451204
33
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/163
Pagina verder
GEBRUIKERSHANDLEIDING
MFC-253CW
MFC-255CW
MFC-257CW
MFC-295CN
Versie 0
DUT
Als u de klantenservice moet bellen
A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige
referentie:
Modelnummer: MFC-253CW, MFC-255CW, MFC-257CW
en MFC-295CN
(omcirkel uw modelnummer)
Serienummer:
1
Aankoopdatum:
Plaats van aankoop:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het
apparaat. Bewaar deze gebruikershandleiding samen
met uw kassabon als aankoopbewijs in geval van
diefstal of brand of voor service die onder de garantie
valt.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als de
originele eigenaar van het product. Uw registratie bij Brother:
kan eventueel als bevestiging van de aankoopdatum van uw product
dienen, mocht u uw kassabon verliezen; en
kan eventueel een verzekeringsclaim van u ondersteunen, in geval
het product verloren gaat en dit gedekt is door de verzekering.
© 2009 Brother Industries, Ltd.
i
Informatie over goedkeuring en mededeling
aangaande samenstelling en publicatie
DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS
ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN DE GESCHIKTE CONNECTOR.
INFORMATIE OVER GOEDKEURING
Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan het land
waar het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt
op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.
Samenstelling en publicatie
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd.
De nieuwste productgegevens en -specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade (met
inbegrip van gevolgschade) voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin
beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze
publicatie.
ii
EG-conformiteitsverklaring
iii
EG-conformiteitsverklaring
Producent
Brother Industries, Ltd.
15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Industries (Shenzhen) Ltd.
G02414-1, Baochangli Bonded Transportation Industrial Park,
Baolong Industrial Estate, Longgang District, Shenzhen, 518116, Gung Dong, China
Verklaren hierbij dat:
Productomschrijving : Faxmachine
Modelnaam : MFC-253CW, MFC-255CW, MFC-257CW,
MFC-295CN
voldoet aan de voorschriften van de richtlijn R & TTE (1999/5/EG), en dat het product aan de
volgende standaarden voldoet:
Toegepaste standaarden:
Geharmonieerd : Veiligheid EN60950-1: 2006
EMC EN55022: 2006 +A1: 2007 Klasse B
EN55024: 1998 +A1: 2001 +A2: 2003
EN61000-3-2: 2006
EN61000-3-3: 1995 +A1: 2001 +A2: 2005
Radio EN301 489-1 V1.8.1
EN301 489-17 V1.3.2
EN300 328 V1.7.1
* Radio is alleen van toepassing op MFC-253CW, MFC-255CW, MFC-257CW.
Jaar waarin het CE-keurmerk voor het eerst werd toegekend: 2009
Uitgegeven door : Brother Industries, Ltd.
Datum : 18 mei, 2009
Plaats : Nagoya, Japan
iv
Inhoudsopgave
Paragraaf I Algemeen
1 Algemene informatie 2
Gebruik van de documentatie................................................................................2
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................2
Toegang krijgen tot de Softwarehandleiding en de Netwerkhandleiding...............3
Documentatie bekijken ....................................................................................3
Brother-support openen (Windows
®
).....................................................................5
Overzicht van het bedieningspaneel......................................................................6
2 Papier en documenten laden 9
Papier en andere afdrukmedia laden.....................................................................9
Enveloppen en briefkaarten laden.................................................................11
Kleine afdrukken uit de machine verwijderen ................................................13
Afdrukgebied .................................................................................................14
Acceptabel papier en andere afdrukmedia..........................................................15
Aanbevolen afdrukmedia...............................................................................15
Omgaan met en gebruik van afdrukmedia ....................................................16
De juiste afdrukmedia selecteren ..................................................................17
Documenten laden...............................................................................................19
De ADF gebruiken (alleen bij MFC-295CN) ..................................................19
De glasplaat gebruiken..................................................................................20
Scangebied....................................................................................................21
3 Algemene instellingen 22
Aan-/uittoets.........................................................................................................22
De machine uitschakelen ..............................................................................22
De machine inschakelen ...............................................................................22
Tijdklokstand........................................................................................................22
Papierinstellingen ................................................................................................23
Papiersoort ....................................................................................................23
Papierformaat ................................................................................................23
Volume-instellingen .............................................................................................23
Belvolume......................................................................................................23
Volume van de waarschuwingstoon ..............................................................23
Luidsprekervolume ........................................................................................24
Automatische zomer-/wintertijd............................................................................24
LCD-scherm.........................................................................................................25
LCD-contrast .................................................................................................25
Slaapstand...........................................................................................................25
4 Beveiligingsfuncties 26
Verzendslot..........................................................................................................26
Het wachtwoord van het verzendslot instellen en wijzigen............................26
Het verzendslot in-/uitschakelen....................................................................27
v
Paragraaf II Fax
5 Een fax verzenden 30
Faxmodus activeren ............................................................................................ 30
Faxen via de ADF verzenden (alleen bij MFC-295CN) .................................30
Faxen verzenden via de glasplaat.................................................................30
Documenten van Letter-formaat via de glasplaat faxen ................................31
Een fax in kleur verzenden ............................................................................31
Een actieve fax annuleren .............................................................................31
Groepsverzenden (alleen monochroom) .............................................................31
Een fax tijdens groepsverzenden annuleren .................................................32
Aanvullende verzendopties..................................................................................32
Faxen met meerdere instellingen verzenden ................................................32
Contrast .........................................................................................................33
De faxresolutie wijzigen.................................................................................33
Tweevoudige werking (alleen monochroom).................................................34
Direct verzenden ...........................................................................................34
Internationale modus.....................................................................................35
Taken in de wachtrij controleren en annuleren..............................................35
Een fax handmatig verzenden.......................................................................35
Geheugen vol, melding..................................................................................35
6 Een fax ontvangen 36
Ontvangstmodi.....................................................................................................36
De ontvangstmodus kiezen ...........................................................................36
Ontvangstmodi gebruiken....................................................................................37
Alleen fax.......................................................................................................37
Fax/telefoon...................................................................................................37
Handmatig .....................................................................................................37
Extern antwoordapparaat ..............................................................................37
Instellingen ontvangstmodus ...............................................................................38
Belvertraging .................................................................................................38
F/T-beltijd (alleen in de modus Fax/telefoon) ................................................38
Fax waarnemen.............................................................................................39
Aanvullende ontvangsthandelingen.....................................................................39
Een verkleinde afdruk van een inkomende fax maken..................................39
Ontvangst zonder papier ...............................................................................39
vi
7 Telefoontoestel en externe apparaten 40
Werking als telefoon ............................................................................................40
Toon of puls...................................................................................................40
Fax/telefoonmodus........................................................................................40
Telefoondiensten .................................................................................................40
Het type telefoonlijn instellen.........................................................................40
Nummerweergave .........................................................................................41
Extern antwoordapparaat aansluiten...................................................................43
Aansluitingen .................................................................................................43
Een uitgaand bericht opnemen op een extern antwoordapparaat.................43
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)............................................................44
Externe en tweede toestellen ..............................................................................44
Een extern of tweede toestel aansluiten........................................................44
Werken met een tweede toestel ....................................................................44
Een draadloze externe telefoon gebruiken....................................................45
Codes voor afstandsbediening gebruiken .....................................................45
8 Nummers kiezen en opslaan 46
Nummers kiezen..................................................................................................46
Handmatig kiezen..........................................................................................46
Snelkiezen .....................................................................................................46
Zoeken...........................................................................................................46
Faxnummer opnieuw kiezen..........................................................................46
Nummers opslaan................................................................................................47
Een pauze opslaan........................................................................................47
Snelkiesnummers opslaan ............................................................................47
Snelkiesnummers wijzigen ............................................................................47
Groepen instellen voor groepsverzenden......................................................48
Snelkiesnummers combineren ......................................................................48
9 Rapporten afdrukken 49
Faxrapporten .......................................................................................................49
Verzendrapport..............................................................................................49
Faxjournaal (activiteitenrapport) ....................................................................50
Rapporten............................................................................................................50
Een rapport afdrukken ...................................................................................50
vii
Paragraaf III Kopiëren
10 Kopiëren 52
Kopiëren ..............................................................................................................52
Kopieermodus activeren................................................................................52
Eén kopie maken...........................................................................................52
Meerdere kopieën maken..............................................................................52
Kopiëren stoppen ..........................................................................................52
Kopieeropties.......................................................................................................53
Kopieersnelheid en -kwaliteit wijzigen ...........................................................54
Gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen...........................................54
N op 1 kopieën of een poster maken (Pagina lay-out) ..................................55
Kopieën met de ADF sorteren (alleen monochroom)
(alleen bij MFC-295CN).............................................................................57
Helderheid en contrast instellen ....................................................................57
Papieropties...................................................................................................58
Paragraaf IV Direct printen
11 Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation 60
Werken met PhotoCapture Center™...................................................................60
Afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation zonder een pc .....60
Scannen naar een geheugenkaart of een USB-flashstation zonder een
pc te gebruiken..........................................................................................60
PhotoCapture Center™ vanaf uw computer gebruiken.................................60
Een geheugenkaart of een USB-flashstation gebruiken................................60
Geheugenkaarten, USB-flashstation en mapstructuren................................61
Aan de slag..........................................................................................................62
Afdrukken vanaf een geheugenkaart of een USB-flashstation............................63
Index afdrukken (miniaturen).........................................................................63
Foto's afdrukken ............................................................................................64
Afdrukken in DPOF-formaat ..........................................................................65
PhotoCapture Center-afdrukinstellingen..........................................................66
Afdruksnelheid en -kwaliteit...........................................................................66
Papieropties...................................................................................................66
Helderheid en contrast instellen ....................................................................67
Bijsnijden (crop).............................................................................................67
Afdrukken zonder rand ..................................................................................67
Datum afdrukken ...........................................................................................68
Naar een geheugenkaart of een USB-flashstation scannen................................68
De beeldkwaliteit wijzigen..............................................................................69
Het monochroom-bestandsformaat wijzigen .................................................69
Het kleur-bestandsformaat wijzigen ..............................................................69
Uitleg bij de foutmeldingen ..................................................................................70
viii
12 Foto's vanaf een camera afdrukken (alleen voor MFC-295CN) 71
Foto's direct afdrukken vanaf een PictBridge-camera .........................................71
Vereisten voor PictBridge ..............................................................................71
Uw digitale camera instellen..........................................................................71
Foto's afdrukken ............................................................................................72
Afdrukken in DPOF-formaat ..........................................................................72
Foto's direct afdrukken vanaf een digitale camera (zonder PictBridge)...............73
Foto's afdrukken ............................................................................................73
Uitleg bij de foutmeldingen ..................................................................................74
Paragraaf V Software
13 Software- en netwerkfuncties 76
Paragraaf VI Appendices
A Veiligheid en wetgeving 78
Een geschikte plaats kiezen ................................................................................78
Veilig gebruik van de machine.............................................................................79
Belangrijke veiligheidsinstructies...................................................................84
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid ......................................................85
LAN-verbinding (alleen MFC-295CN)............................................................85
Radiostoring ..................................................................................................85
EU-richtlijn 2002/96/EG en EN50419 ............................................................86
ENERGY STAR
®
-verklaring ..........................................................................86
Wettelijke beperkingen voor kopiëren..................................................................87
Handelsmerken....................................................................................................88
ix
B Problemen oplossen en routineonderhoud 89
Problemen oplossen............................................................................................ 89
Als u problemen met uw machine heeft ........................................................89
Kiestoon waarnemen.....................................................................................96
Storing op de telefoonlijn...............................................................................96
Foutmeldingen .....................................................................................................97
Faxen of het faxjournaal overbrengen.........................................................102
Document vastgelopen (alleen MFC-295CN) .............................................103
Printer of papier vastgelopen.......................................................................104
Routineonderhoud .............................................................................................106
De inktcartridges vervangen........................................................................106
De buitenkant van de machine schoonmaken.............................................108
De glasplaat reinigen................................................................................... 109
De geleiderol van de machine reinigen .......................................................110
Invoerrollen voor papier reinigen.................................................................110
De printkop reinigen ....................................................................................111
De afdrukkwaliteit controleren .....................................................................111
De uitlijning controleren...............................................................................112
Het inktvolume controleren..........................................................................113
Informatie over de machine ...............................................................................113
Het serienummer controleren......................................................................113
Resetfuncties...............................................................................................113
De machine resetten ...................................................................................114
De machine inpakken en vervoeren ..................................................................114
C Menu en functies 117
Programmeren op het scherm...........................................................................117
Menutabel....................................................................................................117
Opslag in geheugen ....................................................................................117
Menutoetsen......................................................................................................117
Menutabel..........................................................................................................119
Tekst invoeren ...................................................................................................131
D Specificaties 132
Algemeen ..........................................................................................................132
Afdrukmedia.......................................................................................................134
Fax.....................................................................................................................135
Kopiëren ............................................................................................................137
PhotoCapture Center™ .....................................................................................138
PictBridge (alleen MFC-295CN) ........................................................................139
Scanner .............................................................................................................140
Printer ................................................................................................................141
Interfaces...........................................................................................................142
Vereisten voor de computer...............................................................................143
Verbruiksartikelen..............................................................................................144
Netwerk (LAN) ...................................................................................................145
Het draadloze netwerk configureren met één druk op de knop
(MFC-253CW/255CW/257CW) ...............................................................146
EIndex 147
x
Paragraaf I
Algemeen I
Algemene informatie 2
Papier en documenten laden 9
Algemene instellingen 22
Beveiligingsfuncties 26
2
1
Gebruik van de
documentatie
1
Dank u voor de aanschaf van een Brother-
machine! Het lezen van de documentatie
helpt u bij het optimaal benutten van uw
machine.
Symbolen en conventies die
in de documentatie gebruikt
worden 1
De volgende symbolen en conventies worden
in de documentatie gebruikt.
Algemene informatie 1
Vet Vetgedrukte tekst verwijst naar
knoppen op het
bedieningspaneel van de
machine of op het
computerscherm.
Cursief Cursief gedrukte tekst
benadrukt een belangrijk punt
of verwijst u naar een verwant
onderwerp.
Courier
New
Het lettertype Courier New
verwijst naar meldingen die
worden weergegeven op het
LCD-scherm van de machine.
WAARSCHUWING
Waarschuwingen informeren u over de
maatregelen die u moet treffen om te
vermijden dat u letsel oploopt.
VOORZICHTIG
Deze waarschuwingen wijzen u op
procedures die u moet volgen om
verwondingen te voorkomen.
BELANGRIJK
Deze waarschuwingen beschrijven
belangrijke procedures die u moet volgen
om problemen met de machine of
beschadiging van andere voorwerpen te
voorkomen.
Het pictogram Elektrisch gevaar
attendeert u op het risico van
elektrische schokken.
Het pictogram Heet oppervlak
waarschuwt u hete
machineonderdelen niet aan te
raken.
Opmerkingen leggen uit wat u in een
bepaalde situatie moet doen of hoe
de huidige bewerking met andere
functies werkt.
Algemene informatie
3
1
Toegang krijgen tot de
Softwarehandleiding
en de
Netwerkhandleiding
1
Deze gebruikershandleiding bevat niet alle
informatie over de machine, zoals het gebruik
van de geavanceerde functies van de printer,
de scanner, PC-Fax en het netwerk.
Raadpleeg Softwarehandleiding en
Netwerkhandleiding op de cd-rom voor
gedetailleerde informatie hierover.
Documentatie bekijken 1
Documentatie bekijken (Windows
®
) 1
Als u de documentatie wilt bekijken, klikt u op
het menu start, wijst u vanuit de
programmagroep Brother, MFC-XXXX aan
(waarbij XXXX uw modelnaam is) en kiest u
vervolgens Gebruikershandleidingen in
HTML-formaat.
Als u de software niet heeft geïnstalleerd,
kunt u de documentatie vinden door
onderstaande instructies op te volgen:
a Zet uw pc aan. Plaats de Brother cd-rom
in uw cd-romstation.
Opmerking
Als het Brother-scherm niet automatisch
wordt weegegeven, gaat u naar Deze
computer (Computer), dubbelklikt u op
het pictogram van de cd-rom en
dubbelklikt u vervolgens op start.exe.
b Als het scherm met de modelnaam
verschijnt, klikt u op de naam van uw
model.
c Als het scherm met de taal verschijnt,
klikt u op de gewenste taal. Het
hoofdmenu van de cd-rom wordt
geopend.
Opmerking
Als dit venster niet wordt geopend, kunt u
Windows
®
Verkenner gebruiken om het
programma start.exe uit te voeren vanuit
de hoofdmap van de Brother-cd-rom.
d Klik op Documentatie.
e Klik op de documentatie die u wilt lezen.
HTML-documenten:
Softwarehandleiding en
Netwerkhandleiding in
HTML-formaat.
Dit formaat wordt aanbevolen voor
het lezen van documentatie op de
computer.
PDF-documenten:
Gebruikershandleiding voor
gebruik als zelfstandig apparaat,
Softwarehandleiding en
Netwerkhandleiding in
PDF-formaat.
Dit formaat wordt aanbevolen voor
het afdrukken van de handleidingen.
Klik op de koppeling om naar het
Brother Solutions Center te gaan,
waar u de PDF-documenten kunt
weergeven of downloaden. (Hiervoor
heeft u internettoegang en PDF
Reader-software nodig.)
Hoofdstuk 1
4
Instructies voor het scannen
opzoeken
1
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
(Windows
®
2000 Professional/
Windows
®
XP en Windows Vista
®
)
ControlCenter3
(Windows
®
2000 Professional/
Windows
®
XP en Windows Vista
®
)
Netwerkscannen
(Windows
®
2000 Professional/
Windows
®
XP en Windows Vista
®
)
ScanSoft™ PaperPort11SE met OCR-
procedurehandleidingen
U kunt de volledige
procedurehandleidingen voor ScanSoft™
PaperPort™ 11SE met OCR weergeven
via het menu Help in de toepassing
ScanSoft™ PaperPort™ 11SE.
Instructies voor netwerkinstellingen
opzoeken
(MFC-253CW/255CW/257CW)
1
Uw machine kan worden aangesloten op een
draadloos of bekabeld netwerk. U kunt
belangrijke instructies voor instellingen
opzoeken in de installatiehandleiding. Als uw
draadloze toegangspunt of router
ondersteuning biedt voor
SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup
of AOSS™, volgt u de stappen in de
installatiehandleiding. Zie de
netwerkhandleiding voor meer informatie
over netwerkinstellingen.
Documentatie bekijken (Macintosh) 1
a Zet uw Macintosh aan. Plaats de
Brother cd-rom in uw cd-romstation. Het
volgende venster wordt weergegeven.
b Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
c Dubbelklik op uw taalmap.
d Dubbelklik op top.html om
Softwarehandleiding en
Netwerkhandleiding weer te geven in
HTML-formaat.
e Klik op de documentatie die u wilt lezen.
Softwarehandleiding
Netwerkhandleiding
Algemene informatie
5
1
Instructies voor het scannen
opzoeken
1
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
(Mac OS X 10.3.9 - 10.5.x)
ControlCenter2
(Mac OS X 10.3.9 - 10.5.x)
Netwerkscannen
(Mac OS X 10.3.9 - 10.5.x)
Presto! PageManager
Gebruikershandleiding
Instructies voor direct scannen via Presto!
PageManager. U kunt de volledige
gebruikershandleiding voor Presto!
PageManager weergeven via het menu
Help in de toepassing Presto!
PageManager.
Instructies voor netwerkinstellingen
opzoeken
(MFC-253CW/255CW/257CW)
1
Uw machine kan worden aangesloten op een
draadloos of bekabeld netwerk. U kunt
belangrijke instructies voor instellingen
opzoeken in de installatiehandleiding. Als uw
draadloze toegangspunt of router
ondersteuning biedt voor
SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup
of AOSS™, volgt u de stappen in de
installatiehandleiding. Zie de
netwerkhandleiding voor meer informatie
over netwerkinstellingen.
Brother-support
openen (Windows
®
) 1
Alle nodige hulpbronnen, bijvoorbeeld
websupport (Brother Solutions Center), zijn
beschikbaar op de cd-rom van Brother.
Klik op Brother-support in het
hoofdmenu. Het volgende scherm wordt
weergegeven:
Om onze website
(http://www.brother.com
) te openen, klikt
u op Brother-startpagina.
Voor het laatste nieuws en informatie over
productondersteuning
(http://solutions.brother.com
) klikt u op
Brother Solutions Center.
Als u onze website voor originele Brother-
verbruiksartikelen
(http://www.brother.com/original/
) wilt
bezoeken, klikt u op Informatie over
supplies.
Als u het Brother CreativeCenter
(http://www.brother.com/creativecenter/
)
voor GRATIS fotoprojecten en afdrukbare
downloads wilt openen, klikt u op Brother
CreativeCenter.
Om terug te gaan naar het hoofdmenu
klikt u op Terug. Wanneer u klaar bent,
klikt u op Afsluiten.
Hoofdstuk 1
6
Overzicht van het bedieningspaneel 1
Modellen MFC-253CW, MFC-255CW, MFC-257CW en MFC-295CN hebben dezelfde toetsen op
het bedieningspaneel.
Opmerking
De meeste afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn gebaseerd op model MFC-295CN.
1 Fax- en telefoontoetsen:
Herkies/Pauze
Met deze toets kunt u het laatst gekozen
nummer opnieuw bellen. U kunt deze toets
ook gebruiken om een pauze in te voegen
wanneer u snelkiesnummers
programmeert.
Telefoon/Intern
Deze toets wordt gebruikt voor een
telefoongesprek nadat de hoorn van het
externe telefoontoestel tijdens het dubbele
belsignaal is opgepakt.
Bij aansluiting op een PBX kunt u met deze
toets ook toegang krijgen tot een buitenlijn
of een gesprek overzetten naar een ander
toestel.
2 Kiestoetsen
Deze toetsen gebruikt u om telefoon- en
faxnummers te kiezen, maar deze toetsen
dienen ook om informatie in de machine in te
voeren.
Met de toets # kunt u tijdens een oproep de
kiesmodus tijdelijk wijzigen van puls in toon.
3 Modustoetsen:
Fax
Hiermee opent u de faxmodus.
Scan
Geeft toegang tot scanmodus.
Kopie
Hiermee opent u de kopieermodus.
Photo Capture
Hiermee opent u de modus PhotoCapture
Center™.
231
98
10
Algemene informatie
7
1
4 Menutoetsen:
Menu
Hiermee opent u het hoofdmenu om de
machine te programmeren.
Snelkiezen -toets
Hiermee slaat u telefoonnummers op in het
geheugen en kunt u deze nummers
opzoeken en kiezen.
Volumetoetsen
d c
Als de machine inactief is, kunt u het
belvolume instellen door op deze toetsen te
drukken.
d
Druk op deze toets om terug door een
menuoptie te bladeren.
a of b
Met deze toetsen bladert u door menu's en
opties.
Wis/terug
Druk op deze toets om tekens te wissen of
om terug te gaan naar het vorige
menuniveau.
OK
Hiermee kiest u een instelling.
5 Starttoetsen:
Kleur Start
Met deze toets start u het verzenden van
faxen of maakt u kopieën in kleur. Hiermee
kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (in
kleur of mono, afhankelijk van de
scaninstelling in de ControlCenter-
software).
Mono Start
Hiermee start u het verzenden van faxen of
maakt u kopieën in zwart-wit. Hiermee kunt
u ook een scanbewerking uitvoeren (in
kleur of mono, afhankelijk van de
scaninstelling in de ControlCenter-
software).
6 Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een
bewerking gestopt of een menu verlaten.
7 Kopie Opties
Hiermee kunt u in de kopieermodus tijdelijk de
kopieerinstellingen wijzigen.
345
876
Hoofdstuk 1
8
8 LCD (liquid crystal display)
Op het LCD-scherm verschijnen prompts die u
helpen bij het instellen en gebruiken van uw
machine.
9 AAN/UIT
Hiermee schakelt u de machine in en uit.
Wanneer u de machine uitgeschakeld hebt,
wordt de printkop toch periodiek gereinigd om
de afdrukkwaliteit te behouden. Om een goede
afdrukkwaliteit te behouden, een lange
levensduur van de printkop te garanderen en
zo zuinig mogelijk met de inkt om te gaan, dient
u de machine te allen tijde aangesloten te laten
op een stroombron.
10 Fax Resolutie
Hiermee kunt u tijdelijk de resolutie aanpassen
als u een fax wilt verzenden.
9
2
2
Papier en andere
afdrukmedia laden
2
a Als de papiersteunklep openstaat, sluit
u deze en sluit u vervolgens de
papiersteun. Trek de papierlade volledig
uit de machine.
b Breng het deksel van de uitvoerlade
omhoog (1).
c Druk de papiergeleiders voor de
breedte (1) en vervolgens de
papiergeleider voor de lengte (2) met
beide handen voorzichtig in en stel deze
geleiders af op het papierformaat.
Zorg dat de driehoekjes (3) op de
papiergeleiders voor de breedte (1) en
op de papiergeleider voor de lengte (2)
naar de markeringen voor het gebruikte
papierformaat wijzen.
Papier en documenten laden 2
1
3
1
3
2
Hoofdstuk 2
10
Opmerking
Wanneer u papier van Legal-formaat
gebruikt, drukt u op de universele
ontgrendeling (1) en schuift u de voorzijde
van de papierlade naar buiten.
d Blader de stapel papier goed door, om
te voorkomen dat papier vastloopt of
scheef wordt ingevoerd.
BELANGRIJK
Let erop dat het papier niet is omgekruld.
e Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag
en de bovenste rand eerst.
Controleer of het papier vlak in de lade
ligt.
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver
in duwt; het kan aan de achterkant van de
lade omhoog gaan staan en problemen
veroorzaken bij de invoer.
f Pas de papiergeleiders voor de
breedte (1) voorzichtig met beide
handen aan het papier aan.
Zorg dat de papiergeleiders aan de
zijkant de randen van het papier
aanraken.
1
1
Papier en documenten laden
11
2
g Sluit het deksel van de uitvoerlade.
h Duw de papierlade langzaam volledig in
de machine.
i Terwijl u de papierlade vasthoudt, trekt
u de papiersteun ( ) naar buiten tot u
een klik hoort en vouwt u de
papiersteunklep ( ) uit.
BELANGRIJK
Gebruik de papiersteunklep NIET voor
papier van Legal-formaat.
Enveloppen en briefkaarten
laden 2
Informatie over enveloppen 2
Gebruik enveloppen met een gewicht
tussen 80 en 95 g/m
2
.
Voor sommige enveloppen is het nodig de
marge in te stellen in de toepassing. Maak
altijd eerst een proefafdruk voordat u een
groot aantal enveloppen afdrukt.
BELANGRIJK
Gebruik NOOIT de volgende soorten
enveloppen, aangezien deze problemen
veroorzaken bij de papierinvoer:
Als deze zakachtig zijn.
Enveloppen met reliëf (met verhoogd
opschrift).
Enveloppen met sluithaken of nietjes.
Enveloppen die aan de binnenkant zijn
voorbedrukt.
Het kan zijn dat u af en toe problemen
ondervindt bij de papierinvoer vanwege
de dikte, het formaat en de vorm van de
omslag van de enveloppen die u gebruikt.
1
2
Lijm 2
Dubbele omslag 2
Hoofdstuk 2
12
Enveloppen en briefkaarten laden 2
a Druk de hoeken en zijkanten van de
enveloppen of briefkaarten zo plat
mogelijk voordat u deze plaatst.
BELANGRIJK
Plaats de enveloppen of briefkaarten een
voor een in de papierlade als er
verschillende enveloppen of briefkaarten
tegelijk naar binnen worden getrokken.
b Plaats enveloppen of briefkaarten in de
papierlade met de te bedrukken zijde
omlaag en de korte kant eerst , zoals in
de illustratie wordt aangegeven. Druk
met beide handen de papiergeleiders
voor de breedte (1) en de papiergeleider
voor de lengte (2) in en stel de geleiders
af op het formaat van de enveloppen of
briefkaarten.
2
1
Papier en documenten laden
13
2
Als u problemen hebt bij het afdrukken op
enveloppen met de omslag aan de korte
kant, kunt u het volgende proberen:
2
a Open de omslag van de envelop.
b Leg de enveloppe in de papierlade met
de adreszijde naar beneden en de
omslag in de positie zoals aangegeven
in de illustratie.
c Wijzig het formaat en de marge in de
toepassing.
Kleine afdrukken uit de
machine verwijderen 2
Wanneer papier van klein formaat op de
uitvoerpapierlade wordt uitgeworpen, kunt u
dit misschien niet bereiken. Zorg dat het
afdrukken is voltooid, en trek vervolgens de
lade volledig uit de machine.
Hoofdstuk 2
14
Afdrukgebied 2
Hoe groot het afdrukgebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte
toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen
papier en enveloppen. De machine kan afdrukken in de grijze gedeelten van losse vellen papier
wanneer de afdrukfunctie Zonder rand beschikbaar en ingeschakeld is. (Zie Afdrukken voor
Windows
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh in de Softwarehandleiding op de cd-rom.)
Opmerking
De functie Zonder rand is niet beschikbaar voor enveloppen.
Losse vellen Enveloppen
Bovenkant (1) Onderkant (2) Links (3) Rechts (4)
Losse vellen 3 mm 3 mm 3 mm 3 mm
Enveloppen 12 mm 24 mm 3 mm 3 mm
3
4
1
2
3
4
1
2
Papier en documenten laden
15
2
Acceptabel papier en
andere afdrukmedia
2
De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed
door het soort papier dat u in de machine
gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de
instellingen die u heeft gekozen, moet u de
papiersoort altijd instellen op het type papier
dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat
papier), glanzend papier, transparanten en
enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten
papier te testen alvorens een grote
hoeveelheid aan te schaffen.
Gebruik Brother-papier voor de beste
resultaten.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat
papier), transparanten en fotopapier,
moeten op het tabblad ‘Normaal’ van de
printerdriver of voor de instelling
Papiersoort in het menu altijd de juiste
afdrukmedia zijn geselecteerd. (Zie
Papiersoort op pagina 23.)
Wanneer u afdrukt op fotopapier van
Brother, plaatst u een extra vel van
hetzelfde fotopapier in de papierlade. U
vindt dit extra vel in de verpakking van het
papier.
Als u transparanten of fotopapier gebruikt,
dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen;
dit om te voorkomen dat de vellen aan
elkaar plakken of verstopt raken.
Raak het afgedrukte oppervlak van het
papier niet aan vlak na het afdrukken; de
inkt kan nog nat zijn en op uw vingers
vlekken.
Aanbevolen afdrukmedia 2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen
raden wij u aan Brother-papier te gebruiken.
(Zie de onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier
beschikbaar is, raden wij u aan verschillende
soorten papier te testen voor u grote
hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren ‘3M Transparency Film’ te
gebruiken wanneer u op transparanten
afdrukt.
Brother-papier
Papiersoort Item
A4 Normaal BP60PA
A4 Glanzend Foto BP71GA4
A4 Inkjet (Mat) BP60MA
10 × 15 cm Glanzend Foto BP71GP
Hoofdstuk 2
16
Omgaan met en gebruik van
afdrukmedia 2
Bewaar papier in de originele verpakking
en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar
het papier plat en verwijderd van vocht,
direct zonlicht en warmte.
Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde
van het fotopapier niet aanraakt. Plaats
fotopapier met de glimmende zijde naar
beneden.
