451236
5
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/119
Pagina verder
BEKNOPTE
GEBRUIKERSHANDLEIDING
MFC-J220
MFC-J265W
MFC-J410
MFC-J415W
Versie 0
DUT
Als u de klantenservice moet bellen
Vul de volgende gegevens in voor toekomstige
referentie:
Modelnummer: MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en
MFC-J415W
(omcirkel uw modelnummer)
Serienummer:
1
Aankoopdatum:
Plaats van aankoop:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het
apparaat. Bewaar deze gebruikershandleiding samen
met uw kassabon als aankoopbewijs in geval van
diefstal of brand of voor service die onder de garantie
valt.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
© 2010 Brother Industries, Ltd.
i
Gebruikershandleiding en waar kan ik die vinden?
Welke handleiding? Wat staat erin? Waar is de
handleiding?
Veiligheid en wetgeving Lees de veiligheidsinstructies voordat u de
machine instelt.
Afgedrukt /
In de verpakking
Installatiehandleiding Lees deze handleiding eerst. Volg de instructies
voor het instellen van uw machine en het
installeren van de drivers en de software voor
het besturingssysteem en het type verbinding
dat u gebruikt.
Afgedrukt /
In de verpakking
Beknopte
gebruikershandleiding
Maak kennis met de standaardhandelingen
voor faxen, kopiëren, scannen en voor het
PhotoCapture Center™ en hoe u
verbruiksartikelen vervangt. Raadpleeg de tips
voor het oplossen van problemen.
Afgedrukt /
In de verpakking
Uitgebreide
gebruikershandleiding
Maak kennis met geavanceerde handelingen:
faxen, kopiëren,beveiliging, rapporten
afdrukken en routineonderhoud uitvoeren.
PDF-bestand /
documentatie op de
cd-rom
Softwarehandleiding Volg deze instructies voor afdrukken, scannen,
netwerkscannen (alleen MFC-J265W en
MFC-J415W), PhotoCapture Center™, PC-Fax
verzenden en het gebruik van het Brother
ControlCenter.
PDF-bestand /
documentatie op de
cd-rom
Netwerkhandleiding (Alleen
voor MFC-J265W en
MFC-J415W)
Deze handleiding bevat uitgebreidere
informatie over het configureren van de
draadloze netwerkverbindingen. Hier kunt u
bovendien informatie vinden over
hulpprogramma's voor het netwerk, afdrukken
via het netwerk, tips voor het oplossen van
problemen en specificaties van ondersteunde
netwerken.
PDF-bestand /
documentatie op de
cd-rom
ii
Inhoudsopgave
(BEKNOPTE GEBRUIKERSHANDLEIDING)
1 Algemene informatie 1
Gebruik van de documentatie................................................................................1
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................1
Toegang krijgen tot de Uitgebreide gebruikershandleiding,
de Softwarehandleiding en de Netwerkhandleiding............................................2
Documentatie bekijken ....................................................................................2
Brother-support openen (Windows
®
).....................................................................4
Brother-support openen (Macintosh) .....................................................................5
Overzicht van het bedieningspaneel......................................................................6
Aanwijzingen op het LCD-scherm ...................................................................8
Standaardhandelingen ....................................................................................8
Volume-instellingen ...............................................................................................9
Belvolume........................................................................................................9
Volume van de waarschuwingstoon ................................................................9
Luidsprekervolume ........................................................................................10
LCD-scherm.........................................................................................................10
De helderheid van de achtergrondverlichting instellen..................................10
2 Papier laden 11
Papier en andere afdrukmedia laden...................................................................11
Enveloppen en briefkaarten laden.................................................................13
Kleine afdrukken uit de machine verwijderen ................................................15
Afdrukgebied .................................................................................................16
Papierinstellingen ................................................................................................17
Papiersoort ....................................................................................................17
Papierformaat ................................................................................................17
Acceptabel papier en andere afdrukmedia ..........................................................18
Aanbevolen afdrukmedia...............................................................................18
Omgaan met en gebruik van afdrukmedia ....................................................18
De juiste afdrukmedia selecteren ..................................................................20
3 Documenten laden 22
Documenten laden...............................................................................................22
De ADF gebruiken (alleen MFC-J410 en MFC-J415W)................................22
De glasplaat gebruiken..................................................................................22
Scangebied....................................................................................................23
4 Een fax verzenden 24
Faxen verzenden .................................................................................................24
Het formaat van de glasplaat instellen om te faxen.......................................25
Een fax in kleur verzenden ............................................................................25
Een actieve fax annuleren .............................................................................25
Verzendrapport..............................................................................................26
iii
5 Een fax ontvangen 27
Ontvangstmodi.....................................................................................................27
De ontvangstmodus kiezen .................................................................................27
Ontvangstmodi gebruiken....................................................................................28
Alleen fax.......................................................................................................28
Fax/telefoon................................................................................................... 28
Handmatig .....................................................................................................28
Extern antwoordapparaat ..............................................................................28
Instellingen ontvangstmodus ...............................................................................29
Belvertraging .................................................................................................29
F/T-beltijd (alleen in de Fax/Tel-modus)........................................................29
Fax waarnemen.............................................................................................30
6 Telefoontoestel en externe apparaten 31
Telefoongesprekken ............................................................................................31
Toon of puls................................................................................................... 31
Fax/telefoonmodus ........................................................................................31
Nummerweergave .........................................................................................31
Telefoondiensten .................................................................................................32
Het type telefoonlijn instellen......................................................................... 32
Extern antwoordapparaat aansluiten...................................................................33
Instellingen ....................................................................................................34
Een uitgaand bericht opnemen op een extern antwoordapparaat.................34
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)............................................................34
Externe en tweede toestellen ..............................................................................35
Een extern of tweede toestel aansluiten........................................................35
Werken met externe of tweede toestellen .....................................................35
Een draadloze externe telefoon gebruiken....................................................36
Codes voor afstandsbediening gebruiken .....................................................36
7 Nummers kiezen en opslaan 37
Nummers kiezen..................................................................................................37
Handmatig kiezen..........................................................................................37
Snelkiezen .....................................................................................................37
Zoeken...........................................................................................................37
Faxnummer opnieuw kiezen..........................................................................38
Meer manieren om nummers te kiezen ...............................................................38
Overzicht van uitgaande gesprekken ............................................................38
Overzicht nummerweergave..........................................................................39
Nummers opslaan................................................................................................40
Een pauze opslaan........................................................................................40
Snelkiesnummers opslaan ............................................................................40
De namen of nummers van snelkiesnummers wijzigen ................................41
iv
8Kopiëren 42
Kopren ..............................................................................................................42
Kopiëren stoppen ..........................................................................................42
Kopieerinstellingen ........................................................................................43
Papieropties...................................................................................................43
9 Foto's vanaf een geheugenkaart afdrukken 44
PhotoCapture Center™-functies..........................................................................44
Geheugenkaart gebruiken .............................................................................44
Aan de slag..........................................................................................................45
Foto's afdrukken ..................................................................................................47
Foto's weergeven ..........................................................................................47
PhotoCapture Center™-afdrukinstellingen ..........................................................47
Geheugenkaart scannen .....................................................................................48
10 Afdrukken vanaf een computer 50
Een document afdrukken.....................................................................................50
11 Scannen vanaf een computer 51
Een document scannen.......................................................................................51
Scannen met de scantoets ..................................................................................51
Scannen met een scannerdriver..........................................................................51
A Routineonderhoud 52
De inktcartridges vervangen................................................................................52
De machine reinigen en controleren....................................................................54
De glasplaat reinigen.....................................................................................54
De invoerrollen voor papier reinigen..............................................................55
De printkop reinigen ......................................................................................56
De afdrukkwaliteit controleren .......................................................................56
De uitlijning controleren.................................................................................57
B Problemen oplossen 58
Foutmeldingen .....................................................................................................58
Foutanimatie..................................................................................................64
Faxen of het faxjournaal overbrengen...........................................................64
Document vastgelopen (alleen MFC-J410 en MFC-J415W).........................65
Printer of papier vastgelopen.........................................................................66
Problemen oplossen ...........................................................................................69
Als u problemen met uw machine heeft ........................................................69
Kiestoon waarnemen.....................................................................................76
Storing op de telefoonlijn / Bellen via internet (VoIP) ....................................76
Informatie over de machine .................................................................................77
Het serienummer controleren ........................................................................77
Resetfuncties.................................................................................................77
De machine resetten .....................................................................................77
v
C Menu en functies 78
Programmeren op het scherm .............................................................................78
Menutabel............................................................................................................79
Tekst invoeren ..................................................................................................... 95
Spaties invoegen...........................................................................................95
Correcties aanbrengen..................................................................................95
Letters herhalen.............................................................................................95
Speciale tekens en symbolen........................................................................95
D Specificaties 96
Algemeen ............................................................................................................96
Afdrukmedia......................................................................................................... 98
Faxen................................................................................................................... 99
Kopiëren ............................................................................................................100
PhotoCapture Center .....................................................................................101
Scanner .............................................................................................................102
Printer ................................................................................................................103
Interfaces ...........................................................................................................103
Vereisten voor de computer...............................................................................104
Verbruiksartikelen..............................................................................................105
Netwerk (alleen MFC-J265W en MFC-J415W) .................................................106
EIndex 107
vi
Inhoudsopgave
(UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING)
In de Uitgebreide gebruikershandleiding worden de volgende functies en handelingen uitgelegd.
U kunt de Uitgebreide gebruikershandleiding bekijken op de documentatiecd-rom.
1 Algemene instellingen
Opslag in geheugen
Automatische zomertijd instellen
Slaapstand
LCD-scherm
Tijdklokstand
2 Veiligheidsfuncties
Verzendslot
3 Een fax verzenden
Extra opties bij het verzenden
Extra handelingen bij het verzenden
4 Faxberichten ontvangen
Extra handelingen bij het ontvangen
5 Nummers kiezen en opslaan
Opties voor normale telefoongesprekken
Extra opties bij het nummers kiezen
Extra manieren om nummers op te slaan
6 Rapporten afdrukken
Faxrapporten
Rapporten
7Kopiëren
Kopieerinstellingen
8 Foto's vanaf een
geheugenkaart afdrukken
PhotoCapture Center™-functies
Foto's afdrukken
PhotoCapture Center™-
afdrukinstellingen
Naar een geheugenkaart scannen
A Routineonderhoud
De machine reinigen en controleren
De machine inpakken en vervoeren
B Verklarende woordenlijst
CIndex
1
1
1
Gebruik van de
documentatie
1
Dank u voor de aanschaf van een Brother-
machine! Het lezen van de documentatie
helpt u bij het optimaal benutten van uw
machine.
Symbolen en conventies die
in de documentatie gebruikt
worden 1
De volgende symbolen en conventies worden
in de documentatie gebruikt.
Algemene informatie 1
Vetgedrukt
Vetgedrukte tekst verwijst naar
specifieke knoppen op het
bedieningspaneel van de
machine of op het
computerscherm.
Cursief Cursief gedrukte tekst
benadrukt een belangrijk punt
of verwijst u naar een verwant
onderwerp.
Courier
New
Het lettertype Courier New
verwijst naar meldingen die
worden weergegeven op het
LCD-scherm van de machine.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die, als deze niet
wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig
of fataal letsel.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die, als deze niet
wordt voorkomen, kan resulteren in enig
letsel.
BELANGRIJK
BELANGRIJK Geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in
schade aan eigendommen, storingen of
een niet-werkend product.
Opmerkingen leggen uit wat u in een
bepaalde situatie moet doen of hoe
de bewerking met andere functies
werkt.
Het pictogram Elektrisch gevaar
attendeert u op het risico van
elektrische schokken.
Hoofdstuk 1
2
Toegang krijgen tot de
Uitgebreide
gebruikershandleiding,
de Softwarehandleiding
en de Netwerkhandleiding
1
Deze beknopte gebruikershandleiding bevat
niet alle informatie over de machine, zoals
het gebruik van geavanceerde functies voor
faxen, kopiëren, PhotoCapture Center™,
afdrukken, scannen, PC-Fax en het netwerk.
Wanneer u gedetailleerde informatie wenst
over deze bewerking, kunt u de
Uitgebreide gebruikershandleiding,
Softwarehandleiding en de
Netwerkhandleiding op de
documentatiecd-rom raadplegen.
Documentatie bekijken 1
a Zet de computer aan. Plaats de
documentatiecd-rom in uw
cd-romstation.
Opmerking
(Windows
®
-gebruikers)
Als het scherm niet automatisch
verschijnt, gaat u naar
Deze computer (Computer), dubbelklikt
u op het pictogram van de cd-rom en
vervolgens op index.html.
b (Macintosh-gebruikers)
Dubbelklik op het pictogram van de
cd-rom en vervolgens op index.html.
c Klik op uw land.
Algemene informatie
3
1
d Ga met de muisaanwijzer
achtereenvolgens naar uw taal en
Handleiding bekijken en klik
vervolgens op de gewenste handleiding.
Opmerking
(Alleen Windows
®
-gebruikers)
In uw webbrowser wordt bovenaan de
pagina mogelijk een gele balk
weergegeven met een
beveiligingswaarschuwing over Active X
controls. Om de pagina correct weer te
geven, klikt u op de balk,
Geblokkeerde inhoud toestaan en
vervolgens op Ja in het dialoogvenster
van de beveiligingswaarschuwing.
(Alleen Windows
®
-gebruikers)
1
Voor snellere toegang kunt u alle
gebruikersdocumentatie in PDF-structuur
naar een lokale map op uw computer
kopiëren. Ga met de muisaanwijzer naar
uw taal en klik op
Kopiëren naar lokale schijf.
1
Microsoft
®
Internet Explorer
®
6.0 of recenter.
Instructies voor het scannen
opzoeken 1
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
ControlCenter
Netwerkscannen (alleen voor
MFC-J265W en MFC-J415W)
Procedurehandleidingen voor ScanSoft™
PaperPort™11SE met OCR (alleen voor
MFC-J410 en MFC-J415W)
(Windows
®
)
U kunt de volledige
procedurehandleidingen voor ScanSoft™
PaperPort™11SE met OCR weergeven
via het menu Help in de toepassing
ScanSoft™ PaperPort™11SE.
Presto! PageManager
Gebruikershandleiding (alleen voor
MFC-J410 en MFC-J415W)
(Macintosh)
Opmerking
U dient Presto! PageManager eerst te
downloaden en installeren. Zie Brother-
support openen (Macintosh) op pagina 5
voor verdere instructies.
U kunt de volledige gebruikershandleiding
voor Presto! PageManager weergeven via
het menu Help in de toepassing Presto!
PageManager.
Hoofdstuk 1
4
Instructies voor netwerkinstellingen
opzoeken (alleen MFC-J265W en
MFC-J415W)
1
Uw machine kan worden aangesloten op een
draadloos netwerk. U kunt de
standaardinstallatie-instructies vinden in de
Installatiehandleiding. Als uw draadloze
toegangspunt of router ondersteuning biedt
voor Wi-Fi Protected Setup of AOSS™, kunt
u ook de stappen in de Installatiehandleiding
volgen. Raadpleeg de Netwerkhandleiding
op de documentatiecd-rom voor meer
informatie over het configureren van het
netwerk.
Brother-support
openen (Windows
®
) 1
Alle benodigde hulpbronnen, zoals
websupport (Brother Solutions Center), zijn
beschikbaar op de installatiecd-rom.
Klik op Brother-support in het
Hoofdmenu. Het volgende scherm wordt
weergegeven:
Om onze website
(http://www.brother.com
) te openen, klikt
u op Brother-startpagina.
Voor het laatste nieuws en informatie over
productondersteuning
(http://solutions.brother.com/
) klikt u op
Brother Solutions Center.
Als u onze website voor originele Brother-
verbruiksartikelen
(http://www.brother.com/original/
) wilt
bezoeken,
klikt u op Informatie over supplies.
Als u het Brother CreativeCenter
(http://www.brother.com/creativecenter/
)
voor GRATIS fotoprojecten en afdrukbare
downloads wilt openen, klikt u op Brother
CreativeCenter.
Om terug te gaan naar het Hoofdmenu
klikt u op Terug of op Afsluiten wanneer
u klaar bent.
Algemene informatie
5
1
Brother-support
openen (Macintosh)
1
Alle benodigde hulpbronnen, zoals
websupport (Brother Solutions Center), zijn
beschikbaar op de installatiecd-rom.
Dubbelklik op het pictogram van
Brother-support. Het volgende scherm
wordt weergegeven:
(Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
Klik op Presto! PageManager om Presto!
PageManager te downloaden en
installeren.
Klik op Onlineregistratie om uw machine
te registreren via de pagina voor Brother-
productregistratie
(http://www.brother.com/registration/
).
Voor het laatste nieuws en informatie over
productondersteuning
(http://solutions.brother.com/
) klikt u op
Brother Solutions Center.
Als u onze website voor originele Brother-
verbruiksartikelen
(http://www.brother.com/original/
) wilt
bezoeken, klikt u op Informatie over
verbruiksartikelen.
Hoofdstuk 1
6
Overzicht van het bedieningspaneel 1
De MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W hebben dezelfde
bedieningspaneeltoetsen.
1 Fax- en telefoontoetsen:
Herkies/Pauze
Met deze toets kunt u de laatste 30 gekozen
nummers herhalen. U kunt deze toets ook
gebruiken om een pauze in te voegen
wanneer u snelkiesnummers programmeert.
Telefoon/Intern
Deze toets wordt gebruikt voor een
telefoongesprek nadat de hoorn van het
externe telefoontoestel tijdens het dubbele
belsignaal is opgepakt.
Bij aansluiting op een PBX kunt u met deze
toets ook toegang krijgen tot een buitenlijn of
een gesprek overzetten naar een ander toestel.
2 Modustoetsen:
FAX
Hiermee opent u de faxmodus.
SCAN
Geeft toegang tot scanmodus.
KOPIE
Hiermee opent u de kopieermodus.
PHOTO CAPTURE
Geeft toegang tot de modus PhotoCapture Center
.
3 Menutoetsen:
Volumetoetsen
d c
Als de machine inactief is, kunt u het belvolume
instellen door op deze toetsen te drukken.
Snelkiezen -toets
Met deze toets kunt u nummers in het
geheugen opslaan, zoeken en kiezen.
d of c
Druk op d of c om het geselecteerde
gedeelte in het LCD-scherm naar links of
rechts te verplaatsen.
a of b
Met a of b kunt u door menu's en opties
bladeren.
Menu
Hiermee opent u het hoofdmenu.
Wis
Druk op deze toets om tekens te wissen of om
terug te gaan naar het vorige menuniveau.
OK
Hiermee bevestigt u een selectie.
Fax Geh.
01:4101:4101:41
01. 01. 201001. 01. 201001. 01. 2010
8
6
1
7
Algemene informatie
7
1
4 Starttoetsen:
Mono Start
Hiermee start u het verzenden van faxen of
maakt u kopieën in zwart-wit. Hiermee kunt
u ook een scanbewerking uitvoeren (in kleur
of zwart-wit, afhankelijk van de
scaninstelling in de ControlCenter-software).
Kleur Start
Met deze toets start u het verzenden van
faxen of maakt u kopieën in kleur. Hiermee
kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (in
kleur of zwart-wit, afhankelijk van de
scaninstelling in de ControlCenter-
software).
5 Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een
bewerking gestopt of het menu gesloten.
6 LCD (Liquid Crystal Display)
Op het scherm verschijnen prompts die u
helpen bij het instellen en gebruiken van uw
machine.
7 Kiestoetsen
Deze toetsen gebruikt u om telefoon- en
faxnummers te kiezen, maar deze toetsen dienen
ook om informatie in de machine in te voeren.
Met de toets # kunt u tijdens een oproep de
kiesmodus tijdelijk wijzigen van puls in toon.
8 AAN/UIT
Hiermee schakelt u de machine in en uit.
Druk op
AAN/UIT
om de machine uit te schakelen.
Houd AAN/UIT ingedrukt om de machine uit te
schakelen. Op het LCD-scherm wordt
weergegeven dat de machine wordt afgesloten
en het blijft enkele seconden verlicht voordat
de machine wordt uitgeschakeld.
Als u een extern telefoontoestel of antwoordapparaat
op de machine hebt aangesloten, blijft dit te allen tijde
beschikbaar.
Wanneer u de machine uitgeschakeld hebt, wordt de
printkop toch periodiek gereinigd om de
afdrukkwaliteit te behouden. Om een lange
levensduur van de printkop te garanderen, zo zuinig
mogelijk met de inkt om te gaan en een goede
afdrukkwaliteit te behouden, dient u de machine te
allen tijde aangesloten te laten op een stroombron.
Opmerking
De meeste afbeeldingen in deze gebruikershandleiding
zijn gebaseerd op model MFC-J415W.
Fax Geh.
01:41
01:41
01:41
01. 01. 2010
01. 01. 2010
01. 01. 2010
2 34
5
Hoofdstuk 1
8
Aanwijzingen op het LCD-
scherm 1
Op het LCD-scherm wordt de huidige status
van de machine weergegeven wanneer deze
niet wordt gebruikt.
1 Status draadloze verbinding (alleen
MFC-J265W en MFC-J415W)
Een indicator met vier niveaus geeft de huidige
signaalsterkte van het draadloze netwerk aan
indien u die gebruikt.
2 Huidige ontvangstmodus
Hiermee geeft u de huidige ontvangstmodus
weer.
Fax (Alleen Fax)
F/T (Fax/Tel)
Ant (Extern ANTW.APP)
Hnd (Handmatig)
3 Geheugenstatus
Hier kunt u zien hoeveel geheugen in de
machine beschikbaar is.
4 Inktindicator
Hiermee kunt u zien hoeveel inkt beschikbaar
is.
Het waarschuwingspictogram wordt
weergegeven als er een fout- of
onderhoudsmelding is. Zie Foutmeldingen
op pagina 58 voor meer informatie.
Standaardhandelingen 1
In de volgende stappen wordt beschreven hoe
u een instelling in de machine wijzigt. In dit
voorbeeld wordt de instelling van Tijdklokstand
van 2 minuten in 30 seconden gewijzigd.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Tijdklokstand te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om 30Sec. te selecteren.
Druk op OK.
De huidige instelling wordt op het LCD-
scherm weergegeven:
e Druk op Stop/Eindigen.
0Max
Fax Geh.
01:41:4101:41
01. 01. 201001. 01. 201001. 01. 2010
1
2 3 4
Standaardinst.
MENU
Sel.&druk
Inktbeheer
OK
Fax
2Min.
Standaardinst.
Tijdklokstand
Papiersoort
Papierformaat
Tijdklokstand
30Sec.
1Min
Uit
0Sec.
Tijdklokstand
Papiersoort
Papierformaat
30Sec.
Standaardinst.
