581282
20
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/156
Pagina verder
AUTODOME 7000
VG5-7130, VG5-7230
nl Bedieningshandleiding
Inhoudsopgave
1
Veiligheid 6
1.1 Over deze handleiding 6
1.2 Juridische informatie 6
1.3 Veiligheidsmaatregelen 6
1.4 Belangrijke veiligheidsinstructies 6
1.5 Belangrijke opmerkingen 8
1.6 Aansluiting in toepassingen 10
1.7 Ondersteuning en klantenservice 10
2
Uitpakken 12
2.1 Onderdelenlijst, installatie 12
2.2 Benodigd gereedschap 14
2.3 Aanvullende producten vereist 15
3
Systeemoverzicht 16
4
Controlelijst (vóór installatie) 18
4.1 Stabilisatie 19
5
Optionele SD-kaart installeren 20
6
Montage van de voedingskast (wand-, mast- en hoekmontage) 22
7
Installatie van de wand-, hoek- en mast-(paal-)montageplaat voor de boogarm 24
7.1 Beschrijving 24
7.2 Kabels leggen en connectoren aansluiten 24
7.3 Voedingskabels doorvoeren via een tussengeplaatste voedingskast 28
7.4 Boogarm bevestigen aan de voedingskast 31
7.5 Aansluitingen tot stand brengen in de voedingskast 33
7.6 De VGA-PEND-WPLATE installeren 34
7.7 Het hangende gedeelte aan de arm bevestigen en vastzetten 38
8
Installeren van de dakrand- en buissteunen 40
8.1 Omschrijving 40
8.2 Kabels leggen en connectoren aansluiten 40
8.3 Afdekrand bevestigen op voedingskast 46
8.4 De VGA-ROOF-MOUNT bevestigen 47
8.5 Installeren van de VG4-A-9543 buismontagesteun 50
8.6 Bekabel de interfaceplaat van de buis 52
8.7 Bevestig de pendelbehuizing aan de buis en bevestig deze 57
8.8 Breng aansluitingen tot stand in de voedingskast 58
9
Het plafondmontagesysteem installeren 59
9.1 Omschrijving 59
9.2 Afmetingen 59
9.3 Een gipsplaten plafond op installatie voorbereiden 59
9.4 Een verlaagd plafond op installatie voorbereiden 59
9.5 De interfacebox bekabelen 61
9.6 Interfaceboxaansluitingen 63
9.7 De plafondpakking (IP54-behuizing) installeren 64
9.8 De interfacebox op de behuizing bevestigen 65
9.9 Behuizing aan het plafond bevestigen 67
10
De koepel voorbereiden 68
11
Aansluiting 71
11.1 De AUTODOME camera op de pc aansluiten 71
AUTODOME 7000 Inhoudsopgave | nl 3
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
11.2 Netsnoer en overzicht van kabelafstanden 71
11.3 Ethernet-verbindingen 72
11.4 Mediaconvertor glasvezelnetwerk (optioneel) 74
11.5 Alarmen en relaisaansluitingen 74
11.6 Audio-aansluitingen (optioneel) 78
12
Programmering 80
12.1 Systeemvereisten 80
12.2 De camera configureren 81
12.3 Audio configureren (optioneel) 85
13
Configuratie via IP, basismodus 86
13.1 Basismodus: Toegang unit 86
13.2 Basismodus: Datum/tijd 86
13.3 Basismodus: Netwerk 87
13.4 Basismodus: encoder 87
13.5 Basismodus: Audio 87
13.6 Basismodus: Opname 88
13.7 Basismodus: Systeemoverzicht 88
14
Configuratie via IP, modus Geavanceerd 89
14.1 Modus Geavanceerd: algemeen 89
14.2 Identificatie 89
14.3 Wachtwoord 89
14.4 Datum/tijd 90
14.5 Displaystamping 91
14.6 Modus Geavanceerd: webinterface 93
14.7 Verschijning 93
14.8 LIVE-functies 94
14.9 Pad voor JPEG- en videobestanden 95
14.10 Bestand voor systeemlogboek 95
14.11 Modus Geavanceerd: camera 95
14.12 Fabrieksinstellingen 96
14.13 98
14.14 JPEG-stream 98
14.15 Beeldinstellingen 99
14.16 Ruisonderdrukkingsniveau 102
14.17 Digitale zoom 103
14.18 Scènes en tours 105
14.19 Sectoren 106
14.20 Diverse 106
14.21 Logboeken 106
14.22 Audio 106
14.23 Pixelteller 107
14.24 Modus Geavanceerd: Opname 107
14.25 Opslagbeheer 107
14.26 Opnameprofielen 109
14.27 Maximale bewaartijd 110
14.28 Opnameplanner 110
14.29 Recording Status (Opnamestatus) 112
14.30 Modus Geavanceerd: alarm 112
14.31 Alarm Connections (Alarmverbindingen) 112
4 nl | Inhoudsopgave AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
14.32 VCA 114
14.33 Virtuele maskers 119
14.34 Audio-alarm 119
14.35 Alarm E-Mail (E-mail met alarm) 120
14.36 Alarmtaakeditor 121
14.37 Alarmregels 121
14.38 Modus Geavanceerd: interfaces 122
14.39 Alarmingangen 122
14.40 Alarmuitgangen 122
14.41 Modus Geavanceerd: Netwerk 122
14.42 Netwerktoegang 122
14.43 DynDNS 125
14.44 Geavanceerd 125
14.45 Netwerkbeheer 126
14.46 Multicast 127
14.47 Afbeeldingen plaatsen 128
14.48 Accounts 129
14.49 IP V4-filter 129
14.50 Codering 129
14.51 Modus Geavanceerd: service 129
14.52 Onderhoud 130
14.53 Licenties 131
14.54 Diagnose 131
14.55 System Overview (Systeemoverzicht) 131
15
Bediening 132
15.1 De AUTODOME camera gebruiken 132
15.2 Gebruik van Intelligent Tracking 141
15.3 Aanbevolen gebruik van uw camera 144
16
Problemen oplossen 147
17
Onderhoud 149
18
Technische gegevens 151
19
Tabel met gebruikerscommando's 152
AUTODOME 7000 Inhoudsopgave | nl 5
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Veiligheid
Over deze handleiding
Deze handleiding is met grote zorg samengesteld en de informatie hierin is grondig
geverifieerd. De tekst was op het moment van het ter perse gaan correct en volledig. Door de
voortdurende ontwikkeling van de producten kan de inhoud van de gebruikershandleiding
zonder kennisgeving veranderen. Bosch Security Systems aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor schade die direct of indirect voortvloeit uit gebreken, onvolledigheden of afwijkingen
tussen de gebruikershandleiding en het beschreven apparaat.
Juridische informatie
Auteursrecht
Deze handleiding is intellectueel eigendom van Bosch Security Systems en is auteursrechtelijk
beschermd. Alle rechten voorbehouden.
Handelsmerken
Alle productnamen van hardware en software in dit document zijn waarschijnlijk
gedeponeerde handelsmerken en dienen als zodanig te worden behandeld.
Veiligheidsmaatregelen
Gevaar!
Wijst op een gevaarlijke situatie die, indien deze situatie niet wordt vermeden, leidt tot de
dood of ernstig letsel.
!
Waarschuwing!
Wijst op een gevaarlijke situatie die, indien deze situatie niet wordt vermeden, kan leiden tot
de dood of ernstig letsel.
!
Voorzichtig!
Wijst op een gevaarlijke situatie die, indien deze situatie niet wordt vermeden, kan leiden tot
licht of middelzwaar letsel.
Aanwijzing!
Wijst op een situatie die, indien deze situatie niet wordt vermeden, kan leiden tot schade aan
de apparatuur of de omgeving, of verlies van gegevens.
Belangrijke veiligheidsinstructies
Lees alle onderstaande veiligheidsinstructies, volg ze op, en bewaar ze zodat u ze ook in de
toekomst kunt raadplegen. Neem alle waarschuwingen op het apparaat en in de
gebruiksaanwijzing in acht alvorens het apparaat te gebruiken.
1. Reinigen - Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u het apparaat
reinigt. Volg alle voorschriften die bij het apparaat worden geleverd. Normaal gesproken
volstaat reiniging met een droge doek. U kunt echter ook een vochtige pluisvrije doek of
leren zeemlap gebruiken. Gebruik geen vloeibare schoonmaakproducten of spuitbussen.
2. Warmtebronnen - Installeer dit apparaat niet in de buurt van warmtebronnen zoals
radiatoren, verwarmingen, ovens of andere apparaten die warmte genereren (zoals
versterkers).
1
1.1
1.2
1.3
1.4
6 nl | Veiligheid AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
3. Ventilatie - Eventuele openingen in het apparaat dienen voor ventilatie om oververhitting
te voorkomen en een betrouwbare werking te garanderen. Sluit deze openingen niet af en
houd ze vrij. Plaats dit apparaat niet in een behuizing tenzij er voldoende ventilatie
aanwezig is of de voorschriften van de fabrikant zijn aangehouden.
4. Binnendringen van voorwerpen en vloeistoffen - Duw nooit voorwerpen door de
openingen van het apparaat omdat ze in aanraking kunnen komen met onder spanning
staande punten of kortsluiting kunnen veroorzaken. Dit kan brand of elektrische schokken
tot gevolg hebben. Mors geen vloeistof op het apparaat. Plaats geen met vloeistof gevulde
voorwerpen, zoals vazen of bekers, op het apparaat.
5. Onweer - Als extra beveiliging tegen onweer of als u het apparaat langere tijd niet
gebruikt, moet het netsnoer uit het stopcontact worden gehaald en moeten alle overige
kabels worden losgekoppeld. Zo voorkomt u bliksemschade en schade door
stroomstoten.
6. Instelling van bedieningselementen - Stel alleen de bedieningselementen in die volgens
de bedieningsvoorschriften mogen worden ingesteld. Bij onjuiste instelling van andere
bedieningselementen kan het apparaat beschadigd raken. Het gebruik van
bedieningselementen of instellingen, of het uitvoeren van handelingen, die niet in de
voorschriften zijn beschreven, kan leiden tot schadelijke blootstelling aan straling.
7. Overbelasting - Overbelast stopcontacten of verlengsnoeren niet. Dit kan brand of
elektrische schokken veroorzaken.
8. Bescherming van netsnoer en stekker - Zorg ervoor dat bij de stopcontacten en het punt
waar de kabel het apparaat verlaat niet op de stekker en het netsnoer kan worden
gelopen en dat deze niet bekneld kan raken door voorwerpen die erop of ertegen worden
geplaatst. Als het apparaat op 230 VAC, 50 Hz, werkt, moeten de ingaande en uitgaande
netsnoeren voldoen aan de nieuwste versies van IEC-publicatie 227 of IEC-publicatie 245.
9. Spanning uitschakelen - De apparaten worden van spanning voorzien zodra het netsnoer
op de voedingsbron is aangesloten, of wanneer de voeding Power-over-Ethernet hoog
(PoE hoog) geleverd wordt via de Ethernet-kabel CAT 5E/6. De apparatuur is uitsluitend
in werking als de aan-uitschakelaar aan staat. Het netsnoer is de "hoofdschakelaar" om de
spanning van alle apparatuur uit te schakelen. Wanneer PoE hoog of PoE+ (820.3at)
wordt gebruikt om het apparaat van voeding te voorzien, wordt de voeding geleverd via
de Ethernet-kabel. Deze kabel is dan de “hoofdschakelaar” om de spanning van alle
apparatuur uit te schakelen.
10. Voedingsbronnen - Sluit het apparaat uitsluitend aan op een lichtnet met het voltage dat
is vermeld op het etiket op het apparaat. Voordat u de kabel aansluit op het apparaat,
dient u deze kabel los te koppelen van de voeding.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing voor apparaten met batterijen.
Maak bij apparaten met externe voeding alleen gebruik van de aanbevolen of
goedgekeurde voedingseenheden.
Deze voedingsbron moet bij apparaten met een stroombegrenzer voldoen aan EN60950.
Andere voedingseenheden kunnen de apparatuur schade toebrengen of brand of een
elektrische schok veroorzaken.
De spanning op de voedingsingang van het apparaat mag bij apparaten van 24 VAC niet
meer afwijken dan ±10%, of hoger zijn dan 28 VAC. Als de gebruiker zelf voor de
bekabeling zorgt, moet deze voldoen aan de ter plaatse geldende richtlijnen voor
elektrische en elektronische apparatuur (voedingsniveaus Class 2). Aard de voeding niet
bij de aansluitklemmen van de voedingsbron of van het apparaat zelf.
Neem als u niet zeker bent van het te gebruiken type stroomvoorziening contact op met
uw dealer of plaatselijke elektriciteitsbedrijf.
AUTODOME 7000
Veiligheid | nl 7
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
11. Onderhoud - Voer zelf geen onderhoud aan dit apparaat uit. Als u de behuizing van het
apparaat opent, stelt u zich mogelijk bloot aan hoge spanning of andere gevaren. Laat
onderhoud over aan professionele servicemonteurs.
12. Reparatie - Koppel het apparaat los van het lichtnet en laat een reparatie uitvoeren door
gekwalificeerd personeel als het apparaat beschadigd is geraakt, zoals in de volgende
gevallen:
het netsnoer of de stekker is beschadigd;
het apparaat is blootgesteld aan vocht, water, en/of vochtig weer (regen, sneeuw, etc.);
er is vloeistof gemorst in of op het apparaat;
er is iets in het apparaat gevallen;
het apparaat is gevallen of de behuizing is beschadigd;
het apparaat vertoont een duidelijk veranderde prestatie;
het apparaat werkt niet normaal als de gebruiker de gebruiksaanwijzing correct opvolgt.
13. Onderdelen vervangen - Als vervangende onderdelen vereist zijn, dient de
onderhoudstechnicus gebruik te maken van door de fabrikant aanbevolen onderdelen, of
onderdelen die dezelfde eigenschappen hebben als het oorspronkelijke onderdeel. Niet-
erkende onderdelen kunnen brand, elektrische schokken of andere gevaren veroorzaken.
14. Veiligheidscontrole - Na een onderhoudsbeurt of een reparatie dienen
veiligheidscontroles te worden uitgevoerd om na te gaan of het apparaat correct
functioneert.
15. Installatie - Installeer dit apparaat zoals beschreven in deze handleiding en in
overeenstemming met de ter plaatse geldende richtlijnen.
16. Toebehoren, wijzigingen of modificaties - Maak uitsluitend gebruik van toebehoren dat,
en accessoires die door de fabrikant worden aanbevolen. Elke wijziging of aanpassing van
de apparatuur die niet expliciet door Bosch is goedgekeurd, kan het recht op garantie
doen vervallen of, in het geval van een autorisatieovereenkomst, het recht van de
gebruiker om de apparatuur te bedienen tenietdoen.
Belangrijke opmerkingen
Informatie over FCC en ICES
(Alleen voor modellen voor VS en Canada)
Dit apparaat voldoet aan onderdeel 15 van de FCC-richtlijnen. De werking is afhankelijk van de
volgende voorwaarden:
dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken en
dit apparaat moet alle ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die tot
ongewenste werking kan leiden.
LET OP: dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten die zijn vastgesteld voor een digitaal
apparaat klasse A, overeenkomstig deel 15 van de FCC-regels en ICES-003 van Industry
Canada. Deze limieten zijn vastgesteld ten behoeve van een redelijke beveiliging tegen
schadelijke interferentie bij gebruik van het apparaat in een bedrijfsomgeving. Dit apparaat
genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan radiofrequentie-energie uitstralen. Het
apparaat kan tevens schadelijke interferentie van radiocommunicatie veroorzaken als het niet
wordt geïnstalleerd en gebruikt overeenkomstig de instructiehandleiding. Het gebruik van dit
apparaat in een huiselijke omgeving zorgt mogelijk voor schadelijke interferentie, welke door
de gebruiker voor eigen rekening moet worden verholpen.
Er mogen geen opzettelijke of onopzettelijke wijzigingen worden aangebracht die niet
uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door degene die verantwoordelijk is voor de naleving. Door het
aanbrengen van dergelijke wijzigingen kan het recht op gebruik van het apparaat door de
gebruiker komen te vervallen. Indien nodig, moet de gebruiker een beroep doen op de dealer
of een ervaren radio- en televisietechnicus om het probleem te verhelpen.
1.5
8 nl | Veiligheid AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Mogelijk heeft de gebruiker baat bij de inhoud van het volgende boekje van de Federal
Communications Commission: "How to Identify and Resolve Radio-TV Interference Problems"
(Interferentieproblemen van radio en televisie oplossen). Dit boekje is verkrijgbaar bij de U.S.
Government Printing Office, Washington, DC 20402, Stock No. 004-000-00345-4.
Informations FCC et ICES
(modèles utilisés aux États-Unis et au Canada uniquement)
Ce produit est conforme aux normes FCC partie 15. la mise en service est soumises aux deux
conditions suivantes :
cet appareil ne peut pas provoquer d'interférence nuisible et
cet appareil doit pouvoir tolérer toutes les interférences auxquelles il est soumit, y
compris les interférences qui pourraient influer sur son bon fonctionnement.
AVERTISSEMENT: Suite à différents tests, cet appareil s’est révélé conforme aux exigences
imposées aux appareils numériques de Classe A en vertu de la section 15 du règlement de la
Commission fédérale des communications des États-Unis (FCC). Ces contraintes sont
destinées à fournir une protection raisonnable contre les interférences nuisibles quand
l'appareil est utilisé dans une installation commerciale. Cette appareil génère, utilise et émet
de l'energie de fréquence radio, et peut, en cas d'installation ou d'utilisation non conforme aux
instructions, générer des interférences nuisibles aux communications radio. L’utilisation de ce
produit dans une zone résidentielle peut provoquer des interférences nuisibles. Le cas
échéant, l’utilisateur devra remédier à ces interférences à ses propres frais.
Au besoin, l’utilisateur consultera son revendeur ou un technicien qualifié en radio/télévision,
qui procédera à une opération corrective. La brochure suivante, publiée par la Commission
fédérale des communications (FCC), peut s’avérer utile : How to Identify and Resolve Radio-TV
Interference Problems (Comment identifier et résoudre les problèmes d’interférences de radio
et de télévision). Cette brochure est disponible auprès du U.S. Government Printing Office,
Washington, DC 20402, États-Unis, sous la référence n° 004-000-00345-4.
Disclaimer
Underwriter Laboratories Inc. ("UL") heeft niet de prestatie of betrouwbaarheid van de
beveiligings- of de signaleringsaspecten van dit product getest. UL heeft uitsluitend getest op
de risico's van brand, schok en/of ongevallen, zoals door UL beschreven in Standard(s) for
Safety for Information Technology Equipment, UL 60950-1. De UL-certificering heeft geen
betrekking op de prestaties of betrouwbaarheid van de beveiligings- of de
signaliseringsaspecten van dit product.
UL DOET GEEN UITSPRAAK OVER, EN BIEDT GEEN ENKELE GARANTIE OF CERTIFICERING
MET BETREKKING TOT DE PRESTATIE OF DE BETROUWBAARHEID VAN ENIGE BEVEILIGINGS-
OF SIGNALISERINGSGERELATEERDE FUNCTIE VAN DIT PRODUCT.
AUTODOME 7000
Veiligheid | nl 9
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Aansluiting in toepassingen
Voedingsbron van 24 VAC: dit apparaat moet worden gevoed door een begrensde
voedingsbron. Het apparaat moet werken op 24 VAC (als PoE High niet beschikbaar is). Als de
gebruiker zelf voor de bekabeling zorgt, moet deze voldoen aan de geldende richtlijnen voor
elektrische en elektronische apparatuur (Klasse 2-voeding).
Power-over-Ethernet High (PoE High): dit apparaat kan worden gevoed via PoE High. Om het
apparaat op deze manier te voeden, dient u uitsluitend goedgekeurde PoE High-apparaten te
gebruiken die worden aangeboden of aanbevolen door Bosch. PoE High kan tegelijk met een
24 VAC-voedingseenheid worden aangesloten. Als de externe voeding (24 VAC naar camera en
verwarming) en PoE High tegelijkertijd worden toegepast, dan selecteert de camera normaliter
de externe voedingsingang (24 VAC) en gebruikt deze het minimale vermogen van de Bosch
PoE High midspan.
Voor hangende modellen die voor buitentoepassingen worden gebruikt, waarvoor
verwarmingen nodig zijn, is een Bosch PoE High midspan van 60 W (NPD-6001A, apart
verkrijgbaar) vereist om de camera en de interne verwarmingen van de camera te voeden.
Voor inbouw in plafond of binnentoepassingen die geen verwarming nodig hebben, kunnen
standaard PoE+ (802.3at)-midspans of -schakelaars worden gebruikt om de camera te voeden.
Ondersteuning en klantenservice
Als deze apparatuur moet worden gerepareerd, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde
servicecentrum van Bosch Security Systems voor toestemming tot retourzending en
aanwijzingen voor het vervoer.
Service Centers
V.S.
Telefoon: 800-366-2283 of 585-340-4162
Fax: 800-366-1329
E-mail: cctv.repair@us.bosch.com
Klantenservice
Telefoon: 888-289-0096
Fax: 585-223-9180
E-mail: security.sales@us.bosch.com
Technische Ondersteuning
Telefoon: 800-326-1450
Fax: 585-223-3508 of 717-735-6560
E-mail: technical.support@us.bosch.com
Reparatiecentrum
Telefoon: 585-421-4220
Fax: 585-223-9180 of 717-735-6561
E-mail: security.repair@us.bosch.com
Canada
Telefoon: 514-738-2434
Fax: 514-738-8480
Europa, Midden-Oosten en Afrika
Raadpleeg uw lokale distributeur of uw accountmanager van Bosch Security Systems. Gebruik
deze link:
http://www.boschsecurity.com/startpage/html/europe.htm
Azië en de Pacific
Raadpleeg uw lokale distributeur of uw accountmanager van Bosch Security Systems. Gebruik
deze link:
1.6
1.7
10 nl | Veiligheid AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
http://www.boschsecurity.com/startpage/html/asia_pacific.htm
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de dichtstbijzijnde vestiging van Bosch
Security Systems of onze website bezoeken: www.boschsecurity.nl
AUTODOME 7000 Veiligheid | nl 11
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Uitpakken
Deze apparatuur moet met zorg worden uitgepakt en behandeld. Als een onderdeel
transportschade blijkt te hebben opgelopen, dient u dit onmiddellijk te melden aan de
expediteur.
Controleer of alle onderdelen van de onderstaande Onderdelenlijst zijn meegeleverd.
Ontbreken er onderdelen, neem dan contact op met de vertegenwoordiger of klantenservice
van Bosch Security Systems. Raadpleeg Ondersteuning en klantenservice, voor
contactgegevens.
De originele doos is de veiligste verpakking om de unit te transporteren. Deze doos dient u te
gebruiken als u de unit voor onderhoud opstuurt. Bewaar deze daarom voor eventueel later
gebruik.
Onderdelenlijst, installatie
In de onderstaande tabel staan de onderdelen vermeld die zijn meegeleverd in het pakket voor
AUTODOME 7000 modellen voor plafondmontage.
Montage in plafond
Aantal Onderdeel
1 AUTODOME 7000 camera voor plafondmontage met acrylkoepel en witte
buitenring
1 Interfacebox
1 Optionele zwarte buitenring
1 Plafondpakking (voor conformiteit met IP54)
1 Product-dvd (inclusief complete bedieningshandleiding)
1 Pakket met veiligheidsliteratuur
Voor de montage van een AUTODOME 7000 model voor inbouw in plafonds, dient u een
ondersteuningsset voor het beugelsysteem (artikelnummer VGA-IC-SP) aan te schaffen. Deze
kit is afzonderlijk verkrijgbaar voor de camera.
In de onderstaande tabel staan de onderdelen vermeld die zijn meegeleverd in het pakket voor
AUTODOME 7000 modellen voor hangende montage.
Hangende montage
Aantal Onderdeel
1 AUTODOME 7000 hangende camera met transparante acrylkoepel en zonnekap
1 Product-dvd (inclusief complete bedieningshandleiding)
1 Pakket met veiligheidsliteratuur
In de volgende tabel worden de optionele onderdelen, (afzonderlijk verkrijgbaar) vermeld die
u nodig hebt om een boogarm aan het montagepakket voor wand-, hoek- of mastmontage te
bevestigen.
2
2.1
12 nl | Uitpakken AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Montageopties Onderdeelnummers
Boogarm (separaat verpakt) VGA-PEND-ARM
Boogarm met montageplaat
(alleen 24 V VG5 modellen, geen voedingskast)
VGA-PEND-WPLATE
Boogarm met een van de volgende voedingskasten:
Voedingskast zonder transformator (24 VAC) VG4-A-PA0
Voedingskast met 120 VAC-transformator
of met 230 VAC-transformator
VG4-A-PA1
VG4-A-PA2
Voedingskast en deksel met 120 VAC-transformator
of met 230 VAC-transformator
VG4-A-PSU1
VG4-A-PSU2
Afdekrand voor Voedingskast (optioneel) VG4-A-TSKIRT
Bosch High PoE 60W midspan NPD-6001A
Hoekmontageset
Hoekmontageplaat VG4-A-9542
Mast-(paal-)montageset
Mastmontageplaat VG4-A-9541
Mediaconvertorkit glasvezelnetwerk VG4-SFPSCKT
In de volgende tabel worden de verplichte, apart verkrijgbare onderdelen vermeld, die u nodig
hebt om een boogarm aan het montagepakket voor dakrand- en buissteunmontagepakketten
te bevestigen:
Montageopties
Onderdeelnummers
Dak(rand)arm met een van de volgende voedingskasten: VGA-ROOF-MOUNT
Voedingskast en deksel met 120 VAC-transformator
of met 230 VAC-transformator
VG4-A-PSU1
VG4-A-PSU2
Buismontage met een van de volgende voedingskasten: VG4-A-9543
Voedingskast en deksel met 120 VAC-transformator
of met 230 VAC-transformator
VG4-A-PSU1
VG4-A-PSU2
In de volgende tabel worden de optionele onderdelen, apart verkrijgbaar, vermeld die u nodig
hebt om een boogarm aan het montagepakket voor dakrand- en buissteunmontage te
bevestigen:
Montageopties
Onderdeelnummers
Optionele adapter voor platdakmontage voor VGA-ROOF-MOUNT
steun
LTC 9230/01
AUTODOME 7000 Uitpakken | nl 13
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Benodigd gereedschap
Aantal Onderdeel Voor montagetype Door Bosch
geleverd?
1 Inbussleutel, 5 mm Boogarm voor:
Wandmontage
Hoekmontage
Mastmontage
Dakrandmontage
Buismontage
Ja
1 Schroevendraaier, platte
kop, 2,5 mm
Boogarm voor:
Wandmontage
Hoekmontage
Mastmontage
Dakrandmontage
Buismontage
Montage in plafond
Nee
1 Schroevendraaier, platte
kop, 3,1 mm
Boogarm voor:
Wandmontage
Hoekmontage
Mastmontage
Dakrandmontage
Buismontage
Montage in plafond
Nee
1 Kruiskopschroevendraaie
r nr. 2
Boogarm voor:
Wandmontage
Hoekmontage
Mastmontage
Dakrandmontage
Buismontage
Montage in plafond
Nee
1 Dopsleutel Boogarm voor:
Wandmontage
Hoekmontage
Mastmontage
Dakrandmontage
Buismontage
Nee
1 Dopsleutel 9/16-inch Boogarm voor:
Wandmontage
Hoekmontage
Mastmontage
Dakrandmontage
Buismontage
Nee
1 Klembandgereedschap
(Bosch artikelnummer
TC9311PM3T)
Mastmontage Ja, maar apart
geleverd van
steun
2.2
14 nl | Uitpakken AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
1 Haakse NPS-
kabelconnector, 3/4 inch
(20-mm)
Montage aan een mast (paal) met
VGA-PEND-WPLATE
Nee
1 Middelgrote, platte
schroevendraaier
Dakrandmontage
Buismontage
Nee
1 Kruiskopschroevendraaie
r nr. 1
Dakrandmontage
Buismontage
Nee
1 Pijpsleutel Dakrandmontage
Buismontage
Nee
1 Cilindrische connector Dakrandmontage
Buismontage
Alleen bij installatie van een
glasvezelmodel
Nee
1 Gereedschap geschikt om
een gat in een gipswand
of plafondelement te
snijden
Montage in plafond Nee
1 Tang Montage in plafond Nee
Aanvullende producten vereist
De volgende tabel bevat een overzicht van aanvullende producten, die apart worden verkocht
door Bosch of andere fabrikanten, en die nodig zijn voor de installatie van AUTODOME
camera's.
Aantal Product Onderdeelnummer Grootte
1 SD-kaart (door gebruiker te
leveren)
--- Waterdichte metalen doorvoer (door gebruiker te
leveren)
20 mm
-- UL-gecertificeerde, vloeistofdichte
trekontlastingen
(door gebruiker te
leveren)
-- Weerbestendig afdichtmiddel (door gebruiker te
leveren)
4 Corrosiebestendige, roestvrijstalen
schroefbouten
(door gebruiker te
leveren)
6,4 mm tot 8 mm
2.3
AUTODOME 7000 Uitpakken | nl 15
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Systeemoverzicht
De AUTODOME 7000 Serie camera bevat de volgende functies:
Functie Beschrijving
Videocodering De camera maakt gebruik van de compressiestandaard H.264 en zorgt
ervoor dat zelfs bij een hoge beeldkwaliteit de gegevenssnelheid laag
blijft en kan deze ook binnen een breed bereik aanpassen aan
plaatselijke omstandigheden.
Streaming Codeert meerdere datastreams gelijktijdig volgens twee afzonderlijk
ingestelde profielen. Hierdoor ontstaan datastreams die voor
verschillende doeleinden kunnen worden gebruikt. Bijvoorbeeld één (1)
datastream voor opname en één (1) voor verzending via het Local Area
Network (LAN).
Multicast Maakt gelijktijdige real-time verzending naar meerdere ontvangers
mogelijk. De protocollen UDP en IGMP V2 moeten als vereiste voor
multicasting op het netwerk worden geïmplementeerd.
Configuratie Alle camera-instellingen kunnen vanaf een webbrowser worden
geconfigureerd op het lokale netwerk (intranet) of op internet. U kunt de
firmware bijwerken, apparaatconfiguraties laden, configuratie-
instellingen opslaan en deze instellingen van de ene camera naar de
andere kopiëren.
Intelligent
tracking
Volgt een individu continu. Intelligent Tracking werkt als volgt: een
bewegend object wordt waargenomen, AutoTrack zoomt in tot ongeveer
50% van het gezichtsveld voor een gemiddelde doelhoogte van 1,80 m.
Momentopname
n
Hiermee kunt u afzonderlijke videoframes vanuit de webbrowser-
interface opslaan als JPEG-afbeeldingen.
Opnemen Hiermee kunt u de opnameopties voor de IP-module configureren. U kunt
video van de LIVE-pagina op een harde schijf opnemen of op een door de
klant geleverde SD-kaart.
Afspelen Zorgt voor weergave van opgeslagen video-opnamen van een door de
klant geleverde SD-kaart.
Modellen met de 30x optische zoom hebben extra functies, waaronder de volgende.
3
16 nl | Systeemoverzicht AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Anti-mistfunctie Verbetert het zicht aanzienlijk bij het bekijken van mistige scènes of
andere scènes met laag contrast.
Intelligente
dynamische
ruisonderdrukki
ng (iDNR)
IVA/VCA regelt de iDNR-functie, die de ruis op basis van beweging in de
scène vermindert. Als er geen beweging in de preset-scène is, wordt de
ruisonderdrukking verhoogd. Wanneer de camera beweging in de preset-
scène detecteert, wordt de ruisonderdrukking verminderd om de
bandbreedte te verlagen en de opslagcapaciteit te optimaliseren.
Beeldstabilisatie Deze functie zorgt ervoor dat de camera continue trilling kan detecteren.
Als de camera trillingen detecteert, wordt de trillende video in zowel
horizontale als verticale richting dynamisch gecorrigeerd, wat resulteert
in uitzonderlijke beeldkwaliteit en een stabiel gezichtsveld op de
monitor.
AUTODOME 7000 Systeemoverzicht | nl 17
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Controlelijst (vóór installatie)
1. Bepaal de locatie en de afstand voor de voedingskast op basis van de spanning het
stroomverbruik.
U kunt ervoor kiezen de netvoeding via een tussengeplaatste voedingskast (VG4-PSU1 of
VG4-PSU2) te leiden, voordat de voeding wordt aangesloten op de voedingskast van de
boogarm (VG4-PA0).
!
Voorzichtig!
Kies een stevige bevestigingsplaats ter voorkoming van overmatig trillen van de camera.
2. Gebruik alleen UL-gecertificeerde, vloeistofdichte trekontlastingen voor doorvoeren naar
de voedingskast om er zeker van te zijn dat er geen water in de kast kan binnendringen.
Om aan de NEMA 4 -normen te voldoen moeten waterdichte doorvoeren en fittingen
worden gebruikt.
3. Schaf, afhankelijk van de plaatsing van de camera, hetzij wandmontage, hetzij
hoekmontage, hetzij mastmontage, de juiste bevestigingsmiddelen aan.
Als uw toepassing een voedingskast bevat, raadpleeg dan Montage van de voedingskast
(wand-, mast- en hoekmontage), Pagina 22.
Als u de montageplaat met een 24 V AUTODOME camera gebruikt, raadpleeg dan De VGA-
PEND-WPLATE installeren, Pagina 34.
!
Waarschuwing!
Voor apparaten die buiten worden gebruikt: alle kabels (voedingskabels en in-/
uitgangskabels) die op het apparaat worden aangesloten, moet in afzonderlijke permanent
geaarde metalen buizen worden aangelegd.
!
Waarschuwing!
Om de kans op corrosie op de behuizing te minimaliseren, dient alleen gebruik te worden
gemaakt van bevestigingsmaterialen en montagebeugels van Bosch. Zie nummer 5 (installatie
in een corrosieve omgeving) in het gedeelte Aanbevolen gebruik van uw camera, Pagina 144
voor meer informatie.
1. Installeer alle externe bekabeling, onder andere voor: voeding, besturing, video-coax,
alarmin- en uitgangen, relaisingangen en -uitgangen en glasvezelkabels. Raadpleeg het
hoofdstuk Aansluiting, Pagina 71 voor de benodigde kabeltypen en de toegestane
lengtes.
4
18 nl | Controlelijst (vóór installatie) AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
!
Waarschuwing!
Breng de externe aansluitkabels aan in overeenstemming met NEC, ANSI/NFPA70 (voor
toepassing in de VS), Canadian Electrical Code, Part I, CSA C22.1 (voor toepassing in
Canada) en in overeenstemming met de plaatselijk geldende normen voor alle overige landen.
Stroomkringbeveiliging waarin een 20A, 2-polige gecertificeerde scheidingsschakelaar of op
de stroomkring afgestemde zekeringen zijn vereist als deel van de gebouwinstallatie. Er moet
een gemakkelijk toegankelijke 2-polige verbrekingsinrichting zijn geïntegreerd met een
contactscheiding van minimaal 3 mm.
Alleen voeding van 24 VAC, klasse 2.
2. Voor de installatie van de plafondmontagesteun, dient u ervoor te zorgen dat er boven het
plafond een vrije ruimte van minimaal 216 mm beschikbaar is.
3. Als u gebruik wilt maken van de Intelligent Tracking-functie, raadpleeg Gebruik van
Intelligent Tracking, Pagina 141, voordat u de camera monteert.
Stabilisatie
Bewakingscamera's zijn gevoelig voor trillingen veroorzaakt door wind of door het medium
waarop de camera is bevestigd. Camera's die zijn bevestigd op een mast, een dak of een brug
zijn bijzonder gevoelig. Bosch doet de volgende aanbevelingen voor het stabiliseren van een
AUTODOME 7000 en het verminderen van de invloed van trillingen op verzonden afbeeldingen,
privacymaskers en Intelligent Tracking.
Paal- en mastmontage
Gebruik een boogarm met adapter voor mastmontage (VG4-A-9541).
Sluit een randmontageset niet aan op een paal of mast.
Gebruik een paal die speciaal is ontworpen voor CCTV-camera's:
Gebruik geen tapse paal.
Gebruik geen paal waar borden of andere apparatuur op is bevestigd.
Raadpleeg EPA-waarden/windbelastingsgegevens om een geschikte paal te selecteren.
Dakmontage
Bevestig de camera op een locatie op het dak waar deze zo stabiel mogelijk is.
Vermijd locaties die door trillingen worden beïnvloed, zoals in de nabijheid van op het dak
gemonteerde airconditioners.
Gebruik tuidraden om de AUTODOME bij hevige windvlagen te stabiliseren.
Gebruik de LTC 9230/01 adapter voor platdakmontage voor zover van toepassing. Deze
adapter is speciaal gemaakt voor AUTODOME dakmontagetoepassingen.
Extreme montagetoepassingen
Unieke montagetoepassingen van camera's die worden beïnvloed door extreme sterke wind,
druk verkeer of andere omstandigheden hebben mogelijk aanvullende maatregelen nodig om
de camera te stabiliseren. Neem contact op met een fabrikant die is gespecialiseerd in
passieve trillingsonderdrukking met behulp van demping of isolatie.
4.1
AUTODOME 7000 Controlelijst (vóór installatie) | nl 19
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Optionele SD-kaart installeren
De camera kan worden voorzien van een door de klant geleverde SDHC- of SDXC-
geheugenkaart (hierna "SD-kaart" genoemd) voor lokale opslag. (De camera kan niet worden
voorzien van MicroSD-kaarten.) Het gebruik van een SD-kaart is mogelijk.
U kunt de SD-kaart het beste plaatsen voordat u de camera monteert. Om de SD-kaart te
installeren, volgt u deze stappen:
!
Voorzichtig!
Gevaar van elektrostatische ontlading!
Neem de juiste voorzorgsmaatregelen voor CMOS/MOS-FET en volg de juiste ESD-
veiligheidsvoorschriften (zoals het dragen van geaarde polsriemen) om elektrostatische
ontlading te vermijden.
!
Waarschuwing!
Bosch raadt aan om tijdens het plaatsen of verwijderen van een SD-kaart de voeding los te
koppelen van de camera.
1. Volg de stappen in één van deze hoofdstukken (afhankelijk van de soort montage van de
camera): De koepel van een plafondbehuizing verwijderen, Pagina 68 of De koepel van een
hangende behuizing verwijderen, Pagina 68.
2. Zoek de SD-kaartsleuf (item 1 in onderstaande afbeelding).
Afbeelding 5.1: Dwarsdoorsnede van camera met SD-kaartsleuf
3. Plaats de kaart zo, dat de zijde met de gouden contacten van de dome af en richting de
behuizing wijst. Als u de SD-kaart vasthoudt, bevinden de contacten zich aan de
bovenzijde.
4. Schuif de SD-kaart in de sleuf. Druk het uiteinde van de SD-kaart naar beneden totdat u
een klik hoort en de kaart op zijn plaats vastzit.
5
20 nl | Optionele SD-kaart installeren AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
5. Volg de stappen in één van deze hoofdstukken (afhankelijk van de soort montage van de
camera): De koepel vervangen in een plafondmontage, Pagina 70 of De koepel vervangen in
een hangende behuizing, Pagina 70.
AUTODOME 7000 Optionele SD-kaart installeren | nl 21
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Montage van de voedingskast (wand-, mast- en
hoekmontage)
Bepaal voordat u de voedingskast monteert of u deze via de gaten in de onderzijde of in de
achterzijde van de kast wilt bekabelen. Bij bekabeling via de achterzijde dienen de twee (2)
afdichtdoppen vóór de montage door de gaten in de onderzijde te worden aangebracht.
Aanwijzing!
Gebruik NPS-fittingen van 20 mm voor de gaten in de onderzijde en achterzijde van de kast.
Gebruik NPS-fittingen van 15 mm voor de gaten in de zijkanten.
Afbeelding 6.1: Voeding bij wand-, mast- (paal-) en hoekmontage
1. Gebruik het in de verpakking meegeleverde sjabloon voor wandmontage om de positie
van de vier (4) bevestigingsgaten voor de voedingskast te bepalen.
2. Boor vier (4) gaten voor de bevestigingsankers. Breng bij montage buitenshuis een
weerbestendig afdichtmiddel aan op het montageoppervlak rond elk gat.
!
Waarschuwing!
Schroefbouten met een diameter van 6,4 mm tot 8 mm met een uittrekkracht van 120 kg
worden aanbevolen. Het bevestigingsmateriaal moet deze uittrekkracht kunnen weerstaan.
Bijvoorbeeld minimaal 19 mm voor multiplex.
