nl Wasgoed
12
– sterk: minder wasgoed in de
wasautomaat doen, programma
met voorwas kiezen
– vlekken: vlekken zolang ze nog
'vers' zijn, verwijderen/
voorbehandelen. Eerst met een
sopje afdeppen/niet inwrijven.
Wasgoed hierna wassen met een
geschikt programma.
Hardnekkige/ingedroogde
vlekken verdwijnen pas na
meerdere keren wassen.
■ Symbolen op de textiellabels:
Getallen in de symbolen verwijzen
naar de maximaal in te stellen
temperatuur van de wasautomaat.
– M: voor normaal wasproces
geschikt, bijv. programma voor
katoen.
– U : voorzichtig wasproces
nodig; bijv. programma easy
care.
– V : bijzonder voorzichtig
wasproces nodig, bijv.
programma voor fijn/zijde
– W : geschikt voor handwas, bijv.
programma W/ Wol.
– Ž : Wasgoed niet in de
wasmachine wassen.
Stijven
Aanwijzing: Het wasgoed mag niet met
wasverzachter gespoeld zijn.
Stijven is in alle wasprogramma's met
vloeibaar stijfsel mogelijk. Doseer het
stijfsel volgens instructies van de
fabrikant in het compartiment M
(eventueel eerst schoonmaken).
Verven/Ontkleuren
Verf uitsluitend hoeveelheden die in het
huishouden gebruikelijk zijn. Zout kan
roestvrijstaal aantasten! Neem de
instructies van de producent van de verf
in acht!
Wasgoed niet in de wasmachine
ontkleuren!
Inweken
1. Inweek-/wasmiddel volgens opgave
van de fabrikant in compartiment II
doen.
2. Programmakiezer op het programma
voor Katoen 30 °C zetten.
3. Starttoets kiezen om programma te
starten.
4. Na ca. 10 minuten opnieuw de
Starttoets voor een pauze kiezen.
5. Na gewenste inweektijd weer de
Startoets kiezen, wanneer het
programma voortgezet moet worden
of programma wijzigen.
Aanwijzingen
■ Wasgoed van dezelfde kleur in de
trommel doen.
■ Geen extra wasmiddel nodig, het
inweeksop wordt ook gebruikt voor
het wassen.