636466
44
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/72
Pagina verder
Installatie- en bedieningshandleiding
Weersafhankelijke regelaar met solarregeling
FW 120
voor verwarmingstoestel met buscompatibele Heatronic 3
6 720 612 481-00.1R
6 720 800 833 (2012/02)
Overzicht van de bedieningselementen en symbolen
2
6 720 800 833 (2012/02)
Overzicht van de bedieningselementen en symbolen
Afb. 1 Standaardweergave
6 720 613 504-01.1O
3
3
4
1
menu info
1
2
3
5
6
7
8
4
9
12
h
15
18
21
24
h
3
6
3
Overzicht van de bedieningselementen en symbolen
6 720 800 833 (2012/02)
Bedieningselementen
1 Draai de keuzeknop in de richting +:
Menu/infoteksten boven kiezen of waarde
hoger instellen
Draai de keuzeknop in de richting:
Menu/infoteksten onder kiezen of waarde
lager instellen
Druk op de keuzeknop : Menu ope-
nen of instelling/waarde bevestigen
2 Functieschakelaar voor verwarming:
Automatisch
Continu Verwarmen
Continu Sparen
Continu Eco
3 Toets :
Om de volgende schakeltijd en de bijbe-
horende functie
= Verwarmen
= Sparen
= Eco
voor de verwarming te vervroegen tot de
actuele tijd.
4 Toets : Om de warmwaterbereiding
onmiddellijk te activeren. Boiler wordt
gedurende 60 minuten tot de gewenste
temperatuur verwarmd of bij het combi-
verwarmingstoestel is de comfortfunctie
gedurende 30 minuten actief.
5 Toets : Menu openen/sluiten
INSTALLATEURSNIVEAU openen: ca. 3
seconden indrukken
6 Toets : Waarden weergeven
7 Toets : Waarde wissen/resetten
8 Toets : Naar hoger menu
Om de beschrijving verder te vereen-
voudingen
worden de bedieningselementen
en functies soms alleen met picto-
grammen aangegeven, bijv.
of .
worden menuniveau’s met het te-
ken > van elkaar gescheiden, bijv.
Vakantie > Begin.
menu
info
Pictogrammen
Actuele kamertemperatuur
(alleen bij montage op de muur)
Knipperend segment:
Actuele tijd (09:30 tot 09:45)
Volle segmenten:
Periode voor functie = Verwar-
men op de huidige dag (1 segment
= 15 min)
Lege segmenten:
Periode voor functie = Sparen op
de huidige dag (1 segment = 15 min)
Geen segmenten:
Periode voor functie = Eco op de
huidige dag (1 segment = 15 min)
Functie Verwarmen
Functie Sparen
Functie Eco
Automatisch
Functie Vakantie
Branderfunctie in indicatie
+
Menu/infoteksten omhoog of
waarde hoger
Menu/infoteksten omlaag of waarde
lager
ok
Menu openen, instelling/waarde
bevestigen
Een hoger menu kiezen
Waarde wissen/resetten
De volgende schakeltijd en de bijbeho-
rende functie
= Verwarmen
= Sparen
= Eco
voor de verwarming tot de actuele tijd
vervroegen.
Warmwaterbereiding onmiddellijk
activeren. Boiler wordt gedurende
60 minuten tot de gewenste tempe-
ratuur verwarmd of bij het combiver-
warmingstoestel is de
comfortfunctie gedurende 30 minu-
ten actief.
9
21
15
3
Inhoudsopgave
4
6 720 800 833 (2012/02)
Inhoudsopgave
1 Veiligheidsvoorschriften en verklaring
van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
1.1 Voor uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
1.2 Verklaring symbolen . . . . . . . . . . . . . . . .6
2 Gegevens over het toebehoren. . . . . . . 8
2.1 Leveringsomvang . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
2.2 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . .8
2.3 Reiniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
2.4 Aanvullend toebehoren . . . . . . . . . . . . . .9
2.5 Installatievoorbeelden . . . . . . . . . . . . . .10
3 Installatie (alleen voor de installateur) 11
3.1 Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
3.1.1 Montage in verwarmingstoestel . . . . . .11
3.1.2 Montage op de muur . . . . . . . . . . . . . . .12
3.1.3 Montage van de buitenvoeler . . . . . . . .14
3.1.4 Montage van het toebehoren . . . . . . . . .15
3.1.5 Afvalverwijdering . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
3.2 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . .15
3.2.1 Elektrische aansluiting in verwarmings-
toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
3.2.2 Elektrische aansluiting aan de muur . . .16
4 Ingebruikneming
(alleen voor de installateur) . . . . . . . . 17
5 Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
5.1 Kamertemperatuur en functie wijzigen .18
5.1.1 Gewenste kamertemperatuur in de
tijd begrensd veranderen . . . . . . . . . . .18
5.1.2 Bedrijfsstand voor verwarmen voortijdig
veranderen (schakeltijd CV-programma
eenmalig vervroegen) . . . . . . . . . . . . . .18
5.1.3 Bedrijfsstand warm water veranderen
(in de tijd begrensd) . . . . . . . . . . . . . . .19
5.1.4 Functie voor verwarming duurzaam
wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
5.2 Weergave in het display en navigeren
in het menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
5.3 Instellen van programma's . . . . . . . . . . 20
5.3.1 Veranderen van een enkel schakelpunt 20
5.3.2 Wissen van een enkel schakeltijdstip . 23
5.3.3 Terugzetten (overschrijven met de
basisinstelling) van een geheel program-
ma. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
5.4 Terugzetten van alle instellingen (alleen
voor de installateur) . . . . . . . . . . . . . . 24
6 Instellen van het HOOFDMENU. . . . . . 25
6.1 Menustructuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
6.2 Verwarmingsprogramma . . . . . . . . . . . 28
6.2.1 Tijd-/temperatuurniveauprogramma . . 28
6.2.2 Temperatuur voor de bedrijfsstanden
(temperatuur constant veranderen) . . 29
6.2.3 Opwarmsnelheid . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
6.3 Warmwaterprogramma . . . . . . . . . . . . 30
6.3.1 Bedrijfswijze van de warmwater-
programma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
6.3.2 Tijd-/temperatuurniveauprogramma
voor warm water via boiler . . . . . . . . . 31
6.3.3 Tijdprogramma voor warm water
met combiverwarmingstoestel . . . . . . 31
6.3.4 Tijdprogramma voor circulatiepomp
(alleen met boiler) . . . . . . . . . . . . . . . . 32
6.3.5 Parameters voor warm water . . . . . . . 32
6.3.6 Thermische desinfectie warm water . . 33
6.4 Vakantieprogramma . . . . . . . . . . . . . . . 34
6.5 Algemene instellingen . . . . . . . . . . . . . 35
6.5.1 Tijd, Datum en Zomer-/wintertijd . . . . 35
6.5.2 Opmaak voor weergave . . . . . . . . . . . . 35
6.5.3 Toetsenblokkering . . . . . . . . . . . . . . . . 35
6.5.4 Taal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
6.6 Solarinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
7 Informatie weergeven . . . . . . . . . . . . . 37
De hoofdstukken op een grijze ach-
tergrond zijn bestemd voor de in-
stallateur. De betreffende
bladzijden zijn met grijze balken
aan de bladrand gemerkt.
5
Inhoudsopgave
6 720 800 833 (2012/02)
8 Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen
(alleen voor de installateur). . . . . . . . . 40
8.1 Overzicht en instellingen van het
menu INSTALLATEURSNIVEAU . . . . . . . 40
8.1.1 INSTALLATEURSNIVEAU:
Systeemconfiguratie . . . . . . . . . . . . . . . 41
8.1.2 INSTALLATEURSNIVEAU:
Verwarmingsparameter . . . . . . . . . . . . 41
8.1.3 INSTALLATEURSNIVEAU:
Solarsysteem config. . . . . . . . . . . . . . . 42
8.1.4 INSTALLATEURSNIVEAU:
Solarsyst. parameter . . . . . . . . . . . . . . 42
8.1.5 INSTALLATEURSNIVEAU:
Systeemstoringen . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
8.1.6 INSTALLATEURSNIVEAU: Service adres 43
8.1.7 INSTALLATEURSNIVEAU: Systeeminfo . 43
8.1.8 INSTALLATEURSNIVEAU: Drogen vloer . 43
8.2 Verwarmingssysteem configureren . . . . 44
8.3 Parameters voor verwarming . . . . . . . . 44
8.4 Solarsysteem configureren . . . . . . . . . . 49
8.5 Parameters voor solarsysteem . . . . . . . 49
8.5.1 Parameters voor het
solarstandaardsysteem . . . . . . . . . . . . . 49
8.5.2 Parameters voor thermische
desinfectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
8.5.3 Parameters voor solaroptimalisatie . . . 50
8.5.4 Solarsysteem in gebruik nemen . . . . . . 52
8.6 Storingshistorie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
8.7 Serviceadres weergeven en instellen . . 52
8.8 Systeeminformatie weergeven . . . . . . . 52
8.9 Vloerdroogfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
9 Storingen verhelpen . . . . . . . . . . . . . . . 55
9.1 Storingen verhelpen met indicatie . . . . 55
9.2 Storingen verhelpen zonder indicatie . . 62
10 Energie besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
11 Milieubescherming . . . . . . . . . . . . . . . . 65
12 Individuele instellingen van de
tijdprogramma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
12.1 Verwarmingsprogramma . . . . . . . . . . . . 66
12.2 Warmwaterprogramma . . . . . . . . . . . . . 67
12.3 Warmwatercirculatieprogramma . . . . . 68
Veiligheidsvoorschriften en verklaring van de symbolen
6
6 720 800 833 (2012/02)
1 Veiligheidsvoorschriften en verklaring van de sym-
bolen
1.1 Voor uw veiligheid
B Neem de gebruiksaanwijzing in acht voor een
juiste werking.
B Monteer het verwarmingstoestel en het ove-
rige toebehoren en stel het in werking over-
eenkomstig de aanwijzingen in de
bijbehorende handleidingen.
B Laat het toebehoren alleen door een erkend
installateur monteren.
B Dit toebehoren alleen in combinatie met de
aangegeven verwarmingstoestellen aanslui-
ten. Neem aansluitschema in acht!
B Sluit toebehoren in geen geval op een 230V
stroomnet aan.
B Voor montage van de toebehoren:
onderbreek de stroomverzorging (230V AC)
naar het verwarmingstoestel en andere Bus-
deelnemers.
B Bij montage op de muur: Monteer dit toebeho-
ren niet in een vochtige ruimte.
B Stel de klant op de hoogte van de werkwijze
van het toebehoren en instrueer hem ten aan-
zien van de bediening.
B Verbrandingsgevaar door thermische desin-
fectie:
Tijdens kort durend gebruik met warmwater-
temperaturen boven 60°C moet het toestel
beslist worden geobserveerd of er moet een
thermostatische drinkwatermengklep worden
ingebouwd.
B Bij kans op vorst moet het verwarmingstoestel
ingeschakeld blijven en dient u de aanwijzin-
gen voor vorstbescherming in acht te nemen.
1.2 Verklaring symbolen
Signaalwoorden geven de ernst aan van het
gevaar dat kan optreden als de voorschriften niet
worden opgevolgd.
Voorzichtig betekent dat er mogelijk lichte
materiële schade kan optreden.
Waarschuwing betekent dat er licht persoon-
lijk letsel of ernstige materiële schade kan
optreden.
Gevaar betekent dat er ernstig persoonlijk let-
sel kan optreden. In bijzonder ernstige geval-
len bestaat er levensgevaar.
Aanwijzingen: betekent belangrijke informatie
welke in die gevallen geen gevaar voor mens of
toestel oplevert.
Veiligheidsaanwijzingen in de
tekst worden door middel van een
grijs vlak en een gevaren driehoek
aangeduid.
Aanwijzingen in de tekst met hier-
naast aangegeven symbool worden
begrensd met een lijn boven en on-
der de tekst.
7
Veiligheidsvoorschriften en verklaring van de symbolen
6 720 800 833 (2012/02)
Gebruikte weergave voor de beschrijving van de
menustructuur in deze handleiding:
Afzonderlijke menuniveaus zijn door het sym-
bool > gescheiden, b.v. Vakantie > Begin
Parameters die binnen een menu kunnen wor-
den gekozen/ingesteld, worden met een lijst-
symbool • gemarkeerd.
Het bedienen van bedieningselementen wordt
door het symbool van het bedieningselement
weergegeven:
betekent keuzeknop verdraaien
betekent keuzeknop indrukken
betekent toets menu kort indrukken
betekent toets info kort indrukken
betekent toets wissen/resetten kort
indrukken
betekent toets hoger menuniveau
kort indrukken
betekent toets schakeltijd vervroe-
gen kort indrukken
betekent toets direct warm water kort
indrukken
menu
info
Gegevens over het toebehoren
8
6 720 800 833 (2012/02)
2 Gegevens over het toebehoren
De regelaar geeft informatie over het toestel
en de installatie weer en u kunt met de rege-
laar de weergegeven waarden wijzigen.
De regelaar is een weersafhankelijke regelaar
voor verwarming en warmwaterbereiding met
tijdprogramma’s:
Verwarming : Voor de verwarming zijn
er drie weekverwarmingsprogramma’s met
zes schakeltijden per dag beschikbaar (er
is één programma actief).
