451212
9
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/210
Pagina verder
GEBRUIKERSHANDLEIDING
MFC-440CN
MFC-660CN
MFC-845CW
Versie A
Als u de klantenservice moet bellen
A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige
referentie:
Modelnummer: MFC-440CN, MFC-660CN en
MFC-845CW (Duid uw modelnummer aan)
Serienummer:
1
Aankoopdatum:
Aankoopplaats:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het
toestel. Bewaar deze gebruikershandleiding samen
met uw kassabon als aankoopbewijs; in geval van
diefstal of brand of voor een beroep op de dienst na
verkoop dat onder de garantie valt.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als de
originele eigenaar van het product. Uw registratie bij Brother:
kan eventueel als bevestiging van de aankoopdatum van uw product
dienen, mocht u uw kassabon verliezen; en
kan eventueel een verzekeringsclaim van u ondersteunen, in geval
dat het product verloren gaat en dit gedekt is door de verzekering.
© 2006 Brother Industries, Ltd.
i
Informatie over goedkeuring en mededeling
aangaande samenstelling en publicatie
DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS
ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN DE PASSENDE CONNECTOR.
INFORMATIE OVER GOEDKEURING
Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin
het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op
openbare telecommunicatielijnen in een ander land.
Samenstelling en publicatie
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd.
De nieuwste productgegevens en -specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade (met
inbegrip van gevolgschade) voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin
beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze
publicatie.
ii
EG-conformiteitsverklaring onder de Richtlijn R &
TTE
iii
EG-conformiteitverklaring onder de Richtlijn R & TTE
0
voldoet aan de voorschriften van de richtlijn R&TTE (1999/5/EG), en we verklaren dat het aan de volgende
standaards voldoet:
Producent
Brother Industries, Ltd.
15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku,
Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Industries (Shen Zhen) Ltd
G02414-1, Bao Chang Li Bonded
Transportation Industrial Park,
Bao Long Industrial Estate,
Longgang, Shenzhen, China
verklaart hierbij dat:
Productomschrijving : Faxapparaat
Type : Groep 3
Model naam : MFC-440CN, MFC-660CN, MFC-845CW
Geharmoniseerd:
Veiligheid EN60950-1: 2001 + A11: 2004
EMC EN55022: 1998 + A1: 2000 + A2: 2003 Klasse B
EN55024: 1998 + A1: 2001 + A2: 2003
EN61000-3-2: 2000
EN61000-3-3: 1995 + A1: 2001
Radio EN301 489-1 V1.6.1
EN301 489-17 V1.2.1
EN300 328 V1.6.1
EN301 406 V1.5.1
EN301 489-6 V1.2.1
* Radio is alleen van toepassing op MFC-845CW.
Jaar waarin het CE-keurmerk voor het eerst werd toegekend: 2006
Uitgegeven door: : Brother Industries, Ltd.
Datum : 1 oktober 2006
Plaats : Nagoya, Japan
iv
Inhoudsopgave
Paragraaf I Algemeen
1 Algemene informatie 2
Gebruik van de documentatie................................................................................2
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................2
Toegang krijgen tot de softwarehandleiding en de netwerkhandleiding ................3
Documentatie bekijken ....................................................................................3
Overzicht bedieningspaneel ..................................................................................6
LCD-scherm-indicaties ....................................................................................8
Normale handelingen ......................................................................................9
2 Documenten en papier laden 10
Documenten laden...............................................................................................10
De ADF gebruiken .........................................................................................10
De glasplaat gebruiken..................................................................................11
Te scannen gedeelte .....................................................................................11
Acceptabel papier en andere media....................................................................12
Aanbevolen media.........................................................................................12
Omgaan met en gebruik van media ..............................................................12
De juiste papiersoort selecteren....................................................................14
Papier, enveloppen en andere media laden ........................................................16
Papier en andere media laden ......................................................................16
Enveloppen, briefkaarten en fotopapier laden...............................................18
Bedrukbaar gedeelte .....................................................................................21
3 Algemene instellingen 22
Energiebesparende stand....................................................................................22
De machine in de energiebesparende stand zetten ......................................22
De machine uit de energiebesparende stand halen ......................................22
Energiebesparende stand instellen ...............................................................22
Timermodus.........................................................................................................24
Papierinstellingen ................................................................................................24
Papiersoort ....................................................................................................24
Papierformaat ................................................................................................25
Instellingen volume ..............................................................................................25
Belvolume......................................................................................................25
Volume waarschuwingstoon..........................................................................26
Volume luidspreker........................................................................................26
Automatische zomer-/wintertijd............................................................................27
LCD-scherm.........................................................................................................27
LCD-contrast .................................................................................................27
De helderheid van de achtergrondverlichting instellen..................................27
De dimmertimer voor de achtergrondverlichting instellen ............................28
De uitschakelingstimer instellen ....................................................................28
De achtergrond instellen................................................................................29
v
4 Beveiligingsfuncties 30
Verzendslot (alleen MFC-440CN)........................................................................30
Het wachtwoord voor het verzendslot instellen en wijzigen ..........................30
Verzendslot aan-/uitzetten.............................................................................31
Geheugenbeveiliging (alleen MFC-660CN en MFC-845CW)..............................32
Het wachtwoord voor geheugenbeveiliging instellen en wijzigen..................32
De geheugenbeveiliging aan-/uitzetten .........................................................33
Paragraaf II Fax
5 Een fax verzenden 36
Faxmodus instellen..............................................................................................36
Faxen verzenden vanaf de ADF ...................................................................36
Faxen via de glasplaat...................................................................................37
Documenten in Letter-formaat verzenden via de glasplaat ...........................37
Een fax in kleur verzenden............................................................................37
Een actieve fax annuleren.............................................................................37
Groepsverzenden (alleen monochroom) .............................................................38
Een actieve groepsverzending annuleren .....................................................39
Aanvullende verzendopties..................................................................................39
Faxen met meer instellingen verzenden........................................................39
Contrast.........................................................................................................40
Faxresolutie wijzigen .....................................................................................40
Tweevoudige werking (alleen monochroom).................................................40
Direct verzenden ...........................................................................................41
Internationale modus .....................................................................................41
Uitgesteld faxen (alleen monochroom)..........................................................41
Uitgestelde groepsverzending (alleen monochroom) ....................................42
Het controleren en annuleren van taken in de wachtrij .................................42
Uw wijzigingen als nieuwe standaard instellen..............................................42
Stelt alle instellingen terug in op de fabrieksinstellingen ...............................43
Een fax handmatig verzenden.......................................................................43
Een fax verzenden op het eind van een gesprek
(alleen MFC-660CN en MFC-845CW) ......................................................43
De melding geheugen vol..............................................................................43
6 Een fax ontvangen 44
Ontvangststanden ...............................................................................................44
De ontvangstmodus kiezen ...........................................................................44
Ontvangststanden gebruiken...............................................................................45
Alleen fax.......................................................................................................45
Fax/Tel...........................................................................................................45
Handmatig .....................................................................................................45
ANTW.APP. (alleen MFC-660CN en MFC-845CW)......................................45
Extern antwoordapparaat (alleen MFC-440CN) ............................................46
Instellingen ontvangststand.................................................................................46
Belvertraging .................................................................................................46
F/T-Beltijd (alleen in Fax/Tel-modus) ............................................................47
vi
Fax waarnemen.............................................................................................47
Aanvullende ontvangsthandelingen.....................................................................48
Een verkleinde afdruk van een inkomend document maken.........................48
Faxen in het geheugen ontvangen (alleen monochroom) .............................48
Een fax ontvangen op het eind van een gesprek
(alleen MFC-660CN en MFC-845CW) ......................................................49
Een fax uit het geheugen afdrukken..............................................................49
7 Telefoon en externe apparaten 50
Werking als telefoon ............................................................................................50
Telefoneren (alleen MFC-660CN en MFC-845CW) ......................................50
Een gesprek beantwoorden via de luidspreker
(alleen MFC-660CN en MFC-845CW) ......................................................50
Mute (alleen MFC-660CN en MFC-845CW) .................................................50
Toon of Puls ..................................................................................................51
Fax/Tel-modus ..............................................................................................51
Fax/Tel-modus in de energiebesparende stand ............................................51
Telefoondiensten .................................................................................................52
Identificatie binnenkomende gesprekken
(alleen MFC-660CN en MFC-845CW) ......................................................52
Het Type telefoonlijn instellen........................................................................54
Een extern ANTW.APP. (antwoordapparaat) aansluiten.....................................55
Aansluitingen .................................................................................................55
Een uitgaand bericht op uw antwoordapparaat opnemen .............................56
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)............................................................56
Externe en tweede toestellen ..............................................................................57
Een extern of tweede toestel aansluiten........................................................57
Werken met een tweede toestel ....................................................................57
Met een draadloos extern telefoontoestel
(alleen MFC-440CN en MFC-660CN) .......................................................57
Codes voor afstandsbediening gebruiken .....................................................58
8 Nummers kiezen en opslaan 59
Nummers kiezen..................................................................................................59
Handmatig kiezen ..........................................................................................59
Snelkiezen.....................................................................................................59
Zoeken...........................................................................................................59
Faxnummer opnieuw kiezen..........................................................................60
Uitgaande oproep ..........................................................................................60
Geschiedenis Nummerweergave (alleen MFC-660CN en MFC-845CW) .....61
Nummers opslaan................................................................................................62
Een pauze opslaan........................................................................................62
Snelkiesnummers opslaan ............................................................................62
Namen of nummers onder Snelkiesnummers wijzigen .................................64
Groepen voor groepsverzenden instellen......................................................65
Snelkiesnummers combineren ......................................................................67
vii
9 Digitaal ANTW.APP. (alleen MFC-660CN en MFC-845CW) 68
ANTW.APP.-modus voor intern antwoordapparaat.............................................68
ANTW.APP. instellen.....................................................................................68
Uitgaand bericht ............................................................................................68
Fax/Tel UITG.BER.........................................................................................69
Actieve ANTW.APP.-modus ..........................................................................69
Uw berichten beheren..........................................................................................70
Berichtenindicator..........................................................................................70
Voicemail afspelen ........................................................................................70
Inkomende berichten wissen .........................................................................70
Aanvullende ANTW.APP.-functies.......................................................................71
Maximale tijdsduur voor binnenkomende berichten instellen ........................71
Toll Saver (bespaarstand voor telefoonkosten) instellen...............................71
Luidspreker voor Voicemail ...........................................................................72
Een gesprek opnemen (alleen MFC-660CN) ................................................72
10 Geavanceerde functies voor het faxen (alleen monochroom) 73
Fax doorzenden...................................................................................................73
Fax opslaan.........................................................................................................74
Fax preview (alleen MFC-660CN en MFC-845CW) ............................................74
Fax preview instellen.....................................................................................74
Een fax vooraf bekijken .................................................................................75
Alle faxen uit de lijst verwijderen ...................................................................75
Alle faxen uit de lijst afdrukken ......................................................................75
PC-Fax Ontvangen..............................................................................................76
De bestemmings-PC wijzigen........................................................................77
De geavanceerde functies uitschakelen..............................................................77
De geavanceerde functies wijzigen .....................................................................78
Afstandsbediening ...............................................................................................78
Een toegangscode op afstand instellen.........................................................78
Uw toegangscode op afstand gebruiken .......................................................79
Opdrachten op afstand..................................................................................80
Faxberichten opvragen..................................................................................82
Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten worden doorgestuurd .............82
11 Rapporten afdrukken 83
Faxrapporten .......................................................................................................83
Verzendrapport..............................................................................................83
Faxjournaal (journaal)....................................................................................83
Rapporten............................................................................................................84
Een rapport afdrukken ...................................................................................84
12 Pollen 85
Pollen: overzicht ..................................................................................................85
Ontvang pollen ....................................................................................................85
Ontvang pollen instellen ................................................................................85
Ontvang pollen met beveiligingscode instellen..............................................85
Uitgesteld Ontvang pollen instellen ...............................................................86
Opeenvolgend pollen (alleen monochroom)..................................................86
viii
Verzend pollen (alleen monochroom)..................................................................87
Verzend pollen instellen ................................................................................87
Verzend Pollen met beveiligingscode instellen .............................................87
Paragraaf III Kopren
13 Kopiëren 90
Kopiëren ..............................................................................................................90
Kopieermodus instellen .................................................................................90
Eén kopie maken...........................................................................................90
Meerdere kopieën maken..............................................................................90
Kopiëren onderbreken ...................................................................................90
Kopieerinstellingen ..............................................................................................91
De kopieer snelheid en -kwaliteit wijzigen .....................................................91
De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen ......................................91
N op 1 kopiën of een poster maken (pagina-indeling) ..................................92
Kopieën sorteren bij gebruik van de ADF ......................................................93
Helderheid, contrast en kleur instellen ..........................................................93
Papieropties...................................................................................................94
Uw wijzigingen als een nieuwe standaard instellen.......................................95
Stelt alle instellingen terug in op de fabrieksinstellingen ...............................95
De melding 'Geheugen vol'..................................................................................95
Paragraaf IV Direct Foto's Printen
14 Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart 98
Werken met PhotoCapture Center™...................................................................98
Afdrukken vanuit een geheugen kaart zonder PC.........................................98
Scannen naar een geheugen kaart zonder PC .............................................98
PhotoCapture Center™ vanaf uw computer gebruiken .................................98
Geheugen kaarten gebruiken ........................................................................98
Mapstructuur geheugen kaart........................................................................99
Aan de slag........................................................................................................100
Modus PhotoCapture instellen ....................................................................100
Beelden afdrukken.............................................................................................101
Foto('s) bekijken ..........................................................................................101
Afrdukindex (Miniatuurweergave)................................................................101
Alle foto's afdrukken ....................................................................................102
Foto's afdrukken ..........................................................................................102
DPOF-afdrukken..........................................................................................103
PhotoCapture Center™ afdrukinstellingen ........................................................104
Afdrukkwaliteit .............................................................................................105
Papieropties.................................................................................................105
Helderheid, contrast en kleur instellen ........................................................105
Trimmen ......................................................................................................107
Afdrukken zonder marges ...........................................................................107
Uw wijzigingen als een nieuwe standaard instellen.....................................107
Stelt alle instellingen terug in op de fabrieksinstellingen .............................107
ix
Scannen naar kaart ..........................................................................................108
Scanmodus instellen ...................................................................................108
Scannen naar kaart .....................................................................................108
Uitleg bij de foutmeldingen ................................................................................110
15 Foto's afdrukken vanaf een camera met PictBridge 111
Alvorens PictBridge te gebruiken.......................................................................111
Vereisten voor PictBridge ............................................................................111
PictBridge gebruiken..........................................................................................111
Uw digitale camera instellen........................................................................111
Beelden afdrukken.............................................................................................112
DPOF-afdrukken..........................................................................................112
Uitleg bij de foutmeldingen ................................................................................113
Paragraaf V Software
16 Software- en netwerkfuncties 116
Paragraaf VI Bijlagen
A Veiligheid en wetgeving 118
Een geschikte plaats kiezen ..............................................................................118
Veilig gebruik van de machine...........................................................................119
Belangrijke veiligheidsinstructies.................................................................122
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid ....................................................123
LAN-aansluiting ...........................................................................................124
EU-richtlijn 2002/96/EC en EN50419 ..........................................................124
Wettelijke beperkingen voor kopiëren .........................................................125
Handelsmerken ...........................................................................................126
B Problemen oplossen en routineonderhoud 127
Problemen oplossen .........................................................................................127
Als u problemen met uw machine hebt .......................................................127
Foutmeldingen...................................................................................................134
Faxberichten of het Faxjournaal overbrengen.............................................137
Vastgelopen papier .....................................................................................138
Papier vastgelopen in de machine ..............................................................139
Kiestoondetectie..........................................................................................140
Telefoonlijninterferentie ...............................................................................141
Routineonderhoud .............................................................................................141
De Inktcartridges vervangen........................................................................141
De buitenkant van de machine schoonmaken.............................................143
De scanner reinigen ....................................................................................144
De machinegeleiderol reinigen ....................................................................145
De invoerrol voor papier reinigen ................................................................145
x
De printkop reinigen ....................................................................................146
De afdrukkwaliteit controleren .....................................................................146
De uitlijning controleren ...............................................................................147
Het inktvolume controleren..........................................................................148
Installatie of verwijdering van de telefoonhoorn en -haak
(alleen MFC-660CN) ...............................................................................149
Informatie over de machine ...............................................................................150
Het serienummer controleren ......................................................................150
De machine inpakken en vervoeren ..................................................................150
Wanneer u de machine wegdoet (alleen MFC-660CN en MFC-845CW)..........153
C Menu en functies 155
Programmeren op het scherm ...........................................................................155
Opslag in geheugen ....................................................................................155
Menutoetsen ......................................................................................................155
Menutabel....................................................................................................156
Tekst invoeren .............................................................................................172
D Specificaties 173
Algemeen...........................................................................................................173
Afdrukmedia.......................................................................................................175
Fax.....................................................................................................................176
Digitaal ANTW.APP. (alleen MFC-660CN en MFC-845CW).............................177
Digitale draadloze telefoon (alleen MFC-845CW) .............................................178
Draadloze telefoon (BCL-D20) ....................................................................178
Batterij .........................................................................................................178
Batterijhouder ..............................................................................................179
AC-adapter ..................................................................................................179
Kopiëren ............................................................................................................180
PhotoCapture Center™ .....................................................................................181
PictBridge ..........................................................................................................181
Scanner .............................................................................................................182
Printer ................................................................................................................183
Interfaces...........................................................................................................184
Vereisten voor de computer...............................................................................185
Verbruiksartikelen..............................................................................................186
Netwerk (LAN) ...................................................................................................187
E Verklarende woordenlijst 188
F Index 192
Paragraaf I
Algemeen I
Algemene informatie 2
Documenten en papier laden 10
Algemene instellingen 22
Beveiligingsfuncties 30
2
1
Gebruik van de
documentatie
1
Dank u voor de aanschaf van een Brother-
machine! Het lezen van de documentatie
helpt u bij het optimaal benutten van uw
machine.
Symbolen en conventies die
in de documentatie gebruikt
worden. 1
De volgende symbolen en conventies worden
in de documentatie gebruikt.
Algemene informatie 1
Vet
Vetgedrukte tekst
identificeert specifieke
toetsen op het
bedieningspaneel van de
machine.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de
nadruk op een belangrijk punt
of verwijst u naar een verwant
onderwerp.
Courier
New
Het lettertype Courier New
identificeert de meldingen die
worden weergegeven op het
LCD-scherm van de machine.
Waarschuwingen informeren u over
de maatregelen die u moet treffen
om te vermijden dat u letsel oploopt.
De pictogrammen Elektrisch gevaar
waarschuwen u voor mogelijke
elektrische schokken.
Deze waarschuwingen wijzen u op
procedures die u moet volgen om te
voorkomen dat de machine of
andere voorwerpen worden
beschadigd.
Opmerkingen leggen uit hoe u op
een bepaalde situatie moet
reageren, of hoe de bewerking met
andere functies werkt.
Het pictogram Onjuiste configuratie
waarschuwt u voor apparaten en
bewerkingen die niet compatibel zijn
met de machine.
Algemene informatie
3
1
Toegang krijgen tot de
softwarehandleiding en
de netwerkhandleiding
1
Deze gebruikershandleiding bevat niet alle
informatie over de machine, zoals hoe de
geavanceerde functies van fax, printer,
scanner, PC-Fax en netwerk te gebruiken.
Voor gedetailleerde informatie over deze
bewerkingen verwijzen wij u naar de
Softwarehandleiding en de
Netwerkhandleiding op de CD-ROM.
Documentatie bekijken 1
Documentatie bekijken
(voor Windows
®
) 1
Om de documentatie te bekijken vanuit het
menu Start zet u de muisaanwijzer op
Brother, MFC-XXXX (waarbij XXXX uw
modelnaam is) vanuit de programmagroep,
en kiest u vervolgens
Gebruikershandleiding.
Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt
u de documentatie vinden door onderstaande
instructies op te volgen:
a Zet uw PC aan. Plaats de Brother
CD-ROM in uw CD-ROM-station.
b Als het scherm met de modelnaam
verschijnt, klikt u op de naam van uw
model.
c Als het scherm met de taal verschijnt,
klikt u op de gewenste taal. Het
hoofdmenu van de CD-ROM wordt
geopend.
Opmerking
Als dit venster niet wordt geopend, kunt u
Windows
®
Explorer gebruiken om het
programma setup.exe uit te voeren vanuit
de hoofdmap van de Brother CD-ROM.
d Klik op Gebruikershandleiding.
Hoofdstuk 1
4
Instructies voor het scannen
opzoeken 1
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen (voor Windows
®
98/98SE/Me/2000 Professional en
Windows
®
XP)
ControlCenter3 (voor Windows
®
98/98SE/Me/2000 Professional en
Windows
®
XP)
Netwerkscannen
PaperPort
®
SE met OCR
gebruikershandleiding
Instructies voor rechtstreeks scannen
vanuit ScanSoft
®
PaperPort
®
SE met
OCR. De volledige gebruikershandleiding
voor ScanSoft
®
PaperPort
®
SE met OCR,
kan worden bekeken vanuit de Help-
selectie in de toepassing ScanSoft
®
PaperPort
®
SE met OCR.
Instructies voor netwerkinstallatie
opzoeken (alleen MFC-845CW) 1
Uw machine kan op een draadloos of
bedraad netwerk worden aangesloten. U kunt
belangrijke installatie-instructies vinden in de
installatiehandleiding. Voor meer informatie,
of als uw toegangspunt SecureEasySetup™
ondersteunt, zie de netwerkhandleiding op de
CD-ROM.
Documentatie bekijken
(voor Macintosh
®
) 1
a Zet uw Macintosh
®
aan. Plaats de
Brother CD-ROM in uw CD-ROM-
station. Het volgende venster wordt
weergegeven.
b Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
c Dubbelklik op uw taalmap.
d Dubbelklik op het bestand van het
titelbeeld om de Softwarehandleiding
en de Netwerkhandleiding in HTML-
formaat te bekijken.
e Klik op de documentatie die u wilt lezen.
Softwarehandleiding
Netwerkhandleiding
Algemene informatie
5
1
Instructies voor het scannen
opzoeken 1
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen (voor Mac OS
®
X 10.2.4 of
recenter)
ControlCenter2 (voor Mac OS
®
X 10.2.4
of recenter)
Netwerkscannen (voor Mac OS
®
X 10.2.4
of recenter)
Presto!
®
PageManager
®
Gebruikershandleiding
Instructies voor rechtstreeks scannen
vanuit Presto!
®
PageManager
®
. De
volledige Presto!
®
PageManager
®
gebruikershandleiding kan worden
bekeken via de Help-selectie in de
toepassing Presto!
®
PageManager
®
.
Instructies voor netwerkinstallatie
opzoeken (alleen MFC-845CW) 1
Uw machine kan op een draadloos of
bedraad netwerk worden aangesloten. U kunt
belangrijke installatie-instructies vinden in de
installatiehandleiding. Voor meer informatie,
of als uw toegangspunt SecureEasySetup™
ondersteunt, zie de netwerkhandleiding op de
CD-ROM.
Hoofdstuk 1
6
Overzicht bedieningspaneel 1
MFC-440CN 1
MFC-660CN 1
MFC-845CW 1
Opmerking
In de meeste illustraties in deze Gebruikershandleiding wordt de MFC-440CN weergegeven.
1345
6
2
9
7
8
1345
6
2
9
8
10
12
11
7
13
1345
6
2
8
10
1213
11 7
Algemene informatie
7
1
1 Bedieningspaneel
Gebruik deze toetsen om telefoon- en
faxnummers te kiezen. Deze toetsen worden
tevens gebruikt als toetsenbord om informatie
in de machine in te voeren.
Met de toets # kunt u tijdens een oproep de
kies-modus tijdelijk veranderen van puls naar
toon.
2 Fax- en telefoon- toetsen
Zoeken/Snelkiezen (MFC-440CN)
Met deze toets kunt u nummers opzoeken
die in het geheugen zijn opgeslagen.
Herkies/Pauze
Met deze toets vindt u de 30 laatstgekozen
nummers. U kunt hem ook gebruiken voor
het invoegen van een pauze wanneer u
snelkiesnummers programmeert.
Telefoon/Intern (alleen MFC-440CN)
Deze toets wordt gebruikt voor een
telefoongesprek nadat de externe handset
met het dubbele belsignaal is opgepakt.
Deze toets wordt tevens gebruikt om
toegang te krijgen tot een buitenlijn, of om
een telefoontje over te zetten naar een
ander toestel dat ook op een PBX is
aangesloten.
Intern (alleen MFC-660CN en
MFC-845CW)
Gebruik deze toets om toegang te krijgen
tot een buitenlijn, of om een telefoontje over
te zetten naar een ander toestel dat ook op
de PBX is aangesloten.
Wacht/Intercom (alleen MFC-845CW)
Zet de huidige oproep in de wachtstand.
Voorts gebruikt u deze toets om over de
intercom te spreken of om een
binnenkomend gesprek naar de draadloze
hoorn over te zetten.
3 Modustoetsen:
Fax
Voor het faxen van documenten.
Scan
Geeft toegang tot scanmodus.
Kopie
Voor het kopiëren van documenten.
PhotoCapture
Geeft toegang tot de modus PhotoCapture
Center.
4 Menutoetsen:
Volumetoetsen
d c
In de faxmodus kunt u, door op deze
toetsen te drukken, het belvolume
afstellen.
a Zoeken/Snelkiezen (MFC-660CN en
MFC-845CW)
Met deze toets kunt u nummers opzoeken
die in het geheugen zijn opgeslagen.
d of c
Druk op deze toets om achteruit of vooruit
door de menuopties te bladeren.
a of b
Druk op deze toets om door de menu's en
opties te bladeren.
Menu
Het hoofdmenu openen.
OK
Hiermee wordt een instelling geselecteerd.
Wis/terug
Hiermee annuleert u de huidige instelling.
5 Starttoetsen:
Kleur Start
Met deze toets start u het faxen, of maakt u
kopieën in kleur. Hiermee kunt u ook een
scanbewerking uitvoeren (in kleur of mono,
afhankelijk van de scaninstelling in de
ControlCenter-software).
Mono Start
Met deze toets start u het faxen, of maakt u
monochrome kopieën. Hiermee kunt u ook
een scanbewerking uitvoeren (in kleur of
mono, afhankelijk van de scaninstelling in
de ControlCenter-software).
6 Spaarstand
Met deze toets zet u de machine in de
energiebesparende stand.
7 Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een
bewerking gestopt of een menu verlaten.
8 LCD-scherm (liquid crystal display)
Op het LCD-scherm verschijnen prompts die u
helpen bij het instellen en gebruiken van uw
machine.
U kunt ook de helling van het LCD-scherm
instellen door dit op te tillen.
Hoofdstuk 1
8
9Inkt (alleen MFC-440CN en MFC-660CN)
Met deze toets kunt u de printkop reinigen, de
afdrukkwaliteit en de hoeveelheid inkt
controleren.
10 Fax Voorbeeld (alleen MFC-660CN en
MFC-845CW)
Hiermee kunt u binnenkomende faxen vooraf
bekijken op het LCD-scherm.
11 ANTW.APP.-toetsen (alleen MFC-660CN en
MFC-845CW):
BEANTWOORDER
Zet het ANTW.APP. (antwoordapparaat)
aan of uit. Het knippert als u nieuwe
berichten hebt.
Afspelen/Opnemen (alleen MFC-660CN)
Hiermee beluistert u de berichten die in het
geheugen zijn opgeslagen. U kunt er ook
telefoongesprekken mee opnemen.
Afspelen (alleen MFC-845CW)
Hiermee beluistert u de berichten die in het
geheugen zijn opgeslagen.
Wissen/Wacht (alleen MFC-660CN)
Zet de huidige oproep in de wachtstand.
Voorts wist u er berichten en faxen mee.
Wissen (alleen MFC-845CW)
Hiermee wist u berichten en faxen.
12 Luidspreker (alleen MFC-660CN en
MFC-845CW)
Hiermee kunt u met iemand anders spreken
zonder de hoorn op te nemen.
13 Microfoon (alleen MFC-660CN en
MFC-845CW)
Deze pikt uw stemgeluid op wanneer u via de
Luidspreker met iemand spreekt.
LCD-scherm-indicaties 1
Het LCD-scherm toont de huidige
machinestatus wanneer de machine inactief is.
1 Huidige ontvangstmodus
Toont de huidige ontvangstmodus.
Fax (Alleen fax)
F/T (Fax/Tel)
Ant (Extern ANTW.APP. of Bericht Mgr)
Hnd (Handmatig)
2 Faxen in het geheugen
Toont het aantal ontvangen faxen in het
geheugen.
3 Berichten in het geheugen (alleen
MFC-660CN en MFC-845CW )
Toont het aantal ontvangen berichten in het
geheugen.
4 Geheugenstatus
Toont het beschikbare geheugen in de
machine.
5 Draadloze status (alleen MFC-845CW)
Een indicator met vier niveaus toont de huidige
sterkte van het draadloze signaal, als u een
draadloze verbinding gebruikt.
6 Inktindicator
Toont u de beschikbare hoeveelheid inkt.
0Max
04
Memory
10.10.2006
20:48
02
Geh.
1
3
2
4
65
Algemene informatie
9
1
Normale handelingen 1
In de volgende stappen ziet u hoe u een
instelling van de machine wijzigt. In het
voorbeeld wordt de instelling van de
Tijdklokstand veranderd van 2 minuten in 30
seconden.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Tijdklokstand te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om 30 Sec. te
selecteren.
Druk op OK.
U kunt de huidige instelling op het LCD-
scherm zien:
e Druk op Stop/Eindigen.
OKSelecteer & druk op
MENU
Fax
LAN
Print lijsten
Machine-info
Standaardinst.
MENU
Papiersoort
Papierformaat
Normaal P
Standaardinst.
Volume
OK
Selecteer & druk op
A4
Tijdklokstand 2 Min.
OKSelecteer & druk op
MENU
30 Sec.
1 Min
2 Min.
5 Min.
Tijdklokstand
OKSelecteer & druk op
MENU
Tijdklokstand
Papiersoort
Papierformaat
Volume
30 Sec.
Normaal P
Standaardinst.
A4
10
2
Documenten laden 2
U kunt een fax verzenden, kopiëren en
scannen vanuit de ADF (automatische
documentinvoer) en vanaf de glasplaat.
De ADF gebruiken 2
De ADF heeft een capaciteit van maximaal
10 vellen en voert het papier vel voor vel in.
Gebruik standaard 80 g/m
2
(20 lb) papier en
blader de stapel altijd door alvorens het
papier in de ADF te plaatsen.
Aanbevolen omgeving 2
Ondersteunde documentformaten 2
Documenten laden 2
VOORZICHTIG
Trek NIET aan het document wanneer het
doorschuift.
GEBRUIK GEEN omgekruld, verkreukeld,
gevouwen, gescheurd of geniet papier, en
ook geen papier met paperclips, lijm of
plakband.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of
stof.
Zorg dat in inkt geschreven documenten
helemaal droog zijn.
a Blader de stapel goed door. Leg uw
documenten met de bedrukte zijde
naar beneden en de bovenrand eerst
in de ADF tot u voelt dat ze de invoerrol
raken.
b Stel de papiergeleiders in op de breedte
van uw documenten.
c Vouw de ADF-documentsteunklep (1)
uit.
VOORZICHTIG
LAAT GEEN dikke documenten achter op
de glasplaat. Als u dat doet, kan de ADF
vastlopen.
Documenten en papier laden 2
Temperatuur: 20 tot 30° C (68 tot 86° F)
Vochtigheid: 50% tot 70%
Papier:
80 g/m
2
A4 (20 lb LTP)
Lengte: 148 tot 355,6 mm
(5,8 tot 14 in.)
Breedte: 148 tot 215,9 mm
(5,8 tot 8,5 in.)
Gewicht:
64 to 90 g/m
2
(17 tot 24 lb)
1
Documenten en papier laden
11
2
De glasplaat gebruiken 2
U kunt de glasplaat gebruiken om pagina
voor pagina of pagina's uit een boek te faxen,
te kopiëren of te scannen.
Ondersteunde documentformaten 2
Documenten laden 2
Opmerking
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de
ADF leeg zijn.
a Til het documentdeksel op.
b Gebruik de documentgeleiders aan de
linkerkant om het document in het
midden van de glasplaat te leggen, met
de bedrukte zijde naar beneden.
c Sluit het documentdeksel.
VOORZICHTIG
Als u bezig bent een boek of een lijvig
document te scannen, laat het deksel dan
NIET dichtvallen en druk er niet op.
Te scannen gedeelte 2
Hoe groot het te scannen gedeelte is, is
afhankelijk van de instellingen binnen de door
u gebruikte toepassing. De onderstaande
afbeeldingen tonen de gedeelten die u niet op
Letter en A4-papier kunt scannen.
Lengte: Max. 297 mm (11,7 in.)
Breedte: Max. 215,9 mm (8,5 in.)
Gewicht: Max. 2 kg (4,4 lb)
Gebruik
Document
grootte
Boven (1)
Onder (2)
Links (3)
Rechts (4)
Fax Letter 3 mm
(0,12 in.)
4 mm
(0,16 in.)
A4 3 mm
(0,12 in.)
1 mm
(0,04 in.)
Kopiëren
Letter 3 mm
(0,12 in.)
3 mm
(0,12 in.)
A4 3 mm
(0,12 in.)
3 mm
(0,12 in.)
Scannen
Letter 3 mm
(0,12 in.)
3 mm
(0,12 in.)
A4 3 mm
(0,12 in.)
0 mm
(0,00 in.)
3
4
1
2
Hoofdstuk 2
12
Acceptabel papier en
andere media 2
De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed
door het soort papier dat u in de machine
gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de
instellingen die u hebt gekozen, moet u de
papiersoort altijd instellen op het type papier
dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat
papier), glanzend papier, transparanten en
enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten
papier te testen, alvorens een grote
hoeveelheid aan te schaffen.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat
papier), transparanten en glanzend
papier, moet in het tabblad ‘Normaal’ van
de printerdriver of in de instelling
Papiersoort in het menu altijd het juiste
type papier zijn geselecteerd (zie
Papiersoort op pagina 24).
Wanneer u op Brother-fotopapier afdrukt,
plaats dan eerst het instructieblad dat met
het fotopapier wordt geleverd in de
papierlade, en plaats vervolgens het
fotopapier boven op het instructieblad.
Als u transparanten of glanzend papier
gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te
verwijderen; dit om te voorkomen dat de
vellen aan elkaar plakken of verstopt
raken.
Raak het afgedrukte oppervlak van het
papier niet aan vlak na het afdrukken; de
inkt kan nog nat zijn en op uw vingers
vlekken.
Aanbevolen media 2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen
