdrukken
(vervolg)
Standaardinst.
(vervolg)
Meerdere
pagina's
1op1*
2op1
4op1
9op1
16op1
25op1
1 op 2x2
pagina's
1 op 3x3
pagina's
1 op 4x4
pagina's
1 op 5x5
pagina's
Hiermee stelt u de
standaard papieropmaak
in als u meerdere
pagina's rechtstreeks
afdrukt vanaf het USB-
flashstation.
70
Orientatie Portret*
Landschap
Hiermee stelt u de
standaard afdrukstand in
als u rechtstreeks afdrukt
vanaf het USB-
flashstation.
70
Sorteren Aan*
Uit
Hiermee schakelt u de
functie standaard
pagina's sorteren in of uit
als u rechtstreeks afdrukt
vanaf het USB-
flashstation.
70
Printkwaliteit
Normaal*
Fijn
Hiermee stelt u de
standaard afdrukkwaliteit
in als u rechtstreeks
afdrukt vanaf het USB-
flashstation.
70
PDF-optie Origineel*
Document&opmaak
Document&stempels
Hiermee stelt u de
standaardinstelling voor
rechtstreeks afdrukken
via USB in om
opmerkingen (Markup)
of stempels in het PDF-
bestand in combinatie
met de tekst af te
drukken.
70
Afdrukken
van index
Eenvoudig*
Details
Hiermee stelt u het
standaard afdrukken van
de index in op simpele
opmaak of details.
70
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Toebehoren Omschrijving Zie
pagina
Software en Netwerk gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
227
C
Tekst invoeren C
Wanneer u tekst in de machine wilt invoeren, verschijnt het toetsenbord op het aanraakscherm.
Druk herhaaldelijk op om cijfers, letters of speciale tekens te kiezen.
Druk op om tussen kleine letters en hoofdletters te schakelen.
Spaties invoegen
Om een spatie in te voeren, drukt u op Spatie of c.
Corrigeren
Als u een onjuist teken hebt ingevoerd en u dit wilt wijzigen, gebruikt u de pijltjestoetsen om de
cursor onder het onjuiste teken te plaatsen. Druk op en voer vervolgens het juiste teken in. U
kunt ook letters invoegen door de cursor te verplaatsen en een teken in te voeren.
Als d niet op het scherm verschijnt, drukt u herhaaldelijk op tot u het onjuiste teken hebt
gewist. Voer de juiste tekens in.
OPMERKING
De beschikbare tekens kunnen verschillen afhankelijk van uw land.
Afhankelijk van de instellingen die u selecteert, kan de lay-out van het toetsenbord verschillen.
228
D
Algemeen D
Specificaties D
Model MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW
Printertype Laser
Afdrukmethode Elektrofotografische laserprinter (één-run)
Geheugencapaciteit Standaard 256 MB
Optioneel 1 sleuf: DDR2 SO-DIMM (144-pin) maximaal 256 MB
LCD-scherm (liquid crystal display) 3,7 inch (93,4 mm)
TFT LCD-
kleurenaanraaksch
erm
1
en
aanraakpaneel
4,85 inch (123,2 mm) TFT LCD-
kleurenaanraakscherm
1
en
aanraakpaneel
Stroombron 220 - 240 V AC 50/60 Hz
Stroomverbruik
2
(Gemiddeld)
Piek Ongeveer 1.200 W
Afdrukken Ongeveer 565 W bij 25 C
Afdrukken
(Stille modus)
Ongeveer 355 W bij 25 C
Kopiëren Ongeveer 565 W bij 25 C
Kopiëren
(Stille modus)
Ongeveer 355 W bij 25 C
Klaar Ongeveer 65 W bij 25 C
Slapen Ongeveer 9,5 W Ongeveer 10,5 W
Diepe Slaap Ongeveer 1,7 W Ongeveer 1,9 W
Uitgeschakeld
34
Ongeveer 0,04 W
Afmetingen MFC-L8650CDW
410 mm 503 mm
492 mm
Specificaties
229
D
1
Diagonaal gemeten
2
USB-aansluitingen naar de computer
3
Gemeten volgens IEC 62301 Editie 2.0
4
Het energieverbruik varieert licht afhankelijk van de gebruiksomgeving of de slijtage van de onderdelen.
MFC-L8850CDW, MFC-L9550CDW
Gewichten (met verbruiksartikelen) 30,4 kg 31,0 kg
Model MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW
490 mm 526 mm
530 mm
230
1
Gemeten in overeenstemming met de methode beschreven in RAL-UZ171.