Algemene informatie
9
1
Volume-instellingen 1
Belvolume 1
U kunt uit een aantal belvolume-niveaus
kiezen, van Hoog tot Uit.
Als de machine niet actief is, drukt u op
d of c om het volume aan te passen.
Op het LCD-scherm wordt de huidige
instelling weergegeven, en elke keer dat u op
deze toets drukt, wordt het volume aan het
volgende niveau aangepast. De machine
behoudt de nieuwe instelling totdat u deze
wijzigt.
U kunt het volume ook via het menu
aanpassen door de onderstaande instructies
te volgen:
Het belvolume instellen via het menu 1
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Volume te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Belvolume te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of
Uit te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Volume van de
waarschuwingstoon 1
Wanneer de waarschuwingstoon is
ingeschakeld, geeft de machine een
geluidssignaal als u een toets indrukt, een
vergissing maakt of als u een fax hebt
verzonden of ontvangen.
U kunt uit een aantal volume-niveaus voor de
waarschuwingstoon kiezen, van Hoog tot
Uit.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Volume te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Waarsch.toon te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of
Uit te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 1
10
Luidsprekervolume 1
U kunt uit een aantal luidsprekervolume-
niveaus kiezen, van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Volume te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Luidspreker te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of
Uit te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
LCD-scherm 1
De helderheid van de
achtergrondverlichting
instellen 1
Als u het LCD-scherm niet goed kunt lezen,
kunt u de helderheidsinstelling wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Schermverlicht te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Licht, Half of
Donker te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
11
2
2
Papier en andere
afdrukmedia laden
2
a Als de papiersteunklep open is, klapt u
deze in en schuift u vervolgens de
papiersteun naar binnen. Trek de
papierlade volledig uit de machine.
b Breng het deksel van de uitvoerlade
omhoog (1).
c Druk de papiergeleiders voor de
breedte (1) en de papiergeleider voor de
lengte (2) met beide handen voorzichtig
in en stel ze af op het papierformaat.
Zorg dat de driehoekjes (3) op de
papiergeleiders voor de breedte (1) en
op de papiergeleider voor de lengte (2)
naar de markeringen voor het gebruikte
papierformaat wijzen.
Papier laden 2
3
1
3
2
Hoofdstuk 2
12
Opmerking
Wanneer u papier van Legal-formaat
gebruikt, drukt u op de universele
ontgrendeling (1) en schuift u de voorzijde
van de papierlade naar buiten.
d Blader de stapel papier goed door om te
voorkomen dat papier vastloopt of
scheef wordt ingevoerd.
BELANGRIJK
Controleer altijd of het papier niet is
omgekruld of gevouwen.
e Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag
en de bovenste rand eerst.
Controleer of het papier vlak in de lade ligt.
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver
in duwt; het kan aan de achterkant van de
lade omhoog gaan staan en problemen
veroorzaken bij de invoer.
f Pas de papiergeleiders voor de
breedte (1) voorzichtig met beide
handen aan het papier aan.
Zorg dat de papiergeleiders aan de
zijkant de randen van het papier
aanraken.
1
1
Papier laden
13
2
g Sluit het deksel van de uitvoerlade.
h Duw de papierlade langzaam volledig in
de machine.
i Terwijl u de papierlade vasthoudt, trekt
u de papiersteun ( ) naar buiten tot u
een klik hoort en vouwt u vervolgens de
papiersteunklep ( ) uit.
BELANGRIJK
Gebruik de papiersteunklep NIET voor
papier van Legal-formaat.
Enveloppen en briefkaarten
laden 2
Informatie over enveloppen 2
Gebruik enveloppen met een gewicht
tussen 80 en 95 g/m
2
.
Voor sommige enveloppen moet u de
marge in de toepassing instellen. Maak
altijd eerst een proefafdruk voordat u een
groot aantal enveloppen afdrukt.
BELANGRIJK
Gebruik NOOIT de volgende soorten
enveloppen, aangezien deze problemen
veroorzaken bij de papierinvoer:
Zakachtige enveloppen.
Enveloppen met reliëf (met verhoogd
opschrift).
Enveloppen met sluithaken of nietjes.
Enveloppen die aan de binnenkant zijn
voorbedrukt.
Het kan zijn dat u af en toe problemen
ondervindt bij de papierinvoer vanwege
de dikte, het formaat en de vorm van de
omslag van de enveloppen die u gebruikt.
1
2
Lijm Dubbele omslag
Hoofdstuk 2
14
Enveloppen en briefkaarten laden 2
a Druk de hoeken en zijkanten van de
enveloppen of briefkaarten zo plat
mogelijk voordat u deze plaatst.
BELANGRIJK
Plaats de enveloppen of briefkaarten een
voor een in de papierlade als er meerdere
enveloppen of briefkaarten tegelijk naar
binnen worden getrokken.
b Plaats enveloppen of briefkaarten in de
papierlade met de te bedrukken zijde
omlaag en de korte kant eerst, zoals in
de illustratie wordt aangegeven. Druk
met beide handen de papiergeleiders
voor de breedte (1) en de papiergeleider
voor de lengte (2) in en stel ze af op het
formaat van de enveloppen of
briefkaarten.
2
1
Papier laden
15
2
Als u bij het afdrukken op enveloppen
problemen hebt met de omslag aan de
korte kant, kunt u het volgende proberen:
2
a Open de omslag van de envelop.
b Leg de envelop in de papierlade met de
adreszijde naar beneden en de omslag
in de positie zoals aangegeven in de
illustratie.
c Wijzig het formaat en de marge in de
toepassing.
Kleine afdrukken uit de
machine verwijderen 2
Wanneer papier van klein formaat op het
deksel van de uitvoerpapierlade wordt
uitgeworpen, kunt u er misschien niet bij.
Controleer of het afdrukken is voltooid, en
trek vervolgens de lade volledig uit de
machine.
Hoofdstuk 2
16
Afdrukgebied 2
Hoe groot het afdrukgebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte
toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen
papier en enveloppen. De machine kan afdrukken in de grijze gedeelten van losse vellen papier
wanneer de afdrukfunctie Zonder Marges beschikbaar en ingeschakeld is. (Zie Afdrukken voor
Windows
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh in de Softwarehandleiding.)
Opmerking
De functie Zonder rand is niet beschikbaar voor enveloppen.
Losse vellen Enveloppen
Bovenkant (1) Onderkant (2) Links (3) Rechts (4)
Losse vellen 3 mm 3 mm 3 mm 3 mm
Enveloppen 12 mm 24 mm 3 mm 3 mm
3
4
1
2
3
4
1
2
Papier laden
17
2
Papierinstellingen 2
Papiersoort 2
Voor de beste afdrukkwaliteit, stelt u de
machine in op het type papier dat u gebruikt.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Papiersoort te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Normaal Papier,
Inkjet papier, Brother BP71,
Brother BP61, Glossy anders of
Transparanten te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Het papier wordt met de bedrukte zijde
omhoog op de uitvoerlade aan de
voorkant van de machine uitgeworpen.
Als u transparanten of glanzend papier
gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te
verwijderen om te voorkomen dat de
vellen aan elkaar plakken of vastlopen.
Papierformaat 2
U kunt vijf papierformaten voor het afdrukken
van uw kopieën gebruiken: A4, A5, Letter,
Legal en 10 15 cm en drie formaten voor
het afdrukken van faxen: A4, Legal en Letter.
Wanneer u papier van een ander formaat in
de machine plaatst, moet u ook de instelling
voor het papierformaat wijzigen zodat uw
machine een binnenkomende fax passend op
het vel papier kan afdrukken.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Papierformaat te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om A4, A5, 10x15cm,
Letter of Legal te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 2
18
Acceptabel papier en
andere afdrukmedia
2
De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed
door het soort papier dat u in de machine
gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de
instellingen die u heeft gekozen, moet u de
papiersoort altijd instellen op het type papier
dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat
papier), glanzend papier, transparanten en
enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten
papier te testen alvorens een grote
hoeveelheid aan te schaffen.
Gebruik Brother-papier voor de beste
resultaten.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat
papier), transparanten en glanzend
papier, moeten op het tabblad Normaal
van de printerdriver of voor de instelling
Papiersoort in het menu altijd de juiste
afdrukmedia zijn geselecteerd. (Zie
Papiersoort op pagina 17.)
Wanneer u afdrukt op fotopapier van
Brother, plaatst u een extra vel van
hetzelfde fotopapier in de papierlade. U
vindt dit extra vel in de verpakking van het
papier.
Als u transparanten of fotopapier gebruikt,
dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen;
dit om te voorkomen dat de vellen aan
elkaar plakken of vastlopen.
Raak het afgedrukte oppervlak van het
papier vlak na het afdrukken niet aan; de
inkt kan nog nat zijn en op uw vingers
vlekken.
Aanbevolen afdrukmedia 2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen
raden wij u aan Brother-papier te gebruiken.
(Zie de onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier
beschikbaar is, raden wij u aan verschillende
soorten papier te testen voor u grote
hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren ‘3M Transparency Film’ te
gebruiken wanneer u op transparanten
afdrukt.
Omgaan met en gebruik van
afdrukmedia 2
Bewaar papier in de originele verpakking
en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar
het papier plat en verwijderd van vocht,
direct zonlicht en warmte.
Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde
van het fotopapier niet aanraakt. Plaats
fotopapier met de glimmende zijde naar
beneden.
Raak de voor- of achterkant van
transparanten niet aan; deze absorberen
snel water en transpiratie, wat afbreuk
doet aan de afdrukkwaliteit.
Transparanten die voor laserprinters en -
kopieerapparaten ontworpen zijn, kunnen
vlekken op het volgende document
veroorzaken. Gebruik alleen
transparanten die worden aanbevolen
voor inkjetprinters.
Brother-papier
Papiersoort Item
A4 Normaal BP60PA
A4 Glanzend Foto BP71GA4
A4 Inkjet (Mat) BP60MA
10 15 cm Glanzend
Foto
BP71GP
Papier laden
19
2
BELANGRIJK
Gebruik de volgende soorten papier NIET:
papier dat beschadigd, gekruld of
gekreukt is of een onregelmatige vorm
heeft
1 Papier dat 2 mm of meer is
omgekruld, kan vastlopen.
hoogglanzend of erg gestructureerd
papier
papier dat niet netjes kan worden
gestapeld
papier met een breedlopende vezel
Papiercapaciteit van het deksel van de
uitvoerpapierlade
2
Maximaal 50 vellen A4-papier van 80 g/m
2
.
Om vlekken te voorkomen moeten
transparanten en fotopapier vel voor vel
van het deksel van de uitvoerlade worden
verwijderd.
1
1
Hoofdstuk 2
20
De juiste afdrukmedia selecteren 2
Type en formaat papier voor elke functie 2
Papiersoort Papierformaat Gebruik
Faxen Kopiëren Photo
Capture
Printer
Losse vellen A4 210 297 mm Ja Ja Ja Ja
Letter 215,9 279,4 mm Ja Ja Ja Ja
Legal 215,9 355,6 mm Ja Ja Ja
Executive 184 267 mm Ja
JIS B5 182 257 mm Ja
A5 148 210 mm Ja Ja
A6 105 148 mm Ja
Kaarten Foto 10 15 cm Ja Ja Ja
Foto 2L 13 18 cm Ja Ja
Indexkaart 127 203 mm Ja
Briefkaart 1 100 148 mm Ja
Briefkaart 2
(Dubbel)
148 200 mm Ja
Enveloppen C5-Envelop 162 229 mm Ja
DL-Envelop 110 220 mm Ja
COM-10 105 241 mm Ja
Monarch 98 191 mm Ja
JE4-
Envelop
105 235 mm Ja
Transparanten A4 210 297 mm Ja Ja
Letter 215,9 279,4 mm Ja Ja
Legal 215,9 355,6 mm Ja Ja
A5 148 210 mm Ja Ja
Papier laden
21
2
Gewicht, dikte en capaciteit van papier 2
1
Maximaal 100 vellen papier van 80 g/m
2
.
2
BP71-papier van 260 g/m
2
is speciaal bedoeld voor inkjetmachines van Brother.
Papiersoort Gewicht Dikte Aantal
vellen
Losse
vellen
Normaal
papier
64 tot 120 g/m
2
0,08 tot 0,15 mm
100
1
Inkjetpapier
64 tot 200 g/m
2
0,08 tot 0,25 mm 20
Glanzend
papier
Max. 220 g/m
2
Max. 0,25 mm
20
2
Kaarten Fotokaart
Max. 220 g/m
2
Max. 0,25 mm
20
2
Indexkaart
Max. 120 g/m
2
Max. 0,15 mm 30
Briefkaart
Max. 200 g/m
2
Max. 0,25 mm 30
Enveloppen
75 tot 95 g/m
2
Max. 0,52 mm 10
Transparanten 10
22
3
Documenten laden 3
U kunt via de ADF (automatische
documentinvoer) en via de glasplaat een fax
versturen, kopieën maken en scannen.
De ADF gebruiken (alleen
MFC-J410 en MFC-J415W) 3
De ADF heeft een capaciteit van maximaal
15 vellen en voert het papier vel voor vel in.
Gebruik standaardpapier met een gewicht
van 80 g/m
2
en waaier de stapel altijd los
voordat u het papier in de ADF plaatst.
Ondersteunde documentformaten 3
Documenten laden 3
BELANGRIJK
Trek NIET aan het document als het wordt
ingevoerd.
Gebruik GEEN papier dat is omgekruld,
gekreukeld, gevouwen, gescheurd, geniet
of dat is vastgemaakt met nietjes, lijm of
plakband.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of
stof.
Laat documenten met inkt eerst volledig
drogen.
a Vouw de ADF-documentsteunklep (1)
uit.
b Blader de stapel papier goed door.
c Stel de papiergeleiders (2) in op de
breedte van uw document.
d Plaats uw documenten met de
bedrukte zijde omlaag en de
bovenrand eerst in de ADF tot u voelt
dat deze de papierrol raken en op het
LCD-scherm ADF gereed wordt
weergegeven.
BELANGRIJK
Laat GEEN dikke documenten achter op
de glasplaat. Als u dat doet, kan de ADF
vastlopen.
De glasplaat gebruiken 3
U kunt de glasplaat gebruiken om pagina
voor pagina of pagina’s uit een boek te faxen,
te kopiëren of te scannen.
Ondersteunde documentformaten 3
Documenten laden 3
Papier:
80 g/m
2
A4
Lengte: 148 tot 355,6 mm
Breedte: 148 tot 215,9 mm
Gewicht:
64 tot 90 g/m
2
Lengte: Max. 297 mm
Breedte: Max. 215,9 mm
Gewicht: Max. 2 kg
1
2
Documenten laden
23
3
Documenten laden 3
Opmerking
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de
ADF leeg zijn. (Alleen MFC-J410 en
MFC-J415W)
a Til het documentdeksel op.
b Gebruik de documentgeleiders aan de
linker- en bovenkant om het document
in de linkerbovenhoek van de glasplaat
te leggen, met de bedrukte zijde naar
beneden.
c Sluit het documentdeksel.
BELANGRIJK
Als u bezig bent een boek of een lijvig
document te scannen, laat het deksel dan
NIET dichtvallen en druk er niet op.
Scangebied 3
De grootte van het scangebied is afhankelijk
van de instellingen in de door u gebruikte
toepassing. Hieronder wordt aangegeven
welke gebieden niet kunnen worden
gescand.
1
Bij gebruik van de ADF bedraagt het niet-scanbare
gebied 1 mm.
Gebruik
Document-
grootte
Bovenkant (1)
Onderkant (2)
Links (3)
Rechts (4)
Faxen A4 3 mm
3 mm
1
Letter 3 mm 4 mm
Legal (alleen
MFC-J410 en
MFC-J415W)
3 mm 4 mm
Kopiëren
A4 3 mm 3 mm
Letter 3 mm 3 mm
Scannen
A4 3 mm 3 mm
Letter 3 mm 3 mm
3
4
1
2
24
4
Faxen verzenden 4
In de volgende stappen wordt beschreven
hoe u een fax verzendt.
a Wanneer u een fax wilt verzenden of de
instellingen voor het verzenden of
ontvangen van faxen wilt wijzigen, drukt
u op de (FAX)-toets zodat deze
blauw verlicht wordt.
Op het LCD-scherm wordt het
volgende weergegeven:
b Plaats op een van de volgende
manieren uw document:
Plaats het document met de
bedrukte zijde omlaag in de ADF.
(Zie De ADF gebruiken (alleen
MFC-J410 en MFC-J415W)
op pagina 22.)
Leg uw document met de bedrukte
zijde omlaag op de glasplaat. (Zie De
glasplaat gebruiken op pagina 22.)
Opmerking
Als u een fax in zwart-wit vanuit de ADF
verzendt terwijl het geheugen vol is, wordt
deze direct verzonden.
U kunt de glasplaat gebruiken om
pagina's van een boek één voor één te
faxen. Het formaat van de documenten
kan maximaal A4 of Letter zijn.
Gebruik de ADF als u kleurfaxen van
meerdere pagina's wilt verzenden. (Alleen
MFC-J410 en MFC-J415W)
Aangezien u slechts één pagina tegelijk
kunt scannen, is het eenvoudiger om de
ADF te gebruiken als u een document van
meerdere pagina’s verzendt. (Alleen
MFC-J410 en MFC-J415W)
c Wijzig desgewenst het formaat van de
glasplaat, de resolutie of het contrast.
Zie Een fax verzenden in hoofdstuk 3
van de Uitgebreide
gebruikershandleiding:
Rondsturen
Direct Verzend
Internationaal
Faxresolutie
Contrast
Scanformaat glas
d Toets het faxnummer in.
De kiestoetsen gebruiken
Het telefoonboek gebruiken
Snelkiezen
Het overzicht van oproepen
gebruiken
Uitgaand gesprek
Overz. beller-ID
Een fax verzenden 4
Faxresolutie
Contrast
Standaard
Druk Start
Voer nummer in
Een fax verzenden
25
4
e Druk op Mono Start of Kleur Start.
Faxen verzenden vanaf de ADF
(alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
De machine begint het document te
scannen.
Faxen verzenden via de glasplaat
Als u op Mono Start drukt, begint de
machine met het scannen van de
eerste pagina.
Ga op een van de volgende
manieren te werk:
Om een enkele pagina te
verzenden, drukt u op 2 om
Nee(znd) te kiezen (of druk
opnieuw op Mono Start).
De machine begint met het
verzenden van het document.
Om meerdere pagina's te
verzenden, drukt u op 1 om Ja te
selecteren en plaatst u de
volgende pagina op de glasplaat.
Druk op OK. De machine begint
met het scannen van de pagina.
(Herhaal deze stap voor elke
volgende pagina.)
Als u op Kleur Start drukt, begint de
machine met het verzenden van het
document.
Opmerking
Druk op Stop/Eindigen om te annuleren.
Het formaat van de glasplaat
instellen om te faxen 4
Wanneer documenten van het formaat Letter
zijn, moet u het scanformaat op Letter
instellen. Als u dit niet doet, ontbreken de
zijkanten van de fax.
a Druk op (FAX).
b Druk op a of b om Scanformaat glas
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Letter te selecteren.
Druk op OK.
Opmerking
U kunt de instellingen die u het vaakst
gebruikt opslaan door ze als de standaard
in te stellen. (Zie Uw wijzigingen instellen
als nieuwe standaardinstellingen in
hoofdstuk 3 van de Uitgebreide
gebruikershandleiding.)
Een fax in kleur verzenden 4
Uw machine kan een fax in kleur verzenden
naar machines die deze functie
ondersteunen.
Kleurenfaxen kunnen niet in het geheugen
worden opgeslagen. Als u een kleurenfax
verzendt, verzendt de machine deze direct
(zelfs als Direct Verzend is ingesteld op
Uit).
Een actieve fax annuleren 4
Als u een fax wilt annuleren terwijl de
machine bezig is met scannen, kiezen of
verzenden, drukt u op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 4
26
Verzendrapport 4
U kunt het verzendrapport als bewijs
gebruiken dat u een fax hebt verzonden. In dit
rapport worden de naam of het faxnummer
van de afzender, de tijd en de datum waarop
het bericht werd verzonden, de duur van de
transmissie, het aantal verzonden pagina's
en of de fax al dan niet goed is verzonden,
vermeld.
Voor het verzendrapport zijn een aantal
instellingen mogelijk:
Aan: Drukt een rapport af na elke
verzonden fax.
Aan+Beeld: Drukt een rapport af na elke
verzonden fax. Een gedeelte van de
eerste pagina van de fax wordt op het
rapport weergegeven.
Uit: Drukt een rapport af als uw fax niet
is verzonden door een transmissiefout.
Uit is de standaardinstelling.
Uit+Beeld: Drukt een rapport af als uw
fax niet is verzonden door een
transmissiefout. Een gedeelte van de
eerste pagina van de fax wordt op het
rapport weergegeven.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Kies rapport te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Verzendrapp. te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Aan, Aan+Beeld,
Uit of Uit+Beeld te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
•Als u Aan+Beeld of Uit+Beeld kiest,
wordt de afbeelding alleen op het
verzendrapport weergegeven als de
instelling voor direct verzenden
uitgeschakeld is. (Zie Direct verzenden in
hoofdstuk 3 van de Uitgebreide
gebruikershandleiding.)
Als de transmissie goed is verlopen, wordt
"OK" naast "RESULT" op het
verzendrapport weergegeven. Als de
transmissie niet goed is verlopen, wordt
"FOUT" naast "RESULT" weergegeven.
27
5
5
Ontvangstmodi 5
U moet een ontvangstmodus kiezen die past bij de externe apparaten en telefoondiensten die op
de lijn zijn aangesloten.
De ontvangstmodus kiezen 5
Standaard ontvangt uw machine automatisch alle faxen die ernaartoe worden verzonden. Met
behulp van het onderstaande schema kunt u de juiste modus kiezen.
Raadpleeg Ontvangstmodi gebruiken op pagina 28 voor meer informatie over ontvangststanden.
Volg de onderstaande instructies om een ontvangstmodus in te stellen:
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Stand.instel. te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmodus te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Alleen Fax, Fax/Telefoon, Ext. TEL/ANT of Handmatig te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Op het LCD-scherm wordt de huidige ontvangstmodus weergegeven.
Een fax ontvangen 5
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een
extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de
machine?
Ja
Alleen Fax
Nee
Nee
Nee
Handmatig
Ja
Ext. TEL/ANT
Fax/Telefoon
Gebruikt u de functie voor voicemail van een
extern antwoordapparaat?
Wilt u dat de machine faxoproepen en
telefoongesprekken automatisch opneemt?
Ja
Hoofdstuk 5
28
Ontvangstmodi
gebruiken
5
Sommige ontvangststanden beantwoorden
oproepen automatisch (Alleen Fax en
Fax/Telefoon). U kunt de belvertraging
wijzigen voordat u deze standen gebruikt.