Raak de voor- of achterkant van
transparanten niet aan, daar deze
gemakkelijk water en transpiratie
absorberen, wat afbreuk doet aan de
afdrukkwaliteit. Transparanten die voor
laserprinters en -kopieerapparaten
ontworpen zijn, kunnen het volgende
document bevlekken. Gebruik alleen
transparanten die worden aanbevolen
voor inkjetprinters.
BELANGRIJK
Gebruik de volgende soorten papier NIET:
papier dat beschadigd, gekruld of
gekreukt is of een onregelmatige vorm
heeft
1 papier dat 2 mm of meer is
omgekruld, omdat dit kan vastlopen
hoogglanzend en papier met veel
structuur
papier dat niet netjes kan worden
gestapeld
papier met een breedlopende vezel
Papiercapaciteit van het deksel van de
uitvoerpapierlade
2
Max. 50 vellen A4-papier van 80 g/m
2
.
Om vlekken te voorkomen moeten
transparanten en fotopapier vel voor vel
van het deksel van de uitvoerlade worden
verwijderd.
1
1
Papier en documenten laden
17
2
De juiste afdrukmedia selecteren 2
Type en formaat papier voor elke functie 2
Papiersoort Papierformaat Gebruik
Fax Kopiëren Photo
Capture
Printer
Losse vellen Letter 215,9 × 279,4 mm Ja Ja Ja Ja
A4 210 × 297 mm Ja Ja Ja Ja
Legal 215,9 × 355,6 mm Ja Ja Ja
Executive 184 × 267 mm Ja
JIS B5 182 × 257 mm Ja
A5 148 × 210 mm Ja Ja
A6 105 × 148 mm Ja
Kaarten Foto 10 × 15 cm Ja Ja Ja
Foto 2L 13 × 18 cm Ja Ja
Indexkaart 127 × 203 mm Ja
Briefkaart 1 100 × 148 mm Ja
Briefkaart 2
(Dubbel)
148 × 200 mm Ja
Enveloppen C5-Envelop 162 × 229 mm Ja
DL-Envelop 110 × 220 mm Ja
COM-10 105 × 241 mm Ja
Monarch 98 × 191 mm Ja
JE4-Envelop 105 × 235 mm Ja
Transparanten
Letter 215,9 × 279 mm Ja Ja
A4 210 × 297 mm Ja Ja
Legal 215,9 × 355,6 mm Ja Ja
A5 148 × 210 mm Ja Ja
Hoofdstuk 2
18
Gewicht, dikte en capaciteit van papier 2
1
Maximaal 100 vel van 80 g/m
2
papier.
2
BP71-papier van 260 g/m
2
is speciaal bedoeld voor inkjetmachines van Brother.
Papiersoort Gewicht Dikte Aantal
vellen
Losse
vellen
Normaal
papier
64 tot 120 g/m
2
0,08 tot 0,15 mm
100
1
Inkjetpapier
64 tot 200 g/m
2
0,08 tot 0,25 mm 20
Glanzend
papier
Max. 220 g/m
2
Max. 0,25 mm
20
2
Kaarten Fotokaart
Max. 220 g/m
2
Max. 0,25 mm
20
2
Indexkaart
Max. 120 g/m
2
Max. 0,15 mm 30
Briefkaart
Max. 200 g/m
2
Max. 0,25 mm 30
Enveloppen
75 tot 95 g/m
2
Max. 0,52 mm 10
Transparanten 10
Papier en documenten laden
19
2
Documenten laden 2
U kunt via de ADF (automatische
documentinvoer) en via de glasplaat faxen
verzenden, kopieën maken en scannen.
De ADF gebruiken
(alleen bij MFC-295CN) 2
De ADF heeft een capaciteit van maximaal
15 vellen en voert het papier vel voor vel in.
Gebruik standaard papier van het type
80 g/m
2
en waaier de stapel altijd los voordat
u het papier in de ADF plaatst.
Aanbevolen omgeving 2
Ondersteunde documentformaten 2
Documenten laden 2
BELANGRIJK
Trek NIET aan het document als het wordt
ingevoerd.
Gebruik GEEN papier dat is omgekruld,
gekreukeld, gevouwen, gescheurd, geniet
of dat is vastgemaakt met nietjes, lijm of
plakband.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of
stof.
Laat documenten met inkt of
correctievloeistof eerst volledig drogen.
a Vouw de ADF-documentsteunklep (1)
uit.
b Blader de stapel papier goed door.
c Stel de papiergeleiders (2) in op de
breedte van uw documenten.
d Plaats de documenten met de
bedrukte zijde omlaag en de
bovenrand eerst in de ADF tot op het
LCD-scherm ADF gereed wordt
weergegeven en u voelt dat deze de
papierrol raken.
BELANGRIJK
Laat geen dikke documenten achter op de
glasplaat. Als u dat doet, kan de ADF
vastlopen.
Temperatuur: 20 tot 30 °C
Vochtigheid: 50 tot 70%
Papier:
80 g/m
2
Lengte: 148 tot 355,6 mm
Breedte: 148 tot 215,9 mm
Gewicht:
64 tot 90 g/m
2
1
2
Hoofdstuk 2
20
De glasplaat gebruiken 2
U kunt de glasplaat gebruiken om vel voor vel
te faxen, kopiëren of te scannen, bijvoorbeeld
bladzijden uit een boek.
Ondersteunde documentformaten 2
Documenten laden 2
Opmerking
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de
ADF leeg zijn.
a Til het documentdeksel op.
b Gebruik de documentgeleiders aan de
linker- en bovenkant om het document
in de linkerbovenhoek van de glasplaat
te leggen, met de bedrukte zijde naar
beneden.
c Sluit het documentdeksel.
BELANGRIJK
Als u bezig bent een boek of een lijvig
document te scannen, laat het deksel dan
NIET dichtvallen en druk er niet op.
Lengte: Max. 297 mm
Breedte: Max. 215,9 mm
Gewicht: Max. 2 kg
Papier en documenten laden
21
2
Scangebied 2
De grootte van het scangebied is afhankelijk
van de instellingen in de door u gebruikte
toepassing. Hieronder wordt aangegeven
welke gebieden niet kunnen worden
gescand.
Gebruik
Documentgrootte Bovenkant (1)
Onderkant (2)
Links (3)
Rechts (4)
Faxen Letter 3 mm 4 mm
A4 3 mm 1 mm
Kopiëren Letter 3 mm 3 mm
A4 3 mm 3 mm
Scannen Letter 3 mm 3 mm
A4 3 mm 3 mm
3
4
1
2
22
3
Aan-/uittoets 3
U kunt de machine in- en uitschakelen door
op de toets AAN/UIT te drukken. Als u op de
toets AAN/UIT drukt terwijl de machine bezig
is, wordt de taak voltooid en wordt dan de
machine uitgeschakeld.
Opmerking
Als op de machine een extern toestel of
een antwoordapparaat is aangesloten,
blijven deze ingeschakeld.
De machine uitschakelen 3
a Houd de toets AAN/UIT ingedrukt. Op
het LCD-scherm wordt Afsluiten
weergegeven. Het LCD-scherm blijft
nog een paar seconden actief en wordt
dan uitgeschakeld.
De machine inschakelen 3
a Druk op de toets AAN/UIT.
Tijdklokstand 3
De machine heeft op het bedieningspaneel
vier tijdelijke modustoetsen: Fax, Scan,
Kopie en Photo Capture. U kunt de tijdsduur
wijzigen waarna de machine, na de laatste
scan-, kopieer- of PhotoCapture-bewerking,
terugkeert naar de faxmodus. Als u Uit kiest,
blijft de machine in de laatstgebruikte modus.
a Druk op Menu, 1, 1.
b Druk op a of b om 0 Sec., 30 Sec.,
1 Min, 2 Min., 5 Min. of Uit te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Algemene instellingen 3
Algemene instellingen
23
3
Papierinstellingen 3
Papiersoort 3
Voor de beste afdrukkwaliteit, stelt u de
machine in op het type papier dat u gebruikt.
a Druk op Menu, 1, 2.
b Druk op a of b om Normaal Papier,
Inkjet papier, Brother BP71,
Glossy anders of Transparanten
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Het papier wordt met de bedrukte zijde
omhoog op de uitvoerlade aan de
voorkant van de machine uitgeworpen.
Als u transparanten of glanzend papier
gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te
verwijderen om te voorkomen dat de
vellen aan elkaar plakken of een
papierstoring veroorzaken.
Papierformaat 3
U kunt kiezen uit vijf formaten om te kopiëren:
A4, A5, Letter, Legal en 10 × 15 cm en uit drie
formaten om faxen af te drukken: Letter,
Legal en A4. Wanneer u papier van een
ander formaat in de machine plaatst, moet u
ook de instelling voor het papierformaat
wijzigen zodat uw machine een
binnenkomende fax passend op het vel
papier kan afdrukken.
a Druk op Menu, 1, 3.
b Druk op a of b om A4, A5, 10x15cm,
Letter of Legal te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Volume-instellingen 3
Belvolume 3
U kunt uit een aantal belvolume-niveaus
kiezen, van Hoog tot Uit.
Als de machine niet actief is, drukt u op
d of c om het volume aan te passen.
Op het LCD-scherm wordt de huidige
instelling weergegeven, en elke keer dat u op
deze toets drukt, wordt het volume aan het
volgende niveau aangepast. De machine
behoudt de nieuwe instelling totdat u deze
wijzigt.
U kunt het volume ook via het menu
aanpassen door de onderstaande instructies
te volgen:
Het belvolume instellen via het menu 3
a Druk op Menu, 1, 4, 1.
b Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of
Uit te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Volume van de
waarschuwingstoon 3
Wanneer de waarschuwingstoon is
ingeschakeld, geeft de machine een
geluidssignaal als u een toets indrukt, een
vergissing maakt of als u een fax hebt
verzonden of ontvangen.
U kunt uit een aantal volumeniveaus kiezen,
van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu, 1, 4, 2.
b Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of
Uit te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 3
24
Luidsprekervolume 3
U kunt uit een aantal luidsprekervolume-
niveaus kiezen, van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu, 1, 4, 3.
b Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of
Uit te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Automatische zomer-/
wintertijd
3
U kunt de machine zo instellen dat de zomer-
/wintertijd automatisch wordt gewijzigd. De
machine zal in de lente automatisch een uur
vooruit en in de herfst een uur achteruit
worden gezet. Zorg dat u de juiste datum en
tijd hebt ingevoerd in de instelling
Datum&Tijd.
a Druk op Menu, 1, 5.
b Druk op a of b om Aan of Uit te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Algemene instellingen
25
3
LCD-scherm 3
LCD-contrast 3
U kunt het contrast van het LCD-scherm
aanpassen, zodat de weergave duidelijker
wordt. Als u het LCD-scherm niet goed kunt
lezen, kunt u proberen de contrastinstelling te
wijzigen.
a Druk op Menu, 1, 6.
b Druk op a of b om Licht of Donker te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Slaapstand 3
U kunt opgeven na hoeveel tijd
(tussen 1 en 60 minuten) de machine in de
slaapstand wordt gezet wanneer er geen
gebruik van wordt gemaakt. Zodra een
bewerking op de machine wordt uitgevoerd,
wordt de tijdklok opnieuw gestart.
a Druk op Menu, 1, 7.
b Druk op a of b om 1 Min, 2 Min.,
3 Min., 5 Min., 10 Min., 30 Min.
of 60 Min. te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
26
4
Verzendslot 4
Met het verzendslot voorkomt u
ongeautoriseerde toegang tot het gebruik van
de machine.
Als het verzendslot is ingeschakeld, is de
volgende functie beschikbaar:
Faxen ontvangen
Als het verzendslot is ingeschakeld, zijn de
volgende functies NIET beschikbaar:
Faxen verzenden
Kopiëren
Afdrukken via de pc
Scannen
PhotoCapture
Bediening via het bedieningspaneel
Opmerking
Als u het wachtwoord van het verzendslot
bent vergeten, neemt u contact op met uw
Brother-dealer voor ondersteuning.
Het wachtwoord van het
verzendslot instellen en
wijzigen 4
Opmerking
Als u het wachtwoord al hebt ingesteld,
hoeft u het niet opnieuw in te stellen.
Het wachtwoord instellen 4
a Druk op Menu, 2, 0, 1.
b Voer een wachtwoord van vier cijfers in.
Druk op OK.
c Als op het LCD-scherm Nogmaals:
wordt weergegeven, voert u het
wachtwoord opnieuw in.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Het wachtwoord wijzigen 4
a Druk op Menu, 2, 0, 1.
b Druk op a of b om Wachtw. inst. te
selecteren.
Druk op OK.
c Voer het huidige wachtwoord van vier
cijfers in.
Druk op OK.
d Voer een nieuw wachtwoord van vier
cijfers in.
Druk op OK.
e Als op het LCD-scherm Nogmaals:
wordt weergegeven, voert u het
wachtwoord opnieuw in.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Beveiligingsfuncties 4
Beveiligingsfuncties
27
4
Het verzendslot in-/
uitschakelen 4
Het verzendslot inschakelen 4
a Druk op Menu, 2, 0, 1.
b Druk op a of b om Verzendslot Aan
te selecteren.
Druk op OK.
c Voer het geregistreerde wachtwoord
van vier cijfers in.
Druk op OK.
De machine gaat offline en op het LCD-
scherm wordt Verzendslot Mode
weergegeven.
Het verzendslot uitschakelen 4
a Druk op Menu.
b Voer het geregistreerde wachtwoord
van vier cijfers in.
Druk op OK.
Het verzendslot wordt automatisch
uitgeschakeld.
Opmerking
Als u het verkeerde wachtwoord invoert,
wordt op het LCD-scherm
Fout wachtwoord weergegeven en
blijft de machine offline. Het verzendslot
van de machine blijft ingeschakeld tot het
geregistreerde wachtwoord is ingevoerd.
Hoofdstuk 4
28
Paragraaf II
Fax II
Een fax verzenden 30
Een fax ontvangen 36
Telefoontoestel en externe apparaten 40
Nummers kiezen en opslaan 46
Rapporten afdrukken 49
30
5
Faxmodus activeren 5
Druk op (Fax) om de faxmodus te
activeren.
Faxen via de ADF verzenden
(alleen bij MFC-295CN) 5
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Plaats het document met de bedrukte
zijde omlaag in de ADF.
(Zie De ADF gebruiken (alleen bij
MFC-295CN) op pagina 19.)
c Voer het faxnummer in met de
kiestoetsen, een snelkiesnummer of via
de functie Zoeken.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Druk op Stop/Eindigen om te annuleren.
Als u een fax in zwart-wit verzendt als het
geheugen vol is, wordt deze direct
verzonden.
Faxen verzenden via de
glasplaat 5
U kunt de glasplaat gebruiken om pagina's
van een boek één voor één te faxen. De
documenten kunnen maximaal van het
formaat Letter of A4 zijn.
U kunt geen kleurenfaxen verzenden die uit
meerdere pagina's bestaan.
Opmerking
(Alleen bij MFC-295CN)
Omdat u slechts een pagina per keer kunt
scannen, is het handiger om de ADF te
gebruiken als u een document van
meerdere pagina's verzendt.
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Leg uw document met de bedrukte zijde
omlaag op de glasplaat.
c Voer het faxnummer in met de
kiestoetsen, een snelkiesnummer of via
de functie Zoeken.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Als u op Mono Start drukt, begint de
machine met het scannen van de
eerste pagina. Ga naar stap e.
Als u op Kleur Start drukt, begint de
machine met het verzenden van het
document.
e Als op het LCD-scherm
Volgende Pagina? wordt
weergegeven, voert u een van de
volgende stappen uit:
Om een enkele pagina te verzenden,
drukt u op 2 om Nee(kies) te
kiezen (of druk opnieuw op
Mono Start).
De machine begint met het
verzenden van het document.
Als u meerdere pagina's wilt
verzenden, drukt u op 1 om Ja te
kiezen en gaat u naar stap f.
Een fax verzenden 5
Een fax verzenden
31
5
f Leg de volgende pagina op de
glasplaat.
Druk op OK.
De machine begint met het scannen van
de pagina. (Herhaal stappen e en f
voor elke volgende pagina.)
Documenten van Letter-
formaat via de glasplaat faxen5
Wanneer documenten van het formaat Letter
zijn, moet u het scanformaat op Letter
instellen. Als u dit niet doet, ontbreken de
zijkanten van de fax.
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Druk op Menu, 2, 2, 0.
c Druk op a of b om Letter te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Een fax in kleur verzenden 5
Uw machine kan een fax in kleur verzenden
naar machines die deze functie
ondersteunen.
Kleurenfaxen kunnen niet in het geheugen
worden opgeslagen. Als u een kleurenfax
verzendt, verzendt de machine deze direct
(zelfs als Direct Verzend is ingesteld op
Uit).
Een actieve fax annuleren 5
Als u een fax wilt annuleren terwijl de
machine bezig is met scannen, kiezen of
verzenden, drukt u op Stop/Eindigen.
Groepsverzenden
(alleen monochroom)
5
Groepsverzenden betekent dat hetzelfde
faxbericht automatisch naar meerdere
faxnummers wordt verzonden. U kunt een fax
tegelijkertijd naar groepen, snelkiesnummers
en maximaal 50 met de hand gekozen
nummers verzenden.
Als het groepsverzenden is voltooid, wordt
een verzendrapport afgedrukt.
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Laad uw document.
c Voer een nummer in.
Druk op OK.
U kunt een snelkiesnummer, een groep
of een met de hand ingevoerd nummer
via de kiestoetsen gebruiken.
d Herhaal stap c tot u alle faxnummers
voor het groepsverzenden hebt
ingevoerd.
e Druk op Mono Start.
Opmerking
Als u geen nummers van groepen
gebruikt, kunt u faxen via
‘groepsverzenden’ naar maximaal
90 verschillende nummers verzenden.
Het beschikbare geheugen hangt af van
het type taken die in het geheugen zijn
opgeslagen en het aantal nummers
waarnaar u de fax verzendt. Als u de fax
naar het maximale aantal nummers
verzendt, kunt u geen gebruikmaken van
de tweevoudige werking.
Als de melding Geheugen vol wordt
weergegeven, drukt u op Stop/Eindigen
om de taak te annuleren of op Mono Start
om de tot dusver gescande pagina's te
verzenden.
Hoofdstuk 5
32
Een fax tijdens
groepsverzenden annuleren 5
a Druk op Menu, 2, 4.
Op het LCD-scherm wordt het
faxnummer weergegeven dat gebeld
wordt.
XXXXXXXX
b Druk op OK.
Op het LCD-scherm wordt het
taaknummer en het gekozen nummer
weergegeven en vervolgens:
1.Wis 2.Stop
c Druk op 1 om het gekozen faxnummer
te annuleren.
d Op het LCD-scherm wordt het
taaknummer van groepsverzenden
weergegeven en 1.Wis 2.Stop.
Druk op 1 om te annuleren.
e Druk op Stop/Eindigen.
Aanvullende
verzendopties
5
Faxen met meerdere
instellingen verzenden 5
Wanneer u een fax verzendt, kunt u een
combinatie van deze instellingen kiezen:
resolutie, contract, scanformaat,
internationale modus en direct verzenden.
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Laad uw document.
c Kies in het menu met de
verzendinstellingen de instelling die u
wilt wijzigen (Menu, 2, 2).
Druk op OK.
d Kies de gewenste optie voor de
instellingen.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Volgende
1.Ja 2.Nee
Druk op 1 om een andere instelling te
wijzigen.
Druk op 2 wanneer u klaar bent met
het kiezen van uw instellingen.
f Verzend de fax zoals u dat normaal
doet.
Een fax verzenden
33
5
Contrast 5
Als uw document erg licht of erg donker is,
kunt u het contrast wijzigen. Voor de meeste
documenten is de standaardinstelling Auto
geschikt. Hiermee wordt automatisch het
geschikte contrast voor uw document
gekozen.
Gebruik Licht wanneer u een licht
document verzendt.
Gebruik Donker wanneer u een donker
document verzendt.
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Laad uw document.
c Druk op Menu, 2, 2, 1.
d Druk op a of b om Auto, Licht of
Donker te selecteren.
Druk op OK.
Opmerking
Ook als u Licht of Donker hebt gekozen,
zal de machine in de volgende
omstandigheden de fax verzenden met de
instelling Auto:
Wanneer u een kleurenfax verzendt.
Wanneer u Foto kiest als faxresolutie.
De faxresolutie wijzigen 5
U kunt de kwaliteit van een fax verbeteren
door de faxresolutie te wijzigen. U kunt de
resolutie voor de volgende fax of voor alle
faxen wijzigen.
De faxresolutie voor de volgende fax
wijzigen
5
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Laad uw document.
c Druk op Fax Resolutie en dan op a of b
om de resolutie te kiezen.
Druk op OK.
De standaard faxresolutie wijzigen 5
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Druk op Menu, 2, 2, 2.
c Druk op a of b om de gewenste resolutie
te kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
U kunt vier verschillende resolutie-
instellingen kiezen voor monochrome
faxen en twee voor kleurenfaxen.
Als u Super Fijn of Foto kiest en dan
op de toets Kleur Start drukt om een fax
te verzenden, wordt de fax verzonden met
de instelling Fijn.
Monochroom
Standaard Geschikt voor de meeste
getypte documenten.
Fijn Geschikt voor documenten
met een klein lettertype. De
transmissiesnelheid is iets
lager dan bij de
standaardresolutie.
Super Fijn Geschikt voor documenten
met een klein lettertype of
artwork. De
transmissiesnelheid is lager
dan bij de resolutie-instelling
Fijn.
Foto Deze instelling gebruikt u als
het document verschillende
tinten grijs bevat of een foto is.
Bij deze instelling duurt het
verzenden het langst.
Kleur
Standaard Geschikt voor de meeste
getypte documenten.
Fijn Deze instelling gebruikt u als
het document een foto is. Het
verzenden duurt langer dan bij
de standaardresolutie.
Hoofdstuk 5
34
Tweevoudige werking
(alleen monochroom) 5
U kunt een nummer kiezen en de fax in het
geheugen scannen, zelfs wanneer de
machine vanuit het geheugen verzendt,
faxen ontvangt of gegevens via de pc afdrukt.
Op het LCD-scherm wordt het nieuwe
taaknummer en het beschikbare geheugen
weergegeven.
Het aantal pagina's dat u in het geheugen
kunt scannen, is afhankelijk van de gegevens
die erop zijn afgedrukt.
Opmerking
Als de melding Geheugen vol wordt
weergegeven, drukt u op Stop/Eindigen
om de taak te annuleren of op Mono Start
om de tot dusver gescande pagina's te
verzenden.
Direct verzenden 5
Als u een fax wilt verzenden, scant de
machine de documenten eerst in het
geheugen voordat deze worden verzonden.
Als de telefoonlijn vrij is, begint de machine
vervolgens met het kiezen en verzenden.
Soms wilt u een belangrijk document direct
verzenden, zonder te wachten totdat het
vanuit het geheugen wordt verzonden. U kunt
dan Direct Verzend instellen op Aan voor
alle documenten of op Alleen volg.fax
voor alleen de volgende fax.
Opmerking
Bij direct verzenden werkt de functie voor
automatisch opnieuw kiezen niet als u de
glasplaat gebruikt.
Als het geheugen vol is, worden faxen die
via de glasplaat worden verzonden pas
verzonden als u geheugen vrij hebt
gemaakt.
(MFC-295CN)
Als het geheugen vol is en u een fax in
zwart-wit via de ADF verzendt, verzendt
de machine het document direct (zelfs als
Direct Verzend is ingesteld op Uit).
Alle faxen direct verzenden 5
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Druk op Menu, 2, 2, 3.
3.Direct Verzend
Direct Verz.:Aan
c Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
Alleen de volgende fax direct
verzenden
5
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Druk op Menu, 2, 2, 3.
c Druk op a of b om Alleen volg.fax
te selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Volgende Fax:Uit
of Volgende Fax:Aan te selecteren.
e Druk op OK.
Opmerking
Bij direct verzenden werkt de functie voor
automatisch opnieuw kiezen niet als u de
glasplaat gebruikt.
Een fax verzenden
35
5
Internationale modus 5
Als u problemen hebt met het internationaal
verzenden van een fax door bijvoorbeeld ruis
op de lijn, raden wij u aan om de
internationale modus in te schakelen. Nadat
u een fax in deze modus hebt verzonden,
wordt deze functie automatisch weer
uitgeschakeld.
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Laad uw document.
c Druk op Menu, 2, 2, 4.
d Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
Taken in de wachtrij
controleren en annuleren 5
U kunt controleren welke taken in het
geheugen nog op verzending wachten en
een taak annuleren.
(Als er geen taken zijn, wordt op het LCD-
scherm Geen opdrachten weergegeven.)
a Druk op Menu, 2, 4.
De taken in de wachtrij verschijnen op
het LCD-scherm.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om door de taken te
bladeren en kies de taak die u wilt
annuleren.
Druk op OK en dan op 1 om de taak
te annuleren.
Druk op 2 om het menu te verlaten
zonder te annuleren.
c Als u klaar bent, drukt u op
Stop/Eindigen.
Een fax handmatig verzenden5
Bij het handmatig verzenden van een fax
hoort u de kiestoon, de beltonen en de
faxontvangsttonen.
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Laad uw document.
c Neem de hoorn van een extern
telefoontoestel op en luister of u een
kiestoon hoort.
d Kies het gewenste faxnummer.
e Druk op Mono Start of Kleur Start
wanneer u de faxtoon hoort.
Als u het document op de glasplaat
plaatst, drukt u op 1 om de fax te
verzenden.
1.Zend 2.Ontvang
f Leg de hoorn weer op de haak.
Geheugen vol, melding 5
Als u tijdens het scannen van de eerste
pagina van een fax de melding
Geheugen vol ziet, drukt u op
Stop/Eindigen om de fax te annuleren.
Als de melding Geheugen vol wordt
weergegeven tijdens het scannen van een
volgende pagina, kunt u op Mono Start of
Kleur Start drukken om de tot dusver
gescande pagina's te verzenden, of drukt u
op Stop/Eindigen om de bewerking te
annuleren.
Opmerking
Als u geheugenruimte wilt vrijmaken,
wacht u tot eventueel in het geheugen
opgeslagen faxen zijn verzonden,
annuleert u eventuele taken in de wachtrij
(zie Taken in de wachtrij controleren en
annuleren op pagina 35), of verzendt u de
fax direct (zie Direct verzenden
op pagina 34).
36
6
Ontvangstmodi 6
De ontvangstmodus kiezen 6
Standaard ontvangt uw machine automatisch alle faxen die ernaartoe worden verzonden. Met
behulp van het onderstaande schema kunt u de juiste modus kiezen. Raadpleeg Ontvangstmodi
gebruiken op pagina 37 en Instellingen ontvangstmodus op pagina 38 voor meer informatie over
ontvangststanden.
Volg de onderstaande instructies om een ontvangstmodus in te stellen: 6
a Druk op Menu, 0, 1.
b Druk op a of b om Alleen Fax, Fax/Telefoon, Ext. TEL/ANT of Handmatig te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Op het LCD-scherm wordt de huidige ontvangstmodus weergegeven.
1 Huidige ontvangstmodus
Fax: Alleen fax
Een fax ontvangen 6
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een
extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de
machine?
Ja
Alleen Fax
Nee
Nee
Nee
Handmatig
Ja
Ext. TEL/ANT
Fax/Telefoon
Gebruikt u de functie voor voicemail van een
extern antwoordapparaat?
Wilt u dat de machine faxoproepen en
telefoongesprekken automatisch opneemt?
Ja
12/10 11:53 Fax12/10 11:53 Fax
1
Een fax ontvangen
37
6
Ontvangstmodi
gebruiken
6
Sommige ontvangststanden beantwoorden
oproepen automatisch (Alleen Fax en
Fax/Telefoon). U kunt de belvertraging
wijzigen voordat u deze standen gebruikt.
(Zie Belvertraging op pagina 38.)
Alleen fax 6
In de modus Alleen fax wordt elke oproep
automatisch beantwoord. Als de oproep een
fax is, ontvangt uw machine deze fax.
Fax/telefoon 6
De modus Fax/telefoon helpt u om
inkomende oproepen automatisch af te
handelen, doordat wordt herkend of het een
fax of een telefoongesprek betreft. De
oproepen worden als volgt verwerkt:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Een telefoongesprek activeert het
dubbele belsignaal om aan te geven dat u
de oproep moet aannemen. Het dubbele
belsignaal is een snel belsignaal
afkomstig van uw machine.
(Zie ook F/T-beltijd (alleen in de modus
Fax/telefoon) op pagina 38 en Belvertraging
op pagina 38.)
Handmatig 6
De modus Handmatig schakelt alle
automatische antwoordfuncties uit.
Als u in de handmatige modus een fax wilt
ontvangen, neemt u de hoorn van een extern
toestel op. Wanneer u faxtonen (korte
herhaalde tonen) hoort, drukt u op
Mono Start of Kleur Start en kiest u
2.Ontvang. U kunt ook de functie Fax
waarnemen gebruiken om faxen te
ontvangen door de hoorn op te nemen van
een toestel op dezelfde lijn als die van de
machine.
(Zie ook Fax waarnemen op pagina 39.)
Extern antwoordapparaat 6
In de modus Extern antwoordapparaat
beheert een extern antwoordapparaat uw
inkomende oproepen. Inkomende oproepen
worden als volgt afgehandeld:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Bellers kunnen een bericht op het externe
antwoordapparaat achterlaten.
(Zie Extern antwoordapparaat aansluiten
op pagina 43 voor meer informatie.)
Hoofdstuk 6
38
Instellingen
ontvangstmodus
6
Belvertraging 6
De instelling Belvertraging bepaalt hoe vaak
de machine in de stand Alleen Fax of
Fax/Telefoon overgaat voordat de oproep
wordt beantwoord. Als u externe of tweede
toestellen op dezelfde lijn als de machine
gebruikt, kiest u het maximumaantal
belsignalen.
(Zie Werken met een tweede toestel
op pagina 44 en Fax waarnemen
op pagina 39.)
a Druk op Menu, 2, 1, 1.
b Druk op a of b om te kiezen hoe vaak de
machine moet overgaan voordat wordt
opgenomen.
Druk op OK.
Als u 00 kiest, wordt er helemaal geen
belsignaal gegeven.
c Druk op Stop/Eindigen.
F/T-beltijd
(alleen in de modus
Fax/telefoon) 6
Wanneer iemand uw machine belt, horen u
en de beller het geluid van een telefoon die
overgaat. Het aantal belsignalen wordt
bepaald door de instelling van Belvertraging.
Als de oproep een fax is, ontvangt de
machine deze. Is het echter een
telefoonoproep, dan hoort u een dubbel
belsignaal voor de tijdsduur ingesteld bij de
instelling van F/T-beltijd. Als u het dubbele
belsignaal hoort, betekent dit dat het een
telefoonoproep betreft.
Omdat het dubbele belsignaal door de
machine wordt geproduceerd, gaan externe
en tweede toestellen niet over, maar u kunt
het gesprek wel op elk toestel aannemen.
(Zie Codes voor afstandsbediening
gebruiken op pagina 45 voor meer
informatie.)
a Druk op Menu, 2, 1, 2.
b Druk op a of b om te kiezen hoe lang de
machine een belsignaal moet geven om
u op een gewoon telefoongesprek te
attenderen (20, 30, 40 of 70 seconden).
