451176
5
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/124
Pagina verder
GEBRUIKERSHANDLEIDING
DCP-350C
DCP-353C
DCP-357C
DCP-560CN
Als u de klantenservice moet bellen
A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige
referentie:
Modelnummer: DCP
-350C, DCP-353C, DCP-357C en
DCP
-560CN (omcirkel uw modelnummer)
Serienummer:
1
Aankoopdatum:
Aankoopplaats:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het
apparaat. Bewaar deze gebruikershandleiding samen
met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in
geval van diefstal, brand of service bij garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
Door uw product bij Brother te registreren wordt u geregistreerd als de
originele eigenaar van het product. Uw registratie bij Brother:
kan eventueel als bevestiging van de aankoopdatum van uw product
dienen, mocht u uw kassabon verliezen; en
kan eventueel een verzekeringsclaim van u ondersteunen, in geval
dat het product verloren gaat en dit gedekt is door de verzekering.
© 2007 Brother Industries, Ltd.
i
Goedkeuring, samenstelling en publicatie
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd.
De nieuwste productgegevens en -specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
ii
EG-Conformiteitsverklaring onder de Richtlijn
R & TTE
iii
EG-Conformiteitsverklaring onder de Richtlijn R & TTE
Producent
Brother Industries Ltd.
15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku,
Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Industries (Shen Zhen) Ltd.
G02414-1, Bao Chang Li Bonded Transportation Industrial Park,
Bao Long Industrial Estate, Longgang, Shenzhen, China
Verklaren hierbij dat:
Productomschrijving : Printer-kopieerapparaat
Modelnaam : DCP-350C/DCP-560CN/DCP-353C/DCP-357C
voldoet aan de voorschriften van de volgende richtlijnen: Laagspanningsrichtlijn (Low Voltage)
2006/95/EG en EMC-richtlijn (elektromagnetische compatibiliteit) 89/336/EEG (zoals gewijzigd
door 91/263/EEG en 92/31/EEG en 93/68/EEG).
Toegepaste standaards:
Geharmoniseerd: Veiligheid EN60950-1: 2001+A11: 2004
EMC EN55022:1998 +A1: 2000 +A2: 2003 Klasse B
EN55024:1998 +A1: 2001 +A2: 2003
EN61000-3-2:2006
EN61000-3-3:1995 +A1: 2001
Jaar waarin CE-merkteken voor het eerst werd toegekend: 2007
Uitgegeven door : Brother Industries, Ltd.
Datum : 28 april 2007
Plaats : Nagoya, Japan
iv
Inhoudsopgave
Paragraaf I Algemeen
1 Algemene informatie 2
Gebruik van de documentatie................................................................................2
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................2
Toegang krijgen tot de softwarehandleiding en de netwerkhandleiding ................3
Documentatie bekijken ....................................................................................3
Overzicht van het bedieningspaneel......................................................................6
Indicaties op het LCD-scherm .........................................................................8
Normale handelingen ......................................................................................8
Indicaties van de waarschuwings-LED............................................................9
Rapporten afdrukken .......................................................................................9
2 Documenten en papier laden 10
Documenten laden...............................................................................................10
De ADF gebruiken (alleen DCP-560CN) .......................................................10
De glasplaat gebruiken ..................................................................................11
Scangedeelte.................................................................................................11
Papier en andere media die u kunt gebruiken .....................................................12
Aanbevolen media.........................................................................................12
Omgaan met en gebruik van media ..............................................................13
Het juiste type papier kiezen .........................................................................14
Papier en andere media laden.............................................................................16
Enveloppen en briefkaarten laden .................................................................18
Fotopapier laden............................................................................................20
Kleine afdrukken uit de machine verwijderen ................................................21
Afdrukgebied .................................................................................................22
3 Algemene instellingen 23
Papierinstellingen ................................................................................................23
Papiersoort ....................................................................................................23
Papierformaat ................................................................................................23
LCD-scherm.........................................................................................................24
LCD-contrast .................................................................................................24
De helderheid van de achtergrondverlichting instellen ..................................24
De lichtdimtimer voor de achtergrondverlichting instellen ............................25
De uitschakelklok instellen ............................................................................25
v
Paragraaf II Kopiëren
4 Kopiëren 28
Kopieën maken....................................................................................................28
Eén kopie maken...........................................................................................28
Meerdere kopieën maken..............................................................................28
Kopiëren onderbreken ...................................................................................28
Kopieeropties.......................................................................................................28
De kopieersnelheid en -kwaliteit wijzigen ......................................................29
De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen ......................................29
N op 1 kopieën of een poster maken (paginalayout) ....................................30
Kopieën sorteren met gebruik van de ADF (alleen DCP-560CN) .................31
Helderheid, contrast en kleur aanpassen ......................................................31
Papieropties...................................................................................................32
Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen............................32
Alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen..............................32
Paragraaf III Foto's rechtstreeks afdrukken
5 Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of een
USB Flash-geheugenstation 34
PhotoCapture Center™-functies..........................................................................34
Afdrukken vanaf een geheugenkaart of een USB Flash-geheugenstation
zonder een PC te gebruiken......................................................................34
Scannen naar een geheugenkaart of een USB Flash-geheugenstation
zonder een PC te gebruiken......................................................................34
PhotoCapture Center™ vanaf uw computer gebruiken.................................34
Een geheugenkaart of een USB Flash-geheugenstation gebruiken .............34
Mapstructuur voor geheugenkaarten of een USB Flash-geheugenstation....35
Aan de slag..........................................................................................................36
De modus PhotoCapture activeren ...............................................................37
Beelden afdrukken...............................................................................................37
Foto's bekijken...............................................................................................37
Index afdrukken (miniaturen).........................................................................37
Foto's afdrukken ............................................................................................38
Foto-effecten .................................................................................................39
Zoeken op Datum ..........................................................................................41
Alle foto's afdrukken ......................................................................................42
Slideshow ......................................................................................................42
Trimming........................................................................................................43
Afdrukken met DPOF ....................................................................................43
vi
PhotoCapture Center™-printinstellingen .............................................................44
Afdruksnelheid en -kwaliteit...........................................................................45
Papieropties...................................................................................................45
Helderheid, contrast en kleur aanpassen ......................................................46
Bijsnijden (crop) .............................................................................................48
Afdrukken zonder rand ..................................................................................48
Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen............................48
Alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen ..............................48
Scannen naar geheugenkaarten of USB Flash-geheugenstations......................49
De scanmodus activeren ...............................................................................49
Scannen naar een geheugenkaart of een USB Flash-geheugenstation .......49
Uitleg bij de foutmeldingen ..................................................................................50
6 Foto's afdrukken vanaf een camera 51
Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-camera ..............................51
Vereisten voor PictBridge ..............................................................................51
Uw digitale camera instellen..........................................................................51
Beelden afdrukken.........................................................................................52
Afdrukken met DPOF ....................................................................................53
Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een digitale camera (zonder PictBridge)....53
Beelden afdrukken.........................................................................................54
Uitleg bij de foutmeldingen ..................................................................................54
Paragraaf IV Software
7 Software- en netwerkfuncties 56
Paragraaf V Appendixen
A Veiligheid en wetgeving 58
Een geschikte plaats kiezen ................................................................................58
Veilig gebruik van de machine.............................................................................59
Belangrijke veiligheidsinstructies ...................................................................62
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid ......................................................63
LAN-verbinding (alleen DCP-560CN) ............................................................63
Radiostoring ..................................................................................................64
EU-richtlijn 2002/96/EG en EN50419 ............................................................64
Wettelijke beperkingen voor kopiëren..................................................................65
Handelsmerken....................................................................................................66
vii
B Problemen oplossen en routineonderhoud 67
Problemen oplossen ...........................................................................................67
Als u problemen met uw machine hebt .........................................................67
Foutmeldingen.....................................................................................................71
Taal LCD-scherm wijzigen.............................................................................73
Foutanimatie..................................................................................................73
Vastgelopen document (alleen DCP-560CN)................................................74
Papier vastgelopen in de machine ................................................................74
Routineonderhoud ...............................................................................................76
De inkcartridges vervangen...........................................................................76
De buitenkant van de machine schoonmaken...............................................79
De scanner reinigen ......................................................................................80
De machinegeleiderol reinigen ......................................................................80
De invoerrol voor papier reinigen ..................................................................81
De printkop reinigen ......................................................................................82
De afdrukkwaliteit controleren .......................................................................82
De uitlijning controleren .................................................................................83
Het inktvolume controleren............................................................................84
Informatie over de machine .................................................................................84
Het serienummer controleren ........................................................................84
De machine inpakken en vervoeren ....................................................................85
C Menu en functies 87
Programmeren op het scherm.............................................................................87
Menutabel......................................................................................................87
Modus- en menutoetsen gebruiken .....................................................................87
Menutabel......................................................................................................88
D Specificaties 97
Algemeen ............................................................................................................97
Afdrukmedia.........................................................................................................99
Kopiëren ............................................................................................................100
PhotoCapture Center™ .....................................................................................101
PictBridge ..........................................................................................................102
Scanner .............................................................................................................103
Printer ................................................................................................................104
Interfaces...........................................................................................................105
Vereisten voor de computer...............................................................................106
Verbruiksartikelen..............................................................................................107
Netwerk (LAN) (alleen DCP-560CN) .................................................................108
E Verklarende woordenlijst 109
F Index 110
viii
Paragraaf I
Algemeen I
Algemene informatie 2
Documenten en papier laden 10
Algemene instellingen 23
2
1
Gebruik van de
documentatie
1
Dank u voor het kopen van een Brother-
machine! Lees de documentatie om optimaal
gebruik te kunnen maken van de
mogelijkheden van uw machine.
Symbolen en conventies die
in de documentatie gebruikt
worden 1
De volgende symbolen en conventies worden
in de documentatie gebruikt.
Algemene informatie 1
Vet
Vet gedrukte tekst geeft specifieke
toetsen op het bedieningspaneel
van de machine aan.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de
nadruk op een belangrijk punt
of verwijst u naar een verwant
onderwerp.
Courier
New
Het lettertype Courier New
wordt gebruikt voor de
meldingen die worden
weergegeven op het LCD-
scherm van de machine.
Waarschuwingen informeren u over
de maatregelen die u moet treffen
om te vermijden dat u letsel oploopt.
De pictogrammen Elektrisch gevaar
waarschuwen u voor mogelijke
elektrische schokken.
Deze waarschuwingen wijzen u op
procedures die u moet volgen om te
voorkomen dat de machine of
andere voorwerpen worden
beschadigd.
In opmerkingen wordt uitgelegd hoe
u op een bepaalde situatie moet
reageren, of hoe de bewerking met
andere functies werkt.
Het pictogram Onjuiste configuratie
waarschuwt u voor apparaten en
bewerkingen die niet compatibel zijn
met de machine.
Algemene informatie
3
1
Toegang krijgen tot de
softwarehandleiding
en de
netwerkhandleiding
1
Deze gebruikershandleiding bevat niet alle
informatie over de machine, zoals het gebruik
van de geavanceerde functies van de printer, de
scanner en het netwerk (alleen DCP-560CN).
Raadpleeg de
softwarehandleiding
en de
netwerkhandleiding
voor gedetailleerde
informatie over deze bewerkingen.
Documentatie bekijken 1
Documentatie bekijken
(voor Windows
®
) 1
Als u de documentatie wilt bekijken, klikt u op
het menu Start, wijst u vanuit de
programmagroep Brother, DCP-XXXX aan
(waarbij XXXX uw modelnaam is) en
selecteert u vervolgens
Gebruikershandleidingen in
HTML-formaat.
Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt
u de documentatie vinden door onderstaande
instructies op te volgen:
a Zet uw PC aan. Plaats de Brother
CD-ROM in uw CD-ROM-station.
b
Als het scherm met de modelnamen
verschijnt, klikt u op de naam van uw model.
c Als het scherm met de talen verschijnt,
klikt u op de gewenste taal. Het
hoofdmenu van de CD-ROM wordt
geopend.
Opmerking
Als dit venster niet wordt geopend, kunt u
Windows
®
Verkenner gebruiken om het
programma start.exe uit te voeren vanuit
de hoofdmap van de Brother-CD-ROM.
d Klik op Documentatie.
e Klik op de documentatie die u wilt lezen.
HTML-documenten
:
Softwarehandleiding
en
Netwerkhandleiding
in HTML-formaat
.
Dit formaat is met name geschikt
voor weergave op uw computer.
PDF-documenten
:
Gebruikershandleiding
voor gebruik
als zelfstandig apparaat,
Softwarehandleiding
en
Netwerkhandleiding
in PDF-formaat
.
Dit formaat is met name geschikt als
u de handleidingen wilt afdrukken.
Klik op de koppeling om naar het
Brother Solutions Center te gaan,
waar u de PDF-documenten kunt
weergeven of downloaden. (U moet
hiervoor beschikken over toegang tot
internet en PDF Reader-software.)
Hoofdstuk 1
4
Instructies voor het scannen
opzoeken
1
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen (Voor Windows
®
2000
Professional/Windows
®
XP en
Windows Vista™)
ControlCenter3 (Voor Windows
®
2000
Professional/Windows
®
XP en
Windows Vista™)
Netwerkscannen
(alleen DCP-560CN)
Scansoft™ PaperPort™ 11SE met OCR-
procedurehandleidingen
U kunt de volledige
procedurehandleidingen voor ScanSoft™
PaperPort™ 11SE met OCR weergeven
via het menu Help in de toepassing
ScanSoft™ PaperPort™ 11SE met OCR.
Documentatie bekijken
(voor Macintosh
®
) 1
a Zet uw Macintosh
®
aan. Plaats de
Brother-CD-ROM in het CD-ROM-
station. Het volgende venster wordt
weergegeven.
b Dubbelklik op het pictogram
Documentatie.
c Dubbelklik op uw taalmap.
d Dubbelklik op het bestand van het
titelbeeld om de softwarehandleiding
en de netwerkhandleiding weer te
geven in HTML-formaat.
e Klik op de documentatie die u wilt lezen.
Softwarehandleiding
Netwerkhandleiding
(alleen DCP-560CN)
Algemene informatie
5
1
Instructies voor het scannen
opzoeken
1
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
(voor Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter)
ControlCenter2
(voor Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter)
Netwerkscannen
(voor Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter)
(alleen DCP-560CN)
Presto!
®
PageManager
®
-
gebruikershandleiding
U kunt de volledige gebruikershandleiding
voor Presto!
®
PageManager
®
weergeven
via het menu Help in de toepassing
Presto!
®
PageManager
®
.
Hoofdstuk 1
6
Overzicht van het bedieningspaneel 1
De toetsen op het bedieningspaneel van model DCP-350C, model DCP-353C, model DCP-357C
en model DCP-560CN zijn hetzelfde.
1 LCD-scherm (liquid crystal display)
Op het LCD-scherm verschijnen meldingen die
u helpen bij het instellen en gebruiken van uw
machine.
U kunt de helling van het LCD-scherm instellen
door dit op te tillen.
2 Aantal kopieën
Gebruik deze toets om meerdere kopieën te
maken.
3 Menutoetsen:
d of c
Druk hierop om achteruit of vooruit door de
menuopties te bladeren.
a of b
Druk hierop om door de menu's en opties te
bladeren.
Menu
Met deze toets krijgt u toegang tot het
hoofdmenu om de machine te programmeren.
OK
Hiermee kunt u een instelling kiezen.
4 Starttoetsen:
Kleur Start
Hiermee maakt u kopieën in kleur. Hiermee
kunt u ook een scanbewerking uitvoeren
(in kleur of mono, afhankelijk van de
scaninstelling in de ControlCenter-software).
Mono Start
Hiermee maakt u monochrome kopieën.
Hiermee kunt u ook een scanbewerking
uitvoeren (in kleur of mono, afhankelijk van de
scaninstelling in de ControlCenter-software).
A4
Gewoon
Normaal
3
4
56
2
978
1
Algemene informatie
7
1
5 Stop/Eindigen
Hiermee kunt u een bewerking stoppen of een
menu verlaten.
6 AAN/UIT
Hiermee zet u de machine aan of uit.
De machine zal de printkop, als u de machine
op Uit hebt gezet, toch regelmatig reinigen om
de afdrukkwaliteit te handhaven.
7Inkt
Met deze toets kunt u de printkop reinigen, de
afdrukkwaliteit en de hoeveelheid inkt controleren.
8 Modustoetsen
Scan
Hiermee activeert u de scanmodus.
PhotoCapture
Hiermee activeert u de modus
PhotoCapture Center™.
9 Waarschuwings-LED
Deze wordt rood wanneer op het LCD-scherm
een fout of een belangrijke statusmelding
wordt getoond.
Opmerking
In de meeste illustraties in deze
gebruikershandleiding wordt de DCP-350C
weergegeven.
Hoofdstuk 1
8
Indicaties op het LCD-scherm1
Op het LCD-scherm worden de modus van
de machine, de huidige instellingen en de
beschikbare hoeveelheid inkt weergegeven.
1 Inktindicator
Toont u de beschikbare hoeveelheid inkt.
Normale handelingen 1
In de volgende stappen wordt beschreven
hoe u een instelling in de machine wijzigt.
In dit voorbeeld wordt de instelling van
Papiersoort gewijzigd van
Normaal Papier in Inkjetpapier.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Papiersoort te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Inkjetpapier te
kiezen.
Druk op OK.
U kunt de huidige instelling op het LCD-
scherm zien:
e Druk op Stop/Eindigen.
A4
Gewoon
1
Normaal
A4
Gewoon
A4
Inktjet
Algemene informatie
9
1
Indicaties van de
waarschuwings-LED 1
De status-LED (light emitting diode) is een
lampje dat de status van de machine
aangeeft, zoals in de volgende tabel.
Rapporten afdrukken 1
De volgende rapporten zijn beschikbaar:
Help
Een helplijst die u kunt gebruiken om de
machine snel te programmeren.
Gebruikersinst
Een lijst met uw instellingen.
Netwerk Conf. (alleen DCP-560CN)
Een lijst met uw netwerkinstellingen.
Een rapport afdrukken 1
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Print lijsten te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om het gewenste rapport
te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Mono Start.
e Druk op Stop/Eindigen.
LED
DCP-status
Omschrijving
Uit
Gereed De DCP is gereed voor
gebruik.
Rood
Deksel open
Het deksel is open. Sluit het
deksel. (Zie
Foutmeldingen
op pagina 71
.)
Inkt op Vervang de inktcartridge
door een nieuwe.
(Zie De inkcartridges
vervangen op pagina 76.)
Papierstoring Plaats papier in de lade of
verwijder vastgelopen papier.
Controleer de melding op het
LCD-scherm. (Zie
Foutmeldingen op pagina 71.)
Andere
meldingen
Controleer de melding op het
LCD-scherm. (Zie
Foutmeldingen op pagina 71.)
A4
Gewoon
Normaal
10
2
Documenten laden 2
U kunt kopieën maken en scannen vanuit de
ADF (automatische documentinvoer) en
vanaf de glasplaat.
De ADF gebruiken
(alleen DCP-560CN) 2
De ADF heeft een capaciteit van maximaal
10 vellen en voert het papier vel voor vel in.
Gebruik standaardpapier van het type
80 g/m
2
en waaier de stapel altijd los
alvorens het papier in de ADF te plaatsen.
Aanbevolen omgeving 2
Ondersteunde documentformaten 2
Documenten laden 2
VOORZICHTIG
Trek NIET aan het document wanneer het
doorschuift.
GEBRUIK GEEN omgekruld, verkreukeld,
gevouwen, gescheurd of geniet papier, en
ook geen papier met paperclips, lijm of
plakband.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of
stof.
Zorg dat in inkt geschreven documenten
helemaal droog zijn.
a Waaier de stapel goed los. Leg uw
documenten met de bedrukte zijde naar
beneden en de bovenrand eerst in de
ADF tot u voelt dat ze de invoerrol
raken.
b Stel de papiergeleiders in op de breedte
van uw documenten.
c
Vouw de ADF-documentsteunklep (1) uit.
VOORZICHTIG
LAAT GEEN dikke documenten achter op
de glasplaat. Als u dat doet, kan de ADF
vastlopen.
Documenten en papier laden 2
Temperatuur: 20 tot 30°C
Vochtigheid: 50% tot 70%
Papier:
80 g/m
2
A4
Lengte: 148 tot 355,6 mm
Breedte: 148 tot 215,9 mm
Gewicht:
64 tot 90 g/m
2
1
Documenten en papier laden
11
2
De glasplaat gebruiken 2
U kunt de glasplaat gebruiken om pagina's uit
een boek of pagina voor pagina te kopiëren of
te scannen.
Ondersteunde documentformaten 2
Een document laden 2
Opmerking
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de
ADF leeg zijn.
a Til het documentdeksel op.
b Gebruik de documentgeleiders aan de
linkerkant om het document in het
midden van de glasplaat te leggen, met
de bedrukte zijde naar beneden.
c Sluit het documentdeksel.
VOORZICHTIG
Als u bezig bent een boek of een lijvig
document te scannen, laat het deksel dan
NIET dichtvallen en druk er niet op.
Scangedeelte 2
Hoe groot het gedeelte is dat kan worden
gescand, is afhankelijk van de instellingen
binnen de door u gebruikte toepassing. De
onderstaande afbeeldingen tonen de
gedeelten die u niet op Letter- of A4-papier
kunt scannen.
