558969
6
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/213
Pagina verder
Basis
gebruikershandleiding
MFC-J4510DW
MFC-J4710DW
Versie A
DUT
Als u de klantenservice wilt bellen
Vul de volgende gegevens in voor toekomstige
referentie:
Modelnummer: MFC-J4510DW en MFC-J4710DW
(omcirkel uw modelnummer)
Serienummer:
1
Aankoopdatum:
Plaats van aankoop:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het
apparaat. Bewaar deze Gebruikershandleiding
samen met uw kassabon als aankoopbewijs in geval
van diefstal of brand of voor service die onder de
garantie valt.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
© 2012 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden.
i
Gebruikershandleidingen en waar ze te vinden zijn
1
Afhankelijk van uw land.
2
Ga naar http://solutions.brother.com/.
Welke handleiding? Wat staat erin? Waar is de
handleiding?
Handleiding product
veiligheid
Lees deze handleiding eerst. Lees de
Veiligheidsinstructies voordat u de machine instelt.
Raadpleeg deze handleiding voor handelsmerken
en wettelijke beperkingen.
Afgedrukt /
In de verpakking
Installatiehandleiding Volg de instructies voor het instellen van uw
machine en het installeren van de drivers en de
software voor het besturingssysteem en het type
verbinding dat u gebruikt.
Afgedrukt /
In de verpakking
Basis
gebruikershandleiding
Maak kennis met de standaardhandelingen voor faxen,
kopiëren en scannen, leer omgaan met het PhotoCapture
Center
en leer verbruiksartikelen vervangen.
Raadpleeg de tips voor het oplossen van problemen.
Afgedrukt /
In de verpakking
1
Geavanceerde
gebruikershandleiding
Maak kennis met geavanceerde handelingen: faxen,
kopiëren, beveiliging, rapporten afdrukken en
routineonderhoud uitvoeren.
PDF-bestand /
cd-rom
Softwarehandleiding Volg deze instructies voor afdrukken, scannen,
netwerkscannen, PhotoCapture Center™, Remote
Setup, PC-Fax, scannen met webservices en het
gebruik van het Brother ControlCenter.
PDF-bestand /
cd-rom
Netwerkhandleiding Deze handleiding bevat nuttige informatie over
instellingen voor bedrade en draadloze netwerken
en beveiligingsinstellingen die u met de Brother-
machine kunt configureren. Daarnaast bevat deze
handleiding informatie over de protocollen die door
uw machine worden ondersteund en gedetailleerde
tips voor het oplossen van problemen.
PDF-bestand /
cd-rom
Handleiding Web Connect
Deze handleiding bevat nuttige informatie over het
oproepen van internetservices vanaf de Brother-
machine, het downloaden van afbeeldingen, het
afdrukken van gegevens en het rechtstreeks
uploaden van bestanden naar internetservices.
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
2
AirPrint handleiding In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u AirPrint
gebruikt om via Mac OS X v10.7.x en uw iPhone,
iPod touch, iPad of een ander iOS-apparaat af te
drukken op uw Brother-machine zonder een
printerdriver te installeren.
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
2
Google cloud print
handleiding
Deze handleiding bevat informatie over het gebruik
van Google Cloud Print™-diensten voor afdrukken
via internet.
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
2
Wi-Fi Direct™ handleiding
In deze handleiding wordt beschreven hoe u uw
Brother-machine configureert en gebruikt voor
draadloos afdrukken vanaf een mobiel apparaat dat
ondersteuning biedt voor de Wi-Fi Direct
-standaard.
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
2
Handleiding mobiel
printen/scannen voor
Brother iPrint&Scan
Deze handleiding bevat nuttige informatie over het
afdrukken vanaf uw mobiele apparaat en het
scannen vanaf de Brother-machine naar uw mobiele
apparaat, indien aangesloten op een Wi-Fi-netwerk.
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
2
ii
Inhoudsopgave
(Basis gebruikershandleiding)
1 Algemene informatie 1
Gebruik van de documentatie................................................................................1
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................1
De Geavanceerde gebruikershandleiding, Softwarehandleiding en
Netwerkhandleiding openen ...............................................................................2
Gebruikershandleidingen weergeven ..............................................................2
Brother-support openen (Windows
®
).....................................................................4
Brother-support openen (Macintosh) .....................................................................5
Overzicht van het bedieningspaneel......................................................................6
Touchscreen-LCD van 93,4 mm (3,7 inch)...................................................... 8
Het scherm van de gereedstand instellen .....................................................12
Standaardhandelingen ..................................................................................12
Instellingen voor snelkoppelingen........................................................................13
Snelkoppelingen voor kopiëren toevoegen ...................................................13
Faxsnelkoppelingen toevoegen.....................................................................14
Scansnelkoppelingen toevoegen...................................................................15
Websnelkoppelingen toevoegen ...................................................................17
Snelkoppelingen wijzigen ..............................................................................18
De naam van snelkoppelingen bewerken......................................................19
Snelkoppelingen verwijderen.........................................................................19
Snelkoppelingen oproepen............................................................................19
Volume-instellingen .............................................................................................20
Belvolume......................................................................................................20
Volume van de waarschuwingstoon ..............................................................20
Luidsprekervolume ........................................................................................21
Touchscreen-LCD................................................................................................21
De helderheid van de achtergrondverlichting instellen..................................21
2 Papier laden 22
Papier en andere afdrukmedia laden...................................................................22
Papier laden in papierlade 1 ..........................................................................22
Kleiner papier laden (Foto, Foto L en enveloppen) .......................................25
Papier laden in papierlade 2 (MFC-J4710DW)..............................................29
Papier in de sleuf voor handmatige invoer laden ..........................................37
Onbedrukbaar gebied....................................................................................41
Papierinstellingen ................................................................................................42
Papierformaat en -soort (MFC-J4510DW).....................................................42
Papierformaat en -soort (MFC-J4710DW).....................................................43
Ladegebruik in de kopieermodus (MFC-J4710DW) ......................................43
Ladegebruik in de faxmodus (MFC-J4710DW) .............................................44
Geschikt papier en andere afdrukmedia..............................................................44
Aanbevolen afdrukmedia...............................................................................45
Omgaan met en gebruik van afdrukmedia ....................................................45
De juiste afdrukmedia selecteren .................................................................. 46
iii
3 Documenten laden 49
Documenten laden............................................................................................... 49
De ADF gebruiken.........................................................................................49
De glasplaat gebruiken.................................................................................. 50
Niet-scanbaar gebied .................................................................................... 51
4 Een fax verzenden 52
Faxen verzenden .................................................................................................52
Faxen onderbreken ....................................................................................... 54
Het formaat van de glasplaat instellen om te faxen.......................................54
Een fax in kleur verzenden ............................................................................ 54
Een actieve fax annuleren ............................................................................. 55
Uitgaande faxen vooraf bekijken ...................................................................55
Verzendrapport..............................................................................................56
5 Faxberichten ontvangen 57
Ontvangstmodi..................................................................................................... 57
De ontvangstmodus kiezen .................................................................................57
Ontvangstmodi gebruiken....................................................................................59
Alleen Fax......................................................................................................59
Fax/Telefoon.................................................................................................. 59
Handmatig ..................................................................................................... 59
Ext. TEL/ANT (extern antwoordapparaat) .....................................................59
Instellingen ontvangstmodus ...............................................................................60
Belvertraging .................................................................................................60
F/T Beltijd (alleen in de Fax/Telefoon-modus)...............................................60
Fax Waarnemen ............................................................................................ 61
Faxvoorbeeld (alleen zwart-wit)...........................................................................62
Binnengekomen faxen vooraf weergeven .....................................................62
Faxvoorbeeld uitschakelen............................................................................64
6 Telefoontoestel en externe apparaten 65
Opties voor normale telefoongesprekken ............................................................65
Fax/Telefoon-modus......................................................................................65
Nummerweergave (Beller ID) ........................................................................65
Telefoondiensten .................................................................................................66
Het type telefoonlijn instellen......................................................................... 66
Een extern antwoordapparaat aansluiten............................................................68
Aansluitingsinstellingen ................................................................................. 69
Een uitgaand bericht opnemen op een extern antwoordapparaat.................69
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)............................................................70
Externe en tweede toestellen ..............................................................................70
Een extern of tweede toestel aansluiten........................................................70
Werken met externe of tweede toestellen .....................................................71
Codes voor afstandsbediening gebruiken .....................................................71
iv
7 Nummers kiezen en opslaan 73
Nummers kiezen..................................................................................................73
Handmatig kiezen..........................................................................................73
Nummers kiezen vanuit het adresboek .........................................................73
Faxnummer opnieuw kiezen..........................................................................74
Meer manieren om nummers te kiezen ...............................................................74
Overzicht van uitgaande gesprekken ............................................................74
Overzicht nummerweergave (Overzicht beller-id) .........................................75
Nummers opslaan................................................................................................76
Een pauze opslaan........................................................................................76
Adresboeknummers opslaan.........................................................................76
Adresboeknamen of -nummers wijzigen .......................................................77
8Kopiëren 78
Kopren ..............................................................................................................78
Kopiëren stoppen ..........................................................................................78
Voorinstellingen voor kopiëren ............................................................................79
Kopieeropties.......................................................................................................80
Papiersoort ....................................................................................................80
Papierformaat ................................................................................................81
Ladeselectie (MFC-J4710DW) ......................................................................81
9 Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of
USB-flashstation 82
PhotoCapture Center™-functies (FOTO-modus) ................................................82
Een geheugenkaart of een USB-flashstation gebruiken................................82
Aan de slag..........................................................................................................83
Foto's afdrukken ..................................................................................................85
Foto's weergeven ..........................................................................................85
PhotoCapture Center™-afdrukinstellingen ..........................................................86
Naar een geheugenkaart of een USB-flashstation scannen................................86
10 Afdrukken vanaf een computer 90
Een document afdrukken.....................................................................................90
11 Scannen vanaf een computer 91
Vóór het scannen.................................................................................................91
Een document als PDF-bestand scannen met ControlCenter4 (Windows
®
).......92
De scanmodusinstellingen voor scannen naar PDF wijzigen ..............................95
Een document als PDF-bestand scannen via het touchscreen.....................96
v
A Routineonderhoud 98
De inktcartridges vervangen................................................................................98
De machine reinigen en controleren..................................................................101
De glasplaat reinigen................................................................................... 101
De printkop reinigen ....................................................................................102
De afdrukkwaliteit controleren ..................................................................... 103
De uitlijning controleren ...............................................................................104
B Problemen oplossen 106
Uw probleem vaststellen.................................................................................... 106
Onderhouds- en foutmeldingen .........................................................................108
Foutanimatie................................................................................................ 118
Faxberichten of Faxjournaal overzetten ......................................................118
Document vastgelopen ...............................................................................120
Printer of papier vastgelopen.......................................................................121
Als u problemen met uw machine hebt.............................................................. 129
Kiestoon waarnemen................................................................................... 140
Storing op de telefoonlijn / bellen via internet (VoIP)...................................140
Informatie over de machine ...............................................................................141
Het serienummer controleren ......................................................................141
Resetfuncties............................................................................................... 141
De machine resetten ................................................................................... 141
C Tabellen met instellingen en functies 142
De instellingentabellen gebruiken......................................................................142
Instellingentabellen ............................................................................................ 143
Functietabellen ..................................................................................................159
Tekst invoeren ................................................................................................... 185
Spaties invoegen ........................................................................................185
Correcties aanbrengen................................................................................185
D Specificaties 186
Algemeen .......................................................................................................... 186
Afdrukmedia....................................................................................................... 189
Faxen................................................................................................................. 191
Kopiëren ............................................................................................................ 192
PhotoCapture Center™ ..................................................................................... 193
PictBridge .......................................................................................................... 194
Scanner .............................................................................................................195
Printer ................................................................................................................196
Interfaces ...........................................................................................................197
Netwerk.............................................................................................................. 198
Vereisten voor de computer...............................................................................199
Verbruiksartikelen .............................................................................................. 200
EIndex 201
vi
Inhoudsopgave
(Geavanceerde gebruikershandleiding)
In de Geavanceerde gebruikershandleiding worden de volgende functies en handelingen
toegelicht.
U kunt de Geavanceerde gebruikershandleiding doornemen op de cd-rom.
1 Algemene instellingen
BELANGRIJKE OPMERKING
Opslag in geheugen
Automatisch zomertijd instellen
Slaapstand
Touchscreen-LCD
2 Beveiligingsfuncties
Beveiligd functieslot 2.0
Kiesbeperking
3 Een fax verzenden
Extra opties bij het verzenden
Extra handelingen bij het verzenden
Pollen
4 Faxberichten ontvangen
Geheugenontvangst
(alleen zwart-wit)
Afstandsbediening
Extra handelingen bij het ontvangen
Pollen
5 Nummers kiezen en opslaan
Opties voor normale
telefoongesprekken
Extra handelingen bij het kiezen
Extra manieren om nummers op te
slaan
6 Rapporten afdrukken
Faxrapporten
Rapporten
7Kopiëren
Kopieeropties
Snelkoppelingen voor kopiëren op A3
8 Foto's afdrukken vanaf een
geheugenkaart of USB-
flashstation
PhotoCapture Center™-functies
Foto's afdrukken
PhotoCapture Center™-
afdrukinstellingen
Naar een geheugenkaart of een USB-
flashstation scannen
9 Foto’s vanaf een camera
afdrukken
Foto's direct afdrukken vanaf een
PictBridge-camera
Foto's direct afdrukken vanaf een
digitale camera (zonder PictBridge)
A Routineonderhoud
De machine reinigen en controleren
De machine inpakken en vervoeren
B Verklarende woordenlijst
CIndex
1
1
1
Gebruik van de
documentatie
1
Dank u voor de aanschaf van een Brother-
machine! Het lezen van de documentatie
helpt u bij het optimaal benutten van uw
machine.
Symbolen en conventies die
in de documentatie gebruikt
worden 1
De volgende symbolen en conventies worden
in de documentatie gebruikt.
Algemene informatie 1
Vetgedrukt Vetgedrukte tekst verwijst
naar de kiestoetsen van het
touchpanel en knoppen op
het computerscherm.
Cursief Cursief gedrukte tekst
benadrukt een belangrijk punt
of verwijst naar een verwant
onderwerp.
Courier
New
Tekst in het lettertype Courier
New verwijst naar meldingen
die worden weergegeven op
het touchscreen van de
machine.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die, als deze niet
wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig
of fataal letsel.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die, als deze niet
wordt voorkomen, kan resulteren in enig
letsel.
BELANGRIJK
BELANGRIJK geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die kan leiden tot
schade aan eigendommen of tot het niet
functioneren van het product.
OPMERKING
Opmerkingen leggen uit wat u in een
bepaalde situatie moet doen of hoe de
bewerking met andere functies werkt.
Het pictogram Elektrisch gevaar
attendeert u op het risico van
elektrische schokken.
Hoofdstuk 1
2
De Geavanceerde
gebruikershandleiding,
Softwarehandleiding
en Netwerkhandleiding
openen
1
Deze Basis gebruikershandleiding bevat niet
alle informatie over de machine, zoals het
gebruik van geavanceerde functies voor
faxen, kopiëren, PhotoCapture Center™,
afdrukken, scannen, PC-Fax en het netwerk.
Meer gedetailleerde informatie over deze
functies vindt u in de Geavanceerde
gebruikershandleiding,
Softwarehandleiding en
Netwerkhandleiding op de cd-rom.
Gebruikershandleidingen
weergeven 1
(Windows
®
) 1
Om de documentatie te bekijken, klikt u op
, Alle programma’s en selecteert u
Brother, MFC-XXXX (waarbij XXXX voor de
naam van uw model staat) in de
programmalijst. Vervolgens kiest u
Gebruikershandleidingen.
Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt
u de documentatie op de cd-rom vinden door
de volgende instructies te volgen:
a Zet de pc aan. Plaats de Brother-cd-rom
in uw cd-romstation.
OPMERKING
Als het Brother-scherm niet automatisch
verschijnt, gaat u naar Computer of
Deze computer en dubbelklikt u op het
pictogram van de cd-rom en vervolgens
op start.exe.
b Klik op de naam van uw model als het
scherm met modelnamen wordt
weergegeven.
c Klik op uw taal als het talenscherm
wordt weergegeven. U ziet het
Hoofdmenu van de cd-rom.
d Klik op Gebruikershandleidingen.
Algemene informatie
3
1
e Klik op PDF-documenten. Kies uw land
als het landenscherm wordt
weergegeven. Selecteer de gewenste
handleiding wanneer de lijst met
gebruikershandleidingen wordt
weergegeven.
(Macintosh) 1
a Zet de Macintosh aan. Plaats de
Brother-cd-rom in uw cd-romstation. Het
volgende venster wordt weergegeven.
b Dubbelklik op het symbool
Gebruikershandleidingen.
c Kies uw taal.
d Klik op Gebruikershandleidingen.
Kies uw land als het landenscherm
wordt weergegeven.
e Selecteer de gewenste handleiding
wanneer de lijst met
gebruikershandleidingen wordt
weergegeven.
Instructies voor het scannen
opzoeken
1
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
ControlCenter
Netwerkscannen
Procedurehandleidingen voor Nuance
PaperPort™ 12SE
(Windows
®
)
U kunt de volledige
procedurehandleidingen voor Nuance™
PaperPort™ 12SE weergeven via de
Help-sectie in de toepassing PaperPort™
12SE.
Presto! PageManager
Gebruikershandleiding
(Macintosh)
OPMERKING
U dient Presto! PageManager eerst te
downloaden en installeren. Zie Brother-
support openen (Macintosh) uu pagina 5
voor meer informatie.
U kunt de volledige gebruikershandleiding
voor Presto! PageManager weergeven via
de Help-sectie in de toepassing Presto!
PageManager.
Hoofdstuk 1
4
Instructies voor netwerkinstellingen
opzoeken
1
Uw machine kan worden aangesloten op een
draadloos of bedraad netwerk.
Algemene configuratie-instructies
(uu Installatiehandleiding.)
Uw draadloze toegangspunt of router
biedt ondersteuning voor Wi-Fi Protected
Setup™ of AOSS™
(uu Installatiehandleiding.)
Meer informatie over netwerkinstellingen
(uu Netwerkhandleiding.)
Brother-support
openen (Windows
®
) 1
Alle benodigde hulpbronnen, zoals
websupport (Brother Solutions Center), zijn
beschikbaar op de cd-rom.
Klik op Brother-support in het
Hoofdmenu. Het volgende scherm wordt
weergegeven:
Klik op Brother-startpagina om onze
website (http://www.brother.com/
) te
openen.
Klik op Brother Solutions Center voor
het laatste nieuws en informatie over
productondersteuning
(http://solutions.brother.com/
).
Klik op Informatie over
verbruiksartikelen als u onze website
voor originele Brother-verbruiksartikelen
(http://www.brother.com/original/
) wilt
bezoeken.
Klik op Brother CreativeCenter als u het
Brother CreativeCenter
(http://www.brother.com/creativecenter/
)
voor GRATIS fotoprojecten en afdrukbare
downloads wilt openen.
Klik op Terug om terug te gaan naar het
hoofdmenu of op Afsluiten wanneer u
klaar bent.
Algemene informatie
5
1
Brother-support
openen (Macintosh)
1
Alle benodigde hulpbronnen, zoals
websupport (Brother Solutions Center), zijn
beschikbaar op de cd-rom.
Dubbelklik op het symbool
Brother-support. Het volgende scherm
wordt weergegeven:
Klik op Presto! PageManager om Presto!
PageManager te downloaden en
installeren.
Klik op Brother Web Connect om de
pagina Brother Web Connect te openen.
Klik op On line registratie om uw
machine te registreren via de pagina voor
Brother-productregistratie
(http://www.brother.com/registration/
).
Klik op Brother Solutions Center voor
het laatste nieuws en informatie over
productondersteuning
(http://solutions.brother.com/
).
Klik op Informatie over
verbruiksartikelen als u onze website
voor originele Brother-verbruiksartikelen
(http://www.brother.com/original/
) wilt
bezoeken.
Hoofdstuk 1
6
Overzicht van het bedieningspaneel 1
De MFC-J4510DW en MFC-J4710DW hebben hetzelfde touchscreen-LCD van 93,4 mm
(3,7 inch) en touchpanel.
OPMERKING
De meeste afbeeldingen in deze Gebruikershandleiding zijn gebaseerd op model
MFC-J4510DW.
1 Touchscreen-LCD (Liquid Crystal Display)
van 93,4 mm (3,7 inch)
Dit is een touchscreen-LCD. U kunt de menu's
en opties selecteren door erop te drukken
wanneer ze op dit scherm worden
weergegeven.
U kunt de hoek van het touchscreen-LCD en
touchpanel aanpassen door het omhoog te
kantelen. Als u dit bedieningspaneel wilt
inklappen, drukt u op de ontgrendelingsknop
achter de markering (zie de illustratie).
1
Algemene informatie
7
1
2 Touchpanel:
De LED-knoppen op het touchpanel gaan
alleen branden wanneer ze beschikbaar zijn
voor gebruik.
Terug
Druk hierop om naar het vorige niveau
terug te keren.
Beginscherm
Hiermee kunt u teruggaan naar het
Beginscherm. Standaard worden hier de
datum en tijd weergegeven, maar u kunt de
standaardinstelling desgewenst wijzigen.
Annuleren
Wanneer deze LED brandt en u erop drukt,
wordt de huidige bewerking geannuleerd.
Kiestoetsen
Druk op de cijfers op het touchpanel om
telefoon- of faxnummers te kiezen en het
aantal exemplaren in te voeren.
3
Het WiFi-lampje brandt wanneer de
netwerkinterface WLAN is.
4 Power Aan/uit
Druk op om de machine aan te zetten.
Houd ingedrukt om de machine uit te
zetten. Op het touchscreen-LCD wordt enkele
seconden Afsluiten weergegeven, waarna
de machine wordt uitgeschakeld.
Als u een extern telefoontoestel of
antwoordapparaat op de machine hebt
aangesloten, blijft dit te allen tijde beschikbaar.
Wanneer u de machine met
uitgeschakeld hebt, wordt de printkop toch
periodiek gereinigd om de afdrukkwaliteit op
peil te houden. Om een lange levensduur van
de printkop te garanderen, zo zuinig mogelijk
met de inkt om te gaan en de afdrukkwaliteit op
peil te houden, dient u de machine te allen tijde
aangesloten te laten op een stroombron.
3
4
2
Hoofdstuk 1
8
Touchscreen-LCD van 93,4 mm (3,7 inch) 1
U kunt drie soorten schermen voor het Beginscherm selecteren. Wanneer het Beginscherm
zichtbaar is, kunt u een ander scherm weergeven door met uw vinger naar links of rechts te vegen
of door op d of c te drukken.
Op de volgende schermen wordt de machinestatus weergegeven wanneer de machine niet wordt
gebruikt.
Beginscherm 1
Het Beginscherm geeft de datum en tijd, en biedt
toegang tot de fax-, kopieer- en scanmodus, Wi-Fi-
instellingen, inktniveaus en het instellingenscherm.
Wanneer het Beginscherm wordt weergegeven, is de
machine in de gereedstand. Als Beveiligd functieslot
1
is
ingeschakeld, wordt een pictogram weergegeven.
1
uu Geavanceerde gebruikershandleiding: Beveiligd
functieslot 2.0.
Scherm Meer 1
Het scherm Meer biedt toegang tot extra functies zoals
Foto, Web en Snelkopp. kopie A3.
Snelkoppelingen-schermen 1
U kunt bepaalde instellingen als een snelkoppeling
opslaan, zodat u snel kunt faxen, kopiëren en scannen,
en vlot webservices kunt oproepen. (Zie Instellingen
voor snelkoppelingen uu pagina 13 voor meer
informatie.)
21
5
3 4
21
6 7 8
3
4
21
9
3
4
Algemene informatie
9
1
OPMERKING
'Vegen', ook wel 'swipen' genoemd, is een
handeling waarbij de gebruiker zijn/haar
vingertop over het touchscreen-LCD haalt
om de volgende pagina of het volgende
item weer te geven.
1 Modi:
Fax
Hiermee kunt u de faxmodus
activeren.
Kopiëren
Hiermee kunt u de kopieermodus
activeren.
Scannen
Hiermee kunt u de scanmodus
activeren.
2 Status draadloze verbinding
Een indicator met vier niveaus op het
scherm van de gereedstand geeft de
huidige signaalsterkte van het draadloze
netwerk aan indien u dat gebruikt.
Als u boven aan het scherm ziet,
kunt u de draadloze instellingen
gemakkelijk configureren door erop te
drukken. Voor meer informatie
uu Installatiehandleiding.
3
Hieraan kunt u zien hoeveel inkt
beschikbaar is. Bovendien kunt u hiermee
het menu Inkt openen.
4
Hiermee opent u het hoofdscherm met
instellingen.
Zie Scherm Instell. uu pagina 11 voor
meer informatie.
5 Datum en tijd
De datum en tijd zoals ingesteld op de
machine.
6 Foto
Hiermee kunt u de fotomodus activeren.
7 Web
Hiermee kunt u de Brother-machine met
een internetservice verbinden.
Voor meer informatie
uu Handleiding Web Connect.
8 Snelkopp. kopie A3
Via dit menu met voorinstellingen kunt u
snel op papier van A3- of Ledger-formaat
kopiëren. Voor meer informatie
uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Snelkoppelingen
voor kopiëren op A3.
9 Snelkoppelingen
Hiermee kunt u snelkoppelingen instellen.
U kunt bepaalde instellingen als een
snelkoppeling opslaan, zodat u snel kunt
faxen, kopiëren en scannen, en vlot
webservices kunt oproepen.
OPMERKING
Er zijn drie Snelkoppelingen-schermen. In
elk Snelkoppelingen-scherm kunt u
maximaal zes snelkoppelingen instellen.
In totaal zijn er dus 18 snelkoppelingen
beschikbaar.
Veeg met uw vinger naar links of rechts of
druk op d of c om de andere
Snelkoppelingen-schermen weer te
geven.
0Max
Hoofdstuk 1
10
10 Nwe fax
Als Faxvoorbeeld op Aan is ingesteld,
kunt u zien hoeveel nieuwe faxen u hebt
ontvangen en in het geheugen hebt
opgeslagen.
OPMERKING
(MFC-J4710DW)
Als u een fax met meerdere
papierformaten ontvangt (bijvoorbeeld
een pagina A4-gegevens en een pagina
A3-gegevens), wordt op de machine
mogelijk een bestand voor elk
papierformaat gemaakt en opgeslagen.
Op het touchscreen wordt wellicht
aangegeven dat meerdere faxen zijn
ontvangen.
11 Waarschuwingspictogram
Het waarschuwingspictogram wordt
weergegeven als er een fout- of
onderhoudsmelding is. Druk op Detail
om de melding te bekijken en vervolgens
op om terug te keren naar de
gereedstand.
Zie Onderhouds- en foutmeldingen
uu pagina 108 voor meer informatie.
OPMERKING
Dit product maakt gebruik van het
lettertype van ARPHIC TECHNOLOGY
CO., LTD.
MascotCapsule UI Framework en
MascotCapsule Tangiblet, ontwikkeld
door HI CORPORATION, worden
gebruikt.
MascotCapsule is een gedeponeerd
handelsmerk van HI CORPORATION in
Japan.
10
11
Algemene informatie
11
1
Scherm Instell. 1
Wanneer u op drukt, wordt de
machinestatus op het touchscreen-LCD
weergegeven.
Vanaf het volgende scherm kunt u alle
instellingen van de machine oproepen en
controleren.
(MFC-J4510DW)
(MFC-J4710DW)
1 Inkt
Hieraan kunt u zien hoeveel inkt
beschikbaar is. Bovendien kunt u hiermee
het menu Inkt openen.
2 Ontvangstmodus
Toont de huidige ontvangstmodus.
Fax (alleen fax)
Fax/Tel (fax/telefoon)
Ext. TEL/ANT (extern
antwoordapparaat)
Handmatig (handmatig)
3 Wi-Fi
Hiermee kunt u een Wi-Fi-
netwerkverbinding configureren.
Een indicator met vier niveaus op het
scherm geeft de huidige signaalsterkte
van het draadloze netwerk aan indien u
dat gebruikt.
4 Datum en tijd
Geeft de datum en tijd aan.
Bovendien kunt u hiermee het menu
Datum en tijd openen.
5 Faxvoorbeeld
Hiermee kunt u de faxvoorbeeldstatus
controleren. Verder kunt u hiermee de
instelling Faxvoorbeeld oproepen.
6 Alle instell.
Hiermee opent u het menu met alle
instellingen.
7 Papierformaat (MFC-J4510DW)
Hiermee kunt u het huidige papierformaat
controleren. Bovendien kunt u hiermee de
instelling Papierformaat oproepen.
8 Papiersoort (MFC-J4510DW)
Hiermee kunt u de huidige papiersoort
controleren. Bovendien kunt u hiermee de
instelling Papiersoort oproepen.
9 Lade 1 (MFC-J4710DW)
Hiermee kunt u het huidige papierformaat
van lade 1 controleren. Bovendien kunt u
hiermee de instelling Lade 1 oproepen.
U kunt het papierformaat en de
papiersoort wijzigen.
10 Lade 2 (MFC-J4710DW)
Hiermee kunt u het huidige papierformaat
van lade 2 controleren. Bovendien kunt u
hiermee de instelling Lade 2 oproepen.
U kunt het papierformaat wijzigen.
12 43
8 7 6
5
12 43
9 10 6
5
Hoofdstuk 1
12
Het scherm van de
gereedstand instellen 1
U kunt het scherm van de gereedstand
instellen op Beginscherm, Meer,
Snelkoppelingen 1,
Snelkoppelingen 2 of
Snelkoppelingen 3.
Wanneer de machine niet wordt gebruikt of u
op drukt, wordt het door u ingestelde
scherm op de machine weergegeven.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
d Druk op Standaardinst.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om
Knopinstellingen weer te geven.
f Druk op Knopinstellingen.
g Druk op
Knopinstellingen beginscherm.
h Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Beginscherm,
Meer, Snelkoppelingen 1,
Snelkoppelingen 2 of
Snelkoppelingen 3 weer te geven
en druk vervolgens op de gewenste
optie.
i Druk op .
Het door u ingestelde beginscherm
wordt weergegeven.
Standaardhandelingen 1
U bedient het touchscreen-LCD door er
rechtstreeks op te drukken met uw vingertop.
Om alle schermmenu's of opties weer te
geven en te openen, veegt u met uw vinger in
horizontale of verticale richting of drukt u op
dc of ab om erdoor te bladeren.
In de volgende stappen wordt beschreven
hoe u een instelling in de machine wijzigt. In
dit voorbeeld wordt de
ontvangstmodusinstelling gewijzigd van
Alleen Fax in Fax/Telefoon.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
d Druk op Stand.instel.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Ontvangstmodus
weer te geven.
f Druk op Ontvangstmodus.
Algemene informatie
13
1
g Druk op Fax/Telefoon.
OPMERKING
Druk op als u naar het vorige niveau
wilt teruggaan.
h Druk op .
Instellingen voor
snelkoppelingen
1
U kunt de fax-, kopieer-, scan- en
webverbindingsinstellingen die u het meest
gebruikt, als snelkoppelingen vastleggen. U
kunt deze instellingen dan op een later tijdstip
vlot oproepen en toepassen. U kunt 18
snelkoppelingen toevoegen.
Snelkoppelingen voor
kopiëren toevoegen 1
U kunt de volgende instellingen in een
snelkoppeling voor kopiëren opnemen:
Kwaliteit
Papiersoort
Papierformaat
Ladeselectie (MFC-J4710DW)
Vergroten/verkleinen
Dichtheid
Stapel/Sorteer
Pagina layout
2-zijdige kopie
Geavanceerde instellingen
a Zorg dat het Beginscherm of het scherm
Meer wordt weergegeven en veeg met
uw vinger naar links of rechts of druk op
d of c om een snelkoppelingenscherm
weer te geven.
b Druk op waar u nog geen
snelkoppeling hebt toegevoegd.
c Druk op Kopiëren.
d Lees de informatie op het touchscreen
en druk vervolgens op OK ter
bevestiging.
e Druk op de voorinstelling die u in de
snelkoppeling voor kopiëren wilt
opnemen.
Hoofdstuk 1
14
f Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om de beschikbare
instellingen weer te geven en druk op de
instelling die u wilt wijzigen.
g Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om de beschikbare
opties voor de instelling weer te geven
en druk op de gewenste optie.
Herhaal stap f en g tot u alle
instellingen voor deze snelkoppeling
hebt geselecteerd.
h Druk op
Opslaan als snelkoppeling
wanneer u klaar bent met het wijzigen
van de instellingen.
i Controleer de weergegeven lijst met
geselecteerde instellingen en druk
vervolgens op OK.
j Geef een naam voor de snelkoppeling
op via het toetsenbord op het
touchscreen. (Zie Tekst invoeren
uu pagina 185 voor informatie over het
invoeren van letters.)
Druk op OK.
k Druk op OK om de snelkoppeling op te
slaan.
Faxsnelkoppelingen
toevoegen 1
U kunt de volgende instellingen in een
faxsnelkoppeling opnemen:
Adres
Faxresolutie
2-zijdige fax (MFC-J4710DW)
Contrast
Rondsturen
Voorbeeld
Kleurinstelling
Direct verzenden
Internationaal
Scanformaat glas
a Zorg dat het Beginscherm of het scherm
Meer wordt weergegeven en veeg met
uw vinger naar links of rechts of druk op
d of c om een snelkoppelingenscherm
weer te geven.
b Druk op waar u nog geen
snelkoppeling hebt toegevoegd.
c Druk op Fax.
d Lees de informatie op het touchscreen
en druk vervolgens op OK ter
bevestiging.
e Voer het faxnummer in via de
kiestoetsen van het touchpanel, het
adresboek of het overzicht van
uitgaande gesprekken op het
touchscreen. Ga vervolgens naar
stap f.
OPMERKING
U kunt maximaal 20 cijfers voor een
faxnummer invoeren.
Als u de snelkoppeling voor het
rondsturen van faxen wilt gebruiken, drukt
u op Opties en selecteert u
Rondsturen bij stap g voordat u het
faxnummer invoert bij stap e.
Voor een snelkoppeling voor het
rondsturen van faxen kunt u maximaal 20
faxnummers invoeren. U kunt de
faxnummers handmatig invoeren of via
het adresboek, in een willekeurige
combinatie van groepsnummers en
individuele faxnummers.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Rondsturen
(alleen zwart-wit).)
Wanneer u een faxnummer in een
snelkoppeling invoert, wordt dit nummer
automatisch aan het adresboek
toegevoegd. De naam in het adresboek is
de snelkoppelingsnaam gevolgd door een
volgnummer.
Algemene informatie
15
1
f Druk op Opties.
g Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om de beschikbare
instellingen weer te geven en druk op de
instelling die u wilt wijzigen.
h Druk op de nieuwe optie die u wilt
instellen.
Herhaal stap g en h tot u alle
instellingen voor deze snelkoppeling
hebt geselecteerd.
Druk op OK.
i Druk op
Opslaan als snelkoppeling
wanneer u klaar bent met het selecteren
van nieuwe opties.
j Controleer de weergegeven lijst met
geselecteerde opties en druk
vervolgens op OK.
k Geef een naam voor de snelkoppeling
op via het toetsenbord op het
touchscreen. (Zie Tekst invoeren
uu pagina 185 voor informatie over het
invoeren van letters.)
Druk op OK.
l Druk op OK om de snelkoppeling op te
slaan.
Scansnelkoppelingen
toevoegen 1
U kunt de volgende instellingen in een
scansnelkoppeling opnemen:
naar media
2-zijdige scan (MFC-J4710DW)
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Bestandsnaam
Automatisch bijsnijden
Geen lege pagina’s
(MFC-J4710DW)
Achtergrondkleur verwijderen
nr e-mailserver (beschikbaar nadat
IFAX is gedownload)
Adres
2-zijdige scan (MFC-J4710DW)
Scantype
Resolutie
Bestandstype
naar OCR/naar bestand/
naar afbeelding/naar e-mail
PC-keuze
naar FTP/naar netwerk
Profielnaam
Hoofdstuk 1
16
a Zorg dat het Beginscherm of het scherm
Meer wordt weergegeven en veeg met
uw vinger naar links of rechts of druk op
d of c om een snelkoppelingenscherm
weer te geven.
b Druk op waar u nog geen
snelkoppeling hebt toegevoegd.
c Druk op Scannen.
d Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om het gewenste type
scan weer te geven en druk erop.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u op naar media hebt gedrukt,
leest u de informatie op het
touchscreen en drukt u op OK ter
bevestiging. Ga naar stap h.
Als u op nr e-mailserver hebt
gedrukt, leest u de informatie op het
touchscreen en drukt u op OK ter
bevestiging. Ga naar stap f.
Als u op naar bestand,
naar OCR, naar afbeelding of
naar e-mail hebt gedrukt, leest u
de informatie op het touchscreen en
drukt u op OK ter bevestiging. Ga
naar stap g.
Als u op naar netwerk of
naar FTP hebt gedrukt, leest u de
informatie op het touchscreen en
drukt u op OK ter bevestiging.
Veeg met uw vinger omhoog of
omlaag of druk op a of b om de
profielnaam weer te geven en druk
erop.
Druk op OK om de gekozen
profielnaam te bevestigen. Ga naar
stap m.
OPMERKING
Als u een snelkoppeling voor
naar netwerk en naar FTP wilt
toevoegen, moet u eerst de profielnaam
toevoegen.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Handmatig als u een
e-mailadres handmatig wilt invoeren.
Voer het e-mailadres in via het
toetsenbord op het touchscreen. (Zie
Tekst invoeren uu pagina 185.)
Druk op OK.
Druk op Adresboek als u een
e-mailadres vanuit het Adresboek
wilt invoeren. Veeg met uw vinger
omhoog of omlaag of druk op a of b
om het gewenste e-mailadres weer
te geven en druk erop.
Druk op OK.
Controleer het ingevoerde e-mailadres
en druk op OK. Ga naar stap h.
OPMERKING
Druk op Detail als u de lijst met
ingevoerde adressen wilt bekijken.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als de machine met een USB-kabel
op een pc is aangesloten:
Druk op OK om te bevestigen dat
<USB> als pc-naam is gekozen. Ga
naar stap m.
Als de machine met een netwerk is
verbonden:
Veeg met uw vinger omhoog of
omlaag of druk op a of b om de pc-
naam weer te geven en druk erop.
Druk op OK om de gekozen pc-naam
te bevestigen. Ga naar stap m.
h Druk op Opties.
Algemene informatie
17
1
i Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om de beschikbare
instellingen weer te geven en druk op de
instelling die u wilt wijzigen of opslaan.
j Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om de beschikbare
opties voor de instelling weer te geven
en druk op de nieuwe optie die u wilt
instellen.
Herhaal stap i en j tot u alle
instellingen voor deze snelkoppeling
hebt geselecteerd.
Druk op OK wanneer u klaar bent met
het wijzigen van de instellingen.
k Controleer de gekozen instellingen:
Ga terug naar stap h als u meer
wijzigingen wilt aanbrengen.
