1883
15
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/152
Pagina verder
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Brother Laserprinter
HL-5270DN
HL-5280DW
Voor slechtzienden
Deze handleiding kan door de software
Screen Reader 'text-to-speech'
worden gelezen.
U dient eerst alle hardware in te stellen en de driver te installeren, pas dan kunt u de printer gebruiken.
Installeer de printer aan de hand van de informatie in de installatiehandleiding. In de doos vindt u een gedrukt
exemplaar.
Lees deze gebruikershandleiding aandachtig door voordat u de printer gaat gebruiken. Bewaar de cd-rom op een
veilige plaats, zodat u deze wanneer nodig snel kunt raadplegen. U kunt de handleiding op onze website
http://solutions.brother.com
als een HTML-bestand lezen, of deze direct vanaf de cd-rom lezen.
Kijk op http://solutions.brother.com
voor antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ's) en technische vragen, voor
productondersteuning en de meest recente driver-updates en hulpprogramma's.
Opmerking: De HL-5270DN is niet verkrijgbaar in de VS en Canada.
Versie 2
DUT
i
Over deze handleiding
Symbolen die in deze handleiding worden gebruikt
In deze handleiding worden de volgende aanduidingen gebruikt:
Waarschuwingen leggen uit wat u kunt doen om persoonlijk letsel te voorkomen.
Symbolen voor elektrische gevaren waarschuwen u voor eventuele elektrische schokken.
Deze symbolen wijzen u erop dat u hete oppervlakken in de machine niet mag aanraken.
Deze waarschuwingen beschrijven procedures die u moet volgen om eventuele
beschadiging van de printer en andere voorwerpen te voorkomen.
Dit symbool waarschuwt u dat bepaalde apparaten of handelingen niet compatibel met
deze printer zijn.
Opmerkingen vertellen u hoe u op een bepaalde situatie moet reageren of geven tips over
de werking van een handeling in combinatie met andere functies.
ii
Veiligheidsmaatregelen
Veilig gebruik van de printer
WAARSCHUWING
Binnen in deze printer bevinden zich elektroden waar hoge spanning op staat. Voordat u het inwendige van
de printer gaat reinigen moet u hem uitzetten en het netsnoer uit het stopcontact halen.
Hanteer de stekker NOOIT met natte handen. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen.
Nadat de printer is gebruikt, zijn sommige onderdelen in het inwendige van de printer zeer heet. Wanneer
u de voor- of achterklep van de printer openmaakt, mag u de onderdelen die in de afbeelding gearceerd
zijn NOOIT aanraken.
Binnen in de printer
(Vooraanzicht)
Met de achterklep open
(Achteraanzicht)
iii
De waarschuwingsetiketten op en rondom de fuser NIET verwijderen of beschadigen.
NOOIT een stofzuiger gebruiken om geknoeide toner op te zuigen. De toner zou binnen in de stofzuiger
vlam kunnen vatten en brand kunnen veroorzaken. Geknoeide toner moet zorgvuldig worden opgeveegd
met een droge, pluisvrije doek en in overeenstemming met plaatselijk geldende voorschriften worden
weggegooid.
NOOIT ontbrandbare stoffen in de buurt van de printer gebruiken. Dit kan namelijk brand of een elektrische
schok veroorzaken.
VOORZICHTIG
De buitenkant van de printer reinigen:
Haal de stekker van de printer uit het stopcontact.
Gebruik neutrale reinigingsmiddelen. Vluchtige middelen zoals verdunner of benzine beschadigen de
behuizing van de printer.
Gebruik NOOIT schoonmaakmiddelen die ammoniak bevatten.
iv
Handelsmerken
Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Apple, het Apple-logo, Macintosh en TrueType zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc
in de Verenigde Staten en andere landen.
Epson is een wettig gedeponeerd handelsmerk en FX-80 en FX-850 zijn handelsmerken van Seiko Epson
Corporation.
Hewlett Packard is een wettig gedeponeerd handelsmerk en HP LaserJet 6P, 6L, 5P, 5L, 4, 4L 4P, III, IIIP,
II en IIP zijn handelsmerken Hewlett-Packard Company.
IBM, IBM PC en Proprinter zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van International Business Machines
Corporation.
Windows, MS-DOS, Windows en Windows NT zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation in de VS en andere landen.
PostScript® en PostScript 3 zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
Citrix en MetaFrame zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Citrix Systems, Inc. in de Verenigde
Staten.
SuSE is een wettig gedeponeerd handelsmerk van SuSE Linux AG.
RED HAT is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Red Hat. Inc.
Mandrake is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Mandrake Soft SA.
Intel, Intel Xeon en Pentium zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
AMD, AMD Athlon, AMD Opteron en combinaties daarvan zijn handelsmerken van Advanced Micro Devices, Inc.
Java en alle handelsmerken en logo's op basis van Java zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde
handelsmerken van Sun Microsystems, Inc. in de Verenigde Staten en andere landen.
Alle andere termen, merknamen en productnamen die in deze handleiding worden gebruikt, zijn wettig
gedeponeerde handelsmerken van de desbetreffende bedrijven.
Samenstelling en publicatie
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder toezicht van Brother Industries Ltd. De nieuwste
productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade, met inbegrip van
gevolgschade, voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten,
inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
© 2005 Brother Industries Ltd.
Vervoer van de printer
Als u de printer moet vervoeren, is het raadzaam om deze zorgvuldig te verpakken; dit om eventuele
beschadiging van het apparaat te voorkomen. Wij raden u aan om het originele verpakkingsmateriaal te
bewaren en dit voor later vervoer te gebruiken. Zorg er bovendien voor dat de printer tijdens vervoer
voldoende verzekerd is.
v
Inhoudsopgave
1 Over deze printer
Wat zit er in de doos?................................................................................................................................1
Interfacekabel ......................................................................................................................................1
Vooraanzicht........................................................................................................................................2
Achteraanzicht.....................................................................................................................................3
Een plaats voor de printer kiezen ..............................................................................................................4
Elektrische voeding .............................................................................................................................4
Omgeving ............................................................................................................................................4
Netwerkfuncties .........................................................................................................................................5
2 Afdrukmethoden
Over papier ................................................................................................................................................6
Papiersoort en -formaat.......................................................................................................................6
Aanbevolen papiersoorten...................................................................................................................7
Bedrukbaar gedeelte ...........................................................................................................................9
Afdrukmethoden ......................................................................................................................................10
Afdrukken op normaal papier, briefpapier en transparanten .............................................................10
Op dik papier, etiketten en enveloppen afdrukken ............................................................................16
Tweezijdig afdrukken (duplex).................................................................................................................20
Richtlijnen bij het tweezijdig afdrukken..............................................................................................20
Handmatig tweezijdig afdrukken........................................................................................................20
Automatisch tweezijdig afdrukken .....................................................................................................22
Folder afdrukken (voor de Windows-driver) ......................................................................................24
Extra kopieën afdrukken ..........................................................................................................................25
3 Driver en software
Printerdriver .............................................................................................................................................26
Functies in de printerdriver (alleen voor Windows
®
) .........................................................................28
Functies in de BR-Script-driver (PostScript
®
3™-taalemulatie) (voor Windows
®
) ............................36
Functies in de printerdriver (voor Macintosh
®
) ..................................................................................39
De printerdriver verwijderen ..............................................................................................................42
Software ..................................................................................................................................................44
Software voor netwerken...................................................................................................................44
Omtrent de emulaties ........................................................................................................................45
Automatische emulatieselectie ..........................................................................................................45
Automatische interfaceselectie..........................................................................................................46
4 Het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel..............................................................................................................................47
Toetsen....................................................................................................................................................48
Go......................................................................................................................................................48
Job Cancel.........................................................................................................................................48
Reprint ...............................................................................................................................................49
De toets + of -....................................................................................................................................49
Back...................................................................................................................................................49
Set .....................................................................................................................................................49
vi
Data-lampje .............................................................................................................................................50
LCD-scherm.............................................................................................................................................50
Verlichting van LCD-scherm..............................................................................................................50
Meldingen op LCD-scherm................................................................................................................51
Documenten opnieuw afdrukken .......................................................................................................52
Het LCD-menu op het bedieningspaneel gebruiken..........................................................................55
Tabel met menuopties .......................................................................................................................56
Standaardinstellingen ..............................................................................................................................68
Standaardinstellingen van de printer .................................................................................................68
Standaard-netwerkinstellingen ..........................................................................................................68
5 Toebehoren
Onderste papierbak (LT-5300) ................................................................................................................69
DIMM .......................................................................................................................................................70
Soorten DIMM ...................................................................................................................................70
Extra geheugen plaatsen...................................................................................................................71
6 Routineonderhoud
De verbruiksartikelen vervangen .............................................................................................................73
Verbruiksartikelen..............................................................................................................................74
Tonercartridge ...................................................................................................................................74
Drumkit ..............................................................................................................................................79
Periodiek te vervangen onderdelen.........................................................................................................83
De printer reinigen ...................................................................................................................................84
De buitenkant van de printer reinigen................................................................................................84
De binnenkant van de printer reinigen...............................................................................................85
De coronadraad reinigen ...................................................................................................................88
7 Problemen oplossen
Uw probleem identificeren .......................................................................................................................90
Meldingen op LCD-scherm ......................................................................................................................91
Afgedrukte foutmeldingen........................................................................................................................93
Omgaan met papier .................................................................................................................................94
Vastgelopen papier verwijderen ..............................................................................................................95
VAST IN MF LADE (papier vastgelopen in de MF lade) ...................................................................96
VAST IN LADE1 / LADE2 / LADE3 (papier vastgelopen binnen in de papierlade) ...........................96
VAST: BINNENIN (papier vastgelopen binnen in de printer) ............................................................98
VAST: ACHTER (papier vastgelopen achter de achterklep) ...........................................................100
VAST: DUPLEX (papier vastgelopen in de duplexlade)..................................................................103
De afdrukkwaliteit verbeteren ................................................................................................................104
Problemen met het afdrukken verhelpen...............................................................................................110
Netwerkproblemen.................................................................................................................................111
Overige problemen ................................................................................................................................111
Bij gebruik van Macintosh
®
met USB ..............................................................................................111
Afdrukken vanuit DOS .....................................................................................................................111
BR-Script 3 ......................................................................................................................................112
A Appendix
Printerspecificaties.................................................................................................................................113
vii
Motor ...............................................................................................................................................113
Controller.........................................................................................................................................114
Software ..........................................................................................................................................115
Bedieningspaneel ............................................................................................................................115
Omgaan met papier.........................................................................................................................115
Papierspecificaties...........................................................................................................................116
Supplies...........................................................................................................................................116
Afmetingen / Gewicht ......................................................................................................................116
Diversen ..........................................................................................................................................117
Systeemvereisten ............................................................................................................................117
Belangrijke informatie bij het kiezen van papier ..............................................................................118
Symbolen- en tekensets ........................................................................................................................121
Een webbrowser gebruiken .............................................................................................................121
Lijst van symbolen- en tekensets ....................................................................................................122
Overzicht van besturingsopdrachten voor streepjescodes....................................................................124
Streepjescodes of uitgerekte tekens afdrukken...............................................................................124
B Appendix (voor Europa en andere landen)
Nummers van Brother............................................................................................................................131
Belangrijke informatie: Reguleringen.....................................................................................................132
Radiostoring (alleen voor modellen van 220-240 volt) ....................................................................132
IEC 60825-1-specificatie (alleen voor modellen van 220-240 volt) .................................................132
Interne laserstraling .........................................................................................................................133
EU Richtlijn 2002/96/EG en EN50419.............................................................................................133
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid ........................................................................................134
EG Conformiteitsverklaring..............................................................................................................135
C Appendix (voor de VS en Canada)
Brother Numbers ...................................................................................................................................137
Important information: Regulations........................................................................................................139
Federal Communications Commission (FCC) Declaration of Conformity (For USA) ......................139
Industry Canada Compliance Statement (For Canada) ..................................................................140
Laser Notices.........................................................................................................................................141
Laser Safety (110 to 120 volt model only) .......................................................................................141
FDA Regulations (110 to 120 volt model only) ................................................................................141
Internal laser radiation .....................................................................................................................141
IMPORTANT - For Your Safety .......................................................................................................142
D Index
1
1
Wat zit er in de doos?
Controleer tijdens het uitpakken van de printer dat de volgende onderdelen allemaal aanwezig zijn.
Interfacekabel
Een interfacekabel wordt niet standaard meegeleverd. U dient een interfacekabel te kopen die geschikt is
voor de interface die u gaat gebruiken (USB, parallel of netwerk).
USB-kabel
Gebruik nooit een USB-kabel die langer is dan 2 meter.
Sluit de USB-kabel niet aan op een USB-hub zonder voeding of op het toetsenbord van een Macintosh
®
.
Deze moet worden aangesloten op de USB-ingang van de computer.
USB wordt niet ondersteund onder Windows
®
95 of Windows NT
®
4.0.
Parallelle interface
Gebruik nooit een parallelle kabel die langer is dan 2 meter.
Gebruik een afgeschermde kabel die voldoet aan IEEE 1284.
Netwerkkabel
Gebruik een Straight-Through Categorie 5 (of hoger) twisted-pair kabel voor 10BASE-T of 100BASE-TX
Fast Ethernetnetwerken.
Over deze printer
Printer
CD-ROM
Installatiehandleiding
Drumkit met
tonercartridge
Netsnoer
1. Over deze printer
2
Vooraanzicht
1 Knop voor openen van voorklep
2 Bedieningspaneel
3 Steun van face-down uitvoerlade (steun)
4 Voorklep
5 Papierlade
6 Stroomschakelaar
7 Face-down uitvoerlade
8 Multifunctionele lade (MF lade)
1
2
3
4
5
6
7
8
1. Over deze printer
3
Achteraanzicht
1Achterklep
2 Duplexlade
3 Ingang voor netsnoer
4 LED's (Light Emitting Diodes)
5 10/100BASE-TX-poort
6 USB-interfaceconnector
7 Deksel van DIMM
8 Parallelle interfaceconnector
1
2
3
5
4
7
6
8
1. Over deze printer
4
Een plaats voor de printer kiezen
Lees voordat u de printer in gebruik neemt eerst de volgende informatie door.
Elektrische voeding
Gebruik de printer met de aanbevolen netspanning.
Voedingsbron: VS en Canada: 110 tot 120 volt wisselstroom, 50/60 Hz
Europa en Australië: 220 tot 240 volt wisselstroom, 50/60 Hz
Het netsnoer, inclusief eventueel verlengsnoer, mag niet langer zijn dan 5 meter.
Sluit uw printer niet aan op een stopcontact waarop reeds andere apparaten zijn aangesloten, zoals
airconditioners, kopieermachines, papiervernietigers enz. Als een gemeenschappelijk stopcontact
onvermijdelijk is, gebruik dan een spanningstransformator of een spanningsfilter.
Gebruik een spanningstabilisator als de stroomtoevoer niet stabiel is.
Omgeving
Zet de printer op een vlak, stabiel oppervlak, zoals een bureau, waar geen schokken of trillingen worden
voorgebracht.
Zet de printer in de buurt van een makkelijk toegankelijk stopcontact, zodat de stekker in noodgevallen
snel uit het stopcontact kan worden gehaald.
Vermijd extreme temperaturen en vocht. Gebruik de printer alleen binnen de volgende minimum- en
maximumwaarden.
Temperatuur: 10 °C tot 32,5 °C
Vochtigheid: 20% tot 80% (zonder condensvorming)
De printer moet in een goed geventileerde ruimte staan.
Zet de printer NIET op een plaats waar de ventilatieopening geblokkeerd wordt. Er dient een ruimte van
ongeveer 100 mm vrij te zijn tussen de ventilatieopening en de muur.
Stel de printer NIET bloot aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht of stof.
Plaats de printer NIET in de buurt van toestellen die magneten bevatten of een sterk magnetisch veld
opwekken.
Open vuur en zilte of bijtende stoffen kunnen de printer beschadigen.
Zet NIETS boven op de printer.
Zet de printer niet in de buurt van verwarmingstoestellen, airconditioners, water, chemicaliën of
koelkasten.
Houd de printer tijdens het verplaatsen altijd horizontaal.
1. Over deze printer
5
Netwerkfuncties
Deze machine van Brother kan met de ingebouwde netwerkafdrukserver in een TCP/IP-omgeving worden
gedeeld op een 10/100 MB bedraad Ethernetnetwerk of een IEEE 802.11b/802.11g draadloos
Ethernetnetwerk.
Opmerking
Als u het draadloze netwerk wilt gebruiken, moet u dit instellen volgens de instructies in de
installatiehandleiding, en de netwerkhandleiding op de meegeleverde cd-rom.
Raadpleeg de netwerkhandleiding voor nadere informatie over het netwerk.
6
2
Over papier
Papiersoort en -formaat
De printer voert papier in vanuit de geïnstalleerde papierlade of de multifunctionele lade.
Voor de papierladen worden in de printerdriver en deze handleiding de volgende namen gebruikt:
Als u deze pagina op de cd-rom bekijkt en u bij een afdrukmethode in de tabel op p klikt, gaat u rechtstreeks
naar de pagina waar de betreffende afdrukmethode wordt beschreven.
Afdrukmethoden
Papierlade Lade 1
Multifunctionele lade MF lade
Optionele onderste papierbak Lade 2 / Lade 3
Duplexlade voor automatisch tweezijdig afdrukken DX
Papiersoort Lade 1 Lade 2 / 3 MF lade DX Selecteer de
papiersoort in de
printerdriver
Normaal papier
75 g/m
2
tot 105 g/m
2
pp pp
Normaal papier
Kringlooppapier pp ppKringlooppapier
Briefpapier
Ruw papier–
60 g/m
2
tot 161 g/m
2
p
60 g/m
2
tot
105 g/m
2
p
60 g/m
2
tot
105 g/m
2
p
60 g/m
2
tot
161 g/m
2
Briefpapier
Dun papier
60 g/m
2
tot 75 g/m
2
pp pp
Dun papier
Dik papier
105 g/m
2
tot 161 g/m
2
p
Dik papier of Dikker
papier
Transparanten p
Maximaal 10 vel
A4 of Letter
p
Maximaal 10 vel
A4 of Letter
Transparanten
Etiketten p
A4 of Letter
Dikker papier
Enveloppen
p
Enveloppen
Env. Dun
Env. Dik
2. Afdrukmethoden
7
1
Het papierformaat Legal is in bepaalde regio's buiten de VS en Canada niet verkrijgbaar.
Aanbevolen papiersoorten
Controleer voordat u een grote hoeveelheid papier aanschaft eerst dat het papier geschikt is.
Gebruik normaal kopieerpapier.
Gebruik papier van 75 tot 90 g/m
2
.
Gebruik neutraal papier. Gebruik geen papier met een hoge zuurgraad of met een hoog alkaligehalte.
Gebruik langlopend papier.
Gebruik papier met een vochtgehalte van ongeveer 5%.
In deze printer kan kringlooppapier worden gebruikt dat voldoet aan de specificatie DIN 19309.
VOORZICHTIG
Gebruik GEEN inkjetpapier, want dit kan vastlopen of de printer beschadigen.
Opmerking
Als u ander papier dan de aanbevolen soorten gebruikt, kan dit papier vastlopen of scheef worden
ingevoerd.
Raadpleeg Belangrijke informatie bij het kiezen van papier op pagina 118 om te bepalen welk papier u met
deze printer kunt gebruiken.
MF lade Lade 1 Lade 2, Lade 3 DX
Papierformaat Breedte: 69,9 tot
215,9 mm
Lengte: 116 tot 406,4
mm
A4, Letter, Legal
1
, B5
(ISO), Executive, A5,
A6, B6 (ISO)
A4, Letter, Legal
1
, B5
(ISO), Executive, A5,
B6 (ISO)
A4, Letter, Legal
1
Aantal vellen
(80 g/m
2
/ 21 lb)
50 vel 250 vel 250 vel
Europa VS
Normaal papier
Xerox Premier 80 g/m
2
Xerox Business 80 g/m
2
M-real DATACOPY 80 g/m
2
Xerox 4200DP 20 lb
Hammermill Laser Paper 24 lb
Kringlooppapier
Xerox Recycled Supreme 80 g/m
2
n.v.t.
Transparanten 3M CG3300 3M CG3300
Etiketten Avery-laseretiketten L7163 Avery-laseretiketten #5160
2. Afdrukmethoden
8
Soorten enveloppen
De meeste enveloppen zijn geschikt voor gebruik in uw printer. Sommige enveloppen hebben echter een
speciale samenstelling en kunnen problemen met de invoer of de afdrukkwaliteit veroorzaken. Een geschikte
enveloppe heeft rechte, scherp gevouwen randen, en de bovenste rand mag niet dikker zijn dan twee vellen
papier. De enveloppe moet plat en stevig zijn. Gebruik geen flodderige enveloppen. Gebruik alleen
enveloppen van goede kwaliteit en vermeld bij aankoop dat u de enveloppen in een laserprinter zult
gebruiken. Het is raadzaam om voordat u een groot aantal enveloppen gaat bedrukken eerst een enveloppe
te testen, zodat u zeker weet dat u het gewenste resultaat krijgt.
Brother doet geen aanbevelingen ten aanzien van een bepaald merk enveloppe, omdat de fabrikant de
specificaties kan wijzigen. U bent zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit en de prestaties van de door u
gebruikte enveloppen.
Gebruik geen enveloppen die beschadigd, gekreukt of geknikt zijn of een onregelmatige vorm hebben, en
ook geen hoogglanzende enveloppen of enveloppen met een speciale structuur.
Gebruik geen enveloppen die met klemmen, haken of touwtjes worden gesloten, en ook geen enveloppen
met zelfklevende flap, vensters, gaatjes, uitsnijdingen of perforaties.
Gebruik geen flodderige, onscherp gevouwen of aan de binnenzijde bedrukte enveloppen, en ook geen
enveloppen met reliëfdruk (met verhoogd opschrift).
Gebruik geen enveloppen die reeds door een laserprinter zijn bedrukt.
Gebruik geen enveloppen die niet netjes gestapeld kunnen worden.
Gebruik geen enveloppen van papier dat zwaarder is dan wat in de specificaties wordt aangegeven.
Gebruik geen enveloppen van inferieure kwaliteit met randen die niet scherp gevouwen of niet recht zijn.
Bij gebruik van de hierboven vermelde enveloppen kan de printer worden beschadigd. Dergelijke schade
wordt niet door de garantie of de service-overeenkomst van Brother gedekt.
Opmerking
Plaats nooit verschillende soorten enveloppen tegelijk in de papierlade, omdat deze dan kunnen vastlopen
of scheef worden ingevoerd.
U mag enveloppen niet aan twee zijden bedrukken.
Voor het beste resultaat moet u in uw toepassing hetzelfde formaat selecteren als het formaat dat in de
papierlade zit.
2. Afdrukmethoden
9
Bedrukbaar gedeelte
Bij gebruik van de PCL-emulatie (standaarddriver) kunnen de hieronder aangegeven randen van het papier
niet worden bedrukt.
Opmerking
Bij gebruik van de BR-Script-emulatie kan 4,32 mm vanaf de rand van het papier niet worden bedrukt.
Staand
Liggend
A4 Letter Legal B5 (ISO) Executive A5 A6 B6
1 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm
2 6,01 mm 6,35 mm 6,35 mm 6,01 mm 6,35 mm 6,01 mm 6,01 mm 6,01 mm
3 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm
4 6,01 mm 6,35 mm 6,35 mm 6,01 mm 6,35 mm 6,01 mm 6,01 mm 6,01 mm
A4 Letter Legal B5 (ISO) Executive A5 A6 B6
1 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm
2 5,0 mm 5,08 mm 5,08 mm 5,0 mm 5,08 mm 5,0 mm 5,0 mm 5,0 mm
3 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm 4,23 mm
4 5,0 mm 5,08 mm 5,08 mm 5,0 mm 5,08 mm 5,0 mm 5,0 mm 5,0 mm
1
3
24
1
3
24
2. Afdrukmethoden
10
Afdrukmethoden
Afdrukken op normaal papier, briefpapier en transparanten
Op normaal papier, briefpapier en transparanten afdrukken vanuit papierlade 1, 2, of 3
Raadpleeg Over papier op pagina 6 om te zien welke papiersoorten u kunt gebruiken.
a Selecteer het volgende in de printerdriver:
Papierformaat ......................(1)
Soort papier .........................(2)
Papierbron ...........................(3)
en eventueel andere instellingen.
Printerdriver voor Windows
BR-Script-driver
1
2
3
3
1
2
2. Afdrukmethoden
11
b Trek de papierlade helemaal uit de printer.
c Houd de blauwe vrijgavehendel van de papiergeleider ingedrukt en stel de geleiders af op het gebruikte
papierformaat. Controleer dat de geleiders goed in de sleuven passen. Bij gebruik van Legal-papier
1
moet u de vrijgavehendel voor de papiergeleiders indrukken en de achterkant van de papierlade
uitschuiven.
1
Het papierformaat Legal is in bepaalde regio's buiten de VS en Canada niet verkrijgbaar.
2. Afdrukmethoden
12
d Plaats papier in de lade en controleer dat het papier niet boven de markering voor de maximale hoogte
van de stapel uitsteekt (b).
e Plaats de papierlade weer goed in de printer. Controleer dat hij zo ver mogelijk in de printer is gestoken.
f Zet de papiersteun omhoog om te voorkomen dat het papier van de face-down uitvoerlade valt, of neem
elk vel van de uitvoerlade zodra dit wordt uitgeworpen.
g Stuur de afdrukgegevens naar de printer.
Opmerking
De te bedrukken zijde moet naar beneden zijn gericht.
Als u op transparanten afdrukt, moet u elk uitgeworpen vel onmiddellijk verwijderen. Wanneer u de
afgedrukte transparanten stapelt, kunnen deze vastlopen of omkrullen.
2. Afdrukmethoden
13
Op normaal papier, briefpapier en transparanten afdrukken vanuit de MF papierlade
De MF lade wordt automatisch geselecteerd wanneer er papier in de multifunctionele lade wordt geplaatst.
Raadpleeg Over papier op pagina 6 om te zien welke papiersoorten u kunt gebruiken.
a Selecteer het volgende in de printerdriver:
Papierformaat ......................(1)
Soort papier .........................(2)
Papierbron ...........................(3)
en eventueel andere instellingen.
Printerdriver voor Windows
BR-Script-driver
1
2
3
3
1
2
2. Afdrukmethoden
14
b Maak de MF lade open en trek deze voorzichtig omlaag.
c Trek de steun van de MF lade uit (1).
d Zet de papiersteun omhoog om te voorkomen dat het papier van de face-down uitvoerlade valt, of neem
elk vel van de uitvoerlade zodra dit wordt uitgeworpen.
1
2. Afdrukmethoden
15
e Plaats het papier in de MF lade. Controleer dat het papier niet boven de markeringen (b) aan
weerskanten van de lade uitsteekt.
f Houd de vrijgavehendel van de papiergeleider ingedrukt en stel de geleider af op het gebruikte
papierformaat.
g Stuur de afdrukgegevens naar de printer.
Opmerking
Plaats het papier met de zijde die het eerste moet worden bedrukt naar boven gericht en met de bovenkant
eerst.
Als u op transparanten afdrukt, moet u elk uitgeworpen vel onmiddellijk verwijderen. Wanneer u de
afgedrukte transparanten stapelt, kunnen deze vastlopen of omkrullen.