Lengte: max. 297 mm
Breedte: max. 215,9 mm
Gewicht: max. 2 kg
Gebruik
Documentgrootte
Bovenkant (1)
Onderkant (2)
Links (3)
Rechts (4)
Kopiëren
Letter 3 mm 3 mm
A4 3 mm 3 mm
Scannen
Letter 3 mm 3 mm
A4 3 mm 0 mm
3
4
1
2
Hoofdstuk 2
12
Papier en andere media
die u kunt gebruiken
2
De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed
door het soort papier dat u in de machine
gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de
instellingen die u hebt gekozen, moet u de
papiersoort altijd instellen op het type papier
dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat
papier), glanzend papier, transparanten en
enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten
papier te testen, alvorens een grote
hoeveelheid aan te schaffen.
Voor de beste resultaten dient u het Brother-
papier te gebruiken.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier
(gecoat papier), transparanten en
fotopapier, moet op het tabblad ‘Normaal
van de printerdriver of voor de instelling
Papiersoort in het menu altijd het juiste
type papier zijn geselecteerd
(zie Papiersoort op pagina 32).
Wanneer u op Brother-fotopapier afdrukt,
plaats dan eerst het instructieblad dat met
het fotopapier wordt geleverd in de
papierlade, en plaats vervolgens het
fotopapier boven op het instructieblad.
Als u transparanten of fotopapier gebruikt,
dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen
om te voorkomen dat de inkt gaat vlekken
of de vellen vastlopen.
Raak het afgedrukte oppervlak van het
papier niet aan vlak na het afdrukken; de
inkt kan nog nat zijn en op uw vingers
vlekken.
Aanbevolen media 2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen
raden wij u aan Brother-papier te gebruiken.
(Zie onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier
beschikbaar is, raden wij u aan verschillende
soorten papier te testen voordat u grote
hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren ‘3M Transparency Film’ te
gebruiken wanneer u op transparanten
afdrukt.
Brother-papier
Papiersoort Item
A4 Normaal BP60PA
A4 Glanzend Foto BP61GLA
A4 Inkjet (Mat) BP60MA
10 x 15 cm Glanzend BP61GLP
Documenten en papier laden
13
2
Omgaan met en gebruik van
media 2
Bewaar papier in de originele verpakking
en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar
het papier plat en verwijderd van vocht,
direct zonlicht en warmte.
De gecoate zijde van fotopapier glimt.
Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde
niet aanraakt. Plaats fotopapier met de
glimmende zijde naar beneden toe.
Raak de voor- of achterkant van
transparanten niet aan, daar deze
gemakkelijk water en transpiratie
absorberen, wat afbreuk doet aan de
afdrukkwaliteit. Transparanten die voor
laserprinters en -kopieerapparaten
ontworpen zijn, kunnen het volgende
document bevlekken. Gebruik alleen
transparanten die worden aanbevolen
voor inkjetprinters.
Onjuiste configuratie
Gebruik de volgende soorten papier NIET:
papier dat beschadigd, gekruld of
gekreukt is of een onregelmatige vorm
heeft
1 2 mm of meer
hoogglanzend papier of papier met een
grove structuur
papier waarop reeds met een printer is
afgedrukt
papier dat niet netjes kan worden
gestapeld
papier vervaardigd uit kortlopend papier
Papiercapaciteit van de
uitvoerpapierlade
2
Max. 50 vel van 20 lb Letter- of 80 g/m
2
A4-papier.
Om vlekken te voorkomen moeten
transparanten of fotopapier vel voor vel uit
de uitvoerpapierlade worden genomen.
1
1
Hoofdstuk 2
14
Het juiste type papier kiezen 2
Type en formaat papier voor elke functie 2
Papiersoort Papierformaat Gebruik
Kopiëren Photo
Capture
Printer
Losse vellen Letter 216 × 279 mm Ja Ja Ja
A4 210 × 297 mm Ja Ja Ja
Legal 216 × 356 mm Ja Ja
Executive 184 × 267 mm Ja
JIS B5 182 × 257 mm Ja
A5 148 × 210 mm Ja Ja
A6 105 × 148 mm Ja
Kaarten Foto 10 × 15 cm Ja Ja Ja
Foto L 89 × 127 mm Ja
Foto 2L 13 × 18 cm Ja Ja
Indexkaart 127 × 203 mm Ja
Briefkaart 1 100 × 148 mm Ja
Briefkaart 2
(Dubbel)
148 × 200 mm Ja
Enveloppen C5-Envelop 162 × 229 mm Ja
DL-Envelop 110 × 220 mm Ja
COM-10 105 × 241 mm Ja
Monarch 98 × 191 mm Ja
JE4-Envelop 105 × 235 mm Ja
Transparanten Letter 216 × 279 mm Ja Ja
A4 210 × 297 mm Ja Ja
Documenten en papier laden
15
2
Gewicht, dikte en papiercapaciteit 2
1
Max. 50 vel voor Legal-papier van 80 g/m
2
.
Max. 100 vel voor A4-papier van 80 g/m
2
.
2
Gebruik de fotopapierlade voor de papierformaten Foto 10×15cm en Foto L. (Zie Fotopapier laden op pagina 20.)
Papiersoort Gewicht Dikte Aantal
vellen
Losse
vellen
Normaal papier
64 tot 120 g/m
2
0,08 tot 0.15 mm
100
1
Inkjetpapier
64 tot 200 g/m
2
0,08 tot 0,25 mm 20
Glanzend
papier
Max. 220 g/m
2
Max. 0,25 mm
20
2
Kaarten
Fotokaart
Max. 220 g/m
2
Max. 0,28 mm
20
2
Indexkaart
Max. 120 g/m
2
Max. 0.15 mm 30
Briefkaart
Max. 200 g/m
2
Max. 0,23 mm 30
Enveloppen
75 tot 95 g/m
2
Max. 0,52 mm 10
Transparanten 10
Hoofdstuk 2
16
Papier en andere media
laden
2
Opmerking
Als u wilt afdrukken op papier met het
formaat Foto L of Foto 10 x 15 cm, moet u
de fotopapierlade gebruiken.
(Zie Fotopapier laden op pagina 20.)
a Sluit de papiersteunklep als deze open
is en trek de papierlade volledig uit de
machine.
Til het deksel van de uitvoerpapierlade
op (1).
b Houd de papiergeleiders voor de
breedte (1) en de papiergeleider voor de
lengte (2) ingedrukt en stel deze af op
het papierformaat.
c Waaier de stapel papier goed los, om te
voorkomen dat papier vastloopt of
scheef wordt ingevoerd.
Opmerking
Draag er steeds zorg voor dat het papier
niet omkrult.
1
1
2
Documenten en papier laden
17
2
d Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag
en de bovenste rand eerst.
Controleer of het papier vlak in de lade
ligt.
Opmerking
Wanneer u Legal-papier gebruikt, drukt u
op de universele ontgrendeling en trekt u
aan de achterkant van de papierlade.
e Pas de papiergeleiders voor de breedte
voorzichtig met beide handen aan het
papier aan.
Zorg dat de papiergeleiders aan de
zijkant de randen van het papier
aanraken.
Opmerking
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver
in duwt; het kan aan de achterkant van de
lade omhoog gaan staan en problemen
veroorzaken bij de invoer.
f Sluit het deksel van de
uitvoerpapierlade.
Hoofdstuk 2
18
g Duw de papierlade langzaam volledig
terug in de machine.
h Trek de papiersteun (1) uit totdat u een
klik hoort terwijl u de papierlade
vasthoudt en vouw vervolgens de
papiersteunklep (2) uit.
Opmerking
Gebruik de papiersteunklep niet voor
Legal-papier.
Enveloppen en briefkaarten
laden 2
Informatie over enveloppen 2
Gebruik enveloppen met een gewicht van
75 tot 95 g/m
2
.
Voor sommige enveloppen is het nodig de
marge in te stellen in de toepassing. Zorg
ervoor dat u eerst een testafdruk maakt.
VOORZICHTIG
Gebruik NOOTIT de volgende soorten
enveloppen, aangezien deze problemen
veroorzaken bij de papierinvoer:
Zakachtige enveloppen.
Enveloppen met reliëf
(met verhoogd opschrift).
Enveloppen met sluithaken of nietjes.
Enveloppen die aan de binnenkant zijn
voorbedrukt.
Het kan zijn dat u af en toe problemen
ondervindt bij de papierinvoer vanwege de
dikte, het formaat en de vorm van de
sluitrand van de enveloppen die u gebruikt.
Lijm 2
Dubbele sluitrand 2
Documenten en papier laden
19
2
Enveloppen en briefkaarten laden 2
a Druk de hoeken en zijkanten van de
enveloppen of briefkaarten zo plat
mogelijk alvorens deze te plaatsen.
Opmerking
Plaats de enveloppen of briefkaarten één
voor één in de papierlade als er
verschillende enveloppen of briefkaarten
tegelijk naar binnen worden getrokken.
b Leg de enveloppen of briefkaarten in de
papierlade met de adreszijde naar
beneden en de invoerkant eerst, zoals
in de illustratie. Stel de papiergeleiders
voor de breedte (1) en de papiergeleider
voor de lengte (2) af op het formaat van
de enveloppen of briefkaarten.
Probeer het volgende als u problemen
ondervindt bij het afdrukken op
enveloppen:
2
a Open de sluitrand van de envelop.
b Zorg ervoor dat de open sluitrand zich
aan de zijkant of aan de achterkant van
de envelop bevindt tijdens het
afdrukken.
c Stel de maat en marge in bij uw
toepassing.
2
1
Hoofdstuk 2
20
Fotopapier laden 2
Gebruik de fotopapierlade boven op het
deksel van de uitvoerpapierlade om af te
drukken op papier met het formaat Foto
10 × 15 cm en Foto L. Wanneer u de
fotopapierlade gebruikt, hoeft u het papier uit
de lade eronder niet te verwijderen.
a Druk met uw linkerduim op de
ontgrendeling van de fotopapierlade en
duw de fotopapierlade naar achteren
totdat deze in de juiste positie klikt voor
het afdrukken van foto's.
1 Foto papier lade
b Houd de papiergeleiders voor de
breedte (1) en de papiergeleider voor de
lengte (2) ingedrukt en stel deze af op
het papierformaat.
c Plaats het fotopapier in de
fotopapierlade en pas de
papiergeleiders voor de breedte
voorzichtig aan het papier aan.
Zorg dat de papiergeleiders aan de
zijkant de randen van het papier
aanraken.
Opmerking
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver
in duwt; het kan aan de achterkant van de
lade omhoog gaan staan en problemen
veroorzaken bij de invoer.
Draag er steeds zorg voor dat het papier
niet omkrult.
d Zet de fotopapierlade in de normale
afdrukpositie terug wanneer u klaar bent
met het afdrukken van foto’s.
Druk met uw linkerduim op de
ontgrendeling van de fotopapierlade en
trek de fotopapierlade naar voren totdat
deze klikt.
1
1
2
Documenten en papier laden
21
2
Kleine afdrukken uit de
machine verwijderen 2
Wanneer de machine klein papier uitwerpt in de
uitvoerpapierlade, kunt u hier mogelijk niet bij.
Wacht totdat het afdrukken is voltooid en trek
vervolgens de lade volledig uit de machine.
Hoofdstuk 2
22
Afdrukgebied 2
Hoe groot het bedrukbaar gedeelte is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte
toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de niet-bedrukbare gedeelten op losse vellen
papier en enveloppen. De machine kan alleen in de grijze gedeelten afdrukken wanneer de
afdrukfunctie Zonder marges beschikbaar is en is ingeschakeld.
Opmerking
De functie Zonder marges is niet beschikbaar voor enveloppen.
Losse vellen Enveloppen
Bovenkant (1) Onderkant (2) Links (3) Rechts (4)
Losse vellen 3 mm 3 mm 3 mm 3 mm
Enveloppen 12 mm 24 mm 3 mm 3 mm
3
4
1
2
3
4
1
2
23
3
3
Papierinstellingen 3
Papiersoort 3
Voor de beste afdrukkwaliteit dient u de
machine in te stellen op het type papier dat u
gebruikt.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Papiersoort te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Normaal Papier,
Inkjetpapier, Brother Fotopap.,
Ander fotopapier of
Transparanten te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Het papier wordt met de bedrukte zijde
naar boven op de uitvoerlade aan de
voorkant van de machine uitgeworpen.
Als u transparanten of glanzend papier
gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te
verwijderen om te voorkomen dat de inkt
gaat vlekken of de vellen vastlopen.
Papierformaat 3
U kunt afdrukken op vijf verschillende
papierformaten: Letter, Legal, A4, A5 en
10 × 15 cm. Wanneer u het papierformaat in
de machine verandert, moet u ook de
instelling voor het papierformaat wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Papierformaat te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Letter, Legal, A4,
A5 of 10x15cm te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Algemene instellingen 3
Hoofdstuk 3
24
LCD-scherm 3
LCD-contrast 3
U kunt het contrast van het LCD-scherm
aanpassen, zodat de weergave duidelijker
wordt. Als u het LCD-scherm niet goed kunt
lezen, kunt u de contrastinstelling wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om LCD Contrast te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Licht of Donker te
kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
De helderheid van de
achtergrondverlichting
instellen 3
Als u het LCD-scherm niet goed kunt lezen,
kunt u de instelling van de helderheid
wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Schermverlicht te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Licht of Donker te
kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Algemene instellingen
25
3
De lichtdimtimer voor de
achtergrondverlichting
instellen 3
U kunt instellen hoe lang de
achtergrondverlichting van het LCD-scherm
blijft branden na de laatste druk op een toets.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Lichtdim-timer te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om 10 Sec., 20 Sec.,
30 Sec. of Uit te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
De uitschakelklok instellen 3
U kunt instellen hoe lang het LCD-scherm
ingeschakeld blijft na de laatste druk op een
toets. Dit is een energiebesparende functie.
De machine kan vanaf uw computer
afdrukken en scannen terwijl het LCD-
scherm uitgeschakeld is.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Uitschakelklok te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om 1 Min, 2 Min.,
3 Min., 5 Min., 10 Min., 30 Min.
of Uit te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Wanneer het scherm uitstaat, kunt u het
weer aanzetten door op een willekeurige
toets te drukken.
Hoofdstuk 3
26
Paragraaf II
Kopiëren II
Kopiëren 28
28
4
Kopieën maken 4
n kopie maken 4
a Laad uw document.
(Zie Documenten laden op pagina 10.)
b Druk op Mono Start of Kleur Start.
Meerdere kopieën maken 4
U kunt maximaal 99 kopieën maken.
a Laad uw document.
(Zie Documenten laden op pagina 10.)
b Druk herhaaldelijk op + of - tot het
gewenste aantal kopieën verschijnt
(max. 99).
c Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Als u de kopieën wilt sorteren, drukt u op
a of b om Stapel/Sorteer te kiezen.
(Zie Kopieën sorteren met gebruik van de
ADF (alleen DCP-560CN) op pagina 31.)
Kopiëren onderbreken 4
Als u het kopiëren wilt onderbreken, drukt u
op Stop/Eindigen.
Kopieeropties 4
U kunt de kopieerinstellingen wijzigen vanaf
het standaardscherm. Op het LCD-scherm
wordt het volgende weergegeven:
1 Aantal kopieën
U kunt het gewenste aantal kopieën invoeren
door herhaaldelijk op + of - te drukken.
Druk op a of b om door het menu met
kopieeropties te bladeren.
Kwaliteit (Zie pagina 29.)
Vergr./Verklein (Zie pagina 29.)
Papiersoort (Zie pagina 32.)
Papierformaat (Zie pagina 32.)
Helderheid (Zie pagina 31.)
Contrast (Zie pagina 31.)
Kleuren aanp. (Zie pagina 31.)
Stapel/Sorteer (alleen DCP-560CN)
(Zie pagina 31.)
Pagina layout (Zie pagina 30.)
Nieuwe standaard (Zie pagina 32.)
Fabrieksinstell. (Zie pagina 32.)
Druk op OK wanneer de gewenste optie is
gemarkeerd.
U kunt de kopieerinstellingen tijdelijk wijzigen
voor de volgende kopie.
De machine schakelt na 1 minuut weer over
naar de standaardinstellingen.
Als u klaar bent met het kiezen van
instellingen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Als u nog meer instellingen wilt selecteren,
drukt u op a of b.
Kopiëren 4
A4
Gewoon
Normaal
1
Kopiëren
29
4
Opmerking
U kunt bepaalde instellingen die u het
vaakst gebruikt opslaan door ze als
standaard in te stellen. Deze instellingen
blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
(Zie Uw wijzigingen instellen als nieuwe
standaardinstellingen op pagina 32.)
De kopieersnelheid en -
kwaliteit wijzigen 4
U kunt de gewenste kopieerkwaliteit instellen.
De fabrieksinstelling is Normaal.
a Laad uw document.
b Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
c Druk op a of b om Kwaliteit te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Snel, Normaal of
Fijn te kiezen.
Druk op OK.
e Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
De gekopieerde afbeelding
vergroten of verkleinen 4
U kunt een vergrotings- of
verkleiningspercentage kiezen.
a Laad uw document.
b Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
c Druk op a of b om Vergr./Verklein
te kiezen.
Druk op OK.
d
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Druk op
a
of
b
om het gewenste
vergrotings- of verkleiningspercentage
te kiezen. Druk op
OK
.
Druk op
a
of
b
om
Custom(25-400%)
te kiezen. Druk op
+
of
-
om een
vergrotings- of verkleiningspercentage in
te voeren van
25%
tot en met
400%
.
Druk op
OK
.
e
Als u geen andere instellingen wilt wijzigen,
drukt u op
Mono Start
of
Kleur Start
.
Opmerking
Opties voor paginalayout zijn niet beschikbaar
bij instellingen voor
Vergr./Verklein
.
Snel Hoge kopieersnelheid en laagste
inktverbruik. Gebruik deze
instelling om tijd te besparen
(documenten die u wilt proeflezen,
grote documenten of een groot
aantal kopieën).
Normaal Aanbevolen instelling voor
normale afdrukken. Goede
kopieerkwaliteit met adequate
kopieersnelheid.
Fijn Gebruik deze instelling om
gedetailleerde afbeeldingen zoals
foto's te kopiëren. De hoogste
resolutie en de laagste snelheid.
50%
69% A4iA5
78% (DCP-350C, DCP-353C en DCP-357C)
78% LGLiLTR (DCP-560CN)
83% (DCP-350C, DCP-353C en DCP-357C)
83% LGLiA4 (DCP-560CN)
93% A4iLTR
97% LTRiA4
100%*
104% EXEiLTR
142% A5iA4
186% 10x15cmiLTR
198% 10x15cmiA4
200%
100% Custom(25-400%)
Hoofdstuk 4
30
N op 1 kopieën of een poster
maken (paginalayout) 4
Met de kopieerfunctie N op 1 kunt u papier
besparen door twee of vier pagina's te
kopiëren op één afgedrukte pagina.
U kunt ook een poster maken. Wanneer u de
posteroptie gebruikt, verdeelt uw machine het
document in delen en worden deze delen
vergroot, zodat u ze kunt samenvoegen tot
een poster. Als u een poster wilt afdrukken,
moet u de glasplaat gebruiken.
Belangrijk 4
Zorg ervoor dat het papierformaat is
ingesteld op Letter, Legal of A4.
De instelling Vergr./Verklein kunt u
niet gebruiken bij de functies N op 1 en
Poster.
Als u meerdere kleurenkopieën maakt, is
N op 1 kopiëren niet beschikbaar.
(P) staat voor Portret (staand) en (L) staat
voor Landschap (liggend).
U kunt slechts één poster tegelijkertijd maken.
a Laad uw document.
b Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
c Druk op a of b om Pagina layout te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Uit(1Op1), 2in1 P,
2in1 L, 4in1 P, 4in1 L of
Poster(3x3) te kiezen.
Druk op OK.
e Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start om de pagina te scannen.
Als u een poster aan het maken bent of
het document in de ADF geplaatst hebt,
worden de pagina’s gescand en
vervolgens afgedrukt.
Als u de glasplaat gebruikt, gaat u
naar f.
f Nadat de machine de pagina gescand
heeft, drukt u op + (Ja) om de volgende
pagina te scannen.
g Leg de volgende pagina op de
glasplaat.
Druk op OK.
Herhaal f en g voor elke pagina van
de layout.
h Druk op - (Nee) om te stoppen wanneer
alle pagina's zijn gescand.
Plaats uw document met de bedrukte zijde
naar beneden zoals hieronder
aangegeven.
2 in 1 (P)
2 in 1 (L)
4 in 1 (P)
4 in 1 (L)
Poster (3 x 3)
U kunt van een foto een kopie op
posterformaat maken.
Kopiëren
31
4
Kopieën sorteren met gebruik
van de ADF
(alleen DCP-560CN) 4
U kunt meerdere kopieën sorteren. De
pagina's worden in omgekeerde volgorde
gesorteerd.
a Laad uw document.
b Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
c Druk op a of b om Stapel/Sorteer te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Sorteren te kiezen.
Druk op OK.
e Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Opmerking
Opties voor Pagina layout zijn niet
beschikbaar bij instellingen voor
Sorteer.
Helderheid, contrast en kleur
aanpassen 4
Helderheid 4
U kunt de helderheid aanpassen om kopieën
donkerder of lichter te maken.
a Laad uw document.
b Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
c Druk op a of b om Helderheid te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om een lichtere of een
donkerdere kopie te maken.
Druk op OK.
e Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Contrast 4
U kunt het contrast wijzigen om een beeld er
scherper en levendiger te laten uitzien.
a Laad uw document.
b Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
c Druk op a of b om Contrast te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om het contrast te
verhogen of te verlagen.
