585311
9
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/196
Pagina verder
Beknopte
gebruikershandleiding
MFC-8510DN
MFC-8520DN
Niet alle modellen zijn leverbaar in alle landen.
Versie 0
DUT/BEL-DUT
Als u de klantenservice moet bellen
Vul de volgende gegevens in om deze later eenvoudig te
kunnen raadplegen:
Modelnummer: MFC-8510DN / MFC-8520DN
(omcirkel uw modelnummer)
Serienummer:
1
Aankoopdatum:
Aankoopplaats:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het
toestel. Bewaar deze gebruikershandleiding samen
met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in
geval van diefstal, brand of service in geval van
garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
© 2012 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden.
i
Welke handleidingen zijn er en waar kan ik deze
vinden?
Welke handleiding? Inhoud? Waar?
Handleiding product
veiligheid
Lees deze handleiding eerst. Lees de
veiligheidsinstructies voor u de machine
installeert. Raadpleeg deze Handleiding
voor handelsmerken en wettelijke
beperkingen.
Gedrukt / in de verpakking
Installatiehandleiding Volg de instructies voor het instellen van uw
machine en installeren van de drivers en
software voor het besturingssysteem en het
type verbinding dat u gebruikt.
Gedrukt / in de verpakking
Beknopte
gebruikershandleiding
Hier vindt u meer informatie over de basis-,
fax-, kopieer-, scan- en Direct Print-functies
en over het vervangen van de
verbruiksartikelen. Zie tips voor het
oplossen van problemen.
Gedrukt / in de verpakking
Voor
Tsjechië,
Bulgarije,
Hongarije,
Polen,
Roemenië,
Slovakije:
PDF-bestand /
Installatie-cd-rom / in de
verpakking
Uitgebreide
gebruikershandleiding
Hier vindt u meer informatie over
geavanceerde functies: faxen, kopiëren,
beveiliging, afdrukrapporten en het
uitvoeren van routineonderhoud.
PDF-bestand /
installatie-cd-rom / in de
verpakking
Softwarehandleiding Volg deze instructies voor afdrukken,
scannen, netwerkscannen, externe
installatie, PC-Fax en het gebruik van de
Brother ControlCenter utility.
PDF-bestand /
installatie-cd-rom / in de
verpakking
Netwerkhandleiding Deze handleiding biedt u nuttige informatie
over bedrade en draadloze
netwerkinstellingen en
beveiligingsinstellingen bij het gebruik van
de Brother-machine. U kunt er eveneens
informatie vinden over ondersteunde
protocollen voor uw machine en
gedetailleerde tips voor het oplossen van
problemen.
PDF-bestand /
installatie-cd-rom / in de
verpakking
Google cloud print
handleiding
In deze handleiding vindt u informatie over
de configuratie van uw Brother-machine met
een Google-account en over het gebruik van
Google Cloud Print-diensten voor het
afdrukken via het internet vanaf mobiele
toestellen met Gmail™, GOOGLE DOCS™
en applicaties voor het Chrome
besturingssysteem.
PDF-bestand / Brother
Solutions Center
2
ii
1
Het afdrukken van PDF-bestanden wordt niet ondersteund op Windows
®
Phone.
2
Kijk op http://solutions.brother.com/.
Handleiding mobiel
printen/scannen voor
Brother iPrint&Scan
In deze handleiding vindt u nuttige
informatie over het afdrukken van JPEG- en
PDF
1
-bestanden vanaf uw mobiel toestel
en over het scannen van uw Brother-
machine naar uw mobiel toestel wanneer ze
verbonden zijn met een Wi-Fi-netwerk.
PDF-bestand / Brother
Solutions Center
2
Welke handleiding? Inhoud? Waar?
iii
Inhoudsopgave
(Beknopte gebruikershandleiding)
1 Algemene informatie 1
Gebruik van de documentatie................................................................................1
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................1
De geavanceerde gebruikershandleiding, softwarehandleiding en
netwerkhandleiding gebruiken............................................................................2
Documentatie bekijken ....................................................................................2
De gebruikershandleidingen voor geavanceerde functies openen........................4
Toegang tot ondersteuning door Brother (Windows
®
)...........................................4
Toegang tot Brother-support (Macintosh)..............................................................5
Overzicht bedieningspaneel ..................................................................................6
Indicaties van de Data-LED.............................................................................9
Volume-instellingen .............................................................................................10
Belvolume......................................................................................................10
Volume waarschuwingstoon..........................................................................10
Luidsprekervolume ........................................................................................10
2 Papier plaatsen 11
Papier en afdrukmedia laden...............................................................................11
Papier in de standaardpapierlade en de optionele onderste lade plaatsen...11
Papier plaatsen in de multifunctionele lade (MP-lade) ..................................13
Niet-scanbare en onbedrukbare gebieden ....................................................17
Papierinstellingen ................................................................................................18
Papiersoort ....................................................................................................18
Papierformaat ................................................................................................18
Ladegebruik in de Kopieermodus..................................................................19
Ladegebruik in de Faxmodus ........................................................................20
Ladegebruik in de afdrukmodus ....................................................................20
Acceptabel papier en andere afdrukmedia..........................................................21
Aanbevolen papier en afdrukmedia...............................................................21
Papiersoort en -formaat.................................................................................21
Speciaal papier gebruiken .............................................................................23
3 Documenten laden 26
Documenten laden...............................................................................................26
De automatische documentinvoer (ADF) gebruiken......................................26
De glasplaat gebruiken..................................................................................27
4 Een fax verzenden 28
Een fax verzenden...............................................................................................28
Documenten in Letter formaat faxen vanaf de glasplaat ...............................30
Een fax annuleren die wordt verwerkt ...........................................................30
Verzendrapport..............................................................................................30
iv
5 Een fax ontvangen 32
Ontvangststanden................................................................................................32
De ontvangststand kiezen .............................................................................32
Ontvangststanden gebruiken...............................................................................33
Alleen Fax......................................................................................................33
Fax/Tel...........................................................................................................33
Handmatig .....................................................................................................33
Extern antwoordapparaat ..............................................................................33
Instellingen ontvangststand .................................................................................34
Belvertraging .................................................................................................34
F/T-beltijd (alleen in de Fax/Tel-modus)........................................................34
Fax waarnemen.............................................................................................35
6 PC-Fax gebruiken 36
PC-Fax gebruiken................................................................................................36
PC-FAX ontvangen (alleen voor Windows
®
).................................................36
PC-Fax verzenden.........................................................................................37
7 Telefoon en externe apparatuur 38
Telefoonlijndiensten.............................................................................................38
Het type telefoonlijn instellen .........................................................................38
Een extern antwoordapparaat aansluiten ...........................................................39
Aansluitingen .................................................................................................39
Een uitgaand bericht opnemen......................................................................40
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)............................................................40
Externe telefoons en tweede telefoons................................................................41
Een externe of tweede telefoon aansluiten ...................................................41
Handelingen bij externe of tweede toestellen................................................41
Alleen voor de Fax/Tel-modus.......................................................................41
Een draadloze handset van een ander merk gebruiken ................................42
Codes voor afstandsbediening gebruiken .....................................................42
8 Kiezen en nummers opslaan 44
Nummers kiezen..................................................................................................44
Handmatig kiezen ..........................................................................................44
Eén toetsnummer kiezen...............................................................................44
Snelkiezen.....................................................................................................44
Zoeken...........................................................................................................44
LDAP zoeken ................................................................................................45
Faxnummer opnieuw kiezen..........................................................................45
Nummers opslaan................................................................................................45
Opslagopties voor ééntoetsnummers en snelkiesnummers..........................46
Een pauze opslaan........................................................................................47
Eéntoetsnummers opslaan............................................................................47
Snelkiesnummers opslaan ............................................................................49
Eéntoetsnummers en snelkiesnummers wijzigen of verwijderen ..................52
v
9Kopiëren 54
Kopieën maken....................................................................................................54
Kopiëren onderbreken ...................................................................................54
Kopieerinstellingen ........................................................................................55
10 Gegevens afdrukken vanaf een USB-flashgeheugen of vanaf
een digitale camera die massaopslag ondersteunt 56
Een PRN-bestand aanmaken voor rechtstreeks afdrukken.................................56
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf het USB-flashgeheugen of vanaf
een digitale camera die massaopslag ondersteunt ..........................................57
11 Afdrukken vanaf een computer 60
Een document afdrukken.....................................................................................60
12 Scannen naar een computer 61
Een document scannen als PDF-bestand met ControlCenter4 (Windows
®
).......61
De SCANtoetsinstellingen wijzigen......................................................................64
Vóór het scannen ..........................................................................................64
SCANtoetsinstellingen...................................................................................64
Scannen met behulp van de SCANtoets .......................................................66
A Routineonderhoud 68
Verbruiksartikelen vervangen ..............................................................................68
De tonercartridge vervangen .........................................................................70
De drumkit vervangen ...................................................................................76
De machine reinigen en controleren....................................................................82
De buitenzijde van de machine schoonmaken ..............................................82
De glasplaat reinigen.....................................................................................83
De primaire corona reinigen ..........................................................................85
De drumeenheid reinigen ..............................................................................87
De invoerrollen voor papier reinigen..............................................................91
B Problemen oplossen 93
Het probleem vaststellen .....................................................................................93
Fout- en onderhoudsmeldingen...........................................................................95
Faxen of faxjournaal overbrengen...............................................................102
Vastgelopen documenten..................................................................................104
Het document is bovenin de ADF vastgelopen ...........................................104
Document is vastgelopen onder het documentdeksel.................................104
Kleine documenten verwijderen die zijn vastgelopen in de ADF.................105
Document is vastgelopen in de uitvoerlade.................................................105
vi
Vastgelopen papier............................................................................................106
Het papier is vastgelopen in de MP-lade.....................................................106
Papier is vastgelopen in papierlade 1 of 2...................................................107
Papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine ..........................108
Papier is vastgelopen binnenin de machine ................................................111
Het papier is vastgelopen in de duplexlade.................................................115
Als u problemen heeft met uw machine.............................................................118
Kiestoonherkenning instellen.......................................................................128
Storing op de telefoonlijn / VoIP ..................................................................128
De afdrukkwaliteit verbeteren ............................................................................129
Informatie over de machine ...............................................................................137
Het serienummer controleren ......................................................................137
Resetfuncties...............................................................................................137
De machine resetten ...................................................................................138
C Menu en functies 139
Programmeren op het scherm ...........................................................................139
Het menu openen ........................................................................................139
Menutabel..........................................................................................................140
Tekst invoeren ...................................................................................................165
D Specificaties 167
Algemeen...........................................................................................................167
Documentgrootte ...............................................................................................169
Afdrukmedia.......................................................................................................170
Faxen.................................................................................................................171
Kopiëren ............................................................................................................172
Scanner .............................................................................................................173
Printer ................................................................................................................174
Interfaces ...........................................................................................................175
Rechtstreeks afdrukken.....................................................................................176
Systeemvereisten .............................................................................................177
Verbruiksartikelen..............................................................................................180
Netwerk (LAN) ...................................................................................................181
EIndex 182
vii
Inhoudsopgave
(Uitgebreide gebruikershandleiding)
U kunt de Uitgebreide gebruikershandleiding raadplegen op de installatie-cd-rom.
De Uitgebreide gebruikershandleiding biedt u meer informatie over de volgende functies.
1 Algemene instellingen
Opslag in het geheugen
Automatische zomer-/
wintertijd
Ecologische functies
Functie Stille modus
LCD-contrast
Timermodus
2 Beveiligingsfuncties
Secure Function Lock 2.0
Instelslot
Kiezen beperken
3 Een fax verzenden
Aanvullende verzendopties
Aanvullende verzendopties
Overzicht pollen
4 Een fax ontvangen
Opties voor afstandsbediening
Aanvullende ontvangstfuncties
Overzicht pollen
5 Kiezen en nummers opslaan
Aanvullende kiesfuncties
Bijkomende manieren om nummers
op te slaan
6 Rapporten afdrukken
Faxrapporten
Rapporten
7Kopiëren
Kopiëren instellingen
Duplexkopiëren (dubbelzijdig)
A Routineonderhoud
De machine reinigen en controleren
Periodieke onderhouds-
onderdelen vervangen
De machine inpakken en vervoeren
BOpties
Optionele papierlade (LT-5400)
Geheugenkaart
C Verklarende woordenlijst
DIndex
viii
1
1
1
Gebruik van de
documentatie
1
Dank u voor de aanschaf van een Brother-
machine! Het lezen van de documentatie
helpt u bij het optimaal benutten van uw
machine.
Symbolen en conventies die
in de documentatie gebruikt
worden 1
De volgende symbolen en conventies worden
in de documentatie gebruikt.
Volg alle waarschuwingen en instructies die
op het product worden aangegeven.
Algemene informatie 1
WAARSCHUWING geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die, als deze niet
wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig
of fataal letsel.
Belangrijk geeft een mogelijk gevaarlijke
situatie aan die kan resulteren in schade
aan eigendommen, storingen of een
niet-werkend product.
WAARSCHUWING
Belangrijk
Verbodspictogrammen wijzen op
acties die men niet mag uitvoeren.
De pictogrammen Elektrisch Gevaar
waarschuwen u voor een mogelijke
elektrische schok.
De pictogrammen Heet oppervlak
waarschuwen u voor hete delen van
de machine.
Brandgevaarpictogrammen
waarschuwen u voor de
mogelijkheid op brand.
De aanduidingen Opmerkingen
geven aan hoe u moet reageren in
een bepaalde situatie of geven
informatie over hoe de huidige
functie werkt met andere functies.
Vet Vetgedrukte tekst geeft toetsen
op het bedieningspaneel van
de machine of op het
computerscherm aan.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de
nadruk op een belangrijk punt
of verwijst naar een verwant
onderwerp.
Courier
New
Het lettertype Courier New
geeft de meldingen aan die
worden weergegeven op het
LCD-scherm van de machine.
Hoofdstuk 1
2
De geavanceerde
gebruikershandleiding,
softwarehandleiding
en netwerkhandleiding
gebruiken
1
Deze Beknopte gebruikershandleiding bevat
niet alle informatie over de machine zoals
hoe u de geavanceerde functies voor fax,
kopie, printer, scanner, PC-Fax en netwerk
gebruikt. Wanneer u klaar bent voor
gedetailleerdere informatie over deze
functies, kunt u de
Uitgebreide gebruikershandleiding,
Softwarehandleiding en
Netwerkhandleiding lezen die u terugvindt
op de installatie-cd-rom raadplegen.
Documentatie bekijken 1
Documentatie bekijken (Windows
®
) 1
Om de documentatie te bekijken, selecteert u
in het start-menu Brother, MFC-XXXX
(waarbij XXXX uw modelnaam is) in de lijst
van programma's, en selecteert u vervolgens
Gebruikershandleiding.
Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt
u de documentatie op de installatie-cd-rom
vinden door onderstaande instructies op te
volgen:
a Zet de computer aan. Plaats de
installatie-cd-rom in uw cd-romstation.
Opmerking
Als het Brother-scherm niet automatisch
wordt weergegeven, gaat u naar
Deze computer (Computer), dubbelklikt
u op het pictogram van de cd-rom en
dubbelklikt u op start.exe.
b Als de modelnaam op het scherm wordt
weergegeven, klikt u op de modelnaam.
c Als het scherm voor de taalkeuze
verschijnt, klikt u op de gewenste taal.
Het bovenste menu van de cd-rom
wordt geopend.
d Klik op Documentatie.
e Klik op PDF-documenten. Als het
scherm voor de landenkeuze verschijnt,
klikt u op het gewenste land. Als de lijst
van Gebruikershandleidingen wordt
weergegeven, klikt u op de handleiding
die u wilt lezen.
Algemene informatie
3
1
Documentatie bekijken (Macintosh) 1
a Zet uw Macintosh aan. Plaats de
installatie-cd-rom in uw cd-romstation.
Het volgende venster wordt
weergegeven.
b Dubbelklik op het pictogram
Documentatie.
c Als de modelnaam op het scherm wordt
weergegeven, kiest u uw modelnaam en
klikt u op Volgende.
d Als het scherm voor de taalkeuze
verschijnt, dubbelklikt u op de map met
de gewenste taal.
e Dubbelklik op top.pdf. Als het scherm
voor de landenkeuze verschijnt, klikt u
op het gewenste land.
f Als de lijst van Gebruikershandleidingen
wordt weergegeven, klikt u op de
handleiding die u wilt lezen.
Scaninstructies opzoeken 1
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
ControlCenter
Netwerkscannen
Nuance™ PaperPort™ 12SE Hoe-te-
handleidingen
(Windows
®
-gebruikers)
De complete Nuance™ PaperPort™
12SE Hoe-te-handleidingen kunt u
bekijken in het Help-gedeelte in de
Nuance™ PaperPort™ 12SE-toepassing.
Gebruikershandleiding Presto!
PageManager
(Macintosh-gebruikers)
Opmerking
Presto! PageManager moet gedownload
en geïnstalleerd worden voor gebruik. Zie
Toegang tot Brother-support (Macintosh)
uu pagina 5 voor meer instructies.
U kunt de complete Presto! PageManager
Gebruikershandleiding bekijken via Help
in Presto! PageManager.
Instructies vinden voor het instellen van
een netwerk
U kunt uw machine aansluiten op een
bedraad netwerk.
Standaardinstructies voor het instellen
uu Installatiehandleiding
Meer informatie over het instellen van een
netwerk uu Netwerkhandleiding
Hoofdstuk 1
4
De
gebruikershandleidingen
voor geavanceerde
functies openen
1
U kunt deze handleidingen bekijken en
downloaden via het Brother Solutions Center
op:
http://solutions.brother.com/
Klik op Handleidingen op uw modelpagina
om de documentatie te downloaden.
Google cloud print handleiding 1
In deze handleiding vindt u informatie over de
configuratie van uw Brother-machine met een
Google-account en over het gebruik van
Google Cloud Print-diensten voor het
afdrukken via het internet vanaf mobiele
toestellen met Gmail™, GOOGLE DOCS™
en applicaties voor het Chrome
besturingssysteem.
Handleiding mobiel printen/scannen
voor Brother iPrint&Scan 1
In deze handleiding vindt u nuttige informatie
over het afdrukken van JPEG- en PDF
1
-
bestanden vanaf uw mobiel toestel en over
het scannen van uw Brother-machine naar
uw mobiel toestel wanneer ze verbonden zijn
met een Wi-Fi-netwerk.
1
Het afdrukken van PDF-bestanden wordt niet
ondersteund op Windows
®
Phone.
Toegang tot
ondersteuning door
Brother (Windows
®
) 1
U kunt hier alle benodigde contactgegevens
vinden, zoals voor webondersteuning
(Brother Solutions Center) op de installatie-
cd-rom.
Klik op Brother-support in het
hoofdmenu. Het volgende venster
verschijnt:
Om onze website
(http://www.brother.com/
) te openen, klikt
u op Brother-startpagina.
Voor het laatste nieuws en
productondersteuningsinformatie
(http://solutions.brother.com
), klikt u op
Brother Solutions Center.
Wanneer u onze website wilt bezoeken
voor originele Brother-onderdelen
(http://www.brother.com/original/
), klikt u
op Informatie over verbruiksartikelen.
Om naar Brother CreativeCenter
(http://www.brother.com/creativecenter/
)
te gaan voor GRATIS fotoprojecten en
afdrukbare downloads, klikt u op
Brother CreativeCenter.
Wanneer u wilt terugkeren naar de
hoofdpagina, klikt u op Terug. Als u klaar
bent, klikt u op Afsluiten.
Algemene informatie
5
1
Toegang tot Brother-
support (Macintosh) 1
U kunt hier alle benodigde contactgegevens
vinden, zoals voor webondersteuning
(Brother Solutions Center) op de installatie-
cd-rom.
Dubbelklik op het pictogram
Brother-support. Het volgende venster
verschijnt:
Klik op Presto! PageManager om Presto!
PageManager te downloaden en te
installeren.
Om uw machine te registreren op de
registratiepagina voor Brother-producten
(http://www.brother.com/registration/
),
klikt u op On line registratie.
Voor het laatste nieuws en
productondersteuningsinformatie
(http://solutions.brother.com
), klikt u op
Brother Solutions Center.
Wanneer u onze website wilt bezoeken
voor originele Brother-onderdelen
(http://www.brother.com/original/
), klikt u
op Informatie over verbruiksartikelen.
Hoofdstuk 1
6
Overzicht bedieningspaneel 1
MFC-8510DN en MFC-8520DN hebben dezelfde toetsen. De afbeelding is gebaseerd op
MFC-8520DN.
1 Eéntoetsnummers
Deze 8 toetsen geven direct toegang tot 16
vooraf opgeslagen nummers.
Shift
Geeft u toegang tot ééntoetsnummers 9 tot 16
door deze ingedrukt te houden.
2 FAX -toetsen:
Telefoon/Intern
U gebruikt deze toets voor een
telefoongesprek na het oppakken van de
externe hoorn tijdens het snelle dubbele
belsignaal.
Als u op een PBX bent aangesloten, kunt u
deze toets gebruiken om toegang te krijgen tot
een buitenlijn, om de telefonist(e) terug te
bellen of om een oproep over te zetten naar
een ander toestel.
Herkies/Pauze
Met een druk op deze toets wordt het laatst
gekozen nummer herhaald. Het voegt ook een
pauze in bij het programmeren van
snelkiesnummers of wanneer u handmatig een
nummer kiest.
3 Storing-LED
Knippert oranje als op het LCD-scherm een
foutmelding of een belangrijke melding over de
status wordt weergegeven.
4 Dubbelzijdig
U kunt Duplex selecteren om dubbelzijdig te
kopiëren of af te drukken.
Voor MFC-8520DN kunt u met deze toets ook
automatisch dubbelzijdige (duplex) faxen
verzenden wanneer de machine zich in de
Faxmodus bevindt.
5 LCD-scherm
Hierop worden meldingen weergegeven die u
helpen bij de configuratie en het gebruik van
uw machine.
15
10
234
13 1112
01/01/2012 15:00
Fax
Res:Standaard
b
Druk
b
of Kies
Algemene informatie
7
1
6 Menutoetsen:
Wis
Hiermee verwijdert u ingevoerde gegevens of
annuleert u de huidige instelling.
Menu
Hiermee kunt u het menu openen om de
instellingen van de machine te programmeren
of informatie over de machine op te vragen.
OK
Hiermee kunt u de instellingen opslaan en
LCD-berichten bevestigen.
Volumetoetsen:
d of c
Druk hierop om achteruit of vooruit door de
menuselecties te gaan. Druk hierop om het
volume te wijzigen in de fax- of stand-
bymodus.
a of b
Druk hierop om door de menu's en opties te
bladeren.
Adresboek
Hiermee kunt u opgeslagen nummers
opzoeken en bellen.
7 Kiestoetsen
Gebruik deze toetsen om telefoon- en
faxnummers te kiezen en als toetsenbord om
gegevens in de machine in te voeren.
8 Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een
bewerking gestopt of een menu verlaten.
9Start
Hiermee kunt u faxen verzenden of kopieën
maken.
10 Modustoetsen:
FAX
Hiermee wordt de Faxmodus van de machine
geactiveerd.
SCAN
Hiermee wordt de scanmodus van de machine
geactiveerd.
KOPIE
Hiermee wordt de Kopieermodus van de
machine geactiveerd.
11 Data LED
Afhankelijk van de status van de machine
knippert de LED.
56 78
9
10
01/01/2012 15:00
Fax
Res:Standaard
b
Druk
b
of Kies
Hoofdstuk 1
8
12 Veilig Afdrukken
U kunt in het geheugen opgeslagen gegevens
afdrukken door uw wachtwoord van vier cijfers
in te voeren. (uu Softwarehandleiding)
Wanneer u het beveiligd functieslot gebruikt,
kunt u beperkte gebruikers wisselen door Shift
ingedrukt te houden terwijl u op
Veilig Afdrukken drukt. (uu Uitgebreide
gebruikershandleiding: Secure Function Lock
2.0)
13 KOPIE-toetsen:
Opties
U kunt snel en gemakkelijk tijdelijke
instellingen voor het kopiëren selecteren.
Vergroot/Verklein
Verkleint of vergroot kopieën.
Algemene informatie
9
1
Indicaties van de Data-LED 1
De Data-LED (light emitting diode) knippert afhankelijk van de status van de machine.
LED Machinestatus Omschrijving
Gereed De machine is gereed om af te drukken, staat in de Slaapstand,
er zijn geen afdrukgegevens aanwezig of de machine is
uitgeschakeld.
Groen
(knippert)
Data ontvangen De machine ontvangt data van de computer, verwerkt data in het
geheugen of drukt data af.
Groen
Data in het
geheugen
Er bevinden zich afdrukgegevens in het machinegeheugen.
Hoofdstuk 1
10
Volume-instellingen 1
Belvolume 1
U kunt kiezen uit een aantal
belvolumeniveaus, van Hoog tot Uit.
In de Faxmodus drukt u op of om het
volume in te stellen. Het LCD-scherm toont
de huidige instelling, en telkens wanneer u op
deze toets drukt, wordt het volume op een
volgend niveau ingesteld. De nieuwe
instelling blijft van kracht op de machine
totdat u deze wijzigt.
U kunt het volume van de beltoon ook via het
menu wijzigen:
a Druk op Menu, 1, 3, 1.
b Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of
Uit te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Volume waarschuwingstoon 1
Wanneer de waarschuwingstoon aanstaat
zal de machine een geluidssignaal geven,
wanneer u een toets indrukt, een vergissing
maakt of een fax verzendt of ontvangt. U kunt
kiezen uit een aantal volumeniveaus, van
Hoog tot Uit.
a Druk op Menu, 1, 3, 2.
b Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of
Uit te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Luidsprekervolume 1
U kunt kiezen uit een aantal volumeniveaus
voor de luidspreker, van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu, 1, 3, 3.
b Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of
Uit te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
11
2
2
Papier en afdrukmedia
laden
2
De machine kan papier laden vanuit de
standaardpapierlade, de optionele onderste
lade of de multifunctionele lade.
Houd rekening met het volgende als u papier
in de papierlade plaatst:
Als het afdrukmenu van uw
toepassingssoftware een optie biedt voor
het opgeven van het papierformaat, kunt u
dit via de toepassingssoftware doen. Als
deze optie niet door de
toepassingssoftware geboden wordt, kunt
u het papierformaat opgeven in de
printerdriver of via het bedieningspaneel.
Papier in de
standaardpapierlade en de
optionele onderste lade
plaatsen 2
U kunt tot 250 vellen plaatsen in de
standaardpapierlade (Lade 1) en 500 vellen
plaatsen in de optionele onderste lade (Lade
2). De stapel papier mag niet hoger zijn dan
de aanduiding voor de maximale
papierhoogte ( ) aan de rechterkant van
de papierlade. (Raadpleeg Acceptabel papier
en andere afdrukmedia uu pagina 21 om te
zien welke papiersoorten u kunt gebruiken.)
Afdrukken via Lade 1 en Lade 2 op
normaal papier, dun papier of
kringlooppapier 2
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
b Druk op de groene
ontgrendelingshendel van de
papiergeleiders (1) en verschuif de
papiergeleiders voor het papier dat u in
de lade plaatst. Zorg dat de geleiders
goed in de sleuven zitten.
Papier plaatsen 2
1
1
Hoofdstuk 2
12
c Waaier de stapel papier goed door om
vastlopen van papier en storingen te
voorkomen.
d Plaats papier in de lade en zorg ervoor
dat:
De stapel papier niet uitsteekt boven
de maximummarkering ( ) (1).
Als u de papierlade te hoog vult, kan
het papier vastlopen.
De zijde waarop u wilt afdrukken,
naar beneden gericht is.
De papiergeleiders raken de
zijkanten van het papier zodat het
goed wordt ingevoerd.
e Plaats de papierlade stevig terug in de
machine. Zorg ervoor dat deze geheel in
de machine zit.
f Til de steunklep (1) op om te vermijden
dat het papier van de neerwaarts
gerichte uitvoerlade glijdt, of verwijder
iedere pagina zodra deze uit de
machine komt.
1
Papier plaatsen
13
2
Papier plaatsen in de
multifunctionele lade
(MP-lade) 2
U kunt tot 3 enveloppen of speciale
afdrukmedia plaatsen in de MP-lade of tot 50
vellen normaal papier. Gebruik deze lade om
af te drukken of te kopiëren op dik papier,
bankpostpapier, etiketten of enveloppen.
(Raadpleeg Capaciteit van de papierladen
uu pagina 22 om te zien welke
papiersoorten u kunt gebruiken.)
Afdrukken via de MP-lade op normaal
papier, dun papier, kringlooppapier en
bankpostpapier 2
a Maak de MF lade open en trek deze
voorzichtig omlaag.
b Trek de steun van de MP-lade (1) uit en
vouw de steunklep (2) open.
c Plaats papier in de MP-lade en zorg
ervoor dat:
de stapel papier niet boven de
maximummarkering uitsteekt (1).
u het papier met de te bedrukken
zijde naar boven gericht en met de
bovenkant eerst plaatst.
De papiergeleiders moeten zacht de
zijkanten van het papier raken zodat
het goed wordt ingevoerd.
1
2
1
Hoofdstuk 2
14
d Zet de steunklep omhoog om te
voorkomen dat het papier van de
neerwaarts gerichte uitvoerlade valt, of
neem elk vel van de uitvoerlade zodra
dit uit de machine komt.
Afdrukken via de MP-lade op dik
papier, etiketten en enveloppen 2
Maak de hoeken en de zijkanten van de
enveloppen zo plat mogelijk voordat u deze
plaatst.
a Maak het achterdeksel (opwaarts
gerichte uitvoerlade) open.
Papier plaatsen
15
2
b Maak de MF lade open en trek deze
voorzichtig omlaag.
c Trek de steun van de MP-lade (1) uit en
vouw de steunklep (2) open.
d Plaats het papier, de etiketten of
enveloppen in de MP-lade. Zorg ervoor
dat:
Het aantal enveloppen in de MP-
laden mag niet hoger zijn dan 3.
De stapel papier, etiketten of
enveloppen mag niet boven de
maximummarkering uitsteken (1).
de te bedrukken zijde naar boven
gericht is.
1
2
1
Hoofdstuk 2
16
e Stuur de afdrukgegevens naar de
machine.
Opmerking
Verwijder iedere afgedrukte enveloppe
onmiddellijk, om een opstopping te
vermijden.
Als het dikke papier omkrult tijdens het
afdrukken, plaatst u slechts één vel per
keer in de MP-lade en opent u het
achterdeksel (opwaarts gerichte
uitvoerlade) om ervoor te zorgen dat de
afgedrukte pagina's worden uitgeworpen
op de opwaarts gerichte uitvoerlade.
f Sluit het achterdeksel (opwaarts
gerichte uitvoerlade).
Papier plaatsen
17
2
Niet-scanbare en onbedrukbare gebieden 2
De onderstaande cijfers geven de niet-scanbare en onbedrukbare gebieden aan. Deze gedeeltes
kunnen variëren afhankelijk van het papierformaat of de instellingen van het programma dat u
gebruikt.
Opmerking
Wanneer u BR-Script3 emulatie gebruikt, bedraagt de grootte van de onbedrukbare rand van
het papier 4,2 mm.
Gebruik Documentgro
otte
Bovenkant (1)
Onderkant (3)
Links (2)
Rechts (4)
Fax
(verzenden)
Letter 3 mm 4 mm
A4 3 mm (ADF)
1mm
(Glasplaat)
3mm
Legal 3 mm 4 mm
Kopiëren
*
Letter 4 mm 4 mm
*
en enkele
kopie of een 1
op 1 kopie
A4 4 mm 3 mm
Legal 4 mm 4 mm
Scannen Letter 3 mm 3 mm
A4 3 mm 3 mm
Legal 3 mm 3 mm
Afdrukken Letter 4,2 mm 6,35 mm
A4 4,2 mm 6,01 mm
Legal 4,2 mm 6,35 mm
1
3
24
Hoofdstuk 2
18
Papierinstellingen 2
Papiersoort 2
Stel de machine in op het papier dat u
gebruikt. Hierdoor verkrijgt u de beste
afdrukkwaliteit.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de papiersoort in te stellen voor
de MP-bak drukt u op Menu, 1, 2, 1,
1.
Om de papiersoort in te stellen voor
Bovenlade drukt u op Menu, 1, 2, 1,
2.
Om het papiertype in te stellen voor
Onderlade
1
drukt u op Menu, 1, 2,
1, 3 als u de optionele onderste lade
hebt geïnstalleerd.
b Druk op a of b om Dun, Normaal, Dik,
Extra dik, Gerecycl.papier of
Etiketten
2
te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
1
Onderlade wordt enkel weergegeven als de
optionele onderste lade is geïnstalleerd.
2
Het optietype Etiketten wordt alleen
weergegeven wanneer u de MP-lade selecteert in
stap a.
Papierformaat 2
Opmerking
U kunt vier papierformaten gebruiken voor
het afdrukken van faxen: A4, Letter, Legal
of Folio.
U kunt tien papierformaten gebruiken voor
het afdrukken van kopieën: A4, Letter, Legal,
Executive, A5, A5 L, A6, B5, B6 en Folio, en
vier formaten voor het afdrukken van faxen:
A4, Letter, Legal of Folio (215,9 mm × 330,2
mm).
Als u een ander papierformaat in de lade
plaatst, dient u ook de instelling van het
papierformaat te wijzigen zodat de machine
het document of een binnenkomende fax
passend op de pagina kan plaatsen.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om het papierformaat in te stellen
voor de MP-bak drukt u op Menu, 1,
2, 2, 1.
Om het papierformaat in te stellen
voor Bovenlade drukt u op Menu,
1, 2, 2, 2.
Om het papierformaat in te stellen
voor Onderlade
1
drukt u op Menu,
1, 2, 2, 3 als u de optionele onderste
lade hebt geïnstalleerd.
b Druk op a of b om A4, Letter, Legal,
Executive, A5, A5 L, A6, B5, B6,
Folio of Ieder
2
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
1
Onderlade wordt enkel weergegeven als de
optionele onderste lade is geïnstalleerd.
2
De optie Ieder wordt alleen weergegeven wanneer
u de MP-lade selecteert.
