451233
10
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/235
Pagina verder
GEBRUIKERSHANDLEIDING
MFC-790CW
MFC-990CW
Versie B
DUT
Als u de klantenservice moet bellen
A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige
referentie:
Modelnummer: MFC-790CW en MFC-990CW
(omcirkel uw modelnummer)
Serienummer:
1
Aankoopdatum:
Plaats van aankoop:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het
apparaat. Bewaar deze gebruikershandleiding samen
met uw kassabon als aankoopbewijs in geval van
diefstal of brand of voor service die onder de garantie
valt.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als de
originele eigenaar van het product. Uw registratie bij Brother:
kan eventueel als bevestiging van de aankoopdatum van uw product
dienen, mocht u uw kassabon verliezen; en
kan eventueel een verzekeringsclaim van u ondersteunen, in geval
het product verloren gaat en dit gedekt is door de verzekering.
© 2008 Brother Industries, Ltd.
i
Informatie over goedkeuring en mededeling
aangaande samenstelling en publicatie
DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS
ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN DE PASSENDE CONNECTOR.
INFORMATIE OVER GOEDKEURING
Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin
het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op
openbare telecommunicatielijnen in een ander land.
Samenstelling en publicatie
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd.
De nieuwste productgegevens en -specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade (met
inbegrip van gevolgschade) voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin
beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze
publicatie.
ii
EG-conformiteitsverklaring onder de
richtlijn R & TTE
iii
EG-conformiteitsverklaring onder de richtlijn R & TTE
Producent
Brother Industries, Ltd.
15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Industries (Shen Zhen) Ltd
G02414-1, Bao Chang Li Bonded Transportation Industrial Park,
Bao Long Industrial Estate, Longgang, Shenzhen, China
Verklaren hierbij dat:
Productomschrijving : Faxmachine
Modelnaam : MFC-790CW, MFC-990CW
voldoen aan de voorschriften van de richtlijn R & TTE (1999/5/EG), en we verklaren dat ze aan
de volgende standaards voldoen:
Toegepaste standaarden:
Geharmonieerd : Veiligheid EN60950-1: 2001 +A11: 2004
EMC EN55022: 2006 Klasse B
EN55024: 1998 +A1: 2001 +A2: 2003
EN61000-3-2: 2006
EN61000-3-3: 1995 +A1: 2001 +A2: 2005
Radio EN301 489-1 V1.6.1
EN301 489-17 V1.2.1
EN300 328 V1.7.1
*EN301 406 V1.5.1
*EN301 489-6 V1.2.1
*alleen van toepassing op model MFC-990CW.
Jaar waarin het CE-keurmerk voor het eerst werd toegekend: 2008
Uitgegeven door : Brother Industries, Ltd.
Datum : 14 mei 2008
Plaats : Nagoya, Japan
iv
Inhoudsopgave
Paragraaf I Algemeen
1 Algemene informatie 2
Gebruik van de documentatie................................................................................2
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................2
Toegang krijgen tot de Softwarehandleiding en de Netwerkhandleiding...............2
Documentatie bekijken ....................................................................................2
Brother-support oproepen (voor Windows
®
) .........................................................5
Overzicht van het bedieningspaneel......................................................................6
Indicaties op het LCD-scherm .........................................................................8
Normale handelingen ......................................................................................9
2 Papier en documenten laden 10
Papier en andere afdrukmedia laden...................................................................10
Enveloppen en briefkaarten laden.................................................................12
Fotopapier laden............................................................................................14
Kleine afdrukken uit de machine verwijderen ................................................15
Afdrukgebied .................................................................................................16
Acceptabel papier en andere afdrukmedia ..........................................................17
Aanbevolen afdrukmedia...............................................................................17
Omgaan met en gebruik van afdrukmedia ....................................................18
De juiste afdrukmedia selecteren ..................................................................19
Documenten laden...............................................................................................21
De ADF gebruiken .........................................................................................21
De glasplaat gebruiken..................................................................................21
Scangebied....................................................................................................22
3 Algemene instellingen 23
Energiebesparende stand....................................................................................23
De machine in de energiebesparende stand zetten ......................................23
De machine uit de energiebesparende stand halen ......................................24
Energiebesparende stand instellen ...............................................................24
Tijdklokstand........................................................................................................26
Papierinstellingen ................................................................................................26
Papiersoort ....................................................................................................26
Papierformaat ................................................................................................27
Instellingen volume ..............................................................................................27
Belvolume......................................................................................................27
Volume waarschuwingstoon..........................................................................28
Luidsprekervolume ........................................................................................28
Automatische zomer-/ wintertijd...........................................................................29
Slaapstand...........................................................................................................29
v
LCD-scherm.........................................................................................................30
LCD-contrast .................................................................................................30
De helderheid van de achtergrondverlichting instellen..................................30
De lichtdimtimer voor de achtergrondverlichting instellen ............................31
4 Beveiligingsfuncties 32
Geheugenbeveiliging...........................................................................................32
Het wachtwoord van de geheugenbeveiliging instellen en wijzigen..............32
De geheugenbeveiliging in-/uitschakelen ......................................................33
Paragraaf II Fax
5 Een fax verzenden 36
Faxmodus activeren ............................................................................................ 36
Faxen verzenden vanaf de ADF ...................................................................36
Faxen verzenden via de glasplaat.................................................................37
Documenten van het formaat Letter faxen via de glasplaat ..........................37
Een fax in kleur verzenden ............................................................................38
Een voorbeeld bekijken van een uitgaande fax.............................................38
Een actieve fax annuleren .............................................................................38
Rondsturen (alleen monochroom) .......................................................................39
Een fax tijdens rondsturen annuleren............................................................40
Aanvullende verzendopties..................................................................................40
Faxen met meer instellingen verzenden........................................................40
Contrast .........................................................................................................41
Faxresolutie wijzigen .....................................................................................41
Tweevoudige werking (alleen monochroom).................................................42
Direct verzenden ...........................................................................................42
Internationale modus..................................................................................... 42
Uitgesteld faxen (alleen monochroom)..........................................................42
Uitgestelde groepsverzending (alleen monochroom) ....................................43
Taken in de wachtrij controleren en annuleren..............................................43
Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen............................43
Alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen..............................44
Een fax handmatig verzenden.......................................................................44
Een fax aan het einde van het gesprek verzenden .......................................44
De melding 'Geheugen vol'............................................................................44
vi
6 Een fax ontvangen 45
Ontvangststanden................................................................................................45
De ontvangststand kiezen ...................................................................................45
Ontvangststanden gebruiken...............................................................................47
Alleen Fax......................................................................................................47
Fax/Telefoon..................................................................................................47
Handmatig .....................................................................................................47
Antwoordapparaat .........................................................................................47
Instellingen ontvangststand .................................................................................48
Belvertraging .................................................................................................48
F/T-beltijd (alleen in Fax/Telefoon-stand)......................................................48
Fax waarnemen.............................................................................................49
Geheugenontvangst (alleen monochroom) .........................................................50
Fax doorzenden.............................................................................................50
Fax opslaan ...................................................................................................51
PC-Fax ontvangen.........................................................................................51
Geheugenontvangstfuncties uitschakelen.....................................................53
Schakelen tussen geheugenontvangstfuncties .............................................53
Faxvoorbeeld (alleen monochroom) ....................................................................54
Een voorbeeld bekijken van een ontvangen fax............................................54
Faxvoorbeeld uitschakelen............................................................................56
Aanvullende ontvangsthandelingen.....................................................................56
Een verkleinde afdruk van een inkomend document maken.........................56
Een fax aan het einde van het gesprek ontvangen
(alleen bij MFC-790CW) ............................................................................57
Ontvangst zonder papier ...............................................................................57
Een fax afdrukken vanuit het geheugen ........................................................57
Afstandsbediening ...............................................................................................58
Een code voor toegang op afstand instellen .................................................58
Uw code voor toegang op afstand gebruiken ................................................58
Opdrachten voor afstandsbediening..............................................................59
Faxberichten ophalen ....................................................................................61
Het nummer voor Fax doorzenden wijzigen ..................................................61
vii
7 Telefoontoestellen en externe apparaten 62
Werking als telefoon ............................................................................................62
Een telefoongesprek voeren..........................................................................62
Oproepen beantwoorden via de luidspreker..................................................62
Dempen ......................................................................................................... 62
Toon of puls................................................................................................... 63
Fax/Telefoon-stand .......................................................................................63
Fax/Telefoon-stand in de energiebesparende stand .....................................63
Telefoondiensten .................................................................................................64
Nummerweergave (Beller ID) ........................................................................ 64
Het type telefoonlijn instellen.........................................................................65
Een extern antwoordapparaat aansluiten............................................................66
Aansluitingen .................................................................................................66
Een uitgaand bericht opnemen op een extern antwoordapparaat.................67
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)............................................................67
Externe en tweede toestellen ..............................................................................68
Een extern of tweede toestel aansluiten........................................................68
Werken met een tweede toestel ....................................................................68
Een draadloze externe telefoon gebruiken (alleen bij MFC-790CW) ............68
Codes voor afstandsbediening gebruiken .....................................................69
8 Nummers kiezen en opslaan 70
Nummers kiezen..................................................................................................70
Handmatig kiezen..........................................................................................70
Snelkiezen ..................................................................................................... 70
Faxnummer opnieuw kiezen..........................................................................70
Overzicht van uitgaande oproepen................................................................71
Overzicht beller-ID.........................................................................................71
Nummers opslaan................................................................................................72
Een pauze opslaan........................................................................................72
Snelkiesnummers opslaan ............................................................................72
Snelkiesnummers opslaan op basis van uitgaande oproepen ......................73
Snelkiesnummers opslaan op basis van het overzicht van beller-ID's ..........74
Snelkiesnamen of -nummers wijzigen ...........................................................74
Groepen voor rondsturen instellen ................................................................75
Snelkiesnummers combineren ......................................................................77
viii
9 Digitaal antwoordapparaat 78
De stand Antwoordapparaat voor het interne antwoordapparaat ........................78
Het antwoordapparaat instellen.....................................................................78
Uitgaand bericht ............................................................................................78
Uitgaand bericht Fax/Tel (Bericht).................................................................79
De stand Antwoordapparaat activeren ..........................................................79
Uw berichten beheren..........................................................................................80
Berichtenindicator ..........................................................................................80
Gesproken berichten afspelen.......................................................................80
Ontvangen berichten wissen .........................................................................80
Aanvullende functies van het antwoordapparaat.................................................81
De maximumtijd voor inkomende berichten instellen ....................................81
Bespaarstand instellen ..................................................................................81
Luidspreker voor inkomende berichten .........................................................82
Een gesprek opnemen (alleen bij MFC-790CW) ...........................................82
10 Rapporten afdrukken 83
Faxrapporten .......................................................................................................83
Verzendrapport..............................................................................................83
Faxjournaal (activiteitenrapport) ....................................................................83
Rapporten ............................................................................................................84
Een rapport afdrukken ...................................................................................85
11 Pollen 86
Pollen - overzicht .................................................................................................86
Ontvangstpolling..................................................................................................86
Ontvangstpolling instellen..............................................................................86
Ontvangstpolling met beveiligingscode instellen ...........................................86
Uitgestelde ontvangstpolling instellen ...........................................................87
Opeenvolgend pollen (alleen monochroom)..................................................87
Opeenvolgende pollingtaak annuleren ..........................................................88
Verzendpolling (alleen monochroom) ..................................................................88
Verzendpolling instellen.................................................................................88
Verzendpolling instellen met een beveiligingscode .......................................89
ix
Paragraaf III Kopiëren
12 Kopiëren 92
Kopiëren ..............................................................................................................92
Kopieermodus activeren................................................................................92
Eén kopie maken........................................................................................... 92
Meerdere kopieën maken.............................................................................. 92
Kopiëren stoppen ..........................................................................................92
Kopieerinstellingen ..............................................................................................93
De kopieersnelheid en -kwaliteit wijzigen ......................................................93
De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen ...................................... 94
N op 1 kopieën of een poster maken (Pagina layout) ...................................95
Kopieën sorteren via de ADF ........................................................................96
Helderheid en contrast instellen ....................................................................96
Papieropties...................................................................................................97
Boek kopie.....................................................................................................97
Watermerk kopie ...........................................................................................98
Uw favoriete instellingen opgeven.................................................................99
De melding Geheugen vol’................................................................................100
Paragraaf IV Direct foto's printen
13 Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of
USB-flashstation 102
Werken met PhotoCapture Center.................................................................102
Afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation zonder een pc ...102
Scannen naar een geheugenkaart of een USB-flashstation zonder een
pc te gebruiken........................................................................................102
PhotoCapture Center™ vanaf uw computer gebruiken...............................102
Een geheugenkaart of USB-flashstation gebruiken.....................................102
Mapstructuur van geheugenkaarten of USB-flashstations ..........................103
Aan de slag........................................................................................................ 104
De modus PhotoCapture activeren .............................................................105
Afbeeldingen afdrukken.....................................................................................105
Foto's bekijken.............................................................................................105
Print index (miniaturen) ............................................................................... 106
Foto's afdrukken .......................................................................................... 107
Foto-effecten ...............................................................................................107
Afdrukken in DPOF-formaat ........................................................................109
x
PhotoCapture Center™-afdrukinstellingen ........................................................110
Afdruksnelheid en -kwaliteit.........................................................................111
Papieropties.................................................................................................111
Helderheid, contrast en kleur instellen ........................................................112
Bijsnijden (crop)...........................................................................................114
Afdrukken zonder rand ................................................................................114
Datum afdrukken .........................................................................................114
Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen..........................115
Alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen............................115
Scannen naar geheugenkaarten of USB-flashstations......................................115
De scanmodus activeren .............................................................................115
Scannen naar een geheugenkaart of een USB-flashstation .......................116
De bestandsnaam wijzigen..........................................................................117
Een nieuwe standaardinstelling opgeven ....................................................117
Fabrieksinstellingen herstellen ....................................................................117
Uitleg bij de foutmeldingen ................................................................................118
14 Foto's afdrukken vanaf een camera 119
Foto's direct afdrukken vanaf een PictBridge-camera .......................................119
Vereisten voor PictBridge ............................................................................119
Uw digitale camera instellen........................................................................119
Foto's afdrukken ..........................................................................................120
Afdrukken in DPOF-formaat ........................................................................121
Foto's direct afdrukken vanaf een digitale camera (zonder PictBridge).............121
Foto's afdrukken ..........................................................................................122
Uitleg bij de foutmeldingen ................................................................................122
15 Draadloos foto's afdrukken (Alleen bij MFC-990CW) 123
Foto's afdrukken met de draadloze technologie van Bluetooth
®
.......................123
Vereisten voor het gebruik van de draadloze technologie
van Bluetooth
®
........................................................................................123
Uw machine instellen.........................................................................................124
De draadloze technologie van Bluetooth
®
inschakelen...............................124
Wachtwoord.................................................................................................124
Communicatiemodus...................................................................................125
Apparaatadres .............................................................................................125
Apparaatnaam .............................................................................................125
Afdrukinstellingen ..............................................................................................126
Afdrukkwaliteit .............................................................................................126
Papiersoort ..................................................................................................126
Papierformaat ..............................................................................................126
Zonder rand .................................................................................................126
Datum afdrukken .........................................................................................127
Alle instellingen terugzetten op de fabriekinstellingen.................................127
Uitleg bij de foutmeldingen ................................................................................127
xi
Paragraaf V Software
16 Software- en netwerkfuncties 130
Paragraaf VI Appendices
A Veiligheid en wetgeving 132
Een geschikte plaats kiezen ..............................................................................132
Veilig gebruik van de machine...........................................................................133
Belangrijke veiligheidsinstructies.................................................................137
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid ....................................................138
LAN-verbinding............................................................................................ 138
Radiostoring ................................................................................................139
EU-richtlijn 2002/96/EG en EN50419..........................................................139
EU-richtlijn 2006/66/EG - De batterij verwijderen of vervangen ..................139
Naleving van de bepalingen van het ENERGY STAR
®
-programma........... 139
Wettelijke beperkingen voor kopiëren................................................................140
Handelsmerken..................................................................................................141
B Problemen oplossen en routineonderhoud 142
Problemen oplossen .........................................................................................142
Als u problemen met uw machine heeft ...................................................... 142
Kiestoondetectie.......................................................................................... 149
Storing op de telefoonlijn .............................................................................149
Foutmeldingen ...................................................................................................150
Foutanimatie................................................................................................155
Faxberichten of het faxjournaal overbrengen..............................................155
Vastgelopen document................................................................................157
Papier vastgelopen in de machine ..............................................................158
Routineonderhoud .............................................................................................160
De inktcartridges vervangen........................................................................160
De buitenkant van de machine schoonmaken.............................................162
De glasplaat reinigen glas ...........................................................................163
De geleiderol van de machine reinigen .......................................................164
De invoerrol voor papier reinigen ................................................................164
De printkop reinigen ....................................................................................165
De afdrukkwaliteit controleren .....................................................................165
De uitlijning controleren ...............................................................................166
Het inktvolume controleren..........................................................................167
De hoorn en de steun van de hoorn uitbouwen en inbouwen
(alleen bij MFC-790CW)..........................................................................167
Informatie over de machine ...............................................................................168
Het serienummer controleren......................................................................168
De machine inpakken en vervoeren ..................................................................169
xii
C Menu en functies 172
Programmeren op het scherm ...........................................................................172
Menutabel....................................................................................................172
Opslag in geheugen ....................................................................................172
Modus- en menutoetsen gebruiken ...................................................................172
Menutabel....................................................................................................173
Tekst invoeren .............................................................................................193
D Specificaties 194
Algemeen...........................................................................................................194
Afdrukmedia.......................................................................................................196
Fax.....................................................................................................................197
Digitaal antwoordapparaat.................................................................................199
Digitale draadloze telefoon (alleen bij MFC-990CW).........................................200
Draadloze telefoon (BCL-D70) ....................................................................200
Batterij .........................................................................................................200
Kopiëren ............................................................................................................201
PhotoCapture Center™ .....................................................................................202
PictBridge ..........................................................................................................203
Draadloze technologie van Bluetooth
®
(alleen bij MFC-990CW) ......................204
Scanner .............................................................................................................205
Printer ................................................................................................................206
Interfaces ...........................................................................................................207
Vereisten voor de computer............................................................................... 208
Verbruiksartikelen..............................................................................................209
Netwerk (LAN) ...................................................................................................210
Het draadloze netwerk configureren met één druk op de knop...................211
E Verklarende woordenlijst 212
FIndex 216
Paragraaf I
Algemeen I
Algemene informatie 2
Papier en documenten laden 10
Algemene instellingen 23
Beveiligingsfuncties 32
2
1
Gebruik van de
documentatie 1
Dank u voor de aanschaf van een Brother-
machine! Het lezen van de documentatie
helpt u bij het optimaal benutten van uw
machine.
Symbolen en conventies die
in de documentatie gebruikt
worden 1
De volgende symbolen en conventies worden
in de documentatie gebruikt.
Toegang krijgen tot de
Softwarehandleiding
en de
Netwerkhandleiding
1
Deze gebruikershandleiding bevat niet alle
informatie over de machine, zoals het gebruik
van de geavanceerde functies van de printer,
de scanner, PC-Fax en het netwerk.
Raadpleeg de Softwarehandleiding en de
Netwerkhandleiding op de cd-rom voor
gedetailleerde informatie hierover.
Documentatie bekijken 1
Documentatie bekijken
(voor Windows
®
) 1
Als u de documentatie wilt bekijken, klikt u op
het menu start, wijst u vanuit de
programmagroep Brother, MFC-XXXX aan
(waarbij XXXX uw modelnaam is) en
selecteert u vervolgens
Gebruikershandleidingen in HTML-
formaat.
Als u de software niet heeft geïnstalleerd,
kunt u de documentatie vinden door
onderstaande instructies op te volgen:
a Zet uw pc aan. Plaats de Brother cd-rom
in uw cd-rom-station.
b Als het scherm met de modelnaam
verschijnt, klikt u op de naam van uw
model.
Algemene informatie 1
Vet Vetgedrukte tekst verwijst naar
knoppen op het
bedieningspaneel van de
machine of op het
computerscherm.
Cursief Cursief gedrukte tekst
benadrukt een belangrijk punt of
verwijst u naar een verwant
onderwerp.
Courier
New
Het lettertype Courier New
verwijst naar meldingen die
worden weergegeven op het
LCD-scherm van de machine.
Waarschuwingen informeren u over
de maatregelen die u moet treffen om
te vermijden dat u letsel oploopt.
Deze waarschuwingen wijzen u op
procedures die u moet volgen om te
voorkomen dat de machine of andere
voorwerpen worden beschadigd.
Het pictogram Elektrisch gevaar
waarschuwt u voor mogelijke
elektrische schokken.
Opmerkingen leggen uit wat u in een
bepaalde situatie moet doen of hoe
de bewerking met andere functies
werkt.
Het pictogram Onjuiste configuratie
waarschuwt u voor apparaten en
bewerkingen die niet compatibel zijn
met de machine.
Algemene informatie
3
1
c Als het scherm met de taal verschijnt,
klikt u op de gewenste taal. Het
hoofdmenu van de cd-rom wordt
geopend.
Opmerking
Als dit venster niet wordt geopend, kunt u
Windows
®
Verkenner gebruiken om het
programma start.exe uit te voeren vanuit
de hoofdmap van de Brother-cd-rom.
d Klik op Documentatie.
e Klik op de documentatie die u wilt lezen.
HTML-documenten:
Softwarehandleiding en
Netwerkhandleiding in
HTML-formaat.
Dit formaat wordt aanbevolen voor
het lezen van documentatie op de
computer.
PDF-documenten:
Gebruikershandleiding voor
gebruik als zelfstandig apparaat,
Softwarehandleiding en
Netwerkhandleiding in
PDF-formaat.
Dit formaat wordt aanbevolen voor
het afdrukken van de handleidingen.
Klik op de koppeling om naar het
Brother Solutions Center te gaan,
waar u de PDF-documenten kunt
weergeven of downloaden. (Hiervoor
heeft u internettoegang en PDF
Reader-software nodig.)
Instructies voor het scannen
opzoeken
1
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
(voor Windows
®
2000 Professional/
Windows
®
XP en Windows Vista
®
)
ControlCenter3
(voor Windows
®
2000 Professional/
Windows
®
XP en Windows Vista
®
)
Netwerkscannen
ScanSoft™ PaperPort11SE met OCR-
procedurehandleidingen
U kunt de volledige
procedurehandleidingen voor ScanSoft™
PaperPort™ 11SE met OCR weergeven
via het menu Help in de toepassing
ScanSoft™ PaperPort™ 11SE.
Instructies voor netwerkinstellingen
opzoeken
1
Uw machine kan worden aangesloten op een
draadloos of bekabeld netwerk. U kunt
belangrijke instructies voor instellingen
opzoeken in de installatiehandleiding. Als uw
draadloze toegangspunt ondersteuning biedt
voor SecureEasySetup™,
Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™, volgt u
de stappen in de installatiehandleiding. Zie
de netwerkhandleiding voor meer informatie
over netwerkhandleiding.
Hoofdstuk 1
4
Documentatie bekijken
(voor Macintosh
®
) 1
a Zet uw Macintosh
®
aan. Plaats de
Brother-cd-rom in het cd-rom-station.
Het volgende venster wordt
weergegeven.
b Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
c Dubbelklik op uw taalmap.
d Dubbelklik op top.html om de
Softwarehandleiding en de
Netwerkhandleiding weer te geven in
HTML-formaat.
e Klik op de documentatie die u wilt lezen:
Softwarehandleiding
Netwerkhandleiding
Instructies voor het scannen
opzoeken
1
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
(voor Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter)
ControlCenter2
(voor Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter)
Netwerkscannen
(voor Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter)
Presto!
®
PageManager
®
Gebruikershandleiding
U kunt de volledige gebruikershandleiding
voor Presto!
®
PageManager
®
weergeven
via het menu Help in de toepassing
Presto!
®
PageManager
®
.
Instructies voor netwerkinstellingen
opzoeken
1
Uw machine kan worden aangesloten op een
draadloos of bekabeld netwerk. U kunt
belangrijke instructies voor instellingen
opzoeken in de installatiehandleiding. Als uw
draadloze toegangspunt ondersteuning biedt
voor SecureEasySetup™,
Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™, volgt u
de stappen in de installatiehandleiding. Zie
de netwerkhandleiding voor meer informatie
over netwerkhandleiding.
Algemene informatie
5
1
Brother-support
oproepen
(voor Windows
®
) 1
Alle nodig hulpbronnen, bijvoorbeeld
websupport (Brother Solutions Center), staan
tot uw beschikking.
Klik op Brother-support in het
hoofdmenu. Het volgende scherm wordt
weergegeven:
Om onze website
(http://www.brother.com
) te openen, klikt
u op Brother-startpagina.
Voor het laatste nieuws en informatie over
productondersteuning
(http://solutions.brother.com
) klikt u op
Brother Solutions Center.
Als u onze website voor originele Brother-
verbruiksartikelen
(http://www.brother.com/original/
) wilt
bezoeken, klikt u op Informatie over
supplies.
Als u het Brother CreativeCenter
(http://www.brother.com/creativecenter/
)
voor GRATIS fotoprojecten en afdrukbare
downloads wilt openen, klikt u op Brother
CreativeCenter.
Om terug te gaan naar het hoofdmenu
klikt u op Terug. Wanneer u klaar bent,
klikt u op Afsluiten.
Hoofdstuk 1
6
Overzicht van het bedieningspaneel 1
MFC-790CW 1
MFC-990CW 1
Opmerking
In de meeste illustraties in deze gebruikershandleiding wordt de MFC-790CW weergegeven.
1 Spaarstand
Met deze toets zet u de machine in de
energiebesparende stand.
2 Toetsen antwoordapparaat:
BEANTWOORDER
Hiermee schakelt u het antwoordapparaat
in of uit. Knippert ook wanneer u nieuwe
berichten hebt.
Afspelen/Opnemen (MFC-790CW)
Gesproken berichten in het geheugen
afspelen. Hiermee kunt u ook uw
telefoongesprekken opnemen.
Afspelen (MFC-990CW)
Gesproken berichten in het geheugen
afspelen.
Wissen/Wacht (MFC-790CW)
Gesproken berichten wissen. Hiermee zet
u ook het huidige telefoongesprek in de
wacht.
Wissen (MFC-990CW)
Gesproken berichten wissen.
1
2
4
5
3
01
01
06:1
0 6: 1
1
06:11
27.01.2009
2 7. 01 .2 00 9
27.01.2009
01
Snelkies
Nwe fax
MENU
Faxvoor
beeld
Geh.
Geh.
Ant
Ant
Geschiedenis
1
2
4
5
3
01
01
06:1
0 6: 1
1
06:11
27.01.2009
2 7. 01 .2 00 9
27.01.2009
01
Snelkies
Nwe fax
MENU
Faxvoor
beeld
Geh.
Geh.
Ant
Ant
Geschiedenis
Algemene informatie
7
1
3 Fax- en telefoontoetsen:
Luidspreker
Hiermee kunt u een gesprek voeren zonder
de hoorn op te nemen.
Intern
Met deze toets krijgt u toegang tot een
uitgaande lijn of zet u een gesprek over
naar een ander toestel wanneer dit is
aangesloten op een PBX.
Wacht/Intercom (alleen bij MFC-990CW)
Hiermee zet u het huidige telefoongesprek
in de wacht.
U kunt deze toets ook indrukken om een
gesprek via de intercom te voeren of een
inkomend gesprek over te zetten naar de
draadloze telefoon.
Herkies (MFC-790CW)
Met deze toets kunt u de 30 laatst gekozen
nummers opnieuw bellen.
5
8
7
9
6
01
01
06:1
0 6: 1
1
06:11
27.01.2009
2 7. 01 .2 00 9
27.01.2009
01
Snelkies
Nwe fax
MENU
Faxvoor
beeld
Geh.
Geh.
Ant
Ant
Geschiedenis
5
8
7
9
6
01
01
06:1
0 6: 1
1
06:11
27.01.2009
2 7. 01 .2 00 9
27.01.2009
01
Snelkies
Nwe fax
MENU
Faxvoor
beeld
Geh.
Geh.
Ant
Ant
Geschiedenis
Hoofdstuk 1
8
Pauze (MFC-790CW)
Hiermee voegt u een pauze in wanneer u
nummers kiest. Met deze functie schakelt u
tijdens sommige handelingen het
touchscreen in.
Herkies/Pauze (MFC-990CW)
Met deze toets kunt u de 30 laatst gekozen
nummers opnieuw bellen. U kunt hem ook
gebruiken voor het invoegen van een
pauze wanneer u snelkiesnummers
programmeert.
4 Kiestoetsen
Gebruik deze toetsen om telefoon- en
faxnummers te kiezen. Deze toetsen worden
tevens gebruikt als toetsenbord om informatie
in de machine in te voeren. Met deze functie
schakelt u tijdens sommige handelingen het
touchscreen in.
Met de toets # kunt u tijdens een oproep de
kies-modus tijdelijk veranderen van puls naar
toon.
5 LCD (liquid crystal display)
Dit is een touchscreen-lcd-scherm. U krijgt
toegang tot de menu's en de opties door op de
toetsen op het scherm te drukken.
U kunt de helling van het scherm instellen door
dit op te tillen.
6 Modustoetsen:
Fax
Voor het faxen van documenten.
Scan
Geeft toegang tot scanmodus.
Kopie
Voor het kopiëren van documenten.
Photo Capture
Geeft toegang tot de modus
PhotoCapture Center™.
7 Microfoon
U kunt door de microfoon spreken wanneer u
een gesprek voert via Luidspreker.
8Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een
bewerking gestopt of een menu verlaten.
9 Starttoetsen:
Kleur Start
Met deze toets start u het faxen, of maakt u
kopieën in kleur. Hiermee kunt u ook een
scanbewerking uitvoeren (in kleur of mono,
afhankelijk van de scaninstelling in de
ControlCenter-software).
Mono Start
Met deze toets start u het faxen, of maakt u
monochrome kopieën. Hiermee kunt u ook
een scanbewerking uitvoeren (in kleur of
mono, afhankelijk van de scaninstelling in
de ControlCenter-software).
Indicaties op het LCD-scherm1
Op het LCD-scherm wordt de huidige status
van de machine weergegeven wanneer deze
niet wordt gebruikt.
1 Draadloze status
Een indicator met vier niveaus geeft de huidige
signaalsterkte van het draadloze netwerk weer
wanneer u gebruik maakt van een draadloze
verbinding.
2 Geheugenstatus
Hiermee wordt het beschikbare geheugen in
de machine aangegeven.
3 Huidige ontvangststand
Hiermee wordt de huidige ontvangstmodus
aangegeven.
Fax (Alleen Fax)
F/T (Fax/Telefoon)
Hnd (Handmatig)
Ant (Berichten controle)
4 Inktindicator
Toont u de beschikbare hoeveelheid inkt.
Hiermee hebt u ook toegang tot het menu
Inkt.
5 Snelkiezen
Hiermee zoekt u het nummer op dat u wilt
bellen/faxen.
6MENU
Hiermee hebt u toegang tot het hoofdmenu.
0Max.
0101
01
06:11
06:11
06:11
27.01.2009
27. 01.2009
27.01.2009
01
Snelkies
Nwe faxNwe fax
MENU
Faxvoor
beeld
Geh.
Geh.
Geh.
Ant
Ant
Ant
Geschiedenis
568911 10 7
4
3
2112
Algemene informatie
9
1
7 Faxen in geheugen
Hiermee wordt aangegeven hoeveel
ontvangen faxen zich in het geheugen
bevinden.
8 Faxvoorbeeld
Hiermee kunt u ontvangen faxen vooraf
bekijken.
9 Nieuwe fax(en)
Als Faxvoorbeeld ingesteld is op Aan kunt u
zien hoeveel nieuwe faxen u ontvangen hebt.
10 Gesproken berichten in het geheugen van
de machine
Hiermee wordt aangegeven hoeveel
ontvangen gesproken berichten zich in het
geheugen bevinden.
11 Geschiedenis
Hiermee kunt u een lijst met uitgaande
gesprekken en de ID-geschiedenis van de
beller bekijken.
U kunt hiermee ook het nummer bellen of
faxen dat u uit de lijsten hebt gekozen.
12 Waarschuwingspictogram
Wordt weergegeven wanneer er een storing is
of wanneer er onderhoud moet worden
gepleegd; druk op het
waarschuwingspictogram om de melding te
bekijken en druk dan op om terug te keren
naar het scherm Gereed.
Normale handelingen 1
U bedient het touchscreen door met uw
vingers op MENU te drukken of op de
keuzetoets op het LCD-scherm. Druk op
abof dc om alle schermmenu's of opties in
een instelling te bekijken en te openen of er
doorheen te bladeren.
In de volgende stappen wordt beschreven
hoe u een instelling in de machine wijzigt. In
dit voorbeeld wordt de instelling van de
slaapstand gewijzigd van 30 Min. in
10 Min.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om Slaapstand weer te
geven.
e Druk op Slaapstand.
f Druk op 10 Min.
g Druk op Stop/Eindigen.
MENU
MENU
Standaardinst.
Fax
Netwerk
Standaardinst.
Standaard inst.
30 Min.Slaapstand
LCD instell.
Slaapstand
Slaapsta n d
Min1
Min.3
Min.2
Min.5
Min.10
10
2
Papier en andere
afdrukmedia laden
2
Opmerking
Om op 10 × 15 cm of Foto L-papier af te
drukken, gebruikt u de fotopapierlade.
(Zie Fotopapier laden op pagina 14.)
a Als de papiersteunklep open is, deze
sluiten en vervolgens de papierlade
volledig uit de machine trekken.
b Breng de uitvoerlade (1) omhoog.
c Druk de papiergeleiders voor de
breedte (1) en vervolgens de
papiergeleider voor de lengte (2) met
beide handen voorzichtig in en stel deze
geleiders af op het papierformaat.
Zorg dat de driehoekjes (3) op de
papiergeleiders voor de breedte (1) en
op de papiergeleider voor de lengte (2)
naar de markering voor het gebruikte
papierformaat wijzen.
Papier en documenten laden 2
1
2
3
3
1
Papier en documenten laden
11
2
Opmerking
Wanneer u papier van Legal-formaat
gebruikt, drukt u op de universele
ontgrendeling (1) terwijl u de voorzijde van
de papierlade naar buiten trekt.
d Blader de stapel papier goed door, om
te voorkomen dat papier vastloopt of
scheef wordt ingevoerd.
Opmerking
Draag er steeds zorg voor dat het papier
niet omkrult.
e Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag
en de bovenste rand eerst.
Controleer of het papier vlak in de lade
ligt.
Opmerking
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver
in duwt; het kan aan de achterkant van de
lade omhoog gaan staan en problemen
veroorzaken bij de invoer.
f Pas de papiergeleiders voor de
breedte (1) voorzichtig met beide
handen aan het papier aan.
Zorg dat de papiergeleiders aan de
zijkant de randen van het papier
aanraken.
1
1
Hoofdstuk 2
12
g Sluit de uitvoerlade.
h Duw de papierlade langzaam volledig in
de machine.
i Trek, terwijl u de papierlade vasthoudt,
de papiersteun (1) naar buiten tot u een
klik hoort en vouw de papiersteunklep
(2) uit.
Opmerking
Gebruik de papiersteunklep niet voor
Legal-papier.
Enveloppen en briefkaarten
laden 2
Informatie over enveloppen 2
Gebruik enveloppen met een gewicht
tussen 80 en 95 g/m
2
.
Voor sommige enveloppen is het nodig de
marge in te stellen in de toepassing. Maak
altijd eerst een proefafdruk voordat u een
groot aantal enveloppen afdrukt.
VOORZICHTIG
Gebruik NOOIT de volgende soorten
enveloppen, aangezien deze problemen
veroorzaken bij de papierinvoer:
Zakachtige enveloppen.
Enveloppen met reliëf (met verhoogd
opschrift).
Enveloppen met sluithaken of nietjes.
Enveloppen die aan de binnenkant zijn
voorbedrukt.
Het kan zijn dat u af en toe problemen
ondervindt bij de papierinvoer vanwege de
dikte, het formaat en de vorm van de
omslag van de enveloppen die u gebruikt.
1
2
Lijm Dubbele omslag
Papier en documenten laden
13
2
Enveloppen en briefkaarten laden 2
a Druk de hoeken en zijkanten van de
enveloppen of briefkaarten zo plat
mogelijk voordat u deze plaatst.
Opmerking
Plaats de enveloppen of briefkaarten één
voor één in de papierlade als er
verschillende enveloppen of briefkaarten
tegelijk naar binnen worden getrokken.
b Leg enveloppen of briefkaarten in de
papierlade met de adreszijde naar
beneden en de invoerkant (bovenkant
van de enveloppen) eerst. Druk met
beide handen de papiergeleiders voor
de breedte (1) en de papiergeleider voor
de lengte (2) in en stel de geleiders af op
het formaat van de enveloppen of
briefkaarten.
2
1
Hoofdstuk 2
14
Als u problemen heeft bij het afdrukken op
enveloppen, volg dan de volgende
suggesties op:
2
a Zorg ervoor dat de omslag zich aan de
zijkant of aan de achterkant van de
envelop bevindt tijdens het afdrukken.
b Stel de maat en marge in bij uw
toepassing.
Fotopapier laden 2
Gebruik de fotopapierlade aan de bovenzijde
van de uitvoerlade om af te drukken op het
papierformaat Foto (10 × 15 cm) en Foto L.
Als u de fotopapierlade gebruikt, hoeft u het
papier in de lader eronder niet te verwijderen.
a Knijp de blauwe ontgrendelingsknop
van de fotolade (1) met uw
rechterwijsvinger en uw duim samen en
duw de fotolade naar voren tot deze in
de afdrukstand voor foto's klikt (2).
b Druk de papiergeleiders voor de
breedte (1) en vervolgens de
papiergeleider voor de lengte (2) in en
stel deze geleiders af op het
papierformaat.
3Foto papier lade
2
1
3
2
1
Papier en documenten laden
15
2
c Plaats het fotopapier in de
fotopapierlade en stel voorzichtig de
papiergeleiders voor de breedte in op
het papier.
Zorg dat de papiergeleiders aan de
zijkant de randen van het papier
aanraken.
Opmerking
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver
in duwt; het kan aan de achterkant van de
lade omhoog gaan staan en problemen
veroorzaken bij de invoer.
Draag er steeds zorg voor dat het papier
niet omkrult of kreukelt.
d Wanneer u uw foto's afgedrukt hebt, zet
u de fotopapierlade weer terug in de
normale stand.
Knijp de blauwe ontgrendelingsknop
van de fotolade (1) met uw
rechterwijsvinger en uw duim samen en
trek de fotolade naar achteren tot u een
klik hoort (2).
Kleine afdrukken uit de
machine verwijderen 2
Wanneer de machine kleine stukjes papier
uitwerpt op de uitvoerpapierlade, kunt u deze
misschien niet bereiken. Zorg dat het
afdrukken is voltooid, en trek vervolgens de
lade volledig uit de machine.
1
2
Hoofdstuk 2
16
Afdrukgebied 2
Hoe groot het afdrukgebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte
toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen
papier en enveloppen. De machine kan afdrukken in de grijze gedeelten van losse vellen papier,
wanneer de afdrukfunctie Zonder rand beschikbaar en ingeschakeld is. (Zie Afdrukken voor
Windows
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh
®
in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Opmerking
De functie Zonder rand is niet beschikbaar voor enveloppen.
Losse vellen Enveloppen
Bovenkant (1) Onderkant (2) Links (3) Rechts (4)
Losse vellen 3 mm 3 mm 3 mm 3 mm
Enveloppen 12 mm 24 mm 3 mm 3 mm
3
4
1
2
3
4
1
2
Papier en documenten laden
17
2
Acceptabel papier en
andere afdrukmedia
2
De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed
door het soort papier dat u in de machine
gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de
instellingen die u heeft gekozen, moet u de
papiersoort altijd instellen op het type papier
dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat
papier), glanzend papier, transparanten en
enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten
papier te testen, alvorens een grote
hoeveelheid aan te schaffen.
Gebruik voor optimale resultaten
Brother-papier.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat
papier), transparanten en fotopapier,
moeten op het tabblad Normaal van de
printerdriver of voor de instelling
Papiersoort in het menu altijd de juiste
afdrukmedia zijn geselecteerd. (Zie
Papiersoort op pagina 26.)
Als u wilt afdrukken op fotopapier van
Brother, dient u een extra vel van
hetzelfde fotopapier in de papierlade te
plaatsen. U vindt dit extra vel in de
verpakking van het papier.
Als u transparanten of fotopapier gebruikt,
dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen;
dit om te voorkomen dat de vellen aan
elkaar plakken of verstopt raken.
Raak het afgedrukte oppervlak van het
papier niet aan vlak na het afdrukken; de
inkt kan nog nat zijn en op uw vingers
vlekken.
Aanbevolen afdrukmedia 2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen
raden wij u aan Brother-papier te gebruiken.
(Zie onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier
beschikbaar is, raden wij u aan verschillende
soorten papier te testen voor u grote
hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren ‘3M Transparency Film’ te
gebruiken wanneer u op transparanten
afdrukt.
Brother-papier
Papiersoort Item
A4 Normaal BP60PA
A4 Glanzend Foto BP71GA4
A4 Inkjet (Mat) BP60MA
10 × 15 cm Glanzend Foto BP71GP
Hoofdstuk 2
18
Omgaan met en gebruik van
afdrukmedia 2
Bewaar papier in de originele verpakking
en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar
het papier plat en verwijderd van vocht,
direct zonlicht en warmte.
Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde
van het fotopapier niet aanraakt. Plaats
fotopapier met de glimmende zijde naar
beneden toe.
Raak de voor- of achterkant van
transparanten niet aan, daar deze
gemakkelijk water en transpiratie
absorberen, wat afbreuk doet aan de
afdrukkwaliteit. Transparanten die voor
laserprinters en -kopieerapparaten
ontworpen zijn, kunnen het volgende
document bevlekken. Gebruik alleen
transparanten die worden aanbevolen
voor inkjetprinters.
Dubbelzijdig afdrukken is alleen mogelijk
bij PC-printen. Zie Afdrukken voor
Windows
®
in de softwarehandleiding op
de cd-rom.
Onjuiste configuratie
Gebruik de volgende soorten papier NIET:
papier dat beschadigd, gekruld of
gekreukt is of een onregelmatige vorm
heeft
1 2 mm of meer
hoogglanzend of erg gestructureerd
papier
papier dat niet netjes kan worden
gestapeld
Breedlopend papier
Papiercapaciteit in de
uitvoerpapierlade
2
Maximaal 50 vel A4-papier van 80 g/m
2
.
Om vlekken te voorkomen moeten
transparanten of fotopapier vel voor vel uit
de uitvoerlade worden genomen.
1
1
Papier en documenten laden
19
2
De juiste afdrukmedia selecteren 2
Type en formaat papier voor elke functie 2
Papiersoort Papierformaat Gebruik
Faxen Kopiëren Photo
Capture
Printer
Losse vellen Letter 215,9 × 279,4 mm Ja Ja Ja Ja
A4 210 × 297 mm Ja Ja Ja Ja
Legal 215,9 × 355,6 mm Ja Ja Ja
Executive 184 × 267 mm Ja
JIS B5 182 × 257 mm Ja
A5 148 × 210 mm Ja Ja
A6 105 × 148 mm Ja
Kaarten Foto 10 × 15 cm Ja Ja Ja
Foto L 89 × 127 mm Ja
Foto 2L 13 × 18 cm Ja Ja
Indexkaart 127 × 203 mm Ja
Briefkaart 1 100 × 148 mm Ja
Briefkaart 2 (Dubbel) 148 × 200 mm Ja
Enveloppen C5-Envelop 162 × 229 mm Ja
DL-Envelop 110 × 220 mm Ja
COM-10 105 × 241 mm Ja
Monarch 98 × 191 mm Ja
JE4-Envelop 105 × 235 mm Ja
Transparanten Letter 215,9 × 279,4 mm Ja Ja
A4 210 × 297 mm Ja Ja
Hoofdstuk 2
20
Gewicht, dikte en capaciteit papier 2
1
Maximaal 100 vel van 80 g/m
2
papier.
2
Gebruik de fotopapierlade voor het papierformaat Foto 10 × 15 cm en Foto L. (Zie Fotopapier laden op pagina 14.)
3
BP71-papier (260 g/m
2
) is speciaal bedoeld voor inkjetmachines van Brother.
Papiersoort Gewicht Dikte
Aantal
vellen
Losse
vellen
Normaal papier
64 tot 120 g/m
2
0,08 tot 0,15 mm
100
1
Inkjetpapier
64 tot 200 g/m
2
0,08 tot 0,25 mm 20
Glanzend papier
Max. 220 g/m
2
Max. 0,25 mm
20
23
Kaarten
Fotokaart
Max. 220 g/m
2
Max. 0,25 mm
20
23
Indexkaart
Max. 120 g/m
2
Max. 0,15 mm 30
Briefkaart
Max. 200 g/m
2
Max. 0,25 mm 30
Enveloppen
75 tot 95 g/m
2
Max. 0,52 mm 10
Transparanten 10
Papier en documenten laden
21
2
Documenten laden 2
U kunt een fax verzenden, kopiëren en
scannen vanuit de ADF (automatische
documentinvoer) en vanaf de glasplaat.
De ADF gebruiken 2
De ADF heeft een capaciteit van maximaal
15 vellen en voert het papier vel voor vel in.
Gebruik standaardpapier van het type
80 g/m
2
en waaier de stapel altijd los
alvorens het papier in de ADF te plaatsen.
Aanbevolen omgeving 2
Ondersteunde documentformaten 2
Documenten laden 2
VOORZICHTIG
Trek NIET aan het document terwijl het
doorschuift.
GEBRUIK GEEN omgekruld, verkreukeld,
gevouwen, gescheurd of geniet papier, en
ook geen papier met paperclips, lijm of
plakband.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of
stof.
Laat de documenten volledig drogen.
a Vouw de ADF-documentsteunklep (1)
uit.
b Blader de stapel goed door.
c Stel de papiergeleiders in op de breedte
van uw documenten.
d Plaats uw documenten met de bedrukte
zijde omlaag en de bovenrand eerst in
de ADF totdat u voelt dat ze de
papierinvoerrol raken.
VOORZICHTIG
LAAT GEEN dikke documenten achter op
de glasplaat. Als u dat doet, kan de ADF
vastlopen.
De glasplaat gebruiken 2
U kunt de glasplaat gebruiken om vel voor vel
te faxen, kopiëren of scannen, of bijvoorbeeld
bladzijden uit een boek.
Ondersteunde documentformaten 2
Temperatuur: 20° C tot 30° C
Vochtigheid: 50% tot 70%
Papier:
80 g/m
2
Lengte: 148 tot 355,6 mm
Breedte: 148 tot 215,9 mm
Gewicht:
64 tot 90 g/m
2
Lengte: Max. 297 mm
Breedte: Max. 215,9 mm
Gewicht: Max. 2 kg
1
Hoofdstuk 2
22
Een document laden 2
Opmerking
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de
ADF leeg zijn.
a Til het documentdeksel op.
b Gebruik de documentgeleiders aan de
linker- en bovenkant om het document
in de linkerbovenhoek van de glasplaat
te leggen, met de bedrukte zijde naar
beneden.
c Sluit het documentdeksel.
