nl Wat te doen bij storingen?
34
Het apparaat start niet. Zekering van de huisinstallatie
niet in orde.
Zekering controleren.
Aansluitsnoer niet aangesloten. Ervoor zorgen dat het aansluitsnoer goed is
aangesloten op de achterkant van het
apparaat en op het stopcontact. Controleren
of het stopcontact goed werkt.
De deur van het apparaat is niet
goed dicht.
Deur sluiten.
Programma start
automatisch.
Einde van het programma niet
afgewacht.
Reset uitvoering.
(Zie Programma afbreken).
Apparaatinstelling
(waterhardheid,
glansspoelen, …) niet
mogelijk
Apparaat is bezig met het
programma. Instelling alleen
mogelijk voor begin van het
programma.
Reset uitvoeren (zie Programma afbreken)
en instelling maken volgens de
gebruiksaanwijzing.
De deur kan niet alleen
moeilijk geopend worden.
Kinderbeveiliging is geactiveerd. Kinderbeveiliging deactiveren. (Zie
gebruiksaanwijzing, achteraan in de
omslag)
De deur kan niet sluiten. Het deurslot is omgesprongen. Deur krachtiger sluiten.
Deur sluit niet goed door
inbouwfout.
Inbouwwijze van het apparaat controleren.
Deuren of aanbouwdelen mogen elkaar niet
raken bij het sluiten.
Deksel van het
reinigingsmiddelbakje kan
niet gesloten worden.
Reinigingsmiddelbakje of
dekselgeleiding geblokkeerd
door aangekoekte
reinigingsmiddelresten.
Reinigingsmiddelresten verwijderen.
Reinigingsmiddelresten
in het reinigingsmiddelbakj
e.
Sproeiarmen geblokkeerd door
serviesgoed, daarom wordt het
reinigingsmiddel niet
weggespoeld.
Ervoor zorgen dat de sproeiarmen vrij
kunnen draaien.
Reinigingsmiddelbakje was
tijdens het vullen vochtig.
Reinigingsmiddel alleen in droog
reinigingsmiddelbakje doen.
Apparaat blijft steken
tijdens het programma of
het programma valt stil.
Deur niet geheel gesloten. Deur sluiten.
Bovenkorf drukt tegen de
binnendeur en verhindert een
goede sluiting van de deur.
Controleren of de achterwand wordt
ingedrukt door bijv. een stopcontact.
Stroom- en/of watertoevoer
onderbroken.
Stroom- en/of watertoevoer herstellen.
Klappende geluiden
van de vulventielen.
Afhankelijk van de huisinstallatie,
daarom geen apparaatfout. Geen
invloed op de werking van het
apparaat.
Geen oplossing voorhanden.
Storing Oorzaak Oplossing