Papier plaatsen
19
2
Opmerking
•Als u Ieder selecteert als papierformaat
voor de MF-lade, moet u
Alleen MP-lade selecteren als
instelling voor de te gebruiken lade. U kunt
Ieder niet selecteren als papierformaat
voor de MP-lade wanneer u N op 1-
kopieën maakt. U moet een van de andere
beschikbare papierformaten voor de MP-
lade selecteren.
A5 L en A6 zijn niet beschikbaar voor
Onderlade.
Ladegebruik in de
Kopieermodus 2
U kunt kiezen welke lade prioriteit krijgt voor
het afdrukken van kopieën.
Wanneer u Alleen lade 1,
Alleen MP-lade of Alleen lade 2
1
selecteert, neemt de machine alleen papier
uit de geselecteerde lade. Als er geen papier
meer aanwezig is in de geselecteerde lade,
wordt Geen papier weergegeven op het
LCD-scherm. Plaats papier in de lege lade.
Volg de onderstaande instructies om de lade-
instelling te wijzigen:
a Druk op Menu, 1, 6, 1.
b Druk op a of b om Alleen lade 1,
Alleen lade 2
1
,
Alleen MP-lade, MP>T1>T2
1
of
T1>T2
1
>MP te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
1
Alleen lade 2 en T2 worden enkel weergegeven
als de optionele onderste lade is geïnstalleerd.
Opmerking
Wanneer u de documenten in de ADF
plaatst en MP>T1>T2 of T1>T2>MP
geselecteerd is, zoekt de machine naar de
lade met het meest geschikte papier en
neemt papier uit die lade. Als er geen
geschikt papier aanwezig is in de lades,
neemt de machine papier uit de lade met
de hoogste prioriteit.
Wanneer u de glasplaat gebruikt, wordt
uw document gekopieerd via de lade met
de hoogste prioriteit, zelfs wanneer er een
geschiktere papiersoort beschikbaar is in
een andere papierlade.
Hoofdstuk 2
20
Ladegebruik in de Faxmodus 2
U kunt de standaardlade selecteren voor het
afdrukken van ontvangen faxen.
Wanneer u Alleen lade 1,
Alleen MP-lade of Alleen lade 2
1
selecteert, neemt de machine alleen papier
uit de geselecteerde lade. Als er geen papier
meer aanwezig is in de geselecteerde lade,
wordt Geen papier weergegeven op het
LCD-scherm. Plaats papier in de lege lade.
Wanneer u T1>T2
1
>MP selecteert, neemt de
machine papier uit Lade #1 tot deze leeg is,
daarna uit Lade #2 en daarna uit de MP-lade.
Wanneer u MP>T1>T2
1
selecteert, neemt de
machine papier uit de MP-lade tot deze leeg
is, daarna uit Lade #1 en daarna uit Lade #2.
Opmerking
U kunt vier papierformaten gebruiken voor
het afdrukken van faxen: A4, Letter, Legal
of Folio. Wanneer geen enkele lade een
geschikt formaat bevat, worden
ontvangen faxen opgeslagen in het
geheugen van de machine.
Ongeldig formaat wordt
weergegeven op het LCD-scherm. (Zie
Fout- en onderhoudsmeldingen
uu pagina 95 voor meer informatie.)
Als er geen papier meer aanwezig is in de
lade en er zich ontvangen faxen bevinden
in het geheugen van de machine, wordt
Geen papier weergegeven op het LCD-
scherm. Plaats papier in de lege lade.
a Druk op Menu, 1, 6, 2.
b Druk op a of b om Alleen lade 1,
Alleen lade 2
1
,
Alleen MP-lade, MP>T1>T2
1
of
T1>T2
1
>MP te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
1
Alleen lade 2 en T2 worden enkel weergegeven
als de optionele onderste lade is geïnstalleerd.
Ladegebruik in de
afdrukmodus 2
U kunt de standaardlade kiezen die de
machine gebruikt voor het afdrukken vanaf
de computer en voor Rechtstreeks
afdrukken.
a Druk op Menu, 1, 6, 3.
b Druk op a of b om Alleen lade 1,
Alleen lade 2
1
,
Alleen MP-lade, MP>T1>T2
1
of
T1>T2
1
>MP te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
1
Alleen lade 2 en T2 worden enkel weergegeven
als de optionele onderste lade is geïnstalleerd.
Papier plaatsen
21
2
Acceptabel papier en
andere afdrukmedia 2
De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang
het type papier dat u gebruikt.
U kunt de volgende afdrukmedia gebruiken:
normaal papier, dun papier, dik papier, dikker
papier, bankpostpapier, kringlooppapier,
etiketten of enveloppen.
Voor de beste resultaten volgt u
onderstaande instructies:
Plaats NOOIT verschillende typen papier
tegelijk in de papierlade, anders kan het
papier vastlopen of verkeerd worden
ingevoerd.
Voor een correct afdrukresultaat moet u in
uw softwaretoepassing het papierformaat
instellen van het papier dat zich in de lade
bevindt.
Raak de bedrukte zijde van het papier niet
aan vlak na het afdrukken.
Controleer voordat u een grote
hoeveelheid papier aanschaft eerst dat
het papier geschikt is.
Gebruik etiketten die bedoeld zijn voor
lasermachines.
Aanbevolen papier en
afdrukmedia 2
Papiersoort en -formaat 2
De machine laadt papier vanuit de
geïnstalleerde standaardpapierlade, de
multifunctionele lade of de optionele onderste
lade.
De namen voor de papierladen in de
printerdriver en in deze Handleiding
zijn als volgt:
2
Papiersoort Item
Normaal papier
Xerox Premier TCF 80 g/m
2
Xerox Business 80 g/m
2
Kringlooppapier
Xerox Recycled Supreme
80 g/m
2
Etiketten Avery laser label L7163
Enveloppen Antalis River-serie (DL)
Lade en optionele
accessoires
Naam
Standaardpapierlade Lade 1
Multifunctionele lade MF lade
Optionele onderste lade Lade 2
Hoofdstuk 2
22
Capaciteit van de papierladen 2
1
Het Folio-formaat is 215,9 mm × 330,2 mm.
Aanbevolen papierspecificaties 2
De volgende papierspecificaties zijn geschikt voor deze machine.
Gebruik papier dat geschikt is voor kopiëren op normaal papier.
Gebruik papier met een gewicht van 75 tot 90 g/m
2
.
Gebruik langvezelig papier met een neutrale pH-waarde en een vochtigheidspercentage van
circa 5%.
In deze machine kan kringlooppapier worden gebruikt dat voldoet aan de specificatie DIN
19309.
Papierformaat Papiersoorten Aantal vellen
Standaardpapierlade
(Lade 1)
A4, Letter, Legal, B5,
Executive, A5, A5 (lange
zijde), A6, B6, Folio
1
Normaal papier, dun
papier, kringlooppapier
max. 250 (80 g/m
2
)
Multifunctionele lade
(MF-lade)
Breedte:
76,2 tot 215,9 mm
Lengte:
127 tot 355,6 mm
Normaal papier, dun
papier, dik papier, dikker
papier, bankpostpapier,
kringlooppapier,
enveloppen, etiketten
50 vellen (80 g/m
2
)
3 Enveloppen
Optionele onderste lade
(Lade 2)
A4, Letter, Legal, B5,
Executive, A5, B6,
Folio
1
Normaal papier, dun
papier, kringlooppapier
max. 500 (80 g/m
2
)
Standaardgewicht
75-90 g/m
2
Dikte 80-110 μm
Ruwheid Hoger dan 20 sec.
Stijfheid
90-150 cm
3
/100
Vezelrichting Langvezelig
Soortelijke volumeweerstand
10e
9
-10e
11
ohm
Soortelijke weerstand aan
oppervlakte
10e
9
-10e
12
ohm-cm
Vulmiddel
CaCO
3
(Neutraal)
Asgehalte Minder dan 23 wt%
Helderheid Hoger dan 80 %
Ondoorzichtigheid Hoger dan 85%
Papier plaatsen
23
2
Speciaal papier gebruiken 2
De machine functioneert goed met de meeste
typen xerografisch en bankpostpapier.
Sommige typen papier kunnen echter van
invloed zijn op de afdrukkwaliteit of
bewerkingsbetrouwbaarheid. Maak altijd
eerst een proefafdruk voordat u papier
aanschaft om zeker te zijn van het gewenste
resultaat. Bewaar papier in de originele
verpakking en zorg dat deze gesloten blijft.
Bewaar het papier plat en uit de buurt van
vocht, direct zonlicht en warmte.
Enkele belangrijke richtlijnen bij het kiezen
van papier:
Gebruik GEEN inkjetpapier, omdat
hierdoor het papier kan vastlopen of de
machine kan worden beschadigd.
Voorgedrukt papier moet inkt gebruiken
die bestand is tegen de temperatuur van
het fuserproces van de machine 200 °C.
Als u bankpostpapier, papier met een ruw
oppervlak of papier dat is gekreukeld of
gevouwen gebruikt, kan het
afdrukresultaat tegenvallen.
Te vermijden typen papier 2
Belangrijk
Sommige typen papier bieden niet het
gewenste resultaat of kunnen schade
veroorzaken aan de machine.
Gebruik GEEN papier:
met een grove textuur
dat extreem glad of glanzend is
dat gekruld of scheef is
1 Papier dat meer dan 2 mm opkrult,
kan vastlopen.
dat gecoat is of een chemische
deklaag heeft
dat beschadigd, gekreukeld of
gevouwen is
dat het in deze handleiding
aanbevolen gewicht overschrijdt
met tabs en nietjes
met een briefhoofd dat thermografisch
gedrukt is of met inkt die niet tegen
hoge temperaturen bestand is
dat uit meerdere delen bestaat of
zonder carbon
dat is bedoeld voor inkjetprinters
Als u een van hogervermelde typen papier
gebruikt, kan de machine beschadigd
raken. Deze schade wordt niet gedekt
door enige garantie- of
serviceovereenkomst met Brother.
1
1
Hoofdstuk 2
24
Enveloppen 2
De meeste enveloppen die ontwikkeld zijn
voor laserprinters zijn geschikt voor deze
machine. Sommige vormen enveloppen
kunnen echter mogelijk problemen met de
toevoer en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Een geschikte envelop heeft randen met
rechte, scherpe vouwen. De envelop moet
vlak liggen en mag niet zakachtig of flodderig
zijn. Koop enveloppen van hoge kwaliteit bij
een leverancier die weet dat u de enveloppen
gaat gebruiken in een lasermachine.
Enveloppen kunt u alleen invoeren via de
MF-lade.
Wij raden u aan een proefenveloppe te
drukken zodat u zeker weet dat u het
gewenste resultaat krijgt.
Te vermijden typen enveloppen 2
Belangrijk
Gebruik GEEN enveloppen:
die beschadigd, gekruld of verkreukeld
zijn of een ongebruikelijke vorm
hebben
die extreem glanzend zijn of een grove
structuur hebben
met klemmetjes, nietjes of dichtbinders
met een zelfklevende plakrand
die zakachtig zijn
die niet scherp gevouwen zijn
die van reliëf zijn voorzien
die eerder zijn bedrukt door een
lasermachine
die aan de binnenkant zijn voorbedrukt
die niet netjes op elkaar kunnen
worden gestapeld
die gemaakt zijn van papier dat
zwaarder is dan het gespecificeerde
papiergewicht voor de machine
met randen die niet recht of regelmatig
zijn
met vensters, gaten, uitsparingen of
perforaties
met lijm op het oppervlak zoals
hieronder getoond
met dubbele flappen zoals hieronder
getoond
met flappen die niet zijn gevouwen bij
aankoop
met beide zijden gevouwen zoals
hieronder getoond
Als u een van de bovenstaande typen
enveloppen gebruikt, kan de machine
beschadigd raken. Deze schade wordt
wellicht niet gedekt door enige garantie- of
serviceovereenkomst met Brother.
De dikte, het formaat en de flapvorm van
de enveloppen die u gebruikt, kunnen tot
invoerproblemen leiden.
Papier plaatsen
25
2
Etiketten 2
De machine kan afdrukken op de meeste
typen etiketten die bedoeld zijn voor een
lasermachine. Etiketten dienen een plaklaag
op basis van acryl te hebben omdat dit
materiaal beter bestand is tegen de hoge
temperaturen in de fuser unit. De plaklaag
dient niet in contact te komen met enig deel
van de machine, omdat de etiketten dan aan
de drumeenheid of rollen blijven kleven
waardoor papierstoringen en problemen met
de afdrukkwaliteit kunnen optreden. Er mag
geen plaklaag open liggen tussen de
etiketten. Etiketten moeten zo gerangschikt
worden dat de volledige lengte en breedte
van het vel bedekt zijn. Het gebruik van
ruimten tussen de etiketten kan leiden tot het
loslaten van etiketten waardoor ernstige
papierstoringen of afdrukproblemen kunnen
ontstaan.
Alle etiketten die met deze machine worden
afgedrukt, moeten gedurende 0,1 seconde
bestand zijn tegen een temperatuur van
200 °C.
Etiketten kunt u alleen invoeren via de MF-
lade.
Te vermijden typen etiketten 2
Gebruik geen etiketten die beschadigd,
gekruld of verkreukeld zijn of een
ongebruikelijke vorm hebben.
Belangrijk
Voer GEEN gedeeltelijk gebruikte
etiketvellen toe. Het onbedekte draagvel
kan schade toebrengen aan de machine.
Etikettenvellen mogen niet zwaarder zijn
dan het gewicht dat in deze
gebruikershandleiding is gespecificeerd.
Etiketten die deze specificatie
overschrijden worden mogelijk niet correct
ingevoerd of afgedrukt en kunnen schade
veroorzaken aan de machine.
U mag etiketten NIET hergebruiken en u
mag GEEN etiketblad invoeren waarop
een aantal etiketten ontbreken.
26
3
Documenten laden 3
U kunt een fax verzenden, kopieën maken en
scannen via de ADF (automatische
documentinvoer) en de glasplaat.
De automatische
documentinvoer (ADF)
gebruiken 3
De ADF kan maximaal 35 pagina's bevatten
en voert elk vel afzonderlijk in. We raden aan
dat u standaardpapier met een gewicht van
80 g/m
2
gebruikt en eerst de vellen papier
doorwaaiert voordat u deze in de ADF
plaatst.
Ondersteunde documentformaten 3
Documenten laden 3
Belangrijk
Laat dikke documenten NIET op de
glasplaat liggen. Hierdoor kan een
papierstoring in de ADF optreden.
Gebruik GEEN papier dat gekruld,
gekreukeld, gevouwen, gescheurd of
geplakt is, of nietjes, paperclips of
plakband bevat.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of
stof.
Om te voorkomen dat u uw machine
beschadigt terwijl u de ADF gebruikt, mag
u NIET aan het document trekken terwijl
het wordt ingevoerd.
Opmerking
•Zie De glasplaat gebruiken uu pagina 27
om documenten te scannen die niet
geschikt zijn voor de ADF.
Het is eenvoudiger om de ADF te
gebruiken voor een document met
meerdere pagina's.
Laat documenten met correctievloeistof of
inkt eerst volledig drogen.
a Vouw de ADF-documentsteun (1) uit.
Hef de ADF-documentuitvoersteunklep
(2) op en vouw deze uit.
b Waaier de stapel goed door.
c Leg de pagina's van uw document met
de bedrukte kant naar boven en de
bovenrand eerst in de ADF tot de
melding op het LCD-scherm wijzigt en u
voelt dat de bovenste pagina de
invoerrollen raakt.
Documenten laden 3
Lengte: 147,3 tot 355,6 mm
Breedte: 147,3 tot 215,9 mm
Gewicht:
64 tot 90 g/m
2
1
2
Documenten laden
27
3
d Stel de papiergeleiders (1) in op de
breedte van het document.
Opmerking
Raadpleeg De glasplaat gebruiken
uu pagina 27 om niet-
standaarddocumenten te scannen.
De glasplaat gebruiken 3
U kunt de glasplaat gebruiken om de pagina's
van een boek één voor één te faxen, te
kopiëren of te scannen.
Ondersteunde documentformaten 3
Documenten laden 3
Opmerking
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de
ADF leeg zijn.
a Til het documentdeksel op.
b Leg met behulp van de
documentgeleiders links en boven het
document met de bedrukte zijde naar
beneden in de linkerbovenhoek van de
glasplaat.
c Sluit het documentdeksel.
Belangrijk
Als u een boek of een lijvig document wilt
scannen, laat het deksel dan niet
dichtvallen en druk er niet op.
Lengte: Tot 300,0 mm
Breedte: Tot 215,9 mm
Gewicht: Tot 2,0 kg
1
28
4
Een fax verzenden 4
De volgende stappen tonen u hoe u een fax
kunt verzenden.
a Wanneer u een fax wilt verzenden of de
verzend- of ontvangstinstellingen wilt
wijzigen, drukt u op de toets
(FAX) om deze blauw te doen oplichten.
Op het LCD-scherm verschijnt:
b Voer een van de volgende handelingen
uit om uw document te laden:
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar boven in de ADF.
(Zie De automatische
documentinvoer (ADF) gebruiken
uu pagina 26.)
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat. (Zie De glasplaat
gebruiken uu pagina 27.)
Opmerking
Gebruik de ADF om faxen met meerdere
pagina's te versturen.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de faxresolutie wilt wijzigen,
druk op b en druk op d of c om de
faxresolutie te kiezen.
Druk op OK.
Om het document te verzenden, gaat
u naar stap d.
d (MFC-8520DN)
Voer een van de onderstaande opties
uit:
Als u een enkelzijdig document wilt
versturen, gaat u naar stap e.
Als u een dubbelzijdig document wilt
versturen, drukt u op Dubbelzijdig.
Opmerking
U kunt dubbelzijdige documenten
verzenden vanaf de ADF.
Wanneer de machine klaar is om een
dubbelzijdig document te scannen, wordt
voor Duplex weergegeven in de
rechterbenedenhoek van het LCD-
scherm.
e Voer het faxnummer in met behulp van
de kiestoetsen (tot 40 cijfers), door te
drukken op een ééntoetsnummer of
door tweemaal te drukken op
(Adresboek) en het driecijferige
nummer in te voeren.
Een fax verzenden 4
01/01/2011 15:00
Fax
Res:Standaard
b
Druk b of Kies
Een fax verzenden
29
4
f Druk op Start.
Faxen vanaf de ADF
De machine begint het document te
scannen.
Faxen vanaf de glasplaat
De machine begint de eerste pagina
te scannen.
Ga op een van de volgende
manieren te werk:
Om een enkelzijdige pagina te
verzenden, drukt u op 2 om
Nee (verzenden) te kiezen of
drukt u nogmaals op Start. De
machine begint het document te
verzenden.
Om meer dan één pagina te
verzenden, drukt u op 1 om Ja te
kiezen en plaatst u de volgende
pagina op de glasplaat. Druk op
OK. De machine begint de pagina
te scannen. (Herhaal deze stap
voor elke extra pagina.) Druk op 2
om Nee (verzenden) te kiezen
wanneer alle pagina's zijn
gescand. De machine begint het
document te verzenden.
Opmerking
Om een fax die wordt verwerkt te
annuleren, drukt u op Stop/Eindigen.
Faxinstellingen 4
U kunt de standaard faxinstellingen wijzigen.
(uu Uitgebreide gebruikershandleiding: Een
fax verzenden)
Duplex scannen (dubbelzijdige faxlay-
out)
(Voor MFC-8520DN)
Contrast
Faxresolutie
Groep-Zenden
Direct Verzend
Internationaal
Tijdklok
Verzamelen
Voorblad (Instellen)
Voorblad (Opmerking)
Bestemming
Verzend Pollen
Hoofdstuk 4
30
Documenten in Letter formaat
faxen vanaf de glasplaat 4
Wanneer u documenten van Letter-formaat
faxt, moet u de glasplaat instellen op
Letter; als u dit niet doet, zal een gedeelte
van de fax ontbreken.
a Controleer of de Faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 1, 9, 1.
c Druk op a of b om Letter te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Een fax annuleren die wordt
verwerkt 4
Druk op Stop/Eindigen om de fax te
annuleren. Als u op Stop/Eindigen drukt
wanneer de machine kiest of verzendt, vraagt
het LCD-scherm u om bevestiging.
Verwijder fax?
a 1.Ja
b 2.Nee
Select. ab of OK
Druk op 1 om de fax te annuleren.
Verzendrapport 4
U kunt het verzendrapport gebruiken als
bewijs dat u een fax hebt verzonden.
(uu Uitgebreide gebruikershandleiding:
Verzendrapport) Dit rapport bevat de naam of
het faxnummer van de ontvanger, de datum
en de tijd van het verzenden, de duur van het
verzenden, het aantal verzonden pagina's en
informatie of de fax al dan niet succesvol
werd verzonden.
Voor het verzendrapport zijn verschillende
instellingen beschikbaar:
Aan: na elke verzonden fax wordt een
rapport afgedrukt.
Aan+Beeld: na elke verzonden fax wordt
een rapport afgedrukt. Een gedeelte van
de eerste pagina van de fax wordt op het
rapport afgedrukt.
Uit: als de fax niet is verzonden door een
storing wordt een rapport afgedrukt. De
standaardinstelling is Uitgeschakeld.
Uit+Beeld: als de fax niet is verzonden
door een storing wordt een rapport
afgedrukt. Een gedeelte van de eerste
pagina van de fax wordt op het rapport
afgedrukt.
a Druk op Menu, 2, 4, 1.
b Druk op a of b om Aan, Aan+Beeld,
Uit of Uit+Beeld te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Een fax verzenden
31
4
Opmerking
•Als u Aan+Beeld of Uit+Beeld kiest,
wordt het beeld alleen op het
verzendrapport afgedrukt als Direct
verzenden is ingesteld op Uit.
(uu Uitgebreide gebruikershandleiding:
Direct verzenden)
Als de fax goed is verzonden, wordt OK
naast RESULT weergegeven op het
verzendrapport. Als de fax niet is
verzonden, wordt FOUT naast RESULT
weergegeven.
32
5
Ontvangststanden 5
Opmerking
U kunt vier papierformaten gebruiken voor het afdrukken van faxen: A4, Letter, Legal of Folio.
U dient een ontvangststand te kiezen afhankelijk van de externe apparaten en telefoondiensten
die op uw lijn aanwezig zijn.
De ontvangststand kiezen 5
Uw machine ontvangt standaard automatisch faxen die ernaar worden verzonden. Met behulp
van onderstaand schema kunt u de juiste stand kiezen. (Zie Ontvangststanden gebruiken
uu pagina 33 voor meer informatie over de ontvangststanden.)
Volg onderstaande instructies om de ontvangststand in te stellen.
a Druk op Menu, 0, 1.
b Druk op a of b om de ontvangststand te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Op het LCD-scherm wordt de huidige ontvangststand weergegeven.
Een fax ontvangen 5
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een
extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de
machine?
Ja
Alleen Fax
Nee
Nee
Nee
Handmatig
Ja
Ext. TEL/ANT
Fax/Telefoon
Gebruikt u de functie voor voicemail van een
extern antwoordapparaat?
Wilt u dat de machine faxoproepen en
telefoongesprekken automatisch opneemt?
Ja
Een fax ontvangen
33
5
Ontvangststanden
gebruiken 5
In sommige ontvangststanden worden
oproepen automatisch beantwoord
(Alleen Fax en Fax/Telefoon). Mogelijk
wilt u de belvertraging wijzigen voordat u
deze standen gebruikt. (Zie Belvertraging
uu pagina 34.)
Alleen Fax 5
In de stand Alleen Fax wordt elke oproep
automatisch beantwoord alsof het een
faxbericht betreft.
Fax/Tel 5
De stand Fax/Telefoon helpt u inkomende
gesprekken automatisch te beheren, door te
herkennen of het faxen of gesprekken zijn en
deze op één van de volgende manieren te
verwerken:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Voicemail activeert het F/T-belsignaal om
aan te geven dat u de oproep moet
aannemen. Het F/T-belsignaal is een snel
dubbel belsignaal afkomstig van uw
machine.
(Zie ook F/T-beltijd (alleen in de Fax/Tel-
modus) uu pagina 34 en Belvertraging
uu pagina 34.)
Handmatig 5
De modus Handmatig schakelt alle
automatische antwoordfuncties
uitgeschakeld.
Om een fax te ontvangen als de machine in
de handmatige stand staat, pakt u de hoorn
van de externe telefoon op. Wanneer u
faxtonen hoort (korte repetitieve pieptonen),
drukt u op Start en daarna op 2 om een fax te
ontvangen. U kunt ook de functie Fax
waarnemen gebruiken om faxen te
ontvangen door de hoorn op te nemen van
een toestel op dezelfde lijn als die van de
machine.
(Zie ook Fax waarnemen uu pagina 35.)
Extern antwoordapparaat 5
In de stand Ext. TEL/ANT handelt een
extern antwoordapparaat de inkomende
oproepen af. Inkomende oproepen kunnen
op één van de volgende manieren worden
afgehandeld:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Bellers kunnen een bericht inspreken op
het externe antwoordapparaat.
(Zie Een extern antwoordapparaat aansluiten
uu pagina 39 voor meer informatie.)
Hoofdstuk 5
34
Instellingen
ontvangststand 5
Belvertraging 5
De belvertraging bepaalt het aantal keren dat
de machine overgaat voordat deze antwoordt
in de standen Alleen Fax en
Fax/Telefoon.
Als een externe of tweede telefoon dezelfde
lijn als de machine gebruikt, kiest u het
maximaal aantal keren dat de machine over
moet gaan. (Zie Fax waarnemen
uu pagina 35 en Handelingen bij externe of
tweede toestellen uu pagina 41.)
a Controleer of de Faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 1, 1.
c Druk op a of b om te kiezen hoe vaak de
machine over moet gaan voordat de
machine antwoordt.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
F/T-beltijd (alleen in de
Fax/Tel-modus) 5
Wanneer iemand uw machine belt, horen u
en de beller het geluid van normale
telefoontonen. Het aantal keren dat de
telefoon overgaat wordt bepaald door de
instelling van de belvertraging.
Als de oproep een fax is, ontvangt de
machine deze; als het echter een normaal
telefoontje is, laat de machine het F/T-
belsignaal horen (een snel dubbel belsignaal)
gedurende de tijd die u hebt bepaald in de
instelling van de F/T-beltijd. Als u het F/T-
belsignaal hoort, betekent dit dat u een
normale oproep op de lijn ontvangt.
Omdat het F/T-belsignaal van uw machine
afkomstig is, rinkelen de tweede en externe
toestellen niet; u kunt de oproep echter nog
wel op iedere telefoon beantwoorden. (Zie
Codes voor afstandsbediening gebruiken
uu pagina 42 voor meer informatie.)
a Controleer of de Faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 1, 2.
c Druk op a of b om te selecteren hoe lang
de machine over gaat om u op een
normaal telefoongesprek te attenderen
(20, 30, 40 of 70 seconden).
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Een fax ontvangen
35
5
Fax waarnemen 5
Als Fax waarnemen Aan is: 5
De machine kan een fax automatisch
ontvangen, zelfs als u de oproep
beantwoordt. Als Ontvangst op het LCD-
scherm wordt weergegeven of als u een klik
op de telefoonlijn hoort via de hoorn die u
hebt opgepakt, plaatst u de hoorn gewoon
terug. Uw machine doet de rest.
Als Fax waarnemen Uit is: 5
Als u in de buurt van de machine bent en een
faxoproep eerst aanneemt door de hoorn van
de externe telefoon op te pakken, drukt u op
Start en dan op 2 om de fax te ontvangen.
Als u de oproep beantwoordt vanaf een
tweede toestel, drukt u op l51. (Zie
Handelingen bij externe of tweede toestellen
uu pagina 41.)
Opmerking
U moet de instelling Codes voor
afstandsbediening aanzetten om de
Faxactiveringscode l51 te gebruiken. (Zie
Codes voor afstandsbediening gebruiken
uu pagina 42.)
Als deze functie op Aan staat maar uw
machine de faxoproep niet overneemt
wanneer u de hoorn van een tweede of
externe telefoon opneemt, drukt u op de
faxontvangstcode l51.
Als u faxen via een computer op dezelfde
telefoonlijn verzendt en de machine deze
opvangt, stelt u Fax waarnemen in op
Uit.
a Controleer of de Faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 1, 3.
c Druk op a of b om Aan of Uit te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
36
6
PC-Fax gebruiken 6
PC-FAX ontvangen (alleen
voor Windows
®
) 6
Wanneer u de functie PC-Fax ontvangen
inschakelt, slaat de machine ontvangen
faxen op in het geheugen om deze
automatisch door te sturen naar de pc. U kunt
vervolgens uw pc gebruiken voor het
weergeven en het opslaan van deze faxen.
Ook wanneer u de pc hebt uitgeschakeld
(bijvoorbeeld 's nachts of in het weekend),
ontvangt de machine faxen om deze op te
slaan in het geheugen. Op het LCD-scherm
wordt het aantal opgeslagen ontvangen
faxen weergegeven, bijvoorbeeld:
PCfaxbericht:001
Als u uw pc opstart en de software voor
PC-Fax ontvangen actief is, brengt uw
machine automatisch uw faxen over naar uw
pc.
Wanneer u de ontvangen faxen wilt
overbrengen naar uw pc, moet de software
voor PC-Fax ontvangen op uw pc actief zijn.
In het Windows
®
Start menu, selecteert u
Alle Programma's, Brother, MFC-XXXX,
PC-FAX Ontvangst en selecteert u
Ontvangen. (XXXX is uw modelnaam.)
Volg vervolgens de volgende stappen op uw
machine.
a Druk op Menu, 2, 5, 1.
b Druk op a of b om PC-Fax ontv. te
kiezen.
Druk op OK.
c Het LCD-scherm toont een herinnering
om het programma PC-FAX ontvangen
op uw computer op te starten. Als u het
programma PC-FAX ontvangen hebt
opgestart, drukt u op OK.
Als u het programma PC-FAX
ontvangen niet hebt opgestart,
raadpleegt u uu Softwarehandleiding:
PC-FAX ontvangen.
d Druk op a of b om <USB> te kiezen of de
naam van uw computer als de machine
is aangesloten op een netwerk.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Aan of Uit te kiezen.
25.Afstandsopties
Reserveafdruk
a Uit
b Aan
Select. ab of OK
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Belangrijk
Als u Reserveafdruk aan selecteert, drukt
de machine de fax ook op uw machine af
zodat u een kopie hebt. Dit is een
beveiligingsfunctie in geval van een
stroomstoring voordat de fax is
doorgestuurd naar uw pc.
PC-Fax gebruiken 6
PC-Fax gebruiken
37
6
Opmerking
Voordat u PC-Fax ontvangen kunt
instellen, moet u de software MFL-Pro
Suite op uw pc installeren. Controleer of
uw pc is aangesloten en ingeschakeld.
(uu Softwarehandleiding: PC-FAX
ontvangen)
Als uw machine een foutmelding geeft en
faxen uit het geheugen niet kan
afdrukken, kunt u deze instelling
gebruiken om de faxen naar een pc over
te brengen. (Zie Faxen of faxjournaal
overbrengen uu pagina 102.)
Mac OS ondersteunt PC-Fax ontvangen
niet.
PC-Fax verzenden 6
Met de functie PC-Fax van Brother kunt u uw
pc gebruiken om een document uit een
toepassing als standaard fax te verzenden. U
kunt een bestand vanuit om het even welke
toepassing op uw pc als een PC-Fax
verzenden. U kunt zelfs een voorblad
bijvoegen.
Voor meer informatie uu
Softwarehandleiding: Faxen via de pc
Een PC-Fax verzenden: 6
Neem contact op met de verkoper van de
toepassing als u meer hulp nodig heeft.
a Selecteer Bestand in uw toepassing op
en selecteer vervolgens Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken wordt
weergegeven. (De stappen kunnen
verschillen afhankelijk van uw
toepassing.)
b Selecteer de Brother PC-FAX v.3.
c Klik op OK.
De gebruikersinterface
Brother PC-FAX wordt weergegeven.
d Voer het faxnummer van de ontvanger
in met het toetsenbord van uw computer
of door op het numeriek toetsenbord
van de gebruikersinterface
Brother PC-FAX te klikken. U kunt ook
een opgeslagen nummer selecteren uit
de Adresboek.
Klik op wanneer u het
toetsenbord van uw computer of het
numerieke toetsenbord gebruikt.
e Klik op Start.
Uw document wordt naar de Brother-
machine verzonden en vervolgens
gefaxt naar de ontvanger.
38
7
Telefoonlijndiensten 7
Het type telefoonlijn instellen 7
Als u de machine aansluit op een lijn met PBX
of ISDN voor het verzenden en ontvangen
van faxen, moet u het type telefoonlijn
dienovereenkomstig wijzigen aan de hand
van de volgende stappen. Als u een lijn
gebruikt waarop een PBX is aangesloten,
kunt u ook instellen dat de machine altijd
toegang krijgt tot een buitenlijn (met het
netnummer dat u hebt ingevoerd) of toegang
krijgt tot een buitenlijn wanneer
Telefoon/Intern wordt ingedrukt.
a (voor Nederland) Druk op Menu, 0, 6.
(voor België) Druk op Menu, 0, 5.
b Druk op a of b om PBX, ISDN (of
Normaal) te kiezen.
Druk op OK.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u ISDN of Normaal hebt
gekozen, gaat u naar g.
Als u PBX hebt gekozen, gaat u
verder naar stap d.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer u het huidige netnummer
wilt veranderen, drukt u op 1 en gaat
u naar stap e.
Wanneer u het huidige netnummer
niet wilt veranderen, drukt u op 2 en
gaat u naar stap g.
e Voer het netnummer (maximaal 5
cijfers) in via de kiestoetsen.
Druk op OK.
Opmerking
U kunt de cijfers 0 tot en met 9, #, l en
! gebruiken.
(Druk op Telefoon/Intern om “!” weer
te geven.)
•Als u Aan selecteert, kunt u toegang
krijgen tot een buitenlijn door te
drukken op Telefoon/Intern ("!" wordt
weergegeven op het scherm).
•Als u Altijd kiest, hebt u toegang tot
een buitenlijn zonder op
Telefoon/Intern te drukken.
f Druk op a of b om Aan of Altijd te
kiezen.
Druk op OK.
g Druk op Stop/Eindigen.