2. Afdrukmethoden
16
Op dik papier, etiketten en enveloppen afdrukken
De MF lade wordt automatisch geselecteerd wanneer er papier in de multifunctionele lade wordt geplaatst.
Raadpleeg Over papier op pagina 6 en Soorten enveloppen op pagina 8 om te zien welke papiersoorten u
kunt gebruiken.
a Selecteer het volgende in de printerdriver:
Papierformaat ......................(1)
Soort papier .........................(2)
Papierbron ...........................(3)
en eventueel andere instellingen.
Printerdriver voor Windows
BR-Script-driver
Opmerking
Bij gebruik van Enveloppe #10 kiest u bij Papierformaat de optie Com-10.
Voor andere enveloppen die niet in de printerdriver worden vermeld, bijvoorbeeld Enveloppe #9 of
Enveloppe C6, gebruikt u Door gebruiker gedefinieerd.... Raadpleeg Papierformaat op pagina A-8
voor nadere informatie over envelopformaten.
1
2
3
3
1
2
2. Afdrukmethoden
17
b Maak de MF lade open en trek deze voorzichtig omlaag.
c Trek de steun van de MF lade uit (1).
d Zet de papiersteun omhoog om te voorkomen dat het papier van de face-down uitvoerlade valt, of neem
elk vel van de uitvoerlade zodra dit wordt uitgeworpen.
1
2. Afdrukmethoden
18
e Plaats het papier in de MF lade. Controleer dat het papier niet boven de markeringen (b) aan
weerskanten van de lade uitsteekt.
Opmerking
Door de producent geplakte delen van enveloppen moeten goed zijn vastgeplakt.
De te bedrukken zijde moet naar boven zijn gericht.
Alle zijden moeten netjes zijn gevouwen en mogen niet gekreukt zijn.
f Houd de vrijgavehendel van de papiergeleider ingedrukt en stel de geleider af op het gebruikte
papierformaat.
g Stuur de afdrukgegevens naar de printer.
Opmerking
Neem elk vel of elke enveloppe onmiddellijk nadat deze is afgedrukt van de uitvoerlade. Als u vellen of
enveloppen stapelt, kan het papier vastlopen of omkrullen.
Als enveloppen tijdens het afdrukken bevlekt worden, moet u de Papiersoort instellen op Dik papier of
Dikker papier; dit om de fixeertemperatuur te verhogen. Raadpleeg Op dik papier, etiketten en
enveloppen afdrukken op pagina 16 voor nadere informatie over het instellen van de afdrukdichtheid.
Raadpleeg De afdrukkwaliteit verbeteren op pagina 104 als de enveloppen verkreukeld worden
uitgeworpen.
2. Afdrukmethoden
19
Opmerking
Als DL-enveloppen met dubbele flap verkreukeld worden uitgeworpen, moet u in het tabblad Normaal bij
Papierformaat de optie DL Lange zijde selecteren. Plaats een nieuwe DL-enveloppe met dubbele flap
in de MF lade, met de langste zijde eerste, en druk opnieuw af.
Bij het plaatsen van papier in de MF lade dient u rekening te houden met het volgende:
Plaats het papier voorzichtig en met de bovenste rand eerst in de lade.
Zorg dat het papier recht en in de juiste stand in de MF lade ligt. Is dit niet het geval, dan kan het papier
scheef worden ingevoerd waardoor de vellen verkreukeld worden uitgevoerd of het papier kan
vastlopen.
2. Afdrukmethoden
20
Tweezijdig afdrukken (duplex)
De meegeleverde printerdrivers voor Windows
®
95/98/Me/2000/XP en Windows NT
®
4.0, Mac OS
®
9.1 t/m
9.2 en Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter ondersteunen tweezijdig afdrukken. Raadpleeg Help in de printerdriver
voor meer informatie hierover.
Richtlijnen bij het tweezijdig afdrukken
Als u dun papier gebruikt, kunnen de vellen verkreukelen.
Gekruld papier moet glad worden gestreken voordat het weer in de papierlade of de MF lade wordt geplaatst.
Als het papier scheef wordt ingevoerd, is het misschien omgekruld. Verwijder het en strijk het glad.
Wanneer u de handmatige duplexfunctie gebruikt, kan het papier vastlopen of kan de kwaliteit van de afdruk
wat minder zijn. Raadpleeg Vastgelopen papier verwijderen op pagina 95 als het papier is vastgelopen.
Raadpleeg De afdrukkwaliteit verbeteren op pagina 104 als u problemen met de afdrukkwaliteit hebt.
Handmatig tweezijdig afdrukken
De BR-Script 3-driver (PostScript
®
3™-emulatie) biedt geen ondersteuning voor het handmatig tweezijdig
afdrukken.
Gebruik normaal papier of kringlooppapier. Gebruik geen briefpapier.
Handmatig tweezijdig afdrukken vanuit de papierlade
a Selecteer in de printerdriver het tabblad Geavanceerd en kies de optie Handmatig tweezijdig
afdrukken, en kies in het tabblad Normaal bij Papierbron de optie Lade1.
b Stuur de gegevens naar de printer.
De printer zal automatisch eerst alle even pagina's op de ene zijde van het papier afdrukken.
c Neem de afgedrukte even pagina's van de uitvoerlade en plaats ze opnieuw in de papierlade, met de te
bedrukken zijde (de blanco zijde) naar beneden. Volg de instructies op uw computerscherm.
d De printer zal nu automatisch de oneven pagina's op de ommezijde van het papier afdrukken.
2. Afdrukmethoden
21
Opmerking
Als u bij de Papierbron de optie Automatisch selecteert, moet u de bedrukte even pagina’s in de MF lade
leggen.
Wanneer u papier in de papierlade plaatst, moet u eerst alle resterende papier uit de lade halen. Daarna
legt u de bedrukte pagina's met de bedrukte zijde naar boven in de lade. (Leg nooit reeds bedrukte vellen
op een stapel onbedrukt papier.)
Handmatig tweezijdig afdrukken vanuit de MF lade
Opmerking
Strijk het papier glad alvorens het weer in de MF lade te plaatsen, daar het anders kan vastlopen.
a Kies in het tabblad Geavanceerd de optie Handmatig tweezijdig afdrukken en selecteer in het tabblad
Normaal bij Papierbron de optie MF lade.
b Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar boven in de MF lade. Volg de instructies op uw
computerscherm. Herhaal deze stap totdat u alle even pagina's hebt afgedrukt.
c Neem de afgedrukte even pagina’s van de uitvoerlade en plaats ze in dezelfde volgorde weer in de MF
lade. Plaats het papier met de te bedrukken zijde (blanco zijde) naar boven. Volg de instructies op uw
computerscherm.
d Herhaal c totdat alle oneven pagina's op de ommezijde van het papier zijn afgedrukt.
2. Afdrukmethoden
22
Afdrukstand voor handmatig tweezijdig afdrukken
De printer drukt de tweede pagina eerst af.
Als u tien pagina’s op vijf vellen papier afdrukt, wordt op het eerste vel eerst pagina 2 afgedrukt en dan pagina
1. Op het tweede vel wordt pagina 4 en dan pagina 3 afgedrukt. Op het derde vel wordt pagina 6 en dan
pagina 5 afgedrukt, enz.
Als u handmatig tweezijdig afdrukt, dient u het papier als volgt te plaatsen:
Voor de papierlade:
Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar beneden gericht en met de bovenkant naar de
voorkant van de lade toe.
Als u de ommezijde wilt bedrukken, plaatst u het papier met de bedrukte zijde naar boven en de
bovenkant naar de voorkant van de lade toe.
Bij gebruik van briefhoofden plaatst u het papier met het briefhoofd naar boven en naar de voorkant
van de lade gericht.
Als u de ommezijde wilt bedrukken, plaatst u het vel met het briefhoofd naar beneden en naar de
voorkant van de lade toe.
Voor de multifunctionele lade (MF lade):
Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar boven gericht en met de bovenkant eerst.
Als u de ommezijde wilt bedrukken, plaatst u het papier met de bedrukte zijde naar beneden en de
bovenkant eerst.
Bij gebruik van briefhoofden plaatst u het papier met het briefhoofd eerst en naar beneden gericht.
Als u de ommezijde wilt bedrukken, plaatst u het papier met het briefhoofd eerst en naar boven gericht.
Automatisch tweezijdig afdrukken
Opmerking
De schermen in dit onderdeel zijn afkomstig uit Windows
®
XP. De schermen op uw pc kunnen er anders
uitzien, afhankelijk van uw besturingssysteem.
Gebruik voor de automatische duplexfunctie alleen A4-, Letter- of Legal-papier.
De achterklep moet gesloten zijn.
Controleer dat de duplexlade goed in de printer geïnstalleerd is.
Gekruld papier moet glad worden gestreken voordat het weer in de papierlade wordt geplaatst.
U moet normaal papier gebruiken. Gebruik geen briefpapier of dun papier.
a Plaats papier in de papierlade of de MF lade.
b Voor de Windows-driver
1 Open het dialoogvenster Eigenschappen in de printerdriver.
2 Selecteer het tabblad Algemeen en klik op het pictogram Voorkeursinstellingen.
2. Afdrukmethoden
23
3 Klik in het tabblad Geavanceerd op het symbool voor Duplex.
4 Controleer dat Duplexbak gebruiken is geselecteerd.
5 Klik op OK. De printer zal het papier nu automatisch aan beide zijden bedrukken.
Voor de BR-Script-driver
1 Open het dialoogvenster Eigenschappen in de printerdriver.
2 Selecteer het tabblad Algemeen en klik op het pictogram Voorkeursinstellingen.
3 Selecteer in het tabblad Indeling de Afdrukstand, Dubbelzijdig afdrukken en Paginavolgorde.
4 Klik op OK. De printer zal het papier nu automatisch aan beide zijden bedrukken.
2. Afdrukmethoden
24
Folder afdrukken (voor de Windows-driver)
a Plaats papier in de papierlade of de MF lade.
b Open het dialoogvenster Eigenschappen in de printerdriver.
c Selecteer het tabblad Algemeen en klik op het pictogram Voorkeursinstellingen.
d Kies in het tabblad Geavanceerd de optie Duplex en Duplexbak gebruiken of Handmatig tweezijdig
afdrukken en selecteer vervolgens Folder afdrukken.
e Klik op OK. De printer zal nu automatisch een folder afdrukken.
2. Afdrukmethoden
25
Extra kopieën afdrukken
Met de optie Extra kopie kunt u één pagina automatisch op verschillende soorten papier afdrukken door de
papierbron te wijzigen. U kunt kopieën maken net alsof u met carbonpapier op een dotmatrixprinter afdrukt.
U kunt bijvoorbeeld ‘Gegevens 1’ op ‘Vel 1’ (een blauw vel papier) afdrukken en ‘Gegevens 2’ op ‘Vel 2’ (een
geel vel waarop al iets is afgedrukt). Als u het papier voor ‘Vel 1’ in Lade 1 plaatst en het papier voor ‘Vel 2
in de MF lade, zal de printer het papier voor ‘Vel 1’ automatisch vanuit Lade 1 invoeren, en wordt het papier
voor ‘Vel 2’ uit de MF lade ingevoerd.
Kijk voor meer informatie op http://solutions.brother.com
.
26
3
Printerdriver
Een printerdriver is een stuurprogramma dat gegevens in het door de computer gebruikte formaat omzet in een formaat
dat door een bepaalde printer kan worden gebruikt. Doorgaans is dit formaat PDL (page description language).
De printerdrivers voor de volgende versie van Windows
®
en Macintosh
®
staan op de meegeleverde cd-rom en op het
Brother Solutions Center: http://solutions.brother.com.
De meest recente printerdriver kunt u downloaden vanaf het
Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com.
Raadpleeg De printerdriver verwijderen op pagina 42 als u de printerdriver wilt verwijderen.
Voor Windows
®
Windows-driver (de meest geschikte printerdriver voor dit product)
BR-Script-driver (PostScript
®
3-taalemulatie)
Generieke PCL-driver (bij gebruik van Citrix Presentation Server™ (Citrix
®
MetaFrame
®
), Windows
®
Terminal
Server en andere op een netwerk gedeelde Windows NT 4.0
®
- en Windows
®
2000/XP-omgevingen raden wij u aan
onze generieke PCL-driver te gebruiken. Deze driver ondersteunt alleen algemene afdrukfuncties.)
Voor Macintosh
®
Brother-laserdriver voor Macintosh
®
BR-Script-driver (PostScript
®
3-taalemulatie)
Voor Linux
LPR-driver
CUPS-driver
Opmerking
Kijk op http://solutions.brother.com voor meer informatie over de generieke PCL-driver en de Linux-driver.
De printerdriver voor Linux komt waarschijnlijk uit nadat dit product is uitgebracht.
1
Download de printerdriver vanaf http://solutions.brother.com.
Driver en software
Printerdriver
voor Windows
BR-Script-
driver
Generieke PCL-
driver
1
Brother-
laserdriver
LPR/CUPS-
driver
Windows
®
95/98/Me
pp
Windows NT
®
4.0
Windows
®
2000 Professional
Windows
®
XP Home Edition
Windows
®
XP Professional
pp
p
Windows
®
XP Professional x64
Edition
1
pp
Mac OS
®
9.1 t/m 9.2
Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter
pp
Linux (Mandrake, Red Hat,
SuSE Linux, Debian)
1
p
3. Driver en software
27
Wanneer u via de computer afdrukt, kunt u de volgende printerinstellingen wijzigen.
Papierformaat
Meerdere pagina’s afdrukken
Afdrukstand
Aantal
Soort papier
Papierbron
Resolutie
Tonerbespaarstand
Tweezijdig afdrukken (Handmatig tweezijdig afdrukken
1 3
/ Duplex en Duplexbak gebruiken)
Watermerk
1 3
Taak spoolen
1 3
Snelle printerinstelling
1 3
Slaaptijd
Statusvenster
1
Macro
1 3
Beheerder
1 2 3
Opdracht/bestand invoegen
1 2 3
Paginabescherming
1 3
Datum & tijd afdrukken
1 3
Dichtheid afstellen
1 3
Foutmelding afdrukken
1 3
1
Deze instellingen zijn niet beschikbaar in de BR-script-driver voor Windows
®
.
2
Deze instellingen zijn niet beschikbaar onder Windows NT
®
4.0 en Windows
®
2000/XP.
3
Deze instellingen zijn niet beschikbaar met de laserdriver van Brother en de BR-Script-driver voor Macintosh
®
.
3. Driver en software
28
Functies in de printerdriver (alleen voor Windows
®
)
Raadpleeg de on line Help in de printerdriver voor meer informatie hierover.
Opmerking
De schermen in dit onderdeel zijn afkomstig uit Windows
®
XP. De schermen op uw pc kunnen er anders
uitzien, afhankelijk van uw besturingssysteem.
Als u Windows
®
2000 of XP gebruikt, kunt u het dialoogvenster Voorkeursinstellingen openen door in
het tabblad Algemeen van het scherm Eigenschappen te klikken op Voorkeursinstellingen.
Als u Windows NT
®
4.0 gebruikt, kunt u het dialoogvenster Voorkeursinstellingen openen door in het
menu Bestand van de map Printers op Standaardwaarden document te klikken.
Het tabblad Normaal
U kunt bepaalde instellingen ook wijzigen door op de afbeeldingen aan de linkerkant te klikken.
a Kies het Papierformaat, Meerdere pag. afdrukken, Afdrukstand en andere instellingen (1).
b Kies voor de instelling Duplex / Folder de optie Geen, Duplex of Folder (2).
Opmerking
In het tabblad Geavanceerd kunt u meer gedetailleerde instellingen maken voor het tweezijdig afdrukken
en het afdrukken van folders. Raadpleeg Tweezijdig afdrukken (duplex) op pagina 30.
c Kies de Papierbron (3).
d Klik op OK om de gekozen instellingen toe te passen.
Klik op Standaard en dan op OK om de standaardinstellingen te herstellen.
1
2
3
3. Driver en software
29
Het tabblad Geavanceerd
Klik op een van de volgende pictogrammen om de desbetreffende functie in te stellen.
Afdrukkwaliteit (1)
Tweezijdig afdrukken (2)
Watermerk (3)
Pagina-instelling (4)
Opties apparaat (5)
Afdrukkwaliteit
Resolutie
Voor de resolutie zijn de volgende instellingen mogelijk:
1200 dpi
HQ 1200
600 dpi
300 dpi
Opmerking
Als u de hoge kwaliteit 1200 dpi (1200 × 1200 dpi) selecteert, wordt er wat trager afgedrukt.
12345
3. Driver en software
30
Tonerbespaarstand
De tonerbespaarstand helpt u kosten te besparen omdat er minder toner wordt gebruikt. In deze stand
zien de afdrukken er lichter uit.
Opmerking
Het gebruik van de tonerbespaarstand wordt afgeraden als u foto's of beelden met verschillende grijstinten
afdrukt.
•De Tonerbespaarstand is niet beschikbaar voor de resolutie 1200 dpi of HQ 1200.
Afdrukinstellingen
U kunt de afdrukinstellingen zelf wijzigen.
Auto
Als u de knop
Auto
selecteert, dan zal de printer automatisch met de beste afdrukinstellingen afdrukken.
Handmatig
U kunt de instellingen zelf wijzigen door Handmatig te selecteren en op de knop Instelling te klikken.
U kunt de helderheid, het contrast en andere instellingen wijzigen.
Tweezijdig afdrukken (duplex)
Duplexbak gebruiken
Als u op Duplex gebruiken klikt, wordt een dialoogvenster geopend waar u de benodigde instellingen
voor tweezijdig afdrukken kunt maken. Voor elke afdrukstand zijn er zes manieren waarop tweezijdig kan
worden afgedrukt.
Handmatig tweezijdig afdrukken
Als u Handmatig tweezijdig afdrukken selecteert, wordt een dialoogvenster geopend waar u de
benodigde instellingen voor tweezijdig afdrukken kunt maken. Voor elke afdrukstand zijn er zes manieren
waarop tweezijdig kan worden afgedrukt.
Folder afdrukken
Gebruik deze functie als u een folder wilt afdrukken. U maakt de folder door de afgedrukte pagina’s in het
midden te vouwen.
Inbindmarge
Als u de optie Inbindmarge activeert, dan kunt u een waarde voor de inbindmarge in millimeters of in
inches aangegeven.
Watermerk
U kunt een logo of tekst als een watermerk op uw documenten afdrukken.
U kunt een van de vooringestelde watermerken kiezen, of een zelfgemaakt bitmap- of tekstbestand gebruiken.
Als u een watermerk in de vorm van een bitmap-bestand gebruikt, kunt u de grootte ervan wijzigen en het
watermerk op een willekeurige plaats neerzetten.
Als u tekst voor uw watermerk gebruikt, kunt u het lettertype wijzigen, evenals het contrast en de hoek
waaronder het op papier wordt afgedrukt.
Pagina-instelling
U kunt de schaal van het af te drukken beeld wijzigen, in spiegelbeeld afdrukken of het beeld 180 graden draaien.
3. Driver en software
31
Opties apparaat
In dit tabblad kunt u de volgende printerfuncties instellen.
(U kunt rechtstreeks naar de pagina met een printerfunctie gaan door in de onderstaande lijst op de
betreffende functienaam te klikken.)
Taak spoolen
Snelle printerinstelling
Slaaptijd
Statusvenster
Macro
Beheerder (alleen bij gebruik van Windows
®
95/98/Me)
Opdrachtbestand invoegen (alleen bij gebruik van Windows
®
95/98/Me)
Paginabescherming
Datum & tijd afdrukken
Dichtheid afstellen
Foutmelding afdrukken
3. Driver en software
32
Taak spoolen
De printer bewaart de laatste afdruktaak die hij heeft ontvangen in het geheugen.
U kunt een document nogmaals afdrukken zonder de gegevens opnieuw vanaf uw pc te verzenden.
Nogmaals afdrukken (behalve bij beveiligd afdrukken):
Laatste taak opnieuw afdrukken: de laatste taak wordt nogmaals afgedrukt
Afdruk beveiligen: de gegevens worden met een wachtwoord afgedrukt
Raadpleeg Documenten opnieuw afdrukken op pagina 52 voor meer informatie over deze functie.
Opmerking
Als u wilt voorkomen dat anderen uw gegevens afdrukken met behulp van de functie Reprint, dan moet u
onder Taak spoolen het vakje Gebruik Reprint deselecteren.
Snelle printerinstelling
Met deze functie kunt u de instellingen van de driver snel wijzigen. Klik op het symbool in de taakbalk om
de instellingen weer te geven.
U kunt de functie Snelle printerinstelling aan- of uitzetten. Op uw computerscherm wordt een
keuzevenstertje weergegeven. Hier kunt u de instellingen van de volgende functies wijzigen:
Meerdere pagina’s afdrukken
Tweezijdig afdrukken (duplex)
Tonerbespaarstand
Papierbron
Papiersoort
Slaaptijd
Als de printer een bepaalde tijd lang geen gegevens ontvangt (time-out), schakelt hij over op de
slaapstand. In de slaapstand lijkt het of de printer uitstaat. Als u Standaardwaarde kiest, is de instelling
voor de time-out 5 minuten. De Intelligente slaapstand past deze instelling automatisch aan aan de
regelmaat waarmee uw printer wordt gebruikt. Wanneer de printer in de slaapstand staat, is het lampje uit,
maar kan de printer nog wel gegevens ontvangen. Wanneer de printer een bestand of document ontvangt
of er op een van de toetsen wordt gedrukt, wordt hij automatisch geactiveerd en gaat hij afdrukken.
U kunt de slaapstand uitschakelen door in het tabblad Geavanceerd op Opties apparaat te klikken en
Slaaptijd te selecteren. Dubbelklik op het woord Slaaptijd om Slaaptijd uit te selecteren. Klik op Uit om
te voorkomen dat de printer naar de slaaptijd overschakelt. De functie Slaaptijd uit kan worden verborgen
door nogmaals op het woord Slaaptijd te dubbelklikken. Wij raden u aan om de slaapstand ten behoeve
van energiebesparing in te schakelen.
Statusvenster
Als deze functie is geactiveerd, wordt tijdens het afdrukken de printerstatus getoond (fouten die zijn
opgetreden en dergelijke). Standaard is het statusvenster uitgeschakeld. Als u het statusvenster wilt
inschakelen, klikt u in het tabblad
Geavanceerd
op het symbool
Opties apparaat
en kiest u
Statusvenster
.
Macro
U kunt een pagina van een document als een macro in het printergeheugen opslaan. U kunt de
opgeslagen macro vervolgens uitvoeren, dat wil zeggen, u kunt de opgeslagen macro gebruiken als een
sjabloon voor alle documenten Zo wordt bij veelgebruikte informatie, zoals formulieren, bedrijfslogo's,
briefhoofden of facturen, tijd bespaard en sneller afgedrukt.
3. Driver en software
33
Beheerder (alleen bij gebruik van Windows
®
95/98/Me)
Beheerders kunnen het aantal kopieën dat wordt afgedrukt beperken, en de instellingen voor schaal en
watermerk op slot zetten.
Wachtwoord
In dit vak moet u het wachtwoord invoeren.
Wachtwoord instellen
Klik hier om het wachtwoord te wijzigen.
KOPIEEN VERGRENDELEN
Hier kunt u het afdrukken van meerdere pagina’s op slot zetten.
WATERMERK VERGRENDELEN
Hier kunt u de huidige instellingen voor het watermerk op slot zetten, zodat deze niet kunnen worden
gewijzigd.
SCHAAL VERGRENDELEN
U kunt de instellingen voor de schaal zoals hieronder aangegeven vergrendelen.
1 op 1
100%
Opdrachtbestand invoegen (alleen bij gebruik van Windows
®
95/98/Me)
Met deze functie kunt u het volgende doen:
Een printerbestand of een .TIFF-bestand in een afdruktaak invoegen.
Een tekenreeks met tekst in een afdruktaak invoegen.
Een macro, die in het printergeheugen wordt opgeslagen, in een afdruktaak invoegen.
Paginabescherming
‘Paginabescherming’ betekent dat er extra geheugen wordt gereserveerd voor het produceren van
beelden die een hele pagina beslaan.
U kunt kiezen uit AUTOM., UIT en Standaardwaarde.
Met de paginabescherming kan de printer een beeld dat een hele pagina beslaat in zijn geheugen 'voor
de geest halen' voordat het op papier wordt gezet. Deze functie komt van pas wanneer de printer wacht
met het afdrukken van een beeld omdat dit erg ingewikkeld is.
Datum & tijd afdrukken
Wanneer deze functie is ingeschakeld, worden de datum en tijd op uw document afgedrukt
Dichtheid afstellen
Selecteer een hogere of een lagere afdrukdichtheid.
Opmerking
De optie Dichtheid afstellen is niet beschikbaar als de resolutie is ingesteld op HQ 1200.
Foutmelding afdrukken
U kunt aangeven of de printer bij fouten al dan niet een rapport moet afdrukken. Raadpleeg Afgedrukte
foutmeldingen op pagina 93 voor meer informatie.
U kunt kiezen uit Standaardwaarde (UIT), AAN en UIT.
3. Driver en software
34
Het tabblad Accessoires
Opmerking
Selecteer in het menu Start de optie Configuratiescherm en vervolgens Printers
1
. Klik met de
rechtermuisknop op het pictogram van de Brother HL-5270DN/5280DW series en selecteer
Eigenschappen om het tabblad Accessoires te openen.
1
Printers en faxapparaten bij gebruik van Windows
®
XP.
Beschikbare opties (1)
U kunt zelf op de printer geïnstalleerde toebehoren aan deze lijst toevoegen of daaruit verwijderen. Welke
instellingen u voor de laden kunt maken, is afhankelijk van de toebehoren die zijn geïnstalleerd.
RAMDISK (2)
U kunt de capaciteit van de RAMDISK nagaan, die via het bedieningspaneel was ingesteld. Selecteer het
vakje RAMDISK om uit te vinden hoeveel capaciteit de RAMDISK heeft en klik vervolgens op Autom.
waarnemen. Raadpleeg Gegevens via het RAM-geheugen opnieuw afdrukken op pagina 52 voor meer
informatie hierover.
Instelling papierbron (3)
Hiermee wordt waargenomen welk papierformaat in de verschillende laden is geplaatst.
De toebehoren van de printer automatisch waarnemen (4)
De functie Autom. waarnemen zoekt naar de optionele toebehoren die zijn geïnstalleerd en toont de
beschikbare instellingen in de printerdriver. Als u op de knop Autom. waarnemen klikt, wordt een lijst van
de geïnstalleerde toebehoren weergegeven. U kunt zelf items aan deze lijst toevoegen of daaruit
verwijderen.
Opmerking
Onder bepaalde omstandigheden is de functie voor het automatisch waarnemen van geïnstalleerde
toebehoren niet beschikbaar.
1
2
3
4
3. Driver en software
35
Het tabblad Ondersteuning
Versie (1)
Toont de versie van de printerdriver.
Web Update (2)
U kunt op de website van Brother controleren of er nieuwe drivers beschikbaar zijn en deze automatisch
downloaden en op uw computer installeren.
Brother Solutions Center (3)
Het Brother Solutions Center (http://solutions.brother.com
) is een website waar u informatie vindt over uw
Brother-product, zoals veelgestelde vragen, gebruikershandleidingen, driver-updates en tips voor het
gebruik van uw printer.