Druk op
Opslaan als snelkoppeling
als u tevreden bent met de
wijzigingen.
l Controleer uw instellingen op het
touchscreen en druk op OK.
m Geef een naam voor de snelkoppeling
op via het toetsenbord op het
touchscreen. (Zie Tekst invoeren
uu pagina 185 voor informatie over het
invoeren van letters.)
Druk op OK.
n Lees de informatie op het touchscreen
en druk op OK om de snelkoppeling op
te slaan.
Websnelkoppelingen
toevoegen 1
In een websnelkoppeling kunt u de
instellingen voor de volgende services
opnemen:
PICASA Web Albums
Google Drive™
FLICKR
®
Facebook
EVERNOTE
Dropbox
OPMERKING
Mogelijk zijn er webdiensten bijgekomen
en/of is de naam van bepaalde diensten
gewijzigd door de provider sinds het
uitbrengen van dit document.
U kunt alleen een websnelkoppeling
toevoegen als u een account bij de
gewenste service hebt. (Voor meer
informatie
uu Handleiding Web Connect.)
a Zorg dat het Beginscherm of het scherm
Meer wordt weergegeven en veeg met
uw vinger naar links of rechts of druk op
d of c om een snelkoppelingenscherm
weer te geven.
b Druk op waar u nog geen
snelkoppeling hebt toegevoegd.
c Druk op Web.
d Als informatie over de
internetverbinding wordt weergegeven,
leest u deze informatie en drukt u op OK
ter bevestiging.
e Veeg met uw vinger naar links of rechts
of druk op d of c om de beschikbare
services weer te geven en druk
vervolgens op de gewenste service.
Hoofdstuk 1
18
f Druk op uw account.
Voer zo nodig de pincode voor uw
account in via het toetsenbord op het
touchscreen.
Druk op OK.
g Selecteer de gewenste functie.
OPMERKING
Welke functies u kunt instellen, is
afhankelijk van de gekozen service.
h Controleer de weergegeven lijst met
geselecteerde functies en druk op OK.
i Druk op OK om de snelkoppeling op te
slaan.
OPMERKING
De snelkoppelingsnaam wordt
automatisch toegewezen. Zie De naam
van snelkoppelingen bewerken
uu pagina 19 als u de naam van
snelkoppelingen wilt wijzigen.
Snelkoppelingen wijzigen 1
U kunt de instellingen in een snelkoppeling
wijzigen.
OPMERKING
Websnelkoppelingen kunnen niet worden
gewijzigd.
Als u dit soort snelkoppelingen wilt
wijzigen, moet u ze eerst verwijderen en
vervolgens een nieuwe snelkoppeling
toevoegen.
(Zie Snelkoppelingen verwijderen
uu pagina 19 en Websnelkoppelingen
toevoegen uu pagina 17 voor meer
informatie.)
a Druk op de snelkoppeling die u wilt
wijzigen.
De instellingen voor de geselecteerde
snelkoppeling worden weergegeven.
b Wijzig de instellingen voor de
snelkoppeling die u in stap a hebt
geselecteerd. (Zie bijvoorbeeld
Snelkoppelingen voor kopiëren
toevoegen uu pagina 13.)
c Druk op
Opslaan als snelkoppeling als u
klaar bent met het wijzigen van
instellingen.
d Druk op OK ter bevestiging.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de snelkoppeling wilt
overschrijven, drukt u op Ja. Ga naar
stap g.
Als u de snelkoppeling niet wilt
overschrijven, drukt u op Nee om
een nieuwe snelkoppelingsnaam in
te voeren. Ga naar stap f.
f Als u de naam wilt bewerken, houdt u
ingedrukt om de huidige naam te
verwijderen en geeft u een nieuwe
naam op via het toetsenbord op het
touchscreen. (Zie Tekst invoeren
uu pagina 185 voor informatie over het
invoeren van letters.)
Druk op OK.
g Druk op OK ter bevestiging.
Algemene informatie
19
1
De naam van snelkoppelingen
bewerken 1
U kunt de naam van snelkoppelingen
bewerken.
a Houd de snelkoppeling ingedrukt totdat
het dialoogvenster wordt weergegeven.
OPMERKING
U kunt ook op , Alle instell. en
Instellingen snelkoppelingen
drukken.
b Druk op
Naam snelkoppeling bewerken.
c Als u de naam wilt bewerken, houdt u
ingedrukt om de huidige naam te
verwijderen en geeft u een nieuwe
naam op via het toetsenbord op het
touchscreen. (Zie Tekst invoeren
uu pagina 185 voor informatie over het
invoeren van letters.)
Druk op OK.
Snelkoppelingen verwijderen 1
U kunt een snelkoppeling verwijderen.
a Houd de snelkoppeling ingedrukt totdat
het dialoogvenster wordt weergegeven.
OPMERKING
U kunt ook op , Alle instell. en
Instellingen snelkoppelingen
drukken.
b Druk op Verwijder om de in stap a
gekozen snelkoppeling te verwijderen.
Druk op Ja ter bevestiging.
Snelkoppelingen oproepen 1
De snelkoppelingsinstellingen worden
weergegeven op het scherm
Snelkoppelingen. Als u een snelkoppeling
wilt oproepen, drukt u eenvoudig op de
desbetreffende naam.
Hoofdstuk 1
20
Volume-instellingen 1
Belvolume 1
U kunt uit een aantal belvolume-niveaus
kiezen, van Hoog tot Uit. De machine
behoudt uw nieuwe instelling totdat u deze
wijzigt.
Het belvolume instellen 1
a Druk op .
b Druk op Alle instell.
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
d Druk op Standaardinst.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Volume weer te
geven.
f Druk op Volume.
g Druk op Belvolume.
h Druk op Laag, Half, Hoog of Uit.
i Druk op .
Volume van de
waarschuwingstoon 1
Wanneer de waarschuwingstoon is
ingeschakeld, geeft de machine een
geluidssignaal als u op het touchscreen of
touchpanel drukt of een vergissing maakt, of
nadat u een fax hebt verzonden of
ontvangen.
U kunt uit een aantal volumeniveaus kiezen,
van Hoog tot Uit.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
d Druk op Standaardinst.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Volume weer te
geven.
f Druk op Volume.
g Druk op Toon.
h Druk op Laag, Half, Hoog of Uit.
i Druk op .
Algemene informatie
21
1
Luidsprekervolume 1
U kunt uit een aantal luidsprekervolume-
niveaus kiezen, van Hoog tot Uit.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
d Druk op Standaardinst.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Volume weer te
geven.
f Druk op Volume.
g Druk op Luidspreker.
h Druk op Laag, Half, Hoog of Uit.
i Druk op .
Touchscreen-LCD 1
De helderheid van de
achtergrondverlichting
instellen 1
Als u het touchscreen-LCD niet goed kunt
lezen, kunt u de helderheidsinstelling
wijzigen.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
d Druk op Standaardinst.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om LCD instell.
weer te geven.
f Druk op LCD instell.
g Druk op Schermverlicht.
h Druk op Licht, Half of Donker.
i Druk op .
22
2
Papier en andere
afdrukmedia laden
2
VOORZICHTIG
Draag de machine NOOIT door het
scannerdeksel, de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier, de klep van de sleuf
voor handmatige invoer of het
bedieningspaneel vast te houden. Als u dit
doet, bestaat het gevaar dat de machine uit
uw handen glijdt. Draag de machine door
uw handen te plaatsen in de daarvoor
voorziene uitsparingen aan de zijkant van
de machine.
Voor meer informatie uu Handleiding
product veiligheid.
OPMERKING
(Voor MFC-J4710DW)
Zie Papier laden in papierlade 2
(MFC-J4710DW) uu pagina 29 voor
informatie over lade 2 (de onderste lade).
Papier laden in papierlade 1 2
Laad slechts één papierformaat en één
papiersoort tegelijk in de papierlade.
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
OPMERKING
Als de papiersteunklep (1) open is, klapt u
deze in en schuift u vervolgens de
papiersteun (2) naar binnen.
Wanneer u een ander papierformaat in de
lade plaatst, moet u ook de instelling voor
het papierformaat in het machinemenu
wijzigen.
(MFC-J4510DW: Zie Papierformaat
uu pagina 42.)
(MFC-J4710DW: Zie Papierformaat en -
soort (MFC-J4710DW) uu pagina 43.)
Papier laden 2
1
2
Papier laden
23
2
b Open het deksel van de uitvoerlade (1).
c Druk de papiergeleiders (1) voorzichtig
in en stel deze af op het papierformaat.
Zorg dat het driehoekje (2) op de
papiergeleider (1) naar de markering
voor het gebruikte papierformaat wijst.
d Blader de stapel papier goed door om te
voorkomen dat papier vastloopt of
scheef wordt ingevoerd.
OPMERKING
Controleer altijd of het papier niet is
omgekruld of gekreukt.
e Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag.
Controleer of het papier vlak in de lade
ligt.
Bij gebruik van A4, Letter of
Executive
Liggende afdrukstand
2
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver
in duwt; het kan aan de achterkant van de
lade omhoog gaan staan en problemen
veroorzaken bij de papierinvoer.
1
Hoofdstuk 2
24
OPMERKING
Papier van A5- of kleiner formaat moet in
staande afdrukstand in de lade worden
geplaatst.
Zie Kleiner papier laden (Foto, Foto L en
enveloppen) uu pagina 25 voor meer
informatie.
Als u papier wilt toevoegen voordat de
lade leeg is, verwijdert u het papier uit de
lade en voegt u het samen met het papier
dat u wilt toevoegen. Waaier de stapel
papier altijd goed door voordat u deze in
de lade plaatst. Als u een stapel papier
toevoegt zonder deze door te waaieren,
worden mogelijk meerdere pagina's
tegelijk ingevoerd.
•Zie Afdrukstand en capaciteit van de
papierladen uu pagina 47 voor meer
informatie over de afdrukstand.
f Duw de papiergeleiders (1) voorzichtig
tegen het papier aan.
Zorg dat de papiergeleiders de randen
van het papier aanraken.
g Controleer of het papier plat en onder de
markering voor de maximale
hoeveelheid papier (1) in de lade ligt.
Als u te veel papier in de lade plaatst,
kan het papier vastlopen.
h Sluit het deksel van de uitvoerlade.
i Duw de papierlade langzaam volledig in
de machine.
1
1
Papier laden
25
2
j Terwijl u de papierlade vasthoudt, trekt
u de papiersteun (1) naar buiten tot u
een klik hoort en vouwt u de
papiersteunklep (2) uit.
OPMERKING
Sluit de papiersteunklep als u
gebruikmaakt van papier dat langer is dan
A4- of Letter-formaat of enveloppen met
de omslag aan de korte kant.
Kleiner papier laden
(Foto, Foto L en enveloppen) 2
Staande afdrukstand
(Papier van A5- of kleiner formaat)
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver
in duwt; het kan aan de achterkant van de
lade omhoog gaan staan en problemen
veroorzaken bij de papierinvoer.
Informatie over enveloppen 2
Gebruik enveloppen met een gewicht
tussen 80 en 95 g/m
2
.
Voor sommige enveloppen moet u de
marge in de toepassing instellen. Maak
altijd eerst een proefafdruk voordat u een
groot aantal enveloppen afdrukt.
2
1
Hoofdstuk 2
26
BELANGRIJK
Gebruik NOOIT de volgende soorten
enveloppen, aangezien deze niet goed
worden ingevoerd:
zakachtige enveloppen
vensterenveloppen
enveloppen met reliëf (met verhoogd
opschrift)
enveloppen met sluithaken of nietjes
enveloppen die aan de binnenkant zijn
voorbedrukt
Het kan zijn dat u af en toe problemen
ondervindt bij de papierinvoer vanwege
de dikte, het formaat en de vorm van de
omslag van de enveloppen die u gebruikt.
Enveloppen laden 2
a Druk de hoeken en zijkanten van de
enveloppen zo plat mogelijk voordat u
deze plaatst.
BELANGRIJK
Plaats de enveloppen een voor een in de
papierlade als er meerdere tegelijk naar
binnen worden getrokken.
Lijm
Enveloppen met
dubbele omslagen
Papier laden
27
2
b Plaats de enveloppen met de adreszijde
naar beneden in de papierlade. Als de
omslag zich aan de lange zijde van de
enveloppen bevindt, plaatst u de
enveloppen met de omslag aan de
linkerkant in de lade, zoals aangegeven
in de illustratie. Druk de
papiergeleiders (1) voorzichtig in en stel
deze af op het formaat van de
enveloppen.
OPMERKING
Als u enveloppen met de omslag aan de
korte kant gebruikt, plaatst u de
enveloppen in de papierlade zoals in de
illustratie is aangegeven.
Sluit de papiersteunklep als u
gebruikmaakt van enveloppen met de
omslag aan de korte kant.
1
Hoofdstuk 2
28
Als u problemen hebt bij het afdrukken op
enveloppen met de omslag aan de korte
kant, kunt u het volgende proberen:
2
a Open de omslag van de envelop.
b Leg de envelop in de papierlade met de
adreszijde naar beneden en de omslag
in de positie zoals aangegeven in de
illustratie.
c Selecteer Ondersteboven afdrukken
(Windows
®
) of Keer paginarichting
om (Macintosh) in het dialoogvenster
van de printerdriver en wijzig het
formaat en de marge in de toepassing.
(uu Softwarehandleiding: Afdrukken
(Windows
®
).)
(uu Softwarehandleiding: Afdrukken en
faxen (Macintosh).)
Foto- en Foto L-papier laden 2
a Druk de hoeken en zijkanten van het
Foto- en Foto L-papier zo plat mogelijk
voordat u het plaatst.
BELANGRIJK
Als Foto-papier (10 × 15 cm) of Foto L-
papier (89 × 127 mm) met meerdere
vellen tegelijk naar binnen wordt
getrokken, plaatst u de vellen een voor
een in de papierlade.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u Foto L-papier (89 × 127 mm) in
de papierlade plaatst, zet u de
Foto L-stop (1) omhoog.
Plaatst u Foto-papier (10 × 15 cm) in
de papierlade, dan zet u de Foto-
stop (2) omhoog.
Druk de papiergeleiders (3) voorzichtig
in en stel deze af op het papierformaat.
c Sluit het deksel van de uitvoerlade.
1
2
3
3
Papier laden
29
2
d Plaats Foto- of Foto L-papier in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag.
e Open het deksel van de uitvoerlade (1).
f Duw de papiergeleiders (1) voorzichtig
tegen het papier aan.
Zorg dat de papiergeleiders de randen
van het papier aanraken.
g Sluit het deksel van de uitvoerlade.
Papier laden in papierlade 2
(MFC-J4710DW) 2
OPMERKING
In lade 2 kunt u alleen normaal papier van
A4-, A3-, Ledger-, Letter- of Legal-formaat
gebruiken.
•Zie Afdrukstand en capaciteit van de
papierladen uu pagina 47 voor meer
informatie over de afdrukstand.
Bij gebruik van A4- of Letter-papier 2
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
b Til het deksel van de papierlade (1) op.
1
1
1
Hoofdstuk 2
30
c Druk de papiergeleiders (1) voorzichtig
in en stel deze af op het papierformaat.
Zorg dat het driehoekje (2) op de
papiergeleider (1) naar de markering
voor het gebruikte papierformaat wijst.
d Blader de stapel papier goed door om te
voorkomen dat papier vastloopt of
scheef wordt ingevoerd.
OPMERKING
Controleer altijd of het papier niet
omgekruld of gekreukt is.
e Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag.
Controleer of het papier vlak in de lade
ligt.
Liggende afdrukstand
2
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver
in duwt; het kan aan de achterkant van de
lade omhoog gaan staan en problemen
veroorzaken bij de papierinvoer.
OPMERKING
Als u papier wilt toevoegen voordat de
lade leeg is, verwijdert u het papier uit de
lade en voegt u het samen met het papier
dat u wilt toevoegen. Waaier de stapel
papier altijd goed door voordat u deze in
de lade plaatst. Als u een stapel papier
toevoegt zonder deze door te waaieren,
worden mogelijk meerdere pagina's
tegelijk ingevoerd.
•Zie Bij gebruik van A3-, Ledger- of Legal-
papier uu pagina 32
als u papier van A3-,
Ledger- of Legal-formaat wilt gebruiken
.
1
2
Papier laden
31
2
f Duw de papiergeleiders (1) voorzichtig
tegen het papier aan.
Zorg dat de papiergeleiders de randen
van het papier aanraken.
g Controleer of het papier plat en onder de
markering voor de maximale
hoeveelheid papier (1) in de lade ligt.
Als u te veel papier in de lade plaatst,
kan het papier vastlopen.
h Sluit het deksel van de papierlade.
i Duw de papierlade langzaam volledig in
de machine.
j Trek de papiersteun (1) naar buiten tot u
een klik hoort en vouw de
papiersteunklep (2) uit.
1
1
Hoofdstuk 2
32
Bij gebruik van A3-, Ledger- of
Legal-papier
2
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
b Til het deksel van de papierlade (1) op.
c Duw de schuif naar rechts om de
papierlade te ontgrendelen.
d Trek de papierlade uit. Zorg dat het
driehoekje (1) naar de markering (2)
voor het papierformaat wijst.
1
2
Papier laden
33
2
e Duw de schuif naar links om de
papierlade vast te zetten.
OPMERKING
Zet de stop omhoog als u papier van
Legal-formaat gebruikt.
f Druk de papiergeleiders (1) voorzichtig
in en stel deze af op het papierformaat.
Zorg dat het driehoekje (2) op de
papiergeleider (1) naar de markering
voor het gebruikte papierformaat wijst.
g Blader de stapel papier goed door om te
voorkomen dat papier vastloopt of
scheef wordt ingevoerd.
OPMERKING
Controleer altijd of het papier niet is
omgekruld of gekreukt.
1
2
Hoofdstuk 2
34
h Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag.
Controleer of het papier vlak in de lade
ligt.
Staande afdrukstand
2
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver
in duwt; het kan aan de achterkant van de
lade omhoog gaan staan en problemen
veroorzaken bij de papierinvoer.
OPMERKING
Als u papier wilt toevoegen voordat de
lade leeg is, verwijdert u het papier uit de
lade en voegt u het samen met het papier
dat u wilt toevoegen. Waaier de stapel
papier altijd goed door voordat u deze in
de lade plaatst. Als u een stapel papier
toevoegt zonder deze door te waaieren,
worden mogelijk meerdere pagina's
tegelijk ingevoerd.
i Duw de papiergeleiders (1) voorzichtig
tegen het papier aan.
Zorg dat de papiergeleiders de randen
van het papier aanraken.
j Controleer of het papier plat en onder de
markering voor de maximale
hoeveelheid papier (1) in de lade ligt.
Als u te veel papier in de lade plaatst,
kan het papier vastlopen.
1
1
Papier laden
35
2
k Sluit het deksel van de papierlade.
l Duw de papierlade langzaam volledig in
de machine.
m Til het deksel van de papierlade op.
n Vouw de papiersteunklep van lade 2 uit.
o Trek de papiersteun van lade 1 uit.
VOORZICHTIG
Als de onderste lade is uitgetrokken voor
papier van groot formaat (bijvoorbeeld A3)
en u de machine wilt verplaatsen, verwijdert
u de onderste lade. De lade kan door het
gewicht van het papier vallen, waardoor u
zich kunt bezeren.
Hoofdstuk 2
36
VOORZICHTIG
Plaats de machine zodanig dat de lade niet
over de rand van de tafel of het bureau
uitsteekt. Als iemand tegen de lade
aanloopt, kan de machine vallen en letsel
veroorzaken.
OPMERKING
Sluit de papiersteunklep van lade 1 als u
gebruikmaakt van A3-, Ledger- of Legal-
papier.
Wanneer u weer A4- of Letter-papier wilt
gebruiken, haalt u het A3-, Ledger- of
Legal-papier uit de lade. (Als u de stop
omhoog hebt gezet voor Legal-papier,
klapt u deze omlaag.)
Duw de schuif naar rechts om de
papierlade te ontgrendelen en verkort de
lade.
Duw de schuif naar links om de papierlade
te vergrendelen en plaats A4- of Letter-
papier in de lade.
Papier laden
37
2
VOORZICHTIG
Zorg dat uw vingers niet bekneld raken in
de tussenruimten aan de achterkant van de
lade wanneer u deze van A3-, Ledger- of
Legal-formaat in het oorspronkelijke
formaat terugzet.
Papier in de sleuf voor
handmatige invoer laden 2
U kunt speciale afdrukmedia vel voor vel in de
sleuf voor handmatige invoer plaatsen.
Gebruik deze sleuf om af te drukken of te
kopiëren op papier van de volgende
formaten: A3, Ledger, Legal, A4, Letter,
Executive, A5, A6, enveloppen,
Foto (10 × 15 cm), Foto L (89 × 127 mm),
Foto 2L (13 × 18 cm) en
Indexkaart (127 × 203 mm).
OPMERKING
Wanneer u papier in de sleuf voor
handmatige invoer plaatst, wordt de
machine automatisch in de modus voor
handmatige invoer gezet.
Sluit de papiersteunklep als u
gebruikmaakt van papier dat langer is dan
A4- of Letter-formaat of enveloppen met
de omslag aan de korte kant.
a Open de klep van de sleuf voor
handmatige invoer aan de achterkant
van de machine.
Hoofdstuk 2
38
b Verschuif de papiergeleiders van de
sleuf voor handmatige invoer zodat het
te gebruiken papier er precies doorheen
past.
OPMERKING
De papiermarkering (1) voor staande
afdrukstand bevindt zich aan de
rechterkant van de sleuf voor handmatige
invoer, de markering (2) voor liggende
afdrukstand aan de linkerkant.
Zorg dat u de papiergeleiders op de juiste
positie plaatst.
c Plaats één vel in de sleuf voor
handmatige invoer, met de te bedrukken
zijde naar boven.
Bij gebruik van A3, Ledger, Legal,
A5, A6, enveloppen, Foto, Foto L,
Foto 2L of Indexkaart
Staande afdrukstand
2
Bij gebruik van A4, Letter of
Executive
Liggende afdrukstand
2
2
1
Papier laden
39
2
BELANGRIJK
Plaats NOOIT meer dan één vel tegelijk in
de sleuf voor handmatige invoer. Als u dit
wel doet, kan het papier vastlopen. Zelfs
als u meerdere pagina's wilt afdrukken,
moet u wachten tot u op het touchscreen
wordt geïnstrueerd het volgende vel te
plaatsen.
Plaats NOOIT papier in de sleuf voor
handmatige invoer wanneer u afdrukt
vanuit de papierlade. Als u dit wel doet,
kan het papier vastlopen.
•Zie Afdrukstand en capaciteit van de
papierladen uu pagina 47 voor meer
informatie over de afdrukstand.
d Verschuif de papiergeleiders van de
sleuf voor handmatige invoer met beide
handen, zodat het papier er precies
doorheen past.
OPMERKING
Duw de papiergeleiders NOOIT te strak
tegen het papier. Hierdoor kan het papier
omvouwen.
Plaats het papier in het midden van de
sleuf voor handmatige invoer tussen de
papiergeleiders. Als het papier niet goed
in het midden zit, trek het papier er dan uit
en plaats het opnieuw, goed in het
midden.
e Plaats met beide handen een vel papier
in de sleuf voor handmatige invoer. Het
papier moet tegen de papierinvoerrol
komen. Laat het papier los zodra de
machine het papier een stukje naar
binnen heeft getrokken. Op het
touchscreen wordt
Sleuf voor handinvoer gereed.
weergegeven.
Hoofdstuk 2
40
OPMERKING
Wanneer u een envelop of een vel dik
papier wilt plaatsen, moet u de envelop of
het papier in de sleuf voor handmatige
invoer duwen totdat u het apparaat voelt
trekken.
Wanneer u A3-, Legal- of Ledger-papier in
de sleuf voor handmatige invoer plaatst,
wordt de afgedrukte pagina na het
afdrukken door de machine
vastgehouden, zodat deze niet komt te
vallen. Trek de afgedrukte pagina na
voltooiing van het afdrukproces eruit en
druk op OK.
f Als de gegevens niet op één pagina
passen, wordt u op het touchscreen
gevraagd nog een pagina te laden.
Plaats nog een vel papier in de sleuf
voor handmatige invoer en druk
vervolgens op OK op het touchscreen.
OPMERKING
Controleer of er niet meer wordt afgedrukt
voordat u de klep van de sleuf voor
handmatige invoer sluit.
Wanneer er papier in de sleuf voor
handmatige invoer is geplaatst, wordt
altijd vanuit die sleuf afgedrukt.
Wanneer er papier in de sleuf voor
handmatige invoer is geplaatst terwijl een
testpagina, fax of rapport werd afgedrukt,
wordt dat papier uitgeworpen.
Tijdens de reinigingscyclus van het
apparaat wordt het papier uit de sleuf voor
handmatige invoer uitgeworpen. Wacht
tot de reinigingscyclus is voltooid en
plaats het papier vervolgens terug in de
sleuf voor handmatige invoer.
Papier laden
41
2
Onbedrukbaar gebied 2
Hoe groot het afdrukgebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte
toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen
papier en enveloppen. De machine kan afdrukken binnen de grijze gedeelten van losse vellen
papier wanneer de afdrukfunctie Zonder rand beschikbaar en ingeschakeld is.
(uu Softwarehandleiding: Afdrukken (Windows
®
).)
(uu Softwarehandleiding: Afdrukken en faxen (Macintosh).)
OPMERKING
De afdrukfunctie Zonder rand is niet beschikbaar voor enveloppen en dubbelzijdig afdrukken.
Losse vellen Enveloppen
Bovenkant (1) Links (2) Onderkant (3) Rechts (4)
Losse vellen 3 mm 3 mm 3 mm 3 mm
Enveloppen 22 mm 3 mm 22 mm 3 mm
1
3
24
1
3
42
Hoofdstuk 2
42
Papierinstellingen 2
Papierformaat en -soort
(MFC-J4510DW) 2
Papiersoort 2
Voor de beste afdrukkwaliteit stelt u de
machine in op het type papier dat u gebruikt.
a Druk op .
b Druk op .
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Normaal pap.,
Inkjetpapier, Brother BP71,
Glossy anders of Transparanten
weer te geven en druk vervolgens op de
gewenste optie.
d Druk op .
OPMERKING
Het papier wordt met de bedrukte zijde
naar boven op de uitvoerlade aan de
voorkant van de machine uitgeworpen.
Als u transparanten of glanzend papier
gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te
verwijderen om te voorkomen dat de
vellen aan elkaar plakken of vastlopen.
Papierformaat 2
U kunt de volgende papierformaten
gebruiken voor het afdrukken van kopieën:
A4, A5, A3, 10 × 15 cm, Letter, Legal en
Ledger. Voor het afdrukken van faxen kunt u
A4 of Letter gebruiken. Wanneer u papier van
een ander formaat in de machine plaatst,
moet u ook de instelling voor het
papierformaat wijzigen, zodat uw machine
een binnenkomende fax passend op het vel
papier kan afdrukken.
a Druk op .
b Druk op .
c Druk op A4, A5, 10x15cm of Letter.
d Druk op .
OPMERKING
Stel de papierformaatoptie in de
kopieermodus in wanneer u op papier van
A3-, Legal- of Ledger-formaat kopieert.
Papier laden
43
2
Papierformaat en -soort
(MFC-J4710DW) 2
Voor de beste afdrukkwaliteit stelt u de
machine in op het type papier dat u gebruikt.
U kunt de volgende papierformaten
gebruiken voor het afdrukken van kopieën:
A4, A5, A3, 10 × 15 cm, Letter, Legal en
Ledger. Voor het afdrukken van faxen kunt u
vijf formaten gebruiken: A4, A3, Ledger,
Letter en Legal. Wanneer u papier van een
ander formaat in de machine plaatst, moet u
ook de instelling voor het papierformaat
wijzigen, zodat uw machine een
binnenkomende fax passend op het vel
papier kan afdrukken.
a Druk op .
b Druk op het weergegeven
papierformaat voor lade 1 of lade 2.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u op het weergegeven
papierformaat voor lade 1 drukt,
drukt u op Papiersoort.
Veeg met uw vinger omhoog of
omlaag of druk op a of b om
Normaal pap., Inkjetpapier,
Brother BP71, Glossy anders
of Transparanten weer te geven
en druk vervolgens op de gewenste
optie.
Druk op Papierformaat.
Druk op A4, A5, 10x15cm of
Letter.
Als u op het weergegeven
papierformaat voor lade 2 drukt,
drukt u op Papierformaat.
Veeg met uw vinger omhoog of
omlaag of druk op a of b om A4, A3,
Letter, Legal of Ledger weer te
geven en druk vervolgens op de
gewenste optie.
d Druk op .
OPMERKING
•In Lade 2 kunt u alleen normaal papier
gebruiken.
Het papier wordt met de bedrukte zijde
naar boven op de uitvoerlade aan de
voorkant van de machine uitgeworpen.
Als u transparanten of glanzend papier
gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te
verwijderen om te voorkomen dat de
vellen aan elkaar plakken of vastlopen.
Ladegebruik in de
kopieermodus
(MFC-J4710DW) 2
U kunt de standaardlade voor het afdrukken
van kopieën wijzigen.
Als u Autom. ladesel. selecteert, wordt
automatisch papier uit lade 1 of lade 2
gebruikt, al naar gelang de papiersoort en het
papierformaat zoals ingesteld in het menu
Kopiëren.
Ga als volgt te werk om de
standaardinstelling te wijzigen:
a Druk op .
b Druk op Alle instell.
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
d Druk op Standaardinst.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om
Lade-instelling weer te geven.
f Druk op Lade-instelling.
g Druk op Ladegebruik: kopiëren.
h Druk op Lade 1, Lade 2 of
Autom. ladesel.
Hoofdstuk 2
44
i Druk op .
OPMERKING
U kunt de selectie van het papierformaat
en de papierlade tijdelijk wijzigen voor de
volgende kopie. (Zie Papierformaat
uu pagina 81 en Ladeselectie
(MFC-J4710DW) uu pagina 81.)
Ladegebruik in de faxmodus
(MFC-J4710DW) 2
U kunt de standaardlade voor het afdrukken
van ontvangen faxen wijzigen.
Als u Autom. ladesel. selecteert, kan de
machine eerst papier uit lade 1 nemen, of uit
lade 2 in de volgende gevallen:
Lade 2 is ingesteld op een ander
papierformaat dat geschikter is voor de
binnenkomende faxen.
Beide laden bevatten hetzelfde
papierformaat en lade 1 is niet ingesteld
voor het gebruik van normaal papier.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
d Druk op Standaardinst.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om
Lade-instelling weer te geven.
f Druk op Lade-instelling.
g Druk op Ladegebruik: faxen.
h Druk op Lade 1, Lade 2 of
Autom. ladesel.
i Druk op .
Geschikt papier en
andere afdrukmedia
2
De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed
door het soort papier dat u in de machine
gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit voor de gekozen
instellingen te realiseren, moet u de
papiersoort altijd instellen op het type papier
dat in de lade is geplaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat
papier), glanzend papier, transparanten en
enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten
papier te testen alvorens een grote
hoeveelheid aan te schaffen.
Gebruik Brother-papier voor de beste
resultaten.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat
papier), transparanten of glanzend papier,
moeten op het tabblad Normaal van de
printerdriver of voor de instelling
Papiersoort in het menu van de machine
altijd de juiste afdrukmedia zijn
geselecteerd.
(MFC-J4510DW: Zie Papiersoort
uu pagina 42.)
(MFC-J4710DW: Zie Papierformaat en -
soort (MFC-J4710DW) uu pagina 43.)
Wanneer u afdrukt op fotopapier van
Brother, plaatst u een extra vel van
hetzelfde fotopapier in de papierlade. U
vindt dit extra vel in de verpakking van het
papier.
Als u transparanten of fotopapier gebruikt,
dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen;
dit om te voorkomen dat de vellen aan
elkaar plakken of vastlopen.
Raak het afgedrukte oppervlak van het
papier vlak na het afdrukken niet aan; de
inkt kan nog nat zijn en op uw vingers
vlekken.
Papier laden
45
2
Aanbevolen afdrukmedia 2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen
raden wij u aan Brother-papier te gebruiken.
(Zie de onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier
beschikbaar is, raden wij u aan verschillende
soorten papier te testen voordat u grote
hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren ‘3M Transparency Film’ te
gebruiken wanneer u op transparanten
afdrukt.
Omgaan met en gebruik van
afdrukmedia 2
Bewaar papier in de originele verpakking
en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar
het papier plat en uit de buurt van vocht,
direct zonlicht en warmte.
Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde
van het fotopapier niet aanraakt.
Raak de voor- of achterkant van
transparanten niet aan; deze absorberen
snel water en transpiratievocht, wat
afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit.
Transparanten die voor laserprinters en -
kopieerapparaten ontworpen zijn, kunnen
vlekken op het volgende document
veroorzaken. Gebruik alleen
transparanten die worden aanbevolen
voor inkjetprinters.
BELANGRIJK
Gebruik NOOIT de volgende soorten
papier:
papier dat beschadigd, gekruld of
gekreukt is of een onregelmatige vorm
heeft
1 Papier dat 2 mm of meer is
omgekruld, kan vastlopen.
hoogglanzend of erg gestructureerd
papier
papier dat niet netjes kan worden
gestapeld
papier met een breedlopende vezel
Papiercapaciteit van het deksel van de
papieruitvoerlade
2
Maximaal 50 vellen A4-papier van 80 g/m
2
.
Om vlekken te voorkomen moeten
transparanten en fotopapier vel voor vel
van het deksel van de uitvoerlade worden
verwijderd.
Brother-papier
Papiersoort Item
A3 Normaal BP60PA3
A3 Glanzend Foto BP71GA3
A3 Inkjet (Mat) BP60MA3
A4 Normaal BP60PA
A4 Glanzend Foto BP71GA4
A4 Inkjet (Mat) BP60MA
10 × 15 cm Glanzend Foto BP71GP
Hoofdstuk 2
46
De juiste afdrukmedia selecteren 2
Type en formaat papier voor elke functie 2
1
Alleen sleuf voor handmatige invoer (MFC-J4510DW)
Sleuf voor handmatige invoer of lade 2 (MFC-J4710DW)
2
Alleen lade 2 (MFC-J4710DW)
3
Alleen sleuf voor handmatige invoer
Papiersoort Papierformaat Gebruik
Faxen Kopiëren Photo
Capture
Printer
Losse vellen A3 297 × 420 mm
Ja
2
Ja
1
Ja
3
Ja
1
A4 210 × 297 mm Ja Ja Ja Ja
Ledger 279,4 × 431,8 mm
Ja
2
Ja
1
Ja
3
Ja
1
Letter 215,9 × 279,4 mm Ja Ja Ja Ja
Legal 215,9 × 355,6 mm
Ja
2
Ja
1
Ja
1
Executive 184 × 267 mm Ja
JIS B4 257 × 364 mm Gebruiker-
gedefinieerd
JIS B5 182 × 257 mm Gebruiker-
gedefinieerd
A5 148 × 210 mm Ja Ja
A6 105 × 148 mm Ja
Kaarten Foto 10 × 15 cm Ja Ja Ja
Foto L 89 × 127 mm Ja
Foto 2L 13 × 18 cm Ja Ja
Indexkaart 127 × 203 mm Ja
Briefkaart 1 100 × 148 mm Gebruiker-
gedefinieerd
Briefkaart 2
(Dubbel)
148 × 200 mm Gebruiker-
gedefinieerd
Enveloppen C5-Envelop 162 × 229 mm
Ja
3
DL-Envelop 110 × 220 mm Ja
Com-10 105 × 241 mm Ja
Monarch 98 × 191 mm Ja
Transparanten A4 210 × 297 mm Ja Ja
Letter 215,9 × 279,4 mm Ja Ja
Legal 215,9 × 355,6 mm Ja Ja
A5 148 × 210 mm Ja Ja
Papier laden
47
2
Afdrukstand en capaciteit van de papierladen 2
1
Wanneer normaal papier van 80 g/m
2
wordt gebruikt.
OPMERKING
Als u Gebruikergedefinieerd selecteert in de vervolgkeuzelijst Papierformaat van de
printerdriver, varieert de afdrukstand al naar gelang het formaat en de dikte van het papier.
(Zie Afdrukstand bij gebruik van Gebruikergedefinieerd als papierformaat in de printerdriver
uu pagina 48 voor meer informatie.)
Papierformaat Papiersoorten Aantal
vellen
Papierlade 1 <Liggend>
A4, Letter, Executive
<Staand>
A5, A6, Foto, Foto L, Foto 2L,
Indexkaart, Enveloppen (Com-10,
DL, Monarch)
Normaal papier
150
1
Inkjetpapier 20
Glanzend papier, Foto 20
Indexkaart, Briefkaart 30
Enveloppen, Transparanten 10
Papierlade 2
(MFC-J4710DW)
<Liggend>
A4, Letter
<Staand>
A3, Legal, Ledger
Normaal papier
250
1
Sleuf voor handmatige
invoer
<Liggend>
A4, Letter, Executive
<Staand>
A3, Ledger, Legal, A5, A6, Foto,
Foto L, Foto 2L, Indexkaart,
Enveloppen (C5, Com-10, DL,
Monarch)
Normaal papier,
Inkjetpapier, Glanzend
papier, Foto, Enveloppen en
Transparanten
1
Hoofdstuk 2
48
Afdrukstand bij gebruik van Gebruikergedefinieerd als papierformaat in de
printerdriver
2
OPMERKING
Wanneer u Envelop selecteert in de vervolgkeuzelijst Papierdikte, moet u de enveloppen in
staande afdrukstand plaatsen.
Papiergewicht en -dikte 2
1
BP71-papier van 260 g/m
2
is speciaal bedoeld voor inkjetmachines van Brother.
Door gebruiker gedefinieerd formaat Afdrukstand
Als aan de volgende twee voorwaarden wordt voldaan:
Breedte: 127,0 mm - 215,9 mm
Hoogte: 216,0 mm - 297,0 mm
Liggend
Als aan een van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Breedte: minder dan 127,0 mm
Breedte: meer dan 215,9 mm
Hoogte: minder dan 216,0 mm
Hoogte: meer dan 297,0 mm
Staand
Papiersoort Gewicht Dikte
Losse vellen Normaal papier
64 tot 120 g/m
2
0,08 tot 0,15 mm
(Lade 2)
Normaal papier
64 tot 105 g/m
2
0,08 tot 0,15 mm
Inkjetpapier
64 tot 200 g/m
2
0,08 tot 0,25 mm
Glanzend papier
1
Max. 220 g/m
2
Max. 0,25 mm
Kaarten
Fotokaart
1
Max. 220 g/m
2
Max. 0,25 mm
Indexkaart
Max. 120 g/m
2
Max. 0,15 mm
Briefkaart 1
Briefkaart 2
Max. 200 g/m
2
Max. 0,25 mm
Enveloppen
80 tot 95 g/m
2
Max. 0,52 mm
Transparanten
49
3
3
Documenten laden 3
U kunt via de ADF (automatische
documentinvoer) of glasplaat een fax
versturen, kopieën maken en scannen.