PBX en doorverbinden 7
De machine is in eerste instantie ingesteld op
Normaal, om te worden aangesloten op een
standaard openbaar telefoonnetwerk
(PSTN). De meeste kantoren gebruiken
echter een centraal telefoonsysteem oftewel
een Private Branch Exchange (PBX). Uw
machine kan op de meeste PBX-
telefoonsystemen worden aangesloten. De
oproepfunctie van de machine ondersteunt
alleen Timed Break Recall (TBR). TBR werkt
met de meeste PBX-systemen, zodat u
toegang krijgt tot een buitenlijn of gesprekken
naar een andere lijn kunt doorverbinden. De
functie werkt wanneer u op Telefoon/Intern
hebt gedrukt.
Telefoon en externe apparatuur 7
Telefoon en externe apparatuur
39
7
Een extern
antwoordapparaat
aansluiten
7
U kunt een extern antwoordapparaat
aansluiten op dezelfde lijn als uw machine.
Wanneer het antwoordapparaat een oproep
beantwoordt, "hoort" uw machine de faxtonen
afkomstig van een verzendende faxmachine.
Als er faxtonen klinken, neemt de machine de
oproep over en wordt de fax ontvangen. Als
er geen faxtonen klinken, laat de machine
een voicemail registreren door uw
antwoordapparaat en wordt op het display
Telefoon weergegeven.
Het externe antwoordapparaat moet binnen
vier belsignalen antwoorden (wij raden u aan
om twee belsignalen in te stellen). De reden
hiervoor is dat uw machine de faxtonen niet
kan horen, totdat het externe
antwoordapparaat de oproep heeft
aangenomen. De verzendende machine
zendt slechts nog acht tot tien seconden
langer faxtonen. Het wordt afgeraden om op
uw externe antwoordapparaat de functie
bespaarstand te gebruiken, als er meer dan
vier belsignalen nodig zijn om die te
activeren.
Opmerking
Als u problemen hebt met het ontvangen
van faxen, dient u de instelling
belvertraging op uw externe
antwoordapparaat te verlagen.
Aansluitingen 7
Het externe antwoordapparaat moet zijn
aangesloten zoals aangegeven in
onderstaande afbeelding.
1 ANTW. APP.
a Stel uw externe antwoordapparaat in op
een of twee keer over gaan. (De
instelling voor de belvertraging van de
machine is niet van toepassing.)
b Het uitgaand bericht op uw externe
antwoordapparaat opnemen.
c Stel het antwoordapparaat in om
oproepen aan te nemen.
d Stel de ontvangstmodus op uw machine
in op Ext. TEL/ANT. (Zie De
ontvangststand kiezen uu pagina 32.)
1
1
1
1
(voor Nederland)
(voor België)
Hoofdstuk 7
40
Een uitgaand bericht
opnemen 7
a Neem 5 seconden stilte op aan het
begin van uw bericht. Dit geeft uw
machine de tijd om naar faxtonen te
luisteren.
b Wij adviseren u het bericht te beperken
tot 20 seconden.
c Het is handig om aan het einde van het
uitgaande bericht van 20 seconden de
code voor activeren op afstand te
vermelden, zodat men ook handmatig
faxberichten kan sturen. Bijvoorbeeld:
"Spreek een bericht in na de toon of
druk op l51 en Start om een fax te
verzenden."
Opmerking
U moet de instelling Codes voor
afstandsbediening naar Aan zetten om de
Faxactiveringscode l51 te gebruiken. (Zie
Codes voor afstandsbediening gebruiken
uu pagina 42.)
Wij raden u aan om aan het begin van uw
uitgaand bericht eerst een stilte van
5 seconden op te nemen, omdat de
machine mogelijk de faxtonen niet kan
horen bij een stem. U kunt proberen om
deze pauze weg te laten, maar als uw
machine problemen heeft met de
ontvangst, dient u het uitgaand bericht
opnieuw op te nemen en deze pauze in te
lassen.
Aansluiting op meerdere
lijnen (PBX) 7
Wij raden u aan contact op te nemen met het
bedrijf dat uw PBX geïnstalleerd heeft om uw
machine aan te sluiten. Als u beschikt over
een systeem met meerdere lijnen, vraagt u
uw installateur dan om de machine op de
laatste lijn in het systeem aan te sluiten. Zo
voorkomt u dat de machine wordt geactiveerd
wanneer er telefoongesprekken worden
ontvangen door het systeem. Als alle
inkomende oproepen door een telefonist(e)
worden beantwoord, adviseren wij u om de
ontvangststand in te stellen op Handmatig.
Wij kunnen niet garanderen dat uw machine
onder alle omstandigheden correct werkt bij
aansluiting op een PBX. Neem bij problemen
met het verzenden of ontvangen van faxen in
eerste instantie contact op met het bedrijf dat
uw centrale verzorgt.
Telefoon en externe apparatuur
41
7
Externe telefoons en
tweede telefoons 7
Opmerking
U moet de Codes voor afstandsbediening
inschakelen om de code voor Activeren op
afstand l51 en de code voor Deactiveren
op afstand #51 te kunnen gebruiken. (Zie
Codes voor afstandsbediening gebruiken
uu pagina 42.)
Een externe of tweede
telefoon aansluiten 7
U kunt een apart toestel rechtstreeks op uw
machine aansluiten, zoals in onderstaande
afbeelding.
1 Tweede toestel
2 Extern toestel
Als u een extern toestel gebruikt, wordt op het
LCD-scherm Telefoon weergegeven.
Handelingen bij externe of
tweede toestellen 7
Als u een faxoproep op een tweede toestel
beantwoordt of op een externe telefoon die
correct is aangesloten op de machine via de
T-stukaansluiting, kunt u de machine de
oproep laten aannemen via de code voor
activeren op afstand. Als u de code voor
Activeren op afstand l51 intoetst, zal de fax
op de machine worden ontvangen.
Als u een oproep aanneemt en er is
niemand aan de lijn: 7
U dient dan aan te nemen dat het gaat om het
ontvangen van een handmatige fax.
Druk op l51 en wacht op de faxtonen of tot op
het LCD-scherm Ontvangst wordt
weergegeven en hang dan op.
Opmerking
U kunt ook de functie Fax waarnemen
gebruiken om ervoor te zorgen dat uw
machine de oproep automatisch
aanneemt. (Zie Fax waarnemen
uu pagina 35.)
Alleen voor de Fax/Tel-modus7
Als de machine in de Fax/Tel-modus staat,
wordt het snelle dubbele belsignaal gebruikt
om aan te geven dat het een normale oproep
betreft.
Neem de hoorn van het externe toestel op en
druk op Telefoon/Intern om de oproep te
beantwoorden.
Als u zich bij een tweede toestel bevindt,
moet u de hoorn tijdens de F/T-beltijd
opnemen en tussen de snelle dubbele
belsignalen in op #51 drukken. Als niemand
aan het toestel is of wanneer iemand u een
fax wilt verzenden, stuurt u de oproep terug
naar de machine door op l51 te drukken.
(voor Nederland)
(voor België)
1
2
1
2
Hoofdstuk 7
42
Een draadloze handset van
een ander merk gebruiken 7
Als uw draadloze telefoon van een ander
merk is aangesloten op het telefoonsnoer (zie
pagina 41) en de draadloze telefoon is op
een andere plaatst, is het gemakkelijker om
oproepen tijdens de belvertraging te
beantwoorden.
Als u de machine eerst laat antwoorden,
moet u naar de machine gaan om op
Telefoon/Intern te drukken om de oproep
over te zetten naar de draadloze handset.
Codes voor
afstandsbediening gebruiken 7
Code voor activeren op afstand 7
Als u een faxoproep aanneemt op een extern
of tweede toestel, kunt u uw machine
opdragen om deze te ontvangen door de
code voor activeren op afstand l51 in te
voeren. Wacht tot u faxtonen hoort en plaats
dan de hoorn terug. (Zie Fax waarnemen
uu pagina 35.) De beller moet op start
drukken om de fax te verzenden.
Als u een faxoproep op de externe telefoon
beantwoordt, kunt u de machine opdragen
om de fax te ontvangen door op Start te
drukken.
Code voor deactiveren op afstand 7
Als u een telefoonoproep ontvangt en de
machine in de stand F/T staat, wordt het F/T
belsignaal (snel dubbel belsignaal) gebruikt
na de aanvankelijke belvertraging. Als u de
oproep op een tweede toestel aanneemt,
kunt u het dubbele belsignaal uitschakelen
door op #51 te drukken (zorg ervoor dat u
hierop drukt tussen de belsignalen in).
Als de machine een oproep beantwoordt en
het snelle dubbel belsignaal- overgaat
voordat u de oproep aan kunt nemen, kunt u
de oproep overzetten op de externe telefoon
door op Telefoon/Intern te drukken.
De codes voor afstandsbediening
inschakelen 7
U moet de Codes voor afstandsbediening op
Aan plaatsen om de Faxontvangstcode en de
Code voor het aannemen van de telefoon te
kunnen gebruiken.
a Controleer of de Faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu 2, 1, 4.
c Druk op a of b om Aan te kiezen.
Druk op OK.
Telefoon en externe apparatuur
43
7
d Als u de code voor activeren op afstand
niet wilt wijzigen, drukt u op OK.
e Als u de code voor deactiveren op
afstand niet wilt wijzigen, drukt u op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Afstandsbedieningscodes wijzigen 7
De voorgeprogrammeerde code voor
Activeren op afstand is l51. De
voorgeprogrammeerde code voor
Deactiveren op afstand is #51. Als de
verbinding telkens wordt verbroken wanneer
u probeert om toegang te krijgen tot uw
externe antwoordapparaat, is het raadzaam
om de codes van drie cijfers voor
afstandsbediening te wijzigen, bijvoorbeeld
### en 555.
a Controleer of de Faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 1, 4.
c Druk op a of b om Aan of Uit te kiezen.
Druk op OK.
d Als u Aan hebt geselecteerd in stap c,
voert u nu de nieuwe code voor
Activeren op afstand in.
Druk op OK.
e Voer de nieuwe code voor Deactiveren
op afstand in.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
44
8
Nummers kiezen 8
U kunt op de volgende manieren een
nummer kiezen.
Handmatig kiezen 8
Gebruik de kiestoetsen om alle cijfers van het
telefoon- of faxnummer in te voeren.
n toetsnummer kiezen 8
Druk op het ééntoetsnummer waaronder het
nummer is opgeslagen dat u wilt bellen. (Zie
Eéntoetsnummers opslaan uu pagina 47.)
Om ééntoetsnummers 9 tot 16 te kiezen,
houdt u Shift ingedrukt en drukt u vervolgens
op de toets van het ééntoetsnummer.
Snelkiezen 8
Druk tweemaal op (Adresboek) en voer
dan het snelkiesnummer van drie cijfers in.
(Zie Snelkiesnummers opslaan
uu pagina 49.)
Opmerking
Als Nu registreren? wordt
weergegeven op het LCD-scherm als u
een ééntoets- of snelkiesnummer invoert,
betekent dit dat er geen nummer is
opgeslagen.
Zoeken 8
U kunt alfabetisch zoeken naar de namen die
in het geheugen voor ééntoetsnummers en
snelkiesnummers zijn opgeslagen. (Zie
Eéntoetsnummers opslaan uu pagina 47 en
Snelkiesnummers opslaan uu pagina 49.)
a Controleer of de Faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op (Adresboek).
Kiezen en nummers opslaan 8
Nummer met drie cijfers
Kiezen en nummers opslaan
45
8
c Druk op de toets op het
bedieningspaneel voor de eerste paar
letters van de naam. (Gebruik het
schema in Tekst invoeren
uu pagina 165 bij het invoeren van de
letters.)
Druk op OK.
d Druk op a of b om te bladeren totdat u de
naam vindt die u zoekt.
Druk op OK.
e Druk op Start.
Opmerking
Als u geen letter invoert en op OK drukt in
stap c, worden alle geregistreerde
namen weergegeven. Druk op a of b om te
bladeren totdat u de naam vindt die u
zoekt.
Als u LDAP gebruikt, dient u de letters van
uw zoekterm in te geven in stap c. (De
LDAP-functie kan worden gedownload.)
Als op het LCD-scherm
Geen contact gev verschijnt bij het
invoeren van de eerste paar letters van de
naam, betekent dit dat er geen naam met
die letter is opgeslagen.
LDAP zoeken 8
Als de machine is aangesloten op uw LDAP-
server, kunt u vanaf uw server informatie
zoeken zoals faxnummers en
e-mailadressen. (Raadpleeg Hoe LDAP
instellen uu Netwerkhandleiding)
(De LDAP-functie kan worden gedownload.)
Faxnummer opnieuw kiezen 8
Als u een fax automatisch wilt verzenden en
het nummer in gesprek is, zal de machine het
nummer iedere vijf minuten automatisch drie
keer opnieuw proberen.
Herkies/Pauze werkt alleen als u het
nummer via het bedieningspaneel hebt
gekozen.
Nummers opslaan 8
U kunt uw machine instellen om op de
volgende manieren snel te kiezen:
ééntoetsnummers, snelkiesnummers en
groepsnummers voor het groepsverzenden
van faxen. U kunt ook de standaardresolutie
voor ieder ééntoetsnummer en
snelkiesnummer specificeren. Wanneer u op
een snelkiestoets drukt, geeft het LCD-
scherm de opgeslagen naam of het
opgeslagen nummer weer. Met het
faxnummer kunt u ook een scanprofiel
opslaan.
De snelkiesnummers die in het geheugen zijn
opgeslagen, gaan niet verloren als de stroom
uitvalt.
Een scanprofiel bestaat uit de resolutie en
andere scaninstellingen die u kiest wanneer u
een nummer opslaat. U kunt bijvoorbeeld
Standaard, Fijn, S.Fijn of Foto voor de
Fax/Tel-optie en Standaard, Fijn of Foto voor
IFAX selecteren. Of u kunt Kleur 100 dpi,
Kleur 200 dpi, Kleur 300 dpi, Kleur 600 dpi,
Kleur Auto, Grijs 100 dpi, Grijs 200 dpi, Grijs
300 dpi, Grijs Auto, Z&W 300 dpi, Z&W 200
dpi of Z&W 200x100 dpi selecteren als u een
van de E-mailopties hebt geselecteerd. (De
opties IFAX en E-mail zijn beschikbaar als
download.)
Hoofdstuk 8
46
Opslagopties voor ééntoetsnummers en snelkiesnummers 8
De volgende tabel toont de beschikbare opties bij het opslaan van ééntoets- en snelkiesnummers.
Wanneer u een nummer opslaat, vraagt het LCD-scherm u te kiezen uit de opties die worden
weergegeven in de volgende stappen.
1
De optie registratietype is beschikbaar als u de IFAX- en e-mailopties op uw machine hebt geïnstalleerd. U kunt de
IFAX- en e-mailopties toevoegen door ze te downloaden via het Brother Solutions Center op:
http://solutions.brother.com/
.
Opmerking
PDF/A is een PDF-bestandsformaat voor archivering op lange termijn. Dit formaat bevat alle
noodzakelijke informatie om het document te reproduceren na opslag op lange termijn.
SPDF (Secure PDF) is een PDF-bestandsformaat dat met een wachtwoord is beveiligd.
SiPDF (Signed PDF) is een bestandsformaat dat geknoei met gegevens en de impersonatie
van een auteur helpt te voorkomen door een digitaal certificaat aan het document toe te
voegen. Als u SiPDF kiest, dient u met Beheer via een webbrowser een certificaat te
installeren op uw machine. Kies Ondertek. PDF uit Beheerder in Beheer via een webbrowser.
(Een certificaat installeren uu Netwerkhandleiding)
Stap 1
Voer ééntoets-
of
snelkieslocatie
in
Stap 2
Selecteer het
Registratietype
1
Stap 3
Voer het
nummer of
e-mailadres in
Stap 4
Voer de
naam in
Stap 5
Selecteer de
resolutie
Stap 6
Selecteer het
bestandstype
ntoets- of
snelkiesnummers
F/T Faxnummer of
telefoonnummer
(Naam) Std, Fijn,
S.Fijn, Foto
-
IFAX E-mailadres Std, Fijn, Foto -
Email kleur PDF 100dpi, 200dpi,
300dpi, 600dpi,
Autom.
PDF, PDF/A,
SPDF, SiPDF
Email kleur JPG 100dpi, 200dpi,
300dpi, 600dpi,
Autom.
-
Email kleur XPS 100dpi, 200dpi,
300dpi, 600dpi,
Autom.
-
Email grijs PDF 100dpi, 200dpi,
300dpi, Autom.
PDF, PDF/A,
SPDF, SiPDF
Email grijs JPG 100dpi, 200dpi,
300dpi, Autom.
-
Email grijs XPS 100dpi, 200dpi,
300dpi, Autom.
-
Email Z/W PDF 300dpi, 200dpi,
200x100dpi
PDF, PDF/A,
SPDF, SiPDF
Email Z/W TIFF 300dpi, 200dpi,
2
00x100dpi
-
Kiezen en nummers opslaan
47
8
Een pauze opslaan 8
Druk op Herkies/Pauze om een pauze van
3,5 seconden tussen de nummers in te
voegen. U kunt zo vaak als nodig is op
Herkies/Pauze drukken om de pauze langer
te maken.
ntoetsnummers opslaan 8
De machine heeft 8 toetsen voor
ééntoetsnummers waaronder u 16 fax- of
telefoonnummers kunt opslaan om ze
automatisch te kunnen kiezen. Om nummers
9 tot 16 te kiezen, houdt u Shift ingedrukt en
drukt u vervolgens op de toets van het
ééntoetsnummer drukt.
U kunt de IFAX- en E-mailopties toevoegen
door ze te downloaden. Raadpleeg Als u de
IFAX- en e-mailopties hebt gedownload
uu pagina 47 wanneer u ééntoetsnummers
opslaat en de IFAX- en E-mailopties op de
machine zijn geïnstalleerd.
a Druk op de toets voor het
ééntoetsnummer waaronder u een
nummer wilt opslaan.
Als er geen nummer onder die toets is
opgeslagen, wordt op het LCD-scherm
Nu registreren? weergegeven.
Druk op 1 om Ja te selecteren.
b Voer het telefoon- of faxnummer in
(maximaal 20 cijfers).
Druk op OK.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in via het
bedieningspaneel (max. 15 tekens).
Raadpleeg Tekst invoeren
uu pagina 165 voor hulp bij het
invoeren van letters.
Druk op OK.
Druk op OK om het nummer zonder
een naam op te slaan.
d Als u samen met het nummer een
faxresolutie wilt opslaan, kiest u een van
de onderstaande opties:
Om de faxresolutie op te slaan, drukt
u op a of b om Std, Fijn, S.Fijn of
Foto te kiezen.
Druk op OK.
Druk op OK als u de
standaardresolutie niet wilt wijzigen.
Als u de IFAX- en e-mailopties hebt
gedownload 8
Als u de IFAX- en E-mailopties op uw
machine hebt geïnstalleerd, gebruik deze
procedure om de ééntoetsnummers op te
slaan.
a Druk op het ééntoetsnummer
waaronder u het nummer of het e-
mailadres wilt opslaan.
Als er geen nummer of e-mailadres is
opgeslagen, dan toont het LCD-scherm
Nu registreren?
Druk op 1 om Ja te selecteren.
Hoofdstuk 8
48
b Druk op a of b om één van de volgende
items te kiezen:
F/T
IFAX
Email kleur PDF
Email kleur JPG
Email kleur XPS
Email grijs PDF
Email grijs JPG
Email grijs XPS
Email Z/W PDF
Email Z/W TIFF
Druk op OK.
c Voer het fax/telefoonnummer (tot 20
tekens elk) of e-mailadres (tot 60
tekens) in. Raadpleeg Tekst invoeren
uu pagina 165 voor hulp bij het
invoeren van tekens.
Druk op OK.
Opmerking
•Als u in stapb een e-mail registratietype
hebt geselecteerd en in stap c het
e-mailadres hebt opgeslagen, kunt u het
e-mailadres alleen in de Scanmodus
gebruiken.
Als u in stap b een IFAX-registratietype
hebt geselecteerd en in stap c een
e-mailadres hebt opgeslagen, kunt u het
e-mailadres alleen in de Faxmodus
gebruiken.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in via het
bedieningspaneel (max. 15 tekens).
Druk op OK.
Druk op OK om het nummer of het e-
mailadres zonder een naam op te
slaan.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u samen met het nummer een
fax-/scanresolutie wilt opslaan, gaat
u naar de geschikte stap zoals
aangegeven in de onderstaande
tabel.
Als u de standaardresolutie niet wilt
wijzigen, drukt u op OK.
Opmerking
Wanneer u een groepsverzending maakt
en u een scanprofiel hebt opgeslagen
samen met het nummer of e-mailadres,
wordt het scanprofiel van het
eerstgekozen ééntoets-, snelkies- of
groepsnummer op de verzending
toegepast.
U kunt het nummer of e-mailadres ook
opslaan door op Menu, 2, 3, 1 te drukken.
Voor meer informatie over het
bestandsformaat
uu Softwarehandleiding: De scantoets
gebruiken.
f Druk op a of b om de resolutie te kiezen
uit Std, Fijn, S.Fijn of Foto.
Druk op OK.
g Druk op a of b om de resolutie te kiezen
uit Std, Fijn of Foto.
Druk op OK.
Optie geselecteerd in stap b Ga naar stap
F/T f
IFAX g
Email kleur PDF
hEmail kleur JPG
Email kleur XPS
Email grijs PDF
iEmail grijs JPG
Email grijs XPS
Email Z/W PDF
j
Email Z/W TIFF
Kiezen en nummers opslaan
49
8
h Druk op a of b om de resolutie te kiezen
uit 100dpi, 200dpi, 300dpi, 600dpi
of Autom.. Druk op OK.
Wanneer u Email kleur PDF
hebt gekozen, gaat u verder naar
stap k.
i Druk op a of b om de resolutie te kiezen
uit 100dpi, 200dpi, 300dpi of
Autom..
Druk op OK.
Wanneer u Email grijs PDF
hebt gekozen, gaat u verder naar
stap k.
j Druk op a of b om de resolutie te kiezen
uit 300dpi, 200dpi of 200x100dpi.
Druk op OK.
Wanneer u Email Z/W PDF hebt
gekozen, gaat u verder naar stap k.
k Druk op a of b om het PDF-type te
selecteren uit PDF, PDF/A, SPDF
(Beveiligde PDF) of SiPDF
(Ondertekende PDF) dat naar uw pc zal
worden gestuurd.
Druk op OK.
Opmerking
Als u SPDF (Beveiligde PDF) kiest, zal de
machine u vragen een wachtwoord van
vier cijfers in te geven met behulp van de
cijfers 0-9 voor hij start met scannen.
Snelkiesnummers opslaan 8
U kunt vaak gekozen nummers opslaan als
snelkiesnummers zodat u deze met een paar
toetsen kunt kiezen
( (Adresboek) tweemaal, het nummer van
drie cijfers en Start). De machine kan 300
snelkiesnummers opslaan (001 - 300).
U kunt de IFAX- en E-mailopties toevoegen
door ze te downloaden. Raadpleeg Als u de
IFAX- en e-mailopties hebt gedownload
uu pagina 50 wanneer u snelkiesnummers
opslaat en de IFAX- en E-mailopties op de
machine zijn geïnstalleerd.
a Druk tweemaal op (Adresboek) en
voer het locatienummer voor het
driecijferige snelkiesnummer (001-300)
in.
Als er geen nummer onder die toets is
opgeslagen, wordt op het LCD-scherm
Nu registreren? weergegeven.
Druk op 1 om Ja te selecteren.
b Voer het telefoon- of faxnummer in
(maximaal 20 cijfers).
Druk op OK.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in via het
bedieningspaneel (max. 15 tekens).
Raadpleeg Tekst invoeren
uu pagina 165 voor hulp bij het
invoeren van tekens.
Druk op OK.
Druk op OK om het nummer zonder
een naam op te slaan.
Hoofdstuk 8
50
d Als u samen met het nummer een
faxresolutie wilt opslaan, kiest u een van
de onderstaande opties:
Om de faxresolutie op te slaan, drukt
u op a of b om Std, Fijn, S.Fijn of
Foto te kiezen.
Druk op OK.
Druk op OK als u de
standaardresolutie niet wilt wijzigen.
Als u de IFAX- en e-mailopties hebt
gedownload 8
Als u de IFAX- en e-mailopties op uw
machine hebt geïnstalleerd, gebruik deze
procedure om de snelkiesnummers op te
slaan.
a Druk tweemaal op (Adresboek) en
voer het locatienummer voor het
driecijferige snelkiesnummer (001-300)
in.
Als er geen nummer of e-mailadres is
opgeslagen, dan toont het LCD-scherm
Nu registreren?
Druk op 1 om Ja te selecteren.
b Druk op a of b om één van de volgende
items te kiezen:
F/T
IFAX
Email kleur PDF
Email kleur JPG
Email kleur XPS
Email grijs PDF
Email grijs JPG
Email grijs XPS
Email Z/W PDF
Email Z/W TIFF
Druk op OK.
c Voer het fax/telefoonnummer (tot 20
tekens elk) of e-mailadres (tot 60
tekens) in. Raadpleeg Tekst invoeren
uu pagina 165 voor hulp bij het
invoeren van tekens.
Druk op OK.
Opmerking
Als u in stap b een e-mail registratietype
hebt geselecteerd en in stap c het
e-mailadres hebt opgeslagen, kunt u het
e-mailadres alleen in de Scanmodus
gebruiken.
Als u in stap b een IFAX-registratietype
hebt geselecteerd en in stap c een
e-mailadres hebt opgeslagen, kunt u het
e-mailadres alleen in de Faxmodus
gebruiken.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in via het
bedieningspaneel (max. 15 tekens).
Druk op OK.
Druk op OK om het nummer of het e-
mailadres zonder een naam op te
slaan.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u samen met het nummer een
fax-/scanresolutie wilt opslaan, gaat
u naar de geschikte stap zoals
aangegeven in de onderstaande
tabel:
Als u de standaardresolutie niet wilt
wijzigen, drukt u op OK.
Optie geselecteerd in stap b Ga naar stap
F/T f
IFAX g
Email kleur PDF
hEmail kleur JPG
Email kleur XPS
Email grijs PDF
iEmail grijs JPG
Email grijs XPS
Email Z/W PDF
j
Email Z/W TIFF
Kiezen en nummers opslaan
51
8
Opmerking
Wanneer u een groepsverzending maakt
en scanprofielen hebt opgeslagen, wordt
het profiel van het ééntoetsnummer,
snelkiesnummer of groepsnummer dat u
first kiest toegepast voor
groepsverzenden.
Voor meer informatie over het
bestandsformaat
uu Softwarehandleiding: De scantoets
gebruiken.
U kunt het nummer ook opslaan door op
Menu, 2, 3, 2 te drukken.
f Druk op a of b om de resolutie te kiezen
uit Std, Fijn, S.Fijn of Foto.
Druk op OK.
g Druk op a of b om de resolutie te kiezen
uit Std, Fijn of Foto.
Druk op OK.
h Druk op a of b om de resolutie te kiezen
uit 100dpi, 200dpi, 300dpi, 600dpi
of Autom.. Druk op OK.
Wanneer u Email kleur PDF
hebt gekozen, gaat u verder naar
stap k.
i Druk op a of b om de resolutie te kiezen
uit 100dpi, 200dpi, 300dpi of
Autom..
Druk op OK.
Wanneer u Email grijs PDF
hebt gekozen, gaat u verder naar
stap k.
j Druk op a of b om de resolutie te kiezen
uit 300dpi, 200dpi of 200x100dpi.
Druk op OK.
Wanneer u Email Z/W PDF hebt
gekozen, gaat u verder naar stap k.
k Druk op a of b om het PDF-type te
selecteren uit PDF, PDF/A, SPDF
(Beveiligde PDF) of SiPDF
(Ondertekende PDF) dat naar uw pc zal
worden gestuurd.
Druk op OK.
Opmerking
Als u SPDF (Beveiligde PDF) kiest, zal de
machine u vragen een wachtwoord van
vier cijfers in te geven met behulp van de
cijfers 0-9 voor hij start met scannen.
Hoofdstuk 8
52
Eéntoetsnummers en
snelkiesnummers wijzigen of
verwijderen 8
U kunt een reeds opgeslagen
ééntoetsnummer of een snelkiesnummer
wijzigen of verwijderen. Op het LCD-scherm
wordt de naam of het nummer weergegeven,
en als het nummer een geplande taak heeft,
zoals een uitgestelde fax of een nummer voor
fax doorzenden, wordt er een bericht
weergegeven.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Menu, 2, 3, 1 om een
opgeslagen ééntoetsnummer te
wijzigen of te verwijderen.
23.Adresboek
1.Directkies
Directkies:
Kies Directkies
Druk op de toets voor het
ééntoetsnummer dat u wilt wijzigen
of verwijderen.
Druk op Menu, 2, 3, 2 om een
opgeslagen snelkiesnummer te
wijzigen of te verwijderen.
23.Adresboek
2.Snelkies
Snelkiesnr? #_
Enter & OK-toets
Voer het snelkiesnummer in dat u
wilt wijzigen of verwijderen en druk
dan op OK.
Opmerking
Als het ééntoets- of snelkiesnummer dat u
probeer te wijzigen is ingesteld op een
geplande taak of faxdoorzendnummer,
vraagt het LCD-scherm u of u de naam of
het nummer wilt veranderen.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op 1 om Wijzig instell te
kiezen om het nummer, de naam of
het e-mailadres te bewerken.
Ga naar stap c.
Druk op 2 om Wis instelling te
kiezen om alle informatie in een
ééntoets- of snelkiesnummer te
verwijderen.
Wanneer Gegevens wissen?
verschijnt, drukt u op 1 om Ja te
kiezen om te bevestigen.
Ga naar stap d.
23.Adresboek
#005:MIKE
a 1.Wijzig instell
b 2.Wis instelling
Select. ab of OK
c Bewerk het nummer, de naam en de
resolutie door de instructie in de
opmerking te volgen. Wanneer u klaar
bent met bewerken, drukt u op OK.
(Raadpleeg Eéntoetsnummers opslaan
uu pagina 47, stappen b - d voor
meer informatie.)
<Als u de IFAX- en e-mailopties hebt
gedownload:>
Bewerk het Registratietype, het nummer
of e-mailadres, de naam en de resolutie
door de instructie in de opmerking te
volgen. Wanneer u klaar bent met
bewerken, drukt u op OK.
(Raadpleeg Eéntoetsnummers opslaan
uu pagina 47, stappen b - k voor
meer informatie.)
Kiezen en nummers opslaan
53
8
Opmerking
Om de opgeslagen naam of het
opgeslagen nummer te bewerken, drukt u
op d of c om de cursor onder het teken dat
u wilt wijzigen te plaatsen, en drukt u op
Wis. Voer vervolgens het juiste teken in.
Het LCD-scherm toont uw nieuwe
instelling.
d Druk op Stop/Eindigen.
54
9
Kopieën maken 9
De volgende stappen beschrijven de
basiskopieerhandelingen. (uu Uitgebreide
gebruikershandleiding)
a Wanneer u een kopie wilt maken, drukt
u op (KOPIE) om deze blauw te
doen oplichten.
Zorg ervoor dat de Kopieermodus is
ingeschakeld.
Op het LCD-scherm verschijnt:
1 Aantal kopieën
Voer met de kiestoetsen het
gewenste aantal kopieën in.
Opmerking
De standaardinstelling is de Faxmodus. U
kunt wijzigen hoelang de Kopieermodus
geactiveerd blijft op de machine na de
laatste kopieerhandeling.
(uu Uitgebreide gebruikershandleiding:
Timermodus)
b Voer een van de volgende handelingen
uit om uw document te laden:
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar boven in de ADF.
(Zie De automatische
documentinvoer (ADF) gebruiken
uu pagina 26.)
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat. (Zie De glasplaat
gebruiken uu pagina 27.)
c Druk op Start.
Kopiëren onderbreken 9
Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te
onderbreken.
Kopiëren 9
1
Kopiëren
55
9
Kopieerinstellingen 9
Druk op KOPIE en druk vervolgens op a of b
om te bladeren door de kopieerinstellingen.
Wanneer de gewenste instelling gemarkeerd
is, drukt u herhaaldelijk op c tot u de
gewenste optie ziet, en drukt u vervolgens op
OK.
(Beknopte gebruikershandleiding)
Raadpleeg pagina’s 18 - 19 voor meer
informatie over het wijzigen van de volgende
instellingen:
Papiersoort
Papierformaat
Lade gebruiken (Ladegebruik in de
Kopieermodus)
(Uitgebreide gebruikershandleiding)
Voor meer informatie over het wijzigen van
de volgende instellingen uu Uitgebreide
gebruikershandleiding: Kopiëren instellingen)
Vergr/kl (Vergroten/verkleinen)
Stapel/Sorteer
Kwaliteit
Helderheid
Contrast
Pagina layout
Ladekeuze (Ladeselectie)
Duplex
56
10
Met de functie Rechtstreeks afdrukken hebt u
geen computer nodig om data af te drukken.
U kunt afdrukken door eenvoudigweg uw
USB-flashstation aan te sluiten op de USB-
direct interface van de machine. U kunt ook
een camera aansluiten en rechtstreeks vanaf
de camera afdrukken als deze is ingesteld op
USB Mass Storage.
U kunt gebruik maken van een USB-
flashgeheugenstation met de volgende
specificaties:
1
Het NTFS-formaat wordt niet ondersteund.
Opmerking
Niet alle USB-flashstations zijn
compatibel met de machine.
Als uw camera in de stand PictBridge
staat, kunt u geen gegevens afdrukken.
Raadpleeg de handleiding van uw camera
om over te schakelen van de stand
PictBridge naar de stand Mass Storage.
Een PRN-bestand
aanmaken voor
rechtstreeks
afdrukken
10
Opmerking
De schermen in dit gedeelte kunnen
afwijken, afhankelijk van uw toepassing
en uw besturingssysteem.
a Klik in de menubalk van een programma
op Bestand en daarna op Afdrukken.
b Selecteer Brother MFC-XXXX Printer
(1) en vink het vakje Naar bestand aan
(2).
Klik op Afdrukken.
Gegevens afdrukken vanaf een
USB-flashgeheugen of vanaf een
digitale camera die massaopslag
ondersteunt
10
USB-klasse USB-klasse voor
massaopslag
USB-klasse voor
massaopslag
SCSI of SFF-8070i
Transferprotocol Alleen bulktransfer
Formaat
1
FAT12/FAT16/FAT32
Sectorformaat Max. 4.096 bytes
Encryptie Het USB-
flashgeheugenstation
beveiligt zichzelf niet.