(Zie Belvertraging op pagina 29.)
Alleen fax 5
Als de modus Alleen fax is ingeschakeld,
wordt elk telefoontje automatisch als
faxoproep beantwoord.
Fax/telefoon 5
De modus Fax/telefoon helpt u om
inkomende oproepen automatisch af te
handelen, doordat wordt herkend of het een
fax of een telefoongesprek betreft. De
oproepen worden als volgt verwerkt:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Een telefoongesprek activeert het
dubbele belsignaal om aan te geven dat u
de oproep moet aannemen. Het dubbele
belsignaal is een snel belsignaal
afkomstig van uw machine.
(Zie ook F/T-beltijd (alleen in de Fax/Tel-
modus) op pagina 29 en Belvertraging
op pagina 29.)
Handmatig 5
De modus Handmatig schakelt alle
automatische antwoordfuncties uit.
Als u in de handmatige modus een fax wilt
ontvangen, neemt u de hoorn van een extern
toestel op. Wanneer u faxtonen (korte
herhaalde tonen) hoort, drukt u op
Mono Start of Kleur Start en kiest u
Ontvangen. U kunt ook de functie Fax
waarnemen gebruiken om faxen te
ontvangen door de hoorn op te nemen van
een toestel op dezelfde lijn als die van de
machine.
(Zie ook Fax waarnemen op pagina 30.)
Extern antwoordapparaat 5
In de modus Extern antwoordapparaat
beheert een extern antwoordapparaat uw
inkomende oproepen. Inkomende oproepen
worden als volgt afgehandeld:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Bellers kunnen een bericht op het externe
antwoordapparaat achterlaten.
(Zie Extern antwoordapparaat aansluiten
op pagina 33 voor meer informatie.)
Een fax ontvangen
29
5
Instellingen
ontvangstmodus
5
Belvertraging 5
De instelling Belvertraging bepaalt hoe vaak
de machine in de stand Alleen Fax of
Fax/Telefoon overgaat voordat de oproep
wordt beantwoord. Als u een extern of
tweede toestel op dezelfde lijn als de
machine gebruikt, kiest u het maximum
aantal belsignalen.
(Zie Werken met externe of tweede toestellen
op pagina 35 en Fax waarnemen
op pagina 30.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Bel Vertraging te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om te kiezen hoe vaak de
machine moet overgaan voordat wordt
opgenomen.
Druk op OK.
Als u 0 kiest, wordt er helemaal geen
belsignaal gegeven.
f Druk op Stop/Eindigen.
F/T-beltijd
(alleen in de Fax/Tel-modus) 5
Wanneer iemand uw machine belt, horen u
en de beller het geluid van een telefoon die
overgaat. Het aantal belsignalen wordt
bepaald door de instelling van Belvertraging.
Als de oproep een fax is, ontvangt de
machine deze. Is het echter een
telefoonoproep, dan hoort u een dubbel
belsignaal voor de tijdsduur ingesteld bij de
instelling van F/T-beltijd. Als u het dubbele
belsignaal hoort, betekent dit dat het een
telefoonoproep betreft.
Omdat het dubbele belsignaal door de
machine wordt geproduceerd, gaan externe
en tweede toestellen niet over, maar u kunt
het gesprek wel op elk toestel aannemen.
(Zie Codes voor afstandsbediening
gebruiken op pagina 36 voor meer
informatie.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om F/T Beltijd te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om te kiezen hoe lang de
machine een belsignaal moet geven om
u op een gewoon telefoongesprek te
attenderen (20, 30, 40 of 70 seconden).
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Zelfs als de beller tijdens het dubbele
belsignaal ophangt, zal de machine dit
signaal het aantal seconden dat u hebt
geselecteerd aanhouden.
Hoofdstuk 5
30
Fax waarnemen 5
Als Fax waarnemen is ingesteld op
Aan
:
5
De machine ontvangt een faxoproep
automatisch, zelfs als u de oproep
beantwoordt. Als op het LCD-scherm
Ontvangst wordt weergegeven, of wanneer
u tjirpende geluiden via de hoorn hoort, legt u
gewoon de hoorn op de haak. Uw machine
doet de rest.
Als Fax waarnemen is ingesteld op
Uit
:
5
Wanneer u bij de machine in de buurt bent en
een faxoproep beantwoordt door de hoorn op
de pakken, drukt u op Mono Start of
Kleur Start en dan op 2 om de fax te
ontvangen.
Als u de oproep hebt beantwoord via een
tweede toestel, drukt u op l 51. (Zie Werken
met externe of tweede toestellen
op pagina 35.)
Opmerking
Als deze functie is ingesteld op Aan, maar
uw machine de faxoproep niet overneemt
wanneer u de hoorn van een tweede of
extern toestel opneemt, moet u de code
voor activeren op afstand intoetsen: l 5 1.
Als u faxen verzendt vanaf een computer
op dezelfde telefoonlijn en de machine
onderschept de faxen, stelt u Fax
waarnemen in op Uit.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Fax Waarnemen te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
31
6
6
Telefoongesprekken 6
Toon of puls 6
Wanneer u een pulsservice hebt, maar
toonsignalen moet verzenden (bijvoorbeeld
voor telefonisch bankieren), dient u de
onderstaande instructies te volgen:
a Neem de hoorn van het externe toestel.
b Druk op # op het bedieningspaneel van
de machine. Alle cijfers die hierna
worden gekozen worden als
toonsignalen verzonden.
Wanneer u de hoorn op de haak legt, keert de
machine terug naar de pulsservice.
Fax/telefoonmodus 6
Als de machine in de Fax/Tel-modus staat,
wordt het dubbele belsignaal (een snel
dubbel belsignaal) gebruikt om aan te geven
dat het een normaal telefoontje betreft.
Als u bij een externe telefoon bent, neemt u
de hoorn van de externe telefoon op en drukt
u op Telefoon/Intern om de oproep te
beantwoorden.
Als u zich bij een tweede toestel bevindt,
moet u de hoorn tijdens het overgaan van de
dubbele bel opnemen en tussen twee snelle
dubbele belsignalen op #51 drukken. Als er
niemand aan de andere kant van de lijn is, of
als iemand u een fax wil zenden, stuurt u de
oproep terug naar de machine door op l 51
te drukken.
Nummerweergave 6
Met de functie nummerweergave kunt u
gebruikmaken van de dienst
nummerweergave die door veel lokale
telefoonbedrijven wordt aangeboden. Neem
contact op met uw telefoonbedrijf voor
informatie. Als u deze dienst gebruikt, ziet u
het telefoonnummer of indien beschikbaar de
naam van de beller als de telefoon overgaat.
Na enkele belsignalen wordt op het LCD-
scherm het telefoonnummer (en eventueel de
naam) van de beller weergegeven. Zodra u
een telefoontje aanneemt, verdwijnt de
informatie over de beller van het LCD-
scherm, maar de oproepinformatie blijft
opgeslagen in het geheugen.
U kunt het overzicht bekijken of een van deze
nummers selecteren om naar te faxen, toe te
voegen als snelkiesnummer of te
verwijderen. (Zie Overzicht
nummerweergave op pagina 39.)
De eerste 18 tekens van het nummer (en
de naam) worden weergegeven.
De melding ID onbekend geeft aan dat
de oproep afkomstig is van buiten het
gebied dat uw nummerweergavedienst
beslaat.
De melding Privénummer betekent dat
de beller ervoor heeft gekozen om
zijn/haar informatie niet te laten
weergeven.
U kunt een lijst met informatie over de
oproepen die uw machine heeft ontvangen,
afdrukken. (Zie Een rapport afdrukken in
hoofdstuk 6 van de Uitgebreide
gebruikershandleiding.)
Opmerking
De dienst nummerweergave is afhankelijk
van de dienstverlener. Neem contact op
met uw lokale telefoonbedrijf voor meer
informatie over welke diensten er in uw
gebied beschikbaar zijn.
Telefoontoestel en externe
apparaten
6
Hoofdstuk 6
32
Nummerweergave inschakelen 6
Als u beschikt over nummerweergave op uw
lijn, dient u deze functie in te stellen op Aan
zodat het telefoonnummer van de beller op
het LCD-scherm wordt weergegeven als de
telefoon overgaat.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Diversen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Beller ID te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Telefoondiensten 6
De machine ondersteunt de
nummerweergaveservice die door sommige
telefoonbedrijven wordt aangeboden.
Functies als Voicemail, Wisselgesprek
Wisselgesprek/Nummerweergave, een
antwoordapparaat, alarmsysteem of een
andere speciale functie op dezelfde lijn
kunnen problemen veroorzaken bij de
werking van de machine.
Het type telefoonlijn instellen 6
Als u de machine aansluit op een lijn met PBX
of ISDN voor het verzenden en ontvangen
van faxen, moet u ook het type telefoonlijn
ook wijzigen aan de hand van de volgende
stappen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Stand.instel. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Tel lijn inst te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om PBX, ISDN (of
Normaal) te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Telefoontoestel en externe apparaten
33
6
PBX en doorverbinden 6
De machine is in eerste instantie ingesteld op
Normaal om te worden aangesloten op een
standaard openbaar telefoonnetwerk
(PSTN). In veel kantoren wordt echter een
centraal telefoonsysteem, Private Branch
Exchange (PBX), gebruikt. Uw machine kan
op de meeste PBX-telefoonsystemen worden
aangesloten. De oproepfunctie van de
machine ondersteunt alleen TBR (Timed
Break Recall). TBR werkt met de meeste
PBX-systemen, zodat u toegang krijgt tot een
buitenlijn, of gesprekken naar een andere lijn
kunt doorverbinden. De functie wordt
ingeschakeld wanneer u op Telefoon/Intern
drukt.
Opmerking
U kunt een druk op de toets
Telefoon/Intern programmeren als
onderdeel van een nummer dat in een
snelkieslocatie is opgeslagen. Hiervoor
drukt u tijdens het programmeren van het
snelkiesnummer eerst op
Telefoon/Intern (op het LCD-scherm
verschijnt “!”), en vervolgens voert u het
telefoonnummer in. Als u dit doet, hoeft u
niet meer eerst op Telefoon/Intern te
drukken wanneer u een snelkieslocatie
gebruikt. (Zie Nummers opslaan
op pagina 40.) Als PBX echter niet is
geselecteerd in de instelling van het type
telefoonlijn, kunt u geen gebruikmaken
van het snelkiesnummer waarin het
indrukken van Telefoon/Intern is
geprogrammeerd.
Extern
antwoordapparaat
aansluiten
6
U kunt een extern antwoordapparaat
aansluiten. Als u echter een extern
ANTW.APP. aansluit op dezelfde telefoonlijn
als de machine, worden alle gesprekken
beantwoord door het ANTW.APP., en
“luistert” de machine naar faxtonen. Als de
machine faxtonen waarneemt, neemt de
machine de oproep over en wordt de fax
ontvangen. Als de machine geen faxtonen
waarneemt, laat de machine het
antwoordapparaat het uitgaande bericht
afspelen zodat de beller een bericht kan
inspreken.
Het antwoordapparaat moet binnen vier
belsignalen antwoorden (de aanbevolen
instelling is twee belsignalen). De machine
kan de faxtonen pas waarnemen als het
antwoordapparaat de oproep heeft
beantwoord, en bij vier belsignalen blijven er
slechts 8 tot 10 seconden van faxtonen over
voor de aansluitbevestiging. Volg de
instructies in deze handleiding zorgvuldig op
wanneer u uw uitgaande bericht opneemt.
Wij raden af om op uw extern
antwoordapparaat de functie bespaarstand te
gebruiken als het meer dan vijf keer overgaat.
Opmerking
Als u niet al uw faxen ontvangt, dient u de
instelling voor belvertraging op uw externe
antwoordapparaat te verkorten.
1 Antwoordapparaat
Als het antwoordapparaat een oproep
beantwoordt, wordt op het LCD-scherm
Telefoon weergegeven.
1
1
Hoofdstuk 6
34
BELANGRIJK
Sluit een antwoordapparaat NIET op een
andere plaats op dezelfde telefoonlijn aan.
Instellingen 6
Het externe antwoordapparaat moet zijn
aangesloten zoals in de vorige afbeelding is
aangegeven.
a Stel uw externe antwoordapparaat in op
één of twee belsignalen. (De instelling
voor belvertraging van de machine is
niet van toepassing.)
b Neem het uitgaande bericht op uw
externe antwoordapparaat op.
c Stel het antwoordapparaat in om
oproepen aan te nemen.
d Stel de ontvangstmodus in op
Ext. TEL/ANT. (Zie De
ontvangstmodus kiezen op pagina 27.)
Een uitgaand bericht
opnemen op een extern
antwoordapparaat 6
Bij het opnemen van dit bericht is een goede
timing van belang.
a Neem vijf seconden stilte op aan het
begin van uw bericht. (Dit geeft de
machine de gelegenheid om bij
automatische faxtransmissies de
faxtonen te horen voordat deze
stoppen.)
b Neem een bericht van maximaal
20 seconden op.
Opmerking
Wij raden u aan om aan het begin van uw
uitgaand bericht eerst een stilte van
5 seconden op te nemen, omdat de machine
geen faxtonen kan horen over een
resonerende of luide stem. U kunt proberen
om deze pauze weg te laten, maar als uw
machine problemen heeft met de ontvangst,
moet u het uitgaande bericht opnieuw
opnemen en deze stilte inlassen.
Aansluiting op meerdere
lijnen (PBX) 6
Wij raden u aan om contact op te nemen met
het bedrijf dat uw PBX heeft geïnstalleerd om
uw machine aan te sluiten. Als u beschikt
over een systeem met meerdere lijnen, raden
wij u aan om de installateur te vragen om de
machine op de laatste lijn van het systeem
aan te sluiten. Zo wordt voorkomen dat de
machine wordt geactiveerd als het systeem
telefoonoproepen ontvangt. Als alle
inkomende telefoontjes door een telefonist(e)
worden beantwoord, adviseren wij u om de
ontvangstmodus in te stellen op Handmatig.
Wij kunnen niet garanderen dat uw machine
onder alle omstandigheden naar behoren
werkt als deze is aangesloten op een PBX.
Neem bij problemen met het verzenden of
ontvangen van faxen eerst contact op met het
bedrijf dat uw centrale verzorgt.
Opmerking
Controleer of het type telefoonlijn is
ingesteld op PBX. (Zie Het type
telefoonlijn instellen op pagina 32.)
Telefoontoestel en externe apparaten
35
6
Externe en tweede
toestellen
6
Een extern of tweede toestel
aansluiten 6
U kunt een apart toestel op uw machine
aansluiten, zoals in onderstaande afbeelding.
1 Tweede toestel
2 Extern toestel
Als u een toestel op dezelfde telefoonlijn
gebruikt, wordt op het LCD-scherm
Telefoon weergegeven.
Opmerking
Sluit het externe toestel aan met een
kabel van maximaal drie meter.
Werken met externe of tweede
toestellen 6
Als u een faxoproep aanneemt van een
tweede toestel of een extern toestel, kunt u
de oproep doorverbinden naar de machine
door de faxontvangstcode in te toetsen. Als u
de code voor activeren op afstand, l 51,
intoetst, begint de machine met het
ontvangen van de fax.
Als de machine een normaal telefoontje
aanneemt en het snelle dubbele belsignaal
geeft, toetst u de code voor deactiveren op
afstand, #51, in om het telefoontje op een
tweede toestel aan te nemen. (Zie F/T-beltijd
(alleen in de Fax/Tel-modus) op pagina 29.)
Als u een telefoontje aanneemt en er is
niemand aan de lijn:
6
Waarschijnlijk gaat het om het ontvangen van
een handmatige fax.
Toets l 51 in en wacht tot u het tjirpende
geluid hoort of tot op het LCD-scherm
Ontvangst wordt weergegeven en hang
dan op.
Opmerking
U kunt ook de functie Fax waarnemen
gebruiken om uw machine het telefoontje
automatisch te laten aannemen. (Zie Fax
waarnemen op pagina 30.)
1
2
Hoofdstuk 6
36
Een draadloze externe
telefoon gebruiken 6
Als de basiseenheid van de draadloze
telefoon op dezelfde telefoonlijn als de
machine is aangesloten (zie Externe en
tweede toestellen op pagina 35), is het
handiger om oproepen tijdens de
belvertraging op te nemen als u de draadloze
telefoon bij u hebt.
Als u de machine de oproep eerst laat
aannemen, moet u naar de machine gaan en
op Telefoon/Intern drukken om het
telefoontje op de draadloze telefoon aan te
nemen.
Codes voor
afstandsbediening gebruiken 6
Code voor activeren op afstand 6
Als u een faxoproep aanneemt op een
tweede of extern toestel, kunt u de oproep
doorverbinden naar de machine door het
intoetsen van de code voor activeren op
afstand l 51. Wacht tot u de tjirpende
geluiden hoort en leg vervolgens de hoorn op
de haak. (Zie Fax waarnemen op pagina 30.)
Als u een faxoproep aanneemt via de externe
telefoon, kunt u de machine de fax laten
ontvangen door op Mono Start te drukken en
Ontvangen te kiezen.
Code voor deactiveren op afstand 6
Als u een normaal telefoontje ontvangt en de
machine staat in de modus F/T, wordt het
snelle dubbele belsignaal gebruikt na de
aanvankelijke belvertraging. Als u de oproep
aanneemt op een tweede toestel, kunt u het
dubbele belsignaal uitschakelen door op
#51 te drukken (druk tussen de belsignalen
door).
Als de machine een normaal telefoontje
aanneemt en het snelle dubbele belsignaal
geeft, kunt u de oproep aannemen op de
externe telefoon door op Telefoon/Intern te
drukken.
De codes voor afstandsbediening
wijzigen
6
Voor activeren op afstand, moeten de codes
hiervoor geactiveerd worden. De vooraf
ingestelde code voor activering op afstand is
l 51. De voorgeprogrammeerde code voor
deactiveren op afstand is #51. U kunt deze
desgewenst vervangen met uw eigen codes.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Afstandscode te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
f Voer de nieuwe code voor activeren op
afstand in.
Druk op OK.
g Voer de nieuwe code voor deactiveren
op afstand in.
Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als de verbinding iedere keer wordt
verbroken wanneer u probeert om vanaf
een ander toestel toegang te krijgen tot uw
externe antwoordapparaat, is het
raadzaam om de code voor activeren op
afstand en de code voor deactiveren op
afstand te wijzigen in een andere code
van drie cijfers met de cijfers 0-9, l, #.
Het is mogelijk dat de codes voor
afstandsbediening met bepaalde
telefoonsystemen niet werken.
37
7
7
Nummers kiezen 7
Handmatig kiezen 7
Toets alle cijfers van het fax- of
telefoonnummer in.
Snelkiezen 7
a Druk op (Snelkiezen).
U kunt Snelkiezen ook kiezen door op
(FAX) te drukken.
b Druk op a of b om Zoeken te selecteren.
Druk op OK.
c Toets het snelkiesnummer van twee
cijfers in. (Zie Snelkiesnummers
opslaan op pagina 40.)
Opmerking
Als op het LCD-scherm
Niet toegewezen wordt weergegeven
als u een snelkiesnummer invoert of
zoekt, is dit nummer niet op deze locatie
opgeslagen.
Zoeken 7
U kunt namen opzoeken die u in het
snelkiesgeheugen hebt opgeslagen.
a Druk op (Snelkiezen).
U kunt Snelkiezen ook kiezen door op
(FAX) te drukken.
b Druk op a of b om Zoeken te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om
Alfabet. volgorde of
Nummervolgorde te selecteren.
Druk op OK.
d Als u Alfabet. volgorde hebt
gekozen in stap c, voert u met de
kiestoetsen de eerste letter in van de
naam die u zoekt en drukt u vervolgens
op a of b om de naam en het nummer te
selecteren die u wilt bellen.
Druk op OK.
Nummers kiezen en opslaan 7
Hoofdstuk 7
38
Faxnummer opnieuw kiezen 7
Als u handmatig een fax verzendt en de lijn
bezet is, drukt u op Herkies/Pauze en dan op
Mono Start of Kleur Start om het opnieuw te
proberen. Als u nogmaals een nummer wilt
bellen dat u recentelijk hebt gekozen, kunt u
op Herkies/Pauze drukken en een van de
laatste 30 nummers kiezen uit de lijst met
uitgaande gesprekken.
Herkies/Pauze werkt alleen als u het
nummer via het bedieningspaneel hebt
gekozen. Als u een fax automatisch wilt
verzenden en de lijn bezet is, wordt het
nummer automatisch maximaal drie keer met
tussenpozen van vijf minuten opnieuw
gekozen.
a Druk op Herkies/Pauze.
b Druk op a of b om het nummer te
selecteren die u opnieuw wilt kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Fax versturen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Bij direct verzenden werkt de functie
automatisch opnieuw kiezen niet wanneer
u de glasplaat gebruikt.
Meer manieren om
nummers te kiezen
7
Overzicht van uitgaande
gesprekken 7
De laatste 30 nummers waarnaar u een fax
verstuurt, worden opgeslagen in het overzicht
van uitgaande gesprekken. U kunt een van
deze nummers selecteren om er een fax naar
te sturen, toe te voegen als snelkiesnummer
of te verwijderen.
a Druk op Herkies/Pauze.
U kunt Uitgaand gesprek ook kiezen
door op (FAX) te drukken.
b Druk op a of b om het gewenste nummer
te kiezen.
Druk op OK.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u een fax wilt verzenden, drukt u
op a of b om Fax versturen te
selecteren.
Druk op OK.
Druk op Mono Start of Kleur Start.
Als u het nummer wilt opslaan, drukt
u op a of b om Nw snelkiesnr te
selecteren.
Druk op OK.
(Zie Snelkiesnummers van
uitgaande gesprekken opslaan in
hoofdstuk 5 van de Uitgebreide
gebruikershandleiding.)
Druk op a of b om Verwijder te
selecteren.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen.
d Druk op Stop/Eindigen.
Nummers kiezen en opslaan
39
7
Overzicht nummerweergave 7
Voor deze functie is de
nummerweergaveservice vereist die door
vele telefoonbedrijven wordt aangeboden.
(Zie Nummerweergave op pagina 31.)
De nummers, of eventuele namen, van de laatste
30 fax- en telefoonoproepen die u hebt ontvangen,
worden opgeslagen in het
nummerweergaveoverzicht. U kunt het overzicht
bekijken of een van deze nummers selecteren om
naar te faxen, toe te voegen als snelkiesnummer
of te verwijderen. Wanneer de machine de
eenendertigste oproep ontvangt, wordt de eerste
oproep door dit nummer vervangen.
Opmerking
Als u op nummerweergave geabonneerd
bent, kunt u de datums van oproepen nog
steeds in het overzicht bekijken en items
van de lijst verwijderen.
a Druk op Herkies/Pauze en op l.