OPMERKING
(MFC-J4710DW)
Via de ADF kunt u dubbelzijdige
documenten van maximaal Legal-formaat
faxen, kopiëren of scannen.
De ADF gebruiken 3
De ADF heeft een capaciteit van maximaal
20 vellen en voert het papier vel voor vel in.
Gebruik papier van een formaat en gewicht
dat voldoet aan de specificaties in de
volgende tabel. Waaier de stapel altijd los
voordat u het papier in de ADF plaatst.
Documentformaten en -gewichten 3
Documenten laden 3
BELANGRIJK
Trek NOOIT aan het document als het
wordt ingevoerd.
Gebruik GEEN papier dat is omgekruld,
gekreukeld, gevouwen of gescheurd of
geniet, of dat is vastgemaakt met
paperclips, lijm of plakband.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of
stof.
Zorg dat met inkt beschreven documenten en
documenten die met correctievloeistof zijn
gewijzigd, volledig droog zijn.
a Til de ADF-documentsteun (1) op en
vouw deze uit.
b Waaier de stapel papier goed door.
Documenten laden 3
Lengte: 148 tot 355,6 mm
Breedte: 148 tot 215,9 mm
Gewicht:
64 tot 90 g/m
2
1
Hoofdstuk 3
50
c Stel de papiergeleiders (1) in op de
breedte van uw documenten.
d Plaats uw documenten met de
bedrukte zijde naar beneden en de
bovenrand eerst in de ADF onder de
papiergeleiders, totdat u voelt dat ze de
invoerrollen raken.
Op het touchscreen wordt ADF gereed
weergegeven.
BELANGRIJK
Laat GEEN dikke documenten achter op
de glasplaat. Als u dat doet, kan papier in
de ADF vastlopen.
De glasplaat gebruiken 3
U kunt de glasplaat gebruiken voor het faxen,
kopiëren of scannen van afzonderlijke vellen
of van bladzijden uit een boek.
Ondersteunde documentformaten 3
Documenten laden 3
OPMERKING
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de
ADF leeg zijn.
a Til het documentdeksel op.
b Gebruik de documentgeleiders aan de
linker- en bovenkant om het document
in de linkerbovenhoek van de glasplaat
te leggen, met de bedrukte zijde naar
beneden.
1 documentdeksel
Lengte: Max. 297 mm
Breedte: Max. 215,9 mm
Gewicht: Max. 2 kg
1
Documenten laden
51
3
c Sluit het documentdeksel.
BELANGRIJK
Als u een boek of een lijvig document
scant, laat het deksel dan NIET
dichtvallen en druk er niet op.
Niet-scanbaar gebied 3
De grootte van het scangebied is afhankelijk
van de instellingen in de door u gebruikte
toepassing. Hieronder wordt aangegeven
welke gebieden niet kunnen worden
gescand.
1
Bij gebruik van de ADF bedraagt het niet-scanbare
gebied 1 mm.
Gebruik Document-
grootte
Bovenkant (1)
Onderkant (3)
Links (2)
Rechts (4)
Faxen A4 3 mm
3mm
1
Letter 4 mm
Legal
Kopiëren Alle
papierfor-
maten
3mm
Scannen 1 mm 1 mm
1
3
24
52
4
Faxen verzenden 4
In de volgende stappen wordt beschreven
hoe u een fax verzendt.
a Plaats uw document op een van de
volgende manieren:
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar beneden in de
ADF. (Zie De ADF gebruiken
uu pagina 49.)
Leg uw document met de bedrukte
zijde naar beneden op de glasplaat.
(Zie De glasplaat gebruiken
uu pagina 50.)
OPMERKING
Gebruik de ADF als u kleurfaxen van
meerdere pagina's wilt verzenden.
Als u een fax in zwart-wit vanuit de ADF
verzendt terwijl het geheugen vol is, wordt
deze direct verzonden.
U kunt de glasplaat gebruiken om
pagina's van een boek een voor een te
faxen. Het maximale documentformaat is
A4 of Letter.
Aangezien u slechts één pagina tegelijk
kunt scannen, is het eenvoudiger om de
ADF te gebruiken als u een document van
meerdere pagina’s verzendt.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Fax als Faxvoorbeeld is
uitgeschakeld.
Druk op Fax en vervolgens op
Faxen verzenden als
Faxvoorbeeld is ingeschakeld.
Op het touchscreen wordt het
volgende weergegeven:
Een fax verzenden 4
Een fax verzenden
53
4
c U kunt de volgende faxinstellingen
wijzigen. Druk op Opties. Veeg met uw
vinger omhoog of omlaag of druk op a of
b om door de faxinstellingen te
bladeren. Druk op de gewenste
instelling en kies de nieuwe optie. Druk
op OK wanneer u klaar bent met het
wijzigen van opties.
(Basis gebruikershandleiding)
Zie pagina 54 tot en met 56 voor meer
informatie over het wijzigen van de
volgende faxinstellingen.
Scanformaat glas
Een fax in kleur verzenden
Uitgaande faxen vooraf bekijken
Verzendrapport (instellen)
(Geavanceerde
gebruikershandleiding)
Voor meer geavanceerde bewerkingen
en instellingen op het gebied van
faxverzending
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Een fax
verzenden.)
Contrast
Faxresolutie
Nieuwe standaardinstellingen
opgeven
Fabrieksinstellingen herstellen
Dubbelzijdige fax (MFC-J4710DW)
Faxen aan het einde van een oproep
Rondsturen
Direct verzenden
Internationale modus
Uitgestelde fax
Groepsverzending
Taken in wachtrij annuleren
Verzend pollen
d Voer het faxnummer in.
De kiestoetsen gebruiken
Het adresboek gebruiken
Adresboek
Het overzicht van oproepen
gebruiken
Uitg. Gesprek
Overzicht beller-id
OPMERKING
U kunt een faxbericht eerst bekijken
voordat u het verzendt door Voorbeeld
in te stellen op Aan. (Zie Uitgaande faxen
vooraf bekijken uu pagina 55.)
Als uw netwerk het LDAP-protocol
ondersteunt, kunt u op uw server
faxnummers en e-mailadressen
opzoeken. (uu Netwerkhandleiding:
Werken met LDAP.)
e Druk op Fax Start.
Faxen verzenden vanaf de ADF 4
De machine begint het document te
scannen.
Faxen verzenden via de glasplaat4
Als u Zwart-wit selecteert bij
Kleurinstelling
(standaardinstelling), begint de
machine met het scannen van de
eerste pagina. Ga naar stap f.
Als u Kleur selecteert bij
Kleurinstelling, wordt op het
touchscreen gevraagd of u een
kleurenfax wilt verzenden. Druk op
Ja (kleurenfax) ter bevestiging.
De machine kiest het nummer en
begint het document te verzenden.
Hoofdstuk 4
54
f Voer een van de volgende stappen uit
als op het touchscreen
Volgende Pagina? wordt
weergegeven:
Als u één pagina wilt verzenden,
drukt u op Nee.
De machine begint met het
verzenden van het document.
Als u meerdere pagina's wilt
verzenden, drukt u op Ja en gaat u
naar stap g.
g Leg de volgende pagina op de
glasplaat.
Druk op OK.
De machine begint met het scannen van
de pagina. (Herhaal stap f en g voor
elke volgende pagina.)
Faxen onderbreken 4
Druk op om het faxen te onderbreken.
Het formaat van de glasplaat
instellen om te faxen 4
Wanneer documenten van het formaat Letter
zijn, moet u het scanformaat op Letter
instellen. Als u dit niet doet, ontbreken de
zijkanten van de fax.
a Laad uw document.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Fax als Faxvoorbeeld is
uitgeschakeld.
Druk op Fax en vervolgens op
Faxen verzenden als
Faxvoorbeeld is ingeschakeld.
c Druk op Opties.
d Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om
Scanformaat glas weer te geven.
e Druk op Scanformaat glas.
f Druk op Letter (of A4).
g Druk op OK.
h Voer het faxnummer in.
i Druk op Fax Start.
OPMERKING
U kunt de instelling die u het meest
gebruikt opslaan door deze als
standaardinstelling te definiëren.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Uw wijzigingen
instellen als nieuwe
standaardinstellingen.)
Deze instelling is alleen beschikbaar voor
het verzenden van documenten via de
glasplaat.
Een fax in kleur verzenden 4
Uw machine kan een fax in kleur verzenden
naar machines die deze functie
ondersteunen.
Kleurenfaxen kunnen niet in het
machinegeheugen worden opgeslagen. Als u
een kleurenfax verzendt, verzendt de
machine deze direct (zelfs als
Direct verzenden is ingesteld op Uit).
a Laad uw document.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Fax als Faxvoorbeeld is
uitgeschakeld.
Druk op Fax en vervolgens op
Faxen verzenden als
Faxvoorbeeld is ingeschakeld.
c Druk op Opties.
d Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om
Kleurinstelling weer te geven.
Een fax verzenden
55
4
e Druk op Kleurinstelling.
f Druk op Kleur.
g Druk op OK.
h Voer het faxnummer in.
i Druk op Fax Start.
Een actieve fax annuleren 4
Als u een fax wilt annuleren terwijl de
machine bezig is met scannen, kiezen of
verzenden, drukt u op .
Uitgaande faxen vooraf
bekijken 4
U kunt een faxbericht eerst bekijken voordat
u het verzendt. U moet de functies Direct
Verzend en Ontvang Pollen op Uit zetten
voordat u deze functie kunt gebruiken.
a Laad uw document.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Fax als Faxvoorbeeld is
uitgeschakeld.
Druk op Fax en vervolgens op
Faxen verzenden als
Faxvoorbeeld is ingeschakeld.
c Druk op Opties.
d Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Voorbeeld weer te
geven.
e Druk op Voorbeeld.
f Druk op Aan.
g Druk op OK.
h Voer het faxnummer in via de
kiestoetsen of het adresboek.
i Druk op Fax Start.
De machine begint het document te
scannen en de uitgaande fax verschijnt
op het touchscreen.
Wanneer de fax wordt weergegeven,
drukt u op het touchscreen om de
volgende bewerkingen uit te voeren.
j Druk op Start.
OPMERKING
Gebruik Faxvoorbeeld niet voor het
verzenden van een kleurenfax.
•Als u op Start drukt, wordt het faxbericht
uit het geheugen verzonden en
vervolgens gewist.
Omschrijving
De fax vergroten.
De fax verkleinen.
of
Verticaal bladeren.
of
Horizontaal bladeren.
De fax rechtsom draaien.
Naar de vorige pagina gaan.
Naar de volgende pagina gaan.
Hoofdstuk 4
56
Verzendrapport 4
U kunt het verzendrapport gebruiken als
bewijs dat u een fax hebt verzonden. Dit
rapport bevat de volgende informatie: de
naam of het faxnummer van de afzender, de
tijd en de datum waarop het bericht is
verzonden, de duur van de transmissie, het
aantal verzonden pagina's en of de fax
correct is verzonden.
Voor het verzendrapport zijn verschillende
instellingen mogelijk:
Aan: Drukt een rapport af na elke
verzonden fax.
Aan+Beeld: Drukt een rapport af na elke
verzonden fax. Een gedeelte van de
eerste pagina van de fax wordt op het
rapport weergegeven.
Uit: Drukt een rapport af als uw fax niet is
verzonden vanwege een transmissiefout.
Uit is de standaardinstelling.
Uit+Beeld: Drukt een rapport af als uw
fax niet is verzonden vanwege een
transmissiefout. Een gedeelte van de
eerste pagina van de fax wordt op het
rapport weergegeven.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Kies rapport
weer te geven.
f Druk op Kies rapport.
g Druk op Verzendrapp.
h Druk op Aan, Aan+Beeld, Uit of
Uit+Beeld.
i Druk op .
OPMERKING
•Als u Aan+Beeld of Uit+Beeld kiest,
wordt de afbeelding alleen op het
verzendrapport weergegeven als de
instelling voor direct verzenden
uitgeschakeld is. Bij het verzenden van
een kleurenfax wordt de afbeelding niet op
het rapport weergegeven.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Direct verzenden.)
Als de transmissie goed is verlopen, wordt
OK” naast “RESULT” op het
verzendrapport weergegeven. Als de
transmissie niet goed is verlopen, wordt
FOUT” naast “RESULT” weergegeven.
57
5
5
Ontvangstmodi 5
U moet een ontvangstmodus kiezen die past bij de externe apparaten en telefoondiensten die op
de lijn zijn aangesloten.
De ontvangstmodus kiezen 5
Standaard ontvangt uw machine automatisch alle faxen die ernaartoe worden verzonden. Met
behulp van het onderstaande schema kunt u de juiste ontvangstmodus kiezen.
Raadpleeg Ontvangstmodi gebruiken uu pagina 59 voor meer informatie over ontvangstmodi.
Volg de onderstaande instructies om de ontvangstmodus in te stellen:
a Druk op .
b Druk op Alle instell.
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om Stand.instel. weer te
geven.
d Druk op Stand.instel.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om Ontvangstmodus weer te
geven.
f Druk op Ontvangstmodus.
Faxberichten ontvangen 5
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een
extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de
machine?
Ja
Alleen Fax
Nee
Nee
Nee
Handmatig
Ja
Ext. TEL/ANT
Fax/Telefoon
Gebruikt u de functie voor voicemail van een
extern antwoordapparaat?
Wilt u dat de machine faxoproepen en
telefoongesprekken automatisch opneemt?
Ja
Hoofdstuk 5
58
g Druk op Alleen Fax, Fax/Telefoon, Ext. TEL/ANT of Handmatig.
h Druk op .
Faxberichten ontvangen
59
5
Ontvangstmodi
gebruiken
5
In sommige ontvangstmodi wordt
automatisch geantwoord (Alleen Fax en
Fax/Telefoon). U kunt de belvertraging
wijzigen voordat u deze modi gebruikt.
(Zie Belvertraging uu pagina 60.)
Alleen Fax 5
Als de modus Alleen Fax is ingeschakeld,
wordt elk telefoontje automatisch als
faxoproep beantwoord.
Fax/Telefoon 5
De modus Fax/Telefoon helpt u om
inkomende oproepen automatisch af te
handelen, doordat wordt herkend of het een
fax of een telefoongesprek betreft. De
oproepen worden als volgt verwerkt:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Een telefoongesprek activeert het
dubbele belsignaal om aan te geven dat u
de oproep moet aannemen. Het dubbele
belsignaal is een snel belsignaal
afkomstig van uw machine.
(Zie ook F/T Beltijd (alleen in de
Fax/Telefoon-modus) uu pagina 60 en
Belvertraging uu pagina 60.)
Handmatig 5
De modus Handmatig schakelt alle
automatische antwoordfuncties uit.
Als u in de modus Handmatig een fax wilt
ontvangen, neemt u de hoorn van een extern
toestel op. Wanneer u faxtonen (korte
herhaalde tonen) hoort, drukt u op
Fax Start en kiest u Ontvangen. U kunt
ook de functie Fax Waarnemen gebruiken om
faxen te ontvangen door de hoorn op te
nemen van een toestel op dezelfde lijn als die
van de machine.
(Zie ook Fax Waarnemen uu pagina 61.)
Ext. TEL/ANT (extern
antwoordapparaat) 5
In de modus Ext. TEL/ANT beheert een
extern antwoordapparaat uw inkomende
oproepen. Inkomende oproepen worden als
volgt afgehandeld:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Bellers kunnen een bericht op het externe
antwoordapparaat achterlaten.
(Zie Een extern antwoordapparaat aansluiten
uu pagina 68 voor meer informatie.)
Hoofdstuk 5
60
Instellingen
ontvangstmodus
5
Belvertraging 5
De instelling Belvertraging bepaalt hoe vaak
de machine in de modus Alleen Fax of
Fax/Telefoon overgaat voordat de oproep
wordt beantwoord. Als u een extern of
tweede toestel op dezelfde lijn als de
machine gebruikt, kiest u het maximum
aantal belsignalen.
(Zie Werken met externe of tweede toestellen
uu pagina 71 en Fax Waarnemen
uu pagina 61.)
a Druk op .
b Druk op Alle instell.
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Belvertraging
weer te geven.
h Druk op Belvertraging.
i Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om de opties weer te
geven, en druk vervolgens op de optie
voor het aantal maal dat de machine
moet overgaan vóór beantwoording van
de oproep.
Als u 0 kiest, wordt onmiddellijk
opgenomen en klinkt er helemaal geen
belsignaal.
j Druk op .
F/T Beltijd
(alleen in de Fax/Telefoon-
modus) 5
Wanneer iemand uw machine belt, horen u
en de beller het geluid van een telefoon die
overgaat. Het aantal belsignalen wordt
bepaald door de instelling van Belvertraging.
Als de oproep een fax is, wordt deze door de
machine ontvangen. Is het echter een
telefoonoproep, dan hoort u een dubbel
belsignaal gedurende de tijd die u voor F/T
Beltijd hebt ingesteld. Als u het dubbele
belsignaal hoort, betekent dit dat het een
telefoonoproep betreft.
Omdat het dubbele belsignaal door de
machine wordt geproduceerd, gaan externe
en tweede toestellen niet over. U kunt de
oproep echter nog steeds op elk toestel
aannemen door een code voor
afstandsbediening te gebruiken. (Zie Codes
voor afstandsbediening gebruiken
uu pagina 71 voor meer informatie.)
a Druk op .
b Druk op Alle instell.
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om F/T Beltijd
weer te geven.
h Druk op F/T Beltijd.
Faxberichten ontvangen
61
5
i Druk op de optie voor het aantal
seconden dat de machine moet
overgaan om u op een gewoon
telefoongesprek te attenderen (20, 30,
40 of 70 seconden).
j Druk op .
OPMERKING
Zelfs als de beller tijdens het dubbele
belsignaal ophangt, blijft de machine
overgaan gedurende het aantal seconden
dat u hebt geselecteerd.
Fax Waarnemen 5
Als Fax Waarnemen is ingesteld op
Aan:
5
De machine ontvangt een faxoproep
automatisch, zelfs als u de oproep
beantwoordt. Als op het touchscreen
Ontvangst wordt weergegeven of wanneer
u tjirpende geluiden via de hoorn hoort, legt u
gewoon de hoorn op de haak. Uw machine
doet de rest.
Als Fax Waarnemen is ingesteld op
Uit:
5
Wanneer u bij de machine in de buurt bent en
een faxoproep beantwoordt door de hoorn op
te nemen, drukt u op Fax Start en dan op
Ontvangen om de fax te ontvangen.
Als u de oproep hebt beantwoord via een
tweede of extern toestel, drukt u op l 51. (Zie
Werken met externe of tweede toestellen
uu pagina 71.)
OPMERKING
Als deze functie is ingesteld op Aan, maar
uw machine de faxoproep niet overneemt
wanneer u de hoorn van een tweede of
extern toestel opneemt, moet u de code
voor activeren op afstand intoetsen: l 5 1.
Als u faxen verzendt vanaf een computer
op dezelfde telefoonlijn en deze faxen
door de machine worden onderschept,
stelt u Fax Waarnemen in op Uit.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Fax Waarnemen
weer te geven.
h Druk op Fax Waarnemen.
i Druk op Aan (of Uit).
j Druk op .
Hoofdstuk 5
62
Faxvoorbeeld
(alleen zwart-wit)
5
Binnengekomen faxen vooraf
weergeven 5
U kunt binnengekomen faxen op het
touchscreen weergeven door op Fax
en vervolgens op Ontvangen faxen
te drukken. Als de machine in de
gereedstand staat, verschijnt een melding op
het touchscreen wanneer er een nieuwe fax
is binnengekomen.
Faxvoorbeeld instellen
5
a Druk op .
b Druk op Faxvoorbeeld.
c Druk op Aan (of Uit).
d Druk op Ja.
e Op het touchscreen wordt meegedeeld
dat de faxen die u ontvangt, voortaan
niet worden afgedrukt.
Druk op Ja.
f Druk op .
OPMERKING
Wanneer Faxvoorbeeld is ingeschakeld,
wordt bij gebruik van de functies Fax
Doorzenden en PC-Fax ontv. geen
reservekopie van ontvangen faxen
afgedrukt, zelfs als u Back-up hebt
ingeschakeld.
Faxvoorbeeld gebruiken 5
Wanneer u een fax ontvangt, wordt dit op het
touchscreen gemeld. (Bijvoorbeeld:
Nwe fax:01 [Voorb.])
a Druk op Voorb.
Het faxoverzicht wordt op het
touchscreen weergegeven.
OPMERKING
Het faxoverzicht bevat de oude faxen en
de nieuwe fax. Naast de nieuwe fax wordt
een blauwe markering weergegeven.
Als u een fax wilt zien die al is bekeken,
drukt u op Fax en Ontvangen faxen.
b Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om het faxnummer van
de gewenste fax weer te geven.
c Druk op de fax die u wilt bekijken.
OPMERKING
Als het een grote fax betreft, kan het even
duren voordat deze wordt weergegeven.
Op het touchscreen worden het huidige
paginanummer en het totaal aantal
pagina's van het faxbericht weergegeven.
Als het faxbericht uit meer dan
99 pagina's bestaat, wordt het totaal
aantal pagina's als “XX” weergegeven.
Faxberichten ontvangen
63
5
Druk op het touchscreen of touchpanel
om de volgende bewerkingen uit te
voeren.
d Druk op .
Een fax afdrukken 5
a Druk op Fax.
b Druk op Ontvangen faxen.
c Druk op de fax die u wilt bekijken.
d Druk op Start.
Als de fax meerdere pagina's bevat,
gaat u naar stap e.
Als de fax uit één pagina bestaat,
wordt deze afgedrukt. Ga naar
stap f.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Alle Pag Afdruk. om
alle pagina's van de fax af te
drukken. Ga naar stap f.
Druk op Alleen huidige afdr.
om de weergegeven pagina af te
drukken.
Ga naar stap g.
Druk op
Afdr. vanaf deze pag. om
vanaf de weergegeven pagina tot en
met de laatste pagina af te drukken.
Ga naar stap g.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Ja om de fax te verwijderen.
Druk op Nee om de fax in het
geheugen te bewaren.
g Druk op .
Omschrijving
De fax vergroten.
De fax verkleinen.
of
Verticaal bladeren.
of
Horizontaal bladeren.
De fax rechtsom draaien.
De fax verwijderen.
Druk op Ja ter bevestiging.
Naar de vorige pagina gaan.
Naar de volgende pagina gaan.
Teruggaan naar het
faxoverzicht.
Start De fax afdrukken.
Ga op een van de volgende
manieren te werk:
Druk op
Alle Pag Afdruk. om
het hele faxbericht af te
drukken.
Druk op
Alleen huidige afdr.
om alleen de weergegeven
pagina af te drukken.
Druk op
Afdr. vanaf deze pag.
om vanaf de weergegeven
pagina tot en met de laatste
pagina af te drukken.
Hoofdstuk 5
64
Alle faxen in het overzicht afdrukken 5
a Druk op Fax.
b Druk op Ontvangen faxen.
c Druk op Afdr./verw.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u alle nieuwe faxen wilt
afdrukken, drukt u op
Alles afdrukken
(nieuwe faxen).
Als u alle oude faxen wilt afdrukken,
drukt u op Alles afdrukken
(oude faxen).
e Druk op .
Alle faxen uit het overzicht
verwijderen
5
a Druk op Fax.
b Druk op Ontvangen faxen.
c Druk op Afdr./verw.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u alle nieuwe faxen wilt
verwijderen, drukt u op
Alles verwijderen
(nieuwe faxen).
Als u alle oude faxen wilt
verwijderen, drukt u op
Alles verwijderen
(oude faxen).
e Druk op Ja ter bevestiging.
f Druk op .
Faxvoorbeeld uitschakelen 5
a Druk op .
b Druk op Faxvoorbeeld.
c Druk op Uit.
d Druk op Ja ter bevestiging.
e Als er faxen in het geheugen zijn
opgeslagen, voert u een van de
volgende handelingen uit:
Druk op Doorgaan als u de
opgeslagen faxen niet wilt
afdrukken.
De machine vraagt u om het
verwijderen van opgeslagen faxen te
bevestigen.
Druk op Ja ter bevestiging. Uw faxen
worden verwijderd.
Druk op
Alle faxen afdrukken vóór
het verwijderen als u alle
opgeslagen faxen wilt afdrukken.
Druk op Annuleren als u
Faxvoorbeeld niet wilt uitschakelen.
Druk op .
65
6
6
Opties voor normale
telefoongesprekken
6
Fax/Telefoon-modus 6
Als de machine in de Fax/Telefoon-modus
staat, wordt het dubbele belsignaal (een snel
dubbel belsignaal) gebruikt om aan te geven
dat het een normaal telefoontje betreft.
Als u bij een externe telefoon bent, neemt u
de hoorn van de externe telefoon op en drukt
u op Ophalen om de oproep te
beantwoorden.
Als u zich bij een tweede toestel bevindt,
moet u de hoorn tijdens het overgaan van de
dubbele bel opnemen en tussen twee snelle
dubbele belsignalen op #51 drukken. Als er
niemand aan de lijn is of als iemand u een fax
wil zenden, stuurt u de oproep terug naar de
machine door op l 51 te drukken.
Nummerweergave (Beller ID) 6
Met de functie Beller ID kunt u gebruikmaken
van de nummerweergavedienst die door veel
lokale telefoonbedrijven wordt aangeboden.
Neem contact op met uw telefoonbedrijf voor
informatie. Bij gebruik van deze dienst ziet u
het telefoonnummer of indien beschikbaar de
naam van de beller als de telefoon overgaat.
Na enkele belsignalen wordt op het
touchscreen het telefoonnummer (en
eventueel de naam) van de beller
weergegeven. Zodra u een telefoontje
aanneemt, verdwijnt de informatie over de
beller van het touchscreen, maar de
oproepinformatie blijft opgeslagen in het
geheugen.
U kunt het overzicht bekijken of een van deze
nummers selecteren om er een fax naar te
sturen, het aan het adresboek toe te voegen
of te verwijderen. (Zie Overzicht
nummerweergave (Overzicht beller-id)
uu pagina 75.)
De melding ID onbekend geeft aan dat
de oproep afkomstig is van buiten het
gebied dat uw nummerweergavedienst
beslaat.
U kunt een lijst afdrukken met informatie over
de oproepen die uw machine heeft
ontvangen. (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Een rapport
afdrukken.)
OPMERKING
De dienst nummerweergave varieert per
provider. Neem contact op met uw lokale
telefoonbedrijf voor meer informatie over
welke diensten er in uw gebied
beschikbaar zijn.
Telefoontoestel en externe
apparaten
6
Hoofdstuk 6
66
Nummerweergave inschakelen 6
Als u beschikt over nummerweergave op uw
lijn, dient u de functie Beller ID in te stellen op
Aan, zodat het telefoonnummer van de beller
op het touchscreen wordt weergegeven
wanneer de telefoon overgaat.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Diversen weer te
geven.
f Druk op Diversen.
g Druk op Beller ID.
h Druk op Aan (of Uit).
i Druk op .
Telefoondiensten 6
De machine ondersteunt de
nummerweergavedienst die door sommige
telefoonbedrijven wordt aangeboden.
Functies als Voicemail, Wisselgesprekken,
Wisselgesprekken/Nummerweergave, een
antwoordapparaat, alarmsysteem of een
andere speciale functie op dezelfde lijn
kunnen problemen veroorzaken bij de
werking van de machine.
Het type telefoonlijn instellen 6
Als u de machine aansluit op een lijn met PBX
of ISDN voor het verzenden en ontvangen
van faxen, moet u ook het type telefoonlijn
wijzigen aan de hand van de volgende
stappen.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
d Druk op Stand.instel.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Tel lijn inst
weer te geven.
f Druk op Tel lijn inst.
g Druk op Normaal, PBX of ISDN.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u PBX kiest, gaat u naar stap i.
Als u ISDN of Normaal kiest, gaat u
naar stap l.
Telefoontoestel en externe apparaten
67
6
i Druk op Aan of Altijd.
OPMERKING
Als u Aan hebt geselecteerd, kiest de
machine alleen een kengetal vóór het
faxnummer wanneer op R wordt gedrukt.
Als u Altijd hebt geselecteerd, kiest de
machine altijd automatisch een kengetal
voor het faxnummer.
j Druk op Buitenlijn.
k Voer het kengetal in met het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
OPMERKING
U kunt de cijfers 0 t/m 9, #, l en !
gebruiken.
U kunt ! niet gebruiken in combinatie met
andere cijfers of tekens.
l Druk op .
PBX en doorverbinden 6
De machine is in eerste instantie ingesteld op
Normaal om te worden aangesloten op een
standaard openbaar telefoonnetwerk
(PSTN). In veel kantoren wordt echter een
centraal telefoonsysteem, Private Branch
Exchange (PBX), gebruikt. Uw machine kan
op de meeste PBX-telefoonsystemen worden
aangesloten. De oproepfunctie van de
machine ondersteunt alleen TBR (Timed
Break Recall). TBR werkt met de meeste
PBX-systemen, zodat u toegang krijgt tot een
buitenlijn of gesprekken naar een andere lijn
kunt doorverbinden. De functie werkt als op
het touchscreen op R wordt gedrukt.
OPMERKING
U kunt een druk op de knop R
programmeren als onderdeel van een
nummer dat in het adresboek is
opgeslagen. Hiervoor drukt u tijdens het
programmeren van het adresboek eerst
op R (op het touchscreen verschijnt ‘!’),
waarna u het telefoonnummer invoert. Als
u dit doet, hoeft u niet telkens op R te
drukken voordat u een nummer kiest met
een adresboek. (Zie Nummers opslaan
uu pagina 76.) Als uw type telefoonlijn
niet op PBX is ingesteld op de machine,
kunt u echter niet gebruikmaken van het
adresboeknummer waarvoor het drukken
op R is geprogrammeerd.
Hoofdstuk 6
68
Een extern
antwoordapparaat
aansluiten
6
U kunt een extern antwoordapparaat
aansluiten. Als u echter een extern
antwoordapparaat aansluit op dezelfde
telefoonlijn als de machine, worden alle
gesprekken beantwoord door het
antwoordapparaat terwijl de machine
“luistert” of er faxtonen zijn. Als faxtonen
worden waargenomen, neemt de machine de
oproep over en wordt de fax ontvangen. Als
de machine geen faxtonen waarneemt,
speelt het antwoordapparaat het uitgaande
bericht af, zodat de beller een bericht kan
inspreken.
Het antwoordapparaat moet binnen vier
belsignalen antwoorden (de aanbevolen
instelling is twee belsignalen). De machine
kan de faxtonen pas waarnemen nadat het
antwoordapparaat de oproep heeft
beantwoord, en bij vier belsignalen blijven er
slechts 8 tot 10 seconden van faxtonen over
voor de aansluitbevestiging. Volg de
instructies in deze handleiding zorgvuldig op
wanneer u uw uitgaande bericht opneemt. U
kunt beter niet de bespaarstand op uw
externe antwoordapparaat gebruiken als het
meer dan vijf keer overgaat.
OPMERKING
Als u niet al uw faxen ontvangt, dient u de
instelling voor belvertraging op uw externe
antwoordapparaat te verkorten.
1 Antwoordapparaat
Als het antwoordapparaat een oproep
beantwoordt, wordt op het touchscreen
Telefoon weergegeven.
BELANGRIJK
Sluit een antwoordapparaat NOOIT op
een andere plaats op dezelfde telefoonlijn
aan.
1
1
Telefoontoestel en externe apparaten
69
6
Aansluitingsinstellingen 6
Het externe antwoordapparaat moet zijn
aangesloten zoals in de vorige afbeelding is
aangegeven.
a Gebruik beide handen en de
vingergrepen aan beide zijden van de
machine om het scannerdeksel in de
geopende stand te zetten.
b Leid het telefoonsnoer voorzichtig door
de goot naar de achterkant van de
machine.
c Breng het scannerdeksel omhoog om
de vergrendeling op te heffen. Duw de
steun van het scannerdeksel voorzichtig
omlaag en sluit het scannerdeksel met
beide handen.
d Stel uw externe antwoordapparaat in op
één of twee belsignalen. (De instelling
voor belvertraging van de machine is
niet van toepassing.)
e Neem het uitgaande bericht op uw
externe antwoordapparaat op.
f Stel het antwoordapparaat in op het
aannemen van oproepen.
g Stel de ontvangstmodus in op
Ext. TEL/ANT. (Zie De
ontvangstmodus kiezen uu pagina 57.)
Een uitgaand bericht
opnemen op een extern
antwoordapparaat 6
Bij het opnemen van dit bericht is een goede
timing van belang.
a Neem 5 seconden stilte op aan het
begin van uw bericht. (Dit geeft de
machine de gelegenheid om bij
automatische faxtransmissies de
faxtonen te horen voordat deze
stoppen.)
b Neem een bericht van maximaal
20 seconden op.
OPMERKING
Wij raden u aan om aan het begin van uw
uitgaande bericht eerst een stilte van 5
seconden op te nemen, zodat faxtonen
door de machine kunnen worden
waargenomen. U kunt proberen om deze
pauze weg te laten, maar als uw machine
problemen heeft met de ontvangst, moet u
het uitgaande bericht opnieuw opnemen
en deze stilte inlassen.
Hoofdstuk 6
70
Aansluiting op meerdere
lijnen (PBX) 6
Wij raden u aan om contact op te nemen met
het bedrijf dat uw PBX heeft geïnstalleerd om
uw machine aan te sluiten. Als u beschikt
over een systeem met meerdere lijnen, raden
wij u aan om de installateur te vragen om de
machine op de laatste lijn van het systeem
aan te sluiten. Zo wordt voorkomen dat de
machine wordt geactiveerd wanneer het
systeem telefoonoproepen ontvangt. Als alle
inkomende telefoontjes door een telefonist(e)
worden beantwoord, adviseren wij u om de
ontvangstmodus in te stellen op Handmatig.
Wij kunnen niet garanderen dat uw machine
onder alle omstandigheden naar behoren
werkt als deze is aangesloten op een PBX.
Neem bij problemen met het verzenden of
ontvangen van faxen eerst contact op met het
bedrijf dat uw centrale verzorgt.
OPMERKING
Controleer of het type telefoonlijn is
ingesteld op PBX. (Zie Het type
telefoonlijn instellen uu pagina 66.)
Externe en tweede
toestellen
6
Een extern of tweede toestel
aansluiten 6
U kunt een apart toestel op uw machine
aansluiten, zoals in onderstaande afbeelding.
1 Tweede telefoontoestel
2 Extern toestel
OPMERKING
Sluit het externe toestel aan met een
kabel van maximaal drie meter.
1
2
Telefoontoestel en externe apparaten
71
6
Werken met externe of tweede
toestellen 6
Als u een faxoproep aanneemt van een
tweede toestel of een extern toestel, kunt u
de oproep naar de machine doorverbinden
met behulp van de code voor activeren op
afstand. Als u de code voor activeren op
afstand, l 51, intoetst, begint de machine
met het ontvangen van de fax.
Als de machine een normaal telefoontje
aanneemt en het snelle dubbele belsignaal
geeft, toetst u de code voor deactiveren op
afstand, #51, in om de oproep op een
tweede toestel aan te nemen. (Zie F/T Beltijd
(alleen in de Fax/Telefoon-modus)
uu pagina 60.)
Als u een telefoontje aanneemt en er is
niemand aan de lijn:
6
Waarschijnlijk gaat het om het ontvangen van
een handmatige fax.
Druk l 51 in en wacht tot u het tjirpende
geluid hoort of tot op het touchscreen
Ontvangst wordt weergegeven en hang
dan op.
OPMERKING
U kunt ook de functie Fax Waarnemen
gebruiken om het telefoontje automatisch
door uw machine te laten aannemen. (Zie
Fax Waarnemen uu pagina 61.)
Codes voor
afstandsbediening gebruiken 6
Code voor activeren op afstand 6
Als u een faxoproep aanneemt op een
tweede of extern toestel, kunt u de oproep
doorverbinden naar de machine door het
intoetsen van de code voor activeren op
afstand l 51. Wacht tot u de tjirpende
geluiden hoort en leg vervolgens de hoorn op
de haak. (Zie Fax Waarnemen
uu pagina 61.)
Als u een faxoproep aanneemt via de externe
telefoon, kunt u de fax door de machine laten
ontvangen door op Fax Start te drukken
en Ontvangen te kiezen.
Code voor deactiveren op afstand 6
Als u een normaal telefoontje ontvangt terwijl
de machine in de modus Fax/Telefoon staat,
wordt het snelle dubbele belsignaal gebruikt
na de aanvankelijke belvertraging. Als u de
oproep aanneemt op een tweede toestel,
kunt u het dubbele belsignaal uitschakelen
door op #51 te drukken (druk tussen de
belsignalen door).
Als de machine een normaal telefoontje
aanneemt en het snelle dubbele belsignaal
geeft, kunt u de oproep aannemen op de
externe telefoon door op Ophalen te
drukken.
Hoofdstuk 6
72
De codes voor afstandsbediening
wijzigen
6
Als u activering op afstand wilt gebruiken,
moet u de codes voor afstandsbediening
inschakelen. De vooraf ingestelde code voor
activeren op afstand is l 51. De vooraf
ingestelde code voor deactiveren op afstand
is #51. U kunt deze codes desgewenst
vervangen door uw eigen codes.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Act.Op Afst.
weer te geven.
h Druk op Act.Op Afst.
i Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de code voor activeren op
afstand wilt wijzigen, drukt u op
Afstandscode.
Voer de nieuwe code in en druk op
OK.
Als u de code voor deactiveren op
afstand wilt wijzigen, drukt u op
Deactiveren.
Voer de nieuwe code in en druk op
OK.
Als u de codes niet wilt wijzigen gaat
u naar stap j.
Als u de codes voor
afstandsbediening Uit (of Aan) wilt
zetten, drukt u op Act.Op Afst.
Druk op Uit (of Aan).
j Druk op .
OPMERKING
Als de verbinding telkens wordt verbroken
wanneer u probeert om vanaf een ander
toestel toegang te krijgen tot uw externe
antwoordapparaat, is het raadzaam om
de code voor activeren op afstand en de
code voor deactiveren op afstand te
wijzigen in een andere driecijferige code
met de cijfers 0-9, l, #.
Het is mogelijk dat de codes voor
afstandsbediening met bepaalde
telefoonsystemen niet werken.
73
7
7
Nummers kiezen 7
Handmatig kiezen 7
a Laad uw document.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Fax als Faxvoorbeeld is
uitgeschakeld.
Druk op Fax en vervolgens op
Faxen verzenden als
Faxvoorbeeld is ingeschakeld.
c Druk op alle cijfers van het faxnummer.
d Druk op Fax Start.
Nummers kiezen vanuit het
adresboek 7
a Laad uw document.
b Druk op Fax.
c Druk op Adresboek.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Veeg met uw vinger omhoog of
omlaag of druk op a of b om het
gewenste nummer weer te geven.
Druk op , voer de eerste letter van
de naam in en druk op OK.