Druk op OK.
e Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Kleurverzadiging 4
a Laad uw document.
b Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
c Druk op a of b om Kleuren aanp. te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Rood, Groen of
Blauw te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om de kleurverzadiging te
wijzigen.
Druk op OK.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de verzadiging voor een andere
kleur wilt wijzigen, gaat u naar
stap d.
Als u nog andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op a of b om
Stop wijziging te selecteren.
Druk op OK.
Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Hoofdstuk 4
32
Papieropties 4
Papiersoort 4
Als u op speciaal papier kopieert, stel dan de
machine in op het type papier dat u gebruikt
om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen.
a Laad uw document.
b Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
c Druk op a of b om Papiersoort te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Normaal Papier,
Inkjetpapier, Brother Fotopap.,
Ander fotopapier of
Transparanten te kiezen.
Druk op OK.
e Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Papierformaat 4
U moet de instelling voor het papierformaat
wijzigen als u op een ander formaat dan A4
kopieert.
U kunt uitsluitend kopiëren op de
papierformaten Letter, Legal, A4, A5 of
Fotokaart [10 cm (B) × 15 cm (H)].
a Laad uw document.
b Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
c Druk op a of b om Papierformaat te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Letter, Legal, A4,
A5 of 10x15cm te kiezen.
Druk op OK.
e Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Uw wijzigingen instellen als
nieuwe standaardinstellingen4
U kunt de kopieerinstellingen voor
Kwaliteit, Papiersoort, Helderheid,
Contrast en Kleuren aanp. die u het
vaakst gebruikt, opslaan door deze als
standaardinstellingen in te stellen. Deze
instellingen blijven van kracht totdat u ze
weer wijzigt.
a Druk op a of b om uw nieuwe instelling
te selecteren.
Druk op OK.
Herhaal deze stap voor iedere instelling
die u wilt wijzigen.
b Druk nadat u de laatste instelling hebt
gewijzigd op a of b om
Nieuwe standaard te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op + om Ja te kiezen.
d Druk op Stop/Eindigen.
Alle instellingen terugzetten
naar de fabrieksinstellingen 4
U kunt alle door u gewijzigde instellingen
terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
a Druk op a of b om Fabrieksinstell.
te kiezen.
Druk op OK.
b Druk op + om Ja te kiezen.
c Druk op Stop/Eindigen.
Paragraaf III
Foto's rechtstreeks afdrukken
III
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart
of een USB Flash-geheugenstation
34
Foto's afdrukken vanaf een camera 51
34
5
PhotoCapture
Center™-functies
5
Afdrukken vanaf een
geheugenkaart of een USB
Flash-geheugenstation
zonder een PC te gebruiken 5
Ook wanneer de machine niet is aangesloten
op uw computer, kunt u foto’s rechtstreeks
vanaf digitale cameramedia of een USB
Flash-geheugenstation afdrukken.
(Zie Beelden afdrukken op pagina 37.)
Scannen naar een
geheugenkaart of een USB
Flash-geheugenstation
zonder een PC te gebruiken 5
U kunt documenten scannen en deze
rechtstreeks naar een geheugenkaart of een
USB Flash-geheugenstation opslaan.
(Zie Scannen naar geheugenkaarten of USB
Flash-geheugenstations op pagina 49.)
PhotoCapture Center vanaf
uw computer gebruiken 5
U hebt vanaf uw PC toegang tot een
geheugenkaart of USB Flash-geheugenstation
dat aan de voorkant van de machine is
geplaatst.
(Zie PhotoCapture Center™ voor Windows
®
of Remote Setup & PhotoCapture Center™
voor Macintosh
®
in de softwarehandleiding
op de CD-ROM.)
Een geheugenkaart of een
USB Flash-geheugenstation
gebruiken 5
Uw Brother-machine beschikt over
mediastations (sleuven) voor populaire digitale
cameramedia: CompactFlash
®
, Memory
Stick
®
, Memory Stick Pro
, SecureDigital
,
MultiMediaCard
, xD-Picture Card
en USB
Flash-geheugenstations.
miniSD™ kan worden gebruikt met een
miniSD™-adapter.
Memory Stick Duo™ kan worden gebruikt
met een Memory Stick Duo™-adapter.
Memory Stick Pro Duo™ kan worden
gebruikt met een Memory Stick Pro
Duo™-adapter.
Bij de machine worden geen adapters
geleverd. Neem contact op met een
leverancier voor adapters.
Met PhotoCapture Center™ kunt u digitale
foto's van uw digitale camera met een hoge
resolutie afdrukken, met een afdrukkwaliteit
die gelijkstaat aan de kwaliteit van foto's.
Foto's afdrukken vanaf een
geheugenkaart of een USB
Flash-geheugenstation
5
CompactFlash
®
Memory Stick
®
Memory Stick Pro™
SecureDigital™
MultiMediaCard™
xD-Picture Card™
USB Flash-
geheugenstation
Maximaal 22 mm
Maximaal 11 mm
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of een USB Flash-geheugenstation
35
5
Mapstructuur voor
geheugenkaarten of een USB
Flash-geheugenstation 5
Uw machine is ontworpen om compatibel te
zijn met beeldbestanden van moderne
digitale camera's en geheugenkaarten; lees
echter onderstaande punten om fouten te
vermijden:
De extensie van het beeldbestand moet
.JPG zijn (andere extensies voor
beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF
etc., worden niet herkend).
Tijdens het afdrukken met PhotoCapture
Center™ kunt u geen andere
bewerkingen met PhotoCapture Center™
uitvoeren op de PC. (Het is niet mogelijk
om deze bewerkingen gelijktijdig uit te
voeren.)
IBM Microdrive™ is niet compatibel met
de machine.
De machine kan maximaal 999 bestanden
op een geheugenkaart of een USB Flash-
geheugenstation lezen.
CompactFlash
®
type II wordt niet
ondersteund.
Dit product ondersteunt xD-Picture
Card™ type M / type H.
Het DPOF-bestand op de
geheugenkaarten moet een geldig
formaat hebben. (Zie Afdrukken met
DPOF op pagina 43.)
Let op het volgende:
Wanneer u de INDEX of AFBEELDING
afdrukt, worden door PhotoCapture
Center™ alle geldige afbeeldingen
afgedrukt, ook als een of meer
afbeeldingen beschadigd zijn. De
beschadigde afbeelding wordt niet
afgedrukt.
(Gebruikers van een geheugenkaart)
Uw machine is ontworpen voor het lezen
van geheugenkaarten die door een
digitale camera zijn geformatteerd.
Als een digitale camera een
geheugenkaart formatteert, maakt de
camera een speciale map waar de
beeldgegevens naartoe worden
gekopieerd. Als u de beeldgegevens op
een geheugenkaart met uw PC wilt
aanpassen, raden wij u aan de
mapstructuur die door de digitale camera
is aangemaakt niet te wijzigen. Als u
nieuwe of gewijzigde beeldbestanden op
de geheugenkaart opslaat, raden wij u ook
aan dezelfde map te gebruiken die uw
digitale camera gebruikt. Als de gegevens
niet in dezelfde map worden opgeslagen,
kan de machine het bestand misschien
niet lezen of het beeld niet afdrukken.
(Gebruikers van een USB Flash-
geheugenstation)
Deze machine ondersteunt USB Flash-
geheugenstations die zijn geformatteerd
door Windows
®
.
Hoofdstuk 5
36
Aan de slag 5
Plaats een geheugenkaart of een USB Flash-
geheugenstation stevig in de juiste sleuf.
1 USB Flash-geheugenstation
2 CompactFlash
®
3 SecureDigital™, MultiMediaCard
4 Memory Stick
®
, Memory Stick Pro™
5 xD-Picture Card™
VOORZICHTIG
De USB Direct-interface biedt alleen
ondersteuning voor een USB Flash-
geheugenstation, een met PictBridge-
compatibele camera of een digitale camera
die gebruikmaakt van de standaard voor
USB-massaopslag. Andere USB-
apparaten worden niet ondersteund.
Indicaties van de PhotoCapture-toets:
Het PhotoCapture-lampje brandt: de
geheugenkaart of het USB Flash-
geheugenstation is op de juiste wijze
geplaatst.
Het PhotoCapture-lampje brandt niet: de
geheugenkaart of het USB Flash-
geheugenstation is niet op de juiste wijze
geplaatst.
Het PhotoCapture-lampje knippert: er
worden gegevens gelezen of geschreven
op de geheugenkaart of het USB Flash-
geheugenstation.
VOORZICHTIG
Haal de stekker NIET uit het stopcontact en
verwijder de geheugenkaart of het USB
Flash-geheugenstation NIET uit het
mediastation (de sleuf) of de USB Direct-
interface terwijl er gegevens op de
geheugenkaart of het USB Flash-
geheugenstation worden gelezen of
geschreven door de machine (de
PhotoCapture-toets knippert). Doet u dit
toch, dan gaan de gegevens op de kaart
verloren of wordt de kaart beschadigd.
Er kan slechts één kaart of apparaat tegelijk
worden gelezen. Plaats daarom niet meer
dan één kaart of apparaat in de sleuf.
1 2 3 4
5
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of een USB Flash-geheugenstation
37
5
De modus PhotoCapture
activeren 5
Druk nadat u de geheugenkaart of het USB
Flash-geheugenstation hebt geplaatst op de
toets (PhotoCapture). Deze licht
groen op en op het LCD-scherm worden de
PhotoCapture-opties weergegeven.
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
Druk op a of b om door de opties van
PhotoCapture te bladeren.
Foto(s) bekijken (Zie pagina 37.)
Print index (Zie pagina 37.)
Fotos afdrukken (Zie pagina 38.)
Foto-effecten (Zie pagina 39.)
Zoeken op Datum (Zie pagina 41.)
Alle fotos afdr. (Zie pagina 42.)
Slideshow (Zie pagina 42.)
Trimming (Zie pagina 43.)
Opmerking
Zie Afdrukken met DPOF op pagina 43
als uw digitale camera DPOF-afdrukken
ondersteunt.
Druk op OK wanneer de gewenste optie is
gemarkeerd.
Beelden afdrukken 5
Foto's bekijken 5
U kunt uw foto's van tevoren op het LCD-
scherm bekijken, voordat u ze afdrukt. Als uw
foto's grote bestanden zijn, kan het zijn dat er
enige tijd verstrijkt tussen het weergeven van
iedere foto op het LCD-scherm.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB Flash-geheugenstation in
de juiste sleuf is geplaatst.
Druk op (PhotoCapture).
b Druk op a of b om Foto(s) bekijken
te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op d of c om uw foto te selecteren.
d Druk herhaaldelijk op + of - om het
gewenste aantal kopieën in te voeren.
e Herhaal stap c en stap d totdat u alle
foto's hebt geselecteerd.
f Nadat u alle foto's hebt geselecteerd,
gaat u op één van de volgende
manieren te werk:
Druk op OK en wijzig de
printinstellingen. (Zie pagina 44.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op
Kleur Start
om af te
drukken.
Index afdrukken (miniaturen) 5
Door PhotoCapture Center™ worden
nummers toegewezen aan de beelden
(bijvoorbeeld nr.1, nr. 2, nr. 3, enz.).
Foto-effecten
Fotos afdrukken
Hoofdstuk 5
38
Deze nummers worden door PhotoCapture
Center
gebruikt om de foto's te identificeren.
U kunt een pagina met miniaturen afdrukken
(indexpagina met 5 beelden per regel). Hierop
worden alle foto's weergegeven die zich op de
geheugenkaart of het USB Flash-
geheugenstation bevinden.
Opmerking
Bestandsnamen die langer zijn dan
8 tekens worden niet juist afgedrukt op de
indexpagina.
a Zorg ervoor dat de geheugenkaart of het
USB Flash-geheugenstation in de juiste
sleuf is geplaatst.
Druk op (PhotoCapture).
b Druk op a of b om Print index te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om de papierinstellingen,
Papiersoort of Papierformaat te
kiezen.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u Papiersoort hebt gekozen,
drukt u op OK en vervolgens op a of
b om de papiersoort te kiezen die u
gebruikt: Normaal Papier,
Inkjetpapier,
Brother Fotopap. of
Ander fotopapier.
Druk op OK.
Als u Papierformaat hebt gekozen,
drukt u op OK en vervolgens op a of
b om het papierformaat te kiezen dat
u gebruikt: Letter of A4.
Druk op OK.
Ga naar d als u de
papierinstellingen niet wilt wijzigen.
d Druk op Kleur Start om af te drukken.
Foto's afdrukken 5
Als u een afzonderlijk beeld wilt afdrukken,
moet u het nummer van het beeld weten.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB Flash-geheugenstation in
de juiste sleuf is geplaatst.
Druk op (PhotoCapture).
b Druk de index af. (Zie Index afdrukken
(miniaturen) op pagina 37.)
c Druk op a of b om Fotos afdrukken
te kiezen.
Druk op OK.
d
Druk herhaaldelijk op
a
om het nummer te
kiezen van de afbeelding op de indexpagina
(miniaturen) die u wilt afdrukken.
Als u een tweecijferig nummer wilt
selecteren, drukt u op c om de cursor
naar het volgende cijfer te verplaatsen.
(Voer bijvoorbeeld 1, c, 6 in om
afbeelding Nr.16 af te drukken.)
Druk op OK.
Opmerking
Druk op b om het afbeeldingsnummer te
verlagen.
e Herhaal stap d totdat u alle nummers
van de af te drukken beelden ingevoerd
hebt. (Voer bijvoorbeeld 1, OK, 3, OK, 6,
OK in om de afbeeldingen Nr.1, Nr.3 en
Nr.6 af te drukken.)
Opmerking
U kunt maximaal 12 tekens (inclusief
komma's) invoeren voor de nummers van
de afbeeldingen die u wilt afdrukken.
f Nadat u alle nummers hebt
geselecteerd, drukt u opnieuw op OK.
g Druk herhaaldelijk op + of - om het
gewenste aantal kopieën in te voeren.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wijzig de printinstellingen.
(Zie pagina 44.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of een USB Flash-geheugenstation
39
5
Foto-effecten 5
U kunt uw foto's bewerken en er effecten aan
toevoegen. Bovendien kunt u de foto's op het
LCD-scherm bekijken voordat u ze afdrukt.
Opmerking
Nadat u een effect hebt toegevoegd, kunt
u de weergave van het beeld vergroten
door op Inkt te drukken. Als u wilt
terugkeren naar de oorspronkelijke
grootte, drukt u opnieuw op Inkt.
De foto-effecten worden ondersteund door
technologie van Reallusion, Inc
.
Auto Correct 5
Auto Correct is beschikbaar voor de meeste
foto's. Hiermee wordt door de machine
bepaald welk effect geschikt is voor uw foto.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB Flash-geheugenstation in
de juiste sleuf is geplaatst.
Druk op (PhotoCapture).
b Druk op a of b om Foto-effecten te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op d of c om uw foto te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Auto Correct te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk herhaaldelijk op + of - om het
gewenste aantal kopieën in te voeren.
Druk op OK.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK en wijzig de
printinstellingen. (Zie pagina 44.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen, drukt
u op
Kleur Start
om af te drukken.
Opmerking
Als Rood-oog Verw. wordt
weergegeven op het LCD-scherm, drukt u
op a om rode ogen uit de foto te
verwijderen.
Verbeter Huid-Toon 5
Verbeter Huid-Toon is met name bedoeld om
portretfoto's aan te passen. Hiermee wordt de
huidskleur van personen in uw foto's
gedetecteerd en wordt het beeld aangepast.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB Flash-geheugenstation in
de juiste sleuf is geplaatst.
Druk op (PhotoCapture).
b Druk op a of b om Foto-effecten te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op d of c om uw foto te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om
Verbeter Huid-Toon te kiezen.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK als u geen instellingen
wilt wijzigen.
Druk op a of b om het effect
handmatig aan te passen. Druk op
OK als u klaar bent.
f Druk herhaaldelijk op + of - om het
gewenste aantal kopieën in te voeren.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK en wijzig de
printinstellingen. (Zie pagina 44.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Hoofdstuk 5
40
Verbeter Landschap 5
Verbeter Landschap is met name bedoeld om
foto's van landschappen aan te passen.
Hiermee worden groene en blauwe gebieden
in de foto opgelicht, zodat het landschap
scherper en levendiger wordt.
a Zorg ervoor dat de geheugenkaart of het
USB Flash-geheugenstation in de juiste
sleuf is geplaatst.
Druk op (PhotoCapture).
b Druk op a of b om Foto-effecten te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op d of c om uw foto te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om
Verbeter Landschap te kiezen.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK als u geen instellingen
wilt wijzigen.
Druk op a of b om het effect
handmatig aan te passen. Druk op
OK als u klaar bent.
f Druk herhaaldelijk op + of - om het
gewenste aantal kopieën in te voeren.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK en wijzig de
printinstellingen. (Zie pagina 44.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Rood-oog Verw 5
Hiermee worden ogen in uw foto's automatisch
gedetecteerd en worden rode ogen verwijderd.
Opmerking
In sommige gevallen worden rode ogen
mogelijk niet verwijderd.
Als het gezicht te klein is.
Als het gezicht te ver naar boven, naar
beneden, naar links of naar rechts is
gedraaid.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB Flash-geheugenstation in
de juiste sleuf is geplaatst.
Druk op (PhotoCapture).
b Druk op a of b om Foto-effecten te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op d of c om uw foto te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Rood-oog Verw. te
kiezen.
Druk op OK.
Wanneer Rood-oog Verw. is
geslaagd, wordt de foto met het
toegepaste effect weergegeven. Het
aangepaste gedeelte wordt in een
rood kader weergegeven.
Wanneer Rood-oog Verw. niet is
geslaagd, wordt
Waarnemen Onmogelijk
weergegeven.
Opmerking
Druk op a om opnieuw te proberen
Rood-oog Verw. uit te voeren.
Wanneer Rood-oog Verw.is
geslaagd, wordt de foto met het
toegepaste effect weergegeven. Het
aangepaste gedeelte wordt in een rood
kader weergegeven.
Wanneer Rood-oog Verw. niet is
geslaagd, wordt
Waarnemen Onmogelijk
weergegeven.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of een USB Flash-geheugenstation
41
5
e Druk herhaaldelijk op + of - om het
gewenste aantal kopieën in te voeren.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK en wijzig de
printinstellingen. (Zie pagina 44.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen, drukt
u op
Kleur Start
om af te drukken.
Monochroom 5
U kunt een foto converteren naar een
monochrome foto.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB Flash-geheugenstation in
de juiste sleuf is geplaatst.
Druk op (PhotoCapture).
b Druk op a of b om Foto-effecten te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op d of c om uw foto te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Monochroom te
kiezen.
Druk op OK.
e Druk herhaaldelijk op + of - om het
gewenste aantal kopieën in te voeren.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK en wijzig de
printinstellingen. (Zie pagina 44.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen, drukt
u op
Kleur Start
om af te drukken.
Sepia 5
U kunt de kleur van een foto converteren naar
sepia.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB Flash-geheugenstation in
de juiste sleuf is geplaatst.
Druk op (PhotoCapture).
b Druk op a of b om Foto-effecten te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op d of c om uw foto te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Sepia te kiezen.
Druk op OK.
e Druk herhaaldelijk op + of - om het
gewenste aantal kopieën in te voeren.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK en wijzig de
printinstellingen. (Zie pagina 44.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Zoeken op Datum 5
U kunt foto's zoeken op basis van de datum.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB Flash-geheugenstation in
de juiste sleuf is geplaatst.
Druk op (PhotoCapture).
b Druk op a of b om Zoeken op Datum
te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om de datum te kiezen
van waaraf u wilt zoeken.
Druk op OK.
d Druk op d of c om uw foto te selecteren.
Hoofdstuk 5
42
Opmerking
U kunt foto's met een andere datum
weergeven door herhaaldelijk op d of c te
drukken. Druk op d om een oudere foto
weer te geven en op c om een meer
recente foto weer te geven.
e Druk herhaaldelijk op + of - om het
gewenste aantal kopieën in te voeren.
f Herhaal stap d en stap e totdat u alle
foto's hebt geselecteerd.
g Nadat u alle foto's hebt geselecteerd,
gaat u op één van de volgende
manieren te werk:
Druk op OK en wijzig de
printinstellingen. (Zie pagina 44.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Alle foto's afdrukken 5
U kunt alle foto's op uw geheugenkaart
afdrukken.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB Flash-geheugenstation in
de juiste sleuf is geplaatst.
Druk op (PhotoCapture).
b Druk op a of b om Alle fotos afdr.
te kiezen.
Druk op OK.
c Druk herhaaldelijk op + of - om het
gewenste aantal kopieën in te voeren.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wijzig de printinstellingen. (Zie
pagina 44.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Slideshow 5
Met Slideshow kunt u al uw foto's op het LCD-
scherm weergeven. U kunt ook een foto
kiezen tijdens de bewerking.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB Flash-geheugenstation in
de juiste sleuf is geplaatst.
Druk op (PhotoCapture).
b Druk op a of b om Slideshow te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen om Slideshow
af te sluiten.
Een foto afdrukken tijdens een
slideshow
5
a Druk tijdens de uitvoering van
Slideshow op OK om bij een bepaalde
foto te stoppen.
b Druk herhaaldelijk op + of - om het
gewenste aantal kopieën in te voeren.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK en wijzig de
printinstellingen. (Zie pagina 44.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of een USB Flash-geheugenstation
43
5
Trimming 5
U kunt een foto bijsnijden en een deel van het
beeld afdrukken.