U kunt Overz. beller-ID ook kiezen
door op (FAX) te drukken.
b Druk op a of b om het gewenste
nummer te selecteren.
Druk op OK.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u een fax wilt verzenden, drukt u
op a of b om Fax versturen te
selecteren.
Druk op OK.
Druk op Mono Start of Kleur Start.
Als u het nummer wilt opslaan, drukt
u op a of b om Nw snelkiesnr te
selecteren.
Druk op OK.
(Zie Snelkiesnummers van
uitgaande gesprekken opslaan in
hoofdstuk 5 van de Uitgebreide
gebruikershandleiding.)
Als u het nummer wilt verwijderen,
drukt u op a of b om Verwijder te
selecteren.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen.
d Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt de nummerweergavelijst
afdrukken.
(Zie Een rapport afdrukken in hoofdstuk 6
van de Uitgebreide
gebruikershandleiding.)
Hoofdstuk 7
40
Nummers opslaan 7
U kunt uw machine instellen om op de
volgende manieren snel te kiezen: met
snelkiesnummers en groepen voor het
groepsverzenden van faxberichten. Als u een
snelkiesnummer kiest, wordt het nummer op
het LCD-scherm weergegeven.
Opmerking
Snelkiesnummers die in het geheugen
zijn opgeslagen, gaan niet verloren als de
stroom uitvalt.
Een pauze opslaan 7
Druk op Herkies/Pauze om een pauze van
3,5 seconden in te lassen tussen de cijfers
van een nummer. Als u internationaal belt
kunt u zo vaak als nodig is op Herkies/Pauze
drukken om de pauze langer te maken.
Snelkiesnummers opslaan 7
U kunt namen en nummers opslaan als
snelkieslocaties van twee cijfers. U kunt
maximaal 40 snelkieslocaties opslaan. Om
een nummer te kiezen, hoeft u dan slechts
een paar toetsen in te drukken (bijvoorbeeld:
(Snelkiezen), Zoeken, OK, het nummer
van twee cijfers en Mono Start of
Kleur Start).
a Druk op (Snelkiezen).
b Druk op a of b om Snelkiezen inst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om de snelkieslocatie te
selecteren waaronder u het nummer wilt
opslaan.
Druk op OK.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam (max. 16 karakters) in
met de kiestoetsen.
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 95
voor informatie over het invoeren van
letters.)
Om het nummer op te slaan zonder
naam, drukt u op OK.
e Voer het fax- of telefoonnummer in
(maximaal 20 cijfers).
Druk op OK.
f Druk op a of b om Compleet te
selecteren.
Druk op OK.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Ga naar stap c om nog een
snelkiesnummer op te slaan.
Als u klaar bent met het opslaan van
nummers, drukt u op
Stop/Eindigen.
Nummers kiezen en opslaan
41
7
De namen of nummers van
snelkiesnummers wijzigen 7
U kunt de naam of het nummer wijzigen van
een snelkiesnummer dat al is opgeslagen.
a Druk op (Snelkiezen).
b Druk op a of b om Snelkiezen inst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of bom het 2-cijferige
snelkiesnummer te selecteren dat u wilt
wijzigen.
Druk op OK.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om
Wijzig instell te selecteren.
Druk op OK.
Druk op a of b om Verwijder te
selecteren.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen.
Ga naar stap h.
Opmerking
Een opgeslagen naam of nummer wijzigen:
Als u een karakter wilt wijzigen, drukt u op
d of c . Hiermee plaatst u de cursor onder
het karakter dat u wilt wijzigen. Druk
vervolgens op Wis. Voer het karakter
opnieuw in.
e Als u de naam wilt wijzigen, drukt u op
a of b om Naam te selecteren.
Vervolgens drukt u op OK en voert u de
nieuwe naam in via de kiestoetsen
(maximaal 16 tekens).
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 95.)
f Als u het fax- of telefoonnummer wilt
wijzigen, drukt u op a of b om
Fax/tel: te selecteren. Vervolgens
drukt u op OK en voert u het nieuwe fax-
of telefoonnummer in via de kiestoetsen
(maximaal 20 cijfers).
Druk op OK.
g Druk op a of b om Compleet te
selecteren.
Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
42
8
Kopiëren 8
In de volgende stappen worden de
standaardkopieerhandelingen beschreven.
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding
voor meer informatie over elke handeling.
a Schakel de kopieermodus in door op
(KOPIE) te drukken zodat deze
toets blauw oplicht.
Op het LCD-scherm wordt het
volgende weergegeven:
1 Aantal kopieën
U kunt het aantal gewenste kopieën via
de kiestoetsen invoeren.
Opmerking
De standaardinstelling is faxmodus. U
kunt de tijd dat de kopieermodus actief
blijft na de laatste kopieerhandeling
wijzigen. (Zie Tijdklokstand in hoofdstuk 1
van de Uitgebreide
gebruikershandleiding.)
b Plaats op een van de volgende
manieren uw document:
Plaats het document met de
bedrukte zijde omlaag in de ADF.
(Zie De ADF gebruiken (alleen
MFC-J410 en MFC-J415W)
op pagina 22.)
Leg uw document met de bedrukte
zijde omlaag op de glasplaat.
(Zie De glasplaat gebruiken
op pagina 22.)
c Als u meerdere kopieën wilt maken,
toetst u het aantal in (maximaal 99).
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Kopiëren stoppen 8
Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te
stoppen.
Kopiëren 8
0101
1
Druk op Start
Kwaliteit
In-/uitzoomen
Papiersoort
Normaal
Kopiëren
43
8
Kopieerinstellingen 8
U kunt de volgende kopieerinstellingen
wijzigen. Druk op KOPIE en vervolgens op
a of b om door de kopieerinstellingen te
bladeren. Druk op OK als de gewenste
instelling is gemarkeerd.
(Beknopte gebruikershandleiding)
Zie pagina 43 voor meer informatie over het
wijzigen van de volgende kopieerinstellingen.
Papiersoort
Papierformaat
(Uitgebreide gebruikershandleiding)
Zie hoofdstuk 7 voor meer informatie over het
wijzigen van de volgende kopieerinstellingen:
Kwaliteit
In-/uitzoomen
Dichtheid
Stapel/Sorteer (Alleen MFC-J410 en
MFC-J415W)
Pagina layout
Nieuwe standaard
Fabrieksinstell.
Opmerking
Gebruik de ADF als u kopieën wilt
sorteren. (Alleen MFC-J410 en
MFC-J415W)
Papieropties 8
Papiersoort 8
Als u op speciaal papier kopieert, stelt u de
machine in op de papiersoort die u gebruikt
om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen.
a Druk op (KOPIE).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Papiersoort te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Normaal Papier,
Inkjet papier, Brother BP71,
Brother BP61, Glossy anders of
Transparanten te selecteren.
Druk op OK.
f Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Papierformaat 8
Als u op een ander formaat dan A4 kopieert,
moet u de instelling voor het papierformaat
wijzigen. U kunt alleen kopiëren op A4-,
Legal-, Letter-, A5- of Foto 10 15 cm-
papier.
a Druk op (KOPIE).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Papierformaat te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om A4, A5, 10x15cm,
Letter of Legal te selecteren.
Druk op OK.
f Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
44
9
PhotoCapture
Center™-functies
9
Ook wanneer uw machine niet is aangesloten
op uw computer, kunt u foto's direct vanaf
digitale cameramedia afdrukken. (Zie Foto's
afdrukken op pagina 47.)
U kunt documenten scannen en deze
rechtstreeks op een geheugenkaart opslaan.
(Zie Geheugenkaart scannen op pagina 48.)
Als uw machine is aangesloten op een
computer, hebt u via uw computer toegang
tot een geheugenkaart die in de voorzijde van
de machine is gestoken.
(Zie PhotoCapture Center™ voor Windows
®
of Remote Setup & PhotoCapture Center™
voor Macintosh in de Softwarehandleiding.)
Geheugenkaart gebruiken 9
Uw Brother-machine heeft mediastations
(sleuven) voor de volgende populaire digitale
cameramedia: Memory Stick™, Memory
Stick PRO™, Memory Stick Duo™, Memory
Stick PRO Duo™, SD en SDHC.
De functie PhotoCapture Center™ stelt u in
staat om digitale foto's van uw digitale
camera met een hoge resolutie af te drukken,
met een afdrukkwaliteit gelijkwaardig aan de
kwaliteit van foto's.
Foto's vanaf een geheugenkaart
afdrukken
9
Foto's vanaf een geheugenkaart afdrukken
45
9
Aan de slag 9
Plaats een geheugenkaart stevig in de correcte sleuf.
BELANGRIJK
Steek een Memory Stick Duo NIET in de onderste sleuf, hierdoor kan de machine worden
beschadigd.
1 Sleuf geheugenkaart
Sleuf Compatibele geheugenkaarten
Bovenste sleuf
Memory Stick™
Memory Stick PRO™
Memory Stick Duo™
Memory Stick PRO Duo™
Memory Stick Micro™
(Adapter vereist)
Onderste sleuf
SD
SDHC
mini SD (Adapter vereist)
micro SD (Adapter vereist)
1
Hoofdstuk 9
46
Indicaties van de PHOTO CAPTURE-toets:
PHOTO CAPTURE-lampje brandt, de geheugenkaart is correct geplaatst.
PHOTO CAPTURE-lampje brandt niet, de geheugenkaart is niet correct geplaatst.
PHOTO CAPTURE-lampje knippert, de geheugenkaart wordt gelezen of beschreven.
BELANGRIJK
Verwijder de stekker NIET uit het stopcontact en verwijder de geheugenkaart niet uit het
mediastation (sleuf) terwijl de machine de geheugenkaart leest of beschrijft (de toets
PHOTO CAPTURE knippert). Als u dit wel doet, gaan de gegevens op de kaart verloren
of wordt de kaart beschadigd.
De machine kan slechts één apparaat tegelijk lezen.
Foto's vanaf een geheugenkaart afdrukken
47
9
Foto's afdrukken 9
Foto's weergeven 9
U kunt foto's op het LCD-scherm bekijken
voordat u deze afdrukt. Als uw foto's grote
bestanden zijn, kan het langer duren voordat
elke foto op het LCD-scherm wordt
weergegeven.
a Zorg ervoor dat de geheugenkaart in de
juiste sleuf is geplaatst.
Druk op (PHOTO CAPTURE).
b Druk op a of b om Foto’s kijken te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op d of c om uw foto te selecteren.
d Voer het aantal gewenste kopieën in via
de kiestoetsen.
e Herhaal stap c en d tot u alle foto's
hebt gekozen.
Opmerking
Druk op Wis om naar het vorige niveau
terug te keren.
f Als u alle foto's hebt gekozen, voert u
een van de volgende stappen uit:
Druk op OK en wijzig de
afdrukinstellingen. (Zie
PhotoCapture Center™-
afdrukinstellingen op pagina 47.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
PhotoCapture
Center™-
afdrukinstellingen
9
U kunt de afdrukinstellingen tijdelijk wijzigen.
De machine keert terug naar de
standaardinstellingen na 3 minuten, of
wanneer de Tijdklokstand weer overgaat op
faxmodus. (Zie Tijdklokstand in hoofdstuk 1
van de Uitgebreide gebruikershandleiding.)
Opmerking
U kunt de afdrukinstellingen die u vaak
gebruikt, opslaan door deze als standaard
te definiëren. (Zie Uw wijzigingen instellen
als nieuwe standaardinstellingen in
hoofdstuk 8 van de Uitgebreide
gebruikershandleiding.)
1 Aantal afdrukken
(Voor Foto(s) bekijken)
Hier ziet u het aantal foto's dat wordt afgedrukt.
(Voor Alle foto's afdrukken, Foto's afdrukken)
Hier ziet u het aantal kopieën dat van elke foto
wordt afgedrukt.
(Voor DPOF-afdrukken) Wordt niet
weergegeven.
001001
1
Druk Start
Printkwaliteit
Papiersoort
Papierformaat
Foto
Hoofdstuk 9
48
Geheugenkaart
scannen
9
U kunt documenten in zwart-wit en in kleur
naar een geheugenkaart scannen.
Monochrome documenten worden
opgeslagen in het bestandsformaat PDF
(*.PDF) of TIFF (*.TIF). Documenten in kleur
kunnen in het bestandsformaat PDF (*.PDF)
of JPEG (*.JPG) worden opgeslagen. De
fabrieksinstelling is 150 dpi 16kl en het
standaardbestandsformaat is PDF.
Bestandsnamen worden automatisch door de
machine gemaakt op basis van de huidige
datum. (Raadpleeg de Installatiehandleiding
voor meer informatie.) Zo krijgt bijvoorbeeld
het vijfde beeld dat u op 1 juli 2010 scant, de
naam 01071005.PDF. U kunt de kleur en de
kwaliteit wijzigen.
a Zorg ervoor dat de geheugenkaart in de
juiste sleuf is geplaatst.
BELANGRIJK
Verwijder de geheugenkaart NIET terwijl
PHOTO CAPTURE knippert om schade
aan de kaart of aan de op de kaart
opgeslagen gegevens te voorkomen.
b Laad uw document.
c Als u naar een geheugenkaart wilt
scannen, drukt u op (SCAN).
d Druk op a of b om naar media te
selecteren.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de kwaliteit aan te passen, drukt
u op a of b om Kwaliteit te
selecteren.
Druk op OK.
Ga naar stap f.
Druk op Mono Start of Kleur Start
om het scannen te starten zonder
andere instellingen te wijzigen.
f Druk op a of b om 150 dpi 16kl,
300 dpi 16kl, 600 dpi 16kl,
200x100 dpi Z&W of 200 dpi Z&W
te selecteren.
Druk op OK.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om het bestandstype te wijzigen,
gaat u naar stap h.
Druk op Mono Start of Kleur Start
om het scannen te starten zonder
andere instellingen te wijzigen.
h Druk op a of b om Bestandstype te
selecteren.
Druk op OK.
Druk op a of b om JPEG, PDF of TIFF te
selecteren.
Druk op OK.
Opmerking
Als u een 16kl-resolutie in stap f hebt
gekozen, kunt u TIFF niet kiezen.
Als u een Z&W-resolutie in stap f hebt
gekozen, kunt u JPEG niet kiezen.
Kwaliteit Bestandsformaat dat
u kunt selecteren
150 dpi 16kl JPEG / PDF
300 dpi 16kl JPEG / PDF
600 dpi 16kl JPEG / PDF
200x100 dpi Z&W TIFF / PDF
200 dpi Z&W TIFF / PDF
Sel.&druk
OK
naar file
naar e-mail
naar media
Foto's vanaf een geheugenkaart afdrukken
49
9
i Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de bestandsnaam te wijzigen,
gaat u naar stap j.
Druk op Mono Start of Kleur Start
om het scannen te starten zonder
andere instellingen te wijzigen.
j De bestandsnaam wordt automatisch
ingesteld, maar u kunt een andere naam
invoeren met de kiestoetsen.
Druk op a of b om Bestandsnaam te
selecteren.
Druk op OK.
Voer de nieuwe naam in. (Zie Tekst
invoeren op pagina 95.)
U kunt alleen de eerste 6 tekens
wijzigen.
Druk op OK.
Opmerking
Druk op Wis om de huidige naam te
verwijderen.
k Druk op Mono Start of Kleur Start.
50
10
Een document
afdrukken
10
De machine kan data ontvangen van uw
computer en deze afdrukken. Om af te
kunnen drukken vanaf een computer, moet
de printerdriver worden geïnstalleerd.
(Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken
en faxen voor Macintosh in de
Softwarehandleiding voor meer informatie
over de afdrukinstellingen.)
a Installeer de Brother-printerdriver vanaf
de installatie cd-rom. (Zie de
Installatiehandleiding.)
b In uw toepassing kiest u de opdracht
Afdrukken.
c Kies de naam van uw machine in het
dialoogvenster Afdrukken en klik op
Eigenschappen.
d Kies de gewenste instellingen in het
dialoogvenster Eigenschappen.
Mediatype/Kwaliteit
Papierformaat
Pagina Layout
Kleurinstellingen
Scaling
Watermerk gebruiken
Datum & tijd afdrukken
e Klik op OK.
f Klik op OK om het afdrukken te starten.
Afdrukken vanaf een computer 10
51
11
11
Een document
scannen
11
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de toets
SCAN op de machine of de scannerdrivers
op uw computer gebruiken.
a Om de machine als een scanner te
kunnen gebruiken, moet de
scannerdriver worden geïnstalleerd.
Als de machine is aangesloten op een
netwerk, configureert u deze met een
TCP-/IP-adres. (Alleen MFC-J265W en
MFC-J415W)
Installeer de scannerdrivers vanaf de
installatie cd-rom. (Zie
Installatiehandleiding en Scannen in
de Softwarehandleiding.)
(Alleen MFC-J265W en
MFC-J415W)
Configureer de machine met een
TCP-/IP-adres als netwerkscanner
niet werkt. (Zie Netwerkscannen
configureren in de
Softwarehandleiding.)
b Laad uw document. (Zie Documenten
laden op pagina 22.)
Gebruik de ADF om documenten
met meerdere pagina's te scannen.
Elk vel wordt automatisch ingevoerd.
(Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
Gebruik de glasplaat om een pagina
van een boek of één vel per keer te
scannen.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om te scannen met de toets SCAN,
gaat u naar Scannen met de
scantoets.
Om te scannen met een
scannerdriver op uw computer, gaat
u naar Scannen met een
scannerdriver.
Scannen met de
scantoets
11
Zie de De scantoets gebruiken in de
Softwarehandleiding voor meer informatie.
a Druk op de toets SCAN.
b Kies de gewenste scanmodus.
naar file
naar media
naar e-mail
naar OCR
1
naar beeld
1
Alleen voor MFC-J410 en MFC-J415W
(Macintosh-gebruikers)
U dient Presto! PageManager eerst te
downloaden en installeren. Zie Brother-
support openen (Macintosh) op pagina 5 voor
verdere instructies.
c (Alleen MFC-J265W en MFC-J415W)
Kies de computer waarnaar u de data
wilt verzenden.
d Druk op Start om het scannen te
starten.
Scannen met een
scannerdriver
11
Zie Een document scannen met de TWAIN-
driver of Een document scannen met de WIA-
driver in de Softwarehandleiding voor meer
informatie.
a Start een scantoepassing en klik op de
toets Scannen.
b U kunt de instellingen voor Resolutie,
Helderheid en Type scan wijzigen in
het dialoogvenster Kleur instellen.
c Klik op Starten of Scannen om het
scannen te starten.
Scannen vanaf een computer 11
52
A
De inktcartridges
vervangen
A
Uw machine is voorzien van een
inktstippenteller. De inktstippenteller
controleert automatisch het inktniveau in elk
van de 4 cartridges. Als de machine ontdekt
dat een inktcartridge bijna leeg is, zal de
machine u waarschuwen door middel van
een melding op het LCD-scherm.
Het LCD-scherm informeert u welke
inktcartridge bijna leeg is of vervangen moet
worden. Volg de aanwijzingen op het LCD-
scherm om de inktcartridges in de juiste
volgorde te vervangen.
Zelfs als u door de machine wordt
geïnstrueerd een inktcartridge te vervangen,
bevat de inktcartridge nog een kleine
hoeveelheid inkt. Het is noodzakelijk dat er
inkt in de inktcartridge aanwezig blijft om te
voorkomen dat de lucht de printkopset
uitdroogt en beschadigt.
BELANGRIJK
De multifunctionele machines van Brother
zijn ontworpen om te werken met inkt van
een bepaalde specificatie, en bij gebruik
van originele inktcartridges van Brother
zijn optimale prestaties en
betrouwbaarheid gewaarborgd. Brother
kan deze optimale prestaties en
betrouwbaarheid niet garanderen indien
inkt of inktcartridges van andere
specificaties gebruikt worden. Het gebruik
van andere dan originele cartridges van
Brother of van oude cartridges die gevuld
zijn met inkt van een ander merk wordt
door Brother afgeraden. Indien de
printkop of andere delen van deze
machine worden beschadigd als gevolg
van het gebruik van producten die niet
compatibel zijn met deze machine,
worden hieruit voortvloeiende reparaties
mogelijk niet gedekt door de garantie.
a Open het deksel van de inktcartridge.
Als een of meer inktcartridges aan
vervanging toe zijn, wordt op het LCD-
scherm Alleen BK afdr. of
Kan niet afdr. weergegeven.
b Druk op de ontgrendelingshendel (zie
illustratie) om de op het LCD-scherm
aangegeven cartridge te ontgrendelen.
Verwijder de cartridge uit de machine.
c Open de verpakking met de nieuwe
inktcartridge voor de kleur die op het
LCD-scherm wordt getoond, en haal
vervolgens de inktcartridge eruit.
Routineonderhoud A
Routineonderhoud
53
A
d Draai de groene knop op het gele
beschermkapje rechtsom tot deze klikt
om de vacuümverpakking te openen en
verwijder vervolgens het kapje (1).
e Elke kleur heeft zijn eigen juiste positie.
Plaats de inktcartridge in de richting van
de pijl op het etiket.
f Duw de inktcartridge voorzichtig in de
machine tot deze vastklikt en sluit het
kapje van de inktcartridge.
g Er wordt automatisch een reset
uitgevoerd voor de inktstippenteller.
Opmerking
Als u een inktcartridge hebt vervangen,
bijvoorbeeld Zwart, wordt u via het LCD-
scherm wellicht gevraagd om te
bevestigen dat dit een nieuwe cartridge is
(bijvoorbeeld
Veranderde u Zwarte inkt).
Druk voor elke nieuwe cartridge die u hebt
geïnstalleerd op 1 (Ja) om de
inktstippenteller voor die kleur
automatisch te resetten. Als de
inktcartridge die u hebt geïnstalleerd niet
nieuw is, moet u op 2 (Nee) drukken.
Als op het LCD-scherm
Geen inktpatroon of
Kan niet detect. wordt
weergegeven nadat u de inktcartridges
hebt geïnstalleerd, dient u te controleren
of deze correct geïnstalleerd zijn.
VOORZICHTIG
Mocht u inkt in uw ogen krijgen, spoelt u
deze onmiddellijk met water en raadpleegt
u een arts als u zich zorgen maakt.
1
54
BELANGRIJK
Verwijder inktcartridges ALLEEN als deze
aan vervanging toe zijn. Als u zich niet aan
dit voorschrift houdt, kan de hoeveelheid
inkt achteruitgaan en weet de machine
niet hoeveel inkt er nog in de cartridge zit.
Raak de houders voor de cartridges NIET
aan. Als u dat doet, kan de inkt vlekken op
uw huid achterlaten.
Als u inkt op uw huid of kleding krijgt, wast
u deze meteen af met zeep of een
schoonmaakmiddel.
