42
Inbrengen
Let er bij het inbrengen op dat “right above“ linksonder
ondersteboven staat.
1. De ruit schuin naar achteren inschuiven (Afbeelding A).
2. Bovenste ruit schuin naar achteren in de beide houders
schuiven. Het grote vlak moet zich aan de buitenkant
bevinden. (Afbeelding B).
3. De afscherming plaatsen en aandrukken.
4. Ovendeur inbrengen.
Gebruik de oven pas weer wanneer de ruiten naar behoren
zijn ingezet.
Wat te doen bij storingen?
Storingen worden vaak veroorzaakt door een kleinigheid.
Raadpleeg de volgende tabel voordat u contact opneemt met
de servicedienst. Wellicht kunt u zelf de storing verhelpen.
Storingstabel
Wanneer een gerecht niet goed gelukt is, lees dan het
hoofdstuk door. Wij hebben de gerechten voor u in onze
kookstudio getest. Hier vindt u nuttige tips en informatie over
het koken, bakken en braden.
: Gevaar voor elektrische schok!
Ondeskundig uitgevoerde reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties
mogen uitsluitend door een servicemonteur van onze
servicedienst worden uitgevoerd.
Ovenlamp aan het plafond vervangen
Als de ovenlamp is uitgevallen, moet deze worden vervangen.
Temperatuurbestendige reservelampen, 40 watt, kunt u krijgen
bij de klantenservice of uw speciaalzaak. Gebruik uitsluitend
originele lampen.
: Kans op een elektrische schok!
Zekering in de meterkast uitschakelen.
1. Theedoek in de onverwarmde oven leggen, om schade te
voorkomen.
2. Glazen afscherming eruit halen door de schroeven naar links
te draaien.
3. Lamp vervangen door een van hetzelfde type.
4. Glazen afscherming er weer inschroeven.
5. Theedoek eruit nemen en de zekering inschakelen.
Glazen afscherming
Als de glazen afscherming beschadigd is, dient hij te worden
vervangen. Passende glazen afschermingen zijn verkrijgbaar bij
de klantenservice. Vermeld a.u.b. het productnummer (Enr.) en
het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat.
%
$
Storing Mogelijk oor-
zaak
Oplossing/informatie
De oven functio-
neert niet.
De zekering is
defect.
Kijk in de meterkast na of
de zekering defect is.
Stroomuitval Controleer of de keukenver-
lichting of andere keuken-
apparaten wel functioneren.
Oven niet heet. Stof op de con-
tacten.
Draai de schakelaars meer-
dere keren heen en weer.
De gasbrander
ontsteekt niet.
De stroom is uit-
gevallen of de
bougies zijn
vochtig.
Steek de gasbrander aan
met een gasaansteker of
een lucifer.