3. Breng de voedingskast aan op de optionele afdekrand.
4. Bevestig de voedingskast aan het montageoppervlak.
Bij wandmontage: gebruik vier (4) roestbestendige, roestvaststalen draadeinden (niet
meegeleverd). Ga vervolgens verder met stap 5 hieronder.
Bij hoekmontage: bevestig de hoekplaat op de hoek van de muur met behulp van vier (4)
draadeinden (niet meegeleverd). Ga vervolgens verder met stap 5 hieronder.
Voor mast- of paalmontage: de metalen banden die voor mastmontage worden
meegeleverd, zijn geschikt voor een paal met een diameter van 100–380 mm. Voor mast-
of paalmontage dient u klembandgereedschap (apart leverbaar) te gebruiken. Volg de met
het gereedschap meegeleverde instructies om de mastplaat stevig aan de paal te
bevestigen. Neem contact op met uw accountmanager van Bosch voor het bestellen van
klembandgereedschap artikelnummer TC9311PM3T.
5. Bevestig de voedingskast aan de hoekplaat of de mastplaat met behulp van de vier (4)
3/8 x 1-3/4-inch-bouten en veerringen (meegeleverd).
6
22 nl | Montage van de voedingskast (wand-, mast- en hoekmontage) AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
6. Bevestig waterdichte, geaarde NPS-buisfittingen van 20 mm (niet meegeleverd) voor
doorvoer van de kabels voor de voeding, video en de besturingsgegevens in de openingen
in de onder- of achterzijde van de voedingskast.
!
Waarschuwing!
Voor apparaten die buiten worden gebruikt: alle kabels (voedingskabels en in-/
uitgangskabels) die op het apparaat worden aangesloten, moet in afzonderlijke permanent
geaarde metalen buizen worden aangelegd.
AUTODOME 7000 Montage van de voedingskast (wand-, mast- en hoekmontage) | nl 23
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Installatie van de wand-, hoek- en mast-
(paal-)montageplaat voor de boogarm
Beschrijving
Dit hoofdstuk beschrijft de montage van een AUTODOME aan een wand, hoek, of mast (paal).
Alle installatieverschillen tussen deze twee montagesystemen worden vermeld.
Kabels leggen en connectoren aansluiten
Aanwijzing!
Wanneer u de voedingskabels via een tussengeplaatste voedingskast wilt aanleggen,
raadpleeg dan Voedingskabels doorvoeren via een tussengeplaatste voedingskast, Pagina 28.
Voedingskabels moeten naar de linker (voor)zijde van de voedingskast worden gevoerd via een
afzonderlijke, elektrische geaarde buis. Alle video-, besturings-, voedings- en alarmkabels
moeten via een tweede elektrisch geaarde buis naar de rechterzijde van de kast worden
gelegd.
!
Waarschuwing!
Breng de externe aansluitkabels aan in overeenstemming met NEC, ANSI/NFPA70 (voor
toepassing in de VS), Canadian Electrical Code, Part I, CSA C22.1 (voor toepassing in
Canada) en in overeenstemming met de plaatselijk geldende normen voor alle overige landen.
Stroomkringbeveiliging waarin een 20A, 2-polige gecertificeerde scheidingsschakelaar of op
de stroomkring afgestemde zekeringen zijn vereist als deel van de gebouwinstallatie. Er moet
een gemakkelijk toegankelijke 2-polige verbrekingsinrichting zijn geïntegreerd met een
contactscheiding van minimaal 3 mm.
Aansluitingen tot stand brengen
Aanwijzing!
Raadpleeg het hoofdstuk Aansluiting, Pagina 71 voor bekabelingsspecificaties en afstanden.
1. Routeer alle video-, besturings- en alarmkabels via de geaarde buisfitting aan de
rechterkant van de voedingskast.
2. Routeer de 115/230 VAC-netspanningskabels door via de geaarde buisfitting aan de
linkerzijde van de kast. De voedingskast met transformator is uitgevoerd met een schot
dat het netspanningsgedeelte aan de linkerkant scheidt van het 24 VAC-
laagspanningsgedeelte aan de rechterkant.
3. Knip de kabels zo af dat ze voldoende speling hebben tot de betreffende
aansluitklemmen, maar niet zo lang dat ze bij het sluiten van de boogarm bekneld kunnen
raken of het sluiten verhinderen. Zie bovenstaande afbeelding voor de locaties van de
connectoren.
4. Sluit de meegeleverde 3-polige voedingsstekker aan op de binnenkomende
voedingskabels. Raadpleeg connector P101 voor kabelaansluitingen.
5. Indien een audio-ingang en/of -uitgang is vereist, dient u de meegeleverde 6-pins SERIËLE
COMMUNICATIE aan P106 in de schakelkast te bevestigen. Raadpleeg connector P106 in
het gedeelte hieronder over voedingskastaansluitingen.
6. Sluit een RJ45-stekker aan op de inkomende Ethernet-kabel.
7
7.1
7.2
24 nl | Installatie van de wand-, hoek- en mast-(paal-)montageplaat voor de boogarm AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Alarmingangen en -uitgangen aansluiten
4 Voor het aansluiten van alarmingangen en -uitgangen dient u de meegeleverde 6-pins
alarmingangs- en de 4-pins alarmuitgangsstekkers met losse kabels aan te sluiten op de
juiste ingaande alarmdraden. Alarmuitgang 4 is een relais.
1
1
2
3
4
5
6
2
3
4
N.O. COM N.C. A1 GND A2
1
PIN
PIN
P102
P103
P104
WHITE
ORANGE
BROWN
GREEN
WHITE
ORANGE
BROWN
GREEN
YELLOW
BLUE
2
3
4
5
6
7
Afbeelding 7.1: Alarm- en relaisconnectoren
1
4-pins connector
Alarm Uit (P102)
2 6-pins connector
Alarm In (P103)
3 7-pins relaisconnector (P104)
Pin Beschrijving Pin Beschrijving Pin Beschrijving
1 Alarmuitgang 1 1 Alarmingang 3 1 Alarmuitgang 4 Normally Open
2 Alarmuitgang 2 2 Alarmingang 4 2 Alarmuitgang 4 COM
3 Alarmuitgang 3 3 Alarmingang 5 3 Alarmuitgang 4 Normally
Closed
4 Alarm aarde 4 Alarmingang 6 4 Veiligheidsaarding
5 Alarmingang 7 5 Analoog alarm 1
6 Alarm aarde 6 Analoog alarm 2
7 Aarding
Alleen voor plafondmontage: Laag voltage TTL (3,3 V) kan ook worden gebruikt.
4 Bevestig de meegeleverde 7-pins relaisconnector aan de juiste binnenkomende draden
wanneer u bewaakte alarmen en relais aansluit. Raadpleeg Aansluitingen tot stand brengen
in de voedingskast, Pagina 33 voor aanvullende informatie.
Voedingskastaansluitingen
De volgende afbeelding is een gedetailleerde illustratie van de voedingskast van de boogarm,
waarin de specificaties van de zekeringen zijn vermeld.
AUTODOME 7000
Installatie van de wand-, hoek- en mast-(paal-)montageplaat voor de boogarm | nl 25
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
TRANSFORMER
(115/230VAC
MODELS)
P101
1 2 3
6 5 4 3 2 1 6 5 4 3 2 1
P106
XF102 XF103
XF101
J103
J103
J103
J102
J102
J102
J102
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
(LED)
P107
5 4 3 2 1
GND TXD RXD  C+ C-
P105
GND TXD RXD  C+ C-
HTR DOME
a
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
LINE NC NEUT
Afbeelding 7.2: Voedingskast boogarm
1
Aardingsschroef 7 P101-connector; voedingsingang (120 VAC /
220 VAC)
2 Van kabelboom (Nexus kabelboom) 8 P106-connector; besturing in/uit voor externe
audio-ingang en -uitgang
3 In/uit; 15 mm NPS-fitting 9 P105-connector; audio naar camera
4 Ethernet-connector 10 Voeding in; 20 mm NPS-fitting
5 P107-connector; 24 VAC naar
camera
11 Audio-ingang/-uitgang; 3/4 inch (20 mm) NPS-
fitting (met het label “SERIËLE
COMMUNICATIE”)
6 In/uit; 15 mm NPS-fitting
!
Waarschuwing!
In oudere Bosch AUTODOME camera's, is kabel 8 in de ARM-steun gelabeld met “besturing in/
uit” en werd gebruikt voor externe RxD/TxD- en BiPhase-communicatie. In camera's van de
AUTODOME 7000 Serie: Als u een camera van de AUTODOME 7000 Serie bevestigt aan een
ARM-montage die bekabeld is voor een ouder model van Bosch AUTODOME, dient u ofwel
kabel 8 te bekabelen voor audio-ingang en -uitgang, of deze los te koppelen van de voeding.
Kabels/draden die in de bovenstaande afbeelding door nummer 2 zijn geleid, zijn afkomstig
van de Nexus-kabelbundel in de boogarm.
26 nl | Installatie van de wand-, hoek- en mast-(paal-)montageplaat voor de boogarm AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Zekeringspecificaties
Voltage XF101
Netspanning
XF102 Camera XF103
Verwarming
24 V T 5,0 A T 2,0 A T 3,15 A
115 V T 1,6 A T 2,0 A T 3,15 A
230 V T 0,8 A T 2,0 A T 3,15 A
!
Waarschuwing!
Zekeringen alleen te vervangen door gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Vervang
zekeringen door hetzelfde type.
Zekeringspecificaties
Voltage XF101
Netspanning
XF102 Camera XF103
Verwarming
24 V T 5,0 A T 2,0 A T 3,15 A
115 V T 1,6 A T 2,0 A T 3,15 A
230 V T 0,8 A T 2,0 A T 3,15 A
In de volgende tabel worden de voedingskastconnectoren vermeld:
Nee. Connector Pen 1 Pin 2 Pin 3 Pin 4 Pin 5 Pen 6
Aarding Aardingsschroef
P101 115/230 VAC of 24
VAC voeding in
Lijn Niet
aangesloten
Nul
P106 SERIËLE
COMMUNICATIE
CODE-
(Audio IN-,
Audio in
signaalaar
de)
CODE+
(Audio IN+)
Aarde GND
(aarde)
(audio)
RXD
(Audio UIT+)
TXD
(Audio UIT-;
audio uit
signaalaarde
)
Signaal
GND
(aarde)
P107 24 VAC-voeding
(kabelboom
boogarm)
Camera
24 VAC
Camera
24 VAC
Veiligheidsaa
rding
Verwarming
(24 VAC)
Verwarming
(24 VAC)
Tabel 7.1: Voedingskastaansluitingen
Aanwijzing!
Pinnen voor P106 1, 2, 4, en 5 worden gebruikt voor de audio-ingang en -uitgang van
AUTODOME 7000 Serie camera's; ze dragen echter nog steeds dezelfde labels als de oudere
versies van analoge AUTODOME camera's.
AUTODOME 7000 Installatie van de wand-, hoek- en mast-(paal-)montageplaat voor de boogarm | nl 27
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
!
Waarschuwing!
Voor apparaten die buiten worden gebruikt: alle kabels (voedingskabels en in-/
uitgangskabels) die op het apparaat worden aangesloten, moet in afzonderlijke permanent
geaarde metalen buizen worden aangelegd.
Voedingskabels doorvoeren via een tussengeplaatste
voedingskast
U kunt de netvoedingskabels via een VG4-PSU1 (120 V adapter) of via een VG4-PSU2 (230 V
adapter) voedingskast doorvoeren, voordat u de voeding op een VG4-PA0 (24 V, zonder
adapter) voedingskast aansluit. De grootste moeilijkheid bij deze configuratie is dat de 5-pins
connector van de voedingsuitgang van de VG4-PSU1 of VG4-PSU2 niet past op de 3-pins
ingang van de VG4-PA0 Voedingskast. De onderstaande afbeelding geeft het volgende weer:
een VG4-PSU1/VG4-PSU2 Voedingskast.
De netvoeding aangesloten op de P101-connector en op de aardingsschroef.
De 24 VAC uitgaande voedingskabel aangesloten op de P107-connectoren voor de
voeding van de verwarming.
7.3
28 nl | Installatie van de wand-, hoek- en mast-(paal-)montageplaat voor de boogarm AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
GND
T
XD
R
XD

C+
C-
GND
T
XD
R
XD

C+
C-
P101
1 2 3
6 5 4 3 2 1
6 5 4 3 2 1
6 5 4 3 2 1
6 5 4 3 2 1
6 5 4 3 2 1
6 5 4 3 2 1
6 5 4 3 2 1
6 5 4 3 2 1
6 5 4 3 2 1
6 5 4 3 2 1
6 5 4 3 2 1
6 5 4 3 2 1
6 5 4 3 2 1
6 5 4 3 2 1
6 5 4 3 2 1
6 5 4 3 2 1
6 5 4 3 2 1
6 5 4 3 2 1
6 5 4 3 2 1
P106
P105
P107
XF102 XF103
XF101
5 4 3 2 1
J103
J103
J103
J102
J101
(LED)
VG4-PSU1 / VG4-PSU2
HTR DOME



(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
LINE NC NEUT
Afbeelding 7.3: VG4-PSU1/VG4-PSU2
1
120/230 VAC voedingsingang 5 Transformator
2 Aardingskabel 6 In/uit 15 mm NPS-kabelfitting
3 P101-connector 7 24 VAC voedingsuitgang naar VG4-PA0
4 P107-connector
Raadpleeg voor het correct bekabelen van de binnenkomende hoogspanningskabels en
uitgaande laagspanningskabels de volgende tabel:
Nr.
Connector Pin 1 Pin 2 Pin 3 Pin 4 Pin 5 Pin 6
Aarding Aardingsschroef
P101 120/230 VAC
voedingsingang
Lijn Niet
aangeslo
ten
Nul
P107 24 VAC voeding uit Veiligheidsaar
ding
Verwarming
(24 VAC)
Verwarming
(24 VAC)
Tabel 7.2: VG4-PSU1/VG4-PSU2 Voedingskastaansluitingen
AUTODOME 7000 Installatie van de wand-, hoek- en mast-(paal-)montageplaat voor de boogarm | nl 29
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
1. Voer de 120/230 VAC-netspanningskabels door via de geaarde pijpfitting aan de
linkerzijde van de kast. De voedingskast met transformator is uitgevoerd met een schot
dat het netspanningsgedeelte aan de linkerkant scheidt van het 24 VAC-
laagspanningsgedeelte aan de rechterkant.
2. Knip de kabels voor hoog voltage, 120/230 VAC, en de aardingskabelsmet zo af dat ze
voldoende speling hebben tot de betreffende aansluitklemmen, maar niet zo lang dat ze
bij het sluiten van de afdekking bekneld kunnen raken of het sluiten verhinderen.
3. Sluit de meegeleverde 3-polige voedingsstekker aan op de binnenkomende
hoogspanningskabels in de kast. Zie ook connector P101 in de bovenstaande tabel en de
afbeelding hieronder voor een weergave van de aansluitingen:
P101
1 2 3
LINE NC NEUT
Afbeelding 7.4: 115/230 VAC binnenkomende voeding
4. Sluit de aardingskabel aan op de aardingsschroef.
5. Sluit drie kabels op connector P107 van de voedingsuitgang aan om de 24 VAC
voedingskabel naar de VG4-PA0 Voedingskast te voeren.
Sluit de eerste kabel aan op pin 5 (HN = Heather Neutral = verwarming nul).
Sluit de tweede kabel aan op pin 4 (HL = verwarmingssignaal).
Sluit de derde kabel aan op pin 3 (Earth Ground = veiligheidsaarding).
Zie ook connector P107 in de bovenstaande tabel en de afbeelding hieronder voor een
weergave van de aansluitingen:
P107
5 4 3 2 1
HTR DOME
Afbeelding 7.5: Uitgaande 24 VAC-voeding
!
Waarschuwing!
Zorg dat u de uitgaande voedingskabels aansluit op de P107-connectoren van de verwarming
(HN en HL). De zekering voor de verwarmingsvoeding (XF103) kan een hoger ampèrage aan,
namelijk 3,15 A, dan de zekering voor de cameravoeding (XF102), die slechts 2,0 A aankan.
6. Voer de uitgaande 24 VAC-voedingskabels in de VG4-PA0 Voedingskast via de kabelfitting
aan de linkerzijde van de kast.
7. Knip de 24 VAC-kabel en de aardingskabels zodanig af dat deze voldoende speling hebben
tot de aansluitklemmen, maar zorg er tevens voor dat de kabels niet dusdanig lang zijn
dat ze kunnen worden afgeklemd of het sluiten van de afdekplaat hinderen.
30 nl | Installatie van de wand-, hoek- en mast-(paal-)montageplaat voor de boogarm AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
8. Sluit de meegeleverde 3-pins voedingsstekker aan op de binnenkomende 24 VAC-
voedingskabels in de kast, zoals hieronder is afgebeeld.
GND
T
XD
R
XD

C+
C-
GND
T
XD
R
XD

C+
C-
P101
1 2 3
6 5 4 3 2 1
6 5 4
5 4 3 2 1
6 5 4
5 4
5 4
6 5 4
5 4
6 5 4
5 4
5 4
6 5 4
6 5 4
6 5 4 3 2 1
3 2 1
6 5 4 3 2
5 4 3 2
3 2
5 4 3 2
P106
P105
P107
XF102 XF103
XF101
5 4 3 2 1
J103
J103
J103
J102
J101
(LED)
HTR DOME

XD

(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
24V NC 24V
Afbeelding 7.6: VG4-PA0 Voedingskast
1
Binnenkomende 24 VAC-voedingskabels (van de VG4-PSU1/VG4-PSU2 Voedingskast)
2 Aardingskabel
3 P101-connector
4 Besturingsgegevens en kabels voor ingaande/uitgaande video (alleen analoge
modellen)
9. Volg de instructies inBoogarm bevestigen aan de voedingskast, Pagina 31 (Boogarm
bevestigen aan de voedingskast) voor het vervolg van de installatie.
Boogarm bevestigen aan de voedingskast
De onderste scharnierpen van de boogarm is voorzien van een scharnierpenblokkering om het
scharnier open te houden tijdens het bevestigen van de arm aan de voedingskast.
1. Druk de onderste scharnierpen samen door de hendel van de pen naar beneden te duwen
en achter de scharnierpenblokkering te draaien.
7.4
AUTODOME 7000 Installatie van de wand-, hoek- en mast-(paal-)montageplaat voor de boogarm | nl 31
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Afbeelding 7.7: Boogarm uitlijnen op voedingskastscharnierpen
2. Open het bovenste scharnier door de hendel van de pen naar boven te duwen en vast te
houden.
Aanwijzing!
Beide scharnierpennen moeten volledig opengedrukt zijn om de scharnieren van de boogarm
te openen (ontgrendelen) voordat u met de volgende stap verder gaat.
3. Open de bovenste en onderste scharnieren van de boogarm en lijn deze uit ten opzichte
van de overeenkomende punten op de voedingskast, terwijl u de bovenste scharnierpen
blijft vasthouden. Zie bovenstaande afbeelding.
4. Laat de bovenste scharnierpen los zodat deze in de bijbehorende scharnier op de
voedingskast valt, zodra de scharnieren zijn uitgelijnd. Maak vervolgens de onderste
scharnierpen los van de scharnierpenblokkering om de boogarm op de voedingskast te
vergrendelen.
!
Waarschuwing!
Wanneer de scharnierpennen van de boogarm niet volledig in de voedingskast vallen
(blokkeren) kan dit ernstig of zelfs dodelijk letsel tot gevolg hebben. Wees voorzichtig bij het
losmaken van de boogarm.
32 nl | Installatie van de wand-, hoek- en mast-(paal-)montageplaat voor de boogarm AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Aansluitingen tot stand brengen in de voedingskast
1 2 3
Afbeelding 7.8: Boogarmaansluitingen op voedingskast
1. Sluit de aardingskabel (item 1 in de bovenstaande afbeelding) aan op de aardingsschroef
aan de linkerkant van de kast.
2. Sluit de eerder aangebrachte 6-polige I/O-stekker voor besturingsgegevens aan op de
bijbehorende connector P106 in de voedingskast.
3. Sluit de 6-pins stekker voor besturing naar dome van de boogarmconnectorkabelboom
aan op de bijbehorende connector P105 in de voedingskast.
4. Sluit de 5-polige stekker 24 VAC naar dome van de boogarmconnectorkabelboom aan op
de identiek gekleurde connector P107 aan de rechterkant van de kast.
5. Voor het aansluiten van alarmingangen en relaisuitgangen dienen de connectoren van de
4-pins alarmuitgangen, de 6-pins alarmingangen en de 7-pins relaisconnectoren van de
boogarmconnectorkabelboom te worden aangesloten op de eerder aangebrachte
overeenkomende connectoren naar de binnenkomende alarmkabels.
6. Sluit de eerder aangebrachte 3-pins voedingsstekker aan op de bijbehorende connector
P101 aan de linkerkant van de kast.
7. Sluit de inkomende RJ45-videoconnector, die eerder is aangebracht, aan op de
bijbehorende connector van de boogarmconnectorkabelboom.
8. Bevestig de aardingsband van de boogarm aan de voedingskast.
9. Verdraai na het aansluiten van de kabelboomverbindingen op de voedingskast de
boogarm om de voedingskast te sluiten en af te dichten en draai de twee
bevestigingsschroeven vast met 10-12 N-m.
10. Raadpleeg Het hangende gedeelte aan de arm bevestigen en vastzetten, Pagina 38 om door
te gaan met de installatieprocedure
Aanwijzing!
Nadat alle bekabeling is voltooid, sluit u de afdekrand en draait u de twee
bevestigingsschroeven vast op de afdekrand met 10-12 N-m om zeker te zijn dat de
voedingskast waterdicht is.
7.5
AUTODOME 7000 Installatie van de wand-, hoek- en mast-(paal-)montageplaat voor de boogarm | nl 33
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
De VGA-PEND-WPLATE installeren
Dit hoofdstuk bevat instructies voor het installeren van een wand-, hoek-, of
mastmontagebeugel met de VGA-PEND-WPLATE Montageplaat in plaats van een voedingskast.
!
Voorzichtig!
U moet de netspanningsvoeding door een transformator van 120/230 VAC (voedingskast VG4-
PSU1 of VG4-PSU2) leiden voordat u de voeding aansluit op een 24 VAC AUTODOME camera.
!
Waarschuwing!
Schroefbouten met een diameter van 6,4 mm tot 8 mm met een uittrekkracht van 120 kg
worden aanbevolen. Het bevestigingsmateriaal moet deze uittrekkracht kunnen weerstaan.
Bijvoorbeeld minimaal 19 mm voor multiplex.
1. Voor hoekmontage:
Bevestig de hoekplaat op de hoek van de muur met behulp van vier (4) draadeinden (niet
meegeleverd).
Bevestig de montageplaat aan de hoekplaat met behulp van de vier (4) 3/8 x 1-3/4-inch-
bouten en veerringen (meegeleverd).
2. Voor mast- of paalmontage:
De metalen banden die voor mastmontage worden meegeleverd, zijn geschikt voor een
paal met een diameter van 100–380 mm. Voor mast- of paalmontage dient u
klembandgereedschap (apart leverbaar) te gebruiken. Bovendien dient u te zorgen voor
een 3/4-inch (20-mm) haakse kabelconnector, waar u de kabels door leidt die worden
verbonden met de boogarm.
Volg de met het gereedschap meegeleverde instructies om de mastplaat stevig aan de
paal te bevestigen. Neem contact op met uw accountmanager van Bosch voor het
bestellen van klembandgereedschap artikelnummer TC9311PM3T.
Bevestig de montageplaat aan de mastplaat met behulp van de vier (4) 3/8 x 1-3/4-inch-
bouten en veerringen (meegeleverd).
Verwijder een van de rubberen pakkingen uit de montageplaat.
Nadat de montageplaat (item 1, hieronder) is bevestigd aan de mastplaat (item 2), sluit u
de haakse kabelconnector (item 3) aan op de montageplaat via de lege kabeldoorvoer,
zoals hieronder is afgebeeld:
7.6
34 nl | Installatie van de wand-, hoek- en mast-(paal-)montageplaat voor de boogarm AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
3. Zorg ervoor dat de montageplaat goed vastzit.
Bevestig de boogarm aan de montageplaat
De onderste scharnierpen van de boogarm is voorzien van een scharnierpenblokkering om het
scharnier open te houden tijdens het bevestigen van de arm aan de montageplaat.
1. Druk de onderste scharnierpen samen door de hendel van de pen naar beneden te duwen
en achter de scharnierpenblokkering te draaien.
Afbeelding 7.9: Boogarm verbinden met montageplaat
2. Open het bovenste scharnier door de hendel van de pen naar boven te duwen en vast te
houden.
LET OP: Beide scharnierpennen moeten volledig ingedrukt zijn om de scharnieren van de
boogarm te openen (ontgrendelen) voordat u met de volgende stap verdergaat.
AUTODOME 7000
Installatie van de wand-, hoek- en mast-(paal-)montageplaat voor de boogarm | nl 35
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
3. Open de bovenste en onderste scharnieren van de boogarm en lijn deze uit ten opzichte
van de overeenkomende punten op de montageplaat, terwijl u de bovenste scharnierpen
blijft vasthouden.
4. Laat de bovenste scharnierpen los zodat deze in de bijbehorende scharnier op de
montageplaat valt, zodra de scharnieren zijn uitgelijnd. Maak vervolgens de onderste
scharnierpen los van de scharnierpenblokkering om de boogarm op de montageplaat te
vergrendelen.
Kabels routeren en aansluiten op een voedingskast
De onderstaande afbeelding laat de voedings- en besturingskabels zien die worden
aangesloten op de boogarm:
Afbeelding 7.10: Boogarmkabels
Kabel Kabel
1 Aardingsband (zwart) 5 UTP video/Ethernet (blauw)
2 24 VAC voeding (rood) 6 Alarmuitgangen (wit)
3 Relaiscontacten (geel) 7 Alarmingangen (grijs)
4 Coax-video (zwart)
(Niet van toepassing op
AUTODOME 7000 Serie
camera's)
8 Seriële communicatie (groen)
Gebruikt voor audio-ingang/-uitgang in de
AUTODOME 7000 Serie.
Aanwijzing!
Raadpleeg het hoofdstuk Aansluiting, Pagina 71 voor bekabelingsspecificaties en afstanden.
1. Leidt alle inkomende kabels door een van de geaarde kabeldoorvoeren aan de onderkant
van de montageplaat. Bij mastmontage: leidt alle kabels door de haakse kabelconnector.
2. Breng de waterdichte plug aan op de andere doorvoer.
3. Sluit de aardklem (item 1, hieronder) aan op een van de klemmen aan de binnenzijde van
de montageplaat.
36 nl | Installatie van de wand-, hoek- en mast-(paal-)montageplaat voor de boogarm AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Afbeelding 7.11: Montageplaat - overzicht binnenzijde
Ref.
Beschrijving
1 Aardingsaansluiting met twee klemmen
2 Aardingsaansluiting met crimpklem
3 Kabeldoorvoeren voor inkomende kabels
4. Sluit de inkomende 24 VAC-voedingskabels aan op de bijbehorende 5-pins connector voor
de 24 VAC-voedingsingang (meegeleverd met montageplaatkit) van de camera en de
verwarming.
5. Sluit de aardklem van de bijbehorende 5-pins connector aan op de andere klemmen aan
de binnenzijde van de montageplaat.
6. Sluit de bijbehorende 5-pins connector voor de voedingsingang aan op de 24 VAC-
voedingskabel (kabel 2) die is aangesloten op de boogarm.
7. Verwijder de bijbehorende connector van de relaiscontactkabel (kabel 3).
8. Sluit de inkomende relaiscontactkabels aan op de bijbehorende connector. Bevestig
daarna de bijbehorende connector weer aan de relaiscontactkabel.
9. Sluit een RJ45-stekker aan op de inkomende UTP-kabel.
10. Sluit de inkomende RJ45-videoconnector, die eerder is aangebracht, aan op de UTP
Ethernet-kabel (kabel 5).
11. Sluit de uitgaande alarmkabels aan op de losse draden uit de 4-pins alarmuitgangskabel
(kabel 6).
12. Sluit de inkomende alarmkabels aan op de losse draden uit de 6-pins alarmingangskabel
(kabel 7).
AUTODOME 7000
Installatie van de wand-, hoek- en mast-(paal-)montageplaat voor de boogarm | nl 37
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
13. Sluit de inkomende kabels voor seriële communicatie aan op de bijbehorende 6-pins
connector die is meegeleverd met de VGA-PEND-WPLATE-kit. Raadpleeg de bovenstaande
tabel met voedingskastaansluitingen voor meer informatie.
14. Bevestig de 6-pins bijbehorende connector voor seriële communicatie aan de kabel voor
seriële communicatie (kabel 8).
15. Sluit de geaarde kabel, indien beschikbaar, aan op de crimpklem in de montageplaat.
Opmerking: de veiligheidsaarde wordt niet meegeleverd bij de VGA-PEND-WPLATE-kit;
het betreft een massaverbinding die ter plekke moet worden aangebracht.
16. Verdraai na het aansluiten van de kabelboomverbindingen op de montageplaat de
boogarm om deze te sluiten en draai de twee bevestigingsschroeven vast met 10-12 N-m.
Aanwijzing!
Nadat alle bekabeling is voltooid, sluit u de afdekrand en draait u de twee
bevestigingsschroeven vast op de afdekrand met 10-12 N-m.
Het hangende gedeelte aan de arm bevestigen en vastzetten
Aanwijzing!
Controleer vóór het aanbrengen van het hangende gedeelte van de AUTODOME de dome- en
armconnectoren visueel op geblokkeerde pingaten of verbogen pinnen.
1. Kantel de onderkant van de dome naar de voet van de boogarm en plaats de
bevestigingshaak aan de bovenkant van de dome-behuizing over de verzonken
scharnierpen van de arm.
a
b
Afbeelding 7.12: Bevestiging van de AutoDome aan de boogarm
1
Omhoog kantelen.
2 Inhaken en laten zakken.
2a Verzonken scharnierpen
2b Dome-connector
3 Omlaag bewegen zodat de dome-connector vastklikt.
4 Draai de twee bevestigingsschroeven vast tot minimaal 10-12 Nm.
2. Laat de dome-behuizing iets zakken zodat de haak van de dome-behuizing kan ingrijpen
op de scharnierpen van de boogarm, waardoor de dome rond de pen kan draaien.
7.7
38 nl | Installatie van de wand-, hoek- en mast-(paal-)montageplaat voor de boogarm AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
3. Draai de dome-behuizing omlaag tot een verticale stand en duw deze voorzichtig omhoog
zodat de connector op de bovenkant van de dome-behuizing vastklikt.
!
Voorzichtig!
Stop onmiddellijk en begin opnieuw wanneer u enige weerstand voelt bij het draaien van de
dome-behuizing of bij het vastklikken van de connector.
4. Houd de behuizing van het hangende gedeelte in positie terwijl u de twee 5-mm
inbusbouten aan de bovenkant van de behuizing vastdraait met 10-12 Nm.
!
Voorzichtig!
U moet de beide inbusbouten aanhalen tot minimaal 10-12 Nm voor een goede aansluiting van
de arm op de behuizing.
AUTODOME 7000 Installatie van de wand-, hoek- en mast-(paal-)montageplaat voor de boogarm | nl 39
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Installeren van de dakrand- en buissteunen
Omschrijving
In dit hoofdstuk wordt de installatie beschreven van een AUTODOME camera aan een dakrand
of buissteun. Alle installatieverschillen tussen deze twee montagesystemen worden vermeld.
De VGA-ROOF-MOUNT is een stationaire montagesteun, bedoeld voor verticale dakranden.
Deze is gemaakt van lichtgewicht aluminium met een roestbestendige afwerking en wordt
gebruikt voor alle Bosch-AUTODOME camera's met een maximale nominale belasting van 29
kg. Deze montagesteun kan aan de binnen- of buitenkant van de dakrand worden bevestigd en
is draaibaar zodat de camera gemakkelijk kan worden gepositioneerd en onderhouden. Houd
er rekening mee dat de klant de VG4-A-9543-buissteun zelf aan dient te schaffen, om deze te
gebruiken voor het uiteinde van de VGA-ROOF-MOUNT.
Het uiteinde van de buissteun, die op de behuizing dient te worden aangesloten, is bedoeld
om ter plekke gemonteerd te worden en is voorzien van aanwijzingen of instructies met
betrekking tot de benodigde apparatuur, voor het behoud van de veiligheid van de behuizing.
Om de veiligheid van een Type 4X-omgeving te garanderen, dient de aangesloten apparatuur te
voldoen aan veiligheidsklasse Type 4X. Om de veiligheid van Type 4 te garanderen, dient de
aangesloten apparatuur te voldoen aan veiligheidsklasse Type 4, Type 4X, Type 6 of Type 6P.
Kabels leggen en connectoren aansluiten
Voedingskabels moeten naar de linker (voor)zijde van de voedingskast worden gevoerd via een
afzonderlijke, elektrische geaarde buis. Alle video-, besturings-, voedings- en alarmkabels
moeten via een tweede elektrisch geaarde buis naar de rechterzijde van de kast worden
gelegd.
!
Waarschuwing!
Breng de externe aansluitkabels aan in overeenstemming met NEC, ANSI/NFPA70 (voor
toepassing in de VS), Canadian Electrical Code, Part I, CSA C22.1 (voor toepassing in
Canada) en in overeenstemming met de plaatselijk geldende normen voor alle overige landen.
Stroomkringbeveiliging waarin een 20A, 2-polige gecertificeerde scheidingsschakelaar of op
de stroomkring afgestemde zekeringen zijn vereist als deel van de gebouwinstallatie. Er moet
een gemakkelijk toegankelijke 2-polige verbrekingsinrichting zijn geïntegreerd met een
contactscheiding van minimaal 3 mm.
Er zijn twee methoden mogelijk voor het doorvoeren van de video-, besturings- en alarmkabels:
De eerste methode is de video-, besturings- en alarmkabels te routeren door de circuitfitting
op de rechter (voor)zijde van de voedingskast en naar buiten te leiden naar de AUTODOME-
interfaceplaat.
8
8.1
8.2
40 nl | Installeren van de dakrand- en buissteunen AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
GND TXD RXD  C+ C-GND TXD RXD  C+ C-
P101
P106 P105
P107
XF102 XF103
XF101
5 4 3 2 1
J103
J103
J103
J102
J101
(LED)
HTR DOME
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
LINE NC NEUT
Afbeelding 8.1: VG4-A-PSU1- of VG4-A-PSU2 Voedingskast
1
120 VAC/230 VAC-voedingsingang 6 Besturingskabel
Wordt gebruikt voor de audio-ingang en -
uitgang in de AUTODOME 7000 Serie.
2 P101-connector 7 24 VAC-voedingsuitgang
3 Aardaansluiting 8 P107-connector
4 Transformator 9 Geaarde buis met vermogensingang en
geaarde aansluiting
5 Ethernet-kabel 10 Geaarde buis met Ethernet-video/
besturing, audio-ingang en -uitgang naar
het "head-end"-systeem
11 Geaarde buis naar camera
De tweede methode is de voedingskast te passeren om de video-, besturings- en alarmkabels
direct naar de interfaceplaat te leiden. U sluit alleen de voedingskabels binnen in de
voedingskast aan. Alle gebruikte verdeel- en aansluitdozen moeten elektrisch geaard zijn.
AUTODOME 7000
Installeren van de dakrand- en buissteunen | nl 41
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
GND TXD RXD  C+ C-GND TXD RXD  C+ C-
P101
P106 P105
P107
XF102 XF103
XF101
5 4 3 2 1
J103
J103
J103
J102
J101
(LED)
HTR DOME
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
BNC
J102
P107 P101
P102
P103
P104
P106
J101
AGND
A7
A6
A5
A4
A3
AGND
OUT 3
OUT 2
OUT 1
P105
LINE NC NEUT
Afbeelding 8.2: VG4-A-PSU1 of VG4-A-PSU2 Voedingskast aangesloten op de interfaceplaat van de buis.
VG4-A-PSU1/VG4-A-PSU2 Interfaceplaat van de buis
1 120 VAC/230 VAC-
voedingsingang
7 P101-connector
2 P101-connector 8 P107-connector
3 Aardaansluiting 9 24 VAC-voedingsingang (naar camera)
4 Transformator 10 Veiligheidsaarding
5 24 VAC-voedingsuitgang 11 24 VAC-voedingsingang (naar camera)
6 P107-connector 12 24 VAC-voedingsingang (naar verwarming)
13 24 VAC-voedingsingang (naar verwarming)
14 Cameravoeding
15 Verwarmingsvoeding
Bekabeling van de voedingskast
Aanwijzing!
Raadpleeg het hoofdstuk Aansluiting, Pagina 71 voor bekabelingsspecificaties en afstanden.
4 Routeer de 115/230 VAC-netspanningskabels door via de geaarde buisfitting aan de
linkerzijde van de kast.
Aanwijzing!
De voedingskast met transformator is uitgevoerd met een schot dat het netspanningsgedeelte
aan de linkerkant scheidt van het 24 VAC-laagspanningsgedeelte aan de rechterkant.
42 nl | Installeren van de dakrand- en buissteunen AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
1. Knip de kabels voor hoog voltage, 115/230 VAC, en de aardingskabelsmet met voldoende
extra lengte af zodat ze wel goed bij de kroonsteen in de kast kunnen komen, maar toch
niet zo lang zijn dat ze kunnen worden afgeklemd door de afdekplaat of het sluiten van
deze plaat hinderen.
2. Sluit de meegeleverde 3-pins voedingsstekker aan op de binnenkomende voedingskabels
met hoog voltage in de kast. Raadpleeg connector P101 in het hoofdstuk
Voedingskastaansluitingen hieronder.
3. Leidt de Ethernet-kabel naar buiten, naar de locatie waar de camera wordt gemonteerd.
4. Voer de 24 VAC laagspanningskabels vanaf de rechterkant van de voedingskast naar de
locatie waar de camera wordt gemonteerd. Sluit de meegeleverde 5-pins 24 VAC-
domestekker aan op de kabeleinden in de kast. Raadpleeg connector P107 in het
hoofdstuk Voedingskastaansluitingen hieronder.
Aanwijzing!
Alle video-, besturings- en alarmkabels lopen of door de voedingskast of passeren deze en
worden direct aangesloten op de interfaceplaat van de buis.
Bekabeling van het glasvezelmodel
Volg de volgende stappen voor de installatie van een glasvezelmodel:
Aanwijzing!
Raadpleeg het hoofdstuk Aansluiting, Pagina 71 voor glasvezelspecificaties.
Voor aanwijzingen voor de installatie van een glasvezelmodule in een voedingskast, raadpleeg
de Installatiehandleiding van de VG4 Glasvezelmediaconvertor die bij de module wordt
meegeleverd.
1. Sluit de glasvezelkabel (item 3 in de onderstaande afbeelding) aan op de rechterzijde van
de voedingskast.
2. Sluit de glasvezelkabel aan op de poort voor de SFP-module (item 2 in de onderstaande
afbeelding).
3. Sluit stekker RJ45 van de kabel aan op aansluiting RJ45 (item 1 in de onderstaande
afbeelding) van de glasvezelmodule in de voedingskast.
4. Sluit de besturingskabels van de voedingskast aan op de interfaceplaat van de buis.
Bevestig daarna de 6-polige connector voor besturingsgegevens aan de kabels in de
voedingskast. Raadpleeg Bekabel de interfaceplaat van de buis, Pagina 52.
AUTODOME 7000 Installeren van de dakrand- en buissteunen | nl 43
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
GND TXD RXD  C+ C-
P101
P106
XF102 XF103
XF101
5 4 3 2 1
J103
J103
J103
J102
J101
(LED)
HTR DOME
24V NC 24V
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
Afbeelding 8.3: Glasvezel-Ethernet-module geïnstalleerd
1
Ethernet-aansluiting RJ45
2 Poort voor SFP-module (afzonderlijk verkrijgbaar)
3 Glasvezelkabel (door gebruiker te leveren)
Voedingskastaansluitingen
De volgende afbeelding is een gedetailleerde illustratie van de voedingskast voor de dak- of
pijpmontage, waarbij ook de specificaties van de zekeringen zijn vermeld.
44
nl | Installeren van de dakrand- en buissteunen AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
C
ONT
R
O
L
T
O DOM
E
O DOM
O DOM
C
ONT
R
O
L
IN/OUT
GND
GND
GND
T
XD
R
XD
C+
C-
P101
1 2 3
6 5 4 3 2 1
6 5 4 3 2 1
P106
P105
P107
XF102 XF103
XF101
5 4 3 2 1
J103
J103
J103
J103
J102
J102
J102
J102
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
J101
(LED)
6 5 4 3 2 1
GND
GND
GND
T
XD
R
XD
C+
C-
XD
XD
XD
XD
HTR DOME
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
LINE NC NEUT
Afbeelding 8.4: Voedingskastaansluitingen
1
Aardingsschroef 5 Voeding in
2 Transformator (115/230 VAC-
model)
6 In/uit; 15 mm NPS-fitting
3 Ingang/uitgang naar camera 7 Voeding in; 20 mm NPS-fitting
4 24 VAC naar dome-interfaceplaat 8 Besturingsgegevens en video in/uit; 3/4 inch 20
mm NPS-fitting
!
