Het apparaat plaatsen:
Het apparaat is beveiligd tegen overver-
hitting en kan dus naast keukenkastjes
worden geplaatst die bij minimaal 100
graden gelijmd zijn. Hierover kunt u
meer informatie krijgen bij uw keuken
leverancier. De keukenkasten mogen
niet boven het fornuis uitsteken. De
wand die met de achterkant van het
apparaat in aanraking komt moet van
onbrandbaar materiaal zijn.
Het apparaat moet op een stevige
ondergrond staan en moet waterpas
afgesteld worden door middel van de
bijgeleverde stelpoten.
De stelpoten monteert u op de volgende
manier:
1. Draai schroef “A” in de bovenkant
van de poot.
2. Plaats de stelpoot in de opening van
het chassis (B).
3. Schuif de stelpoot naar voren, en
draai deze vast door de bovenkant
(C) met de klok mee te draaien.
4. Stel de hoogte van de stelpoot in
door de onderkant van de stelpoot
naar links of naar rechts te draaien.
5
Installatie en plaatsing
De hieronder vermelde aanwijzingen
gelden voor een erkend installateur die
voor de plaatsing, de afstelling en het
technische onderhoud van het apparaat
zal zorgen en die erop zal toezien dat
dit op de meest geschikte manier
gebeurt en overeenkomstig de geldende
voorschriften.
Belangrijk:
Vóórdat er enige afstel- en/of onder-
houdswerkaamheden verricht worden,
moet eerst de elektrische stroomtoevoer
naar het apparaat uitgeschakeld wor-
den.
Voorschriften voor de plaatsing:
De aansluiting op de gasleiding moet tot
stand gebracht worden door een erkend
installateur die garandeert dat de gas-
toevoer op de juiste manier plaatsvindt.
Plaatsing:
Het apparaat zal goed functioneren als
het vertrek waarin het apparaat wordt
geplaatst goed geventileerd is.
Propaan- en butaangassen (flessengas)
zijn zwaarder dan lucht, deze gassen
blijven dus laag hangen. De vertrekken
waarin de butaan gasflessen worden
neergezet, moeten dan ook van lucht
openingen naar buiten worden voor-
zien, zodat eventuele gaslekkages via
de onderkant naar buiten afgevoerd
kunnen worden. De butaan gasflessen
(of zij nu vol of leeg zijn), mogen niet
in een vertrek onder de grond neergezet
worden (kelderruimtes ed.). Het is beter
om uitsluitend de gasfles die gebruikt
wordt in het vertrek neer te zetten
waarbij de gasfles zodanig neergezet
moet worden dat hij niet blootstaat aan
directe warmtebronnen (ovens, haard-
vuren, pannen e.d.) waardoor de tem-
peratuur boven de 50
0
C op zou kunnen
lopen.
4