Als de kleuren gemengd zijn omdat u een
inktcartridge in de verkeerde positie
geïnstalleerd heeft, moet u nadat de
cartridge op de juiste plaats geïnstalleerd
is, de printkop diverse keren reinigen.
Installeer een inktcartridge onmiddellijk na
het openen in de machine en verbruik
deze binnen zes maanden na de
installatie. Gebruik ongeopende
inktcartridges vóór de uiterste
verbruiksdatum die op de
cartridgeverpakking vermeld staat.
De inktcartridge NIET openmaken of
ermee knoeien, want daardoor kan de
cartridge inkt verliezen.
De machine reinigen en
controleren
A
De glasplaat reinigen A
a Til het documentdeksel (1) op. Reinig de
glasplaat (2) en het witte plastic (3) met
een zachte, pluisvrije doek die is
bevochtigd met een niet-brandbare
glasreiniger.
b (Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
Reinig in de ADF de witte balk (1) en de
glazen strook (2) met een zachte,
pluisvrije doek die is bevochtigd met een
niet-brandbare glasreiniger.
2
1
3
1
2
Routineonderhoud
55
A
Opmerking
Behalve het reinigen van de glazen strook
met een niet-brandbare glasreiniger, gaat
u met uw vingertoppen over de glazen
strook om te voelen of er nog vuil op zit.
Als u vuil voelt, reinigt u de glazen strook
en met name het vuile gedeelte opnieuw.
Het kan zijn dat u het schoonmaken drie of
vier keer moet herhalen. Maak een kopie
naar elke schoonmaakbeurt.
De invoerrollen voor papier
reinigen A
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
b Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact en open de klep ter
verwijdering van vastgelopen papier (1).
c Reinig de invoerrollen voor papier (1)
met schoonmaakalcohol op een
wattenstaafje.
d Sluit de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier.
Controleer of de klep goed gesloten is.
e Druk de papierlade stevig terug in de
machine.
f Sluit het stroomsnoer weer aan.
i
Als er vuil of
correctievloeistof
op de glazen
strook zit, is er
een verticale
streep zichtbaar
op het geprinte
voorbeeld.
Nadat de glazen
strook is
gereinigd, is de
verticale streep
verdwenen.
1
1
56
De printkop reinigen A
De printkop wordt indien nodig automatisch
gereinigd, zodat de afdrukkwaliteit optimaal
blijft. Als de afdrukkwaliteit te wensen overlaat,
kunt u het reinigingsproces handmatig starten.
Als er op de afgedrukte pagina's een horizontale
streep of een leeg gedeelte door tekst of grafisch
werk loopt, dient u de printkop en de
inktcartridges te reinigen. U kunt alleen Zwart,
drie kleuren tegelijk (Cyaan/Geel/Magenta) of
alle vier kleuren tegelijk reinigen.
Bij het reinigen van de printkop wordt inkt
verbruikt. Wanneer de kop te vaak wordt
gereinigd, wordt er onnodig inkt verbruikt.
BELANGRIJK
Raak de printkop NIET aan. Als u de printkop
aanraakt, kan deze blijvend worden
beschadigd en kan de garantie erop vervallen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Inktbeheer te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Reinigen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Zwarte inkt,
Kleur of Alle inkt te selecteren.
Druk op OK.
De machine reinigt de printkop.
Nadat het reinigen is voltooid, keert de
machine automatisch terug in de modus
Stand-by.
Opmerking
Wanneer u de printkop minimaal vijf keer
hebt gereinigd en de afdruk niet is
verbeterd, probeer dan om het probleem
te verhelpen door voor elke kleur
waarmee u problemen ondervindt, een
nieuwe originele Innobella™-inktcartridge
van Brother te installeren. Reinig de
printkop vervolgens opnieuw maximaal
vijf keer. Als de kwaliteit dan nog niet
verbeterd is, neemt u contact op met uw
Brother-dealer.
De afdrukkwaliteit
controleren A
Als er fletse of gestreepte kleuren en tekst
verschijnen op uw uitvoer, kunnen enkele
spuitmondjes verstopt zijn. U kunt dit
controleren door de Testpagina
afdrukkwaliteit te printen en naar het patroon
van de spuitmondjes te kijken.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Inktbeheer te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Testafdruk te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Printkwaliteit te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Kleur Start.
De machine begint de Testpagina
afdrukkwaliteit af te drukken.
f Controleer de kwaliteit van de vier
kleurenblokken op het vel.
g U wordt gevraagd of de afdrukkwaliteit
oké is.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer alle lijnen duidelijk en
zichtbaar zijn, drukt u op 1 (Ja) om
de controle van de afdrukkwaliteit te
beëindigen en gaat u naar stap k.
Als er zoals hieronder afgebeeld
korte stukken lijn ontbreken, drukt u
op 2 om Nee te selecteren.
h U wordt gevraagd of de afdrukkwaliteit
voor zwart en de drie kleuren in orde is.
Druk op 1 (Ja) of 2 (Nee).
OK Niet OK
Routineonderhoud
57
A
i U wordt gevraagd of u wilt beginnen met
reinigen.
Druk op 1 (Ja).
De machine begint de printkop te
reinigen.
j Druk na het reinigen op Kleur Start.
De machine drukt de Testpagina
afdrukkwaliteit opnieuw af. Keer terug
naar stap f.
k Druk op Stop/Eindigen.
Als u deze procedure minimaal vijf keer
herhaalt, en de afdrukkwaliteit nog
steeds slecht is, vervangt u de
inktcartridge voor de kleur die niet goed
wordt afgedrukt.
Controleer de afdrukkwaliteit als u de
inktcartridge hebt vervangen. Als het
probleem niet is verholpen, moet u het
reinigen van de printkop en de
afdrukprocedures minimaal vijf keer
herhalen voor de nieuwe inktcartridge.
Als er dan nog inkt ontbreekt, neemt u
contact op met uw Brother-dealer.
BELANGRIJK
Raak de printkop NIET aan. Als u de
printkop aanraakt, kan deze blijvend
worden beschadigd en kan de garantie
erop vervallen.
Opmerking
De uitlijning controleren A
Het kan zijn dat u de uitlijning moet afstellen
als na het transport van de machine de
afgedrukte tekst vlekkerig is of de
afbeeldingen flets zijn.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Inktbeheer te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Testafdruk te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Instel kantlijn
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Mono Start of Kleur Start.
De machine begint de
Uitlijningscontrolepagina af te drukken.
f Controleer de testafdrukken voor
600 dpi en 1.200 dpi om te zien of
nummer 5 het beste overeenkomt met
nummer 0.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als nummer 5 van beide
testafdrukken 600 dpi en 1.200 dpi
het meest overeenkomt met
nummer 0, drukt u op 1 (Ja) om de
uitlijningscontrole te voltooien en
gaat u naar stap j.
Als een andere testafdruk beter
overeenkomt voor 600 dpi of
1.200 dpi, drukt u op 2 (Nee) om het
nummer van de betreffende
testafdruk te selecteren.
h Druk voor 600 dpi op het nummer (1-8)
van de testafdruk die het meest
overeenkomt met nummer 0.
i Druk voor 1.200 dpi op het nummer
(1-8) van de testafdruk die het meest
overeenkomt met nummer 0.
j Druk op Stop/Eindigen.
i
Als een
spuitmondje van
een printkop
verstopt is, ziet
het geprinte
voorbeeld er zo
uit.
Nadat het
spuitmondje van
de printkop
gereinigd is, zijn
de horizontale
strepen
verdwenen.
58
B
Foutmeldingen B
Zoals bij alle geavanceerde kantoorproducten kunnen er fouten optreden en dienen
verbruiksartikelen te worden vervangen. In dergelijke gevallen kan de machine de fout zelf
identificeren en wordt een foutmelding weergegeven. De onderstaande lijst geeft een overzicht
van de meest voorkomende onderhouds- en foutmeldingen.
De meeste meldingen over fouten en algemene onderhoudswerkzaamheden kunt u zelf
afhandelen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente
veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com/
Problemen oplossen B
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Afgebroken Een ander persoon of de
faxmachine van de andere partij
heeft de oproep afgebroken.
Probeer de fax opnieuw te verzenden of te
ontvangen.
Problemen oplossen
59
B
Alleen BK afdr.
Inkt vervangen
Een of meer kleureninktcartridges
zijn aan vervanging toe.
U kunt nog ongeveer vier weken
in monochroom afdrukken,
afhankelijk van het aantal
pagina's dat u afdrukt.
Wanneer dit bericht op het LCD-
scherm wordt weergegeven,
werken de volgende functies als
volgt:
Afdrukken
Als u op Grijstinten op het
tabblad Geavanceerd van de
printerdriver klikt, kunt u de
machine als monochrome
printer gebruiken.
Kopiëren
Als de papiersoort is ingesteld
op Normaal Papier of
Inkjet papier, kunt u
kopieën in zwart-wit maken.
Faxen
Als de papiersoort is ingesteld
op Normaal Papier of
Inkjet papier, ontvangt
de machine de faxen in zwart-
wit en worden deze
monochroom afgedrukt.
Als de verzendende machine
een kleurenfax wil verzenden,
vraagt de machine tijdens het
contact maken om de fax in
zwart-wit te verzenden.
Als de papiersoort is ingesteld op
Glossy anders,
Brother BP71 of
Brother BP61 worden alle
printbewerkingen gestopt. Als u
de machine van het lichtnet
loskoppelt of de inktcartridge
verwijdert, kunt u de machine pas
weer gebruiken wanneer u een
nieuwe inktcartridge plaatst.
Vervang de inktcartridges. (Zie De
inktcartridges vervangen op pagina 52.)
Communicatiefout Een slechte telefoonverbinding
heeft een communicatiefout
veroorzaakt.
Vraag het telefoonbedrijf om uw
telefoonlijn te controleren als het probleem
niet is verholpen.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
60
Deksel is open Het scannerdeksel is niet goed
gesloten.
Til het scannerdeksel op en sluit dit weer.
Het deksel van de inktcartridge is
niet volledig gesloten.
Sluit het deksel van de inktcartridge goed,
totdat u een klik hoort.
Document nazien Het document is niet goed
geplaatst of ingevoerd, of het
document dat via de ADF is
gescand, is te lang.
(Zie De ADF gebruiken (alleen MFC-J410
en MFC-J415W) op pagina 22.)
(Zie Document vastgelopen (alleen
MFC-J410 en MFC-J415W)
op pagina 65.)
Formaat nazien U gebruikt een verkeerd
papierformaat.
Controleer of de instelling van het
papierformaat overeenkomt met het
papierformaat in de lade. Plaats het juiste
formaat papier in de lade en druk op
Mono Start of Kleur Start. (Zie
Papierformaat op pagina 17.)
Geen antw/Bezet Het door u gekozen nummer
neemt niet op of is in gesprek.
Controleer het nummer en probeer het
opnieuw.
Geen Beller ID Er is geen overzicht van
inkomende oproepen
beschikbaar. Er zijn geen
oproepen binnengekomen of u
bent niet geabonneerd op de
nummerweergaveservice van uw
telefoonbedrijf.
Neem contact op met uw telefoonbedrijf
als u nummerweergave wilt gebruiken. (Zie
Nummerweergave op pagina 31.)
Geen bestand De geheugenkaart in het
mediastation bevat geen .JPG-
bestand.
Plaats de correcte geheugenkaart
opnieuw in de sleuf.
Geen inktpatroon Een van de inktcartridges is niet
correct geïnstalleerd.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
installeer deze langzaam opnieuw tot u
een klik hoort. (Zie De inktcartridges
vervangen op pagina 52.)
Geheugen vol Het geheugen van de machine is
vol.
Druk tijdens het kopiëren op
Stop/Eindigen, wacht tot de andere
bewerkingen zijn voltooid en probeer het
dan opnieuw.
Op de geheugenkaart die u
gebruikt, is onvoldoende vrije
ruimte beschikbaar om de
documenten te scannen.
Verwijder bestanden die u niet gebruikt
van de geheugenkaart om ruimte vrij te
maken en probeer het vervolgens
opnieuw.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
61
B
Inkt bijna op Een of meer inktcartridges zijn
bijna aan vervanging toe. Als de
verzendende machine een
kleurenfax wil verzenden, vraagt
uw machine tijdens het contact
maken om de fax in zwart-wit te
verzenden. Als de verzendende
machine de fax kan omzetten,
wordt de kleurenfax door uw
machine afgedrukt als een
monochrome fax.
Bestel een nieuwe inktcartridge. U kunt
doorgaan met afdrukken totdat
Kan niet afdr. wordt weergegeven op
het LCD-scherm. (Zie De inktcartridges
vervangen op pagina 52.)
Inktabsorb. bijna vol
Het inktopvangbakje is bijna vol. Neem contact op met de klantenservice
van Brother of uw Brother-dealer.
Inktabsorbeerder vol
Interne servicebeurt vereist.
Dit probleem wordt mogelijk
veroorzaakt door het gebruik van
andere cartridges dan de originele
van Brother, of door het bijvullen
van lege cartridges met inkt van
een ander merk. Indien de
printkop of andere delen van deze
machine worden beschadigd als
gevolg van het gebruik van inkt of
inktcartridges van andere
merken, worden de hieruit
voortvloeiende reparaties
mogelijk niet gedekt door de
garantie.
Neem contact op met de klantenservice
van Brother of uw Brother-dealer.
Kan niet afdr.
Inkt vervangen
Een of meer inktcartridges is aan
vervanging toe. De machine stopt
alle printbewerkingen. Als er
geheugenruimte is, worden
monochrome faxen in het
geheugen opgeslagen. Als de
verzendende machine een
kleurenfax wil verzenden, vraagt
de machine tijdens het contact
maken om de fax in zwart-wit te
verzenden.
Vervang de inktcartridges. (Zie De
inktcartridges vervangen op pagina 52.)
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
62
Kan niet detect. U hebt een nieuwe inktcartridge te
snel geïnstalleerd en de machine
heeft de cartridge niet
gedetecteerd.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
installeer deze langzaam opnieuw tot u
een klik hoort.
Als u geen originele Brother-inkt
gebruikt, wordt de inktcartridge
mogelijk niet door de machine
gedetecteerd.
Vervang de cartridge door een originele
Brother-inktcartridge. Als het probleem
hiermee niet is verholpen, neemt u contact
op met uw Brother-dealer.
Een van de inktcartridges is niet
correct geïnstalleerd.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
installeer deze langzaam opnieuw tot u
een klik hoort. (Zie De inktcartridges
vervangen op pagina 52.)
Media fout De geheugenkaart is beschadigd,
onjuist geformatteerd of er is een
probleem met de geheugenkaart.
Steek de kaart weer goed in de sleuf terug
om er zeker van te zijn dat de kaart zich in
de juiste positie bevindt. Indien de fout niet
is verholpen, controleert u het
mediastation (de sleuf) van de machine
door een andere geheugenkaart te
plaatsen waarvan u weet dat deze werkt.
Media is vol. De geheugenkaart die u gebruikt,
bevat al 999 bestanden.
Uw machine kan alleen op uw
geheugenkaart opslaan als zich hierop
minder dan 999 bestanden bevinden.
Verwijder bestanden die u niet gebruikt om
ruimte vrij te maken en probeer het
opnieuw.
Meer gegevens Er zitten nog afdrukgegevens in
het geheugen van de machine.
Druk op Stop/Eindigen. De machine
annuleert de taak en verwijdert deze uit het
geheugen. Probeer opnieuw te printen.
Niet toegewezen U probeerde een snelkiesnummer
te openen dat niet is
geprogrammeerd.
Stel het snelkiesnummer in. (Zie
Snelkiesnummers opslaan op pagina 40.)
Papier nazien Het papier in de machine is op of
het papier is niet juist in de
papierlade geplaatst.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Plaats papier in de papierlade en druk
vervolgens op Mono Start of
Kleur Start.
Verwijder het papier, plaats het terug in
de papierlade en druk op Mono Start
of Kleur Start. (Zie Papier en andere
afdrukmedia laden op pagina 11.)
Het papier is vastgelopen in de
machine.
Verwijder het vastgelopen papier volgens
de stappen in Printer of papier vastgelopen
op pagina 66.
De klep ter verwijdering van
vastgelopen papier is niet goed
gesloten.
Controleer of de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier aan beide zijden goed
is gesloten. (Zie Printer of papier
vastgelopen op pagina 66.)
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
63
B
Papierstoring Het papier is vastgelopen in de
machine.
Open de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier (aan de achterkant van
de machine) en verwijder het vastgelopen
papier. (Zie Printer of papier vastgelopen
op pagina 66.)
Controleer of de papiergeleider voor de
lengte is afgesteld op het juiste
papierformaat. Trek de papierlade niet uit
wanneer u A5 of een kleiner papierformaat
gebruikt.
Reinigen onmog. XX
Opstartprobleem XX
Print onmogelijk XX
Scan onmogelijk XX
De machine heeft een
mechanisch probleem.
OF
Er bevindt zich in de machine een
voorwerp dat er niet hoort, zoals
een paperclip of afgescheurd
papier.
Open het scannerdeksel en verwijder
eventuele vreemde voorwerpen en
papiersnippers uit het binnenste van de
machine. Als de foutmelding niet is
verdwenen, raadpleegt u Faxen of het
faxjournaal overbrengen op pagina 64
voordat u de stekker van de machine uit
het stopcontact trekt, zodat u geen
belangrijke berichten verliest. Trek
vervolgens de stekker van de machine uit
het stopcontact, wacht een paar minuten
en steek de stekker dan weer in het
stopcontact.
Temperatuur hoog De printkop is te warm. Laat de machine afkoelen.
Temperatuur laag De printkop is te koud. Laat de machine opwarmen.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
64
Foutanimatie B
Met foutanimatie worden stapsgewijs
instructies weergegeven wanneer het papier
is vastgelopen. U kunt de stappen in uw eigen
tempo lezen door op c te drukken om de
volgende stap weer te geven en op d om
terug te gaan.
Faxen of het faxjournaal
overbrengen B
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
Reinigen onmog. XX
Opstartprobleem XX
Print onmogelijk XX
Scan onmogelijk XX
We raden u aan de faxen naar een andere
faxmachine of uw pc over te brengen. (Zie
Faxen naar een andere faxmachine
overbrengen op pagina 64.)
U kunt ook het faxjournaal overbrengen om te
controleren of er faxen zijn die u moet
overbrengen. (Zie Het faxjournaal naar een
andere machine overbrengen op pagina 65.)
Faxen naar een andere faxmachine
overbrengen
B
Als u uw stations-ID nog niet hebt ingesteld,
kunt u de overdrachtsmodus niet openen.
(Zie Persoonlijke gegevens invoeren
(Stations-ID) in de Installatiehandleiding.)
a Druk op Stop/Eindigen om de fout
tijdelijk te onderbreken.
b Druk op Menu.
c Druk op a of b om Service te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Dataoverdracht te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Fax overdracht te
selecteren.
Druk op OK.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als op het LCD-scherm
Geen dataopslag wordt
weergegeven, zijn er geen faxen
meer in het geheugen van de
machine opgeslagen.
Druk op Stop/Eindigen.
Voer het faxnummer in waarnaar de
faxen moeten worden doorgestuurd.
g Druk op Mono Start.
Problemen oplossen
65
B
Het faxjournaal naar een andere
machine overbrengen
B
Als u uw stations-ID nog niet hebt ingesteld,
kunt u de overdrachtsmodus niet openen.
(Zie Persoonlijke gegevens invoeren
(Stations-ID) in de Installatiehandleiding.)
a Druk op Stop/Eindigen om de fout
tijdelijk te onderbreken.
b Druk op Menu.
c Druk op a of b om Service te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Dataoverdracht te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Report overdr. te
selecteren.
Druk op OK.
f Voer het faxnummer in waarnaar het
faxjournaal moet worden doorgestuurd.
g Druk op Mono Start.
Document vastgelopen
(alleen MFC-J410 en
MFC-J415W) B
Documenten kunnen in de ADF vastlopen als
ze niet goed worden geplaatst of
doorgevoerd, of als de documenten te lang
zijn. Volg de onderstaande stappen om een
vastgelopen document te verwijderen.
Een document is aan de bovenzijde
van de ADF vastgelopen
B
a Verwijder al het papier uit de ADF dat
niet is vastgelopen.
b Open het ADF-deksel.
c Trek het vastgelopen document naar
links eruit.
d Sluit het ADF-deksel.
e Druk op Stop/Eindigen.
BELANGRIJK
Om het vastlopen van documenten in de
toekomst te voorkomen, sluit u het ADF-
deksel op de juiste manier door er
voorzichtig in het midden op te drukken.
66
Het document is in de ADF
vastgelopen
B
a Verwijder al het papier uit de ADF dat
niet is vastgelopen.
b Til het documentdeksel op.
c Trek het vastgelopen document naar
links eruit.
d Sluit het documentdeksel.
e Druk op Stop/Eindigen.
Printer of papier vastgelopen B
Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats
waar het in de machine is vastgelopen.
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
BELANGRIJK
U kunt faxen die in het geheugen zijn
opgeslagen overbrengen naar uw pc of
een andere faxmachine voordat u de
stekker van de machine uit het
stopcontact haalt, zodat u geen
belangrijke berichten verliest. (Zie Faxen
of het faxjournaal overbrengen
op pagina 64.)
b Open de klep ter verwijdering van het
vastgelopen papier (1) aan de
achterzijde van de machine. Trek het
vastgelopen papier uit de machine.
1
Problemen oplossen
67
B
c Sluit de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier.
Controleer of de klep goed gesloten is.
d Als de papiersteunklep open is, klapt u
deze in en schuift u vervolgens de
papiersteun naar binnen. Trek de
papierlade volledig uit de machine.
e Trek het vastgelopen papier (1) eruit.
f Gebruik beide handen en de plastic
lipjes aan beide zijden van de machine
om het scannerdeksel (1) op te tillen
totdat het in de open stand vergrendeld
is.
Verplaats (indien nodig) de printkop om
eventuele papierresten uit dit gedeelte
te verwijderen. Zorg ervoor dat er geen
papier in de hoeken van de machine
achterblijft. Controleer beide uiteinden
van de printwagen.
Opmerking
Als de printkop zich in de
rechterbovenhoek bevindt, zoals in de
illustratie, kunt u deze niet verplaatsen.
Sluit het stroomsnoer weer aan en houd
Stop/Eindigen ingedrukt tot de printkop
naar het midden beweegt. Haal
vervolgens de stekker van de machine uit
het stopcontact en verwijder het papier.
BELANGRIJK
Als u inkt op uw huid of kleding krijgt, wast
u deze meteen af met zeep of een
schoonmaakmiddel.