Waarschuwing!
Zekeringen alleen te vervangen door gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Vervang
zekeringen door hetzelfde type.
Zekeringspecificaties
Voltage XF101
Netspanning
XF102 Camera XF103
Verwarming
24 V T 5,0 A T 2,0 A T 3,15 A
115 V T 1,6 A T 2,0 A T 3,15 A
230 V T 0,8 A T 2,0 A T 3,15 A
In de volgende tabel worden de voedingskastconnectoren vermeld:
AUTODOME 7000 Installeren van de dakrand- en buissteunen | nl 45
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Nee. Connector Pen 1 Pin 2 Pin 3 Pin 4 Pin 5 Pen 6
Aarding Aardingsschroef
P101 115/230 VAC- of
24 VAC-voeding in
Lijn Niet
aangesloten
Nul
P107 24 VAC voeding
naar domestekker
Dome
24 VAC
Dome
24 VAC
Veiligheidsaar
ding
Verwarming
(24 VAC)
Verwarming
(24 VAC)
Tabel 8.1: Voedingskastaansluitingen
Afdekrand bevestigen op voedingskast
1. Druk de onderste scharnierpen samen door eerst de hendel van de pen naar beneden te
duwen en deze daarna achter de scharnierpenblokkering te draaien. De afdekrand van de
voedingskast is voorzien van een scharnierpenblokkering om de onderste scharnier open
te houden bij het bevestigen van de rand.
GND T XD R XD  C+ C- GND T XD R XD  C+ C-
(FUSE)
(FUSE)
(FUSE)
90
o
HTR DOME
LINE NC NEUT
Afbeelding 8.5: Lijn de scharnier van de afdekrand uit met voedingskast
1
Voedingskast 5 Scharnierborgpen open
2 Afdekrand 6 Geopende stand
3 Uitlijnen bovenkant scharnier 7 Scharnierpenblokkering
4 Uitlijnen onderkant scharnier
2. Open het bovenste scharnier door de hendel van de pen naar boven te duwen en open te
houden.
LET OP: Beide scharnierpennen moeten volledig opengedrukt zijn om de scharnieren met
gat van de afdekrand te openen (ontgrendelen) voordat u met de volgende stap
verdergaat.
8.3
46 nl | Installeren van de dakrand- en buissteunen AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
3. Terwijl u de pen het bovenste scharnier openhoudt, plaatst u de afdekrand op de
voedingskast en lijnt u de scharnieren uit.
4. Wanneer de scharnieren zijn uitgelijnd, laat u de bovenste scharnierpen los zodat deze in
de bijbehorende scharnier op de voedingskast valt. Maak daarna de onderste
scharnierpen los van de scharnierpenblokkering om de bevestiging van de afdekplaat op
de voedingskast te voltooien.
Aanwijzing!
Nadat alle bekabeling is voltooid, sluit u de afdekrand en draait u de twee
bevestigingsschroeven vast op de afdekrand met 10-12 N-m om zeker te zijn dat de
voedingskast waterdicht is.
De VGA-ROOF-MOUNT bevestigen
De stappen voor het installeren van de dankrandmontagesteun worden hieronder beschreven.
Wanneer u een buissteun monteert, raadpleeg dan Installeren van de VG4-A-9543
buismontagesteun, Pagina 50 voor instructies.
Afbeelding 8.6: VGA-ROOF-MOUNT
1. Kies de juiste dakwandlocatie voor de camera en gebruik de dakrandwandsteun als
sjabloon voor het aftekenen van de boorgaten.
Aanwijzing!
Zorg voor voldoende ruimte onder de dakrandmontagesteun om de video-, besturings- en
alarmkabels naar boven door de dakrandarm te kunnen voeren. Bij sommige installaties kan
het nodig zijn om de dakrandmontagearm omhoog te brengen, zodat de camera niet tegen de
bovenkant van de muur kan komen als hij in positie wordt gedraaid. Zorg dat de kabels zoveel
speling hebben dat de buisarm tot boven het dak en terug gedraaid kan worden als er
onderhoud aan de camera moet worden uitgevoerd.
2. Maak het montageoppervlak gereed voor de bevestigingsmiddelen door de benodigde
boorgaten voor de ankers te maken.
8.4
AUTODOME 7000 Installeren van de dakrand- en buissteunen | nl 47
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Afbeelding 8.7: Dakrandwandsteun en dakmontageplaat
1 Buisarm 4 Breng afdichtingspasta aan rondom alle
montagegaten
2 Dakwandsteun 5 Dakmontageplaat
3 3/8-16 RVS zeskantige kopbout
(meegeleverd)
6 Gebruik minstens zes (6) bevestigingen (niet
meegeleverd). Acht (8) montagegaten
afgebeeld.
Aanwijzing!
De bevestigingsmiddelen worden niet meegeleverd met de dakrandmontagekit omdat
onbekend is aan welk materiaal ze worden bevestigd. Het materiaal moet bestand zijn tegen
een uittrekkracht van minstens 275 kg. Bijvoorbeeld minimaal 19 mm voor multiplex. Met
bevestigingsmiddelen kunnen bouten, schroefbouten en bevestigingsschroeven worden
bedoeld. Alle bevestigingsmiddelen moeten zijn gemaakt van corrosiebestendig roestvrijstaal
met een diameter van 10 mm.
Alle bouten moeten door het montageoppervlak naar buiten komen en vastgezet worden met
een vlakke onderlegring, een sluitring en een moer. Alle schroefbouten moeten worden
verankerd in beton of vastgelast aan een stalen steunplaat. Ankerbouten kunnen worden
gebruikt voor blinde vlakken die niet aan de achterkant bereikbaar zijn.
3. Breng een weerbestendig afdichtmiddel aan rondom elk montagegat in het
montageoppervlak.
4. Bevestig de dakwandsteun met minstens zes (6) roestvrijstalen bevestigingen, drie (3)
aan elke kant (de steun heeft acht (8) gaten). Zorg ervoor dat u de bevestigingen niet te
vast draait, anders wordt de kabel gestript. Als u de dakrandsteun op een vlak dak
bevestigt, zet dan eerst de optionele dakmontageplaat LTC 9230/01 op het dak vast en
bevestig vervolgens de dakrandwandsteun aan de dakmontageplaat.
5. Duw de dakrandbuisarm in de montagebeugel tot hij tegen de onderkant aankomt.
6. Verwijder de eindkap van de voorzijde van de arm en voer de video-, besturings- en
voedingskabels omhoog door de onderkant van de buisarm en weer naar buiten aan de
voorkant.
48 nl | Installeren van de dakrand- en buissteunen AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Afbeelding 8.8: VGA-ROOF-MOUNT
1 Einddop met O-ring
2 Dakrandbuisarm
3 1/4 - 20 RVS kopschroef
4 Omlaaglopende buis
5 10-24 RVS cilinderkopschroef
7. Buig de video-, besturings- en voedingskabels terug naar de voorkant van de arm en duw
ze omlaag en naar buiten door omlaaglopende buis. Plaats daarna de einddop weer terug.
8. Wikkel minstens vijf lagen Teflon-tape om de schroefdraad van de omlaaglopende buis.
9. Breng het meegeleverde schroefdraadafdichtmateriaal op de kabels van de
omlaaglopende buis aan:
Zorg ervoor dat alle oppervlakken schoon en droog zijn.
Breng overal rondom de schroefdraad van de mannetjesfitting een laag afdichtmiddel aan.
Druk de plakstrip in de schroefdraden om alle lege ruimtes geheel op te vullen.
10. Schroef de Domekap op de omlaaglopende buis en draai hem stevig vast. Zie
onderstaande afbeelding.
!
Waarschuwing!
U moet de domekap op de omlaaglopende buis aanschroeven tot hij vastzit. Als de
bevestiging niet correct wordt uitgevoerd, kan dit leiden tot beschadigingen, ernstig letsel en
zelfs de dood tot gevolg hebben.
AUTODOME 7000 Installeren van de dakrand- en buissteunen | nl 49
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Afbeelding 8.9: Bevestig de domekap.
1
Schroefdraadafdichting of pijp-tape
2 Domekap
11. Leg een laag RTV-siliconenafdichtmiddel om de omlaaglopende buis/domekap-interface
om alle openingen tussen de omlaaglopende pijp en de domekap af te dichten.
12. Ga verder naar Bekabel de interfaceplaat van de buis, Pagina 52.
Aanwijzing!
Gebruik een tuidraad voor het vastzetten van de dakrandarm. Vervang de 1/4 inch kopschroef
door een 1/4-inch roestvrijstalen oogbout (niet geleverd). Haal de tuidraad door de oogbout
en bevestig beide einden op de ankerplaatsen op het dak.
Installeren van de VG4-A-9543 buismontagesteun
De stappen voor het installeren van buismontagesteun VG4-A-9543 worden hieronder
beschreven. Wanneer u de dakrandsteun monteert, raadpleeg dan De VGA-ROOF-MOUNT
bevestigen, Pagina 47 voor instructies.
Aanwijzing!
De klant moet zelf zorgen voor de levering van een 1-1/2 inch (NPS) buis voorzien van
schroefdraad aan beide zijden en met een minimumlengte van 12,7 cm.
U dient Teflon-tape te gebruiken als draadborgmiddel.
Alle schroeven moeten stevig aangehaald worden.
8.5
50 nl | Installeren van de dakrand- en buissteunen AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
5 in.
12.7 cm
min.
Afbeelding 8.10: Buismontage
1
Pakking
2 Flens
3 Kapje
1. Voordat u de bovenste montageflens installeert, moet u ervoor zorgen dat er een
passende opening in het plafond of een montagevoorziening voor het doorvoeren van de
draden aanwezig is.
2. Bevestig de pijpflens met de meegeleverde pakking aan het plafond of aan een andere
ondersteuningsconstructie met behulp van vier 10 mm bevestigingsbouten.
Aanwijzing!
Elke bout moet een uittrekkracht hebben van minstens 275 kg. Het bevestigingsmateriaal
moet deze uittrekkracht kunnen weerstaan. Bijvoorbeeld minimaal 19 mm voor multiplex.
3. Bevestig de buis (niet meegeleverd) aan de bovenste montageflens.
!
Waarschuwing!
U moet de domekap op de bovenste montageflens aanschroeven tot hij vastzit. Als de
bevestiging niet correct wordt uitgevoerd, kan dit leiden tot beschadigingen, ernstig letsel en
zelfs de dood tot gevolg hebben.
4. Leid de voedings-, video-, besturings- en alarmkabels door de bovenste montageflens naar
de buis toe.
5. Wikkel minstens vijf lagen Teflon-tape om de schroefdraad.
6. Breng het meegeleverde schroefdraadafdichtmateriaal op de schroefdraad van de buis
aan.
Zorg ervoor dat alle oppervlakken schoon en droog zijn.
Breng overal rondom de schroefdraad van de mannetjesfitting een laag afdichtmiddel aan.
Druk de plakstrip in de schroefdraden om alle lege ruimtes geheel op te vullen.
7. Schroef de buisdop op de omlaaglopende buis en zet hem stevig vast om lekkage te
voorkomen.
!
Waarschuwing!
U moet de domekap op de buis aanschroeven tot hij vastzit. Als de bevestiging niet correct
wordt uitgevoerd, kan dit leiden tot beschadigingen, ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg
hebben.
AUTODOME 7000 Installeren van de dakrand- en buissteunen | nl 51
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Bekabel de interfaceplaat van de buis
In dit gedeelte worden instructies gegeven voor het aansluiten van draden en kabels aan de
interfaceplaat van de buis volgens het schema hieronder. Raadpleeg het hoofdstuk Aansluiting,
Pagina 71 voor adviezen en specificaties over kabels en bekabeling.
8.6
52 nl | Installeren van de dakrand- en buissteunen AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
BNC
7
5
6
4
3
2
1
2
1
2
1
3
J102
P107 P101
P102
P103
P104
P106
J101
AGND
A7
A6
A5
A4
A3
AGND
OUT 3
OUT 2
OUT 1
1
2
3
4
5
6
P105
Afbeelding 8.11: Aansluitingen van interfaceplaat van buis
1
Interfacemodule
van de buis
2 Videocoax in J102
AUTODOME 7000 Installeren van de dakrand- en buissteunen | nl 53
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
3 6-pins connector
alarmingangen
(3-7)
P103
4 4-pins connector
alarmuitgangen
(1-3)
P102
5 100 Ω weerstand
Opmerking:
Verwijder deze
weerstand indien
u de audio-ingang
in een
AUTODOME 7000
Serie camera
gebruikt.
P105
6 Gegevens in/uit P105 AWG
26-16
1 BiPhase (C-)
Voor de AUTODOME 7000 Serie: AUDIO
IN – (signaalaarde audio-ingang)
2 BiPhase (C+)
Voor de AUTODOME 7000 Serie: AUDIO
IN +
3 Veiligheidsaarding
4 RxD +
Voor de AUTODOME 7000 Serie: AUDIO
UIT +
5 TxD –
Voor AUTODOME 7000 Serie: AUDIO UIT
– (signaalaarde audio-uitgang)
6 Signaalaarde
7 Alarmingangen
(EOLR bewaakt,
1-2)
P104 AWG
26-16
7 Aarding
6 Alarm 2
5 Alarm 1
4 Veiligheidsaarding
8 Relaisuitgang P104 AWG
26-16
3 Verbreekcontact
2 Nulaansluiting
1 Maakcontact
9 Voeding dome P101 AWG
18-14
3 Dome 24 VAC
2 Veiligheidsaarding
1 Dome 24 VAC
10 Verwarmingsvoed
ing
P107 AWG
18-14
2 Verwarming 24 VAC
54 nl | Installeren van de dakrand- en buissteunen AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
1 Verwarming 24 VAC
11 Ethernet RJ45 J101
12 Naar camera
De interfaceplaat van de buis bevat alle connectoren voor besturing, data, beeld en
voedingskabels. Volg de onderstaande procedures om de correcte aansluitingen te maken.
!
Waarschuwing!
Gebruik alleen voeding van 24 VAC, klasse 2.
1. Bevestig een RJ45-connector aan de Ethernet-kabel en sluit deze aan op de bijpassende
connector J101 op de buisinterfaceplaat.
2. Bevestig de I/O-kabels voor de besturingsgegevens op de betreffende aansluitklemmen
van connector P105 op de buisinterfaceplaat.
3. Verbind de 24 VAC voedingskabels met de P101-connector op de interfaceplaat van de
buis. Als deze uitvoering een verwarming heeft, sluit dan de 24 VAC kabels van de
verwarmingsvoeding aan op connector P107.
!
Voorzichtig!
Om de camera te beschermen tegen schade door lage temperaturen, dient u erop te letten
dat de 24 VAC kabels van de verwarmingsvoeding op connector P101 wordt aangesloten.
Alarmingangen en -uitgangen aansluiten
4 Voor het aansluiten van alarmingangen en -uitgangen dient u de meegeleverde 6-pins
alarmingangs- en de 4-pins alarmuitgangsstekkers met losse kabels aan te sluiten op de
juiste ingaande alarmdraden. Alarmuitgang 4 is een relais.
1
1
2
3
4
5
6
2
3
4
N.O. COM N.C. A1 GND A2
1
PIN
PIN
P102
P103
P104
WHITE
ORANGE
BROWN
GREEN
WHITE
ORANGE
BROWN
GREEN
YELLOW
BLUE
2
3
4
5
6
7
Afbeelding 8.12: Alarm- en relaisconnectoren
1
4-pins connector
Alarm Uit (P102)
2 6-pins connector
Alarm In (P103)
3 7-pins relaisconnector (P104)
Pin Beschrijving Pin Beschrijving Pin Beschrijving
1 Alarmuitgang 1 1 Alarmingang 3 1 Alarmuitgang 4 Normally Open
2 Alarmuitgang 2 2 Alarmingang 4 2 Alarmuitgang 4 COM
AUTODOME 7000 Installeren van de dakrand- en buissteunen | nl 55
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
3 Alarmuitgang 3 3 Alarmingang 5 3 Alarmuitgang 4 Normally
Closed
4 Alarm aarde 4 Alarmingang 6 4 Veiligheidsaarding
5 Alarmingang 7 5 Analoog alarm 1
6 Alarm aarde 6 Analoog alarm 2
7 Aarding
Alleen voor plafondmontage: Laag voltage TTL (3,3 V) kan ook worden gebruikt.
4 Verbind de stekkers met de bijpassende connectoren P103 en P102 op de interfaceplaat
van de buis.
1. Om de bewaakte alarmen en relais aan te sluiten, dient u de juiste kabels op de
aansluitklemmen op de P104-connector van de interfaceplaat van de buis te bevestigen
(zie hierboven).
2. Plaats de interfaceplaat van de buis in de omlaaglopende buis en bevestig de drie (3)
borgschroeven om de plaat op de domekap vast te zetten.
!
Voorzichtig!
Let op dat u de schroefdraad niet stript bij het vastzetten van de borgschroeven van de
interfaceplaat van de buis.
Afbeelding 8.13: Buisinterfaceplaat voor domekapmontage
1
Interfaceplaat
2 Borgschroeven (3)
3 Bevestigingsschroeven hangend gedeelte (2)
56 nl | Installeren van de dakrand- en buissteunen AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Bevestig de pendelbehuizing aan de buis en bevestig deze
1. Voordat u de pendelbehuizing en de interfaceplaatconnectoren bevestigt, moet u ze
visueel controleren op geblokkeerde pingaten en verbogen pinnen.
2. Kantel de pendelbehuizing zover dat de bevestigingshaak er bovenop kan worden
geplaatst, over de verzonken scharnierpen van de domekap.
a
b
c
Afbeelding 8.14: Pendel voor dak- / buismontagebevestiging
1
Dome kantelen
2 Inhaken en laten zakken
2a Domekap
2b Verzonken scharnierpen
2c Dome-connector
3 Omlaag bewegen zodat de dome-connector vastklikt
4 Draai de twee bevestigingsschroeven vast tot minimaal 10-12 Nm
3. Laat de pendel iets zakken om de domehaak en de scharnierpen van de domekap vast te
klikken, waardoor de dome rond de scharnierpen kan draaien.
4. Draai de dome-behuizing omlaag tot een verticale stand en duw deze voorzichtig omhoog
zodat de connector op de bovenkant van de dome-behuizing vastklikt.
!
Voorzichtig!
Stop onmiddellijk en begin opnieuw wanneer u enige weerstand voelt bij het draaien van de
dome-behuizing of bij het vastklikken van de connector.
5. Houd de behuizing stevig in positie terwijl u afwisselend de twee (2) 5-mm inbusbouten
van boven met een kracht van 10-12 Nm aanhaalt.
!
Voorzichtig!
U moet de beide inbusbouten aanhalen tot minimaal 10-12 Nm voor een goede aansluiting van
de arm op de behuizing.
6. Draai de arm zodat u de camera boven het dak en in positie kunt draaien bij het
aanbrengen van een dakrandmontagesteun.
8.7
AUTODOME 7000 Installeren van de dakrand- en buissteunen | nl 57
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
7. Draai de drie 10-mm roestvrijstalen zeskantbouten op de steun vast om de dakrandarm
op zijn plaats te bevestigen.
!
Voorzichtig!
Draai de bouten niet te vast. De maximale aanhaalkracht is 34 Nm.
Breng aansluitingen tot stand in de voedingskast
1. Bevestig de massaverbindingkabel aan de massaschroef aan de linkerkant van de kast.
2. Sluit de eerder aangebrachte 24 VAC domestekker aan op de bijbehorende connector
P107 aan de rechterzijde van de kast.
3. Sluit de eerder aangebrachte 115/230 VAC, 3-pins voedingsstekker aan op de
bijbehorende connector P101 aan de linkerkant van de kast.
8.8
58 nl | Installeren van de dakrand- en buissteunen AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Het plafondmontagesysteem installeren
Omschrijving
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de camera in een plafondmontageset moet worden
geïnstalleerd. De AUTODOME camera voor plafondmontage is geschikt voor gebruik in
luchtbehandelingsruimten. Raadpleeg Installatie van de wand-, hoek- en mast-
(paal-)montageplaat voor de boogarm, Pagina 24, of raadpleeg Installeren van de dakrand- en
buissteunen, Pagina 40 voor deze specifieke installaties.
Afmetingen
Een gipsplaten plafond op installatie voorbereiden
1. Kies de gewenste locatie om de camera te monteren.
2. Gebruik de voetplaat van de beugel als sjabloon om een een gat van 7,1 inch met een
speling van ±1/8 inch (180,34 mm ±2,2 mm) in het plafond te zagen, met behulp van een
speciale handzaag voor gipsplaat of een figuurzaag. Ga verder naar De interfacebox
bekabelen, Pagina 61, voor nadere instructies.
Een verlaagd plafond op installatie voorbereiden
Gebruik de VGA-IC-SP-ondersteuningsset om de camerabehuizing voor plafondmontage in een
verlaagd plafond of systeemplafond te monteren. U dient deze set apart aan te schaffen.
1. Kies de gewenste locatie voor montage van de dome en verwijder een aangrenzend
plafondelement.
2. Draai de vier (4) bevestigingsschroeven in de hoeken van het beugelsysteem zo ver los
dat de ophangstangen vast blijven zitten, maar er tijdens de installatie toch voldoende
ruimte voor afstelling is.
3. Plaats het beugelsysteem op het plafondelement waarin de camera wordt gemonteerd.
Bevestig vervolgens de stangklemmen van het beugelsysteem aan de plafondrails.
A
Afbeelding 9.1: Beugelsysteem voor verlaagd plafond (bovenaanzicht)
1
Ophangstangen 3 Bevestigingsschroe
f (4)
2 Voetplaat 4 Stangklemmen
9
9.1
9.2
9.3
9.4
AUTODOME 7000 Het plafondmontagesysteem installeren | nl 59
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
1. Gebruik de voetplaat van de beugel als sjabloon of zaag met een speciale handzaag voor
gipsplaat of een figuurzaag een gat van holesize in het midden van het plafondelement.
Afbeelding 9.2: Een gat in het plafondelement zagen
2. Draai de vier (4) bevestigingsschroeven op het beugelsysteem.
Afbeelding 9.3: Draai de bevestigingsschroef van het beugelsysteem vast
3. Bevestig het beugelsysteem met een veiligheidsdraad op een bevestigingspunt in het
plafond.
Afbeelding 9.4: Het beugelsysteem bevestigen
60
nl | Het plafondmontagesysteem installeren AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
De interfacebox bekabelen
De interfacebox kan worden bekabeld via de bovenzijde of zijkant. Dicht het gat dat niet voor
de bekabeling wordt gebruikt, af met het meegeleverde rubberen afdekdopje.
Afbeelding 9.5: Interfaceboxaansluitingen
Na het aanbrengen van alle video-, besturings-, voedings- en alarmkabels:
1. Bevestig een circuitfitting van 3/4 inch (NPS; DN = 20 mm) in het gat waarin de kabels
worden aangebracht. Vergeet niet de binnenmoer op de circuitfitting te draaien.
2. Plaats de video-, besturings-, voedings- en alarmdraden via de circuitfitting in de
interfacebox.
3. Knip de kabels zo af dat ze voldoende speling hebben tot de betreffende
aansluitklemmen.
Aanwijzing!
Als de camera op een gipsplaten plafond wordt geïnstalleerd, dient u erop te letten dat de
kabels lang genoeg zijn om op de aansluitingen in de interfacebox onder het plafond te
kunnen worden bevestigd. Raadpleeg het onderstaande hoofdstuk De interfacebox
bekabelen.
4. Bevestig de resterende I/O-kabels voor de besturingsgegevens op de betreffende
aansluitklemmen in de interfacebox.
5. Sluit de Ethernet-kabel aan op de bijbehorende connector J101 in de interfacebox.
6. Verbind de voedingskabels van 24 VAC met de P101-connector in de interfacebox.
9.5
AUTODOME 7000 Het plafondmontagesysteem installeren | nl 61
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Alarmingangen en -uitgangen aansluiten
4 Voor het aansluiten van alarmingangen en -uitgangen dient u de meegeleverde 6-pins
alarmingangs- en de 4-pins alarmuitgangsstekkers met losse kabels aan te sluiten op de
juiste ingaande alarmdraden. Alarmuitgang 4 is een relais.
1
1
2
3
4
5
6
2
3
4
N.O. COM N.C. A1 GND A2
1
PIN
PIN
P102
P103
P104
WHITE
ORANGE
BROWN
GREEN
WHITE
ORANGE
BROWN
GREEN
YELLOW
BLUE
2
3
4
5
6
7
Afbeelding 9.6: Alarm- en relaisconnectoren
1
4-pins connector
Alarm Uit (P102)
2 6-pins connector
Alarm In (P103)
3 7-pins relaisconnector (P104)
Pin Beschrijving Pin Beschrijving Pin Beschrijving
1 Alarmuitgang 1 1 Alarmingang 3 1 Alarmuitgang 4 Normally Open
2 Alarmuitgang 2 2 Alarmingang 4 2 Alarmuitgang 4 COM
3 Alarmuitgang 3 3 Alarmingang 5 3 Alarmuitgang 4 Normally
Closed
4 Alarm aarde 4 Alarmingang 6 4 Veiligheidsaarding
5 Alarmingang 7 5 Analoog alarm 1
6 Alarm aarde 6 Analoog alarm 2
7 Aarding
Alleen voor plafondmontage: Laag voltage TTL (3,3 V) kan ook worden gebruikt.
4 Verbind de stekkers met de bijpassende connectoren P103 en P102 in de interfacebox.
1. Om de bewaakte alarmen en relais aan te sluiten, dient u de juiste kabels op de
aansluitklemmen op de P104-connector van de interfaceplaat van de buis te bevestigen.
Raadpleeg het hoofdstuk Aansluiting, Pagina 71 voor meer informatie over het bekabelen
van alarmen.
2. Breng het deksel aan op de interfacebox:
Lijn de uitsparingen in het deksel uit met de twee stijlen aan de achterkant van de
interfacebox.
Draai het deksel naar beneden.
Druk, voordat u het deksel sluit, de aardingsklemmen aan de voorkant van de box met uw
vingers tegen de interfacebox om ervoor te zorgen dat het deksel de aardingsklemmen
niet raakt.
62
nl | Het plafondmontagesysteem installeren AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Zet het deksel vast op de interfacebox door het omlaag te drukken totdat de klem op het
deksel vastklikt op de box.
Interfaceboxaansluitingen
De onderstaande afbeelding is een grafische weergave van de interfacebox voor
plafondmontage.
P105
P104
P102
P103
J101
J102
24VAC
24VAC
P101
SIG GND
TXD (-)
RXD (+)
C +
C -
NC
NO
COM
AGND
A2
A1
J103
A3
A4
A5
A6
A7
AGND
AGND
OUT3
OUT2
OUT1
Afbeelding 9.7: Interfacebox voor plafondmontage
1
Glasvezelkabel 5 Coax-video
[Niet beschikbaar voor
AUTODOME 7000 Serie camera's.]
2 Ethernet-video 6 Alarmingang
3 Voeding dome 7 Analoge ingang
4 Gegevens in/uit 8 Relais
In de onderstaande tabel worden de pin-connectoren en de bijbehorende functies
weergegeven:
Nee.
Connector Pen 1 Pin 2 Pin 3 Pin 4 Pin 5 Pen 6 Pin 7
P103 Alarmingang Alarm 3 Alarm 4 Alarm 5 Alarm 6 Alarm 7 AGND
P102 Alarmuitgan
g
Alarm 1 Alarm 2 Alarm 3 GND
P104 Analoog
relais
Relais N.O. Relais
COM
Relais N.C. Aarde Alarm 1 Alarm 2 Aarding
P101 24 VAC Lijn Aarde Nul
9.6
AUTODOME 7000 Het plafondmontagesysteem installeren | nl 63
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Nee. Connector Pen 1 Pin 2 Pin 3 Pin 4 Pin 5 Pen 6 Pin 7
P105 SERIËLE
COMMUNI-
CATIE
CODE-
(Audio IN-,
Audio in
signaalaarde
)
CODE+
(Audio IN+)
Aarde
GND
(aarde)
(audio)
RXD
(Audio UIT+)
TXD
(Audio
UIT-; audio
uit
signaalaar
de)
Signaal
GND
(aarde)
J101 Ethernet Connectoringang
Tabel 9.1: Aansluitklemmen voor de draden van de interfacebox
Aanwijzing!
Pinnen voor P105 1, 2, 4, en 5 worden gebruikt voor de audio-ingang en -uitgang voor
camera's van de AUTODOME 7000 Serie; ze zijn echter nog steeds voorzien van dezelfde
labels als de oudere versies van analoge AUTODOME camera's.
!
Waarschuwing!
Alleen voeding van 24 VAC, klasse 2.
De plafondpakking (IP54-behuizing) installeren
Om te voldoen aan de IP54-klasse moet u de plafondpakking installeren, zoals aangegeven in
de onderstaande afbeelding (samen met de andere onderdelen die de camera beschermen
volgens klasse IP54). Wanneer u niet de in de fabriek gemonteerde witte buitenring maar de
optionele zwarte buitenring gebruikt, moet u bovendien de pakking van de buitenring
aanbrengen voor bescherming volgens IP54. (Raadpleeg Buitenring (optioneel) vervangen
(modellen voor plafondmontage), Pagina 69 voor stapsgewijze installatie-instructies.)
9.7
64 nl | Het plafondmontagesysteem installeren AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
1 2
3
4
5
Afbeelding 9.8: Installatiediagram plafondmontage (klasse IP54)
1
Witte buitenring (in de fabriek
geïnstalleerd op de dome-koepel)
5 Binnenring
2 Zwarte buitenring (meegeleverd in de
doos van de camera)
6 Plafondpakking (IP54-behuizing)
3 Koepel 7 Behuizing voor inbouw in plafond
4 Pakking van buitenring
1. Plaats de pakking (meegeleverd in de doos van de camera) over de bovenkant van de
behuizing voor plafondmontage.
2. Schuif de pakking voorzichtig naar beneden over de behuizing, totdat deze op de flens
van de behuizing rust.
De interfacebox op de behuizing bevestigen
De behuizing voor plafondmontage wordt bevestigd op de interfacebox en vastgedraaid met
twee (2) duimschroeven.
9.8
AUTODOME 7000 Het plafondmontagesysteem installeren | nl 65
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Afbeelding 9.9: De interfacebox op de behuizing bevestigen
1. Plaats de behuizing voor plafondmontage via het gat in het plafond om te controleren of
de rand van het gat de dome ondersteunt. Haal vervolgens de behuizing uit het gat.
2. Lijn de kogelbouten van de behuizing voor plafondmontage op de kogelbouthouders van
de interfacebox uit en bevestig ze.
3. Draai met de twee (2) duimschroeven de interfacebox op de behuizing vast.
Afbeelding 9.10: Behuizing voor plafondmontage en interfacebox
1
Interfacebox 4 Handschroef
2 Kogelbout- 5 Bevestigingspunt
3 Behuizing voor plafondmontage 6 Plafondklem
66 nl | Het plafondmontagesysteem installeren AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
!
Voorzichtig!
De dome voor plafondmontage is uitgerust met bevestigingspunten aan beide zijden van de
behuizing. Om letsel te voorkomen, dient u een veiligheidsdraad vanaf een stevig ankerpunt
boven het plafond aan dit bevestigingspunt op de domebehuizing te bevestigen. Zie de
illustratie hieronder.
Behuizing aan het plafond bevestigen
De behuizing voor plafondmontage wordt met twee (2) schroefklemmen aan het plafond
bevestigd.
1. Plaats het plafondmontagesysteem via het gat in het plafond.
2. Bevestig de behuizing aan het plafond door beide klemmen met een nr. 2
kruiskopschroevendraaier vast aan te draaien.
mm
inches
40 mm
1.57 in.
MAXIMUM CEILING
6.5 mm
0.26 in.
MINIMUM CEILING
Afbeelding 9.11: Bevestig de camera aan het plafond
1
Bevestigingspunt 4 Plafondklem
2 Plafondklem 5 Met de wijzers van de klok meedraaien om de klem
vast te zetten
3 Bevestigingspunt
!
Voorzichtig!
Als u de plafondklemmen te stevig aandraait, kunnen de klemmen of het plafond beschadigd
raken. Draai de klemmen aan totdat ze contact maken met het plafond en u weerstand begint
te voelen. Als u een elektrische schroevendraaier gebruikt, dient u het aanhaalmoment in te
stellen op de laagste stand.
9.9
AUTODOME 7000 Het plafondmontagesysteem installeren | nl 67
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
De koepel voorbereiden
Ter bescherming van de camera kan tijdens transport de binnenkant van de behuizing
verpakkingsmateriaal bevatten. Indien dit het geval is, dient u voordat u behuizing voor
plafondmontage aan de interfacebox bevestigt, het verpakkingsmateriaal te verwijderen.
Aanwijzing!
Om overmatige vochtverzadiging aan de binnenkant van de behuizing te voorkomen, dient u
de tijd dat de koepel is losgekoppeld van de behuizing te beperken. Bosch raadt aan de
koepel niet langer dan vijf (5) minuten van de behuizing te verwijderen.
De koepel van een plafondbehuizing verwijderen
1. Draai de borgschroef (item 1 in de onderstaande afbeelding) in de buitenring met een
Phillips-schroevendraaier met bit P1 of nog kleiner zover los dat de koepel vrij kan
draaien.
2. Draai vervolgens de koepel ongeveer een kwartslag linksom totdat hij uit de behuizing
voor plafondmontage losklikt. Zie de onderstaande afbeelding voor een illustratie.
Afbeelding 10.1: Ontgrendelingsschroef van de koepel
3. Verwijder de schuimrubber inzetstukken rondom de cameramodule.
De koepel van een hangende behuizing verwijderen
1. Oefen met beide handen een draaiende kracht uit tegen de klokrichting in (van onderen
tegen de dome gezien) op de koepel om de koepelvergrendeling in te stellen.
2. Steek een kleine (2 mm) platte schroevendraaier in de ontgrendelingsopening in de
buitenring van de koepel om deze te ontgrendelen en verwijder vervolgens de
schroevendraaier.
10
68 nl | De koepel voorbereiden AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Afbeelding 10.2: Ontgrendelingsopening van pendelkoepel
3. Draai de koepel stevig ca. 20 graden linksom totdat de koepel vrijkomt van de
pendelbehuizing.
Buitenring (optioneel) vervangen (modellen voor plafondmontage)
De dome-koepel voor AUTODOME 7000 modellen voor plafondmontage wordt geleverd met
een witte buitenring. Een optionele zwarte buitenring is meegeleverd in de doos. Om de witte
buitenring te vervangen, volgt u deze stappen:
1. Verwijder de vier (4) kruiskopschroeven uit de binnenste ring.
2. Verwijder de witte buitenring.
3. Controleer bij modellen voor plafondmontage of de pakking van de buitenring op zijn
plaats zit. (Zie de afbeelding in De plafondpakking (IP54-behuizing) installeren, Pagina 64
voor een afbeelding van de juiste plaatsing van de pakking.)
4. Plaats de zwarte buitenring over de binnenring.
5. Vervang de vier (4) schroeven en draai ze vast.
AUTODOME 7000
De koepel voorbereiden | nl 69
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
De koepel vervangen in een plafondmontage
Afbeelding 10.3: Koepel voor plafondmontage
1. Gebruik een niet-permanent markeermiddel (zoals kalk of een timmermanspotlood) om
de schroefsleuf te markeren op de plafondbehuizing.
2. Plaats de koepel over de cameramodule en lijn hem uit totdat hij goed zit.
3. Draai de buitenring, niet de koepel zelf, rechtsom totdat deze vastklikt in de behuizing.
De ring komt strakker te zitten en is mogelijk lastig te draaien. Door de schroefsleuven te
markeren met behulp van een kalk- of potloodmarkering als referentie, zorgt u ervoor dat
u beide schroefsleuven uitlijnt.
!
Waarschuwing!
De buitenring kan vervormen
Als de ring niet helemaal wordt gedraaid, zal de schroefsleuf op de buitenring niet worden
uitgelijnd met de schroefsleuf in de behuizing. U kunt de schroefsleuf niet zien wanneer u de
schroef in de sleuf van de buitenring draait. U kunt de schroef in de sleuf van de buitenring
draaien en daarbij de schroefsleuf op de behuizing missen. Als de schroef in de buitenring
wordt geduwd (maar niet in de schroefgleuf in de behuizing terecht komt) kan de ring
vervormen.
4. Verwijder indien gewenst de kalk- of potloodmarkering.
De koepel vervangen in een hangende behuizing
1. Plaats de koepel en de buitenring in de hangende behuizing.
2. Draai de eenheid rechtsom totdat deze vastklikt. Het vergrendelmechanisme maakt hierbij
een klikgeluid.
70 nl | De koepel voorbereiden AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Aansluiting
De AUTODOME camera op de pc aansluiten
1. Installeer de camera volgens de instructies uit het betreffende installatiehoofdstuk van
deze handleiding.
2. Sluit een Ethernet-kabel van de RJ45-connector van de camera aan op een speciale
netwerkswitch om het Local Area Network (LAN) te bypassen.
3. Sluit de speciale netwerkswitch aan op de RJ-45-connector op de pc. (Zie optie A
hieronder).
Aanwijzing!
De camera kan ook direct op een pc worden aangesloten met behulp van een Ethernet-
crossoverkabel met RJ45-connectoren (zie optie B hieronder).
1
2
3
4
1
2
2
4
Afbeelding 11.1: Systeemconfiguratie AUTODOME 7000 Serie
1
AUTODOME 7000 Serie
2 IP-verbinding
3 Netwerkswitch
4 Computer
Aanwijzing!
U kunt ook gebruikmaken van de softwaretoepassing Bosch Video Client om de
netwerkinstellingen voor een AUTODOME 7000 Serie camera te configureren. Ga naar
www.boschsecurity.com om de Configuration Manager-software en de bedieningshandleiding
te downloaden.
Netsnoer en overzicht van kabelafstanden
Voeding
115/230 VAC
Koperdraad Conform ter plaatse geldende
richtlijnen.
11
11.1
11.2
AUTODOME 7000 Aansluiting | nl 71
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
!
Voorzichtig!
Conform EN50130-4: norm voor alarmsystemen - CCTV voor beveiligingstoepassingen
Om te voldoen aan de vereisten van norm EN50130-4 voor alarmsystemen, is een extra
ononderbroken stroomvoorziening (UPS) vereist. De UPS moet een overdrachtstijd tussen
2-6 ms hebben en een back-up runtime van meer dan 5 seconden voor het vermogensniveau
zoals gespecifieerd in de datasheet van het product.
Maximale kabelafstanden vanaf de voeding naar de pendel van de AUTODOME
24 V naar AUTODOME
VA / Watt 14 AWG
(2,5 mm)
16 AWG
(1,5 mm)
18 AWG
(1,0 mm)
HD-modellen met IVA,
buitenshuis
60 / 55 58 m 36 m 23 m
Maximale kabelafstanden vanaf de voeding naar de pendel van de AUTODOME
24 V naar AUTODOME
VA / Watt 14 AWG
(2,5 mm)
16 AWG
(1,5 mm)
18 AWG
(1,0 mm)
HD-modellen met IVA,
binnenshuis
35 / 19 99 m 62 m 39 m
HD-modellen met IVA,
buitenshuis
60 / 55 58 m 36 m 23 m
Ethernet-verbindingen
De camera wordt rechtstreeks of via een hub aangesloten op een 10 Base-T/100 Base-TX
netwerk. Video-, optionele audio-ingangs-, optionele audio-uitgangs- en besturingssignalen
worden verzonden via een standaard TCP/IP-netwerk met behulp van de ingebouwde web-
server. Daarnaast kan stroom worden geleverd via de Ethernet-kabel met behulp van de Bosch
High PoE 60W midspan (afzonderlijk verkrijgbaar). Er kan ook via de Ethernet-kabel stroom
worden geleverd aan modellen voor plafondmontage en hangende modellen binnenshuis/
buitenshuis (waarbij de verwarming niet wordt gevoed) met behulp van PoE+ PSEs (midspan-
schakelaars) conform de norm IEEE 802.3at, klasse 4.
De camera kan tegelijkertijd worden aangesloten op een 24 VAC-voeding en een High PoE
midspan van 60 W. De camera wordt gevoed via de 24 VAC-voeding. Als deze voeding uitvalt,
schakelt de camera de voedingsingang naadloos over naar de High PoE midspan van 60 W. De
camera schakelt terug naar de 24 VAC-voeding wanneer de stroomvoorziening weer is
hersteld.