Warm water : Weekwarmwaterpro-
gramma met zes schakeltijden per dag.
Opties:
Afstandsbediening FB 100 of FB 10.
Module IPM 1 voor aansturing van een
gemengd of ongemengd CV-circuit.
Module ISM 1 voor solarwarmwaterberei-
ding.
De regelaar beschikt over een gangreserve van
min. 6 uur. Als de regelaar langer dan de
gangreserve geen spanning heeft gekregen,
worden tijd en datum gewist. Alle andere
instellingen blijven bewaard.
Montagemogelijkheden:
In het verwarmingstoestel met buscompa-
tibele Heatronic 3
Aan de muur met busverbinding naar ver-
warmingstoestel met buscompatibele Hea-
tronic 3
2.1 Leveringsomvang
Afb. 2 Meegeleverd
1 Bovenstuk regelaar
2 Voet voor montage op de muur
3 Schuifraam
4 Installatie- en bedieningshandleiding
5 Buitentemperatuurvoeler met bevesti-
gingsmateriaal
2.2 Technische gegevens
De FW 120 kan alleen worden aan-
gesloten aan een verwarmingstoe-
stel met buscompatibele
Heatronic 3.
Afmetingen Afbeelding 8,
pagina
12
Nominale spanning 10...24 V DC
Nominale stroom
(zonder verlichting)
6 mA
Regelaaruitgang Tweedraads bus
Max. omgevingstemperatuur 0 ... +50°C
Isolatieklasse III
Isolatiesoort:
- In Heatronic 3 ingebouwd
- Montage op de muur
IPX2D
IP20
Tabel 1 Technische gegevens
2x
2x
5
2
4
1
3
6 720 612 481-01.1R
8
9
Gegevens over het toebehoren
6 720 800 833 (2012/02)
2.3 Reiniging
B Wrijf de behuizing van de regelaar indien
nodig met een vochtige doek schoon. Gebruik
daarbij geen scherpe of bijtende reinigings-
middelen.
2.4 Aanvullend toebehoren
Zie ook de prijslijst.
IPM 1: Module voor aansturing van een
gemengd of ongemengd CV-circuit.
ISM 1: Module voor aansturing van solarwarm-
waterbereiding.
IUM 1: Module voor aansturing van externe
veiligheidsvoorzieningen.
FB 10: Afstandsbediening voor het gemengde
of ongemengde CV-circuit.
FB 100: Afstandsbediening met tekstdisplay
voor het gemengde of ongemengde CV-circuit.
Nr. 1143: Kabelset met houder voor inbouw
van een module (bijv. IPM 1) in het verwar-
mingstoestel.
°C Ω
AF
°C Ω
AF
–20 2392 4984
–16 2088 8842
–12 1811 12 720
–8 1562 16 616
–4 1342 20 528
±0 1149 24 454
Tabel 2 Meetwaarden buitentemperatuurvoeler
Gegevens over het toebehoren
10
6 720 800 833 (2012/02)
2.5 Installatievoorbeelden
Afb. 3 Vereenvoudigd installatieschema (voor montage geschikte afbeelding en overige mogelijkheden
in de planningsdocumentatie)
AF Buitentemperatuurvoeler
FB 10 Afstandsbediening
FB 100 Afstandsbediening
FK Platte collector
FW 120Weersafhankelijke regelaar met solarre-
geling
HK CV-circuit
IPM 1 Module voor een CV-circuit
ISM 1 Module voor solarwarmwaterbereiding
HP Verwarmingspomp
HW Hydraulische poort
KW Koudwateraansluiting
M Mengklepmotor
MF Aanvoertemperatuurvoeler van gemengd
CV-circuit
T
1
Collectortemperatuurvoeler
T
2
Boilertemperatuurvoeler verwarmingswa-
terzijde onder
P Circulatiepomp CV-circuit
SP Solarpomp
S...solarSolarcombiboiler
SF Boilertemperatuurvoeler (NTC)
TB Temperatuurbewaker
TWM Thermostatische drinkwatermengklep
VF Gemeenschappelijke aanvoervoeler
WW Warmwateraansluiting
1) De FW 120 kan naar keuze in de warmte-
generator of op de muur worden gemon-
teerd.
2) Optioneel FB 10 of FB 100
6 720 800 004-01.1O
WW
TWM
KW
S...solar
SP
SF
HK
MF
TB
M
P
1)
FW 120
FB 10
VF
230V AC
T
2
AF
FK
230V AC
ISM1
2)
T
1
FB 100
2)
HP
1)
FW 120
HW
IPM1
230V AC
11
Installatie (alleen voor de installateur)
6 720 800 833 (2012/02)
3 Installatie (alleen voor de installateur)
Zie de planningdocumentatie of de aanbesteding
voor het gedetailleerde installatieschema van de
montage van de hydraulische componenten en de
bijbehorende besturingselementen.
3.1 Montage
3.1.1 Montage in verwarmingstoestel
B Zie de installatiehandleiding van het verwar-
mingstoestel voor een gedetailleerde beschrij-
ving van de onderdelen van het toestel.
B Verwijder de mantel.
Afb. 4
B Verwijder de afdekking en het blinde deksel.
Afb. 5
B Zet het bovenstuk in de geleidingen.
Afb. 6
Gevaar: Gevaar voor stroomschok!
B Voor montage van de toebeho-
ren:
onderbreek de stroomverzorging
(230V AC) naar het verwarmings-
toestel en andere Busdeelne-
mers.
6 720 611 792-03.1R
3.
6 720 611 792-04.1R
4.
1.
2.
6 720 612 220-03.1R
Installatie (alleen voor de installateur)
12
6 720 800 833 (2012/02)
B Klik het bovenstuk vast en monteer de afdek-
king.
Afb. 7
3.1.2 Montage op de muur
De regelkwaliteit van de regelaar is afhankelijk
van de montageplaats.
De montageplaats (regelruimte) moet voor de
regeling van de verwarming geschikt zijn.
B Kies een montageplaats.
Afb. 8
B Schuifframe en bovendeel van de sokkel
aftrekken.
Afb. 9
6 720 612 220-04.1R
2.
1.
3.
4.
Het montageoppervlak op de muur
moet egaal zijn.
6 720 612 481-03.1R
0,3 m0,3 m
1,2 - 1,5 m
0,6 m
119 mm
134 mm
35 mm
1.
2.
3.
6 720 612 220-27.1J
13
Installatie (alleen voor de installateur)
6 720 800 833 (2012/02)
B Monteer de voet.
Afb. 10
B Breng de elektrische aansluiting tot stand
(Æ afbeelding 14 of 15 op pagina 16).
B Steek bovenstuk en schuifraam op de voet.
Afb. 11
6 720 612 220-07.1R
6 mm 3,5 mm6 mm
3,5 mm
3.
2.
1.
6 720 612 220-06.1R
Installatie (alleen voor de installateur)
14
6 720 800 833 (2012/02)
3.1.3 Montage van de buitenvoeler
De regelkwaliteit is afhankelijk van de montageplaats van de buitentemperatuurvoeler AF.
B Kies een montageplaats.
Afb. 12
1
/
2
H
(min 2m)
H
1
/
2
Y
Y
1
/
2
H
(min 2m)
H
N
S
W
O
NW
NO
SW
SO
6 720 610 967-02.1R
15
Installatie (alleen voor de installateur)
6 720 800 833 (2012/02)
B Verwijder de afschermkap.
B Bevestig het voelerhuis met twee schroeven
aan de buitenmuur.
Afb. 13
3.1.4 Montage van het toebehoren
B Monteer het toebehoren volgens de geldende
voorschriften en de meegeleverde installatie-
handleiding.
3.1.5 Afvalverwijdering
B Verwijder de verpakking op een voor het
milieu verantwoorde wijze.
B Als een component wordt vervangen: verwij-
der de oude component op een voor het
milieu verantwoorde wijze.
3.2 Elektrische aansluiting
3.2.1 Elektrische aansluiting in verwar-
mingstoestel
B Door de inbouw van de regelaar wordt auto-
matisch de busverbinding via de drie contac-
ten tot stand gebracht (Æ afbeelding 6 op
pagina 11).
Afb. 14 Regelaar via buscontacten in de buscom-
patibele Heatronic 3 ingebouwd.
1.
2
.
6 720 610 967-10.2J
Via het derde contact herkent de re-
gelaar dat deze in het verwarmings-
toestel in ingebouwd.
FW 120
1
2
4
BB
6 720 800 004-02.1O
ST 19
Heatronic 3
AF
AF
Installatie (alleen voor de installateur)
16
6 720 800 833 (2012/02)
3.2.2 Elektrische aansluiting aan de muur
B Busverbinding van regelaar naar overige bus-
deelnemers:
Gebruik elektrische kabels die minimaal over-
eenkomen met type H05 VV-... (NYM-J...).
Toegestane leidinglengten van de buscompati-
bele Heatronic 3 naar de regelaar:
B Om inductieve beïnvloeding te voorkomen:
Installeer alle laagspanningsleidingen geschei-
den van leidingen met een spanning van 230 V
of 400 V (minimumafstand 100 mm).
B Als er inductieve externe invloeden zijn, moe-
ten de leidingen worden afgeschermd.
Daardoor worden de leidingen beschermd
tegen externe invloeden zoals sterkstroomka-
bels, voeringsleidingen, transformatorsta-
tions, radio- en televisietoestellen,
amateurzendstations, magnetrons en derge-
lijke.
Afb. 15 Regelaar aan buscompatibele Heatronic
3 aangesloten.
Afb. 16 Aansluiting van busverbindingen via
aftakdoos (A)
Toegestane leidinglengten naar de buitentempe-
ratuurvoeler:
Leidinglengte Diameter
80 m 0,40 mm
2
100 m 0,50 mm
2
150 m 0,75 mm
2
200 m 1,00 mm
2
300 m 1,50 mm
2
1
2
4
BB
6 720 800 004-03.1O
ST 19
AF
B
B
AF
FW 120
Heatronic 3
Als de leidingdiameters van de bus-
verbindingen verschillend zijn:
B Sluit de busverbindingen via een
aftakdoos aan.
Leidinglengte Diameter
20 m 0,75 mm
2
... 1,50 mm
2
30 m 1,00 mm
2
... 1,50 mm
2
30 m 1,50 mm
2
B
2
BB
A
B
2
BB
B
2
BB
6 720 612 220-08.1J
100 mm
100 mm
17
Ingebruikneming (alleen voor de installateur)
6 720 800 833 (2012/02)
4 Ingebruikneming (alleen voor de installateur)
B Stel de codeerschakelaar op de IPM 1 op 1 in.
B Schakel de installatie in.
B Codeer de FB 10 of FB 100 op 1.
Bij eerste ingebruikneming of na een totale reset
van alle instellingen wordt de in de basisinstelling
ingestelde taal aangeven:
B Kies de taal met en bevestig met .
Als de gangreserve overschreden is, wordt
B Kies het uur met en bevestig met .
B Kies de minuut met en bevestig met
.
B Kies het jaar met en bevestig met .
B Kies de maand met en bevestig met
.
B Kies de dag met en bevestig met .
B Bij ingebruikneming wordt de automatische
systeemconfiguratie gestart (wacht 60 secon-
den en volg de aanwijzingen in het display op).
B Pas de overige instellingen aan de gebruikte
installatie aan Æ hoofdstuk 6 vanaf pagina 25
en hoofdstuk 8 vanaf pagina 40.
B De solarinstallatie dient volgens de gebruiks-
aanwijzing van de solarinstallatie te worden
gevuld en ontlucht en voor de ingebruikne-
ming volgens hoofdstuk 8.4 op pagina 49 te
worden voorbereid.
B Pas de overige instellingen aan de gebruikte
solarinstallatie aan Æ hoofdstuk 8.5 vanaf
pagina 49.
B Solarsysteem in bedrijf stellen
Æ hoofdstuk 8.5.4 op pagina 52.
Beschrijving van de bedieningsele-
menten Æ pagina 2.
Bediening
18
6 720 800 833 (2012/02)
5 Bediening
5.1 Kamertemperatuur en functie
wijzigen
5.1.1 Gewenste kamertemperatuur in de tijd
begrensd veranderen
Als u de gewenste kamertemperatuur duurzaam
wilt wijzigen Æ hoofdstuk 6.2.2 op pagina 29.
Deze functie is alleen beschikbaar als de verwar-
ming niet via een afstandsbediening FB 100
wordt geregeld:
B Stel de gewenste kamertemperatuur in met
.
Functieschakelaar in stand :
De gewijzigde temperatuur geldt tot aan de
volgende schakeltijd. Vervolgens geldt de
voor de schakeltijd vastgelegde tempera-
tuur.
Functieschakelaar in stand / / : De
veranderde temperatuur geldt tot er weer
aan de functieschakelaar wordt gedraaid.
Vervolgens geldt de voor de gekozen func-
tie vastgelegde temperatuur.
5.1.2 Bedrijfsstand voor verwarmen voortij-
dig veranderen (schakeltijd CV-pro-
gramma eenmalig vervroegen)
Als u de functie duurzaam wilt wijzigen
Æ hoofdstuk 5.1.4 op pagina 19.
