Nederlands - 5
Afbraam- of doorslijpschijf
Neem de afmetingen van de slijpschijven in acht.
De gatdiameter moet zonder speling op de opna-
meflens 8 passen. Gebruik geen reduceerstuk-
ken of adapters.
Let er bij gebruik van een diamantdoorslijpschijf
op dat de draairichtingpijl op de diamantdoorslijp-
schijf overeenkomt met de draairichting van de
machine (draairichtingpijl op de voorzijde van de
machine).
Zie voor de montage de pagina met afbeeldin-
gen.
Schroef de spanmoer 10 op de as en draai de
moer met een pensleutel vast (zie het gedeelte
„Snelspanmoer”).
In de opnameflens 8
is rond de centreer-
kraag een O-ring
(kunststof deel) ge-
plaatst.
Wanneer de O-ring ontbreekt of beschadigd
is, moet deze beslist worden vervangen (be-
stelnr. 1 600 210 039), voordat de opna-
meflens 8 gemonteerd wordt.
☞
Controleer voor de montage van het
slijpgereedschap en voor het inschake-
len of het slijpgereedschap juist is ge-
monteerd en vrij kan draaien.
Lamellenschuurschijf
Afhankelijk van de toepassing kunt u eventueel
de beschermkap 6 verwijderen en de handbe-
scherming 12 monteren. Zet de speciale opna-
meflens 8 (toebehoren, bestelnr. 2 605 703 028)
en lamellenschijf op de uitgaande as 5. Schroef
de spanmoer 10 op de uitgaande as en draai
deze vast met de pensleutel.
Rubber steunschijf 13
Afhankelijk van de toepassing kunt u eventueel
de beschermkap 6 verwijderen en de handbe-
scherming 12 monteren.
Zie voor de montage de pagina met afbeeldin-
gen.
Schroef de ronde moer 15 op de uitgaande as en
draai deze vast met de pensleutel.
Komstaalborstel 16 of vlakstaalborstel
Afhankelijk van de toepassing kunt u eventueel
de beschermkap 6 verwijderen en de handbe-
scherming 12 monteren.
Het slijpgereedschap moet zo ver op de uit-
gaande as 5 kunnen worden geschroefd dat het
nauwkeurig aansluit op de flens aan het einde
van schroefdraad van de uitgaande as. Draai het
vast met een steeksleutel.
In plaats van de spanmoer 10 kan de snelspan-
moer 11 (toebehoren) worden gebruikt. De slijp-
gereedschappen kunnen dan zonder hulpge-
reedschap worden gemonteerd.
De snelspanmoer 11 mag alleen worden ge-
bruikt voor afbraam- en doorslijpschijven.
Gebruik alleen een onbeschadigde snelspan-
moer 11 die volkomen in orde is.
Let er bij het vastschroeven op dat de zijde met
het opschrift niet naar de slijpschijf wijst. De pijl
moet naar de indexmarkering 21 wijzen.
Blokkeer de uit-
gaande as met de
blokkeerknop 4.
Draai de snelspan-
moer vast door de
slijpschijf krachtig
met de wijzers van de
klok mee aan te
draaien.
Een op de juiste ma-
nier bevestigde en
onbeschadigde snel-
spanmoer kan wor-
den losgedraaid door
de kartelring tegen
de wijzers van de
klok in met de hand
los te draaien.
Draai een vastzit-
tende snelspanmoer
nooit met een tang
los, maar gebruik
een pensleutel.
Plaats de pensleutel
zoals in de afbeelding
weergegeven.
8
Snelspanmoer
4
21
11
4
58 • 1 609 929 F15 • TMS • 03.06.03