Raadpleeg group 101, voor instructies voor het configureren van een IP-omgeving.
11.3
72 nl | Aansluiting AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
!
Waarschuwing!
BOSCH PoE High of PoE+ (802.3at): Gebruik uitsluitend goedgekeurde PoE High of PoE+
(802.3at) apparatuur. Voor toepassingen met een hangende behuizing voor buitenshuis die
een verwarming nodig hebben, mag alleen de Bosch High PoE midspan (afzonderlijk
verkrijgbaar) worden gebruikt om de camera en de verwarmingen te voeden. Voor
plafondinbouw of toepassingen binnenshuis waarvoor geen verwarming vereist is, kunnen
standaard PoE+ (802.3at)-midspans of -schakelaars worden gebruikt om de camera te
voeden.
Wanneer de camera via PoE of een midspan-apparaat wordt gevoed, is extra piekbescherming
vereist.
Indien noodvoeding (24VAC camera en 24VAC verwarming) en High PoE tegelijkertijd worden
toegepast, dan selecteert de camera normaliter de noodvoedingsingang (24 VAC) en gebruikt
het minimaal vermogen van de Bosch High PoE midspan.
!
Voorzichtig!
Ethernet CAT 5E/CAT 6-kabels moeten door de geaarde buis voor toepassingen binnen- of
buitenshuis worden gelegd. Bij toepassingen buitenshuis dient de buis bestand te zijn tegen
de buitenomgeving.
Aanwijzing!
De verwarming in een AUTODOME eenheid voor buitenshuis kan niet worden gevoed via de
Power-over-Ethernet + (IEEE 802.3at, klasse 4) standaard, tenzij de verwarming is
aangesloten op een High PoE midspan 60W met enkele poort (afzonderlijk verkrijgbaar).
Raadpleeg de installatiehandleiding van de Midspan voor informatie.
Kabeltype CAT-5E of CAT 6 Ethernet
Max. afstand 100 m
Bandbreedte 10 Base-T/100 Base-TX
PoE High (vereist voor hangende behuizingen voor toepassingen
buitenshuis waarbij verwarmingen worden gebruikt)
Gebruik de Bosch High PoE 60W
midspan
(afzonderlijk verkrijgbaar).
PoE+ (alleen voor binnenmodellen of toepassingen binnenshuis voor het
hangende model, waarvoor geen verwarming is vereist)
Norm IEEE 802.3at, klasse 4
Connector RJ45, female
Aanwijzing!
Raadpleeg de National Electrical Code (NEC) voor vereisten en beperkingen rondom het
bundelen van kabels.
AUTODOME 7000 Aansluiting | nl 73
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Mediaconvertor glasvezelnetwerk (optioneel)
De glasvezelmediaconvertor is bedoel om 10/100 Mbps Ethernet-signalen te verzenden via
glasvezelkabels met 10/100 Mbps SFP-modules (Small Form-factor Pluggable). De SFP-
modules zijn er in de uitvoeringen MMF (multi-mode fiber) of SMF (single-mode fiber) met één
SC-connector of dubbel glasvezel met een LC-connector. Zie de installatiehandleiding van de
VG4-SFPSCKT Glasvezelmediaconvertor.
Ethernet-mediaconvertor
Data-interface Ethernet
Gegevenssnelheid 10/100 Mbps
Conform IEEE 802.3
Elektrische full duplex- of half duplex-poort
Optische full duplex-poort
Glasvezeltype, MMF 50/125 µm MMF. Trek bij 50/125 µm glasvezel 4 dB af van de opgegeven waarde voor
vezeldemping. Moet ten minste voldoen aan glasvezelnorm ITU-T G.651.
Glasvezeltype, SMF 8–10/125 µm SMF. Moet ten minste voldoen aan glasvezelnorm ITU-T G.652.
Max. afstand 20 km
Benodigd onderdeel Mediaconvertor-ontvanger (CNFE2MC/IN) aan controller-einde van systeem
Aansluiting Duplex LC of Single SC
Alarmen en relaisaansluitingen
Alarmingangen
De camera beschikt over zeven alarmingangen. Elke ingang kan geactiveerd worden door
apparaten met spanningsloze contacten zoals drukmeters, passieve infrarood-detectoren en
soortgelijke apparaten. Onderstaande tabel geeft de grootte en afstand van de kabels weer.
Draaddiamete
r
Max. afstand
AWG mm voet meter
22 0,644 500 152,4
18 1,024 800 243,8
Tabel 11.1: Overzicht van alarmkabels
U sluit alarmen aan als normaal open (N.O.) of normaal gesloten (N.C.), en u moet de
alarmingangen programmeren als N.O. (de standaardinstelling) of als N.C. via de pagina
INSTELLINGEN.
De camera is voorzien van twee typen alarmen: niet-bewaakte en bewaakte. Een bewaakt
alarm geeft behalve een alarmstand ook een sabotage-stand door. Afhankelijk van de wijze
waarop het alarm is geconfigureerd, kan kortsluiting of een onderbreking in het alarmcircuit
het sabotagesignaal activeren.
Configuratie Bewaakte alarmen (ingangen 1 en 2)
Om alarm 1 of 2 (pin 5 of 6) voor bewaking te configureren, moet u een 2,2 K eindweerstand
in het circuit installeren. Daarna programmeert u de alarmen via het menu Instellingen op
Normally Open (Maakcontact) (N.O) of Normally Closed (Verbreekcontact) (N.C.).
11.4
11.5
74 nl | Aansluiting AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Aanwijzing!
Alleen alarmen 1 en 2 (pin 5 of 6) kan worden geconfigureerd voor bewaking. Wanneer een
bewaakt alarm wordt geprogrammeerd, hoeft het niet een sabotage-stand te kunnen
doorgeven.
Een normaal open bewaakt alarm configureren
1. Installeer een 2,2 K eindweerstand in het alarmcircuit.
2. Sluit de alarmkabels aan op ingang 1 en 2 (pin 5 of 6) en op de aardverbinding (pin 7) op
de camera.
2.2K
Afbeelding 11.2: N.O.S. - Normaal open bewaakte aansluitingen
1
Spanningsloos contact 3 Dome-connector
2 Alleen alarm 1 of 2 (pin 5 of 6) 4 Aarding (pin 7)
3. Selecteer in het menu Instellingen Modus Geavanceerd > Interfaces > Alarmingangen, en
selecteer de Alarmingang # en N.O. Zie onderstaande tabel voor contact- en
standgegevens.
AutoDome geprogrammeerd als
N.O.S.
Contact Alarm-stand
Geopend Normaal
Gesloten Alarm
Knip of breken Sabotage
Een normaal gesloten bewaakt alarm configureren
1. Installeer een 2,2 K eindweerstand in het alarmcircuit.
2. Sluit de alarmkabels aan op ingang 1 en 2 (pin 5 of 6) en op de aardverbinding (pin 7) op
de camera.
AUTODOME 7000 Aansluiting | nl 75
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
2.2K
Afbeelding 11.3: N.C.S. - Normaal gesloten bewaakte aansluitingen
1 Spanningsloos contact 3 Dome-connector
2 Alleen alarm 1 of 2 (pin 5 of 6) 4 Aarding (pin 7)
3. Selecteer in het menu Instellingen > Modus Geavanceerd > Interfaces > Alarmingangen, en
selecteer de Alarmingang # en N.C. Zie onderstaande tabel voor contact- en
standgegevens.
AutoDome geprogrammeerd als
N.C.S.
Contact Alarm-stand
Geopend Alarm
Gesloten Normaal
Kort Sabotage
Configuratie van niet-bewaakte alarmen (ingangen 3 tot 7)
U kunt alarmen 3 tot 7 configureren als niet-bewaakt normaal open (N.O.) of normaal gesloten
(N.C.) alarmen.
Een normaal open niet-bewaakt alarm configureren
1. Sluit het alarm aan op de juiste ingang (3 t/m 7) en breng de aardverbinding aan op de
camera.
Afbeelding 11.4: N.O. - Normaal open niet-bewaakte aansluitingen
1
Spanningsloos contact 3 Dome-connector
2 Alarmingangen 3 t/m 7 4 Aarding
2. Selecteer in het menu Instellingen Modus Geavanceerd > Interfaces > Alarmingangen, en
selecteer de Alarmingang # en N.O. Zie onderstaande tabel voor contact- en
standgegevens.
76
nl | Aansluiting AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
AutoDome geprogrammeerd als
N.O.
Circuit Alarmindicatie
Geopend Normaal
Gesloten Alarm
Een normaal gesloten niet-bewaakt alarm configureren
1. Sluit het alarm aan op de juiste ingang (3 t/m 7) en breng de aardverbinding aan op de
camera.
Afbeelding 11.5: N.C. Normaal gesloten niet-bewaakte aansluitingen
1
Spanningsloos contact 3 Dome-connector
2 Alarmingangen 3 t/m 7 4 Aarding
2. Selecteer in het menu Instellingen > Modus Geavanceerd > Interfaces > Alarmingangen, en
selecteer de Alarmingang # en N.C. Zie onderstaande tabel voor contact- en
standgegevens.
AutoDome geprogrammeerd als
N.C.
Circuit Alarmindicatie
Geopend Alarm
Gesloten Normaal
Alarmuitgangen
De camera is voorzien van twee (2) typen alarmuitgangen: een spanningsloos contactrelais en
drie (3) open-collectoruitgangen of transistoruitgangen.
Een droog relaiscontact configureren
Het droge contactrelais werkt als een aan/uit-schakelaar. Het heeft een maximumspanning van
2 A bij 30 DC.
1. Sluit de juiste gestripte kabel aan op de COM-connector van de camera.
2. Sluit de juiste gestripte kabel aan op de N.O. of N.C. connector, afhankelijk van wat u
nodig heeft.
Een open collectoruitgang configureren
Uitgangen 1, 2, en 3 zijn open collectortypen. Deze uitgangen moeten worden aangesloten op
een positieve spanning tussen 5 en 32 V om het circuit te completeren, met een
maximumspanning van 32 VDC bij 150 ma.
1. Sluit de juiste gestripte kabel aan op de open connector (1, 2, of 3) van de transistor.
2. Sluit de juiste gestripte kabel aan op de aardaansluiting (GND).
AUTODOME 7000
Aansluiting | nl 77
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Audio-aansluitingen (optioneel)
De camera kan ingangssignalen op lijnniveau ontvangen en verzenden binnen een netwerk.
Ook kan hij audiosignalen ontvangen van hetzelfde netwerk en deze als audio-uitgangssignalen
van de camera verzenden. Het audio-ingangssignaal wordt synchroon met de videosignalen
verzonden. Hierdoor kunt u bijvoorbeeld een intercomsysteem aansluiten op de plaats van de
camera.
Aanwijzing!
De lijnpoorten van de intercom dienen te worden gebruikt voor het verzenden van
audiosignalen op de intercomsystemen.
De audio-lijningang is niet geschikt voor een rechtstreekse microfoonsignaalaansluiting.
De audio-lijningang is niet geschikt voor rechtstreekse luidsprekeraansluitingen, tenzij er
gebruik wordt gemaakt van een gevoede/versterkte luidspreker met audio-lijningang.
Specificaties Audio-lijningang
De volgende specificaties voor de audio-lijningang moeten altijd in acht worden genomen.
Max.
ingangsspanning
1 Vrms
Impedantie 9 K Ω (standaard)
Afscherming Blank gevlochten koper: 95% dekking
Er is interne versterking beschikbaar als het signaal te zwak is.
Specificaties audio-lijnuitgang
De volgende specificaties voor de audio-lijnuitgang moeten altijd in acht worden genomen.
Standaard
uitgangsspanning
1 Vrms
Impedantie 1,5 K Ω (standaard)
Afscherming Blank gevlochten koper: 95% dekking
Er is interne versterking beschikbaar als het signaal te zwak is.
Bekabelingsspecificaties
Kabeltype
Afgeschermde Coax-kabel (aanbevolen)
Afstand Standaard 10 m, is echter afhankelijk van het signaalniveau
Gauge Standaard 22 AWG naar connector (P105/P106), is echter afhankelijk van het type
connector dat wordt gebruikt
Afscherming Blank gevlochten koper: 95% dekking
Centrale geleider Blank gevlochten koper
Houd er rekening mee dat lange afstanden de kans op ruis in het signaal vergroten.
Aansluitingen lijnniveau audio-ingang
1. Verwijder afsluitweerstand van 100 ohm van de C+ naar de C- aansluitingen.
11.6
78 nl | Aansluiting AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
2. Sluit de audiobron met lijnniveau aan op klem van de ingang Audio_In+ (C+).
3. Sluit de audiosignaalaarde aan op de klem van de ingang van Audio-In- (C-).
Aansluitingen lijnniveau audio-uitgang
1. Sluit de audio-ingang met lijnniveau van het apparaat met audio-uitgang (bijv. een
versterkte luidspreker of PC-lijnniveau-ingang) aan op de uitgang van Audio_Out+ (RXD).
2. Sluit de signaalaarde van het lijnniveau van de audio-uitgang aan op de uitgang van
Audio_Out- (TXD).
Afbeelding 11.6: Audio-aansluitingen voor een ethernet-netwerk.
1
Audio_In- (C-) 7 AUTODOME Gegevensingang/-
uitgang
2 Audio_In+ (C+) 8 P105/P106-connector
3 Veiligheidsaarding 9 Audio-uitgang
4 Audio_Out+ (RXD)
5 Audio_Out– (TXD)
6 Signaalaarde
Aanwijzing!
Scheid de audiokabels van de AC-voedingskabels om ruis te voorkomen.
Raadpleeg Basismodus: Audio, Pagina 87 of Audio, Pagina 106 om de audio op de camera te
configureren.
AUTODOME 7000 Aansluiting | nl 79
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Programmering
Systeemvereisten
De camera vereist speciale software en hardware waarmee een gebruiker live-beelden kan
bekijken en camera-instellingen via een TCP/IP-netwerk kan configureren. Deze vereisten zijn:
Een computer met het besturingssysteem Microsoft Windows XP, Vista of Windows 7,
netwerktoegang en Microsoft Internet Explorer versie 8.0 of hoger, of
Een computer met het besturingssysteem Microsoft Windows XP, Vista of Windows 7,
netwerktoegang en ontvangstsoftware, bijvoorbeeld Bosch Video Management System of
de Video Client, of
Een compatibele hardwaredecoder van Bosch Security Systems als ontvanger en een
aangesloten videomonitor.
Aanwijzing!
De webbrowser moet zijn geconfigureerd om cookies te accepteren van het IP-adres van het
apparaat.
In Windows 7 moet u de beveiligde modus uitschakelen op het tabblad Beveiliging onder
Internet-opties. Informatie over het gebruik van Microsoft Internet Explorer treft u aan in de
online Help van Internet Explorer. In Windows Vista moet u de beveiligde modus uitschakelen
op het tabblad Beveiliging onder Internet-opties.
Informatie over het gebruik van Microsoft Internet Explorer treft u aan in de online Help van
Internet Explorer.
Als u een computer met Microsoft Internet Explorer of de software van Bosch gebruikt, moet
de computer aan de volgende minimale eisen voldoen:
Besturingssysteem: Windows XP (Service Pack 3) of Windows 7 (32 of 64 bits)
Processor: Intel Pentium Quad Core, 3.0 GHz of vergelijkbaar
RAM: 2048 MB
Vrije ruimte op harde schijf: 10 GB
Videosysteem: NVIDEA GeForce 8600 of beter, met minimaal 16-bits kleuren
Netwerkinterface: 100/1000-BaseT
Software:
Microsoft Internet Explorer, versie 8.0 of hoger
Video Client
DirectX 9.0c
Oracle Java Virtual Machine 1.6.0_26 of hoger
De camera kan ook de video via een webbrowser decoderen. Voor meer geavanceerde functies
zoals lokaal opnemen op een pc, momentopnames en weergave op volledig scherm dient u
echter MPEG-ActiveX aan te schaffen.
Ga voor de nieuwste versie van de software voor Video Client, DirectX, Oracle Java Virtual
Machine, en MPEG-ActiveX naar www.boschsecurity.com/nl, navigeer vervolgens naar de
productpagina van uw camera en download de software vanaf het tabblad Software.
Aanwijzing!
Zorg ervoor dat de grafische kaart is ingesteld op een kleurdiepte van 16 bits of 32 bits. Als u
meer hulp nodig hebt, neem dan contact op met de systeembeheerder van uw pc.
12
12.1
80 nl | Programmering AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
De camera configureren
Om de camera in het netwerk te gebruiken, dient u daaraan een IP-adres toe te wijzen dat
geldig is in het netwerk. Als uw netwerk beschikt over een DHCP-server, wordt het IP-adres
van de camera automatisch ingesteld op het eerste beschikbare adres. Indien uw netwerk niet
is voorzien van een DHCP-server, is het standaard IP-adres van de camera 192.168.0.1. U dient
dit IP-adres mogelijk te wijzigen als het conflicten veroorzaakt met een ander apparaat op uw
netwerk. Raadpleeg Basismodus: Netwerk, Pagina 87 voor meer informatie.
Om de camera op de juiste manier te configureren voor uw netwerk, heeft u de volgende
informatie nodig:
IP-adres unit: de ID van de camera op een TCP/IP-netwerk. 140.10.2.110 is bijvoorbeeld
een geldige syntaxis voor een IP-adres.
Subnetmasker: een masker dat gebruikt wordt om te bepalen tot welk subnet een IP-
adres behoort.
Gateway-IP-adres: een knooppunt in een netwerk dat fungeert als toegang tot een ander
netwerk.
Poort: een eindpunt voor een logische verbinding in TCP/IP- en UDP-netwerken. Het
poortnummer identificeert het gebruik van de poort voor gebruik via een firewall-
verbinding.
Aanwijzing!
Zorg ervoor dat de netwerkparameters van uw camera's beschikbaar zijn voordat u met de
configuratie begint.
De standaardinstellingen van de camera zijn als volgt:
IP-adres: 192.168.0.1 of het eerst beschikbare adres (zie hierboven)
Subnetmasker: 255.255.255.0
IP-adres van gateway: 0.0.0.0
In de volgende hoofdstukken staan instructies voor het installeren van de software die nodig is
om beelden via een IP-verbinding te bekijken, de IP-netwerkinstellingen te configureren en
toegang te verkrijgen tot de beelden van de camera vanaf een webbrowser.
De camera heeft een standaard IP-adres van 192.168.0.1. Om het IP-adres of willekeurige
netwerkinstellingen te wijzigen, kunt u gebruikmaken van de software Configuration Manager
of de server van de 7000 Serie.
Aanwijzing!
Neem contact op met uw plaatselijke netwerkbeheerder voor een geldig IP-adres,
subnetmasker en een IP-adres van gateway.
Gebruik van Configuration Manager
Configuration Manager is een optioneel netwerkprogramma dat beschikbaar is op de website
van Bosch Security Systems. Gebruik voor alle wijzigingen in de configuratie de handleiding
voor Configuration Manager.
Aanwijzing!
Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen van het pc-netwerk moet de gebruiker het nieuwe
IP-adres aan de lijst met vertrouwde websites van de browser toevoegen, zodat de
bedieningselementen kunnen worden gebruikt.
12.2
AUTODOME 7000 Programmering | nl 81
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Gebruik van de webserver van de 7000 Serie
Ga als volgt te werk om de camera te configureren met behulp van de server van de 7000
Serie:
1. Stel het IP-adres op de pc in op 192.168.0.10 om ervoor te zorgen dat de pc en de
camera zich in hetzelfde subnet bevinden.
2. Open uw webbrowser (bijv. Microsoft Internet Explorer) en navigeer naar de volgende
URL: http:192.168.0.1
De webbrowser opent de LIVE-pagina voor het apparaat; er wordt een
veiligheidswaarschuwing weergegeven.
3. Schakel het vakje Always Trust (Altijd veilig) in en klik vervolgens op JA.
4. Klik op de koppeling Settings (Instellingen) in het bovenste gedeelte van de LIVE-pagina.
5. Klik op Advanced Mode (Modus geavanceerd) in het linkerdeelvenster en klik vervolgens
op Network (Netwerk). Het menu Network (Netwerk) wordt uitgevouwen.
6. Klik op Network Access om de pagina Network Access (Netwerktoegang) te openen.
82 nl | Programmering AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Afbeelding 12.1: Pagina Network Access (Netwerktoegang)
7. Configureer de instellingen op deze pagina op basis van de adressen die u van uw
plaatselijke netwerkbeheerder hebt gekregen. Let op: de tekst op de knop "Instellen"
verandert in "Instellen en opnieuw opstarten".
8. Klik op Instellen en opnieuw opstarten. De camera wordt gereset (volg de homing-
procedure, die normaal binnen 30 seconden is voltooid), waarna de LIVE-pagina
verschijnt, met bijgewerkte video en het nieuwe IP-adres.
AUTODOME 7000
Programmering | nl 83
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Aanwijzing!
Klik op de koppeling Help on this page? (Help bij deze pagina?) als u meer informatie nodig
heeft.
Over de pagina SETTINGS (INSTELLINGEN)
De pagina SETTINGS (INSTELLINGEN) geeft toegang tot het configuratiemenu met alle
parameters van het apparaat, gerangschikt in groepen. U kunt de huidige instellingen
weergeven door een van de configuratieschermen te openen. U kunt de instellingen wijzigen
door nieuwe waarden in te voeren of door een vooraf ingestelde waarde te selecteren in een
keuzelijst.
Er zijn twee mogelijkheden om het apparaat te configureren of de huidige instellingen te
controleren:
Basic mode (Basismodus)
Advanced Mode (Modus geavanceerd)
In de Basic Mode (Basismodus) zijn de belangrijkste parameters in zeven groepen
gerangschikt. Hiermee kunt u de basisinstellingen wijzigen. U hoeft slechts enkele gegevens in
te voeren en daarna het apparaat in bedrijf te stellen.
De Advanced Mode (Modus geavanceerd) wordt aanbevolen voor deskundige gebruikers en
systeembeheerders. In deze modus hebt u toegang tot alle parameters van het apparaat.
Instellingen die de werking van het systeem fundamenteel beïnvloeden (bijv. firmware-
updates), kunnen alleen in de modus Geavanceerd worden gewijzigd.
!
Voorzichtig!
De instellingen in de Advanced Mode (Geavanceerde modus) mogen uitsluitend door ervaren
gebruikers of systeembeheerders worden verwerkt of gewijzigd.
Van alle instellingen wordt een back-up gemaakt in het geheugen van de camera, zodat ze zelfs
bij een stroomstoring niet verloren gaan. De tijdsinstellingen vormen de uitzondering (deze
gaan na 1 uur zonder voeding verloren als er geen centrale tijdserver is geselecteerd).
Configuratie starten
4 Klik op de koppeling INSTELLINGEN in het bovenste gedeelte van het venster. De
webbrowser opent een nieuwe pagina met het configuratiemenu.
Navigatie
1. Klik op een van de menuopties in de linkermarge van het venster. Het bijbehorende
submenu wordt dan geopend.
2. Klik op een van de opties in het submenu. In de webbrowser wordt de bijbehorende
pagina geopend.
Wijzigingen aanbrengen
Elk configuratiescherm toont de huidige instellingen. U kunt de instellingen wijzigen door
nieuwe waarden in te voeren of door een vooraf ingestelde waarde te selecteren in een
keuzelijst.
Niet iedere pagina heeft een knop Instellen. Wijzigingen op een pagina die deze knop Instellen
niet heeft, worden meteen uitgevoerd. Op pagina's waar de knop Instellen wel is
weergegeven, moet op deze knop worden geklikt om de wijzigingen te kunnen uitvoeren.
!
Voorzichtig!
Sla elke wijziging op met de bijbehorende knop Instellen.
Als u op de knop Instellen klikt, worden alleen de wijzigingen in het huidige veld opgeslagen.
Wijzigingen in andere velden worden genegeerd.
84 nl | Programmering AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Sommige wijzigingen worden pas van kracht nadat het apparaat opnieuw is gestart. De knop
Instellen verandert dan in Set and Reboot (Instellen en Opnieuw opstarten).
1. Breng de gewenste wijzigingen aan.
2. Klik op de knop Set and Reboot (Instellen en opnieuw opstarten). De camera start
opnieuw op en de gewijzigde instellingen worden geactiveerd.
Audio configureren (optioneel)
Audiotransmissie inschakelen
Volg de volgende stappen om audio te verzenden via de IP-verbinding:
1. Open de LIVE-pagina en klik op het tabblad Settings (Instellingen).
2. Klik in het linkerdeelvenster op Advanced (Geavanceerd), en vervolgens op Web
Interface (Web-interface). Het menu Web-interface wordt uitgevouwen.
3. Klik op LIVEFunctions (LIVE-functies). De pagina LIVEFunctions (LIVE-functies)
verschijnt.
4. Klik op de toets Transmit Audio (Audio verzenden) om audiotransmissie mogelijk te
maken.
Audio-ontvangst activeren
Volg de volgende stappen om de audio via de webbrowser te configureren:
1. Open de LIVE-pagina en klik op het tabblad Settings (Instellingen).
2. Klik in het linkerdeelvenster op Advanced Mode (Geavanceerde modus), en vervolgens
op Camera. Het menu Camera wordt uitgevouwen.
3. Klik op Audio. De pagina Audio verschijnt. Het huidige videobeeld wordt op deze pagina
weergegeven in het kleine venster naast de schuifregelaars waarmee u de audiobron kunt
controleren en de piekniveaus verbeteren.
4. Selecteer het protocol in het veld Audio om audio te activeren via de IP. (Wijzig de optie
naar ON.)
Aanwijzing!
Het audiosignaal wordt verzonden in een aparte datastream parallel aan de videogegevens.
Dit verhoogt de belasting van het netwerk. De audiogegevens zijn volgens G.711 of L16
gecodeerd. Dit vereist voor elke aansluiting een extra bandbreedte van ca. 80 kbit/s.
5. Als u de versterkingen bij de in- en uitgang van de audiosignalen wilt configureren, kunt u
de velden Lijningang en -uitgang instellen volgens uw specifieke eisen. De wijzigingen zijn
direct van kracht. Om u hierbij te helpen, wordt het huidige niveau naast de
schuifregelaar weergegeven. Controleer of de indicator tijdens modulatie in de groene
zone blijft.
Voor meer informatie, zie Audio, Pagina 106.
12.3
AUTODOME 7000 Programmering | nl 85
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Configuratie via IP, basismodus
Basismodus: Toegang unit
Cameranaam
U kunt de camera een naam geven waardoor deze makkelijker te herkennen is. De naam
vereenvoudigt het beheer van meerdere apparaten in grotere videobewakingssystemen,
bijvoorbeeld met behulp van Bosch Video Management System-programma's.
De apparaatnaam wordt gebruikt voor het op afstand identificeren van een apparaat
bijvoorbeeld in het geval van een alarm. Geef het systeem daarom een zo gemakkelijk
mogelijke naam zodat de locatie snel te herkennen is.
!
Voorzichtig!
Gebruik in de naam geen speciale karakters, zoals &.
Speciale karakters worden niet ondersteund door het interne opnamemanagement van het
systeem. Mogelijk gevolg van het gebruik van speciale karakters is dat de Player of Archive
Player de opname niet kan afspelen.
Wachtwoord bevestigen
Voer altijd het nieuwe wachtwoord nogmaals in om typefouten uit te sluiten.
Aanwijzing!
Een nieuw wachtwoord wordt alleen opgeslagen als u op de knop Instellen klikt. Klik daarom
direct na het invoeren en bevestigen van een wachtwoord op de knop Instellen.
Basismodus: Datum/tijd
Unitdatum/Unittijd/Tijdzone unit
Als er in uw systeem of netwerk meerdere apparaten actief zijn, is het belangrijk de interne
klokken van deze apparaten te synchroniseren. Het is bijvoorbeeld alleen mogelijk om
gelijktijdige opnamen te identificeren en juist te evalueren als alle units met dezelfde tijd
werken. Indien nodig, kunt u het apparaat met de systeeminstellingen van uw computer
synchroniseren.
Aanwijzing!
Zorg dat de opname is stopgezet voordat u de camera synchroniseert met de pc.
4 Klik op Synch. met pc om de systeemtijd van uw computer te kopiëren naar de camera.
IP-adres tijdserver
De camera kan het tijdsignaal van een tijdserver ontvangen via diverse tijdserverprotocols. Dit
signaal wordt vervolgens gebruikt om de interne klok in te stellen. Het apparaat vraagt
automatisch elke minuut het tijdsignaal op.
4 Voer hier het IP-adres van een tijdserver in.
Type tijdserver
Selecteer het protocol dat wordt ondersteund door de geselecteerde tijdserver. Bij voorkeur
dient u de SNTP-server voor het protocol te selecteren. Dit protocol ondersteunt een hoge
nauwkeurigheidsgraad en is vereist voor speciale toepassingen en eventueel toekomstige
functie-uitbreidingen.
Selecteer Tijdserver voor een tijdserver die werkt met het protocol RFC 868.
13
13.1
13.2
86 nl | Configuratie via IP, basismodus AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Basismodus: Netwerk
De instellingen op deze pagina worden gebruikt om de camera te integreren in een bestaand
netwerk.
Sommige wijzigingen worden pas van kracht nadat het apparaat opnieuw is gestart. De knop
Instellen verandert dan in Set and Reboot (Instellen en Opnieuw opstarten).
1. Breng de gewenste wijzigingen aan.
2. Klik op de knop Instellen en opnieuw opstarten. De camera start opnieuw op en de
gewijzigde instellingen worden geactiveerd.
DHCP
Als in het netwerk een DHCP-server voor de dynamische toewijzing van IP-adressen wordt
gebruikt, kunt u de acceptatie van IP-adressen activeren die automatisch aan de camera
worden toegewezen. Bepaalde toepassingen (VIDOS, Bosch Video Management Systems,
Archive Player, Configuration Manager) gebruiken het IP-adres voor de unieke toewijzing van
de unit. Als u deze toepassingen gebruikt, moet de DHCP-server de vaste toewijzing tussen IP-
adres en MAC-adres ondersteunen. Bovendien moet de server zo worden ingesteld, dat een
toegewezen IP-adres bewaard blijft telkens als het systeem opnieuw wordt opgestart.
IP-adres
Voer in dit veld het gewenste IP-adres voor de camera in. Het IP-adres moet geldig zijn voor
het netwerk.
Subnetmasker
Voer hier het desbetreffende subnetmasker voor het geselecteerde IP-adres in.
Gateway-adres
Als u wilt dat het systeem verbinding maakt met een externe locatie in een ander subnet, voer
dan hier het IP-adres van de gateway in. Laat anders het invoervak leeg (0.0.0.0).
Basismodus: encoder
Basismodus: Audio
U kunt de versterking van de audiosignalen instellen volgens uw specifieke eisen. Het huidige
videobeeld wordt weergegeven in het kleine venster naast de schuifregelaars waarmee u de
audiobron kunt controleren en toewijzingen verbeteren. Uw wijzigingen zijn direct van kracht.
Als u verbinding maakt via de webbrowser, dan dient u de optie Transmit Audio (Audio
verzenden) te selecteren op de pagina LIVE Functions (LIVE-functies). (Zie LIVE-functies,
Pagina 94). Bij andere verbindingen hangt de transmissie af van de audio-instellingen van het
desbetreffende systeem.
Audio
De audiosignalen worden verzonden in een aparte datastream parallel aan de videogegevens.
Hierdoor wordt de belasting van het netwerk verhoogd. De audiogegevens zijn gecodeerd
volgens G.711. Dit vereist voor elke aansluiting een extra bandbreedte van ca. 80 kbps in elke
richting. Als u niet wilt dat er audiogegevens worden verzonden/ontvangen, selecteer dan Uit.
Lijningang
U kunt de versterking van de lijningang instellen met behulp van de schuifregelaar. De
waarden variëren van 0 tot 31. De standaardwaarde is 0.
Lijnuitgang
U kunt de versterking van de lijnuitgang instellen met behulp van de schuifregelaar. De
waarden variëren van 0 tot 79. De standaardwaarde is 0.
13.3
13.4
13.5
AUTODOME 7000 Configuratie via IP, basismodus | nl 87
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Basismodus: Opname
U kunt de beelden van de camera op verschillende lokale opslagmedia of op een correct
geconfigureerd iSCSI-systeem opnemen.
Opslagmedium
1. Selecteer het gewenste opslagmedium uit de lijst.
2. Klik op de knop Start om onmiddellijk met de opname te beginnen
Basismodus: Systeemoverzicht
De gegevens op deze pagina dienen slechts ter informatie en kunnen niet worden gewijzigd.
Noteer deze informatie voor het geval er technische assistentie nodig is.
Aanwijzing!
U kunt alle benodigde tekst op deze pagina met de muis selecteren en naar het klembord
kopiëren met de toetsencombinatie [Ctrl]+[C], bijvoorbeeld als u de informatie per e-mail wilt
verzenden.
13.6
13.7
88 nl | Configuratie via IP, basismodus AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Configuratie via IP, modus Geavanceerd
Modus Geavanceerd: algemeen
Identificatie
Camera name (Cameranaam)
De cameranaam maakt het eenvoudiger de camera op afstand te identificeren, bijvoorbeeld in
het geval van een alarm. De naam wordt in het videoscherm getoond, als u dit zo configureert.
De cameranaam vereenvoudigt het beheer van meerdere camera's in grotere
videobewakingssystemen, bijvoorbeeld met behulp van de BVC- en Bosch Video Management
System-programma's.
Voer in dit veld een unieke, duidelijke naam voor de camera in. U kunt hiervoor beide regels
gebruiken.
Gebruik in de naam geen speciale karakters, zoals &. Speciale tekens worden niet
ondersteund door het interne beheersysteem.
Op de tweede regel kunt u extra tekens invoeren die u uit een tabel kunt selecteren.
1. Klik op het pictogram op de tweede regel. Er wordt een nieuw venster met de tekenset
geopend.
2. Klik op het gewenste teken. Het teken wordt ingevoegd in het veld Result (Resultaat).
3. In de tekenset kunt u door op de pictogrammen << en >> te klikken naar de verschillende
pagina's van de tabel navigeren of een pagina uit het lijstveld selecteren.
4. Wanneer u op het pictogram < rechts naast het veld Result (Resultaat) klikt, wordt het
laatste teken gewist. Wanneer u op het pictogram X klikt, worden alle tekens gewist.
5. Wanneer u nu op de knop OK klikt, worden de geselecteerde tekens toegepast in de
tweede regel met de parameters voor Camera 1. Het venster wordt gesloten.
Camera-ID
Elk apparaat dient een unieke naam te krijgen, die hier kan worden opgegeven als aanvullende
identificatiemogelijkheid.
Extensie initiator
Voeg tekst toe aan een initiatornaam om de identificatie te vereenvoudigen in grote iSCSI-
systemen. Deze tekst wordt toegevoegd aan de initiatornaam, gescheiden door een punt. (U
ziet de naam van de initiator op de pagina System Overview (Systeemoverzicht).)
Wachtwoord
De camera is in het algemeen beveiligd met een wachtwoord om onbevoegde toegang tot het
apparaat te voorkomen. U kunt verschillende bevoegdheidsniveaus instellen om de toegang te
beperken.
14
14.1
14.2
14.3
AUTODOME 7000 Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 89
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Aanwijzing!
Een goede wachtwoordbeveiliging wordt alleen gegarandeerd wanneer alle hogere
bevoegdheidsniveaus ook met een wachtwoord worden beveiligd. Als er bijvoorbeeld een
live-wachtwoord wordt toegewezen, dienen er ook een service- en een user-wachtwoord te
worden ingesteld. Bij het toewijzen van wachtwoorden dient u altijd op het hoogste
bevoegdheidsniveau, namelijk service, te beginnen en verschillende wachtwoorden te
gebruiken.
Wachtwoord
De camera maakt gebruik van drie bevoegdheidsniveaus: service, user en live.
Het hoogste bevoegdheidsniveau is service. Na het invoeren van het juiste wachtwoord, kunt u
toegang krijgen tot alle functies van de camera en alle configuratie-instellingen wijzigen.
Met het bevoegdheidsniveau user kunt u bijvoorbeeld het systeem bedienen en de camera's
besturen, maar niet de configuratie wijzigen.
Het laagste bevoegdheidsniveau is live. Hiermee is het alleen mogelijk live videobeelden te
bekijken en tussen de diverse weergaven van live beelden te schakelen.
U kunt voor elk bevoegdheidsniveau een afzonderlijk wachtwoord instellen en wijzigen indien
u bent aangemeld als service of als het apparaat niet met een wachtwoord is beveiligd.
Voer hier het wachtwoord voor het desbetreffende bevoegdheidsniveau in.
Wachtwoord bevestigen
Voer altijd het nieuwe wachtwoord nogmaals in om typefouten uit te sluiten.
Aanwijzing!
Een nieuw wachtwoord wordt alleen opgeslagen als u op de knop Instellen klikt. Klik daarom
direct na het invoeren en bevestigen van een wachtwoord op de knop Instellen.
Datum/tijd
Datumnotatie
Selecteer de gewenste datumnotatie.
Unitdatum / Unittijd
Aanwijzing!
Zorg dat de opname is stopgezet voordat u de camera synchroniseert met de pc.
Als er in uw systeem of netwerk meerdere apparaten actief zijn, is het belangrijk de interne
klokken van deze apparaten te synchroniseren. Het is bijvoorbeeld alleen mogelijk om
gelijktijdige opnamen te identificeren en juist te evalueren als alle units met dezelfde tijd
werken.
1. Voer de huidige datum in. Omdat de unittijd wordt geregeld door de interne klok, is het
niet nodig de dag van de week in te voeren. Deze wordt automatisch toegevoegd.
2. Voer de huidige tijd in of klik op de knop Synch. met pc om de systeemtijd van uw
computer te kopiëren naar de camera.
Opmerking: het is belangrijk dat de juiste datum/tijd worden ingesteld voor het opnemen. Als
de instellingen voor datum en tijd onjuist zijn, zal het opnemen mogelijk niet correct verlopen.
Tijdzone unit
Selecteer de tijdzone waarin het systeem zich bevindt.
14.4
90 nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Zomertijd
De interne klok kan automatisch schakelen tussen wintertijd en zomertijd. De unit bevat de
zomertijdgegevens en kan t/m 2018 automatisch schakelen. U kunt deze gegevens gebruiken
of zelf indien gewenst alternatieve tijdsgegevens invoeren.
Aanwijzing!
Als u geen tabel maakt, wordt niet automatisch geschakeld. Onthoud bij het wijzigen en
verwijderen van afzonderlijke items dat twee items meestal in verband staan met elkaar en
afhankelijk zijn van elkaar (bij het schakelen van en naar zomertijd).
1. Controleer eerst of u de juiste tijdzone heeft geselecteerd. Als u dit niet heeft gedaan,
selecteer dan de juiste tijdzone van het systeem en klik op de knop Instellen.
2. Klik op de knop Details. Een nieuw venster wordt geopend en u ziet een lege tabel.
3. Selecteer in de keuzelijst onder de tabel de regio of de stad die zich het dichtst bij de
locatie van het systeem bevindt.
4. Klik op de knop Genereren om gegevens uit de database te genereren en deze in de tabel
in te voeren.
5. Breng wijzigingen aan door op een item in de tabel te klikken. Het item wordt
geselecteerd.
6. Het item wordt uit de tabel verwijderd als u op de knop Verwijderen klikt.
7. Selecteer andere waarden in de keuzelijsten onder de tabel het item te wijzigen.
Wijzigingen worden meteen toegepast.
8. Als er bijvoorbeeld na verwijderingen lege regels onder aan de tabel overblijven, kunt u
nieuwe data toevoegen door de desbetreffende rij te markeren en vereiste waarden in de
keuzelijsten te selecteren.
9. Klik nu op de knop OK om de tabel op te slaan en te activeren.
IP-adres tijdserver
De camera kan het tijdsignaal van een tijdserver ontvangen via diverse tijdserverprotocols. Dit
signaal wordt vervolgens gebruikt om de interne klok in te stellen. Het apparaat vraagt
automatisch elke minuut het tijdsignaal op.
Voer hier het IP-adres van een tijdserver in.
Type tijdserver
Selecteer het protocol dat wordt ondersteund door de geselecteerde tijdserver. Bij voorkeur
dient u de SNTP-server voor het protocol te selecteren. Dit protocol ondersteunt een hoge
nauwkeurigheidsgraad en is vereist voor speciale toepassingen en eventueel toekomstige
functie-uitbreidingen.
Selecteer Tijdserver voor een tijdserver die werkt met het protocol RFC 868.
Displaystamping
Verschillende overlays of "stempels" in het videobeeld geven belangrijke aanvullende
informatie. Deze overlays kunnen afzonderlijk worden ingeschakeld en op een overzichtelijke
wijze in het beeld worden gerangschikt.