Deze functie is alleen beschikbaar als de verwar-
ming niet via een afstandsbediening FB 100
wordt geregeld en de automatische functie
ingeschakeld is:
B Druk kort op om de volgende schakeltijd
en de bijbehorende functie Verwarmen /
Sparen / Eco te vervroegen tot de actu-
ele tijd.
In het display worden de gewijzigde gegevens
weergegeven.
B Houd ingedrukt en draai tegelijkertijd
aan om de volgende schakeltijd te veran-
deren. De schakeltijd kan maximaal tussen de
actuele tijd en de tweede daaropvolgende
schakeltijd worden gewijzigd.
Bij het overschrijden van de volgende schakel-
tijd van het verwarmingsprogramma wordt
een reset van de functie uitgevoerd en is de
automatische functie weer actief.
Functie voortijdig opheffen:
B Druk nogmaals kort in.
Met de regelaar kunt u de gewenste
kamertemperatuur voor elke functie
instellen. Deze temperatuur is niet
de feitelijke kamertemperatuur. Het
betreft een richtwaarde die de ge-
vraagde aanvoertemperatuur beïn-
vloedt.
De functie van de bedieningsele-
menten en de betekenis van de sym-
bolen op het display vindt u op de
pagina's 2 en 3.
Gebruik de functie als u vroeger
naar bed gaat of als u later of vroe-
ger thuiskomt.
19
Bediening
6 720 800 833 (2012/02)
5.1.3 Bedrijfsstand warm water veranderen
(in de tijd begrensd)
B kort indrukken, om de warmwaterberei-
ding direct te activeren.
De boiler wordt gedurende 60 minuten op
de ingestelde temperatuur van het warm-
waterprogramma opgewarmd.
Bij combitoestellen is het comfortbedrijf
gedurende 30 minuten actief.
Om het activeren ongedaan te maken:
B nogmaals kort indrukken.
5.1.4 Functie voor verwarming duurzaam
wijzigen
Automatische functie
(basisinstelling)
Automatische wisseling tussen Ver-
warmen / Sparen / Eco volgens het
actieve verwarmingsprogramma. De regelaar
regelt op de in het submenu Temperatuurni-
veaus ingestelde kamertemperaturen
(Æ hoofdstuk 6.2.2 op pagina 29).
Continu verwarmen
De regelaar regelt continu op de in
het submenu Temperatuurniveaus
ingestelde kamertemperatuur voor
Verwarmen (Æ hoofdstuk 6.2.2 op
pagina 29). Het verwarmingsprogramma wordt
genegeerd.
Continu sparen
De regelaar regelt continu op de in
het submenu Temperatuurniveaus ingestelde
kamertemperatuur voor Sparen
(Æ hoofdstuk 6.2.2 op pagina 29). Het verwar-
mingsprogramma wordt genegeerd.
Continu Eco
De regelaar regelt continu op de in
het submenu Temperatuurniveaus
ingestelde kamertemperatuur voor
Eco (Æ hoofdstuk 6.2.2 op pagina 29). Het
verwarmingsprogramma wordt genegeerd.
Gebruik deze functie als u buiten de
geprogrammeerde schakeltijden
warm water nodig heeft.
Het warme water wordt onafhanke-
lijk van de stand van de functiescha-
kelaar volgens het
warmwaterprogramma verwarmd
(Æ hoofdstuk 6.3 vanaf pagina 30).
Bediening
20
6 720 800 833 (2012/02)
5.2 Weergave in het display en navi-
geren in het menu
De bediening van de weersafhankelijk kamerther-
mostaat FW 120 is als menu uitgevoerd. Binnen
dit menu zijn de verschillende functies in een
boomstructuur gerangschikt. Voor een beter
overzicht is het menu in drie delen (HOOFD-
MENU, INFO, INSTALLATEURSNIVEAU) opge-
deeld. Ieder deel kan via een eigen toets worden
opgeroepen. De gehele menustructuur vindt u in
de hoofdstukken 6.1, 7 en 8.1.
Zo beweegt u zich binnen het menu:
Met roept u het HOOFDMENU op. Bent
u al op een willekeurige lokatie in HOOFD-
MENU ga dan met naar het standaard
display.
Met roept u het menu INFO op. Bent u al
op een willekeurige lokatie in het menu INFO
ga dan met naar het standaard display.
Door indrukken van gedurende minimaal
3 seconden roept u het menu
INSTALLATEURSNIVEAU op. Bent u al op een
willekeurige lokatie in het menu INSTALLA-
TEURSNIVEAU ga dan met naar het stan-
daard display.
Het geselecteerde menupunt/parameter
wordt weergegeven.
Pijlen aan de linker rand geven aan, dat er nog
meer tekst in het display is. Dit kan via
worden weergegeven.
Met wordt het bij het gekozen menu-
punt/parameter behorende submenu opge-
roepen of de instelmodus voor de parameter
wordt geactiveerd (de parameterwaarde knip-
pert).
Een knipperende parameterwaarde (b.v. scha-
keltijd of bedrijfsstand)
kan door worden veranderd.
kan met worden gewist (teruggezet
naar basisinstelling).
wordt via opgeslagen.
wordt door indrukken van een andere toets
dan onveranderd gelaten.
Om uit een submenu naar het bovenliggende
niveau te gaan:
De markering op de menuoptie Terug
plaatsen en aansluitend met bevesti-
gen of
indrukken.
5.3 Instellen van programma's
Instellen en veranderen van de schakeltijden en
bedrijfsstanden
De schakeltijden en bedrijfsstanden worden
altijd volgens hetzelfde schema ingesteld.
In de uitleveringstoestand zijn al programma's
voor verwarming en tapwater opgeslagen. De
installateur heeft eventueel de programma's op
uw wensen aangepast (eigen gewoonten).
5.3.1 Veranderen van een enkel schakelpunt
B De klep openen.
De standaardweergave wordt weer weergege-
ven.
menu
menu
info
info
menu
menu
invers
Het volgende voorbeeld toont alle
bedieningsstappen, die nodig zijn
om een schakeltijdstip in het cv-
programma te veranderen. Wan-
neer u in plaats daarvan een
schakeltijdstip in het tapwaterpro-
gramma wilt veranderen, dan roept
u tapwaterprogramma (menu:
Warm water > Warmwaterpro-
gramma) op en verandert u het
schakeltijdstip op dezelfde manier.
9
12
h
15
18
21
24
h
3
6
6 720 613 462-02.2O
21
Bediening
6 720 800 833 (2012/02)
B indrukken.
De displayverlichting schakelt in en het hoofd-
menu wordt getoond.
B indrukken.
Het menu verwarming is gekozen, de kopregel
toont de actuele menunamen (hier VERWAR-
MING).
B indrukken.
Het menu programma is gekozen, de kopregel
toont de actuele menunamen (hier CV-PRO-
GRAMMA).
B verdraaien, tot de markering op de
gewenste dag (of daggroep) staat (b.v. Maan-
dag).
De segmentring toont u altijd dan het CV-pro-
gramma, wanneer u exact een dag aangeeft
(b.v. Maandag) of wanneer bij een daggroep
de schakeltijden voor alle dagen binnen deze
groep gelijk zijn (b.v. alle schakeltijden voor
Ma - Vr gelijk).
B indrukken, om de menuoptie Maandag
te bevestigen.
Het volgende submenu (PROG. MAANDAG
WIJZIGEN) met de voorgeprogrammeerde
schakeltijden en bedrijfstijden P1 t/m P6
wordt getoond.
B indrukken.
De schakeltijd en het bijbehorende segment in
de segmentring knippert.
B verdraaien, tot de gewenste schakeltijd
wordt getoond (b.v. 05:30 uur).
De segmentring toont altijd het effect van de
schakeltijdverandering op het CV-programma.
B indrukken.
De schakeltijd is opgeslagen. In het display
knippert nu de betreffende bedrijfsstand.
menu
6 720 800 792-01.1O
9
12
h
15
18
21
24
h
3
6
6 720 800 792-02.1O
9
12
h
15
18
21
24
h
3
6
6 720 800 792-03.1O
9
12
h
15
18
21
24
h
3
6
9
12
h
15
18
21
24
h
3
6
6 720 800 792-04.1O
9
12
h
15
18
21
24
h
3
6
6 720 800 792-05.1O
9
12
h
15
18
21
24
h
3
6
6 720 800 792-06.1O
9
12
h
15
18
21
24
h
3
6
6 720 800 792-07.1O
Bediening
22
6 720 800 833 (2012/02)
B verdraaien, tot de gewenste bedrijfs-
stand resp. temperatuur wordt getoond (b.v.
Sparen).
De segmentring toont altijd het effect van de
verandering van de bedrijfsstand op het CV-
programma.
B indrukken.
De bedrijfsstand is opgeslagen. De instelling
van P1 is nu afgerond.
B U kunt nu:
andere schakeltijden en bedrijfsstanden
op dezelfde wijze veranderen of
de programmering beëindigen en naar de
standaard aanwijzing overgaan, door op
te drukken.
Gebruik van daggroepen bij de programmering
In veel gevallen zult u voor b.v. de werkdagen van
de week dezelfde schakeltijden willen program-
meren. Het is echter ook mogelijk, dat u b.v. voor
één van deze dagen een afwijkende programme-
ring wenst.
De programmering via de beschikbare daggroe-
pen maakt het u mogelijk, in enkele stappen de
programmering uit te voeren:
B Programmeer voor een daggroep b.v. Ma - Vr
de schakeltijden en bedrijfsstanden, die voor
het merendeel van de dagen binnen deze
groep moeten gelden.
B Verander de schakeltijden voor de afwijkende
dagen.
9
12
h
15
18
21
24
h
3
6
6 720 800 792-08.1O
menu
23
Bediening
6 720 800 833 (2012/02)
5.3.2 Wissen van een enkel schakeltijdstip
B Markering, zoals in hoofdstuk 5.3.1 beschre-
ven, op het te wissen punt plaatsen, bijv.
menupunt P1 (= schakeltijdstip 1).
B indrukken.
De schakeltijd en het bijbehorende segment in
de segmentring knippert.
B indrukken.
Het gewiste schakeltijdstip knippert. Tegelij-
kertijd veranderen de bijbehorende segmen-
ten.
B 2-maal indrukken.
B Het wissen van P1 is nu afgerond.
5.3.3 Terugzetten (overschrijven met de
basisinstelling) van een geheel pro-
gramma.
B Roep het menu: Verwarming > Programma,
Warm water > Warmwaterprogramma of
Warm water > Circ.pompprog.op.
B verdraaien, tot het menupunt Naar basi-
sinstelling terugzetten.
B indrukken.
Nee knippert.
B verdraaien, tot Ja knippert.
B indrukken.
Het programma wordt naar de basisinstelling
teruggezet.
9
12
h
15
18
21
24
h
3
6
6 720 800 792-06.1O
6 720 800 792-09.1O
9
12
h
15
18
21
24
h
3
6
Bediening
24
6 720 800 833 (2012/02)
5.4 Terugzetten van alle instellingen
(alleen voor de installateur)
Met deze functie worden alle instellingen van het
HOOFDMENU en het INSTALLATEURSNIVEAU
het naar de basisinstelling teruggezet! Daarna
moet de installateur de installatie weer
opnieuw in bedrijf nemen!
Wanneer de standaard aanwijzing is ingesteld:
B en tegelijkertijd ingedrukt houden,
tot de volgende waarschuwingstekst wordt
getoond:
B en ingedrukt houden, tot de vol-
gende tekst wordt getoond:
B indrukken.
Alle instellingen worden op de basisinstelling
teruggezet, datum en tijd blijven behouden.
menu
6 720 613 462-20.1O
9
12
h
15
18
21
24
h
3
6
menu
6 720 613 462-21.2O
9
12
h
15
18
21
24
h
3
6
25
Instellen van het HOOFDMENU
6 720 800 833 (2012/02)
6 Instellen van het HOOFDMENU
B Menutoets kort indrukken, om het hoofdmenu
te openen of te sluiten.
B Keuzeknop verdraaien, om het gewenste
menupunt te kiezen.
B Keuzeknop indrukken, om het gekozen menu-
punt te openen.
Het navigeren binnen de menustructuur, het pro-
grammeren, het verwijderen van waarden en het
terugzetten naar de basisinstelling worden in
hoofdstuk 5 vanaf pagina 18 uitvoerig beschreven.
6.1 Menustructuur
De menuopties worden alleen weer-
gegeven als de installatiedelen aan-
wezig en/of geactiveerd zijn en deze
niet door een afstandsbediening
worden benaderd. Sommige me-
nuopties worden niet weergegeven
omdat deze door een instelling in
een andere menuoptie uitgescha-
keld worden.
B U dient menuopties altijd in de
juiste volgorde in te stellen of on-
veranderd over te slaan. Daar-
door worden de volgende
menuopties automatisch aange-
past of niet weergegeven.
HOOFDMENU
Verwarming
Programma Æ pagina 28
Alle dagen ... Zondag P1, P2, ... P6
Naar basisinstelling terugzetten
Temperatuurniveaus Æ pagina 29
Verwarmen
Sparen
Eco
Verwarmingssnelheid Æ pagina 29
A
Instellen van het HOOFDMENU
26
6 720 800 833 (2012/02)
A
1)
1) Dit menu of de afzonderlijke menupunten worden afhankelijk van de geïnstalleerde installatie en de
instellingen eventueel niet getoond.