Druk op de gewenste naam.
Als de naam twee nummers heeft,
gaat u naar stap e.
Als de naam één nummer heeft, gaat
u naar stap f.
OPMERKING
Als de LDAP-zoekfunctie beschikbaar is,
wordt het resultaat op het touchscreen
weergegeven met . (Voor meer
informatie uu Netwerkhandleiding:
Werken met LDAP vanaf het
bedieningspaneel.)
e Druk op het gewenste nummer.
f Druk op Toepassen om een fax te
verzenden.
g Druk op Fax Start.
De machine scant en verzendt de fax.
Nummers kiezen en opslaan 7
Hoofdstuk 7
74
Faxnummer opnieuw kiezen 7
Als u een fax automatisch wilt verzenden en
de lijn bezet is, wordt het nummer
automatisch maximaal drie keer met
tussenpozen van vijf minuten opnieuw
gekozen.
De functie voor automatisch opnieuw kiezen
werkt alleen als u vanaf de machine hebt
gekozen.
a Laad uw document.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Fax als Faxvoorbeeld is
uitgeschakeld.
Druk op Fax en vervolgens op
Faxen verzenden als
Faxvoorbeeld is ingeschakeld.
c Druk op Herkies.
d Druk op Fax Start.
OPMERKING
Bij Direct verzenden met de glasplaat
werkt de functie voor automatisch
opnieuw kiezen niet.
Herkies verandert in Pauze wanneer u
een faxnummer invoert.
Meer manieren om
nummers te kiezen
7
Overzicht van uitgaande
gesprekken 7
De laatste 30 nummers waarnaar u een fax
hebt verstuurt, worden opgeslagen in het
overzicht van uitgaande gesprekken. U kunt
een van deze nummers selecteren om er een
fax naar te sturen, het toe te voegen aan het
adresboek of te verwijderen.
a Druk op Fax.
b Druk op Oproepoverz.
c Druk op Uitg. Gesprek.
d Druk op het gewenste nummer.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Toepassen om een fax te
verzenden.
Druk op Fax Start.
Als u het nummer wilt opslaan, drukt
u op Bewerken en vervolgens op
Toevoegen aan adresboek.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding:
Adresboeknummers opslaan vanuit
uitgaande gesprekken.)
Als u het nummer uit het overzicht
van uitgaande gesprekken wilt
verwijderen, drukt u op Bewerken
en vervolgens op Verwijder.
Druk op Ja ter bevestiging.
Druk op .
Nummers kiezen en opslaan
75
7
Overzicht nummerweergave
(Overzicht beller-id) 7
Voor de functie Overzicht beller-id is de
nummerweergavedienst vereist die door veel
telefoonbedrijven wordt aangeboden. (Zie
Nummerweergave (Beller ID) uu pagina 65.)
De nummers, of eventueel namen, van de
laatste 30 fax- en telefoonoproepen die u
hebt ontvangen, worden opgeslagen in het
nummerweergaveoverzicht. U kunt het
overzicht bekijken of een van deze nummers
selecteren om er een fax naar te sturen, het
aan het adresboek toe te voegen of te
verwijderen. Wanneer de machine de
eenendertigste oproep ontvangt, wordt de
eerste oproep door dit nummer vervangen.
OPMERKING
Zelfs als u niet op nummerweergave
geabonneerd bent, kunt u de datums van
oproepen in het overzicht bekijken en
items uit de lijst verwijderen.
a Druk op Fax.
b Druk op Oproepoverz.
c Druk op Overzicht beller-id.
d Druk op het gewenste nummer of de
gewenste naam.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Toepassen om een fax te
verzenden.
Druk op Fax Start.
Als u het nummer wilt opslaan, drukt
u op Bewerken en vervolgens op
Toevoegen aan adresboek.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding:
Adresboeknummers uit het overzicht
beller-ID opslaan.)
Als u het nummer uit het overzicht
wilt verwijderen, drukt u op
Bewerken en vervolgens op
Verwijder.
Druk op Ja ter bevestiging.
Druk op .
OPMERKING
U kunt het nummerweergaveoverzicht
afdrukken.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Een rapport
afdrukken.)
Hoofdstuk 7
76
Nummers opslaan 7
U kunt uw machine instellen om op de
volgende manieren snel te kiezen: via het
adresboek en met groepen voor het
rondsturen van faxberichten. Wanneer u een
adresboeknummer kiest, wordt het nummer
op het touchscreen weergegeven.
OPMERKING
Adresboeknummers die in het geheugen
zijn opgeslagen, gaan niet verloren als de
stroom uitvalt.
Een pauze opslaan 7
Wanneer u adresboeknummers opslaat, kunt
u een of meer pauzes van 3,5 seconden
invoegen door op het touchscreen op Pauze
te drukken.
Adresboeknummers opslaan 7
U kunt maximaal 100 adressen met een
naam opslaan. Elke naam kan twee
nummers hebben.
a Druk op Fax.
b Druk op Adresboek.
c Druk op Bewerken.
d Druk op Nieuw adres toevoegen.
e Druk op Naam.
f Voer de naam in met behulp van het
toetsenbord op het touchscreen
(maximaal 16 tekens).
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren uu pagina 185 voor
informatie over het invoeren van letters.)
g Druk op
Adres 1
.
h Voer het eerste fax- of telefoonnummer
in via het toetsenbord op het
touchscreen (maximaal 20 cijfers).
Druk op OK.
OPMERKING
Vergeet niet het netnummer op te geven
wanneer u een fax- of telefoonnummer
invoert. Afhankelijk van het land worden
de namen en het overzicht van de
nummerweergave mogelijk onjuist
weergegeven als het fax- of
telefoonnummer zonder netnummer wordt
opgeslagen.
Als u Internetfax hebt gedownload:
Als u een e-mailadres wilt opslaan voor de
functies Internetfax of Scannen naar
e-mail, drukt u op , voert u het
e-mailadres in en drukt u vervolgens op
OK. (Zie Tekst invoeren uu pagina 185.)
i Als u het tweede fax- of telefoonnummer
wilt opslaan, drukt u op Adres 2.
Voer het tweede fax- of telefoonnummer
in via het toetsenbord op het
touchscreen (maximaal 20 cijfers).
Druk op OK.
j Druk op OK ter bevestiging.
k Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om nog een adresboeknummer op
te slaan, herhaalt u stap c tot en
met j.
Om het opslaan van nummers te
voltooien, drukt u op .
Nummers kiezen en opslaan
77
7
Adresboeknamen of -
nummers wijzigen 7
U kunt een reeds opgeslagen
adresboeknaam of -nummer wijzigen of
verwijderen.
a Druk op Fax.
b Druk op Adresboek.
c Druk op Bewerken.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Wijzigen om namen of
nummers te bewerken. Ga naar
stap e.
Druk op Verwijder om
Verwijder weer te geven.
Selecteer de nummers die u wilt
verwijderen door erop te drukken,
zodat een rood vinkje wordt
weergegeven.
Druk op OK.
Druk op Ja ter bevestiging. Ga naar
stap i.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om het gewenste
nummer weer te geven.
f Druk op het nummer dat u wilt wijzigen.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de naam wilt wijzigen, drukt u
op Naam.
Voer de nieuwe naam (maximaal 16
tekens) in via het toetsenbord op het
touchscreen. (Zie Tekst invoeren
uu pagina 185 voor informatie over
het invoeren van letters.)
Druk op OK.
Als u het eerste fax- of
telefoonnummer wilt wijzigen, drukt u
op Adres 1.
Voer het nieuwe fax- of
telefoonnummer (maximaal
20 cijfers) in via het toetsenbord op
het touchscreen.
Druk op OK.
Als u het tweede fax- of
telefoonnummer wilt wijzigen, drukt u
op Adres 2.
Voer het nieuwe fax- of
telefoonnummer (maximaal
20 cijfers) in via het toetsenbord op
het touchscreen.
Druk op OK.
OPMERKING
Een opgeslagen naam of nummer
wijzigen:
Als u een teken of een opgeslagen cijfer
wilt wijzigen, drukt u op d of c om het
gewenste teken of cijfer met de cursor te
markeren. Druk vervolgens op . Voer
het nieuwe teken of cijfer in.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK als u klaar bent.
Om nog een adresboeknummer te
wijzigen, herhaalt u stap c tot en
met h.
Ga naar g als u meer informatie wilt
wijzigen.
i Druk op .
78
8
Kopiëren 8
In de volgende stappen worden de
standaardkopieerhandelingen beschreven.
a Plaats uw document op een van de
volgende manieren:
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar beneden in de
ADF.
(Zie De ADF gebruiken
uu pagina 49.)
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat.
(Zie De glasplaat gebruiken
uu pagina 50.)
b Druk op Kopiëren.
Op het touchscreen wordt het
volgende weergegeven:
1 Aantal kopieën
U kunt het aantal kopieën met behulp van
de kiestoetsen opgeven.
c Als u meerdere kopieën wilt maken,
toetst u het aantal in (maximaal 99).
d Druk op Mono Start of
Kleur Start.
Kopiëren stoppen 8
Druk op om het kopiëren te stoppen.
Kopiëren 8
1
Kopiëren
79
8
Voorinstellingen voor
kopiëren
8
U kunt kopiëren met uiteenlopende
instellingen die al in de machine zijn
geconfigureerd, door er eenvoudig op te
drukken.
De volgende voorinstellingen zijn
beschikbaar:
Hoogste kwal.
Normaal
2-zijdig (1i2)
2-zijdig (2i2) (MFC-J4710DW)
A4 i A3
2op1(id)
2op1
Poster
Inktbesparing
Boek
OPMERKING
Als u de hoofdoptie voor de geselecteerde
voorinstelling wijzigt, verandert de naam
boven het instellingspictogram op het
touchscreen in Normaal.
Als u bijvoorbeeld Hoogste kwal.
selecteert en de kwaliteitsoptie Fijn
wijzigt, wordt Normaal boven het
pictogram van de voorinstelling
weergegeven.
a Laad uw document.
b Druk op Kopiëren.
c Veeg met uw vinger naar links of rechts
om Hoogste kwal., Normaal,
2-zijdig (1i2),
2-zijdig (2i2)
1
, A4 i A3,
2op1(id), 2op1, Poster,
Inktbesparing of Boek weer te
geven en druk op de gewenste optie.
1
(Voor MFC-J4710DW)
d Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u meer instellingen wilt wijzigen
gaat u naar stap f.
Als u verder geen instellingen wilt
wijzigen gaat u naar stap i.
f Druk op Opties.
g Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om de beschikbare
instellingen weer te geven en druk op de
instelling die u wilt wijzigen.
h Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om de beschikbare
instellingen weer te geven en druk op
uw nieuwe optie.
Herhaal stap g en h voor elke
instelling die u wilt wijzigen.
Druk op OK als u klaar bent met het
wijzigen van instellingen.
OPMERKING
Als u de instellingen wilt opslaan als
snelkoppeling, drukt u op
Opslaan als snelkoppeling.
i Druk op Mono Start of
Kleur Start.
Hoofdstuk 8
80
Kopieeropties 8
U kunt de volgende kopieerinstellingen
wijzigen. Druk op Kopiëren en vervolgens
op Opties. Veeg met uw vinger omhoog of
omlaag of druk op a of b om door de
kopieerinstellingen te bladeren. Druk op de
gewenste instelling en kies een optie. Druk
op OK wanneer u klaar bent met het wijzigen
van opties.
(Basis gebruikershandleiding)
Zie pagina 80 tot 81 voor meer informatie
over het wijzigen van de volgende
kopieerinstellingen.
Papiersoort
Papierformaat
Ladeselectie (MFC-J4710DW)
(Geavanceerde gebruikershandleiding)
Voor meer informatie over het wijzigen van
de volgende kopieerinstellingen
uu Geavanceerde gebruikershandleiding:
Kopieeropties.
Kwaliteit
Vergroten/verkleinen
Pagina layout
2op1(id)
Stapel/Sorteer
Dichtheid
2-zijdige kopie
Inktspaarmodus
Dun papier kopiëren
Watermerk kop.
Achtergr.kleur verwijderen
Boek kop.
OPMERKING
Gebruik de ADF als u kopieën wilt
sorteren.
Papiersoort 8
Als u op een speciale papiersoort kopieert,
stelt u de machine in op die papiersoort voor
optimale afdrukkwaliteit.
a Laad uw document.
b Druk op Kopiëren.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op Opties.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Papiersoort
weer te geven.
f Druk op Papiersoort.
g Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Normaal pap.,
Inkjetpapier, Brother BP71,
Glossy anders of Transparanten
weer te geven en druk vervolgens op de
gewenste optie.
h Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op OK.
i Druk op Mono Start of
Kleur Start.
Kopiëren
81
8
Papierformaat 8
Als u op een ander formaat dan A4 kopieert,
moet u de instelling voor het papierformaat
wijzigen. U kunt alleen kopiëren op papier
van de volgende formaten: A4, A5, A3, Foto
(10 × 15 cm), Letter, Legal en Ledger.
a Laad uw document.
b Druk op Kopiëren.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op Opties.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Papierformaat
weer te geven.
f Druk op Papierformaat.
g Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om A4, A5, A3,
10x15cm, Letter, Legal of Ledger
weer te geven en druk vervolgens op de
gewenste optie.
OPMERKING
(MFC-J4510DW)
Als u A3, Legal of Ledger kiest, worden de
adviezen voor het laden van papier
weergegeven. Lees de informatie op het
touchscreen en druk vervolgens op OK ter
bevestiging.
Als u de sleuf voor handmatige invoer
gebruikt, plaatst u het papier vel voor vel
in de sleuf. (Zie Papier in de sleuf voor
handmatige invoer laden uu pagina 37.)
h Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op OK.
i Druk op Mono Start of
Kleur Start.
Ladeselectie (MFC-J4710DW) 8
U kunt tijdelijk een andere lade selecteren
voor de volgende kopie. Zie Ladegebruik in
de kopieermodus (MFC-J4710DW)
uu pagina 43 om de standaardinstelling voor
de lade te wijzigen.
a Laad uw document.
b Druk op Kopiëren.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op Opties.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Ladeselectie
weer te geven.
f Druk op Ladeselectie.
g Druk op Lade 1, Lade 2 of
Autom. ladesel.
h Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op OK.
i Druk op Mono Start of
Kleur Start.
82
9
PhotoCapture
Center™-functies
(FOTO-modus)
9
Ook wanneer uw machine niet is aangesloten
op uw computer, kunt u foto's direct vanaf
digitale cameramedia of een USB-
flashstation afdrukken. (Zie Foto's afdrukken
uu pagina 85.)
U kunt documenten scannen en deze
rechtstreeks op een geheugenkaart of USB-
flashstation opslaan. (Zie Naar een
geheugenkaart of een USB-flashstation
scannen uu pagina 86.)
Als uw machine is aangesloten op een
computer, hebt u via uw computer toegang
tot een geheugenkaart of USB-flashstation
dat in de voorzijde van de machine is
gestoken.
(uu Softwarehandleiding: PhotoCapture
Center™ (Windows
®
).)
(uu Softwarehandleiding: Remote Setup &
PhotoCapture Center™ (Macintosh).)
Een geheugenkaart of een
USB-flashstation gebruiken 9
Uw Brother-machine heeft mediastations
(sleuven) voor de volgende populaire digitale
cameramedia: Memory Stick Duo™, Memory
Stick PRO Duo™, SD-geheugenkaart,
SDHC-geheugenkaart, SDXC-
geheugenkaart, MultiMedia Card, MultiMedia
Card Plus en USB-flashstations.
De functie PhotoCapture Center™ stelt u in
staat om digitale foto's van uw digitale
camera met een hoge resolutie af te drukken
voor afdrukken met fotokwaliteit.
Foto's afdrukken vanaf een
geheugenkaart of USB-
flashstation
9
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
83
9
Aan de slag 9
a Open de mediasleufklep.
b Steek de geheugenkaart of het USB-flashstation stevig in de juiste sleuf.
1 USB-flashstation
BELANGRIJK
De USB Direct Interface biedt alleen ondersteuning voor
een USB-flashstation, een camera die compatibel is met
PictBridge of een digitale camera die gebruikmaakt van
USB-massaopslag. Andere USB-apparaten worden niet
ondersteund.
2 Sleuf geheugenkaart
Sleuf Compatibele geheugenkaarten
Bovenste sleuf
Memory Stick Duo™
Memory Stick PRO Duo™
Memory Stick Micro™
(adapter vereist)
Onderste sleuf
SD-geheugenkaart
SDHC-geheugenkaart
SDXC-geheugenkaart
MultiMedia Card
MultiMedia Card Plus
miniSD (adapter vereist)
miniSDHC (adapter vereist)
microSD (adapter vereist)
microSDHC (adapter vereist)
MultiMedia Card Mobile
(adapter vereist)
1
2
Hoofdstuk 9
84
BELANGRIJK
Steek NOOIT een Memory Stick Duo™ in de onderste sleuf. Hierdoor kan de machine worden
beschadigd.
Plaats NOOIT meerdere mediakaarten tegelijk in de machine. Hierdoor kan de machine
beschadigd raken.
Verwijder NOOIT de stekker uit het stopcontact en verwijder de geheugenkaart of het USB-
flashstation niet uit het mediastation (sleuf) of uit de USB Direct Interface terwijl de machine
de geheugenkaart of het USB-flashstation leest of beschrijft. Als u dit wel doet, gaan de
gegevens op de kaart verloren of wordt de kaart beschadigd.
De machine kan slechts één apparaat tegelijk lezen.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
85
9
Foto's afdrukken 9
Foto's weergeven 9
U kunt foto's op het touchscreen bekijken
voordat u ze afdrukt. Als uw foto's grote
bestanden zijn, kan het langer duren voordat
elke foto wordt weergegeven.
a Open de mediasleufklep.
b Plaats de geheugenkaart of het USB-
flashstation in de juiste sleuf.
c Druk op Foto.
d Veeg met uw vinger naar links of rechts
om Foto’s weerg. weer te geven.
e Druk op Foto’s weerg.
Druk op OK.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u foto's wilt kiezen die u wilt
afdrukken of als u meer dan één
beeld wilt afdrukken, gaat u naar
stap g.
Als u alle foto's wilt afdrukken, drukt
u op Alles afdr. Druk op Ja ter
bevestiging. Ga naar stap j.
g Veeg met uw vinger naar links of rechts
of druk op d of c om de gewenste foto
weer te geven en druk erop.
h Druk op + of - om te selecteren hoeveel
exemplaren u wilt afdrukken.
Druk op OK.
i Herhaal stap g en h tot u alle foto's
hebt gekozen die u wilt afdrukken.
j Druk op OK.
k Bekijk de weergegeven lijst met opties
en voer een van de volgende
handelingen uit:
Als u de afdrukinstellingen wilt
wijzigen drukt u op
Afdrukinstell.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding:
PhotoCapture Center™-
afdrukinstellingen.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
gaat u naar stap l.
l Druk op Start om te beginnen met
afdrukken.
Hoofdstuk 9
86
PhotoCapture
Center-
afdrukinstellingen
9
U kunt de afdrukinstellingen tijdelijk wijzigen
voor de volgende afdruk.
De machine keert na 1 minuut terug naar de
standaardinstellingen.
OPMERKING
U kunt de afdrukinstellingen die u het
vaakst gebruikt, opslaan door ze als
standaardinstellingen te definiëren.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Uw wijzigingen
instellen als nieuwe
standaardinstellingen.)
Naar een
geheugenkaart of een
USB-flashstation
scannen
9
U kunt zwart-wit- en kleurendocumenten naar
een geheugenkaart of USB-flashstation
scannen. Zwart-witdocumenten worden
opgeslagen in het bestandsformaat PDF
(*.PDF) of TIFF (*.TIF). Documenten in kleur
kunnen in het bestandsformaat PDF (*.PDF)
of JPEG (*.JPG) worden opgeslagen. De
fabrieksinstelling is Kleur, 200 dpi en het
standaardbestandsformaat is PDF.
Bestandsnamen worden automatisch door de
machine gemaakt op basis van de huidige
datum. (uu Installatiehandleiding.)
Bijvoorbeeld: het vijfde beeld dat u op 1 juli
2012 scant, krijgt de naam 01071205.PDF. U
kunt de kleur en de resolutie wijzigen.
Voor MFC-J4510DW
a Laad uw document.
b Open de mediasleufklep.
c Plaats de geheugenkaart of het USB-
flashstation in de juiste sleuf.
d Druk op Scannen naar media.
BELANGRIJK
Verwijder NOOIT de geheugenkaart of het
USB-flashstation terwijl er door de
machine lees- of schrijfbewerkingen op
worden uitgevoerd. De kaart, het USB-
flashstation of de daarop opgeslagen
gegevens kunnen anders beschadigd
raken.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
87
9
e Druk op Opties.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u het type scan wilt wijzigen,
veegt u met uw vinger omhoog of
omlaag of drukt u op a of b om
Scantype weer te geven.
Druk op Scantype en selecteer
Kleur of Zwart-wit.
Als u de resolutie wilt wijzigen, veegt
u met uw vinger omhoog of omlaag
of drukt u op a of b om Resolutie
weer te geven.
Druk op Resolutie en selecteer
100 dpi, 200 dpi, 300 dpi,
600 dpi of Auto.
Als u het bestandstype wilt wijzigen,
veegt u met uw vinger omhoog of
omlaag of drukt u op a of b om
Bestandstype weer te geven.
Druk op Bestandstype en kies
PDF, JPEG of TIFF.
Als u de bestandsnaam wilt wijzigen,
veegt u met uw vinger omhoog of
omlaag of drukt u op a of b om
Bestandsnaam weer te geven. Druk
op Bestandsnaam en voer de naam
van het bestand in.
U kunt alleen de eerste 6 tekens
wijzigen.
Druk op OK.
Als u meerdere documenten op de
glasplaat wilt scannen, veegt u met
uw vinger omhoog of omlaag of drukt
u op a of b om Automatisch
bijsnijden weer te geven.
Druk op Automatisch
bijsnijden en selecteer Aan
(of Uit).
(Voor meer informatie
uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Au
tomatisch
bijsnijden.)
Als u de achtergrondkleur wilt
verwijderen, veegt u met uw vinger
omhoog of omlaag of drukt u op a of
b om Achtergrondkleur
verwijderen weer te geven.
Druk op Achtergrondkleur
verwijderen en selecteer Laag,
Gemiddeld, Hoog of Uit.
OPMERKING
Met Achtergrondkleur
verwijderen wordt de basiskleur van
documenten verwijderd, zodat de
gescande gegevens beter kunnen worden
herkend.
Om het scannen te starten zonder
andere instellingen te wijzigen, gaat
u naar stap f.
OPMERKING
Als u kleur in de instellingen voor het
scantype hebt gekozen, kunt u niet het
bestandstype TIFF kiezen.
Als u zwart-wit in de instellingen voor het
scantype hebt gekozen, kunt u niet het
bestandstype JPEG kiezen.
f Druk op OK wanneer u klaar bent met
het wijzigen van de instellingen.
OPMERKING
Als u de instellingen wilt opslaan als
snelkoppeling, drukt u op
Opslaan als snelkoppeling.
g Druk op Start.
Hoofdstuk 9
88
Voor MFC-J4710DW
a Laad uw document.
Als u een dubbelzijdig document wilt
scannen, plaatst u het document in de
ADF.
OPMERKING
Via de ADF kunt u dubbelzijdige
documenten van maximaal Legal-formaat
scannen.
b Open de mediasleufklep.
c Plaats de geheugenkaart of het USB-
flashstation in de juiste sleuf.
d Druk op Scannen naar media.
BELANGRIJK
Verwijder NOOIT de geheugenkaart of het
USB-flashstation terwijl er door de
machine lees- of schrijfbewerkingen op
worden uitgevoerd. De kaart, het USB-
flashstation of de daarop opgeslagen
gegevens kunnen anders beschadigd
raken.
e Druk op Opties.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u een dubbelzijdig document in
de ADF hebt geplaatst, veegt u met
uw vinger omhoog of omlaag of drukt
u op a of b om 2-zijdige scan
weer te geven.
Druk op 2-zijdige scan. Ga naar
stap g.
Als u een enkelzijdig document wilt
scannen, gaat u naar stap h.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als uw document aan de lange zijde
wordt omgedraaid, drukt u op
2-zijdige scan: lange zijde
.
Als uw document aan de korte zijde
wordt omgedraaid, drukt u op
2-zijdige scan: korte zijde
.
Lange zijde
Staand Liggend
Korte zijde
Staand Liggend
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
89
9
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u het type scan wilt wijzigen,
veegt u met uw vinger omhoog of
omlaag of drukt u op a of b om
Scantype weer te geven.
Druk op Scantype en selecteer
Kleur of Zwart-wit.
Als u de resolutie wilt wijzigen, veegt
u met uw vinger omhoog of omlaag
of drukt u op a of b om Resolutie
weer te geven.
Druk op Resolutie en selecteer
100 dpi, 200 dpi, 300 dpi,
600 dpi of Auto.
Als u het bestandstype wilt wijzigen,
veegt u met uw vinger omhoog of
omlaag of drukt u op a of b om
Bestandstype weer te geven.
Druk op Bestandstype en kies
PDF, JPEG of TIFF.
Als u de bestandsnaam wilt wijzigen,
veegt u met uw vinger omhoog of
omlaag of drukt u op a of b om
Bestandsnaam weer te geven.
Druk op Bestandsnaam en voer de
naam van het bestand in.
U kunt alleen de eerste 6 tekens
wijzigen.
Druk op OK.
Als u meerdere documenten op de
glasplaat wilt scannen, veegt u met
uw vinger omhoog of omlaag of drukt
u op a of b om Automatisch
bijsnijden weer te geven.
Druk op Automatisch
bijsnijden en selecteer Aan
(of Uit).
(Voor meer informatie
uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Automatisch
bijsnijden.)
A
ls u blanco pagina's wilt overslaan,
veegt u met uw vinger omhoog of
omlaag of drukt u op a of b om
Geen lege pagina’s weer te
geven. Druk op
Geen lege pagina’s en
vervolgens op Aan (of Uit).
OPMERKING
Geen lege pagina’s is alleen
beschikbaar bij gebruik van de ADF.
Als u de achtergrondkleur wilt
verwijderen, veegt u met uw vinger
omhoog of omlaag of drukt u op a of
b om Achtergrondkleur
verwijderen weer te geven.
Druk op Achtergrondkleur
verwijderen en selecteer Laag,
Gemiddeld, Hoog of Uit.
OPMERKING
Met Achtergrondkleur
verwijderen wordt de basiskleur van
documenten verwijderd, zodat de
gescande gegevens beter kunnen worden
herkend.
Om het scannen te starten zonder
andere instellingen te wijzigen, gaat
u naar stap i.
OPMERKING
Als u kleur in de instellingen voor het
scantype hebt gekozen, kunt u niet TIFF
kiezen.
Als u zwart-wit in de instellingen voor het
scantype hebt gekozen, kunt u niet JPEG
kiezen.
i Druk op OK wanneer u klaar bent met
het wijzigen van de instellingen.
OPMERKING
Als u de instellingen wilt opslaan als
snelkoppeling, drukt u op
Opslaan als snelkoppeling.
j Druk op Start.
90
10
Een document
afdrukken
10
De machine kan gegevens van uw computer
ontvangen en deze afdrukken. Om vanaf een
computer te kunnen afdrukken, moet u de
printerdriver installeren.
(uu Softwarehandleiding: Afdrukken
(Windows
®
).)
(uu Softwarehandleiding: Afdrukken en
faxen (Macintosh).)
a Installeer de Brother-printerdriver vanaf
de cd-rom. (uu Installatiehandleiding.)
b Selecteer de opdracht Afdrukken in uw
toepassing.
c Selecteer de naam van uw machine in
het dialoogvenster Afdrukken en klik op
Eigenschappen of
Voorkeursinstellingen, afhankelijk van
de toepassing die u gebruikt.
d Kies de instellingen die u wilt wijzigen in
het dialoogvenster Eigenschappen.
Veelgebruikte instellingen zijn:
Mediatype
Afdrukkwaliteit
Papierformaat
Afdrukstand
Kleur / Grijstinten
Inktbespaarstand
Scaling
Tweezijdig/boekje
e Klik op OK.
f Klik op Afdrukken (of OK afhankelijk
van de toepassing die u gebruikt) om het
afdrukken te starten.
Afdrukken vanaf een computer 10
91
11
11
ór het scannen 11
Om de machine als scanner te kunnen gebruiken, moet u de scannerdriver installeren. Als de
machine is aangesloten op een netwerk, configureert u deze met een TCP-/IP-adres.
Installeer de scannerdrivers vanaf de cd-rom. (uu Installatiehandleiding: MFL-Pro Suite
installeren.)
Configureer de machine met een TCP-/IP-adres als netwerkscannen niet werkt.
(uu Softwarehandleiding: Netwerkscannen configureren voor Windows
®
.)
Scannen vanaf een computer 11
Hoofdstuk 11
92
Een document als PDF-bestand scannen met
ControlCenter4 (Windows
®
) 11
(Voor uitgebreide informatie uu Softwarehandleiding: Scannen.)
OPMERKING
Welke schermen op uw pc worden weergegeven, is afhankelijk van uw model.
Dit gedeelte is gebaseerd op het gebruik van de Geavanceerde modus van ControlCenter4.
ControlCenter4 is een hulpprogramma waarmee u de toepassingen die u het meest gebruikt, snel
en gemakkelijk kunt openen. ControlCenter4 zorgt ervoor dat u specifieke toepassingen niet
handmatig hoeft te openen.
a Laad uw document. (Zie Documenten laden uu pagina 49.)
b Open ControlCenter4 door op /Alle programma’s/Brother/MFC-XXXX (waarbij XXXX
voor de naam van uw model staat)/ControlCenter4 te klikken. Het programma
ControlCenter4 wordt geopend.
c Selecteer Geavanceerde modus op het scherm ControlCenter4-modus en klik op OK.
d Zorg dat de gewenste machine is geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Model.
Scannen vanaf een computer
93
11
e Stel de scanconfiguratie in.
Klik op Configuratie en selecteer achtereenvolgens Knopinstellingen, Scan en Bestand.
Het configuratiedialoogvenster wordt weergegeven. U kunt de standaardinstellingen
wijzigen.
1 Selecteer PDF (*.pdf) in de vervolgkeuzelijst Type Bestand.
2 U kunt opgeven welke bestandsnaam u voor het document wilt gebruiken.
3 U kunt het bestand opslaan in de standaardmap, of uw voorkeursmap zoeken en
selecteren door op de knop (Browse) te klikken.
4 U kunt een scanresolutie selecteren in de vervolgkeuzelijst Resolutie.
5 U kunt het documentformaat selecteren in de vervolgkeuzelijst Documentgrootte.
f Klik op OK.
1
2
4
5
3
Hoofdstuk 11
94
g Klik op Bestand.
h Druk op Scan.
Het scanproces gaat van start. De map waarin de gescande gegevens worden opgeslagen,
wordt automatisch geopend.
Scannen vanaf een computer
95
11
De scanmodusinstellingen voor scannen naar
PDF wijzigen
11
U kunt de instellingen van de modus Scannen voor uw machine wijzigen met behulp van
ControlCenter4. (Windows
®
)
a Open ControlCenter4 door op /Alle programma’s/Brother/MFC-XXXX (waarbij XXXX
voor de naam van uw model staat)/ControlCenter4 te klikken. Het programma
ControlCenter4 wordt geopend.
b Zorg dat de gewenste machine is geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Model.
c Klik op de tab Apparaatinstellingen.
d Klik op Scaninstellingen apparaat.
Hoofdstuk 11
96
e Kies het tabblad Bestand. U kunt de standaardinstellingen wijzigen.
1 Selecteer PDF (*.pdf) in de vervolgkeuzelijst Type Bestand.
2 U kunt opgeven welke bestandsnaam u voor het document wilt gebruiken.
3 U kunt het bestand opslaan in de standaardmap, of uw voorkeursmap zoeken en
selecteren door op de knop (Browse) te klikken.
4 U kunt een scanresolutie selecteren in de vervolgkeuzelijst Resolutie.
5 U kunt het documentformaat selecteren in de vervolgkeuzelijst Documentgrootte.
f Klik op OK.
Een document als PDF-bestand scannen via het touchscreen 11
a Laad uw document. (Zie Documenten laden uu pagina 49.)
b Druk op Scannen.
c Veeg met uw vinger naar links of rechts om naar bestand weer te geven.
1
2
4
5
3
Scannen vanaf een computer
97
11
d Druk op naar bestand.
In het midden van het touchscreen wordt weergegeven, blauw gemarkeerd.
e Druk op OK.
Als de machine met een netwerk is verbonden, drukt u op de pc-naam.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u de standaardinstellingen wilt gebruiken gaat u naar stap j.
Als u de standaardinstellingen wilt wijzigen gaat u naar stap f.
f Druk op Opties.
g Druk op Ingesteld op aanraakscherm.
Druk op Aan.
h Selecteer de gewenste instellingen voor 2-zijdige scan
1
, Scantype, Resolutie,
Bestandstype, Geen lege pagina’s
1
en Achtergrondkleur verwijderen.
1
(Voor MFC-J4710DW)
i Druk op OK.
j Druk op Start.
Het scanproces gaat van start.
OPMERKING
De volgende scanmodi zijn beschikbaar.
naar OCR
naar bestand
naar afbeelding
naar media
naar e-mail
nr e-mailserver
naar FTP
naar netwerk
WS Scan
1
1
Alleen Windows
®
-gebruikers. (Windows Vista
®
SP2 of recenter en Windows
®
7)
(uu Softwarehandleiding: Met Webservices scannen op uw netwerk (Windows Vista
®
SP2 of recenter en
Windows
®
7).)
98
A
De inktcartridges
vervangen
A
Uw machine is voorzien van een
inktstippenteller. De inktstippenteller
controleert automatisch het inktniveau in elk
van de vier cartridges. Als de machine
ontdekt dat een inktcartridge bijna leeg is,
wordt een melding weergegeven.
Op het touchscreen wordt aangegeven welke
inktcartridge bijna leeg of aan vervanging toe
is. Volg de aanwijzingen op het touchscreen
om de inktcartridges in de juiste volgorde te
vervangen.
Zelfs als u door de machine wordt
geïnstrueerd een inktcartridge te vervangen,
bevat de inktcartridge nog een kleine
hoeveelheid inkt. Het is noodzakelijk dat er
inkt in de inktcartridge aanwezig blijft om te
voorkomen dat de lucht de printkopset
uitdroogt en beschadigt.
VOORZICHTIG
Mocht u inkt in uw ogen krijgen, spoel ze
dan onmiddellijk met water en raadpleeg
een arts als u zich zorgen maakt.
BELANGRIJK
De multifunctionele machines van Brother
zijn ontworpen om te werken met inkt van
een bepaalde specificatie, en bij gebruik
van originele inktcartridges van Brother
zijn optimale prestaties en
betrouwbaarheid gewaarborgd. Brother
kan deze optimale prestaties en
betrouwbaarheid niet garanderen indien
inkt of inktcartridges van andere
specificaties gebruikt worden. Het gebruik
van andere dan originele cartridges van
Brother of van oude cartridges die gevuld
zijn met inkt van een ander merk, wordt
door Brother daarom afgeraden. Schade
die aantoonbaar het gevolg is van het
gebruik van inkt die niet door Brother
geproduceerd is in deze machine, valt
mogelijk niet onder de
garantiebepalingen. Raadpleeg de
voorwaarden van de garantie.
a Open het deksel van de inktcartridge.
Als een of meer inktcartridges aan
vervanging toe zijn, wordt op het
touchscreen
Alleen afdrukken 1-zijdig
zwart-wit of Kan niet afdr.
weergegeven.
Routineonderhoud A
Routineonderhoud
99
A
b Druk op de ontgrendelingshendel (zie
illustratie) om de op het touchscreen
aangegeven cartridge te ontgrendelen.
Verwijder de cartridge uit de machine.
c Open de verpakking met de nieuwe
inktcartridge voor de kleur die op het
touchscreen wordt aangegeven en haal
vervolgens de inktcartridge eruit.
d Draai de groene hendel op de oranje
verpakking (1) linksom tot deze klikt om
de vacuümverpakking te openen.
Verwijder de oranje verpakking
vervolgens (zie illustratie).
BELANGRIJK
Raak het als (2) gemarkeerde gebied op
de cartridge NOOIT aan. De cartridge
wordt dan mogelijk niet gedetecteerd door
de machine.
1
2
1
2
100
e Elke kleur heeft zijn eigen vaste positie.
Plaats de inktcartridge in de richting van
de pijl op het etiket.
f Duw voorzichtig tegen de achterkant
van de inktcartridge met de aanduiding
“PUSH” (duwen) tot de cartridgehendel
omhoog komt. Sluit vervolgens het
deksel van de inktcartridge.
g Er wordt automatisch een reset
uitgevoerd voor de inktstippenteller.
OPMERKING
Als u een inktcartridge hebt vervangen,
bijvoorbeeld Zwart, wordt u via het
touchscreen wellicht gevraagd om te
bevestigen dat dit een nieuwe cartridge is
(bijvoorbeeld Veranderde u
Zwarte). Druk voor elke nieuwe cartridge
die u hebt geïnstalleerd op Ja om de
inktstippenteller voor die kleur te resetten.
Als de geïnstalleerde inktcartridge niet
nieuw is, moet u op Nee drukken.
Als na het installeren van de inktcartridge
Geen inktcartridge of Kan niet
detect. op het touchscreen wordt
weergegeven, dient u te controleren of u
een nieuwe, originele Brother-cartridge
gebruikt en of deze correct is
geïnstalleerd. Verwijder de inktcartridge
en plaats deze langzaam terug tot de
cartridgehendel omhoog komt.
BELANGRIJK
Verwijder inktcartridges ALLEEN als deze
aan vervanging toe zijn. Als u zich niet aan
dit voorschrift houdt, kan de hoeveelheid
inkt achteruitgaan en weet de machine
niet hoeveel inkt er nog in de cartridge zit.
Raak NOOIT de houders voor de
cartridges aan. De inkt kan anders
vlekken op uw huid achterlaten.
Als u inkt op uw huid of kleding krijgt, wast
u deze meteen af met zeep of een
schoonmaakmiddel.
Als de kleuren gemengd zijn omdat u een
inktcartridge in de verkeerde positie hebt
geïnstalleerd, wordt op het touchscreen
Onjuiste inktkleur weergegeven.
Controleer welke inktcartridges niet op de
juiste positie zijn geïnstalleerd en
verplaats ze naar hun correcte positie.
Installeer een inktcartridge onmiddellijk na
het openen in de machine en verbruik
hem binnen zes maanden na de
installatie. Gebruik ongeopende
inktcartridges vóór de uiterste
verbruiksdatum die op de
cartridgeverpakking vermeld staat.
Maak de inktcartridge NOOIT open en
knoei er niet mee; hierdoor kan de
cartridge inkt verliezen.