Opmerking
Als een foto erg klein is of onregelmatige
proporties heeft, kunt u deze mogelijk niet
bijsnijden. Op het LCD-scherm wordt
Beeld te klein.
of
Beeld te lang.
weergegeven.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart
of een USB Flash-geheugenstation in
de juiste sleuf is geplaatst.
Druk op (PhotoCapture).
b Druk op a of b om Trimming te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op d of c om uw foto te selecteren.
Druk op OK.
d Pas het rode kader op de foto aan.
Het gedeelte binnen het rode kader
wordt afgedrukt.
Druk op + of - om het kader groter of
kleiner te maken.
Druk op elke pijltoets om het kader te
verplaatsen.
Druk op Inkt om het kader te
draaien.
Druk op OK als u klaar bent met het
instellen van het kader.
e Druk herhaaldelijk op + of - om het
gewenste aantal kopieën in te voeren.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK en wijzig de
printinstellingen. (Zie pagina 44.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Afdrukken met DPOF 5
DPOF staat voor Digital Print Order Format.
Grote producenten van digitale camera’s
(Canon Inc., Eastman Kodak Company, Fuji
Photo Film Co. Ltd., Matsushita Electric
Industrial Co., Ltd. en Sony Corporation)
hebben deze standaard gecreëerd om het
afdrukken van beelden vanaf een digitale
camera te vereenvoudigen.
Als uw digitale camera afdrukken met DPOF
ondersteunt, kunt u de beelden en het aantal
exemplaren dat u wilt afdrukken op het
display van de digitale camera selecteren.
Als de geheugenkaart (CompactFlash
®
,
Memory Stick
®
, Memory Stick Pro™,
SecureDigital™ MultiMediaCard™ of xD-
Picture Card™) met daarop DPOF-informatie
in de machine wordt geplaatst, kunt u de
geselecteerde afbeelding op eenvoudige
wijze afdrukken.
a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart in
de juiste sleuf is geplaatst.
Druk op (PhotoCapture). U
wordt gevraagd of u de DPOF-instelling
wilt gebruiken.
b Druk op + om Ja te kiezen.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wijzig de printinstellingen.
(Zie pagina 44.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Hoofdstuk 5
44
PhotoCapture Center™-printinstellingen 5
U kunt de printinstellingen tijdelijk wijzigen voor de volgende afdruk.
De machine schakelt na 3 minuten weer over naar de standaardinstellingen.
Opmerking
U kunt de printinstellingen die u het vaakst gebruikt, opslaan door ze als standaard in te stellen.
(Zie Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen op pagina 48.)
1 Aantal afdrukken
(Voor Foto(s) bekijken, Zoeken op Datum, Slideshow)
Hier ziet u het totale aantal foto's dat wordt afgedrukt.
(Voor Alle foto's afdrukken, Foto's afdrukken, Foto-effecten, Trimming)
Hier ziet u het aantal exemplaren dat van iedere foto wordt afgedrukt.
(Voor afdrukken met DPOF) Dit wordt niet weergegeven.
Menuselecties Opties 1 Opties 2 Pagina
Printkwaliteit
(Wordt niet
weergegeven voor
afdrukken met
DPOF.)
Normaal/Foto 45
Papiersoort Normaal Papier/Inkjetpapier/
Brother Fotopap./Ander foto
papier
45
Papierformaat Letter/A4/10x15cm/13x18cm (wanneer A4 of Letter
geselecteerd is)
10x8cm
13x9cm
15x10cm
18x13cm
20x15cm
Max. afmetingen
46
OverFOTO
1
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of een USB Flash-geheugenstation
45
5
Afdruksnelheid en -kwaliteit 5
a Druk op a of b om Printkwaliteit te
kiezen.
Druk op OK.
b Druk op a of b om Normaal of Foto te
kiezen.
Druk op OK.
c Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Papieropties 5
Papiersoort 5
a Druk op a of b om Papiersoort te
kiezen.
Druk op OK.
b Druk op a of b om het soort papier te
kiezen dat u gebruikt:
Normaal Papier, Inkjetpapier,
Brother Fotopap. of
Ander fotopapier.
Druk op OK.
c Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Helderheid
(Wordt niet
weergegeven
wanneer
Foto-effecten
geselecteerd is.)
46
Contrast
(Wordt niet
weergegeven
wanneer
Foto-effecten
geselecteerd is.)
46
Kleur aanp
(Wordt niet
weergegeven
wanneer
Foto-effecten
geselecteerd is.)
Aan/Uit
Wit Balans / Scherpte /
Kleurdensiteit /
Stop wijziging
47
Bijsnijd(crop) Aan/Uit 48
Zonder rand Aan/Uit 48
Nieuwe standaard
Ja/Nee 48
Fabrieksinstell.
Ja/Nee 48
Menuselecties Opties 1 Opties 2 Pagina
Licht
Donke
r
Hoofdstuk 5
46
Papier- en afdrukformaat 5
a Druk op a of b om Papierformaat te
kiezen.
Druk op OK.
b Druk op a of b om het papierformaat te
kiezen dat u gebruikt: Letter,
10x15cm, 13x18cm of A4.
Druk op OK.
c Als u Letter of A4 hebt geselecteerd,
drukt u op a of b om het afdrukformaat te
selecteren.
Druk op OK.
d Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Helderheid, contrast en kleur
aanpassen 5
Helderheid 5
a Druk op a of b om Helderheid te
kiezen.
Druk op OK.
b Druk op a om de afdruk lichter te maken
of druk op b om de afdruk donkerder te
maken.
Druk op OK.
c Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Contrast 5
U kunt de contrastinstelling wijzigen. Met
meer contrast ziet een beeld er scherper en
levendiger uit.
a Druk op a of b om Contrast te kiezen.
Druk op OK.
b Druk op a om het contrast te verhogen
of druk op b om het contrast te verlagen.
Druk op OK.
c Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Voorbeeld: Afdrukpositie voor A4-papier
1
10x8cm
2
13x9cm
3
15x10cm
4
18x13cm
5
20x15cm
6
Max.
afmetingen
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of een USB Flash-geheugenstation
47
5
Kleurverbetering 5
U kunt de functie voor kleurverbetering
inschakelen om afdrukken levendiger te
maken. Het afdrukken zal dan langer duren.
a Druk op a of b om Kleur aanp te
kiezen.
Druk op OK.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de witbalans, scherpte of
kleurdichtheid wilt aanpassen, drukt
u op d of c om Aan te selecteren, en
gaat u vervolgens naar stap c.
Als u niets wilt aanpassen, drukt u op
d of c om Uit te selecteren.
Druk op OK en ga vervolgensnaar
stap f.
c Druk op a of b om Wit Balans,
Scherpte of Kleurdensiteit te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om de mate van de
instelling aan te passen.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u meer instellingen voor
kleurverbetering wilt aanpassen,
drukt u op a of b om een andere optie
te selecteren.
Als u andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op a of b om
Stop wijziging te kiezen en
drukt u vervolgens op OK.
f Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Opmerking
Wit Balans
Met deze instelling bepaalt u de tint van de
witte vlakken in een beeld. Het licht, de
instellingen van de camera en andere
zaken bepalen de tint wit. De witte vlakken
van een foto kunnen er een beetje roze of
geelachtig uitzien, of naar een andere
kleur neigen. Met deze instelling kunt u
dat effect corrigeren en de witte vlakken
weer zuiver wit maken.
Scherpte
Met deze instelling wordt het detail van
een beeld verbeterd, zoals bij het
scherpstellen van een camera. Als het
beeld niet goed scherp is en u de fijne
details van het beeld niet kunt zien, kunt u
de scherpte aanpassen.
Kleur Dichtheid
Met deze instelling kunt u de totale
hoeveelheid kleur in het beeld bijstellen. U
kunt de hoeveelheid kleur in een beeld
verhogen of verlagen om een vaag of vaal
beeld te verbeteren.
Hoofdstuk 5
48
Bijsnijden (crop) 5
Wanneer uw foto te lang of te breed is voor de ruimte
die u hebt geselecteerd, wordt er automatisch een
gedeelte van de afbeelding afgesneden.
De fabrieksinstelling is Aan. Wanneer u de
hele afbeelding wilt afdrukken, zet u deze
instelling op Uit.
a Druk op a of b om Bijsnijd(crop) te
kiezen.
Druk op OK.
b
Druk op
a
of
b
om
Uit
(of
Aan
) te kiezen.
Druk op
OK
.
c
Als u geen andere instellingen wilt wijzigen,
drukt u op
Kleur Start
om af te drukken.
Bijsnijd(crop): Aan
5
Bijsnijd(crop): Uit 5
Afdrukken zonder rand 5
Met deze functie wordt het afdrukgebied
uitgebreid tot aan de randen van het papier.
Het afdrukken zal iets langer duren.
a
Druk op
a
of
b
om
Zonder rand
te
kiezen.
Druk op OK.
b
Druk op
a
of
b
om
Uit
(of
Aan
) te kiezen.
Druk op OK.
c Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Uw wijzigingen instellen als
nieuwe standaardinstellingen5
U kunt de printinstellingen die u het vaakst
gebruikt opslaan door deze als
standaardinstellingen in te stellen. Deze
instellingen blijven van kracht totdat u ze
weer wijzigt.
a Druk op a of b om uw nieuwe instelling
te selecteren.
Druk op OK.
Herhaal deze stap voor iedere instelling
die u wilt wijzigen.
b Druk nadat u de laatste instelling hebt
gewijzigd op a of b om
Nieuwe standaard te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op + om Ja te kiezen.
d Druk op Stop/Eindigen.
Alle instellingen terugzetten
naar de fabrieksinstellingen 5
U kunt alle door u gewijzigde instellingen
terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
a Druk op a of b om Fabrieksinstell.
te kiezen.
Druk op OK.
b Druk op + om Ja te kiezen.
c Druk op Stop/Eindigen.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of een USB Flash-geheugenstation
49
5
Scannen naar
geheugenkaarten of
USB Flash-
geheugenstations
5
De scanmodus activeren 5
Als u wilt scannen naar een geheugenkaart of
een USB Flash-geheugenstation, drukt u op
(Scan).
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
Druk op a of b om Scan naarMedia te
kiezen.
Druk op OK.
Als u niet bent aangesloten op uw computer,
verschijnt alleen de selectie Scan naar Media
op het LCD-scherm.
(Zie Scannen voor Windows
®
of Macintosh
®
in de softwarehandleiding op de CD-ROM
voor informatie over de andere menu-opties.)
Scannen naar een
geheugenkaart of een USB
Flash-geheugenstation 5
U kunt monochrome documenten en
documenten in kleur naar een geheugenkaart
of een USB Flash-geheugenstation scannen.
Monochrome documenten worden
opgeslagen in de bestandsformaten PDF
(*.PDF) of TIFF (*.TIF). Documenten in kleur
kunnen in de bestandsformaten PDF (*.PDF)
of JPEG (*.JPG) worden opgeslagen. De
fabrieksinstelling is 150dpi Kleur en het
standaard bestandsformaat is PDF.
Bestandsnamen worden automatisch
gemaakt op basis van de huidige datum.
(Zie de installatiehandleiding voor details.)
Zo krijgt het vijfde beeld dat u op 1 juni 2007
scant de naam 01060705.PDF. U kunt de
kleur en de kwaliteit wijzigen.
a Plaats een CompactFlash
®
, Memory
Stick
®
, Memory Stick Pro,
SecureDigital™, MultiMediaCard™,
xD-Picture Card™ of USB Flash-
geheugenstation in de machine.
WAARSCHUWING
Verwijder de geheugenkaart niet als
PhotoCapture knippert. Als u dat wel doet,
kunnen de kaart, het USB Flash-
geheugenstation of de gegevens erop
beschadigd raken.
Scan naarMedia
Kwaliteit Bestandsformaat dat
u kunt selecteren
150dpi Kleur JPEG / PDF
300dpi Kleur JPEG / PDF
600dpi Kleur JPEG / PDF
200x100dpi ZW/W TIFF / PDF
200dpi ZW/W TIFF / PDF
Hoofdstuk 5
50
b Laad uw document.
c Druk op (Scan).
d Druk op a of b om Scan naarMedia te
kiezen.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Ga naar stap f als u de kwaliteit wilt
wijzigen.
Druk op Mono Start of Kleur Start
om te beginnen met scannen zonder
nog meer instellingen te wijzigen.
f Druk op a of b om 150dpi Kleur,
300dpi Kleur, 600dpi Kleur,
200x100dpi ZW/W of
200dpi ZW/W te kiezen.
Druk op OK.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Ga naar stap h als u het
bestandstype wilt wijzigen.
Druk op Mono Start of Kleur Start
om te beginnen met scannen zonder
nog meer instellingen te wijzigen.
h Druk op a of b om JPEG, PDF of TIFF te
kiezen.
Druk op OK.
Opmerking
Als u kleur kiest bij de instelling voor de
resolutie, kunt u TIFF niet kiezen.
Als u monochroom kiest bij de instelling
voor de resolutie, kunt u JPEG niet kiezen.
i Druk op Mono Start of Kleur Start.
Uitleg bij de
foutmeldingen
5
Als u eenmaal vertrouwd bent met de
verschillende soorten fouten die kunnen
optreden wanneer u met PhotoCapture
Center™ werkt, kunt u problemen
gemakkelijk identificeren en verhelpen.
Hub is Onbruikbaar.
Deze melding verschijnt als er een hub of
een USB Flash-geheugenstation met een
hub in de USB Direct-interface is geplaatst.
Media fout
Deze melding verschijnt als u een
geheugenkaart plaatst die defect of niet
geformatteerd is, of als er iets niet in orde
is met het mediastation. Verwijder de
geheugenkaart om deze foutmelding te
wissen.
Geen bestand
Deze melding verschijnt als u toegang
probeert te krijgen tot een geheugenkaart of
een USB Flash-geheugenstation in de sleuf
waarop zich geen .JPG-bestand bevindt.
Geheugen vol
Deze melding verschijnt als u werkt met
beelden die te groot zijn voor het
geheugen van de machine. Bovendien
verschijnt deze melding als er op de
geheugenkaart of het USB Flash-
geheugenstation dat u gebruikt,
onvoldoende ruimte beschikbaar is voor
het gescande document.
Media is vol.
Deze melding verschijnt als u probeert
meer dan 999 bestanden op te slaan op
een geheugenkaart of een USB Flash-
geheugenstation.
Onbruikb. app.
Deze melding verschijnt als er een USB-
apparaat of USB Flash-geheugenstation
dat niet wordt ondersteund, is
aangesloten op de USB Direct-interface.
(Ga naar http://solutions.brother.com voor
meer informatie.)
Deze melding kan ook verschijnen als u
een defect apparaat aansluit op de USB
Direct-interface.
51
6
6
Foto's rechtstreeks
afdrukken vanaf een
PictBridge-camera
6
Uw Brother-machine ondersteunt de
PictBridge-standaard, waardoor u verbinding
kunt maken met een digitale camera die
compatibel is met PictBridge en u
rechtstreeks vanaf de camera foto's kunt
afdrukken.
Als uw digitale camera gebruikmaakt van de
standaard voor USB-massaopslag, kunt u ook
zonder PictBridge foto's afdrukken vanaf de camera.
Zie Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een digitale
camera (zonder PictBridge) op pagina 53.
Vereisten voor PictBridge 6
Houd onderstaande punten in gedachten om
fouten te vermijden:
De machine en de digitale camera moeten
worden aangesloten met behulp van een
geschikte USB-kabel.
De extensie van het beeldbestand moet
.JPG zijn (andere extensies voor
beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF
etc., worden niet herkend).
Bewerkingen met PhotoCapture Center™
zijn niet beschikbaar tijdens het gebruik
van de PictBridge-functie.
Uw digitale camera instellen 6
Controleer of uw camera zich in PictBridge-
modus bevindt. De volgende PictBridge-
instellingen kunnen beschikbaar zijn via het
LCD-scherm van uw met PictBridge
compatibele camera.
Het is mogelijk dat enkele van deze
instellingen niet beschikbaar zijn, afhankelijk
van de camera.
1
Zie Afdrukken met DPOF op pagina 53 voor meer
informatie.
2
Als uw camera is ingesteld op gebruik van de Printer
Instellingen (Standaardinstelling), drukt de machine
de foto af met de volgende instellingen:
Foto's afdrukken vanaf een
camera
6
Menuselecties
camera
Opties
Papierformaat Letter, A4, 10x15cm, Printer
Instellingen
(Standaardinstelling)
2
Papiersoort Normaal papier, Glanzend
papier, Inkjetpapier, Printer
Instellingen
(Standaardinstelling)
2
Layout Zonder marges: Aan,
Zonder marges: Uit, Printer
Instellingen
(Standaardinstelling)
2
DPOF-
instelling
1
-
Afdrukkwaliteit Normaal, Fijn, Printer
Instellingen
(Standaardinstelling)
2
Kleurverbetering
Aan, Uit, Printer Instellingen
(Standaardinstelling)
2
Hoofdstuk 6
52
Deze instelling wordt ook gebruikt
wanneer er geen menuselecties
beschikbaar zijn op uw camera.
De naam en de beschikbaarheid van elke
instelling hangt af van de specificatie van
uw camera.
Raadpleeg de documentatie bij uw camera
voor uitgebreidere informatie over het
wijzigen van PictBridge-instellingen.
Beelden afdrukken 6
Opmerking
Verwijder geheugenkaarten of een USB
Flash-geheugenstation uit de machine
voordat u een digitale camera aansluit.
a
Zorg dat uw camera uitstaat. Sluit uw
camera aan op de USB Direct-interface (1)
op de machine door middel van de
USB-kabel.
1 USB Direct-interface
b Zet de camera aan.
Wanneer de machine de camera heeft
herkend, wordt Camera Aangesl.
weergegeven op het LCD-scherm.
c Volg de instructies van de camera om
de foto te kiezen die u wilt afdrukken.
Wanneer de machine begint met het
afdrukken van een foto wordt Printen
weergegeven op het LCD-scherm.
WAARSCHUWING
De USB Direct-interface is uitsluitend
bedoeld om een digitale camera of een
USB Flash-geheugenstation aan te sluiten.
Als u hierop een ander apparaat aansluit,
kan uw machine beschadigd raken.
Instellingen Opties
Papierformaat 10x15cm
Papiersoort Glanzend papier
Layout Zonder marges: Aan
Afdrukkwaliteit Fijn
Kleurverbetering Uit
1
Foto's afdrukken vanaf een camera
53
6
Afdrukken met DPOF 6
DPOF staat voor Digital Print Order Format.
Grote producenten van digitale camera’s
(Canon Inc., Eastman Kodak Company, Fuji
Photo Film Co. Ltd., Matsushita Electric
Industrial Co., Ltd. en Sony Corporation)
hebben deze standaard gecreëerd om het
afdrukken van beelden vanaf een digitale
camera te vereenvoudigen.
Als uw digitale camera afdrukken met DPOF
ondersteunt, kunt u de beelden en het aantal
exemplaren dat u wilt afdrukken op het
display van de digitale camera selecteren.
Foto's rechtstreeks
afdrukken vanaf een
digitale camera
(zonder PictBridge)
6
Als uw camera de standaard voor USB-
massaopslag ondersteunt, kunt u de camera
in de opslagmodus aansluiten. U kunt dan
foto's vanaf de camera afdrukken.
Zie Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een
PictBridge-camera op pagina 51 als u foto's
wilt afdrukken in de PictBridge-modus.
Opmerking
De naam, de beschikbaarheid en de
werking kunnen verschillen tussen digitale
camera's. Raadpleeg de documentatie bij
uw camera voor gedetailleerde
instructies, bijvoorbeeld hoe u
overschakelt van de PictBridge-modus
naar de modus voor massaopslag.
Hoofdstuk 6
54
Beelden afdrukken 6
Opmerking
Verwijder geheugenkaarten of een USB
Flash-geheugenstation uit de machine
voordat u een digitale camera aansluit.
a
Zorg dat uw camera uitstaat. Sluit uw
camera aan op de USB Direct-interface (1)
op de machine door middel van de
USB-kabel.
1 USB Direct-interface
b Zet de camera aan.
c Volg de stappen in Beelden
afdrukken op pagina 37.
WAARSCHUWING
De USB Direct-interface is uitsluitend
bedoeld om een digitale camera of een
USB Flash-geheugenstation aan te sluiten.
Als u hierop een ander apparaat aansluit,
kan uw machine beschadigd raken.
Uitleg bij de
foutmeldingen
6
Als u eenmaal vertrouwd bent met de
verschillende soorten fouten die kunnen
optreden wanneer u met PictBridge werkt,
kunt u problemen gemakkelijk identificeren
en verhelpen.
Geheugen vol
Deze melding verschijnt als u werkt met
beelden die te groot zijn voor het
geheugen van de machine.
Onbruikb. app.
Deze melding verschijnt als u een camera
aansluit die niet in de PictBridge-modus is
of die niet gebruikmaakt van de standaard
voor USB-massaopslag. Deze melding
kan ook verschijnen als u een defect
apparaat aansluit op de USB Direct-
interface.
Voor uitgebreidere oplossingen, zie
Foutmeldingen op pagina 71.
1
Paragraaf IV
Software IV
Software- en netwerkfuncties 56
56
7
De CD-ROM bevat de softwarehandleiding en
de netwerkhandleiding (alleen DCP
-
560CN)
voor de functies die beschikbaar zijn bij
aansluiting op een computer (bijvoorbeeld
printen en scannen). Deze handleidingen
bevatten eenvoudig te gebruiken
koppelingen, die u rechtstreeks naar een
bepaalde sectie leiden als u erop klikt.