Nadat alle benodigde parameters zijn ingesteld, klikt u op de koppeling View Control
(Weergaveregeling) om te zien hoe de stamping wordt weergegeven op de LIVE-pagina.
Cameranaam-stamping
In dit veld stelt u de positie van de cameranaamweergave in. Deze kan Boven, Onder of op
een plaats naar keuze (Aangepast) worden geplaatst. De positie kan ook op Uit worden
ingesteld, zodat er geen overlay-informatie wordt weergegeven.
1. Selecteer de gewenste optie in de lijst.
14.5
AUTODOME 7000 Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 91
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
2. Als u de optie Aangepast selecteert, worden extra velden getoond waar u de exacte
positie kunt aangeven (Positie (XY)).
3. In de velden Positie (XY) geeft u de waarden voor de gewenste positie op.
Tijd-stamping
In dit veld stelt u de positie van de tijdweergave in. Deze kan Boven, Onder of op een plaats
naar keuze (Aangepast) worden geplaatst. De positie kan ook op Uit worden ingesteld, zodat
er geen overlay-informatie wordt weergegeven.
1. Selecteer de gewenste optie in de lijst.
2. Als u de optie Aangepast selecteert, worden extra velden getoond waar u de exacte
positie kunt aangeven (Positie (XY)).
3. In de velden Positie (XY) geeft u de waarden voor de gewenste positie op.
Milliseconden weergeven
Indien nodig, kunt u ook milliseconden laten weergeven. Deze informatie kan handig zijn voor
opgenomen videobeelden; de verwerkingstijd van de processor wordt hierdoor echter niet
versneld. Selecteer Uit als u geen weergave van milliseconden nodig hebt.
Alarmmodus-stamping
Kies Aan voor om een tekstbericht in het beeld te laten weergeven in geval van een alarm. U
kunt zelf opgeven waar u de boodschap op uw scherm wilt laten verschijnen met de optie
Aangepast. De positie kan ook op Uit worden ingesteld, zodat er geen overlay-informatie
wordt weergegeven.
1. Selecteer de gewenste optie in de lijst.
2. Als u de optie Aangepast selecteert, worden extra velden getoond waar u de exacte
positie kunt aangeven (Positie (XY)).
3. In de velden Positie (XY) geeft u de waarden voor de gewenste positie op.
Alarmmelding
Voer het bericht in dat in het beeld moet worden weergegeven in geval van een alarm. De
maximale lengte van de tekst bedraagt 31 tekens.
Titel-OSD
Kies Aan om continu overlays met sector- of opnametitels weer te laten geven in het beeld.
Kies Tijdelijk om overlays met sector- of opnametitels enkele seconden weer te geven. OSD-
titels kunnen op een plaats naar keuze worden weergegeven. De optie kan ook op Uit worden
gezet als er geen overlay-informatie moet worden weergegeven.
1. Selecteer de gewenste optie in de lijst.
2. Geef de exacte positie op (Positie (XY)).
3. In de velden Positie (XY) geeft u de waarden voor de gewenste positie op.
Camera OSD
Kies Aan om kort reactie-informatie van de camera weer te geven, zoals overlays voor digitale
zoom, iris open/gesloten en focus dichtbij/veraf in het beeld. Kies Uit als er geen informatie
moet worden weergegeven.
1. Selecteer de gewenste optie in de lijst.
2. Geef de exacte positie op (Positie (XY)).
3. In de velden Positie (XY) geeft u de waarden voor de gewenste positie op.
Transparante stamping
Schakel dit selectievakje in om de stempel op het beeld transparant te maken.
Videowatermerk
Kies Aan voor deze optie als u de verzonden videobeelden van een "watermerk" wilt voorzien.
Als dit is geactiveerd, worden alle beelden gemarkeerd met een groen vinkje. Een rood vinkje
betekent dat de beelden (live of opgeslagen) zijn gemanipuleerd.
92
nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Videoverificatie
Selecteer een methode voor het verifiëren van de integriteit van de video in de
vervolgkeuzelijst Video authentication.
Als u Watermerken selecteert, worden alle beelden gemarkeerd met een pictogram. Het
pictogram geeft aan of de beelden (live of opgeslagen) zijn gemanipuleerd.
Als u een digitale handtekening wilt toevoegen aan de verzonden videobeelden om hun
integriteit te waarborgen, selecteer dan een van de cryptografische algoritmen voor deze
handtekening.
Voer de interval in (in seconden) tussen het invoegen van de digitale handtekening.
Modus Geavanceerd: webinterface
Verschijning
Op deze pagina kunt u de vormgeving van de webinterface aanpassen en voor de website de
taal van uw voorkeur instellen. Indien nodig kunt u het logo van de fabrikant (rechtsboven) en
de productnaam (linksboven) in het bovenste gedeelte van het venster door persoonlijke
afbeeldingen vervangen.
Aanwijzing!
U kunt GIF- of JPEG-afbeeldingen gebruiken. De bestandsnamen dienen overeen te komen
met de toegangsmodus (bijvoorbeeld C:\Images\Logo.gif voor toegang tot lokale bestanden,
of http://www.mycompany.com/images/logo.gif voor toegang tot bestanden via het internet
of intranet).
Zorg er bij toegang via het internet/intranet voor dat er altijd een verbinding is om de
afbeelding weer te geven. Het afbeeldingsbestand wordt niet opgeslagen in de camera.
Taal website
Selecteer hier de taal voor de gebruikersinterface.
Bedrijfslogo
Voer het pad voor een geschikte afbeelding in als u het logo van de fabrikant wilt vervangen.
Het afbeeldingsbestand kan worden opgeslagen op een lokale computer, het lokale netwerk of
op een internetadres.
Apparaatlogo
Voer het pad voor een geschikte afbeelding in als u de productnaam wilt vervangen. Het
afbeeldingsbestand kan worden opgeslagen op een lokale computer, het lokale netwerk of op
een internetadres.
Aanwijzing!
Als u de originele afbeeldingen weer wilt gebruiken, verwijdert u de gegevens in de velden
Bedrijfslogo en Apparaatlogo.
VCA-metagegevens tonen
Als de analyse van de beeldinhoud (VCA) wordt geactiveerd, wordt aanvullende informatie
getoond in de live-videostream. In de modus Motion+ worden bijvoorbeeld de sensorgebieden
voor bewegingsdetectie gemarkeerd.
VCA-trajecten weergeven
Als de analyse van de beeldinhoud (VCA) wordt geactiveerd, schakelt u deze optie in voor de
weergave van aanvullende informatie die het pad van objecten volgt.
Overlay-pictogrammen tonen
Schakel dit selectievakje in om overlay-pictogrammen op het live-videobeeld weer te geven.
14.6
14.7
AUTODOME 7000 Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 93
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Videospeler
Selecteer de gewenste videospeler in de vervolgkeuzelijst. De opties zijn "Automatisch
detecteren" (standaard), Bosch Video SDK, Bosch Autoload decoder en JPEG
Grootte JPEG-bestand
U kunt het formaat van de JPEG-afbeelding opgeven op de LIVE-pagina. De opties zijn klein,
normaal, groot, 720p, 1080p en "Best mogelijk" (standaard).
JPEG-interval
U kunt op de LIVE-pagina het interval specificeren waarmee de afzonderlijke beelden voor de
M-JPEG-afbeelding gegenereerd moeten worden.
JPEG-kwaliteit
U kunt de kwaliteit voor de weergave van de JPEG-afbeeldingen opgeven op de LIVE-pagina.
LIVE-functies
Op deze pagina kunt u de functies op de LIVE-pagina aan uw eigen voorkeur aanpassen. U
kunt daarbij uit diverse opties voor de weergave van informatie en bedieningselementen
kiezen.
1. Schakel het selectievakje in voor de items die u wilt laten weergeven op de LIVE-pagina.
De geselecteerde items worden door een vinkje aangegeven.
2. Controleer of de gewenste functies beschikbaar zijn op de LIVE-pagina.
Audio verzenden
U kunt deze optie alleen selecteren als audiotransmissie is ingeschakeld (zie Audio, Pagina
106). De audiosignalen worden verzonden in een aparte datastream parallel aan de
videogegevens. Hierdoor wordt de belasting van het netwerk verhoogd. De audiogegevens zijn
gecodeerd volgens G.711. Dit vereist voor elke aansluiting een extra bandbreedte van ca. 80
kbps in elke richting.
Lease time (s)
De leasetijd in seconden bepaalt na hoeveel tijd een andere gebruiker bevoegd is om de
camera te bedienen nadat er niet langer besturingssignalen van de huidige gebruiker zijn
ontvangen. Na dit tijdsinterval wordt de camera automatisch ingeschakeld.
Alarmingangen weergeven
De alarmingangen worden als pictogrammen met de toegewezen namen weergegeven naast
het videobeeld. Als een alarm actief is, verandert het corresponderende pictogram van kleur.
Alarmuitgangen weergeven
Alarmuitgangen worden als pictogrammen met de toegewezen namen weergegeven naast het
videobeeld. Als de alarmuitgang actief is, verandert het corresponderende pictogram van
kleur.
Gebeurtenissenlogboek weergeven
De gebeurtenisberichten worden samen met de datum en tijd in een veld naast het videobeeld
getoond.
Systeemlogboek weergeven
De systeemberichten worden met de datum en de tijd in een veld naast het videobeeld
getoond en geven informatie over bijvoorbeeld het tot stand komen en verbreken van
verbindingen.
Momentopnamen toestaan
Hier kunt u opgeven of het pictogram voor het opslaan van afzonderlijke beelden
(momentopnamen) onder het live-beeld moet worden weergegeven. Afzonderlijke beelden
kunnen alleen worden opgeslagen als dit pictogram zichtbaar is.
14.8
94 nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Lokaal opnemen toestaan
Hier kunt u opgeven of het pictogram voor het opslaan (opnemen) van videobeelden in het
lokale geheugen onder het live-beeld moet worden weergegeven. Videobeelden kunnen alleen
worden opgeslagen als dit pictogram zichtbaar is.
Streams met alleen I-frames
Hier kunt u opgeven of de LIVE pagina een weergavetabblad voor een stream met alleen I-
frames weergeeft.
Scènelijst weergeven
Hier kunt u opgeven of het gedeelte Weergaveregeling op de LIVE-pagina een vervolgkeuzelijst
geeft met de scènelijst die is ingesteld in Advanced Mode > Camera > Scenes and Tours
(Modus geavanceerd > Camera > Scènes en tours) op de pagina SETTINGS (INSTELLINGEN).
"Intelligent Tracking" weergeven
Hier kunt u opgeven of de LIVE-pagina de bedieningselementen voor de functie Intelligent
Tracking weergeeft.
"Speciale functies" weergeven
Hier kunt u opgeven of de LIVE-pagina het gedeelte Speciale functies weergeeft.
Pad voor JPEG- en videobestanden
1. Geef hier het pad op voor de opslaglocatie voor afzonderlijke afbeeldingen en
videobeelden die u vanuit de LIVE-pagina kunt opslaan.
2. Klik indien nodig op Browse (Bladeren) om een geschikte map te zoeken.
Pad voor JPEG- en videobestanden
Pad voor JPEG- en videobestanden
1. Geef hier het pad op voor de opslaglocatie voor afzonderlijke afbeeldingen en
videobeelden die u vanuit de Livepage kunt opslaan.
2. Klik indien nodig op Bladeren om een geschikte map te zoeken.
Bestand voor systeemlogboek
Modus Geavanceerd: camera
Fabrieksinstellingen
Klik op de knop Defaults (Standaard) om alle configuratie-instellingen die zijn gedefinieerd in
de webserver van de camera te wissen en ze naar de standaardwaarden terug te zetten. Er
verschijnt een bevestigingsscherm. Na het terugstellen van een modus heeft de camera 5
seconden nodig om het beeld te optimaliseren.
14.9
14.10
14.11
AUTODOME 7000 Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 95
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Fabrieksinstellingen
Afbeelding 14.1: Advanced Mode>Camera>Encoder Profile>Profile (Modus geavanceerd>Camera>Encoderprofiel>Profiel 1) [alleen
HD-modellen]
Voor de codering van het videosignaal kunt u een code-algoritme selecteren en kunt u de
presets voor de profielen wijzigen.
U kunt de videogegevenstransmissie aanpassen aan de besturingsomgeving (bijvoorbeeld voor
netwerkstructuur, bandbreedte en gegevensbelasting). Hiertoe genereert de camera twee
datastreams (Dual Streaming) voor elke video-ingang. De compressie-instellingen hiervoor
kunt u afzonderlijk selecteren, bijvoorbeeld een instelling voor verzending via het internet en
een andere instelling voor LAN-verbindingen.
Er zijn voorgeprogrammeerde profielen beschikbaar, die elk voorrang geven aan verschillende
configuraties.
U kunt de afzonderlijke parameterwaarden en de naam van een profiel wijzigen. U kunt tussen
de profielen schakelen met behulp van de desbetreffende tabs.
!
Voorzichtig!
De profielen zijn complex. Ze bevatten een groot aantal parameters die elkaar wederzijds
beïnvloeden. In het algemeen is het daarom beter om de standaardprofielen te gebruiken.
Wijzig de profielen alleen als u volledig vertrouwd bent met alle configuratieopties.
14.12
96 nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Aanwijzing!
In de standaardinstelling wordt Stream 1 verzonden voor alarmverbindingen en automatische
verbindingen. Houd dit in gedachten wanneer u het profiel toewijst.
Aanwijzing!
Alle parameters zijn van elkaar afhankelijk en vormen samen een profiel. Als u een instelling
buiten het toegestane bereik voor een bepaalde parameter opgeeft, wordt de dichtstbijzijnde
toegestane waarde gebruikt bij het opslaan van de parameters.
Profielnaam
U kunt indien nodig een nieuwe naam voor het profiel opgeven.
Gewenste bitrate
Om optimaal gebruik te maken van de bandbreedte in het netwerk, moet u de
gegevenssnelheid voor het apparaat beperken. De gegevenssnelheid dient te worden ingesteld
voor de gewenste beeldkwaliteit van normale scènes zonder overmatige beweging.
Voor complexe beelden of veel beeldwijzigingen door frequent bewegen, kan deze limiet
tijdelijk worden overschreden tot de waarde die u invult in het veld Maximum bit rate
(Maximale bitrate).
Coderingsinterval
Deze parameter bepaalt het interval waarmee beelden worden gecodeerd en verzonden. Als u
bijvoorbeeld het getal 4 invoert of selecteert, wordt alleen elk vierde beeld gecodeerd en
worden de volgende drie beelden overgeslagen. Dit kan van pas komen bij netwerken met lage
bandbreedtes. De beeldsnelheid in beelden per seconde (ips) wordt naast het tekstveld of
schuifregelaar weergegeven.
Videoresolutie
Selecteer de gewenste resolutie van de videobeelden.
Voor alleen standaarddefinitie, zijn de opties:
240p
480p
144p
288p
432p (standaardinstelling)
Expert-instellingen
Gebruik indien nodig de Expert-instellingen om de kwaliteit van de I-frames en de P-frames zo
aan te passen aan specifieke eisen. De instelling is gebaseerd op de H.264-
kwantificeringsparameter (QP).
GOP-structuur
Selecteer de structuur die u nodig hebt voor de Group of pictures, afhankelijk van waar u de
voorkeur aan geeft: zo min mogelijk vertraging (alleen IP-frames) of gebruik van zo min
mogelijk bandbreedte.
Opties zijn IP, IBP en IBBP.
GOP is niet beschikbaar voor megapixel-camera's.
I-frame-afstand
Met deze parameter kunt u de intervallen instellen waarin de I-frames zullen worden
gecodeerd. Auto betekent "automatische modus", waarbij de videoserver waar nodig I-frames
invoegt. De waarden variëren van 3 t/m 60. De waarde 3 geeft aan dat I-frames continu
worden gegenereerd. De waarde 4 geeft aan dat slechts elke vierde afbeelding een I-frame is
etc. De frames ertussen worden als P-frames gecodeerd.
AUTODOME 7000 Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 97
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Houd er rekening mee dat de ondersteunde waarden worden bepaald door de instelling van
de GOP-structuur. Met IBP worden bijvoorbeeld alleen even waarden ondersteund; als u IBBP
hebt geselecteerd, wordt alleen 3 of veelvouden van 3 ondersteund.
Min. P-frame QP
Met deze parameter kunt u de beeldkwaliteit van de P-frame aanpassen en de onderste
grenswaarde voor de kwantificering van de P-frame bepalen, en daarmee de maximaal
haalbare kwaliteit van de P-frames. De Quantization Parameter (QP) geeft in het H.264-
protocol de mate van compressie aan, dat wil zeggen de beeldkwaliteit van elk frame. Hoe
lager de kwantificering van de P-frame (QP-waarde), des te hoger de coderingskwaliteit (en
dus de beste beeldkwaliteit) en des te lager de beeldvernieuwingsfactor die afhankelijk is van
de instellingen voor de maximale gegevenssnelheid in de netwerkinstellingen. Een hogere
kwantificeringswaarde resulteert in lage beeldkwaliteit en lagere netwerkbelasting. Doorgaans
liggen QP-waarden tussen 18 en 30.
Bij de basisinstelling Auto wordt de kwaliteit automatisch aangepast aan de instellingen voor
de beeldkwaliteit voor de P-frames.
I/P-frame delta QP
Deze parameter stelt de verhouding van de kwantificering (QP) voor het I-frame tot de
kwantificering (QP) voor het P-frame in. U kunt bijvoorbeeld een lagere waarde instellen voor
I-frames door de schuifregelaar naar een negatieve waarde te verplaatsen. Hierdoor wordt de
kwaliteit van de I-frames ten opzichte van de P-frames verbeterd. De totale gegevensbelasting
neemt toe, maar alleen met de grootte van de I-frames. De basisinstelling Auto stelt
automatisch de optimale combinatie van beweging en beelddefinitie (focus) in.
Om de hoogste kwaliteit bij de laagste bandbreedte te behalen, zelfs bij meer beweging in het
beeld, configureert u de kwaliteitsinstellingen als volgt:
1. Houd rekening met de gebiedsdekking gedurende normale beweging in de voorbeeld-
beelden.
2. Stel de waarde voor Min. P-frame QP (Min. QP voor P-frame) in op de hoogste waarde
waarmee de beeldkwaliteit nog steeds aan uw eisen voldoet.
3. Stel de waarde voor I/P-frame delta QP (QP-delta voor I/P-frame) in op de laagst
mogelijk waarde. Op deze manier worden bandbreedte en geheugen in normale scènes
bespaard. De beeldkwaliteit blijft ongewijzigd, zelfs bij meer beweging in het beeld,
omdat de bandbreedte wordt verhoogd tot de waarde die is ingevoerd onder Maximum
bit rate (Maximale bitrate).
Standaard
Klik op Standaard om de standaardinstellingen van het profiel te herstellen.
Zie ook
Fabrieksinstellingen, Pagina 96
JPEG-stream
Privacymaskering wordt gebruikt om een bepaald gedeelte van een scène aan het zicht te
onttrekken. Maskers kunnen worden geconfigureerd als een grijs gebied met vier hoeken. U
kunt in totaal 24 privacymaskers definiëren.
U voegt als volgt een privacymasker toe aan een scène:
1. Navigeer naar de scène waarin u een privacymasker wilt toepassen.
Klik op de koppeling Weergaveregeling.
Gebruik de besturingselementen voor draaien/kantelen/zoomen om de scène weer te
geven.
14.13
14.14
98 nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
2. Selecteer het nummer van het privacymasker dat op de scène moet worden toegepast.
3. Het voorbeeldvenster toont een grijze rechthoek in de scène.
4. Klik op het selectievakje Ingeschakeld om het privacymasker te activeren.
5. Het privacymasker in het voorbeeldvenster wordt oranje, ten teken dat het masker
verschijnt in de videostreams op de LIVE-pagina.
6. Plaats de aanwijzer in het privacymasker in het voorbeeldvenster; klik op het
privacymasker en versleep het om het te verplaatsen.
7. Plaats de aanwijzer op een hoek of een knooppunt van de maskerrechthoek; klik en
versleep het om het privacymaskergebied uit te breiden of in te perken.
8. Klik op Instellen om de grootte en positie van het privacymasker op te slaan.
Het privacymasker wordt weergegeven in een afbeeldingsvenster.
9. Om een afzonderlijk masker te verbergen, selecteert u het maskernummer en schakelt u
het selectievakje Ingeschakeld uit.
10. Om alle maskers in een beeldweergave te verbergen, klikt u op het selectievakje Maskers
uitschakelen.
Opmerking: als u ervoor kiest om alle maskers te verbergen, moet u elk afzonderlijk
masker inschakelen om het masker te kunnen zien in de scène.
11. Klik op het selectievakje IVA achter maskers om IVA achter privacymaskers weer te geven.
Aanwijzing!
Maak het masker 10% groter dan het object om er zeker van te zijn dat het object geheel
wordt bedekt door het masker wanneer de camera in- en uitzoomt. Klik op het vakje
Drempelwaarde Zoomen.
Teken het masker op 50% optische zoom of minder voor verbeterde maskering.
Aanwijzing!
De camera schakelt de functie Privacymasker uit wanneer de richting van de camera is
ingesteld op Omgekeerd. Raadpleeg Modus Geavanceerd: camera, Pagina 95 voor de instelling
van de richting.
Zie ook
Modus Geavanceerd: camera, Pagina 95
Beeldinstellingen
Huidige modus
Selecteer één van de voorgeprogrammeerde gebruikersmodi, geoptimaliseerd met de beste
instellingen voor een aantal verschillende standaardtoepassingen, die het best de omgeving
typeert waar de camera is geïnstalleerd.
Buitenshuis – Algemene veranderingen van dag naar nacht met felle zon en
straatverlichting
Binnenshuis – Ideale modus voor toepassingen binnenshuis waar de verlichting constant
is en niet verandert
Weinig licht – Geoptimaliseerd voor voldoende details bij weinig licht
Beweging – Verkeer of snel bewegende objecten vastleggen; bewegingsruis wordt
geminimaliseerd
Levendig – Kleurweergave en scherpte met verbeterd contrast
De standaardinstelling is afhankelijk van de vraag of het om een camera voor plafondmontage
of een hangende camera gaat.
14.15
AUTODOME 7000 Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 99
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Pas de modus indien nodig aan aan de specifieke vereisten voor de locatie door verschillende
waarden voor de onderstaande velden te selecteren.
In dit geval wordt de naam van de gebruikersmodus gewijzigd in "Aangepast".
Witbalans
Hiermee stelt u de kleurinstellingen in om de kwaliteit van de witgebieden van het beeld te
behouden.
ATW: de kleurenweergave wordt voortdurend door de camera aangepast.
AWB Hold (AWB vasthouden): de ATW wordt vastgehouden en de bijbehorende
kleurinstellingen worden opgeslagen.
Extended ATW (Uitgebreide ATW) (standaardinstelling): de camera past zich voortdurend
aan voor optimale kleurenweergave.
Manual (Handmatig): de versterking van rood en blauw kan handmatig worden ingesteld.
Sodium Lamp Auto (Natriumlamp autom.): hiermee wordt automatisch het
natriumdamplicht aangepast om objecten hun oorspronkelijke kleur terug te geven.
Sodium Lamp (Natriumlamp): hiermee wordt het natriumdamplicht geoptimaliseerd om
objecten hun oorspronkelijke kleur terug te geven.
Roodversterking
Met de roodversterking wijzigt u de in de fabriek ingestelde witpuntcompensatie (minder rood
leidt tot meer cyaan).
Blauwversterking
Met de blauwversterking wijzigt u de in de fabriek ingestelde witpuntcompensatie (minder
blauw leidt tot meer geel). De compensatie van het witpunt hoeft alleen in speciale
omgevingen te worden aangepast.
Verzadiging
Het percentage licht of kleur in het videobeeld (alleen HD). De waarden variëren van 60% tot
200%; de standaardwaarde is 110%.
Kleurtint
De mate van kleur in het videobeeld (alleen HD). De waarden variëren van -14° tot 14°; de
standaardwaarde is 8°.
Gain control (Versterkingsregeling)
De automatische versterkingsregeling (AGC) aanpassen. Stelt de versterking automatisch in
op de laagst mogelijke waarde die nodig is om een goed beeld te verkrijgen.
AGC (standaardinstelling): donkere scènes worden elektronisch helderder gemaakt. Dit
kan in scènes met weinig licht een korrelig effect geven.
Vast: geen versterking. Door deze instelling wordt de optie Maximale versterking
uitgeschakeld.
Als u deze optie selecteert, voert de camera automatisch de volgende wijzigingen uit:
Nachtmodus: schakelt over op Kleur
Auto-iris: schakelt over op Constant
Vaste versterking
Gebruik de schuifregelaar om het gewenste nummer voor vaste versterking te selecteren. De
standaardinstelling is 2.
Max. versterking
Bepaalt het maximale versterkingsniveau voor de AGC-stand. Voor de instelling van de
maximale versterking kunt u kiezen uit:
Normaal
Gemiddeld
Hoog (standaardinstelling)
100
nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Reactiesnelheid automatische belichting
Selecteer de reactiesnelheid van de automatische belichting. De opties zijn Supertraag,
Langzaam, Normaal (standaard), Snel.
Scherpte
Hiermee stelt u de scherpte van het beeld in. Om de scherpte in te stellen, gebruikt u de
schuifregelaar om een nummer te selecteren. De standaardinstelling is 12.
Sluitermodus
Vast: de sluitermodus is beperkt tot een selecteerbare sluitertijd.
Auto SensUP: verhoogt de cameragevoeligheid door de integratietijd op de camera te
verlengen. Dit wordt bereikt door het signaal van een aantal opeenvolgende videoframes
te integreren om de signaalruis te verminderen.
Als u deze optie selecteert, voert de camera automatisch de volgende wijziging uit:
Auto-iris: schakelt over op Constant
Sluiter: is uitgeschakeld
Sluiter
De elektronische sluitertijd instellen (AES). Bepaalt de tijdsduur waarin licht wordt verzameld
door het verzamelapparaat. De standaardinstelling is 1/60 seconde voor NTSC en 1/50 voor
PAL camera's. Het instelbereik ligt tussen 1/1 en 1/10000.
Limiet Auto SensUP
Dit beperkt de integratietijd wanneer Auto SensUP (beeldintegratie) actief is. De
standaardinstelling is 1/4. Het instelbereik ligt tussen 1/4 en 1/30.
Sluiterlimiet
De camera probeert deze sluitertijd vast te houden zolang er voldoende omgevingslicht
beschikbaar is in de scène.
Instellingen variëren tussen 1/1 en 1/10000. De standaardwaarde is 1/2000 in alle modi,
behalve in 'Motion' (Beweging) (standaard 1/500).
Tegenlichtcompensatie
Optimaliseert het videoniveau voor het geselecteerde gedeelte van het beeld. De delen buiten
dit gebied kunnen onderbelicht of overbelicht zijn. Selecteer Aan om het videoniveau voor het
centrale gedeelte van het beeld te optimaliseren. De standaardinstelling is Uit.
Hoge gevoeligheid
Hiermee stelt u het gevoeligheidsniveau of lux van het beeld in (alleen HD). Selecteer Uit of
Aan.
Opmerking: in de nachtmodus (zwart-wit) / situaties met weinig licht, wordt Hoge
gevoeligheid automatisch ingeschakeld.
Stabilisatie
Deze functie is ideaal voor camera's die op een paal of mast zijn gemonteerd, of op een andere
locatie waar vaak sprake is van trillingen.
Selecteer On (Aan) om de functie videostabilisatie (indien beschikbaar op uw camera) te
activeren die camerabewegingen in zowel horizontale als verticale richting vermindert. De
camera compenseert de beweging van het beeld met maximaal 2% van de beeldgrootte.
Selecteer Auto om de functie automatisch te activeren wanneer de camera trillingen
detecteert.
Selecteer Off (Uit) om de functie uit te schakelen.
Opmerking: deze functie is niet beschikbaar op 20x-modellen.
Hoog dynamisch bereik
Selecteer On (Aan) om Groot dynamisch bereik te activeren, deze functie verbetert de
beeldweergave in scènes met een extreem hoog contrast.
Selecteer Off (Uit) om de functie uit te schakelen.
AUTODOME 7000
Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 101
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Selecteer Enhanced (Verbeterd) om Hoog dynamisch bereik te activeren wanneer de camera
een scène met extreem hoog contrast detecteert. De camera maakt meerdere, gelijktijdige
belichtingen van dezelfde scène om details in zowel lichte als donkere delen van de scène vast
te leggen.
Nachtstand
Nachtmodus (Z/W) om de belichting in scènes met weinig licht te verbeteren. Selecteer een
van de volgende opties:
Monochroom: de camera blijft in de nachtmodus en verzendt zwart/wit-beelden.
Kleur: de camera schakelt niet over naar de nachtmodus, ongeacht de
omgevingslichtomstandigheden.
Auto (standaardinstelling): de camera verlaat de nachtmodus wanneer het
omgevingslichtniveau een vooraf bepaalde drempelwaarde bereikt.
Drempel nachtmodus
Het lichtniveau instellen waarbij de camera automatisch de nachtmodus (Z/W) verlaat.
Selecteer een waarde tussen 10 en 55 (in stappen van 5; standaard 30). Hoe lager de waarde,
hoe eerder de camera naar de kleurenmodus overschakelt.
Ruisonderdrukking
Hiervoor worden de functies 2D en 3D ruisonderdrukking ingeschakeld.
Ruisonderdrukkingsniveau
Stelt de geluidsproductie op het juiste plafond in voor opnames. Een waarde selecteren
tussen 1 en 5.
Anti-mist
Met de anti-mistmodus wordt het zicht aanzienlijk verbeterd in mistige scènes of andere
scènes met laag contrast.
Aan - anti-mistmodus is altijd actief.
Uit - anti-mistmodus is uitgeschakeld.
Automatisch - anti-mistmodus wordt automatisch geactiveerd indien nodig.
Ruisonderdrukkingsniveau
AutoFocus
Stelt het objectief continu automatisch scherp om het scherpste beeld te verkrijgen.
Eén druk (standaardinstelling; meestal “Spot Focus” genoemd): activeert de functie
AutoFocus nadat de camera niet meer beweegt. Zodra de camera is gericht, is AutoFocus
actief totdat hij weer wordt bewogen.
AutoFocus: de functie AutoFocus is altijd actief.
Handmatig: de functie AutoFocus is niet actief.
Polariteit focus
Normaal (standaardinstelling): focusregeling normaal laten werken.
Terug: focusregeling omkeren.
Focussnelheid
Gebruik de schuifregelaar (van 1 tot 8) om de snelheid te bepalen waarmee AutoFocus het
beeld opnieuw scherpstelt wanneer het vaag wordt.
Auto Iris
Past het objectief automatisch aan om een correcte verlichting van de camerasensor te
verkrijgen. Dit type objectief is aan te bevelen voor omgevingen met weinig licht of
veranderende lichtomstandigheden.
Constant (standaardinstelling): camera past zichzelf constant aan verschillende
lichtomstandigheden aan.
Als u deze optie selecteert, voert de camera automatisch de volgende wijzigingen uit:
14.16
102 nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Versterkingsregeling: schakelt over op AGC.
Sluitertijd: schakelt over op standaard.
Handmatig: de camera moet handmatig aan de verschillende lichtomstandigheden
worden aangepast.
Polariteit diafragma
Mogelijkheid om de bediening van de diafragmaknop op de controller ongedaan te maken.
Normaal (standaardinstelling): irisregeling normaal laten werken.
Terug: irisregeling omkeren.
Niveau Auto Iris
Verhoogt of verlaagt de helderheid aan de hand van de hoeveelheid licht. Voer een waarde in
tussen 1 en 15.
Maximale zoomsnelheid
Bepaalt de zoomsnelheid.
Polariteit zoom
Hiermee is het mogelijk om de werking van de zoomknop op de controller ongedaan te maken.
Normaal (standaardinstelling): zoomregeling normaal laten werken.
Terug: zoomregeling omkeren.
Digitaal zoomen
Met digitale zoom kunt u de beeldhoek van een digitaal videobeeld verkleinen. Dit gebeurt
elektronisch, zonder dat de optische instrumenten van de camera worden aangepast en
zonder dat de optische resolutie tijdens het proces wordt versterkt. Selecteer Uit om deze
functie uit te schakelen of Aan om deze functie in te schakelen. De standaardinstelling is Aan.
Digitale zoom
Snelheid auto-pan
De camera continu draaien met een snelheid tussen de ingestelde rechter- en
linkergrenswaarden. Voer een waarde in tussen 1 en 60 (uitgedrukt in graden). De
standaardinstelling is 30.
Inactiviteit
Bepaalt het gedrag van de dome wanneer deze niet wordt bediend.
Uit (standaardinstelling): de camera blijft voor onbepaalde tijd op de huidige scène
gericht.
Scène 1: camera naar preset 1 terug laten keren.
Vorige Aux: de camera keert terug naar de vorige activiteit.
Tijdsduur inactiviteit
Bepaalt het gedrag van de dome wanneer deze niet wordt bediend. Selecteer een periode in
de vervolgkeuzelijst (3 sec. - 10 min.). De standaardinstelling is 2 minuten.
Automatisch draaipunt
Automatisch draaien laat de camera verticaal kantelen en tegelijk een roterende beweging
maken zodat de correcte stand van het beeld wordt gehandhaafd. Zet Automatisch draaien op
Aan (standaardinstelling) om de camera automatisch 180º te draaien bij het volgen van een
persoon die zich direct onder de camera voortbeweegt. Klik op Uit om deze functie uit te
schakelen.
Beeld stilzetten
Selecteer Aan om het beeld stil te zetten terwijl de AutoDome naar een vooraf bepaalde
scènepositie beweegt.
14.17
AUTODOME 7000 Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 103
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Turbo-modus
Selecteer Aan om de camera in de Turbo-modus te zetten wanneer een operator de camera
handmatig draait of kantelt. In deze modus kan de camera draaien met een maximumsnelheid
van 400° per seconde en kantelen met een snelheid van maximaal 300° per seconde.
Tracker Zoom Threshold [%] (Drempelwaarde zoomen Volger [%])
Deze parameter bepaalt het percentage van de zoomverhouding waarmee de camera uitzoomt
nadat Time-out volger stopt met volgen, of als Intelligent Tracking het zicht op een object dat
wordt gevolgd verliest. Dit zorgt ervoor dat de camera het doel weer in een nieuw, breder
gezichtsveld (FoV) krijgt. De instellingen variëren van 0 tot 100. De standaardwaarde is 50.
Tracker Timeout [sec] (Time-out volger [sec])
Deze parameter zorgt ervoor dat de camera in een bepaald gebied na het opgegeven aantal
seconden stopt met het volgen van de beweging van bepaalde voorwerpen, zoals een boom of
een vlag in de wind. De instellingen variëren van 5 tot 120. De standaardwaarde is 30.
Limiet AutoPan links
Hiermee stelt u de linkergrenswaarde van de Autopan van de camera in. Gebruik het
voorbeeldvenster om de camera naar de linkergrenswaarde te bewegen en klik op de knop. De
camera zal in de modus Auto Pan tussen grenswaarden (AUX 2 ON) niet voorbij deze
grenswaarde bewegen.
Limiet AutoPan rechts
Hiermee stelt u de rechtergrenswaarde van de Autopan van de camera in. Gebruik het
voorbeeldvenster om de camera naar de rechtergrenswaarde te bewegen en klik op de knop.
De camera zal in de modus Auto Pan tussen grenswaarden (AUX 2 ON) niet voorbij deze
grenswaarde bewegen.
Limiet voor omhoog kantelen
De bovenste kantelgrenswaarde van de camera instellen. Gebruik het voorbeeldvenster om de
camera naar de kantelgrenswaarde te bewegen en klik op de knop.
Kantellimieten
Klik op de knop Resetten om de bovenste kantelgrenswaarde te wissen.
Tour A / Tour B
Start en stopt de opname van een opgenomen (bewakings)tour.
De AutoDome is geschikt voor twee (2) opgenomen tours. Een opgenomen tour bespaart u
alle handmatige camerabewegingen die tijdens de opname worden gemaakt, inclusief de
draai-, kantel- en zoomsnelheden en andere wijzigingen van de objectiefinstellingen. De tour
legt geen camerabeelden vast tijdens het opnemen van de tour.
Opmerking 1: u kunt in totaal 15 minuten aan opgenomen acties tussen de twee tours
opslaan.
Een tour opnemen:
1. Klik op de knop Start Recording (Opname starten). U wordt gevraagd of u de bestaande
tour wilt overschrijven.
2. Klik op Yes (Ja) om de bestaande tourbewegingen te overschrijven.
3. Klik op de koppeling View Control (Weergaveregeling) onder het deelvenster van het
beeld om toegang te krijgen tot de navigatie- en zoomregeling.
4. Gebruik het dialoogvenster View Control (Weergaveregeling) om de nodige
camerabewegingen te maken.
5. Klik op de knop Stop Recording (Opname stoppen) om alle acties op te slaan.
Noordpunt
Klik op de knop Instellen om het bestaande Noordpunt te overschrijven.
Klik op de knop Standaard om het Noordpunt te resetten naar de fabrieksinstellingen.
104
nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Scènes en tours
De camera kan maximaal 256 presetscènes opslaan. U kunt de afzonderlijke scènes definiëren
die samen een presettour vormen.
U definieert eerst afzonderlijke prepositiescènes, daarna gebruikt u deze scènes om de
prepositie-tour te definiëren. De tour begint met het laagste scènenummer in de tour en werkt
de scènes in volgorde af tot het hoogste scènenummer in de tour. De tour geeft elke scène
gedurende een opgegeven tijd weer alvorens naar de volgende scène te gaan.
Standaard maken alle scènes deel uit van de prepositie-tour, tenzij scènes worden verwijderd.
U definieert en bewerkt een afzonderlijke scène als volgt:
1. Klik op de koppeling Weergaveregeling.
Gebruik de besturingselementen voor draaien/kantelen/zoomen om de camera in positie
te plaatsen.
Navigeer naar de scène die u wilt definiëren als preset.
2. Klik op de knop Scène toevoegen (“+”) om de preset te definiëren.
3. Selecteer een nummer voor de scène, van 1 tot 256.
4. Typ een optionele naam voor de scène van maximaal 20 tekens.
5. Klik op OK om de scène op te slaan in de presetlijst.
Het sterretje (*) links van de scènenaam geeft aan dat de scène deel uitmaakt van de
preset tour.
6. Om een scène uit de lijst te verwijderen, selecteert u de scène en klikt u op de knop
Scène verwijderen (“X”).
7. U overschrijft een bestaande scène als volgt:
Klik op de koppeling Weergaveregeling om toegang te krijgen tot de besturingselementen
voor draaien/kantelen/zoomen.
Gebruik de besturingselementen voor draaien/kantelen/zoomen om naar de nieuwe scène
te navigeren.
Klik in de prepositielijst op de scène die u wilt overschrijven.
Klik op de knop Scène overschrijven om de nieuwe scène toe te passen op de bestaande
prepositie.
Om de naam van de scène te wijzigen, dubbelklikt u op de scène in de lijst. Wijzig daarna
de naam in het dialoogvenster Scène bewerken en klik op OK.
8. Om een scène weer te geven in het voorbeeldvenster, selecteert u de scène in de lijst en
klikt u op de knop Scène weergeven.
9. U geeft een scène als volgt weer vanuit de LIVE-pagina:
Klik op een scènenummer onder de PTZ-besturingselementen op het tabblad
Weergaveregeling
OF
Maak gebruik van het toetsenpaneel en de knop Opname tonen op het tabblad Aux-
besturing.
U definieert als volgt een preset-tour:
1. Maak de afzonderlijke scènes.
Standaard maken alle scènes in de presetlijst deel uit van de preset-tour.
2. Om een scène uit de tour te verwijderen, selecteert u de scène in de lijst en schakelt u
het selectievakje Toevoegen aan standaard tour uit.
3. Selecteer een weergavetijd in de vervolgkeuzelijst Standaard preset-tour.
4. U start de preset-tour als volgt:
Keer terug naar LIVE-pagina.
Klik op het tabblad Aux-besturing.
14.18
AUTODOME 7000 Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 105
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Type 8 in het invoervak en klik op de knop Aux aan.
5. Om de tour te stoppen, typt u 8 en klikt u op de knop Aux uit.
Sectoren
Sector
De draaimogelijkheid van de camera is 360°, en deze is verdeeld in 16 gelijke sectoren. In dit
gedeelte wordt uitgelegd hoe u een titel toepast voor elke sector en hoe u sectoren definieert
als gemaskeerde sector.