Routineonderhoud
101
A
De machine reinigen en
controleren
A
De glasplaat reinigen A
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
b Til het documentdeksel (1) op. Reinig
de glasplaat (2) en het witte plastic (3)
met een zachte, pluisvrije doek die is
bevochtigd met een niet-brandbare
glasreiniger.
c Reinig in de ADF de witte balk (1) en de
glazen strook (2) met een zachte,
pluisvrije doek die is bevochtigd met een
niet-brandbare glasreiniger.
(MFC-J4510DW)
(MFC-J4710DW)
2
1
3
2
1
2
1
102
OPMERKING
Nadat u de glazen strook hebt gereinigd,
voelt u met uw vingertoppen of er nog vuil
op zit. Als u vuil voelt, reinigt u de glazen
strook en met name het vuile gedeelte
opnieuw. Het kan zijn dat u het
schoonmaken drie of vier keer moet
herhalen. Maak na elke schoonmaakbeurt
een kopie.
De printkop reinigen A
De printkop wordt indien nodig automatisch
gereinigd, zodat de afdrukkwaliteit optimaal
blijft. Als de afdrukkwaliteit te wensen
overlaat, kunt u het reinigingsproces
handmatig starten.
Als er op de afgedrukte pagina's een
horizontale streep of een leeg gedeelte door
de tekst of afbeeldingen loopt, dient u de
printkop te reinigen. U kunt kiezen of u alleen
Zwart, drie kleuren tegelijk
(Geel/Cyaan/Magenta) of alle vier kleuren
tegelijk wilt reinigen.
Bij het reinigen van de printkop wordt inkt
verbruikt. Wanneer de kop te vaak wordt
gereinigd, wordt er onnodig inkt verbruikt.
BELANGRIJK
Raak de printkop NOOIT aan. Als u de
printkop aanraakt, kan deze blijvend
worden beschadigd en kan de garantie
erop vervallen.
a Druk op .
OPMERKING
U kunt ook op en Inkt drukken.
b Druk op Reinigen.
c Druk op Zwarte inkt, Kleur of
Alle inkt.
De machine reinigt de printkop.
Nadat het reinigen is voltooid, wordt de
machine automatisch in de gereedstand
gezet.
OPMERKING
Wanneer u de printkop minimaal vijf keer
hebt gereinigd en de afdruk niet is
verbeterd, probeer dan om het probleem
te verhelpen door voor elke kleur
waarmee u problemen ondervindt, een
nieuwe originele Innobella™-inktcartridge
van Brother te installeren. Reinig de
printkop vervolgens opnieuw maximaal
vijf keer. Als de kwaliteit dan nog niet
verbeterd is, neemt u contact op met de
klantenservice van Brother of uw
Brother-leverancier.
U kunt de printkop ook vanaf uw pc
reinigen.
(uu Softwarehandleiding: Het tabblad
Onderhoud (Windows
®
).)
i
Als er vuil of
correctievloeistof
op de glazen
strook zit, is er
een verticale
streep zichtbaar
op de afdruk.
Nadat de glazen
strook is
gereinigd, is de
verticale streep
verdwenen.
Routineonderhoud
103
A
De afdrukkwaliteit
controleren A
Als er fletse of gestreepte kleuren en tekst
zichtbaar zijn op uw afdrukken, kan het zijn
dat enkele spuitmondjes van de printkop
verstopt zijn. U kunt dit controleren door de
testpagina Afdrukkwaliteit te printen en naar
het patroon van de spuitmondjes te kijken.
a Druk op .
OPMERKING
U kunt ook op en Inkt drukken.
b Druk op Testafdruk.
c Druk op Printkwaliteit.
d Druk op OK.
De testpagina Afdrukkwaliteit wordt
afgedrukt.
e Controleer de kwaliteit van de vier
kleurenblokken op het vel.
f Op het touchscreen wordt gevraagd of
de afdrukkwaliteit in orde is.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer alle lijnen duidelijk en
zichtbaar zijn, drukt u op Ja om de
controle van de afdrukkwaliteit te
beëindigen en gaat u naar stap j.
Als er zoals hieronder afgebeeld
korte stukjes ontbreken, drukt u op
Nee.
g Op het touchscreen wordt gevraagd of
de afdrukkwaliteit voor zwart en
vervolgens de drie kleuren in orde is.
Druk op Ja of Nee.
h Op het touchscreen wordt gevraagd of u
wilt beginnen met reinigen.
Druk op OK.
De machine begint de printkop te
reinigen.
i Druk na het reinigen op OK.
De testpagina Afdrukkwaliteit wordt
nogmaals afgedrukt. Ga terug naar
stap e.
j Druk op .
Als u deze procedure minimaal vijf keer
herhaalt en de afdrukkwaliteit is nog
steeds slecht, vervangt u de
inktcartridge voor de kleur die niet goed
wordt afgedrukt.
Controleer de afdrukkwaliteit als u de
inktcartridge hebt vervangen. Als het
probleem niet is verholpen, moet u het
reinigen van de printkop en de
afdrukprocedures minimaal vijf keer
herhalen voor de nieuwe inktcartridge.
Als er dan nog inkt ontbreekt, neemt u
contact op met de klantenservice van
Brother of uw Brother-leverancier.
BELANGRIJK
Raak de printkop NOOIT aan. Als u de
printkop aanraakt, kan deze blijvend
worden beschadigd en kan de garantie
erop vervallen.
OK Niet OK
104
OPMERKING
Als een spuitmondje van een printkop
verstopt is, ziet de afdruk er zo uit.
A4, Letter en Executive
A3, Ledger, Legal, A5, A6, enveloppen,
Foto (10 × 15 cm), Foto L (89 × 127 mm),
Foto 2L (13 × 18 cm) en Indexkaart
(127 × 203 mm)
Nadat het spuitmondje van de printkop
gereinigd is, zijn de horizontale strepen
verdwenen.
De uitlijning controleren A
Als afgedrukte tekst vlekkerig is of
afbeeldingen flets zijn nadat de machine is
vervoerd, moet u de uitlijning mogelijk
afstellen.
a Druk op .
OPMERKING
U kunt ook op en Inkt drukken.
b Druk op Testafdruk.
c Druk op Instel kantlijn.
d Druk op OK.
De testpagina Uitlijning wordt afgedrukt.
e Veeg voor patroon A met uw vinger
omhoog of omlaag of druk op a of b om
het nummer van de testafdruk met de
minste verticale strepen (1-9) weer te
geven en druk erop.
Druk op OK.
f Veeg voor patroon B met uw vinger
omhoog of omlaag of druk op a of b om
het nummer van de testafdruk met de
minste verticale strepen (1-9) weer te
geven en druk erop.
Druk op OK.
Routineonderhoud
105
A
g Veeg voor patroon C met uw vinger
omhoog of omlaag of druk op a of b om
het nummer van de testafdruk met de
minste verticale strepen (1-9) weer te
geven en druk erop.
Druk op OK.
h Veeg voor patroon D met uw vinger
omhoog of omlaag of druk op a of b om
het nummer van de testafdruk met de
minste verticale strepen (1-9) weer te
geven en druk erop.
Druk op OK.
i Druk op .
106
B
Uw probleem vaststellen B
Controleer eerst de volgende punten.
Het netsnoer van de machine is goed aangesloten en de machine is ingeschakeld.
Alle beschermende onderdelen zijn verwijderd.
Papier is op de juiste wijze in de papierlade geplaatst.
De interfacekabels zijn goed op de machine en de computer aangesloten, of de draadloze
verbinding is zowel op de machine als op de computer ingesteld.
Meldingen op het touchscreen
(Zie Onderhouds- en foutmeldingen uu pagina 108.)
Als uw probleem na het controleren van de bovenstaande punten niet is opgelost, bepaalt u de
aard van het probleem en gaat u naar de corresponderende pagina zoals hieronder vermeld.
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen:
Afdrukproblemen uu pagina 130
Problemen met de afdrukkwaliteit uu pagina 131
Problemen met de papierverwerking uu pagina 133
Ontvangen faxen afdrukken uu pagina 134
Telefoon- en faxproblemen:
Telefoonlijn of verbindingen uu pagina 135
Inkomende oproepen beantwoorden uu pagina 136
Faxen ontvangen uu pagina 135
Faxen verzenden uu pagina 135
Problemen oplossen B
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, controleert u eerst alle onderstaande
punten en volgt u de tips voor het oplossen van problemen.
U kunt de meeste problemen zelf oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother
Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van
problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com/
.
Problemen oplossen
107
B
Kopieerproblemen:
Problemen met kopiëren uu pagina 137
Scanproblemen:
Problemen met scannen uu pagina 137
Problemen met PhotoCapture Center uu pagina 137
Software- en netwerkproblemen:
Problemen met software uu pagina 138
Netwerkproblemen uu pagina 138
Problemen bij het invoeren van gegevens uu pagina 139
108
Onderhouds- en foutmeldingen B
Zoals bij alle geavanceerde kantoorproducten kunnen er fouten optreden en moeten
verbruiksartikelen soms worden vervangen. De machine bepaalt in dergelijke gevallen wat er aan
de hand is of welk routineonderhoud moet worden uitgevoerd; hierbij wordt de relevante melding
op de machine weergegeven. De onderstaande lijst geeft een overzicht van de meest
voorkomende onderhouds- en foutmeldingen.
De meeste meldingen over fouten en algemene onderhoudswerkzaamheden kunt u zelf
afhandelen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente
veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen:
Ga naar http://solutions.brother.com/
.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Aanraakscherm
initialiseren
mislukt
Het touchscreen werd aangeraakt
voordat het inschakelen was voltooid.
Zorg ervoor dat niets het touchscreen
aanraakt en dat er niets op het
touchscreen ligt.
Tussen het onderste deel van het
touchscreen en het frame kan zich
vuil hebben opgehoopt.
Steek een stuk stevig papier tussen
het onderste deel van het
touchscreen en het frame en schuif
het stuk papier heen en weer om het
vuil te verwijderen.
Afbeelding te klein Het formaat van uw foto is te klein om
bij te snijden.
Kies een grotere foto.
Afbeelding te lang Omdat de verhoudingen van uw foto
onregelmatig zijn, kunnen er geen
effecten worden toegevoegd.
Kies een foto met regelmatige
proporties.
Afgebroken De andere partij of de faxmachine
van de andere partij heeft de oproep
afgebroken.
Probeer de fax opnieuw te verzenden
of te ontvangen.
Als oproepen herhaaldelijk worden
onderbroken en u een VoIP-systeem
(Voice over IP) gebruikt, stel de
compatibiliteit dan in op Basic (voor
VoIP). (Zie Storing op de
telefoonlijn / bellen via internet (VoIP)
uu pagina 140.)
Problemen oplossen
109
B
Alleen afdrukken
1-zijdig zwart-wit
Vervang inkt.
Een of meer kleurencartridges zijn
aan vervanging toe.
U kunt nog ongeveer vier weken in
zwart-wit afdrukken, afhankelijk van
het aantal pagina's dat u afdrukt.
Wanneer dit bericht op het
touchscreen wordt weergegeven,
werken de volgende functies als
volgt:
Afdrukken
Als u Grijstinten op het tabblad
Geavanceerd van de
printerdriver selecteert, kunt u de
machine als zwart-witprinter
gebruiken.
Dubbelzijdig afdrukken is niet
beschikbaar wanneer deze
melding verschijnt.
Kopiëren
Als de papiersoort is ingesteld op
Normaal pap., kunt u kopieën
in zwart-wit maken.
Dubbelzijdig kopiëren is niet
beschikbaar wanneer deze
melding verschijnt.
Faxen
Als de papiersoort is ingesteld op
Normaal pap. of
Inkjetpapier, ontvangt de
machine de faxen in zwart-wit en
worden deze monochroom
afgedrukt.
Als de verzendende machine een
kleurenfax wil verzenden, vraagt
de machine tijdens het contact
maken om de fax in zwart-wit te
verzenden.
Vervang de inktcartridges. (Zie De
inktcartridges vervangen
uu pagina 98.)
OPMERKING
Alle printbewerkingen worden
gestopt. In de volgende gevallen kunt
u de machine pas weer gebruiken
wanneer een nieuwe inktcartridge is
geïnstalleerd:
Als u de stekker uit het
stopcontact verwijdert of de
inktcartridge verwijdert.
Als de papiersoort is ingesteld op
iets anders dan Normaal pap.
of Inkjetpapier.
(Windows
®
) Als
Langzaam drogend papier op
het tabblad Normaal van de
printerdriver is ingeschakeld.
(Macintosh) Als
Langzaam drogend papier is
ingeschakeld in de
Afdrukinstellingen van de
printerdriver.
Communicatiefout Een slechte telefoonverbinding heeft
een communicatiefout veroorzaakt.
Vraag het telefoonbedrijf om uw
telefoonlijn te controleren als het
probleem aanhoudt.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
110
Deksel is open. Het scannerdeksel is niet goed
gesloten.
Til het scannerdeksel op en sluit dit
weer.
Controleer of het telefoonsnoer en de
USB-kabel (indien gebruikt) op de
juiste manier in de kabelgoot liggen
en achter uit de machine komen.
Het deksel van de inktcartridge is niet
volledig gesloten.
Sluit het deksel van de inktcartridge
goed, totdat u een klik hoort.
Document vast/te lang
Het document is niet goed geplaatst
of ingevoerd, of het document dat via
de ADF is gescand, is te lang.
(Zie De ADF gebruiken
uu pagina 49.)
(Zie Document vastgelopen
uu pagina 120.)
Documentklep open
(MFC-J4710DW)
Het documentdeksel stond open
tijdens het scannen van een
dubbelzijdig document in de ADF.
Sluit het documentdeksel.
Geen antw/Bezet Het door u gekozen nummer neemt
niet op of is in gesprek.
Controleer het nummer en probeer
het opnieuw.
Geen Beller ID Er is geen overzicht van inkomende
oproepen beschikbaar. Er zijn geen
oproepen binnengekomen of u bent
niet geabonneerd op de
nummerweergavedienst van uw
telefoonbedrijf.
Neem contact op met uw
telefoonbedrijf als u
nummerweergave wilt gebruiken.
(Zie Nummerweergave (Beller ID)
uu pagina 65.)
Geen bestand De geheugenkaart of het USB-
flashstation in het mediastation bevat
geen .JPG-bestand.
Plaats de juiste geheugenkaart of het
juiste USB-flashstation in de sleuf.
Geen contact U hebt geprobeerd te pollen naar een
faxmachine die niet in de wachtstand
voor pollen staat.
Controleer de instellingen voor pollen
van het andere faxtoestel.
Geen inktcartridge Een van de inktcartridges is niet
correct geïnstalleerd.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
installeer deze langzaam opnieuw tot
de cartridgehendel omhoog komt.
(Zie De inktcartridges vervangen
uu pagina 98.)
Geheugen vol Het geheugen van de machine is vol. Als een kopieerbewerking wordt
uitgevoerd:
Druk op , wacht tot de andere
bewerkingen zijn voltooid en probeer
het vervolgens opnieuw.
Op de geheugenkaart of het USB-
flashstation waarvan u gebruikmaakt,
is onvoldoende vrije ruimte
beschikbaar om de documenten te
scannen.
Druk op .
Verwijder bestanden die u niet
gebruikt van de geheugenkaart of het
USB-flashstation om ruimte vrij te
maken en probeer het vervolgens
opnieuw.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
111
B
Hub is Onbruikbaar. Een hub of een USB-flashstation met
een hub is aangesloten op de USB
Direct Interface.
Hubs, inclusief USB-flashstations
met ingebouwde hub, worden niet
ondersteund. Ontkoppel het apparaat
van de USB Direct Interface.
Inkt bijna op Een of meer inktcartridges zijn bijna
aan vervanging toe. Als een of meer
kleurencartridges aan vervanging toe
zijn en iemand u een kleurenfax
stuurt, vraagt de machine tijdens het
contact maken om de fax in zwart-wit
te verzenden. Als de verzendende
machine de fax kan omzetten, wordt
de kleurenfax door uw machine
afgedrukt als een zwart-witfax.
Bestel een nieuwe inktcartridge. U
kunt doorgaan met afdrukken totdat
Kan niet afdr. wordt
weergegeven op het touchscreen.
(Zie De inktcartridges vervangen
uu pagina 98.)
Inktabsorb. bijna vol
Een van de inktopvangbakjes is bijna
vol.
Neem contact op met de
klantenservice van Brother of uw
Brother-leverancier.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
112
Inktabsorbeerder vol
Een van de inktopvangbakjes is vol.
Voor optimale prestaties van uw
Brother-machine moeten deze
onderdelen regelmatig onderhouden
en uiteindelijk vervangen worden.
Omdat periodiek onderhoud voor
deze onderdelen vereist is, valt
vervanging van de onderdelen niet
onder de garantie. Na hoeveel tijd
deze artikelen aan vervanging toe
zijn, is afhankelijk van het aantal
keren dat het inktsysteem moet
worden doorgespoten en gespoeld
om het te reinigen. Tijdens de
verschillende doorspuit- en
spoelbewerkingen loopt er inkt in
deze vakjes. Hoe vaak doorspuit- en
spoelbewerkingen voor
reinigingsdoeleinden worden
uitgevoerd, is afhankelijk van
verschillende omstandigheden. Als u
de machine bijvoorbeeld vaak aan-
en uitzet, worden er veel
reinigingscycli uitgevoerd, omdat de
machine bij inschakelen automatisch
wordt gereinigd. Als u gebruikmaakt
van andere dan Brother-inkt en de
afdrukkwaliteit is slecht, dan wordt er
waarschijnlijk vaak gereinigd om die
te verbeteren. Hoe meer de machine
moet worden gereinigd, hoe sneller
de vakjes vol raken.
OPMERKING
Reparaties die voortvloeien uit het
gebruik van verbruiksartikelen die
niet van Brother afkomstig zijn,
worden mogelijk niet gedekt door
de vermelde productgarantie.
Het inktopvangbakje moet worden
vervangen. Neem contact op met de
klantenservice of uw plaatselijke
service center van Brother om een
afspraak te maken voor een
onderhoudsbeurt.
Reinigingscycli worden ook
uitgevoerd in de volgende situaties:
1 Nadat vastgelopen papier is
verwijderd, wordt de machine
automatisch gereinigd voordat de
volgende ontvangen fax wordt
afgedrukt.
2 De machine wordt automatisch
gereinigd wanneer deze langer
dan 30 dagen niet is gebruikt.
3 De machine wordt automatisch
gereinigd nadat inktcartridges van
dezelfde kleur 12 maal zijn
vervangen.
Kan inktvolume niet
detecteren
Als u geen originele Brother-inkt
gebruikt, wordt de hoeveelheid inkt
mogelijk niet door de machine
gedetecteerd.
Vervang de cartridge door een
originele Brother-inktcartridge. Als
het probleem hiermee niet is
verholpen, neemt u contact op met de
klantenservice van Brother of uw
Brother-leverancier.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
113
B
Kan niet afdr.
Vervang inkt.
Een of meer inktcartridges zijn aan
vervanging toe. De machine stopt alle
printbewerkingen. Als er
geheugenruimte is, worden zwart-
witfaxen in het geheugen
opgeslagen. Als de verzendende
machine een kleurenfax wil
verzenden, vraagt de machine tijdens
het contact maken om de fax in zwart-
wit te verzenden.
Vervang de inktcartridges. (Zie De
inktcartridges vervangen
uu pagina 98.)
Kan niet detect. U hebt een nieuwe inktcartridge te
snel geïnstalleerd en de machine
heeft de cartridge niet gedetecteerd.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
installeer deze langzaam opnieuw tot
de cartridgehendel omhoog komt.
(Zie De inktcartridges vervangen
uu pagina 98.)
Een van de inktcartridges is niet
correct geïnstalleerd.
Als u geen originele Brother-inkt
gebruikt, wordt de inktcartridge
mogelijk niet door de machine
gedetecteerd.
Vervang de cartridge door een
originele Brother-inktcartridge. Als
het probleem hiermee niet is
verholpen, neemt u contact op met de
klantenservice van Brother of uw
Brother-leverancier.
Media fout De geheugenkaart is beschadigd,
onjuist geformatteerd of er is een
probleem met de geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart uit het
mediastation (sleuf) van de machine
en formatteer deze.
Steek de kaart weer goed in de sleuf
terug om er zeker van te zijn dat de
kaart zich in de juiste positie bevindt.
Indien de fout niet is verholpen,
controleert u het mediastation (de
sleuf) van de machine door een
andere geheugenkaart te plaatsen
waarvan u weet dat deze werkt.
Media is vol. De geheugenkaart of het USB-
flashstation waarmee u werkt, heeft
geen vrije ruimte of bevat al 999
bestanden.
Uw machine kan alleen op uw
geheugenkaart of USB-flashstation
opslaan als zich hierop minder dan
999 bestanden bevinden. Verwijder
ongebruikte bestanden om ruimte vrij
te maken en probeer het opnieuw.
Nog gegevens in
geheugen
Er zitten nog afdrukgegevens in het
geheugen van de machine.
Druk op . De machine annuleert
de taak en verwijdert deze uit het
geheugen. Probeer opnieuw te
printen.
Onbruikb. app.
Apparaat loskoppelen
van frontconnector
en machine uit- en
weer aanzetten
Op de USB Direct Interface is een
defect apparaat aangesloten.
Ontkoppel het apparaat van de USB
Direct-interface en druk op om
de machine uit en dan weer in te
schakelen.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
114
Onbruikb. app.
Maak het
USB-apparaat los.
Een USB-apparaat of een USB-
flashstation dat niet wordt
ondersteund, is aangesloten op de
USB Direct Interface.
Ga naar http://solutions.brother.com/
voor meer informatie.
Ontkoppel het apparaat van de USB
Direct Interface. Schakel de machine
uit en vervolgens weer in.
(MFC-J4510DW)
Onjuist papier
(MFC-J4710DW)
Onjuist papier
Onjuist papier 1
Onjuist papier 2
De papierformaatinstelling komt niet
overeen met het formaat van het
papier in de lade.
1 Controleer of het geselecteerde
papierformaat overeenkomt met
het papierformaat in de lade.
(MFC-J4510DW: Zie
Papierformaat uu pagina 42.)
(MFC-J4710DW: Zie
Papierformaat en -soort
(MFC-J4710DW) uu pagina 43.)
2 Zorg ervoor dat u het papier in de
juiste richting invoert door de
papiergeleiders op het juiste
papierformaat in te stellen.
(Zie Papier en andere
afdrukmedia laden
uu pagina 22.)
3 Druk nadat u het formaat en de
afdrukstand van het papier hebt
gecontroleerd op OK op het
touchscreen.
De afdrukstand is niet geschikt voor
het papierformaat.
U hebt de papiergeleiders in de lade
niet ingesteld op het gebruikte
papierformaat.
Onjuiste inktkleur Er is een inktcartridge op de
verkeerde positie geïnstalleerd.
Controleer welke inktcartridges niet
op de juiste positie zijn geïnstalleerd
en verplaats ze naar hun correcte
positie.
Onvoldoende
faxgeheugen
Het faxgeheugen is vol. Ga op een van de volgende manieren
te werk:
Wis de gegevens in het
geheugen. Om extra geheugen
vrij te maken kunt u de functie
voor ontvangen in het geheugen
uitschakelen. (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding:
Geheugenontvangst
uitschakelen.)
Druk de faxen in het geheugen af.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Een fax uit
het geheugen afdrukken.)
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
115
B
Pap. vast
[vr, achter]
Het papier is vastgelopen in de
machine.
Verwijder het vastgelopen papier
volgens de stappen in Papier is
vastgelopen aan de voor- en
achterkant van de machine
uu pagina 123.
Controleer of de papiergeleiders op
het juiste papierformaat zijn
afgesteld.
Er is meer dan één vel papier in de
sleuf voor handmatige invoer
geplaatst.
OF
Er is een volgend vel papier in de
sleuf voor handmatige invoer
geplaatst voordat
Plaats papier in de sleuf
voor handinvoer en druk
vervolgens op [OK]. op het
touchscreen werd weergegeven.
Plaats nooit meer dan één vel tegelijk
in de sleuf voor handmatige invoer.
Wacht tot
Plaats papier in de sleuf
voor handinvoer en druk
vervolgens op [OK]. op het
touchscreen wordt weergegeven
voordat u het volgende vel papier in
de sleuf voor handmatige invoer
plaatst.
Verwijder het vastgelopen papier
volgens de stappen in Papier is
vastgelopen aan de voor- en
achterkant van de machine
uu pagina 123.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
116
(MFC-J4510DW)
Papier nazien
(MFC-J4710DW)
Papier nazien
Lade nr 1 nazien
Lade nr 2 nazien
Het papier in de machine is op of het
papier is niet juist in de papierlade
geplaatst.
Ga op een van de volgende manieren
te werk:
Plaats papier in de papierlade en
druk vervolgens op OK op het
touchscreen.
Verwijder het papier, plaats het
opnieuw en druk vervolgens op
OK op het touchscreen. (Zie
Papier en andere afdrukmedia
laden uu pagina 22.)
Het papier is vastgelopen in de
machine.
Verwijder het vastgelopen papier
volgens de stappen in Printer of
papier vastgelopen uu pagina 121.
Als deze fout vaak optreedt tijdens
dubbelzijdig kopiëren of dubbelzijdig
afdrukken, zijn de papierinvoerrollen
mogelijk vuil. Reinig de
papierinvoerrollen.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: De
papierinvoerrollen reinigen.)
Er heeft zich papierstof opgehoopt op
het oppervlak van de
papierdoorvoerrollen.
Maak de papierdoorvoerrollen
schoon. (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: De
papierdoorvoerrollen reinigen.)
De klep ter verwijdering van
vastgelopen papier is niet goed
gesloten.
Controleer of de klep ter verwijdering
van vastgelopen papier aan beide
zijden goed is gesloten. (Zie Printer of
papier vastgelopen uu pagina 121.)
Het papier is niet in het midden van
de sleuf voor handmatige invoer
geplaatst.
Verwijder het papier, plaats het
opnieuw in het midden van de sleuf
voor handmatige invoer en druk
vervolgens op OK op het touchscreen.
(Zie Papier in de sleuf voor
handmatige invoer laden
uu pagina 37.)
Papier vast [achter]
Het papier is vastgelopen in de
machine.
Verwijder het vastgelopen papier
volgens de stappen in Papier is
vastgelopen aan de achterkant van
de machine uu pagina 122.
Controleer of de papiergeleiders op
het juiste papierformaat zijn
afgesteld.
Er heeft zich papierstof opgehoopt op
het oppervlak van de
papierdoorvoerrollen.
Maak de papierdoorvoerrollen
schoon. (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: De
papierdoorvoerrollen reinigen.)
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
117
B
Papier vast [voor] Het papier is vastgelopen in de
machine.
Verwijder het vastgelopen papier
volgens de stappen in Papier is
vastgelopen aan de voorkant van de
machine uu pagina 121.
Controleer of de papiergeleiders op
het juiste papierformaat zijn
afgesteld.
Papierlade niet
gedetecteerd
De papierlade is niet goed
ingebracht.
Duw de papierlade langzaam volledig
in de machine.
Er zit papier of een vreemd voorwerp
in de machine waardoor de
papierlade niet goed kan worden
ingebracht.
Trek de papierlade uit de machine en
verwijder het vastgelopen papier of
het voorwerp. Duw de papierlade
langzaam volledig in de machine.
Reinigen onmog. XX
Initialiseren
onmogelijk XX
Print onmogelijk XX
Scan onmogelijk XX
De machine heeft een mechanisch
probleem.
OF
Er bevindt zich in de machine een
voorwerp dat er niet hoort, zoals een
paperclip of een stuk afgescheurd
papier.
Open het scannerdeksel en verwijder
eventueel aanwezige vreemde
voorwerpen en papiersnippers uit het
binnenste van de machine. Als het
probleem hiermee niet is verholpen,
haalt u de stekker van de machine uit
het stopcontact en steekt u deze na
enkele minuten weer in het
stopcontact.
(De machine kan ongeveer 24 uur
uitgeschakeld zijn zonder dat faxen in
het geheugen verloren gaan. Zie
Faxberichten of Faxjournaal
overzetten uu pagina 118.)
Temperatuur hoog De printkop is te warm. Laat de machine afkoelen.
Temperatuur laag De printkop is te koud. Laat de machine opwarmen.
Verkeerde
lade-instelling
(MFC-J4710DW)
De machine-instellingen voor het
papierformaat en de lade komen niet
overeen met het formaat van het
papier in de gebruikte lade.
Configureer de
papierformaatinstelling voor de lade
volgens de aanwijzingen op het
scherm.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
118
Foutanimatie B
Met foutanimatie worden stapsgewijs
instructies weergegeven wanneer het papier
is vastgelopen. U kunt de stappen in uw eigen
tempo lezen door op c te drukken om de
volgende stap weer te geven en op d om naar
de vorige stap terug te gaan.
Faxberichten of Faxjournaal
overzetten B
Het kan gebeuren dat een van de volgende
foutmeldingen op het touchscreen wordt
weergegeven:
Reinigen onmog. XX
Initialiseren onmogelijk XX
Print onmogelijk XX
Scan onmogelijk XX
In dat geval verdient het aanbeveling de
faxen naar een andere faxmachine of uw pc
over te brengen. (Zie Faxen naar een andere
faxmachine overbrengen uu pagina 118 of
Faxen naar uw pc overbrengen
uu pagina 119.)
U kunt ook het faxjournaal overbrengen om te
controleren of er faxen zijn die u moet
overbrengen. (Zie Het faxjournaal naar een
andere machine overbrengen
uu pagina 119.)
Faxen naar een andere faxmachine
overbrengen
B
U kunt de faxoverdrachtmodus alleen
activeren als uw stations-ID is ingesteld.
(uu Installatiehandleiding: Persoonlijke
gegevens invoeren (Stations-ID).)
a Druk op om de fout tijdelijk te
onderbreken.
b Druk op .
c Druk op Alle instell.
d Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Service weer te
geven.
e Druk op Service.
f Druk op Dataoverdracht.
g Druk op Fax overdracht.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als op het touchscreen
Geen dataopslag wordt
weergegeven, zijn er geen faxen
meer in het geheugen van de
machine.
Druk op Sluiten en vervolgens op
.
Voer het faxnummer in waarnaar de
faxen moeten worden doorgestuurd.
i Druk op Fax Start.
Problemen oplossen
119
B
Faxen naar uw pc overbrengen B
U kunt de faxen in het geheugen van de
machine naar uw pc overbrengen.
a Druk op om de fout tijdelijk te
onderbreken.
b Controleer of MFL-Pro Suite op uw pc
is geïnstalleerd en schakel vervolgens
PC-FAX Ontvangst op de pc in.
(uu Softwarehandleiding: PC-FAX
ontvangen.)
c Zorg ervoor dat u PC-Fax ontv. hebt
ingeschakeld op de machine.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: PC-Fax
ontvangen (alleen Windows
®
).)
Als zich faxen in het geheugen van de
machine bevinden wanneer u PC-Fax
ontv. instelt, wordt u gevraagd of u de
faxen wilt overbrengen naar uw pc.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Ja om alle faxen over te
brengen naar uw pc. Als
Faxvooruitblik uitgeschakeld is,
wordt u gevraagd of de optie voor het
afdrukken van een reservekopie
(Back-up) ook wilt inschakelen.
Druk op Nee om het menu te verlaten
en de faxen in het geheugen te laten.
e Druk op .
Het faxjournaal naar een andere
machine overbrengen
B
U kunt de faxoverdrachtmodus alleen
activeren als uw stations-ID is ingesteld.
(uu Installatiehandleiding: Persoonlijke
gegevens invoeren (Stations-ID).)
a Druk op om de fout tijdelijk te
onderbreken.
b Druk op .
c Druk op Alle instell.
d Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Service weer te
geven.
e Druk op Service.
f Druk op Dataoverdracht.
g Druk op Rapporttransfer.
h Voer het faxnummer in waarnaar het
faxjournaal moet worden doorgestuurd.
i Druk op Fax Start.
120
Document vastgelopen B
Documenten kunnen in de ADF vastlopen als
ze niet goed worden geplaatst of
doorgevoerd, of als de documenten te lang
zijn. Volg de onderstaande stappen om een
vastgelopen document te verwijderen.
Een document is aan de bovenzijde
van de ADF vastgelopen
B
a Verwijder al het papier uit de ADF dat
niet is vastgelopen.
b Open het ADF-deksel.
c Verwijder het vastgelopen document
door het omhoog te trekken.
1 ADF-deksel
d Sluit het ADF-deksel.
e Druk op .
BELANGRIJK
Om het vastlopen van documenten te
voorkomen, sluit u het ADF-deksel op de
juiste manier door er voorzichtig in het
midden op te drukken.
Het document is in de ADF
vastgelopen
B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen, uit de ADF.
b Til het documentdeksel op.
c Trek het vastgelopen document naar
links eruit.
1 documentdeksel
d Sluit het documentdeksel.
e Druk op .
1
1
Problemen oplossen
121
B
Kleine documenten verwijderen die in
de ADF zijn vastgelopen
B
a Til het documentdeksel op.
b Steek een stuk stevig papier,
bijvoorbeeld een briefkaart, in de ADF
om kleine stukjes papier los te duwen.
1 documentdeksel
c Sluit het documentdeksel.
d Druk op .
Printer of papier vastgelopen B
Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats
waar het in de machine is vastgelopen.
Papier is vastgelopen aan de voorkant
van de machine
B
Voer de volgende stappen uit als
Papier vast [voor] op het touchscreen
wordt weergegeven:
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
b Trek de papierlade (1) volledig uit de
machine.
c Trek het vastgelopen papier (1) eruit.
1
1
1
122
d Til de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier omhoog en
verwijder het vastgelopen papier.
e Kijk goed of er nog stukken papier in de
machine (zie boven) en onder de klep
ter verwijdering van vastgelopen papier
zitten.
f Druk de papierlade stevig terug in de
machine.
OPMERKING
Let erop dat u de papiersteun naar buiten
trekt tot u een klik hoort.
g Sluit het netsnoer weer aan.
OPMERKING
Als papier vaker vastloopt, kan het zijn dat
er een stukje papier in de machine vastzit.
(Zie Aanvullende handelingen om
vastgelopen papier te verwijderen
uu pagina 127.)
Papier is vastgelopen aan de
achterkant van de machine
B
Voer de volgende stappen uit als
Papier vast [achter] op het
touchscreen wordt weergegeven:
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
b Open de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier (1) aan de
achterzijde van de machine.
Problemen oplossen
123
B
c Open de binnenklep (1).
d Trek het vastgelopen papier uit de
machine.
e Sluit de binnenklep en de klep ter
verwijdering van vastgelopen papier.
Zorg dat de kleppen goed gesloten zijn.
f Sluit het netsnoer weer aan.
Papier is vastgelopen aan de voor- en
achterkant van de machine
B
Voer de volgende stappen uit als
Pap. vast [vr, achter] op het
touchscreen wordt weergegeven:
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
b (MFC-J4510DW)
Trek de papierlade (1) volledig uit de
machine.
(MFC-J4710DW)
Trek achtereenvolgens papierlade 1 en
papierlade 2 volledig uit de machine.
1
1
124
c (MFC-J4510DW)
Trek het vastgelopen papier (1) eruit.
(MFC-J4710DW)
d Til de klep op en verwijder het
vastgelopen papier.
e Kijk goed of er nog stukken papier in de
machine (zie boven) en onder de klep
ter verwijdering van vastgelopen papier
zitten.
f Gebruik beide handen en de
vingergrepen aan beide zijden van de
machine om het scannerdeksel (1) in de
geopende stand te zetten.
g Trek het vastgelopen papier (1)
langzaam uit de machine.
1
1
1
1
Problemen oplossen
125
B
h Beweeg de printkop (indien nodig) om
achtergebleven papier uit dit gedeelte te
verwijderen. Controleer of er geen
vastgelopen papier is achtergebleven in
de hoeken van de machine (1) en (2).
BELANGRIJK
Als het papier onder de printkop is
vastgelopen, moet u de stekker van de
machine uit het stopcontact trekken en
vervolgens de printkop bewegen om het
papier te verwijderen.
Als de printkop zich in de rechterhoek
bevindt (zie illustratie), kunt u de printkop
niet verplaatsen. Sluit het netsnoer weer
aan. Houd ingedrukt totdat de printkop
naar het midden wordt verplaatst. Haal
vervolgens de stekker van de machine uit
het stopcontact en verwijder het papier.
Als er inkt op uw huid terechtkomt, wast u
de plek onmiddellijk met veel water en
zeep.
i Open de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier (1) aan de
achterzijde van de machine.
j Open de binnenklep (1).
k Kijk goed of er nog papier in de machine
zit. Als dit het geval is, trekt u het
langzaam uit de machine.
1
2
1
1
126
l Sluit de binnenklep en de klep ter
verwijdering van vastgelopen papier.
Zorg dat de kleppen goed gesloten zijn.
m Breng het scannerdeksel omhoog (1)
om de vergrendeling op te heffen. Duw
de steun van het scannerdeksel
voorzichtig omlaag (2) en sluit het
scannerdeksel (3) met beide handen.
n (MFC-J4510DW)
Druk de papierlade stevig terug in de
machine.
(MFC-J4710DW)
Plaats lade 1 en vervolgens lade 2
stevig terug in de machine.
OPMERKING
Let erop dat u de papiersteun naar buiten
trekt tot u een klik hoort.
o Sluit het netsnoer weer aan.
OPMERKING
Als papier vaker vastloopt, kan het zijn dat
een stukje papier in de machine vastzit.
(Zie Aanvullende handelingen om
vastgelopen papier te verwijderen
uu pagina 127.)
2
1
3
Problemen oplossen
127
B
Aanvullende handelingen om
vastgelopen papier te verwijderen
B
a Gebruik beide handen en de
vingergrepen aan beide zijden van de
machine om het scannerdeksel in de
geopende stand te zetten.
OPMERKING
Als de printkop zich in de rechterhoek
bevindt (zie illustratie), houdt u
ingedrukt totdat de printkop naar het
midden wordt verplaatst.
b Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
c Breng het scannerdeksel omhoog (1)
om de vergrendeling op te heffen. Duw
de steun van het scannerdeksel
voorzichtig omlaag (2) en sluit het
scannerdeksel (3) met beide handen.
d Open het deksel van de sleuf voor
handmatige invoer.
3
3
1
2
128
e Plaats één vel dik A4- of Letter-papier
(bijvoorbeeld glanzend papier) in
liggende stand in de sleuf voor
handmatige invoer.
Duw het in de sleuf voor handmatige
invoer.
OPMERKING
Wij raden u aan om glanzend papier te
gebruiken.
Als u het papier niet ver genoeg in de sleuf
voor handmatige invoer duwt, wordt het
niet in de machine ingevoerd wanneer u
het netsnoer opnieuw aansluit.
f Sluit het netsnoer weer aan.
Het papier dat u in de sleuf voor
handmatige invoer hebt geplaatst, wordt
door de machine gevoerd en
uitgeworpen.
g Gebruik beide handen en de
vingergrepen aan beide zijden van de
machine om het scannerdeksel in de
geopende stand te zetten.
Controleer of er geen stukken papier in
de machine zijn achtergebleven.