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als de beller tijdens het dubbele
belsignaal ophangt, blijft de machine toch
gedurende het aantal ingestelde
seconden het belsignaal geven.
Een fax ontvangen
39
6
Fax waarnemen 6
Als Fax waarnemen is ingesteld op
Aan:
6
De machine ontvangt een faxoproep
automatisch, zelfs als u de oproep
beantwoordt. Als op het LCD-scherm
Ontvangst wordt weergegeven, of wanneer
u tjirpende geluiden via de hoorn hoort, legt u
gewoon de hoorn op de haak. Uw machine
doet de rest.
Als Fax waarnemen is ingesteld op
Uit:
6
Wanneer u bij de machine in de buurt bent en
een faxoproep beantwoordt door de hoorn op
de pakken, drukt u op Mono Start of
Kleur Start en dan op 2 om de fax te
ontvangen.
Als u de oproep hebt beantwoord via een
tweede toestel, drukt u op l 5 1. (Zie Werken
met een tweede toestel op pagina 44.)
Opmerking
Als deze functie is ingesteld op Aan, maar
uw machine de faxoproep niet overneemt
wanneer u de hoorn van een tweede of
extern toestel opneemt, moet u de code
voor activeren op afstand intoetsen: l 5 1.
Als u faxen verzendt vanaf een computer
op dezelfde telefoonlijn en de machine
onderschept de faxen, stelt u Fax
waarnemen in op Uit.
a Druk op Menu, 2, 1, 3.
b Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Aanvullende
ontvangsthandelingen
6
Een verkleinde afdruk van een
inkomende fax maken 6
Als u Aan kiest, verkleint de machine
automatisch elke pagina van een inkomende
fax zodat deze op een vel papier van het
formaat A4, Letter of Legal past.
De machine berekent het
verkleiningspercentage aan de hand van het
papierformaat van de fax en uw instelling
voor het papierformaat (Menu, 1, 3).
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Druk op Menu, 2, 1, 5.
5.Auto reductie
c Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Ontvangst zonder papier 6
Als de papierlade leegraakt tijdens het
ontvangen van een fax, wordt op het LCD-
scherm Papier nazien weergegeven en
wordt u gevraagd om papier in de papierlade
te plaatsen. (Zie Papier en andere
afdrukmedia laden op pagina 9.)
De machine gaat door met het ontvangen van
de fax en slaat de overige pagina's op in het
geheugen als er voldoende geheugenruimte
beschikbaar is.
Andere binnenkomende faxen worden ook in
het geheugen opgeslagen tot het geheugen
vol is. Als het geheugen vol is, stopt de
machine automatisch met het beantwoorden
van oproepen. Plaats nieuw papier in de lade
om de faxen af te drukken.
40
7
Werking als telefoon 7
U kunt telefoneren met een tweede of externe
telefoon door nummers handmatig te kiezen
of door middel van snelkiesnummers.
Toon of puls 7
Als u een externe telefoon gebruikt en een
pulsservice hebt, maar toonsignalen moet
verzenden (bijvoorbeeld voor telebankieren),
volgt u de onderstaande instructies:
a Neem de hoorn van het externe toestel
op.
b Druk op het bedieningspaneel van uw
machine op #. Alle cijfers die hierna
worden gekozen worden als
toonsignalen verzonden.
Wanneer u de hoorn op de haak legt,
keert de machine terug naar de
pulsservice.
Fax/telefoonmodus 7
Als de machine in de modus Fax/telefoon
staat, wordt het dubbele belsignaal (een snel
dubbel belsignaal) gebruikt om aan te geven
dat het een normaal telefoontje betreft.
Als u bij een externe telefoon bent, neemt u
de hoorn van de externe telefoon op en drukt
u op Telefoon/Intern om de oproep te
beantwoorden.
Als u zich bij een tweede toestel bevindt,
moet u de hoorn tijdens het overgaan van het
dubbele belsignaal opnemen en vervolgens
op #51 drukken tussen de snelle dubbele
belsignalen door. Als er niemand aan de
andere kant van de lijn is, of als iemand u een
fax wil zenden, stuurt u de oproep terug naar
de machine door op l 51 te drukken.
Telefoondiensten 7
Het type telefoonlijn instellen 7
Als u de machine aansluit op een lijn met PBX
of ISDN voor het verzenden en ontvangen
van faxen, moet u het type telefoonlijn ook
wijzigen aan de hand van de volgende
stappen.
a Druk op Menu, 0, 6.
0.Stand.instel.
6.Tel lijn inst
b Druk op a of b om PBX, ISDN (of
Normaal) te kiezen. Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Telefoontoestel en externe
apparaten
7
Telefoontoestel en externe apparaten
41
7
PBX en doorverbinden 7
De machine is in eerste instantie ingesteld op
Normaal om te worden aangesloten op een
standaard openbaar telefoonnetwerk
(PSTN). In veel kantoren wordt echter een
centraal telefoonsysteem, Private Branch
Exchange (PBX), gebruikt. Uw machine kan
op de meeste PBX-telefoonsystemen worden
aangesloten. De oproepfunctie van de
machine ondersteunt alleen TBR (Timed
Break Recall). TBR werkt met de meeste
PBX-systemen, zodat u toegang krijgt tot een
buitenlijn, of gesprekken naar een andere lijn
kunt doorverbinden. De functie wordt
ingeschakeld wanneer u op Telefoon/Intern
drukt.
Opmerking
U kunt een druk op de toets
Telefoon/Intern programmeren als
onderdeel van een nummer dat in een
snelkieslocatie is opgeslagen. Hiervoor
drukt u tijdens het programmeren van het
snelkiesnummer eerst op
Telefoon/Intern (op het scherm verschijnt
“!”), en vervolgens voert u het
telefoonnummer in. Als u dit doet, hoeft u
niet meer eerst op Telefoon/Intern te
drukken wanneer u een snelkieslocatie
gebruikt. (Zie Snelkiesnummers opslaan
op pagina 47.) Als PBX echter niet is
geselecteerd in de instelling van het type
telefoonlijn, kunt u geen gebruikmaken
van het snelkiesnummer waarin het
indrukken van Telefoon/Intern is
geprogrammeerd.
Nummerweergave 7
Met de functie nummerweergave kunt u
gebruikmaken van de dienst
nummerweergave die door veel lokale
telefoonbedrijven wordt aangeboden. Neem
contact op met uw telefoonbedrijf voor
informatie. Als u deze dienst gebruikt, ziet u
het telefoonnummer of indien beschikbaar de
naam van de beller als de telefoon overgaat.
Na enkele belsignalen wordt op het LCD-
scherm het telefoonnummer (of eventueel de
naam) van de beller weergegeven. Zodra u
een telefoontje aanneemt, verdwijnt de
informatie over de beller van het LCD-
scherm, maar de oproepinformatie blijft
opgeslagen in het geheugen.
De eerste 16 tekens van het nummer (en
de naam) worden weergegeven.
De melding ID onbekend geeft aan dat
de oproep afkomstig is van buiten het
gebied dat uw nummerweergavedienst
beslaat.
U kunt een lijst met informatie over de
oproepen die uw machine heeft ontvangen,
afdrukken. (Zie Het overzicht van
nummerweergave afdrukken op pagina 42.)
Opmerking
De dienst nummerweergave is afhankelijk
van de dienstverlener. Neem contact op
met uw lokale telefoonbedrijf voor meer
informatie over welke diensten er in uw
gebied beschikbaar zijn.
Hoofdstuk 7
42
Nummerweergave inschakelen 7
Als u beschikt over nummerweergave op uw
lijn, dient u deze functie in te stellen op Aan
zodat het telefoonnummer van de beller op
het LCD-scherm wordt weergegeven als de
telefoon overgaat.
a Druk op Menu, 2, 0, 2.
b Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Het overzicht van nummerweergave
bekijken
7
Uw machine slaat informatie over de laatste
dertig oproepen op in het overzicht van de
nummerweergave. U kunt dit overzicht
bekijken of afdrukken. Bij de eenendertigste
oproep wordt de informatie over de eerste
oproep door de nieuwe informatie
overschreven.
a Druk op Menu, 2, 0, 2.
b Druk op a of b om Toon telefoonnrs
te selecteren.
Druk op OK.
De nummerweergave van de laatste
oproep wordt op het LCD-scherm
weergegeven. Als er geen informatie is
opgeslagen, klinkt er een
waarschuwingstoon en wordt
Geen Beller ID op het LCD-scherm
weergegeven.
c Druk op a of b om door het geheugen
van nummerweergave te bladeren om
de informatie te kiezen die u wilt
bekijken en druk dan op OK.
Op het LCD-scherm wordt het
telefoonnummer of de naam van de
beller weergegeven en de datum en de
tijd van de oproep.
d Druk op Stop/Eindigen om het bekijken
te beëindigen.
Het overzicht van nummerweergave
afdrukken
7
a Druk op Menu, 2, 0, 2.
b Druk op a of b om Print rapport te
selecteren.
Druk op OK.
Als er geen informatie is opgeslagen,
klinkt er een waarschuwingstoon en
wordt Geen Beller ID op het LCD-
scherm weergegeven.
c Druk op Mono Start of Kleur Start.
d Druk na het afdrukken op
Stop/Eindigen.
Telefoontoestel en externe apparaten
43
7
Extern
antwoordapparaat
aansluiten
7
U kunt een extern antwoordapparaat
aansluiten. Als u echter een extern
antwoordapparaat op dezelfde lijn aansluit
als de machine, worden alle gesprekken
beantwoord door het antwoordapparaat en
‘luistert’ de machine naar faxtonen. Als de
machine faxtonen waarneemt, neemt de
machine de oproep over en wordt de fax
ontvangen. Als de machine geen faxtonen
waarneemt, laat de machine het
antwoordapparaat het uitgaande bericht
afspelen zodat de beller een bericht kan
inspreken.
Het antwoordapparaat moet binnen vier
belsignalen antwoorden (de aanbevolen
instelling is twee belsignalen). De machine
kan de faxtonen pas waarnemen als het
antwoordapparaat de oproep heeft
beantwoord, en bij vier belsignalen blijven er
slechts 8 tot 10 seconden van faxtonen over
voor de aansluitbevestiging. Volg de
instructies in deze handleiding zorgvuldig op
wanneer u uw uitgaande bericht opneemt.
Wij raden af om op uw extern
antwoordapparaat de functie bespaarstand te
gebruiken als het meer dan vijf keer overgaat.
Opmerking
Als u niet al uw faxen ontvangt, dient u de
instelling voor belvertraging op uw externe
antwoordapparaat te verkorten.
1 Antwoordapparaat
Als het antwoordapparaat een oproep
beantwoordt, wordt op het LCD-scherm
Telefoon weergegeven.
BELANGRIJK
Sluit een antwoordapparaat NIET op een
andere plaats op dezelfde telefoonlijn aan.
Aansluitingen 7
Het externe antwoordapparaat moet zijn
aangesloten zoals in de vorige afbeelding is
aangegeven.
a Stel uw externe antwoordapparaat in op
één of twee belsignalen. (De instelling
voor belvertraging van de machine is
niet van toepassing.)
b Neem het uitgaande bericht op uw
externe antwoordapparaat op.
c Stel het antwoordapparaat in om
oproepen aan te nemen.
d Stel de ontvangstmodus in op
Ext. TEL/ANT. (Zie De
ontvangstmodus kiezen op pagina 36.)
Een uitgaand bericht
opnemen op een extern
antwoordapparaat 7
Bij het opnemen van dit bericht is een goede
timing van belang.
a Neem vijf seconden stilte op aan het
begin van uw bericht. (Dit geeft de
machine de gelegenheid om bij
automatische faxtransmissies de
faxtonen te horen voordat deze
stoppen.)
b Neem een bericht van maximaal
20 seconden op.
Opmerking
Wij raden u aan om aan het begin van uw
uitgaande bericht eerst een stilte van vijf
seconden op te nemen, omdat de
machine geen faxtonen kan waarnemen
bij een resonerende of luide stem. U kunt
proberen om deze pauze weg te laten,
maar als uw machine problemen heeft
met de ontvangst, moet u het uitgaande
bericht opnieuw opnemen en deze stilte
inlassen.
1
1
Hoofdstuk 7
44
Aansluiting op meerdere
lijnen (PBX) 7
Wij raden u aan om contact op te nemen met
het bedrijf dat uw PBX heeft geïnstalleerd om
uw machine aan te sluiten. Als u beschikt
over een systeem met meerdere lijnen, raden
wij u aan om de installateur te vragen om de
machine op de laatste lijn van het systeem
aan te sluiten. Zo wordt voorkomen dat de
machine wordt geactiveerd als het systeem
telefoonoproepen ontvangt. Als alle
inkomende telefoontjes door een telefonist(e)
worden beantwoord, adviseren wij u om de
ontvangstmodus in te stellen op Handmatig.
Wij kunnen niet garanderen dat uw machine
onder alle omstandigheden naar behoren
werkt als deze is aangesloten op een PBX.
Neem bij problemen met het verzenden of
ontvangen van faxen eerst contact op met het
bedrijf dat uw centrale verzorgt.
Opmerking
Controleer of het type telefoonlijn is
ingesteld op PBX. (Zie Het type
telefoonlijn instellen op pagina 40.)
Externe en tweede
toestellen
7
Een extern of tweede toestel
aansluiten 7
U kunt een afzonderlijke telefoon aansluiten,
zoals in de onderstaande afbeelding is
weergegeven.
1 Tweede toestel
2 Extern toestel
Als u een toestel op dezelfde telefoonlijn
gebruikt, wordt op het LCD-scherm
Telefoon weergegeven.
Opmerking
Sluit het externe toestel aan met een
kabel van maximaal drie meter.
Werken met een tweede
toestel 7
Als u een faxoproep aanneemt op een
tweede of extern toestel dat op de juiste
manier is aangesloten op de machine, kunt u
de oproep door uw machine laten ontvangen
door de code voor activeren op afstand te
gebruiken. Als u de code voor activeren op
afstand, l 51, intoetst, begint de machine
met het ontvangen van de fax.
Als de machine een normaal telefoontje
aanneemt en het snelle dubbele belsignaal
geeft, toetst u de code voor deactiveren op
afstand, #51, in om het telefoontje op een
tweede toestel aan te nemen. (Zie F/T-beltijd
(alleen in de modus Fax/telefoon)
op pagina 38.)
1
2
Telefoontoestel en externe apparaten
45
7
Als u een telefoontje aanneemt en er is
niemand aan de lijn:
7
Waarschijnlijk gaat het om het ontvangen van
een handmatige fax.
Toets l 51 in en wacht tot u het tjirpende
geluid hoort of tot op het LCD-scherm
Ontvangst wordt weergegeven en hang
dan op.
Opmerking
U kunt ook de functie Fax waarnemen
gebruiken om uw machine het telefoontje
automatisch te laten aannemen. (Zie Fax
waarnemen op pagina 39.)
Een draadloze externe
telefoon gebruiken 7
Als de basiseenheid van de draadloze
telefoon op dezelfde telefoonlijn als de
machine is aangesloten (zie Externe en
tweede toestellen op pagina 44), is het
handiger om oproepen tijdens de
belvertraging op te nemen als u de draadloze
telefoon bij u hebt.
Als u de machine de oproep eerst laat
aannemen, moet u naar de machine gaan en
op Telefoon/Intern drukken om het
telefoontje op de draadloze telefoon aan te
nemen.
Codes voor
afstandsbediening gebruiken 7
Code voor activeren op afstand 7
Als u een faxoproep aanneemt op een
tweede toestel, kunt u de oproep
doorverbinden naar de machine door het
intoetsen van de code voor activeren op
afstand l 51. Wacht tot u de tjirpende
geluiden hoort en leg vervolgens de hoorn op
de haak. (Zie Fax waarnemen op pagina 39.)
Als u een faxoproep aanneemt via de externe
telefoon, kunt u de machine de fax laten
ontvangen door op Mono Start te drukken en
2.Ontvang te kiezen.
Code voor deactiveren op afstand 7
Als u een normaal telefoontje ontvangt en de
machine staat in de modus F/T, wordt het
snelle dubbele belsignaal gebruikt na de
aanvankelijke belvertraging. Als u de oproep
aanneemt op een tweede toestel, kunt u het
dubbele belsignaal uitschakelen door op
#51 te drukken (druk tussen de belsignalen
door).
Als de machine een normaal telefoontje
aanneemt en het snelle dubbele belsignaal
geeft, kunt u de oproep aannemen op de
externe telefoon door op Telefoon/Intern te
drukken.
De codes voor afstandsbediening
wijzigen
7
Als u activeren op afstand wilt gebruiken,
schakelt u de codes voor afstandsbediening
in. De voorgeprogrammeerde code voor
activeren op afstand is l 51. De
voorgeprogrammeerde code voor
deactiveren op afstand is #51. U kunt deze
desgewenst vervangen door uw eigen codes.
a Druk op Menu, 2, 1, 4.
1.Ontvangstmenu
4.Afstandscode
b Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
c Voer de nieuwe code voor activeren op
afstand in.
Druk op OK.
d Voer de nieuwe code voor deactiveren
op afstand in.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als de verbinding iedere keer wordt
verbroken wanneer u probeert om vanaf
een ander toestel toegang te krijgen tot uw
externe antwoordapparaat, is het
raadzaam om de code voor activeren op
afstand en de code voor deactiveren op
afstand te wijzigen in een andere code
van drie cijfers met de cijfers 0-9, , #.
Het is mogelijk dat de codes voor
afstandsbediening bij bepaalde
telefoonsystemen niet werken.
46
8
Nummers kiezen 8
Handmatig kiezen 8
Toets alle cijfers van het fax- of
telefoonnummer in.
Snelkiezen 8
a Druk op (Snelkiezen).
b Druk op OK en # (hekje) en voer dan het
snelkiesnummer van twee cijfers in via
de kiestoetsen.
Opmerking
Als op het LCD-scherm
Niet toegewezen wordt weergegeven
als u een snelkiesnummer invoert, is dit
nummer niet op deze locatie opgeslagen.
Zoeken 8
U kunt namen opzoeken die u in het
snelkiesgeheugen hebt opgeslagen.
a Druk op (Snelkiezen).
b Druk op a of b om Zoeken te selecteren.
Druk op OK.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Zoek op nummer door op a of b te
drukken om het nummer te kiezen en
druk dan op OK.
Zoek op alfabet door de eerste letter
van de naam via de kiestoetsen in te
voeren en druk dan op d of c om de
naam te kiezen en druk vervolgens
op OK.
Faxnummer opnieuw kiezen 8
Als u handmatig een fax verzendt en de lijn
bezet is, drukt u op Herkies/Pauze en dan op
Mono Start of Kleur Start om het opnieuw te
proberen. Als u het laatst gekozen nummer
opnieuw wilt bellen, kunt u dit snel doen door
op Herkies/Pauze en Mono Start of
Kleur Start te drukken.
Herkies/Pauze werkt alleen als u het
nummer via het bedieningspaneel hebt
gekozen.
Als u een fax automatisch wilt verzenden en
de lijn bezet is, wordt het nummer
automatisch maximaal drie keer met
tussenpozen van vijf minuten opnieuw
gekozen.
Opmerking
Bij direct verzenden werkt de functie
automatisch opnieuw kiezen niet wanneer
u de glasplaat gebruikt.
Nummers kiezen en opslaan 8
Nummers kiezen en opslaan
47
8
Nummers opslaan 8
U kunt uw machine instellen om op de
volgende manieren snel te kiezen: met
snelkiesnummers en groepen voor het
groepsverzenden van faxberichten. Wanneer
u een snelkiesnummer kiest, wordt op het
LCD-scherm de naam, indien u deze hebt
opgeslagen, of het nummer weergegeven.
Opmerking
Snelkiesnummers die in het geheugen
zijn opgeslagen, gaan niet verloren als de
stroom uitvalt.
Een pauze opslaan 8
Druk op Herkies/Pauze om een pauze van
3,5 seconden in te lassen tussen de cijfers
van een nummer. Als u internationaal belt
kunt u zo vaak als nodig is op Herkies/Pauze
drukken om de pauze langer te maken.
Snelkiesnummers opslaan 8
U kunt namen en nummers opslaan als
snelkieslocaties van twee cijfers. U kunt
maximaal 40 snelkieslocaties opslaan. Om
een nummer te kiezen, hoeft u dan slechts
een paar toetsen in te drukken (bijvoorbeeld:
(Snelkiezen), OK, #, het nummer van
twee cijfers en Mono Start of Kleur Start).
a Druk op (Snelkiezen) en a of b om
Snelkies inst. te kiezen.
Druk op OK.
b Voer via de kiestoetsen een
locatienummer van twee cijfers in
(01-40).
Druk op OK.
c Voer het fax- of telefoonnummer in
(maximaal 20 cijfers).
Druk op OK.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer via de kiestoetsen de naam in
(maximaal 16 tekens).
Druk op OK. (Zie Tekst invoeren
op pagina 131 voor informatie over
het invoeren van letters.)
Als u het nummer zonder een naam
wilt opslaan, drukt u op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Ga naar stap b om nog een
snelkiesnummer op te slaan.
Als u klaar bent, drukt u op
Stop/Eindigen.
Snelkiesnummers wijzigen 8
Als u probeert om een snelkiesnummer op te
slaan op een locatie waar al een nummer is
opgeslagen, wordt op het LCD-scherm de
naam of het nummer dat daar is opgeslagen,
weergegeven en wordt u gevraagd om een
van de volgende stappen uit te voeren:
#05:MIKE
1.Wijzig 2.Stop
Druk op 1 om het opgeslagen nummer te
wijzigen.
Druk op 2 om het menu te verlaten zonder
wijzigingen door te voeren.
Als u 1 kiest, kunt u het opgeslagen nummer
en de naam wijzigen, of een nieuw
nummer/naam invoeren. Volg hiervoor de
onderstaande instructies:
a Voer een nieuw nummer in. Druk op OK.
b Voer een nieuwe naam in. Druk op OK.
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u op
d of c om de cursor onder het teken te
plaatsen dat u wilt wijzigen en drukt u
dan op Wis/terug. Voer het teken
opnieuw in.
c Druk op Stop/Eindigen als u klaar bent.
Hoofdstuk 8
48
Groepen instellen voor
groepsverzenden 8
Met groepen, die kunnen worden opgeslagen
op een snelkieslocatie, kunt u dezelfde fax
naar veel faxnummers verzenden door alleen
maar te drukken op (Snelkiezen), OK, #,
de locatie van twee cijfers en Mono Start.
Eerst moet u elk faxnummer in een
snelkieslocatie opslaan. U kunt deze dan als
nummers in de groep opnemen. Elke groep
gebruikt een snelkieslocatie. U kunt
maximaal zes groepen gebruiken, of u kunt
maximaal 39 nummers aan een grote groep
toewijzen.
(Zie Snelkiesnummers opslaan op pagina 47
en Groepsverzenden (alleen monochroom)
op pagina 31.)
a Druk op (Snelkiezen) en a of b om
Groep instell. te kiezen.
Druk op OK.
b Voer via de kiestoetsen het
snelkiesnummer van twee cijfers in
waaronder u de groep wilt opslaan.
Druk op OK.
c Voer via de kiestoetsen een
groepsnummer in (1 tot 6).
Druk op OK.
Groep instel:G0_
d Volg de onderstaande instructies om
snelkiesnummers toe te voegen:
Bijvoorbeeld: snelkiesnummers
05 en 09. Druk op (Snelkiezen), 05,
(Snelkiezen), 09.
Het LCD-scherm toont:
G01:#05#09
e Druk op OK als u klaar bent met het
toevoegen van nummers.
f Voer via de kiestoetsen een naam voor
de groep in.
Druk op OK.
Opmerking
U kunt eenvoudig een lijst met al uw
snelkiesnummers afdrukken. Nummers
die onderdeel zijn van een groep zijn
gemarkeerd in de kolom GROEP. (Zie
Een rapport afdrukken op pagina 50.)
Snelkiesnummers
combineren 8
Het kan zijn dat u een keuze wilt maken uit
verschillende interlokale providers wanneer u
een fax verzendt. Tarieven kunnen
afhankelijk zijn van de tijd en de bestemming.
Om te profiteren van lage tarieven kunt u de
toegangscodes van interlokale providers en
creditcardnummers opslaan als
snelkiesnummers. Deze lange kiesreeksen
kunt u opslaan door de reeksen op te splitsen
en deze als afzonderlijke snelkiesnummers in
de gewenste combinatie in te stellen. U kunt
hierin zelfs handmatig kiezen met de
kiestoetsen opnemen. (Zie Snelkiesnummers
opslaan op pagina 47.)
U hebt bijvoorbeeld ‘555’ opgeslagen onder
snelkiesnummer 03 en ‘7000’ onder
snelkiesnummer 02. U kunt dan beide
snelkiesnummers gebruiken om ‘555-7000’
te kiezen als u op de volgende toetsen drukt:
(Snelkiezen), OK, #03, (Snelkiezen),
#02, en Mono Start.
Als u tijdelijk een nummer wilt wijzigen, kunt u
een gedeelte van het nummer vervangen
door handmatig te kiezen met de kiestoetsen.
Wanneer u bijvoorbeeld het nummer wilt
wijzigen in 555-7001 kunt u de volgende
toetsen indrukken:
(Snelkiezen), OK, #03, 7, 0, 0, 1 (via de
kiestoetsen), en Mono Start.
U kunt ook een pauze invoeren door op de
toets Herkies/Pauze te drukken.
49
9
9
Faxrapporten 9
U dient het verzendrapport en de journaaltijd
in te stellen met de toets Menu.
Verzendrapport 9
U kunt het verzendrapport als bewijs
gebruiken dat u een fax hebt verzonden. In dit
rapport worden de naam of het faxnummer
van de ontvanger, de tijd en de datum waarop
het bericht werd verzonden, de duur van de
transmissie, het aantal verzonden pagina's
en of de fax al dan niet goed is verzonden,
vermeld.
Voor het verzendrapport zijn een aantal
instellingen mogelijk:
Aan:
Drukt een rapport af na elke verzonden
fax.
Aan+Beeld:
Drukt een rapport af na elke verzonden
fax. Een gedeelte van de eerste pagina
van de fax wordt op het rapport
weergegeven.
Uit:
Drukt een rapport af als uw fax niet is
verzonden door een transmissiefout. Uit
is de standaardinstelling.
Uit+Beeld:
Drukt een rapport af als uw fax niet is
verzonden door een transmissiefout. Een
gedeelte van de eerste pagina van de fax
wordt op het rapport weergegeven.
a Druk op Menu, 2, 3, 1.
b Druk op a of b om Uit+Beeld, Aan,
Aan+Beeld of Uit te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
•Als u Aan+Beeld of Uit+Beeld kiest,
wordt de afbeelding alleen op het
verzendrapport weergegeven als de
instelling voor direct verzenden
uitgeschakeld is. (Zie Direct verzenden
op pagina 34.)
Als de transmissie goed is verlopen, wordt
"OK" naast "RESULT" op het
verzendrapport weergegeven. Als de
transmissie niet goed is verlopen, wordt
"FOUT" naast "RESULT" weergegeven.
Rapporten afdrukken 9
Hoofdstuk 9
50
Faxjournaal
(activiteitenrapport) 9
U kunt de machine zodanig instellen dat deze
op vaste tijden een journaal afdrukt (elke
50 faxen, elke 6, 12 of 24 uur,
elke 2 of 7 dagen). Als u het interval instelt op
Uit, kunt u het rapport toch nog afdrukken
door de stappen in Rapporten op pagina 50
uit te voeren. De standaardinstelling is
Na 50 faxen.
a Druk op Menu, 2, 3, 2.
b Druk op a of b om een interval te kiezen.
Druk op OK.
(Als u 7 dagen kiest, wordt u via het
LCD-scherm gevraagd om de eerste
dag van de 7-daagse periode te kiezen.)
Als u Na 50 faxen kiest, gaat u naar
stap d.
6, 12, 24 uur, 2 of 7 dagen
De machine drukt op het gekozen
tijdstip het rapport af en verwijdert
vervolgens alle taken uit het
geheugen. Als het geheugen van de
machine vol is omdat het maximale
aantal van 200 taken is opgeslagen
en de door u gekozen tijd nog niet is
verstreken, drukt de machine het
journaal vroegtijdig af en worden alle
taken uit het geheugen verwijderd.
Als u een extra rapport wilt afdrukken
voordat het conform de instelling
wordt afgedrukt, kunt u dit afdrukken
zonder dat er taken uit het geheugen
worden verwijderd.
Elke 50 faxen
De machine drukt het journaal af als
er 50 taken zijn opgeslagen.
c Voer in 24-uursformaat het tijdstip in
waarop het journaal moet worden
afgedrukt.
Druk op OK.
(Bijvoorbeeld: voer 19:45 in voor kwart
voor acht 's avonds.)
d Druk op Stop/Eindigen.
Rapporten 9
De volgende rapporten zijn beschikbaar:
1.Verzendrapport
Hiermee drukt u een verzendrapport van uw
laatste verzending af.
2.Help
Een helplijst waarin wordt aangegeven hoe u
de machine kunt programmeren.
3.Kieslijst
Geeft een lijst in numerieke volgorde weer
met namen en telefoonnummers die in het
snelkiesgeheugen opgeslagen zijn.
4.Fax Journaal
Geeft een overzicht weer met informatie over
de laatste inkomende en uitgaande faxen.
(TX betekent Transmit (verzenden)) (RX
betekent Receive (ontvangen))
5.Gebruikersinst
Drukt een lijst met uw instellingen af.
6.Netwerk Conf.
Een lijst met uw netwerkinstellingen.
Een rapport afdrukken 9
a Druk op Menu, 6.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om het gewenste
rapport te selecteren. Druk op OK.
Voer het nummer van het rapport dat
u wilt afdrukken in. Druk bijvoorbeeld
op 2 om de helplijst af te drukken.
c Druk op Mono Start.
d Druk op Stop/Eindigen.
Paragraaf III
Kopiëren III
Kopiëren 52
52
10
Kopiëren 10
Kopieermodus activeren 10
Druk op (Kopie) om de faxmodus te
activeren. De standaardmodus is Fax. U kunt
het aantal seconden of minuten dat de
machine in de kopieermodus staat nadat de
laatste kopie is gemaakt, wijzigen. (Zie
Tijdklokstand op pagina 22.)
Op het LCD-scherm worden de standaard
kopieerinstellingen weergegeven:
1 Kopieerverhouding
2 Kwaliteit
3 Aantal kopieën
n kopie maken 10
a Zorg dat de kopieermodus actief is .
b Laad uw document.
(Zie Documenten laden op pagina 19.)
c Druk op Mono Start of Kleur Start.
Meerdere kopieën maken 10
U kunt maximaal 99 exemplaren tegelijk
afdrukken.
a Zorg dat de kopieermodus actief is .
b Laad uw document.
(Zie Documenten laden op pagina 19.)
c Voer via de kiestoetsen het aantal
kopieën in (maximaal 99).
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
(Alleen bij MFC-295CN)
Druk op de toets Kopie Opties om uw
kopieën te sorteren. (Zie Kopieën met de
ADF sorteren (alleen monochroom)
(alleen bij MFC-295CN) op pagina 57.)
Kopiëren stoppen 10
Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te
stoppen.
Kopiëren 10
123
Kopiëren
53
10
Kopieeropties 10
Wanneer u snel de kopieerinstellingen voor
de volgende kopie tijdelijk wilt wijzigen,
gebruikt u de toets Kopie Opties.
