nl
79
Kleine storingen zelf verhelpen
Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept:
Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen.
Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv. over
de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de storing
te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten van dat bezoek
betalen!
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
De verlichting
functioneert niet.
Het lampje is kapot. Lampje vervangen. Afb. 7/B
1. Apparaat uitschakelen.
2. Stekker uit het stopcontact
trekken of de zekering losdraaien
resp. uitschakelen.
3. Afdekking naar voren eraf
trekken.
4. Lampje vervangen.
(Reservelamp: 220–240 V
wisselstroom, fitting E14, voor
wattage zie het kapotte lampje.)
De lichtschakelaar
klemt.
Controleer of er beweging in zit.
Afb. 7/A
Diepvrieswaren zijn
vastgevroren.
De diepvrieswaren met een bot
voorwerp losmaken. Niet met een
mes of een scherp voorwerp
losmaken.
Het vriesvak heeft een
dikke laag rijp.
Ontdooien van het vriesvak. Zie
hoofdstuk „Ontdooien“. Zorg
er altijd voor dat de deur van het
vriesvak goed dicht is.
De bodem van
de koelruimte is nat.
De dooiwatergoten
of het afvoergat zijn
verstopt.
De dooiwatergoten en het
afvoergaatje schoonmaken (zie
„Schoonmaken van het apparaat”).
Afb. 6