VOORZICHTIG
Als u bezig bent een boek of een lijvig
document te scannen, laat het deksel dan
NIET dichtvallen en druk er niet op.
Scangebied 2
De grootte van het scangebied is afhankelijk
van de instellingen in de door u gebruikte
toepassing. De onderstaande afbeeldingen
tonen de gedeelten die u niet op papier kunt
scannen.
Gebruik
Document
grootte
Boven (1)
Onder (2)
Links (3)
Rechts (4)
Faxen Letter 3 mm 4 mm
A4 3 mm (Glasplaat)
3mm
(ADF)
1mm
Legal 3 mm 4 mm
Kopiëren
Alle
papierformaten
3 mm 3 mm
Scannen
Alle
papierformaten
3 mm 3 mm
3
4
1
2
23
3
3
Energiebesparende
stand
3
U kunt de machine in de energiebesparende
stand zetten door op de toets Spaarstand te
drukken. U kunt in de energiebesparende
stand nog altijd telefoongesprekken
ontvangen (alleen bij MFC-790CW). Voor
verdere informatie over het ontvangen van
faxen in de energiebesparende stand,
raadpleegt u de tabel op pagina 25. De
uitgestelde faxen die zijn ingesteld, worden
verzonden. U kunt zelfs faxen ophalen met
Afstandsbediening als u zich niet bij de
machine bevindt. Voor andere opdrachten
moet u de machine wel uit de
energiebesparende stand halen.
Opmerking
Als u een extern telefoontoestel of
antwoordapparaat heeft aangesloten, blijft
dat steeds beschikbaar.
De machine in de
energiebesparende stand
zetten 3
a Druk op de toets Spaarstand. Op het
LCD-scherm wordt aangegeven dat u
de telefoon niet kunt gebruiken als deze
uitgeschakeld is.
Druk op Ja.
Het LCD-scherm geeft Afsluiten
weer, blijft nog enkele seconden
ingeschakeld en wordt dan
uitgeschakeld.
Algemene instellingen 3
Hoofdstuk 3
24
De machine uit de
energiebesparende stand
halen 3
a Druk op de toets Spaarstand.
Op het LCD-scherm worden de datum
en de tijd weergegeven.
Opmerking
Zelfs als u de machine in de
energiebesparende stand heeft gezet, zal
de machine de printkop toch regelmatig
reinigen om de afdrukkwaliteit te
handhaven.
Als u de stekker uit het stopcontact heeft
gehaald, is de machine volledig
uitgeschakeld.
U kunt de energiebesparende stand zo
aanpassen dat er, behalve de
automatische reiniging van de printkop,
geen andere opdrachten beschikbaar
blijven. (Zie Energiebesparende stand
instellen op pagina 24.)
Energiebesparende stand
instellen 3
U kunt de toets Spaarstand van de machine
aanpassen. De fabrieksinstelling is
Faxontv:Aan. De machine kan ook
faxberichten (of telefoongesprekken voor de
MFC-790CW) ontvangen wanneer deze in de
energiebesparende modus staat. Wanneer u
wilt dat uw machine geen faxberichten (of
telefoongesprekken voor de MFC-790CW)
ontvangt, zet u deze instelling op
Faxontv:Uit.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om P.Bewaar inst.
weer te geven.
e Druk op P.Bewaar inst.
f Druk op Faxontv:Uit of
Faxontv:Aan.
(MFC-790CW) Ga naar stap h.
(MFC-990CW) Als u Faxontv:Aan
kiest, gaat u naar stap g.
Als u Faxontv:Uit kiest, gaat u
naar stap h.
g Druk op Beltoon:Aan.
Stel het belvolume in op Laag, Half of
Hoog. (Zie Belvolume op pagina 27.)
h Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als u Beltoon:Uit kiest, gaat de
machine niet over wanneer u een oproep
ontvangt.
Algemene instellingen
25
3
1
U kunt geen fax ontvangen met Mono Start of
Kleur Start.
2
U kunt de telefoon opnemen door de hoorn op te
pakken
3
Wanneer een extern antwoordapparaat is
aangesloten en Fax waarnemen ingeschakeld is.
4
Instellen voordat u de machine uitschakelt.
1
U kunt geen fax ontvangen met Mono Start of
Kleur Start.
2
U kunt de telefoon niet opnemen door de draadloze
telefoon op te pakken.
3
Wanneer een extern antwoordapparaat is
aangesloten en Fax waarnemen ingeschakeld is.
4
Instellen voordat u de machine uitschakelt.
5
U kunt niet automatisch een fax ontvangen als u de
ontvangststand heeft ingesteld op Fax/Telefoon.
MFC-790CW
Aan/Uit-
instellingen
Ontvangststand
Beschikbare
opdrachten
Faxontv:
Aan
12
(fabrieksinstelling)
Alleen Fax
Fax/Telefoon
Handmatig
3
Fax ontvangen
Fax waarnemen
Uitgestelde fax
(Tijdklok)
4
Fax doorzenden
4
Fax opslaan
4
Faxvoorbeeld
4
PC Fax ontvangen
4
Afstandsbediening
4
Ant Fax ontvangen
Inkomend bericht
opnemen
Fax waarnemen
Uitgestelde fax
(Tijdklok)
4
Fax doorzenden
4
Fax opslaan
4
Faxvoorbeeld
4
PC Fax ontvangen
4
Afstandsbediening
4
Handmatig Fax waarnemen
Uitgestelde fax
(Tijdklok)
4
Faxontv:
Uit
Behalve het
reinigen van de
printkop zijn er geen
bewerkingen
mogelijk.
MFC-990CW
Aan/Uit-
instellingen
Ontvangststand
Beschikbare
opdrachten
Faxontv:
Aan
12
(fabrieksinstelling)
Alleen Fax
Handmatig
3
Fax ontvangen
Fax waarnemen
Uitgestelde fax
(Tijdklok)
4
Fax doorzenden
4
Fax opslaan
4
Faxvoorbeeld
4
PC Fax ontvangen
4
Afstandsbediening
4
Ant Fax ontvangen
Inkomend bericht
opnemen
Fax waarnemen
Uitgestelde fax
(Tijdklok)
4
Fax doorzenden
4
Fax opslaan
4
Faxvoorbeeld
4
PC Fax ontvangen
4
Afstandsbediening
4
Handmatig
Fax/Telefoon
5
Fax waarnemen
Uitgestelde fax
(Tijdklok)
4
Faxontv:
Uit
Behalve het
reinigen van de
printkop zijn er geen
bewerkingen
mogelijk.
Hoofdstuk 3
26
Tijdklokstand 3
De machine heeft op het bedieningspaneel
vier tijdelijke modustoetsen: Fax, Scan,
Kopie en Photo Capture. U kunt de tijdsduur
wijzigen waarna de machine, na de laatste
scan-, kopieer- of PhotoCapture-bewerking,
terugkeert naar de faxmodus. Als u Uit
selecteert, blijft de machine in de laatst
gebruikte modus.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c
Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om Tijdklokstand
weer te geven.
e Druk op Tijdklokstand.
f Druk op 0 Sec., 30 Sec., 1 Min,
2 Min., 5 Min. of Uit.
g Druk op Stop/Eindigen.
Papierinstellingen 3
Papiersoort 3
Voor de beste afdrukkwaliteit dient u de
machine in te stellen op het type papier dat u
gebruikt.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om Papiersoort weer
te geven.
e Druk op Papiersoort.
f Druk op Normaal pap.,
Inkjet papier, Brother BP71,
Glossy anders of Transparanten.
g Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Het papier wordt met de bedrukte zijde
naar boven op de uitvoerlade aan de
voorkant van de machine uitgeworpen.
Als u transparanten of glanzend papier
gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te
verwijderen; dit om te voorkomen dat de
vellen aan elkaar plakken of een
papierstoring veroorzaken.
Algemene instellingen
27
3
Papierformaat 3
U kunt vijf papierformaten voor het afdrukken
van uw kopieën gebruiken: Letter, Legal, A4,
A5 en 10 × 15 cm. Voor het afdrukken van
faxen heeft u de keuze uit drie formaten:
Letter, Legal en A4. Wanneer u een ander
papierformaat in de machine laadt, moet u
ook de instelling voor het papierformaat
veranderen, zodat uw machine een
binnenkomende fax op het blad kan
inpassen.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om Papierformaat
weer te geven.
e Druk op Papierformaat.
f Druk op A4, A5, 10x15cm,
Letter of Legal.
g Druk op Stop/Eindigen.
Instellingen volume 3
Belvolume 3
U kunt kiezen uit een serie volumeniveaus
voor de beltoon, van Hoog tot Uit.
De nieuwe instelling blijft van kracht totdat u
deze wijzigt. U kunt het volume ook als volgt
via het menu wijzigen:
Het belvolume instellen via het menu 3
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om Volume weer te
geven.
e Druk op Volume.
f Druk op Belvolume.
g Druk op Laag, Half, Hoog of Uit.
h Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 3
28
Volume waarschuwingstoon 3
Wanneer de waarschuwingstoon aanstaat,
zal de machine een geluidssignaal geven
wanneer u een toets indrukt, een vergissing
maakt of een fax verzendt of ontvangt.
U kunt kiezen uit een serie volumeniveaus,
van Hoog tot Uit.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om Volume weer te
geven.
e Druk op Volume.
f Druk op Waarsch.toon.
g Druk op Laag, Half, Hoog of Uit.
h Druk op Stop/Eindigen.
Luidsprekervolume 3
U kunt kiezen uit een serie volumeniveaus
voor de luidspreker, van Hoog tot Uit.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om Volume weer te
geven.
e Druk op Volume.
f Druk op Luidspreker.
g Druk op Laag, Half, Hoog of Uit.
h Druk op Stop/Eindigen.
U kunt het luidsprekervolume ook aanpassen
door op Luidspreker te drukken.
a Druk op Luidspreker.
b Druk op d of c om Volume weer te
geven.
c Druk op Volume.
d Druk op d of c.
Deze instelling blijft van kracht totdat u
deze weer wijzigt.
e Druk op Luidspreker.
Opmerking
U kunt het luidsprekervolume aanpassen
terwijl u naar uw uitgaande bericht en
inkomende berichten luistert door
op d of c te drukken.
Als u de luidspreker voor inkomende
berichten uitschakelt, wordt de luidspreker
voor het screenen van berichten
uitgeschakeld en hoort u deze berichten
niet. Het volume voor andere opties kunt u
nog steeds regelen met d of c.
Algemene instellingen
29
3
Automatische zomer-/
wintertijd
3
U kunt de machine zo instellen dat de
zomer-/wintertijd automatisch wordt
gewijzigd. De machine zal in de lente
automatisch een uur vooruit worden gezet en
één uur terug in de herfst. Zorg dat u de juiste
datum en tijd hebt ingevoerd in de instelling
Datum&Tijd.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om Aut. zomertijd
weer te geven.
e Druk op Aut. zomertijd.
f Druk op Uit (of Aan).
g Druk op Stop/Eindigen.
Slaapstand 3
U kunt opgeven na hoeveel tijd (tussen
1 en 60 minuten) de machine in de
slaapstand wordt gezet wanneer er geen
gebruik van wordt gemaakt. Zodra een
bewerking op de machine wordt uitgevoerd,
wordt de tijdklok opnieuw gestart.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om Slaapstand
weer te geven.
e Druk op Slaapstand.
f Druk op 1 Min, 2 Min., 3 Min.,
5 Min., 10 Min., 30 Min. of
60 Min. om op te geven na hoeveel
tijd de machine bij inactiviteit in de
slaapstand moet worden gezet.
g Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 3
30
LCD-scherm 3
LCD-contrast 3
U kunt het contrast van het LCD-scherm
aanpassen, zodat de weergave duidelijker
wordt. Als u het LCD-scherm niet goed kunt
lezen, kunt u proberen de contrastinstelling te
wijzigen.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om LCD instell.
weer te geven.
e Druk op LCD instell.
f Druk op LCD Contrast.
g Druk op Licht, Half of Donker.
h Druk op Stop/Eindigen.
De helderheid van de
achtergrondverlichting
instellen 3
Als u het LCD-scherm niet goed kunt lezen,
kunt u de instelling van de helderheid
wijzigen.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om LCD instell.
weer te geven.
e Druk op LCD instell.
f Druk op Schermverlicht.
g Druk op Licht, Half of Donker.
h Druk op Stop/Eindigen.
Algemene instellingen
31
3
De lichtdimtimer voor de
achtergrondverlichting
instellen 3
U kunt instellen hoe lang de
achtergrondverlichting van het LCD-scherm
blijft branden nadat u bent teruggekeerd naar
het scherm Gereed.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om LCD instell.
weer te geven.
e Druk op LCD instell.
f Druk op Lichtdim-timer.
g Druk op 10 Sec., 20 Sec.,
30 Sec. of Uit.
h Druk op Stop/Eindigen.
32
4
Geheugenbeveiliging 4
Met geheugenbeveiliging voorkomt u niet
toegestane toegang tot de machine. U kunt
dan geen uitgestelde faxen of pollingtaken
plannen. Vooraf geplande uitgestelde faxen
worden echter wel verzonden als u
geheugenbeveiliging inschakelt, deze gaan
dus niet verloren.
Als de geheugenbeveiliging ingeschakeld is,
zijn de volgende functies beschikbaar:
Faxen in het geheugen ontvangen
(afhankelijk van de geheugencapaciteit)
Fax doorzenden (alleen als Fax
doorzenden als was ingeschakeld)
Afstandsbediening (alleen als Fax
opslaan al was ingeschakeld)
Draadloze telefoon (alleen bij
MFC-990CW)
Een telefoonnummer bellen
Een telefoongesprek aannemen
Beller-ID bekijken (bij een
abonnement)
Als de geheugenbeveiliging ingeschakeld is,
zijn de volgende functies NIET beschikbaar:
Ontvangen faxen afdrukken
Faxen verzenden
Kopiëren
PC-printen
Scannen
PhotoCapture
PC-Fax ontvangen
Draadloze telefoon (alleen bij
MFC-990CW)
Intercom
Een gesprek doorverbinden
Draadloze telefoon registreren
Bediening via het bedieningspaneel
Opmerking
Om faxen in het geheugen af te drukken,
schakelt u de geheugenbeveiliging uit.
U moet PC Fax ontvangen uitschakelen
voordat u de geheugenbeveiliging kunt
inschakelen.
Als u het wachtwoord van de
geheugenbeveiliging niet meer weet,
neemt u contact op met uw Brother-dealer
voor assistentie.
Het wachtwoord van de
geheugenbeveiliging
instellen en wijzigen 4
Opmerking
Als u al een wachtwoord hebt ingesteld,
hoeft u dit niet opnieuw in te stellen.
Een wachtwoord voor de eerste keer
instellen
4
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Diversen weer te
geven.
e Druk op Diversen.
f Druk op Beveiligd geh.
g Voer voor het wachtwoord een nummer
van 4 cijfers in met de toetsen op het
LCD-scherm.
Druk op OK.
h Als op het LCD-scherm Nogmaals:
wordt weergegeven, voert u het
wachtwoord opnieuw in.
Druk op OK.
i Druk op Stop/Eindigen.
Beveiligingsfuncties 4
Beveiligingsfuncties
33
4
Het wachtwoord van de
geheugenbeveiliging wijzigen
4
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Diversen weer te
geven.
e Druk op Diversen.
f Druk op Beveiligd geh.
g Druk op Wachtw. inst.
h Voer het geregistreerde viercijferige
nummer voor het huidige wachtwoord in
met de toetsen op het LCD-scherm.
Druk op OK.
i Voer voor het nieuwe wachtwoord een
nummer van 4 cijfers in met de toetsen
op het LCD-scherm.
Druk op OK.
j Als op het LCD-scherm Nogmaals:
weergegeven wordt, voert u het nieuwe
wachtwoord opnieuw in met de toetsen
op het LCD-scherm.
Druk op OK.
k Druk op Stop/Eindigen.
De geheugenbeveiliging
in-/uitschakelen 4
De geheugenbeveiliging inschakelen 4
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Diversen weer te
geven.
e Druk op Diversen.
f Druk op Beveiligd geh.
g Druk op Stel beveilig in.
h Voer het geregistreerde viercijferige
nummer voor het wachtwoord in met de
toetsen op het LCD-scherm.
Druk op OK.
De machine wordt offline gezet en op
het LCD-scherm wordt
Geheugenbeveiliging
weergegeven
.
Opmerking
In geval van een stroomstoring worden de
data gedurende ongeveer 24 uur in het
geheugen bewaard.
De geheugenbeveiliging uitschakelen 4
a Druk op Ontgr.
b Voer het geregistreerde viercijferige
nummer voor het wachtwoord in met de
toetsen op het LCD-scherm.
Druk op OK.
De geheugenbeveiliging wordt
automatisch uitgeschakeld.
Opmerking
Als u het verkeerde wachtwoord invoert,
geeft het LCD-scherm
Fout wachtwoord weer en blijft offline.
De machine is beveiligd tot het
geregistreerde wachtwoord wordt ingevoerd
.
Hoofdstuk 4
34
Paragraaf II
Fax II
Een fax verzenden 36
Een fax ontvangen 45
Telefoontoestellen en externe apparaten 62
Nummers kiezen en opslaan 70
Digitaal antwoordapparaat 78
Rapporten afdrukken 83
Pollen 86
36
5
Faxmodus activeren 5
Als u een fax wilt verzenden of de instellingen
voor het verzenden of ontvangen van faxen
wilt wijzigen, drukt u op de toets (Fax)
zodat deze blauw oplicht.
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
Druk op d of c om door de opties van de Fax-
toets te bladeren. Sommige functies zijn
alleen beschikbaar voor het verzenden van
monochrome faxen.
Faxresolutie (Zie pagina 41.)
Contrast (Zie pagina 41.)
Rondsturen (Zie pagina 39.)
Voorbeeld (Zie pagina 38.)
Tijdklok (Zie pagina 42.)
Verzamelen (Zie pagina 43.)
Direct Verzend (Zie pagina 42.)
Verzend Pollen (Zie pagina 88.)
Ontvang Pollen (Zie pagina 86.)
Internationaal (Zie pagina 42.)
Scanform. Glas (Zie pagina 37.)
Nieuwe standaard instellen
(Zie pagina 43.)
Fabrieks- instellingen
(Zie pagina 44.)
Druk op de door u gewenste optie.
Faxen verzenden vanaf de
ADF 5
a Druk op (Fax).
b Plaats het document met de bedrukte
zijde omlaag in de ADF. (Zie De ADF
gebruiken op pagina 21.)
c Voer met de kiestoetsen het faxnummer
in. U kunt het faxnummer ook invoeren
door op Snelkies, het gewenste
nummer en op Fax versturen te
drukken.
Opmerking
Als u een voorbeeld van het faxbericht wilt
bekijken voordat u de fax verzendt, stelt u
instelling Voorbeeld in op Aan.
Zie Een voorbeeld bekijken van een
uitgaande fax op pagina 38 voor meer
informatie.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
De machine begint het document te
scannen.
Opmerking
Druk op Stop/Eindigen om de verzending
te annuleren.
Als u een monochrome fax verstuurt
terwijl het geheugen vol is, wordt deze
onmiddellijk verzonden.
Een fax verzenden 5
FAX/TEL
FAX/TEL
Faxresolutie
Standaard
Standaard
Contrast
Automatisch
Automatisch
Rondsturen
Uit
Uit
SnelkiesGeschiedenis
Een fax verzenden
37
5
Faxen verzenden via de
glasplaat 5
U kunt de glasplaat gebruiken om pagina's
van een boek door te faxen. De documenten
kunnen maximaal van het formaat Letter of
A4 zijn.
U kunt geen kleurenfaxen verzenden die uit
meerdere pagina's bestaan.
Opmerking
Aangezien u slechts één pagina tegelijk
kunt scannen, is het eenvoudiger om de
ADF te gebruiken als u een document van
meerdere pagina's verzendt.
a Druk op (Fax).
b Leg uw document met de bedrukte zijde
omlaag op de glasplaat. (Zie De
glasplaat gebruiken op pagina 21.)
c Voer het faxnummer in met de
kiestoetsen of via Snelkies.
Opmerking
Als u een voorbeeld van het faxbericht wilt
bekijken voordat u de fax verzendt, drukt u
op Voorbeeld. Zie Een voorbeeld
bekijken van een uitgaande fax
op pagina 38 voor meer informatie.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Als u op Mono Start drukt, begint de
machine de eerste pagina te
scannen. Ga naar stap e.
Als u op Kleur Start drukt, begint de
machine met verzenden.
e Wanneer op het LCD-scherm
Volgende Pagina? weergegeven
wordt, voert u een van de volgende
handelingen uit:
Als u slechts één pagina wilt
verzenden, drukt u op Nee (of drukt u
nogmaals op Mono Start).
De machine begint het document te
verzenden.
Als u meer dan één pagina wilt
verzenden, drukt u op Ja en gaat u
naar stap f.
f Leg de volgende pagina op de
glasplaat.
Druk op Mono Start of Kleur Start.
De machine begint de pagina te
scannen. (Herhaal stap e en f voor
elke volgende pagina.)
Documenten van het formaat
Letter faxen via de glasplaat 5
Als uw documenten van het formaat Letter
zijn, stelt u Scanform. Glas in op Letter.
Als u dit niet doet, zullen de zijgedeelten van
de faxen ontbreken.
a Druk op (Fax).
b Druk op d of c om Scanform. Glas
weer te geven.
c Druk op Scanform. Glas.
d Druk op Letter.
Opmerking
U kunt de instelling die u het meest
gebruikt, opslaan door deze als standaard
in te stellen. (Zie Uw wijzigingen instellen
als nieuwe standaardinstellingen
op pagina 43.)
Hoofdstuk 5
38
Een fax in kleur verzenden 5
Uw machine kan een fax in kleur verzenden
naar machines die deze functie
ondersteunen.
Faxen in kleur kunnen niet in het geheugen
worden opgeslagen. Als u een fax in kleur
verzendt, wordt deze direct verzonden (zelfs
wanneer Direct Verzend is ingesteld op
Uit).
Een voorbeeld bekijken van
een uitgaande fax 5
U kunt een voorbeeld van een faxbericht
bekijken voordat u de fax verzendt. Voordat u
deze functie gebruikt, moet u Direct
verzenden en Ontvang Pollen uitschakelen.
(Zie Direct verzenden op pagina 42 en
Ontvangstpolling op pagina 86.)
a Druk op (Fax).
b Druk op d of c om Voorbeeld weer te
geven.
c Druk op Voorbeeld.
d Druk op Aan.
e Laad het document.
f Voer met de kiestoetsen het faxnummer
in.
U kunt het faxnummer ook invoeren
door op Snelkies te drukken. Druk
dan op a of b om het gewenste nummer
weer te geven, selecteer het nummer
door erop te drukken en druk vervolgens
op Fax versturen.
g Druk op Mono Start.
Het document wordt gescand en de
uitgaande fax wordt weergegeven op
het LCD-scherm.
Als de fax wordt weergegeven, drukt u
op MENU. De toetsen worden op het
LCD-scherm weergegeven en u kunt de
onderstaande handelingen uitvoeren.
Opmerking
Het faxbericht in het geheugen wordt
verzonden en vervolgens gewist wanneer
u op Mono Start drukt.
h Druk op Mono Start.
Een actieve fax annuleren 5
Als u een fax wilt annuleren terwijl de
machine bezig is met scannen, kiezen of
verzenden, drukt u op Stop/Eindigen.
Toets Omschrijving
De fax vergroten.
De fax verkleinen.
of
Verticaal schuiven.
of
Horizontaal schuiven.
De fax rechtsom draaien.
d Terug naar de vorige pagina.
c Naar de volgende pagina.
De voorbeeldtabel sluiten.
Een fax verzenden
39
5
Rondsturen
(alleen monochroom)
5
Met de functie Rondsturen kunt u één
faxbericht automatisch naar meerdere
faxnummers verzenden. Dit wordt ook wel
'groepsverzenden' genoemd. U kunt een fax
tegelijkertijd naar groepen, snelkiesnummers
en maximaal 50 handmatig gekozen
nummers sturen.
Nadat het rondsturen is voltooid, wordt een
verzendrapport afgedrukt.
a Druk op (Fax).
b Laad uw document.
c Druk op d of c om Rondsturen weer te
geven.
d Druk op Rondsturen.
e U kunt als volgt nummers toevoegen
aan groepsverzenden:
Druk op Nummer toevoegen en
voer een nummer in met de toetsen
op het LCD-scherm.
Druk op OK.
Druk op Snelkies. Druk op om
op alfabetische of numerieke
volgorde te zoeken. Druk op de
invoeren die u wilt toevoegen aan
groepsverzenden.
Druk op OK.
f Nadat u alle faxnummers hebt
ingevoerd door stap e te herhalen,
drukt u op OK.
g Druk op Mono Start.
Opmerking
Als u geen groepsnummers hebt gebruikt,
kunt u tegelijkertijd naar 250 verschillende
nummers faxen verzenden.
Hoeveel geheugen er beschikbaar is,
hangt af van het type taken die in het
geheugen zijn opgeslagen en van het
aantal nummers waarnaar u de fax
verzendt. Als u de fax naar het maximale
aantal nummers probeert te verzenden,
kunt u geen gebruik maken van de
tweevoudige werking en uitgestelde
faxen.
Als het geheugen vol is, drukt u op
Stop/Eindigen om de opdracht af te
breken. Als er reeds meerdere pagina's
zijn gescand, drukt u op Mono Start om
het gedeelte dat in het geheugen zit, te
verzenden.
#
01
Hoofdstuk 5
40
Een fax tijdens rondsturen
annuleren 5
a Druk op Stop/Eindigen.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om het groepsverzenden te
annuleren, drukt u op
Volledige zending.
Ga naar stap c.
Om de huidige taak te annuleren,
drukt u op de toets die het gebelde
nummer weergeeft.
Ga naar stap d.
Om af te sluiten zonder de taak te
annuleren, drukt u op
Stop/Eindigen.
c Als u via het LCD-scherm wordt
gevraagd of u het gehele
groepsverzenden wilt annuleren, voert u
een van de volgende stappen uit:
Druk op Ja om hier bevestigend op
te antwoorden.
Om af te sluiten zonder de taak te
annuleren, drukt u op Nee of
Stop/Eindigen.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de huidige taak te annuleren,
drukt u op Ja.
Om af te sluiten zonder de taak te
annuleren, drukt u op Nee of
Stop/Eindigen.
Aanvullende
verzendopties
5
Faxen met meer instellingen
verzenden 5
Wanneer u een fax verzendt, kunt u een
combinatie van de volgende instellingen
kiezen: resolutie, contrast, scanformaat,
internationale modus, tijdklok voor
uitgestelde fax, verzenden via pollen en
direct verzenden.
a Druk op (Fax).
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
b Druk op d of c om de instelling die u wilt
wijzigen weer te geven, druk op de
instelling en druk dan op de gewenste
optie.
c Ga terug naar b als u meer instellingen
wilt wijzigen.
Opmerking
De meeste instellingen zijn tijdelijk. Nadat
u een fax heeft verzonden, worden de
standaardinstellingen opnieuw ingesteld.
U kunt bepaalde instellingen die u het
vaakst gebruikt, opslaan door ze als
standaard in te stellen. Deze instellingen
blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
(Zie Uw wijzigingen instellen als nieuwe
standaardinstellingen op pagina 43.)
FAX/TEL
Faxresolutie
Standaard
Contrast
Automatisch
Rondsturen
Uit
SnelkiesGeschiedenis
Een fax verzenden
41
5
Contrast 5
Als uw document erg licht of erg donker is,
wilt u het contrast wellicht wijzigen. Voor de
meeste documenten kan de fabrieksinstelling
Automatisch worden gebruikt. Hiermee
wordt automatisch het geschikte contrast
voor uw document geselecteerd.
Gebruik Licht wanneer u een licht
document verzendt.
Gebruik Donker wanneer u een donker
document verzendt.
a Druk op (Fax).
b Druk op d of c om Contrast weer te
geven.
c Druk op Contrast.
d Druk op Automatisch, Licht of
Donker.
Opmerking
Ook als u Licht of Donker hebt
gekozen, zal de machine de fax in de
volgende gevallen toch verzenden met de
instelling Automatisch:
Wanneer u een kleurenfax verzendt.
Wanneer u Foto kiest als faxresolutie.
Faxresolutie wijzigen 5
De kwaliteit van een fax kan worden
verbeterd door de faxresolutie te wijzigen.
a Druk op (Fax).
b Druk op d of c om Faxresolutie weer
te geven.
c Druk op Faxresolutie.
d Druk op de gewenste resolutie.
Opmerking
U kunt vier verschillende instellingen
kiezen voor de resolutie van monochrome
faxen en twee voor kleuren.
Als u Superfijn of Foto kiest en
vervolgens op de toets Kleur Start drukt
om een fax te verzenden, wordt de fax
verzonden met de instelling Fijn.
Monochroom
Standaard Geschikt voor de meeste
getypte documenten.
Fijn Geschikt voor documenten met
een klein lettertype. De
transmissiesnelheid is iets
lager dan bij de
standaardresolutie.
Superfijn Geschikt voor kleine lettertjes
of artwork. De
transmissiesnelheid is lager
dan bij de fijne resolutie.
Foto Te gebruiken wanneer het
document verschillende tinten
grijs bevat of een foto is.
Hiermee verzenden duurt het
langst.
Kleur
Standaard Geschikt voor de meeste
getypte documenten.
Fijn Gebruiken wanneer het
document een foto is. De
transmissiesnelheid is lager
dan bij de standaardresolutie.
Hoofdstuk 5
42
Tweevoudige werking
(alleen monochroom) 5
U kunt een nummer kiezen en de fax in het
geheugen inlezen––zelfs wanneer de
machine een fax vanuit het geheugen
verzendt, faxen ontvangt of gegevens vanuit
de pc afdrukt. Het LCD-scherm toont het
nieuwe taaknummer en het beschikbare
geheugen.
Hoeveel pagina's u in het geheugen kunt
inlezen, is afhankelijk van de gegevens die
erop zijn afgedrukt.
Opmerking
Als het bericht Geheugen vol wordt
weergegeven tijdens het scannen van
documenten, drukt u op Stop/Eindigen
om te annuleren of op Mono Start om de
gescande pagina's te verzenden.
Direct verzenden 5
Als u een fax gaat verzenden, zal de machine
de documenten eerst in het geheugen
scannen alvorens deze te verzenden.
Vervolgens begint de machine zodra de
telefoonlijn vrij is met kiezen en verzenden.
Als het geheugen vol is of als u een zwart-
witfax verzendt vanuit de ADF, wordt het
document direct verzonden (zelfs als
Direct Verzend is ingesteld op Uit).
Soms wilt u een belangrijk document
onmiddellijk verzenden, zonder te wachten
totdat het vanuit het geheugen wordt
verzonden. U kunt dan Direct Verzend
inschakelen.
a Druk op (Fax).
b Druk op d of c om Direct Verzend
weer te geven.
c Druk op Direct Verzend.
d Druk op Aan.
Opmerking
Bij direct verzenden werkt de functie voor
opnieuw kiezen niet wanneer u de
glasplaat gebruikt.
Internationale modus 5
Als u problemen heeft met het internationaal
verzenden van een fax, bijvoorbeeld
vanwege ruis op de lijn, raden wij u aan om
de internationale modus te activeren. Nadat u
een fax in deze modus heeft verzonden,
wordt deze functie vanzelf weer
uitgeschakeld.
a Druk op (Fax).
b Laad uw document.
c Druk op d of c om Internationaal
weer te geven.
d Druk op Internationaal.
e Druk op Aan (of Uit).
Uitgesteld faxen
(alleen monochroom) 5
U kunt in de loop van de dag tot maximaal
50 faxen in het geheugen opslaan die binnen
24 uur moeten worden verzonden. Deze
faxen worden verzonden op het tijdstip dat u
instelt in stap f.
a Druk op (Fax).
b Laad uw document.
c Druk op d of c om Tijdklok weer te
geven.
d Druk op Tijdklok.
e Druk op Aan.
f Voer via de toetsen op het LCD-scherm
het tijdstip in waarop de fax moet
worden verzonden (in de
24-uursnotatie).
(Voor kwart voor acht 's avonds voert u
bijvoorbeeld 19:45 in.)
Druk op OK.
Opmerking
Hoeveel pagina's u in het geheugen kunt
inlezen, is afhankelijk van de hoeveelheid
gegevens die op elke pagina is afgedrukt.
Een fax verzenden
43
5
Uitgestelde
groepsverzending
(alleen monochroom) 5
Voordat u de uitgestelde faxen verzendt, kunt
u alle faxen in het geheugen sorteren op
bestemming en geplande tijd. Alle uitgestelde
faxen die op hetzelfde tijdstip moeten worden
verzonden, worden als één fax verzonden om
transmissietijd te besparen.
a Druk op (Fax).
b Druk op d of c om Verzamelen
weer te geven.
c Druk op Verzamelen.
d Druk op Aan.
e Druk op Stop/Eindigen.
Taken in de wachtrij
controleren en annuleren 5
U kunt controleren welke taken in het
geheugen nog op verzending wachten en
een taak annuleren. (Als er geen taken zijn,
wordt de melding Geen opdrachten op het
LCD-scherm weergegeven.)
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Rest. jobs
weer te geven.
e Druk op Rest. jobs.
De taken in de wachtrij verschijnen op
het LCD-scherm.
f Druk op a of b om door de taken te
bladeren en kies de taak die u wilt
annuleren.
Druk op OK.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Ja om te annuleren.
Als u nog een taak wilt annuleren,
gaat u naar stap f.
Om af te sluiten zonder de taak te
annuleren, drukt u op Nee.
h Druk op Stop/Eindigen wanneer u klaar
bent.
Uw wijzigingen instellen als
nieuwe standaardinstellingen5
U kunt de faxinstellingen voor
Faxresolutie, Contrast,
Scanform. Glas, Voorbeeld en
Direct Verzend die u het vaakst gebruikt,
opslaan door ze als standaardwaarden in te
stellen. Deze instellingen blijven van kracht
totdat u ze weer wijzigt.
a Druk op (Fax).
b Druk op d of c om de menuoptie te
kiezen die u wilt wijzigen.
Druk op uw nieuwe optie.
Herhaal deze stap voor iedere instelling
die u wilt wijzigen.
c Druk nadat u de laatste instelling hebt
gewijzigd op d of c om
Nieuwe standaard instellen
weer te geven.
d Druk op
Nieuwe standaard instellen.
e Druk op Ja.
f Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 5
44
Alle instellingen terugzetten
naar de fabrieksinstellingen 5
U kunt alle door u gewijzigde instellingen
terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
a Druk op (Fax).
b Druk op d of c om
Fabrieks- instellingen
weer te geven.
c Druk op Fabrieks- instellingen.
d Druk op Ja.
e Druk op Stop/Eindigen.
Een fax handmatig verzenden5
Bij handmatige verzending van een fax hoort
u de kiestoon, de beltonen en de
faxontvangsttonen.
a Druk op (Fax).
b Laad uw document.
c Om te luisteren of er een kiestoon is,
voert u een van de volgende stappen uit:
(MFC-790CW) Druk op Luidspreker
op de machine of neem de hoorn op.
(MFC-990CW) Druk op Luidspreker
op de machine of druk op
(Spreken) op de hoorn.
d Kies met de kiestoetsen het faxnummer.
e Druk op Mono Start of Kleur Start
zodra u de faxtoon hoort.
Als u de glasplaat gebruikt, drukt u
op Verzenden om de fax te verzenden.
f Als u de hoorn oppakt, plaatst u deze
weer terug.
Een fax aan het einde van het
gesprek verzenden 5
U kunt aan het einde van een gesprek een fax
verzenden naar de andere partij voordat
beide partijen ophangen.
a Vraag de andere partij om te wachten op
de faxtoon (pieptonen) en druk dan op
de toets Start of Verzenden voordat u
ophangt.
b Laad uw document.
c Druk op Mono Start of Kleur Start.
Als u de glasplaat gebruikt, drukt u
op Verzenden om de fax te
verzenden.
d Leg de hoorn weer op de haak.
De melding 'Geheugen vol' 5
Als u tijdens het scannen van de eerste
pagina van een fax de melding
Geheugen vol ziet, drukt u op
Stop/Eindigen om de fax te annuleren.
Als de melding Geheugen vol wordt
weergegeven tijdens het scannen van een
volgende pagina, kunt u op Mono Start
drukken om de tot dusver gescande pagina's
te versturen, of op Stop/Eindigen om de taak
te annuleren.
Opmerking
Als u de opgeslagen faxen niet wilt
verwijderen om geheugen vrij te maken,
kunt u de fax direct verzenden. (Zie Direct
verzenden op pagina 42.)
45
6
6
Ontvangststanden 6
U dient een ontvangststand te kiezen afhankelijk van de externe apparaten en telefoondiensten
die op uw lijn aanwezig zijn.
De ontvangststand kiezen 6
Standaard ontvangt uw machine automatisch alle faxen die ernaartoe verzonden worden. Met
behulp van onderstaande afbeelding kunt u de juiste stand kiezen.
Zie Ontvangststanden gebruiken op pagina 47 voor meer informatie over de ontvangststanden.
Een fax ontvangen 6
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een
extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de
machine?
Ja
Alleen Fax
Nee
Ja Nee
Nee
Handmatig
Ja
Fax/Telefoon
Gebruikt u de functie voor voicemail van een extern
antwoordapparaat?
Wilt u dat de machine faxoproepen en
telefoongesprekken automatisch opneemt?
Gebruikt u het ingebouwde Digitaal ANTW.APP.?
Zie Digitaal ANTW.APP.
Nee
Ja
* Wij raden u aan Fax Waarnemen op Aan te zetten.
Handmatig*
Hoofdstuk 6
46
Volg onderstaande instructies om een ontvangststand in te stellen.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Stand.instel. weer te geven.
c Druk op Stand.instel.
d Druk op a of b om Ontvangstmodus weer te geven.
e Druk op Ontvangstmodus.
f Druk op Alleen Fax, Fax/Telefoon of Handmatig.
g Druk op Stop/Eindigen.
Op het LCD-scherm wordt de huidige ontvangststand weergegeven.
Een fax ontvangen
47
6
Ontvangststanden
gebruiken
6
Sommige ontvangststanden antwoorden
automatisch (Alleen Fax en
Fax/Telefoon). Misschien wilt u de
belvertraging wijzigen alvorens deze standen
te gebruiken. (Zie Belvertraging
op pagina 48.)
Alleen Fax 6
In de stand Alleen Fax wordt elke oproep
automatisch als een faxoproep beantwoord.
Fax/Telefoon 6
De stand Fax/Telefoon helpt u om inkomende
oproepen automatisch af te handelen,
doordat wordt herkend of het een fax of een
telefoongesprek betreft. De oproepen worden
als volgt verwerkt:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Een telefoongesprek activeert het F/T-
belsignaal om aan te geven dat u de
oproep moet aannemen. Het F/T-
belsignaal is een snel dubbel belsignaal
afkomstig van uw machine.
(Zie ook F/T-beltijd (alleen in Fax/Telefoon-
stand) op pagina 48 en Belvertraging
op pagina 48.)
U kunt nuttige informatie verstrekken of
bellers adviseren om even te wachten tot hun
oproep wordt beantwoord door een
gesproken bericht op te nemen. Degene die
u belt, hoort dit bericht als het F/T-belsignaal
klinkt. De beller kan zelf geen bericht
achterlaten. Zie Uitgaand bericht
op pagina 78.
Handmatig 6
De handmatige modus schakelt alle
automatische antwoordfuncties uit, behalve
wanneer u een extern antwoordapparaat
gebruikt.
Als u een fax wilt ontvangen in de handmatige
stand, drukt u op Luidspreker of neemt u de
hoorn van een extern toestel op. Wanneer u
faxtonen (korte herhaalde tonen) hoort, drukt
u op Mono Start of Kleur Start. U kunt ook
de functie Fax waarnemen gebruiken om
faxen te ontvangen door de hoorn op te
nemen van een toestel op dezelfde lijn als die
van de machine.
Zie ook Fax waarnemen op pagina 49.
Antwoordapparaat 6
Het antwoordapparaat helpt u om inkomende
oproepen automatisch af te handelen,
doordat wordt herkend of het een fax of een
telefoongesprek betreft. De oproepen worden
als volgt verwerkt:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Bellers kunnen een bericht opnemen.
Zie pagina 78 om het antwoordapparaat in te
stellen.
Als de modus Antwoordapparaat
ingeschakeld is, zijn de
ontvangstinstellingen niet meer van
toepassing. Op het scherm wordt
Ant weergegeven.
Als de modus Antwoordapparaat
uitgeschakeld is, zijn de originele
ontvangstinstellingen weer actief.
(Zie De stand Antwoordapparaat
voor het interne antwoordapparaat
op pagina 78.)
Hoofdstuk 6
48
Instellingen
ontvangststand
6
Belvertraging 6
De functie Belvertraging bepaalt hoe vaak de
machine in de stand Alleen Fax of
Fax/Telefoon overgaat voordat de oproep
wordt beantwoord. Als u externe of tweede
toestellen op dezelfde lijn als de machine
gebruikt, kiest u het maximum aantal
belsignalen.
(Zie Werken met een tweede toestel
op pagina 68 en Fax waarnemen
op pagina 49.)
Als de bespaarstand op Aan staat, heeft de
belvertraging geen invloed. Zie Bespaarstand
instellen op pagina’s 81.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
e Druk op Ontvangstmenu.
f Druk op a of b om Bel Vertraging
weer te geven.
g Druk op Bel Vertraging.
h Druk opnieuw op Bel Vertraging.
i Voer het aantal keren in dat de machine
overgaat voordat deze de oproep
beantwoordt.
Als u 0 kiest, wordt er helemaal geen
belsignaal gegeven.
j Druk op Stop/Eindigen.
F/T-beltijd
(alleen in Fax/Telefoon-stand)6
Wanneer iemand uw machine belt, horen u
en de beller het geluid van een telefoon die
overgaat. Het aantal belsignalen is
afhankelijk van de instelling van
Belvertraging.
Als de oproep een fax is, ontvangt de
machine deze. Betreft het echter een
normaal telefoongesprek, dan hoort u het
F/T-belsignaal (een snel dubbel belsignaal).
Hoe lang de machine in dit geval blijft
overgaan, is afhankelijk van de instelling van
F/T-beltijd. Als u het dubbele belsignaal
hoort, betekent dit dat u een telefoontje heeft.
Aangezien het dubbele belsignaal door de
machine wordt geproduceerd, gaan externe
of tweede toestellen niet over. U kunt het
gesprek echter op elk toestel aannemen.
(Zie Codes voor afstandsbediening
gebruiken op pagina 69 voor meer
informatie.)
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
e Druk op Ontvangstmenu.
f Druk op a of b om F/T Beltijd weer
te geven.
g Druk op F/T Beltijd.
h Druk in om op te geven hoelang (20, 30,
40 of 70 seconden) de machine een
belsignaal moet geven om u op een
gewoon telefoongesprek te attenderen.
i Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als de beller tijdens het dubbele
belsignaal ophangt, zal de machine dit
signaal toch gedurende het aantal
ingestelde seconden blijven geven.
Een fax ontvangen
49
6
Fax waarnemen 6
Als Fax waarnemen is ingesteld op
Aan:
6
De machine ontvangt faxberichten
automatisch, ook al neemt u het telefoontje
aan. Zodra op het LCD-scherm Ontvangst
wordt weergegeven of wanneer u 'tjirpende'
geluiden hoort via de hoorn die u gebruikt,
legt u gewoon de hoorn op de haak. Uw
machine doet de rest.
Als Fax waarnemen is ingesteld op
Half:
6
De machine ontvangt alleen een fax
automatisch als u de oproep hebt
aangenomen via de hoorn van de machine,
de draadloze telefoon of via de luidspreker.
Als u de oproep heeft beantwoord vanaf een
tweede toestel, drukt u op l 5 1. (Zie Werken
met een tweede toestel op pagina 68.)
Als Fax waarnemen is ingesteld op
Uit:
6
Wanneer u bij de machine in de buurt bent en
een faxoproep beantwoordt door de hoorn op
te pakken, drukt u op Mono Start of
Kleur Start, en drukt u vervolgens op
Ontvangen om de fax te ontvangen.
Als u de oproep heeft beantwoord vanaf een
tweede toestel, drukt u op l 5 1. (Zie Werken
met een tweede toestel op pagina 68.)
Opmerking
Als deze functie is ingesteld op Aan maar
uw machine de faxoproep niet overneemt
wanneer u de hoorn van een tweede of
extern toestel opneemt, moet u de code
voor activeren op afstand intoetsen: l 5 1.
Als u faxen verzendt vanaf een computer
op dezelfde telefoonlijn en de machine
onderschept de faxen, moet u Fax
waarnemen op Uit instellen.
(MFC-990CW) Wanneer u gewoonlijk de
draadloze telefoon uit de buurt van de
machine gebruikt, raden wij u aan om Fax
waarnemen in te schakelen. Als Fax
waarnemen is uitgeschakeld en u
beantwoordt een faxoproep, dan moet u
eerst naar de machine gaan en op
Mono Start of Kleur Start drukken.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
e Druk op Ontvangstmenu.
f Druk op a of b om Fax Waarnemen
weer te geven.
g Druk op Fax Waarnemen.
h Druk op Aan, Half (of Uit).
i Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 6
50
Geheugenontvangst
(alleen monochroom)
6
U kunt slechts één
geheugenontvangstfunctie tegelijk
gebruiken:
Fax doorzenden
Fax opslaan
PC-Fax ontvangen
Uit
U kunt uw keuze op elk gewenst moment
wijzigen. Als er nog ontvangen faxen in het
geheugen van de machine staan wanneer u
tussen geheugenontvangstfuncties schakelt,
verschijnt er een bericht op het LCD-scherm.
(Zie Schakelen tussen
geheugenontvangstfuncties op pagina 53.)
Fax doorzenden 6
Wanneer u Fax doorzenden kiest, wordt de
ontvangen fax in het geheugen van de
machine opgeslagen. Vervolgens wordt
automatisch het door u geprogrammeerde
faxnummer gekozen en wordt het faxbericht
doorgezonden.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
e Druk op Ontvangstmenu.
f Druk op a of b om Geheugenontv.
weer te geven.
g Druk op Geheugenontv.
h Druk op Fax Doorzenden.
i Voer met de toetsen op het LCD-scherm
het nummer in waar de fax naartoe moet
worden gestuurd (max. 20 cijfers).
Druk op OK.
j Druk op Backup Print:Aan of
Backup Print:Uit.
Opmerking
•Als u Backup Print:Aan kiest, wordt
de fax ook door de machine afgedrukt,
zodat u zelf een kopie heeft. Dit is een
veiligheidsmaatregel voor het geval de
stroom uitvalt voordat de fax wordt
doorgezonden of er een probleem is met
de ontvangende machine. De functie
Backup Print:Aan werkt niet als u
Faxvoorbeeld hebt ingeschakeld.
Als de stroom uitvalt, blijven faxen
ongeveer 24 uur behouden in het
geheugen van de machine.
Als u een kleurenfax ontvangt, drukt uw
machine de kleurenfax af, maar stuurt de
fax niet door naar het nummer dat u hebt
geprogrammeerd.
k Druk op Stop/Eindigen.
Een fax ontvangen
51
6
Fax opslaan 6
Wanneer u Fax Opslaan kiest, wordt de
ontvangen fax in het geheugen van de
machine opgeslagen. U kunt faxberichten
vanaf een andere locatie ophalen met de
opdrachten voor afstandsbediening.