Breng het scannerdeksel omhoog om
de vergrendeling op te heffen. Duw de
steun van het scannerdeksel voorzichtig
omlaag en sluit het scannerdeksel met
beide handen.
Problemen oplossen
129
B
Als u problemen met uw machine hebt B
BELANGRIJK
Voor technische hulp moet u de klantenservice van Brother bellen. Bel vanuit het land waar u
de machine hebt gekocht.
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, raadpleegt u de volgende tabel en volgt
u de tips voor het oplossen van problemen. U kunt de meeste problemen zelf oplossen.
Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center u de meest recente
veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com/
.
130
Afdrukproblemen
Probleem Suggesties
Geen print. Controleer of de correcte printerdriver is gnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of er een foutmelding op het touchscreen wordt weergegeven.
(Zie Onderhouds- en foutmeldingen uu pagina 108.)
Controleer of het apparaat online is.
(Windows
®
7)
Klik op /Apparatenenprinters. Klik met de rechtermuisknop op
Brother MFC-XXXXX (waarbij XXXXX de naam uw model is) en selecteer
Afdruktaken weergeven. Klik op Printer en zorg dat Printer offline gebruiken
uitgeschakeld is.
(Windows Vista
®
)
Klik op /Configuratiescherm/Hardware en geluiden/Printers. Klik met de
rechtermuisknop op Brother MFC-XXXXX (waarbij XXXXX de naam uw model
is). Als de printer offline is, ziet u Printer online gebruiken. Selecteer deze optie
om de printer te activeren.
(Windows
®
XP)
Klik op start/Configuratiescherm/Printers en andere hardware/Printers en
faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op Brother MFC-XXXXX (waarbij
XXXXX de naam uw model is). Als de printer offline is, ziet u
Printer online gebruiken. Selecteer deze optie om de printer te activeren.
Een of meer inktcartridges zijn aan vervanging toe.
(Zie De inktcartridges vervangen uu pagina 98.)
Het document wordt niet afgedrukt als de oude, niet-afgedrukte gegevens in de
printerdriverspooler blijven staan. Open het printerpictogram en verwijder alle
gegevens. U vindt het pictogram van uw printer als volgt:
(Windows
®
7)
Klik op /Apparatenenprinters/Printers en faxapparaten.
(Windows Vista
®
)
Klik op /Configuratiescherm/Hardware en geluiden/Printers.
(Windows
®
XP)
Klik op start/Configuratiescherm/Printers en andere hardware/Printers en
faxapparaten.
(Mac OS X v10.7.x)
Klik op Systeemvoorkeuren/Afdrukken en scannen.
(Mac OS X v10.5.8, 10.6.x)
Klik op Systeemvoorkeuren/Afdrukken en faxen.
Kop- of voettekst is zichtbaar
wanneer het document op het
scherm wordt weergegeven maar
wordt niet afgedrukt.
Er is een onbedrukbaar gebied boven en onder aan de pagina. Pas de boven- en
ondermarge van uw document navenant aan.
(Zie Onbedrukbaar gebied uu pagina 41.)
Kan niet afdrukken met “Paginalay-
out”.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
Problemen oplossen
131
B
Afdruksnelheid is te laag. Wijzig de instelling van de printerdriver. In de hoogste resolutie is meer tijd nodig
om de gegevens te verwerken, te verzenden en te printen. Probeer de andere
kwaliteitsinstellingen op het tabblad Geavanceerd (Windows
®
) of
Kleurinstellingen (Macintosh) van de printerdriver. Klik op Kleurinstellingen
(Windows
®
) of Geavanceerde kleurinstellingen (Macintosh) en controleer of het
selectievakje Kleur verbetering is uitgeschakeld.
Schakel de optie Zonder rand uit. Afdrukken zonder rand duurt langer dan
normaal afdrukken.
(uu Softwarehandleiding: Afdrukken (Windows
®
).)
(uu Softwarehandleiding: Afdrukken en faxen (Macintosh).)
Kleurverbetering werkt niet correct. Als de beeldgegevens in uw toepassing niet in kleurendruk zijn (zoals 256
kleuren), werkt Kleurverbetering niet. Gebruik voor de functie Kleurverbetering
minstens 24-bits kleurgegevens.
De machine print niet vanuit
Adobe
®
Illustrator
®
.
Verlaag de printresolutie.
(uu Softwarehandleiding: Afdrukken (Windows
®
).)
(uu Softwarehandleiding: Afdrukken en faxen (Macintosh).)
Problemen met de afdrukkwaliteit
Probleem Suggesties
Slechte afdrukkwaliteit. Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren uu pagina 103.)
Controleer of de instelling Mediatype in de printerdriver of de instelling
Papiersoort in het menu van de machine overeenkomt met het soort papier dat
u gebruikt.
(Zie Papiersoort uu pagina 42.)
(uu Softwarehandleiding: Afdrukken (Windows
®
).)
(uu Softwarehandleiding: Afdrukken en faxen (Macintosh).)
Controleer de verloopdatum van uw inktcartridges. In de volgende
omstandigheden kan de inkt klonteren:
De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken. (Originele
cartridges van Brother blijven maximaal twee jaar bruikbaar, mits zij in hun
originele verpakking worden bewaard.)
De inktcartridge is al langer dan zes maanden in uw machine geïnstalleerd.
De inktcartridge is vóór gebruik niet goed opgeslagen.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother. Het gebruik van andere dan
originele cartridges van Brother of van oude cartridges die gevuld zijn met inkt van
een ander merk, wordt door Brother afgeraden.
Zorg dat u een van de aanbevolen papiersoorten gebruikt.
(Zie Geschikt papier en andere afdrukmedia uu pagina 44.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine ligt tussen 20 °C en
33 °C.
Afdrukproblemen (Vervolg)
Probleem Suggesties
132
Witte horizontale lijnen in tekst of
grafische afbeeldingen.
A4, Letter en Executive
A3, Ledger, Legal, A5, A6,
enveloppen, Foto (10 × 15 cm),
Foto L (89 × 127 mm), Foto 2L
(13 × 18 cm) en Indexkaart
(127 × 203 mm)
Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen uu pagina 102.)
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Gebruik het aanbevolen type papier.
(Zie Geschikt papier en andere afdrukmedia uu pagina 44.)
Om te zorgen dat de printkop en inktcartridges zo lang mogelijk meegaan en de
afdrukkwaliteit op peil te houden, kunt u de machine het beste zo min mogelijk
loskoppelen van het stopcontact. Wacht na loskoppeling niet te lang voordat u de
machine weer aansluit op het stopcontact. Gebruik bij voorkeur om de
machine uit te zetten. Bij gebruik van krijgt de machine net genoeg stroom
om te zorgen dat de printkop regelmatig wordt gereinigd.
De machine print blanco pagina's. Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen uu pagina 102.)
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Om te zorgen dat de printkop en inktcartridges zo lang mogelijk meegaan en de
afdrukkwaliteit op peil te houden, kunt u de machine het beste zo min mogelijk
loskoppelen van het stopcontact. Wacht na loskoppeling niet te lang voordat u de
machine weer aansluit op het stopcontact. Gebruik bij voorkeur om de
machine uit te zetten. Bij gebruik van krijgt de machine net genoeg stroom
om te zorgen dat de printkop regelmatig wordt gereinigd.
Tekens en regels zijn vlekkerig. Controleer de uitlijning. (Zie De uitlijning controleren uu pagina 104.)
Afgedrukte tekst of afbeeldingen
staan scheef.
Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade is geplaatst en dat de
papiergeleiders goed zijn afgesteld. (Zie Papier en andere afdrukmedia laden
uu pagina 22.)
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed gesloten is.
Er zit een vlek middenboven op de
afgedrukte pagina.
Controleer of het papier niet te dik is en niet krult.
(Zie Geschikt papier en andere afdrukmedia uu pagina 44.)
Op de afdruk zitten vlekken of het
lijkt of de inkt vlekt.
Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Geschikt papier en andere
afdrukmedia uu pagina 44.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Stel de juiste papiersoort in als u fotopapier gebruikt. Als u een foto afdrukt vanaf
de pc, stelt u Mediatype in voor de printerdriver.
Problemen met de afdrukkwaliteit (Vervolg)
Probleem Suggesties
Problemen oplossen
133
B
De inkt vlekt of loopt uit bij het
gebruik van glanzend fotopapier.
Controleer beide zijden van het papier. Leg het papier met het glanzende
(bedrukbare) oppervlak naar beneden. (Zie Papiersoort uu pagina 42.)
Zorg bij gebruik van glanzend papier dat de papiersoort correct is ingesteld.
Afdrukken zien er smoezelig uit of
het papier loopt vast bij gebruik van
A3-papier.
(Afdrukken vanaf de pc voor Windows
®
)
Schakel Langzaam drogend papier in op het tabblad Normaal van de
printerdriver.
(Afdrukken vanaf de pc voor Macintosh)
Selecteer Afdrukinstellingen in de vervolgkeuzelijst en schakel in de
printerdriver Langzaam drogend papier in.
(Kopiëren)
Pas de kopieerdichtheid aan om kopieën lichter te maken. (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Dichtheid aanpassen.)
Er zitten vlekken op de achterkant
of onder aan de pagina.
Controleer of er inkt op de geleiderol zit. (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: De geleiderol van de machine reinigen.)
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt.
(Zie Papier en andere afdrukmedia laden uu pagina 22.)
Controleer of er inkt op de papierinvoerrollen zit.
(uu Geavanceerde gebruikershandleiding: De papierinvoerrollen reinigen.)
De machine drukt dichte lijnen af op
de pagina.
(Alleen Windows
®
)
Schakel Omgekeerde volgorde in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
De afdrukken zijn gekreukeld.
(Windows
®
)
Klik op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver op Kleurinstellingen en
schakel Bi-directioneel afdrukken uit.
(Macintosh)
Selecteer Afdrukinstellingen in de printerdriver, klik op Geavanceerd, selecteer
Andere afdrukopties en schakel Bi-directioneel afdrukken uit.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Problemen met de papierverwerking
Probleem Suggesties
Papier wordt niet in de machine
ingevoerd.
Zorg ervoor dat de klep ter verwijdering van vastgelopen papier aan de
achterzijde van de machine goed dicht is.
Zie Onderhouds- en foutmeldingen uu pagina 108 als de melding 'Papier vast' op
het touchscreen wordt weergegeven en het probleem aanhoudt.
Als er geen papier is, plaatst u een nieuwe stapel papier in de papierlade.
Als de papierlade papier bevat, controleer dan of dit recht ligt. Als het papier is
omgekruld, moet u het recht strijken. Soms kunt u het probleem oplossen door het
papier te verwijderen, de stapel om te draaien en het papier weer in de papierlade
te plaatsen.
Verminder de hoeveelheid papier in de papierlade en probeer het opnieuw.
Maak de papierdoorvoerrollen schoon.
(uu Geavanceerde gebruikershandleiding: De papierdoorvoerrollen reinigen.)
Problemen met de afdrukkwaliteit (Vervolg)
Probleem Suggesties
134
Fotopapier wordt niet goed
ingevoerd.
Wanneer u afdrukt op fotopapier van Brother, plaatst u een extra vel van hetzelfde
fotopapier in de papierlade. U vindt dit extra vel in de verpakking van het papier.
De machine voert meerdere
pagina’s in.
Ga als volgt te werk:
(Zie Papier en andere afdrukmedia laden uu pagina 22.)
Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst.
Verwijder al het papier uit de lade en waaier de stapel papier goed door.
Plaats het papier vervolgens terug in de lade.
Zorg ervoor dat u het papier niet te ver naar binnen duwt.
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed gesloten is.
(Zie Papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine uu pagina 122.)
Controleer of het scheidingskussen in de papierlade schoon is.
(uu Geavanceerde gebruikershandleiding: De papierdoorvoerrollen reinigen.)
Het papier is vastgelopen. Zie Printer of papier vastgelopen uu pagina 121. Controleer of de papiergeleiders
op het juiste papierformaat zijn afgesteld.
Papier loopt opnieuw vast. Als papier vaker vastloopt, kan het zijn dat een stukje papier in de machine vastzit.
Controleer of er nog papier vastzit in de machine. (Zie Aanvullende handelingen
om vastgelopen papier te verwijderen uu pagina 127.)
Het papier loopt vast bij
dubbelzijdig kopiëren of afdrukken.
Gebruik een van de instellingen ter voorkoming van papierstoringen,
2-zijdig 1 of 2-zijdig 2.
Voor kopiëren
(uu Geavanceerde gebruikershandleiding: 2-zijdig kopiëren.)
Voor afdrukken
(uu Softwarehandleiding: 2-zijdig/Folder (Windows
®
).)
(uu Softwarehandleiding: 2-zijdig afdrukken (Macintosh).)
Als papier vaak vastloopt tijdens dubbelzijdig kopiëren of dubbelzijdig afdrukken,
zijn de papierinvoerrollen mogelijk vuil. Reinig de papierinvoerrollen.
(uu Geavanceerde gebruikershandleiding: De papierinvoerrollen reinigen.)
Ontvangen faxen afdrukken
Probleem Suggesties
Tekst wordt smal afgedrukt
Horizontale strepen
Bovenste en onderste zinnen
worden weggelaten
Ontbrekende regels
Dit is doorgaans te wijten aan een slechte telefoonverbinding. Maak een kopie.
Als uw kopie er goed uitziet, was er waarschijnlijk sprake van een slechte
verbinding, met een atmosferische of andere storing op de telefoonlijn. Vraag de
afzender om de fax opnieuw te verzenden.
Ontvangen faxen hebben zwarte
verticale lijnen.
De scanner van de afzender is mogelijk vuil. Vraag de afzender een kopie te
maken om te controleren of het probleem wordt veroorzaakt door de machine van
de afzender. Probeer of u de faxen op een andere faxmachine kunt ontvangen.
Problemen met de papierverwerking (Vervolg)
Probleem Suggesties
Problemen oplossen
135
B
De linker- en rechtermarge
ontbreken of een enkele pagina
wordt op twee pagina's afgedrukt.
Als de ontvangen faxen worden gesplitst en op twee pagina's worden afgedrukt of
als u een extra blanco pagina krijgt, is uw papierformaatinstelling mogelijk niet
correct voor het gebruikte papier.
(MFC-J4510DW: Zie Papierformaat uu pagina 42.)
(MFC-J4710DW: Zie Papierformaat en -soort (MFC-J4710DW) uu pagina 43.)
Schakel Auto reductie in. (uu Geavanceerde gebruikershandleiding: Een
verkleinde afdruk van een inkomende fax maken.)
Ontvangen kleurenfaxen worden
alleen in zwart-wit afgedrukt.
Vervang de kleureninktcartridges die aan het einde van de gebruiksduur zijn en
vraag dan de andere partij om de kleurenfax opnieuw te verzenden.
(Zie De inktcartridges vervangen uu pagina 98.)
Telefoonlijn of verbindingen
Probleem Suggesties
Kiezen werkt niet.
(Geen kiestoon)
Controleer of de telefoonlijn goed is aangesloten.
Wijzig de instelling Toon/Puls. (uu Installatiehandleiding.)
Als er geen kiestoon is, sluit dan een gegarandeerd werkend toestel en
telefoonsnoer op de contactdoos aan. Neem vervolgens de hoorn van de externe
telefoon van de haak en luister of u een kiestoon hoort. Vraag uw telefoonbedrijf
om de lijn en/of de wandcontactdoos te controleren als u nog steeds geen
kiestoon hoort.
De machine neemt niet op als er
wordt gebeld.
Controleer of de machine in de juiste ontvangstmodus voor uw instellingen staat.
(Zie De ontvangstmodus kiezen uu pagina 57.) Luister of u een kiestoon hoort.
Bel indien mogelijk uw machine om te controleren of deze de oproep aanneemt.
Als de machine de oproep nog steeds niet aanneemt, controleert u de aansluiting
van het telefoonsnoer. Vraag uw telefoonbedrijf om de lijn te controleren als de
machine niet overgaat wanneer u deze belt.
Faxen ontvangen
Probleem Suggesties
Kan geen fax ontvangen. Als u uw machine aansluit op PBX of ISDN, stelt u de menu-instelling voor de
telefoonlijn in op uw type telefoonlijn. (Zie Het type telefoonlijn instellen
uu pagina 66.)
Faxen verzenden
Probleem Suggesties
Kan geen fax verzenden. Controleer alle aansluitingen. Controleer of het telefoonsnoer op het
telefoonstopcontact en de lijningang in de machine is aangesloten.
Druk het verzendrapport af en controleer op foutmeldingen. (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Rapporten.)
Neem contact op met uw beheerder om uw Beveiligd functieslot-instellingen te
controleren.
Vraag de andere partij om te controleren of de ontvangende machine papier
bevat.
Slechte kwaliteit bij het verzenden
van faxen.
Stel de resolutie in op Fijn of Superfijn. Maak een kopie om de scanfunctie
van de machine te controleren. Als de kopieerkwaliteit slecht is, reinigt u de
scanner. (Zie De glasplaat reinigen uu pagina 101.)
Ontvangen faxen afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties
136
Op het verzendrapport staat
RESULT:FOUT”.
Er is waarschijnlijk even ruis of statische elektriciteit op de lijn geweest. Verzend
de fax opnieuw. Als u een PC-FAX-bericht verzendt en in het verzendrapport
RESULT:FOUTstaat, heeft uw machine wellicht onvoldoende vrij geheugen. Om
extra geheugen vrij te maken, kunt u de functie voor ontvangen in het geheugen
uitschakelen (uu Geavanceerde gebruikershandleiding: Geheugenontvangst
uitschakelen), faxberichten vanuit het machinegeheugen afdrukken
(uu Geavanceerde gebruikershandleiding: Een fax uit het geheugen afdrukken)
of een uitgestelde fax of pollingtaak annuleren. (Zie Een actieve fax annuleren
uu pagina 55.) (uu Geavanceerde gebruikershandleiding: Taken in wachtrij
controleren en annuleren.) Vraag het telefoonbedrijf om uw telefoonlijn te
controleren als het probleem aanhoudt.
Als u vaak problemen hebt met het verzenden van faxen, mogelijk door storingen
op de telefoonlijn, wijzigt u de Compatibel-instelling van de machine in
Basic (voor VoIP).
(Zie Storing op de telefoonlijn / bellen via internet (VoIP) uu pagina 140.)
Als u uw machine aansluit op PBX of ISDN, stelt u de menu-instelling voor de
telefoonlijn in op uw type telefoonlijn. (Zie Het type telefoonlijn instellen
uu pagina 66.)
Verzonden faxen hebben zwarte
verticale lijnen.
Zwarte verticale lijnen op door u verzonden faxen worden doorgaans veroorzaakt
door vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook. (Zie
De glasplaat reinigen uu pagina 101.)
Inkomende oproepen beantwoorden
Probleem Suggesties
De machine “hoort” een stem als
een faxtoon.
Als Fax Waarnemen is ingeschakeld, is uw machine gevoeliger voor geluiden.
Bepaalde stemmen of muziek op de lijn worden dan waargenomen als een
faxapparaat dat belt, zodat de machine reageert met faxontvangsttonen.
Deactiveer de machine door op te drukken. U kunt dit probleem voorkomen
door Fax Waarnemen uit te schakelen.
(Zie Fax Waarnemen uu pagina 61.)
Een faxoproep naar de machine
sturen.
Als u de oproep hebt beantwoord via een tweede of extern toestel, toetst u de
code voor activeren op afstand in (de fabrieksinstelling is l 51). Als u de oproep
hebt beantwoord op een extern telefoontoestel, drukt u op Fax Start en
vervolgens op Ontvangen om de fax te ontvangen. Als uw machine de oproep
beantwoordt, hangt u op.
Aangepaste functies op een enkele
lijn.
Als u Wisselgesprekken, Wisselgesprekken/nummerweergave, voicemail, een
antwoordapparaat, een alarmsysteem of een andere aangepaste functie op een
enkele telefoonlijn deelt met uw machine, kan dit problemen opleveren bij het
verzenden of ontvangen van faxen.
Bijvoorbeeld: Als u een abonnement hebt op Wisselgesprekken of een andere
afzonderlijke dienst en het signaal daarvan wordt via de telefoonlijn doorgegeven
terwijl uw machine een fax verzendt of ontvangt, kan het verzend- of
ontvangstproces tijdelijk worden verstoord door dit signaal. Met de ECM-modus
(foutencorrectie) van Brother kunt u dit probleem verhelpen. Het probleem heeft
betrekking op telefoonsystemen en komt algemeen voor bij apparaten die
informatie verzenden en ontvangen op een enkele lijn die gedeeld wordt met
andere, afzonderlijke functies. Als het van belang is dat er zich geen storingen
kunnen voordoen, raden wij u aan om een aparte telefoonlijn zonder aangepaste
functies te gebruiken.
Faxen verzenden (Vervolg)
Probleem Suggesties
Problemen oplossen
137
B
Problemen met kopren
Probleem Suggesties
Kan geen kopie maken. Neem contact op met uw beheerder om uw Beveiligd functieslot-instellingen te
controleren.
Op kopieën worden verticale
zwarte lijnen of strepen afgedrukt.
Verticale zwarte lijnen op kopieën worden doorgaans veroorzaakt door vuil of
correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook, de glasplaat, de
witte balk en het witte plastic erboven. (Zie De glasplaat reinigen uu pagina 101.)
Slechte kopieerresultaten bij het
gebruik van de ADF.
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken uu pagina 50.)
De functie Paginavullend werkt niet
goed.
Controleer of het brondocument niet scheef ligt.
Leg het document recht en probeer het opnieuw.
Problemen met scannen
Probleem Suggesties
Tijdens het scannen verschijnen
TWAIN- of WIA-fouten.
(Windows
®
)
Zorg ervoor dat de TWAIN- of WIA-driver van Brother als primaire bron in uw
scantoepassing is geselecteerd. Klik bijvoorbeeld in Nuance™ PaperPort™ 12SE
op Scaninstellingen, Selecteren om de Brother TWAIN/WIA-driver te
selecteren.
Tijdens het scannen verschijnen
TWAIN- of ICA-fouten. (Macintosh)
Zorg dat de Brother TWAIN-driver als primaire bron is geselecteerd.
Klik in PageManager op File (Bestand), Select Source (Bron selecteren) en
selecteer vervolgens de Brother TWAIN-driver.
Bij gebruik van Mac OS X v10.6.x en 10.7.x kunt u ook documenten via de ICA-
scannerdrivers scannen. (uu Softwarehandleiding: Documenten scannen met de
ICA-driver (Mac OS X v10.6.x, 10.7.x).)
OCR werkt niet. Verhoog de scannerresolutie.
(Macintosh)
U dient Presto! PageManager eerst te downloaden en installeren.
Zie Brother-support openen (Macintosh) uu pagina 5 voor meer informatie.
Slechte scanresultaten bij het
gebruik van de ADF.
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken uu pagina 50.)
Problemen met PhotoCapture Center
Probleem Suggesties
Verwisselbare schijf werkt niet
correct.
1 Verwijder de geheugenkaart of het USB-flashstation en plaats deze weer
terug.
2 Als u ‘Uitwerpen’ hebt geprobeerd vanuit Windows
®
, moet u de
geheugenkaart of het USB-flashstation verwijderen voordat u doorgaat.
3 Als er een foutmelding wordt weergegeven wanneer u de geheugenkaart of
het USB-flashstation probeert te verwijderen, betekent dit dat de kaart in
gebruik is. Wacht even en probeer het opnieuw.
4 Als de bovenstaande instructies geen effect hebben, zet u uw pc en machine
uit en vervolgens weer aan.
Geen toegang tot verwisselbare
schijf vanaf de computer.
Controleer of u de geheugenkaart of het USB-flashstation goed hebt geplaatst.
Een gedeelte van de foto ontbreekt
op de afdruk.
Zorg ervoor dat Afdrukken zonder rand en Bijsnijden (crop) zijn uitgeschakeld.
(uu Geavanceerde gebruikershandleiding: Afdrukken zonder rand en Bijsnijden
(crop))
138
Problemen met software
Probleem Suggesties
Software kan niet worden
geïnstalleerd of er kan niet worden
afgedrukt.
(Alleen Windows
®
)
Voer het programma MFL-Pro Suite repareren op de cd-rom uit. Dit programma
repareert en herinstalleert de software.
“Apparaat bezet” Controleer of er op het touchscreen van de machine geen foutmelding staat.
Kan geen afbeeldingen afdrukken
vanuit FaceFilter Studio.
(Windows
®
)
Als u FaceFilter Studio wilt gebruiken, moet u de toepassing FaceFilter Studio
installeren vanaf de cd-rom die bij uw machine is geleverd.
(uu Installatiehandleiding.)
Controleer voordat u FaceFilter Studio de eerste keer start of uw Brother-machine
is ingeschakeld en is aangesloten op uw computer. U hebt dan toegang tot alle
functies van FaceFilter Studio.
Netwerkproblemen
Probleem Suggesties
Afdrukken via het netwerk is
onmogelijk.
Controleer of uw machine aanstaat en online en gebruiksklaar is. Druk de
netwerkconfiguratielijst af (uu Geavanceerde gebruikershandleiding: Rapporten)
en controleer de huidige netwerkinstellingen in deze lijst. Sluit de LAN-kabel weer
aan op de hub om te controleren of de kabels en de netwerkaansluitingen in orde
zijn. Probeer, indien mogelijk, de machine aan te sluiten op een andere poort van
uw hub en gebruik een andere kabel. Als de aansluitingen goed zijn, wordt op de
machine twee seconden lang LAN Actief weergegeven.
Als u een draadloze verbinding gebruikt of als er netwerkproblemen optreden
uu Netwerkhandleiding: Problemen oplossen.
De functie netwerkscannen werkt
niet.
Netwerkscannen is alleen mogelijk als uw beveiligings-/firewallsoftware hiervoor
is geconfigureerd. Voer de onderstaande informatie in om poort 54925 voor
netwerkscannen toe te voegen:
Naam: een willekeurige beschrijving (bijvoorbeeld Brother NetScan)
Poortnummer: 54925
Protocol: UDP
Raadpleeg de instructiehandleiding bij uw beveiligings-/firewallsoftware of neem
contact op met de softwarefabrikant.
(Macintosh)
Selecteer uw netwerkmachine opnieuw in het venster Device Selector via het
pop-upmenu Model in het hoofdscherm van ControlCenter2.
De functie PC-Fax ontvangen via
het netwerk werkt niet.
(Alleen Windows
®
)
U kunt PC-Fax ontvangen alleen gebruiken als uw beveiligings-/firewallsoftware
hiervoor is geconfigureerd. Om poort 54926 toe te voegen voor PC-Fax
ontvangen via het netwerk, voert u de onderstaande gegevens in:
Naam: een willekeurige beschrijving (bijvoorbeeld Brother PC-Fax ontvangen)
Poortnummer: 54926
Protocol: UDP
Raadpleeg de instructiehandleiding bij uw beveiligings-/firewallsoftware of neem
contact op met de softwarefabrikant.
Problemen oplossen
139
B
De software van Brother kan niet
worden geïnstalleerd.
(Windows
®
)
Sta netwerktoegang toe voor de volgende programma's als uw
beveiligingssoftware een waarschuwing geeft tijdens de installatie van MFL-Pro
Suite.
(Macintosh)
Als u een firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt,
schakelt u deze uit voordat u de Brother-software installeert.
Kan geen verbinding maken met
het draadloze netwerk.
Onderzoek het probleem met WLAN-rapport.
Druk op , Alle instell. en veeg met uw vinger omhoog of omlaag of
druk op a of b om Print lijsten weer te geven. Druk op Print lijsten.
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om WLAN-rapport weer
te geven en druk vervolgens op WLAN-rapport.
(uu Netwerkhandleiding.)
Problemen bij het invoeren van gegevens
Probleem Suggesties
De kiestoetsen werken niet als
nummers of tekens worden
ingevoerd.
Gebruik het toetsenbord op het touchscreen om informatie in te voeren.
Netwerkproblemen (Vervolg)
Probleem Suggesties
140
Kiestoon waarnemen B
Als u automatisch een fax verzendt, wacht uw
machine standaard een bepaalde tijd
alvorens het nummer te kiezen. Als u de
kiestoon op Waarneming instelt, kiest uw
machine het nummer zodra deze een
kiestoon waarneemt. Deze instelling spaart
tijd als u een fax naar veel verschillende
nummers verzendt. Als er na het wijzigen van
de instelling problemen optreden wanneer u
nummers kiest, moet u weer
Geen detectie instellen.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
d Druk op Stand.instel.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Kiestoon weer te
geven.
f Druk op Kiestoon.
g Druk op Waarneming of
Geen detectie.
h Druk op .
Storing op de
telefoonlijn / bellen via
internet (VoIP) B
Als u problemen hebt met het verzenden of
ontvangen van faxen door mogelijke storing
op de telefoonlijn, kunt u de instelling in het
menu Compatibel wijzigen, zodat de kans op
fouten door de modemsnelheid wordt
verkleind.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
d Druk op Stand.instel.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Compatibel weer
te geven.
f Druk op Compatibel.
g Druk op Hoog, Normaal of
Basic (voor VoIP).
Basic (voor VoIP) verlaagt de
modemsnelheid tot 9.600 bps en
schakelt het ontvangen van
kleurenfaxen en ECM uit, behalve
voor het verzenden van
kleurenfaxen. Gebruik deze
instelling alleen indien nodig,
bijvoorbeeld als u vaak storing op de
telefoonlijn hebt.
Om de compatibiliteit met de meeste
VoIP-voorzieningen te verbeteren,
raadt Brother aan de instelling bij
Compatibel te wijzigen in
Basic (voor VoIP).
Normaal stelt de modemsnelheid in
op 14.400 bps.
Hoog verhoogt de modemsnelheid
tot 33.600 bps. (fabrieksinstelling)
h Druk op .
OPMERKING
VoIP (Voice over IP) is een
telefoonsysteem dat gebruikmaakt van
een internetverbinding in plaats van een
traditionele telefoonlijn.
Problemen oplossen
141
B
Informatie over de
machine
B
Het serienummer controlerenB
U kunt het serienummer van de machine
nakijken op het touchscreen.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Machine-info
weer te geven.
d Druk op Machine-info.
e Druk op Serienummer.
Het serienummer van de machine wordt
weergegeven op het touchscreen.
f Druk op .
Resetfuncties B
De volgende resetfuncties zijn beschikbaar:
1 Netwerk
Hiermee kunt u de fabrieksinstellingen
van de afdrukserver, zoals het
wachtwoord en de IP-adresgegevens,
herstellen.
2 Adresboek en fax
Met de functie Adresboek en fax reset u
de volgende instellingen:
Adresboek
(Adresboek en Groep instell.)
Geprogrammeerde faxtaken in het
geheugen
(Verzend Pollen, Tijdklok en
Verzamelen)
Stations-ID
(Naam en Fax)
Opties voor faxen op afstand
(Fax Doorzenden)
Rapport- en lijstinstellingen
(Verzendrapport, Adresboek en Fax
Journaal)
Overzicht
(Overzicht beller-id en Uitg. Gesprek)
Faxen in het geheugen
3 Alle instell.
U kunt alle instellingen terugzetten naar
de fabrieksinstellingen.
Brother raadt u met klem aan deze
procedure uit te voeren voordat u de
machine van de hand doet of aan een
ander overdraagt.
OPMERKING
Ontkoppel de interfacekabel voordat u
Netwerk of Alle instell. selecteert.
De machine resetten B
a Druk op .
b Druk op Alle instell.
c Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
d Druk op Stand.instel.
e Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Reset weer te
geven.
f Druk op Reset.
g Druk op de optie die u opnieuw wilt
instellen.
h Druk op Ja ter bevestiging.
i Houd Ja 2 seconden ingedrukt om de
machine opnieuw op te starten.
142
C
De instellingentabellen
gebruiken
C
Het touchscreen-LCD van uw machine is
gemakkelijk te configureren en te bedienen.
U hoeft alleen op de gewenste instellingen en
opties te drukken wanneer deze op het
scherm worden weergegeven.
Aan de hand van de stapsgewijze
instellingentabellen in dit gedeelte kunt u in
een mum van tijd nagaan welke opties voor
elke instelling en functie beschikbaar zijn.
Hierdoor kunt u snel uw voorkeursinstellingen
in de machine kiezen.
Tabellen met instellingen en
functies
C
Tabellen met instellingen en functies
143
C
Instellingentabellen C
De instellingentabellen bieden inzicht in de groepen instellingen die u in de programma's van de
machine tegenkomt. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
(Instell.) C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
(
Datum en tijd
)
Datum Hiermee kunt u de datum
en de tijd instellen die op
het scherm en in de
kopteksten van de
verzonden faxen worden
weergegeven.
Zie .
Tijd ——
Automatische
zomertijd
Aan*
Uit
Hiermee wordt
automatisch de zomertijd
ingesteld.
Zie .
Time Zone Hiermee stelt u de
tijdzone in voor uw land.
Zie .
Inkt (Zie (Inkt) uu pagina 182.)
Wi-Fi (Zie (Wi-Fi-instellingen) uu pagina 183.)
Faxvoorbeeld ——Aan
Uit*
U kunt ontvangen faxen
op het touchscreen
bekijken.
62
(Papiersoort)
(MFC-J4510DW)
——Normaal pap.*
Inkjetpapier
Brother BP71
Glossy anders
Transparanten
Hiermee kunt u de
papiersoort voor de
papierlade instellen.
42
(
Papierformaat
)
(MFC-J4510DW)
——A4*
A5
10x15cm
Letter
Hiermee kunt u het
papierformaat voor de
papierlade instellen.
42
(Lade 1)
(MFC-J4710DW)
Papiersoort Normaal pap.*
Inkjetpapier
Brother BP71
Glossy anders
Transparanten
Hiermee kunt u de
papiersoort voor
papierlade 1 instellen.
43
Papierformaat A4*
A5
10x15cm
Letter
Hiermee kunt u het
papierformaat voor
papierlade 1 instellen.
uu Installatiehandleiding.
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
144
Alle instell. C
(Lade 2)
(MFC-J4710DW)
Papierformaat A4*
A3
Letter
Legal
Ledger
Hiermee kunt u het
papierformaat voor
papierlade 2 instellen.
43
Alle instell. ——Zie Alle instell. in
de volgende tabel
voor meer
informatie.
Hiermee kunt u de
gedetailleerde
instellingen configureren.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Standaardinst.
Inkt Testafdruk
Printkwaliteit
Instel kantlijn
Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit of uitlijning
controleren.
103
104
Reinigen Zwarte inkt
Kleur
Alle inkt
Hiermee kunt u de
printkop reinigen.
102
Inktvolume Hiermee kunt u
controleren hoeveel inkt
beschikbaar is.
Zie .
Papiersoort
(MFC-J4510DW)
Normaal pap.*
Inkjetpapier
Brother BP71
Glossy anders
Transparanten
Hiermee kunt u de
papiersoort voor de
papierlade instellen.
42
Papierformaat
(MFC-J4510DW)
A4*
A5
10x15cm
Letter
Hiermee kunt u het
papierformaat voor de
papierlade instellen.
42
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Installatiehandleiding.
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
145
C
Standaardinst.
(Vervolg)
Lade-instelling
(MFC-J4710DW)
Lade 1 Papiersoort
(Opties)
Normaal pap.*
Inkjetpapier
Brother BP71
Glossy anders
Transparanten
Hiermee kunt u de
papiersoort voor
papierlade 1 instellen.
43
Papierformaat
(Opties)
A4*
A5
10x15cm
Letter
Hiermee kunt u het
papierformaat voor
papierlade 1 instellen.
Lade 2 Papierformaat
(Opties)
A4*
A3
Letter
Legal
Ledger
Hiermee kunt u het
papierformaat voor
papierlade 2 instellen.
43
Ladegebruik:
kopiëren
Lade 1
Lade 2
Autom. ladesel.
*
Kies de lade die voor het
maken van kopin wordt
gebruikt.
43
Ladegebruik:
faxen
Lade 1
Lade 2
Autom. ladesel.
*
Kies de lade die voor het
afdrukken van faxen
wordt gebruikt.
44
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
146
Standaardinst.
(Vervolg)
Volume Belvolume Uit
Laag
Half*
Hoog
Hiermee kunt u het
belvolume aanpassen.
20
Toon Uit
Laag*
Half
Hoog
Hiermee kunt u het
volume instellen van de
geluidssignalen die te
horen zijn wanneer u op
het touchscreen of
touchpanel drukt.
20
Luidspreker Uit
Laag
Half*
Hoog
Hiermee stelt u het
volume van de
luidspreker in.
21
LCD instell.
Schermverlicht
Licht*
Half
Donker
Hiermee kunt u de
helderheid van de
achtergrondverlichting
van het touchscreen
aanpassen.
21
Lichtdim-timer
Uit
10Sec.
20Sec.
30Sec.*
U kunt instellen hoelang
de achtergrondverlichting
van het touchscreen blijft
branden nadat u er voor
het laatst op hebt gedrukt.
Zie .
Knopinstellingen Knopinstellingen
beginscherm
Beginscherm*
Meer
Snelkoppelingen 1
Snelkoppelingen 2
Snelkoppelingen 3
Hiermee kunt u kiezen
welk scherm moet worden
weergegeven wanneer u
op het touchpanel op
Beginscherm ( ) drukt.
12
Slaapstand 1Min
2Min.
3Min.
5Min.*
10Min.
30Min.
60Min.
Hiermee kunt u
selecteren na hoeveel tijd
de machine bij inactiviteit
in de slaapstand wordt
gezet.
Zie .
Functieslot Wachtw. inst. U kunt geselecteerde
machinebewerkingen
beperken voor max. 10
individuele gebruikers en
voor alle andere
onbevoegde openbare
gebruikers.
Slot UitiAan
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
147
C
Instellingen
snelkoppelingen
Snelkoppelings-
naam
Naam
snelkoppeling
bewerken
Hiermee kunt u de naam
van de snelkoppeling
wijzigen.
19
Verwijder Hiermee kunt u de
snelkoppeling
verwijderen.
19
Fax Ontvangstmenu Belvertraging 0
1
2*
3
4
5
6
De belvertraging bepaalt
hoe vaak de telefoon
overgaat voordat de
machine opneemt in de
modus Alleen Fax of
Fax/Telefoon.
60
F/T Beltijd 20Sec.
30Sec.*
40Sec.
70Sec.
Hiermee stelt u de duur
van het dubbele
belsignaal in de
Fax/Telefoon-modus in.
60
Faxvoorbeeld Aan
Uit*
U kunt ontvangen faxen
op het touchscreen
bekijken.
62
Fax Waarnemen Aan*
Uit
Hiermee worden faxen
automatisch ontvangen
wanneer u een oproep
beantwoordt en de
faxtoon hoort.
61
Act.Op Afst. Act.Op Afst.
(Opties)
Aan*
Uit
Afstandscode
(l51)
Deactiveren
(#51)
U kunt alle oproepen op
een tweede of extern
toestel aannemen en
codes gebruiken om de
machine in of uit te
schakelen. U kunt deze
codes wijzigen.