2
Kantoorapparatuur met LWAd>6,30 B (A) is niet geschikt voor gebruik in ruimten waar mensen zeer geconcentreerd
moeten werken. Dergelijke apparatuur moet in aparte ruimten worden geplaatst vanwege het geluid dat deze
produceert.
Model MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW
Geluidsemissie Geluidsdruk Afdrukken Lp
Am = 55 dB (A) LpAm = 56 dB (A)
Afdrukken
(Stille modus)
Lp
Am = 52 dB (A) LpAm = 53 dB (A)
Klaar Lp
Am = 28 dB (A)
Geluidskracht
Kopiëren
12
(Kleur)
LWAd = 6,73 B (A) LWAd = 6,71 B (A)
Kopiëren
12
(Monochroom)
LWAd = 6,70 B (A) LWAd = 6,71 B (A)
Afdrukken
(Stille modus)
L
WAd = 6,40 B (A) LWAd = 6,36 B (A)
Klaar
12
LWAd = 4,05 B (A)
Temperatuur In bedrijf 10 tot 32 C
Opslag 0 tot 40 C
Vochtigheid In bedrijf 20 tot 80% (zonder condens)
Opslag 10 tot 90% (niet condenserend)
ADF (automatische documentinvoer) Maximaal
35 pagina's
Maximaal 50 pagina's
Voor optimale resultaten raden wij het volgende aan:
Temperatuur: 20 tot 30 C
Vochtigheid: 50% tot 70%
Papier: 80 g/m
2
Specificaties
231
D
Document grootte D
Model MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW
Documentgrootte
(enkelzijdig)
Breedte ADF
(automatische
documentinvoer)
147,3 tot 215,9 mm
Lengte ADF
(automatische
documentinvoer)
147,3 tot 355,6 mm
Breedte glasplaat Maximaal 215,9 mm
Lengte glasplaat
Maximaal 297,0 mm
Maximaal 355,6 mm
Document grootte
(dubbelzijdig)
Breedte ADF
(automatische
documentinvoer)
147,3 tot 215,9 mm
Lengte ADF
(automatische
documentinvoer)
147,3 tot 355,6 mm
232
Afdrukmedia D
1
Voor etiketten adviseren we u afgedrukte vellen onmiddellijk na het afdrukken uit de uitvoerlade te verwijderen, om
vlekken te vermijden.
Model MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW
Papierinvoer Papierlade 1
(standaard)
Papiersoort Normaal papier, dun papier, kringlooppapier
Papierformaat A4, Letter, B5 (JIS), A5, A5 (lange zijde), A6, Executive,
Legal, Folio
Papiergewicht
60 tot 105 g/m
2
Maximale
papiercapaciteit
Maximaal 250 vellen normaal papier van 80 g/m
2
Multifunctionele
lade
(Multif. lade)
Papiersoort Normaal papier, dun papier, dik papier, dikker papier,
kringlooppapier, bankpostpapier, etiket, enveloppe,
dunne env., dikke env., glanzend papier
Papierformaat Breedte: 76,2 tot 215,9 mm
Lengte: 127,0 tot 355,6 mm
Papiergewicht
60 tot 163 g/m
2
Maximale
papiercapaciteit
Maximaal 50 vellen normaal papier van 80 g/m
2
Papierlade 2
(optioneel)
Papiersoort Normaal papier, dun papier, kringlooppapier
Papierformaat A4, Letter, B5 (JIS), A5, Executive, Legal, Folio
Papiergewicht
60 tot 105 g/m
2
Maximale
papiercapaciteit
Maximaal 500 vellen normaal papier van 80 g/m
2
Papieruitvoer
1
Uitvoerlade bedrukte zijde
onder
Tot 150 vellen normaal papier van 80 g/m
2
Normaal
papier (met de bedrukte zijde naar beneden op de
documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden
uitgeworpen)
Uitvoerlade bedrukte zijde
boven
Eén vel (uitgeworpen met de bedrukte zijde naar boven
in de uitvoerlade voor bedrukte zijde boven)
Tweezijdig Automatisch
tweezijdig
afdrukken
Papiersoort Normaal papier, dun papier, kringlooppapier, glanzend
papier
Papierformaat A4
Papiergewicht
60 tot 105 g/m
2
Specificaties
233
D
Fax D
1
'Pagina's' verwijst naar de 'ITU-T testkaart #1' (een standaard zakenbrief, standaardresolutie, JBIG-code).