raden wij u aan Brother-papier te gebruiken.
(Zie onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier
beschikbaar is, raden wij u aan verschillende
soorten papier te testen voor u grote
hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren ‘3M Transparency Film’ te
gebruiken wanneer u op transparanten
afdrukt.
Omgaan met en gebruik van
media 2
Bewaar papier in de originele verpakking
en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar
het papier plat en verwijderd van vocht,
direct zonlicht en warmte.
De gecoate zijde van fotopapier glimt.
Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde
niet aanraakt. Plaats fotopapier met de
glimmende zijde naar beneden toe.
Raak de voor- of achterkant van
transparanten niet aan, daar deze
gemakkelijk water en transpiratie
absorberen, wat afbreuk doet aan de
afdrukkwaliteit. Transparanten die voor
laserprinters en -kopieerapparaten
ontworpen zijn, kunnen het volgende
document bevlekken. Gebruik alleen
transparanten die worden aanbevolen
voor inkjetprinters.
Brother-papier
Papiersoort Item
A4 Normaal BP60PA
A4 Glanzend Foto BP61GLA
A4 Inkjet (Mat) BP60MA
10 x 15 cm Glanzend Foto BP61GLP
Documenten en papier laden
13
2
Onjuiste configuratie
Gebruik de volgende soorten papier NIET:
papier dat beschadigd, gekruld of
gekreukt is of een onregelmatige vorm
heeft
1 2 mm (0,08 in.) of langer
hoogglanzend of erg gestructureerd
papier
papier waarop reeds met een printer is
afgedrukt
papier dat niet netjes kan worden
gestapeld
papier vervaardigd uit kortlopend papier
Papiercapaciteit in de
uitvoerpapierlade 2
Max. 50 vel Letter of 80 g/m
2
A4 papier.
Om vlekken te voorkomen moeten
transparanten of fotopapier vel voor vel uit
de uitvoerpapierlade worden genomen.
1
1
Hoofdstuk 2
14
De juiste papiersoort selecteren 2
Type en formaat papier voor elke functie 2
Papiersoort Papierformaat Gebruik
Fax
Kopiëren
Photo
Capture
Printer
Losse vellen Letter 216 × 279 mm (8 1/2 × 11 in.) Ja Ja Ja Ja
A4 210 x 297 mm (8,3 × 11,7 in.) Ja Ja Ja Ja
Legal 216 × 356 mm (8 1/2 × 14 in.) Ja Ja Ja
Executive 184 × 267 mm (7 1/4 × 10 1/2 in.) Ja
JIS B5 182 × 257 mm (7,2 × 10,1 in.) Ja
A5 148 × 210 mm (5,8 × 8,3 in.) Ja Ja
A6 105 × 148 mm (4,1 × 5,8 in.) Ja
Kaarten Foto 10 × 15 cm (4 × 6 in.) Ja Ja Ja
Foto L 89 × 127 mm (3 1/2 × 5 in.)––– Ja
Foto 2L 13 × 18 cm (5 × 7 in.) ––Ja Ja
Indexkaart 127 × 203 mm (5 × 8 in.) ––– Ja
Briefkaart 1
100 × 148 mm (3,9 × 5,8 in.) Ja
Briefkaart 2
(Dubbel)
148 × 200 mm (5,8 × 7,9 in.) Ja
Enveloppen
C5-Envelop
162 × 229 mm (6,4 × 9 in.) Ja
DL-Envelop
110 × 220 mm (4,3 × 8,7 in.) Ja
COM-10 105 × 241 mm (4 1/8 × 9 1/2 in.) Ja
Monarch 98 × 191 mm (3 7/8 × 7 1/2 in.) Ja
JE4-Envelop
105 × 235 mm (4,1 × 9,3 in.) Ja
Transparanten Letter 216 × 279 mm (8 1/2 × 11 in.) Ja Ja
A4 210 x 297 mm (8,3 × 11,7 in.) Ja Ja
Documenten en papier laden
15
2
Gewicht, dikte en capaciteit papier 2
1
Max. 50 vellen voor papier van formaat Legal 80 g/m
2
(20 lb).
Max. 100 vel 80 g/m
2
(20 lb) papier.
2
Voor Foto 10×15 cm en Foto L papier, gebruikt u de fotopapierlade. (Zie Fotopapier laden op pagina 19.)
Papiersoort Gewicht Dikte Aantal vellen
Losse
vellen
Normaal
papier
64 to 120 g/m
2
0,08 tot 0,15 mm (0,003 tot 0,006 in.)
100
1
Inkjetpapier
64 to 200 g/m
2
0,08 tot 0,25 mm (0,003 tot 0,01 in.) 20
Glanzend
papier
Max. 220 g/m
2
Max. 0,25 mm (max. 0,01 in.) 20
Kaarten
Fotokaart
Max. 240 g/m
2
Max. 0,28 mm (max. 0,01 in.)
20
2
Indexkaart
Max. 120 g/m
2
Max. 0,15 mm (max. 0,006 in.) 30
Briefkaart
Max. 200 g/m
2
Max. 0,23 mm (max. 0,01 in.) 30
Enveloppen
75 tot 95 g/m
2
Max. 0,52 mm (max. 0,02 in.) 10
Transparanten 10
Hoofdstuk 2
16
Papier, enveloppen en
andere media laden 2
Papier en andere media laden2
Opmerking
Om af te drukken op Foto L of
10 × 15 cm papier, raadpleegt u
Fotopapier laden op pagina 19.
a Als de papiersteunklep open is, deze
sluiten, en vervolgens de papierlade
volledig uit de machine trekken.
Til het deksel van de
uitvoerpapierlade (1) op.
b Houd de papiergeleiders voor de
breedte (1) en de papiergeleider voor de
lengte (2) ingedrukt en stel deze af op
het papierformaat.
c Blader de stapel papier goed door, om
te voorkomen dat papier vastloopt of
scheef wordt ingevoerd.
Opmerking
Draag er steeds zorg voor dat het papier
niet omkrult.
1
1
2
Documenten en papier laden
17
2
d Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag
en de bovenste rand eerst.
Controleer of het papier vlak in de lade
ligt.
Opmerking
Wanneer u Legal-papier gebruikt, drukt u
op de universele ontgrendeling en trekt u
aan de achterkant van de papierlade.
e De papiergeleiders voor de breedte met
beide handen voorzichtig aan het papier
aanpassen.
Zorg dat de papiergeleiders aan de
zijkant de randen van het papier
aanraken.
Opmerking
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver
in duwt; het kan aan de achterkant van de
lade omhoog gaan staan en problemen
veroorzaken bij de invoer.
f Sluit het deksel van de
uitvoerpapierlade.
Hoofdstuk 2
18
g Duw de papierlade langzaam volledig in
de machine.
h Terwijl u de papierlade vasthoudt, de
papiersteun (1) eruit trekken tot u een
klik hoort en de papiersteunklep (2)
uitvouwen.
Opmerking
De papiersteunklep niet gebruiken voor
Legal-papier.
Enveloppen, briefkaarten en
fotopapier laden 2
Enveloppen laden 2
Gebruik enveloppen met een gewicht van
75 tot 95 g/m
2
.
Voor sommige enveloppen is het nodig de
marge in te stellen in de toepassing. Zorg
ervoor dat u eerst een testafdruk maakt.
VOORZICHTIG
Gebruik nooit de volgende soorten
enveloppen, aangezien zij problemen
veroorzaken bij de papierinvoer:
Zakachtige enveloppen.
Enveloppen met reliëf (met verhoogd
opschrift).
Enveloppen met sluithaken of nietjes.
Enveloppen die aan de binnenkant zijn
voorbedrukt.
Het kan zijn dat u af en toe problemen
ondervindt bij de papierinvoer vanwege de
dikte, het formaat en de vorm van de
omslag van de enveloppen die u gebruikt.
Lijm Dubbele omslag
Documenten en papier laden
19
2
Enveloppen en briefkaarten laden 2
a Druk de hoeken en zijkanten van de
enveloppen of briefkaarten zo plat
mogelijk alvorens deze te plaatsen.
Opmerking
Als er verscheidene enveloppen of
briefkaarten tegelijk naar binnen worden
getrokken, plaats dan één envelop per
keer in de papierlade.
b Leg de enveloppen of briefkaarten in de
papierlade met de adreszijde naar
beneden en de invoerkant (bovenkant
van de enveloppen) eerst. Stel de
papiergeleiders voor de breedte (1) en
de papiergeleider voor de lengte (2) af
op het formaat van de enveloppen of
briefkaarten.
Als u problemen hebt bij het afdrukken op
enveloppen, volg dan de volgende
suggesties op:
2
a Open de omslag van de envelop.
b
Zorg ervoor dat de open omslag zich aan
de zijkant of aan de achterkant van de
envelop bevindt tijdens het afdrukken.
c Stel de maat en marge in bij uw
toepassing.
Fotopapier laden 2
Gebruik de fotopapierlade, die boven op de
papierlade is gemonteerd, om foto's af te
drukken op papier van het formaat Foto
10×15 cm of Foto L. U hoeft de gewone
papierlade niet vrij te maken om de
fotopapierlade te gebruiken.
a Druk met uw linkerduim op de
ontgrendeling van de fotopapierlade en
duw de fotopapierlade (het bovendeel
van de lade) terug tot deze in de positie
voor het afdrukken van foto's klikt.
1 Fotopapierlade
1
2
1
Hoofdstuk 2
20
b Houd de papiergeleiders voor de
breedte (1) en de papiergeleider voor de
lengte (2) ingedrukt en verschuif ze ter
aanpassing aan het papierformaat.
c Plaats het fotopapier in de
fotopapierlade en pas de
papiergeleiders voorzichtig aan de
breedte van het papier aan.
Zorg dat de papiergeleiders aan de
zijkant de randen van het papier
aanraken.
Opmerking
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver
in duwt; het kan aan de achterkant van de
lade omhoog gaan staan en problemen
veroorzaken bij de invoer.
Draag er steeds zorg voor dat het papier
niet omkrult.
d Wanneer u klaar bent met het afdrukken
van foto's, de fotopapierlade in de
normale afdrukpositie terugzetten.
Druk met uw linkerduim op de
ontgrendeling van de fotopapierlade en
trek de fotopapierlade naar voren tot
deze klikt.
Kleine afdrukken uit de machine
verwijderen 2
Wanneer de machine kleine stukjes papier
uitwerpt op de uitvoerpapierlade, kunt u deze
misschien niet bereiken. Zorg dat het
afdrukken is voltooid, en trek vervolgens de
lade volledig uit de machine.
1
2
Documenten en papier laden
21
2
Bedrukbaar gedeelte 2
Hoe groot het bedrukbaar gedeelte is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte
toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de niet-bedrukbare gedeelten op losse vellen
papier en enveloppen. De machine kan alleen afdrukken in de grijze gedeelten, wanneer de
afdrukfunctie Zonder marges beschikbaar is en aanstaat.
Opmerking
De functie Zonder marges is niet beschikbaar voor enveloppen.
Losse vellen Enveloppen
Bovenkant (1) Onderkant (2) Links (3) Rechts (4)
Losse vellen 3 mm (0,12 in.) 3 mm (0,12 in.) 3 mm (0,12 in.) 3 mm (0,12 in.)
Enveloppen 12 mm (0,47 in.) 24 mm (0,95 in.) 3 mm (0,12 in.) 3 mm (0,12 in.)
3
4
1
2
3
4
1
2
22
3
Energiebesparende
stand
3
Wanneer de machine inactief is, kunt u hem
in de energiebesparende stand zetten door
op de Spaarstand-toets te drukken. U kunt in
de energiebesparende stand nog altijd
telefoongesprekken ontvangen. Voor verdere
informatie over het ontvangen van faxen in de
energiebesparende stand, raadpleegt u de
tabel op Aan/Uit-instellingen op pagina 23.
De uitgestelde, geprogrammeerde
faxberichten worden nu verzonden. U kunt
zelfs uw faxen opvragen via
Afstandsbediening, als u zich niet bij uw
machine bevindt. Voor andere opdrachten
moet u de machine wel uit de
energiebesparende stand halen.
Opmerking
Als u een extern telefoontoestel of
antwoordapparaat hebt aangesloten, blijft
dat steeds beschikbaar.
De machine in de
energiebesparende stand
zetten 3
a Houd de toets Spaarstand ingedrukt
totdat op het LCD-scherm Afsluiten
verschijnt.
Het lampje van het LCD-scherm gaat
uit.
De machine uit de
energiebesparende stand
halen 3
a Druk op de toets Spaarstand.
Op het LCD-scherm worden de datum
en de tijd weergegeven.
Opmerking
Zelfs als u de machine in de
energiebesparende stand hebt gezet, zal
de machine de printkop toch regelmatig
reinigen om de afdrukkwaliteit te
handhaven.
Als u de stekker uit het stopcontact hebt
gehaald, is de machine volledig
uitgeschakeld.
U kunt de energiebesparende stand zo
aanpassen dat er, behalve de
automatische reiniging van de printkop,
geen andere opdrachten beschikbaar
blijven. (Zie Energiebesparende stand
instellen op pagina 22.)
Energiebesparende stand
instellen 3
U kunt de toets Spaarstand van de machine
aanpassen. De fabriekinstelling is
Faxontv:Aan. De machine kan ook
faxberichten of telefoongesprekken
ontvangen wanneer deze in de
energiebesparende modus staat. Wanneer u
wilt dat uw machine geen faxberichten of
oproepen ontvangt, moet u deze instelling op
Faxontv:Uit zetten (Zie
Energiebesparende stand op pagina 22.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om P.Bewaar inst.
te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Faxontv:Uit (of
Faxontv:Aan) te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Algemene instellingen 3
Algemene instellingen
23
3
1
U kunt geen fax ontvangen met Mono Start of
Kleur Start.
2
U kunt niet automatisch een fax ontvangen, als u de
ontvangstmodus hebt ingesteld op Fax/Telefoon.
3
Instellen voordat u de machine uitzet.
1
U kunt geen fax ontvangen met Mono Start of
Kleur Start.
2
U kunt telefoongesprekken ontvangen door de hoorn
op te nemen (MFC-660CN) of de draadloze telefoon
te gebruiken (MFC-845CW).
3
MFC-660CN
4
Als een extern ANTW.APP. is aangesloten en Fax
Waarnemen actief is.
5
U kunt niet automatisch een fax ontvangen, als u de
ontvangstmodus hebt ingesteld op Fax/Telefoon
(MFC-845CW).
6
Instellen voordat u de machine uitzet.
MFC-440CN
Aan/Uit-
instellingen
Ontvangst
stand
Beschikbare
opdrachten
Faxontv:
Aan
1
(fabrieks-
instelling)
Alleen
Fax
Telefoon/
Beantw.
Fax Ontvangen
Fax Waarnemen
Uitgestelde Fax
3
Fax Doorzenden
3
Fax Opslaan
3
PC-Fax Ontvangen
3
Afstandsbediening
3
Hand
matig
Fax/
Telefoon
2
Fax Waarnemen
Uitgestelde Fax
3
Faxontv:
Uit
Behalve de reiniging
van de printkop zijn er
geen bewerkingen
mogelijk.
MFC-660CN en MFC-845CW
Aan/Uit-
instellingen
Ontvangst
stand
Beschikbare
opdrachten
Faxontv:
Aan
12
(fabrieks-
instelling)
Alleen
Fax
Fax/
Telefoon
3
Hand
matig
4
Fax Ontvangen
Fax Waarnemen
Uitgestelde Fax
6
Fax Doorzenden
6
Fax Opslaan
6
Fax Voorbeeld
6
PC-Fax Ontvangen
6
Afstandsbediening
6
Ant Fax Ontvangen
Inkomend bericht
opnemen
Fax Waarnemen
Uitgestelde Fax
6
Fax Doorzenden
6
Fax Opslaan
6
Fax Voorbeeld
6
PC-Fax Ontvangen
6
Afstandsbediening
6
Hand
matig
Fax/
Telefoon
5
Fax Waarnemen
Uitgestelde Fax
6
Faxontv:
Uit
Behalve de reiniging
van de printkop zijn er
geen bewerkingen
mogelijk.
Hoofdstuk 3
24
Timermodus 3
De machine heeft op het bedieningspaneel
drie tijdelijke modus-toetsen: Fax, Scan,
Kopie en PhotoCapture. U kunt de tijdsduur
wijzigen waarna de machine, na de laatste
scan, kopieer- of PhotoCapturebewerking,
terugkeert naar de Faxmodus. Als u Uit
selecteert, blijft de machine in de laatst
gebruikte modus.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Tijdklokstand te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om 0 Sec., 30 Sec.,
1 Min, 2 Min., 5 Min. of Uit te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Papierinstellingen 3
Papiersoort 3
Voor de beste afdrukkwaliteit dient u de
machine in te stellen op het type papier dat u
gebruikt.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Papiersoort te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Normaal Papier,
Inkjetpapier, Brother Fotopap.,
Ander fotopapier of
Transparanten te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Het papier wordt met de bedrukte zijde
naar boven op de uitvoerlade aan de
voorkant van de machine uitgeworpen.
Als u transparanten of glanzend papier
gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te
verwijderen; dit om te voorkomen dat de
vellen aan elkaar plakken of verstopt
raken.
Algemene instellingen
25
3
Papierformaat 3
U kunt vijf papierformaten voor het printen
van uw kopieën gebruiken: Letter, Legal, A4,
A5 en 10 x 15 cm (4 × 6 in.) en drie formaten
voor het printen van faxen: Letter, Legal en
A4. Wanneer u een ander papierformaat in
de machine laadt, moet u ook de instelling
voor het Papierformaat veranderen, zodat uw
machine een binnenkomende fax op het blad
kan inpassen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Papierformaat te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Letter, Legal,
A4, A5 of 10x15cm te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Instellingen volume 3
Belvolume 3
U kunt kiezen uit een serie volumeniveaus
voor de beltoon, van Hoog tot Uit.
In de faxmodus drukt u op d of c
om het volume aan te passen. Op het LCD-
scherm wordt de huidige instelling
weergegeven, en telkens wanneer u op deze
toets drukt wordt het volume aan het volgende
niveau aangepast. De machine behoudt de
nieuwe instelling tot u deze wijzigt. U kunt het
volume ook veranderen via het menu, door de
instructies hieronder op te volgen:
Het belvolume instellen via het menu 3
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Volume te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Belvolume te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Laag, Half, Hoog
of Uit te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 3
26
Volume waarschuwingstoon 3
Wanneer de waarschuwingstoon aanstaat zal
de machine een geluidssignaal geven,
wanneer u een toets indrukt, een vergissing
maakt of een fax verzendt of ontvangt.
U kunt kiezen uit een serie volumeniveaus,
van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Volume te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Waarsch.toon te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Laag, Half, Hoog
of Uit te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Volume luidspreker 3
U kunt kiezen uit een serie
luidsprekervolumes, van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Volume te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Luidspreker te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Laag, Half, Hoog
of Uit te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
U kunt het luidsprekervolume ook aanpassen
met de knop Luidspreker (alleen
MFC-660CN en MFC-845CW).
a Druk op Luidspreker.
b Druk op d of c .
Deze instelling blijft van kracht totdat u
deze weer wijzigt.
c Druk op Luidspreker.
Opmerking
U kunt terwijl u uw uitgaande en
binnenkomende berichten beluistert het
luidsprekervolume aanpassen met de
knoppen d of c (alleen
MFC-660CN en MFC-845CW).
Algemene instellingen
27
3
Automatische zomer-/
wintertijd 3
U kunt de machine zo instellen dat de zomer-
/wintertijd automatisch wordt gewijzigd. De
machine zal in de lente automatisch een uur
vooruit worden gezet en één uur terug in de
herfst. Wees er zeker van dat u de juiste
datum en tijd hebt ingevoerd in de instelling
Datum/Tijd.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Aut. zomertijd
te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Uit (of Aan) te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
LCD-scherm 3
LCD-contrast 3
U kunt het contrast van het LCD-scherm
aanpassen, zodat de weergave duidelijker
wordt. Als u het LCD-scherm niet goed kunt
lezen, kunt u proberen de contrastinstelling te
wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om LCD Contrast te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Licht, Half of
Donker te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
De helderheid van de
achtergrondverlichting instellen
3
Als u het LCD-scherm niet goed kunt lezen,
kunt u proberen de instelling van de
helderheid te wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
selecteren.
Druk op OK.
Hoofdstuk 3
28
d Druk op a of b om Schermverlicht
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Licht, Half of
Donker te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
De dimmertimer voor de
achtergrondverlichting
instellen 3
U kunt instellen hoe lang de
achtergrondverlichting aan blijft na de laatste
druk op de toets.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Lichtdim-timer
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om 10 Sec., 20 Sec.,
30 Sec. of Uit te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
De uitschakelingstimer instellen
3
U kunt de duur van de verlichting van het
LCD-scherm instellen na de laatste druk op
de toets. Dit is een energiebesparende
functie. De machine kan afdrukken, scannen
en faxen en telefoontjes ontvangen, terwijl
het LCD-scherm uitstaat.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Uitschakelklok
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om 1 Min, 2 Min.,
3 Min., 5 Min., 10 Min., 30 Min.
of Uit te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Wanneer het scherm uitstaat, kunt u dit
weer aanzetten door op een willekeurige
toets te drukken.
Algemene instellingen
29
3
De achtergrond instellen 3
U kunt het beeld gebruikt voor de
achtergrond van het LCD-scherm wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Wallpaper te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om een achtergrond te
selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
30
4
Verzendslot (alleen
MFC-440CN)
4
Met het verzendslot voorkomt u dat
onbevoegden toegang krijgen tot de
machine. U kunt geen uitgestelde faxen of
pollingtaken plannen. Eerder geplande
uitgestelde faxen worden echter wel
verzonden, ook al activeert u het verzendslot.
De documenten gaan dus niet verloren.
Wanneer Verzendslot op Aan staat, zijn de
volgende functies beschikbaar:
Fax ontvangen
Fax doorzenden (als Fax Doorzenden
reeds stond op Aan)
Afstandsbediening (als Fax Opslaan
reeds stond op Aan)
PC-Fax ontvangen (als PC-Fax
Ontvangen reeds Aan stond)
Wanneer Verzendslot Aan is, zijn de
volgende functies NIET beschikbaar:
Fax verzenden
Kopiëren
Afdrukken vanaf de PC
Scannen
PhotoCapture
Opmerking
Als u het wachtwoord voor het verzendslot
bent vergeten, neemt u contact op met de
Brother dealer voor service.
Het wachtwoord voor het
verzendslot instellen en wijzigen
4
Opmerking
Als u het wachtwoord reeds hebt
ingesteld, hoeft u dit niet opnieuw in te
stellen.
Het wachtwoord instellen 4
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Diversen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Verzendslot te
selecteren.
Druk op OK.
e Toets een viercijferig nummer in voor
het wachtwoord.
Druk op OK.
f Als op het LCD-scherm Nogmaals:
verschijnt, voert u het wachtwoord
opnieuw in.
Druk op OK.
g Druk op Stop/Eindigen.
Beveiligingsfuncties 4
Beveiligingsfuncties
31
4
Het wachtwoord voor het verzendslot
wijzigen 4
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Diversen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Verzendslot te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Wachtwoord te
selecteren.
Druk op OK.
f Toets een viercijferig nummer als
wachtwoord in.
Druk op OK.
g Voor een viercijferig nummer als nieuw
wachtwoord in.
Druk op OK.
h Als op het LCD-scherm Nogmaals:
verschijnt, voert u het wachtwoord
opnieuw in.
Druk op OK.
i Druk op Stop/Eindigen.
Verzendslot aan-/uitzetten 4
Verzendslot inschakelen 4
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Diversen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Verzendslot te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Verzendslot Aan
te selecteren.
Druk op OK.
f Voer het viercijferige wachtwoord in.
Druk op OK.
De machine gaat offline en het LCD-
scherm toont Verzendslot Mode.
Verzendslot uitschakelen 4
a Druk op Menu.
b Voer het viercijferige wachtwoord in.
Druk op OK.
Verzendslot wordt automatisch
uitgeschakeld.
Opmerking
Als u een verkeerd wachtwoord invoert,
geeft het LCD-scherm
Fout wachtwoord weer en blijft de
machine offline. De machine blijft in de
stand verzendslot tot het correcte
wachtwoord is ingevoerd.
Hoofdstuk 4
32
Geheugenbeveiliging
(alleen MFC-660CN en
MFC-845CW)
4
Met geheugenbeveiliging voorkomt u dat
onbevoegden toegang krijgen tot de
machine. U kunt geen uitgestelde faxen of
pollingtaken plannen. Voordien geplande
uitgestelde faxen worden echter wel
verzonden ook al activeert u de
geheugenbeveiliging. De documenten gaan
dus niet verloren.
Wanneer de geheugenbeveiliging aanstaat,
zijn de volgende opties beschikbaar:
Fax ontvangen in het geheugen
(afhankelijk van het beschikbare
geheugen)
Fax doorzenden (als Fax Doorzenden
reeds stond op Aan)
Afstandsbediening (als Fax Opslaan
reeds stond op Aan)
Draadloze hoorn (alleen MFC-845CW)
Telefoongesprek beginnen
Telefoongesprek ontvangen
Nummerweergave (met betaald
abonnement)
Wanneer de geheugenbeveiliging aanstaat,
zijn de volgende opties NIET beschikbaar:
Printen ontvangen faxen
Fax verzenden
Kopiëren
Afdrukken vanaf de PC
Scannen
PhotoCapture
PC-Fax ontvangen
Draadloze hoorn (alleen MFC-845CW)
Intercom
Een telefoontje overzetten
Draadloze telefoons registreren
Opmerking
Om faxen in het geheugen af te drukken,
zet u de geheugenbeveiliging uit.
U dient PC-Fax Ontvangen uit te
schakelen voordat u de
geheugenbeveiliging kunt aanzetten. (Zie
De geavanceerde functies uitschakelen
op pagina 77.)
Wanneer u uw wachtwoord bent vergeten,
neemt u contact op met de Brother-dealer.
Het wachtwoord voor
geheugenbeveiliging
instellen en wijzigen 4
Opmerking
Als u het wachtwoord reeds hebt
ingesteld, hoeft u dit niet opnieuw in te
stellen.
De eerste keer het wachtwoord
instellen 4
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Diversen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Beveiligd geh.
te selecteren.
Druk op OK.
e Toets een viercijferig nummer in voor
het wachtwoord.
Druk op OK.
f Als op het LCD-scherm Nogmaals:
verschijnt, voert u het wachtwoord
opnieuw in.
Druk op OK.
g Druk op Stop/Eindigen.
Beveiligingsfuncties
33
4
Het wachtwoord voor
geheugenbeveiliging wijzigen 4
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Diversen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Beveiligd geh.
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Wachtwoord te
selecteren.
Druk op OK.
f Toets het huidige wachtwoord in (vier
cijfers).
Druk op OK.
g Voor een viercijferig nummer als nieuw
wachtwoord in.
Druk op OK.
h Als op het LCD-scherm Nogmaals:
verschijnt, voert u het nieuwe
wachtwoord opnieuw in.
Druk op OK.
i Druk op Stop/Eindigen.
De geheugenbeveiliging
aan-/uitzetten 4
De geheugenbeveiliging aanzetten 4
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Diversen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Beveiligd geh.
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om
Stel beveilig in te selecteren.
Druk op OK.
f Voer het viercijferige wachtwoord in.
Druk op OK.
De machine gaat offline en het
LCD-scherm toont
Beveiligingsmode.
Opmerking
In geval van een stroomstoring blijven de
gegevens in het geheugen max. 24 dagen
bewaard.
De geheugenbeveiliging uitzetten 4
a Druk op Menu.
b Voer het viercijferige wachtwoord in.
Druk op OK.
Geheugenbeveiliging wordt
automatisch uitgeschakeld.
Opmerking
Als u een verkeerd wachtwoord invoert,
geeft het LCD-scherm
Fout wachtwoord weer en blijft de
machine offline. De machine blijft in
beveiligde modus tot het correcte
wachtwoord is ingevoerd.
Hoofdstuk 4
34
Paragraaf II
Fax II
Een fax verzenden 36
Een fax ontvangen 44
Telefoon en externe apparaten 50
Nummers kiezen en opslaan 59
Digitaal ANTW.APP.
(alleen MFC-660CN en MFC-845CW)
68
Geavanceerde functies voor het faxen
(alleen monochroom)
73
Rapporten afdrukken 83
Pollen 85
36
5
Faxmodus instellen 5
Als u een fax wilt versturen, of instellingen
voor het verzenden en ontvangen ervan wilt
wijzigen, drukt u op de (Fax) toets;
deze wordt groen.
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
Druk op a of b om door Fax-opties te
bladeren. Sommige functies zijn alleen
beschikbaar voor het verzenden van
monochrome faxen.
Faxresolutie (Zie pagina 40.)
Contrast (Zie pagina 40.)
Snelkies (Zie pagina 59.)
Uitgaand gesprek (Zie pagina 60.)
Overz. beller-ID (alleen
MFC-660CN en MFC-845CW) (Zie
pagina 61.)
Rondsturen (Zie pagina 38.)
Tijdklok (Zie pagina 41.)
Verzamelen (Zie pagina 42.)
Direct Verzend (Zie pagina 41.)
Verzend Pollen (Zie pagina 87.)
Ontvang Pollen (Zie pagina 85.)
Internationaal (Zie pagina 41.)
Afmeting scan (Zie pagina 37.)
Nieuwe standaard (Zie pagina 42.)
Fabrieksinstell. (Zie pagina 43.)
Wanneer de gewenste optie oplicht, drukt u
op OK.
Faxen verzenden vanaf de
ADF 5
a Druk op (Fax).
b Plaats het document met de bedrukte
zijde naar beneden in de ADF.
c Toets het gewenste faxnummer in. U
kunt hiervoor de kiestoetsen of de
snelkiestoetsen gebruiken, of u kunt het
nummer zoeken.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
De machine begint het document te
scannen.
Opmerking
Druk op Stop/Eindigen om te annuleren.
Als het geheugen vol is, wordt het
faxbericht onmiddellijk verzonden.
Een fax verzenden 5
09012345689
FAX
Fax start
druk op
FaxresolutieStandaard
AutoContrast
Snelkies
Uitgaand gesprek
Een fax verzenden
37
5
Faxen via de glasplaat 5
U kunt de glasplaat gebruiken om pagina
'
s van
een boek door te faxen. U kunt documenten
van max. Letter of A4-formaat gebruiken.
Bij kleuren-faxen kunt u niet meer dan één
pagina per keer verzenden.
Opmerking
Aangezien u slechts één pagina tegelijk
kunt scannen, is het eenvoudiger om de
ADF te gebruiken als u een document van
meerdere pagina's verzendt.
a Druk op (Fax).
b Leg uw document met de bedrukte zijde
naar beneden op de glasplaat.
c Toets het gewenste faxnummer in. U
kunt hiervoor de kiestoetsen of de
snelkiestoetsen gebruiken, of u kunt het
nummer zoeken.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Als u op Mono Start drukt, begint de
machine de eerste pagina te
scannen. Ga naar stap e.
Als u op Kleur Start drukt, begint de
machine met verzenden.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u slechts één pagina wilt
verzenden, drukt u op 2 om Nee te
kiezen (of nogmaals op Mono Start).
De machine begint het document te
verzenden.
Als u meer dan een pagina wilt
verzenden, drukt u op 1 om Ja te
kiezen en gaat u naar stap f.
f Leg de volgende pagina op de
glasplaat.
Druk op OK.
De machine begint de pagina te
scannen. (Herhaal stap e en f voor
elke volgende pagina.)
Opmerking
Als het geheugen vol is en u slechts één
pagina verzendt, wordt deze direct
verzonden.
Documenten in Letter-formaat
verzenden via de glasplaat 5
Voor documenten van het formaat Letter, moet
u de scangrootte op Letter instellen. Als u dit
niet doet, gaat de zijkant van de faxen verloren.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Afmeting scan te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Letter te
selecteren.
Druk op OK.
Opmerking
U kunt de instelling die u het vaakst
gebruikt opslaan door deze als standaard
in te stellen. (Zie pagina 42.)
Een fax in kleur verzenden 5
Uw machine kan een fax in kleur verzenden
naar machines die deze functie ondersteunen.
Faxen in kleur kunnen niet in het geheugen
worden opgeslagen. Als u een fax in kleur
verzendt, wordt deze direct verzonden (zelfs
wanneer
Direct Verzend
is ingesteld op
Uit
).
Een actieve fax annuleren 5
Als u een fax wilt annuleren terwijl de
machine aan het scannen, kiezen of
verzenden is, drukt u op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 5
38
Groepsverzenden
(alleen monochroom) 5
Een groepsverzending is het automatisch
verzenden van één faxbericht naar meerdere
faxnummers. U kunt een fax tegelijkertijd
naar groepen, snelkiesnummers en
maximaal 50 met de hand gekozen nummers
sturen.
Na voltooiing van de groepsverzending wordt
een verzendrapport afgedrukt.
a Druk op (Fax).
b Uw document laden.
c Druk op a of b om Rondsturen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om
Nummer toevoegen te selecteren.
Druk op OK.
e Voer het gewenste nummer in. U kunt
een snelkiesnummer of een
groepsnummer gebruiken, of het op het
bedieningspaneel invoeren.
Druk op OK.
f Herhaal stappen d en e om meer
faxnummers in te voeren, en druk dan
op a of b om Compleet te kiezen.
Druk op OK.
g Druk op Mono Start.
Opmerking
Als u geen locaties voor groepsnummers
hebt gebruikt, kunt u naar maximaal 210
(MFC-440CN en MFC-660CN) of 250
(MFC-845CW) verschillende nummers
faxen.
Hoeveel geheugen er beschikbaar is,
hangt af van het type taken die in het
geheugen zijn opgeslagen en van het
aantal nummers waarnaar u de fax
verzendt. Als u de fax naar het maximale
aantal nummers probeert te verzenden,
kunt u de tweevoudige werking en
uitgesteld faxen niet gebruiken.
Als het geheugen vol is, drukt u op
Stop/Eindigen om de opdracht af te
breken. Als al meer dan een pagina werd
gescand, drukt u op Mono Start om het
gedeelte dat in het geheugen zit, te
verzenden.
Een fax verzenden
39
5
Een actieve
groepsverzending annuleren 5
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Rest. jobs te
selecteren.
Druk op OK.
Op het LCD-scherm verschijnen het
faxnummer dat wordt gekozen en het
taaknummer van de groepsverzending.
d Druk op OK.
Op het LCD-scherm verschijnt het
volgende bericht:
Taak annuleren?
Jaidruk op 1
Neeidruk op 2
e Druk op 1 om het nummer dat wordt
gekozen te wissen.
Het LCD-scherm toont het taaknummer
van de groepsverzending.
f Druk op OK.
Op het LCD-scherm verschijnt het
volgende bericht:
Taak annuleren?
Jaidruk op 1
Neeidruk op 2
g Druk op 1 om de groepsverzending te
annuleren.
h Druk op Stop/Eindigen.
Aanvullende
verzendopties 5
Faxen met meer instellingen
verzenden 5
Wanneer u een fax gaat verzenden, kunt u
een combinatie van deze instellingen kiezen:
resolutie, contrast, internationale modus,
timer voor uitgestelde faxen, pollen en directe
verzending.
a Druk op (Fax).
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
b Selecteer met a of b de instellingen die
u wilt veranderen.
Druk op OK.
c Nadat elke instelling is aanvaard, kunt u
nog meer instellingen veranderen.
Opmerking
De meeste instellingen zijn tijdelijk en de
machine herstelt de standaardinstellingen
nadat u een fax hebt verzonden.
U kunt bepaalde instellingen die u het
vaakst gebruikt opslaan door ze als
standaard in te stellen. Deze instellingen
blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
(Zie Uw wijzigingen als nieuwe standaard
instellen op pagina 42.)
09012345689
FAX
Fax start
druk op
FaxresolutieStandaard
AutoContrast
Snelkies
Uitgaand gesprek
Hoofdstuk 5
40
Contrast 5
Als uw document erg licht of erg donker is,
wilt u het contrast wellicht wijzigen. Voor de
meeste documenten kan de fabrieksinstelling
Automatisch worden gebruikt. Het
apparaat selecteert dan automatisch het
geschikte contrast voor uw document.
Gebruik Licht wanneer u een licht document
verzendt.
Gebruik Donker wanneer u een donker
document verzendt.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Contrast te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Automatisch,
Licht of Donker te selecteren.
Druk op OK.
Opmerking
Ook als u Licht of Donker hebt
gekozen, zal de machine de fax
verzenden met de instelling
Automatisch in alle volgende gevallen:
Wanneer u een kleuren fax verzendt.
Wanneer u Foto kiest als faxresolutie.
Faxresolutie wijzigen 5
De kwaliteit van een fax kan worden
verbeterd door de faxresolutie te wijzigen.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Faxresolutie te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om de gewenste
resolutie te selecteren.
Druk op OK.
Opmerking
U kunt vier verschillende instellingen
kiezen voor de resolutie van monochrome
faxen en twee voor kleuren.
Als u Superfijn of Foto selecteert en
vervolgens de Kleur Start-toets gebruikt
om een fax te verzenden, verzendt de
machine de fax met de instelling Fijn.
Tweevoudige werking
(alleen monochroom) 5
U kunt een nummer kiezen en de fax in het
geheugen inlezen––zelfs wanneer de
machine een fax vanuit het geheugen
verzendt, faxen ontvangt of gegevens vanuit
de PC afdrukt. Het LCD-scherm toont het
nieuwe taaknummer en het beschikbare
geheugen.
Monochroom
Standaard Geschikt voor de meeste
getypte documenten.
Fijn Geschikt voor documenten
met een klein lettertype. De
transmissiesnelheid is iets
lager dan bij de
standaardresolutie.
Superfijn Geschikt voor kleine lettertjes
of artwork. De
transmissiesnelheid is lager
dan bij de fijne resolutie.
Foto Te gebruiken wanneer het
document verschillende tinten
grijs bevat of een foto is.
Hiermee verzenden duurt het
langst.
Kleur
Standaard Geschikt voor de meeste
getypte documenten.
Fijn Gebruiken wanneer het
document een foto is. De
transmissiesnelheid is lager
dan bij de standaardresolutie.
Een fax verzenden
41
5
Hoeveel pagina's u in het geheugen kunt
inlezen, is afhankelijk van de gegevens die
erop zijn afgedrukt.
Opmerking
Wanneer het bericht Geheugen vol
verschijnt, terwijl u bezig bent met het
scannen van documenten, drukt u op
Stop/Eindigen om te annuleren of op
Mono Start om de gescande pagina's te
verzenden.
Direct verzenden 5
Als u een fax gaat verzenden, zal de machine
de documenten eerst in het geheugen
scannen alvorens deze te verzenden.
Vervolgens, zodra de telefoonlijn vrij is,
begint de machine met kiezen en verzenden.
Als het geheugen vol is, zal de machine het
document direct verzenden (zelfs als
Direct Verzend is ingesteld op Uit).
Soms wilt u een belangrijk document
onmiddellijk verzenden, zonder te wachten
totdat het vanuit het geheugen wordt
verzonden. U kunt dan Direct Verzend
inschakelen.
Om een document onmiddellijk te verzenden,
zonder te wachten op Verzenden vanuit het
geheugen, zet u Direct Verzend op Aan.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Direct Verzend
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Aan te selecteren.
Druk op OK.
Opmerking
Bij direct verzenden werkt de functie voor
opnieuw kiezen niet wanneer u de
glasplaat gebruikt.
Als u een fax in kleur verzendt, wordt deze
direct verzonden (ook wanneer
Direct Verzend op Uit staat).
Internationale modus 5
Als u problemen hebt met het internationaal
verzenden van een fax, bijvoorbeeld
vanwege ruis op de lijn, raden wij u aan om
de internationale modus te activeren. Nadat u
een fax in deze modus hebt verzonden, wordt
deze functie vanzelf weer uitgeschakeld.
a Druk op (Fax).
b Uw document laden.
c Druk op a of b om Internationaal
te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
Uitgesteld faxen
(alleen monochroom) 5
Tijdens de dag kunt u max. 50 faxen in het
geheugen opslaan om ze binnen 24 uur te
verzenden. Deze faxen zullen verzonden
worden op het tijdstip van de dag dat u invoert
in stap e.
a Druk op (Fax).
b Uw document laden.
c Druk op a of b om Tijdklok te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Aan te selecteren.
Druk op OK.
e Voer in om hoe laat de fax moet worden
verzonden (in 24-uursformaat).
(Bijvoorbeeld, voer 19:45 in voor 7:45 PM.)
Druk op OK.
Hoofdstuk 5
42
Opmerking
Het aantal pagina's dat u in het geheugen
kunt inlezen, is afhankelijk van de
gegevens die op elke pagina zijn afgedrukt.
Uitgestelde
groepsverzending
(alleen monochroom) 5
Alvorens de uitgestelde faxen te verzenden,
zal uw machine u helpen met besparen door
alle faxen in het geheugen op bestemming en
geprogrammeerde tijd te sorteren. Alle
uitgestelde faxen die geprogrammeerd zijn
om op hetzelfde tijdstip naar hetzelfde
faxnummer te worden verzonden, worden als
één fax verzonden om transmissietijd te
besparen.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Verzamelen te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Aan te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Het controleren en annuleren
van taken in de wachtrij 5
U kunt controleren welke taken in het
geheugen nog op verzending wachten en
een taak annuleren. (Als er geen taken zijn,
wordt de melding Geen opdrachten op het
LCD-scherm weergegeven.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Rest. jobs te
selecteren.
Druk op OK.
De taken in de wachtrij verschijnen op
het LCD-scherm.
d Druk op a of b om door de taken te
bladeren en kies de taak die u wilt
annuleren.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voor annuleren drukt u op 1 voor Ja.
Om nog een taak te annuleren, gaat
u naar stap d.
Om af te sluiten zonder annuleren,
kiest u 2 voor Nee.
f Druk op Stop/Eindigen wanneer u klaar
bent.
Uw wijzigingen als nieuwe
standaard instellen 5
U kunt de instellingen voor Faxresolutie,
Contrast, Direct Verzend en
Afmeting scan die u het vaakst gebruikt
opslaan door ze als standaard in te stellen.
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om uw nieuwe instelling
te selecteren.
Druk op OK.
Herhaal deze stap voor iedere instelling
die u wilt wijzigen.
c Na het wijzigen van de laatste instelling,
drukt u op a of b om
Nieuwe standaard te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op 1 om Ja te selecteren.
e Druk op Stop/Eindigen.
Een fax verzenden
43
5
Stelt alle instellingen terug in
op de fabrieksinstellingen 5
U kunt alle door u gewijzigde instellingen
terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om
Fabrieksinstell. te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op 1 om Ja te selecteren.
d Druk op Stop/Eindigen.
Een fax handmatig verzenden5
Als u handmatig een fax gaat verzenden,
hoort u de kiestoon, de beltonen en de
faxontvangsttonen.
a Druk op (Fax).
b Uw document laden.
c Om op een kiestoon te wachten, één
van de volgende handelingen
verrichten:
(MFC-440CN) Neem de hoorn van
een extern toestel op.
(MFC-660CN) Druk op Luidspreker
of neem de hoorn op.
(MFC-845CW) Druk op Luidspreker
op de machine of druk op
op de draadloze
telefoon.
d Kies het faxnummer.
e Zodra u de faxtoon hoort, drukt u op
Mono Start of Kleur Start op de
machine.
Bij gebruik van de glasplaat, drukt u op
1 op de machine om een fax te
verzenden.
f Wanneer u de hoorn hebt opgenomen,
leg deze dan neer.
Een fax verzenden op het eind
van een gesprek (alleen
MFC-660CN en MFC-845CW) 5
Aan het einde van een gesprek kunt u de
andere partij een fax sturen voordat u beiden
ophangt.
a Vraag de andere partij te wachten op de
faxtonen, dan op de toets Start of
Zenden te drukken en daarna pas op te
hangen.
b Druk op (Fax).
c Uw document laden.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Als u de glasplaat gebruikt, drukt u
op 1 om een fax te versturen.
e Leg de hoorn weer op de haak.
De melding geheugen vol 5
Als u tijdens het scannen van de eerste pagina
van een fax de melding Geheugen vol ziet,
moet u op Stop/Eindigen drukken om de fax
te annuleren.
Als de melding Geheugen vol wordt
weergegeven tijdens het scannen van een
volgende pagina, kunt u ofwel op Mono Start
drukken om de gescande pagina's te zenden,
of op Stop/Eindigen om de handeling te
annuleren.
Opmerking
Als de melding Geheugen vol wordt
weergegeven tijdens het faxen en u de in
het geheugen opgeslagen faxen niet wilt
wissen om geheugen vrij te maken, kunt u
de fax direct verzenden. (Zie Direct
verzenden op pagina 41.)
44
6
Ontvangststanden 6
U dient een ontvangststand te kiezen afhankelijk van de externe apparaten en telefoondiensten
die op uw lijn aanwezig zijn.
De ontvangstmodus kiezen 6
Standaard ontvangt uw machine automatisch alle faxen die er naartoe verzonden worden. Met
behulp van onderstaande afbeelding kunt u de juiste stand kiezen.
Voor meer informatie over de ontvangststanden, zie pagina 45.
MFC-440CN
6
MFC-660CN en MFC-845CW 6
Een fax ontvangen 6
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een
extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de
machine?
Ja
Alleen Fax
Nee
Nee
Nee
Handmatig
Ja
Telefoon/Beantw.
Fax/Telefoon
Gebruikt u de functie voor voicemail van een
extern antwoordapparaat?
Wilt u dat de machine faxoproepen en
telefoongesprekken automatisch opneemt?
Ja
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een
extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de
machine?
Ja
Alleen Fax
Nee
Ja Nee
Nee
Handmatig
Ja
Fax/Telefoon
Gebruikt u de functie voor voicemail van een extern
antwoordapparaat?
Wilt u dat de machine faxoproepen en
telefoongesprekken automatisch opneemt?
Gebruikt u het ingebouwde Digitaal ANTW.APP.?
Zie Digitaal ANTW.APP.
Nee
Ja
* Wij raden u aan Fax Waarnemen op Aan te zetten.
Handmatig*
Een fax ontvangen
45
6
Volg onderstaande instructies om een
ontvangststand in te stellen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Stand.instel. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmodus
te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Alleen Fax,
Fax/Telefoon, Telefoon/Beantw.
(alleen MFC-440CN) of Handmatig te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Op het LCD-scherm wordt de huidige
ontvangststand weergegeven.
Ontvangststanden
gebruiken
6
Sommige ontvangststanden antwoorden
automatisch (Alleen Fax en
Fax/Telefoon). Misschien wilt u de
belvertraging wijzigen alvorens deze standen
te gebruiken. Zie hiervoor Belvertraging op
pagina 46.
Alleen fax 6
In de stand Alleen fax wordt elke oproep
automatisch beantwoord. Als de oproep een
fax is, ontvangt de machine die.
Fax/Tel 6
De stand Fax/Tel helpt u om automatisch
inkomende oproepen af te handelen, doordat
wordt herkend of het een fax of een
telefoongesprek betreft, en deze op één van
de volgende manieren worden afgehandeld:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Een telefoongesprek activeert het F/T-
belsignaal om aan te geven dat u de
oproep moet aannemen. Het F/T-
belsignaal is een snel dubbel belsignaal
afkomstig van uw machine.
Zie ook F/T-Beltijd (alleen in Fax/Tel-modus)
op pagina 47 en Belvertraging op pagina 46.
Handmatig 6
De handmatige stand schakelt alle
automatische antwoordfuncties uit, tenzij u
een extern ANTW.APP. gebruikt met de
MFC-660CN of MFC-845CW.
Om een fax te ontvangen in de handmatige
stand, drukt u op Mono Start of Kleur Start
wanneer u faxtonen hoort (korte herhaalde
piepjes). U kunt ook de functie Fax
waarnemen gebruiken om faxen te
ontvangen door de hoorn op te nemen van
een toestel op dezelfde lijn als die van de
machine.
Zie ook Fax waarnemen op pagina 47.
ANTW.APP. (alleen
MFC-660CN en MFC-845CW) 6
Het antwoordapparaat helpt u om
automatisch inkomende oproepen af te
handelen, doordat wordt herkend of het een
fax of een telefoongesprek betreft, en deze
op één van de volgende manieren worden
afgehandeld:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Een beller kan een bericht inspreken.
Hoofdstuk 6
46
Om de modus ANTW.APP. in te stellen, zie
pagina 68.
Extern antwoordapparaat
(alleen MFC-440CN) 6
In de stand Extern ANTW.APP handelt een
extern antwoordapparaat uw inkomende
oproepen af. Inkomende oproepen kunnen
op één van de volgende manieren worden
afgehandeld:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Bellers kunnen een bericht inspreken op
het externe ANTW.APP.
Voor meer informatie, zie Een extern
ANTW.APP. (antwoordapparaat) aansluiten
op pagina 55.
Instellingen
ontvangststand 6
Belvertraging 6
Deze functie bepaalt hoe vaak de bel van de
machine overgaat voordat de oproep wordt
beantwoord in de stand Alleen Fax of
Fax/Telefoon. Als u externe of tweede
toestellen op dezelfde lijn als de machine
gebruikt, kiest u het maximum aantal
belsignalen.
(Zie Werken met een tweede toestel op
pagina 57 en Fax waarnemen op pagina 47.)
Als de bespaarstand Aan is, heeft de
instelling voor de belvertraging geen invloed.
Zie Toll Saver (bespaarstand voor
telefoonkosten) instellen op pagina 71.
(alleen MFC-660CN en MFC-845CW)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Bel Vertraging
te selecteren.
Druk op OK.
e (alleen MFC-660CN en MFC-845CW)
Druk op a of b om Bel Vertraging
te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op a of b om te selecteren hoe
vaak de bel moet overgaan voordat de
machine opneemt (0-6).
Druk op OK.
Als u 0 kiest, volgt er helemaal geen
belsignaal.
g Druk op Stop/Eindigen.
Als de ANTW.APP.-stand is
ingeschakeld, heeft deze stand
voorrang op de door u ingestelde
Ontvangstmodus. Op het scherm
verschijnt Ant.
Als de ANTW.APP.-stand is
uitgeschakeld, wordt de eerder door
u ingestelde Ontvangstmodus
opnieuw geactiveerd. (Zie
ANTW.APP.-modus voor intern
antwoordapparaat op pagina 68.)
Een fax ontvangen
47
6
F/T-Beltijd