De machine keert twee minuten nadat het
kopiëren is voltooid terug naar de
standaardinstelling of als de tijdklokstand
ervoor zorgt dat de machine terugkeert naar
de faxmodus. Zie Tijdklokstand op pagina 22
voor meer informatie.
Opmerking
U kunt bepaalde kopieerinstellingen die u
vaak gebruikt, opslaan door ze als
standaard te definiëren. De instructies
hiervoor zijn vermeld in de paragraaf voor
elke functie.
Druk op
Menuselectie
Opties
Pagina
Druk op
Kwaliteit
Snel
Normaal
Fijn
54
Vergr./
Verklein
Aanp. aan pag.
/
Custom(25-400%)
/
198%
/
186%
/
142%
/
100%/97%/93%/
83%/69%/47%/
54
Papiersoort
Normaal Papier
Inkjet papier
Brother BP71
Glossy anders
Transparanten
58
Papierformaat
A4
A5
10(B) x 15(H)cm
Letter
Legal
58
Helderheid
- nnonn +57
Stapel/
Sorteer
(alleen bij
MFC-295CN)
Stapel
Sorteer
57
Pagina
layout
Uit(1 op 1)
2op1(P)
2op1(L)
4op1(P)
4op1(L)
Poster(3 x 3)
55
Aant.
kopieën
Aant. kopieën:
01
(01 - 99)
52
Hoofdstuk 10
54
Kopieersnelheid en -kwaliteit
wijzigen 10
U kunt kiezen uit een reeks
kwaliteitsinstellingen. De standaardinstelling
is Normaal.
Om tijdelijk de instellingen voor kwaliteit te
wijzigen, volgt u onderstaande instructies:
a Zorg dat de kopieermodus actief is .
b Laad uw document.
c Voer via de kiestoetsen het aantal
kopieën in (maximaal 99).
d Druk op Kopie Opties en a of b om
Kwaliteit te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om kwaliteit Snel,
Normaal of Fijn te kiezen. Druk op
OK.
f Druk op Mono Start of Kleur Start.
Om de standaardinstelling te wijzigen, volgt u
onderstaande instructies:
a Druk op Menu, 3, 1.
1.Kwaliteit
b Druk op a of b om kwaliteit Snel, Norm
of Fijn te kiezen. Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Gekopieerde afbeelding
vergroten of verkleinen 10
U kunt een vergrotings- of
verkleiningspercentage kiezen. Als u
Aanp. aan pag. kiest, wordt de grootte
automatisch afgestemd op het door u
ingestelde papierformaat.
Druk op
en dan op
a of b om
Kwaliteit te
kiezen
Normaal
'Normaal' is de
aanbevolen stand
voor gewone
afdrukken. Dit zorgt
voor goede
kopieerkwaliteit met
goede
kopieersnelheid.
Snel Snelle
kopieersnelheid en
het minste
inktverbruik. Om tijd
te besparen bij het
afdrukken van
documenten die u
wilt proeflezen, grote
documenten of een
groot aantal kopieën.
Fijn Gebruik deze modus
voor het kopiëren
van precieze
beelden, zoals foto's.
Deze modus levert
de hoogste resolutie
en de laagste
snelheid.
Druk op Aanp. aan pag.
en dan op a of b
om
Vergr./Verklein
te kiezen
Custom(25-400%)
198% 10x15cmiA4
186%10x15cmiLTR
142% A5iA4
100%
97% LTRiA4
93% A4iLTR
(MFC-253CW/255CW/
257CW)
83%
(MFC-295CN)
83% LGLiA4
69% A4iA5
47% A4i10x15cm
Kopiëren
55
10
Om de volgende kopie te vergroten of te
verkleinen, volgt u onderstaande instructie:
a Zorg dat de kopieermodus actief is .
b Laad uw document.
c Voer via de kiestoetsen het aantal
kopieën in (maximaal 99).
d Druk op Kopie Opties en a of b om
Vergr./Verklein te selecteren.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om het gewenste
percentage vergroting of verkleining
te selecteren. Druk op OK.
Druk op a of b om
Custom(25-400%) te selecteren.
Druk op OK. Voer met de
kiestoetsen een vergrotings- of
verkleiningspercentage in
van 25% tot 400%. (Druk
bijvoorbeeld op 5 3 om 53% in te
voeren.) Druk op OK.
f Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Pagina layout is niet beschikbaar bij
Vergr./Verklein.
Aanp. aan pag. werkt niet naar
behoren als het document op de glasplaat
meer dan drie graden schuin ligt. Gebruik
de documentgeleiders aan de linker- en
bovenkant om uw document in de
linkerbovenhoek van de glasplaat te
leggen, met de bedrukte zijde naar
beneden.
N op 1 kopieën of een poster
maken (Pagina lay-out) 10
Met de kopieerfunctie N op 1 kunt u twee of
vier pagina's op één pagina afdrukken. Dit is
handig om papier te besparen.
U kunt ook een poster creëren. Wanneer u de
posteroptie gebruikt, wordt uw document in
delen opgesplitst en deze delen worden
vervolgens vergroot zodat u ze kunt
samenvoegen tot een poster. Gebruik de
glasplaat om een poster af te drukken.
BELANGRIJK
Zorg dat het papierformaat op Letter of
A4 is ingesteld.
U kunt de instellingen voor
vergroten/verkleinen en voor
stapelen/sorteren (MFC-295CN) niet
gebruiken voor de functies N op 1 en
Poster.
Kleurenkopieën zijn niet beschikbaar bij
gebruik van de functie N op 1.
•(P) betekent Portret (staand) en (L)
betekent Landschap (liggend).
U kunt slechts één poster tegelijkertijd
maken.
a Zorg dat de kopieermodus actief is .
b Laad uw document.
c Voer via de kiestoetsen het aantal
kopieën in (maximaal 99).
d Druk op Kopie Opties en a of b om
Pagina layout te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Uit(1 op 1),
2op1(P), 2op1(L),
4op1(P), 4op1(L) of
Poster(3 x 3) te selecteren.
Druk op OK.
Hoofdstuk 10
56
f Druk op Mono Start of Kleur Start om
het document te scannen.
Als u het document in de ADF
(MFC-295CN) hebt geplaatst of een
poster maakt, scant de machine het
document en begint met afdrukken.
Als u de glasplaat gebruikt, gaat u
naar stap g.
g Nadat de machine de pagina gescand
heeft, drukt u op 1 om de volgende
pagina te scannen.
Volgende Pagina?
1.Ja 2.Nee
h Leg de volgende pagina op de
glasplaat. Druk op OK.
Set Volgende Pag
Druk dan op OK
i Herhaal stap g en h voor elke pagina
van de lay-out.
j Druk op 2 om te stoppen wanneer alle
pagina's zijn gescand.
Plaats uw document met de bedrukte zijde
omlaag in de hieronder aangegeven
richting:
2 op 1 (P)
2 op 1 (L)
4 op 1 (P)
4 op 1 (L)
Poster (3 x 3)
U kunt van een foto een kopie op
posterformaat maken.
Kopiëren
57
10
Kopieën met de ADF sorteren
(alleen monochroom)
(alleen bij MFC-295CN) 10
U kunt meerdere kopieën sorteren. De
pagina's worden gesorteerd in de volgorde
3 2 1, 3 2 1, 3 2 1 enzovoort.
a Zorg dat de kopieermodus actief is .
b Laad uw document.
c Voer via de kiestoetsen het aantal
kopieën in (maximaal 99).
d Druk op Kopie Opties en a of b om
Stapel/Sorteer te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Sorteer te
selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Mono Start.
Opmerking
Aanp. aan pag. en Pagina layout
zijn niet beschikbaar bij Sorteer.
Helderheid en contrast
instellen 10
Helderheid 10
Om tijdelijk de instellingen voor helderheid te
wijzigen, volgt u onderstaande instructies:
a Zorg dat de kopieermodus actief is .
b Laad uw document.
c Voer via de kiestoetsen het aantal
kopieën in (maximaal 99).
d Druk op Kopie Opties en a of b om
Helderheid te selecteren.
Druk op OK.
-nnonn+ e
e Druk op a of b om een lichtere of
donkerdere kopie te maken. Druk op
OK.
f Druk op Mono Start of Kleur Start.
Om de standaardinstelling te wijzigen, volgt u
onderstaande instructies:
a Druk op Menu, 3, 2.
b Druk op a of b om een lichtere of
donkerdere kopie te maken. Druk op
OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Contrast 10
Wijzig het contrast om een beeld er scherper
en levendiger te laten uitzien.
a Druk op Menu, 3, 3.
3.Contrast
b Druk op a of b om het contrast te
wijzigen. Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 10
58
Papieropties 10
Papiersoort 10
Als u op speciaal papier kopieert, stelt u de
machine in op de papiersoort die u gebruikt
om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen.
a Zorg dat de kopieermodus actief is .
b Laad uw document.
c Voer via de kiestoetsen het aantal
kopieën in (maximaal 99).
d Druk op Kopie Opties en a of b om
Papiersoort te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om de papiersoort die u
gebruikt te kiezen (Normaal Papier,
Inkjet papier, Brother BP71,
Glossy anders of Transparanten).
Druk op OK.
f Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Zie Papiersoort op pagina 23 om de
standaardinstelling van de papiersoort te
wijzigen.
Papierformaat 10
Als u op een ander formaat papier dan A4
kopieert, moet u de instelling voor het
papierformaat wijzigen. U kunt kopiëren op
A4- of A5-papier, op Foto-papier van
10 × 15 cm, Letter- of Legalpapier.
a Zorg dat de kopieermodus actief is .
b Laad uw document.
c Voer via de kiestoetsen het aantal
kopieën in (maximaal 99).
d Druk op Kopie Opties en a of b om
Papierformaat te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om het papierformaat dat
u gebruikt te kiezen (A4, A5,
10(B) x 15(H)cm, Letter of
Legal).
Druk op OK.
f Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Zie Papierformaat op pagina 23 om de
standaardinstelling van het papierformaat
te wijzigen.
Paragraaf IV
Direct printen IV
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart
of USB-flashstation
60
Foto's vanaf een camera afdrukken
(alleen voor MFC-295CN)
71
60
11
Opmerking
Alleen modellen MFC-253CW,
MFC-255CW en MFC-257CW
ondersteunen geheugenkaarten.
Werken met
PhotoCapture Center
11
Afdrukken vanaf een
geheugenkaart of USB-
flashstation zonder een pc 11
Ook wanneer uw machine niet is aangesloten
op uw computer, kunt u foto's direct vanaf
digitale cameramedia of een USB-
flashstation afdrukken. (Zie Afdrukken vanaf
een geheugenkaart of een USB-flashstation
op pagina 63.)
Scannen naar een
geheugenkaart of een USB-
flashstation zonder een pc te
gebruiken 11
U kunt documenten scannen en deze
rechtstreeks op een geheugenkaart of USB-
flashstation opslaan. (Zie Naar een
geheugenkaart of een USB-flashstation
scannen op pagina 68.)
PhotoCapture Center™ vanaf
uw computer gebruiken 11
U hebt via uw pc toegang tot een
geheugenkaart of USB-flashstation dat in de
voorzijde van de machine is gestoken.
(Zie PhotoCapture Center voor Windows
®
of Remote Setup & PhotoCapture Center
voor Macintosh in de Softwarehandleiding op
de cd-rom.)
Een geheugenkaart of een
USB-flashstation gebruiken 11
Uw Brother-machine heeft mediastations
(sleuven) voor de volgende populaire digitale
cameramedia: Memory Stick™, Memory
Stick PRO, SD, SDHC, xD-Picture Card
en een USB-flashstation.
miniSD kan worden gebruikt met een
miniSD-adapter.
microSD kan worden gebruikt met een
microSD-adapter.
Memory Stick Duo™ kan worden gebruikt
met een Memory Stick Duo™-adapter.
Memory Stick PRO Duo™ kan worden
gebruikt met een Memory Stick PRO
Duo™-adapter.
Memory Stick Micro™ (M2™) kan worden
gebruikt met een Memory Stick Micro™
(M2™)-adapter.
Bij de machine worden geen adapters
geleverd. Neem contact op met een
leverancier van adapters.
Dit product ondersteunt xD-Picture
Card™ Type M / Type M
+
/
Type H (grote capaciteit).
IBM Microdrive™ is niet compatibel met
de machine.
De functie PhotoCapture Center™ stelt u in
staat om digitale foto's van uw digitale
camera met een hoge resolutie af te drukken,
met een afdrukkwaliteit gelijkwaardig aan de
kwaliteit van foto's.
Foto's afdrukken vanaf een
geheugenkaart
of USB-flashstation
11
Memory Stick
Memory Stick PRO™
SD, SDHC
xD-Picture Card™ USB-flashstation
Maximaal 22 mm
Maximaal 11 mm
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
61
11
Geheugenkaarten,
USB-flashstation en
mapstructuren 11
Uw machine is ontworpen om compatibel te
zijn met beeldbestanden van moderne
digitale camera's, geheugenkaarten of een
USB-flashstation; lees echter onderstaande
opmerkingen om fouten te vermijden:
De extensie van het beeldbestand moet
.JPG zijn (andere extensies voor
beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF
etc., worden niet herkend).
Direct afdrukken via PhotoCapture
Center™ moet apart van PhotoCapture
Center™ met de pc worden uitgevoerd.
(Het is niet mogelijk om deze bewerkingen
gelijktijdig uit te voeren.)
De machine kan maximaal 999 bestanden
op een geheugenkaart of een USB-
flashstation lezen.
Het DPOF-bestand op de
geheugenkaarten moet een geldig
DPOF-formaat hebben. (Zie Afdrukken in
DPOF-formaat op pagina 65.)
Let op het volgende:
Als u de index of afbeeldingen afdrukt, zal
PhotoCapture Center™ alle geldige
afbeeldingen afdrukken, zelfs als een of
meer afbeeldingen beschadigd zijn.
Beschadigde afbeeldingen worden niet
afgedrukt.
(gebruikers van geheugenkaarten)
Uw machine is ontworpen om
geheugenkaarten te lezen die door een
digitale camera zijn geformatteerd.
Wanneer een digitale camera een
geheugenkaart formatteert, maakt de
camera een speciale map waar de
beeldgegevens naartoe worden
gekopieerd. Als u de beeldgegevens op
een geheugenkaart met uw pc wilt
aanpassen, raden wij u aan de
mapstructuur die door de digitale camera
is aangemaakt, niet te wijzigen. Als u
nieuwe of gewijzigde beeldbestanden op
de geheugenkaart opslaat, raden wij u ook
aan dezelfde map te gebruiken als door
uw digitale camera wordt gebruikt. Als de
gegevens niet in dezelfde map worden
opgeslagen, kan de machine het bestand
misschien niet lezen of het beeld niet
afdrukken.
(gebruikers van USB-flashstations)
Deze machine ondersteunt USB-
flashstations die door Windows
®
zijn
geformatteerd.
Hoofdstuk 11
62
Aan de slag 11
Steek de geheugenkaart of het
USB-flashstation stevig in de juiste sleuf.
1 USB-flashstation
2 SD, SDHC
3 Memory Stick, Memory Stick PRO™
4 xD-Picture Card
BELANGRIJK
De USB Direct-interface biedt alleen
ondersteuning voor een USB-flashstation,
een camera die compatibel is met
PictBridge of een digitale camera die
gebruikmaakt van de standaard voor
USB-massaopslag. Andere USB-
apparaten worden niet ondersteund.
Indicaties van de toets Photo Capture
Photo Capture-lampje brandt, de
geheugenkaart of het USB-flashstation is
correct geplaatst.
Photo Capture-lampje brandt niet, de
geheugenkaart of het USB-flashstation is
niet correct geplaatst.
Photo Capture-lampje knippert, de
geheugenkaart of het USB-flashstation
wordt gelezen of beschreven.
BELANGRIJK
Verwijder de stekker NIET uit het
stopcontact en verwijder de
geheugenkaart of het USB-flashstation
niet uit het mediastation (sleuf) of uit de
USB Direct-interface als de machine de
geheugenkaart of het USB-flashstation
leest of beschrijft (de toets
Photo Capture knippert). Doet u dit
toch, dan gaan de gegevens op de
kaart verloren of wordt de kaart
beschadigd.
De machine kan slechts één apparaat tegelijk
lezen, plaats daarom niet meer dan één
apparaat in de sleuven.
1 2 3
4
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
63
11
Afdrukken vanaf een
geheugenkaart of een
USB-flashstation
11
Voordat u een foto afdrukt, drukt u eerst de
index met miniaturen af om het nummer van
de gewenste foto te selecteren. Volg de
onderstaande instructies om direct vanaf uw
geheugenkaart of USB-flashstation af te
drukken:
a Controleer of u de geheugenkaart of het
USB-flashstation in de juiste sleuf hebt
geplaatst. Op het LCD-scherm wordt
bijvoorbeeld de volgende melding
weergegeven:
M.Stick Actief
toets PhotoCa...
b Druk op (Photo Capture). Zie
Afdrukken in DPOF-formaat
op pagina 65 voor afdrukken in
DPOF-formaat.
c Druk op a of b om Print index te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op Kleur Start om de indexpagina
af te drukken. Noteer het nummer van
de foto die u wilt afdrukken. Zie Index
afdrukken (miniaturen) op pagina 63.
e Om afbeeldingen af te drukken, drukt u
op a of b om Print Images te
selecteren in stap c en vervolgens
drukt u op OK. (Zie Foto's afdrukken
op pagina 64.)
f Voer het nummer van de foto in en druk
op OK.
g Druk op Kleur Start om het afdrukken
te starten.
Index afdrukken (miniaturen) 11
Het PhotoCapture Center™ wijst nummers
aan de afbeeldingen toe (bijvoorbeeld nr.1,
nr. 2, nr. 3 enz.).
Deze nummers worden door PhotoCapture
Center™ ter identificatie van de foto's
gebruikt. U kunt een pagina met miniaturen
afdrukken zodat u alle foto's op de
geheugenkaart of het USB-flashstation kunt
bekijken.
Opmerking
Alleen bestandsnamen van 8 tekens of
minder worden correct op de indexpagina
afgedrukt.
a Controleer of u de geheugenkaart of het
USB-flashstation in de juiste sleuf hebt
geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
b Druk op a of b om Print index te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om 6 Images/Regel of
5 Images/Regel te selecteren. Druk
op OK.
De afdruksnelheid voor
5 Images/Regel is lager dan voor
6 Images/Regel, maar de kwaliteit is
beter.
6 Images/Regel 5 Images/Regel
Hoofdstuk 11
64
d Druk op a of b om de papiersoort die u
gebruikt te selecteren:
Normaal Papier, Inkjet papier,
Brother BP71 of Glossy anders.
Druk op OK.
e Druk op a of b om het papierformaat dat
u gebruikt te selecteren: A4 of Letter.
Druk op OK.
f Druk op Kleur Start om te beginnen
met afdrukken.
Foto's afdrukken 11
U dient eerst het nummer van een foto te
weten, pas dan kunt u de foto afdrukken.
a Controleer of u de geheugenkaart of het
USB-flashstation in de juiste sleuf hebt
geplaatst.
b Druk eerst de index af. (Zie Index
afdrukken (miniaturen) op pagina 63.)
Druk op (Photo Capture).
c Druk op a of b om Print Images te
selecteren. Druk op OK.
Opmerking
Als uw geheugenkaart geldige
DPOF-informatie bevat, wordt op het
LCD-scherm DPOF Print:Ja
weergegeven. Zie Afdrukken in DPOF-
formaat op pagina 65.
d Voer het nummer van de afbeelding die
u wilt afdrukken in aan de hand van de
miniaturen op de indexpagina.
Druk op OK.
No.:1,3,6,
Opmerking
U kunt meerdere nummers invoeren door
de toets OK te gebruiken om de nummers
van elkaar te scheiden. Als u bijvoorbeeld
1, OK, 3, OK, 6 invoert, worden
afbeeldingen 1, 3 en 6 afgedrukt.
Met de toets # kunt u een aantal nummers
afdrukken, door bijvoorbeeld 1, #, 5 in te
voeren, worden alle afbeeldingen van
1 tot 5 afgedrukt.
U kunt maximaal 12 tekens (inclusief
komma's) invoeren om op te geven welke
foto's u wilt afdrukken.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u alle afbeeldingen hebt gekozen
die u wilt afdrukken, drukt u op OK
om uw instellingen te kiezen. Ga
naar stap f.
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start.
f Druk op a of b om de papiersoort die u
gebruikt te selecteren:
Normaal Papier, Inkjet papier,
Brother BP71 of Glossy anders.
Druk op OK.
g Druk op a of b om het papierformaat dat
u gebruikt te selecteren: Letter, A4,
10x15cm of 13x18cm.
Druk op OK.
Als u Letter of A4 hebt gekozen, gaat
u naar stap h.
Als u een ander formaat hebt
gekozen, gaat u naar stap i.
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
65
11
h Druk op a of b om het afdrukformaat te
selecteren (8x10cm, 9x13cm,
10x15cm, 13x18cm, 15x20cm of
Max. afmetingen).
Druk op OK.
i Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om het aantal kopieën te selecteren,
gaat u naar stap j.
Als u klaar bent met het kiezen van
instellingen, drukt u op Kleur Start.
j Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
Druk op OK.
k Druk op Kleur Start om te beginnen
met afdrukken.
De afdrukposities voor afdrukken op A4- zijn
hieronder weergegeven:
Afdrukken in DPOF-formaat 11
DPOF betekent Digital Print Order Format.
Vooraanstaande producenten van digitale
camera's (Canon Inc., Eastman Kodak
Company, FUJIFILM Corporation, Panasonic
Corporation en Sony Corporation) hebben
deze standaard ontwikkeld om het afdrukken
van beelden vanaf een digitale camera te
vereenvoudigen.
Als uw digitale camera ondersteuning biedt
voor afdrukken in DPOF-formaat, kunt u de
beelden en het aantal exemplaren dat u wilt
afdrukken, op het display van de digitale
camera selecteren.
Als een geheugenkaart met DPOF-informatie
in de machine wordt geplaatst, kunt u de
geselecteerde foto op eenvoudige wijze
afdrukken.
a Steek de geheugenkaart stevig in de
correcte sleuf.
M.Stick Actief
Druk op (Photo Capture).
b Druk op a of b om Print Images te
selecteren. Druk op OK.
c Als de kaart een DPOF-bestand bevat,
geeft het LCD-scherm het volgende
weer:
DPOF Print:Ja e
d Druk op a of b om DPOF Print:Ja te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om de papiersoort die u
gebruikt te selecteren:
Normaal Papier, Inkjet papier,
Brother BP71 of Glossy anders.
Druk op OK.
f Druk op a of b om het papierformaat dat
u gebruikt te selecteren: Letter, A4,
10x15cm of 13x18cm.
Druk op OK.
Als u Letter of A4 hebt gekozen, gaat
u naar stap g.
Als u een ander formaat hebt
gekozen, gaat u naar stap h.
1
8x10cm
2
9x13cm
3
10x15cm
4
13x18cm
5
15x20cm
6
Max. afmetingen
Hoofdstuk 11
66
g Druk op a of b om het afdrukformaat te
selecteren (8x10cm, 9x13cm,
10x15cm, 13x18cm, 15x20cm of
Max. afmetingen).
Druk op OK.
h Druk op Kleur Start om te beginnen
met afdrukken.
Opmerking
Als de op de camera gemaakte
afdrukvolgorde beschadigd is geraakt,
kan een DPOF-bestandsfout optreden. U
kunt dit probleem verhelpen door de
afdrukvolgorde te verwijderen en opnieuw
te maken met uw camera.
Raadpleeg de ondersteuningswebsite van
de camerafabrikant of de bijbehorende
documentatie om na te gaan hoe u
hiervoor te werk gaat.
PhotoCapture
Center™-
afdrukinstellingen
11
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
Afdruksnelheid en -kwaliteit 11
a Druk op Menu, 4, 1.
b Druk op a of b om Norm of Foto te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Papieropties 11
Papiersoort 11
a Druk op Menu, 4, 2.
b Druk op a of b om Normaal Papier,
Inkjet papier, Brother BP71 of
Glossy anders te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Papierformaat 11
a Druk op Menu, 4, 3.
b Druk op a of b om het papierformaat dat
u gebruikt te selecteren: Letter, A4,
10x15cm of 13x18cm.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
67
11
Afdrukformaat 11
Deze instelling is alleen beschikbaar
wanneer u voor de instelling papierformaat
Letter of A4 kiest.
a Druk op Menu, 4, 4.
b Druk op a of b om het afdrukformaat dat
u gebruikt te kiezen, 8x10cm, 9x13cm,
10x15cm, 13x18cm, 15x20cm of
Max. afmetingen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Helderheid en contrast
instellen 11
Helderheid 11
a Druk op Menu, 4, 5.
b Druk op a of b om een afdruk lichter of
donkerder te maken.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Contrast 11
U kunt de contrastinstelling kiezen. Met meer
contrast ziet een beeld er scherper en
levendiger uit.
a Druk op Menu, 4, 6.
b Druk op a of b om het contrast te
verhogen of te verlagen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Bijsnijden (crop) 11
Als uw foto te lang of te breed is voor de
ruimte die u hebt geselecteerd, wordt
automatisch een deel van het beeld
afgesneden.
De standaardinstelling is Aan. Wanneer u het
hele beeld wilt afdrukken, zet u deze
instelling op Uit. Als u ook de optie Zonder
rand gebruikt, stelt u Zonder rand in op
Uit. (Zie Afdrukken zonder rand
op pagina 67.)
a Druk op Menu, 4, 7.
b Druk op a of b om Uit (of Aan) te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Bijsnijd(crop): Aan 11
Bijsnijd(crop): Uit 11
Afdrukken zonder rand 11
Met deze optie wordt het afdrukgebied
uitgebreid naar de randen van het papier. Het
afdrukken zal iets langer duren.
a Druk op Menu, 4, 8.
b Druk op a of b om Uit (of Aan) te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 11
68
Datum afdrukken 11
U kunt de datum afdrukken die al in de
fotogegevens is opgenomen. De datum wordt
in de rechterbenedenhoek afgedrukt. Als de
datum niet in de gegevens is opgenomen,
kunt u deze functie niet gebruiken.
a Druk op Menu, 4, 9.
b Druk op a of b om Aan (of Uit) te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
De DPOF-instelling van uw camera moet
uitgeschakeld zijn om de functie Datum
afdrukken te kunnen gebruiken.
Naar een
geheugenkaart of een
USB-flashstation
scannen
11
U kunt documenten in zwart-wit en in kleur
naar een geheugenkaart of een USB-
flashstation scannen. Monochrome
documenten worden opgeslagen in het
bestandsformaat PDF (*.PDF) of TIFF
(*.TIF). Documenten in kleur kunnen in het
bestandsformaat PDF (*.PDF) of JPEG
(*.JPG) worden opgeslagen. De
standaardinstelling is 150 dpi 16kl en het
standaardbestandsformaat is PDF.
Bestandsnamen worden automatisch door de
machine gemaakt op basis van de huidige
datum. (Zie de Installatiehandleiding voor
details.) Zo krijgt het vijfde beeld dat u op
1 juli 2009 scant, de naam 01070905.PDF. U
kunt de kleur en de kwaliteit wijzigen.
a Controleer of u de geheugenkaart of het
USB-flashstation in de juiste sleuf hebt
geplaatst.
BELANGRIJK
Verwijder de geheugenkaart of het USB-
flashstation NIET als de toets
Photo Capture knippert om te
voorkomen dat de kaart, het USB-
flashstation of de daarop opgeslagen
gegevens worden beschadigd.
b Laad uw document.
Kwaliteit Bestandsformaat dat
u kunt selecteren
150 dpi 16kl PDF / JPEG
300 dpi 16kl PDF / JPEG
600 dpi 16kl PDF / JPEG
200x100 dpi Z&W TIFF / PDF
200 dpi Z&W TIFF / PDF
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
69
11
c Druk op (Scan).
d Druk op a of b om naar media te
selecteren.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de kwaliteit te wijzigen, drukt u
op OK en gaat u naar stap f.
Om het scannen te starten, drukt u
op Mono Start of Kleur Start.
f Druk op a of b om de kwaliteit te
selecteren en druk dan op OK.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om het bestandstype te wijzigen,
gaat u naar stap g.
Om het scannen te starten, drukt u
op Mono Start of Kleur Start.
g Druk op a of b om het bestandstype te
kiezen, kies een van de onderstaande
opties:
Om de bestandsnaam te wijzigen,
drukt u op OK en gaat u naar stap h.
Om het scannen te starten, drukt u
op Mono Start of Kleur Start.
h De bestandsnaam wordt automatisch
opgegeven. U kunt echter de gewenste
naam zelf opgeven met de kiestoetsen.
U kunt alleen de eerste 6 cijfers
wijzigen.
Druk op Mono Start of Kleur Start.
De beeldkwaliteit wijzigen 11
a Druk op Menu, 4, 0, 1.
b Druk op a of b om 200x100 dpi Z&W,
200 dpi Z&W, 150 dpi 16kl,
300 dpi 16kl of 600 dpi 16kl te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Het monochroom-
bestandsformaat wijzigen 11
a Druk op Menu, 4, 0, 2.
b Druk op a of b om TIFF of PDF te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Het kleur-bestandsformaat
wijzigen 11
a Druk op Menu, 4, 0, 3.
b Druk op a of b om PDF of JPEG te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 11
70
Uitleg bij de
foutmeldingen
11
Als u eenmaal vertrouwd bent met de
verschillende soorten fouten die kunnen
optreden wanneer u met PhotoCapture
Center™ werkt, kunt u problemen
gemakkelijk identificeren en verhelpen.
Hub onbruikbaar.
Deze melding wordt weergegeven als een
hub of een USB-flashstation met een hub
in de USB Direct-interface is geplaatst.
Media fout
Deze melding verschijnt als u een
geheugenkaart plaatst die defect of niet
geformatteerd is, of als er iets niet in orde
is met de mediasleuf. Verwijder de
geheugenkaart om deze foutmelding te
wissen.
Geen bestand
Deze melding wordt weergegeven als u
probeert toegang te verkrijgen tot een
geheugenkaart of een USB-flashstation
dat in een station (sleuf) is geplaatst en
geen .JPG-bestand bevat.
Geheugen vol
Deze melding verschijnt als u werkt met
beelden die te groot zijn voor het
geheugen van de machine.
Bovendien verschijnt deze melding ook
als er op de geheugenkaart of het USB-
flashstation dat u gebruikt onvoldoende
ruimte beschikbaar is voor het gescande
document.
Media is vol.
Deze melding verschijnt als u meer dan
999 bestanden probeert op te slaan op
een geheugenkaart of een USB-
flashstation.
Onbruikb. app.
Deze melding wordt weergegeven als een
USB-apparaat of een USB-flashstation
dat niet wordt ondersteund, is
aangesloten op de USB-directe interface.
(Ga naar http://solutions.brother.com
voor
meer informatie.) Deze melding wordt ook
weergegeven als u een defect apparaat
op de USB Direct-interface hebt
aangesloten.
71
12
12
Foto's direct afdrukken
vanaf een PictBridge-
camera
12
Uw machine van Brother ondersteunt de
PictBridge-standaard, zodat u een met
PictBridge compatibele camera kunt
aansluiten op uw machine en direct via de
camera kunt afdrukken.
Als uw camera de standaard voor USB-
massaopslag gebruikt, kunt u ook foto's
afdrukken vanaf een digitale camera zonder
PictBridge. (Zie Foto's direct afdrukken vanaf
een digitale camera (zonder PictBridge)
op pagina 73.)