U definieert als volgt een titel voor sectoren:
1. Plaats de cursor in het invoervak rechts van het sectornummer.
2. Typ een titel voor de sector van maximaal 20 tekens.
3. Om een sector te maskeren, klikt u op het selectievakje rechts naast de sectortitel.
Diverse
Fast Address
Met deze parameter kan de betreffende camera via het numerieke adres in het
bedieningssysteem worden bediend. Voer een waarde tussen 0000 en 9999 in om de camera
te identificeren.
Opmerking: dit is vereist voor het identificeren van camera's die via een decoder zijn
aangesloten, zoals de VIDEOJET decoder 3000 (VJD-3000).
Logboeken
Informatie over het logboekbestand opslaan:
1. Klik op Downloaden om de logboekinformatie te verkrijgen.
2. Klik op Opslaan.
3. Navigeer naar de map waarin u de logboekinformatie op wilt slaan.
4. Voer een naam voor het logboekbestand in en klik op Opslaan.
Audio
U kunt de versterking van het audiosignaal naar wens instellen. Het huidige videobeeld wordt
weergegeven in het kleine venster naast de schuifregelaars waarmee u de audiobron kunt
controleren en toewijzingen verbeteren. Uw wijzigingen zijn direct van kracht.
Als u via een webbrowser een verbinding tot stand brengt, dient u de audiotransmissie te
activeren op de pagina LIVE Functions (LIVE-functies). (Zie LIVE-functies, Pagina 94.) Bij
andere verbindingen hangt de transmissie af van de audio-instellingen van het desbetreffende
systeem.
Audio
De audiosignalen worden verzonden in een aparte datastream parallel aan de videogegevens.
Hierdoor wordt de belasting van het netwerk verhoogd. De audiogegevens worden volgens de
G.711-norm gecodeerd. Dit vereist per aansluiting een extra bandbreedte van ongeveer 80
kbps. Als u niet wilt dat er audiogegevens worden verzonden, selecteer dan Uit.
Volume
U kunt het volume instellen met behulp van de schuifregelaar (van 0 tot 31, met 0 als
standaardwaarde).
Lijningang
U kunt de versterking van de lijningang instellen met behulp van de schuifregelaar (van 0 (nul)
tot 79, met 0 als standaardwaarde). Controleer of de indicator tijdens modulatie in de groene
zone blijft.
14.19
14.20
14.21
14.22
106 nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Lijnuitgang
U kunt de versterking van de lijnuitgang instellen met behulp van de schuifregelaar (van 0 (nul)
tot 79, met 0 als standaardwaarde). Controleer of de indicator tijdens modulatie in de groene
zone blijft.
Opnameformaat
Selecteer een indeling voor audio-opnamen. Selecteer L16 of AAC (Advanced Audio Coding)
als u een betere audiokwaliteit met hogere sample rates wilt. Let op: voor de L16-standaard is
circa acht keer de G.711 bandbreedte nodig.
Pixelteller
Telt het aantal pixels in een gedefinieerd beeldgebied. Met de pixelteller kan de installateur
eenvoudig verifiëren of de camera-installatie voldoet aan richtlijnen of specifieke vereisten van
de klant, zoals bijvoorbeeld het berekenen van de pixelresolutie van het gezicht van een
persoon die door een deuropening loopt die wordt bewaakt door een camera.
Modus Geavanceerd: Opname
Opslagbeheer
U kunt de beelden van de camera op verschillende lokale opslagmedia (door gebruiker
geleverde SD-, SDHC-, of SDXC-geheugenkaart) of op een correct geconfigureerd iSCSI-
systeem opnemen.
Ook kunt u bij gebruik van een iSCSI-systeem alle opnamen laten beheren door de VRM Video
Recording Manager. Dit is een extern programma voor het configureren van opnametaken voor
videoservers. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de klantenservice van Bosch
Security Systems, Inc.
Apparaatbeheer
Als u in dit scherm de optie Beheerd door VRM activeert, zal de VRM Video Recording
Manager alle opnamen beheren en kunt u hier verder geen instellingen configureren.
!
Voorzichtig!
Bij het activeren of uitschakelen van VRM gaan de huidige instellingen verloren; ze kunnen
alleen worden hersteld door opnieuw te configureren.
Opnamemedia
Selecteer hier de gewenste opnamemedia, zodat u ze vervolgens kunt activeren en de
opnameparameters kunt activeren.
iSCSI-media
Als u een iSCSI-systeem als opslagmedium wilt gebruiken, moet u een verbinding tot stand
brengen met het gewenste iSCSI-systeem en de configuratieparameters instellen.
14.23
14.24
14.25
AUTODOME 7000 Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 107
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Aanwijzing!
Het geselecteerde iSCSI-opslagsysteem moet op het netwerk beschikbaar zijn en volledig zijn
geïnstalleerd. Het moet onder andere een IP-adres hebben en in logische stations (LUN's) zijn
verdeeld.
1. Voer het IP-adres van het gewenste iSCSI-doel in het veld IP-adres iSCSI in.
2. Als het iSCSI-doel met een wachtwoord is beveiligd, voer het wachtwoord dan in het veld
Wachtwoord in.
3. Klik de knop Lezen. De verbinding met het IP-adres wordt tot stand gebracht. In het veld
Opslagoverzicht ziet u de bijbehorende logische stations.
Lokale media
De ondersteunde lokale opnamemedia worden in het veld Opslagoverzicht getoond.
Opslagmedia activeren en configureren
Het opslagoverzicht toont de beschikbare opslagmedia. U kunt afzonderlijke media of iSCSI-
schijven selecteren en deze opnemen in de lijst Managed storage media (Beheerde
opslagmedia). U kunt de opslagmedia in deze lijst activeren en ze configureren voor opslag.
!
Voorzichtig!
Elk opslagmedium kan aan slechts één gebruiker worden gekoppeld. Als een opslagmedium al
door een andere persoon wordt gebruikt, kunt u de gebruiker loskoppelen en de schijf met de
camera verbinden. Voor het ontkoppelen moet u absoluut zeker weten dat de vorige gebruiker
het opslagmedium niet langer nodig heeft.
1. Klik in het gedeelte Opnamemedia op de tabs iSCSI-media en Lokale media om het
desbetreffende opslagmedium in het overzicht weer te geven.
2. Dubbelklik in het gedeelte Opslagoverzicht op het gewenste opslagmedium, een iSCSI
LUN of een van de andere beschikbare schijven. Het medium wordt dan toegevoegd aan
de lijst Beheerde opslagmedia. In de kolom Status worden nieuw toegevoegde media
aangeduid met de status Niet actief.
3. Klik op de knop Instellen om alle media in de lijst Beheerde opslagmedia te activeren. In
de kolom Status worden ze aangeduid met de status Online.
4. Schakel het selectievakje in de kolom Opn. 1 of Opn. 2 in om aan te geven welke
datastream moet worden opgenomen op het geselecteerde opslagmedium. Op. 1 slaat
Stream 1 op, Opn. 2 slaat Stream 2 op. Dit betekent dat u bijvoorbeeld de
standaarddatastream op een harde schijf en alarmbeelden op de mobiele CF-kaart kunt
opnemen.
5. Schakel de selectievakjes voor de optie Oudere opnamen overschrijven in om op te
geven welke oudere opnamen mogen worden overschreven wanneer de beschikbare
geheugencapaciteit is verbruikt. Opname 1 hoort bij Stream 1, Opname 2 hoort bij
Stream 2.
!
Voorzichtig!
Als oudere opnamen niet mogen worden overschreven wanneer de beschikbare
geheugencapaciteit is verbruikt, wordt de desbetreffende opname stopgezet. U kunt
beperkingen opgeven voor het overschrijven van oude opnamen door de bewaartijd te
configureren (zie Maximale bewaartijd, Pagina 110).
Opslagmedia formatteren
U kunt te allen tijde alle opnamen op een opslagmedium verwijderen.
108 nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
!
Voorzichtig!
Controleer de opnamen vóór verwijdering en maak een back-up van belangrijke sequenties op
de harde schijf van de computer.
1. Klik op een opslagmedium in de lijst Beheerde opslagmedia om het te selecteren.
2. Klik op de knop Bewerken onder de lijst. Er wordt een nieuw venster geopend.
3. Klik op de knop Formatteren om alle opnamen in het opslagmedium te verwijderen.
4. Klik op OK om het venster te sluiten.
Opslagmedia uitschakelen
U kunt elk opslagmedium in de lijst Beheerde opslagmedia uitschakelen. Het wordt dan niet
langer voor opnamen gebruikt.
1. Klik op een opslagmedium in de lijst Beheerde opslagmedia om het te selecteren.
2. Klik op de knop Verwijderen onder de lijst. Het opslagmedium wordt uitgeschakeld en uit
de lijst verwijderd.
Opnameprofielen
U kunt maximaal tien afzonderlijke opnameprofielen definiëren. U dient dan deze
opnameprofielen in de opnameplanner te gebruiken, waar ze worden gekoppeld aan de
afzonderlijke dagen en tijden (zie Opnameplanner, Pagina 110).
Aanwijzing!
U kunt de namen van de opnameprofielen wijzigen op de tabbladen van de pagina
Opnameplanner (zie Opnameplanner, Pagina 110).
1. Klik op een van de tabs om het bijbehorende profiel te bewerken.
2. Klik indien nodig op de knop Standaard om voor alle instellingen de standaardwaarden te
herstellen.
3. Klik op de knop Instellingen kopiëren om de op dat moment weergegeven instellingen te
kopiëren naar andere profielen. In een nieuw venster kunt u de profielen selecteren
waarnaar u de instellingen wilt kopiëren.
4. Klik voor ieder profiel op de knop Instellen om de instellingen op te slaan.
Standaardopname
Hier kunt u de modus voor standaardopnamen selecteren.
Als u Continu selecteert, vindt de opname continu plaats. Als de maximale geheugencapaciteit
wordt bereikt, worden oudere opnamen automatisch overschreven. Als u de optie Pre-alarm
selecteert, vindt de opname alleen plaats gedurende de tijd vóór het alarm, tijdens het alarm
en gedurende de ingestelde tijd na het alarm.
Als u Uit selecteert, vindt er geen automatische opname plaats.
!
Voorzichtig!
In de modus Continu kunt u beperkingen opgeven voor het overschrijven van oudere
opnamen door de bewaartijd te configureren (zie Maximale bewaartijd, Pagina 110).
Standaardprofiel
U kunt in dit veld het encoderprofiel selecteren dat moet worden gebruikt voor opnemen (zie
Fabrieksinstellingen, Pagina 96).
Aanwijzing!
Het opnameprofiel kan van de standaardinstelling Actief profiel afwijken en wordt alleen
gebruikt als er een opname actief is.
14.26
AUTODOME 7000 Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 109
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Tijd vóór alarm
U kunt de gewenste tijd vóór alarm selecteren in de keuzelijst.
Tijd na alarm
U kunt de gewenste tijd na alarm in de keuzelijst selecteren.
Profiel na alarm
U kunt het encoderprofiel selecteren dat moet worden gebruikt voor het opnemen gedurende
de tijd na alarm (zie Fabrieksinstellingen, Pagina 96).
Bij de optie Standaardprofiel wordt de selectie bovenaan de pagina overgenomen.
Alarmingang/Analyse-alarm/Alarm bij videoverlies
Hier kunt u de alarmsensor selecteren die een opname moet activeren.
Virtueel alarm
Hier kunt u de sensoren voor virtueel alarm selecteren die een opname moeten activeren, bijv.
via RCP+ commando's of alarmscripts.
Aanwijzing!
Zie voor meer informatie het document Alarm Task Script Language en de documentatie van
RCP+. U treft deze documenten aan op de meegeleverde product-cd.
Opname inclusief
U kunt opgeven of behalve videogegevens ook metadata (bijvoorbeeld alarmen, VCA-gegevens
en seriële gegevens) moeten worden opgenomen. Wanneer metagegevens worden
opgenomen, zou daarna het zoeken van opnamen worden vergemakkelijkt. Hiervoor is echter
extra geheugencapaciteit nodig.
!
Voorzichtig!
Zonder metagegevens kan er geen VCA in opnamen worden opgenomen.
Maximale bewaartijd
U kunt de bewaartijden voor opnamen opgeven. Als de beschikbare geheugencapaciteit van
een medium is verbruikt, worden oudere opnamen alleen overschreven wanneer de hier
ingevoerde bewaartijd is verstreken.
Aanwijzing!
Zorg ervoor dat de bewaartijd overeenkomt met de beschikbare geheugencapaciteit. Als
vuistregel voor het benodigde geheugen kan worden gehanteerd: 1 GB per uur bewaartijd met
4CIF voor complete frame rate en hoge beeldkwaliteit.
Maximale bewaartijd
Voer de gewenste bewaartijd in uren of dagen in voor elke opname. Opname 1 hoort bij
Stream 1, Opname 2 hoort bij Stream 2.
Opnameplanner
De opnameplanner maakt het mogelijk om de gemaakte opnameprofielen te koppelen aan de
dagen en tijden waarop de beelden van de camera in het geval van een alarm moeten worden
opgenomen.
U kunt naar behoefte intervallen van 15 minuten koppelen aan de opnameprofielen voor elke
dag van de week. Wanneer u de muisaanwijzer over de tabel beweegt, wordt daaronder de tijd
weergegeven. Hierdoor kunt u zich makkelijker oriënteren.
14.27
14.28
110 nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Naast de instellingen voor normale weekdagen kunt u vakantiedagen opgeven die niet in het
standaardschema vallen, maar waarop wel moet worden opgenomen. Hierdoor kunt u de
instellingen voor zondagen toepassen op andere datums die op wisselende weekdagen vallen.
1. Klik op het profiel dat u wilt koppelen in het veld Tijdsperioden.
2. Klik op een veld in de tabel, houd de muisknop ingedrukt en sleep de aanwijzer over alle
tijdsperioden die aan het geselecteerde profiel gekoppeld moeten worden.
3. Met de rechtermuisknop kunt u de selectie van intervallen ongedaan maken.
4. Klik op de knop Alles selecteren om alle intervallen te koppelen aan het geselecteerde
profiel.
5. Klik op de knop Alles wissen om de selectie van alle intervallen ongedaan te maken.
6. Als u klaar bent, klikt u op de knop Instellen om de instellingen op te slaan in het
apparaat.
Vakanties
U kunt vakanties definiëren die niet in het normale wekelijkse patroon vallen, maar waarin wel
moet worden opgenomen. Hierdoor kunt u de instellingen voor zondagen toepassen op andere
datums die op wisselende weekdagen vallen.
1. Klik op het tabblad Vakanties. Eventueel al geselecteerde dagen worden in de tabel
weergegeven.
2. Klik op de knop Toevoegen. Er wordt een nieuw venster geopend.
3. Selecteer de gewenste datum in de kalender. U kunt meerdere opeenvolgende
kalenderdagen selecteren door de muisknop ingedrukt te houden. Deze worden later als
één item in de tabel weergegeven.
4. Klik op OK om de selectie te accepteren. Het venster wordt gesloten.
5. Wijs de verschillende vakantiedagen aan het opnameprofiel toe, zoals hierboven
beschreven.
Vakanties verwijderen
U kunt door uzelf gedefinieerde vakantiedagen te allen tijde verwijderen.
1. Klik op de knop Verwijderen. Er wordt een nieuw venster geopend.
2. Klik op de datum die u wilt verwijderen.
3. Klik op OK. Het item wordt uit de tabel verwijderd en het venster wordt gesloten.
4. De procedure moet worden herhaald als u meer dagen wilt verwijderen.
Tijdsperioden
U kunt de namen van de opnameprofielen wijzigen.
1. Klik op een profiel en vervolgens op de knop Naam wijzigen.
2. Voer de gekozen naam in en klik nogmaals op de knop Naam wijzigen.
De opname activeren
Nadat u de configuratie hebt voltooid, moet u de opnameplanner activeren en de opname
starten. Als de opname is begonnen, worden de pagina's Opnameprofielen en
Opnameplanner uitgeschakeld. De configuratie kan dan niet worden gewijzigd.
U kunt de opname te allen tijde stopzetten en de instellingen wijzigen.
1. Klik op de knop Start om de opnameplanner te activeren.
2. Klik op de knop Stop om de opnameplanner te uit te schakelen. Opnamen die op dat
moment worden gemaakt, worden afgebroken en de mogelijkheid om de configuratie te
wijzigen wordt vrijgegeven.
Opnamestatus
De grafiek geeft de opname-activiteit van de camera aan. U ziet tijdens het opnemen een
animatie.
AUTODOME 7000
Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 111
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Recording Status (Opnamestatus)
Ter informatie worden hier bepaalde details van de opnamestatus getoond. Deze instellingen
kunnen niet worden gewijzigd.
Als er een fout optreedt tijdens het opnemen, kunnen er in de statusregel van de opname
informatieve pictogrammen worden weergegeven. Deze pictogrammen geven extra informatie
weer wanneer u de muisaanwijzer op deze pictogrammen zet.
Modus Geavanceerd: alarm
Alarm Connections (Alarmverbindingen)
U kunt kiezen hoe de camera reageert op een alarm. Bij een alarm kan de server automatisch
een verbinding tot stand brengen met een vooraf ingesteld IP-adres. U kunt maximaal tien IP-
adressen invoeren waarmee de camera in het geval van een alarm één voor één verbinding
probeert te maken, totdat er een verbinding tot stand is gebracht.
Verbinden bij alarm
Selecteer Aan, zodat de encoder bij een alarm automatisch verbinding maakt met een vooraf
ingesteld IP-adres.
Door het instellen van Volgt ingang 1 handhaaft de unit de verbinding die automatisch tot
stand is gebracht zolang er een alarm op alarmingang 1 bestaat.
Aanwijzing!
In de standaardinstelling wordt Stream 2 verzonden voor alarmverbindingen. Houd hier
rekening mee wanneer u het profiel toewijst (zie Fabrieksinstellingen, Pagina 96).
Aantal doel-IP-adressen
Geef de nummers van de IP-adressen op waarmee contact moet worden gemaakt in geval van
een alarm. Het systeem maakt een voor een contact met deze externe posten, totdat er een
verbinding tot stand is gebracht.
Doel-IP-adres
Voer voor elk nummer het corresponderende IP-adres voor het gewenste externe station in.
Doelwachtwoord
Als de externe bedienpost is beveiligd met een wachtwoord, voert u dit wachtwoord hier in.
Op deze pagina kunt u maximaal tien doel-IP-adressen en tien wachtwoorden opslaan voor de
verbinding met externe bedienposten. Indien meer dan tien verbindingen met externe
bedienposten nodig zijn, bijvoorbeeld wanneer er verbindingen worden geïnitialiseerd door
een besturingssysteem (bijv. VIDOS of Bosch Video Management System) dat zich hoger in de
14.29
14.30
14.31
112 nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
hiërarchie bevindt, kunt u hier een algemeen wachtwoord opslaan. De camera kan met dit
algemene wachtwoord verbindingen tot stand brengen met alle externe bedienposten die met
dit wachtwoord zijn beveiligd. Ga in dat geval als volgt te werk:
1. Selecteer 10 in de keuzelijst Nummer van doel-IP-adres.
2. Typ het adres 0.0.0.0 in het veld Doel-IP-adres.
3. Voer het door u gekozen wachtwoord in het veld Doelwachtwoord in.
4. Stel dit wachtwoord in als user-wachtwoord voor alle externe bedienposten waarmee een
verbinding mogelijk moet zijn.
Aanwijzing!
Als u het doel-IP-adres 0.0.0.0 gebruikt voor doel 10 zal dit adres niet langer worden gebruikt
voor de tiende poging om een automatische verbinding te maken in het geval van een alarm.
De parameter wordt dan uitsluitend gebruikt om het algemene wachtwoord op te slaan.
Videotransmissie
Als het apparaat achter een firewall wordt gebruikt, dient TCP (HTTP-poort) te worden
geselecteerd als transmissieprotocol. Selecteer UDP voor gebruik in een lokaal netwerk.
!
Voorzichtig!
Bedenk dat in sommige gevallen een grotere bandbreedte op het netwerk beschikbaar moet
zijn om extra videobeelden te versturen bij een alarm voor het geval multicasting niet mogelijk
is. Om multicasting mogelijk te maken, dient u de optie UDP te selecteren voor de parameter
Videotransmissie, zowel hier als op de pagina Netwerk (zie Netwerktoegang, Pagina 122).
Stream
Selecteer het nummer van de stream in de vervolgkeuzelijst.
Externe poort
Selecteer hier, afhankelijk van de netwerkconfiguratie, een browserpoort. De poorten voor
HTTPS-verbindingen zijn alleen beschikbaar als de optie Aan wordt geselecteerd in de
parameter SSL-codering.
Video-uitgang
Als u weet welk apparaat als ontvanger wordt gebruikt, kunt u de analoge video-uitgang
selecteren waarnaar het signaal verzonden moet worden. Als de doelunit onbekend is, is het
raadzaam de optie Eerst beschikbaar te kiezen. In dit geval wordt het beeld op de eerste vrije
video-uitgang geplaatst. Dit is een uitgang zonder signaal. Op het aangesloten beeldscherm
worden alleen beelden weergegeven wanneer een alarm wordt geactiveerd. Als u een
bepaalde video-uitgang selecteert waarvoor een gesplitst beeld is ingesteld op de ontvanger,
kunt u onder Decoder de decoder in de ontvanger selecteren die moet worden gebruikt om
het alarmbeeld weer te geven.
Aanwijzing!
Raadpleeg de documentatie van de doelunit met betrekking tot beeldweergaveopties en
beschikbare video-uitgangen.
Decoder
Selecteer een decoder van de ontvanger die het alarmbeeld moet weergeven. De
decoderselectie is van invloed op de positie van het beeld in een gesplitst scherm. U kunt
bijvoorbeeld via een VIP XD opgeven dat het kwadrant rechtsboven moet worden gebruikt
voor het weergeven van het alarmbeeld, door decoder 2 te selecteren.
AUTODOME 7000 Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 113
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
SSL-codering
De gegevens voor de verbinding, bijvoorbeeld het wachtwoord, kunnen beveiligd worden
verzonden met SSL-codering. Als u de optie Aan hebt gekozen, zijn alleen gecodeerde poorten
beschikbaar voor de parameter Externe poort.
Aanwijzing!
Let erop dat de SSL-codering aan beide zijden van een verbinding geactiveerd en
geconfigureerd moet worden. Hiervoor moeten de juiste certificaten worden geüpload naar
de camera.
U kunt codering van de mediadata activeren en configureren op de pagina Codering (zie
Codering, Pagina 129).
Automatisch verbinding maken
Selecteer de optie Aan om automatisch een nieuwe verbinding tot stand te brengen met een
van de eerder opgegeven IP-adressen na elke herstart, verbroken verbinding of een
netwerkstoring.
Aanwijzing!
In de standaardinstelling wordt Stream 2 verzonden voor automatische verbindingen. Houd
hier rekening mee wanneer u het profiel toewijst (zie Fabrieksinstellingen, Pagina 96).
Audio
Selecteer Aan om audio-alarmen te activeren.
VCA
De camera bevat het geïntegreerde Video Content Analysis (VCA) waarmee op basis van
beeldverwerking veranderingen in het signaal kunnen worden gedetecteerd en geanalyseerd.
Dergelijke veranderingen kunnen veroorzaakt worden door beweging in het gezichtsveld van
de camera.
U kunt diverse VCA-configuraties selecteren en deze eventueel aanpassen aan uw toepassing.
De configuratie Silent MOTION+ is standaard actief. In deze configuratie worden
metagegevens gecreëerd om het zoeken van opnamen te vergemakkelijken. Er wordt echter
geen alarm geactiveerd.
1. Selecteer een VCA-configuratie en voer de gewenste instellingen uit.
2. Klik indien nodig op de knop Standaard om voor alle instellingen de standaardwaarden te
herstellen.
Intelligente DNR (digitale ruisonderdrukking)
IVA/VCA regelt de iDNR-functie, die de ruis op basis van beweging in de scène vermindert. Als
er geen beweging in de preset-scène is, wordt de ruisonderdrukking verhoogd. Wanneer er
beweging in de preset-scène wordt gedetecteerd, wordt de ruisonderdrukking verminderd om
de bandbreedte te verlagen en de opslagcapaciteit te optimaliseren.
Om de functie iDNR uit te schakelen, selecteert u de optie UIT in het veld VCA configuration
(VCA-configuratie).
Om iDNR in te schakelen, selecteert u een profiel # (1 - 16) of Silent VCA in het veld VCA
configuration (VCA-configuratie). Als u een specifiek profiel selecteert, moet u ook MOTION+
selecteren in het veld Analysis Type (Type analyse).
14.32
114 nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
VCA-profielen
U kunt twee profielen met verschillende VCA-configuraties configureren. U kunt profielen
opslaan op de harde schijf van uw computer en vanaf daar de opgeslagen profielen laden. Dit
kan handig zij als u een aantal verschillende configuraties wilt testen. Sla een werkende
configuratie op en test nieuwe instellingen. Met behulp van de opgeslagen configuratie kunt u
op ieder gewenst moment de oorspronkelijke instellingen herstellen.
Aanwijzing!
Als er een tekort aan processorvermogen dreigt, krijgen livebeelden en opnamen altijd de
hoogste prioriteit. Hierdoor kan VCA worden belemmerd. Houd daarom de processorbelasting
in het oog en optimaliseer, indien nodig, de encoder- of VCA-instellingen.
1. Selecteer een VCA-profiel en voer de gewenste instellingen uit.
2. Klik indien nodig op de knop Standaard om voor alle instellingen de standaardwaarden te
herstellen.
3. Klik op de knop Opslaan... om de profielinstellingen in een ander bestand op te slaan. Er
wordt een nieuw venster geopend waarin u kunt opgeven waar en onder welke naam het
bestand moet worden opgeslagen.
4. Klik op de knop Laden... om een opgeslagen profiel te laden. Er wordt een nieuw venster
geopend waarin u het profielbestand kunt selecteren en kunt opgeven waar het bestand
moet worden opgeslagen.
VCA-configuratie
Selecteer hier een profiel om het te activeren of te bewerken.
U kunt de naam van het profiel wijzigen.
1. Als u de bestandsnaam wilt wijzigen, klikt u op het pictogram rechts naast het lijstveld en
voert u de nieuwe profielnaam in het veld in.
2. Klik nogmaals op het pictogram. De nieuwe profielnaam wordt opgeslagen.
Preset
Selecteer Uit of Testen.
Alarmstatus
De alarmstatus wordt hier ter informatie weergegeven. Dit betekent dat u direct kunt
controleren welk effect uw instellingen hebben.
Verzameltijden
Gebruik de schuifregelaar (van 0 (nul) tot 20 (0 is de standaardwaarde) om de verzameltijden
te selecteren.
Type analyse
Selecteer de vereiste algoritme voor het analyseren. Standaard is alleen MOTION+
beschikbaar – deze analyse zorgt voor bewegingsdetectie en essentiële herkenning van
sabotage.
Aanwijzing!
Andere analyse-algoritmen met uitgebreide functies zoals IVMD en IVA zijn verkrijgbaar bij
Bosch Security Systems Inc.
Als u een van deze algoritmen selecteert, kunt u hier de bijbehorende parameters
rechtstreeks instellen. Lees de relevante documentatie op de meegeleverde cd voor meer
informatie hierover.
Voor een analyse van de beeldinhoud (VCA) worden altijd metagegevens gecreëerd, tenzij dit
uitdrukkelijk is uitgesloten. Afhankelijk van het geselecteerde analysetype en de relevante
configuratie wordt extra informatie op het videobeeld weergegeven in het voorbeeldvenster
AUTODOME 7000 Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 115
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
naast de parameterinstellingen. De opties zijn: MOTION+, IVA 5.6, IVA 5.6 Flow. Met het
analysetype MOTION+ worden bijvoorbeeld de sensorvelden waarin beweging wordt
geregistreerd met rechthoeken gemarkeerd.
Aanwijzing!
Op de pagina LIVE Functions (LIVE-functies) kunt u er ook voor zorgen dat er extra informatie
op de LIVE-pagina wordt weergegeven (zie LIVE-functies, Pagina 94).
Bewegingsmelder (alleen MOTION+)
Voor het functioneren van de melder moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
De analyse moet zijn geactiveerd.
Minstens één sensorveld moet zijn geactiveerd.
De afzonderlijke parameters moeten zodanig zijn geconfigureerd dat ze aansluiten bij de
functionele omgeving en de gewenste reacties.
De gevoeligheid moet worden ingesteld op een waarde groter dan nul.
!
Voorzichtig!
Lichtreflecties (van glasoppervlakken enzovoort), licht in- of uitschakelen of veranderingen in
het lichtniveau door onderbreking van zonneschijn door wolken kunnen ongewenste reacties
van de bewegingsmelder veroorzaken en ongewenste alarmen genereren. Voer overdag en 's
nachts een reeks tests op verschillende tijden uit om te controleren of de videosensor correct
werkt.
Zorg bij bewaking binnen dat de scènes dag en nacht constant worden verlicht.
Gevoeligheid: (alleen MOTION+)
De basisgevoeligheid van de bewegingsmelder kan worden aangepast aan de
omgevingscondities van de camera.
De sensor reageert op variaties in de helderheid van het videobeeld. Hoe donkerder het
observatiegebied is, hoe hoger de geselecteerde waarde moet zijn.
Minimale objectgrootte (alleen MOTION+)
U kunt het aantal sensorvelden opgeven dat een bewegend object moet bestrijken om een
alarm te genereren. Hierdoor wordt voorkomen dat te kleine objecten een gebeurtenis
activeren.
Een minimumwaarde van 4 wordt aanbevolen. Deze waarde komt overeen met vier
sensorvelden.
Debounce time 1 s (Vertragingstijd 1 s) (alleen MOTION+)
De vertragingstijd is bedoeld om te voorkomen dat zeer korte alarmsituaties afzonderlijke
alarmen activeren. Als de optie Debounce time 1 s (Vertragingstijd 1 s) wordt geactiveerd,
moet een alarmsituatie minstens één seconde duren om een alarm te activeren.
Gebied kiezen (alleen MOTION+)
U kunt de gebieden selecteren van het beeld dat door de bewegingsmelder moet worden
bewaakt. Het videobeeld is onderverdeeld in 858 vierkante velden. U kunt elk van deze velden
afzonderlijk in- of uitschakelen. Als u bepaalde gebieden van het gezichtsveld van de camera
voor bewaking wilt uitsluiten omdat er voortdurend bewegingen zijn (door bewegende takken
enzovoort), kunt u de desbetreffende velden uitschakelen.
4 Klik op Gebied kiezen om de sensorvelden te configureren. Er wordt een nieuw venster
geopend.
1. Klik, indien nodig, eerst op Alles wissen om de huidige selectie (geel gemarkeerde
velden) te wissen.
116 nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
2. Klik met de linkermuisknop op de velden die moeten worden geactiveerd. Geactiveerde
velden worden geel gemarkeerd.
3. Klik indien nodig op Alles selecteren om het hele videoframe te selecteren voor
bewaking.
4. Klik met de rechtermuisknop op de velden die u wilt uitschakelen.
5. Klik op OK om de configuratie op te slaan.
6. Klik op de knop Sluiten (X) in de titelbalk van het venster om het venster te sluiten
zonder de wijzigingen op te slaan.
Gevoeligheid
Aanwijzing!
Deze en de volgende parameter zijn alleen toegankelijk als de referentiecontrole is
geactiveerd.
De basisgevoeligheid van de sabotagedetectie kan worden aangepast aan de omgevingseisen
van de camera.
Het algoritme reageert op de verschillen tussen het referentiebeeld en het huidige videobeeld.
Hoe donkerder het observatiegebied is, hoe hoger de geselecteerde waarde moet zijn.
Triggervertraging (sec)
U kunt een vertraagde alarmactivering instellen. Het alarm wordt alleen geactiveerd na het
verstrijken van een ingesteld tijdsinterval in seconden en dan alleen als de activeringstoestand
nog bestaat. Als de oorspronkelijke toestand is hersteld voor het tijdsinterval is verstreken,
wordt het alarm niet geactiveerd. Hierdoor wordt voorkomen dat ongewenste alarmen worden
geactiveerd door kortstondige wijzigingen, bijvoorbeeld schoonmaakactiviteiten in het directe
gezichtsveld van de camera.
Totale verandering
U kunt instellen hoe groot de totale verandering in het videobeeld moet zijn om een alarm te
activeren. Deze instelling is onafhankelijk van de sensorvelden die zijn geselecteerd onder
Gebied kiezen. Stel een hoge waarde in als minder sensorvelden hoeven te wijzigen om een
alarm te activeren. Bij een lage waarde moeten gelijktijdig in een groot aantal sensorvelden
wijzigingen optreden om een alarm te activeren.
Met deze optie kunt u, onafhankelijk van bewegingsmeldingen, manipulatie van de stand of
locatie van een camera, bijvoorbeeld door het verdraaien van de montagebeugel, detecteren.
Totale verandering
Activeer deze functie als de totale verandering, die is ingesteld met de schuifregelaar Totale
verandering, een alarm moet activeren.
Scène te helder
Activeer deze functie als sabotage door blootstelling aan fel licht (bijvoorbeeld met een
zaklantaarn direct op het objectief schijnen) een alarm moet activeren. De gemiddelde
helderheid van de scène biedt een basis voor detectie.
Scène te donker
Activeer deze functie als sabotage door afdekking van het objectief (bijvoorbeeld door er verf
op te spuiten) een alarm moet activeren. De gemiddelde helderheid van de scène biedt een
basis voor detectie.
Scène vertoont te veel ruis
Activeer deze functie als sabotage door bijvoorbeeld EMC-storing (scène met ruis door een
sterk storend signaal nabij de videolijnen) een alarm moet activeren.
AUTODOME 7000 Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 117
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Referentiecontrole
U kunt een referentiebeeld opslaan dat continu met het huidige videobeeld wordt vergeleken.
Als het huidige videobeeld in de gemarkeerde gebieden van het referentiebeeld verschilt,
wordt een alarm geactiveerd. Zo kunt u sabotage detecteren die anders niet zou worden
opgemerkt, bijvoorbeeld als de camera is gedraaid.
1. Klik op Reference (Referentie) om het op dat moment zichtbare videobeeld als referentie
op te slaan.
2. Klik op Select Area (Gebied kiezen) en selecteer de gebieden in het referentiebeeld die
moeten worden bewaakt.
3. Schakel het selectievakje Reference check (Referentiecontrole) in om de voortdurende
controle te activeren. Het opgeslagen referentiebeeld wordt in zwart-wit onder het
huidige videobeeld weergegeven en de geselecteerde zones worden geel gemarkeerd.
4. Selecteer de optie Disappearing edges (Verdwijnende randen) of Appearing edges
(Verschijnende randen) om de referentiecontrole opnieuw te specificeren.
Verdwijnende randen
Het in het referentiebeeld geselecteerde gebied moet een belangrijke structuur bevatten. Als
deze structuur is verborgen of verplaatst, activeert de referentiecontrole een alarm. Als het
geselecteerde gebied te homogeen is, zodat de verborgen of verplaatste structuur geen alarm
activeert, wordt er onmiddellijk een alarm geactiveerd om aan te geven dat het referentiebeeld
niet klopt.
Verschijnende randen
Selecteer deze optie als het geselecteerde gedeelte van het referentiegebied een grotendeels
homogeen oppervlak bevat. Als in dit gebied structuren verschijnen, wordt een alarm
geactiveerd.
Gebied kiezen
U kunt de gebieden in het referentiebeeld selecteren die moeten worden bewaakt. Het
videobeeld is onderverdeeld in 858 vierkante velden. U kunt elk van deze velden afzonderlijk
in- of uitschakelen.
Aanwijzing!
Selecteer alleen die gebieden voor referentiebewaking waarin geen beweging plaatsvindt en
die altijd regelmatig zijn verlicht, zodat geen ongewenste alarmen kunnen worden
geactiveerd.
1. Klik op Gebied kiezen om de sensorvelden te configureren. Er wordt een nieuw venster
geopend.
2. Klik, indien nodig, eerst op Alles wissen om de huidige selectie (geel gemarkeerde
velden) te wissen.
3. Klik met de linkermuisknop op de velden die moeten worden geactiveerd. Geactiveerde
velden worden geel gemarkeerd.
4. Klik indien nodig op Alles selecteren om het hele videoframe te selecteren voor
bewaking.
5. Klik met de rechtermuisknop op de velden die u wilt uitschakelen.
6. Klik op OK om de configuratie op te slaan.
7. Klik op de knop Sluiten (X) in de titelbalk van het venster om het venster te sluiten
zonder de wijzigingen op te slaan.
118 nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Virtuele maskers
Met Virtuele maskers kunnen gebruikers delen van de scène maskeren die niet mogen worden
toegepast voor flow analyse om Intelligent Tracking te activeren. Hierdoor kunnen gebruikers
achtergrondbewegingen in de scène maskeren, zoals bewegende bomen, pulserende lampen,
drukke wegen, enz.
Een Virtueel masker maken:
1. Selecteer het nummer van het Virtuele masker. In het voorbeeldvenster verschijnt een
donkergrijze rechthoek met de tekst "Masker x," waarbij 'x' het nummer van het masker is.
2. Selecteer het masker met uw muis. Beweeg de muis om het masker te plaatsen over het
deel van het beeld dat u wilt maskeren, en klik vervolgens op "Instellen". De tekst " VM
Configuration active!" (VM configuratie actief!) wordt weergegeven in het venster
Weergaveregeling.
3. Klik op Ingeschakeld om het virtuele masker in te schakelen. De rechthoek die het masker
weergeeft in het voorbeeldvenster wordt rood. De tekst "Virtuele maskers: INGESCHAKELD"
wordt weergegeven in het venster Weergaveregeling.
Virtuele maskers uitschakelen:
Klik op het selectievakje Maskers uitschakelen. De tekst "Virtuele maskers: UITGESCHAKELD"
wordt weergegeven in het venster Weergaveregeling.
Audio-alarm
De camera kan alarmen creëren op basis van audiosignalen. U kunt signaalsterktes en
frequentiebereiken zo configureren dat ongewenste alarmen (bijv. door machine- of
achtergrondlawaai) worden voorkomen.
Aanwijzing!
Stel eerst de normale audiotransmissie in voordat u hier het audioalarm configureert (zie
Audio, Pagina 106).
Audio-alarm
Kies Aan als u wilt dat het apparaat audio-alarmen genereert.
Naam
Met de naam is het alarm gemakkelijker te identificeren in uitgebreide
videobewakingssystemen, bijv. met de VIDOS- en Bosch Video Management System-
programma's. Voer hier een unieke en duidelijke naam in.
!
Voorzichtig!
Gebruik in de naam geen speciale karakters, zoals &.
Speciale karakters worden niet ondersteund door het interne opnamemanagement van het
systeem. Mogelijk gevolg van het gebruik van speciale karakters is dat het Player of Archive
Player-programma de opname niet kan afspelen.
Signaalbereiken
U kunt bepaalde signaalbereiken uitsluiten om ongewenste alarmen te voorkomen. Het totale
signaal wordt daarom onderverdeeld in 13 toonhoogtebereiken (mel-schaal). Schakel de
selectievakjes onder de grafiek in- of uit om afzonderlijke bereiken op te nemen of uit te
sluiten.
Drempel
Stel de drempel in op basis van het signaal dat zichtbaar is in de grafiek. U kunt de drempel
instellen met de schuifregelaar of de witte lijn met de muis direct verplaatsen naar de grafiek.
14.33
14.34
AUTODOME 7000 Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 119
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Gevoeligheid
Met deze instelling kunt u de gevoeligheid aan de geluidsomgeving aanpassen. U kunt effectief
afzonderlijke signaalpieken onderdrukken. Een hoge waarde betekent een hoog
gevoeligheidsniveau.
Alarm E-Mail (E-mail met alarm)
Als alternatief voor automatische verbinding kunnen alarmstatussen ook per e-mail worden
gedocumenteerd. Zo is het mogelijk om een geadresseerde op de hoogte te stellen die niet
over een video-ontvanger beschikt. In dit geval stuurt de camera automatisch een e-
mailbericht naar een in een eerder stadium opgegeven e-mailadres.
E-mail met alarm verzenden
Selecteer Aan als u wilt dat het apparaat bij een alarm automatisch een e-mail met alarm
verzendt.
IP-adres van mailserver
Voer het IP-adres in van een mailserver die werkt met de SMTP-standaard (Simple Mail
Transfer Protocol). Uitgaande e-mailberichten worden via het door u ingevoerde adres naar de
mailserver gestuurd. Laat anders het invoervak leeg (0.0.0.0).
SMTP-gebruikersnaam
Voer hier een geregistreerde gebruikersnaam in voor de gekozen mailserver.
SMTP-wachtwoord
Voer hier het vereiste wachtwoord voor de geregistreerde gebruikersnaam in.
Inhoud
U kunt het gegevensformaat selecteren van de alarmmelding.