(alleen in Fax/Tel-modus) 6
Als u de Ontvangstmodus instelt op
Fax/Telefoon, dient u te specificeren hoe
lang de machine met een dubbele bel moet
overgaan om u te laten weten dat u een
telefoongesprek moet aannemen. Als het een
fax is, zal de machine de fax ontvangen.
Dit dubbel belsignaal hoort u na het eerste
signaal van het telefoonbedrijf. Alleen de bel
van de machine gaat over, de andere
toestellen op dezelfde lijn gaan met het
dubbele belsignaal over. U kunt het
telefoontje echter op alle toestellen
beantwoorden.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om F/T Beltijd te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om te kiezen hoe lang
(20, 30, 40 of 70 seconden) de bel van
de machine moet overgaan om u op een
gewoon telefoongesprek te attenderen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Zelfs als de beller tijdens het dubbele
belsignaal ophangt, zal de machine dit
signaal aanhouden voor het aantal
ingestelde seconden.
Fax waarnemen 6
Als Fax Waarnemen op Aan staat: 6
De machine ontvangt faxberichten
automatisch, ook al beantwoordt u het
telefoontje. Zodra op het LCD-scherm
Ontvangst wordt weergegeven of wanneer
u “tjirpende geluiden” hoort via de hoorn die u
gebruikt, legt u gewoon de hoorn op de haak.
Uw machine doet de rest.
Als Fax Waarnemen op Half staat:
(alleen MFC-660CN en MFC-845CW) 6
De machine ontvangt een faxbericht alleen
automatisch, als u de oproep beantwoord
hebt met de hoorn van de machine, de
draadloze telefoon of luidspreker. Als u een
oproep beantwoord hebt vanaf een tweede
toestel, drukt u op l 5 1. (Zie Werken met
een tweede toestel op pagina 57.)
Als Fax Waarnemen op Uit staat: 6
Wanneer u bij de machine in de buurt bent en
een faxoproep beantwoordt door de hoorn op
te tillen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start, en drukt u vervolgens op 2 om
de fax te ontvangen.
Als u een oproep beantwoord hebt vanaf een
tweede toestel, drukt u op l 5 1. (Zie Werken
met een tweede toestel op pagina 57.)
Hoofdstuk 6
48
Opmerking
Als deze functie is ingesteld op Aan, maar
uw machine neemt de faxoproep niet over
wanneer u de hoorn van een tweede of
extern toestel opneemt, moet u de
faxontvangstcode intoetsen l 5 1.
Als u faxen verzendt vanaf een computer
op dezelfde telefoonlijn en de machine
onderschept de faxen, dan moet u Fax
Waarnemen op Uit instellen.
(MFC-845CW) Als u de draadloze
telefoon meestal niet in de buurt van de
machine bewaart, adviseren wij u Fax
Waarnemen aan te zetten. Als Fax
Waarnemen is uitgeschakeld en u een
faxoproep beantwoordt, moet u naar de
machine gaan en drukken op Mono Start
of Kleur Start.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Fax Waarnemen te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Aan, Half (of Uit)
te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Aanvullende
ontvangsthandelingen 6
Een verkleinde afdruk van een
inkomend document maken 6
Als u Aan kiest, verkleint de machine
automatisch een binnenkomende fax zodat
deze op een pagina van het formaat A4,
Letter, of Legal past. De machine berekent
het verkleiningspercentage aan de hand van
het papierformaat van de fax en uw instelling
voor papierformaat (zie Papierformaat op
pagina 25).
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Auto reductie te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Faxen in het geheugen
ontvangen
(alleen monochroom) 6
Als de papierlade leeg raakt tijdens de
ontvangst van faxberichten, verschijnt op het
scherm Papier nazien; plaats a.u.b.
papier in de papierlade. (Zie Papier en
andere media laden op pagina 16.) Als u
geen papier in de papierlade kunt plaatsen,
gebeurt het volgende:
Een fax ontvangen
49
6
Als Geheugen ontv. op Aan staat: 6
De machine gaat door met het ontvangen van
de fax en de overige pagina's worden in het
geheugen opgeslagen, als er voldoende
geheugen beschikbaar is. Verdere
inkomende faxen worden ook in het
geheugen opgeslagen totdat het geheugen
vol is. Wanneer het geheugen vol is, houdt de
machine automatisch op met het
beantwoorden van oproepen. Om de faxen af
te drukken, vult u de lade met papier.
Als Geheugen ontv. op Uit staat: 6
De machine gaat door met het ontvangen van
de fax en de overige pagina's worden in het
geheugen opgeslagen, als er voldoende
geheugen beschikbaar is. De machine stopt
vervolgens met het automatisch
beantwoorden van oproepen, totdat er papier
in de papierlade is geplaatst. Om de laatste
fax die u hebt ontvangen af te drukken, vult u
de lade met papier.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Geheugen ontv.
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Een fax ontvangen op het eind
van een gesprek (alleen
MFC-660CN en MFC-845CW) 6
Aan het einde van een telefoongesprek kunt
u de andere partij vragen om u een faxbericht
te sturen voordat u beiden ophangt.
a Vraag de andere partij het document in
hun machine te plaatsen en op de toets
Start of Zenden te drukken.
b Wanneer u de faxtonen van de andere
machine hoort, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
c Druk op 2 om de fax te ontvangen.
d Leg de hoorn weer op de haak.
Een fax uit het geheugen
afdrukken 6
Als u Fax opslaan hebt geselecteerd, kunt u
nog altijd een fax uit het geheugen afdrukken
als u zich bij uw machine bevindt. (Zie Fax
opslaan op pagina 74.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om
Geavanc. Faxfuncties te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Print document
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Mono Start.
50
7
Werking als telefoon 7
Voor een telefoongesprek kunt u de hoorn,
de luidspreker, of een tweede of externe
telefoon gebruiken; door een nummmer
handmatig te kiezen, of uit de
snelkiesnummers.
Opmerking
Als u een MFC-845CW hebt, raadpleeg
dan ook de DECT™-
gebruikershandleiding voor de telefoon.
Telefoneren (alleen
MFC-660CN en MFC-845CW) 7
a Om een telefoongesprek te starten, één
van de volgende handelingen
verrichten:
U gebruikt de hoorn (alleen
MFC-660CN).
Druk op Luidspreker.
b Zodra u de kiestoon hoort, toetst u het
nummer in met de kiestoetsen,
snelkiezen of zoeken.
c Als u op Luidspreker hebt gedrukt,
moet u duidelijk naar de microfoon toe
spreken.
d Om op te hangen, één van de volgende
handelingen verrichten:
U plaatst de hoorn terug (alleen
MFC-660CN).
Druk op Luidspreker.
Een gesprek beantwoorden
via de luidspreker (alleen
MFC-660CN en MFC-845CW) 7
Wanneer de machine overgaat, drukt u op
Luidspreker in plaats van de hoorn op te
nemen. Spreek duidelijk en naar de
microfoon toe . Druk op Luidspreker om
het gesprek te beëindigen.
Opmerking
Als de verbinding slecht is, kan uw
gesprekspartner echo's horen tijdens het
gesprek. Als dit het geval is, gebruikt u
beter de hoorn, of hangt u op en probeert
het opnieuw.
Mute (alleen MFC-660CN en
MFC-845CW) 7
Voor MFC-660CN 7
a Druk op Wissen/Wacht om een
gesprek in de wachtstand te zetten.
U kunt de hoorn neerleggen zonder dat
de verbinding wordt verbroken.
b Neem de hoorn van de machine op of
druk op Luidspreker om het telefoontje
uit de wachtstand te halen.
Opmerking
U kunt een tweede toestel opnemen en
blijven spreken zonder het telefoontje uit
de wachtstand te halen op de machine.
Telefoon en externe apparaten 7
Telefoon en externe apparaten
51
7
Voor MFC-845CW 7
a Als u hebt geantwoord door te drukken
op Luidspreker op de machine, drukt u
op Wacht/Intercom op de machine om
een gesprek in de wachtstand te zetten.
b Om het gesprek uit de wachtstand te
halen, drukt u op Luidspreker op de
machine.
Opmerking
U kunt een tweede toestel opnemen en
blijven spreken zonder het telefoontje uit
de wachtstand te halen op de machine.
Toon of Puls 7
Wanneer u een pulsservice hebt, maar
toonsignalen moet verzenden (bijvoorbeeld
voor telefonisch bankieren), dient u
onderstaande instructies te volgen:
a Voor MFC-440CN: neem de hoorn van
het externe toestel op.
Voor MFC-660CN en MFC-845CW:
druk op Luidspreker.
b Druk op # op het bedieningspaneel van
de machine. Alle cijfers die hierna
worden gekozen, worden verzonden als
toonsignalen.
Wanneer u de hoorn op de haak legt, keert de
machine terug naar de pulsservice.
Fax/Tel-modus 7
Als de machine in de stand Fax/Tel staat,
wordt het dubbele belsignaal gebruikt om aan
te geven dat het een normaal telefoontje
betreft.
Als u zich bij de machine bevindt, kunt u om
te antwoorden de hoorn opnemen (alleen
MFC-660CN) of op Luidspreker (alleen
MFC-660CN en MFC-845CW) drukken.
(alleen MFC-440CN) Als u zich bij een extern
toestel bevindt, neemt u de hoorn van het
externe toestel op, en drukt u op
Telefoon/Intern om te antwoorden.
Als u zich bij een tweede toestel bevindt,
moet u de hoorn opnemen tijdens het
overgaan van de dubbele bel en tussen de
twee dubbele belsignalen in drukken op # 5 1.
Als niemand aan het toestel is of wanneer
iemand u een fax wilt zenden, stuurt u de
oproep terug naar de machine door te
drukken op l 5 1.
Fax/Tel-modus in de
energiebesparende stand 7
(Voor MFC-440CN)
Fax/Tel-modus werkt niet in de
energiebesparende stand. De machine zal
geen telefoontjes of faxen beantwoorden en
blijven rinkelen. Als u zich bij een extern of
tweede toestel bevindt, neem dan de hoorn
op om te praten. Als u faxtonen hoort, houd
dan de hoorn vast totdat Fax waarnemen uw
machine activeert. Als de andere partij zegt u
een fax te willen versturen, activeer dan de
machine door te drukken op l 5 1.
(Voor MFC-660CN en MFC-845CW)
Als de machine in de stand Fax/Tel staat en
het dubbele belsignaal u op een
telefoongesprek attendeert, kunt u alleen
antwoorden door de hoorn van de machine of
draadloze telefoon op te nemen.
Als u antwoordt voordat het dubbele
belsignaal overgaat, kunt u het gesprek ook
op een extern of tweede toestel opnemen.
Hoofdstuk 7
52
Telefoondiensten 7
Uw faxmachine ondersteunt abonnementen
voor nummerweergave, een dienst die
sommige telefoonbedrijven aanbieden.
Functies zoals Voicemail, Wisselgesprek,
Wisselgesprek/Nummerweergave,
antwoorddiensten, alarmsystemen of andere
speciale functies op één telefoonlijn, kunnen
problemen veroorzaken bij de werking van
uw machine.
Identificatie binnenkomende
gesprekken (alleen
MFC-660CN en MFC-845CW) 7
Met de functie Nummerweergave kunt u
gebruik maken van de dienst
Nummerweergave die door vele plaatselijke
telefoonbedrijven wordt aangeboden. Neem
voor meer informatie contact op met uw
telefoonbedrijf. Door gebruik te maken van
deze dienst, ziet u het telefoonnummer of,
indien beschikbaar, de naam van wie u
opbelt.
U kunt een nummer in het geheugen
gebruiken om een telefoongesprek te voeren,
een fax te verzenden, het aan
snelkiesnummers toe te voegen of uit het
geheugen te verwijderen. (Zie Geschiedenis
Nummerweergave (alleen MFC-660CN en
MFC-845CW) op pagina 61.)
Na enkele belsignalen verschijnt op het
scherm het telefoonnummer (en naam, indien
beschikbaar) van wie u opbelt. Zodra u een
telefoontje aanneemt, verdwijnt de informatie
betr. nummerweergave van het LCD-scherm,
maar blijven de oproepgegevens opgeslagen
in het geheugen voor nummerweergave.
Van het nummer (of de naam) worden de
eerste 15 tekens getoond.
Het bericht Nummer onbekend betekent
dat de oproep van buiten het gebied komt
dat door uw dienst Nummerweergave
wordt bedekt.
Het bericht Geheim nummer betekent dat
de beller met opzet de informatie
verborgen houdt.
U kunt de ontvangen informatie uit
Nummerweergave in een lijst afdrukken.
(Zie De lijst met Nummers afdrukken op
pagina 53.)
Opmerking
De dienst Nummerweergave is afhankelijk
van de dienstverlener. Neem contact op
met uw plaatselijk telefoonbedrijf voor
meer informatie over welke diensten er in
uw gebied beschikbaar zijn.
Nummerweergave Activeren 7
Als u Nummerweergave op uw lijn hebt, dient
u deze functie op Aan te zetten, zodat het
nummer van de beller op het LCD-scherm
wordt weergegeven wanneer de telefoon
gaat.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Diversen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Beller ID te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Telefoon en externe apparaten
53
7
De lijst Nummerweergave bekijken 7
Als Nummerweergave op Aan is gezet, wordt
informatie betreffende de laatste dertig
oproepen in de lijst Nummerweergave
opgeslagen. U kunt deze lijst bekijken of
afdrukken. Bij de eenendertigste oproep
wordt de informatie over de eerste oproep
door de nieuwe vervangen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Diversen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Beller ID te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om
Toon telefoonnrs te selecteren.
Druk op OK.
De lijst met nummerweergave verschijnt
op het LCD-scherm. Als er geen
nummers zijn opgeslagen, klinkt er een
waarschuwingstoon en wordt de
melding Geen Beller ID op het LCD-
scherm weergegeven.
f Druk op a of b om door het geheugen
voor nummerweergave te bladeren om
de gegevens betr. nummerweergave te
bekijken.
Het LCD-scherm toont het nummer van
de beller (of naam indien beschikbaar)
en de datum en tijd van het gesprek.
g Om de weergave te beëindigen, drukt u
op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt de lijst Nummerweergave ook
bekijken met (Fax). (Zie
Geschiedenis Nummerweergave (alleen
MFC-660CN en MFC-845CW) op
pagina 61.)
De lijst met Nummers afdrukken 7
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Diversen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Beller ID te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Print rapport te
selecteren.
Druk op OK.
Als er geen nummers zijn opgeslagen,
klinkt er een waarschuwingstoon en
wordt de melding Geen Beller ID op
het scherm weergegeven.
f Druk op Mono Start of Kleur Start.
g Druk na het afdrukken op
Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 7
54
Het Type telefoonlijn instellen7
Als u de machine aansluit op een lijn met PBX
of ISDN voor het verzenden en ontvangen
van faxen, moet u ook het type telefoonlijn
dienovereenkomstig wijzigen aan de hand
van de volgende stappen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Stand.instel. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Tel lijn inst te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om PBX, ISDN (of
Normaal) te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
PBX en DOORVERBINDEN 7
De machine is in eerste instantie ingesteld op
Normaal, om te worden aangesloten op een
standaard openbaar telefoonnetwerk
(PSTN). De meeste kantoren gebruiken
echter een centraal telefoonsysteem oftewel
een Private Branch Exchange (PBX). Uw
machine kan op de meeste PBX-
telefoonsystemen worden aangesloten. De
oproepfunctie van de machine ondersteunt
alleen TBR (Timed Break Recall). TBR werkt
met de meeste PBX-systemen, zodat u
toegang krijgt tot een buitenlijn of gesprekken
naar een andere lijn kunt doorverbinden. U
activeert deze functie door op
Telefoon/Intern of Intern te drukken.
Opmerking
U kunt een druk op de toetsen
Telefoon/Intern of Intern programmeren
als onderdeel van een nummer dat is
opgeslagen als snelkiesnummer. Hiervoor
drukt u tijdens het programmeren van het
snelkiesnummer eerst op
Telefoon/Intern of Intern (op het scherm
verschijnt ‘!’), en vervolgens toetst u het
telefoonnummer in. Als u dit doet, hoeft u
niet meer eerst op Telefoon/Intern of
Intern te drukken telkens als u een
Snelkiesnummer gebruikt. (Zie Nummers
opslaan op pagina 62.) Als PBX echter
niet is geselecteerd in de instelling van het
type telefoonlijn, kunt u geen
snelkiesnummer gebruiken waarin een
druk op Telefoon/Intern of Intern is
geprogrammeerd.
Telefoon en externe apparaten
55
7
Een extern ANTW.APP.
(antwoordapparaat)
aansluiten
7
U wilt misschien een extern
antwoordapparaat aansluiten. Als u echter
een extern antwoordapparaat aansluit op
dezelfde lijn als de machine, worden alle
gesprekken beantwoord door het
antwoordapparaat, en ‘luistert’ de machine
naar faxtonen. Als er faxtonen klinken, neemt
de machine de oproep over en wordt de fax
ontvangen. Als hij geen faxtonen hoort, laat
de machine het uitgaande bericht continu
afspelen door het ANTW.APP., zodat degene
die u belt een bericht kan inspreken.
Het ANTW.APP. moet binnen vier
belsignalen antwoorden (de aanbevolen
instelling is twee belsignalen). De machine
kan de faxtonen pas opvangen, als het
ANTW.APP. de oproep heeft beantwoord;
met vier belsignalen blijven er slechts 8 tot 10
seconden van faxtonen over voor de
aansluitbevestiging. Volg de instructies in dit
handboek voor het opnemen van uw
uitgaand bericht nauwkeurig op. Wij raden af
om op uw extern antwoordapparaat de
functie bespaarstand te gebruiken, als het
meer dan vijf keer overgaat.
Opmerking
Als niet al uw faxen worden ontvangen,
dient u de instelling belvertraging op uw
extern ANTW.APP. te verkorten.
1 ANTW.APP.
Als het ANTW.APP. een oproep
beantwoordt, verschijnt op het scherm
Telefoon (alleen MFC-440CN) of
Ext.tel in gebr. (alleen MFC-660CN
en MFC-845CW).
Onjuiste configuratie
U mag geen ANTW.APP. op een andere
plaats op dezelfde telefoonlijn aansluiten.
Aansluitingen 7
Het externe ANTW.APP. moet zijn
aangesloten zoals aangegeven in de vorige
afbeelding.
a Stel uw extern ANTW.APP. in op één of
twee belsignalen. (De instelling voor de
belvertraging van de machine is niet van
toepassing.)
b Het uitgaand bericht op uw extern
ANTW.APP. opnemen.
c Activeer het ANTW.APP.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
(Voor MFC-440CN)
Stel de ontvangstmodus in op
Telefoon/Beantw..
1
1
Hoofdstuk 7
56
(Voor MFC-660CN en MFC-845CW)
Stel de ontvangstmodus in op
Handmatig en activeer Fax
Waarnemen.
(Zie De ontvangstmodus kiezen op
pagina 44.)
Een uitgaand bericht op uw
antwoordapparaat opnemen 7
Tijdsplanning is van essentieel belang
wanneer u dit bericht opneemt. Het bericht
bepaalt de wijze waarop de handmatige en
automatische faxontvangst verloopt.
a Neem 5 seconden stilte op aan het
begin van uw bericht. (Dit geeft uw
machine de gelegenheid om bij
automatische faxtransmissies de
faxtonen te horen voordat deze
stoppen.)
b Wij adviseren u het bericht te beperken
tot 20 seconden.
Opmerking
Wij raden u aan om aan het begin van uw
uitgaand bericht eerst een stilte van 5
seconden op te nemen, omdat de
machine geen faxtonen kan horen over
een resonerende of luide stem. U kunt
proberen om deze pauze weg te laten,
maar als uw machine problemen heeft
met de ontvangst, dient u het uitgaand
bericht opnieuw op te nemen en deze
pauze in te lassen.
Aansluiting op meerdere
lijnen (PBX) 7
Wij raden u aan contact op te nemen met het
bedrijf dat uw PBX geïnstalleerd heeft om uw
machine aan te sluiten. Als u beschikt over
een systeem met meerdere lijnen, vraagt u
uw installateur dan om de machine op de
laatste lijn in het systeem aan te sluiten. Zo
voorkomt u dat de machine wordt geactiveerd
telkens wanneer er telefoongesprekken
worden ontvangen door het systeem. Als alle
inkomende telefoontjes door een telefonist(e)
worden beantwoord, adviseren wij u om de
ontvangststand in te stellen op Handmatig.
Wij kunnen niet garanderen niet dat uw
machine onder alle omstandigheden naar
behoren werkt bij aansluiting op een PBX.
Neem bij problemen met het verzenden of
ontvangen van faxen in eerste instantie
contact op met het bedrijf dat uw centrale
verzorgt.
Opmerking
Controleer dat het type telefoonlijn is
ingesteld op PBX. (Zie Het Type
telefoonlijn instellen op pagina 54.)
Telefoon en externe apparaten
57
7
Externe en tweede
toestellen 7
Een extern of tweede toestel
aansluiten 7
U kunt een apart toestel op uw machine
aansluiten, zoals in onderstaande afbeelding.
1 Tweede toestel
2 Extern toestel
Als u een extern of tweede toestel gebruikt,
verschijnt op het scherm Telefoon (alleen
MFC-440CN) of Ext.tel in gebr.
(alleen MFC-660CN en MFC-845CW).
Werken met een tweede
toestel 7
Als u een faxoproep aanneemt op een
tweede of op een extern toestel dat is
aangesloten op de juiste ingang op de
machine, kunt u de oproep door uw machine
laten ontvangen door de Faxontvangstcode
te gebruiken. Als u de faxontvangstcode
l 5 1 intoetst, zal de fax op de machine
worden ontvangen.
Als de machine een normaal telefoontje
aanneemt en het dubbele belsignaal geeft,
toetst u de Code # 5 1 voor het Aannemen
van de Telefoon in om het telefoontje op een
tweede toestel aan te nemen. (Zie F/T-Beltijd
(alleen in Fax/Tel-modus) op pagina 47.)
Als u een telefoontje aanneemt er is
niemand aan de lijn: 7
U dient dan aan te nemen dat het gaat om het
ontvangen van een handmatige fax.
Druk op l 5 1 en wacht tot u het tjirpende
geluid hoort of totdat het LCD-scherm
Ontvangst weergeeft, pas dan mag u
ophangen.
Opmerking
U kunt ook de functie Fax waarnemen
gebruiken om uw machine het telefoontje
automatisch te doen aannemen. (Zie Fax
waarnemen op pagina 47.)
Met een draadloos extern
telefoontoestel (alleen
MFC-440CN en MFC-660CN) 7
Als uw draadloze telefoon is aangesloten op
de telefoonlijn (zie Externe en tweede
toestellen op pagina 57.) en u de draadloze
telefoon meestal ergens anders hebt, is het
eenvoudiger telefoontjes tijdens de
belvertraging te beantwoorden.
Als u de machine eerst laat aannemen, moet
u naar de machine lopen en op
Telefoon/Intern of Luidspreker drukken om
het telefoontje op het draadloze toestel aan te
nemen.
1
2
Hoofdstuk 7
58
Codes voor
afstandsbediening gebruiken 7
Faxontvangstcode 7
Als u een faxoproep aanneemt op een
tweede toestel of op een extern toestel, kunt
u de oproep doorverbinden naar de machine
door het intoetsen van de faxontvangstcode
l 5 1. Wacht op de tjirpende geluiden en leg
vervolgens de hoorn op de haak. Zie Fax
waarnemen op pagina 47. Degene die u
opbelt moet op zijn of haar machine op Start
drukken om de fax te verzenden.
Code voor het aannemen van de
telefoon 7
Als u een normaal telefoontje ontvangt en de
machine in de stand F/T staat, wordt het
dubbele belsignaal gebruikt na de
aanvankelijke belvertraging. Als u het
telefoontje op een tweede toestel aanneemt,
kunt u het dubbele belsignaal uitschakelen
door te drukken op # 5 1 (zorg ervoor dat u
hierop drukt tussen de belsignalen in).
De codes voor afstandsbediening
wijzigen 7
Voor activeren op afstand, moeten de codes
hiervoor geactiveerd worden. De
voorgeprogrammeerde faxontvangstcode is
l 5 1. De voorgeprogrammeerde code voor
het aannemen van de telefoon is # 5 1. U kunt
deze desgewenst vervangen met uw eigen
codes.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Code Op Afst. te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
f Voer de nieuwe faxontvangstcode in.
Druk op OK.
g Voer de nieuwe code voor het
aannemen van de telefoon in.
Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als de verbinding steeds wordt verbroken
wanneer u probeert om op afstand
toegang te krijgen tot uw extern
ANTW.APP., is het raadzaam om de
faxontvangstcode en de code voor het
aannemen van de telefoon in een andere
driecijferige code te veranderen, met
gebruik van de nummers 0-9, l, #.
Het is mogelijk dat de codes voor
afstandsbediening met bepaalde
telefoonsystemen niet werken.
59
8
8
Nummers kiezen 8
Handmatig kiezen 8
Toets alle cijfers van het telefoon- of
faxnummer in.
Snelkiezen 8
a Druk op Zoeken/Snelkiezen.
MFC-440CN
8
MFC-660CN en MFC-845CW 8
U kunt ook Snelkies kiezen door op
(Fax) te drukken.
b Voer de twee cijfers van het
snelkiesnummer in. (Zie
Snelkiesnummers opslaan op
pagina 62.)
c Als u op die locatie twee nummers hebt,
drukt u op a of b om het gewenste
nummer te selecteren.
Druk op OK.
Opmerking
Wanneer het LCD-scherm
Niet toegewezen weergeeft wanneer u
een snelkiesnummer invoert, is er op deze
locatie geen nummer opgeslagen.
Zoeken 8
U kunt zoeken naar namen die in het
snelkiesgeheugen zijn opgeslagen.
a Druk op Zoeken/Snelkiezen.
U kunt ook Snelkies kiezen door op
(Fax) te drukken.
b Druk op a of b om
Alfabetische volgorde of
Nummervolgorde te selecteren.
Druk op OK.
Opmerking
Druk op l om de lettergrootte van het
display te verhogen.
Druk op # om de lettergrootte van het
display te verlagen.
c Als u Alfabetische volgorde
gekozen hebt in stap b, gebruik dan de
kiestoetsen om de eerste letter van de
naam in te voeren, en druk dan op a of
b om de naam en het nummer te kiezen
van wie u wilt bellen.
Druk op OK.
Nummers kiezen en opslaan 8
Hoofdstuk 8
60
Faxnummer opnieuw kiezen 8
Als u handmatig een fax verzendt en de lijn is
bezet, drukt u op Herkies/Pauze, en daarna
op Mono Start of Kleur Start om het opnieuw
te proberen. Voor u een nummer dat u nog niet
zo lang geleden hebt gekozen, kunt u op
Herkies/Pauze drukken en een van de laatste
30 nummers uit de lijst Uitgaande oproepen
kiezen.
Herkies/Pauze werkt alleen als u het nummer
via het bedieningspaneel hebt gekozen. Als u
een fax automatisch wilt verzenden en de lijn
is bezet, zal de machine het nummer
automatisch tot drie keer opnieuw, met een
interval van vijf minuten, proberen te bereiken.
a Druk op Herkies/Pauze.
b Druk op a of b om het nummer te
kiezen waarnaar u opnieuw wilt bellen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Fax versturen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Bij direct verzenden werkt de functie voor
opnieuw kiezen niet wanneer u de
glasplaat gebruikt.
Uitgaande oproep 8
De laatste 30 nummers waarnaar u hebt
getelefoneerd (alleen MFC-660CN en
MFC-845CW) of een fax gestuurd, worden
opgeslagen in de geschiedenis Uitgaande
oproepen. U kunt een van deze nummers
kiezen om op te bellen (alleen MFC-660CN en
MFC-845CW), een fax naar te verzenden, toe
te voegen aan de snelkiestoetsen, of uit de
geschiedenis te verwijderen.
a Druk op Herkies/Pauze.
U kunt ook Uitgaand gesprek kiezen
door op (Fax) te drukken.
b Druk op a of b om het nummer te
kiezen waarnaar u wilt bellen.
Druk op OK.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
(alleen MFC-660CN en
MFC-845CW)
Om te telefoneren, drukt u op a of b
en kiest Telefoneren.
Druk op OK.
Om te faxen, drukt u op a of b en
kiest Fax versturen.
Druk op OK.
Als u het nummer wilt opslaan, drukt
u op a of b en kiest
Toevoegen snelkiesnrs..
Druk op OK.
(Zie Snelkiesnummers opslaan
vanuit Uitgaande oproepen op
pagina 63.)
Druk op a of b om Verwijder te
selecteren.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen..
Nummers kiezen en opslaan
61
8
Geschiedenis
Nummerweergave (alleen
MFC-660CN en MFC-845CW) 8
Voor deze functie is de dienst
Nummerweergave vereist die door vele
plaatselijke telefoonbedrijven wordt
aangeboden. (Zie Identificatie
binnenkomende gesprekken (alleen
MFC-660CN en MFC-845CW) op pagina 52.)
De laatste 30 nummers vanwaar u bent
opgebeld of een fax werd gestuurd, worden
opgeslagen in de geschiedenis Uitgaande
oproepen. U kunt een van deze nummers
kiezen om op te bellen, een fax naar te
verzenden, toe te voegen aan de
snelkiestoetsen, of uit de geschiedenis te
verwijderen.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om
Overz. beller-ID te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om het nummer te
kiezen waarnaar u wilt bellen.
Druk op OK.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om te telefoneren, drukt u op a of b
en kiest Telefoneren.
Druk op OK.
Om te faxen, drukt u op a of b en
kiest Fax versturen.
Druk op OK.
Als u het nummer wilt opslaan, drukt
u op a of b en kiest
Toevoegen snelkiesnrs..
Druk op OK.
(Zie Snelkiesnummers opslaan
vanuit Uitgaande oproepen op
pagina 63.)
Druk op a of b om Verwijder te
selecteren.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen.
Opmerking
U kunt de lijst Nummerweergave
afdrukken. (Zie De lijst met Nummers
afdrukken op pagina 53.)
Hoofdstuk 8
62
Nummers opslaan 8
U kunt uw machine instellen om op de
volgende manieren snel te kiezen: met
Snelkiesnummers en groepen voor het
Groepsverzenden van faxberichten.
Wanneer u op een snelkiestoets drukt, geeft
het LCD-scherm de naam (indien u deze hebt
opgeslagen) of het nummer weer.
Opmerking
De snelkiesnummers die in het geheugen
zijn opgeslagen, gaan niet verloren als de
stroom uitvalt.
Een pauze opslaan 8
Druk op Herkies/Pauze om een pauze van
3,5 seconden tussen de nummers in te
lassen. Als u internationaal belt, kunt u zo
vaak als nodig op Herkies/Pauze drukken
om de pauze langer te maken.
Snelkiesnummers opslaan 8
U kunt tot 80 (MFC-440CN en MFC-660CN)
of 100 (MFC-845CW) snelkieslocaties uit 2
cijfers opslaan, met elk een naam die twee
nummers kan hebben. Om een nummer te
kiezen, hoeft u slechts enkele toetsen in te
drukken (Bijvoorbeeld: Zoeken/Snelkiezen,
de twee cijfers van het locatienummer, en
Mono Start of Kleur Start).
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Kiesgeheugen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Snelkies te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om de snelkieslocatie te
selecteren waarin u het nummer wilt
opslaan.
Druk op OK.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in met behulp van de
kiestoetsen (max. 16 tekens).
Druk op OK.
(Voor hulp bij het invoeren van
letters, zie Tekst invoeren op
pagina 172.)
Om het nummer zonder een naam
op te slaan, drukt u op OK.
g Voer het telefoon- of faxnummer in
(max. 20 cijfers).
Druk op OK.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer het tweede telefoon- of
faxnummer in (max. 20 cijfers).
Druk op OK.
Als u geen tweede nummer wilt
opslaan, drukt u op OK.
i Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Ga naar stap e om nog een
snelkiesnummer op te slaan.
Om Instellen te stoppen drukt u op
Stop/Eindigen.
Nummers kiezen en opslaan
63
8
Snelkiesnummers opslaan vanuit
Uitgaande oproepen 8
U kunt ook snelkiesnummers opslaan vanuit
de geschiedenis Uitgaande oproepen.
a Druk op Herkies/Pauze.
U kunt ook Uitgaand gesprek kiezen
door op (Fax) te drukken.
b Druk op a of b om de naam of het
nummer te kiezen dat u wilt opslaan.
Druk op OK.
c Druk op a of b om
Toevoegen snelkiesnrs. te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om de snelkieslocatie te
selecteren waarin u het nummer wilt
opslaan.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in met behulp van de
kiestoetsen (max. 16 tekens).
Druk op OK.
(Voor hulp bij het invoeren van
letters, zie Tekst invoeren op
pagina 172.)
Om het nummer zonder een naam
op te slaan, drukt u op OK.
f Druk op OK om het fax- of
telefoonnummer te bevestigen.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer het tweede telefoon- of
faxnummer in (max. 20 cijfers).
Druk op OK.
Als u geen tweede nummer wilt
opslaan, drukt u op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
Snelkiesnummers opslaan vanuit de
geschiedenis Nummerweergave
(alleen MFC-660CN en MFC-845CW) 8
Als u beschikt over de dienst
Nummerweergave van uw plaatselijk
telefoonbedrijf, kunt u vanuit de geschiedenis
Nummerweergave ook inkomende oproepen
in snelkiesnummers opslaan. (Zie
Identificatie binnenkomende gesprekken
(alleen MFC-660CN en MFC-845CW) op
pagina 52.)
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om
Overz. beller-ID te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om het nummer te
kiezen dat u wilt opslaan.
Druk op OK.
d Druk op a of b om
Toevoegen snelkiesnrs. te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om de snelkieslocatie te
selecteren waaronder u het nummer wilt
opslaan.
Druk op OK.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in met behulp van de
kiestoetsen (max. 16 tekens).
Druk op OK.
(Voor hulp bij het invoeren van
letters, zie Tekst invoeren op
pagina 172.)
Om het nummer zonder een naam
op te slaan, drukt u op OK.
g Druk op OK om het fax- of
telefoonnummer te bevestigen.
Hoofdstuk 8
64
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer het tweede telefoon- of
faxnummer in (max. 20 cijfers).
Druk op OK.
Als u geen tweede nummer wilt
opslaan, drukt u op OK.
i Druk op Stop/Eindigen.
Namen of nummers onder
Snelkiesnummers wijzigen 8
U kunt een eerder onder een
snelkiesnummer opgeslagen naam of
nummer wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Kiesgeheugen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Snelkies te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om de snelkieslocatie te
selecteren waarop u naam of nummer
wilt wijzigen.
Druk op OK.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om
Wijzig instell te selecteren.
Druk op OK.
Druk op a of b om Verwijder te
selecteren.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen en druk
op Stop/Eindigen.
Opmerking
Opgeslagen naam of nummer wijzigen:
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u op d
of c om de cursor onder het betreffende
teken te plaatsen en vervolgens op
Wis/terug. Voer het teken opnieuw in.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in met behulp van de
kiestoetsen (max. 16 tekens).
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 172.)
Als u de naam niet wilt wijzigen, drukt
u op OK.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer het nieuwe telefoon- of
faxnummer in (max. 20 cijfers).
Druk op OK.
Als u het nummer niet wilt wijzigen,
drukt u op OK.
i Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer het tweede nieuwe telefoon- of
faxnummer in (max. 20 cijfers).
Druk op OK.
Als u het nummer niet wilt wijzigen,
drukt u op OK.
j Druk op Stop/Eindigen.
Nummers kiezen en opslaan
65
8
Groepen voor
groepsverzenden instellen 8
Met groepen, die kunnen worden opgeslagen
in een snelkieslocatie, verzendt u eenzelfde
faxbericht naar verschillende nummers door
alleen maar Zoeken/Snelkiezen te drukken,
de twee cijfers van de snelkieslocatie en
Mono Start. Eerst moet elk faxnummer
onder een snelkieslocatie worden
opgeslagen. Daarna kunt u ze opnemen als
nummers in een groep. Elke groep heeft een
eigen snelkieslocatie. U kunt tot zes groepen
vormen, of 158 nummers (MFC-440CN en
MFC-660CN) of 198 nummers
(MFC-845CW) toekennen in één grote groep
als u twee nummers opneemt in elke locatie.
(Zie Snelkiesnummers opslaan op pagina 62
en Groepsverzenden (alleen monochroom)
op pagina 38.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Kiesgeheugen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Groep instell.
te selecteren.
Druk op OK.
e Kies met a of b uit GROEP 1,
GROEP 2, GROEP 3, GROEP 4,
GROEP 5 en GROEP 6 de Groepsnaam
waaronder u de faxnummers wilt
opslaan.
Druk op OK.
f Kies met a of b de locatie die u aan de
groep wilt toevoegen.
Druk op OK.
g Druk op a of b om
Nummer toevoegen te selecteren.
Druk op OK.
h Druk op a of b om het nummer te
kiezen dat u wilt toevoegen.
Druk op OK.
(Zie Zoeken op pagina 59.)
i Als u door het herhalen van stappen g
en h klaar bent met het toevoegen van
nummers, kiest u met a of b
Compleet.
Druk op OK.
j Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt een lijst van alle Snelkiesnummers
afdrukken. Groepsnummers staan in de
kolom GROEP. (Zie Rapporten op
pagina 84.)
Groepsnaam wijzigen 8
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Kiesgeheugen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Groep instell.
te selecteren.
Druk op OK.
e Selecteer met a of b de groepsnaam
die u wilt veranderen.
Druk op OK.
f Druk op a of b om
Groepsnaam wijzigen te selecteren.
Druk op OK.
Opmerking
Opgeslagen naam of nummer wijzigen:
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u op
d of c om de cursor onder het betreffende
teken te plaatsen en vervolgens op
Wis/terug. Voer het teken opnieuw in.
Hoofdstuk 8
66
g Voer de nieuwe naam in met behulp van
de kiestoetsen (max. 16 tekens).
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 172. Typ
bijvoorbeeld NIEUWE KLANTEN.)
h Druk op a of b om Compleet te
selecteren.
Druk op OK.
i Druk op Stop/Eindigen.
Een groep verwijderen 8
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Kiesgeheugen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Groep instell.
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om de groep te kiezen
die u wilt verwijderen.
Druk op OK.
f Druk op a of b om Verwijder te
selecteren.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen.
g Druk op a of b om Compleet te
selecteren.
Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
Een nummer uit een groep
verwijderen 8
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Kiesgeheugen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Groep instell.
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om de groep te kiezen
die u wilt wijzigen.
Druk op OK.
f Kies met a of b het nummer dat u wilt
verwijderen.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen.
g Druk op a of b om Compleet te
selecteren.
Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
Nummers kiezen en opslaan
67
8
Snelkiesnummers
combineren 8
Soms is het voordeliger om een keuze te
maken uit verschillende serviceproviders
voor uw interlokale gesprekken. Tarieven
variëren, al naar gelang de tijd van de dag en
de bestemming. Om de lagere tarieven te
kunnen gebruiken, kunt u de toegangscodes
of nummers van interlokale serviceproviders
en creditcards opslaan als Snelkiesnummers.
U kunt deze lange kies-reeksen opslaan door
ze van elkaar te scheiden en ze als
afzonderlijk te combineren snelkiesnummers
in te stellen. U kunt zelfs handmatig kiezen
toepassen door de kiestoetsen te gebruiken.
(Zie Snelkiesnummers opslaan op
pagina 62.)
U slaat bijvoorbeeld '555' op in
snelkieslocatie: 03, en '7000' in locatie: 02.
a Druk op Zoeken/Snelkiezen.
b Toets 03.
Opmerking
Als u in één snelkieslocatie twee nummers
hebt opgeslagen, wordt u gevraagd welk
nummer u wilt gebruiken.
c Druk op a of b om Snelkies te
selecteren.
Druk op OK.
d Toets 02.
e Druk op Mono Start of Kleur Start.
Dit vormt het nummer '555-7000'.
Als u dit nummer tijdelijk wilt wijzigen, kunt u
handmatig een deel van het nummer kiezen
met de kiestoetsen. Om bijvoorbeeld het
nummer in 555-7001 te veranderen, drukt u
op Zoeken/Snelkiezen, 03 en dan toetst u
7001 in met de kiestoetsen.
Opmerking
Als u ergens in de kies-sequentie moet
wachten op een andere toon of een ander
signaal, creëert u op de betreffende plaats
in het nummer een pauze op door op
Herkies/Pauze te drukken. Telkens
wanneer u op deze toets drukt, wordt er
een pauze van 3,5 seconden ingelast.
68
9
ANTW.APP.-modus
voor intern
antwoordapparaat
9
De functie ANTW.APP. kan max. 99
inkomende berichten opslaan. De berichten
worden opgeslagen in de volgorde waarin zij
werden ontvangen.
Telefonische berichten mogen tot 3 minuten
lang zijn en kunnen met afstandsbediening
worden opgevraagd (zie Uw toegangscode
op afstand gebruiken op pagina 79). Het
aantal berichten dat u kunt opslaan hangt af
van de hoeveelheid geheugen die wordt
gebruikt door andere functies (bijvoorbeeld
uitgestelde en opgeslagen faxen).
ANTW.APP. instellen 9
Het opnemen van het uitgaand bericht op het
ANTW.APP. is de eerste stap die u moet
voltooien voor u de functie ANTW.APP. kunt
gebruiken.
Om de modus ANTW.APP. in te stellen, doet
u het volgende:
a Neem uw uitgaand bericht op.
b Druk op om de ANTW.APP.-modus
te activeren.
Uitgaand bericht 9
Uw uitgaand bericht opnemen 9
U kunt twee types uitgaande berichten
opnemen:
Beantw. Bericht
De beller hoort dit bericht als de oproep
wordt ontvangen. Daarna kan een fax- of
telefoonbericht worden overgemaakt.
F/T Bericht
De beller hoort dit bericht als de oproep
wordt ontvangen maar de machine is
ingesteld op Fax/Tel-modus. Er kan geen
bericht worden overgemaakt. Zie Fax/Tel
UITG.BER. op pagina 69.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Beantw. inst. te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Uitg. bericht te
selecteren.
Druk op OK.
U wordt gevraagd een BEANTW.
BERICHT te kiezen.
e Druk op a of b om Beantw. Bericht
of F/T Bericht te selecteren, druk
vervolgens op OK.
f Druk op a of b om Boodschap opn.
te selecteren.
Druk op OK.
Digitaal ANTW.APP.
(alleen MFC-660CN en
MFC-845CW)
9
Digitaal ANTW.APP. (alleen MFC-660CN en MFC-845CW)
69
9
g Neem, op een van de volgende
manieren, uw bericht op:
(alleen MFC-660CN)
Neem de hoorn op, neem het bericht
op en plaats als u klaar bent de
hoorn terug.
(alleen MFC-845CW)
Gebruik de geïntegreerde microfoon
om het bericht op te nemen. Druk
op Stop/Eindigen zodra u klaar
bent.
Het ANTW.APP. zal het uitgaand
bericht afspelen.
h Druk op Stop/Eindigen.
Uw uitgaand bericht beluisteren 9
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Beantw. inst. te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Uitg. bericht.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Beantw. Bericht
of F/T Bericht te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op a of b om Speel uitg. ber
te selecteren.
Druk op OK.
Pas het volume aan door te drukken op
Volume
d of c .
g Druk op Stop/Eindigen.
Uw uitgaand bericht wissen 9
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Beantw. inst. te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Uitg. bericht.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Beantw. Bericht
of F/T Bericht te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op a of b om Wis boodschap te
selecteren.
Druk op OK.
g Kies één van de volgende:
Druk op 1 om het BEANTW.
BERICHT te wissen.
Druk op 2 om af te sluiten zonder te
wissen.
h Druk op Stop/Eindigen.
Fax/Tel UITG.BER. 9
Als de machine is ingesteld op Fax/Tel-
ontvangstmodus, hoort de beller dit bericht.
Anders dan voor het ANTW.APP.
UITG.BER., kan er nu geen bericht worden
overgemaakt. Het doel van het uitgaand
bericht in de Fax/Tel-modus, is de beller te
laten weten dat de oproep zo snel mogelijk
zal worden beantwoord.
Om uw Fax/Tel UITG.BER. op te nemen,
volgt u de instructies op Uitgaand
bericht op pagina 68.
Raadpleeg Ontvangststanden op pagina 44
voor nadere informatie over het instellen van
de Ontvangstmodus Fax/Tel.
Actieve ANTW.APP.-modus 9
Als het lampje aan is, is de modus
ANTW.APP. actief. Druk op om naar de
ANTW.APP.-modus te gaan.
Hoofdstuk 9
70
Uw berichten beheren 9
Berichtenindicator 9
Het lampje knippert als er nieuwe
berichten zijn.
Op het LCD-scherm wordt het aantal
voicemail en faxberichten weergegeven die
in het geheugen van het ANTW.APP. zijn
opgeslagen.
Faxberichten worden alleen opgeslagen als
Fax opslaan of Fax preview ingeschakeld is.
Zie Geavanceerde functies voor het faxen
(alleen monochroom) op pagina 73.
Voicemail afspelen 9
Alle berichten worden afgespeeld in de
volgorde waarin ze waren ingesproken. Op
het LCD-scherm verschijnt het nummer van
het huidige bericht, het totale aantal
berichten, en tijdstip en datum waarop het
bericht werd opgenomen.
Volg de onderstaande stappen om uw
voicemail te beluisteren:
a Druk op Afspelen/Opnemen of
Afspelen.
U kunt de volgende toetsen gebruiken
tijdens het beluisteren van de berichten:
l (RWD)
Herhaalt een bericht.
# (FWD)
Springt vooruit naar het volgende
bericht.
of
Past het volume aan.
b Druk op Stop/Eindigen.
Inkomende berichten wissen 9
Voicemail één voor één wissen 9
a Druk op Afspelen/Opnemen of
Afspelen.
Na een pieptoon van 2 seconden begint
de machine uw voicemail af te spelen.
Vóór elk bericht klinkt een lange toon, en
na elk bericht hoort u twee korte piepjes.
b Als u een bepaald bericht wilt wissen,
drukt u onmiddellijk na de twee korte
piepjes of tijdens het afspelen op
Wissen/Wacht of Wissen.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op 1 om het bericht te wissen.
Druk op 2 om te annuleren.
d Druk op Stop/Eindigen.
Om alle berichten te wissen 9
a Druk op Wissen/Wacht of Wissen.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op 1 om alle voicemail te
wissen.
Druk op 2 om te annuleren.
Digitaal ANTW.APP. (alleen MFC-660CN en MFC-845CW)
71
9
Aanvullende
ANTW.APP.-functies 9
Maximale tijdsduur voor
binnenkomende berichten
instellen 9
Standaard is de maximale tijdsduur voor
berichten ingesteld op 30 seconden. Om
deze instelling te wijzigen, doet u het
volgende:
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Beantw. inst. te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Max. Ber. Tijd
te selecteren.
Druk op OK.
e Kies met a of b de maximale tijdsduur
voor binnenkomende berichten (30, 60,
120 of 180 seconden).
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Toll Saver (bespaarstand voor
telefoonkosten) instellen 9
Als u de functie bespaarstand instelt, neemt
de machine op na twee keer overgaan als er
wel voicemail of faxberichten zijn, en na vier
keer als er geen voicemail of faxberichten
zijn.
Op deze manier, als u de machine belt voor
afstandsbediening en deze gaat drie keer
over, weet u dat er geen berichten zijn en
kunt u ophangen zonder dat het u iets heeft
gekost.
De bespaarstand kan alleen worden
geactiveerd als de ANTW.APP.-modus
ingeschakeld is. Als de bespaarstand op Aan
staat, heeft deze stand voorrang op de door u
ingestelde belvertraging.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Bel Vertraging
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Bespaarstand te
selecteren.
Druk op OK.
f Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
g Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 9
72
Luidspreker voor Voicemail 9
Met deze functie kunt u de luidspreker voor
voicemail Aan of Uit zetten. Als u de
luidspreker Uit zet, hoort u de berichten niet
wanneer deze worden ingesproken.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Beantw. inst. te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Igb Mon.Volume
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Uit of Aan te
selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Een gesprek opnemen (alleen
MFC-660CN) 9
Als u de hoorn gebruikt kunt u een
telefoongesprek opnemen door tijdens het
gesprek te drukken op Afspelen/Opnemen.
De opname mag niet langer zijn dan de
maximale tijdsduur voor binnenkomende
berichten (tot 3 minuten). De andere partij
hoort tijdens het opnemen met regelmatige
tussenpozen een pieptoon. Druk op
Stop/Eindigen om het opnemen te stoppen.
73
10
10
U kunt van de geavanceerde functies
slechts één tegelijk gebruiken:
Fax doorzenden
Fax opslaan
Fax preview (alleen MFC-660CN en
MFC-845CW)
PC-Fax ontvangen
Uit
U kunt uw selectie op elk gewenst ogenblik
wijzigen. Als er zich nog ontvangen faxen in
het geheugen bevinden wanneer u de
geavanceerde functies wijzigt, zal vraag
verschijnen op het LCD-scherm. (Zie De
geavanceerde functies wijzigen op
pagina 78.)
Fax doorzenden 10
Als u Fax doorzenden kiest, slaat uw
machine de ontvangen fax op in het
geheugen. Vervolgens zal de machine het