Instellingen afdrukken (4)
Deze functie drukt een lijst af met de interne instellingen die voor de printer zijn geconfigureerd.
Lettertypen afdrukken (5)
Deze functie drukt een lijst af met de interne fonts van de printer.
Instelling controleren (6)
Toont de huidige instellingen van de printerdriver.
3
1
2
4
5
6
3. Driver en software
36
Functies in de BR-Script-driver (PostScript
®
3™-taalemulatie)
(voor Windows
®
)
Raadpleeg de on line Help in de printerdriver voor meer informatie hierover.
Opmerking
De schermen in dit onderdeel zijn afkomstig uit Windows
®
XP bij gebruik van de HL-5270DN.
De schermen op uw pc kunnen er anders uitzien, afhankelijk van uw printermodel en besturingssysteem.
Het tabblad Apparaatinstellingen
Selecteer welke toebehoren er zijn geïnstalleerd.
3. Driver en software
37
Voorkeursinstellingen
Opmerking
Als u Windows NT
®
4.0, Windows
®
2000 of XP gebruikt, kunt u het dialoogvenster Voorkeursinstellingen
openen door in het tabblad Algemeen van het scherm Brother HL-5270DN/HL-5280DW BR-Script3
Eigenschappen te klikken op Voorkeursinstellingen.
Het tabblad Indeling
U kunt de instellingen voor de lay-out wijzigen door een instelling voor de Afdrukstand, Dubbelzijdig
afdrukken, de Paginavolgorde en het aantal Pagina’s per vel te selecteren.
Het tabblad Papier/Kwaliteit
Kies de Papierinvoer.
3. Driver en software
38
Geavanceerde opties
a Kies het Papierformaat en het Aantal afdrukken (1).
b Stel de Schaal en het TrueType -lettertype in (2).
c U kunt de instellingen wijzigen door in de lijst Printerfuncties een instelling te selecteren (3):
Afdrukkwaliteit
Soort papier
Taak spoolen
Wachtwoord
Naam van taak
Tonerbespaarstand
De tonerbespaarstand helpt u kosten te besparen omdat er minder toner wordt gebruikt. In deze
stand zien de afdrukken er lichter uit.
Slaaptijd
Raadpleeg Opties apparaat op pagina 31.
Halftoon Schermvergrendeling
BR-Script Level
1
2
3
3. Driver en software
39
Functies in de printerdriver (voor Macintosh
®
)
Deze printer ondersteunt Mac OS
®
9.1 tot 9.2 en Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter.
Opmerking
De schermen in dit onderdeel zijn afkomstig uit Mac OS
®
X 10.4. De schermen op uw Macintosh
®
kunnen
er anders uitzien, afhankelijk van uw besturingssysteem.
Pagina-instelling
U kunt instellingen maken voor het Papierformaat, de Richting en Vergroot/verklein.
Lay-out
Stel het aantal Pagina’s per vel, de Lay-outrichting en de Rand in.
Pagina’s per vel
Selecteer hoeveel pagina’s er op elke zijde van het papier moeten worden afgedrukt.
Lay-outrichting
Wanneer u het aantal Pagina’s per vel specificeert, kunt u tevens aangeven in welke richting deze moeten
worden ingedeeld.
Rand
Gebruik deze functie als u ook een rand wilt gebruiken.
3. Driver en software
40
Afdrukinstellingen
U kunt de instellingen wijzigen door in de lijst Afdrukinstellingen een instelling te selecteren.
Het tabblad Normaal
Resolutie
Voor de resolutie zijn de volgende instellingen mogelijk:
300 dpi
600 dpi
HQ 1200
1200 dpi
Opmerking
Als u de hoge kwaliteit 1200 dpi (1200 × 1200 dpi) selecteert, wordt er wat trager afgedrukt.
Soort papier
Voor de papiersoort zijn de volgende instellingen mogelijk:
Normaal papier
Dun papier
Dik papier
Dikker papier
Briefpapier
Transparanten
Enveloppen
•Env. Dik
•Env. Dun
Kringlooppapier
Tonerbespaarstand
De tonerbespaarstand helpt u kosten te besparen omdat er minder toner wordt gebruikt. In deze stand
zien de afdrukken er lichter uit.
Opmerking
Het gebruik van de tonerbespaarstand wordt afgeraden als u foto's of beelden met verschillende grijstinten
afdrukt.
•De Tonerbespaarstand is niet beschikbaar voor de resolutie 1200 dpi of HQ 1200.
3. Driver en software
41
Het tabblad Geavanceerd
Afdrukkwaliteit
Voor de kwaliteit zijn de volgende instellingen mogelijk:
Brother Foto
Dit is een fotomodus (gradatie prioriteit). Kies deze instelling voor foto's met doorlopende gradatie. U
kunt zachte contrasten aanbrengen tussen de verschillende grijstinten.
Brother Grafisch
Dit is een grafische modus (contrast prioriteit). Kies deze instelling voor het afdrukken van tekst en
afbeeldingen als visitekaartjes en presentatiedocumenten. U kunt scherpe contrasten aanbrengen
tussen donkere en lichte delen.
Algemeen
Dit is een standaard halftoonpatroon van Mac
®
OS X. Als u deze modus kiest voor het afdrukken van
tekstdocumenten, wordt er sneller afgedrukt. Gebruik deze modus voor Mac
®
s met slechts weinig
geheugen.
Slaaptijd
Als de printer een bepaalde tijd lang geen gegevens ontvangt (time-out), schakelt hij over op de
slaapstand. In de slaapstand lijkt het of de printer uitstaat. De standaardinstelling voor de time-out is 5
minuten. De Intelligente slaapstand past deze instelling automatisch aan aan de regelmaat waarmee uw
printer wordt gebruikt. Wanneer de printer in de slaapstand staat, is het lampje uit, maar kan de printer
nog wel gegevens ontvangen. Wanneer de printer een bestand of document ontvangt of er op een van de
toetsen wordt gedrukt, wordt hij automatisch geactiveerd en gaat hij afdrukken.
Statusvenster (bij gebruik van Mac
®
X 10.2.4 of recenter)
Als deze functie is geactiveerd, wordt tijdens het afdrukken de printerstatus getoond (fouten die zijn
opgetreden en dergelijke). Als u het statusvenster wilt activeren, opent u de applicatie BrStatusMonitor.app
(kies op de Macintosh HD (Startup Disk), kies Bibliotheek, Printers, Brother, Utilities).
3. Driver en software
42
De printerdriver verwijderen
U kunt de geïnstalleerde printerdriver als volgt verwijderen.
Opmerking
Dit is niet mogelijk als u de printerdriver hebt geïnstalleerd via de functie Printer toevoegen van Windows.
Wij raden u aan de computer opnieuw te starten nadat u driver hebt verwijderd, zodat bestanden die
tijdens de deïnstallatie in gebruik waren ook worden gewist.
Printerdriver voor Windows
®
Voor Windows
®
XP
a Klik op Start, zet de muisaanwijzer op Alle programma’s en dan op de naam van uw printer.
b Klik op Verwijderen.
c Volg de instructies op uw scherm.
Voor Windows
®
95/98/Me/2000 en Windows NT
®
4.0
a Klik op Start, zet de muisaanwijzer op Alle programma’s en dan op de naam van uw printer.
b Klik op Verwijderen.
c Volg de instructies op uw scherm.
3. Driver en software
43
Brother-laserdriver voor Macintosh
®
Voor Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter
a Koppel de USB-kabel tussen de Macintosh en de printer los.
b Start de Macintosh
®
opnieuw op.
c Meld u als ‘Beheerder’ aan.
d Voer het programma Printerconfiguratie
1
uit (kies vanuit het menu Ga de optie Programma's,
Hulpprogramma's), en kies vervolgens de printer die u wilt verwijderen. Verwijder de printer door op de
knop Verwijder te klikken.
e Sleep de map HL-MFLPro (op de Macintosh HD (Startup Disk), kiest u Bibliotheek, Printers, Brother)
naar de vuilnisbak en leeg deze.
f Start de Macintosh
®
opnieuw op.
1
Print Center voor Mac OS
®
X 10.2
Voor Mac OS
®
9.1 t/m 9.2
a Open de map Extensies in de systeemmap op de Macintosh HD.
b Sleep de volgende bestanden van deze map naar de vuilnisbak.
BR_PrintMonitor(laser)
Brother Laser
Brother Laser(IP)
Opmerking
Er kunnen diverse extensies van de USB-printerdriver(BRXXX)
1
en de BR_PrintMonitor(BXX)
1
bestaan,
die elk anders eindigen.
1
De 'x' verwijst naar uw printermodel.
c Start de Macintosh
®
opnieuw op.
d Nadat de computer opnieuw gestart is, kunt u de vuilnisbak legen.
3. Driver en software
44
Software
Software voor netwerken
BRAdmin Professional (voor Windows
®
)
BRAdmin Professional is een hulpprogramma waarmee u Brother-netwerkprinters kunt beheren onder
Windows
®
95/98/Me/2000/XP en Windows NT
®
4.0. Hiermee kunt u de printer op het netwerk configureren
en zijn status op het netwerk controleren.
BRAdmin Light (voor Macintosh
®
)
Brother BRAdmin Light is een Java™-applicatie die bedoeld is voor Apple
®
Mac OS
®
X. De software
ondersteunt de functies van Windows
®
BRAdmin. Als u BRAdmin Light gebruikt, kunt u bijvoorbeeld
bepaalde netwerkinstellingen wijzigen en firmware updaten op netwerkprinters en MFC's van Brother.
Driver Deployment Wizard (voor Windows
®
)
Het installatieprogramma installeert de Windows
®
-printerdriver en Brother’s driver voor de netwerkpoort
(LPR en NetBIOS). Als de beheerder daarna met behulp van deze applicatie de drivers voor de printer en de
poort installeert, kan het bestand op de bestandsserver worden opgeslagen of via e-mail naar de gebruikers
worden gestuurd. Als gebruikers op dat bestand klikken, worden de printerdriver, de poortdriver, het IP-adres
enz. automatisch naar hun pc gekopieerd.
Network Print Software (voor Windows
®
)
Dit installatieprogramma bevat ook de poortmonitors (de software Peer-to-Peer Print). Hiermee kunt u onder
Windows
®
over het netwerk (LAN) afdrukken.
Web BRAdmin (voor Windows
®
)
Web BRAdmin is ontworpen voor het beheren van alle apparatuur van Brother die op een LAN/WAN-netwerk
is aangesloten. Door de serversoftware Web BRAdmin te installeren op een computer waarop IIS
1
draait,
kunnen beheerders met een webbrowser verbinding maken met de Web BRAdmin-server, die daarna met
het apparaat zelf zal communiceren. In tegenstelling tot BRAdmin Professional - dat alleen voor Windows
®
-
systemen is bedoeld - hebt u met een webbrowser die Java 2 ondersteunt vanaf een willekeurige client
toegang tot de Web BRAdmin-server.
U kunt Web BRAdmin downloaden vanaf onze website. Kijk op http://solutions.brother.com
.
1
Internet Information Server 4.0 of 5.0
Web BRAdmin en Internet Information Server 4.0 worden door de volgende besturingssystemen ondersteund:
Windows NT
®
4.0 Server
Web BRAdmin en Internet Information Server 5.0 worden door de volgende besturingssystemen
ondersteund:
Windows
®
2000 Server
Windows
®
2000 Advanced Server
Windows
®
2000 Professional
Web BRAdmin en Internet Information Server 5.1 worden door de volgende besturingssystemen ondersteund:
Windows
®
XP Professional
3. Driver en software
45
Omtrent de emulaties
Deze printer heeft de onderstaande emulatiestanden: U kunt de instellingen wijzigen met het
bedieningspaneel of een webbrowser.
HP LaserJet-emulatie
De HP LaserJet-emulatie (of HP-emulatie) is de emulatie waar deze printer de taal PCL6 van de Hewlett-
Packard
®
LaserJet-laserprinter emuleert. Dit type laserprinter wordt door een groot aantal applicaties
ondersteund. Als u deze emulatie selecteert, zal de printer in al deze toepassingen optimaal presteren.
BR-Script 3-emulatie
BR-Script is een originele paginabeschrijvingstaal van Brother en is tevens een PostScript
®
-
taalemulatievertolker. Deze printer ondersteunt level 3. De BR-Script-vertolker van deze printer stelt u in
staat tekst en afbeeldingen op pagina’s te beheren.
Als u technische informatie over de PostScript
®
-opdrachten nodig hebt, verwijzen wij u naar onderstaande
handboeken:
Adobe Systems Incorporated. PostScript
®
Language Reference, 3rd Edition. Addison-Wesley
Professional, 1999. ISBN: 0-201-37922-8
Adobe Systems Incorporated. PostScript
®
Language Program Design. Addison-Wesley Professional,
1988. ISBN: 0-201-14396-8
Adobe Systems Incorporated. PostScript
®
Language Tutorial and Cookbook. Addison-Wesley
Professional, 1985. ISBN: 0-201-10179-3
EPSON FX-850- en IBM Proprinter XL-emulatie
De EPSON FX-850- en IBM Proprinter XL-emulaties zijn de emulaties die deze printer ondersteunt om te
voldoen aan de industrienormen voor dotmatrixprinters. Sommige toepassingen ondersteunen deze
dotmatrix-printeremulaties. Als u deze emulaties selecteert, zal de printer in dergelijke toepassingen
optimaal presteren.
Automatische emulatieselectie
Deze printer heeft een functie voor automatische emulatieselectie, die standaard is geactiveerd. Met deze
functie wordt de emulatiestand automatisch aangepast aan het type gegevens dat de printer ontvangt.
U kunt de instellingen wijzigen met het bedieningspaneel of een webbrowser.
De printer kan kiezen uit de volgende combinaties:
Instelling1 (standaard) Instelling 2
HP LaserJet HP LaserJet
BR-Script 3 BR-Script 3
EPSON FX-850 IBM ProPrinter XL
3. Driver en software
46
Automatische interfaceselectie
Deze printer heeft een functie voor automatische interfaceselectie, die standaard is geactiveerd. Deze functie
kiest automatisch de interface via welke er gegevens worden ontvangen: IEEE 1284 parallel, USB of
Ethernet.
Bij gebruik van de parallelle interface kan de snelle en bi-directionele parallelle communicatie worden aan-
of uitgezet. Gebruik hiervoor de toetsen op het bedieningspaneel en de selecteer de optie PARALLEL in het
menu INTERFACE. (Raadpleeg Tabel met menuopties op pagina 56.) Aangezien de standaardinstelling voor
de automatische interfaceselectie AAN is, hoeft u alleen maar de interfacekabel op de printer aan te sluiten.
Zet de computer en de printer uit voordat u de kabel aansluit of losmaakt.
Opmerking
Het duurt een paar seconden voordat deze functie werkt. Als u sneller wilt afdrukken, kunt u de gewenste
interface zelf selecteren door met de toetsen op het bedieningspaneel het menu INTERFACE te openen
en daar SELECTEREN te kiezen.
Indien u doorgaans slechts één interface gebruikt, raden wij u aan om de betreffende interface in het menu
INTERFACE te selecteren. Wanneer slechts één interface is geselecteerd, wijst de printer de volledige
invoerbuffer aan die interface toe.
47
4
Het bedieningspaneel
Op het bedieningspaneel van deze printer bevinden zich een Liquid Crystal Display (LCD), zeven toetsen en
één lampje. Op dit LCD-scherm kunnen diverse meldingen worden weergegeven, maximaal 16 tekens op
één regel. Het lampje geeft de huidige status van de printer aan.
Het bedieningspaneel
4. Het bedieningspaneel
48
Toetsen
Met de zeven toetsen op het bedieningspaneel van de printer (Go, Job Cancel, Reprint, +, -, Back, Set)
kunt u de meeste bewerkingen uitvoeren en diverse printerinstellingen wijzigen.
Go
Als u op Go drukt, wordt het menu op het bedieningspaneel afgesloten en keert de printer terug naar de
status Klaar. Als er echter een foutmelding wordt weergegeven, wordt er alleen een andere melding op het
bedieningspaneel weergegeven nadat de foutmelding is gewist.
U kunt het afdrukken onderbreken door op de toets Go te drukken. Als u nogmaals op Go drukt, wordt het
afdrukken hervat. Tijdens deze pauze is de printer off line.
Opmerking
Als het afdrukken is gepauzeerd en u de resterende gegevens niet meer wilt afdrukken, kunt u de
afdruktaak annuleren door op de toets Job Cancel te drukken. Nadat de taak is geannuleerd, is de printer
weer klaar voor gebruik (status KLAAR).
Job Cancel
U kunt het verwerken of het afdrukken van gegevens annuleren door op Job Cancel te drukken. De melding
BEZIG: ANNULEREN blijft op het LCD-scherm staan totdat de taak is geannuleerd. Nadat de taak is
geannuleerd, is de printer weer klaar voor gebruik (status KLAAR).
Als u op deze toets drukt en de printer geen gegevens ontvangt en niet afdrukt, wordt op het LCD-scherm de
melding Geen gegevens! weergegeven en kunt u geen taken annuleren.
Als u in het menu op Job Cancel drukt, worden de gegevens gewist en gaat de printer on line.
Toets Bewerkingen
Go Het bedieningspaneelmenu afsluiten en een taak opnieuw afdrukken.
Foutmeldingen wissen.
Afdrukken pauzeren en hervatten.
Job Cancel De huidige afdruktaak stoppen en annuleren.
Reprint Het menu Reprint kiezen en het aantal kopieën selecteren (1-999).
+ Vooruit door de menu's bladeren.
Loopt vooruit door de beschikbare opties.
- Achteruit door de menu's bladeren.
Loopt achteruit door de beschikbare opties.
Back Eén niveau omhoog in de menustructuur.
Set Het bedieningspaneelmenu selecteren.
De gekozen menu's en instellingen selecteren.
4. Het bedieningspaneel
49
Reprint
Als u een document dat net is afgedrukt nogmaals wilt afdrukken, moet u op Reprint drukken.
De toets Reprint kan worden gebruikt wanneer de printer klaar voor gebruik is (status KLAAR), of wanneer
het afdrukken is gepauzeerd.
Raadpleeg Documenten opnieuw afdrukken op pagina 52 voor meer informatie.
De toets + of -
Bladeren door de menu's op het LCD-scherm
Als u op de toets + of - drukt wanneer de printer in de status Klaar staat, gaat hij off line en wordt op het LCD-
scherm het menu van het bedieningspaneel weergegeven.
Druk op deze toetsen om door de menu's en opties te bladeren. Druk zo vaak als nodig op deze toetsen, tot
de gewenste optie op het LCD-scherm verschijnt.
Nummers invoeren
U kunt nummers op twee manieren invoeren. U kunt op de toets + of - drukken om telkens één cijfer vooruit
of achteruit te gaan, of u kunt + of - ingedrukt houden om sneller te bladeren. Druk op de toets Set zodra het
gewenste nummer wordt weergegeven.
Back
Als u op Back drukt wanneer de printer on line staat (KLAAR), dan gaat deze off line en wordt het menu op
het LCD-scherm weergegeven.
Druk op Back om vanuit het huidige menuniveau naar het vorige menuniveau te gaan.
Tijdens het invoeren van nummers kunt u Back ook gebruiken voor het selecteren van het vorige cijfer.
Als u een instelling selecteert waar geen sterretje bij staat (u hebt niet op Set gedrukt), kunt u met een druk
op Back teruggaan naar het vorige menuniveau zonder dat de instellingen worden gewijzigd.
Opmerking
Op het moment dat u Set indrukt om een nieuwe instelling vast te leggen, verschijnt rechts op het LCD-
scherm even een sterretje (*). Wanneer u door de diverse opties bladert, geeft dit sterretje de huidige
instelling aan.
Set
Als u op de toets Set drukt wanneer de printer in de status Klaar staat, gaat hij off line en wordt op het LCD-
scherm het menu van het bedieningspaneel weergegeven.
Als u op Set drukt, kunt u het geselecteerde menu of de weergegeven optie selecteren. Nadat u een instelling
hebt gewijzigd, wordt rechts van de melding even een sterretje (*) weergegeven.
4. Het bedieningspaneel
50
Data-lampje
Het Data-lampje geeft de printerstatus aan.
LCD-scherm
Op het LCD-scherm wordt de huidige printerstatus weergegeven. Als u de toetsen op het bedieningspaneel
gebruikt, wordt de weergave op het LCD-scherm gewijzigd.
Bij problemen wordt op het LCD-scherm een foutmelding, onderhoudsmelding of servicemelding
weergegeven (afhankelijk van de fout), die aangeeft wat u moet doen. Meldingen op LCD-scherm op pagina
91 voor meer informatie over deze meldingen.
Verlichting van LCD-scherm
Lampje Betekenis
Aan Er zitten gegevens in het geheugen van de printer.
Knippert De printer ontvangt of verwerkt gegevens.
Uit Er zitten geen gegevens meer in het geheugen.
Licht Betekenis
Uit De printer staat uit of in de slaapstand
Groen (Algemeen) Klaar om af te drukken
Bezig met afdrukken
Printer warmt op
Bezig met annuleren van taak
Rood (Fout) Er is iets niet in orde met de printer
Oranje (Instelling) De printer is off line
Een menu kiezen
Instellen hoeveel kopieën er opnieuw moeten worden afgedrukt
Pauze
4. Het bedieningspaneel
51
Meldingen op LCD-scherm
Printerstatusmeldingen
In het onderstaande schema staan de statusmeldingen die tijdens normaal gebruik op het LCD-scherm
worden weergegeven:
Printerstatusmelding Betekenis
DATA NEGEREN De printer negeert gegevens die met de PS-driver verwerkt worden.
BEZIG: ANNULEREN De printer annuleert de afdruktaak.
Nu initialiseren De printer is aan het initialiseren.
PAUZE De printer pauzeert. Druk op Go om het afdrukken te hervatten.
SET = AFDRUKKEN Druk op Set om af te drukken.
BEZIG: AFDRUKKEN Bezig met afdrukken.
BEZIG: VERWERKEN Bezig met het verwerken van gegevens.
RAM = XXMB Deze printer heeft XX MB geheugen.
KLAAR Klaar om af te drukken.
RESET NAAR FABR.INSTELLING De fabrieksinstellingen worden hersteld.
RESET NAAR GEBR.INSTELLING De printerinstellingen worden teruggesteld op de gebruikersinstellingen.
RES. AANGEPAST Er wordt met een lagere resolutie afgedrukt.
ZELFTEST De printer voert een zelfdiagnose uit.
SLAAP In slaapstand.
BEZIG: OPWARMEN De printer is aan het opwarmen.
BEZIG: AFKOELEN De printer is aan het afkoelen.
4. Het bedieningspaneel
52
Documenten opnieuw afdrukken
Gegevens via het RAM-geheugen opnieuw afdrukken
U kunt gegevens vanuit het RAM opnieuw afdrukken. De reprint-gegevens in het RAM-geheugen worden
gewist wanneer u de printer uitzet.
Als u het RAM-geheugen gebruikt om een taak opnieuw af te drukken:
a Druk op het bedieningspaneel op Set.
b Druk op de toets + of - om SETUP te selecteren. Druk op Set.
c Druk op de toets + of - om GROOTTE RAMDISK te selecteren. Druk op Set.
d Standaard is er 0 MB RAM beschikbaar. Druk op de toets + om in stappen van 1 MB meer RAM-
geheugen voor het opnieuw afdrukken van een taak beschikbaar te maken.
e Druk op Set.
Opmerking
Als u meer RAM-geheugen beschikbaar maakt voor het beveiligd afdrukken, heeft de printer minder
werkruimte en een lager prestatievermogen. Vergeet niet om grootte van de ramdisk weer in te stellen op
0 MB nadat u uw beveiligde gegevens hebt afgedrukt.
Als u een grote hoeveelheid gegevens beveiligd wilt afdrukken, is het raadzaam om meer RAM-geheugen te
plaatsen (Raadpleeg Extra geheugen plaatsen op pagina 71.)
De laatste taak opnieuw afdrukken
U kunt de laatst afgedrukte taak meerdere malen afdrukken zonder de gegevens opnieuw vanuit de computer
te sturen.
Opmerking
Als u de functie REPRINT via het bedieningspaneel hebt uitgezet en u op de toets Reprint drukt, wordt
op het LCD-scherm even de melding NIETS OPGESLAGEN weergegeven.
Als u het opnieuw afdrukken van de taak wilt annuleren, drukt u op de toets Job Cancel.
Als de printer niet genoeg geheugen heeft om de hele taak te spoolen, wordt alleen de laatste pagina
opnieuw afgedrukt.
Gebruik de toets - of + om minder of meer exemplaren af te drukken. U kunt tussen de 1 en 999
exemplaren afdrukken door KOPIEEN te selecteren.
Raadpleeg Opties apparaat op pagina 31 voor meer informatie over de instellingen in de printerdriver.
4. Het bedieningspaneel
53
De laatste taak drie keer opnieuw afdrukken
a Controleer met de toetsen op het bedieningspaneel in het menu SETUP dat de functie REPRINT is
ingesteld op AAN.
Opmerking
Als u voor het afdrukken de driver van deze printer gebruikt, genieten de instellingen voor Taak spoolen
in de driver de voorkeur over de instellingen die u met het bedieningspaneel hebt gemaakt. Raadpleeg
Opties apparaat op pagina 31 voor meer informatie hierover.
b Druk op Reprint.
Als u te lang wacht zonder op een toets te drukken, wordt het menu REPRINT automatisch afgesloten.
KOPIEEN=1
c Druk tweemaal op de toets +.
KOPIEEN=3
d Druk op Set of Reprint.
BEZIG: AFDRUKKEN
h
KOPIEEN=1
Opmerking
Als u tweemaal op Go drukt, wordt het instellen van REPRINT afgesloten.
Als u de gegevens opnieuw wilt afdrukken en op Go hebt gedrukt, wordt op het LCD-scherm de melding
SET = AFDRUKKEN weergegeven. Druk op Set of Reprint om de taak opnieuw af te drukken, of druk
nogmaals op Go om het opnieuw afdrukken van de taak te annuleren.
Beveiligde gegevens afdrukken
Beveiligde gegevens
Beveiligde documenten zijn documenten die met een wachtwoord zijn beveiligd en die alleen kunnen
worden afgedrukt door mensen die het wachtwoord kennen. Het document wordt niet meteen afgedrukt
wanneer u dit naar de printer stuurt. Als u het document wilt afdrukken, moet u de printer daar via het
bedieningspaneel (met het wachtwoord) of via een webbrowser opdracht toe geven. Zodra beveiligde
gegevens één keer zijn afgedrukt, worden ze gewist.
Als het geheugengedeelte voor gespoolde gegevens vol is, worden de oudste gegevens automatisch gewist.
De volgorde van het wissen staat geheel los van de volgorde waarin gegevens opnieuw zijn afgedrukt.
U kunt de gespoolde gegevens wissen via het bedieningspaneel, of via de software voor printerbeheer via
een webbrowser.
Opmerking
De reprint-gegevens worden gewist wanneer u de printer uitzet.
Raadpleeg Opties apparaat op pagina 31 voor meer informatie over de instellingen in de printerdriver.