1
1
68
g Breng het scannerdeksel omhoog ( )
om de vergrendeling op te heffen. Druk
de steun van het scannerdeksel
voorzichtig omlaag ( ) en sluit het
scannerdeksel ( ) met beide handen.
h Druk de papierlade stevig terug in de
machine.
i Houd de papierlade vast en trek de
papiersteun ( ) naar buiten tot u een
klik hoort. Vouw de papiersteunklep ( )
vervolgens uit.
Let erop dat u de papiersteun naar
buiten trekt tot u een klik hoort.
BELANGRIJK
Gebruik de papiersteunklep NIET voor
papier van Legal-formaat.
j Sluit het stroomsnoer weer aan.
2
1
3
2
1
2
Problemen oplossen
69
B
Problemen oplossen B
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kunt u de onderstaande tabel bekijken en de
tips voor het oplossen van problemen volgen.
De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het
Brother Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van
problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com/
Als u problemen met uw machine heeft B
Afdrukken
Probleem Suggesties
Geen print. Controleer de interfacekabel of de draadloze verbinding tussen de machine en uw
computer. (Zie de Installatiehandleiding.)
Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en of de toets
AAN/UIT brandt.
Een of meer inktcartridges zijn aan vervanging toe.
(Zie De inktcartridges vervangen op pagina 52.)
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft.
(Zie Foutmeldingen op pagina 58.)
Zie De inktcartridges vervangen op pagina 52 als op het LCD-scherm
Kan niet afdr. en Inkt vervangen wordt weergegeven.
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of het apparaat online is. Klik op Start en dan op
Printers en faxapparaten. Selecteer Brother MFC-XXXXX (waarbij XXXXX uw
modelnaam is) en zorg dat Printer off line gebruiken uitgeschakeld is.
Als u de instellingen Oneven pagina's afdrukken en Even pagina's afdrukken
selecteert, kan op uw computer een foutmelding voor afdrukken worden
weergegeven omdat de machine tijdens het afdrukken pauzeert. De foutmelding
verdwijnt zodra het afdrukken wordt hervat.
Slechte afdrukkwaliteit. Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren op pagina 56.)
Controleer of de instelling Mediatype in de printerdriver of de instelling
Papiersoort in het menu van de machine overeenkomt met het soort papier dat
u gebruikt.
(Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh in de
Softwarehandleiding en Papiersoort op pagina 17.)
Controleer de verloopdatum van uw inktcartridges. De inkt zou kunnen klonteren
als:
De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken. (Originele
cartridges van Brother blijven max. twee jaar bruikbaar, mits zij in hun
originele verpakking worden bewaard.)
De inktcartridge is al langer dan zes maanden in uw machine geïnstalleerd.
De inktcartridge vóór gebruik niet goed opgeslagen was.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother. Het gebruik van andere dan
originele cartridges van Brother of van oude cartridges die gevuld zijn met inkt van
een ander merk wordt door Brother afgeraden.
Gebruik het aanbevolen type papier.
(Zie Acceptabel papier en andere afdrukmedia op pagina 18.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine ligt tussen 20 C en
33 C.
70
Witte horizontale lijnen in tekst of
grafische afbeeldingen.
Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen op pagina 56.)
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Gebruik het aanbevolen type papier.
(Zie Acceptabel papier en andere afdrukmedia op pagina 18.)
De machine print blanco pagina's. Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen op pagina 56.)
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Tekens en regels overlappen
elkaar.
Controleer de uitlijning. (Zie De uitlijning controleren op pagina 57.)
Afgedrukte tekst of afbeeldingen
staan scheef.
Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade is geplaatst en dat de
papiergeleiders aan de zijkant goed zijn afgesteld. (Zie Papier en andere
afdrukmedia laden op pagina 11.)
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed gesloten is.
Er zit een vlek middenboven op de
afgedrukte pagina.
Controleer of het papier niet te dik is en niet krult.
(Zie Acceptabel papier en andere afdrukmedia op pagina 18.)
Er bevindt zich een vlek in de
rechter- of linkerhoek van de
afgedrukte pagina.
Zorg ervoor dat het papier niet gekruld is wanneer u op de achterzijde van het
papier afdrukt met de instellingen Oneven pagina's afdrukken en Even pagina's
afdrukken.
Op de afdruk staan vlekken of het
lijkt of de inkt vlekt.
Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 18.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Stel het juiste papiersoort in als u fotopapier gebruikt. Als u een foto afdrukt vanaf
de pc, stelt u Mediatype in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
Er staan vlekken aan de achterkant
of onder aan de pagina.
Controleer of er inkt op de geleiderol zit. (Zie De geleiderol van de machine
reinigen in appendix A van de Uitgebreide gebruikershandleiding.)
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt.
(Zie Papier en andere afdrukmedia laden op pagina 11.)
De machine drukt dichte lijnen af op
de pagina.
Schakel Omgekeerde volgorde in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
De afdrukken zijn gekreukeld. Klik op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver op Kleurinstellingen en
schakel de optie Printkop heen en weer voor Windows
®
of
Printkop heen en weer voor Macintosh uit.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Kan niet afdrukken met
Pagina layout’.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
Afdruksnelheid is te laag. Wijzig de instelling van de printerdriver. In de hoogste resolutie is meer tijd nodig
om de gegevens te verwerken, te verzenden en te printen. Probeer de andere
kwaliteitsinstellingen op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver. Klik ook
op Kleurinstellingen en schakel Kleur verbetering uit.
Schakel de optie Zonder rand uit. Afdrukken zonder rand duurt langer dan
normaal afdrukken. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen voor
Macintosh in de Softwarehandleiding.)
Kleurverbetering werkt niet correct. Als de beeldgegevens in uw toepassing niet in kleurendruk zijn (zoals
256 kleuren), werkt Kleurverbetering niet. Gebruik voor de functie
Kleurverbetering minstens 24-bits kleurgegevens.
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties
Problemen oplossen
71
B
Fotopapier wordt niet goed
ingevoerd.
Wanneer u afdrukt op fotopapier van Brother, plaatst u een extra vel van hetzelfde
fotopapier in de papierlade. U vindt dit extra vel in de verpakking van het papier.
Maak de invoerrollen voor het papier schoon. (Zie De invoerrollen voor papier
reinigen op pagina 55.)
De machine voert meerdere
pagina’s in.
Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst. (Zie Papier en
andere afdrukmedia laden op pagina 11.)
Controleer of er meer dan twee papiersoorten tegelijk in de papierlade zijn
geplaatst.
Het papier is vastgelopen. Controleer of de papiergeleider voor de lengte is afgesteld op het juiste
papierformaat. Trek de papierlade niet uit wanneer u A5 of een kleiner
papierformaat gebruikt. (Zie Printer of papier vastgelopen op pagina 66.)
Afgedrukte pagina’s worden niet
goed gestapeld.
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt.
(Zie Papier en andere afdrukmedia laden op pagina 11.)
De machine print niet vanuit
Adobe
®
Illustrator
®
.
Verlaag de printresolutie. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen
voor Macintosh in de Softwarehandleiding.)
Ontvangen faxen afdrukken
Probleem Suggesties
Gecomprimeerde afdruk en witte
strepen over de pagina of de
boven- of onderkant van zinnen
worden niet afgedrukt.
Er is waarschijnlijk sprake van een slechte verbinding met atmosferische storing
of een andere storing op de telefoonlijn. Vraag aan de verzendende partij om de
fax opnieuw te verzenden.
Ontvangen faxen hebben zwarte
verticale lijnen.
De scanner van de afzender kan vuil zijn. Vraag de afzender om een kopie te
maken om te controleren of het probleem wordt veroorzaakt door de machine van
de verzender. Probeer om de faxen via een andere faxmachine te ontvangen.
Ontvangen kleurenfaxen worden
alleen in zwart-wit afgedrukt.
Vervang de kleureninktcartridges die aan het einde van de gebruiksduur zijn en
vraag dan de andere partij om de kleurenfax opnieuw te verzenden.
(Zie De inktcartridges vervangen op pagina 52.)
De linker- en rechtermarges
ontbreken of een enkele pagina
wordt op twee pagina's afgedrukt.
Schakel Auto reductie in. (Zie Een verkleinde afdruk van een inkomende fax
maken in hoofdstuk 4 van de Uitgebreide gebruikershandleiding.)
Telefoonlijn of verbindingen
Probleem Suggesties
Kiezen werkt niet.
(Geen kiestoon)
Controleer of de stekker in het stopcontact zit en de machine ingeschakeld is.
Controleer of de telefoonlijn goed is aangesloten.
Wijzig de instelling Toon/Puls. (Zie Toon of puls op pagina 31.)
Haal de hoorn van de externe telefoon van de haak en luister of u een kiestoon
hoort. Vraag uw telefoonbedrijf om de lijn en/of de wandcontactdoos te
controleren als u geen kiestoon hoort.
De machine neemt niet op als er
wordt gebeld.
Controleer of de machine in de juiste ontvangstmodus voor uw instellingen staat.
(Zie De ontvangstmodus kiezen op pagina 27.) Luister of u een kiestoon hoort. Bel
indien mogelijk uw machine om te controleren of deze de oproep aanneemt. Als
de machine de oproep nog steeds niet aanneemt, controleert u de aansluiting van
het telefoonsnoer.Vraag aan uw telefoonbedrijf om de lijn te controleren als de
machine niet overgaat als u deze belt.
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties
72
Faxen ontvangen
Probleem Suggesties
Geen fax kunnen ontvangen. Als u uw machine aansluit op PBX of ISDN, stelt u de menu-instelling voor de
telefoonlijn in op uw type telefoon. (Zie Het type telefoonlijn instellen
op pagina 32.)
Faxen verzenden
Probleem Suggesties
Geen fax kunnen verzenden. Controleer alle aansluitingen.
Controleer of de toets FAX brandt.
Vraag de andere partij om te controleren of de ontvangende machine papier
bevat.
Druk het verzendrapport af en controleer op foutmeldingen. (Zie Rapporten in
hoofdstuk 6 van de Uitgebreide gebruikershandleiding.)
In het verzendrapport wordt
RESULT:FOUT” weergegeven.
Er is waarschijnlijk even ruis of statische elektriciteit op de lijn geweest. Verzend
de fax opnieuw. Als u een PC-FAX-bericht verzendt en in het verzendrapport
RESULT:FOUT” staat, heeft uw machine wellicht onvoldoende vrij geheugen.
Vraag het telefoonbedrijf om uw telefoonlijn te controleren als het probleem niet is
verholpen.
Als u vaak problemen hebt met het verzenden van faxen, mogelijk door storingen
op de telefoonlijn, kunt u de instelling in het menu Compatibel wijzigen in
Basic(voorVoIP).
(Zie Storing op de telefoonlijn / Bellen via internet (VoIP) op pagina 76.)
Als u uw machine aansluit op PBX of ISDN, stelt u de menu-instelling voor de
telefoonlijn in op uw type telefoon. (Zie Het type telefoonlijn instellen
op pagina 32.)
Slechte kwaliteit bij het verzenden
van faxen.
Stel de resolutie in op Fijn of Superfijn. Maak een kopie om de scanfunctie
van de machine te controleren. Als de kopieerkwaliteit niet goed is, reinigt u de
scanner. (Zie De glasplaat reinigen op pagina 54.)
Verzonden faxen hebben zwarte
verticale lijnen. (Alleen MFC-J410
en MFC-J415W)
Zwarte verticale lijnen op faxen die u verzendt, worden doorgaans veroorzaakt
door vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook. (Zie
De glasplaat reinigen op pagina 54.)
Problemen oplossen
73
B
Inkomende oproepen beantwoorden
Probleem Suggesties
De machine ‘hoort’ een stem als
een faxtoon.
Als Fax waarnemen is ingeschakeld, is uw machine gevoeliger voor geluiden. De
machine neemt dan bepaalde stemmen of muziek op de lijn waar als een
faxmachine die belt en reageert met faxontvangsttonen. Deactiveer de machine
door op Stop/Eindigen te drukken. U kunt dit probleem wellicht voorkomen door
Fax waarnemen uit te schakelen.
(Zie Fax waarnemen op pagina 30.)
Een faxoproep naar de machine
sturen.
Als u de oproep hebt beantwoord via een tweede toestel, toetst u de code voor
activeren op afstand in (de fabrieksinstelling is l 51). Als u de oproep hebt
beantwoord op een extern telefoontoestel, drukt u op Start om de fax te
ontvangen. Als uw machine de oproep beantwoordt, hangt u op.
Aangepaste functies op een enkele
lijn.
Als u Wisselgesprekken, Wisselgesprekken/nummerweergave, een
alarmsysteem of een andere aangepaste functie op een enkele telefoonlijn deelt
met uw machine, kan dit een probleem zijn voor het verzenden of ontvangen van
faxen.
Bijvoorbeeld: Als u een abonnement hebt op Wisselgesprekken of een andere
afzonderlijke dienst en het signaal daarvan wordt via de telefoonlijn doorgegeven
terwijl uw machine een fax verzendt of ontvangt, kan dit signaal tijdelijk het
verzenden of ontvangen van faxen verstoren. Met de ECM-modus
(foutencorrectie) van Brother kunt u dit probleem verhelpen. Het probleem heeft
betrekking op telefoonsystemen en komt algemeen voor bij apparaten die
informatie verzenden en ontvangen op een enkele lijn die gedeeld wordt met
andere, afzonderlijke functies. Als het van belang is dat er zich geen storingen
kunnen voordoen, raden wij u aan om een aparte telefoonlijn zonder aangepaste
functies te gebruiken.
Problemen met kopren
Probleem Suggesties
Kan geen kopie maken.
Controleer of de toets KOPIE brandt.
Slechte kopieerresultaten bij het
gebruik van de ADF. (Alleen
MFC-J410 en MFC-J415W)
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken op pagina 22.)
Op kopieën worden verticale
zwarte lijnen of strepen afgedrukt.
(Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
Verticale zwarte lijnen of strepen op kopieën worden voornamelijk veroorzaakt
door vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook. (Zie
De glasplaat reinigen op pagina 54.)
Paginavulling werkt niet goed. Zorg ervoor dat het origineel niet scheef ligt.
Verschuif het document en probeer het opnieuw.
Problemen met scannen
Probleem Suggesties
Tijdens het scannen verschijnen
TWAIN- of WIA-fouten.
(Windows
®
)
Zorg ervoor dat de TWAIN- of WIA-driver van Brother als primaire bron in uw
scantoepassing is geselecteerd. Klik bijvoorbeeld in PaperPort™11SE met OCR
(alleen MFC-J410 en MFC-J415W) op Bestand, Scannenoffotoophalen en
vervolgens op Selecteren om de TWAIN- of WIA-driver van Brother te selecteren.
Tijdens het scannen verschijnen
ICA-fouten. (Macintosh)
Zorg dat de Brother TWAIN-driver als primaire bron is geselecteerd.
Klik in PageManager op Bestand, Bron selecteren, TWAIN en selecteer
vervolgens de Brother TWAIN-driver.
Bij gebruik van Mac OS X 10.6.x kunt u ook documenten via de ICA-
scannerdrivers scannen.
Zie Documenten scannen met de ICA-driver (Mac OS X 10.6.x) in de
Softwarehandleiding.
74
Slechte scanresultaten bij het
gebruik van de ADF. (Alleen
MFC-J410 en MFC-J415W)
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken op pagina 22.)
OCR werkt niet. (Alleen MFC-J410
en MFC-J415W)
Verhoog de scannerresolutie.
(Macintosh-gebruikers)
U dient Presto! PageManager eerst te downloaden en installeren.
Zie Brother-support openen (Macintosh) op pagina 5 voor verdere instructies.
Problemen met software
Probleem Suggesties
Software kan niet worden
geïnstalleerd of er kan niet worden
afgedrukt.
(Alleen gebruikers van Windows
®
)
Voer het programma Repair MFL-Pro Suite op de installatie cd-rom uit. Dit
programma repareert en herinstalleert de software.
Apparaat bezet’ Controleer of er op het LCD-scherm van de machine geen foutmelding staat.
Afdrukken van afbeeldingen vanuit
FaceFilter Studio onmogelijk.
Als u FaceFilter Studio wilt gebruiken, moet u de toepassing FaceFilter Studio
installeren vanaf de installatie cd-rom die bij uw machine is geleverd. Zie de
Installatiehandleiding als u FaceFilter Studio wilt installeren.
Controleer voordat u FaceFilter Studio de eerste keer start of uw Brother-machine
is ingeschakeld en aangesloten op uw computer. U heeft dan toegang tot alle
functies van FaceFilter Studio.
Problemen met PhotoCapture Center™
Probleem Suggesties
Verwisselbare schijf werkt niet
correct.
1 Heeft u de update voor Windows
®
2000 geïnstalleerd? Ga als volgt te werk
als dat niet zo is:
1) Koppel de USB-kabel los.
2) Installeer de update voor Windows
®
2000 op een van de volgende
manieren.
Installeer MFL-Pro Suite vanaf de installatie cd-rom. (Zie de
Installatiehandleiding.)
Download het meest recente Service Pack van de Microsoft-website.
3) Wacht ongeveer 1 minuut nadat de pc opnieuw is gestart en sluit daarna
de USB-kabel aan.
2 Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer terug.
3 Als u “Uitwerpen” hebt geprobeerd vanuit Windows
®
, moet u de
geheugenkaart verwijderen voordat u doorgaat.
4 Als er een foutmelding wordt weergegeven wanneer u de geheugenkaart
probeert te verwijderen, betekent dit dat de kaart in gebruik is. Wacht even en
probeer het opnieuw.
5 Als niets van het bovenstaande werkt, zet u uw pc en machine uit en
vervolgens weer aan. (U moet de stekker van de machine uit het stopcontact
halen om de machine uit te zetten.)
Geen toegang tot Verwisselbare
schijf via bureaubladpictogram.
Controleer of u de geheugenkaart goed hebt geplaatst.
Een gedeelte van de foto ontbreekt
op de afdruk.
Zorg ervoor dat Afdrukken zonder rand en Bijsnijden (crop) zijn uitgeschakeld.
(Zie Afdrukken zonder rand en Bijsnijden (crop) in hoofdstuk 8 van de Uitgebreide
gebruikershandleiding.)
Problemen met scannen (Vervolg)
Probleem Suggesties
Problemen oplossen
75
B
Netwerkproblemen (alleen MFC-J265W en MFC-J415W)
Probleem Suggesties
Afdrukken via het netwerk is
onmogelijk.
Controleer of uw machine aanstaat en online en gebruiksklaar is. Druk een
netwerkconfiguratielijst af (zie Rapporten in hoofdstuk 6 van de Uitgebreide
gebruikershandleiding) en controleer de huidige netwerkinstellingen in deze lijst.
(Zie de Netwerkhandleiding voor meer informatie over netwerkproblemen.)
De functie netwerkscannen werkt
niet.
(Windows
®
-gebruikers)
Netwerkscannen is alleen mogelijk als de beveiliging/firewall van de derde partij
hiervoor is geconfigureerd. Voer de onderstaande informatie in om poort 54925
voor netwerkscannen toe te voegen:
Bij naam: Voer een willekeurige beschrijving in, bijvoorbeeld Brother NetScan.
Bij Poortnummer: voer 54925 in.
Bij protocol: UDP is geselecteerd.
Raadpleeg de instructiehandleiding die geleverd is bij de beveiliging/firewall van
de derde partij of neem contact op met de softwarefabrikant.
(Macintosh-gebruikers)
Selecteer uw machine opnieuw in de toepassing Device Selector in
Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Utilities/DeviceSelector of in de
modellijst in ControlCenter2.
De software van Brother kan niet
worden geïnstalleerd.
(Windows
®
-gebruikers)
Sta netwerktoegang toe voor de volgende programma's als uw
beveiligingssoftware een waarschuwing geeft tijdens de installatie van MFL-Pro
Suite.
BrC3Rgin.exe
BrnIPMon
Brother Status Monitor (Network)
ControlCenter Program
Generic Host Process f...
Setup.exe
Spooler SubSystem App
wdsw MFC Application
(Macintosh-gebruikers)
Selecteer uw machine opnieuw in de toepassing Device Selector in
Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Utilities/DeviceSelector of in de
modellijst in ControlCenter2.
Kan geen verbinding maken met
het draadloze netwerk.
Onderzoek het probleem met behulp van WLAN-rapport.
Druk op de toets Menu, kies Print lijsten en druk dan op OK. Kies
WLAN-rapport.
Zie de Netwerkhandleiding voor meer informatie.
De netwerkinstellingen resetten. Druk op de toets Menu, kies Netwerk en druk dan op OK. Kies
Netw. resetten.
Zie de Netwerkhandleiding voor meer informatie.
76
Kiestoon waarnemen B
Als u automatisch een fax verzendt, wacht uw
machine standaard een bepaalde tijd voordat
deze het nummer kiest. Door de
kiestooninstelling op Waarneming te zetten,
kiest uw machine het nummer zodra deze
een kiestoon waarneemt. Door deze
instelling te gebruiken, kunt u een beetje tijd
besparen als u een fax naar veel
verschillende nummers verzendt. Als u de
instelling hebt gewijzigd en er zijn problemen
met het kiezen van nummers, zet u deze
instelling weer terug op de fabrieksinstelling
Geen detectie.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Stand.instel. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Kiestoon te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Waarneming of
Geen detectie te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Storing op de
telefoonlijn / Bellen via
internet (VoIP) B
Als u problemen hebt met het verzenden of
ontvangen van faxen door mogelijke storing
op de telefoonlijn, kunt u de instelling in het
menu Compatibel wijzigen, zodat de kans op
fouten door de modemsnelheid wordt
verkleind.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Stand.instel. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Compatibel te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Normaal of
Basic(voorVoIP) te selecteren.
Basic(voorVoIP) hiermee wordt
de modemsnelheid tot 9.600 bps
verlaagd en wordt ECM
uitgeschakeld, behalve voor het
verzenden van kleurenfaxen.
Gebruik deze instelling alleen indien
nodig, behalve als u vaak storing op
de telefoonlijn hebt.
Om de compatibiliteit met de meeste
VoIP-voorzieningen te verbeteren,
raadt Brother aan de instelling bij
Compatibel te wijzigen in
Basic(voorVoIP).
Normaal stelt de modemsnelheid in
op 14.400 bps.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
VoIP (Voice over IP) is een
telefoonsysteem dat gebruikmaakt van
een internetverbinding in plaats van een
traditionele telefoonlijn.
Problemen oplossen
77
B
Informatie over de
machine
B
Het serienummer controleren B
U kunt het serienummer van de machine
nakijken op het scherm.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Machine-info te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Serienummer te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Resetfuncties B
De volgende resetfuncties zijn beschikbaar:
1 Netwerk (Alleen voor MFC-J265W en
MFC-J415W)
Hiermee kunt u de fabrieksinstellingen
van de printserver, zoals het wachtwoord
en de IP-adresgegevens, herstellen.