U kunt informatie vinden over deze functies:
Afdrukken
Scannen
ControlCenter3 (voor Windows
®
)
ControlCenter2 (voor Macintosh
®
)
PhotoCapture Center™
Afdrukken via het netwerk (alleen DCP-560CN)
Netwerkscannen (alleen DCP-560CN)
De HTML-gebruikershandleiding lezen
Hier wordt in het kort beschreven hoe u de
HTML-gebruikershandleiding gebruikt.
(Voor Windows
®
)
Opmerking
Als u de software niet hebt geïnstalleerd,
zie Documentatie bekijken op pagina 3.
a
Klik op het menu
Start
, wijs vanuit de
programmagroep
Brother
, DCP-XXXX aan
(waarbij
XXXX
uw modelnaam is) en klik
vervolgens op
Gebruikershandleidingen
in HTML-formaat.
b
Klik op
SOFTWAREHANDLEIDING
(of
NETWERKHANDLEIDING
) in het menu.
c Klik op de titel van het onderwerp dat u
zou willen lezen in de lijst aan de
linkerkant.
(Voor Macintosh
®
)
a Zorg dat uw Macintosh
®
aanstaat.
Plaats de Brother-CD-ROM in het CD-
ROM-station.
b Dubbelklik op het pictogram
Documentatie.
c Dubbelklik op uw taalmap, en dubbelklik
vervolgens op het bestand van het
titelbeeld.
d Klik op SOFTWAREHANDLEIDING
(of NETWERKHANDLEIDING) in het
menu en klik vervolgens op de titel van
het onderwerp dat u zou willen lezen in
de lijst aan de linkerkant.
Software- en netwerkfuncties 7
Paragraaf V
Appendixen V
Veiligheid en wetgeving 58
Problemen oplossen en routineonderhoud 67
Menu en functies 87
Specificaties 97
Verklarende woordenlijst 109
58
A
Een geschikte plaats kiezen A
Zet de machine op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingsvrije
plaats. Plaats de machine in de buurt van een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats
waar de temperatuur tussen de 10°C en 35°C blijft.
VOORZICHTIG
Zet uw machine niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen.
Plaats de machine niet op een tapijt.
Plaats de machine NIET in de buurt van verwarmingstoestellen, airconditioners, koelkasten,
medische apparatuur, chemicaliën of water.
Zorg dat de machine NIET wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht
of stof.
Sluit de machine NIET aan op een stopcontact dat is voorzien van een wandschakelaar of
een automatische timer.
Bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het geheugen van de machine verloren
gaan.
Sluit de machine NIET aan op een stopcontact dat op dezelfde stroomkring zit als grote
apparaten of andere apparatuur die de stroomtoevoer kan verstoren.
Vermijd bronnen die storingen kunnen veroorzaken, zoals luidsprekers of de basisstations
van draadloze telefoons die niet van Brother zijn.
Veiligheid en wetgeving A
Veiligheid en wetgeving
59
A
Veilig gebruik van de machine A
Bewaar deze voorschriften a.u.b., zodat u ze later opnieuw kunt naslaan.
WAARSCHUWING
In de machine bevinden zich elektroden met een hoog voltage. Haal de stekker van de machine
uit het stopcontact voordat u de binnenkant van de machine reinigt. Hierdoor kunt u een
elektrische schok voorkomen.
Hanteer de stekker NOOIT met natte handen. U kunt dan namelijk een elektrische schok
krijgen.
Trek NIET in het midden aan het stroomsnoer. U kunt dan namelijk een elektrische schok
krijgen.
60
Plaats uw handen NIET op de rand van de machine onder het documentdeksel of onder het
scannerdeksel. Hierdoor kunt u gewond raken.
Plaats NOOIT uw handen op de rand van de papierlade onder het deksel van de uitvoerlade.
Hierdoor kunt u gewond raken.
Raak de papierinvoerrol NIET aan. Hierdoor kunt u gewond raken.
Veiligheid en wetgeving
61
A
Raak de grijze zone in de onderstaande afbeelding NIET aan. Hierdoor kunt u gewond raken.
Wanneer u de machine verplaatst, moet u deze aan de onderkant optillen door een hand aan
iedere kant van het apparaat te plaatsen, zoals weergegeven in de afbeelding. Draag de
machine NOOIT door het scannerdeksel vast te houden.
Gebruik GEEN ontvlambare stoffen en geen spray om de binnenkant of de buitenkant van de
machine schoon te maken. Dit kan brand veroorzaken of u kunt hierdoor een elektrische schok
krijgen.
Als de machine verhit raakt, rook afgeeft of erge stank afgeeft, moet u de stroomschakelaar
onmiddellijk uitzetten en de stekker van de machine uit het stopcontact halen. Neem contact op
met uw Brother-dealer of met de klantenservice van Brother.
Als er metalen voorwerpen, water of andere vloeistoffen in de machine terechtkomen, moet u
de stroomschakelaar onmiddellijk uitzetten en de stekker van de machine uit het stopcontact
halen. Neem contact op met uw Brother-dealer of met de klantenservice van Brother.
62
WAARSCHUWING
Installeer dit product in de nabijheid van een goed bereikbaar stopcontact. In geval van nood
moet u de stekker uit het stopcontact halen om de stroom volledig uit te schakelen.
Controleer altijd of de stekker goed geplaatst is.
Belangrijke veiligheidsinstructies A
1 Lees alle instructies door.
2 Bewaar ze, zodat u ze later opnieuw kunt naslaan.
3 Volg alle waarschuwingen en instructies die op het product worden aangegeven.
4 Haal de stekker van dit product uit het stopcontact alvorens u de binnenkant van de machine
gaat reinigen. Gebruik GEEN vloeibare reinigingsmiddelen of reinigingsmiddelen in
spuitbussen. Gebruik een vochtige doek om het apparaat schoon te maken.
5 Gebruik dit product NIET in de buurt van water.
6 Zet dit product NIET op een onstabiel oppervlak, stelling of tafel. Het apparaat kan dan
namelijk vallen, waardoor het ernstig kan worden beschadigd.
7 Gleuven en openingen in de behuizing en de achter- of onderkant zijn voor de ventilatie. Om
zeker te zijn van een betrouwbare werking van het apparaat en om het te beschermen tegen
oververhitting, mogen deze openingen niet afgesloten of afgedekt worden. Deze openingen
mogen ook nooit afgedekt worden door het apparaat op een bed, een bank, een kleed of een
soortgelijk oppervlak te zetten. Zet het apparaat nooit in de buurt van of boven een radiator of
verwarmingsapparatuur. Het apparaat mag nooit in een kast worden ingebouwd, tenzij
voldoende ventilatie aanwezig is.
8 Dit apparaat moet worden aangesloten op een spanningsbron zoals op het etiket staat
aangegeven. Als u niet zeker weet welk soort stroom geleverd wordt, neemt u contact op met
uw leverancier of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf.
9 Gebruik alleen het stroomsnoer dat is geleverd bij de machine.
10 Dit product is voorzien van een 3-draads geaard snoer en een geaarde stekker. Deze stekker
past alleen in een geaard stopcontact. Dit is een veiligheidsmaatregel. Kan de stekker NIET in
uw stopcontact worden gebruikt, raadpleeg dan uw elektricien en vraag hem uw oude
stopcontact te vervangen. Het is absoluut noodzakelijk dat een geaard snoer wordt gebruikt.
11 Plaats NOOIT iets op het stroomsnoer. Zet het apparaat NIET op een plaats waar mensen
over het snoer kunnen lopen.
12 Zorg dat de opening van de machine voor het printen NOOIT wordt geblokkeerd. Plaats
NOOIT een voorwerp in het pad van het printen.
13 Wacht totdat de machine de pagina’s heeft uitgeworpen alvorens ze aan te raken.
Veiligheid en wetgeving
63
A
14 Haal in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en neem contact op met een
bevoegde servicemonteur:
Wanneer het stroomsnoer defect of gerafeld is.
Wanneer vloeistof in het apparaat is gemorst.
Wanneer het apparaat is blootgesteld aan regen of water.
Wanneer het apparaat ondanks het naleven van de bedieningsinstructies niet normaal
functioneert, dient u alleen die instellingen aan te passen die zijn aangegeven in de
bedieningshandleiding. Een onjuiste aanpassing van andere functies kan leiden tot
schade, wat vaak een uitgebreid onderzoek vereist door een erkende servicemonteur om
het apparaat weer naar behoren te laten werken.
Als het apparaat is gevallen of als de behuizing is beschadigd.
Als het apparaat duidelijk anders gaat presteren, wat aangeeft dat reparatie nodig is.
15 Om uw apparaat te beveiligen tegen stroompieken en -schommelingen adviseren wij het
gebruik van een piekstroombeveiliging.
16 Houd rekening met het volgende om het risico van brand, elektrische schokken of lichamelijk
letsel te verkleinen:
Gebruik dit product NIET in de buurt van apparaten die water gebruiken, in de buurt van
een zwembad of in een natte kelder.
Gebruik de machine NOOIT bij onweer (er is kans op elektrocutie) of om een gaslek te
rapporteren wanneer het apparaat in de buurt van het gaslek staat.
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid A
Voor een veilige werking moet de meegeleverde geaarde stekker in een normaal geaard
stopcontact worden gestoken dat via het huishoudelijk net geaard is.
Het feit dat het apparaat naar tevredenheid werkt, betekent niet per se dat de voeding geaard is
en dat de installatie volkomen veilig is. Het is voor uw veiligheid van belang, dat u in geval van
twijfel omtrent de aarding een bevoegd elektricien raadpleegt.
Waarschuwing - Deze machine moet geaard zijn.
De draden in het stroomsnoer hebben de volgende kleurcodering:
Groen en geel: aarde
Blauw: neutraal
Bruin: spanning
Neem in geval van twijfel altijd contact op met een bevoegd elektricien.
LAN-verbinding (alleen DCP-560CN) A
VOORZICHTIG
Sluit dit apparaat NIET aan op een LAN-verbinding die kan blootstaan aan overspanningen.
64
Radiostoring A
Dit product voldoet aan EN55022 (CISPR-publicatie 22)/klasse B. Gebruik een USB-kabel van
maximaal 2,0 meter om de machine aan te sluiten op een computer.
EU-richtlijn 2002/96/EG en EN50419 A
Dit apparaat is gemarkeerd met het bovenstaande recycle symbool. Het betekent dat u het
apparaat, aan het eind van zijn levensduur, apart moet aanleveren bij een daarvoor bestemd
verzamelpunt en niet bij het gewone huishoudelijke afval mag plaatsen. Dit zal het leefmilieu voor
ons allemaal ten goede komen. (Alleen voor de Europese Gemeenschap)
Alleen voor de
Europese Gemeenschap
Veiligheid en wetgeving
65
A
Wettelijke beperkingen voor kopiëren A
Het maken van kleurenreproducties van bepaalde items of documenten met frauduleuze
bedoeling is een strafbaar feit. Deze aantekening is meer bedoeld als richtlijn dan als een
volledige opsomming van elk mogelijk verbod. Daar waar twijfel bestaat, raden wij u aan de
betreffende instanties in uw eigen land te raadplegen met betrekking tot de wettigheid van
documenten waar twijfel over bestaat.
Hieronder staan een aantal voorbeelden van documenten die niet gekopieerd mogen worden:
Geld
Obligaties of andere schuldbewijzen
Depositobewijzen
Strijdmachts- of Dienstpapieren.
Paspoorten
Postzegels (al dan niet afgestempeld)
Immigratiepapieren
Bijstandsdocumenten
Cheques of wissels getrokken door overheidsinstanties
Identificatiedocumenten, badges of insignes
Rijbewijzen en eigendomspapieren voor motorvoertuigen
Werk dat auteursrechtelijk is beschermd, mag niet worden gekopieerd. Delen van werk dat
auteursrechtelijk is beschermd, mogen echter wel voor ‘eerlijke handel’ worden gekopieerd. Meer
kopieën zou ongepast gebruik kunnen betekenen.
Kunstwerken dienen te worden beschouwd als werk dat auteursrechtelijk is beschermd.
Rijbewijzen en eigendomsbewijzen van motorvoertuigen mogen volgens bepaalde wetten op
rijks-/ en provincieniveau niet worden gekopieerd.
66
Handelsmerken A
Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International
Corporation.
© 2007 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Microsoft en Windows zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft in de Verenigde
Staten en andere landen.
Windows Vista is een wettig gedeponeerd handelsmerk of een handelsmerk van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Macintosh en TrueType zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc.
Nuance, het Nuance-logo, PaperPort en ScanSoft zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde
handelsmerken van Nuance Communications, Inc. of hieraan gelieerde bedrijven in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
Presto! PageManager is een wettig gedeponeerd handelsmerk van NewSoft Technology
Corporation.
Microdrive is een handelsmerk van International Business Machine Corporation.
CompactFlash is een wettig gedeponeerd handelsmerk van SanDisk Corporation.
Memory Stick is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Sony Corporation.
SecureDigital is een handelsmerk van Matsushita Electric Industrial Co. Ltd., SanDisk
Corporation en Toshiba Corporation.
SanDisk is licentiehouder van de handelsmerken SD en miniSD.
MultiMediaCard is een handelsmerk van Infineon Technologies, met licentie aan de
MultiMediaCard Association.
xD-Picture Card is een handelsmerk van Fujifilm Co. Ltd., Toshiba Corporation en Olympus
Optical Co. Ltd.
PictBridge is een handelsmerk.
Memory Stick Pro, Memory Stick Pro Duo, Memory Stick Duo en MagicGate zijn handelsmerken
van Sony Corporation.
FaceFilter Studio is een handelsmerk van Reallusion, Inc.
Elk bedrijf wiens software in deze handleiding wordt vermeld, heeft een
softwarelicentieovereenkomst die specifiek bedoeld is voor de betreffende programma’s.
Alle overige merk- en productnamen die zijn vermeld in deze gebruikershandleiding, de
softwarehandleiding en de netwerkhandleiding (alleen DCP-560CN ) zijn wettig
gedeponeerde handelsmerken van de desbetreffende bedrijven.
67
B
B
Problemen oplossen B
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips
voor het oplossen van problemen.
De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het
Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van
problemen. Ga naar http://solutions.brother.com
.
Als u problemen met uw machine hebt B
Problemen oplossen en
routineonderhoud
B
Afdrukken
Probleem Suggesties
Geen print Controleer de interfacekabel tussen de machine en uw computer.
(Zie de installatiehandleiding.)
Controleer of de machine is aangesloten en niet is uitgeschakeld.
Eén of meer inktcartridges zijn leeg. (Zie De inkcartridges vervangen op pagina 76.)
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft.
(Zie Foutmeldingen op pagina 71.)
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of de machine online is. Klik op Start en vervolgens op
Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop en selecteer
Brother DCP-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is), en controleer of
Printer offline gebruiken niet is aangevinkt.
Slechte afdrukkwaliteit Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren op pagina 82.)
Zorg dat de instelling voor het mediatype in de printerdriver of de papiersoort in
het menu overeenkomen met het door u gebruikte type papier.
(Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh
®
in de
softwarehandleiding op de CD-ROM.)
Controleer de verloopdatum van uw inktcartridges. De inkt zou kunnen klonteren
om een van de volgende redenen:
De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken. (Cartridges
blijven tot max. 2 jaar bruikbaar, als zij in de originele verpakking bewaard worden.)
De inktcartridge bevond zich al meer dan zes maanden in uw machine.
Het kan ook zijn dat de inktcartridge vóór gebruik niet goed opgeslagen was.
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Papier en andere media die u kunt
gebruiken op pagina 12.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine is tussen 20
°
C en 33
°
C.
Witte horizontale lijnen in tekst of
grafische afbeeldingen.
Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen op pagina 82.)
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Papier en andere media die u kunt
gebruiken op pagina 12.)
Gebruik de fotopapierlade als u wilt afdrukken op papier met het formaat Foto L of
10 × 15 cm. (Zie Fotopapier laden op pagina 20.)
De machine print blanco pagina’s. Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen op pagina 82.)
68
Tekens en regels overlappen
elkaar.
Controleer de uitlijning. (Zie De uitlijning controleren op pagina 83.)
Afgedrukte tekst of afbeeldingen
staan scheef.
Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade geplaatst is en dat de
papiergeleiders aan de zijkant goed staan afgesteld. (Zie Papier en andere media
laden op pagina 16.)
Controleer of de klep verwijdering vastgelopen papier goed is geïnstalleerd.
Er is een vlek in het midden boven
aan de afgedrukte pagina.
Controleer of het papier niet te dik is en niet krult. (Zie Papier en andere media die
u kunt gebruiken op pagina 12.)
De afdruk is vlekkerig of de inkt
loopt uit.
Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Papier en andere media die
u kunt gebruiken op pagina 12.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is.
Er zijn vlekken aan de achterkant of
onder aan de pagina.
Controleer of er geen inkt op de geleiderol zit. (Zie De machinegeleiderol
reinigen op pagina 80.)
Gebruik altijd de papiersteunklep. (Zie Papier en andere media laden op pagina 16.)
De machine drukt dichte lijnen af op
de pagina.
Vink Omgekeerde volgorde aan op het tabblad Normaal van de printerdriver.
De afdrukken zijn gekreukeld. Klik op het tabblad Normaal van de printerdriver op Instellingen en schakel
Printkop heen en weer uit.
Kan ‘2 op 1' of '4 op 1
afdrukken
niet uitvoeren.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
Printsnelheid is te laag. Wijzig de instelling van de printerdriver. Bij de hoogste resolutie is meer tijd nodig
om de gegevens te verwerken, te verzenden en te printen. Probeer de andere
kwaliteitsinstellingen op het tabblad Normaal van de printerdriver. Klik ook op het
tabblad Instellingen en schakel Kleurverbetering uit.
Schakel de optie voor afdrukken zonder marges uit. Afdrukken zonder marges is
langzamer dan normaal afdrukken. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken
en faxen voor Macintosh
®
in de softwarehandleiding op de CD-ROM.)
Kleurverbetering werkt niet goed. Als de beeldgegevens in uw toepassing niet volledig in kleur zijn (bijvoorbeeld 256
kleuren), werkt Kleurverbetering niet. Gebruik voor de functie Kleurverbetering
tenminste 24-bits kleurgegevens.
De machine voert meerdere
pagina’s in.
Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst.
(Zie Papier en andere media laden op pagina 16.)
Controleer of er niet meer dan twee papiersoorten tegelijk in de papierlade zijn
geplaatst.
De afgedrukte pagina’s worden niet
netjes gestapeld.
Gebruik altijd de papiersteunklep. (Zie Papier en andere media laden op pagina 16.)
Afgedrukte pagina's worden
opnieuw ingevoerd, waardoor het
papier vastloopt.
Trek de papiersteun uit tot u een klik hoort.
De machine print niet vanuit Paint
Brush.
Stel het beeldscherm in op ‘256 kleuren’.
De machine print niet vanuit Adobe
Illustrator.
Verlaag de printresolutie. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen
voor Macintosh
®
in de softwarehandleiding op de CD-ROM.)
De machine kan geen volledige
pagina's van een document
afdrukken.
De melding Geheugen vol wordt
weergegeven.
Verlaag de printresolutie. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen
voor Macintosh
®
in de softwarehandleiding op de CD-ROM.)
Maak het document minder complex en probeer het opnieuw. Verminder de
grafische kwaliteit of het aantal lettergrootten binnen uw toepassingssoftware.
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties
Problemen oplossen en routineonderhoud
69
B
Problemen met kopiëren
Probleem Suggesties
Er verschijnen verticale strepen op
de kopin.
Reinig de scanner als u verticale strepen op de kopieën ziet. (Zie De scanner
reinigen op pagina 80.)
Slechte kopieerresultaten bij
gebruik van de ADF
(alleen DCP-560CN).
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken op pagina 11.)
Er verschijnt een verticale zwarte
lijn op de kopieën.
(alleen DCP-560CN)
Zwarte verticale lijnen op kopin worden meestal veroorzaakt door vuil of
correctievloeistof op de glazen strook. Maak de glazen strook schoon.
(Zie De scanner reinigen op pagina 80.)
Problemen met scannen
Probleem Suggesties
Er worden TWAIN/WIA-fouten
weergegeven wanneer u begint
met scannen.
Zorg dat de TWAIN/WIA-driver van Brother als primaire bron is geselecteerd. Klik
in PaperPort™ 11SE met OCR op Bestand, Scannen of foto ophalen en klik op
Selecteren om de Brother TWAIN/WIA-driver te kiezen.
Slechte scanresultaten bij gebruik
van de ADF (alleen DCP-560CN).
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken op pagina 11.)
Problemen met software
Probleem Suggesties
Onmogelijk software te installeren
of te printen.
Voer het programma Repair MFL-Pro Suite op de CD-ROM uit. Dit programma
repareert en herinstalleert de software.
Onmogelijk software te installeren
of te printen.
Voer het programma Repair MFL-Pro Suite op de CD-ROM uit. Dit programma
repareert en herinstalleert de software.
‘Apparaat bezet Controleer of er op het LCD-scherm van de machine geen foutmelding staat.
Afdrukken van afbeeldingen vanuit
FaceFilter Studio onmogelijk.
Als u FaceFilter Studio wilt gebruiken, moet u de toepassing FaceFilter Studio
installeren vanaf de CD-ROM die met uw machine is meegeleverd. Zie de
installatiehandleiding als u FaceFilter Studio wilt installeren.