Als u Fax Opslaan heeft ingesteld, wordt
automatisch een reservekopie afgedrukt op
de machine.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
e Druk op Ontvangstmenu.
f Druk op a of b om Geheugenontv.
weer te geven.
g Druk op Geheugenontv.
h Druk op Fax Opslaan.
i Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Kleurenfaxen kunnen niet in het
geheugen worden opgeslagen. Als u een
kleurenfax ontvangt, drukt uw machine de
kleurenfax af.
PC-Fax ontvangen 6
Als u de functie PC-Fax ontvangen
inschakelt, worden ontvangen faxen in het
geheugen opgeslagen en automatisch naar
uw pc gestuurd. Vervolgens kunt u deze
faxen op uw pc bekijken en opslaan.
Zelfs als u de pc heeft uitgeschakeld
(bijvoorbeeld 's nachts of tijdens het
weekend), worden faxen in het geheugen van
de machine ontvangen en opgeslagen. Op
het LCD-scherm wordt het aantal ontvangen
faxen dat is opgeslagen in het geheugen
weergegeven.
De faxen worden automatisch door de
machine naar de pc overgedragen wanneer u
de pc start en de software PC-FAX
Ontvangen wordt uitgevoerd.
De software PC-FAX Ontvangen moet op uw
pc worden uitgevoerd om de ontvangen
faxen te kunnen overdragen naar de pc.
(Zie Ontvangen via PC-FAX in de
softwarehandleiding op de cd-rom voor meer
informatie.)
Als u Backup Print:Aan kiest, wordt de
fax ook afgedrukt.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
e Druk op Ontvangstmenu.
f Druk op a of b om Geheugenontv.
weer te geven.
g Druk op Geheugenontv.
h Druk op PC-Fax ontv.
i Druk op <USB> of op de pc waarop u de
faxen wilt ontvangen.
j Druk op OK.
Hoofdstuk 6
52
k Druk op Backup Print:Aan of
Backup Print:Uit.
l Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
PC-Fax ontvangen wordt niet
ondersteund door Mac OS
®
.
Voordat u PC-Fax ontvangen kunt
instellen, moet u de software
MFL-Pro Suite op uw pc installeren. Zorg
ervoor dat de pc is aangesloten en is
ingeschakeld. (Zie PC-FAX Ontvangen in
de softwarehandleiding op de cd-rom voor
meer informatie.)
Als de stroom uitvalt, blijven faxen in het
geheugen van de machine ongeveer
24 uur behouden. Als u echter
Backup Print:Aan kiest, drukt de
machine de fax ook af, zodat u over een
kopie beschikt als de stroom uitvalt
voordat de fax naar de pc is verzonden.
Als er een foutbericht wordt weergegeven
en de faxen in het geheugen van de
machine niet kunnen worden afgedrukt,
kunt u deze instelling gebruiken om de
faxen naar uw pc over te brengen. (Zie
Foutmeldingen op pagina 150 voor meer
informatie.)
Als u een kleurenfax ontvangt, drukt uw
machine de kleurenfax af, maar stuurt de
fax niet naar uw pc.
De doel-pc wijzigen 6
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
e Druk op Ontvangstmenu.
f Druk op a of b om Geheugenontv.
weer te geven.
g Druk op Geheugenontv.
h Druk op PC-Fax ontv.
i Druk op <USB> of op de pc waarop u de
faxen wilt ontvangen.
Druk op OK.
j Druk op Backup Print:Aan of
Backup Print:Uit.
k Druk op Stop/Eindigen.
Een fax ontvangen
53
6
Geheugenontvangstfuncties
uitschakelen 6
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
e Druk op Ontvangstmenu.
f Druk op a of b om Geheugenontv.
weer te geven.
g Druk op Geheugenontv.
h Druk op Uit.
i Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Het LCD-scherm biedt meer opties als
zich nog ontvangen faxen in het geheugen
van de machine bevinden. (Zie Schakelen
tussen geheugenontvangstfuncties
op pagina 53.)
Schakelen tussen
geheugenontvangstfuncties 6
Als er zich nog ontvangen faxen in het
geheugen van de machine bevinden
wanneer u naar een andere
geheugenontvangstfunctie overschakelt,
verschijnt een van de volgende vragen op het
LCD-scherm:
Wis alle faxen ?
Tot. print fax?
Als u op Ja drukt, worden de faxen in
het geheugen gewist of afgedrukt
voordat de instelling wordt gewijzigd.
Als er al een reservekopie is afgedrukt,
wordt die niet opnieuw afgedrukt.
Als u op Nee drukt, worden de faxen in
het geheugen niet gewist of afgedrukt,
en wordt de instelling niet gewijzigd.
Als er nog ontvangen faxen in het geheugen
staan wanneer u overschakelt op
PC-Fax ontv. vanuit een andere optie
[Fax Doorzenden of Fax Opslaan], drukt
u op a of b om de pc of USB te selecteren.
Op het LCD-scherm wordt de volgende vraag
weergegeven:
Fax i PC zenden?
Als u op Ja drukt, worden de faxen in
het geheugen naar uw pc verzonden
voordat de instelling wordt gewijzigd.
Vervolgens wordt u gevraagd of u
'Backup Print' (reservekopie) wilt
inschakelen. (Zie PC-Fax ontvangen
op pagina 51 voor meer informatie.)
Als u op Nee drukt, worden de faxen in
het geheugen niet gewist of naar de pc
verzonden, en wordt de instelling niet
gewijzigd.
Hoofdstuk 6
54
Faxvoorbeeld
(alleen monochroom)
6
Een voorbeeld bekijken van
een ontvangen fax 6
U kunt ontvangen faxen op het LCD-scherm
bekijken door op de toets Faxvoorbeeld op
het LCD-scherm te drukken. Wanneer de
machine in de stand Gereed is, wordt op het
LCD-scherm een pop-upbericht
weergegeven om u te laten weten dat er
nieuwe faxen zijn binnengekomen.
Faxvoorbeeld instellen 6
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
e Druk op Ontvangstmenu.
f Druk op a of b om Faxvoorbeeld weer
te geven.
g Druk op Faxvoorbeeld.
h Druk op Aan.
i Op het LCD-scherm wordt aangegeven
dat toekomstige faxen niet worden
afgedrukt op het moment dat u deze
ontvangt.
Druk op Ja.
j Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als Faxvoorbeeld ingeschakeld is, kan uw
machine alleen de kleurenfaxen
afdrukken die worden ontvangen. Deze
worden niet in het geheugen opgeslagen.
Wanneer Faxvoorbeeld ingeschakeld is,
wordt geen reservekopie van ontvangen
faxen afgedrukt, zelfs niet als u 'Backup
Print' ingeschakeld hebt.
Faxvoorbeeld gebruiken 6
Wanneer u een fax ontvangt, verschijnt het
pop-upbericht op het LCD-scherm.
(Bijvoorbeeld: Nwe fax 02)
a Druk op Faxvoorbeeld.
Op het LCD-scherm wordt de nieuwe
faxlijst weergegeven.
Opmerking
U kunt de vorige faxlijst ook bekijken door
op het tabblad Oude fax op het
LCD-scherm te drukken. Druk op het
tabblad Nwe fax om uw nieuwe faxlijst
weer te bekijken.
b Druk op a of b om het faxnummer weer
te geven van de fax die u wilt bekijken.
c Druk op de fax die u wilt bekijken.
Opmerking
Als de fax erg groot is, kan het even duren
voordat deze op het LCD-scherm wordt
weergegeven.
Op het LCD-scherm worden het nummer
van de huidige pagina en het totale aantal
pagina's van het faxbericht weergegeven.
Als het faxbericht meer dan 99 pagina's
bevat, wordt het totale aantal pagina's
weergegeven als “XX”.
Een fax ontvangen
55
6
Als het LCD-scherm de fax weergeeft,
drukt u op Meer en op het LCD-scherm
worden de volgende toetsen
weergegeven. Druk op de gewenste
toets om de taak uit te voeren.
d Druk op Stop/Eindigen.
Een fax afdrukken 6
a Druk op Faxvoorbeeld.
b Druk op de fax die u wilt bekijken.
c Druk op Meer.
d Druk op (Afdrukken).
Als de fax meerdere pagina's bevat,
gaat u naar stap e.
Als de fax uit één pagina bestaat,
wordt de fax afgedrukt. Ga naar
stap f.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Alle Pag Afdruk. om
alle pagina's van de fax af te
drukken. Ga naar stap f.
Druk op Alleen huidige afdr.
om de weergegeven pagina af te
drukken.
Druk op
Afdr. vanaf deze pag. om de
weergegeven pagina tot en met de
laatste pagina af te drukken.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de fax te verwijderen,
drukt u op Ja.
Om de fax in het geheugen op te
slaan, drukt u op Nee.
Alle faxen in de lijst afdrukken 6
a Druk op Faxvoorbeeld.
b Druk op Meer.
c Druk op Alles afdr.
d Druk op Stop/Eindigen.
Alle faxen in de lijst verwijderen 6
a Druk op Faxvoorbeeld.
b Druk op Meer.
c Druk op Alles wissen.
Druk op Ja om hier bevestigend op te
antwoorden.
d Druk op Stop/Eindigen.
Toets Omschrijving
De fax vergroten.
De fax verkleinen.
of
Verticaal schuiven.
of
Horizontaal schuiven.
De fax rechtsom draaien.
De fax verwijderen.
Druk op Ja om hier bevestigend
op te antwoorden.
Terug naar de vorige pagina.
Naar de volgende pagina.
Terug naar de lijst met faxen.
De fax afdrukken.
De voorbeeldtabel sluiten.
Hoofdstuk 6
56
Faxvoorbeeld uitschakelen 6
a Druk op Faxvoorbeeld.
b Druk op Meer.
c Druk op
Faxvoorbeeld uitschakelen.
d Druk op Ja om hier bevestigend op te
antwoorden.
e Als er faxen in het geheugen zijn
opgeslagen, voert u een van de
volgende stappen uit:
Als u de opgeslagen faxen niet wilt
afdrukken, drukt u op Doorgaan.
U wordt gevraagd om te bevestigen
dat u de opgeslagen faxen wilt
verwijderen.
Druk op Ja om hier bevestigend op
te antwoorden.
Als u alle opgeslagen faxen wilt
afdrukken, drukt u op
Alle faxn afdrukken.
Als u Faxvoorbeeld niet wilt
uitschakelen, drukt u op
Annuleren.
Druk op Stop/Eindigen.
Aanvullende
ontvangsthandelingen
6
Een verkleinde afdruk van een
inkomend document maken 6
Als u Aan kiest, wordt elke pagina van een
binnenkomende fax automatisch verkleind tot
het formaat A4, Letter of Legal. De machine
berekent het verkleiningspercentage aan de
hand van het papierformaat van de fax en uw
instelling voor het papierformaat.
(Zie Papierformaat op pagina 27.)
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
e Druk op Ontvangstmenu.
f Druk op a of b om Auto reductie
weer te geven.
g Druk op Auto reductie.
h Druk op Aan (of Uit).
i Druk op Stop/Eindigen.
Een fax ontvangen
57
6
Een fax aan het einde van het
gesprek ontvangen
(alleen bij MFC-790CW) 6
U kunt aan het einde van een gesprek de
andere partij vragen om u informatie te faxen
voordat u beiden ophangt.
a Vraag de andere partij om het document
in de machine te plaatsen en op de toets
Start of Verzenden te drukken.
b Wanneer u de faxtonen van de andere
machine hoor (langzame, herhaalde
piepsignalen), drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
c Druk op Ontvangen om de fax te
ontvangen.
d Leg de hoorn weer op de haak.
Ontvangst zonder papier 6
Als tijdens het ontvangen van een fax het
papier op is, wordt op het LCD-scherm
Papier nazien weergegeven en worden
de faxen in het geheugen van de machine
opgeslagen. Plaats vervolgens nieuw papier
in de papierlade. (Zie Papier en andere
afdrukmedia laden op pagina 10.)
Als een fax in het geheugen is opgeslagen,
wordt op het LCD-scherm een melding
weergegeven (bijvoorbeeld Nwe fax: 01).
De machine gaat door met het ontvangen van
de fax, waarbij de resterende pagina's in het
geheugen worden opgeslagen (mits er
voldoende geheugen beschikbaar is).
Faxen die later binnenkomen, worden ook in
het geheugen opgeslagen totdat het
geheugen vol is. Wanneer het geheugen vol
is, stopt de machine automatisch met het
beantwoorden van faxoproepen. Om de
faxen af te drukken, plaatst u nieuw papier in
de lade.
Een fax afdrukken vanuit het
geheugen 6
Als u Fax opslaan hebt gekozen, kunt u een
fax toch vanuit het geheugen afdrukken
wanneer u zich bij de machine bevindt (zie
Geheugenontvangst (alleen monochroom)
op pagina 50).
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Print document
weer te geven.
e Druk op Print document.
f Druk op Mono Start.
g Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Wanneer u een fax vanuit het geheugen
afdrukt, worden de faxgegevens gewist.
Hoofdstuk 6
58
Afstandsbediening 6
U kunt uw machine bellen vanaf elke telefoon
met druktoetsen of een faxapparaat, en
vervolgens de code voor toegang op afstand
en de opdrachten voor afstandsbediening
gebruiken om faxberichten op te halen.
Een code voor toegang op
afstand instellen 6
Met de code voor toegang op afstand krijgt u
toegang tot de functies voor
afstandsbediening wanneer u niet in de buurt
van de machine bent. Voordat u toegang op
afstand en de functies voor afstandsbediening
kunt gebruiken, moet u uw eigen code
instellen. De standaardcode die in de fabriek is
ingesteld, is een inactieve code (---l).
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Afst.bediening
weer te geven.
e Druk op Afst.bediening.
f Voer met de toetsen op het LCD-scherm
een code van 3 tekens in met de cijfers
0-9, l of #.
Druk op OK.
(Het vooraf ingestelde l’ kan niet
worden gewijzigd.)
Opmerking
Gebruik niet dezelfde code als voor
activeren op afstand (l 5 1) of deactiveren
op afstand (# 5 1). (Zie Werken met een
tweede toestel op pagina 68.)
g Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt uw code op elk gewenst moment
wijzigen door een nieuwe code in te
voeren. Als u uw code inactief wilt maken,
drukt u in stap f op om de inactieve
instelling (---l) te herstellen en drukt u
vervolgens op OK.
Uw code voor toegang op
afstand gebruiken 6
a Kies uw faxnummer op een
telefoontoestel met druktoetsen of een
ander faxapparaat.
b Voer uw code voor toegang op afstand
(3 cijfers gevolgd door l) direct in zodra
uw machine antwoordt.
c De machine geeft aan of er berichten
zijn ontvangen:
1 lange pieptoon — faxberichten
2 lange pieptonen — Gesproken
berichten
3 lange pieptonen — Faxberichten
en gesproken berichten
Geen pieptonen — geen berichten
d Voer een opdracht in wanneer de
machine twee korte pieptonen geeft.
Als u langer dan 30 seconden wacht
voordat u een opdracht invoert,
verbreekt de machine de verbinding.
Als u een ongeldige opdracht heeft
ingevoerd, geeft de machine drie
pieptonen.
e Druk op 9 0 om de toegang op afstand
af te sluiten als u klaar bent.
f Hang op.
Opmerking
Als de machine is ingesteld op de stand
Handmatig en u de functies voor
afstandsbediening wilt gebruiken, wacht u
ongeveer 100 seconden wanneer de
machine overgaat en voert u vervolgens
binnen 30 seconden de code voor
toegang op afstand in.
Wissn
Een fax ontvangen
59
6
Opdrachten voor afstandsbediening 6
Gebruik de volgende opdrachten om toegang te krijgen tot functies op de machine als u zich op
een andere locatie bevindt. Wanneer u uw machine belt en vervolgens uw code voor toegang op
afstand invoert (3 cijfers gevolgd door l), geeft het systeem twee korte pieptonen en moet u een
opdracht voor afstandsbediening invoeren.
Opdrachten voor afstandsbediening Werking
91 Gesproken berichten afspelen Na één lange pieptoon worden de ingekomen berichten
afgespeeld.
1 Herhalen of Vorig bericht Druk op 1 tijdens het beluisteren van een ingekomen bericht
om het bericht te herhalen. Als u vóór een bericht op 1 drukt,
hoort u het vorige bericht.
2 Volgend bericht U kunt tijdens het afspelen van een ingekomen bericht
direct naar het volgende bericht gaan.
9 Afspelen stoppen Het afspelen van de ingekomen berichten wordt gestopt.
93 Alle ingekomen berichten wissen Als u één lange pieptoon hoort, is de wisopdracht
geaccepteerd. Als u drie korte pieptonen hoort, kunt u niet
wissen omdat nog niet alle gesproken berichten zijn
afgespeeld of omdat er geen gesproken berichten zijn.
*Met deze code worden alle opgenomen berichten gewist,
niet één voor één.
94 Uitgaand bericht in geheugen
afspelen en opnemen
1 Afspelen 1 Bericht voor
antwoordapparaat
Het geselecteerde uitgaande bericht wordt afgespeeld.
U kunt op 9 drukken om het afspelen van uitgaande
berichten te stoppen.
2 Bericht voor
Fax/Telefoon
2 Opnemen 1 Bericht voor
antwoordapparaat
Na één lange pieptoon kunt u het geselecteerde uitgaande
bericht opnemen. Het bericht wordt eenmaal afgespeeld.
U kunt op 9 drukken om het opnemen van het bericht te
stoppen.
2 Bericht voor
Fax/Telefoon
95 De instellingen voor Fax
doorzenden of Fax opslaan
wijzigen
1 UIT U kunt Uit kiezen nadat u alle berichten heeft opgehaald of
gewist.
2 Fax doorzenden Eén lange pieptoon geeft aan dat de wijziging is
geaccepteerd. Als u drie korte pieptonen hoort, kan de
wijziging niet worden uitgevoerd omdat er een instelling
ontbreekt (er is bijvoorbeeld geen nummer ingevoerd voor
Fax doorzenden). U kunt het nummer voor Fax doorzenden
invoeren door op 4 te drukken. (Zie Het nummer voor Fax
doorzenden wijzigen op pagina 61.) Nadat u het nummer
heeft opgegeven, werkt de functie Fax doorzenden.
4 Nummer voor Fax doorzenden
6 Fax opslaan
Hoofdstuk 6
60
96 Een fax ophalen
2 Alle faxen ophalen Voer het nummer van het externe faxapparaat in om
opgeslagen faxberichten te ontvangen. (Zie Faxberichten
ophalen op pagina 61.)
3 Faxen uit het geheugen wissen Als u één lange pieptoon hoort, zijn de faxberichten uit het
geheugen gewist.
97 De ontvangststatus controleren
1 Fax U kunt controleren of uw machine faxberichten of
gesproken berichten heeft ontvangen. Als dat het geval is,
hoort u één lange pieptoon. Als er geen faxen of berichten
zijn, hoort u drie korte pieptonen.
2 Gesproken berichten
98 De ontvangststand wijzigen
1 Antwoordapparaat Als u één lange pieptoon hoort, is de wijziging
geaccepteerd.
2 Fax/Telefoon
3 Alleen Fax
90 Afsluiten Als u op 9 0 drukt, wordt de afstandsbediening afgesloten.
Wacht totdat u de lange pieptoon hoort en leg vervolgens de
hoorn op de haak.
Opdrachten voor afstandsbediening Werking
Een fax ontvangen
61
6
Faxberichten ophalen 6
U kunt uw machine bellen vanaf elke telefoon
met druktoetsen en uw faxberichten naar een
ander faxapparaat laten sturen. U moet Fax
opslaan inschakelen voordat u deze functie
kunt gebruiken.
a Kies uw faxnummer.
b Voer uw code voor toegang op afstand
(3 cijfers gevolgd door l) direct in zodra
uw machine antwoordt. Als u één lange
pieptoon hoort, betekent dit dat er
nieuwe berichten zijn.
c Als u twee korte pieptonen hoort, drukt u
op 962.
d Wacht totdat u de lange pieptoon hoort,
voer met behulp van de kiestoetsen het
nummer in van het faxapparaat waar u
de faxberichten naartoe wilt sturen
(maximaal 20 tekens) en druk
vervolgens op # #.
Opmerking
U kunt l en # niet als kiesnummers
gebruiken. U kunt echter wel op # drukken
om een pauze in te lassen.
e Hang op als u de pieptoon van uw
machine hoort. Uw machine belt dan het
andere faxapparaat, waarop uw
faxberichten vervolgens worden
afgedrukt.
Het nummer voor Fax
doorzenden wijzigen 6
U kunt de standaardinstelling van het
nummer voor Fax doorzenden wijzigen vanaf
een andere telefoon met druktoetsen of een
ander faxapparaat.
a Kies uw faxnummer.
b Voer uw code voor toegang op afstand
(3 cijfers gevolgd door l) direct in zodra
uw machine antwoordt. Als u één lange
pieptoon hoort, betekent dit dat er
nieuwe berichten zijn.
c Als u twee korte pieptonen hoort,
drukt u op 954.
d Wacht totdat u de lange pieptoon hoort,
voer met behulp van de kiestoetsen het
nieuwe nummer in van het faxapparaat
waar u de faxberichten naartoe wilt
sturen (maximaal 20 tekens) en druk
vervolgens op # #.
Opmerking
U kunt l en # niet als kiesnummers
gebruiken. U kunt echter wel op # drukken
om een pauze in te lassen.
e Druk op 9 0 als u klaar bent.
f Hang op als u de pieptoon van uw
machine hoort.
62
7
Werking als telefoon 7
U kunt telefoneren via de hoorn, de draadloze
telefoon (MFC-990CW), de luidspreker, een
tweede toestel of een externe telefoon, door
het nummer handmatig te kiezen of door
middel van snelkiesnummers.
Opmerking
Als u over een MFC-990CW beschikt, kunt u
ook de gebruikershandleiding van de
DECT™ Handset BCL-D70 raadplegen.
Een telefoongesprek voeren 7
a Om een telefoongesprek te voeren,
voert u de volgende stappen uit:
Pak de hoorn op.
(Alleen bij MFC-790CW)
Druk op Luidspreker.
b Als u de kiestoon hoort, voert u via de
kiestoetsen het nummer in of drukt u op
Snelkies.
c Als u op Luidspreker hebt gedrukt,
spreekt u duidelijk in de richting van de
Microfoon .
d Om op te hangen, doet u het volgende:
Leg de hoorn weer op de haak.
(Alleen bij MFC-790CW)
Druk op Luidspreker.
Oproepen beantwoorden via
de luidspreker 7
Als de machine overgaat, drukt u op
Luidspreker op de machine in plaats van de
hoorn op te nemen. Spreek duidelijk in de
richting van de Microfoon . Om het gesprek
te beëindigen, drukt u op Luidspreker.
Opmerking
Als er sprake is van een slechte
verbinding, kan het zijn dat de beller uw
stem met een echo hoort tijdens het
gesprek. Als dit probleem zich voordoet,
kunt u de hoorn opnemen of ophangen en
opnieuw bellen.
Dempen 7
Bij MFC-790CW 7
a Druk op Wissen/Wacht om een
gesprek in de wacht te zetten.
U kunt de hoorn terugplaatsen zonder
het gesprek te beëindigen.
b Pak de hoorn van de machine op of druk
op Luidspreker om het gesprek uit de
wacht te halen.
Opmerking
U kunt een tweede telefoon gebruiken om
het gesprek voort te zetten zonder dat u
het gesprek uit de wacht op de machine
hoeft te halen.
Telefoontoestellen en externe
apparaten
7
Telefoontoestellen en externe apparaten
63
7
Bij MFC-990CW 7
a Als u een oproep hebt beantwoord door
op Luidspreker op de machine te
drukken, drukt u op Wacht/Intercom op
de machine om een gesprek in de wacht
te zetten.
b Om het gesprek uit de wacht te halen,
drukt u op Luidspreker op de machine.
Opmerking
U kunt een tweede telefoon gebruiken om
het gesprek voort te zetten zonder dat u
het gesprek uit de wacht op de machine
hoeft te halen.
Toon of puls 7
Als u een pulsservice heeft, maar
toonsignalen moet verzenden (bijvoorbeeld
voor telebankieren), gaat u als volgt te werk:
a Druk op Luidspreker op de machine.
b Druk op # op het bedieningspaneel van
de machine. Alle cijfers die hierna
worden gekozen, worden verzonden als
toonsignalen.
Wanneer u de hoorn op de haak legt, keert de
machine terug naar de pulsservice.
Fax/Telefoon-stand 7
Als de machine in de stand Fax/Telefoon
staat, wordt het dubbele belsignaal gebruikt
om aan te geven dat het een normaal
telefoontje betreft.
Als u in de buurt van de machine bent, kunt u
de hoorn of de draadloze telefoon oppakken
of op Luidspreker drukken om de oproep te
beantwoorden.
Als u zich bij een tweede toestel bevindt,
moet u de hoorn tijdens het overgaan van het
dubbele signaal opnemen en vervolgens op
#51 drukken tussen de twee dubbele
belsignalen. Als er niemand aan het toestel is
of wanneer iemand u een fax wil zenden,
stuurt u de oproep terug naar de machine
door op l 51 te drukken.
Fax/Telefoon-stand in de
energiebesparende stand 7
Wanneer de machine in de
energiebesparende stand staat, kunt u
faxberichten ontvangen als 'P.Bewaar inst.'
op Faxontv:Aan is ingesteld. (Zie
Energiebesparende stand instellen
op pagina 24.)
(MFC-790CW)
Als de machine in de stand Fax/Tel staat en
de dubbele belsignalen geven aan dat het
een telefoongesprek betreft, kunt u de oproep
alleen beantwoorden via de hoorn van de
machine.
Als u antwoordt voordat u de dubbele
belsignalen van de machine hoort, kunt u de
oproep ook beantwoorden via een externe of
tweede telefoon.
(MFC-990CW)
Stel Beltoon in op Aan om de belsignalen te
horen wanneer u een oproep ontvangt.
(Zie Energiebesparende stand instellen
op pagina 24.)
Als de machine in de stand Fax/Tel staat en
overgaat, kunt u de oproep alleen
beantwoorden via een externe of tweede
telefoon.
Hoofdstuk 7
64
Telefoondiensten 7
Uw machine biedt ondersteuning voor de
dienst Nummerweergave die door bepaalde
telefoonbedrijven wordt aangeboden.
Functies zoals voicemail, wisselgesprek,
wisselgesprek en/of nummerweergave,
antwoorddiensten, alarmsystemen of andere
aangepaste functies op dezelfde telefoonlijn,
kunnen leiden tot problemen met de werking
van uw machine.
Nummerweergave (Beller ID) 7
Met de functie Beller ID kunt u gebruikmaken
van de dienst Nummerweergave die door
vele plaatselijke telefoonbedrijven wordt
aangeboden. Neem voor meer informatie
contact op met uw telefoonbedrijf. Bij gebruik
van deze dienst ziet u het telefoonnummer of,
indien beschikbaar, de naam van de beller.
U kunt een nummer in het overzicht van
Beller-IDs gebruiken om te bellen en een fax
te verzenden, u kunt dit nummer toevoegen
aan de snelkiesnummers of uit het overzicht
verwijderen. (Zie Overzicht beller-ID
op pagina 71.)
Na enkele belsignalen wordt op het
LCD-scherm het telefoonnummer (en
eventueel de naam) van uw beller
weergegeven. Zodra u een telefoontje
aanneemt, verdwijnen de bellergegevens van
het LCD-scherm. De oproepgegevens blijven
echter opgeslagen in het geheugen.
Van het nummer (of de naam) worden de
eerste 20 tekens getoond.
De melding ID onbekend geeft aan dat
de oproep afkomstig is van buiten het
gebied dat uw nummerweergavedienst
bestrijkt.
U kunt een lijst van de ontvangen
bellergegevens afdrukken. (Zie Een rapport
afdrukken op pagina 85.)
Opmerking
De dienst Nummerweergave is afhankelijk
van de dienstverlener. Neem contact op
met uw plaatselijke telefoonbedrijf voor
meer informatie over welke diensten er in
uw gebied beschikbaar zijn.
Nummerweergave (Beller ID)
inschakelen
7
Als u beschikt over Nummerweergave dient u
deze functie in te stellen op Aan om het
telefoonnummer van de beller op het
LCD-scherm weer te geven terwijl de telefoon
overgaat.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Diversen weer te
geven.
e Druk op Diversen.
f Druk op Beller ID.
g Druk op Aan (of Uit).
h Druk op Stop/Eindigen.
Telefoontoestellen en externe apparaten
65
7
Het type telefoonlijn instellen 7
Als u de machine aansluit op een lijn met PBX
of ISDN voor het verzenden en ontvangen
van faxen, moet u ook het type telefoonlijn
dienovereenkomstig wijzigen aan de hand
van de volgende stappen.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
c Druk op Stand.instel.
d Druk op a of b om Tel lijn inst
weer te geven.
e Druk op Tel lijn inst.
f Druk op PBX, ISDN (of Normaal).
g Druk op Stop/Eindigen.
PBX en DOORVERBINDEN 7
De machine is in eerste instantie ingesteld op
Normaal om te worden aangesloten op een
standaard openbaar telefoonnetwerk
(PSTN). De meeste kantoren gebruiken
echter een centraal telefoonsysteem oftewel
een Private Branch Exchange (PBX). Uw
machine kan op de meeste PBX-
telefoonsystemen worden aangesloten. De
oproepfunctie van de machine ondersteunt
alleen TBR (Timed Break Recall). TBR werkt
met de meeste PBX-systemen, zodat u
toegang krijgt tot een buitenlijn of gesprekken
naar een andere lijn kunt doorverbinden. De
functie werkt als de toets R op het
LCD-scherm of de toets R op het
bedieningspaneel wordt ingedrukt.
Opmerking
U kunt een druk op de toets R op het
LCD-scherm programmeren als
onderdeel van een nummer dat in een
snelkieslocatie is opgeslagen. Hiertoe
drukt u tijdens het programmeren van het
snelkiesnummer eerst op R (op het
LCD-scherm verschijnt ‘!’), waarna u het
telefoonnummer intoetst. Als u dit doet,
hoeft u niet meer eerst op R te drukken
wanneer u een snelkieslocatie gebruikt.
(Zie Nummers opslaan op pagina 72.) Als
PBX echter niet is geselecteerd in de
instelling van het type telefoonlijn, kunt u
geen gebruik maken van het
snelkiesnummer waarin het indrukken van
R is geprogrammeerd.
Hoofdstuk 7
66
Een extern
antwoordapparaat
aansluiten
7
U wilt misschien een extern
antwoordapparaat aansluiten. Als u echter
een extern antwoordapparaat aansluit op
dezelfde lijn als de machine, worden alle
gesprekken beantwoord door het
antwoordapparaat, en ‘luistert’ de machine
naar faxtonen. Als er faxtonen klinken, neemt
de machine de oproep over en wordt de fax
ontvangen. Als geen faxtonen hoorbaar zijn,
laat de machine het uitgaande bericht
afspelen door het antwoordapparaat, zodat
degene die u belt een bericht kan inspreken.
Het antwoordapparaat moet binnen vier
belsignalen antwoorden (de aanbevolen
instelling is twee belsignalen). De machine
kan de faxtonen pas opvangen, als het
antwoordapparaat de oproep heeft
beantwoord. Met vier belsignalen blijven er
slechts 8 tot 10 seconden van faxtonen over
voor de aansluitbevestiging. Volg de
instructies in dit handboek voor het opnemen
van uw uitgaande bericht nauwkeurig op. Wij
raden af om op uw extern antwoordapparaat
de functie bespaarstand te gebruiken, als het
meer dan vijf keer overgaat.
Opmerking
Als u niet al uw faxen ontvangt, dient u de
instelling voor belvertraging op uw externe
antwoordapparaat te verkorten.
1 Antwoordapparaat
Als het antwoordapparaat een oproep
beantwoordt, verschijnt op het scherm
Ext.tel in gebr.
Onjuiste configuratie
U mag geen antwoordapparaat op een
andere plaats op dezelfde telefoonlijn
aansluiten.
Aansluitingen 7
Het externe antwoordapparaat moet zijn
aangesloten zoals aangegeven in de vorige
afbeelding.
a Stel uw externe antwoordapparaat in op
één of twee belsignalen. (De instelling
voor de belvertraging van de machine is
niet van toepassing.)
b Neem het uitgaande bericht op uw
externe antwoordapparaat op.
c Activeer het antwoordapparaat.
d Stel de ontvangststand in op
Handmatig en schakel Fax
waarnemen in. (Zie De ontvangststand
kiezen op pagina 45.)
1
1
Telefoontoestellen en externe apparaten
67
7
Een uitgaand bericht
opnemen op een extern
antwoordapparaat 7
Tijdsplanning is van essentieel belang
wanneer u dit bericht opneemt.
a Neem 5 seconden stilte op aan het
begin van uw bericht. (Dit geeft uw
machine de gelegenheid om bij
automatische faxtransmissies de
faxtonen te horen voordat deze
stoppen.)
b Wij adviseren u het bericht te beperken
tot 20 seconden.
Opmerking
Wij raden u aan om aan het begin van uw
uitgaande bericht eerst een stilte van
5 seconden op te nemen, omdat de
machine geen faxtonen kan horen over
een resonerende of luide stem. U kunt
proberen om deze pauze weg te laten,
maar als uw machine problemen heeft
met de ontvangst, dient u het uitgaande
bericht opnieuw op te nemen en deze
pauze in te lassen.
Aansluiting op meerdere
lijnen (PBX) 7
Wij raden u aan contact op te nemen met het
bedrijf dat uw PBX geïnstalleerd heeft om uw
machine aan te sluiten. Als u beschikt over
een systeem met meerdere lijnen, vraagt u
uw installateur om de machine op de laatste
lijn in het systeem aan te sluiten. Zo voorkomt
u dat de machine wordt geactiveerd telkens
wanneer er telefoongesprekken worden
ontvangen door het systeem. Als alle
inkomende telefoontjes door een telefonist(e)
worden beantwoord, adviseren wij u om de
ontvangststand in te stellen op Handmatig.
Wij kunnen niet garanderen dat uw machine
onder alle omstandigheden naar behoren
werkt bij aansluiting op een PBX. Neem bij
problemen met het verzenden of ontvangen
van faxen in eerste instantie contact op met
het bedrijf dat uw centrale verzorgt.
Opmerking
Controleer of het type telefoonlijn is
ingesteld op PBX. (Zie Het type
telefoonlijn instellen op pagina 65.)
Hoofdstuk 7
68
Externe en tweede
toestellen
7
Een extern of tweede toestel
aansluiten 7
U kunt een apart telefoontoestel aansluiten
op uw machine, zoals in de volgende
afbeelding.
1 Tweede toestel
2 Extern toestel
Als u een extern of tweede toestel gebruikt,
verschijnt op het scherm
Ext.tel in gebr.
Opmerking
Zorg ervoor dat de kabel van uw externe
toestel niet langer is dan 3 meter.
Werken met een tweede toestel7
Tweede toestellen gebruiken 7
Als u een faxoproep aanneemt op een
tweede toestel, kunt u de oproep door uw
machine laten ontvangen door de code voor
activeren op afstand te gebruiken. Als u de
code voor activeren op afstand l 5 1 intoetst,
zal de fax op de machine worden ontvangen.
Als de machine een normaal telefoontje
aanneemt en het dubbele belsignaal geeft,
toetst u de code voor deactiveren op afstand
# 5 1 in om het telefoontje op een tweede
toestel aan te nemen. (Zie F/T-beltijd (alleen
in Fax/Telefoon-stand) op pagina 48.)
Als u een telefoontje aanneemt en er is
niemand aan de lijn:
7
Waarschijnlijk gaat het om het ontvangen van
een handmatige fax.
Druk op l 5 1 en wacht tot u het tjirpende
geluid hoort of totdat het LCD-scherm
Ontvangst weergeeft en hang dan op.
Opmerking
U kunt ook de functie Fax waarnemen
gebruiken om uw machine het telefoontje
automatisch te laten aannemen. (Zie Fax
waarnemen op pagina 49.)
Een draadloze externe
telefoon gebruiken
(alleen bij MFC-790CW) 7
Als uw draadloze telefoon is aangesloten op
de aansluiting van het telefoonsnoer (Zie
Externe en tweede toestellen op pagina 68.)
en u de draadloze telefoon meestal
meeneemt naar een andere locatie, is het
eenvoudiger om oproepen te beantwoorden
tijdens de belvertraging.
Als u de machine eerst de oproep laat
aannemen, moet u naar de machine gaan en
op Luidspreker drukken om het telefoontje
op het draadloze toestel aan te nemen.
1
2
Telefoontoestellen en externe apparaten
69
7
Codes voor
afstandsbediening gebruiken 7
Code voor activeren op afstand 7
Als u een faxoproep aanneemt op een
tweede toestel of een extern toestel, kunt u
de oproep doorverbinden naar de machine
door het intoetsen van de code voor activeren
op afstand l 5 1. Wacht op de tjirpende
geluiden en leg vervolgens de hoorn op de
haak. (Zie Fax waarnemen op pagina 49.)
Degene die u opbelt, moet op zijn of haar
machine op Start drukken om de fax te
verzenden.
Code voor deactiveren op afstand 7
Als u een normaal telefoontje ontvangt en de
machine in de stand F/T staat, hoort u het
dubbele belsignaal na de aanvankelijke
belvertraging. Als u het telefoontje op een
tweede toestel aanneemt, kunt u het dubbele
belsignaal uitschakelen door tussen de
belsignalen in op # 5 1 te drukken.
De codes voor afstandsbediening
wijzigen
7
Als u activeren op afstand wilt gebruiken,
moet u de vereiste codes inschakelen. De
voorgeprogrammeerde code voor activeren
op afstand is l 51.
De voorgeprogrammeerde code voor
deactiveren op afstand is #51. U kunt deze
desgewenst vervangen door uw eigen codes.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
e Druk op Ontvangstmenu.
f Druk op a of b om Afstandscode
weer te geven.
g Druk op Afstandscode.
h Druk op Aan (of Uit).
i Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de code voor activeren op
afstand wilt wijzigen, voert u de
nieuwe code in.
Druk op OK en ga naar stap k.
Als u de code voor activeren op
afstand niet wilt wijzigen, drukt u op
OK en gaat u naar stap j.
j Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de code voor deactiveren op
afstand wilt wijzigen, voert u de
nieuwe code in.
Druk op OK en ga naar stap k.
Als u de code voor deactiveren op
afstand niet wilt wijzigen, drukt u op
OK en gaat u naar stap k.
k Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als de verbinding telkens wordt verbroken
wanneer u probeert om vanaf een ander
toestel toegang te krijgen tot uw externe
antwoordapparaat, is het raadzaam de
code voor activeren op afstand en de code
voor deactiveren op afstand te wijzigen in
een andere driecijferige code met de
cijfers 0-9, l, #.
Het is mogelijk dat de codes voor
afstandsbediening met bepaalde
telefoonsystemen niet werken.
70
8
Nummers kiezen 8
Handmatig kiezen 8
Toets alle cijfers van het fax of
telefoonnummer in met behulp van de
kiestoetsen.
Snelkiezen 8
a Druk op Snelkies.
b Druk op het nummer dat u wilt bellen.
U kunt het nummer ook op alfabetische
volgorde opzoeken door op het
LCD-scherm op te drukken.
Opmerking
Als op het scherm Niet toegewezen
wordt weergegeven wanneer u een
snelkiesnummer invoert of opzoekt, is er
op deze locatie geen nummer
opgeslagen.
Faxnummer opnieuw kiezen 8
Als u handmatig een fax verzendt en de lijn
bezet is, drukt u op Herkies of
Herkies/Pauze, vervolgens op Mono Start
of Kleur Start om het opnieuw te proberen.
Als u een tweede nummer wilt kiezen en u dat
nummer onlangs nog hebt gekozen, kunt u
op Herkies of Herkies/Pauze drukken en
een van de laatste 30 nummers kiezen uit de
lijst met uitgaande oproepen.
Herkies of Herkies/Pauze werkt alleen als u
een nummer hebt ingetoetst. Als u een fax
automatisch wilt verzenden en de lijn bezet
is, wordt het nummer automatisch maximaal
drie keer met tussenpozen van vijf minuten
opnieuw geprobeerd.
a Druk op Herkies of Herkies/Pauze.
b Druk op het nummer dat u opnieuw wilt
bellen.
c Druk op Fax versturen.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Bij direct verzenden werkt de functie voor
opnieuw kiezen niet wanneer u de
glasplaat gebruikt.
Nummers kiezen en opslaan 8
#
01
Nummers kiezen en opslaan
71
8
Overzicht van uitgaande
oproepen 8
De laatste 30 nummers die u hebt gebeld of
waarnaar u een fax hebt gestuurd, worden
opgeslagen in het overzicht van uitgaande
oproepen. U kunt een van deze nummers
selecteren om te bellen, om er een fax naar te
verzenden, het toe te voegen aan de
snelkiesnummers of het te verwijderen uit het
overzicht.
a Druk op Herkies of Herkies/Pauze.
U kunt ook op Geschiedenis
drukken.
b Druk op het tabblad Uitg. Gesprek.
c Druk op het gewenste nummer.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om een telefoongesprek te voeren,
drukt u op Telefoneren.
Om een fax te verzenden, drukt u op
Fax versturen.
Druk op Mono Start of Kleur Start.
Als u het nummer wilt opslaan, drukt
u op Meer en dan op
Toevoegen snelkiesnr.
(Zie Snelkiesnummers opslaan op
basis van uitgaande oproepen
op pagina 73.)
Als u het nummer uit het overzicht
met uitgaande oproepen wilt
verwijderen, drukt u op Meer en dan
op Verwijder.
Druk op Ja om te bevestigen.
e Druk op Stop/Eindigen.
Overzicht beller-ID 8
Voor deze functie moet u een abonnement
hebben op de dienst Nummerweergave die
door veel lokale telefoonbedrijven wordt
aangeboden. (Zie Nummerweergave (Beller
ID) op pagina 64.)
Het overzicht van beller-ID's bevat het
nummer of eventueel de naam van de laatste
30 faxen en telefoonoproepen die u heeft
ontvangen. U kunt het overzicht bekijken of
een van deze nummers selecteren om te
bellen, om er een fax naar te verzenden, het
toe te voegen aan de snelkiesnummers of het
te verwijderen uit het overzicht. Bij de
eenendertigste oproep wordt de informatie
over de eerste oproep door de nieuwe
vervangen.
a Druk op Geschiedenis.
b Druk op Overz.beller-ID.
c Druk op het nummer of de naam van de
persoon die u wilt bellen.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om een telefoongesprek te voeren,
drukt u op Telefoneren.
Om een fax te verzenden, drukt u op
Fax versturen.
Druk op Mono Start of Kleur Start.
Als u het nummer wilt opslaan, drukt
u op Meer en dan op
Toevoegen snelkiesnr.
(Zie Snelkiesnummers opslaan op
basis van het overzicht van beller-
ID's op pagina 74.)
Als u het nummer uit het overzicht
met Beller-IDs wilt verwijderen, drukt
u op Meer en dan op Verwijder.
Druk op Ja om te bevestigen.
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt het overzicht met Beller-IDs
afdrukken.
(Zie Een rapport afdrukken op pagina 85.)
Hoofdstuk 8
72
Nummers opslaan 8
U kunt uw machine instellen om op de
volgende manieren snel te kiezen: met
snelkiesnummers en groepen voor het
groepsverzenden van faxberichten. Wanneer
u een snelkiesnummer kiest, wordt op het
LCD-scherm de naam (indien u deze heeft
opgeslagen) of het nummer weergegeven.
Opmerking
De snelkiesnummers die in het geheugen
zijn opgeslagen, gaan niet verloren als de
stroom uitvalt.
Een pauze opslaan 8
Druk op Pauze of Herkies/Pauze om een
pauze van 3,5 seconden tussen de cijfers van
een nummer in te lassen. Als u internationaal
belt, kunt u zo vaak als nodig op Pauze of
Herkies/Pauze drukken om de pauze langer
te maken.
Snelkiesnummers opslaan 8
U kunt maximaal 100 snelkieslocaties van
2 cijfers opslaan met een naam, en elke
naam mag twee cijfers bevatten (Fax/Tel1:
en Fax/Tel2:). Om te bellen hoeft u slechts
een paar toetsen in te drukken.
(Bijvoorbeeld: druk op Snelkies, het
nummer dat u wilt bellen en Telefoneren.)
a Druk op Snelkies.
b Druk op Meer.
c Druk op Snelkiezen instellen.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer met de toetsen op het LCD-scherm
de naam in (max. 16 tekens).
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 193
voor informatie over het invoeren van
letters.)
Als u het nummer zonder naam wilt
opslaan, drukt u op OK.
e Voer met de toetsen op het LCD-scherm
het eerste fax- of telefoonnummer in
(max. 20 cijfers).
Druk op OK.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer met de toetsen op het
LCD-scherm het tweede fax- of
telefoonnummer in (max. 20 cijfers).
Druk op OK.
Als u geen tweede nummer wilt
opslaan, drukt u op OK.
g Voer de volgende stappen uit om de
locatie te kiezen waar het nummer wordt
opgeslagen:
Om de volgende beschikbare
snelkieslocatie te accepteren,
drukt u op OK.
Om een andere snelkieslocatie in te
voeren, drukt u op een nummer van
2 cijfers met behulp van de toetsen
op het LCD-scherm.
Druk op OK.
Opmerking
Als de snelkieslocatie van 2 cijfers al
bezet is, werkt de toets OK op het
LCD-scherm niet. Kies een andere
locatie.
h Als op het LCD-scherm uw instellingen
worden weergegeven, drukt u op OK om
deze te bevestigen.
i Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Ga naar stap b om nog een
snelkiesnummer op te slaan.
Om het opslaan van nummers af te
sluiten, drukt u op Stop/Eindigen.
Nummers kiezen en opslaan
73
8
Snelkiesnummers opslaan op
basis van uitgaande oproepen8
U kunt ook snelkiesnummers opslaan vanuit
het overzicht van uitgaande oproepen.
a Druk op Herkies of Herkies/Pauze.
U kunt ook op Geschiedenis
drukken.
b Druk op het tabblad Uitg. Gesprek.
c Druk op de naam of het nummer dat u
wilt opslaan.
d Druk op Meer.
e Druk op Toevoegen snelkiesnr.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer met de toetsen op het
LCD-scherm de naam in
(max. 16 tekens).
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 193
voor informatie over het invoeren van
letters.)
Als u het nummer zonder naam wilt
opslaan, drukt u op OK.
g Druk op OK om het fax- of
telefoonnummer dat u wilt opslaan te
bevestigen.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer met de toetsen op het
LCD-scherm het tweede fax- of
telefoonnummer in (max. 20 cijfers).
Druk op OK.
Als u geen tweede nummer wilt
opslaan, drukt u op OK.
i Voer de volgende stappen uit om de
locatie te kiezen waar het nummer wordt
opgeslagen:
Om de volgende beschikbare
snelkieslocatie te accepteren,
drukt u op OK.
Om een andere snelkieslocatie in te
voeren, drukt u op een nummer van
2 cijfers met behulp van de toetsen
op het LCD-scherm.
Druk op OK.