Warm water
1)
Warm water en circulatiepomp Æ pagina 30
1)
Warmwaterprogramma Æ pagina 31
Alle dagen ... Zondag P1, P2, ... P6
Naar basisinstelling terugzetten
1)
Circ.pompprog. Æ pagina 32
Alle dagen ... Zondag P1, P2, ... P6
Naar basisinstelling terugzetten
1)
Parameter Æ pagina 32
Boilertemp. bij verwarmingsfunctie
Boilertemp. bij spaarstandfunctie
Warmwatervoorrang
Aantal schakelingen
1)
Therm. desinfectie Æ pagina 33
Functie
Bedrijfstoestand
Tijd
Tijdinterval
Vakantie Æ pagina 34
Begin
Einde
Verwarming
Warm water
1)
Circulatiepomp
1)
Thermische desinfectie
B
27
Instellen van het HOOFDMENU
6 720 800 833 (2012/02)
B
Alg. Instellingen Æ pagina 35
Tijd en datum
Tijd
Datum
Zomer-/wintertijd
Klok correctie
Display Weergave
Datum
Contrast display
Standaard informatie
Toetsenblokkering
Taal
1)
1) Dit menu of de afzonderlijke menupunten worden afhankelijk van de geïnstalleerde installatie en de instellin-
gen eventueel niet getoond.
Solar Æ pagina 36
T2: max. temperatuur solarboiler
Invloed optimalisatie WW
Optimalisatieinvloed CV circuit
Instellen van het HOOFDMENU
28
6 720 800 833 (2012/02)
6.2 Verwarmingsprogramma
Hoofdmenu: Verwarming
6.2.1 Tijd-/temperatuurniveauprogramma
Menu: Verwarming > Programma
Gebruik dit menu, wanneer u het cv-programma
met persoonlijk tijd-/temperatuurprofiel wenst.
Het cv-programma is alleen actief, wanneer de
bedrijfsstandenschakelaar op is ingesteld.
Afb. 17 Voorbeeld cv-programma met tijd-/tem-
peratuurniveauprofiel
Instelmogelijkheden:
Maximaal zes schakeltijden per dag met drie ver-
schillende bedrijfsstanden (Verwarmen /
Sparen / Eco ).
Naar keuze voor iedere dag verschillende tij-
den of dezelfde tijden voor:
Iedere dag (Alle dagen)
Maandag t/m vrijdag (Ma - Vr)
Zaterdag en zondag (Za - Zo)
Kortste schakelperiode is 15 minuten
(= 1 segment)
B CV-programma naar basisinstelling
terugzetten Æ pagina 23.
Stel de regelaar aanvoertempera-
tuur van het verwarmingstoestel op
de maximaal benodigde aanvoer-
temperatuur in.
[°C]
[t]
6 720 612 481-70.1J
Als de programmering voor bijv.
Donderdag van de overige weekda-
gen afwijkt, verschijnt in de keuze
Alle dagen en Ma - Vr bij alle waar-
den ----- van --:--. Dat wil zeggen dat
er geen gemeenschappelijke scha-
keltijden en functies voor deze se-
lectie zijn.
29
Instellen van het HOOFDMENU
6 720 800 833 (2012/02)
6.2.2 Temperatuur voor de bedrijfsstanden
(temperatuur constant veranderen)
Menu: Verwarming > Temperatuurniveaus
Gebruik dit menu om duurzaam de temperatuur-
niveaus voor de drie functies (Verwarmen /
Sparen / Eco ) en de verwarmingssnelheid
aan uw persoonlijke wensen en aan uw woon-
ruimte aan te passen.
B Gewenste kamertemperatuur voor de functies
instellen:
Verwarmen = maximaal benodigde tem-
peratuur (bijv. als er personen in de woon-
ruimte verblijven en deze een comfortabele
kamertemperatuur wensen).
Sparen = gemiddeld benodigde tempe-
ratuur (bijv. als een lagere temperatuur vol-
doende is of als alle personen buitenshuis
zijn of slapen en het gebouw niet te sterk
mag afkoelen).
Eco = minimaal benodigde temperatuur
(bijv. als alle personen buitenshuis zijn of
slapen en het gebouw mag afkoelen). Houd
rekening met aanwezige huisdieren en
planten.
6.2.3 Opwarmsnelheid
B Gewenste verwarmingssnelheid instellen:
Sparen = Het gebouw wordt langzaam ver-
warmd en daarbij wordt energie bespaard.
Normaal = Het gebouw wordt met „nor-
male“ snelheid verwarmd.
Snel = Het gebouw wordt snel verwarmd
en daardoor wordt maximaal comfort
bereikt.
Instellen van het HOOFDMENU
30
6 720 800 833 (2012/02)
6.3 Warmwaterprogramma
Hoofdmenu: Warm water
6.3.1 Bedrijfswijze van de warmwaterpro-
gramma’s
Menu: Warm water > Warm water en circulatie-
pomp
Met dit menu kunt u
B uw eigen warmwaterprogramma activeren.
-of-
B combineer het warmwaterprogramma met uw
verwarmingsprogramma.
WW prog. gekoppeld (automatische functie
samen met het verwarmingsprogramma):
Met boiler:
Volgens de ingestelde warmwatertempera-
tuur onder Boilertemp. bij verwarmings-
functie
1)
, als de verwarming in de functie
Verwarmen werkt of binnen een uur
naar de functie Verwarmen schakelt.
Anders volgens de ingestelde warmwater-
temperatuur onder Boilertemp. bij spaar-
standfunctie
1)
als de verwarming in de
functie Sparen werkt.
Anders warm water Eco (15°C vaste
waarde).
Met combiverwarmingstoestel:
Warm water Aan als de verwarming in de
functie Verwarmen werkt of in het afge-
lopen uur in de functie Verwarmen
heeft gewerkt.
Anders warm water Uit
Met circulatiepomp voor warmwaterboiler:
Circulatiepomp Aan en start van de circu-
latiepomp volgens instelling
(Æ hoofdstuk 6.3.5 op pagina 33) als de
verwarming in de functie Verwarmen
werkt.
Anders circulatiepomp Uit.
Apart van CV prog. (onafhankelijke tijdpro-
gramma’s):
Automatische wissel tussen warm water
Aan
2)
/ Uit
2)
of verschillende warmwatertem-
peraturen
3)
en circulatiepomp Aan / Uit vol-
gens de ingevoerde programma’s.
Start van de circulatiepomp volgens instelling
(Æ hoofdstuk 6.3.5 op pagina 33).
Stel de regelaar warmwatertempe-
ratuur van het verwarmingstoestel
op de maximaal benodigde warm-
watertemperatuur in. Als er een boi-
ler na de hydraulische poort op de
IPM is aangesloten, moet de rege-
laar aanvoertemperatuur op het ver-
warmingstoestel helemaal naar
rechts worden gezet.
1) Warmwatertemperatuur instellen
Æ hoofdstuk 6.3.5 op pagina 32.
2) Warm water met combiverwarmings-
toestel
3) Warm water via boiler
31
Instellen van het HOOFDMENU
6 720 800 833 (2012/02)
6.3.2 Tijd-/temperatuurniveauprogramma
voor warm water via boiler
Menu: Warm water > Warmwaterprogramma
Gebruik dit menu als u voor de warmwaterberei-
ding een programma met een persoonlijk tijd- en
temperatuurprofiel wenst.
Het tijd-/temperatuurniveauprogramma kan
alleen worden ingesteld en is alleen actief als
Warm water > Warm water en circulatiepomp >
Apart van CV prog. is ingesteld.
Afb. 18 Voorbeeld warmwaterprogramma met
tijd-/temperatuurniveauprofiel
Instelmogelijkheden
Maximaal zes schakeltijden per dag met warm-
watertemperaturen tussen 15°C en 60°C.
Naar keuze voor Alle dagen / Ma - Vr / Za - Zo
dezelfde tijden of voor elke dag verschillende
tijden.
Kortste schakelperiode is 15 minuten
(1 segment).
Schakeltijden en warmwatertemperatuur instel-
len
Weekdagen, schakeltijden en bijbehorende
warmwatertemperaturen kunt u invoeren en
bekijken zoals beschreven in hoofdstuk 6.2 op
pagina 28.
6.3.3 Tijdprogramma voor warm water met
combiverwarmingstoestel
Menu: Warm water >Warmwaterprogramma
Gebruik dit menu wanneer u voor de warmwater-
bereiding een tijdprogramma wenst.
Het tijdprogramma kan alleen worden ingesteld
en is alleen actief als Warm water > Warm water
en circulatiepomp > Apart van CV prog. is inge-
steld.
Automatische wissel warm water Aan/Uit vol-
gens het ingevoerde tijdprogramma.
Aan: Als op het verwarmingstoesteld de ECO-
toets niet is ingedrukt, is er onmiddellijk warm
water beschikbaar.
Uit: De interne warmtewisselaar van het ver-
warmingstoestel blijft niet verwarmd, daarom
is warm water pas na een vrij lange warmwa-
terafname beschikbaar.
Instelmogelijkheden
Maximaal zes schakeltijden per dag met twee
verschillende functies (Aan / Uit).
Naar keuze voor Alle dagen / Ma - Vr / Za - Zo
dezelfde tijden of voor elke dag verschillende
tijden.
Kortste schakelperiode is 15 minuten
(1 segment).
Schakeltijden en functie instellen
Weekdagen, schakeltijden en bijbehorende func-
ties (Aan / Uit) kunt u invoeren en bekijken zoals
beschreven in hoofdstuk 6.2 op pagina 28.
Deactiveer niet-benodigde schakel-
tijden door deze te verwijderen.
C
t
6 720 613 058-07.1R
Deactiveer niet-benodigde schakel-
tijden door deze te verwijderen.
Instellen van het HOOFDMENU
32
6 720 800 833 (2012/02)
6.3.4 Tijdprogramma voor circulatiepomp
(alleen met boiler)
Menu: Warm water > Circ.pompprog.
Gebruik dit menu wanneer u voor de circulatie-
pomp een tijdprogramma wenst.
Het tijdprogramma kan alleen worden ingesteld
en is alleen actief als Warm water > Warm water
en circulatiepomp > Apart van CV prog. is inge-
steld.
Automatische wissel circulatiepomp Aan / Uit
volgens het ingevoerde tijdprogramma.
Aan: Start van de circulatiepomp volgens
instelling (Æ hoofdstuk 6.3.5 op
pagina 33).
Uit: De circulatiepomp blijft stilstaan.
Instelmogelijkheden
Maximaal zes schakeltijden per dag met twee
verschillende functies (Aan / Uit).
Naar keuze voor Alle dagen / Ma - Vr / Za - Zo
dezelfde tijden of voor elke dag verschillende
tijden.
Kortste schakelperiode is 15 minuten
(1 segment).
Schakeltijden en functie instellen
Weekdagen, schakeltijden en bijbehorende func-
ties (Aan / Uit) kunt u invoeren en bekijken zoals
beschreven in hoofdstuk 6.2 op pagina 28.
6.3.5 Parameters voor warm water
Menu: Warm water > Parameter > Boilertemp.
bij verwarmingsfunctie
Deze menuoptie is alleen actief als Warm water >
Warm water en circulatiepomp > WW prog.
gekoppeld is ingesteld (Æ hoofdstuk 6.3.1 op
pagina 30). Stel hier de gewenste warmwater-
temperatuur voor uw boiler in.
Menu: Warm water > Parameter > Boilertemp.
bij spaarstandfunctie
Deze menuoptie is alleen actief als Warm water >
Warm water en circulatiepomp > WW prog.
gekoppeld is ingesteld (Æ hoofdstuk 6.3.1 op
pagina 30). Stel hier de gewenste verlagingstem-
peratuur voor uw boiler in.
Menu: Warm water > Parameter > Warmwater-
voorrang
Deze menuoptie is alleen actief als de Configura-
tie warm water in de systeemconfiguratie op Boi-
ler via IPM n° 3...10 is ingesteld
(Æ hoofdstuk 8.1.1 op pagina 41). Gebruik dit
menu als u tijdens het opwarmen van de boiler
uw verwarming ingeschakeld wilt laten (bijv. bij
een gebouw met een geringe isolatie en lage bui-
tentemperaturen).
Voorrang: Tijdens het opwarmen van de boiler
wordt de verwarming uitgeschakeld. De pomp
blijft stilstaan en de mengkleppen worden
gesloten.
Selectieve voorrang: Als er een menger aan-
wezig is, wordt er tijdens het laden van de boi-
ler weer opgewarmd, de pomp loopt en de
mengklep regelt op de gewenste opwarmtem-
peratuur. Als er geen mengklep aanwezig is,
wordt de verwarming uitgeschakeld, zodat
deze niet te heet wordt. Met Selectieve voor-
rang duurt het opwarmen van de boiler langer.
Deactiveer niet-benodigde schakel-
tijden door deze te verwijderen.
33
Instellen van het HOOFDMENU
6 720 800 833 (2012/02)
Menu: Warm water > Parameter > Aantal scha-
kelingen
Deze menuoptie is alleen actief als er een circula-
tiepomp aanwezig is.