faxnummer dat u geprogrammeerd hebt,
kiezen en het faxbericht doorzenden.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om
Geavanc. Faxfuncties te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Drzenden/Opsln
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Fax Doorzenden
te selecteren.
Druk op OK.
f Toets het nummer in (max. 20 cijfers).
Druk op OK.
g Druk op a of b om
Backup Print:Aan of
Backup Print:Uit te selecteren.
Druk op OK.
Opmerking
•Als u Backup Print:Aan kiest, wordt
de fax ook op uw machine afgedrukt,
zodat u een kopie heeft. Dit is een
veiligheidsmaatregel, in geval van een
stroompanne voor de fax is doorgestuurd,
of in geval van problemen bij de
ontvangende machine.
(alleen MFC-660CN en MFC-845CW)
Mocht er een stroomstoring optreden, dan
kan de machine uw faxberichten max. 24
uur opslaan.
Als Fax doorzenden ingeschakeld is,
ontvangt uw machine alleen monochrome
faxen in het geheugen. Kleuren faxen
worden niet intvangen, tenzij de
verzendende machine deze omzet in
monochrome faxen vóór het verzenden.
h Druk op Stop/Eindigen.
Geavanceerde functies voor het faxen
(alleen monochroom) 10
Hoofdstuk 10
74
Fax opslaan 10
Als u Fax opslaan kiest, slaat uw machine de
ontvangen fax op in het geheugen. U kunt
faxberichten op een andere locatie ophalen
met de opdrachten voor afstandsbediening.
Als u Fax opslaan hebt ingesteld, wordt er
automatisch een reservekopie op de machine
afgedrukt.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om
Geavanc. Faxfuncties te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Drzenden/Opsln
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Fax Opslaan te
selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als Fax opslaan is ingeschakeld, kan uw
machine geen kleuren fax ontvangen,
tenzij de verzendende machine deze in
een monochrome fax omzet.
Fax preview (alleen
MFC-660CN en
MFC-845CW)
10
Als u Fax preview kiest kunt u faxen vooraf
bekijken op het LCD-scherm door op de
Fax Voorbeeld-toets te drukken. Als de
machine gereed is, verschijnt er voor nieuwe
faxen een popup bericht op het LCD-scherm.
Hierdoor worden geen andere opdrachten
onderbroken.
Fax preview instellen 10
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om
Geavanc. Faxfuncties te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Drzenden/Opsln
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Faxvooruitblik
te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als Fax preview ingeschakeld is, kan de
machine de kleurenfaxen die worden
ontvangen, alleen afdrukken. Fax preview
is alleen beschikbaar voor monochrome
faxen.
Geavanceerde functies voor het faxen (alleen monochroom)
75
10
Een fax vooraf bekijken 10
Als u een fax ontvangt, zult u op het scherm
een popup bericht zien verschijnen.
(Bijvoorbeeld: Nieuwe fax:02)
a Druk op Fax Voorbeeld.
U ziet de lijst nieuwe faxberichten.
Opmerking
De lijst oude faxberichten bekijkt u met l.
Met # gaat u terug naar de lijst nieuwe
faxberichten.
b Druk op a of b om het faxbericht te
kiezen dat u wilt zien.
Druk op OK.
Opmerking
Voor lange faxen kan het een tijdje duren
voor deze worden weergegeven.
c Druk op Stop/Eindigen.
Zodra de fax open is, kunt u met de toetsen
op het bedieningspaneel de volgende
opdrachten uitvoeren.
Alle faxen uit de lijst
verwijderen 10
a Druk op Fax Voorbeeld.
b Druk op a of b om Alles wissen te
selecteren.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen.
Alle faxen uit de lijst
afdrukken 10
a Druk op Fax Voorbeeld.
b Druk op a of b om Alles afdr. te
selecteren.
Druk op OK.
Toets Omschrijving
Fax vergroten.
Fax verkleinen.
a of b Verticaal scrollen.
d of c
Horizontaal scrollen.
Fax rechts draaien.
Fax verwijderen.
Druk op 1 om te bevestigen.
Ga naar vorige pagina.
Ga naar volgende pagina.
Ga naar volgende stap.
(Afdrukken, Terug en Afsluiten
zijn beschikbaar.)
Terug naar faxlijst.
Mono Start
Afdrukken.
Hoofdstuk 10
76
PC-Fax Ontvangen 10
Als u PC-Fax Ontvangen instelt, zal uw
machine ontvangen faxen in het geheugen
opslaan en deze daarna automatisch naar uw
PC sturen. U kunt vervolgens uw PC
gebruiken voor het weergeven en het
opslaan van deze faxen.
Zelfs als u uw PC heeft uitgeschakeld (bv. 's
avonds of in het weekend), ontvangt uw
machine uw faxen en worden deze in het
geheugen opgeslagen. Het aantal ontvangen
faxen dat in het geheugen werd opgeslagen,
verschijnt onderaan links op het scherm.
Als u uw PC opstart en de software PC-Fax
Ontvangen is actief, dan verstuurt uw
machine uw faxen automatisch naar uw PC.
Om de ontvangen faxen naar uw PC over te
brengen, moet de software voor PC-Fax
Ontvangen actief zijn op uw PC. (Raadpleeg
voor meer informatie PC-Fax Ontvangen in
de softwarehandleiding op de CD-ROM.)
Als u Backup Print:Aan kiest, drukt de
machine de fax ook af.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om
Geavanc. Faxfuncties te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Drzenden/Opsln
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Ontvang PC Fax
te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op a of b om <USB> te kiezen of
de PC die u wilt laten ontvangen.
Druk op OK.
g Druk op a of b om
Backup Print:Aan of
Backup Print:Uit te selecteren.
Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
PC-Fax Ontvangen wordt niet
ondersteund door Mac OS
®
.
Voordat u PC-Fax Ontvangen kunt
instellen, moet u de software MFL-Pro
Suite op uw PC installeren. Wees er zeker
van dat uw PC verbonden is en aanstaat.
(Raadpleeg voor meer informatie PC-Fax
Ontvangen in de softwarehandleiding op
de CD-ROM.)
(alleen MFC-660CN en MFC-845CW)
In geval van een stroomstoring slaat de
machine uw faxen tot 24 uur lang op in het
geheugen. Als u echter
Backup Print:Aan kiest, drukt de
machine de fax af zodat u een kopie hebt
mocht de stroom uitvallen voordat de fax
naar de PC wordt gestuurd.
Als u een foutmelding krijgt en de machine
de faxen niet in het geheugen kan
opslaan, kunt u deze instelling gebruiken
om de faxen naar uw PC over te brengen.
(Voor meer informatie, zie Foutmeldingen
op pagina 134.)
Wanneer PC-Fax Ontvangen actief is,
kunnen alleen monochrome faxen in het
geheugen worden ontvangen en naar de
PC worden verzonden. Kleuren faxen
worden direct ontvangen en in kleur
afgedrukt.
Geavanceerde functies voor het faxen (alleen monochroom)
77
10
De bestemmings-PC wijzigen 10
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om
Geavanc. Faxfuncties te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Drzenden/Opsln
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Ontvang PC Fax
te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op a of b om Wijzig instell
te selecteren.
Druk op OK.
g Druk op a of b om <USB> te kiezen of
de PC die u wilt laten ontvangen.
Druk op OK.
h Druk op a of b om
Backup Print:Aan of
Backup Print:Uit te selecteren.
Druk op OK.
i Druk op Stop/Eindigen.
De geavanceerde
functies uitschakelen 10
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om
Geavanc. Faxfuncties te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Drzenden/Opsln
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Uit te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Op het LCD-scherm worden meer opties
opgegeven als er zich nog ontvangen
faxen in het geheugen bevinden. (Zie De
geavanceerde functies wijzigen op
pagina 78.)
Hoofdstuk 10
78
De geavanceerde
functies wijzigen 10
Als er zich nog ontvangen faxen in het
geheugen bevinden wanneer u de
geavanceerde functies wijzigt, wordt u het
volgende gevraagd:
Wis alle faxen ?
Jaidruk op 1
Neeidruk op 2
Tot. print fax?
Jaidruk op 1
Neeidruk op 2
•Als u op 1 drukt, worden alle niet-
afgedrukte faxen gewist of afgedrukt
voordat de instelling wordt gewijzigd.
Als er al een reservekopie is afgedrukt,
wordt deze niet meer afgedrukt.
Als u op 2 drukt, worden de faxen in het
geheugen niet gewist of afgedrukt en
blijft de instelling ongewijzigd.
Als er zich nog ontvangen faxen in het
geheugen bevinden wanneer u overschakelt
op Ontvang PC Fax vanuit een andere
optie [Fax Doorzenden Fax Opslaan of
Faxvooruitblik (alleen MFC-660CN en
MFC-845CW)], druk op a of b om de PC te
selecteren waarnaar u de faxen wilt
verzenden.
U wordt het volgende gevraagd:
Fax i PC zenden?
Jaidruk op 1
Neeidruk op 2
•Als u op 1 drukt, worden alle niet-
afgedrukte faxen naar uw PC
verzonden voordat de instelling wordt
gewijzigd. Selecteer Backup
Print:Aan of Backup Print:Uit.
Als u op 2 drukt, worden de faxen in het
geheugen niet gewist of naar uw PC
overgebracht en blijft de instelling
ongewijzigd.
Afstandsbediening 10
U kunt uw machine bellen vanaf elke
toetstelefoon of faxmachine, om vervolgens
de toegangscode op afstand en de
opdrachten op afstand te gebruiken om
faxberichten op te vragen.
Een toegangscode op afstand
instellen 10
De toegangscode op afstand biedt u toegang
tot de functies voor het opvragen op afstand
van uw berichten, wanneer u zich niet bij uw
machine bevindt. U moet uw eigen code
instellen alvorens u vanaf een ander toestel
toegang tot de functies van uw machine kunt
krijgen. De standaardcode bij levering is een
inactieve code (---l).
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om
Geavanc. Faxfuncties te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Afst.bediening
te selecteren.
Druk op OK.
e Voer een code van 3 cijfers in met
behulp van de nummers 0-9, l, of #.
Druk op OK. (Het vooraf ingestelde 'l'
kan niet worden gewijzigd.)
Opmerking
Gebruik niet dezelfde code als uw
faxontvangstcode (l 5 1) of code voor het
aannemen van de telefoon (# 5 1). (Zie
Werken met een tweede toestel op
pagina 57.)
f Druk op Stop/Eindigen.
Geavanceerde functies voor het faxen (alleen monochroom)
79
10
Opmerking
U kunt uw code op elk gewenst moment
wijzigen door een nieuwe in te voeren. Als
u uw code wilt deactiveren, drukt u op
Wis/terug in stap e om de inactieve
instelling weer te herstellen (---l) en drukt
u op OK.
Uw toegangscode op afstand
gebruiken 10
a Vorm op een toetstelefoon of op een
andere faxmachine uw faxnummer.
b Zodra u de toon van uw machine hoort,
toetst u uw toegangscode op afstand in
(3 cijfers gevolgd door l).
c De machine geeft aan of er berichten
zijn ontvangen:
1 lange toon — Faxberichten
2 lange tonen — Voicemail (alleen
MFC-660CN en MFC-845CW)
3 lange tonen — Faxberichten &
Voicemail (alleen MFC-660CN en
MFC-845CW)
Geen tonen — Geen berichten
d Als u tweede korte tonen hoort, moet u
een opdracht invoeren.
Als u na 30 seconden nog geen
opdracht hebt ingevoerd, wordt de
verbinding verbroken.
Als u een ongeldige opdracht invoert,
hoort u drie tonen.
e Druk op 9 0 om Toegang op afstand uit
te schakelen als u klaar bent.
f Hang op.
Opmerking
Als uw machine op Handmatig is
ingesteld en u de functies voor
afstandsbediening wilt gebruiken, wacht u
ca. 2 minuten na het eerste belsignaal en
vervolgens voert u binnen 30 seconden de
toegangscode op afstand in.
Hoofdstuk 10
80
Opdrachten op afstand 10
U kunt uw machine vanaf een ander toestel bedienen met behulp van onderstaande opdrachten.
Wanneer u de machine opbelt en uw toegangscode op afstand (3 cijfers gevolgd door l) invoert,
hoort u twee korte tonen om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren.
Opdrachten op afstand Wat u moet doen
91 Voicemail afspelen
(alleen MFC-660CN en MFC-845CW)
Na één lange toon speelt de machine uw voicemail af.
1 Herhaal of Terugwaarts Druk tijdens het afspelen op 1 om het bericht nogmaals te
beluisteren. Als u vóór een bericht op 1 drukt, hoort u het
vorige bericht.
2 Voorwaarts U kunt tijdens het afspelen doorgaan naar het volgende
bericht.
9 STOP Afspelen Stop afspelen voicemail
93 Alle voicemail wissen
(alleen MFC-660CN en MFC-845CW)
Als u één lange toon hoort, is de wisopdracht geaccepteerd.
Als u drie korte tonen hoort, kan er niet worden gewist
omdat nog niet alle berichten zijn afgespeeld, of omdat er
geen voicemail is om te wissen.
* Deze code wist alle voicemailberichten tegelijk, niet één
voor één.
94 Afspelen en Opnemen uitgaande
berichten
(alleen MFC-660CN en MFC-845CW)
1 Afspelen 1 Bericht ANTW.APP. De machine speelt het geselecteerde uitgaande bericht af.
U kunt het afspelen van het uitgaande bericht stoppen door
op 9 te drukken.
2 F/T-Bericht
2 Opnemen 1 Bericht ANTW.APP. Na één lange toon kunt u het geselecteerde Uitgaande
Bericht opnemen. Het bericht wordt eenmaal afgespeeld. U
kunt het opnemen stoppen door op 9 te drukken.
2 F/T-Bericht
95 Wijzig de instellingen voor fax
doorzenden of fax opslaan
1 UIT U kunt Uit selecteren nadat u alle berichten hebt
opgehaald of gewist.
2 Fax doorzenden Eén lange toon betekent dat de wijziging is geaccepteerd.
Als u drie korte tonen hoort, wordt de wijziging geweigerd
omdat de instelling niet volledig is (van een door te sturen
fax is bijvoorbeeld het nummer niet geregistreerd). U kunt
het nummer voor het doorzenden van faxen registreren
door 4 in te voeren. (Zie Het nummer wijzigen waarnaar
faxberichten worden doorgestuurd op pagina 82.) Wanneer
u het nummer hebt ingevoerd, functioneert fax doorzenden.
4 Nummer voor Fax doorzenden
6 Fax opslaan
Geavanceerde functies voor het faxen (alleen monochroom)
81
10
96 Een fax opvragen
2 Alle faxen opvragen Toets het nummer in van de faxmachine waarop de
opgeslagen faxen moeten worden ontvangen. (Zie
Faxberichten opvragen op pagina 82.)
3 Faxen in het geheugen wissen Als u één lange toon hoort, zijn de faxberichten uit het
geheugen gewist.
97 De ontvangststatus controleren
(alleen MFC-440CN)
1 Fax U kunt controleren of uw machine faxberichten heeft
ontvangen. Als dat het geval is, hoort u één lange toon. Als
er geen berichten zijn ontvangen, hoort u drie korte piepjes.
97 De ontvangststatus controleren
(alleen MFC-660CN en MFC-845CW)
1 Fax U kunt controleren of uw machine faxberichten of voicemail
heeft ontvangen. Als dat het geval is, hoort u één lange
toon. Als er geen berichten zijn ontvangen, hoort u drie
korte piepjes.
2 Voicemail
98 De ontvangststatus wijzigen
(alleen MFC-440CN)
1 Extern ANTW.APP. Als u één lange toon hoort, is de wijziging geaccepteerd.
2 Fax/Tel
3 Uitsluitend fax
98 De ontvangststatus wijzigen
(alleen MFC-660CN en MFC-845CW)
1 ANTW.APP. Als u één lange toon hoort, is de wijziging geaccepteerd.
2 Fax/Tel
3 Uitsluitend fax
90 Afsluiten Door 9 0 te drukken kunt u Opvragen op Afstand afsluiten.
Wacht op de lange toon en leg vervolgens de hoorn op de
haak.
Opdrachten op afstand Wat u moet doen
Hoofdstuk 10
82
Faxberichten opvragen 10
U kunt vanaf iedere toetstelefoon toegang
krijgen tot uw machine en uw faxberichten
naar een andere machine laten sturen.
a Kies het nummer van uw faxmachine.
b Zodra u de toon van uw machine hoort,
toetst u uw toegangscode op afstand in
(3 cijfers gevolgd door l). Als u één
lange toon hoort, zijn er berichten voor
u.
c Als u twee korte tonen hoort, druk t u
962.
d Wacht op de lange toon en toets
vervolgens met de kiestoetsen het
nummer in van de faxmachine waar de
faxberichten naartoe moeten worden
gestuurd, en voer vervolgens # # (max.
20 cijfers) in.
Opmerking
U kunt l en # hiervoor niet gebruiken.
# kunt u gebruiken om een pauze in een
nummer in te lassen.
e Als u klaar bent, drukt u 9 0 om de
machine te resetten.
f Wacht totdat u het piepje hoort en hang
op. Uw machine belt de andere
faxmachine en deze machine drukt uw
faxberichten af.
Het nummer wijzigen
waarnaar faxberichten
worden doorgestuurd 10
U kunt vanaf een andere toetstelefoon of
faxmachine de standaardinstellingen voor het
nummer voor Fax doorzenden wijzigen.
a Kies het nummer van uw faxmachine.
b Zodra u de toon van uw machine hoort,
toetst u uw toegangscode op afstand in
(3 cijfers gevolgd door l). Als u één
lange toon hoort, zijn er berichten voor
u.
c Als u twee korte tonen hoort, druk t u
954.
d Wacht op de lange toon en toets
vervolgens met de kiestoetsen het
nieuwe nummer in van de faxmachine
waar de faxberichten naartoe moeten
worden doorgezonden, en voer
vervolgens # # (max. 20 cijfers) in.
Opmerking
U kunt l en # hiervoor niet gebruiken.
# kunt u gebruiken om een pauze in een
nummer in te lassen.
e Druk 9 0 wanneer u klaar bent.
f Wacht totdat u het piepje hoort en hang
op.
83
11
11
Faxrapporten 11
U dient het verzendrapport en de
journaalperiode in te stellen met de Menu-
toetsen.
Verzendrapport 11
U kunt het verzendrapport gebruiken als
bewijs dat u een fax hebt verzonden. In dit
rapport staan de datum en de tijd waarop het
bericht werd verzonden, en wordt tevens
aangegeven of de transmissie geslaagd was
(OK). Als u Aan of Aan+Beeld kiest, wordt
dit rapport afgedrukt voor elke fax die u
verzendt.
Als u veel faxen naar hetzelfde nummer
stuurt, hebt u waarschijnlijk meer nodig dan
alleen de taaknummers om te weten welke
faxen u opnieuw moet verzenden. Als u
Aan+Beeld of Uit+Beeld kiest, wordt in het
rapport een deel van de eerste pagina van
het faxbericht afgedrukt om u te helpen
herinneren wat er in de fax stond.
Wanneer het verzendrapport op Uit of
Uit+Beeld staat, wordt het alleen afgedrukt
als er een fout is opgetreden tijdens het
verzenden en wordt in de RESULT-kolom NG
gezet.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Kies rapport te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Verzendrapp. te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Aan, Aan+Beeld,
Uit of Uit+Beeld te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Faxjournaal (journaal) 11
U kunt de machine zodanig instellen, dat er
op vaste tijden een journaal wordt afgedrukt
(elke 50 faxen, elke 6, 12 of 24 uur, elke 2 of
7 dagen). Als u het interval op Uit zet, kunt u
het rapport toch nog afdrukken via de
procedure in Rapporten op pagina 84. De
fabriekinstelling is Na 50 faxen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Kies rapport te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Journaal tijd te
selecteren.
Druk op OK.
Rapporten afdrukken 11
Hoofdstuk 11
84
e Druk op a of b om een interval te
selecteren.
Druk op OK.
(Als u 7 dagen kiest, wordt u gevraagd
de eerste dag van de 7-daagse periode
te kiezen.)
6, 12, 24 uur, 2 or 7 dagen
De machine zal op het gekozen
tijdstip het rapport afdrukken en
vervolgens alle taken wissen. Als het
geheugen van de machine vol is
omdat er 200 taken in zitten en de
door u gekozen tijd nog niet
verstreken is, zal de machine het
journaal voortijdig afdrukken en alle
taken uit het geheugen wissen. Als u
een extra rapport wilt voordat het tijd
is om dit automatisch af te drukken,
kunt u er één afdrukken zonder dat
de taken worden gewist.
Elke 50 faxen
De machine zal het journaal
afdrukken zodra er 50 taken
opgeslagen worden.
f Voer in 24-uursformaat het tijdstip in
waarop het journaal moet worden
afgedrukt.
Druk op OK.
(Bijvoorbeeld: voor 19:45 voert u
7:45 PM in.)
g Druk op Stop/Eindigen.
Rapporten 11
De volgende rapporten zijn beschikbaar:
Verzendrapport
Drukt een verzendrapport af van uw
laatste transmissie.
Help
Een helplijst over u hoe u de machine snel
kunt programmeren.
Snel Kiezen
Geeft een lijst van namen en nummers die
zijn opgeslagen onder Snelkiesnummers,
in alfabetische of numerieke volgorde.
Fax Journaal
In deze lijst staat informatie over de
laatste ontvangen en verzonden faxen.
(TX: verzonden) (RX: ontvangen)
Gebruikersinst
Drukt een lijst met uw instellingen af.
Netwerk Conf.
Drukt een lijst met uw netwerkinstellingen
af.
Een rapport afdrukken 11
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Print lijsten te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om het gewenste
rapport te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Mono Start.
85
12
12
Pollen: overzicht 12
Met de functie Pollen kunt u machine zodanig
instellen dat andere mensen faxen van u
kunnen ontvangen, maar dat zij voor de
oproep betalen. Met deze functie kunt u ook
de faxmachine van iemand anders bellen om
te pollen, zodat u voor de oproep betaalt. De
functie Pollen dient op beide machines te zijn
ingesteld, opdat dit kan functioneren. Niet alle
faxmachines ondersteunen het pollen.
Ontvang pollen 12
Met Ontvang pollen kunt u een andere
faxmachine bellen om een fax te ontvangen.
Ontvang pollen instellen 12
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Ontvang Pollen
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Stand. te
selecteren.
Druk op OK.
d Toets het te pollen faxnummer in.
e Druk op Mono Start of Kleur Start.
Ontvang pollen met
beveiligingscode instellen 12
Met Beveiligd pollen kunt u de personen die
de documenten die u voor pollen hebt
ingesteld kunnen ontvangen, beperken.
Beveiligd pollen werkt alleen met Brother-
faxmachines. Als u een fax wilt ontvangen
van een beveiligde Brother-machine, dient u
de beveiligingscode in te voeren.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Ontvang Pollen
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Beveilig te
selecteren.
Druk op OK.
d Toets een viercijferige beveiligingscode
in. Deze is dezelfde als de
beveiligingscode van de faxmachine die
u gaat pollen.
Druk op OK.
e Toets het te pollen faxnummer in.
f Druk op Mono Start of Kleur Start.
Pollen 12
Hoofdstuk 12
86
Uitgesteld Ontvang pollen
instellen 12
Met Uitgesteld pollen kunt u de machine
zodanig instellen, dat deze op een later
tijdstip met Ontvang pollen begint. U kunt
slechts één uitgestelde pollingtaak instellen.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Ontvang Pollen
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Tijdklok te
selecteren.
Druk op OK.
d Voer in om hoe laat u het pollen wilt
starten (in 24-uursformaat).
Bijvoorbeeld, voor 09:45 PM voert u
21:45 in.
Druk op OK.
e Toets het te pollen faxnummer in.
f Druk op Mono Start of Kleur Start.
De faxmachine begint op het door u
ingevoerde tijdstip met het pollen.
Opeenvolgend pollen
(alleen monochroom) 12
Met Opeenvolgend pollen kunt u in één
bewerking documenten van diverse andere
faxmachines opvragen.
a Druk op (Fax).
b Druk op a of b om Ontvang Pollen
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Stand., Beveilig
of Tijdklok te selecteren.
Druk op OK.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u Stand. hebt gekozen, gaat u
naar stap e.
Als u Beveilig hebt gekozen, voert
u een viercijferig nummer in, en drukt
u op OK, waarna u doorgaat naar
stap e.
Als u Tijdklok hebt gekozen, voert
u in hoe laat (in 24-uursformaat) u
wilt beginnen met pollen en drukt u
op OK, waarna u doorgaat naar
stap e.
e Druk op a of b om Rondsturen te
selecteren.
Druk op OK.
f Druk op a of b om
Nummer toevoegen te selecteren.
Druk op OK.
g Voer het gewenste nummer in. U kunt
een snelkiesnummer of een
groepsnummer gebruiken, of het met de
kiestoetsen invoeren.
Druk op OK.
h Herhaal stappen f en g voor alle
faxnummers die u wilt pollen, en druk
dan op a of b om Compleet te kiezen.
Druk op OK.
i Druk op Mono Start.
Elk nummer of elke groep wordt om de
beurt gekozen om een document op te
vragen.
Druk op Stop/Eindigen terwijl de machine
een nummer kiest om de pollingtaak te
annuleren.
Om alle opeenvolgende taken voor ontvang
pollen te annuleren, zie Het controleren en
annuleren van taken in de wachtrij op
pagina 42.
Pollen
87
12
Verzend pollen
(alleen monochroom) 12
Met Verzend Pollen kunt u uw machine
zodanig instellen dat deze met een document
in de invoer wacht, zodat een andere
faxmachine kan bellen om het op te vragen.
Het document wordt opgeslagen en kan door
een ander faxtoestel worden opgevraagd tot
u het uit het geheugen verwijdert. (Zie Het
controleren en annuleren van taken in de
wachtrij op pagina 42.)
Verzend pollen instellen 12
a Druk op (Fax).
b Uw document laden.
c Druk op a of b om Verzend Pollen
te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Stand. te
selecteren.
Druk op OK.
e Selecteer met a of b de instellingen die
u wilt veranderen.
Druk op OK.
Nadat elke instelling is aanvaard, kunt u
nog meer instellingen veranderen.
f Druk op Mono Start.
Verzend Pollen met
beveiligingscode instellen 12
Met Beveiligd pollen kunt u de personen die
de documenten die u voor pollen hebt
ingesteld kunnen ontvangen, beperken.
Beveiligd pollen werkt alleen met Brother-
faxmachines. Als een andere persoon een
fax van uw machine wil opvragen, dient deze
de beveiligingscode in te voeren.
a Druk op (Fax).
b Uw document laden.
c Druk op a of b om Verzend Pollen
te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Beveilig te
selecteren.
Druk op OK.
e Toets een viercijferig nummer in.
Druk op OK.
f Selecteer met a of b de instellingen die
u wilt veranderen.
Druk op OK.
Nadat elke instelling is aanvaard, kunt u
nog meer instellingen veranderen.
g Druk op Mono Start.
Hoofdstuk 12
88
Paragraaf III
Kopiëren III
Kopiëren 90
90
13
Kopiëren 13
Kopieermodus instellen 13
Om een kopie te maken, drukt u op
(Kopie) waarna deze groen wordt.
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
1 Aantal kopieën
U kunt het aantal gewenste kopieën invoeren
met de kiestoetsen.
Druk op a of b om door Kopie-opties te
bladeren.
Kwaliteit (Zie pagina 91.)
Vergr./Verklein (Zie pagina 91.)
Papiersoort (Zie pagina 94.)
Papierformaat (Zie pagina 94.)
Helderheid (Zie pagina 93.)
Contrast (Zie pagina 93.)
Kleuren aanp. (Zie pagina 94.)
Stapel/Sorteer (Zie pagina 93.)
Pagina layout (Zie pagina 92.)
Nieuwe standaard (Zie pagina 95.)
Fabrieksinstell. (Zie pagina 95.)
Wanneer de gewenste optie oplicht, drukt u
op OK.
Opmerking
De standaardinstelling is faxmodus. U
kunt de tijd dat de machine in
kopieermodus blijft na de laatste
kopieeropdracht wijzigen. (Zie
Timermodus op pagina 24.)
Eén kopie maken 13
a Druk op (Kopie).
b Uw document laden.
(Zie Documenten laden op pagina 10.)
c Druk op Mono Start of Kleur Start.
Meerdere kopin maken 13
U kunt max. 99 kopieën maken.
a Druk op (Kopie).
b Uw document laden.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Om de kopieën te sorteren drukt u op de
toets a of b om Stapel/Sorteer te
selecteren. (Zie Kopieën sorteren bij
gebruik van de ADF op pagina 93.)
Kopiëren onderbreken 13
Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te
stoppen.
Kopiëren 13
Kopie start druk
Kwaliteit
Vergr./Verklein
Papiersoort
Papierformaat
Helderheid
Norm
100%
Normaal P
A4
0
01
1
KOPIE
Kopiëren
91
13
Kopieerinstellingen 13
U kunt de kopieerinstellingen tijdelijk wijzigen
voor de volgende kopie.
De machine keert terug naar de
standaardinstellingen na 60 seconden, of
wanneer de Mode Timer weer overgaat op
faxmodus. (Zie Timermodus op pagina 24.)
Als u verder geen instellingen meer wilt
selecteren, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Als u verder nog instellingen wilt selecteren,
drukt u op a of b.
Opmerking
U kunt bepaalde instellingen die u het
vaakst gebruikt opslaan door ze als
standaard in te stellen. Deze instellingen
blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
(Zie Uw wijzigingen als een nieuwe
standaard instellen op pagina 95.)
De kopieer snelheid en
-kwaliteit wijzigen 13
U kunt kiezen uit een serie
kwaliteitsinstellingen. De fabriekinstelling is
Norm.
Snel
Hoge kopieersnelheid en laagste
inktverbruik. Om tijd te besparen bij het
afdrukken van documenten die u wilt
proeflezen, grote documenten of een
groot aantal kopieën.
Norm
Normaal is de aanbevolen stand voor
gewone afdrukken. Dit zorgt voor goede
kopieerkwaliteit met goede
kopieersnelheid.
Fijn
Gebruik de best-modus voor het kopiëren
van precieze beelden, zoals foto's. Dit
geeft de hoogste resolutie tegen de
laagste snelheid.
a Druk op (Kopie).
b Uw document laden.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Kwaliteit te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Snel, Norm of Fijn
te selecteren.
Druk op OK.
f Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
De gekopieerde afbeelding
vergroten of verkleinen 13
U kunt een vergrotings-
/verkleiningspercentage kiezen.
a Druk op (Kopie).
b Uw document laden.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Vergr./Verklein
te selecteren.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om het gewenste
vergrotings- of
verkleiningspercentage te kiezen.
Druk op OK.
Gebruik a of b om
Custom(25-400%) te kiezen en
voer vervolgens een vergrotings- of
verkleiningspercentage in tussen
25% en 400%. Druk op OK.
(Druk bijvoorbeeld op 5 3 om 53% in
te voeren.)
Hoofdstuk 13
92
f Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Opmerking
Opties voor layout pagina zijn niet
beschikbaar bij Vergr./Verklein.
N op 1 kopiën of een poster
maken (pagina-indeling) 13
Met de functie N op 1 kopiëren wint u papier
uit doordat u twee of vier pagina's op één
bladzijde kunt kopiëren.
U kunt ook een poster creëren. Wanneer u de
posteroptie gebruikt, verdeelt uw machine uw
document in delen en vergroot deze delen,
zodat u ze kunt samenvoegen tot een poster.
Als u een poster wilt afdrukken, moet u de
glasplaat gebruiken.
Belangrijk
Controleer of het papierformaat is
ingesteld op Letter of A4.
U kunt de instelling Vergroten/Verkleinen
niet gebruiken voor de N op 1- en Poster-
functies.
Als u kopieën met meerdere kleuren
maakt, is N op 1-kopiëren niet beschikbaar.
(P) betekent Portret en (L) betekent
Landschap.
U kunt slechts één poster tegelijkertijd
maken.
a Druk op (Kopie).
b Uw document laden.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Pagina layout te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b voor Uit (1 Op 1),
2in1P, 2in1L, 4in1P,
4in1L of Poster(3 x 3).
Druk op OK.
f Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start om de pagina te scannen.
Als u een poster aan het maken bent of
het document in de ADF geplaatst hebt,
scant de machine de pagina's en start
met printen.
Als u de glasplaat gebruikt, gaat u
naar stap g.
g Nadat de machine de pagina gescand
heeft, drukt u op 1 om de volgende
pagina te scannen.
h Plaats de volgende pagina op de
glasplaat.
Druk op OK.
Herhaal stappen g en h voor elke
pagina in deze indeling.
i Druk op 2 om te stoppen, wanneer alle
pagina's zijn gescand.
Opmerking
Als Foto is geselecteerd in de instelling
Type Papier voor N op 1-kopiëren, zal de
machine de afbeeldingen printen alsof er
Normaal papier was geselecteerd.
50%
69% A4iA5
78% LGLiLTR
83% LGLiA4
93% A4iLTR
97% LTRiA4
100%*
104% EXEiLTR
142% A5iA4
186% 10x15cmiLTR
198% 10x15cmiA4
200%
Custom(25-400%)
Kopiëren
93
13
Plaats uw document met de bedrukte zijde
naar beneden zoals hieronder
aangegeven.
2 in 1 (P)
2 in 1 (L)
4 in 1 (P)
4 in 1 (L)
Poster (3 x 3)
U kunt van een foto een kopie op
posterformaat maken.
Kopieën sorteren bij gebruik
van de ADF 13
U kunt meerdere kopieën sorteren. De
pagina’s worden gestapeld in de volgorde
123, 123, 123, enz.
a Druk op (Kopie).
b Uw document laden.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Stapel/Sorteer
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Sorteren te
selecteren.
Druk op OK.
f Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Helderheid, contrast en kleur
instellen 13
Helderheid 13
U kunt de helderheid instellen om kopieën
donkerder of lichter te maken.
a Druk op (Kopie).
b Uw document laden.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Helderheid te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op d om de kopie donkerder te
maken of druk op c om een lichtere
kopie te maken.
Druk op OK.
f Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Contrast 13
U kunt het contrast wijzigen om een beeld er
scherper en levendiger te laten uitzien.
a Druk op (Kopie).
b Uw document laden.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
Hoofdstuk 13
94
d Druk op a of b om Contrast te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op c om het contrast te verhogen
of druk op d om het contrast te
verlagen.
Druk op OK.
f Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Kleur verzadiging 13
a Druk op (Kopie).
b Uw document laden.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Kleuren aanp. te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Rood, Groen of
Blauw te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op c om de kleur verzadiging te
verhogen, of druk op d om de kleur
verzadiging te verlagen.
Druk op OK.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u verzadiging voor een andere
kleur wilt wijzigen, ga dan naar
stap e.
Als u nog andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op a of b om
Stop wijziging te selecteren.
Druk op OK.
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Papieropties 13
Papiersoort 13
Als u op speciaal papier kopieert, stel dan de
machine in op het type papier dat u gebruikt
om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen.
a Druk op (Kopie).
b Uw document laden.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Papiersoort te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Normaal Papier,
Inkjetpapier, Brother Fotopap.,
Ander fotopapier of
Transparanten te selecteren.
Druk op OK.
f Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Papierformaat 13
U moet de instelling voor het papierformaat
wijzigen, indien u op een ander formaat dan
A4 kopieert. U kunt uitsluitend kopiëren op de
papierformaten Letter, Legal, A4, A5 of Foto
[10 cm (B) × 15 cm (H)].
a Druk op (Kopie).
b Uw document laden.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Papierformaat te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Letter, Legal,
A4, A5 of 10x15cm te selecteren.
Druk op OK.
Kopiëren
95
13
f Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Uw wijzigingen als een
nieuwe standaard instellen 13
U kunt de instellingen voor Kwaliteit,
Papiersoort, Helderheid, Contrast en
Kleuren aanp. die u het vaakst gebruikt
opslaan door ze als standaard in te stellen.
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
a Druk op (Kopie).
b Druk op a of b om uw nieuwe instelling
te selecteren.
Druk op OK.
Herhaal deze stap voor iedere instelling
die u wilt wijzigen.
c Na het wijzigen van de laatste instelling,
drukt u op a of b om
Nieuwe standaard te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op 1 om Ja te selecteren.
e Druk op Stop/Eindigen.
Stelt alle instellingen terug in
op de fabrieksinstellingen 13
U kunt alle door u gewijzigde instellingen
terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
a Druk op (Kopie).
b Druk op a of b om
Fabrieksinstell. te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op 1 om Ja te selecteren.
d Druk op Stop/Eindigen.
De melding 'Geheugen
vol' 13
Wanneer het bericht Geheugen vol
verschijnt terwijl u bezig bent met het
scannen van documenten, drukt u op
Stop/Eindigen om te annuleren of op
Mono Start of Kleur Start om de gescande
pagina's te kopiëren.
Voordat u verdergaat, moet u geheugen
vrijmaken door een aantal in het geheugen
opgeslagen taken te wissen.
Om extra geheugen vrij te maken, doet u het
volgende:
Schakel de geavanceerde functies uit (Zie
De geavanceerde functies uitschakelen
op pagina 77.)
Druk de faxen af die in het geheugen zijn
opgeslagen. (Zie Een fax uit het geheugen
afdrukken op pagina 49.)
Wanneer u de melding Geheugen vol
krijgt, kunt u kopieën maken door eerst de in
het geheugen opgeslagen ontvangen
faxberichten af te drukken en het geheugen
voor 100 % beschikbaar te maken.
Hoofdstuk 13
96
Paragraaf
IV
Direct Foto
'
s Printen
IV
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart 98
Foto's afdrukken vanaf een camera met
PictBridge 111
98
14
Werken met
PhotoCapture Center™
14
Afdrukken vanuit een
geheugen kaart zonder PC 14
Ook wanneer de machine niet is aangesloten
op uw computer, kunt u foto's rechtstreeks
vanaf digitale cameramedia afdrukken. (Zie
Beelden afdrukken op pagina 101.)
Scannen naar een geheugen
kaart zonder PC 14
U kunt documenten rechtstreeks naar een
geheugen kaart scannen en opslaan. (Zie
Scannen naar kaart op pagina 108.)
PhotoCapture Center™ vanaf
uw computer gebruiken 14
U kunt vanaf uw PC toegang krijgen tot de
geheugen kaart die in de mediasleuf (slot)
van de machine is geplaatst.
(Zie PhotoCapture Center™ voor Windows
®
of Remote Setup & PhotoCapture Center
voor Macintosh
®
in de softwarehandleiding
op de CD-ROM.)
Geheugen kaarten gebruiken 14
Uw Brother-machine is voorzien van sleuven
(slots) voor opslagmedia, voor het gebruik
van populaire digitale cameramedia:
CompactFlash
®
, Memory Stick
®
Memory
Stick Pro™, SecureDigital™,
MultiMediaCard™ en xD-Picture Card™.
miniSD™ kan worden gebruikt met een
adapter miniSD™.
Memory Stick Duo™ kan worden gebruikt
met een adapter Memory Stick Duo™.
Memory Stick Pro Duo™ kan worden
gebruikt met een adapter Memory Stick
Pro Duo™.
Bij de machine worden geen adapters
geleverd. Neem contact op met een
leverancier voor adapters.
De functie PhotoCapture Center™ stelt u in
staat om digitale foto's van uw digitale
camera met een hoge resolutie af te drukken,
met een afdrukkwaliteit die gelijkstaat aan de
kwaliteit van foto's.
Foto's afdrukken vanaf een
geheugenkaart
14
CompactFlash
®
Memory Stick
®
Memory Stick Pro™
SecureDigital™
MultiMediaCard™
xD-Picture Card™
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart
99
14
Mapstructuur geheugen kaart14
Uw machine is ontworpen om compatibel te
zijn met beeldbestanden van moderne
digitale camera's en geheugenkaarten; lees
echter onderstaande punten om fouten te
vermijden:
Het DPOF-bestand op de geheugenkaart
moet een geldig formaat hebben. (Zie
DPOF-afdrukken op pagina 103.)
De extensie van het beeldbestand moet
.JPG zijn. (Andere extensies voor
beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF
etc., worden niet herkend.)
Afdrukbewerkingen via het PhotoCapture
Center™ zonder het gebruik van een PC
en afdrukbewerkingen via PhotoCapture
Centerwaarbij een PC wordt gebruikt,
moeten apart worden uitgevoerd. (Het is
niet mogelijk om deze bewerkingen
gelijktijdig uit te voeren.)
IBM Microdrive™ is niet compatibel met
de machine.
De machine kan tot 999 bestanden op een
geheugen kaart lezen.
CompactFlash
®
Type II wordt niet
ondersteund.
Dit product ondersteunt xD-Picture
Card™ Type M / Type H (Hoge
Capaciteit).
Let op het volgende:
Als u de INDEX of de AFBEELDING
afdrukt, zal het PhotoCapture Center™
alle geldige afbeeldingen afdrukken, zelfs
als één of meer afbeeldingen defect zijn.
Bij defecte beelden kunnen bepaalde
delen op de afdruk ontbreken.
Uw machine is ontworpen voor het lezen
van geheugen kaarten die door een
digitale camera zijn geformatteerd.
Als een digitale camera een geheugen
kaart formatteert, maakt de camera een
speciale map waar de beeldgegevens
naartoe worden gekopieerd. Als u de
beeldgegevens op een geheugen kaart
met uw PC wilt aanpassen, raden wij u
aan de mapstructuur die door de digitale
camera is aangemaakt niet te wijzigen.
Als u nieuwe of gewijzigde
beeldbestanden op de geheugen kaart
opslaat, raden wij u ook aan dezelfde map
te gebruiken die uw digitale camera
gebruikt. Als de gegevens niet in dezelfde
map worden opgeslagen, kan de machine
het bestand misschien niet lezen of het
beeld niet afdrukken.
Hoofdstuk 14
100
Aan de slag 14
Steek de kaart goed in de juiste sleuf.
1 CompactFlash
®
2 SecureDigital™, MultiMediaCard
3 Memory Stick
®
, Memory Stick Pro™
4 xD-Picture Card™
PhotoCapture toets indicaties:
PhotoCapture licht is aan, de mediakaart
is correct geplaatst.
PhotoCapture licht is uit, de mediakaart
is niet correct geplaatst.
PhotoCapture licht knippert, de
mediakaart wordt gelezen of beschreven.
VOORZICHTIG
Wanneer de machine de kaart leest of
daarnaar schrijft (de PhotoCapture-toets
knippert), mag u de stekker NIET uit het
stopcontact halen of de mediakaart uit de
mediasleuf verwijderen. Doet u dit toch,
dan gaan de gegevens op de kaart
verloren of wordt de kaart beschadigd.
De machine kan maar één mediakaart per
keer lezen, dus niet meer dan één kaart in de
sleuf plaatsen.
Modus PhotoCapture
instellen 14
Nadat u de mediakaart hebt geplaatst, drukt
u op de (PhotoCapture)-toets zodat
deze groen oplicht en de PhotoCapture-
opties op het LCD-scherm worden
weergegeven.
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
Druk op a of b om door de opties van de
PhotoCapture-toets te bladeren.
Foto(s) bekijken (Zie pagina 101.)
Print index (Zie pagina 101.)
Alle fotos afdr. (Zie pagina 102.)
Fotos afdrukken (Zie pagina 102.)
Opmerking
Als uw digitale camera DPOF-afdrukken
ondersteunt, DPOF-afdrukken op
pagina 103.
Wanneer de gewenste optie oplicht, drukt u
op OK.
1 2 3 4
Print index
Alle fotos afdr.
Fotos afdrukken
Foto(s) bekijken
FOTOCAPTURE
OKSelecteer & druk op
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart
101
14
Beelden afdrukken 14
Foto('s) bekijken 14
U kunt uw foto's van tevoren op het LCD-
scherm bekijken, voordat u ze afdrukt. Als uw
foto's grote bestanden zijn, kan het zijn dat er
enige tijd verstrijkt tussen het weergeven van
iedere foto op het LCD-scherm.
a Controleer of u de mediakaart in de
juiste sleuf hebt geplaatst.
Druk op (PhotoCapture).
b Druk op a of b om
Foto(s) bekijken te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op d of c om uw foto te selecteren.
Opmerking
In plaats van door uw foto’s te bladeren,
kunt u de kiestoetsen gebruiken om het
nummer in te voeren van de afbeelding op
de indexpagina. (Zie Afrdukindex
(Miniatuurweergave) op pagina 101.)
d Druk op a of b om het aantal kopieën
te verhogen of te verlagen.
e Herhaal stap c en stap d totdat u alle
foto's hebt geselecteerd.
Opmerking
Druk op Wis/terug om terug te keren naar
het vorige niveau.
f Nadat u alle foto's hebt geselecteerd,
gaat u op één van de volgende
manieren te werk:
Druk op OK en wijzig de
printinstelling. (Zie pagina 104.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Afrdukindex
(Miniatuurweergave) 14
Het PhotoCapture Center™ wijst aan de
afbeeldingen nummers toe (bijvoorbeeld nr.1,
nr. 2, nr. 3, enz.).
Het PhotoCapture Center™ herkent geen
andere nummers of bestandsnamen die door
uw digitale camera of PC zijn gebruikt om de
beelden te identificeren. U kunt een pagina
met miniaturen afdrukken (Indexpagina met 6
of 5 beelden per regel). Hierop staan alle
beelden van de mediakaart.
a Controleer of u de mediakaart in de
juiste sleuf hebt geplaatst.
Druk op (PhotoCapture).
b Druk op a of b om Print index te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om
6 Images/Regel Snel of
5 Images/Regel Foto te selecteren.
Druk op OK.
Het afdrukken van 5 Beelden/Regel
neemt meer tijd in beslag dan het
afdrukken van 6 Beelden/Regel, maar
de kwaliteit is beter.
d Druk op Kleur Start om af te drukken.
5 Images/Regel
Foto
6 Images/Regel
Snel
Hoofdstuk 14
102
Alle foto's afdrukken 14
U kunt alle foto's van uw mediakaart
afdrukken.
a Controleer of u de mediakaart in de
juiste sleuf hebt geplaatst.
Druk op (PhotoCapture).
b Druk op a of b om
Alle fotos afdr. te selecteren.
Druk op OK.
c Voer met de kiestoetsen het aantal
gewenste kopieën in.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wijzig de printinstelling. (Zie
pagina 104.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Foto's afdrukken 14
U dient eerst het nummer van een beeld te
weten, pas dan kunt u het afdrukken.
a Controleer of u de mediakaart in de
juiste sleuf hebt geplaatst.
Druk op (PhotoCapture).
b De index afdrukken. (Zie Afrdukindex
(Miniatuurweergave) op pagina 101.)
c Druk op a of b om Fotos afdrukken
te selecteren.
Druk op OK.
d Voer het nummer in van de afbeelding
die u wilt afdrukken vanaf de
Indexpagina (Miniatuurweergave).
Druk op OK.
e Herhaal stap d, totdat u alle nummers
van de af te drukken beelden ingevoerd
hebt.
Opmerking
U kunt alle nummers tegelijk invoeren
door de toets l als komma te gebruiken,
of door de toets # als koppelteken te
gebruiken. Voer bijvoorbeeld 1, l, 3, l, 6
in om afbeeldingen 1, 3 en 6 af te drukken.
Voer 1, #, 5 in om afbeeldingen 1 tot en
met 5 af te drukken.
f Nadat u alle beeldnummers hebt
geselecteerd, drukt u op OK.
g Voer met de kiestoetsen het aantal
gewenste kopieën in.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wijzig de printinstelling. (Zie
pagina 104.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart
103
14
DPOF-afdrukken 14
DPOF betekent Digital Print Order Format.
Grote producenten van digitale camera's
(Canon Inc., Eastman Kodak Company, Fuji
Photo Film Co. Ltd. en Matsushita Electric
Industrial Co., Ltd. en Sony Corporation)
hebben deze standaard gecreëerd om het
afdrukken van beelden vanaf een digitale
camera te vereenvoudigen.
Als uw digitale camera het DPOF-afdrukken
ondersteunt, kunt u de beelden en het aantal
exemplaren dat u wilt afdrukken op het
display van de digitale camera selecteren.
Als de geheugenkaart (CompactFlash
®
,
Memory Stick
®
, Memory Stick Pro™,
SecureDigital™ MultiMediaCard™ of xD-
Picture Card™) met daarop DPOF-informatie
in de machine wordt geplaatst, kunt u de
geselecteerde afbeelding op eenvoudige
wijze afdrukken.
a Controleer of u de mediakaart in de
juiste sleuf hebt geplaatst.
Druk op (PhotoCapture). U
wordt gevraagd of u de DPOF-instelling
wilt gebruiken.
b Druk op 1 om Ja te selecteren.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wijzig de printinstellingen. (Zie
pagina 104.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Hoofdstuk 14
104
PhotoCapture Center™ afdrukinstellingen 14
U kunt de printinstellingen tijdelijk wijzigen voor de volgende afdruk.
De machine keert terug naar de standaardinstellingen na 180 seconden, of wanneer de Mode
Timer weer overgaat op faxmodus. (Zie Timermodus op pagina 24.)
Opmerking
U kunt de printinstellingen die u het vaakst gebruikt, opslaan door ze als standaard in te stellen.
(Zie Uw wijzigingen als een nieuwe standaard instellen op pagina 107.)
1 Aantal afdrukken
(Voor Foto('s) bekijken)
U kunt het totaal aantal foto's zien dat wordt afgedrukt.
(Voor Alle foto's afdrukken, Foto's afdrukken)
U kunt het aantal kopieën zien dat van iedere foto wordt afgedrukt.
Menuselecties Opties1 Opties2 Pagina
Printkwaliteit Norm/Foto 105
Papiersoort
Normaal Papier
/
Inkjetpapier
/
Brother Fotopap.
/
Ander fotopapier
105
Papierformaat Letter/A4/10x15cm/13x18cm (Als A4 of Letter is geselecteerd)
10x8cm/13x9cm/15x10cm/
18x13cm/20x15cm/
Max. afmetingen
105
Helderheid 105
Contrast 106
Kleur aanp. Aan/Uit
Wit Balans /
Scherpte /
Kleurdensiteit
Stop wijziging
106
Bijsnijd(crop) Uit/Aan 107
Zonder rand Uit/Aan 107
Nieuwe standaard Ja/Nee 107
Fabrieksinstell. Ja/Nee 107
Papiersoort
Papierformaat
Helderheid
