33
Kookplaat
Hier krijgt u een overzicht van het bedieningspaneel. De
uitvoering hangt van het type apparaat af.
Branderschakelaar
Met de vier branderschakelaar kunt u het
verwarmingsvermogen van de branders instellen.
Aan het einde van het instelbereik voelt u een aanslag. Niet
verder draaien.
De oven
U stelt de oven in met de functie- en de temperatuurkeuzeknop.
Functiekeuzeknop
Met de functiekeuzeknop stelt u de wijze van verwarmen voor
de oven in. De functiekeuzeknop kan naar links en naar rechts
draaien.
Wanneer de gewenste wijze van verwarmen is ingesteld, brandt
de lamp in de oven.
Temperatuurkeuzeknop
Met de temperatuurkeuzeknop kunt u de temperatuur en de
grillstand instellen.
Als de oven opwarmt, brandt het lampje boven de
temperatuurkeuzeknop. Als het opwarmen wordt onderbroken,
gaat het uit. Brandt niet bij sommige instellingen.
Toelichting
1 Normale brander
2 Spaarbrander
3 Extra krachtige brander
4 Normale brander
Standen Functie/gasfornuis
þ
Nulstand Fornuis is uitgeschakeld.
8
Onstekingsstand Onstekingsstand
—
˜
Instelbereik grote vlam = sterkste instelling
spaarvlam = kleinste instelling
Standen Functie
þ
Uit De oven is uitgeschakeld.
%
Boven-/onder-
warmte*
Het bakken en braden is maar op
één niveau mogelijk. Voor gebak
en pizza in bakvormen of op de
bakplaat alsmede voor magere
braadstukken van rund, kalf en wild
is deze instelling zeer geschikt. De
hitte komt gelijkmatig van boven en
onderen.
$
Onderwarmte Met onderwarmte kunt u gerechten
van onderen nabakken en rooste-
ren. De temperatuur komt van
onderen.
*
Vlakgrillen, klein
oppervlak
Deze wijze van verwarmen is
geschikt voor het grillen van steak,
worstjes, vis en toasts in kleine
hoeveelheden. Het middelste deel
van het grillelement wordt ver-
warmd.
(
Vlakgrillen, groot
oppervlak
U kunt meerdere steaks, worstjes,
vis en toast grillen. Het gehele
oppervlak onder het grillelement
wordt verwarmd.
E
Draaispitgrill Voor kip, eend en grote braadstuk-
ken. Het gehele oppervlak onder
het grillelement wordt verwarmd.
Het gebruikte draaispit wordt door
de motor aan de achterzijde
gedraaid.
* Wijze van verwarmen conform energie-efficiëntieklasse
EN50304.
Standen Functie
ÿ
Nulstand Oven niet heet.
50-270 Temperatuurbe-
reik
Temperatuurinstellingen in °C.
1, 2, 3 Grillstanden Grillstanden voor de grill, klein
* en groot ( oppervlak.
Stand 1 = zwak
Stand 2 = gemiddeld
Stand 3 = sterk