2 Snelkiez.&fax
Met snelkiez.&fax reset u de volgende
instellingen:
Snelkiezen
(Snelkiezen en groepen instellen)
Stations-ID
(Naam en nummer)
Rapportinstellingen
(Verzendrapport, snelkieslijst en
faxjournaal)
Overzicht
(Overzicht beller-ID en Uitgaande
gesprekken)
Faxen in het geheugen
3 Alle instell.
Hiermee kunt u alle fabrieksinstellingen
van de machine herstellen.
Brother raadt u dringend aan deze
bewerking uit te voeren wanneer u de
machine van de hand doet.
De machine resetten B
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Stand.instel. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Reset te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om de gewenste wijze
van resetten te selecteren.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen.
e Druk op 1 om de machine opnieuw op te
starten.
78
C
Programmeren op het
scherm
C
Uw machine is zodanig ontworpen dat deze
eenvoudig via het LCD-scherm kan worden
geprogrammeerd met behulp van de
menutoetsen. Programmeren via het scherm
is uiterst eenvoudig en helpt u alle functies
van uw machine optimaal te benutten.
Op het scherm worden stapsgewijze
aanwijzingen weergegeven om u te helpen
uw machine te programmeren. U hoeft alleen
de aanwijzingen op te volgen die u door de
menuselecties en de programmeeropties
leiden.
Menu en functies C
Menu en functies
79
C
Menutabel C
De menutabel helpt u de menuselecties en -opties te begrijpen die u in de programma's van de
machine tegenkomt. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu ( )
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Inktbeheer Testafdruk Printkwaliteit
Instel kantlijn
Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit of
uitlijning controleren.
56
Reinigen Zwarte inkt
Kleur
Alle inkt
Hiermee kunt u de
printkop reinigen.
56
Inktvolume Hiermee kunt u
controleren hoeveel
inkt beschikbaar is.
Zie
1
.
Standaardinst.
Tijdklokstand Uit
0Sec.
30Sec.
1Min
2Min.*
5Min.
Hiermee kunt u de
tijd instellen om terug
te keren naar de
faxmodus.
Papiersoort Normaal Pa pier*
Inkjet papier
Brother BP71
Brother BP61
Glossy anders
Transparanten
Hiermee kunt u de
papiersoort in de
papierlade instellen.
17
Papierformaat A4*
A5
10x15cm
Letter
Legal
Hiermee kunt u het
papierformaat in de
papierlade instellen.
17
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
80
Standaardinst.
(Vervolg)
Volume Belvolume Uit
Laag
Half*
Hoog
Hiermee kunt u het
belvolume
aanpassen.
9
Waarsch.toon Uit
Laag*
Half
Hoog
Hiermee kunt u het
volume van de
waarschuwingstoon
aanpassen.
9
Luidspreker Uit
Laag
Half*
Hoog
Hiermee kunt u het
volume van de
luidspreker
aanpassen.
10
Aut. zomertijd
Aan*
Uit
De zomertijd wordt
automatisch
ingesteld.
Zie
1
.
LCD in stell. LCD-Contrast
Hiermee kunt u het
contrast van het
LCD-scherm
instellen.
Schermverlicht Licht *
Half
Donker
Hiermee kunt u de
helderheid van de
achtergrondverlichting
van het LCD-scherm
aanpassen.
10
Lichtdim-timer Uit
10Sec.
20Sec.
30Sec.*
Hiermee kunt u
instellen hoe lang de
achtergrondverlichting
van het LCD-scherm
blijft branden nadat u
op een toets hebt
gedrukt.
Zie
1
.
Slaapstand 1Min
2Min.
3Min.
5Min.*
10Min.
30Min.
60Min.
Hiermee kunt u
selecteren na
hoeveel tijd de
machine bij
inactiviteit in de
slaapstand wordt
gezet.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
81
C
Fax Ontvangstmenu Bel Vertraging 0
1
2*
3
4
5
6
De belvertraging
bepaalt hoe vaak de
telefoon overgaat
voordat de machine
opneemt in de
modus Alleen fax of
Fax/telefoon.
29
F/T Beltij d 20Sec.
30Sec.*
40Sec.
70Sec.
Hiermee stelt u de
duur van het dubbele
belsignaal in de
Fax/Tel-modus in.
29
Fax Waarne men Aan*
Uit
Hiermee worden
faxen automatisch
ontvangen wanneer
u een oproep
beantwoordt en de
faxtoon hoort.
30
Afstandscode Aan*
(l51, #51)
Uit
U kunt alle oproepen
op een tweede of
extern toestel
aannemen en deze
codes gebruiken om
de machine in- of uit
te schakelen. U kunt
deze codes wijzigen.
36
Auto reduc tie Aan*
Uit
Hiermee worden
binnenkomende
faxen verkleind tot
het beschikbare
papierformaat.
Zie
1
.
Kies ra pport Verzendrapp. Aan
Aan+Beeld
Uit*
Uit+Beeld
Hiermee stelt u het
Verzendrapport en
de Journaal tijd in.
26
Journaal t ijd Uit
Na 50 faxen*
Elke 6 uur
Elke 12 uur
Elke 24 uur
Elke 2 dagen
Elke 7 dagen
Zie
1
.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
82
Fax
(Vervolg)
Rest. jobs Hiermee kunt u
controleren welke
taken in het
geheugen zijn
opgeslagen en kunt
u geselecteerde
taken annuleren.
Zie
1
.
Diversen Verzendslot Hiermee schakelt u
de meeste functies
behalve het
ontvangen van faxen
uit.
Beller ID Aan*
Uit
Hiermee kunt u de
opgeslagen
gegevens van de
laatste 30 bellers
bekijken of
afdrukken.
31
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
83
C
Menu Netwerk
(alleen MFC-J265W en MFC-J415W)
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen
Netwerk TCP/IP BOOT Method Automat isch *
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Selecteert de
opstartmethode die het
beste aan uw eisen
voldoet.
IP Address [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het IP-adres in.
Subnet Mas k [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het subnetmasker in.
Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres van de
gateway in.
Knooppuntnaam BRWXXXXXXXXXXXX Voer de knooppuntnaam
in.
WINS Confi g Automatisch*
Statisch
Selecteert de WINS-
configuratiemodus.
WINS Serve r (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het IP-adres
van de primaire of
secundaire server.
DNS Server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het IP-adres
van de primaire of
secundaire server.
APIPA Aan*
Uit
Wijst automatisch het IP-
adres toe van het link-local
adresbereik.
Inst. W izard U kunt de afdrukserver
voor een draadloos
netwerk handmatig
instellen.
WPS/AOSS U kunt uw draadloze
netwerkinstellingen
gemakkelijk configureren
met één druk op de knop.
Zie de Netwerkhandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
84
Netwerk
(Vervolg)
WPS m/ pincode U kunt uw draadloze
netwerkinstellingen
gemakkelijk configureren
met WPS en een pincode.
Status WLAN Sta tus U kunt de huidige status
van het draadloze netwerk
raadplegen.
Signaal U kunt de huidige
signaalsterkte van het
draadloze netwerk
raadplegen.
SSID U kunt de huidige SSID
raadplegen.
Comm. Mod us U kunt de huidige
communicatiemodus
raadplegen.
MAC-adres U kunt het MAC-adres van
uw machine vinden op het
bedieningspaneel.
WLAN A ctiveren Aan
Uit*
Hiermee kunt u de
draadloze
netwerkaansluiting
gebruiken.
Netw. reset ten ——
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen
Zie de Netwerkhandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
85
C
Menu ( ) (vervolg)
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Print lijs ten Verzendrapport Hiermee drukt u
deze lijsten en
rapporten af.
26
Help ——
Zie
1
.
Kieslijst
Alfabet. volgorde
Nummervolgorde
Fax Journa al ——
Gebruikersinst ——
Netwerk Co nf.
(Alleen MFC-J265W
en MFC-J415W)
——
WLAN-rapport
(Alleen MFC-J265W
en MFC-J415W)
——
Overz. bel ler-ID ——
Machine-info Serienummer Hiermee kunt u het
serienummer van
uw machine
bekijken.
77
Stand.instel. Ontvangstm odus Alleen Fax*
Fax/Telefoon
Ext. TEL/ANT
Handmatig
Hiermee kiest u de
ontvangstmodus
die het beste aan
uw behoeften
voldoet.
27
Datum&Tijd De datum en de tijd
worden op het LCD-
scherm en op de
kopteksten van
verzonden faxen
weergegeven.
Zie
2
.
Stations-ID Fax:
Naam:
Hiermee stelt u de
naam en het
faxnummer in die op
elke pagina van uw
fax moeten worden
afgedrukt.
Toon/Puls Toon*
Puls
Kies de kiesmodus. 31
Kiestoon Waarneming
Geen de tectie *
Hiermee schakelt u
kiestoonherkenning
in of uit.
76
Tel lijn inst Normaal*
PBX
ISDN
Hiermee kiest u het
type telefoonlijn.
32
Compatibel Normaal*
Basic(voorVoIP)
Hiermee past u de
modemsnelheid
aan om
verzendproblemen
te verhelpen.
76
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
2
Zie de Installatiehandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
86
Stand.instel.
(Vervolg)
Reset Netwerk
(Alleen
MFC-J265W en
MFC-J415W)
Hiermee worden de
fabrieksinstellingen
van de
afdrukserver, zoals
het wachtwoord en
de IP-
adresgegevens,
hersteld.
77
Snelkiez.&fax Hiermee verwijdert
u alle opgeslagen
snelkiesnummers
en faxen, en herstelt
u de
fabriekinstellingen
van de stations-ID,
de snelkieslijst, het
verzendrapport en
het faxjournaal.
Alle ins tell. Hiermee worden
alle
fabrieksinstellingen
van de machine
hersteld.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
2
Zie de Installatiehandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
87
C
FAX ( )
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Faxresolutie ——Standaard*
Fijn
Superfijn
Foto
Hiermee stelt u de
resolutie voor
uitgaande faxen in.
Zie
1
.
Contrast ——Automatisch*
Licht
Donker
Hiermee kunt u de
faxen die u verzendt
lichter of donkerder
maken.
Snelkiezen Zoeken Alfabet. volgorde
Nummervolgorde
U kunt een nummer
kiezen door slechts op
een paar toetsen (en
Start) te drukken.
37
Snelkiezen inst. Hiermee slaat u
snelkiesnummers op
zodat u een nummer
kunt kiezen door op
slechts een paar
toetsen (en Start) te
drukken.
40
Groepen inste llen U kunt
groepsnummers
instellen voor
groepsverzenden.
Zie
1
.
Uitgaand g esprek Fax versturen
Nw snel kiesnr
Verwijder
U kunt een nummer
kiezen uit het
overzicht van
uitgaande gesprekken
en dit nummer bellen,
er een fax naar
verzenden, het
toevoegen als
snelkiesnummer of
het verwijderen.
38
Overz. bel ler-ID Fax versturen
Nw snel kiesnr
Verwijder
——
U kunt een nummer kiezen
uit het
nummerweergaveoverzicht
en er vervolgens een fax
naar verzenden, het
nummer toevoegen als
snelkiesnummer of het
verwijderen.
39
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
88
Rondsturen Nummer toevo egen
Snelkiezen
Compleet
U kunt eenzelfde
faxbericht naar
meerdere
faxnummers tegelijk
verzenden.
Zie
1
.
Direct Ve rzend ——Aan
Uit*
U kunt faxen
verzenden zonder
gebruik te maken van
het geheugen.
Internationaal ——Aan
Uit*
Als u problemen hebt
met het internationaal
verzenden van faxen,
zet u deze optie op
Aan.
Scanformaat glas ——Letter
A4*
Hiermee past u het
scangebied van de
glasplaat aan het
documentformaat
aan.
25
Nieuwe st andaard U kunt uw
faxinstellingen
opslaan.
Zie
1
.
Fabrieksinstell. U kunt alle
instellingen
terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
89
C
SCAN ( )
Niveau1 Optie1 Optie2 Optie3 Omschrijvingen Pagina
naar file U kunt een monochroom
document of een document in
kleur naar uw computer
scannen.
Zie
1
.
naar media
(wanneer een
geheugenkaart
geplaatst is)
Kwaliteit 150 dpi 16kl*
300 dpi 16kl
600 dpi 16kl
200x100 dpi Z&W
200 dpi Z&W
U kunt de scanresolutie en het
bestandsformaat voor uw
document kiezen en een
bestandsnaam voor uw
document opgeven.
48
Bestandstype (Als u Kleur hebt
gekozen als
instelling voor
Kwaliteit)
PDF*
JPEG
(Als u Mono hebt
gekozen als
instelling voor
Kwaliteit)
TIFF
PDF*
Bestandsnaam ——
Nieuwe sta ndaard U kunt uw scaninstellingen
opslaan.
Zie
2
.
Fabrieksinstell. U kunt alle instellingen
terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
naar e-mai l U kunt een monochroom
document of een document in
kleur naar uw e-mailtoepassing
scannen.
Zie
1
.
naar OCR
3
(Alleen
MFC-J410 en
MFC-J415W)
U kunt een tekstdocument
converteren naar een
bewerkbaar tekstbestand.
naar beeld U kunt een afbeelding in kleur
naar uw grafische toepassing
scannen.
1
Zie de Softwarehandleiding.
2
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
3
(Macintosh-gebruikers)
U dient Presto! PageManager eerst te downloaden en installeren. Zie Brother-support openen
(Macintosh) op pagina 5 voor verdere instructies.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
90
KOPIE ( )
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Kwaliteit ——Snel
Normaal*
Fijn
Hiermee kiest u de
kopieerresolutie voor de
volgende kopie.
Zie
1
.
In-/uitzoomen 100%* ——
Vergroten 198% 10x15cmiA4
186% 10x15cmiLTR
142% A5iA4
Hiermee kunt u het
vergrotingspercentage
voor de volgende kopie
kiezen.
Verkleinen
(Alleen MFC-J220
en MFC-J265W)
97% LTRiA4
93% A4iLTR
83%
69% A4iA5
47% A4i10x15cm
Hiermee kunt u het
verkleiningspercentage
voor de volgende kopie
kiezen.
Verkleinen
(Alleen MFC-J410
en MFC-J415W)
97% LTRiA4
93% A4iLTR
83% LGLiA4
69% A4iA5
47% A4i10x15cm
Hiermee kunt u het
verkleiningspercentage
voor de volgende kopie
kiezen.
Paginavullend De machine past het
formaat automatisch aan
op het door u ingestelde
papierformaat.
Custom(25-400%) Hiermee kunt u het
vergrotings- of
verkleiningspercentage
voor uw type document
kiezen.
Papiersoort ——Normaal Pa pier*
Inkjet papier
Brother BP71
Brother BP61
Glossy anders
Transparanten
Selecteer de papiersoort
die overeenkomt met het
papier in de lade.
43
Papierformaat ——A4*
A5
10x15cm
Letter
Legal
Selecteer het
papierformaat dat
overeenkomt met het
papier in de lade.
43
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
91
C
Dichtheid ——
Hiermee kunt de
dichtheid voor kopieën
aanpassen.
Zie
1
.
Stapel/Sorteer
(Alleen MFC-J410 en
MFC-J415W)
——Stapel*
Sorteren
U kunt ervoor kiezen om
meerdere kopin te
laten stapelen of
sorteren.
Pagina lay out ——Uit (1 op 1)*
2 op 1 (P)
2 op 1 (L)
4 op 1 (P)
4 op 1 (L)
Poster (3x3)
U kunt N op 1- of
posterkopieën maken.
Nieuwe sta ndaard U kunt uw
kopieerinstellingen
opslaan.
Fabrieksinstell. U kunt alle instellingen
terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Licht
Donker
92
PHOTO CAPTURE ( )
Afdrukinstellingen
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Foto’s ki jken Zie de
afdrukinstellingen in
de volgende tabel.
U kunt uw foto's vooraf
bekijken op het LCD-
scherm.
47
Print ind ex 6 bld/regel*
5 bld/regel
Papiersoort Normaal Papier*
Inkjet papier
Brother BP71
Brother BP61
Glossy anders
U kunt een pagina met
miniaturen afdrukken.
Zie
1
.
Papierformaat A4*
Letter
Fotos afd rukken Zie de
afdrukinstellingen in
de volgende tabel.
U kunt een enkele
afbeelding afdrukken.
Alle foto s afd r. U kunt alle foto's op uw
geheugenkaart
afdrukken.
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina
Printkwaliteit
(Niet beschikbaar
voor DPOF
afdrukken.)
Normaal
Foto*
Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit kiezen.
Zie
1
.
Papiersoort Normaal Papier
Inkjet papier
Brother BP71
Brother BP61
Glossy a nders *
Hiermee kunt u de
papiersoort kiezen.
Papierformaat Letter
10x15cm*
13x18cm
A4
(Als A4 of Letter is
gekozen)
8x10cm
9x13cm
10x15cm
13x18cm
15x20cm
Max. afmeti ngen*
Hiermee kunt u het papier-
en afdrukformaat kiezen.
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
93
C
Helderheid
Hiermee kunt u de
helderheid instellen.
Zie
1
.
Contrast
Hiermee kunt u het contrast
instellen.
Bijsnijd(crop) Aan*
Uit
Hiermee kunt u de
afbeelding rond de marge
bijsnijden om deze aan het
papierformaat of het
afdrukformaat aan te
passen. Zet deze functie uit
wanneer u hele afbeeldingen
wilt afdrukken of ongewenst
bijsnijden wilt vermijden.
Zonder ran d Aan*
Uit
Hiermee wordt het
afdrukgebied uitgebreid naar
de randen van het papier.
Datum afdr .
(Niet beschikbaar
voor DPOF
afdrukken.)
Aan
Uit*
Hiermee kunt u de datum op
foto's laten afdrukken.
Nieuwe standaard
U kunt uw afdrukinstellingen
opslaan.
Fabrieksinstell.
U kunt alle instellingen
terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Licht
Donker
94
Snelkiezen ( )
Herkies/Pauze ( )
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Zoeken ——Alfabet. volgorde
Nummervolgorde
U kunt namen opzoeken
die u in het
snelkiesgeheugen hebt
opgeslagen.
37
Snelkiezen inst. Hiermee slaat u
snelkiesnummers op zodat
u een nummer kunt kiezen
door op slechts een paar
toetsen (en Start) te
drukken.
40
Groepen i nstellen Hiermee stelt u
groepsnummers in voor
groepsverzenden.
Zie
1
.
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Uitgaand gespr ek Fax versturen
Nw snelk iesnr
Verwijder
U kunt een nummer kiezen
uit het overzicht van
uitgaande gesprekken en dit
nummer bellen, er een fax
naar verzenden, het
toevoegen als
snelkiesnummer of het
verwijderen.
38
Overz. be ller-ID Fax versturen
Nw snelk iesnr
Verwijder
U kunt een nummer kiezen
uit het
nummerweergaveoverzicht
en er vervolgens een fax
naar verzenden, het nummer
toevoegen als
snelkiesnummer of het
verwijderen.
39
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
95
C
Tekst invoeren C
Tijdens het instellen van bepaalde menuselecties, zoals de stations-ID, moet u wellicht tekst in de
machine invoeren. Op de meeste kiestoetsen staan drie of vier letters afgedrukt. Op de toetsen
0, # en l staan geen letters omdat deze toetsen voor speciale tekens worden gebruikt.
Druk het aantal keer zoals aangegeven in de referentietabel op het juiste kiesnummer om het
gewenste teken te openen.
Spaties invoegen C
Als u een spatie in een faxnummer wilt invoegen, drukt u eenmaal op c tussen de cijfers. Als u
een spatie in een naam wilt invoegen, drukt u tweemaal op c tussen de letters.
Correcties aanbrengen
C
Als u een onjuiste letter hebt ingevoerd en deze wilt corrigeren, drukt u op d om de cursor onder
de onjuiste letter te plaatsen. Druk dan op Wis. U kunt nu het juiste teken invoeren. U kunt ook
teruggaan en letters invoegen.
Letters herhalen C
Als u een letter wilt invoeren die op dezelfde toets staat als de vorige letter, drukt u op c om de
cursor naar rechts te verplaatsen en drukt u daarna opnieuw op de toets.
Speciale tekens en symbolen C
Druk herhaaldelijk op l, # of 0 totdat het gewenste speciale teken of het symbool wordt
weergegeven.
Druk op
toets
eenmaal tweemaal driemaal viermaal vijfmaal
2 ABC2A
3 DEF3D
4 GH I 4G
5 JKL5J
6 MNO6M
7 PQRS7
8 TUV8T
9 WXYZ9
Druk op l voor (spatie) ! " # $ % & ' ( ) + , - . / m
Druk op # voor : ; < = > ? @ [ ] ^ _
Druk op 0 voor À É 0
96
D
Algemeen D
Specificaties D
Printertype Inkjet
Afdrukmethode Mono:
Kleur:
Piëzo met 94 1 spuitmondje
Piëzo met 94 3 spuitmondjes
Geheugencapaciteit 32 MB
LCD (Liquid Crystal Display) STN LCD-kleurenscherm 1,9 in (48,98 mm) breed
Stroombron AC 220 tot 240V 50/60Hz
Stroomverbruik
1
Kopieermodus:
Circa 19,5 W
2
Stand-by: Circa 4 W (MFC-J265W)
Circa 4,5 W (MFC-J220, MFC-J410 en
MFC-J415W)
Slaapstand: Circa 2,5 W
Uit: Circa 0,65 W
Afmetingen
(MFC-J410 en MFC-J415W)
(MFC-J220 en MFC-J265W)
Gewicht (MFC-J220) 6,8 kg
(MFC-J265W) 6,9 kg
(MFC-J410 en
MFC-J415W)
7,8 kg
Geluidsemissie In bedrijf:
L
PAm = 50 dB of minder
3
180 mm
375 mm
390 mm 370 mm
460 mm405 mm
150 mm
390 mm
368 mm
360 mm
450 mm
Specificaties
97
D
1
Wanneer alle modi zijn aangesloten via USB.
2
Resolutie bij gebruik van de ADF: standaard, concept: ISO/IEC24712 afgedrukt patroon. (MFC-J410 en MFC-J415W)
Bij resolutie: standaard, concept: ISO/IEC24712 afgedrukt patroon. (MFC-J220 en MFC-J265W)
3
De geluidsemissie is afhankelijk van de afdrukomstandigheden.
Geluidsemissie conform
ISO9296
In bedrijf: LWAd = 62,3 dB (A) (Mono)
LWAd = 56,7 dB (A) (Kleur)
Kantoorapparatuur met L
WAd boven
63,0 dB (A) is niet geschikt voor gebruik in
ruimtes waar mensen voornamelijk
denkwerk verrichten. Dergelijke
apparatuur moet in aparte ruimten worden
geplaatst om geluidshinder te voorkomen.