Specificaties en gedrukt materiaal kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Model MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW
Compatibiliteit ITU-T Super Groep 3
Coderingssysteem MH/MR/MMR/JBIG
Modemsnelheid 33.600 bps (met Automatic Fallback)
Dubbelzijdige afdrukken ontvangen Ja
Automatisch dubbelzijdig verzenden Ja (vanaf ADF (automatische documentinvoer))
Scanbreedte Maximaal 208 mm
Afdrukbreedte Maximaal 208 mm
Grijswaarden 8 bit/256 niveaus
Resolutie Standaard
203 98 dpi
Fijn
203 196 dpi
Superfijn
203 392 dpi
Foto
203 196 dpi
Adresboek 300 adressen
Groepen Maximaal 20
Groepsverzenden 350 (300 adresboek/50 handmatig kiezen)
Automatisch opnieuw kiezen 3 keer met een interval van 5 minuten
Verzenden vanuit het geheugen
Maximaal 500
1
pagina's
Ontvangst zonder papier
Maximaal 500
1
pagina's
234
Kopiëren D
1
In de stand Gereed met de standaardlade.
Model MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW
Breedte kopie Maximaal 210 mm
Automatisch dubbelzijdig kopiëren Ja (vanaf ADF (automatische documentinvoer))
Meerdere kopieën Stapelt of sorteert maximaal 99 pagina's
Verkleinen/Vergroten 25% tot 400% (in stappen van 1%)
Resolutie Maximaal 1200 600 dpi
Tijd voor eerste kopie
1
Monochroom Minder dan 18 seconden bij 23 C / 230 V
Kleur Minder dan 20 seconden bij 23 C / 230 V
Specificaties
235
D
Scanner D
1
Voor de meest recente driverupdates voor de OS X-versie die u gebruikt, raadpleegt u onze website
http://solutions.brother.com/
.
2
Maximaal 1200 1200 dpi scannen met de WIA-driver in Windows
®
XP, Windows Vista
®
, Windows
®
7 en Windows
®
8 (u kunt een resolutie van maximaal 19200 19200 dpi selecteren met behulp van het scannerhulpprogramma).
Model MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW
Kleur/Zwart-wit Ja/Ja
TWAIN-compatibel
Ja (Windows
®
XP / Windows Vista
®
/ Windows
®
7/
Windows
®
8 / Mac OS X v10.7.5 / 10.8.x / 10.9.x
1
)
WIA-compatibel
Ja (Windows
®
XP / Windows Vista
®
/ Windows
®
7 /
Windows
®
8)
ICA-compatibel Ja (Mac OS X v10.7.5 / 10.8.x / 10.9.x)
Kleurintensiteit Kleur 48-bits kleurverwerking (invoer)
24-bits kleurverwerking (uitvoer)
Grijswaarden 16-bits kleurverwerking (invoer)
8-bits kleurverwerking (uitvoer)
Resolutie
Max. 19.200 19.200 dpi (geïnterpoleerd)
2
Max. 1200 2400 dpi (optisch)
2
(via glasplaat)
Max. 1.200 600 dpi (optisch)
2
(via ADF (automatische
documentinvoer))
Scanbreedte Maximaal 210 mm
Automatisch dubbelzijdig scannen Ja (vanaf ADF (automatische documentinvoer))
236
Printer D
1
De afdruksnelheid kan variëren al naar gelang het type document dat u afdrukt.
2
In de stand Gereed met de standaardlade.
Model MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW
Automatisch tweezijdig afdrukken Ja
Emulaties
PCL6, BR-Script3 (PostScript
®
3™)
Resolutie 600 600 dpi
2400 dpi (2400 600)-kwaliteit
Afdruksnelheid
(tweezijdig)
Monochroom Maximaal 14 zijden per minuut (maximaal 7 vellen per
minuut)
(A4-formaat)
1
Kleur Maximaal 14 zijden per minuut (maximaal 7 vellen per
minuut)
(A4-formaat)
1
Afdruksnelheid Monochroom Maximaal 28
zijden per minuut
(A4-formaat)
1
Maximaal 30 zijden per minuut
(A4-formaat)
1
Kleur Maximaal 28
zijden per minuut
(A4-formaat)
1
Maximaal 30 zijden per minuut
(A4-formaat)
1
Tijd eerste afdruk
2
Monochroom Minder dan 15 seconden bij 23 C / 230 V
Kleur Minder dan 15 seconden bij 23 C / 230 V
Specificaties
237
D
Interfaces D
1
Uw machine beschikt over een Hi-Speed USB 2.0-interface. De machine kan ook worden aangesloten op een
computer met een USB 1.1-interface.