Opmerking
Als de snelkieslocatie van 2 cijfers al
bezet is, werkt de toets OK op het
LCD-scherm niet. Kies een andere
locatie.
j Als op het LCD-scherm uw instellingen
worden weergegeven,
drukt u op OK om deze te bevestigen.
k Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 8
74
Snelkiesnummers opslaan op
basis van het overzicht van
beller-ID's 8
Als u een abonnement heeft op de dienst
Nummerweergave van uw telefoonbedrijf,
kunt u ook snelkiesnummers opslaan vanuit
het overzicht van beller-ID's voor inkomende
oproepen. (Zie Nummerweergave (Beller ID)
op pagina 64.)
a Druk op Geschiedenis.
b Druk op het tabblad
Overz.beller-ID.
c Druk op het nummer dat u wilt opslaan.
d Druk op Meer.
e Druk op Toevoegen snelkiesnr.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer met de toetsen op het
LCD-scherm de naam in
(max. 16 tekens).
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 193
voor informatie over het invoeren van
letters.)
Als u het nummer zonder naam wilt
opslaan, drukt u op OK.
g Druk op OK om het fax- of
telefoonnummer dat u wilt opslaan te
bevestigen.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer met de toetsen op het
LCD-scherm een tweede fax- of
telefoonnummer in (max. 20 cijfers).
Druk op OK.
Als u geen tweede nummer wilt
opslaan, drukt u op OK.
i Voer de volgende stappen uit om de
locatie te kiezen waar het nummer wordt
opgeslagen:
Om de volgende beschikbare
snelkieslocatie te accepteren,
drukt u op OK.
Om een andere snelkieslocatie in te
voeren, drukt u op een nummer van
2 cijfers met behulp van de toetsen
op het LCD-scherm.
Druk op OK.
Opmerking
Als de snelkieslocatie van 2 cijfers al
bezet is, werkt de toets OK op het
LCD-scherm niet. Kies een andere
locatie.
j Als op het LCD-scherm uw instellingen
worden weergegeven,
drukt u op OK om deze te bevestigen.
k Druk op Stop/Eindigen.
Snelkiesnamen of -nummers
wijzigen 8
U kunt een reeds opgeslagen snelkiesnaam
of -nummer wijzigen.
a Druk op Snelkies.
b Druk op Meer.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Wijzig instell om de
namen of nummers te bewerken.
Druk op Verwijder om alle
informatie van een snelkieslocatie te
wijzigen.
Druk op het nummer dat u wilt
verwijderen.
Druk op OK.
Ga naar stap i.
Nummers kiezen en opslaan
75
8
d Druk op het nummer dat u wilt wijzigen.
e Druk op Naam:, Fax/Tel1: of
Fax/Tel2:.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u Naam: kiest, voert u met de
toetsen op het LCD-scherm de naam
in (max. 16 tekens).
(Zie Tekst invoeren op pagina 193.)
Druk op OK.
Als u Fax/Tel1: of Fax/Tel2:
kiest, voert u met de toetsen op het
LCD-scherm het nieuwe nummer in
(max. 20 cijfers).
Druk op OK.
Opmerking
De opgeslagen naam of het opgeslagen
nummer wijzigen:
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u op
d of c om de cursor onder het teken te
plaatsen dat u wilt wijzigen en drukt u
vervolgens op . Voer het nieuwe teken
in.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om meer gegevens te wijzigen,
gaat u naar f.
Druk op OK om de bewerking te
voltooien.
Op het LCD-scherm worden uw
instellingen weergegeven.
h Om nog een snelkieslocatie te wijzigen,
herhaalt u stap b tot g.
i Druk op Stop/Eindigen.
Groepen voor rondsturen
instellen 8
Met groepen die kunnen worden opgeslagen
in een snelkieslocatie kunt u hetzelfde
faxbericht versturen aan veel verschillende
faxnummers door eenvoudigweg op
Snelkies, de locatie van 2 cijfers,
Fax versturen en Mono Start te drukken.
Eerst moet u elk faxnummer opslaan in een
snelkieslocatie. Vervolgens kunt u deze als
nummers in de groep opnemen. Elke groep
gebruikt een snelkieslocatie. U kunt
maximaal zes groepen instellen, of u kunt
maximaal 198 nummers aan een grote groep
toewijzen als elke locatie 2 nummers bevat.
(Zie Snelkiesnummers opslaan op pagina 72
en Rondsturen (alleen monochroom)
op pagina 39.)
a Druk op Snelkies.
b Druk op Meer.
c Druk op Groepen instellen.
d Voer met de toetsen op het LCD-scherm
de groepsnaam in (max. 16 tekens).
Druk op OK.
e Als op het LCD-scherm het volgende
beschikbare groepsnummer wordt
weergegeven, drukt u op OK om te
bevestigen.
Dit groepsnummer en deze naam
worden automatisch toegewezen aan de
volgende beschikbare snelkieslocatie.
f U voegt snelkiesnummers aan de groep
toe door erop te drukken (een rood
vinkje wordt weergegeven).
Druk op OK.
Als u de nummers op alfabetische
volgorde wilt rangschikken,
drukt u op .
g Als op het LCD-scherm de groepsnaam
en de nummers wordt weergegeven,
drukt u op OK om te bevestigen.
h Druk op Stop/Eindigen.
#
01
Hoofdstuk 8
76
Opmerking
U kunt een lijst met alle snelkiesnummers
afdrukken. Groepsnummers worden
gemarkeerd in de kolom GROEP.
(Zie Rapporten op pagina 84.)
Een groepsnaam wijzigen 8
a Druk op Snelkies.
b Druk op Meer.
c Druk op Wijzig instell.
d Druk op a of b om de groepsnaam weer
te geven die u wilt wijzigen.
e Druk op de groepsnaam.
f Druk op Naam:.
g Voer met de toetsen op het LCD-scherm
de nieuwe naam in (max. 16 tekens).
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 193.
Typ bijvoorbeeld NIEUWE KLANTEN.)
Opmerking
De opgeslagen naam of het opgeslagen
nummer wijzigen:
Als u een teken wilt wijzigen,
drukt u op d of c om de cursor onder het
teken te plaatsen dat u wilt wijzigen en
drukt u vervolgens op . Voer het nieuwe
teken in.
h Druk op OK.
i Druk op Stop/Eindigen.
Een groep verwijderen 8
a Druk op Snelkies.
b Druk op Meer.
c Druk op Verwijder.
d Druk op a of b om de groep weer te
geven die u wilt verwijderen.
e Druk op de groepsnaam.
f Druk op OK.
g Druk op Stop/Eindigen.
Een nummer verwijderen uit een
groep
8
a Druk op Snelkies.
b Druk op Meer.
c Druk op Wijzig instell.
d Druk op a of b om de groep weer te
geven die u wilt wijzigen.
e Druk op de groep.
f Druk op Toev./Verw.
g Druk op a of b om het nummer weer te
geven dat u uit de groep wilt
verwijderen.
h Druk op het selectievakje van het
nummer dat u wilt verwijderen om de
selectie ongedaan te maken.
Druk op OK om te bevestigen.
i Druk op OK.
j Druk op Stop/Eindigen.
Nummers kiezen en opslaan
77
8
Snelkiesnummers
combineren 8
In sommige gevallen wilt u een keuze maken
uit verschillende interlokale providers
wanneer u belt. Tarieven kunnen afhankelijk
zijn van de tijd en de bestemming. Om te
profiteren van lage tarieven kunt u de
toegangscodes van interlokale providers en
creditcardnummers opslaan als
snelkiesnummers. Deze lange kiesreeksen
kunt u opslaan door de reeksen op te splitsen
en ze als afzonderlijke snelkiesnummers in
de gewenste combinatie in te stellen. U kunt
hierin zelfs handmatig kiezen met de
kiestoetsen opnemen. (Zie Snelkiesnummers
opslaan op pagina 72.)
Stel bijvoorbeeld dat u555
’ heeft
opgeslagen onder snelkiesnummer 03, en
‘7000
’ onder snelkiesnummer 02. U kunt dan
beide snelkiesnummers gebruiken om
‘ 555-7000
’ te kiezen, als u op de volgende
toetsen drukt:
a Druk op Snelkies.
b Druk op #03.
c Druk op Fax versturen of
Telefoneren.
d Druk op Snelkies.
e Druk op #02.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om een telefoongesprek te voeren,
drukt u op Telefoneren.
Om een fax te verzenden, drukt u op
Fax versturen. Ga naar stap g.
g Druk op Mono Start of Kleur Start.
U kiest nu ‘555-7000 ’.
Als u een nummer tijdelijk wilt wijzigen, kunt u
een gedeelte van het nummer vervangen
door handmatig kiezen met de kiestoetsen.
Als u het nummer bijvoorbeeld wilt wijzigen in
555-7001, drukt u op Snelkies, kiest u #03,
drukt u op Fax versturen of
Telefoneren en dan op 7001 met de
kiestoetsen.
Opmerking
Als u op een bepaald punt in de kiesreeks
moet wachten op een kiestoon of een
ander signaal, voegt u een pauze in het
nummer toe door op Pauze of
Herkies/Pauze te drukken. Met elke druk
op de toets wordt een pauze van
3,5 seconden ingelast.
78
9
De stand
Antwoordapparaat
voor het interne
antwoordapparaat
9
Met de functie Antwoordapparaat kunnen
maximaal 99 inkomende berichten worden
opgeslagen. De berichten worden
opgeslagen in de volgorde waarin ze zijn
ontvangen.
Gesproken berichten kunnen maximaal
3 minuten lang zijn en kunnen ook vanaf een
ander toestel worden beluisterd (zie Uw code
voor toegang op afstand gebruiken
op pagina 58). Het aantal berichten dat
daadwerkelijk kan worden opgeslagen, is
afhankelijk van de hoeveelheid geheugen die
door andere functies wordt gebruikt
(bijvoorbeeld door uitgestelde en opgeslagen
faxen).
Als de stroom uitvalt, blijven berichten in het
geheugen van de machine ongeveer 24 uur
behouden.
Het antwoordapparaat
instellen 9
Voordat u de functie Antwoordapparaat kunt
gebruiken, moet u eerst het uitgaande bericht
(Beantw. Bericht) voor het
antwoordapparaat opnemen.
Voer de volgende stappen uit om de stand
Antwoordapparaat te activeren:
a Neem het uitgaande bericht voor uw
antwoordapparaat op
(Beantw. Bericht).
b Druk op om het antwoordapparaat
in te schakelen.
Uitgaand bericht 9
Uw uitgaande bericht opnemen 9
U kunt twee verschillende typen uitgaande
berichten opnemen:
Beantw. Bericht
Dit bericht wordt afgespeeld wanneer een
oproep wordt ontvangen. De beller kan
dan een gesproken bericht of een
faxbericht achterlaten.
F/T Bericht
Dit bericht wordt afgespeeld wanneer een
oproep wordt ontvangen terwijl de
machine in de stand Fax/Tel staat. De
beller kan dan geen bericht achterlaten.
Zie Uitgaand bericht Fax/Tel (Bericht)
op pagina 79.
Het uitgaande bericht moet korter zijn dan
20 seconden.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Inst. beantw.
weer te geven.
e Druk op Inst. beantw.
f Druk op Uitg. bericht.
Op het LCD-scherm wordt u gevraagd
om een uitgaand bericht te kiezen.
g Druk op Beantw. Bericht of
F/T Bericht.
h Druk op Boodschap opn.
Digitaal antwoordapparaat 9
Digitaal antwoordapparaat
79
9
i Gebruik een van de volgende opties om
het bericht in te spreken:
(MFC-790CW)
Neem de hoorn op, spreek het
bericht in en leg de hoorn weer op de
haak als u klaar bent.
(MFC-990CW)
Gebruik de geïntegreerde Microfoon
om het bericht in te spreken.
Druk op Stop/Eindigen wanneer u
klaar bent.
j Druk op Stop/Eindigen.
Uw uitgaande bericht beluisteren 9
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Inst. beantw.
weer te geven.
e Druk op Inst. beantw.
f Druk op Uitg. bericht.
g Druk op Beantw. Bericht of
F/T Bericht.
h Druk op Speel uitg. ber.
Pas het volume aan door op d of c te
drukken.
i Druk op Stop/Eindigen.
Uw uitgaande bericht wissen 9
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Inst. beantw.
weer te geven.
e Druk op Inst. beantw.
f Druk op Uitg. bericht.
g Druk op Beantw. Bericht of
F/T Bericht.
h Druk op Wis boodschap.
i Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Ja om het uitgaande bericht
te wissen.
Druk op Nee om af te sluiten zonder
het bericht te wissen.
j Druk op Stop/Eindigen.
Uitgaand bericht Fax/Tel
(Bericht) 9
Als uw machine is ingesteld op de
ontvangststand Fax/Tel, wordt dit bericht
door uw Brother-machine afgespeeld als
iemand belt. Anders dan bij het uitgaande
bericht voor het antwoordapparaat kan de
beller geen bericht achterlaten.
Volg de instructies in Uitgaand bericht op
Uitgaand bericht op pagina 78 om het
uitgaande bericht voor de stand Fax/Tel op te
nemen.
Zie Ontvangststanden op pagina 45 voor
informatie over het instellen van de stand
Fax/Tel.
De stand Antwoordapparaat
activeren 9
De stand Antwoordapparaat is actief
wanneer het lampje oplicht. Druk op
om de stand Antwoordapparaat in te stellen.
Hoofdstuk 9
80
Uw berichten beheren 9
Berichtenindicator 9
Het lampje knippert als er nieuwe
berichten voor u zijn achtergelaten.
Op het LCD-scherm wordt het totale aantal
gesproken en faxberichten weergegeven dat
is opgeslagen in het geheugen van het
antwoordapparaat.
Faxberichten worden alleen opgeslagen
wanneer Fax opslaan of Faxvoorbeeld is
ingeschakeld. Zie Geheugenontvangst
(alleen monochroom) op pagina 50.
Gesproken berichten
afspelen 9
Alle berichten worden afgespeeld in de
volgorde waarin ze zijn opgenomen. Op het
LCD-scherm ziet u het nummer van het
huidige bericht, het totale aantal berichten en
de tijd en datum waarop het bericht is
opgenomen.
Voer de volgende stappen uit om de
gesproken berichten te beluisteren:
a Druk op Afspelen/Opnemen of
Afspelen.
Tijdens het afspelen van berichten zijn
de volgende opdrachten beschikbaar:
b Druk op Stop/Eindigen.
Ontvangen berichten wissen 9
Gesproken berichten afzonderlijk
wissen
9
a Druk op Afspelen/Opnemen of
Afspelen.
De machine geeft een pieptoon van
twee seconden en begint met het
afspelen van de berichten. Elk bericht
wordt voorafgegaan door één lange
pieptoon en wordt gevolgd door twee
korte pieptonen.
b Als u een bepaald bericht wilt wissen,
drukt u meteen na de twee korte
pieptonen of tijdens het afspelen van het
bericht op Wissen/Wacht of Wissen.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Ja om het bericht te wissen.
Druk op Nee om te annuleren.
Alle berichten wissen 9
a Druk op Wissen/Wacht of Wissen.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Ja om alle gesproken
berichten te wissen.
Druk op Nee om te annuleren.
Hiermee wordt een bericht
herhaald.
Hiermee gaat u meteen naar
het volgende bericht.
of
Hiermee kunt u het volume
aanpassen.
Digitaal antwoordapparaat
81
9
Aanvullende functies
van het
antwoordapparaat
9
De maximumtijd voor
inkomende berichten
instellen 9
Met de standaardinstelling worden
inkomende berichten met een maximale
lengte van 30 seconden opgeslagen. Deze
instelling kunt u als volgt wijzigen:
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Inst. beantw.
weer te geven.
e Druk op Inst. beantw.
f Druk op Max. Ber. Tijd.
g Geef de maximale lengte van
inkomende berichten op (30, 60, 120 of
180 seconden).
h Druk op Stop/Eindigen.
Bespaarstand instellen 9
Als de bespaarstand is ingeschakeld,
antwoordt de machine na twee belsignalen
als er gesproken of faxberichten zijn, en na
vier belsignalen als er geen berichten zijn.
Als u de machine vanaf een ander toestel belt
om uw berichten op te halen en de machine
gaat voor de derde keer over, dan betekent
dit dat er geen berichten zijn en kunt u
ophangen, zodat u geen telefoonkosten hoeft
te betalen.
De bespaarstand is alleen beschikbaar
wanneer de stand Antwoordapparaat is
ingeschakeld. Wanneer de bespaarstand is
ingesteld op Aan, heeft deze voorrang op uw
instelling voor de belvertraging.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
e Druk op Ontvangstmenu.
f Druk op a of b om Bel Vertraging
weer te geven.
g Druk op Bel Vertraging.
h Druk op Bespaarstand.
i Druk op Aan (of Uit).
j Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 9
82
Luidspreker voor inkomende
berichten 9
Hiermee kunt u het luidsprekervolume voor
gesproken berichten instellen op Aan of Uit.
Als u deze functie instelt op Uit, kunt u
inkomende berichten niet horen terwijl deze
worden ingesproken.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Inst. beantw.
weer te geven.
e Druk op Inst. beantw.
f Druk op Igb Mon.Volume.
g Druk op Uit of Aan.
h Druk op Stop/Eindigen.
Een gesprek opnemen
(alleen bij MFC-790CW) 9
Als u de hoorn gebruikt om te bellen, kunt u
een telefoongesprek opnemen door tijdens
het gesprek op Afspelen/Opnemen te
drukken. De opname kan net zo lang zijn als
de maximale tijd voor een inkomend bericht
(maximaal 3 minuten). (Zie De maximumtijd
voor inkomende berichten instellen
op pagina 81.) De andere partij hoort tijdens
de opname een onderbroken pieptoon. Druk
op Stop/Eindigen om het opnemen te
stoppen.
83
10
10
Faxrapporten 10
U dient het verzendrapport en de journaaltijd
in te stellen met de toets MENU.
Verzendrapport 10
U kunt het verzendrapport gebruiken als
bewijs dat u een fax hebt verzonden. In dit
rapport staan de datum en de tijd waarop het
bericht werd verzonden, en wordt tevens
aangegeven of de transmissie geslaagd was
(OK). Als u Aan of Aan+Beeld kiest, wordt
dit rapport afgedrukt voor elke fax die u
verzendt.
Als u veel faxen naar hetzelfde nummer
stuurt, heeft u waarschijnlijk meer nodig dan
alleen de taaknummers om te weten welke
faxen u opnieuw moet verzenden. Als u
Aan+Beeld of Uit+Beeld kiest, wordt in het
rapport een deel van de eerste pagina van
het faxbericht afgedrukt om u te helpen
herinneren wat er in de fax stond.
Wanneer het verzendrapport op Uit of
Uit+Beeld is ingesteld, wordt het alleen
afgedrukt als tijdens de verzending een fout
is opgetreden en de fax niet is verzonden.
Opmerking
Als u Aan+Beeld of Uit+Beeld hebt
gekozen, wordt de afbeelding alleen in het
verzendrapport weergegeven als Direct
verzenden is ingesteld op Uit. (Zie Direct
verzenden op pagina 42.)
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Kies rapport weer
te geven.
e Druk op Kies rapport.
f Druk op Verzendrapp.
g Druk op Aan, Aan+Beeld, Uit of
Uit+Beeld.
h Druk op Stop/Eindigen.
Faxjournaal
(activiteitenrapport) 10
U kunt de machine zodanig instellen, dat er
op vaste tijden een journaal wordt afgedrukt
(elke 50 faxen, elke 6, 12 of 24 uur,
elke 2 of 7 dagen). Als u het interval op Uit
instelt, kunt u het rapport toch afdrukken door
de stappen in Een rapport afdrukken
op pagina 85 uit te voeren.
De fabrieksinstelling is Na 50 faxen.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Kies rapport weer
te geven.
e Druk op Kies rapport.
f Druk op Journaal tijd.
Rapporten afdrukken 10
Hoofdstuk 10
84
g Druk op d of c om een interval te kiezen.
(Als u 7 dagen kiest, wordt u gevraagd
de eerste dag van de 7-daagse periode
te kiezen.)
6, 12, 24 uur, 2 of 7 dagen
De machine zal op het gekozen
tijdstip het rapport afdrukken en
vervolgens alle taken in het
geheugen wissen. Als het geheugen
van de machine vol is omdat er
200 taken in zitten en de door u
gekozen tijd nog niet verstreken is,
zal de machine het journaal voortijdig
afdrukken en alle taken uit het
geheugen wissen. Als u een extra
rapport wilt voordat het tijd is om dit
automatisch af te drukken, kunt u er
een afdrukken zonder dat de taken
worden gewist.
Elke 50 faxen
De machine zal het journaal
afdrukken zodra er 50 taken
opgeslagen zijn.
h Voer in 24-uursformaat het tijdstip in
waarop het journaal moet worden
afgedrukt.
Druk op OK.
(Voor kwart voor acht 's avonds voert u
bijvoorbeeld 19:45 in.)
i Druk op Stop/Eindigen.
Rapporten 10
De volgende rapporten zijn beschikbaar:
Verzendrapport
Drukt een verzendrapport af van uw
laatste transmissie.
Help
Een helplijst waarin wordt aangegeven
hoe u de machine kunt programmeren.
Kieslijst
Een lijst met namen en nummers die zijn
opgeslagen in het geheugen voor
snelkiesnummers. De namen en
nummers staan in alfabetische of
numerieke volgorde in de lijst.
Fax Journaal
In deze lijst staat informatie over de
laatste ontvangen en verzonden faxen.
(TX: verzenden.) (RX: ontvangen.)
Gebruikersinst
Drukt een lijst met uw instellingen af.
Netwerk Conf.
Een lijst met uw netwerkinstellingen.
Overz. beller-ID
Dit rapport bevat de beschikbare
bellergegevens voor de laatste
30 ontvangen faxen en telefoontjes.
Rapporten afdrukken
85
10
Een rapport afdrukken 10
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Print lijsten
weer te geven.
c Druk op Print lijsten.
d Druk op het door u gewenste rapport.
e (Alleen Quick Dial) Druk op
Alfabet. volgorde of
Nummervolgorde.
f Druk op Mono Start.
g Druk op Stop/Eindigen.
86
11
Pollen - overzicht 11
Met de functie voor pollen kunt u de machine
zo instellen dat andere mensen faxen van u
kunnen ontvangen, maar hiervoor zelf de
telefoonkosten moeten betalen. Omgekeerd
kunt u hiermee ook het faxapparaat van
iemand anders bellen en een fax van dit
apparaat ontvangen terwijl u de kosten
betaalt. Dit werkt alleen als de pollingfunctie
op beide machines is ingesteld. Pollen wordt
niet door alle faxapparaten ondersteund.
Ontvangstpolling 11
Met ontvangstpolling kunt u een ander
faxapparaat bellen om een fax te ontvangen.
Ontvangstpolling instellen 11
a Druk op (Fax).
b Druk op d of c om Ontvang Pollen
weer te geven.
c Druk op Ontvang Pollen.
d Druk op Stand.
e Voer het faxnummer dat u aan het
pollen bent in door gebruik te maken van
Snelkies of de kiestoetsen op het
bedieningspaneel.
f Druk op Mono Start of Kleur Start.
Ontvangstpolling met
beveiligingscode instellen 11
U kunt de pollingprocedure beveiligen om te
beperken wie de documenten waarvoor u
polling hebt ingesteld, kunnen ontvangen.
Pollen met beveiliging werkt alleen met
faxapparaten van Brother. Als u een fax wilt
ontvangen van een beveiligde Brother-
machine, moet u de beveiligingscode
invoeren.
a Druk op (Fax).
b Druk op d of c om Ontvang Pollen
weer te geven.
c Druk op Ontvang Pollen.
d Druk op Beveilig.
e Voer met de toetsen op het LCD-scherm
een beveiligingscode van 4 cijfers in.
Deze is hetzelfde als de
beveiligingscode van het andere
faxapparaat.
Druk op OK.
f Voer het faxnummer dat u aan het
pollen bent in door gebruik te maken van
Snelkies of de kiestoetsen op het
bedieningspaneel.
g Druk op Mono Start of Kleur Start.
Pollen 11
Pollen
87
11
Uitgestelde ontvangstpolling
instellen 11
Met uitgestelde polling kunt u de machine
instellen om op een later tijdstip te beginnen
met pollen. U kunt slechts één uitgestelde
pollingbewerking instellen.
a Druk op (Fax).
b Druk op d of c om Ontvang Pollen
weer te geven.
c Druk op Ontvang Pollen.
d Druk op Tijdklok.
e Voer de begintijd voor pollen in
(in 24-uursnotatie).
Voor kwart voor tien 's avonds voert u
bijvoorbeeld 21:45 in.
Druk op OK.
f Voer het faxnummer dat u aan het
pollen bent in door gebruik te maken van
Snelkies of de kiestoetsen op het
bedieningspaneel.
g Druk op Mono Start of Kleur Start.
De pollingoproep wordt op het
opgegeven tijdstip automatisch gestart.
Opeenvolgend pollen
(alleen monochroom) 11
U kunt ook in één bewerking documenten van
verschillende faxapparaten opvragen.
a Druk op (Fax).
b Druk op d of c om Ontvang Pollen
weer te geven.
c Druk op Ontvang Pollen.
d Druk op Stand., Beveilig of
Tijdklok.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u Stand. kiest, gaat u naar
stap f.
Als u Beveilig kiest, voert u een
code van 4 cijfers in, drukt u op OK en
gaat u naar stap f.
Als u Tijdklok kiest, voert u de
begintijd voor pollen in
(in 24-uursnotatie), drukt u op OK en
gaat u naar stap f.
f Druk op d of c om Rondsturen
weer te geven.
g Druk op Rondsturen.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Nummer toevoegen en
voer een nummer in met de toetsen
op het LCD-scherm.
Druk op OK.
Druk op Snelkies.
Druk op a of b om een nummer te
selecteren.
Druk op OK.
i Nadat u alle faxnummers hebt
ingevoerd door stap h te herhalen,
drukt u op OK.
j Druk op Mono Start.
Van elk nummer of elke groep wordt nu
één voor één een document opgevraagd.
Hoofdstuk 11
88
Opeenvolgende pollingtaak
annuleren 11
a Druk op Stop/Eindigen.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de gehele opeenvolgende
pollingtaak te annuleren, drukt u op
Voll. opeenv pollingtaak.
Ga naar stap c.
Om de huidige taak te annuleren,
drukt u op de toets die het gebelde
nummer weergeeft.
Ga naar stap d.
Om af te sluiten zonder te annuleren,
drukt u op Stop/Eindigen.
c Als u via het LCD-scherm wordt
gevraagd of u de gehele opeenvolgende
pollingtaak wilt annuleren, voert u een
van deze stappen uit:
Druk op Ja om te bevestigen.
Om af te sluiten zonder te annuleren,
drukt u op Nee of Stop/Eindigen.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de huidige taak te annuleren,
drukt u op Ja.
Om af te sluiten zonder te annuleren,
drukt u op Nee of Stop/Eindigen.
Verzendpolling
(alleen monochroom)
11
Met verzendpolling kunt u instellen dat uw
machine wacht met de verzending van een
document totdat een ander faxapparaat belt
om het document op te halen.
Het document wordt opgeslagen en kan door
elk faxapparaat worden opgehaald totdat u
het uit het geheugen verwijdert. (Zie Taken in
de wachtrij controleren en annuleren
op pagina 43.)
Verzendpolling instellen 11
a Druk op (Fax).
b Laad uw document.
c Druk op d of c om Verzend Pollen
weer te geven.
d Druk op Verzend Pollen.
e Druk op Stand.
f Druk op Mono Start.
g Als u de glasplaat gebruikt, wordt u via
het LCD-scherm gevraagd een van de
volgende opties te kiezen.
Druk op Ja om een andere pagina te
versturen.
Ga naar stap h.
Druk op Nee of Mono Start om het
document te verzenden.
h Leg de volgende pagina op de glasplaat
en druk op Mono Start.
Herhaal g en h voor elke volgende
pagina.
De fax wordt automatisch verzonden.
Pollen
89
11
Verzendpolling instellen met
een beveiligingscode 11
U kunt de pollingprocedure beveiligen om te
beperken wie de documenten waarvoor u
polling hebt ingesteld, kunnen ontvangen.
Pollen met beveiliging werkt alleen met
faxapparaten van Brother. Als iemand een
fax van uw machine wil ophalen, moet deze
persoon de beveiligingscode invoeren.
a Druk op (Fax).
b Laad uw document.
c Druk op d of c om Verzend Pollen
weer te geven.
d Druk op Verzend Pollen.
e Druk op Beveilig.
f Voer een nummer van 4 cijfers in met de
toetsen op het LCD-scherm.
Druk op OK.
g Druk op Mono Start.
h Als u de glasplaat gebruikt, wordt u via
het LCD-scherm gevraagd een van de
volgende opties te kiezen.
Druk op Ja om een andere pagina te
versturen.
Ga naar stap i.
Druk op Nee of Mono Start om het
document te verzenden.
i Leg de volgende pagina op de glasplaat
en druk op Mono Start.
Herhaal h en i voor elke volgende
pagina.
De fax wordt automatisch verzonden.
Hoofdstuk 11
90
Paragraaf III
Kopiëren III
Kopiëren 92
92
12
Kopiëren 12
Kopieermodus activeren 12
Als u een kopie wilt maken, drukt u op
(Kopie) zodat deze toets blauw oplicht.
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
1 Aantal kopieën
Druk op het vak Aantal en voer het gewenste
aantal in.
U kunt ook het aantal kopieën invoeren door op
of op het scherm te drukken (zoals
hierboven afgebeeld).
Druk op d of c om door de kopieeropties te
bladeren. Druk op de optie die u wilt instellen.
Kwaliteit (Zie pagina 93.)
Vergroten/ Verkleinen
(Zie
pagina 94
.)
Papiersoort (Zie pagina 97.)
Papierformaat (Zie pagina 97.)
Helderheid (Zie pagina 96.)
Contrast (Zie pagina 96.)
Stapelen/ Sorteren (Zie pagina 96.)
Pagina layout (Zie pagina 95.)
Boek kop. (Zie pagina 97.)
Watermerk kopiëren (Zie pagina 98.)
Favoriete instellingen
(Zie
pagina 99
.)
Opmerking
De standaardinstelling is de faxmodus.
U kunt de tijd wijzigen waarin de machine
in de kopieermodus blijft na de laatste
kopieerbewerking. (Zie Tijdklokstand
op pagina 26.)
De functies Boek kop. en
Watermerk kopiëren worden
ondersteund door technologie van
Reallusion, Inc.
Eén kopie maken 12
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
(Zie Documenten laden op pagina 21.)
c Druk op Mono Start of Kleur Start.
Meerdere kopieën maken 12
U kunt maximaal 99 exemplaren tegelijk
afdrukken.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
(Zie Documenten laden op pagina 21.)
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Als u de kopieën wilt sorteren, drukt u op
d of c om Stapelen/ Sorteren weer te
geven. (Zie Kopieën sorteren via de ADF
op pagina 96.)
Kopiëren stoppen 12
Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te
stoppen.
Kopiëren 12
100%
100%
KOPIE
KOPIE
Kwaliteit Papiersoort
Favoriet
Vergroten/
Verkleinen
Normaal
Normaal
Normaal pap.
Normaal pap.
1
Kopiëren
93
12
Kopieerinstellingen 12
U kunt de kopieerinstellingen tijdelijk wijzigen
voor de volgende set met meerdere kopieën.
De machine keert na 1 minuut terug naar de
standaardinstelling, of als de tijdklokstand
ervoor zorgt dat de machine terugkeert naar
de faxmodus. (Zie Tijdklokstand
op pagina 26.)
Als u klaar bent met het kiezen van
instellingen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Als u nog meer instellingen wilt selecteren,
drukt u op d of c.
Opmerking
U kunt bepaalde instellingen die u het
vaakst gebruikt opslaan door deze als
standaard in te stellen (maximaal drie).
Deze instellingen blijven van kracht totdat
u ze weer wijzigt. (Zie Uw favoriete
instellingen opgeven op pagina 99.)
De kopieersnelheid en -
kwaliteit wijzigen 12
U kunt kiezen uit een reeks
kwaliteitsinstellingen. De fabrieksinstelling is
Normaal.
Snel
Hoge kopieersnelheid en laagste
inktverbruik. Om tijd te besparen bij het
afdrukken van documenten die u wilt
proeflezen, grote documenten of een
groot aantal kopieën.
Normaal
'Normaal' is de aanbevolen stand voor
gewone afdrukken. Dit zorgt voor goede
kopieerkwaliteit met goede
kopieersnelheid.
Fijn
Gebruik deze modus voor het kopiëren
van precieze beelden, zoals foto's. Deze
modus levert de hoogste resolutie en de
laagste snelheid.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op d of c om Kwaliteit weer te
geven.
e Druk op Kwaliteit.
f Druk op Snel, Normaal of Fijn.
g Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Hoofdstuk 12
94
De gekopieerde afbeelding
vergroten of verkleinen 12
U kunt een vergrotings- of
verkleiningspercentage kiezen. Als u
Paginavull. kiest, wordt de grootte
automatisch afgestemd op het door u
ingestelde papierformaat. Met deze instelling
moet u de glasplaat gebruiken.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op d of c om
Vergroten/ Verkleinen weer te
geven.
e Druk op Vergroten/ Verkleinen.
f Druk op 100%, Vergroten,
Verkleinen, Paginavull. of
Custom(25-400%).
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u Vergroten of Verkleinen
kiest, drukt u op het gewenste
vergrotings- of
verkleiningspercentage.
Als u Custom(25-400%) kiest,
voert u een vergrotings- of
verkleiningspercentage in tussen
25% en 400%.
Druk op OK.
Als u 100% of Paginavull. kiest,
gaat u naar stap h.
h Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Opmerking
Pagina layout is niet beschikbaar bij
Vergroten/ Verkleinen.
Pagina layout, Sorteren,
Boek kop. en Watermerk kopiëren
zijn niet beschikbaar bij Paginavull.
Paginavull. werkt niet goed als het
document op de glasplaat meer dan drie
graden scheef ligt. Gebruik de
documentgeleiders aan de linker- en
bovenkant om uw document in de
linkerbovenhoek van de glasplaat te
leggen, met de bedrukte zijde naar
beneden.
Paginavull. is niet beschikbaar voor
documenten van Legal-formaat.
100%
198% 10x15cm i A4
186% 10x15cm i LTR
142% A5 i A4
97% LTR i A4
93% A4 i LTR
83% LGL i A4
69% A4 i A5
47% A4 i 10x15cm
Paginavull.
Custom(25-400%)
Kopiëren
95
12
N op 1 kopieën of een poster
maken (Pagina layout) 12
Met de kopieerfunctie N op 1 kunt u twee of
vier pagina's op één pagina afdrukken. Dit is
handig om papier te besparen.
U kunt ook een poster creëren. Wanneer u de
posteroptie gebruikt, wordt uw document in
delen opgesplitst. Deze delen worden
vervolgens vergroot, zodat u ze kunt
samenvoegen tot een poster. Als u een
poster wilt afdrukken, moet u de glasplaat
gebruiken.
Opmerking
Watermerk kopiëren, Boek kop.,
Sorteren en
Vergroten/ Verkleinen zijn niet
beschikbaar bij Pagina layout.
Belangrijk
Zorg dat het papierformaat op Letter of A4
is ingesteld.
U kunt de instelling
Vergroten/ Verkleinen niet
gebruiken voor de functies N op 1 en
Poster.
Als u meerdere kleurenkopieën maakt, is
N op 1 kopiëren niet beschikbaar.
(P) betekent Portret (staand) en (L)
betekent Landschap (liggend).
U kunt slechts één poster tegelijkertijd
maken.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op d of c om Pagina layout
weer te geven.
e Druk op Pagina layout.
f Druk op d of c om Uit (1 op 1),
2 op 1(P), 2 op 1(L), 4 op 1(P),
4 op 1(L) of Poster (3 x 3) weer
te geven.
g Druk op de gewenste instelling.
h Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start om de pagina te scannen.
Als u het document in de ADF heeft
geplaatst of een poster maakt, scant de
machine de pagina's en start met
printen.
Als u de glasplaat gebruikt, gaat u
naar stap i.
i Nadat de machine de pagina gescand
heeft, drukt u op Ja om de volgende
pagina te scannen.
j Leg de volgende pagina op de
glasplaat.
Druk op Mono Start of Kleur Start.
Herhaal stap i en j voor elke pagina
van de layout.
k Druk op Nee om te stoppen, wanneer
alle pagina's zijn gescand.
Plaats het document met de bedrukte
zijde omlaag in de hieronder aangegeven
richting:
2 op 1 (P)
2 op 1 (L)
4 op 1 (P)
4 op 1 (L)
Hoofdstuk 12
96
Poster (3 x 3)
U kunt van een foto een kopie op
posterformaat maken.
Kopieën sorteren via de ADF 12
U kunt meerdere kopieën sorteren. Pagina's
worden gestapeld in de volgorde 321, 321,
321, enzovoort.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op d of c om
Stapelen/ Sorteren weer te geven.
e Druk op Stapelen/ Sorteren.
f Druk op Sorteren.
g Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Opmerking
Paginavull., Pagina layout en
Boek kop. zijn niet beschikbaar bij
Sorteren.
Helderheid en contrast
instellen 12
Helderheid 12
U kunt de helderheid aanpassen om kopieën
donkerder of lichter te maken.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op d of c om Helderheid weer te
geven.
e Druk op Helderheid.
f Druk op d of c om een donkerdere of
lichtere kopie te maken.
Druk op OK.
g Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Contrast 12
U kunt het contrast wijzigen om een beeld er
scherper en levendiger te laten uitzien.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op d of c om Contrast weer te
geven.
e Druk op Contrast.
f Druk op d of c om het contrast te
wijzigen.
Druk op OK.
g Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Kopiëren
97
12
Papieropties 12
Papiersoort 12
Als u op speciaal papier kopieert, stel dan de
machine in op het type papier dat u gebruikt
om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op d of c om Papiersoort weer
te geven.
e Druk op Papiersoort.
f Druk op Normaal pap.,
Inkjet papier, Brother BP71,
Glossy anders of Transparanten.
g Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Papierformaat 12
U moet de instelling voor het papierformaat
wijzigen indien u op een ander formaat dan
A4 kopieert. U kunt uitsluitend kopiëren op de
papierformaten Letter, Legal, A4, A5 of
Foto 10 cm × 15 cm.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op d of c om Papierformaat
weer te geven.
e Druk op Papierformaat.
f Druk op A4, A5, 10x15cm, Letter of
Legal.
g Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Boek kopie 12
Boek kopie corrigeert donkere randen en
scheefstand bij kopiëren via de glasplaat.
U kunt de gegevens automatisch door de
machine laten kopiëren of u kunt specifieke
correcties aanbrengen.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op d of c om Boek kop. weer te
geven.
e Druk op Boek kop.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de gegevens zelf wilt
corrigeren, drukt u op
Aan (voorb.).
Druk op Mono Start of Kleur Start
en ga naar stap g.
Als u de gegevens automatisch wilt
laten corrigeren, drukt u op Aan en
gaat u naar stap h.
g Corrigeer de scheefstand met
of .
Verwijder de schaduwen met d of c.
h Druk op Mono Start of Kleur Start
wanneer u klaar bent met het
aanbrengen van correcties.
Opmerking
Boek kop. is niet beschikbaar bij
Pagina layout, Sorteren,
Paginavull. en
Watermerk kopiëren.
Hoofdstuk 12
98
Watermerk kopie 12
U kunt een logo of tekst als watermerk in uw
document plaatsen. U kunt een van de
sjabloonwatermerken, gegevens van uw
mediakaarten of USB-flashstation, of
gescande gegevens selecteren.
Opmerking
Watermerk kopiëren is niet
beschikbaar bij Paginavull.,
Pagina layout en Boek kop.
a Druk op (Kopie).
b Druk op d of c om
Watermerk kopiëren weer te geven.
c Druk op Watermerk kopiëren.
d Druk op Watermerk gebr.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u een standaard sjabloon wilt
gebruiken, drukt u op
Sjabloon bewerken en gaat u
naar stap e.
Als u uw eigen data als watermerk
wilt gebruiken, drukt u op
Afbeeld. gebruiken en gaat u
naar stap f.
e Druk op Tekst en kies de gegevens die
u wilt gebruiken, VERTROUWEL.,
CONCEPT of KOPIE.
Druk op OK.
U kunt indien gewenst de overige
watermerkinstellingen wijzigen via de
beschikbare opties.
Druk op OK.
Ga naar stap g.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u een document als watermerk
wilt gebruiken, drukt u op Scan.
Plaats het document dat u als
watermerk wilt gebruiken op de
glasplaat en druk op Mono Start of
Kleur Start.
De gescande data worden op het
LCD-scherm weergegeven.
Druk op OK en verwijder het
gescande watermerkdocument.
Ga naar stap g.
Als u gegevens van een mediakaart
of een USB-flashstation als
watermerk wilt gebruiken, plaatst u
de mediakaart of sluit u het USB-
flashstation aan en drukt u op
Media.
De afbeelding wordt weergegeven
op het LCD-scherm.
Druk op de afbeelding die u als
watermerk wilt gebruiken.
U kunt indien gewenst de overige
watermerkinstellingen wijzigen via
de beschikbare opties.
Druk op OK.
Ga naar stap g.
VOORZICHTIG
Verwijder de geheugenkaart of het USB-
flashstation NIET terwijl Photo Capture
knippert. Als u dat wel doet, kunnen de
kaart, het flashstation of de gegevens erop
beschadigd raken.
g Druk op OK om het gebruik van het
watermerk te bevestigen.
Plaats het document dat u wilt kopiëren.
h Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
i Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Kopiëren
99
12
Uw favoriete instellingen
opgeven 12
U kunt de kopieerinstellingen die u het vaakst
gebruikt als favoriet instellen. U kunt
maximaal drie favorieten instellen.
a Druk op (Kopie).
b Kies de kopieeroptie en de instellingen
die u wilt opslaan.
c Druk op d of c om
Favoriete instellingen weer te
geven.
d Druk op Favoriete instellingen.
e Druk op Opslaan.
Opmerking
Stel Watermerk kopiëren in op Uit of
Sjabloon wanneer u uw favoriete
instellingen opslaat.
f Druk op de locatie waar u uw instelling
voor Favoriet: 1, Favoriet: 2 of
Favoriet: 3 wilt opslaan.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u uw instelling een andere naam
wilt geven, drukt u op om tekens te
verwijderen. Vervolgens voert u de
nieuwe naam in (max. 12 tekens).
Druk op OK. (Zie Tekst invoeren
op pagina 193.)
Als u uw instelling geen andere
naam wilt geven, drukt u op OK.
Uw favoriete instelling ophalen 12
Als u een van uw favoriete instellingen wilt
gebruiken, kunt u deze ophalen.
a Druk op (Kopie).
b Druk op Favoriet.
c Druk op de favoriete instelling die u wilt
ophalen.
Uw favoriete instelling een andere
naam geven
12
Als u uw favoriete instelling hebt opgeslagen,
kunt u deze een andere naam geven.
a Druk op (Kopie).
b Druk op d of c om
Favoriete instellingen weer te
geven.
c Druk op Favoriete instellingen.
d Druk op Naam wijzigen.
e Druk op de favoriete instelling die u een
andere naam wilt geven.
f Vervolgens voert u de nieuwe naam in
(max. 12 tekens). (Zie Tekst invoeren
op pagina 193.)
g Druk op OK.
Hoofdstuk 12
100
De melding
‘Geheugen vol
12
Als het bericht Geheugen vol wordt
weergegeven tijdens het scannen van
documenten, drukt u op Stop/Eindigen om
te annuleren of op Mono Start of Kleur Start
om de gescande pagina's te kopiëren.
U moet enkele taken uit het geheugen
verwijderen voordat u kunt doorgaan.
Ga als volgt te werk om extra geheugen vrij te
maken:
Schakel 'Geheugen ontv.' uit. (Zie
Geheugenontvangst (alleen
monochroom) op pagina 50.)
Druk de faxen af die zich in het geheugen
bevinden. (Zie Een fax afdrukken vanuit
het geheugen op pagina 57.)
Wanneer de melding Geheugen vol wordt
weergegeven, kunt u mogelijk wel kopieën
maken als u eerst de ingekomen faxen in het
geheugen afdrukt om het geheugen vrij te
maken.
Paragraaf
IV
Direct foto's printen
IV
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart
of USB-flashstation
102
Foto's afdrukken vanaf een camera 119
Draadloos foto's afdrukken
(Alleen bij MFC-990CW)
123
102
13
Werken met
PhotoCapture Center
13
Afdrukken vanaf een
geheugenkaart of
USB-flashstation zonder een pc
13
Ook wanneer de machine niet is aangesloten
op uw computer, kunt u foto’s rechtstreeks
vanaf digitale cameramedia of een
USB-flashstation afdrukken. (Zie
Afbeeldingen afdrukken op pagina 105.)
Scannen naar een
geheugenkaart of een
USB-flashstation zonder een
pc te gebruiken 13
U kunt documenten scannen en deze
rechtstreeks naar een geheugenkaart of een
USB-flashstation opslaan. (Zie Scannen naar
geheugenkaarten of USB-flashstations
op pagina 115.)
PhotoCapture Center™ vanaf
uw computer gebruiken 13
U heeft vanaf uw computer toegang tot een
geheugenkaart of USB-flashstation dat aan
de voorkant van de machine is geplaatst.
(Zie PhotoCapture Center voor Windows
®
of Remote Setup & PhotoCapture Center
voor Macintosh
®
in de softwarehandleiding
op de cd-rom.)
Een geheugenkaart of
USB-flashstation gebruiken 13
Uw Brother-machine heeft mediastations
(sleuven) voor de volgende populaire digitale
cameramedia: CompactFlash
®
,
Memory Stick
®
, Memory Stick Pro™, SD,
SDHC, xD-Picture Card™ en USB-flashstations.
miniSD™ kan worden gebruikt met een
miniSD™-adapter.
microSD kan worden gebruikt met een
microSD-adapter.
Memory Stick Duo™ kan worden gebruikt
met een Memory Stick Duo™-adapter.
Memory Stick Pro Duo™ kan worden
gebruikt met een Memory Stick Pro Duo™-
adapter.
Memory Stick Micro (M2) kan worden
gebruikt met een Memory Stick Micro (M2)-
adapter.
Bij de machine worden geen adapters
geleverd. Neem contact op met een
leverancier van adapters.
De functie PhotoCapture Center™ stelt u in
staat om digitale foto's van uw digitale
camera met een hoge resolutie af te drukken,
met een afdrukkwaliteit gelijkwaardig aan de
kwaliteit van foto's.
Foto's afdrukken vanaf een
geheugenkaart of USB-flashstation
13
CompactFlash
®
Memory Stick
®
Memory Stick Pro™
SD, SDHC xD-Picture Card™
USB-flashstation
Maximaal 22 mm
Maximaal 11 mm
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
103
13
Mapstructuur van
geheugenkaarten of
USB-flashstations 13
Uw machine is ontworpen om compatibel te
zijn met beeldbestanden van moderne
digitale camera's, geheugenkaarten en
USB-flashstations; lees echter onderstaande
punten om fouten te vermijden:
De extensie van het beeldbestand moet
.JPG zijn (andere extensies voor
beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF
etc., worden niet herkend).
Afdrukbewerkingen via PhotoCapture
Center™ en bewerkingen via
PhotoCapture Center waarbij een pc
wordt gebruikt, moeten apart worden
uitgevoerd. (Het is niet mogelijk om deze
bewerkingen gelijktijdig uit te voeren.)