71
Auto reductie Aan*
Uit
Hiermee worden
binnenkomende faxen
verkleind tot het
beschikbare
papierformaat.
Zie .
Geheugenontv. Uit*
Fax Doorzenden
Fax Opslaan
PC-Fax ontv.
U kunt de machine
instellen om faxen door te
zenden, inkomende faxen
in het geheugen op te
slaan (zodat u ze kunt
ophalen wanneer u niet in
de buurt van uw machine
bent) of faxen naar uw pc
over te brengen.
Als u Fax Doorzenden of
PC-Fax ontv. kiest, kunt u
de beveiligingsfunctie
Back-up inschakelen.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
148
Fax
(Vervolg)
Kies rapport Verzendrapp. Aan
Aan+Beeld
Uit*
Uit+Beeld
Kies de begininstellingen
voor het verzendrapport.
56
Journaal tijd Journaal tijd Hiermee stelt u de interval
in voor het automatisch
afdrukken van het
faxjournaal.
Als u een andere optie
dan Uit of
Na 50 faxen hebt
gekozen, kunt u de tijd
voor de gekozen optie
instellen.
Als u Elke 7 dagen
hebt gekozen, kunt u de
dag van de week
instellen.
Zie .
Tijd
Dag
Print document
Hiermee drukt u
binnengekomen faxen af
die in het geheugen zijn
opgeslagen.
Afst.bediening
--- Hiermee stelt u uw eigen
code voor
afstandsbediening in.
Kiesbeperking Cijfertoetsen # tweemaal
invoeren
Aan
Uit*
U kunt instellen of het
verzenden van faxen
moet worden beperkt, of
dat gebruikers het
nummer tweemaal
moeten intoetsen om te
voorkomen dat faxen
naar een verkeerd adres
worden gestuurd.
Adresboek # tweemaal
invoeren
Aan
Uit*
Snelkopp. # tweemaal
invoeren
Aan
Uit*
LDAP-server # tweemaal
invoeren
Aan
Uit*
Rest. jobs Hiermee kunt u
geselecteerde taken
annuleren en controleren
welke taken in het
geheugen zijn
opgeslagen.
Diversen Beller ID Aan*
Uit
Hiermee kunt u de
opgeslagen gegevens
van de laatste 30 bellers
bekijken of afdrukken.
65
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
149
C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Pagina
Netwerk
LAN met kabel
TCP/IP BOOT Method
Automatisch
*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Selecteer de
opstartmethode
die het beste aan
uw eisen voldoet.
Zie .
IP Address [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het IP-adres
in.
Subnet Mask [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het
subnetmasker in.
Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres
van de gateway
in.
Knooppuntnaam
BRNXXXXXXXXXXXX
Voer de
knooppuntnaam
in.
WINS-
configuratie
Automatisch
*
Statisch
Selecteert de
WINS-
configuratiemodus.
WINS-server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Hiermee kunt u
het IP-adres van
de primaire of
secundaire
WINS-server
opgeven.
DNS-server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Hiermee kunt u
het IP-adres van
de primaire of
secundaire DNS-
server opgeven.
APIPA Aan*
Uit
Wijst
automatisch het
IP-adres toe van
het link-local
adresbereik.
uu Netwerkhandleiding.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ handleiding te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Handleiding Web Connect te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
150
Netwerk
(Vervolg)
LAN met kabel
(Vervolg)
TCP/IP
(Vervolg)
IPv6 Aan
Uit*
Schakelt het
IPv6-protocol in
of uit. Als u het
IPv6-protocol wilt
gebruiken, gaat u
naar
http://solutions.
brother.com/
voor meer
informatie.
Zie .
Ethernet
Automatisch
*
100B-FD
100B-HD
10B-FD
10B-HD
Selecteert de
Ethernet-
linkmodus.
MAC-adres U kunt het MAC-
adres van de
machine
bekijken.
WLAN TCP/IP BOOT Method
Automatisch
*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Selecteert de
opstartmethode
die het beste aan
uw eisen voldoet.
IP Address [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het IP-adres
in.
Subnet Mask [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het
subnetmasker in.
Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres
van de gateway
in.
Knooppuntnaam
BRWXXXXXXXXXXXX
Voer de
knooppuntnaam
in.
WINS-
configuratie
Automatisch
*
Statisch
Selecteert de
WINS-
configuratiemodus.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Netwerkhandleiding.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ handleiding te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Handleiding Web Connect te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
151
C
Netwerk
(Vervolg)
WLAN
(Vervolg)
TCP/IP
(Vervolg)
WINS-server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Hiermee kunt u
het IP-adres van
de primaire of
secundaire
WINS-server
opgeven.
Zie .
DNS-server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Hiermee kunt u
het IP-adres van
de primaire of
secundaire DNS-
server opgeven.
APIPA Aan*
Uit
Wijst
automatisch het
IP-adres toe van
het link-local
adresbereik.
IPv6 Aan
Uit*
Schakelt het
IPv6-protocol
voor een
draadloos LAN in
of uit.
Als u het IPv6-
protocol wilt
gebruiken, gaat u
naar
http://solutions.
brother.com/
voor meer
informatie.
Inst. Wizard
U kunt de
afdrukserver voor
een draadloos
netwerk
handmatig
instellen.
WPS/AOSS ——
U kunt uw
draadloze
netwerkinstellingen
gemakkelijk
configureren met
één druk op de
knop.
WPS met
pincode
——
U kunt uw
draadloze
netwerkinstellingen
gemakkelijk
configureren met
WPS en een
pincode.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Netwerkhandleiding.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ handleiding te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Handleiding Web Connect te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
152
Netwerk
(Vervolg)
WLAN
(Vervolg)
Status WLAN Status U kunt de huidige
status van het
draadloze
netwerk nagaan.
Zie .
Signaal U kunt de huidige
signaalsterkte
van het
draadloze
netwerk nagaan.
SSID U kunt de huidige
SSID nagaan.
Comm. Modus U kunt de huidige
communicatie-
modus nagaan.
MAC-adres U kunt het MAC-
adres van de
machine
bekijken.
Wi-Fi Direct
Drukknop U kunt de
instellingen van
uw Wi-Fi
Direct™-netwerk
gemakkelijk
configureren met
één druk op de
knop.
Zie .
Pincode U kunt de
instellingen van
uw Wi-Fi
Direct™-netwerk
gemakkelijk
configureren met
WPS en een
pincode.
Handmatig U kunt de
instellingen van
uw Wi-Fi
Direct™-netwerk
handmatig
configureren.
Groepseigenaar
Aan
Uit*
Hiermee kunt u
uw machine als
groepseigenaar
instellen.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Netwerkhandleiding.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ handleiding te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Handleiding Web Connect te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
153
C
Netwerk
(Vervolg)
Wi-Fi Direct
(Vervolg)
Apparaatin-
formatie
Apparaatnaam
Hiermee kunt u
de
apparaatnaam
van uw machine
nagaan.
Zie .
SSID Hiermee kunt u
de SSID van de
groepseigenaar
weergeven.
Als de machine
niet is
verbonden, ziet u
Niet verbonden
op het
touchscreen.
IP Address Hiermee kunt u
het huidige IP-
adres van uw
machine nagaan.
Statusin-
formatie
Status
Groepseigenaar
actief
(**)
Cliënt actief
Niet verbonden
Uit
Bedraad LAN
actief
** = het aantal
apparaten
Hiermee kunt u
de huidige status
van het Wi-Fi
Direct™-netwerk
nagaan.
Signaal Sterk
Medium
Zwak
Geen
Hiermee kunt u
de signaalsterkte
van het huidige
Wi-Fi Direct™-
netwerk nagaan.
Wanneer uw
machine als
groepseigenaar
fungeert, wordt
op het
touchscreen altijd
Sterk
weergegeven.
Interface
inschakelen
Aan
Uit*
Hiermee kunt u
de Wi-Fi
Direct™-
verbinding in- of
uitschakelen.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Netwerkhandleiding.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ handleiding te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Handleiding Web Connect te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
154
Netwerk
(Vervolg)
E-mail/IFAX
(Beschikbaar
nadat u IFAX
hebt
gedownload)
Mail Address
Voer het
e-mailadres in.
(maximaal 60
tekens)
Zie .
Server
instellen
SMTP-server Naam
(maximaal 30
tekens)
IP Address
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer SMTP-
serveradres in.
SMTP-poort [00001-65535] Voer het SMTP-
poortnummer in.
Aut. voor
SMTP
Geen*
SMTP-AUT
POP voorSMTP
Hiermee selec-
teert u de beveili-
gingsmethode
voor e-mailwaar-
schuwingen.
POP3-server Naam
(maximaal 30
tekens)
IP Address
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het POP3-
serveradres in.
POP3-poort [00001-65535] Voer het POP3-
poortnummer in.
Mailbox Naam
Voer de naam
van de mailbox
in. (maximaal 60
tekens)
Wachtwoord
Mailbox
—Voer het
wachtwoord in
om in te loggen
op de POP3-
server.
(maximaal 32
tekens)
APOP Aan
Uit*
Schakelt APOP
in of uit.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Netwerkhandleiding.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ handleiding te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Handleiding Web Connect te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
155
C
Netwerk
(Vervolg)
E-mail/IFAX
(Beschikbaar
nadat u IFAX
hebt
gedownload)
(Vervolg)
Setup Mail
RX
Auto Polling Auto Polling
(Opties)
Aan*
Uit
Controleert
automatisch de
POP3-server op
nieuwe
berichten.
Zie .
(Als Aan is
gekozen)
Poll
Frequency
(Opties)
1Min
3Min.
5Min.
10Min.*
30Min.
60Min.
Hiermee stelt u
het interval voor
het controleren
van nieuwe
berichten op de
POP3-server in.
Header Alle
Onderw.+
Van+Aan
Geen*
Hiermee
selecteert u de
inhoud van de
kopregel die
wordt afgedrukt.
Fout mail
verwijderen
Aan*
Uit
Hiermee
verwijdert u
automatisch
foutberichten.
Notification
Aan
MDN
Uit*
Hiermee
ontvangt u
waarschuwings-
berichten.
Setup Mail
TX
Sender
Subject
Hier wordt het
onderwerp
weergegeven dat
is bijgesloten bij
de data van de
internetfax.
Size Limit Aan
Uit*
Beperkt de grootte
van
e-maildocumenten.
Notification
Aan
Uit*
Hiermee
verzendt u
waarschuwings-
berichten.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Netwerkhandleiding.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ handleiding te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Handleiding Web Connect te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
156
Netwerk
(Vervolg)
E-mail/IFAX
(Beschikbaar
nadat u IFAX
hebt
gedownload)
(Vervolg)
Setup Relay Groepsver-
zenden
Aan
Uit*
Zendt een
document via het
internet naar een
ander
faxapparaat
door.
Zie .
Relay Domain
Registreert de
domeinnaam.
Relay Report
Aan
Uit*
Hiermee drukt u
een relay-rapport
af.
Handmatig
ontvangen
POP3
Hiermee wordt
de POP3-server
aangeroepen en
wordt
gecontroleerd of
een e-mail is
ontvangen.
Web Connect-
instellingen
Proxy-
instell.
Proxy-
verbinding
Aan
Uit*
Hiermee kunt u
de webverbin-
dingsinstellingen
wijzigen.
Zie .
Adres
Poort
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Netwerk I/F LAN met
kabel*
WLAN
U kunt het type
netwerkverbinding
kiezen.
Zie .
Netw.
resetten
——Ja
Nee
Hiermee worden
alle
fabrieksinstellingen
van het netwerk
hersteld.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Netwerkhandleiding.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ handleiding te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Handleiding Web Connect te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
157
C
Alle instell. (vervolg) C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Print lijsten
Verzendrapport
Hiermee drukt u deze
lijsten en rapporten af.
Zie .
Adresboek ——
Fax Journaal ——
Gebruikersinst
——
Netwerkconfi-
guratie
——
WLAN-rapport ——
Overzicht
beller-id
——
Machine-info Serienummer Hiermee kunt u het
serienummer van uw
machine bekijken.
141
Stand.instel.
Ontvangstmodus
Alleen Fax*
Fax/Telefoon
Ext. TEL/ANT
Handmatig
Hiermee kiest u de
ontvangstmodus die het
beste aan uw behoeften
voldoet.
57
Datum en tijd Datum
Hiermee kunt u de datum en
de tijd instellen die op het
scherm en in de kopteksten
van de verzonden faxen
worden weergegeven.
Zie .
Tijd
Automatische
zomertijd
Aan*
Uit
Hiermee wordt
automatisch de zomertijd
ingesteld.
Zie .
Time Zone Hiermee stelt u de
tijdzone in voor uw land.
Zie .
Stations-ID Fax
Naam
Hiermee kunt u opgeven
welke naam en welk
faxnummer moeten
worden afgedrukt op elke
pagina die u faxt.
Toon/Puls Toon*
Puls
Selecteer de kiesmodus.
Kiestoon Waarneming
Geen detectie
*
Hiermee schakelt u
kiestoonherkenning in of
uit.
140
Tel lijn inst Normaal*
PBX
ISDN
Hiermee kiest u het type
telefoonlijn.
66
Compatibel Hoog*
Normaal
Basic
(voor VoIP)
Hiermee past u de
modemsnelheid aan om
verzendproblemen te
verhelpen.
140
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
uu Installatiehandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
158
Stand.instel.
(Vervolg)
Reset Netwerk Ja
Nee
Hiermee worden de
fabrieksinstellingen van
de afdrukserver, zoals het
wachtwoord en de IP-
adresgegevens, hersteld.
141
Adresboek en
fax
Ja
Nee
Hiermee verwijdert u alle
opgeslagen
adresboeknummers en
faxen en herstelt u de
fabriekinstellingen van de
stations-ID, het
adresboek, het
verzendrapport en het
faxjournaal.
Alle instell. Ja
Nee
Hiermee worden alle
fabrieksinstellingen van
de machine hersteld.
Diversen Tijdelijke
back-up van
fax
Back-up
(Opties)
Aan
Uit*
Hiermee kunt u
faxgegevens die in het
geheugen zijn
opgeslagen, afdrukken of
verwijderen.
Zie .
Opnieuw
afdrukken
Verwijder
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
uu Installatiehandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
159
C
Functietabellen C
Fax (wanneer Faxvoorbeeld is uitgeschakeld) C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Herkies
(Pauze)
Hiermee kunt u het laatst
gekozen nummer
herhalen. Wanneer u een
fax- of telefoonnummer
via het touchpanel
invoert, verandert
'Herkies' op het
touchscreen in 'Pauze'.
Druk op Pauze als u
tijdens het kiezen van
nummers (bijvoorbeeld
toegangsnummers en
creditcardnummers) een
pauze nodig hebt. U kunt
ook een pauze opslaan
wanneer u adressen
instelt.
74
Telefoon(R) ———Telefoon verandert in R
wanneer PBX wordt
geselecteerd als type
telefoonlijn. Bij aansluiting
op een PBX kunt u met R
ook toegang krijgen tot
een buitenlijn of een
gesprek doorverbinden
naar een ander toestel.
67
uu Netwerkhandleiding.
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
160
Adresboek
(Zoeken)
Als LDAP uitgeschakeld
is, wordt in het lokale
adresboek gezocht. Als
LDAP ingeschakeld is,
wordt in het lokale
adresboek en op de
LDAP-server gezocht.
73
Detail
(Dit verschijnt
alleen als LDAP
ingeschakeld is.)
Hiermee wordt
uitgebreide informatie
over het geselecteerde
adres weergegeven.
Zie .
Bewerken Nieuw adres
toevoegen
Hiermee kunt u
adresboeknummers
opslaan, zodat u
nummers kunt kiezen
door op Adresboek (en
vervolgens op
Toepassen en
Fax Start) op het
touchscreen te drukken.
76
Groepen
instellen
U kunt groepsnummers
instellen voor het
rondsturen van faxen.
Zie .
Wijzigen Hiermee kunt u
adresboeknummers
wijzigen.
77
Verwijder Hiermee kunt u
adresboeknummers
verwijderen.
Toepassen Hiermee verstuurt u een
fax via het adresboek.
73
Oproepoverz Uitg. Gesprek Toepassen U kunt een nummer
kiezen uit het overzicht
van uitgaande
gesprekken en er
vervolgens een fax naar
verzenden, het nummer
aan het adresboek
toevoegen of het
verwijderen.
74
Bewerken Toevoegen aan
adresboek
Verwijder
Overzicht
beller-id
Toepassen U kunt een nummer kie-
zen uit het nummerweer-
gaveoverzicht en er
vervolgens een fax naar
verzenden, het nummer
aan het adresboek toe-
voegen of het verwijde-
ren.
75
Bewerken Toevoegen aan
adresboek
Verwijder
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Netwerkhandleiding.
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
161
C
Fax Start Hiermee kunt u een fax
verzenden.
52
Opties Faxresolutie Standaard*
Fijn
Superfijn
Foto
Hiermee stelt u de
resolutie voor uitgaande
faxen in.
Zie .
2-zijdige fax
(MFC-J4710DW)
Uit*
2-zijdige scan:
lange zijde
2-zijdige scan:
korte zijde
Hiermee kunt u de
scanmodus voor een
dubbelzijdige fax kiezen.
Contrast Auto*
Licht
Donker
Hiermee kunt u de faxen
die u verzendt lichter of
donkerder maken.
Rondsturen
Nummer toevoeg. Nummer toevoeg.
U kunt eenzelfde
faxbericht naar meerdere
faxnummers tegelijk
verzenden.
Toevoegen uit
adresboek
Zoeken in
adresboek
Voorbeeld Aan
Uit*
U kunt een faxbericht
eerst bekijken voordat u
het verzendt.
55
Kleurinstelling
Zwart-wit*
Kleur
Hiermee kunt u instellen
of faxen in zwart-wit of
kleur worden verstuurd.
54
Tijdklok Tijdklok Aan
Uit*
Hiermee kunt instellen op
welk tijdstip (in 24
uursnotatie) de
uitgestelde faxen moeten
worden verzonden.
Zie .
Tijd inst.
Verzamelen Aan
Uit*
Hiermee worden de
uitgestelde faxen naar
eenzelfde faxnummer
samengevoegd en op een
bepaald tijdstip in één
keer verzonden.
Direct
verzenden
Aan
Uit*
U kunt faxen verzenden
zonder gebruik te maken
van het geheugen.
Verzend Pollen
Stand.
Beveilig
Uit*
Hiermee kan het
document op uw machine
door een andere
faxmachine worden
opgehaald.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Netwerkhandleiding.
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
162
Fax (wanneer Faxvoorbeeld is ingeschakeld) C
Opties
(Vervolg)
Ontvang Pollen
Stand.
Beveilig
Tijdklok
Uit*
Hiermee stelt u uw
machine in om
faxberichten van een
andere faxmachine op te
vragen (pollen).
Zie .
Internationaal
Aan
Uit*
Als u problemen hebt met
het verzenden van faxen
naar het buitenland, zet u
deze optie op Aan.
Scanformaat
glas
Letter
A4*
Hiermee wijzigt u het
scanformaat van de
glasplaat voor faxen.
54
Nieuwe
standaard
Ja
Nee
U kunt uw faxinstellingen
opslaan.
Zie .
Fabrieksinstell.
Ja
Nee
U kunt alle
fabrieksinstellingen
herstellen.
Opslaan als
snelkoppeling
Hiermee kunt u de huidige
instellingen als
snelkoppeling opslaan.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Faxen verzenden
(Zie Fax (wanneer Faxvoorbeeld is uitgeschakeld) uu pagina 159.)
Ontvangen faxen
Afdr./verw.
Alles afdrukken
(nieuwe faxen)
Hiermee worden de
nieuwe ontvangen faxen
afgedrukt.
64
Alles afdrukken
(oude faxen)
Hiermee worden de oude
ontvangen faxen
afgedrukt.
Alles
verwijderen
(nieuwe faxen)
Hiermee worden de
nieuwe ontvangen faxen
verwijderd.
64
Alles
verwijderen
(oude faxen)
Hiermee worden de oude
ontvangen faxen
verwijderd.
Adresboek (Zie Adresboek in Fax (wanneer Faxvoorbeeld is uitgeschakeld) uu pagina 159.)
Oproepoverz (Zie Oproepoverz in Fax (wanneer Faxvoorbeeld is uitgeschakeld) uu pagina 159.)
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Netwerkhandleiding.
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
163
C
Kopiëren C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Mono Start Hiermee kunt u een kopie
in zwart-wit maken.
78
Kleur Start Hiermee kunt u een kopie
in kleur maken.
Hoogste kwal.
Normaal*
2-zijdig (1
i
2)
2-zijdig (2
i
2)
(MFC-J4710DW)
A4 i A3
2op1(id)
2op1
Poster
Inktbesparing
Boek
U kunt de gewenste
voorinstellingen kiezen.
79
Opties Kwaliteit Normaal*
Fijn
Hiermee kiest u de
kopieerresolutie voor de
volgende kopie.
Zie .
Papiersoort Normaal pap.*
Inkjetpapier
Brother BP71
Glossy anders
Transparanten
(Voor
MFC-J4710DW:
als Lade 2 is
geselecteerd in
Ladeselectie.)
Normaal pap.
Selecteer de papiersoort
die overeenkomt met het
papier in de lade.
80
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
164
Opties
(Vervolg)
Papierformaat A4*
A5
A3
10x15cm
Letter
Legal
Ledger
(Voor
MFC-J4710DW:
als Lade 2 is
geselecteerd in
Ladeselectie.)
A4*
A3
Letter
Legal
Ledger
Selecteer het
papierformaat dat
overeenkomt met het
papier in de lade.
81
Ladeselectie
(MFC-J4710DW)
Lade 1
Lade 2
Autom. ladesel.
*
Kies de lade die voor de
kopieermodus wordt
gebruikt.
81
Vergroten/
verkleinen
100%* ——
Zie .
Vergroten
198% 10x15cm
i
A4
186% 10x15cm
i
Letter
141% A4iA3,
A5iA4
Hiermee kunt u het
vergrotingspercentage
voor de volgende kopie
kiezen.
Verkleinen
97% Letter
i
A4
93% A4
i
Letter
83% Legal
i
A4
69% A4 i A5
47% A4
i
10x15cm
Hiermee kunt u het
verkleiningspercentage
voor de volgende kopie
kiezen.
Aanp. aan pag.
Het formaat wordt
automatisch afgestemd
op het door u ingestelde
papierformaat.
Aangepast
(25-400%)
Hiermee kunt u het
vergrotings- of
verkleiningspercentage
voor uw type document
kiezen.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
165
C
Opties
(Vervolg)
Dichtheid
Hiermee kunt u de
dichtheid voor kopieën
aanpassen.
Zie .
Stapel/Sorteer
Stapel*
Sorteer
U kunt ervoor kiezen om
meerdere kopieën te
laten stapelen of sorteren.
Pagina layout Uit (1 op 1)*
2 op 1 (staand)
2 op 1 (liggend)
2op1(id)
4 op 1 (staand)
4 op 1 (liggend)
Poster(2x1)
Poster(2x2)
Poster(3x3)
U kunt N op 1, 2 op 1 (id)
of posterkopin maken.
2-zijdige kopie
(MFC-J4510DW)
Uit* U kunt de instellingen
voor dubbelzijdig
afdrukken kiezen.
Staand omslaan
lange zijde
Liggend omslaan
lange zijde
Staand omslaan
korte zijde
Liggend omslaan
korte zijde
Geavanc. Normaal*
2-zijdig 1
2-zijdig 2
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
-1
-2
0
166
Opties
(Vervolg)
2-zijdige kopie
(MFC-J4710DW)
Uit* U kunt de instellingen
voor dubbelzijdig
afdrukken kiezen.
Zie .
2-zijdigi
2-zijdig
1-zijdig
i
2-zijdig
Omslaan lange
zijde
2-zijdig
i
1-zijdig
Omslaan lange
zijde
1-zijdig
i
2-zijdig
Omslaan korte
zijde
2-zijdig
i
1-zijdig
Omslaan korte
zijde
Geavanc. Normaal*
2-zijdig 1
2-zijdig 2
Geavanceerde
instellingen
Uit*
Inktspaarmodus
Dun papier
kopiëren
Boek kop.
Watermerk kop.
Achtergr.kleur
verwijderen
U kunt verschillende
kopieerinstellingen
kiezen.
Opslaan als
snelkoppeling
Hiermee kunt u de huidige
instellingen als
snelkoppeling opslaan.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
167
C
Scannen C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Optie1 Omschrijvingen Pagina
naar OCR
(Beschikbaar nadat
Presto!
PageManager is
gedownload voor
Macintosh-
gebruikers. Zie
Brother-support
openen (Macintosh)
uu pagina 5.)
PC-keuze Opties (Zie Opties
uu pagina 169
voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de
gedetailleerde
instellingen configureren.
Zie .
Opslaan als
snelkoppeling
Hiermee kunt u de huidige
instellingen als
snelkoppeling opslaan.
Start Hiermee start u het
scanproces.
naar bestand* PC-keuze Opties (Zie Opties
uu pagina 170
voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de
gedetailleerde
instellingen configureren.
Opslaan als
snelkoppeling
Hiermee kunt u de huidige
instellingen als
snelkoppeling opslaan.
Start Hiermee start u het
scanproces.
naar afbeelding
PC-keuze Opties (Zie Opties
uu pagina 170
voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de
gedetailleerde
instellingen configureren.
Opslaan als
snelkoppeling
Hiermee kunt u de huidige
instellingen als
snelkoppeling opslaan.
Start Hiermee start u het
scanproces.
naar media
(Wanneer een
geheugenkaart of
USB-flashstation is
geplaatst)
Opties (Zie Opties
uu pagina 171
voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de
gedetailleerde
instellingen configureren.
86
Opslaan als
snelkoppeling
Hiermee kunt u de huidige
instellingen als
snelkoppeling opslaan.
Zie .
Start Hiermee start u het
scanproces.
86
naar e-mail PC-keuze Opties (Zie Opties
uu pagina 170
voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de
gedetailleerde
instellingen configureren.
Zie .
Opslaan als
snelkoppeling
Hiermee kunt u de huidige
instellingen als
snelkoppeling opslaan.
Start Hiermee start u het
scanproces.
uu Softwarehandleiding.
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
168
nr e-mailserver
(Beschikbaar nadat
u IFAX hebt
gedownload)
Adresboek Hiermee kunt u het adres
van de ontvanger in het
adresboek kiezen.
Zie .
Handmatig Hiermee kunt u het adres
van de ontvanger
handmatig invoeren.
OK Opties (Zie Opties
uu pagina 172
voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de
gedetailleerde
instellingen configureren.
Opslaan als
snelkoppeling
Hiermee kunt u de huidige
instellingen als
snelkoppeling opslaan.
Start Hiermee start u het
scanproces.
Detail Hiermee kunt u de lijst
met ingevoerde adressen
weergeven.
naar FTP Profielnaam Opties (Zie Opties
uu pagina 173
voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de
gedetailleerde
instellingen configureren.
Opslaan als
snelkoppeling
Hiermee kunt u de huidige
instellingen als
snelkoppeling opslaan.
Start Hiermee start u het
scanproces.
naar netwerk Profielnaam Opties (Zie Opties
uu pagina 173
voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de
gedetailleerde
instellingen configureren.
Opslaan als
snelkoppeling
Hiermee kunt u de huidige
instellingen als
snelkoppeling opslaan.
Start Hiermee start u het
scanproces.
WS Scan
(Verschijnt na
installatie van een
webservicescan-
ner, die wordt weer-
gegeven in
Windows
®
Explorer
op uw computer.)
Scannen PC-keuze U kunt gegevens scannen
met behulp van het
webserviceprotocol.
Scannen vr
e-mail
Scannen voor
faxen
Scannen voor
afdr.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Optie1 Omschrijvingen Pagina
uu Softwarehandleiding.
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
169
C
Opties C
(voor naar OCR)
Niveau1 Niveau2 Optie1 Omschrijvingen Pagina
Opties 2-zijdige scan
(MFC-J4710DW)
Uit*
2-zijdige scan:
lange zijde
2-zijdige scan:
korte zijde
Hiermee kunt u de modus voor
dubbelzijdig scannen kiezen.
Zie .
Ingesteld op
aanraakscherm
Uit (ingesteld
met computer)*
Aan
Als u de machine-instellingen
via het touchscreen wilt
wijzigen, kiest u Aan.
De onderstaande instellingen worden weergegeven als Aan is geselecteerd voor
Ingesteld op aanraakscherm.
Scantype Kleur
Zwart-wit*
Hiermee kunt u het scantype
voor uw document kiezen.
Resolutie 100 dpi
200 dpi*
300 dpi
600 dpi
Hiermee kunt u de
scanresolutie voor uw
document kiezen.
Bestandstype Tekst*
HTML
RTF
Hiermee kunt u het
bestandsformaat voor uw
document kiezen.
Geen lege
pagina’s
(MFC-J4710DW)
Aan
Uit*
Als u Aan selecteert, worden
blanco pagina's overgeslagen.
uu Softwarehandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
170
Opties C
(voor naar bestand, naar afbeelding of naar e-mail)
Niveau1 Niveau2 Optie1 Omschrijvingen Pagina
Opties 2-zijdige scan
(MFC-J4710DW)
Uit*
2-zijdige scan:
lange zijde
2-zijdige scan:
korte zijde
Hiermee kunt u de modus voor
dubbelzijdig scannen kiezen.
Zie .
Ingesteld op
aanraakscherm
Uit (ingesteld
met computer)*
Aan
Als u de machine-instellingen
via het touchscreen wilt
wijzigen, kiest u Aan.
De onderstaande instellingen worden weergegeven als Aan is geselecteerd voor
Ingesteld op aanraakscherm.
Scantype Kleur*
Zwart-wit
Hiermee kunt u het scantype
voor uw document kiezen.
Resolutie 100 dpi
200 dpi*
300 dpi
600 dpi
Hiermee kunt u de
scanresolutie voor uw
document kiezen.
Bestandstype (Als u de optie Kleur
hebt gekozen bij
Scantype)
PDF*
JPEG
(Als u de optie Zwart-
wit hebt gekozen bij
Scantype)
PDF*
TIFF
Hiermee kunt u het
bestandsformaat voor uw
document kiezen.
Geen lege
pagina’s
(MFC-J4710DW)
Aan
Uit*
Als u Aan selecteert, worden
blanco pagina's overgeslagen.
Achtergrondkleur
verwijderen
Uit*
Laag
Gemiddeld
Hoog
Hiermee kunt u instellen
hoeveel achtergrondkleur moet
worden verwijderd.
uu Softwarehandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
171
C
Opties C
(voor naar media)
Niveau1 Niveau2 Optie1 Omschrijvingen Pagina
Opties 2-zijdige scan
(MFC-J4710DW)
Uit*
2-zijdige scan:
lange zijde
2-zijdige scan:
korte zijde
Hiermee kunt u de modus voor
dubbelzijdig scannen kiezen.
86
Scantype Kleur*
Zwart-wit
Hiermee kunt u het scantype
voor uw document kiezen.
Resolutie 100 dpi
200 dpi*
300 dpi
600 dpi
Auto
Hiermee kunt u de
scanresolutie voor uw
document kiezen.
Bestandstype (Als u de optie Kleur
hebt gekozen bij
Scantype)
PDF*
JPEG
(Als u de optie Zwart-
wit hebt gekozen bij
Scantype)
PDF*
TIFF
Hiermee kunt u het
bestandsformaat voor uw
document kiezen.
Bestandsnaam U kunt de bestandsnaam
wijzigen.
Automatisch
bijsnijden
Aan
Uit*
U kunt meerdere documenten
via de glasplaat scannen en
deze rechtstreeks op een
geheugenkaart of USB-
flashgeheugenstation opslaan.
86
Zie .
Geen lege
pagina’s
(MFC-J4710DW)
Aan
Uit*
Als u Aan selecteert, worden
blanco pagina's overgeslagen.
86
Achtergrondkleur
verwijderen
Uit*
Laag
Gemiddeld
Hoog
Hiermee kunt u instellen
hoeveel achtergrondkleur moet
worden verwijderd.
86
Nieuwe standaard Ja
Nee
U kunt uw scaninstellingen als
standaardinstellingen opslaan.
Zie .
Fabrieksinstell. Ja
Nee
Hiermee kunt u alle
oorspronkelijke
fabrieksinstellingen herstellen.
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
172
Opties C
(voor nr e-mailserver)
OPMERKING
Dit is beschikbaar nadat u IFAX hebt gedownload.
Niveau1 Niveau2 Optie1 Omschrijvingen Pagina
Opties 2-zijdige scan
(MFC-J4710DW)
Uit*
2-zijdige scan:
lange zijde
2-zijdige scan:
korte zijde
Hiermee kunt u de modus voor
dubbelzijdig scannen kiezen.
Zie .
Scantype Kleur*
Zwart-wit
Hiermee kunt u het scantype
voor uw document kiezen.
Resolutie 100 dpi
200 dpi*
300 dpi
600 dpi
Auto
Hiermee kunt u de
scanresolutie voor uw
document kiezen.
Bestandstype (Als u de optie Kleur
hebt gekozen bij
Scantype)
PDF*
JPEG
(Als u de optie Zwart-
wit hebt gekozen bij
Scantype)
PDF*
TIFF
Hiermee kunt u het
bestandsformaat voor uw
document kiezen.
Nieuwe standaard Ja
Nee
U kunt uw scaninstellingen als
standaardinstellingen opslaan.
Fabrieksinstell. Ja
Nee
Hiermee kunt u alle
oorspronkelijke
fabrieksinstellingen herstellen.
uu Softwarehandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
173
C
Opties C
(voor naar FTP of naar netwerk)
Niveau1 Niveau2 Optie1 Omschrijvingen Pagina
Opties 2-zijdige scan
(MFC-J4710DW)
Uit*
2-zijdige scan:
lange zijde
2-zijdige scan:
korte zijde
Hiermee kunt u de modus voor
dubbelzijdig scannen kiezen.
Zie .
Scantype Kleur*
Zwart-wit
Hiermee kunt u het scantype
voor uw document kiezen.
Resolutie 100 dpi
200 dpi*
300 dpi
600 dpi
Auto
Hiermee kunt u de
scanresolutie voor uw
document kiezen.
Bestandstype (Als u de optie Kleur
hebt gekozen bij
Scantype)
PDF*
JPEG
(Als u de optie Zwart-
wit hebt gekozen bij
Scantype)
PDF*
TIFF
Hiermee kunt u het
bestandsformaat voor uw
document kiezen.
Geen lege
pagina’s
(MFC-J4710DW)
Aan
Uit*
Als u Aan selecteert, worden
blanco pagina's overgeslagen.
Achtergrondkleur
verwijderen
Uit*
Laag
Gemiddeld
Hoog
Hiermee kunt u instellen
hoeveel achtergrondkleur moet
worden verwijderd.
Gebruikersnaam Voer de gebruikersnaam in.
uu Softwarehandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
174
Foto (scherm Meer) C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Index
afdrukken
Index
afdrukken
Afdrukinstell.
Zie Afdrukinstell.
uu pagina 178
voor meer
informatie.
U kunt een pagina met
miniaturen afdrukken.
Zie .
Foto’s
afdrukken op
indexnummer
Afdrukinstell.
Zie Afdrukinstell.
uu pagina 175
voor meer
informatie.
U kunt foto's afdrukken
door de indexnummers te
kiezen.
Foto’s weerg.
* OK
Afdrukinstell.
Zie Afdrukinstell.
uu pagina 175
voor meer
informatie.
Met de opties kunt u uw
foto's aanpassen.
85
Alles afdr. U kunt alle foto's op uw
geheugenkaart of USB-
flashstation afdrukken.
Foto’s verb. Verbeteren Auto Correct
Afdrukinstell.
(Zie Afdrukinstell.
uu pagina 175
voor meer
informatie.)
Met deze instellingen
kunt u uw foto's
aanpassen.
Zie .
Huid verbeteren
Landschap verb.
Rood-oog Verw.
Nachtfoto
Tegenlicht
Whiteboard
Zwart-wit
Sepia
Autocorrectie
en Rode ogen
verwijderen
Bijsnijden
Afdrukinstell.
Zie Afdrukinstell.
uu pagina 175
voor meer
informatie.
U kunt uw foto bijsnijden
en een gedeelte van de
afbeelding afdrukken.
Verbeteren en
bijsnijden
Auto Correct
Afdrukinstell.
(Zie Afdrukinstell.
uu pagina 175
voor meer
informatie.)
Met deze instellingen
kunt u uw foto's
aanpassen en bijsnijden.
Huid verbeteren
Landschap verb.
Rood-oog Verw.
Nachtfoto
Tegenlicht
Whiteboard
Zwart-wit
Sepia
Autocorrectie
en Rode ogen
verwijderen
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
175
C
Afdrukinstell. C
(voor Foto’s weerg., Foto’s afdrukken op indexnummer, Foto’s verb. of
Diavoorstelling)
Diavoorstelling
Elke foto
tonen
gedurende
3Sec.*
10Sec.
30Sec.
1Min
5Min.
Hiermee kunt u opgeven
hoelang elke foto in de
slideshow moet worden
weergegeven voordat de
machine naar de
volgende foto
overschakelt.
Zie .
Effect Uit*
Inschuiven
Fade In
Inzoomen
Hiermee kunt u instellen
welk effect moet worden
gebruikt wanneer de
machine naar de
volgende foto in de
slideshow overschakelt.
Start Hiermee start u een
slideshow van uw foto's
op de machine.
Tijdens de slideshow
kunt u een foto kiezen en
de afdrukinstellingen
wijzigen.
(Zie Afdrukinstell.
uu pagina 175 voor
meer informatie.)
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina
Printkwaliteit
(Niet beschikbaar
voor DPOF-
afdrukken.)
Normaal
Foto*
Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit kiezen.
Zie .
Papiersoort Normaal pap.
Inkjetpapier
Brother BP71
Glossy anders
*
Hiermee kunt u de
papiersoort kiezen.
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
176
Papierform. 10x15cm*
13x18cm
A4
A3
Letter
Ledger
Hiermee kunt u het
papierformaat kiezen.
Zie .
(Als A4 of Letter
is gekozen)
Afdrukformaat
8x10cm
9x13cm
10x15cm
13x18cm
15x20cm
Max. afm.*
Hiermee kunt u het
afdrukformaat kiezen als
u papier van A4- of Letter-
formaat gebruikt.
Auto Correct
(Niet beschikbaar
bij afdrukken in
DPOF-formaat.)
(Alleen Foto’s
weerg. en
Diavoorstelling
)
Aan
Uit*
U kunt het juiste effect
voor uw foto door de
machine laten bepalen.
Helderheid
(Niet beschikbaar
als Verbeteren
of Verbeteren
en bijsnijden
is gekozen.)
Hiermee kunt u de
helderheid instellen.
Contrast
(Niet beschikbaar
als Verbeteren
of Verbeteren
en bijsnijden
is gekozen.)
Hiermee kunt u het
contrast instellen.