4. Het bedieningspaneel
54
Beveiligde gegevens afdrukken
a Druk op Reprint. Als er geen gegevens zijn, wordt op het LCD-scherm NIETS OPGESLAGEN
weergegeven.
LAATSTE TAAK
b Druk op de toets + of - om VEILIG BESTAND te selecteren. Druk op Set.
VEILIG BESTAND
c Druk op de toets + of - om de gebruikersnaam te selecteren. Druk op Set.
XXXXXX
d Druk op de toets + of - om de taak te selecteren. Druk op Set.
XXXXXX
e Voer uw wachtwoord in. Druk op Set.
PINCODE=0000
Opmerking
De printer zal dit menu na de time-out vanzelf afsluiten.
f Druk op Set of Reprint.
Als u op Go drukt, wordt op het LCD-scherm SET = AFDRUKKEN weergegeven.
KOPIEEN=1
h
BEZIG: AFDRUKKEN
De reprint-taak annuleren
Als u het opnieuw afdrukken van de taak wilt annuleren, drukt u op Job Cancel. U kunt de toets Job Cancel
ook gebruiken om het opnieuw afdrukken van een gepauzeerde taak te annuleren.
4. Het bedieningspaneel
55
Het LCD-menu op het bedieningspaneel gebruiken
Houd bij het gebruik van de menutoetsen (+, -, Set of Back) rekening met het volgende:
Als u 30 seconden lang niet op een toets op het bedieningspaneel drukt, schakelt de printer automatisch
over naar de status KLAAR.
Op het moment dat u de toets Set indrukt om een nieuwe instelling vast te leggen, verschijnt rechts op het
LCD-scherm even een sterretje. Daarna wordt op het LCD-scherm weer het vorige menuniveau
weergegeven.
Als u de status of een instelling hebt gewijzigd en op de toets Back drukt voordat u op Set drukt, worden
de instellingen niet gewijzigd en wordt op het LCD-scherm weer het vorige menuniveau weergegeven.
U kunt nummers op twee manieren invoeren. U kunt op de toets + of - drukken om telkens één cijfer vooruit
of achteruit te gaan, of u kunt + of - ingedrukt houden om sneller te bladeren. Het knipperende cijfer is het
cijfer dat u kunt wijzigen.
Bijvoorbeeld: Als u papier bij voorkeur via de MF lade wilt invoeren, moet u de instelling MF
EERST als volgt wijzigen:
De standaardinstelling is UIT. U kunt deze instelling desgewenst activeren.
a Druk op het bedieningspaneel op een van de menutoetsen (+, -, Set of Back) om de printer off line te
zetten.
KLAAR
h
INFORMATIE
b Druk op de toets + of - om PAPIER te selecteren.
PAPIER
c Druk op Set om naar het volgende menuniveau te gaan.
BRON
d Druk op de toets + of - om MF EERST te selecteren.
MF EERST
e Druk op Set.
=UIT *
f Druk op de toets + om AAN te selecteren.
=AAN
g Druk op Set.
Uiterst rechts op het LCD-scherm wordt even een sterretje (*) weergegeven.
De huidige instelling wordt aangegeven met een *.
=AAN *
4. Het bedieningspaneel
56
Tabel met menuopties
Er zijn acht menu's. Raadpleeg de onderstaande tabellen voor meer informatie over de beschikbare menuopties.
Opmerking
Op het LCD-scherm van het bedieningspaneel worden voor de verschillende papierladen de volgende
namen gebruikt:
Standaard papierlade: LADE1
Multifunctionele lade: MF
Optionele onderste lade: LADE2 of LADE3
INFORMATIE
Submenu Menuopties Omschrijving
PRINTINSTELLING Drukt de pagina met printerinstellingen af.
PRINT TEST Drukt de testpagina af.
PRINT DEMO Drukt de demonstratiepagina af.
PRINT BEST.LIJST Drukt de lijst met in het geheugen opgeslagen gegevens af.
PRINT FONTS Drukt de lijst van lettertypen en voorbeelden af.
VERSIE SER.NR=######### Toont het serienummer van de printer.
ROM VER=#### Toont de versie van de hoofdfirmware.
ROMDATUM=##/##/## Toont de datum van de hoofdfirmware.
NET VER=#### Toont de versie van de netwerkfirmware.
NETDATUM=##/##/## Toont de datum van de netwerkfirmware.
RAM = ###MB Toont de grootte van het geheugen in deze printer.
ONDERHOUD PAGINATELLER Toont het aantal pagina's dat tot nu toe is afgedrukt.
TELLER DRUM Toont hoeveel pagina's er met de drumkit zijn afgedrukt.
RESTEREND: DRUM
Toont hoeveel pagina's er nog met de drumkit kunnen worden afgedrukt.
REST:PI KITMF Toont hoeveel pagina's er nog met de papierinvoerkit voor de MF
lade kunnen worden afgedrukt.
Raadpleeg Periodiek te vervangen onderdelen op pagina 83.
RESTEREND:PIKIT1 Toont hoeveel pagina's er nog met de papierinvoerkit voor lade 1
kunnen worden afgedrukt.
Raadpleeg Periodiek te vervangen onderdelen op pagina 83.
RESTEREND:PIKIT2 Toont hoeveel pagina's er nog met de papierinvoerkit voor lade 2
kunnen worden afgedrukt.
Raadpleeg Periodiek te vervangen onderdelen op pagina 83.
RESTEREND:PIKIT3 Toont hoeveel pagina's er nog met de papierinvoerkit voor lade 3
kunnen worden afgedrukt.
Raadpleeg Periodiek te vervangen onderdelen op pagina 83.
RESTEREND: FUSER
Toont hoeveel pagina's er nog met de fuser kunnen worden afgedrukt.
RESTEREND: LASER Toont hoeveel pagina's er nog met de lasereenheid kunnen
worden afgedrukt.
4. Het bedieningspaneel
57
PAPIER
Submenu Opties Omschrijving
BRON AUTO*/MF/LADE1/LADE2/LADE3 Selecteert welke lade er wordt gebruikt.
PRIORITEIT MF>L1>L2>L3*/L1>L2>L3>MF/
L1>L2>L3
Wanneer voor de BRON de optie AUTO is gekozen:
selecteer in welke volgorde de printer de
papierladen gebruikt waarin hetzelfde
papierformaat is geplaatst.
MF EERST AAN/UIT* Selecteer of papier al dan niet eerst uit de MF lade
moet worden ingevoerd.
MF AFM. WILLEKEURIG*/LETTER/LEGAL/
A4...
Selecteer het formaat van het papier dat u in de
multifunctionele lade hebt geplaatst.
MF MEDIA VAST UIT*/NORMAAL PAPIER/DUN
PAPIER...
Selecteer de papiersoort die u in de
multifunctionele lade hebt geplaatst. Als u hier de
papiersoort selecteert (behalve UIT), wordt de
instelling voor Papiersoort die u in de printerdriver
hebt geselecteerd, genegeerd.
HANDINVOER UIT*/AAN Selecteer of het papier handmatig moet worden
ingevoerd.
FORMAAT LADE1 WILLEKEURIG*/LETTER/LEGAL/
A4...
Selecteer het papierformaat dat u in de
standaardpapierlade hebt geplaatst.
FORMAAT LADE2 WILLEKEURIG*/LETTER/LEGAL/
A4...
Selecteer het papierformaat dat u in de optionele
onderste lade hebt geplaatst.
FORMAAT LADE3 WILLEKEURIG*/LETTER/LEGAL/
A4...
Selecteer het papierformaat dat u in de optionele
onderste lade hebt geplaatst.
DUPLEX UIT*/AAN(LANG BIND)/AAN
(KORT BIND)
Selecteer of het papier al dan niet automatisch aan
beide zijden wordt bedrukt.
De standaardinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven.
KWALITEIT
Submenu Opties Omschrijving
RESOLUTIE 300/600*/HQ1200/1200 Selecteer een afdrukresolutie van 300, 600 of 1200
dots per inch of HQ1200 (2400 x 600 dpi).
TONER BESPAREN UIT*/AAN
DICHTHEID -
6
/
-
5
/
-
4
/
-
3
/
-
2
/
-
1
/
0
*/
1
/
2
/
3
/
4
/
5
/
6
Verhoogt of verlaagt de printdichtheid.
De standaardinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven.
SETUP
Submenu Menuopties Opties Omschrijving
TAAL ENGLISH*/FRANÇAIS... Wijzigt de taal op het LCD-scherm.
De standaardinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven.
4. Het bedieningspaneel
58
PANEELBEDIENING LCD RESOLUTIE 0*/1 Wijzigt de dichtheid van het LCD-
scherm.
AUTOM. ONLINE AAN*/UIT
SNELH. +/- TOETS 0,1*/0,2/0,3/0,4/0,5/1,0
/1,5/2,0 SEC
Geeft aan hoe snel de meldingen op
het LCD-scherm wisselen wanneer u
de toets + of - ingedrukt houdt.
BLADERSNELHEID NIVEAU 1*/NIVEAU
2.../NIVEAU10
Geeft in seconden aan hoe snel een
melding over het LCD-scherm rolt.
Van niveau 1=0,2 tot Niveau 10=2,0.
STROOMBESP. NA: 1/2/3/4/5*.../ 240 MIN Geeft aan na hoeveel tijd wordt
overgeschakeld naar de
stroombespaarstand.
AUTOM. DOORGAAN UIT*/AAN
PANEELSLOT PINCODE=### UIT*/AAN Zet het paneelslot AAN of UIT.
REPRINT AAN*/UIT
PAG.BESCHERMING
AUTO
*/
OFF
/
LETTER
/
A4
/
LEGAL
EMULATIE AUTO (EPSON)*/AUTO
(IBM)/HP LASER JET/...
BEWAAR PCL UIT*/AAN
GROOTTE RAMDISK 0*/1/2... MB
GEGEVENS WISSEN VEILIG BESTAND Wist de gegevens in het ROM.
DATA ID(ROM)
MACRO-ID(ROM)
FONT ID(ROM)
FORMATTEREN
(ROM)
Formatteert het ROM.
PRINT MENU
Submenu Menuopties Opties Omschrijving
PAPIERSOORT NORMAAL PAPIER*/DUN
PAPIER/DIK PAPIER/
DIKKER PAPIER/
BRIEFPAPIER/
TRANSPARANTEN/
ENVELOPPEN/ENV.DUN/
ENV.DIK/KRINGLOOP
Stelt de papiersoort in.
De standaardinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven.
SETUP (Vervolg)
Submenu Menuopties Opties Omschrijving
De standaardinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven.
4. Het bedieningspaneel
59
PAPIER LETTER*/LEGAL/A4*/
EXECUTIVE/COM-10/DL/
JIS B5/B5/A5/B6/A6/
MONARCH/C5/A4LONG/
FOLIO/DLL/BRIEFKAART/
ORGANIZER J/ORGANIZER
K/ORGANIZER M/
ORGANIZER L
Stelt het papierformaat in.
KOPIEEN 1*/2.../999 Geeft aan hoeveel pagina's er zijn
afgedrukt.
AFDRUKSTAND STAAND*/LIGGEND Deze printer kan pagina's staand of
liggend afdrukken.
PRINTPOSITIE X OFFSET -500/-499.../0*.../+499/
+500
Verplaatst de beginpositie voor het
afdrukken (linkerbovenhoek van het
papier) horizontaal -500 dots (naar
links) tot +500 dots (naar rechts) in
300 dpi.
Y OFFSET -500/-499.../0*.../+499/
+500
Verplaatst de beginpositie voor het
afdrukken (linkerbovenhoek van het
papier) verticaal -500 dots (naar
boven) tot +500 dots (naar beneden)
in 300 dpi.
AUTO FF TIME UIT*/1/2/3.../99 (sec) Hiermee kunt u de resterende
gegevens afdrukken zonder dat u op
Go hoeft te drukken.
ONDERDRUK FF UIT*/AAN Zet de FormFeed-onderdrukking
(PAUZE) aan of
uit.
PRINT MENU (Vervolg)
Submenu Menuopties Opties Omschrijving
De standaardinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven.
4. Het bedieningspaneel
60
HP LASERJET FONT NR. I000...#### (59)*
FONT
BREEDTE/PUNTS
##.## (10.00/12.00)*
SYMBOLENSET PC-8*... Stelt de symbolenset of de tekenset
in.
PRINT TABEL Drukt de tabel met codes af.
AUTO LF UIT*/AAN AAN: CR i CR+LF,UIT: CR i CR
AUTO CR UIT*/AAN AAN: LFiLF+CR, FFiFF+CR of
VT i VT+CR
UIT: LF i LF, FF i FF of VT i VT
AUTO WRAP UIT*/AAN Selecteert of de printer bij het
bereiken van de rechterkantlijn al
dan niet automatisch naar het begin
van de volgende regel moet gaan.
AUTO SKIP UIT*/AAN Selecteer of de printer bij het
bereiken van de ondermarge al dan
niet automatisch naar het begin van
de volgende regel moet gaan.
LINKERMARGE #### Stelt de linkermarge in van 0 t/m 70
kolommen bij 10 cpi.
RECHTERMARGE #### Stelt de rechtermarge in van 10 t/m
80 kolommen bij 10 cpi.
BOVENMARGE #### Stelt de bovenmarge in op een
bepaalde afstand van de bovenste
rand van het papier: 0, 0,33, 0,5, 1,0,
1,5 of 2,0 inch. De
standaardinstelling is 0,5.
ONDERMARGE #### Stelt de ondermarge in op 0, 0,33,
0,5, 1,0, 1,5 of 2,0 inches afstand van
de onderkant van het papier. De
standaardinstelling is 0,33 (Niet HP),
0,5 (HP).
REGELS #### Stelt het aantal regels per pagina in
op 5 tot 128 regels.
PRINT MENU (Vervolg)
Submenu Menuopties Opties Omschrijving
De standaardinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven.
4. Het bedieningspaneel
61
EPSON FX-850 FONT NR. I000...####(59)*
FONT
BREEDTE/PUNTS
##.##(10.00/12.00)*
TEKENSET PC-8...(US ASCII)* Stelt de symbolenset of de tekenset
in.
PRINT TABEL Drukt de tabel met codes af.
AUTO LF UIT*/AAN AAN: CR i CR+LF UIT: CR i CR
AUTO MASK UIT*/AAN
LINKERMARGE #### Stelt de linkermarge in van 0 t/m 70
kolommen bij 10 cpi.
RECHTERMARGE #### Stelt de rechtermarge in van 10 t/m
80 kolommen bij 10 cpi.
BOVENMARGE #### Stelt de bovenmarge in op 0, 0,33,
0,5, 1,0, 1,5 of 2,0 inches afstand van
de bovenkant van het papier. De
standaardinstelling is 0,33.
ONDERMARGE #### Stelt de ondermarge in op 0, 0,33,
0,5, 1,0, 1,5 of 2,0 inches afstand van
de onderkant van het papier. De
standaardinstelling is 0,33.
REGELS #### Stelt het aantal regels per pagina in
op 5 tot 128 regels.
PRINT MENU (Vervolg)
Submenu Menuopties Opties Omschrijving
De standaardinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven.
4. Het bedieningspaneel
62
IBM PROPRINTER FONT NR. I000...####(59)*
FONT BREEDTE ##.##(10.00/12.00)*
TEKENSET PC-8...* Stelt de symbolenset of de tekenset
in.
PRINT TABEL Drukt de tabel met codes af.
AUTO LF UIT*/AAN AAN: CR i CR+LF,UIT: CR i CR
AUTO CR UIT*/AAN AAN: LFiLF+CR, FFiFF+CR of
VT i VT+CR
UIT: LF i LF, FF i FF of VT i VT
AUTO MASK UIT*/AAN
LINKERMARGE #### Stelt de linkermarge in van 0 t/m 70
kolommen bij 10 cpi.
RECHTERMARGE #### Stelt de rechtermarge in van 10 t/m
80 kolommen bij 10 cpi.
BOVENMARGE #### Stelt de bovenmarge in op 0, 0,33,
0,5, 1,0, 1,5 of 2,0 inches afstand van
de bovenkant van het papier. De
standaardinstelling is 0,33.
ONDERMARGE #### Stelt de ondermarge in op 0, 0,33,
0,5, 1,0, 1,5 of 2,0 inches afstand van
de onderkant van het papier. De
standaardinstelling is 0,33.
REGELS #### Stelt het aantal regels per pagina in
op 5 tot 128 regels.
BR-SCRIPT3 PRINT FOUTLIJST AAN*/UIT
KOPIEERMENU EXTRA KOPIE UIT*/AAN/AUTO/PARALLEL
KOPIEEN 1.../8
KOPIE 1 LADE AUTO/RESTEREND/MF
LADE/LADE1/LADE2/LADE3
KOPIE 1 MACRO (ID-nummer)
KOPIE 2 LADE...
KOPIE 8 LADE
AUTO/RESTEREND/MF
LADE1/LADE2/LADE3
Wordt weergegeven wanneer u 2
pagina's of meer afdrukt.
KOPIE 2 MACRO...
KOPIE 8 MACRO
(ID-nummer) Wordt weergegeven wanneer u 2
pagina's of meer afdrukt.
PRINT MENU (Vervolg)
Submenu Menuopties Opties Omschrijving
De standaardinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven.
4. Het bedieningspaneel
63
1
Wanneer verbinding met het netwerk wordt gemaakt en de 'IP-METHODE' van de machine is 'AUTO.' is, zal de machine proberen het IP-adres
en subnetmasker automatisch bij een boot server zoals DHCP of BOOTP op te vragen. Als er geen boot server wordt gevonden, wordt een APIPA
IP-adres toegewezen, bijvoorbeeld 169.254.[001-254].[000-255]. Wanneer de 'IP-METHODE' van de machine is ingesteld op 'STATISCH', moet
u via het bedieningspaneel van de machine zelf een IP-adres invoeren.
NETWERK bij gebruik van deHL-5270DN
Submenu Menuopties Opties Omschrijving
TCP/IP TCP/IP ENABLE AAN*/UIT
IP-ADRES= ###.###.###.###
(000.000.000.000)*
1
Voer het IP-adres in.
SUBNETMASKER= ###.###.###.###
(000.000.000.000)*
1
Voer het subnetmasker in.
GATEWAY= ###.###.###.###
(000.000.000.000)*
Voer het adres van de gateway in.
IP BOOT POGINGEN # (3)
IP-METHODE AUTO*/STATISCH/RARP/
BOOTP/DHCP
Kies hier de opstartmethode die het
beste in uw behoeften voorziet.
APIPA AAN*/UIT Wijst automatisch een IP-adres toe
uit het Link-Local bereik.
1
IPV6 AAN/UIT*
NETBIOS/IP AAN*/UIT
ENET AUTO*/100B-FD/100B-HD/
10B-FD/10B-HD
Kies hier de Ethernet-
verbindingsmodus.
RESET FABR.INST. Herstelt de standaardwaarden van alle netwerkinstellingen van de interne afdrukserver.
De standaardinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven.
4. Het bedieningspaneel
64
NETWERK bij gebruik van de HL-5280DW
Submenu 1 Submenu 2 Menuopties Opties Omschrijving
BEDRAAD ACTIVEER
BEDRAAD
AAN*/UIT
TCP/IP TCP/IP ENABLE AAN*/UIT
IP-ADRES= ###.###.###.###
(000.000.000.000)*
1
Voer het IP-adres in.
SUBNETMASKER= ###.###.###.###
(000.000.000.000)*
1
Voer het subnetmasker in.
GATEWAY= ###.###.###.###
(000.000.000.000)*
Voer het adres van de gateway
in.
IP BOOT POGINGEN # (3)
IP-METHODE AUTO*/STATISCH/RARP/
BOOTP/DHCP
Kies hier de opstartmethode die
het beste in uw behoeften
voorziet.
APIPA AAN*/UIT Wijst automatisch een IP-adres
toe uit het Link-Local bereik.
1
IPV6 AAN/UIT*
ENET AUTO*/100B-FD/100B-HD/
10B-FD/10B-HD
Kies hier de Ethernet-
verbindingsmodus.
NETBIOS/IP AAN*/UIT
STANDAARD-
WAARDE
Herstelt de standaardinstellingen voor bedrade netwerken van de interne afdrukserver.
WLAN ACTIVEER
WLAN
AAN*/UIT
TCP/IP TCP/IP ENABLE AAN*/UIT
IP-ADRES= ###.###.###.###
(000.000.000.000)*
1
Voer het IP-adres in.
SUBNETMASKER= ###.###.###.###
(000.000.000.000)*
1
Voer het subnetmasker in.
GATEWAY= ###.###.###.###
(000.000.000.000)*
Voer het adres van de gateway
in.
IP BOOT POGINGEN # (3)
IP-METHODE AUTO*/STATISCH/RARP/
BOOTP/DHCP
Kies hier de opstartmethode die
het beste in uw behoeften
voorziet.
APIPA AAN*/UIT Wijst automatisch een IP-adres
toe uit het Link-Local bereik.
1
IPV6 AAN/UIT*
DRAADLOOS SECUREEASYSETUP JA*/AFSLUITEN
De standaardinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven.
4. Het bedieningspaneel
65
1
Wanneer verbinding met het netwerk wordt gemaakt en de 'IP-METHODE' van de machine is 'AUTO.' is, zal de machine proberen het IP-adres
en subnetmasker automatisch bij een boot server zoals DHCP of BOOTP op te vragen. Als er geen boot server wordt gevonden, wordt een APIPA
IP-adres toegewezen, bijvoorbeeld 169.254.[001-254].[000-255]. Wanneer de 'IP-METHODE' van de machine is ingesteld op 'STATISCH', moet
u via het bedieningspaneel van de machine zelf een IP-adres invoeren.
WLAN
(vervolg)
DRAADLOOS
(vervolg)
COMM.MODUS AD-HOC*/INFRASTRUCTUUR Toont de huidige
communicatiemodus.
TOON SSID
(Toont een lijst van beschikbare namen voor het draadloze netwerk)
SSID (Toont SSID [gebruikt maximaal of 32 cijfers en letters 0-9, a-z
en A-Z in ASCII-waarden])
KANAAL 1........11*..14 Kiest het kanaal dat u gebruikt.
AUTHENTICATIE
OPEN SYSTEEM
*
/GEDEELDE
SLEUTEL/WPA-PSK/LEAP
Kiest de verificatiemethoden.
VERSLEUTELING
GEEN
*
/WEP/TKIP/AES/CKIP
Kiest de versleutelingsmethoden.
KIES WEP-SLEUTEL SLEUTEL1*/SLEUTEL2/
SLEUTEL3/SLEUTEL4
Kiest de WEP die u gebruikt.
BITS WEP-SLTL1 128(104)BITS*/64(40)
BITS
Stelt het aantal bits voor sleutel1
in.
TYPE WEP-SLTL1 ASCII*/HEX Kiest het invoertype voor WEP-
sleutel1.
WEP-SLEUTEL1 (Toont de WEP-sleutel [gebruikt maximaal 5 of 13 cijfers en
letters 0-9, a-z en A-Z in ASCII-waarden, of gebruikt maximaal
10 of 26 cijfers en letters 0-9 en A-F in HEX waarden])
BITS WEP-SLTL2
TYPE WEP-SLTL2
WEP-SLEUTEL2
BITS WEP-SLTL3
TYPE WEP-SLTL3
WEP-SLEUTEL3
BITS WEP-SLTL4
TYPE WEP-SLTL4
WEP-SLEUTEL4
WACHTZIN
GEBRUIKER
WACHTWOORD
TOEPASSEN JA*/JA&RAPPORT De draadloze instellingen
toepassen.
NETBIOS/IP AAN*/UIT
STANDAARD-
WAARDE
Herstelt de standaardinstellingen voor draadloze netwerken van de interne
afdrukserver.
RESET
FABR.INST.
Herstelt de standaardwaarden van alle netwerkinstellingen van de interne afdrukserver.
NETWERK bij gebruik van de HL-5280DW (Vervolg)
Submenu 1 Submenu 2 Menuopties Opties Omschrijving
De standaardinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven.
4. Het bedieningspaneel
66
INTERFACE
Submenu Menuopties Opties Omschrijving
SELECTEREN AUTO*/PARALLEL/USB/
NETWERK
AUTO IF-TIJD 1/2/3/4/5*.../99 (sec) U moet de time-out voor de
automatische interfaceselectie
instellen.
INPUT BUFFER Niveau 1/2/3*.../15 Maakt de input buffer groter of
kleiner.
PARALLEL HOGE SNELHEID AAN*/UIT Zet de snelle parallelle communicatie
AAN of UIT.
BI-DIR AAN*/UIT Zet de bi-directionele parallelle
communicatie AAN of UIT.
VOORBEREIDING AAN/UIT* Zet het voorbereidingssignaal AAN of
UIT.
USB 2.0 HOGE SNELHEID AAN*/UIT Zet de snelle USB 2.0 communicatie
AAN of UIT.
De standaardinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven.
RESET MENU
Op LCD staat Omschrijving
RESET PRINTER De printer wordt teruggesteld. Alle printerinstellingen, inclusief de instellingen die m.b.v.
opdrachten zijn gemaakt, worden teruggesteld op de eerder met het bedieningspaneel
gemaakte instellingen.
RESET FABR.INST. De printer wordt teruggesteld. Alle printerinstellingen, inclusief de instellingen die m.b.v.
opdrachten zijn gemaakt, worden teruggesteld op de standaardinstellingen.
4. Het bedieningspaneel
67
Voorbeeld van het wijzigen van een menu-instelling
Instelling IP-adres
a Druk op + of - om NETWERK te selecteren (en om de hieronder vermelde instellingen weer te geven).
INFORMATIE
h
NETWERK
b Druk op Set.
TCP/IP
c Druk op Set.
TCP/IP ENABLE
d Druk op de toets +.
IP-ADRES=
e Druk op Set.
Het laatste cijfer van het eerste deel van het nummer knippert.
192. 0. 0. 192*
f Druk op de toets + of - om een hoger of lager cijfer te selecteren.
Druk op Set om naar het volgende cijfer te gaan.
123. 0. 0. 192*
g Herhaal dit totdat u het juiste IP-adres hebt ingesteld.
123. 45. 67. 89
h Druk op Set om het IP-adres vast te leggen.
Uiterst rechts op het LCD-scherm wordt een sterretje weergegeven.
123. 45. 67. 89*
4. Het bedieningspaneel
68
Standaardinstellingen
Standaardinstellingen van de printer
De instellingen van deze printer zijn vóór verzending in de fabriek geselecteerd. Dit noemen we de
standaardinstellingen (raadpleeg Tabel met menuopties op pagina 56). U kunt de printer gebruiken zonder
deze standaardinstellingen te wijzigen, maar u kunt deze instellingen ook aanpassen en als
gebruikersinstellingen in het geheugen van de printer opslaan.
Opmerking
Het wijzigen van in het geheugen opgeslagen gebruikersinstellingen heeft geen invloed op de
standaardinstellingen. De standaardinstellingen zelf kunt u niet veranderen.
In het RESET MENU kunt u de gewijzigde gebruikersinstellingen terugstellen naar de fabrieksinstellingen.
Raadpleeg Tabel met menuopties op pagina 56.
Opmerking
De instellingen zijn afhankelijk van de gekozen emulatie.
De volgende instellingen kunnen bij RESET FABR.INST. van het menu RESET MENU niet worden
teruggesteld op de fabrieksinstellingen: de instellingen van INTERFACE, PAG.BESCHERMING,
SCHAALBAAR FONT, PANEELSLOT, paginateller en de taal voor de meldingen op het LCD-scherm.