2
1
Gegevens afdrukken vanaf een USB-flashgeheugen of vanaf een digitale camera die massaopslag ondersteunt
57
10
c Kies de map waarin u het bestand wilt
opslaan en voer de bestandsnaam in als
u daarom wordt gevraagd.
Als u alleen om een bestandsnaam
wordt gevraagd, kunt u ook de map
opgeven waarin u het bestand wilt
opslaan door een naam van een map in
te voeren. Bijvoorbeeld:
C:\Temp\Bestandsnaam.prn
Als op uw computer een USB-
flashstation of een digitale camera is
aangesloten, kunt u het bestand
rechtstreeks op het USB-flashstation
opslaan.
Gegevens rechtstreeks
afdrukken vanaf het
USB-flashgeheugen of
vanaf een digitale
camera die
massaopslag
ondersteunt
10
a Steek het USB-flashgeheugen of de
digitale camera in de USB-poort (1) aan
de voorkant van de machine.
Uw machine schakelt automatisch naar
de stand Rechtstreeks afdrukken.
Het LCD-scherm toont automatisch het
USB-geheugenmenu om het gebruik
van de USB-toestellen te bevestigen.
1
1
Hoofdstuk 10
58
Opmerking
Controleer of de digitale camera is
ingeschakeld.
Als er een fout optreedt, zal het USB-
geheugenmenu niet op het LCD-scherm
verschijnen.
Wanneer de stand Diepe Slaap op de
machine is geactiveerd, wordt er geen
informatie weergegeven op het LCD-
scherm, zelfs niet wanneer u USB-
toestellen aansluit op de USB-direct
interface. Druk op Stop/Eindigen op het
bedieningspaneel om de machine
opnieuw te activeren.
b Druk op a of b om 1.Dir. afdrukken
te kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
Als Rechtstreeks afdrukken voor uw
gebruikers-ID is beperkt in Secure
Function Lock 2.0 en er toegang is
gegeven aan een andere gebruikers-ID of
openbare modus, dan verschijnt
ToegangGeweigerd op het LCD-
scherm. De machine vraagt u om uw
naam te bevestigen zodat u naar een
gebruikers-ID of openbare modus kunt
schakelen die toegang heeft.
Als u een gebruiker met beperkte rechten
bent, maar wel toegang heeft tot
Rechtstreeks afdrukken, drukt u op a of b
om uw naam te kiezen en drukt u op OK.
Voer uw wachtwoord van vier cijfers in en
druk op OK.
Als het beveiligd functieslot Aan
ingeschakeld is op uw machine, kunt u
Rechtstreeks afdrukken mogelijk niet
gebruiken. (uu Uitgebreide
gebruikershandleiding: Gebruikers
omschakelen)
Als er paginabeperkingen werden
ingesteld voor uw ID in het beveiligd
functieslot, zal het LCD-scherm
Resterende pag. weergeven met het
aantal pagina's dat u nog kunt afdrukken.
c Druk op a of b om de naam van de map
of de bestandsnaam te kiezen van het
bestand dat u wilt afdrukken.
Druk op OK.
Als u de naam van de map hebt
gekozen, drukt u op a of b om de
bestandsnaam te kiezen van het
bestand dat u wilt afdrukken.
Druk op OK.
Direct Print
a1./MAP1
2.FILE_1.PDF
b3.FILE_2.PDF
Select. ab of OK
Gegevens afdrukken vanaf een USB-flashgeheugen of vanaf een digitale camera die massaopslag ondersteunt
59
10
Opmerking
U moet uw camera overschakelen van de
stand PictBridge naar de stand Mass
Storage.
Als u een index van de bestanden wilt
afdrukken, kiest u Indexvel afdr. en
drukt u dan op OK. Druk op Start om de
gegevens af te drukken.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om de instelling te
kiezen die u wilt wijzigen en druk op
OK en dan op a of b om een optie
voor de instelling te kiezen en druk
op OK.
Als u de huidige
standaardinstellingen niet hoeft te
wijzigen, gaat u naar stap e.
Print bestand
aPapierformaat
Mediatype
bMeerdere pag.
Select. ab of OK
Opmerking
U kunt de volgende instellingen kiezen:
Papierformaat
Mediatype
Meerdere pag.
Afdrukstand
Duplex
Sorteren
Lade gebruiken
Printkwaliteit
Pdf-optie
Niet alle instellingen zijn beschikbaar
voor elke type bestand.
e Druk op Start als u klaar bent met het
selecteren van instellingen.
f Voer met de kiestoetsen het gewenste
aantal kopieën in.
Druk op OK.
Direct Print
FILE_1.PDF
Aant. kopieën:
1
Druk op Start
g Druk op Start om de gegevens af te
drukken.
h Druk op Stop/Eindigen.
Belangrijk
Sluit GEEN ander apparaat dan een
digitale camera of een USB-flashstation
aan op de USB-direct interface om
beschadiging van uw machine te
voorkomen.
Verwijder het USB-flashstation of de
digitale camera NIET uit de USB-direct
interface als de machine nog bezig is met
afdrukken.
Opmerking
U kunt kiezen welke standaardlade de
machine gebruikt voor het afdrukken.
Druk op Menu, 1, 6, 3 en druk vervolgens
op a of b om de lade te selecteren die u als
standaardlade wenst.
(Zie Ladegebruik in de afdrukmodus
uu pagina 20.)
Als de machine niet in de stand
Rechtstreeks afdrukken staat, kunt u de
standaardinstellingen voor Rechtstreeks
afdrukken via het bedieningspaneel
wijzigen. Druk op Menu, 5 om het menu
USB Direct I/F te openen. (Zie
Menutabel uu pagina 140.)
60
11
Een document
afdrukken
11
De machine kan gegevens van uw computer
ontvangen en deze afdrukken. Om af te
drukken vanaf een computer, moet u de
printerdriver installeren.
(uu Softwarehandleiding: Afdrukken voor
Windows
®
of Afdrukken en faxen voor
Macintosh)
a Installeer de Brother-printerdriver die u
terugvindt op de installatie-cd-rom.
(uu Installatiehandleiding)
b Kies in uw applicatie de opdracht
Afdrukken.
c Kies de naam van uw machine in het
dialoogvenster Afdrukken en klik op
Eigenschappen (of
Voorkeursinstellingen, afhankelijk van
de toepassing die u gebruikt).
d Kies de gewenste instellingen in het
dialoogvenster Eigenschappen en klik
vervolgens op OK.
Papierformaat
Afdrukstand
Aantal
Mediatype
Resolutie
Afdrukinstellingen
Meerdere pag. afdrukken
Duplex / Folder
Papierbron
e Klik op OK om het afdrukken te starten.
Afdrukken vanaf een computer 11
61
12
12
Een document scannen als PDF-bestand met
ControlCenter4 (Windows
®
) 12
(Meer informatie uu Softwarehandleiding: Scannen)
Opmerking
De schermen op uw pc kunnen verschillen afhankelijk van uw model.
ControlCenter4 is een softwareprogramma waarmee u snel en gemakkelijk de vaakst gebruikte
toepassingen kunt openen. Met ControlCenter4 is het niet langer nodig specifieke toepassingen
handmatig te openen. U kunt ControlCenter4 op uw computer gebruiken.
a Plaats het document. (Zie Documenten laden uu pagina 26.)
b Open ControlCenter4 door te klikken op start/Alle Programma's/Brother/XXX-XXXX
(waarbij XXX-XXXX uw modelnaam is)/ControlCenter4. De toepassing ControlCenter4
opent.
c Kies Startmodus of Geavanceerde modus voor u ControlCenter4 gebruikt en klik
vervolgens op OK.
Dit onderdeel geeft een korte introductie van de functies van ControlCenter4 in
Geavanceerde modus.
d Zorg ervoor dat de machine die u wilt gebruiken in de keuzelijst Model is geselecteerd.
Scannen naar een computer 12
Hoofdstuk 12
62
e De scanconfiguratie instellen.
Klik op Configuratie en selecteer vervolgens Knopinstellingen, Scan en Bestand.
Het configuratiedialoogvenster wordt weergegeven. U kunt de standaardinstellingen
wijzigen.
1 Bevestig dat PDF (*.pdf) is geselecteerd uit de keuzelijst Type Bestand.
2 U kunt de bestandsnaam invoeren die voor het document wilt gebruiken.
3 U kunt het bestand in de standaardmap opslaan, of u kunt een andere map selecteren
door op de knop (Browse) te klikken.
4 U kunt een scanresolutie kiezen uit de keuzelijst Resolutie.
5 U kunt de documentgrootte selecteren in de keuzelijst Documentgrootte.
f Klik op OK.
1
2
4
5
3
Scannen naar een computer
63
12
g Klik op Bestand.
De machine begint het scanproces. De map waarin de gescande gegevens worden
opgeslagen, wordt automatisch geopend.
Hoofdstuk 12
64
De SCANtoetsinstellingen wijzigen 12
ór het scannen 12
Om de machine als een scanner te gebruiken, installeert u een scannerdriver. Als de machine zich
op een netwerk bevindt, configureert u deze met een TCP/IP-adres.
Installeer de scannerdrivers die u terugvindt op de installatie-cd-rom.
(uu Installatiehandleiding)
Configureer de machine met een TCP/IP-adres als netwerkscannen niet werkt.
(uu Softwarehandleiding: Netwerkscannen configureren (Windows
®
))
SCANtoetsinstellingen 12
U kunt de SCAN toetsinstellingen van uw machine wijzigen met ControlCenter4.
a Open ControlCenter4 door te klikken op start/Alle Programma's/Brother/XXX-XXXX
(waarbij XXX-XXXX uw modelnaam is)/ControlCenter4. De toepassing ControlCenter4
opent.
b Zorg ervoor dat de machine die u wilt gebruiken in de keuzelijst Model is geselecteerd.
c Klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
d Klik op Scaninstellingen apparaat.
Scannen naar een computer
65
12
e Selecteer het tabblad Bestand. U kunt de standaardinstellingen wijzigen.
1 U kunt het bestandstype kiezen uit de keuzelijst.
2 U kunt de bestandsnaam invoeren die voor het document wilt gebruiken.
3 U kunt het bestand in de standaardmap opslaan, of u kunt een andere map selecteren
door op de knop (Browse) te klikken.
4 U kunt een scanresolutie kiezen uit de keuzelijst Resolutie.
5 U kunt de documentgrootte selecteren in de keuzelijst Documentgrootte.
f Klik op OK.
1
2
4
5
3
Hoofdstuk 12
66
Scannen met behulp van de SCANtoets 12
a Plaats het document. (Zie Documenten laden uu pagina 26.)
b Druk op (SCAN).
c Druk op a of b om Scannen > pc te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Bestand te kiezen.
Druk op OK.
e (MFC-8520DN)
Als u de duplexinstelling wilt wijzigen, drukt u op a of b om 1-zijdig, 2zijdig (L)rand
of 2zijdig (S)rand te selecteren.
Druk op OK.
f (Voor netwerkgebruikers)
Druk op a of b om de computer te kiezen waarnaar u wilt verzenden.
Druk op OK.
Als het LCD-scherm u vraagt een PIN-nummer in te voeren, voer het viercijferig PIN-nummer
in voor de bestemmingscomputer met behulp van de kiestoetsen op het bedieningspaneel.
Druk op OK.
g Druk op a of b om Scannen starten te kiezen.
Druk op OK.
h Druk op Start.
De machine begint het scanproces.
Scannen naar een computer
67
12
Opmerking
De volgende scanmodi zijn beschikbaar:
Scannen naar:
USB
netw. (Windows
®
)
e-mail (Server)
1
Afbeelding (Scannen naar pc)
OCR (Scannen naar pc)
E-mail (Scannen naar pc)
Bestand (Scannen naar pc)
FTP
Webservice
2
(Web Services Scan)
1
Beschikbaar voor uw machine als u de IFAX- en e-mailopties op uw machine hebt geïnstalleerd. U kunt de IFAX- en
e-mailopties toevoegen door ze te downloaden via het Brother Solutions Center op: http://solutions.brother.com/
.
2
Alleen Windows
®
-gebruikers. (Voor Windows Vista
®
SP2 of later en Windows
®
7)
uu Softwarehandleiding: Web Services gebruiken om te scannen op uw netwerk (Windows Vista
®
SP2 of later en
Windows
®
7)
68
A
Verbruiksartikelen vervangen A
De volgende meldingen worden op het LCD-scherm weergegeven in de modus Gereed. Deze
meldingen waarschuwen tijdig dat verbruiksartikelen moeten worden vervangen voordat het
einde van de gebruiksduur wordt bereikt. Het is raadzaam om reserveverbruiksartikelen aan te
schaffen voordat de machine stopt met afdrukken.
Opmerking
De drumeenheid en tonercartridge zijn twee aparte verbruiksartikelen. Zorg ervoor dat beide
als een geheel zijn geïnstalleerd. Als de tonercartridge zonder de drumeenheid in de machine
wordt geplaatst, worden mogelijk de meldingen Drumfout of Vast: binnenin
weergegeven.
1
Enkele pagina's van formaat A4 of Letter.
2
De capaciteit van de gemiddelde cartridge is in overeenstemming met ISO/IEC 19752.
3
Normale tonercartridge
4
Tonercartridge met hoge capaciteit
Routineonderhoud A
Tonercartridge Drumeenheid
Zie De tonercartridge vervangen uu pagina 70.
Modelnaam: TN-3330, TN-3380
Zie De drumkit vervangen uu pagina 76.
Modelnaam: DR-3300
LCD-meldingen Verbruiksartikel
dat moet worden
klaargezet
Gemiddelde
gebruiksduur
Hoe te vervangen Modelnaam
Toner Bijna Op
Nieuwe
Tonercartridge
voorbereiden.
Tonercartridge
3.000 pagina's
123
8.000 pagina's
124
Zie pagina 70.
TN-3330
3
TN-3380
4
Routineonderhoud
69
A
U dient de machine regelmatig te reinigen en de verbruiksartikelen te vervangen als de volgende
meldingen op het LCD-scherm worden weergegeven.
1
Enkele pagina's van formaat A4 of Letter.
2
De capaciteit van de gemiddelde cartridge is in overeenstemming met ISO/IEC 19752.
3
1 pagina per taak.
4
De gebruiksduur van de drum is een gemiddelde waarde en kan verschillen met het soort gebruik.
5
Normale tonercartridge
6
Tonercartridge met hoge capaciteit
Opmerking
Ga naar http://www.brother.com/original/index.html voor instructies over het retourneren van
gebruikte verbruiksartikelen aan het recyclingprogramma van Brother. Als u de gebruikte items
niet terugplaatst, dient u het gebruikte verbruiksartikel te verwijderen conform de plaatselijke
voorschriften, en dit niet als huishoudelijk afval te behandelen. Voor meer informatie neemt u
contact op met de lokale afvalmaatschappij. (uu Handleiding product veiligheid:
Recyclinginformatie in overeenstemming met de WEEE (2002/96/EC) en Batterij
(2006/66/EC) richtlijnen)
We raden u aan het gebruikte verbruiksartikel op een stuk papier te plaatsen om te voorkomen
dat het materiaal dat zich erin bevindt per ongeluk wordt gemorst.
Als u papier gebruikt dat niet overeenkomt met het aanbevolen papier, wordt de levensduur
van verbruiksartikelen en machineonderdelen mogelijk verkort.
De aangegeven gebruiksduur voor elk van de tonercartridges is gebaseerd op ISO/IEC 19752.
Hoe vaak u verbruiksartikelen moet vervangen is afhankelijk van de complexiteit van
afgedrukte pagina's, de dekkingsgraad en het mediatype dat u gebruikt.
LCD-meldingen Verbruiksartikel
dat vervangen
moet worden
Gemiddelde
gebruiksduur
Hoe te vervangen Modelnaam
Toner vervangen Tonercartridge
3.000 pagina's
125
8.000 pagina's
126
Zie pagina 70.
TN-3330
5
TN-3380
6
Onderdelen verv.
Drumeenheid
Drumeenheid
30.000 pagina's
134
Zie pagina 77. DR-3300
Drum stop
70
De tonercartridge vervangen A
Modelnaam: TN-3330, TN-3380
Een standaard tonercartridge kan ongeveer
3.000 pagina's afdrukken
1
. Een
tonercartridge met hoge capaciteit kan
ongeveer 8.000 pagina's afdrukken
1
. De
daadwerkelijke paginatelling hangt af van het
type document dat u over het algemeen
gebruikt.
Op het LCD-scherm wordt
Toner Bijna Op weergegeven als de
tonercartridge bijna op is.
De tonercartridge die bij de machine wordt
meegeleverd, dient na ongeveer 2.000
pagina's te worden vervangen
1
.
1
De capaciteit van de gemiddelde cartridge is in
overeenstemming met ISO/IEC 19752.
Opmerking
Wij adviseren u een nieuwe tonercartridge
klaar te houden wanneer u de
waarschuwing Toner Bijna Op ziet.
Wij raden het gebruik van originele
tonercartridges van Brother aan voor een
hoge afdrukkwaliteit. Neem contact op
met uw Brother-leverancier wanneer u
tonercartridges wilt aanschaffen.
Als u grafieken, vette tekst, tabellen,
webpagina's met randen en andere
soorten afdrukken die uit meer dan
gewoon tekst bestaan wenst af te
drukken, dan wordt er meer toner
gebruikt.
Wij raden u aan om de machine te
reinigen wanneer u een tonercartridge
vervangt. Zie De machine reinigen en
controleren uu pagina 82.
Als u de afdrukdichtheid instelt om lichter
of donkerder af te drukken, wijzigt de
hoeveelheid gebruikte toner.
Pak de tonercartridge pas uit wanneer u
deze in de machine wilt plaatsen.
Toner bijna leeg A
Toner Bijna Op
Nieuwe...
Als het LCD-scherm Toner Bijna Op
weergeeft, schaft u een nieuwe
tonercartridge aan en houdt u deze klaar
voordat u de melding Toner vervangen
ziet.
Toner vervangen A
Als de volgende melding op het LCD-scherm
wordt weergegeven, vervangt u de
tonercartridge:
Toner vervangen
Open voorklep...
De machine stopt met afdrukken tot u de
tonercartridge vervangt. Door een nieuwe
originele tonercartridge van Brother te
plaatsen, wordt het bericht Toner vervangen
gereset.
Routineonderhoud
71
A
De tonercartridge vervangen A
a Laat de machine 10 minuten aan zodat
de interne ventilator de bijzonder hete
interne onderdelen van de machine kan
afkoelen.
b Druk op de knop waarmee de voorklep
wordt geopend en maak deze klep
open.
c Verwijder het geheel van drumeenheid
en tonercartridge.
WAARSCHUWING
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wacht totdat de machine is
afgekoeld, pas dan mag u de onderdelen
binnen in de machine aanraken.
72
Belangrijk
We raden u aan het geheel van
drumeenheid en tonercartridge op een
stuk wegwerppapier op een schone,
vlakke ondergrond te plaatsen voor het
geval u per ongeluk toner morst.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
d Druk de groene vergrendelhendel naar
beneden en neem de tonercartridge uit
de drumeenheid.
Routineonderhoud
73
A
WAARSCHUWING
Gooi een tonercartridge of een
tonercartridge met drumeenheid NIET in
een vuur. Deze kan ontploffen en
verwondingen veroorzaken.
Gebruik bij het schoonmaken van de
binnen- of buitenzijde van het product
GEEN ontvlambare stoffen, sprays of
biologische oplosmiddelen/vloeistoffen
met alcohol of ammoniak. U kunt dan
namelijk brand veroorzaken of een
elektrische schok krijgen. Gebruik
hiervoor uitsluitend een droge, pluisvrije
doek.
(uu Handleiding product veiligheid:
Algemene voorschriften)
Belangrijk
Wees voorzichtig bij het hanteren van de
tonercartridge. Wanneer u toner morst op
uw handen of kleding, dient u de vlekken
onmiddellijk te verwijderen met koud
water.
Raak de grijze delen in de illustratie NIET
aan om problemen met de afdrukkwaliteit
te voorkomen.
We raden u aan de tonercartridge op een
stuk wegwerppapier of doek op een
schone, vlakke en stabiele ondergrond te
plaatsen voor het geval u per ongeluk
toner morst.
<Tonercartridge>
<Drumeenheid>
74
Opmerking
Stop de gebruikte tonercartridge in een
geschikte zak en sluit deze goed af, zodat
er geen tonerstof uit de cartridge kan
worden geknoeid.
Ga naar http://www.brother.com/original/
index.html voor instructies over het
retourneren van gebruikte
verbruiksartikelen aan het
recyclingprogramma van Brother. Als u de
gebruikte items niet terugplaatst, dient u
het gebruikte verbruiksartikel te
verwijderen conform de plaatselijke
voorschriften, en dit niet als huishoudelijk
afval te behandelen. Als u vragen hebt,
neemt u contact op met de lokale
afvalmaatschappij.
(uu Handleiding product veiligheid:
Recyclinginformatie in overeenstemming
met de WEEE (2002/96/EC) en Batterij
(2006/66/EC) richtlijnen)
e Pak de nieuwe tonercartridge uit. Houd
de cartridge met beide handen
horizontaal en schud hem rustig een
paar keer heen en weer om de toner
gelijkmatig in de cartridge te verdelen.
Belangrijk
Pak de tonercartridge pas uit als u deze in
de machine wilt plaatsen. Als de
tonercartridge lang voor die tijd is
uitgepakt, gaat de toner minder lang mee.
Wanneer u een uitgepakte drumeenheid
in direct zonlicht of kamerverlichting
plaatst, kan de eenheid beschadigd
worden.
Brother-machines zijn ontworpen voor
gebruik met toner van een bepaalde
specificatie en werken optimaal wanneer
ze worden gebruikt met originele Brother-
tonercartridges. Brother kan deze
optimale prestaties niet garanderen indien
toner of tonercartridges van andere
specificaties worden gebruikt. Het is
mogelijk dat de machine geen toner of
tonercartridges van andere specificaties
correct vindt, maar in de plaats daarvan
items zoals standaardtonercartridges
vindt. Het gebruik van andere cartridges
dan die van Brother of het gebruik van
cartridges die met inkt van andere merken
zijn gevuld, wordt derhalve afgeraden in
combinatie met deze machine. Als de
drumeenheid of enige andere onderdelen
van deze machine worden beschadigd als
gevolg van het gebruik van toner of
tonercartridges anders dan originele
Brother-producten, vallen de als gevolg
hiervan benodigde reparaties niet onder
de garantie; deze producten zijn
incompatibel of ongeschikt voor deze
machine.
f Verwijder de bescherming.
Routineonderhoud
75
A
Belangrijk
Plaats de tonercartridge direct in de
drumeenheid nadat u de bescherming
hebt verwijderd. Raak de grijze delen
aangegeven in de illustratie NIET aan om
problemen met de afdrukkwaliteit te
voorkomen.
g Plaats de nieuwe tonercartridge stevig
in de drumeenheid tot u deze op zijn
plaats hoort vastklikken. Als u hem
correct plaatst, zal de groene
vergrendelhendel automatisch naar
omhoog gaan.
Opmerking
Zorg ervoor dat u de tonercartridge op de
correcte wijze plaatst; anders komt deze
los van de drumeenheid.
h Reinig de corona in de drumeenheid
door het groene lipje voorzichtig een
paar keer van links naar rechts en weer
terug te schuiven.
Opmerking
Zorg ervoor dat u het lipje weer terugzet in
de oorspronkelijke stand (a) (1). Als u dit
niet doet, verschijnt mogelijk een verticale
streep op de afdrukken.
i Plaats het geheel van drumeenheid en
tonercartridge terug in de machine.
1
76
j Sluit het voordeksel van de machine.
Opmerking
Zorg dat u na het vervangen van de
tonercartridge de machine NIET via de
stroomschakelaar uitschakelt of het
frontdeksel opent tot Wachten a.u.b.
verdwijnt van het LCD-scherm en het
apparaat terugkeert naar de modus
Gereed.
De drumkit vervangen A
Modelnaam: DR-3300
Een nieuwe drumeenheid kan ongeveer
30.000 enkelzijdige bladzijden van A4- of
Letter-formaat bedrukken.
Belangrijk
Gebruik alleen originele drumeenheden
en tonereenheden van Brother voor de
beste prestaties. Door af te drukken met
een drum- of tonereenheid van een ander
merk kan niet alleen de afdrukkwaliteit
minder zijn, maar kunnen ook de
prestaties en de levensduur van de
machine afnemen. Problemen die worden
veroorzaakt door het gebruik van een
drumeenheid of een tonereenheid van
een ander merk, vallen niet onder de
garantie.
Drumfout A
Drumfout
Open voorklep...
De primaire corona is vuil geworden. Maak
de primaire corona in de drumeenheid
schoon. (Zie De primaire corona reinigen
uu pagina 85.)
Als u de primaire corona hebt gereinigd en
Drumfout is niet verdwenen, dan is de
drumeenheid aan het einde van de
gebruiksduur. Vervang de drumeenheid door
een nieuwe.
Routineonderhoud
77
A
Onderdelen vervangen
Drum A
Onderdelen verv.
Drumeenheid
De drumeenheid heeft de geschatte
gebruiksduur overschreden. Gelieve de
drumeenheid door een nieuwe te vervangen.
Het verdient aanbeveling nu een originele
drumeenheid van Brother te installeren.
Reset na het vervangen de drumteller aan de
hand van de instructies bij de nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumteller resetten
uu pagina 81.)
Drum stoppen A
Drum stop
Wij kunnen...
We kunnen de afdrukkwaliteit niet
garanderen. Gelieve de drumeenheid door
een nieuwe te vervangen. Het verdient
aanbeveling nu een originele drumeenheid
van Brother te installeren.
Reset na het vervangen de drumteller aan de
hand van de instructies bij de nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumteller resetten
uu pagina 81.)
De drumkit vervangen A
Belangrijk
Verwijder de drumeenheid voorzichtig,
deze kan toner bevatten. Wanneer u toner
morst op uw handen of kleding, dient u de
vlekken onmiddellijk te verwijderen met
koud water.
Reinig de binnenzijde van de machine als
u de drumeenheid vervangt. (Zie De
machine reinigen en controleren
uu pagina 82.)
Pak de nieuwe drumeenheid pas uit
wanneer u deze in de machine wilt
plaatsen. Wanneer u de uitgepakte
drumeenheid in direct zonlicht of
kamerverlichting plaatst, kan de eenheid
beschadigd worden.
a Laat de machine 10 minuten aan zodat
de interne ventilator de bijzonder hete
interne onderdelen van de machine kan
afkoelen.
b Druk op de knop waarmee de voorklep
wordt geopend en maak deze klep
open.
78
c Verwijder het geheel van drumeenheid
en tonercartridge.
WAARSCHUWING
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wacht totdat de machine is
afgekoeld, pas dan mag u de onderdelen
binnen in de machine aanraken.
Belangrijk
We raden u aan het geheel van
drumeenheid en tonercartridge op een
stuk wegwerppapier op een schone,
vlakke ondergrond te plaatsen voor het
geval u per ongeluk toner morst.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
Routineonderhoud
79
A
d Druk de groene vergrendelhendel naar
beneden en neem de tonercartridge uit
de drumeenheid.
WAARSCHUWING
Gooi een tonercartridge of een
tonercartridge met drumeenheid NIET in
een vuur. Deze kan ontploffen en
verwondingen veroorzaken.
Gebruik bij het schoonmaken van de
binnen- of buitenzijde van het product
GEEN ontvlambare stoffen, sprays of
biologische oplosmiddelen/vloeistoffen
met alcohol of ammoniak. U kunt dan
namelijk brand veroorzaken of een
elektrische schok krijgen. Gebruik
hiervoor uitsluitend een droge, pluisvrije
doek.
(uu Handleiding product veiligheid:
Algemene voorschriften)
80
Belangrijk
Wees voorzichtig bij het hanteren van de
tonercartridge. Wanneer u toner morst op
uw handen of kleding, dient u de vlekken
onmiddellijk te verwijderen met koud
water.
Raak de grijze delen in de illustratie NIET
aan om problemen met de afdrukkwaliteit
te voorkomen.
We raden u aan de tonercartridge op een
stuk wegwerppapier of doek op een
schone, vlakke en stabiele ondergrond te
plaatsen voor het geval u per ongeluk
toner morst.
Opmerking
Stop de gebruikte drumeenheid in een
geschikte zak en sluit deze goed af, zodat
er geen tonerstof uit de drumeenheid kan
worden geknoeid.
Ga naar http://www.brother.com/original/
index.html voor instructies over het
retourneren van gebruikte
verbruiksartikelen aan het
recyclingprogramma van Brother. Als u de
gebruikte items niet terugplaatst, dient u
het gebruikte verbruiksartikel te
verwijderen conform de plaatselijke
voorschriften, en dit niet als huishoudelijk
afval te behandelen. Als u vragen hebt,
neemt u contact op met de lokale
afvalmaatschappij.
(uu Handleiding product veiligheid:
Recyclinginformatie in overeenstemming
met de WEEE (2002/96/EC) en Batterij
(2006/66/EC) richtlijnen)
e Pak de nieuwe drumeenheid uit.
<Tonercartridge>
<Drumeenheid>
Routineonderhoud
81
A
f Plaats de tonercartridge stevig in de
nieuwe drumeenheid tot u deze op zijn
plaats hoort vastklikken. Als u de
cartridge correct plaatst, zal de groene
vergrendelhendel automatisch naar
omhoog gaan.
Opmerking
Zorg ervoor dat u de tonercartridge op de
correcte wijze plaatst; anders komt deze
los van de drumeenheid.
g Plaats het geheel van drumeenheid en
tonercartridge terug in de machine.
Sluit het frontdeksel van de machine
niet.
De drumteller resetten A
Wanneer u de drumeenheid vervangt en een
nieuwe drum plaatst, moet u de drumteller als
volgt terugstellen.
Belangrijk
U mag de drumteller niet resetten als u
alleen de tonercartridge vervangt.
a Druk op Wis wanneer het frontdeksel
nog open is.
Drum vervangen ?
a 1.Ja
b 2.Nee
Select. ab of OK
b Druk op 1 om te bevestigen dat u een
nieuwe drum installeert.
c Sluit het frontdeksel van de machine
wanneer het LCD-scherm de melding
Geaccepteerd toont.
82
De machine reinigen en
controleren A
Reinig de buiten- en binnenzijde van de
machine regelmatig met een droge, pluisvrije
doek. Reinig de binnenzijde van de machine
wanneer u de tonercartridge of de
drumeenheid vervangt. Als afgedrukte
pagina's tonervlekken bevatten, reinigt u de
binnenzijde van de machine met een droge,
pluisvrije doek.
WAARSCHUWING
Gooi een tonercartridge of een
tonercartridge met drumeenheid NIET in
een vuur. Deze kan ontploffen en
verwondingen veroorzaken.
Gebruik bij het schoonmaken van de
binnen- of buitenzijde van het product
GEEN ontvlambare stoffen, sprays of
biologische oplosmiddelen/vloeistoffen
met alcohol of ammoniak. U kunt dan
namelijk brand veroorzaken of een
elektrische schok krijgen. Gebruik
hiervoor uitsluitend een droge, pluisvrije
doek.
(uu Handleiding product veiligheid:
Algemene voorschriften)
Belangrijk
Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen.
Wanneer u vluchtige vloeistoffen zoals
thinner of wasbenzine gebruikt, wordt het
oppervlak van de machine beschadigd.
De buitenzijde van de
machine schoonmaken A
a Zet de machine uit.
b Ontkoppel eerst het telefoonsnoer en
vervolgens alle interfacekabels van de
machine en haal dan de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact.
c Reinig de buitenzijde van de machine
met een droge, pluisvrije doek om stof te
verwijderen.
Routineonderhoud
83
A
d Trek de papierlade volledig uit de
machine.
e Verwijder alles wat eventueel nog in de
papierlade vast zit.
f Verwijder het papier uit de papierlade.
g Veeg de binnen- en buitenzijde van de
papierlade af met een droge, pluisvrije
doek om stof te verwijderen.
h Laad het papier opnieuw en plaats de
papierlade stevig terug in de machine.
i Steek eerst de stekker van de machine
weer in het stopcontact, sluit alle kabels
aan en sluit dan het telefoonsnoer weer
aan.
j Schakel de machine in.
De glasplaat reinigen A
a Zet de machine uit.
b Ontkoppel eerst het telefoonsnoer en
vervolgens alle kabels en haal dan de
stekker van het netsnoer uit het
stopcontact.
c (MFC-8520DN) Vouw de ADF-
documentsteun (1) uit en open
vervolgens het ADF-deksel (2).
Reinig de witte balk (3) en de strook van
de glasplaat (4) eronder met een
zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd
met water.
Sluit het ADF-deksel (2) en vouw de
ADF-documentsteun (1) uit.
1
2
4
3
84
d Til het documentdeksel op (1).
Reinig het witte plastic oppervlak (2) en
de glasplaat (3) eronder met een
zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd
met water.
e In de ADF-eenheid reinigt u de witte
balk (1) en de glazen strook op de
glasplaat (2) eronder met behulp van
een zachte, pluisvrije doek die is
bevochtigd met water.
Opmerking
Ga nadat u de glasplaat en glazen strook
hebt gereinigd met een zachte, pluisvrije
doek die u hebt bevochtigd met water,
nogmaals met uw vingertop over het glas
om te controleren of zich hierop nog vuil
bevindt. Reinig het glas zonodig opnieuw.
Mogelijk dient u het reinigingsproces drie
tot vier keer te herhalen. Maak na elke
reiniging een kopie om te controleren of
de glasplaat schoon is.
f Sluit het documentdeksel.
g Steek eerst de stekker van de machine
weer in het stopcontact, sluit alle kabels
aan en sluit dan het telefoonsnoer weer
aan.
h Schakel de machine in.
2
1
3
2
1
Routineonderhoud
85
A
De primaire corona reinigen A
Als u problemen hebt met de afdrukkwaliteit,
reinigt u de primaire corona als volgt:
a Laat de machine 10 minuten aan zodat
de interne ventilator de bijzonder hete
interne onderdelen van de machine kan
afkoelen.
b Druk op de knop waarmee de voorklep
wordt geopend en maak deze klep
open.
c Verwijder het geheel van drumeenheid
en tonercartridge.