In deze menuoptie wordt het aantal circulatie-
pompschakelingen per uur tijdens de functie cir-
culatiepomp Aan vastgelegd. Bij de instelling:
1/h tot 6/h blijft de circulatiepomp bij elke
start 3 minuten actief.
7/h draait de circulatiepomp continu tijdens
Aan.
Tijdens de functies circulatiepomp Uit blijft de
circulatiepomp stilstaan.
6.3.6 Thermische desinfectie warm water
Menu: Warm water > Therm. desinfectie
Dit menu is alleen actief als het warme water via
een boiler verwarmd wordt. Wij adviseren om
regelmatig een thermische infectie uit te voeren.
Als u een combiverwarmingstoestel heeft, dient u
de aanwijzingen in de documentatie bij het ver-
warmingstoestel in acht te nemen.
Functie:
Automatisch: De thermische desinfectie
start automatisch volgens de ingestelde
startvoorwaarden. Annuleren en handma-
tig inschakelen van de thermische desin-
fectie is mogelijk.
Handmatig: De thermische desinfectie kan
tijdens Bedrijfstoestand telkens eenmalig
worden gestart.
Bedrijfstoestand:
Niet in bedrijf: Momenteel geen thermi-
sche desinfectie. Met Nu éénmalig starten
kan de thermische desinfectie eenmalig
worden gestart.
In bedrijf: Momenteel thermische desin-
fectie. Met Stoppen kan de thermische
desinfectie worden onderbroken.
Als de Solaroptie E therm. desinfectie
ingeschakeld is (Æ hoofdstuk 8.4 op
pagina 49) en de thermische desinfectie
met Stoppen wordt onderbroken, ver-
schijnt er bij het niet bereiken van de de
desinfectietemperatuur in de solarboiler
voor 5 minuten een storingsmelding (sto-
ring 54, Æ hoofdstuk 9.1 vanaf pagina 55).
Tijd: Starttijd voor de automatische thermi-
sche desinfectie.
Tijdinterval: Periode tot de volgende start van
de automatische thermische desinfectie.
Waarschuwing: Gevaar voor brand-
wonden!
Heet water kan tot ernstige ver-
brandingen leiden.
B Voer de thermische desinfectie
daarom alleen buiten de norma-
le bedrijfstijden uit.
B Wijs bewoners op het verbran-
dingsgevaar en bewaak de ther-
mische desinfectie beslist.
Instellen van het HOOFDMENU
34
6 720 800 833 (2012/02)
6.4 Vakantieprogramma
Hoofdmenu: Vakantie
Gebruik dit menu als u gedurende enkele dagen
een speciale functie wilt zonder de persoonlijke
instellingen van de verschillende programma’s en
parameters te veranderen.
In het vakantieprogramma worden de verwar-
ming en de warmwaterbereiding op de in het
vakantieprogramma ingestelde functie geregeld
(bescherming tegen vorst is gewaarborgd).
Begin:
Als de datum voor Begin de datum van van-
daag is, start het vakantieprogramma met-
een.
Als de datum voor Begin morgen of later is,
start het vakantieprogramma om 00:00 van
de ingestelde dag.
Einde: Het vakantieprogramma eindigt om
23:59 van de ingestelde dag.
Verwarming: Functie voor de verwarming tij-
dens het vakantieprogramma.
Warm water: Functie voor de warmwaterbe-
reiding tijdens het vakantieprogramma.
Circulatiepomp: Functie voor de circulatie-
pomp tijdens het vakantieprogramma.
Thermische desinfectie: Functie voor de ther-
mische desinfectie van het warme water tij-
dens het vakantieprogramma.
Als het vakantieprogramma actief is, wordt in de
standaardweergave en bijv. VAKANTIE TOT
30-09-2012 weergegeven.
Vakantieprogramma voortijdig opheffen:
B Kies het menu Vakantie > Begin en druk op
.
In het display verschijnt --:--:----.
B Druk op de keuzeknop om de instelling
op te slaan.
35
Instellen van het HOOFDMENU
6 720 800 833 (2012/02)
6.5 Algemene instellingen
Hoofdmenu: Alg. Instellingen
6.5.1 Tijd, Datum en Zomer-/wintertijd
Menu: Alg. Instellingen > Tijd en datum
Gebruik dit menu als u de tijd en datum wilt aan-
passen.
Tijd: Tijd opnieuw instellen als de stroomvoor-
ziening langer dan 12 uur onderbroken was.
Datum: zie boven Tijd.
De actuele dag van de week (bijv. Ma) wordt
automatisch berekend.
Zomer-/wintertijd: Automatische aanpassing
zomer-/wintertijd in- of uitschakelen.
Klok correctie: Correctiefactor voor tijd
instellen. Deze correctie vindt eenmaal per
week plaats.
Voorbeeld:
Afwijking van de tijd ca. –3 minuten per
jaar
–3 minuten per jaar komen overeen met
–180 seconden per jaar
1 jaar = 52 weken
–180 seconden : 52 weken
= –3,46 seconden per week
Correctiefactor = +3,5sec./week
6.5.2 Opmaak voor weergave
Menu: Alg. Instellingen > Display Weergave
Gebruik dit menu als u de opmaak voor weergave
aan uw persoonlijke wensen wilt aanpassen.
Datum: Kies de opmaak voor de datumweer-
gave uit DD.MM.JJJJ en MM/DD/JJJJ (D =
cijfer voor dag, M = cijfer voor maand, J = cijfer
voor jaar).
Contrast display: Stel het weergavecontrast
tussen 25% en 75% in.
Standaard informatie: Stel de informatie in
die tijdens de standaardweergave in de boven-
ste regel moet worden weergegeven.
6.5.3 Toetsenblokkering
Menu: Alg. Instellingen > Toetsenblokkering
Gebruik dit menu om de toetsenfuncties tegen
ongewenste bediening door kinderen te blokke-
ren.
Als Toetsenblokkering actief is en tijdens de
standaardweergave een geblokkeerde toets
wordt ingedrukt, wordt in het display weergege-
ven dat de toetsenblokkering actief is.
Toetsenblokkering uitschakelen:
B Houd en tegelijkertijd ingedrukt tot
er een melding verschijnt.
6.5.4 Taal
Menu: Alg. Instellingen > Taal
Gebruik dit menu als u een andere taal voor de
displayteksten wenst.
Gewijzigde standen van de functie-
schakelaar worden pas na het uit-
schakelen van Toetsenblokkering
actief.
Instellen van het HOOFDMENU
36
6 720 800 833 (2012/02)
6.6 Solarinstellingen
Hoofdmenu: Solar
Gebruik dit menu als u de boilertemperatuur wilt
begrenzen of als u de gewenste warmwatertem-
peratuur en de gewenste aanvoertemperatuur op
basis van de beschikbare zonne-energie afhanke-
lijk van uw regio wilt optimaliseren.
Boilertemperatuur begrenzen
Om zo veel mogelijk zonne-energie op te slaan, is
een hoge boilertemperatuur noodzakelijk.
De begrenzing van de boilertemperatuur voor-
komt oververhitting van het drinkwater. Bij inge-
bruikneming wordt de temperatuurwaarde door
de ISM-module verzonden.
T2: max. temperatuur solarboiler: Boilertempe-
ratuur > 60°C alleen met begrenzing van de tap-
temperatuur via thermostatische
drinkwatermenger.
Solaroptimalisatie
Om zo veel mogelijk zonne-energie te benutten,
moeten de gewenste temperaturen die van het
verwarmingstoestel worden aangevraagd zo veel
mogelijk worden gereduceerd. Bij deze regelaar
kan deze reductie afhankelijk van de beschikbaar-
heid van zonne-energie met Invloed optimalisa-
tie WW en met Optimalisatieinvloed CV circuit
automatisch plaatsvinden.
Meer informatie voor de installateur
Æ hoofdstuk 8.5.3 op pagina 50.
Invloed optimalisatie WW: Maximale reduce-
ring van de gewenste temperatuur van het
warme water door solarinvloed.
Voorbeeld:
Gewenste warmwatertemperatuur = 60°C
Invloed optimalisatie WW = 15 K
Gewenste warmwatertemperatuur voor
het verwarmingstoestel = 60°C– 15 K
Gesteld dat er voldoende solarvermogen
beschikbaar is, wordt de maximale reduce-
ring ingesteld. Het verwarmingstoestel ver-
warmt het warme water op 45°C. De
resterende 15 K kan door opbrengst van
zonne-energie worden verwarmd.
Optimalisatieinvloed CV circuit: Invloed van
de solarcapaciteit op de verwarmingscapaci-
teit die aan de verwarming wordt toegevoerd.
Bij een hoge waarde wordt de aanvoertempe-
ratuur van de verwarmingscurve overeenkom-
stig sterker verlaagd (meer informatie voor de
installateur Æ hoofdstuk 8.3 vanaf pagina 44),
om een grotere passieve toevoer van zonne-
energie door de ramen van het gebouw moge-
lijk te maken. Tegelijkertijd wordt daardoor de
variatie van temperatuur in het gebouw ver-
minderd, hetgeen het comfort doet toenemen.
Verhoog Optimalisatieinvloed CV circuit
als de verwarming kamers met grote ramen
op het zuiden verwarmt.
Verhoog Optimalisatieinvloed CV circuit
niet als de verwarming kamers met kleine
ramen op het noorden verwarmt.
Waarschuwing: Gevaar voor brand-
wonden! Door een boilertempera-
tuur boven 60°C.
B Als de begrenzing van de boiler-
temperatuur > 60°C wordt inge-
steld, dient u de
thermostatische drinkwa-
termenger TWM 20 (toebeho-
ren) in de warmwaterleiding in
te bouwen.
B Stel de TWM 20 op max. 60°C in.
Invloed optimalisatie WW en Opti-
malisatieinvloed CV circuit starten
op zijn vroegst na een kalibreringsfa-
se van 30 dagen na ingebruikneming
van de solarinstallatie.
37
Informatie weergeven
6 720 800 833 (2012/02)
7 Informatie weergeven
Menu: INFO
Hier kan systeeminformatie worden weergege-
ven.
Het navigeren binnen de menustructuur wordt in
hoofdstuk 5.2 vanaf pagina 20 uitvoerig beschre-
ven.
Overzicht menu INFO
De volgende tabel dient
als overzicht van de menustructuur (kolom 1).
De diepte van de menu’s wordt aangegeven
met verschillende grijstinten.
De menu’s Gebruiksaanwijzing en Verwar-
mingstoestel bevinden zich bijvoorbeeld op
hetzelfde niveau.
als overzicht van de variabele weergavemoge-
lijkheden (kolom 2).
als beschrijving van de verschillende infopun-
ten (kolom 3).
De menuopties worden alleen weer-
gegeven als de installatiedelen aan-
wezig en/of geactiveerd zijn en deze
niet door een afstandsbediening
worden benaderd. Sommige me-
nuopties worden niet weergegeven
omdat deze door een instelling in
een andere menuoptie uitgescha-
keld worden.
Menustructuur INFO
Variabele voorbeeldindi-
catie
Beschrijving
Verwarmingstoestel
Buitentemperatuur 10,0°C Actuele buitentemperatuur.
Verwarmingsfunctie moge-
lijk
Ja / Nee Geeft aan of het verwarmingstoestel gereed voor
gebruik is.
Actuele aanvoertempera-
tuur
55,0°C Actuele aanvoertemperatuur aan het verwarmings-
toestel.
Brander Aan / Uit Toestand van de brander.
Verwarmingspomp Aan / Uit Schakeltoestand van de pomp in het verwarmings-
toestel.
Maximale aanvoertempera-
tuur
75,0°C Op het verwarmingstoestel ingestelde maximale
aanvoertemperatuur.
Maximale warmwatertem-
peratuur
60,0°C Op het verwarmingstoestel ingestelde maximale
warmwatertemperatuur.
Inspectie vereist Ja / Nee Geeft aan of een onderhoud/controle van het ver-
warmingstoestel nodig is.
Informatie weergeven
38
6 720 800 833 (2012/02)
CV circuit
Functie Auto. verwarmen / Auto.
sparen/ Auto. Eco/ Ver-
warmen/ Sparen/ Eco/
Vakantie autom./ Vakantie
verwarmen/ Vakantie spa-
ren/ Vakantie Eco/ Vloer-
drogen wacht/ Drogen
vloer actief
Actuele functie of speciale functie voor verwar-
ming.
Gewenste kamertempera-
tuur.
25,0°C Van de regelaar of de afstandsbediening FB 10
gevraagde ruimtetemperatuur (alleen als „Ruimte-
invloed“ actief is).
Actuele kamertemperatuur 22,0°C Op de regelaar gemeten kamertemperatuur (alleen
bij montage op de muur van de regelaar).
Ruimtetemp. FB 10 23,0°C Door afstandsbediening FB 10 gemeten kamertem-
peratuur.
Gevraagde aanvoertempe-
ratuur
75,0°C Door de regelaar berekende en gevraagde aanvoer-
temperatuur.
Actuele aanvoertempera-
tuur
47,0°C In het CV-circuit gemeten aanvoertemperatuur.
Verwarmingspomp Aan / Uit Schakeltoestand van de verwarmingspomp in het
CV-circuit.
Positie mengklep 85% open Actuele openingsgraad van de mengklep in het CV-
circuit.