2
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund.
3
Zie Netwerk uu pagina 238 en Software en Netwerk gebruikershandleiding voor gedetailleerde netwerkspecificaties.
Model MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW
USB
Hi-Speed USB 2.0
12
Wij raden u aan een USB 2.0-kabel (type A/B) te gebruiken die niet langer is dan
2,0 meter.
Ethernet
3
10BASE-T / 100BASE-TX
Gebruik een rechtstreekse twisted-pair-kabel (categorie 5 of hoger).
Draadloos LAN
3
IEEE 802.11b/g/n (Infrastructuurmodus/Ad-hocmodus)
IEEE 802.11g (Wi-Fi Direct)
238
Netwerk D
OPMERKING
Voor meer informatie over de netwerkspecificaties, uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
1
Zie Computervereisten uu pagina 240.
2
(Voor Windows
®
-gebruikers) Brother BRAdmin Light is beschikbaar op de met de machine meegeleverde cd-rom.
(Voor Macintosh-gebruikers) Brother BRAdmin Light kunt u downloaden van onze website
http://solutions.brother.com/
.
3
(Voor Windows
®
-gebruikers) Voor een geavanceerd machinebeheer gebruikt u de meest recente versie van het
hulpprogramma Brother BRAdmin Professional dat u kunt ophalen op http://solutions.brother.com/
.
4
MFC-L8650CDW wordt alleen ondersteund als u IFAX hebt gedownload.
Model MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW
LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten voor printen via het
netwerk, netwerkscannen, PC-Fax verzenden, PC-Fax ontvangen
(alleen Windows
®
) en externe installatie
1
.
De software voor netwerkbeheer Brother BRAdmin Light
23
is
eveneens bijgeleverd.
Protocollen IPv4 ARP, RARP, BOOTP, DHCP, APIPA (Auto IP), WINS/NetBIOS-
naamresolutie, DNS Resolver, mDNS, LLMNR responder, LPR/LPD,
Custom Raw Port/Port9100, POP3, SMTP Client, IPP/IPPS, FTP
Client en Server, CIFS Client, TELNET Server, SNMPv1/v2c/v3,
HTTP/HTTPS Server, TFTP Client en Server, ICMP, Web Services
(Print/Scan), SNTP Client, LDAP
4
, IMAP4
IPv6 NDP, RA, DNS Resolver, mDNS, LLMNR responder, LPR/LPD,
Custom Raw Port/Port9100, POP3, IPP/IPPS, FTP Client en Server,
CIFS Client, TELNET Server, SNMPv1/v2c/v3, HTTP/HTTPS server,
TFTP Client en Server, SMTP Client, ICMPv6, SNTP Client, Web
Services (Print/Scan), LDAP
4
, IMAP4
Beveiligingsprot
ocollen
Bedraad APOP, SMTP-AUTH, SSL/TLS (IPPS, HTTPS, SMTP, POP3,
IMAP4), SNMP v3, 802.1x (EAP-MD5, EAP-FAST, PEAP, EAP-TLS,
EAP-TTLS), Kerberos, IPSec
Draadloos APOP, SMTP-AUTH, SSL/TLS (IPPS, HTTPS, SMTP, POP3,
IMAP4), SNMP v3, 802.1x (LEAP, EAP-FAST, PEAP, EAP-TLS,
EAP-TTLS), Kerberos, IPSec
Draadloze
netwerkbeveiliging
WEP 64/128 bit, WPA-PSK (TKIP/AES), WPA2-PSK (AES)
Hulpprogramma
voor het
instellen van een
draadloos
netwerk
AOSS™ Ja
WPS Ja
Specificaties
239
D
Functie Rechtstreeks afdrukken D
1
PDF-data met een JBIG2-beeldbestand, een JPEG2000-beeldbestand of een transparantbestand worden niet
ondersteund.
Model MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW
Compatibiliteit
PDF-versie 1.7
1
, JPEG, Exif + JPEG, PRN (gemaakt door
Brother-printerstuurprogramma), TIFF (gescand door alle
Brother MFC- of DCP-modellen), XPS-versie 1.0
Interface USB-direct interface
240
Computervereisten D
1
Voor WIA, 1.200 x 1.200 resolutie. Brother Scanner Toepassing maakt verbetering tot 19200 x 19200 dpi mogelijk.
2
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund.
3
PC-FAX ondersteunt alleen zwart-wit.