Als u de printer uit- en weer aanzet, wordt de standaardinstelling voor het aantal af te drukken exemplaren
(KOPIE) altijd hersteld.
Standaard-netwerkinstellingen
Als u de standaardinstellingen van de afdrukserver wilt herstellen (alle informatie wordt teruggesteld, zoals
het wachtwoord en de gegevens m.b.t. het IP-adres), volgt u de onderstaande stappen:
a Druk op de toets + of om NETWERK te selecteren. Druk op Set.
NETWERK
b Druk op de toets + of om RESET FABR.INST. te selecteren. Druk op Set.
RESET FABR.INST.
c Druk nogmaals op Set.
OK?
69
5
Voor deze printer zijn de volgende toebehoren verkrijgbaar. Met deze artikelen kunt u de capaciteit van de
printer verhogen.
Onderste papierbak (LT-5300)
Er kunnen twee optionele onderste papierladen (Lade 2 of Lade 3) worden geïnstalleerd. Elk van deze laden
heeft een inhoud van maximaal 250 vel van 80 g/m
2
.
Als alle drie de laden zijn geïnstalleerd, heeft de printer een papiercapaciteit van 800 vel normaal papier.
Neem contact op met de wederverkoper waar u de printer hebt gekocht als u een onderste papierbak wenst
te kopen.
In de met de onderste papierbak meegeleverde handleiding wordt uitgelegd hoe u deze moet installeren.
Toebehoren
Onderste papierbak DIMM-geheugen
LT-5300
Raadpleeg Onderste papierbak (LT-
5300) op deze pagina.
Raadpleeg DIMM op pagina 70.
5. Toebehoren
70
DIMM
De printer heeft standaard 32 Mbytes geheugen en één sleuf voor optioneel geheugen. U kunt het geheugen
uitbreiden tot 544 MB door DIMM-geheugenmodules te installeren.
Soorten DIMM
U kunt de volgende DIMM’s installeren:
128 MB Buffalo Technology VN133-D128 / VN133-X128
256 MB Buffalo Technology VN133-D256
512 MB Buffalo Technology VN133-D512
64 MB TechWorks 12165-0004
128 MB TechWorks 12462-0001
256 MB TechWorks 12485-0001
512 MB TechWorks 12462-0001
Opmerking
Kijk voor meer informatie op de website van Buffalo Technology http://www.buffalotech.com
.
Kijk voor meer informatie op de website van Techworks http://www.techworks.com
Doorgaans moeten de DIMM’s aan de volgende specificaties voldoen:
Type: 144 pins en 64 bits output
CAS latency: 2
Klokfrequentie: 100 MHz of meer
Capaciteit: 64, 128, 256 of 512 MB
Hoogte: 31.75 mm
Dram-type: SDRAM 2 Bank
Er kan SDRAM worden gebruikt.
Opmerking
Het is mogelijk dat sommige DIMM’s niet met deze printer werken.
Voor meer informatie kunt u zich wenden tot de wederverkoper waar u de printer hebt gekocht of tot de
klantendienst van Brother.
5. Toebehoren
71
Extra geheugen plaatsen
a Zet de printer uit en haal vervolgens de stekker uit het stopcontact. Koppel de interfacekabel los van de
printer.
Opmerking
Zet de printer uit voordat u de DIMM gaat installeren of verwijderen.
b Verwijder het deksel van de DIMM.
c Pak de DIMM uit en houd hem bij de randen vast.
VOORZICHTIG
Voorkom beschadiging door statische elektriciteit, raak de geheugenchips en het oppervlak van de kaart
NIET aan.
d Houd de DIMM aan de randen vast en zet de inkepingen in de DIMM parallel met de uitsteeksels in de
sleuf.
Plaats de DIMM diagonaal (1) en kantel hem naar voren, naar de interfacekaart toe, totdat hij op zijn
plaats klikt (2).
1
2
5. Toebehoren
72
e Zet het deksel van de DIMM weer op zijn plaats.
f Sluit de interfacekabel weer op de printer aan. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact
en zet de stroomschakelaar aan.
Opmerking
Als u wilt controleren of de DIMM op juiste wijze is geïnstalleerd, kunt u de lijst van printerinstellingen
afdrukken, waarop staat vermeld hoeveel geheugen er momenteel is geplaatst. Raadpleeg Tabel met
menuopties op pagina 56.
73
6
Het is zaak dat u de bepaalde onderdelen periodiek vervangt en de printer regelmatig reinigt.
WAARSCHUWING
Houd bij het vervangen van onderdelen en het reinigen van de printer rekening met het volgende:
Als er toner op uw kleding komt, veeg ze dan met een droge doek schoon en was ze onmiddellijk in koud
water; dit om vlekken te voorkomen.
Let erop dat u geen toner inademt.
Nadat de printer is gebruikt, zijn sommige onderdelen in het inwendige van de printer zeer heet.
Wanneer u de voor- of achterklep van de printer openmaakt, mag u de onderdelen die in de afbeelding
gearceerd zijn NOOIT aanraken.
De verbruiksartikelen vervangen
De verbruiksartikelen moeten periodiek worden vervangen. Wanneer een van deze onderdelen aan
vervanging toe is, wordt op het LCD-scherm een waarschuwingsmelding weergegeven.
TONER BIJNA OP
(Wordt met tussenpozen weergegeven.) Raadpleeg De melding TONER BIJNA OP op pagina 74.
TONER OP
Raadpleeg De melding TONER OP op pagina 74.
DRUM BIJNA OP
Raadpleeg De melding DRUM BIJNA OP op pagina 79.
Opmerking
Deze instructies zijn tevens te vinden in De afdrukkwaliteit verbeteren op pagina 104.
Routineonderhoud
6. Routineonderhoud
74
Verbruiksartikelen
Tonercartridge
Een nieuwe tonercartridge bevat voldoende toner om circa 3500 (standaardcartridge) of 7000 (tonercartridge
met hoge capaciteit) enkelzijdige bladzijden van A4- of Letter-formaat te bedrukken met een bladvulling van
5%.
Opmerking
Hoeveel toner daadwerkelijk wordt gebruikt, is afhankelijk van de bladvulling en van de instelling die voor
de afdrukdichtheid is geselecteerd.
Als u de afdrukdichtheid lichter of donkerder instelt, zal het tonerverbruik navenant worden aangepast.
Pak een nieuwe tonercartridge pas uit wanneer u hem in de printer gaat installeren.
De melding TONER BIJNA OP
(Wordt met tussenpozen weergegeven.)
TONER BIJNA OP
Als de lampjes deze indicatie geven, is de toner bijna op. Koop een nieuwe tonercartridge, zodat u deze bij
de hand hebt voordat de melding TONER OP wordt weergegeven. Raadpleeg De tonercartridge vervangen
op pagina 75 voor nadere informatie over het vervangen van de tonercartridge.
De melding TONER OP
TONER OP
Deze indicatie betekent dat de toner op is, of dat de toner niet gelijkmatig in de cartridge is verdeeld.
De printer zal in beide gevallen stoppen met afdrukken totdat er een nieuwe tonercartridge in de printer is
geplaatst.
De melding TONER OP kan alleen worden gewist door een nieuwe tonercartridge in de drumkit te plaatsen.
Tonercartridges Drumkit
Raadpleeg Tonercartridge op pagina 74. Raadpleeg Drumkit op pagina 79.
6. Routineonderhoud
75
De tonercartridge vervangen
Opmerking
Om een hoge afdrukkwaliteit te garanderen, raden wij u aan om alleen originele tonercartridges van
Brother te gebruiken. De klantendienst van Brother of de wederverkoper waar u uw printer hebt gekocht
kan u vertellen waar u geschikte tonercartridges kunt krijgen.
Wij raden u aan om telkens wanneer u de tonercartridge vervangt ook de printer te reinigen. Raadpleeg
De printer reinigen op pagina 84.
a Druk op de knop waarmee de voorklep wordt geopend en maak deze klep open.
b Trek de drumkit en tonercartridge uit de printer.
VOORZICHTIG
Wij raden u aan om de drumkit en tonercartridge op een stuk papier of een doek te plaatsen voor het geval
dat er toner wordt geknoeid.
Raak de hier afgebeelde elektroden NIET aan; dit om beschadiging van de printer door statische elektriciteit
te voorkomen.
6. Routineonderhoud
76
c Duw de blauwe sluithendel naar beneden en haal de tonercartridge uit de drumkit.
VOORZICHTIG
De tonercartridge NIET in vuur werpen. Hij kan dan namelijk ontploffen en verwondingen veroorzaken.
Ga voorzichtig met de tonercartridge om. Knoeit u toner op uw handen of uw kleren, veeg deze dan
onmiddellijk af of was ze onmiddellijk in koud water.
Raak de onderdelen die hier gearceerd staan afgebeeld NIET aan, daar dit problemen met de
afdrukkwaliteit kan veroorzaken.
Opmerking
Stop de tonercartridge in een zak en sluit deze goed af, zodat er geen toner geknoeid kan worden.
Gooi de afgewerkte tonercartridge weg in overeenstemming met de plaatselijk geldende reguleringen, niet
met uw huisvuil. Met vragen kunt u contact opnemen met uw plaatselijke afvalverzamelplaats.
d Pak de nieuwe tonercartridge uit. Houd de tonercartridge horizontaal en met beide handen vast en schud
hem voorzichtig vijf à zes keer heen en weer om de toner gelijkmatig in de cartridge te verspreiden.
6. Routineonderhoud
77
VOORZICHTIG
Pak een nieuwe tonercartridge pas uit wanneer u hem in de printer gaat installeren. Als de tonercartridge
gedurende langere tijd zonder verpakking wordt opgeslagen, zal hij minder lang meegaan.
Als een uitgepakte drumkit aan direct (zon)licht wordt blootgesteld, kan de drum beschadigd worden.
Installeer de tonercartridge onmiddellijk nadat u de bescherming hebt verwijderd in de drumkit. Raak de
onderdelen die hier gearceerd staan afgebeeld NIET aan, daar dit de afdrukkwaliteit nadelig kan
beïnvloeden.
VOORZICHTIG
De machines van Brother zijn ontworpen voor gebruik met toner van een bepaalde specificatie en werken
optimaal wanneer ze worden gebruikt met originele tonercartridges van het merk Brother. Brother kan deze
optimale werking niet garanderen wanneer toner of tonercartridges van andere specificaties worden
gebruikt. Brother raadt u derhalve af met deze machines cartridges anders dan originele cartridges van het
merk Brother te gebruiken.
Wanneer de drumkit of een ander onderdeel van deze machine wordt beschadigd omdat producten van
andere fabrikanten zijn gebruikt, dan worden daaruit voortvloeiende reparaties niet door de garantie gedekt.
e Verwijder het beschermende gedeelte.
6. Routineonderhoud
78
f Plaats de nieuwe tonercartridge goed in de drum; u hoort een klik als hij goed op zijn plaats zit. Als hij
goed is geïnstalleerd, gaat de sluithendel automatisch omhoog.
VOORZICHTIG
Zorg dat u de tonercartridge goed installeert, daar hij anders uit de drumkit kan schuiven.
g Reinig de primaire coronadraad in het inwendige van de drum door het blauwe plaatje voorzichtig een
paar maal heen en weer te schuiven.
VOORZICHTIG
Vergeet niet om het plaatje weer in de beginstand te zetten (a) (1). Doet u dit niet, dan kan er een verticale
streep op de afgedrukte pagina's komen te staan.
h Plaats de drumkit en tonercartridge weer in de printer. Sluit de voorklep.
1
6. Routineonderhoud
79
Drumkit
Een nieuwe drumkit kan circa 25.000 enkelzijdige bladzijden van A4- of Letter-formaat te bedrukken met een
bladvulling van 5%.
Opmerking
Er zijn vele factoren die invloed hebben op de eigenlijke levensduur van de drum, zoals temperatuur,
vochtigheid, gebruikte papiersoort en toner, aantal pagina’s per afdrukbewerking, enz. Onder ideale
omstandigheden zal de drum gemiddeld circa 25.000 pagina’s meegaan. Deze cijfers zijn slechts een
benadering en het aantal pagina’s dat uw drum werkelijk zal afdrukken, kan beduidend lager liggen. Wij
hebben geen invloed op de vele factoren die de levensduur van een drum bepalen en kunnen derhalve
geen minimumaantal pagina’s garanderen dat door uw drum zal worden afgedrukt.
Voor de beste prestaties raden wij u aan om alleen originele toner van Brother te gebruiken. Deze printer
dient in een schone, stofvrije omgeving met voldoende ventilatie te worden gebruikt.
Het gebruik van drumkits van andere merken doet niet alleen afbreuk aan de afdrukkwaliteit, maar ook
aan de prestaties en levensduur van de printer zelf. De garantie dekt geen problemen die voortvloeien uit
het gebruik van drumkits van andere merken.
De melding DRUM BIJNA OP
DRUM BIJNA OP
Als op het LCD-scherm de melding DRUM BIJNA OP wordt weergegeven, betekent dit dat de drumkit aan
vervanging toe is. Wij raden u aan om de drumkit te vervangen voordat de afdrukkwaliteit merkbaar minder is.
De drumkit vervangen
VOORZICHTIG
Ga voorzichtig te werk bij het verwijderen van de drumkit, er kan nog toner in zitten.
Telkens wanneer u de drumkit vervangt, dient u ook de binnenkant van de printer te reinigen. Raadpleeg
De printer reinigen op pagina 84.
Wanneer u de drumkit vervangt en een nieuwe drum plaatst, moet u de drumteller als volgt terugstellen:
6. Routineonderhoud
80
a Druk op de knop waarmee de voorklep wordt geopend en maak deze klep open.
b Houd Go ingedrukt totdat de melding DRUM OK op het LCD-scherm wordt weergegeven en laat Go dan
los.
Onjuiste configuratie
U mag de drumteller niet terugstellen als u alleen de tonercartridge vervangt.
c Trek de drumkit en tonercartridge uit de printer.
>>>>
6. Routineonderhoud
81
VOORZICHTIG
Wij raden u aan om de drumkit en tonercartridge op een stuk papier of een doek te plaatsen voor het geval
dat er toner wordt geknoeid.
Raak de hier afgebeelde elektroden NIET aan; dit om beschadiging van de printer door statische elektriciteit
te voorkomen.
d Duw de blauwe sluithendel naar beneden en haal de tonercartridge uit de drumkit.
VOORZICHTIG
Ga voorzichtig met de tonercartridge om. Knoeit u toner op uw handen of uw kleren, veeg deze dan
onmiddellijk af of was ze onmiddellijk in koud water.
Raak de onderdelen die hier gearceerd staan afgebeeld NIET aan, daar dit problemen met de
afdrukkwaliteit kan veroorzaken.
Opmerking
Stop de drumkit in een zak en sluit deze goed af, zodat er geen toner geknoeid kan worden.
6. Routineonderhoud
82
Gooi de afgewerkte drumkit weg in overeenstemming met de plaatselijk geldende reguleringen, niet met
uw huisvuil. Met vragen kunt u contact opnemen met uw plaatselijke afvalverzamelplaats.
e Pak de nieuwe drumkit uit.
VOORZICHTIG
Pak een nieuwe drumkit pas uit wanneer u deze in de printer gaat installeren. Blootstelling aan direct
(zon)licht kan de drumkit beschadigen
f Plaats de tonercartridge in de nieuwe drum; u hoort een klik als hij goed op zijn plaats zit. Als de cartridge
goed is geïnstalleerd, gaat de sluithendel automatisch omhoog.
VOORZICHTIG
Zorg dat u de tonercartridge goed installeert, daar hij anders uit de drumkit kan schuiven.
g Plaats de drumkit en tonercartridge weer in de printer.
h Sluit de voorklep.
6. Routineonderhoud
83
Periodiek te vervangen onderdelen
Sommige onderdelen moeten zo af en toe worden vervangen; dit om een optimale afdrukkwaliteit te
handhaven. De onderstaande onderdelen moeten worden vervangen nadat het aangegeven aantal pagina’s
is afgedrukt.
1
Papierinvoerkit voor de MF lade omvat de pick-up rol en het scheidingsplaatje.
2
Papierinvoerkit voor Lade 1, en Lade 2 en Lade 3 omvat de papiertoevoerrol, scheidingsrol, scheidingskussentje en de veer van het
scheidingskussentje.
3
Bij een bladvulling van 5 % (A4- of Letter-formaat). Hoeveel pagina’s u daadwerkelijk kunt afdrukken, is afhankelijk van de gebruikte
afdrukbewerkingen en papiersoort.
Melding op LCD-scherm Omschrijving Vervangen na
ongeveer
Nieuwe kopen
VERVANG PI KITMF
Papierinvoerkit voor de MF lade
1
100.000 pagina's
3
Neem contact op met de
klantendienst van Brother
VERVANG PI KIT 1
Papierinvoerkit voor Lade 1
2
100.000 pagina's
3
Neem contact op met de
klantendienst van Brother
VERVANG PI KIT 2
Papierinvoerkit voor Lade 2
2
100.000 pagina's
3
Neem contact op met de
klantendienst van Brother
VERVANG PI KIT 3
Papierinvoerkit voor Lade 3
2
100.000 pagina's
3
Neem contact op met de
klantendienst van Brother
VERVANG FUSER Fuser
100.000 pagina's
3
Neem contact op met de
klantendienst van Brother
VERVANG LASER Lasereenheid
100.000 pagina's
3
Neem contact op met de
klantendienst van Brother
6. Routineonderhoud
84
De printer reinigen
Reinig de buiten- en de binnenkant van de printer regelmatig met een droge, pluisvrije doek. Wanneer u de
tonercartridge of drumkit vervangt, dient u ook de binnenkant van de printer te reinigen. Als er tonervlekken
op een pagina staan, moet het inwendige van de printer met een droge, pluisvrije doek worden gereinigd.
De buitenkant van de printer reinigen
VOORZICHTIG
Gebruik neutrale reinigingsmiddelen. Vluchtige middelen zoals verdunner of benzine beschadigen de
behuizing van de printer.
Gebruik NOOIT schoonmaakmiddelen die ammoniak bevatten.
a Zet de printer uit en haal vervolgens de stekker uit het stopcontact.
b Trek de papierlade helemaal uit de printer.
6. Routineonderhoud
85
c Stof de buitenkant van de printer met een zachte, pluisvrije doek af.
d Als er iets in de papierlade vastzit, dient u dit te verwijderen.
e Veeg de binnenkant van de papierlade met een zachte, pluisvrije doek schoon.
f Plaats de papierlade weer in de printer.
g Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de stroomschakelaar aan.
De binnenkant van de printer reinigen
a Zet de printer uit en haal vervolgens de stekker uit het stopcontact.
6. Routineonderhoud
86
b Druk op de knop waarmee de voorklep wordt geopend en maak deze klep open.
c Trek de drumkit en tonercartridge uit de printer.
HEET
Nadat de printer is gebruikt, zijn sommige onderdelen in het inwendige van de printer zeer heet. Wacht
totdat de printer is afgekoeld, pas dan mag u de onderdelen binnen in de printer aanraken.
VOORZICHTIG
Wij raden u aan om de drumkit en tonercartridge op een stuk papier of een doek te plaatsen voor het geval
dat er toner wordt geknoeid.
6. Routineonderhoud
87
Ga voorzichtig met de tonercartridge om. Knoeit u toner op uw handen of uw kleren, veeg deze dan
onmiddellijk af of was ze onmiddellijk in koud water.
Raak de hier afgebeelde elektroden NIET aan; dit om beschadiging van de printer door statische elektriciteit
te voorkomen.
d Veeg het scannervenster met een droge, pluisvrije doek schoon.
e Plaats de drumkit en tonercartridge weer in de printer.
f Sluit de voorklep.
g Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de stroomschakelaar aan.
6. Routineonderhoud
88
De coronadraad reinigen
Bij problemen met de afdrukkwaliteit dient u de coronadraad als volgt te reinigen:
a Druk op de knop waarmee de voorklep wordt geopend en maak deze klep open.
b Trek de drumkit en tonercartridge uit de printer.
VOORZICHTIG
Wij raden u aan om de drumkit en tonercartridge op een stuk papier of een doek te plaatsen voor het geval
dat er toner wordt geknoeid.
Raak de hier afgebeelde elektroden NIET aan; dit om beschadiging van de printer door statische elektriciteit
te voorkomen.
6. Routineonderhoud
89
c Reinig de primaire coronadraad in het inwendige van de drum door het blauwe plaatje voorzichtig een
paar maal heen en weer te schuiven.
VOORZICHTIG
Vergeet niet om het plaatje weer in de beginstand te zetten (a) (1). Doet u dit niet, dan kan er een verticale
streep op de afgedrukte pagina's komen te staan.
d Plaats de drumkit en tonercartridge weer in de printer. Sluit de voorklep.
1
90
7
U zult de meeste problemen zelf kunnen verhelpen. Als u verdere hulp nodig hebt, kan het Brother Solutions
Center uitkomst bieden met antwoorden op de meest recente vragen en tips voor het oplossen van
problemen. Kijk op http://solutions.brother.com
.
Uw probleem identificeren
Eerst controleren dat:
Het netsnoer goed is aangesloten en dat de printer aanstaat.
Alle beschermende onderdelen zijn verwijderd.
De tonercartridge en de drumkit goed zijn geïnstalleerd.
De voorklep en achterklep goed zijn gesloten.
Het papier goed in de papierlade is geplaatst.
De interfacekabel goed is aangesloten op de printer en de computer.
De juiste driver voor de printer is geselecteerd en geïnstalleerd.
De pc is ingesteld op het gebruik van de juiste printerpoort.
De printer drukt niet af:
Hebt u bovenstaande punten gecontroleerd maar het probleem niet kunnen verhelpen, zoek het probleem
dan in de onderstaande lijst op en raadpleeg de hieronder aangegeven pagina.
Meldingen op LCD-scherm
Raadpleeg Meldingen op LCD-scherm op pagina 91.
De printer drukt een foutmelding af
Raadpleeg Afgedrukte foutmeldingen op pagina 93.
Omgaan met papier
Raadpleeg Omgaan met papier op pagina 94 en Vastgelopen papier verwijderen op pagina 95.
Overige problemen
Raadpleeg Overige problemen op pagina 111.
Er wordt wel afgedrukt, maar er zijn problemen:
Afdrukkwaliteit
Raadpleeg De afdrukkwaliteit verbeteren op pagina 104.
De afdruk ziet er niet goed uit
Raadpleeg Problemen met het afdrukken verhelpen op pagina 110.
Problemen oplossen
7. Problemen oplossen
91
Meldingen op LCD-scherm
Wanneer er iets niet in orde is, stopt de printer met afdrukken, bepaalt hij waar de storing is opgetreden en
verschijnt op het LCD-scherm de betreffende storingsmelding om u te waarschuwen. Gebruik de
onderstaande tabel om te zien wat de melding betekent en de fout te verhelpen. Als u het probleem niet kunt
verhelpen, kunt u voor meer informatie contact opnemen met de wederverkoper waar u de printer hebt
gekocht of met de klantendienst van Brother.
Opmerking
Op het LCD-scherm worden voor de verschillende papierladen de volgende namen gebruikt:
Standaard papierlade: LADE1
Multifunctionele lade: MF
Optionele onderste bak: LADE2 of LADE3
Foutmelding
Foutmelding Wat te doen
BUFFER FOUT Controleer de instellingen van de interface.
FOUT: CARTRIDGE Neem de drumkit uit de printer en zet hem weer op zijn plaats.
FOUT IN DIMM Installeer de DIMM op juiste wijze. Zet de printer uit. Wacht een paar seconden en zet hem
weer aan. Als deze melding opnieuw wordt weergegeven, moet u een nieuwe DIMM
installeren.
DOWNLOAD VOL Plaats meer geheugen. Raadpleeg Extra geheugen plaatsen op pagina 71.
DUPLEX UIT Sluit de achterklep van de printer en plaats de duplexlade weer.
STOF OP DRUM Maak de voorklep open. Trek de drumkit en tonercartridge uit de printer. Schuif het blauwe
lipje van de drumkit voorzichtig een paar maal heen en weer.
FONTGEH. VOL Plaats meer geheugen. Raadpleeg Extra geheugen plaatsen op pagina 71.
VOORKLEP OPEN Sluit de voorklep van de printer.
FUSERKLEP OPEN Sluit de fuserklep, die zich achter de achterklep van de printer bevindt.
PAPIER VAST XXX Trek het vastgelopen papier voorzichtig uit het aangegeven gedeelte, zoals geïllustreerd in
Vastgelopen papier verwijderen op pagina 95.
HANDINVOER Plaats hetzelfde papier in de MF lade als op het LCD-scherm wordt aangegeven. Als de
printer is ‘gepauzeerd’, drukt u op Go.
GEHEUGEN VOL Plaats meer geheugen. Raadpleeg Extra geheugen plaatsen op pagina 71 en Problemen
met het afdrukken verhelpen op pagina 110.
7. Problemen oplossen
92
GEEN PAPIER Plaats papier in de lege papierlade. Als de foutmelding niet wordt gewist nadat u papier in
de lade hebt geplaatst, moet u het papierformaat plaatsen dat u in uw applicatie hebt
geselecteerd, of het papierformaat via het bedieningspaneel in het menu FORMAAT LADE
instellen op WILLEKEURIG.
GEEN PAPIER XXX Plaats papier in de lege papierlade.
GEEN LADE XXX Plaats de papierlade in de printer.
PRINTER FOUT Gebruik een lagere resolutie of plaats meer geheugen. Raadpleeg Extra geheugen
plaatsen op pagina 71 en Problemen met het afdrukken verhelpen op pagina 110.
Corrigeer de instellingen voor Paginabescherming. Raadpleeg Opties apparaat op pagina
31 en Tabel met menuopties op pagina 56.
FOUT FORMAAT DX Voor het tweezijdig afdrukken kan alleen A4-, Letter- en Legal-papier worden gebruikt.
Controleer de instellingen in de printerdriver en plaats in de papierlade of de MF lade
hetzelfde papierformaat als het formaat dat in de printerdriver is geselecteerd. Raadpleeg
Over papier op pagina 6.
ONGELDIG FORMAAT Plaats hetzelfde papierformaat in de papierlade of de MF lade als is de printerdriver is
geselecteerd en druk op Go, of selecteer via het bedieningspaneel bij FORMAAT LADE het
juiste papierformaat .
OPSLAG VOL De grootte van de RAMDISK is ingesteld op 0 MB. Selecteer een hogere waarde voor de
grootte van de RAMDISK. Het kan ook zijn dat er geen ruimte meer is om taken op te slaan.
Wis gegevens en lettertypen die u niet meer nodig hebt.
TE VEEL LADEN U kunt maximaal twee optionele laden gebruiken. Verwijder overtollige laden.
Onderhoudsmeldingen
Onderhoudsmelding Wat te doen
DRUM BIJNA OP De drumkit is bijna opgebruikt. Zorg dat u een nieuwe drumkit bij de hand hebt. Raadpleeg
De melding DRUM BIJNA OP op pagina 79.
TONER BIJNA OP Koop een nieuwe tonercartridge, zodat u deze bij de hand hebt voordat de melding TONER
OP wordt weergegeven.