IBM Microdrive™ is niet compatibel met
de machine.
De machine kan maximaal 999 bestanden
op een geheugenkaart of
USB-flashstation lezen.
CompactFlash
®
Type II wordt niet
ondersteund.
Dit product ondersteunt xD-Picture Card™
Type M / Type M
+
/ Type H (grote capaciteit).
Het DPOF-bestand op de
geheugenkaarten moet een geldig DPOF-
formaat hebben. (Zie Afdrukken in DPOF-
formaat op pagina 109.)
Let op het volgende:
Als u de index of afbeeldingen afdrukt, zal
het PhotoCapture Center™ alle geldige
afbeeldingen afdrukken, zelfs als een of
meer afbeeldingen beschadigd zijn.
Beschadigde afbeeldingen worden niet
afgedrukt.
(gebruikers van geheugenkaarten)
Uw machine is ontworpen om
geheugenkaarten te lezen die door een
digitale camera zijn geformatteerd.
Als een digitale camera een
geheugenkaart formatteert, maakt de
camera een speciale map waar de
beeldgegevens naartoe worden
gekopieerd. Als u de beeldgegevens op
een geheugenkaart met uw pc wilt
aanpassen, raden wij u aan de
mapstructuur die door de digitale camera
is aangemaakt niet te wijzigen. Als u
nieuwe of gewijzigde beeldbestanden op
de geheugenkaart opslaat, raden wij u ook
aan dezelfde map te gebruiken die uw
digitale camera gebruikt. Als de gegevens
niet in dezelfde map worden opgeslagen,
kan de machine het bestand misschien
niet lezen of het beeld niet afdrukken.
(gebruikers van een USB-flashstation)
Deze machine ondersteunt
USB-flashstations die zijn geformatteerd
door Windows
®
.
Hoofdstuk 13
104
Aan de slag 13
Steek de kaart of het USB-flashstation
correct in de juiste sleuf.
1 USB-flashstation
2 CompactFlash
®
3 SD, SDHC
4Memory Stick
®
, Memory Stick Pro™
5 xD-Picture Card
VOORZICHTIG
De USB Direct-interface biedt alleen
ondersteuning voor een USB-flashstation,
een met PictBridge-compatibele camera of
een digitale camera die gebruikmaakt van
de standaard voor USB-massaopslag.
Andere USB-apparaten worden niet
ondersteund.
Indicaties van de Photo Capture-toets:
Photo Capture-licht is aan: de
geheugenkaart of het USB-flashstation is
correct geplaatst.
Photo Capture-licht is uit: de
geheugenkaart of het USB-flashstation is
niet correct geplaatst.
Photo Capture-licht knippert: de
geheugenkaart of het USB-flashstation
wordt gelezen of beschreven.
VOORZICHTIG
Wanneer de machine het medium leest of
ernaar schrijft (de toets Photo Capture
knippert), mag u de stekker NIET uit het
stopcontact halen of het medium uit de
mediasleuf of de USB Direct-interface
verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan de
gegevens op de kaart verloren of wordt
de kaart beschadigd.
De machine kan slechts één apparaat tegelijk
lezen.
1 2 3
54
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
105
13
De modus PhotoCapture
activeren 13
Druk nadat u de geheugenkaart of het
USB-flashstation hebt geplaatst op de toets
(Photo Capture). Deze licht blauw op
en op het LCD-scherm worden de
PhotoCapture-opties weergegeven.
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
Druk op Foto’s bekijken als u snel uw
foto's wilt bekijken en afdrukken.
Zie Foto's bekijken op pagina 105.
Druk op Foto- effecten als u speciale
effecten aan uw foto's wilt toevoegen.
Zie Foto-effecten op pagina 107.
Druk op Afdrukken van index als u
een indexpagina wilt afdrukken
(miniaturen). U kunt ook foto's afdrukken
met de afbeeldingsnummers op de
indexpagina (miniaturen). Zie Print index
(miniaturen) op pagina 106.
Opmerking
Zie Afdrukken in DPOF-formaat
op pagina 109 als uw digitale camera
DPOF-afdrukken ondersteunt.
Druk op de optie die u wilt instellen.
Afbeeldingen afdrukken13
Foto's bekijken 13
U kunt uw foto's op het LCD-scherm bekijken
voordat u ze afdrukt. Als uw foto's grote
bestanden zijn, kan het zijn dat er enige tijd
verstrijkt tussen het weergeven van iedere
foto op het LCD-scherm.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB-flashstation in de juiste sleuf
is geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op Foto’s bekijken.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u foto's wilt selecteren die u wilt
afdrukken of meer dan één foto wilt
afdrukken, gaat u naar stap c.
Als u alle foto's wilt afdrukken,
drukt u op .
Druk op Ja om te bevestigen.
Ga naar stap f.
Opmerking
Er worden zes miniaturen per keer
weergegeven en het huidige
paginanummer en het totaal aantal
pagina's worden boven de miniaturen
vermeld.
Druk herhaaldelijk op d of c om een foto te
selecteren of houd deze toets ingedrukt
om door alle foto's te bladeren.
Druk op om de diavoorstelling te
starten.
c Druk op de pagina met miniaturen op
een foto.
Foto's
bekijken
Foto-
effecten
Afdrukken
van index
Fotocapture
Fotocapt u re
Hoofdstuk 13
106
d Voer het gewenste aantal kopieën in
door op het betreffende vak te drukken
en het aantal direct in te voeren of
druk op + of -.
Druk op OK.
e Herhaal stap c en d tot u alle foto's
hebt gekozen die u wilt afdrukken.
f Nadat u alle foto's hebt gekozen, drukt u
op OK. U hebt nu de volgende opties:
Om het effect Auto Correct toe te
voegen aan de door u gekozen
foto's, drukt u op .
(Zie pagina 107.)
Als u de afdrukinstellingen wilt
wijzigen, drukt u op
Printinstelling.
(Zie pagina 110.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op OK en dan op Kleur Start
om af te drukken.
Print index (miniaturen) 13
Het PhotoCapture Center™ wijst aan de
afbeeldingen nummers toe (bijvoorbeeld
nr.1, nr. 2, nr. 3 enz.).
Deze nummers worden door PhotoCapture
Center™ ter identificatie van de foto's
gebruikt. U kunt een pagina met miniaturen
afdrukken, zodat u alle foto's op de
geheugenkaart of het USB-flashstation kunt
zien.
Opmerking
Alleen bestandsnamen van 8 tekens of
minder worden correct op de indexpagina
afgedrukt.
a Controleer of u de geheugenkaart of het
USB-flashstation in de juiste sleuf
geplaatst hebt.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op Afdrukken van index.
c Druk op Index en kies
6 Images/Regel of
5 Images/Regel.
Het afdrukken van 5 Images/Regel
duurt langer dan voor
6 Images/Regel, maar de kwaliteit is
beter.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Printinstelling om de
gebruikte papiersoort of het
papierformaat te wijzigen.
Ga naar stap g als u de
papierinstellingen niet wilt wijzigen.
e Druk op Papiersoort.
Kies de papiersoort die u gebruikt:
Normaal pap., Inkjetpapier,
Brother BP71 of Glossy anders.
f Druk op Papierform.
Kies het papierformaat dat u gebruikt:
Letter of A4.
g Druk op Kleur Start om te beginnen
met afdrukken.
6 Images/Regel 5 Images/Regel
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
107
13
Foto's afdrukken 13
U dient eerst het nummer van een afbeelding
te weten, pas dan kunt u het afdrukken.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB-flashstation in de juiste sleuf
is geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk de index af. (Zie Print index
(miniaturen) op pagina 106.)
c Druk op Afdrukken van index.
d Druk op Foto’s afdrukken.
e Voer het nummer van de gewenste foto
in aan de hand van de indexpagina
(miniaturen).
Nadat u de afbeeldingsnummers
geselecteerd hebt, drukt u opnieuw op
OK.
Opmerking
U kunt meerdere nummers tegelijkertijd
invoeren door een komma of een streepje
te gebruiken. Voer bijvoorbeeld 1, 3, 6 in
om afbeeldingen nr.1, nr.3 en nr.6 af te
drukken. Voer 1-5 om afbeeldingen
nr.1 tot nr.5 af te drukken.
U kunt maximaal 12 tekens (inclusief
komma's) invoeren om op te geven welke
foto's u wilt afdrukken.
f Voer het gewenste aantal kopieën in
door op het betreffende vak te drukken
en het aantal direct in te voeren of
druk op + of -.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Printinstelling om de
afdrukinstellingen te wijzigen.
(Zie pagina 110.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Foto-effecten 13
U kunt uw foto's bewerken en er effecten aan
toevoegen. Bovendien kunt u de foto's op het
LCD-scherm bekijken voordat u ze afdrukt.
Opmerking
De functie Foto-effecten wordt
ondersteund door technologie van
Reallusion, Inc.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB-flashstation in de juiste sleuf
is geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op Foto- effecten.
Opmerking
Er worden zes miniaturen per keer
weergegeven en het huidige
paginanummer en het totaal aantal pagina's
worden boven de miniaturen vermeld.
Druk herhaaldelijk op d of c om een foto te
selecteren of houd deze toets ingedrukt
om door alle foto's te bladeren.
Druk op om de diavoorstelling te
starten.
c Druk op de pagina met miniaturen op
een foto.
d Druk op Verbeteren of Trimming.
U kunt ook beide tegelijkertijd kiezen.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u Verbeteren kiest,
gaat u naar stap f.
Als u Trimming kiest,
gaat u naar stap g.
f Druk op het effect dat u wilt toevoegen.
Druk op OK.
Ga naar stap h.
Hoofdstuk 13
108
Opmerking
U kunt op zeven manieren effecten
toevoegen aan uw foto.
In sommige gevallen wordt de roodheid uit
ogen mogelijk niet verwijderd.
Als het gezicht te klein is binnen de
afbeelding.
Als het gezicht te ver naar boven, naar
beneden, naar links of naar rechts is
gedraaid.
Nadat u een effect heeft toegevoegd, kunt
u de weergave van het beeld vergroten
door op te drukken. Als u wilt
terugkeren naar de oorspronkelijke
grootte, drukt u op .
Als de afbeelding is vergroot kunt u met
omhoog ( ), omlaag (), links () en
rechts ( ) rondom de afbeelding
bewegen.
Druk op Annuleren om terug te keren
naar de lijst met effecten.
g Pas het rode kader rond de foto aan.
Het gedeelte binnen het rode kader
wordt afgedrukt.
Druk op + of - om het kader groter of
kleiner te maken.
Druk op a, b, d of c om de positie van
het kader te verplaatsen.
Druk op om het kader te
draaien.
Druk op OK als u klaar bent met het
aanpassen van het kader.
Druk op OK om te bevestigen.
Opmerking
Als een foto erg klein of onregelmatig van
vorm is, kunt u deze mogelijk niet
bijsnijden. Op het LCD-scherm wordt
Beeld te klein. of
Beeld te lang. weergegeven.
h Voer het gewenste aantal kopieën in
door op het betreffende vak te drukken
en het aantal direct in te voeren, of druk
op + of -.
Druk op OK.
i Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Printinstelling en
wijzig de afdrukinstellingen.
(Zie pagina 110.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
(Auto Correct)
Hiermee wordt door de machine
bepaald welk effect geschikt is voor uw
foto.
(Huid verbeteren)
Deze kunt u het best gebruiken om
portretfoto's aan te passen. Hiermee
past u de kleur van de huid aan. Druk op
d of c om het contrast aan te passen.
(Landschap verb.)
Deze kunt u het best gebruiken om
landschapfoto's aan te passen. De
groene en blauwe gedeeltes van uw
foto's worden benadrukt. Druk op
d of c om het contrast aan te passen.
(Rood-oog Verw.)
De machine probeert om het rode-
ogeneffect van de foto te verwijderen.
Als dit niet lukt, kunt u op de toets
Opnieuw drukken om het nogmaals te
proberen.
(Monochroom)
U kunt de kleur van een foto
converteren naar monochroom.
(Sepia)
Hiermee wordt een sepia-kleur
(bruintinten) aan uw foto toegevoegd.
(Auto Correct
Rood-oog Verw.)
Hiermee wordt door de machine
bepaald welke effecten geschikt zijn
voor uw foto. Bovendien probeert de
machine het rode-ogeneffect van de
foto te verwijderen.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
109
13
Afdrukken in DPOF-formaat 13
DPOF betekent Digital Print Order Format.
Vooraanstaande producenten van digitale
camera's (Canon Inc., Eastman Kodak
Company, Fuji Photo Film Co. Ltd.,
Matsushita Electric Industrial Co. Ltd. en
Sony Corporation) hebben deze standaard
ontwikkeld om het afdrukken van beelden
vanaf een digitale camera te
vereenvoudigen.
Als uw digitale camera ondersteuning biedt
voor afdrukken in DPOF-formaat, kunt u de
beelden en het aantal exemplaren dat u wilt
afdrukken, op het display van de digitale
camera selecteren.
Als de geheugenkaart (CompactFlash
®
,
Memory Stick
®
, Memory Stick Pro™, SD,
SDHC of xD-Picture Card™) met daarop
DPOF-informatie in de machine wordt
geplaatst, kunt u de geselecteerde afbeelding
op eenvoudige wijze afdrukken.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart in
de juiste sleuf is geplaatst.
U wordt gevraagd of u de DPOF-
instelling wilt gebruiken.
b Druk op Ja.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Printinstelling om de
afdrukinstellingen te wijzigen.
(Zie pagina 110.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Opmerking
Als de op de camera gemaakte
afdrukvolgorde beschadigd is geraakt,
kan een DPOF-bestandsfout optreden.
U kunt dit probleem verhelpen door de
afdrukvolgorde te verwijderen en opnieuw
te maken met uw camera. Raadpleeg de
ondersteuningswebsite van de
camerafabrikant of de bijbehorende
documentatie om na te gaan hoe u
hiervoor te werk gaat.
Hoofdstuk 13
110
PhotoCapture Center™-afdrukinstellingen 13
U kunt de afdrukinstellingen tijdelijk wijzigen voor de volgende afdruk.
De machine keert na 3 minuten terug naar de standaardinstelling, of als de tijdklokstand ervoor
zorgt dat de machine terugkeert naar de faxmodus. (Zie Tijdklokstand op pagina 26.)
Opmerking
U kunt de afdrukinstellingen die u het vaakst gebruikt, opslaan door ze als standaard in te
stellen. (Zie Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen op pagina 115.)
Menuselecties Opties Subopties Pagina
Printkwaliteit
(Wordt niet
weergegeven voor
afdrukken met
DPOF)
Normaal/Foto 111
Papiersoort Normaal pap./Inkjetpapier/
Brother BP71/Glossy anders
111
Papierform. 10x15cm/13x18cm/A4/Letter (Wanneer A4 of Letter is
geselecteerd)
8x10cm/ 9x13cm/
10x15cm/13x18cm/
15x20cm/Max. afm.
112
Helderheid
(Wordt niet
weergegeven
wanneer
Foto-effecten
geselecteerd is.)
112
Contrast
(Wordt niet
weergegeven
wanneer
Foto-effecten
geselecteerd is.)
112
Printinstelling
Printinst elling
FotoPrintkwaliteit
Glossy andersPapiersoort
10x15cmPapierform.
0
Donker Licht
0
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
111
13
Afdruksnelheid en -kwaliteit 13
a Druk op Printinstelling.
b Druk op a of b om Printkwaliteit
weer te geven.
c Druk op Printkwaliteit.
d Druk op Normaal of Foto.
e Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op .
Druk op Kleur Start om te beginnen
met afdrukken.
Papieropties 13
Papiersoort 13
a Druk op Printinstelling.
b Druk op a of b om Papiersoort weer
te geven.
c Druk op Papiersoort.
d Druk op de papiersoort die u gebruikt:
Normaal pap., Inkjetpapier,
Brother BP71 of Glossy anders.
e Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op .
Druk op Kleur Start om te beginnen
met afdrukken.
Kleur aanp.
(Wordt niet
weergegeven
wanneer
Foto-effecten
geselecteerd is.)
Aan/Uit
Wit Balans
Scherpte
Kleurdensiteit
113
Bijsnijd(crop) Aan/Uit 114
Zonder rand Aan/Uit 114
Datum afdr.
(Wordt niet
weergegeven voor
afdrukken met
DPOF.)
Aan/Uit 114
Nieuwe standaard
Ja
Nee
115
Fabrieksinstell.
Ja
Nee
115
Menuselecties Opties Subopties Pagina
0
0
0
Hoofdstuk 13
112
Papier- en afdrukformaat 13
a Druk op Printinstelling.
b Druk op a of b om Papierform.
weer te geven.
c Druk op Papierform.
d Druk op het papierformaat dat u
gebruikt: 10x15cm, 13x18cm,
A4 of Letter.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u Letter of A4 kiest, gaat u naar
stap e.
Als u een ander papierformaat kiest,
gaat u naar stap f.
e Druk op het afdrukformaat.
f Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op .
Druk op Kleur Start.
Helderheid, contrast en kleur
instellen 13
Helderheid 13
a Druk op Printinstelling.
b Druk op a of b om Helderheid weer te
geven.
c Druk op Helderheid.
d Druk op d of c om de afdruk donkerder
of lichter te maken.
Druk op OK.
e Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op .
Druk op Kleur Start om te beginnen
met afdrukken.
Contrast 13
U kunt de contrastinstelling wijzigen. Met
meer contrast ziet een beeld er scherper en
levendiger uit.
a Druk op Printinstelling.
b Druk op a of b om Contrast weer te
geven.
c Druk op Contrast.
d Druk op d of c om het contrast te
wijzigen.
Druk op OK.
e Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op .
Druk op Kleur Start om te beginnen
met afdrukken.
Voorbeeld: afdrukpositie voor A4-papier
1
8x10cm
2
9x13cm
3
10x15cm
4
13x18cm
5
15x20cm
6
Max. afm.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
113
13
Kleurverbetering 13
U kunt de functie voor kleurverbetering
inschakelen om afdrukken levendiger te
maken. Het afdrukken zal dan langer duren.
a Druk op Printinstelling.
b Druk op a of b om Kleur aanp. weer
te geven.
c Druk op Kleur aanp.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de witbalans, scherpte of
kleurdichtheid wilt aanpassen, drukt
u op Aan en gaat u vervolgens naar
stap e.
Als u niets wilt aanpassen,
drukt u op Uit.
Ga naar stap h.
e Druk op Wit Balans, Scherpte of
Kleurdensiteit.
f Druk op d of c om de mate van de
instelling aan te passen.
Druk op OK.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u een andere kleurverbetering
wilt doorvoeren, herhaalt u
stap e tot f.
Als u een andere instelling wilt
wijzigen, drukt u op om het
menu met afdrukinstellingen te
openen en drukt u op de instelling die
u wilt wijzigen. (Zie pagina 110.)
h Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op .
Druk op Kleur Start om te beginnen
met afdrukken.
Opmerking
Witbalans
Met deze instelling bepaalt u de tint van de
witte vlakken in een beeld. Het licht, de
camera-instellingen en andere zaken
bepalen de tint wit. De witte vlakken van
een foto kunnen er een beetje roze of
geelachtig uitzien, of naar een andere
kleur neigen. Met deze instelling kunt u
dat effect corrigeren en de witte vlakken
weer zuiver wit maken.
Scherpte
Met deze instelling wordt het detail van
een beeld verbeterd, zoals bij het
scherpstellen van een camera. Als het
beeld niet goed scherp is en u de fijne
details van het beeld niet kunt zien, kunt u
de scherpte aanpassen.
Kleurdichtheid
Met deze instelling kunt u de totale
hoeveelheid kleur in het beeld bijstellen. U
kunt de hoeveelheid kleur in een beeld
verhogen of verlagen om een vaag of vaal
beeld te verbeteren.
Hoofdstuk 13
114
Bijsnijden (crop) 13
Wanneer uw foto te lang of te breed is voor de
ruimte die u heeft geselecteerd, wordt er
automatisch een gedeelte van de afbeelding
afgesneden.
De fabrieksinstelling is Aan. Wanneer u de
hele afbeelding wilt afdrukken, zet u deze
instelling op Uit.
Als u ook de optie Zonder rand gebruikt, stelt
u Zonder rand in op Uit. (Zie Afdrukken
zonder rand op pagina 114.)
a Druk op Printinstelling.
b Druk op a of b om Bijsnijd(crop)
weer te geven.
c Druk op Bijsnijd(crop).
d Druk op Uit (of Aan).
e Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op .
Druk op Kleur Start om te beginnen
met afdrukken.
Bijsnijd(crop): Aan
13
Bijsnijd(crop): Uit 13
Afdrukken zonder rand 13
Met deze optie wordt het afdrukgebied
uitgebreid naar de randen van het papier. Het
afdrukken zal iets langer duren.
a Druk op Printinstelling.
b Druk op a of b om Zonder rand
weer te geven.
c Druk op Zonder rand.
d Druk op Uit (of Aan).
e Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op .
Druk op Kleur Start om te beginnen
met afdrukken.
Datum afdrukken 13
U kunt de datum afdrukken die al in de
fotogegevens is opgenomen. De datum wordt
in de rechterbenedenhoek afgedrukt. Als de
datum niet in de gegevens is opgenomen,
kunt u deze functie niet gebruiken.
a Druk op Printinstelling.
b Druk op a of b om Datum afdr.
weer te geven.
c Druk op Datum afdr.
d Druk op Aan (of Uit).
e Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op .
Druk op Kleur Start om te beginnen
met afdrukken.
Opmerking
De DPOF-instelling op uw camera moet
zijn uitgeschakeld om Datum afdr. te
gebruiken.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
115
13
Uw wijzigingen instellen als
nieuwe standaardinstellingen13
U kunt de afdrukinstellingen die u het vaakst
gebruikt, opslaan door deze als
standaardinstellingen in te stellen. Deze
instellingen blijven van kracht totdat u ze
weer wijzigt.
a Druk op uw nieuwe instelling.
Herhaal deze stap voor iedere instelling
die u wilt wijzigen.
b Druk nadat u de laatste instelling heeft
gewijzigd op a of b om
Nieuwe standaard weer te geven.
c Druk op Nieuwe standaard.
d Druk op Ja om te bevestigen.
e Druk op Stop/Eindigen.
Alle instellingen terugzetten
naar de fabrieksinstellingen 13
U kunt alle door u gewijzigde instellingen
terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
a Druk op Printinstelling.
b Druk op a of b om Fabrieksinstell.
weer te geven.
c Druk op Fabrieksinstell.
d Druk op Ja om te bevestigen.
e Druk op Stop/Eindigen.
Scannen naar
geheugenkaarten of
USB-flashstations
13
De scanmodus activeren 13
Als u wilt scannen naar een geheugenkaart of
een USB-flashstation, drukt u op (Scan).
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
Druk op Scan nr media.
Als u niet bent aangesloten op uw computer,
verschijnt alleen de optie Scannen naar
media op het LCD-scherm.
(Zie Scannen voor Windows
®
of Macintosh
®
in de softwarehandleiding op de cd-rom voor
informatie over de andere menuopties.)
Scan nr
e-mail
Scan nr
bestand
Scan nr
beeld
Scan nr
OCR
Scan nr
media
SCANNEN
SCANNEN
Hoofdstuk 13
116
Scannen naar een
geheugenkaart of een
USB-flashstation 13
U kunt monochrome documenten en
documenten in kleur naar een geheugenkaart
of een USB-flashstation scannen.
Monochrome documenten worden
opgeslagen in de bestandsformaten
PDF (*.PDF) of TIFF (*.TIF). Documenten in
kleur kunnen in de bestandsformaten
PDF (*.PDF) of JPEG (*.JPG) worden
opgeslagen. De fabrieksinstelling is
150 dpi 16kl en het
standaardbestandsformaat is PDF.
Bestandsnamen worden automatisch
aangemaakt op basis van de huidige datum.
(Zie de installatiehandleiding voor details.) Zo
krijgt het vijfde beeld dat u op 1 juli 2009
scant, de naam 01070905.PDF. U kunt de
kleur en de kwaliteit wijzigen.
a Plaats een CompactFlash
®
,
Memory Stick
®
, Memory Stick Pro™,
SD, SDHC, xD-Picture Card™ of
USB-flashstation in de machine.
VOORZICHTIG
Verwijder de geheugenkaart of het
USB-flashstation NIET terwijl
Photo Capture knippert. Als u dat wel
doet, kunnen de kaart, het flashstation of de
gegevens erop beschadigd raken.
b Laad uw document.
c Druk op (Scan).
d Druk op Scan nr media.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de kwaliteit te wijzigen, drukt u
op d of c om Kwaliteit weer te
geven.
Druk op Kwaliteit en kies
150 dpi 16kl, 300 dpi 16kl,
600 dpi 16kl,
200x100 dpi Z&W of
200 dpi Z&W.
Om het bestandstype te wijzigen,
drukt u op d of c om Bestandstype
weer te geven.
Druk op Bestandstype en kies
PDF, JPEG of TIFF.
Als u de bestandsnaam wilt wijzigen,
drukt u op d of c om Bestandsnaam
weer te geven.
Druk op Bestandsnaam en voer de
bestandsnaam in.
U kunt alleen de eerste zes tekens
wijzigen.
Druk op OK.
Druk op Mono Start of Kleur Start
om te beginnen met scannen zonder
nog meer instellingen te wijzigen.
Opmerking
Als u kleur kiest bij de instelling voor de
resolutie, kunt u niet TIFF kiezen.
Als u monochroom kiest bij de instelling
voor de resolutie, kunt u niet JPEG kiezen.
f Druk op Mono Start of Kleur Start.
Kwaliteit Bestandsformaat dat
u kunt selecteren
150 dpi 16kl JPEG / PDF
300 dpi 16kl JPEG / PDF
600 dpi 16kl JPEG / PDF
200x100 dpi Z&W TIFF / PDF
200 dpi Z&W TIFF / PDF
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
117
13
De bestandsnaam wijzigen 13
U kunt de bestandsnaam wijzigen.
a Druk op (Scan).
b Druk op Scan nr media.
c Druk op d of c om Bestandsnaam weer
te geven.
d Druk op Bestandsnaam.
Druk op om tekens te verwijderen.
Vervolgens voert u de nieuwe
bestandsnaam in (maximaal 6 tekens).
(Zie Tekst invoeren op pagina 193.)
e Druk op OK.
Een nieuwe
standaardinstelling opgeven 13
U kunt uw eigen standaardinstelling opgeven.
a Druk op (Scan).
b Druk op Scan nr media.
c Druk op d of c om Nieuwe standaard
weer te geven.
d Druk op Nieuwe standaard.
e Druk op Ja om te bevestigen.
f Druk op Stop/Eindigen.
Fabrieksinstellingen
herstellen 13
U kunt de fabrieksinstellingen die u hebt
aangepast herstellen.
a Druk op (Scan).
b Druk op Scan nr media.
c Druk op d of c om
Fabrieks- instellingen weer te
geven.
d Druk op Fabrieks- instellingen.
e Druk op Ja om te bevestigen.
f Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 13
118
Uitleg bij de
foutmeldingen
13
Als u eenmaal vertrouwd bent met de
verschillende soorten fouten die kunnen
optreden wanneer u met PhotoCapture
Center™ werkt, kunt u problemen
gemakkelijk identificeren en verhelpen.
Hub is Onbruikbaar.
Deze melding wordt weergegeven als een
hub of een USB-flashstation met een hub
in de USB Direct-interface is geplaatst.
Media fout
Deze melding verschijnt als u een
geheugenkaart plaatst die defect of niet
geformatteerd is, of als er iets niet in orde
is met de mediasleuf. Verwijder de
geheugenkaart om deze foutmelding te
wissen.
Geen bestand
Deze melding wordt weergegeven als u
probeert toegang te verkrijgen tot een
geheugenkaart of USB-flashstation
zonder JPG-bestanden.
Geheugen vol
Deze melding verschijnt als u werkt met
beelden die te groot zijn voor het
geheugen van de machine. Bovendien
verschijnt deze melding als er op de
geheugenkaart of het USB-flashstation
waarvan u gebruikmaakt, onvoldoende
ruimte beschikbaar is voor het gescande
document.
Media is vol.
Deze melding verschijnt als u probeert
meer dan 999 bestanden op te slaan op
een geheugenkaart of een USB-
flashstation.
Onbruikb. app.
Deze melding verschijnt als er een USB-
apparaat of USB-flashstation dat niet
wordt ondersteund, is aangesloten op de
USB Direct-interface. Ga naar
http://solutions.brother.com
voor meer
informatie. De melding verschijnt ook als u
een defect apparaat op de USB Direct-
interface aansluit.
119
14
14
Foto's direct afdrukken
vanaf een PictBridge-
camera
14
Uw Brother-machine ondersteunt de
PictBridge-standaard. Dit betekent dat u deze
kunt aansluiten op iedere camera die
compatibel is met PictBridge en rechtstreeks
vanaf die camera kunt afdrukken.
U kunt foto's ook afdrukken vanaf een
camera zonder PictBridge, mits deze
compatibel is met de standaard USB Mass
Storage (USB-massaopslag). (Zie Foto's
direct afdrukken vanaf een digitale camera
(zonder PictBridge) op pagina 121.)
Vereisten voor PictBridge 14
Houd onderstaande punten in gedachten om
fouten te vermijden:
De machine en de digitale camera moeten
worden aangesloten met behulp van een
geschikte USB-kabel.
De extensie van het beeldbestand moet
.JPG zijn (andere extensies voor
beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF
etc., worden niet herkend).
Bewerkingen met PhotoCapture Center
zijn niet beschikbaar tijdens het gebruik
van de PictBridge-functie.
Uw digitale camera instellen 14
Controleer of uw camera zich in PictBridge-
modus bevindt. De volgende PictBridge-
instellingen zijn mogelijk beschikbaar via het
LCD-scherm van uw PictBridge-compatibele
camera.
Afhankelijk van uw camera zijn bepaalde
instellingen wellicht niet beschikbaar.
1
Zie Afdrukken in DPOF-formaat op pagina 121 voor
meer informatie.
2
Als uw camera is ingesteld op gebruik van de Printer
Instellingen (Standaardinstelling), drukt de machine
de foto af met de volgende instellingen:
Foto's afdrukken vanaf een
camera
14
Menuselecties
Camera
Opties
Papierformaat Letter, A4, 10×15cm,
Printer Instellingen
(Standaardinstelling)
2
Papiersoort Normaal papier,
Glanzend papier, Inkjetpapier,
Printer Instellingen
(Standaardinstelling)
2
Layout Zonder rand: Aan,
Zonder rand: Uit,
Printer Instellingen
(Standaardinstelling)
2
DPOF-
instelling
1
-
Afdrukkwaliteit Normaal, Fijn,
Printer Instellingen
(Standaardinstelling)
2
Kleurverbetering
Aan, Uit,
Printer Instellingen
(Standaardinstelling)
2
Datum
afdrukken
Aan, Uit,
Printer Instellingen
(Standaardinstelling)
2
Hoofdstuk 14
120
Deze instellingen worden ook gebruikt als
er geen menuopties beschikbaar zijn op
uw camera.
De naam en de beschikbaarheid van elke
instelling zijn afhankelijk van de
specificatie van de camera.
Raadpleeg de documentatie geleverd bij uw
camera voor uitgebreidere informatie over
het wijzigen van de PictBridge-instellingen.
Foto's afdrukken 14
Opmerking
Verwijder geheugenkaarten of een
USB-flashstation uit de machine voordat u
een digitale camera aansluit.
a Zorg dat uw camera uitstaat. Sluit uw
camera aan op de USB Direct-interface
(1) op de machine door middel van een
USB-kabel.
1 USB Direct-interface
b Zet de camera aan.
Wanneer de machine de camera heeft
herkend, wordt Camera Aangesl.
weergegeven op het LCD-scherm.
c Kies de foto die u wilt afdrukken volgens
de aanwijzingen van uw camera.
Wanneer de machine begint met het
afdrukken van een foto, wordt op het
LCD-scherm Printen weergegeven.
VOORZICHTIG
Om beschadiging van de machine te
voorkomen dient u geen ander apparaat dan
een digitale camera of USB-flashstation op
de USB Direct-interface aan te sluiten.
Instellingen Opties
Papierformaat 10×15cm
Papiersoort Glanzend papier
Layout Zonder rand: Aan
Afdrukkwaliteit Fijn
Kleurverbetering Uit
Datum afdrukken Uit
1
Foto's afdrukken vanaf een camera
121
14
Afdrukken in DPOF-formaat 14
DPOF betekent Digital Print Order Format.
Vooraanstaande producenten van digitale
camera's (Canon Inc., Eastman Kodak
Company, Fuji Photo Film Co. Ltd.,
Matsushita Electric Industrial Co. Ltd. en
Sony Corporation) hebben deze standaard
ontwikkeld om het afdrukken van beelden
vanaf een digitale camera te
vereenvoudigen.
Als uw digitale camera ondersteuning biedt
voor afdrukken in DPOF-formaat, kunt u de
beelden en het aantal exemplaren dat u wilt
afdrukken, op het display van de digitale
camera selecteren.
Opmerking
Als de op de camera gemaakte
afdrukvolgorde beschadigd is geraakt,
kan een DPOF-bestandsfout optreden.
U kunt dit probleem verhelpen door de
afdrukvolgorde te verwijderen en opnieuw
te maken met uw camera. Raadpleeg de
ondersteuningswebsite van de
camerafabrikant of de bijbehorende
documentatie om na te gaan hoe u
hiervoor te werk gaat.
Foto's direct afdrukken
vanaf een digitale camera
(zonder PictBridge)
14
Als uw camera ondersteuning biedt voor de
standaard USB Mass Storage (USB-
massaopslag), kunt u uw camera verbinden
in de opslagmodus. Vervolgens kunt u foto's
vanaf uw camera afdrukken.
(Zie Foto's direct afdrukken vanaf een
PictBridge-camera op pagina 119 als u foto's
wilt afdrukken in de PictBridge-modus.)
Opmerking
Namen, beschikbaarheid en werking
verschillen per digitale camera.
Raadpleeg de documentatie bij uw
camera voor uitgebreide informatie,
bijvoorbeeld over het omschakelen van de
PictBridge-modus naar de modus voor
USB-massaopslag.
Hoofdstuk 14
122
Foto's afdrukken 14
Opmerking
Verwijder geheugenkaarten of een
USB-flashstation uit de machine voordat u
een digitale camera aansluit.
a Zorg dat uw camera uitstaat. Sluit uw
camera aan op de USB
Direct-interface (1) op de machine door
middel van de USB-kabel.
1 USB Direct-interface
b Zet de camera aan.
c Volg de stappen in Afbeeldingen
afdrukken op pagina 105.
VOORZICHTIG
Om beschadiging van de machine te
voorkomen dient u geen ander apparaat
dan een digitale camera of
USB-flashstation op de USB
Direct-interface aan te sluiten.
Uitleg bij de
foutmeldingen
14
Als u eenmaal vertrouwd bent met de
verschillende soorten fouten die kunnen
optreden wanneer u vanaf een camera
afdrukt, kunt u problemen gemakkelijk
identificeren en verhelpen.
Geheugen vol
Deze melding verschijnt als u werkt met
beelden die te groot zijn voor het
geheugen van de machine.
Onbruikb. app.
Deze melding wordt weergegeven als u
een camera aansluit die niet compatibel is
met de standaard USB Mass Storage
(USB-massaopslag). De melding
verschijnt ook als u een defect apparaat
op de USB Direct-interface aansluit.
(Zie Foutmeldingen op pagina 150 voor meer
gedetailleerde oplossingen.)
1
123
15
15
Foto's afdrukken met
de draadloze
technologie van
Bluetooth
®
15
Uw Brother-machine ondersteunt de
draadloze technologie van Bluetooth
®
om
foto's af te drukken.
De draadloze technologie van Bluetooth
®
zorgt voor een draadloze communicatie over
een kleine afstand tussen uw machine en
apparaten met de draadloze technologie van
Bluetooth
®
, zodat u foto's kunt afdrukken.
Vereisten voor het gebruik
van de draadloze technologie
van Bluetooth
®
15
Houd onderstaande punten in gedachten om
fouten te vermijden:
De extensie van het beeldbestand moet
.JPG zijn (andere extensies voor
beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF
etc., worden niet herkend).
Het beeldbestand moet kleiner zijn dan
3MB.
Uw machine is een apparaat uit Klasse
2 en het communicatiebereik ligt tussen
0 en circa 10 meter. Buiten dit bereik kunt
u niet afdrukken.
U kunt alleen foto's afdrukken als het lampje
blauw is verlicht. (Raadpleeg De draadloze
technologie van Bluetooth
®
inschakelen
op pagina 124 voor het inschakelen van het
lampje.)
Draadloos foto's afdrukken
(Alleen bij MFC-990CW)
15
Hoofdstuk 15
124
Uw machine instellen 15
De draadloze technologie van
Bluetooth
®
inschakelen 15
U kunt de draadloze technologie van
Bluetooth
®
in- en uitschakelen.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Bluetooth weer te
geven.
c Druk op Bluetooth.
d Druk op a of b om Aan/uit weer te
geven.
e Druk op Aan/uit.
f Druk op
Aan
(of
Uit
).
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op de instelling die u
wilt wijzigen.
Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Stop/Eindigen.
Wachtwoord 15
Deze instelling maakt een wachtwoord aan,
zodat het apparaat met draadloze
technologie van Bluetooth
®
met uw machine
kan communiceren. De standaardinstelling is
0000.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Bluetooth weer te
geven.
c Druk op Bluetooth.
d Druk op a of b om Instellingen weer
te geven.
e Druk op Instellingen.
f Druk op a of b om Wachtwoord weer te
geven.
g Druk op Wachtwoord.
h Voer een wachtwoord van vier cijfers in
met de toetsen op het LCD-scherm.
Druk op OK.
i Druk op Stop/Eindigen.
Instellingen
Instelli n gen
0000Wachtwoord
OpenbaarCommunicatie
xx:xx:xx:xx:xx:xxApparaatadres
Draadloos foto's afdrukken (Alleen bij MFC-990CW)
125
15
Communicatiemodus 15
Deze instelling regelt het beveiligingsniveau
tussen andere apparaten met draadloze
technologie van Bluetooth
®
en uw machine.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Bluetooth weer te
geven.
c Druk op Bluetooth.
d Druk op a of b om Instellingen weer
te geven.
e Druk op Instellingen.
f Druk op a of b om Communicatie weer
te geven.
g Druk op Communicatie.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Openbaar als u wilt
toestaan dat alle apparaten met
draadloze technologie van
Bluetooth
®
met uw machine kunnen
communiceren.
Druk op Privé als u wilt toestaan
dat een apparaat met Bluetooth
®
met een geregistreerd adres kan
communiceren met uw machine.
Druk op Beveiligd als u wilt
toestaan dat iedereen die het juiste
wachtwoord invoert, uw machine kan
gebruiken.
i Druk op Stop/Eindigen.
Apparaatadres 15
Het apparaatadres is het ID-nummer aan de
hand waarvan uw machine wordt herkend.
Het adres kan niet worden gewijzigd.
Apparaatnaam 15
U kunt uw machine een naam geven om deze
te onderscheiden van andere apparaten met
Bluetooth
®
.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Bluetooth weer te
geven.
c Druk op Bluetooth.
d Druk op a of b om Instellingen weer
te geven.
e Druk op Instellingen.
f Druk op a of b om Apparaatnaam weer
te geven.
g Druk op Apparaatnaam.
h Voer met de toetsen op het LCD-scherm
de naam in (max. 16 tekens).
Druk op om nummers of tekens te
kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
U kunt geen speciale tekens invoeren.
i Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 15
126
Afdrukinstellingen 15
Als u de afdrukinstellingen ingesteld hebt,
blijven deze van kracht tot u ze weer wijzigt.
Afdrukkwaliteit 15
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Bluetooth weer te
geven.
c Druk op Bluetooth.
d Druk op a of b om Afdrukinstell.
weer te geven.
e Druk op Afdrukinstell.
f Druk op a of b om Printkwaliteit
weer te geven.
g Druk op Printkwaliteit.
h Druk op Normaal of Foto.
i Druk op Stop/Eindigen.
Papiersoort 15
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Bluetooth weer te
geven.
c Druk op Bluetooth.
d Druk op a of b om Afdrukinstell.
weer te geven.
e Druk op Afdrukinstell.
f Druk op a of b om Papiersoort weer
te geven.
g Druk op Papiersoort.
h Druk op Normaal pap.,
Inkjet papier, Brother BP71 of
Glossy anders.
i Druk op Stop/Eindigen.
Papierformaat 15
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Bluetooth weer te
geven.
c Druk op Bluetooth.
d Druk op a of b om Afdrukinstell.
weer te geven.
e Druk op Afdrukinstell.
f Druk op a of b om Papierformaat.
weer te geven.
g Druk op Papierformaat.
h Druk op 10x15cm, Letter,
13x18cm of A4.
i Druk op Stop/Eindigen.
Zonder rand 15
Met deze optie wordt het afdrukgebied
uitgebreid naar de randen van het papier. Het
afdrukken zal iets langer duren.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Bluetooth weer te
geven.
c Druk op Bluetooth.
d Druk op a of b om Afdrukinstell.
weer te geven.
e Druk op Afdrukinstell.
f Druk op a of b om Zonder rand weer
te geven.
g Druk op Zonder rand.
h Druk op Aan (of Uit).
i Druk op Stop/Eindigen.
Draadloos foto's afdrukken (Alleen bij MFC-990CW)
127
15
Datum afdrukken 15
U kunt de datum afdrukken die al in de
fotogegevens is opgenomen. De datum wordt
in de rechterbenedenhoek afgedrukt. Als de
datum niet in de gegevens van de foto is
opgenomen, kunt u deze functie niet
gebruiken.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Bluetooth weer te
geven.
c Druk op Bluetooth.
d Druk op a of b om Afdrukinstell.
weer te geven.
e Druk op Afdrukinstell.
f Druk op a of b om Datum afdr. weer
te geven.
g Druk op Datum afdr.
h Druk op Aan (of Uit).
i Druk op Stop/Eindigen.
Alle instellingen terugzetten
op de fabriekinstellingen 15
U kunt alle door u gewijzigde instellingen
terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Bluetooth weer te
geven.
c Druk op Bluetooth.
d Druk op a of b om Factory Reset
weer te geven.
e Druk op Factory Reset.
f Druk op Ja (of Nee).
g Druk op Stop/Eindigen.
Uitleg bij de
foutmeldingen
15
Als u eenmaal vertrouwd bent met de
verschillende soorten fouten die kunnen
optreden wanneer u vanaf een apparaat met
Bluetooth
®
afdrukt, kunt u problemen
gemakkelijk identificeren en verhelpen.
Bestand is te groot
Deze melding wordt weergegeven als het
bestandsformaat groter is dan 3 MB.
Nt-onderst. best.type
Deze melding wordt weergegeven als het
bestandsformaat geen .JPG is.
Geheugen vol
Deze melding verschijnt als u werkt met
beelden die te groot zijn voor het
geheugen van de machine. De melding
verschijnt ook als er op het door u
gebruikte Bluetooth
®
-apparaat
onvoldoende ruimte beschikbaar is voor
het gescande document.
(Zie Foutmeldingen op pagina 150 voor meer
gedetailleerde oplossingen.)
Hoofdstuk 15
128
Paragraaf V
Software V
Software- en netwerkfuncties 130
130
16
De cd-rom bevat de softwarehandleiding en
de netwerkhandleiding voor de functies die
beschikbaar zijn bij aansluiting op een
computer (bijvoorbeeld afdrukken en
scannen). Deze handleidingen bevatten
eenvoudig te gebruiken koppelingen, die u
rechtstreeks naar een bepaalde sectie leiden
als u erop klikt.
U kunt informatie vinden over de volgende
functies:
Afdrukken
Scannen
ControlCenter3 (voor Windows
®
)
ControlCenter2 (voor Macintosh
®
)
Remote Setup
Faxen vanaf de computer
PhotoCapture Center™
Afdrukken via het netwerk
Netwerkscannen
Bekabeld en draadloos netwerk
De HTML-gebruikershandleiding lezen
Hier wordt in het kort beschreven hoe u de
HTML-gebruikershandleiding gebruikt.
Voor Windows
®
Opmerking
Zie Documentatie bekijken op pagina 2
als u de software niet heeft geïnstalleerd.
a Klik op het menu start, wijs vanuit de
programmagroep Brother, MFC-XXXX
aan (waarbij XXXX uw modelnummer
is) en klik vervolgens op
Gebruikershandleiding in HTML-
formaat.
b Klik op SOFTWAREHANDLEIDING (of
NETWERKHANDLEIDING) in het menu.
c Klik op de titel die u wilt bekijken in de
lijst links van het venster.
Voor Macintosh
®
a Zorg dat uw Macintosh
®
aanstaat.
Plaats de Brother-cd-rom in het cd-rom-
station.
b Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
c Dubbelklik op uw taalmap en vervolgens
op top.html.
d Klik op SOFTWAREHANDLEIDING (of
NETWERKHANDLEIDING) in het
menu en klik vervolgens op de titel van
het onderwerp dat u zou willen lezen in
de lijst aan de linkerkant.
Software- en netwerkfuncties 16
Paragraaf
VI
Appendices VI
Veiligheid en wetgeving 132
Problemen oplossen en routineonderhoud 142
Menu en functies 172
Specificaties 194
Verklarende woordenlijst 212
132
A
Een geschikte plaats kiezen A
Zet de machine op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingvrije
plaats. Plaats de machine in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard
stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen de 10° C en 35° C blijft.
WAARSCHUWING
Plaats de machine NIET in de buurt van verwarmingstoestellen, airconditioners, koelkasten,
medische apparatuur, chemicaliën of water.
Sluit de machine NIET aan op stopcontacten die op dezelfde stroomkring zitten als grote
apparaten of andere apparatuur die de stroomtoevoer kan verstoren.
VOORZICHTIG
Zet uw machine niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen.
Plaats de machine niet op een tapijt.
Zorg dat de machine NIET wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht
of stof.
Sluit de machine NIET aan op stopcontacten die zijn voorzien van een wandschakelaar of
een automatische timer.
Bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het geheugen van de machine verloren
gaan.
Vermijd bronnen die storingen kunnen veroorzaken, zoals andere draadloze
telefoonsystemen of luidsprekers.
Kantel de machine NIET en plaats deze niet op een schuin oppervlak. Hierdoor kan inkt
lekken en het binnenwerk van de machine beschadigd raken.
Veiligheid en wetgeving A
Veiligheid en wetgeving
133
A
Veilig gebruik van de machine A
Bewaar deze voorschriften a.u.b., zodat u ze later kunt naslaan. Lees ze altijd voordat u
onderhoud wilt verrichten.
WAARSCHUWING
Binnen in de machine bevinden zich hoogspanningselektroden. Controleer voordat u de
binnenkant van de machine reinigt of u het telefoonsnoer eerst heeft ontkoppeld en daarna het
voedingssnoer uit het stopcontact heeft verwijderd. Zo kunt u een elektrische schok voorkomen.
Raak de stekker NOOIT met natte handen aan. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen.
Trek NIET in het midden aan het stroomsnoer. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen.
Plaats uw handen NIET op de rand van de machine onder het documentdeksel of onder het
scannerdeksel. Hierdoor kunt u verwondingen oplopen.
134
Plaats uw handen NOOIT op de rand van de papierlade onder het deksel van de lade. Hierdoor
kunt u verwondingen oplopen.