4
Nuance™ PaperPort™ 12SE wordt ondersteund door Windows
®
XP Home (SP3 of hoger), Windows
®
XP
Professional (SP3 of hoger), Windows
®
XP Professional x64 Edition (SP2 of hoger), Windows Vista
®
(SP2 of hoger),
Windows
®
7 en Windows
®
8.
Voor de laatste actualiseringen van het stuurprogramma gaat u naar http://solutions.brother.com/.
Alle handelsmerken, merk- en productnamen zijn eigendom van hun respectieve bedrijven.
Versie van het
computerplatform en het
besturingssysteem
Pc-interface
Processor
Harde schijf ruimte om
te installeren
USB
2
10/100Base-TX
(Ethernet)
Draadloos
802.11b/g/n
Voor
drivers
Voor
programma's
Windows
®
-
besturingss
ysteem
Windows
®
XP
Home
14
Windows
®
XP
Professional
14
Afdrukken
PC-FAX
3
Scannen
32-bits (x86)
of 64-bits
(x64)
processor
150 MB 500 MB
Windows
®
XP
Professional x64
Edition
14
64-bits (x64)
processor
Windows
Vista
®14
32-bits (x86)
of 64-bits
(x64)
processor
500 MB 1,2 GB
Windows
®
7
14
650 MB 1,2 GB
Windows
®
8
14
Windows Server
®
2003
N.v.t. Afdrukken
32-bits (x86)
of 64-bits
(x64)
processor
50 MB N.v.t.
Windows Server
®
2003 x64 Edition
64-bits (x64)
processor
Windows Server
®
2008
32-bits (x86)
of 64-bits
(x64)
processor
Windows Server
®
2008 R2
64-bits (x64)
processor
Windows Server
®
2012
Windows Server
®
2012 R2
Macintosh-
besturingss
ysteem
Mac OS X v10.7.5
Afdrukken
PC-FAX (verzenden)
3
Scannen
Intel
®
-
processor
80 MB 400 MB
OS X v10.8.x
OS X v10.9.x
Specificaties
241
D
Toebehoren D
1
De geschatte cartridgeopbrengst wordt verklaard in overeenstemming met ISO/IEC 19798.
2
De gebruiksduur van de drum is een gemiddelde waarde en kan verschillen, afhankelijk van het gebruik.
3
De gebruiksduur van de riem is een gemiddelde waarde en kan verschillen, afhankelijk van het gebruik.
4
De tonerbak is een gemiddelde waarde en kan verschillen, afhankelijk van het gebruik.
Model MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW Naam van
het model
Tonercartridge
In de
verpakking
Zwart Ongeveer 2.500 pagina's
(A4- of Letterformaat)
1
Ongeveer 6.000
pagina's (A4- of
Letterformaat)
1
Cyaan
Magenta
Geel
Ongeveer 1.500 pagina's
(A4- of Letterformaat)
1
Ongeveer 6.000
pagina's (A4- of
Letterformaat)
1
Standaard Zwart Ongeveer 2.500 pagina's
(A4- of Letterformaat)
1
TN-321BK
Cyaan
Magenta
Geel
Ongeveer 1.500 pagina's
(A4- of Letterformaat)
1
TN-321C
TN-321M
TN-321Y
Hoge
capaciteit
Zwart Ongeveer 4.000 pagina's
(A4- of Letterformaat)
1
TN-326BK
Cyaan
Magenta
Geel
Ongeveer 3.500 pagina's
(A4- of Letterformaat)
1
TN-326C
TN-326M
TN-326Y
Superhoge
capaciteit
Zwart
Cyaan
Magenta
Geel
Ongeveer 6.000
pagina's (A4- of
Letterformaat)
1
TN-329BK
TN-329C
TN-329M
TN-329Y
Zwart
Cyaan
Magenta
Geel
Ongeveer 6.000
pagina's (A4- of
Letterformaat)
1
TN-900BK
TN-900C
TN-900M
TN-900Y
Drumeenheid Ongeveer 25.000 pagina's (A4- of Letterformaat)
(1 pagina/taak)
2
DR-321CL
Riemeenheid Ongeveer 50.000 pagina's A4 of Letter
(5 pagina's/taak)
3
BU-320CL
Ongeveer 20.000 pagina's (A4- of Letterformaat)
(1 pagina/taak)
3
Tonerbak
Ongeveer 50.000 pagina's (A4- of Letterformaat)
4
WT-320CL
242
Belangrijke informatie over de levensduur van de
tonercassette D
Kleur-/Zwart-wit-instelling in het printerstuurprogramma D
Gebruikers kunnen de kleur- of zwart-wit-instelling in het printerstuurprogamma als volgt
aanpassen:
Auto
De machine controleert de inhoud van het document op kleur. Als ergens in het document
kleur wordt waargenomen, wordt het hele document afgedrukt met de kleurencartridges. Met
andere woorden worden sommige toners gemengd om elke waargenomen kleur in het
document te krijgen en de dichtheid van de toner op de pagina te vergroten. Als er geen kleur
wordt waargenomen, drukt de printer af in zwart-wit.
