45
Gevogelte
De gewichtsgegevens in de tabel hebben betrekking op
ongevuld, panklaar gevogelte.
Leg het hele gevogelte eerst met de borstzijde naar beneden
op het rooster. Na
Z van de opgegeven tijd keren.
Braadstukken, zoals kalkoenrollade of kalkoenfilet, halverwege
de opgegeven tijd keren. Stukken gevogelte na
Z van de tijd
keren.
Prik bij eend of gans het vel onder de vleugels in.Zo kan het vet
weglopen.
Gevogelte wordt bijzonder knapperig bruin als u het tegen het
einde van de bereidingstijd bestrijkt met boter, zout water of
sinaasappelsap.
Vis
Keer visstukken na
Z van de tijd.
Hele vis hoeft niet gekeerd te worden. Plaats de hele vis in de
zwemstand, met de rugvin naar boven, in de oven. Een
ingesneden aardappel of een kleine ovenvaste vorm in de buik
van de vis maakt hem stabieler.
Grilt u direct op het rooster, plaats dan ook de braadslede op
hoogte 1. De vloeistof wordt opgevangen en de oven blijft
schoner.
Tips voor het braden en grillen
Worstjes
Worstjes Rooster 4
(
315
Vlees Gewicht Toebehoren en
vormen
Hoogte Verwarmings-
methode
Temperatuur
in °C, grillstand
Tijdsduur
in minuten
Gevogelte Gewicht Toebehoren en
vormen
Hoogte Verwarmings-
methode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Kip, heel 1,2 kg Rooster 2
4
200-220 60-70
Poularde, heel 1,6 kg Rooster 2
4
190-210 80-90
Kip, gehalveerd elk 500 g Rooster 2
4
200-220 40-50
Stukken kip elk 300 g Rooster 3
4
200-220 30-40
Eend, heel 2,0 kg Rooster 2
4
170-190 90-100
Gans, heel 3,5-4,0 kg Rooster 2
4
160-170 110-130
Kalkoen, heel 3,0 kg Rooster 2
4
170-190 80-100
Kalkoenbout 1,0 kg Rooster 2
4
180-200 90-100
Vis Gewicht Toebehoren en
vormen
Hoogte Verwarmings-
methode
Temperatuur
in °C, grillstand
Tijdsduur
in minuten
Vis, heel elk ca. 300 g Rooster 2
(
3 20-25
1,0 kg Rooster 2
4
180-200 45-50
1,5 kg Rooster 2
4
170-190 50-60
Viskotelet, 3 cm dik Rooster 3
(
2 20-25
Voor het gewicht van het vlees staan
geen gegevens in de tabel.
Maak uw keuze in overeenstemming met het eerstvolgende, lagere gewicht en houd een
langere tijd aan.
Hoe kunt u vaststellen of het vlees klaar
is?
Gebruik de vleesthermometer (verkrijgbaar in de speciaalzaak) of doe de “lepeltest".
Druk met een lepel op het vlees. Voelt het stevig aan, dan is het klaar. Geeft het mee,
dan heeft het nog wat tijd nodig.
Het vlees is te donker en de korst is op
enkele plaatsen verbrand.
Controleer de inschuifhoogte en de temperatuur.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is
aangebrand.
Neem de volgende keer kleiner braadgerei of voeg wat meer vloeistof toe.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is
te licht en te waterig.
Gebruik de volgende keer groter braadgerei en voeg minder vloeistof toe.
Bij het overgieten van het vlees ontstaat
waterdamp.
Dit is normaal. Een groot deel van de waterdamp ontsnapt uit de oven. Het kan neer-
slaan op het koudere schakelpaneel of op meubilair en als condens neerdruppelen.