nl
80
Kennismaking met
het apparaat
De laatste bladzijde met de afbeeldingen
uitklappen. Deze gebruiksaanwijzing is
op meer dan één type van toepassing.
De uitrusting van de modellen kan
variëren.
Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn
mogelijk.
Afb.
* Niet bij alle modellen.
Bedieningselementen
Afb.
1-5 Bedieningselementen
6 Verlichting (LED)
7 Glasplaat
8 Dooiwaterafvoergootje
9Groentelade
10 Schroefvoetjes
11 Boter en kaasvak
12 Eierrekje*
13 Voorraadvak in de deur „EasyLift”
14 Vak voor grote flessen
15 Waterdispenser
1 Toets Aan/Uit
Om het apparaat in en uit
te schakelen.
2 Toets „super”
Dient voor het inschakelen van de
functie superkoelen (zie het
hoofdstuk Superkoelen).
3 Temperatuurinsteltoets
Met deze toets wordt de
temperatuur ingesteld.
4 Temperature display
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen
in de koelruimte in °C.
5 Alarmtoets
Om het alarmsignaal uit te
schakelen (zie hoofdstuk „Alarm
function”).