Raak de grijze zone in de onderstaande afbeelding NIET aan. Hierdoor kunt u verwondingen
oplopen.
Veiligheid en wetgeving
135
A
Wanneer u de machine verplaatst moet u deze van de basis optillen, door een hand aan iedere
kant van het toestel te plaatsen (zie afbeelding). Draag de machine NOOIT door het
scannerdeksel of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier vast te houden.
Gebruik GEEN ontvlambare stoffen, spray, vloeibare reinigingsmiddelen of aerosols om de
binnenkant of de buitenkant van de machine schoon te maken. Dit kan brand veroorzaken of u
kunt hierdoor een elektrische schok krijgen.
Als de machine verhit raakt, rook afgeeft of een sterke geur verspreidt, onmiddellijk de stekker
van de machine uit het stopcontact halen. Neem contact op met uw Brother-dealer of met de
klantenservice van Brother.
Als er metalen voorwerpen, water of andere vloeistoffen in de machine terechtkomen,
onmiddellijk de stekker van de machine uit het stopcontact halen. Neem contact op met uw
Brother-dealer of met de klantenservice van Brother.
Ga bij het installeren of wijzigen van telefoonlijnen voorzichtig te werk. Raak niet-geïsoleerde
telefoondraden of aansluitingen nooit aan, tenzij de telefoonlijn uit het stopcontact is getrokken.
Installeer telefoonbedrading nooit tijdens onweer. Installeer een stopcontact voor een telefoon
nooit op een vochtige plaats.
136
Installeer dit product in de nabijheid van een goed bereikbaar stopcontact. In geval van nood
moet u de stekker uit het stopcontact halen om de stroom volledig uit te schakelen.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een wisselstroombron met een spanningsbereik zoals
op het etiket staat aangegeven. Sluit het apparaat NIET aan op een gelijkstroombron of op een
gelijkstroom-wisselstroomomzetter. Vraag in twijfelgevallen een bevoegd elektricien om advies.
Controleer altijd of de stekker goed geplaatst is.
Gebruik de machine NIET als het stroomsnoer gerafeld of beschadigd is. Dit levert brandgevaar op.
Volg bij het gebruiken van uw telefoonapparatuur belangrijke veiligheidsvoorschriften
(bijvoorbeeld de volgende) altijd op, teneinde het risico van brand, stroomstoot of lichamelijk
letsel te verminderen:
1 Gebruik dit product NOOIT in de buurt van water, bijvoorbeeld bij een badkuip, wasbak,
aanrecht of wasmachine, in een vochtige kelder of in de buurt van een zwembad.
2
Gebruik dit product niet tijdens een storm. Bliksem kan mogelijk elektrische schokken veroorzaken.
3 Gebruik dit product NIET in de buurt van een gaslek om dit gaslek te melden.
4 Gooi batterijen NIET in het vuur. Hierdoor kunnen ze ontploffen. Houd u bij het afdanken van
batterijen aan de plaatselijke verordeningen.
VOORZICHTIG
Onweer en spanningspieken kunnen dit product beschadigen! Wij raden u aan om een
hoogwaardige bescherming tegen spanningspieken op het stroomsnoer aan te sluiten of de
stroomsnoeren tijdens een onweersbui te ontkoppelen.
Raak het touchscreen NIET meteen aan als u het stroomsnoer hebt ontkoppeld of de machine
hebt ingeschakeld. Er kan een storing optreden wanneer u dit wel doet.
Veiligheid en wetgeving
137
A
Belangrijke veiligheidsinstructies A
1 Lees alle instructies door.
2 Bewaar ze, zodat u ze later nog kunt naslaan.
3 Volg alle waarschuwingen en instructies die op het product worden aangegeven.
4 Gebruik dit product NIET in de buurt van water.
5 Zet dit product NIET op een onstabiele ondergrond, stelling of tafel. Het apparaat kan dan
namelijk vallen en ernstig beschadigd raken.
6 Gleuven en openingen in de behuizing en de achter- of onderkant zijn voor de ventilatie. Om
zeker te zijn van de betrouwbare werking van het apparaat en om het te beschermen tegen
oververhitting, mogen deze openingen niet afgesloten of afgedekt worden. Deze openingen
mogen ook nooit afgedekt worden door het apparaat op een bed, een bank, een kleed of
soortgelijke ondergrond te zetten. Zet het apparaat nooit vlak naast of boven een radiator of
verwarmingsapparatuur. Het apparaat mag nooit in een kast worden ingebouwd, tenzij
voldoende ventilatie aanwezig is.
7 Gebruik alleen het stroomsnoer dat bij de machine is geleverd.
8 Dit product is voorzien van een 3-draads geaard snoer en een geaarde stekker. Deze stekker
past alleen in een geaard stopcontact. Dit is een veiligheidsmaatregel. Kan de stekker niet in
uw stopcontact worden gebruikt, raadpleeg dan uw elektricien en vraag hem uw oude
stopcontact te vervangen. Het is absoluut noodzakelijk dat een geaarde stekker en een geaard
stopcontact worden gebruikt.
9 Plaats NOOIT iets op het stroomsnoer. Zet het apparaat NIET op een plaats waar mensen
over het snoer kunnen lopen.
10 Zorg dat de opening voor ontvangen faxen van de machine NIET wordt geblokkeerd. Plaats
NOOIT een voorwerp in het pad van inkomende faxberichten.
11 Wacht totdat de machine de pagina's heeft uitgeworpen alvorens ze aan te raken.
12 Trek de stekker van dit product uit het stopcontact en neem altijd contact op met een bevoegde
servicemonteur wanneer het volgende zich voordoet:
Wanneer vloeistof in het apparaat is gemorst.
Wanneer het apparaat is blootgesteld aan regen of water.
Als het apparaat ondanks het naleven van de bedieningsinstructies niet normaal
functioneert, pas dan alleen de instellingen aan die zijn aangegeven in de
bedieningshandleiding.
Een onjuiste afstelling van andere functies kan leiden tot schade, waardoor vaak uitvoerige
werkzaamheden door een erkende servicemonteur nodig zijn om het apparaat weer naar
behoren te laten werken.
Als het apparaat is gevallen of als de behuizing is beschadigd.
Als het apparaat duidelijk anders gaat presteren, waarbij reparatie nodig blijkt.
13 Om uw apparaat te beveiligen tegen stroompieken en -schommelingen adviseren wij het
gebruik van een overstroombeveiliging.
14 Lees aandachtig de volgende maatregelen om het risico op brand, stroomstoten of lichamelijk
letsel te reduceren:
Gebruik dit product NIET in de buurt van apparaten die water gebruiken, in de buurt van
een zwembad of in een vochtige kelder.
Bedien de machine NIET tijdens een onweersbui of bij een gaslek.
138
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid A
Voor een veilige werking moet de meegeleverde geaarde stekker in een normaal geaard
stopcontact worden gestoken dat via het huishoudelijk net geaard is.
Het feit dat dit apparaat naar tevredenheid werkt, betekent niet per se dat de voeding geaard is
en dat de installatie volkomen veilig is. Het is voor uw veiligheid van belang dat u in geval van
twijfel omtrent de aarding een bevoegd elektricien raadpleegt.
Waarschuwing: deze machine moet worden geaard. A
De kleurcodering van de draden in de hoofdleiding is als volgt:
Groen en geel: aarde
Blauw: neutraal
Bruin: onder stroom
Wend u in geval van twijfel tot een bevoegd elektricien.
LAN-verbinding A
VOORZICHTIG
Sluit dit apparaat NIET aan op een LAN-verbinding die kan blootstaan aan overspanningen.
Veiligheid en wetgeving
139
A
Radiostoring A
Dit product voldoet aan EN55022 (CISPR Publication 22)/Klasse B. Gebruik een USB-kabel van
maximaal 2 meter om de machine op een computer aan te sluiten.
EU-richtlijn 2002/96/EG en EN50419 A
Dit apparaat is gemarkeerd met het bovenstaande recyclingsymbool. Het betekent dat u het
apparaat, aan het eind van zijn levensduur, apart moet aanleveren bij een daarvoor bestemd
verzamelpunt en niet bij het gewone huishoudelijke afval mag plaatsen. Dit zal het leefmilieu voor
ons allemaal ten goede komen. (Alleen voor de Europese Gemeenschap)
EU-richtlijn 2006/66/EG - De batterij verwijderen of vervangen A
Dit product bevat een batterij die dezelfde levensduur heeft als het product. De gebruiker dient
deze batterij niet te vervangen. De batterij moet aan het einde van de levensduur als onderdeel
van de machine gerecycled worden en het recyclingbedrijf dient daarvoor de betreffende
voorzorgsmaatregelen te nemen.
Naleving van de bepalingen van het ENERGY STAR
®
-programmaA
ENERGY STAR
®
is een internationaal programma ter bevordering van het ontwikkelen en het
gebruik van energie-efficiënte kantoorapparatuur.
Als ENERGY STAR
®
-partner verklaart Brother Industries, Ltd. dat dit product voldoet aan de
ENERGY STAR
®
-richtlijnen voor efficiënt energieverbruik.
Alleen voor de
Europese Gemeenschap
140
Wettelijke beperkingen voor kopiëren A
Het maken van reproducties van bepaalde artikelen of documenten met frauduleuze bedoelingen
is een strafbaar feit. Deze aantekening is meer bedoeld als richtlijn dan als een volledige
opsomming van elk mogelijk verbod. Daar waar twijfel bestaat, raden wij u aan de betreffende
instanties in uw eigen land te raadplegen met betrekking tot de wettigheid van documenten waar
twijfel over bestaat.
Hieronder staan een aantal voorbeelden van documenten die niet gekopieerd mogen worden:
Geld
Obligaties of andere schuldbewijzen
Depositobewijzen
Oproepen voor of papieren met betrekking tot militaire dienst
Paspoorten
Postzegels (al dan niet afgestempeld)
Immigratiepapieren
Bijstandsdocumenten
Door overheidsinstanties uitgegeven cheques of wissels
Identificatiedocumenten, badges of insignes
Werk dat auteursrechtelijk is beschermd, mag niet worden gekopieerd. Delen van werk dat
auteursrechtelijk is beschermd, mogen echter wel voor ‘eerlijke handel’ worden gekopieerd. Meer
kopieën duiden op ongepast gebruik.
Kunstwerken dienen te worden beschouwd als werk dat auteursrechtelijk is beschermd.
Rijbewijzen en eigendomsbewijzen van motorvoertuigen mogen volgens bepaalde plaatselijke
wetten niet worden gekopieerd.
Veiligheid en wetgeving
141
A
Handelsmerken A
Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International
Corporation.
© 2008 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Windows Vista is een handelsmerk of wettig gedeponeerd handelsmerk van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
Microsoft, Windows en Windows Server zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Macintosh en TrueType zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc.
De Bluetooth
®
-aanduidingen en logo's zijn gedeponeerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc.
en het gebruik van deze aanduidingen door Brother Industries, Ltd. vallen onder de licentie.
Nuance, het Nuance-logo, PaperPort en ScanSoft zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde
handelsmerken van Nuance Communications, Inc. of dochterbedrijven in de Verenigde Staten
en/of andere landen.
Presto! PageManager is een wettig gedeponeerd handelsmerk van NewSoft Technology
Corporation.
Microdrive is een handelsmerk van International Business Machines Corporation.
CompactFlash is een wettig gedeponeerd handelsmerk van SanDisk Corporation.
Memory Stick is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Sony Corporation.
SanDisk is licentiehouder van de handelsmerken SD en miniSD.
xD-Picture Card is een handelsmerk van Fujifilm Co. Ltd., Toshiba Corporation en Olympus
Optical Co. Ltd.
PictBridge is een handelsmerk.
Memory Stick Pro, Memory Stick Pro Duo, Memory Stick Duo en MagicGate zijn handelsmerken
van Sony Corporation.
BROADCOM, SecureEasySetup en het SecureEasySetup-logo zijn handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van Broadcom Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
AOSS is een handelsmerk van Buffalo Inc.
Wi-Fi, WPA en WPA2 zijn wettig gedeponeerde handelsmerken en Wi-Fi Protected Setup is een
handelsmerk van Wi-Fi Alliance.
FaceFilter Studio is een handelsmerk van Reallusion, Inc.
Elk bedrijf wiens software in deze handleiding wordt vermeld, heeft een
softwarelicentieovereenkomst die specifiek bedoeld is voor de betreffende programma's.
Alle overige merk- en productnamen die in deze gebruikershandleiding zijn vermeld, zijn
wettig gedeponeerde handelsmerken van de respectieve bedrijven.
142
B
Problemen oplossen B
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips
voor het oplossen van problemen.
De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig heeft, biedt het
Brother Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van
problemen. Ga naar http://solutions.brother.com
.
Als u problemen met uw machine heeft B
Problemen oplossen en
routineonderhoud
B
Afdrukken
Probleem Suggesties
Geen print. Controleer de interfacekabel tussen de machine en uw computer. (Zie de
Installatiehandleiding.)
Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en de machine niet
in energiebesparende stand staat.
n of meer inktcartridges zijn leeg. (Zie De inktcartridges vervangen
op pagina 160.)
Zie De inktcartridges vervangen op pagina 160 als Kan niet afdr. en
Vervang inkt wordt weergegeven op het LCD-scherm.
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft. (Zie Foutmeldingen
op pagina 150.)
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of de machine online is. Klik op start en vervolgens op Printers en
Faxen. Kies Brother MFC-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is) en controleer
of Printer offline gebruiken uitgeschakeld is.
Wanneer u de instellingen Oneven pagina's afdrukken en Even pagina's
afdrukken kiest, ziet u mogelijk een foutmelding op de computer en wordt het
afdrukproces onderbroken. De foutmelding verdwijnt zodra het afdrukken wordt
hervat.
Slechte afdrukkwaliteit. Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren op pagina 165.)
Zorg dat de instelling voor het soort papier in de printerdriver of voor de papiersoort
in het menu van de machine overeenkomt met het door u gebruikte type papier.
(Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh
®
in de
softwarehandleiding op de cd
-rom en Papiersoort op pagina 26.)
Controleer de verloopdatum van uw inktcartridges. De inkt zou kunnen klonteren
ten gevolge van:
De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken. (Originele
cartridges van Brother kunnen tot max. twee jaar gebruikt worden, als zij in
hun originele verpakking bewaard worden.)
De inktcartridge bevond zich al meer dan zes maanden in uw machine.
Het kan ook zijn dat de inktcartridge vóór gebruik niet goed opgeslagen was.
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 17.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine is tussen 20° C en 33° C.
Problemen oplossen en routineonderhoud
143
B
Witte horizontale lijnen in tekst of
grafische afbeeldingen.
De printkop reinigen (Zie De printkop reinigen op pagina 165.)
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 17.)
De machine print blanco pagina's. De printkop reinigen (Zie De printkop reinigen op pagina 165.)
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Tekens en regels overlappen
elkaar.
De uitlijning controleren. (Zie De uitlijning controleren op pagina 166.)
Afgedrukte tekst of afbeeldingen
staan scheef.
Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade is geplaatst en dat de
papiergeleiders aan de zijkanten goed zijn afgesteld. (Zie Papier en andere
afdrukmedia laden op pagina 10.)
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed is gesloten.
Er staat een vlek midden boven op
de afgedrukte pagina.
Controleer of het papier niet te dik is en niet krult. (Zie Acceptabel papier en
andere afdrukmedia op pagina 17.)
Er bevindt zich een vlek in de
rechter- of linkerhoek van de
afgedrukte pagina.
Zorg ervoor dat het papier niet gekruld is wanneer u op de achterzijde van het
papier afdrukt met de instellingen Oneven pagina's afdrukken en Even pagina's
afdrukken.
Op de afdruk staan vlekken of het
lijkt of de inkt vlekt.
Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 17.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is.
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Stel het juiste papiersoort in als u fotopapier gebruikt. Als u een foto afdrukt vanaf
de pc, stelt u Mediatype in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
Er staan vlekken aan de achterkant
of onder aan de pagina.
Controleer of er geen inkt op de geleiderol zit. (Zie De geleiderol van de machine
reinigen op pagina 164.)
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt. (Zie Papier en andere afdrukmedia
laden op pagina 10.)
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
De machine drukt dichte lijnen af op
de pagina.
Schakel Omgekeerde volgorde in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
De afdrukken zijn gekreukeld. Klik op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver op Kleurinstellingen en
schakel Printkop heen en weer voor Windows
®
of Printkop heen en weer voor
Macintosh
®
uit.
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Kan niet afdrukken met Pagina
layout-opties.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
Printsnelheid is te laag. Wijzig de instelling van de printerdriver. De hoogste resolutie heeft meer tijd nodig
om de gegevens te verwerken, te verzenden en te printen. Probeer de andere
kwaliteitsinstellingen op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver. Klik ook
op Kleurinstellingen en schakel Kleurverbetering uit.
Zet de optie Zonder rand uit. Afdrukken zonder rand duurt langer dan normaal
afdrukken. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh
®
in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Kleurverbetering werkt niet correct. Als de beeldgegevens in uw toepassing niet in kleurendruk zijn (zoals
256 kleuren), werkt Kleurverbetering niet. Gebruik voor de functie
Kleurverbetering minstens 24-bits kleurgegevens.
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties
144
Fotopapier wordt niet goed
ingevoerd.
Wanneer u op Brother-fotopapier afdrukt, moet u altijd eerst een extra vel
fotopapier in de lade plaatsen en dan pas het papier waarop u wilt afdrukken.
Maak de invoerrol voor het papier schoon. (Zie De invoerrol voor papier reinigen
op pagina 164.)
Fotopapier wordt niet goed
ingevoerd.
Als u wilt afdrukken op fotopapier van Brother, dient u een extra vel van hetzelfde
fotopapier in de papierlade te plaatsen. U vindt dit extra vel in de verpakking van
het papier.
Maak de invoerrol voor het papier schoon.
(Zie De invoerrol voor papier reinigen op pagina 164.)
De machine voert meerdere
pagina’s in.
Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst. (Zie Papier en
andere afdrukmedia laden op pagina 10.)
Controleer of er meer dan twee papiersoorten tegelijk in de papierlade zijn geplaatst.
De afgedrukte pagina’s zijn niet
juist afgelegd.
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt. (Zie Papier en andere afdrukmedia
laden op pagina 10.)
Ontvangen faxen afdrukken
Probleem Suggesties
Tekst staat te dicht op elkaar en
witte strepen op de pagina, of de
boven- en onderkant van tekst
ontbreken.
Mogelijk was de verbinding slecht, met statische elektriciteit of interferentie op de
telefoonlijn. Vraag de andere partij om de fax opnieuw te verzenden.
Verticale zwarte lijnen bij
ontvangst.
De scanner van de verzender kan verontreinigd zijn. Vraag de verzender om een
kopie te maken om te zien of het probleem bij de verzendende machine ligt.
Probeer een fax van een andere faxmachine te ontvangen.
Ontvangen kleurenfaxen worden
alleen in zwart-wit afgedrukt.
Vervang de kleurencartridges die leeg of bijna leeg zijn, en vraag de andere
persoon vervolgens de kleurenfax opnieuw te verzenden. (Zie De inktcartridges
vervangen op pagina 160.)
De linker- en rechtermarges zijn
afgesneden, of één enkele pagina
is afgedrukt op twee pagina's.
Schakel 'Auto reductie' in. (Zie Een verkleinde afdruk van een inkomend
document maken op pagina 56.)
Telefoonlijn of verbindingen
Probleem Suggesties
Kiezen functioneert niet. (Geen
kiestoon)
Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en de machine niet
in energiebesparende stand staat.
Controleer of het telefoonsnoer correct is aangesloten.
Wijzig de instelling voor Toon/Puls. (Zie de installatiehandleiding.)
Neem de hoorn van het externe toestel van de haak (of de hoorn van de machine
of de draadloze telefoon, indien beschikbaar), en toets vervolgens het nummer in
om handmatig een fax te versturen. Wacht tot u de faxontvangsttonen hoort en
druk pas dan op Mono Start of Kleur Start.
De machine neemt niet op wanneer
een oproep wordt ontvangen.
Controleer of de machine in de juiste ontvangststand staat voor uw instelling.
(Zie De ontvangststand kiezen op pagina 45.) Controleer of er een kiestoon
hoorbaar is. Bel, indien mogelijk, uw machine om te horen wat er gebeurt. Neemt
uw faxmachine niet op, controleer dan de aansluiting van het telefoonsnoer. Als
het belsignaal niet overgaat wanneer u uw machine belt, vraag dan uw
telefoonbedrijf om de lijn te controleren.
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties
Problemen oplossen en routineonderhoud
145
B
Faxen ontvangen
Probleem Suggesties
Kan geen fax ontvangen. Controleer of het telefoonsnoer overal goed is aangesloten.
Controleer of de machine in de juiste ontvangststand staat voor uw instelling. (Zie
Instellingen ontvangststand op pagina 48.)
Als u vaak last heeft van interferentie op de telefoonlijn, kunt u proberen de menu-
instelling Compatibiliteit op Basic(voorVoIP) te zetten. (Zie Storing op de
telefoonlijn op pagina 149.)
Als u uw machine aansluit op PBX of ISDN, moet u de menu-instelling voor Type
telefoonlijn aan uw telefoon aanpassen. (Zie Het type telefoonlijn instellen
op pagina 65.)
Faxen verzenden
Probleem Suggesties
Kan geen fax versturen. Controleer of het telefoonsnoer overal goed is aangesloten.
Controleer of de toets Fax brandt. (Zie Faxmodus activeren op pagina 36.)
Vraag de andere partij te controleren of de ontvangende machine over papier
beschikt.
Druk het verzendrapport af en controleer of er fouten worden gemeld.
(Zie Rapporten op pagina 84.)
In het verzendrapport staat
‘Result:ERROR’.
Er is waarschijnlijk een tijdelijke storing of ruis op de lijn. Probeer de fax opnieuw
te verzenden. Als u een bericht via PC-FAX verzendt en in het verzendrapport
Result:ERROR wordt aangegeven, is er mogelijk onvoldoende geheugen
beschikbaar in uw machine. U kunt geheugen vrijmaken door 'Geheugen ontv.' uit
te schakelen (Zie Geheugenontvangstfuncties uitschakelen op pagina 53.), de
faxberichten in het geheugen af te drukken (Zie Een fax afdrukken vanuit het
geheugen op pagina 57.) of een uitgestelde fax- of pollingtaak te annuleren
(Zie Een actieve fax annuleren op pagina 38 of Taken in de wachtrij controleren
en annuleren op pagina 43.). Als het probleem nog niet is verholpen, vraag dan
het telefoonbedrijf om uw telefoonlijn te controleren.
Als u vaak foutmeldingen ontvangt door eventuele storing op de telefoonlijn, kunt
u proberen de menu-instelling Compatibiliteit op Basic(voorVoIP) te zetten.
(Zie Storing op de telefoonlijn op pagina 149.)
Als u uw machine aansluit op PBX of ISDN, moet u de menu-instelling voor Type
telefoonlijn aan uw telefoon aanpassen. (Zie Het type telefoonlijn instellen
op pagina 65.)
Slechte verzendkwaliteit faxen. Wijzig de resolutie in Fijn of Superfijn. Maak een kopie om te controleren of
de scanner van uw machine goed werkt. Wanneer de kwaliteit van de kopie niet
goed is, dient u de scanner te reinigen. (Zie De glasplaat reinigen glas
op pagina 163.)
Verticale zwarte lijnen bij het
verzenden.
Verticale zwarte lijnen op faxen die u verzendt, zijn doorgaans te wijten aan vuil of
correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook. (Zie De glasplaat
reinigen glas op pagina 163.)
146
Inkomende oproepen afhandelen
Probleem Suggesties
De machine registreert een
spraakverbinding als faxtonen.
Als de functie Fax waarnemen op Aan staat, is uw machine gevoeliger voor
geluiden. Uw machine heeft misschien per ongeluk stemmen of muziek op de lijn
geïnterpreteerd als faxtonen en reageert dan met faxontvangsttonen. Deactiveer
de machine door op Stop/Eindigen te drukken. Probeer dit probleem te vermijden
door de functie Fax waarnemen uit te schakelen. (Zie Fax waarnemen
op pagina 49.)
Een faxoproep naar de machine
overzetten.
Als u de oproep op een extern of tweede toestel heeft aangenomen, toetst u uw
code voor activeren op afstand in (de standaardinstelling is l 5 1). Hang op zodra
uw machine opneemt.
Speciale functies op een enkele
lijn.
Als u functies zoals wisselgesprekken, wisselgesprekken/nummerweergave, een
alarmsysteem of andere speciale functies op dezelfde telefoonlijn als de machine
gebruikt, kan dit problemen opleveren bij het versturen of ontvangen van faxen.
Bijvoorbeeld: als u zich abonneert op wisselgesprekken of bepaalde andere
speciale diensten, en het signaal hiervan op de lijn binnenkomt terwijl uw machine
een fax verzendt of ontvangt, kan dit signaal de faxen tijdelijk onderbreken of
verstoren. De ECM-functie (Error Correction Mode) van Brother verhelpt mogelijk
dit probleem. De oorzaak van dit probleem ligt op het vlak van telefoonsystemen,
en komt veel voor bij apparaten die informatie verzenden en ontvangen over één
lijn waarop ook speciale functies worden gebruikt. Als het voor uw bedrijf van
essentieel belang is dat ook de kleinste onderbrekingen worden voorkomen,
wordt een afzonderlijke telefoonlijn zonder speciale functies aanbevolen.
Problemen met kopiëren
Probleem Suggesties
Kan geen kopie maken.
Controleer of de toets Kopie brandt. (Zie Kopieermodus activeren
op pagina 92.)
Slechte kopieerresultaten bij
gebruik van de ADF.
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken op pagina 21.)
Er verschijnen verticale zwarte
strepen of vegen op de kopieën.
Verticale zwarte strepen of vegen zijn doorgaans te wijten aan vuil of
correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook. (Zie De glasplaat
reinigen glas op pagina 163.)
Paginavulling werkt niet goed. Controleer of het document recht op de glasplaat ligt.
Problemen met scannen
Probleem Suggesties
Tijdens het scannen verschijnen
TWAIN/WIA-fouten.
Zorg dat de Brother TWAIN/WIA-driver als primaire bron is geselecteerd. Klik in
PaperPort™ 11SE met OCR op Bestand, Scannen of foto ophalen en klik op
Selecteren om de Brother TWAIN/WIA-driver te kiezen.
Slechte scanresultaten bij gebruik
van de ADF.
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken op pagina 21.)
OCR werkt niet. Verhoog de scannerresolutie.
Problemen met software
Probleem Suggesties
Onmogelijk software te installeren
of te printen.
Voer het programma Repair MFL-Pro Suite op de cd-rom uit. Dit programma
repareert en herinstalleert de software.
Problemen oplossen en routineonderhoud
147
B
‘Apparaat bezet’ Controleer of er op het LCD-scherm van de machine een foutmelding staat.
Afdrukken van afbeeldingen vanuit
FaceFilter Studio onmogelijk.
Als u FaceFilter Studio wilt gebruiken, moet u de toepassing FaceFilter Studio
installeren vanaf de cd-rom die met uw machine is meegeleverd. Zie de
installatiehandleiding als u FaceFilter Studio wilt installeren.
Controleer voordat u FaceFilter Studio de eerste keer start of uw Brother-machine
is ingeschakeld en is aangesloten op uw computer. U heeft dan toegang tot alle
functies van FaceFilter Studio.
Problemen met PhotoCapture Center™
Probleem Suggesties
Verwisselbare schijf werkt niet
correct.
1 Heeft u de update voor Windows
®
2000 geïnstalleerd? Ga als volgt te werk
als dat niet zo is:
1) Koppel de USB-kabel los.
2) Installeer de update voor Windows
®
2000 op een van de volgende
manieren.
Installeer MFL-Pro Suite vanaf de cd-rom. (Zie de
Installatiehandleiding.)
Download het meest recente Service Pack van de Microsoft-website.
3) Wacht ongeveer 1 minuut nadat de pc opnieuw is gestart en sluit daarna
de USB-kabel aan.
2 Verwijder de geheugenkaart of het USB-flashstation en plaats deze weer
terug.
3 Als u ‘Uitwerpen’ hebt geprobeerd vanuit Windows
®
, moet u de
geheugenkaart of het USB-flashstation verwijderen voordat u doorgaat.
4 Als er een foutmelding wordt weergegeven wanneer u de geheugenkaart of
het USB-flashstation probeert te verwijderen, betekent dit dat de kaart in
gebruik was. Wacht even en probeer het opnieuw.
5 Als niets van het bovenstaande werkt, uw pc en machine uitzetten en
vervolgens opnieuw aanzetten. (U moet de stekker van de machine uit het
stopcontact halen om de machine uit te zetten.)
Geen toegang tot Verwisselbare
schijf via bureaubladpictogram.
Controleer of de geheugenkaart of het USB-flashstation op de juiste wijze is
geplaatst.
Een gedeelte van mijn foto
ontbreekt.
Zorg ervoor dat Zonder rand en Bijsnijden (crop) zijn uitgeschakeld.
(Zie Afdrukken zonder rand op pagina 114 en Bijsnijden (crop) op pagina 114.)
Netwerkproblemen
Probleem Suggesties
Afdrukken via het netwerk
onmogelijk.
Controleer of uw machine aanstaat, online is en klaar is om af te drukken. Druk de
netwerkconfiguratielijst af (Zie Rapporten op pagina 84.) en controleer de huidige
netwerkinstellingen in deze lijst. Sluit de LAN-kabel weer aan op de hub om te
controleren of de kabels en de netwerkaansluitingen in orde zijn. Probeer, indien
mogelijk, de machine aan te sluiten op een andere poort van uw hub en gebruik
een andere kabel. Als de aansluitingen goed zijn, wordt op de machine twee
seconden lang LAN Actief weergegeven.
(Zie de netwerkhandleiding voor meer informatie over netwerkproblemen.)
Problemen met software (Vervolg)
Probleem Suggesties
148
De functie netwerkscannen werkt
niet.
(Alleen bij gebruik van Windows
®
) De vereiste netwerkverbinding wordt mogelijk
geblokkeerd door firewallinstellingen op uw pc. Volg onderstaande instructies om
de firewall te configureren. Als u eigen firewallsoftware gebruikt, raadpleegt u de
gebruikershandleiding voor uw software of neemt u contact op met de
softwarefabrikant.
Bij gebruik van Windows
®
XP SP2 en Windows Vista
®
: zie Firewall-instellingen in
de softwarehandleiding op de cd-rom.
Bij gebruik van Windows
®
XP SP1: ga naar het Brother Solutions Center:
(http://solutions.brother.com
)
De netwerkfunctie PC-Fax
ontvangen werkt niet.
Uw computer kan de machine niet
vinden.
<Windows
®
-gebruikers>
De vereiste netwerkverbinding wordt mogelijk geblokkeerd door
firewallinstellingen op uw pc. Zie bovenstaande instructies voor meer informatie.
<Macintosh
®
-gebruikers>
Selecteer uw machine opnieuw in de toepassing Device Selector in
Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Utilities/DeviceSelector of in de
modellijst in ControlCenter2.
Problemen met het touchscreen
Probleem Suggesties
De kiestoetsen werken niet
wanneer cijfers of tekens ingevoerd
worden.
Gebruik de toetsen van het touchscreen om informatie in te voeren.
Netwerkproblemen (Vervolg)
Probleem Suggesties
Problemen oplossen en routineonderhoud
149
B
Kiestoondetectie B
Wanneer u een fax automatisch verzendt,
wacht uw machine standaard een bepaalde
tijd, alvorens te beginnen met het kiezen van
het nummer. Door de instelling van de
kiestoon te wijzigen in Waarneming kunt u
uw machine laten kiezen zodra er een
kiestoon wordt gevonden. Deze instelling kan
wat tijd besparen bij het versturen van één fax
naar een aantal verschillende nummers. Als
u de instelling wijzigt en problemen krijgt met
kiezen, moet u de fabrieksinstelling
Geen detectie herstellen.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
c Druk op Stand.instel.
d Druk op a of b om Kiestoon weer te
geven.
e Druk op Kiestoon.
f Druk op Waarneming of
Geen detectie.
g Druk op Stop/Eindigen.
Storing op de telefoonlijn B
Als u problemen heeft met het verzenden of
ontvangen van een fax, bijvoorbeeld
vanwege ruis op de telefoonlijn, wijzigt u de
compatibiliteitsinstelling, waardoor de
modemsnelheid wordt verminderd ter
voorkoming van fouten.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Diversen weer te
geven.
e Druk op Diversen.
f Druk op Compatibel.
g Druk op Hoog, Normaal of
Basic(voorVoIP).
Basic(voorVoIP) verlaagt de
modemsnelheid tot 9.600 bps. Tenzij
ruis op uw telefoonlijn een vaak
voorkomend probleem is, kunt u
deze optie beter alleen gebruiken
wanneer het echt nodig is.
Normaal stelt de modemsnelheid in
op 14.400 bps.
Hoog verhoogt de modemsnelheid
tot 33.600 bps. (fabrieksinstelling)
h Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Wanneer u de compatibiliteit verandert in
Basic(voorVoIP), is de ECM-functie
alleen beschikbaar voor het verzenden
van kleurenfaxen.
150
Foutmeldingen B
Zoals met alle geavanceerde kantoorproducten kunnen er fouten optreden en moeten
verbruiksartikelen van tijd tot tijd worden vervangen. In dergelijke gevallen kan de machine de fout
doorgaans zelf identificeren en wordt een foutmelding getoond. De onderstaande lijst geeft een
overzicht van de meest voorkomende onderhouds- en foutmeldingen.
De meeste fouten en algemene onderhoudswerkzaamheden kunt u zelf afhandelen. Indien u
extra hulp nodig heeft, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen
en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com
.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Afgebroken De andere persoon of de
faxmachine van de andere persoon
heeft het gesprek beëindigd.
Probeer opnieuw te verzenden of te
ontvangen.
Alleen BK afdr. Een of meer kleureninktcartridges
zijn leeg.
Wanneer dit bericht op het LCD-
scherm wordt weergegeven,
werken de volgende functies als
volgt:
Afdrukken
Wanneer u op Grijstinten op
het tabblad Geavanceerd van
de printerdriver klikt, kunt u de
machine gedurende ongeveer
vier weken als monochrome
printer gebruiken, afhankelijk
van het aantal pagina's dat u
afdrukt.
Kopiëren
Als de papiersoort is ingesteld
op Normaal pap. of
Inkjet papier kunt u
kopieën in zwart-wit maken.
Faxen
Als de papiersoort is ingesteld
op Normaal pap. of
Inkjet papier worden
faxen in zwart-wit ontvangen
en afgedrukt. Als een
verzendende machine een
kleurenfax heeft, zal de
machine tijdens de
aansluitbevestiging vragen
om de fax in zwart-wit te
verzenden.
Vervang de lege inktcartridges. (Zie De
inktcartridges vervangen op pagina 160.)
Problemen oplossen en routineonderhoud
151
B
Alleen BK afdr.
(Vervolg)
Als de papiersoort is ingesteld op
Glossy anders of
Brother BP71, worden alle
printbewerkingen gestopt. Als u
de machine van het lichtnet
loskoppelt of de lege inktcartridge
verwijdert, kunt u de machine pas
weer gebruiken wanneer u een
nieuwe inktcartridge plaatst.
Vervang de lege inktcartridges.
(Zie De inktcartridges vervangen
op pagina 160.)
Vervang de lege inktcartridges. (Zie De
inktcartridges vervangen op pagina 160.)
(Vervolg)
Beeld te klein. Het formaat van de foto is te klein
om deze bij te snijden.
Kies een grotere afbeelding.
Beeld te lang. Uw foto is onregelmatig van vorm,
zodat geen effecten kunnen
worden toegevoegd.
Kies een foto die regelmatig van vorm is.
Bestand is te groot
Het door u verzonden bestand is
te groot om te kunnen worden
afgedrukt met de draadloze
technologie van Bluetooth
®
.
Maak uw bestand kleiner dan 3 MB.
Communicatiefout Er is een communicatiefout
opgetreden wegens slechte
verbinding.
Als het probleem nog niet is verholpen,
vraag dan het telefoonbedrijf om uw
telefoonlijn te controleren.
Deksel is open. Het scannerdeksel is niet goed
gesloten.
Til het scannerdeksel op en sluit dit weer.
Het deksel van de inktcartridge is
niet volledig gesloten.
Sluit het deksel van de inktcartridge goed,
totdat u een klik hoort.
Document nazien Het document is niet correct
geplaatst of het document dat via
de ADF is gescand, was te lang.
Zie De ADF gebruiken op pagina 21.
Zie Vastgelopen document op pagina 157.
Formaat nazien U gebruikt een verkeerd
papierformaat.
Controleer of de instelling van het
papierformaat overeenkomt met het
papierformaat in de lade. (Zie
Papierformaat op pagina 27.)
Geen antw/Bezet Het nummer dat u heeft gekozen,
antwoordt niet of is bezet.
Controleer het nummer en probeer
opnieuw.
Geen Beller ID Er zijn geen inkomende
gesprekken in het geheugen. U
heeft geen oproepen ontvangen
of u heeft geen abonnement op de
dienst Nummerweergave van uw
telefoonbedrijf.
Als u de functie Beller ID wilt gebruiken,
dient u contact op te nemen met het
telefoonbedrijf. (Zie Nummerweergave
(Beller ID) op pagina 64.)
Geen bestand De geheugenkaart of het USB-
flashstation in de mediasleuf
bevat geen JPG-bestand.
Steek de juiste geheugenkaart of het juiste
USB-flashstation in de sleuf.
Geen contact U heeft geprobeerd de
pollingfunctie te gebruiken bij een
faxapparaat dat niet in de
wachtstand voor polling staat.
Controleer de pollinginstellingen van het
andere faxapparaat.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
152
Geen patroon Een van de inktcartridges is niet
correct geïnstalleerd.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
installeer deze langzaam opnieuw tot u
een klik hoort. (Zie De inktcartridges
vervangen op pagina 160.)
Geheugen vol Het geheugen van de machine is
vol.
Fax bezig met verzenden of kopiëren
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Stop/Eindigen en wacht tot
de andere processen zijn afgerond en
probeer opnieuw.
Wis de gegevens in het geheugen.
U kunt ook 'Geheugen ontv.'
uitschakelen om extra geheugen vrij te
maken.
(Zie Geheugenontvangstfuncties
uitschakelen op pagina 53.)
Druk de faxen af die zich in het
geheugen bevinden. (Zie Een fax
afdrukken vanuit het geheugen
op pagina 57.)
Op de geheugenkaart of het
USB-flashstation dat u gebruikt, is
onvoldoende vrije ruimte
beschikbaar om de documenten
te scannen.
Verwijder bestanden die u niet gebruikt
van de geheugenkaart of het
USB-flashstation om ruimte vrij te maken
en probeer het vervolgens opnieuw.
Hub is Onbruikbaar.
Er is een hub of een
USB-flashstation met een hub op
de USB Direct-interface
aangesloten.
Een hub of USB-flashstation met hub
wordt niet ondersteund. Ontkoppel het
apparaat van de USB Direct-interface.
Inkt bijna op Eén of meer inktcartridges zijn
bijna leeg. Als een verzendende
machine een kleurenfax wil
versturen, zal uw machine tijdens
de aansluitbevestiging vragen om
de fax in zwart-wit te verzenden.
Als de verzendende machine de
fax kan converteren, zal de
kleurenfax door uw machine als
een zwart-witfax worden
afgedrukt.
Bestel een nieuwe inktcartridge.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen en routineonderhoud
153
B
Kan niet afdr. Een of meer inktcartridges zijn
leeg. De machine stopt alle
printbewerkingen. Zolang er
geheugen beschikbaar is, worden
zwart-witfaxen in het geheugen
opgeslagen. Als een
verzendende machine een
kleurenfax heeft, zal de machine
tijdens de aansluitbevestiging
vragen om de fax in zwart-wit te
verzenden. Als de verzendende
machine de fax kan converteren,
zal de kleurenfax als een zwart-
witfax in het geheugen worden
opgeslagen.
Vervang de lege inktcartridges. (Zie De
inktcartridges vervangen op pagina 160.)
Kan niet detect. U heeft de nieuwe inktcartridge te
snel geïnstalleerd en de cartridge
is niet gedetecteerd.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
installeer deze langzaam opnieuw tot u
een klik hoort.
Als u geen originele Brother-inkt
gebruikt, wordt de inktcartridge
mogelijk niet door de machine
gedetecteerd.
Vervang de cartridge door een originele
Brother-inktcartridge. Als het probleem
hiermee niet is verholpen, neemt u contact
op met uw Brother-dealer.
Een van de inktcartridges is niet
correct geïnstalleerd.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
installeer deze langzaam opnieuw tot u
een klik hoort.
Media fout De geheugenkaart is beschadigd,
onjuist geformatteerd of er is een
probleem met de geheugenkaart.
Steek de kaart weer goed in de sleuf terug
om er zeker van te zijn dat de kaart zich in
de juiste positie bevindt. Indien de fout blijft
bestaan, controleert u het mediastation (de
sleuf) door een andere geheugenkaart te
plaatsen waarvan u weet dat deze werkt.
Media is vol. De geheugenkaart of het
USB-flashstation bevat al
999 bestanden.
De machine kan alleen naar een
geheugenkaart of USB-flashstation
opslaan als zich hierop minder dan 999
bestanden bevinden. Verwijder bestanden
die u niet gebruikt om ruimte vrij te maken
en probeer het opnieuw.
Meer gegevens Er zitten nog afdrukgegevens in
het geheugen van de machine.
Druk op Stop/Eindigen. De machine
annuleert de taak en verwijdert deze uit het
geheugen. Probeer opnieuw te printen.
Niet toegewezen U hebt geprobeerd om een
snelkiesnummer te gebruiken dat
niet is opgeslagen.
Stel het snelkiesnummer in. (Zie
Snelkiesnummers opslaan op pagina 72.)
Nt-onderst. best.type
Het door u verzonden bestand
heeft een extensie die niet wordt
ondersteund om te kunnen
worden afgedrukt met de
draadloze technologie van
Bluetooth
®
.
Stuur een ondersteund type bestand met
een JPG-extensie.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
154
Onbruikb. app.
Apparaat loskoppelen
van frontconnector
en zet machine uit
en weer aan
Er is een defect apparaat op de
USB Direct-interface
aangesloten.
Koppel het apparaat los van de USB
Direct-interface en druk vervolgens op
Spaarstand om de machine uit en
vervolgens weer aan te zetten.
Onbruikb. app.
USB-Apparaat
Loskoppelen.
Er is een USB-apparaat of
USB-flashstation dat niet wordt
ondersteund, aangesloten op de
USB Direct-interface.
Ga naar
http://solutions.brother.com
voor
meer informatie.
Ontkoppel het apparaat van de USB
Direct-interface.
Papier nazien Het papier in de machine is op,
het papier is niet goed in de
papierlade geplaatst of de klep ter
verwijdering van vastgelopen
papier is niet goed gesloten.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Plaats papier in de papierlade en druk
vervolgens op Mono Start of
Kleur Start.
Verwijder het papier, plaats het terug in
de papierlade en druk op Mono Start
of Kleur Start. Sluit de klep ter
verwijdering van vastgelopen papier
goed.
Het papier is vastgelopen in de
machine.
Zie Papier vastgelopen in de machine
op pagina 158.
De klep ter verwijdering van
vastgelopen papier is niet goed
gesloten.
Controleer of de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier aan beide zijden goed
is gesloten. (Zie Papier vastgelopen in de
machine op pagina 158.)
Papierstoring Papier is vastgelopen in de
machine.
Open de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier (aan de achterzijde
van de machine) en trek het vastgelopen
papier eruit volgens de stappen in Papier
vastgelopen in de machine op pagina 158.
Controleer of de papiergeleider voor de
lengte is afgesteld op het papierformaat.
Trek de papierlade niet uit wanneer u A5 of
een kleiner papierformaat gebruikt.
Reinigen onmog. XX
Opstartprobleem XX
Print onmogelijk XX
Scan onmogelijk XX
Gebruik Tel. onmog. XX
De machine heeft een
mechanisch probleem.
OF
Er bevindt zich in de machine een
voorwerp dat er niet hoort, zoals
een paperclip of afgescheurd
papier.
Open het scannerdeksel en verwijder
vreemde voorwerpen uit de machine. Als
het probleem hiermee niet is verholpen,
haalt u de stekker van de machine uit het
stopcontact en steekt u deze na enkele
minuten weer in het stopcontact. (De
machine kan ongeveer 24 uur
uitgeschakeld zijn zonder dat de faxen in
het geheugen verloren gaan. Zie
Faxberichten of het faxjournaal
overbrengen op pagina 155.)
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen en routineonderhoud
155
B
Foutanimatie B
Met foutanimaties worden stapsgewijze
instructies weergegeven wanneer het papier
is vastgelopen. U kunt de stappen in uw eigen
tempo lezen door op c te drukken om de
volgende stap weer te geven en op d te
drukken om terug te gaan. Als u niet binnen
1 minuut op een toets drukt, wordt de
animatie weer automatisch uitgevoerd.
Opmerking
U kunt op d of c drukken om de
automatische animatie te onderbreken en
terug te keren naar de stapsgewijze modus.
Faxberichten of het
faxjournaal overbrengen B
Op het LCD-scherm kunnen de volgende
meldingen worden weergegeven:
Reinigen onmog. XX
Opstartprobleem XX
Print onmogelijk XX
Scan onmogelijk XX
Gebruik Tel. onmog. XX
In dat geval raden we u aan uw faxen over te
brengen naar een ander faxapparaat of naar
uw pc. (Zie Faxen naar een andere
faxmachine versturen op pagina 155 of
Faxen overbrengen naar uw pc
op pagina 156.)
U kunt eveneens het faxjournaal
overbrengen om na te gaan of er faxen zijn
die u moet overbrengen. (Zie Het faxjournaal
naar een ander faxapparaat overbrengen
op pagina 156.)
Opmerking
Als het LCD-scherm van de machine een
foutmelding weergeeft nadat de faxen zijn
overgebracht, haalt u de stekker van de
machine enkele minuten uit het contact en
doet u de stekker er daarna weer in.
Faxen naar een andere faxmachine
versturen
B
Als u uw stations-ID nog niet heeft ingesteld,
kunt u de faxoverdrachtmodus niet
gebruiken. (Zie Persoonlijke informatie
invoeren (Stations-ID) in de
installatiehandleiding.)
a Druk op Stop/Eindigen om de fout
tijdelijk te onderbreken.
b Druk op MENU.
c Druk op a of b om Service weer te
geven.
d Druk op Service.
e Druk op Dataoverdracht.
f Druk op Fax overdracht.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als op het LCD-scherm
Geen dataopslag wordt
weergegeven, bevinden er zich geen
faxberichten meer in het geheugen
van de machine.
Druk op Stop/Eindigen.
Voer het faxnummer in waarnaar de
faxen moeten worden doorgestuurd.
h Druk op Mono Start.
Reinigen onmog. 46
Opstartprobleem 46
Print onmogelijk 46
De machine moet onderhouden
worden.
Neem contact op met uw Brother-dealer.
Temperatuur hoog De printkop is te warm. Laat de machine afkoelen.
Temperatuur laag De printkop is te koud. Laat de machine opwarmen.
Touchscreen initial.
mislukt
Het touchscreen is aangeraakt
voordat de machine volledig was
opgestart.