Vereisten voor PictBridge 12
Houd rekening met het volgende om fouten te
voorkomen:
De machine en de digitale camera moeten
met een geschikte USB-kabel worden
aangesloten.
De extensie van het beeldbestand moet
.JPG zijn (andere extensies voor
beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF
etc., worden niet herkend).
Bewerkingen in het PhotoCapture
Center™ zijn niet beschikbaar als u de
functie PictBridge gebruikt.
Uw digitale camera instellen 12
Zet uw camera in de modus PictBridge. De
volgende PictBridge-instellingen zijn wellicht
beschikbaar via het LCD-scherm van uw met
PictBridge compatibele camera.
Het kan zijn dat sommige van deze
instellingen niet beschikbaar zijn, dit hangt af
van uw type camera.
1
Zie Afdrukken in DPOF-formaat op pagina 72 voor
meer informatie.
2
Als uw camera is ingesteld om de printerinstellingen
(standaardinstelling) te gebruiken, drukt de machine
uw foto af met de volgende instellingen.
Als uw camera geen menuselecties heeft,
worden deze instellingen ook gebruikt.
De naam en de beschikbaarheid van elke
instelling hangt af van de specificatie van
uw camera.
Raadpleeg de documentatie die is
meegeleverd met uw camera voor meer
informatie over het wijzigen van PictBridge-
instellingen.
Foto's vanaf een camera
afdrukken
(alleen voor MFC-295CN)
12
Menuselectie
voor de camera
Opties
Papierformaat Letter, A4, 10 × 15 cm,
Printerinstellingen
(Standaardinstelling)
2
Papiersoort Normaal papier, Glanzend
papier, Inkjetpapier,
Printerinstellingen
(Standaardinstelling)
2
Lay-out Zonder rand: Aan,
Zonder rand: Uit,
Printerinstellingen
(Standaardinstellingen)
2
DPOF-instelling
1
-
Afdrukkwaliteit Normaal, Fijn,
Printerinstellingen
(Standaardinstelling)
2
Datum afdrukken Aan, Uit,
Printerinstellingen
(Standaardinstelling)
2
Instellingen Opties
Papierformaat 10 × 15 cm
Papiersoort Glanzend papier
Lay-out Zonder rand: Aan
Afdrukkwaliteit Fijn
Datum afdrukken Uit
Hoofdstuk 12
72
Foto's afdrukken 12
Opmerking
Verwijder geheugenkaarten of een
USB-flashstation uit de machine voordat u
een digitale camera aansluit.
a Zorg dat de camera is uitgeschakeld.
Sluit uw camera met de USB-kabel aan
op de USB Direct-interface (1) op de
machine.
1 USB Direct-interface
b Schakel de camera in.
Als de machine de camera heeft
herkend, wordt op het LCD-scherm de
volgende melding weergegeven:
Camera Aangesl.
c Kies de foto die uw wilt afdrukken aan
de hand van de instructies van uw
camera.
Als de machine begint met het
afdrukken van de foto, wordt op het
LCD-scherm Printen weergegeven.
BELANGRIJK
Sluit geen ander apparaat dan een digitale
camera of een USB-flashstation aan op de
USB Direct-interface om beschadiging
van de machine te voorkomen.
Afdrukken in DPOF-formaat 12
DPOF betekent Digital Print Order Format.
Vooraanstaande producenten van digitale
camera's (Canon Inc., Eastman Kodak
Company, FUJIFILM Corporation, Panasonic
Corporation en Sony Corporation) hebben
deze standaard ontwikkeld om het afdrukken
van beelden vanaf een digitale camera te
vereenvoudigen.
Als uw digitale camera ondersteuning biedt
voor afdrukken in DPOF-formaat, kunt u de
beelden en het aantal exemplaren dat u wilt
afdrukken, op het display van de digitale
camera selecteren.
Opmerking
Als de op de camera gemaakte
afdrukvolgorde beschadigd is geraakt,
kan een DPOF-bestandsfout optreden. U
kunt dit probleem verhelpen door de
afdrukvolgorde te verwijderen en opnieuw
te maken met uw camera. Raadpleeg de
ondersteuningswebsite van de
camerafabrikant of de bijbehorende
documentatie om na te gaan hoe u
hiervoor te werk gaat.
1
Foto's vanaf een camera afdrukken (alleen voor MFC-295CN)
73
12
Foto's direct afdrukken
vanaf een digitale
camera
(zonder PictBridge)
12
Als uw camera de standaard voor
USB-massaopslag ondersteunt, kunt u uw
camera in de modus massaopslag
aansluiten. Op deze manier kunt u foto's
vanaf uw camera afdrukken.
(Zie Foto's direct afdrukken vanaf een
PictBridge-camera op pagina 71 als u foto's
in de modus PictBridge wilt afdrukken.)
Opmerking
De naam en beschikbaarheid van functies
en bewerkingen verschilt per camera.
Raadpleeg de documentatie die bij uw
camera is geleverd voor meer informatie
over bijvoorbeeld het wijzigen van de
PictBridge-modus in de modus
USB-massaopslag.
Foto's afdrukken 12
Opmerking
Verwijder geheugenkaarten of een
USB-flashstation uit de machine voordat u
een digitale camera aansluit.
a Zorg dat de camera is uitgeschakeld.
Sluit uw camera met de USB-kabel aan
op de USB Direct-interface (1) op de
machine.
1 USB Direct-interface
b Schakel de camera in.
c Volg de stappen in Foto's afdrukken
op pagina 64.
BELANGRIJK
Sluit geen ander apparaat dan een digitale
camera of een USB-flashstation aan op de
USB Direct-interface om beschadiging
van de machine te voorkomen.
1
Hoofdstuk 12
74
Uitleg bij de
foutmeldingen
12
Als u eenmaal vertrouwd bent met de
verschillende soorten fouten die kunnen
optreden wanneer u via een camera afdrukt,
kunt u problemen gemakkelijk identificeren
en verhelpen.
Geheugen vol
Deze melding verschijnt als u werkt met
beelden die te groot zijn voor het
geheugen van de machine.
Onbruikb. app.
Deze melding wordt weergegeven als u
een camera aansluit die geen
gebruikmaakt van de standaard voor
USB-massaopslag. Deze melding wordt
ook weergegeven als u een defect
apparaat op de USB Direct-interface hebt
aangesloten.
(Zie Foutmeldingen op pagina 97 voor meer
gedetailleerde oplossingen.)
Paragraaf V
Software V
Software- en netwerkfuncties 76
76
13
De cd-rom bevat de softwarehandleiding en
de netwerkhandleiding voor de functies die
beschikbaar zijn bij aansluiting op een
computer (bijvoorbeeld afdrukken en
scannen). Deze handleiding bevat eenvoudig
te gebruiken koppelingen die u rechtstreeks
naar een bepaalde sectie leiden als u erop
klikt.
U kunt informatie vinden over de volgende
functies:
Afdrukken
Scannen
ControlCenter3 (Windows
®
)
ControlCenter2 (Macintosh)
Faxen vanaf uw computer
PhotoCapture Center™
Afdrukken in een netwerk
Netwerkscannen
Bedraad en Draadloos netwerk
De HTML-gebruikershandleiding lezen
Hier wordt in het kort beschreven hoe u de
HTML-gebruikershandleiding gebruikt.
Windows
®
Opmerking
Zie Documentatie bekijken op pagina 3
als u de software niet heeft geïnstalleerd.
a Klik op het menu Start, wijs vanuit de
programmagroep Brother, MFC-XXXX
aan (waarbij XXXX uw modelnummer
is) en klik vervolgens op
Gebruikershandleiding in
HTML-formaat.
b Klik op SOFTWAREHANDLEIDING
(of NETWERKHANDLEIDING) in het
hoofdmenu.
c Klik op de titel die u wilt bekijken in de
lijst links in het venster.
Macintosh
a Zorg dat uw Macintosh aanstaat. Plaats
de Brother cd-rom in uw cd-romstation.
b Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
c Dubbelklik op uw taalmap, en dubbelklik
vervolgens op top.html.
d Klik op SOFTWAREHANDLEIDING (of
NETWERKHANDLEIDING) in het
menu en klik vervolgens op de titel van
het onderwerp dat u wilt lezen in de lijst
aan de linkerkant.
Software- en netwerkfuncties 13
Paragraaf VI
Appendices VI
Veiligheid en wetgeving 78
Problemen oplossen en routineonderhoud 89
Menu en functies 117
Specificaties 132
78
A
Een geschikte plaats kiezen A
Zet de machine op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingvrije
plaats. Plaats de machine in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard, geaard
stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen 10 °C en 35 °C blijft.
WAARSCHUWING
Plaats de machine NIET in de buurt van verwarmingstoestellen, airconditioners, koelkasten,
medische apparatuur, chemicaliën of water.
Sluit de machine NIET aan op stopcontacten die op dezelfde stroomkring zitten als grote
apparaten of andere apparatuur die de stroomtoevoer kan verstoren.
VOORZICHTIG
Zet uw machine niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen.
Plaats de machine niet op een tapijt.
Zorg dat de machine NIET wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht
of stof.
Sluit de machine NIET aan op stopcontacten die zijn voorzien van een wandschakelaar of
een automatische timer.
Bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het geheugen van de machine verloren
gaan.
Plaats uw machine niet in de buurt van storingsbronnen, zoals andere draadloze telefoons
of luidsprekers.
Kantel de machine NIET en plaats deze niet op een schuin oppervlak. Hierdoor kan inkt
lekken en het binnenwerk van de machine beschadigd raken.
Veiligheid en wetgeving A
Veiligheid en wetgeving
79
A
Veilig gebruik van de machine A
Bewaar deze voorschriften a.u.b., zodat u ze later kunt naslaan. Lees ze altijd voordat u
onderhoud wilt verrichten.
WAARSCHUWING
Binnen in de machine bevinden zich hoogspanningselektroden. Ontkoppel het telefoonsnoer
eerst en haal dan de stekker uit het stopcontact voordat u de binnenkant van de machine reinigt.
Zo kunt u een elektrische schok voorkomen.
Raak de stekker NOOIT met natte handen aan. U kunt dan namelijk een elektrische schok
krijgen.
Trek NIET in het midden aan het stroomsnoer. U kunt dan namelijk een elektrische schok
krijgen.
Gebruik GEEN ontvlambare stoffen en geen spray, vloeistof of spuitbussen om de binnenkant
of de buitenkant van de machine schoon te maken. Dit kan brand veroorzaken of u kunt hierdoor
een elektrische schok krijgen.
Trek eerst de stekker van deze machine uit het stopcontact voordat u de binnenkant reinigt.
80
Als de machine verhit raakt, rook afgeeft of een sterke geur verspreidt, onmiddellijk de stekker
van de machine uit het stopcontact halen. Neem contact op met uw Brother-dealer of met de
klantenservice van Brother.
Als er metalen voorwerpen, water of andere vloeistoffen in de machine terechtkomen,
onmiddellijk de stekker van de machine uit het stopcontact halen. Neem contact op met uw
Brother-dealer of met de klantenservice van Brother.
Wees voorzichtig als u telefoonlijnen installeert of aanpast. Raak telefoonlijnen of aansluitingen
die niet geïsoleerd zijn pas aan als de stekker van de telefoonlijn uit de wandcontactdoos is
verwijderd. Installeer de telefoonlijn nooit tijdens een onweersbui. Installeer de
wandcontactdoos voor de telefoonlijn nooit in een vochtige omgeving.
Installeer dit product in de nabijheid van een goed bereikbaar stopcontact. In geval van nood
moet u de stekker uit het stopcontact halen om de stroom volledig uit te schakelen.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een wisselstroombron met een spanningsbereik
zoals op het etiket staat aangegeven. Sluit het apparaat NIET aan op een gelijkstroombron of
op een gelijkstroom-wisselstroomomzetter. Vraag in twijfelgevallen een bevoegd elektricien om
advies.
Controleer altijd of de stekker goed geplaatst is.
Gebruik de machine NIET als het stroomsnoer gerafeld of beschadigd is. Dit levert brandgevaar
op.
Veiligheid en wetgeving
81
A
Bij het gebruik van uw telefoonapparatuur dient u altijd de standaard voorzorgsmaatregelen te
treffen om het risico op brand, elektrische schok en letsel te verminderen, en houd rekening met
het volgende:
1 Gebruik dit product NIET in de buurt van water, bijvoorbeeld nabij een bad, wasbak, aanrecht
of wasmachine, in een vochtige kelder of in de buurt van een zwembad.
2 Gebruik dit product niet tijdens een onweersbui. Door bliksem kan een klein risico op een
elektrische schok bestaan.
3 Gebruik dit product NIET om een gaslek door te geven als de machine in de buurt van het
gaslek staat.
82
VOORZICHTIG
Plaats uw handen NIET op de rand van de machine onder het documentdeksel of het
scannerdeksel. Hierdoor kunt u verwondingen oplopen.
Plaats uw handen NIET op de rand van de papierlade onder het deksel van de papierlade.
Hierdoor kunt u verwondingen oplopen.
Veiligheid en wetgeving
83
A
Raak de grijze zone in de onderstaande afbeelding NIET aan. Hierdoor kunt u verwondingen
oplopen.
Wanneer u de machine verplaatst, moet u deze van de basis optillen door een hand aan iedere
kant van het toestel te plaatsen (zie afbeelding). Draag de machine NOOIT door het
scannerdeksel of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier vast te houden.
84
Belangrijke veiligheidsinstructies A
1 Lees alle instructies door.
2 Bewaar ze, zodat u ze later nog kunt naslaan.
3 Volg alle waarschuwingen en instructies die op het product worden aangegeven.
4 Gebruik dit product NIET in de buurt van water.
5 Zet dit product NIET op een onstabiele ondergrond, stelling of tafel. Het apparaat kan dan
namelijk vallen en ernstig beschadigd raken.
6 Gleuven en openingen in de behuizing en de achter- of onderkant zijn voor de ventilatie. Om
zeker te zijn van de betrouwbare werking van het apparaat en om het te beschermen tegen
oververhitting, mogen deze openingen niet afgesloten of afgedekt worden. Deze openingen
mogen ook nooit afgedekt worden door het apparaat op een bed, een bank, een kleed of
soortgelijke ondergrond te zetten. Zet het apparaat nooit vlak naast of boven een radiator of
verwarmingsapparatuur. Het apparaat mag nooit in een kast worden ingebouwd, tenzij
voldoende ventilatie aanwezig is.
7 Gebruik alleen het stroomsnoer dat bij de machine is geleverd.
8 Dit product is voorzien van een 3-draads geaard snoer en een geaarde stekker. Deze stekker
past alleen in een geaard stopcontact. Dit is een veiligheidsmaatregel. Kan de stekker niet in
uw stopcontact worden gebruikt, raadpleeg dan uw elektricien en vraag hem uw oude
stopcontact te vervangen. Het is absoluut noodzakelijk dat een geaarde stekker en een geaard
stopcontact worden gebruikt.
9 Plaats NOOIT iets op het stroomsnoer. Zet het apparaat NIET op een plaats waar mensen
over het snoer kunnen lopen.
10 Zorg dat de opening van de machine voor het ontvangen van faxen NIET wordt geblokkeerd.
Plaats NIETS in het pad van ontvangen faxen.
11 Wacht totdat de machine de pagina's heeft uitgeworpen alvorens ze aan te raken.
12 Trek de stekker van dit product uit het stopcontact en neem altijd contact op met een bevoegde
servicemonteur wanneer het volgende zich voordoet:
Wanneer vloeistof in het apparaat is gemorst.
Wanneer het apparaat is blootgesteld aan regen of water.
Als het product ondanks het naleven van de bedieningsinstructies niet normaal
functioneert, pas dan alleen de instellingen aan die zijn aangegeven in de
bedieningshandleiding. Een onjuiste afstelling van andere functies kan leiden tot schade,
waardoor vaak uitvoerige werkzaamheden door een erkende servicemonteur nodig zijn om
het apparaat weer naar behoren te laten werken.
Als het apparaat is gevallen of als de behuizing is beschadigd.
Als het apparaat duidelijk anders gaat presteren, waarbij reparatie nodig blijkt.
13 Om uw apparaat te beveiligen tegen stroompieken en -schommelingen adviseren wij het
gebruik van een overstroombeveiliging.
14 Gebruik de machine NIET tijdens een onweersbui (er bestaat een klein risico op een
elektrische schok) en gebruik de machine niet om een gaslek door te geven als de machine in
de buurt van het gaslek staat.
Veiligheid en wetgeving
85
A
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid A
Voor een veilige werking moet de meegeleverde geaarde stekker in een normaal geaard
stopcontact worden gestoken dat via het huishoudelijk net geaard is.
Het feit dat dit apparaat naar tevredenheid werkt, betekent niet per se dat de voeding geaard is
en dat de installatie volkomen veilig is. Het is voor uw veiligheid van belang dat u in geval van
twijfel omtrent de aarding een bevoegd elektricien raadpleegt.
LAN-verbinding (alleen MFC-295CN) A
VOORZICHTIG
Sluit deze machine NIET aan op een LAN-verbinding die kan blootstaan aan te hoge
spanningen.
Radiostoring A
Dit product voldoet aan EN55022 (CISPR Publication 22)/Klasse B. Gebruik een USB-kabel van
maximaal 2 meter om de machine op een computer aan te sluiten.
86
EU-richtlijn 2002/96/EG en EN50419 A
Dit apparaat is gemarkeerd met het bovenstaande recyclingsymbool. Het betekent dat u het
apparaat, aan het eind van zijn levensduur, apart moet aanleveren bij een daarvoor bestemd
verzamelpunt en niet bij het gewone huishoudelijke afval mag plaatsen. Dit zal het leefmilieu voor
ons allemaal ten goede komen. (Alleen voor de Europese Gemeenschap)
ENERGY STAR
®
-verklaring A
ENERGY STAR
®
is een internationaal programma ter bevordering van het ontwikkelen en het
gebruik van energie-efficiënte kantoorapparatuur.
Als ENERGY STAR
®
-partner verklaart Brother Industries, Ltd. dat dit product voldoet aan de
ENERGY STAR
®
-specificaties voor efficiënt energieverbruik.
Alleen voor de
Europese Gemeenschap
Veiligheid en wetgeving
87
A
Wettelijke beperkingen voor kopiëren A
Het maken van reproducties van bepaalde artikelen of documenten met frauduleuze bedoelingen
is een strafbaar feit. Deze aantekening is meer bedoeld als richtlijn dan als een volledige
opsomming van elk mogelijk verbod. Raadpleeg in geval van twijfel de betreffende instanties in
uw eigen land over specifieke items en documenten.
Hieronder staan een aantal voorbeelden van documenten die niet gekopieerd mogen worden:
Geld
Obligaties of andere schuldbewijzen
Depositobewijzen
Oproepen voor of papieren met betrekking tot militaire dienst
Paspoorten
Postzegels (al dan niet afgestempeld)
Immigratiepapieren
Bijstandsdocumenten
Door overheidsinstanties uitgegeven cheques of wissels
Identificatiedocumenten, badges of insignes
Werk dat auteursrechtelijk is beschermd, mag niet worden gekopieerd. Delen van werk dat
auteursrechtelijk is beschermd, mogen echter wel voor ‘eerlijke handel’ worden gekopieerd. Meer
kopieën duiden op ongepast gebruik.
Kunstwerken dienen te worden beschouwd als werk dat auteursrechtelijk is beschermd.
Rijbewijzen en eigendomsbewijzen van motorvoertuigen mogen volgens bepaalde plaatselijke
wetten niet worden gekopieerd.
88
Handelsmerken A
Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International
Corporation.
Windows Vista is een wettig gedeponeerd handelsmerk of een handelsmerk van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Microsoft, Windows, Windows Server en Internet Explorer zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Apple, Macintosh en Safari zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde
Staten en andere landen.
Adobe, Flash, Illustrator, PageMaker en Photoshop zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Nuance, het Nuance-logo, PaperPort en ScanSoft zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde
handelsmerken van Nuance Communications, Inc. of dochterbedrijven in de Verenigde Staten
en/of andere landen.
Microdrive is een handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Memory Stick is een handelsmerk van Sony Corporation.
xD-Picture Card is een handelsmerk van FUJIFILM Corporation, Toshiba Corporation en
Olympus Optical Co. Ltd.
PictBridge is een handelsmerk.
Memory Stick PRO, Memory Stick PRO Duo, Memory Stick Duo, MagicGate Memory Stick,
Memory Stick Micro en M2 zijn handelsmerken van Sony Corporation.
BROADCOM, SecureEasySetup en het SecureEasySetup-logo zijn handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van Broadcom Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
AOSS is een handelsmerk van Buffalo Inc.
Wi-Fi, WPA, WPA2, Wi-Fi Protected Access en Wi-Fi Protected Setup zijn handelsmerken of
wettig gedeponeerde handelsmerken van Wi-Fi Alliance de Verenigde Staten en/of andere
landen.
Intel en Pentium zijn handelsmerken van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere
landen.
AMD is een handelsmerk van Advanced Micro Devices, Inc.
FaceFilter Studio is een handelsmerk van Reallusion, Inc.
Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van de respectieve eigenaars.
89
B
B
Problemen oplossen B
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips
voor het oplossen van problemen.
De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het
Brother Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van
problemen. Ga naar http://solutions.brother.com
.
Als u problemen met uw machine heeft B
Problemen oplossen en
routineonderhoud
B
Afdrukken
Probleem Suggesties
Geen print. Controleer de interfacekabel of de draadloze verbinding tussen de machine en uw
computer. (Zie de Installatiehandleiding.)
Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en of de toets
AAN/UIT brandt.
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft. (Zie Foutmeldingen
op pagina 97.)
Een of meer inktcartridges zijn aan vervanging toe. (Zie De inktcartridges
vervangen op pagina 106.)
Als op het LCD-scherm Kan niet afdr. en Verv. inkt XX wordt
weergegeven (waarbij XX een afkorting is van de kleur), raadpleegt u De
inktcartridges vervangen op pagina 106.
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of het apparaat online is. Klik op start en vervolgens op Printers en
Faxen. Klik op de rechtermuisknop en kies Brother MFC-XXXX (waarbij XXXX
uw modelnaam is), en controleer of Printer off line gebruiken uitgeschakeld is.
Als u de instellingen Oneven pagina's afdrukken en Even pagina's afdrukken
selecteert, kan op uw computer een foutmelding voor afdrukken worden
weergegeven omdat de machine tijdens het afdrukken pauzeert. De foutmelding
verdwijnt zodra het afdrukken wordt hervat.
Slechte afdrukkwaliteit. Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren op pagina 111.)
Controleer of de instelling Printerdriver of de instelling Papiersoort in het menu
overeenkomt met de papiersoort die u gebruikt. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of
Afdrukken en faxen voor Macintosh in de Softwarehandleiding op de cd-rom en
Papiersoort op pagina 23.)
Controleer de verloopdatum van uw inktcartridges. De inkt zou kunnen klonteren
ten gevolge van:
De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken. (Originele
cartridges van Brother blijven max. twee jaar bruikbaar, mits zij in hun
originele verpakking worden bewaard.)
De inktcartridge is al langer dan zes maanden in uw machine geïnstalleerd.
Het kan ook zijn dat de inktcartridge vóór gebruik niet goed opgeslagen was.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 15.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine ligt tussen 20 °C en
33 °C.
90
Witte horizontale lijnen in tekst of
grafische afbeeldingen.
Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen op pagina 111.)
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 15.)
De machine print blanco pagina's. Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen op pagina 111.)
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Tekens en regels overlappen
elkaar.
Controleer de uitlijning. (Zie De uitlijning controleren op pagina 112.)
Afgedrukte tekst of afbeeldingen
staan scheef.
Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade geplaatst is en dat de
papiergeleiders aan de zijkant goed zijn afgesteld. (Zie Papier en andere
afdrukmedia laden op pagina 9.)
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed gesloten is.
Er zit een vlek middenboven op de
afgedrukte pagina.
Controleer of het papier niet te dik is en niet krult. (Zie Acceptabel papier en
andere afdrukmedia op pagina 15.)
Er bevindt zich een vlek in de
rechter- of linkerhoek van de
afgedrukte pagina.
Zorg ervoor dat het papier niet gekruld is wanneer u op de achterzijde van het
papier afdrukt met de instellingen Oneven pagina's afdrukken en Even pagina's
afdrukken.
Op de afdruk staan vlekken of het
lijkt of de inkt vlekt.
Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 15.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Stel het juiste papiersoort in als u fotopapier gebruikt. Als u een foto afdrukt vanaf
de pc, stelt u Mediatype in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
Er staan vlekken aan de achterkant
of onder aan de pagina.
Controleer of er inkt op de geleiderol zit. (Zie De geleiderol van de machine
reinigen op pagina 110.)
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt. (Zie Papier en andere afdrukmedia
laden op pagina 9.)
De machine drukt dichte lijnen af op
de pagina.
Schakel Omgekeerde volgorde in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
De afdrukken zijn gekreukeld. Klik op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver op Kleurinstellingen en
schakel Printkop heen en weer voor Windows
®
of Printkop heen en weer voor
Macintosh uit.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Kan niet afdrukken met Pagina lay-
out.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
Printsnelheid is te laag. Wijzig de instelling van de printerdriver. In de hoogste resolutie is meer tijd nodig
om de gegevens te verwerken, te verzenden en te printen. Probeer de andere
kwaliteitsinstellingen op het tabblad Normaal van de printerdriver. Klik ook op
Kleurinstellingen en schakel Kleur verbetering uit.
Schakel de optie Zonder rand uit. Afdrukken zonder rand duurt langer dan
normaal afdrukken. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen voor
Macintosh in de Softwarehandleiding op de cd-rom.)
Fotopapier wordt niet goed
ingevoerd.
Wanneer u afdrukt op fotopapier van Brother, plaatst u een extra vel van hetzelfde
fotopapier in de papierlade. U vindt dit extra vel in de verpakking van het papier.
Maak de invoerrol voor het papier schoon. (Zie Invoerrollen voor papier reinigen
op pagina 110.)
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties
Problemen oplossen en routineonderhoud
91
B
De machine voert meerdere
pagina’s in.
Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst. (Zie Papier en
andere afdrukmedia laden op pagina 9.)
Controleer of er meer dan twee papiersoorten tegelijk in de papierlade zijn
geplaatst.
Het papier is vastgelopen. Controleer of de papiergeleider voor de lengte is afgesteld op het papierformaat.
Trek de papierlade niet uit wanneer u A5 of een kleiner papierformaat gebruikt.
(Zie Printer of papier vastgelopen op pagina 104.)
Afgedrukte pagina’s worden niet
juist afgelegd.
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt. (Zie Papier en andere afdrukmedia
laden op pagina 9.)
De machine print niet vanuit
Adobe
®
Illustrator
®
.
Verlaag de printresolutie. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen
voor Macintosh in de Softwarehandleiding op de cd-rom.)
Ontvangen faxen afdrukken
Probleem Suggesties
Gecomprimeerde afdruk en witte
strepen over de pagina of de
boven- of onderkant van zinnen
worden niet afgedrukt.
Er is waarschijnlijk sprake van een slechte verbinding met atmosferische storing
of een andere storing op de telefoonlijn. Vraag aan de verzendende partij om de
fax opnieuw te verzenden.
Ontvangen faxen hebben zwarte
verticale lijnen.
De scanner van de afzender kan vuil zijn. Vraag de afzender om een kopie te
maken om te controleren of het probleem wordt veroorzaakt door de machine van
de verzender. Probeer om de faxen via een andere faxmachine te ontvangen.
Ontvangen kleurenfaxen worden in
zwart-wit afgedrukt.
Vervang de kleureninktcartridges die aan het einde van de gebruiksduur zijn en
vraag dan de andere partij om de kleurenfax opnieuw te verzenden. (Zie De
inktcartridges vervangen op pagina 106.)
De linker- en rechtermarges
ontbreken of een enkele pagina
wordt op twee pagina's afgedrukt.
Schakel Auto reductie in. (Zie Een verkleinde afdruk van een inkomende fax
maken op pagina 39.)
Telefoonlijn of verbindingen
Probleem Suggesties
Kiezen werkt niet.
(Geen kiestoon)
Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en of de machine
is ingeschakeld.
Controleer of de telefoonlijn goed is aangesloten.
Wijzig de instelling Toon/Puls. (Raadpleeg de Installatiehandleiding.)
Haal de hoorn van de externe telefoon van de haak en luister of u een kiestoon
hoort. Vraag uw telefoonbedrijf om de lijn en/of de wandcontactdoos te
controleren als u geen kiestoon hoort.
De machine neemt niet op als er
wordt gebeld.
Controleer of de machine in de juiste ontvangstmodus voor uw instellingen staat.
(Zie Ontvangstmodi op pagina 36.) Luister of u een kiestoon hoort. Bel indien
mogelijk uw machine om te controleren of deze de oproep aanneemt. Als de
machine de oproep nog steeds niet aanneemt, controleert u de aansluiting van het
telefoonsnoer. Vraag aan uw telefoonbedrijf om de lijn te controleren als de
machine niet overgaat als u deze belt.
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties
92
Faxen ontvangen
Probleem Suggesties
Geen fax kunnen ontvangen Controleer of de telefoonlijn goed is aangesloten.
Controleer of de machine in de juiste ontvangstmodus voor uw instellingen staat.
(Zie Ontvangstmodi op pagina 36.)
Als u vaak last hebt van storingen op de telefoonlijn, kunt u de instelling in het
menu Compatibel wijzigen in Basic(voorVoIP). (Zie Storing op de telefoonlijn
op pagina 96.)
Als u uw machine aansluit op PBX of ISDN, stelt u de menu-instelling voor de
telefoonlijn in op uw type telefoon. (Zie Het type telefoonlijn instellen
op pagina 40.)
Faxen verzenden
Probleem Suggesties
Geen fax kunnen verzenden. Controleer of de telefoonlijn goed is aangesloten.
Controleer of de faxtoets brandt. (Zie Faxmodus activeren op pagina 30.)
Vraag de andere partij om te controleren of de ontvangende machine papier
bevat.
Druk het verzendrapport af en controleer op foutmeldingen. (Zie Rapporten
op pagina 50.)
In het verzendrapport staat
RESULT:FOUT’.
Er is waarschijnlijk even ruis of statische elektriciteit op de lijn geweest. Verzend
de fax opnieuw. Als u een PC-FAX-bericht verzendt en in het verzendrapport
RESULT:FOUT’ staat, heeft uw machine wellicht onvoldoende vrij geheugen.
Vraag het telefoonbedrijf om uw telefoonlijn te controleren als het probleem niet is
verholpen.
Als u vaak problemen hebt met het verzenden van faxen, mogelijk door storingen
op de telefoonlijn, kunt u de instelling in het menu Compatibel wijzigen in
Basic(voorVoIP). (Zie Storing op de telefoonlijn op pagina 96.)
Als u uw machine aansluit op PBX of ISDN, stelt u de menu-instelling voor de
telefoonlijn in op uw type telefoon. (Zie Storing op de telefoonlijn op pagina 96.)
Slechte kwaliteit bij het verzenden
van faxen.
Stel de resolutie in op Fijn of Super Fijn. Maak een kopie om de scanfunctie
van de machine te controleren. Als de kopieerkwaliteit niet goed is, reinigt u de
scanner. (Zie De glasplaat reinigen op pagina 109.)