Temperatuur In bedrijf:
Beste
afdrukkwaliteit:
10 tot 35 C
20 tot 33 C
Vochtigheid In bedrijf:
Beste
afdrukkwaliteit:
20 tot 80% (niet condenserend)
20 tot 80% (niet condenserend)
ADF (automatische
documentinvoer) (alleen
MFC-J410 en MFC-J415W)
Max. 15 pagina's
Papier: 80 g/m
2
A4- of Letter-formaat
Documentgrootte Breedte van ADF (alleen MFC-J410 en MFC-J415W):
148 mm tot 215,9 mm
Lengte van ADF (alleen MFC-J410 en MFC-J415W):
148 mm tot 355,6 mm
Breedte glasplaat: max. 215,9 mm
Lengte glasplaat: max. 297 mm
98
Afdrukmedia D
1
Voor glanzend papier of transparanten verwijdert u bedrukte pagina's direct nadat ze zijn uitgevoerd uit de
uitvoerpapierlade om vlekken te voorkomen.
2
Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
3
Zie Type en formaat papier voor elke functie op pagina 20.
Papierinvoer Papierlade
Papiersoort:
Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier),
glanzend papier
1
, transparanten
12
en enveloppen
Papierformaat:
A4, Legal, Executive, Letter, A5, A6, JIS B5, Enveloppen
(commercial nr.10, DL, C5, Monarch, JE4), Foto 10 15 cm,
Foto 2L (13 18 cm), Indexkaart en Briefkaart
3
Breedte: 98 mm - 215,9 mm
Lengte: 148 mm - 355,6 mm
Zie Gewicht, dikte en capaciteit van papier op pagina 21 voor
meer informatie.
Maximale capaciteit papierlade:
Circa 100 vellen normaal papier van 80 g/m
2
Papieruitvoer Max. 50 vel normaal papier van A4-formaat (naar lade uitgevoerd
met de bedrukte zijde naar boven)
1
Specificaties
99
D
Faxen D
1
Pagina’s’ verwijst naar de ‘ITU-T Test Chart #1’ (een standaardzakenbrief, standaardresolutie, MMR-code).
Specificaties en gedrukt materiaal kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Compatibiliteit ITU-T Groep 3
Modemsnelheid Automatische terugval
14.400 bps
Scanbreedte ADF: 208 mm (A4)
Glasplaat: 204 mm (A4)
Afdrukbreedte 208 mm
Grijstinten Niveaus: 64 (Z/W)/256 (Kleur)
Resolutie Horizontaal 8 dots/mm
Verticaal
Standaard
3,85 lijnen/mm (Mono)
7,7 lijnen/mm (Kleur)
Fijn
7,7 lijnen/mm (Mono/Kleur)
Foto
7,7 lijnen/mm (Mono)
Superfijn
15,4 lijnen/mm (Mono)
Snelkiezen 40 stations
Groepen Maximaal 6
Groepsverzenden 90 stations
Automatisch opnieuw
kiezen
3 keer met tussenpozen van 5 minuten
Verzenden vanuit het
geheugen
Max. 170
1
pagina's
Ontvangst zonder papier
Max. 170
1
pagina's
100
Kopiëren D
Kleur/Monochroom Ja/Ja
Breedte kopie Max. 210 mm
Meerdere kopieën Stapelt maximaal 99 pagina's
Sorteert maximaal 99 pagina's (alleen MFC-J410 en
MFC-J415W)
Vergroten/verkleinen 25% tot 400% (in stappen van 1%)
Resolutie (Mono)
Kan maximaal 1.200 1.200 dpi afdrukken
(Kleur)
Kan maximaal 600 1.200 dpi afdrukken
Specificaties
101
D
PhotoCapture Center™ D
1
Geheugenkaarten en adapters zijn niet inbegrepen.
2
Progressief JPEG-formaat wordt niet ondersteund.
3
Zie Type en formaat papier voor elke functie op pagina 20.
Compatibele media
1
Memory Stick™ (16 MB - 128 MB)
Memory Stick PRO™ (256 MB - 16 GB)
Memory Stick Duo™ (16 MB - 128 MB)
Memory Stick PRO Duo™ (256 MB - 16 GB)
Memory Stick Micro™ (M2™) met adapter
SD (16 MB tot 2 GB)
SDHC (4 GB tot 16 GB)
microSD met adapter
miniSD met adapter
Resolutie Max. 1.200 2.400 dpi
Bestandsextensie
(Mediaformaat) DPOF (versie 1.0, versie 1.1), Exif DCF (tot versie 2.1)
(Afbeeldingsformaat)
Foto's afdrukken: JPEG
2
Scannen naar media: JPEG, PDF (kleur)
TIFF, PDF (Monochroom)
Aantal bestanden Maximaal 999 bestanden
(De map op een geheugenkaart wordt ook meegeteld.)
Map Het bestand moet op het 4e mapniveau van de geheugenkaart
zijn opgeslagen.
Zonder rand
A4, Letter, Foto 10 15 cm, Foto 2L 13 18 cm
3
102
Scanner D
1
Ga naar http://solutions.brother.com/ voor de meest recente driverupdates voor uw Mac OS X.
2
In deze gebruikershandleiding duidt Windows
®
XP op de volgende besturingssystemen: Windows
®
XP Home Edition,
Windows
®
XP Professional en Windows
®
XP Professional x64 Edition.
3
Scannen met maximaal 1.200 1.200 dpi bij gebruik van de WIA-driver voor Windows
®
XP, Windows Vista
®
en
Windows
®
7 (resolutie tot max. 19.200 19.200 dpi kan worden geselecteerd met het scannerhulpprogramma van
Brother).
Kleur/Monochroom Ja/Ja
TWAIN-compatibel
Ja (Windows
®
2000 Professional/Windows
®
XP/
Windows
®
XP Professional x64 Edition/Windows Vista
®
/
Windows
®
7)
Mac OS X 10.4.11, 10.5.x, 10.6.x
1
WIA-compatibel
Ja (Windows
®
XP
2
/Windows Vista
®
/Windows
®
7)
ICA-compatibel Ja (Mac OS X 10.6.x)
Kleurintensiteit 36-bits kleurverwerking (invoer)
24-bits kleurverwerking (uitvoer)
(Daadwerkelijke invoer: 30-bits kleur/Daadwerkelijke uitvoer:
24-bits kleur)
Resolutie
Max. 19.200 19.200 dpi (geïnterpoleerd)
3
Max. 1.200 2.400 dpi (optisch) (glasplaat)
Max. 1.200 600 dpi (optisch) (ADF) (alleen MFC-J410 en
MFC-J415W)
Scansnelheid Monochroom: max. 3,44 sec.
Kleur: max. 4,83 sec.
(A4-formaat bij 100 100 dpi)
Scanbreedte Max. 210 mm
Scanlengte Max. 291 mm
Grijstinten 256 niveaus
Specificaties
103
D
Printer D
1
Wanneer de optie Zonder rand op Aan is ingesteld.
2
Zie Type en formaat papier voor elke functie op pagina 20.
3
Als u afdrukt op papier van A4-formaat.
Interfaces D
1
Uw machine heeft een full-speed USB 2.0-interfacekabel. Deze interface is compatibel met Hi-Speed USB 2.0; de
maximum gegevensoverdrachtsnelheid bedraagt echter 12 Mbits/s. U kunt de machine ook aansluiten op een
computer die voorzien is van een USB 1.1-interface.
2
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund.
Resolutie Max. 1.200 6.000 dpi
Afdrukbreedte
204 mm [210 mm (zonder rand)
1
]
3
Zonder rand A4, Letter, A6, Foto 10 15 cm,
Indexkaart 127 203 mm, Foto 2L 13 18 cm,
Briefkaart 1 100 148 mm
2
USB
12
Gebruik een USB 2.0-interfacekabel van maximaal 2 m.
Draadlooss LAN
(alleen MFC-J265W en
MFC-J415W)
IEEE 802.11b/g (Infrastructuur-/Ad-hocmodus)
104
Vereisten voor de computer D
ONDERSTEUNDE BESTURINGSSYSTEMEN EN SOFTWAREFUNCTIES
Computerplatform &
besturingssysteemversie
Ondersteunde pc-
softwarefuncties
Pc-
interface
Minimale
processorsnelheid
Minimum-
RAM
Aanbevolen
hoeveelheid
RAM
Hardeschijfruimte
voor installatie
Drivers
Toepassingen
Windows
®
-
besturings-
systeem
1
Windows
®
2000
Professional
5
Afdrukken,
PC-Fax
verzenden
4
,
Scannen,
Verwisselbare
schijf
6
USB, draadloos
802.11b/g
(Alleen
MFC-J265W en
MFC-J415W)
Intel
®
Pentium
®
II of
gelijkwaardig
64 MB
256 MB 110 MB 340 MB
Windows
®
XP Home
25
Windows
®
XP Professional
25
128 MB 110 MB 340 MB
Windows
®
XP Professional
x64 Edition
2
64-bits (Intel
®
64 of AMD64)
ondersteunde CPU
256 MB 512 MB 110 MB 340 MB
Windows Vista
®2
Intel
®
Pentium
®
4 of
gelijkwaardig
64-bits (Intel
®
64 of AMD64)
ondersteunde CPU
512 MB
1 GB
600 MB 530 MB
Windows
®
7
2
1GB (32bit)
2GB (64bit)
1GB (32bit)
2GB (64bit)
650 MB 530 MB
Windows Server
®
2003
(alleen via netwerk afdrukken)
Afdrukken
Draadloos
802.11b/g
(Alleen
MFC-J265W en
MFC-J415W)
Intel
®
Pentium
®
III
of gelijkwaardig
256 MB 512 MB
50 MB N.v.t.
Windows Server
®
2003 x64 Edition
(alleen via netwerk afdrukken)
64-bits (Intel
®
64 of AMD64)
ondersteunde CPU
Windows Server
®
2003 R2 (alleen via
netwerk afdrukken)
Intel
®
Pentium
®
III
of gelijkwaardig
Windows Server
®
2003
R2 x64 Edition (alleen via
netwerk afdrukken)
64-bits (Intel
®
64 of
AMD64)
ondersteunde CPU
512 MB
1 GB
Windows Server
®
2008 (alleen via
netwerk
afdrukken)
Intel
®
Pentium
®
4 of
gelijkwaardig 64-bits
(Intel
®
64 of AMD64)
ondersteunde CPU
2 GB
Windows Server
®
2008 R2 (alleen via
netwerk afdrukken)
64-bits (Intel
®
64 of
AMD64)
ondersteunde CPU
Macintosh-
besturings-
systeem
Mac OS X
10.4.11, 10.5.x
Afdrukken, PC-Fax
verzenden
4
,
Scannen,
Verwisselbare
schij
f
6
USB
3
,
draadloos
802.11b/g
(Alleen
MFC-J265W en
MFC-J415W)
PowerPC G4/G5
Intel
®
Core
-processor
512 MB
1 GB 80 MB
400 MB
Mac OS X 10.6.x
Intel
®
Core™-
processor
1 GB 2 GB
Toelichting:
1
Microsoft
®
Internet Explorer
®
5.5 of recenter.
2
Voor WIA, 1.200 1.200 resolutie. Met de Brother-
scannertoepassing verbetering mogelijk tot maximaal
19.200 19.200 dpi.
3
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund.
4
PC-Fax ondersteunt alleen zwart-wit.
5
PaperPort™11SE ondersteunt Microsoft
®
SP4 of
hoger voor Windows
®
2000, en SP2 of hoger voor XP.
(Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
6
Verwisselbare schijf is een functie van PhotoCapture Center
.
Voor de meest recente driverupdates gaat u naar
http://solutions.brother.com/
Alle handelsmerken, merk- en productnamen zijn het
eigendom van de respectieve bedrijven.
Specificaties
105
D
Verbruiksartikelen D
Inkt De machine gebruikt aparte inktcartridges in zwart, geel, cyaan en
magenta die geen onderdeel zijn van de printkopset.
Gebruiksduur van
inktcartridge
De eerste keer dat u een set inktcartridges installeert, gebruikt de
machine een hoeveelheid inkt om de inktleidingen te vullen voor
afdrukken van hoge kwaliteit. Dit is een eenmalig proces. Nadat dit
proces is uitgevoerd, gaan de cartridges die bij uw machine zijn
geleverd, minder lang mee dan standaardcartridges (65%). Met alle
daaropvolgende inktcartridges kunt u het gespecificeerde aantal
pagina’s afdrukken.
Verbruiksartikelen <Zwart> LC985BK, <Cyaan> LC985C,
<Magenta> LC985M, <Geel> LC985Y
Zwart - Ongeveer 300 pagina's
1
Geel, Cyaan en Magenta - Ongeveer 260 pagina's
1
1
Het opgegeven gemiddelde gebruik per cartridge is conform ISO/IEC 24711.
Ga naar http://www.brother.com/pageyield voor meer informatie
over het vervangen van verbruiksartikelen.
Wat is Innobella™?
Innobella™ is een assortiment verbruiksartikelen van Brother. De
naam 'Innobella™' is een samentrekking van de woorden 'innovatie'
en 'bella' (het Italiaanse woord voor 'mooi') en verwijst naar de
innovatieve Brother-technologie die u mooie en duurzame
afdrukresultaten biedt.
Brother beveelt glanzend Innobella™-fotopapier (BP71-serie) aan
voor het afdrukken van hoogwaardige foto's. Met Innobella™-inkt en
-papier maakt u in een handomdraai prachtige afdrukken.
106
Netwerk (alleen MFC-J265W en MFC-J415W) D
Opmerking
Raadpleeg de Netwerkhandleiding voor een volledig overzicht van de netwerkspecificaties.
1
Zie het overzicht van computervereisten op pagina 104.
2
Als u meer geavanceerde printerbeheersoftware nodig hebt, gebruikt u de meest recente versie van het
hulpprogramma Brother BRAdmin Professional die u kunt downloaden via http://solutions.brother.com/
LAN U kunt de machine op het netwerk aansluiten voor afdrukken,
scannen, PC Fax verzenden en het ophalen van foto's van
PhotoCapture Center™
1
. De netwerkbeheersoftware Brother
BRAdmin Light
2
wordt meegeleverd.
Beveiliging van het
draadloze netwerk
SSID (32 tekens), WEP 64/128 bit, WPA-PSK (TKIP/AES),
WPA2-PSK (AES)
Configuratiehulpprogramma AOSS Ja
WPS Ja
Index
107
E
E
A
Aangepaste telefoonfuncties op een
enkele lijn
.................................................73
Aansluiten
extern antwoordapparaat
............... 33, 34
extern toestel
........................................35
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)
......34
ADF (automatische documentinvoer)
......22
Afdrukken
afdrukgebied
.........................................16
op klein papierformaat
..........................15
papier vastgelopen
...............................66
problemen
...................................... 69, 71
resolutie
..............................................103
specificaties
........................................103
Zie de Softwarehandleiding.
Antwoordapparaat
....................................33
aansluiten
.............................................34
Antwoordapparaat, extern
................. 27, 33
aansluiten
...................................... 33, 34
ontvangstmodus
...................................27
uitgaand bericht opnemen
....................34
Apple Macintosh
Zie de Softwarehandleiding.
Automatisch
fax ontvangen
.......................................27
Fax waarnemen
.................................30
B
Belvertraging, instellen .............................29
Brother
CreativeCenter
........................................4
C
ControlCenter
Zie de Softwarehandleiding.
D
Document
laden
.............................................. 22, 23
Draadloos netwerk
Zie de Installatiehandleiding en de
Netwerkhandleiding.
Draadloze telefoon
.................................. 36
E
Enveloppen .......................... 13, 14, 20, 21
Extern toestel, aansluiten
........................ 35
F
Fax waarnemen ....................................... 30
Fax, stand-alone
ontvangen
............................................ 27
Belvertraging, instellen
...................... 29
F/T-beltijd, instellen
........................... 29
Fax waarnemen
................................ 30
problemen
................................... 71, 72
storing op de telefoonlijn
................... 76
via een tweede toestel
................ 35, 36
verzenden
............................................ 24
problemen
......................................... 72
storing op de telefoonlijn
................... 76
Fax/Tel-modus
Belvertraging
........................................ 29
Code voor activeren op afstand
.....35, 36
Code voor deactiveren op
afstand
........................................... 35, 36
oproepen aannemen op een tweede
toestel
.............................................35, 36
Faxcodes
Code voor activeren op
afstand
.....................................30, 35, 36
Code voor deactiveren op
afstand
........................................... 35, 36
gebruiken
............................................. 36
wijzigen
................................................ 36
Faxen of het faxjournaal overbrengen
..... 64
Faxen, vanaf de pc
Zie de Softwarehandleiding.
108
Foutmeldingen op LCD-scherm ...............58
Alleen BK afdr.
......................................59
Communicatiefout
.................................59
Deksel is open
......................................60
Document nazien
..................................60
Geen patroon
........................................60
Geheugen vol
........................................60
Inkt bijna op
...........................................61
Inktopvangbak bijna vol
........................61
Inktopvangbak vol
.................................61
Kan niet afdr.
.........................................61
Kan niet detecteren.
..............................62
Meer gegevens
.....................................62
Niet toegewezen
............................ 37, 62
Opstartprobleem
...................................63
Papier nazien
........................................62
Papierstoring
.........................................63
Print onmogelijk
....................................63
Reinig onm.
...........................................63
Scan onmogelijk
....................................63
G
Grijstinten ........................................ 99, 102
H
Handmatig
kiezen
....................................................37
ontvangen
.............................................27
Help
LCD-meldingen
.....................................78
menutabel
.............................................79
Herkies/Pauze
..........................................38
I
Ingangen
Extern
Extern toestel
.....................................35
Inktcartridges
inktstippenteller
.....................................52
vervangen
.............................................52
Innobella™
.............................................105
K
Kiezen
een pauze
............................................. 40
handmatig
............................................. 37
Overzicht nummerweergave
................ 39
Snelkiezen
............................................ 37
Uitgaand gesprek
................................. 38
Kopiëren
met de glasplaat
................................... 22
papierformaat
....................................... 43
papiersoort
........................................... 43
L
LCD (Liquid Crystal Display) ................... 78
Helderheid
............................................ 10
M
Macintosh
Zie de Softwarehandleiding.
Modus, activeren
Faxmodus
............................................... 6
Kopieermodus
........................................ 6
PhotoCapture
......................................... 6
Scanmodus
............................................ 6
N
Netwerk
Afdrukken
Zie de Netwerkhandleiding.
Scannen
Zie de Softwarehandleiding.
Nummermelder (nummerweergave)
....... 31
Nummerweergave
................................... 31
Overzicht nummerweergave
................ 39
O
Onderhoud, routine
inktcartridges vervangen
...................... 52
Ontvangstmodus
Alleen fax
.............................................. 27
Extern antwoordapparaat
..................... 27
Fax/Telefoon
........................................ 27
Handmatig
............................................ 27
Overzicht van het bedieningspaneel
......... 6
109
E
P
PaperPort™11SE met OCR
Zie de Softwarehandleiding. Raadpleeg
ook het menu Help van de toepassing
PaperPort™11SE.
Papier
................................................ 18, 98
afdrukgebied
.........................................16
capaciteit
...............................................21
documentformaat
..................................22
enveloppen en briefkaarten laden
........13
formaat
..................................................17
laden
.............................................. 11, 13
soort
............................................... 17, 20
PhotoCapture Center™
Afdrukinstellingen
Kwaliteit
.............................................47
Foto's weergeven
..................................47
Memory Stick PRO™
............................44
Memory Stick™
....................................44
SD
.........................................................44
SDHC
....................................................44
specificaties
........................................101
vanaf pc
Zie de Softwarehandleiding.
Presto! PageManager
Zie de Softwarehandleiding. Raadpleeg
ook het menu Help van de toepassing
Presto! PageManager.
Problemen oplossen
................................69
als u problemen heeft met
afdrukken
...........................................69
document vastgelopen
.......................65
faxen ontvangen
................................72
inkomende oproepen
.........................73
kopiëren
.............................................73
Netwerk
..............................................75
ontvangen faxen afdrukken
...............71
PhotoCapture Center™
.....................74
scannen
.............................................73
software
.............................................74
telefoonlijn of verbindingen
................71
document vastgelopen
..........................65
foutmeldingen op LCD-scherm
.............58
papier vastgelopen
...............................66
Programmeren van de machine
...............78
Q
Quick-Dial
Groepsnummers
wijzigen
............................................. 41
Snelkiesnummers
gebruiken
.......................................... 37
instellen als 2-cijferige locatie
........... 40
wijzigen
............................................. 41
Zoeken
................................................. 37
R
Reinigen
invoerrol voor papier
............................ 55
printkop
................................................ 56
scanner
................................................ 54
Remote Setup
Zie de Softwarehandleiding.
Resolutie
afdrukken
........................................... 103
faxen
.................................................... 99
kopiëren
............................................. 100
scannen
.............................................. 102
S
Scangebied ............................................. 23
Scannen
Zie de Softwarehandleiding.
Serienummer
achterhalen...... Zie binnenkant frontdeksel
Snelkiesnummers
gebruiken
............................................. 37
instellen
................................................ 40
wijzigen
................................................ 41
110
T
Tekst, invoeren ........................................95
speciale tekens
.....................................95
Telefoonlijn
aansluitingen
.........................................34
meerdere lijnen (PBX)
...........................34
problemen
.............................................71
storing
...................................................76
type
.......................................................32
Transparanten
.............................18, 21, 98
Tweede toestel, gebruiken
.......................36
V
Vastlopen
document
..............................................65
papier
....................................................66
Verbruiksartikelen
..................................105
Volume, instellen
belsignaal
................................................9
luidspreker
............................................10
waarschuwingstoon
................................9
W
Windows
®
Zie de Softwarehandleiding.
Bezoek ons op internet
http://www.brother.com
Deze machine is uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Plaatselijke
Brother-bedrijven of hun dealers verlenen alleen service aan machines die in hun eigen land zijn
aangekocht.
5

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Brother MFC-J220 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Brother MFC-J220 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,94 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Brother MFC-J220

Brother MFC-J220 Installatiehandleiding - Nederlands - 15 pagina's

Brother MFC-J220 Gebruiksaanwijzing - Nederlands - 50 pagina's

Brother MFC-J220 Installatiehandleiding - Deutsch - 15 pagina's

Brother MFC-J220 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 115 pagina's

Brother MFC-J220 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 50 pagina's

Brother MFC-J220 Installatiehandleiding - English - 15 pagina's

Brother MFC-J220 Gebruiksaanwijzing - English - 115 pagina's

Brother MFC-J220 Gebruiksaanwijzing - English - 50 pagina's

Brother MFC-J220 Installatiehandleiding - Français - 15 pagina's

Brother MFC-J220 Gebruiksaanwijzing - Français - 115 pagina's

Brother MFC-J220 Gebruiksaanwijzing - Français - 50 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info