Zorg ervoor dat er niets op het touchscreen
ligt en raak het touchscreen nog niet aan.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
156
Faxen overbrengen naar uw pc B
U kunt de faxen vanuit het geheugen van uw
machine overbrengen naar uw pc.
a Druk op Stop/Eindigen om de fout
tijdelijk te onderbreken.
b Zorg ervoor dat MFL-Pro Suite op uw
pc is geïnstalleerd en schakel
vervolgens PC-FAX Ontvangst in op de
pc. (Zie Ontvangen via PC-FAX voor
Windows
®
in de softwarehandleiding op
de cd-rom voor meer informatie.)
c Zorg ervoor dat PC-Fax ontvangen op
de machine is ingesteld. (Zie PC-Fax
ontvangen op pagina 51.)
Als er zich faxen in het geheugen van de
machine bevinden wanneer u PC-Fax
ontvangen instelt, wordt op het
LCD-scherm gevraagd of u de faxen wilt
overbrengen naar uw pc.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Ja als u alle faxen wilt
overbrengen naar uw pc. U wordt
gevraagd of u een reservekopie wilt
afdrukken.
Druk op Nee als u wilt afsluiten en de
faxen in het geheugen wilt laten.
e Druk op Stop/Eindigen.
Het faxjournaal naar een ander
faxapparaat overbrengen
B
Als u uw stations-ID nog niet heeft ingesteld,
kunt u de faxoverdrachtmodus niet
gebruiken. (Zie Persoonlijke informatie
invoeren (Stations-ID) in de
installatiehandleiding.)
a Druk op Stop/Eindigen om de fout
tijdelijk te onderbreken.
b Druk op MENU.
c Druk op a of b om Service weer te
geven.
d Druk op Service.
e Druk op Dataoverdracht.
f Druk op Report overdr.
g Voer het faxnummer in voor het
doorsturen van het faxjournaal.
h
Druk op Mono Start.
Problemen oplossen en routineonderhoud
157
B
Vastgelopen document B
Documenten kunnen vastlopen in de ADF als
ze niet correct zijn geplaatst of ingevoerd, of
als ze te lang zijn. Ga als volgt te werk om
vastgelopen papier te verwijderen.
Het document is boven in de ADF
vastgelopen
B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Open het ADF-deksel.
c Trek het vastgelopen document
omhoog en naar links.
d Sluit het ADF-deksel.
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Sluit het ADF-deksel goed door er in het
midden voorzichtig op te drukken om het
vastlopen van papier in de toekomst te
voorkomen.
Het document is in de ADF
vastgelopen
B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Til het documentdeksel op.
c Trek het vastgelopen document er naar
links uit.
d Sluit het documentdeksel.
e Druk op Stop/Eindigen.
158
Papier vastgelopen in de
machine B
Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats
waar het in de machine is vastgelopen.
a Trek de papierlade (1) uit de machine.
b Trek het vastgelopen papier (1) eruit en
druk op Stop/Eindigen.
c Reset de machine door het
scannerdeksel vanaf de voorkant van
de machine te openen en weer te
sluiten.
Als u het vastgelopen papier niet
vanaf de voorkant kunt verwijderen,
of als de foutmelding op het
LCD-scherm blijft verschijnen nadat
u het vastgelopen papier verwijderd
heeft, gaat u naar de volgende stap.
d Open de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier (1) aan de
achterkant van de machine. Trek het
vastgelopen papier uit de machine.
e Sluit de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier.
Controleer of de klep goed is gesloten.
1
1
1
Problemen oplossen en routineonderhoud
159
B
f Breng het scannerdeksel (1) aan de
voorkant van de machine omhoog tot
het goed in de open stand vergrendelt.
Controleer of er geen vastgelopen
papier meer in de machine zit.
Opmerking
Als het papier onder de printkop is
vastgelopen, moet u de stekker van de
machine uit het stopcontact trekken, en
vervolgens de printkop bewegen om het
papier te verwijderen.
Als de printkop zich in de
rechterbovenhoek bevindt, zoals in de
illustratie, kunt u de printkop niet
verplaatsen. Druk op Stop/Eindigen
totdat de printkop naar het midden wordt
verplaatst. Haal vervolgens de stekker
van de machine uit het stopcontact en
verwijder het papier.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u deze
meteen af met zeep of een
schoonmaakmiddel.
g Til het scannerdeksel op om de
vergrendeling los te maken (1). Druk de
steun van het scannerdeksel voorzichtig
naar beneden (2) en sluit met beide
handen het scannerdeksel (3).
h Duw de papierlade stevig terug in de
machine.
Opmerking
Trek de papiersteun uit tot u de klik hoort.
1
1
2
3
160
Routineonderhoud B
De inktcartridges vervangen B
Uw machine is voorzien van een
inktstippenteller. De inktstippenteller
controleert automatisch het inktniveau in elk
van de 4 cartridges. Als de machine ontdekt
dat een inktcartridge bijna leeg is, zal de
machine u waarschuwen door middel van
een melding op het LCD-scherm.
Het LCD-scherm informeert u welke
inktcartridge bijna leeg is of vervangen moet
worden. Volg de aanwijzingen op het
LCD-scherm om de inktcartridges in de juiste
volgorde te vervangen.
Ook al informeert de machine u dat er een
inktcartridge leeg is, zal er nog een kleine
hoeveelheid inkt in de inktcartridge aanwezig
zijn. Het is noodzakelijk dat er inkt in de
inktcartridge aanwezig blijft om te voorkomen
dat de lucht de printkopset uitdroogt en
beschadigt.
VOORZICHTIG
De multifunctionele machines van Brother
zijn ontworpen om te werken met inkt van
een bepaalde specificatie, en bij gebruik
van originele inktcartridges van Brother zijn
optimale prestaties en betrouwbaarheid
gewaarborgd. Brother kan deze optimale
prestaties en betrouwbaarheid niet
garanderen indien inkt of inktcartridges van
andere specificaties gebruikt worden. Het
gebruik van cartridges anders dan originele
cartridges van Brother of het gebruik van
cartridges die met inkt van andere merken
zijn gevuld, wordt door Brother afgeraden.
Indien de printkop of andere delen van
deze machine worden beschadigd als
gevolg van het gebruik van andere merken
inkt of inktcartridges, worden hieruit
voortvloeiende reparaties mogelijk niet
gedekt door de garantie.
a Open het deksel van de inktcartridge.
Als een of meer inktcartridges leeg zijn,
bijvoorbeeld Zwart, wordt op het
LCD-scherm Alleen BK afdr. of
Kan niet afdr. weergegeven.
b Druk op de ontgrendelingshendel (zie
illustratie) om de op het LCD-scherm
aangegeven cartridge te ontgrendelen.
Verwijder de cartridge uit de machine.
c Open de verpakking met de nieuwe
inktcartridge voor de kleur die op het
LCD-scherm wordt getoond, en haal
vervolgens de inktcartridge eruit.
Problemen oplossen en routineonderhoud
161
B
d Draai de groene knop op het gele
beschermkapje rechtsom tot deze klikt
om de vacuümverpakking te openen en
verwijder het kapje vervolgens (1).
e Elke kleur heeft zijn eigen juiste positie.
Plaats de inktcartridge in de richting van
de pijl op het etiket.
f Duw de inktcartridge voorzichtig in de
machine tot deze vastklikt en sluit het
deksel van de inktcartridge.
g Er wordt automatisch een reset
uitgevoerd voor de inktstippenteller.
Opmerking
Als u een inktcartridge hebt vervangen,
wordt u mogelijk gevraagd om te
bevestigen dat dit een nieuwe cartridge is
(bijvoorbeeld Veranderd? Zwarte).
Druk voor elke nieuwe cartridge die u
geïnstalleerd hebt op Ja om de
inktstippenteller voor die kleur
automatisch te resetten. Als de
inktcartridge die u geïnstalleerd hebt niet
nieuw is, drukt u op Nee.
Als op het LCD-scherm de melding
Geen patroon of Kan niet detect.
wordt weergegeven nadat u de
inktcartridges geïnstalleerd hebt, dient u
te controleren of de inktcartridges correct
zijn geïnstalleerd.
WAARSCHUWING
Mocht u inkt in uw ogen krijgen, spoel ze
dan onmiddellijk met water en raadpleeg
een arts als u zich zorgen maakt.
1
162
VOORZICHTIG
Verwijder inktcartridges ALLEEN als ze aan
vervanging toe zijn. Als u zich niet aan dit
voorschrift houdt, kan de hoeveelheid inkt
achteruitgaan en weet de machine niet
hoeveel inkt er nog in de cartridge zit.
Raak de houders voor de cartridges NIET
aan. Als u dat doet, kan de inkt vlekken op
uw huid achterlaten.
Als u inkt op uw huid of kleding krijgt, wast
u deze meteen af met zeep of een
schoonmaakmiddel.
Als de kleuren gemengd zijn omdat u een
inktcartridge in de verkeerde positie
geïnstalleerd heeft, moet u nadat de
cartridge op de juiste plaats geïnstalleerd
is, de printkop diverse keren reinigen.
Installeer een inktcartridge onmiddellijk na
het openen in de machine en verbruik deze
binnen zes maanden na de installatie.
Gebruik ongeopende inktcartridges vóór de
uiterste verbruiksdatum die op de
cartridgeverpakking vermeld staat.
De inktcartridge NIET openmaken of ermee
knoeien, want daardoor kan de cartridge
inkt verliezen.
De buitenkant van de machine
schoonmaken B
Reinig het touchscreen als volgt:
VOORZICHTIG
Schakel de machine uit wanneer u het
touchscreen wilt reinigen.
Gebruik GEEN vloeibaar reinigingsmiddel
(inclusief ethanol).
a Reinig het touchscreen met een droge,
zachte doek.
Maak de buitenkant van de machine als
volgt schoon:
VOORZICHTIG
Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen.
Reiniging met vluchtige vloeistoffen, zoals
verdunner of benzine, beschadigt de
buitenkant van de machine.
Gebruik GEEN schoonmaakmiddelen die
ammoniak bevatten.
Gebruik GEEN isopropylalcohol om het
bedieningspaneel schoon te maken. Het
paneel kan barsten.
Problemen oplossen en routineonderhoud
163
B
a Trek de papierlade (1) volledig uit de
machine.
b Reinig de buitenkant van de machine
met een zachte doek om stof te
verwijderen.
c Breng de uitvoerlade omhoog en
verwijder het obstakel dat in de
papierlade vastzit.
d Gebruik een zachte doek om stof uit de
papierlade te verwijderen.
e Sluit de uitvoerlade en plaats de
papierlade stevig terug in de machine.
De glasplaat reinigen glas B
a Til het documentdeksel (1) op. Reinig de
glasplaat (2) en het witte plastic (3) met
een zachte, pluisvrije doek die is
bevochtigd met een niet-brandbare
glasreiniger.
b Reinig op de ADF de witte balk (1) en de
glazen strook (2) met een pluisvrije doek
die is bevochtigd met een niet-
brandbare glasreiniger.
Opmerking
Nadat u de glazen strook volgens de
instructies heeft gereinigd, veegt u er met
uw vinger over om te controleren op
oneffenheden. Als u stof of vuil voelt,
maakt u de glazen strook nogmaals
schoon, waarbij u vooral aandacht
besteedt aan het betreffende gebied. U
zult het reinigingsproces mogelijk drie of
vier keer moeten herhalen. Maak na elke
schoonmaakbeurt een kopie ter controle.
1
2
1
3
1
2
164
De geleiderol van de machine
reinigen B
WAARSCHUWING
Haal altijd het netsnoer van de machine uit
het stopcontact voordat u de geleiderol (1)
schoonmaakt.
a Breng het scannerdeksel omhoog tot
het goed in de open stand vergrendelt.
b Maak de geleiderol van de machine (1)
en het gedeelte eromheen schoon en
veeg eventuele inkt weg met een
zachte, droge, pluisvrije doek.
De invoerrol voor papier
reinigen B
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
b Trek de stekker van de machine uit het
stopcontact en open de klep ter
verwijdering van vastgelopen papier (1)
aan de achterzijde van de machine.
c Reinig de invoerrol voor papier (1) met
schoonmaakalcohol op een
wattenstaafje.
d Sluit de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier.
Controleer of de klep goed dichtzit.
e Plaats de papierlade stevig terug in de
machine.
f Sluit het stroomsnoer weer aan.
1
1
1
Problemen oplossen en routineonderhoud
165
B
De printkop reinigen B
De printkop wordt automatisch gereinigd,
zodat de afdrukkwaliteit optimaal blijft. Als de
afdrukkwaliteit te wensen overlaat, kunt u het
reinigingsproces handmatig starten.
Als er op de afgedrukte pagina's een
horizontale streep of een leeg gedeelte door
tekst of grafisch werk loopt, dient u de
printkop en de inktcartridges te reinigen.
U kunt alleen Zwart, drie kleuren tegelijk
(Cyaan/Geel/Magenta), of alle vier kleuren
tegelijk reinigen.
Bij het reinigen van de printkop wordt inkt
verbruikt. Wanneer de kop te vaak wordt
gereinigd, wordt er onnodig inkt verbruikt.
VOORZICHTIG
Raak de printkop NIET aan. Als u de
printkop aanraakt, kan hij blijvend worden
beschadigd en kan de garantie erop
vervallen.
a Druk op .
b Druk op Reinigen.
c Druk op Zwarte inkt, Kleur of
Alle inkt.
De machine begint de printkop te
reinigen.
Nadat het reinigen is voltooid, zal de
machine automatisch weer
overschakelen op het scherm Gereed.
Opmerking
Als u de printkop ten minste vijf keer hebt
gereinigd en de kwaliteit niet is verbeterd,
installeert u voor elke probleemkleur een
nieuwe originele Innobella™-cartridge
van Brother. Reinig de printkop
vervolgens opnieuw maximaal vijf keer.
Als de kwaliteit dan nog niet verbeterd is,
neemt u contact op met uw Brother-
dealer.
De afdrukkwaliteit controleren
B
Als er fletse of gestreepte kleuren en tekst
verschijnen op uw uitvoer, kunnen enkele
spuitmondjes verstopt zijn. U kunt dit
controleren door de Testpagina
afdrukkwaliteit te printen en naar het patroon
van de spuitmondjes te kijken.
a Druk op .
b Druk op Testafdruk.
c Druk op Printkwaliteit.
d Druk op Kleur Start.
De machine begint de Testpagina
afdrukkwaliteit te printen.
e Controleer de kwaliteit van de vier
kleurenblokken op het vel.
f Op het LCD-scherm wordt gevraagd of
de afdrukkwaliteit in orde is.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk, als alle lijnen duidelijk en
zichtbaar zijn, op Ja om de
afdrukkwaliteitstest te voltooien en
ga naar stap j.
Als er zoals hieronder stukken
ontbreken, drukt u op Nee om Nee te
selecteren.
g U wordt gevraagd of de afdrukkwaliteit
voor zwart en drie kleuren in orde is.
Druk op Ja of Nee.
h U wordt gevraagd of u wilt beginnen met
reinigen.
Druk op Kleur Start.
De machine begint de printkop te
reinigen.
OK Niet OK
166
i Druk na het reinigen op Kleur Start.
De machine zal nu de Testpagina
afdrukkwaliteit nogmaals afdrukken en
vervolgens terugkeren naar stap e.
j Druk op Stop/Eindigen.
Als u deze procedure minimaal vijf keer
herhaalt, en de afdrukkwaliteit nog
steeds slecht is, vervang dan de
inktcartridge voor de geklonterde kleur.
Na het vervangen van de inktcartridge,
de afdrukkwaliteit controleren. Als het
probleem niet is verholpen, moet u het
reinigen van de printkop en de
afdrukprocedures minimaal vijf keer
herhalen voor de nieuwe inktcartridge.
Als er dan nog inkt ontbreekt, neemt u
contact op met uw Brother-dealer.
VOORZICHTIG
Raak de printkop NIET aan. Als u de
printkop aanraakt, kan hij blijvend worden
beschadigd en kan de garantie erop
vervallen.
Opmerking
De uitlijning controleren B
Het kan zijn dat u de uitlijning moet afstellen,
als na het transport van de machine de
afgedrukte tekst vlekkerig is of de
afbeeldingen flets zijn.
a Druk op .
b Druk op Testafdruk.
c Druk op Instel kantlijn.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
De machine begint de
Uitlijningscontrolepagina af te drukken.
e Controleer de testafdrukken voor
600 dpi en 1.200 dpi om te zien of
nummer 5 het beste overeenkomt met
nummer 0.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als nummer 5 van beide
testafdrukken (600 dpi en 1.200 dpi)
het meest overeenkomt met
nummer 0, drukt u op Ja om de
uitlijningscontrole te voltooien en
gaat u naar stap i.
Als een andere testafdruk beter
overeenkomt voor 600 dpi of
1.200 dpi, drukt u op Nee om het
nummer van de betreffende
testafdruk te kiezen.
g Druk voor 600 dpi op het nummer (1-8)
van de testafdruk die het meest
overeenkomt met nummer 0.
h Druk voor 1.200 dpi op het nummer
(1-8) van de testafdruk die het meest
overeenkomt met nummer 0.
i Druk op Stop/Eindigen.
i
Als een
spuitmondje van
een printkop
verstopt is, ziet
het geprinte
voorbeeld er als
volgt uit.
Nadat het
spuitmondje van
de printkop
gereinigd is, zijn
de horizontale
strepen
verdwenen.
Problemen oplossen en routineonderhoud
167
B
Het inktvolume controleren B
Op het LCD-scherm wordt een pictogram
weergegeven dat het inktvolume aangeeft,
maar u kunt ook het menu Inkt gebruiken om
een groot diagram weer te geven dat laat zien
hoeveel inkt zich nog in elke cartridge bevindt.
a Druk op .
b Druk op Inktvolume.
Op het LCD-scherm wordt het
inktvolume weergegeven.
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt het inktniveau vanaf uw computer
controleren. (Zie Afdrukken voor
Windows
®
of Afdrukken en faxen voor
Macintosh
®
in de softwarehandleiding op
de cd-rom.)
De hoorn en de steun van de
hoorn uitbouwen en
inbouwen
(alleen bij MFC-790CW) B
Als u de hoorn niet gebruikt, kunt u deze met
de steun uitbouwen.
De hoorn en de steun uitbouwen B
a Koppel het snoer van de hoorn los van
de machine.
b Trek het lipje (1) naar achteren en houd
het lipje in die stand terwijl u de steun (2)
richting de achterkant van de machine
drukt.
c Bevestig het zijpaneel.
2
1
168
De hoorn en de steun inbouwen B
a Verwijder het zijpaneel.
Opmerking
Als u het paneel niet met de hand kunt
openen, kunt u een muntstuk gebruiken
om het paneel te openen.
b Lijn de pijlen in de inkepingen op de
steun uit met die op de machine en
schuif dan de steun richting de voorkant
van de machine tot deze op zijn plaats
klikt.
c Sluit het snoer van de hoorn aan op de
machine.
Informatie over de
machine
B
Het serienummer controleren B
U kunt het serienummer van de machine
nakijken op het scherm.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Machine-info
weer te geven.
c Druk op Machine-info.
d Druk op Stop/Eindigen.
Problemen oplossen en routineonderhoud
169
B
De machine inpakken
en vervoeren
B
Wanneer u de machine transporteert, gebruik
dan het oorspronkelijke
verpakkingsmateriaal van de machine. Volg
de onderstaande instructies om uw machine
correct te verpakken. Schade aan de
machine die wordt veroorzaakt tijdens het
transport valt niet onder uw garantie.
VOORZICHTIG
Het is belangrijk dat u de machine na een
afdruktaak de printkop laat ‘parkeren’.
Luister goed naar de machine alvorens
deze los te koppelen, om te controleren of
alle mechanische geluiden zijn gestopt.
Indien u de machine dit parkeerproces niet
laat voltooien, kan dit leiden tot
afdrukproblemen en mogelijke schade aan
de printkop.
a Open het deksel van de inktcartridge.
b Druk op de ontgrendelingshendel om de
inktcartridge te ontgrendelen en verwijder
de inktcartridges. (Zie De inktcartridges
vervangen op pagina 160.)
c Breng de groene bescherming aan en
sluit het kapje van de cartridge.
VOORZICHTIG
Zorg ervoor dat u de plastic lipjes aan beide
zijden van de groene bescherming (1) goed
op hun plaats (2) klikt.
Als u de groene bescherming niet kunt
vinden, mag u de inktcartridges NIET
verwijderen als u de machine gaat
vervoeren. Het is van essentieel belang dat
tijdens het vervoeren van de machine de
groene bescherming is geplaatst of de
inktcartridges op hun plaats zitten. Als u het
deksel niet kunt vinden en uw machine
zonder de inktcartridges vervoert, kan de
machine worden beschadigd en de
garantie vervallen.
1
2
170
d Breng de voorkant van de machine
omhoog en haak het lange uiteinde (1)
van de groene bescherming in het
T-vormige gat aan de onderzijde van de
machine. Druk het gevorkte uiteinde (2)
op de bovenkant van de papierlade.
e Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact en haal het telefoonsnoer
uit de machine.
f Haal het netsnoer van de machine uit
het stopcontact en uit de machine.
g Gebruik beide handen en de plastic
lipjes aan beide zijden van de machine
om het scannerdeksel op te tillen, totdat
deze in de open stand vergrendeld is.
Koppel vervolgens de interfacekabel los
van de machine (indien aangesloten).
h Til het scannerdeksel (1) op om de
vergrendeling los te maken. Druk de
steun van het scannerdeksel voorzichtig
naar beneden (2) en sluit met beide
handen het scannerdeksel (3).
i Verpak de machine in de plastic zak.
1
2
1
2
3
Problemen oplossen en routineonderhoud
171
B
j Verpak de machine en de gedrukte
materialen met het originele
verpakkingsmateriaal in de originele
doos, zoals afgebeeld.
Plaats de gebruikte inktcartridges niet in
de doos.
k Sluit de doos en maak deze dicht met
verpakkingstape.
(MFC-790CW)
(MFC-990CW)
172
C
Programmeren op het
scherm
C
Uw machine is zodanig ontworpen dat deze
eenvoudig via het LCD-scherm kan worden
geprogrammeerd met behulp van de
menutoetsen op het touchscreen.
Programmeren via het scherm is uiterst
eenvoudig en helpt u alle functies van uw
machine optimaal te benutten.
Op het scherm worden stapsgewijze
aanwijzingen weergegeven om u te helpen
uw machine te programmeren. U hoeft alleen
de aanwijzingen op te volgen die u door de
menuselecties en de programmeeropties
leiden.
Menutabel C
U kunt uw machine programmeren aan de
hand van de menutabel die begint op pagina
173. Op deze pagina's worden de
menuselecties en -opties opgesomd.
Opslag in geheugen C
Zelfs bij een stroomstoring zullen de
instellingen die u via de Menu-toets heeft
gekozen, niet verloren gaan, omdat deze
permanent worden opgeslagen. Instellingen
die u in de PhotoCapture-, fax- en
kopieermodus heeft opgegeven, blijven ook
behouden als u
Nieuwe standaard instellen hebt
gekozen. U zult misschien wel datum en tijd
opnieuw moeten invoeren.
Opmerking
Als de stroom uitvalt, blijven berichten in
het geheugen van de machine ongeveer
24 uur behouden.
Modus- en
menutoetsen
gebruiken
C
Menu en functies C
Het hoofdmenu openen.
Elke modus en het bijbehorende
menu met tijdelijke instellingen
openen.
De huidige bewerking stoppen.
MENU
Menu en functies
173
C
Menutabel C
De menutabel helpt u de menuselecties en -opties te begrijpen die u in de programma's van de
machine tegenkomt. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
MENU ( )
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Standaardinst.
Tijdklokstand Uit
0 Sec.
30 Sec.
1 Min
2 Min.*
5 Min.
Hiermee kunt u de tijd
instellen om terug te keren
naar de faxmodus.
26
Papiersoort Normaal pap.*
Inkjet papier
Brother BP71
Glossy anders
Transparanten
Hiermee kunt u de
papiersoort in de
papierlade instellen.
26
Papierformaat A4*
A5
10x15cm
Letter
Legal
Hiermee kunt u het
papierformaat in de
papierlade instellen.
27
Volume Belvolume Uit
Laag
Half*
Hoog
Hiermee kunt u het
belvolume aanpassen.
27
Waarsch.toon Uit
Laag*
Half
Hoog
Hiermee kunt u het volume
van de waarschuwingstoon
aanpassen.
28
Luidspreker Uit
Laag
Half*
Hoog
Hiermee kunt u het volume
van de luidspreker
aanpassen.
28
Aut. zomertijd
Aan*
Uit
De zomertijd wordt
automatisch ingesteld.
29
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
MENU
174
Standaardinst.
(Vervolg)
P.Bewaar inst.
Faxontv:Aan*
Faxontv:Uit
Beltoon:Aan
Beltoon:Uit*
(Bij MFC-990CW
wanneer u
Faxontv:Aan
kiest)
Aanpassing van de toets
Spaarstand om in de
energiebesparende stand
geen faxen te ontvangen.
24
LCD instell. LCD Contrast Licht
Half*
Donker
Hiermee stelt u het contrast
van het LCD-scherm af.
30
Schermverlicht
Licht*
Half
Donker
Hiermee kunt u de
helderheid van de
achtergrondverlichting van
het LCD-scherm
aanpassen.
30
Lichtdim-timer
Uit
10 Sec.
20 Sec.
30 Sec.*
U kunt instellen hoe lang
de achtergrondverlichting
van het LCD-scherm blijft
branden na de laatste druk
op een toets.
31
Slaapstand 1 Min
2 Min.
3 Min.
5 Min.
10 Min.*
30 Min.
60 Min.
Hiermee kunt u opgeven
na hoeveel tijd de niet
actieve machine in de
slaapstand wordt gezet.
29
Echo controle
(Alleen bij
MFC-990CW)
niveau 1*
niveau 2
niveau 3
niveau 4
Hiermee stelt u de Echo
controle in.
Zie DECT
Hoorn
BCL
-
D70
Gebruikersh
andleiding
Fax Ontvangstmenu
Bel Vertraging Bel Vertraging
0
1
2*
3
4
5
6
De belvertraging bepaalt
hoe vaak de telefoon
overgaat voordat de
machine opneemt in de
stand Alleen Fax of
Fax/Telefoon.
48
Bespaarstand
Aan
Uit*
Kosten besparen: de
machine gaat 2 keer over
als er berichten zijn en
4 keer wanneer er geen
berichten zijn. U kunt dus
ophangen en hoeft niet
voor de oproep te betalen.
81
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
175
C
Fax
(Vervolg)
Ontvangstmenu
(Vervolg)
F/T Beltijd 20 Sec.
30 Sec.*
40 Sec.
70 Sec.
Hiermee stelt u het dubbele
belsignaal in de stand
Fax/Telefoon in.
48
Fax Waarnemen
Aan*
Half
Uit
Faxberichten worden
automatisch ontvangen
wanneer u een oproep
beantwoordt en de faxtoon
hoort.
49
Afstandscode Aan*
(l51, #51)
Uit
U kunt alle telefoontjes op
een tweede of een extern
toestel aannemen en deze
codes gebruiken om de
machine te activeren of
deactiveren. U kunt deze
codes wijzigen.
69
Auto reductie
Aan*
Uit
Hiermee wordt het formaat
van inkomende faxen
verkleind.
56
Geheugenontv.
Uit*
Fax Doorzenden
Fax Opslaan
PC-Fax ontv.
U kunt de machine
instellen om faxberichten
door te zenden, inkomende
faxen in het geheugen op
te slaan (zodat u ze kunt
opvragen wanneer u niet
bij uw machine bent) of om
faxen naar uw pc te sturen.
Als u Fax Doorzenden of
PC Fax ontv. kiest, kunt u
de beveiligingsfunctie
Backup Print inschakelen.
50
Faxvoorbeeld Aan
Uit*
U kunt faxen vooraf
bekijken.
54
Kies rapport Verzendrapp. Aan
Aan+Beeld
Uit*
Uit+Beeld
Begininstellingen voor het
verzendrapport en het
faxjournaal.
83
Journaal tijd
Uit
Na 50 faxen*
Elke 6 uur
Elke 12 uur
Elke 24 uur
Elke 2 dagen
Elke 7 dagen
83
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
176
Fax
(Vervolg)
Print document
Hiermee worden
inkomende faxen die in het
geheugen zijn opgeslagen,
afgedrukt.
57
Afst.bediening
—---l Hiermee stelt u uw
persoonlijke code voor
Afstandsbediening in.
58
Rest. jobs Hiermee kunt u controleren
welke taken zich in het
geheugen bevinden en
kunt u geselecteerde taken
annuleren.
43
Inst. beantw.
Uitg. bericht Beantw. Bericht
F/T Bericht
Uitgaand bericht
afspelen/opnemen of
wissen.
78
Max. Ber. Tijd
30 Sec.*
60 Sec.
120 Sec.
180 Sec.
Kies de maximale lengte
van inkomende berichten.
81
Igb Mon.Volume
Uit
Aan*
U kunt het
luidsprekervolume voor
inkomende gesproken
berichten in- of
uitschakelen.
82
Diversen
Beveiligd geh.
Wachtw. inst.
Stel beveilig in
De meeste functies zijn
beveiligd behalve het
ontvangen van faxen in het
geheugen.
33
Compatibel Hoog*
Normaal
Basic(voorVoIP)
Regelt de modemsnelheid
om verzendproblemen te
verhelpen.
149
Beller ID Aan*
Uit
De opgeslagen gegevens
van de laatste 30 bellers
bekijken.
64
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
177
C
Menu Netwerk
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen
Netwerk LAN met kabel TCP/IP BOOT Method Autom.*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Selecteert de
opstartmethode
die het beste aan
uw eisen voldoet.
IP Address [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het IP-adres
in.
Subnet Mask [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het
subnetmasker in.
Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres
van de gateway in.
Knooppunt naam BRNXXXXXXXXXXXX
Voer de naam
van het
knooppunt in.
WINS Config Autom.*
Statisch
Selecteert de
WINS-
configuratiemo-
dus.
WINS Server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het
IP-adres van de
primaire of
secundaire
server.
DNS Server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het
IP-adres van de
primaire of
secundaire
server.
APIPA Aan*
Uit
Wijst
automatisch het
IP-adres toe van
het link-local
adresbereik.
Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
178
Netwerk
(Vervolg)
LAN met kabel
(Vervolg)
Ethernet Autom.*
100B-FD
100B-HD
10B-FD
10B-HD
Selecteert de
Ethernet-
linkmodus.
WLAN TCP/IP BOOT Method Autom.*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Selecteert de
opstartmethode
die het beste aan
uw eisen voldoet.
IP Address [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het IP-adres
in.
Subnet Mask [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het
subnetmasker in.
Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres
van de gateway
in.
Knooppunt naam BRWXXXXXXXXXXXX
Voer de naam
van het
knooppunt in.
WINS Config Autom.*
Statisch
Selecteert de
WINS-
configuratiemo-
dus.
WINS Server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het
IP-adres van de
primaire of
secundaire
server.
DNS Server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het
IP-adres van de
primaire of
secundaire
server.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen
Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
179
C
Netwerk
(Vervolg)
WLAN
(Vervolg)
TCP/IP
(Vervolg)
APIPA Aan*
Uit
Wijst
automatisch het
IP-adres toe van
het link-local
adresbereik.
Inst. Wizard U kunt uw
printserver
configureren.
SES/WPS/AOSS U kunt uw
draadloze
netwerkinstelling
en gemakkelijk
configureren met
één druk op de
knop.
WPS m/pincode
U kunt uw
draadloze
netwerkinstelling
en gemakkelijk
configureren met
WPS en een
pincode.
Status WLAN Status U kunt de huidige
status van het
draadloze
netwerk
raadplegen.
Signaal U kunt de huidige
signaalsterkte
van het
draadloze
netwerk
raadplegen.
SSID U kunt de huidige
SSID
raadplegen.
Comm. Modus U kunt de huidige
communicatie-
modus
raadplegen.
Netwerk I/F
LAN met kabel
*
WLAN
U kunt het type
netwerkverbinding
kiezen.
Factory Reset Ja
Nee
Hiermee kunt u
alle bekabelde en
draadloze
netwerkinstelling
en terugzetten
naar de
fabrieksinstellingen
.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen
Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
180
MENU ( ) (vervolg)
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Bluetooth Aan/uit Aan
Uit*
Inschakelen om de
draadloze technologie van
Bluetooth
®
te gebruiken.
124
Instellingen Wachtwoord Toestaan dat een apparaat
met draadloze technologie
van Bluetooth
®
met uw
machine communiceert
124
Communicatie Openbaar*
Privé
Beveiligd
Regelt het
beveiligingsniveau tussen
andere apparaten met
draadloze technologie van
Bluetooth
®
en uw machine
125
Apparaatadres
Identificeert uw machine 125
Apparaatnaam Naam van uw machine. 125
Afdrukinstell. Printkwaliteit
Normaal
Foto*
Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit instellen.
126
Papiersoort Normaal pap.
Inkjet papier
Brother BP71
Glossy anders*
Selecteer de papiersoort
die overeenkomt met het
papier in de lade.
126
Papierformaat
10x15cm*
13x18cm
A4
Letter
Selecteer het
papierformaat dat
overeenkomt met het
papier in de lade.
126
Zonder rand Aan*
Uit
Hiermee wordt het
afdrukgebied uitgebreid
naar de zijden van het
papier.
126
Datum afdr. Aan
Uit*
Hiermee kunt u de datum
op foto's laten afdrukken.
127
Factory Reset Ja
Nee
U kunt alle instellingen
terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
127
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
MENU
Menu en functies
181
C
Print lijsten
Verzendrapport
Hiermee drukt u deze
lijsten en rapporten af.
83
Help ——
Kieslijst
Alfabet. volgorde
Nummervolgorde
Fax Journaal ——
Gebruikersinst
——
Netwerk Conf. ——
Overz. beller-ID
——
Machine-info Serienummer Voor het controleren van
het serienummer van uw
machine.
168
Stand.instel.
Ontvangstmodus
(Alleen bij
MFC-790CW)
Alleen Fax*
Fax/Telefoon
Handmatig
Kies de ontvangststand die
het beste aan uw
behoeften voldoet.
45
Ontvangstmodus
(Alleen bij
MFC-990CW)
Alleen Fax
Fax/Telefoon*
Handmatig
Datum&Tijd De datum en de tijd komen
op het LCD-scherm en op
de kopteksten van de
verzonden faxen te staan.
Raadpleeg
de
installatie-
handleiding
Stations-ID Fax:
Naam:
Stel de naam en het
faxnummer in die op elke
faxpagina moeten worden
afgedrukt.
Toon/Puls Toon*
Puls
Selecteer de kiesmodus.
Kiestoon Waarneming
Geen detectie*
Schakelt
kiestoonherkenning in of
uit.
149
Tel lijn inst Normaal*
PBX
ISDN
Kies het type telefoonlijn. 65
Hoorn registreren
(Alleen bij
MFC-990CW)
Registreer
Afsluiten
Stelt de machine in om de
draadloze telefoon te
registreren.
Zie DECT
Handset
BCL
-
D70
Gebruikersh
andleiding
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
182
Fax ( )
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen
Pagina
Faxresolutie ——Standaard*
Fijn
Superfijn
Foto
Hiermee stelt u de resolutie
voor uitgaande faxen in.
41
Contrast ——Automatisch*
Licht
Donker
Hiermee kunt u de faxen die
u verzendt, lichter of
donkerder maken.
41
Rondsturen
Nummer toevoegen
Snelkies
U kunt hetzelfde faxbericht
aan meerdere faxnummers
sturen.
39
Voorbeeld ——Aan
Uit*
U kunt een voorbeeld van
een faxbericht bekijken
voordat u de fax verzendt.
38
Tijdklok ——Aan (00;00)
Uit*
Hiermee stelt u het tijdstip (in
24-uursnotatie) in waarop de
uitgestelde faxen moeten
worden verzonden.
42
Verzamelen ——Aan
Uit*
Hiermee worden uitgestelde
faxen aan hetzelfde
faxnummer die op hetzelfde
tijdstip moeten worden
verzonden, gecombineerd in
één verzending.
43
Direct Verzend
——Aan
Uit*
U kunt een fax verzenden
zonder het geheugen te
gebruiken.
42
Verzend Pollen
——Stand.
Beveilig
Uit*
Hiermee stelt u het
document op uw machine zo
in dat het kan worden
opgehaald door een ander
faxapparaat.
88
Ontvang Pollen
——Stand.
Beveilig
Tijdklok
Uit*
Hiermee wordt uw machine
ingesteld voor polling met
een ander faxapparaat.
86
Internationaal
——Aan
Uit*
Als u problemen heeft met
het internationaal verzenden
van faxen, zet u deze optie
op Aan.
42
Scanform. Glas
——A4*
Letter
Hiermee past u het
scangebied van de glasplaat
aan het documentformaat
aan.
37
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
183
C
Nieuwe standaard
instellen
——Ja
Nee
U kunt uw faxinstellingen
opslaan.
43
Fabrieks-
instellingen
——Ja
Nee
U kunt alle instellingen
terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
44
Snelkies Meer Snelkiezen
instellen
Hiermee kunt u een nummer
kiezen met een paar
toetsaanslagen (plus Start).
72
Groepen
instellen
Hiermee stelt u een
groepsnummer voor
groepsverzenden in.
75
Wijzig instell
U kunt de snelkiesnummers
wijzigen.
72
Verwijder U kunt de snelkiesnummers
verwijderen.
75
Geschiedenis Uitg. Gesprek Fax versturen U kunt een nummer kiezen
uit het geheugen van
uitgaande oproepen en dit
nummer vervolgens bellen,
toevoegen als
snelkiesnummer of
verwijderen, of er een fax
naar sturen.
71
Telefoneren
Meer Toevoegen
snelkiesnr
Verwijder
Overz.beller-ID
Fax versturen U kunt een nummer kiezen
uit het overzicht van beller-
ID's en dit nummer
vervolgens bellen,
toevoegen als
snelkiesnummer of
verwijderen, of er een fax
naar sturen.
71
Telefoneren
Meer Toevoegen
snelkiesnr
Verwijder
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen
Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
184
Scan ( )
Niveau1 Optie1 Optie2 Optie3 Omschrijvingen Pagina
Scan nr e-mail
U kunt een monochroom
document of een document in
kleur naar uw
e-mailtoepassing scannen.
Zie de
software-
handleiding
op de cd-rom
Scan nr beeld
U kunt een afbeelding in kleur
naar uw grafische toepassing
scannen.
Scan nr OCR U kunt een tekstdocument
converteren naar een
bewerkbaar tekstbestand.
Scan nr bestand
U kunt een monochroom
document of een document in
kleur naar uw computer
scannen.
Scan nr media
(wanneer een
geheugenkaart of
USB
-
flashstation
is geplaatst)
Kwaliteit 150 dpi 16kl*
300 dpi 16kl
600 dpi 16kl
200x100 dpi Z&W
200 dpi Z&W
U kunt de scanresolutie, het
bestandsformaat voor uw
document kiezen.
116
Bestandstype (Als u voor 'Kwal.'
een kleuroptie
heeft gekozen.)
PDF*
JPEG
(Als u voor 'Kwal.'
een zwart-
witoptie heeft
gekozen.)
PDF*
TIFF
Bestandsnaam U kunt de naam van het
bestand wijzigen.
Nieuwe standaard
Ja
Nee
U kunt uw scaninstellingen
opslaan.
117
Fabrieks-
instellingen
Ja
Nee
U kunt alle instellingen
terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
117
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
185
C
Kopie ( )
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen
Pagina
Kwaliteit ——Snel
Normaal*
Fijn
Hiermee kunt u de
kopieerresolutie voor uw
type document selecteren.
92
Vergroten/
Verkleinen
100%* ——— 94
Vergroten
198% 10x15cm
i
A4
186%10x15cm
i
LTR
142% A5 i A4
U kunt het
vergrotingspercentage voor
uw type document
selecteren.
94
Verkleinen 97% LTR i A4
93% A4 i LTR
83% LGL i A4
69% A4 i A5
47% A4
i
10x15cm
U kunt het
verkleiningspercentage voor
uw type document
selecteren.
94
Paginavull. De grootte wordt
automatisch afgestemd op
het door u ingestelde
papierformaat.
94
Custom
(25-400%)
U kunt het vergrotings- of
verkleiningspercentage voor
uw type document
selecteren.
94
Papiersoort ——Normaal pap.*
Inkjet papier
Brother BP71
Glossy anders
Transparanten
Selecteer de papiersoort die
overeenkomt met het papier
in de lade.
93
Papierformaat ——A4*
A5
10x15cm
Letter
Legal
Selecteer het papierformaat
dat overeenkomt met het
papier in de lade.
93
Helderheid ——
Hiermee kunt de helderheid
van kopieën aanpassen.
96
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
0
-1
-2
Donker Licht
186
Contrast ——
Hiermee kunt het contrast
van kopin aanpassen.
96
Stapelen/
Sorteren
——Stapelen*
Sorteren
U kunt meerdere kopieën
stapelen of sorteren.
96
Pagina layout Uit(1op1)*
2op1(P)
2op1(L)
4op1(P)
4op1(L)
Poster (3 x 3)
U kunt N op 1- of
posterkopieën maken.
95
Boek kop. Aan Hiermee worden donkere
randen en scheefstand
gecorrigeerd bij kopiëren via
de glasplaat.
97
Aan (voorb.) (Scheef corr.)—
(
Dichth. aanp.
)
Uit* ——
Watermerk
kopiëren
Watermerk gebr.
Zie de instellingen
voor het
watermerk in de
volgende tabel.
U kunt een logo of tekst als
watermerk in uw document
plaatsen.
98
Sjabloon bewerken
Afbeeld. gebruiken
Favoriete
instellingen
Opslaan Favoriet: 1
Favoriet: 2
Favoriet: 3
U kunt uw favoriete
instellingen opslaan.
99
Naam wijzigen
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen
Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
0
-1
-2
Menu en functies
187
C
Watermerkkopie-instellingen
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen
Pagina
Sjabloon bewerken
Tekst VERTROUWEL.*
CONCEPT
KOPIE
Hiermee kunt u een
tekstsjabloon als watermerk
in uw document plaatsen.
98
Positie A
B
C
D
E*
F
G
H
I
Patroon
Formaat Klein
Midden*
Groot
Hoek -90°
-45°*
0°
+45°
+90°
Transparantie
Kleur Rood
Oranje
Geel
Groen
Blauw
Paars
Zwart*
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
0
-1
-2
188
Afbeeld.
gebruiken
Scan
(Plaats de pagina
en druk op Start.)
Transparantie
Hiermee kunt u een
gescande afbeelding (logo
of tekst) als watermerk in uw
document plaatsen.
98
Media Positie A
B
C
D
E*
F
G
H
I
Patroon
Hiermee kunt u een
afbeelding (logo of tekst) op
een verwisselbaar medium
als watermerk in uw
document plaatsen.
Formaat Klein
Midden*
Groot
Hoek -90°
-45°*
0°
+45°
+90°
Transparantie
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen
Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
0
-1
-2
+2
+1
0
-1
-2
Menu en functies
189
C
Photo Capture ( )
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen
Pagina
Foto’s bekijken
(Alle foto's afdrukken)
(Auto Correct)
Zie de
printinstellingen in
de volgende tabel.
U kunt alle foto's op uw
geheugenkaart of
USB-flashstation afdrukken.
105
(Slideshow)
De machine start een
diavoorstelling van uw foto's.
Hiermee wordt door de
machine bepaald welk effect
geschikt is voor uw foto.
107
Foto- effecten
Verbeteren
(Auto Correct)
(Huid verbeteren)
(Landschap verb.)
(Rood-oog Verw.)
(Monochroom)
(Sepia)
(Auto Correct
Rood-oog Verw.)
Zie de
printinstellingen in
de volgende tabel.
U kunt uw foto's aanpassen
met deze instellingen.
107
Trimming U kunt delen van een foto
afknippen en het resterende
beeld afdrukken.
107
Afdrukken van
index
Index
6 Images/Regel
*
5 Images/Regel
Zie de
printinstellingen in
de volgende tabel.
U kunt een pagina met
miniaturen afdrukken.
106
Foto’s afdrukken
U kunt een afzonderlijk
beeld afdrukken.
107
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
190
Printinstellingen
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen
Pagina
Printkwaliteit
(Wordt niet
weergegeven
voor afdrukken
met DPOF)
Normaal
Foto*
Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit instellen.
111
Papiersoort Normaal pap.
Inkjetpapier
Brother BP71
Glossy anders
*
Hiermee kunt u de
papiersoort selecteren.
111
Papierform. 10x15cm*
13x18cm
A4
Letter
(Wanneer A4 of
Letter is
geselecteerd)
8x10cm
9x13cm
10x15cm
13x18cm
15x20cm
Max. afm.*
Hiermee kunt u het papier-
en afdrukformaat
selecteren.
111
Helderheid
(Wordt niet
weergegeven
wanneer
Foto- effecten
geselecteerd is.)
Hiermee kunt u de
helderheid instellen.
112
Contrast
(Wordt niet
weergegeven
wanneer
Foto- effecten
geselecteerd is.)
Hiermee kunt u het contrast
instellen.
112
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
0
-1
-2
Donker Licht
+2
+1
0
-1
-2
Menu en functies
191
C
Kleur aanp.
(Wordt niet
weergegeven
wanneer
Foto- effecten
geselecteerd is.)
Aan
Uit*
Wit Balans
Hiermee kunt u de tint van
witte vlakken aanpassen.
112
Scherpte
Hiermee kunt u het detail
van de afbeelding
verbeteren.
Kleurdensiteit
Hiermee kunt u de totale
hoeveelheid kleur in de
afbeelding aanpassen.
Bijsnijd(crop)
Aan*
Uit
Hiermee kunt u de
afbeelding rond de marge
bijsnijden ter aanpassing
aan het papierformaat of
het afdrukformaat. Zet deze
functie uit wanneer u hele
afbeeldingen wilt afdrukken
of ongewenst bijsnijden wilt
vermijden.
114
Zonder rand Aan*
Uit
Hiermee wordt het
afdrukgebied uitgebreid
naar de zijden van het
papier.
114
Datum afdr.
(Wordt niet
weergegeven
voor afdrukken
met DPOF.)
Aan
Uit*
Hiermee kunt u de datum
op foto's laten afdrukken.
114
Nieuwe standaard
Ja
Nee
U kunt uw printinstellingen
opslaan.
115
Fabrieksinstell.
Ja
Nee
U kunt alle instellingen
terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
117
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen
Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
0
-1
-2
+2
+1
0
-1
-2
+2
+1
0
-1
-2
192
Snelkies ( )
Geschiedenis ( )
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen
Pagina
Snelkies Meer Snelkiezen
instellen
Hiermee kunt u een
nummer kiezen met een
paar toetsaanslagen (plus
Start).
72
Groepen
instellen
Hiermee stelt u een
groepsnummer voor
groepsverzenden in.
75
Wijzig instell
U kunt de snelkiesnummers
wijzigen.
72
Verwijder U kunt de snelkiesnummers
verwijderen.
75
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen
Pagina
Geschiedenis Uitg. Gesprek Fax versturen U kunt een nummer kiezen
uit het geheugen van
uitgaande oproepen en dit
nummer vervolgens bellen,
toevoegen als
snelkiesnummer of
verwijderen, of er een fax
naar sturen.