Controleer voordat u FaceFilter Studio de eerste keer start of uw Brother-machine
is ingeschakeld en is aangesloten op uw computer. U hebt dan toegang tot alle
functies van FaceFilter Studio.
70
Problemen met PhotoCapture Center
Probleem Suggesties
Verwisselbare schijf werkt niet naar
behoren.
1 Hebt u de update voor Windows
®
2000 geïnstalleerd? Ga als volgt te werk als
dat niet zo is:
1) Koppel de USB-kabel los.
2)
Installeer de update voor Windows
®
2000 op een van de volgende manieren:
Installeer MFL-Pro Suite vanaf de CD-ROM.
(Zie de installatiehandleiding.)
Download het meest recente servicepack van de website van Microsoft.
3) Wacht ongeveer 1 minuut nadat de PC opnieuw is gestart en sluit daarna
de USB-kabel aan.
2 Verwijder de geheugenkaart of het USB Flash-geheugenstation en plaats de
kaart of het station opnieuw.
3 Als u ‘Uitwerpen’ vanuit Windows
®
hebt geprobeerd, moet u de
geheugenkaart of het USB Flash-geheugenstation verwijderen voordat u
verdergaat.
4 Als er een foutmelding wordt weergegeven wanneer u de geheugenkaart of
het USB Flash-geheugenstation probeert uit te werpen, betekent dit dat de
kaart in gebruik is. Wacht even en probeer opnieuw.
5 Als niets van het bovenstaande werkt, zet u de PC en de machine uit en
vervolgens opnieuw aan. (U moet de stekker van de machine uit het
stopcontact halen om de machine uit te zetten.)
Geen toegang tot Verwisselbare
schijf vanuit pictogram Bureaublad.
Controleer of de geheugenkaart of het USB Flash-geheugenstation op de juiste
wijze is geplaatst.
Netwerkproblemen
Probleem Suggesties
Afdrukken via het netwerk
onmogelijk.
Controleer of uw machine aanstaat, online is en klaar is om af te drukken. Druk de
netwerkconfiguratielijst af (zie Rapporten afdrukken op pagina 9) en controleer de
huidige netwerkinstellingen die in deze lijst worden afgedrukt. Sluit de LAN-kabel
weer aan op de hub om te controleren of de kabels en de netwerkaansluitingen in
orde zijn. Probeer, indien mogelijk, de machine aan te sluiten op een andere poort
van uw hub en gebruik een andere kabel. Als de aansluitingen goed zijn, wordt op
de machine twee seconden lang LAN Actief weergegeven.
(Zie de netwerkhandleiding op de CD-ROM voor meer informatie over
netwerkproblemen.)
De functie netwerkscannen werkt
niet.
(Alleen bij gebruik van Windows
®
) De vereiste netwerkverbinding kan worden
geblokkeerd door instellingen van de firewall op uw PC. Volg onderstaande
instructies om de firewall te configureren. Als u eigen firewall-software gebruikt,
raadpleegt u de gebruikershandleiding voor uw software of neemt u contact op
met de softwarefabrikant.
Bij gebruik van Windows
®
XP SP2 en Windows Vista™: zie Firewall-instellingen
in de softwarehandleiding op de CD-ROM.
Bij gebruik van Windows
®
XP SP1: ga naar het Brother Solutions Center.
Uw computer kan de machine niet
vinden.
<Windows
®
-gebruikers>
De vereiste netwerkverbinding kan worden geblokkeerd door instellingen van de
firewall op uw PC. Zie bovenstaande instructies voor meer informatie.
<Macintosh
®
-gebruikers>
Selecteer uw machine opnieuw in de toepassing Device Selector in Macintosh
HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Hulpprogramma's of via ControlCenter2.
Problemen oplossen en routineonderhoud
71
B
Foutmeldingen B
Zoals met alle verfijnde kantoorproducten het geval is, kunnen er fouten optreden. In dergelijke
gevallen kan de machine de fout doorgaans zelf identificeren en wordt een foutmelding getoond.
De onderstaande lijst geeft een overzicht van de meest voorkomende foutmeldingen.
De meeste fouten kunt u zelf corrigeren. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions
Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com
.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Beeld te klein. Het formaat van de foto is te klein
om deze bij te snijden.
Kies een grotere afbeelding.
Beeld te lang. Er konden geen effecten worden
toegevoegd omdat de proporties
van de foto onregelmatig zijn.
Kies een afbeelding met regelmatige
proporties.
Bijna leeg n of meer inktcartridges zijn
bijna leeg.
Bestel een nieuwe inktcartridge.
De inkt is op Eén of meer inktcartridges zijn
leeg. De machine stopt alle
printbewerkingen.
Vervang de lege inktcartridges. (Zie De
inkcartridges vervangen op pagina 76.)
Deksel is open. Het scannerdeksel is niet goed
gesloten.
Til het scannerdeksel op en sluit dit weer.
Het deksel van de inktcartridge is
niet volledig gesloten.
Sluit het deksel van de inktcartridge goed,
totdat u een klik hoort.
Document nazien Het document is niet goed
geplaatst of het document dat via
de ADF werd gescand, was te
lang.
Zie De ADF gebruiken (alleen DCP-
560CN) op pagina 10.
Zie Vastgelopen document (alleen DCP-
560CN) op pagina 74.
Geen bestand De geheugenkaart of het USB
Flash-geheugenstation in het
mediastation bevat geen .JPG-
bestand.
Plaats de juiste geheugenkaart of het juiste
USB Flash-geheugenstation opnieuw in de
sleuf.
Geen patroon Eén van de inktcartridges is niet
goed geïnstalleerd.
Verwijder de inktcartridge en installeer
deze op juiste wijze opnieuw. (Zie De
inkcartridges vervangen op pagina 76.)
Geheugen vol Het geheugen van de machine is
vol.
Bezig met kopiëren
Druk op Stop/Eindigen en wacht tot de
andere bewerkingen klaar zijn en probeer
het daarna opnieuw.
Bezig met printen
Verlaag de printresolutie. (Zie voor meer
informatie Afdrukken voor Windows
®
of
Afdrukken en faxen voor Macintosh
®
in de
softwarehandleiding op de cd-rom.)
Op de geheugenkaart of het USB
Flash-geheugenstation dat u
gebruikt, is onvoldoende vrije
ruimte beschikbaar om de
documenten te scannen.
Verwijder bestanden die u niet gebruikt
van de geheugenkaart of het USB Flash-
geheugenstation om ruimte vrij te maken
en probeer het vervolgens opnieuw.
72
Hub is Onbruikbaar. Er is een hub of een USB Flash-
geheugenstation met een hub
aangesloten op de USB Direct-
interface.
Hubs en USB Flash-geheugenstations met
een hub worden niet ondersteund. Koppel
het apparaat los van de USB Direct-interface.
Media fout De geheugenkaart is
beschadigd, niet goed
geformatteerd of er is een
probleem met de
geheugenkaart.
Steek de kaart weer goed in de sleuf terug
om er zeker van te zijn dat de kaart zich in
de juiste positie bevindt. Indien de fout blijft
bestaan, controleert u het mediastation
(de sleuf) door een andere geheugenkaart
te plaatsen waarvan u weet dat deze werkt.
Media is vol. De geheugenkaart of het USB
Flash-geheugenstation bevat al
999 bestanden.
De machine kan alleen naar een
geheugenkaart of USB Flash-
geheugenstation opslaan als zich hierop
minder dan 999 bestanden bevinden.
Verwijder bestanden die u niet gebruikt om
ruimte vrij te maken en probeer het
opnieuw.
Meer gegevens Er zitten nog afdrukgegevens in
het geheugen van de machine.
Hervat het printen vanaf uw computer.
Er zitten nog afdrukgegevens in
het geheugen van de machine.
De USB-kabel werd
losgekoppeld terwijl de computer
gegevens naar de machine
stuurde.
Druk op Stop/Eindigen. De machine
annuleert de taak en verwijdert deze uit het
geheugen. Probeer opnieuw te printen.
Onbruikb. app.
Appar. loskoppelen
van frontconnector
& zet machine uit
&weeraan
Er is een defect apparaat
aangesloten op de USB Direct-
interface.
Koppel het apparaat los van de USB
Direct-interface en druk vervolgens op
AAN/UIT om de machine uit en vervolgens
weer aan te zetten.
Onbruikb. app.
USB-Apparaat
Loskoppelen.
Er is een USB-apparaat of USB
Flash-geheugenstation dat niet
wordt ondersteund, aangesloten
op de USB Direct-interface.
Ga naar
http://solutions.brother.com voor
meer informatie.
Koppel het apparaat los van de USB
Direct-interface.
Papier nazien De machine heeft geen papier
meer of het papier is niet goed in
de papierlade geplaatst.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Plaats papier in de papierlade en druk
vervolgens op Mono Start of
Kleur Start.
Verwijder het papier, plaats het
opnieuw en druk vervolgens op
Mono Start of Kleur Start.
Het papier is vastgelopen in de
machine.
Zie Papier vastgelopen in de
machine op pagina 74.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen en routineonderhoud
73
B
Taal LCD-scherm wijzigen B
U kunt de taal op het LCD-scherm wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Stand.instel. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Taalkeuze te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om uw taal te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Foutanimatie B
Met foutanimatie worden stapsgewijze
instructies weergegeven wanneer het papier is
vastgelopen of inktcartridges leeg raken. U kunt
de stappen in uw eigen tempo lezen door op
c
te drukken om de volgende stap weer te geven
en op
d
te drukken om terug te gaan.
Als u niet
binnen 1 minuut op een toets drukt, wordt de
animatie weer automatisch uitgevoerd.
Opmerking
U kunt op c, d of OK drukken om de
automatische animatie te onderbreken en
terug te keren naar de stapsgewijze
modus.
Papierstoring Papier is vastgelopen in de
machine.
Verwijder de klep verwijdering vastgelopen
papier (aan de achterkant van de machine) en
trek het vastgelopen papier eruit. Zie Papier
vastgelopen in de machine
op pagina 74.
Reinigen onmog. XX
Opstartprobleem XX
Print onmogelijk XX
Scan onmogelijk XX
De machine heeft een
mechanisch probleem.
Haal de stekker van de machine enkele
minuten uit het contact en sluit hem daarna
weer aan.
Temperatuur hoog De printkop is te warm. Laat de machine afkoelen.
Temperatuur laag De printkop is te koud. Laat de machine opwarmen.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
74
Vastgelopen document
(alleen DCP-560CN) B
Documenten kunnen vastlopen in de ADF als
deze niet correct zijn geplaatst of ingevoerd, of
als ze te lang zijn. Volg onderstaande stappen
om vastgelopen papier te verwijderen.
Het document is bovenin de ADF
vastgelopen
B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Open het ADF-deksel.
c Trek het vastgelopen document
omhoog en trek het er naar links uit.
d Sluit het ADF-deksel.
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Sluit het ADF-deksel op de juiste wijze
door er voorzichtig in het midden op te
drukken om vastlopen van documenten in
de toekomst te voorkomen.
Het document is in de ADF
vastgelopen
B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Til het documentdeksel op.
c Trek het vastgelopen document er naar
links uit.
d Sluit het documentdeksel.
e Druk op Stop/Eindigen.
Papier vastgelopen in de
machine B
Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats
waar het in de machine is vastgelopen. Open
en sluit het scannerdeksel om de fout te
wissen.
a Trek de papierlade (1) uit de machine.
1
Problemen oplossen en routineonderhoud
75
B
b Trek het vastgelopen papier eruit (1).
Als u het vastgelopen papier niet via
de voorkant kunt verwijderen, of als
de foutmelding op het LCD-scherm
blijft verschijnen nadat u het
vastgelopen papier verwijderd hebt,
ga dan naar de volgende stap.
c Verwijder de klep verwijdering
vastgelopen papier (1). Trek het
vastgelopen papier uit de machine.
VOORZICHTIG
Leg de klep verwijdering vastgelopen
papier NIET ondersteboven neer, zoals in
de illustratie. De klep kan hierdoor
beschadigd raken, waardoor het papier kan
vastlopen.
d
Plaats de klep verwijdering vastgelopen
papier terug.
Controleer of de klep goed is geïnstalleerd.
e Til het scannerdeksel (1) op aan de
voorkant van de machine, totdat het in
de open stand vergrendeld is.
Zorg dat er geen vastgelopen papier in
de machine achterblijft. Kijk beide
kanten van de inktpatroonhouder na.
Opmerking
Als het papier onder de printkop is
vastgelopen, moet u de stekker van de
machine uit het stopcontact halen en
vervolgens de printkop verplaatsen om
het papier te verwijderen.
1
1
1
76
f Til het scannerdeksel (1) op om de
vergrendeling los te maken. Druk de
steun van het scannerdeksel (2)
voorzichtig naar beneden en sluit het
scannerdeksel (3).
g Duw de papierlade stevig terug in de
machine. Trek de papiersteun uit totdat
u een klik hoort terwijl u de papierlade
vasthoudt en vouw vervolgens de
papiersteunklep uit.
Opmerking
Trek de papiersteun uit tot u een klik hoort.
Routineonderhoud B
De inkcartridges vervangen B
Uw machine is voorzien van een
inktstippenteller. De inktstippenteller
controleert automatisch het inktniveau in elk
van de 4 cartridges. Als de machine ontdekt
dat een inktcartridge bijna leeg is, zal de
machine u waarschuwen door middel van
een melding op het LCD-scherm.
Het LCD-scherm informeert u welke
inktcartridge bijna leeg is of vervangen moet
worden. Volg de aanwijzingen op het LCD-
scherm om de inktcartridges in de juiste
volgorde te vervangen.
Als u door de machine wordt geïnformeerd
dat een inktcartridge leeg is, zal er nog een
kleine hoeveelheid inkt in de inktcartridge
aanwezig zijn. Het is noodzakelijk dat er inkt
in de inktcartridge aanwezig blijft om te
voorkomen dat de lucht de printkopset
uitdroogt en beschadigt.
a Open het deksel van de inktcartridge.
Als één of meer inktcartridges leeg zijn,
bijvoorbeeld Zwart, wordt op het LCD-
scherm De inkt is op en
Zwarte inkt weergegeven.
Problemen oplossen en routineonderhoud
77
B
b
Duw de ontgrendelingshendel naar beneden
en verwijder de inktcartridge voor de kleur
die op het LCD-scherm getoond wordt.
c Open de verpakking met de nieuwe
inktcartridge voor de kleur die op het
LCD-scherm wordt getoond, en haal de
inktcartridge eruit.
d Verwijder het gele beschermkapje (1).
Onjuiste configuratie
Raak het gebied uit de onderstaande
afbeelding NIET aan.
Opmerking
Als het gele beschermkapje loskomt
terwijl u de verpakking opent, zal de
cartridge niet beschadigd worden.
e Elke kleur heeft zijn eigen juiste positie.
Plaats de inktcartridge in de richting van
de pijl op het etiket.
f
Til de ongrendelingshendel op en duw erop
tot u een klik hoort, en sluit vervolgens het
deksel van de inktcartridge.
1
M
brother
78
g De inktstippenteller wordt automatisch
gereset.
Opmerking
Als u een inktcartridge hebt vervangen,
wordt u gevraagd te bevestigen dat dit een
nieuwe cartridge was. (Bijvoorbeeld
Veranderd? Zwarte inkt)
Druk voor elke nieuwe cartridge die u hebt
geïnstalleerd op + (Ja) om de
inktstippenteller voor die kleur
automatisch te resetten. Als de
inktcartridge die u hebt geïnstalleerd niet
nieuw is, moet u op - (Nee) drukken.
Als op het LCD-scherm de melding
Geen patroon wordt getoond nadat u
de inktcartridges hebt geïnstalleerd, dient
u te controleren of ze op de juiste wijze
zijn geïnstalleerd.
WAARSCHUWING
Mocht u inkt in uw ogen krijgen, spoel ze
dan onmiddellijk met water en raadpleeg
een arts als u zich bezorgd maakt.
VOORZICHTIG
Verwijder inktcartridges NIET als deze niet
vervangen hoeven te worden. Als u dit toch
doet, kan dit de hoeveelheid inkt
verminderen en weet de machine niet
hoeveel inkt er nog in de cartridge zit.
Raak de houders voor de cartridges NIET
aan. Als u dat toch doet, kan de inkt vlekken
op uw huid achterlaten.
Als de inkt vlekken op uw huid of kleding
achterlaat, was deze dan onmiddellijk met
zeep of een afwasmiddel.
Als de kleuren gemengd zijn omdat u een
inktcartridge in de verkeerde positie
geïnstalleerd hebt, moet u nadat de
cartridge op de juiste plaats geïnstalleerd is
de printkop diverse keren reinigen.
Installeer een inktcartridge onmiddellijk na
het openen in de machine en verbruik deze
binnen zes maanden na de installatie.
Gebruik ongeopende inktcartridges vóór de
uiterste verbruiksdatum die op de
cartridgeverpakking vermeld staat.
De inktcartridge NIET openmaken of ermee
knoeien, want daardoor kan de cartridge
inkt verliezen.
De multifunctionele machines van Brother
zijn ontworpen om te werken met inkt van
een bepaalde specificatie, en ze leveren
optimale prestaties indien gebruikt met
originele inktcartridges van Brother.
Brother kan deze optimale prestaties niet
garanderen indien inkt of inktcartridges van
andere specificaties gebruikt worden. Het
gebruik van andere cartridges dan originele
cartridges van Brother of het opnieuw
vullen van lege cartridges met inkt van
andere merken, wordt daarom niet
aanbevolen door Brother. Indien de
printkop of andere delen van deze machine
worden beschadigd als gevolg van het
gebruik van niet compatibile producten, is
het mogelijk dat reparaties die nodig zijn als
gevolg daarvan niet door de garantie
worden gedekt.
Problemen oplossen en routineonderhoud
79
B
De buitenkant van de machine
schoonmaken B
VOORZICHTIG
Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen.
Reiniging met vloeistoffen die vervliegen,
zoals thinner of benzine, beschadigt de
buitenkant van de machine.
Gebruik GEEN schoonmaakmiddelen die
ammoniak bevatten.
Gebruik GEEN isopropylalcohol om het
bedieningspaneel schoon te maken. Het
paneel kan hierdoor barsten.
Maak de buitenkant van de machine als
volgt schoon:
B
a Trek de papierlade (1) volledig uit de
machine.
b Reinig de buitenkant van de machine
met een zachte doek om stof te
verwijderen.
c Til het deksel van de uitvoerpapierlade
op en verwijder alles wat in de
papierlade is vastgelopen.
d Reinig de binnen- en buitenkant van de
papierlade met een zachte doek om stof
te verwijderen.
e Sluit het deksel van de
uitvoerpapierlade en plaats de
papierlade stevig terug in de machine.
1
80
De scanner reinigen B
a Til het documentdeksel (1) op. Reinig de
glasplaat (2) en het witte plastic (3) met
een zachte, pluisvrije doek die is
bevochtigd met een niet-brandbare
glasreiniger.
b (Alleen DCP-560CN) Reinig de witte
balk (1) en de glazen strook (2) in de
ADF met een pluisvrije doek die is
bevochtigd met een niet-brandbare
glasreiniger.
Opmerking
Ga ook voorzichtig met uw vinger over de
glazen strook om te voelen of zich hierop
iets bevindt. Als u vuil of iets dergelijks
voelt, maakt u de glazen strook opnieuw
schoon op die plek. Het is mogelijk dat u
het reinigingsproces drie of vier keer moet
herhalen. Maak na elke reiniging een
kopie om het resultaat te testen.
De machinegeleiderol
reinigen B
WAARSCHUWING
Verwijder de stekker van de machine uit het
stopcontact voordat u geleiderol van de
printer reinigt(1).
a Til het scannerdeksel met behulp van de
plastic tabs aan beide zijden van de
machine met twee handen op totdat het
in de open stand vergrendeld is.
b Maak de geleiderol (1) en het gebied
eromheen schoon met een zachte,
droge, pluisvrije doek en veeg daarbij
eventueel gemorste inkt weg.
2
1
3
1
2
1
Problemen oplossen en routineonderhoud
81
B
De invoerrol voor papier
reinigen B
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
b Haal het stroomsnoer van de machine
uit het stopcontact en verwijder de klep
verwijdering vastgelopen papier (1).
VOORZICHTIG
Leg de klep verwijdering vastgelopen
papier NIET ondersteboven neer, zoals in
de illustratie. De klep kan hierdoor
beschadigd raken, waardoor het papier kan
vastlopen.
c Maak de invoerrol voor papier (1)
schoon met schoonmaakalcohol op een
wattenstaafje.
d Plaats de klep verwijdering vastgelopen
papier terug.
Controleer of de klep goed is
geïnstalleerd.
e Sluit het stroomsnoer weer aan.
f Duw de papierlade langzaam volledig
terug in de machine.
1
1
82
De printkop reinigen B
De printkop wordt indien nodig automatisch
gereinigd om de afdrukkwaliteit te behouden.
U kunt het reinigingsproces ook handmatig
starten als er een probleem is met de
afdrukkwaliteit.
Als er op de afgedrukte pagina’s een
horizontale streep door tekst of grafisch werk
loopt, dient u de printkop en de inktcartridges
te reinigen. U kunt alleen zwart, drie kleuren
tegelijk (geel/cyaan/magenta), of alle vier
kleuren tegelijk reinigen.
Bij het reinigen van de printkop wordt inkt
verbruikt. Wanneer de kop te vaak wordt
gereinigd, wordt er onnodig inkt verbruikt.