WAARSCHUWING
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wacht totdat de machine is
afgekoeld, pas dan mag u de onderdelen
binnen in de machine aanraken.
86
Belangrijk
We raden u aan het geheel van
drumeenheid en tonercartridge op een
stuk wegwerppapier of doek te plaatsen
voor het geval u per ongeluk toner morst.
Wees voorzichtig bij het hanteren van het
geheel van drumeenheid en
tonercartridge. Wanneer u toner morst op
uw handen of kleding, dient u de vlekken
onmiddellijk te verwijderen met koud
water.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
d Reinig de corona in de drumeenheid
door het groene lipje voorzichtig een
paar keer van links naar rechts en weer
terug te schuiven.
Opmerking
Zorg ervoor dat u het lipje weer terugzet in
de oorspronkelijke stand (a) (1). Als u dit
niet doet, verschijnt mogelijk een verticale
streep op de afdrukken.
e Plaats het geheel van drumeenheid en
tonercartridge terug in de machine.
f Sluit het voordeksel van de machine.
1
Routineonderhoud
87
A
De drumeenheid reinigen A
Als uw afdruk om de 94 mm punten bevat,
volgt u onderstaande stappen om het
probleem te verhelpen.
a Controleer of de machine gereed is.
Druk op Menu, 6, 6 en vervolgens op
Start om de drumcontrolepagina af te
drukken.
66.Drum Dot Print
Printen
b Laat de machine 10 minuten aan zodat
de interne ventilator de bijzonder hete
interne onderdelen van de machine kan
afkoelen.
c Zet de machine uit.
d Druk op de knop waarmee de voorklep
wordt geopend en maak deze klep
open.
e Verwijder het geheel van drumeenheid
en tonercartridge.
WAARSCHUWING
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wacht totdat de machine is
afgekoeld, pas dan mag u de onderdelen
binnen in de machine aanraken.
88
Belangrijk
We raden u aan het geheel van
drumeenheid en tonercartridge op een
stuk wegwerppapier of doek te plaatsen
voor het geval u per ongeluk toner morst.
Wees voorzichtig bij het hanteren van het
geheel van drumeenheid en
tonercartridge. Wanneer u toner morst op
uw handen of kleding, dient u de vlekken
onmiddellijk te verwijderen met koud
water.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
f Druk de groene vergrendelhendel naar
beneden en neem de tonercartridge uit
de drumeenheid.
g Draai de drumeenheid zoals afgebeeld.
Zorg ervoor dat het wieltje van de
drumeenheid (1) zich links bevindt.
1
Routineonderhoud
89
A
h Gebruik de genummerde markeringen
naast de drumrol om de markering te
vinden. Een punt in kolom 2 op de
controlepagina betekent bijvoorbeeld
dat er een zich een markering bevindt in
de zone "2" van de drum.
i Draai het wieltje van de drumeenheid
met de hand naar u toe en controleer
ondertussen het deel dat vermoedelijk
vuil is.
j Wanneer u hebt bepaald waar de
verontreiniging die de fout op de
drumcontrolepagina veroorzaakt zich
precies bevindt, veegt u deze plek op de
drum met een droog wattenstaafje
schoon totdat de markering is
verwijderd.
Belangrijk
Reinig het oppervlak van de lichtgevoelige
drum NIET met een scherp voorwerp of
met een vloeistof.
k Keer de drumeenheid opnieuw om.
90
l Plaats de tonercartridge terug in de
drumeenheid tot u deze op zijn plaats
hoort vastklikken. Wanneer u de
cartridge correct plaatst, komt de
groene vergrendelhendel op de
drumeenheid automatisch omhoog.
Opmerking
Zorg ervoor dat u de tonercartridge op de
juiste wijze plaatst, anders komt deze los
van de drumeenheid.
m Plaats het geheel van drumeenheid en
tonercartridge terug in de machine.
n Sluit het voordeksel van de machine.
o Schakel de machine in en probeer een
testafdruk.
Routineonderhoud
91
A
De invoerrollen voor papier
reinigen A
Als u de papierinvoerrol regelmatig reinigt,
loopt er geen papier vast door papier op de
juiste manier in te voeren.
Als er problemen zijn met het invoeren van
papier, reinigt u de papierinvoerrollen als
volgt:
a Zet de machine uit.
b Ontkoppel eerst het telefoonsnoer en
vervolgens alle interfacekabels van de
machine en haal dan de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact.
c Trek de papierlade volledig uit de
machine.
d Maak een pluisvrije doek nat met
handwarm water en wring deze goed
uit, veeg het scheidingsblok (1) op de
papierlade af om stof te verwijderen.
e Veeg de twee invoerrollen (1) in de
machine af om stof te verwijderen.
f Plaats de papierlade weer in de
machine.
1
1
92
g Steek eerst de stekker van de machine
weer in het stopcontact, sluit alle kabels
aan en sluit dan het telefoonsnoer weer
aan.
h Schakel de machine in.
93
B
B
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, controleer dan eerst elk onderstaand item en
volg de tips voor het oplossen van problemen.
U kunt de meeste problemen zelf oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother
Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Kijk op http://solutions.brother.com/
.
Het probleem vaststellen B
Controleer eerst het volgende:
Het netsnoer van de machine is correct aangesloten en de stroomschakelaar van de machine
is ingeschakeld. Raadpleeg Andere problemen uu pagina 127 als de machine niet wordt
ingeschakeld nadat u het netsnoer hebt aangesloten.
Alle beschermende onderdelen zijn verwijderd.
Papier is correct ingevoerd in de papierlade.
De interfacekabels zijn goed aangesloten op de machine en de computer, of de draadloze
verbinding is zowel op de machine als uw computer ingesteld.
LCD-meldingen
(Zie Fout- en onderhoudsmeldingen uu pagina 95.)
Als u hiermee het probleem niet hebt opgelost, stel het probleem vast en ga vervolgens naar de
hierna aangeraden pagina.
Problemen met papier en afdrukken:
Problemen met afdrukken uu pagina 118
Problemen met papier uu pagina 119
Ontvangen faxen afdrukken uu pagina 120
Telefoon- en faxproblemen:
Telefoonlijn of -verbindingen uu pagina 121
Inkomende oproepen afhandelen uu pagina 124
Faxen ontvangen uu pagina 122
Faxen verzenden uu pagina 123
Problemen met kopiëren:
Problemen met kopiëren uu pagina 125
Problemen oplossen B
94
Problemen met scannen:
Problemen met scannen uu pagina 125
Software- en netwerkproblemen:
Problemen met software uu pagina 125
Netwerkproblemen uu pagina 126
Problemen oplossen
95
B
Fout- en onderhoudsmeldingen B
Zoals bij alle geavanceerde kantoorapparatuur kunnen fouten optreden en kunnen
verbruiksartikelen op zijn. Wanneer dat gebeurt, identificeert uw machine de fout of de vereiste
routinematige onderhoudsbeurt, en toont de betreffende melding. De meest voorkomende fout-
en onderhoudsmeldingen vindt u hieronder.
U kunt de meeste fouten oplossen en het routinematige onderhoud zelf uitvoeren. Indien u extra
hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips
voor het oplossen van problemen:
Kijk op http://solutions.brother.com/
.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Afdrukken Onm XX De machine heeft een
mechanisch probleem.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Zet de stroomschakelaar uit, wacht een
paar minuten en zet hem vervolgens weer
aan.
(Zie Faxen of faxjournaal overbrengen
uu pagina 102.)
Als het probleem zich blijft voordoen, neemt
u contact op met de klantenservice van
Brother voor ondersteuning.
Afgebroken De andere persoon of de
faxmachine van de andere
persoon heeft het gesprek
beëindigd.
Probeer de fax opnieuw te verzenden of te
ontvangen.
Afkoelen
Ogenblik aub
De temperatuur van de
drumeenheid of de
tonercartridge is te hoog. De
machine onderbreekt de
huidige afdruktaak en gaat in
de afkoelingsstand. Tijdens het
afkoelen hoort u de
koelventilator draaien terwijl op
het LCD-scherm Afkoelen en
Ogenblik aub wordt
weergegeven.
Controleer of u de ventilator in de machine kunt
horen draaien, en dat de uitlaat nergens door
geblokkeerd wordt.
Als de ventilator draait, verwijdert u eventuele
voorwerpen rondom de uitlaat, en laat u de
machine vervolgens ingeschakeld zonder deze
enkele minuten aan te raken.
Als de ventilator niet draait, koppelt u de
machine enkele minuten los van de stroom en
verbindt u deze vervolgens opnieuw.
Beveiligd app. De beveiligingsschakelaar van
het USB-flashstation is
ingeschakeld.
Schakel de beveiligingsschakelaar van het
USB-flashstation uit.
Cartridgefout
Plaats
tonercartridge
terug.
De tonercartridge is niet juist
geïnstalleerd.
Haal het geheel van drumeenheid en
tonercartridge uit de machine, haal de
tonercartridge eruit en plaats hem terug in de
drumeenheid. Plaats het geheel van
drumeenheid en tonercartridge terug in de
machine.
96
Commun.fout Er is een communicatiefout
opgetreden wegens slechte
verbinding.
Probeer de fax nogmaals te verzenden of sluit
de machine aan op een andere telefoonlijn. Als
het probleem nog niet is verholpen, belt u het
telefoonbedrijf en vraagt u of ze uw telefoonlijn
willen controleren.
Document nazien Het document is niet correct
geplaatst of het document dat
via de ADF is gescand, was te
lang.
Zie Het document is bovenin de ADF
vastgelopen uu pagina 104 of De
automatische documentinvoer (ADF)
gebruiken uu pagina 26.
Drum stop De drumeenheden moeten
worden vervangen.
Vervang de drumeenheid.
(Zie De drumkit vervangen uu pagina 77.)
Drumfout De primaire corona van de
drumeenheid moet worden
schoongemaakt.
Maak de primaire corona van de drumeenheid
schoon.
(Zie De primaire corona reinigen
uu pagina 85.)
De tonercartridge wordt zonder
de drumeenheid in de machine
geplaatst.
Plaats de tonercartridge in de drumeenheid en
installeer de drumeenheid en tonercartridge
vervolgens opnieuw in de machine.
Duplex gedeact. De achterkant van de machine
is niet volledig gesloten.
Sluit het achterdeksel van de machine.
Formaat nazien De machine kan geen papier
van hetzelfde formaat vinden in
andere laden wanneer de
actueel gebruikte papierlade
tijdens het kopiëren zonder
papier is komen te zitten.
Plaats het papier in de papierlade die op het
LCD-scherm wordt getoond.
Formaatfout DX Het papierformaat opgegeven
in de printerdriver en het
bedieningspaneelmenu kan
niet worden gebruikt voor
automatisch duplex printen.
Druk op Stop/Eindigen. Kies een
papierformaat die door de duplexlade wordt
ondersteund.
Het papierformaat dat u kunt gebruiken voor
automatisch duplex printen, is A4.
Fout formaat U kunt het in de printerdriver
gedefinieerde papierformaat
niet gebruiken in deze lade.
Kies een papierformaat dat wordt ondersteund
door de lade die op het LCD-scherm wordt
getoond.
(Zie Papierformaat uu pagina 18.)
Fout formaat DX Het papier in de lade heeft niet
het correcte formaat en kan
niet worden gebruikt voor
automatisch tweezijdig
afdrukken.
Plaats papier met het juiste formaat in de lade
en stel het "Papierformaat" in (Menu, 1, 2, 2).
Het papierformaat dat u kunt gebruiken voor
automatisch duplex printen, is A4.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
97
B
Fout in DIMM De DIMM is niet correct
geïnstalleerd.
De DIMM is defect.
De DIMM voldoet niet aan
de vereiste specificaties.
Schakel de machine uit en verwijder de
DIMM.
(uu Uitgebreide gebruikershandleiding:
Extra geheugen installeren)
Controleer of de DIMM voldoet aan de
vereiste specificaties.
(uu Uitgebreide gebruikershandleiding:
Geheugenkaart)
Installeer de DIMM op de juiste manier.
Wacht een paar seconden en schakel de
machine dan weer in.
Als de foutmelding opnieuw wordt
weergegeven, vervangt u de DIMM door
een nieuw exemplaar.
(uu Uitgebreide gebruikershandleiding:
Extra geheugen installeren)
Fout toegang log De machine had geen toegang
tot het afdruklogbestand op de
server.
Contacteer uw beheerder om uw instellingen
voor Afdruklog opslaan op netwerk te
controleren.
Voor meer informatie uu Netwerkhandleiding:
Afdruklogboek op netwerk opslaan
Fuserfout De temperatuur van de
fuseereenheid bereikt een
bepaalde temperatuur niet
binnen een bepaalde tijd.
Zet de stroomschakelaar uit, wacht een paar
seconden en zet hem vervolgens weer aan.
Laat de machine gedurende 15 minuten
inactief maar ingeschakeld.
De fuseereenheid is te heet.
Geen antw./Bezet Het gebelde nummer
antwoordt niet of is bezet.
Controleer het nummer en probeer opnieuw.
Geen contact U hebt geprobeerd te pollen
naar een faxmachine die niet in
de wachtstand voor pollen
staat.
Controleer of de andere faxmachine is
ingesteld op pollen.
Geen hub-onderst Een USB-hub is aangesloten
op de USB-direct interface.
Koppel de USB-hub los van de USB-direct
interface.
Geen lade De standaardpapierlade is niet
geïnstalleerd of niet juist
geïnstalleerd.
Installeer de standaardpapierlade opnieuw.
Geen papier De machine heeft geen papier
meer in de gespecificeerde
lade of in alle lades, of het
papier is niet correct in de
papierlade geplaatst.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Plaats papier in de papierlade die op het
LCD-scherm wordt getoond. Zorg ervoor
dat de papiergeleiders op de juiste
afmeting zijn ingesteld.
Verwijder het papier en plaats het opnieuw.
Zorg ervoor dat de papiergeleiders op de
juiste afmeting zijn ingesteld.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
98
Geen toner De tonercartridge of de module
met de drumeenheid en
tonercartridge is niet correct
geïnstalleerd.
Verwijder het geheel van drumeenheid en
tonercartridge, verwijder de tonercartridge uit
de drumeenheid en plaats de tonercartridge
terug in de drumeenheid. Plaats het geheel van
drumeenheid en tonercartridge terug in de
machine. Als het probleem zich blijft voordoen,
vervangt u de tonercartridge.
(Zie De tonercartridge vervangen
uu pagina 70.)
Geheugen vol Het geheugen van de machine
is vol.
Fax bezig met verzenden of kopiëren
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Druk op Start om de gescande pagina's te
verzenden of te kopiëren.
Druk op Stop/Eindigen en wacht tot
andere taken zijn voltooid en probeer het
vervolgens opnieuw.
Wis de faxen in het geheugen.
Druk de faxberichten die opgeslagen zijn in
het geheugen af om het geheugen voor
100% beschikbaar te maken. Schakel
vervolgens Fax opslaan uit om te vermijden
dat er nog faxen in het geheugen worden
opgeslagen.
(uu Uitgebreide gebruikershandleiding:
Een fax in het geheugen afdrukken en Fax
opslaan)
Extra geheugen toevoegen.
(uu Uitgebreide gebruikershandleiding:
Geheugenkaart)
Bezig met afdrukken
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Verlaag de afdrukresolutie.
(uu Softwarehandleiding: Afdrukken (voor
Windows
®
) of Afdrukken en faxen (voor
Macintosh))
Wis de faxen in het geheugen.
(Zie de bovenstaande uitleg.)
Geheugen vol
Beveiligde
afdrukgegevens
vol.
Het geheugen van de machine
is vol.
Druk op Stop/Eindigen en verwijder de eerder
opgeslagen beveiligde afdrukgegevens.
uu Softwarehandleiding: Afdruk
beveiligen-toets
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
99
B
Handinvoer Handmatig was geselecteerd
als papierbron wanneer er
geen papier aanwezig was in
de MF-lade.
Plaats papier in de MF-lade. Als de machine
zich in Pauze-modus bevindt, drukt u op Start.
(Zie Papier plaatsen in de multifunctionele lade
(MP-lade) uu pagina 13.)
Hernoem bestand Op het USB-flashstation staat
al een bestand met dezelfde
naam als het bestand dat u wilt
opslaan.
Wijzig de naam van het bestand op het USB-
flashstation of van het bestand dat u wilt
opslaan.
Kap Open Het frontdeksel is niet volledig
gesloten.
Sluit het voordeksel van de machine.
Klep is open De fuseerklep is niet volledig
gesloten of er is papier
vastgelopen in de achterzijde
van de machine toen u deze
inschakelde.
Sluit de fuseerklep van de machine.
Controleer of er geen papier achter de
fuserklep in de achterzijde van de machine
is vastgelopen, sluit vervolgens de
fuserklep en druk op Start.
(Zie Papier is vastgelopen aan de
achterkant van de machine
uu pagina 108.)
Klep open Het ADF-deksel is niet volledig
gesloten.
Sluit het ADF-deksel van de machine.
Klep open. Het ADF-deksel is geopend
tijdens het laden van een
document.
Sluit het ADF-deksel van de machine en druk
dan op Stop/Eindigen.
Limiet bereikt Het maximaal aantal pagina's
dat u mag afdrukken is
overschreden. De afdruktaak
wordt geannuleerd.
Contacteer uw beheerder om uw instellingen
voor Secure Function Lock te controleren.
Niet beschikbaar De gevraagde functie is door
Secure Function Lock 2.0 niet
toegestaan voor alle
gebruikers-ID's.
Contacteer uw beheerder om uw instellingen
voor Secure Function Lock te controleren.
Onbruikb. app. Een USB-apparaat of USB-
flashgeheugenstation dat niet
wordt ondersteund/is
versleuteld, werd op de USB-
direct interface aangesloten.
Koppel het apparaat los van de USB-direct
interface.
(Raadpleeg de specificaties voor
ondersteunde USB-flashgeheugenstations in
Gegevens afdrukken vanaf een USB-
flashgeheugen of vanaf een digitale camera
die massaopslag ondersteunt uu pagina 56.)
Onbruikb. app.
Verwijder het
apparaat. Schakel
de stroom uit en
weer in.
Een defect USB-apparaat of
USB-toestel dat veel stroom
verbruikt, werd op de USB-
direct interface aangesloten.
Koppel het apparaat los van de USB-direct
interface. Schakel de machine uit en opnieuw
in.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
100
Onderdelen verv.
Drumeenheid
De drumeenheden moeten
worden vervangen.
Vervang de drumeenheid.
(Zie De drumkit vervangen uu pagina 77.)
De drumteller is na het
plaatsen van een nieuwe drum
niet gereset.
Reset de teller van de drumeenheid.
(Zie De drumkit vervangen uu pagina 77.)
Onderdelen verv.
Fuserunit
De fuseereenheid moet
worden vervangen.
Neem contact op met de Brother
klantenservice of een bevoegd servicecentrum
van Brother om de fusereenheid te vervangen.
Onderdelen verv.
Laserunit
De lasereenheid moet worden
vervangen.
Neem contact op met de Brother
klantenservice of een bevoegd servicecentrum
van Brother om de lasereenheid te vervangen.
Onderdelen verv.
PF-kit 1
PF-kit 2
PF-kit MP
De papiertoevoerset moet
worden vervangen.
Neem contact op met de Brother
klantenservice of een bevoegd servicecentrum
van Brother om de papiertoevoerset te
vervangen.
Ongeldig formaat Het papier in de lade heeft niet
het juiste formaat.
Plaats papier met het juiste formaat in de lade
en stel het "Papierformaat" in (Menu, 1, 2, 2).
(Zie Papierformaat uu pagina 18.)
Scannen Onm. XX De machine heeft een
mechanisch probleem.
Zet de stroomschakelaar uit en zet hem
vervolgens weer aan.
(Zie Faxen of faxjournaal overbrengen
uu pagina 102.)
Als het probleem zich blijft voordoen, neemt
u contact op met de klantenservice van
Brother voor ondersteuning.
Het document is te lang voor
duplexscannen.
Druk op Stop/Eindigen. Gebruik papier dat
geschikt is voor duplexscannen.
(Zie Afdrukmedia uu pagina 170.)
Teveel bestanden Op het USB-flashstation zijn te
veel bestanden opgeslagen.
Verminder het aantal opgeslagen bestanden
op het USB-flashstation.
ToegangGeweigerd De functie die u wilt gebruiken
is beperkt door Secure
Function Lock 2.0.
Contacteer uw beheerder om uw instellingen
voor Secure Function Lock te controleren.
Toegangsfout Het apparaat is ontkoppeld van
de USB-direct interface terwijl
gegevens werden verwerkt.
Druk op Stop/Eindigen. Sluit het apparaat
opnieuw aan en probeer af te drukken via
Rechtstreeks Afdrukken.
To
ner Bijna Op Als op het LCD-scherm Toner
Bijna Op wordt aangegeven,
kunt u nog steeds afdrukken.
Het betekent echter dat de
tonercartridge het einde van de
gebruiksduur nadert.
Bestel nu een nieuwe tonercartridge zodat u
over een vervangende tonercartridge beschikt
wanneer het LCD-scherm de melding Toner
vervangen weergeeft.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
101
B
Toner vervangen De tonercartridge is aan het
einde van zijn gebruiksduur.
De machine stopt alle
afdruktaken.
Zolang het geheugen
beschikbaar is, worden faxen
in het geheugen opgeslagen.
Vervang de tonercartridge.
(Zie De tonercartridge vervangen
uu pagina 70.)
Vast duplex Het papier is vastgelopen in de
duplexlade of in de
fusereenheid.
Zie Het papier is vastgelopen in de duplexlade
uu pagina 115.
Vast in lade1
Vast in lade2
Het papier is vastgelopen in de
papierlade van de machine.
Zie Papier is vastgelopen in papierlade 1 of 2
uu pagina 107.
Vast MP-lade Het papier is vastgelopen in de
MP-lade van de machine.
Zie Het papier is vastgelopen in de MP-lade
uu pagina 106.
Vast: achter Het papier is vastgelopen aan
de achterkant van de machine.
Zie Papier is vastgelopen aan de achterkant
van de machine uu pagina 108.
Vast: binnenin Het papier is vastgelopen in de
machine.
Zie Papier is vastgelopen binnenin de machine
uu pagina 111.
De tonercartridge wordt zonder
de drumeenheid in de machine
geplaatst.
Plaats de tonercartridge in de drumeenheid en
installeer de drumeenheid en tonercartridge
vervolgens opnieuw in de machine.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
102
Faxen of faxjournaal
overbrengen B
Wanneer op het LCD-scherm een van de
volgende meldingen wordt weergegeven:
Afdrukken Onm XX
Scannen Onm. XX
We adviseren u uw faxen over te brengen
naar een andere fax of naar uw pc. (Zie
Faxen naar een andere faxmachine
overbrengen uu pagina 102 of Faxen naar
de pc overbrengen uu pagina 103.)
U kunt ook het faxjournaal overbrengen om te
zien of er faxen zijn die u moet overbrengen.
(Zie Het faxjournaal overbrengen naar een
andere faxmachine uu pagina 103.)
Opmerking
Als een foutmelding op het LCD-scherm
van de machine verschijnt nadat de faxen
zijn overgebracht, verwijdert u de stekker
van de machine enkele minuten uit het
stopcontact en sluit u deze vervolgens
weer aan.
Faxen naar een andere faxmachine
overbrengen B
Als u uw Stations-ID nog niet hebt ingesteld,
kunt u de faxoverbrengingsstand niet
gebruiken. (uu Installatiehandleiding:
Persoonlijke gegevens invoeren
(stations-ID))
a Druk op Menu, 9, 0, 1.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als op het LCD-scherm
Geen dataopslag wordt
weergegeven, zijn er geen faxen
meer in het geheugen van de
machine aanwezig. Druk op
Stop/Eindigen.
Voer het faxnummer in van het
apparaat waarnaar de faxen moeten
worden verzonden.
c Druk op Start.
Problemen oplossen
103
B
Faxen naar de pc overbrengen B
U kunt de faxen van het geheugen van uw
machine naar uw pc overbrengen.
a Zorg ervoor dat MFL-Pro Suite is
geïnstalleerd en activeer vervolgens
PC-FAX Ontvangst op de pc.
(uu Softwarehandleiding: PC-FAX
ontvangen)
In het Windows
®
Start menu, selecteert
u Alle Programma's, Brother,
MFC-XXXX, PC-FAX Ontvangst en
selecteert u Ontvangen. (XXXX is uw
modelnaam.)
b Controleer of u PC-Fax ontv. hebt
ingesteld op de machine. (Zie
PC-FAX ontvangen (alleen
voor Windows
®
) uu pagina 36.)
Wanneer er nog faxen in het geheugen
van de machine zijn wanneer u PC-Fax
Ontvangen instelt, vraagt het LCD-
scherm u of u de faxen wilt overbrengen
naar uw pc.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer u alle faxen wilt
overbrengen naar uw PC, drukt u op
1. De machine vraagt u of u een
reserveafdruk wilt.
Om af te sluiten en de faxen in het
geheugen te bewaren, drukt u op 2.
d Druk op Stop/Eindigen.
Het faxjournaal overbrengen naar een
andere faxmachine B
Als u uw Stations-ID nog niet hebt ingesteld,
kunt u de faxoverbrengingsstand niet
gebruiken. (uu Installatiehandleiding:
Persoonlijke gegevens invoeren
(stations-ID))
a Druk op Menu, 9, 0, 2.
b Voer het faxnummer in waarnaar het
faxjournaal moet worden verzonden.
c Druk op Start.
104
Vastgelopen
documenten B
Het document is bovenin de
ADF vastgelopen B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Open het ADF-deksel.
c Trek het vastgelopen document er naar
links uit.
Als het document scheurt, zorg er dan
voor dat u alle kleine papiersnippers
verwijdert om latere papierstoringen te
vermijden.
d Sluit het ADF-deksel.
e Druk op Stop/Eindigen.
Document is vastgelopen
onder het documentdeksel B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Til het documentdeksel op.
c Trek het vastgelopen document er naar
rechts uit.
Als het document scheurt, zorg er dan
voor dat u alle kleine papiersnippers
verwijdert om latere papierstoringen te
vermijden.
d Sluit het documentdeksel.
e Druk op Stop/Eindigen.
Problemen oplossen
105
B
Kleine documenten
verwijderen die zijn
vastgelopen in de ADF B
a Til het documentdeksel op.
b Plaats een stuk stevig papier, zoals
Cardstock, in de ADF om kleine stukjes
papier erdoor te duwen.
c Sluit het documentdeksel.
d Druk op Stop/Eindigen.
Document is vastgelopen in
de uitvoerlade B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Trek het vastgelopen document er naar
rechts uit.
c Druk op Stop/Eindigen.
106
Vastgelopen papier B
Verwijder steeds al het papier uit de
papierlade en plaats de stapel recht wanneer
u nieuw papier toevoegt. Dit zorgt ervoor dat
er geen meerdere papieren tegelijkertijd door
de machine worden gevoerd en vermijdt
papierstoringen.
Het papier is vastgelopen in de
MP-lade
B
Als op het LCD-scherm Vast MP-lade
wordt weergegeven, voert u deze stappen uit:
a Verwijder het papier uit de MF lade.
b Verwijder eventueel vastgelopen papier
uit de MP-lade.
c Blader de stapel door en leg hem weer
in de MF lade.
d Wanneer u papier plaatst in de MP-lade,
dient u ervoor te zorgen dat het papier
de maximummarkering (1) aan beide
kanten van de lade niet overschrijdt.
e Druk op Start om verder te gaan met
afdrukken.
1
Problemen oplossen
107
B
Papier is vastgelopen in
papierlade 1 of 2
B
Wanneer het LCD-scherm
Vast in lade1
of
Vast in lade2
weergeeft, dient u deze
stappen te volgen:
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
Voor Vast in lade1:
Voor Vast in lade2:
b Trek met beide handen het vastgelopen
papier voorzichtig naar buiten.
Opmerking
Als u het vastgelopen papier naar
beneden gericht eruit trekt, kunt u het
papier eenvoudiger verwijderen.
c Zorg ervoor dat het papier de
maximummarkering ( ) in de
papierlade niet bereikt. Druk op de
groene ontgrendelingshendel van de
papiergeleiders en verschuif de
papiergeleiders voor het correcte
papierformaat. Zorg dat de geleiders
goed in de sleuven zitten.
d Plaats de papierlade stevig terug in de
machine.
108
Papier is vastgelopen aan de
achterkant van de machine B
Als op het LCD-scherm Vast: achter
wordt weergegeven, is het papier achter het
achterdeksel vastgelopen. Volg deze
stappen:
a Laat de machine 10 minuten aan zodat
de interne ventilator de bijzonder hete
interne onderdelen van de machine kan
afkoelen.
b Druk op de knop waarmee de voorklep
wordt geopend en maak deze klep
open.
c Verwijder langzaam het geheel van
drumeenheid en tonercartridge. Het
vastgelopen papier mag samen met het
geheel van drumeenheid en
tonercartridge wordt uitgetrokken. Dit
kan het papier vrijmaken zodat u het uit
de machine kan trekken.
Problemen oplossen
109
B
WAARSCHUWING
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wacht totdat de machine is
afgekoeld, pas dan mag u de onderdelen
binnen in de machine aanraken.
Belangrijk
We raden u aan het geheel van
drumeenheid en tonercartridge op een
stuk wegwerppapier of doek te plaatsen
voor het geval u per ongeluk toner morst.
Wees voorzichtig bij het hanteren van het
geheel van drumeenheid en
tonercartridge. Wanneer u toner morst op
uw handen of kleding, dient u de vlekken
onmiddellijk te verwijderen met koud
water.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
110
d Open het achterdeksel.
WAARSCHUWING
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wacht totdat de machine is
afgekoeld, pas dan mag u de onderdelen
binnen in de machine aanraken.
e Trek de groene lipjes aan de linker- en
rechterkant naar u toe en breng het
fuserdeksel (1) omlaag.
f Trek met beide handen voorzichtig het
vastgelopen papier uit de
fuseereenheid.
1
Problemen oplossen
111
B
g Sluit het fuserdeksel (1).
h Zorg dat het achterdeksel goed is
gesloten.
i Plaats het geheel van drumeenheid en
tonercartridge terug in de machine.
j Sluit het voordeksel van de machine.
Papier is vastgelopen
binnenin de machine B
Als op het LCD-scherm Vast: binnenin
wordt weergegeven, voert u deze stappen uit:
a Laat de machine 10 minuten aan zodat
de interne ventilator de bijzonder hete
interne onderdelen van de machine kan
afkoelen.
b Trek de papierlade volledig uit de
machine.
c Trek met beide handen het vastgelopen
papier voorzichtig naar buiten.
1
112
Opmerking
Als u het vastgelopen papier naar
beneden gericht eruit trekt, kunt u het
papier eenvoudiger verwijderen.
d Druk op de knop waarmee de voorklep
wordt geopend en maak deze klep
open.
e Verwijder langzaam het geheel van
drumeenheid en tonercartridge. Het
vastgelopen papier mag samen met het
geheel van drumeenheid en
tonercartridge wordt uitgetrokken. Dit
kan het papier vrijmaken zodat u het uit
de machine kan trekken.
Problemen oplossen
113
B
WAARSCHUWING
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wacht totdat de machine is
afgekoeld, pas dan mag u de onderdelen
binnen in de machine aanraken.
Belangrijk
We raden u aan het geheel van
drumeenheid en tonercartridge op een
stuk wegwerppapier of doek te plaatsen
voor het geval u per ongeluk toner morst.
Wees voorzichtig bij het hanteren van het
geheel van drumeenheid en
tonercartridge. Wanneer u toner morst op
uw handen of kleding, dient u de vlekken
onmiddellijk te verwijderen met koud
water.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
114
f Druk de groene vergrendelhendel naar
beneden en neem de tonercartridge uit
de drumeenheid. Verwijder het
vastgelopen papier als dat zich in de
drumeenheid bevindt.
g Plaats de tonercartridge terug in de
drumeenheid tot u deze op zijn plaats
hoort vastklikken. Wanneer u de
cartridge correct hebt geplaatst, komt de
groene vergrendelhendel op de
drumeenheid automatisch omhoog.
Opmerking
Zorg ervoor dat u de tonercartridge op de
correcte wijze plaatst; anders komt deze
los van de drumeenheid.
Problemen oplossen
115
B
h Plaats het geheel van drumeenheid en
tonercartridge terug in de machine.
i Sluit het voordeksel van de machine.
j Plaats de papierlade stevig terug in de
machine.
Opmerking
Als u de machine uitschakelt wanneer
Vast: binnenin wordt weergegeven,
zal de machine onvolledige gegevens van
uw computer afdrukken. Voordat u de
machine inschakelt, dient u de
afdrukspooltaak op uw computer te
verwijderen.
Het papier is vastgelopen in
de duplexlade B
Als op het LCD-scherm Vast duplex wordt
weergegeven, voert u deze stappen uit:
a Laat de machine 10 minuten aan zodat
de interne ventilator de bijzonder hete
interne onderdelen van de machine kan
afkoelen.
b Trek de papierlade volledig uit de
machine.
c Open het achterdeksel.
116
WAARSCHUWING
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wacht totdat de machine is
afgekoeld, pas dan mag u de onderdelen
binnen in de machine aanraken.
d Trek met beide handen voorzichtig het
vastgelopen papier uit de achterkant
van de machine.
e Zorg dat het achterdeksel goed is
gesloten.
f Trek de duplexlade volledig uit de
machine.
g Trek het vastgelopen papier uit de
machine of uit de duplexlade.
Problemen oplossen
117
B
h Zorg ervoor dat er geen vastgelopen
papier wegens statische elektriciteit
onder de machine blijft.
i Plaats de duplexlade weer in de
machine.
j Plaats de papierlade stevig terug in de
machine.
118
Als u problemen heeft met uw machine B
Belangrijk
Voor technische hulp dient u te bellen naar het nummer van het land waar u de machine kocht.
U mag dat nummer enkel bellen vanuit dat land.
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de
tips voor het oplossen van problemen. U kunt de meeste problemen zelf oplossen.
Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente
veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Kijk op http://solutions.brother.com/
.
Problemen met afdrukken
Problemen Suggesties
Er kan niet worden afgedrukt. Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft.
Zie Fout- en onderhoudsmeldingen uu pagina 95.