Contrast
Ander fo
Printkwaliteit Foto
10x15cm
0
0
Print start druk
0001
1
FOTOCAPTURE
Donker Licht
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart
105
14
Afdrukkwaliteit 14
a Druk op a of b om Printkwaliteit
te selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om Norm of Foto te
selecteren.
Druk op OK.
c Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Papieropties 14
Papiersoort 14
a Druk op a of b om Papiersoort te
selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om het type papier dat
u gebruikt te selecteren,
Normaal Papier, Inkjetpapier,
Brother Fotopap. of
Ander fotopapier.
Druk op OK.
c Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Papier- en afdrukformaat 14
a Druk op a of b om Papierformaat te
selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om het type papier dat
u gebruikt te selecteren, Letter,
10x15cm, 13x18cm of A4.
Druk op OK.
c Als u Letter of A4 hebt geselecteerd,
drukt u op a of b om het afdrukformaat
te selecteren.
Druk op OK.
d Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Helderheid, contrast en kleur
instellen 14
Helderheid 14
a Druk op a of b om Helderheid te
selecteren.
Druk op OK.
b Druk op d om de afdruk donkerder te
maken of druk op c om de afdruk lichter
te maken.
Druk op OK.
c Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Bijvoorbeeld: Afdrukpositie voor A4-papier
1
10x8cm
2
13x9cm
3
15x10cm
4
18x13cm
5
20x15cm
6
Max. afmetingen
Hoofdstuk 14
106
Contrast 14
U kunt de contrastinstelling wijzigen. Met
meer contrast ziet een beeld er scherper en
levendiger uit.
a Druk op a of b om Contrast te
selecteren.
Druk op OK.
b Druk op c om het contrast te verhogen
of druk op d om het contrast te
verlagen.
Druk op OK.
c Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Kleur verbetering 14
Met de functie Kleur verbetering maakt u uw
afbeeldingen levendiger. Het zal wel wat
langer duren om uw foto's af te drukken.
a Druk op a of b om Kleur aanp. te
selecteren.
Druk op OK.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de witbalans, scherpte of kleur
dichtheid wilt aanpassen, drukt u op
d of c om Aan te selecteren, en gaat
u naar stap c.
Als u geen aanpassingen wilt maken,
drukt u op d of c om Uit te
selecteren.
Druk op OK en ga vervolgens
naar f.
c Druk op a of b om Wit Balans,
Scherpte of Kleurdensiteit te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op d of c om de instellingsbalans
aan te passen.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u verdere aanpassingen wilt
maken voor kleur verbetering, drukt
u op a of bom een andere optie te
selecteren.
Als u andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op a of bom
Stop wijziging te selecteren, en
drukt u vervolgens op OK.
f Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Opmerking
Witbalans
Met deze instelling bepaalt u de tint van de
witte vlakken in een beeld. Belichting,
instelling van de camera en andere
factoren beïnvloeden de kwaliteit van het
wit. Met deze instelling kunt u dergelijke
invloeden corrigeren en de witte vlakken
weer zuiver wit maken.
Scherpte
Deze instelling verbetert het detail van
een beeld. Het lijkt op het scherp stellen
van een camera. Als het beeld niet scherp
is en u de fijne details van het beeld niet
kunt zien, moet u de scherpte aanpassen.
Kleur Dichtheid
Met deze instelling kunt u de totale
hoeveelheid kleur in het beeld bijstellen. U
kunt de hoeveelheid kleur in een beeld
verhogen of verlagen, en zo een vaal
beeld verbeteren.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart
107
14
Trimmen 14
Wanneer uw foto te lang of te breed is voor de
ruimte die u hebt geselecteerd, wordt er
automatisch een gedeelte van de afbeelding
afgesneden.
De fabriekinstelling is Aan. Wanneer u de
hele afbeelding wilt afdrukken, zet u deze
instelling op Uit.
a Druk op a of b om Bijsnijd(crop)
te selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om Uit (of Aan) te
selecteren.
Druk op OK.
c Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Bijsnijd(crop): Aan
14
Bijsnijd(crop): Uit 14
Afdrukken zonder marges 14
Met deze optie wordt het bedrukbare
gedeelte uitgebreid naar de randen van het
papier. Het afdrukken zal iets langer duren.
a Druk op a of b om Zonder rand te
selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om Uit (of Aan) te
selecteren.
Druk op OK.
c Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Uw wijzigingen als een
nieuwe standaard instellen 14
U kunt de printinstellingen die u het vaakst
gebruikt, opslaan door ze als standaard in te
stellen. Deze instellingen blijven van kracht
totdat u ze weer wijzigt.
a Druk op a of b om uw nieuwe instelling
te selecteren.
Druk op OK.
Herhaal deze stap voor iedere instelling
die u wilt wijzigen.
b Na het wijzigen van de laatste instelling,
drukt u op a of b om
Nieuwe standaard te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op 1 om Ja te selecteren.
d Druk op Stop/Eindigen.
Stelt alle instellingen terug in
op de fabrieksinstellingen 14
U kunt alle door u gewijzigde instellingen
terug instellen op de fabrieksinstellingen.
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
a Druk op a of b om
Fabrieksinstell. te selecteren.
Druk op OK.
b Druk op 1 om Ja te selecteren.
c Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 14
108
Scannen naar kaart 14
Scanmodus instellen 14
Om naar de kaart te scannen, drukt u op
(Scan) waarna deze groen wordt.
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
Druk op a of b om Scan n. kaart te
selecteren.
Druk op OK.
Als u niet bent aangesloten op uw computer,
verschijnt alleen de selectie Scannen naar
kaart op het LCD-scherm.
(Raadpleeg Scannen voor Windows
®
of
Macintosh
®
in de softwarehandleiding op de
CD-ROM voor details over de andere menu-
opties.)
Scannen naar kaart 14
U kunt monochrome documenten en
documenten in kleur naar een mediakaart
scannen. Monochrome documenten worden
opgeslagen in PDF (*.PDF) of TIFF (*.TIF).
Documenten in kleur kunnen worden
opgeslagen in PDF (*.PDF) of JPEG (*.JPG).
Voor kleur documenten is de
fabrieksinstelling 150dpi Kleur en het
standaard bestandsformaat PDF. De
machine genereert automatisch
bestandsnamen gebaseerd op de huidige
datum. (Raadpleeg de installatiehandleiding
voor meer informatie.) Zo wordt het vijfde
beeld dat u op 1 juli 2006 scant bijvoorbeeld
01070605.PDF genoemd. U kunt de kleur,
kwaliteit en bestandsnaam wijzigen.
a Plaats een CompactFlash
®
, Memory
Stick
®
, Memory Stick Pro™,
SecureDigital™, MultiMediaCard™ of
xD-Picture Card™ in de machine.
WAARSCHUWING
Verwijder de mediakaart niet als
PhotoCapture knippert; anders kunnen de
kaart of de gegevens erop beschadigd
raken.
b Uw document laden.
c Druk op (Scan).
d Druk op a of b om Scan n. kaart te
selecteren.
Druk op OK.
Scan n. e-mail
Scan naar beeld
Scan naar OCR
Scan naar file
Scan n. kaart
OK
Selecteer & druk op
SCANNEN
Kwaliteit Bestandsformaat dat
u kunt selecteren
150dpi Kleur JPEG / PDF
300dpi Kleur JPEG / PDF
600dpi Kleur JPEG / PDF
200x100dpi ZW/W TIFF / PDF
200dpi ZW/W TIFF / PDF
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart
109
14
e Ga op een van de volgende manieren te
werk.
Voor het wijzigen van de kwaliteit, ga
naar stap f.
Druk op Mono Start of Kleur Start
om met scannen te beginnen zonder
nog andere instellingen te
veranderen.
f Druk op a of b om 150dpi Kleur,
300dpi Kleur, 600dpi Kleur,
200x100dpi ZW/W of 200dpi ZW/W
te selecteren.
Druk op OK.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk.
Voor het wijzigen van het
bestandstype, ga naar stap h.
Druk op Mono Start of Kleur Start
om met scannen te beginnen zonder
nog andere instellingen te
veranderen.
h Druk op a of b om JPEG, PDF of TIFF
te selecteren.
Druk op OK.
Opmerking
Als u kleur hebt gekozen in de instelling
van de resolutie, kunt u TIFF niet
selecteren.
Als u monochroom hebt gekozen in de
instelling van de resolutie, kunt u JPEG
niet selecteren.
i Ga op een van de volgende manieren te
werk.
Voor het wijzigen van de
bestandsnaam, ga naar stap j.
Druk op Mono Start of Kleur Start
om met scannen te beginnen zonder
nog andere instellingen te
veranderen.
j De bestandsnaam wordt automatisch
ingesteld, maar u kunt een andere naam
invoeren met de kiestoetsen. U kunt
alleen de eerste 6 cijfers wijzigen.
Druk op OK.
Opmerking
Druk op Wis/terug om de huidige naam te
wissen.
k Druk op Mono Start of Kleur Start.
Hoofdstuk 14
110
Uitleg bij de
foutmeldingen 14
Als u eenmaal vertrouwd bent met de
verschillende soorten fouten die kunnen
optreden wanneer u met PhotoCapture
Center™ werkt, kunt u problemen
gemakkelijk identificeren en verhelpen.
Als er een foutmelding op het LCD-scherm
wordt weergegeven en u op een toets drukt,
geeft de machine een piepje om u daarop te
attenderen.
Media fout
Deze melding verschijnt als u een
mediakaart plaatst die defect of niet
geformatteerd is, of als er iets niet in orde
is met de mediasleuf. Verwijder de
mediakaart om deze foutmelding te
wissen.
Geen bestand
Deze melding verschijnt als u een
mediakaart in de sleuf zonder .JPG-
bestand probeert te openen.
Geheugen vol
Deze melding verschijnt als u werkt met
beelden die te groot zijn voor het
geheugen van de machine.
111
15
15
Uw Brother-machine ondersteunt de
PictBridge-standaard, waardoor
rechtstreekse aansluiting op en direct printen
vanaf een willekeurige digitale camera
compatibel met PictBridge, mogelijk is.
Alvorens PictBridge te
gebruiken
15
Vereisten voor PictBridge 15
Houd onderstaande punten in gedachten om
fouten te vermijden:
De machine en de digitale camera moeten
worden aangesloten met behulp van een
geschikte USB-kabel.
De extensie van het beeldbestand moet
.JPG zijn (Andere extensies voor
beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF
etc., worden niet herkend.)
Bewerkingen met PhotoCapture Center™
zijn niet beschikbaar tijdens het gebruik
van de PictBridge-functie.
PictBridge gebruiken 15
Uw digitale camera instellen 15
Controleer of uw camera zich in PictBridge-
modus bevindt. Sommige van de instellingen
die hierna worden opgesomd, zijn mogelijk
niet beschikbaar voor uw met PictBridge
compatibele digitale camera.
1
Zie DPOF-afdrukken op pagina 112 voor meer
informatie.
2
Als uw camera is ingesteld op de
Printer Instellingen (Standaardinstelling), drukt de
machine de foto af met de volgende instellingen.
Raadpleeg de documentatie meegeleverd bij
uw camera voor uitgebreidere informatie over
het wijzigen van de PictBridge-instellingen.
Foto's afdrukken vanaf een
camera met PictBridge
15
Menuselecties
Camera
Opties
Papierformaat Letter, A4, 10x15 cm,
Printer Instellingen (Stand
aardinstelling)
2
Papiersoort Normaal papier, Glanzend
papier, Inkjetpapier,
Printer Instellingen (Stand
aardinstelling)
2
Layout Zonder marges: Aan,
Zonder marges: Uit,
Printer Instellingen (Stand
aardinstelling)
2
DPOF-instelling
1
-
Afdrukkwaliteit Normaal, Fijn,
Printer Instellingen (Stand
aardinstelling)
2
Kleurverbetering Aan, Uit,
Printer Instellingen (Stand
aardinstelling)
2
Instellingen Opties
Papierformaat 10x15 cm
Papiersoort Glanzend papier
Layout Zonder marges: Aan
Afdrukkwaliteit Fijn
Kleurverbetering Uit
Hoofdstuk 15
112
Beelden afdrukken 15
Opmerking
Verwijder alle geheugen kaarten uit de
machine, alvorens de digitale camera aan
te sluiten.
a Zorg dat uw camera uitstaat. Sluit uw
camera aan op de PictBridge-poort op
de machine door middel van de USB-
kabel.
1 PictBridge-poort
b Zet de camera aan.
Wanneer de machine de camera heeft
herkend, wordt Camera Aangesl. op
het LCD-scherm weergegeven.
Wanneer de machine begint met het
afdrukken van een foto, wordt op het
LCD-scherm Printen getoond.
WAARSCHUWING
Om schade aan uw machine te voorkomen,
geen ander apparaat dan een met
PictBridge compatibele camera op de
PictBridge-poort aansluiten.
DPOF-afdrukken 15
DPOF betekent Digital Print Order Format.
Grote producenten van digitale camera's
(Canon Inc., Eastman Kodak Company, Fuji
Photo Film Co. Ltd. en Matsushita Electric
Industrial Co., Ltd. en Sony Corporation)
hebben deze standaard gecreëerd om het
afdrukken van beelden vanaf een digitale
camera te vereenvoudigen.
Als uw digitale camera het DPOF-afdrukken
ondersteunt, kunt u de beelden en het aantal
exemplaren dat u wilt afdrukken op het
display van de digitale camera selecteren.
1
Foto's afdrukken vanaf een camera met PictBridge
113
15
Uitleg bij de
foutmeldingen 15
Als u eenmaal vertrouwd bent met de
verschillende soorten fouten die kunnen
optreden wanneer u met PictBridge werkt,
kunt u problemen gemakkelijk identificeren
en verhelpen.
Geheugen vol
Deze melding verschijnt als u werkt met
beelden die te groot zijn voor het
geheugen van de machine.
Verkeerd USB-app
Deze melding verschijnt als u een
apparaat dat niet compatibel is met
PictBridge of dat stuk is, aansluit op de
PictBridge-poort. Om de fout te wissen,
koppelt u het apparaat los van de
PictBridge-poort, en drukt u vervolgens op
Spaarstand om de machine uit en
vervolgens weer aan te zetten.
Zie Foutmeldingen op pagina 134 voor de
gedetailleerde oplossing.
Hoofdstuk 15
114
Paragraaf V
Software V
Software- en netwerkfuncties 116
116
16
De CD-ROM bevat de software- en
netwerkhandleiding voor de functies die
beschikbaar zijn bij aansluiting op een
computer (bijvoorbeeld printen en scannen).
De handleiding bevat eenvoudig te gebruiken
koppelingen, die u rechtstreeks naar een
bepaalde sectie leiden als u erop klikt.
U kunt informatie vinden over deze functies:
Afdrukken
Scannen
ControlCenter3 (voor Windows
®
)
ControlCenter2 (voor Macintosh
®
)
Remote Setup
Faxen vanaf de computer
PhotoCapture Center™
Printen in een netwerk
Netwerkscannen
Gebruik in draadloos netwerk (alleen
MFC-845CW)
Hoe de HTML-gebruikershandleiding
lezen
Dit is een korte gids bij het gebruik van de
HTML-gebruikershandleiding.
(Voor Windows
®
)
Opmerking
Als u de software niet hebt geïnstalleerd,
zie Documentatie bekijken op pagina 3.
a Zet in het menu Start in Alle
programma's de muisaanwijzer op
Brother, MFC-XXXX (waarin XXXX het
serienummer van uw model is) en klik
op Gebruikershandleiding.
b Klik op SOFTWAREHANDLEIDING (of
NETWERKHANDLEIDING) vanuit het
topmenu.
c Klik op de titel die u zou willen lezen in
de lijst links van het venster.
(Voor Macintosh
®
)
a Zorg dat uw Macintosh
®
aanstaat.
Plaats de Brother CD-ROM in uw
CD-ROM-station.
b Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
c Dubbelklik op uw taalfolder, en
dubbelklik vervolgens op het bestand
van het titelbeeld.
d Klik op SOFTWAREHANDLEIDING (of
NETWERKHANDLEIDING) in het
topmenu, en vervolgens op de titel die u
zou willen lezen uit de lijst links van het
venster.
Software- en netwerkfuncties 16
Paragraaf
VI
Bijlagen VI
Veiligheid en wetgeving 118
Problemen oplossen en routineonderhoud 127
Menu en functies 155
Specificaties 173
Verklarende woordenlijst 188
118
A
Een geschikte plaats kiezen A
Zet de machine op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingsvrije
plaats. Plaats de machine in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard
stopcontact. Kies een plaats uit waar de temperatuur steeds tussen 10° C en 35° C ligt.
VOORZICHTIG
Zet uw machine niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen.
Plaats de machine niet op een tapijt.
Plaats de machine NIET in de buurt van verwarmingstoestellen, airconditioners, koelkasten,
medische apparatuur, chemicaliën of water.
Zorg dat de machine NIET wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht
of stof.
Sluit de machine NIET aan op een stopcontact dat is voorzien van een wandschakelaar of
een automatische timer.
Bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het geheugen van de machine verloren
gaan.
Sluit de machine niet aan op een stopcontact dat op dezelfde stroomkring zit als grote
apparaten of andere apparatuur die de stroomtoevoer kan verstoren.
Vermijd interferentiebronnen zoals andere draadloze telefoon- of luidsprekersystemen.
Plaats de MFC-845CW en de draadloze telefoon NIET in de buurt van elektromedische
apparatuur.
Veiligheid en wetgeving A
Veiligheid en wetgeving
119
Veilig gebruik van de machine A
Bewaar deze voorschriften a.u.b., zodat u ze later kunt naslaan. Lees ze altijd voordat u probeert
enig onderhoud te verrichten.
Opmerking
(alleen MFC-660CN en MFC-845CW)
Als er zich faxberichten in het geheugen van de machine bevinden, moet u deze afdrukken of
opslaan, alvorens de machine voor meer dan 24 uur van het stopcontact los te koppelen. (Om
de opgeslagen faxberichten te printen, zie Een fax uit het geheugen afdrukken op pagina 49.
Om de faxberichten in het geheugen op te slaan, zie Faxen naar een andere faxmachine
versturen op pagina 137 of Faxen naar uw PC overbrengen op pagina 137.)
WAARSCHUWING
Binnenin de machine bevinden zich hoogspanningselektroden. Controleer voordat u de
binnenkant van de machine reinigt of u het telefoonsnoer eerst hebt ontkoppeld en daarna het
voedingssnoer uit het stopcontact hebt verwijderd. Hierdoor kunt u een elektrische schok
voorkomen.
Hanteer de stekker NOOIT met natte handen. U kunt dan namelijk een elektrische schok
krijgen.
NIET in het midden aan het stroomsnoer trekken. U kunt dan namelijk een elektrische schok
krijgen.
120
Plaats uw handen NIET op de rand van de machine onder het documentdeksel of onder het
scannerdeksel. Hierdoor kunt u gewond raken.
Plaats NOOIT uw handen op de rand van de papierlade onder het deksel van de uitvoerlade.
Hierdoor kunt u gewond raken.
Raak de papierinvoerrol NIET aan. Hierdoor kunt u gewond raken.
Veiligheid en wetgeving
121
Raak de grijze zone in de onderstaande afbeelding NIET aan. Hierdoor kunt u gewond raken.
Wanneer u de machine verplaatst moet u deze van de basis optillen, door een hand op iedere
kant van het toestel te plaatsen, zoals weergegeven in de afbeelding. Draag de machine nooit
door het scannerdeksel vast te houden.
Als de machine verhit raakt, rook afgeeft, of erge stank afgeeft, de stekker van de machine
onmiddellijk uit het stopcontact halen. Neem contact op met uw Brother-dealer of met de
klantenservice van Brother.
Als er metalen voorwerpen, water of andere vloeistoffen in de machine terecht komen, de
stekker van de machine onmiddellijk uit het stopcontact halen. Neem contact op met uw
Brother-dealer of met de klantenservice van Brother.
122
WAARSCHUWING
Ga bij het installeren of wijzigen van telefoonlijnen voorzichtig te werk. Raak niet-geïsoleerde
telefoondraden of aansluitingen nooit aan, tenzij de telefoonlijn uit het stopcontact is
getrokken. Installeer telefoonbedrading nooit tijdens onweer. Installeer een telefoon
stopcontact nooit op een vochtige plaats.
Installeer dit product in de nabijheid van een goed bereikbaar stopcontact. In geval van nood
moet u de stekker uit het stopcontact halen om de stroom volledig uit te schakelen.
Controleer altijd of de stekker goed geplaatst is.
WAARSCHUWING
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Volg bij het gebruiken van uw telefoonapparatuur belangrijke veiligheidsvoorschriften
(bijvoorbeeld de volgende) altijd op, teneinde het risico van brand, stroomstoot of lichamelijk
letsel te verminderen:
1 Gebruik dit product NOOIT in de buurt van water, bijvoorbeeld bij een badkuip, wasbak,
aanrecht of wasmachine, in een natte kelder of in de buurt van een zwembad.
2 Gebruik dit product niet tijdens een storm. Bliksem kan mogelijk elektrische schokken
veroorzaken.
3 Gebruik dit product NIET in de buurt van een gaslek, wanneer u dit gaslek wilt melden.
Belangrijke veiligheidsinstructies A
1 Lees alle instructies door.
2 Bewaar ze, zodat u ze later nog kunt naslaan.
3 Volg alle waarschuwingen en instructies die op het product worden aangegeven.
4 Haal de stekker van dit product uit het stopcontact alvorens u de binnenkant van de machine
gaat reinigen. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of aërosols. Gebruik een vochtige
doek om het apparaat schoon te maken.
5 Gebruik dit product niet in de buurt van water.
6 Zet dit product niet op een onstabiel oppervlak, stelling of tafel. Het apparaat kan dan namelijk
vallen, waardoor het ernstig kan worden beschadigd.
7 Gleuven en openingen in de behuizing en de achter- of onderkant zijn voor de ventilatie. Om
zeker te zijn van de betrouwbare werking van het apparaat en om het te beschermen tegen
oververhitting, mogen deze openingen niet afgesloten of afgedekt worden. Deze openingen
mogen ook nooit afgedekt worden door het apparaat op een bed, een bank, een kleed of op
een soortgelijk oppervlak te zetten. Zet het apparaat nooit in de buurt van of boven een radiator
of verwarmingsapparatuur. Het apparaat mag nooit in een kast worden ingebouwd, tenzij
adequate ventilatie aanwezig is.
Veiligheid en wetgeving
123
8 Dit apparaat moet worden aangesloten op een spanningsbron zoals op het etiket staat
aangegeven. Als u niet zeker weet welke soort stroom geleverd wordt, neem dan contact op
met uw leverancier of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf.
9 Gebruik alleen het stroomsnoer dat is geleverd bij de machine.
10 Dit apparaat is voorzien van een 3-draads geaard snoer en een geaarde stekker. Deze stekker
past alleen in een geaard stopcontact. Dit is een veiligheidsmaatregel. Kan de stekker niet in
uw stopcontact worden gebruikt, raadpleeg dan uw elektricien en vraag hem uw oude
stopcontact te vervangen. Het is absoluut noodzakelijk dat een geaarde stekker en een geaard
stopcontact worden gebruikt.
11 Plaats nooit iets op het stroomsnoer. Zet het apparaat niet op een plaats waar mensen over
het snoer kunnen lopen.
12 Zorg dat de opening voor ontvangen faxen van de machine niet wordt geblokkeerd. Plaats
nooit een voorwerp in het pad van inkomende faxberichten.
13 Wacht totdat de machine de pagina's heeft uitgeworpen alvorens ze aan te raken.
14 Trek de stekker van dit product uit het stopcontact en neem altijd contact op met een bevoegde
servicemonteur wanneer het volgende zich voordoet:
Wanneer het stroomsnoer defect of uitgerafeld is.
Wanneer vloeistof in het apparaat is gemorst.
Wanneer het apparaat is blootgesteld aan regen of water.
Wanneer het apparaat niet normaal functioneert, ondanks het naleven van de
bedieningsinstructies, alleen de instellingen aanpassen die zijn aangegeven in de
bedieningshandleiding. Een onjuiste afstelling van andere functies kan leiden tot schade,
wat vaak een uitgebreid onderzoek vereist door een erkende servicemonteur om het
apparaat weer naar behoren te laten werken.
Als het apparaat is gevallen of als de behuizing is beschadigd.
Als het apparaat duidelijk anders gaat presteren, waarbij reparatie nodig blijkt.
15 Om uw apparaat te beveiligen tegen stroompieken en -schommelingen adviseren wij het
gebruik van een overstroombeveiliging.
16 Om het risico van brand, stroomstoot of lichamelijk letsel te reduceren, leest u aandachtig
volgende maatregelen:
Gebruik dit product niet in de buurt van apparaten die water gebruiken, in de buurt van een
zwembad of in een natte kelder.
Gebruik de machine nooit bij onweer (er is kans op elektrocutie) of om een gaslek te
rapporteren wanneer het apparaat in de buurt van het gaslek staat.
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid A
Voor een veilige werking moet de meegeleverde geaarde stekker in een normaal geaard
stopcontact worden gestoken dat via het huishoudelijk net geaard is.
Het feit dat dit apparaat naar tevredenheid werkt, betekent niet per se dat de voeding geaard is
en dat de installatie volkomen veilig is. Het is voor uw veiligheid van belang, dat u in geval van
twijfel omtrent de aarding een bevoegd elektricien raadpleegt.
124
LAN-aansluiting A
VOORZICHTIG
Sluit dit apparaat NIET aan op een LAN-verbinding die kan blootstaan aan overspanningen.
EU-richtlijn 2002/96/EC en EN50419 A
Alleen voor de Europese Gemeenschap
Dit apparaat is gemarkeerd met het bovenstaande recycle symbool. Het betekent dat u het
apparaat, aan het eind van zijn levensduur, apart moet aanleveren bij een daarvoor bestemd
verzamelpunt en niet bij het gewone huishoudelijke afval mag plaatsen. Dit zal het leefmilieu voor
ons allemaal ten goede komen. (Alleen voor de Europese Gemeenschap)
Veiligheid en wetgeving
125
Wettelijke beperkingen voor kopiëren A
Het maken van reproducties van bepaalde artikelen of documenten met frauduleuze bedoeling is
een strafbaar feit. Deze aantekening is meer bedoeld als richtlijn dan als een volledige
opsomming. Wij raden u aan de betreffende instanties in uw eigen land te raadplegen met
betrekking tot de wettigheid van een bepaald artikel of document waar twijfel over bestaat.
Hieronder staan een aantal voorbeelden van documenten die niet gekopieerd mogen worden:
Geld
Obligaties of andere schuldbewijzen
Depositobewijzen
Strijdmachts- of Dienstpapieren.
Paspoorten
Postzegels (al dan niet afgestempeld)
Immigratiepapieren
Bijstandsdocumenten
Cheques of Wissels getrokken door Overheidsinstanties
Identificatiedocumenten, badges of insignes
Rijbewijzen en Eigendomspapieren voor motorvoertuigen
Werk dat auteursrechtelijk is beschermd, mag niet worden gekopieerd. Delen van een werk dat
auteursrechtelijk is beschermd mogen echter wel voor 'eigen gebruik' worden gekopieerd. Meer
kopieën zou ongepast gebruik kunnen betekenen.
Kunstwerken dienen te worden beschouwd als werk dat auteursrechtelijk is beschermd.
Rijbewijzen en eigendomsbewijzen van motorvoertuigen mogen volgens bepaalde plaatselijke
wetten niet worden gekopieerd.
126
Handelsmerken A
Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International
Corporation.
© 2006 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Windows en Microsoft zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft in de V.S. en
andere landen.
Macintosh en TrueType zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
PaperPort is een gedeponeerd handelsmerk van ScanSoft, Inc.
Presto! PageManager is een wettig gedeponeerd handelsmerk van NewSoft Technology
Corporation.
Microdrive is een handelsmerk van International Business Machine Corporation.
CompactFlash is een wettig gedeponeerd handelsmerk van SanDisk Corporation.
Memory Stick is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Sony Corporation.
SecureDigital is een handelsmerk van Matsushita Electric Industrial Co. Ltd., SanDisk
Corporation en Toshiba Corporation.
SanDisk is licentiehouder van de handelsmerken SD en miniSD.
MultiMediaCard is een handelsmerk van Infineon Technologies, met licentie aan de
MultiMediaCard Association.
xD-Picture Card is een handelsmerk van Fujifilm Co. Ltd., Toshiba Corporation en Olympus
Optical Co. Ltd.
PictBridge is een handelsmerk.
Memory Stick Pro, Memory Stick Pro Duo, Memory Stick Duo en MagicGate zijn handelsmerken
van Sony Corporation.
BROADCOM, SecureEasySetup en het SecureEasySetup-logo zijn handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van Broadcom Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
DECT is een handelsmerk van ETSI.
Elk bedrijf wiens software in deze handleiding wordt vermeld, heeft een
softwarelicentieovereenkomst die specifiek bedoeld is voor de betreffende programma's.
Alle andere merknamen en productnamen die in deze gebruikershandleiding, de
softwarehandleiding en de netwerkhandleiding worden gebruikt, zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken van de betreffende bedrijven.
127
B
Problemen oplossen B
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips
voor het oplossen van problemen.
De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het
Brother Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van
problemen aan. Ga naar http://solutions.brother.com
.
Als u problemen met uw machine hebt B
Problemen oplossen en
routineonderhoud
B
Afdrukken
Probleem Suggesties
Geen print Controleer de interfacekabel of draadloze verbinding (alleen MFC-845CW) tussen
de machine en uw computer. (Zie de Installatiehandleiding.)
Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en de machine niet
in energiebesparende stand staat.
n of meer inktcartridges zijn leeg. (Zie De Inktcartridges vervangen op
pagina 141.)
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft. (Zie Foutmeldingen op
pagina 134.)
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of de machine online is. Klik op Start en vervolgens op
Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop en selecteer
Brother MFC-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is), en controleer of
Printer offline gebruiken niet is aangevinkt.
Slechte afdrukkwaliteit Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren op pagina 146.)
Zorg dat de instellingen voor het soort papier in de printerdriver of het type papier
in het menu overeenkomen met het door u gebruikte type papier. (Zie Afdrukken
voor Windows
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh
®
in de softwarehandleiding
op de CD-ROM.)
Controleer de verloopdatum van uw inktcartridges. De inkt zou kunnen klonteren
ten gevolge van:
De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken. (Cartridges
kunnen tot max. 2 jaar gebruikt worden, als zij in hun originele verpakking
bewaard worden.)
De inktcartridge bevond zich al meer dan zes maanden in uw machine.
Het kan ook zijn dat de inktcartridge vóór gebruik niet goed opgeslagen was.
Probeer het aanbevolen type papier te gebruiken. (Zie Acceptabel papier en
andere media op pagina 12.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine ligt tussen 20° C en
33° C.
128
Witte horizontale lijnen in tekst of
grafische afbeeldingen.
Reinig de printkop (Zie De printkop reinigen op pagina 146.)
Probeer het aanbevolen type papier te gebruiken. (Zie Acceptabel papier en
andere media op pagina 12.)
Als u wilt afdrukken op Foto L of 10×15 cm papier, gebruik dan zeker de
fotopapierlade. (Zie Fotopapier laden op pagina 19.)
De machine print blanco pagina's. Reinig de printkop (Zie De printkop reinigen op pagina 146.)
Tekens en regels overlappen
elkaar.
De uitlijning controleren. (Zie De uitlijning controleren op pagina 147.)
Afgedrukte tekst of afbeeldingen
staan scheef.
Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade geplaatst is en dat de
papiergeleiders aan de zijkant goed staan afgesteld. (Zie Papier en andere media
laden op pagina 16.)
Controleer of de klep verwijdering vastgelopen papier goed is geïnstalleerd.
Er staat een vlek in het midden
bovenaan de afgedrukte pagina.
Controleer of het papier niet te dik is en niet krult. (Zie Acceptabel papier en
andere media op pagina 12.)
Op de afdruk staan vlekken of het
lijkt of de inkt vlekt.
Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Acceptabel papier en andere
media op pagina 12.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is.
Er staan vlekken aan de achterkant
of onderaan de pagina.
Controleer of er geen inkt op de geleiderol zit. (Zie De machinegeleiderol
reinigen op pagina 145.)
Wees er zeker van dat u de papiersteunklep gebruikt. (Zie Papier en andere
media laden op pagina 16.)
De machine drukt dichte lijnen af op
de pagina.
Vink Omgekeerde volgorde aan op het tabblad Normaal van de printerdriver.
De afdrukken zijn gekreukeld. In het tabblad Normaal van de printerdriver, klikken op Instellingen en
Printkop heen en weer deselecteren.
Kan ‘2 op 1 of 4 op 1’-afdrukken
niet uitvoeren.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
Printsnelheid is te laag. Probeer de instelling van de printerdriver te wijzigen. De hoogste resolutie heeft
meer tijd nodig om de gegevens te verwerken, te verzenden en te printen. Probeer
de andere kwaliteitsinstellingen in het tabblad Normaal van de printerdriver. Klik
ook op Instellingen en vergeet niet Kleur verbetering te deselecteren.
Zet de optie Zonder marges uit. Printen zonder marges is langzamer dan normaal
printen. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh
®
in
de softwarehandleiding op de CD-ROM.)
Kleurverbetering werkt niet goed. Als de beeldgegevens in uw toepassing niet in kleurendruk zijn (zoals 256
kleuren), dan werkt Kleurverbetering niet. Gebruik voor de functie
Kleurverbetering tenminste 24-bits kleur gegevens.
De machine voert meerdere
pagina's in.
Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst. (Zie Papier en
andere media laden op pagina 16.)
Controleer of er nooit meer dan twee papiersoorten tegelijk in de papierlade zijn
geplaatst.
De afgedrukte pagina’s zijn niet
juist afgelegd.
Wees er zeker van dat u de papiersteunklep gebruikt. (Zie Papier en andere
media laden op pagina 16.)
Afgedrukte pagina’s worden
opnieuw ingevoerd en veroorzaken
het vastlopen van papier.
Trek de papiersteun uit tot u de klik hoort.
De machine print niet vanuit Paint
Brush.
Probeer het Beeldscherm in te stellen op ‘256 kleuren.
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties
Problemen oplossen en routineonderhoud
129
De machine print niet vanuit Adobe
Illustrator.
Probeer de printresolutie te verlagen. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken
en faxen voor Macintosh
®
in de softwarehandleiding op de CD-ROM.)
De machine kan geen volledige
pagina's van een document
afdrukken.
Het bericht Geheugen vol wordt
weergegeven.
Verlaag de printresolutie. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen
voor Macintosh
®
in de softwarehandleiding op de CD-ROM.)
Maak uw document minder complex en probeer opnieuw. Verlaag de grafische
kwaliteit of verminder het aantal lettertypen in uw toepassing.
Printen Ontvangen Faxen
Probleem Suggesties
Tekst staat te dicht op elkaar en
witte strepen op de pagina, of de
boven- en onderkant van tekst
ontbreekt.
Mogelijk was de verbinding slecht, met statische elektriciteit of interferentie op de
telefoonlijn. Vraag de andere partij om de fax opnieuw te verzenden.
Verticale zwarte lijnen bij
ontvangst.
De scanner van de verzender kan verontreinigd zijn. Vraag de verzender om een
kopie te maken om te zien of het probleem bij de verzendende machine ligt.
Probeer een fax van een andere faxmachine te ontvangen.
Ontvangen kleuren faxen worden
alleen in zwart-wit geprint.
Vervang de kleuren cartridges die leeg of bijna leeg zijn, en vraag de andere partij
vervolgens de kleuren fax opnieuw te verzenden. (Zie De Inktcartridges
vervangen op pagina 141.) Kijk na of de geavanceerde functies uitgeschakeld
zijn. (Zie De geavanceerde functies uitschakelen op pagina 77.)
De linker- en rechtermarges zijn
afgesneden, of één enkele pagina
is afgedrukt op twee pagina's.
Schakel Automatische Verkleining in. (Zie Een verkleinde afdruk van een
inkomend document maken op pagina 48.)
Telefoonlijn of -verbindingen
Probleem Suggesties
Kiezen functioneert niet. (Geen
kiestoon)
Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en de machine niet
in energiebesparende stand staat.
Controleer alle aangesloten snoeren.
Instelling voor Toon/Puls wijzigen. (Raadpleeg de Installatiehandleiding.)
Neem de hoorn van het externe toestel van de haak (of de hoorn van de machine
of de draadloze telefoon, indien beschikbaar), en toets vervolgens het nummer in
om handmatig een fax te versturen. Wacht tot u de faxontvangsttoon hoort en druk
pas dan op Mono Start of Kleur Start.
De machine neemt niet op wanneer
ze gebeld wordt.
Controleer of de machine in de juiste ontvangstmodus staat voor uw instelling.
(Zie De ontvangstmodus kiezen op pagina 44.) Controleer of er een kiestoon
hoorbaar is. Bel, indien mogelijk, uw machine om te horen wat er gebeurt. Neemt
uw faxmachine niet op, controleer dan de aansluiting van het telefoonsnoer. Gaat
de bel niet over wanneer u uw machine belt, vraag dan uw telefoonbedrijf om de
lijn te controleren.
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties
130
Faxen ontvangen
Probleem Suggesties
Kan geen fax ontvangen. Controleer alle aangesloten snoeren.
Controleer of de machine in de juiste ontvangstmodus staat voor uw instelling.
(Zie Instellingen ontvangststand op pagina 46.)
Als u vaak last hebt van interferentie op de telefoonlijn, kunt u proberen de menu-
instelling Compatibiliteit op Minimaal te zetten. (Zie Telefoonlijninterferentie op
pagina 141.)
Als u uw machine aansluit op PBX of ISDN moet u de menu-instelling voor Type
Telefoonlijn aan uw telefoon aanpassen. (Zie Het Type telefoonlijn instellen op
pagina 54.)
Faxen verzenden
Probleem Suggesties
Kan geen fax versturen. Controleer alle aangesloten snoeren.
Controleer of de toets Fax oplicht. (Zie Faxmodus instellen op
pagina 36.)
Vraag de andere partij te controleren of de ontvangende machine over papier
beschikt.
Druk het Verzendingsrapport af en controleer of er fouten worden gemeld. (Zie
Rapporten op pagina 84.)
In het verzendrapport staat
‘Result:ERROR’.
Er is waarschijnlijk een tijdelijke storing of ruis op de lijn. Probeer de fax opnieuw
te verzenden. Als u een bericht via PC-FAX zendt en op het Verzendrapport wordt
‘Result:NG aangegeven, dan beschikt uw machine waarschijnlijk niet meer over
geheugen. Maak meer geheugen beschikbaar door de geavanceerde functies uit
te schakelen (zie De geavanceerde functies uitschakelen op pagina 77), door
faxen die in het geheugen zijn opgeslagen af te drukken (zie Een fax uit het
geheugen afdrukken op pagina 49) of door uitgestelde faxen of pollingtaken te
annuleren (zie Een actieve fax annuleren op pagina 37 of Het controleren en
annuleren van taken in de wachtrij op pagina 42). Als het probleem nog niet is
verholpen, vraag dan het telefoonbedrijf om uw telefoonlijn te controleren.
Als u vaak foutmeldingen ontvangt door eventuele storing op de telefoonlijn, kunt
u proberen de instelling in het menu Compatibiliteit op Minimaal te zetten. (Zie
Telefoonlijninterferentie op pagina 141.)
Als u uw machine aansluit op PBX of ISDN moet u de menu-instelling voor Type
Telefoonlijn aan uw telefoon aanpassen. (Zie Het Type telefoonlijn instellen op
pagina 54.)
Slechte verzendkwaliteit faxen. Probeer de resolutie te wijzigen in Fijn of Superfijn. Maak een kopie om te
controleren of de scanner van uw machine goed werkt. Wanneer de kwaliteit van
de kopie niet goed is, dient u de scanner te reinigen. (Zie De scanner reinigen op
pagina 144.)
Verticale zwarte lijnen bij het
verzenden.
Als de kopie die u hebt gemaakt hetzelfde probleem vertoont, reinig dan de
scanner. (Zie De scanner reinigen op pagina 144.)
Problemen oplossen en routineonderhoud
131
Inkomende telefoontjes behandelen
Probleem Suggesties
De machine registreert een
spraakverbinding als faxtonen.
Als de functie Fax waarnemen op Aan staat, is uw machine gevoeliger voor
geluiden. Uw machine heeft misschien per ongeluk stemmen of muziek op de lijn
geïnterpreteerd als faxtonen en reageert dan met faxontvangsttonen. Deactiveer
de machine door op Stop/Eindigen te drukken. Probeer dit probleem te vermijden
door de functie Fax waarnemen uit te schakelen. (Zie Fax waarnemen op
pagina 47.)
Een faxoproep naar de machine
overzetten.
Als u vanaf een extern of tweede toestel hebt opgenomen, moet u de
faxontvangstcode intoetsen (de fabrieksinstelling is (l 5 1). Hang op zodra uw
machine opneemt.
Speciale functies op een enkele
lijn.
Als u wisselgesprekken en/of nummerweergave, of een alarmsysteem of andere
speciale diensten op een enkele telefoonlijn gebruikt, kan dit problemen opleveren
bij het versturen of ontvangen van faxen.
Bijvoorbeeld:Als u zich abonneert op wisselgesprekken of bepaalde andere
speciale diensten, en het signaal hiervan op de lijn binnenkomt terwijl uw machine
een fax verzendt of ontvangt, kan dit signaal de faxen tijdelijk onderbreken of
verstoren. De ECM-functie van Brother kan helpen om dit probleem te verhelpen.
Deze situatie heeft betrekking op de industrie van telefoonsystemen, en komt veel
voor bij apparaten die informatie verzenden en ontvangen over een lijn waarop
ook speciale functies worden gebruikt. Als het voor uw bedrijf van essentieel
belang is dat ook de kleinste onderbrekingen worden voorkomen, wordt een
afzonderlijke telefoonlijn zonder speciale functies aanbevolen.
Problemen met kopiëren
Probleem Suggesties
Kan geen kopie maken.
Controleer of de toets Kopie oplicht. (Zie Kopieermodus instellen op
pagina 90.)
Verticale strepen op kopieën. Als u verticale strepen op de kopieën ziet, de scanner reinigen. (Zie De scanner
reinigen op pagina 144.)
Slechte kopieerresultaten bij
gebruik van de ADF.
Probeer de glasplaat te gebruiken. (Zie De glasplaat gebruiken op pagina 11.)
Problemen met het scannen
Probleem Suggesties
Tijdens het scannen verschijnen er
TWAIN/WIA-fouten.
Zorg dat de Brother TWAIN/WIA-driver als primaire bron werd geselecteerd. In
PaperPort
®
SE met OCR, klikt u op bestandsmenu, scannen en selecteert u de
Brother TWAIN/WIA-driver.
Slechte scanresultaten bij gebruik
van de ADF.
Probeer de glasplaat te gebruiken. (Zie De glasplaat gebruiken op pagina 11.)
Problemen met software
Probleem Suggesties
Onmogelijk software te installeren
of te printen.
Het programma Repair MFL-Pro Suite op de CD-ROM uitvoeren. Dit programma
repareert en herinstalleert de software.
‘Apparaat Bezet’ Controleer of er op het LCD-scherm van de machine geen foutmelding staat.
132
Problemen met PhotoCapture Center™
Probleem Suggesties
Verwisselbare schijf werkt niet naar
behoren.
1 Hebt u de update voor Windows
®
2000 gnstalleerd? Als u dat niet hebt
gedaan, doet u het volgende:
1) Koppel de USB-kabel los.
2) Installeer de update voor Windows
®
2000, en raadpleeg de
installatiehandleiding. Nadat de installatie is voltooid, wordt de PC
automatisch opnieuw gestart.
3) Wacht ongeveer 1 minuut nadat de PC opnieuw is gestart en sluit daarna
de USB-kabel aan.
2 Verwijder de mediakaart en plaats deze weer terug.
3 Als u ‘Uitwerpen’ hebt geprobeerd vanuit Windows
®
, moet u de mediakaart
verwijderen alvorens u verdergaat.
4 Als er een foutmelding wordt weergegeven wanneer u de mediakaart probeert
uit te werpen, betekent dit dat de kaart gebruikt werd. Wacht even en probeer
opnieuw.
5 Als niets van het bovenstaande werkt, uw PC en machine uitzetten en
vervolgens opnieuw aanzetten. (U moet de stekker van de machine uit het
stopcontact halen om de machine uit te zetten.)
Geen toegang tot Verwisselbare
schijf vanuit pictogram Desktop.
Controleer of u de mediakaart in de sleuf hebt geplaatst.
Problemen met het netwerk
Probleem Suggesties
Afdrukken via het netwerk
onmogelijk.
Controleer of uw machine aanstaat, online is en klaar om af te drukken. Druk de
netwerkconfiguratielijst af (zie Rapporten op pagina 84) en controleer de huidige
netwerkinstellingen die in deze lijst worden afgedrukt. Sluit de LAN-kabel weer
aan op de hub om te controleren of de kabels en de netwerkaansluitingen in orde
zijn. Probeer, indien mogelijk, de machine aan te sluiten op een andere poort van
uw hub en gebruik een andere kabel. Als de aansluitingen goed zijn, toont de
machine twee seconden lang LAN Actief. (Als u een draadloze verbinding
gebruikt (alleen MFC-845CW) of netwerkproblemen hebt, raadpleeg dan de
netwerkhandleiding op de CD-ROM voor meer informatie.)
Problemen oplossen en routineonderhoud
133
De functie netwerkscannen werkt
niet.
(Alleen bij gebruik van Windows
®
) De instelling van de Firewall op uw PC kan de
noodzakelijke netwerkverbinding afwijzen. Volg onderstaande instructies om de
firewall te configureren. Als u een persoonlijke Firewall-software gebruikt,
raadpleeg dan de gebruikershandleiding voor uw software of neem contact op met
de softwareproducent.
<Bij gebruik van Windows
®
XP SP2>
1 Klik op de Start-knop, Bedieningspaneel en vervolgens op Windows
Firewall. Zorg ervoor dat Windows Firewall in het tabblad Algemeen op Aan
staat.
2 Klik op het tabblad Geavanceerd en de knop Instellingen in Instellingen
van netwerk verbinding.
3 Klik op de knop Voeg toe, en voer een willekeurige naam in in het veld
"Serviceomschrijving". Voer "localhost" in, in het veld "Naam of IP-adres".
Voer "54925" in voor netwerkscannen in de interne en externe velden voor
poortnummers. Selecteer UDP en klik op OK. Herhaal deze stap door
toevoeging van Poort 54926 voor network PC-Fax Ontvangen en Poort 137
voor Windows
®
.
4 Zorg ervoor dat de nieuwe instellingen worden toegevoegd en dat het vakje is
aangevinkt, en klik vervolgens op OK.
De functie PC-Fax Ontvangen via
netwerk werkt niet.
Uw computer kan de machine niet
vinden.
<Windows
®
gebruikers>
De instelling van de Firewall op uw PC kan de noodzakelijke netwerkverbinding
afwijzen. Zie bovenstaande instructies voor meer informatie.
<Macintosh
®
gebruikers>
Selecteer opnieuw uw machine in de applicatie DeviceSelector in Macintosh
HD/Library/Printers/Brother/Hulpprogramma's of vanuit het model van
ControlCenter2.
Problemen met het netwerk (Vervolg)
Probleem Suggesties
134
Foutmeldingen B
Zoals met alle verfijnde kantoorproducten het geval is, kunnen er fouten optreden. In dergelijke
gevallen kan de machine de fout doorgaans zelf identificeren en wordt een foutmelding getoond.
De onderstaande lijst geeft een overzicht van de meest voorkomende foutmeldingen.
De meeste fouten kunt u zelf corrigeren. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions
Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com
.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Afgebroken De andere persoon of de
faxmachine van de andere
persoon heeft het gesprek
beëindigd.
Probeer opnieuw te verzenden of te
ontvangen.
Bijna leeg Eén of meer inktcartridges zijn
bijna leeg. Als een verzendende
machine een kleuren fax heeft,
zal de machine tijdens de
‘aansluitbevestiging’ vragen om
de fax in zwart-wit te verzenden.
Als de verzendende machine de
fax kan converteren, zal de
kleuren fax als een zwart-witfax in
het geheugen worden ontvangen.
Bestel een nieuwe inktcartridge.
Communicatiefout Er is een communicatiefout
opgetreden wegens slechte
verbinding.
Probeer de fax opnieuw te verzenden of
probeer de machine op een andere
telefoonlijn aan te sluiten.Als het probleem
nog niet is verholpen, belt u dan het
telefoonbedrijf en vraag of ze uw
telefoonlijn willen controleren.
De inkt is op Eén of meer inktcartridges zijn
leeg. De machine stopt alle
printbewerkingen. Zolang er
geheugen beschikbaar is, worden
zwart-witfaxen in het geheugen
opgeslagen. Als een
verzendende machine een
kleuren fax heeft, zal de machine
tijdens deaansluitbevestiging’
vragen om de fax in zwart-wit te
