26
ENNL
14 / STORINGEN
Probleem Mogelijke oorzaak Wat te doen
Het apparaat wil niet opstarten - de deur wordt tijdens de
cyclus geopend.
- wachten op afloop temporise-
ring hervatting cyclus (intern
beheer, wordt door het appa-
raat verzorgd).
Het apparaat loopt niet leeg.
(zie tabel fout 02).
-
het dekplaatje op de sifon van
de gootsteen is niet verwijderd.
- afvoerslang geknikt.
- filters helemaal verstopt.
- pomp geblokkeerd.
- het dekplaatje verwijderen.
- controleren of de slang naar behoren
achter het apparaat loopt.
- filters demonteren en schoon-
maken evenals de leegput.
- een weekprogramma opstarten.
Als de storing niet verdwijnt,
een technicus bellen.
Het apparaat is verstopt (zie
tabel defect 14)
- afvoerinstallatie is niet
conform: te lage afvoer of buis
te ver ingestoken.
- syphonnage: het apparaat
voert af terwijl het vult.
- filtersysteem vuil.
- de montageinstructies van de
afvoerbuis volgen.
- filters schoonmaken
• SLECHT WASRESULTAAT
Probleem Mogelijke oorzaak Wat te doen
Sporen van voedselresten,
“zandkorrels” op de glazen.
- vaatwerk onjuist ingedeeld
(achter een groter stuk of
eronder, te dicht tegen elkaar,
in elkaar geschoven).
- bovenste draaikruis geblok-
keerd door bord, schotel …
- filter niet goed vastgezet,
komt naar boven tijdes de
cyclus.
- zeef van micro-filter vuil.
- één of meerdere openingen
van het draaikruis verstopt
-
het vaatwerk goed indelen, en
juiste vakken en toebehoren
gebruiken naar gelang het type
vaatwerk (zie handleiding).
- Kijken of het draaikruis vrijelijk
kan draaien (mal draad), zono-
dig het rek in de hoogste
stand zetten.
- controleren of de filter stevig
op zijn plaats is aangebracht
en vergrendeld (“helemaal”
naar rechts draaien).
- alle filters demonteren en
schoonmaken (met lauw
water) met inbegrip van de
zeef (1 keer per maand).
- het draaikruis demonteren
door de hendel een kwart slag
te draaien en hem onder de
kraan schoon spoelen (geen
enkel voorwerp hiervoor
gebruiken om de openingen
niet te beschadigen). Het
draaikruis terugmonteren.
Vetsporen
- te weinig wasmiddel, wasmiddel van
slechte kwaliteit of te oud product.
- onjuist programma (te lage
temperatuur, te korte tijdsduur)
- dosis verhogen, ander wasmid-
del proberen.
- programma met hogere tempe-
ratuur kiezen.