TONER OP Raadpleeg De tonercartridge vervangen op pagina 75.
VERVANG PI KITMF Bel uw wederverkoper of de klantendienst van Brother en bestel een nieuwe papierinvoerkit
(pick-up rol en scheidingsplaatje) voor de MF lade.
VERVANG PI KIT 1 Bel uw wederverkoper of de klantendienst van Brother en bestel een nieuwe papierinvoerkit
(papiertoevoerrol, scheidingsrol, scheidingskussentje en veer van scheidingskussentje)
voor Lade 1.
VERVANG PI KIT 2 Bel uw wederverkoper of de klantendienst van Brother en bestel een nieuwe papierinvoerkit
(papiertoevoerrol, scheidingsrol, scheidingskussentje en veer van scheidingskussentje)
voor Lade 2.
VERVANG PI KIT 3 Bel uw wederverkoper of de klantendienst van Brother en bestel een nieuwe papierinvoerkit
(papiertoevoerrol, scheidingsrol, scheidingskussentje en veer van scheidingskussentje)
voor Lade 3.
VERVANG FUSER Bel uw wederverkoper of de klantendienst van Brother en bestel een nieuwe fuser.
VERVANG LASER Bel uw wederverkoper of de klantendienst van Brother en bestel een nieuwe lasereenheid.
Foutmelding (Vervolg)
Foutmelding Wat te doen
7. Problemen oplossen
93
Afgedrukte foutmeldingen
De printer kan u ook op fouten attenderen door een foutmelding af te drukken. Gebruik de onderstaande tabel
om te zien wat de melding betekent en de fout te verhelpen. De standaardinstelling voor het afdrukken van
foutmeldingen is UIT. Als u deze functie wilt activeren, klikt u in het tabblad Geavanceerd van de Windows-
driver op het symbool Opties apparaat en kiest u Foutmelding afdrukken.
Servicemeldingen
Servicemelding Wat te doen
FOUT ### Zet de printer uit. Wacht een paar seconden en zet hem weer aan. Is het probleem nu
niet verholpen, raadpleeg dan uw wederverkoper of de klantendienst van Brother.
Foutmelding Wat te doen
GEHEUGEN VOL Druk op de toets Go om de resterende gegevens af te drukken. Annuleer de taak
als u de gegevens die nog in het geheugen van de printer zitten wilt wissen.
Raadpleeg Toetsen op pagina 48.
Maak uw document minder ingewikkeld of gebruik een lagere resolutie.
Plaats meer geheugen. Raadpleeg Extra geheugen plaatsen op pagina 71.
PRINTER OVERRUN Druk op de toets Go om de resterende gegevens af te drukken. Annuleer de taak
als u de gegevens die nog in het geheugen van de printer zitten wilt wissen.
Raadpleeg Toetsen op pagina 48.
Als de fout nu nog niet is verholpen, moet u uw document minder ingewikkeld
maken of een lagere resolutie gebruiken.
Plaats meer geheugen. Raadpleeg Extra geheugen plaatsen op pagina 71.
Stel de paginabescherming m.b.v. de meegeleverde Windows
®
-driver of met het
bedieningspaneel in op AUTO.
Wijzig de volgende instellingen in de meegeleverde Windows
®
-driver en probeer
het opnieuw. Welke combinatie van instellingen het beste werkt, is afhankelijk
van uw document.
Grafische stand
TrueType-stand
Gebruik TrueType
®
-lettertypen van printer
Resolutie aangepast zodat
kan worden afgedrukt
(De printer heeft het document
met een lagere resolutie
afgedrukt.)
Maak uw document voordat u gaat afdrukken minder ingewikkeld; zo wordt
voorkomen dat de resolutie automatisch wordt verlaagd.
7. Problemen oplossen
94
Omgaan met papier
Controleer eerst dat u papier gebruikt dat voldoet aan de door Brother aanbevolen papierspecificaties.
Raadpleeg Over papier op pagina 6.
Probleem Oplossing
De printer voert geen papier in. Zit er nog papier in de papierlade, zorg dan dat het recht ligt, in een nette stapel.
Gekruld papier moet voordat u gaat afdrukken altijd glad worden gestreken.
Soms helpt het als u het papier verwijdert. Draai de stapel om en plaats hem weer
in de papierlade.
Plaats minder papier in de papierlade en probeer het opnieuw.
Controleer dat in de printerdriver niet de handinvoer is geselecteerd.
De printer voert geen papier in
vanuit de MF lade.
Blader de stapel goed door en plaats deze weer in de lade.
Controleer dat u in de printerdriver bij de Papierbron de MF lade hebt
geselecteerd.
De printer kan geen
enveloppen invoeren.
De printer voert enveloppen in via de multifunctionele lade. U dient uw software
in te stellen op afdrukken op het door u gebruikte formaat enveloppen. U kunt dit
over het algemeen in uw software doen, in het menu voor het instellen van
pagina’s of documenten. Raadpleeg de met uw software meegeleverde
handleiding.
Het papier is vastgelopen. Verwijder het vastgelopen papier. Raadpleeg Vastgelopen papier verwijderen op
pagina 95.
De printer drukt niet af. Controleer dat de kabel op de printer is aangesloten.
Controleer dat de juiste printerdriver is geselecteerd.
Als op normaal papier wordt
afgedrukt, verkreukt dit.
Geef in de printerdriver bij Soort papier een instelling op voor dunner papier dan
wat nu is ingesteld.
Als wordt afgedrukt op Legal-
papier of langer papier, glijdt
het papier van de bovenste
uitvoerlade.
Trek de steun van de uitvoerlade uit en omhoog.
7. Problemen oplossen
95
Vastgelopen papier verwijderen
Als het papier in de printer vastloopt, stopt hij met afdrukken. Een van de volgende meldingen wordt
weergegeven om aan te geven waar het papier is vastgelopen.
VAST IN MF LADE (1)
Papier vastgelopen in de MF lade.
VAST IN LADE1 (2)
Papier vastgelopen in de standaardpapierlade (LADE 1).
VAST IN LADE2 (3)
Papier vastgelopen in de onderste bak (LADE 2).
VAST IN LADE3 (4).
Papier vastgelopen in de onderste bak (LADE 3).
VAST: DUPLEX (5)
Papier vastgelopen in de duplexlade.
VAST: ACHTER (6)
Papier vastgelopen bij de papieruitvoer
VAST: BINNENIN (7)
Papier vastgelopen binnen in de printer.
Controleer waar het papier is vastgelopen en verwijder het als volgt.
Als u het vastgelopen papier hebt verwijderd en de melding opnieuw op het LCD-scherm wordt weergegeven,
kan het zijn dat er ook ergens anders papier is vastgelopen. Kijk de printer goed na.
Nadat u alle vastgelopen papier hebt verwijderd, moet u de voorklep openmaken en weer sluiten om het
afdrukken te hervatten.
Opmerking
Wanneer nieuw papier wordt geplaatst, moet u altijd eerst al het papier dat nog in de lade zit verwijderen
en het papier in een nette stapel plaatsen. Zo voorkomt u dat er meerdere vellen papier tegelijk worden
ingevoerd en dat papier vastloopt.
5
1
2
3
4
6
7
7. Problemen oplossen
96
VAST IN MF LADE (papier vastgelopen in de MF lade)
VAST IN MF LADE
Als het papier in de MF lade vastloopt, volgt u de onderstaande procedure:
a Verwijder het papier uit de MF lade.
b Druk op de knop waarmee de voorklep wordt geopend en maak dit paneel open.
c Trek de drumkit en tonercartridge uit de printer.
d Verwijder papier uit en rondom de MF lade en plaats de drumkit en tonercartridge weer in de printer
voordat u de voorklep sluit.
e Blader de stapel door en leg hem weer in de MF lade.
f Als u papier in de MF lade plaatst, zorg dan dat de stapel tegen de achterkant van de lade aan ligt en
niet boven geleiders voor de maximale papierhoogte (aan weerskanten van de lade) uitsteekt.
g Als de printer niet automatisch begint af te drukken, moet u de voorklep openmaken en weer sluiten, of
op Go drukken om het afdrukken te hervatten.
VAST IN LADE1 / LADE2 / LADE3 (papier vastgelopen binnen in de papierlade)
Opmerking
Op het LCD-scherm worden voor de verschillende papierladen de volgende namen gebruikt:
Standaard papierlade: LADE1
Optionele onderste bak: LADE2 of LADE3
VAST IN LADE1
VAST IN LADE2
VAST IN LADE3
Als het papier in de papierlade vastloopt, volgt u de onderstaande procedure:
7. Problemen oplossen
97
a Trek de papierlade helemaal uit de printer.
b Trek het vastgelopen papier er voorzichtig en met beide handen uit.
c Zorg dat de stapel papier niet boven de markering uitsteekt (b). Houd de blauwe vrijgavehendel van de
papiergeleider ingedrukt en stel de geleiders af op het gebruikte papierformaat. Controleer dat de
geleiders goed in de sleuven passen.
d Plaats de papierlade weer goed in de printer.
e Maak de voorklep open en sluit deze weer om het afdrukken te hervatten.
VOORZICHTIG
Schuif de standaardpapierlade NIET uit terwijl er papier vanuit een van de onderste laden wordt ingevoerd,
daar het papier dan vastloopt.
7. Problemen oplossen
98
VAST: BINNENIN (papier vastgelopen binnen in de printer)
VAST: BINNENIN
HEET
Nadat de printer is gebruikt, zijn sommige onderdelen in het inwendige van de printer zeer heet. Wanneer
u de voor- of achterklep van de printer openmaakt, mag u de onderdelen die in de afbeelding gearceerd
zijn NOOIT aanraken.
Als het papier in de printer vastloopt, volgt u de onderstaande procedure:
a Druk op de knop waarmee de voorklep wordt geopend en maak deze klep open.
b Trek de drumkit en tonercartridge voorzichtig uit de printer. Het vastgelopen papier wordt dan samen
met de drumkit en de tonercartridge uit de printer getrokken.
7. Problemen oplossen
99
VOORZICHTIG
Druk nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd, een aantal testpagina’s af. Zo kunt u voordat u uw
afdruktaak hervat controleren dat er geen tonervlekken op de afgedrukte pagina’s staan.
Verwijder vastgelopen papier voorzichtig, zodat er geen toner wordt geknoeid.
Pas op dat u geen toner aan uw handen of kleding krijgt. Was eventuele tonervlekken onmiddellijk met koud
water weg.
Wij raden u aan om de drumkit en tonercartridge op een stuk papier of een doek te plaatsen voor het geval
dat er toner wordt geknoeid.
Raak de hier afgebeelde elektroden NIET aan; dit om beschadiging van de printer door statische elektriciteit
te voorkomen.
c Duw de blauwe sluithendel naar beneden en haal de tonercartridge uit de drumkit. Als er papier in de
drumkit is vastgelopen, dient u dit te verwijderen.
VOORZICHTIG
Ga voorzichtig met de tonercartridge om. Knoeit u toner op uw handen of uw kleren, veeg deze dan
onmiddellijk af of was ze onmiddellijk in koud water.
Raak de onderdelen die hier gearceerd staan afgebeeld NIET aan, daar dit problemen met de
afdrukkwaliteit kan veroorzaken.
7. Problemen oplossen
100
d Plaats de tonercartridge weer in de drum; u hoort een klik als hij goed op zijn plaats zit. Als de cartridge
goed is geïnstalleerd, gaat de sluithendel automatisch omhoog.
e Sluit de voorklep.
VAST: ACHTER (papier vastgelopen achter de achterklep)
VAST: ACHTER
HEET
Nadat de printer is gebruikt, zijn sommige onderdelen in het inwendige van de printer zeer heet. Wanneer
u de voor- of achterklep van de printer openmaakt, mag u de onderdelen die in de afbeelding gearceerd
zijn NOOIT aanraken.
Als het papier achter de face-up uitvoerlade vastloopt, volgt u de onderstaande procedure:
a Druk op de knop waarmee de voorklep wordt geopend en maak dit paneel open.
7. Problemen oplossen
101
b Trek de drumkit en tonercartridge voorzichtig uit de printer. Het vastgelopen papier wordt dan samen
met de drumkit en de tonercartridge uit de printer getrokken.
VOORZICHTIG
Wij raden u aan om de drumkit en tonercartridge op een stuk papier of een doek te plaatsen voor het geval
dat er toner wordt geknoeid.
Raak de hier afgebeelde elektroden NIET aan; dit om beschadiging van de printer door statische elektriciteit
te voorkomen.
c Maak de achterklep open.
7. Problemen oplossen
102
d Trek de lipjes aan de linker- en rechterkant naar u toe om het fuserdeksel open te maken (1).
e Trek het vastgelopen papier voorzichtig en met beide handen uit de fuser.
HEET
Nadat de printer is gebruikt, zijn sommige onderdelen in het inwendige van de printer zeer heet. Wacht
totdat de printer is afgekoeld, pas dan mag u de onderdelen binnen in de printer aanraken.
f Plaats de drumkit en tonercartridge weer in de printer (zorg dat deze er goed in is geduwd).
g Zorg dat de voorklep en achterklep goed zijn gesloten.
1
7. Problemen oplossen
103
VAST: DUPLEX (papier vastgelopen in de duplexlade)
VAST: DUPLEX
Als het papier binnen in de duplexlade vastloopt, volgt u de onderstaande procedure:
a Trek de duplexlade helemaal uit de printer.
b Trek het vastgelopen papier uit de printer of de duplexlade.
c Plaats de duplexlade weer in de printer.
7. Problemen oplossen
104
De afdrukkwaliteit verbeteren
Bij problemen met de afdrukkwaliteit moet u eerst een testpagina afdrukken (raadpleeg Tabel met
menuopties op pagina 56). Als de afdruk er goed uitziet, ligt het probleem waarschijnlijk niet bij de printer.
Controleer de interfacekabel of probeer de printer met een andere pc te gebruiken.
In dit onderdeel worden de volgende onderwerpen besproken.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Oplossing
Vaag beeld
Controleer de omgeving van de printer. Dit probleem kan worden veroorzaakt
door omstandigheden als vochtigheid, hoge temperatuur, enz. Raadpleeg Een
plaats voor de printer kiezen op pagina 4.
Als de hele pagina te licht is, is de tonerbespaarstand misschien geactiveerd.
Schakel de tonerbespaarstand uit in het tabblad Eigenschappen van de driver.
Installeer een nieuwe tonercartridge. Raadpleeg De tonercartridge vervangen op
pagina 75.
Installeer een nieuwe drumkit. Raadpleeg De drumkit vervangen op pagina 79.
Het probleem wordt misschien verholpen door het scannervenster met een
zachte doek schoon te wrijven. Raadpleeg De binnenkant van de printer reinigen
op pagina 85.
Grijze achtergrond
Controleer dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet. Raadpleeg
Over papier op pagina 6.
Controleer de omgeving van de printer. Omstandigheden zoals hoge
temperaturen en hoge luchtvochtigheid kunnen een donkerdere achtergrond
veroorzaken. Raadpleeg Een plaats voor de printer kiezen op pagina 4.
Installeer een nieuwe tonercartridge. Raadpleeg De tonercartridge vervangen op
pagina 75.
Installeer een nieuwe drumkit. Raadpleeg De drumkit vervangen op pagina 79.
Vage afdruk van vorige pagina
Controleer dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet. Papier met een
ruw oppervlak of dik materiaal kan de oorzaak zijn van dit probleem. Raadpleeg
Over papier op pagina 6.
Controleer dat u in de driver hetzelfde papier hebt geselecteerd als u op dit
moment gebruikt. Raadpleeg Over papier op pagina 6.
Installeer een nieuwe drumkit. Raadpleeg De drumkit vervangen op pagina 79.
De fuser is misschien vuil. Neem contact op met de klantendienst van Brother.
Tonervlekken
Controleer dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet. Papier met een
ruw oppervlak kan de oorzaak zijn van dit probleem. Raadpleeg Over papier op
pagina 6.
De drumkit is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe drumkit. Raadpleeg
De drumkit vervangen op pagina 79.
De fuser is misschien vuil. Neem contact op met de klantendienst van Brother.
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
C
DE
F
d
ef
g
BC
b
c
d
2
3
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
7. Problemen oplossen
105
Ontbrekende stukken
Controleer dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet. Raadpleeg
Over papier op pagina 6.
Selecteer in de printerdriver de optie Dik papier, of gebruik dunner papier dan u
momenteel gebruikt.
Controleer de omgeving van de printer. Dit probleem kan worden veroorzaakt
door omstandigheden zoals hoge vochtigheid. Raadpleeg Een plaats voor de
printer kiezen op pagina 4.
Alles zwart
Reinig de primaire coronadraad binnen in de drumkit door het blauwe plaatje
voorzichtig een paar keer heen en weer te schuiven. Vergeet niet om het blauwe
plaatje weer in de beginstand (a) te zetten. Raadpleeg De coronadraad reinigen
op pagina 88.
De drumkit is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe drumkit. Raadpleeg
De drumkit vervangen op pagina 79.
De fuser is misschien vuil. Neem contact op met de klantendienst van Brother.
Horizontale witte strepen
over de pagina
Controleer dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet. Papier met een
ruw oppervlak of dik materiaal kan de oorzaak zijn van dit probleem.
Controleer dat u in de printerdriver de juiste papiersoort hebt geselecteerd.
Dit probleem verdwijnt soms vanzelf. Probeer een aantal pagina’s achter elkaar
af te drukken om dit probleem te verhelpen, vooral als de printer langere tijd niet
gebruikt is.
De drumkit is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe drumkit. Raadpleeg
De tonercartridge vervangen op pagina 75.
Horizontale strepen op de
pagina
Reinig het inwendige van de printer en de primaire coronadraad van de drumkit.
Raadpleeg De printer reinigen op pagina 84.
De drumkit is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe drumkit. Raadpleeg
De drumkit vervangen op pagina 79.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Oplossing
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
7. Problemen oplossen
106
Witte vlekken in zwarte tekst
en afbeeldingen, op een
afstand van 94 mm van
elkaar
Zwarte vlekken, op een
afstand van 94 mm van
elkaar
Als het probleem na het afdrukken van een paar pagina's niet is verholpen, is het
oppervlak van de OPC-drum misschien vervuild met lijm van etiketten.
Reinig de drumkit als volgt:
a Houd een van de problematische afdrukken voor de drumkit en bepaal de
exacte plek waar de vlek wordt gemaakt.
b Houd het oppervlak van de OPC-drum (1) in het oog en draai aan het
tandwiel van de drumkit.
c Wanneer u hebt bepaald waar de verontreiniging die de fout op de afdruk
veroorzaakt zich precies bevindt, veegt u deze plek op de OPC-drum met
een wattenstaafje schoon totdat het stof of papierpoeder is verwijderd.
VOORZICHTIG
Probeer NIET om het oppervlak van de lichtgevoelige drum te reinigen met een
scherp voorwerp, zoals een balpen.
De drumkit is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe drumkit. Raadpleeg
De drumkit vervangen op pagina 79.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Oplossing
94 mm
94 mm
94 mm
94 mm
1
7. Problemen oplossen
107
Zwarte tonervlekken op de
pagina
De drumkit is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe drumkit. Raadpleeg
De drumkit vervangen op pagina 79.
Controleer dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet. Raadpleeg
Over papier op pagina 6.
Als u etiketten voor laserprinters gebruikt, kan de lijm op de vellen aan het
oppervlak van de OPC-drum blijven kleven. Reinig de drumkit. Raadpleeg Reinig
de drumkit als volgt: op pagina 106.
Gebruik geen papier met paperclips of nietjes, daar deze het oppervlak van de
drum bekrassen.
Als een uitgepakte drumkit aan direct (zon)licht wordt blootgesteld, kan de drum
beschadigd worden.
Verticale zwarte strepen op
de pagina
Er staan tonervlekken op de
afgedrukte pagina.
Reinig de primaire coronadraad binnen in de drumkit door het blauwe plaatje
voorzichtig een paar keer heen en weer te schuiven. Raadpleeg De coronadraad
reinigen op pagina 88.
Controleer dat het reinigingslipje van de primaire coronadraad in de beginstand
staat (a).
De drumkit is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe drumkit. Raadpleeg
De drumkit vervangen op pagina 79.
De tonercartridge is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe tonercartridge.
Raadpleeg De tonercartridge vervangen op pagina 75.
De fuser is misschien vuil. Neem contact op met uw wederverkoper of met de
klantendienst van Brother.
Verticale witte strepen op de
pagina
Controleer of er misschien een stukje papier op het scannervenster binnen in de
printer zit.
Veeg het scannervenster met een zachte doek schoon. Raadpleeg De
binnenkant van de printer reinigen op pagina 85.
De tonercartridge is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe tonercartridge.
Raadpleeg De tonercartridge vervangen op pagina 75.
De drumkit is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe drumkit. Raadpleeg
De drumkit vervangen op pagina 79.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Oplossing
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
7. Problemen oplossen
108
Scheve afdruk
Controleer dat het papier of materiaal waarop moet worden afgedrukt op juiste
wijze in de papierlade is geplaatst en dat de geleiders niet te los zijn afgesteld of
te strak tegen de stapel liggen.
Controleer dat de papiergeleiders goed zijn afgesteld. Raadpleeg Op normaal
papier, briefpapier en transparanten afdrukken vanuit papierlade 1, 2, of 3 op
pagina 10.
Raadpleeg Op normaal papier, briefpapier en transparanten afdrukken vanuit de
MF papierlade op pagina 13 als u de multifunctionele lade gebruikt.
De papierlade is misschien te vol. Raadpleeg Op normaal papier, briefpapier en
transparanten afdrukken vanuit papierlade 1, 2, of 3 op pagina 10.
Controleer dat u de juiste soort en kwaliteit papier gebruikt. Raadpleeg Over
papier op pagina 6.
Papier krult om of vervormt
Controleer dat u de juiste soort en kwaliteit papier gebruikt. Hoge temperaturen
en hoge luchtvochtigheid kunnen het papier doen omkrullen. Raadpleeg Over
papier op pagina 6.
Als u de printer onregelmatig gebruikt, heeft het papier misschien te lang in de
papierlade gelegen. Neem de stapel papier uit de papierlade, draai hem om en
leg hem weer terug. Blader de stapel papier door, draai deze 180° en plaats hem
weer in de papierlade.
Kreukels of vouwen
Controleer dat het papier op juiste wijze is geplaatst. Raadpleeg Op normaal
papier, briefpapier en transparanten afdrukken vanuit papierlade 1, 2, of 3 op
pagina 10.
Controleer dat u de juiste soort en kwaliteit papier gebruikt. Raadpleeg Over
papier op pagina 6.
Neem de stapel papier uit de papierlade en draai deze om, of draai deze 180°.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Oplossing
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
B DEFGH
abc efghijk
ACD
bcde
134
7. Problemen oplossen
109
Enveloppe kreukt
a Maak de achterklep open.
b Druk zoals hieronder aangeven tegen de “1” op de blauwe hendels aan
weerskanten van de printer.
c Wanneer de bovenkant van de hendel naar achteren draait, tilt u het onderste
gedeelte van de hendel zo ver mogelijk op.
d Sluit de achterklep en verstuur de afdruktaak opnieuw.
Opmerking
Wanneer u klaar bent met afdrukken, moet u achterklep openmaken en de twee
blauwe hendels weer in hun oorspronkelijke stand zetten.
Toner hecht niet goed
Maak de achterklep open en controleer dat de twee blauwe hendels aan
weerskanten naar beneden staan.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Oplossing
ABCDEFG
EFGHIJKLMN
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
7. Problemen oplossen
110
Problemen met het afdrukken verhelpen
Probleem Oplossing
De printer drukt onverwachts
af, of drukt wartaal af.
Controleer dat de printerkabel niet te lang is. Wij raden u aan om een parallelle
kabel of een USB-kabel te gebruiken die niet langer is dan 2 meter.
Controleer dat de printerkabel niet beschadigd of gebroken is.
Als u een apparaat voor interface-omschakeling gebruikt, dient u dit te
verwijderen. Sluit uw computer rechtstreeks op de printer aan en probeer het
opnieuw.
Controleer dat de juiste printerdriver als het standaardstuurprogramma is
geselecteerd.
Controleer dat de printer niet is aangesloten op dezelfde poort als wordt gebruikt
door een scanner of een apparaat voor opslag van grote hoeveelheden
gegevens. Verwijder alle andere apparatuur en sluit alleen de printer op de poort
aan.
Schakel het statusvenster uit in het tabblad Opties apparaat van de
printerdriver voor Windows
®
.
De printer kan geen hele
pagina’s van mijn document
afdrukken. De foutmelding
GEHEUGEN VOL wordt
weergegeven.
Druk op de toets Go om de resterende gegevens af te drukken. Annuleer de taak
als u de gegevens die nog in het geheugen van de printer zitten wilt wissen.
Raadpleeg Toetsen op pagina 48.
Maak uw document minder ingewikkeld of gebruik een lagere resolutie.
Plaats meer geheugen. Raadpleeg Extra geheugen plaatsen op pagina 71.
De printer kan geen hele
pagina’s van mijn document
afdrukken. De foutmelding
PRINTER FOUT wordt
weergegeven.
Druk op de toets Go om de resterende gegevens af te drukken. Annuleer de taak
als u de gegevens die nog in het geheugen van de printer zitten wilt wissen.
Raadpleeg Toetsen op pagina 48.
Maak uw document minder ingewikkeld of gebruik een lagere resolutie.
Plaats meer geheugen. Raadpleeg Extra geheugen plaatsen op pagina 71.
Stel de paginabescherming m.b.v. de meegeleverde Windows
®
-driver of met het
bedieningspaneel in op AUTO.
Verander in de Windows
®
-driver de volgende instellingen en probeer het
opnieuw. Welke combinatie van instellingen het beste werkt, is afhankelijk van
uw document:
Grafische stand
TrueType-stand
Gebruik TrueType
®
-lettertypen van printer
De kop- en voettekst van mijn
document verschijnt wel op het
scherm, maar wordt niet
afgedrukt.
Pas de boven- en ondermarge van het document aan.
7. Problemen oplossen
111
Netwerkproblemen
Raadpleeg de netwerkhandleiding op de meegeleverde cd-rom als u problemen hebt met afdrukken in een
netwerk.
Overige problemen
Bij gebruik van Macintosh
®
met USB
Afdrukken vanuit DOS
Probleem Oplossing
De printer drukt niet af. De
melding 'Er is een fout
opgetreden bij het schrijven
naar LPT1: (of BRUSB)'
verschijnt op uw
computerscherm.
Controleer dat de printerkabel niet beschadigd of gebroken is.
Als automatisch wordt geschakeld tussen interfaces, dient u te controleren dat de
juiste printer is geselecteerd.
Probleem Oplossing
De printer verschijnt niet in de
Kiezer (Mac OS
®
9.1 t/m 9.2),
het Print Center (Mac OS
®
X
10.2) of de Printerconfiguratie
(Mac OS
®
X 10.3 of recenter).
Controleer dat de printer aanstaat.
Controleer dat de USB-interfacekabel goed is aangesloten.
Controleer dat de printerdriver goed is geïnstalleerd.
Ik kan niet afdrukken vanuit
mijn applicatie.
Controleer dat de meegeleverde printerdriver voor Macintosh
®
op de Hard Disk
is geïnstalleerd en dat deze met de Kiezer (Mac OS
®
9.1 t/m 9.2), het Print
Center (Mac OS
®
X 10.2) of de Printerconfiguratie (Mac OS
®
X 10.3 of
recenter) is geselecteerd.