Warm water
Functie Direct WW / Aut. aan/
Aut. uit/ Vakantie autom./
Vakantie aan/ Vakantie uit
Actuele functie of speciale functie voor warm
water met combiverwarmingstoestel.
Direct WW / Therm. des-
infectie/ Automatisch/
Vakantie autom./ Vakantie
15°C
Actuele functie of speciale functie voor boiler.
Gewenste warmwatertem-
peratuur
60,0°C Door regelaar gevraagde warmwatertemperatuur.
Actuele warmwatertempe-
ratuur
40,0°C Actueel gemeten warmwatertemperatuur.
warmwaterbereiding In bedrijf / Uit Actuele toestand van warmwaterbereiding.
Laatste therm. desinfectie Afgesloten / Geannu-
leerd/ In bedrijf
Resultaat van de laatste thermische desinfectie.
Installateur
Telefoonnummer (telefoonnummer) Telefoonnummer van de installateur.
Naam (naam) Naam van de installateur.
Menustructuur INFO
Variabele voorbeeldindi-
catie
Beschrijving
39
Informatie weergeven
6 720 800 833 (2012/02)
Solar
Standaardsysteem Menu voor het basisinstallatiedeel van het solar-
systeem.
T1 : Temperatuur collec-
torveld 1
80,0°C Aan collectortemperatuurvoeler (T
1
) gemeten tem-
peratuur.
T2: Temp. Solarboiler 1 55,7°C Aan onderste boilertemperatuurvoeler (T
2
) geme-
ten temperatuur in solarboiler.
SP : Solarpomp collec-
torveld 1
In bedrijf / Uit Schakeltoestand solarpomp (SP).
Uitschakeling collector-
veld 1
Ja / Nee Geeft aan of er sprake is van een veiligheidsuit-
schakeling van de solarpomp (SP) vanwege over-
verhitting van de collectoren (T
1
).
Solarboiler Volledig opgewarmd /
Niet voll. opgewarmd
Oplaadtoestand solarboiler.
SP: Bedrijfsuren Solar-
pomp col.veld 1
12463 h Aantal bedrijfsuren solarpomp (SP) sinds inge-
bruikneming.
Therm. desinfectie Menu voor installatiegedeelte thermische systeem-
desinfectie.
Toestand thermische
desinfectie
In bedrijf / Uit Actuele toestand van thermische desinfectie.
PE: Pomp desinfectie In bedrijf / Uit Schakeltoestand van thermische desinfectiepomp
(PE).
Solaroptimalisatie Menu voor solar-ondersteunde optimalisatie van
het conventionele verwarmingssysteem.
Solaropbrengst laatste
uur
120 Wh Opbrengst van zonne-energie binnen het afgelo-
pen uur (hier worden alleen waarden weergegeven
als in het menu solaroptimalisatie correcte para-
meters zijn ingesteld, Æ hoofdstuk 8.5.3 op
pagina 50).
Solaropbrengst vandaag 2,38 kWh Opbrengst zonne-energie van vandaag.
Solaropbrengst totaal 483,6 kWh Totale opbrengst zonne-energie sinds ingebruikne-
ming.
Warmwatertemp. ver-
minderd met
4,7 K Actuele vermindering van de door het verwar-
mingstoestel gevraagde warmwatertemperatuur
op basis van de beschikbare zonne-energie. Start
pas 30 dagen na de ingebruikneming.
Gewenste kampertemp.
verminderd met
1,3 K Actuele vermindering van de gewenste kamertem-
peratuur op basis van de beschikbare zonne-ener-
gie. Start pas 30 dagen na de ingebruikneming.
Storingen 40 solarsysteem
03 FW 120
EA verwarmingstoestel ...
Lijst van actuele storingen. Meer informatie wordt
weergegeven als u selecteert met en beves-
tigt met .
Menustructuur INFO
Variabele voorbeeldindi-
catie
Beschrijving
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur)
40
6 720 800 833 (2012/02)
8 Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen
voor de installateur)
Het navigeren binnen de menustructuur, het pro-
grammeren, het verwijderen van waarden en het
terugzetten naar de basisinstelling worden in
hoofdstuk 5.2 vanaf pagina 20 uitvoerig beschre-
ven.
8.1 Overzicht en instellingen van
het menu INSTALLATEURSNI-
VEAU
De volgende tabellen dienen
als overzicht van de menustructuur (kolom 1).
De diepte van het menu wordt aangegeven
met verschillende grijstinten.
Bijv. in het menu Solarsyst. parameter bevin-
den zich de submenu’s 1. Standaardsysteem
en Solaroptimalisatie op hetzelfde niveau.
als overzicht van de basisinstellingen (kolom
2) om menuopties naar de basisinstelling
terug te zetten.
als overzicht van de instelbereiken van de
menuopties (kolom 3).
voor het invullen van de persoonlijke instelling
(kolom 4).
voor het vinden van de gedetailleerde
beschrijving van de verschillende menuopties
(kolom 5).
Het menu INSTALLATEURSNIVEAU
is alleen voor de installateur be-
stemd.
B INSTALLATEURSNIVEAU ope-
nen: Druk ca. 3 Sekunden
in.
menu
De menuopties worden alleen weer-
gegeven als de installatiedelen aan-
wezig en/of geactiveerd zijn en deze
niet door een afstandsbediening
worden benaderd. Sommige me-
nuopties worden niet weergegeven
omdat deze door een instelling in
een andere menuoptie uitgescha-
keld worden.
B U dient menuopties altijd in de
juiste volgorde in te stellen of on-
veranderd over te slaan. Daar-
door worden de volgende
menuopties automatisch aange-
past of niet weergegeven.
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur)
42
6 720 800 833 (2012/02)
8.1.3 INSTALLATEURSNIVEAU: Solarsysteem config.
8.1.4 INSTALLATEURSNIVEAU: Solarsyst. parameter
8.1.5 INSTALLATEURSNIVEAU: Systeemstoringen
Menustructuur
Solarsysteem config.
Basisinstel-
ling
Instelbereik
Persoon-
lijke instel-
ling
Beschrijving
vanaf pagina
Solaroptie E therm. desinfectie Nee Nee / Ja
50
Menustructuur
Solarsyst. parameter
Basisinstel-
ling
Instelbereik
Persoon-
lijke instel-
ling
Beschrijving
vanaf pagina
1. Standaardsysteem
49
SP: Inschakel-temperatuur-
verschil
8 K 3 K ... 20 K
(niet lager dan „SP: Uitschakel-
temperatuurverschil“ +1K)
K
SP: Uitschakel-tempera-
tuurverschil
4 K 2 K ... 19 K
(niet hoger dan „SP: Inschakel-
temperatuurverschil“ –1K)
K
T2: max. temperatuur
solarboiler
60°C 15°C ... 95°C °C
Max. temp. Solarpanelen 130°C 90°C ... 135°C °C
SP : Bedrijfsstand Solar-
pomp col.veld 1
Automatisch Automatisch / Handmatig aan/
Handmatig uit
PE: Pomp therm. desinfect. Automatisch Automatisch / Handmatig aan/
Handmatig uit
50
Solaroptimalisatie
50
Oppervlak collectorveld 1 0,0 m
2
0,0 m
2
... 150,0 m
2
m
2
Type collectorveld 1 Platte collec-
tor
Platte collector / Vacuümbuis-
collector
Klimaatzone 90 0 ... 255
Invloed optimalisatie WW 0 K 0 K (functie uit) ... 20 K K
Optimalisatieinvloed CV
circuit
0,0 K 0,0 K (functie uit) ... 5,0 K K
Solarsysteem in gebruik
nemen
Nee Nee / Ja
52
Menustructuur
Systeemstoringen
Basisinstel-
ling
Instelbereik
Persoon-
lijke instel-
ling
Beschrijving
vanaf pagina
01.01.2012
16:11
EA Verwarm.toestel
(voorbeeld van laatste sto-
ring)
––
52
25.09.2012
18:45
32 IPM codering 3
(max. 19 eerdere storingen)
––
43
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur)
6 720 800 833 (2012/02)
8.1.6 INSTALLATEURSNIVEAU: Service adres
8.1.7 INSTALLATEURSNIVEAU: Systeeminfo
8.1.8 INSTALLATEURSNIVEAU: Drogen vloer
Menustructuur
Service adres
Voorbeeld Instelbereik
Persoon-
lijke instel-
ling
Beschrijving
vanaf pagina
Telefoonnummer 012345 6789 max. 20 tekens
52
Naam Verwar-
mingsinstal-
latiebedrijf
max. 20 tekens
Menustructuur
Systeeminfo
Voorbeeld Instelbereik
Persoon-
lijke instel-
ling
Beschrijving
vanaf pagina
Datum eerste ingebruikne-
ming
22.10.2012 (active-
ring bij ingebruikne-
ming)
––
52
Bestelnummer verwarmings-
toestel
7 777 777 777
(waarde van verwar-
mingstoestel)
––
Productiedatum verwarmings-
toestel
27.06.2012 (waarde
van verwarmingstoe-
stel)
––
Bestelnummer en type rege-
laar
7 777 777 777
FW 120 (vaste
waarde van fabriek)
––
Productiedatum regelaar 27.06.2012 (vaste
waarde van fabriek)
––
Versie regelaarsoftware JF11.12 (vaste
waarde van fabriek)
––
Menustructuur
Drogen vloer
Basisinstel-
ling
Instelbereik
Persoon-
lijke instel-
ling
Beschrijving
vanaf pagina
Vloerdrogen annuleren
1)
Nee Nee / Ja
53
Maximale aanvoertemperatuur 25°C 25°C ... 60°C °C
Tijdsduur max. aanvoertempe-
ratuur
1 d 1 d ... 20 d d
Totale duur vloer drogen Berekend berekend ... 60 d (niet lager dan
„Tijdsduur max. aanvoertempe-
ratuur“)
Startdatum ––.––.–––– Vandaag ... 31.12.2099
(in jaar/maand/dag-stappen)
Starttijd –: 00:00 ... 23:59
(in uren/minuten-stappen)
1) Alleen beschikbaar als „Drogen vloer“ actief is.
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur)
44
6 720 800 833 (2012/02)
8.2 Verwarmingssysteem configu-
reren
Installateursniveau: Systeemconfiguratie
Menustructuur en instelbereiken Æ pagina 41.
Gebruik dit menu als u het systeem automatisch
of handmatig wilt configureren, bijvoorbeeld bij
ingebruikneming of bij verandering van de instal-
latie.
B Stel de codeerschakelaar op de IPM 1 op 1 in.
B Schakel de installatie in.
B Codeer de FB 10 of FB 100 op 1.
B Start de automatisch configuratie.
B Controleer de andere menuopties onder Sys-
teemconfiguratie en pas deze indien nodig
handmatig aan de actuele installatie aan.
8.3 Parameters voor verwarming
Installateursniveau: Verwarmingsparameter
Menustructuur en instelbereiken Æ pagina 41.
Gebruik dit menu als u de parameters de verwar-
ming wilt instellen. Met deze parameters wordt
bijv. de verwarmingscurve berekend.
Menu: Verwarmingsparameter > Verwarmings-
type in verwarmingscircuit
B Het verwarmingtype instellen:
Voetpunt/eindpunt: Basisinstelwaarden
voor een verwarmingscurve in rechte vorm,
volgens de klassieke voetpunt-/eindpunt-
methode, worden overgenomen.
Vloerverwarming: Basisinstelwaarden
voor een verwarmingscurve in gekromde
vorm, passend bij een vloerCV-circuit, wor-
den overgenomen.
Radiatoren: Basisinstelwaarden voor een
verwarmingscurve in gekromde vorm, pas-
send bij een CV-circuit met radiatoren,
worden overgenomen.
Convectoren: Basisinstelwaarden voor een
verwarmingscurve in gekromde vorm, pas-
send bij een CV-circuit met convectoren,
worden overgenomen.
Installatievoorbeelden vindt u in de
gebruiksaanwijzing van de IPM. Ove-
rige, mogelijk installaties vindt u in
de planningsdocumentatie.
Stel de regelaar aanvoertempera-
tuur van het verwarmingstoestel op
de maximaal benodigde aanvoer-
temperatuur in.
Voor het desbetreffende verwar-
mingstype niet benodigde parame-
ters worden niet weergegeven.