Verzonden faxen zijn blanco. Laad het document op de juiste manier. (Zie Documenten laden op pagina 19.)
Verzonden faxen hebben zwarte
verticale lijnen.
(Alleen bij MFC-295CN)
Als de kopie die u hebt gemaakt ook zwarte verticale lijnen heeft, reinigt u de
scanner. (Zie De glasplaat reinigen op pagina 109.)
Problemen oplossen en routineonderhoud
93
B
Inkomende oproepen beantwoorden
Probleem Suggesties
De machinehoort’ een stem als
een faxtoon.
Als Fax waarnemen is ingeschakeld, is uw machine gevoeliger voor geluiden. De
machine neemt dan bepaalde stemmen of muziek op de lijn waar als een
faxmachine die belt en reageert met faxontvangsttonen. Deactiveer de machine
door op Stop/Eindigen te drukken. U kunt dit probleem wellicht voorkomen door
Fax waarnemen uit te schakelen. (Zie Fax waarnemen op pagina 39.)
Een faxoproep naar de machine
sturen.
Als u de oproep met de machine beantwoordt, drukt u op Mono Start en hangt u
meteen op. Als u de oproep beantwoordt met een externe tweede telefoon, voert
u de code voor activeren op afstand in (de standaardinstelling is
l 5 1). Als uw machine de oproep beantwoordt, hangt u op.
Aangepaste functies op een enkele
lijn.
Als u Wisselgesprekken, Wisselgesprekken/nummerweergave, een
alarmsysteem of een andere aangepaste functie op een enkele telefoonlijn deelt
met uw machine, kan dit een probleem zijn voor het verzenden of ontvangen van
faxen.
Bijvoorbeeld: Als u een abonnement hebt op Wisselgesprekken of een andere
afzonderlijke dienst en het signaal daarvan wordt via de telefoonlijn doorgegeven
terwijl uw machine een fax verzendt of ontvangt, kan dit signaal tijdelijk het
verzenden of ontvangen van faxen verstoren. Met de ECM-modus
(foutencorrectie) van Brother kunt u dit probleem verhelpen. Het probleem heeft
betrekking op telefoonsystemen en komt algemeen voor bij apparaten die
informatie verzenden en ontvangen op een enkele lijn die gedeeld wordt met
andere, afzonderlijke functies. Als het van belang is dat er zich geen storingen
kunnen voordoen, raden wij u aan om een aparte telefoonlijn zonder aangepaste
functies te gebruiken.
Problemen met menu-instellingen
Probleem Suggesties
De machine piept wanneer u het
menu Verzendstand instellen of
Ontvangststand instellen wilt
openen.
Als de faxtoets niet brandt, drukt u op deze toets om de faxmodus in te
schakelen. De instelling voor het instellen van de verzend- of ontvangststand is
alleen beschikbaar als de machine in de faxmodus staat.
Problemen met kopren
Probleem Suggesties
Kan geen kopie maken.
Controleer of de kopieertoets brandt. (Zie Kopieermodus activeren
op pagina 52.)
Kopieën zijn blanco. Laad het document op de juiste manier. (Zie Documenten laden op pagina 19.)
Verticale strepen zichtbaar op
kopieën.
Maak de scanner schoon wanneer verticale strepen op kopieën zichtbaar zijn. (Zie
De glasplaat reinigen op pagina 109.)
Slechte kopieerresultaten bij het
gebruik van de ADF. (Alleen
MFC-295CN)
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken op pagina 20.)
Verticale zwarte lijn op kopieën.
(Alleen MFC-295CN)
Verticale zwarte lijnen of strepen op kopieën worden voornamelijk veroorzaakt
door vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook. (Zie
De glasplaat reinigen op pagina 109.)
Paginavulling werkt niet goed. Controleer of het brondocument niet scheef is geplaatst.
94
Problemen met scannen
Probleem Suggesties
Tijdens het scannen verschijnen
TWAIN/WIA-fouten.
Zorg dat de Brother TWAIN/WIA-driver als primaire bron is geselecteerd. Klik in
PaperPort™ 11SE met OCR op Bestand, Scannen of foto ophalen en klik op
Selecteren om de Brother TWAIN/WIA-driver te kiezen.
OCR werkt niet. Verhoog de scannerresolutie.
Slechte scanresultaten bij het
gebruik van de ADF. (Alleen
MFC-295CN)
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken op pagina 20.)
Problemen met software
Probleem Suggesties
Onmogelijk software te installeren
of te printen.
Voer het programma Repair MFL-Pro Suite op de cd-rom uit. Dit programma
repareert en herinstalleert de software.
Apparaat bezet Controleer of er op het LCD-scherm van de machine een foutmelding staat.
Afdrukken van afbeeldingen vanuit
FaceFilter Studio onmogelijk.
Als u FaceFilter Studio wilt gebruiken, moet u de toepassing FaceFilter Studio
installeren vanaf de cd-rom die met uw machine is meegeleverd. Zie de
Installatiehandleiding als u FaceFilter Studio wilt installeren.
Controleer voordat u FaceFilter Studio de eerste keer start of uw Brother-machine
is ingeschakeld en is aangesloten op uw computer. U heeft dan toegang tot alle
functies van FaceFilter Studio.
Problemen met PhotoCapture Center
Probleem Suggesties
Verwisselbare schijf werkt niet
correct.
1 Heeft u de update voor Windows
®
2000 geïnstalleerd? Ga als volgt te werk
als dat niet zo is:
1) Koppel de USB-kabel los.
2) Installeer de update voor Windows
®
2000 op een van de volgende
manieren.
Installeer MFL-Pro Suite vanaf de cd-rom. (Zie de
Installatiehandleiding.)
Download het meest recente Service Pack van de website van
Microsoft.
3) Wacht ongeveer 1 minuut nadat de pc opnieuw is gestart en sluit daarna
de USB-kabel aan.
2 Verwijder de geheugenkaart of het USB-flashstation en plaats deze weer
terug.
3 Als u ‘Uitwerpen’ hebt geprobeerd vanuit Windows
®
, moet u de
geheugenkaart of het USB-flashstation verwijderen voordat u doorgaat.
4 Als er een foutmelding wordt weergegeven wanneer u de geheugenkaart of
het USB-flashstation probeert te verwijderen, betekent dit dat de kaart in
gebruik is. Wacht even en probeer het opnieuw.
5 Als niets van het bovenstaande werkt, uw pc en machine uitzetten en
vervolgens opnieuw aanzetten. (U moet de stekker van de machine uit het
stopcontact halen om de machine uit te zetten.)
Geen toegang tot Verwisselbare
schijf via bureaubladpictogram.
Controleer of u de geheugenkaart of het USB-flashstation goed hebt geplaatst.
Een gedeelte van de foto ontbreekt
op de afdruk.
Zorg ervoor dat Zonder rand en Bijsnijden (crop) zijn uitgeschakeld. (Zie
Afdrukken zonder rand op pagina 67 en Bijsnijden (crop) op pagina 67.)
Problemen oplossen en routineonderhoud
95
B
Netwerkproblemen
Probleem Suggesties
Afdrukken via het netwerk
onmogelijk.
Controleer of uw machine aanstaat en online en gebruiksklaar is. Druk de
netwerkconfiguratielijst af (zie Rapporten op pagina 50) en controleer de huidige
netwerkinstellingen in deze lijst.
(Alleen MFC-295CN) Sluit de LAN-kabel weer aan op de hub om te controleren
of de kabels en de netwerkaansluitingen in orde zijn. Probeer, indien mogelijk, de
machine aan te sluiten op een andere poort van uw hub en gebruik een andere
kabel. Als de aansluitingen goed zijn, wordt op de machine twee seconden lang
LAN Actief weergegeven.
(Zie de Netwerkhandleiding op de cd-rom voor meer informatie over
netwerkproblemen.)
De functie netwerkscannen werkt
niet.
<Windows
®
-gebruikers>
De vereiste netwerkverbinding wordt mogelijk geblokkeerd door
firewallinstellingen op uw pc. Volg onderstaande instructies om de firewall te
configureren. Als u eigen firewallsoftware gebruikt, raadpleegt u de
gebruikershandleiding voor uw software of neemt u contact op met de
softwarefabrikant.
Bij gebruik van Windows
®
XP SP2 en Windows Vista
®
: zie Firewall-instellingen in
de Softwarehandleiding op de cd-rom.
Bij gebruik van Windows
®
XP SP1: ga naar het Brother Solutions Center.
(http://solutions.brother.com
)
<Macintosh-gebruikers>
Selecteer uw machine opnieuw in de toepassing Device Selector in
Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Utilities/DeviceSelector of in de
modellijst in ControlCenter2.
Uw computer kan de machine niet
vinden.
<Windows
®
-gebruikers>
De vereiste netwerkverbinding wordt mogelijk geblokkeerd door
firewallinstellingen op uw pc. Zie bovenstaande instructies voor meer informatie.
<Macintosh-gebruikers>
Selecteer uw machine opnieuw in de toepassing Device Selector in
Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Utilities/DeviceSelector of in de
modellijst in ControlCenter2.
96
Kiestoon waarnemen B
Als u automatisch een fax verzendt, wacht uw
machine standaard een bepaalde tijd voordat
deze het nummer kiest. Door de
kiestooninstelling op Waarneming te zetten,
kiest uw machine het nummer zodra deze
een kiestoon waarneemt. Door deze
instelling te gebruiken, kunt u een beetje tijd
besparen als u een fax naar veel
verschillende nummers verzendt. Als u de
instelling hebt gewijzigd en er zijn problemen
met het kiezen van nummers, zet u deze
instelling weer terug op de
standaardinstelling Geen detectie.
a Druk op Menu, 0, 4.
b Druk op a of b om Waarneming of
Geen detectie te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Storing op de telefoonlijn B
Als u bij het verzenden of ontvangen van een
fax problemen hebt door een mogelijke
storing op de telefoonlijn, raden wij u aan om
de equalisatie voor compatibiliteit aan te
passen om de modemsnelheid voor faxen te
verminderen.
a Druk op Menu, 0, 6.
b Druk op a of b om Normaal (of
Basic(voorVoIP)) te selecteren.
Basic(voorVoIP) vermindert de
modemsnelheid tot 9.600 bps.
Gebruik deze instelling alleen indien
nodig, behalve als u vaak storing op
de telefoonlijn hebt.
Normaal stelt de modemsnelheid in
op 14.400 bps. (Standaard)
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als u de compatibiliteit instelt op
Basic(voorVoIP), is de ECM-functie
alleen beschikbaar voor het verzenden
van kleurenfaxen.
Problemen oplossen en routineonderhoud
97
B
Foutmeldingen B
Zoals bij alle geavanceerde kantoorproducten kunnen er fouten optreden en dienen
verbruiksartikelen te worden vervangen. In dergelijke gevallen kan de machine de fout doorgaans
zelf identificeren en wordt een foutmelding getoond. De onderstaande lijst geeft een overzicht van
de meest voorkomende onderhouds- en foutmeldingen.
De meeste meldingen over fouten en algemene onderhoudswerkzaamheden kunt u zelf
afhandelen. Indien u extra hulp nodig heeft, biedt het Brother Solutions Center de meest recente
veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com
.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Afdrukken Onm XX De machine heeft een
mechanisch probleem.
OF
Er bevindt zich in de machine een
voorwerp dat er niet hoort, zoals
een paperclip of afgescheurd
papier.
Zie Reinig. Onm. XX in deze tabel.
Afgebroken Een ander persoon of de
faxmachine van de andere partij
heeft de oproep afgebroken.
Probeer de fax opnieuw te verzenden of te
ontvangen.
Alleen BK afdr.
Verv. inkt X
Een of meer kleureninktcartridges
is aan vervanging toe.
U kunt nog ongeveer vier weken
in monochroom afdrukken,
afhankelijk van het aantal
pagina's dat u afdrukt.
Wanneer dit bericht op het LCD-
scherm wordt weergegeven,
werken de volgende functies als
volgt:
Afdrukken
Als u op Grijstinten op het
tabblad Geavanceerd van de
printerdriver klikt, kunt u de
machine als monochrome
printer gebruiken.
Kopiëren
Als de papiersoort is ingesteld
op Normaal Papier of
Inkjet papier, kunt u
kopieën in zwart-wit maken.
Faxen
Als de papiersoort is ingesteld
op Normaal Papier of
Inkjet papier, ontvangt
de machine de faxen in zwart-
wit en worden deze
monochroom afgedrukt.
Als de verzendende machine
een kleurenfax wil verzenden,
vraagt de machine tijdens het
contact maken om de fax in
zwart-wit te verzenden.
Als de papiersoort is ingesteld op
Glossy anders of
Brother BP71 worden alle
printbewerkingen gestopt. Als u
de machine van het lichtnet
loskoppelt of de inktcartridge
verwijdert, kunt u de machine pas
weer gebruiken wanneer u een
nieuwe inktcartridge plaatst.
Vervang de inktcartridges. (Zie De
inktcartridges vervangen op pagina 106.)
98
Communicatiefout Een slechte telefoonverbinding
heeft een communicatiefout
veroorzaakt.
Verzend de fax opnieuw of sluit de
machine aan op een andere telefoonlijn.
Vraag het telefoonbedrijf om uw
telefoonlijn te controleren als het probleem
niet is verholpen.
Deksel is open Het scannerdeksel is niet goed
gesloten.
Til het scannerdeksel op en sluit dit weer.
Document nazien Het document is niet goed
geplaatst of ingevoerd, of het
document dat via de ADF is
gescand, is te lang.
Zie De ADF gebruiken (alleen bij
MFC-295CN) op pagina 19.
Zie Document vastgelopen (alleen
MFC-295CN) op pagina 103.
Formaat nazien U gebruikt een verkeerd
papierformaat.
Controleer of de instelling van het
papierformaat overeenkomt met het
papierformaat in de lade. Plaats het juiste
formaat papier in de lade en druk op
Mono Start of Kleur Start. (Zie
Papierformaat op pagina 23.)
Geen antw/Bezet Het door u gekozen nummer
neemt niet op of is in gesprek.
Controleer het nummer en probeer het
opnieuw.
Geen Beller ID Er is geen overzicht van
inkomende oproepen
beschikbaar. U hebt geen
oproepen ontvangen, u hebt
nummerweergave op uw machine
niet geactiveerd, of u hebt geen
abonnement op de dienst
nummerweergave.
Neem contact op met uw telefoonbedrijf
als u nummerweergave wilt gebruiken.
(Zie Nummerweergave op pagina 41.)
Geen bestand De geheugenkaart of het USB-
flashstation in het mediastation
bevat geen .JPG-bestand.
Plaats de juiste geheugenkaart of USB-
flashstation in de sleuf.
Geen patroon
Geen Cartridge
Een van de inktcartridges is niet
correct geïnstalleerd.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
installeer deze langzaam opnieuw tot u
een klik hoort. (Zie De inktcartridges
vervangen op pagina 106.)
Geheugen vol Het geheugen van de machine is
vol.
Druk tijdens het kopiëren op
Stop/Eindigen, wacht tot de andere taken
zijn uitgevoerd en probeer het vervolgens
opnieuw.
Zie Geheugen vol, melding op pagina 35
als u een fax verzendt.
Op de geheugenkaart of USB-
flashstation dat u gebruikt, is
onvoldoende vrije ruimte
beschikbaar om de documenten
te scannen.
Verwijder bestanden die u niet gebruikt
van de geheugenkaart of USB-flashstation
om ruimte vrij te maken en probeer het
vervolgens opnieuw.
Hub onbruikbaar. Een hub of een USB-flashstation
met een hub is aangesloten op de
USB Direct-interface.
Een hub of een USB-flashstation met een
hub wordt niet ondersteund. Ontkoppel het
apparaat van de USB Direct-interface.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen en routineonderhoud
99
B
Init. Onmog. XX De machine heeft een
mechanisch probleem.
OF
Er bevindt zich in de machine een
voorwerp dat er niet hoort, zoals
een paperclip of afgescheurd
papier.
Zie Reinig. Onm. XX in deze tabel.
Kan niet afdr.
Verv. inkt XX
Een of meer inktcartridges is aan
vervanging toe. De machine stopt
alle printbewerkingen. Als er
geheugenruimte is, worden
monochrome faxen in het
geheugen opgeslagen. Als de
verzendende machine een
kleurenfax wil verzenden, vraagt
de machine tijdens het contact
maken om de fax in zwart-wit te
verzenden.
Vervang de inktcartridges. (Zie De
inktcartridges vervangen op pagina 106.)
Kan niet detect. U hebt een nieuwe inktcartridge te
snel geïnstalleerd, en de machine
heeft de cartridge niet
waargenomen.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
installeer deze langzaam opnieuw tot u
een klik hoort.
Als u geen originele Brother-inkt
gebruikt, wordt de inktcartridge
mogelijk niet door de machine
waargenomen.
Vervang de cartridge door een originele
Brother-inktcartridge. Als het probleem
hiermee niet is verholpen, neemt u contact
op met uw Brother-dealer.
Een van de inktcartridges is niet
correct geïnstalleerd.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
installeer deze langzaam opnieuw tot u
een klik hoort. (Zie De inktcartridges
vervangen op pagina 106.)
Media fout De geheugenkaart is beschadigd,
onjuist geformatteerd of er is een
probleem met de geheugenkaart.
Steek de kaart weer goed in de sleuf terug
om er zeker van te zijn dat de kaart zich in
de juiste positie bevindt. Indien de fout niet
is verholpen, controleert u het
mediastation (de sleuf) van de machine
door een andere geheugenkaart te
plaatsen waarvan u weet dat deze werkt.
Media is vol. De geheugenkaart of het USB-
flashstation dat u gebruikt, bevat
al 999 bestanden.
Uw machine kan alleen op uw
geheugenkaart of USB-flashstation
opslaan als zich hierop minder dan
999 bestanden bevinden. Verwijder
bestanden die u niet gebruikt om ruimte vrij
te maken en probeer het opnieuw.
Meer gegevens Er zitten nog afdrukgegevens in
het geheugen van de machine.
Druk op Stop/Eindigen. De machine
annuleert de taak en verwijdert deze uit het
geheugen. Probeer opnieuw te printen.
Niet toegewezen U probeerde een snelkiesnummer
te openen dat niet is
geprogrammeerd.
Stel het snelkiesnummer in. (Zie
Snelkiesnummers opslaan op pagina 47.)
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
100
Onbruikb. app.
Koppel apparaat los
van frontconnector.
Zet machine uit&aan
door te drukken op
On/Off-knop op
bedieningspaneel
Op de USB Direct-interface is een
defect apparaat aangesloten.
Ontkoppel het apparaat van de USB
Direct-interface en druk dan op AAN/UIT
om de machine uit en dan weer in te
schakelen.
Onbruikb. app.USB-
Apparaat Loskoppelen.
Een USB-apparaat of een USB-
flashstation dat niet wordt
ondersteund, is aangesloten op
de USB Direct-interface.
(Ga naar
http://solutions.brother.com
voor
meer informatie.)
Ontkoppel het apparaat van de USB
Direct-interface.
Papier nazien Het papier in de machine is op of
het papier is niet juist in de
papierlade geplaatst.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Plaats papier in de papierlade en druk
vervolgens op Mono Start of
Kleur Start.
Verwijder het papier, plaats het terug in
de papierlade en druk op Mono Start
of Kleur Start. (Zie Papier en andere
afdrukmedia laden op pagina 9.)
De klep ter verwijdering van
vastgelopen papier is niet goed
gesloten.
Controleer of de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier is gesloten.
(Zie Printer of papier vastgelopen
op pagina 104.)
Het papier is vastgelopen in de
machine.
Verwijder het vastgelopen papier volgens
de stappen in Printer of papier vastgelopen
op pagina 104.
Papierstoring Papier is vastgelopen in de
machine.
Verwijder het vastgelopen papier volgens
de stappen in Printer of papier vastgelopen
op pagina 104.
Controleer of de papiergeleider voor de
lengte is afgesteld op het juiste
papierformaat.
Reinig. Onm. XX
(Init. Onmog. XX)
(Afdrukken Onm XX)
(Scannen Onm. XX)
De machine heeft een
mechanisch probleem.
OF
Er bevindt zich in de machine een
voorwerp dat er niet hoort, zoals
een paperclip of afgescheurd
papier.
Open het scannerdeksel en verwijder
eventuele vreemde voorwerpen en
papiersnippers uit de machine. Als de
foutmelding niet is verdwenen, raadpleegt
u Faxen of het faxjournaal overbrengen
op pagina 102 voordat u de stekker van de
machine uit het stopcontact trekt, zodat u
geen belangrijke berichten verliest. Trek
dan de stekker van de machine uit het
stopcontact, wacht een paar minuten en
steek de stekker dan weer in het
stopcontact.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen en routineonderhoud
101
B
Scannen Onm. XX De machine heeft een
mechanisch probleem.
OF
Er bevindt zich in de machine een
voorwerp dat er niet hoort, zoals
een paperclip of afgescheurd
papier.
Zie Reinig. Onm. XX in deze tabel.
Sluit inktklep Het deksel van de inktcartridge is
niet volledig gesloten.
Sluit het deksel van de inktcartridge goed,
totdat u een klik hoort.
Temperatuur hoog De printkop is te warm. Laat de machine afkoelen.
Temperatuur laag De printkop is te koud. Laat de machine opwarmen.
Zwart bijna op
Geel bijna op
Cyaan bijna op
Magenta bijna op
De inkt in de aangegeven
inktcartridge is bijna op. Als de
verzendende machine een
kleurenfax wil verzenden, vraagt
de machine tijdens het contact
maken om de fax in zwart-wit te
verzenden. Als de verzendende
machine de fax kan omzetten,
wordt de kleurenfax door uw
machine afgedrukt als een
monochrome fax.
Bestel een nieuwe inktcartridge. U kunt
doorgaan met afdrukken totdat
Kan niet afdr. wordt weergegeven op
het LCD-scherm. (Zie De inktcartridges
vervangen op pagina 106.)
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
102
Faxen of het faxjournaal
overbrengen B
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
Reinig. Onm. XX
Init. Onmog. XX
Afdrukken Onm XX
Scannen Onm. XX
Wij raden u aan om uw faxen naar een
andere faxmachine over te brengen.
(Zie Faxen naar een andere faxmachine
overbrengen op pagina 102.)
U kunt ook het faxjournaal overbrengen om te
controleren of er faxen zijn die u moet
overbrengen. (Zie Het faxjournaal naar een
andere machine overbrengen
op pagina 102.)
Faxen naar een andere faxmachine
overbrengen
B
Als u uw stations-ID nog niet hebt ingesteld,
kunt u de overdrachtsmodus niet openen.
(Zie Persoonlijke gegevens invoeren
(stations-ID) in de Installatiehandleiding.)
a Druk op Menu, 9, 0, 1.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als op het LCD-scherm
Geen dataopslag wordt
weergegeven, zijn er geen faxen
meer in het geheugen van de
machine opgeslagen.
Druk op Stop/Eindigen.
Als op het LCD-scherm
Geef faxnummer wordt
weergegeven, voert u het
faxnummer in waarnaar de faxen
moeten worden doorgestuurd.
c Druk op Mono Start.
Het faxjournaal naar een andere
machine overbrengen
B
Als u uw stations-ID nog niet hebt ingesteld,
kunt u de overdrachtsmodus niet openen.
(Zie Persoonlijke gegevens invoeren
(stations-ID) in de Installatiehandleiding.)
a Druk op Menu, 9, 0, 2.
b Voer het faxnummer in waarnaar het
faxjournaal moet worden doorgestuurd.
c Druk op Mono Start.
Problemen oplossen en routineonderhoud
103
B
Document vastgelopen
(alleen MFC-295CN) B
Documenten kunnen in de ADF-eenheid
vastlopen als ze niet goed worden geplaatst
of worden doorgevoerd, of als de
documenten te lang zijn. Volg de
onderstaande stappen om een vastgelopen
document te verwijderen.
Een document is aan de bovenzijde
van de ADF-eenheid vastgelopen
B
a Verwijder al het papier uit de ADF dat
niet is vastgelopen.
b Open het ADF-deksel.
c Trek het vastgelopen document
omhoog en naar links.
d Sluit het ADF-deksel.
e Druk op Stop/Eindigen.
BELANGRIJK
Om het vastlopen van documenten in de
toekomst te voorkomen, sluit u het ADF-
deksel op de juiste manier door er
voorzichtig in het midden op te drukken.
Het document is in de ADF-eenheid
vastgelopen
B
a Verwijder al het papier uit de ADF dat
niet is vastgelopen.
b Til het documentdeksel op.
c Trek het vastgelopen document naar
links eruit.
d Sluit het documentdeksel.
e Druk op Stop/Eindigen.
104
Printer of papier vastgelopen B
Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats
waar het in de machine is vastgelopen.
a Als de papiersteunklep openstaat, sluit
u deze en sluit u vervolgens de
papiersteun. Trek de papierlade volledig
uit de machine.
b Trek het vastgelopen papier (1) eruit en
druk op Stop/Eindigen.
c Wis de foutmelding door het
scannerdeksel aan de voorzijde van de
machine op te tillen en dan te sluiten.
Als de foutmelding nog steeds wordt
weergegeven, of als u het
vastgelopen papier niet via de
voorzijde van de machine kunt
verwijderen, gaat u naar de volgende
stap.
d Open de klep ter verwijdering van het
vastgelopen papier (1) aan de
achterzijde van de machine. Trek het
vastgelopen papier uit de machine.
e Sluit de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier.
Controleer of de klep goed gesloten is.
1
1
Problemen oplossen en routineonderhoud
105
B
f Houd de plastic lipjes aan beide zijden
van de machine met beide handen vast
om het scannerdeksel (1) op te tillen
totdat het in de open stand vergrendeld
is.
Zorg dat er geen vastgelopen papier in
de machine achterblijft.
Controleer beide uiteinden van de
printwagen.
BELANGRIJK
U kunt faxen die in het geheugen zijn
opgeslagen overbrengen naar uw pc of
een andere faxmachine voordat u de
stekker van de machine uit het
stopcontact haalt, zodat u geen
belangrijke berichten verliest. (Zie Faxen
of het faxjournaal overbrengen
op pagina 102.)
BELANGRIJK
Als het papier onder de printkop is
vastgelopen, moet u de stekker van de
machine uit het stopcontact trekken, en
vervolgens de printkop bewegen om het
papier te verwijderen.
Als de printkop zich in de
rechterbovenhoek bevindt, zoals in de
illustratie, kunt u de printkop niet
verplaatsen. Houd Stop/Eindigen
ingedrukt totdat de printkop naar het
midden wordt verplaatst. Haal vervolgens
de stekker van de machine uit het
stopcontact en verwijder het papier.
Als u inkt op uw huid of kleding krijgt, wast
u deze meteen af met zeep of een
schoonmaakmiddel.
g Breng het scannerdeksel omhoog ( )
om de vergrendeling op te heffen. Druk
de steun van het scannerdeksel
voorzichtig omlaag ( ) en sluit het
scannerdeksel ( ) met beide handen.
1
1
2
3
106
h Druk de papierlade stevig terug in de
machine. Terwijl u de papierlade
vasthoudt, trekt u de papiersteun naar
buiten tot u een klik hoort en vouwt u de
papiersteunklep uit.
BELANGRIJK
Let erop dat u de papiersteun naar buiten
trekt tot u een klik hoort.
Routineonderhoud B
De inktcartridges vervangen B
Uw machine is voorzien van een
inktstippenteller. De inktstippenteller
controleert automatisch het inktniveau in elk
van de 4 cartridges. Als de machine ontdekt
dat een inktcartridge bijna leeg is, zal de
machine u waarschuwen door middel van
een melding op het LCD-scherm.
Het LCD-scherm informeert u welke
inktcartridge bijna leeg is of vervangen moet
worden. Volg de aanwijzingen op het LCD-
scherm om de inktcartridges in de juiste
volgorde te vervangen.
Zelfs als u door de machine wordt
geïnstrueerd een inktcartridge te vervangen,
bevat de inktcartridge nog een kleine
hoeveelheid inkt. Het is noodzakelijk dat er
inkt in de inktcartridge aanwezig blijft om te
voorkomen dat de lucht de printkopset
uitdroogt en beschadigt.
BELANGRIJK
De multifunctionele machines van Brother
zijn ontworpen om te werken met inkt van
een bepaalde specificatie, en bij gebruik
van originele inktcartridges van Brother
zijn optimale prestaties en
betrouwbaarheid gewaarborgd. Brother
kan deze optimale prestaties en
betrouwbaarheid niet garanderen indien
inkt of inktcartridges van andere
specificaties gebruikt worden. Het gebruik
van cartridges anders dan originele
cartridges van Brother of het gebruik van
oude cartridges die met inkt van andere
merken zijn gevuld, wordt door Brother
afgeraden. Indien de printkop of andere
delen van deze machine worden
beschadigd als gevolg van het gebruik
van andere merken inkt of inktcartridges,
worden hieruit voortvloeiende reparaties
mogelijk niet gedekt door de garantie.
Problemen oplossen en routineonderhoud
107
B
a Open het deksel van de inktcartridge.
Als een of meer inktcartridges aan
vervanging toe zijn, wordt op het LCD-
scherm Kan niet afdr. of
Alleen BK afdr. weergegeven.
b Druk op de ontgrendelingshendel (zie
illustratie) om de op het LCD-scherm
aangegeven inktcartridge te
ontgrendelen. Verwijder de cartridge uit
de machine.
c Open de verpakking met de nieuwe
inktcartridge voor de kleur die op het
LCD-scherm wordt getoond, en haal
vervolgens de inktcartridge eruit.
d Draai de groene knop op het gele
beschermkapje rechtsom tot deze klikt
om de vacuümverpakking te openen en
verwijder vervolgens het kapje (1).
e Elke kleur heeft zijn eigen juiste positie.
Plaats de inktcartridge in de richting van
de pijl op het etiket.
1
108
f Duw de inktcartridge voorzichtig in de
machine tot deze vastklikt en sluit het
deksel van de inktcartridge.
g Er wordt automatisch een reset
uitgevoerd voor de inktstippenteller.
Opmerking
Als u een inktcartridge hebt vervangen,
bijvoorbeeld Zwart, wordt u via het LCD-
scherm wellicht gevraagd om te
bevestigen dat dit een nieuwe cartridge is
(Veranderde u Zwart?). Druk voor
elke nieuwe cartridge die u geïnstalleerd
hebt op 1 (Ja) om de inktstippenteller voor
die kleur automatisch te resetten. Als de
inktcartridge die u geïnstalleerd hebt niet
nieuw is, moet u op 2 (Nee) drukken.
Als op het LCD-scherm Geen patroon,
Geen Cartridge of
Kan niet detect. wordt
weergegeven nadat u de inktcartridges
geïnstalleerd hebt, dient u te controleren
of deze correct geïnstalleerd zijn.
VOORZICHTIG
Mocht u inkt in uw ogen krijgen, spoel ze
dan onmiddellijk met water en raadpleeg
een arts als u zich zorgen maakt.
BELANGRIJK
Verwijder inktcartridges ALLEEN als ze
aan vervanging toe zijn. Als u zich niet aan
dit voorschrift houdt, kan de hoeveelheid
inkt achteruitgaan en weet de machine
niet hoeveel inkt er nog in de cartridge zit.
Raak de houders voor de cartridges NIET
aan. Als u dat doet, kan de inkt vlekken op
uw huid achterlaten.