Controleer of de machine online is:
(Voor Windows
®
7 en Windows Server
®
2008 R2)
Klik op de knop (Start) en daarna op Apparaten en printers. Klik met de
rechtermuisknop op Brother MFC-XXXX Printer en klik op
Afdruktaken weergeven. Klik op Printer in de menubalk. Zorg ervoor dat
Printer offline gebruiken is uitgevinkt.
(Windows Vista
®
en Windows Server
®
2008)
Klik op de knop (Start), Configuratiescherm, Hardware en geluiden en
vervolgens op Printers. Klik met de rechtermuisknop op
Brother MFC-XXXX Printer. Zorg ervoor dat Printer offline gebruiken is
uitgevinkt.
(Windows
®
XP en Windows Server
®
2003)
Klik op de knop Start en selecteer Printers en faxapparaten. Klik met de
rechtermuisknop op Brother MFC-XXXX Printer. Zorg ervoor dat
Printer off line gebruiken is uitgevinkt.
Contacteer uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function Lock te
controleren.
De machine drukt niet af of is met
afdrukken gestopt.
Druk op Stop/Eindigen.
De machine annuleert de afdruktaak en wist deze uit het geheugen. De afdruk kan
onvolledig zijn.
De kop- of voetteksten in het
document worden op het scherm
weergegeven, maar worden niet in
het document afgedrukt.
Er is een onbedrukbaar gedeelte aan de boven- en onderkant van de pagina. Pas
de boven- en ondermarge voor uw document aan.
Zie Niet-scanbare en onbedrukbare gebieden uu pagina 17.
De machine print onverwacht of
print heel slecht.
Druk op Stop/Eindigen om afdruktaken te annuleren.
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze compatibel zijn
met uw machine.
Problemen oplossen
119
B
De machine print de eerste
pagina’s correct, maar dan
ontbreekt tekst op enkele pagina’s.
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze compatibel zijn
met uw machine.
Uw computer herkent het signaal dat de ingangsbuffer vol is van de machine niet.
Controleer of u de interfacekabel correct hebt aangesloten.
uu Installatiehandleiding
De machine drukt niet dubbelzijdig
af, ook al is de printerdriver
ingesteld op Duplex.
Controleer de instelling voor het papierformaat in de printerdriver. U dient A4-
papier (60 tot 105 g/m)
2
te kiezen.
De machine schakelt niet over naar
de modus Direct Print wanneer u
een USB-flashgeheugen aansluit
op de USB-direct interface.
Wanneer de stand Diepe Slaap is geactiveerd, ontwaakt de machine niet, zelfs
niet wanneer u een USB-flashgeheugenstation aansluit op de USB-direct
interface. Druk op Stop/Eindigen om de machine opnieuw te activeren.
Kan niet 'Paginalay-out' afdrukken. Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
Afdruksnelheid ligt te laag. Probeer de instelling van de printerdriver te wijzigen. De hoogste resolutie heeft
meer tijd nodig om de gegevens te verwerken, te verzenden en af te drukken.
Controleer of het achterdeksel goed is gesloten en de duplexlade goed is
geïnstalleerd.
Extra geheugen toevoegen.
uu Uitgebreide gebruikershandleiding: Extra geheugen installeren
De machine drukt niet af vanuit
Adobe
®
Illustrator
®
.
Probeer de afdrukresolutie te verlagen.
uu Softwarehandleiding: Afdrukken (voor Windows
®
)
uu Softwarehandleiding: Afdrukken en faxen (voor Macintosh)
Slechte afdrukkwaliteit Zie De afdrukkwaliteit verbeteren uu pagina 129.
Problemen met papier
Problemen Suggesties
De machine voert geen papier in. Als op het LCD-scherm de melding Vastgelopen papier wordt weergegeven en
het probleem is niet verholpen, raadpleegt u Fout- en onderhoudsmeldingen
uu pagina 95.
Wanneer er geen papier is, plaatst u een nieuwe stapel papier in de papierlade.
Als er papier in de lade zit, moet u nagaan of het correct is geplaatst. Wanneer het
papier gekruld is, moet u het plat maken. Soms moet u het papier uit de lade
halen, de stapel omdraaien en weer in de lade plaatsen.
Plaats minder papier in de lade en probeer het opnieuw.
Controleer of de handmatige invoermodus niet in de printerdriver is geselecteerd.
Reinig de invoerrol voor papier.
Zie De invoerrollen voor papier reinigen uu pagina 91.
De machine neemt geen papier uit
de MP-lade.
Controleer of in de printerdriver MF lade is geselecteerd.
Waaier het papier goed door en plaats het terug in de lade.
Problemen met afdrukken (Vervolg)
Problemen Suggesties
120
De machine neemt geen papier uit
de MF-lade wanneer u een grote
stapel papier gebruikt.
Waaier het papier goed door en zorg ervoor dat het papier onder het merkteken
voor de maximale hoeveelheid papier (1) zit. Spreid de pagina's en plaats ze in de
lade tot u voelt dat de bovenste pagina de invoerrollen raakt zoals op de
afbeelding.
Hoe kan ik enveloppen afdrukken? U kunt enveloppen invoeren in de MP-lade. Uw toepassing moet zo zijn ingesteld
dat u het betreffende envelopformaat kunt printen. Dit stelt u meestal in via het
menu pagina-instelling of documentinstelling van uw toepassing. (Zie de
handleiding bij de toepassing voor meer informatie.)
Ontvangen faxen afdrukken
Problemen Suggesties
Tekst te dicht op elkaar
Horizontale strepen
Er ontbreken delen van de
bovenste en onderste zinnen
Ontbrekende lijnen
Meestal is dit te wijten aan een slechte telefoonlijn. Maal een kopie: als de kopie
er goed uitziet, was de verbinding waarschijnlijk niet goed en was er statische ruis
op de lijn. Vraag de andere partij om de fax opnieuw te verzenden.
Problemen met papier (Vervolg)
Problemen Suggesties
1
Problemen oplossen
121
B
Verticale zwarte lijnen bij ontvangst De primaire corona voor het afdrukken kan vuil zijn. Maak de primaire corona van
de drumeenheid schoon.
Zie De primaire corona reinigen uu pagina 85.
De scanner van de verzender kan verontreinigd zijn. Vraag de verzender om een
kopie te maken om te zien of het probleem bij de verzendende machine ligt.
Probeer een fax van een andere faxmachine te ontvangen.
Ontvangen faxen zien eruit als
gesplitste of blanco pagina’s.
De linker- en rechtermarge zijn afgebroken of een enkele pagina wordt afgedrukt
op twee pagina's.
Zie Papierformaat uu pagina 18.
Schakel Automatische verkleining in.
uu Uitgebreide gebruikershandleiding: Een verkleinde inkomende fax afdrukken
Telefoonlijn of -verbindingen
Problemen Suggesties
Kiezen werkt niet. (Geen kiestoon) Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of het telefoonsnoer in de wand
contactdoos van de telefoon en in de aansluiting LINE van de machine is
gestoken.
Wijzig de instelling voor Toon/Puls.
uu Installatiehandleiding (voor Nederland)
Als er een extern toestel is aangesloten op de machine, stuurt u een handmatige
fax door de hoorn van de externe telefoon op te nemen en met de externe telefoon
het nummer te kiezen. Wacht tot u de faxontvangsttonen hoort en druk dan op
Start.
Als er geen kiestoon is, sluit dan een werkende telefoon en telefoonsnoer aan op
de aansluiting. Pak vervolgens de hoorn van een externe telefoon op en luister of
u een kiestoon hoort. Als er nog steeds geen kiestoon is, vraag dan uw
telefoonbedrijf om het snoer en/of de wandcontactdoos te controleren.
De machine neemt niet op wanneer
er wordt gebeld.
Controleer of de machine in de juiste ontvangstmodus staat voor uw instelling.
Zie Instellingen ontvangststand uu pagina 34.
Controleer of er een kiestoon hoorbaar is. Bel, indien mogelijk, uw machine om te
horen wat er gebeurt. Neemt uw faxmachine niet op, controleer dan de aansluiting
van het telefoonsnoer. Als u de telefoon niet hoort overgaan wanneer u de
machine belt, vraagt u uw telefoonbedrijf om de lijn te controleren.
Ontvangen faxen afdrukken (Vervolg)
Problemen Suggesties
122
Faxen ontvangen
Problemen Suggesties
Kan geen fax ontvangen. Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of het telefoonsnoer in de wand
contactdoos van de telefoon en in de aansluiting LINE van de machine is
gestoken. Als u een abonnement op DSL- of VoIP-diensten hebt, kunt u contact
opnemen met uw dienstverlener voor informatie over aansluitingen.
Controleer of de machine in de juiste ontvangststand staat. Dit is afhankelijk van
externe apparaten die zijn aangesloten op dezelfde lijn als uw machine van
Brother en diensten op dezelfde lijn die u afneemt van een telefoonmaatschappij.
Zie Instellingen ontvangststand uu pagina 34.
Als u een afzonderlijke faxlijn hebt en u wilt dat uw machine van Brother
automatisch alle inkomende faxen beantwoordt, selecteert u de stand
Alleen Fax.
Als uw machine van Brother een lijn deelt met een extern antwoordapparaat,
selecteert u de stand Ext. TEL/ANT. In de stand Ext. TEL/ANT ontvangt
uw machine van Brother automatisch inkomende faxen, en bellers kunnen
een bericht achterlaten op uw antwoordapparaat.
Als uw machine van Brother een lijn deelt met andere telefoontoestellen en u
wilt dat de machine automatisch alle inkomende faxen beantwoordt,
selecteert u de stand Fax/Telefoon. In de stand Fax/Telefoon ontvangt
uw machine van Brother automatisch faxen en produceert deze een snel
dubbel belsignaal om u op een telefoonoproep te attenderen.
Selecteer de stand Handmatig als u niet wilt dat uw machine van Brother
inkomende faxen beantwoordt. In de stand Handmatig moet u elke
inkomende oproep beantwoorden en de machine activeren om faxen te
ontvangen.
Een ander apparaat of een andere dienst op uw locatie beantwoordt de oproep
voordat uw machine van Brother reageert. Om dit te testen, stelt u de
belvertraging langzamer in:
Als de antwoordmodus is ingesteld op Alleen Fax of Fax/Telefoon,
vermindert u de belvertraging tot 1 keer overgaan.
Zie Belvertraging uu pagina 34.
Als de antwoordmodus is ingesteld op Ext. TEL/ANT, vermindert u het
aantal keer overgaan dat u hebt ingesteld op uw antwoordapparaat tot 2 keer.
Als de antwoordmodus is ingesteld op Handmatig, past u de belvertraging
NIET aan.
Laat iemand anders u een testfax sturen:
Als u de testfax goed hebt ontvangen, werkt uw machine correct. Vergeet niet
om de belvertraging of de instelling van het antwoordapparaat weer terug te
zetten op de oorspronkelijke instelling. Als het probleem met het ontvangen
van faxen zich opnieuw voordoet als u de belvertraging weer op de
oorspronkelijke instelling hebt gezet, beantwoordt een persoon, een apparaat
of een dienst de faxoproep voordat uw machine kan reageren.
Als u de fax niet hebt ontvangen, verstoort wellicht een ander apparaat of een
dienst de ontvangst van de fax, of is er een probleem met uw faxlijn.
Problemen oplossen
123
B
Kan geen fax ontvangen.
(vervolg)
Als u een antwoordapparaat (stand Ext. TEL/ANT) op dezelfde lijn gebruikt als
de machine van Brother, controleert u of uw antwoordapparaat goed is ingesteld.
Zie Een extern antwoordapparaat aansluiten uu pagina 39.
1 Sluit het externe antwoordapparaat aan zoals getoond in de afbeelding
uupagina 39.
2 Stel uw antwoordapparaat in op een of twee keer overgaan.
3 Neem het uitgaande bericht op uw antwoordapparaat op.
Neem vijf seconden stilte op aan het begin van uw uitgaande bericht.
Wij adviseren u het bericht te beperken tot 20 seconden.
Bindig uw uitgaande bericht met uw code voor activeren op afstand
voor degene die handmatig faxen wil verzenden. Bijvoorbeeld: "Spreek
een bericht in na de toon of druk op l51 en Start om een fax te
verzenden."
4 Stel uw antwoordapparaat in om oproepen te beantwoorden.
5 Stel de ontvangststand van uw machine van Brother in op Ext. TEL/ANT.
Zie Instellingen ontvangststand uu pagina 34.
Controleer of de optie Fax waarnemen op uw machine van Brother is
ingeschakeld. Met de functie Fax waarnemen kunt u een fax ook ontvangen
wanneer u de oproep op een extern of tweede toestel hebt aangenomen.
Zie Fax waarnemen uu pagina 35.
Als u vaak foutmeldingen ontvangt door eventuele storing op de telefoonlijn, kunt
u proberen de instelling Compatibiliteit op Std (voor VoIP) te zetten.
Zie Storing op de telefoonlijn / VoIP uu pagina 128.
Contacteer uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function Lock te
controleren.
Faxen verzenden
Problemen Suggesties
Kan geen fax verzenden. Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of het telefoonsnoer in de wand
contactdoos van de telefoon en in de aansluiting LINE van de machine is
gestoken.
Controleer of FAX is verlicht.
Zie Een fax verzenden uu pagina 28.
Druk het Verzendrapport af en controleer of er een fout is.
uu Uitgebreide gebruikershandleiding: Rapporten
Contacteer uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function Lock te
controleren.
Vraag de andere partij om na te gaan of er papier zit in de ontvangende machine.
Slechte verzendkwaliteit. Wijzig de resolutie in Fijn of Superfijn. Maak een kopie om te controleren of
de scanner van uw machine goed werkt. Wanneer de kwaliteit van de kopie niet
goed is, dient u de scanner te reinigen.
Zie De glasplaat reinigen uu pagina 83.
Faxen ontvangen (Vervolg)
Problemen Suggesties
124
In het verzendrapport staat
RESULT:FOUT.
Er is waarschijnlijk een tijdelijke storing of ruis op de lijn. Probeer de fax opnieuw
te verzenden. Als u een bericht via PC-Fax verzendt en in het verzendrapport
staat RESULT:FOUT, dan is het geheugen van de machine wellicht vol. Om extra
geheugen vrij te maken, kunt u Fax opslaan uitschakelen (uu Uitgebreide
gebruikershandleiding: Opties voor afstandsbediening wijzigen), faxen afdrukken
die in het geheugen zijn opgeslagen (uu Uitgebreide gebruikershandleiding: Een
fax in het geheugen afdrukken) of een uitgestelde fax of pollingtaak annuleren.
(uu Uitgebreide gebruikershandleiding: Taken in de wachtrij controleren en
annuleren) Als het probleem nog niet is verholpen, vraagt u het telefoonbedrijf om
uw telefoonlijn te controleren.
Als u vaak foutmeldingen ontvangt door eventuele storing op de telefoonlijn, kunt
u proberen de instelling Compatibiliteit op Std (voor VoIP) te zetten.
Zie Storing op de telefoonlijn / VoIP uu pagina 128.
Verzonden faxen zijn blanco. Laad het document op de juiste manier. Wanneer u de ADF gebruikt, moet het
document met de voorkant naar boven zijn gericht. Wanneer u de glasplaat
gebruikt, moet het document met de voorkant naar beneden zijn gericht.
Zie Documenten laden uu pagina 26.
Verticale zwarte lijnen bij het
verzenden.
Zwarte verticale lijnen op faxen die u verzendt worden meestal veroorzaakt door
vuil of correctievloeistof op de glazen strook.
Zie De glasplaat reinigen uu pagina 83.
Inkomende oproepen afhandelen
Problemen Suggesties
De machine registreert een
spraakverbinding als faxtonen.
Als de functie Fax waarnemen op Aan staat, is uw machine gevoeliger voor
geluiden. Uw machine heeft misschien per ongeluk stemmen of muziek op de lijn
geïnterpreteerd als faxtonen en reageert dan met faxontvangsttonen. Druk op
Stop/Eindigen om de machine uit te schakelen. Dit probleem kunt u wellicht
vermijden door de functie Fax waarnemen uit te schakelen.
Zie Fax waarnemen uu pagina 35.
Een faxoproep naar de machine
overzetten.
Als u vanaf een extern of tweede toestel hebt opgenomen, moet u de code voor
activeren op afstand intoetsen (de standaardinstelling is l51). Hang op zodra uw
machine opneemt.
Speciale functies op een enkele
lijn.
Als u wisselgesprekken, wisselgesprekken en/of nummerweergave, voicemail,
een antwoordapparaat, een alarmsysteem of andere speciale diensten samen
met uw faxtoestel op een enkele telefoonlijn gebruikt, kan dit problemen opleveren
bij het verzenden of ontvangen van faxen.
Bijvoorbeeld: als u zich abonneert op wisselgesprekken of bepaalde andere
speciale diensten, en het signaal hiervan op de lijn binnenkomt terwijl uw machine
een fax verzendt of ontvangt, kan dit signaal de fax tijdelijk onderbreken of
verstoren. De functie van Brother voor ECM-modus (foutencorrectie) kan helpen
om dit probleem te verhelpen. Deze situatie heeft betrekking op
telefoonsystemen, en komt veel voor bij apparaten die informatie verzenden en
ontvangen over een lijn waarop ook speciale functies worden gebruikt. Als het
voor uw bedrijf van essentieel belang is dat ook de kleinste onderbrekingen
worden voorkomen, wordt een afzonderlijke telefoonlijn zonder speciale functies
aanbevolen.
Faxen verzenden (Vervolg)
Problemen Suggesties
Problemen oplossen
125
B
Problemen met kopiëren
Problemen Suggesties
Kan geen kopie maken.
Controleer of KOPIE is verlicht.
Zie Kopieën maken uu pagina 54.
Contacteer uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function Lock te
controleren.
Verticale zwarte lijn op de kopieën. Zwarte verticale lijnen op kopieën ontstaan meestal omdat er zich vuil of
correctievloeistof op de glasplaat bevindt of omdat de primaire corona vuil is.
Reinig de glazen strook en de glasplaat en ook de witte balk en wit plastic
erboven.
Zie De glasplaat reinigen uu pagina 83 en De primaire corona reinigen
uu pagina 85.
De kopieën zijn blanco. Laad het document op de juiste manier.
Zie De automatische documentinvoer (ADF) gebruiken uu pagina 26 of De
glasplaat gebruiken uu pagina 27.
Problemen met scannen
Problemen Suggesties
Bij de start van de scan verschijnen
TWAIN- of WIA-fouten.
(Windows
®
)
Zorg dat de Brother TWAIN- of WIA-driver als primaire bron is gekozen in uw
scantoepassing. Klik in Nuance™ PaperPort™ 12SE bijvoorbeeld op
Scaninstellingen, Selecteren... om de Brother TWAIN-/WIA-driver te selecteren.
Bij de start van de scan verschijnen
TWAIN- of ICA-fouten. (Macintosh)
Zorg dat de Brother TWAIN-driver als primaire bron is gekozen. Klik in
PageManager op File (Bestand), Select Source (Bron selecteren ) en kies de
Brother TWAIN-driver.
Gebruikers van Mac OS X 10.6.x en 10.7.x kunnen ook documenten scannen met
de ICA-scannerdriver
uu Softwarehandleiding: Een document scannen met de ICA-driver (Mac OS X
10.6.x of later)
OCR (optische tekstherkenning)
werkt niet.
Probeer de scanresolutie te verhogen.
(Macintosh-gebruikers)
Presto! PageManager moet gedownload en geïnstalleerd worden voor gebruik.
Zie Toegang tot Brother-support (Macintosh) uu pagina 5 voor meer instructies.
De functie netwerkscannen werkt
niet.
Zie Netwerkproblemen uu pagina 126.
Kan niet scannen. Contacteer uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function Lock te
controleren.
Problemen met software
Problemen Suggesties
Kan geen software installeren en
kan niet afdrukken.
(Windows
®
-gebruikers)
Voer het programma MFL-Pro Suite repareren uit op de cd-rom. Dit programma
repareert en installeert de software opnieuw.
126
Netwerkproblemen
Problemen Suggesties
Printen via een bedraad netwerk
onmogelijk.
Controleer of de machine is ingeschakeld, online is en in de modus Gereed staat.
Druk de netwerkconfiguratielijst af om uw netwerkinstellingen te controleren.
uu Uitgebreide gebruikershandleiding: Rapporten
Sluit de LAN-kabel weer aan op de hub om te controleren of de kabel en de
netwerkaansluitingen in orde zijn. Probeer, indien mogelijk, de machine aan te
sluiten op een andere poort van uw hub en gebruik een andere kabel. U kunt de
huidige status van het bedrade netwerk controleren in het
bedieningspaneelmenu Netwerk.
Voor meer informatie over netwerkproblemen:
uu Netwerkhandleiding
De functie netwerkscannen werkt
niet.
(Windows
®
en Macintosh)
De functie netwerkscannen werkt niet wegens de instellingen van de firewall.
Wijzig de standaardinstellingen van de firewall of schakel ze uit. U dient in te
stellen dat eventuele beveiligings-/firewallsoftware Netwerkscannen toestaat.
Voer de volgende informatie in om poort 54925 toe te voegen voor
netwerkscannen:
Bij Naam: voer een beschrijving in, bijvoorbeeld Brother NetScan.
Bij Poortnummer: voer 54925 in.
Bij Protocol: selecteer UDP.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw beveiligings-/firewallsoftware of neem
contact op met de softwarefabrikant.
Voor meer informatie kunt u veelgestelde vragen en het onderdeel Problemen
oplossen lezen op http://solutions.brother.com/
.
(Macintosh)
Selecteer uw machine opnieuw in de toepassing Device Selector in
Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Utilities/DeviceSelector of in de
modellijst in ControlCenter2.
De functie PC-Fax Ontvangen via
het netwerk werkt niet.
(Alleen Windows
®
)
U dient in te stellen dat eventuele beveiligings-/firewallsoftware PC-Fax
ontvangen toestaat. Voer de volgende informatie in om poort 54926 toe te
voegen voor PC-Fax ontvangen via het netwerk:
Bij Naam: voer een beschrijving in, bijvoorbeeld Brother PC-Fax ontvangen.
Bij Poortnummer: voer 54926 in.
Bij Protocol: selecteer UDP.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw beveiligings-/firewallsoftware of neem
contact op met de softwarefabrikant.
Voor meer informatie kunt u veelgestelde vragen en het onderdeel Problemen
oplossen lezen op http://solutions.brother.com/
.
Problemen oplossen
127
B
1
Voor Windows
®
7 en Windows Server
®
2008 R2: Eigenschappen van printer en Brother MFC-XXXX BR-Script3
indien nodig
De Brother-software kan niet
worden geïnstalleerd.
(Windows
®
)
Als tijdens de installatie de waarschuwing van de beveiligingssoftware op het
scherm van de pc verschijnt, wijzig dan de instellingen van de
beveiligingssoftware zodat die het installatieprogramma van het Brother-product
of een ander programma toelaat.
(Macintosh)
Als u een firewallfunctie van anti-spyware of antivirussoftware gebruikt, schakel
die dan tijdelijk uit en installeer vervolgens de Brother-software.
Andere problemen
Problemen Suggesties
De machine kan niet worden
ingeschakeld.
De stroomvoorziening kan nadelig zijn beïnvloed door bijvoorbeeld bliksem of een
spanningspiek waardoor de interne veiligheidsmechanismes van de machine zijn
ingeschakeld. Schakel de machine uit en haal de stekker ervan uit het
stopcontact. Wacht tien minuten, steek de stekker weer in het stopcontact en
schakel de machine in.
Als het probleem niet is opgelost en u een stroomonderbreker gebruikt, koppel die
dan los om er zeker van te zijn dat deze het probleem niet veroorzaakt. Steek de
stekker van het netsnoer van de machine in een ander wandstopcontact waarvan
u weet dat het goed werkt. Als er nog steeds geen stroom is, probeer dan een
andere stroomkabel.
De machine kan met de BR-Script3
printerdriver geen EPS-gegevens
afdrukken die binaire gegevens
bevatten.
(Windows
®
)
U heeft de volgende instellingen nodig om EPS-gegevens af te drukken:
a Voor Windows
®
7 en Windows Server
®
2008 R2:
Klik op de knop (Start) en op Apparatenenprinters.
Voor Windows Vista
®
en Windows Server
®
2008:
Klik op de knop (Start), Configuratiescherm, Hardware en geluiden
en vervolgens op Printers.
Voor Windows
®
XP en Windows Server
®
2003:
Klik op de knop Start en selecteer Printers en faxapparaten.
b Klik met de rechtermuisknop op het pictogram
Brother MFC-XXXX BR-Script3 en selecteer Eigenschappen
1
.
c In de tab Apparaatinstellingen selecteert u TBCP (Getagged binair
communicatieprotocol) in Uitvoerprotocol.
(Macintosh)
Als uw machine op een computer is aangesloten met een USB-interface, kunt u
geen EPS-gegevens afdrukken die binaire gegevens bevatten. U kunt de EPS-
gegevens op de machine via een netwerk afdrukken. Ga naar het Brother
Solutions Center, http://solutions.brother.com/
, voor het installeren van de BR-
Script3 printerdriver via het netwerk.
De machine piept wanneer u de
menu’s Ontvangststand instellen
en Verzenden instellen probeert te
openen.
Als FAX niet brandt, drukt u op deze toets om de Faxmodus in te
schakelen. Ontvangststand instellen (Menu, 2, 1) en Verzenden instellen (Menu,
2, 2) zijn alleen beschikbaar als de Faxmodus is geactiveerd.
Netwerkproblemen (Vervolg)
Problemen Suggesties
128
Kiestoonherkenning instellenB
Wanneer u een fax automatisch verzendt,
wacht uw machine standaard een bepaalde
tijd, voordat het nummer wordt gekozen.
Door de instelling van de kiestoon te wijzigen
in Waarneming kunt u uw machine laten
kiezen zodra er een kiestoon wordt
gevonden. Deze instelling kan wat tijd
besparen bij het versturen van één fax naar
een aantal verschillende nummers. Als u de
instelling wijzigt en problemen krijgt met
kiezen, moet u de standaardinstelling
Geen detectie herstellen.
a (voor Nederland) Druk op Menu, 0, 5.
(voor België) Druk op Menu, 0, 4.
b Druk op a of b om Waarneming of
Geen detectie te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Storing op de telefoonlijn /
VoIP B
Als u problemen met het verzenden of
ontvangen van een fax hebt door een
mogelijke storing op de telefoonlijn, raden wij
u aan de instelling Synchronisatie aan te
passen om de modemsnelheid voor
faxhandelingen te verlagen.
a Druk op Menu, 2, 0, 1.
b Druk op a of b om Hoog, Normaal of
Std (voor VoIP) te kiezen.
Met Std (voor VoIP) verlaagt u
de modemsnelheid naar 9.600 bps
en schakelt u de
foutencorrectiemodus (ECM) uit.
Tenzij de storing herhaaldelijk op uw
telefoonlijn voorkomt, gebruikt u dit
best alleen wanneer nodig.
Om de compatibiliteit met de meeste
VoIP-diensten te verbeteren, raadt
Brother aan om de
compatibiliteitsinstelling te wijzigen
naar Std (voor VoIP).
Met Normaal stelt u de
modemsnelheid in op 14.400 bps.
Met Hoog stelt u de modemsnelheid
in op 33.600 bps.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
VoIP (Voice over IP) is een type
telefoonsysteem dat een
internetverbinding gebruikt in plaats van
een traditionele telefoonlijn.
Problemen oplossen
129
B
De afdrukkwaliteit verbeteren B
Als de afdrukkwaliteit niet goed is, drukt u eerst een testpagina af (Menu, 4, 2, 3). Als de afdruk
er goed uitziet, heeft het probleem waarschijnlijk niet met uw machine te maken. Controleer de
aansluitingen van de interfacekabel en probeer om een ander document af te drukken. Als de
afdruk of de testpagina die is afgedrukt met de machine niet van een goede kwaliteit is, volgt u
eerst de volgende stappen. Als u dan nog problemen hebt met de afdrukkwaliteit, kijk dan in
onderstaande tabel en volg de tips op voor het oplossen van problemen.
Opmerking
Het gebruik van andere cartridges dan cartridges van Brother of het hervullen van gebruikte
cartridges die met inkt van andere merken zijn gevuld, wordt afgeraden.
a Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen, raden wij u aan om het aanbevolen papier te
gebruiken. Zorg ervoor dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet. (Zie
Acceptabel papier en andere afdrukmedia uu pagina 21.)
b Controleer of de drumeenheid en tonercartridge correct zijn geïnstalleerd.
130
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
Vaag
Verwijder het geheel van drumeenheid en tonercartridge. Houd het
geheel met beide handen horizontaal en schud hem rustig een paar
keer heen en weer om de toner gelijkmatig in de cartridge te
verdelen.
Als het LCD-scherm de melding Toner vervangen toont, plaatst u
een nieuwe tonercartridge.
uuDe tonercartridge vervangen uu pagina 70
Controleer de omgeving van de machine. Een omgeving met een
luchtvochtigheid, hoge temperaturen, enzovoort, kunnen dit
afdrukprobleem veroorzaken.
uu Handleiding product veiligheid: Kies een veilige locatie voor uw
product
Als de hele pagina te licht is, is het mogelijk dat Toner sparen is
ingeschakeld. Schakel in de menu-instellingen van de machine
Toner sparen uit of schakel Toner-bespaarstand uit in de
printereigenschappen van de driver.
uu Uitgebreide gebruikershandleiding: Toner besparen
uu Softwarehandleiding: Afdrukken (voor Windows
®
)
uu Softwarehandleiding: Afdrukken en faxen (voor Macintosh)
Maak de primaire corona van de drumeenheid schoon.
uu De primaire corona reinigen uu pagina 85
Plaats een nieuwe tonercartridge.
uu De tonercartridge vervangen uu pagina 70
Installeer een nieuwe drumeenheid.
uu De drumkit vervangen uu pagina 76
Grijze achtergrond
Zorg ervoor dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet.
uu Acceptabel papier en andere afdrukmedia uu pagina 21
Controleer de omgeving van de machine. Een omgeving met hoge
temperaturen en een hoge luchtvochtigheid kunnen meer
geschaduwde achtergrond veroorzaken.
uu Handleiding product veiligheid: Kies een veilige locatie voor uw
product
Plaats een nieuwe tonercartridge.
uu De tonercartridge vervangen uu pagina 70
Installeer een nieuwe drumeenheid.
uu De drumkit vervangen uu pagina 76
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
C
DE
F
d
ef
g
BC
b
c
d
2
3
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
Problemen oplossen
131
B
Echobeeld
Zorg ervoor dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet.
Papier met een ruw oppervlak of dik papier kan dit probleem
veroorzaken.
uu Acceptabel papier en andere afdrukmedia uu pagina 21
Zorg ervoor dat u het correcte mediatype hebt gekozen in de
printerdriver of in het menu voor het instellen van Papiersoort van
de machine.
uu Papiersoort uu pagina 18
uu Softwarehandleiding: Afdrukken (voor Windows
®
)
uu Softwarehandleiding: Afdrukken en faxen (voor Macintosh)
Selecteer Minder wazige herhaalde beelden in de printerdriver.
uu Softwarehandleiding: Afdrukken (voor Windows
®
)
uu Softwarehandleiding: Afdrukken en faxen (voor Macintosh)
Installeer een nieuwe drumeenheid.
uu De drumkit vervangen uu pagina 76
Plaats een nieuwe tonercartridge.
uu De tonercartridge vervangen uu pagina 70
De fusereenheid kan verontreinigd zijn.
Neem contact op met de klantenservice van Brother voor
ondersteuning.
Technische gegevens van de
toner
Zorg ervoor dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet.
Papier met een ruw oppervlak kan het probleem veroorzaken.
uu Acceptabel papier en andere afdrukmedia uu pagina 21
Maak de primaire corona van de drumeenheid schoon.
uu De primaire corona reinigen uu pagina 85
De drumeenheid kan beschadigd zijn. Installeer een nieuwe
drumeenheid.
uu De drumkit vervangen uu pagina 76
De fusereenheid kan verontreinigd zijn.
Neem contact op met de klantenservice van Brother voor
ondersteuning.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
132
Lege deeltjes
Zorg ervoor dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet.
uu Acceptabel papier en andere afdrukmedia uu pagina 21
Selecteer de stand Dik papier in de printerdriver, selecteer Dik in de
menu-instelling Papiersoort van de machine of gebruik dunner
papier dan het papier dat u nu gebruikt.
uu Papiersoort uu pagina 18
uu Softwarehandleiding: Afdrukken (voor Windows
®
)
uu Softwarehandleiding: Afdrukken en faxen (voor Macintosh)
Controleer de omgeving van de machine. Factoren zoals een hoge
vochtigheid kunnen lege deeltjes veroorzaken.
uu Handleiding product veiligheid: Kies een veilige locatie voor uw
product
De drumeenheid kan beschadigd zijn. Installeer een nieuwe
drumeenheid.
uu De drumkit vervangen uu pagina 76
Alles zwart
Maak de primaire corona in de drumeenheid schoon door de groene
schuif heen en weer te schuiven. Zorg ervoor dat u het groene lipje
weer terugzet in de oorspronkelijke stand (a).
uu De primaire corona reinigen uu pagina 85
De drumeenheid kan beschadigd zijn. Installeer een nieuwe
drumeenheid.
uu De drumkit vervangen uu pagina 76
Witte strepen over de pagina
Zorg ervoor dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet.
Papier met een ruw oppervlak of dikke afdrukmedia kan dit probleem
veroorzaken.
Zie Acceptabel papier en andere afdrukmedia uu pagina 21.
Zorg ervoor dat u het correcte mediatype hebt gekozen in de
printerdriver of in het menu voor het instellen van Papiersoort van
de machine.
uu Papiersoort uu pagina 18
uu Softwarehandleiding: Afdrukken (voor Windows
®
)
uu Softwarehandleiding: Afdrukken en faxen (voor Macintosh)
Het probleem kan vanzelf verdwijnen. Druk meer blanco pagina's af
om dit probleem te verhelpen, met name wanneer u de machine een
lange tijd niet hebt kunnen gebruiken.