Standaard (met JPEG) E-mailbericht met bijgevoegd JPEG-bestand.
SMS E-mailbericht in SMS-formaat naar een e-mail-naar-SMS-gateway (bijvoorbeeld voor
het verzenden van een alarm via mobiele telefoons) zonder een bijgevoegde afbeelding.
!
Voorzichtig!
Als een mobiele telefoon wordt gebruikt als ontvanger, zorg dan dat u de e-mail- of SMS-
functie inschakelt, afhankelijk van het formaat, zodat deze berichten ontvangen kunnen
worden.
Informatie over de werking van uw mobiele telefoon is verkrijgbaar bij uw provider.
Grootte afbeelding
Selecteer het juiste beeldformaat: klein, gemiddeld, groot, 720p, 1080p.
JPEG uit camera bijvoegen
Schakel het selectievakje in om aan te geven dat de JPEG-afbeeldingen worden verzonden
vanuit de camera. Een ingeschakelde video-ingang wordt aangegeven door een vinkje.
Doeladres
Voer hier het e-mailadres in voor e-mailberichten met alarm. De maximale lengte van het adres
bedraagt 49 tekens.
Adres afzender
Voer een unieke naam in voor de afzender van de e-mail, bijvoorbeeld de locatie van het
apparaat. Hiermee wordt het eenvoudiger om de herkomst van de e-mail te identificeren.
Opmerking: de naam moet uit ten minste twee groepen van tekens bestaan, gescheiden door
een spatie, (bijvoorbeeld Parkeergarage Stad) om ervoor te zorgen dat het systeem een e-mail
met die naam genereert, zoals bijvoorbeeld "van Parkeergarage Stad". Er kan geen e-mail
worden gegenereerd met tekst met slechts één groep tekens (bijvoorbeeld "Parkeergarage").
14.35
120 nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Testbericht
Klik op de knop Nu verzenden om de e-mailfunctie te testen. Er wordt dan onmiddellijk een e-
mailbericht met alarm gemaakt en verzonden.
Alarmtaakeditor
!
Voorzichtig!
Door het bewerken van scripts op deze pagina worden alle instellingen en ingevoerde
gegevens op de andere alarmpagina's overschreven. Deze procedure kan niet ongedaan
worden gemaakt.
Voor het bewerken van deze pagina dient u over kennis van programmeren te beschikken en
vertrouwd te zijn met de informatie in het document Alarm Task Script Language.
In plaats van de alarminstellingen op de diverse alarmpagina's te configureren, kunt u hier de
gewenste alarmfuncties invoeren in de vorm van scripts. Alle instellingen en ingevoerde
gegevens op de andere alarmpagina's worden dan overschreven.
1. Klik op de koppeling Voorbeelden onder het veld Alarmtaakeditor om een aantal
voorbeeldscripts te bekijken. Er wordt een nieuw venster geopend.
2. Voer nieuwe scripts in het veld Alarmtaakeditor in of wijzig bestaande scripts volgens uw
vereisten.
3. Wanneer u klaar bent, klikt u op de knop Instellen om de scripts naar het apparaat te
verzenden. Als de verzending is voltooid, verschijnt het bericht Analyseren van script is
geslaagd boven het tekstveld. Als de verzending niet is geslaagd, verschijnt er een
foutmelding met verdere informatie.
Alarmregels
De camera is voorzien van een engine voor alarmregels. In zijn eenvoudigste vorm kan een
alarmregel definiëren welke uitgang(en) door welke ingang(en) wordt/worden geactiveerd.
Kort gezegd kunt u met een alarmregel een camera aanpassen zodat het automatisch reageert
op verschillende alarmingangen.
Om een alarmregel te configureren, geeft u één ingang op van een fysieke aansluiting, een
activering van een bewegingsmelder of een aansluiting naar de LIVE-pagina van de camera. De
fysieke ingangsaansluiting kan worden geactiveerd door apparaten met spanningsloze
contacten zoals drukmeters, deurcontacten en soortgelijke apparaten.
Geef vervolgens maximaal twee (2) regeluitgangen op, of de reactie van de camera op de
ingang. Uitgangen kunnen zijn: een fysiek alarmrelais, een AUX-commando of een preset-scène.
1. Klik op het selectievakje Ingeschakeld om het alarm te activeren.
2. Selecteer een van de volgende alarmingangen:
Lokale ingang 1: een fysieke alarmaansluiting.
Lokale ingang 2: een fysieke alarmaansluiting.
IVA/MOTION+: een alarm wanneer IVA of bewegingsdetectie wordt geactiveerd.
Aansluiting: een alarm bij een poging om toegang te krijgen tot het IP-adres van de
camera.
3. Kies een van de volgende uitgangsopdrachten voor zowel Uitgang 1- als Uitgang 2-
instellingen:
Geen: geen gedefinieerd commando.
Alarmrelais: een fysieke aansluiting vanaf de open collector-alarmuitgang definiëren.
Aux aan: een standaard of aangepast bedieningspaneelcommando AAN definiëren.
Raadpleeg de Tabel met gebruikerscommando's, Pagina 152 (Gebruikerscommando's) voor
een lijst van geldige commando's.
14.36
14.37
AUTODOME 7000 Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 121
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Opmerking: alleen de commando's 1, 8, 18, 20, 43, 60, 80, 86 worden ondersteund.
Ondersteuning voor de overige commando's staat gepland voor een volgende versie.
Aux uit: een standaard of aangepast bedieningspaneelcommando OFF definiëren.
Raadpleeg de Tabel met gebruikerscommando's, Pagina 152 (Gebruikerscommando's) voor
een lijst van geldige commando's.
Opmerking: alleen de commando's 1, 8, 18, 20, 43, 60, 80, 86 worden ondersteund.
Ondersteuning voor de overige commando's staat gepland voor een volgende versie.
Shot: een preset-scène uit opname 1-256 definiëren.
4. Klik op Instellen om de alarmregels op te slaan en te activeren.
Modus Geavanceerd: interfaces
Alarmingangen
Selecteer het type ingang voor elk fysiek alarm. Selecteer N.O. (normaal geopend) of N.C.
(normaal gesloten) en geef elke ingang een optionele naam.
Alarmuitgangen
De camera is voorzien van drie (3) open collector-alarmuitgangen of transistoruitgangen.
Gebruik de volgende instellingen om het relais voor de alarmuitgangen te configureren.
Status Inactief
Geef Open of Gesloten op als inactieve toestand.
Bedrijfsmodus
Selecteer een van de volgende bedrijfsmodi: Bistabiel, 0,5 s, 1 s, 5 s, 10 s, of 60 s.
Naam uitgang
Typ een optionele naam voor de relaisverbinding, van maximaal 20 tekens.
Trigger uitgang
Klik op de knop Trigger uitgang om de relais/uitgangsaansluiting te testen.
Modus Geavanceerd: Netwerk
Netwerktoegang
De instellingen op deze pagina worden gebruikt om de camera te integreren in een bestaand
netwerk.
14.38
14.39
14.40
14.41
14.42
122 nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Sommige wijzigingen worden pas van kracht nadat het apparaat opnieuw is gestart. De knop
Instellen verandert dan in Set and Reboot (Instellen en Opnieuw opstarten).
1. Breng de gewenste wijzigingen aan.
2. Klik op de knop Set and Reboot (Instellen en opnieuw opstarten). De camera start
opnieuw op en de gewijzigde instellingen worden geactiveerd.
Automatische IP-toewijzing
Als in het netwerk een DHCP-server voor de dynamische toewijzing van IP-adressen wordt
gebruikt, kunt u de acceptatie van IP-adressen activeren die automatisch aan de camera
worden toegewezen.
Bepaalde toepassingen (Bosch Video Management System, Archive Player, Configuration
Manager) gebruik het IP-adres voor de unieke toewijzing van het apparaat. Als u deze
toepassingen gebruikt, moet de DHCP-server de vaste toewijzing tussen IP-adres en MAC-
adres ondersteunen. Bovendien moet de server zo worden ingesteld, dat een toegewezen IP-
adres bewaard blijft telkens als het systeem opnieuw wordt opgestart.
IPv4
Vul de drie velden in dit gedeelte van het scherm in.
IP-adres
Voer in dit veld het gewenste IP-adres voor de camera in. Het IP-adres moet geldig zijn voor
het netwerk.
Subnetmasker
Voer hier het desbetreffende subnetmasker voor het geselecteerde IP-adres in.
Gateway-adres
Als u wilt dat het systeem verbinding maakt met een externe locatie in een ander subnet, voer
dan hier het IP-adres van de gateway in. Laat anders het invoervak leeg (0.0.0.0).
IPv6
Raadpleeg uw netwerkbeheerder voordat u wijzigingen aanbrengt in dit gedeelte.
IP-adres
Voer in dit veld het gewenste IP-adres voor de camera in. Het IP-adres moet geldig zijn voor
het netwerk. Een typisch IPv6-adres is bijvoorbeeld als volgt opgebouwd:
2001:db8: :52:1:1
Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor een geldige opbouw van een IPv6-adres.
Lengte voorvoegsel
Een typisch adres van een IPv6-knooppunt bestaat uit een voorvoegsel en een interface-
identificatiecode (totaal 128 bits). Het voorvoegsel is het gedeelte van het adres dat de bits
aangeeft die vaste waarden hebben of de bits die een subnet definiëren.
Gateway-adres
Als u wilt dat het systeem verbinding maakt met een externe locatie in een ander subnet, voer
dan hier het IP-adres van de gateway in. Laat anders het invoervak leeg (0.0.0.0).
DNS-serveradres 1 / DNS-serveradres 2
De camera is gemakkelijker toegankelijk wanneer het apparaat is vermeld op een DNS-server.
Indien u bijvoorbeeld een internetverbinding tot stand wilt brengen met de camera, is het
voldoende om de naam van het apparaat in te voeren op de DNS-server als URL in de browser.
Voer het IP-adres van de DNS-server hier in. Servers worden ondersteund voor veilige en
dynamische DNS-verbindingen.
Videotransmissie
Als het apparaat achter een firewall wordt gebruikt, dient TCP (HTTP-poort) te worden
geselecteerd als transmissieprotocol. Selecteer UDP voor gebruik in een lokaal netwerk.
AUTODOME 7000
Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 123
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
!
Voorzichtig!
Multicast-werking is alleen mogelijk met het UDP-protocol. Het TCP-protocol ondersteunt
geen multicast-verbindingen.
De MTU-waarde in UDP-modus is 1.514 bytes.
HTTP-browserpoort
Selecteer indien nodig een andere HTTP-browserpoort in de lijst. De standaard HTTP-poort is
80. Als u alleen veilige verbindingen via HTTPS wilt toestaan, dient u de HTTP-poort uit te
schakelen. Selecteer in dat geval Uit.
HTTPS-browserpoort
Als u browsertoegang op het netwerk via een beveiligde verbinding wilt toestaan, dient u
eventueel een HTTP-browserpoort in de lijst te selecteren. De standaard HTTPS-poort is 443.
Selecteer de optie Uit om de HTTPS-poorten uit te schakelen; vanaf nu zijn er alleen onveilige
verbindingen beschikbaar.
De camera maakt gebruik van het coderingsprotocol TLS 1.0. Het kan zijn dat u dit protocol
via uw browserconfiguratie moet activeren. U moet bovendien het protocol voor de Java-
toepassingen activeren. Dit doet u via het Java Control Panel in het configuratiescherm van
Windows.
Aanwijzing!
Indien u alleen beveiligde verbindingen met SSL-codering wilt toestaan, dient u de optie Uit
te selecteren voor elk van de parameters: HTTP-browserpoort, RCP+-poort 1756 en Telnet-
ondersteuning. Daarmee schakelt u alle onveilige verbindingen uit. Verbindingen zijn
vervolgens alleen mogelijk via de HTTPS-poort.
U kunt codering van de mediadata activeren en configureren op de pagina Codering (zie
Codering, Pagina 129).
RCP+ poort 1756
Om verbindingsgegevens uit te wisselen kunt u de onbeveiligde RCP+ poort 1756 activeren.
Als u wilt dat verbindingsgegevens alleen worden verzonden als ze zijn gecodeerd, selecteer
dan de optie Uit om de poort uit te schakelen.
Telnet-ondersteuning
Als u alleen beveiligde verbindingen met gecodeerde datatransmissie wilt toestaan, selecteert
u Uit om Telnet-ondersteuning uit te schakelen. De unit zal dan niet langer toegankelijk zijn
met het Telnet-protocol.
Interfacemodus ETH
Selecteer, indien nodig, het type Ethernet-verbinding voor de ETH-interface. Al naar gelang de
aangesloten unit, dient u wellicht een speciaal bewerkingstype te selecteren.
Netwerk-MSS (byte)
U kunt de maximumsegmentgrootte instellen voor de gebruikersgegevens van het IP-pakket.
Zo kunt u de grootte van de datapakketten aan de netwerkomgeving aanpassen en de
datatransmissie optimaliseren. Deze moet voldoen aan de MTU-waarde van 1.514 bytes in de
UDP-modus.
iSCSI MSS (byte)
U kunt een hogere MSS-waarde opgeven voor een verbinding met het iSCSI-systeem dan voor
het andere dataverkeer via het netwerk. De mogelijk waarde hangt af van de netwerkstructuur.
Een hogere waarde is alleen nuttig als het iSCSI-systeem zich in hetzelfde subnet als de
camera bevindt.
124 nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Netwerk MTU (byte)
De waarde in het veld is 1514.
DynDNS
DynDNS inschakelen
DynDNS.org is een DNS-hosting service waarmee IP-adressen gereed voor gebruik in een
database worden opgeslagen. U kunt de camera via Internet met een hostnaam selecteren,
zonder dat u het huidige IP-adres van de unit hoeft te kennen. U kunt deze service hier
inschakelen. Daarvoor moet u een account bij DynDNS.org hebben en moet u de vereiste
hostnaam voor het systeem op die site hebben geregistreerd.
Aanwijzing!
Informatie over de service, het registratieproces en de beschikbare hostnamen vindt u op
DynDNS.org.
Provider
De waarde in dit veld is dyndns.org. Selecteer zonodig een andere optie.
Host-naam
Voer de bij DynDNS.org geregistreerde hostnaam voor de camera hier in.
Gebruikersnaam
Voer hier de gebruikersnaam in die u bij DynDNS.org hebt geregistreerd.
Wachtwoord
Voer hier het wachtwoord in dat u bij DynDNS.org hebt geregistreerd.
Registratie nu forceren
U kunt de registratie forceren door het IP-adres naar de DynDNS server te verzenden. Items
die vaak veranderen, zijn niet opgenomen in het Domain Name System. Het is een goed idee
om de registratie te forceren wanneer u het apparaat de eerste keer instelt. Gebruik deze
functie alleen wanneer dit nodig is en niet vaker dan één keer per dag, om te voorkomen dat u
door de serviceprovider wordt geblokkeerd. Om het IP-adres van de camera te verzenden, klikt
u op de knop Registeren.
Status
De status van de DynDNS-functie wordt hier ter informatie getoond. Deze instellingen kunnen
niet worden gewijzigd.
Geavanceerd
De instellingen op deze pagina worden gebruikt om geavanceerde instellingen voor het
netwerk te implementeren.
Gebruikersmodus
Selecteer de juiste modus voor services op cloud-basis:
Uit
Op
Auto (standaardoptie)
Verificatie
Als een RADIUS-server wordt gebruikt voor het beheer van toegangsrechten, moet de
verificatie worden geactiveerd, om te kunnen communiceren met de unit. De RADIUS-server
moet bovendien de corresponderende data bevatten.
Om het apparaat te configureren, dient u de camera rechtstreeks met een netwerkkabel op
een computer aan te sluiten. Communicatie via het netwerk wordt namelijk pas ingeschakeld
nadat de parameters Identity (Identiteit) en Password (Wachtwoord) zijn ingesteld en
geverifieerd.
14.43
14.44
AUTODOME 7000 Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 125
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Identiteit
Voer de naam in die de RADIUS-server moet gebruiken voor identificatie van de camera.
Wachtwoord
Voer het wachtwoord in dat op de RADIUS-server is opgeslagen.
NTCIP
Definieert een set regels en protocollen voor het organiseren, beschrijven en uitwisselen van
transportbeheergegevens tussen transportbeheertoepassingen en transportapparatuur, zodat
die kunnen samenwerken.
Selecteer een poort voor NTCIP en het Adres in de hiervoor bestemde vervolgkeuzelijsten.
TCP-poort
Het apparaat kan gegevens ontvangen van een externe TCP-verzender, bijvoorbeeld een
gelduitgifte- of betaalautomaat, en die opslaan als metadata. Selecteer de poort voor TCP-
communicatie. Selecteer Off (Uit) om de functie TCP-metadata uit te schakelen.
IP-adres zender
Voer hier het IP-adres van de zender van TCP-metadata in.
Netwerkbeheer
SNMP
De camera ondersteunt het SNMP V1 (Simple Network Management Protocol) voor het
beheren en bewaken van netwerkcomponenten en kan SNMP-berichten (traps) naar IP-
adressen sturen. SNMP MIB II wordt door de unit in de universele code ondersteund. Als u
SNMP-traps wilt verzenden, voert u hier de IP-adressen van één of twee vereiste
doelapparaten in.
Als u On (Aan) selecteert voor de SNMP-parameter en geen SNMP-hostadres invoert, worden
SNMP-aanvragen door de camera niet automatisch verzonden, maar slechts beantwoord. Als u
een of twee SNMP-hostadressen invoert, worden SNMP-traps automatisch verzonden.
Selecteer Off (Uit) om de SNMP-functie uit te schakelen.
1. SNMP-hostadres / 2. SNMP-hostadres
Als u SNMP-traps wilt verzenden, voert u hier de IP-adressen van één of twee vereiste
doelapparaten in.
SNMP-traps
U kunt kiezen welke traps moeten worden verzonden.
1. Klik op Select (Selecteren). Er wordt een lijst geopend.
2. Schakel de selectievakjes van de gewenste traps in. Alle geselecteerde traps zullen
worden verzonden.
3. Klik op Set (Instellen) om de selectie te accepteren.
UPnP
U kunt de universele plug-and-play-functie (UPnP) activeren. Als deze functie wordt
ingeschakeld, reageert de unit op verzoeken van het netwerk en wordt deze automatisch als
nieuw netwerkapparaat geregistreerd. Toegang tot de unit is dan bijvoorbeeld mogelijk via de
Windows Verkenner zonder het IP-adres van de unit te kennen.
Aanwijzing!
Om de UPnP-functie te kunnen gebruiken op een computer met Windows XP of Windows 7,
moeten de services Universal Plug and Play Device Host en SSDP Discovery zijn geactiveerd.
Servicekwaliteit
De camera biedt Quality of Service-configuratieopties (QoS) om een snelle netwerkreactie op
PTZ-data en -beelden te garanderen. Quality of Service (QoS) is een serie technieken voor het
beheer van netwerkbronnen. QoS beheert de waarden met betrekking tot vertraging,
14.45
126 nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
variërende vertraging (jitter), bandbreedte en pakketverlies om te garanderen dat het netwerk
voorspelbare resultaten kan leveren. QoS identificeert het type data in een gegevenspakket en
zorgt voor een onderverdeling van de pakketten in verkeersklassen waaraan een prioriteit kan
worden toegewezen voor doorsturen.
Raadpleeg uw netwerkadministrator voor ondersteuning bij het configureren van de
instellingen voor Audio, Video, Control (Besturing) en Alarm video (Alarmvideo) en het
selecteren van de juiste Post-alarm time (Tijd na alarm).
Multicast
Behalve een 1:1-verbinding tussen een encoder en één ontvanger (unicast) zijn met de camera
ook verbindingen mogelijk met meerdere ontvangers die het videosignaal gelijktijdig van een
encoder ontvangen. Het apparaat kopieert de datastream zelf en verzendt deze daarna naar
meerdere ontvangers (multi-unicast) of verzendt een afzonderlijke datastream naar het
netwerk, waar de datastream gelijktijdig naar meerdere ontvangers in een gedefinieerde groep
(multicast) wordt verzonden. Voor elke stream kunt u een eigen multicast-adres en poort
invoeren. U kunt tussen schakelen tussen de streams door op de betreffende tabs te klikken.
Aanwijzing!
Multicast-bedrijf vereist een multicast-netwerk dat UDP- en IGMP-protocollen gebruikt.
Andere groepsbeheerprotocollen worden niet ondersteund. Het TCP-protocol ondersteunt
geen multicast-verbindingen.
Er moet een speciaal IP-adres (class D-adres) worden geconfigureerd voor multicast-werking
in een multicast-netwerk.
Het netwerk moet groeps-IP-adressen en het Internet Group Management Protocol (IGMP V2)
ondersteunen. Het adresbereik is 225.0.0.0 t/m 239.255.255.255.
Het multicast-adres kan voor verschillende streams hetzelfde zijn. Het is dan echter
noodzakelijk om per geval een andere poort te gebruiken, zodat de afzonderlijke datastreams
niet tegelijk naar dezelfde poort en hetzelfde Multicast-adres worden verzonden.
Aanwijzing!
De instellingen moeten per datastream worden uitgevoerd.
Inschakelen
Als u gelijktijdig gegevens op verschillende ontvangers wilt ontvangen, moet de multicast-
functie worden geactiveerd. Schakel hiertoe het selectievakje in. U kunt dan het multicast-
adres invoeren.
Multicast-adres
Voer een geldig multicast-adres in voor elke stream die moet worden gebruikt in multicast-
modus (duplicatie van de datastreams in het netwerk).
Met de instelling 0.0.0.0 werkt de encoder voor de betreffende stream in multi-unicast-modus
(kopiëren van datastreams in het apparaat). De camera ondersteunt multi-unicast-
verbindingen voor maximaal vijf gelijktijdig verbonden ontvangers.
Aanwijzing!
Het kopiëren van gegevens vormt een grote belasting voor het apparaat en kan in sommige
gevallen tot een lagere beeldkwaliteit leiden.
14.46
AUTODOME 7000 Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 127
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Poort
Wijs aan elke datastream een afzonderlijke poort toe als er meerdere datastreams gelijktijdig
op hetzelfde multicast-adres zijn.
Voer hier het poortadres in van de benodigde stream.
Streaming
Klik op het selectievakje om multicast-streaming voor de betreffende stream te activeren. Een
ingeschakelde stream wordt aangegeven door een vinkje.
Multicast-pakket TTL
U kunt een waarde opgeven om in te stellen hoe lang gegevenspakketten actief zijn op het
netwerk. Deze waarde moet groter zijn dan één als multicast via een router wordt uitgevoerd.
Afbeeldingen plaatsen
U kunt afzonderlijke JPEG-beelden met bepaalde tussenpozen opslaan op een FTP-server. U
kunt deze beelden op een later tijdstip laden om, indien nodig, gebeurtenissen te
reconstrueren die een alarm hebben veroorzaakt. Om afbeeldingen plaatsen te configureren,
en JPEG-afbeeldingen op te slaan en op te halen, dient u een account aan te maken waar u
deze wilt opslaan en waarmee toegang heeft tot de afbeeldingen. Indien u geen account hebt
geconfigureerd, verschijnt de volgende foutmelding bovenaan de pagina: "No configured
account (Geen geconfigureerd account). Accounts configureren." Klik op de koppeling voor
toegang tot de Accounts, Pagina 129 pagina.
Grootte afbeelding
Selecteer de grootte van de afbeeldingen die u wilt opslaan:
Klein
Gemiddeld
Groot
720p
1080p
Bestandsnaam
U kunt kiezen hoe bestandsnamen worden gemaakt voor de afzonderlijke beelden die zijn
verzonden.
Overschrijven Dezelfde bestandsnaam wordt altijd gebruikt en bestaande bestanden
zullen worden overschreven door het huidige bestand.
Verhogen Een getal tussen 000 en 255 wordt aan de bestandsnaam toegevoegd en
automatisch verhoogd met 1. Wanneer 255 is bereikt, begint de telling weer bij 000.
Datum/tijd-achtervoegsel De datum en tijd worden automatisch aan de bestandsnaam
toegevoegd. Als u deze parameter instelt, zorg er dan voor dat de tijd en datum van het
apparaat altijd juist zijn ingesteld. Voorbeeld: het bestand snap011005_114530.jpg werd
op 1 oktober 2005 om 11:45 en 30 seconden opgeslagen.
Posting-interval
Voer de tussenpozen in seconden in waarmee beelden naar een FTP-server worden verzonden.
Voer 0 (nul) in als u niet wilt dat er beelden worden verzonden.
Doel
Selecteer het doel—de naam van het account op de server—waar de afbeeldingen moeten
worden opgeslagen.
Inschakelen
Klik op dit selectievakje om gezichtsherkenning in te schakelen.
Bestandsformaat
Selecteer het bestandsformaat waarin afbeeldingen moeten worden opgeslagen. De opties
zijn JPEG (standaard), YUV420, TIFF.
14.47
128 nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Doel
Selecteer het doel—de naam van het account op de server—waar de afbeeldingen moeten
worden opgeslagen.
Time-outs
Selecteer het aantal time-outs voor het plaatsen van afbeeldingen. De standaardinstelling is 0
(geen time-out).
Maximale afbeeldingsbreedte
Geef een getal op voor de maximale breedte in pixels, voor de opgeslagen beelden.
Accounts
Om afbeeldingen plaatsen te configureren, en JPEG-afbeeldingen op te slaan en op te halen,
dient u een account aan te maken waar u deze wilt opslaan en waarmee toegang heeft tot de
afbeeldingen. U kunt maximaal vier (4) accounts aanmaken.
Type
Selecteer het accounttype: FTP of Dropbox.
Accountnaam
Voer de naam van het account in.
IP-adres
Voer het IP-adres in van de FTP-server waarop u de JPEG-afbeeldingen wenst op te slaan.
Aanmelden
Voer de ID voor de server in om u aan te melden.
Wachtwoord
Voer het wachtwoord in waarmee u toegang krijgt tot de FTP-server. Klik aan de rechterzijde
op de knop Controleren om het wachtwoord te verifiëren.
Pad
Voer het exacte pad in waar u de beelden op de server wilt plaatsen. Klik aan de rechterzijde
op de knop Bladeren om naar het juiste pad te bladeren.
Maximale bit rate
Voer de maximale bit rate voor de JPEG-beelden in (kbps).
IP V4-filter
Gebruik deze instelling om een filter te configureren dat netwerkverkeer toestaat of blokkeert
dat overeenkomt met een opgegeven adres of protocol.
IP-adres 1/2
Voer het IPv4-adres in dat u wilt toestaan of blokkeren
Masker 1/2
Voer het subnetmasker voor het desbetreffende IPv4-adres in.
Codering
Om gebruikersgegevens te coderen, hebt u een speciale licentie nodig waarmee u een
bijbehorende activeringssleutel zult ontvangen. Op de pagina Licenties (zie Licenties, Pagina
131) kunt u de activeringssleutel invoeren om de functie vrij te geven.
Modus Geavanceerd: service
Onderhoud, Pagina 130
Licenties, Pagina 131
Diagnose, Pagina 131
System Overview (Systeemoverzicht), Pagina 131
14.48
14.49
14.50
14.51
AUTODOME 7000 Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 129
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Onderhoud
Het upgraden van uw camera
De camera stelt een operator in staat om de firmware van de camera te updaten via het
TCP/IP-netwerk. Op de onderhoudspagina kunt u de firmware updaten.
Ga voor de nieuwste firmware naar www.boschsecurity.com/nl, navigeer vervolgens naar de
productpagina van uw camera en download de software vanaf het tabblad Software.
De voorkeursmethode voor het updaten van uw camera is via een rechtstreekse verbinding
tussen de camera en een pc. Bij deze methode wordt de Ethernet-kabel van de camera
rechtstreeks aangesloten op de Ethernet-poort van een pc.
Als de rechtstreekse verbindingsmethode niet praktisch is, kunt u de camera ook updaten via
een LAN (Local Area Network). U kunt de camera echter niet updaten via een Wide Area
Network (WAN) of via internet.
Server updaten
Voer het pad van de server in om de update uit te voeren. Klik op Controleren om het pad te
verifiëren.
Firmware
De camera is zo ontworpen dat de functies en parameters kunnen worden bijgewerkt met
firmware. Hiertoe moet het huidige firmwarepakket via het geselecteerde netwerk naar de unit
worden verzonden. Het wordt daar dan automatisch geïnstalleerd.
Op die manier kan een camera regelmatig op afstand worden onderhouden en bijgewerkt
zonder dat een technicus ter plekke iets aan de installatie hoeft te wijzigen.
!
Voorzichtig!
Controleer voordat u met het uploaden van de firmware begint of u het juiste bestand hebt
geselecteerd voor het uploaden. Als u de onjuiste bestanden uploadt, kan dat ertoe leiden dat
de unit niet meer reageert. In dat geval zal deze vervangen moeten worden.
De installatie van firmware mag nooit worden onderbroken. Een onderbreking kan leiden tot
foutieve programmering van het Flash-EPROM. Dit kan ertoe leiden dat de unit niet meer
reageert en in dat geval zal deze vervangen moeten worden. Zelfs het wisselen van pagina of
het sluiten van het browservenster leidt tot een onderbreking.
Uploaden
1. Geef het volledige pad op van het bestand dat u wilt uploaden, of klik op Browse
(Bladeren) om naar het vereiste firmwarebestand (*fw) te navigeren.
2. Controleer of het bestand dat u wilt laden afkomstig is van hetzelfde type apparaat als de
unit dat u wilt configureren.
3. Klik vervolgens op Upload (Uploaden) om te beginnen met de overdracht naar het
apparaat. Met de voortgangsbalk kunt u de verzending volgen.
4. Klik bij de waarschuwingsmelding op OK om door te gaan met het uploaden van de
firmware, of klik op Annuleren om het uploaden af te breken.
Tijdens het uploaden van de firmware wordt een voortgangsbalk weergegeven.
Opmerking: als de voortgangsbalk 100% heeft bereikt, wordt de resetpagina geopend.
Wacht tot de activiteit van de resetpagina is voltooid.
Zodra de upload is voltooid, wordt de nieuwe configuratie geactiveerd. De resterende tijd
wordt getoond door het bericht going to reset Reconnecting in ... seconds (Wordt gereset.
Verbinding wordt hersteld na ... seconden). Nadat de upload is voltooid, wordt de unit
automatisch opnieuw opgestart.
Downloaden
1. Klik op de knop Downloaden. Er wordt een dialoogvenster geopend.
14.52
130 nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm op om de huidige instellingen op te slaan.
Programmering
U kunt de configuratiegegevens van de camera opslaan op een computer en daarna van een
computer naar de unit verzenden.
SSL-certificaat
Om met een SSL-gecodeerde verbinding te kunnen werken, moeten beide zijden van de
verbinding over het vereiste certificaat beschikken. U kunt het SSL-certificaat, dat uit
meerdere bestanden bestaat, uploaden naar de camera.
Als u meerdere bestanden naar de camera wilt uploaden, dient u deze na elkaar te selecteren.
1. Geef het volledige pad op van het bestand dat u wilt uploaden, of klik op Bladeren om
het vereiste bestand te selecteren.
2. Klik vervolgens op Uploaden om te beginnen met de overdracht naar het apparaat.
3. Start de unit opnieuw op nadat alle bestanden zijn geüpload. Voer op de adresbalk van
uw browser /reset achter het IP-adres van de camera in (bijvoorbeeld 192.168.0.10/
reset).
Het nieuwe SSL-certificaat is geldig.
Onderhoudslogboek
U kunt een intern onderhoudslogboek van de unit downloaden en dit, indien nodig, naar de
klantenservice verzenden voor ondersteuning. Klik op Downloaden en selecteer een
opslaglocatie voor het bestand.
Licenties
U kunt de activeringssleutel invoeren om extra functies of softwaremodules vrij te geven.
Aanwijzing!
De activeringssleutel kan niet meer worden uitgeschakeld en kan niet naar andere units
worden verplaatst.
Diagnose
Geeft toegang tot de ingebouwde zelftest (BIST). De BIST heeft geen teller maar geeft alleen
de status passed of failed weer van de meest recente homing-gebeurtenis. Voor de andere
resultaten wordt de teller wel gebruikt.
Klik op de knop Start BIST om het aantal keren weer te geven dat de camera:
een homing-gebeurtenis heeft uitgevoerd.
homing niet correct kon uitvoeren.
opnieuw is opgestart.
het beeldsignaal is verloren.
System Overview (Systeemoverzicht)
De gegevens op deze pagina dienen slechts ter informatie en kunnen niet worden gewijzigd.
Noteer deze informatie voor het geval er technische assistentie nodig is.
Aanwijzing!
U kunt alle benodigde tekst op deze pagina met de muis selecteren en naar het klembord
kopiëren met de toetsencombinatie [Ctrl]+[C], bijvoorbeeld als u de informatie per e-mail wilt
verzenden.
14.53
14.54
14.55
AUTODOME 7000 Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl 131
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Bediening
De AUTODOME camera gebruiken
De AUTODOME 7000 verzendt PTZ-besturingscommando's en beelden via een TCP/IP-netwerk.
Hiermee kunnen gebruikers ook de weergave-instellingen van de camera, de
bedrijfsinstellingen van de camera en de netwerkparameters configureren.
De camera is voorzien van een netwerk-videoserver in de IP-module. De belangrijkste functie
van de server is het coderen van video- en besturingsgegevens voor verzending via een TCP/IP-
netwerk. De H.264-codering is ideaal voor IP-communicatie en voor toegang op afstand tot
digitale videorecorders en multiplexers. Doordat er bestaande netwerken worden gebruikt, is
snelle en eenvoudige integratie met CCTV-systemen of lokale netwerken mogelijk.
Videobeelden uit één camera kunnen tegelijkertijd op verschillende ontvangers worden
ontvangen.
LIVE-pagina
Zodra de verbinding tot stand is gebracht, geeft de webbrowser de LIVE-pagina weer. De
browser toont het live-videobeeld rechts in het browservenster. Afhankelijk van de
configuratie zijn er mogelijk verschillende tekstregels zichtbaar in het videobeeld.
Er kan naast het live-videobeeld ook andere informatie op de LIVE-pagina worden
weergegeven. De weergave is afhankelijk van de instellingen op de pagina LIVE Functions
(LIVE-functies) (zie de online-Help-functie van de AUTODOME 7000 Serie).
Display-stamping
Verschillende overlays of "stempels" in het videobeeld geven belangrijke aanvullende
informatie. De overlays geven de volgende informatie:
Fout bij decoderen. Het frame kan onzuiverheden vertonen door decoderingsfouten.
Als volgende frames gebruikmaken van dit beschadigde frame, kunnen die ook
decoderingsfouten vertonen, maar deze worden niet gemarkeerd met het pictogram
“decoderingsfout”.
Alarmmarkering ingesteld op mediaonderdeel
Communicatiefout. Dit pictogram geeft elk type communicatiefout aan. Oorzaak kan
zijn een storing in de verbinding met het opslagmedium, een protocolschending met
een subcomponent of gewoon een time-out. Op de achtergrond wordt een
automatische verbindingsherstelprocedure gestart om de fout te herstellen.
Gat; geen video opgenomen
Watermerk niet geldig
Watermerk-markering ingesteld op mediaonderdeel
15
15.1
132 nl | Bediening AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Beweging-markering ingesteld op mediaonderdeel
Herkenning van opslag niet voltooid. Als de informatie over opgenomen video niet in
cache is opgeslagen, wordt er een herkenningsprocedure gestart om alle opgenomen
video te zoeken. Tijdens deze procedure wordt het pictogram “herkenning”
weergegeven. Terwijl de herkenning wordt uitgevoerd, worden er mogelijk gaten
getoond op plaatsen die door de herkenningsprocedure nog niet zijn bereikt. Een gat
wordt automatisch vervangen door de echte videobeelden zodra de correcte
informatie beschikbaar is.
Maximumaantal verbindingen
Als u geen verbinding tot stand kunt brengen, kan het zijn dat de unit al het maximale aantal
verbindingen heeft gemaakt. Afhankelijk van het apparaat en de netwerkconfiguratie
ondersteunt elke camera maximaal 50 webbrowserverbindingen of maximaal 100 verbindingen
via het Bosch Video Management System (BVMS).
Beveiligde AutoDome
Wanneer de camera met een wachtwoord is beveiligd tegen ongeoorloofde toegang, geeft de
webbrowser een overeenkomstige melding en wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren
als u probeert toegang te krijgen tot beveiligde zones.
Aanwijzing!
Een AUTODOME 7000 Serie biedt de mogelijkheid de mate van toegang te beperken met
behulp van verschillende bevoegdheidsniveaus (zie de online Help van de AUTODOME 7000
Serie).
1. Voer de gebruikersnaam en het bijbehorende wachtwoord in de bijbehorende tekstvelden
in.
2. Klik op OK. Als het wachtwoord correct is ingevoerd, zal de webbrowser de opgevraagde
pagina tonen.
Beveiligd netwerk
Indien in het netwerk een RADIUS-server wordt gebruikt voor het beheer van toegangsrechten
(802.1x-verificatie), moet de camera dienovereenkomstig worden geconfigureerd, anders is er
geen communicatie mogelijk.
Beeldselectie
U kunt het beeld van de camera op verschillende manieren laten weergeven.
4 Klik op een van de tabs Stream 1, Stream 2, of M-JPEG onder het videobeeld om tussen
de verschillende weergaven van het camerabeeld te schakelen.
Weergaveregeling
In het tabblad Weergaveregeling kunt u de camerafuncties (pan, tilt, zoom, focus en iris)
bedienen door de schermmenu's navigeren en preset-scènes (shots) te bekijken.
AUTODOME 7000 Bediening | nl 133
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Ref.nr
.
Omschrijving Ref.nr
.
Omschrijving
1 De camera omhoog kantelen 8 Focus veraf²
2 De camera omlaag kantelen 9 Focus dichtbij²
3 De camera naar links draaien 10 Iris gesloten²
4 De camera naar rechts draaien 11 Iris open²
5 De camera in alle richtingen
bewegen
12 De preset-scène instellen voor de
corresponderende knop 1, 2, 3, 4, 5, en
6
6 Uitzoomen¹ 13 De camera naar preset-scène 1, 2, 3, 4,
5 en 6 bewegen
7 Inzoomen¹
¹ Deze functie is ook toegankelijk via het muiswieltje in het live-videoframe.
² Deze knop wordt ook gebruikt als Enter-toets om menuopties op het tabblad Aux te
selecteren.
Volg de volgende stappen om een randapparaat te besturen:
1. Klik op de juiste bedieningselementen.
2. Plaats de muisaanwijzer op het videobeeld. Extra opties voor de bediening van
randapparatuur worden weergegeven bij de muisaanwijzer.
3. Beweeg de cursor over het live-videobeeld om handmatig door het beeldgebied te
draaien. Het beeldgebied geeft een navigatiepijl (
) weer: houd de
rechtermuisknop ingedrukt om de camera te draaien.
134
nl | Bediening AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Lijst met presets
Het tabblad Weergaveregeling toont een lijst van alle presets met hun titels, indien deze zijn
gedefinieerd, onder Presets 1 t/m 6. Om de camera te verplaatsen naar een preset-scène,
selecteert u de preset in de vervolgkeuzelijst. Raadpleeg Scènes en tours, Pagina 105 om een
preset-scène te definiëren en een titel op te geven voor de preset.
Afbeelding 15.1: Tabblad View control (Weergaveregeling), preset / scènelijst
Digitale ingang/uitgang
Het alarmpictogram dient ter informatie en geeft de status van een alarmingang aan: wanneer
er een alarm wordt geactiveerd, licht het bijbehorende pictogram blauw op. De configuratie
van het apparaat bepaalt of het alarm wordt weergegeven en welke aanvullende informatie
wordt getoond (zie de online Help van de AUTODOME 7000 Serie).
Relais activeren
U kunt aangesloten units verwisselen met behulp van de relais in de camera (bijvoorbeeld
lampen of deuropeners).
4 Hiertoe klikt u op het pictogram voor het relais naast het videobeeld. Het pictogram is
rood als het relais is geactiveerd.
Systeemlogboek
Het veld System Log (Systeemlogboek) bevat informatie over de bedrijfsstatus van de camera
en de verbinding. U kunt deze berichten automatisch opslaan in een bestand (zie de online
Help).
AUTODOME 7000
Bediening | nl 135
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Gebeurtenissen, zoals het activeren of het beëindigen van een alarm, worden getoond in het
veld Event Log (Gebeurtenissenlogboek). U kunt deze berichten automatisch opslaan in een
bestand (zie de online Help).
1. Als u de items wilt verwijderen, klikt u op het prullenbakje in de rechterbovenhoek van
het desbetreffende veld.
2. Als u een gedetailleerd logboek wilt laten weergeven, klikt u op het pictogram in de
rechterbovenhoek van het desbetreffende veld. Er wordt een nieuw venster geopend.