De standaardinstelling op uw machine is Auto.
OPMERKING
De kleursensor van de machine is erg gevoelig. Deze kan vervaagde zwarte tekst of een
achtergrond die niet geheel wit is als kleur waarnemen. Als u weet dat uw document zwart-wit
is en u wilt de kleurtoner sparen, selecteer dan de modus Mono.
Kleur
De machine drukt het document af met de kleurencartridges, ongeacht of het document kleur
bevat of enkel zwart-wit is.
Mono
Selecteer deze stand wanneer het document uitsluitend tekst en/of objecten in zwart en
grijswaarden bevat. Wanneer uw document kleur bevat, drukt deze modus het document af in
256 tinten grijs met de zwarte toner.
OPMERKING
Als de cyaan, magenta of gele toner opraakt tijdens het afdrukken van een kleurdocument, kan
de afdruktaak niet worden voltooid. Zolang er zwarte toner beschikbaar is, kunt u ervoor kiezen
de afdruktaak opnieuw te starten in de modus Mono.
Voor meer informatie over de instellingen in de printerdriver, uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
Levensduur tonercartridge D
Dit product detecteert de levensduur van de tonercassette aan de hand van de volgende twee
methoden:
Detectie door de punten te tellen van elke kleur die nodig zijn om een afbeelding te
maken
Specificaties
243
D
Detectie door de rotaties te tellen van de ontwikkelaarroller
Dit product heeft een functie die zowel de punten telt van elke kleur die gebruikt worden om
elk document af te drukken als de rotaties van elke ontwikkelaarroller van de tonercassette.
De afdruktaak stopt als een bovengrens wordt bereikt. De bovengrens is ingesteld boven het
aantal punten of omwentelingen dat nodig is voor de cassette om consistent te werken met het
opgegeven paginabereik. Deze functie is bedoeld om het risico op slechte afdrukkwaliteit en
schade aan de machine te verminderen.
Er zijn twee meldingen die aangeven wanneer de toner het einde van zijn levensduur nadert
of heeft bereikt: Toner bijna op en Toner vervangen.
Toner bijna op wordt weergegeven op het LCD-scherm als het aantal punten of
omwentelingen van de ontwikkelaarroller de maximale telling nadert: Toner vervangen
wordt weergegeven op het LCD-scherm als het aantal punten of omwentelingen van de
ontwikkelaarroller de maximale telling heeft bereikt.
Kleur Correctie D
Het aantal omwentelingen van de ontwikkelaarroller dat geteld is is niet alleen voor normale taken
zoals afdrukken en kopiëren maar ook voor machine-afstellingen zoals kleurkalibratie en
kleurregistratie.
Kleurkalibratie (afstelling of kleurdichtheid)
Voor een stabiele afdrukkwaliteit, moet de dichtheid van elke tonercartridge op een vaste
waarde worden gehouden. Als de dichtheidbalans tussen de kleuren niet kan worden
vastgehouden, wordt de kleur onstabiel en is een accurate kleurweergave niet meer mogelijk.
De tonerdichtheid kan veranderen door chemische wijzigingen van de toner die de elektrische
lading beïnvloeden, achteruitgang van de ontwikkelaareenheid en door de temperatuur en het
vochtgehalte in het apparaat. Bij kalibratie worden de testpatronen voor het afstellen van het
dichtheidniveau afgedrukt op de riemeenheid.
Kalibratie wordt hoofdzakelijk op de volgende momenten uitgevoerd:
Wanneer u handmatig kalibratie selecteert op het bedieningspaneel of in de printerdriver.
(Voer kalibratie uit als de kleurdichtheid moet worden verbeterd.)
Als een gebruikte tonercassette wordt vervangen door een nieuwe.
Als de printer voelt dat de omgevingstemperatuur en het vochtgehalte zijn veranderd.
Als een opgegeven aantal afgedrukte pagina's bereikt is.
