27
2. Met de draaiknop de programmagroep kiezen.
3. Met de toets X van regel wisselen.
4. Met de draaiknop het programma kiezen
Bij een deel van de programma's kunt u nog meer
differentiëren, bijv. bij kalfsvlees in mager of doorregen vlees.
Druk op de toets
X en maak een keuze met de draaiknop.
Voor het gekozen programma verschijnt een voorgesteld
gewicht.
5. De toets
X indrukken.
6. Met de draaiknop het gewicht van het gerecht instellen.
Wanneer u naar de onderste regel gaat, kunt u het
bereidingsresultaat veranderen (zie Individueel aanpassen).
7. De toets
n indrukken.
Het programma start. Het verloop van de tijdsduur is te zien
in de statusregel.
Het programma is afgerond
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. U kunt het
signaal vroegtijdig met de toets
0 wissen. In de statusregel
staat 00:00:00 voor de verstreken tijdsduur.
Programma afbreken
De toets
n ingedrukt houden tot 3Dhetelucht, 160 °C
verschijnt. U kunt opnieuw instellen.
Informatie opvragen
De toets
° kort indrukken. Alle informatie met de draaiknop
opvragen.
De eindtijd op een later tijdstip zetten
Zie het hoofdstuk Tijdfuncties, de eindtijd op een later tijdstip
zetten.
Individueel aanpassen
Wanneer het bereidingsresultaat dat een programma oplevert
niet aan uw voorstellingen beantwoordt, kunt u dit de volgende
keer aan uw wensen aanpassen.
Stel in volgens de beschrijving bij punt 1 t/m 6.
Vervolgens de toets
X indrukken en met de draaiknop het
verlichte veld verplaatsen.
ÛÛÛÚÛÛÛ - +
Naar links = bereidingsresultaat zwakker.
Naar rechts = bereidingsresultaat sterker.
De tijdsduur voor het programma wordt gewijzigd.
Tips voor de automatische programma's
Het gewicht van het vlees of gevogelte
ligt boven het aangegeven gewichtsbe-
reik.
Het gewichtsbereik is bewust beperkt. Voor zeer grote braadstukken is vaak geen vol-
doende grote braadslede voorhanden. Bereid grote stukken vlees met boven- en
onderwarmte
% of circulatiegrillen 4.
Het vlees is goed, maar de jus is te don-
ker.
Neem een kleinere vorm of gebruik meer vloeistof.
Het vlees is goed, maar de jus is te licht
en te waterig.
Neem een grotere vorm of gebruik minder vloeistof.
Het gerecht is te droog aan de boven-
kant.
Gebruik een vorm met een goed sluitend deksel. Mager vlees blijft malser door er
spekreepjes op te leggen.
Tijdens het braden ruikt het vlees aan-
gebrand, maar het ziet er goed uit.
Het deksel van de braadslede sluit niet goed of het vlees is groter geworden en heeft het
deksel opgetild. Gebruik altijd een passend deksel. Let erop dat er tenminste 3 cm
afstand zit tussen het vlees en het deksel.
U wilt diepvriesvlees klaarmaken. Kruid het diepvriesvlees op dezelfde manier als vers vlees. Let op: bij diepvriesvlees kan
de eindtijd niet op een later tijdstip worden gezet. Het vlees zou tijdens de wachttijd ont-
dooien en oneetbaar worden.
Het vlees is niet gaar genoeg of te door-
bakken.
Verander de volgende keer de instellingen. Aanwijzingen hiervoor vindt u in het hoofd-
stuk Automatische programma's, Individueel instellen.