nl
68
Zelftest apparaat
Het apparaat beschikt over een
automatisch zelftestprogramma dat
de oorzaken van storingen aangeeft die
alleen door de Servicedienst verholpen
kunnen worden.
Zelftest starten
1. Apparaat uitschakelen en 5 minuten
wachten.
2. Apparaat inschakelen en binnen de
eerste 10 seconden de
temperatuurinsteltoets, afb. 2/4,
gedurende 3–5 seconden ingedrukt
houden, tot de koelruimte-
temperatuurindicatie 2 °C gaat
branden.
Het zelftestprogramma start wanneer
de temperatuurindicaties na elkaar
gaan branden.
Wanneer het apparaat na korte tijd de
voor de zelftest ingestelde temperuur
aangeeft, is het in orde.
Als de indicatie super gedurende
10 seconden knippert, is er sprake van
een fout.
Neem contact op met de klantenservice.
Zelftest apparaat beëindigen
Na afloop van het programma schakelt
het apparaat weer over op het normale
gebruik.
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
De diepvriesruimte
heeft een dikke laag
rijp.
Ontdooien van het diepvriesruimte.
Zie hoofdstuk „Ontdooien“. Zorg
er altijd voor dat de deur van het
diepvriesruimte goed dicht is.
De temperatuur in
de diepvriesruimte is
te warm.
De deur van
het apparaat werd
te vaak geopend.
Deur van het apparaat niet onnodig
openen.
De be en
ontluchtingsopeningen
zijn afgedekt.
Afdekkingen verwijderen.
Invriezen van grotere
hoeveelheden verse
levensmiddelen.
Max. invriescapacitiet niet
overschrijden.