Kleurregistratie (correctie van kleurpositie)
In dit apparaat zijn de trommeleenheid en de ontwikkelaareenheid respectievelijk voorbereid
voor zwart (K), geel (Y), magenta (M) en cyaan (C). Vier kleurbeelden zijn gecombineerd in
één afbeelding en daardoor kunnen fouten met de kleurregistratie (d.w.z. hoe de vier
kleurbeelden uitlijnen) ontstaan. Bij registratiefouten worden testpatronen voor de
registratiecorrectie afgedrukt op de riemeenheid.
Registratie wordt hoofdzakelijk op de volgende momenten uitgevoerd:
Wanneer u handmatig registratie selecteert op het bedieningspaneel.
(Voer registratie uit als een fout met de kleurregistratie gecorrigeerd moet worden).
Als een opgegeven aantal afgedrukte pagina's bereikt is.
Index
244
E
A
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) ......58
ADF (automatische documentinvoer)
gebruik
..................................................41
Adresboek
gebruik
..................................................62
instellen
.................................................63
wijzigen
.................................................64
Afdrukken
document vanaf uw computer
...............71
drivers
.................................................236
kwaliteit
...............................................158
problemen
.................................. 148, 150
resolutie
..............................................236
specificaties
........................................236
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
Afmetingen
.............................................228
Annuleren
...................................................9
ANTW.APP. (antwoordapparaat),
extern
.......................................................48
uitgaand bericht opnemen
....................58
verbinden
..............................................57
Antwoordapparaat (ANTW.APP)
verbinden
..............................................57
Apple Macintosh
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
Automatisch
Fax ontvangen
......................................48
Fax waarnemen
.................................50
Faxnummer opnieuw kiezen
.................62
B
Belvertraging, instelling ............................49
Brother
apps
............................................. 20, 222
C
Capaciteit
papierlade
............................................. 37
Contacten
EXT
ANTW.APP (antwoordapparaat)
....... 57
externe telefoon
................................ 59
ControlCenter2 (Macintosh)
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
ControlCenter4 (Windows
®
)
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
D
Direct print
(Rechtstreeks afdrukken)
.................. 67, 68
Document
plaatsen
.......................................... 41, 42
Draadloos netwerk
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
Draadloze telefoon (niet van Brother)
..... 60
Drumeenheid
reinigen
.......................................112, 115
vervangen
............................................. 87
E
Een document naar een computer
scannen
................................................... 72
Enveloppen
.................................36, 37, 39
Etiketten
............................... 27, 36, 37, 40
Externe installatie
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
externe telefoon, verbinding
.................... 59
245
E
F
Fax, stand-alone
ontvangen
Belvertraging, instelling
......................49
Fax waarnemen
.................................50
met tweede toestel
.............................60
storing op de telefoonlijn
..................157
van tweede toestel
.............................59
verzenden
.............................................43
storing op de telefoonlijn
..................157
Fax/Tel-modus
Belvertraging
.........................................49
Code voor activeren op afstand
............60
Code voor deactiveren op afstand
........60
F/T-beltijd (dubbel belsignaal)
..............49
Fax waarnemen
....................................50
faxen ontvangen
...................................59
oproep aannemen met tweede
toestel
...................................................60
Faxcodes
Code voor activeren op afstand
............60
Code voor deactiveren op afstand
........60
wijzigen
.................................................61
Folio
.................................................. 33, 37
Foutmeldingen op aanraakscherm
Afdrukken Onm XX
.............................127
Comm. Fout
........................................127
Geen papier
........................................130
Geheugen vol
.....................................131
Scannen Onm.
....................................133
Foutmeldingen op het
aanraakscherm
......................................126
G
Geheugen ..............................................228
Gewichten
..............................................229
Glasplaat
gebruik
..................................................42
Grijswaarden
................................. 233, 235
H
Handmatig
kiezen
................................................... 62
ontvangen
............................................ 48
Help
Instellingstabellen
............................... 170
Meldingen op aanraakscherm
............ 169
Home
......................................................... 9
I
Informatie over de machine
de machine resetten
........................... 168
firmwareversie
.................................... 167
Reset-handelingen
............................. 167
serienummer
...................................... 167
Instellingstabellen
.................................. 170
K
Kiezen
Adresboek
............................................ 62
automatisch faxnummer opnieuw
kiezen
................................................... 62
een pauze
............................................ 63
handmatig
............................................ 62
Kwaliteit
afdrukken
........................................... 158
L
LCD-aanraakscherm ................................. 8
LCD-aanraakscherm
(liquid crystal display)
............................ 169
Levensduur tonercartridge
.................... 242
246
M
Macintosh
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
Melding “Geheugen vol”
.........................131
Modus, invoeren
scan
......................................................75
Modus, oproepen
fax
.........................................................43
kopiëren
................................................65
N
Netwerk
afdrukken
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
faxen
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
scannen
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
Netwerkaansluiting
.................................237
NFC (Near Field Communication)
Reader
.......................................................8
Nuance™ PaperPort™ 12SE
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding en de Helpfunctie in
de PaperPort™ 12SE-toepassing om de
procedurehandleidingen te raadplegen.