Als u inkt op uw huid of kleding krijgt, wast
u deze meteen af met zeep of een
schoonmaakmiddel.
Als de kleuren gemengd zijn omdat u een
inktcartridge in de verkeerde positie
geïnstalleerd heeft, moet u nadat de
cartridge op de juiste plaats geïnstalleerd
is, de printkop diverse keren reinigen.
Installeer een inktcartridge onmiddellijk na
het openen in de machine en verbruik
deze binnen zes maanden na de
installatie. Gebruik ongeopende
inktcartridges vóór de uiterste
verbruiksdatum die op de
cartridgeverpakking vermeld staat.
De inktcartridge NIET openmaken of
ermee knoeien, want daardoor kan de
cartridge inkt verliezen.
De buitenkant van de machine
schoonmaken B
BELANGRIJK
Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen.
Reiniging met vluchtige vloeistoffen, zoals
verdunner of benzine, beschadigt de
buitenkant van de machine.
Gebruik GEEN schoonmaakmiddelen die
ammoniak bevatten.
Gebruik GEEN isopropylalcohol om het
bedieningspaneel schoon te maken. Het
paneel kan barsten.
Problemen oplossen en routineonderhoud
109
B
Maak de buitenkant van de machine als
volgt schoon:
B
a Trek de papierlade (1) volledig uit de
machine.
b Reinig de buitenkant van de machine
met een droge, pluisvrije zachte doek
om stof te verwijderen.
c Breng het deksel van de papierlade
omhoog en verwijder datgene wat in de
papierlade vastzit.
d Reinig de binnen- en buitenkant van de
papierlade met een droge, pluisvrije
zachte doek om stof te verwijderen.
e Sluit de uitvoerlade en plaats de
papierlade stevig in de machine terug.
De glasplaat reinigen B
a Til het documentdeksel (1) op. Reinig de
glasplaat (2) en het witte plastic (3) met
een zachte, pluisvrije doek die is
bevochtigd met een niet-brandbare
glasreiniger.
b (Alleen MFC-295CN)
Reinig in de ADF de witte balk (1) en de
glazen strook (2) met een zachte,
pluisvrije doek die is bevochtigd met een
niet-brandbare glasreiniger.
Opmerking
Behalve het reinigen van de glasplaat en
de glazen strook met een niet-brandbare
glasreiniger, gaat u met uw vingertoppen
over de glasplaat en de glazen strook om
te voelen of er nog vuil op zit. Als u vuil
voelt, reinigt u de glasplaat en de glazen
strook en met name het vuile gedeelte
opnieuw. Het kan zijn dat u het
schoonmaken drie of vier keer moet
herhalen. Maak een kopie naar elke
schoonmaakbeurt.
1
2
1
3
1
2
110
De geleiderol van de machine
reinigen B
VOORZICHTIG
Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact voordat u de geleiderol
schoonmaakt om een elektrische schok te
voorkomen.
a Breng het scannerdeksel omhoog tot
het veilig in de open stand vergrendeld
is.
b Maak de geleiderol van de machine (1)
en het gedeelte eromheen schoon en
veeg eventuele inkt weg met een
zachte, droge pluisvrije doek.
Invoerrollen voor papier
reinigen B
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
b Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact en open aan de achterzijde
van de machine de klep ter verwijdering
van vastgelopen papier (1).
c Reinig de invoerrollen voor papier (1)
met schoonmaakalcohol op een
wattenstaafje.
d Sluit de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier.
Controleer of de klep goed gesloten is.
e Plaats de papierlade stevig terug in de
machine.
f Sluit het stroomsnoer weer aan.
1
1
1
Problemen oplossen en routineonderhoud
111
B
De printkop reinigen B
De printkop wordt automatisch gereinigd,
zodat de afdrukkwaliteit optimaal blijft. Als de
afdrukkwaliteit te wensen overlaat, kunt u het
reinigingsproces handmatig starten.
Als er op de afgedrukte pagina's een
horizontale streep door tekst of grafisch werk
loopt, of delen ontbreken, dient u de printkop
en de inktcartridges te reinigen. U kunt alleen
Zwart, drie kleuren tegelijk
(Geel/Cyaan/Magenta), of alle vier kleuren
tegelijk reinigen.
Bij het reinigen van de printkop wordt inkt
verbruikt. Wanneer de kop te vaak wordt
gereinigd, wordt er onnodig inkt verbruikt.
BELANGRIJK
Raak de printkop NIET aan. Als u de
printkop aanraakt, kan hij blijvend worden
beschadigd en kan de garantie erop
vervallen.
a Druk op Menu, 8, 2.
b Druk op a of b om Zwarte inkt,
Kleur of Allemaal te selecteren.
Druk op OK.
De machine begint de printkop te
reinigen. Nadat het reinigen is voltooid,
zal de machine automatisch weer
overschakelen op Stand-by.
Opmerking
Wanneer u de printkop minimaal vijf keer
hebt gereinigd en de afdruk niet is
verbeterd, probeer dan om het probleem
te verhelpen door voor elke kleur
waarmee u problemen ondervindt, een
nieuwe originele inktcartridge van Brother
te installeren. Reinig de printkop
vervolgens opnieuw maximaal vijf keer.
Als de kwaliteit dan nog niet verbeterd is,
neemt u contact op met uw Brother-
dealer.
De afdrukkwaliteit
controleren B
Als er fletse of gestreepte kleuren en tekst
verschijnen op uw uitvoer, kunnen enkele
spuitmondjes verstopt zijn. U kunt dit
controleren door de Testpagina
afdrukkwaliteit te printen en naar het patroon
van de spuitmondjes te kijken.
a Druk op Menu, 8, 1.
b Druk op a of b om Printkwaliteit te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Kleur Start.
De machine begint de Testpagina
afdrukkwaliteit te printen.
d Controleer de kwaliteit van de vier
kleurenblokken op het vel.
Kwaliteit OK?
1.Ja 2.Nee
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer alle lijnen duidelijk en
zichtbaar zijn, drukt u op 1 om Ja te
kiezen en gaat u naar stap i.
Als er zoals hieronder afgebeeld
korte stukken lijn ontbreken, drukt u
op 2 om Nee te kiezen.
f U wordt gevraagd of de afdrukkwaliteit
voor zwart en drie kleuren in orde is.
Zwart OK?
1.Ja 2.Nee
Druk op 1 (Ja) of 2 (Nee).
OK Niet OK
112
g U wordt gevraagd of u wilt beginnen met
reinigen.
Reinigen starten
1.Ja 2.Nee
Druk op 1 (Ja).
De machine begint de printkop te
reinigen.
h Druk na het reinigen op Kleur Start.
De machine zal nu de Testpagina
afdrukkwaliteit nogmaals afdrukken en
vervolgens terugkeren naar stap d.
i Druk op Stop/Eindigen.
Als u deze procedure minimaal vijf keer
herhaalt, en de afdrukkwaliteit nog
steeds slecht is, vervang dan de
inktcartridge voor de geklonterde kleur.
Na het vervangen van de inktcartridge,
de afdrukkwaliteit controleren. Als het
probleem niet is verholpen, moet u het
reinigen van de printkop en de
afdrukprocedures minimaal vijf keer
herhalen voor de nieuwe inktcartridge.
Als er dan nog inkt ontbreekt, neemt u
contact op met uw Brother-dealer.
BELANGRIJK
Raak de printkop NIET aan. Als u de
printkop aanraakt, kan hij blijvend worden
beschadigd en kan de garantie erop
vervallen.
Opmerking
De uitlijning controleren B
Het kan zijn dat u de uitlijning moet afstellen
na het transport van de machine, of als de
afgedrukte tekst vlekkerig is of de
afbeeldingen flets zijn.
a Druk op Menu, 8, 1.
b Druk op a of b om Instel kantlijn
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Mono Start of Kleur Start.
De machine begint de
Uitlijningscontrolepagina af te drukken.
Kantlijn OK?
1.Ja 2.Nee
d Controleer de testafdrukken voor
600 dpi en 1.200 dpi om te zien of
nummer 5 het beste overeenkomt met
nummer 0.
Als nummer 5 van beide
testafdrukken (600 dpi en 1.200 dpi)
het meest overeenkomt met
nummer 0, drukt u op 1 (Ja) om de
uitlijningscontrole te voltooien en
gaat u naar stap g.
Als een andere testafdruk beter
overeenkomt voor 600 dpi of
1.200 dpi, drukt u op 2 (Nee) om het
nummer van de betreffende
testafdruk te kiezen.
e Druk voor 600 dpi op het nummer (1-8)
van de testafdruk die het meest
overeenkomt met nummer 0.
Pas 600dpi aan
Beste kiezen#5
f Druk voor 1.200 dpi op het nummer
(1-8) van de testafdruk die het meest
overeenkomt met nummer 0.
Pas 1200dpi aan
Beste kiezen#5
g Druk op Stop/Eindigen.
i
Als een
spuitmondje van
een printkop
verstopt is, ziet
het geprinte
voorbeeld er zo
uit.
Nadat het
spuitmondje van
de printkop
gereinigd is, zijn
de horizontale
strepen
verdwenen.
Problemen oplossen en routineonderhoud
113
B
Het inktvolume controleren B
U kunt de inkt links in de cartridge
controleren.
a Druk op Menu, 8, 3.
b Op het LCD-scherm wordt het
inktvolume weergegeven.
c Druk op a of b om de kleur te selecteren
die u wilt controleren.
d Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt het inktniveau vanaf uw computer
controleren. (Zie Afdrukken voor
Windows
®
of Afdrukken en faxen voor
Macintosh in de Softwarehandleiding op
de cd-rom.)
Informatie over de
machine
B
Het serienummer controleren B
U kunt het serienummer van de machine
nakijken op het scherm.
a Druk op Menu, 7, 1.
1.Serienummer
XXXXXXXXX
b Druk op Stop/Eindigen.
Resetfuncties B
De volgende resetfuncties zijn beschikbaar:
1 Netwerk
Hiermee kunt u de fabrieksinstellingen
van de printserver, zoals de IP-
adresgegevens, herstellen.
2 Snelkiez.&fax
Met snelkiezen reset u de volgende
instellingen:
Snelkiezen
(Snelkiezen en groepen instellen)
Stations-ID
(Naam en nummer)
Rapportinstellingen
(Verzendrapport, snelkieslijst en
faxjournaal)
3 Alle instell.
Hiermee kunt u alle fabrieksinstellingen
van de machine herstellen.
Brother raadt u dringend aan deze
bewerking uit te voeren wanneer u de
machine van de hand doet.
Opmerking
Ontkoppel de interfacekabel voordat u
Netwerk of Alle instell. selecteert.
114
De machine resetten B
a Druk op Menu, 0, 7.
b Druk op a of b om de gewenste
resetfunctie te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op 1.Herstel of 2.Stop.
d Druk op 1 om te bevestigen.
De machine inpakken
en vervoeren
B
Gebruik het oorspronkelijke
verpakkingsmateriaal van de machine
wanneer u de machine transporteert. Volg de
onderstaande instructies om uw machine
goed te verpakken. Schade aan de machine
die wordt veroorzaakt tijdens het transport
valt niet onder uw garantie.
BELANGRIJK
Het is belangrijk dat u de machine na een
afdruktaak de printkop laat ‘parkeren’.
Luister goed naar de machine alvorens
deze los te koppelen, om te controleren of
alle mechanische geluiden zijn gestopt.
Indien u de machine dit parkeerproces
niet laat voltooien, kan dit leiden tot
afdrukproblemen en mogelijke schade
aan de printkop.
a Open het deksel van de inktcartridge.
b Druk op de ontgrendelingshendel om de
inktcartridge te ontgrendelen en
verwijder alle inktcartridges. (Zie De
inktcartridges vervangen
op pagina 106.)
c Breng de groene bescherming aan en
sluit het kapje van de cartridge.
Problemen oplossen en routineonderhoud
115
B
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat u de plastic lipjes aan
beide zijden van de groene
bescherming (1) goed op hun plaats (2)
klikt.
Als u de groene bescherming niet kunt
vinden, mag u de inktcartridges NIET
verwijderen als u de machine gaat
vervoeren. Het is van essentieel belang
dat tijdens het vervoeren van de machine
de groene bescherming is geplaatst of de
inktcartridges op hun plaats zitten. Als u
zich niet aan dit voorschrift houdt, kan de
machine schade oplopen en de garantie
vervallen.
d Ontkoppel de machine van de
wandcontactdoos voor de telefoon en
trek de stekker van het telefoonsnoer uit
de machine.
e Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
f Gebruik beide handen en de plastic
lipjes aan beide zijden van de machine
om het scannerdeksel op te tillen, totdat
deze in de open stand vergrendeld is.
Koppel vervolgens de interfacekabel los
van de machine (indien aangesloten).
g Breng het scannerdeksel omhoog ( )
om de vergrendeling op te heffen. Druk
de steun van het scannerdeksel
voorzichtig omlaag ( ) en sluit het
scannerdeksel ( ).
h Verpak de machine in de plastic zak.
1
2
2
1
3
116
i Verpak de machine en de gedrukte
materialen met het originele
verpakkingsmateriaal in de originele
doos, zoals hieronder afgebeeld. Plaats
de gebruikte inktcartridges niet in de
doos.
j Sluit de doos en maak deze dicht met
verpakkingstape.
117
C
C
Programmeren op het
scherm
C
Uw machine is zodanig ontworpen dat deze
eenvoudig via het LCD-scherm kan worden
geprogrammeerd met behulp van de
menutoetsen. Programmeren via het scherm
is uiterst eenvoudig en helpt u alle functies
van uw machine optimaal te benutten.
Op het scherm worden stapsgewijze
aanwijzingen weergegeven om u te helpen
uw machine te programmeren. U hoeft alleen
de aanwijzingen op te volgen die u door de
menuselecties en de programmeeropties
leiden.
Menutabel C
U kunt uw machine programmeren aan de
hand van de menutabel die begint op
pagina 119. Op deze pagina's worden de
menuselecties en -opties opgesomd.
Druk op Menu en dan op de menunummers
om uw machine te programmeren.
Opslag in geheugen C
Zelfs in geval van een stroomstoring gaan uw
menu-instellingen niet verloren omdat deze
permanent zijn opgeslagen. Tijdelijke
instellingen (zoals contract, internationale
modus) gaan wel verloren. Wellicht moet u de
datum en de tijd resetten.
Menutoetsen C
Menu en functies C
Het menu openen.
Naar het volgende menuniveau
gaan.
Een optie accepteren.
Naar het vorige menuniveau
gaan.
Een onjuiste letter wissen
wanneer u tekst in de machine
moet invoeren.
Door het huidige menuniveau
bladeren.
Naar het vorige menuniveau
gaan.
Het menu sluiten of de huidige
bewerking stoppen.
118
De modus Menu openen:
a Druk op Menu.
b Selecteer een optie.
Druk op 1 voor het algemeen
instelmenu.
Druk op 2 voor het Faxmenu.
Druk op 3 voor het Kopieermenu.
Druk op 0 voor de begininstellingen.
U kunt sneller door elk menuniveau
bladeren door op a of b te drukken voor
de gewenste richting.
c Druk op OK wanneer die optie op het
LCD-scherm weergegeven wordt.
Op het LCD-scherm wordt dan het
volgende menuniveau weergegeven.
d Druk op a of b om naar uw volgende
menukeuze te bladeren.
e Druk op OK.
Wanneer u klaar bent met het instellen
van een optie, wordt op het LCD-scherm
Geaccepteerd weergegeven.
f Druk op Stop/Eindigen.
Menu en functies
119
C
Menutabel C
De menutabel helpt u de menuselecties en -opties te begrijpen die u in de programma's van de
machine tegenkomt. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Kiezen & OK Kiezen & OK om te
accepteren
om af te
sluiten
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen
Pagina
1.
Standaardinst.
1.
Tijdklokstand
0 Sec.
30 Sec.
1Min
2 Min.*
5 Min.
Uit
Hiermee kunt u de tijd
instellen om terug te keren
naar de faxmodus.
22
2.
Papiersoort
Normaal Papier*
Inkjet papier
Brother BP71
Glossy anders
Transparanten
Hiermee kunt u de
papiersoort in de
papierlade instellen.
23
3.
Papierformaat
A4*
A5
10x15cm
Letter
Legal
Hiermee kunt u het
papierformaat in de
papierlade instellen.
23
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
120
1.
Standaardinst.
(Vervolg)
4.Volume 1. Belvolume Uit
Laag
Half*
Hoog
Hiermee kunt u het
belvolume aanpassen.
23
2.Waarsch.toon Uit
Laag*
Half
Hoog
Hiermee kunt u het
volume van de
waarschuwingstoon
aanpassen.
23
3.Luidspreker Uit
Laag
Half*
Hoog
Hiermee kunt u het
volume van de luidspreker
aanpassen.
24
5.
Aut. zomertijd
Aan*
Uit
De zomertijd wordt
automatisch ingesteld.
24
6.
LCD-contrast
Licht
Donker*
Hiermee stelt u het
contrast van het LCD-
scherm af.
25
7.Slaapstand 1 Min
2 Min.
3 Min.
5 Min.*
10 Min.
30 Min.
60 Min.
Hiermee kunt u selecteren
na hoeveel tijd de
machine bij inactiviteit in
de slaapstand wordt
gezet.
25
2.Fax 1.
Ontvangstmenu
(Alleen in
faxmodus)
1.
Bel Vertraging
00
01
02*
03
04
05
06
De belvertraging bepaalt
hoe vaak de telefoon
overgaat voordat de
machine opneemt in de
modus Alleen fax of
Fax/telefoon.
38
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen
Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
121
C
2.Fax
(Vervolg)
1.
Ontvangstmenu
(Alleen in
faxmodus)
(Vervolg)
2.F/T Beltijd 20Sec.
30Sec.*
40Sec.
70Sec.
Hiermee stelt u het F/T
dubbele belsignaal in de
modus Fax/telefoon in.
38
3.
Fax Waarnemen
Aan*
Uit
Hiermee worden faxen
automatisch ontvangen
wanneer u een oproep
beantwoordt en de
faxtoon hoort.
39
4.Afstandscode Aan* (l51, #51)
Uit
U kunt alle oproepen op
een tweede of extern
toestel aannemen en
deze codes gebruiken om
de machine in- of uit te
schakelen. U kunt deze
codes wijzigen.
45
5.
Auto reductie
Aan*
Uit
Hiermee wordt het
formaat van inkomende
faxen verkleind.
39
2.
Verzendmenu
(Alleen in
faxmodus)
1.Contrast Auto*
Licht
Donker
Hiermee kunt u de faxen
die u verzendt lichter of
donkerder maken.
33
2.Faxresolutie Standaard*
Fijn
Super Fijn
Foto
Hiermee stelt u de
standaardresolutie voor
uitgaande faxen in.
33
3.
Direct Verzend
Alleen volg.fax
Aan
Uit*
Hiermee verzendt u een
fax zonder het geheugen
te gebruiken.
34
4.
Internationaal
Aan
Uit*
Als u problemen hebt met
het internationaal
verzenden van faxen, zet
u deze optie op Aan.
35
0.
GlasplScanform
A4*
Letter
Hiermee past u het
scangebied van de
glasplaat aan het
documentformaat aan.
31
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen
Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
122
2.Fax
(Vervolg)
3.
Kies rapport
1.Verzendrapp. Aan
Aan+Beeld
Uit*
Uit+Beeld
Hiermee stelt u de
begininstellingen voor het
verzendrapport en het
faxjournaal in.
49
2.
Journaal tijd
Uit
Na 50 faxen*
Elke 6 uur
Elke 12 uur
Elke 24 uur
Elke 2 dagen
Elke 7 dagen
50
4.Rest. jobs Hiermee kunt u
controleren welke taken in
het geheugen zijn
opgeslagen en kunt u
geselecteerde taken
annuleren.
32
0.Diversen 1. Verzendslot Hiermee voorkomt u dat
niet bevoegde gebruikers
de huidige instellingen
van de machine kunnen
wijzigen.
26
2.Beller ID Aan*
Uit
Toon telefoonnrs
Print rapport
Hiermee kunt u de
opgeslagen gegevens
van de laatste 30 bellers
bekijken of afdrukken.
41
3.Kopie 1.Kwaliteit Snel
Norm*
Fijn
Hiermee kiest u de
kopieerresolutie voor uw
type document.
54
2.Helderheid -nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
Hiermee kunt de
helderheid van kopin
aanpassen.
57
3.Contrast -nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
Hiermee kunt het contrast
van kopin aanpassen.
57
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen
Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
123
C
4.
Fotocapture
1.
Printkwaliteit
Norm
Foto*
Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit kiezen.
66
2.
Papiersoort
Normaal Papier
Inkjet papier
Brother BP71
Glossy anders*
Hiermee kunt het papier
en de papiersoort kiezen.
66
3.
Papierformaat
10x15cm*
13x18cm
Letter
A4
Hiermee kunt u het
papierformaat kiezen.
66
4.
Afm. afdruk
8x10cm
9x13cm
10x15cm
13x18cm
15x20cm
Max. afmetingen
*
Hiermee kunt u het
afdrukformaat kiezen.
(Wordt weergegeven
wanneer u A4 of Letter
gekozen hebt in het menu
Papierformaat.)
67
5.Helderheid -nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
Hiermee kunt u de
helderheid instellen.
67
6.Contrast -nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
Hiermee kunt u het
contrast instellen.
67
7.
Bijsnijd(crop)
Aan*
Uit
Hiermee kunt u de
afbeelding rond de marge
bijsnijden ter aanpassing
aan het papierformaat of
het afdrukformaat. Zet
deze functie uit wanneer u
hele afbeeldingen wilt
afdrukken of ongewenst
bijsnijden wilt vermijden.
67
8.
Zonder rand
Aan*
Uit
Hiermee wordt het
afdrukgebied uitgebreid
naar de randen van het
papier.
67
9.
Datum afdr.
Aan
Uit*
Hiermee kunt u de datum
op foto's laten afdrukken.
68
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen
Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
124
4.
Fotocapture
(Vervolg)
0.naar media 1.Kwaliteit
200x100 dpi Z&W
200 dpi Z&W
150 dpi 16kl*
300 dpi 16kl
600 dpi 16kl
Hiermee kiest u de
scanresolutie voor uw
type document.
69
2.Z/W BestType TIFF*
PDF
Hiermee selecteert u het
standaardbestandsformaat
voor zwart scannen.
69
3.
KleurBest.Type
PDF*
JPEG
Hiermee selecteert u het
standaardbestandsformaat
voor kleuren scannen.
69
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen
Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
125
C
Menu Netwerk (MFC-253CW, MFC-255CW en MFC-257CW) C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen
5.Netwerk 1.TCP/IP 1.
BOOT Method
Auto*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Selecteert de
opstartmethode die
het beste aan uw
eisen voldoet.
2.IP Address [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het IP-adres in.
3.
Subnet Mask
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het
subnetmasker in.
4.Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres van
de gateway in.
5.
Knooppunt naam
BRWXXXXXXXXXXXX
Voer de
knooppuntnaam in.
6.
WINS Config
Autom.*
Statisch
Selecteert de WINS-
configuratiemodus.
7.
WINS Server
(Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het IP-
adres van de
primaire of
secundaire server.
8.DNS Server
(Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het IP-
adres van de
primaire of
secundaire server.
9.APIPA Aan*
Uit
Wijst automatisch
het IP-adres toe van
het link-local
adresbereik.
Zie Netwerkhandleiding op de cd-rom.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
126
5.Netwerk
(Vervolg)
2.
Inst. Wizard
U kunt uw
printserver
configureren.
3.
SES/WPS/AOSS
U kunt uw draadloze
netwerkinstellingen
gemakkelijk
configureren met
één druk op de knop.
4.
WPS m/pincode
U kunt uw draadloze
netwerkinstellingen
gemakkelijk
configureren met
WPS en een
pincode.
5.Status WLAN 1.S tatus U kunt de huidige
status van het
draadloze netwerk
raadplegen.
2.Signaal U kunt de huidige
signaalsterkte van
het draadloze
netwerk raadplegen.
3.SSID U kunt de huidige
SSID raadplegen.
4.
Comm. Modus
U kunt de huidige
communicatiemodus
raadplegen.
6.MAC-adres U kunt het MAC-
adres van uw
machine raadplegen
op het
bedieningspaneel.
7.
WLAN Activeren
——Aan
Uit*
Hiermee kunt u de
draadloze
netwerkaansluiting
gebruiken.
0.
Netw. resetten
Hiermee herstelt u
alle
fabrieksinstellingen
van de
netwerkinstellingen.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen
Zie Netwerkhandleiding op de cd-rom.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
127
C
(MFC-295CN)
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen
5.Netwerk 1.TCP/IP 1.
BOOT Method
Auto*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Selecteert de
opstartmethode die
het beste aan uw
eisen voldoet.
2.IP Address [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het IP-adres
in.
3.
Subnet Mask
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het
subnetmasker in.
4.Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres van
de gateway in.
5.
Knooppunt naam
BRNXXXXXXXXXXXX
Voer de
knooppuntnaam in.
6.
WINS Config
Autom.*
Statisch
Selecteert de
WINS-
configuratiemodus.
7.
WINS Server
(Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het IP-
adres van de
primaire of
secundaire server.
8.DNS Server
(Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het IP-
adres van de
primaire of
secundaire server.
9.APIPA Aan*
Uit
Wijst automatisch
het IP-adres toe
van het link-local
adresbereik.
Zie Netwerkhandleiding op de cd-rom.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
128
5.Netwerk
(Vervolg)
2.Ethernet ——Automatisch*
100B-FD
100B-HD
10B-FD
10B-HD
Selecteert de
Ethernet-
linkmodus.
3.MAC-adres U kunt het
MAC-adres van uw
machine
raadplegen op het
bedieningspaneel.
0.
Netw. resetten
——
Hiermee herstelt u
alle
fabrieksinstellingen
van de
netwerkinstellingen.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen
Zie Netwerkhandleiding op de cd-rom.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
129
C
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen
Pagina
6.
Print lijsten
1.
Verzendrapport
Hiermee drukt u een
verzendrapport van uw
laatste verzending af.
50
2.Help Hiermee drukt u de
Helplijst af met informatie
over hoe u snel uw
machine kunt
programmeren.
50
3.Kieslijst Geeft een lijst in
numerieke volgorde weer
met namen en
telefoonnummers die in
het snelkiesgeheugen
opgeslagen zijn.
50
4.Fax Journaal
Geeft een overzicht weer
met informatie over de
laatste inkomende en
uitgaande faxen.
(TX betekent Transmit
(verzenden))
(RX betekent Receive
(ontvangen))
50
5.
Gebruikersinst
Drukt een lijst met uw
instellingen af.
50
6.
Netwerk Conf.
Een lijst met uw
netwerkinstellingen.
50
7.
Machine-info
1.
Serienummer
Voor het controleren van
het serienummer van uw
machine.
113
8.Inktbeheer 1.Testafdruk Printkwaliteit
Instel kantlijn
Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit of uitlijning
controleren.
111
2.Reinigen Zwarte inkt
Kleur
Allemaal
Hiermee kunt u de
printkop reinigen.
111
3.Inktvolume Hiermee kunt u
controleren hoeveel inkt
beschikbaar is.
113
Zie Netwerkhandleiding op de cd-rom.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
130
0.
Stand.instel.
1.
Ontvangstmodus
Alleen Fa x*
Fax/Telefoon
Ext. TEL/ANT
Handmatig
Hiermee kiest u de
ontvangstmodus die het
beste aan uw behoeften
voldoet.
36
2.Datum&Tijd De datum en de tijd
worden op het LCD-
scherm en op de
kopteksten van
verzonden faxen
weergegeven.
Raadpleeg
de
Installatie-
handleiding.
3.
Stations-ID
Fax:
Naam:
Hiermee stelt u de naam
en het faxnummer in die
op elke pagina van uw fax
moeten worden afgedrukt.
4.Toon/Puls Toon *
Puls
Kies de kiesmodus.
5.Kiestoon Waarneming
Geen detectie*
Hiermee schakelt u
kiestoonherkenning in of
uit.
96
6.
Tel lijn inst
Normaal*
PBX
ISDN
Hiermee kiest u het type
telefoonlijn.
40
7.Compatibel Norm aal *
Basic(voorVoIP)
Hiermee stelt u de
equalisatie in als u
problemen hebt met
verzenden.
96
8.Reset 1.Netwerk Hiermee worden de
fabrieksinstellingen van
de printserver, zoals het
wachtwoord en de IP-
adresgegevens, hersteld.
113
2.
Snelkiez.&fax
Hiermee verwijdert u alle
opgeslagen
snelkiesnummers en
herstelt u de
fabriekinstellingen van de
stations-ID, de
snelkieslijst, het
verzendrapport en het
faxjournaal.
113
3.
Alle instell.
Hiermee worden alle
fabrieksinstellingen van
de machine hersteld.
113
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen
Pagina
Zie Netwerkhandleiding op de cd-rom.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
131
C
Tekst invoeren C
Tijdens het instellen van bepaalde menuselecties, zoals de stations-ID, moet u wellicht tekst in de
machine invoeren. Op de meeste nummertoetsen staan drie of vier letters. Op de toetsen 0, # en
l staan geen letters omdat deze toetsen voor speciale tekens worden gebruikt.
Druk het aantal keer zoals aangegeven in de referentietabel op het juiste kiesnummer om het
gewenste teken te openen.
Spaties invoegen
Als u een spatie in een faxnummer wilt invoegen, drukt u eenmaal op c tussen de cijfers. Als u
een spatie in een naam wilt invoegen, drukt u tweemaal op c tussen de letters.
Correcties aanbrengen
Als u een onjuiste letter hebt ingevoerd en deze wilt corrigeren, drukt u op d om de cursor onder
de onjuiste letter te plaatsen. Druk dan op Wis/terug. Voer het juiste teken in. U kunt ook
teruggaan en letters invoegen.
Letters herhalen
Als u een letter wilt invoeren die op dezelfde toets staat als de vorige letter, drukt u op c om de
cursor naar rechts te verplaatsen en drukt u daarna opnieuw op de toets.
Speciale tekens en symbolen
Druk op l, # of 0, en druk dan op d of c om de cursor onder het gewenste speciale teken of
symbool te plaatsen. Druk dan op OK om deze te kiezen.
Druk op
toets
eenmaal tweemaal driemaal viermaal vijfmaal
2 ABC2A
3 DEF3D
4 GH I 4G
5 JKL5J
6 MNO6M
7 PQRS7
8 TUV8T
9 WXYZ9
Druk op l voor (spatie) ! ” # $ % & ’ ( ) + , - . / m
Druk op # voor : ; < = > ? @ [ ] ^ _
Druk op 0 voor À É 0
132
D
Algemeen D
Specificaties D
Printertype Inkjet
Afdrukmethode Mono:
Kleur:
Piëzo met 94 × 1 spuitmondje
Piëzo met 94 × 3 spuitmondjes
Geheugencapaciteit 32 MB
LCD (liquid crystal display) 16 tekens × 1 regel
Stroombron AC 220 tot 240V 50/60 Hz
Stroomverbruik (MFC-253CW/255CW/257CW)
Uit: Gemiddeld 0,75 W
Slaapstand: Gemiddeld 3 W
Stand-by: Gemiddeld 4,5 W
In bedrijf: Gemiddeld 22 W
(MFC-295CN)
Uit: Gemiddeld 0,85 W
Slaapstand: Gemiddeld 3,5 W
Stand-by: Gemiddeld 6 W
In bedrijf: Gemiddeld 26 W
Afmetingen
(MFC-253CW/255CW/257CW)
(MFC-295CN)
390 mm
150 mm
365 mm
450 mm
360 mm
180 mm
375 mm
460 mm
370 mm390 mm
410 mm
Specificaties
133
D
1
Dit is afhankelijk van de omstandigheden waarin wordt afgedrukt.