verzenden. Als de verzendende
machine de fax kan converteren,
zal de kleuren fax als een zwart-
witfax in het geheugen worden
opgeslagen.
Vervang de inktcartridges. (Zie De
Inktcartridges vervangen op pagina 141.)
Deksel is open. Het scannerdeksel is niet goed
gesloten.
Til het scannerdeksel op en sluit dit weer.
Het deksel van de inktcartridge is
niet volledig gesloten.
Sluit het deksel van de inktcartridge goed,
totdat u een klik hoort.
Problemen oplossen en routineonderhoud
135
Document nazien Het document is niet goed
geplaatst of het document dat via
de ADF is gescand, was te lang.
Zie De ADF gebruiken op pagina 10.
Zie Vastgelopen papier op pagina 138.
Formaat nazien U gebruikt een verkeerd
papierformaat.
Plaats papier van het juiste formaat
(Letter, Legal of A4) en druk vervolgens op
Mono Start of Kleur Start.
Geen antw/Bezet Het gebelde nummer antwoordt
niet of is bezet.
Controleer het nummer en probeer
opnieuw.
Geen Beller ID Er zijn geen inkomende
gesprekken in het geheugen. U
hebt geen gesprekken
ontvangen, u hebt de functie
nummerweergave niet op uw
machine geactiveerd, of u bent
niet geabonneerd op de service
voor nummerweergave van uw
telefoonbedrijf.
Als u de functie Nummerweergave wenst
te gebruiken, dient u contact op te nemen
met het telefoonbedrijf. (Zie Identificatie
binnenkomende gesprekken (alleen
MFC-660CN en MFC-845CW) op
pagina 52.)
Geen bestand Er staat geen .JPG-bestand op de
mediakaart in de mediasleuf.
Steek de juiste mediakaart weer in de
sleuf.
Geen contact U hebt geprobeerd te pollen naar
een faxmachine die niet in de
wachtstand voor pollen staat.
Controleer de instellingen voor pollen van
het andere faxtoestel.
Geen patroon Eén van de inktcartridges is niet
goed geïnstalleerd.
Installeer de inktcartridge opnieuw. (Zie De
Inktcartridges vervangen op pagina 141.)
Geheugen vol Het geheugen van de machine is
vol.
Fax bezig met verzenden of kopiëren
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Stop/Eindigen en wacht tot
de andere processen zijn afgewerkt en
probeer opnieuw.
Verwijder de gegevens uit het
geheugen. Als u meer geheugen wilt,
kunt u de geavanceerde functies
uitschakelen. (Zie De geavanceerde
functies uitschakelen op pagina 77.)
Druk de faxen af die in het geheugen
zijn opgeslagen. (Zie Een fax uit het
geheugen afdrukken op pagina 49.)
Bezig met printen
Verminder de printresolutie (Zie voor meer
informatie Afdrukken voor Windows
®
of
Afdrukken en faxen voor Macintosh
®
in de
softwarehandleiding op de CD-ROM.)
Media fout De mediakaart is defect, slecht
geformatteerd of er is een
probleem met de mediakaart.
Steek de kaart weer goed in de sleuf terug
om er zeker van te zijn dat de kaart zich in
de juiste positie bevindt. Indien de fout blijft
bestaan, de mediasleuf controleren door
een andere mediakaart te plaatsen,
waarvan u weet dat deze functioneert.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
136
Meer gegevens Er zitten nog afdrukgegevens in
het geheugen van de machine.
Hervat het printen vanaf uw computer.
Er zitten nog afdrukgegevens in
het geheugen van de machine.
De USB-kabel werd losgekoppeld
terwijl de computer gegevens
naar de machine stuurde.
Druk op Stop/Eindigen. De machine
annuleert de taak en verwijdert deze uit het
geheugen. Probeer opnieuw te printen.
Niet toegewezen U hebt geprobeerd een
Snelkiesnummer te gebruiken dat
niet is opgeslagen.
Stel het snelkiesnummer in. (Zie
Snelkiesnummers opslaan op pagina 62.)
Opstartprobleem XX
Print onmogelijk XX
Reinigen onmog. XX
Scan onmogelijk XX
Gebruik Tel. onmog.
XX
Veranderen onmog
XX
De machine heeft een
mechanisch probleem.
OF
Er bevindt zich een voorwerp dat
er niet hoort, zoals een paperclip
of afgescheurd papier, in de
machine.
Open het scannerdeksel en verwijder
vreemde voorwerpen uit de machine. Als
de foutmelding niet verdwijnt, doet u het
volgende:
(alleen MFC-440CN)
Zie Faxberichten of het Faxjournaal
overbrengen op pagina 137 voor u de
machine uitschakelt, zodat u geen
belangrijke berichten verliest.
Onderbreek vervolgens gedurende
enkele minuten de stroomtoevoer naar
de machine en schakel deze dan weer
in.
(alleen MFC-660CN en MFC-845CW)
Onderbreek gedurende enkele
minuten de stroomtoevoer naar de
machine en schakel deze dan weer in.
(De machine kan max. 24 uur uitstaan,
voordat de in het geheugen
opgeslagen faxberichten verloren
gaan. Zie Faxberichten of het
Faxjournaal overbrengen op
pagina 137.)
Papier nazien De machine heeft geen papier
meer of het papier is niet goed in
de papierlade geplaatst.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Vul het papier in de papierlade aan, en
druk vervolgens op Mono Start of
Kleur Start.
Verwijder het papier en leg het
opnieuw in de lade; druk vervolgens op
Mono Start of Kleur Start.
Het papier is vastgelopen in de
machine.
Zie Papier vastgelopen in de machine op
pagina 139.
Papierstoring Papier is vastgelopen in de
machine.
(Zie Papier vastgelopen in de machine op
pagina 139.)
Temperatuur hoog De printkop is te warm. Laat de machine afkoelen.
Temperatuur laag De printkop is te koud. Laat de machine opwarmen.
Verkeerd USB-app Een apparaat dat niet compatibel
is met PictBridge of kapot is, is
aangesloten op de PictBridge-
poort.
Koppel het apparaat los van de PictBridge-
poort, en druk vervolgens op Spaarstand
om de machine uit en vervolgens weer aan
te zetten.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen en routineonderhoud
137
Faxberichten of het
Faxjournaal overbrengen B
Als op het scherm een van de volgende
meldingen verschijnt, raden wij u aan uw
faxberichten over te brengen naar een ander
faxtoestel of naar uw PC. (Zie Faxen naar
een andere faxmachine versturen op
pagina 137 of Faxen naar uw PC
overbrengen op pagina 137.)
Veranderen onmog XX
Reinigen onmog. XX
Opstartprobleem XX
Print onmogelijk XX
Scan onmogelijk XX
Gebruik Tel. onmog. XX
U kunt eveneens het Faxjournaal
overbrengen om na te gaan of er faxen zijn
die u moet overbrengen. (Zie Het Faxjournaal
naar een andere faxmachine overbrengen op
pagina 138.)
Opmerking
Als het LCD-scherm van de machine een
foutmelding weergeeft nadat de faxen zijn
overgebracht, haalt u de stekker van de
machine enkele minuten uit het contact en
doet u de stekker er daarna weer in.
Faxen naar een andere faxmachine
versturen B
Als u uw Stations-ID nog niet hebt ingesteld,
kunt u de faxoverbrengingsstand niet
gebruiken.
a Druk op Stop/Eindigen om de fout
tijdelijk te onderbreken.
b Druk op Menu.
c Druk op a of b om Service te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Dataoverdracht
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Fax overdracht
te selecteren.
Druk op OK.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als op het LCD-scherm
Geen dataopslag wordt
weergegeven, bevinden er zich geen
faxberichten meer in het geheugen
van de machine.
Druk op Stop/Eindigen.
Voer het faxnummer in van het
apparaat waarnaar de faxen moeten
worden verzonden.
g Druk op Mono Start.
Faxen naar uw PC overbrengen B
U kunt de faxen van het geheugen van uw
machine naar uw PC overbrengen.
a Druk op Stop/Eindigen om de fout
tijdelijk te onderbreken.
b Zorg dat u MFL-Pro Suite op uw PC
hebt geïnstalleerd, en zet vervolgens
PC FAX Ontvangen aan op de PC.
(Raadpleeg voor meer informatie
PC-Fax Ontvangen voor Windows
®
in
de softwarehandleiding op de
CD-ROM.)
c Controleer of u PC-Fax Ontvangen hebt
ingesteld op de machine. (Zie PC-Fax
Ontvangen op pagina 76.)
Als er faxberichten in het
machinegeheugen zijn opgeslagen
wanneer u PC-Fax Ontvangen instelt,
verschijnt op het scherm de vraag of u
de faxberichten naar uw PC wilt
overbrengen.
138
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om alle faxen naar uw pc te sturen,
drukt u op 1.
Druk op a of b om
Backup Print:Aan of
Backup Print:Uit te selecteren,
en druk op OK.
Om af te sluiten en de faxen in het
geheugen te bewaren, drukt u op 2.
e Druk op Stop/Eindigen.
Het Faxjournaal naar een andere
faxmachine overbrengen
B
Als u uw Stations-ID nog niet hebt ingesteld,
kunt u de faxoverbrengingsstand niet
gebruiken.
a Druk op Stop/Eindigen om de fout
tijdelijk te onderbreken.
b Druk op Menu.
c Druk op a of b om Service te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Dataoverdracht
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Report overdr.
te selecteren.
Druk op OK.
f Voer het faxnummer in voor het
doorsturen van het Faxjournaal.
g Druk op Mono Start.
Vastgelopen papier B
Documenten kunnen vastlopen als deze niet
correct zijn geplaatst of ingevoerd, of als ze te
lang zijn. Volg onderstaande stappen om
vastgelopen papier te verwijderen.
Het document is bovenin de ADF
vastgelopen B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Open het ADF-deksel.
c Trek het vastgelopen document er naar
boven en naar links uit.
d Sluit het ADF-deksel.
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Om vastlopen van papier in de toekomst
te vermijden, het ADF-deksel goed sluiten
door er in het midden voorzichtig op te
drukken.
Het document is in de ADF
vastgelopen B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Til het documentdeksel op.
c Trek het vastgelopen document er naar
links uit.
d Sluit het documentdeksel.
e Druk op Stop/Eindigen.
Problemen oplossen en routineonderhoud
139
Papier vastgelopen in de
machine B
Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats
waar het in de machine is vastgelopen. Open
en sluit het scannerdeksel om de fout te
wissen.
a Trek de papierlade (1) uit de machine.
b Trek het vastgelopen papier eruit (1).
Als u het vastgelopen papier niet van
de voorkant kunt verwijderen, of als
de foutmelding op het LCD-scherm
blijft verschijnen nadat u het
vastgelopen papier verwijderd hebt,
ga dan naar de volgende stap.
c Verwijder de klep verwijdering
vastgelopen papier (1). Trek het
vastgelopen papier uit de machine.
d Plaats de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier er terug op.
Controleer of de klep goed is
geïnstalleerd.
1
1
1
140
e Til het scannerdeksel (1) op aan de
voorkant van de machine, totdat deze in
de open stand vergrendeld is.
Zorg dat er geen vastgelopen papier in
de machine achterblijft. Kijk beide
kanten van de inktpatroonhouder na.
Opmerking
Als het papier onder de printkop is
vastgelopen, moet u de stekker van de
machine uit het stopcontact trekken, en
vervolgens de printkop bewegen om het
papier te verwijderen.
f Til het scannerdeksel op om de
vergrendeling los te maken (1). Druk de
steun van het scannerdeksel voorzichtig
naar beneden (2) en sluit het
scannerdeksel (3).
g Duw de papierlade stevig terug in de
machine. Terwijl u de papierlade
vasthoudt, de papiersteun naar buiten
trekken tot u een klik hoort, en
vervolgens de papiersteunklep
uitvouwen.
Kiestoondetectie B
Wanneer u een fax automatisch verzendt,
wacht uw machine standaard een bepaalde
tijd, alvorens te beginnen met het kiezen van
het nummer. Door de instelling van de
kiestoon te wijzigen in Detectie kunt u uw
machine laten kiezen zodra er een kiestoon
wordt gevonden. Deze instelling kan wat tijd
besparen bij het versturen van één fax naar
een aantal verschillende nummers. Als u de
instelling wijzigt en problemen krijgt met
kiezen, zou u opnieuw naar de
fabrieksinstelling voor GEEN detectie
moeten terugkeren.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Stand.instel. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Kiestoon te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Detectie of
GEEN detectie te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
1
Problemen oplossen en routineonderhoud
141
Telefoonlijninterferentie B
Als u problemen met het verzenden of
ontvangen van een fax hebt door mogelijke
storing op de telefoonlijn, raden wij u aan de
synchronisatie voor compatibiliteit aan te
passen om de modemsnelheid voor
faxhandelingen te verlagen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Diversen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Compatibel te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Normaal (of
Minimaal) te selecteren.
Minimaal verlaagt de
modemsnelheid naar 9.600 bps.
Tenzij ruis op uw telefoonlijn een
vaak voorkomend probleem is, kunt
u er de voorkeur aan geven het
alleen te gebruiken wanneer nodig.
Normaal stelt de modemsnelheid in
op 14400 bps. (fabrieksinstelling)
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Wanneer u de compatibiliteit verandert in
Minimaal, is de ECM-functie alleen
beschikbaar voor het verzenden van
kleuren faxen.
Routineonderhoud B
De Inktcartridges vervangen B
Uw machine is voorzien van een
inktstippenteller. De inktstippenteller
controleert automatisch het inktniveau in elk
van de 4 cartridges. Als de machine ontdekt
dat een inktcartridge bijna leeg is, zal de
machine u waarschuwen door middel van
een melding op het LCD-scherm.
Het LCD-scherm informeert u welke
inktcartridge bijna leeg is of vervangen moet
worden. Volg de aanwijzingen op het LCD-
scherm om de inktcartridges in de juiste
volgorde te vervangen.
Ook al informeert de machine u dat er een
inktcartridge leeg is, zal er nog een kleine
hoeveelheid inkt in de inktcartridge aanwezig
zijn. Het is noodzakelijk dat er inkt in de
inktcartridge aanwezig blijft om te voorkomen
dat de lucht de printkopset uitdroogt en
beschadigt.
a Open het deksel van de inktcartridge.
Als een of meer inktpatronen leeg zijn,
bijvoorbeeld Zwart, wordt op het LCD-
scherm De inkt is op en
Zwarte inkt weergegeven.
b Trek de ontgrendelingshendel naar
beneden en verwijder de inktcartridge
van de kleur die op het LCD-scherm
getoond wordt.
142
c Open de verpakking met de nieuwe
inktcartridge voor de kleur die op het
LCD-scherm wordt getoond, en haal
vervolgens de inktcartridge eruit.
d Verwijder het gele beschermkapje (1).
Onjuiste configuratie
Raak het gebied uit de onderstaande
afbeelding NIET aan.
Opmerking
Als het gele beschermkapje loskomt
terwijl u de verpakking opent, zal de
cartridge niet beschadigd worden.
e Elke kleur heeft zijn eigen juiste positie.
Plaats de inktcartridge in de richting van
de pijl op het etiket.
f Til de ongrendelingshendel op en duw
erop tot u een klik hoort, en sluit
vervolgens het deksel van de
inktcartridge.
g Als u een inktcartridge hebt vervangen,
kan het zijn dat u wordt gevraagd te
bevestigen dat dit een gloednieuwe
cartridge is. (Bijvoorbeeld,
Veranderd? Zwarte inkt) Voor elke
nieuwe door u geïnstalleerde cartridge,
drukt u op 1 (Ja) om de inktstippenteller
voor de betreffende kleur automatisch te
resetten. Als de inktcartridge die u hebt
geïnstalleerd niet nieuw is, moet u
drukken op 2 (Nee).
Als u wacht totdat de melding
Bijna leeg en De inkt is op op
het LCD-scherm wordt getoond, zal de
machine de inktstippenteller
automatisch resetten.
1
M
brother
XXXX
Problemen oplossen en routineonderhoud
143
Opmerking
Als op het LCD-scherm de melding
Geen patroon wordt getoond nadat u
de inktcartridges hebt geïnstalleerd, dient
u te controleren of ze op juiste wijze zijn
geïnstalleerd.
WAARSCHUWING
Mocht u inkt in uw ogen krijgen, spoel ze
dan onmiddellijk met water en raadpleeg
een arts als u zich bezorgd maakt.
VOORZICHTIG
Verwijder GEEN inktcartridges, als deze
niet vervangen hoeven te worden. Als u dit
toch doet, kan dit de hoeveelheid inkt
verminderen en weet de machine niet
hoeveel inkt er nog in de cartridge zit.
Raak de houders voor de cartridges NIET
aan. Als u dat doet, kan de inkt vlekken op
uw huid achterlaten.
Als de inkt vlekken op uw huid of kleding
achterlaat, was deze dan onmiddellijk met
zeep of een wasmiddel.
Als de kleuren gemengd zijn omdat u een
inktcartridge in de verkeerde positie
geïnstalleerd hebt, moet u nadat de
cartridge op de juiste plaats geïnstalleerd is
de printkop diverse keren reinigen.
Installeer een inktcartridge onmiddellijk na
het openen in de machine en verbruik deze
binnen zes maanden na de installatie.
Gebruik ongeopende inktcartridges vóór de
uiterste verbruiksdatum die op de
cartridgeverpakking vermeld staat.
De inktcartridge NIET openmaken of ermee
knoeien, want daardoor kan de cartridge
inkt verliezen.
De multifunctionele machines van Brother
zijn ontworpen om te werken met inkt van
een bepaalde specificatie, en ze leveren
optimale prestaties indien gebruikt met
originele inktcartridges van Brother.
Brother kan deze optimale prestaties niet
garanderen indien inkt of inktcartridges van
andere specificaties gebruikt worden. Het
gebruik van cartridges anders dan originele
cartridges van Brother of het gebruik van
cartridges die met inkt van andere merken
zijn gevuld, wordt door Brother afgeraden.
Indien de printkop of andere delen van
deze machine worden beschadigd als
gevolg van het gebruik van niet compatibile
producten, dan is het mogelijk dat enige
reparaties die nodig zijn als gevolg daarvan
niet door de garantie worden gedekt.
De buitenkant van de machine
schoonmaken B
VOORZICHTIG
Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen.
Reiniging met vloeistoffen die vervliegen,
zoals verdunner of benzine, beschadigt de
buitenkant van de machine.
Gebruik GEEN schoonmaakmiddelen die
ammoniak bevatten.
Gebruik GEEN isopropylalcohol om het
bedieningspaneel schoon te maken. Het
paneel kan barsten.
144
Maak de buitenkant van de machine als
volgt schoon:
B
a Trek de papierlade (1) volledig uit de
machine.
b Reinig de buitenkant van de machine
met een zachte doek om stof te
verwijderen.
c Til het deksel van de uitvoerpapierlade
op en verwijder alles wat in de
papierlade is vastgelopen.
d Reinig de papierlade met een zachte
doek om stof te verwijderen.
e Plaats de papierlade stevig terug in de
machine.
De scanner reinigen B
a Til het documentdeksel (1) op. Reinig de
glasplaat (2) en het witte plastic (3) met
schoonmaakalcohol op een zachte,
pluisvrije doek.
b Reinig de witte balk (1) en de glazen
strook (2) onder de balk in de ADF, met
behulp van een pluisvrije doek met
isopropylalcohol.
1
1
2
3
1
2
Problemen oplossen en routineonderhoud
145
De machinegeleiderol
reinigen B
WAARSCHUWING
Haal het netsnoer van de machine uit het
stopcontact voordat u de geleiderol (1)
reinigt.
a Maak de geleiderol (1) en het gebied
eromheen schoon door met een zachte,
droge, pluisvrije doek de gemorste inkt
op te vegen.
De invoerrol voor papier
reinigen B
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
b Haal het netsnoer van de machine uit
het stopcontact en verwijder de klep ter
verwijdering van vastgelopen papier (1).
c De invoerrol voor papier (1) reinigen met
schoonmaakalcohol op een
wattenstokje.
d Plaats de klep verwijdering vastgelopen
papier terug.
Controleer of de klep goed is
geïnstalleerd.
e Duw de papierlade langzaam
volledig terug in de machine.
f Sluit het stroomsnoer weer aan.
1
1
1
146
De printkop reinigen B
De machine reinigt regelmatig de printkop,
teneinde een goede afdrukkwaliteit te
garanderen. U kunt het reinigingsproces
wanneer nodig handmatig starten.
Als er op de afgedrukte pagina's een
horizontale streep door tekst of grafisch werk
loopt, dient u de printkop en de inktcartridges
te reinigen. U kunt alleen Zwart, drie kleuren
tegelijk (Cyaan/Geel/Magenta), of alle vier
kleuren tegelijk reinigen.
Bij het reinigen van de printkop wordt inkt
verbruikt. Wanneer de kop te vaak wordt
gereinigd, wordt er onnodig inkt verbruikt.
VOORZICHTIG
Raak de printkop NIET aan. Als u de
printkop aanraakt, kan hij blijvend worden
beschadigd en kan de garantie erop
vervallen.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
(MFC-440CN en MFC-660CN)
Druk op Inkt en ga naar stap c.
(MFC-845CW)
Druk op Menu.
b (MFC-845CW)
Druk op a of b om Inktbeheer te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Reinigen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Zwarte inkt,
Kleur of Alle inkt te selecteren.
Druk op OK.
De machine begint de printkop te
reinigen. Nadat het reinigen is voltooid,
zal de machine automatisch weer
overschakelen naar de stand standby.
Opmerking
Als u de printkop ten minste vijf keer hebt
gereinigd en de kwaliteit niet is verbeterd,
neem dan contact op met uw Brother-
dealer.
De afdrukkwaliteit
controleren B
Als er fletse of gestreepte kleuren en tekst
verschijnen op uw uitvoer, kunnen enkele
spuitmondjes verstopt zijn. U kunt dit
controleren door de Testpagina
afdrukkwaliteit te printen en naar het patroon
van de spuitmondjes te kijken.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
(MFC-440CN en MFC-660CN)
Druk op Inkt en ga naar stap c.
(MFC-845CW)
Druk op Menu.
b (MFC-845CW)
Druk op a of b om Inktbeheer te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Testafdruk te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Printkwaliteit
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Kleur Start.
De machine begint de Testpagina
afdrukkwaliteit te printen.
f Controleer de kwaliteit van de vier
kleuren blokken op het vel.
g U wordt gevraagd of de afdrukkwaliteit
in orde is.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als alle lijnen duidelijk en zichtbaar
zijn, drukt u op 1 (Ja) om de
kwaliteitscontrole te voltooien.
Als er zoals hieronder korte lijnen
ontbreken, drukt u op 2 om Nee te
selecteren.
OK Niet OK
Problemen oplossen en routineonderhoud
147
h U wordt gevraagd of de afdrukkwaliteit
voor zwart en drie kleuren in orde is.
Druk op 1 (Ja) of 2 (Nee).
i U wordt gevraagd of u wilt beginnen met
reinigen.
Druk op 1 (Ja).
De machine begint de printkop te
reinigen.
j Druk op Kleur Start wanneer het
reinigen is voltooid.
De machine zal nu de Testpagina
afdrukkwaliteit nogmaals afdrukken en
vervolgens terugkeren naar stap f.
k Druk op Stop/Eindigen.
Als u deze procedure minimaal vijf keer
herhaalt, en de afdrukkwaliteit nog
steeds slecht is, vervang dan de
inktcartridge voor de geklonterde kleur.
Na het vervangen van de inktcartridge,
de afdrukkwaliteit controleren. Als het
probleem niet is verholpen, moet u het
reinigen van de printkop en de
afdrukprocedures minimaal vijf keer
herhalen voor de nieuwe inktcartridge.
Als er nog inkt ontbreekt, neem dan
contact op met uw Brother-dealer.
VOORZICHTIG
Raak de printkop NIET aan. Als u de
printkop aanraakt, kan hij blijvend worden
beschadigd en kan de garantie erop
vervallen.
Opmerking
De uitlijning controleren B
Het kan zijn dat u de uitlijning moet afstellen,
als na het transport van de machine de
afgedrukte tekst vlekkerig is of de
afbeeldingen flets zijn.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
(MFC-440CN en MFC-660CN)
Druk op Inkt en ga naar stap c.
(MFC-845CW)
Druk op Menu.
b (MFC-845CW)
Druk op a of b om Inktbeheer te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Testafdruk te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Instel kantlijn
te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Mono Start of Kleur Start.
De machine begint de
Uitlijningscontrolepagina af te drukken.
f Controleer de testafdrukken voor 600
dpi en 1200 dpi om te zien of nummer 5
het beste overeenkomt met nummer 0.
i
Als een
spuitmondje van
een printkop
verstopt is, ziet
het geprinte
voorbeeld er als
volgt uit.
Nadat het
spuitmondje van
de printkop
gereinigd is, zijn
de horizontale
strepen
verdwenen.
148
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als voorbeeld nummer 5 zowel het
beste overeenkomt in geval van 600
dpi en 1200 dpi, drukt u op 1 (Ja) om
de uitlijningscontrole te voltooien.
Als één van de andere nummers van
de testafdrukken beter overeenkomt
voor 600 dpi of 1200 dpi, drukt u op 2
(Nee) om dat nummer te kiezen.
h Druk voor 600 dpi op het nummer (1-8)
van de testafdruk die het beste
overeenkomt met nummer 0.
i Druk voor 1200 dpi op het nummer (1-8)
van de testafdruk die het beste
overeenkomt met nummer 0.
j Druk op Stop/Eindigen.
Het inktvolume controleren B
Ook al verschijnt er een pictogram voor
inktvolume op het LCD-scherm, kunt u de
toetsen Menu, a of b gebruiken om een
groot diagram te zien waarin de inkt die in
iedere cartridge is overgebleven, getoond
wordt.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
(MFC-440CN en MFC-660CN)
Druk op Inkt en ga naar stap c.
(MFC-845CW)
Druk op Menu.
b (MFC-845CW)
Druk op a of b om Inktbeheer te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Inktvolume te
selecteren.
Druk op OK.
Op het LCD-scherm wordt het
inktvolume weergegeven.
d Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt het inktniveau vanaf uw computer
controleren. (Zie Afdrukken voor
Windows
®
of Afdrukken en faxen voor
Macintosh
®
in de softwarehandleiding op
de CD-ROM.)
Problemen oplossen en routineonderhoud
149
Installatie of verwijdering van
de telefoonhoorn en -haak
(alleen MFC-660CN) B
Als u de hoorn noch de haak gebruikt, kunt u
deze demonteren.
Verwijdering van de telefoonhoorn en
-haak B
a Haal het krulsnoer van de hoorn uit de
machine.
b Trek de lip (1) naar buiten en duw
tegelijkertijd de haak naar achteren.
c Maak het zijpaneel vast.
Installatie van de telefoonhoorn en
-haak B
a Verwijder het zijpaneel.
Opmerking
Als u het paneel niet met de hand open
kunt maken, gebruikt u een munststuk.
b Breng de pijlen op de haak op één lijn
met de pijlen op de machine, en schuif
vervolgens de haak naar voren tot deze
vastklikt.
1
150
c Sluit het snoer van de hoorn aan op de
machine.
Informatie over de machine
B
Het serienummer controlerenB
U kunt het serienummer van de machine
nakijken op het scherm.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Machine-info te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Serienummer te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
De machine inpakken
en vervoeren B
Wanneer u de machine transporteert, gebruik
dan het oorspronkelijke
verpakkingsmateriaal van de machine. Als u
de machine niet goed inpakt, kan uw garantie
vervallen.
VOORZICHTIG
Het is belangrijk dat u de machine na een
afdruktaak de printkop laat ‘parkeren’.
Luister goed naar de machine alvorens
deze los te koppelen, om te controleren of
alle mechanische geluiden zijn gestopt.
Indien de u de machine dit parkeerproces
niet laat voltooien, kan dit leiden tot
afdrukproblemen en mogelijke schade aan
de printkop.
a Open het deksel van de inktcartridge.
b Duw de ontgrendelingen naar beneden
en verwijder alle inktcartridges. (Zie De
Inktcartridges vervangen op
pagina 141.)
c Installeer de gele bescherming, til elke
ontgrendelingshendel op en duw erop
tot u een klik hoort; sluit vervolgens het
kapje van de cartridge.
Problemen oplossen en routineonderhoud
151
VOORZICHTIG
Als u de gele bescherming niet kunt vinden,
mag u de inktcartridges NIET verwijderen als
u de machine gaat vervoeren. Het is van
essentieel belang dat tijdens het vervoeren
van de machine de gele beschermingen zijn
geplaatst of dat de inktcartridges op hun
plaats zitten. Als u het deksel niet kunt
vinden en uw machine zonder de
inktcartridges vervoert, kan de machine
worden beschadigd en de garantie vervallen.
d Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact en haal het telefoonsnoer
uit de machine.
e Haal het netsnoer uit het stopcontact en
uit de machine.
f Gebruik beide handen en de plastic
lipjes aan beide zijden van de machine
om het scannerdeksel op te tillen, totdat
deze in de open stand vergrendeld is.
Koppel vervolgens de interfacekabel los
van de machine (indien aangesloten).
g Til het scannerdeksel op om de
vergrendeling (1) los te maken. Druk de
steun van het scannerdeksel voorzichtig
naar beneden (2) en sluit het
scannerdeksel (3).
h Als uw machine over een hoorn
beschikt, verwijder deze samen met het
tefoonsnoer.
i (MFC-845CW) Draai de antenne van de
machine in neergaande positie.
j Verpak de machine in de plastic tas en
doe deze in de originele doos met het
originele verpakkingsmateriaal.
152
k Verpak de afgedrukte materialen in de
originele doos zoals hieronder
aangegeven. Plaats de gebruikte
inktcartridges niet in de doos.
MFC-440CN
MFC-660CN
Problemen oplossen en routineonderhoud
153
MFC-845CW
l Sluit de doos en maak deze dicht met
verpakkingstape.
Wanneer u de machine
wegdoet (alleen
MFC-660CN en
MFC-845CW)
B
Uw machine bevat een Ni-MH (nickel
metaalhybrid)-batterij voor back-up van de
gegevens in het geheugen.
Als plaatselijk geldende voorschriften
bepalen dat u de batterij moet verwijderen
voordat u de machine wegdoet, dient u deze
eruit te halen. Ruim de batterij op conform de
plaatselijk geldende reglementeringen.
WAARSCHUWING
Gooi een gebruikte batterij NIET in het
vuur.
Verwijder de plastic beschermhoes van de
batterijdoos NIET.
De batterijdoos NIET openmaken.
Een beschadigde batterij kan corrosieve
vloeistof verliezen. Als de vloeistof in
aanraking komt met uw huid of ogen, deze
onmiddellijk met veel water wassen en een
professionele dokter raadplegen.
Zorg ervoor dat de batterij NIET in
aanraking komt met wat voor geleidende
materialen dan ook. Het kan kortsluiting
van de batterij veroorzaken.
Isoleer de uiteinden van de aansluitdraden
met plakband, voor het weggooien.
Verwijder de batterij NIET, tenzij u de
machine wegdoet.
154
a Haal eerst het telefoonsnoer en
vervolgens de stekker uit het
stopcontact.
b Til het scannerdeksel op aan de
voorkant van de machine, totdat deze in
de open stand vergrendeld is.
c Gebruik een platte schroevendraaier om
het deksel van de batterij te
openen (1).
d Trek de batterij eruit.
e Snij de aansluitdraden (1) van de batterij
door en verwijder de batterij.
f Til het scannerdeksel (1) op om de
vergrendeling los te maken. Druk de
steun van het scannerdeksel voorzichtig
naar beneden (2) en sluit het
scannerdeksel (3).
1
1
155
C
Programmeren op het
scherm
C
Uw machine is zodanig ontworpen dat zij
eenvoudig te gebruiken is voor
programmering op het LCD-scherm, met
behulp van de menutoetsen. Programmeren
op het scherm is uiterst eenvoudig en helpt u
alle functies van uw machine optimaal te
benutten.
Aangezien de programmering op het LCD-
scherm plaatsvindt, hebben wij stap voor stap
meldingen op het scherm gecreëerd om u te
helpen uw machine te programmeren. U
hoeft alleen de aanwijzingen op te volgen die
u door de menuselecties en de
programmeeropties leiden.
Opslag in geheugen C
Zelfs bij een stroomstoring zullen de
instellingen die u hebt gekozen via de Menu-
toets niet verloren gaan, omdat deze
permanent zijn opgeslagen. Ook de
instellingen gemaakt via de menutoetsen
voor PhotoCapture, Fax- en Kopieermodus
zullen niet verloren gaan als u
Nieuwe standaard hebt geselecteerd. U
zult misschien wel datum en tijd opnieuw
moeten invoeren.
Opmerking
Tijdens een stroomstoring bewaren de
MFC-660CN en de MFC-845CW
berichten die in het geheugen zitten tot 24
uur lang.
Menutoetsen C
Menu en functies C
Het hoofdmenu openen.
Het menu met tijdelijke instellingen
openen.
a
b
Door het huidig menuniveau
bladeren.
d Terug naar vorig menuniveau.
c Naar volgend menuniveau.
Naar volgend menuniveau.
Optie accepteren.
Annuleer de huidige bewerking.
Terug naar vorig menuniveau.
Stop de huidige bewerking.
156
Menutabel C
De menutabel helpt u de menuselecties en -opties te begrijpen die u vindt in de programma's van
de machine. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu ( ) C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Standaardinst.
Tijdklokstand Uit
0 Sec.
30 Sec.
1 Min
2 Min.*
5 Min.
Hiermee kunt u de tijd
instellen om terug te keren
naar de faxmodus.
24
Papiersoort
Normaal Papier
*
Inkjetpapier
Brother Fotopap.
Ander fotopapier
Transparanten
Hiermee kunt u de
papiersoort in de
papierlade instellen.
24
Papierformaat Letter
Legal
A4*
A5
10x15cm
Hiermee kunt u het
papierformaat in de
papierlade instellen.
25
Volume Belvolume Uit
Laag
Half*
Hoog
Hiermee kunt u het
belvolume aanpassen.
25
Waarsch.toon Uit
Laag*
Half
Hoog
Hiermee kunt u het
volume van het
geluidssignaal
aanpassen.
26
Luidspreker Uit
Laag
Half*
Hoog
Hiermee kunt u het
volume van de luidspreker
aanpassen.
26
Aut. zomertijd
Aan*
Uit
De zomertijd wordt
automatisch ingesteld.
27
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
157
Standaardinst.
(Vervolg)
P.Bewaar inst.
Faxontv:Aan*
Faxontv:Uit
Aanpassing van de toets
Spaarstand om in de
Energiebesparende stand
geen faxen te ontvangen.
22
LCD instell. LCD Contrast Licht
Half*
Donker
Hiermee stelt u het
contrast van het LCD-
scherm af.
27
Schermverlicht
Licht*
Half
Donker
Hiermee kunt u de
helderheid van de
achtergrondverlichting
van het LCD-scherm
aanpassen.
27
Lichtdim-
timer
Uit
10 Sec.
20 Sec.
30 Sec.*
U kunt de duur van de
achtergrondverlichting
van het LCD-scherm
instellen na de laatste
druk op de toets.
28
Uitschakelklok
Uit*
1 Min
2 Min.
3 Min.
5 Min.
10 Min.
30 Min.
U kunt de duur van de
verlichting van het LCD-
scherm instellen na de
laatste druk op de toets.
28
Wallpaper U kunt een achtergrond
kiezen voor het LCD-
scherm.
29
Echo controle
(alleen
MFC-845CW)
niveau 1
niveau 2
niveau 3
niveau 4
Hiermee stelt u het niveau
van de echocontrole in.
Zie
DECT-
gebruikers-
handleiding
voor de
telefoon
Inktbeheer
(alleen
MFC-845CW)
Testafdruk
Printkwaliteit
Instel kantlijn
Hiermee controleert u de
afdrukkwaliteit en de
uitlijning.
146
Reinigen Zwarte inkt
Kleur
Alle inkt
Hiermee controleert u de
printkop.
146
Inktvolume Hiermee controleert u het
beschikbare inktvolume.
148
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
158
Fax Ontvangstmenu
Bel Vertraging
(alleen
MFC-440CN)
0
1
2*
3
4
5
6
De belvertraging bepaalt
hoe vaak de telefoon
overgaat voordat de
machine opneemt in de
stand alleen fax of
Fax/Tel.
46
Bel Vertraging
(alleen
MFC
-660CN en
MFC-845CW)
Bel Vertraging
0
1
2*
3
4
5
6
De belvertraging bepaalt
hoe vaak de telefoon
overgaat voordat de
machine opneemt in de
stand alleen fax of
Fax/Tel.
46
Bespaarstand
Aan
Uit*
Functie Kostenbesparing
de machine gaat 2 keer
over als er berichten zijn
en 4 keer als er geen
berichten zijn, zodat u kunt
ophangen zonder voor het
telefoontje te betalen.
71
F/T Beltijd 20 Sec.
30 Sec.*
40 Sec.
70 Sec.
Instelling van het dubbele
belsignaal in de stand
Fax/Tel, om een normaal
telefoontje te signaleren.
47
Fax Waarnemen
Aan*
Half
(alleen
MFC
-660CN en
MFC-845CW)
Uit
Faxberichten worden
ontvangen zonder op de
toets Mono Start of
Kleur Start te drukken.
47
Code Op Afst.
Aan*
(l51, #51)
Uit
U kunt alle telefoontjes op
een tweede of een extern
toestel aannemen en deze
codes gebruiken om de
machine te activeren of
deactiveren. U kunt deze
codes wijzigen.
58
Auto reductie
Aan*
Uit
Verkleint het formaat van
inkomende faxen.
48
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
159
Fax
(Vervolg)
Ontvangstmenu
(Vervolg)
Geheugen ontv.
Aan*
Uit
Hiermee worden alle
inkomende faxen
automatisch in het
geheugen opgeslagen, als
het papier op is.
48
Kiesgeheugen Snelkies Hiermee kunt u
snelkiesnummers
opslaan, zodat u kunt
kiezen door slechts op een
paar toetsen (en Start) te
drukken.
62
Groep instell.
Hiermee kunt u een
groepsnummer instellen
dat wordt gebruikt voor het
groepsverzenden.
65
Kies rapport Verzendrapp. Aan
Aan+Beeld
Uit*
Uit+Beeld
Begininstellingen voor het
Verzendrapport en het
Journaal.
83
Journaal tijd
Uit
Na 50 faxen*
Elke 6 uur
Elke 12 uur
Elke 24 uur
Elke 2 dagen
Elke 7 dagen
83
Geavanc.
Faxfuncties
Drzenden/Opsln
Uit*
Fax Doorzenden
Fax Opslaan
Faxvooruitblik
(alleen
MFC
-660CN en
MFC-845CW)
Ontvang PC Fax
Hiermee kunt u de
machine instellen om
faxberichten door te
zenden of
binnenkomende faxen in
het geheugen op te slaan
(zodat u ze kunt opvragen
wanneer u niet bij uw
machine bent) en om
faxen vooraf te bekijken of
naar uw PC te sturen.
73
Afst.bediening
Toegangcode:
---l
Stel uw code in voor
Afstandsbediening.
78
Print document
Hiermee worden
inkomende faxen die in
het geheugen zijn
opgeslagen, geprint.
49
Rest. jobs Controleer welke taken in
het geheugen zitten en
annuleer gekozen taken.
42
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
160
Fax
(Vervolg)
Beantw. inst.
(alleen
MFC
-660CN en
MFC-845CW)
Uitg. bericht
Beantw.
Bericht
F/T Bericht
Uitgaand bericht
Afspelen/Opnemen.
68
Max. Ber. Tijd
30 Sec.*
60 Sec.
120 Sec.
180 Sec.
Kies de maximale lengte
van inkomende berichten.
71
Igb Mon.Volume
Aan*
Uit
Maakt het mogelijk het
volume van de luidspreker
op On of Off te zetten
wanneer er telefoontjes
binnenkomen.
72
Diversen
Verzendslot
(alleen
MFC-440CN)
Verbiedt de meeste
handelingen, op het
ontvangen van faxen na.
30
Beveiligd geh.
(alleen
MFC
-660CN en
MFC-845CW)
Blokkeert de meeste
functies, behalve het in het
geheugen ontvangen van
faxen.
32
Compatibel Normaal*
Minimaal
Synchronisatie voor
verzendproblemen
aanpassen.
141
Beller ID
(alleen
MFC-660CN en
MFC-845CW)
Aan*
Uit
Toon
telefoonnrs
Print rapport
De laatste 30 bellers in
Nummerweergave
bekijken of afdrukken.
52
LAN
(alleen
MFC-440CN en
MFC-660CN)
TCP/IP BOOT Method Autom.*
Statisch
Rarp
BOOTP
DHCP
Selecteert de
opstartmethode die het
beste aan uw eisen
voldoet.
Zie
Netwerk-
handleiding op
de CD-ROM
IP Address [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het IP-adres in.
Subnet Mask [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het subnetmasker in.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
161
LAN
(alleen
MFC-440CN en
MFC-660CN)
(Vervolg)
TCP/IP
(Vervolg)
Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres van de
gateway in.
Zie
Netwerk-
handleiding op
de CD-ROM
Knooppunt naam
BRN_XXXXXX Voer de naam van het
knooppunt in.
WINS Config Autom.*
Statisch
Selecteert de WINS-
configuratiemodus.
WINS Server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het IP-adres
van de primary of
secondary server.
DNS Server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het IP-adres
van de primary of
secondary server.
APIPA Aan*
Uit
Wijst automatisch het IP-
adres toe van het link-local
adresbereik.
Setup Misc. Ethernet Automatisch*
100B-FD
100B-HD
10B-FD
10B-HD
Selecteert de Ethernet-
linkmodus.
Factory Reset Ja
Nee
Stelt alle
netwerkinstellingen weer
op de fabrieksinstelling in.
LAN
(alleen
MFC
-845CW)
TCP/IP(kabel)
BOOT Method
Autom.*
Statisch
Rarp
BOOTP
DHCP
Selecteert de
opstartmethode die het
beste aan uw eisen
voldoet.
Zie
Netwerk-
handleiding op
de CD-ROM
IP Address
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het IP-adres in.
Subnet Mask
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het subnetmasker in.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
162
LAN
(alleen
MFC
-845CW)
(Vervolg)
TCP/IP(kabel)
(Vervolg)
Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres van de
gateway in.
Zie
Netwerk-
handleiding op
de CD-ROM
Knooppunt naam
BRN_XXXXXX Voer de naam van het
knooppunt in.
WINS Config
Autom.*
Statisch
Selecteert de WINS-
configuratiemodus.
WINS Server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het IP-adres
van de primary of
secondary server.
DNS Server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het IP-adres
van de primary of
secondary server.
APIPA Aan*
Uit
Wijst automatisch het IP-
adres toe van het link-local
adresbereik.
TCP/IP(WLAN)
BOOT Method
Autom.*
Statisch
Rarp
BOOTP
DHCP
Selecteert de
opstartmethode die het
beste aan uw eisen
voldoet.
IP Address
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het IP-adres in.
Subnet Mask
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het subnetmasker in.
Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres van de
gateway in.
Knooppunt
naam
BRW_XXXXXX Voer de naam van het
knooppunt in.
WINS Config
Autom.*
Statisch
Selecteert de WINS-
configuratiemodus.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
163
LAN
(alleen
MFC
-845CW)
(Vervolg)
TCP/IP(WLAN)
(Vervolg)
WINS Server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het IP-adres
van de primary of
secondary server.
Zie
Netwerk-
handleiding op
de CD-ROM
DNS Server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het IP-adres
van de primary of
secondary server.
APIPA Aan*
Uit
Wijst automatisch het IP-
adres toe van het link-local
adresbereik.
Instell. WLAN Inst. Wizard
U kunt uw printserver
configureren.
SecureEasySetup
U kunt het draadloze
netwerk eenvoudig
configureren.
Status WLAN
Status
U kunt de status van het
huidige draadloze netwerk
zien.
Signaal
U kunt de signaalsterkte
van het huidige draadloze
netwerk zien.
SSID
U kunt de huidige SSID
zien.
Comm. Modus
U kunt de huidige
communicatiemodus zien.
Setup Misc. LAN met
kabel
Automatisch*
100B
-FD
100B
-HD
10B
-FD
10B
-HD
Selecteert de Ethernet-
linkmodus.
Netwerk I/F
LAN met kabel
*
WLAN
U kunt het type
netwerkverbinding
selecteren.
Factory Reset
Ja
Nee
Alle bedrade en draadloze
netwerkinstellingen weer
op de fabrieksinstellingen
instellen.
Print lijsten
Verzendrapport
Lijsten en rapporten
afdrukken.
84
Help ——
Snel Kiezen ——
Fax Journaal ——
Gebruikersinst
——
Netwerk Conf. ——
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
164
Machine-info Serienummer Voor het controleren van
het serienummer van uw
machine.
150
Stand.instel.
Ontvangstmodus
Alleen Fax*
Fax/Telefoon
Telefoon/
Beantw.
(alleen
MFC-440CN)
Handmatig
Kies de ontvangststand
die het beste bij u past.
44
Datum/Tijd De datum en de tijd komen
op het LCD-scherm en op
de kopteksten van de
verzonden faxen te staan.
Raadpleeg
de
Installatie-
handleiding
Stations-ID Fax:
Naam:
Stel de naam en het
faxnummer in die op elke
faxpagina moeten worden
afgedrukt.
Toon/Puls Toon*
Puls
Selecteer de kiesmodus.
Tel lijn inst Normaal*
PBX
ISDN
Kies het type telefoonlijn. 54
Kiestoon Detectie
GEEN detectie
*
Schakelt
kiestoonherkenning in of
uit.
140
Hoorn
registreren
(alleen
MFC
-845CW)
Registreren
Afsluiten
Stelt de machine in voor
de registratie van de
draadloze hoorn.
Zie
DECT™-
gebruikers-
handleiding
voor de
telefoon
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
165
Fax ( ) C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen
Pagina
Faxresolutie ——Standaard*
Fijn
Superfijn
Foto
Stelt de resolutie voor
uitgaande faxen in.
40
Contrast ——Automatisch*
Licht
Donker
Hiermee kunt u de faxen die
u verzendt lichter of
donkerder maken.
40
Snelkies ——Alfabetische
volgorde
Nummervolgorde
U vormt een nummer door
slechts enkele toetsen in te
drukken (en Start).
59
Uitgaand
gesprek
Telefoneren
(alleen
MFC-660CN en
MFC-845CW)
Fax versturen
Toevoegen
snelkiesnrs.
Verwijder
U kunt een nummer kiezen
uit de geschiedenis
Uitgaande oproepen om
ernaar te telefoneren, er een
fax naar te verzenden, het
toe te voegen aan
Snelkiezen, of het te
verwijderen.
60
Overz.
beller-ID
(alleen
MFC-660CN en
MFC-845CW)
Telefoneren
Fax versturen
Toevoegen
snelkiesnrs.
Verwijder
U kunt een nummer kiezen
uit de geschiedenis
Nummerweergave om
ernaar te telefoneren, er een
fax naar te verzenden, het
toe te voegen aan
Snelkiezen, of het te
verwijderen.
61
Rondsturen Nummer
toevoegen
Compleet
U kunt hetzelfde faxbericht
naar verschillende
faxnummers verzenden.
38
Tijdklok ——Aan
Uit*
Bepaal het tijdstip, in
24-uursformaat, waarop de
uitgestelde faxen worden
verzonden.
41
Verzamelen ——Aan
Uit*
Hiermee worden de
uitgestelde faxen
tegelijkertijd in één
transmissie naar hetzelfde
faxnummer verzonden.
42
Direct Verzend
——Aan
Uit*
U kunt een fax verzenden
zonder het geheugen te
gebruiken.
41
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
166
Scan ( ) C
Verzend Pollen
——Stand.
Beveilig
Uit*
Hiermee kunt u het
document op uw machine
instellen, zodat een andere
faxmachine dit kan
opvragen.
87
Ontvang Pollen
——Stand.
Beveilig
Tijdklok
Uit*
Hiermee stelt u uw machine
in om faxberichten van een
andere faxmachine op te
vragen (pollen).
85
Internationaal
——Aan
Uit*
Als u problemen hebt met
het internationaal verzenden
van faxen, zet dit dan op
Aan.
41
Afmeting scan ——A4*
Letter
Scangebied van de glasplaat
aanpassen aan het
documentformaat.
37
Nieuwe
standaard
——Ja
Nee
U kunt uw faxinstellingen
opslaan.
42
Fabrieksinstell.
——Ja
Nee
U kunt alle instellingen
terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
43
Niveau1 Opties1 Opties2 Opties3 Omschrijvingen Pagina
Scan n. e
-
mail
U kunt een monochroom
document of een document in
kleur naar uw e-
mailtoepassing scannen.
Zie
Software-
handleiding
op de
CD-ROM
Scan naar beeld
U kunt een afbeelding in kleur
naar uw grafische toepassing
scannen.
Scan naar OCR
U kunt uw tekstdocument
laten omzetten in een
bewerkbaar tekstbestand.
Scan naar file
U kunt een monochroom
document of een document in
kleur naar uw computer
scannen.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen
Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
167
Scan n. kaart
(als een kaart
werd ingebracht)
150dpi Kleur*
300dpi Kleur
600dpi Kleur
200x100dpi ZW/W
200dpi ZW/W
PDF*/JPEG
PDF*/JPEG
PDF*/JPEG
TIFF*/PDF
TIFF*/PDF
(Bestandsnaam)
XXXXXXXX
U kunt de scanresolutie en
het bestandsformaat
selecteren, en een
bestandsnaam voor uw
document invoeren.
108
Niveau1 Opties1 Opties2 Opties3 Omschrijvingen Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
168
Kopie ( ) C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen
Pagina
Kwaliteit ——Snel
Norm
*
Fijn
Hiermee kunt u de
kopieerresolutie voor uw
type document selecteren.
91
Vergr./Verklein
——50%
69% A4iA5
78% LGLiLTR
83% LGLiA4
93% A4iLTR
97% LTRiA4
100%*
104% EXEiLTR
142% A5iA4
186% 10x15cm
i
LTR
198% 10x15cm
i
A4
200%
Custom(25
-
400%)
U kunt het vergrotings- of
verkleiningspercentage
voor uw type document
selecteren.
91
Papiersoort ——
Normaal Papier
*
Inkjetpapier
Brother
Fotopap.
Ander
fotopapier
Transparanten
Selecteer de papiersoort
die overeenkomt met het
papier in de lade.
94
Papierformaat ——Letter
Legal
A4*
A5
10x15cm
Selecteer het
papierformaat dat
overeenkomt met het
papier in de lade.
94
Helderheid ——
Hiermee kunt de helderheid
van kopin aanpassen.
93
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
-1
-2
Licht
Donker
Menu en functies
169
Contrast ——
Hiermee kunt het contrast
van kopieën aanpassen.
93
Kleuren aanp. Rood
Hiermee kunt u de
hoeveelheid Rood in
kopieën aanpassen.
94
Groen
Hiermee kunt u de
hoeveelheid Groen in
kopieën aanpassen.
Blauw
Hiermee kunt u de
hoeveelheid Blauw in
kopieën aanpassen.
Stapel/Sorteer
——Stapelen*
Sorteren
U kunt meerdere kopin
stapelen of sorteren.
93
Pagina layout ——Uit(1 Op 1)*
2in1P
2in1L
4in1P
4in1L
Poster(3 x 3)
U kunt N op 1- of
posterkopieën maken.
92
Nieuwe
standaard
——Ja
Nee
U kunt uw
kopieerinstellingen
opslaan.
95
Fabrieksinstell.
——Ja
Nee
U kunt alle instellingen
terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
95