O
Onderhoud, routinematig .......................105
vervangen
drumeenheid
......................................87
riemeenheid
.......................................93
tonerbak
.............................................98
tonercartridges
...................................81
Opnieuw kiezen
.......................................62
Overzicht bedieningspaneel
.......................8
P
Papier ...................................................... 36
aanbevolen
..................................... 36, 37
formaat
........................................... 33, 36
plaatsen
................................................ 25
in de multifunctionele lade
(Multif. lade)
...................................... 27
in papierlade
...................................... 25
soort
............................................... 33, 36
Pauze
...................................................... 63
PC-FAX
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
Presto! PageManager
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding en de Helpfunctie in
de Presto! PageManager-toepassing.
Problemen oplossen
.............................. 148
als u problemen hebt
afdrukken
................................148, 150
afdrukkwaliteit
................................. 158
faxen ontvangen
.............................. 151
faxen verzenden
.............................. 152
inkomende oproepen
...................... 153
kopieerkwaliteit
................................ 154
netwerk
............................................ 155
papierbehandeling
........................... 149
scannen
........................................... 154
software
........................................... 154
telefoonlijn
....................................... 157
foutmeldingen op het
aanraakscherm
................................... 126
onderhoudsmeldingen op het
aanraakscherm
................................... 126
vastgelopen document
...............137, 138
vastgelopen
papier
................139, 140, 141, 143, 146
247
E
R
Rapporten
Verzendrapport
.....................................45
Rechtstreeks afdrukken
specificatie
..........................................239
Reinigen
glas van de laserscanner
....................108
Reiniging
coronadraden
......................................112
drumeenheid
.......................................115
scanner
...............................................107
Resolutie
afdrukken
............................................236
fax (standaard, fijn, superfijn, foto)
.....233
kopiëren
..............................................234
scannen
..............................................235
Riemeenheid
vervangen
.............................................93
S
Scannen
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
Serienummer
opzoeken
Zie de binnenkant van de voorklep
Synchronisatie
.......................................157
T
Tekst, invoeren ......................................227
Tel/R
................................................. 59, 60
Telefoonlijn
meerdere lijnen (PBX)
..........................58
problemen
...........................................150
storing
.................................................157
verbindingen
.........................................57
Terug
..........................................................9
Tonerbak
vervangen
.............................................98
Tonercartridges
vervangen
.............................................81
Tweede toestel, gebruiken
.......................60
U
Uw machine programmeren .................. 169
V
Verbinden
extern ANTW.APP
(antwoordapparaat)
.............................. 57
externe telefoon
................................... 59
Verbruiksartikelen
........................77, 78, 79
Vervangen
drumeenheid
........................................ 87
riemeenheid
......................................... 93
tonerbak
............................................... 98
tonercartridges
..................................... 81
VoIP
....................................................... 157
Volume, instelling
bellen
.................................................... 24
luidspreker
............................................ 24
waarschuwingstoon
.............................. 24
W
Wi-Fi Direct™ .......................................... 14
Windows
®
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
www.brotherearth.com
Bezoek ons online
http://www.brother.com/
Deze machines zijn uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Lokale
Brother-bedrijven of hun dealers voeren alleen servicewerkzaamheden uit aan machines die in
eigen land zijn aangeschaft.
253

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Brother MFC-L8850CDW bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Brother MFC-L8850CDW in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 24,09 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Brother MFC-L8850CDW

Brother MFC-L8850CDW Installatiehandleiding - Nederlands - 2 pagina's

Brother MFC-L8850CDW Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 260 pagina's

Brother MFC-L8850CDW Installatiehandleiding - Deutsch - 2 pagina's

Brother MFC-L8850CDW Gebruiksaanwijzing - English - 252 pagina's

Brother MFC-L8850CDW Installatiehandleiding - English - 2 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info