45
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur)
6 720 800 833 (2012/02)
Afb. 19 Basisinstelling van de verwarmingscurve
voor voetpunt-/eindpuntmethode
Afb. 20 Basisinstelling van de verwarmingscurve
voor vloerverwarming
AT Buitentemperatuur
Afb. 21 Basisinstelling van de verwarmingscurve
voor verwarming met radiatoren
Afb. 22 Basisinstelling van de verwarmingscurve
voor verwarming met convectoren
VL Aanvoertemperatuur
0
+10+20
-10
-20
AT
10
20
30
40
50
60
70
80
90
VL
6 720 612 481-30.1R
C
C
0
+10+20
-10
-20
AT
10
20
30
40
50
60
70
80
90
VL
6 720 612 481-29.1R
C
C
0
+10
+20
-10
-20
AT
10
20
30
40
50
60
70
80
90
C
VL
6 720 612 481-27.1R
C
0
+10+20
-10
-20
AT
10
20
30
40
50
60
70
80
90
VL
6 720 612 481-28.1R
C
C
Basisinstelling van de parameters voor ver-
warmingscurve
Voetpunt/
eindpunt
Vloerverwar-
ming
Radiatoren Convectoren
Exponent verwarmingsoppervlak (vaste
waarde), kromming van de verwarmingscurve
1,1 1,3 1,4
Min. buitentemperatuur –15°C –15°C –15°C
Voetpunt 25°C ––
Eindpunt 75°C ––
Temperatuurkeuze 45°C 75°C 80°C
Maximale aanvoertemperatuur 80°C 55°C 80°C 80°C
Ruimtetemperatuur compensatie 0,0K 0,0K 0,0K 0,0K
Buitentemperatuur uitschakeling 20°C 20°C 20°C 20°C
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur)
46
6 720 800 833 (2012/02)
Menu: Verwarmingsparameter > Voetpunt
B Stel het voetpunt van de verwarmingscurve in
volgens de klassieke voetpunt/eindpunt-
methode.
Menu: Verwarmingsparameter > Eindpunt
B Stel het eindpunt van de verwarmingscurve in
volgens de klassieke voetpunt/eindpunt-
methode.
Menu: Verwarmingsparameter > Temperatuur-
keuze
B Stel de gewenste aanvoertempertuur tijdens
de configuratie passend bij het verwarmings-
type in:
Voor Vloerverwarming bijv. 45°C
gewenste aanvoertemperatuur.
Voor Radiatoren bijv. 75°C gewenste aan-
voertemperatuur.
Voor Convectoren bijv. 80°C gewenste
aanvoertemperatuur.
Menu: Verwarmingsparameter > Maximale aan-
voertemperatuur
B Stel de maximale aanvoertemperatuur pas-
send bij het verwarmingstype in:
Voor Vloerverwarming bijv. 55°C maxi-
male gewenste aanvoertemperatuur.
Voor Radiatoren bijv. 80°C maximale
gewenste aanvoertemperatuur.
Voor Convectoren bijv. 80°C maximale
gewenste aanvoertemperatuur.
Menu: Verwarmingsparameter > Ruimte-invloed
Ruimte-invloed wordt alleen weergegeven als de
regelaar op de muur gemonteerd is.
B Stel de invloed van de kamertemperatuur op
de verwarmingscurve in:
0%: geen kamertemperatuurinvloed
100%: maximale kamertemperatuurin-
vloed
Menu: Verwarmingsparameter > Ruimte-invloed
actief bij
B Kies de functies waarbij de kamertempera-
tuurinvloed actief moet zijn:
Sparen, Eco: kamertemperatuurinvloed
alleen voor deze functies actief.
Verw.- Sparen- Eco: kamertemperatuurin-
vloed altijd actief.
Menu: Verwarmingsparameter > Voeler ruimte-
temp. compensatie
Voeler ruimtetemp. compensatie wordt alleen
weergegeven als er een afstandsbediening FB 10
is aangesloten.
B Selecteer Voeler ruimtetemp. compensatie:
Lagere temp.: Van de in de FW 120 en in de
FB 10 ingebouwde temperatuurvoelers
wordt de voeler met de laagste gemeten
temperatuur gebruikt.
Interne voeler: De in de regelaar FW 120
ingebouwde temperatuurvoeler wordt
gebruikt.
Voeler in FB10: De in de afstandsbedie-
ning FB 10 ingebouwde temperatuurvoeler
wordt gebruikt.
Menu: Verwarmingsparameter > Ruimtetempe-
ratuur compensatie
B Stel de duurzame verhoging van de gewenste
kamertemperatuur in, bijv. om systeemafhan-
kelijke afwijkingen te corrigeren.
47
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur)
6 720 800 833 (2012/02)
Menu: Verwarmingsparameter > CV uit tot lager
temp.niveau
B Selecteer de afkoelfase:
Nee: Verwarmen volgens verwarmings-
curve.
Ja: Verwarmen volgens de verwarmings-
curve, echter geen verwarming tijdens de
afkoelfase tot de actuele kamertempera-
tuur (bijv. Verwarmen = 21,0°C) voor het
eerst de gewenste kamertemperatuur van
de volgende lagere functie (bijv. Sparen -
met 15,0°C) heeft bereikt. Vervolgens
wordt er volgens de volgende lagere func-
tie verwarmd (bijv. Sparen met 15,0°C).
Menu: Verwarmingsparameter > Buitentempe-
ratuur uitschakeling
B Stel de buitentemperatuur in waarbij de ver-
warming uitgeschakeld moet worden:
10°C ... 25°C: Buitentemperatuur waarbij
de verwarming wordt uitgeschakeld.
99°C: Functie uitgeschakeld, dat wil zeg-
gen dat de verwarming bij elke buitentem-
peratuur kan worden ingeschakeld.
Menu: Verwarmingsparameter > Vorstgrens
temperatuur
Als de buitentemperatuur de ingestelde vorst-
grenstemperatuur met 1 K(°C) overschrijdt en
er geen warmtevraag is, wordt de CV-circuit-
pomp uitgeschakeld.
Als de buitentemperatuur de ingestelde vorst-
grenstemperatuur overschrijdt, wordt de CV-
circuitpomp ingeschakeld (installatievorstbe-
scherming).
B Stel de buitentemperatuur in waarbij de ver-
warming ingeschakeld moet worden:
Waarschuwing: Defecten aan ver-
warmingswater voerende delen bij
een te laag ingestelde vorstgrens
en lagere buitentemperaturen on-
der de 0°C!
B Basisinstelling van de vorst-
grens (3°C) alleen door een in-
stallateur die vertrouwd is met
de installatie laten aanpassen.
B Vorstgrens niet te laag instellen.
Schade door een te laag inge-
stelde vorstgrens zijn van garan-
tie utgesloten!
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur)
48
6 720 800 833 (2012/02)
Menu: Verwarmingsparameter > IJken ruimte-
temp. voeler FB 10
IJken ruimte-temp. voeler FB 10 wordt alleen
weergegeven als er een afstandsbediening FB 10
is aangesloten.
Gebruik dit menu als u de weergegeven kamer-
temperatuurwaarde wilt aanpassen.
B Breng een geschikt precisiemeetinstrument in
de buurt van de FB 10 aan. Het precisiemeet-
instrument mag geen warmte aan de FB 10
afgeven.
B Houd een uur lang warmtebronnen zoals zon-
nestralen, lichaamswarmte enz. uit de buurt.
B Compenseer de weergegeven correctie-
waarde voor de kamertemperatuur.
Menu: Verwarmingsparameter > Omlooptijd
mengklep
B Stel de Omlooptijd mengklep op de looptijd
van de gebruikte mengklepstelmotor in.
Menu: Verwarmingsparameter > Min. buiten-
temperatuur
B Stel de minimale buitentemperatuur voor de
configuratie van de verwarming in.
Een lage buitentemperatuur leidt tot een
vlakke verwarmingscurve.
Menu: Verwarmingsparameter > Opslagcapaci-
teit gebouw
B Factor voor de warmteopslagcapaciteit van
het gebouw instellen.
50%: Gebouw met zware constructie
(bijv. stenen huis met dikke muren).
50%: Gebouw met lichte constructie
(bijv. vakantiehuisje van hout).
Menu: Verwarmingsparameter > IJken ruimte-
temp. voeler
IJken ruimtetemp. voeler wordt alleen weerge-
geven als de regelaar op de muur gemonteerd is.
Gebruik dit menu als u de weergegeven kamer-
temperatuur wilt aanpassen.
B Breng een geschikt precisiemeetinstrument in
de buurt van de FW 120 aan. Het precisie-
meetinstrument mag geen warmte aan de
FW 120 afgeven.
B Houd een uur lang warmtebronnen zoals zon-
nestralen, lichaamswarmte enz. uit de buurt.
B Compenseer de weergegeven correctie-
waarde voor de kamertemperatuur.
Plaats
Min. bui-
tentem-
peratuur
in°C
Plaats
Min. bui-
tentem-
peratuur
in°C
Athene –2 Marseille –6
Berlijn –15 Moskou –30
Brussel –10 Napels –2
Boedapest –12 Nice ±0
Boekarest –20 Parijs –10
Hamburg –12 Praag –16
Helsinki –24 Rome –1
Istanbul –4 Sewastopol –12
Kopenhagen –13 Stockholm –19
Lissabon ±0 Valencia –1
Londen –1 Wenen –15
Madrid –4 Zurich –16
Tabel 3 Minimale buitentemperaturen voor
Europa
49
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur)
6 720 800 833 (2012/02)
8.4 Solarsysteem configureren
Installateursniveau: Solarsysteem config.
Menustructuur en instelbereiken Æ pagina 42.
Gebruik dit menu als u voor het solarsysteem de
thermische desinfectie wilt instellen.
B Stel naast de 1. Standaardsysteem de optie
Solaroptie E therm. desinfectie in.
De pomp (PE) wordt via de instellingen in het
menu Therm. desinfectie (Æ hoofdstuk 6.3.6
op pagina 33) aangestuurd. De totale boilerin-
houd wordt verwarmd tot de vereiste thermi-
sche desinfectietemperatuur.
8.5 Parameters voor solarsysteem
Installateursniveau: Solarsyst. parameter
Menustructuur en instelbereiken Æ pagina 42.
Gewoonlijk is de basisinstelling van de parame-
ters in dit menu voor gangbare installatieafmetin-
gen geschikt. Gebruik dit menu als u de
parameters fijn op de geïnstalleerde solarinstalla-
tie wilt afstemmen.
8.5.1 Parameters voor het solarstandaard-
systeem
Menu: Solarsyst. parameter > 1. Standaardsys-
teem > SP: Inschakel-temperatuurverschil
Voor de solarpomp (SP):
B Stel een hogere waarde in als de buisleidingen
tussen collectorveld en solarboiler zeer lang
zijn (bijv. 30 m eenvoudige lengte).
-of-
B Stel een lagere waarde in
als de buisleidingen tussen collectorveld
en solarboiler zeer kort zijn (bijv. bij dakin-
stallaties).
als de thermische verbinding van de collec-
tortemperatuurvoeler (T
1
) ongunstig is
(bijv. installatie van T
1
buiten de collector
bij de uitgang van de collectoraanvoer ).
Menu: Solarsyst. parameter > 1. Standaardsys-
teem > SP: Uitschakel-temperatuurverschil
B Dezelfde werkwijze als in de vorige menuoptie
SP: Inschakel-temperatuurverschil.
Menu: Solarsyst. parameter > 1. Standaardsys-
teem > T2: max. temperatuur solarboiler
Gedetailleerde beschrijving bij T2: max. tempera-
tuur solarboiler Æ pagina 36.
Menu: Solarsyst. parameter > 1. Standaardsys-
teem > Max. temp. Solarpanelen
Vul en ontlucht de solarinstallatie
volgens de documentatie bij de so-
larinstallatie en bereid de installatie
voor de ingebruikneming volgens dit
hoofdstuk voor.
De gegevens tussen haakjes zijn po-
sities die ook in de aansluitsche-
ma’s met installatievoorbeelden in
de installatiehandleiding van de ISM
worden gebruikt.
Bij temperaturen boven 140°C en
systeemdruk < 4 bar verdampt de
warmtedragervloeistof in de collec-
tor. De solarcirculatiepomp blijft ge-
blokkeerd tot de collector een
temperatuur heeft bereikt waarbij
zich geen stoom meer in het solar-
circuit bevindt.
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur)
50
6 720 800 833 (2012/02)
Meetplaats temperatuurvoeler (T
1
):
B Stel een hogere waarde in als de geïnstal-
leerde buisleidingen, pompen, enz. met een
bedrijfsdruk 6 bar kunnen worden gebruikt
en voor hoge temperaturen geschikt zijn.
-of-
B Stel een lagere waarde in als de geïnstalleerde
buisleidingen, pompen, enz. alleen met een
zeer lage bedrijfsdruk kunnen worden
gebruikt en alleen voor lage temperaturen
geschikt zijn.
Menu: Solarsyst. parameter > 1. Standaardsys-
teem > SP : Bedrijfsstand Solarpomp col.veld 1
B Kies de functie van de solarpomp (SP):
Automatisch: Automatische regeling vol-
gens de ingestelde parameters.
Handmatig aan: Hiermee wordt de pomp
duurzaam uitgeschakeld (bijv. voor het ont-
luchten van de solarinstallatie bij inge-
bruikneming).
Handmatig uit: Hiermee wordt de pomp
duurzaam uitgeschakeld (bijv. bij onder-
houdswerkzaamheden aan de solarinstalla-
tie zonder de verwarmingsfunctie te
onderbreken).
8.5.2 Parameters voor thermische desinfec-
tie
Menu: Solarsyst. parameter >PE: Pomp therm.
desinfect.
B Kies de functie van de pomp (PE) voor thermi-
sche desinfectie:
Automatisch: Automatische regeling vol-
gens de ingestelde parameters.
Handmatig aan: Hiermee wordt de pomp
duurzaam ingeschakeld (bijv. voor functie-
test bij ingebruikneming).
Handmatig uit: Hiermee wordt de pomp
duurzaam uitgeschakeld (bijv. bij onder-
houdswerkzaamheden aan de pomp zon-
der de verwarmingsfunctie te
onderbreken).