Gewicht 7,3 kg (MFC-253CW/255CW/257CW)
7,9 kg (MFC-295CN)
Geluidsemissie In bedrijf:
LPAm =50 dB of minder
1
Geluidsemissie
conform ISO 9296
In bedrijf: (MFC-253CW/255CW/257CW)
L
WAd = 63,6 dB (A) (Mono)
L
WAd = 55,8 dB (A) (Kleur)
(MFC-295CN)
L
WAd = 63,6 dB (A) (Mono)
L
WAd = 55,4 dB (A) (Kleur)
Kantoorapparatuur met L
WAd boven 63,0 dB (A) is niet geschikt voor
gebruik in ruimtes waar mensen voornamelijk denkwerk verrichten.
Dergelijke apparatuur moet in aparte ruimten worden geplaatst om
geluidshinder te voorkomen.
Temperatuur In bedrijf:
Beste afdrukkwaliteit:
10 tot 35 °C
20 tot 33 °C
Vochtigheid In bedrijf:
Beste afdrukkwaliteit:
20 tot 80% (niet condenserend)
20 tot 80% (niet condenserend)
ADF (automatische
documentinvoer)
Maximaal 15 pagina's (alleen MFC-295CN)
Aanbevolen omgeving voor optimale resultaten:
Temperatuur: 20 tot 30 °C
Vochtigheid: 50 tot 70%
Papier: 80 g/m
2
134
Afdrukmedia D
1
Voor glanzend papier of transparanten raden wij u aan om de bedrukte pagina's direct nadat ze zijn uitgevoerd, uit de
uitvoerpapierlade te nemen om vlekken te voorkomen.
2
Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
3
Zie Type en formaat papier voor elke functie op pagina 17.
Papierinvoer Papierlade
Papiersoort:
Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier),
glanzend papier
1
, transparanten
12
en enveloppen
Papierformaat:
Letter, Legal, Executive, A4, A5, A6, JIS B5,
enveloppen (commercial nr.10, DL, C5, Monarch, JE4),
foto 10 × 15 cm, foto 2L 13 × 18 cm,
indexkaart en briefkaart
3
Breedte: 98 tot 215,9 mm
Lengte: 148 tot 355,6 mm
Zie Gewicht, dikte en capaciteit van papier
op pagina 18 voor meer informatie.
Maximale capaciteit papierlade:
Circa 100 vel 80 g/m
2
normaal papier
Papieruitvoer Max. 50 vel normaal papier van A4-formaat
(naar lade uitgevoerd met de bedrukte zijde naar boven)
1
Specificaties
135
D
Fax D
Compatibiliteit ITU-T Groep 3
Coderingssysteem MH/MR/MMR/JPEG
Modemsnelheid Automatische terugval
14.400 bps
Documentgrootte Breedte ADF: (MFC-295CN)
148 tot 215,9 mm
Lengte ADF: (MFC-295CN)
148 tot 355,6 mm
Breedte glasplaat: max. 215,9 mm
Lengte glasplaat: max. 297 mm
Scanbreedte 208 mm
Afdrukbreedte 208 mm
Grijstinten 256 niveaus
Contrastregeling Automatisch/Licht/Donker
(handmatige instelling)
Resolutie Horizontaal 8 dots/mm
Verticaal
Standaard
3,85 lijnen/mm (Mono)
7,7 lijnen/mm (Kleur)
Fijn
7,7 lijnen/mm (Mono/Kleur)
Foto
7,7 lijnen/mm (Mono)
Superfijn
15,4 lijnen/mm (Mono)
Snelkiezen 40 stations
Groepen Maximaal 6
136
1
Alleen monochroom
2
‘Pagina’s verwijst naar de ‘Brother Standard Chart No. 1’ (een standaardzakenbrief, standaardresolutie, MMR-code).
Specificaties en gedrukt materiaal kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
3
‘Pagina’s verwijst naar de ‘ITU-T Test Chart #1’ (een standaardzakenbrief, standaardresolutie, MMR-code).
Specificaties en gedrukt materiaal kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Groepsverzenden
1
90 stations
Automatisch opnieuw kiezen 3 keer met tussenpozen van 5 minuten
Belvertraging 0, 1, 2, 3, 4, 5 of 6 belsignalen
Bron van communicatie Standaard openbaar telefoonnetwerk (PSTN)
Verzenden vanuit het
geheugen
Maximaal 200
2
/170
3
pagina's
Ontvangst zonder papier
Maximaal 200
2
/170
3
pagina's
Specificaties
137
D
Kopiëren D
Kleur/Monochroom Ja/Ja
Documentgrootte Breedte ADF: (MFC-295CN)
148 tot 215,9 mm
Lengte ADF: (MFC-295CN)
148 tot 355,6 mm
Breedte glasplaat: max. 215,9 mm
Lengte glasplaat: max. 297 mm
Meerdere kopieën Stapelt maximaal 99 pagina's
Sorteert maximaal 99 pagina's (alleen monochroom) (alleen
MFC-295CN)
Vergroten/verkleinen 25% tot 400% (in stappen van 1%)
Resolutie (Monochroom)
Kan maximaal 1.200 × 1.200 dpi scannen
Kan maximaal 1.200 × 1.200 dpi afdrukken
(Kleur)
Kan maximaal 600 × 1.200 dpi scannen
Kan maximaal 600 × 1.200 dpi afdrukken
138
PhotoCapture Center™ D
Opmerking
Alleen modellen MFC-253CW, MFC-255CW en MFC-257CW ondersteunen geheugenkaarten.
1
Geheugenkaarten, adapters en USB-flashstations zijn niet inbegrepen.
2
16 MB tot 2 GB
3
4 GB tot 16 GB
4
xD-Picture Card™ conventionele kaart van 16 MB tot 512 MB
xD-Picture Card™ Type M van 256 MB tot 2 GB
xD-Picture Card™ Type M
+
1GB en 2GB
xD-Picture Card™ Type H van 256 MB tot 2 GB
5
USB 2.0-standaard
USB-massaopslagklasse van 16 MB tot 32 GB
Ondersteunde indeling: FAT12/FAT16/FAT32
6
Progressief JPEG-formaat wordt niet ondersteund.
7
Zie Type en formaat papier voor elke functie op pagina 17.
Beschikbare media
1
Memory Stick™ (16 MB - 128 MB)
Memory Stick PRO(256 MB - 16 GB)
Memory Stick Duo™ met adapter (16 MB - 128 MB)
Memory Stick Micro (M2™) met adapter
SD
2
SDHC
3
miniSD met adapter
microSD met adapter
xD-Picture Card™
4
USB-flashstation
5
(MFC-295CN)
Resolutie Max. 1.200 × 2.400 dpi
Bestandsextensie
(Mediaformaat) DPOF (versie 1.0, versie 1.1), Exif DCF (tot versie 2.1)
(Afbeeldingsformaat)
Foto's afdrukken: JPEG
6
Scannen naar media: JPEG, PDF (Kleur)
TIFF, PDF (Mono)
Aantal bestanden Maximaal 999 bestanden
(De map op een geheugenkaart of op een USB-flashstation
wordt ook meegeteld.)
Map Het bestand moet op het 4e mapniveau van de geheugenkaart
of van het USB-flashstation zijn opgeslagen.
Zonder rand
Letter, A4, foto 10 × 15 cm, foto 2L 13 × 18 cm
7
Specificaties
139
D
PictBridge (alleen MFC-295CN) D
Compatibiliteit Ondersteunt de PictBridge-norm CIPA DC-001 van de
Camera & Imaging Products Association
Ga naar http://www.cipa.jp/pictbridge
voor meer informatie
Interface PictBridge(USB)-poort
140
Scanner D
1
Ga naar http://solutions.brother.com voor de meest recente driverupdates voor uw Mac OS X.
2
In deze gebruikershandleiding duidt Windows
®
XP op de volgende besturingssystemen: Windows
®
XP Home Edition,
Windows
®
XP Professional en Windows
®
XP Professional x64 Edition.
3
Scannen met maximaal 1.200 × 1.200 dpi bij gebruik van de WIA-driver voor Windows
®
XP en Windows Vista
®
(resolutie tot max. 19.200 × 19.200 dpi kan worden gekozen met het scannerhulpprogramma van Brother)
Kleur/Monochroom Ja/Ja
TWAIN-compatibel
Ja (Windows
®
2000 Professional/Windows
®
XP/
Windows
®
XP Professional x64 Edition/Windows Vista
®
)
Mac OS X 10.3.9 - 10.4.x - 10.5.x
1
WIA-compatibel
Ja (Windows
®
XP
2
/Windows Vista
®
)
Kleurintensiteit 36-bits kleurverwerking (invoer)
24-bits kleurverwerking (uitvoer)
(Daadwerkelijke invoer: 30-bits kleur/Daadwerkelijke uitvoer:
24-bits kleur)
Resolutie
Max. 19.200 × 19.200 dpi (geïnterpoleerd)
3
Max. 1.200 × 2.400 dpi (optisch)
Scansnelheid Mono: Max. 3,44 sec.
Kleur: Max. 4,83 sec.
(A4-formaat in 100 × 100 dpi)
Documentgrootte Breedte ADF (MFC-295CN): 148 tot 215,9 mm
Lengte ADF (MFC-295CN): 148 tot 355,6 mm
Breedte glasplaat: Max. 215,9 mm
Lengte glasplaat: Max. 297 mm
Scanbreedte Max. 210 mm
Grijstinten 256 niveaus
Specificaties
141
D
Printer D
1
Alleen afdrukken via een netwerk.
2
Ga naar http://solutions.brother.com voor de meest recente driverupdates voor uw Mac OS X.
3
Gebaseerd op het standaardpatroon van Brother.
A4-formaat in conceptmodus.
4
Als u de functie Zonder rand inschakelt.
5
Zie Type en formaat papier voor elke functie op pagina 17.
Printerdriver
Windows
®
2000 Professional/Windows
®
XP/
Windows
®
XP Professional x64 Edition/
Windows Vista
®
/Windows Server
®
2003
1
/
Windows Server
®
2003 x64 Edition
1
/
Windows Server
®
2008
1
-driver met ondersteuning voor
Brother Native Compression-modus
Mac OS X 10.3.9 - 10.4.x - 10.5.x
2
: Brother-inktdriver
Resolutie Max. 1.200 × 6.000 dpi
1.200 × 2.400 dpi
1.200 × 1.200 dpi
600 × 1.200 dpi
600 × 600 dpi
600 × 300 dpi
600 × 150 dpi (Kleur)
450 × 150 dpi (Mono)
Afdruksnelheid (MFC-253CW/255CW/257CW)
Mono: max. 30 pagina's/minuut
3
Kleur: max. 25 pagina's/minuut
3
(MFC-295CN)
Mono: max. 33 pagina's/minuut
3
Kleur: max. 27 pagina's/minuut
3
Afdrukbreedte
204 mm (210 mm)
4
(A4-formaat)
Zonder rand Letter, A4, A6, foto 10 × 15 cm, foto 2L 13 × 18 cm,
indexkaart, briefkaart 1
5
142
Interfaces D
1
Uw machine heeft een full-Speed USB 2.0-interfacekabel. Deze interface is compatibel met Hi-Speed USB 2.0; de
maximumsnelheid voor gegevensoverdracht is echter 12 Mbits/s. De machine kan ook worden aangesloten op een
computer met een USB 1.1-interface.
2
USB-poorten van andere merken worden voor Macintosh niet ondersteund.
3
Zie Netwerk (LAN) op pagina 145 en Netwerkhandleiding voor gedetailleerde netwerkspecificaties.
USB
1
2
Een USB 2.0-interfacekabel van maximaal 2 m.
LAN-kabel
3
(MFC-295CN)
Ethernet UTP-kabel van categorie 5 of hoger.
Draadloos LAN
(MFC-253CW/255CW/
257CW)
Uw machine ondersteunt draadloze IEEE 802.11b/g-communicatie
met uw draadloze LAN-netwerk. Hierbij wordt gebruikgemaakt van
infrastructuurmodus of een peer-to-peerverbinding in ad-hocmodus.
Specificaties
143
D
Vereisten voor de computer D
ONDERSTEUNDE BESTURINGSSYSTEMEN EN SOFTWAREFUNCTIES
Computerplatform &
besturingssysteemversie
Ondersteunde
pc-
softwarefuncties
Pc-
interface
Minimale
processorsnelheid
Minimum-
RAM
Aanbevolen
hoeveelheid
RAM
Hardeschijfruimte
voor installatie
Drivers
Toepassingen
Windows
®
-
besturings
systeem
1
Windows
®
2000
Professional
5
Afdrukken,
PC-Fax
verzenden
4
,
Scannen,
Verwisselbare
schijf
USB,
10/100
Base-TX
(Ethernet)
(MFC-295CN),
Draadloos
802.11b/g
(MFC-253CW/
255CW/257CW)
Intel
®
Pentium
®
II
of gelijkwaardig
64 MB
256 MB 110 MB 340 MB
Windows
®
XP
Home
25
Windows
®
XP
Professional
25
128 MB 110 MB 340 MB
Windows
®
XP
Professional x64
Edition
2
64-bits (Intel
®
64
of AMD64)
ondersteunde CPU
256 MB 512 MB 110 MB 340 MB
Windows Vista
®2
Intel
®
Pentium
®
4
of gelijkwaardig
64-bits (Intel
®
64
of AMD64)
ondersteunde CPU
512 MB
1 GB
600 MB 530 MB
Windows Server
®
2003 (alleen via
netwerk afdrukken)
Afdrukken
10/100
Base-TX
(Ethernet)
(MFC-295CN),
Draadloos
802.11b/g
(MFC-253CW/
255CW/257CW)
Intel
®
Pentium
®
III
of gelijkwaardig
256 MB 512 MB
50 MB N.v.t.
Windows Server
®
2003 x64 Edition
(alleen via netwerk
afdrukken)
64-bits (Intel
®
64
of AMD64)
ondersteunde CPU
Windows Server
®
2008 (alleen via
netwerk afdrukken)
Intel
®
Pentium
®
4 of
gelijkwaardig 64-bits
(Intel
®
64 of AMD64)
ondersteunde CPU
512 MB
2 GB
Macintosh-
besturings
systeem
Mac OS X
10.3.9 - 10.4.3
Afdrukken,
PC-Fax
verzenden
4
,
Scannen,
Verwisselbare
schijf
6
USB
3
,
10/100
Base-TX
(Ethernet)
(MFC-295CN)
,
Draadloos
802.11b/g
(MFC-253CW/
255CW/257CW)
PowerPC G4/G5
PowerPC G3 350 MHz
128 MB 256 MB
80 MB
400 MB
Mac OS X
10.4.4 - 10.5.x
PowerPC G4/G5
Intel
®
Core™-
processor
512 MB
1 GB
Toelichting:
1
Microsoft
®
Internet Explorer
®
5.5 of recenter.
2
Voor WIA, 1.200 × 1.200 resolutie. Met de Brother-
scannertoepassing verbetering mogelijk tot
maximaal 19.200 × 19.200 dpi.
3
USB-poorten van andere merken worden niet
ondersteund.
4
PC-Fax ondersteunt alleen zwart-wit.
5
PaperPort™ 11SE ondersteunt Microsoft
®
SP4 of
hoger voor Windows
®
2000, en SP2 of hoger voor
XP.
6
Verwisselbare schijf is een functie van
PhotoCapture Center™.
Voor de meest recente driverupdates gaat u naar
http://solutions.brother.com/
.
Alle handelsmerken, merk- en productnamen zijn
eigendom van de respectieve bedrijven.
144
Verbruiksartikelen D
Inkt De machine gebruikt aparte inktcartridges in Zwart, Geel, Cyaan en
Magenta die los staan van de printkopset.
Gebruiksduur van
inktcartridge
De eerste keer dat u een set inktcartridges installeert, gebruikt de
machine een hoeveelheid inkt om de inktleidingen te vullen voor
afdrukken van hoge kwaliteit. Dit is een eenmalig proces. Nadat dit
proces is uitgevoerd, gaan de cartridges die bij uw machine zijn
geleverd, minder lang mee dan standaardcartridges (65%). Met alle
daaropvolgende inktcartridges kunt u het gespecificeerde aantal
pagina’s afdrukken.
Verbruiksartikelen <Zwart> LC980BK, <Cyaan> LC980C, <Magenta> LC980M,
<Geel> LC980Y
Zwart - Ongeveer 300 pagina's
1
Geel, Cyaan en Magenta - Ongeveer 260 pagina's
1
1
Het opgegeven gemiddelde gebruik per cartridge is conform ISO/IEC 24711.
Ga naar http://www.brother.com/pageyield voor meer informatie
over het vervangen van verbruiksartikelen.
Wat is Innobella™?
Innobella™ is een assortiment verbruiksartikelen van Brother. De
naam 'Innobella™' is een samentrekking van de woorden 'innovatie'
en 'bella' (het Italiaanse woord voor 'mooi') en duidt op innovatieve
Brother-technologie die u mooie en duurzame afdrukresultaten biedt.
Brother beveelt glanzend Innobella™-fotopapier (BP71-serie) aan
voor het afdrukken van hoogwaardige foto's. Met Innobella™-inkt en
-papier maakt u in een handomdraai prachtige afdrukken.
Specificaties
145
D
Netwerk (LAN) D
1
Zie het overzicht van computervereisten op pagina 143.
2
Als u meer geavanceerde printerbeheersoftware nodig heeft, gebruikt u de meest recente versie van het
hulpprogramma Brother BRAdmin Professional, die u kunt downloaden vanaf http://solutions.brother.com
.
3
Alleen afdrukken via een netwerk.
4
Ga naar http://solutions.brother.com voor de meest recente driverupdates voor uw Mac OS X.
LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten, zodat u via het netwerk
kunt afdrukken en scannen, PC-Fax verzenden en zodat u foto's kunt
openen vanuit PhotoCapture Center
1
. De netwerkbeheersoftware
Brother BRAdmin Light
2
wordt meegeleverd.
Ondersteuning van
Windows
®
2000 Professional/Windows
®
XP/
Windows
®
XP Professional x64 Edition/Windows Vista
®
/
Windows Server
®
2003
3
/Windows Server
®
2003 x64 Edition
3
/
Windows Server
®
2008
3
Mac OS X 10.3.9 - 10.4.x - 10.5.x
4
(MFC-295CN)
Ethernet 10/100 Base-TX Auto Negotiation (bekabeld LAN-netwerk)
(MFC-253CW/255CW/257CW)
IEEE 802.11 b/g (Draadloos LAN)
Protocollen TCP/IP voor IPv4: ARP, RARP, BOOTP, DHCP,
APIPA (Auto IP), NetBIOS/WINS, LPR/LPD,
Custom Raw Port/Port9100, DNS-resolver,
mDNS, LLMNR-responder, FTP-server,
TELNET, SNMPv1, TFTP, Scannerpoort,
LLTD-responder, Webservices (afdrukken)
Netwerkbeveiliging
(MFC-253CW/255CW/
257CW)
SSID/ESSID, 128 (104) / 64 (40)-bits WEP,
WPA2-PSK (AES), WPA-PSK (TKIP/AES)
Configuratiehulpprogramma
(MFC-253CW/255CW/
257CW)
SecureEasySetup™ Ja (eenvoudige configuratie via uw
toegangspunt/router met
SecureEasySetup™-technologie)
AOSS Ja (eenvoudige configuratie via uw
toegangspunt/router met
AOSS™-technologie)
WPS Ja (eenvoudige configuratie via uw
toegangspunt/router met Wi-Fi Protected
Setup-technologie)
146
Het draadloze netwerk configureren met één druk op de knop
(MFC-253CW/255CW/257CW) D
Als uw draadloze toegangspunt ondersteuning biedt voor SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected
Setup (PBC
1
) of AOSS™, kunt u de machine gemakkelijk configureren zonder computer. Door
op een knop op uw WLAN-router/-toegangspunt en de machine te drukken kunt u de instellingen
voor het draadloze netwerk en de beveiliging configureren. In de gebruikershandleiding bij uw
WLAN-router/-toegangspunt wordt toegelicht hoe u het configuratieproces uitvoert met deze
knop.
1
Push Button Configuration (configuratie met knop)
Opmerking
Routers of toegangspunten die SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup of AOSS™
ondersteunen, zijn voorzien van de onderstaande symbolen.
Index
147
E
E
A
Aangepaste telefoonfuncties op een enkele
lijn
.............................................................93
Aansluiten
extern antwoordapparaat
......................43
extern toestel
........................................44
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)
......44
Aansluitpunten
Antwoordapparaat
................................43
ADF (automatische
documentinvoer)
............................... 19, 30
Afdrukken
afdrukgebied
.........................................14
drivers
.................................................141
foto's
.....................................................64
kwaliteit verbeteren
.............................111
op klein papierformaat
..........................13
papier vastgelopen
.............................104
problemen
...................................... 89, 91
rapport
..................................................50
resolutie
..............................................141
specificaties
........................................141
Zie de softwarehandleiding op de cd-rom.
Annuleren
taken in de wachtrij
...............................35
Antwoordapparaat
....................................43
aansluiten
.............................................43
Antwoordapparaat, extern
................. 36, 43
aansluiten
.............................................43
ontvangstmodus
...................................36
uitgaand bericht opnemen
....................43
Apple Macintosh
Zie de softwarehandleiding op de cd-rom.
Automatisch
fax ontvangen
.......................................36
Fax waarnemen
.................................39
B
Belvertraging, instellen .............................38
C
ControlCenter
Zie de softwarehandleiding op de cd-rom.
D
Direct afdrukken
vanaf een niet-PictBridge-camera
........ 73
vanaf een PictBridge-camera
............... 71
Draadloos netwerk
Zie de installatiehandleiding en
netwerkhandleiding op de cd-rom.
Draadloze telefoon
.................................. 45
E
Enveloppen .......................... 11, 12, 17, 18
Extern toestel, aansluiten
........................ 44
F
Fax waarnemen ....................................... 39
Fax, stand-alone
ontvangen
............................................ 36
aan einde van gesprek
...................... 37
Belvertraging, instellen
...................... 38
F/T-beltijd, instellen
........................... 38
Ontvangstmodus, kiezen
................... 36
problemen
................................... 89, 91
storing op de telefoonlijn
................... 96
verkleinen om op papier te
passen
............................................... 39
via een tweede toestel
................44, 45
verzenden
............................................ 30
Annuleren in het geheugen
............... 35
contrast
............................................. 33
Direct verzenden
............................... 34
faxmodus activeren
........................... 30
Groepsverzenden
.............................. 31
handmatig
......................................... 35
internationale modus
......................... 35
kleurenfax
.......................................... 31
Resolutie
........................................... 33
storing op de telefoonlijn
................... 96
via de ADF (alleen MFC-295CN)
...... 30
via de glasplaat
................................. 30
via het geheugen
(tweevoudige werking)
...................... 34
148
Fax/Tel-modus
Belvertraging
.........................................38
Code voor activeren op afstand
..... 44, 45
Code voor deactiveren op
afstand
........................................... 44, 45
oproepen aannemen op een
tweede toestel
................................ 44, 45
Faxcodes
Code voor activeren op afstand
..... 39, 44
Code voor deactiveren op
afstand
........................................... 44, 45
wijzigen
.................................................45
Faxen, vanaf de pc
Zie de softwarehandleiding op de cd-rom.
Foutmeldingen op LCD-scherm
...............97
Afdrukken Onm
.....................................97
Alleen z&w afdr.
....................................97
Communicatiefout
.................................98
Geen patroon
........................................98
Geheugen vol
................................. 35, 98
Init. Onm.
..............................................99
Inkt bijna op
.........................................101
Kan niet afdr.
.................................. 97, 99
Kan niet detect.
.....................................99
Niet toegewezen
............................ 46, 99
Papier nazien
......................................100
Reinig onm.
.........................................100
Scannen Onm.
....................................101
G
Geheugen vol, melding ..................... 35, 98
Glasplaat
gebruiken
..............................................20
reinigen
...............................................109
Grijstinten
...................................... 135, 140
Groepen voor groepsverzenden
..............48
Groepsverzenden
....................................31
groepen instellen voor
...........................48
H
Handmatig
kiezen
....................................................46
ontvangen
.............................................36
verzenden
.............................................35
Help
LCD-meldingen
...................................117
menutoetsen gebruiken
...................117
menutabel
.................................. 117, 119
Herkies/Pauze
..........................................46
I
Inktcartridges
inktstippenteller
.................................. 106
inktvolume controleren
....................... 113
vervangen
........................................... 106
Innobella™
............................................ 144
Inpakken, machine
................................ 114
K
Kiezen
een pauze
............................................. 47
Groepen
............................................... 31
handmatig
............................................. 46
toegangscodes en
creditcardnummers
.........................47, 48
Kopie Opties, kopieertoets
helderheid
............................................. 57
kwaliteit
................................................. 54
pagina lay-out
....................................... 55
papierformaat
....................................... 58
papiersoort
........................................... 58
vergroten/verkleinen
............................. 54
Kopiëren
ADF gebruiken
..................................... 19
één
....................................................... 52
kopieermodus activeren
....................... 52
meerdere
.............................................. 52
met de glasplaat
................................... 20
papier
................................................... 58
sorteren
................................................ 57
tijdelijke instellingen
.............................. 53
toets
...................................................... 53
vergroten/verkleinen
............................. 54
L
LCD (liquid crystal display) .................... 117
Contrast
................................................ 25
149
E
M
Macintosh
Zie de softwarehandleiding op de cd-rom.
Menutabel
..............................................117
Modus, activeren
Fax
........................................................30
Kopiëren
...............................................52
PhotoCapture
..........................................6
Scanmodus
.............................................6
N
Netwerk
Afdrukken
Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom.
Scannen
Zie de softwarehandleiding op de cd-rom.
Nummerweergave
....................................41
overzicht afdrukken
...............................42
overzicht bekijken
.................................42
O
Onderhoud, routine ................................106
inktcartridges vervangen
.....................106
Ontvangstmodus
......................................36
Alleen fax
..............................................36
Extern antwoordapparaat
.....................36
Fax/Telefoon
.........................................36
Handmatig
............................................36
Opslag in geheugen
...............................117
Overzicht van het bedieningspaneel
..........6
P
PaperPort™ 11SE met OCR
Zie de softwarehandleiding op de cd-rom
en Help voor PaperPort 11SE om de
procedurehandleidingen te openen.
Papier
.............................................. 15, 134
capaciteit
...............................................18
documentformaat
........................... 19, 30
formaat
........................................... 17, 23
laden
.......................................................9
soort
............................................... 17, 23
PhotoCapture Center
Afdrukinstellingen
Afdrukkwaliteit
................................... 66
Bijsnijden (crop)
................................ 67
Contrast
............................................. 67
Datum afdrukken
............................... 68
Helderheid
......................................... 67
Papiersoort en -formaat
.................... 66
Zonder rand
....................................... 67
Afdrukken in DPOF-formaat
................. 65
Datum afdrukken
.................................. 68
Memory Stick PRO™
........................... 60
Memory Stick™
.................................... 60
Scannen naar media
............................ 68
SecureDigital
........................................ 60
specificaties
........................................ 138
vanaf pc
Zie de softwarehandleiding op de cd-rom.
xD-Picture Card™
................................ 60
PictBridge
Afdrukken in DPOF-formaat
................. 72
Problemen oplossen
................................ 89
afdrukkwaliteit
.................................... 111
als u problemen heeft met
afdrukken
.......................................... 89
faxen ontvangen
................................ 92
faxen verzenden
................................ 92
inkomende oproepen
........................ 93
kopiëren
............................................ 93
netwerk
.............................................. 95
ontvangen faxen afdrukken
............... 91
PhotoCapture Center
..................... 94
scannen
............................................. 94
software
............................................. 94
telefoonlijn of verbindingen
............... 91
document vastgelopen
....................... 103
foutmeldingen op LCD-scherm
............ 97
inktvolume controleren
....................... 113
papier vastgelopen
............................. 104
Programmeren van de machine
............ 117
150
Q
Quick-Dial
Groepsnummers
groepen instellen voor
groepsverzenden
...............................48
wijzigen
..............................................47
Groepsverzenden
.................................31
groepen gebruiken
.............................31
Snelkiesnummers
gebruiken
...........................................46
instellen
..............................................47
wijzigen
..............................................47
toegangscodes en
creditcardnummers
...............................48
Zoeken
..................................................46
R
Rapporten ................................................49
afdrukken
..............................................50
Faxjournaal
...........................................50
Journaaltijd
.........................................50
Gebruikersinstellingen
..........................50
Helplijst
.................................................50
Netwerkconfiguratie
..............................50
Overzicht nummerweergave
.................42
Snelkieslijst
...........................................50
Verzendrapport
.............................. 49, 50
Reinigen
geleiderol
............................................110
invoerrollen voor papier
......................110
printkop
...............................................111
scanner
...............................................109
Resolutie
afdrukken
............................................141
faxen
...................................................135
instellen voor volgende fax
...................33
kopiëren
..............................................137
scannen
..............................................140
S
Scannen
Zie de softwarehandleiding op de cd-rom.
Serienummer
achterhalen...... Zie binnenkant frontdeksel
Slaapstand
.............................................. 25
Snelkiesnummers
instellen
................................................ 47
wijzigen
................................................. 47
Stroomstoring
........................................ 117
T
Tekst, invoeren ...................................... 131
speciale tekens
................................... 131
Telefoonlijn
aansluitingen
........................................ 43
meerdere lijnen (PBX)
.......................... 44
problemen
............................................ 91
storing
................................................... 96
Tijdelijke kopieerinstellingen
.................... 53
Toets Telefoon/intern, gebruiken
............... 6
Transparanten
.................... 15, 16, 18, 134
Tweede toestel, gebruiken
...................... 45
Tweevoudige werking
.............................. 34
V
Vastlopen
document
............................................ 103
papier
................................................. 104
Veiligheidsinstructies
............................... 84
Verbruiksartikelen
.................................. 144
Verkleinen
inkomende faxen
.................................. 39
kopieën
................................................. 54
Vervoeren, machine
.............................. 114
Verzendslot
in-/uitschakelen
.................................... 27
Volume, instellen
belsignaal
............................................. 23
luidspreker
............................................ 24
waarschuwingstoon
.............................. 23
W
Windows
®
Zie de softwarehandleiding op de cd-rom.
Bezoek ons op World Wide Web
http://www.brother.com
Deze machine is uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Plaatselijke
Brother-bedrijven of hun dealers verlenen alleen service aan machines die in hun eigen land zijn
aangekocht.
33

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Brother MFC-253CW bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Brother MFC-253CW in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 5,96 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Brother MFC-253CW

Brother MFC-253CW Installatiehandleiding - Nederlands - 40 pagina's

Brother MFC-253CW Installatiehandleiding - Deutsch - 40 pagina's

Brother MFC-253CW Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 163 pagina's

Brother MFC-253CW Installatiehandleiding - English - 40 pagina's

Brother MFC-253CW Gebruiksaanwijzing - English - 159 pagina's

Brother MFC-253CW Installatiehandleiding - Français - 40 pagina's

Brother MFC-253CW Gebruiksaanwijzing - Français - 167 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info