Probleem Oplossing
Ik kan niet afdrukken vanuit mijn
applicatie.
Controleer of de interface-instellingen van uw DOS-applicatie overeenkomen
met die van uw printer. Als u bijvoorbeeld een parallelle printerkabel gebruikt,
dan is de printerpoort in uw DOS-applicatie waarschijnlijk LPT1.
Controleer of de printer een alarm aangeeft.
Controleer dat u in uw applicatie een printerdriver hebt geselecteerd die door
deze printer van Brother wordt ondersteund. Raadpleeg Omtrent de
emulaties op pagina 45 voor informatie over de printers die uw machine kan
emuleren.
7. Problemen oplossen
112
BR-Script 3
VOORZICHTIG
Indien u de instructies voor het gebruik van de printer niet opvolgt, bent u zelf verantwoordelijk voor alle
reparaties.
Probleem Oplossing
Het afdrukken verloopt steeds
trager.
Plaats meer geheugen. Raadpleeg Extra geheugen plaatsen op pagina 71.
De printer kan geen EPS-
gegevens met binary-gegevens
afdrukken.
Voor het afdrukken van EPS-gegevens moet u de volgende instellingen maken:
a Selecteer in het menu Start de optie Configuratiescherm en vervolgens
Printers
1
.
1
Printers en faxapparaten bij gebruik van Windows
®
XP.
b Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Brother HL-
5270DN/5280DW BR_Script3 series en selecteer Eigenschappen.
c Selecteer in het tabblad Apparaatinstellingen bij Uitvoerprotocol de
optie TBCP (Tagged binary communicatieprotocol).
113
A
Printerspecificaties
Motor
1
Uit de standaardpapierlade en optionele papierlade 2
2
Als u de hoge kwaliteit 1200 dpi (1200 × 1200 dpi) selecteert, wordt er wat trager afgedrukt.
Appendix
Model HL-5270DN HL-5280DW
Technologie Elektrofotografisch
Afdruksnelheid
Max. 30 ppm (Letter)
1
, max. 28 ppm (A4)
1
Eerste afdruk na Minder dan 8,5 sec.
Resolutie
Windows
®
95/98/Me,
Windows NT
®
4.0 en
Windows
®
2000/XP
1200 dpi
2
HQ1200
600 dpi
300 dpi
DOS 600 dpi
Mac OS
®
1200 dpi
2
HQ1200
600 dpi
300 dpi
Linux 600 dpi
300 dpi
A. Appendix
114
Controller
1
USB wordt niet ondersteund onder Windows
®
95 of Windows NT
®
4.0.
2
Brother's Windows
®
-hulpprogramma voor het beheren van de printer en afdrukserver
3
Brother's Macintosh
®
-hulpprogramma voor het beheren van de printer en afdrukserver
4
Beheer via een server. Downloaden van http://solutions.brother.com.
5
Printer en afdrukserver via een webbrowser beheren
6
Code39, Interleaved 2 of 5, EAN-8, EAN-13, UPC-A, UPC-E, EAN-128, Codabar, FIM (US-PostNet), ISBN, Code128
Model HL-5270DN HL-5280DW
Processor 266 MHz
Geheugen Standaard 32 MB
Optioneel 1 DIMM-sleuf; uitbreidbaar tot 544 MB
Interface Standaard
Hi-Speed USB 2.0
1
, IEEE 1284
Parallel, 10/100BASE-TX Ethernet
Hi-Speed USB 2.0
1
, IEEE 1284 Parallel,
10/100BASE-TX Ethernet, Draadloos
LAN IEEE 802.11b/g
Netwerk-
connectiviteit
Protocollen TCP/IP (Standaard 10/100BASE-TX Ethernet)
Hulpprogramma
voor beheerders
BRAdmin Professional
2
BRAdmin Light
3
Web BRAdmin
4
Beheer via een webbrowser
5
Emulatie
PCL6, BR-Script 3 (PostScript
®
3™), Epson FX-850, IBM ProPrinter XL
Interne
lettertypen
PCL
66 schaalbare lettertypen, 12 bitmap fonts, 11 streepjescodes
6
PostScript
®
3™
66 lettertypen
A. Appendix
115
Software
1
Download de printerdriver voor Windows
®
XP Professional x64 Edition vanaf http://solutions.brother.com.
2
Download de printerdriver voor Linux vanaf http://solutions.brother.com.
3
Filmpje dat illustreert hoe u problemen kunt oplossen
4
De Driver Deployment Wizard automatiseert de installatie van printers in een peer-to-peer netwerk
Bedieningspaneel
Omgaan met papier
1
Berekend met papier van 80 g/m2
Model HL-5270DN HL-5280DW
Printerdriver
Windows
®
PCL-driver voor Windows
®
95/98/Me/2000/XP
1
, Windows NT
®
4.0
Generieke PCL-driver voor Windows
NT
®
4.0, Windows
®
2000/XP
BR-Script 3 (PPD-bestand) voor Windows
®
95/98/Me/2000/XP
1
, Windows NT
®
4.0.
Macintosh
®
Brother-laserdriver voor Mac OS
®
9.1 t/m 9.2 en Mac OS
®
× 10.2.4 of recenter
BR-Script 3 (PPD-bestand) voor Mac OS
®
9.1 t/m 9.2 and Mac OS
®
× 10.2.4 of
recenter
Linux
LPR-driver voor Linux
2
CUPS-driver voor Linux
2
Hulpprogramma's
Interactieve Help
3
Driver Deployment Wizard
4
Model HL-5270DN HL-5280DW
LED 1 LED: Data-lampje
LCD-scherm 1 regel,16 cijfers, 3 kleuren
Toets 7 toetsen: Go, Job Cancel, Reprint, Set, Back en 2 bladertoetsen
Model HL-5270DN HL-5280DW
Papierinvoer
1
Multifunctionele lade 50 vel
Papierlade (standaard) 250 vel
Onderste lade (optioneel) 250 vel
Papieruitvoer
1
Face-down 150 vel
Duplex Handmatig tweezijdig afdrukken Ja
Automatische duplex Ja
A. Appendix
116
Papierspecificaties
1
Maximaal 10 vel
2
Het papierformaat Legal is in bepaalde regio's buiten de VS en Canada niet verkrijgbaar.
Supplies
Afmetingen / Gewicht
Model HL-5270DN HL-5280DW
Papiersoorten Multifunctionele lade Normaal papier, briefpapier, kringlooppapier, enveloppen,
etiketten, transparanten
1
, dun papier, dik papier, dikker papier
Papierlade
Normaal papier, briefpapier, kringlooppapier, transparanten
1
,
dun papier
Onderste papierbak (optioneel)
(LT-5300)
Normaal papier, briefpapier, kringlooppapier, dun papier
Automatisch tweezijdig afdrukken Normaal papier, kringlooppapier
Papiergewicht Multifunctionele lade
60 tot 161 g/m
2
Papierlade
60 tot 105 g/m
2
Onderste papierbak (optioneel)
(LT-5300)
60 tot 105 g/m
2
Automatisch tweezijdig afdrukken
60 tot 105 g/m
2
Papierformaat Multifunctionele lade Breedte: 69,9 tot 215,9 mm Lengte: 116 tot 406,4 mm
Papierlade (standaard)
A4, Letter, Legal
2
, B5 (ISO), Executive, A5, A6, B6 (ISO)
Onderste papierbak (optioneel)
(LT-5300)
A4, Letter, Legal
2
, B5 (ISO), Executive, A5, B6 (ISO)
Automatisch tweezijdig afdrukken
A4, Letter, Legal
2
Model HL-5270DN HL-5280DW
Toner Standaardcartridge Circa 3500 pagina's A4/Letter-papier bij 5% bladvulling
Cartridge met hoge
capaciteit
Circa 7000 pagina's A4/Letter-papier bij 5% bladvulling
Drum Circa 25.000 pagina's A4/Letter-papier (1 pagina / taak)
Model HL-5270DN HL-5280DW
Afmetingen (B × D × H) 393 × 384 × 259 mm
Gewicht Ongeveer 8,8 kg zonder de drumkit en tonercartridge
Ongeveer 10,0 kg inclusief de drumkit en tonercartridge
A. Appendix
117
Diversen
1
Het gebruik van de tonerbespaarstand wordt afgeraden als u foto's of beelden met verschillende grijstinten afdrukt.
Systeemvereisten
1
USB wordt niet ondersteund onder Windows
®
95 of Windows NT
®
4.0.
2
Download de printerdriver voor Windows
®
XP Professional x64 Edition vanaf http://solutions.brother.com.
3
Power Macintosh met een originele, voorgeïnstalleerde Apple USB-poort.
4
Draadloos netwerk wordt niet ondersteund onder Windows
®
95 of Mac OS
®
9.X.
Model HL-5270DN HL-5280DW
Stroomverbruik Afdrukken Gemiddeld 610 watt bij
25 °C
Gemiddeld 620 watt bij
25 °C
Stand-by Gemiddeld 80 watt bij 25 °C Gemiddeld 80 watt bij 25 °C
Slaapstand Gemiddeld 9 watt Gemiddeld 12 watt
Geluid Geluidsdruk Afdrukken 53 dB (A)
Stand-by 27 dB (A)
Geluidskracht Afdrukken LWAd = 6,7 Bell (A)
Stand-by LWAd = 4,3 Bell (A)
Ecologische
functies
Stroombespaarstand Ja
Tonerbespaarstand
1
Ja
Computerplatform en versie
besturingssysteem
Snelheid processor
Minimum
RAM
Aanbevolen
RAM
Beschikbare
schijfruimte
Windows
®
95
1 4
, 98, 98SE
486/66 MHz 8 MB 16 MB 40 MB
NT
®
Workstation 4.0
1
Intel
®
Pentium
®
75 MHz
16 MB 32 MB 50 MB
2000 Professional
Intel
®
Pentium
®
133 MHz
64 MB 128 MB 50 MB
Me
Intel
®
Pentium
®
150 MHz
32 MB 64 MB 50 MB
XP Home Edition
Intel
®
Pentium
®
300 MHz
128 MB 128 MB 50 MB
XP Professional
XP Professional x64
Edition
2
AMD Opteron™
AMD Athlon™ 64
Intel
®
Xeon™ met Intel
®
EM64T
Intel
®
Pentium
®
4 met Intel
®
EM64T
256 MB 256 MB 50 MB
Apple
®
Macintosh
®
3
OS
®
9.1 - 9.2
4
Alle basismodellen voldoen aan de
minimumvereisten.
32 MB 64 MB 50 MB
OS
®
X 10.2.4 of
recenter
128 MB 160 MB
A. Appendix
118
Belangrijke informatie bij het kiezen van papier
In dit onderdeel staat informatie aan de hand waarvan u papier kunt kiezen dat geschikt is voor gebruik in
deze printer.
Opmerking
Als u ander papier dan de aanbevolen soorten gebruikt, kan dit papier vastlopen of scheef worden
ingevoerd. Raadpleeg Aanbevolen papiersoorten op pagina 7.
Voordat u grote hoeveelheden papier aanschaft
Controleer dat het papier geschikt is voor deze printer.
Normaal kopieerpapier
Voor verschillende gebruiksdoeleinden, bijvoorbeeld kopiëren en afdrukken, moeten vaak verschillende
soorten papier worden gebruikt. Op de verpakking wordt doorgaans aangegeven voor welke doeleinden het
papier geschikt is. Controleer de verpakking om te zien of het papier geschikt is voor gebruik met
laserprinters. Gebruik alleen papier dat geschikt is voor gebruik met laserprinters.
Basisgewicht
Het gewicht van papier voor algemeen gebruik kan van land tot land verschillen. Wij raden u aan om papier
te gebruiken van 75 tot 90 g/m
2
, maar u kunt in deze printer ook dunner of dikker papier gebruiken.
Langlopend en breedlopend papier
De vezels in het papier worden tijdens de productie in een bepaalde richting gelegd. Papier kan worden
opgesplitst in twee soorten: langlopend en breedlopend.
Bij langlopend papier lopen de vezels parallel met de richting waarin het papier in de printer wordt ingevoerd.
Bij breedlopend papier staan de vezels dwars ten opzichte van de richting waarin het papier in de printer
wordt ingevoerd. Normaal kopieerpapier is meestal langlopend, maar kan breedlopend zijn. Wij raden u aan
om langlopend papier in deze printer te gebruiken. Breedlopend papier is niet sterk genoeg voor gebruik in
deze printer.
Papier met een hoge zuurgraad en geneutraliseerd papier
Papier heeft ofwel een hoge zuurgraad, of is geneutraliseerd.
De moderne papierindustrie produceerde in eerste instantie papier met een hoge zuurgraad, maar daar is
onlangs verandering in gekomen. Ten behoeve van het milieu wordt tegenwoordig steeds meer
geneutraliseerd papier geproduceerd.
In kringlooppapier wordt echter vaak nog papier met een hoge zuurgraad gebruikt. Wij raden u aan om
geneutraliseerd papier in deze printer te gebruiken.
Er bestaat een pen die u kunt gebruiken om te bepalen of papier een hoge zuurgraad heeft of geneutraliseerd
is.
Maateenheid Europa VS
g/m
2
80 tot 90 75 tot 90
lb 20 tot 24
A. Appendix
119
Op welke zijde van het papier moet u afdrukken
De structuur van de voor- en achterkant van een vel papier is niet altijd hetzelfde.
Doorgaans is de kant waar u het pakket openmaakt de kant waarop u moet afdrukken. Volg de aanwijzingen
op de verpakking. Deze zijde wordt meestal met een pijltje aangeduid.
Vochtgehalte
Het vochtgehalte is de hoeveelheid water die na het productieproces in het papier achterblijft. Dit is een
belangrijk kenmerk van papier. Het vochtgehalte kan aanzienlijk veranderen, afhankelijk van de ruimte waar
het papier wordt opgeslagen, maar doorgaans heeft papier een vochtgehalte van 5% gewichtspercentage.
Omdat papier vaak water absorbeert, kan het vochtgehalte in een vochtige omgeving soms rond de 10%
liggen. Als het vochtgehalte hoger wordt, zullen de eigenschappen van het papier navenant veranderen.
Toner hecht dan misschien niet goed meer aan het papier. Bewaar en gebruik papier bij voorkeur in een
omgeving met een vochtigheid van 50% tot 60%.
Grove schatting van basisgewicht
g/m
2
lb
Briefpapier Index
60 16
64 17
75 20
90 24
105 28
120 32
135 36
161 43 90
200 53 110
A. Appendix
120
Papierformaat
Papierformaat mm inch
Letter 8,5 × 11 inch
Legal 8,5 × 14 inch
Executive 7,25 × 10,5 inch
A4 210 × 297 mm
A5 148 × 210 mm
A6 105 × 148 mm
Enveloppe Monarch 3,875 × 7,5 inch
Enveloppe #9 3,875 × 8,9 inch
Enveloppe #10 4,12 × 9,5 inch
Enveloppe #11 4,5 × 10,375 inch
Enveloppe DL 110 × 220 mm
Enveloppe C5 162 × 229 mm
Enveloppe C6 114 × 162 mm
B5 (JIS) 182 × 257 mm
B5 (ISO) 176 × 250 mm
B6 125 × 176 mm
Folio 8,5 × 13 inch
A. Appendix
121
Symbolen- en tekensets
Voor de emulaties HP LaserJet, IBM Proprinter XL en EPSON FX-850 kunt u de symbolen- en tekensets
selecteren met een webbrowser of met de toetsen op het bedieningspaneel.
Een webbrowser gebruiken
Volg de onderstaande instructies voor het gebruik van een webbrowser.
a Typ [http://IP-adres van printer/] in uw browser.
Bijvoorbeeld: [http://192.168.1.2/] (als het IP-adres van de printer 192.168.1.2 is).
b Klik op Instellingen afdrukken.
c Voer een gebruikersnaam en wachtwoord in. De standaardgebruikersnaam is [admin] en het
standaardwachtwoord is [access].
d Klik op OK.
e Selecteer het tabblad HP LaserJet, IBM Proprinter XL of EPSON FX-850 en klik op Lettertype
instellen. Selecteer de gewenste symbolenset in de keuzelijst Symbolenset.
A. Appendix
122
Lijst van symbolen- en tekensets
OCR-symbolensets
Wanneer het lettertype OCR-A of OCR-B is geselecteerd, wordt altijd de bijbehorende symbolenset gebruikt.
OCR A (0O)
OCR B (1O)
HP LaserJet-emulatie
ABICOMP Brazil / Portugal (13P) ABICOMP International (14P)
Desktop (7J) Greek8 (8G)
HP German (0G) HP Spanish (1S)
ISO Latin1 (0N) ISO Latin2 (2N)
ISO Latin5 (5N) ISO Latin6 (6N)
ISO2 IRV (2U) ISO4 UK (1E)
ISO5 ASCII (0U) ISO10 Swedish (3S)
ISO11 Swedish (0S) ISO14 JIS ASCII (0K)
ISO15 Italian (0I) ISO16 Portuguese (4S)
ISO17 Spanish (2S) ISO21 German (1G)
ISO25 French (0F) ISO57 Chinese (2K)
ISO60 Norwegian1 (0D) ISO61 Norwegian2 (1D)
ISO69 French (1F) ISO84 Portuguese (5S)
ISO85 Spanish (6S) ISO8859 / 7 Latin / Greek (12N)
ISO8859 / 15 Latin (9N) ISO8859 / 15 Latin / Cyrillic (10N)
Legal (1U) Math-8 (8M)
MC Text (12J) MS Publishing (6J)
PC8 (10U) PC8 Bulgarian (13R)
PC8 D/N (11U) PC8 Greek Alternate (437G) (14G)
PC8 Latin / Greek (12G) PC8 PC Nova (27Q)
PC8 Turkish (9T) PC775 (26U)
PC850 Multilingual (12U) PC851 Greece (10G)
PC852 East Europe (17U) PC853 Latin3 (Turkish) (18U)
PC855 Cyrillic (10R) PC857 Latin5 (Turkish) (16U)
PC858 Multilingual Euro (13U) PC860 Portugal (20U)
PC861 Iceland (21U) PC863 Canadian French (23U)
PC865 Nordic (25U) PC866 Cyrillic (3R)
PC869 Greece (11G) PC1004 (9J)
Pi Font (15U) PS Math (5M)
PS Text (10J) Roman8 (8U)
A. Appendix
123
Roman9 (4U) Roman Extension (0E)
Russian-GOST (12R) Symbol (19M)
Turkish8 (8T) Ukrainian (14R)
Ventura Math (6M) Ventura Intl (13J)
Ventura US (14J) Windows 3.0 (9U)
Windows Baltic (19L) Windows Cyrillic (9R)
Windows Greek (9G) Windows Latin1 (19U)
Windows Latin2 (9E) Windows Latin5 (5T)
Wingdings (579L)
IBM-emulatie
PC8 PC8 D/N
PC8 Turkish PC850 Multilingual
PC852 East Europe PC860 Portugal
PC863 Canadian French PC865 Nordic
Epson-emulatie
Danish I Danish II
Dutch French I
French II German
Italian Norwegian
Japanese PC8
PC8 D/N PC8 Turkish
PC850 Multilingual PC852 East Europe
PC860 Portugal PC863 Canadian French
PC865 Nordic South African
Spanish Swedish
UK ASCII I UK ASCII II
US ASCII
HP LaserJet-emulatie (Vervolg)
A. Appendix
124
Overzicht van besturingsopdrachten voor streepjescodes
Deze printer kan streepjescodes afdrukken in de HP LaserJet-, EPSON FX-850- en IBM Proprinter XL-
emulatie.
Streepjescodes of uitgerekte tekens afdrukken
Formaat: ESC i n ... n \
Maakt streepjescodes of uitgerekte tekens, afhankelijk van het segment van parameters 'n ... n'. Raadpleeg
het onderdeel Definitie van parameters voor nadere informatie over deze parameters. De opdracht moet
eindigen met de ' \ ' code (5CH).
Definitie van parameters
Deze opdracht voor streepjescodes kan de volgende parameters in het parametersegment (n ... n) hebben.
Omdat parameters van kracht zijn binnen de enkele opdrachtsyntax ESC i n ... n \, zijn ze niet van toepassing
in opdrachten voor streepjescodes. Als bepaalde parameters niet worden gespecificeerd, wordt hiervoor de
vooringestelde waarde gebruikt. De laatste parameter moet het gegevensbegin van de streepjescode zijn ('b'
of 'B') of het gegevensbegin van de uitgerekte tekens ('l' of 'L'). Andere parameters kunnen in willekeurige
volgorde worden gespecificeerd. Elke parameter kan met een kleine letter of een hoofdletter beginnen,
bijvoorbeeld: 't0' of 'T0', 's3' of 'S3' enz.
De modus voor de streepjescode
Code ESC i
Dec 27 105
Hex 1B 69
n = 't0' of 'T0' CODE 39 (standaard)
n = 't1' of 'T1' Interleaved 2 of 5
n = 't3' of 'T3' FIM (US-Post Net)
n = 't4' of 'T4' Post Net (US-Post Net)
n = 't5' of 'T5' EAN 8, EAN 13 of UPC A
n = 't6' of 'T6' UPC E
n = 't9' of 'T9' Codabar
n = 't12' of 'T12' Code 128 set A
n = 't13' of 'T13' Code 128 set B
n = 't14' of 'T14' Code 128 set C
n = 't130' of 'T130' ISBN (EAN)
n = 't131' of 'T131' ISBN (UPC-E)
n = 't132' of 'T132' EAN 128 set A
n = 't133' of 'T133' EAN 128 set B
n = 't134' of 'T134' EAN 128 set C
A. Appendix
125
Deze parameter selecteert de modus zoals hierboven aangegeven. Als n 't5' of 'T5' is, dan varieert de modus
(EAN 8, EAN 13 of UPC A) afhankelijk van het aantal tekens in de gegevens.
Streepjescode, uitgerekte tekens, lijnblokken tekenen en vakken tekenen
Deze parameter selecteert de stijl van de streepjescode zoals hierboven aangegeven. Als de modus EAN 8,
EAN 13, UPC-A, Code 128 of EAN 128 is geselecteerd, wordt deze stijlparameter genegeerd.
Uitgerekte tekens
‘S’
0 = Wit
1 = Zwart
2 = Verticale strepen
3 = Horizontale strepen
4 = Roosterpatroon
Bijvoorbeeld 'S' n1 n2
n1 = Patroon van achtergrondvulling
n2 = Patroon van voorgrondvulling
Als 'S' door slechts één parameter wordt gevolgd, is de parameter een patroon voor voorgrondvulling.
Lijnblokken tekenen en vakken tekenen
‘S’
1 = Zwart
2 = Verticale strepen
3 = Horizontale strepen
4 = Roosterpatroon
Streepjescode
n = 'mnnn' of 'Mnnn' (nnn = 0 ~ 32767)
Deze parameter specificeert de breedte van de streepjescode. De maateenheid van 'nnn' is een percentage.
n = 's0' of 'S0' 3: 1 (standaard)
n = 's1' of 'S1' 2: 1
n = 's3' of 'S3' 2.5: 1
A. Appendix
126
Door mensen leesbare regel onder streepjescode AAN of UIT
Deze parameter specificeert of de printer de door mensen leesbare regel onder de streepjescode afdrukt.
Door mensen leesbare tekens worden altijd afgedrukt met het lettertype OCR-B met een tekenbreedte van
10 en alle stijlverbeteringen worden genegeerd. De standaardinstelling wordt bepaald door de modus die is
geselecteerd door 't' of 'T'.
Lege ruimte
n = 'onnn' of 'Onnn' (nnn = 0 ~ 32767)
De lege ruimte is de ruimte aan weerskanten van de streepjescodes. De breedte ervan kan worden
gespecificeerd met de maateenheden die worden bepaald door de parameter 'u' of 'U'. (Raadpleeg het
volgende onderdeel voor een omschrijving van de parameter 'u' of 'U'.) De standaardinstelling voor de
breedte van de lege ruimte is 2,54 cm.
Streepjescode, uitgerekte tekens, lijnblokken tekenen en vakken tekenen
Deze parameter specificeert de maateenheden van de verschuiving ten opzichte van de X-as, de
verschuiving ten opzichte van de Y-as en de hoogte van de streepjescode.
Verschuiving in X-as bij streepjescodes, uitgerekte tekens, lijnblokken tekenen en vakken
tekenen
n = 'xnnn' of 'Xnnn'
n = 'r0' of 'R0 Door mensen leesbare regel UIT
n = 'r1' of 'R1 Door mensen leesbare regel AAN
Vooringesteld: Door mensen leesbare regel AAN
(1) 'T5' of 't5'
(2) 'T6' of 't6'
(3) 'T130' of 't130'
(4) 'T131' of 't131'
Vooringesteld: Door mensen leesbare regel UIT
Alle andere
n = 'u0' of 'U0' mm (vooringesteld)
n = 'u1' of 'U1' 1/10
n = 'u2' of 'U2' 1/100
n = 'u3' of 'U3' 1/12
n = 'u4' of 'U4' 1/120
n = 'u5' of 'U5' 1/10 mm
n = 'u6' of 'U6' 1/300
n = 'u7' of 'U7' 1/720
A. Appendix
127
Deze parameter specificeert de verschuiving vanaf de linkerkantlijn in de door 'u'- of 'U' gespecificeerde
maateenheid.
Verschuiving in Y-as bij streepjescodes en uitgerekte tekens
n = 'ynnn' of 'Ynnn'
Deze parameter specificeert de verschuiving naar beneden vanaf de huidige printpositie in de door 'u' of 'U'
gespecificeerde maateenheid.
Hoogte bij streepjescode, uitgerekte tekens, lijnblokken tekenen en vakken tekenen
n = 'hnnn', 'Hnnn', 'dnnn', of 'Dnnn'
1 EAN13, EAN8, UPC-A, ISBN (EAN13, EAN8, UPC-A), ISBN (UPC-E): 22 mm
2 UPC-E: 18 mm
3 Diversen: 12 mm
Uitgerekte tekens i2,2 mm (vooringesteld)
Lijnblokken tekenen en vakken tekenen i1 dot
Deze parameter specificeert de hoogte van streepjescodes of uitgerekte tekens zoals hierboven
aangegeven. Deze kan beginnen met 'h', 'H', 'd', of 'D'. De hoogte van streepjescodes wordt opgegeven in
de door 'u' of 'U' gespecificeerde maateenheid. De standaardinstelling voor de hoogte van de streepjescode
(12 mm, 18 mm of 22 mm) wordt bepaald door de modus die is geselecteerd door 't' of 'T'.
Breedte bij uitgerekte tekens, lijnblokken tekenen en vakken tekenen
n = 'wnnn' of 'Wnnn'
Uitgerekte tekens i1,2 mm
Lijnblokken tekenen en vakken tekenen i1 dot
Deze parameter specificeert de breedte van uitgerekte tekens zoals hierboven aangegeven.
Uitgerekte tekens roteren
Gegevensbegin van streepjescode
n = 'b' of 'B'
Gegevens achter 'b' of 'B' worden gelezen als gegevens in de streepjescode zelf. Gegevens in de
streepjescode moeten eindigen met de code ' \' (5CH), die ook deze opdracht afsluit. Welke gegevens er voor
de streepjescode kunnen worden geaccepteerd, wordt bepaald door de modus die is geselecteerd door 't' of
'T'.