VOORZICHTIG
Raak de printkop NIET aan. Als u de
printkop aanraakt, kan hij blijvend worden
beschadigd en kan de garantie erop
vervallen.
a Druk op Inkt.
b Druk op a of b om Reinigen te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Zwarte inkt,
Kleur of Alle inkt te kiezen.
Druk op OK.
De machine begint de printkop te
reinigen. Nadat het reinigen is voltooid,
zal de machine automatisch weer
overschakelen naar de stand standby.
Opmerking
Als u de printkop ten minste vijf keer hebt
gereinigd en de kwaliteit niet is verbeterd,
kunt u contact opnemen met uw Brother-
dealer.
De afdrukkwaliteit
controleren B
Als er fletse of gestreepte kleuren en tekst
verschijnen op uw uitvoer, kunnen enkele
spuitmondjes verstopt zijn. U kunt dit
controleren door de Testpagina
afdrukkwaliteit te printen en naar het patroon
van de spuitmondjes te kijken.
a Druk op Inkt.
b Druk op a of b om Testafdruk te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Printkwaliteit te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op Kleur Start.
De machine begint de Testpagina
afdrukkwaliteit te printen.
e Controleer de kwaliteit van de vier
kleurenblokken op het vel.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als alle lijnen duidelijk en zichtbaar
zijn, drukt u op + om Ja te selecteren
en gaat u door naar stap j.
Als er zoals hieronder korte lijnen
ontbreken, drukt u op - om Nee te
selecteren.
g U wordt gevraagd of de afdrukkwaliteit
voor zwart en drie kleuren in orde is.
Druk op + (Ja) of - (Nee).
OK Niet OK
Problemen oplossen en routineonderhoud
83
B
h U wordt gevraagd of u wilt beginnen met
reinigen.
Druk op + (Ja).
De machine begint de printkop te
reinigen.
i Druk op Kleur Start wanneer het
reinigen is voltooid.
De machine zal nu de Testpagina
afdrukkwaliteit nogmaals afdrukken en
vervolgens terugkeren naar stap e.
j Druk op Stop/Eindigen.
Als u deze procedure minimaal vijf keer
hebt herhaald en de afdrukkwaliteit nog
steeds slecht is, vervangt u de
inktcartridge voor de geklonterde kleur.
Controleer de afdrukkwaliteit opnieuw
na het vervangen van de inktcartridge.
Als het probleem niet is verholpen, moet
u het reinigen van de printkop en de
testprocedures minimaal vijf keer
herhalen voor de nieuwe inktcartridge.
Als er dan nog inkt ontbreekt, neemt u
contact op met uw Brother-dealer.
VOORZICHTIG
Raak de printkop NIET aan. Als u de printkop
aanraakt, kan hij blijvend worden beschadigd
en kan de garantie erop vervallen.
Opmerking
De uitlijning controleren B
Als de afgedrukte tekst vlekkerig wordt of
afbeeldingen vaag worden nadat u de
machine hebt getransporteerd, moet u
mogelijk de uitlijning aanpassen.
a Druk op Inkt.
b Druk op a of b om Testafdruk te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Instel kantlijn
te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
De machine begint de
Uitlijningscontrolepagina af te drukken.
e Controleer de testafdrukken voor
600 dpi en 1200 dpi om te zien of
nummer 5 het beste overeenkomt met
nummer 0.
Als voorbeeld nummer 5 op de
testafdrukken voor zowel 600 dpi als
1200 dpi het beste overeenkomt,
drukt u op + (Ja) om de controle van
de uitlijning te voltooien, en gaat u
naar stap h.
Als één van de andere nummers op
de testafdrukken beter overeenkomt
voor 600 dpi of 1200 dpi, drukt u op -
(Nee) om dat nummer te selecteren.
f Druk voor 600 dpi op d of c om het
nummer van de testafdruk te selecteren
dat het beste overeenkomt met
nummer 0 (1-8).
Druk op OK.
g Druk voor 1200 dpi op d of c om het
nummer van de testafdruk te selecteren
dat het beste overeenkomt met
nummer 0 (1-8).
Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
i
Als een
spuitmondje van
de printkop
verstopt is, ziet
het afgedrukte
voorbeeld er als
volgt uit.
Nadat het
spuitmondje van
de printkop
gereinigd is, zijn
de horizontale
strepen
verdwenen.
84
Het inktvolume controleren B
U kunt controleren hoeveel inkt er nog in de
cartridge zit.
a Druk op Inkt.
b Druk op a of b om Inktvolume te
kiezen.
Druk op OK.
Op het LCD-scherm wordt het
inktvolume weergegeven.
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt het inktniveau vanaf uw computer
controleren. (Zie Afdrukken voor
Windows
®
of Afdrukken en faxen voor
Macintosh
®
in de softwarehandleiding op
de CD-ROM.)
Informatie over de
machine
B
Het serienummer controleren B
U kunt het serienummer van de machine op
het LCD-scherm bekijken.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Machine-info te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Serienummer te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Problemen oplossen en routineonderhoud
85
B
De machine inpakken
en vervoeren
B
Gebruik het oorspronkelijke
verpakkingsmateriaal wanneer u de machine
transporteert. Als u de machine niet goed
inpakt, kan uw garantie vervallen.
VOORZICHTIG
Het is belangrijk dat u de machine de
printkop laat ‘parkeren’ na een printtaak.
Luister goed naar de machine alvorens
deze los te koppelen, om te controleren of
alle mechanische geluiden zijn gestopt.
Indien u de machine dit parkeerproces niet
laat voltooien, kan dit leiden tot
afdrukproblemen en mogelijke schade aan
de printkop.
a Open het deksel van de inktcartridge.
b Duw de ontgrendelingen naar beneden
en verwijder alle inktcartridges. (Zie De
inkcartridges vervangen op pagina 76.)
c Installeer de gele bescherming, til elke
ontgrendelingshendel op en duw erop
tot u een klik hoort; sluit vervolgens het
deksel van de inktcartridge.
VOORZICHTIG
Als u de gele bescherming niet kunt vinden,
mag u de inktcartridges NIET verwijderen
als u de machine gaat vervoeren. Het is van
essentieel belang dat tijdens het vervoeren
van de machine de gele bescherming is
geplaatst of de inktcartridges op hun plaats
zitten. Als u de machine zonder de gele
bescherming of de inktcartridges vervoert,
kan de machine worden beschadigd en de
garantie vervallen.
d Haal het stroomsnoer van de machine
uit het stopcontact.
e Til het scannerdeksel met behulp van de
plastic tabs aan beide zijden van de
machine met twee handen op totdat het
in de open stand vergrendeld is. Koppel
vervolgens de interfacekabel los van de
machine als deze aangesloten is.
f Til het scannerdeksel (1) op om de
vergrendeling los te maken. Druk de
steun van het scannerdeksel (2)
voorzichtig naar beneden en sluit het
scannerdeksel (3).
Hoofdstuk B
86
g Verpak de machine in de plastic zak en
doe deze in de originele doos met het
originele verpakkingsmateriaal.
h Verpak de materialen in de originele
doos zoals hieronder aangegeven.
Plaats de gebruikte inktcartridges niet in
de doos.
i Sluit de doos en maak deze dicht met
verpakkingstape.
87
C
C
Programmeren op het
scherm
C
Uw machine is zodanig ontworpen dat deze
eenvoudig via het LCD-scherm kan worden
geprogrammeerd met behulp van de
menutoetsen. Programmeren via het scherm
is uiterst eenvoudig en helpt u alle functies
van uw machine optimaal te benutten.
Op het scherm worden stapsgewijze
aanwijzingen weergegeven om u te helpen
uw machine te programmeren. U hoeft alleen
de aanwijzingen op te volgen die u door de
menuselecties en de programmeeropties
leiden.
Menutabel C
U kunt de machine programmeren aan de
hand van de menutabel die op pagina 88
begint. Op deze pagina's wordt een overzicht
gegeven van de menuselecties en -opties.
Modus- en
menutoetsen
gebruiken
C
Menu en functies C
Het hoofdmenu,
PhotoCapture-menu of
Scan-menu openen.
a
b
Door het huidig
menuniveau bladeren.
d
Terug naar vorig
menuniveau.
c
Naar volgend
menuniveau.
Naar volgend
menuniveau.
Optie accepteren.
De huidige bewerking
stoppen.
88
Menutabel C
De menutabel helpt u de menuselecties en -opties te begrijpen die u vindt in de programma’s van
de machine. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu ()
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Pagina
Standaardinst.
Papiersoort
Normaal Papier
*
Inkjetpapier
Brother Fotopap.
Ander fotopapier
Transparanten
Hiermee kunt u de
papiersoort in de papierlade
instellen.
23
Papierformaat Letter
Legal
A4*
A5
10x15cm
Hiermee kunt u het
papierformaat in de
papierlade instellen.
23
LCD instell. LCD Contrast Licht
Half*
Donker
Hiermee past u het contrast
van het LCD-scherm aan.
24
Schermverlicht
Licht*
Donker
Hiermee kunt u de
helderheid van de
achtergrondverlichting van
het LCD-scherm
aanpassen.
24
Lichtdim-timer
Uit
10 Sec.
20 Sec.
30 Sec.*
U kunt instellen hoe lang de
achtergrondverlichting van
het LCD-scherm blijft
branden na de laatste druk
op een toets.
25
Uitschakelklok
Uit*
1 Min
2 Min.
3 Min.
5 Min.
10 Min.
30 Min.
U kunt instellen hoe lang
het LCD-scherm
ingeschakeld blijft na de
laatste druk op een toets.
25
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
89
C
LAN
(alleen
DCP-560CN)
TCP/IP BOOT Method Autom.*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Selecteert de
opstartmethode die het
beste aan uw eisen voldoet.
Zie de
netwerk-
handlei-
ding
op de
CD-ROM.
IP Address [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het IP-adres in.
Subnet Mask [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het subnetmasker in.
Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres van de
gateway in.
Knooppunt naam
BRN_XXXXXX U kunt de huidige naam van
het knooppunt zien.
WINS Config Autom.*
Statisch
Selecteert de WINS-
configuratiemodus.
WINS Server (Primary)
000.000.000.
000
(Secondary)
000.000.000.
000
Specificeert het IP-adres
van de primaire of
secundaire server.
DNS Server (Primary)
000.000.000.
000
(Secondary)
000.000.000.
000
Specificeert het IP-adres
van de primaire of
secundaire server.
APIPA Aan*
Uit
Wijst automatisch het IP-
adres toe van het link-local
adresbereik.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
90
LAN
(alleen
DCP-560CN)
(Vervolg)
Setup Misc. Ethernet Automatisch*
100B-FD
100B-HD
10B-FD
10B-HD
Selecteert de Ethernet-
linkmodus.
Zie de
netwerk-
handlei-
ding
op de
CD-ROM.
(Vervolg)
Factory Reset Ja
Nee
Stelt alle netwerkinstellingen
weer op de fabrieksinstelling
in.
Print lijsten Help Hiermee drukt u deze lijsten
en rapporten af.
9
Gebruikersinst
——
Netwerk Conf.
(alleen
DCP-560CN)
——
Machine-info Serienummer Hiermee kunt u het
serienummer van uw
machine controleren.
84
Stand.instel. Datum&Tijd Hiermee voert u de datum
en tijd in uw machine in.
Raad-
pleeg de
installatie-
handlei-
ding
Taalkeuze Engels*
Frans
Duits
Nederlands
Italiaans
Hiermee kunt u de taal op het
LCD-scherm aanpassen.
73
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
91
C
Kopiëren (standaardscherm)
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Pagina
Kwaliteit ——Snel
Normaal*
Fijn
Hiermee kunt u de
kopieerresolutie voor uw
type document selecteren.
29
Vergr./Verklein
——50%
69% A4iA5
78% (DCP-350C)
78% LGLiLTR
(DCP-560CN)
83% (DCP-350C)
83% LGLiA4
(DCP-560CN)
93% A4iLTR
97% LTRiA4
100%*
104% EXEiLTR
142% A5iA4
186%
10x15cmiLTR
198% 10x15cm
i
A4
200%
Custom(25-400%)
U kunt het vergrotings- of
verkleiningspercentage
voor uw type document
selecteren.
29
Papiersoort ——Normaal Papier*
Inkjetpapier
Brother Fotopap.
Ander fotopapier
Transparanten
Selecteer de papiersoort
die overeenkomt met het
papier in de lade.
32
Papierformaat ——Letter
Legal
A4*
A5
10x15cm
Selecteer het papierformaat
dat overeenkomt met het
papier in de lade.
32
Helderheid ——
Hiermee kunt de helderheid
van kopin aanpassen.
31
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
0
Licht
Donke
r
92
Contrast ——
Hiermee kunt het contrast
van kopieën aanpassen.
31
Kleuren aanp. Rood
Hiermee kunt u de
hoeveelheid rood in
kopin aanpassen.
31
Groen
Hiermee kunt u de
hoeveelheid groen in
kopin aanpassen.
Blauw
Hiermee kunt u de
hoeveelheid blauw in
kopin aanpassen.
Stapel/Sorteer
(alleen
DCP-560CN)
——Stapelen*
Sorteren
U kunt meerdere kopin
stapelen of sorteren.
31
Pagina layout ——Uit(1Op1)*
2in1 P
2in1 L
4in1 P
4in1 L
Poster (3x3)
U kunt N op 1- of
posterkopieën maken.
30
Nieuwe standaard
——Ja
Nee
U kunt uw kopieerinstellingen
opslaan.
32
Fabrieksinstell.
——Ja
Nee
U kunt alle instellingen
terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
32
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
0
0
0
0
Menu en functies
93
C
PhotoCapture ()
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Pagina
Foto(s) bekijken
——Zie de
printinstellingen in
de volgende
tabel.
U kunt uw foto's van
tevoren op het LCD-scherm
bekijken.
37
Print index Papiersoort
Normaal Papier
*
Inkjetpapier
Brother Fotopap.
Ander fotopapier
U kunt een pagina met
miniaturen afdrukken.
37
Papierformaat Letter
A4*
Fotos afdrukken
——Zie de
printinstellingen in
de volgende
tabel.
U kunt een afzonderlijk
beeld afdrukken.
38
Foto-effecten Auto Correct
Verbeter
Huid-Toon
Verbeter
Landschap
Rood-oog Verw.
Monochroom
Sepia
—Zie de
printinstellingen in
de volgende
tabel.
U kunt uw foto's aanpassen
met deze instellingen.
39
Zoeken op Datum
———U kunt foto's zoeken op
datum.
41
Alle fotos afdr.
——Zie de
printinstellingen in
de volgende
tabel.
U kunt alle foto's op uw
mediakaart of USB Flash-
geheugenstation
afdrukken.
42
Slideshow ———De machine start een
diavoorstelling met uw
foto's.
42
Trimming ———U kunt een foto bijsnijden
en een deel van het beeld
afdrukken.
43
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
94
Printinstellingen
Opties 1 Opties 2 Opties 3 Opties 4 Omschrijvingen
Pagina
Printkwaliteit
(Wordt niet
weergegeven
voor afdrukken
met DPOF.)
Normaal
Foto*
Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit instellen.
45
Papiersoort
Normaal Papier
Inkjetpapier
Brother Fotopap.
Ander fotopapier
*
Hiermee kunt u de
papiersoort selecteren.
45
Papierformaat
Letter
A4
10x15cm*
13x18cm
(wanneer A4 of
Letter geselecteerd
is
.
)
10x8cm
13x9cm
15x10cm
18x13cm
20x15cm
Max. afmetingen
*
Selecteer het papier- en
afdrukformaat.
45
Helderheid
(Wordt niet
weergegeven
wanneer
Foto-effecten
geselecteerd is.)
Hiermee kunt u de
helderheid instellen.
46
Contrast
(Wordt niet
weergegeven
wanneer
Foto-effecten
geselecteerd is.)
Hiermee kunt het contrast
instellen.
46
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
0
Licht
Donke
r
0
Menu en functies
95
C
Kleur aanp.
(Wordt niet
weergegeven
wanneer
Foto-effecten
geselecteerd is.)
Aan
Uit*
Wit Balans
Hiermee kunt u de tint van
witte vlakken aanpassen.
47
Scherpte
Hiermee kunt u het detail
van de afbeelding
verbeteren.
Kleurdensiteit
Hiermee kunt u de totale
hoeveelheid kleur in de
afbeelding aanpassen.
Bijsnijd(crop)
Aan*
Uit
Hiermee kunt u de
afbeelding rond de marge
bijsnijden om deze aan te
passen aan het
papierformaat of het
afdrukformaat. Schakel
deze functie uit wanneer u
hele afbeeldingen wilt
afdrukken of ongewenst
bijsnijden wilt vermijden.
48
Zonder rand Aan*
Uit
Hiermee wordt het
bedrukbare gedeelte
uitgebreid naar de zijden
van het papier.
48
Nieuwe
standaard
Ja
Nee
U kunt uw printinstellingen
opslaan.
48
Fabrieksinstell.
Ja
Nee
U kunt alle instellingen
terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
48
Opties 1 Opties 2 Opties 3 Opties 4 Omschrijvingen
Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
0
0
0
96
Scan ()
Niveau 1 Opties 1 Opties 2 Opties 3 Omschrijvingen Pagina
Scan n. e-mail
U kunt een monochroom
document of een document in
kleur naar uw
e-mailtoepassing scannen.
Zie de
software-
handlei-
ding
op de
CD-ROM.
Scan naar beeld
U kunt een afbeelding in kleur
naar uw grafische toepassing
scannen.
Scan naar OCR
U kunt een tekstdocument
converteren naar een
bewerkbaar tekstbestand.
Scan naar file
U kunt een monochroom
document of een document in
kleur naar uw computer
scannen.
Scan naarMedia
(Wanneer een
geheugenkaart
of USB Flash-
geheugenstation
wordt geplaatst)
150dpi Kleur*
300dpi Kleur
600dpi Kleur
200x100dpi ZW/W
200dpi ZW/W
PDF*/JPEG
PDF*/JPEG
PDF*/JPEG
TIFF*/PDF
TIFF*/PDF
U kunt de scanresolutie en
het bestandsformaat voor uw
document kiezen.
49
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
97
D
D
Algemeen D
Specificaties D
Geheugencapaciteit 32 MB
ADF
(automatische
documentinvoer)
(alleen DCP-560CN)
Max. 10 pagina’s
Aanbevolen omgeving voor de beste resultaten:
Temperatuur: 20° C - 30° C
Vochtigheid: 50% - 70%
Papier: [80 g/m
2
] A4- of Letter-formaat
Papierlade
100 vel [80 g/m
2
]
Printertype Inkjet
Afdrukmethode Zwart:
Kleur:
Piëzo met 94 × 1 spuitmondje
Piëzo met 94 × 3 spuitmondjes
LCD-scherm
(liquid crystal display)
50,8 mm LCD-kleurenscherm
Stroombron AC 220 tot 240 V 50/60 Hz
Stroomverbruik (DCP-350C, DCP-353C en DCP-357C)
Uit:
Stand-by:
In bedrijf:
Gemiddeld 5,5 W
Gemiddeld 7 W
Gemiddeld 21 W
(DCP-560CN)
Uit:
Stand-by:
In bedrijf:
Gemiddeld 4 W
Gemiddeld 8 W
Gemiddeld 35 W
98
1
Dit is afhankelijk van de omstandigheden waarin wordt afgedrukt.
Afmetingen
(DCP-350C, DCP-353C en DCP-357C)
(DCP-560CN)
Gewicht (DCP-350C, DCP-353C en DCP-357C)
7.3 kg
(DCP-560CN)
8.2 kg
Geluidsemissie In bedrijf:
50 dB of minder
1
Temperatuur In bedrijf:
Beste
afdrukkwaliteit:
10 tot 35°C
20 tot 33°C
Vochtigheid In bedrijf:
Beste
afdrukkwaliteit:
20 tot 80% (niet condenserend)
20 tot 80% (niet condenserend)
398 mm
351 mm
443 mm
150 mm
360 mm
351 mm
443 mm
180 mm
370 mm
398 mm
Specificaties
99
D
Afdrukmedia D
1
Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
2
Voor glanzend papier of transparanten raden wij u aan om de bedrukte pagina’s direct nadat ze zijn afgelegd van de
uitvoerpapierlade te nemen, teneinde vlekken te voorkomen.
3
Zie Type en formaat papier voor elke functie op pagina 14.
Papierinvoer Papierlade
Papiersoort:
Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend
papier
2
, transparanten
12
en enveloppen
Papierformaat:
Letter, Legal, Executive, A4, A5, A6, JIS B5, enveloppen
(Commercial Nr.10, DL, C5, Monarch, JE4), Foto 2L,
Indexkaart en Briefkaart
3
.
Breedte: 89 mm - 216 mm
Hoogte: 127 mm - 356 mm
Voor meer informatie, zie Gewicht, dikte en
papiercapaciteit op pagina 15.
Maximale capaciteit papierlade: ca. 100 vel 80 g/m
2
normaal papier
Fotopapierlade
Papiersoort:
Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier) en glanzend
papier
2
Papierformaat:
Foto 10×15cm en Foto L.
Breedte: 89 mm - 101,6 mm
Hoogte: 127 mm - 152,4 mm
Maximale capaciteit papierlade:
ca. 20 vel
Papieruitvoer Maximaal 50 vel A4 normaal papier (met de bedrukte zijde
naar boven op de uitvoerpapierlade uitgeworpen)
2
100
Kopiëren D
1
Gebaseerd op het standaardpatroon van Brother (Snelle modus/Stapelkopiëren). De kopieersnelheid is afhankelijk
van de complexiteit van het document.