71
Telefoneren
Meer Toevoegen
snelkiesnr
Verwijder
Overz.beller-ID
Fax versturen U kunt een nummer kiezen
uit het overzicht van
beller-ID's en dit nummer
vervolgens bellen,
toevoegen als
snelkiesnummer of
verwijderen, of er een fax
naar sturen.
71
Telefoneren
Meer Toevoegen
snelkiesnr
Verwijder
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Snelkies
Geschiedenis
Menu en functies
193
C
Tekst invoeren C
Tijdens het instellen van bepaalde menuselecties, moet u wellicht tekst in de machine invoeren.
Druk op om cijfers, letters of speciale tekens te kiezen. Aan elke toets op het LCD-scherm zijn
maximaal vier letters toegewezen.
U krijgt het gewenste teken door meermaals op de juiste toets te drukken.
Spaties invoegen C
Om een spatie toe te voegen, drukt u op om speciale tekens te kiezen en drukt u dan op de
spatietoets of .
Opmerking
De beschikbare tekens kunnen per land verschillen.
Correcties aanbrengen C
Als u een foute letter hebt ingevoerd en deze wilt corrigeren, gebruikt u de pijltoetsen om de cursor
onder het foute teken te zetten. Druk vervolgens op . Voer nu het juiste teken in. U kunt ook
letters invoegen door de cursor te verplaatsen en een teken in te voeren.
Letters herhalen C
Als u een letter wilt invoeren die op dezelfde toets staat als de vorige letter, drukt u op c om de
cursor naar rechts te verplaatsen en drukt u daarna opnieuw op de toets.
OK
194
D
Algemeen D
Specificaties D
Printertype Inkjet
Afdrukmethode Mono:
Kleur:
Piëzo met 94 × 1 spuitmondje
Piëzo met 94 × 3 spuitmondjes
Geheugencapaciteit 48 MB
LCD (liquid crystal display) LCD-scherm touchscreen: 106,7 mm
Actief gedeelte van het touchscreen: 100,3 mm
Stroombron AC 220 tot 240 V 50/60Hz
Stroomverbruik (MFC-790CW)
Uit-stand:
Slaapstand:
Stand-by:
In bedrijf:
(MFC-990CW)
Uit-stand:
Slaapstand:
Stand-by:
In bedrijf:
Circa 0,8 W
Circa 5 W
Circa 6,5 W
Circa 28 W
Circa 0,9 W
Circa 8 W
Circa 8,5 W
Circa 30 W
Specificaties
195
D
1
Dit is afhankelijk van de omstandigheden waarin wordt afgedrukt.
Afmetingen (MFC-790CW)
(MFC-990CW)
Gewicht (MFC-790CW) 8,5 kg
(MFC-990CW) 8,6 kg
Geluidsemissie In bedrijf:
LPAm = 50 dB of minder
1
Geluidemissie conform
ISO9296
In bedrijf: LWAd = 64,3 dB (A) (Mono)
LWAd = 61,6 dB (A) (Kleur)
Kantoorapparatuur met LWAd boven
63,0 dB (A) is niet geschikt voor gebruik in
een ruimte waar mensen voornamelijk
denkwerk verrichten. Dergelijke apparatuur
moet in aparte ruimten worden geplaatst
om geluidshinder te voorkomen.
Temperatuur In bedrijf:
Beste afdrukkwaliteit:
10 - 35° C
20 - 33° C
Vochtigheid In bedrijf:
Beste afdrukkwaliteit:
20 - 80% (niet condenserend)
20 - 80% (niet condenserend)
ADF (automatische
documentinvoer)
Aanbevolen omgeving voor optimale resultaten:
Max. 15 pagina’s
Temperatuur: 20° C - 30° C
Vochtigheid: 50% - 70%
Papier: 80 g/m
2
A4- of Letterformaat
Papierlade
100 vel 80 g/m
2
180 mm
375 mm
390 mm 370 mm
460 mm 460 mm
180 mm
390 mm
375 mm
468 mm
370 mm
460 mm
196
Afdrukmedia D
1
Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
2
Voor glanzend papier of transparanten raden wij u aan om de bedrukte pagina's direct nadat ze zijn uitgevoerd, uit de
uitvoerpapierlade te nemen om vlekken te voorkomen.
3
Zie Type en formaat papier voor elke functie op pagina 19.
Papierinvoer Papierlade
Papiersoort:
Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier),
glanzend papier
2
, transparanten
12
en enveloppen
Papierformaat:
Letter, Legal, Executive, A4, A5, A6, JIS B5, enveloppen
(commerciële Nr.10, DL, C5, Monarch, JE4), Foto 2L,
Index card en Briefkaart
3
Breedte: 89 mm - 215,9 mm
Lengte: 127 mm - 355,6 mm
Zie Gewicht, dikte en capaciteit papier op pagina 20 voor
meer informatie.
Maximale capaciteit papierlade:
Circa 100 vel normaal papier van 80 g/m
2
Fotopapierlade
Papiersoort:
Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier) en glanzend
papier
2
Papierformaat:
Foto 10×15 cm en Foto L
Breedte: 89 mm - 101,6 mm
Hoogte: 127 mm - 152,4 mm
Maximale capaciteit papierlade:
Circa 20 vellen
Papieruitvoer Max. 50 vel normaal papier van A4-formaat (naar lade
uitgevoerd met de bedrukte zijde naar boven)
2
Specificaties
197
D
Fax D
Compatibiliteit ITU-T supergroep 3
Coderingssysteem MH/MR/MMR/JPEG
Modemsnelheid Automatische terugval
33.600 bps
Documentgrootte Breedte ADF: 148 - 215,9 mm
Lengte ADF: 148 - 355,6 mm
Breedte glasplaat: max. 215,9 mm
Lengte glasplaat: max. 297 mm
Scanbreedte ADF: 208 mm (A4-papier)
Glasplaat: 204 mm (A4-papier)
Afdrukbreedte 204 mm
Grijstinten 256 niveaus
Typen polling Standaard, Beveiligd, Tijdklok, Opeenvolgend:
(alleen monochroom)
Contrastregeling Automatisch/Licht/Donker
(handmatig instellen)
Resolutie Horizontaal 8 dots/mm
Verticaal
Standaard
3,85 lijnen/mm (Mono)
7,7 lijnen/mm (Kleur)
Fijn
7,7 lijnen/mm (Mono/Kleur)
Foto
7,7 lijnen/mm (Mono)
Superfijn
15,4 lijnen/mm (Mono)
198
1
Alleen zwart-wit
2
'pagina's' verwijst naar de 'Brother Standard Chart No. 1' (een standaardzakenbrief, standaardresolutie, MMR-code).
Specificaties en gedrukt materiaal kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
3
'pagina's' verwijst naar de 'ITU-T Test Chart #1' (een standaardzakenbrief, standaardresolutie, MMR-code).
Specificaties en gedrukt materiaal kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Snelkiesnummers 100 stations × 2 nummers
Groepen Max. 6
Rondsturen
1
250 stations
Automatisch opnieuw
kiezen
3 keer met tussenpozen van 5 minuten
Belvertraging 0, 1, 2, 3, 4, 5 of 6 belsignalen
Bron van communicatie Openbaar telefoonnetwerk.
Verzenden vanuit het
geheugen
Max. 480
2
/400
3
pagina's
Ontvangst zonder papier
(Geheugen ontv.)
Max. 480
2
/400
3
pagina's
Specificaties
199
D
Digitaal antwoordapparaat D
Antwoordapparaat Ja
Opnametijd inkomend
bericht
Max. 29 minuten/Max. 99 berichten
(Max.180 seconden/1 bericht)
Bespaarstand Ja
Gesprek opnemen Ja (alleen bij MFC-790CW)
Uitgaand bericht Ja
Opnametijd uitgaand
bericht
20 seconden
200
Digitale draadloze telefoon
(alleen bij MFC-990CW)
D
Draadloze telefoon (BCL-D70) D
Batterij D
Frequentie 1,9 GHz
Standaard DECT™
Meerdere hoorns Max. 4 hoorns
Afmetingen
Gewicht (inclusief batterij) 149 g
LCD (liquid crystal display) 16 cijfers, 3 lijnen (+1-Lijn voor Pict),
Achtergrondverlichting (Oranje)
Oplaadindicator Ja (LED)
Volledige oplaadtijd 12 uur
Bij gebruik (spreken) 10 uur
Niet in gebruik (Stand-by) 200 uur
Type BCL-BT20
Kwalificatie Ni-MH 3,6 V 730 mAh
154 mm
31.6 mm 49.6 mm
Specificaties
201
D
Kopiëren D
Kleur/Monochroom Ja/Ja
Documentgrootte Breedte ADF: 148 - 215,9 mm
Lengte ADF: 148 - 355,6 mm
Breedte glasplaat: max. 215,9 mm
Lengte glasplaat: max. 297 mm
Breedte kopie: max. 210 mm
Meerdere kopieën Stapelt/sorteert maximaal 99 pagina's
Vergroten/verkleinen 25% tot 400% (in stappen van 1%)
Resolutie (Monochroom)
Kan max. 1.200×1.200 dpi scannen
Kan max. 1.200×1.200 dpi afdrukken
(Kleur)
Kan max. 600×1.200 dpi scannen
Kan max. 600×1.200 dpi afdrukken
202
PhotoCapture Center™ D
1
Bij de machine worden geen geheugenkaarten, adapters of USB-flashstation geleverd.
2
16 MB tot 2 GB
3
4 GB tot 8 GB
4
xD-Picture Card™ Conventional Card van 16 MB tot 512 MB
xD-Picture Card™ Type M van 256 MB tot 2 GB
xD-Picture Card™ Type M
+
1GB en 2GB
xD-Picture Card™ Type H van 256 MB tot 2 GB
5
USB 2.0-standaard
USB-massaopslag van 16 MB tot 8 GB
Ondersteunde indeling: FAT12/FAT16/FAT32
6
Progressief JPEG-formaat wordt niet ondersteund.
7
Zie Type en formaat papier voor elke functie op pagina 19.
Compatibele media
1
CompactFlash
®
(alleen Type I)
(Microdrive™ is niet compatibel)
(Compact I/O-kaarten zoals Compact LAN-kaart en
Compact Modem-kaart worden niet ondersteund.)
Memory Stick
®
Memory Stick Pro™
Memory Stick Duo™ met adapter
Memory Stick Micro (M2) met adapter
SD
2
SDHC
3
microSD met adapter
miniSD™ met adapter
xD-Picture Card™
4
USB-flashstation
5
Resolutie Max. 1.200 × 2.400 dpi
Bestandsextensie
(Mediaformaat)
(Beeldformaat)
DPOF, EXIF, DCF
Foto afdrukken: JPEG
6
Scannen naar media: JPEG, PDF (Kleur)
TIFF, PDF (Zwart)
Aantal bestanden Max. 999 bestanden
(De map op geheugenkaarten of USB-flashstations wordt
ook meegeteld.)
Map Het bestand moet op het 4e mapniveau van de
geheugenkaart of het USB-flashstation zijn opgeslagen.
Zonder rand
Letter, A4, Foto (10×15 cm), Foto 2L (13×18 cm)
7
Specificaties
203
D
PictBridge D
Compatibiliteit Ondersteunt de PictBridge-norm CIPA DC-001 van de
Camera & Imaging Products Association.
Ga naar http://www.cipa.jp/pictbridge
voor meer informatie.
Interface USB Direct-interface
204
Draadloze technologie van Bluetooth
®
(alleen bij MFC-990CW)
D
Apparaten met Bluetooth kunnen in JPG-formaat afdrukken via andere apparaten zoals camera's,
telefoons en PDA's.
Standaard ver 2.0 + EDR
Ondersteuningsprofiel BIP, OPP
Frequentie 2,4 - 2,485 GHz
Communicatiesnelheid ver 2.0 + EDR : Max. 3 Mbps
Maximale grootte van te
ontvangen bestand
Max. 3 MB
Bestandextensie
(Afbeeldingsformaat)
JPG
Specificaties
205
D
Scanner D
1
In deze gebruikershandleiding duidt Windows
®
XP op de volgende besturingssystemen: Windows
®
XP Home Edition,
Windows
®
XP Professional en Windows
®
XP Professional x64 Edition.
2
Scannen met maximaal 1.200 × 1.200 dpi bij gebruik van de WIA-driver voor Windows
®
XP en Windows Vista
®
(resolutie tot max. 19.200 × 19.200 dpi kan worden geselecteerd met het scannerhulpprogramma van Brother)
Kleur/Monochroom Ja/Ja
TWAIN-compatibel
Ja (Windows
®
2000 Professional/XP/
XP Professional x64 Edition/Windows Vista
®
)
Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter
WIA-compatibel
Ja (Windows
®
XP
1
/Windows Vista
®
)
Kleurintensiteit 36-bits kleurverwerking (invoer)
24-bits kleurverwerking (uitvoer)
(Werkelijke invoer: 30-bits kleur/
Werkelijke uitvoer: 24-bits kleur)
Resolutie
Max. 19.200 × 19.200 dpi (geïnterpoleerd)
2
Max. 1.200 × 2.400 dpi (optisch) (glasplaat)
Max. 1.200 × 600 dpi (optisch) (ADF)
Scansnelheid Mono: Max. 3,44 sec.
Kleur: Max. 4,83 sec.
(A4-formaat in 100 × 100 dpi)
Documentgrootte Breedte ADF: 148 - 215,9 mm
Lengte ADF: 148 - 355,6 mm
Breedte glasplaat: max. 215,9 mm
Lengte glasplaat: max. 297 mm
Scanbreedte Max. 210 mm
Grijstinten 256 niveaus
206
Printer D
1
Gebaseerd op het standaardpatroon van Brother.
A4-formaat in conceptmodus.
2
Wanneer u de optie Zonder rand op Aan zet.
3
Zie Type en formaat papier voor elke functie op pagina 19.
4
Bij afdrukken op papier van A4-formaat.
Printerdriver
Windows
®
2000 Professional/XP/
XP Professional x64 Edition/Windows Vista
®
-driver
met ondersteuning voor Brother Native Compression-
modus
Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter: Brother-inktdriver
Resolutie Max. 1.200 × 6.000 dpi
1.200 × 2.400 dpi
1.200 × 1.200 dpi
600 × 1.200 dpi
600 × 600 dpi
600 × 300 dpi
600 × 150 dpi (Kleur)
450 × 150 dpi (Mono)
Afdruksnelheid
Max. 33 pagina's/minuut (Mono)
1
Max. 27 pagina's/minuut (Kleur)
1
Afdrukbreedte
204 mm (210 mm)
24
Zonder rand Letter, A4, A6, Foto (10×15 cm), Index Card,
Foto L (89×127 mm), Foto 2L (13×18 cm), Briefkaart
3
Specificaties
207
D
Interfaces D
1
Uw machine heeft een Hi-Speed USB 2.0-interfacekabel. De machine kan ook worden verbonden met een computer
die een USB 1.1-interface heeft.
2
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund voor Macintosh
®
.
3
Zie de netwerkhandleiding voor gedetailleerde netwerkspecificaties.
USB
Een USB 2.0-interfacekabel die niet langer is dan 2 m.
12
LAN-kabel
3
Ethernet UTP-kabel van categorie 5 of hoger.
Draadloos LAN-netwerk Uw machine ondersteunt draadloze IEEE 802.11b/g-
communicatie met uw draadloze LAN-netwerk. Hierbij wordt
gebruik gemaakt van infrastructuurmodus of een
peer-to-peerverbinding in ad-hocmodus.
208
Vereisten voor de computer D
ONDERSTEUNDE BESTURINGSSYSTEMEN EN SOFTWAREFUNCTIES
Computerplatform &
besturingssysteemversie
Ondersteunde
pc-
software
functies
Pc-
interface
Minimale
processorsnelheid
Minimum
-RAM
Aanbevolen
hoeveelheid
RAM
Hardeschijfruimte
voor installatie
Drivers
Toepassingen
Windows
®
besturings
-
systeem
1
2000
Professional
5
Afdrukken,
PC-Fax
4
,
Scannen,
Verwisselbare
schijf
USB,
10/100
BaseTx
(Ethernet),
Draadloos
802.11b/g
Intel
®
Pentium II
®
of
gelijkwaardig
64 MB 256 MB 110 MB 340 MB
XP
Home
25
XP
Professional
25
128 MB 110 MB 340 MB
XP
Professional x64
Edition
2
64-bits (Intel
®
64
of AMD64)
ondersteunde
CPU
256 MB 512 MB 110 MB 340 MB
Windows
Vista
®2
Intel
®
Pentium
®
4
of equivalent
64-bits (Intel
®
64
of AMD64)
ondersteunde
CPU
512 MB 1 GB 600 MB 530 MB
Macintosh
®
besturings-
systeem
6
Mac OS
®
X
10.2.4 -
10.4.3
Afdrukken,
PC-Fax
verzenden
4
,
Scannen,
Verwisselbare
schijf
USB
3
,
10/100
BaseTx
(Ethernet),
Draadloos
802.11b/g
PowerPC
G4/G5
PowerPC
G3 350 MHz
128 MB 256 MB 80 MB 400 MB
Mac OS
®
X
10.4.4 of
recenter
PowerPC
G4/G5
Intel
®
Core
-
processor
512 MB 1 GB
Toelichting:
1
Microsoft
®
Internet Explorer 5.5 of recenter
2
Voor WIA, resolutie 1.200 × 1.200. De resolutie
kan tot 19.200 × 19.200 dpi worden verhoogd
via het scannerhulpprogramma van Brother.
3
USB-poorten van andere merken worden niet
ondersteund.
4
PC-Fax ondersteunt alleen monochroom.
5
PaperPort™ 11SE ondersteunt Microsoft
®
SP4
of hoger voor Windows
®
2000, en SP2 of hoger
voor XP.
6
Presto!
®
PageManager
®
op de cd-rom
ondersteunt Mac OS
®
X 10.3.9 of hoger. Voor
Mac OS
®
X 10.2.4-10.3.8 kan Presto!
®
PageManager
®
worden gedownload van het
Brother Solutions Center.
Voor de meest recente driver-updates gaat u naar
http://solutions.brother.com
Alle handelsmerken, merk- en productnamen zijn
eigendom van de respectieve bedrijven.
Specificaties
209
D
Verbruiksartikelen D
Inkt De machine gebruikt aparte inktcartridges in Zwart, Geel, Cyaan en
Magenta die los staan van de printkopset.
Gebruiksduur van
inktcartridge
De eerste keer dat u een set inktcartridges installeert, gebruikt de
machine een hoeveelheid inkt om de inktleidingen te vullen voor
afdrukken van hoge kwaliteit. Dit is een eenmalig proces. Met alle
daaropvolgende inktcartridges kunt u het gespecificeerde aantal
pagina’s afdrukken.
De cartridges die bij de machine zijn geleverd, gaan minder lang
mee dan standaard cartridges (65%).
Verbruiksonderdelen
vervangen
<Zwart> LC1100BK, <Cyaan> LC1100C,
<Magenta> LC1100M, <Geel> LC1100Y
Zwart - Ongeveer 450 pagina's
1
Geel, Cyaan en Magenta - Ongeveer 325 pagina's
1
1
De gemiddelde levensduur van de cartridge wordt verklaard conform
ISO/IEC 24711.
Ga naar http://www.brother.com/pageyield voor meer informatie
over verbruiksartikelen.
Wat is Innobella™?
Innobella™ is een assortiment verbruiksartikelen van Brother. De
naam 'Innobella™' is een samentrekking van de woorden 'innovatie'
en 'bella' (het Italiaanse woord voor 'mooi') en duidt op innovatieve
Brother-technologie die u mooie en duurzame afdrukresultaten biedt.
Brother beveelt glanzend Innobella™-fotopapier (BP71-serie) aan
voor het afdrukken van hoogwaardige foto's. Met Innobella™-inkt en
-papier maakt u in een handomdraai prachtige afdrukken.
210
Netwerk (LAN) D
1
Zie het overzicht van computervereisten op pagina 208.
2
Als u meer geavanceerde printerbeheersoftware nodig heeft, gebruikt u de meest recente versie van het
hulpprogramma Brother BRAdmin Professional, die u kunt downloaden vanaf http://solutions.brother.com
.
LAN U kunt uw machine op een netwerk aansluiten om via het netwerk af
te drukken en te scannen, en om PC-Fax verzenden, PC-Fax
ontvangen (alleen Windows
®
) en Remote Setup te gebruiken
1
. De
netwerkbeheersoftware Brother BRAdmin Light
2
wordt meegeleverd.
Ondersteuning van
Windows
®
2000 Professional/XP/XP Professional x64 Edition/
Windows Vista
®
Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter
Ethernet 10/100 BASE-TX Auto Negotiation (bekabeld LAN-netwerk)
IEEE 802.11 b/g (draadloos LAN)
Protocollen TCP/IP: ARP, RARP, BOOTP, DHCP, APIPA
(Auto IP), NetBIOS/WINS, LPR/LPD,
Custom Raw Port/Port9100, DNS-resolver,
mDNS, FTP-server, TELNET, SNMPv1,
TFTP, Scannerpoort, LLTD-responder,
Webservices
Netwerkbeveiliging SSID/ESSID, 128 (104) / 64 (40) -bits WEP, WPA/WPA2-PSK
(TKIP/AES)
Configuratiehulp-
programma
SecureEasySetup™ Ja (eenvoudige configuratie via uw
toegangspunt/router met
SecureEasySetup™-technologie)
AOSS™ Ja (eenvoudige configuratie via uw
toegangspunt/router met AOSS™--
technologie)
WPS Ja (eenvoudige configuratie via uw
toegangspunt/router met
Wi-Fi Protected Setup™--technologie)
Specificaties
211
D
Het draadloze netwerk configureren met één druk op de knop D
Als uw draadloze toegangspunt ondersteuning biedt voor SecureEasySetup™,
Wi-Fi Protected Setup™ (PBC
1
) of AOSS™, kunt u de machine gemakkelijk configureren zonder
computer. Door op een knop op uw WLAN-router/-toegangspunt en de machine te drukken kunt
u de instellingen voor het draadloze netwerk en de beveiliging configureren. In de
gebruikershandleiding bij uw WLAN-router/-toegangspunt wordt toegelicht hoe u het
configuratieproces uitvoert met deze knop.
1
Push Button Configuration (configuratie met knop)
Opmerking
Routers of toegangspunten die SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™
ondersteunen, zijn voorzien van de onderstaande symbolen.
212
E
Dit is een uitvoerige lijst van functies en termen die voorkomen in Brotherhandleidingen.
Beschikbaarheid van deze functies is afhankelijk van het model dat u heeft aangeschaft.
Verklarende woordenlijst E
ADF (automatische documentinvoer)
Het document kan in de ADF worden
geplaatst, waarbij iedere pagina om
beurten automatisch wordt gescand.
Afstandsbediening
De mogelijkheid om vanaf afstand
toegang tot uw machine te krijgen via een
telefoon met druktoetsen.
Antwoordapparaat
(automatische telefoonbeantwoorder)
U kunt een extern antwoordapparaat op
uw machine aansluiten.
Auto reductie
Als deze functie is geactiveerd, wordt een
inkomend faxbericht verkleind afgedrukt.
Automatisch een fax verzenden
Een fax verzenden zonder de hoorn van
een externe telefoon op te nemen.
Automatisch opnieuw kiezen
Een functie waarmee uw machine het
laatste faxnummer na vijf minuten
opnieuw kan kiezen, als de fax niet kon
worden verzonden omdat de lijn bezet
was.
Backup Print (reservekopie)
De machine maakt een afdruk van alle
faxen die zijn ontvangen en opgeslagen in
het geheugen. Dit is een
veiligheidsmaatregel zodat bij een
stroomstoring geen faxberichten verloren
gaan.
Belvertraging
Het aantal keren dat de machine overgaat
vóór het beantwoorden in de stand
Alleen Fax en Fax/Telefoon.
Belvolume
Instelling van het volume voor het
belsignaal van de machine.
CNG-tonen
De speciale tonen (geluidssignalen) die
een faxmachine tijdens automatische
transmissies uitzendt om de ontvangende
machine te laten weten dat het een
faxtransmissie betreft.
Code voor activeren op afstand
Toets deze code in (l 5 1) als u een
faxoproep aanneemt op een extern of een
tweede toestel.
Code voor deactiveren op afstand
(alleen voor de stand Fax/Telefoon)
Wanneer de machine een normaal
telefoontje ontvangt, wordt een dubbel
belsignaal gegenereerd. U kunt het
telefoontje aannemen op een tweede
toestel door deze code in te toetsen (# 5 1).
Code voor toegang op afstand
Een persoonlijke code van vier tekens (---l)
waarmee u vanaf een externe locatie
toegang kunt krijgen tot uw machine.
Coderingsmethode
Methode voor het coderen van de
informatie in een document. Alle
faxmachines dienen de
minimumstandaard Modified Huffman
(MH) te gebruiken. Uw machine is
uitgerust met betere
compressiemethodes,
Modified Read (MR), Modified Modified
Read (MMR) en JPEG, die werken als de
ontvangende machine over dezelfde
mogelijkheden beschikt.
Communicatiefout (Comm. fout)
Een fout tijdens het verzenden of
ontvangen van een fax, meestal
veroorzaakt door ruis of statische
elektriciteit op de lijn.
Verklarende woordenlijst
213
E
Compatibiliteitsgroep
De mogelijkheid van een faxapparaat om
met een ander faxapparaat te
communiceren. Tussen de ITU-T-groepen
is compatibiliteit verzekerd.
Contrast
Instelling om te compenseren voor
donkere of lichte documenten. Faxen of
kopieën van donkere documenten worden
lichter en omgekeerd.
Direct verzenden
Als het geheugen vol is, kunt u
faxberichten onmiddellijk verzenden.
ECM (Error Correction Mode)
Deze functie controleert tijdens een
faxtransmissie of er fouten optreden en
verzendt de pagina's met fouten opnieuw.
Extern toestel
Een antwoordapparaat of telefoontoestel
dat op uw machine is aangesloten.
F/T-beltijd
De periode dat de Brother-machine blijft
overgaan om u te waarschuwen dat u een
gewoon telefoontje moet aannemen
(wanneer de ontvangststand op
Fax/Telefoon staat).
Fax doorzenden
Hiermee wordt een fax die in het
geheugen is ontvangen, doorgestuurd
naar een ander faxnummer dat reeds is
voorgeprogrammeerd.
Fax opslaan
Hiermee kunt u ontvangen faxen in het
geheugen opslaan.
Fax/Telefoon
In deze stand kunt u faxen en telefoontjes
ontvangen. Gebruik deze stand niet als u
een antwoordapparaat heeft aangesloten.
Fax waarnemen
Deze functie zorgt ervoor dat uw machine
toch op faxtonen reageert, als u de
telefoon aanneemt en het een faxoproep
blijkt te zijn.
Faxjournaal
In het journaal staat informatie over de
laatste 200 faxberichten die zijn
ontvangen en verzonden. TX betekent
verzonden. RX betekent ontvangen.
Faxtonen
De tonen die tijdens het verzenden en
ontvangen van faxen door de
faxmachines worden uitgezonden.
Fijn, resolutie
Dit is een resolutie van 203 × 196 dpi.
Wordt gebruikt voor afdrukken met kleine
lettertjes en diagrammen.
Foto, resolutie (alleen Mono)
Een resolutie die verschillende grijstinten
gebruikt, zodat foto's optimaal worden
gereproduceerd.
Gebruikersinstellingen
Een afgedrukt rapport met de huidige
instellingen van de machine.
Grijstinten
De grijstinten die voor het kopiëren,
scannen en faxen van foto's worden
gebruikt.
Groepsnummer
Een combinatie van snelkiesnummers die
voor groepsverzenden zijn opgeslagen in
een snelkieslocatie.
Groepsverzending
(Alleen zwart-witfaxen) Om kosten te
besparen kunnen alle uitgestelde faxen
naar hetzelfde nummer als één zending
worden gestuurd.
Handmatig faxen verzenden
Op sommige modellen kunt u een
faxnummer kiezen en wachten totdat u
hoort dat het ontvangende faxapparaat
uw oproep beantwoordt voordat u op
Mono Start of Kleur Start drukt om de
verzending van de fax te starten.
Helderheid
Wijziging van de helderheid maakt de hele
afbeelding lichter of donkerder.
214
Helplijst
Een afdruk van de complete menutabel,
die u kunt gebruiken om uw machine te
programmeren wanneer u de
gebruikershandleiding niet bij de hand
heeft.
Innobella™
Innobella™ is een assortiment
verbruiksartikelen van Brother. Voor
resultaten van de hoogste kwaliteit wordt
door Brother het gebruik van Innobella™-
inkt en -papier aangeraden.
Internationale modus
In deze stand worden de faxtonen tijdelijk
gewijzigd om ruis en statische elektriciteit
op internationale telefoonlijnen te
onderdrukken.
Journaaltijd
De vooraf geprogrammeerde regelmaat
waarmee het faxjournaal automatisch
wordt afgedrukt. U kunt het faxjournaal
desgewenst ook op elk ander tijdstip
printen, zonder deze instelling op te
heffen.
Kleurverbetering
Hiermee wordt de kleur in de afbeelding
aangepast. De afdrukkwaliteit wordt
verhoogd door de scherpte, witbalans en
kleurdichtheid te verbeteren.
LCD (liquid crystal display)
Het schermpje op uw machine waarop
tijdens het programmeren meldingen
verschijnen. Wanneer de machine inactief
is, worden op dit schermpje de datum en
de tijd aangegeven.
Nummerweergave
Een service geleverd door het
telefoonbedrijf, waarmee u het nummer
(of de naam) ziet van degene door wie u
gebeld wordt. (Deze service
correspondeert met de functie Beller ID op
de machine.)
OCR (optical character recognition)
De meegeleverde softwaretoepassing
ScanSoft™ PaperPort™ 11SE met OCR
of Presto!
®
PageManager
®
zet een
afbeelding van tekst om in tekst die u kunt
bewerken.
Ontvangst zonder papier (Geh.ontvangst)
Als deze functie is geactiveerd en het
papier in uw machine op is, worden
ontvangen faxen in het geheugen van de
machine opgeslagen.
Pauze
Hiermee kunt u een pauze van
3,5 seconden in de kiesreeks inlassen
terwijl u met de kiestoetsen kiest of terwijl
u snelkiesnummers opslaat. Druk op
Pauze of Herkies/Pauze op het
bedieningspaneel of op Pauze op het
LCD-scherm, zo vaak als nodig is om
langere pauzes in te voeren.
PhotoCapture Center™
Hiermee kunt u digitale foto's van uw
digitale camera met een hoge resolutie
afdrukken, voor een afdrukkwaliteit die
gelijkstaat aan die van foto's.
PictBridge
Hiermee kunt u foto's van uw digitale
camera rechtstreeks met een hoge
resolutie afdrukken, voor een
afdrukkwaliteit die gelijkstaat aan die van
foto's.
Polling
Een functie waarmee een faxapparaat
een ander faxapparaat belt om wachtende
faxberichten op te halen.
Programmeermodus
De stand waarin u de instellingen van de
machine kunt wijzigen.
Puls
Een kiesmethode voor een telefoonlijn
(traditionele kiesschijf).
Verklarende woordenlijst
215
E
Resolutie
Het aantal verticale en horizontale lijnen
per inch. Zie ook: Standaard, Fijn,
Superfijn en Foto.
Resterende taken
U kunt controleren welke taken nog in het
geheugen staan en deze taken
afzonderlijk annuleren.
Rondsturen
Een en hetzelfde faxbericht naar meer
locaties zenden.
Scannen
De procedure waarmee een elektronische
afbeelding van een papieren document
naar uw computer wordt verzonden.
Scannen naar media
U kunt monochrome documenten en
documenten in kleur naar een
geheugenkaart of een USB-flashstation
scannen. Monochrome afbeeldingen
hebben het TIFF- of PDF-
bestandsformaat en afbeeldingen in kleur
kunnen het PDF- of JPEG-
bestandsformaat hebben.
Snelkieslijst
Een lijst van namen en nummers die zijn
opgeslagen in het geheugen voor
snelkiesnummers. De nummers staan in
numerieke volgorde in de lijst.
Snelkiesnummer
Een voorgeprogrammeerd nummer dat u
snel kunt kiezen. U moet op
drukken, de tweecijferige code intoetsen
en op Mono Start of Kleur Start drukken
om het kiezen te starten.
Standaard, resolutie
203 × 97 dpi. Wordt gebruikt voor tekst
van normaal formaat en biedt de snelste
transmissie.
Stations-ID
De opgeslagen informatie die boven aan
gefaxte pagina's verschijnt. Het bevat de
naam en het faxnummer van de
verzender.
Superfijn, resolutie (alleen Mono)
392 × 203 dpi. Ideaal voor kleine
afdrukken en lijntekeningen.
Tijdelijke instellingen
Voor elke faxtransmissie en kopie kunt u
bepaalde opties selecteren zonder de
standaardinstellingen te wijzigen.
Toon
Een kiesmethode die gebruikt wordt bij
toetstelefoons.
Transmissie
Het vanaf uw machine over de telefoonlijn
verzenden van faxen naar een andere
faxmachine.
Tweede toestel
Een telefoontoestel dat gebruikmaakt van
dezelfde telefoonlijn als de faxmachine
maar op een aparte wandcontactdoos is
aangesloten.
Tweevoudige werking
De machine kan uitgaande faxen of taken
in het geheugen scannen en tegelijkertijd
een fax verzenden, een fax ontvangen of
een binnenkomende fax afdrukken.
Uitgestelde fax
Hiermee wordt een fax later verzonden,
op een tijdstip dat u zelf heeft ingevoerd.
Verzendrapport (controlerapport)
Dit is een lijst met een overzicht van al het
uitgaande faxverkeer. In deze lijst staan
gegevens zoals het nummer van de beller
en de datum en tijd.
Volume van de waarschuwingstoon
Instelling van het volume van het
waarschuwingssignaal van de machine.
Zoeken
Een elektronische lijst met
snelkiesnummers en groepsnummers,
gerangschikt in numerieke of alfabetische
volgorde.
Snelkies
Index
216
F
A
Aansluiten
extern antwoordapparaat
......................66
extern toestel
........................................68
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)
......67
Aansluitingen
EXT
Extern toestel
.....................................68
ADF
(automatische documentinvoer)
........ 21, 36
Afdrukken
drivers
.................................................206
fax vanuit geheugen
..............................57
op klein papierformaat
..........................15
problemen
.................................. 142, 144
rapport
...................................................84
resolutie
..............................................206
specificaties
........................................206
vastgelopen papier
..............................158
Zie de softwarehandleiding op de
cd-rom.
......................................................
Afstandsbediening
...................................58
faxen ophalen
.......................................61
opdrachten
............................................59
toegangscode
.......................................58
Annuleren
fax doorzenden
.....................................59
taken die wachten op herhaald
kiezen
....................................................43
Antwoordapparaat, extern
................. 45, 66
aansluiten
..............................................66
ontvangststand
......................................45
uitgaand bericht opnemen
....................67
Apple
®
Macintosh
®
Zie de softwarehandleiding op de
cd-rom.
......................................................
Automatisch
fax ontvangen
.......................................45
fax waarnemen
..................................49
B
Bedieningspaneel, overzicht ..................... 6
Belvertraging instellen
............................. 48
C
ControlCenter
Zie de softwarehandleiding op de
cd-rom.
.....................................................
D
De stand Antwoordapparaat
berichten wissen
................................... 80
bespaarstand instellen
......................... 81
een gesprek
.......................................... 82
een gesprek opnemen
.......................... 82
gesproken berichten afspelen
.............. 80
instellen
.......................................... 78, 79
uitgaand bericht
.................................... 78
Uitgaand bericht Fax/Tel
...................... 79
Direct afdrukken
vanaf een niet-PictBridge-camera
...... 121
vanaf een PictBridge-camera
.....119, 123
Document
laden
...............................................21, 22
Draadloos netwerk
Zie de installatiehandleiding en
netwerkhandleiding op de cd-rom.
...........
Draadloze telefoon
.............................. 7, 68
E
Enveloppen .......................... 12, 13, 19, 20
Extern toestel, aansluiten
........................ 68
217
F
F
Fax doorzenden
nummer programmeren
........................50
wijzigen op afstand
........................ 59, 61
Fax opslaan
.............................................51
afdrukken vanuit geheugen
..................57
inschakelen
...........................................51
uitschakelen
..........................................53
Fax waarnemen
.......................................49
Fax, stand-alone
ontvangen
.............................................45
aan het einde van het gesprek
... 47, 57
afdrukken vanuit geheugen
...............57
belvertraging instellen
........................48
F/T-beltijd instellen
.............................48
fax doorzenden
..................................59
fax voorbeeld
.....................................55
fax waarnemen
..................................49
Faxvoorbeeld
.....................................54
geheugenontvangst
...........................57
ontvangst zonder papier
....................57
op pc
..................................................51
ophalen vanaf een externe
locatie
......................................... 59, 61
problemen
............................... 142, 144
storing op de telefoonlijn
..................149
van een tweede toestel
............... 68, 69
verkleinen om op papier te passen
....56
verzenden
...................................... 36, 86
aan het einde van het gesprek
..........44
annuleren in het geheugen
................43
contrast
..............................................41
direct verzenden
................................42
faxmodus activeren
............................36
faxvoorbeeld
......................................38
handmatig
..........................................44
internationaal
.....................................42
nieuwe standaardinstellingen
opgeven
.............................................43
resolutie
.............................................41
rondsturen
..........................................39
storing op de telefoonlijn
..................149
terugkeren naar fabrieksinstelling
......44
uitgestelde fax
....................................42
uitgestelde groepsverzending
............43
vanaf ADF
..........................................36
vanuit geheugen
(tweevoudige werking) .......................42
via de glasplaat
..................................37
Fax/Telefoon, stand
belvertraging ........................................ 48
code voor activeren op afstand
...... 68, 69
code voor deactiveren op
afstand
........................................... 68, 69
op tweede toestel aannemen
......... 68, 69
Fax/Tel-modus
Bericht
.................................................. 78
Faxberichten of het faxjournaal
overbrengen
.......................................... 155
Faxcodes
code voor activeren op
afstand
.....................................49, 68, 69
code voor deactiveren op
afstand
........................................... 68, 69
code voor toegang op afstand
.............. 58
gebruiken
............................................. 69
wijzigen
.......................................... 58, 69
Faxen, vanaf pc
Zie de softwarehandleiding op de
cd-rom.
.....................................................
Fotopapierlade
........................................ 14
Foutmeldingen op LCD-scherm
............ 150
Alleen BK afdr.
........................... 150, 151
Communicatie fout
............................. 151
Gebruik Tel. onmog.
........................... 155
Geen patroon
..................................... 152
Geheugen vol
..................................... 152
tijdens scannen van een
document
........................................ 100
Inkt bijna op
........................................ 152
Kan niet afdr.
...................................... 153
Kan niet detect.
.................................. 153
Niet toegewezen
.................................. 70
Opstartprobleem
................................ 154
Papier nazien
..................................... 154
Print onmogelijk
.................................. 154
Reinigen onmog.
................................ 154
Scan onmogelijk
................................. 154
G
Geheugenbeveiliging ......................... 33, 89
Grijstinten
...................................... 197, 205
Groepen voor rondsturen
........................ 75
218
H
Handmatig
kiezen
....................................................70
ontvangen
.............................................45
verzenden
.............................................44
Help
LCD-meldingen
...................................172
modus- en menutoetsen
gebruiken
.........................................172
menutabel
.................................. 172, 173
Herkies/Pauze
..........................................70
I
ID onbekend .............................................64
Inktcartridges
inktstippenteller
...................................160
inktvolume controleren
........................167
vervangen
...........................................160
Innobella™
.............................................209
Inpakken, machine
.................................169
K
Kiezen
groepen
.................................................39
handmatig
.............................................70
overzicht beller-ID
.................................71
pauze
....................................................72
snelkiesnummers
..................................70
toegangscodes en
creditcardnummers
...............................77
Uitgaande oproep
.................................71
Kopiëren
contrast
.................................................96
één
........................................................92
favoriete instellingen
.............................99
geheugen vol
......................................100
helderheid
.............................................96
kopieermodus activeren
........................92
kwaliteit
.................................................93
meerdere
...............................................92
met de glasplaat
....................................21
pagina layout (N op 1)
...........................95
papierformaat
........................................97
papiersoort
............................................97
sorteren (alleen ADF)
............................96
vergroten/verkleinen
.............................94
via de ADF ............................................96
L
LCD (liquid crystal display) .................... 172
contrast
................................................. 30
helderheid
............................................. 30
Helplijst
................................................. 84
lichtdimtimer
......................................... 31
M
Macintosh
®
Zie de softwarehandleiding op de
cd-rom.
.....................................................
Menutabel
.............................................. 172
Modus, activeren
faxmodus
.............................................. 36
Kopiëren
............................................... 92
PhotoCapture
......................................... 8
scanmodus
............................................. 8
N
Netwerk
Afdrukken
Zie de netwerkhandleiding op de
cd-rom.
..................................................
Scannen
Zie de softwarehandleiding op de
cd-rom.
..................................................
Nummerweergave (Beller ID)
.................. 64
O
Onderhoud, routine
inktcartridges vervangen
.................... 160
Ontvangststand
Alleen Fax
............................................ 45
Fax/Telefoon
........................................ 45
Handmatig
............................................ 45
Telefoon/Beantw.
................................. 45
Opslag in geheugen
.............................. 172
219
F
P
PaperPort™ 11SE met OCR
Zie de softwarehandleiding op de cd-rom
en de Help in de toepassing PaperPort™
11SE om toegang te krijgen tot de
procedurehandleidingen.
..........................
Papier
.............................................. 17, 196
afdrukgebied
.........................................16
capaciteit
...............................................20
documentformaat
..................................21
Enveloppen en briefkaarten laden
........12
formaat
..................................................27
Fotopapier laden
...................................14
laden
.............................................. 10, 12
soort
............................................... 19, 26
PhotoCapture Center™
Afdrukinstellingen
Contrast
...........................................112
Helderheid
.......................................112
Kleurverbetering
.............................. 113
Kwaliteit
.................................. 110, 111
Nieuwe standaardinstellingen
opgeven
...........................................115
Papiersoort en -formaat
.......... 111, 112
Terugkeren naar
fabrieksinstelling
..............................115
Afdrukken
alle foto's
..........................................105
foto's
................................................107
index
................................................106
Afdrukken in DPOF-formaat
...............109
Bijsnijden (crop)
..................................114
CompactFlash
®
...................................102
Foto-effecten
Auto Correct
.....................................107
Monochroom
....................................107
Rode ogen verwijderen
....................107
Sepia
................................................107
Trimming
..........................................107
Verbeter huid
...................................107
Verbeter landschap
..........................107
Memory Stick Pro™
............................102
Memory Stick
®
....................................102
Scannen naar geheugenkaart
............115
Scannen naar USB-flashstation
..........115
SD
.......................................................102
SDHC
..................................................102
Slide-Show
..........................................105
specificaties
........................................ 202
vanaf pc
Zie de softwarehandleiding op de
cd-rom.
..................................................
Voorbeeld van foto's
........................... 105
xD-Picture Card™
.............................. 102
Zonder rand
........................................ 114
PictBridge
Afdrukken in DPOF-formaat
............... 121
Presto!
®
PageManager
®
Zie de Help in Presto!
®
PageManager
®
.........................................
Problemen oplossen
.............................. 142
als u problemen heeft met
afdrukken
........................................ 142
afdrukken van ontvangen faxen
...... 144
inkomende oproepen
...................... 146
kopiëren
.......................................... 146
netwerk
............................................ 147
ontvangen van faxen
....................... 145
PhotoCapture Center
................... 147
scannen
........................................... 146
software
........................................... 146
telefoonlijn of verbindingen
............. 144
vastgelopen document
.................... 157
foutmeldingen op LCD-scherm
.......... 150
inktvolume controleren
....................... 167
vastgelopen document
....................... 157
vastgelopen papier
............................. 158
Programmeren van de machine
............ 172
Q
Quick-Dial
groepsnummers
groepen voor rondsturen instellen
..... 75
wijzigen
....................................... 73, 74
rondsturen
............................................ 39
groepen gebruiken
............................ 39
Snelkiesnummers
wijzigen
............................................. 74
snelkiesnummers
gebruiken
.......................................... 70
instellen met tweecijferige locaties
.... 72
instellen via overzicht van
beller-ID's
.......................................... 74
instellen via uitgaande oproepen
...... 73
wijzigen
....................................... 73, 74
220
R
Rapporten ................................................83
afdrukken
..............................................85
Faxjournaal
...........................................84
Journaaltijd
.........................................83
gebruikersinstellingen
...........................84
Helplijst
.................................................84
Netwerkconfiguratie
..............................84
Snelkieslijst
...........................................84
Verzendrapport
.............................. 83, 84
Reinigen
geleiderol
............................................164
invoerrol voor papier
...........................164
printkop
...............................................165
scanner
...............................................163
Remote Setup
Zie de softwarehandleiding op de
cd-rom.
......................................................
Resolutie
afdrukken
............................................206
faxen
...................................................197
instellen voor volgende fax
...................41
kopiëren
..............................................201
scannen
..............................................205
Rondsturen
..............................................39
groepen instellen voor
...........................75
S
Scangebied ..............................................22
Scannen
Zie de softwarehandleiding op de
cd-rom.
......................................................
Serienummer
achterhalen ......Zie binnenkant frontdeksel
Slaapstand
...............................................29
Snelkiesnummers
kiezen
....................................................70
opslaan
.................................................72
wijzigen
.......................................... 73, 74
Stroomstoring
.........................................172
T
Tekst, invoeren ...................................... 193
speciale tekens
................................... 193
Telefoonbeantwoorder
............................ 66
aansluiten
............................................. 66
Telefoonlijn
aansluitingen
........................................ 66
meerdere lijnen (PBX)
.......................... 67
problemen
.......................................... 144
storing
................................................. 149
type
....................................................... 65
Toegangscodes opslaan en kiezen
......... 77
Transparanten
.................... 17, 18, 20, 196
Tweede toestel gebruiken
....................... 69
Tweevoudige werking
.............................. 42
U
Uitgaand bericht ...................................... 78
V
Vastgelopen
document
............................................ 157
papier
................................................. 157
Veiligheidsinstructies
.....................133, 137
Verbruiksartikelen
.................................. 209
Verkleinen
inkomende faxen
.................................. 56
kopieën
................................................. 94
Vervoeren, machine
.............................. 169
Volume instellen
beltoon
.................................................. 27
luidspreker
............................................ 28
waarschuwingstoon
.............................. 28
Bezoek ons op World Wide Web
http://www.brother.com
Deze machine is uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Plaatselijke
Brother-bedrijven of hun dealers verlenen alleen service aan machines die in hun eigen land zijn
aangekocht.
10

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Brother MFC-990CW bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Brother MFC-990CW in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 9,35 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Brother MFC-990CW

Brother MFC-990CW Installatiehandleiding - Nederlands - 47 pagina's

Brother MFC-990CW Installatiehandleiding - Deutsch - 47 pagina's

Brother MFC-990CW Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 234 pagina's

Brother MFC-990CW Installatiehandleiding - English - 47 pagina's

Brother MFC-990CW Gebruiksaanwijzing - English - 226 pagina's

Brother MFC-990CW Installatiehandleiding - Français - 47 pagina's

Brother MFC-990CW Gebruiksaanwijzing - Français - 235 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info