Audiofunctie
Alle gebruikers die via de webbrowser met de camera zijn verbonden, kunnen audiosignalen
van de camera ontvangen. Audiosignalen kunnen alleen naar de camera worden verzonden
door de gebruiker die als eerste verbinding maakt met de unit.
1. Klik op een willekeurige plaats naast het videobeeld op de LIVE-pagina om de focus van
de ActiveX te verwijderen.
2. Houd de toets F12 ingedrukt om een spraakverbinding met de camera tot stand te
brengen. De statusbalk van de browser toont de melding Send Audio ON (Audio
verzenden AAN).
3. Laat de toets F12 los wanneer u wilt stoppen met het verzenden van de audiosignalen
naar de camera. De statusbalk toont de melding Send Audio OFF (Audio verzenden UIT).
Aanwijzing!
Als de spraakcontactverbinding met de camera is verbroken, kan de volgende gebruiker
verbinding maken met de camera en audiogegevens naar de camera verzenden.
Tabblad Aux-besturing
Via het tabblad Aux-besturing kunt u voorgeprogrammeerde bedieningspaneelcommando's
invoeren. Deze commando's bestaan uit een commandonummer en de bijbehorende
functietoets (Scène tonen, Scène instellen, Aux aan of Aux uit). Een geldige combinatie
verstuurt een commando naar de camera of geeft een schermmenu weer.
Om toegang te verkrijgen tot het tabblad Aux-besturing navigeert u naar de LIVE-pagina en
klikt u op het tabblad Aux-besturing.
136 nl | Bediening AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
1 Commandonummerveld
2 Toetsenpaneel (cijfers 0 t/m 9)
3 Een preset-scène tonen
4 Een preset-scène instellen
5 Een commando starten
6 Een cijfer uit het commandonummerveld verwijderen
7 Hiermee wordt een menuoptie geselecteerd
8 Een commando stoppen
Aanwijzing!
Sommige commando's (zoals instellen 110, instellen 899) waren “SET” ("INSTELLEN")
opdrachten in vorige AUTODOME modellen, maar zijn dit niet langer. Zie de Bijlage voor een
volledig overzicht van opdrachten en hoe u ze activeert.
Een bedieningspaneelcommando invoeren:
1. Plaats de cursor in het commandonummerveld.
2. Voer het gewenste commandonummer in met het toetsenpaneel op het scherm.
3. Klik op de knop Aux on (Aux aan) of Aux off (Aux uit) om het commando te starten of te
stoppen.
4. Als het commando een menu opent, gebruik dan de pijltoetsen omhoog en omlaag in de
weergaveregeling om binnen het menu te navigeren. Klik op de toets Focus om een
menuoptie te selecteren.
Een preset instellen:
Presets (of scènes) zijn cameraposities die in het geheugen worden opgeslagen voor
toekomstig gebruik.
1. Beweeg de cursor over het live-beeld en wacht totdat in het gebied een navigatiepijl
wordt weergegeven.
2. Druk op de muisknop en houd deze ingedrukt om naar de positie te draaien die u wilt
opslaan.
AUTODOME 7000 Bediening | nl 137
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
3. Toets op het toetsenpaneel op het scherm een cijfercombinatie van 1 tot 256 in om het
nummer van de scène op te geven.
4. Klik op de knop Set scene (Scène instellen). Het beeldgebied geeft een melding die
aangeeft welk presetnummer is opgeslagen.
Een preset weergeven:
1. Voer met het toetsenpaneel op het scherm het nummer van de scène in die u wilt laten
weergeven.
2. Klik op de knop Scène tonen.
Aanwijzing!
Klik voor meer informatie over instellingen en bedieningselementen van de camera op de
koppeling Help on this page? (Help bij deze pagina?) link om de online Help te openen.
Speciale functies LIVE-pagina
De camera biedt speciale opdrachtknoppen op de LIVE-pagina.
360° scannen
Klik op deze knop om 360° continu draaien te starten. Klik op een navigatieknop in het tabblad
View Control (Weergaveregeling) om continu draaien te stoppen.
AutoPan
Klik op deze knop om de camera te draaien tussen de door de gebruiker gedefinieerde
grenswaarden. Voor het instellen van de linker- en rechtergrenswaarde voor het draaien,
raadpleegt u: in de gebruikershandleiding. Klik op een navigatieknop in het tabblad
Weergaveregeling om continu draaien te stoppen.
Tour A / Tour B
Klik op één van deze knoppen om het afspelen van een opgenomen (bewakings)tour te
starten. Een opgenomen tour bespaart u alle handmatige camerabewegingen die tijdens de
opname worden gemaakt, inclusief de draai-, kantel- en zoomsnelheden en andere wijzigingen
van de objectiefinstellingen. Voor het programmeren van een opgenomen tour, raadpleegt u .
Klik op een navigatieknop in het tabblad Weergaveregeling om een tour te stoppen.
!
Waarschuwing!
Sla presets op met Eén druk (“Spot Focus“). Raadpleeg Ruisonderdrukkingsniveau, Pagina 102.
Find home (Begin zoeken)
Klik op de knop Find home (Begin zoeken) om de beginpositie van de camera opnieuw te
kalibreren.
Begin weergeven
Klik op de knop Show home (Begin weergeven) om de huidige beginpositie weer te geven.
138 nl | Bediening AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Opnieuw scherpstellen
Klik op de knop Refocus om het focuscommando Eén druk te geven. Eén druk activeert de
functie AutoFocus nadat de camera niet meer beweegt.
Momentopnamen opslaan
U kunt afzonderlijke beelden van de videosequentie die op de LIVE-pagina wordt getoond in
JPEG-formaat opslaan op de harde schijf van de computer. Het pictogram voor het opnemen
van afzonderlijke beelden is alleen zichtbaar als het apparaat voor dit proces is
geconfigureerd.
4 Klik op het pictogram. De opslaglocatie hangt af van de configuratie van de camera.
Videosequenties opnemen
U kunt delen van de videosequentie die op de LIVE-pagina wordt getoond op de harde schijf
van de computer opslaan. Het pictogram voor het opnemen van videobeelden is alleen
zichtbaar als het apparaat voor dit proces is geconfigureerd.
4 Klik op het pictogram om te beginnen met opnemen. De opslaglocatie hangt af van de
configuratie van de camera. Een rode stip in het pictogram geeft aan dat de opname
loopt.
1. Klik nogmaals op het pictogram om de opname te stoppen.
2. Om de opslaglocatie voor de opgenomen video te wijzigen, selecteert u Advanced Mode
> Recording > Storage Management (Modus Geavanceerd > Opname > Opslagbeheer) op
de pagina SETTINGS (INSTELLINGEN).
Beeldresolutie
Sequenties worden opgeslagen met de resolutie die vooraf is ingesteld in de configuratie voor
de encoder (zie ). Basismodus: Netwerk, Pagina 87).
Processorbelasting
Als de camera vanuit de webbrowser wordt benaderd, ziet u de indicator van de
processorbelasting linksboven in het scherm, naast het logo van de fabrikant.
U kunt aanvullende informatie opvragen ter ondersteuning bij het oplossen van problemen of
de nauwkeurige afstemming van het apparaat. Met de waarden wordt de invloed van de
afzonderlijke functies op de encoderbelasting aangegeven, uitgedrukt als een percentage.
4 Beweeg de cursor over de grafische indicator. Ook bepaalde aanvullende numerieke
waarden worden weergegeven.
Toegang tot opgenomen videobeelden van de pagina Opnamen / AFSPELEN
Klik op Recordings (Opnamen) voor toegang tot de pagina Opnamen vanaf de LIVE-pagina of
de pagina SETTINGS (INSTELLINGEN) (de koppeling Recordings (Opnamen) is alleen
zichtbaar als er een opslagmedium is geselecteerd).
AUTODOME 7000
Bediening | nl 139
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Afbeelding 15.2: Afspeelpagina
Opnamen selecteren
Alle sequenties die zijn opgeslagen, worden in een lijst weergegeven. Er wordt een
opeenvolgend nummer (track) aan elke sequentie toegewezen. Begin- en eindtijd,
opnameduur, aantal alarmen en opnametype worden weergegeven.
Afspelen van opgenomen videosequenties:
1. Selecteer Opname 1 of 2 in de keuzelijst. (de inhoud van 1 en 2 zijn identiek, alleen de
kwaliteit en locatie kunnen afwijken)
2. Gebruik de pijlknoppen om door de lijst te bladeren.
3. Klik op een track. De geselecteerde sequentie wordt afgespeeld.
Exporteren naar FTP
Klik op Exporteren naar FTP om de geselecteerde opnamen te versturen naar de FTP-server.
Wijzig indien nodig de tijden binnen het geselecteerde bereik.
Afspelen regelen
Er bevindt zich een tijdbalk onder het videobeeld voor snelle oriëntatie. Het tijdsinterval van
de sequentie wordt grijs weergegeven in de balk. Een groene pijl boven de balk geeft de
positie van het beeld weer dat op dat moment wordt afgespeeld in de sequentie.
De tijdbalk biedt verschillende opties voor navigatie in en tussen sequenties.
Wijzig het weergegeven tijdsinterval door op het plus- of minteken te klikken. In het
display kan een tijdsperiode van twee maanden tot een paar seconden worden
weergegeven.
Sleep indien nodig de groene pijl naar dat punt in de tijd waarop het afspelen moet
beginnen.
Rode balken geven de tijden aan waarop alarmen werden geactiveerd. Versleep de groene
pijl om snel naar deze punten te navigeren.
140 nl | Bediening AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Regel het afspelen met behulp van de knoppen onder het videobeeld. De knoppen hebben de
volgende functies:
Start/Pauze afspelen
Naar het begin van een actieve sequentie of naar de vorige sequentie springen.
Naar het begin van de volgende videosequentie springen.
Selecteer de afspeelsnelheid met behulp van de snelheidsregelaar (schuifregelaar):
Bladwijzers
Daarnaast kunt u markeringen in de sequenties aanbrengen, zogenoemde bladwijzers, en hier
direct naartoe springen. Deze bladwijzers worden aangegeven als gele pijlen boven het
tijdsinterval. Gebruik de bladwijzers als volgt:
Naar de vorige bladwijzer springen
Bladwijzer instellen
Naar de volgende bladwijzer springen
Bladwijzers zijn alleen geldig als u op de pagina Recordings bent; ze worden niet met de
sequenties opgeslagen. Wanneer u de pagina verlaat, worden alle bladwijzers verwijderd.
Tracking
Voor informatie over het hoofdstuk Tracking op de LIVE-pagina, zie Gebruik van Intelligent
Tracking, Pagina 141.
Zie ook
Tabel met gebruikerscommando's, Pagina 152
Gebruik van Intelligent Tracking
Intelligent Tracking configureren
De camera maakt gebruik van ingebouwde Intelligente Video Analyse (IVA) om een individu of
object continu te volgen, zelfs als het zich achter een Privacymasker of stilstaand object
voortbeweegt. De camera maakt gebruik van objecten die door IVA in een stationaire preset-
positie worden gedetecteerd om de functie Intelligent Tracking te activeren.
Met de functie Intelligent Tracking kunt u op het scherm continu een individu of object volgen.
Deze functie werkt als volgt: een bewegend object wordt waargenomen, en er wordt hierop
ingezoomd tot ongeveer 50% (standaard zoomdrempel van Tracker) van het gezichtsveld voor
een gemiddelde doelhoogte van 1,80 m. Deze functie bestuurt de draai/kantel/zoom-
bewegingen van de camera om het geselecteerde object in de scène te houden.
Voor het activeren van de functie Intelligent Tracking moet aan de volgende voorwaarden
worden voldaan:
De optie Silent IVA moet op de VCA-pagina op het tabblad Instellingen worden
geselecteerd. Raadpleeg VCA, Pagina 114.
IVA moet minstens voor één preset-scène op de VCA-pagina op het tabblad Instellingen
actief zijn. Als IVA is geconfigureerd voor één scène, dan is Intelligent Tracking voor alle
overige scènes standaard ingeschakeld. Als Motion+ of IVA Flow voor een scène zijn
ingesteld, wordt Intelligent Tracking voor deze scènes uitgeschakeld.
15.2
AUTODOME 7000 Bediening | nl 141
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Aanwijzing!
De volgende acties worden uitgevoerd als Intelligent Tracking is geactiveerd:
Alle andere IVA-objecten worden uitgeschakeld voor scènes met Intelligent Tracking.
De camera blokkeert automatisch de weergave van kompasrichtingen. Zodra Intelligent
Tracking wordt uitgeschakeld, toont de camera de kompasrichtingen weer. Raadpleeg Digitale
zoom, Pagina 103 voor meer informatie over de functie Kompasrichtingen.
Richtlijnen voor het implementeren van Intelligent Tracking
Factoren zoals de beeldhoek en ongewenste bewegingen (bijvoorbeeld van bomen) kunnen de
werking van Intelligent Tracking verstoren. Gebruik de onderstaande adviezen om een
vloeiende werking van Intelligent Tracking te garanderen:
Montage/stabiliteit van bevestigingsoppervlak
Bevestig de camera op een positie waar deze zo stabiel mogelijk is. Vermijd locaties
die door trillingen worden beïnvloed, zoals in de nabijheid van op het dak
gemonteerde airconditioners. Deze trillingen kunnen het inzoomen op een doel
bemoeilijken.
Gebruik indien mogelijk een boogarm. Deze montagemogelijkheid geeft de camera
de meeste stabiliteit.
Bij dakrandmontage wordt het gebruik van tuidraden aanbevolen ter bescherming
tegen hevige windvlagen.
Gezichtsveld
Selecteer een locatie en een beeldhoek waarbij het looppad van personen in het
gezichtsveld van de camera ligt.
Vermijd beweging rechtstreeks in de richting van de camera.
Vermijd locaties waar grote aantallen mensen komen, zoals winkels en kruispunten.
Intelligent Tracking is geoptimaliseerd voor scènes met zeer weinig bewegende
objecten.
Ongewenste beweging
Vermijd neonlichten, knipperende lichten, nachtverlichting en gereflecteerd licht (via
een raam of spiegel bijvoorbeeld). Het knipperen van deze lichten kan de werking
van Intelligent Tracking verstoren.
Vermijd beweging van bladeren/takken die een aanhoudende vaste beweging
veroorzaken.
Bediening van Intelligent Tracking
De functie Intelligent Tracking werkt op één van de volgende manieren:
De camera detecteert een bewegend object en volgt dit object automatisch
Gebruikersacties hebben altijd prioriteit boven Intelligent Tracking. Als de camera een
object actief volgt en de gebruiker neemt de bediening over, probeert de camera een
object te volgen na een periode van inactiviteit.
Een IVA-alarm kan Intelligent Tracking activeren om een gedetecteerd object te volgen
Er moet een regel worden ingesteld die een IVA-gebeurtenis activeert. De volgende
standaardtaken kunnen worden ingesteld: object in het veld, overschrijding van een lijn,
personen die zich verdacht ophouden, wijziging van omstandigheden, volgroute,
binnenkomen in een veld of verlaten van een veld. Raadpleeg de IVA 5.60
Bedieningshandleiding voor specifieke informatie.
Een gebruiker selecteert handmatig een object dat gevolgd dient te worden in het
gebied van het live-beeld
142 nl | Bediening AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Met de functie Intelligent Tracking kan een gebruiker op een bewegend object klikken in
de weergave van het live-beeld op de LIVE-pagina om een te volgen object te
identificeren.
Gebruik AUX-Commando 78 om Intelligent Tracking te activeren/deactiveren
Gebruik AUX AAN 78 om de Auto Intelligent Tracking-modus in te schakelen. Dit
commando kan worden gebruikt naast de engine voor regels.
Gebruik van Intelligent Tracking
Gebruik de volgende opties op de LIVE-pagina om Intelligent Tracking te besturen:
Opmerking: Indien u deze opties niet ziet op de LIVE-pagina, controleer dan of de optie Show
‘Tracking’ "Tracking "weergeven is ingeschakeld op de pagina LIVE Functions (LIVE-functies).
Raadpleeg LIVE-functies, Pagina 94.
Off (Uit): schakelt Intelligent Tracking uit.
Auto: In deze modus analyseert de camera de video actief om een bewegend object te
detecteren. Als er een beweging wordt gedetecteerd, wordt begonnen met het volgen van
het object. Deze modus is vooral handig voor scenario's waar geen beweging in de scène
wordt verwacht.
Click (Klik): in deze modus kunnen gebruikers op een object klikken in het live-videobeeld
om de camera de beweging van het geselecteerde object te laten volgen. Deze modus is
vooral handig voor scenario's waar normale scène-activiteit wordt verwacht.
Als de functie Intelligent Tracking is ingesteld op Auto of Click, toont het live-beeld een
pictogram met een oog en een symbool dat de status van Intelligent Tracking weergeeft:
Afbeelding
Omschrijving Verklaring
Wit oog, knipperend Intelligent Tracking volgt actief een doel.
Grijs oog met een rode "X" Intelligent Tracking is het geselecteerde
doel uit het oog verloren en wacht tot het
doel opnieuw verschijnt met behulp van het
laatst bekende traject. In de status
INACTIEF zoekt de camera geen andere
bewegende objecten.
Grijs oog zonder symbool Intelligent Tracking wacht tot het een doel
kan volgen.
Grijs oog met een "pauze"-
symbool
Intelligent Tracking probeert een doel
passief te volgen terwijl een gebruiker de
camera bedient.
Tracking geactiveerd door IVA-regels
In deze modus analyseert de camera continu de scène voor IVA-alarmen of IVA-
regelschendingen. Als een IVA-regel wordt geschonden, wordt de functie voor geavanceerd
volgen van de camera geactiveerd; hierdoor wordt het object/de persoon gevolgd dat/die het
alarm heeft geactiveerd. Hierdoor kan de camera bewegende objecten volgen, zonder dat deze
daarbij wordt gestoord door andere bewegende objecten in de scène.
AUTODOME 7000
Bediening | nl 143
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Voor het activeren van deze modus, dient u IVA te activeren door IVA 5.6 of IVA 5.6 Flow te
selecteren in het veld Type analyse of de pagina VCA (Selecteer vanuit het scherm
INSTELLINGEN Geavanceerde modus > Alarm > VCA). Raadpleeg de IVA 5.60
Bedieningshandleiding voor specifieke informatie.
Als de optie VCA metadata weergeven is geselecteerd op de pagina LIVE-functies (selecteer
op de pagina INSTELLINGEN Modus Geavanceerd > Webinterface > LIVE-functies), geeft het
live-beeld de volgende metadata-objecten weer op de LIVE-paginaweergave:
Bewegende objecten worden eerst geïdentificeerd op de videobeelden.
Bewegende objecten worden actief gevolgd en geïdentificeerd op de videobeelden.
Indien een bewegend object buiten het zicht van de camera raakt, verschijnt er een
diamant die het gebied aangeeft waar dit object uit het zicht is geraakt.
Er kunnen verschillende redenen zijn waarom Intelligent Tracking stopt met het volgen van een
doel:
Het doel is gestopt met bewegen terwijl het gevolgd werd door Intelligent Tracking.
Het doel bevindt zich achter een stilstaand object in de scène.
In deze gevallen schakelt Intelligent Tracking naar de modus INACTIEF (pictogram roze oog) en
wacht tot het doel weer verschijnt in de scène. De camera begint opnieuw met volgen als een
doel begint te bewegen in hetzelfde gebied als waar het oorspronkelijke doel stopte met
bewegen of als de camera een bewegend object detecteert dat zich voortbeweegt over het
laatst bekende traject.
Aanbevolen gebruik van uw camera
!
Waarschuwing!
Raadpleeg het document “AUTODOME_Bedieningshandleiding_2014.pdf” voor richtlijnen voor
het bedienen van uw camera met bewakingstours en geprogrammeerde tours. Om dit
document te bekijken, gaat u naar http://nl.boschsecurity.com/nl/, navigeert u naar de
productpagina voor uw camera en zoekt u het document op het tabblad Documenten.
Bosch raadt u aan het volgende in overweging te nemen om de levensduur van uw Bosch
camera te optimaliseren.
1. Bewakingstours en preset tours
Met de AUTODOME 7000 Serie kunt u een 360°-weergave dekken met behulp van constante
bewakingstours of preset tours. Afhankelijk van het geselecteerde type cameratour, kan uw
camera zowel constant bewegen (draaien, kantelen of allebei) of bewegen tussen de vooraf
ingestelde posities.
Constante bewakingstours
Bewakingstours zijn een zeer effectieve manier om de gehele scène te bewaken. Indien deze
echter niet juist geconfigureerd zijn, kunnen constante bewakingstours de levensduur van uw
camera aanzienlijk verlagen.
Constante bewakingstours dienen te worden gebruikt voor toepassingen waarbij de tours een
vaste periode tijdens de dag zijn vereist (niet meer dan 12 uur per dag). Om de beste
resultaten te bereiken, dient de constante bewakingstour daarnaast alleen te worden gebruikt
voor scènes met goede belichtingsniveaus (50 lux of hoger), voor de duur van ten minste 60
seconden, met een soepel draai/kantel-pad (zonder onregelmatige stops en starts), met een
lens die is ingesteld op een grote hoek (oneindige focus). De tour dient ook een
kantelbeweging van minimaal 10° te bevatten.
15.3
144 nl | Bediening AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Preset tours
Voor scenario's waarvoor een camera benodigd is die het grootste deel van de dag continu in
beweging is, raadt Bosch u aan om de camera in te stellen op de modus Preset Tour, zodat
deze beweegt tussen een gewenst aantal presets. Voor de beste resultaten dient u er altijd
voor te zorgen dat elke preset een waarnemingstijd heeft van 5 seconden.
Aanwijzing!
Presets dienen uitsluitend te worden opgeslagen met Eén druk (“Spot Focus“).
2. Belichting scène en instellingen focus
Uw camera maakt gebruik van een beeldsensor met hoge gevoeligheid en een hoogwaardige
lens met een nauwkeurig aandrijvingsmechanisme voor het behoud van de beste focus van het
beeld. Het Autofocus-mechanisme probeert de beelddetails constant scherp weer te geven. Bij
donkere scenario's en scenario's met een laag contrast is het algoritme van de Autofocus
mogelijk niet in staat om de juiste focuspunten te vinden, vanwege het gebrek aan details in
de scène. In dat geval blijft deze de focusmotor aansturen om de beste focus te vinden. Als
deze situatie lang aanhoudt, kan het focusmechanisme van uw camera onherstelbaar
beschadigd raken.
Voor de beste resultaten dient u de belichting van de scène (zichtbaar licht / of IR-belichting)
op een niveau te houden waarbij de camera gemakkelijk details kan herkennen in de scène. De
belichtingseisen zijn locatiespecifiek en dienen te worden geverifieerd tijdens de installatie en
configuratie van de camera. Voor optimale prestaties van de camera dient de belichting van de
scène ten minste 50 lux te bedragen.
Voor scènes met een te laag lux-niveau dient te camera te worden gebruikt met Eén druk
("Spot Focus"). Ook dient u geen constante bewakingstours te gebruiken.
3. Voeding via Ethernet (PoE)
Gebruik de aanbevolen Bosch High PoE 60W midspan (apart verkocht bij de camera) tussen
de camera en uw PoE-netwerk. Een onjuiste netwerkverbinding kan leiden tot intermitterende
herstarts van de camera. Als de camera vaak opnieuw opstart, controleer dan uw camera met
een andere voedingseenheid.
Indien u een PoE-schakelaar wilt gebruiken, dient u ervoor te zorgen dat de schakelaar PoE+
apparaten (IEEE 802.3at, klasse 4 standaard) kan ondersteunt, om het energiebeheer te
optimaliseren. Zorg er ook voor dat de schakelaar voldoet aan de eisen van stroomverbruik van
het product.
!
Waarschuwing!
Alleen AUTODOME modellen voor plafondmontage kunnen worden aangesloten op een PoE+
schakelaar. Modellen voor gebruik buitenshuis mogen alleen worden gebruikt met de Bosch
High PoE 60W midspan.
4. Installatie in een gebied met een hoge vochtigheidsgraad
Het is het beste als de koepel van uw domecamera op zijn plaats blijft zitten. De domecamera
bevat een droogmiddelverpakking om de vochtigheidsgraad binnen in de camera te regelen.
Wanneer de koepel van de domecamera wordt verwijderd, wordt het droogmiddel
blootgesteld aan vocht, wat een negatief effect kan hebben op de prestaties van de camera.
Als u de koepel moet verwijderen (bijvoorbeeld voor het plaatsen of verwijderen van een SD-
kaart), zorgt u er dan voor dat de koepel niet langer dan vijf minuten van de dome wordt
verwijderd.
AUTODOME 7000 Bediening | nl 145
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Bosch raadt u ook aan, de domecamera in de verpakking te laten zitten tot u de camera gaat
installeren.
5. Installatie in een corrosieve omgeving (bijvoorbeeld in de buurt van een kustgebied)
De met de camera meegeleverde bevestigings- en montagemiddelen dragen bij aan de
veiligheid van de camera. Gebruik altijd door Bosch geleverde schroeven en andere
bevestigingsmiddelen bij de installatie van de camera, of bij het uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden.
Controleer vóór de installatie alle metalen onderdelen van de camera op lakschade of andere
schade. Indien de lak beschadigd is, werkt u de schade bij met ter plaatse aangeschafte lak of
afdichtmiddel.
Voorkom tijdens de installatie situaties waarbij de metalen montageonderdelen van de camera
in contact kunnen komen met materialen zoals roestvast staal. Deze contacten kunnen leiden
tot galvanische corrosie, waardoor het buitenaanzicht van de camera er minder mooi uitziet.
Deze zichtbare schade veroorzaakt door een onjuiste installatie valt niet onder de garantie,
omdat deze geen invloed heeft op de werking van de camera.
6. Installatie buitenshuis
Gebruik goede overspanningsbeveiliging voor de netwerk-video-, elektriciteits-, audio- en
alarmkabels.
7. SD-kaart
Deze informatie is bedoeld om de klant te helpen bij de keuze van een geschikt SD-apparaat
voor het opnemen van videobeelden. Het is niet bedoeld als aanbeveling van een specifieke
technologie of leverancier.
Camera's van de AUTODOME 7000 Serie kunnen video en audio opslaan op door de klant
geleverde lokale geheugenkaarten (SD, SDHC, of SDXC, hierna "SD-kaarten" genoemd). Bosch
heeft bij de selectie en het gebruik van SD-kaarten in de producten rekening gehouden met
best practices.
1. Kies een SD-kaart met een lees-/schrijfsnelheid van ten minste 10Mb/s en klasse 6.
2. Zorg ervoor dat de schrijfbeveiliging is uitgeschakeld. (Controleer het schuifje indien van
toepassing.)
3. Schakel de voeding naar het apparaat uit voordat u de SD-kaart plaatst.
4. Stop met opnemen en schakel de voeding naar het apparaat uit voordat u de SD-kaart
verwijdert.
Bosch raadt u aan regelmatig de opnamestatus van uw apparatuur te controleren. Periodieke
vervanging van de SD-kaart is mogelijk vereist. Het verdient aanbeveling redundante
opnamesystemen te overwegen, en altijd een back-up van informatie te maken. Zoals met alle
opslagmedia verschilt de levensduur van een SD-kaart per leverancier en
gebruiksomstandigheden. De levensduur van een SD-kaart is normaal gezien afhankelijk van
het aantal lees-/schrijfactiviteiten.
Deze leidraad wordt door Bosch uitsluitend aangeboden als service aan onze klanten en
behelst geen enkele garantie, expliciet noch impliciet, met betrekking tot het gebruik van SD-
kaarten voor opname. Bosch kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade ten gevolge
van het ontbreken van video-informatie. Bosch gaat geen verplichtingen aan en doet geen
beloften met betrekking tot de kwaliteit, prestaties of andere eigenschappen van producten
van derden (zoals SD-kaarten).
146
nl | Bediening AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Problemen oplossen
Raadpleeg het volgende schema, wanneer er problemen opduiken bij het bedienen van uw
AUTODOME camera. Neem contact op met een geautoriseerd technicus wanneer u het
probleem met behulp van onderstaande tabel niet krijgt opgelost.
Probleem Vragen die gesteld kunnen worden/acties om het probleem op te lossen
Buitenring moet
worden verwijderd.
Maak gebruik van een schroevendraaier met platte kop om de klemmen naar
buiten te duwen en tegelijkertijd voorzichtig de rand van de buitenring naar
beneden te duwen.
Het scherm blijft leeg. Zijn het netsnoer en de kabel tussen de camera en de monitor correct
aangesloten?
Het beeld op het
scherm is wazig.
Is het objectief vuil? Zo ja, maakt het objectief schoon met een zachte, schone
doek.
Het contrast op het
scherm is te laag.
Pas de contrastinstellingen van de monitor aan. Wordt de camera blootgesteld
aan fel licht? Zo ja, wijzig de camerapositie.
Het beeld op het
scherm knippert.
Staat de camera direct op de zon of op fluorescerend licht gericht? Zo ja, wijzig
de camerapositie.
Het beeld op het
scherm is vervormd.
Is de voedingsfrequentie correct gesynchroniseerd? Wanneer de
voedingsfrequentie niet correct is ingesteld, kan de synchronisatiemodus van
lijnsynchronisatie niet worden gebruikt. Stel de synchronisatiemodus in op de
INT.NTSC model-voedingsfrequentie in LL-modus: 60 Hz.
Geen video Controleer of de netspanning naar de voedingskast is ingeschakeld.
Controleer of u een webpagina hebt.
Als dit niet het geval is, hebt u mogelijk een onjuist IP-adres. Gebruik
Configuration Manager om het juiste IP-adres te identificeren.
Als dit klopt:
Controleer of er een 24 V-uitgang van de transformator aanwezig is.
Als dit klopt:
Controleer de integriteit van alle draden en bijpassende connectoren naar de
camera.
Geen camerabesturing Controleer of de LAN-kabel een goede verbinding heeft en bevestigd is.
Vernieuw de browser en controleer of de video is bijgewerkt.
Voor analoge camera's: schakel de camera uit en weer in.
Voor IP-camera's: ping het IP-adres van de camera en probeer opnieuw de
camera te besturen.
Camera beweegt bij
het bewegen van
andere camera's
Controleer of het IP-adres van de camera juist is ingesteld.
Als het IP-adres van de camera niet is ingesteld:
Gebruik Configuration Manager om te controleren of de twee camera's niet
hetzelfde IP-adres hebben. Als dit het geval is, verandert u het adres van een
van de camera's.
16
AUTODOME 7000 Problemen oplossen | nl 147
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Probleem Vragen die gesteld kunnen worden/acties om het probleem op te lossen
Het beeld is donker Controleer in het menu Instellingen of de versterkingsregeling is ingesteld op
High (Hoog).
Als dit klopt:
Controleer in het menu Instellingen of het niveau van Auto Iris is ingesteld
op het juiste niveau.
Als dit klopt:
Controleer of de dop van het camera-objectief is verwijderd.
Als dit klopt:
Controleer of de maximale afstand van de Ethernet-kabel niet is
overschreden.
Als dit klopt:
Herstel alle camera-instellingen via het menu Instellingen.
De achtergrond is te
helder om het
onderwerp te kunnen
zien
Schakel de tegenlichtcompensatie in via het menu Instellingen (of door 20
Aux ON/OFF te gebruiken).
De video is niet stabiel,
vertoont veel ruis of is
vervormd
Controleer de frequentie.
- Klik op de pagina SETTINGS (INSTELLINGEN) op Advanced Mode
(Geavanceerde modus).
- Klik op Camera, en vervolgens op Installer Menu (Menu Installeren).
- In het veld Base frame rate (Basis frame rate) selecteert u 25 ips of 30 ips.
Controleer de integriteit van alle connectoren en lassen van de Ethernet-
kabel.
Als dit klopt:
Neem contact op met de afdeling Technische ondersteuning van Bosch.
Verlies van privacy bij
gebruik van
privacymasker
Webbrowsers, BVC of BVMS
Druk op de toets FindHome(start zoeken) in het menu Speciale functies
om het masker uit te lijnen in de oorspronkelijke positie.
Intuikey (wanneer toetsenbord is verbonden met BVC of BVMS
Geef het commando SetScene 110 om het masker uit te lijnen in de
oorspronkelijke positie.
Geen
netwerkverbinding
Controleer alle netwerkverbindingen.
Zorg ervoor dat de maximale afstand tussen twee Ethernet-
aansluitingen 100 m of minder is.
Als dit klopt:
Als u met een firewall werkt, zorg er dan voor dat de Transmissiemodus is
ingesteld op UDP.
Ga naar de pagina Webinstellingen voor het apparaat met IP-
functionaliteit.
Open de koppeling Service-instellingen en klik op Netwerk.
Selecteer de optie Videotransmissie UDP in de vervolgkeuzelijst. Klik
vervolgens op Set (Instellen).
148 nl | Problemen oplossen AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Onderhoud
Afhankelijk van de toepassing is de koepel gemaakt van acryl of polycarbonaat.
Polycarbonaatkoepels zijn slagvast en de optische helderheid is vergelijkbaar met die van glas
of acryl, maar het oppervlak is veel zachter. Het hanteren en het schoonmaken van koepels
moet met zorg gebeuren om krassen te voorkomen.
Aanwijzing!
Om overmatige vochtverzadiging aan de binnenkant van de behuizing te voorkomen, dient u
de tijd dat de koepel is losgekoppeld van de behuizing te beperken. Bosch raadt aan de
koepel niet langer dan vijf (5) minuten van de behuizing te verwijderen.
Hanteren van de koepel
De koepel is mogelijk voorzien van een beschermende laag plastic. Het wordt aanbevolen om
de koepel op deze manier te bewaren tot hij moet worden gemonteerd. Laat de koepel zo veel
mogelijk met rust, omdat krassen al snel de transparantie aantasten.
Reinigen van de koepel
Ga volgens onderstaande procedures te werk als de koepel moet worden schoongemaakt en
neem de instructies van het onderstaande lijstje van waarschuwingen in acht.
De binnenzijde van de koepel schoonmaken
Het uitzonderlijk zachte oppervlak aan de binnenzijde mag niet worden schoongemaakt door
af te vegen of af te stoffen met een doek. Gebruik droge perslucht, bij voorkeur uit een
spuitbus, om stof van het oppervlak aan de binnenzijde te verwijderen.
!
Waarschuwing!
Gebruik geen oplossingen op alcoholbasis om de koepel schoon te maken. Dat veroorzaakt
een melkachtige verkleuring van het polycarbonaat en op langere termijn materiaalmoeheid,
zodat de koepel bros wordt.
De buitenzijde van de koepel schoonmaken
De buitenzijde van de koepel heeft een harde coating als extra bescherming. Gebruik, als
reiniging noodzakelijk is, uitsluitend schoonmaakmiddelen en -doeken die geschikt zijn voor
het reinigen van veiligheidsbrillen. Droog de koepel grondig af met een droge, niet-schurende
doek om watervlekken te voorkomen. Schrob de koepel nooit met schuurmiddelen of bijtende
schoonmaakmiddelen.
Bosch raadt aan om de buitenkant van de koepel te reinigen met NOVUS "No. 1" Plastic Clean
& Shine (of gelijkwaardig), conform de instructies van de fabrikant. Ga naar
www.novuspolish.com om te bestellen of om een lokale distributeur te vinden.
Voorschriften
Maak de koepel niet schoon in heet zonlicht of op erg hete dagen.
Gebruik voor het schoonmaken van de koepel geen schurende schoonmaakmiddelen of
schoonmaakmiddelen met een hoog alkalinegehalte.
Schrap de koepel niet af met scheermesjes of andere scherpe voorwerpen.
Gebruik voor het schoonmaken van de koepel geen benzeen, benzine, aceton of
tetrachloormethaan.
Een SD-kaart verwijderen
1. Volg de stappen in één van deze hoofdstukken (afhankelijk van het soort montage van de
camera): De koepel van een plafondbehuizing verwijderen, Pagina 68 of De koepel van een
hangende behuizing verwijderen, Pagina 68.
17
AUTODOME 7000 Onderhoud | nl 149
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
2. Druk het uiteinde van de SD-kaart naar beneden totdat deze deels uit de connector
steekt.
3. Trek de SD-kaart eruit en leg deze op een veilige plaats.
4. Volg de stappen in één van deze hoofdstukken (afhankelijk van de soort montage van de
camera): De koepel vervangen in een plafondmontage, Pagina 70 of De koepel vervangen in
een hangende behuizing, Pagina 70.
150 nl | Onderhoud AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Technische gegevens
Zie de datasheets voor AUTODOME IP 7000 Serie en voor AUTODOME HD 7000 Serie,
beschikbaar op de desbetreffende productpagina's van de online productcatalogus op
www.boschsecurity.nl voor productspecificaties.
18
AUTODOME 7000 Technische gegevens | nl 151
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Tabel met gebruikerscommando's
Aanwijzing!
Sommige van de volgende opdrachten zijn mogelijk niet van toepassing op uw camera.
Vergren
deld
Regeluitgang
alarm
Functietoe
ts
Comma
ndo nr.
Commando Beschrijving
J Aan/Uit 1 360° scannen AutoPan zonder grenswaarden
J Aan/Uit 2 AutoPan AutoPan tussen grenswaarden.
J Aan/Uit 8 Tour met
voorkeuzeposities
afspelen
Activeren/uitschakelen
J J Aan/Uit 18 AutoPivot inschakelen AutoPivot inschakelen/uitschakelen
J Aan/Uit 20 Tegenlichtcomp Tegenlichtcompensatie (BLC)
J Aan/Uit 24 Stabilisatie Elektronische stabilisatie
(Alleen beschikbaar voor AUTODOME
7000 IP)
J Aan/Uit 40 Camera-instellingen
herstellen
Voor alle instellingen de
standaardwaarden herstellen
J J Aan/Uit 43 Automatische
versterkingsregeling
(AGC)
AGC: Aan, Auto, Uit
50 Tour A afspelen Activeren/uitschakelen
52 Tour B afspelen Activeren/uitschakelen
J Aan/Uit 57 Instelling Nachtmodus Nachtmodus in- of uitschakelen
(alleen Dag/Nacht)
J J Aan/Uit 60 On Screen Display Aan: inschakelen
Uit: uitschakelen
J J Aan/Uit 66 Softwareversie
weergeven
Informatie over softwareversie
weergeven.
Commando eenmaal geven -
basisinformatie wordt weergegeven
Commando tweemaal geven (terwijl
basisinformatie wordt weergegeven) -
uitgebreide informatie wordt
weergegeven (alleen HD-modellen)
Aan/Uit 78 Intelligent Tracking Schakelt Intelligent Tracking in of uit
J J Aan/Uit 80 Digitale zoom
vergrendelen
Digitale zoom in- en uitschakelen
19
152 nl | Tabel met gebruikerscommando's AUTODOME 7000
2015.01 | 2.1 | Bedieningshandleiding Bosch Security Systems, Inc.
Vergren
deld
Regeluitgang
alarm
Functietoe
ts
Comma
ndo nr.
Commando Beschrijving
J J Aan/Uit 86 Zone Maskeren On: inschakelen
Off: uitschakelen
J J Aan/Uit 87 Privacymaskering On: inschakelen
Off: uitschakelen
J Aan/Uit 90 Commando
vergrendelen/
ontgrendelen
On: vergrendeling aan
Off: vergrendeling uit
J Aan/Uit 94 Azimutnulpunt instellen Hiermee wordt de nulgradenpositie
voor de draaihoek ingesteld.
Aan/Uit 95 Azimut/hoogtewaarden
weergeven
On: Geeft azimut/hoogtewaarden
weer
Off: Verbergt azimut/hoogtewaarden
Aan/Uit 96 Kompasrichting
weergeven
On: Geeft kompasrichting weer
Off: Verbergt kompasrichting
Aan/Uit 100 Tour A opnemen On: opname starten
Off: opname stoppen
Aan/Uit 101 Tour B opnemen On: opname starten
Off: opname stoppen
Aan/Uit 149 Turbo-modus On: activeert turbomodus
Off: schakelt turbomodus uit
Set/Shot 901-999 Voegt presets aan tour
toe of verwijdert ze
Set ###: preset toevoegen aan tour
Shot ###: preset verwijderen uit tour
AUTODOME 7000 Tabel met gebruikerscommando's | nl 153
Bosch Security Systems, Inc. Bedieningshandleiding 2015.01 | 2.1 |
Bosch Security Systems, Inc.
850 Greenfield Road
Lancaster, PA, 17601
USA
www.boschsecurity.com
© Bosch Security Systems, Inc., 2015
Bosch Sicherheitssysteme GmbH
Robert-Bosch-Ring 5
85630 Grasbrunn
Germany
20

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Bosch AUTODOME 7000 - VG5-7130 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Bosch AUTODOME 7000 - VG5-7130 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 7,8 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info