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen
Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
-1
-2
+2
+1
-1
-2
+2
+1
-1
-2
+2
+1
-1
-2
170
PhotoCapture ( ) C
Printinstellingen
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen
Pagina
Foto(s) bekijken
Zie onderstaande
tabel met
printinstellingen.
U kunt uw foto's van
tevoren op het LCD-scherm
bekijken.
101
Print index ——
6 Images/Regel
Snel
5 Images/Regel
Foto
U kunt een pagina met
miniaturen afdrukken.
101
Alle fotos afdr.
Zie onderstaande
tabel met
printinstellingen.
U kunt alle foto's van uw
mediakaart afdrukken.
102
Fotos afdrukken
Zie onderstaande
tabel met
printinstellingen.
U kunt een afzonderlijk
beeld afdrukken.
102
Opties1 Opties2 Opties3 Opties4 Omschrijvingen
Pagina
Printkwaliteit
Norm
Foto*
Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit instellen.
105
Papiersoort Normaal
Papier
Inkjetpapier
Brother
Fotopap.
Ander
fotopapier*
Hiermee kunt u de
papiersoort selecteren.
105
Papierformaat Letter
10x15cm*
13x18cm
A4
(Als A4 of Letter is
geselecteerd)
10x8cm
13x9cm
15x10cm
18x13cm
20x15cm
Max. afmetingen
*
Selecteer het papier- en
afdrukformaat.
105
Helderheid
Hiermee kunt u de
helderheid instellen.
105
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
-1
-2
Licht
Donker
Menu en functies
171
Contrast
Hiermee kunt het contrast
instellen.
106
Kleur aanp. Aan
Uit*
Wit Balans
Hiermee kunt u de tint van
witte vlakken aanpassen.
106
Scherpte
Hiermee kunt u het detail
van de afbeelding
verbeteren.
Kleurdensiteit
Hiermee kunt u de totale
hoeveelheid kleur in de
afbeelding aanpassen.
Bijsnijd(crop)
Aan*
Uit
Hiermee kunt u de
afbeelding rond de marge
trimmen ter aanpassing
aan het papierformaat of
het afdrukformaat. Zet deze
functie uit wanneer u hele
afbeeldingen wilt afdrukken
of ongewenst trimmen wilt
vermijden.
107
Zonder rand Aan*
Uit
Hiermee wordt het
bedrukbare gedeelte
uitgebreid naar de zijden
van het papier.
107
Nieuwe
standaard
Ja
Nee
U kunt uw printinstellingen
opslaan.
107
Fabrieksinstell.
Ja
Nee
U kunt alle instellingen
terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
107
Opties1 Opties2 Opties3 Opties4 Omschrijvingen
Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
-1
-2
+2
+1
-1
-2
+2
+1
-1
-2
+2
+1
-1
-2
172
Tekst invoeren C
Tijdens het instellen van bepaalde
menuselecties, zoals de Stations-ID, moet u
wellicht tekst in de machine invoeren. Op de
meeste kiestoetsen staan ook drie of vier
letters. Op de toetsen 0, # en l staan geen
letters, omdat deze toetsen voor speciale
tekens worden gebruikt.
Door meermaals op de juiste kiestoets te
drukken, komt u bij het gewenste teken.
Spaties invoegen
C
Als u een spatie in een faxnummer wilt
invoegen, drukt u één keer op c tussen de
cijfers. Om een spatie in een naam in te
voegen, twee keer drukken op c tussen de
tekens.
Corrigeren C
Als u een foute letter hebt ingevoerd en deze
wilt corrigeren, druk dan op d om de cursor
onder het foute teken te zetten. Druk
vervolgens op Wis/terug. U kunt nu het juiste
teken invoeren. U kunt ook teruggaan en
letters invoegen.
Letters herhalen C
Als u een letter wilt invoeren die op dezelfde
toets staat als de vorige letter, drukt u op c
om de cursor naar rechts te verplaatsen en
drukt u daarna opnieuw op de toets.
Speciale tekens en symbolen C
Druk herhaaldelijk op l, # of 0, tot u het
speciale teken of symbool ziet dat u wilt.
Druk
op
toets
eenmaal
tweemaal
driemaal viermaal
2 ABC2
3 DEF3
4 GH I 4
5 JKL5
6 MNO6
7 PQRS
8 TUV8
9 WXYZ
Druk op
l
voor (spatie) ! " # $ % & ' ( ) l
+ , - . / m
Druk op
#
voor : ; < = > ? @ [ ] ˆ _
Druk op
0
voor Ä Ë Ö Ü À Ç È É 0
173
D
Algemeen D
Specificaties D
Geheugencapaciteit 32 MB
ADF (automatische
documentinvoer)
Max. 10 pagina's
Temperatuur: 20° C - 30° C
Vochtigheid: 50% - 70%
Papier: [80 g/m
2
(20 lb)] formaat A4 of Letter
Papierlade
100 vel [80 g/m
2
(20 lb)]
Printertype Inkjet
Afdrukmethode Mono:
Kleur:
Piëzo met 94 x 1 spuitmondjes
Piëzo met 94 x 3 spuitmondjes
LCD-scherm
(liquid crystal display)
(MFC-440CN)
50,8 mm (2,0 in.) Kleuren LCD-scherm
(MFC-660CN, MFC-845CW)
63,5 mm (2,5 in.) Kleuren LCD-scherm
Stroombron AC 220-240 V 50/60 Hz
Stroomverbruik (MFC-440CN)
Energiebesparende
stand:
Stand-by:
In bedrijf:
gemiddeld 5 W
gemiddeld 8 W
gemiddeld 33 W
(MFC-660CN)
Energiebesparende
stand:
Stand-by:
In bedrijf:
gemiddeld 7 W
gemiddeld 9 W
gemiddeld 37 W
(MFC-845CW)
Energiebesparende
stand:
Stand-by:
In bedrijf:
gemiddeld 8,5 W
gemiddeld 11 W
gemiddeld 38 W
174
1
Dit is afhankelijk van de omstandigheden waarin wordt afgedrukt.
Afmeting (MFC-440CN, MFC-845CW) D
(MFC-660CN) D
Gewicht MFC-440CN
MFC-660CN
MFC-845CW
8,2 kg (18,1 lb)
8,5 kg (18,7 lb)
8,4 kg (18,5 lb)
Geluidsemissie In bedrijf:
50 dB of minder
1
Temperatuur In bedrijf:
Beste
afdrukkwaliteit:
10 tot 35° C
20 tot 33° C
Vochtigheid In bedrijf:
Beste
afdrukkwaliteit:
20 tot 80% (niet condenserend)
20 tot 80% (niet condenserend)
(7,1 in.)
180 mm
(15,7 in.)
398 mm
(13,8 in.)
351 mm
(14,6 in.)
370 mm
(17,4 in.)
443 mm
468 mm
398 mm
351 mm
443 mm
(18,4 in.)
(15,7 in.)
(13,8 in.)
(17,4 in.)
180 mm
(7,1 in.)
(14,6 in.)
370 mm
Specificaties
175
Afdrukmedia D
1
Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
2
Voor glanzend papier of transparanten, raden wij u aan om de bedrukte pagina's direct nadat ze zijn uitgevoerd, uit
de uitvoerpapierlade te nemen teneinde vlekken te voorkomen.
3
Zie Type en formaat papier voor elke functie op pagina 14.
Papierinvoer Papierlade
Papiersoort:
Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend
papier
2
, transparanten
12
en enveloppen
Papierformaat:
Letter, Legal, Executive, A4, A5, A6, JIS B5, enveloppen
(commercial No.10, DL, C5, Monarch, JE4), Foto 2L,
Index Card en Briefkaart
3
.
Breedte: 89 mm (3,5 in.) - 216 mm (8,5 in.)
Hoogte: 127 mm (5,0 in.) - 356 mm (14,0 in.)
Voor meer informatie, zie Gewicht, dikte en capaciteit
papier op pagina 15.
Maximale capaciteit papierlade: Ongeveer 100 vel
80 g/m
2
(20 lb) normaal papier
Fotopapierlade
Papiersoort:
Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier) en glanzend
papier
2
Papierformaat:
Foto 10×15 cm en Foto L.
Breedte: 89 mm (3,5 in.) - 101,6 mm (4,0 in.)
Hoogte: 127 mm (5,0 in.) - 152,4 mm (6,0 in.)
Maximale capaciteit papierlade: ca. 20 vel
Papieruitvoer
Maximaal 50 vel 80 g/m
2
normaal papier (naar lade
uitgevoerd met de bedrukte zijde naar boven)
2
176
Fax D
Compatibiliteit ITU-T groep 3
Coderingssysteem MH/MR/MMR/JPEG
Modemsnelheid Automatische Uitwijk
14400 bps
Documentgrootte Breedte ADF: 148 mm tot 215,9 mm (5,8 in. tot 8,5 in.)
Hoogte ADF: 148 mm tot 355,6 mm (5,8 in. tot 14 in.)
Breedte glasplaat: Max. 215,9 mm (8,5 in.)
Hoogte glasplaat: Max. 297 mm (11,7 in.)
Scanbreedte 208 mm (8,2 in.)
Afdrukbreedte 204 mm (8,03 in.)
Grijstinten 256 niveaus
Pollingtypen Standard, Secure, Timer, Sequential: (alleen Monochroom)
Contrastregeling Automatisch/Licht/Donker
(handmatig instellen)
Resolutie Horizontaal 8 dot/mm (203 dot/in.)
Verticaal
Standaard
3,85 regel/mm (98 regel/in.) (Mono)
7,7 regel/mm (196 regel/in.) (Kleur)
Fijn
7,7 regel/mm (196 regel/in.) (Mono/Kleur)
Foto
7,7 regel/mm (196 regel/in.) (Mono)
Superfijn
15,4 regel/mm (392 regel/in.) (Mono)
Snelkiezen MFC-440CN,
MFC-660CN
80 stations × 2 nummers
MFC-845CW 100 stations × 2 nummers
Groepsverzenden MFC-440CN,
MFC-660CN
210 stations
MFC-845CW 250 stations
Automatisch opnieuw
kiezen
3 keer met 5 minuten tussenpauze
Autom. beantwoorden 0, 1, 2, 3, 4, 5 of 6 beltonen
Specificaties
177
1
"Pagina's" verwijst naar de "Brother Standard Chart No. 1" (een standaard zakenbrief, standaardresolutie,
MMR-code). Specificaties en gedrukt materiaal kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
2
"Pagina's" verwijst naar de "ITU-T Test Chart #1" (een standaard zakenbrief, standaardresolutie, MMR-code).
Specificaties en gedrukt materiaal kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Digitaal ANTW.APP.
(alleen MFC-660CN en MFC-845CW)
D
Bron van communicatie Openbaar telefoonnetwerk.
Verzenden vanuit het
geheugen
Max. 480
1
/400
2
pagina's
Ontvangst zonder
papier
Max. 480
1
/400
2
pagina's
Digitaal ANTW.APP. Ja
Opnametijd inkomend
bericht
Max. 29 minuten / Max. 99 berichten
(Max.180 sec per bericht)
Bespaarstand Ja
Een gesprek opnemen
(alleen MFC-660CN)
Ja
Uitgaand bericht Ja
Opnametijd uitgaand
bericht
20 sec
178
Digitale draadloze telefoon (alleen MFC-845CW) D
Draadloze telefoon (BCL-D20) D
Batterij D
Frequentie 1,9 GHz
Standaard DECT™
Mogelijkheid voor
meerdere telefoons
Max. 4 telefoons
Afmetingen
Gewicht (inclusief batterij) 149 g (5,26 oz)
LCD-scherm
(liquid crystal display)
16-digit, 3-regel (+1-regel voor pict), backlit (oranje)
Laadindicator Ja (LED)
Complete laadtijd 12 uur
Wanneer in gebruik
(GESPREK)
10 uur
Wanneer niet in gebruik
(standby)
200 uur
Type BCL-BT20
Spanning Ni-MH 3,6 V 730 mAh
154 mm
(6,06 in.)
31,6 mm
(1,24 in.)
49,6 mm
(1,95 in.)
Specificaties
179
Batterijhouder D
AC-adapter D
Afmetingen
Gewicht 71,6 g
Energieverbruik
(tijdens laden)
Bezig met
laden: Gemiddeld 2 W
Type BCL-ADC
Input AC 220 tot 240 V 50/60 Hz
Output DC 11,0 V
67 mm
(2,64 in.)
85 mm (3,35 in.) 69 mm (2,72 in.)
180
Kopiëren D
1
Gebaseerd op het standaardpatroon van Brother. (Snelle modus/Stapelkopren) Kopieersnelheid is afhankelijk van
de complexiteit van het document.
Kleur/Monochroom
Ja/Ja
Documentgrootte
Breedte ADF: 148 mm tot 215,9 mm (5,8 in. tot 8,5 in.)
Hoogte ADF: 148 mm tot 355,6 mm (5,8 in. tot 14 in.)
Breedte glasplaat: Max. 215,9 mm (8,5 in.)
Hoogte glasplaat: Max. 297 mm (11,7 in.)
Breedte: Max. 210 mm (8,26 in.)
Kopieersnelheid MFC-440CN
Monochroom: Tot 18 pagina's/minuut (A4-papier)
1
Kleur: Tot 16 pagina's/minuut (A4-papier)
1
MFC-660CN,
MFC-845CW
Monochroom: Tot 20 pagina's/minuut (A4-papier)
1
Kleur: Tot 18 pagina's/minuut (A4-papier)
1
Meerdere
kopieën
Sets van max. 99 pagina's
Vergroten/
verkleinen
25% tot 400% (in stappen van 1%)
Resolutie (Monochroom)
Scant tot 600×1200 dpi
Print tot 1200×1200 dpi
(Kleur)
Scant tot 600×1200 dpi
Print tot 600×1200 dpi
Specificaties
181
PhotoCapture Center™ D
1
xD-Picture Card™ Conventional Card van 16 MB tot 512 MB
xD-Picture Card™ Type M van 256 MB tot 1 GB
xD-Picture Card™ Type H van 256 MB tot 1 GB
2
Progressief JPEG-formaat wordt niet ondersteund.
3
Zie Type en formaat papier voor elke functie op pagina 14.
PictBridge D
Beschikbare media
CompactFlash
®
(alleen type I)
(Microdrive™ is niet compatibel)
(Compacte I/O-kaarten zoals de Compact LAN-kaart en de
Compact Modem-kaart worden niet ondersteund.)
Memory Stick
®
Memory Stick Pro
(Niet beschikbaar voor muziekgegevens met MagicGate™)
MultiMediaCard
Secure Digital
xD-Picture Card™
1
Bestandsextensie
(Mediaformaat)
(Beeldformaat)
DPOF, EXIF, DCF
Photo Print: JPEG
2
Scannen naar kaart: JPEG, PDF (Kleur)
TIFF, PDF (Zwart)
Aantal bestanden Max. 999 bestanden in de geheugen kaart
Folder Bestand moet zich op het 3e folderniveau van de mediakaart
bevinden.
Zonder marges
Letter, A4, Foto kaart
3
Compatibiliteit Ondersteunt de Camera & Imaging Products Association
PictBridge standaard CIPA DC-001.
Ga naar http://www.cipa.jp/pictbridge voor meer informatie.
Interface PictBridge (USB)-poort
182
Scanner D
1
Windows
®
XP in deze gebruikershandleiding bevat Windows
®
XP Home Edition, Windows
®
XP Professional en
Windows
®
XP Professional x64 Edition.
2
Max. 1.200 × 1.200 dpi scannen bij gebruik van de WIA-driver voor Windows
®
XP (resolutie max. 19.200 × 19.200 dpi
kan worden geselecteerd met behulp van het scannerhulpprogramma van Brother)
Kleur/Monochroom Ja/Ja
TWAIN-compatibel
Ja (Windows
®
98/98SE/Me/2000 Professional/XP/
Windows
®
XP Professional x64 Edition)
Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter
WIA-compatibel
Ja (Windows
®
XP
1
)
Kleur intensiteit 36 bit Kleur Processing (Input)
24 bit Kleur Processing (Output)
(Werkelijke input: 30 bit Kleur/Werkelijke output: 24 bit
Kleur)
Resolutie
Tot 19200 x 19200 dpi (geïnterpoleerd)
2
Tot 600 × 2400 dpi (optisch)
Scansnelheid Monochroom: Max. 3,82 sec.
Kleur: Max. 6,02 sec.
(A4 formaat bij 100 × 100 dpi)
Documentgrootte Breedte ADF: 148 mm tot 215,9 mm (5,8 in. tot 8,5 in.)
Hoogte ADF: 148 mm tot 355,6 mm (5,8 in. tot 14 in.)
Breedte glasplaat: Max. 215,9 mm (8,5 in.)
Hoogte glasplaat: Max. 297 mm (11,7 in.)
Scanbreedte 210 mm (8,26 in.)
Grijstinten 256 niveaus
Specificaties
183
Printer D
1
Kwaliteit van de afgedrukte afbeelding varieert op basis van vele factoren zoals de resolutie en kwaliteit van de
ingaande afbeelding, en de afdrukmedia.
2
Gebaseerd op het standaardpatroon van Brother.
A4-formaat in ontwerpmodus.
3
Wanneer u de optie Zonder marges op Aan zet.
4
Zie Type en formaat papier voor elke functie op pagina 14.
Printerdriver
Windows
®
98/98SE/Me/2000 Professional/XP/
Windows
®
XP Professional x64 Edition driver
ondersteunt ingebouwde compressie van Brother en
bidirectionaliteit
Brother-inktdriver
Voor Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter
Resolutie
Tot 1200 × 6000 dpi
1
1200 × 2400 dpi
1200 × 1200 dpi
600 × 600 dpi
600 × 300 dpi
600 × 150 dpi
Afdruksnelheid MFC-440CN
Tot 25 pagina's/minuut (Monochroom)
2
Tot 20 pagina's/minuut (Kleur)
2
MFC-660CN,
MFC-845CW
Tot 27 pagina's/minuut (Monochroom)
2
Tot 22 pagina's/minuut (Kleur)
2
Afdrukbreedte
204 mm (210 mm)
3
(A4-formaat)
Op schijf geladen
lettertypen
35 TrueType
Zonder marges
Letter, A4, A6, Foto kaart, Index Card, Briefkaart
4
184
Interfaces D
1
Uw machine heeft een full-Speed USB 2.0-interfacekabel. Deze interface is compatibel met een Hi-Speed USB 2,0;
de maximale gegevensoverdrachtsnelheid is echter 12 Mbits/sec. De machine kan ook worden verbonden met een
computer die over een USB 1.1 interface beschikt.
2
USB-poorten van andere merken worden voor Macintosh
®
niet ondersteund.
3
Zie Netwerkhandleiding op de CD-ROM voor gedetailleerde netwerkspecificaties.
4
Een draadloze netwerkverbinding wordt alleen ondersteund tussen de machine en een toegangspunt voor PC’s met
Windows
®
XP Professional x64 Edition (Ad-hoc-verbinding wordt niet ondersteund).
USB
Een USB 2.0-interfacekabel die niet langer is dan 2,0 m.
12
LAN-kabel
3
Ethernet UTP-kabel van categorie 5 of hoger.
Draadloze LAN
(alleen MFC-845CW)
Uw machine ondersteunt IEEE 802.11b/g-draadloze
communicatie met uw draadloze LAN via de
infrastructuurmodus of een draadloze peer-to-peer
verbinding in Ad-Hoc-modus.
4
Specificaties
185
Vereisten voor de computer D
Minimum systeemvereisten en ondersteunde PC-softwarefuncties
Computerplatform & versie
hoofdbesturingssysteem
Onder-
steunde
PC-
software-
functies
PC-
interface
Minimumsnelheid
processor
Minimum-
hoeveel-
heid RAM
Aanbevolen
hoeveel-
heid RAM
Beschikbare
ruimte op de
harde schijf
voor
drivers
voor
programma
'
s
Windows
®
-
hoofdbe-
sturings-
systemen
1
98, 98SE
Afdrukken,
PC-Fax
verzenden
4
,
Scannen,
Verwisselbare
schijf
3
USB
Ethernet
Wireless
802.11 b/g
5
(alleen
MFC
-
845CW)
Intel
®
Pentium
®
II of
gelijkwaardig
32 MB 128 MB 120 MB 130 MB
Me
2000 Professional
64 MB 256 MB
XP Home
XP Professional
128 MB 256 MB 170 MB 220 MB
XP Professional
x64 Edition
AMD Opteron
AMD Athlon
64
Intel
®
Xeon
met Intel
®
EM64T
Intel
®
Pentium
®
4 met Intel
®
EM64T
256 MB 512 MB 170 MB 220 MB
Apple
®
Macintosh
®
-
hoofdbe-
sturings-
systemen
OS X 10.2.4
of recenter
Afdrukken,
PC-Fax
verzenden
4
,
Scannen,
Verwisselbare
schijf
3
USB
2
Ethernet
PowerPC
G3/G4/G5,
Intel
®
Core
Solo/Duo
350MHz
128 MB 256 MB 80 MB 200 MB
1
Microsoft
®
Internet Explorer 5 of
recenter
2
USB-poorten van andere merken
worden niet ondersteund.
3
Verwisselbare schijf is een functie van
PhotoCapture Center™.
4
PC-Fax ondersteunt alleen
monochrome faxen.
5
Een draadloze netwerkverbinding
wordt alleen ondersteund tussen de
machine en een toegangspunt voor
PC’s met Windows
®
XP Professional
x64 Edition (Ad-hoc-verbinding wordt
niet ondersteund).
Ga voor de nieuwste versies van drivers naar het Brother Solutions Center
op http://solutions.brother.com/
186
Verbruiksartikelen D
Inkt De machine gebruikt aparte inktcartridges in Zwart, Geel, Cyaan en
Magenta die los staan van de printkopset.
Gebruiksduur van
inktcartridge
Vervanging inktcartridges
Zwart - Circa 500 pagina's bij een bladvulling van 5%.
Geel, Cyaan en Magenta - Circa 400 pagina's bij een bladvulling
van 5%
De eerste keer dat u een set inktcartridges installeert, gebruikt
de machine een hoeveelheid inkt om de inktleidingen te vullen
voor afdrukken van hoge kwaliteit. Dit proces hoeft slechts één
keer te worden uitgevoerd. Met alle daaropvolgende
inktcartridges kunt u het gespecificeerde aantal pagina's
afdrukken.
Bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op continu printen met een
resolutie van 600 x 600 dpi in normaalstand na het installeren
van een nieuwe inktcartridge.
Het aantal pagina's dat een cartridge kan afdrukken, kan
variëren afhankelijk van hoe vaak u de machine gebruikt en
hoeveel pagina's u bij ieder gebruik afdrukt.
De machine reinigt de printkopset automatisch en geregeld;
voor dit proces is slechts een kleine hoeveelheid inkt nodig.
Wanneer de machine een cartridge als 'leeg' identificeert, kan
deze nog een kleine hoeveelheid inkt bevatten. Dit is
noodzakelijk om te voorkomen dat de lucht de printkopset
uitdroogt en beschadigt.
Verbruiksonderdelen
vervangen
<Zwart> LC1000BK, <Cyaan> LC1000C,
<Magenta> LC1000M, <Geel> LC1000Y
Specificaties
187
Netwerk (LAN) D
1
Raadpleeg de tabel computersysteemvereisten op pagina 185.
LAN U kunt uw machine op een netwerk aansluiten voor printen en
scannen via het netwerk, PC-Fax Verzenden en PC-Fax
Ontvangen
1
(alleen Windows
®
). Tevens wordt de software
Brother BRAdmin Professional Network Management
meegeleverd.
Ondersteuning van
Windows
®
98/98SE/Me/2000/XP/XP Professional x64 Edition
Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter
Ethernet 10/100 BASE-TX Auto Negotiation (Bedrade LAN)
IEEE 802.11 b/g (Draadloze LAN) (alleen MFC-845CW)
Protocollen TCP/IP
ARP, RARP, BOOTP, DHCP, APIPA (Auto IP), NetBIOS Name
Resolution, WINS, DNS Resolver, LPR/LPD, Custom Raw
Port/Port9100, FTP Server, mDNS, TELNET, SNMP
Netwerkbeveiliging
(alleen MFC-845CW)
SSID/ESSID, 128 (104) / 64 (40) bit WEP, WPA/WPA2-PSK
(TKIP/AES)
SecureEasySetup
(alleen MFC-845CW)
Ja (eenvoudige installatie met uw toegangspunt/router uitgerust
met SecureEasySetup™)
188
E
Dit is een uitvoerige lijst van functies en termen die voorkomen in Brother-handleidingen.
Beschikbaarheid van deze functies is afhankelijk van het model dat u heeft aangeschaft.
Verklarende woordenlijst E
ADF (automatische documentinvoer)
Het document kan in de ADF worden
geplaatst, waarbij iedere pagina om
beurten automatisch wordt gescand.
Afstandsbediening
De mogelijkheid om via een toetstelefoon
toegang krijgen tot uw machine.
ANTW.APP. (antwoordapparaat)
U kunt een extern ANTW.APP. op uw
machine aansluiten.
Autom. verkleinen
Als deze functie is geactiveerd, wordt een
inkomend faxbericht verkleind afgedrukt.
Automatisch een fax verzenden
Een fax verzenden zonder de hoorn van
een externe telefoon op te nemen.
Automatisch opnieuw kiezen
Een functie waarmee uw machine het
laatste faxnummer na vijf minuten
opnieuw kan kiezen, als de fax niet kon
worden verzonden omdat de lijn bezet
was.
Belvertraging
Het aantal keren dat de bel overgaat,
voordat de machine de oproep
beantwoordt in de modi Alleen Fax en
Fax/Telefoon.
Belvolume
Instelling van het volume van het
belsignaal van de machine.
CNG-tonen
De speciale tonen (geluidssignalen) die
een faxmachine tijdens automatische
transmissies uitzendt om de ontvangende
machine te laten weten dat het een
faxtransmissie betreft.
Code voor het aannemen van de telefoon
(alleen voor de modus Fax/Tel)
Als de machine een telefoongesprek
aanneemt, hoort u het dubbele belsignaal.
U kunt dan de hoorn van een tweede
toestel opnemen en deze code intoetsen
(# 5 1).
Coderingsmethode
Methode voor het coderen van de
informatie in een document. Alle
faxmachines dienen de minimum
standaard Modified Huffman (MH) te
gebruiken. Uw machine is uitgerust met
betere compressiemethodes, Modified
Read (MR), Modified Modified Read
(MMR) en JPEG, die werken als de
ontvangende machine over dezelfde
mogelijkheden beschikt.
Communicatiefout (Comm. Fout)
Een fout tijdens het verzenden of
ontvangen van een fax, meestal
veroorzaakt door ruis of statische
elektriciteit op de lijn.
Compatibiliteitsgroep
De mogelijkheid van een faxapparaat om
met een ander faxapparaat te
communiceren. Tussen de ITU-T-groepen
is compatibiliteit verzekerd.
Contrast
Instelling om te compenseren voor
donkere of lichte documenten. Faxen of
kopieën van donkere documenten worden
lichter en omgekeerd.
Direct verzenden
Als het geheugen vol is, kunt u faxen
onmiddellijk verzenden.
ECM (Foutencorrectie)
Deze functie controleert tijdens een
faxtransmissie of er fouten optreden en
verzendt de pagina's met fouten opnieuw.
Verklarende woordenlijst
189
Extern toestel
Een ANTW.APP. (antwoordapparaat) of
telefoon die op uw machine is
aangesloten.
F/T-beltijd
Het aantal keren dat de Brother-machine
overgaat om u te waarschuwen dat u een
normaal telefoongesprek moet
beantwoorden (wanneer de
ontvangstmodus op Fax/Tel staat).
Fax doorzenden
Met deze functie wordt een ontvangen fax,
die in het geheugen is opgeslagen,
doorgestuurd naar een ander vooraf
geprogrammeerd nummer.
Fax opslaan
U kunt ontvangen faxen in het geheugen
opslaan.
Fax waarnemen
Deze functie zorgt ervoor dat uw machine
toch op faxtonen reageert, als u de
telefoon aanneemt en het een faxoproep
blijkt te zijn.
Fax/Tel
In deze stand kunt u faxen en telefoontjes
ontvangen. Gebruik deze stand niet, als u
een antwoordapparaat (ANTW.APP.)
hebt aangesloten.
Faxjournaal
In het journaal staat informatie over de
laatste 200 faxberichten die zijn
ontvangen en verzonden. TX betekent
verzonden. RX betekent ontvangen.
Faxontvangstcode
Toets deze code in (l 5 1) als u een
faxoproep aanneemt op een extern of een
tweede toestel.
Faxtonen
De tonen die tijdens het verzenden en
ontvangen van faxen door de
faxmachines worden uitgezonden.
Fijne resolutie
Dit is een resolutie van 203 x 196 dpi.
Wordt gebruikt voor afdrukken met kleine
lettertjes en diagrammen.
Fotoresolutie
Een instelling van de resolutie die
verschillende grijstinten gebruikt, zodat
foto's optimaal worden gereproduceerd.
Gebruikersinstellingen
Een afgedrukt rapport met de huidige
instellingen van de machine.
Grijswaardenschaal
De grijs-tinten die voor het kopiëren,
scannen en faxen van foto's worden
gebruikt.
Groepsnummer
Een combinatie van Snelkiesnummers die
zijn opgeslagen onder Snelkieslocaties en
die gebruikt worden voor het
Groepsverzenden.
Groepsverzenden
De mogelijkheid om één en hetzelfde
faxbericht naar meer locaties zenden.
Handmatig faxen verzenden
Op sommige modellen kunt u een
faxnummer vormen en luisteren of de
ontvangende fax op uw oproep reageert
voor u op Mono Start of Kleur Start drukt
om te fax te verzenden.
Helderheid
Wijziginging van de helderheid maakt de
hele afbeelding lichter of donkerder.
Helplijst
Een afdruk van de complete menutabel,
die u kunt gebruiken om uw machine te
programmeren wanneer u de
gebruikershandleiding niet bij de hand
hebt.
Identificatie van de Oproeper
Een service geleverd door het
telefoonbedrijf, waarmee u het nummer
(of de naam) ziet van degene door wie u
gebeld wordt.
190
Internationale modus
In deze stand worden de faxtonen tijdelijk
gewijzigd om ruis en statische elektriciteit
op internationale telefoonlijnen te
onderdrukken.
Journaalperiode
De vooraf geprogrammeerde regelmaat
waarmee de faxjournalen automatisch
worden geprint. U kunt het faxjournaal
desgewenst ook op elk ander tijdstip
printen, zonder deze instelling op te
heffen.
Kleurverbetering
Aanpassing van de kleur in de afbeelding
aan een hogere afdrukkwaliteit door de
scherpte, witbalans en kleurdichtheid te
verbeteren.
LCD-scherm (liquid crystal display)
Dit is het schermpje op uw machine
waarop tijdens het programmeren op het
scherm meldingen verschijnen. Wanneer
de machine inactief is, worden op dit
schermpje de datum en de tijd
aangegeven.
OCR (optical character recognition)
De ScanSoft
®
PaperPort
®
SE met OCR of
Presto!
®
PageManager
®
softwaretoepassing zet een afbeelding
van tekst om in tekst die u kunt bewerken.
Ontvangst zonder papier
Als deze functie is geactiveerd en het
papier in uw machine op is, worden
ontvangen faxen in het geheugen van de
machine opgeslagen.
Pauze
Hiermee kunt u een pauze van 3,5
seconden invoeren in de kies-sequentie
voor een Snelkiesnummer. Druk zo vaak
op Herkies/Pauze als het aantal pauzes
dat u wilt inlassen.
PhotoCapture Center
Hiermee kunt u digitale foto's van uw
digitale camera met een hoge resolutie
afdrukken, voor een afdrukkwaliteit die
gelijkstaat aan die van foto's.
PictBridge
Hiermee kunt u foto's van uw digitale
camera rechtstreeks met een hoge
resolutie afdrukken, voor een
afdrukkwaliteit die gelijkstaat aan die van
foto's.
Pollen
Het proces waarbij een faxmachine een
andere faxmachine opbelt en daar
faxberichten opvraagt.
Programmeermodus
De programmeermodus waarmee u de
instellingen van uw machine kunt
wijzigen.
Puls
Een kiesmethode met traditionele kies-
schijf voor een telefoonlijn.
Reserveafdruk
Uw machine drukt een afschrift af van alle
ontvangen faxen die in het geheugen
werden opgeslagen. Dit is voor alle
zekerheid, zodat u geen berichten verliest
tijdens een stroomstoring.
Resolutie
Het aantal verticale en horizontale lijnen
per inch. Zie ook: Standaard, Fijn,
Superfijn en Foto.
Resterende taken
U kunt controleren welke taken nog in het
geheugen staan en deze taken
afzonderlijk annuleren.
Scannen
De procedure waarmee een elektronische
afbeelding van een papieren document
naar uw computer wordt verzonden.
Scannen naar kaart
U kunt een monochroom of gekleurd
document naar een mediakaart scannen.
Monochrome afbeeldingen zullen het
TIFF- of PDF-bestandsformaat hebben en
kleur-afbeeldingen wellicht het PDF- of
JPEG-bestandsformaat.
Verklarende woordenlijst
191
Snelkieslijst
Een lijst van namen en nummers die zijn
opgeslagen in het geheugen voor
Snelkiesnummers. De nummers staan in
numerieke volgorde in de lijst.
Snelkiezen
Een voorgeprogrammeerd nummer dat u
snel kunt kiezen. U moet op
Zoeken/Snelkiezen drukken, gevolgd
door de tweecijfercode en Mono Start of
Kleur Start om het kiezen te starten.
Standaardresolutie
203 × 97 dpi. Wordt gebruikt voor tekst
van normaal formaat en biedt de snelste
transmissie.
Stations-ID
De opgeslagen informatie die bovenaan
gefaxte pagina's verschijnt. Het bevat de
naam en het faxnummer van de
verzender.
Superfijne resolutie
392 × 203 dpi. Ideaal voor kleine
afdrukken en lijntekeningen.
Taak annuleren
Annuleert een geprogrammeerde taak,
zoals uitgestelde fax of polling.
Tijdelijke instellingen
Voor elke faxtransmissie en kopie kunt u
bepaalde opties selecteren zonder de
standaardinstellingen te wijzigen.
Toegangscode op afstand
Uw eigen viercijferige code (---l)
waarmee u uw machine kunt bellen en
vanaf een ander toestel toegang tot uw
machine kunt krijgen.
Toon
Een kies-methode die gebruikt wordt bij
toetstelefoons.
Transmissie
Het vanaf uw machine over de telefoonlijn
verzenden van faxen naar een andere
faxmachine.
Tweede toestel
Een telefoontoestel dat dezelfde lijn als
uw fax gebruikt, maar dat op een
afzonderlijk contact is aangesloten.
Tweevoudige werking
Uw machine kan uitgaande faxen of
geprogrammeerde taken in het geheugen
scannen, terwijl ze vanuit het geheugen
een fax aan het verzenden is of een
binnenkomende fax aan het ontvangen of
printen is.
Uitgestelde fax
Een fax die op een gespecificeerd later
tijdstip wordt verzonden.
Verzamelzending
(Alleen zwart-witfaxen) Om kosten te
besparen worden alle uitgestelde faxen
naar hetzelfde nummer in één verzending
verzonden.
Verzendrapport
Dit is een lijst voor iedere verzonden fax,
met gegevens zoals datum, tijd en
nummer.
Volume waarschuwingstoon
Instelling van het volume van het
geluidssignaal dat u telkens hoort
wanneer u een toets indrukt of een
vergissing maakt.
Zoeken
Een elektronische lijst van
Snelkiesnummers en Groepsnummers.
De nummers staan in alfabetische
volgorde in de lijst.
Index
192
F
A
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) ......56
ADF
(automatische documentinvoer)
........ 10, 36
ADF-deksel
............................................138
Afdrukken
drivers
.................................................183
fax uit geheugen
...................................49
foto's
...................................................102
index
...................................................101
problemen
.................................. 127, 129
Raadpleeg de softwarehandleiding op
de CD-ROM.
.............................................
rapport
...................................................84
resolutie
..............................................183
specificaties
........................................183
vastgelopen papier
..............................139
Afstandsbediening
...................................78
faxen opvragen
.....................................82
opdrachten
............................................80
toegangscode
................................ 78, 79
Annuleren
Fax doorzenden
....................................80
taken die wachten op herhaald
kiezen
....................................................42
ANTW.APP. (antwoordapparaat),
extern
................................................ 44, 55
aansluiten
..............................................55
ontvangstmodus
....................................44
uitgaand bericht opnemen
....................56
ANTW.APP.-modus
berichten wissen
...................................70
een gesprek
..........................................72
Fax/Tel UITG.BER.
...............................69
instellen
.......................................... 68, 69
toll saver instellen
.................................71
uitgaand Bericht opnemen
....................68
voicemail afspelen
................................70
Antwoordapparaat (ANTW.APP.)
............55
aansluiten
..............................................55
Apple
®
Macintosh
®
Raadpleeg de softwarehandleiding op
de CD-ROM.
.............................................
Automatisch
faxberichten ontvangen
.........................44
Fax waarnemen
.................................47
B
Belvertraging, instellen ............................ 46
Bezig met aansluiten
extern ANTW.APP.
............................... 55
extern toestel
........................................ 57
C
ControlCenter
Raadpleeg de softwarehandleiding op
de CD-ROM.
.............................................
D
De machine inpakken ............................ 150
De machine vervoeren
.......................... 150
Draadloze Hoorn
....................................... 7
Draadloze telefoon
.................................. 57
Draadloze telefoon (alleen MFC-845CW)
Zie DECT™-gebruikershandleiding
voor de telefoon.
.......................................
E
Enveloppen ..........................14, 15, 18, 19
Enveloppen en andere media laden
........ 18
Extern toestel, aansluiten
........................ 57
F
Fax doorzenden
een nummer programmeren
................. 73
wijzigen op afstand
.........................80, 82
Fax opslaan
............................................. 74
afdrukken uit geheugen
........................ 49
inschakelen
.......................................... 74
Fax waarnemen
....................................... 47
Fax, stand-alone
ontvangen
............................................. 44
aan het einde van een gesprek
.... 45, 49
afdrukken uit geheugen
..................... 49
Belvertraging, instellen
...................... 46
F/T-Beltijd instellen
............................ 47
Fax doorzenden
................................ 80
Fax preview
.................................74, 75
Fax waarnemen
................................ 47
193
in het geheugen .................................48
naar de PC
.........................................76
Ontvangstmodus kiezen
....................44
opvragen vanaf een ander toestel
.....82
problemen
............................... 127, 129
telefoonlijninterferentie
.....................141
van een tweede toestel
............... 57, 58
verkleinen om op het papier te
passen
...............................................48
verzenden
...................................... 36, 85
aan het einde van een gesprek
.........43
annuleren uit het geheugen
...............42
contrast
..............................................40
Direct verzenden
................................41
fabrieksinstelling herstellen
................43
faxmodus instellen
.............................36
Groepsverzenden
..............................38
handmatig
..........................................43
internationaal
.....................................41
kleurenfax
..........................................37
nieuwe standaard instellen
................42
Resolutie
............................................40
telefoonlijninterferentie
.....................141
uitgestelde fax
....................................41
uitgestelde groepsverzending
............42
vanuit geheugen
(tweevoudige werking)
.......................40
via de glasplaat
..................................37
Fax, vanaf PC
Raadpleeg de softwarehandleiding op
de CD-ROM.
.............................................
Fax/Tel-modus
Belvertraging
.........................................46
Code voor het aannemen van de
telefoon
.......................................... 57, 58
dubbel belsignaal
(telefoongesprekken)
............................47
F/T-beltijd
..............................................47
Faxontvangstcode
......................... 57, 58
op een tweede toestel aannemen
.... 57, 58
Uitgaand bericht
....................................68
Faxberichten of het Faxjournaal
overbrengen
...........................................137
Faxcodes
Code voor het aannemen van de
telefoon
.......................................... 57, 58
Faxontvangstcode
...................47, 57, 58
met behulp van
.....................................58
Toegangscode op afstand
....................78
wijzigen
.......................................... 58, 78
Foutmeldingen op het LCD-scherm
...... 134
Bijna Leeg
.......................................... 134
Comm. Fout
....................................... 134
Gebruik Tel. onmog.
........................... 136
Geen papierinvoer
.............................. 136
Geheugen vol
..................................... 135
tijdens het scannen van een
document
.......................................... 95
Init. onmogelijk.
.................................. 136
Inkt op
................................................ 134
Niet opgeslagen
................................... 59
Printen onmogelijk
.............................. 136
Reinigen onmogelijk
........................... 136
Scannen onmogelijk
........................... 136
Wijzigen onmogelijk
........................... 136
G
Geheugenbeveiliging .........................33, 87
Grijswaardenschaal
....................... 176, 182
Groepen voor groepsverzenden
.............. 65
Groepsverzenden
.................................... 38
groepen instellen voor
.......................... 65
H
Handmatig
kiezen
................................................... 59
ontvangen
............................................ 44
verzenden
............................................ 43
HELP
Meldingen op het LCD-scherm
.......... 155
Menutoetsen gebruiken
................... 155
Menutabel
.......................................... 156
Herkies/Pauze
......................................... 60
I
Identificatie van de Oproeper .................. 52
lijst afdrukken
....................................... 53
lijst bekijken
.......................................... 53
Inktcartridges
inktstippenteller
.................................. 141
inktvolume controleren
....................... 148
vervangen
.......................................... 141
194
K
Kiezen
een pauze
.............................................62
Geschiedenis Nummerweergave
..........61
Groepen
................................................38
handmatig
.............................................59
Snelkiezen
............................................59
toegangscodes en
creditcard-nummers
....................... 64, 67
Uitgaande oproep
.................................60
Kopiëren
contrast
.................................................93
één kopie
..............................................90
geheugen vol
........................................95
helderheid
.............................................93
kleurverzadiging
....................................94
kopieermodus instellen
.........................90
kwaliteit
.................................................91
meerdere exemplaren
...........................90
middels de glasplaat
.............................11
nieuwe standaard instellen
...................95
pagina-indeling (N op 1)
........................92
papierformaat
........................................94
sorteren (alleen ADF)
............................93
terug naar standaard
.............................95
type papier
............................................94
vergroten/verkleinen
.............................91
via de ADF
............................................90
L
LCD-scherm (liquid crystal display) .......155
Contrast
................................................27
Dimmertimer
.........................................28
Helderheid
...................................... 27, 29
Helplijst
.................................................84
Uitschakelingstimer
...............................28
M
Macintosh
®
Raadpleeg de softwarehandleiding op
de CD-ROM.
.............................................
Modus, instellen
Fax
........................................................36
Kopiëren
................................................90
PhotoCapture
..........................................7
Scannen
..................................................7
N
Netwerk
Afdrukken
Raadpleeg de netwerkhandleiding op
de CD-ROM.
.........................................
Scannen
Raadpleeg de softwarehandleiding op
de CD-ROM.
.........................................
Nummerweergave niet beschikbaar
........ 52
O
Onderhoud, routine ............................... 141
Ontvangstmodus
..................................... 44
Alleen fax
.............................................. 44
Extern ANTW.APP.
.............................. 44
Fax/Tel
................................................. 44
Handmatig
............................................ 44
Opslag in geheugen
.............................. 155
Overzicht bedieningspaneel
...................... 6
P
PaperPort
®
SE met OCR
Raadpleeg de softwarehandleiding op
de CD-ROM.
.............................................
Papier
..............................................12, 175
capaciteit
.............................................. 15
documentgrootte
.................................. 10
formaat
................................................. 25
laden
...............................................16, 18
type
.................................................14, 24
Papier laden
............................................ 16
PhotoCapture Center™
CompactFlash
®
.................................... 98
DPOF-afdrukken
................................ 103
Foto's afdrukken
................................. 102
Foto's vooraf bekijken
........................ 101
Index afdrukken
.................................. 101
Memory Stick Pro™
............................. 98
Memory Stick
®
..................................... 98
MultiMediaCard™
................................. 98
Printinstellingen
Contrast
........................................... 106
Fabrieksinstelling herstellen
............ 107
Helderheid
....................................... 105
Kleurverbetering
.............................. 106
Kwaliteit
...................................104, 105
195
Nieuwe standaard instellen .............. 107
Papier- & afdrukformaat
...................105
Papiersoort
......................................105
Scannen naar kaart
............................108
SecureDigital
.....................................98
specificaties
........................................181
Trimmen
..............................................107
vanaf de PC
Raadpleeg de softwarehandleiding op
de CD-ROM.
..........................................
xD-Picture Card™
.................................98
Zonder marges
...................................107
PictBridge
DPOF-afdrukken
.................................112
Presto!
®
PageManager
®
Zie Help in Presto!
®
PageManager
®
om
de gebruikershandleiding te openen.
........
Problemen oplossen
..............................127
als u problemen hebt
afdrukken
.........................................127
faxen ontvangen
..............................130
faxen verzenden
..............................130
inkomende telefoontjes
....................131
kopiëren
...........................................132
Netwerk
............................................133
ontvangen faxen afdrukken
.............129
PhotoCapture Center™
...................132
scannen
...........................................132
software
...........................................132
telefoonlijn of -verbindingen
.............130
vastgelopen papier
..........................138
foutmeldingen op het LCD-scherm
.....134
inktvolume controleren
........................148
vastgelopen papier
.................... 138, 139
R
Rapporten ................................................83
afdrukken
..............................................84
Faxjournaal
...........................................84
Journaalperiode
.................................83
Gebruikersinstellingen
..........................84
Helplijst
.................................................84
Lijst Nummerweergave
.........................53
Netwerkconfiguratie
..............................84
Snelkieslijst
...........................................84
Verzendrapport
.............................. 83, 84
Reinigen
geleiderol
............................................ 145
invoerrol voor papier
.......................... 145
printkop
.............................................. 146
scanner
.............................................. 144
Remote Setup
Raadpleeg de softwarehandleiding op
de CD-ROM.
............................................
Resolutie
afdrukken
........................................... 183
fax
...................................................... 176
instellen voor de volgende fax
.............. 40
kopiëren
............................................. 180
scannen
.............................................. 182
S
Scannen
Raadpleeg de softwarehandleiding op
de CD-ROM.
............................................
Serienummer
opzoeken
Zie binnenkant frontdeksel
....................
Snelkiezen
Groepskiezen
groepen voor groepsverzenden
instellen
............................................. 65
wijzigen
....................................... 63, 64
Groepsverzenden
................................. 38
groepen gebruiken
............................ 38
kiezen
................................................... 59
opslaan
................................................. 62
Snelkiezen
instellen naar locatie uit 2 cijfers
....... 62
instellen vanuit geschiedenis
Nummerweergave
............................. 63
met behulp van
.................................. 59
vanuit uitgaande oproepen
instellen
............................................. 63
wijzigen
....................................... 63, 64
Toegangscodes en
creditcard-nummers
............................. 67
wijzigen
.......................................... 63, 64
Zoeken
................................................. 59
Speciale telefoonfuncties op een enkele
lijn
.......................................................... 131
Stroomstoring
........................................ 155
196
T
Tekst, invoeren ......................................172
speciale tekens
...................................172
Telefoonlijn
aansluitingen
.........................................55
interferentie
.........................................141
meerdere lijnen (PBX)
...........................56
problemen
...........................................130
type
.......................................................54
Toegangscodes, opslaan en kiezen
........67
Transparanten
...........................12, 15, 175
Tweede toestel, gebruiken
.......................58
Tweevoudige werking
..............................40
U
Uitgaand Bericht ......................................68
Uw machine programmeren
...................155
V
Vastgelopen papier/document
document
............................................138
papier
..................................................138
Veiligheidsinstructies
.................... 119, 122
Verbruiksartikelen
..................................186
Verkleinen
binnenkomende faxen
...........................48
kopieën
.................................................91
Verzendslot
..............................................31
Volume, instellen
beltoon
..................................................25
luidspreker
............................................26
waarschuwingstoon
..............................26
W
Wireless Network
Raadpleeg de installatiehandleiding en
netwerkhandleiding op de CD-ROM.
........
OPMERKING
Dit apparaat bevat een Ni-MH batterij voor memory back-up.
Raadpleeg uw leverancier over de verwijdering van de batterij op het moment dat u het apparaat
bij einde levensduur afdankt.
Gooi de batterij niet weg, maar lever hem in als Klein Chemisch Afval.
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
Bezoek ons op World Wide Web
http://www.brother.com
Deze machine is enkel goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Plaatselijke
vestigingen of verdelers van Brother verlenen alleen service voor machines die in deze landen zijn
aangekocht.
LP58330091
DUT
Gedrukt in China
9