De drumeenheid kan beschadigd zijn. Installeer een nieuwe
drumeenheid.
uuDe drumkit vervangen uu pagina 76
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
Problemen oplossen
133
B
Strepen over de pagina
Maak de primaire corona in de drumeenheid schoon.
uu De primaire corona reinigen uu pagina 85
De drumeenheid kan beschadigd zijn. Installeer een nieuwe
drumeenheid.
uu De drumkit vervangen uu pagina 76
Witte strepen, randen of
ribbelpatronen op de pagina
Controleer de omgeving van de machine. Een omgeving met een
hoge luchtvochtigheid en hoge temperaturen kunnen dit probleem
met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
uu Handleiding product veiligheid: Kies een veilige locatie voor uw
product
Als het probleem niet is verholpen na het afdrukken van een paar
pagina's, plaats dan een nieuwe drumeenheid.
uu De drumkit vervangen uu pagina 76
Witte vlekken op zwarte tekst
en grafieken om de 94 mm
Zwarte vlekken om de 94 mm
Maak 10-15 kopieën van een blanco, wit blad papier. Als het
probleem niet is verholpen na het afdrukken van de blanco pagina's,
kan het zijn dat op de drumeenheid een vreemde stof plakt, zoals lijm
van een etiket. Reinig de drumeenheid.
uu De drumeenheid reinigen uu pagina 87
De drumeenheid kan beschadigd zijn. Installeer een nieuwe
drumeenheid.
uu De drumkit vervangen uu pagina 76
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
134
Zwarte tonermarkeringen
over de pagina
Als u etiketbladen voor laserprinters gebruikt, kan de lijm van de
bladen soms kleven aan het OPC-drumoppervlak. Reinig de
drumeenheid.
uu De drumeenheid reinigen uu pagina 87
Zorg ervoor dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet.
uu Acceptabel papier en andere afdrukmedia uu pagina 21
Gebruik geen papier met clips of nietjes omdat zij krassen maken op
het oppervlak van de drum.
Wanneer u de uitgepakte drumeenheid in direct zonlicht of
kamerverlichting plaatst, kan de eenheid worden beschadigd.
De tonercartridge kan beschadigd zijn. Plaats een nieuwe
tonercartridge.
uu De tonercartridge vervangen uu pagina 70
De drumeenheid kan beschadigd zijn. Installeer een nieuwe
drumeenheid.
uu De drumkit vervangen uu pagina 76
Zwarte lijnen op de pagina
Afgedrukte pagina's hebben
vuile vlekken onder aan de
pagina
Maak de primaire corona in de drumeenheid schoon door de groene
schuif heen en weer te schuiven.
De primaire corona reinigen uu pagina 85
Vergeet niet het groene lipje van de primaire corona weer in zijn
oorspronkelijke stand te zetten (a).
De tonercartridge kan beschadigd zijn. Plaats een nieuwe
tonercartridge.
uu De tonercartridge vervangen uu pagina 70
De drumeenheid kan beschadigd zijn. Installeer een nieuwe
drumeenheid.
uu De drumkit vervangen uu pagina 76
De fusereenheid kan verontreinigd zijn.
Neem contact op met de klantenservice van Brother voor
ondersteuning.
Witte strepen op de pagina
Zorg ervoor dat er zich in de machine en rond de drumeenheid en
tonercartridge geen vreemd materiaal bevindt zoals een afgescheurd
stuk papier, kleefbriefjes of stof.
De tonercartridge kan beschadigd zijn. Plaats een nieuwe
tonercartridge.
uu De tonercartridge vervangen uu pagina 70
De drumeenheid kan beschadigd zijn. Installeer een nieuwe
drumeenheid.
uu De drumkit vervangen uu pagina 76
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
Problemen oplossen
135
B
Scheve afbeelding
Zorg ervoor dat het papier of andere afdrukmedia correct in de
papierlade is geplaatst en dat de geleiders niet te strak of te los tegen
de stapel papier zitten.
Plaats de papiergeleiders op de juiste plaats.
uu Papier en afdrukmedia laden uu pagina 11
Raadpleeg Papier plaatsen in de multifunctionele lade (MP-lade)
uu pagina 13 als u de MP-lade gebruikt.
Er zit mogelijk teveel afdrukmedia in de papierlade.
uu Papier en afdrukmedia laden uu pagina 11
Controleer het papiertype en de kwaliteit van het papier.
uu Acceptabel papier en andere afdrukmedia uu pagina 21
Controleer op losse voorwerpen in de machine zoals gescheurd
papier.
Als het probleem enkel voorkomt tijdens dubbelzijdig afdrukken, ga
dan na of er gescheurd papier zit in de duplexlade, ga na of de
duplexlade geheel in de machine zit en ga na of het achterdeksel
volledig is gesloten.
Gekruld of gegolfd
Controleer het papiertype en de kwaliteit van het papier. Hoge
temperaturen en hoge vochtigheid doen het papier krullen.
uu Acceptabel papier en andere afdrukmedia uu pagina 21
uu Handleiding product veiligheid: Kies een veilige locatie voor uw
product
Als u de machine niet vaak gebruikt, ligt het papier wellicht te lang in
de papierlade. Draai de stapel papier in de papierlade om. Blader de
stapel papier ook door, en draai het papier 180° om in de papierlade.
Open het achterdeksel (opwaarts gerichte uitvoerlade) zodat de
bedrukte pagina's naar de opwaarts gerichte uitvoerlade kunnen.
Kies de modus Omkrullen van papier voorkomen in de
printerdriver wanneer u niet het door ons aanbevolen papier gebruikt.
uu Softwarehandleiding: Afdrukken (voor Windows
®
)
uu Softwarehandleiding: Afdrukken en faxen (voor Macintosh)
Kreukels of plooien
Zorg ervoor dat het papier correct is geplaatst.
uu Papier en afdrukmedia laden uu pagina 11
Controleer het papiertype en de kwaliteit van het papier.
uu Acceptabel papier en andere afdrukmedia uu pagina 21
Draai de stapel papier in de papierlade om of draai het papier 180°
om in de invoerlade.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
B DEFGH
abc efghijk
ACD
bcde
134
136
Enveloppen kreukelen
Zorg ervoor dat de enveloppen worden afgedrukt met het
achterdeksel (opwaarts gerichte uitvoerlade) open.
uu Afdrukken via de MP-lade op dik papier, etiketten en enveloppen
uu pagina 14
Controleer het type en de kwaliteit van de enveloppe.
uu Acceptabel papier en andere afdrukmedia uu pagina 21
Zorg ervoor dat enveloppen uitsluitend via de MP-lade worden
ingevoerd.
uu Papier plaatsen in de multifunctionele lade (MP-lade)
uu pagina 13
Toner hecht niet goed
Selecteer Tonerhechting verbeteren in de printerdriver.
uu Softwarehandleiding: Afdrukken (voor Windows
®
)
uu Softwarehandleiding: Afdrukken en faxen (voor Macintosh)
Indien deze instelling onvoldoende verbetering oplevert, wijzigt u de
instelling van de printerdriver bij Mediatype naar een dikke instelling.
Gekruld
Selecteer Omkrullen van papier voorkomen in de printerdriver.
uu Softwarehandleiding: Afdrukken (voor Windows
®
)
uu Softwarehandleiding: Afdrukken en faxen (voor Macintosh)
Open het achterdeksel (opwaarts gerichte uitvoerlade) zodat de
bedrukte pagina's naar de opwaarts gerichte uitvoerlade kunnen.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFG
EFGHIJKLMN
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Problemen oplossen
137
B
Informatie over de
machine B
Het serienummer controleren B
U kunt het serienummer van de machine op
het LCD-scherm bekijken.
a Druk op Menu, 8, 1.
b Druk op Stop/Eindigen.
Resetfuncties B
De volgende resetfuncties zijn beschikbaar:
1 Netwerk
U kunt de standaardfabrieksinstellingen
zoals het wachtwoord en het IP-adres van
de interne afdrukserver herstellen.
2 Adres en fax
Met Adres en fax reset u de volgende
instellingen:
Adresboek
(Eéntoetsnummers/Snelkiezen/Groep
en instellen)
Geprogrammeerde faxtaken in het
geheugen
(Gepold verzenden, uitgestelde fax,
groepsverzending)
Stations-ID
(naam en nummers)
Voorblad
(Opmerkingen)
Opties voor afstandsbediening
(Toegangscode op afstand, Fax
Opslaan, Fax Doorzenden en PC-Fax
ontvangen)
Rapportinstellingen
(Verzendrapport/Telefoonindexlijst/Fa
xjournaal)
Wachtwoord voor transmissieslot
instellen
3 Alle instell.
U kunt alle standaard fabrieksinstellingen
van de machine herstellen.
Brother raadt u ten zeerste aan om deze
functie uit te voeren wanneer u de
machine wegdoet.
Opmerking
Ontkoppel de interfacekabel voordat u
Netwerk of Alle instell. kiest.
138
De machine resetten B
a (voor Nederland) Druk op Menu, 0, 7.
(voor België) Druk op Menu, 0, 6.
b Druk op a of b om de gewenste
resetfunctie te kiezen.
Druk op OK.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op 1 om de instellingen te
resetten en ga naar stap d.
Druk op 2 om het menu zonder
wijzigingen door te voeren te
verlaten en ga naar stap e.
d U wordt gevraagd om de machine
opnieuw op te starten. Ga op een van de
volgende manieren te werk:
Druk op 1 om de machine opnieuw
op te starten. De machine begint met
resetten.
Druk op 2 om af te sluiten zonder de
machine opnieuw op te starten. Ga
naar stap e.
Opmerking
Als u uw machine niet opnieuw opstart, is
de reset niet voltooid en blijven uw
instellingen ongewijzigd.
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt eveneens de netwerkinstellingen
resetten door te drukken op Menu, 7, 0.
139
C
C
Programmeren op het
scherm
C
Uw machine is zodanig ontworpen dat deze
eenvoudig te gebruiken is. Met het LCD-
scherm kunt u programmeren op het scherm
met behulp van de menutoetsen.
Wij hebben stap-voor-stap-instructies op het
scherm gecreëerd om u te helpen uw
machine te programmeren. Volg
eenvoudigweg de stappen die u door de
menuselecties en de programmeeropties
leiden.
Het menu openen C
a Druk op Menu.
b Kies een optie.
Druk op 1 voor het menu
Standaardinst..
Druk op 2 voor het menu Fax.
Druk op 3 voor het menu Kopie.
Druk op 4 voor het menu Printer.
Druk op 5 voor het menu
USB Direct I/F.
Druk op 6 voor het menu Print lijsten.
Druk op 7 voor het menu Netwerk.
Druk op 8 voor het menu
Machine-info.
Druk op 9 voor het menu Service.
1
Druk op 0 voor het menu
Stand.instel..
1
Deze optie is alleen beschikbaar wanneer een
foutmelding in het LCD-scherm wordt
weergegeven.
U kunt ook door ieder menuniveau
bladeren door op a of b te drukken voor
de gewenste richting.
c Druk op OK als de gewenste optie op
het LCD-scherm wordt weergegeven.
Het LCD-scherm geeft dan het volgende
menuniveau weer.
d Druk op a of b om naar de volgende
menuselectie te gaan.
e Druk op OK.
Wanneer u een optie hebt ingesteld,
toont het LCD-scherm Geaccepteerd.
f Druk op Stop/Eindigen om de modus
Menu te verlaten.
Menu en functies C
140
Menutabel C
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Kies & OK Kies & OK Accepteren Afsluiten
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Pagina
1.Standaardinst.
1.Tijdklokstand
——0 Sec.
30 Sec.
1 Min
2 Min.*
5 Min.
Uit
Hiermee kunt u de tijd
instellen om terug te
keren naar de
Faxmodus en de tijd
waarop de machine
schakelt van de
modus individuele
gebruiker naar
openbare gebruiker,
bij gebruik van het
beveiligde functieslot.
Zie .
2.Papier
1.Papiersoort
1.MP-bak Dun
Normaal*
Dik
Extra dik
Gerecycl.papier
Etiketten
Hiermee kunt u de
papiersoort in de
papierlade instellen.
18
2.Bovenlade
Dun
Normaal*
Dik
Extra dik
Gerecycl.papier
Hiermee kunt u de
papiersoort in de
papierlade instellen.
18
Uitgebreide gebruikershandleiding
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
141
C
1.Standaardinst.
(vervolg)
2.Papier
(vervolg)
1.Papiersoort
(vervolg)
3.Onderlade
(Dit menu wordt
alleen
weergegeven
wanneer u de
optionele
onderste lade
hebt
geïnstalleerd.)
Dun
Normaal*
Dik
Extra dik
Gerecycl.papier
Hiermee kunt u de
papiersoort in de
papierlade instellen.
18
2.Papierformaat
1.MP-bak A4*
Letter
Legal
Executive
A5
A5 L
A6
B5
B6
Folio
Ieder
Hiermee kunt u het
papierformaat in de
papierlade instellen.
18
2.Bovenlade
A4*
Letter
Legal
Executive
A5
A5 L
A6
B5
B6
Folio
Hiermee kunt u het
papierformaat in de
papierlade instellen.
18
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Pagina
Uitgebreide gebruikershandleiding
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
142
1.Standaardinst.
(vervolg)
2.Papier
(vervolg)
2.Papierformaat
(vervolg)
3.Onderlade
(Dit menu wordt
alleen
weergegeven
wanneer u de
optionele
onderste lade
hebt
geïnstalleerd.)
A4*
Letter
Legal
Executive
A5
B5
B6
Folio
Hiermee kunt u het
papierformaat in de
papierlade instellen.
18
3.Volume
1.Belvolume
Laag
Half*
Hoog
Uit
Hiermee kunt u het
belvolume
aanpassen.
10
2.Waarsch.toon
Laag
Half*
Hoog
Uit
Hiermee kunt u het
volume van het
geluidssignaal
aanpassen.
10
3.Luidspreker
Laag
Half*
Hoog
Uit
Hiermee kunt u het
volume van de
luidspreker
aanpassen.
10
4.Bespaarstand 1.Toner sparen
Aan
Uit*
Verhoogt het aantal
pagina’s dat de
tonercartridge kan
afdrukken.
Zie .
2.Slaapstand
De duur is
afhankelijk van
de modellen.
03Min*
Bespaart stroom.
5.Stille modus
——Aan
Uit*
Vermindert het geluid
van het afdrukken.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Pagina
Uitgebreide gebruikershandleiding
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
143
C
1.Standaardinst.
(vervolg)
6.Lade gebruiken
1.Kopie
Alleen lade 1
Alleen lade 2
Alleen MP-lade
MP>T1>T2*
T1>T2>MP
(lade 2 en T2
worden
weergegeven
wanneer u de
optionele
onderste lade
hebt
geïnstalleerd.)
Selecteert de lade die
wordt gebruikt voor
de Kopieermodus.
19
2.Fax
Alleen lade 1
Alleen lade 2
Alleen MP-lade
MP>T1>T2
T1>T2>MP*
(lade 2 en T2
worden
weergegeven
wanneer u de
optionele
onderste lade
hebt
geïnstalleerd.)
Selecteert de lade die
wordt gebruikt voor
de Faxmodus.
20
3.Afdrukken
Alleen lade 1
Alleen lade 2
Alleen MP-lade
MP>T1>T2*
T1>T2>MP
(lade 2 en T2
worden
weergegeven
wanneer u de
optionele
onderste lade
hebt
geïnstalleerd.)
Selecteert de lade die
wordt gebruikt voor
de afdrukmodus.
20
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Pagina
Uitgebreide gebruikershandleiding
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
144
1.Standaardinst.
(vervolg)
7.LCD-contrast
——
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
Hiermee stelt u het
contrast van het LCD-
scherm in.
Zie .
8.Beveiliging 1.Functieslot
Kan de geselecteerde
bewerking beperken
tot max. 25
individuele gebruikers
en alle andere
onbevoegde
openbare gebruikers.
2.Instelslot
Zorgt ervoor dat
onbevoegde
gebruikers de huidige
instellingen van de
machine niet
veranderen.
9.Document scan. 1.GlasplScanform
A4*
Letter
Past het
scangedeelte van de
glasplaat aan het
formaat van het
document aan.
30
2.Bestandsgr.
1.Kleur Klein
Normaal*
Groot
U kunt uw eigen
standaardinstellingen
voor de
datacompressie
instellen.
Zie .
2.Grijs Klein
Normaal*
Groot
3.Duplex scannen
(MFC-8520DN)
Lange rand*
Korte rand
Selecteert het
formaat voor
duplexscannen.
Zie .
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Pagina
Uitgebreide gebruikershandleiding
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
145
C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Pagina
2.Fax
1.Ontvangstmenu
(Uitsluitend in
Faxmodus)
1.Bel Vertraging
—(00 - 06)
02*
(voor Nederland)
(00 - 10)
02*
(voor België)
De belvertraging
bepaalt hoe vaak de
telefoon overgaat
voordat de machine
opneemt in de stand
Alleen fax of Fax/Tel.
34
2.F/T Beltijd
20 Sec.
30 Sec.*
40 Sec.
70 Sec.
Stelt de lengte in van
het snelle dubbele
belsignaal in de
Fax/Tel-modus.
34
3.Fax Waarnemen
Aan*
Uit
Faxen ontvangen
zonder op Start te
drukken.
35
4.Afstandscode
Aan (l51, #51)
Uit*
U kunt alle oproepen
op een tweede of een
extern toestel
aannemen en deze
codes gebruiken om
de machine te in- of
uit te schakelen. U
kunt deze codes
wijzigen.
42
5.Autoreductie
Aan*
Uit
Verkleint het formaat
van inkomende
faxen.
Zie .
6.Printdichtheid
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
Maakt afdrukken
donkerder of lichter.
7.Ontvang Pollen
Stand.*
Beveilig
Tijdklok
Hiermee stelt u uw
machine in om
faxberichten van een
andere faxmachine
op te vragen (pollen).
8.Fax Rx Stempel
Aan
Uit*
Drukt de tijd en datum
van ontvangst af aan
de bovenkant van de
ontvangen faxen.
9.Duplex Aan
Uit*
Hiermee worden
ontvangen faxen
dubbelzijdig
afgedrukt.
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
146
2.Fax
(vervolg)
2.Verzendmenu
(Uitsluitend in
Faxmodus)
1.Contrast Auto*
Licht
Donker
Hiermee kunt u de
faxen die u verzendt
lichter of donkerder
maken.
Zie .
2.Faxresolutie
Standaard*
Fijn
Superfijn
Foto
Hiermee kunt u de
standaardresolutie
voor uitgaande faxen
instellen.
3.Tijdklok Het tijdstip instellen
waarop de
uitgestelde
faxberichten moeten
worden verzonden.
4.Verzamelen
Aan
Uit*
Hiermee worden de
uitgestelde faxen
tegelijkertijd in één
transmissie naar
hetzelfde faxnummer
verzonden.
5.Direct Verzend
Volgende Fax:Aan
Volgende Fax:Uit
Aan
Uit*
Verzendt een fax
zonder het geheugen
te gebruiken.
6.Verzend Pollen
Stand.*
Beveilig
Hiermee stelt u een
document op uw
machine in zodat een
andere faxmachine
dit kan opvragen.
7.Voorblad
1.Instellen
Volgende Fax:Aan
Volgende Fax:Uit
Aan
Uit*
Print voorbeeld
Deze functie verzendt
automatisch een
voorblad dat u hebt
geprogrammeerd.
2.Opmerking
Voor het instellen van
uw eigen
opmerkingen op het
faxvoorblad.
8.Internationaal
Aan
Uit*
Als u problemen hebt
met het internationaal
verzenden van faxen,
zet deze functie dan
op Aan.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Pagina
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
147
C
2.Fax
(vervolg)
2.Verzendmenu
(Uitsluitend in
Faxmodus)
(vervolg)
9.Bestemming
Tonen*
Verbergen
Stelt de machine in
om tijdens het
verzenden van de fax
de
bestemmingsinformat
ie op het LCD-scherm
weer te geven.
Zie .
3.Adresboek
1.Directkies
Slaat maximaal 16
ééntoetsnummers op
zodat u het nummer
met een druk op een
toets (en Start) kunt
kiezen.
47
2.Snelkies Slaat maximaal 300
snelkiesnummers op
zodat u een nummer
kunt kiezen door
slechts op een paar
toetsen (en Start) te
drukken.
49
3.Groep instell.
Hiermee kunt u
maximaal 20
groepsnummers
instellen voor het
groepsverzenden.
Zie .
4.Kies rapport 1.Verzendrapp.
Aan
Aan+Beeld
Uit*
Uit+Beeld
Hier stelt u het
verzendrapport in.
30
2.Journaal tijd
Na 50 faxen
*
Elke 6 uur
Elke 12 uur
Elke 24 uur
Elke 2 dagen
Elke 7 dagen
Uit
Hiermee stelt u het
tijdsinterval in voor
het afdrukken van het
faxjournaal.
Zie .
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Pagina
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
148
2.Fax
(vervolg)
5.Afstandsopties 1.Drzenden/Opsln
Fax Doorzenden
Fax Opslaan
PC-Fax ontv.
Uit*
Hiermee kunt u de
machine instellen om
faxberichten door te
zenden,
binnenkomende
faxen in het
geheugen op te slaan
(zodat u deze kunt
opvragen wanneer u
niet bij uw machine
bent) of faxen naar
uw PC te sturen.
Zie .
(Reserveafdruk)
Als u Fax doorzenden
of PC-Fax Ontvangen
kiest, kunt u voor de
zekerheid
Reserveafdruk
activeren.
2.Afst.bediening
—---l Voor het instellen van
uw eigen code voor
de
afstandsbediening.
3.Print document
Hiermee worden
inkomende faxen die
in het geheugen zijn
opgeslagen,
afgedrukt.
6.Kiezen beperkt
1.Kiestoetsen
voer#2xin
Aan
Uit*
U kunt de machine
instellen op beperkt
kiezen bij gebruik van
de kiestoetsen.
2.Directkies
voer#2xin
Aan
Uit*
U kunt de machine
instellen op beperkt
kiezen van
ééntoetsnummers.
3.Snelkies voer#2xin
Aan
Uit*
U kunt de machine
instellen op beperkt
kiezen van
snelkiesnummers.
4.LDAP-server
(Dit menu wordt
weergegeven als
u de LDAP-functie
naar uw machine
download.)
voer#2xin
Aan
Uit*
U kunt de machine
instellen op beperkt
kiezen van LDAP-
servernummers.
7.Rest. jobs
U kunt controleren
welke taken er in het
geheugen zitten en
geprogrammeerde
taken annuleren.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Pagina
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
149
C
2.Fax
(vervolg)
0.Diversen
1.Compatibel
Hoog*
Normaal
Std (voor VoIP)
Synchronisatie voor
verzendproblemen
aanpassen.
VoIP-aanbieders
leveren
faxondersteuning via
verschillende
standaards. Als u
regelmatig
foutmeldingen
ontvangt bij het
verzenden van faxen,
kiest u
Std (voor VoIP).
128
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Pagina
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
150
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Pagina
3.Kopie 1.Kwaliteit Auto*
Tekst
Foto
Grafiek
U kunt de
kopieerresolutie voor
uw type document
selecteren.
Zie .
2.Helderheid
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
Hiermee kunt u de
helderheid voor
kopieën aanpassen.
3.Contrast
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
Hiermee kunt het
contrast voor kopin
aanpassen.
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
151
C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Pagina
4.Printer 1.Emulatie Auto(EPSON)*
Auto(IBM)
HP LaserJet
BR-Script 3
Epson FX-850
IBM Proprinter
Selecteert de
emulatiemodus.
Zie .
2.Printopties
1.Interne fonts
1.HP LaserJet
2.BR-Script 3
Hiermee drukt u een
lijst met de interne
lettertypen van de
machine af.
2.Configuratie Hiermee drukt u een
lijst met de
printerinstellingen
van de machine af.
3.Testafdruk Hiermee drukt u een
testpagina af.
3.Duplex
Aan(lange rand)
Aan(korte rand)
Uit*
Hiermee kunt u
duplexprinten in- of
uitschakelen. U kunt
ook kiezen tussen
duplexprinten over de
lange zijde of korte
zijde.
4.Autom. doorgaan
Aan*
Uit
Als deze instelling is
ingeschakeld, wist de
machine automatisch
een
papierformaatfout en
zal hij om het even
welk compatibel
papier van de andere
papierladen
gebruiken.
5.Reset printer
1.Herstel
2.Stop
Stelt de printerinstellingen weer
in op de
standaardfabrieksinstellingen.
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
152
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Pagina
5.USB Direct I/F 1.Dir. afdrukken
1.Papierformaat
A4*
Letter
Legal
Executive
A5
A5 L
A6
B5
B6
Folio
Hiermee stelt u het
papierformaat in als u
direct afdrukt via het
USB-flashstation.
56
2.Mediatype Dun
Normaal*
Dik
Extra dik
Gerecycl.papier
Etiketten
Hiermee stelt u het
mediatype in als u
direct afdrukt via het
USB-flashstation.
56
3.Meerdere pag.
1op1*
2op1
4op1
9op1
16op1
25op1
1 op 2x2 pag.
1 op 3x3 pag.
1 op 4x4 pag.
1 op 5x5 pag.
Hiermee stelt u de
papieropmaak in als u
meerdere pagina's
direct afdrukt via het
USB-flashstation.
57
4.Afdrukstand Portret*
Landschap
Hiermee stelt u de
paginarichting in als u
direct afdrukt via het
USB-flashstation.
57
5.Sorteren Aan*
Uit
Hiermee schakelt u
pagina's sorteren in of
uit als u direct afdrukt
via het USB-
flashstation.
57
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
153
C
5.USB Direct I/F
(vervolg)
1.Dir. afdrukken
(vervolg)
6.Printkwaliteit
Normaal*
Fijn
Hiermee stelt u de
afdrukkwaliteit in als u
direct afdrukt via het
USB-flashstation.
57
7.Pdf-optie Document*
Document&Markup
Doc.&Postzegels
Hiermee stelt u de
PDF-optie in om
opmerkingen
(Markup) of stempels
in het PDF-bestand in
combinatie met de
tekst af te drukken.
57
8.Index afdr. Simpel*
Details
Hiermee stelt u het
afdrukken van de
index, simpele
opmaak of details in.
57
2.Scannen n. USB
1.Resolutie
Kleur 100 dpi
*
Kleur 200 dpi
Kleur 300 dpi
Kleur 600 dpi
Kleur autom.
Grijs 100 dpi
Grijs 200 dpi
Grijs 300 dpi
Grijs autom.
Z/W 300 dpi
Z/W 200 dpi
Z/W 200x100 dpi
Hiermee stelt u de
resolutie in waarin de
gescande data naar
het USB-flashstation
worden verzonden.
Zie .
2.Bestandsnaam
—Voer de
bestandsnaam van
de gescande data in.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Pagina
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
154
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Pagina
6.Print lijsten
1.Verzendrapport
1.Bekijk op LCD
Hiermee drukt u een
rapport van uw
laatste transmissie af.
Zie .
2.Print rapport
2.LijstTel-Index
1.Numeriek Een lijst met namen
en nummers die zijn
opgeslagen in het
geheugen voor
ééntoetsnummers en
snelkiesnummers, in
numerieke of
alfabetische
volgorde.
2.Alfabetisch
3.Fax Journaal Informatie over de
laatste 200
faxberichten die zijn
ontvangen en
verzonden. (TX
betekent verzonden.
RX betekent
ontvangen.)
4.Gebruikersinst
Een overzicht van uw
instellingen.
5.Netwerk Conf.
Een overzicht van uw
netwerkinstellingen.
6.Drum Dot Print
Drukt de
drumcontrolepagina
af.
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
155
C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Opties Omschrijvingen
Pagina
7.Netwerk
1.TCP/IP
1.Opstartmethode
——Auto*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Selecteert de
opstartmethode
die het beste aan
uw eisen voldoet.
Zie .
(IP Boot
poogt)
——00003*
[00000-32767]
Bepaalt het aantal
pogingen die de
machine zal
ondernemen om
een IP-adres te
verkrijgen wanneer
de
Opstartmethode
is ingesteld op om
het even welke
instelling behalve
Statisch.
2.IP Address
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het IP-adres
in.
3.Subnet Mask
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het
subnetmasker in.
4.Gateway
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres van
de gateway in.
5.Knooppuntnaam
——
BRNXXXXXXXXXXXX
Voer de naam van
het knooppunt in.
(Maximaal 32
tekens)
6.WINS Config
——Auto*
Statisch
Selecteert de
WINS-
configuratiemodus.
Netwerkhandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
De functies LDAP, Internetfaxen en Scannen naar e-mailserver zijn verkrijgbaar als downloads.
Als u deze functies wilt gebruiken, moet u de benodigde software downloaden van onze website, het
Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/
.
Sommige menu's van niveau 2 worden alleen weergegeven als u de IFAX- en e-mailopties downloadt
naar uw machine.
156
7.Netwerk
(vervolg)
1.TCP/IP
(vervolg)
7.WINS Server
——Primary
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Secondary
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Specificeert het IP-
adres van de
primaire of
secundaire WINS-
server.
Zie .
8.DNS Server
——Primary
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Secondary
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Specificeert het IP-
adres van de
primaire of
secundaire DNS-
server.
9.APIPA ——Aan*
Uit
Wijst automatisch
het IP-adres toe
van het link-local-
adresbereik.
0.IPv6 ——Aan
Uit*
Het IPv6-protocol
activeren/deactiver
en. Als u het IPv6-
protocol wilt
gebruiken, kunt u
naar
http://solutions.
brother.com/ gaan
voor meer
informatie.
2.Ethernet
——Auto*
100B-FD
100B-HD
10B-FD
10B-HD
Selecteert de
Ethernet-
linkmodus.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Opties Omschrijvingen
Pagina
Netwerkhandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
De functies LDAP, Internetfaxen en Scannen naar e-mailserver zijn verkrijgbaar als downloads.
Als u deze functies wilt gebruiken, moet u de benodigde software downloaden van onze website, het
Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/
.
Sommige menu's van niveau 2 worden alleen weergegeven als u de IFAX- en e-mailopties downloadt
naar uw machine.
Menu en functies
157
C
7.Netwerk
(vervolg)
3.Status ——
Actief 100B-FD
Actief 100B-HD
Actief 10B-FD
Actief 10B-HD
Inactief
U kunt de huidige
bedrade status
zien.
Zie .
4.MAC-adres
Toont het MAC-
adres van de
machine.
(
5.E-mail/
IFAX
)
1.Mail Address
——— Voer het
e-mailadres in.
(Maximaal 60
tekens)
2.Server inst.
1.SMTP
1.SMTP Server
Naam
(maximaal 64
tekens)
IP Address
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het SMTP-
serveradres in.
2.SMTP-poort
25*
[00001-65535]
Voer het SMTP-
poortnummer in.
3.Aut. voor SMTP
Geen*
SMTP-AUT
POP voorSMTP
Selecteert de
beveiligingsmethode
voor
e-mailwaarschuwingen.
4.SMTP SSL/TLS
Geen*
SSL
TLS
U kunt een e-mail
verzenden of
ontvangen via een
e-mailserver
waarvoor
beveiligde
SSL/TLS-
communicatie
vereist is.
5.Cert. contr.
Aan
Uit*
Verifieer
automatisch het
SMTP-
servercertificaat.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Opties Omschrijvingen
Pagina
Netwerkhandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
De functies LDAP, Internetfaxen en Scannen naar e-mailserver zijn verkrijgbaar als downloads.
Als u deze functies wilt gebruiken, moet u de benodigde software downloaden van onze website, het
Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/
.
Sommige menu's van niveau 2 worden alleen weergegeven als u de IFAX- en e-mailopties downloadt
naar uw machine.
158
7.Netwerk
(vervolg)
(
5.E-mail/
IFAX
)
(vervolg)
2.Server inst.
(vervolg)
2.POP3
1.POP3 Server
Naam
(maximaal 64
tekens)
IP Address
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het POP3-
serveradres in.
Zie .
2.POP3-poort
110*
[00001-65535]
Voer het POP3-
poortnummer in.
3.Mailboxnaam
Voer de naam van
de mailbox in.
(Maximaal 60
tekens)
4.Mailboxwachtw
—Voer het
wachtwoord in om
op de POP3-server
in te loggen.
5.POP3 SSL/TLS
Geen*
SSL
TLS
U kunt een e-mail
verzenden of
ontvangen via een
e-mailserver
waarvoor
beveiligde
SSL/TLS-
communicatie
vereist is.
6.Cert. contr.
Aan
Uit*
Verifieer
automatisch het
POP3-
servercertificaat.
7.APOP Aan
Uit*
Hiermee kunt u
APOP in- of
uitschakelen.
3.Setup Mail RX
1.Auto Polling
Aan*
Uit
Controleert
automatisch de
POP3-server op
nieuwe berichten.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Opties Omschrijvingen
Pagina
Netwerkhandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
De functies LDAP, Internetfaxen en Scannen naar e-mailserver zijn verkrijgbaar als downloads.
Als u deze functies wilt gebruiken, moet u de benodigde software downloaden van onze website, het
Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/
.
Sommige menu's van niveau 2 worden alleen weergegeven als u de IFAX- en e-mailopties downloadt
naar uw machine.
Menu en functies
159
C
7.Netwerk
(vervolg)
(
5.E-mail/
IFAX
)
(vervolg)
3.Setup Mail RX
(vervolg)
2.Poll Frequency
10*
[01-60] min.
Stelt het interval in
voor het
controleren van de
POP3-server op
nieuwe berichten.
Zie .
3.Header Alle
Onderw.+Van+Aan
Geen*
Selecteert de
inhoud van de af te
drukken kopregel.
4.Del Error Mail
Aan*
Uit
Verwijdert
automatisch
foutmeldingen.
5.Notification
Aan
MDN
Uit*
Ontvangt
notificatieberichten.
4.Setup Mail TX
1.Sender Subject
——
Geeft het onderwerp
weer dat is
gekoppeld aan de
internetfaxgegevens.
2.Size Limit
Aan
Uit*
Beperkt de grootte
van
e-maildocumenten.
3.Notification
Aan
Uit*
Verzendt
notificatieberichten.
5.Setup Relay
1.Rly Broadcast
Aan
Uit*
Stuurt een
document door
naar een andere
faxmachine.
2.Relay Domain
Registreert de
domeinnaam.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Opties Omschrijvingen
Pagina
Netwerkhandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
De functies LDAP, Internetfaxen en Scannen naar e-mailserver zijn verkrijgbaar als downloads.
Als u deze functies wilt gebruiken, moet u de benodigde software downloaden van onze website, het
Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/
.
Sommige menu's van niveau 2 worden alleen weergegeven als u de IFAX- en e-mailopties downloadt
naar uw machine.