Als CODE 39 is geselecteerd met de parameter 't0' of 'T0'
Drieënveertig tekens '0' t/m '9', 'A' t/m 'Z', '-', ' . ', ' (spatie)', '$', ' / ', '+', en '%' worden als gegevens voor de
streepjescode geaccepteerd. Als andere tekens worden gebruikt, komen er fouten in de gegevens te
n = 'a0' of 'A1' 'Rechtop (vooringesteld)
n = 'a1' of 'A1' '90 graden gedraaid
n = 'a2' of 'A2' 'Ondersteboven, 180 graden gedraaid
n = 'a3' of 'A3' '270 graden gedraaid
A. Appendix
128
staan. Het aantal tekens dat in een streepjescode kan worden gebruikt, is onbeperkt. De gegevens in de
streepjescode beginnen en eindigen automatisch met een sterretje ' *' (beginteken en stopteken). Als er
aan het begin of aan het einde van de ontvangen gegevens een sterretje staat '*' , wordt dit sterretje als
het beginteken of als het stopteken beschouwd.
Als Interleaved 2 of 5 is geselecteerd met de parameter 't1' of 'T1':
Dan worden de numerieke tekens '0' t/m '9' als gegevens in de streepjescode geaccepteerd. Als andere
tekens worden gebruikt, komen er fouten in de gegevens te staan. Het aantal tekens dat in een
streepjescode kan worden gebruikt, is onbeperkt. In deze modus worden even cijfers gebruikt. Als er een
oneven cijfer in de gegevens in de streepjescode staat, wordt aan het einde van de gegevens in de
streepjescode automatisch een '0' toegevoegd.
Als FIM (US-Post Net) is geselecteerd met de parameter 't3' of 'T3':
Letters 'A' t/m 'D' zijn geldig en van de gegevens kan één cijfer worden afgedrukt. Er worden kleine letters
en hoofdletters geaccepteerd.
Als Post Net (US-Post Net) is geselecteerd met de parameter 't4' of 'T4':
Cijfers '0' t/m '9' kunnen als gegevens worden gebruikt en deze gegevens moeten eindigen met een
controlecijfer. '?' kan worden gebruikt in plaats van het controlecijfer.
Als EAN 8, EAN 13 of UPC A is geselecteerd met de parameter 't5' of 'T5':
Dan worden de numerieke tekens '0' t/m '9' als gegevens in de streepjescode geaccepteerd. Het aantal
tekens dat in een streepjescode kan worden gebruikt, is beperkt zoals hieronder aangegeven.
EAN 8: Totaal 8 cijfers (7 cijfers + 1 controlecijfer)
EAN 13: Totaal 13 cijfers (12 cijfers + 1 controlecijfer)
UPC A: Totaal 12 cijfers (11 cijfers + 1 controlecijfer)
Als er meer of minder cijfers worden gebruikt dan hierboven wordt aangegeven, sluipen er fouten in de
gegevens en worden deze als normale gegevens afgedrukt. Als een onjuist controlecijfer wordt gebruikt,
berekent de printer het controlecijfer automatisch, zodat toch de juiste streepjescode kan worden
afgedrukt. Als EAN13 is geselecteerd en u een '+' en een twee- of vijfcijferig nummer aan de gegevens
toevoegt, kunt u een uitgebreide code maken.
Als UPC-E is geselecteerd met de parameter 't6' of 'T6':
Dan worden de numerieke tekens '0' t/m '9' als gegevens in de streepjescode geaccepteerd.
1
'?' kan worden gebruikt in plaats van een controlecijfer.
2
Als u een '+' en een twee- of vijfcijferig nummer aan de gegevens toevoegt, kunt u een uitgebreide code maken.
Als Codebar is geselecteerd met de parameter 't9' of 'T9'
Tekens '0' t/m '9', '-', '.', '$', '/', '+', ':' kunnen worden afgedrukt. Letters 'A' t/m 'D' kunnen worden afgedrukt
als een start-stop code en kunnen als kleine letters of hoofdletters worden ingevoerd. Zonder start-stop
Acht cijfers
1 2
(standaardformaat) Het eerste teken moet een '0' zijn en de gegevens moeten eindigen
met een controlecijfer.
Totaal acht cijfers = '0' plus 6 cijfers plus 1 controlecijfer.
Zes cijfers
2
Het eerste teken en het laatste controlecijfer worden uit de achtcijferige gegevens
verwijderd.
A. Appendix
129
code zullen er fouten in de gegevens sluipen. U kunt geen controlecijfer toevoegen en als u '?' gebruikt,
zullen er fouten in de gegevens sluipen.
Als Code 128 Set A, Set B of Set C is geselecteerd met de parameter 't12' of 'T12', 't13' of 'T13', of 't14' of
'T14'
Code 128 sets A, B en C kunnen afzonderlijk worden geselecteerd. Set A geeft tekens Hex 00 t/m 5F aan.
Set B omvat tekens Hex 20 t/m 7F. Set C bevat numerieke paren 00 t/m 99. U kunt schakelen tussen de
codesets door %A, %B, of %C te zenden. FNC 1, 2, 3 en 4 worden geproduceerd met %1, %2, %3 en %4.
Met de SHIFT-code, %S kunt u tijdelijk schakelen (voor slechts een teken) tussen set A en set B en
omgekeerd. Het teken '%' kan worden gecodeerd door het tweemaal te zenden.
Als ISBN (EAN) is geselecteerd met de parameter 't130' of 'T130':
Dan gelden dezelfde regels als voor 't5' of 'T5'.
Als ISBN (EAN) is geselecteerd met de parameter 't131' of 'T131':
Dan gelden dezelfde regels als voor 't6' of 'T6'.
Als EAN 128 Set A, Set B of Set C is geselecteerd met de parameter 't132' of 'T132', 't133' of 'T133', of
't134' of 'T134'
Dan gelden dezelfde regels als voor 't12' of 'T12', 't13' of 'T13', of 't14' of 'T14'.
Vakken tekenen
ESC i ... E (of e)
'E' of 'e' is een afsluitteken.
Lijnblokken tekenen
ESC i ... V (of v)
'V' of 'v' is een afsluitteken.
Begin van gegevens van uitgerekte tekens
n = 'l' of 'L'
Gegevens achter 'l' of 'L' worden gelezen als gegevens van de uitgerekte gegevens (of gegevens voor
labellen). Gegevens in de uitgerekte tekens moeten eindigen met de code ' \' (5CH), die ook deze opdracht
afsluit.
Voorbeelden van programmering
WIDTH "LPT1:",255
'CODE 39
LPRINT CHR$(27);"it0r1s0o0x00y00bCODE39?\";
'Interleaved 2 of 5
LPRINT CHR$(27);"it1r1s0o0x00y20b123456?\";
'FIM
LPRINT CHR$(27);"it3r1o0x00y40bA\";
'Post Net
LPRINT CHR$(27);"it4r1o0x00y60b1234567890?\";
A. Appendix
130
'EAN-8
LPRINT CHR$(27);"it5r1o0x00y70b1234567?\";
'UPC-A
LPRINT CHR$(27);"it5r1o0x50y70b12345678901?\";
'EAN-13
LPRINT CHR$(27);"it5r1o0x100y70b123456789012?\";
'UPC-E
LPRINT CHR$(27);"it6r1o0x150y70b0123456?\";
'Codabar
LPRINT CHR$(27);"it9r1s0o0x00y100bA123456A\";
'Code 128 set A
LPRINT CHR$(27);"it12r1o0x00y120bCODE128A12345?\";
'Code 128 set B
LPRINT CHR$(27);"it13r1o0x00y140bCODE128B12345?\";
'Code 128 set C
LPRINT CHR$(27);"it14r1o0x00y160b";CHR$(1);CHR$(2);"?\";
'ISBN(EAN)
LPRINTCHR$(27);"it130r1o0x00y180b123456789012?+12345\";
'EAN 128 set A
LPRINT CHR$(27);"it132r1o0x00y210b1234567890?\";
LPRINT CHR$(12)
END
131
B
Nummers van Brother
BELANGRIJK
Voor technische ondersteuning en hulp bij de bediening van de machine dient u het land waar u de printer
hebt gekocht te bellen. Er dient vanuit dat land te worden gebeld.
Registreer dit product
Door dit product van Brother te registreren, wordt vastgelegd dat u de oorspronkelijke eigenaar van dit
product bent.
Uw registratie bij Brother:
kan worden gebruikt als bevestiging van de datum van aankoop van dit product wanneer u de bon kwijt
bent;
kan helpen bij claims die door de verzekering worden gedekt; en
helpt ons u op de hoogte te houden van enige verbeteringen aan het product en speciale aanbiedingen.
Vul de Brother Warranty Registration in of, voor een snellere en efficiëntere manier om uw nieuwe product te
registreren, ga on line naar
http://www.brother.com/registration/
Veelgestelde vragen (FAQ’s)
Op het Brother Solutions Center vindt u alle benodigde informatie over deze printer. Download de meest
recente drivers, software en hulpprogramma's, lees de veelgestelde vragen en de tips voor het oplossen van
problemen om te leren hoe u het meeste uit dit product van Brother kunt halen.
http://solutions.brother.com
Hier vindt u de updates voor de drivers van Brother.
Klantendienst
Kijk op http://www.brother.com of neem contact op met uw plaatselijke Brother-kantoor voor nadere informatie.
Adressen van servicecentra
Neem contact op met uw plaatselijke Brother-kantoor voor informatie over onderhoudscentra in Europa. U
vindt de adressen en telefoonnummers van de Europese kantoren door op de website
http://www.brother.com
uw land te selecteren.
Appendix (voor Europa en andere landen)
Internetadressen
De wereldwijde website van Brother: http://www.brother.com
Voor veelgestelde vragen, technische vragen, productondersteuning en updates voor drivers en hulpprogramma’s:
http://solutions.brother.com
B. Appendix (voor Europa en andere landen)
132
Belangrijke informatie: Reguleringen
Radiostoring (alleen voor modellen van 220-240 volt)
Deze printer voldoet aan EN55022 (CISPR Publication 22)/Klasse B.
Controleer voordat u dit product in gebruik neemt dat u de juiste interfacekabel gebruikt, zoals hieronder
beschreven.
1 Een afgeschermde twisted-pair parallelle interfacekabel met de certificatie 'IEEE 1284 compliant'.
2 Een USB-kabel.
De kabel mag niet langer zijn dan 2 meter.
IEC 60825-1-specificatie (alleen voor modellen van 220-240 volt)
Deze printer is een laserproduct van klasse 1, zoals uiteengezet in de specificaties van IEC 60825-1. De
printer is in de landen waar dit vereist is, voorzien van het onderstaande etiket.
Deze printer is uitgerust met een laserdiode van klasse 3B, die in de lasereenheid onzichtbare laserstraling
afgeeft. De lasereenheid mag onder geen beding worden geopend.
Let op
Het uitvoeren van handelingen en/of aanpassingen of het volgen van procedures anders dan die welke in
deze handleiding worden beschreven, kan blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben.
Voor Finland en Zweden
LUOKAN 1 LASERLAITE
KLASS 1 LASER APPARAT
Varoitus!
Laitteen käyttäminen muulla kuin tässä käyttöohjeessa mainitulla tavalla saattaa altistaa käyttäjän
turvallisuusluokan 1 ylittävälle näkymättömälle lasersäteilylle.
Varning
Om apparaten används på annat sätt än i denna Bruksanvisning specificerats, kan användaren utsättas för
osynlig laserstrålning, som överskrider gränsen för laserklass 1.
CLASS 1 LASER PRODUCT
APPAREIL À LASER DE CLASSE 1
LASER KLASSE 1 PRODUKT
B. Appendix (voor Europa en andere landen)
133
Interne laserstraling
EU Richtlijn 2002/96/EG en EN50419
(alleen voor de Europese Unie)
Deze apparatuur is voorzien van het bovenstaande kringloopsymbool. Dit betekent dat de apparatuur apart
moet worden vernietigd en dat u deze bij een speciaal inzamelpunt moet inleveren. Deze apparatuur mag
niet met het huisvuil worden weggegooid. Dit komt het milieu en ons allemaal ten goede. (alleen voor de
Europese Unie)
Maximale stralingsvermogen: 5 mW
Golflengte: 770 - 810 nm
Laserklasse: Klasse 3B
B. Appendix (voor Europa en andere landen)
134
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid
Voor een veilige werking moet de meegeleverde geaarde stekker in een normaal geaard stopcontact worden
gestoken dat via het gebruikelijke elektriciteitsnet geaard is.
Gebruik alleen een geschikt verlengsnoer met de juiste bedrading, zodat een goede aarding verzekerd is.
Verlengsnoeren met de verkeerde bedrading kunnen persoonlijke ongelukken veroorzaken en de apparatuur
beschadigen.
Het feit dat dit apparaat naar tevredenheid werkt, betekent niet altijd dat de voeding is geaard en dat de
installatie volkomen veilig is. Voor uw eigen veiligheid raden wij u aan om in twijfelgevallen altijd een bevoegd
elektricien te raadplegen.
Dit product moet worden aangesloten op een wisselstroombron met een spanningsbereik zoals op het etiket
staat aangegeven. Het apparaat NIET op een gelijkstroombron aansluiten. Vraag in twijfelgevallen een
gediplomeerd elektricien om advies.
De voeding van het apparaat afsluiten
Deze printer moet in de buurt van een makkelijk toegankelijk stopcontact worden geïnstalleerd. In
noodgevallen moet het netsnoer uit het stopcontact worden gehaald, zodat de netvoeding van de printer
volledig is afgesloten.
Waarschuwing bij aansluiting op een LAN
Dit product moet worden aangesloten op een LAN-aansluiting die niet aan overspanning onderhevig is.
IT-voedingssysteem (alleen voor Noorwegen)
Dit product is tevens ontworpen voor IT-voedingssytemen met fase naar fase spanning van 230 volt.
Wiring information (alleen voor het VK)
Important
If you need to replace the plug fuse, fit a fuse that is approved by ASTA to BS1362 with the same rating as
the original fuse.
Always replace the fuse cover. Never use a plug that does not have a cover.
Warning - This printer must be earthed.
The wires in the mains lead are coloured in line with the following code:
Green and Yellow: Earth
Blue: Neutral
Brown: Live
If in any doubt, call a qualified electrician.
B. Appendix (voor Europa en andere landen)
135
EG Conformiteitsverklaring
B. Appendix (voor Europa en andere landen)
136
EG Conformiteitsverklaring
Producent
Brother Industries, Ltd.,
15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku,
Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Corporation (Asia) Ltd.
Brother Buji Nan Ling Factory,
Gold Garden Ind., Nan Ling Village,
Buji, Rong Gang, Shenzhen, China
Verklaren hierbij dat:
Omschrijving van product: Laserprinter
Productnaam: HL-5270DN
voldoet aan de bepalingen in de van toepassing zijnde richtlijnen: de richtlijn inzake laagspanning 73/23/EEG
(zoals geamendeerd door 93/68/EEG) en de richtlijn inzake elektromagnetische compatibiliteit 89/336/EEG
(zoals geamendeerd door 91/263/EEG en 92/31/EEG en 93/68/EEG).
Omschrijving van product: Laserprinter
Modelnaam: HL-5280DW
voldoet aan de bepalingen van de richtlijn R & TTE (1995/5/EG) en wij verklaren dat het product voldoet aan
de volgende normen:
Toegepaste normen:
Geharmoniseerd Veiligheid: EN60950-1:2001
EMC EN55022: 1998 + A1: 2000 +A2: 2003 klasse B
EN55024: 1998 + A1: 2001 +A2: 2003
EN61000-3-2: 2000
EN61000-3-3: 1995 + A1: 2001
Radio EN301 489-1 V1.4.1
EN301 489-17 V1.2.1
EN300 328 V1.6.1
* Radio is alleen van toepassing op de HL-5280DW.
Jaar waarin CE-certificatie voor het eerst was toegekend: 2005
Uitgegeven door Brother Industries, Ltd.
Datum: 28 december 2005
Plaats: Nagoya, Japan
Handtekening:
Takashi Maeda
Manager
Quality Management Group
Quality Management Dept.
Information & Document Company
137
C
Brother Numbers
BELANGRIJK
For technical and operational help, you must call the country where you bought the printer. Calls must be
made from within that country.
Register your product
By registering your product with Brother International Corporation, you will be recorded as the original owner
of the product.
Your registration with Brother:
may serve as a confirmation of the purchase date of your product should you lose your receipt;
may support an insurance claim by you in the event of product loss covered by insurance; and,
will help us notify you of enhancements to your product and special offers.
Please complete the Brother Warranty Registration or, for your convenience and most efficient way to register
your new product, register on-line at
http://www.brother.com/registration/
FAQs (Frequently asked questions)
The Brother Solutions Center is our one-stop resource for all your printer needs. You can download the latest
software and utilities and read FAQs and troubleshooting tips to learn how to get the most from your Brother
product.
http://solutions.brother.com
You can check here for Brother driver updates.
Appendix (voor de VS en Canada)
C. Appendix (voor de VS en Canada)
138
Customer Service
If you have comments or suggestions, please write us at:
Service center locator (USA only)
For the location of a Brother authorized service center, call 1-800-284-4357.
Service center locations (Canada only)
For the location of a Brother authorized service center, call 1-877-BROTHER
Ordering supplies
For best quality results use only genuine Brother supplies, which are available at most Brother retailers. If you
cannot find the supplies you need and you have a Visa, MasterCard, Discover, or American Express credit
card, you can order supplies directly from Brother. (In the USA, you can visit us online for a complete selection
of the Brother accessories and supplies that are available for purchase.)
In USA: 1-800-276-7746
In Canada: 1-877-BROTHER
In USA: Printer Customer Support
Brother International Corporation
15 Musick Irvine, CA 92618
In Canada: Brother International Corporation (Canada), Ltd.
- Marketing Dept.
1, rue Hotel de Ville Dollard-des-Ormeaux, PQ, Canada H9B 3H6
Internet Addresses
Brother Global Web Site: http://www.brother.com
For Frequently Asked Questions (FAQs), Product Support and Technical Questions, and Driver Updates and Utilities:
http://solutions.brother.com
(In USA Only) For Brother Accessories & Supplies: http://www.brothermall.com
In USA: 1-888-879-3232 (voice)
1-800-947-1445 (fax)
http://www.brothermall.com
In Canada: 1-877-BROTHER (voice)
Description Item
Toner Cartridge TN-550 (Standard, prints approx. 3, 500 pages)
TN-580 (High Yield, prints approx. 7,000 pages)
Drum Unit DR-520
C. Appendix (voor de VS en Canada)
139
Important information: Regulations
Federal Communications Commission (FCC) Declaration of Conformity
(For USA)
declares, that the products
complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device
may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interference received, including
interference that may cause undesired operation.
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to
Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful
interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency
energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to
radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular
installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be
determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by
one or more of the following measures:
Reorient or relocate the receiving antenna.
Increase the separation between the equipment and receiver.
Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
Important
A shielded interface cable should be used to ensure compliance with the limits for a Class B digital device.
Changes or modifications not expressly approved by Brother Industries, Ltd. could void the user’s authority
to operate the equipment.
Responsible Party: Brother International Corporation
100 Somerset Corporate Boulevard
P.O. Box 6911
Bridgewater, NJ 08807-0911
USA
Telephone: (908) 704-1700
Product name: Laser Printer
HL-5280DW
Model number: HL-52
Product option: Lower Tray Unit LT-5300
C. Appendix (voor de VS en Canada)
140
Industry Canada Compliance Statement (For Canada)
This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
C. Appendix (voor de VS en Canada)
141
Laser Notices
Laser Safety (110 to 120 volt model only)
This printer is certified as a Class 1 laser product under the U.S. Department of Health and Human Services
(DHHS) Radiation Performance Standard according to the Radiation Control for Health and Safety Act of
1968. This means that the printer does not produce hazardous laser radiation.
Since radiation emitted inside the printer is completely confined within protective housings and external
covers, the laser beam cannot escape from the machine during any phase of user operation.
FDA Regulations (110 to 120 volt model only)
The U.S. Food and Drug Administration (FDA) has implemented regulations for laser products manufactured
on and after August 2, 1976. Compliance is mandatory for products marketed in the United States. One of
the following labels on the back of the printer indicates compliance with the FDA regulations and must be
attached to laser products marketed in the United States.
Caution
Use of controls, adjustments or performance of procedures other than those specified in this User’s Guide
may result in hazardous radiation exposure.
Internal laser radiation
MANUFACTURED:
Brother Industries, Ltd.,
15-1 Naeshiro-cho Mizuho-ku Nagoya, 467-8561 Japan
This product complies with FDA performance standards for laser products except for deviations pursuant to Laser
Notice No.50, dated July 26, 2001.
MANUFACTURED:
Brother Corporation (Asia) Ltd. Brother Buji Nan Ling Factory
Gold Garden Ind., Nan Ling Village, Buji, Rong Gang, Shenzhen, CHINA
This product complies with FDA performance standards for laser products except for deviations pursuant to Laser
Notice No.50, dated July 26, 2001.
Maximum radiation power: 5 mW
Wave length: 770 - 810 nm
Laser class: Class 3B
C. Appendix (voor de VS en Canada)
142
IMPORTANT - For Your Safety
To ensure safe operation, the supplied three-pin plug must be inserted only into a standard three-pin power
outlet that is properly grounded through the standard electrical wiring.
Extension cords used with this printer must be three-pin plug type and correctly wired to provide proper
grounding. Incorrectly wired extension cords may cause personal injury and equipment damage.
The fact that the equipment operates satisfactorily does not imply that the power is grounded and that the
installation is completely safe. For your safety, if in any doubt about the effective grounding of the power, call
a qualified electrician.
This product should be connected to an AC power source within the range indicated on the rating label. DO
NOT connect it to a DC power source. If you are not sure, contact a qualified electrician.
Disconnect device
You must install this printer near a power outlet that is easily accessible. In case of an emergency, you must
disconnect the AC power cord from the AC power outlet to shut off the power completely.
Caution for LAN connection
Connect this product to a LAN connection that is not subjected to overvoltages.
Index
143
D
A
Achteraanzicht ............................................................ 3
Afdrukkwaliteit
......................................................... 104
Afmetingen
.............................................................. 116
Automatisch tweezijdig afdrukken
............................. 22
Automatische emulatieselectie
................................. 45
Automatische interfaceselectie
................................. 46
B
Bedieningspaneel .............................................47, 115
Bedrukbaar gedeelte
................................................... 9
Beheer van streepjescodes
.................................... 124
Beveiligde gegevens
................................................. 53
BRAdmin Light
.......................................................... 44
BRAdmin Professional
.............................................. 44
Brother Numbers (USA/Canada)
....................137, 138
BR-Script 3
.............................................................. 112
BR-Script 3-emulatie
................................................. 45
BR-Script-driver
........................................................ 36
BR-Script-menu
........................................................ 62
C
Coronadraad ................................................ 78, 88, 89
D
Data-lampje ............................................................... 50
Dimm
......................................................................... 70
DOS
........................................................................ 111
Driver Deployment Wizard
........................................ 44
Drumkit
..............................................................79, 116
E
Elektrische .................................................................. 4
Elektrische voeding
..................................................... 4
Emulatie
.................................................................. 114
Emulaties
.................................................................. 45
Enveloppen
...........................................................8, 16
EPSON FX-850-emulatie
.......................................... 45
Extra kopieën afdrukken
........................................... 25
F
Folder afdrukken ....................................................... 24
Foutmeldingen
....................................................91, 93
G
Gegevens wissen ...................................................... 58
Geheugen
.........................................................70, 114
Gewicht
................................................................... 116
H
Handmatig tweezijdig afdrukken ............................... 20
Het tabblad Geavanceerd
......................................... 29
Het tabblad Normaal
................................................. 28
Het tabblad Ondersteuning
....................................... 35
HP LaserJet-emulatie
............................................... 45
Hulpprogramma's
.................................................... 115
I
Interface .................................................................. 114
L
LCD-menu ................................................................. 56
LCD-scherm (liquid crystal display)
.......................... 50
LED (light emitting diode)
.......................................... 50
Lettertypen
.............................................................. 114
Linux
......................................................................... 26
M
Macintosh
®
.......................................................39, 111
Menu INFORMATIE
.................................................. 56
Menu INTERFACE
.................................................... 66
Menu KWALITEIT
..................................................... 57
Menu NETWERK
................................................63, 64
Menu PAPIER
........................................................... 57
Menu PRINT
............................................................. 58
Menu RESET
............................................................ 66
Menu SETUP
............................................................ 57
Multifunctionele lade
.................................... 13, 16, 21
N
Netwerk ..................................................................... 44
Netwerkconnectiviteit
.............................................. 114
Network Print Software
............................................. 44
Normaal papier
........................................................... 7
O
Omgaan met papier ................................................ 115
Onderhoudsmeldingen
.............................................. 92
D. Index
144
Onderste papierbak .................................................. 69
OPC-drum
............................................................... 106
Opties apparaat
........................................................ 31
P
Papier ..................................................................6, 118
Papier vastgelopen achter in de printer
.................. 100
Papier vastgelopen binnen in de printer
................... 98
Papier vastgelopen in duplexlade
........................... 103
Papier vastgelopen in MF lade
................................. 96
Papiersoort
.................................................................. 6
Papierspecificaties
.................................................. 116
Parallelle interface
.................................................... 46
Periodiek te vervangen onderdelen
.......................... 83
Printerdriver
......................................... 28, 36, 42, 115
Processor
................................................................ 114
Proprinter XL-emulatie
.............................................. 45
R
Register your product .............................................. 137
Registreer dit product
.............................................. 131
Reinigen
.................................................................... 84
Reprint
................................................................32, 52
S
Scannervenster ......................................................... 87
Service centers (USA/Canada)
............................... 138
Servicecentra (Europa en andere landen)
.............. 131
Servicemeldingen
..................................................... 93
Software
.................................................................... 44
Specificaties
............................................................ 113
Standaardinstellingen
............................................... 56
Standaard-netwerkinstellingen
.................................. 68
Symbool
.................................................................. 121
Systeemvereisten
................................................... 117
T
Tabblad Accessoires ................................................. 34
TCP/IP
................................................................63, 64
Tekensets
............................................................... 121
Toebehoren
............................................................... 69
Toets + of -
................................................................ 49
Toets Back
................................................................ 49
Toets Go
................................................................... 48
Toets Job Cancel
...................................................... 48
Toets Reprint
......................................................48, 49
Toetsen
..................................................................... 48
Tonercartridge
...................................................74, 116
Tweezijdig afdrukken
................................................ 20
U
USB-interface ............................................................ 46
V
Vastgelopen papier ................................................... 95
Verbruiksartikelen
..................................................... 74
Verlichting van LCD-scherm
..................................... 50
Vooraanzicht
............................................................... 2
W
Wat zit er in de doos ................................................... 1
Web BRAdmin
.......................................................... 44
WLAN
........................................................................ 64
15

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Brother HL-5270DN bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Brother HL-5270DN in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 5,22 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Brother HL-5270DN

Brother HL-5270DN Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 154 pagina's

Brother HL-5270DN Gebruiksaanwijzing - English - 152 pagina's

Brother HL-5270DN Gebruiksaanwijzing - Français - 152 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info