Kleur/Monochroom Ja/Ja
Documentgrootte Breedte ADF (DCP-560CN):
148mm tot 215,9mm
Hoogte ADF (DCP-560CN):
148 mm tot 355.6 mm
Breedte glasplaat: max. 215.9mm
Hoogte glasplaat: max. 297 mm
Breedte kopie: max. 210 mm
Kopieersnelheid
Monochroom: max. 22 pagina's/minuut (A4-papier)
1
Kleur: max. 20 pagina's/minuut (A4-papier)
1
Meerdere kopieën Sets van max. 99 pagina’s
Sorteert max. 99 pagina’s (alleen DCP-560CN)
Vergroten/Verkleinen 25% tot 400% (in stappen van 1%)
Resolutie (Monochroom)
Scant max. 600×1200 dpi
Print max. 1200×1200 dpi
(Kleur)
Scant max. 600×1200 dpi
Print max. 600×1200 dpi
Specificaties
101
D
PhotoCapture Center™ D
1
Geheugenkaarten, adapters en USB Flash-geheugenstation worden niet meegeleverd.
2
xD-Picture Card™ Conventional Card van 16 MB tot 512 MB
xD-Picture Card™ Type M van 256 MB tot 2 GB
xD-Picture Card™ Type H van 256 MB tot 2 GB
3
USB 2.0 standaard
USB-massaopslag van 16 MB tot 8 GB
Ondersteunde indeling: FAT12/FAT16/FAT32
4
Progressief JPEG-formaat wordt niet ondersteund.
5
Zie Type en formaat papier voor elke functie op pagina 14.
Compatibele media
1
CompactFlash
®
(alleen type I)
(Microdrive™ is niet compatibel)
(Compact I/O-kaarten zoals Compact LAN-kaart en
Compact Modem-kaart worden niet ondersteund.)
Memory Stick
®
Memory Stick Pro™
Memory Stick Duo™ met adapter
MultiMediaCard™
Secure Digital™
miniSD™ met adapter
xD-Picture Card™
2
USB Flash-geheugenstation
3
Resolutie Max. 1200 × 2400 dpi
Bestandsextensie
(Mediaformaat)
(Beeldformaat)
DPOF, EXIF, DCF
Foto's afdrukken:JPEG
4
Scannen naar media:JPEG, PDF (Kleur)
TIFF, PDF (Zwart)
Aantal bestanden Max. 999 bestanden
(De map op geheugenkaarten of USB Flash-
geheugenstations wordt ook meegeteld.)
Map Bestanden moeten zijn opgeslagen op het 4e mapniveau
van de geheugenkaart of het USB Flash-geheugenstation.
Zonder marges
Letter, A4, Foto 10×15 cm, Foto 13×18 cm
5
102
PictBridge D
Compatibiliteit Ondersteunt de PictBridge-norm CIPA DC-001 van de
Camera & Imaging Products Association. Ga naar
http://www.cipa.jp/pictbridge voor meer informatie.
Interface USB Direct-interface
Specificaties
103
D
Scanner D
1
Windows
®
XP in deze gebruikershandleiding verwijst naar Windows
®
XP Home Edition, Windows
®
XP Professional
en Windows
®
XP Professional x64 Edition.
2
Scannen met maximaal 1200 × 1200 dpi bij gebruik van de WIA-driver voor Windows
®
XP en Windows Vista™
(resolutie tot max. 19.200 × 19.200 dpi kan worden gekozen met het scannerhulpprogramma van Brother)
Kleur/Monochroom Ja/Ja
TWAIN-compatibel
Ja (Windows
®
2000 Professional/XP/XP Professional x64
Edition/Windows Vista™)
Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter
WIA-compatibel
Ja (Windows
®
XP
1
/Windows Vista™)
Kleurintensiteit 36 bits kleurbewerking (invoer)
24 bits kleurbewerking (uitvoer)
(Werkelijke invoer: 30 bits kleur/Werkelijke uitvoer: 24 bits
kleur)
Resolutie
Max. 19.200 × 19.200 dpi (geïnterpoleerd)
2
Max. 600 × 2400 dpi (optisch)
Scansnelheid Kleur: max. 6,02 sec.
Monochroom: max. 3,82 sec.
(A4-formaat in 100 × 100 dpi)
Documentgrootte Breedte ADF (DCP-560CN):
148 mm tot 215.9 mm
Hoogte ADF (DCP-560CN):
148 mm tot 355.6 mm
Breedte glasplaat: max. 215,9 mm
Hoogte glasplaat: max. 297 mm
Scanbreedte 210 mm
256 niveaus
Grijstinten
104
Printer D
1
Gebaseerd op het standaardpatroon van Brother.
A4-formaat in ontwerpmodus.
2
Wanneer u de optie Zonder marges inschakelt.
3
Zie Type en formaat papier voor elke functie op pagina 14.
Printerdriver
Windows
®
2000 Professional/XP/XP Professional x64
Edition/Windows Vista™-driver met ondersteuning voor
Brother Native Compression-modus
Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter: Brother-inktdriver
Resolutie Max. 1200 × 6000 dpi
1200 × 2400 dpi
1200 × 1200 dpi
600 × 600 dpi
600 × 300 dpi
600 × 150 dpi
Afdruksnelheid
Monochroom: max. 30 pagina's/minuut
1
Kleur: max. 25 pagina's/minuut
1
Afdrukbreedte
204 mm (210 mm)
2
Op schijf geladen lettertypen
35 TrueType (alleen Windows
®
)
Zonder marges Letter, A4, A6, Foto 10×15cm, Indexkaart, Foto L, Foto 2L,
Briefkaart
3
Specificaties
105
D
Interfaces D
1
Uw machine heeft een full-Speed USB 2.0-interfacekabel. Deze interface is compatibel met Hi-Speed USB 2.0; de
maximale gegevensoverdrachtsnelheid zal echter 12 Mbits/sec. bedragen. De machine kan ook worden verbonden
met een computer die over een USB 1.1-interface beschikt.
2
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund voor Macintosh
®
.
3
Zie de netwerkhandleiding op de CD-ROM voor gedetailleerde netwerkspecificaties.
USB
Een USB 2.0-interfacekabel die niet langer is dan 2,0 m.
12
LAN-kabel
3
(alleen DCP-560CN) Ethernet UTP-kabel van categorie 5 of hoger.
106
Vereisten voor de computer D
ONDERSTEUNDE BESTURINGSSYSTEMEN EN SOFTWAREFUNCTIES
Besturingssystemen
Ondersteunde
functies
Interface
Minimale
processor
Aanbevolen
hoeveelheid
RAM
Vereiste
ruimte
op de
harde
schijf
Windows
®1,4
2000
Professional
Afdrukken
Scannen,
Verwisselbare
schijf
3
USB
10/100
BASE-TX
(alleen
DCP560CN)
Intel
®
Pentium
®
II of
AMD, of
gelijkwaardig
256 MB 480 MB
XP Home
XP
Professional
XP
Professional
x64 Edition
AMD Opteron™
AMD
Athlon™ 64
Intel
®
Xeon™
met
Intel
®
EM64T
Intel
®
Pentium
®
4 met
Intel
®
EM64T
512 MB
Windows
Vista™
1GHz 32-bits
(x86) of 64-bits
(x64) processor
1 GB 1,1 GB
Mac
®5
OS X 10.2.4
of recenter
Afdrukken
Scannen,
Verwisselbare
schijf
3
USB
2
10/100
BASE-TX
(alleen
DCP560CN)
PowerPC
G4/G5, Intel
®
Core™
Solo/Duo
PowerPC G3
350 MHz
256 MB 480 MB
Voorwaarden:
1
Microsoft
®
Internet Explorer 5.5 of recenter
2
USB-poorten van andere merken worden niet
ondersteund.
3
Verwisselbare schijf is een functie van
PhotoCapture Center™.
4
PaperPort™ 11SE ondersteunt Microsoft
®
SP4
of hoger voor Windows
®
2000 en SP2 of hoger
voor XP.
5
Presto!
®
PageManager
®
op de CD-ROM
ondersteunt Mac OS X 10.3.9 of hoger. Voor
Mac OS X 10.2.4-10.3.8 is Presto!
®
PageManager
®
beschikbaar als download van
het Brother Solutions Center.
Ga voor de nieuwste versies van drivers naar
www.brother.com.
Alle handelsmerken, merk- en productnamen zijn
eigendom van de desbetreffende bedrijven.
Specificaties
107
D
Verbruiksartikelen D
Inkt De machine gebruikt aparte inktcartridges in Zwart, Geel, Cyaan en
Magenta die los staan van de printkopset.
Gebruiksduur van
inktcartridge
Vervanging inktcartridges
De eerste keer dat u de inktcartridges installeert, gebruikt de
machine extra inkt om de inktleidingen te vullen. Dit is eenmalig en
zorgt voor een hoge kwaliteit van de afdrukken. Daarna wordt het
opgegeven aantal pagina's afgedrukt wanneer u inktcartridges
vervangt.
Zwart - Ca. 500 pagina’s bij een bladvulling van 5%; Geel, Cyaan
en Magenta - Ca. 400 pagina's bij een bladvulling van 5%
Bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op continu afdrukken met
een resolutie van 600 x 600 dpi in de normale modus na het
installeren van een nieuwe inktcartridge.
Het aantal pagina's dat een cartridge kan afdrukken, kan
variëren, afhankelijk van hoe vaak u de machine gebruikt en
hoeveel pagina's u bij ieder gebruik afdrukt.
De machine reinigt de printkopset automatisch en geregeld;
voor dit proces is slechts een kleine hoeveelheid inkt nodig.
Wanneer de machine een cartridge als 'leeg' identificeert, kan
deze nog een kleine hoeveelheid inkt bevatten. Dit is
noodzakelijk om te voorkomen dat de lucht de printkopset
uitdroogt en beschadigt.
Verbruiksartikelen
vervangen
<Zwart> LC1000BK, <Geel> LC1000Y, <Cyaan> LC1000C,
<Magenta> LC1000M
Wat is Innobella™?
Innobella™ is een assortiment verbruiksartikelen van Brother. De
naam "Innobella™" is een samentrekking van de woorden "innovatie"
en "bella" (het Italiaanse woord voor "mooi") en duidt op innovatieve
Brother-technologie die u mooie en duurzame afdrukresultaten biedt.
Brother beveelt glanzend Innobella™-fotopapier (BP61GL-serie) aan
voor het afdrukken van hoogwaardige foto's. Met Innobella™-inkt en
-papier maakt u in een handomdraai prachtige afdrukken.
108
Netwerk (LAN) (alleen DCP-560CN) D
1
Als u meer geavanceerde printerbeheersoftware nodig hebt, gebruikt u de meest recente versie van het
hulpprogramma Brother BRAdmin Professional, die u kunt downloaden vanaf http://solutions.brother.com
.
LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten om te kunnen
afdrukken en scannen via het netwerk. De
netwerkbeheersoftware Brother BRAdmin Light
1
wordt
meegeleverd.
Ondersteuning van
Windows
®
2000 Professional/XP/XP Professional x64
Edition/Windows Vista™
Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter
Ethernet 10/100 BASE-TX Auto Negotiation (bedrade LAN)
Protocollen TCP/IP
ARP, RARP, BOOTP, DHCP, APIPA (Auto IP), NetBIOS Name
Resolution, WINS DNS Resolver, LPR/LPD, Custom Raw
Port/Port9100, FTP Server, mDNS, TELNET, SNMP, TFTP
109
E
E
ADF (automatische documentinvoer)
Het document kan in de ADF worden
geplaatst, waarna de pagina's één voor
één automatisch worden gescand.
Contrast
Instelling om te compenseren voor
donkere of lichte documenten. Kopieën
van donkere documenten worden lichter
en omgekeerd.
Gebruikersinstellingen
Een afgedrukt rapport met de huidige
instellingen van de machine.
Grijstinten
De grijstinten die beschikbaar zijn voor
kopiëren en scannen.
Helderheid
Wijziging van de helderheid maakt de hele
afbeelding lichter of donkerder.
Helplijst
Een afdruk van de complete menutabel,
die u kunt gebruiken om uw machine te
programmeren wanneer u de
gebruikershandleiding niet bij de hand
hebt.
Innobella™
Innobella™ is een geheel nieuwe serie
originele verbruiksartikelen van Brother.
Voor resultaten van de hoogste kwaliteit
wordt door Brother het gebruik van
Innobella™-inkt en -papier aangeraden.
Kleurverbetering
Hiermee wordt de kleur in de afbeelding
aangepast. De afdrukkwaliteit wordt
verhoogd door de scherpte, witbalans en
kleurdichtheid te verbeteren.
LCD-scherm (liquid crystal display)
Het beeldscherm op de machine waarop
tijdens het programmeren via het scherm
interactieve meldingen worden
weergegeven.
OCR (optical character recognition)
Met de meegeleverde
softwaretoepassingen ScanSoft™
PaperPort™ 11SE met OCR of Presto!
®
PageManager
®
wordt een afbeelding van
tekst omgezet in tekst die u kunt
bewerken.
PhotoCapture Center
Hiermee kunt u digitale foto’s van uw
digitale camera met een hoge resolutie
afdrukken, voor een afdrukkwaliteit die
gelijkstaat aan die van foto’s.
PictBridge
Hiermee kunt u foto’s rechtstreeks vanaf
uw digitale camera afdrukken met een
hoge resolutie, voor een afdrukkwaliteit
die gelijkstaat aan die van foto’s.
Programmeermodus
De modus waarin u de instellingen van uw
machine kunt wijzigen.
Scannen
De procedure waarmee een elektronische
afbeelding van een papieren document
naar uw computer wordt verzonden.
Scannen naar media
U kunt monochrome documenten en
documenten in kleur naar een
geheugenkaart of een USB Flash-
geheugenstation scannen. Monochrome
afbeeldingen kunnen het TIFF- of PDF-
bestandsformaat hebben en afbeeldingen
in kleur kunnen het PDF- of JPEG-
bestandsformaat hebben.
Tijdelijke instellingen
Voor elke kopie kunnen bepaalde opties
worden geselecteerd zonder de
standaardinstellingen te wijzigen.
Verklarende woordenlijst E
Index
110
F
A
AAN/UIT .....................................................7
Aantal kopieën
...........................................6
ADF (automatische documentinvoer)
......10
Afdrukken
drivers
.................................................104
gedeelte
................................................22
kwaliteit verbeteren
...............................82
op klein papier
.......................................21
problemen
.............................................67
rapporten
.................................................9
resolutie
..............................................104
specificaties
........................................104
vastgelopen papier
................................74
Apple
®
Macintosh
®
Zie softwarehandleiding op de
CD-ROM.
..................................................
B
Bedieningspaneel, overzicht ......................6
C
ControlCenter
Zie softwarehandleiding op de
CD-ROM.
..................................................
D
Document
laden
.............................................. 10, 11
E
Enveloppen .......................... 14, 18, 19, 20
F
Fotopapierlade .........................................20
Foutmeldingen op het LCD-scherm
.........71
Bijna op
.................................................71
De inkt is op
..........................................71
Geheugen vol
........................................71
Opstartprobleem
...................................73
Papier nakijken
.....................................72
Print onmogelijk
....................................73
Reinigen onmog.
...................................73
Scan onmogelijk
....................................73
G
Geheugen vol, melding ........................... 71
Glasplaat
gebruiken
.............................................. 11
reinigen
................................................. 80
Grijstinten
.............................................. 103
H
Help
LCD-meldingen
.................................... 87
menutoetsen gebruiken
..................... 87
Menutabel
.......................................87, 88
I
Inkt ............................................................. 7
Inktcartridges
inktstippenteller
.................................... 76
inktvolume controleren
......................... 84
vervangen
............................................. 76
Innobella™
............................................ 107
K
Kopiëren
contrast
................................................. 31
enkele kopie
......................................... 28
helderheid
............................................. 31
kleurverzadiging
................................... 31
kwaliteit
................................................. 29
meerdere kopieën
................................ 28
met de ADF
.......................................... 10
met de glasplaat
................................... 11
nieuwe standaardinstellingen
opgeven
................................................ 32
paginalayout (N op 1, poster)
............... 30
papierformaat
....................................... 32
papiersoort
........................................... 32
sorteren (alleen ADF)
........................... 31
Terugkeren naar
standaardinstellingen
........................... 32
vergroten/verkleinen
............................. 29
111
F
L
LCD (liquid crystal display) ......................87
Contrast
................................................24
Helderheid
............................................24
Helplijst
...................................................9
Lichtdimtimer
........................................25
Taal
.......................................................73
Uitschakelklok
.......................................25
M
Macintosh
®
Zie softwarehandleiding op de
CD-ROM.
..................................................
Menutabel
................................................87
Modus, activeren
PhotoCapture
.......................................... 7
Scannen
..................................................7
N
Netwerk
Afdrukken
Zie netwerkhandleiding op de
CD-ROM.
...............................................
Scannen
Zie softwarehandleiding op de
CD-ROM.
...............................................
O
Onderhoud, routine
inktcartridges vervangen
....................... 76
P
PaperPort™ 11SE met OCR
Zie softwarehandleiding op de
CD-ROM en Help in de toepassing
PaperPort™ 11SE om toegang te
krijgen tot de procedurehandleidingen.
.....
Papier
................................................ 12, 99
afdrukgebied
.........................................22
capaciteit
...............................................15
documentformaat
..................................10
formaat
........................................... 14, 23
laden
........................................16, 18, 20
soort
............................................... 14, 23
PhotoCapture Center™
Afdrukken
alle foto's
........................................... 42
foto's
.................................................. 38
index
.................................................. 37
Afdrukken met DPOF
........................... 43
Bijsnijden (crop)
................................... 48
CompactFlash
®
.................................... 34
Effecten toevoegen
.............................. 39
Foto-effecten
Auto Correct
...................................... 39
Monochroom
..................................... 41
Rood-oog Verw
................................. 40
Sepia
................................................. 41
Verbeter Huid-Toon
........................... 39
Verbeter Landschap
.......................... 40
Memory Stick Pro
............................. 34
Memory Stick
®
..................................... 34
MultiMediaCard™
................................ 34
Printinstellingen
Contrast
............................................. 46
Helderheid
......................................... 46
Kleurverbetering
................................ 47
Kwaliteit
.......................................44, 45
Nieuwe standaardinstellingen
opgeven
............................................ 48
Papiersoort en -formaat
.............. 45, 46
Terugkeren naar fabrieksinstelling
.... 48
Scannen naar geheugenkaart
.............. 49
Scannen naar USB Flash-geheugen
... 49
SecureDigital™
.................................... 34
Slideshow
............................................. 42
specificaties
........................................ 101
Trimming
.............................................. 43
vanaf de PC
Zie softwarehandleiding op de
CD-ROM.
..............................................
Voorbeeld van foto's
............................. 37
xD-Picture Card™
................................ 34
Zoeken op datum
................................. 41
Zonder rand
.......................................... 48
PictBridge
Afdrukken met DPOF
........................... 53
Presto!
®
PageManager
®
Zie Help in Presto!
®
PageManager
®
........
112
Problemen oplossen ................................67
afdrukkwaliteit
.......................................82
als u problemen hebt met
afdrukken
...........................................67
kopiëren
.............................................69
netwerk
..............................................70
PhotoCapture Center™
.....................70
scannen
.............................................69
software
.............................................69
foutmeldingen op het LCD-scherm
.......71
inktvolume controleren
..........................84
vastgelopen document
..........................74
vastgelopen papier
................................74
Programmeren van de machine
...............87
R
Rapporten
afdrukken
................................................9
Gebruikersinstellingen
............................9
Helplijsten
...............................................9
Rechtstreeks afdrukken
vanaf een niet-PictBridge-camera
.........53
vanaf een PictBridge-camera
................51
Reinigen
geleiderol
..............................................80
invoerrol voor papier
.............................81
printkop
.................................................82
scanner
.................................................80
Resolutie
afdrukken
............................................104
kopiëren
..............................................100
scannen
..............................................103
S
Scangedeelte ...........................................11
Scannen
Zie softwarehandleiding op de
CD-ROM.
..................................................
Serienummer
opzoeken
Zie binnenkant vooromslag
....................
T
Transparanten ...................... 12, 13, 15, 99
V
Vastlopen
document
.............................................. 74
papier
................................................... 74
Veiligheidsinstructies
............................... 62
Verbruiksartikelen
.................................. 107
Verkleinen van kopieën
........................... 29
Vervoer van machine
.............................. 85
W
Windows
®
Zie softwarehandleiding op de
CD-ROM.
..................................................
OPMERKING
Dit apparaat bevat een Ni-MH batterij voor memory back-up.
Raadpleeg uw leverancier over de verwijdering van de batterij op het moment dat u het apparaat
bij einde levensduur afdankt.
Gooi de batterij niet weg, maar lever hem in als Klein Chemisch Afval.
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
Bezoek ons op het World Wide Web
http://www.brother.com
Deze machine is enkel goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Plaatselijke
Brother-bedrijven of hun dealers verlenen alleen service aan machines die in hun eigen
land zijn aangekocht.
DUT/BEL-DUT
5

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Brother DCP-353C bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Brother DCP-353C in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 4,82 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Brother DCP-353C

Brother DCP-353C Installatiehandleiding - Nederlands - 35 pagina's

Brother DCP-353C Installatiehandleiding - Deutsch - 35 pagina's

Brother DCP-353C Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 123 pagina's

Brother DCP-353C Installatiehandleiding - English - 35 pagina's

Brother DCP-353C Gebruiksaanwijzing - English - 118 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info