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Brother-MFC-440CN
  • Brother MFC-440cn;
    Print nadat cartridge is vervangen geen zwart meer, ook niet na 15 x reinigen zwart
    Heeft iemand hiervoor een oplossing of hoe kom ik bij de printkop? Gesteld op 1-2-2021 om 15:09

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Print nadat cartridge is vervangen geen zwart meer, ook niet na 15 x reinigen zwart
    Heeft iemand hiervoor een oplossing of hoe kom ik bij de printkop? Gesteld op 1-2-2021 om 15:02

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Mijn printer DCP-357C geeft melding "Print onmogelijk 51"
    Hoe los ik dit op?
    Mvg, Jan Gesteld op 5-10-2020 om 15:41

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • printen niet mogelijk geeft code 51 en kan hem ook niet uitzetten Gesteld op 3-2-2017 om 18:59

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Mijn brother geeft print onmogelijk 51 aan, hoe los ik dit op? Gesteld op 29-9-2015 om 17:43

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
    • Het resetten en nieuwe inktpatronen er in zetten heeft in niet geholpen bij mijn mfc 440 cn, daar bij mij bleek dat in de tandwiel welke geklonken moet zitten op de paperfeed as een scheur zit. Daarom kreeg ik dus foutmelding "reinigen onmog. 51" te zien. volgens Brother zou een gehele nieuwe unit in gezet moeten worden om het weer werkzaam te krijgen. Brother raad reparatie af aangezien de reparatie kosten te hoog worden ten opzichte van een nieuwe machine.
      Wij hebben de scheur van de tandwiel zelf gelijmd en op dit moment werkt hij weer voor zolang het gaat zodat ik de nieuwe inkt patronen die ik er net in heb gedaan hopelijk kan opmaken. Daar deze duur zat zijn. Verder Brother gevraagd of ze alsnog zo'n tandwiel kunnen leveren. Daar heb ik nog geen antwoordt op gekregen.
      Geantwoord op 2-11-2015 om 10:12

      Waardeer dit antwoord (5) Misbruik melden
  • Printer geeft print onmogelijk 51 aan en ik kan hem niet meer uitzetten, alleen nog door de stekker eruit te trekken. Weet iemand hoe dit op te lossen Gesteld op 25-4-2015 om 11:30

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
6

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Brother MFC-440CN bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Brother MFC-440CN in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 7,99 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Brother MFC-440CN

Brother MFC-440CN Installatiehandleiding - Nederlands - 35 pagina's

Brother MFC-440CN Installatiehandleiding - Deutsch - 34 pagina's

Brother MFC-440CN Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 211 pagina's

Brother MFC-440CN Installatiehandleiding - English - 34 pagina's

Brother MFC-440CN Gebruiksaanwijzing - English - 201 pagina's

Brother MFC-440CN Installatiehandleiding - Français - 34 pagina's

Brother MFC-440CN Gebruiksaanwijzing - Français - 213 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info