Plaatsen en aansluiten nl
39
Toevoerslang
1. Toevoerslang volgens het
montagevoorschrift met behulp
van de meegeleverde onderdelen
op de kraan aansluiten.
Let erop dat de toevoerslang niet
geknikt, platgedrukt
of ineengestrengeld is.
2. Bij vervanging van het apparaat
moet altijd een nieuwe
watertoevoerslang in gebruik worden
genomen.
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal
1MPa (10bar). Bijhogere waterdruk:
een drukreduceerventiel ervoor
installeren.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut
Temperatuur van het water:
De opdruk op de watertoevoerslang in
acht nemen!
Bij modellen met de opdruk 25° mag de
watertemperatuur max. 25 °C bedragen
(koud water).
Voor alle andere modellen:
Bij voorkeur koud water, bij warm water
max. temperatuur 60 °C.
Warmwateraansluiting *
Warmwateraansluiting
* Afhankelijk van het model
De afwasautomaat kan op koud of warm
water tot max. 60 °C worden
aangesloten.
De aansluiting op warm water wordt
aanbevolen als dit uit een energetisch
gunstige warmwaterbereiding en een
geschikte installatie ter beschikking
staat, bijv. een zonneënergie-installatie
met circulatieleiding.
Hiermee bespaart energie en tijd.
Met de instelling Warmwater ‘:‹‚ kunt
u uw apparaat optimaal op het gebruik
met warm water afstemmen.
Wij adviseren hierbij een
watertemperatuur (temperatuur van het
instromende water) van minimaal 40 °C
en maximaal 60 °C.
De aansluiting op warm water wordt niet
aanbevolen als het water uit een
elektrische boiler ter beschikking wordt
gesteld.
Instelling Warmwater:
1. Deur sluiten.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
3. START-toets @ indrukken
en ingedrukt houden.
4. Programmakiezer 8 draaien
tot de cijferindicatie H ‘:‹‚
aangeeft.
5. Toets loslaten.
Op de cijferindicatie H brandt
de in de fabriek ingestelde waarde
‘:‹‹ .
Om de instelling te wijzigen:
1. Door de programmakiezer 8 kunt
u de instelling Warmwater uit- ‘:‹‹
of inschakelen ‘:‹‚.
2. START-toets @ indrukken.
De instelwaarde is opgeslagen.