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
-1
-2
0
-2
-1
0
+1
+2
Tabellen met instellingen en functies
177
C
Kleur
verbeteren
(Niet beschikbaar
als Verbeteren
of Verbeteren
en bijsnijden
is gekozen.)
Aan
Uit*
Wit Balans
Hiermee kunt u de tint van
witte vlakken aanpassen.
Zie .
Scherpte
Hiermee kunt u het detail
van het beeld verbeteren.
Kleurdichtheid
Hiermee kunt u de totale
hoeveelheid kleur in het
beeld aanpassen.
Bijsnijd(crop)
Aan*
Uit
Hiermee kunt u het beeld
rond de marge bijsnijden
om het aan het
papierformaat of het
afdrukformaat aan te
passen. Zet deze functie
uit wanneer u volledige
beelden wilt afdrukken of
ongewenst bijsnijden wilt
vermijden.
Zonder rand Aan*
Uit
Hiermee wordt het
afdrukgebied uitgebreid
naar de randen van het
papier.
Datum afdr.
(Niet beschikbaar
voor DPOF-
afdrukken.)
Aan
Uit*
Hiermee kunt u de datum
op foto's laten afdrukken.
Nieuwe
standaard
Ja
Nee
——U kunt uw
afdrukinstellingen als
standaardinstellingen
opslaan.
Fabrieksinstell.
Ja
Nee
U kunt alle
fabrieksinstellingen
herstellen.
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
-1
-2
0
+2
+1
-1
-2
0
+2
+1
-1
-2
0
178
Afdrukinstell. C
(voor Index afdrukken)
Web (scherm Meer) C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Papiersoort Normaal pap.*
Inkjetpapier
Brother BP71
Glossy anders
Hiermee kunt u de
papiersoort kiezen.
Zie .
Papierform. Letter
A4*
Hiermee kunt u het
papierformaat kiezen.
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Web PICASA Web
Albums™
Hiermee kunt u de
Brother-machine met een
internetservice verbinden.
Mogelijk zijn er
webdiensten bijgekomen
en/of is de naam van
bepaalde diensten
gewijzigd door de provider
sinds het uitbrengen van
dit document.
Zie .
Google Drive
FLICKR
®
——
Facebook
EVERNOTE
Dropbox
Ga naar het Brother Solutions Center om Handleiding Web Connect te downloaden van http://solutions.brother.com/
.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
179
C
Snelkopp. kopie A3 (scherm Meer) C
(Snelkoppelingen) C
Niveau1 Niveau2 Optie1 Optie2 Omschrijvingen Pagina
A3 2 op 1
A4 i A3*
A4 + notitie (L)
A4 + notitie (S)
A4 + ruitjes
A4 + blanco
A4 midden
Opties Kwaliteit Normaal*
Fijn
Hiermee kiest u de
kopieerresolutie voor de
volgende kopie.
Zie .
Papiersoort Normaal pap. Hiermee geeft u de
beschikbare papiersoort
weer.
Papierformaat A3*
Ledger
Hiermee kunt u het
papierformaat voor de
papierlade instellen.
Ladeselectie
(MFC-J4710DW)
Autom. ladesel.
Hiermee wordt
automatisch de lade met
het meest geschikte
papier gekozen.
Dichtheid
Hiermee kunt u de
dichtheid voor kopieën
aanpassen.
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Snelkoppeling
toevoegen
Kopiëren Normaal Het scherm met
kopieeropties
wordt
weergegeven.
U kunt de gewenste
voorinstellingen kiezen.
13
Hoogste kwal.
2-zijdig (1
i
2)
2-zijdig (2
i
2)
(MFC-J4710DW)
A4 i A3
2op1(id)
2op1
Poster
Inktbesparing
Boek
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
-1
-2
0
180
Snelkoppeling
toevoegen
(Vervolg)
Fax
(Opties)
Faxresolutie Standaard*
Fijn
Superfijn
Foto
Hiermee stelt u de
resolutie voor uitgaande
faxen in.
14
2-zijdige fax
(MFC-J4710DW)
Uit*
2-zijdige scan:
lange zijde
2-zijdige scan:
korte zijde
Hiermee kunt u de
scanmodus voor een
dubbelzijdige fax kiezen.
Contrast Auto*
Licht
Donker
Hiermee kunt u de faxen
die u verzendt lichter of
donkerder maken.
Rondsturen
Nummer toevoeg.
(Opties)
Nummer toevoeg.
Toevoegen uit
adresboek
Zoeken in
adresboek
U kunt eenzelfde
faxbericht naar meerdere
faxnummers tegelijk
verzenden.
Voorbeeld Aan
Uit*
U kunt een faxbericht
eerst bekijken voordat u
het verzendt.
Kleurinstelling
Zwart-wit*
Kleur
Hiermee kunt u instellen
of faxen in zwart-wit of
kleur worden verstuurd.
Direct
verzenden
Aan
Uit*
U kunt faxen verzenden
zonder gebruik te maken
van het geheugen.
Internationaal
Aan
Uit*
Als u problemen hebt met
het verzenden van faxen
naar het buitenland, zet u
deze optie op Aan.
Scanformaat
glas
Letter
A4*
Hiermee kunt u het
scangebied van de
glasplaat afstemmen op
het documentformaat.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
181
C
Snelkoppeling
toevoegen
(Vervolg)
Scannen naar bestand PC-keuze Hiermee kunt u een
zwart-wit- of
kleurendocument in uw
computer scannen.
15
naar OCR PC-keuze U kunt een
tekstdocument
converteren naar een
bewerkbaar tekstbestand.
naar
afbeelding
PC-keuze U kunt een afbeelding in
kleur naar uw grafische
toepassing scannen.
naar media
(Opties)
2-zijdige scan
(MFC-J4710DW)
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Bestandsnaam
Automatisch
bijsnijden
Geen lege
pagina’s
(MFC-J4710DW)
Achtergrondkleur
verwijderen
U kunt documenten naar
een geheugenkaart of
een USB-flashstation
scannen.
naar e-mail PC-keuze U kunt een zwart-wit- of
kleurendocument naar uw
e-mailtoepassing
scannen.
nr e-mailserver
(Opties)
2-zijdige scan
(MFC-J4710DW)
Scantype
Resolutie
Bestandstype
U kunt een zwart-wit- of
kleurendocument naar uw
e-mailserver scannen.
naar netwerk Profielnaam Hiermee kunt u
scangegevens verzenden
naar een CIFS-server op
uw lokale netwerk of het
internet.
naar FTP Profielnaam Hiermee kunt u
scangegevens verzenden
via FTP.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
182
(Inkt) C
Snelkoppeling
toevoegen
(Vervolg)
Web PICASA Web
Albums™
Hiermee kunt u de
Brother-machine met een
internetservice verbinden.
Mogelijk zijn er
webdiensten bijgekomen
en/of is de naam van
bepaalde diensten
gewijzigd door de
provider sinds het
uitbrengen van dit
document.
17
Google Drive
FLICKR
®
Facebook
EVERNOTE
Dropbox
Deze lijst
verschijnt als u 2
seconden lang op
een snelkoppe-
lingsnaam drukt.
Naam
snelkoppeling
bewerken
Hiermee kunt u de naam
van de snelkoppeling
wijzigen.
19
Verwijder Hiermee kunt u de
snelkoppeling
verwijderen.
19
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
(Inkt)
Testafdruk
Printkwaliteit
Instel kantlijn
Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit of uitlijning
controleren.
103
104
Reinigen Zwarte inkt
Kleur
Alle inkt
Hiermee kunt u de
printkop reinigen.
102
Inktvolume Hiermee kunt u
controleren hoeveel inkt
beschikbaar is.
Zie .
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
183
C
(Wi-Fi-instellingen) C
OPMERKING
Nadat u Wi-Fi
®
hebt geconfigureerd, kunt u de instellingen niet meer wijzigen vanuit het
Beginscherm.
Gebruik het scherm Instell. als u instellingen voor de Wi-Fi-verbinding wilt wijzigen.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
(Wi-Fi-
instellingen)
Inst. Wizard U kunt de afdrukserver
voor een draadloos
netwerk handmatig
instellen.
Zie .
Instellen met
pc
U kunt de Wi-Fi-
instellingen via een pc
wijzigen.
WPS/AOSS U kunt uw draadloze
netwerkinstellingen
gemakkelijk configureren
met één druk op de knop.
WPS met
pincode
U kunt uw draadloze
netwerkinstellingen
gemakkelijk configureren
met WPS en een pincode.
Zie .
uu Installatiehandleiding.
uu Netwerkhandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
184
Bij gebruik van een geheugenkaart of USB-flashstation in de juiste sleuf C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Foto (Zie Foto (scherm Meer) uu pagina 174.)
Scannen naar
media
(Zie naar media uu pagina 167.)
Web (Zie Web (scherm Meer) uu pagina 178.)
DPOF Hiermee wordt het
scherm met DPOF-
instellingen
weergegeven.
Zie .
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
185
C
Tekst invoeren C
Wanneer u tekst in de machine moet invoeren, wordt het toetsenbord op het touchscreen
weergegeven. Druk op om tussen letters, cijfers en speciale tekens te schakelen.
OPMERKING
Druk op om tussen kleine letters en hoofdletters te schakelen.
Spaties invoegen C
Druk op Spatie om een spatie in te voegen. U kunt ook op c drukken om de cursor te
verplaatsen.
OPMERKING
De beschikbare tekens kunnen per land verschillen.
Correcties aanbrengen C
Als u een verkeerd teken hebt ingevoerd dat u wilt wijzigen, drukt u op d om het onjuiste teken
met de cursor te markeren; vervolgens drukt u op . Voer het juiste teken in. U kunt met de
cursor ook teruggaan om letters tussen te voegen.
Als u alle tekens wilt wissen, drukt u meermaals op .
186
D
Algemeen D
OPMERKING
Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de specificaties van de machine. Ga voor uitgebreidere
specificaties naar http://www.brother.com/
.
1
Gemeten als de machine is aangesloten op de USB-interface. Het stroomverbruik kan enigszins afwijken, afhankelijk
van de gebruiksomgeving of slijtage van onderdelen.
2
Bij gebruik van de ADF, enkelzijdig afdrukken, resolutie: standaard / document: ISO/IEC 24712 afgedrukt patroon.
3
Gemeten volgens IEC 62301 versie 2.0.
4
Bij gebruik van de ADF, enkelzijdig afdrukken en scannen, resolutie: standaard / document: ISO/IEC 24712 afgedrukt
patroon.
5
Zelfs wanneer de machine uitstaat, wordt deze van tijd tot tijd automatisch aangezet voor het onderhoud van de
printkop en vervolgens weer uitgeschakeld.
Specificaties D
Printertype Inkjet
Printkop Zwart-wit:
Kleur:
Piëzo met 420 spuitmondjes × 1
Piëzo met 420 spuitmondjes × 3
Geheugencapaciteit 128 MB (MFC-J4510DW)
256 MB (MFC-J4710DW)
LCD (Liquid Crystal
Display)
3,7 in. (93,4 mm) TFT LCD-kleurentouchscreen en touchpanel
Stroombron AC 220 tot 240 V 50/60 Hz
Stroomverbruik
1
(MFC-J4510DW)
Kopieermodus:
Circa 21 W
2
Gereedstand:
Circa 5,5 W
3
Slaapstand:
Circa 1,5 W
3
Uit:
Circa 0,04 W
35
(MFC-J4710DW)
Kopieermodus:
Circa 21 W
4
Gereedstand:
Circa 5,5 W
3
Slaapstand:
Circa 1,5 W
3
Uit:
Circa 0,04 W
35
Specificaties
187
D
Afmetingen (MFC-J4510DW) (MFC-J4710DW)
Gewicht (MFC-J4510DW) 9,3 kg
(MFC-J4710DW) 11,3 kg
186 mm
480 mm
490 mm
274 mm
290 mm
483 mm
254 mm
480 mm
490 mm
342 mm
290 mm
483 mm
188
1
De geluidsemissie is afhankelijk van de afdrukomstandigheden.
2
Kantoorapparatuur met LWAd boven 6,30 B(A) is niet geschikt voor gebruik in ruimtes waar mensen geconcentreerd
denkwerk moeten verrichten. Dergelijke apparatuur moet in aparte ruimtes worden geplaatst om geluidshinder te
voorkomen.
Geluidsemissie In bedrijf:
LPAm = 50 dB(A) (gemiddeld)
1
Geluidsemissie
conform ISO9296
Kopiëren: (MFC-J4510DW)
L
WAd = 6,20 B(A)
2
(Zwart-wit)
L
WAd = 6,15 B(A) (Kleur)
(MFC-J4710DW)
L
WAd = 6,29 B(A)
2
(Zwart-wit)
L
WAd = 6,16 B(A) (Kleur)
Gereed: (MFC-J4510DW)
L
WAd = 3,29 B(A) (Zwart-wit/Kleur)
(MFC-J4710DW)
L
WAd = 3,28 B(A) (Zwart-wit/Kleur)
Temperatuur In bedrijf:
Beste
afdrukkwaliteit:
10 tot 35 °C
20 tot 33 °C
Vochtigheid In bedrijf:
Beste
afdrukkwaliteit:
20 tot 80% (niet condenserend)
20 tot 80% (niet condenserend)
ADF (automatische
documentinvoer)
Max. 20 pagina's
Papier: 80 g/m
2
A4- of Letter-formaat
Documentgrootte Breedte ADF: 148 mm tot 215,9 mm
Lengte ADF: 148 mm tot 355,6 mm
Breedte glasplaat: max. 215,9 mm
Lengte glasplaat: max. 297 mm
Specificaties
189
D
Afdrukmedia D
1
Voor glanzend papier of transparanten: verwijder bedrukte pagina's direct nadat ze zijn uitgevoerd uit de
uitvoerpapierlade om vlekken te voorkomen.
2
Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
3
Zie Type en formaat papier voor elke functie uu pagina 46.
Papierinvoer
Papierlade 1 D
Papiersoort:
Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier),
glanzend papier
1
en transparanten
12
Papierformaat
3
:
(Liggend)
A4, Letter, Executive
(Staand)
A5, A6, Enveloppen (Com-10, DL, Monarch), Foto (10 × 15 cm),
Foto L (89 × 127 mm), Foto 2L (13 × 18 cm) en
Indexkaart (127 × 203 mm)
Breedte: 89 mm - 215,9 mm
Lengte: 127 mm - 297 mm
Zie Papiergewicht en -dikte uu pagina 48 voor meer informatie.
Maximale capaciteit papierlade:
Circa 150 vellen normaal papier van 80 g/m
2
Papierlade 2 (MFC-J4710DW) D
Papiersoort:
Normaal papier
Papierformaat:
(Liggend)
A4, Letter
(Staand)
A3, Ledger, Legal
Breedte: 210 mm - 297 mm
Lengte: 279,4 mm - 431,8 mm
Zie Papiergewicht en -dikte uu pagina 48 voor meer informatie.
Maximale capaciteit papierlade:
Circa 250 vellen normaal papier van 80 g/m
2
190
1
Voor glanzend papier of transparanten: verwijder bedrukte pagina's direct nadat ze zijn uitgevoerd uit de
uitvoerpapierlade om vlekken te voorkomen.
2
Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
3
Zie Type en formaat papier voor elke functie uu pagina 46.
Papierinvoer
(Vervolg)
Sleuf voor handmatige invoer D
Papiersoort:
Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier),
glanzend papier
1
en transparanten
12
Papierformaat
3
:
(Liggend)
A4, Letter, Executive
(Staand)
A3, Ledger, Legal, A5, A6, Enveloppen (Com-10, DL, Monarch, C5),
Foto (10 × 15 cm), Foto L (89 × 127 mm), Foto 2L (13 × 18 cm) en
Indexkaart (127 × 203 mm)
Breedte: 89 mm - 297 mm
Lengte: 127 mm - 431,8 mm
Zie Papiergewicht en -dikte uu pagina 48 voor meer informatie.
Maximale capaciteit papierlade:
1 vel speciale afdrukmedia
Papieruitvoer
Max. 50 vel normaal papier van 80 g/m
2
(naar lade uitgevoerd met de
bedrukte zijde naar boven)
1
Specificaties
191
D
Faxen D
1
E-mailadressen zijn beschikbaar nadat IFAX is gedownload.
2
Pagina’s’ verwijst naar de ‘ITU-T Test Chart #1’ (een standaardzakenbrief, standaardresolutie, MMR-code).
Specificaties en gedrukt materiaal kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Compatibiliteit ITU-T Supergroep 3
Modemsnelheid Automatic Fallback
33.600 bps
Scanbreedte
(Enkelzijdig document)
ADF: 208 mm (A4)
Glasplaat: 204 mm (A4)
Scanbreedte en -lengte
(MFC-J4710DW)
(Dubbelzijdig document)
Breedte: 208 mm (A4/Letter/Legal) (ADF)
Lengte: 349,6 mm (ADF)
Afdrukbreedte MFC-J4510DW, MFC-J4710DW (papierlade 1)
204 mm (A4)
MFC-J4710DW (papierlade 2)
291 mm (A3)
Grijstinten Zwart-wit: 8 bits (256 niveaus)
Kleur: 24 bits (8 bits per kleur/256 niveaus)
Resolutie Standaard
203 × 98 dpi (Zwart-wit)
203 × 196 dpi (Kleur)
Fijn
203 × 196 dpi (Zwart-wit/Kleur)
Superfijn
203 × 392 dpi (Zwart-wit)
Foto
203 × 196 dpi (Zwart-wit)
Adresboek
100 namen × 2 nummers of e-mailadressen
1
Groepen Max. 6
Rondsturen 250 (200 adresboeknummers/50 handmatig gekozen
nummers)
Automatisch opnieuw kiezen 3 keer met tussenpozen van 5 minuten
Verzenden vanuit het
geheugen
Max. 200
2
pagina's
Ontvangst zonder papier
Max. 200
2
pagina's
192
Kopiëren D
1
Als u kopieert op papier van A4-formaat.
Kleur/Zwart-wit Ja/Ja
Breedte kopie
204 mm
1
Meerdere kopieën Sets van max. 99 pagina’s
Vergroten/verkleinen 25% tot 400% (in stappen van 1%)
Resolutie Kan maximaal 1.200 × 1.200 dpi afdrukken
Dubbelzijdig Ja
Papiersoort:
Normaal papier
Papierformaat:
A4, Letter, A5
Specificaties
193
D
PhotoCapture Center™ D
1
Geheugenkaarten, adapters en USB-flashstations zijn niet inbegrepen.
2
USB 2.0-standaard
USB-massaopslagklasse tot 32 GB
Ondersteunde indeling: FAT12/FAT16/FAT32/exFAT
3
Progressief JPEG-formaat wordt niet ondersteund.
4
Alleen bewegende JPEG
5
Zie Type en formaat papier voor elke functie uu pagina 46.
Compatibele media
1
Memory Stick Duo™ (16 MB - 128 MB)
Memory Stick PRO Duo™ (256 MB - 32 GB)
Memory Stick Micro™ (M2™) met adapter (256 MB - 32 GB)
MultiMedia Card (32 MB - 2 GB)
MultiMedia Card Plus (128 MB - 4 GB)
MultiMedia Card Mobile met adapter (64 MB - 1 GB)
SD-geheugenkaart (16 MB - 2 GB)
miniSD met adapter (16 MB - 2 GB)
microSD met adapter (16 MB - 2 GB)
SDHC-geheugenkaart (4 GB - 32 GB)
miniSDHC met adapter (4 GB - 32 GB)
microSDHC met adapter (4 GB - 32 GB)
SDXC-geheugenkaart (48 GB - 128 GB)
USB-flashstation
2
Resolutie Max. 1.200 × 4.800 dpi
Bestandsextensie
(Mediaformaat) DPOF (versie 1.0, versie 1.1), Exif DCF (tot versie 2.1)
(Afbeeldingsformaat)
Foto's afdrukken: JPEG
3
, AVI
4
, MOV
4
Scannen naar media: JPEG, PDF (Kleur)
TIFF, PDF (Zwart-wit)
Aantal bestanden Maximaal 999 bestanden
(De map op een geheugenkaart of USB-flashstation wordt ook
meegeteld.)
Map Het bestand moet op het 4e mapniveau van de geheugenkaart
of van het USB-flashstation zijn opgeslagen.
Zonder rand
A4, Letter, A3, Ledger, Foto 10 × 15 cm, Foto 2L 13 × 18 cm
5
194
PictBridge D
Compatibiliteit Ondersteunt de PictBridge-norm CIPA DC-001 van de
Camera & Imaging Products Association.
Ga naar http://www.cipa.jp/pictbridge/
voor meer informatie.
Interface USB Direct Interface
Specificaties
195
D
Scanner D
1
In deze gebruikershandleiding duidt Windows
®
XP op de volgende besturingssystemen: Windows
®
XP Home Edition,
Windows
®
XP Professional en Windows
®
XP Professional x64 Edition.
2
Ga naar http://solutions.brother.com/ voor de meest recente driverupdates voor uw Mac OS X.
3
Scannen met maximaal 1.200 × 1.200 dpi bij gebruik van de WIA-driver voor Windows
®
XP, Windows Vista
®
en
Windows
®
7 (resolutie tot max. 19.200 × 19.200 dpi kan worden geselecteerd met de Brother-scannertoepassing).
Kleur/Zwart-wit Ja/Ja
TWAIN-compatibel
Ja (Windows
®
XP
1
/Windows Vista
®
/Windows
®
7)
(Mac OS X v10.5.8, 10.6.x, 10.7.x
2
)
WIA-compatibel
Ja (Windows
®
XP
1
/Windows Vista
®
/Windows
®
7)
ICA-compatibel Ja (Mac OS X v10.6.x, 10.7.x)
Kleurintensiteit 48-bits kleurverwerking (invoer)
24-bits kleurverwerking (uitvoer)/256 niveaus per kleur
Grijstinten 16-bits kleurverwerking (invoer)
8-bits kleurverwerking (uitvoer)/256 niveaus
Resolutie
Max. 19.200 × 19.200 dpi (geïnterpoleerd)
3
Max. 2.400 × 2.400 dpi (optisch) (glasplaat)
Max. 2.400 × 1.200 dpi (optisch) (ADF)
Scanbreedte en -lengte
(Enkelzijdig document)
(Glasplaat)
Breedte: max. 213,9 mm
Lengte: max. 295 mm
(ADF)
Breedte: max. 213,9 mm
Lengte: max. 353,6 mm
Scanbreedte en -lengte
(MFC-J4710DW)
(Dubbelzijdig document)
Breedte: 213,9 mm (ADF)
Lengte: 353,6 mm (ADF)
196
Printer D
1
Wanneer de optie Zonder rand op Aan is ingesteld.
2
Zie Type en formaat papier voor elke functie uu pagina 46.
3
Als u afdrukt op papier van A3-formaat.
4
Ga voor gedetailleerde specificaties naar http://www.brother.com/.
Resolutie Max. 1.200 × 6.000 dpi
Afdrukbreedte
3
291 mm [297 mm (zonder rand)
1
]
Zonder rand
2
A4, Letter, A3, Ledger, A6, Foto 10 × 15 cm,
FotoL89× 127 mm, Foto 2L 13 × 18 cm
Dubbelzijdig Papiersoort:
Normaal papier
Papierformaat:
A4, Letter, A5, Executive
Afdruksnelheid
4
Specificaties
197
D
Interfaces D
1
Uw machine heeft een Hi-speed USB 2.0-interfacekabel. De machine kan ook worden aangesloten op een computer
die beschikt over een USB 1.1-interface.
2
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund.
3
Zie Netwerk uu pagina 198.
uu Netwerkhandleiding: Ondersteunde protocollen en beveiligingsfuncties.
USB
12
Gebruik een USB 2.0-interfacekabel van maximaal 2 m.
LAN-kabel
3
Ethernet UTP-kabel van categorie 5 of hoger.
Draadloos LAN-netwerk IEEE 802.11b/g/n (Infrastructuur-/Ad-hocmodus)
IEEE 802.11g/n (Wi-Fi Direct™)
198
Netwerk D
OPMERKING
Voor meer informatie over de netwerkspecificaties uu Netwerkhandleiding
U kunt de machine op een netwerk aansluiten voor afdrukken en scannen via het netwerk, PC
Fax verzenden, PC Fax ontvangen (alleen Windows
®
), Remote Setup, foto's ophalen van het
PhotoCapture Center™
1
. De netwerkbeheersoftware Brother BRAdmin Light
2
wordt
meegeleverd.
1
Zie Vereisten voor de computer uu pagina 199.
2
(Windows
®
) Als u meer geavanceerde printerbeheersoftware nodig hebt, gebruikt u de meest recente versie van het
hulpprogramma Brother BRAdmin Professional, die u kunt downloaden via http://solutions.brother.com/
.
Beveiliging van het
draadloze netwerk
SSID (32 tekens), WEP 64/128 bits, WPA-PSK (TKIP/AES),
WPA2-PSK (AES)
Hulpprogramma voor
configuratie van draadloos
netwerk
AOSS™ Ja
WPS Ja
Specificaties
199
D
Vereisten voor de computer D
ONDERSTEUNDE BESTURINGSSYSTEMEN EN SOFTWAREFUNCTIES
Computerplatform &
besturingssysteemversie
Pc-interface
Processor
Hardeschijfruimte
voor installatie
USB
2
10/100
Base-TX
(Ethernet)
Wireless
802.11b/g/n
Drivers
Toepas-
singen
Windows
®
-
besturings-
systeem
Windows
®
XP
Home
14
Windows
®
XP
Professional
14
Afdrukken
PC-Fax
3
Scannen
Verwisselbare schijf
5
32-bits
(x86) of
64-bits
(x64)
processor
150 MB 1 GB
Windows
Vista
®14
500 MB 1,3 GB
Windows
®
7
14
650 MB
Windows Server
®
2003
Windows Server
®
2003 R2
Windows Server
®
2008
N.v.t. Afdrukken 50 MB N.v.t.
Windows Server
®
2008 R2
64-bits
(x64)
processor
Macintosh-
besturings-
systeem
Mac OS X v10.5.8 Afdrukken
PC-Fax (verzenden)
3
Scannen
Verwisselbare schijf
5
PowerPC
G4/G5- of
Intel
®
-
processor
80 MB 550 MB
Mac OS X v10.6.x
Mac OS X v10.7.x
Intel
®
-
processor
Toelichting:
1
Voor WIA, 1.200 × 1.200 resolutie. Met de Brother-
scannertoepassing is verbetering tot max.
19.200 × 19.200 dpi mogelijk.
2
USB-poorten van andere merken worden niet
ondersteund.
3
PC-Fax ondersteunt alleen zwart-wit.
4
PaperPort™ 12SE ondersteunt Windows
®
XP Home
(SP3 of recenter), XP Professional (SP3 of recenter),
XP Professional x64 Edition (SP2 of recenter), Windows
Vista
®
(SP2 of recenter) en Windows
®
7.
5
Verwisselbare schijf is een functie van PhotoCapture
Center.
Voor de meest recente driverupdates kunt u
terecht op http://solutions.brother.com/
.
Alle handelsmerken, merk- en productnamen
zijn het eigendom van de respectieve bedrijven.
200
Verbruiksartikelen D
Inkt De machine gebruikt aparte inktcartridges in zwart, geel, cyaan en
magenta die geen onderdeel zijn van de printkopset.
Gebruiksduur van
inktcartridge
De eerste keer dat u een set inktcartridges installeert, gebruikt de
machine een hoeveelheid inkt om de inktleidingen te vullen voor
afdrukken van hoge kwaliteit. Dit is een eenmalig proces. Nadat dit
proces is uitgevoerd, gaan de cartridges die bij uw machine zijn
geleverd minder lang mee dan standaardcartridges (65%). Met alle
daaropvolgende inktcartridges kunt u het gespecificeerde aantal
pagina’s afdrukken.
Verbruiksartikelen <Zwart, superhoog rendement> LC127XLBK
<Geel, superhoog rendement> LC125XLY
<Cyaan, superhoog rendement> LC125XLC
<Magenta, superhoog rendement> LC125XLM
Zwart, Geel, Cyaan en Magenta - Circa 1.200 pagina's
1
<Zwart, hoog rendement> LC123BK
<Geel, hoog rendement> LC123Y
<Cyaan, hoog rendement> LC123C
<Magenta, hoog rendement> LC123M
Zwart, Geel, Cyaan en Magenta - Circa 600 pagina's
1
1
Het opgegeven gemiddelde gebruik per cartridge is conform ISO/IEC 24711.
Ga naar http://www.brother.com/pageyield/ voor meer informatie
over het vervangen van verbruiksartikelen.
Wat is Innobella™?
Innobella™ is een assortiment verbruiksartikelen van Brother. De
naam 'Innobella™' is een samentrekking van de woorden 'innovatie'
en 'bella' (het Italiaanse woord voor 'mooi') en verwijst naar de
innovatieve Brother-technologie die u mooie en duurzame
afdrukresultaten biedt.
Brother beveelt glanzend Innobella™-fotopapier (BP71-serie) aan
voor het afdrukken van hoogwaardige foto's. Met Innobella™-inkt en -
papier maakt u in een handomdraai prachtige afdrukken.
Index
201
E
E
A
Aangepaste telefoonfuncties op een
enkele lijn
...............................................136
Aansluiten
extern antwoordapparaat
............... 68, 69
extern toestel
........................................70
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)
......70
ADF (automatische documentinvoer)
......49
Adresboek
gebruiken
..............................................73
groepsnummers
wijzigen
..............................................77
instellen
.................................................76
verwijderen
...........................................77
wijzigen
.................................................77
Afdrukken
afdrukgebied
.........................................41
papier vastgelopen
.............................121
problemen
...........................................130
resolutie
..............................................196
specificaties
........................................196
Zie de Softwarehandleiding.
Antwoordapparaat
....................................68
aansluiten
.............................................69
Antwoordapparaat, extern
................. 57, 68
aansluiten
...................................... 68, 69
ontvangstmodus
...................................57
uitgaand bericht opnemen
....................69
Apple Macintosh
Zie de Softwarehandleiding.
Automatisch
fax ontvangen
.......................................57
Fax Waarnemen
................................61
B
Belvertraging instellen ..............................60
Brother
CreativeCenter
........................................4
C
ControlCenter
Zie de Softwarehandleiding.
D
Document
laden
.............................................. 49, 50
Draadloos netwerk
Zie de Installatiehandleiding en
Netwerkhandleiding.
E
Enveloppen ....................25, 26, 37, 46, 48
Extern toestel, aansluiten
........................ 70
F
Fax Waarnemen ...................................... 61
Fax, stand-alone
ontvangen
............................................ 57
belvertraging instellen
....................... 60
F/T-beltijd instellen
............................ 60
Fax Waarnemen
................................ 61
Faxvoorbeeld
.................................... 62
ladegebruik
........................................ 44
problemen
............................... 134, 135
storing op de telefoonlijn / bellen via
internet (VoIP)
................................. 140
via een tweede toestel
...................... 71
verzenden
............................................ 52
faxvoorbeeld weergeven
................... 55
formaat van de glasplaat wijzigen
..... 54
kleurenfax
.......................................... 54
problemen
....................................... 135
snelkoppelingen
.......................... 13, 14
storing op de telefoonlijn / bellen via
internet (VoIP)
................................. 140
verzendrapport
.................................. 56
Fax/Telefoon, modus
Belvertraging
........................................ 60
code voor activeren op afstand
............ 71
code voor deactiveren op afstand
........ 71
oproepen aannemen op een tweede
toestel
................................................... 71
Faxberichten of Faxjournaal
overzetten
.............................................. 118
202
Faxcodes
code voor activeren op afstand
...... 61, 71
code voor deactiveren op afstand
.........71
gebruiken
..............................................71
wijzigen
.................................................72
Faxen vanaf pc
Zie de Softwarehandleiding.
Foto- en Foto L-papier
......... 25, 28, 46, 47
Foutmeldingen op touchscreen
..............108
Alleen afdrukken 1-zijdig zwart-wit
......109
Communicatiefout
...............................109
Deksel is open
....................................110
Document vast/te lang
........................110
Geen inktpatroon
................................110
Geheugen vol
......................................110
Initialiseren onmogelijk
........................117
Inkt bijna op
.........................................111
Inktabsorb. bijna vol
............................111
Inktabsorbeerder vol
...........................112
Kan niet afdr.
.......................................113
Kan niet detect.
...................................113
Nog gegevens in geheugen
................113
Onjuist papier
......................................114
Onvoldoende faxgeheugen
.................114
Papier nazien
......................................116
Papier vast
..........................................117
Print onmogelijk
..................................117
Reinigen onmog.
.................................117
Scan onmogelijk
..................................117
Verkeerde lade-instelling
....................117
G
Gereedstand, scherm ..............................12
Grijstinten
...................................... 191, 195
H
Handmatig
kiezen
....................................................73
ontvangen
.............................................57
Handmatige invoer, sleuf
.........................37
Help
functietabellen
.....................................159
instellingentabellen
.............................143
touchscreenmeldingen
........................142
Herkies/Pauze
..........................................74
I
Ingangen
Extern
extern toestel
..................................... 70
Inktcartridges
inktstippenteller
.................................... 98
vervangen
............................................. 98
Innobella™
............................................ 200
K
Kiezen
adresboek
............................................. 73
een pauze
............................................. 76
handmatig
............................................. 73
Overzicht beller-id
................................ 75
Uitg. Gesprek
....................................... 74
Kopiëren
ladegebruik
........................................... 43
met de glasplaat
................................... 50
papierformaat
....................................... 81
papiersoort
........................................... 80
snelkoppelingen
................................... 13
voorinstellingen
.................................... 79
L
Ladeselectie ............................................ 81
LCD (Liquid Crystal Display)
............. 6, 142
helderheid
............................................. 21
M
Macintosh
Zie de Softwarehandleiding.
203
E
N
Netwerk
afdrukken
Zie de Netwerkhandleiding.
scannen
Zie de Softwarehandleiding.
Niet-scanbaar gebied
...............................51
Nuance™ PaperPort™ 12SE
Zie de Softwarehandleiding. Zie ook het
menu Help in de toepassing PaperPort™
12SE.
Nummerweergave
....................................65
Overzicht beller-id
.................................75
fax versturen
......................................75
Toevoegen aan adresboek
................75
verwijderen
........................................75
O
Onderhoud, routine
inktcartridges vervangen
.......................98
Ontvangstmodus
Alleen Fax
.............................................57
Ext. TEL/ANT
........................................57
Fax/Telefoon
.........................................57
Handmatig
............................................57
Overzicht van het bedieningspaneel
..........6
P
Papier ...................................... 44, 189, 190
A3- of Legal-papier laden
.....................32
afdrukgebied
.........................................41
capaciteit
...............................................47
documentformaat
..................................49
enveloppen en briefkaarten laden
........25
formaat
..................................................42
Foto- en Foto L-papier laden
................28
laden
........................................ 22, 25, 29
soort
......................................... 42, 43, 46
PhotoCapture Center™
afdrukinstellingen
kwaliteit
............................................. 86
foto's op het scherm weergeven
.......... 85
MultiMedia Card
................................... 82
scannen naar media
bestandsnaam wijzigen
..................... 86
SD-geheugenkaart
............................... 82
SDHC-geheugenkaart
.......................... 82
SDXC-geheugenkaart
.......................... 82
specificaties
........................................ 193
vanaf pc
Zie de Softwarehandleiding.
Presto! PageManager
Zie de Softwarehandleiding. Zie ook het
menu Help in de toepassing Presto!
PageManager.
Problemen oplossen
als u problemen hebt met
afdrukken
........................................ 130
afdrukkwaliteit
................................. 131
faxen ontvangen
.............................. 135
gegevens invoeren
.......................... 139
inkomende oproepen
...................... 136
kopiëren
.......................................... 137
netwerk
............................................ 138
ontvangen faxen afdrukken
............. 134
papierverwerking
............................. 133
PhotoCapture Center™
................... 137
scannen
........................................... 137
software
........................................... 138
telefoonlijn of verbindingen
............. 135
vastgelopen document
.................... 120
document vastgelopen
....................... 120
foutmeldingen op touchscreen
........... 108
onderhoudsmeldingen op
touchscreen
........................................ 108
papier vastgelopen
............................. 121
204
R
Reinigen
printkop
...............................................102
scanner
...............................................101
Remote Setup
Zie de Softwarehandleiding.
Resolutie
afdrukken
............................................196
faxen
...................................................191
kopiëren
..............................................192
scannen
..............................................195
S
Scannen
Zie de Softwarehandleiding.
Scansnelkoppelingen
........................ 13, 15
Serienummer
achterhalen ......Zie binnenkant frontdeksel
Snelkoppelingen
......................................13
faxen
.....................................................14
kopiëren
................................................13
oproepen
...............................................19
scannen
................................................15
toevoegen
......................... 13, 14, 15, 17
verwijderen
............................................19
web
.......................................................17
wijzigen
.................................................18
snelkoppelingsnaam
..........................19
Stapsgewijze instellingentabellen
..........142
T
Tekst invoeren .......................................185
Telefoonlijn
aansluitingen
.........................................69
meerdere lijnen (PBX)
...........................70
problemen
...........................................135
storing / bellen via internet (VoIP)
.......140
type
.......................................................66
Transparanten
......44, 45, 47, 48, 189, 190
Tweede toestel gebruiken
........................71
U
Uitgaand gesprek
fax versturen
......................................... 74
toevoegen aan adresboek
.................... 74
verwijderen
........................................... 74
V
Vastlopen
document
............................................ 120
papier
................................................. 121
Vegen
........................................................ 9
Verbruiksartikelen
.................................. 200
Volume instellen
belsignaal
............................................. 20
luidspreker
............................................ 21
waarschuwingstoon
.............................. 20
Voorinstellingen voor kopiëren
................ 79
W
Websnelkoppelingen ......................... 13, 17
Windows
®
Zie de Softwarehandleiding.
www.brotherearth.com
Bezoek ons op World Wide Web
http://www.brother.com/
Deze machines zijn uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Plaatselijke
Brother-bedrijven of hun dealers verlenen alleen service voor machines die in hun eigen land zijn
aangekocht.
6

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Brother-MFC-J4710DW

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Brother MFC-J4710DW bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Brother MFC-J4710DW in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 26,63 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Brother MFC-J4710DW

Brother MFC-J4710DW Installatiehandleiding - Nederlands - 44 pagina's

Brother MFC-J4710DW Gebruiksaanwijzing - Nederlands - 101 pagina's

Brother MFC-J4710DW Installatiehandleiding - Deutsch - 44 pagina's

Brother MFC-J4710DW Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 105 pagina's

Brother MFC-J4710DW Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 213 pagina's

Brother MFC-J4710DW Installatiehandleiding - English - 44 pagina's

Brother MFC-J4710DW Gebruiksaanwijzing - English - 91 pagina's

Brother MFC-J4710DW Gebruiksaanwijzing - English - 203 pagina's

Brother MFC-J4710DW Installatiehandleiding - Français - 44 pagina's

Brother MFC-J4710DW Gebruiksaanwijzing - Français - 103 pagina's

Brother MFC-J4710DW Gebruiksaanwijzing - Français - 213 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info