8.5.3 Parameters voor solaroptimalisatie
De solaroptimalisatie vindt automatisch plaats
afhankelijk van het beschikbare solarvermogen.
Voor de berekening van het solarvermogen moet
het geïnstalleerde collectoroppervlak, het collec-
tortype en de klimaatzone van de installatie wor-
den opgegeven.
Menu: Solarsyst. parameter > Solaroptimalisa-
tie > Oppervlak collectorveld 1
B Stel voor het collectorveld de geïnstalleerde
oppervlakte in.
Menu: Solarsyst. parameter > Solaroptimalisa-
tie > Type collectorveld 1
B Kies voor het collectorveld het geïnstalleerde
collectortype.
Menu: Solarsyst. parameter > Solaroptimalisa-
tie > Klimaatzone
B Stel de waarde van de klimaatzone voor de
installatieplaats in.
Collector-
type
Brutto collectoroppervlakte per col-
lector in m
2
FK 210 2,1
FK 240 2,4
FK 260 2,6
VK 180 1,8
FKT-1 2,4
FKC-1 2,4
FKB-1 2,4
Tabel 4 Brutto collectoroppervlakten
51
Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur)
6 720 800 833 (2012/02)
Afb. 23 Kaart met klimaatzones voor Europa
MA
DZ
TN
P
E
F
B
D
N
S
A
I
H
HR
BiH
SR
BG
MK
GB
IRL
FIN
RUS
EST
LV
LT
PL
CZ
SK
SL
RO
UA
BY
GR
AL
DK
CH
NL
135
130
100
115
95
80
75
6 720 612 481-31.2O
Storingen verhelpen
56
6 720 800 833 (2012/02)
Indicatie (Æ Pos. 1, 3 en 4 in afbeelding 25)
Tekst Code Oorzaak
Door installateur laten ver-
helpen
Storingen 01
Storing in HT-Buscommunicatie!
10 Aan IPM toegewezen bus-
deelnemer FB 100 meldt zich
niet meer.
Controleer de codering van
de busdeelnemer, contro-
leer de busverbinding en her-
stel de onderbreking indien
nodig.
200 Verwarmingstoestel meldt
zich niet meer.
201 Verkeerde busdeelnemer
aangesloten.
Identificeer de verkeerde
busdeelnemer en vervang
deze.
Storingen 02
Interne storing
40 Verkeerde busdeelnemer
aangesloten.
Identificeer de verkeerde
busdeelnemer en vervang
deze.
41 Twee identieke coderingen
op IPM ingesteld.
Schakel de installatie uit en
corrigeer de codering.
42 Codeerschakelaar op IPM in
tussenstand.
50 Thermische desinfectie via
IPM mislukt.
Zet de regelaar aanvoertem-
peratuur van het verwar-
mingstoestel helemaal naar
rechts.
100 ISM antwoordt niet. Controleer de busverbinding
en herstel de onderbreking
indien nodig.
254 Overloop aan storingsmeldin-
gen.
Storingen 02
Interne storing
Vanwege EEPROM-problemen worden
enkele parameters teruggezet naar de
basisinstelling
205 Zie displaytekst.
1)
Controleer de parameters en
stel deze indien nodig
opnieuw in. Stel vast welke
regelaar of afstandsbedie-
ning defect is en vervang
deze.
Storingen 02
Interne storing
FW120/FB100 kan het verwarmingssys-
teem niet meer besturen.
255 Zie displaytekst.
1)
Stel vast welke regelaar of
afstandsbediening defect is
en vervang deze.
Storingen 03
Voeler ruimtemp. defect
20 De in de FW 120/FB 10 inge-
bouwde kamertemperatuur-
voeler is onderbroken.
Stel vast welke regelaar of
afstandsbediening defect is
en vervang deze.
21 De in de FW 120/FB 10 inge-
bouwde kamertemperatuur-
voeler is kortgesloten.
1) De displaytekst wordt weergegeven op de busdeelnemer (bijv. afstandsbediening) die de storing heeft
herkend. Op de andere busdeelnemers wordt in plaats daarvan de code weergegeven, komt overeen
met de displaytekst.
57
Storingen verhelpen
6 720 800 833 (2012/02)
Storingen 10
Systeemconfiguratie ongeldig
Afstandsbediening voor niet-aanwezig
verwarmingscircuit herkend of inge-
steld, codering controleren!
195 Zie displaytekst.
1)
Controleer de systeemop-
bouw en de systeemconfigu-
ratie en pas deze indien
nodig aan.
Storingen 11
Systeemconfiguratie nieuwe busdeelne-
mer
Nieuwe ISM herkend, aan alle ISM’s
tegelijkertijd spanning inschakelen en
automatische systeemconfiguratie star-
ten!
131
132
Zie displaytekst.
1)
Storingen 11
Systeemconfiguratie nieuwe busdeelne-
mer
Nieuwe afstandsbediening herkend.
Controleer de systeemconfiguratie en
pas deze aan.
134
Storingen 11
Systeemconfiguratie nieuwe busdeelne-
mer
Nieuwe IPM herkend, systeemconfigura-
tie controleren en aanpassen!
135
137
139
Storingen 12
Systeemconfiguratie busdeelnemer ont-
breekt
ISM1/ISM2 niet herkend, bedrading
controleren!
170
171
Zie displaytekst.
1)
Storingen 12
Systeemconfiguratie busdeelnemer ont-
breekt
IPM voor de boiler in het secundaire cir-
cuit wordt niet meer herkend, codering
controleren!
172 Zie displaytekst.
1)
Controleer en corrigeer de
codering. Bij IPM in stroom-
loze toestand.
Storingen 12
Systeemconfiguratie busdeelnemer ont-
breekt
IPM voor de boiler in het secundaire cir-
cuit wordt niet herkend, bedrading en/
of codering controleren!
173 Zie displaytekst.
1)
Indicatie (Æ Pos. 1, 3 en 4 in afbeelding 25)
Tekst Code Oorzaak
Door installateur laten ver-
helpen
1) De displaytekst wordt weergegeven op de busdeelnemer (bijv. afstandsbediening) die de storing heeft
herkend. Op de andere busdeelnemers wordt in plaats daarvan de code weergegeven, komt overeen
met de displaytekst.
Storingen verhelpen
58
6 720 800 833 (2012/02)
Storingen 12
Systeemconfiguratie busdeelnemer ont-
breekt
Afstandsbediening met codering 1 niet
herkend. Controleer aansluiting en
codering.
175 Zie displaytekst.
1)
Storingen 12
Systeemconfiguratie busdeelnemer ont-
breek t
IPM met codering 1 niet herkend. Con-
troleer aansluiting en codering.
178
179
Zie displaytekst.
1)
Storingen 13
Systeemconfiguratie busdeelnemer ver-
anderd of verwisseld
Systeemconfiguratie voor warmwater-
bereidng controleren of automatische
systeemconfiguratie starten.
157 Zie displaytekst.
1)
Storingen 13
Systeemconfiguratie busdeelnemer ver-
anderd of verwisseld
IPM verwarmingscircuit x bedrading en/
of codering controleren!
159 Zie displaytekst.
1)
Storingen 14
Systeemconfiguratie niet-toegestane
busdeelnemer
Warmwaterbereiding wordt door ver-
warmingstoestel gestuurd. Warmwater-
bereiding via IPM is niet geactiveerd!
117 Zie displaytekst.
1)
Identificeer niet-toegestane
busdeelnemer en verwijder
deze uit de installatie.
Storingen 14
Systeemconfiguratie niet-toegestane
busdeelnemer
IPM voor boiler moet op codering 3 of
hoger zijn ingesteld.
119 Zie displaytekst.
1)
Storingen 15
Buitentemp.voeler niet aangesloten
Geen communicatie met de buitenvoe-
ler!
30 Zie displaytekst.
1)
Controleer de buitentempe-
ratuurvoeler en hef de onder-
breking indien nodig op.
Storingen 19
Opslaan ingestelde parameters niet
mogelijk
202 Busdeelnemer is geconfigu-
reerd, maar momenteel niet
beschikbaar.
Controleer systeemopbouw
en systeemconfiguratie, pas
deze indien nodig aan en stel
parameters opnieuw in.
Storingen 20
Systeemconfiguratie ongeldig
193 Ongeldige codering in de
afstandsbediening voor het
CV-circuit.
In combinatie met FW 120 is
in de afstandsbediening
alleen codering 1 mogelijk.
Indicatie (Æ Pos. 1, 3 en 4 in afbeelding 25)
Tekst Code Oorzaak
Door installateur laten ver-
helpen
1) De displaytekst wordt weergegeven op de busdeelnemer (bijv. afstandsbediening) die de storing heeft
herkend. Op de andere busdeelnemers wordt in plaats daarvan de code weergegeven, komt overeen
met de displaytekst.
Storingen verhelpen
60
6 720 800 833 (2012/02)
Storingen 40
Temperatuurvoeler T1 collectorveld 1
defect
101 Kortsluiting van voelerlei-
ding (T
1
).
Controleer temperatuurvoe-
ler (T
1
) en vervang deze
indien nodig.
102 Onderbreking van voelerlei-
ding (T
1
).
Storingen 41
Temperatuurvoeler T2 Solarboiler
defect
103 Kortsluiting van voelerlei-
ding (T
2
).
Controleer temperatuurvoe-
ler (T
2
) en vervang deze
indien nodig.
104 Onderbreking van voelerlei-
ding (T
2
).
Storingen 50
Solarpomp geblokkeerd of lucht in sys-
teem
121 Solarpomp (SP) zit vast door
mechanische blokkering.
Draai de gleufschroef op de
pompkop uit en draai de
pompas met een schroeven-
draaier los. Sla niet tegen de
pompas.
Lucht in solarsysteem. Ontlucht solarsysteem, vul
indien nodig warmtedrager-
vloeistof bij.
Storingen 51
Verkeerd type temperatuurvoeler aan-
gesloten
122 Collectortemperatuurvoeler
als boilertemperatuurvoeler
(T
2
) gebruikt.
Gebruik het juiste type tem-
peratuurvoeler. Æ Techni-
sche gegevens in
installatiehandleiding van
ISM.
123 Boilertemperatuurvoeler als
collectortemperatuurvoeler
(T
1
) gebruikt.
132 Temperatuurvoeler van het
type PTC 1000 als boilertem-
peratuurvoeler (T
2
) gebruikt.
133 Temperatuurvoeler van het
type PTC 1000 als collector-
temperatuurvoeler (T
1
)
gebruikt.
Storingen 52
Temperatuurvoelers verwisseld
124 Temperatuurvoelers (T
1
en
T
2
) verwisseld.
Controleer de temperatuur-
voelers en verwissel de aan-
sluitingen indien nodig.
Indicatie (Æ Pos. 1, 3 en 4 in afbeelding 25)
Tekst Code Oorzaak
Door installateur laten ver-
helpen
61
Storingen verhelpen
6 720 800 833 (2012/02)
Storingen 53
Verkeerde montageplaats temperatuur-
voeler
125 Collectortemperatuurvoeler
(T
1
) aan ingang collectorveld
geïnstalleerd.
Monteer collectortempera-
tuurvoeler (T
1
) in de buurt
van de collectorvelduitgang.
Storingen 54
Temperatuur voor thermische desinfec-
tie in Solarboiler niet bereikt
145 Maximale temperatuur voor
de solarboiler te gering.
Stel de maximale tempera-
tuur voor de solarboiler
hoger in.
Pompvolume van desinfectie-
pomp (PE) te gering.
Stel het pompniveau op de
desinfectiepomp (PE) hoger in
of open het reduceer-DW-
kraan verder, indien mogelijk.
Thermische desinfectie
handmatig onderbroken
voordat de noodzakelijke
temperatuur in de solarboiler
is bereikt.
Geen storing. Storingsmel-
ding wordt alleen 5 minuten
weergegeven.
Storingen 55
Solarsysteem nog niet in bedrijf gesteld
146 Solarsysteem is nog niet in
bedrijf.
Vul en ontlucht de solarin-
stallatie volgens de docu-
mentatie bij de
solarinstallatie en bereid de
installatie voor de ingebruik-
neming voor. Neem de
solarinstallatie vervolgens in
bedrijf.
Storingen 56
Minstens één pomp of één DWK in
handmatig bedrijf
147 Pomp (SP) in handmatig
bedrijf.
Zet de parameter voor pomp
terug op „Automatisch“.
154 Pomp (PE) in handmatig
bedrijf.
1) De displaytekst wordt weergegeven op de busdeelnemer (bijv. afstandsbediening) die de storing heeft
herkend. Op de andere busdeelnemers wordt in plaats daarvan de code weergegeven, komt overeen
met de displaytekst.
Indicatie (Æ Pos. 1, 3 en 4 in afbeelding 25)
Tekst Code Oorzaak
Door installateur laten ver-
helpen
44

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Bosch FW120 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Bosch FW120 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,9 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Bosch FW120

Bosch FW120 Snelstart handleiding - Deutsch - 2 pagina's

Bosch FW120 Gebruiksaanwijzing en installatiehandleiding - Deutsch - 72 pagina's

Bosch FW120 Gebruiksaanwijzing en installatiehandleiding - Français - 72 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info