160
7.Netwerk
(vervolg)
(
5.E-mail/
IFAX
)
(vervolg)
5.Setup Relay
(vervolg)
3.Relay Report
Aan
Uit*
Drukt het relay-
groepsverzending
srapport af.
Zie .
(
6.Scannen >
mail
)
——
Kleur 100 dpi
*
Kleur 200 dpi
Kleur 300 dpi
Kleur 600 dpi
Kleur autom.
Grijs 100 dpi
Grijs 200 dpi
Grijs 300 dpi
Grijs autom.
Z/W 300 dpi
Z/W 200 dpi
Z/W 200x100 dpi
Kiest het type en
de resolutie voor
het scannen om de
gescande
gegevens via
e-mail te
verzenden.
5.Scannen >
FTP
(
7.Scannen >
FTP
)
——
Kleur 100 dpi
*
Kleur 200 dpi
Kleur 300 dpi
Kleur 600 dpi
Kleur autom.
Grijs 100 dpi
Grijs 200 dpi
Grijs 300 dpi
Grijs autom.
Z/W 300 dpi
Z/W 200 dpi
Z/W 200x100 dpi
Kiest het type en
de resolutie voor
het scannen om de
gescande
gegevens via FTP
te verzenden.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Opties Omschrijvingen
Pagina
Netwerkhandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
De functies LDAP, Internetfaxen en Scannen naar e-mailserver zijn verkrijgbaar als downloads.
Als u deze functies wilt gebruiken, moet u de benodigde software downloaden van onze website, het
Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/
.
Sommige menu's van niveau 2 worden alleen weergegeven als u de IFAX- en e-mailopties downloadt
naar uw machine.
Menu en functies
161
C
7.Netwerk
(vervolg)
6.Scan >
netw.
(Windows
®
)
(
8.Scan >
netw.
)
(Windows
®
)
——
Kleur 100 dpi
*
Kleur 200 dpi
Kleur 300 dpi
Kleur 600 dpi
Kleur autom.
Grijs 100 dpi
Grijs 200 dpi
Grijs 300 dpi
Grijs autom.
Z/W 300 dpi
Z/W 200 dpi
Z/W 200x100 dpi
Kiest het type en
de resolutie voor
scannen om de
gescande
gegevens
rechtstreeks op te
slaan op een CIFS-
server op uw
plaatselijk netwerk
of op het internet.
Zie .
(
9.Fax naarServer
)
——Aan
(
Prefix
/
Achterv
oegsel
)
Uit*
U kunt een voor- en
achtervoegseladres
in de machine
opslaan en een
document van een
faxserversysteem
verzenden.
0.Netwerkreset
——1.Herstel
2.Stop
Hiermee worden de
fabrieksstandaarde
n van alle
netwerkinstellingen
hersteld.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Opties Omschrijvingen
Pagina
Netwerkhandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
De functies LDAP, Internetfaxen en Scannen naar e-mailserver zijn verkrijgbaar als downloads.
Als u deze functies wilt gebruiken, moet u de benodigde software downloaden van onze website, het
Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/
.
Sommige menu's van niveau 2 worden alleen weergegeven als u de IFAX- en e-mailopties downloadt
naar uw machine.
162
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Pagina
8.Machine-info 1.Serienummer U kunt het
serienummer van uw
machine controleren.
137
2.Paginateller Totaal
Fax/Lijst
Kopie
Print
U kunt controleren
hoeveel pagina’s de
machine tijdens haar
gebruiksduur in
totaal heeft
afgedrukt.
Zie .
3.DuurOnderdelen
1.Drumeenheid U kunt controleren
hoe lang de
machine-onderdelen
nog meegaan (in %).
(PF-kit 2 wordt
alleen weergegeven
als de optionele
papierlade is
geïnstalleerd.)
2.Fuser
3.Laser
4.PF-kit MP
5.PF-kit 1
6.PF-kit 2
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
163
C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Pagina
0.Stand.instel.
1.Ontvangstmodus Alleen Fax*
Fax/Telefoon
Ext. TEL/ANT
Handmatig
Selecteert de
ontvangststand die
het beste in uw
behoeften voorziet.
32
2.Datum&Tijd 1.Datum&Tijd De datum en de tijd
worden op het LCD-
scherm
weergegeven en op
de kopteksten van de
verzonden faxen
vermeld.
Zie .
2.Aut. zomertijd
Aan*
Uit
De zomer-/wintertijd
wordt automatisch
ingesteld.
Zie .
3.Time Zone UTCXXX:XX Hiermee stelt u de
tijdzone in voor uw
land.
Zie .
3.Stations-ID Fax:
Tel:
Naam:
Stelt de naam en het
faxnummer in die op
elke faxpagina
moeten worden
afgedrukt.
Zie .
4.Toon/Puls
(voor Nederland)
Toon*
Puls
Selecteert de kies
modus.
4.Kiestoon
(voor België)
5.Kiestoon
(voor Nederland)
Waarneming
Geen detectie*
U kunt de tijd voor het
waarnemen van een
kiestoon verkorten.
128
5.Tel lijn inst
(voor België)
6.Tel lijn inst
(voor Nederland)
Normaal*
ISDN
PBX
Selecteer het type
telefoonlijn.
38
Uitgebreide gebruikershandleiding
Installatiehandleiding
Netwerkhandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
164
0.Stand.instel.
(vervolg)
6.Resetten
(voor België)
7.Resetten
(voor Nederland)
1.Netwerk 1.Herstel
2.Stop
Hiermee worden de
fabrieksstandaarden
van alle
netwerkinstellingen
hersteld.
137
2.Adres en fax
1.Herstel
2.Stop
Alle opgeslagen
telefoonnummers en
faxinstellingen
herstellen.
3.Alle instell.
1.Herstel
2.Stop
Alle
fabrieksinstellingen
van de machine
herstellen.
0.Taalkeuze (Kies uw taal.) Hiermee kunt u de
LCD-taal voor uw
land veranderen.
Zie .
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Pagina
Uitgebreide gebruikershandleiding
Installatiehandleiding
Netwerkhandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
165
C
Tekst invoeren C
Bij het instellen van bepaalde menuopties, zoals de Stations-ID, moet tekst in teksttekens worden
ingevoerd. Op de kiestoetsen zijn letters afgedrukt. Op de toetsen 0, # en l zijn geen letters
gedrukt omdat deze worden gebruikt voor speciale tekens.
Druk het gewenste aantal keren (zoals u leest in deze referentietabel) op de betreffende toets van
het toetsenblok om het gewenste teken te krijgen.
Voor menuselecties waarbij u geen kleine letters kunt selecteren, gebruikt u deze referentietabel.
Spaties invoeren
Als u een spatie in een faxnummer wilt invoegen, drukt u één keer op c tussen de cijfers. Om een
spatie in een naam in te voegen, twee keer drukken op c tussen de tekens.
Corrigeren
Als u een onjuist teken hebt ingevoerd en u die wilt wijzigen, drukt u op d of c om de cursor naar
het onjuiste teken te verplaatsen en drukt u dan op Wis.
Letters herhalen
Om een letter in te voeren die op dezelfde toets als de vorige letter staat, drukt u op c om de cursor
naar rechts te bewegen, en drukt u daarna opnieuw op de toets.
Druk op Een
keer
Twee
keer
Drie
keer
Vier
keer
Vijf keer Zes
keer
Zeven
keer
Acht
keer
Negen
keer
1 @. / 1@. / 1@
2 abcABC2ab
3 defDEF3de
4 ghiGHI4gh
5 jklJKL5jk
6 mn oMNO6mn
7 pqrsPQRS7
8 tuvTUV8tu
9 wxyzWXYZ9
Druk op Een keer Twee keer Drie keer Vier keer Vijf keer
2 ABC2A
3 DEF3D
4 GH I 4G
5 JKL5J
6 MNO6M
7 PQRS7
8 TUV8T
9 WXYZ9
166
Speciale tekens en symbolen
Druk op l, # of 0 en druk vervolgens op d of c om de cursor op het gewenste symbool of teken te
zetten. Druk op OK om het te selecteren. Afhankelijk van uw menuselectie verschijnen de
volgende symbolen en tekens.
Druk op l voor (spatie) ! " # $ % & ’ ( ) l + , - . / m
Druk op # voor : ; < = > ? @ [ ] ˆ _ \ ~ ‘ | { }
Druk op 0 voor À É 0
167
D
D
Algemeen D
1
USB-aansluitingen op pc
Specificaties D
Model MFC-8510DN MFC-8520DN
Printertype Laser
Afdrukmethode Elektrofotografische laserprinter
Geheugencapaciteit Standaard 64 MB 128 MB
Optioneel 1 sleuf: DDR2 SO-DIMM (144–pins) tot 256 MB
LCD-scherm (liquid crystal display) 22 tekens × 5 regels
Stroombron 220 - 240 V AC 50/60 Hz
Stroomverbruik
1
(gemiddeld)
Piek Ong. 1.200 W bij 25 °C
Kopiëren Ong. 651 W bij 25 °C
Kopiëren
(Stille modus)
Ong. 336 W bij 25 °C
Gereed Ong. 8,1 W bij 25 ° C
Diepe Slaap Ong. 1,2 W
Afmetingen
Gewichten (met verbruiksartikelen) 15,8 kg 16,0 kg
415 mm
405 mm
423 mm
168
1
Gemeten in overeenstemming met de in RAL-UZ122 beschreven methode.
2
Kantoorapparatuur met een LWAd>6,30 B (A) is niet geschikt om in een ruimte te gebruiken waar mensen voornamelijk
denkwerk verrichten. Dergelijke apparatuur moet in een aparte ruimte worden geplaatst vanwege het geluid dat deze
produceert.
Model MFC-8510DN MFC-8520DN
Geluidsniveau Geluidsdruk Afdrukken L
PAm = 59 dB (A)
Gereed L
PAm = 37 dB (A)
Afdrukken
(Stille modus)
L
PAm = 54 dB (A)
Geluidskracht
Kopiëren
12
LWAd = 6,64 B (A)
Klaar
12
LWAd = 4,62 B (A)
Afdrukken
(Stille modus)
L
WAd = 6,4 B (A)
Temperatuur In bedrijf 10 tot 32,5 °C
Opslag 0 tot 40 °C
Vochtigheid In bedrijf 20 tot 80% (niet condenserend)
Opslag 10 tot 90% (niet condenserend)
ADF (automatische documentinvoer) Maximaal 35 pagina's
Voor optimale resultaten raden we aan:
Temperatuur: 20 tot 30 °C
Vochtigheid: 50% tot 70%
Papier: 80 g/m
2
Specificaties
169
D
Documentgrootte D
Model MFC-8510DN MFC-8520DN
Document grootte
(Enkelzijdig)
Breedte ADF 147,3 tot 215,9 mm
Lengte ADF 147,3 tot 355,6 mm
Breedte glasplaat Max. 215,9 mm
Lengte glasplaat Max. 300,0 mm
Document grootte
(dubbelzijdig
(duplex))
Breedte ADF - 147,3 tot 215,9 mm
Lengte ADF - 147,3 tot 355,6 mm
170
Afdrukmedia D
1
Voor etiketten adviseren we u afgedrukte vellen onmiddellijk na het afdrukken uit de uitvoerlade te verwijderen, om
vlekken te vermijden.
Model MFC-8510DN MFC-8520DN
Papierinvoer Papierlade
(standaard)
Papiersoort Normaal papier, dun papier, kringlooppapier
Papierformaat A4, Letter, B5 (ISO/JIS), A5, A5 (lange zijde),
B6 (ISO), A6, Executive, Legal, Folio
Papiergewicht
60 tot 105 g/m
2
Maximale
capaciteit
papierlade
Maximaal 250 vellen gewoon papier van 80 g/m
2
Multifunctionele
lade (MP-lade)
Papiersoort Normaal papier, dun papier, dik papier, dikker papier,
kringlooppapier, bankpostpapier, etiket, enveloppe,
dunne env., dikke env.
Papierformaat Breedte: 76,2 tot 215,9 mm
Lengte: 127,0 tot 355,6 mm
Papiergewicht
60 tot 163 g/m
2
Maximale
capaciteit
papierlade
Maximaal 50 vellen gewoon papier van 80 g/m
2
Papierlade 2
(optioneel)
Papiersoort Normaal papier, dun papier, kringlooppapier
Papierformaat A4, Letter, B5 (ISO/JIS), A5, B6 (ISO), Executive,
Legal, Folio
Papiergewicht
60 tot 105 g/m
2
Maximale
capaciteit
papierlade
Maximaal 500 vellen gewoon papier van 80 g/m
2
Papieruitvoer
1
Neerwaarts gerichte
uitvoerlade
Maximaal 150 vellen normaal papier van 80 g/m
2
(met
de bedrukte zijde naar beneden op de
uitvoerpapierlade uitgeworpen)
Opwaarts gerichte uitvoerlade Eén vel (met de bedrukte zijde naar boven op de
opwaarts gerichte uitvoerlade uitgeworpen)
Duplex Automatisch
dubbelzijdig
afdrukken
Papiersoort Normaal papier, dun papier, kringlooppapier
Papierformaat A4
Papiergewicht
60 tot 105 g/m
2
Specificaties
171
D
Faxen D
1
"Pagina's" verwijst naar de "ITU-T testdiagram #1" (een standaard zakelijke brief, standaardresolutie, JBIG-code).
Specificaties en gedrukt materiaal kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Model MFC-8510DN MFC-8520DN
Compatibiliteit ITU-T Super Groep 3
Coderingssysteem MH/MR/MMR/JBIG/JPEG
Modemsnelheid 33.600 bps (met Automatic Fallback)
dubbelzijdig (duplex) afdrukken
ontvangen
Ja
Automatisch dubbelzijdig (duplex)
verzenden
- Ja (vanaf ADF)
Scanbreedte Max. 208 mm
Afdrukbreedte Max. 208 mm
Grijstinten 8 bit/256 niveaus
Resolutie Horizontaal 8 dot/mm
Verticaal Standaard: 3,85 regel/mm
Fijn: 7,7 lijnen/mm
Foto: 7,7 lijnen/mm
Superfijn: 15,4 lijnen/mm
Eéntoetsnummers 16 (8 × 2)
Snelkiezen 300 stations
Groepen Maximaal 20
Groepsverzenden 366 stations
Automatisch opnieuw kiezen 3 keer met een interval van 5 minuten
Verzenden vanuit het geheugen
Maximaal 500
1
pagina's
Ontvangst zonder papier
Maximaal 500
1
pagina's
172
Kopiëren D
1
In de stand Gereed met de standaardlade
Model MFC-8510DN MFC-8520DN
Breedte kopie Max. 210 mm
Automatisch dubbelzijdig (duplex)
kopiëren
- Ja (vanaf ADF)
Meerdere kopieën Stapelt of sorteert maximaal 99 pagina’s
Verkleinen/vergroten 25% tot 400% (in stappen van 1%)
Resolutie Maximaal 1200 × 600 dpi
Tijd voor eerste kopie
1
Minder dan 10,5 seconden bij 23 °C / 230 V
Specificaties
173
D
Scanner D
1
Voor de meest recente driverupdates voor de versie van het Mac OS X dat u gebruikt, kunt u naar
http://solutions.brother.com/
gaan.
2
Maximaal 1.200 × 1.200 dpi scannen met de WIA-driver in Windows
®
XP, Windows Vista
®
en Windows
®
7 (u kunt
een resolutie van maximaal 19.200 × 19.200 dpi kiezen met behulp van het scannerhulpprogramma)
Model MFC-8510DN MFC-8520DN
Kleur/Zwart Ja/Ja
TWAIN-compatibel
Ja (Windows
®
XP/ Windows Vista
®
/ Windows
®
7 / Mac
OS X 10.5.8, 10.6.x, 10.7.x
1
)
WIA-compatibel
Ja (Windows
®
XP/Windows Vista
®
/Windows
®
7)
ICA-compatibel Ja (Mac OS X 10.6.x, 10.7.x)
Kleurintensiteit 48 bits interne / 24 bits externe kleuren
Resolutie
Max. 19.200 × 19.200 dpi (geïnterpoleerd)
2
Max. 1.200 × 1.200 dpi (optisch)
2
(via glasplaat)
Max. 1.200 × 600 dpi (optisch)
2
(via ADF)
Scanbreedte Max. 210 mm
Automatisch dubbelzijdig (duplex)
scannen
- Ja (vanaf ADF)
Grijstinten 256 niveaus
174
Printer D
1
De afdruksnelheid kan variëren al naar gelang het type document dat u afdrukt.
2
In de stand Gereed met de standaardlade
Model MFC-8510DN MFC-8520DN
Automatisch dubbelzijdig (duplex)
afdrukken
Ja
Emulaties
PCL6, BR-Script3 (PostScript
®
3™), IBM Proprinter XL,
Epson FX-850
Resolutie 1200 dpi × 1200 dpi, HQ1200 (2400 × 600 dpi) kwaliteit,
600 dpi × 600 dpi
Afdruksnelheid
(Duplex)
Tot 18 kanten/minuut (tot 9 vellen/minuut)
(A4-formaat)
1
Afdruksnelheid
Max. 36 pagina's/minuut (A4-formaat)
1
Tijd eerste afdruk
2
Minder dan 8,5 seconden bij 23 °C / 230 V
Specificaties
175
D
Interfaces D
1
Uw machine beschikt over een Hi-Speed USB 2.0-interface. De machine kan ook worden aangesloten op een
computer met een USB 1.1-interface.
2
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund.
3
Zie Netwerk (LAN) uu pagina 181 en uu Netwerkhandleiding voor gedetailleerde netwerkspecificaties.
Model MFC-8510DN MFC-8520DN
USB
Hi-Speed USB 2.0
12
Het is aanbevolen een USB 2.0-kabel (type A/B) te gebruiken van maximaal 2,0 m
lang.
Ethernet
3
10BASE-T / 100BASE-TX
Gebruik een rechtstreekse twisted-pair-kabel van categorie 5 (of hoger).
176
Rechtstreeks afdrukken D
1
PDF-data met een JBIG2-beeldbestand, een JPEG2000-beeldbestand of een transparantbestand worden niet
ondersteund.
Model MFC-8510DN MFC-8520DN
Compatibiliteit
PDF-versie 1.7
1
, JPEG, Exif + JPEG, PRN (gemaakt door
de Brother-printerdriver), TIFF (gescand door alle MFC- of
DCP-modellen van Brother), XPS versie 1.0
Interface USB-direct interface
Specificaties
177
D
Systeemvereisten D
Minimale systeemvereisten en ondersteunde pc-softwarefuncties
Versie van het
computerplatform en
het
besturingssysteem
Minimumsnelheid
processor
Minimale
hoeveelheid
RAM
Aanbevolen
hoeveelheid
RAM
Ruimte op de
vaste schijf voor
de installatie
Ondersteunde
pc-
software
functies
Ondersteunde
pc-
interface
2
voor
drivers
voor
programma’s
Windows
®
besturingssysteem
Windows
®
XP
Home
14
Windows
®
XP
Professional
14
Intel
®
Pentium
®
II
of gelijkwaardig
128 MB 256 MB 150 MB 500 MB
Afdrukken,
PC-Fax
3
,
Scannen
USB,
10Base-T/
100 Base-TX
(Ethernet)
Windows
®
XP
Professional
x64
Edition
14
64-bit (Intel
®
64 of
AMD64)
ondersteunde
CPU
256 MB 512 MB
Windows
Vista
®14
Intel
®
Pentium
®
4
of gelijkwaardige
64-bit (Intel
®
64 of
AMD64)
ondersteunde
CPU
512 MB 1 GB 500 MB 1,2 GB
Windows
®
7
14
Intel
®
Pentium
®
4
of gelijkwaardige
64-bit (Intel
®
64 of
AMD64)
ondersteunde
CPU
1 GB
(32-bits)
2 GB
(64-bits)
1 GB
(32-bits)
2 GB
(64-bits)
650 MB
178
Windows
Server
®
2003
(drukt
uitsluitend
af via het
netwerk)
Intel
®
Pentium
®
III
of gelijkwaardig
256 MB 512 MB 50 MB N.v.t.
Afdrukken
10Base-T/
100 Base-TX
(Ethernet)
Windows
Server
®
2003 x64
Edition
(drukt
uitsluitend
af via het
netwerk)
64-bit (Intel
®
64 of
AMD64)
ondersteunde
CPU
Windows
Server
®
2008
(drukt
uitsluitend
af via een
netwerk)
Intel
®
Pentium
®
4
of gelijkwaardige
64-bit (Intel
®
64 of
AMD64)
ondersteunde
CPU
512 MB 2 GB
Windows
Server
®
2008 R2
(drukt
uitsluitend
af via een
netwerk)
64-bit (Intel
®
64 of
AMD64)
ondersteunde
CPU
Minimale systeemvereisten en ondersteunde pc-softwarefuncties
Versie van het
computerplatform en
het
besturingssysteem
Minimumsnelheid
processor
Minimale
hoeveelheid
RAM
Aanbevolen
hoeveelheid
RAM
Ruimte op de
vaste schijf voor
de installatie
Ondersteunde
pc-
software
functies
Ondersteunde
pc-
interface
2
voor
drivers
voor
programma’s
Specificaties
179
D
1
Voor WIA, 1.200 x 1.200 resolutie. Brother Scanner Toepassing verbetert tot 19.200 x 19.200 dpi.
2
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund.
3
PC-Fax ondersteunt alleen zwart-wit.
4
Nuance™ PaperPort™ 12SE ondersteunt Microsoft
®
SP3 of hoger voor Windows
®
XP en SP2 of hoger voor Windows
Vista
®
en Windows
®
7.
Voor de laatste actualiseringen van het stuurprogramma gaat u naar http://solutions.brother.com/.
Alle handelsmerken, merk- en productnamen zijn eigendom van hun respectieve bedrijven.
Macintosh
-
besturingssysteem
Mac OS X
10.5.8
PowerPC G4/G5
Intel
®
-processor
512 MB 1 GB 80 MB 400 MB
Afdrukken,
PC-Fax
verzenden
3
,
Scannen
USB,
10Base-T/
100 Base-TX
(Ethernet)
Mac OS X
10.6.x
Intel
®
-processor
1 GB 2 GB
Mac OS X
10.7.x
Intel
®
-processor
2 GB 2 GB
Minimale systeemvereisten en ondersteunde pc-softwarefuncties
Versie van het
computerplatform en
het
besturingssysteem
Minimumsnelheid
processor
Minimale
hoeveelheid
RAM
Aanbevolen
hoeveelheid
RAM
Ruimte op de
vaste schijf voor
de installatie
Ondersteunde
pc-
software
functies
Ondersteunde
pc-
interface
2
voor
drivers
voor
programma’s
180
Verbruiksartikelen D
1
De capaciteit van de gemiddelde cartridge is in overeenstemming met ISO/IEC 19752.
2
De gebruiksduur van de drum is een gemiddelde waarde en kan verschillen met het soort gebruik.
Model MFC-8510DN MFC-8520DN Modelnaam
Tonercartridge Inbox
Ong. 2.000 pagina's A4 of Letter
1
-
Standaard
Ong. 3.000 pagina's A4 of Letter
1
TN-3330
Hoge
capaciteit
Ong. 8.000 pagina's A4 of Letter
1
TN-3380
Drumeenheid
Ong. 30.000 pagina's A4 of Letter (1 pagina / taak)
2
DR-3300
Specificaties
181
D
Netwerk (LAN) D
Opmerking
Voor meer informatie over de netwerkspecificaties, uu Netwerkhandleiding
1
Zie Systeemvereisten uu pagina 177.
2
(Voor Windows
®
-gebruikers) Brother BRAdmin Light is beschikbaar op de met de machine meegeleverde cd-rom.
(Voor Macintosh-gebruikers) Brother BRAdmin Light kunt u downloaden vanaf http://solutions.brother.com/
.
3
(Voor Windows
®
-gebruikers) Als u meer geavanceerd machinebeheer nodig hebt, gebruik de recentste versie van het
Brother BRAdmin Professional hulpprogramma die u kunt downloaden vanaf http://solutions.brother.com/
.
4
Deze protocollen zijn beschikbaar als u de LDAP-functie op uw machine hebt geïnstalleerd. U kunt de LDAP-functie
toevoegen door ze te downloaden via het Brother Solutions Center op: http://solutions.brother.com/
.
Model MFC-8510DN MFC-8520DN
LAN U kunt uw machine op een netwerk aansluiten voor printen via het netwerk,
netwerkscannen, PC-Fax verzenden, PC-Fax ontvangen (alleen
Windows
®
) en externe installatie
1
.
De software voor netwerkbeheer Brother BRAdmin Light
23
is eveneens
bijgeleverd.
Protocollen IPv4 ARP, RARP, BOOTP, DHCP, APIPA (Auto IP), WINS/NetBIOS name
resolution, DNS Resolver, mDNS, LLMNR Responder, LPR/LPD, Custom
Raw Port/Port9100, POP3
4
, SMTP Client, IPP/IPPS, FTP Client en
Server, LDAP Client
4
, CIFS Client, TELNET Server, SNMP v1/v2c/v3,
HTTP/HTTPS Server, TFTP Client en Server, ICMP, Web Services
(Print/Scan), SNTP Client
IPv6 NDP, RA, DNS resolver, mDNS, LLMNR responder, LPR/LPD, Custom
Raw Port/Port9100, IPP/IPPS, FTP Client en Server, LDAP Client
4
, CIFS
Client, TELNET Server, SNMP v1/v2c/v3, HTTP/HTTPS server, TFTP
client en server, SMTP Client, ICMPv6, SNTP Client, Web Services
(Print/Scan)
Beveiligingsprotocollen
Bedrade
APOP, POP voor SMTP, SMTP-AUTH, SSL/TLS (IPPS, HTTPS, SMTP,
POP), SNMP v3, 802.1x (EAP-MD5, EAP-FAST, PEAP, EAP-TLS,
EAP-TTLS), Kerberos
182
E
A
Aansluiten
extern antwoordapparaat
(ANTW.APP.)
........................................39
externe telefoon
....................................41
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)
......40
Aansluitingen
EXT
Antwoordapparaat (ANTW.APP.)
......39
externe telefoon
.................................41
ADF (automatische documentinvoer)
met behulp van
.....................................26
Afdrukken
document vanaf uw computer
...............60
drivers
.................................................174
kwaliteit
...............................................129
problemen
.................................. 118, 120
Raadpleeg de Softwarehandleiding.
resolutie
..............................................174
specificaties
........................................174
Afmetingen
.............................................167
ANTW. APP. (antwoordapparaat),
extern
.......................................................33
aansluiten
..............................................39
uitgaand bericht opnemen
....................40
Antwoordapparaat (ANTW. APP.)
aansluiten
..............................................39
Apple Macintosh
Raadpleeg de Softwarehandleiding.
Automatisch
fax ontvangen
.......................................33
eenvoudig ontvangen
.........................35
Fax waarnemen
.................................35
faxnummer opnieuw kiezen
..................45
B
Belvertraging, instelling ............................34
C
ControlCenter2 (voor Macintosh)
Raadpleeg de Softwarehandleiding.
ControlCenter4 (voor Windows
®
)
Raadpleeg de Softwarehandleiding.
D
Document
laden
...............................................26, 27
Draadloos netwerk
Raadpleeg de Installatiehandleiding en
Netwerkhandleiding.
Draadloze telefoon (niet van Brother)
..... 42
Drumeenheid
reinigen
...........................................85, 87
vervangen
............................................. 76
E
Een document naar een computer
scannen
................................................... 61
Eéntoetsnummer
instellen
................................................ 47
met behulp van
..................................... 44
wijzigen
................................................. 52
Enveloppen
..........................14, 21, 22, 24
Etiketten
............................... 13, 21, 22, 25
Externe installatie
Raadpleeg de Softwarehandleiding.
Externe telefoon, aansluiten
.................... 41
F
Fax, stand-alone
ontvangen
belvertraging, instelling
..................... 34
eenvoudig ontvangen
........................ 35
storing op de telefoonlijn
................. 128
van een tweede toestel
...............41, 42
verzenden
............................................. 28
storing op de telefoonlijn
................. 128
Fax/Tel-modus
beantwoorden bij een tweede toestel
... 42
belvertraging
......................................... 34
code voor activeren op afstand
............ 42
code voor deactiveren op afstand
........ 42
F/T-beltijd (dubbel belsignaal)
.............. 34
fax waarnemen
..................................... 35
faxen ontvangen
................................... 41
Index
183
E
Faxcodes
code voor activeren op afstand
.............42
code voor deactiveren op afstand
.........42
wijzigen
.................................................43
Folio
.................................................. 18, 22
Foutmeldingen op het LCD-scherm
.........95
Afdrukken niet mogelijk XX
...................95
Comm. Fout
..........................................96
Geen papier
..........................................97
Geheugen vol
.......................................98
Scannen niet mogelijk XX
...................100
G
Geheugen ..............................................167
Gewichten
..............................................167
Glasplaat
met behulp van
.....................................27
scangrootte voor het verzenden van
faxen
.....................................................30
Grijstinten
...................................... 171, 173
H
Handmatig
kiezen
...................................................44
ontvangen
.............................................33
HELP
LCD-meldingen
...................................139
Menutabel
...........................................140
Herkies/Pauze-toets
.......................... 45, 47
I
Informatie over de machine
hoe de machine resetten
....................138
resetfuncties
.......................................137
serienummer
.......................................137
status-LED
..............................................9
K
Kiezen
automatisch faxnummer opnieuw
kiezen
................................................... 45
de zoektoets gebruiken
........................ 44
een pauze
............................................ 47
Eéntoetsnummer
.................................. 44
handmatig
............................................ 44
Snelkiezen
............................................ 44
Kopiëren
toetsen
................................................... 8
Kwaliteit
afdrukken
........................................... 129
L
LCD-scherm (liquid crystal display) ...6, 139
M
Macintosh
Raadpleeg de Softwarehandleiding.
Melding Geheugen vol
............................ 98
Menutabel
.............................................. 140
Modus, instellen
fax
........................................................ 28
kopiëren
............................................... 54
scannen
.................................................. 7
N
Netwerk
afdrukken
Raadpleeg de Netwerkhandleiding.
faxen
Raadpleeg de Softwarehandleiding.
scannen
Raadpleeg de Softwarehandleiding.
Netwerkaansluiting
................................ 175
Nuance™ PaperPort™ 12SE
Raadpleeg de Softwarehandleiding en
Help in de toepassing PaperPort™ 12SE
voor het openen van de
Hoe-te-handleidingen.
184
O
Onderhoud, routine ..................................82
vervangen
drumeenheid
......................................76
tonercartridge
.....................................70
Overzicht bedieningspaneel
.......................6
P
Papier .......................................................21
aanbevolen
.................................... 21, 22
formaat
........................................... 18, 21
ladecapaciteit
........................................22
laden
.....................................................11
in multifunctionele lade
......................13
in papierlade
......................................11
type
................................................ 18, 21
PC-Fax
Raadpleeg de Softwarehandleiding.
Presto! PageManager
Raadpleeg de Softwarehandleiding. Zie
ook Help in de toepassing Presto!
PageManager.
Problemen oplossen
..............................118
als u problemen hebt
afdrukken
................................ 118, 120
afdrukkwaliteit
..................................129
faxen ontvangen
..............................122
faxen verzenden
..............................123
inkomende oproepen
.......................124
kopieerkwaliteit
................................125
netwerk
............................................126
omgaan met papier
..........................119
scannen
...........................................125
software
...........................................125
telefoonlijn
........................................128
foutmeldingen op het LCD-scherm
.......95
onderhoudsmeldingen op het
LCD-scherm
..........................................95
vastgelopen document
............... 104, 105
vastgelopen
papier
................ 106, 107, 108, 111, 115
Q
Quick-Dial ................................................ 47
Eéntoetsnummers
aangepast scanprofiel
....................... 47
instellen
............................................. 47
met behulp van
.................................. 44
wijzigen
............................................. 52
Groepsnummers
wijzigen
............................................. 52
Snelkiezen
aangepast scanprofiel
....................... 49
instellen
............................................. 49
met behulp van
.................................. 44
wijzigen
............................................. 52
zoeken
.................................................. 44
R
Rapporten
Verzendrapport
..................................... 30
Rechtstreeks afdrukken
........................... 56
Direct-toets
........................................... 57
specificaties
........................................ 176
Reinigen
drumeenheid
........................................ 87
primaire corona
.................................... 85
scanner
................................................. 83
Resolutie
afdrukken
............................................ 174
fax (standaard, fijn, superfijn, foto)
..... 171
kopiëren
.............................................. 172
scannen
.............................................. 173
S
Scannen
Raadpleeg de Softwarehandleiding.
Serienummer
hoe te vinden
Zie de binnenzijde van het frontdeksel
Snelkiezen
instellen
................................................ 49
met behulp van
..................................... 44
wijzigen
................................................. 52
Status-LED
................................................ 9
Synchronisatie
....................................... 128
185
E
T
Tekst, invoeren ......................................165
Telefoon/Intern
..............................6, 41, 42
Telefoonlijn
aansluitingen
.........................................39
interferentie
.........................................128
meerdere lijnen (PBX)
..........................40
problemen
...........................................121
Toets Afdruk beveiligen
.............................8
Tonercartridge
vervangen
.............................................70
Tweede toestel, gebruiken
.......................42
U
Uw machine programmeren ...................139
V
Verbruiksartikelen ............................. 68, 69
Vervangen
drumeenheid
.........................................76
tonercartridge
........................................70
VoIP
.......................................................128
Volume, instelling
bel
.........................................................10
luidspreker
............................................10
waarschuwingstoon
..............................10
W
Windows
®
Raadpleeg de Softwarehandleiding.
Bezoek ons online
http://www.brother.com/
Deze machines zijn alleen goedgekeurd voor gebruik in land van aankoop. Lokale Brother-
bedrijven of hun leveranciers zullen uitsluitend ondersteuning bieden voor machines die in hun
eigen land zijn aangekocht.
9

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Brother MFC-8520DN bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Brother MFC-8520DN in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 4,37 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Brother MFC-8520DN

Brother MFC-8520DN Installatiehandleiding - Nederlands - 26 pagina's

Brother MFC-8520DN Installatiehandleiding - Deutsch - 26 pagina's

Brother MFC-8520DN Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 200 pagina's

Brother MFC-8520DN Installatiehandleiding - English - 24 pagina's

Brother MFC-8520DN Gebruiksaanwijzing - English - 181 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info